BELGISCHE KAMER
VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
50e ZITTINGSPERIODE
BUITENGEWONE ZITTING 1999
HANDELINGEN VAN DE
OPENBARE COMMISSIEVERGADERINGEN
09/09/1999
C 002
Bedrijfsleven, Wetenschapsbeleid,
Onderwijs,
Nationale wetenschappelijke
en culturele instellingen,
Middenstand en Landbouw en
Volksgezondheid, Leefmilieu
en Maatschappelijke hernieuwing
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE BELGIQUE
50e LÉGISLATURE
SESSION EXTRAORDINAIRE 1999
ANNALES DES
RÉUNIONS PUBLIQUES DE COMMISSION
09/09/1999
C 002
Economie, Politique scientifique,
Education,
Institutions scientifiques et culturelles,
Classes moyennes et Agriculture et
Santé publique, Environnement
et Renouveau de la Société
Annales
Les annales sont le compte rendu intégral des séances
plénières et des réunions publiques de commission où sont
développées les interpellations.
Elles sont publiées sous forme de deux fascicules :
- le premier, de couverture blanche et portant les lettres
PLEN en bas de page, regroupe les annales des séances
plénières;
- le second, de couverture beige et portant les lettres COM
en bas de page, regroupe les annales des réunions
publiques de commission où sont développées des
interpellations.
Les séances et les re´unions ont une numérotation continue
par session. Ce numéro se retrouve sur la couverture ainsi
que sur chaque page avant la pagination. Les se´ances
ple´nie`res ont une pagination continue. Les re´unions
publiques de commission sont pagine´es par fascicule.
Les annales peuvent également e^tre consultées sur
l'Internet-website de la Chambre des Représentants, à
l'adresse http://www.LaChambre.be
Handelingen
De handelingen zijn het woordelijk verslag van de plenaire
vergaderingen en van de in openbare commissievergaderin-
gen gehouden interpellaties.
Ze worden in twee edities uitgegeven :
- de eerste, met witte kaft en met de letters PLEN in de
voettekst, bevat de handelingen van de plenaire
vergaderingen;
- de tweede, met beige kaft en met de letters COM in de
voettekst, bevat de handelingen van de in openbare
commissievergaderingen gehouden interpellaties.
De vergaderingen worden per zittingsperiode doorlopend
genummerd. Het vergaderingsnummer staat op de kaft en op
elke bladzijde vóór de paginering afgedrukt. De plenaire
vergaderingen
worden
doorlopend
gepagineerd.
De
openbare commissievergaderingen worden per brochure
gepagineerd.
De handelingen worden tevens bekendgemaakt op de
Internet-website van de Kamer van Volksvertegenwoordi-
gers, adres http://www.DeKamer.be
EXPLICATIONS DES SIGLES - TOELICHTING BIJ DE AFKORTINGEN
CVP
: Christelijke Volkspartij
ECOLO-AGALEV : Ecologistes confédérés pour l'organisation de luttes orginiales/Anders Gaan Leven
FN
: Front National
PRL-FDF
: Parti réformateur libéral - Front démocratique francophone
PS
: Parti socialiste
PSC
: Parti social-chrétien
SP
: Socialistische Partij
VL.BLOK
: Vlaams Blok
VLD
: Vlaamse Liberalen en Democraten
VU
: Volksunie
COMMISSIONS RE´UNIES DE L'E´CONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'E´DUCATION, DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES, DES CLASSES MOYENNES
ET DE L'AGRICULTURE ET DE LA SANTE´
PUBLIQUE, DE L'ENVIRONNEMENT
ET DU RENOUVEAU DE LA SOCIE´TE´
VERENIGDE COMMISSIES VOOR
HET BEDRIJFSLEVEN, HET WETENSCHAPS-
BELEID, HET ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND
EN DE LANDBOUW EN VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET LEEFMILIEU
EN DE MAATSCHAPPELIJKE HERNIEUWING
RE´UNION PUBLIQUE DU
JEUDI 9 SEPTEMBRE 1999
OPENBARE VERGADERING VAN
DONDERDAG 9 SEPTEMBER 1999
PRE
´ SIDENCE de
Mme Avontroodt et M. Ansoms
VOORZITTERS :
Mevrouw Avontroodt en de heer Ansoms
La se´ance est ouverte a` 15.10 heures.
De vergadering wordt geopend om 15.10 uur.
Samengevoegde interpellaties van :
- mevrouw Frieda Brepoels tot de
eerste minister over
de ontwikkelin-
gen
in
de
dioxinecrisis
en
de
verwarring die de regering hierrond
schept
(nr. 6)
- de heer Stefaan De Clerck tot de
eerste minister en tot de minister van
Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over
de recente ontwikkelingen bij de
afhandeling van de dioxinecrisis
(nr. 7)
- de heer Gerolf Annemans tot de
eerste minister over
de recente
aanpak van de dioxinecrisis en de
gevolgen hiervan
(nr. 8)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de
minister van Landbouw en Middens-
tand over
de analyses van de voeders
Dossche Zolder
(nr. 9)
Interpellations jointes de :
- Mme Frieda Brepoels au premier
ministre sur
l'e´volution de la crise de
la dioxine et la confusion qui re´sulte
de l'attitude du gouvernement
(n° 6)
- M. Stefaan De Clerck au premier
ministre et a` la ministre de la
Protection de la Consommation, de la
Sante´ publique et de l'Environne-
ment sur
les re´centes pe´ripe´ties dans
le traitement de la crise de la dioxine
(n° 7)
- M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur
les re´centes prises de
position du gouvernement face a` la
crise
de
la
dioxine
et
leurs
re´percussions
(n° 8)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes
sur
les analyses des aliments de la
firme Dossche de Zolder
(n° 9)
De
voorzitter :
Mevrouw
Frieda
Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, heren ministers,
geachte
collega's,
op
maandag
9
augustus, meer dan een maand geleden,
diende ik een interpellatieverzoek in na
een weekend van erg verwarrende
communicatie in de dioxinecrisis door
verschillende regeringsleden. Op dat
ogenblik was er heel weinig te merken
van een krachtdadig beleid. Ik vroeg
mij af of dit misschien te maken had
met het feit dat de kapitein toch
onverwacht het schip had verlaten. Heel
die toestand versterkte alvast de teneur
die al de zomermaanden aanhield en die
er een was van veel beloften en van
vooral voorbarig optimistische berich-
ten. Ik denk aan de labotesten, de
vergoedingen, de nieuwe ontdekkingen
van contaminatie met een onduidelijke
aanpak en afloop, de voortdurende
tegenspraak tussen ministers, bood-
schappen die werden ingeslikt, ondui-
delijke richtlijnen, over bijvoorbeeld
staalnames,
die
geregeld
werden
gewijzigd.
Collega's, het is helemaal niet mijn
bedoeling om oude koeien uit de gracht
te halen, maar vermits de toezegging
van de eerste minister in de verenigde
commissie van 23 juli, nu 7 weken
geleden, om, indien nodig, opnieuw te
vergaderen tijdens de vakantie, niet
werd opgevolgd, veroorloof ik mij even
terug te gaan tot die bewuste 23ste juli.
C 2 -
1
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Frieda Brepoels
Ik wil heel kort toch wel enkele
belangrijke feiten naar voren brengen.
Op 23 juli vertrok er een fax van het
kabinet van minister Aelvoet met het
bericht dat er een tweede dioxinecrisis
op komst was gezien er een tweede
besmettingsbron was gevonden. Deze
fax werd dezelfde dag ingetrokken en
als een communicatiefout van een van
de medewerkers bestempeld. In het
buitenland werd echter gretig gebruik
gemaakt van dit bericht. Nederland
sloot
zelfs
kort
de
grenzen.
Een
verontschuldiging
van
de
minister
verandert daar niet veel aan.
Op 6 augustus vaardigt minister Aelvoet
een
ministerieel
besluit
uit
dat
uitvoering
geeft
aan
de
Europese
beschikking om alle voedingsmiddelen,
met meer dan 2% dierlijk vetgehalte, te
testen. Op zaterdag 7 augustus kondigt
zij aan, weliswaar vertrekkensklaar
tussen de koffers, dat zij op maandag
9 augustus een nieuw besluit zal nemen
waarin de norm wordt opgetrokken tot
20%. Via de pers vernemen we dat deze
verklaring er komt na een telefoontje
van de premier. Waarnemend eerste
minister Vande Lanotte spreekt van een
vergissing. Minister van Landbouw
Gabriels vindt dit wel een dringende
noodzaak en weet zich zelfs gesteund
door juristen die beweren dat een
procedure
voor
het
Europese
Hof
onmogelijk
kan
worden
verloren,
gezien
het
gelijkheidsbeginsel.
Het
gevolg is dat Frankrijk de controles van
het vrachtverkeer aan de grens opvoert.
Op maandag 9 augustus vernemen we
doodleuk dat Belgie¨ zich aan de
2%-norm zal houden, alleszins tot de
volgende vergadering van het Perma-
nent Veterinair Comite´ van 24 en
25 augustus 1999. De reden was dat de
voedingsindustrie
dringend
had
gevraagd de 2%-norm te respecteren.
Op 10 augustus 1999 maakt voormalig
adviseur van minister Van den Bossche,
de heer De Ridder bekend - hij heeft
ook nog even gewerkt bij minister
Aelvoet - dat het veevoederbedrijf
Dossche uit Zolder positieve analysere-
sultaten heeft sinds 1 juli maar dat door
het ministerie van Landbouw geen
blokkering van de bedrijven werd
bevolen. Hierover zal ik straks nog de
gelegenheid
hebben
om
minister
Gabriels vragen te stellen.
Volgens
de
pers
beweert
minister
Gabriels eerst dat het onderzoek werd
afgesloten door de vorige regering.
Daarna zegt de minister dat hij de
bedrijven liet inventariseren maar dat
het geen prioriteit is gezien de beperkte
overschrijding van de norm, namelijk
1869. Na een tegenexpertise was dat
weliswaar
1300.
Nadien
zegt
het
ministerie dat er nooit een onderzoek
werd gevoerd, niet naar de bron en ook
niet naar de bedrijven. Wat is dan nog
de waarde van een norm of meet men
hier
met
twee
maten
en
twee
gewichten ?
Op 23 augustus zegt minister Gabriels
dat Belgie¨ vlees en vleesproducten, die
uit het buitenland worden ingevoerd,
controleert op pcb. Hij kondigt aan dat
de
testresultaten
verbazing
zullen
wekken. Medewerkers betwijfelen dit
omdat de procedure pas gestart werd op
16 augustus. Op 18 augustus werden de
IVK-keurders ingelicht. Ten vroegste
op vrijdag 20 augustus werden de eerste
stalen genomen.
Op 26 augustus - en die data zijn toch
wel
heel
belangrijk
in
heel
dit
verhaal - onthult minister Aelvoet dat
een Amerikaans labo analyses deed van
Deense hammen. Toch blijft minister
Gabriels zeggen dat hij met een lijst
komt. Intussen meldt de pers dat er wel
een lijst bestaat met 15 negatieve
resultaten.
Op
27
augustus
biedt
minister Gabriels zijn excuses aan
Nederland aan voor onterechte ver-
dachtmaking.
Dezelfde dag zegt zijn woordvoerder
dat de Belgische regering geen enkele
opdracht heeft gegeven tot het testen
van buitenlands en dus ook geen
Nederlands vlees. Vraag is of er nu zo'n
lijst bestaat of niet. Heeft de regering
ooit opdracht gegeven tot het testen van
buitenlands vlees ?
Welke strategie heeft men ten overstaan
van Europa gevoerd en welke resultaten
wil men bereiken ? Eerst zegt de eerste
minister Verhofstadt op 30 juli dat de
regering vasthoudt aan de strenge
pcb-normen
die
zij
zichzelf
heeft
opgelegd en noemt ze zelfs masochis-
tisch. Hiervoor moeten in augustus in
Belgie¨ 40 000 pcb-tests worden uitge-
voerd. Op dat ogenblik is de capaciteit
2 000 per week. Minister Gabriels wil
geen buitenlandse labo's inschakelen
omdat
ze
volgens
hem
niet
te
vertrouwen
zijn;
prioriteit
wordt
gegeven aan de export.
Op
9
augustus,
na
dat
bewuste
weekend, zegt minister Aelvoet dat
Belgie¨ reeds 3 400 testen aankan en
1 300 in het buitenland kunnen worden
gedaan door onder meer Ispra uit Italie¨
die ze zelfs gratis doet. Is dit wel
betrouwbaar voor minister Gabriels ?
Intussen wordt in de verschillende
sectoren geklaagd over het traag op
gang komen van de onderzoeken in de
labo's. Het ministerie van Landbouw
beweert zelfs dat de prioriteit niet wordt
gevolgd en voorrang wordt gegeven aan
grote fokkers en distributeurs. Werden
die beweringen hardgemaakt en zo ja,
welke maatregelen werden tegen deze
labo's genomen ?
In de week van 9 augustus werden er
1 068 stalen getest, in de week van
16 augustus 1800 stalen en in de week
van 23 augustus normaal 2 200 stalen.
Dit is een totaal van ongeveer 6000
stalen in augustus, in plaats van de
vooropgestelde 40 000. Wat werd er dan
wel
of
niet
getest ?
Werden
alle
bedrijven getest of enkel exportproduc-
ten ?
Welke
maatregelen
werden
genomen om de beslissing uitvoerbaar
te maken in verband met labocapaci-
teit ?
Ik
stel
vast
dat
de
optimistische
berichten van de ministers Aelvoet en
Gabriels in verband met het Permanent
Veterinair Comite´ lang niet werden
gehaald. Er waren onvoldoende testre-
sultaten van runderbedrijven om de
rundveesector vrij te krijgen, zoals
minister Gabriels beoogde. Er was geen
stevig dossier op basis van analysere-
sultaten om 2% in 20% te wijzigen
waardoor ook het aantal tests kon
worden verlaagd.
In feite was de regering al tevreden
indien het PVC de procedure van de
testen zou aanvaarden.
Een dag later, op 27 augustus, zegt
eerste minister Verhofstadt dat hij aan
de Europese Commissie helemaal geen
versoepeling van tests heeft gevraagd.
Hij wil de tests zelfs veralgemenen, ook
na de dioxinecrisis. In de nota van
27 augustus van de heer Willockx aan
de
Europese
parlementsleden
staat
nochtans uitdrukkelijk dat men op korte
termijn vrijstelling voor de rundersector
wil verkrijgen zoals dit reeds voor melk
en zuivel het geval is, vervolgens voor
alle sectoren. Ik heb bijzonder veel
vragen bij het voorstel van de eerste
minister
omdat
ik
mij
niet
kan
voorstellen dat men met een doorgedre-
ven
pcb-analyse
op
termijn
kan
aantonen dat ons voedsel kwalitatief
beter is. Zou men niet beter aan de basis
werk maken van kwalitatief onderzoek
van grondstoffen en veevoeders ? Het is
trouwens toch in die sector begonnen.
Wie zal dat trouwens betalen ?
De regering betaalt de labotesten maar
wie zal de honoraria van de dierenartsen
en van het doden van varkens betalen.
Vragen zijn er ook nog over de manier
waarop
de
prijsbepaling
van
de
schadevergoeding zal gebeuren. Zal die
te vergelijken zijn met de regeling van
de varkenspest waarvoor de marktprijs
op een bepaalde maand werd gesteund ?
C 2 -
2
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Frieda Brepoels
Er doen ook geruchten de ronde als zou
de regering een link willen leggen
tussen
de
schaderegeling
en
de
overbruggingskredieten. De schadere-
geling
zou
dus
niet
onmiddellijk
worden uitbetaald maar over de drie tot
vier volgende jaren worden uitge-
smeerd.
Ook blijkt het wetenschappelijk hele-
maal niet aangetoond dat er een hoge
correlatie bestaat tussen de pcb-tests en
de
aanwezigheid
van
dioxine
bij
varkens
en
runderen.
Dit
is
wel
duidelijk voor pluimvee. Vandaar dat de
Europese Commissie ook maar een
voorlopige norm van 200 geeft voor
varkens en runderen. Hierop blindelings
voortwerken biedt geen enkele garantie
op kwaliteit. Zou men niet beter samen
met de sector een testplan opzetten,
zoals Bemefa reeds aankondigde op
3 september, vermits veevoeder aan de
basis lag van de dioxinecrisis ? Tot nu
toe blijkt de overheid geen maatregelen
te hebben getroffen voor verplichte
staalnames op veevoeders en zeker niet
op grondstoffen. Voor de binnenlandse
markt is zelfs geen pcb-attest vereist.
Ook wordt nergens in de positieve
analyses aangetoond - het wordt wel
altijd gezegd als een vermoeden of een
wens - dat de contaminatie steeds terug
te brengen is tot de filie`re Verkest-
Fogra.
Er
is
dus
duidelijk
een
structureel veevoederprobleem ! Ik kan
hier verwijzen naar de vele onduidelijk-
heden in de dossiers Versele, Dossche
waar analyses op de vetten negatief zijn
en die op de veevoeders positief,
waarbij wordt gezegd dat die pcb's uit
een andere grondstof kunnen komen.
Ook in het dossier Aveve, waar zowel
besmette kippen als eieren worden
gevonden en waar na veel analyses en
tegenexpertises onduidelijkheid troef is.
Gelukkig heeft Europa de procedures
voor het uitvoeren van testen goedge-
keurd, alhoewel hier ook heel wat over
te zeggen valt. U weet ook dat het
controlesysteem
niet
sluitend
is;
dierenartsen zijn hierin erg kwetsbaar
vermits zij hun eigen klanten controle-
ren
ingevolge
een
gebrek
aan
rijksinspecteurs.
De
bekendmaking
gisteren door de minister van Volksge-
zondheid van de resultaten van de
pcb-controles was dan ook nietszeg-
gend. Er werden 7 643 pcb-analyses
uitgevoerd. Ik vraag mij af waarop.
Gebeurde dit op veevoeder, op vlees, op
dieren of op producten ? Op hoeveel
producten
van
elk
gebeurden
die
testen ? Over hoeveel bedrijven spreken
we dan ? Over welk aantal dieren heeft
men het ? Uit de resultaten afleiden,
zoals de minister van Landbouw doet,
dat de situatie volgende week zal
genormaliseerd zijn, is bijna kinderlijk
nai¨ef te noemen. Dit gelooft toch geen
enkel normaal denkend mens. Er zijn
nog steeds 306 varkens-, 8 runder- en
35 kippenkwekerijen geblokkeerd. Als
ik de cijfers vergelijk met de cijfers die
gegeven werden in de vergaderingen
van begin en einde juli, dan stel ik vast
dat die nog de helft van anderhalve
maand geleden zijn. Enkele honderden
bedrijven werden helemaal niet geblok-
keerd.
Hoeveel
kleinere
bedrijven
werden nooit onderzocht omdat ze geen
testen aanvroegen vermits dit niet nodig
was voor de binnenlandse markt ?
Op basis van deze situatie meent
minister Gabriels volgende week van de
Europese Commissie te bekomen dat de
dioxinecrisis
als
voorbij wordt
verklaard. Waar hebben we dergelijke
optimistische berichten enkele maanden
geleden nog gehoord ?
De afgelopen dagen, en ook nog
vandaag,
wordt
ook
weer
veel
ongerustheid uitgesproken door dieren-
artsen over tegengestelde pcb-resultaten
en zeer uiteenlopende resultaten van
dezelfde
stalen.
De
gevolgen
zijn
natuurlijk heel belangrijk. Een positief
staal betekent dat er wordt opgeruimd.
Een
negatief
staal
betekent
dat
opruimen niet nodig is. Tegenexpertises
werden tot nu toe niet toegestaan;
daarover weet de boer uit Schilde mee
te
praten.
Vandaag
lees
ik
dat
tegenexpertises, volgens het kabinet
van Landbouw, ineens wel mogen.
Er blijft ook nog het immens grote
probleem van de vernietiging. Tot
hiertoe gebeurde dit door het vernieti-
gingsbedrijf Rendac en het meel en de
vetten werden door Indaver verbrand.
Door
de
grote
hoeveelheden
te
vernietigen producten wil de minister
van Landbouw de cementovens vorde-
ren met het argument dat deze ovens
aan dezelfde strenge milieunormen
voldoen als gewone verbrandingsinstal-
laties en alle pcb's en dioxines door de
hoge verbrandingstemperatuur volledig
worden afgebroken.
Beide beweringen zijn totaal uit de
lucht gegrepen en mocht de minister, of
een van zijn medewerkers, zich even de
moeite
genomen
hebben
om
zich
hierover te informeren bij de verschil-
lende bevoegde diensten in Vlaanderen,
dan had hij de volksgezondheid van ons
land niet op deze wijze in het gedrang
gebracht. Volgens heel wat mensen is
deze oplossing onaanvaardbaar en ik
hoop dat de minister deze besprekingen
afbreekt en een milieuverantwoorde
oplossing voor deze verwijdering zoekt.
Tot slot verdient ook zeker, naast het
economisch belang van de export, de
binnenlandse markt onze aandacht.
Welk belang werd gehecht aan de
volksgezondheid
van
onze
eigen
mensen. Minister Gabriels kondigde
enkele dagen geleden fier aan dat over
enkele weken nu ook de Belgen de
garantie krijgen op pcb-vrij vlees en
onze minister van Volksgezondheid
voegt er nog aan toe dat er straks -
wanneer dat ook mag zijn - alleen
eieren van gecontroleerde bedrijven in
de winkels zullen liggen. Wat een geste,
wat een verademing ! De bevolking is
er sinds lang van overtuigd dat zij
tweemaal de dupe is van de crisis : zij
heeft - en nog steeds - een en ander
opgegeten en zij betaalt de rekening
mee voor de economische schade. Het
wordt de hoogste tijd dat zij een
hoopvol
signaal
krijgt
voor
de
toekomst. Immers, een volk is wat het
eet. Deze uitspraak valt vandaag naar
aanleiding van een vernieuwde uitgave
van het kookboek van de Boerinnen-
bond maar is in dit verband ook zeker
op haar plaats en dat signaal is enkel te
zoeken in Europa.
Europa moet dringend af van dat
foutlopend
gemeenschappelijk
land-
bouwbeleid van de laatste decennia
waarin het streven naar kwantiteit het
steevast haalt op het streven naar
kwaliteit. Het kan niet zijn dat Europa
eenzijdig maatregelen neemt voor een
land maar daarnaast niet controleert of
Europese richtlijnen steevast in natio-
nale wetgeving worden omgezet.
Er moet dan ook dringend een nieuwe
beschikking komen - door een van onze
Europese
parlementsleden
reeds
gevraagd - die tevens de bestaande
zoektocht naar de aanwezigheid van
dioxine
uitbreidt
naar
alle
andere
ongewenste stoffen in onze voeding en
dit voor alle lidstaten.
Ik wens thans nog enkele vragen te
stellen aan minister Gabriels in verband
met
de
analyses
van
de
voeders
Dossche.
Ik
zal
het
verhaal
niet
herhalen. U hebt het allemaal kunnen
lezen. Ik heb alleen maar vastgesteld -
en ik vond dit toch wel vreemd op een
bepaald ogenblik - dat in augustus de
adviseur van voormalig minister van
Volksgezondheid, de heer Van den
Bossche, zegt dat de huidige minister
van Landbouw reeds sinds 1 juli op de
hoogte was van die zaak en daaruit geen
positieve gevolgen heeft getrokken en
hij beweerde ook dat niet alleen het
veevoederbedrijf zelf maar ook alle
klanten
die
voer
van
betrokkene
gebruikten, moesten worden geblok-
keerd.
Ik heb in mijn interpellatieverzoek dan
ook gevraagd of dit bericht inderdaad
juist was. Ik heb intussen begrepen dat
dit bericht juist was. Die vraag hoef ik
dus niet meer te stellen.
C 2 -
3
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Frieda Brepoels
Enkele dagen later werd dit door de
minister zelf bevestigd maar afgedaan
als niet prioritair. Het zou slechts om
een lichte besmetting gaan en er was
dus geen reden tot paniek.
Het specifieke aan een norm lijkt mij
toch
dat
die
richtinggevend
moet
werken. Het is ofwel erop of eronder en
in dit geval was het erover.
De eerste minister heeft zelf herhaalde
malen beklemtoond dat Belgie¨ zichzelf
heel strenge normen heeft opgelegd
vermits dit de enige manier is om de
geloofwaardigheid van Belgie¨ in het
buitenland en voor haar eigen burgers te
herstellen.
Waarom werd in dit geval de procedure
zoals
afgesproken
niet
gevolgd ?
Waarom wordt automatisch veronder-
steld dat de bron van de pcb-besmetting
terug te brengen is tot de filie`re
Verkest-Fogra terwijl daarvoor geen
bewijzen zijn ? Waarom verklaart de
minister eerst dat het dossier reeds door
zijn voorganger werd afgerond om
nadien te stellen dat de bedrijven die het
voeder gebruikten werden opgespoord
en de zeugen worden onderzocht ?
Over hoeveel bedrijven gaat het in dit
geval en met welk gevolg werden
analyses uitgevoerd ? Waarom verklaart
de dioxine-expert Bombeek, een van
uw medewerkers, mijnheer de minister,
de dag nadien dat er geen onderzoek
werd uitgevoerd naar de bron. Hoewel
er een lijst van klanten werd opgesteld,
werden die ongemoeid gelaten en dit
tegen alle afspraken in.
Vermits deze situatie van heel groot
belang is voor de volksgezondheid in
Belgie¨ - immers voor de binnenlandse
markt worden geen pcb-testen afgele-
verd - is een duidelijk relaas van de
feiten en een antwoord op de vele
vragen onontbeerlijk.
De voorzitter : De heer Stefaan De
Clerck heeft het woord.
De heer Stefaan De Clerck
(CVP)
:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister,
mevrouw
de
minister,
collega's, het incident waarover van-
daag wordt gedebatteerd heeft zich in
volle vakantieperiode voorgedaan. Op
dat ogenblik werden de interpellatiever-
zoeken ingediend. In de loop van het
debat zullen een aantal collega's van de
CVP,
die
de
materie
technisch
opvolgen, hun visie over de problema-
tiek toelichten.
Ik zal op drie elementen nader ingaan :
de communicatiepolitiek, de testen en
de
gehanteerde
normen
en
de
schadevergoedingen.
Ik sta een beetje perplex bij de
vaststelling dat uitgerekend vandaag
wordt aangekondigd dat de dioxinecri-
sis voorbij is, terwijl niet alleen wij
maar ook alle mensen op het terrein
hunkeren naar informatie met betrek-
king tot de stand van zaken. Ik denk
meer bepaald aan de resultaten en de
politiek die wordt gevoerd inzake
schadevergoedingen. De schade was
enorm en is nog altijd zeer groot. Is het
niet paradoxaal dat precies op een
dergelijk ogenblik wordt aangekondigd
dat de crisis voorbij is ? Ik zal hierop
dadelijk terugkomen.
Het
eerste
element
dat
ik
zal
behandelen, is de communicatiepoli-
tiek.
Wij
moeten
dienaangaande
teruggaan tot 23 juli, de dag dat de
eerste interpellaties over deze proble-
matiek werden ontwikkeld. Ik stel vast
dat men zich niet heeft gehouden aan de
afspraken die toen werden gemaakt. Er
werd een tienpuntenprogramma voorge-
steld, maar het debat werd onmiddellijk
overschaduwd door de verwarringstich-
tende informatie die door het kabinet-
Aelvoet de wereld werd ingestuurd. Het
ging meer bepaald om de nieuwe
positieve
analyseresultaten
in
de
voeders van het bedrijf Versele-Laga.
De informatie bleek fout te zijn, maar
het effect was dat door die communica-
tieblunder Europa geen vertrouwen
meer had. Dat is het ree¨le probleem.
Aldus heeft Europa geconcludeerd dat
er geen juiste informatie werd gegeven
en
dat
bijgevolg
Belgie¨
niet
te
betrouwen was. Dit is een crisis in de
crisis geworden. Omdat dit bijkomende
schade heeft berokkend, verzoeken wij
de minister om bijkomende uitleg. Wat
zijn de economische effecten van dit
gebrek aan communicatie dat heeft
meegebracht dat Europa een heel wat
strengere regeling heeft getroffen en
ook de rundveesector in de crisis heeft
betrokken ? De dimensie van de crisis is
enorm toegenomen tengevolge van dit
incident. Dit gebeurde in de periode
rond 23 juli.
Nog andere elementen gaan in dezelfde
richting. Ik verwijs naar de spanningen
die bestaan en naar de verschillende
visies van de onderscheiden departe-
menten. Daarbij komt dat ook de
commissaris bevoegd voor de Europese
problematiek zijn verhaal brengt. De
vraag hierbij is of dit wel de juiste
formule is. Hoe ervaart u dat ? Voor ons
is dit in ieder geval niet het meest
efficie¨nte mechanisme. De vraag rijst of
men niet van bij de vorming van de
regering initiatieven had kunnen nemen
om deze hele problematiek in e´e´n hand
te krijgen. Dit ware veel efficie¨nter
geweest. Is dit intussen al gecorri-
geerd ? Werd reeds nagegaan op welke
manier de verschillende departementen
en de diensten van de regeringscommis-
saris kunnen worden gecoo¨rdineerd ?
De communicatie met de verschillende
lidstaten is problematisch verlopen. Wij
hebben geen probleem met het feit dat
alle Europese parlementsleden worden
samengeroepen. Integendeel, dit lijkt
mij een logische stap. Ook Europese
parlementarie¨rs van onze partij hebben
aan de bespreking deelgenomen en
zullen dat ook in de toekomst blijven
doen. De voorzitter van de EVP werd
over de problematiek eveneens aange-
sproken.
Dergelijke
samenwerking
moet gebeuren. De gang van zaken
wijst er evenwel op dat er een ernstig
probleem is en dat de aanpak van de
verschillende
lidstaten
en
van
de
Europese Unie werd onderschat. Door
een gebrekkige communicatie en een
gebrekkige strategie is dit wellicht uit
de hand gelopen. Graag kregen wij
hierover
van
de
minister
enige
toelichting.
Ik vond het een beetje komisch te lezen
dat de eerste minister zelf 's nachts nog
notificaties naar
Europa was gaan
brengen. De media maakten melding
van het feit dat de eerste minister
plotseling nog informatie had ontdekt
en dat hij de notificaties zelf 's nachts
ging afgeven bij de Europese Unie. Dit
kan misschien verstandig en schitterend
lijken, maar is dit de taak van de eerste
minister ? Houdt dit in dat de diensten
dit niet kunnen en dat de betrokken
administraties
op
dat
vlak
niet
functioneren ? Ik vrees dat dit bij de
Europese Unie niet zeer ernstig is
overgekomen.
Daarnaast is er nog het GSM-incident
met de eerste minister en het debat over
de 20 en 2%. Wat was de houding van
Europa en van de regering ? Dit is
wellicht een van de meest prangende
beelden die zullen blijven hangen over
deze regering bij het begin van deze
legislatuur. Dit heeft opnieuw enige
onzekerheid
gebracht
omtrent
wie
beslist en omtrent de wijze waarop
dergelijke beslissingen worden geno-
men. Mevrouw de minister, het siert u
dat u uw verantwoordelijkheid op dit
vlak hebt genomen, maar de wijze van
beslissen is op zijn minst vreemd te
noemen, te meer omdat de sector zelf
uiteindelijk de strengste normen vroeg.
De minister verantwoordelijk voor de
volksgezondheid
die
vanuit
haar
politieke entourage zeer is begaan met
de volksgezondheid, volgt de onderne-
mers die de strengste normen vragen
omdat zij geen risico willen nemen.
Ook uit dit incident kan worden
afgeleid hoe de regering omgaat met
een belangrijke crisis.
Vervolgens vestig ik de aandacht op het
feit
dat
minister
Gabriels
en
het
kabinet-Aelvoet het nodig vonden om
vo´o´r de bijeenkomst van het Permanent
C 2 -
4
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Stefaan De Clerck
Veterinair Comite´ op 25 augustus een
ander verhaal naar buiten brengen in
verband met de Nederlandse, de Duitse
en
de
Deense
producten.
Ook
politiek-psychologisch
heeft
dit
opnieuw een negatief effect gehad. Het
huiswerk van Belgie¨ met betrekking tot
de rundveesector heeft een onvoldoende
gekregen. Hieraan is dus opnieuw een
probleem
gekoppeld
dat
op
een
communicatieve flater berust. Telkens
weer berokkenen deze flaters schade
aan de sector.
Mijn eerste vraag is op welke manier de
communicatie met de Europese Unie
thans wordt georganiseerd. Werden de
communicatiespecialisten samengeroe-
pen zoals aangekondigd door de eerste
minister, om na te gaan hoe dit
professioneel kon worden aangepakt ?
Hoe is deze vergadering verlopen en
wat waren de conclusies ? Graag ook
vernam ik hoe de relatie, de causaliteit
tussen de fouten op het vlak van de
communicatie en de daaruit voort-
vloeiende schade door de regering
wordt ingeschat. Wat is uw standpunt
terzake ?
Mijn tweede reeks bemerkingen heeft
betrekking
op
de
testen
en
de
testcapaciteit. Wij hopen allemaal dat
het geheel zo vlug mogelijk wordt
uitgezuiverd. Het is van het grootste
belang dat wij beschikken over testen
die bewijzen dat alles kan worden
vrijgegeven.
In
verband
met
de
capaciteit
zal
ik
twee
elementen
aanhalen. Eerst werd beloofd dat reeds
op 30 augustus een einde aan de
blokkeringen zou komen. Blijkbaar
werd dit door een nog altijd slecht
lopende organisatie van de pcb-testen
naar een latere datum verschoven. Er is
nog een ander element dat ik graag zou
toegelicht zien door de minister van
Landbouw. Er kan slechts een beperkt
aantal
testen
worden
uitgevoerd.
Daarnaast
telt
de
sector
ongeveer
50 000 bedrijven. Hoe kan men op basis
van 7 500 analyses op een bepaald
ogenblik zeggen dat alle bedrijven
vrijuit gaan ? Kunt u dit en het sluitende
karakter van deze methodiek toelich-
ten ? Op dit ogenblik is dit voor mij
moeilijk te begrijpen. Ik weet niet
welke zekerheid men daarover heeft.
Het laatste belangrijke element van
mijn betoog is de vraag hoe men met
deze schade zal omgaan. Wellicht
zullen er ook positieve effecten aan
verbonden zijn. Ik denk meer bepaald
aan een verstrengde controle die een
betere kwaliteit kan garanderen. Dit kan
een positief effect hebben voor de
export in de toekomst. Inmiddels werd
echter veel schade geleden door de
bedrijven en degenen die in de sector
actief zijn. Op dat vlak kreeg ik graag
enkele verduidelijkingen. Men zegt dat
de crisis voorbij is. Ik meen niet dat de
vele duizenden bedrijven in de sector
daarvan overtuigd zijn.
Op 25 augustus komt de eerste minister
terug uit vakantie en zegt dat alle
schade zal worden betaald. Iedereen is
opgelucht. Ondertussen blijft de vraag
binnen welk wettelijke kader dit zal
worden geregeld. Men belooft een
schadevergoeding van 100% terwijl in
het huidige ministerieel besluit slechts
in 80% is voorzien. Thans verneem ik
dat de dioxinewet aan de agenda van de
Ministerraad van vrijdag staat. Mis-
schien is het dan mogelijk enige
toelichting te geven omtrent de wijze
waarop de eerste toezegging van de
eerste minister op 25 augustus om
volledige schadevergoeding te betalen,
zal worden gerealiseerd. Tot op heden
gelden
andere
normen
en
andere
bepalingen. Wat men zegt, is nog steeds
niet in overeenstemming met de wet.
Eerst op 25 augustus - dit is het
volgende punt - heeft de Europese
Commissie beslist dat artikel 87 van het
Verdrag
kan
worden
ingeroepen,
hoewel deze beslissing al veel vroeger
had kunnen worden genomen. Door een
onvolledigheid in het dossier of door
een gebrek aan communicatie werd dit
vertraagd. Welk nadelig effect op het
vlak van de schadevergoedingen vloeit
daaruit voort ? De beslissing was al
vroeger genomen maar door onduide-
lijkheden in de tekst van de beslissing
werd weerom een maand tijd verloren,
wat ook weer bijkomende schadever-
goeding tot gevolg zal hebben.
Men heeft over de landbouwsector
gesproken. Er is een akkoord voor de
landbouwsector. Over de definitie die
daarin wordt gehanteerd, bestaat echter
onduidelijkheid. Hoe zal de definitie
worden gehanteerd ? Is dit de Europese
definitie of de Belgische definitie ? Dit
is van groot belang. Ik verwijs naar de
problematiek van de slachthuizen. Via
Europese definities vallen zij onder de
eerste verwerking en moeten zij door de
federale overheid worden vergoed. Ook
hier is onzekerheid troef.
Er is nog een andere vraag die ons
bezighoudt. Wat is de houding van de
regering in verband met de integrato-
ren ? Klopt het dat, zoals ik hoor op
Vlaams
en
op
federaal
niveau,
integratoren volkomen worden uitgeslo-
ten ? Zal dat in de wet worden
opgenomen ?
Hoe
zal
dit
worden
gedefinieerd ?
Wat
is
de
basis
daarvoor ?
Concreet,
worden
de
betrokken landbouwbedrijven hiervan
uitgesloten ? Zullen zij geen vergoeding
krijgen ? Deze vraag moet duidelijk
worden beantwoord. De regering moet
voor haar verantwoordelijkheid worden
geplaatst. Er moet worden nagegaan of
hier op economisch vlak een aanvaard-
baar onderscheid wordt gemaakt inzake
schadevergoeding.
Een vraag die uiteraard ook leeft bij de
landbouwers
is
welke
schade
zal
worden vergoed. Ik hoop dat de
dioxinewet van vrijdag hierop een
antwoord zal bieden. Gaat het om 80%
of 100% ? Is het de marktprijs of de
kostprijs ? Zal de landbouwer, die op
een bepaald ogenblik, om ruimte te
cree¨ren in zijn stallen, zijn varkens
heeft
verkocht
aan
20
frank
per
kilogram, worden vergoed ? Al deze
zaken blijven zeer onduidelijk. U die
zegt dat de crisis voorbij is, zult ons
wellicht kunnen antwoorden op welke
manier deze problemen zullen worden
opgelost.
U hebt op een bepaald ogenblik gezegd
dat de productiecapaciteit moet vermin-
deren en dat dit wellicht vanzelf zal
gebeuren. Is deze regering nog steeds
dezelfde mening toegedaan ? Zo ja, in
welke mate moet ze worden vermin-
derd ? Op welke manier wordt dit al dan
niet vergoed ? Wij horen hierover niets
meer. In het kader van eventuele
vergoedingen moet dat hier evenwel
opnieuw
ter
sprake
komen.
In
communicatief opzicht is het hoe dan
ook vreemd dat u een dergelijk bericht
lanceert zonder achteraf terzake duide-
lijkheid te cree¨ren.
Wat
zal
er
gebeuren
inzake
de
exportschade ? Hieromtrent is dringend
informatie
nodig.
Ondertussen
zijn
immers massa's rechtszaken ingespan-
nen. De rechtbanken van koophandel
overal in het land worden overstelpt. Er
is de discussie inzake de verantwoorde-
lijkheid. Ik verneem op verscheidene
plaatsen dat de Belgische regering zich
niet laat vertegenwoordigen; zij laat
verstek gaan. Dossiers worden niet
opgevolgd. Ik hoop dat er ondertussen
op dat vlak coo¨rdinatie is. De hele
juridische discussie is een probleem op
zich. Slechts nadat de hele procedure
zal zijn doorlopen - rechtbank van
eerste aanleg, hof van beroep en Hof
van Cassatie - zullen we weten wie
uiteindelijk
de
verantwoordelijkheid
draagt.
Er is ook de niet-landbouwsector.
Welke
sectoren
zullen
hieronder
vallen ? De verwerkende industrie, de
handel ? Zullen zij op dezelfde manier
worden vergoed ? Wat zal gebeuren met
de vorderingen van de buitenlandse
distributeurs ? Er worden miljoenen-
schadevergoedingen ingediend. Heeft
de
regering
dienaangaande
al
een
strategie
uitgewerkt ?
Wat
zal
er
gebeuren met de goederen die werden
C 2 -
5
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Stefaan De Clerck
uitgevoerd en moeten worden terugge-
nomen ? In de hele wereld circuleren
nog massa's containers waarvan men
niet weet wat ermee aan te vangen. Wat
met
de
voorraden
die
nog
zijn
geblokkeerd ?
Bedrijven
worden
opnieuw vrijgegeven maar de diepvrie-
zers zitten vol. Hieraan is mijns inziens
een zeer groot risico verbonden. Er
worden immers testen uitgevoerd in die
vrieshuizen die betrekking hebben op
alle geblokkeerde goederen, zodat men
niet de nodige garanties zal kunnen
bieden om alle goederen vrij te geven.
Mevrouw de minister, mijnheer de
minister, ik ben het ermee eens dat dit
een vrij complexe materie is. Ik laat
even het verleden terzijde aangezien de
onderzoekscommissie
daarover
zal
oordelen. Wij zullen hieraan loyaal
meewerken. Zeggen dat deze crisis
voorbij is als er nog duizenden vragen
zijn over de wijze waarop in dit land en
binnen Europa wordt gecommuniceerd,
testen worden uitgevoerd, bedrijven
worden vrijgegeven en vergoedingen
worden uitbetaald, is evenwel bijzonder
onverantwoord. Op die wijze cree¨ert u
een nieuw communicatieprobleem. Een
eerste minister zei ooit dat alles onder
controle was. U zegt nu dat de crisis
voorbij is. Er is een belangrijke nuance
tussen iets onder controle hebben en
zeggen dat een crisis voorbij is.
Sta mij toe deze interpellatie te eindigen
met te zeggen dat er grote fouten
werden gemaakt bij de behandeling. Er
zijn nog veel meer vragen die nu
moeten worden beantwoord. De sector
vraagt
dringend
duidelijkheid.
Wij
zullen luisteren naar uw antwoord en
naderhand ons oordeel terzake uitspre-
ken.
De
voorzitter :
De
heer
Gerolf
Annemans heeft het woord.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik stel vast dat men reeds
een
eenvoudige
motie
heeft
laten
rondgaan - bij mijn weten bij gebrek
aan
een
gemotiveerde
motie.
De
meerderheid staat dus al helemaal in
falanx. Ik zal niettemin een poging
ondernemen om alsnog de indruk te
wekken dat hier gei¨nterpelleerd wordt
en dat wij door een interpellatie de
regering van mening zouden kunnen
doen veranderen. De nieuwe politieke
cultuur is alvast in die zin nieuw dat de
eenvoudige motie al klaar ligt vo´o´r de
interpellaties worden gehouden. U hebt
ze nog niet ontvangen ? Ze is onderweg.
De heer Jef Valkeniers
(VLD)
: Dat is
uw zaak niet !
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Dat is mijn zaak we´l, mijnheer
Valkeniers. Wanneer ik vaststel dat u nu
al een meerderheid op de been brengt
voor een eenvoudige motie, is het, als
interpellant, mijn zaak we´l. Ik wens niet
belachelijk te worden gemaakt.
De heer Jef Valkeniers
(VLD)
: Een
motie is slechts geldig als ze is
ingediend.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Jaja, wij verstaan mekaar,
nietwaar mijnheer Valkeniers !
De heer Jef Valkeniers
(VLD)
: Een
motie geldt pas als ze is ingediend.
Zolang ze niet is ingediend, is ze van
geen tel.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Ik blijf de illusie koesteren dat
in het parlement een interpellatie tot een
vruchtbare dialoog kan leiden.
De heer Jef Valkeniers
(VLD)
: We
hebben uw commentaar niet nodig.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Dat mankeert er nog aan : een
meerderheid zonder oppositie ! Dat zou
u wellicht het liefste hebben. Dan moet
u zelfs geen motie meer indienen.
De heer Jef Valkeniers
(VLD)
: Ik
herhaal, een motie geldt maar als ze is
ingediend.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Mijnheer Valkeniers, ik heb een
lichte ervaring en ik heb nooit moties
zien rondgaan voordat de interpellatie
was gehouden. Dat heb ik nooit gezien,
zelfs niet bij de CVP, tot spijt van wie 't
benijdt !
De voorzitter : Laten wij terugkeren
naar de interpellant. Straks hebt u de
kans om eventueel aan te sluiten bij de
interpellatie.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Een houding zoals die van de
heer Valkeniers heb ik nooit meege-
maakt.
Collega's, mevrouw Aelvoet heeft in de
week van 11 augustus, na de voor haar
pijnlijke gebeurtenissen, een interview
gegeven waarin ze zegt :
Er is een
miljardenverlies, maar dat is het gevolg
van het hele probleem dat is ontstaan
door een bepaald type beleid dat zich
waarschijnlijk niet beperkt tot Belgie¨,
maar dat in ons land wel extreme
vormen heeft aangenomen doordat de
CVP, en dus de Boerenbond en het
NCMV, jarenlang zonder onderbreking
Landbouw onder haar bevoegdheid
heeft gehad
. Een ander type beleid was
dus nodig. Ik neem aan dat mevrouw
Aelvoet bedoelde of wou bewerkstelli-
gen dat haar beleid het type beleid zou
vervangen dat aan de oorzaak van deze
hele crisis lag. De vraag van vandaag is
wat dat ander, dat nieuw type beleid is
dat deze regering in de dioxinecrisis
naar voren heeft gebracht. Wij beperken
ons vandaag tot de dioxinecrisis; de rest
van het nieuwe type beleid zal bij
andere gelegenheden ter sprake komen.
U weet dat ondertussen en ik neem aan
dat dit de reden is waarom de heer
Gabriels, zonder te beseffen dat hij bijna
belachelijk is, gisteren heeft verklaard
dat het binnen een week allemaal achter
de rug is.
Belangrijk
in
dit
dossier
is
de
communicatie, de perceptie bij de
publieke opinie van wat dit dossier nog
inhoudt. De perceptie bij de publieke
opinie - dit is waarschijnlijk een
suggestie van Slangen -, daarop moet
worden gelet, daarvoor moet u uw best
doen ! Maak u desgevallend belachelijk
door te zeggen dat het binnen een week
afgelopen is, maar zorg ervoor dat we
optimistisch lijken, zorg ervoor dat wij
lachen en zorg, desnoods tegen het
dossier of tegen de waarheid in, dat
iedereen zich blij voelt. Communicatie -
dat
heeft
de
regering
ondertussen
begrepen
-
is
essentieel.
Minister
Gabriels heeft daarvan gisteren een
voorbeeld gegeven en dat deed de
liberaal
Destickere
eigenlijk
ook
wanneer hij bij de heer Verhofstadt ging
met zijn document. Hij waarschuwde
daarvoor ook in zijn document. Wij
hebben het document nog niet, zelfs de
parlementaire
onderzoekscommissie
kan het voorlopig niet krijgen, maar wij
zullen het ongetwijfeld krijgen. Het
schijnt dat daarin staat :
Let op
wanneer u daarmee naar buiten komt,
want u gaat er flink last mee krijgen, u
gaat er - in de perceptie van de publieke
opinie
-
een
enorme
crisis
mee
veroorzaken
. Het is een debat voor
later om uit te maken wie dan heeft
beslist om deze crisis toch maar te
veroorzaken, ondanks de raadgevingen
van de heer Destickere. Communicatie
en perceptie van de publieke opinie zijn
inderdaad belangrijke elementen in dit
dossier omwille van de psychose die
kan
ontstaan
door
een
verkeerde
communicatie. Hoe heeft de regering de
communicatie en de perceptie van de
publieke opinie, sinds haar aanstelling
tot en met de mededeling van gisteren
dat alles binnen een week voorbij zal
zijn, in de hand gewerkt en in de hand
gehouden ?
Ik
zal
hier
niet
de
meticuleuze historische overzichten van
mijn twee intussen buiten gelopen
collega's herhalen.
C 2 -
6
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
De heer Jef Valkeniers
(VLD)
: U
maakt hier iedereens rekening.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Dat is evident. Ik moet hier
iedereens rekening maken. Ik heb geen
zitting in de Ministerraad, maar in het
parlement. Mijnheer Valkeniers, u zal er
moeten aan wennen dat u nu aan de
andere
kant
van
de
parlementaire
tribune zit. U zit in de vroegere rol van
Paul Tant en u zal er dus moeten tegen
kunnen dat ik uw rekening maak en dat
uw regering zich, vo´o´r het indienen van
de
eenvoudige
motie,
zal
moeten
verantwoorden. Het spijt me, maar dit is
nu eenmaal de democratie. Ik weet dat
het voor u niet gemakkelijk is om aan
die toestand te wennen. U denkt dat u
iedereen kan overbluffen, maar u moet
eraan wennen dat er mensen zullen zijn
die even hard roepen als u.
De heer Jef Valkeniers
(VLD)
: Mijn
stem is niet zo zwaar als de uwe.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Ook de chaotische toestand in
verband met de 2%- en de 20%-norm is
een pijnlijke aangelegenheid geweest.
Ik heb een interview gelezen waarin
mevrouw Aelvoet ei zo na zo ver ging te
zeggen dat het eigenlijk de schuld van
haar man was, die haar de telefoon
doorgaf en zei dat de heer Verhofstadt
aan de lijn was, in plaats van discreet de
telefoon door te geven. Ik kan uw
echtgenoot niet interpelleren, mevrouw
Aelvoet, ik kan alleen u interpelleren,
maar zeker is in ieder geval dat we daar
toch wel een beetje de perceptie van de
publieke opinie uit het oog hebben
verloren.
U
moet
ons
toch
eens
uitleggen
wat
er
achter
die
hele
geschiedenis zit. De heer Vande Lanotte
heeft een tipje van de sluier opgelicht en
als u het niet erg vindt zal ik er even op
terugkomen. De heer Vande Lanotte
heeft vergoelijkend tegenover de pers
gezegd dat er inderdaad een klein foutje
begaan werd, maar hij heeft een beetje
in zijn kaarten laten kijken toen hij zei :
Er is daar een verwarring tussen twee
zaken in het spel geweest
. Ik weet niet
wat hij daarmee bedoelt. Sta mij toe te
veronderstellen
dat
Vande
Lanotte
daarmee bedoelt dat, aan de ene kant, de
mogelijkheid bestaat dat Belgie¨ een
ministerieel besluit over de 2% heeft
uitgevaardigd om een formeel verzet
van de Europese Unie te vermijden,
maar dat, aan de andere kant, de
geheime agenda die van de 20% was en
dat Belgie¨ dus bezig was met Europa te
bedriegen.
In
dat
geval
heeft
de
Belgische
regering,
in
de
nieuwe
politieke cultuur, - een ander type van
beleid, nietwaar mevrouw Aelvoet -
wetens en willens geprobeerd om via
twee ministerie¨le besluiten Europa te
bedriegen. Het is ook mogelijk dat het
ordinair geknoei is geweest van iemand
die nog niet weet hoe men moet
regeren. Dat is, denk ik, wat Vande
Lanotte bedoelt als hij over twee zaken
spreekt die daar, in die veranda, door
mekaar
gelopen
zijn.
Ik
laat
het
antwoord aan u over.
De verwarring, in het nieuwe type van
beleid, betreft ook de laboratoria. Ik
begrijp het niet meer en ik ga er niet al
te veel commentaar aan wijden. Ik hoop
dat wij nog eens de gelegenheid zullen
hebben om de in tempore non suspecto
gestelde mondelinge vraag van onze
eminente
collega
Vanvelthoven
te
herhalen. Ik kan mij bij zijn vragen
volkomen aansluiten. Zijn vragen zijn
trouwens bijzonder vervelend voor de
regering, want ze zijn ons door een
gelukkig toeval in de handen gevallen.
U kent onze voorzitter, uw partijgenoot
De Croo, mijnheer Gabriels. Het is een
rare kwast, ik moet u hem niet leren
kennen. Welnu, vroeger kregen de
fracties
hun
interpellaties
gewoon
toegestuurd, maar nu staat er altijd
commentaar van voorzitter De Croo op.
Ik vrees dat door mijn opmerking die
gewoonte
onmiddellijk
zal
worden
bee¨indigd. Door dat gelukkige toeval
kregen wij de mondelinge vraag van de
heer
Vanvelthoven,
waarop
stond
gekrabbeld
Filter van de SP-fractie ?,
in ons bezit. Waarschijnlijk was het een
noodkreet van De Croo om te zeggen :
Mijn God, die Vanvelthoven is nu
kritisch tegenover de regering. Dit moet
gedaan zijn !
U hebt dit document
waarschijnlijk ook zo op uw kabinet
gekregen, mijnheer de minister.
Minister Jaak Gabriels : Ik heb die
vragenlijst correct gekregen, zonder
enige andere notitie.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Dat is vreemd. Dit is toch het
handschrift van voorzitter De Croo ? U
hebt geluk gehad. U hebt de vraag
gekregen voordat De Croo ze heeft
gelezen ! U hebt ze misschien van
Vanvelthoven zelf gekregen, in de trein
of in de bus. In ieder geval vraag ik mij
af : waar is de filter van de SP-fractie ?
Ik stel voor dat de SP-fractie haar leden
terugfluit als ze kritisch worden over de
laboratoriumtests. Dit is e´e´n grote
verwarring : u gaat 83 miljoen frank
vrijmaken voor de indienstneming van
extra-laboratoriumpersoneel; u zal de
vraag van de heer Vanvelthoven moeten
beantwoorden; u hebt onvoldoende labs
of, nee, u hebt voldoende labs; de testen
zijn zoek geraakt; de testen zullen op
tijd klaar zijn, enzovoort. Uiteindelijk,
gisteren, zegt u dat u al iemand hebt
moeten schorsen hoewel u gewaar-
schuwd was door een vloed van
persartikelen, waarin in tempore non
suspecto stond dat ambtenaren recht-
streeks betrokken zijn bij de controle in
verband met het opengooien van de
grenzen
voor
de
export,
dat
die
eigenlijk in hun eigen vlees snijden, dat
ze hun eigen klanten moeten controle-
ren, wat er dus op neerkomt dat uw
rijksinspectie op geen enkele manier
een ordentelijke controle kon waarbor-
gen.
Men
vermoedde,
of
men
waarschuwde er u voor, mevrouw de
minister, dat er dergelijke zaken zouden
gebeuren - ik spreek over persartikelen
van medio augustus - en toch hebben
wij op een Europese controle moeten
wachten voordat een van die gasten, die
attesten afleverden, tegen de lamp
vloog.
U hebt geprobeerd daaraan te verhelpen
door die persoon snel te schorsen, maar
u hebt zelf toegegeven dat het voor ons
zeer
beschamend
was
hoe
die
inspecteur
door
u
moest
worden
geschorst na een Europese controle. In
de perceptie van de publieke opinie
maakt u weerom geen goede beurt, ook
niet met een andere vorm van beleid;
ook dit zal u in alle toonaarden moeten
bevestigen. U voert inderdaad een ander
type van beleid.
Ik moet hier niet alles herhalen, maar
verwijs toch naar de verwarring inzake
het dossier Dossche. Waar staat men
met dit dossier ? Is het waar dat er een
test verloren ging of niet helemaal werd
uitgevoerd en dus niet erkend ? U zult
mij dat onmiddellijk wel duidelijk
maken. In de perceptie van de publieke
opinie heerst er echter verwarring over
al die toestanden. Hetzelfde geldt voor
het probleem met Nederland. Hebt u
testen laten uitvoeren op Nederlands
varkensvlees ? Hebt u inderdaad uw
woorden ingetrokken ? Was dit een
tactische of een strategische dreiging ?
Kunt u bevestigen dat er inderdaad iets
mis is met Nederlands en Deens vlees ?
Als dit zo is, graag dan de primeur voor
deze commissie. Volgens de publieke
opinie hebt u uw woorden immers
teruggenomen. Als u nu zegt dat dit niet
zo is, gaat de verwarring nog wat
verder.
Het slot van heel deze zotternij, van de
wijze waarop deze regering omgaat met
de publieke opinie, namelijk als een
hond die met een lappenpop speelt,
wordt uitmuntend gei¨llustreerd door de
heer Gabriels. Gelukkig voor hem was
er nog de verwarring rond de kwestie
Pakistan, een van de andere dossiers
waarin een nieuw type beleid wordt
gevoerd. Wat de communicatie en de
perceptie door de publieke opinie
betreft, zullen wij dit onderwerp in een
andere commissie ter sprake brengen,
weliswaar ten overstaan van andere
C 2 -
7
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Gerolf Annemans
ministers. In de marge van de kwestie
Pakistan komt de heer Gabriels dan
beweren dat over een week alles
opgelost zal zijn. Dat is zo belachelijk
dat de publieke opinie daar ongetwijfeld
niet intrapt, al is dat wel uw bedoeling.
Ik weet niet of de interventie van
gisteren werd ingegeven door de heer
Slangen, maar in de publieke opinie is
dit een overduidelijke illustratie van de
lichtzinnigheid, de onhandigheid of
onbekwaamheid - wat het juist is, laat ik
in het midden - die deze regering in dat
verband aan de dag legt.
Naar aanleiding van het fameuze 2%-
dan wel 20%-weekend, erkent deze
regering dat zij een fout heeft begaan,
maar dat alles zal verbeteren. Mevrouw
Aelvoet zegt ten behoeve van de
publieke opinie het volgende over de
opmerkingen inzake het regeringsima-
go :
Ik vind dat totaal buiten
verhouding. Deze regering die nog geen
maand bestaat, is onmiddellijk gecon-
fronteerd geweest met een nieuwe
opstoot van de dioxinecrisis. We hebben
dat met alle zwakheden van een
beginnende
ploeg
die
zich
moet
inwerken in de dossiers, aangepakt. Wij
hebben daar keihard voor gewerkt. Dat
het niet rimpelloos is verlopen, dat geef
ik toe, maar om nu te zeggen dat wij
daardoor ons krediet zouden verspeeld
hebben, dat is toch wat te vergaand
.
Dus : wij zijn fout geweest, maar wij
werken eraan. Welnu, dat is precies
hetzelfde - herinner u een nieuw type
van beleid - wat ik de heren Colla en
Pinxten heb horen zeggen vooraleer zij
ten onder gingen. Zij spraken ook van
een foutje, waaraan eveneens werd
gewerkt.
Dit
is
precies
hetzelfde
geknoei en gestuntel. Dit is als het ware
de inleiding, zo voel ik het aan. Bij mij
groeit de zekerheid dat het geknoei en
gestuntel van de vorige regeringsploeg,
van de oude politieke cultuur, gewoon
wordt voortgezet, zij het met andere
acteurs. De Peppi-en-Kokki-toestand
van Pinxten en Colla werd gewoon
vervangen door The beauty and the
beast, rolverdeling door uzelf in te
vullen. In essentie is dit het oude
geknoei, is dit het oude geklets, zijn dit
de oude praatjes : wij werken eraan, er
is niets meer aan de hand, wij hebben
alles onder controle. Ik, en naar ik meen
ook de publieke opinie, geloof daar
helemaal niets van.
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
Minister Magda Aelvoet : Mijnheer de
voorzitter, dames en heren, bij het
aantreden van de nieuwe regering
hebben wij in het kader van de
dioxine/pcb-crisis gewerkt met een
bepaald systeem. Dat systeem was een
erfenis en kwam hierop neer dat in
overleg en akkoord met het Permanent
Veterinair Comite´ de Europese Com-
missie beschikte over een traceringssys-
teem om vast te stellen of bedrijven
veilig dan wel onveilig waren. Dat was
gebaseerd op de uitgangspunten van de
toenmalige regering, namelijk dat er
een eenmalige periode van vervuiling
was geweest, van serieuze contaminatie
van veevoeders. Dat ging over de
periode
van
15
januari
1999
tot
31 januari 1999. Bij het verdelen van dit
besmet veevoeder zouden een tiental
filie`res betrokken zijn geweest. Op
basis hiervan werden lijsten opgemaakt,
die werden aanvaard door de Europese
Commissie en het Permanent Veterinair
Comite´ en zo meer. In functie van die
lijsten
werden
er
dan
certificaten
opgemaakt, met als gevolg dat men
mocht exporteren en op de lokale markt
mocht handelen op voorwaarde dat men
behoorde tot de groep van veilige
bedrijven. Het ree¨le probleem waarmee
de nieuwe regering werd geconfron-
teerd was dat men vrij vlug heeft
kunnen vaststellen, zowat rond 20 juli
1999, dat dit systeem geen steek hield.
Het kon niet overeind blijven, omdat
men gelijktijdig met het opvolgen en
het certifie¨ren van de veilige bedrijven,
ook een monitoringprogramma had
opgesteld. De bedoeling daarvan was na
te gaan of het probleem inderdaad
beperkt bleef tot de bedoelde groep van
bedrijven en tot die bepaalde periode.
De
resultaten
van
die
monitoring
begonnen geleidelijk binnen te komen,
namelijk toen de vorige regering het
nog voor het zeggen had. Wij spreken
dan over einde juni, begin juli 1999. Dit
systeem is in voege gebleven tot
6 augustus 1999. Het hoofdprobleem
voor de Europese Commissie en het
Permanent Veterinair Comite´ was dat
men honderden bedrijven positief heeft
bevonden
voor
andere
periodes;
daardoor kon men bij Europa het
verhaal niet in stand houden dat het
systeem van tracering op basis van de
lijsten veilig was en sluitend, waardoor
een veilige koers kon worden gevaren.
Omstreeks 24 juli 1999 waren reeds
zeshonderd bedrijven toegevoegd aan
de lijst van geblokkeerde bedrijven. Zij
werden dus beschouwd als onveilig.
Dat was het kernprobleem waarmee de
Europese Commissie en het Permanent
Veterinair Comite´ worstelden : hoe kon
men verder werken met de zogenaamde
veilige bedrijven, als geregeld resulta-
ten
werden
meegedeeld
volgens
dewelke niet enkele of tientallen, maar
honderden bedrijven aan de lijst werden
toegevoegd ? Dit betekende immers dat
tot de vaststelling van de besmetting
van voeder of dieren, de producten van
deze bedrijven toch terechtkwamen op
de Belgische en de Europese markt. Dat
was de kern van het probleem.
Op deze kern van het probleem heeft
zich inderdaad een communicatiepro-
bleem gee¨nt, maar dat is niet de
hoofdzaak. Al wie de werkzaamheden
in het Permanent Veterinair Comite´ en
in
de
Europese
Commissie
heeft
gevolgd, zal u kunnen bevestigen dat dit
geen leugentje is, geen verdraaien van
de feiten of een mooi inpassen ervan,
maar
de
realiteit.
Wat
de
eerste
persmededeling betreft die inderdaad
zonder mijn medeweten werd verspreid,
verbaast het mij toch dat iedereen het
heeft
over
een
nieuwe
bron
van
contaminatie. Daarin wordt immers met
geen woord gerept over een nieuwe
bron van contaminatie.
In dat communique´ ging het over een
denkpiste die niets met een nieuwe bron
van contaminatie te maken had. Het is
voor mij geen enkel probleem u hiervan
een kopie te bezorgen. Wel hebben een
aantal kranten gepubliceerd dat er een
niet-gei¨dentificeerde bron van contami-
natie was. Daarover werd ik inderdaad
ondervraagd, op de radio onder andere.
Ik heb daar niet verklaard dat er een
nieuwe bron was, maar wel dat er over
een bron onduidelijkheid was.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) :
Het is niet uitgesloten dat er
een andere bron van contaminatie is
.
De heer Paul Tant
(CVP)
: Natuurlijk,
ja.
Minister Magda Aelvoet : Dat is een
logische consequentie. Als iets niet
gei¨dentificeerd
wordt,
blijven
twee
mogelijkheden open.
Concreet heeft dit geleid tot het sluiten
van de grenzen met Nederland, dat
hebben wij meegemaakt op 23 juli
1999. Op vrijdagavond heeft Nederland
die beslissing genomen, maar zaterdag-
middag waren de grenzen al weer open.
Beweren dat er in die korte periode
miljarden voor het land verloren zouden
zijn gegaan, klopt niet. Mijn antwoord
ten gronde, mijnheer Annemans, luidt
dat de dioxinecrisis dit land inderdaad
miljarden kost. Dat is de draagwijdte
van wat ik heb gezegd.
Ik keer terug naar het fundamentele
probleem, namelijk dat in de Europese
Commissie
en
in
het
Permanent
Veterinair Comite´ werd voorgesteld om
de lijst met onveilige bedrijven steeds
maar langer te laten worden in plaats
van in te korten door bedrijven vrij te
geven bij negatief resultaat van de
analyses. Per einde juli 1999 werd
C 2 -
8
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Magda Aelvoet
hierdoor geen definitieve beslissing
meer
genomen
om
het
bestaande
systeem te handhaven of een ander te
eisen. Toen was er wel de dreiging dat
de onbetrouwbaarheid van het Bel-
gische systeem ertoe kon leiden dat er
een algemeen embargo zou worden
ingesteld tegen Belgische producten als
vers vlees en verwerkte producten. Op
de vergaderingen van 3 en 4 augustus
1999 heeft dit geleid tot de definitieve
stellingname
van
het
Permanent
Veterinair Comite´. Het wilde niet langer
aanvaarden dat Belgie¨ verder bleef doen
met certificaten op basis van de lijst met
betrouwbare bedrijven. Men wilde nog
slechts exportgoederen uit die sector
aanvaarden
na
analyses,
waardoor
zwart op wit werd bewezen dat men
onder de vastgestelde norm bleef,
namelijk de 200 pcb. Die beslissing
werd genomen. De Belgische regering
heeft toen zeer goed beseft dat men
voor de keuze stond tussen een embargo
dan
wel
het
overschakelen
naar
resultaten op basis van analyse. Ook in
de regering was er een duidelijke
strekking die voor de analyse koos,
zodat de situatie grondig zou kunnen
verbeteren. Wel hoopten wij toen dat de
rundersector hier niet onder zou vallen.
Het bewijs wordt ook vandaag nog
geleverd, na alle uitgevoerde testen die
sindsdien gebeurden : hier is er vrijwel
geen besmetting gevonden. De delega-
tie heeft het met dit standpunt niet
kunnen halen.
De heer Paul Tant
(CVP)
: Mevrouw de
minister, ik herinner u eraan dat u in het
kader van de schadeloosstelling verwe-
zen hebt naar de rundersector omdat
Europa bijzonder terughoudend was.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer
Tant, ik wijs erop dat dit niets met
communautaire overwegingen te maken
heeft. Op een bepaald ogenblik waren
er voldoende elementen aanwezig om
geen
testen
uit
te
voeren
in
de
rundersector. Dat men uiteindelijk toch
testen
in
de
rundersector
heeft
uitgevoerd, heeft alles vandoen met het
feit dat bepaalde Europese lidstaten de
norm te laag vonden en hem wilden
verstrengen. Het Europees Veterinair
Comite´
werkt
met
een
tweederde
meerderheid. Het volstaat dat twee of
drie landen met tien stemmen tegen een
voorstel zijn om een meerderheid niet te
halen.
Minister Magda Aelvoet : Mijnheer de
voorzitter, ik zet mijn uiteenzetting
voort en ga dieper in op het ministerieel
besluit van 6 augustus 1999 inzake de
omzetting van de Europese beschik-
king. Dankzij deze snelle beslissing
werd het mogelijk opnieuw producten
uit te voeren. Zonder deze beslissing
had dit niet gekund omdat de oude
certificaten nog geldig zouden zijn
geweest. De Europese verordening zou
immers onmiddellijk in al de lidstaten
van toepassing zijn geweest zodat geen
enkel product nog zou kunnen worden
uitgevoerd. De grenzen zouden volledig
geblokkeerd zijn geweest. Ik beklem-
toon dat dankzij de snelle beslissing van
de regering voorkomen werd dat de
economische verliezen die reeds enorm
waren, nog zouden toenemen.
Op 7 augustus werd verder overlegd om
de volgende maandag bepaalde elemen-
ten van het ministerieel besluit opnieuw
te wijzigen om Europa diets te maken
dat Belgie¨ bereid was de confrontatie
aan te gaan.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Mevrouw de minister, laat me
niet
lachen ! Twee
dagen
na
het
fameuze ministerieel besluit veranderde
uw regering het geweer gewoonweg
van schouder. Waarom heeft de regering
niet onmiddellijk voor de confrontatie
gekozen ?
Minister Magda Aelvoet : Na ons
gesprek met de sector waren we ervan
overtuigd dat dit de enig haalbare kaart
was. We hebben een aantal modaliteiten
aangepast. Ik bespaar u de details.
Ik
beklemtoon
dat
de
genomen
beslissing op dit ogenblik nog steeds
van toepassing is. Op 25 en 26 augustus
heeft de regering wel een dossier met
informatie ter beschikking van het
Permanent Veterinair Comite´ gesteld.
Na de rechtzetting op de persconferen-
tie van 9 augustus bleven de negatieve
buitenlandse reacties uit. De regering
hoopte wel een aantal sectoren zoals de
kalveren en de biologische landbouw
van testen te kunnen sparen. Als een
drietal landen niet hadden dwarsgelegen
was ons dit gelukt. Het was geen
irrealistisch perspectief met een goed
dossier op 10 augustus enige versoepe-
ling te verkrijgen. Dit is jammer genoeg
niet mogelijk gebleken.
Ons optreden bij het Veterinair Comite´
heeft de positie van Belgie¨ in de
Europese Unie e´n ten opzichte van de
lidstaten echter wel versterkt. Dat was
belangrijk voor de toekomst.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
wens wat dieper in te gaan op de vragen
inzake de testen en de testresultaten.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mevrouw de minister, op de persconfe-
rentie
van
9
augustus
hebt
u
uitdrukkelijk
gezegd
de
Europese
verordening te aanvaarden maar een
stevig dossier op te bouwen om in het
Permanent Veterinair Comite´ de strenge
norm te kunnen versoepelen.
Minister Magda Aelvoet : Mevrouw
Brepoels, op de persconferentie heb ik
we´l beloofd een stevig dossier op te
bouwen. Ik heb echter niet gesproken
over een versoepeling van de norm.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mevrouw de minister, ik kan u bewijzen
dat u uitdrukkelijk hebt meegedeeld de
versoepeling van de norm te vragen
omdat de analyses zouden bevestigen
dat ons land uit de dioxinecrisis zou
geraken voor eind augustus.
Minister Magda Aelvoet : Mijnheer de
voorzitter, collega's, onze beslissing
niet langer certificaten toe te kennen aan
veilige bedrijven maar veeleer te kiezen
voor certificaten na analyse heeft ervoor
gezorgd dat al de grondstoffen van de
verwerkende industrie pcb-vrij zijn.
Op die manier heeft de regering ervoor
kunnen zorgen dat de problematiek van
de 2 of de 20% geen rol meer speelt
omdat
de
verwerkende
industrie
pcb-vrije grondstoffen gebruikt.
Het verschil tussen 2 en 20% is niet
langer relevant.
Samen met de sector heeft de regering
twee versoepelingen proberen uit te
werken, enerzijds een versoepeling van
het gebruik van buitenlandse grondstof-
fen en anderzijds een versoepeling
inzake het aantal stalen.
De regering heeft er niet alleen voor
gekozen de Europese beschikkingen
na te leven maar ook een goed
dossier samen te stellen tegen 24 en
25 augustus opdat een aantal sectoren
van controle zouden kunnen worden
vrijgesteld. Door het verzet van Spanje,
Italie¨ en Griekenland is ons dit niet
gelukt.
De heer Stefaan De Clerck
(CVP)
:
Hebben deze drie landen ook proble-
men gemaakt bij vroegere crisissen ?
Minister Magda Aelvoet : Spanje, Italie¨
en Griekenland waren de drie landen
die op 24 en 25 augustus niet op onze
voorstellen wilden ingaan. Het Verenigd
Koninkrijk stelde zich terughoudend
op.
De heer Stefaan De Clerck
(CVP)
:
Waarom zorgen deze drie landen altijd
voor problemen ?
Minister Magda Aelvoet : Italie¨ wil
zijn eigen pcb-norm opleggen aan heel
Europa.
C 2 -
9
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Minister Jaak Gabriels : De houding
van
Spanje
en
Griekenland
werd
ingegeven door de strenge houding van
de Europese Unie naar aanleiding van
andere intoxicatieschandalen.
Op een bepaald ogenblik stelde Ierland
zich eveneens terughoudend op. Dit had
alles vandoen met de strenge houding
van de vorige Belgische regering naar
aanleiding van de dolle koeienproble-
matiek. Een harder standpunt is dikwijls
verklaarbaar door de strenge houding
van
andere
lidstaten
bij
vroegere
crisissen.
Minister Magda Aelvoet : Mijnheer de
voorzitter, collega's, een aantal leden
hebben
bemerkingen
gemaakt
met
betrekking tot de labotesten. Tijdens de
vakantieperiode
werken
een
aantal
labo's -net zoals een aantal bedrijven-
aan een lager tempo. Eind juni werden
ongeveer 3 000 onderzoeken per week
uitgevoerd. In de tweede helft van juli,
een ogenblik waarop er meer onderzoe-
ken moesten worden uitgevoerd, daalde
de capaciteit tot 1 600 onderzoeken per
week.
We hebben de toegang tot de labo's
geregeld. Dit was bijzonder belangrijk
om zo veel mogelijk dieren te laten
testen opdat ze op het juiste ogenblik
zouden kunnen worden geslacht. Men
heeft een strikte verdeling opgesteld
tussen de verschillende sectoren en de
onderdelen zoals de veevoeders. De
regering heeft steeds contact gehouden
met de veevoedersector. Meer nog, we
hebben de sector aangespoord aan
zelfcontrole te doen. De sector heeft een
dossier terzake opgesteld en voert vanaf
september
zelf
controles
uit.
Dit
verheugt me omdat de veevoedersector
aan
de
oorsprong
van
de
hele
problematiek ligt.
Een aantal controles moest worden
voorbehouden om geblokkeerde bedrij-
ven te kunnen vrijmaken. Op dit
ogenblik is het aantal geblokkeerde
bedrijven gedaald tot 270. De andere
bedrijven zijn reeds vrijgemaakt. Het is
niet correct te stellen dat er geen
evolutie is.
Elke
dag
worden
er
bedrijven
vrijgemaakt.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Dat aantal lag gisteren hoger dan
vandaag.
Minister Magda Aelvoet : Dat is toch
normaal.
Minister Jaak Gabriels : Wij testen de
bedrijven die geblokkeerd waren a rato
van 30 tot 60 eenheden per dag. Indien
die bedrijven veilig blijken te zijn, dan
worden zij van de lijst geschrapt. Dat is
toch evident. Die lijst is dus evolutief en
wordt dag na dag korter, gelukkig maar.
De heer Stefaan De Clerck
(CVP)
:
Mijnheer
de
minister,
u
zou
mij
uitleggen
hoe
u
per
bedrijf
een
beslissing kunt nemen.
Minister Magda Aelvoet : Wat de
laboresultaten betreft, heb ik inderdaad
vastgesteld dat men in hetzelfde bedrijf
soms met verschillende resultaten wordt
geconfronteerd. Voor het ene dier zijn
die resultaten zus en voor het andere zo.
Ik heb daarover met de specialisten
gesproken en zij hebben mij bevestigd
dat dit volkomen normaal is omdat het
metabolisme van elk dier anders werkt.
Bovendien kunnen de resultaten voor
het hetzelfde dier ook verschillend zijn
al naargelang de plaats waar het vet
werd genomen. Het resultaat van de
analyse van vet dat onder de huid werd
genomen kan totaal verschillend zijn
van het vet dat in de buurt van de
darmen wordt genomen.
Er worden daarover verhalen verteld
zonder eerst na te gaan - en dat is iets
dat ik echt betreur - of dit kan of niet, of
dit ernstig is of niet.
Inzake de selectie van de labo's is men
heel streng geweest. Dat is overigens de
reden geweest waarom de opbouw van
de capaciteit in die zomerperiode iets
langer heeft geduurd dan ons lief was.
Wij hebben daar wel heel veel voor
gedaan, ook inzake de resultaten want
we zijn kunnen uitgroeien tot ongeveer
5 000
tests
per
week
terwijl
we
vertrokken zijn van 1 600. Dat is dus
niet beloven en weinig geven, maar
realiseren.
U zegt dat u niet wijsgeraakt uit de
cijfers.
Het
totale
aantal
analyses
bedraagt 7563. Daarin zijn er 4970 van
varkensbedrijven, 808 van pluimvee,
395 van eieren, 618 van runderen, 92
van kalveren en 680 van producten. Ik
begrijp dan ook niet goed waar het
probleem zit. Ik vind dit een zeer klare
opmaak van de lijst met de gegevens.
Er werd uiteraard gekozen voor een
wijze van werken die de bedrijven in
staat stelde zo maximaal mogelijk hun
normaal ritme te behouden. Immers, als
u een bepaald varkensbedrijf hebt van
500 dieren dan zitten daar meestal
verschillende generaties bij elkaar. In
dergelijke gevallen werd alleen het lot
getest dat normaal binnen 10 dagen tot
2 weken slachtrijp was. Zo was het
mogelijk dit lot effectief vrij te geven.
Terzake gebeurden dus binnen een
enkel bedrijf niet alleen per lot maar
ook in de tijd verschillende testen.
Vandaar
dat
we
die
tests
vooral
geconcentreerd hebben op de varkens-
en pluimveebedrijven en minder op de
runderen
omdat
ook
de
Europese
Commissie en het Permanent Veterinair
Comite´ van oordeel waren dat het niet
nodig was zo'n hoog testpercentage te
nemen aangezien men toch wel erkende
dat de problemen lager lagen.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Die onderverdeling hebben wij niet
gehad. Wij hebben dat cijfer alleen uit
de pers.
Minister Magda Aelvoet : Als u die
cijfers wenst, dan kunt u die hier
meteen krijgen. Dat vormt voor mij
geen enkel probleem.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Een andere vaststelling, mevrouw de
minister, is dat begin augustus werd
vooropgesteld dat analyses moesten
gebeuren voor ongeveer 40 000 bedrij-
ven.
Minister Magda Aelvoet : Indien men
voor alle runderbedrijven - in totaal
48 000 - even intensief had moeten
ingrijpen als voor de varkenssector en
de
pluimveesector,
dan
waren
er
inderdaad problemen ontstaan.
Ik word wel degelijk correct gei¨nfor-
meerd, maar er komen zoveel details bij
kijken en men wordt vaak met stukjes
en brokjes geconfronteerd, waarvan
men zich nadien afvraagt hoe de vork
precies in de steel zit.
Ik kan u verzekeren dat men meermaals
op onregelmatigheden stuit en telkens
neemt men zich voor het nodige te doen
om de desbetreffende artikelen aan te
passen, maar nadien vergeet men dat.
Soms gebeurt het inderdaad dat niet alle
details worden opgenomen en dan raakt
men in dit soort situaties verzeild.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
In dat verband zou het toch logischer
zijn mocht de regering op een ernstige
manier communiceren met het parle-
ment, niet alleen tijdens de vakantiepe-
riode, maar ook daarbuiten. Zodra er
gegevens beschikbaar zijn, zouden zij
moeten
worden
bezorgd
aan
de
parlementsleden, anders zullen wij in de
komende weken en maanden even
slecht met elkaar communiceren en dat
kan toch niet de bedoeling zijn.
Minister Magda Aelvoet : Mevrouw
Brepoels, ik heb er niet het minste
probleem mee met u te communiceren
en
u
alle
nuttige
documenten
te
bezorgen.
Immers,
ik
heb
deze
vergadering vandaag niet vastgelegd.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mevrouw de minister, ware het dan niet
aangewezen, zolang deze zaak niet is
C 2 -
10
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Frieda Brepoels
opgelost, dat de regering aan de
verenigde commissie voorstelt om op
regelmatige basis en los van interpella-
ties en vragen, correcte informatie te
verstrekken.
Minister Magda Aelvoet : Ik ben bereid
om elke week naar hier te komen om
informatie te verstrekken.
Voorts werden er vragen gesteld in
verband met tests en onderzoeken op
dieren uit het buitenland. Welnu, weken
geleden reeds deelde de Eetwarenin-
spectie duidelijk mee dat 10% van de
buitenlandse producten in alle controles
worden opgenomen. In dat verband
werden
enkele
keren
problemen
vastgesteld : e´e´n keer met eieren uit
Nederland,
een
andere
keer
met
worstjes uit Frankrijk. De Eetwarenin-
spectie nam toen contact op met de
bevoegde
administraties
van
voor-
noemde landen, maar toen bleek dat in
beide gevallen ook Belgische bedrijven
leverden aan het bedrijf in kwestie. De
vraag was dus of de problemen van
Nederlandse,
Franse
of
Belgische
oorsprong waren.
Wat de ham uit Denemarken betreft, dit
is een totaal andere situatie. In feite
ging het om Nederlandse varkensschou-
ders en Deense hammen die waren
ingevoerd door een Belgisch bedrijf en
vervolgens uitgevoerd naar de Vere-
nigde Staten. Omwille van het feit dat
het ging om een Belgische exporteur,
werden de goederen geblokkeerd aan de
grens van de Verenigde Staten. De
onderzoeken gebeurden aldaar. Hun
onderzoeksresultaten werden aan de
Belgische instanties overgemaakt en
nagekeken door het Wetenschappelijk
Instituut voor Volksgezondheid. De
Amerikaanse resultaten werden alsdan
omgerekend via het Belgische systeem,
rekening houdend met de indicaties
opgenomen in de internationale litera-
tuur.
De gegevens werden aan de pers
medegedeeld en dit in overleg met alle
betrokken partijen, zoals de minister
van Landbouw, de eerste minister en de
heer Dierickx die zich met deze zaken
dagelijks
moet
bezighouden.
De
resultaten werden wel degelijk medege-
deeld aan het Permanent Veterinair
Comite´; hun delegatie kon echter niet
onmiddellijk worden ingelicht, precies
omdat de afspraak is dat alleen eigen
onderzoeksresultaten worden overge-
maakt en geen resultaten van tests
uitgevoerd
in
het
buitenland.
Wij
hebben alles schriftelijk medegedeeld.
Dat men in Nederland steigert omdat
men geen twee bladzijden kan lezen,
dat zijn dingen die gebeuren. Hoe dan
ook, in Belgie¨ werd alles correct
gei¨nterpreteerd;
de
cijfers
waren
duidelijk : Denemarken werd lichtjes
positief bevonden en Nederland nega-
tief. Ik heb dan ook helemaal geen
excuses aangeboden; ik heb gezegd
dat
staat er niet en lees zoals het er staat
.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw,
indien u het parlement ondervraagt naar
de juiste toedracht van de zaak, dan
mag ik van uw ook vragen een
onderscheid te maken tussen fictie en
realiteit.
Bepaalde
berichten
zijn
misschien
doorspekt met onderdelen van fictie. Ik
zal u straks een correct antwoord geven
op deze vraag.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Iedereen heeft het zo begrepen,
maar het staat er niet.
Minister Magda Aelvoet : Neemt u mij
niet kwalijk, maar de Belgische pers
heeft de gegevens volkomen correct
gei¨nterpreteerd, in die zin dat er alleen
sprake was van licht positieve resultaten
wat Denemarken betreft en negatieve
resultaten
voor
Nederland.
In
de
Nederlandse pers werden de positieve
en
negatieve
resultaten
fifty-fifty
verdeeld.
De heer Paul Tant
(CVP)
: De minister
van
Landbouw
heeft
nadrukkelijk
gezegd dat wij zouden opkijken van de
resultaten.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Misschien heeft men het niet
gelezen, maar dan toch zo begrepen.
U zei
het staat er niet, maar zei u dat
ook aan uw Deense collega ?
Minister Jaak Gabriels : Het middag-
nieuws op VRT van 23 augustus gaf een
interview weer waarbij letterlijk werd
gezegd dat indien men aan testen zou
onderwerpen diegenen die afgenomen
hebben aan de haard van de vervuiling
die tot alle contaminaties heeft geleid,
de ontdekkingen verbazend zouden
kunnen zijn.
In de toelichting - die uiteraard niet
werd uitgezonden - zei ik dat het niet
opgaat te veronderstellen dat contami-
natie voortkomende uit dezelfde bron,
ophoudt aan de grens.
De dag nadien verspreidde minister
Aelvoet een communique´ van twee
bladzijden, waarop de resultaten van de
tests werden vermeld. De Nederlanders
maakten zich blijkbaar druk om de
eerste bladzijde; zij dachten dat in
Nederland voedsel werd verspreid met
een te hoog pcb-gehalte.
Ik nam met mijn Nederlandse collega
contact op om hem de juiste toedracht
van de zaak te geven en hem te wijzen
op het misverstand en ik heb hem
gezegd dat hetgeen in de Nederlandse
pers was verschenen niet overeenkwam
met de inhoud van het communique´ dat
door het departement van Volksgezond-
heid
was
verspreid;
immers,
op
bladzijde
2
van
het
communique´
werden de resultaten van de tests
uitdrukkelijk vermeld.
Mijn Nederlandse collega verzocht mij
hem dit per fax te verzenden. Dat is wat
er gebeurde, niet meer of niet minder.
Dat heeft dus niets te maken met het
aanbieden
van
verontschuldigingen,
maar
enkel
en
alleen
met
het
verstrekken van juiste gegevens en met
het ophelderen van een misverstand.
Mocht men het communique´ volledig
hebben gelezen, dan zou er geen
misverstand zijn ontstaan.
Minister Magda Aelvoet : Wat het
probleem betreft dat zich vorige week
voordeed te Zottegem, waarbij wij
werden geconfronteerd met het ver-
schrikkelijke feit dat, ter gelegenheid
van de inspectie van de Europese
Commissie,
die
op
voorhand
was
aangekondigd, de onafhankelijke die-
renarts die daar werkte op contract met
het Instituut voor Veterinaire Keuring,
aldaar verklaarde dat hij certificaten had
afgeleverd zonder dat de resultaten van
de analyses voorhanden waren.
Vorige week reeds troffen wij een aantal
maatregelen. De schorsing is de eerste
stap in de procedure tot ontslag. Aan de
'kringhoofden' werd medegedeeld dat
de procedure voor ontslag is ingezet,
waarbij de schorsing de eerste fase is.
Uiteraard
moet
er
een
enque^te
plaatsvinden, moeten de rechten van de
verdediging worden gerespecteerd.
Wat de structuur betreft binnen het IVK
dat verantwoordelijk is voor de controle
op
de
controle,
werd
beslist
de
frequentie van de controlemomenten te
verhogen, zodat er een beter zicht is op
de ree¨le uitvoering van de richtlijnen.
Bovendien moeten de 'kringhoofden'
op verplaatsing gaan om na te gaan of
een dergelijke situatie zich in het
verleden reeds voordeed.
Hoe dan ook, alle details kunnen
worden gevonden in het perscommu-
nique´ dat in dit verband werd verspreid.
Voorts wens ik de aandacht erop te
vestigen dat een onderscheid moet
worden gemaakt tussen een dierenarts
die
opdrachten
uitvoert
in
een
slachthuis en een dierenarts die onder
eed testen moet uitvoeren op landbouw-
bedrijven.
Onterecht
werd
gezegd
dat
alle
moeilijkheden voorspelbaar waren en
dergelijke. Welnu, mijnheer Annemans,
C 2 -
11
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Magda Aelvoet
dit had betrekking op de problematiek
van dierenartsen op landbouwbedrijven
die testen uitvoeren op levende dieren.
Maar terzake gaat het om een keurder
die
certificaten
aflevert
in
een
slachthuis, uiteraard naargelang van de
binnengekomen resultaten. Laat dit
duidelijk zijn.
Een van de twee hoofdlijnen van de
gevoerde strategie op Europees vlak
bestaat erin, in zeer nauw contact met
Europa, ervoor te zorgen zo snel
mogelijk de situatie te normaliseren.
Een genormaliseerde situatie betekent
uiteraard
niet
dat
de
ingestelde
controles worden afgeschaft, maar dat
op een lager niveau een soort van
onderhoudscontrole in stand zal moeten
blijven om eventuele nieuwe ontsporin-
gen te vermijden. Het is evident dat de
situatie onhoudbaar zou worden, mocht
het ritme van de voorbije weken moeten
worden volgehouden. Immers, dit legde
een zware last op ieders schouders,
zowel voor de bedrijven als voor de
consumenten die met een onveilig
gevoel zaten opgescheept. Uit deze
situatie moeten wij uiteraard zo snel
mogelijk geraken.
Wat de relatie met Europa betreft, kan
in twee richtingen worden gewerkt,
enerzijds door ervoor te zorgen dat de
zaak functioneert en anderzijds door te
zorgen voor een evolutie op het vlak
van het toepassingsveld. Er bestaat
goede hoop dat ons dossier, op de
volgende pbc-vergadering, meer succes
zal kennen dan de vorige keer. Dat
hangt echter niet alleen van ons af.
Ik kom nu tot de tweede hoofdlijn van
de strategie. Wij hebben gemerkt dat er
ook pcb- of dioxineproblemen rijzen in
andere landen en in verband met andere
producten die echter evenzeer in de
voedselketen kunnen terechtkomen. In
dat verband verwijs ik naar de vis uit de
Baltische zee, naar het vismeel, naar de
problemen in Frankrijk in verband met
rioolslib, naar problemen in Duitsland,
en andere. Op dat vlak groeit er een
Europees dossier waar men niet meer
omheen kan en dat in feite een
algemeen probleem vormt waarover de
Europese Unie zich zal moeten buigen.
Naar aanleiding van ons bezoek aan
Italie¨ hebben wij ook een werkbezoek
gebracht aan het ISTRA, een research-
centrum gefinancierd door de Europese
Gemeenschap, waar wordt gewerkt aan
de problemen in verband met pcb's en
andere contaminaties in de voeding,
alsook aan voorstellen inzake gemeen-
schappelijke Europese normen.
Als men functioneert binnen e´e´n kader,
dan moeten er gemeenschappelijke
Europese normen worden opgesteld. Op
dat vlak is het al te gek te moeten
vaststellen dat Nederland waar een
pcb-norm van 310 wordt aanvaard,
geen problemen heeft om naar Italie¨ uit
te voeren, terwijl Belgie¨, die een
pcb-norm
van
200
hanteert,
wel
problemen ondervindt. De Europese
Commissie weet ook wel dat er een en
ander moet veranderen en dat er
Europese
normen
moeten
worden
uitgevaardigd.
Tot slot nog dit. De verschillende
Europese landen tonen een positieve
belangstelling voor het initiatief tot
oprichting van een federaal agentschap
voor voedselveiligheid. Daarover werd
uitvoerig gesproken, onder andere met
de Italiaanse minister van Volksgezond-
heid. Dit wordt beschouwd als een
signaal van Belgie¨ om zich op een
structurele manier in te zetten om te
komen tot een degelijke situatie.
Het ontwerp werd begin augustus
neergelegd.
Ik heb het advies nog niet ontvangen.
Zodra ik het in mijn bezit heb, zal ik
ervoor zorgen dat het ontwerp aan het
parlement wordt overgemaakt.
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de
voorzitter, deze crisis zorgde voor
enigszins verwarrende geluiden. Dat is
logisch en wel om volgende redenen.
Ten eerste, deze crisis evolueert en
naargelang men zich voornam bijna
dagelijks de stand van zaken mede te
delen, is het evident dat ook die
evolueert. Doordat de pers zeer kort op
de
bal
speelt,
kan
er
verwarring
ontstaan omdat sommige elementen
vandaag overeind staan, maar morgen
reeds achterhaald blijken te zijn.
Het Europese wantrouwen is ontstaan
omdat onze vorige regering pas meer
dan
een
maand
na
het
incident
informatie verstrekte over het ontstaan
ervan. Dit leidde tot die bepaalde
attitude van Europa omtrent de evolutie
van de crisis. Tussen de houding al onze
voorgestelde steunmaatregelen te wei-
geren
en
de
aanvaarding
van
de
toepassing van artikel 87, paragraaf 2,
waardoor volledige schadevergoeding
mogelijk is, ligt anderhalve maand. Dat
verklaart gedeeltelijk de verwarring en
de wijzigende omstandigheden waarin
beslissingen tot stand komen.
Ook zeer belangrijk is dat de strategie
is
gewijzigd. Aanvankelijk
hielden
wij er dezelfde logica op na als de
vorige regering, met name trachten
de oorsprong van de contaminatie
vast
te
leggen.
Die
werd
toen
beperkt vastgelegd tussen 15 januari en
31 januari. Nadien hebben wij nog
349
stalen
van
veevoerders
laten
onderzoeken, waaruit bleek dat er ook
nog
in
maart
sprake
was
van
contaminatie.
Het
nagaan
van
de
bedrijven tijdens deze korte periode was
zeer onvoorzichtig omdat men had
kunnen vermoeden dat dierenvoeders
niet alleen door fabrikanten worden
verdeeld, maar ook door detailhandel-
aars en dat het in productie komen
ervan soms wat kan aanslepen. Vandaar
dat ook nadien nog contaminatiehaar-
den ontstonden die aan de lijst moesten
worden toegevoegd, hetgeen Europa
opnieuw op stang joeg. Men ging er
immers van uit dat wij de crisis niet
onder controle hadden aangezien de lijst
met verdachte bedrijven toenam.
Dat was de eerste strategie. Daarvan
zijn wij echter afgestapt. Zoals minister
Aelvoet
reeds
zei,
zijn
wij
toen
overgegaan naar het uitschrijven van
certificaten op basis van analyseresulta-
ten. Dat was de enige goede houding
die slechts groeide in de loop van de
weken. Immers, mochten wij de eerste
strategie hebben doorgezet en mochten
er nog verdachte bedrijven op de lijst
zijn bijgekomen, dat zou zulks hebben
geleid tot een totaal embargo.
Wat tevens zorgde voor verwarring is
het feit dat er geen Europese normen
zijn inzake dioxine en pcb's. Sommige
landen hebben wel normen, weliswaar
verschillend van de onze, maar de
meeste landen hebben er geen. Op dat
vlak is een evolutie aan de gang. De
nieuwe commissaris van Nederland
pleitte immers voor de oprichting van
een
Europees
Agentschap
inzake
voedselkwaliteit. Thans is een evaluatie
aan de gang.
Mevrouw Brepoels zei terecht dat er
aanvankelijk een verbod was voor het
inschakelen van buitenlandse labo's. In
ons land is het zo dat dat slechts
geaccrediteerde laboratoria testen kun-
nen
uitvoeren.
De
procedure
tot
accreditatie duurt normaal twee jaar.
Tijdens de crisis konden wij hiervan
gelukkig afwijken via een versnelde
procedure die slechts 14 dagen in beslag
nam.
Waarom was men in het verleden zo
streng ? Op de lijst verschenen bepaalde
laboratoria waartegen de overheid een
procedure moest inzetten omwille van
de onbetrouwbaarheid van hun praktij-
ken. Daarom was men zeer voorzichtig.
Tijdens de crisisperiode kregen wij
aanbiedingen van bepaalde laboratoria
waarvan ik de namen niet zal noemen,
die een en ander beloofden, maar na
onderzoek bleek dat destijds tegen hen
C 2 -
12
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Jaak Gabriels
door de overheid een procedure werd
ingesteld. Wellicht verwacht niemand
dat wij op dat soort laboratoria een
beroep zouden doen.
Precies door het ontbreken van normen
terzake waren er onvoldoende uitge-
ruste en door de overheid geaccredi-
teerde laboratoria. Pas toen na enkele
weken bekend was dat ook buitenlandse
laboratoria testen konden uitvoeren,
werden deze aan de lijst toegevoegd.
Mocht de rundersector dezelfde testen
hebben moeten ondergaan die vereist
waren voor de pluimvee- en varkens-
sector, dan kon onze testcapaciteit dat
niet
aan.
48 000
kleine
en
grote
runderbedrijven
kunnen
onmogelijk
worden
aangepakt
via
dergelijke
testmethoden.
Ik zal thans expliciet uitleggen hoe wij
tewerkgaan, om duidelijk te maken dat
hierover niets geheimzinnigs bestaat.
Het is de bedoeling van deze regering
om de schaderegeling en de overbrug-
gingskredieten te bepalen en de dossiers
zo snel mogelijk af te handelen. Het is
evident dat indien, zoals bepaald in
artikel 87 paragraaf 2, deze aangelegen-
heid door Europa als een noodgeval
wordt
beschouwd
en
als
100%
vergoedbaar, zulks impliceert dat er ook
slechts 100% mag zijn. Dat betekent
dus dat de overbruggingskredieten die
werden toegekend in mindering worden
gebracht van de totale steunmaatregelen
die een bepaald bedrijf bij aangifte van
schadevergoeding kan krijgen. Er kan
dus niet meer dan 100% worden
uitgekeerd, zo niet is dit in strijd met de
concurrentieregels en daaraan is Europa
- terecht - gevoelig.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Is het zo dat de regering, zodra men een
schadevergoeding
bepaalt
voor
het
opruimen, die niet nu zou uitbetalen,
maar in relatie zou brengen op het
ogenblik dat men een overbruggings-
krediet aanvraagt ?
Minister Jaak Gabriels : Nee. Het
enige waar wij mee zaten waren
liquiditeitsproblemen. Vandaar dat de
regeling
van
regeringscommissaris
Willockx met de banken erin bestond zo
snel mogelijk goedkoop geld te kunnen
geven aan deze bedrijven. De looptijd
van de overbruggingskredieten is zeven
jaar en bedragen 5 miljoen frank. De
eerste twee jaar is er geen aflossing van
kapitaal vereist. Daarvoor werden een
aantal
criteria
bepaald.
Voor
de
schadedossiers waarvoor een vergoe-
ding wordt uitgekeerd zijn de criteria
nog niet vastgelegd. Het zou kunnen dat
het om dezelfde criteria gaat. Wij gaven
opdracht aan de sector om samen met
de administratie en het kabinet na te
gaan in hoever wij een regeling kunnen
vinden en criteria kunnen vastleggen,
rekening
houdend
met
de
macro-
economische criteria - dus de totale
omvang
van
de
crisis
-
en
de
micro-economische criteria.
Hoe kan een bepaald dossier beant-
woorden aan de algemene regels ? Men
moet natuurlijk duidelijk maken wie wij
willen steunen.
In het Vlaams Parlement werd ter
gelegenheid van de discussie over het
mestactieplan, de vraag gesteld wat al
dan
niet
integratiebedrijven
zijn.
Hiermee moeten wij rekening houden
willen
wij
dat
ook
de
kleine
ondernemingen
profiteren
van
de
steunmaatregelen.
Er werd berekend dat maximum 30%
van de bedrijven kleine en middelgrote
ondernemingen zijn en dat bijna 70%
van de bedrijven integratiebedrijven
zijn. In dat verband zijn de zaken nog
niet uitgeklaard. Het zal echter niet
gemakkelijk zijn om alles volkomen
sluitend te maken. Ik hoop dat wij zo
snel mogelijk een oplossing vinden of
minstens in bepaalde marges voorzien,
waarbij de graad van afwijking zo klein
mogelijk is.
(Onderbreking van de heer Paul Tant)
De voorzitter : Mijnheer Tant, u krijgt
straks de kans om het woord te nemen,
anders lopen we het risico dat er nog
interventies komen.
De heer Paul Tant
(CVP)
: Mijnheer de
voorzitter,
sta
mij
toe
een
zeer
punctuele vraag te stellen in verband
met het antwoord van de minister. Het
gaat er mij alleen om duidelijkheid te
krijgen inzake de gei¨ntegreerde bedrij-
ven. U dient te beseffen dat een aantal
van de familiale bedrijven gedeeltelijk
in dit systeem is terechtgekomen, zuiver
uit noodzaak om nog iets te kunnen
verdienen. Omwille van een principe
kan men deze mensen echter niet in de
kou laten staan.
Minister Jaak Gabriels : Ik heb gezegd
dat wij hier nog niet uit zijn. Anderzijds
stel
ik
duidelijk
dat
men
heel
voorzichtig moet zijn. De Belgische
bevolking aanvaardt immers niet dat de
steunmaatregelen diegenen die van deze
zaak beter zijn geworden ten gunste
komen. Intussen heb ik niet alleen de
voederbedrijven maar ook de vetsmel-
terijen aan de klaagmuur zien staan.
Deze laatsten beklaagden zich omdat de
sector bijna in elkaar is gestort. Wij
moeten heel voorzichtig zijn. Als wij
geld van de belastingbetaler uitgeven
voor diegenen die de crisis veroorzaak-
ten, zijn we op een verkeerde manier
bezig. Wij moeten de zaken dus eerst
goed definie¨ren.
Er zijn nog een paar andere punten.
Mevrouw Brepoels, ik juich het ten
zeerste toe dat de mengvoederbedrijven
en hun groeperingen nu testen willen
uitvoeren. Ik had liever gezien dat zij
dat vroeger reeds gedaan hadden. Het
departement
Landbouw
zal
echter
steeds in eigen testen voorzien om na te
gaan of hun testen wel betrouwbaar zijn
en of we op dezelfde golflengte zitten.
(Onderbreking door mevrouw Frieda
Brepoels
)
Dat is evident. Anders zullen we een
groot geheel van testen krijgen, met alle
gevolgen
van
dien.
Zo
kan
de
betrouwbaarheid van het systeem in
vraag worden gesteld. Dat willen wij
niet laten gebeuren.
Vorige week hebt u in de krant kunnen
lezen dat wij alle bedrijven, ook
diegene die alleen voor de binnenlandse
markt werken, hebben opgeroepen om
de testen aan te vragen. Wij willen
tegen 15 september zowel de binnen-
landse als de buitenlandse consumptie
onder controle hebben. Dit is mogelijk
omdat
de
testcapaciteit
hiervoor
aanwezig is. Straks kom ik terug op de
procedure, iets waarover ook de heer
De Clerck vragen stelde. Wij hebben de
bedrijven meegedeeld dat zij best nu
van de gelegenheid gebruik konden
maken om testen aan te vragen omdat
de labo's ons meldden dat zij stilaan
ruimte begonnen te krijgen. Als men dat
niet doet, dreigen er twee circuits te
ontstaan,
e´e´n
van
vlees
me´t
een
certificaat en e´e´n van vlees zonder
certificaat. Ik hoef u de gevolgen
daarvan voor de prijszetting niet te
schetsen. Wij hebben de bedrijven
gewaarschuwd dat zij zo de grootste
problemen kunnen krijgen en hen ertoe
aangespoord de testen aan te vragen. Ik
weet dat er intussen heel wat aanvragen
zijn gedaan. De cijfers bewijzen dit
trouwens. Bij de varkensbedrijven zijn
er reeds 5 000 van de 8 000 getest. Ook
bij de andere bedrijven zien wij dit
aantal groeien.
Men vroeg ook of er nog een ander
circuit bestond naast dat van Verkest en
Fogra. Ik kom hier straks uitgebreid op
terug, maar ik wil er wel op wijzen dat
u een onderscheid dient te maken tussen
fictie en realiteit. In de loop van deze
crisis
zijn
er
heel
wat
verhalen
verspreid, soms zelfs indianenverhalen,
over mogelijke nieuwe contaminatie-
haarden. Niet alleen de departementen
Landbouw en Volksgezondheid maar
ook het parket stelt vast dat alle
C 2 -
13
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Jaak Gabriels
gevallen terug te voeren zijn tot
dezelfde contaminatiehaard, namelijk
Verkest en Fogra. Ik heb niet alleen
vertrouwen in mijn administratie maar
ook in het gerecht dat dezelfde these
onderbouwt.
Men vroeg hoe wij zo optimistisch
kunnen zijn om te stellen dat de crisis
eind volgende week voorbij zal zijn.
Wij hebben eerst meer dan 2 000
bedrijven geblokkeerd op basis van de
oude procedure die gevolgd wordt als
men
een
haard
van
contaminatie
vaststelt. Vandaag moeten nog slechts
240 varkensbedrijven worden vrijgege-
ven.
De
opvolgingscommissie,
die
bestaat uit onafhankelijke controleurs,
moet hierover een beslissing nemen.
Men
heeft
mij
verzekerd
dat
de
blokkering eind volgende week defini-
tief ten einde zal zijn. Dit is de reden
voor ons optimisme.
Wij hebben steeds gevraagd om de
rundersector vrij te stellen. In eerste
instantie wou Europa daar niet op
ingaan,
vooral
omwille
van
het
onvoorstelbare wantrouwen dat was
ontstaan omdat er in de eerste maand
geen inlichtingen werden gegeven over
de oorzaak van de crisis. Ik stel vast dat
als er in Frankrijk problemen ontstaan
met afvalslib, men dit meteen meldt. De
inspectie komt ter plaatse en deze
bladzijde
wordt
omgeslagen
tot
bepaalde
onderzoeken
tot
resultaat
hebben geleid. Er komt echter geen
sanctie omdat men Europa meteen
inlicht. Toen in Duitsland problemen
zijn ontstaan, ook in verband met
dioxine, meldde men dat en kwamen er
geen aparte sancties. Dergelijk crises
kunnen zich overal voordoen. Als men
het dioxineprobleem onmiddellijk had
gemeld, dan had men wellicht op meer
goodwill van Europa kunnen rekenen.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Dit is dus de schuld van de
vorige regering ?
Minister Jaak Gabriels : Ik wil hier
niemand beschuldigen. Ik zeg alleen dat
de Europese instanties stellen dat zij
laattijdig op de hoogte werden gebracht
en dat zij de lijst permanent zagen
uitbreiden. Mijnheer Annemans, als u
zo'n specialist bent, waarom hebt u dan
geen vraag gesteld over het monitoren
en traceren van de bedrijven op basis
van deze procedure ?
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Ik heb helemaal niet beweerd
dat ik een specialist terzake ben.
Minister Jaak Gabriels : Wij hebben
gevraagd ten minste een groot deel vrij
te stellen. Onderdelen van de rundersec-
tor zijn zeker vrijstelbaar, op basis van
objectieve argumenten. Ik denk bijvoor-
beeld aan de nuchtere kalveren - de
kalveren die nog geen ander voedsel tot
zich hebben genomen dan de moeder-
melk - die worden gee¨xporteerd om te
worden vetgemest. Ik denk ook aan de
meer dan 400 onderzoeken die over de
vetkalveren werden gedaan en die alle
een negatieve uitslag vertoonden. Ook
de melkkoeien zouden mogen worden
vrijgegeven omdat de dioxinetests op de
melk geen problemen vertoonden.
Als
deze
drie
groepen
worden
vrijgesteld, dan is meer dan de helft van
de rundersector vrijgesteld.
Die
procedure
werd
door
Europa
aanvaard. Ik geef zo dadelijk nog een
antwoord op de vragen van de heer De
Clerck in verband met de concrete
aanpak, want 48 000 testen uitvoeren is
onmogelijk. Gelukkig heeft Europa
onze procedure aanvaard.
Ten eerste, er is de capaciteit van de
tests die ons toelaat tegen 15 september
de binnen- en buitenlandse consumptie
te testen.
Ten tweede, er zijn de resultaten van de
keuring, waarbij van de aanvankelijk
meer dan 2 000 geblokkeerde bedrijven,
eind deze week een groot aantal kan
worden vrijgegeven.
Ten derde, 299 willekeurig gekozen
bedrijven
werden
gescreend.
Het
resultaat hiervan is dat slechts e´e´n van
deze bedrijven een positieve uitslag
tussen 200 en 500 nanogram noteerde.
De andere bedrijven vielen onder de
gestelde norm van 200 nanogram.
Ik kan hieruit een aantal besluiten
afleiden.
Ten
eerste,
tegen
eind
volgende week kunnen de geblokkeerde
bedrijven worden vrijgegeven.
Ten tweede, voor de rundersector kan
een
dossier
worden
opgesteld
om
Europa ervan te overtuigen dat wij ook
deze situatie onder controle hebben.
Ten
derde,
wij
hebben
duidelijk
bewezen dat wij de uitvoering van de
tests voor binnen- en buitenlandse
consumptie onder controle hebben.
De crisis is hiermee dus onder controle.
Het betekent natuurlijk niet dat daarmee
alle nadelen van de crisis opgelost zijn.
Het is nogal evident dat de opvolging
van de genomen maatregelen dient te
worden voortgezet.
Wat houdt die opvolging in ? Ten eerste,
wij trachten na overleg met Europa die
regeling goedgekeurd te krijgen.
Ten tweede, de schadevergoeding aan
de sectoren op basis van de genomen
beslissingen zal worden uitbetaald. Het
zal
concreet
en
duidelijk
in
de
dioxinewet
worden
gegoten.
De
opkoopregeling, die wij zowel in het
binnen- als het buitenland hebben
bedongen, geraakt ook stilaan onder
controle.
Mijnheer De Clerck, u hebt aangehaald
dat er een absolute chaos is. De toestand
is natuurlijk verwarrend. Als instanties
van overal in de wereld plots zeggen dat
zij ons vlees niet aanvaarden, dan
hebben wij die toestand niet meteen
onder controle. Wij hebben ervoor
gekozen dat het vlees ter plaatse zou
worden vernietigd. Er werden reeds
verscheidene
handelsmissies
op
de
sporen
gezet.
Een
ervan
heeft
Zuid-Oost-Azie¨ aangedaan. Nog andere
handelsmissies
zijn
onderweg.
Wij
proberen zo snel mogelijk de toestand
onder controle te krijgen. Veel hangt
ook af van de goodwill van die landen.
Landen als Japan en andere Aziatische
landen zijn nog niet bereid onze
melkproducten af te nemen. Andere
landen wensen dat wel te doen.
Mijnheer De Clerck, het wantrouwen
van Europa kan moeilijk volkomen op
de schouders van deze regering worden
geschoven. Ik heb daarstraks de reden
van het ontstaan van dit wantrouwen
gesitueerd. Vanaf onze eerste contacten
met het Permanent Veterinair Comite´ of
met de Europese Commissie hebben wij
bij verschillende landen heel duidelijk
hun wantrouwen kunnen aanvoelen.
Wat telt is dat uit deze situatie de nodige
lessen worden getrokken. Al de rest is
literatuur en historiek. Wij moeten er de
nodige lessen uit trekken hoe in de
toekomst de communicatie aan te
pakken. Het feit dat de federale regering
zowel als de Europese Commissie in
Brussel
resideren,
maakt
ons
nog
gevoeliger aan dergelijke berichtgeving.
Mochten wij in het zuiden van Europa
wonen, zouden sommige berichten niet
tot hetzelfde resultaat hebben geleid.
Nu houdt men als het ware met een
vergrootglas ons reilen en zeilen in de
gaten.
Het komt er dan ook op aan een goede
strategie op te zetten met het Europees
Permanent Veterinair Comite´ en goede
contacten te houden met de Europese
Commissie en zodoende op basis van
concrete gegevens en cijfers hen ook te
overtuigen.
U hebt over de tests gesproken. Ik zal u
meegeven hoe dat concreet gebeurt om
duidelijk te maken wat precies wordt
getest.
Voor de varkenssector wordt per bedrijf
een
mengstaal
van
drie
varkens
gemaakt. Op die manier hebben wij al
5 000 van de 8 000 varkensbedrijven
onder controle.
C 2 -
14
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Jaak Gabriels
Voor de pluimveesector worden per
bedrijf
mengstalen
gemaakt
van
verschillende
kippen.
Een
andere
mogelijkheid
is
het
nemen
van
stalen van dooiers, waarbij de norm
wordt gehanteerd van 100 gram vet op
100 gram dooiers.
Bij de rundersector gaat het er anders
aan toe. Wij stelden het Permanent
Veterinair
Comite´
voor
om
de
procedure te volgen waarbij 7 runderen
op 500 zouden worden getest. Deze
procedure werd aanvaard.
Er
is
dus
geen
enkel
probleem
aangaande de procedure. Europa vraagt
ons ook niet meer de procedure te
wijzigen.
Ik heb reeds gezegd dat de houding van
de Europese instanties ten opzichte van
het begin van de crisis enorm is
gewijzigd.
Mijnheer Tant, u stelde een vraag over
de
definitie
van
integratoren
en
niet-integratoren. Ik begrijp uw vraag
en ik beaam dat er rekening mee moet
worden gehouden. Het uitgangspunt is
erop toezien dat de schadevergoeding
terecht komt daar waar zij moet
terechtkomen. Wij moeten trachten
daarvoor
de
juiste
maatregelen
te
vinden.
De heer Stefaan De Clerck
(CVP)
: Wat
gebeurt er met de landbouwbedrijven
die
geconnecteerd
zijn
met
de
zogenaamde integratoren ?
Minister Jaak Gabriels : Wij hebben
de goedkeuring van Europa gekregen
om de 100%-vergoeding - de toepassing
van artikel 87, par. 2- alleen op de
landbouwbedrijven toe te passen.
De heer Stefaan De Clerck
(CVP)
: En
een landbouwbedrijf dat werkt voor een
integrator ?
Minister Jaak Gabriels : Dat heeft
Europa niet omschreven. In Europa is
de landbouwdefinitie veel ruimer dan
bij ons het geval is. Daarom maakt dit
voor hen niet uit. Wij evenwel moeten
nog nagaan tot hoever wij daarin gaan.
Wij zijn nu aan het onderzoeken om
zowel macro- als micro-economisch
duidelijk te maken hoe wij rechtvaar-
digheidscriteria kunnen inbouwen om
alzo ervoor te zorgen dat het geld daar
terechtkomt waar het moet terechtko-
men. Het wettelijk principe zal worden
vastgelegd. De uitwerking ervan zal
nadien volgen. Een aantal ministerie¨le
besluiten voor de uitvoering in de
praktijk zal aanvullend op die wet
worden uitgewerkt. In een wet kan
immers niet alles worden onderge-
bracht.
Mijnheer Annemans, gewone toepassin-
gen van het principe dat reeds in de wet
is opgenomen, kunnen via ministerieel
besluit worden aangepast.
Mijnheer Annemans, uit uw opmerking
kan ik afleiden dat u soms ook
verwarrend bent. U hebt het over
83 miljoen frank voor het personeel van
de
labo's.
Gedurende
bijna
drie
maanden heeft dit personeel bijzonder
hard gewerkt, want deze crisis situeerde
zich in volle vakantieperiode. Toen dit
niet meer houdbaar werd, hebben wij op
contractuele basis en gradueel tot het
einde van dit jaar in een 70-tal
personeelsleden
voorzien
om
de
administratie bij te staan en om de
verschillende procedures te coo¨rdine-
ren. Bij de aanvang was er kritiek over
de trage werking van de opvolgings-
commissie voor het vrijgeven van de
geblokkeerde bedrijven. Wij hadden e´n
te maken met het overwerkt zijn van die
administratie e´n met ondercapaciteit in
de labo's omdat deze crisis in volle
vakantieperiode
woedde.
Om
die
redenen moest 83 miljoen frank worden
vrijgemaakt. Er was ook 38 miljoen
frank nodig voor de aankoop van
materiaal voor onze twee rijkslabo's te
Brugge en Tervuren om de testcapaci-
teit in het totaal met 300 eenheden per
week te verhogen. Deze investering is
zeker verantwoord met het oog op het
op peil houden van die capaciteit in de
toekomst.
Mijnheer
de
voorzitter,
geachte
collega's, via een persbericht heb ik
reeds gereageerd op een persartikel
verschenen in
De Morgen op 10
augustus 1999, met de hoofding
Nieuw
besmet
veevoederbedrijf
ontdekt
.
Mevrouw Brepoels verwijst hiernaar in
haar vragen.
Met genoegen wil ik mijn standpunt
voor deze vergadering herhalen. Begin
juli werd met het toenmalig kabinet van
Volksgezondheid afgesproken om enkel
nog
te
werken
op
basis
van
gevalideerde resultaten, dus na tegenon-
derzoek en na beoordeling door een
validatiecommissie. Is het resultaat van
een pcb-test boven de 200, maar
beneden de 500, zijnde de norm van de
Wereldgezondheidsorganisatie,
dan
gebeurt er een dioxine-proef. Is het
resultaat boven de 500, dan wordt er
meteen opgeruimd. Dat is de afspraak
die werd gemaakt. Verwarring is er
ontstaan voor een van die bedrijven,
waar trouwens tegenproeven hebben
bewezen hoe relatief het is op bepaalde
berichten
voort
te
gaan.
Twee
tegenproeven van het VITO gaven
hetzelfde resultaat als dat van de eerste
proef. Dit om u te garanderen dat er
gewerkt wordt op basis van solide
gegevens.
Bij vaststelling van positieve resultaten,
worden het voeder en de bedrijven
getraceerd en gee¨valueerd.
Bij de firma Dossche werden naar
aanleiding
van
de
rijkswachtactie
begin juni 28 voederstalen onderzocht.
Ee´n staal was positief. Op 8 juli werd
het resultaat van het tegenonderzoek
1 300 nanogram/pcb bevestigd door
het labo. In een overzichtsnota van de
administratie van 13 juli - e´e´n dag voor
het aantreden van de nieuwe regering -
wordt gesteld dat
indien het om
een geringe overschrijding gaat met
100 nanogram per gram vet en een lage
inmenging van het vet in het betrokken
varkensvoer, met 0,15%, is de kans dat
varkens boven de norm zouden zitten
erg klein.
Dit werd ons zo door
specialisten meegedeeld.
Op 6 augustus is de lijst van de
varkensbedrijven beschikbaar die het
bewuste voeder kregen. Het betreft een
twintigtal bedrijven. Dan werd beslist
om de bedrijven niet te blokkeren, maar
om een aantal zeugen te onderzoeken
die het bewuste voeder hebben gegeten.
Reeds op 17 juli werd het probleem
Dossche
in
een
nota
aan
de
Ministerraad vermeld. Geen enkele
poging werd dus ondernomen om dit
kleine probleem in de doofpot te
stoppen.
Ik
kan
u
ook
meedelen
dat
de
interpretatie van de administratie juist
blijkt te zijn. Alle onderzochte stalen
van vet van zeugen die van het
betrokken voeder hebben gegeten, zijn
imiddels negatief gebleken. Het is
duidelijk dat contaminatie bij het bedrijf
Dossche
geen
enkel
gevaar
heeft
opgeleverd voor de volksgezondheid.
Het profiel pcb-klant van Verkest wijst
erop dat de besmetting is terug te
brengen tot Verkest. Ik ben het met u
volkomen eens dat dergelijke primeurs
in bepaalde pers grote schade kunnen
aanrichten
aan
onze
internationale
geloofwaardigheid.
Geachte collega's, ik hoop u met mijn
antwoord overtuigd te hebben dat de
inhoud van dat artikel niet correspon-
deert met de feiten.
De
voorzitter :
Mevrouw
Frieda
Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik heb nog twee
vragen.
Ten eerste, mijnheer de minister, u hebt
uitgelegd wat men doet als de normen
van 200 en 500 worden overschreden.
Maar
hier
hebben
wij
het
over
veevoeder waarvoor de norm op 1 000
microgram per kilo vet was vastgelegd.
C 2 -
15
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Frieda Brepoels
Uit de oorspronkelijke analyse leren wij
dat het om een hoeveelheid van 1 869
microgram per kilo vet ging, volgens
een tegenanalyse om 1 300 microgram
per kilo vet. De norm was dus
overschreden. Welke maatregelen hebt
u in dit verband genomen ? Overigens
verscheen dit verhaal niet alleen in een
krant. Het werd bevestigd door een
medewerker van minister Van den
Bossche die in de vorige regering
bevoegd was, en van minister Aelvoet,
wat het artikel toch enige geloofwaar-
digheid gaf. Welnu, uw antwoord staat
haaks op de verklaring van de heer De
Ridder dat er niets is gebeurd, hoewel
de vorige regering op 5 juli had
afgesproken dat, zodra de norm van
1 000 microgram per kilo vet werd
overschreden, de betrokken bedrijven
zouden worden geblokkeerd. Begrijp
me goed : ik pleit daarvoor niet. Ik haal
dit
enkel
aan
om
deze
vreemde
werkwijze aan te klagen.
Ten tweede, u hebt mij niet geantwoord
op mijn vragen in verband met de
problematiek
van
de
cementovens.
Misschien
kan
de
minister
van
Volksgezondheid mij een toelichting
geven.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de
voorzitter, laat ik kort op de eerste vraag
antwoorden.
De hoeveelheid vet die in veevoeders
wordt gebruikt, is bepalend voor het
percentage. Hier bedroeg dat slechts
0,15%. Vandaar dat er geen onmiddel-
lijk gevaar leek. De bemonstering van
de zeugen, die wij achteraf hebben
uitgevoerd, leerde ons dat de inzichten
van de administratie juist waren, want
ze
heeft
een
negatief
resultaat
opgeleverd.
Bovendien vormde dit zogenaamde
nevralgiek feit op het moment dat het
bekendgemaakt
werd,
geen
zorgen
meer. Immers, wij waren al bezig testen
uit te voeren om de dioxinevrije
bedrijven attesten te verstrekken. Er
kon dus toen geen vlees met zulke
waarden meer worden uitgevoerd; wel
kon het op de binnenlandse markt
terechtkomen. Maar daarvan is geble-
ken dat er geen enkel probleem was en
dat de oorspronkelijke inzichten correct
waren.
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
Minister Magda Aelvoet : Mijnheer de
voorzitter, wat de problematiek inzake
de cementovens betreft, deel ik u mee
dat
wij
thans
onderhandelen
met
Rendac in verband met de verwerking
en de capaciteit die het bedrijf kan
verwerken. Gisteren werd een probleem
gemeld met voorverpakte goederen. De
zaak is dus nog niet afgerond.
De Vlaamse regering heeft er wel de
aandacht op gevestigd dat de verbran-
ding in cementovens problemen met
zich kan brengen. Wij zullen dat verder
onderzoeken. Alleszins zijn de normen
in Wallonie¨ verschillend van deze in
Vlaanderen.
Wat mij betreft, kan er uiteraard niet
worden gekozen voor een oplossing die
ernstige problemen veroorzaakt, maar
wij werken daaraan.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de
voorzitter, sta mij toe hieraan het
volgende toe te voegen.
De Waalse regering had reeds beslist dat
de
cementovens
zouden
worden
gevorderd om het afval te verbranden.
Deze ovens liggen allemaal in het
Waalse Gewest.
Alleszins heeft men ons verzekerd dat
er geen enkel probleem is, omdat de
temperatuur waarop men het afval
verbrandt,
2 000
graden
celsius
bedraagt. Ik laat in het midden of de
tegenstanders dan wel voorstanders
gelijk hebben en besef dat specialisten
andere verklaringen afleggen. Uiteinde-
lijk worden de residuen in cement
verwerkt, wat - dat hoop ik althans -
nooit in de voedselketen zal terechtko-
men.
Deze crisis heeft ons alvast geleerd dat
monopolies gevaarlijk kunnen zijn.
Enerzijds kan er wel eens een probleem
rijzen dat de betrokken bedrijven de
hoeveelheid afval niet kunnen verwer-
ken - ik heb het niet alleen over Rendac,
maar ook over Indaver -, anderzijds,
kunnen zij door gebrek aan concurren-
tie, hoge prijzen vragen. Alleen daarom
al is het nuttig alternatieven te zoeken
waarmee de vooropgestelde normen
ook worden gehaald.
De
voorzitter :
Mevrouw
Frieda
Brepoels heeft het woord.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Mijnheer de voorzitter, ik heb het
antwoord
van
de
minister
van
Volksgezondheid heel goed begrepen en
betreur dan ook dat de minister van
Landbouw
vorige
week
voorbarig
verklaarde
dat
hij
de
ovens
zal
opvorderen en daaraan onwaarheden
toevoegt, namelijk dat de ovens in
Wallonie¨ dezelfde strenge milieunor-
men als in Vlaanderen moeten naleven -
zo staat het in de pers - en dat er geen
sprake is van dioxine-uitstoot. Welnu,
toen ik het bericht hoorde, was ik ten
zeerste verontwaardigd. Men kan zoiets
toch niet zeggen als men dienaangaande
geen zekerheid heeft. Die sector is
natuurlijk gei¨nteresseerd, omdat die
graag goedkoop afval verwerkt dat als
brandstof kan dienen voor industrie¨le
bedrijvigheid.
Ik wijs erop dat heel wat ovens dichtbij
de grens met Limburg zijn gevestigd en
dat de wind meestal uit het zuiden
komt.
Minister Jaak Gabriels : Mevrouw
Brepoels, ik raad u aan eenieders
bevoegdheden
te
respecteren.
Het
Waals
Gewest
heeft
terzake
een
beslissing genomen. Als nu blijkt dat
die beslissing geen problemen voor het
leefmilieu in Wallonie¨ met zich brengt,
kunnen wij - dat heb ik verklaard - met
deze methodiek een oplossing bieden
aan het overaanbod van te verbranden
vee.
In mijn communique´ stond - u moet het
helemaal lezen - (protest van mevrouw
Frieda Brepoels en de heer Stefaan De
Clerck)
dat er geen enkel gevaar was
voor dioxine-uitstoot.
Mevrouw Frieda Brepoels (VU&ID) :
Graag had ik ten slotte vernomen of er
een dossier bestaat over Dossche - het
verhaal is inderdaad nogal verwarrend -
en of wij dat kunnen inzien.
Minister
Jaak
Gabriels :
Er
is
inderdaad een dossier en ik heb het
reeds voor u klaargelegd nog voor u uw
vraag kon stellen. Daarin zitten ook de
bijlagen waarnaar ik heb verwezen.
De voorzitter : De heer Stefaan De
Clerck heeft het woord.
De heer Stefaan De Clerck
(CVP)
:
Mijnheer de voorzitter, er is blijkbaar
een
nieuw
communicatieprobleem
opgedoken
in
verband
met
de
cementovens. We zullen moeten kijken
in welke context dit moet worden
geplaatst. Ik had via de media ook
andere dingen gehoord. Ik verneem nu
dat die verbranding niet in Vlaanderen
gebeurt maar wel in Wallonie¨. Ik dacht
nochtans dat er bepaalde problemen
waren. Volgens mij was een tijdelijke
exploi¨tatievergunning nodig.
Ik kom even terug op de twee vragen
die ik heb gesteld. Ten eerste, wat de
communicatie betreft, lijkt het mij
normaal dat u uitleg geeft over de juiste
context. Ik had het ook op die manier
verwacht. Dat dit geen effect zou
hebben gehad op de Europese houding
lijkt mij evenwel onjuist. U beweert
zelfs dat alle huidige problemen te
maken hebben met de houding van de
vorige regering. Het lijkt mij duidelijk
dat deze stelling in de onderzoekscom-
missie zal moet worden onderzocht.
Trouwens, het gaat hier om een dossier
dat voortdurend evolueert en bij de
analyse van het dossier zal moeten
blijken hoe het dossier werd aangepakt.
Dan moet ook blijken welke invloed uw
informatieverstrekking heeft gehad. Ik
C 2 -
16
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Stefaan De Clerck
verzet mij echter tegen het feit dat u alle
schuld bij de vorige regering legt.
Volgens mij is er ook door u verwarring
gecree¨erd.
Ten tweede, wat de schadevergoeding
betreft, heb ik geen enkel antwoord van
u gekregen. Er komt een wet maar het
wordt wachten op de uitvoeringsbeslui-
ten waarin de details zullen worden
uitgewerkt. Op concrete vragen van mij
heeft
u
evenwel
geen
antwoord
gegeven. Welke vergoeding zal worden
uitbetaald ?
Wat
met
de
niet-landbouwbedrijven ? Wat en wan-
neer zal worden betaald ? Wat met
exportverlies ? Op al deze vragen heeft
u geen enkel antwoord gegeven.
U zegt dat de crisis voorbij is maar u
heeft de getroffen sector geen enkele
duidelijkheid gegeven. Ik begrijp dat u
nog de nodige beslissingen terzake
moet treffen. Op zo'n moment lijkt het
mij echter voorbarig reeds te beweren
dat de crisis voorbij is.
Volgens u is de crisis dus weliswaar
voorbij maar er moeten toch nog
een
paar
duizend
testen
worden
uitgevoerd. Europa zal zo goed als
zeker groen licht geven. Eigenlijk is dit
allemaal
anticiperen.
U
bent
vrij
roekeloos als u nu reeds beweert dat
alles
voorbij
is.
Ik
begrijp
uw
redenering.
Er
zijn
zowat
8 000
varkensbedrijven
waarvan
er
reeds
5 000 zijn doorgelicht. 3 000 bedrijven
mogen nog steeds niet exporteren. Deze
laatste blijven echter tot op vandaag met
een zwaard van Damocles boven het
hoofd hangen. Al uw verklaringen zou
ik
dan
ook
als
roekeloos
willen
omschrijven.
Ik heb sympathie voor de manier
waarop u dit alles aanpakt. Ik weet dat
dit geen gemakkelijk dossier is. Mensen
zand in de ogen strooien door nu reeds
te beweren dat alles voorbij is, is
volgens mij bedrog. Ik vind dit jammer.
Mijn conclusie is dan ook dat ik geen
antwoord op mijn vragen heb gekregen.
Ik verwacht bijkomende toelichting en
ik zal binnenkort op deze problematiek
terugkomen. Mijnheer de voorzitter, ik
hoop dat wij vlug meer informatie
zullen krijgen.
De
voorzitter :
De
heer
Gerolf
Annemans heeft het woord.
De heer Gerolf Annemans (Vlaams
Blok) : Mijnheer de voorzitter, ik wil
mij hier graag bij aansluiten. Het is
opnieuw een dag geweest waarna we
met vele vragen blijven zitten. De
regering
heeft
ons
niet
kunnen
overtuigen. Het is in ieder geval te
vroeg om de zaak af te blazen en te
zeggen dat alles in orde is en bovendien
de pluimen op de hoed te steken door te
zeggen dat de vorige regering de crisis
heeft veroorzaakt en de huidige de zaak
heeft
opgelost.
De
regering
kan
natuurlijk zeggen dat ze is beginnen
werken op basis van analyses en niet
langer op basis van lijsten. Ook het
systeem van de analyses blijkt nadelen
te hebben. Zo bestaat er twijfel over de
betrouwbaarheid van de testen en de
controles
in
de
bedrijven
en
de
slachthuizen hebben aangetoond dat er
reden tot twijfel omtrent dit systeem
aanwezig is.
Als ik de minister correct heb begrepen,
heeft de betrokken persoon spontane
bekentenissen afgelegd tegenover de
Europese controleorganen. Hij heeft
spontaan verklaard dat hij certificaten
heeft verleend zonder de uitslag van de
pcb-testen af te wachten. Was dit een
vorm van rebellie in hoofde van deze
persoon ? Bestaat er net als in de
bedrijven, ook in de slachthuizen een
vorm van verzet tegen de manier
waarop de zaken nu verlopen ? Ik heb
eerder de indruk dat Europa zegt dat het
nu wel genoeg is geweest en dat men
tevreden is dat de analyses worden
voortgezet, ook al is het systeem niet
altijd sluitend. Het gaat dus eerder om
een
politieke
beslissing.
De
grote
verdienste van deze regering steekt dus
niet zo schril af tegen de verantwoorde-
lijkheid van de vorige regering.
Het dossier is natuurlijk nog niet
volledig, maar minister Aelvoet heeft
mij nog niet kunnen uitleggen waarom
2% in een confrontatie met de Europese
instanties 20% werd en uiteindelijk na
overleg terug 2%. Deze evolutie, die
zich in drie dagen heeft afgespeeld,
vind ik toch wat moeilijk om volgen.
Het is dus zeker voorbarig wanneer
deze regering nu reeds de pluimen op
haar hoed steekt. Het motto van de dag
is blijkbaar :
De pers heeft het zo
weergegeven, iedereen heeft het zo
begrepen, ook al staat het nergens.
Ik
zal dit dossier ook in de parlementaire
onderzoekscommissie
op
de
voet
blijven volgen. De minister stelt dat het
binnen een week achter de rug is. Dat
betekent
natuurlijk
alleen
dat
de
regering de crisis onder controle heeft.
Minister Aelvoet maakt er zich van af
door te stellen dat dit probleem in heel
Europa rijst. Wij zullen de zaak op de
voet blijven volgen.
Le
pre´sident :
La
parole
est
a`
M. Richard Fournaux.
M. Richard Fournaux
(PSC)
: Madame
la ministre, vos propos m'ont quelque
peu effraye´. En effet, on peut aborder ce
dossier
de
plusieurs
fac¸ons.
Il
a
beaucoup e´te´ question de la gestion
technique du dossier, mais tre`s peu des
conse´quences qu'il peut entrai^ner sur le
plan
e´conomique
pour
une
se´rie
d'entreprises, surtout les plus petites.
Dans cette commission qui, je le
rappelle,
compte
notamment
des
membres de la commission des Affaires
e´conomiques, vous osez pre´tendre que
le fait d'avoir ferme´ les frontie`res
pendant quelques heures seulement n'a
pas perturbe´ les exportations belges.
C'est faire fi des conse´quences que cette
affaire a eues sur nos exportations. En
effet, cela a ve´ritablement terni l'image
de marque de nos produits et de la
Belgique de manie`re plus ge´ne´rale. Ce
n'est pas moi qui le dis; je l'ai lu dans
un article recueillant les propos de
M. Chevalier, secre´taire d'Etat. Ce
dernier souhaiterait d'ailleurs que le
premier ministre consacre une part
budge´taire a` l'ame´lioration de l'image
de marque de nos produits a` l'e´tranger
en vue de re´tablir un climat de
confiance.
Madame
la
ministre,
monsieur
le
ministre, nous avons e´te´ tre`s attentifs
aux re´ponses que vous nous avez
donne´es. C'est la premie`re fois qu'on a
autant parle´ de la manie`re dont le
proble`me a e´te´ relaye´ par la presse.
Comme l'a dit M. De Clerck, au niveau
du gouvernement, il y a un grave
proble`me de gestion de la communica-
tion tant vers l'inte´rieur que vers
l'exte´rieur du pays. Etant donne´ que
beaucoup d'institutions europe´ennes,
notamment
la
Commission,
sont
installe´es a` Bruxelles, tout ce qui est
relaye´ par la presse ou par la te´le´vision
a automatiquement des re´percussions
e´galement aupre`s des fonctionnaires
europe´ens.
Est-il
normal
que
les
ministres s'expriment sans arre^t sur ce
proble`me ? Quel est finalement le ro^le
du
commissaire
du
gouvernement,
charge´ de la gestion de ce proble`me ?
Ne faudrait-il pas mieux de´finir ses
compe´tences au vu notamment de ce
proble`me
de
communication ?
Ne
conviendrait-il
pas
d'arre^ter
une
strate´gie a` cet e´gard avec le secre´taire
d'Etat au Commerce exte´rieur afin de
ne pas ternir davantage l'image de la
Belgique et de ses produits ?
Je pense que le premier ministre devrait
plus souvent se charger lui-me^me de la
communication diffuse´e tant a` l'inte´-
rieur qu'a` l'exte´rieur du pays.
Ma deuxie`me question porte sur les
indemnisations. M. De Clerck en a parle´
e´galement.
Plusieurs
parlementaires
sont actuellement interpelle´s sur le
terrain
par
des
entreprises
et
ils
re´percutent
ces
demandes
vers
le
cabinet
du
premier
ministre.
Une
grande incertitude re`gne a` propos des
indemnisations - quel type d'indemni-
sation et pour quelles entreprises - mais
C 2 -
17
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Richard Fournaux
aussi au sujet de la manie`re dont il
faudra introduire un dossier ou faire une
e´valuation. Il faut comprendre, madame
et monsieur les ministres, qu'il est
impossible pour un chef d'entreprise de
discerner le vrai du faux dans tout ce
qui est publie´ dans la presse. Vous
devez absolument faire en sorte que la
communication vis-a`-vis des entreprises
soit la plus claire et la plus pre´cise
possible.
Enfin, j'ai e´te´ side´re´ de vous entendre
dire que la fre´quence des tests a e´te´
ralentie durant les mois de juillet et
d'aou^t a` cause des vacances. Vous me
faites signe que non, mais je lis vos
propos
dans
le
Compte
rendu
analytique :
A cause des vacances, le
nombre des tests est passe´ de 3 000 a`
1 600
.
Pourtant, a` la veille des e´lections, tout le
monde
a
parle´
de
flexibilite´,
de
redistribution du temps de travail et de
re´organisation
du
travail
en
vue
d'ame´liorer la compe´titivite´.
De`s lors, il me semble que dans le
climat que nous connaissons, il aurait
e´te´ opportun de faire travailler le
personnel un peu plus longtemps et de
reporter e´ventuellement les pe´riodes de
vacances
afin
de
re´pondre
aux
demandes des entreprises.
Le pre´sident : La parole est a` Mme
Martine Dardenne.
Mme Martine Dardenne (AGALEV-
ECOLO) : Monsieur le pre´sident, je
souhaiterais faire quelques remarques
au sujet des interpellations et des
re´ponses que nous avons entendues.
Je remercie Mme Alvoet pour la
pre´cision avec laquelle elle nous a
explique´ la chronologie des e´ve´ne-
ments. Il en ressort que la solution qui a
e´te´ adopte´e au de´part, c'est-a`-dire la
trac¸abilite´, e´tait totalement insuffisante.
Elle correspondait soit a` une volonte´ de
minimiser
la
crise,
soit
a`
une
incompre´hension de cette crise. Il est
certain que l'on a mal e´value´ la gravite´
de la crise et que l'on n'a pas voulu
croire a` une contamination ge´ne´ralise´e
de la chai^ne alimentaire. Le gouverne-
ment pre´ce´dent a pre´fe´re´ ne rien dire
pendant plus d'un mois. De`s lors, il est
insupportable de recevoir des lec¸ons en
matie`re de transparence et de gestion de
la crise, de la part de personnes qui
n'ont elles-me^mes pas e´te´ capables de
la ge´rer.
Le gouvernement doit donc accorder la
plus grande attention au renforcement
dans
notre
pays
d'un
re´seau
de
laboratoires performants et a` la mise en
place rapide de l'Agence de contro^le de
la se´curite´ alimentaire, que nous avions
ne´gocie´e.
Quand on constate que certains pays ont
refuse´ l'importation de produits belges,
notamment
pour
une
question
de
normes comme ce fut le cas de l'Italie,
il m'apparai^t tre`s important de pre´voir
une norme europe´enne unique. J'espe`re
en tout cas que celle-ci sera apte a`
garantir la sante´ publique car il serait
paradoxal qu'au terme d'une crise ayant
frappe´ toute une chai^ne alimentaire,
cette nouvelle norme soit moins se´ve`re
que celle actuellement en vigueur dans
certains pays.
J'attirerai
e´galement
l'attention
du
gouvernement sur l'une des causes
profonde et structurelle de cette crise, a`
savoir l'alimentation du be´tail. Il en
sera d'ailleurs question lors de la
ne´gociation au sein de l'Organisation
mondiale du commerce qui aura lieu a`
Seattle a` la fin de cette anne´e et qui
portera notamment sur l'agriculture.
C'est donc au ministre de l'Agriculture
que je m'adresse ici plus particulie`re-
ment.
Je
souhaiterais
attirer
son
attention sur le proble`me du de´ficit en
prote´ines ve´ge´tales qui existe actuelle-
ment en Europe. C'est un proble`me
fondamental qui devra e^tre re´gle´ au
cours de cette ne´gociation. Lorsque le
conseil des ministres europe´ens se
re´unira pour de´finir le mandat de la
Commission europe´enne, j'espe`re qu'il
tiendra compte de cet e´le´ment.
En tout cas, cette crise nous aura permis
de
nous
rendre
compte
que
la
mondialisation de l'e´conomie comporte
aussi une aberration puisqu'on n'a plus
aucun contro^le sur rien. Il serait
ne´cessaire d'instaurer des syste`mes
commerciaux plus proches des lieux de
production.
Je
songe
au
syste`me
d'appellations d'origine contro^le´e qu'il
convient de de´velopper. Des mesures
structurelles doivent donc e^tre prises en
matie`re d'agriculture.
Heureusement, la crise touche a` pre´sent
a` sa fin. J'espe`re que nous en aurons tire´
les lec¸ons. Il ne suffira pas d'intensifier
les contro^les; il faudra fondamentale-
ment
modifier
la
manie`re
d'agir,
notamment en matie`re d'agriculture et
d'alimentation animale.
Enfin, je souhaiterais que le gouverne-
ment adopte la plus grande prudence en
ce
qui
concerne
l'incine´ration
en
cimenterie. Une re´flexion devrait avoir
lieu au sujet des pre´cautions a` prendre.
J'ose espe´rer que l'on ne mettra pas du
ciment dans l'alimentation animale !
Etant donne´ que le ciment capte les
polluants, on risque une contamination
diffuse par e´rosion du ciment qui serait
libe´re´ un peu partout. Je remercie nos
amis flamands d'avoir veille´ au respect
de l'environnement wallon, mais je leur
signale
que
le
ciment
se
vendra
partout !
De voorzitter : Mevrouw Trees Pieters
heeft het woord.
Mevouw Trees Pieters
(CVP)
: Mijn-
heer de voorzitter, ik kom even terug op
de discussie van collega Tant en de
minister in verband met de financie¨le
hulp aan de kleine landbouwbedrijven
en de grote integratoren. Ik ben ervan
overtuigd dat deze hulp inefficie¨nt is en
bovendien te laat komt. De overheids-
tussenkomsten en de goedkope leningen
missen hun doelgroep. Bovendien werd
een voorschotregeling in functie van
omzet uitgewerkt. Hierbij wist men
goed genoeg dat vele kleine landbouw-
bedrijven een slecht jaar achter de rug
hebben en geen omzetverlies van 30%
halen. Zij beseffen dus maar al te goed
dat deze hulp aan hen zal voorbijgaan.
Bovendien zijn de integratoren zo alert
dat ze al gedurende maanden aan de
bedrijven betalingsfaciliteiten verlenen
en voeders blijven leveren. Ze vertellen
de landbouwers dat ze hen in het
verleden hebben geholpen en dit in de
toekomst zullen blijven doen. Ondertus-
sen zijn veel kleine bedrijven reeds
opgegaan in de grote bedrijven. Ik denk
dat de minister, die zowel verantwoor-
delijk is voor Landbouw als voor
KMO's, een dubbele verantwoordelijk-
heid draagt voor deze zelfstandige
landbouwbedrijven
die
ondertussen
schijnzelfstandigen zijn geworden en
niet meer werken zoals het hoort.
De voorzitter : Mevrouw Annemie Van
de Casteele heeft het woord.
Mevrouw Annemie Van de Casteele
(VU&ID) : Mijnheer de voorzitter, ik
heb weinig toe te voegen aan hetgeen
collega Brepoels heeft gezegd. Ik wens
me wel aan te sluiten bij de opmerking
van collega De Clerck, namelijk dat
deze crisis niet is gestopt met de
verkiezingen noch met het aantreden
van een nieuwe regering. Mijn vraag is
of deze regering bereid is om aan de
dioxinecommissie de nodige uitleg te
verschaffen. Er zijn een aantal concrete
punten die al bij de eerste vergadering
om uitleg vragen, bijvoorbeeld de net
rondgedeelde persmededeling met een
stand van zaken in verband met de
analyseresultaten. Ik kan deze niet
vergelijken met de analyseresultaten die
we vanuit de dioxinecommissie van de
minister van Landbouw hebben gekre-
gen. Misschien gaat het om een andere
periode, maar de cijfers zijn niet
dezelfde. Er moeten dus een aantal
punten worden toegelicht.
Een ander voorbeeld : we hebben een
brief
gekregen
van
iemand
die
gedurende een korte periode in de
administratie
van
Landbouw
werd
tewerkgesteld en daarna erg fundamen-
tele opmerkingen maakte betreffende de
C 2 -
18
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Annemie Van de Casteele
manier waarop werd gei¨mproviseerd,
het gebrek aan statistieken enzovoort.
We willen de regering hieromtrent een
aantal vragen stellen.
Omwille van de vakantieperiode moest
worden
gewacht
op
een
aantal
gegevens.
We
hebben
ze
moeten
opvragen via interpellaties.
Er zijn wel degelijk opmerkingen te
maken over de aanpak van de vorige
regering. Nochtans wil ik de ministers
wijzen op de nota's die we van de
vorige regering op 8 juli nog kregen en
die een vrij volledig beeld bevatten van
wat totdantoe reeds was ondernomen
alsook van de beslissingen die reeds
werden getroffen. Vandaag moesten wij
op basis van persmededelingen - of
erger nog van krantenartikelen - de
zaken opvolgen. Ik hoop dat niet
opnieuw moet worden gei¨nterpelleerd,
maar dat de ministers zelf een initiatief
nemen om de commissie op de hoogte
te houden van de genomen initiatieven.
In verband met de analyses werd me
gezegd dat in de beginfase heel wat
werd gemproviseerd, wat begrijpelijk is
gezien alles heel snel moest verlopen.
De manier waarop de stalen aan de
labo's worden overgemaakt, doet wel
een aantal vragen rijzen. Ze worden
namelijk met de post verstuurd en
blijven dikwijls het hele weekend in het
postkantoor liggen. Wat me zorgen
baart is het feit dat de bedrijven weten
waarheen de stalen worden verstuurd en
omgekeerd : de labo's weten waar de
stalen vandaan komen. Vroeger werden
de stalen van de slachthuizen recht-
streeks overgemaakt aan de labo's. Nu
gebeurt dit wel via het ministerie. De
gegevens zouden beter anoniem worden
beheerd
zodanig
dat
geen
enkele
betrokkenheid kan blijken en bedrijven
geenszins labo's kunnen lastig vallen.
De vraag bestaat erin het systeem te
verbeteren, zeker indien men eraan
denkt het systeem in de toekomst
structureel in te bouwen.
De voorzitter : De heer Paul Tant heeft
het woord.
De heer Paul Tant
(CVP)
: Mijnheer de
voorzitter,
normaal
was
ik
niet
tussenbeide gekomen, maar nu ik
vaststel dat de heer Valkeniers niet
aanwezig is en wellicht de dreiging om
de gewone motie te ondertekenen is
verminderd, en gezien de vele oproepen
om met een gemotiveerde motie te
werken, dacht ik de afspraak die ik met
de heer Tavernier enkele jaren geleden
maakte om af en toe een gemotiveerde
motie van aanbeveling in te dienen,
trouw te kunnen blijven. Ik beschik
over de juiste argumenten om u te
overtuigen.
We hebben samen met de Volksunie en
de PSC een gemotiveerde motie van
aanbeveling ondertekend. Deze houdt
een viertal aanbevelingen in. De eerste
twee
staan
in
verband
met
de
communicatievaardigheid of het gebrek
eraan, van deze regering. Tijdens de
vakantiemaanden werd op dit punt
'gestunteld'. Ik stel met spijt vast dat
menige vraag niet werd opgehelderd. Er
zijn dus voldoende redenen voorhanden
om
de
eerste
twee
aanbevelingen
gezamenlijk te stemmen en een oproep
te richten tot deze regering teneinde op
geregelde tijdstippen een dialoog aan te
gaan over deze aangelegenheid met het
parlement. Dit zou een reeks misver-
standen uit de wereld kunnen helpen.
Voorts zou ervoor moeten worden
gezorgd dat, indien via de media wordt
gecommuniceerd, dit op een deskun-
dige
wijze
gebeurt.
Er
bestaan
gespecialiseerde bureaus voor. Dit zou
voorkomen dat men systematisch de
fouten op de boodschapper afschuift,
wat in feite enkel de geloofwaardigheid
aantast. We lijken immers in een nieuwe
vorm van bestuur te zijn terechtgeko-
men,
namelijk
het
besturen
via
communique´s. Nadien moet men wel
toegeven dat niet alles duidelijk was.
De vraag is of dit de juiste manier van
werken is. De cementovens zijn hiervan
een mooi voorbeeld. De minister doet
een aankondiging dat hij van die ovens
zal gebruik maken. Ik verneem nu dat
daarvoor nog geen aanvraag werd
ingediend noch toelating voor bestaat
en dat er nog vele administratieve
hinderpalen zijn alvorens dit eventueel
mogelijk is.
De derde aanbeveling. Ik waardeer de
inspanningen die u levert om de
analyses snel te verhogen in aantal. Het
spijt me dat dit zo laat gebeurde. Er
gingen
een
drietal
weken
voorbij
alvorens de vorige vergadering van het
Veterinair
Comite´
met
voldoende
resultaten
kon
aantonen
dat
de
rundveesector
was
vrijgepleit.
Ik
betreur dit, maar ben van mening dat nu
alle aandacht naar de rundveesector
moet gaan : de risico's zijn in die sector
blijkbaar zeer beperkt.
Ik
betreur
dat
de
minister
deze
aangelegenheid niet aangrijpt om vanuit
deze
commissie
duidelijkheid
te
brengen, zij het in algemene termen,
wat betreft de schadeloosstelling. U
geeft
op
alle
vragen
die
hierop
betrekking
hebben
een
ontwijkend
antwoord. Ik waardeer het feit dat u het
parlement via een wet hierbij wil
betrekken, maar hoop dat het geen
volmachtenwet betreft, want ik hoor u
zeggen dat een en ander nog door de
regering moet worden uitgewerkt. Als
de
volksgezondheid
een
ernstige
aangelegenheid is, is het belangrijk om
daar volstrekte duidelijkheid in te
brengen. Technisch hebt u dit niet
gedaan, en u gebruikt deze gelegenheid
niet om het vooralsnog te doen. U kan
de mensen uit de sector die in een
dramatische
situatie
verkeren,
niet
langer in onzekerheid laten. Zij hebben
intussen torenhoge schulden opgesta-
peld. Zij hebben op zijn minst recht op
duidelijkheid. De kans om hieraan te
voldoen werd hier gemist.
Een laatste vraag. Mevrouw Brepoels
heeft u gesproken over het dossier
Dossche. Ik hoop de documentatie die u
haar ter beschikking stelt, eveneens te
kunnen doornemen. Dit was immers
aan
de
orde
in
de
periode
dat
onduidelijkheid
bleek.
Kan
u
me
zeggen of de fingerprint van het vet dat
in het voeder zat in dit concrete geval,
het geval Dossche, dezelfde is als
degene afkomstig van de filie`re Verkest.
Ik wil dit duidelijk van u vernemen.
De voorzitter : De heer Jef Tavernier
heeft het woord voor een persoonlijk
feit.
De heer Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO) : Mijnheer de voorzitter, ik
heb de volgende vraag. De heer Tant
roept ons op om bepaalde moties van
aanbeveling te steunen. Ik wil weten of
hij deze reeds had ingediend en op welk
tijdstip ?
De heer Paul Tant
(CVP)
: Om 17.31
uur.
De heer Jef Tavernier (AGALEV-
ECOLO) : De heer Gabriels heeft
geantwoord om 17.40 uur. Indien ik het
Reglement erop nalees, dan dient men
moties in na het antwoord van de
regering op de interpellaties. Ik wens
erop te wijzen dat we vragende partij
zijn om het reglementair systeem van de
gewone moties ter discussie te stellen.
De heer Tant zal moeten toegeven dat
het een aberratie is om volgens het
Reglement een motie, ook een van
aanbeveling, in te dienen bij het sluiten
van de debatten. De tijd ontbreekt om
zich daarna - oppositie en meerderheid -
te beraden en tot een gemeenschappe-
lijke tekst te komen. Ik nodig de heer
Tant uit om het debat, dat men in de
commissie voor het Reglement in de
vorige
legislatuur
geweigerd
heeft,
grondig met ons te bespreken, zodanig
dat we met een beter systeem van
moties van aanbeveling kunnen werken.
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
C 2 -
19
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Minister Jaak Gabriels : Ik wens kort
op de vragen van de heren De Clerck,
Tant en mevrouw Pieters te antwoorden.
Collega Aelvoet zal op de andere
vragen antwoorden. Het verbaast me
dat de heer De Clerck niet langer
nieuwsgierig is naar een antwoord.
Er werd helemaal geen polemiek met de
pers gevoerd, wat men ook moge
beweren.
In sommige interventies wordt verwe-
zen naar een persartikel, maar het staat
ons wel degelijk vrij om te zeggen dat
het vertrekpunt van nieuwsgaring op
deze wijze verloopt. We hebben met de
pers in de voorbije maanden op een
correcte en open wijze gecommuni-
ceerd.
Het
is
evident
dat
deze
aangelegenheid in de ogen van de
publieke opinie niet steeds eenvormig
wordt gezien : de situatie zelf evolueert.
Het lijkt logisch en is dit ook omdat
bepaalde standpunten in de loop van de
gebeurtenissen werden gewijzigd. Ik
wil de pers ook danken omdat deze
materie
onder
de
aandacht
wordt
gebracht . Op die manier zijn de mensen
zich bewust van de noodzaak van een
algemene aanpak, ook op Europees
niveau. Dit is een zeer belangrijk
gegeven
en
geen
polemiek
zoals
sommigen willen doen uitschijnen.
Op
de
vraag
van
de
heer
Tant
betreffende het dossier Dossche wens ik
te bevestigen dat het gaat om de
fingerprint van de pcb in het vet. De
fingerprint is terug te brengen naar
dezelfde structuur Verkest/Fogra. Wat
het rundvee betreft, aanvankelijk was
dit niet gevat door deze Europese
strenge maatregel. Dit is pas in de loop
van de tijd gebeurd. We hebben er niet
te laat op gereageerd.
De voorzitter : De minister heeft het
woord.
Minister Magda Aelvoet : Mijnheer de
voorzitter,
ik
zal
mijn
antwoord
samenvatten.
Deze
vergadering
heeft
duidelijk
gemaakt dat er een grote behoefte
bestaat aan een geregeld gesprek tussen
de regering en het parlement. Ik ben
bereid wekelijks informatie te verstrek-
ken over de evolutie van dit dossier. Wij
zullen trachten de informatie die zich in
de loop van de voorbije maanden heeft
opgehoopt op een zinvolle manier
samen te vatten en aan de parlements-
leden
te
bezorgen.
Gedurende
de
vakantieperiode zijn de contacten niet
altijd vlot kunnen verlopen, hoewel er
geregeld contact is geweest met de
sector. De teneur van de laatste twee
contacten met de sector waren helemaal
anders dan ervoor. De sector begrijpt
dat er wel degelijk een evolutie is in het
dossier en dat er vanwege Europa heel
wat toegevingen zijn gedaan. Zonder de
contacten en de inzet van regeringscom-
missaris Willockx zou de realiteit er
vandaag helemaal anders uitzien. Wij
hebben het aan hem te danken dat er zo
veel werd bereikt.
Je re´ponds ici a` l'intervention de notre
colle`gue francophone qui n'est plus
pre´sent. J'insiste sur la qualite´ du travail
qui a e´te´ effectue´. Il nous a permis de
progresser et de mieux re´pondre aux
exigences de la Communaute´ euro-
pe´enne.
Voorts wil ik erop wijzen dat het niet
correct is deze vergadering af te doen
als een poging van de regering om alle
verwijten weg te wuiven. Het ree¨le
probleem - het dioxineprobleem - is niet
ontstaan
in
de
loop
van
deze
regeerperiode. Ik heb in het openbaar
gezegd dat er naar aanleiding van deze
zaak communicatieproblemen zijn ont-
staan. Het heeft geen zin een karikatuur
te willen maken van deze regering. Wij
hebben geen misbruik gemaakt van de
problemen.
Wat de uitwerking van ministerie¨le
besluiten en het opstellen van de
dioxinewet betreft, kan ik u meedelen
dat het ministerieel besluit dat de
opkoopregeling
en
de
vernietiging
organiseert, morgen aan de Minister-
raad
zal
worden
voorgelegd.
Dit
ministerieel besluit zal uiteindelijk een
legale basis moeten vinden in de
dioxinewet. In deze wet zal een definitie
worden
opgenomen
van
wat
wij
verstaan onder een niet-gei¨ntegreerd
bedrijf,
rekening
houdend
met
de
realiteit in deze sector. Vanmorgen heeft
een speciale werkgroep zich nog over
deze materie gebogen, samen met
specialisten van de federale overheid.
Mevrouw Dardenne heeft gesproken
over de problematiek van het veevoe-
der. In het regeringsinitiatief werd op
initiatief van Agalev bedongen dat er op
dit vlak veel strengere criteria zullen
worden
gehanteerd.
Wij
zijn
wel
degelijk van plan zo vlug mogelijk de
nodige maatregelen te nemen. Iedereen
weet door wie hiertegen onmiddellijk is
gereageerd. Het is niet nodig hierop nog
in te gaan.
Op het Europese niveau is gebleken dat
er niet enkel problemen zijn gerezen
naar aanleiding van het gebruik van
besmet veevoeder. Bij een bedrijf in de
buurt
van
Sidmar
werden
hoge
pcb-waarden waargenomen hoewel de
testen op het veevoeder negatief waren.
Dit
bewijst
dat
er
een
algemeen
probleem van vervuiling bestaat, wat
aanleiding geeft tot soms onverant-
woord hoge pcb-waarden. Dit kan niet
worden beschouwd als een poging om
het probleem te verstoppen. Integen-
deel, op die manier wordt het probleem
duidelijk gemaakt. Ik kan de insinuaties
van de heer Annemans dus onmogelijk
aanvaarden. Wij hebben nooit beweerd
dat de problemen nu volkomen zijn
opgelost, maar het is een feit dat wij de
realiteit stilaan beginnen te begrijpen.
Dit heeft minister Gabriels willen
aantonen.
De voorzitter : Tot besluit van deze
bespreking werden volgende moties
ingediend.
En conclusion de cette discussion, des
motions ont e´te´ de´pose´es.
Een eerste motie van aanbeveling werd
ingediend
door
de
heer
Gerolf
Annemans en luidt als volgt :
De Kamer, gehoord de samengevoegde
interpellaties
van
mevrouw
Frieda
Brepoels en de heren Stefaan De Clerck
en Gerolf Annemans
en het antwoord van de ministers
stelt vast dat op diverse punten van
beheer
van
de
dioxinecrisis,
deze
regering
een
chaotische
toestand
cree¨erde, verzoekt het ontslag van
mevrouw Aelvoet.
Une premie`re motion de recommanda-
tion a e´te´ de´pose´e par M. Gerolf
Annemans et est libelle´e comme suit :
La Chambre, ayant entendu les
interpellations jointes de Mme Frieda
Brepoels et de MM. Stefaan De Clerck
et Gerolf Annemans
et la re´ponse des ministres
constate que l'actuel gouvernement a
suscite´ une situation chaotique en ce qui
concerne plusieurs points relatifs a` la
gestion de la crise de la dioxine,
demande
la
de´mission
de
Mme
Aelvoet.
Een tweede motie van aanbeveling
werd ingediend door de heren Stefaan
De Clerck en Richard Fournaux en
mevrouw Frieda Brepoels en luidt als
volgt :
De Kamer, gehoord de samengevoegde
interpellaties
van
mevrouw
Frieda
Brepoels en de heren Stefaan De Clerck
en Gerolf Annemans
en het antwoord van de regering
vraagt deze :
- gezien het bijzonder belang voor onze
economie en volksgezondheid van een
vlotte en efficie¨nte afhandeling van de
dioxinecrisis, de verenigde commissies
op geregelde tijdstippen volledig en
correct te informeren over de stand van
C 2 -
20
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
voorzitter
zaken (regeringsbeslissingen, bespre-
kingen met Europa, analyserapporten
van bedrijven en producten, vergoedin-
gen en overbruggingskredieten, ...);
- dat zij zich zo organiseert dat een
eenduidige en duidelijke communicatie
tot stand komt voor de afwikkeling van
alle aspecten van de dioxinecrisis en dat
zij zich desnoods professioneel laat
bijstaan om efficie¨nt te communiceren;
- dat zij de nodige maatregelen neemt
opdat voldoende laboratoriumcapaciteit
ter beschikking staat om de pcb-testen
sneller uit te voeren teneinde de
exportbelemmeringen minimaal te hou-
den;
- dat een einde wordt gemaakt aan de
verwarring over de ondersteunende
maatregelen voor de getroffen sectoren
en dat zo spoedig mogelijk en met
minimale administratieve lasten vol-
doende fondsen ter beschikking worden
gesteld van de bedrijven en dit zowel
onder de vorm van vergoedingen ter
volledige compensatie van de geleden
schade
als
onder
de
vorm
van
overbruggingskredieten.
Une deuxie`me motion de recommanda-
tion a e´te´ de´pose´e par MM. Stefaan De
Clerck et Richard Fournaux et Mme
Frieda Brepoels et est libelle´e comme
suit :
La Chambre, ayant entendu les
interpellations jointes de Mme Frieda
Brepoels et de MM. Stefaan De Clerck
et Gerolf Annemans
et la re´ponse du gouvernement
invite celui-ci :
-
compte
tenu
de
l'importance
particulie`re que reve^t une solution
rapide et efficace de la crise de la
dioxine pour notre e´conomie et notre
sante´ publique, a` informer pleinement
et
correctement
les
commissions
re´unies a` intervalles re´guliers de la
situation (de´cisions gouvernementales,
discussions avec l'Europe, rapports
d'analyse
des
entreprises
et
des
produits, indemnisations et cre´dits de
soudure, etc.);
-
a`
organiser
une
communication
univoque
et
claire
concernant
la
solution de la crise de la dioxine sous
tous ses aspects et a` se faire assister le
cas e´che´ant par un spe´cialiste en
communication;
- a` prendre toutes les mesures qui
s'imposent pour que la capacite´ des
laboratoires permette de proce´der plus
rapidement aux tests pcb, afin de limiter
dans toute la mesure du possible les
entraves a` l'exportation;
- a` mettre un terme a` la confusion qui
re`gne a` propos des mesures de soutien
aux secteurs touche´s et a` mettre le plus
rapidement possible, et moyennant le
minimum de formalite´s administratives,
des fonds suffisants a` la disposition des
entreprises,
sous
la
forme
tant
d'indemnite´s a` titre de compensation
inte´grale des dommages subis que de
cre´dits de soudure.
Een eenvoudige motie werd ingediend
door de dames Anne Barzin, Maggie De
Block, Martine Dardenne en Colette
Burgeon en de heer Peter Vanhoutte.
Une motion pure et simple a e´te´
de´pose´e
par
Mmes
Anne
Barzin,
Maggie De Block, Martine Dardenne et
Colette Burgeon et M. Peter Vanhoutte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- De openbare commissievergadering
wordt gesloten om 18.40 uur.
- La re´union publique de commission
est leve´e a` 18.40 heures.
C 2 -
21
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999
Inhoud
Donderdag 9 september 1999
VERENIGDE COMMISSIES VOOR HET BEDRIJFSLEVEN,
HET WETENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS, DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE LAND-
BOUW
EN
VOOR
DE
VOLKSGEZONDHEID,
HET
LEEFMILIEU
EN
DE
MAATSCHAPPELIJKE
HER-
NIEUWING
-
C 002
Samengevoegde interpellaties van :
- mevrouw Frieda Brepoels tot de eerste minister over
de
ontwikkelingen in de dioxinecrisis en de verwarring die de
regering hierrond schept
(nr. 6)
- de heer Stefaan De Clerck tot de eerste minister en tot de
minister
van
Consumentenzaken,
Volksgezondheid
en
Leefmilieu over
de recente ontwikkelingen bij de afhandeling
van de dioxinecrisis
(nr. 7)
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste minister over
de
recente aanpak van de dioxinecrisis en de gevolgen hiervan
(nr. 8)
- mevrouw Frieda Brepoels tot de minister van Landbouw en
Middenstand over
de analyses van de voeders Dossche Zolder
(nr. 9)
1
sprekers : Frieda Brepoels, Stefaan De Clerck, voorzitter
van de CVP-fractie, Gerolf Annemans, voorzitter van de
Vlaams
Blok-fractie,
Magda
Aelvoet,
minister
van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Jaak
Gabriels
, minister van Landbouw en Middenstand, Richard
Fournaux
, Martine Dardenne, Trees Pieters, Annemie
Van de Casteele
, Paul Tant, Jef Tavernier, voorzitter van
de AGALEV-ECOLO-fractie
Moties
20
Sommaire
Jeudi 9 septembre 1999
COMMISSIONS RE
´ UNIES DE L'E´CONOMIE, DE LA
POLITIQUE SCIENTIFIQUE, DE L'E
´ DUCATION, DES
INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES
ET
CULTURELLES
NATIONALES,
DES
CLASSES
MOYENNES
ET
DE
L'AGRICULTURE ET DE LA SANTE
´ PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU RENOUVEAU DE LA
SOCIE
´ TE´
-
C 002
Interpellations jointes de :
- Mme Frieda Brepoels au premier ministre sur
l'e´volution de
la crise de la dioxine et la confusion qui re´sulte de l'attitude du
gouvernement
(n° 6)
- M. Stefaan De Clerck au premier ministre et a` la ministre de
la Protection de la Consommation, de la Sante´ publique et de
l'Environnement sur
les re´centes pe´ripe´ties dans le traitement
de la crise de la dioxine
(n° 7)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
les re´centes
prises de position du gouvernement face a` la crise de la dioxine
et leurs re´percussions
(n° 8)
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur
les analyses des aliments de la firme
Dossche de Zolder
(n° 9)
1
orateurs : Frieda Brepoels, Stefaan De Clerck, pre´sident du
groupe CVP, Gerolf Annemans, pre´sident du groupe Vlaams
Blok, Magda Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Sante´ publique et de l'Environnement,
Jaak Gabriels, ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes, Richard Fournaux, Martine Dardenne, Trees
Pieters
, Annemie Van de Casteele, Paul Tant, Jef
Tavernier
, pre´sident du groupe AGALEV-ECOLO
Motions
20
2 -
I
Chambre des Représentants de Belgique - Kamer van Volksvertegenwoordigers van Belgie¨
Législature 50e Zittingsperiode - SE 1999 BZ - Annales - Handelingen - COM 09.09.1999