BELGISCHE KAMER
VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
50e ZITTINGSPERIODE
BUITENGEWONE ZITTING 1999
HANDELINGEN VAN DE
OPENBARE COMMISSIEVERGADERINGEN
28/09/1999
C 007
Landsverdediging
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE BELGIQUE
50e LÉGISLATURE
SESSION EXTRAORDINAIRE 1999
ANNALES DES
RÉUNIONS PUBLIQUES DE COMMISSION
28/09/1999
C 007
Défense nationale
Annales
Les annales sont le compte rendu intégral des séances
plénières et des réunions publiques de commission où sont
développées les interpellations.
Elles sont publiées sous forme de deux fascicules :
- le premier, de couverture blanche et portant les lettres
PLEN en bas de page, regroupe les annales des séances
plénières;
- le second, de couverture beige et portant les lettres COM
en bas de page, regroupe les annales des réunions
publiques de commission où sont développées des
interpellations.
Les séances et les re´unions ont une numérotation continue
par session. Ce numéro se retrouve sur la couverture ainsi
que sur chaque page avant la pagination. Les se´ances
ple´nie`res ont une pagination continue. Les re´unions
publiques de commission sont pagine´es par fascicule.
Les annales peuvent également e^tre consultées sur
l'Internet-website de la Chambre des Représentants, à
l'adresse http://www.LaChambre.be
Handelingen
De handelingen zijn het woordelijk verslag van de plenaire
vergaderingen en van de in openbare commissievergaderin-
gen gehouden interpellaties.
Ze worden in twee edities uitgegeven :
- de eerste, met witte kaft en met de letters PLEN in de
voettekst, bevat de handelingen van de plenaire
vergaderingen;
- de tweede, met beige kaft en met de letters COM in de
voettekst, bevat de handelingen van de in openbare
commissievergaderingen gehouden interpellaties.
De vergaderingen worden per zittingsperiode doorlopend
genummerd. Het vergaderingsnummer staat op de kaft en op
elke bladzijde vóór de paginering afgedrukt. De plenaire
vergaderingen
worden
doorlopend
gepagineerd.
De
openbare commissievergaderingen worden per brochure
gepagineerd.
De handelingen worden tevens bekendgemaakt op de
Internet-website van de Kamer van Volksvertegenwoordi-
gers, adres http://www.DeKamer.be
EXPLICATIONS DES SIGLES - TOELICHTING BIJ DE AFKORTINGEN
CVP
: Christelijke Volkspartij
ECOLO-AGALEV : Ecologistes confédérés pour l'organisation de luttes orginiales/Anders Gaan Leven
FN
: Front National
PRL-FDF
: Parti réformateur libéral - Front démocratique francophone
PS
: Parti socialiste
PSC
: Parti social-chrétien
SP
: Socialistische Partij
VL.BLOK
: Vlaams Blok
VLD
: Vlaamse Liberalen en Democraten
VU
: Volksunie
COMMISSION DE LA DE´FENSE NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING
RE´UNION PUBLIQUE DU
MARDI 28 SEPTEMBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
DINSDAG 28 SEPTEMBER 1999
PRE
´ SIDENCE de
M. Henry
VOORZITTER :
De heer Henry
La se´ance est ouverte a` 10.21 heures.
De vergadering wordt geopend om 10.21 uur.
Samengevoegde mondelinge vragen
van :
- de heer Jan Peeters aan de minister
van
Landsverdediging
over
het
verdwijnen van militaire tewerkstel-
ling in de Kempen en de Westhoek
door de dreigende overheveling van
het
97BN
Log
naar
Zutendaal
(nr. 39)
- de heer Patrick Lansens aan de
minister van Landsverdediging over
het munitiedepot van Houthulst
(nr. 51)
- de heer Koen Bultinck aan de
minister van Landsverdediging over
de eventuele verhuizing van de
kazerne van Houthulst naar Zuten-
daal
(nr. 72)
- mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Landsverdediging over
de Navo-basis te Zutendaal (nr. 90)
Questions orales jointes de :
- M. Jan Peeters au ministre de la
De´fense
nationale
sur
la perte
d'emplois militaires en Campine et
dans le Westhoek par suite du projet
de transfe´rer le 97e`me BN Log a`
Zutendaal
(n° 39)
- M. Patrick Lansens au ministre de
la De´fense nationale sur
le de´po^t de
munitions de Houthulst
(n° 51)
- M. Koen Bultinck au ministre de la
De´fense
nationale
sur
l'e´ventuel
de´me´nagement de la caserne de
Houthulst a` Zutendaal
(n° 72)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de
la De´fense nationale sur
la base Otan
a` Zutendaal
(n° 90)
De voorzitter : De heer Jan Peeters
heeft het woord.
De heer Jan Peeters (SP) : Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, mijn
vraag handelt over de geplande verhuis
van het 97ste bataljon logistiek dat op
dit ogenblik gelegerd is in vier kazernes
in de Kempen en in Houthulst in de
Westhoek.
Er heerst onrust in deze eenheid. Eind
augustus werden deze mensen ingelicht
over een mogelijke verhuis van hun
eenheid naar de inmiddels vrijgekomen
ex-NAVO-kazerne in Zutendaal. Zuten-
daal is ver weg voor mensen die op dit
ogenblik gelegerd zijn in Houthulst,
Grobbendonk, Herentals en Turnhout.
In 1993 zijn heel wat van deze mensen
uit Duitsland overgekomen omwille van
het plan-Delcroix. Op het ogenblik dat
deze troepen uit Duitsland werden
teruggetrokken, heeft de toenmalige
regering bewust gekozen voor een
regionale spreiding van de betrokkenen
over al de provincies van het land. De
regering nam deze beslissing niet alleen
uit billijkheidsoverwegingen maar ook
om via de regionale spreiding de
recrutering van de korte termijnvrijwil-
ligers vlot te laten verlopen.
Ik beschik niet over exacte cijfers van
de evolutie sinds 1993. Als de 180 van
Houthulst en de 400 die in de Kempen
gelegerd zijn, opnieuw zouden worden
overgeplaatst
naar
Limburg
wordt,
mijns inziens, het politiek akkoord van
1993 opgeblazen. Bovendien kan men
niet langer spreken van een billijke
inplanting van militaire tewerkstelling
in Antwerpen en in de Westhoek.
Mijnheer de minister, bent u echt van
plan het 97ste bataljon logistiek te laten
verhuizen
naar
Zutendaal
en
de
bestaande depots af te bouwen ? Werd
terzake een studie gemaakt ? Hoe
verantwoordt
u
deze
afbouw
en
verhuis ?
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kan begrijpen dat de
Landmacht een dergelijke centralisatie
voorstelt als een budgettair interessante
operatie voor het leger. Waarom heeft
men de voorbije 4 jaren voor meer dan
250 miljoen frank infrastructuurinveste-
ringen uitgevoerd aan de kazerne in
Grobbendonk ?
Deze
investeringen
werden uitgevoerd om de troepen uit
Duitsland op een behoorlijke manier te
kunnen opvangen zowel inzake materi-
aal als inzake huisvesting. Als de
verhuis naar Zutendaal doorgaat, is de
investering
in
de
kazerne
van
Grobbendonk niet meer of niet minder
dan een grote verkwisting van middelen
geweest. Dit is geen schoolvoorbeeld
van goed beheer van het leger.
Mijnheer de minister, ik vraag uw
aandacht voor de sociale gevolgen van
een mogelijke verhuis naar Zutendaal.
De betrokkenen zijn 5 jaar geleden uit
Duitsland overgekomen. Ik herinner u
aan de enorme sociale problemen
inzake herhuisvesting. De betrokkenen
zijn overgekomen omdat ze de politieke
belofte van de regering hadden dat de
militaire tewerkstelling in de streek zou
behouden blijven. Heel wat van deze
mensen hebben hypothecaire leningen
lopen en hebben zich in de nieuwe regio
ingeburgerd. Als zij moeten verhuizen
naar Zutendaal zal dit onvermijdelijk
C 7 -
1
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Jan Peeters
aanleiding geven tot sociale spanningen
of een nieuwe gedwongen verhuis voor
de
familie.
Dit
lijkt
mij
sociaal
onaanvaardbaar.
Mijnheer de minister, ik wens een
aantal concrete vragen te stellen.
Is de verhuis van het 97ste bataljon
logistiek reeds beslist ?
Valt deze beslissing te rijmen met die
van de regering in 1993 inzake een
evenwichtige spreiding van de tewerk-
stelling over al de regio's ?
Valt deze beslissing te rijmen met de
recente investeringen voor een bedrag
van 250 miljoen frank in Grobben-
donk ?
Welk standpunt zult u inzake deze
verhuis innemen, zeker als u rekening
houdt met de sociale gevolgen van een
mogelijke verhuis ?
De
voorzitter :
De
heer
Patrick
Lansens heeft het woord.
De
heer
Patrick
Lansens
(SP) :
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraagt ligt
volledig in de lijn van die van collega
Jan Peeters, maar spitst zich meer
specifiek toe op het munitiedepot van
Houthulst. Het personeel van Houthulst
zou er inderdaad einde augustus van
ingelicht geweest zijn dat er einde 2000
mogelijk zou moeten worden verhuisd
naar de basis in Zutendaal. Dat bericht
heeft voor de nodige deining gezorgd.
Collega Peeters heeft er reeds op
gewezen dat een groot aantal van de
daar te werk gestelde manschappen
enkele
jaren
geleden
reeds
de
verhuisbeweging in omgekeerde zin
heeft gemaakt naar aanleiding van de
terugtrekking van de in Duitsland
gekazerneerde strijdkrachten. Zij zou-
den nu opnieuw 200 km van west naar
oost moeten verhuizen.
Deze mensen hebben ondertussen in de
omgeving van Houthulst een eigen
woning verworven en 70% van hun
echtgenoten heeft daar werk gevonden.
Het
is
duidelijk
dat
een
nieuwe
verhuizing grote sociale gevolgen zou
teweegbrengen.
De heer Peeters heeft reeds gezegd dat
in 1993 een plan voor de herstructure-
ring van de strijdkrachten is goedge-
keurd door de Ministerraad. Ee´n van de
uitgangspunten was over het hele land
een evenwicht te cree¨ren in de militaire
tewerkstelling. Als gevolg van die
hervormingen is de tewerkstelling in
West- en Oost-Vlaanderen met onge-
veer 30% teruggelopen. Een sluiting
van Houthulst zou het onevenwicht nog
verder in de hand werken.
Mijnheer de minister, is het juist dat de
staf van de Landmacht een studie in
voorbereiding heeft waarin sprake is
van een verhuis van Houthulst naar
Zutendaal ? Welke zijn de eventuele
resultaten van die studie ? Op welke
argumenten baseert men zich ? Heeft
men rekening gehouden met de sociale
gevolgen
voor
de
betrokkenen ?
Overweegt u om over te gaan tot de
sluiting van het munitiedepot van
Houthulst ?
De voorzitter : De heer Koen Bultinck
heeft het woord.
De
heer
Koen
Bultinck
(Vlaams
Blok) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, als verkozene van
de Westhoek maak ik mij ernstige
zorgen over de recente berichten in
verband met de eventuele beslissing om
het munitiedepot van Houthulst, dat is
gelegen in de bossen van Houthulst en
Poelkapelle, te verhuizen naar Zuten-
daal in Limburg.
Een
aantal
welingelichte
bronnen
bevestigen
ons
dat
een
studie
is
gemaakt door kolonel Erwin Alle-
meersch, waaruit blijkt dat men vrij
positief staat tegenover een eventuele
verhuis van Houthulst naar Zutendaal.
Er was nochtans door uw voorganger op
Defensie,
de
heer
Poncelet,
een
principie¨le toezegging gedaan voor het
uitvoeren van een aantal beveiliging-
werken
in
twee
fasen
om
het
veiligheidsprobleem in de kazerne van
Houthulst te verhelpen.
De eventuele sluiting van Houthulst zou
een
aantal
sociale
en
financie¨le
problemen met zich meebrengen voor
de betrokkenen. Het gaat om ongeveer
130 militairen, die in de onmiddellijke
omgeving wonen.
Mijnheer
de
minister,
kan
u
mij
mededelen of deze studie in verband
met de eventuele verhuis van het 93ste
bataljon Logistiek van Houthulst naar
Zutendaal inderdaad is gemaakt ? Kan u
mij mededelen wat het resultaat van
deze studie is ?
Is het juist dat deze studie nogal positief
vooringenomen
was
omtrent
deze
verhuis ?
Speelt het vrijkomen van de NAVO-
basis van Zutendaal terzake enige rol ?
Welke sociale maatregelen denkt u te
treffen bij een eventuele verhuis ?
Er stellen zich eveneens een aantal
praktische problemen, want in het
munitiedepot van Houthulst zijn ook
een toren voor de militaire telefonie en
een toren van de NAVO aanwezig. Het
is dus niet zo eenvoudig het hele depot
van
Houthulst
naar
Zutendaal
te
verplaatsen.
Wat gebeurt er met de belofte van uw
voorganger in verband met het oplossen
van een aantal veiligheidsproblemen in
de
kazerne
van
Houthulst ?
Blijft
daarvan niets over, of gaat u een aantal
van die principie¨le toezeggingen nog in
beleidsdaden omzetten ?
De vraag die ons bezighoudt, indien
men tot een sluiting van Houthulst of
een overplaatsing naar Zutendaal zou
overgaan, is of de ontmijningsdienst
DOVO en de ontmantelingsinstallatie
voor chemische wapens in Houthulst
eveneens getroffen zouden worden. Dit
zou geen goede zaak zijn voor de
streek.
Het
voortbestaan
van
de
ontmijningsdienst en de ontmantelings-
installatie zou een aantal problemen
kunnen oplossen bij een eventuele
verhuis van Houthulst naar Zutendaal.
Op die manier zou een aantal mensen
kunnen worden overgeplaatst van de
ene dienst naar de andere, waardoor de
sociale gevolgen tot een minimum
kunnen worden beperkt.
De
voorzitter :
Mevrouw
Frieda
Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraag handelt
over hetzelfde onderwerp, maar vanuit
een iets andere invalshoek. Ik heb een
aantal vragen in verband met de
NAVO-basis in Zutendaal zelf. Iedereen
weet dat deze basis vorige week
definitief is dichtgegaan, nadat door de
vakbonden onderhandelingen werden
gevoerd met de Amerikaanse legertop
om een sociaal plan uit te werken. Ik
heb begrepen dat een derde van de
werknemers
-
ongeveer
160
-
ondertussen reeds een andere job heeft
gevonden. Voor de anderen werd op de
basis een outplacement-cel gei¨nstal-
leerd. Mijnheer de minister, het was
alleszins duidelijk dat vanaf de eerste
geruchten over een mogelijke sluiting
van die NAVO-basis, de Amerikanen
heel weinig interesse betoonden voor
het personeel en op materieel vlak.
Feit is dat einde van deze maand
niemand meer aanwezig zal zijn op
deze basis. Zal door uw diensten een
regeling worden afgedwongen inzake
enige permanentie op die basis ? Zo niet
zal er ook geen enkele bewaking meer
zijn. Trouwens, heeft de NAVO reeds
definitief beslist of ze het domein
behoudt of het wil overdragen aan de
Belgische regering ? In dat laatste geval
zal
de
federale
regering
moeten
beslissen wat er gebeurt met de hele
site, met name meer dan 420 hectare
loodsen, parkings, wegen en allerlei
nutsvoorzieningen. Mijnheer de minis-
ter, ik heb vernomen dat u deze zomer
enigszins onverwacht een terreinbezoek
C 7 -
2
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Frieda Brepoels
hebt gebracht aan de Amerikaanse basis
en u erg verbaasd was over de omvang
en vooral ook over de kwaliteit van de
aanwezige infrastructuur op het terrein.
In 1986 bouwde de NAVO op dat
terrein niet minder dan 20 loodsen met
elk een oppervlakte van 3 650 m2, net
als een aantal garages en dienstgebou-
wen. In 1992 werden nogmaals 8
loodsen van 3 650 m2 bijgebouwd voor
het stockeren van zwaar oorlogsmateri-
eel. Het is van het grootste belang dat
op korte termijn duidelijkheid komt
over een mogelijke herbestemming.
Mijnheer de minister, werden reeds
studies uitgevoerd betreffende moge-
lijke
herschikkingen
van
militaire
eenheden over het land ? Is er overleg
geweest met het Vlaamse Gewest om
andere dan militaire bestemmingen te
onderzoeken voor dit terrein ? U weet
dat dit op het gewestplan momenteel
een witte vlek is want het is militair
domein. In het kader van het ontwerp
ruimtelijk structuurplan Limburg, dat
wordt uitgewerkt in opvolging van het
ruimtelijk
structuurplan
Vlaanderen,
maakt dit gebied deel uit van het
groene hoefijzer, een groot open
natuurlijk gebied.
Hoe ziet u de uiteindelijke timing van
de
verschillende
stappen
in
een
mogelijk herbestemmingsproces ?
Le
pre´sident :
La
parole
est
au
ministre.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur
le pre´sident, je craignais que l'on ne
parle
pas
de
Zutendaal,
mais
je
commencerai par re´pondre a` la question
de Mme Brepoels a` propos de la
fermeture de la base de Zutendaal.
Het
Amerikaanse
leger
zal
de
NAVO-basis in Zutendaal definitief
verlaten op het einde van de maand.
Maar er moet nog worden beslist over
een
eventueel
wedergebruik
voor
NAVO-doeleinden alsook of de infra-
structuur al dan niet op de NAVO-
inventaris blijft. In het geval dit niet
meer
voor
NAVO-doeleinden
zou
dienen, overwegen we het rechtmatig
gebruik van de volledig vrijgekomen
infrastructuur. Een dossier ten gronde
zal mij eerlangs worden voorgelegd
door de Generale Staf, waarna ik een
definitieve
beslissing
zal
kunnen
nemen. Het is dus voorbarig overleg te
plegen met de Gewesten daar voor dit
domein actueel een militaire affectatie
heerst. De onderhandelingen tussen de
werkgever
NAVO-SHAPE-Support-Group-US, en
de werknemers vertegenwoordigd door
de vakorganisaties, werden gevoerd met
de bemiddeling van mijn administratie.
Deze onderhandelingen werden op 10
september van dit jaar gesloten met de
ondertekening van een overeenkomst
door de drie vakbonden. Wat de
eventuele
overheveling
van
het
bataljon-72 naar Zutendaal betreft, kan
ik u bevestigen dat de staf van de
Landmacht een studie uitvoert over een
ingebruikname van de vrijgekomen
installaties te Zutendaal. Tot op heden
werden nog geen beslissingen dienaan-
gaande genomen. Het vrijkomen van de
installaties
te
Zutendaal
biedt
de
mogelijkheid om substantie¨le meeruit-
gaven voor investeringen in andere
infrastructuren te vermijden. Door het
gebruik van de basis zou ook het
logistieke materieel kunnen worden
gecentraliseerd
en
alles
efficie¨nter
beheerd. Het bijzonder groot potentieel
aan
beschikbare
communicatielijnen
vormt ook een belangrijk voordeel.
Daarenboven
zou
de
beschikbare
infrastructuur op korte termijn een
betere oplossing bieden voor het veilig
stockeren van munitie, conform de
nieuwe NAVO-normen. De huidige
studie gaat in de richting van de
centralisatie te Zutendaal van een aantal
logistieke depots waarvan de sluiting
reeds was voorzien in het herstructure-
ringsplan van 1993, le plan-Delcroix. Ik
kan u verzekeren dat de studie terzake
bijzonder veel aandacht besteedt aan de
sociale aspecten voor het betrokken
personeel. Door het voeren van een
sociaalgericht beheer op het niveau van
de staven, zal alles worden gedaan om
de eventueel negatieve gevolgen tot een
strikt
minimum
te
beperken.
De
geruchten
als
zou
het
97-bataljon
Logistiek uit Grobbendonk worden
overgebracht naar Zutendaal zijn niet
gegrond. Bijgevolg dient het rendement
van
de
uitgevoerde
investering
te
Grobbendonk niet in vraag te worden
gesteld. De ontmijningsdienst DOVO
en
de
ontmantelingsinstallatie
van
chemische
wapens
in
Poelkapelle
worden niet bij het eventueel gebruik
van Zutendaal betrokken. Voor de
andere
installaties
die
niet
zullen
worden gesloten, wordt onderzocht of
hele affectaties tussen de krijgsmacht-
delen kunnen worden doorgevoerd. Tot
slot wil ik nog benadrukken dat mijn
definitieve houding ten opzichte van
deze plannen pas na het ontvangen van
de conclusies van de studie van de
Generale Staf zal worden bepaald.
De voorzitter : De heer Jan Peeters
heeft het woord.
De heer Jan Peeters (SP) : Kan de
minister
nog
iets
zeggen
over
Zutendaal ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Il est
clair que dans un souci de maintien de
l'outil, de`s que les Ame´ricains seront
partis, nous prendrons les initiatives
ne´cessaires pour assurer une perma-
nence et une garde. Il y a trop de
mauvais exemples de domaines militai-
res qui, une fois de´saffecte´s, se sont vu
de´te´riore´s par vandalisme. Aussi, dans
un souci de maintien de l'outil, nous en
assurerons la garde.
Monsieur le pre´sident, je crois ainsi
avoir
re´pondu
a`
l'ensemble
des
questions.
De heer Jan Peeters (SP) : Mijnheer de
minister, u voedt in feite nog meer onze
onrust door dit kort maar duidelijk
antwoord. U zegt dat u nog geen
beslissingen hebt genomen, en ik denk
dan ook dat dit debat op zijn tijd komt.
Het lijkt me gepast dat u een aantal
zaken mee in overweging neemt bij uw
uiteindelijke beslissing. Ik heb u horen
zeggen dat Grobbendonk niet in deze
operatie betrokken is. Het is budgettair
al geruststellend dat de investeringen op
die basis niet tevergeefs zijn geweest.
Voor de andere depots lijkt u te
bevestigen wat we al vermoedden,
namelijk dat er wel een verhuisoperatie
op til is. Ik zou u willen vragen bij het
nemen van uw beslissing niet alleen te
kijken naar het rendement en de
managementsoverwegingen
van
de
landmacht, maar ook naar de sociale
overwegingen. Er zullen immers nog
maar eens zovele plaatsen tewerkstel-
ling
in
de
provincie
Antwerpen
verdwijnen, waardoor mijns inziens de
beloften en politieke beslissingen van
1993 stilaan worden uitgehold. Wij
hebben in de Kempen in het begin van
de
jaren
negentig
de
verdwijning
gekend van de Britse basissen, er was
de sluiting van de Duitse basis in
Arendonk
en
van
de
basis
in
Grobbendonk. Als dit er nog bij komt,
dan komt de provincie Antwerpen
zwaar bedrogen uit op het vlak van
resterende militaire tewerkstelling. Als
u in twee derde van Vlaanderen geen
militaire basissen meer hebt, dan moet u
niet verbaasd zijn dat u in Vlaanderen
geen jonge vrijwilligers meer hebt.
De
voorzitter :
Mevrouw
Frieda
Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, ik vroeg me af
of de minister al een idee heeft binnen
welke termijn de NAVO zal beslissen of
ze de basis zal afstoten. Mijnheer de
minister, u zegt dat u de veiligheid zult
garanderen, en erop zult toezien dat er
geen zaken gebeuren die het daglicht
schuwen.
Minister Andre´ Flahaut : Ik heb er
geen enkel idee van binnen welke
termijn de NAVO die beslissing zal
nemen.
C 7 -
3
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
De gebouwen zullen immers verloede-
ren als er geen gebruik wordt gemaakt
van de infrastructuur.
De
voorzitter :
De
heer
Patrick
Lansens heeft het woord.
De
heer
Patrick
Lansens
(SP) :
Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Blijkbaar
is de onrust die in Houthulst heerst over
de overplaatsing wel degelijk terecht.
Bovendien moet ik met spijt vaststellen
dat de beloftes van uw voorganger, de
heer Poncelet, om de veiligheidsproble-
men in Houthulst te verhelpen, geen
waarde meer hebben.
De voorzitter : Collega's, u zult later
nog de gelegenheid krijgen om de
minister daarover te ondervragen. Dit is
echter een mondelinge vraag, en het
reglement laat niet toe nu verdere
vragen te stellen. Ik ben zoals steeds
zeer tolerant geweest.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos
Mondelinge vraag van de heer Ferdy
Willems
aan
de
minister
van
Landsverdediging over
de mogelijke
aanwezigheid van kernwapens op het
militair domein van Kleine Brogel
(nr. 41)
Question orale de M. Ferdy Willems
au ministre de la De´fense nationale
sur
l'e´ventuelle pre´sence d'armes
nucle´aires au domaine de Kleine
Brogel
(n° 41)
De voorzitter : De heer Ferdy Willems
heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, mijn vraag
valt uiteen in drie onderdelen. Heeft de
burgerbevolking en de politieke over-
heid
het
recht
te
weten
welke
kernwapens zich op haar grondgebied
bevinden ? Het antwoord daarop is vrij
eenvoudig.
Niemand
minder
dan
staatssecretaris Boutmans heeft enkele
weken
geleden
op
de
VRT-radio
ondubbelzinnig verklaard dat hij daar
voorstander van is.
In Nederland heeft de minister van
Buitenlandse Zaken op een vraag van
de senator van Groen Links, de heer
Tom Pitsra, zeer concrete informatie
gegeven over de Nederlandse basis van
Volkel. In de Verenigde Staten geeft de
luchtmacht stukken vrij net door het
bestaan
van
de
wet
over
de
openbaarheid.
In uw pas afgelegde intentieverklaring
hebt u zelf gezegd dat u streeft naar een
transparante werking op alle terreinen.
Ik neem dan ook aan dat wij in dit
dossier de nodige openheid kunnen
verwachten.
Mijn volgende vraag gaat over het type
wapens dat Belgie¨ heeft ondergebracht
op het domein van Kleine Brogel. Ik
heb u daar 10 concrete vragen over
voorgelegd. Sinds wanneer bevinden er
zich atoomwapens op Kleine Brogel ?
Door welke samenwerkingsakkoorden
tussen Belgie¨ en de Verenigde Staten
wordt deze opslag geregeld ? Hoeveel
operationele Amerikaanse
atoomwa-
pens zijn er op Kleine Brogel ? Zijn er
sedert 1993 11 WS3-bunkers voor de
opslag van atoomwapens operationeel ?
Van welk type zijn de op Kleine
Brogel
gestationeerde
kernwapens :
B61-atoomwapens model 3,4 en/of 10 ?
Zo neen, welke zijn het dan ? Indien het
om B61-atoombommen gaat, klopt het
dan dat de tritiumkoppen periodiek
moeten worden vervangen ? Worden
hiervoor nieuwe koppen vanuit de VS
aangevoerd ? Zo ja, hoeveel maal
gebeurt dat ?
Wat
is
de
juiste
taak
van
de
Amerikaanse MUNSS op de lucht-
machtbasis van Kleine Brogel ? Hoe-
veel
Belgische
F16-piloten
en
-toestellen van het 23ste en 31ste
smaldeel zijn betrokken bij nucleaire
opdrachten van de NAVO ? Hoeveel
Belgische F16-toestellen, bemant door
Belgische piloten en bewapent met een
Amerikaanse atoombom, staan op dit
ogenblik op full operational alert in
Kleine Brogel ? Hoeveel kost de opslag
van kernwapens op ons grondgebied en
de betrokkenheid van Belgie¨ in de
nucleaire strategie van de NAVO ? We
mogen daarbij niet vergeten dat deze
wapens onze eigendom niet zijn. Heeft
de minister aan de stafchefs van het
leger en de F16-piloten kennis gegeven
van uitspraken van het Gerechtshof van
Den Haag, de oprichting van het
International Criminal Court en van de
Nu¨rnbergprincipes ?
Mijnheer de minister, Wat is de houding
van de nieuwe regering tegenover de
nucleaire
ontwapening ?
Belgie¨
is
steeds het slagveld geweest van Europa
en dus zeer kwetsbaar. Dit thema ligt
ons dan ook na aan het hart. Het is dan
ook logisch dat Belgie¨ een voorbeeld-
functie kan hebben, zoals dat in het
verleden ook al is gebeurd. Ik verwijs
hierbij naar het dossier inzake de
anti-persoonsmijnen. In het nucleaire
dossier is dit nu niet het geval. We
werken samen met een aantal andere
landen. Onze houding in de New
Agenda Coalition was niet echt moedig.
36 landen hebben destijds besloten zo
een coalitie aan te gaan om een
discussie
uit
te
lokken
over
een
kernwapenvrije
wereld.
Dat
is
de
feitelijke
invulling
van
wat
het
Gerechtshof van Den Haag stelt.
De
stemhouding
van
Belgie¨
op
11 november 1998 was wat dat betreft
bijzonder teleurstellend; 114 landen
hebben
zich
akkoord
verklaard;
18
landen
hebben
tegen
gestemd,
waaronder de grootmachten zoals de
VS en Groot-Brittannie¨, een aantal
Oost-Europese landen die staan te
dringen om lid te worden van de NAVO
en landen die reeds kernwapens hebben,
zoals Indie¨, Israe¨l, Pakistan, Turkije en,
merkwaardig genoeg, ook Monaco; 38
landen hebben zich onthouden, waaron-
der de meeste West-Europese landen en
dus ook Belgie¨.
Canada en Duitsland willen volgens
recente berichten, in plaats van zich te
onthouden, ja stemmen. Is Belgie¨ bereid
zich bij deze landen aan te sluiten ?
Ik wil deze zaak ten slotte ook in een
juridisch-moreel kader plaatsen. Het
Internationaal Gerechtshof van Den
Haag heeft in artikel 6, dat unaniem
werd goedgekeurd, gezegd dat kernwa-
pens illegaal zijn. Volgens hetzelfde
artikel
zijn
alle
landen
verplicht
inspanningen
te
leveren
voor
de
nucleaire ontwapening. Dit impliceert
dat wie niet onderhandelt in anti-
nucleaire zin, de wet schendt.
Honderden rapporten, teksten, interpel-
laties van alle fracties in deze Kamer
werken in deze richting. Dit nucleair
gegeven dreigt uit te draaien op een
catastrofe. Zelfs met de best denkbare
geneeskunde kan men deze catastrofe
niet tegenhouden. Zelfs met de grootste
beperkingen, ingegeven door de recente
wapenrestricties, kan de catastrofe niet
worden
gelimiteerd.
Ondanks
alle
maatregelen hebben we op dit ogenblik
nog 700 maal meer nucleaire energie
dan in de hele Tweede Wereldoorlog
werd gebruikt. Zelfs indien er op Kleine
Brogel slechts 10 kernkoppen aanwezig
zouden zijn, betekent dat 275 keer
Hiroshima.
Ook de publieke opinie is voor deze
materie absoluut niet ongevoelig. Uit
een onderzoek blijkt dat 7 op 10 Belgen
van mening zijn dat we meer werk
moeten maken van de anti-nucleaire
initiatieven.
Tal
van
gemeenten,
waaronder die van mij, hebben zich
uitgeroepen tot kernwapenvrije zone.
Mijnheer de minister, ik wil u op het
belang wijzen van dit thema. Kernwa-
pens vormen de grootste bedreiging die
de mensheid in haar geschiedenis heeft
meegemaakt.
Ik
verwacht
van
u
concrete antwoorden op mijn vragen.
C 7 -
4
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
Minister Andre´ Flahaut : Het statione-
ren van nucleaire wapens op het
grondgebied van geallieerde landen
vormt een centraal aspect in de strategie
van de alliantie. De weinig overblij-
vende nucleaire wapens in Europa
worden geconsolideerd op een beperkt
aantal plaatsen in een aantal Europese
landen. Om evidente redenen van
strategie en veiligheid is het niet
opportuun om gegevens kenbaar te
maken over de plaatsen waar de wapens
zijn opgeslagen, noch over het type
wapens.
De non-proliferatie en de uiteindelijke
eliminatie van alle kernwapens zijn
uiteraard
doelstellingen
waarvoor
Belgie¨
ijvert
in
overeenstemming
met
artikel
6
van
het
non-
proliferatieverdrag.
Deze
houding
wordt aangenomen door de Belgische
vertegenwoordigers,
waarvoor
de
minister
van
Buitenlandse
Zaken
bevoegd
is
in
de
verschillende
internationale fora waar de nucleaire
ontwapening aan bod komt.
De
informatie
die
ik
zonet
gaf,
verschaft ook grotendeels een antwoord
op de aanvullende vragen die het
geachte lid mij heeft gesteld. Bijko-
mend
kan
ik
voor
de
volgende
antwoorden de deelelementen verschaf-
fen. Het nationale verdrag dat aan de
basis ligt en de uiteindelijke rechts-
grond vormt van de gemeenschappe-
lijke
verdedigingsstrategie
van
de
NAVO, en dus ook van het nucleaire
aspect, is het verdrag van Washington
dat op 4 april 1949 werd ondertekend.
Zoals ik hiervoor reeds heb laten
verstaan, is de huidige geopolitieke
situatie van die aard, dat de politiek
verantwoordelijken in alle landen van
de alliantie het nucleaire aspect van de
algemene NAVO-strategie met realisme
benaderen. Ook Belgie¨ wil zich niet
desolidariseren van de NAVO-strategie.
In dit kader is Belgie¨ bereidt zijn deel
van de verantwoordelijkheid op te
nemen door een zekere operationele
capaciteit ter beschikking te stellen van
de
nucleaire
opstellingen
van
de
alliantie.
Ik
druk
erop
dat
de
fundamentele
doelstelling
van
de
nucleaire strijdkrachten van de NAVO
politiek is en erin bestaat de vrede te
bewaren en dwang te voorkomen.
Belgie¨ herbergt als gastland van de
NAVO-hoofdkwartieren militairen van
verschillende NAVO-landen. Daardoor
bevinden er zich Amerikaanse militai-
ren op verschillende plaatsen in ons
land, ook in Kleine Brogel. Hun
aanwezigheid en taak heeft te maken
met
de
eerder
vermelde
solidaire
opstelling in alliantieverband. Er zijn op
dit ogenblik geen Belgische F-16-
toestellen in alarmstaat op Kleine
Brogel. Belgie¨ heeft ook geen directe
bijkomende kosten voor het nucleaire
aspect
van
de
gemeenschappelijke
verdedigingsstrategie van de NAVO.
Wat het niet-bindend advies van het
Internationaal Gerechtshof van Den
Haag betreft, weet iedereen dat in die
lange en complexe uitspraak het hof
zich niet definitief kon uitspreken over
de wettelijkheid van een dreiging met of
van het gebruik van nucleaire wapens in
het geval van zelfverdediging waarin
het overleven van een staat in het
gedrang komt.
U kunt daarop kort reageren, maar wij
zullen nog vaak debatteren over de rol
van de NAVO en de deelneming van
Belgie¨.
De voorzitter : De heer Ferdy Willems
heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord dat hij met
veel charme heeft verstrekt, maar dat
helaas weinig nieuwe gegevens bevat.
Ik betreur dat er voor de zoveelste keer
geschermd wordt met het argument dat
het niet opportuun is om deze gegevens
mede te delen. Ik blijf erbij dat de
burgers in dit land, die wij hier
vertegenwoordigen, het recht hebben te
weten wat hier gebeurt. Het gaat hier
immers om een fysieke bedreiging voor
ons allemaal. Dat is mijn uitgangspunt
en ik deel hierbij de mening van
degenen die beweren dat wij desnoods
een aantal wetten terzijde moeten
leggen om dat doel te bereiken.
Bovendien stel ik vast dat de minister
terugvalt op de aloude stelling die men
terugvindt bij de auteur Livius uit de
eerste eeuw, namelijk :
Als men de
vrede wil bereiken, moet men de oorlog
voorbereiden
. Deze eeuwenoude stel-
ling heeft al twee wereldoorlogen
veroorzaakt en ik vrees dat ze ook een
derde, een nucleaire, tot gevolg kan
hebben. Ik hoop echter dat ik geen
gelijk zal krijgen, want dat zal wel de
laatste zijn.
De minister zegt dat er op dit ogenblik
geen
Belgische
F16-vliegtuigen
in
alarmstaat zijn, maar dat wisten we al.
Het enige nieuwe gegeven is dat er geen
bijkomende kost is en dat verheugt mij
een beetje. Wat Den Haag betreft, moet
ik vaststellen dat de woorden niet
conform de daden zijn, want men zegt
wel dat men de nucleaire ontwapening
nastreeft, maar wanneer men de kans
krijgt daarvoor te stemmen in het
hoogste internationaal orgaan in de
wereld, onthoudt men zich. Dat is niet
erg moedig. De interpretatie van het
Hof ken ik ook, maar die wordt door
andere juristen tegengesproken. Wij
hebben de plicht hiervoor te vechten.
Een onthouding lijkt mij erg kleintjes.
Hier verschillen wij wel degelijk van
mening.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanhoutte
aan
de
minister
van
Landsverdediging over
de nucleaire
NAVO-strategie en de gevolgen van
dit beleid op Belgisch grondgebied
(nr. 68)
Question orale de M. Peter Vanhoutte
au ministre de la De´fense nationale
sur
la strate´gie nucle´aire de l'OTAN
et les conse´quences de celle-ci pour le
territoire belge
(n° 68)
De voorzitter : De heer Peter Vanhoutte
heeft het woord.
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-
ECOLO) :
Mijnheer
de
voorzitter,
mijnheer de minister, de vraag sluit
beter aan bij het voorgaande. We stellen
vast dat Belgie¨ in het kader van de
bestaande NAVO-strategie het statione-
ren van kernwapens op het grondgebied
toelaat. Vandaag vernemen we dat over
het plaatsen van een aantal kernwapens
geen mededelingen worden gedaan. Ik
verwijs naar de uitspraak van het
Internationaal
Gerechtshof
in
Den
Haag. Dit zou een nuttig element
kunnen zijn in de discussie. Men heeft
gezegd dat de dreiging op het gebruik
van atoomwapens in het algemeen
strijdig
is
met
de
internationale
rechtsregels zoals die onder meer zijn
vervat in het oorlogsrecht, alsook met
de principes van het humanitair recht.
Dit wil namelijk dat burgers gespaard
blijven van oorlogshandelingen en van
de gevolgen ervan. Concreet willen we
vernemen of Belgie¨ in het kader van de
bestaande strategie van de NAVO nog
steeds de stationering van kernwapens
toelaat in Kleine Brogel en of de
geheimhouding daarrond op dit ogen-
bliuk nog langer is te verantwoorden ?
Belgie¨ heeft het non-proliferatieverdrag
ondertekend
en
is
een
duidelijk
engagement aangegaan gericht op het
afschaffen van kernwapens. Hoe is dit
verenigbaar met de nucleaire NAVO-
strategie ?
Is
Belgie¨
bereid
de
herziening van de nucleaire strategie in
het komende debat op te nemen
C 7 -
5
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Peter Vanhoutte
wanneer
de
NAVO-strategiee¨n
ter
sprake komen en zal Belgie¨ pleiten voor
een no-first-use strategie in verband met
NAVO-kernwapens ?
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de
voorzitter, men kan vaststellen dat de
politiek
verantwoordelijken
in
alle
landen van de Alliantie het nucleaire
aspect van de NAVO-strategie op een
realistische manier benaderen. Ook
tijdens de hele periode die de recente
herziening van het strategisch concept
van de NAVO voorafging, werd het niet
opportuun geacht dit aspect van de
strategie nu te herzien.
Bij monde van diplomaten, voor wie de
minister
van
Buitenlandse
Zaken
verantwoordelijk is, ijvert Belgie¨ in de
verschillende internationale fora voor
de uitvoering van artikel VI van het
non-proliferatieverdrag dat een nucle-
aire ontwapening beoogt. De NAVO
ondersteunt de inspanning om het aantal
kernwapens in de wereld te verminde-
ren op een voorzichtige en geleidelijke
manier. De Alliantie heeft dit in het
verleden herhaaldelijk aangetoond en
heeft daartoe concrete stappen gedaan.
Dit
wordt
gei¨llustreerd
door
de
vermindering met 80% van het totale
aantal nucleaire wapens langs NAVO-
kant sinds 1991.
Belgie¨ geniet van een veiligheidsgaran-
tie binnen het NAVO-bondgenootschap
en wenst zich in dit bondgenootschap
niet
te
distantie¨ren
van
sommige
aspecten van de algemene strategie.
Wijzigingen in de houding van de
Alliantie moeten op een coherente
manier en op basis van een consensus
worden
aangekondigd
en
moeten
bovendien het resultaat zijn van een
geloofwaardige multilaterale aanpak.
De voorzitter : De heer Peter Vanhoutte
heeft het woord.
De heer Peter Vanhoutte (AGALEV-
ECOLO) : Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn uitgebreid
antwoord op mijn eerste vraag. Dit
antwoord bevat interessante elementen,
die een belangrijke basis vormen voor
het debat dat in de volgende maanden
en
jaren
moet
worden
gevoerd.
Ik pleit ervoor om het debat over de
uitspraken
van
het
Internationaal
Gerechtshof in Den Haag en rond de
precieze draagwijdte van het non-
proliferatieverdrag bij de discussie te
betrekken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Ferdy
Willems
aan
de
minister
van
Landsverdediging over
de mogelijke
kankerverwekkende effecten van de
Hawk-luchtafweersystemen
(nr. 69)
Question orale de M. Ferdy Willems
au ministre de la De´fense nationale
sur
l'e´ventuel effet cance´rige`ne du
syste`me anti-ae´rien Hawk
(n° 69)
De voorzitter : De heer Ferdy Willems
heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, tijdens de vorige regeerpe-
riode werd uw voorganger herhaaldelijk
geconfronteerd met vragen over dit
thema. Zijn de Hawk-afweersystemen
al dan niet kankerverwekkend ? Nooit
werd daarop een antwoord gegeven. Ik
hoop dat er vandaag wel een komt.
Deze
raketten
zijn
in
dit
land
operationeel geweest tussen 1962 en
1992. In meerdere of mindere mate zijn
daardoor 20 000 militairen ziek gewor-
den. Twee soorten stralingen staan ter
discussie : de niet-ioniserende, waarvan
nog niet wetenschappelijk bewezen is
dat ze schadelijk of kankerverwekkend
zouden zijn, maar ook de ioniserende,
waarvan dit wel vrij algemeen wordt
aanvaard. Uiteindelijk heeft de overheid
beslist om een onderzoek te starten.
Militairen konden zich hiervoor laten
onderzoeken. Er werden een zevenhon-
derdtal dossiers ingediend. Bij zeventig
personen was er duidelijk sprake van
gezondheidsproblemen,
in
dertien
gevallen was de betrokkene overleden.
Het meest tot de verbeelding sprekende
geval was dat van Willy Jeruzalem, die
dit thema heeft aangekaart en ervoor is
gestorven.
In de rand van dit dossier wil ik
verwijzen naar een Pools onderzoek
waaruit blijkt dat de kans op leukemie
bij radarpersoneel tweemaal hoger ligt
dan gemiddeld. Ik weet dat deze Poolse
studie ter discussie wordt gesteld, maar
zelfs degenen die dit ter discussie
stellen, voegen eraan toe dat we ze ook
niet zomaar naast ons mogen neerleg-
gen.
Een ander aspect is de aangebrachte
loden
bescherming.
In
de
vorige
regeerperiode was hierover een discus-
sie. Was deze bescherming aangebracht
als gevolg van een gewone revisie, of is
dit in tegendeel het gevolg geweest van
alarmerende berichten terzake ? Het is
dus fundamenteel om te weten wanneer
deze bescherming correct werd aange-
bracht.
Ik neem aan dat het door uw voorganger
aangekondigde
onderzoek
intussen
bee¨indigd is. Vandaar mijn concrete
vragen. Hoeveel dossiers zijn uiteinde-
lijk ingediend bij de medische diensten
van het leger ? Wat zijn de voorlopige
conclusies van dit medisch onderzoek ?
Wat waren de conclusies van de
universitaire
experts ?
Welk
type
onderzoek werd gestart ? Wat zijn de
vaststellingen ? Wanneer en waarom
werd de loden bescherming aange-
bracht ? Was het louter voor revisie of
als gevolg van alarmerende berichten ?
Welke waren de veiligheidsvoorschrif-
ten
waarop
deze
beslissing
was
gebaseerd ? Betrof het gezondheidsnor-
men ? Wat was de conclusie van het
onderzoek
van
het
ministerie
van
Defensie naar de beschermingsmaatre-
gelen ? Is de minister bereid om in de
toekomst dit dossier van nabij op te
volgen ? Welke maatregelen kunnen we
nog allemaal verwachten ? Wordt er
samengewerkt met andere landen ?
Immers,
ook
Nederland,
Groot-Brittannie¨ en zelfs de Verenigde
Staten zijn in dit dossier betrokken.
Le
pre´sident :
La
parole
est
au
ministre.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Monsieur
le pre´sident, j'essayerai d'e^tre le plus
pre´cis possible.
Ik kan het volgende antwoorden.
Ten eerste, op 15 september van dit jaar,
hebben zich 864 mensen aangemeld bij
de staf van de medische dienst.
Ten tweede, reeds 198 dossiers werden
opgesteld op basis van een medisch
onderzoek door een arbeidsgeneesheer.
De resultaten van deze onderzoeken
zijn negatief.
Ten derde, deze partie¨le resultaten laten
niet toe conclusies te trekken. Het
onderzoek in zijn totaliteit met inbegrip
van de resultaten van Nederland, zal
vier jaar duren. Pas op dat ogenblik zal
de internationale groep van universi-
taire
experts
in
staat
zijn
om
betrouwbare besluiten te formuleren.
Ten vierde, het onderzoek bestaat uit
drie fasen : de identificatie van de
populatie, met name alle militairen die
in
dienst
zijn
geweest
bij
43
bataljons-artillerie
en
62
bataljons-
artillerie; de evaluatie van blootstelling
in samenwerking met de Nederlanders;
de derde fase bestaat uit de bepaling van
de effecten op de gezondheid.
Ten vijfde, wat de
loden bescherming
betreft, dit berust op een misverstand in
de Engelse tekst waar het Engelse
woord 'load' werd verward met de
Nederlandse term 'lood'. Het gaat om
een aanpassing van een technisch
accessoire 'dummy-load' genaamd dat
tussen 1975 en 1985 op de radar werd
gei¨nstalleerd.
C 7 -
6
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Andre´ Flahaut
Ten
zesde,
er
waren
dus
geen
veiligheidsvoorschriften of gezondheid-
snormen om deze technische aanpas-
sing te verantwoorden.
Ten
zevende,
er
zijn
regelmatig
uitwisselingen betreffende het onder-
zoek tussen de medische dienst, de
generale staf en mijn kabinet.
Ten achtste, wat de verdere bescher-
mingsmaatregelen betreft, bestaan er
NAVO-normen en een up date is actueel
in bespreking. Belgie¨ neemt deel aan
deze
besprekingen
met
Nederland,
Noorwegen, Frankrijk, Duitsland en de
Verenigde Staten, dit ondanks het feit
dat het materieel bij ons niet meer in
gebruik is.
Ten negende, er is een samenwerkings-
akkoord met Nederland en men staat in
nauw contact met de andere landen.
De voorzitter : De heer Ferdy Willems
heeft het woord.
De heer Ferdy Willems (VU&ID) :
Mijnheer de minister, ik dank u voor
deze informatie. We zullen dit dossier
blijven opvolgen. Ik begrijp dat dit een
wetenschappelijke
discussie
is.
Ik
begrijp dat u samenwerkt met het
buitenland waar men eveneens met dit
probleem wordt geconfronteerd.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vraag van de heer Pieter
De
Crem
aan
de
minister
van
Landsverdediging over
een aantal
belangrijke legeraankopen
(nr. 11)
Question orale de M. Pieter De Crem
au ministre de la De´fense nationale
sur
quelques achats militaires
importants
(n° 11)
De voorzitter : De heer Pieter De Crem
heeft het woord.
De heer Pieter De Crem
(CVP)
:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister,
er
moet
onvermijdelijk
worden overgegaan tot het nemen van
een beslissing over de vervanging van
de F16's. Deze beslissing past in de
positie van ons land als trouwe en
loyale NAVO-partner. Er zou worden
geopteerd voor de Joint Strike Fighter
- de JSF - als opvolger voor de F16.
Hiertoe moet ons land een toegangs-
ticket van 10 miljoen dollar betalen ten
einde Belgische bedrijven toe te laten
inzage te krijgen in het onderzoek en de
ontwikkeling van de JSF.
Overweegt de minister effectief deel te
nemen aan dit programma ? Denkt hij
eventueel aan een aankoop
off the
shelf
, waarbij een aantal exemplaren
van het vliegtuig worden gekocht ?
Zullen de F16's worden gedespeciali-
seerd ? Indien er wordt geopteerd voor
de JSF, zal het toegangsticket dan
worden betaald via de begroting van
Landsverdediging of zullen de poten-
tieel
gei¨nteresseerde
en
betrokken
prive´-bedrijven de nodige middelen zelf
moeten
verzamelen
om
inzage
te
krijgen in het dossier ? Kortom : zal de
overheid het initiatief nemen of moeten
de gei¨nteresseerde firma's het kapitaal
zelf verzamelen ?
Voorts worden wij ook nog geconfron-
teerd met de vervanging van de C130's.
Hoe zal deze vervanging in de tijd
worden gespreid ?
Wat is de invloed van deze dossiers op
de uitvoering van de huidige schijf van
het plan van middellange termijn en van
het plan dat door de vorige regering
werd vastgelegd. Deze dossiers spelen
een belangrijke rol in het licht van de
conclusies die werden genomen naar
aanleiding van het grote nationale
legerdebat en die gebaseerd waren op
een brede consensus.
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
Minister Andre´ Flahaut : Mijnheer de
voorzitter, collega's, het is waar dat
onze
strijdkrachten
in
het
tweede
decennium van de volgende eeuw
zullen worden geconfronteerd met de
vervanging van de F16 en de C130.
Alles wijst er vandaag op dat ook in de
toekomst van ons land zal worden
verwacht dat het zijn billijk deel van de
globale behoefte aan gevechtsvliegtui-
gen en militaire transportcapaciteit zal
blijven invullen in het kader van de
gemeenschappelijke
verdediging.
In
alliantieverband en wellicht nog meer in
het kader van een ontluikende Europese
defensie en de daarmee gepaard gaande
tendens van een grondige convergentie
van de defensie-inspanningen van de
Europese landen moet Belgie¨ zich
voorbereiden
op
de
intra-Europese
kosten en taakverdeling inzake defen-
sie.
Een oplossing voor landsverdediging
zou erin bestaan het tweede decennium
van de 21ste eeuw passief af te wachten
en materiel
off the shelf aan te kopen.
De fundamentele vraag die dan rijst is
welke rol Belgie¨ in de toekomst nog
wenst te spelen in de ontwikkeling van
hoogtechnologische projecten met een
potentieel
belangrijke
en
brede
economisch-industrie¨le weerslag, ook
buiten het specifieke militaire domein.
Het gaat hier dus om de keuze van een
te volgen technologische, economische
en industrie¨le politiek.
Wat de Joint Strike Fighter betreft, legt
mijn departement zich toe op het
uitvoeren van de beslissing van de
Ministerraad van 30 april 1999 met
betrekking tot de deelname aan de
Concept Demonstration Phase van het
programma, waarvoor een financie¨le
deelname van de gewesten en de
particuliere-sector werd vereist.
Aangaande de Future Large Aircraft,
bedoeld om onze C130's te vervangen,
voert
de
Generale
Staf
actueel
technische studies uit, zoals trouwens
ook in de andere partnerlanden van dit
project.
Zo
zou
in
het
bijzonder
Duitsland op het einde van dit jaar een
beslissing nemen.
De vermelde dossiers zullen geen
invloed hebben op de reeds vastgelegde
programma's van het huidige PMT. Het
plan op middellange termijn voor de
komende jaren zal in de eerstvolgende
maanden gefinaliseerd worden en aan
de regering ter goedkeuring worden
voorgelegd.
De conclusies van het nationaal debat
zijn tenslotte een belangrijk element
voor het opstellen van de krachtlijnen
inzake Defensie die ik in de komende
maanden zal finaliseren.
De heer Pieter De Crem
(CVP)
: U
kiest dus duidelijk voor een public
partnership met betrekking tot de Joint
Strike Fighter, conform de beslissing
van 30 april 1999.
M. Andre´ Flahaut, ministre : En
recherchant des partenaires.
M. Pieter De Crem
(CVP)
: Ou` cela ?
Dans
le
secteur
prive´,
dans
les
communaute´s, les re´gions ?
Minister Andre´ Flahaut : Ja.
De heer Pieter De Crem
(CVP)
: U zegt
dat de federale overheid, de gewesten
en de particuliere-sector een bijdrage
leveren. Welke verdeelvork zal hiervoor
worden gehanteerd ?
M. Andre´ Flahaut, ministre : Il faut
tout d'abord, comme je l'ai de´ja` dit,
informer
l'ensemble
des
nouveaux
responsables
politiques.
Il
y
a
aujourd'hui de nouveaux titulaires dans
les de´partements tant au niveau des
re´gions que de l'Etat fe´de´ral. Il fallait
donc donner un premier briefing a`
l'ensemble de ces nouveaux responsa-
bles politiques. C'est la premie`re e´tape.
La deuxie`me e´tape consistera dans les
contacts avec les partenaires prive´s
C 7 -
7
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Andre´ Flahaut
potentiels mais il n'y a pas encore
aujourd'hui
de
clef
de
re´partition
de´termine´e. On examine d'abord les
re´ponses qui pourront e^tre donne´es. Je
peux de´ja` vous dire qu'avant la mise a`
niveau, on n'avait pas encore rec¸u de
re´ponse de la part des diffe´rents
gouvernements. J'espe`re qu'elles ne
tarderont pas.
De heer Pieter De Crem
(CVP)
:
Mijnheer de minister, u zou misschien
een voorstel kunnen doen over de
verdeling van de lasten die in de
notificatie staan.
M. Andre´ Flahaut, ministre : Oui, mais
apre`s avoir entendu les diffe´rentes
parties.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering
wordt gesloten om 11.37 uur.
- La re´union publique de commission
est leve´e a` 11.37 heures.
C 7 -
8
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999
Inhoud
Dinsdag 28 september 1999
COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING
- C 007
Samengevoegde mondelinge vragen van :
- de heer Jan Peeters aan de minister van Landsverdediging over
het verdwijnen van militaire tewerkstelling in de Kempen en
de Westhoek door de dreigende overheveling van het 97BN Log
naar Zutendaal
(nr. 39)
- de heer Patrick Lansens aan de minister van Landsverdediging
over
het munitiedepot van Houthulst (nr. 51)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van Landsverdediging
over
de eventuele verhuizing van de kazerne van Houthulst
naar Zutendaal
(nr. 72)
-
mevrouw
Frieda
Brepoels
aan
de
minister
van
Landsverdediging over
de Navo-basis te Zutendaal (nr. 90)
1
sprekers : Jan Peeters, Patrick Lansens, Koen Bultinck,
Frieda Brepoels, Andre´ Flahaut, minister van Landsverde-
diging
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister
van Landsverdediging over
de mogelijke aanwezigheid van
kernwapens op het militair domein van Kleine Brogel
(nr. 41)
4
sprekers : Ferdy Willems, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de minister
van Landsverdediging over
de nucleaire NAVO-strategie en de
gevolgen van dit beleid op Belgisch grondgebied
(nr. 68)
5
sprekers : Peter Vanhoutte, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister
van Landsverdediging over
de mogelijke kankerverwekkende
effecten van de Hawk-luchtafweersystemen
(nr. 69)
6
sprekers : Ferdy Willems, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem aan de minister
van
Landsverdediging
over
een aantal belangrijke
legeraankopen
(nr. 11)
7
sprekers : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, minister van
Landsverdediging
Sommaire
Mardi 28 septembre 1999
COMMISSION DE LA DE
´ FENSE NATIONALE
-
C 007
Questions orales jointes de :
- M. Jan Peeters au ministre de la De´fense nationale sur
la perte d'emplois militaires en Campine et dans le Westhoek
par suite du projet de transfe´rer le 97e`me BN Log a` Zutendaal
(n° 39)
- M. Patrick Lansens au ministre de la De´fense nationale sur
le de´po^t de munitions de Houthulst (n° 51)
- M. Koen Bultinck au ministre de la De´fense nationale sur
l'e´ventuel de´me´nagement de la caserne de Houthulst a`
Zutendaal
(n° 72)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de la De´fense nationale sur
la base Otan a` Zutendaal (n° 90)
1
orateurs : Jan Peeters, Patrick Lansens, Koen Bultinck,
Frieda Brepoels, Andre´ Flahaut, ministre de la De´fense
Question orale de M. Ferdy Willems au ministre de la De´fense
nationale sur
l'e´ventuelle pre´sence d'armes nucle´aires au
domaine de Kleine Brogel
(n° 41)
4
orateurs : Ferdy Willems, Andre´ Flahaut, ministre de la
De´fense
Question orale de M. Peter Vanhoutte au ministre de la De´fense
nationale sur
la strate´gie nucle´aire de l'OTAN et les
conse´quences de celle-ci pour le territoire belge
(n° 68)
5
orateurs : Peter Vanhoutte, Andre´ Flahaut, ministre de la
De´fense
Question orale de M. Ferdy Willems au ministre de la De´fense
nationale sur
l'e´ventuel effet cance´rige`ne du syste`me
anti-ae´rien Hawk
(n° 69)
6
orateurs : Ferdy Willems, Andre´ Flahaut, ministre de la
De´fense
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre de la De´fense
nationale sur
quelques achats militaires importants (n° 11)
7
orateurs : Pieter De Crem, Andre´ Flahaut, ministre de la
De´fense
7 -
I
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 28.09.1999