CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 53 COM 200
CRABV 53 COM 200
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
Mercredi
Woensdag
27-04-2011
27-04-2011
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
INDEP-ONAFH
Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : publications@lachambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : publicaties@dekamer.be
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les allocataires sociaux cohabitants"
(n° 1809)
1
Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"samenwonende
uitkeringsgerechtigden" (nr. 1809)
1
Orateurs: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'article 18 du règlement du
16 avril 1997 portant exécution de l'article 80, 5°,
de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de
santés
et
indemnités
coordonnée
le
14 juillet 1994" (n° 1872)
1
Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "artikel 18 van de verordening van
16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van
de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige
verzorging
en
uitkeringen,
gecoördineerd op 14 juli 1994" (nr. 1872)
1
Orateurs: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les allocations familiales majorées
pour les chômeurs de longue durée" (n° 3020)
3
Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verhoogde kinderbijslag voor
langdurig werklozen" (nr. 3020)
3
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les fonctions de management au
sein du Service d'évaluation et de contrôle
médicaux et au sein du Service de contrôle
administratif de l'INAMI" (n° 3189)
4
Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "managementfuncties bij de
Dienst voor geneeskundige controle en evaluatie
en de Dienst voor administratieve controle van het
RIZIV" (nr. 3189)
4
Orateurs: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la présomption de travail à temps
plein lors de la violation des formalités prévues en
cas d'occupation à temps partiel" (n° 3192)
6
Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het vermoeden van voltijdse
tewerkstelling bij schending van de formaliteiten
voorgeschreven bij een deeltijdse tewerkstelling"
(nr. 3192)
6
Orateurs: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les allocations familiales pour les
enfants placés en institution ou en famille
d'accueil" (n° 3227)
6
Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de kinderbijslag voor kinderen
geplaatst in een instelling of een pleeggezin"
(nr. 3227)
6
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le flux électronique d'autorisations de
reprise du travail pendant une période
d'incapacité de travail" (n° 3249)
8
Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
elektronische
flux
toestemmingen tot werkhervatting tijdens een
periode van arbeidsongeschiktheid" (nr. 3249)
8
Orateurs: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Meryame Kitir à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'écartement du travail des
travailleuses enceintes ou allaitant" (n° 3444)
10
Vraag van mevrouw Meryame Kitir aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de werkverwijdering van
zwangere werkneemsters of werkneemsters die
borstvoeding geven" (nr. 3444)
10
Orateurs: Meryame Kitir, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Meryame Kitir, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'ONAFTS en tant qu'organisme de
paiement" (n° 3580)
11
Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de RKW als uitbetalingsinstelling"
(nr. 3580)
11
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le refus et le retrait des autorisations
relatives aux caisses d'allocations familiales"
(n° 3836)
12
Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de weigering en de intrekking van
de machtiging van de kinderbijslagfondsen"
(nr. 3836)
12
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Zuhal Demir à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le contrôle du suivi régulier des cours dans le
cadre du droit aux allocations familiales" (n° 3837)
13
Vraag van mevrouw Zuhal Demir aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de controle op het regelmatig
volgen van de lessen in het kader van het recht
op de kinderbijslag" (nr. 3837)
13
Orateurs: Zuhal Demir, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Zuhal Demir, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les indemnités d'incapacité de travail
pendant une période de détention préventive ou
de privation de liberté" (n° 3871)
15
Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"uitkeringen
wegens
arbeidsongeschiktheid tijdens een periode van
voorlopige
hechtenis
of
vrijheidsberoving"
(nr. 3871)
15
Orateurs: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Nadia Sminate, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
M
ERCREDI
27
AVRIL
2011
Matin
______
van
W
OENSDAG
27
APRIL
2011
Voormiddag
______
La discussion des questions est ouverte à 10 h 59
par M. Yvan Mayeur, président.
De behandeling van de vragen vangt aan om
10.59 uur. De vergadering wordt voorgezeten door
de heer Yvan Mayeur.
01 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les allocataires sociaux
cohabitants" (n° 1809)</b>
01 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"samenwonende
uitkeringsgerechtigden"
(nr. 1809)
01.01 Nadia Sminate (N-VA): En décembre 2005,
le gouvernement a décidé d'augmenter les
allocations octroyées aux travailleurs indépendants
invalides. De ce fait, certains couples dont les deux
membres sont en incapacité de travail reçoivent
maintenant une allocation inférieure.
Cette
mesure
était
d'application
jusqu'au
31 décembre 2010. Le gouvernement d'affaires
courantes
l'a-t-il
prolongée?
Une
solution
structurelle sera-t-elle apportée?
01.01 Nadia Sminate (N-VA): In december 2005
heeft de regering beslist om de uitkeringen voor
invalide zelfstandigen te verhogen, wat voor
sommige
koppels
waarvan
beiden
arbeidsongeschikt zijn, resulteerde in een lagere
uitkering.
De maatregel was van kracht tot 31 december
2010. Heeft de regering van lopende zaken ze
verlengd? Komt er een structurele oplossing?
01.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): La mesure de transition a été
prolongée. Entre-temps, l'arrêté royal a été signé
par le Roi et envoyé au Moniteur belge pour
publication. En attendant, l'INAMI prépare une
solution structurelle.
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
overgangsmaatregel werd verlengd. Het KB werd
inmiddels door de Koning ondertekend en voor
publicatie naar het Belgisch Staatsblad gestuurd.
Het RIZIV werkt intussen aan een structurele
oplossing.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'article 18 du règlement
du
16 avril 1997
portant
exécution
de
l'article 80, 5°, de la loi relative à l'assurance
obligatoire soins de santés et indemnités
coordonnée le 14 juillet 1994" (n° 1872)</b>
02 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "artikel 18 van
de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering
van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op
14 juli 1994" (nr. 1872)
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
02.01 Nadia Sminate (N-VA): Un assuré social qui
reprend le travail après une période d'incapacité
doit transmettre une attestation à sa mutuelle sous
huit jours. Depuis quelques années, on peut
également la transmettre par voie électronique.
La ministre a-t-elle une idée du nombre de
déclarations électroniques? La ministre croit-elle
opportun de maintenir le délai de huit jours en cas
de déclaration électronique? Quid de l'assuré social
en incapacité de travail dans le régime général qui
passe à une activité indépendante? Doit-il
compléter cette même attestation?
02.01 Nadia Sminate (N-VA): Een verzekerde die
arbeidsongeschikt was en het werk hervat, moet
binnen de acht dagen een formulier aan het
ziekenfonds bezorgen. Dit kan sinds enkele jaren
ook elektronisch.
Heeft de minister zicht op het aantal elektronische
aangiften? Vindt de minister het opportuun om de
termijn van acht dagen te behouden bij
elektronische aangifte? Wat gebeurt er wanneer
iemand die arbeidsongeschikt is in de algemene
regeling overschakelt op een zelfstandige activiteit?
Moet die hetzelfde formulier invullen?
02.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Je vous ferai parvenir sur papier les
données concernant le nombre de déclarations
électroniques de reprise de travail des dernières
années.
Il incombe à l'assuré social de déclarer sa reprise
de travail, avec le formulaire papier ou électronique,
dans le délai réglementaire de huit jours.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het
aantal
elektronische
aangiften
van
arbeidshervatting van de laatste jaren zal ik op
papier laten bezorgen.
De verantwoordelijkheid voor de aangifte van de
werkhervatting ligt bij de sociaal verzekerde en de
aangifte van de arbeidshervatting via papieren of
elektronische weg moet binnen de reglementaire
termijn van acht dagen gebeuren.
Lorsqu'un service d'inspection décide qu'une
personne en incapacité de travail exerce une
activité non autorisée, une distinction est opérée
entre deux situations.
Soit il s'agit d'une reprise de son ancienne activité
professionnelle et donc d'une reprise de travail
spontanée. Dans ce cas, l'assuré social doit
informer son organisme assureur dans les meilleurs
délais de la reprise de travail. L'organisme assureur
mettra fin administrativement à l'incapacité de
travail de l'assuré social qui devra rembourser
toutes les allocations de maladie reçues indûment à
partir de la date de reprise de travail.
Soit il s'agit de la reprise d'une partie de son
ancienne activité professionnelle pour laquelle
l'autorisation du médecin conseil est en principe
nécessaire. La mutuelle limitera alors le
remboursement des allocations de maladie reçues
indûment aux jours de travail effectifs.
Une sanction administrative peut être infligée à
l'assuré social dans les deux cas.
La situation d'un assuré social qui reconnaît exercer
une activité indépendante à la fin de son incapacité
de travail est une situation très spécifique.
Als
een
inspectiedienst
beslist
dat
een
arbeidsongeschikte een niet-toegelaten activiteit
uitoefent, dan wordt er een onderscheid gemaakt
tussen twee situaties.
Ofwel gaat het om een hervatting van zijn vroegere
beroepsactiviteit en dus om een spontane
arbeidshervatting. In dat geval moet de sociaal
verzekerde
zo
snel
mogelijk
zijn
verzekeringsinstelling van de arbeidshervatting in
kennis
stellen.
Vervolgens
zal
de
verzekeringsinstelling een administratief einde
stellen aan de arbeidsongeschiktheid van de sociaal
verzekerde die alle ten onrechte ontvangen ziekte-
uitkeringen vanaf de datum van werkhervatting zal
moeten terugbetalen.
Ofwel gaat het om de hervatting van een gedeelte
van zijn vroegere beroepsactiviteit, waarvoor in
principe de toelating van de adviserende
geneesheer vereist is. Het ziekenfonds zal de
terugvordering van de ten onrechte betaalde ziekte-
uitkeringen dan beperken tot de dagen waarop
effectief werd gewerkt.
In beide situaties kan de sociaal verzekerde een
administratieve sanctie oplopen.
De situatie van een sociaal verzekerde die op het
einde van zijn arbeidsongeschiktheid erkent een
zelfstandige activiteit aan te vatten is zeer specifiek.
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
Dans ce cas précis, ni la réglementation en matière
d'assurance invalidité des travailleurs salariés, ni
celle relative aux travailleurs indépendants n'est
d'application. Cette situation n'est en effet pas
considérée comme une reprise d'activité au sens
strict du terme, mais plutôt comme le début d'une
activité dans un autre régime de sécurité sociale.
En d'autres termes, avant de se lancer dans cette
nouvelle activité, l'assuré doit s'inscrire au régime
des
travailleurs
indépendants.
L'organisme
assureur est de facto informé de ce changement de
régime et cesse le paiement des allocations.
Selon mes informations, cette situation n'engendre
aucun paiement illégitime, mais je vais demander à
l'INAMI d'étudier la question, pour m'en assurer.
Hierbij is noch de regelgeving betreffende de
invaliditeitsverzekering voor de loontrekkenden,
noch die betreffende de zelfstandigen van
toepassing. Deze situatie wordt immers niet gezien
als een hervatting van de activiteit in de strikte zin,
maar wel als het begin van een activiteit in een
ander sociaalzekerheidsstelsel. Dit betekent dat de
verzekerde zich vóór het aanvatten van deze
nieuwe activiteit in het stelsel van de zelfstandigen
moet inschrijven. De verzekeringsinstelling heeft de
facto kennis van deze verandering van stelsel en
houdt op met uitkeringen te betalen.
Volgens mijn informatie geeft deze situatie geen
aanleiding tot onterechte betalingen, maar om er
zeker van te zijn, zal ik het RIZIV de opdracht geven
om dat te onderzoeken.
02.03 Nadia Sminate (N-VA): Les chiffres
démontrent que l'essentiel des déclarations se font
toujours sur support papier, phénomène étrange en
2011. J'aimerais également demander à la ministre
de réfléchir à propos de ce délai de huit jours qui
favorise les abus.
02.03 Nadia Sminate (N-VA): De cijfers tonen aan
dat het merendeel van de aangiftes toch nog op
papier gebeurt, wat vreemd is anno 2011. Verder
zou ik de minister willen vragen om na te denken
over die acht dagen, omdat die termijn de deur
openzet voor misbruiken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le
président:
La
question
n° 3019
de
Mme Grosemans est retirée.
De voorzitter: Vraag nr. 3019 van mevrouw
Grosemans is ingetrokken.
03 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les allocations
familiales majorées pour les chômeurs de longue
durée" (n° 3020)</b>
03 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de verhoogde
kinderbijslag
voor
langdurig
werklozen"
(nr. 3020)
03.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Les
chômeurs de longue durée peuvent percevoir un
supplément aux allocations familiales pour les
enfants de leur ménage. Par ailleurs, une personne
qui était en situation de chômage depuis plus de six
mois et recommence à travailler peut encore
bénéficier du supplément durant un maximum de
deux ans sous certaines conditions.
Selon la philosophie actuelle, les allocations
familiales constituent un droit individuel de l'enfant
et non des parents. Purement compensatoire, cette
mesure ne constitue dès lors aucunement un
revenu de remplacement. Chaque enfant doit
recevoir une allocation égale que ses parents soient
salariés,
indépendants,
fonctionnaires
ou
chômeurs.
Comment la ministre justifie-t-elle ce supplément?
Les conditions liées au supplément social sont-elles
03.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Langdurig
werklozen kunnen een toeslag op de kinderbijslag
krijgen voor de kinderen in hun gezin. Bovendien
kan iemand die langer dan zes maanden werkloos
is geweest en opnieuw begint te werken, de toeslag
nog maximaal twee jaar behouden onder bepaalde
voorwaarden.
Volgens de huidige visie op de kinderbijslag is dit
een individueel recht van het kind, niet van de
ouders.
De
kinderbijslag
is
een
zuivere
kostencompenserende
en
dus
geen
inkomensvervangende maatregel. Elk kind dient
een gelijke bijslag te ontvangen: kinderen van
werknemers, van zelfstandigen, ambtenaren,
alsook van werklozen.
Hoe rechtvaardigt de minister de toeslag? Zijn de
voorwaarden voor het ontvangen van de sociale
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
suffisamment strictes?
toeslag voldoende strikt?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Même s'il est question du droit de l'enfant, il faut
savoir qu'un enfant n'est pas égal à un autre. En
effet, des enfants vivent parfois dans des conditions
sociales très différentes. Il ne s'agit nullement de
discriminations, mais
plutôt de distinctions
effectuées à partir des différents vécus des enfants.
Par ailleurs, le travail réalisé par le Parlement a
consisté à éliminer les pièges à l'emploi. Quand un
chômeur retrouvait du travail, la perte immédiate de
son droit aux allocations familiales majorées
constituait un piège à la réinsertion.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Zelfs al
is er sprake van de rechten van 'het kind', men mag
niet vergeten dat het ene kind het andere niet is.
Soms leven kinderen namelijk in heel verschillende
sociale omstandigheden. Het gaat hier dan ook
geenszins om discriminatie, maar veeleer om een
onderscheid dat wordt gemaakt op grond van de
verschillende leefwijzen van de kinderen.
Bovendien heeft het Parlement initiatieven
genomen om de werkloosheidsvallen weg te
werken. Immers, wanneer een werkzoekende
voordien opnieuw aan de slag ging, verloor hij
onmiddellijk het recht op verhoogde kinderbijslag,
wat zijn re-integratie sterk kon bemoeilijken.
(En néerlandais) C'est la raison pour laquelle nous
avons prévu de maintenir la mesure jusqu'à deux
ans après qu'un demandeur d'emploi a trouvé un
nouvel emploi.
Tant l'octroi que le maintien du droit aux prestations
sociales sont réglés par des dispositions
réglementaires et administratives contraignantes
qui
relèvent
de
l'ordre
public
et
sont
scrupuleusement appliquées par les organismes
d'allocations familiales.
(Nederlands) Daarom hebben we de maatregel van
toepassing gemaakt tot twee jaar nadat een
werkzoekende een nieuwe job heeft gevonden.
Zowel de toekenning als het behoud van het recht
op de sociale toeslag zijn geregeld door dwingende
wettelijke en bestuursrechterlijke bepalingen die van
openbare
orde
zijn
en
die
door
de
kinderbijslaginstellingen
nauwgezet
worden
toegepast.
(En français) Nous disposons d'un système quasi
universel qui établit quelques différences ayant pour
objectif d'assurer l'égalité de traitement entre des
enfants qui vivent objectivement des situations
sociales différentes, même si la logique n'est pas
poussée jusqu'au bout. Sinon, les allocations
familiales seraient établies en fonction des revenus
des parents, ce qui n'est pas le cas actuellement.
(Frans) We beschikken over een vrijwel universeel
systeem waarin een zeker onderscheid wordt
gemaakt, opdat kinderen die objectief gezien in
verschillende sociale omstandigheden leven op voet
van gelijkheid zouden worden behandeld. Die
redenering wordt echter niet volledig doorgetrokken.
Zo niet zou de kinderbijslag afhankelijk zijn van de
inkomens van de ouders, wat nu niet het geval is.
03.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): L'allocation
familiale doit rester une mesure qui vise à couvrir
les coûts et ne peut pas dépendre du statut
professionnel des parents. De plus, cette
réglementation est un facteur désactivant. Il est
inacceptable que la personne continue à percevoir
les allocations familiales majorées après avoir
trouvé un nouvel emploi.
03.03 Miranda Van Ele="position:absolute;top:827;left:447">kinderbijslag moet een kostencompenserende
maatregel blijven, die niet afhankelijk mag zijn van
het professioneel statuut van de ouders. Bovendien
is deze regeling een deactiverende factor. De
mogelijkheid om de toeslag te blijven ontvangen
nadat de betrokkene nieuw werk heeft gevonden, is
onaanvaardbaar.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Nous n'avons pas la même philosophie. J'estime,
pour ma part, qu'à certains moments, cela vaut la
peine de soutenir des enfants je ne parle pas des
familles qui vivent dans des conditions
particulièrement précaires.
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): We
delen blijkbaar niet dezelfde filosofie. Persoonlijk
vind ik dat het op bepaalde ogenblikken de moeite
loont om kinderen en dan heb ik het niet over
gezinnen te steunen die in bijzonder precaire
omstandigheden leven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
04 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les fonctions de
management au sein du Service d'évaluation et
de contrôle médicaux et au sein du Service de
contrôle administratif de l'INAMI" (n° 3189)
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"managementfuncties bij de Dienst voor
geneeskundige controle en evaluatie en de
Dienst voor administratieve controle van het
RIZIV" (nr. 3189)
04.01 Nadia Sminate (N-VA): Le Comité général
de gestion de l'INAMI a récemment proposé la
nomination de deux directeurs généraux, l'un pour
le Service d'évaluation et de contrôle médicaux
(SECM) et l'autre pour le Service du contrôle
administratif (SCA).
En ce qui concerne le SECM, un seul candidat avait
réussi les épreuves et sa nomination a été
proposée. Quant au SCA, deux candidats avaient
réussi: l'un a été jugé "apte" et l'autre, "très apte".
Pourtant, le premier candidat aurait été présenté à
cette fonction.
Pour quel motif? Quels critères ont été appliqués
pour la pondération des fonctions? À cet égard,
combien de membres du personnel ont été pris en
considération?
04.01 Nadia Sminate (N-VA): Onlangs heeft het
algemeen beheerscomité van het RIZIV voorgesteld
om twee directeurs-generaal te benoemen, een
voor de Dienst voor geneeskundige evaluatie en
controle (DGEC) en een voor de Dienst voor
administratieve controle (DAC).
Voor de DGEC was een kandidaat geslaagd; die
werd voorgesteld. Voor de DAC waren twee
kandidaten geslaagd: de ene werd geschikt, de
andere zeer geschikt bevonden. Toch zou de eerste
kandidaat worden voorgedragen voor de functie.
Waarom? Welke criteria worden gehanteerd bij de
weging van de functies? Hoeveel personeelsleden
werden daarbij in rekening gebracht?
04.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Le commissaire du gouvernement et
le Comité général de gestion de l'INAMI ont
communiqué qu'aucune décision n'avait été prise à
ce jour parce que le comité veut prendre le temps
d'examiner toutes les données disponibles. Il n'est
dès lors nullement question de désavantager ou de
favoriser un candidat.
Les deux fonctions ont été classées au rang 5. Je
transmettrai des tableaux avec un aperçu de la
pondération par facteur et le nombre de points
correspondant. Le SECM compte actuellement
332 collaborateurs et le SCA 160.
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
regeringscommissaris
en
het
algemeen
beheerscomité van het RIZIV hebben meegedeeld
dat er nog geen beslissing is genomen, omdat het
comité de tijd wil nemen om alle beschikbare
gegevens te bestuderen. Er is dan ook geen sprake
van het benadelen of bevoordelen van een
kandidaat.
Beide functies werden gerangschikt in baan 5. Ik zal
tabellen bezorgen met een overzicht van de weging
per factor en het overeenstemmende aantal punten.
De DGEC telt momenteel 332 medewerkers en de
DAC 160.
04.03 Nadia Sminate (N-VA): Aucune décision n'a
donc été prise à ce jour et aucun candidat n'a été
présenté pour l'instant. J'espère que la décision
tiendra compte de la compétence de l'intéressé et
non de ses affinités politiques ou de son rôle
linguistique.
04.03 Nadia Sminate (N-VA): Er is dus nog geen
beslissing en voorlopig is niemand voorgedragen.
Hopelijk zal men bij de beslissing rekening houden
met de bekwaamheid van de betrokkene en niet
met diens politieke affiniteit of taalrol.
Il existe toujours deux services d'inspection sociale
au sein de l'INAMI, qui effectuent tous deux les
mêmes contrôles. Dans ce cas, deux directeurs
généraux sont-ils vraiment indispensables?
In het RIZIV bestaan er nog altijd twee diensten
voor sociale inspectie, die allebei dezelfde controles
uitvoeren. Zijn twee directeurs-generaal dan
eigenlijk nog wel nodig?
04.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Cela relève vraiment de l'exécutif.
04.04 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Daarover moet de uitvoerende macht beslissen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
05 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la présomption de
travail à temps plein lors de la violation des
formalités prévues en cas d'occupation à temps
partiel" (n° 3192)
05 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het vermoeden
van voltijdse tewerkstelling bij schending van de
formaliteiten voorgeschreven bij een deeltijdse
tewerkstelling" (nr. 3192)
05.01 Nadia Sminate (N-VA): Lorsqu'un
employeur engage des personnes à mi-temps ou à
temps partiel, il doit toujours être en mesure de
présenter un horaire et un contrat de travail lors des
contrôles de l'inspection sociale. Si l'employeur ne
peut produire ces documents, ces travailleurs
seront inscrits à l'ONSS comme travaillant à plein
temps, avec effet rétroactif.
Cette déclaration supplémentaire a-t-elle une
incidence sur les droits de pension et le pécule de
vacances?
05.01 Nadia Sminate (N-VA): Wanneer een
werkgever mensen halftijds of deeltijds in dienst
neemt, moet hij altijd een uurrooster en een
arbeidscontract kunnen voorleggen bij controles van
de sociale inspectie. Als hij dat niet kan, dan
worden zij met terugwerkende kracht als voltijds
aangegeven bij de RSZ.
Heeft die bijkomende aangifte een effect op de
pensioenrechten en op het vakantiegeld?
05.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Une régularisation sur la base de
l'article 22ter de la loi ONSS de juin 1969 n'ouvre
jamais le droit aux prestations sociales calculées
sur la base de prestations à temps plein.
La Cour constitutionnelle estime que l'objectif de la
présomption de l'occupation à temps plein n'est pas
d'octroyer aux travailleurs occupés à temps partiel
le droit à une allocation correspondant à un temps
plein qui devrait alors être payée par les employeurs
concernés. Cette interprétation constituerait une
violation des articles 10 et 11 de la Constitution.
Selon la Cour de cassation, cette présomption ne
porte pas sur le contrat conclu entre l'employeur et
le travailleur occupé à temps partiel. Elle vise
seulement à pouvoir mieux contrôler le travail à
temps partiel afin d'éviter et de sanctionner le travail
au noir. La présomption légale a été instaurée en
faveur de l'ONSS afin qu'il puisse encaisser les
cotisations de sécurité sociales dues. Les
travailleurs ne peuvent donc l'invoquer pour obtenir
une indemnité correspondant à des activités à
temps plein.
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Een regularisatie op basis van artikel 22ter van de
RSZ-wet van juni 1969 opent nooit het recht op
sociale prestaties berekend op basis van voltijdse
prestaties.
Het Grondwettelijk Hof is van mening dat het
vermoeden van voltijdse tewerkstelling niet tot doel
heeft de werknemers die deeltijds tewerkgesteld
worden, een recht op voltijdse vergoeding te
bezorgen die dan door de werkgevers in kwestie
betaald zou moeten worden. Die interpretatie zou
een schending van de artikelen 10 en 11 van de
Grondwet uitmaken.
Volgens het Hof van Cassatie slaat dat vermoeden
niet op de overeenkomst tussen de werkgever en
de deeltijdse werknemer. Ze beoogt enkel een
betere controle van de deeltijdse tewerkstelling om
zwartwerk te voorkomen en te beteugelen. Het
wettelijk vermoeden is ingesteld ten gunste van de
RSZ
om
de
verschuldigde
socialezekerheidsbijdragen
te
kunnen
innen.
Werknemers kunnen er zich dus niet op beroepen
om een vergoeding voor voltijdse prestaties te
krijgen.
05.03 Nadia Sminate (N-VA): Je comprends que
les
employeurs
malhonnêtes
doivent
être
sanctionnés mais je pense que la méthode utilisée
n'est pas appropriée.
05.03 Nadia Sminate (N-VA): Ik begrijp dat er
sancties moeten zijn voor malafide werkgevers,
maar ik denk dat dit niet de juiste manier is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
06 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les allocations
familiales pour les enfants placés en institution
ou en famille d'accueil" (n° 3227)
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
kinderbijslag voor kinderen geplaatst in een
instelling of een pleeggezin" (nr. 3227)
06.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): La
réglementation relative à l'octroi des allocations
familiales prévoit une disposition spéciale pour les
enfants placés en institution ou en famille d'accueil.
Les allocations familiales constituent un droit de
l'enfant lui-même et doivent être intégralement
consacrées à son éducation.
Comment et qui vérifie que le montant perçu par les
parents d'enfants placés est effectivement utilisé au
profit de l'enfant? Comment la présence d'un lien
étroit avec l'enfant est-il établi? En 2009 et 2010,
combien de parents ont bénéficié d'allocations
familiales forfaitaires prévues dans le cadre du
placement dans une institution, (si possible) par
Région? Quels sont les chiffres en cas de
placement en famille d'accueil? Dans combien de
cas a-t-on constaté que le montant n'avait pas été
utilisé au profit de l'enfant placé? Quelles mesures
ont alors été prises?
06.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Voor
kinderen die geplaatst zijn in een instelling of
pleeggezin, geldt een bijzondere bepaling in de
reglementering inzake de toekenning van de
kinderbijslag.
Kinderbijslag is een recht van het kind zelf en moet
integraal aangewend worden voor de opvoeding
van het kind.
Hoe en door wie wordt gecontroleerd of de ouders
van geplaatste kinderen het ontvangen bedrag
effectief aanwenden ten gunste van het kind? Hoe
wordt bepaald dat een hechte band met het kind
wordt onderhouden? Aan hoeveel ouders werd in
2009 en 2010 een forfaitaire kinderbijslag voor
plaatsing in een instelling toegekend, indien
mogelijk opgesplitst per Gewest? Wat zijn de cijfers
bij plaatsing in een pleeggezin? In hoeveel gevallen
werd vastgesteld dat het bedrag niet ten gunste van
het geplaatste kind werd aangewend? Welke
maatregelen werden dan genomen?
06.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): La réglementation prévoit que les
allocations familiales d'un enfant placé en institution
sont versées à concurrence de deux tiers à
l'institution et le tiers restant est versé à l'allocataire
qui assure l'éducation de l'enfant le reste du temps.
L'organisme d'allocations familiales compétent
demande régulièrement à l'institution de lui indiquer
qui continue à se soucier réellement de l'enfant.
Si l'utilisation du tiers restant des allocations
familiales a déjà suscité des problèmes, le tribunal
de la jeunesse est habilité à désigner l'allocataire
dans l'intérêt de l'enfant.
En cas de placement dans une famille d'accueil,
l'intégralité des allocations familiales est versée à la
personne physique qui assume l'éducation de
l'enfant dans ladite famille. La famille d'origine de
l'enfant perçoit parallèlement une allocation
forfaitaire. Dans le cas où l'allocataire qui perçoit
l'allocation forfaitaire se désintéresse de l'enfant
placé, l'autorité responsable du placement de
l'enfant et qui en assure le suivi doit en informer
l'organisme d'allocations familiales. Dans ces
circonstances, l'organisme d'allocations familiales
décide systématiquement le retrait du droit à
l'allocation forfaitaire.
Sur le terrain, les organismes d'allocations
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Voor in een instelling geplaatste kinderen geldt dat
twee derde van de kinderbijslag aan de instelling
wordt betaald en een derde aan de bijslagtrekkende
die het kind verder opvoedt. De bevoegde
kinderbijslaginstelling vraagt regelmatig aan de
instelling wie zich daadwerkelijk om het kind blijft
bekommeren.
Indien er voordien problemen waren met het
gebruik van het derde van de kinderbijslag, is de
jeugdrechtbank bevoegd om de bijslagtrekkende
aan te wijzen in het belang van het kind.
Bij plaatsing in een gastgezin wordt het volledige
bedrag van de kinderbijslag betaald aan de
natuurlijke persoon die in dat gezin het kind
opvoedt. Aan het gezin waaruit het kind afkomstig
is, wordt daarnaast een forfaitaire bijslag betaald.
De overheid die voor de plaatsing verantwoordelijk
is
en
de
situatie
opvolgt,
moet
de
kinderbijslaginstelling
informeren
indien
de
bijslagtrekkende die de forfaitaire bijslag ontvangt,
geen belangstelling meer toont voor het geplaatste
kind.
In
dergelijke
gevallen
beslist
de
kinderbijslaginstelling systematisch het recht op de
forfaitaire bijslag in te trekken.
In de praktijk geven kinderbijslaginstellingen die
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
familiales qui disposent d'indices sur l'interruption
des contacts entre l'enfant placé et sa famille
d'origine, en informent les autorités compétentes.
Ces situations sont néanmoins extrêmement rares.
Les
organismes d'allocations familiales ne
disposant pas des moyens nécessaires pour
procéder à l'évaluation des relations entre l'enfant
placé et l'allocataire, il appartient aux institutions
publiques qui interviennent lors du placement de
l'enfant, de juger de la nature de ces relations.
Seuls des statistiques nationales sont disponibles.
Au 31 décembre 2009, le nombre d'enfants
bénéficiaires placés en institution, parmi lesquels
environ 15 % perçoivent le tiers des allocations
familiales sur un carnet d'épargne, s'élevait à
14 467 et à 14 295 au 31 décembre 2010. Au
31 décembre 2009, 2 914 enfants étaient placés
dans une famille d'accueil et ils étaient 2 936 au
31 décembre 2010.
aanwijzingen hebben dat de contacten tussen het
geplaatste kind en het gezin van herkomst gestopt
zijn, die informatie door aan de bevoegde
overheden. Die situaties komen echter uiterst
zelden voor.
Het zijn de overheidsinstellingen die bij plaatsing
tussenbeide komen, die moeten oordelen over de
aard van de relatie tussen het geplaatste kind en de
bijslagtrekkende,
aangezien
de
kinderbijslaginstellingen niet over de middelen
beschikken om die relatie in de praktijk te
evalueren.
Cijfergegevens zijn enkel beschikbaar voor het hele
land samen. Het aantal in een instelling geplaatste
rechtgevende
kinderen,
waarvan
ongeveer
15 procent het derde van de kinderbijslag op een
spaarrekening ontvangt, bedroeg 14.467 op
31 december 2009 en 14.295 op 31 december
2010. Het aantal in een gastgezin geplaatste
kinderen bedroeg 2.914 op 31 december 2009 en
2.936 op 31 december 2010.
06.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): J'ai pris
contact avec plusieurs caisses d'allocations
familiales. Lorsqu'un enfant est placé dans une
institution, on parle dans la pratique déjà de
l'existence d'un lien véritable lorsque l'enfant reçoit
une carte de voeux lors des fêtes ou une visite pour
son anniversaire. De cette manière, l'argent n'est
pas toujours affecté intégralement à l'éducation de
l'enfant. Un autre système pourrait être envisagé,
par exemple le versement de toute la somme à
l'institution ou sur un compte d'épargne bloqué au
nom de l'enfant.
06.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Ik heb
verscheidene kinderbijslagfondsen gecontacteerd.
Bij plaatsing in een instelling spreekt men in de
praktijk soms al over een hechte band als er op de
feestdagen een wenskaartje wordt verstuurd of er
een bezoek is op de verjaardag. Op die manier
wordt het geld niet altijd integraal aangewend voor
de opvoeding van het kind. Men zou kunnen
denken aan een andere regeling. Het zou
interessant kunnen zijn de volledige som aan de
instelling over te maken of het geld automatisch op
een geblokkeerde spaarrekening op naam van het
kind te storten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le flux électronique
d'autorisations de reprise du travail pendant une
période d'incapacité de travail" (n° 3249)
07 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
elektronische
flux
toestemmingen
tot
werkhervatting
tijdens
een
periode
van
arbeidsongeschiktheid" (nr. 3249)
07.01 Nadia Sminate (N-VA): Le contrat
d'administration entre l'État belge et l'INAMI
mentionne un projet d'informatisation des données
concernant la reprise de travail partielle autorisée
en période d'incapacité, ce qui est une bonne
chose.
L'échange
électronique
de
données
est-il
pleinement opérationnel? Tous les dossiers y ont-ils
été intégrés? Le flux papier a-t-il ainsi été
07.01
Nadia
Sminate
(N-VA):
In
de
bestuursovereenkomst tussen de Belgische Staat
en het RIZIV wordt een project om gegevens te
informatiseren over de toegestane werkhervatting
tijdens de arbeidsongeschiktheid vermeld, iets wat
een goede zaak is.
Is die elektronische flux helemaal operationeel? Zijn
alle dossiers erin geïntegreerd? Is de papieren flux
daarmee afgeschaft? Wat is de kwaliteit van de
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
supprimé? Quelle est la qualité des données
transmises par les mutualités? Dans quel délai ce
projet doit-il être réalisé? Hormis l'INAMI, d'autres
services d'inspection sociale ont-ils accès au flux
électronique?
gegevens die de ziekenfondsen doorsturen? Binnen
welke
termijn
moet
het
project
worden
gerealiseerd? Zijn er behalve het RIZIV nog andere
sociale inspectiediensten die toegang hebben tot de
elektronische flux?
07.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Le flux électronique relatif à la reprise
d'un travail à temps partiel avec l'autorisation
préalable du médecin conseil est opérationnel
depuis 2010. Le système contient les données
depuis l'exercice 2009. Tous les dossiers en cours
ont été intégrés.
Les
organismes
assureurs
envoient
quotidiennement
des
données
électroniques
relatives aux nouvelles décisions et à la
prolongation ou à la fin des autorisations. Le flux
papier a été supprimé le 1
er
janvier 2011.
Il va de soi que le lancement de tels processus
s'accompagne toujours de maladies de jeunesse.
Toutefois, un contrôle cohérent a permis
d'augmenter dans une très large mesure la qualité
des données, la marge d'erreur ayant été inférieure
à 5 % en 2010. La qualité des données transmises
ne pose aucun problème et les données erronées
sont immédiatement renvoyées aux organismes
assureurs pour être corrigées.
Les informations doivent être envoyées à l'INAMI
dans les huit jours ouvrables. Une analyse des
données de 2011 révèle que ce délai est respecté
pour 90 % des décisions.
Si l'ensemble des services d'inspection de l'INAMI
ont accès aux flux électroniques, les services
d'inspection sociale externes n'ont cependant
encore introduit aucune demande en ce sens. J'ai
informé les services d'inspection relevant de ma
compétence de l'existence de ces flux, de sorte que
ces services ont la possibilité d'évaluer l'opportunité
d'un accès à ces données.
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
elektronische flux deeltijdse werkhervatting met
voorafgaande toestemming van de adviserende
geneesheer is operationeel sinds 2010, en het
bestand
bevat
de
gegevens
vanaf
het
dienstjaar 2009. Alle lopende dossiers zijn nu
geïntegreerd.
De
verzekeringsinstellingen
sturen
dagelijks
elektronische
gegevens
door
over
nieuwe
beslissingen, verlengingen en stopzettingen van
bestaande toestemmingen. De papieren flux is
afgeschaft sinds 1 januari 2011.
Een dergelijke opstart gaat uiteraard altijd gepaard
met een aantal kinderziekten, maar door een
consequente kwaliteitscontrole is de kwaliteit van de
gegevens zeer sterk gestegen, met een foutmarge
in 2010 van minder dan 5 procent. De kwaliteit van
de aangeleverde gegevens baart geen zorgen en
vastgestelde fouten worden onmiddellijk voor
verbetering
naar
de
verzekeringsinstellingen
gestuurd.
De informatie moet binnen de acht werkdagen
worden verstuurd naar het RIZIV. Een analyse van
de gegevens voor 2011 wijst uit dat 90 procent van
de beslissingen wordt meegedeeld binnen de acht
werkdagen.
Alle inspectiediensten van het RIZIV hebben
toegang tot de elektronische flux, maar externe
sociale inspectiediensten hebben nog geen
aanvraag in die zin gedaan. Ik heb de
inspectiediensten onder mijn bevoegdheid ingelicht
over het bestaan van die flux, zodat ze kunnen
bekijken of een toegang interessant is.
07.03 Nadia Sminate (N-VA): Attendu qu'il existe
aujourd'hui une procédure automatisée, il nous faut
néanmoins vérifier si ces huit jours s'avèrent encore
nécessaires. Je me réjouis que la ministre soit
disposée à examiner la possibilité de faciliter l'accès
à d'autres services d'inspection.
Si tous les dossiers ont été introduits et que le
système fonctionne, comment se fait-il que je n'aie
toujours pas reçu de données en réponse à mes
questions écrites en la matière? Dans l'intervalle,
j'ai posé 35 questions et une seule réponse m'a été
fournie. Je ne pense donc pas que beaucoup
07.03 Nadia Sminate (N-VA): We moeten toch
eens nagaan of die acht dagen nog nodig zijn,
aangezien er nu een geautomatiseerde procedure
is. Het is goed dat de minister bereid is om te
onderzoeken
of
andere
inspectiediensten
gemakkelijker toegang zouden moeten krijgen.
Als alle dossiers zijn ingevoerd en het systeem
werkt, waarom wacht ik dan nog steeds op de
gegevens in antwoord op mijn schriftelijke vragen
ter zake? Ik heb inmiddels 35 vragen gesteld en
één antwoord gekregen, dus veel inspanningen
heeft men zich voor mij nog niet getroost.
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
d'efforts aient été consentis pour répondre à mes
questions.
07.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Vous recevrez la réponse le moment venu.
07.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): U zal het
antwoord te gelegener tijd ontvangen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Meryame Kitir à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'écartement du travail
des travailleuses enceintes ou allaitant" (n° 3444)
08 Vraag van mevrouw Meryame Kitir aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
werkverwijdering van zwangere werkneemsters
of werkneemsters die borstvoeding geven"
(nr. 3444)
08.01 Meryame Kitir (sp.a): Si un poste de travail
est susceptible de nuire à la santé d'une travailleuse
enceinte ou à celle de son enfant et que les
conditions de travail ne peuvent être adaptées, la
travailleuse doit arrêter temporairement de
travailler. C'est ce que l'on appelle l'écartement du
travail et les femmes enceintes comme les femmes
allaitant peuvent en être victimes.
En cas d'écartement complet du travail, l'intéressée
reçoit une indemnité de 78,237 % du salaire
journalier moyen qu'elle perçoit à ce moment-là. En
cas d'écartement partiel du travail, elle reçoit une
indemnité équivalente à 60 % de son salaire
journalier. Le salaire tiré de l'activité adaptée est
déduit de cette indemnité en fonction de certaines
tranches de revenus.
Nous recevons de très nombreuses plaintes de
travailleuses en situation d'écartement partiel du
travail dont le revenu net est substantiellement
inférieur à celui qu'elles auraient perçu si elles
avaient arrêté complètement de travailler. Il pourrait
être remédié à cette anomalie en fixant également à
78 % le pourcentage d'indemnité en cas
d'écartement partiel.
La ministre est-elle informée de cet état de choses?
Envisage-t-on d'adapter la réglementation?
08.01 Meryame Kitir (sp.a): Wanneer een
arbeidspost gezondheidsbedreigend is voor een
zwangere werkneemster of het kind en de
arbeidsomstandigheden niet kunnen aangepast
worden, dan moet de werkneemster tijdelijk stoppen
met werken. Dit heet werkverwijdering en geldt
zowel voor zwangere werkneemsters als voor
werkneemsters die borstvoeding geven.
Bij
volledige
werkverwijdering
ontvangt
de
betrokkene een uitkering van 78,237 procent van
het gemiddelde dagloon op dat moment. Bij
gedeeltelijke werkverwijdering ontvangt zij een
uitkering die gelijk is aan 60 procent van het
gemiddelde dagloon. Het loon uit de aangepaste
activiteit wordt op die uitkering in mindering
gebracht volgens bepaalde inkomensschijven.
Wij ontvangen heel wat opmerkingen van
werkneemsters wier netto inkomen bij gedeeltelijke
werkverwijdering substantieel lager ligt dan wanneer
zij hun werk volledig zouden hebben onderbroken.
Een
optie
zou
kunnen
zijn
om
het
vergoedingspercentage
ook
bij
gedeeltelijke
werkonderbreking op 78 procent te brengen.
Is de minister op de hoogte van deze situatie?
Wordt er nagedacht over een aanpassing van de
regelgeving?
08.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Depuis le 1
er
janvier 2010, les
travailleuses visées par la mesure de protection de
la maternité reçoivent une indemnité à charge de
l'assurance maternité en faveur des travailleuses
salariées, quelle que soit la cause de l'écartement
du travail.
Avant le 1
er
janvier 2010, le Fonds des maladies
professionnelles intervenait lorsque l'écartement
était lié à un risque de maladie professionnelle. Afin
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Sinds 1 januari 2010 ontvangen werkneemsters die
vallen
onder
de
maatregel
van
moederschapsbescherming, een vergoeding ten
laste van de moederschapsverzekering voor
loontrekkenden, ongeacht de oorzaak van de
werkverwijdering.
Vóór 1 januari 2010 trad het Fonds voor
beroepsziekten op wanneer de werkverwijdering
verbonden was met een beroepsziekterisico. Om
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
de pouvoir garantir une indemnité aussi élevée
qu'avant cette date, le taux d'indemnité en vigueur
en cas d'écartement total du travail a été rehaussé,
passant de 60 à 78,237 % de la rémunération
journalière moyenne.
En cas d'écartement partiel du travail, on a choisi
de calculer l'indemnité pour toute la période, soit
tant avant qu'après la naissance, sur la base de la
rémunération découlant de l'activité adaptée. Le
résultat peut varier d'un mois à l'autre. Le mode de
calcul correspond mieux à la situation réelle des
intéressées.
Vu les possibilités budgétaires, l'objectif n'était alors
pas de modifier fondamentalement la loi relative à
la protection de la maternité mais de fixer, à partir
du 1
er
janvier 2010, un taux d'indemnité unique pour
tous les cas d'écartement total du travail, qu'il soit
ou non lié à un risque de maladie professionnelle.
vanaf 1 januari 2010 een even hoge vergoeding te
garanderen als voorheen, werd het bestaande
uitkeringspercentage bij volledige werkverwijdering
verhoogd van 60 tot 78,237 procent van het
gemiddeld dagloon.
Bij gedeeltelijke werkverwijdering werd ervoor
gekozen om de vergoeding voor de volledige
periode, dus zowel vóór als na de bevalling, te
berekenen op basis van het loon dat voortvloeit uit
de aangepaste activiteit. Het resultaat hiervan kan
maandelijks verschillen. Deze berekeningswijze
sluit beter aan bij de werkelijke situatie van de
betrokkenen.
Gezien de budgettaire mogelijkheden is het destijds
niet de bedoeling geweest om de wetgeving inzake
moederschapsbescherming
fundamenteel
te
wijzigen, maar om vanaf 1 januari 2010 een uniek
uitkeringspercentage vast te stellen voor alle
gevallen van volledige werkverwijdering, ongeacht
of deze al dan niet gebonden zijn aan een
beroepsziekterisico.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'ONAFTS en tant
qu'organisme de paiement" (n° 3580)
09 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de RKW als
uitbetalingsinstelling" (nr. 3580)
09.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): L'Office
national d'allocations familiales pour travailleurs
salariés (ONAFTS) n'est pas seulement chargé de
la gestion du réseau secondaire de caisses
d'allocations familiales, mais paie lui-même les
allocations familiales à certains groupes d'ayants
droit, notamment les exploitants d'établissements
horeca, les armateurs et le secteur du diamant.
Comment la ministre explique-t-elle l'adhésion des
catégories susvisées à l'ONAFTS? Est-elle
disposée à envisager une modification?
09.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): De
Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
(RKW) is niet alleen belast met de aansturing van
het secundaire netwerk van bijslagfondsen, maar
betaalt ook zelf de kinderbijslag van bepaalde
groepen van rechthebbenden, waaronder de
horeca-uitbaters,
de
bootreders
en
de
diamantindustriëlen.
Hoe verklaart de minister de aansluiting van deze
categorieën? Gaat zij akkoord met een wijziging?
Présidente: Meryame Kitir.
Voorzitter: Meryame Kitir.
09.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais):
L'ONAFTS
assume
en
effet
également la fonction d'une caisse d'allocations
familiales pour les employeurs du secteur privé, ces
derniers pouvant s'y affilier spontanément. Certains
employeurs sont affiliés d'office.
Des caisses d'allocations familiales particulières ont
été
créées
pour
certaines
catégories
professionnelles, dont les membres étaient
exclusivement constitués d'employeurs de la
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
RKW vervult inderdaad ook de rol van
kinderbijslagfonds
voor
werkgevers
uit
de
privésector die zich spontaan kunnen aansluiten.
Sommige
werkgevers
worden
ambtshalve
aangesloten.
Voor sommige beroepscategorieën werd een
bijzonder
kinderbijslagfonds
opgericht
dat
uitsluitend de desbetreffende categorie van
werkgevers als lid had en waarbij alle werkgevers
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
catégorie concernée, ces derniers étant tous affiliés
d'office. Il s'agit d'organismes publics qui sont ainsi
en mesure de répondre un maximum aux
spécificités de ces secteurs.
L'intégration de ces catégories dans un autre
organe public, à savoir l'ONAFTS, se justifie dès
lors toujours et exclut l'intégration du secteur en
question dans une caisse d'allocations familiales
libre. Dans ce cas, les employeurs auraient en effet
la possibilité de choisir librement leur caisse
d'allocations familiales.
Il s'indique d'organiser les services au sein d'un
même organisme de paiement pour des raisons
d'efficacité en matière de coûts, de sécurité
juridique et de ponctualité du paiement des
allocations aux ménages.
Jusqu'à présent, aucune plainte portant sur les
pratiques administratives actuelles et aucune
demande concrète de modification de ces
méthodes n'a été reçue de la part des secteurs
concernés.
ambtshalve
werden
aangesloten.
Dit
zijn
overheidsinstellingen
die
maximaal
op
de
eigenheden van die sectoren kunnen inspelen.
Precies daarom was en is een integratie van die
categorieën in een andere overheidsinstelling, met
name de RKW, vandaag nog steeds verantwoord
en sluit het de integratie van de sector in kwestie in
een vrij kinderbijslagfonds uit. Dan zouden de
werkgevers
immers
de
vrije
keuze
van
kinderbijslagfonds hebben.
Een dienstverlening binnen één betalingsorganisme
is aangewezen, omdat het kostenefficiënter is en
omdat de rechtszekerheid en stipte betalingen aan
de gezinnen worden gegarandeerd.
Tot op heden kwamen er van de betrokken
sectoren
geen
klachten
over
de
huidige
administratieve praktijk, laat staan een concrete
vraag om de werkwijze aan te passen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La
présidente:
La
question
n° 3742
de
Mme Grosemans est retirée.
De voorzitter: Vraag nr. 3742 van mevrouw
Grosemans wordt ingegetrokken.
10 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le refus et le retrait des
autorisations relatives aux caisses d'allocations
familiales" (n° 3836)
10 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de weigering
en de intrekking van de machtiging van de
kinderbijslagfondsen" (nr. 3836)
10.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): La création
des caisses d'allocations familiales est autorisée
par arrêté royal. Cette autorisation est subordonnée
à une série de conditions. Une autorisation peut
également être retirée par arrêté royal.
10.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): De
oprichting van kinderbijslagfondsen gebeurt via een
machtiging per KB. Om die te verkrijgen, moet het
fonds voldoen aan een aantal voorwaarden. Een
machtiging kan ook bij KB worden ingetrokken.
Président: Yvan Mayeur.
Des autorisations de création de caisses
d'allocations familiales ont-elles été refusées au
cours des cinq dernières années? Dans
l'affirmative,
combien
et
pourquoi?
Des
autorisations de caisses d'allocations familiales ont-
elles été retirées au cours des cinq dernières
années? Dans l'affirmative, combien et pourquoi?
Au cours des cinq dernières années, l'ONAFTS a-t-
il demandé ou imposé un plan de redressement à
une caisse d'allocations familiales à la suite de
difficultés financières? Dans combien de cas? Un
plan de redressement de ce type a-t-il toujours
entraîné une réévaluation de la situation financière
Voorzitter: Yvan Mayeur.
Werden in de afgelopen vijf jaar machtigingen tot
oprichting geweigerd? In hoeveel gevallen en
waarom? Werden in de afgelopen vijf jaar
machtigingen van fondsen ingetrokken? In hoeveel
gevallen en waarom? Heeft de RKW in de
afgelopen vijf jaar een herstelplan gevraagd of
opgelegd aan een kinderbijslagfonds wegens
financiële problemen? In hoeveel gevallen? Leidde
een
dergelijk
herstelplan
steeds
tot
een
opwaardering van de financiële toestand van het
kinderbijslagfonds of werd al beslist tot intrekking
van de machtiging om die reden? Wordt de controle
op de voorwaarden voor het behoud van de
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
de la caisse d'allocations familiales ou des retraits
d'autorisation ont-ils été décidés pour cette raison?
Un contrôle permanent des conditions de maintien
de l'autorisation est-il organisé? Les contrôles
actuels sont-ils suffisants?
machtiging permanent opgevolgd? Volstaat de
huidige wijze van opvolgen?
10.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Ces cinq dernières années, aucune
demande de création de caisse d'allocations
familiales n'a été déposée et aucune autorisation
n'a été retirée.
En 2008, nous avons demandé à la caisse
d'allocations familiales Arenberg de mettre en
oeuvre un plan de redressement afin d'améliorer la
qualité du service et la situation financière difficile.
En 2009, nous avons adressé la même demande à
la caisse Horizon Het Gezin.
Le 1
er
janvier 2010, la caisse Arenberg a fusionné
avec
la
caisse
d'allocations
familiales,
financièrement saine, du Groupe S et, depuis,
l'administration globale n'a plus reçu de demandes
de payer des allocations familiales non liquidées.
On constate aujourd'hui une amélioration sensible
des services fournis aux familles. En outre, le
Groupe S réexamine systématiquement la totalité
des dossiers.
Le plan de redressement de la caisse d'allocations
familiales Horizon Het Gezin comprend un
ensemble de mesures structurelles destinées à
augmenter les recettes et à comprimer les coûts.
Par ailleurs, plusieurs mesures uniques ont été
prises dans le but de recapitaliser la caisse, de
sorte qu'elle présente aujourd'hui un bilan équilibré.
Elle se penche également sur une amélioration
générale de la gestion des dossiers.
L'ONAFTS veille au respect des conditions
d'agrément et surveille le fonctionnement des
caisses d'allocations familiales en permanence. Il
va d'ailleurs examiner les possibilités d'améliorer
l'encadrement juridique des caisses d'allocations
familiales.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
de afgelopen vijf jaar waren er geen aanvragen tot
oprichting van een kinderbijslagfonds en werd er
geen machtiging ingetrokken.
In 2008 vroeg men het kinderbijslagfonds Arenberg
om een herstelplan om zowel de kwaliteit van de
dienstverlening als de moeilijke financiële toestand
te verbeteren. In 2009 vroeg men dat ook aan het
kinderbijslagfonds Horizon Het Gezin.
Het kinderbijslagfonds Arenberg is op 1 januari
2010 gefusioneerd met het financieel gezonde
kinderbijslagfonds van Groep S en sindsdien kreeg
het globaal beheer geen verzoek meer om
onbetaalde kinderbijslagen te financieren. Vandaag
is de dienstverlening aan de gezinnen gevoelig
verbeterd en bekijkt Groep S systematisch alle
dossiers opnieuw.
Het herstelplan van het kinderbijslagfonds Horizon
Het Gezin behelst een aantal structurele
maatregelen om de inkomsten te verhogen en de
kosten te drukken. Verder werd een aantal
eenmalige maatregelen genomen om het fonds te
herkapitaliseren, waardoor het beschikt over een
gezonde balans. Het fonds werkt ook aan een veel
beter dossierbeheer.
De RKW waakt over het respecteren van de
erkenningsvoorwaarden en volgt de werking van de
kinderbijslagfondsen permanent op. De RKW zal
trouwens een betere juridische omkadering van de
kinderbijslagfondsen nader bekijken.
10.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): On compte
donc un nombre très restreint de plans de
redressement et ceux-ci donnent manifestement de
bons résultats.
10.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Er zijn dus
nauwelijks herstelplannen ingediend en diegene die
werden ingediend, leveren blijkbaar resultaat op.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Zuhal Demir à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le contrôle du suivi
régulier des cours dans le cadre du droit aux
11 Vraag van mevrouw Zuhal Demir aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de controle op het regelmatig
volgen van de lessen in het kader van het recht
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
allocations familiales" (n° 3837)
op de kinderbijslag" (nr. 3837)
11.01 Zuhal Demir (N-VA): Aux termes d'un arrêté
royal de 1975, un enfant qui donne droit à des
allocations familiales et qui n'est plus soumis à
l'obligation
scolaire
doit suivre les
cours
régulièrement. L'appréciation de la direction de
l'établissement scolaire est déterminante à cet
égard.
Jusqu'à quel point la direction de l'école jouit-elle
d'une
liberté
d'appréciation?
Les
caisses
d'allocations familiales exercent-elles un contrôle
sur cette appréciation? Si oui, l'exercent-elles
systématiquement?
11.01 Zuhal Demir (N-VA): Volgens een KB uit
1975 moet een kind dat recht geeft op kinderbijslag
en niet meer leerplichtig is, de lessen regelmatig
volgen. Doorslaggevend is het oordeel van de
directie van de onderwijsinrichting.
Hoe ver gaat de beoordelingsvrijheid van de directie
van de school? Oefenen de kinderbijslagfondsen
een controle uit op die appreciatie? Wordt er
systematisch gecontroleerd?
11.02
Laurette
Onkelinx
,
ministre
(en
néerlandais): La direction de l'école évalue,
conformément aux règles édictées par les
Communautés, quelles absences doivent être
considérées comme irrégulières et quelle est la
sanction appliquée.
L'Office national d'allocations familiales pour
travailleurs salariés (ONAFTS) et les caisses
d'allocations familiales en prennent simplement
acte. Ils exécutent cette décision sur le plan des
allocations familiales et exercent uniquement un
contrôle sur le fait de savoir si un enfant non soumis
à l'obligation scolaire est régulièrement inscrit dans
un établissement d'enseignement. Ce contrôle est
réalisé sur la base des données fournies par les
Communautés au début de chaque année scolaire
ou académique par le biais d'attestations ou de flux
électroniques de données. Il va de soi que les
modifications dans le régime d'étude sont
également transmises à l'ONAFTS et aux caisses
d'allocations familiales.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
schooldirectie beoordeelt, in overeenstemming met
de regels uitgevaardigd door de Gemeenschappen,
welke afwezigheden als onregelmatig moeten
worden beschouwd en wat de bijhorende sanctie is.
De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
(RKW) en de kinderbijslagfondsen nemen hier
enkel akte van. Zij voeren die beslissing uit op het
vlak van de kinderbijslag en oefenen enkel toezicht
uit op het feit of een niet-schoolplichtig kind
regelmatig
in
een
onderwijsinstelling
is
ingeschreven. Deze controle gebeurt aan de hand
van de gegevens die de Gemeenschappen hen bij
het begin van elk school- of academisch jaar via
attesten
of
elektronische
gegevensstromen
bezorgen. Wijzigingen in het studieregime worden
uiteraard
ook
aan
de
RKW
en
de
kinderbijslagfondsen doorgegeven.
11.03 Zuhal Demir (N-VA): Dès qu'un enfant est
inscrit, le droit aux allocations familiales est ouvert.
D'après le corps enseignant, des abus sont
constatés. On ne voit plus certains étudiants sur les
bancs à partir du 15 octobre. Il est difficile pour les
écoles supérieures ou les universités de contrôler
les présences.
11.03 Zuhal Demir (N-VA): Zodra een kind is
ingeschreven, wordt het recht op kindergeld
geopend. Volgens leerkrachten is er sprake van
misbruiken. Sommige studenten dagen vanaf
15 oktober niet meer op. Voor een hogeschool of
een universiteit is het moeilijk om controle uit te
oefenen op de aanwezigheid.
11.04
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Je comprends vos préoccupations
mais il appartient aux Communautés d'édicter des
règles particulières. L'ONAFTS ne peut imposer de
nouvelles règles.
11.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
begrijp wat de bezorgdheid is, maar het zijn de
Gemeenschappen die bevoegd zijn om bijzondere
regels uit te vaardigen. De RKW kan geen nieuwe
regels opleggen.
(En français) Vous parlez de l'université. Certains
étudiants ne vont jamais au cours mais réussissent
en étudiant chez eux. Mais c'est de la compétence
des Communautés de préciser quelles preuves ils
doivent apporter pour être considéré comme élèves
(Frans) U had het over de universiteiten. Sommige
studenten gaan nooit naar de les, maar slagen wel
dankzij thuisstudie. Het is echter aan de
Gemeenschappen om te bepalen op grond van
welke bewijsstukken men als regelmatige leerling
CRABV 53
COM 200
27/04/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
réguliers.
kan worden beschouwd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Nadia Sminate à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les indemnités
d'incapacité de travail pendant une période de
détention préventive ou de privation de liberté"
(n° 3871)
12 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "uitkeringen
wegens arbeidsongeschiktheid tijdens een
periode
van
voorlopige
hechtenis
of
vrijheidsberoving" (nr. 3871)
12.01 Nadia Sminate (N-VA): Les personnes sans
charge de famille peuvent pendant une période de
privation de liberté ou de détention préventive
bénéficier d'une indemnité d'incapacité de travail
dont le montant est toutefois réduit de moitié.
Pourquoi cette mesure ne s'applique-t-elle qu'aux
personnes sans charge de famille? Qu'entend-on
par "une période de privation de liberté"? Peut-il
également s'agir d'une période de collocation?
Comment cette mesure se traduit-elle dans la
pratique? Existe-t-il une communication directe
entre la Justice et les mutualités?
12.01 Nadia Sminate (N-VA): Wie geen personen
ten laste heeft terwijl hij van zijn vrijheid is beroofd
of in voorlopige hechtenis zit, heeft recht op een
uitkering wegens arbeidsongeschiktheid, een
uitkering die echter beperkt wordt tot de helft.
Waarom geldt dit enkel voor mensen die geen
personen ten laste hebben? Wat wordt er bedoeld
met `een periode van vrijheidsberoving'? Gaat het
ook over collocatie? Hoe gebeurt dit in de praktijk?
Is er een directe communicatie tussen Justitie en de
ziekenfondsen?
12.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Un allocataire sans personne à
charge ne reçoit que la moitié du montant, parce
que l'institution où il réside prend en charge
différents frais d'entretien pendant sa détention ou
son internement. Si la personne concernée a
toutefois charge de famille, elle conserve son
allocation pendant sa période de privation de liberté.
La privation de liberté est définie comme l'absence
au travail sans maintien de la rémunération pour
cause
de
détention,
d'emprisonnement
et
d'internement, à l'exception de la détention
préventive. Il doit donc s'agir effectivement d'une
privation de liberté en tant que mesure pénale.
Une allocation complète sera toujours octroyée en
cas de collocation, parce que celle-ci n'est pas une
mesure pénale mais une mesure imposée par le
juge de paix pour garantir la sécurité de la personne
concernée et celle d'autres personnes.
La mutuelle dispose souvent d'une déclaration de
l'institution mentionnant la date de début et de fin de
la privation de liberté, ce qui lui permet de verser à
nouveau le montant complet lors de la mise en
liberté. S'il est toutefois impossible de communiquer
la date de la fin de la privation de liberté, la mutuelle
ne pourra verser à nouveau le montant complet que
lorsqu'elle en aura été informée par l'institution ou
par la personne concernées.
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Een uitkeringsgerechtigde zonder persoon ten laste
krijgt maar de helft van het bedrag uitgekeerd,
omdat gedurende zijn detentie of internering
verschillende kosten voor levensonderhoud ten
laste worden genomen door de instelling waar hij
verblijft. Als de betrokkene echter een gezinslast
heeft, behoudt hij gewoon zijn uitkering tijdens zijn
vrijheidsberoving.
Vrijheidsberoving wordt gedefinieerd als de
afwezigheid op het werk zonder behoud van loon
wegens hechtenis, gevangenzetting en internering,
andere dan voorlopige hechtenis. Het moet dus wel
degelijk
gaan
om
vrijheidsberoving
als
strafrechtelijke maatregel.
Bij collocatie zal altijd een volledige uitkering
worden toegekend, omdat dat geen strafrechtelijke
maatregel is, maar een door een vrederechter
bevolen maatregel om de veiligheid van een
persoon en die van anderen te waarborgen.
Vaak beschikt het ziekenfonds over een verklaring
van de instelling waarop de begin- en einddatum
van de vrijheidsberoving worden vermeld. Zo kan
het ziekenfonds onmiddellijk het volledige bedrag
opnieuw uitbetalen bij de invrijheidstelling. Als het
echter onmogelijk is om de einddatum van de
vrijheidsberoving mee te delen, kan het ziekenfonds
slechts het volledige bedrag opnieuw uitbetalen als
het door de instelling of door de betrokkene zelf op
27/04/2011
CRABV 53
COM 200
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
de hoogte wordt gebracht.
12.03 Nadia Sminate (N-VA): La question reste de
savoir s'il se justifie que la sécurité sociale doive
prendre en charge des individus qui ont commis un
fait criminel et qui bénéficient déjà du gîte et du
couvert en prison. Je souhaiterais également
connaître le nombre de cas dont il s'agit.
12.03 Nadia Sminate (N-VA): De vraag blijft of het
te verantwoorden is dat de sociale zekerheid moet
opdraaien voor mensen die een crimineel feit
hebben gepleegd en in de gevangenis al kost en
inwoon krijgen. Ik had ook graag geweten over
hoeveel gevallen het gaat.
12.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
signe tous les jours des réponses à des questions
écrites. Et certaines font suite à des questions que
vous avez posées.
12.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik
onderteken elke dag antwoorden op schriftelijke
vragen en daaronder vallen ook antwoorden op
vragen die u gesteld heeft.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 03.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.03 uur.