BELGISCHE KAMER
VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
50e ZITTINGSPERIODE
BUITENGEWONE ZITTING 1999
HANDELINGEN VAN DE
OPENBARE COMMISSIEVERGADERINGEN
28/09/1999
C 008
Bedrijfsleven, Wetenschapsbeleid,
Onderwijs,
Nationale wetenschappelijke
en culturele instellingen,
Middenstand en Landbouw en
Buitenlandse Betrekkingen
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE BELGIQUE
50e LÉGISLATURE
SESSION EXTRAORDINAIRE 1999
ANNALES DES
RÉUNIONS PUBLIQUES DE COMMISSION
28/09/1999
C 008
Economie, Politique scientifique,
Education,
Institutions scientifiques et culturelles,
Classes moyennes et Agriculture et
Relations extérieures
Annales
Les annales sont le compte rendu intégral des séances
plénières et des réunions publiques de commission où sont
développées les interpellations.
Elles sont publiées sous forme de deux fascicules :
- le premier, de couverture blanche et portant les lettres
PLEN en bas de page, regroupe les annales des séances
plénières;
- le second, de couverture beige et portant les lettres COM
en bas de page, regroupe les annales des réunions
publiques de commission où sont développées des
interpellations.
Les séances et les re´unions ont une numérotation continue
par session. Ce numéro se retrouve sur la couverture ainsi
que sur chaque page avant la pagination. Les se´ances
ple´nie`res ont une pagination continue. Les re´unions
publiques de commission sont pagine´es par fascicule.
Les annales peuvent également e^tre consultées sur
l'Internet-website de la Chambre des Représentants, à
l'adresse http://www.LaChambre.be
Handelingen
De handelingen zijn het woordelijk verslag van de plenaire
vergaderingen en van de in openbare commissievergaderin-
gen gehouden interpellaties.
Ze worden in twee edities uitgegeven :
- de eerste, met witte kaft en met de letters PLEN in de
voettekst, bevat de handelingen van de plenaire
vergaderingen;
- de tweede, met beige kaft en met de letters COM in de
voettekst, bevat de handelingen van de in openbare
commissievergaderingen gehouden interpellaties.
De vergaderingen worden per zittingsperiode doorlopend
genummerd. Het vergaderingsnummer staat op de kaft en op
elke bladzijde vóór de paginering afgedrukt. De plenaire
vergaderingen
worden
doorlopend
gepagineerd.
De
openbare commissievergaderingen worden per brochure
gepagineerd.
De handelingen worden tevens bekendgemaakt op de
Internet-website van de Kamer van Volksvertegenwoordi-
gers, adres http://www.DeKamer.be
EXPLICATIONS DES SIGLES - TOELICHTING BIJ DE AFKORTINGEN
CVP
: Christelijke Volkspartij
ECOLO-AGALEV : Ecologistes confédérés pour l'organisation de luttes orginiales/Anders Gaan Leven
FN
: Front National
PRL-FDF
: Parti réformateur libéral - Front démocratique francophone
PS
: Parti socialiste
PSC
: Parti social-chrétien
SP
: Socialistische Partij
VL.BLOK
: Vlaams Blok
VLD
: Vlaamse Liberalen en Democraten
VU
: Volksunie
COMMISSIONS RE´UNIES DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE ET DES RELATIONS
EXTE´RIEURES
VERENIGDE COMMISSIES
VOOR HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS,
DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE
EN CULTURELE INSTELLINGEN,
DE MIDDENSTAND EN DE LANDBOUW EN
VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN
RE´UNION PUBLIQUE DU
MARDI 28 SEPTEMBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 28 SEPTEMBER 1999
PRE
´ SIDENCE de
M. Geert Versnick
VOORZITTER :
De heer Geert Versnick
La se´ance est ouverte a` 14.05 heures.
De vergadering wordt geopend om 14.05 uur.
Samengevoegde interpellaties van :
- de heer Gerolf Annemans tot de
minister van Economie en Weten-
schappelijk
Onderzoek
over
de
exportgoedkeuring
van
nucleair
materiaal door de firma Alstom
(nr. 16)
- de heer Ferdy Willems tot de eerste
minister over
het akkoord over de
levering van nucleair materiaal aan
Pakistan
(nr. 41)
(Het antwoord zal worden verstrekt
door de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek)
- de heer Pieter De Crem tot de
staatssecretaris
voor
Energie
en
Duurzame Ontwikkeling over
de
verlenging van een exportlicentie
voor Alstom
(nr. 19)
(Het antwoord zal worden verstrekt
door de staatssecretaris voor Energie
en Duurzame Ontwikkeling)
Interpellations jointes de :
- M. Gerolf Annemans au ministre de
l'Economie
et
de
la
Recherche
scientifique
sur
la
licence
d'exportation de mate´riel nucle´aire
accorde´e a` la socie´te´ Alstom
(n° 16)
- M. Ferdy Willems au premier
ministre sur
l'accord concernant la
livraison de mate´riel nucle´aire au
Pakistan
(n° 41)
(La re´ponse sera donne´e par le
ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique)
- M. Pieter De Crem au secre´taire
d'Etat a` l'Energie et au De´veloppe-
ment durable sur
la prorogation
d'une licence d'exportation accorde´e
a` la socie´te´ Alstom
(n° 19)
(La re´ponse sera donne´e par le
secre´taire d'Etat a` l'Energie et au
De´veloppement durable)
De
voorzitter :
De
heer
Gerolf
Annemans heeft het woord.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Mijnheer de voorzitter, ik ben
niet van plan heel deze problematiek in
het lang en het breed toe te lichten.
Deze zaak werd terecht door staatsse-
cretaris Deleuze behandeld en werd dan
door de regering beslecht door het
nemen van een zeer dubbelzinnige
beslissing.
Iedereen
kent
de
toestand.
Wij
veronderstellen
en
hopen
dat
de
minister ons vandaag kan bevestigen
dat de levering van nucleair materiaal
aan Pakistan op dit ogenblik nog niet
heeft plaatsgehad. De vraag is of zij wel
degelijk zal plaatsvinden. Bovendien
zouden wij ook graag vernemen of er
ooit nog een dergelijke levering zal
worden goedgekeurd en indien dit het
geval is, onder welke voorwaarden.
Moet Pakistan zich akkoord verklaren
met de controle van de
full scope
safeguards
of moet de controle hebben
plaatsgevonden
vooraleer
er
een
uitvoervergunning kan worden toege-
kend ? Om het even welke rechtstreekse
of onrechtstreekse uitvoer naar Pakistan
van
materiaal
dat
rechtstreeks
of
onrechtstreeks voor nucleaire bewape-
ning kan dienen, is onaanvaardbaar. Wij
kunnen uiteraard niet blind zijn voor het
politieke regime in dit land, voor de
kernproeven van vorig jaar en voor de
gespannen verhouding met het buurland
India, maar in de eerste plaats verzetten
wij ons ertegen dat ons land op enigerlei
wijze
zou
bijdragen
tot
nucleaire
bewapening.
De bevoegdheidsverschuiving binnen
de regering moet worden beschouwd als
een machtsgreep van de PRL. De PS,
daarentegen, heeft zich in deze zaak
eerder
op
de
vlakte
gehouden.
C 8 -
1
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Gerolf Annemans
Inmiddels is minister Michel met zijn
groene vrienden verwikkeld in een
conflict
met
betrekking
tot
de
ontwikkelingssamenwerking.
Over
deze
belangrijke
politieke
kwestie
kregen wij graag meer duidelijkheid.
Voorts verheel ik niet dat wij, gelet op
de geschiedenis van de voorbije tien
jaar, ongerust zijn over het feit dat
Franstalige ministers, die op dit vlak
een volledig andere cultuur hebben dan
Vlaamse ministers, beslissen over de
goedkeuring van wapenlicenties. Ik heb
het hierbij niet over de heer Deleuze,
die wij in deze zaak als een gelukkige
uitzondering
zien.
Vlaanderen
is
overgeleverd aan mensen met een
verschillend politiek-cultureel inzicht
over wapenuitvoer.
Gezien de recente evoluties in dit
dossier, heb ik nog enkele bijkomende
vragen.
Mijn
eerste
vraag
heeft
betrekking op de bevoegdheid inzake
nucleaire uitvoerlicenties. In de vorige
regering waren de heren Poncelet en Di
Rupo bevoegd voor deze materie.
Volgens Le Matin is het niet duidelijk in
welke hoedanigheid de heer Di Rupo
toen heeft gehandeld : in zijn hoedanig-
heid van minister van Buitenlandse
Handel of in die van minister van
Economie. Volgens Le Matin had
staatssecretaris Deleuze de beslissing
moeten
afwachten
van
de
heer
Chevalier, staatssecretaris voor Buiten-
landse Handel. De heer Chevalier zou
over deze zaak het laatste woord hebben
en niet minister Demotte, die bevoegd
is
voor
Economie.
Indien
deze
bewering klopt, betekent de regerings-
beslissing niet enkel dat staatssecretaris
Deleuze
een
gedeelte
van
zijn
bevoegdheid kwijt is, maar geldt dit ook
voor staatssecretaris Chevalier. Volgens
mij heeft Le Matin het bij het verkeerde
eind, maar ik had toch graag formeel
vernomen, ten eerste, of de heer Di
Rupo
destijds
de
beslissing
heeft
genomen als minister van Economie
dan wel als minister van Buitenlandse
Handel.
Als dit laatste het geval is, dan heeft
niet alleen de heer Deleuze een deel van
zijn bevoegdheden moeten inleveren,
maar
ook
de
heer
Chevalier.
De
minister moet zeggen wie ongelijk
heeft : Le Matin of alle anderen. In
welke hoedanigheid heeft de heer Di
Rupo gehandeld ?
Ten tweede, wat waren de argumenten
van de heer Deleuze ? Kan de heer
Demotte mij hierover iets vertellen ?
Waren de argumenten van principie¨le
aard ? Kon de groene minister om
pacifistische redenen geen nucleaire
uitvoer naar Pakistan toelaten, gelet op
het politieke regime, enzovoort ? Of
baseerde hij zich op sterke technische
argumenten, namelijk dat het materiaal
van
Alstom
ook
voor
militaire
doeleinden kon worden aangewend ?
Indien dit laatste het geval is, dan
blijven de argumenten geldig en blijft
de uitvoer omstreden. Ik zou dus graag
weten op welke argumenten de heer
Deleuze zich baseerde.
Dan kom ik tot mijn derde vraag. We
stellen vast dat vijf landen, namelijk de
Verenigde
Staten,
Groot-Brittannie¨,
Zweden, Australie¨ en Duitsland, zeer fel
hebben geprotesteerd tegen een even-
tuele uitvoerlicentie. Waarom werd
deze beslissing gehandhaafd, mede
gelet op het bijkomende advies van de
niet-verspreiding van kernwapens op 16
februari 1999 ? Is het waar dat een
opwerkingsfabriek is gebouwd in de
nabijheid van de locatie waarnaar zou
worden uitgevoerd ? Dit is weliswaar
een technisch detail, maar ik heb
dergelijke
berichten
opgevangen.
Kanupp zou in dat geval fungeren als
sluis voor het transfereren van materiaal
naar een opwerkingsfabriek. Ook wil ik
weten of de voorwaarden in verband
met de
full scope safeguard ook
inhouden dat er een verklaring moet
worden getekend of eventueel een
akkoord moet worden gesloten met het
Internationaal
Atoomagentschap.
Of
kan Alstom pas leveren nadat de
controles hebben plaatsgevonden ? Dit
kan een detail lijken, maar onder andere
Le Soir noemt de voorwaarde van de
full scope safeguard absurd en gaat
ervan uit dat Pakistan bij wijze van
spreken
op
erewoord
zal
moeten
verklaren dat het die controles ooit in de
toekomst zal toelaten. Hoe zit het dus
met die voorwaarden ?
Het Vlaams Blok is van oordeel dat
deze zaak vooral een intern Waalse
aangelegenheid
is,
een
strijd
om
electorale belangen waarvan na de
machtsverschuiving binnen de regering
de publieke opinie en de burgers langs
Vlaamse en Waalse kant het slachtoffer
zijn als ze menen dat een uitvoer van
nucleair
materiaal
naar
Pakistan
ontoelaatbaar is. Het ging om een
machtsstrijd tussen de PRL en de heer
Deleuze. De heer Demotte heeft zich
vanwege de pacifistische traditie binnen
de PS afzijdig gehouden. De SP en de
groenen zaten op dezelfde lijn als
Deleuze. Volgens Knack was zelfs
premier Verhofstadt het met de heer
Deleuze eens. Uiteindelijk ging het dus
om een machtsstrijd tussen de heren
Michel en Verhofstadt. Dit is goed om
weten wanneer we de zaak in haar
politieke context plaatsen. Afgezien van
een antwoord op mijn precieze vragen
had ik graag een toelichting gekregen
over de politieke achtergrond van deze
zaak.
De voorzitter : De heer Ferdy Willems
heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, als tweede
spreker over dit gegeven kan ik hier niet
veel meer aan toevoegen.
De heer Annemans heeft een historisch
overzicht van de feiten gegeven. Ik
beperk mij tot wat ik had aangekondigd.
Ik heb nog vragen bij de randvoorwaar-
den van dit akkoord.
Zijn
die
voorwaarden
inmiddels
vervuld ? Wie zal dit controleren en
hoe ? Wat gebeurt er indien Pakistan
zijn beloften niet houdt, want Pakistan
bezit volgens mij weinig geloofwaar-
digheid. Ze zijn haast permanent in
conflict met India en in de besprekingen
in de UNO stemmen zij constant tegen
de afbouw van de nucleaire bewape-
ning.
De
vraag
in
hoever
dit
akkoord
overeenstemt met het regeerakkoord is
vrij eenvoudig. De bepaling uit dat
akkoord dat Belgie¨ zich uit de sector
van de nucleaire energie zal terugtrek-
ken, is zeker verzoenbaar met dat
gegeven. Er zouden vragen worden
gesteld bij de herschikking van de
bevoegdheden in de regering naar
aanleiding van dit akkoord. Ik heb daar
enkele bedenkingen bij. Ik las in de
krant dat Ecolo en de heer Deleuze zelf
onderstrepen dat niet de partij of de
persoon belangrijk is, maar wel het
resultaat dat wordt geboekt. Ik kan hen
daarin bijtreden. Het resultaat is naar
onze appreciatie een stap vooruit.
Als iemand in een dossier een gunstige
evolutie cree¨ert, zoals de heer Deleuze
heeft gedaan, moet men hem dan niet
belonen
in
de
plaats
van
hem
bevoegdheden te ontnemen ? Ik heb de
indruk dat er hier op de boodschapper
wordt
geschoten
en
niet
op
de
boodschap. Misschien neemt men het
hem wel kwalijk dat deze zaak in de
media is gekomen. Ik heb de indruk dat
men hier veeleer de persoon zelf
viseert.
Daarmee geeft men volgens mij geen
blijk van openbaarheid van bestuur
waarmee men zo graag schermt. De
heer Deleuze heeft openheid gebracht.
Hij heeft een dossier in een volgens ons
pacifistisch gunstige evolutie geduwd
en wordt gestraft met het ontnemen van
bevoegdheden. Dat is net het omge-
keerde van wat ik graag had zien
gebeuren.
C 8 -
2
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Le
pre´sident :
La
parole
est
au
ministre.
M. Rudy Demotte, ministre : Monsieur
le pre´sident, j'ai toujours manifeste´ une
grande prudence dans ce dossier. Au
titre de ministre de l'Economie, j'ai fait
savoir sur la forme qu'il semblait
judicieux de tenir compte de la position
exprime´e par le secre´taire d'Etat a`
l'Energie, Olivier Deleuze. Mais sur le
fond, c'est le Conseil des ministres qui
devait trancher cette question.
Quelle est la position du Conseil des
ministres ? Il est demande´ le point de
vue
exact
du
gouvernement
sur
l'opportunite´ d'exporter le mate´riel
nucle´aire de la firme Alstom vers le
Pakistan. Je m'en re´fe`re a` la notification
du 10 septembre qui dit, en substance :
De Ministerraad heeft beslist de
vergunning voor de uitvoer van een
nucleair instrumentatiesysteem voor de
kerncentrale van Karachi in Pakistan
aan de firma Alstom toe te kennen.
Deze vergunning kan slechts ten uitvoer
worden gebracht op voorwaarde dat de
centrale effectief opnieuw in dienst is en
dat Pakistan het
full scope safeguard-
regime aanvaardt op zijn grondgebied.
La de´cision est donc de renforcer la
se´curite´.
Dans
sa
notification
du
10 septembre, le gouvernement tient a`
augmenter
l'aspect
se´curitaire
en
s'assurant du fait que le mate´riel fourni
ne puisse servir a` aucun autre usage que
sa destination civile. Ce but sera atteint
par l'obligation qui est faite dore´navant
a` tout pays de destination de mate´riel ou
de technologie nucle´aires au de´part de
la
Belgique,
d'appliquer
sur
son
territoire ce re´gime de
full scope
safeguard
. Ce re´gime de ve´rification de
l'Agence internationale de l'e´nergie
atomique,
plus
pousse´
que
celui
applique´ actuellement par cette me^me
agence a` la centrale e´lectrique de Kallo,
est le me^me que celui auquel se soumet
tout pays signataire du Traite´ de
non-prolife´ration des armes nucle´aires.
L'application du re´gime de
full scope
safeguard
comme condition sine qua
non
a`
l'exportation
de
mate´riel
nucle´aire montre clairement la ligne de
conduite de la politique du gouverne-
ment en la matie`re.
En
ce
qui
concerne
l'accord
de
gouvernement et son respect, on aurait
pu se poser des questions sur deux
aspects. Le premier porte sur notre
politique de de´sengagement, en l'occur-
rence le de´mante`lement des centrales
nucle´aires de plus de quarante ans. En
aucune
condition,
la
de´cision
du
gouvernement n'entre en contradiction
avec ce principe e´nonce´ dans l'accord
de gouvernement. Pour ce qui concerne
le
deuxie`me
aspect,
l'accord
de
gouvernement pre´voit que la Belgique
poursuivra
dans
diverses
enceintes
multilate´rales approprie´es, des initiati-
ves visant au contro^le des armements et
au de´sarmement. Plus concre`tement,
des initiatives seront prises dans ce
domaine afin, je cite :
d'inciter les
puissances nucle´aires a` ne´gocier des
re´ductions
plus
pousse´es
de
leurs
arsenaux d'armes atomiques
.
Les initiatives dans le domaine de la
paix et de la se´curite´ rele`vent, par leur
nature, de mon colle`gue des Affaires
e´trange`res.
Il
faut
savoir
qu'elles
respecteront, quoi qu'il en soit, l'accord
de
gouvernement.
La
de´cision
du
Conseil des ministres du 10 septembre,
par sa conditionnalite´ - le re´gime du
full scope safeguard et la remise en
marche de la centrale pakistanaise -,
nous semble parfaitement respecter ces
engagements qui ont une connotation
e´thique.
Wat
de
vereenvoudiging
van
de
uitvoerprocedures betreft, zoals ver-
meld
in
de
notificatie
van
de
Ministerraad van 10 september van dit
jaar, zullen ter vereenvoudiging van de
procedures de minister van Buiten-
landse Zaken en Economie voortaan
bevoegd zijn voor het verlenen van
vergunningen voor de uitvoer van
kernmateriaal en kernuitrustingen, als-
mede van technologische gegevens.
Staatssecretaris Deleuze is en blijft
bevoegd inzake energie. Het is enkel
om te voldoen aan de voorwaarden die
ik reeds heb aangehaald dat het aspect
uitvoer van technologisch materiaal dat
betrekking heeft op het nucleaire,
voortaan ten laste komt van de heer
Louis Michel en mezelf. Het gaat hier
enkel om een maatregel die beant-
woordt aan het gebruik buiten het
nationaal grondgebied. Dit is eigenlijk
een
lichte
veralgemening
van
het
koninklijk
besluit
van
30
decem-
ber 1993 tot regeling van in-, uit- en
doorvoer van goederen en daaraan
verbonden technologie.
Dit koninklijk besluit bepaalt en geeft in
feite bevoegdheid aan de ministers van
wie sprake in de notificatie van 10
september, namelijk de ministers van
Buitenlandse Zaken en Economie.
Er is geen sprake van een herziening
van bevoegdheden maar enkel van een
in overeenstemming brengen van het
koninklijk besluit van 12 mei 1980
betreffende de overdracht aan niet-
kernwapenstaten van kernmaterialen,
kernuitrustingen, technologische kern-
gegevens en hun afgeleide. Dit besluit
was een uitvoeringsbesluit van de wet
van 9 februari 1981 houdende de
voorwaarden voor export van kernma-
terialen en kernuitrustingen, alsmede
van die technologische gegevens.
Men
doet
niets
anders
dan
de
procedures vereenvoudigen door voor
deze materies de ministers bevoegd te
maken,
die
reeds
bevoegd
waren
ingevolge het koninklijk besluit van
30 september 1993.
Je termine sur quelques e´le´ments plus
pre´cis qui ont e´te´ e´voque´s dans les
interpellations. En ce qui concerne la
qualite´ sous laquelle le ministre Di
Rupo a transmis a` l'Office des licences
la demande de de´livrance de licence
pour l'exportation du mate´riel, c'e´tait
en qualite´ de ministre de l'Economie et
non du Commerce exte´rieur.
En
ce
qui
concerne
la
centrale
pakistanaise et le territoire pakistanais
tout entier, ils devront souscrire au
full
scope safeguard
. La condition de
respect du
full scope safeguard doit
e^tre ve´rifie´e par l'Agence internationale
de l'e´nergie atomique. Nous attendons
son feu vert. Il faut aussi que la centrale
soit remise en marche. Le ministre des
Affaires e´trange`res mettra en oeuvre des
processus
de
contro^le
avec
son
de´partement.
En ce qui concerne maintenant la
position adopte´e par ce gouvernement,
elle est base´e sur un principe : de`s lors
qu'on livre des mate´riaux technologi-
ques qui peuvent avoir un double usage,
il faut ve´rifier concre`tement que cet
usage ne soit pas de´tourne´. Cette
condition nous semble suffisante et
re´pond a` un objectif e´thique qui n'est ni
flamand, ni francophone.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Mijnheer de voorzitter, ik vraag
het woord in verband met de regeling
van de werkzaamheden.
De
voorzitter :
De
heer
Gerolf
Annemans heeft het woord.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) :
Mijnheer
de
voorzitter,
u
organiseert de replieken nog vo´o´r we
het
antwoord
van
staatssecretaris
Deleuze hebben gehoord. Het is de
laatste keer dat ik in een globaal debat
niet alle ministers die, ook al was het
maar van ver, bevoegd zouden zijn niet
in mijn interpellatieverzoek plaats. Ik
heb
de
heer
Demotte
inderdaad
gei¨nterpelleerd, maar in de toekomst zal
ik alle ministers interpelleren zodat we
C 8 -
3
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Gerolf Annemans
hier een algemeen debat kunnen voeren
en geen verkapt debat zoals vandaag. Ik
stel voor dat wij eerst de heer Deleuze
aanhoren en nadien repliceren.
De voorzitter : Dit was maar een
voorstel van regeling van de werkzaam-
heden. Ik stel voor dat de heer Demotte
antwoordt op deze twee interpellaties.
Het lijkt mij logisch dat men daarop dan
repliceert
en
dat
wij
nadien
de
interpellatie van de heer De Crem
horen, waarop de heer Deleuze zal
antwoorden.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Daarmee kan ik akkoord gaan,
maar het zijn geen twee verschillende
debatten.
Deze
interpellaties
zijn
samengevoegd. Het Reglement laat u
niet toe twee afzonderlijke debatten te
organiseren over deze zaak. De enige
toegeving die ik kan doen, is dat de
ministers consecutief antwoorden op
bepaalde interpellanten. Voor mij is het
debat niet gesloten zolang ik het
antwoord van de heer Deleuze niet heb
gehoord. Ik zal daarop dan repliceren.
De voorzitter : Mijnheer Annemans, u
hebt inderdaad het recht te wachten tot
na het antwoord van de heer Deleuze. U
kunt dan het woord vragen.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Nee, mijnheer de voorzitter, het
Reglement laat mij niet toe te repliceren
als u verschillende interpellaties uit
elkaar hakt. Ik moet interpellant zijn om
te mogen repliceren. Het recht op
replieken van andere commissieleden
zijn drie maanden geleden in het
Reglement van de Kamer geschrapt.
De voorzitter : Mijnheer Annemans, u
zult hebben gemerkt dat ik bij de
interpellaties niet alleen aan u en
mijnheer
Willems
het
woord
heb
gegeven, maar dat ook de heren
Poncelet, Eyskens en Van der Maelen
erom verzocht hadden. Het debat werd
uitgebreid, maar dat is geen precedent.
Er kunnen drie sprekers maximum vijf
minuten spreektijd krijgen.
Ik ben bereid nu de interpellatie van de
heer De Crem aan de heer Deleuze te
houden en dan een sprekerslijst aan te
leggen voor het geheel. Ik meen dat
deze werkwijze correct is.
De heer Pieter De Crem heeft het
woord.
De heer Pieter De Crem
(CVP)
:
Mijnheer de voorzitter, er kwamen
reeds heel wat vragen aan bod. Ik
verkies de problematiek aangaande de
bevoegdheidsverdeling inzake exportli-
centies aan te kaarten, ook met de heer
Deleuze. Wij hebben nu duidelijk
ervaren hoe sinds de Ministerraad van
10
september
1999
die
verdeling
gebeurde, maar ik wil toch even
verwijzen naar de wet waarover de
minister van Economische Zaken het
had. Dat is de wet houdende de
voorwaarden
voor
de
export
van
kernmateriaal en kernuitrusting, als-
mede van de technologische gegevens.
Het gaat over de naleving van een
aantal
voorwaarden
die
wij
allen
kennen. Die wet verzekert ons dat elke
overdracht is onderworpen aan een
voorafgaande machtiging die wordt
afgegeven door de minister tot wiens
bevoegdheid de energie behoort. Ik
dacht dat tot nader order de heer
Deleuze in de regering nog steeds
bevoegd is voor energie en ik zou graag
weten hoe hij dat allemaal concipieert.
Is dit een expliciet aan zijn bevoegdheid
onttrokken punt of geldt dit in de
toekomst voor alle andere exportlicen-
ties die nog ter sprake zullen komen op
de Ministerraad ?
Wat de
full scope safeguards betreft
wijs ik erop dat dit punt hier als een
schaamlapje wordt gebruikt door de
regering om een beslissing te nemen,
maar die nooit te moeten uitvoeren. Het
had van veel meer moed getuigd om te
zeggen dat men een onduidelijke en
voorwaardelijke beslissing had geno-
men. De persmededeling vermeldt dat
men
een
duidelijke
en
definitieve
beslissing heeft genomen, maar ik denk
dat die beslissing niet definitief is. De
uitleg van de minister van Economische
Zaken toont aan dat de beslissing
bijzonder onduidelijk is.
Over de grond van de zaak zullen nog
heel wat andere collega's het hebben.
Wij hebben natuurlijk heel wat vragen
bij het verlenen van die exportlicenties,
zeker voor een land als Pakistan,
waarvan wij weten dat het allesbehalve
een aantal internationale overeenkom-
sten wil respecteren en het niet zo nauw
neemt met de toepassing van deze
technologie. Wij kunnen het echter ook
nog hebben over de positie van de
staatssecretaris in deze regering. Ik lees
dat hij in een krant in de taal van
Shakespeare heeft geantwoord op de
vraag hoe hij het vindt dat hem deze
bevoegdheid
werd
afgenomen,
ik
parafraseer :
I don't give a damn. Ik
vind het toch een heel eigenaardige
houding dat men absoluut zeer tevreden
is over bepaalde dossiers de discussies
te
kunnen
aanzwengelen
en
een
principieel standpunt te kunnen inne-
men dat wordt gedragen door een grote
meerderheid van de Belgische bevol-
king, maar dat dan vooral Wallonie¨ op
de achterste poten gaat staan als er meer
commercie¨le
aspecten
aan
te
pas
komen. Wij hebben allen de schuimbek-
kende heer Ducarme op het voorplein
van het Elysette in Namen zien staan en
horen verklaren dat dit niet kon, dat dit
onmogelijk was en dat men Deleuze
wel eens een lesje zou leren. Ik wil van
de staatssecretaris graag weten waar-
voor hij nu wel bevoegd is en of hij nu
nog een aantal principie¨le standpunten
zal innemen met betrekking tot de
problematiek van de energie en de
uitvoerlicenties. Ik wil ook weten of hij
nu eigenlijk wel gelukkig is met die
situatie. Natuurlijk kan hij nog altijd het
parool van mevrouw Andre´e overne-
men, de koninklijke commissaris tegen
de reglementitis. Deze werd 's ochtends
hierover opgebeld en antwoordde voor
de radio :
Franchement, je n'en sais
rien
. Misschien kan dat voor de duur
van deze legislatuur het parool zijn van
de heer Deleuze.
De voorzitter : De staatssecretaris heeft
het woord.
Staatssecretaris Olivier Deleuze : Mijn-
heer De Crem, ik dank u omdat u zich
zoveel
zorgen
maakt
over
mijn
bevoegdheden. Uw interpellatieverzoek
dateert van 26 augustus en stelt een
vraag
die
intussen
officieel
werd
beantwoord. U vroeg of de staatssecre-
taris bij zijn beslissing blijft om geen
toelating
te
verlenen
aan
Alstom-
materiaal. Na het antwoord van minister
Demotte zal ik u herinneren aan wat de
wet momenteel bepaalt. Verder zal ik u
antwoorden op de vraag over mijn
toekomstige bevoegdheden met betrek-
king tot de export van kernmateriaal.
De basiswet voor de uitvoer van
goederen is de wet van 11 september
1962. Deze wet bepaalt in artikel 7 :
Indien uitzonderlijke omstandigheden
dringende maatregelen vereisen, kan
ieder betrokken minister voor een
periode van maximum zestig dagen
schorsen
. Het gaat hier dan om het
schorsen van beslissingen of licenties.
Ik heb de licentie geschorst voor zestig
dagen. Natuurlijk leidt dit ons tot de
vraag wie de betrokken minister is
waarvan sprake is in artikel 7 van de
wet van 11 september 1962. Dit wordt
bepaald door de wet die u zojuist heb
gelezen, namelijk de wet van 9 februari
1981 houdende de voorwaarden voor
export van kernmaterialen en kernuit-
rustingen alsmede van technologische
gegevens.
Zoals u juist hebt gezegd is elke
overdracht
onderworpen
aan
een
voorafgaande machtiging die wordt
afgegeven door de minister tot wiens
bevoegdheid Energie behoort. Het gaat
hier dus om een machtiging. De licentie
zelf heeft steeds tot de bevoegdheid van
de minister van Economie behoord. Er
C 8 -
4
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Olivier Deleuze
werden
twee
koninklijke
besluiten
genomen in toepassing van de wetten
van 11 september 1962 en 9 februari
1981, namelijk het koninklijk besluit
van 12 mei 1989 en dat van 16 juli
1983.
Deze
koninklijke
besluiten
bepalen in bijlage welk kernmateriaal in
aanmerking komt. Bijlage 1 spreekt van
kernmateriaal stricto sensu en bijlage 2
spreekt
van
materialen
die
zowel
nucleaire als niet-nucleaire doeleinden
hebben. Mijn beslissing tot schorsing
werd dus genomen op basis van de wet
van 1962.
Wat de beslissing van de regering
betreft, heeft de heer Demotte u de
nodige informatie gegeven. In die
beslissing
vindt
u
trouwens
het
antwoord op uw laatste vraag. U vroeg
wat in de toekomst zal gebeuren qua
full scope safeguards enerzijds, en
qua bevoegdheden, anderzijds. In de
beslissing van de Ministerraad van
10
september
1999
staat :
De
toepassing van deze voorwaarden zal
voortaan de leidraad vormen van het
beleid van de regering terzake
. De
voorwaarden
zijn
dat
de
centrale
opnieuw officieel in dienst moet zijn en
dat Pakistan op zijn gebied het
full
scope safeguard
-regime moet aanvaar-
den. Wat de bevoegdheden betreft, hebt
u uw antwoord reeds gekregen. Ik
herhaal het nog even. Ter vereenvoudi-
ging van de procedure zullen de
ministers van Buitenlandse Zaken en
Economie voortaan bevoegd zijn voor
het verlenen van vergunningen voor de
uitvoer van kernmateriaal en kernuitrus-
tingen
alsmede
van
technologische
gegevens.
Die
beslissing
van
de
Ministerraad geldt uiteraard voor de
toekomst, zowel inzake voorwaarden
als inzake bevoegdheden.
De
voorzitter :
De
heer
Gerolf
Annemans heeft het woord.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Mijnheer de voorzitter, uit het
antwoord van de minister heb ik
begrepen, ten eerste, dat de veronder-
stelling dat de heer Chevalier iets met
deze zaak zou te maken hebben, louter
krantenpraat was en nergens op slaat.
Ten tweede, hoorde ik minister Demotte
het
woord
souscrire uitspreken.
Vanuit ethisch standpunt is het dus niet
meer nodig dat er controles werden
uitgevoerd. Het is voldoende dat men
het principe van de controles onder-
schrijft. Men spreekt dus niet meer over
controles, maar over
souscrire.
Ten derde, wordt gee¨ist dat de fabriek in
werking wordt gesteld. De minister
heeft hierop geen precies antwoord
gegeven, maar dit doet mij veronder-
stellen
dat
de
nabijheid
van
een
opwerkingsfabriek waarschijnlijk is. Of
is dit ook krantenpraat ? De levering
aan een gesloten fabriek zou men dus
eigenlijk
hebben
gedaan
aan
een
opwerkingsfabriek vlakbij.
Ten vierde, verstrekt de regering dus de
licentie en zegt alleen dat deze niet ter
uitvoering kan worden gebracht. De
regering moet dan over heel sterke
waarborgen beschikken om controle uit
te oefenen op de beslissing van Alstom,
maar het antwoord van de minister heeft
me op dat vlak niet gerustgesteld.
Alstom kan dus zelf besluiten tot export
als ze van oordeel zijn dat ze aan de
voorwaarden voldoen.
Ten vijfde, heb ik nog een opmerking
over het koninklijk besluit van 1989. Ik
hoor nu dat dit eigenlijk al vroeger
bevoegdheden waren van de twee
huidige bevoegde ministers. Dit doet
mij veronderstellen dat de heer Deleuze
een medianummer heeft opgevoerd en
zijn macht heeft geu¨surpeerd. Dit is een
goedkope uitleg voor wat er politiek in
de werkelijkheid is gebeurd.
Wij vragen in een motie dat elke uitvoer
van nucleair materiaal of van technolo-
gisch gegevens aan Pakistan in de
toekomst wordt verboden.
De voorzitter : De heer Ferdy Willems
heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, ik hoorde de
heer Demotte zeggen dat de minister
van Buitenlandse Zaken controlepro-
cessen op touw wil zetten. Om welke
processen gaat het precies ? Ik blijf
mijn onrust uitspreken over de houding
van Pakistan dat terzake absoluut geen
vertrouwen kan genieten. Wat indien
Pakistan beloftes doet die het niet
houdt ? Ik heb daarop geen antwoord
gekregen.
Ten
tweede,
ik
krijg
op
twee
verschillende
zaken
hetzelfde
ant-
woord, met name dat er een procedure
werd vereenvoudigd en niet meer dan
dat. Ik meen niet dat de heer Deleuze
een medianummer heeft opgevoerd,
maar
veeleer
dat
hij
een
goede
beslissing heeft afgedwongen. Ik stel
vast dat hij hiervoor absoluut niet wordt
beloond. Het verhaal van de procedure
gelooft geen mens. Hier is inderdaad
iemand gestraft in de plaats van
beloond.
De voorzitter : De heer Pieter De Crem
heeft het woord.
De heer Pieter De Crem
(CVP)
: Ik blijf
bij het standpunt dat deze beslissing vis
noch vlees is. Ze heeft een grote
mediaheisa teweeggebracht en is een
beslissing om geen beslissing te moeten
nemen. Mijn vraag is of bij analoge
beslissingen
in
de
toekomst
de
bevoegdheid van de staatssecretaris
voor Energie opnieuw ter sprake zal
kunnen komen. Er zijn nog een aantal
belangrijke beslissingen op til. Ik wens
u
succes.
Zal
men
telkens
een
nummertje opvoeren en een persbou-
tade rondsturen met de boodschap dat
het mag maar niet kan ? Hieruit blijkt
eens te meer dat de paars-groene
coalitie grondig is verdeeld, een van de
episodes van een
never ending story.
Le
pre´sident :
La
parole
est
a`
M. Jean-Pol Poncelet.
M. Jean-Pol Poncelet
(PSC)
: Monsieur
le pre´sident, je souhaiterais tout d'abord
expliquer la raison de mon intervention.
Je n'ai pas voulu m'inscrire dans la liste
des interpellateurs au nom d'un principe
non e´crit de de´ontologie a` l'e´gard des
nouveaux membres du gouvernement.
Mais j'ai e´te´ force´ de re´agir parce que
j'ai e´te´ mis en cause par M. Demotte au
mois d'aou^t dans un communique´ de
presse que j'ai trouve´ fort imprudent. Je
tiens de`s lors a` pre´ciser deux ou trois
points.
Le pre´sident : Ce principe figure dans
le Re`glement e´crit.
M.
Jean-Pol
Poncelet
(PSC)
:
La
de´cision qui a e´te´ prise reste tre`s peu
claire.
Les
explications
que
nous
venons d'entendre montrent bien que
cette de´cision accorde un principe et le
soumet en me^me temps a` de telles
conditions qu'elle est en fait inapplica-
ble.
Je
souhaiterais
savoir
quand
ce
mate´riel, s'il e´tait exporte´, quitterait la
Belgique.
Je voudrais pre´ciser deux choses. On
fait re´fe´rence, pour justifier la de´cision
du gouvernement, a` l'application du
Traite´ de non-prolife´ration et a` son
corollaire, l'Agence internationale de
l'e´nergie atomique a` Vienne, organe des
Nations unies charge´ de veiller a` cela.
Je citerai deux exemples qui ont e´te´
repris par la presse.
1. L'Irak est un pays signataire du Traite´
de non-prolife´ration. On a vu tre`s
clairement
que
les
contro^les
de
l'Agence ne l'ont pas empe^che´ de
construire des usines d'enrichissement
de l'uranium et de de´velopper un
programme nucle´aire qui a d'ailleurs
surpris tous les experts de l'Agence qui
ont e´te´ appele´s, apre`s la guerre du
Golfe, a` se rendre compte sur place des
e´quipements qui avaient e´te´ importe´s et
construits par l'Irak. Le Traite´ et
l'Agence ont montre´ l'impraticabilite´
me^me de leurs principes.
C 8 -
5
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Jean-Pol Poncelet
2. Le Pakistan et l'e´quilibre de la terreur
au sein du continent indien entre l'Inde
et le Pakistan depuis l'explosion dite
pacifique des Indiens en 1974 et les
explosions
de
1998.
J'ouvre
une
parenthe`se pour faire remarquer que j'ai
entendu Mme Lizin expliquer que
c'e´tait bien parce que cela cre´ait un
e´quilibre au sein du sous-continent
indien. C'est un concept ge´opolitique
comple`tement de´passe´ par les e´ve´ne-
ments.
Le fond du proble`me est qu'il n'y a pas
moyen - c'est pour cela qu'il y a faillite
du syste`me de non-prolife´ration - de
distinguer l'atome civil et l'atome
militaire. Le physicien sue´dois Alzen a
dit qu'ils e´taient des fre`res siamois. Le
Traite´ de non-prolife´ration a eu la
nai¨vete´ de croire qu'il allait se´parer les
fre`res siamois et il n'y est e´videmment
pas arrive´.
Ce traite´ est donc inapplicable parce
qu'il est base´ sur des pre´ceptes faux et
aussi parce qu'il est fondamentalement
ine´quitable et injuste sur le plan
international. Il donne un droit aux cinq
membres du club qui, historiquement,
posse´daient l'arme nucle´aire, d'imposer
a`
tous
les
autres
d'y
renoncer
unilate´ralement. Si les autres veulent
de´velopper un programme, me^me civil,
ils doivent se soumettre au contro^le de
l'Agence. On a montre´ qu'elle en e´tait
incapable.
En prenant cette de´cision, le gouverne-
ment a ouvert un parapluie en espe´rant
se re´fugier dessous. Malheureusement,
en l'occurrence, le parapluie est troue´. Il
s'agit d'une de´cision hypocrite. Sur le
plan des principes, si l'on veut tenir
compte de la faillite du Traite´ de
non-prolife´ration - je ne dis pas que
c'est une de´cision facile a` prendre -, il
faut empe^cher toute vente de mate´riel
nucle´aire
dual use ou bien, si on veut
vraiment faire plaisir a` une entreprise
- j'ai cru comprendre que certains
souhaitaient le faire - il faut l'accorder
sans
condition.
Mais,
dans
les
conditions actuelles, se re´fugier derrie`re
le traite´, c'est ouvrir un parapluie troue´.
Sur le plan politique, au vu de l'attitude
que M. Deleuze a du^ adopter, on se rend
compte qu'au sein de ce gouvernement,
les socialistes et les e´cologistes dansent
comme le PRL siffle.
De voorzitter : De heer Mark Eyskens
heeft het woord.
De
heer
Mark
Eyskens
(CVP)
:
Mijnheer de voorzitter, ik heb nog drie
vragen voor de minister van Economi-
sche Zaken, die ik overigens dank voor
zijn antwoord. Als ik op zijn stoel had
gezeten
-
quod
non
-
zou
ik
waarschijnlijk hetzelfde antwoord heb-
ben gegeven. Dat betekent nog niet dat
zijn antwoord me volledige voldoening
schenkt.
Ten eerste, werd de beslissing van de
Belgische
regering
in
dit
dossier
diplomatiek of officieel betekend aan de
regering van Pakistan ? Zo ja, kan de
commissie inzage krijgen in de tekst
van deze betekening ?
Ten tweede, heeft de Belgische regering
rechtstreeks of onrechtstreeks vo´o´r het
vallen van de beslissing binnen de
Ministerraad, enig contact gehad met
vertegenwoordigers van Pakistan ? Ik
denk bijvoorbeeld aan de ambassadeur.
Ten derde, waarom heeft de Belgische
regering niet als algemene voorwaarde
opgelegd
dat
Pakistan
vooraf
het
non-proliferatieakkoord moest onderte-
kenen ?
De voorzitter : De heer Jef Tavernier
heeft het woord.
De heer Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO) : Mijnheer de voorzitter, de
beslissing van de regering is geen
halfslachtige
oplossing,
maar
een
oplossing ten gronde. Ik stel immers
vast dat de dubbele voorwaarde die
door de regering voor de uitvoervergun-
ning werd opgelegd, voortaan het
gedragsbeleid
van
Belgie¨
inzake
dergelijke uitvoerlicenties bepaalt. Dit
is zowel voor dit geval als voor het
algemeen Belgisch exportbeleid een
zeer belangrijke beslissing.
Wat de bevoegdheden betreft, ben ik
niet bezorgd om de gezondheid van de
staatssecretaris, die er nog steeds zeer
goed uitziet. Ik maak me soms iets meer
zorgen om de gezondheid van de
minister
van
Buitenlandse
Zaken,
omdat ik vind dat verantwoordelijkhe-
den voor e´e´n man altijd draaglijk
moeten blijven.
Le
pre´sident :
La
parole
est
au
ministre.
M. Rudy Demotte, ministre : Monsieur
le pre´sident, je voudrais tout d'abord
re´pondre aux points mis en exergue par
M. Annemans.
En ce qui concerne le partage des
compe´tences,
je
comprends
qu'au
de´part, il y ait eu ambigui¨te´ dans les
textes de presse car il s'agit d'une
matie`re tre`s complexe. Tre`s concre`te-
ment, nous avons voulu faire en sorte
qu'il y ait un peu plus de cohe´rence.
C'est la raison pour laquelle je vous ai
expose´ les supports le´gaux sur lesquels
nous avions base´ notre action.
J'en viens au fond du proble`me. L'on
peut se demander comment ope´rer des
ve´rifications en ce qui concerne le
full
scope safeguard regime
. Certains ont
interpre´te´ cette difficulte´ de ve´rification,
dont le gouvernement est parfaitement
conscient. Concre`tement, nous devons
nous en re´fe´rer a` l'Agence internatio-
nale de l'e´nergie atomique.
Par ailleurs, monsieur Eyskens, nous
n'avons pas exclu non plus des contacts
directs avec les Pakistanais. J'ai donc
demande´ a` mon colle`gue Louis Michel
d'entreprendre des de´marches afin de
voir
si
le
Pakistan
entendait
se
soumettre aux conditions pose´es, qui
concernaient d'ailleurs l'ensemble de
son territoire. Comme je ne sais pas si,
entre-temps, M. Michel a eu ces
contacts, il ne m'appartient pas encore
de re´pondre. Mais il pourra sans doute
le faire lui-me^me si un jour vous aviez
l'occasion de lui poser la question.
J'en viens maintenant a` la question
pose´e par M. Willems et qui concernait
le Pakistan lui-me^me. Est-ce que nous
pouvons,
aujourd'hui,
dire
que
le
Pakistan est immuablement un pays qui
ne re´pondra pas a` une se´rie de
conditions permettant l'exportation de
mate´riel nucle´aire ou a` double usage ?
Nous n'avons pas voulu arre^ter notre
position sur des principes. C'est la
raison pour laquelle nous avons re´fle´chi
a` des conditions concre`tes a` mettre en
exergue.
Ces
conditions
sont-elles
difficiles a` mettre en oeuvre ? Par
de´finition, de telles conditions le sont.
Et je ne de´savoue pas M. Poncelet dans
son raisonnement lorsqu'il parlait de
l'inapplicabilite´ d'une se´rie de disposi-
tions
lie´es
au
Traite´
de
non-
prolife´ration.
Cela
dit,
monsieur
Eyskens,
nous
avions choisi la voie du
full scope
safeguard
regime pluto^t que la
signature du Traite´ parce qu'il s'agit
justement d'un des instruments du
Traite´. Si nous devions attendre, a
priori, que l'on signe le Traite´, on
entrait
dans
un
processus
encore
beaucoup plus long, purement juridique
et moins fonctionnel en ce qui concerne
le contro^le.
Je ferai une petite remarque sur la
re´flexion de M. Poncelet, tout en restant
prudent sur le plan de´ontologique. Je
suppose qu'il a eu connaissance de la
totalite´ de mon communique´. Il pourra
de`s lors confirmer que j'ai eu la grande
prudence de dire que je m'en re´fe´rais a`
la proce´dure qui avait e´te´ mise en
oeuvre dans le passe´ et ne mettais
intuitu personae personne en cause. En
fait, j'ai voulu dire par la` que sur la
forme, je ne pouvais pas ne pas tenir
compte de l'avis qui e´tait e´mis par le
secre´taire d'Etat ou le ministre qui a
l'Energie dans ses compe´tences.
C 8 -
6
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
De voorzitter : Tot besluit van deze
bespreking werden volgende moties
ingediend.
En conclusion de cette discussion, des
motions ont e´te´ de´pose´es.
Een
motie
van
aanbeveling
werd
ingediend
door
de
heren
Gerolf
Annemans en Jaak Van den Broeck en
luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de interpellaties
van de heren Gerolf Annemans, Ferdy
Willems en Pieter De Crem
en het antwoord van de minister en van
de staatssecretaris, verzoekt de regering
geen exportlicenties voor nucleair of
nucleair-technologisch materiaal meer
af
te
leveren
aan
Pakistan
of
Pakistaanse ondernemingen.
Une motion de recommandation a e´te´
de´pose´e par MM. Gerolf Annemans et
Jaak Van den Broeck et est libelle´e
comme suit :
La Chambre,
ayant entendu les interpellations de
MM. Gerolf Annemans, Ferdy Willems
et Pieter De Crem
et la re´ponse du ministre et du secre´taire
d'Etat, demande au gouvernement de ne
plus accorder au Pakistan ou a` des
entreprises pakistanaises de licence
d'exportation
pour
du
mate´riel
nucle´aire ou du mate´riel nucle´aro-
technologique.
Een eenvoudige motie werd ingediend
door mevrouw Anne Barzin, de heren
Henk Verlinde en Bruno Van Grooten-
brulle en de dames Fientje Moerman en
Muriel Gerkens.
Une motion pure et simple a e´te´
de´pose´e
par
Mme
Anne
Barzin,
MM. Henk Verlinde et Bruno Van
Grootenbrulle et Mmes Fientje Moer-
man et Muriel Gerkens.
Over de moties zal later worden
gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu
ulte´rieurement. La discussion est close.
- De openbare commissievergadering
wordt gesloten om 14.57 uur.
- La re´union publique de commission
est leve´e a` 14.57 heures.
C 8 -
7
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Inhoud
Dinsdag 28 september 1999
VERENIGDE COMMISSIES VOOR HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS, DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE LAND-
BOUW
EN
VOOR
DE
BUITENLANDSE
BETREKKINGEN
-
C 008
Samengevoegde interpellaties van :
- de heer Gerolf Annemans tot de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek over
de exportgoedkeuring van
nucleair materiaal door de firma Alstom
(nr. 16)
- de heer Ferdy Willems tot de eerste minister over
het akkoord
over de levering van nucleair materiaal aan Pakistan
(nr. 41)
(Het antwoord werd verstrekt door de minister van Economie
en Wetenschappelijk Onderzoek)
- de heer Pieter De Crem tot de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame
Ontwikkeling
over
de verlenging van een
exportlicentie voor Alstom
(nr. 19)
(Het antwoord werd verstrekt door de staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling)
1
sprekers : Gerolf Annemans, voorzitter van de Vlaams
Blok-fractie, Ferdy Willems, Rudy Demotte, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Pieter De Crem,
Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, Jean-Pol Poncelet, Mark Eyskens, Jef
Tavernier, voorzitter van de AGALEV-ECOLO-fractie
Moties
7
Sommaire
Mardi 28 septembre 1999
COMMISSIONS RE
´ UNIES DE L'E´CONOMIE, DE LA
POLITIQUE
SCIENTIFIQUE,
DE
L'E
´ DUCATION,
DES INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES,
DES
CLASSES
MOYENNES
ET
DE
L'AGRICULTURE
ET
DES
RELATIONS
EXTE
´ RIEURES - C 008
Interpellations jointes de :
- M. Gerolf Annemans au ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique sur
la licence d'exportation de mate´riel
nucle´aire accorde´e a` la socie´te´ Alstom
(n° 16)
- M. Ferdy Willems au premier ministre sur
l'accord
concernant la livraison de mate´riel nucle´aire au Pakistan
(n° 41)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique)
- M. Pieter De Crem au secre´taire d'Etat a` l'Energie et au
De´veloppement durable sur
la prorogation d'une licence
d'exportation accorde´e a` la socie´te´ Alstom
(n° 19)
(La re´ponse a e´te´ donne´e par le secre´taire d'Etat a` l'Energie et
au De´veloppement durable)
1
orateurs : Gerolf Annemans, pre´sident du groupe Vlaams
Blok,
Ferdy
Willems,
Rudy
Demotte,
ministre
de
l'Economie et de la Recherche scientifique, Pieter De Crem,
Olivier Deleuze, secre´taire d'Etat a` l'Energie et au
De´veloppement durable, Jean-Pol Poncelet, Mark Eyskens,
Jef Tavernier, pre´sident du groupe AGALEV-ECOLO
Motions
7
8 -
I
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999