CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 53 COM 160
CRABV 53 COM 160
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE
M
AATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
Mercredi
Woensdag
16-03-2011
16-03-2011
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
INDEP-ONAFH
Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : publications@lachambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : publicaties@dekamer.be
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'état d'avancement du projet
MyCareNet" (n° 3017)
1
Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de stand van zaken van het
project MyCareNet" (nr. 3017)
1
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'absence d'arrêtés d'exécution à la suite de
l'absence d'un gouvernement bénéficiant de la
plénitude de compétences" (n° 3084)
2
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
uitblijven
van
uitvoeringsbesluiten ten gevolge van het uitblijven
van een regering met volheid van bevoegdheid"
(nr. 3084)
2
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- Mme Kattrin Jadin au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "l'overdose de caféine chez les
jeunes" (n° 3165)
3
- mevrouw Kattrin Jadin aan de minister van
Klimaat en Energie over "het overmatig
cafeïneverbruik bij jongeren" (nr. 3165)
3
- Mme Kattrin Jadin à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'overdose de caféine chez les jeunes" (n° 3166)
3
- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het overmatig cafeïneverbruik bij
jongeren" (nr. 3166)
3
Orateurs: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Meyrem Almaci à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la vente de chats et de chiens"
(n° 2998)
4
Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verkoop van katten en
honden" (nr. 2998)
4
Orateurs:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la consommation d'alcool chez les
jeunes" (n° 3180)
6
Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het alcoholgebruik bij jongeren"
(nr. 3180)
6
Orateurs: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le contrôle du respect de
la loi interdisant la vente d'alcool aux mineurs, en
7
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "het toezicht op
de inachtneming van de wet die de verkoop van
7
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
particulier aux caisses automatiques self-
scanning" (n° 3206)
alcohol aan minderjarigen verbiedt, in het
bijzonder aan de automatische kassa's die
gebruik maken van 'self-scanning'" (nr. 3206)
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Question de Mme Meyrem Almaci à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les incendies dans les étables"
(n° 3232)
8
Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "stalbranden" (nr. 3232)
8
Orateurs:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Valérie De Bue à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'aspartame" (n° 3281)
9
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "aspartaam" (nr. 3281)
9
Orateurs: Valérie De Bue, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Valérie
De
Bue,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le trop grand nombre d'enfants et
adolescents mis en observation et en chambre
d'isolement" (n° 3313)
10
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het te grote aantal kinderen en
adolescenten
die
ter
observatie
worden
opgenomen en in een isoleerkamer afgezonderd
worden" (nr. 3313)
10
Orateurs:
Muriel
Gerkens,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Muriel
Gerkens,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Tanguy Veys à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'engouement pour le cannabis de synthèse"
(n° 3324)
12
Vraag van de heer Tanguy Veys aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de opmars van synthetische
cannabis" (nr. 3324)
12
Orateurs: Tanguy Veys, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Tanguy Veys, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Sonja Becq à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'internement" (n° 3342)
14
Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de internering" (nr. 3342)
14
Orateurs: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Sonja Becq à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "les soins médicaux et le statut de sécurité
sociale des détenus" (n° 3343)
15
Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de geneeskundige zorgverlening
en
het
socialezekerheidsstatuut
van
gedetineerden" (nr. 3343)
15
Orateurs: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'arrêt de la garde de médecine
générale par les médecins traitants liégeois"
(n° 3355)
16
Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over "de
stopzetting
van de
huisartsenwachtdienst door de Luikse huisartsen"
(nr. 3355)
16
Orateurs: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "la
pollution causée par la production de fourrure de
vison" (n° 3205)
18
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de door
de
nertsproductie
veroorzaakte
vervuiling"
(nr. 3205)
18
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
M
ERCREDI
16
MARS
2011
Matin
______
van
W
OENSDAG
16
MAART
2011
Voormiddag
______
La discussion des questions est ouverte à 10 h 22
par M. Hans Bonte, président.
De behandeling van de vragen vangt aan om
10.22 uur. De vergadering wordt voorgezeten door
de heer Hans Bonte.
Sarah Smeyers (N-VA): Ma question n° 2293 sur
l'interdiction de fumer devrait être reformulée
compte tenu de l'actualité récente. J'ai donc
l'intention d'introduire une nouvelle question.
Sarah Smeyers (N-VA): Mijn vraag nr. 2293 over
het rookverbod moet in het licht van de actualiteit
worden geherformuleerd. Ik zal dus een nieuwe
vraag indienen.
Le président: C'est une bonne idée.
De voorzitter: Dat is een goed idee.
01 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'état d'avancement du
projet MyCareNet" (n° 3017)</b>
01 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de stand van
zaken van het project MyCareNet" (nr. 3017)
01.01 Manu Beuselinck (N-VA): Je suis tout
simplement
curieux
de
connaître
l'état
d'avancement et le calendrier du projet MyCareNet.
Où en est-on dans le traitement des demandes par
le Collège Intermutualiste National? Qu'a proposé le
CIN pour faciliter l'implémentation lors de la plate-
forme de concertation du 18 janvier 2011?
01.01 Manu Beuselinck (N-VA): Eigenlijk ben ik
gewoon benieuwd naar de stand van zaken en de
verdere timing voor het project MyCareNet.
Hoe staat het met de verwerking van de aanvragen
door het Nationaal Intermutualistisch College? Wat
heeft het NIC op het overlegplatform van 18 januari
2011 voorgesteld met het oog op een vlottere
implementatie?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Les dates butoirs du plan d'action
fédéral pour la simplification administrative 2009-
2011 ne sont certainement plus d'actualité. Le
dernier bilan a été présenté à la conférence de
presse du 28 juin 2010 et peut être consite internet de l'INAMI.
La force probante des données électroniques posait
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
streefdata uit het federaal actieplan administratieve
vereenvoudiging 2009-2011 zijn zeker niet meer up-
to-date. De laatste stand van zaken werd op 28 juni
2010 op een persconferentie voorgesteld en staat
op de website van het RIZIV.
Bij MyCareNet was er een probleem voor wat
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
problème dans le projet MyCareNet. L'INAMI et la
plate-forme e-health ont défini un cadre général
pour résoudre ce problème. Les dispositions en
question seront reprises dans la loi sur la santé du
prochain ministre de la Santé publique. Il est fait
usage en attendant de protocoles séparés pour
chaque groupe cible. Le premier groupe
entièrement opérationnel était celui des infirmiers à
domicile.
betreft de bewijskracht van de elektronische
gegevens. Het RIZIV en het e-healthplatform
hebben een algemeen kader uitgewerkt om dat te
regelen. Dat zal in de gezondheidswet van de
volgende minister van Volksgezondheid worden
opgenomen. In afwachting worden er per doelgroep
afzonderlijke protocollen gehanteerd. De eerste
groep die zo aan de slag kon, waren de
thuisverpleegkundigen.
Les laboratoires constituaient le groupe cible
suivant. Depuis le 1
er
avril 2010, une vingtaine de
projets MyCareNet, représentant 15 % des
laboratoires, sont en cours dans ce secteur.
En ce qui concerne les maisons de repos,
MyCareNet y est techniquement opérationnel
depuis la mi-2010. Les premiers véritables projets
pilotes pourront débuter en avril ou juin 2011. Les
pharmacies et les médecins suivront en plusieurs
phases avant la fin de l'année.
Par ailleurs, nous avons l'intention d'intégrer
également à terme les dentistes, les centres de
revalidation, les centres pour toxicomanes, les
maisons médicales et les kinésithérapeutes dans
une ou plusieurs fonctions de MyCareNet. Tout
dépend bien entendu également des moyens.
Daarna volgden de laboratoria. Sinds 1 april 2010
zijn daar een 20-tal MyCareNet-projecten lopende,
dat is 15 procent van de labs.
Bij de rusthuizen is MyCareNet technisch
operationeel sinds medio 2010. De eerste echte
proefprojecten kunnen starten vanaf april of juni
2011. Later op het jaar volgen dan, in verschillende
fasen, de apotheken en de artsen.
Daarnaast bestaan er plannen om ook tandartsen,
revalidatiecentra,
verslaafden,
wijkgezondheidscentra,
kinesitherapeuten
op
termijn te laten instappen in een of meerdere
functies van MyCareNet. Alles hangt ook van de
middelen af natuurlijk.
01.03 Manu Beuselinck (N-VA): Je me réjouis de
voir que des progrès sont tout de même réalisés
dans cette matière complexe.
01.03 Manu Beuselinck (N-VA): Ik blij dat er in
deze ingewikkelde materie toch enige vooruitgang
te bespeuren is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'absence d'arrêtés
d'exécution à la suite de l'absence d'un
gouvernement bénéficiant de la plénitude de
compétences" (n° 3084)
02 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
uitblijven
van
uitvoeringsbesluiten ten gevolge van het
uitblijven van een regering met volheid van
bevoegdheid" (nr. 3084)
02.01 Rita De Bont (VB): Il me revient que
60 arrêtés royaux seraient en attente d'un
gouvernement bénéficiant de la plénitude des
compétences.
Quels sont les arrêtés royaux relatifs à la Santé
publique et l'Intégration sociale qui ne peuvent être
pris faute de gouvernement de plein exercice?
02.01 Rita De Bont (VB): Naar verluidt liggen
60 koninklijke besluiten op een regering met volheid
van bevoegdheid te wachten.
Welke KB's die met Volksgezondheid en
Maatschappelijke Integratie te maken hebben,
kunnen niet worden uitgevaardigd omdat er nog
steeds geen volwaardige regering is?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Mme De Bont a posé la même question à tous les
membres du gouvernement et tous les membres du
gouvernement ont répondu la même chose.
02.02 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Mevrouw De Bont heeft dezelfde vraag gesteld aan
alle leden van de regering die allen hetzelfde
antwoord hebben gegeven.
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
02.03 Rita De Bont (VB): Tous les membres du
gouvernement répondent la même chose à cette
question mais ils ne me répondent pas en ce qui
concerne les domaines de compétence spécifiques
des divers ministres, ce qui témoigne d'un manque
de respect à l'égard du Parlement.
02.03 Rita De Bont (VB): Alle regeringsleden
geven hetzelfde antwoord op deze vraag, maar ik
krijg geen antwoord als ik vraag naar de specifieke
bevoegdheidsdomeinen van de diverse ministers.
Dat getuigt van weinig respect voor het Parlement.
L'incident est clos.
Le président: Le ministre du Climat et de l'Énergie
répondra à la question n° 3017 de M. Beuselinck.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 3017 van de heer
Beuselinck zal beantwoord worden door de minister
van Klimaat en Energie.
03 Questions jointes de
- Mme Kattrin Jadin au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "l'overdose de caféine chez les
jeunes" (n° 3165)
- Mme Kattrin Jadin à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'overdose de caféine chez les jeunes" (n° 3166)
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Kattrin Jadin aan de minister van
Klimaat en Energie over "het overmatig
cafeïneverbruik bij jongeren" (nr. 3165)
- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het overmatig cafeïneverbruik bij
jongeren" (nr. 3166)
03.01 Kattrin Jadin (MR): J'ai déposé deux
questions portant le même titre mais adressées à
deux ministres différents.
Le président: Le gouvernement est un et
indivisible.
03.01 Kattrin Jadin (MR): Ik heb twee vragen
ingediend met dezelfde titel, maar gericht tot twee
verschillende ministers.
De voorzitter: De regering is één en ondeelbaar.
03.02 Kattrin Jadin (MR): Selon un article de La
Dernière Heure du 23 février, le taux de caféine
présent dans l'organisme des jeunes dépasserait la
norme requise. Une étude pédiatrique menée aux
États-Unis indique qu'un jeune ingurgite trop de
caféine par le biais de boissons énergisantes
(jusqu'à 800 mg par jour). Parmi les effets
secondaires, on constate des détériorations du foie,
des déficiences rénales, des troubles respiratoires,
de l'hypertension et des problèmes cardiaques.
Ce phénomène prend particulièrement de l'ampleur
lors d'événements comme les concerts, festivals,
etc.
Disposons-nous en Belgique d'une étude sur le taux
de caféine ingurgitée par les jeunes?
03.02 Kattrin Jadin (MR): Volgens een artikel van
La Dernière Heure van 23 februari ligt de
hoeveelheid cafeïne die jongeren in hun lichaam
hebben hoger dan de normwaarde. Uit een in de
Verenigde Staten uitgevoerde pediatrische studie
blijkt dat jongeren teveel cafeïne binnenkrijgen (tot
800 mg per dag) door energydrinks te consumeren.
Neveneffecten
daarvan
zijn
leverschade,
nierinsufficiëntie,
ademhalingsproblemen,
hypertensie en hartproblemen.
Overmatige cafeïneconsumptie doet zich met name
voor tijdens evenementen zoals concerten,
festivals, enz.
Is er in België een studie beschikbaar over de
hoeveelheid cafeïne die jongeren binnenkrijgen?
03.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
La caféine est une substance autorisée dans les
boissons non alcoolisées pour laquelle une limite
maximale est fixée à 320 mg/litre. La législation
actuelle impose des avertissements à destination
des
consommateurs
vulnérables,
femmes
enceintes et allaitantes, enfants jusqu'à 16 ans et
sujets sensibles à la caféine. Ces mentions sont
légalement obligatoires en vertu de l'arrêté royal du
13 septembre 1999 relatif à l'étiquetage des
03.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er mag
hoogstens 320 mg/liter cafeïne worden toegevoegd
aan niet-alcoholische dranken. Volgens de huidige
wetgeving moeten er waarschuwingen worden
aangebracht
ten
behoeve
van
kwetsbare
consumenten, zwangere en zogende vrouwen,
kinderen tot 16 jaar en mensen die gevoelig zijn
voor cafeïne. Overeenkomstig het koninklijk besluit
van 13 september 1999 betreffende de etikettering
van voorverpakte voedingsmiddelen en verordening
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
denrées alimentaires non préemballées et en vertu
du règlement 1924/2006 de l'Union européenne.
Une enquête de consommation conduite en 2004
n'a pas permis de déterminer l'ingestion précise de
la caféine chez les enfants. Une autre enquête est
en projet sur les habitudes alimentaires des enfants
de quatre à seize ans.
J'ai fait diligenter, fin 2009, un avis par le Conseil
supérieur de la santé sur les boissons énergisantes.
L'analyse a montré que, chez les enfants, le
remplacement de cola et d'autres boissons non-
alcoolisées par des boissons énergisantes peut
représenter une augmentation sensible de l'apport
journalier en caféine.
Le Conseil supérieur de la santé recommande de
ne pas consommer de boissons énergisantes de
manière régulière ou excessive, en veillant à s'en
tenir à un apport journalier en caféine inférieur à
400 mg (voire 300 mg) pour les adultes, et de
déconseiller la consommation de boissons
énergisantes aux femmes enceintes et allaitantes,
aux enfants jusqu'à seize ans et aux sujets
sensibles à la caféine.
Mon administration a demandé au Conseil
supérieur de la santé d'émettre un avis global sur la
caféine afin de déterminer si la réglementation en la
matière doit être modifiée. Je devrais avoir les
résultats dans la deuxième moitié de 2011.
J'ai interpellé en septembre 2010 le commissaire
européen John Dalli quant à l'augmentation de la
consommation de caféine et quant à la recherche
de solutions au niveau européen.
1924/2006 van de Europese Unie is het wettelijk
verplicht om die meldingen aan te brengen.
Tijdens een consumentenonderzoek in 2004 kon de
inname van cafeïne bij kinderen niet precies worden
vastgesteld. Er staat een ander onderzoek op stapel
over de eetgewoonten van kinderen van vier tot
zestien jaar.
Eind 2009 heb ik een advies gevraagd van de Hoge
Gezondheidsraad over energydrinks. Uit de analyse
is gebleken dat bij kinderen de vervanging van cola
en
andere
niet-alcoholische
drankjes
door
energydrinks tot een aanzienlijke toename kan
leiden van de dagelijkse inname van cafeïne.
De Hoge Gezondheidsraad waarschuwt voor een
regelmatige of overdreven consumptie van
energydrinks. Volwassenen mogen dagelijks niet
meer dan 400 mg (of zelfs maar 300 mg) cafeïne
binnenkrijgen, en het gebruik van energydrinks
moet worden afgeraden aan zwangere en zogende
vrouwen, kinderen tot zestien jaar en personen die
gevoelig zijn voor cafeïne.
Om te kunnen nagaan of de desbetreffende
regelgeving niet moet worden gewijzigd, heeft mijn
administratie de Hoge Gezondheidsraad gevraagd
een globaal advies over cafeïne uit te brengen. Ik
verwacht de resultaten tegen de tweede helft van
2011.
In september 2010 heb ik eurocommissaris John
Dalli
geïnterpelleerd
over
de
toenemende
consumptie van cafeïne en over het zoeken naar
oplossingen op Europees niveau.
03.04 Kattrin Jadin (MR): Je pense aussi que c'est
un phénomène qu'il convient de porter au niveau
européen. Je constate que le travail a été bien fait.
03.04 Kattrin Jadin (MR): Ik denk ook dat het een
fenomeen is dat op Europees niveau moet worden
besproken. Ik stel vast dat er goed werk verricht
werd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Meyrem Almaci à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la vente de chats et de
chiens" (n° 2998)
04 Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de verkoop
van katten en honden" (nr. 2998)
04.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): La
législation sur la vente de chats et de chiens dans
les animaleries a été revue pour éviter les achats
impulsifs et promouvoir le bien-être des animaux.
Ces derniers temps, il me revient de plus en plus
souvent que des animaleries achètent quelques
04.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): De
wetgeving op de verkoop van katten en honden in
dierenwinkels werd aangepast om impulsieve
aankopen te vermijden en het dierenwelzijn te
bevorderen. De laatste tijd krijg ik steeds meer
signalen dat dierenwinkels enkele fokdieren
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
animaux reproducteurs pour se conformer à la loi,
mais que le commerce d'animaux élevés ailleurs
demeure leur principale source de revenus, avec
d'énormes souffrances animales à la clé.
La ministre m'a déjà précédemment répondu que
fin 2008, 138 commerces ne remplissaient pas les
conditions fixées par la loi. Combien d'entre eux ont
demandé une attestation de commerçant-éleveur?
Combien d'agréments ont été délivrés? Combien de
ces commerces vendent d'autres animaux, hors
des chiens et des chats? Combien de contrôles ont
déjà été effectués et auprès de quels magasins?
Des contrôles de suivi ont-ils déjà été organisés?
Des irrégularités ont-elles été constatées? Quelles
suites y ont été réservées? Que pense la ministre
de l'idée de ne plus autoriser les éleveurs qu'à
vendre des animaux qu'ils ont personnellement
élevés?
Le président: Cette question constitue en réalité
une question écrite. Seule la dernière question ne
porte pas sur des chiffres. Je propose que la
ministre fournisse les chiffres au secrétariat.
aanschaffen om wettelijk in orde te zijn, maar dat
het verhandelen van elders gefokte dieren hun
voornaamste bron van inkomsten blijft. Met veel
dierenleed als gevolg.
De minister antwoordde me eerder al dat
138 winkels eind 2008 nog niet voldeden aan de
wetgeving. Hoeveel van die winkels hebben een
attest
van
kweker-handelaar
aangevraagd?
Hoeveel erkenningen werden er verleend? Hoeveel
van hen verkopen ook nog andere dieren dan
katten en honden? Hoeveel controles zijn er al
gebeurd bij welke winkels? Zijn er ook al
opvolgingscontroles
geweest?
Werden
er
onrechtmatigheden
vastgesteld?
Met
welke
gevolgen? Hoe staat de minister tegenover het idee
om kwekers enkel nog toe te staan zelf gefokte
dieren te verkopen?
De voorzitter: Dit is eigenlijk een schriftelijke vraag.
Enkel de laatste vraag is geen vraag naar cijfers. Ik
stel voor dat de minister de cijfers ter beschikking
stelt van het secretariaat.
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): À la fin de l'année 2008,
138 agréments avaient été délivrés à des
animaleries vendant des chiens et des chats. On
compte aujourd'hui 100 élevages commerçants
agréés, dont 88 de chiens et 12 de chats.
14 demandes d'agrément ont été refusées ou
retirées en 2009 et 2010. En ce qui concerne les
animaleries restantes, certaines ont mis un terme à
leur activité et d'autres ne vendent plus que des
animaux autres que des chiens et des chats.
Le Service d'inspection du Bien-être animal met à
jour les statistiques des contrôles pour les présenter
en avril au Conseil du Bien-être animal. Celui-ci
souhaite en effet évaluer la modification de la loi sur
le bien-être animal. Je fournirai ces données à la
commission dès qu'elles seront disponibles.
Avant d'interdire aux éleveurs de vendre des chiens
ou des chats qu'ils n'ont pas élevés eux-mêmes,
nous devons vérifier si le nombre d'animaux élevés
en Belgique suffit à satisfaire la demande. Dans le
cas contraire, nous encouragerions le commerce
illégal et la Commission européenne pourrait
estimer qu'il s'agit d'une restriction trop radicale des
échanges commerciaux européens. Récemment, la
Commission européenne a accepté que nous
puissions exiger des élevages de chiens et de chats
d'autres États membres les mêmes normes
d'hébergement que celles qui sont en vigueur dans
notre pays.
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Eind 2008 waren er 138 erkenningen voor
dierenwinkels met honden en katten. Vandaag zijn
er 100 erkende handelskwekerijen, waarvan er
88 honden verhandelen en 12 katten. 14 aanvragen
voor erkenning werden geweigerd of ingetrokken in
2009 en 2010. Van de overige zijn er enkele
gestopt; andere verkopen nog uitsluitend andere
dieren dan honden en katten.
De
inspectiedienst
Dierenwelzijn
werkt
de
statistieken van de controles bij voor de presentatie
in de Raad voor Dierenwelzijn in april. Die Raad wil
de wijziging van de wet op het dierenwelzijn immers
evalueren. Ik bezorg de commissie deze gegevens
zodra ze beschikbaar zijn.
Vooraleer kwekers te verbieden om niet-
zelfgekweekte honden of katten te verhandelen,
moeten we nagaan of het aantal dieren dat in België
gekweekt wordt volstaat om aan de vraag te
voldoen. Anders werken we de illegale handel in de
hand en zou de Europese Commissie kunnen
oordelen dat dit een te sterke beperking van het
Europese handelsverkeer betekent. De Europese
Commissie heeft onlangs wel aanvaard dat wij van
herkomstbedrijven uit andere lidstaten dezelfde
huisvestingsnormen
voor
honden-
en
kattenkwekerijen kunnen eisen als degene die in
ons land van kracht zijn.
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
L'idée d'interdire aux éleveurs de vendre des chiens
et des chats qu'ils n'ont pas élevés eux-mêmes
fera, à n'en pas douter, l'objet d'une réflexion du
Conseil pour le Bien-être animal. Je suggère
d'attendre son avis.
Het idee om fokkers nog uitsluitend zelf gefokte
honden en katten te laten verkopen, zal zeker deel
uitmaken van de denkoefening van de Raad voor
Dierenwelzijn. Ik stel voor het advies van de Raad
af te wachten.
04.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): J'attends
avec intérêt les statistiques et l'avis du Conseil. La
ministre souligne à juste titre que nous devons
examiner si nous pouvons répondre à la demande
uniquement à l'aide des animaux élevés
localement. Je me réjouis qu'elle souligne
également que les instances européennes doivent
exiger que les animaux importés répondent aux
mêmes conditions en matière de bien-être animal et
d'alimentation que dans notre pays.
04.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Ik kijk uit
naar de statistieken en naar het advies van de
Raad. De minister wijst er terecht op dat we moeten
nagaan of we met zelfgefokte dieren aan de vraag
kunnen voldoen. Het verheugt me dat ze er ook op
wijst dat Europa moet eisen dat de ingevoerde
dieren
aan
dezelfde
voorwaarden
inzake
dierenwelzijn en voeding voldoen als in eigen land.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la consommation
d'alcool chez les jeunes" (n° 3180)
05 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
alcoholgebruik bij jongeren" (nr. 3180)
05.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Depuis janvier
2010, les contrôleurs de la Santé publique
effectuent des contrôles relatifs à l'interdiction de
consommer de l'alcool pour les jeunes de moins de
16 ans et de l'alcool fort pour les moins de 18 ans.
Les chiffres sont éloquents. Il s'avère que pas
moins 45 % des soirées de jeunes locales
contrôlées ne respectent pas les règles: les
vendeurs d'alcools forts sont eux-mêmes âgés de
moins de 18 ans et un problème d'ignorance et
d'autorité se pose dès lors, alors que les
producteurs de boissons sponsorisent souvent ces
soirées et font ainsi la promotion de leurs produits.
Par ailleurs, 25 % des festivals contrôlés n'ont pris
aucune mesure pour faire respecter ces
interdictions. Quelque 34 % des distributeurs
automatiques contenant des boissons alcoolisées
et quasiment 10 % des commerces horeca
contrôlés n'étaient pas en règle.
Quelles conclusions la ministre tire-t-elle de ces
chiffres? Existe-t-il des différences régionales? En
la
matière,
la
prévention
ressortit
aux
Communautés. La ministre envisage-t-elle de
prendre des mesures répressives? Que pense-t-elle
de la présence obligatoire d'adultes lors des
soirées? Une approche spécifique et prioritaire est-
elle nécessaire pour les soirées locales?
05.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Sinds januari
2010 voeren de controleurs van Volksgezondheid
controles uit op het alcoholverbod bij min-16-jarigen
en op het sterkedrankverbod bij min-18-jarigen. De
cijfers spreken voor zich. Maar liefst 45 procent van
de gecontroleerde plaatselijke jeugdfuiven bleek de
regels niet na te leven: de verkopers van
sterkedrank zijn vaak zelf nog geen 18, wat voor
onwetendheid en een autoriteitsprobleem zorgt,
terwijl drankenproducenten deze fuiven vaak
sponsoren en hun producenten zo promoten.
Daarnaast had 25 procent van de gecontroleerde
festivals geen enkele maatregel genomen om deze
verbodsbepalingen te doen naleven. 34 procent van
de drankautomaten met alcoholische dranken en
bijna
10 procent
van
de
gecontroleerde
horecazaken bleek niet in orde te zijn.
Welke conclusies trekt de minister uit deze cijfers?
Zijn er regionale verschillen? De Gemeenschappen
zijn
verantwoordelijk
voor
de
preventieve
maatregelen. Denkt de minister aan repressieve
maatregelen? Hoe staat de minister tegenover de
verplichte aanwezigheid van volwassenen op een
fuif? Is een specifieke en prioritaire aanpak voor
plaatselijke fuiven nodig?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Les résultats des contrôles du SPF
Santé publique indiquent qu'il faut en effet une
législation cohérente et un service de contrôle qui
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Uit
de controleresultaten van de FOD Volksgezondheid
blijkt dat er inderdaad nood was aan een coherente
wetgeving
en
een
controledienst
die
de
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
tient compte de l'importance des risques de santé.
Il
n'existe
pas
de différences
régionales
significatives. Sur les 52 procès-verbaux établis, 22
ont été rédigés dans la partie francophone du pays
et 30 dans la partie néerlandophone. La nouvelle
législation a pour but de compléter les mesures
préventives des Communautés. Cette nouvelle loi
permet aux autorités fédérales d'intervenir à titre
répressif: établir des constats, dresser des procès-
verbaux et infliger des amendes administratives.
D'après le service de contrôle Tabac et Alcool, les
organisateurs et responsables de mouvements de
jeunesse ou de maisons de jeunes ont en général
plus de 18 ans. Imposer la présence d'adultes
n'aurait dès lors, me semble-t-il, guère de sens.
Les derniers rapports de contrôle du SPF Santé
publique indiquent que cette approche porte ses
fruits. De plus en plus d'organisateurs sont
conscients du fait qu'ils doivent prendre des
mesures et les administrations locales sont moins
enclines à délivrer une autorisation de vente de
boissons fortes lors de soirées.
gezondheidsrisico's belangrijk vindt.
Er
zijn
geen
noemenswaardige
regionale
verschillen. Van de 52 processen-verbaal die
werden opgesteld, zijn er 22 opgesteld in het
Franstalige landsdeel en 30 in het Nederlandstalige.
De nieuwe wetgeving heeft tot doel een aanvulling
te bieden op de preventieve maatregelen van de
Gemeenschappen. Met deze nieuwe wet kan de
federale
overheid
repressief
optreden:
vaststellingen doen, processen-verbaal opstellen en
administratieve boetes geven.
Volgens de Alcohol- en Tabakscontroledienst zijn
de organisatoren en leiders van jeugdbewegingen
of jeugdhuizen meestal ouder dan 18 jaar. Het lijkt
mij daarom weinig zinvol om de aanwezigheid van
volwassenen te verplichten.
Uit de meest recente controleverslagen van de FOD
Volksgezondheid blijkt dat deze aanpak vruchten
afwerpt. Steeds meer organisatoren zijn er zich van
bewust dat ze maatregelen moeten nemen en de
lokale besturen springen minder lichtzinnig om met
het afleveren van een machtiging om sterkedrank te
verkopen op fuiven.
05.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Je constate
pourtant l'absence d'adultes dans bon nombre de
soirées. Je me félicite que les autorités locales
effectuent des contrôles mais des contrôles stricts
resteront indispensables.
05.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Op heel wat
fuiven zie ik nochtans dat er geen volwassenen
aanwezig zijn. Dat de lokale overheden controles
doen, is positief, maar strenge controles zullen
noodzakelijk blijven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "le contrôle du
respect de la loi interdisant la vente d'alcool aux
mineurs, en particulier aux caisses automatiques
self-scanning" (n° 3206)
06
Vraag
van
mevrouw
Thérèse
Snoy et d'Oppuers aan de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke Integratie, over "het
toezicht op de inachtneming van de wet die de
verkoop van alcohol aan minderjarigen verbiedt,
in het bijzonder aan de automatische kassa's die
gebruik maken van 'self-scanning'" (nr. 3206)
06.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Comment l'interdiction de vendre de l'alcool aux
mineurs, d'application depuis 2010, est-elle
appliquée sur le terrain?
Plusieurs enquêtes et sondages ont montré que la
plupart des jeunes pouvaient se procurer de l'alcool
sans difficulté dans les commerces.
Les caisses automatiques en self-scanning
amplifient encore le problème, car elles empêchent
de contrôler qui achète quoi. Il est donc possible
pour les jeunes de scanner, payer et sortir sans être
contrôlés par un employé.
06.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Hoe wordt het verbod op de verkoop van
alcohol aan minderjarigen, dat sinds 2010 van
kracht is, in de praktijk toegepast?
Uit verscheidene enquêtes en peilingen is gebleken
dat de meeste jongeren zonder problemen alcohol
konden kopen in de winkel.
Selfscanningsystemen vergroten het probleem nog,
want zij verhinderen dat er wordt gecontroleerd wie
wat koopt. Jongeren kunnen dus scannen, betalen
en naar buiten gaan zonder door een bediende te
zijn gecontroleerd.
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
Comment considérez-vous ce problème? Vu la
difficulté pratique d'effectuer des contrôles sérieux
aux heures de pointe, ne devrait-on pas interdire la
vente d'alcool via ces caisses automatiques pour
protéger les mineurs?
Le SPF a-t-il effectué des contrôles dans ce genre
de situation?
Hoe staat u tegenover dit probleem? Zou men, gelet
op de praktische moeilijkheid om grondige controles
uit te voeren op de drukste momenten, de verkoop
van alcohol via automatische kassa's niet moeten
verbieden
teneinde
de
minderjarigen
te
beschermen?
Heeft de FOD in dit verband controles uitgevoerd?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
La loi interdisant la vente de boissons alcoolisées
aux personnes âgées de moins de 16 ans ou de
moins de 18 ans en fonction du type de boissons
fixe simplement la règle de base. En pratique, la
vente de boissons alcoolisées via les automates est
interdite, sauf si un moyen technologique de
contrôler l'âge est installé.
Dans le cas de systèmes de self scanning, si un
vendeur est présent dans la zone, c'est lui qui est
responsable de la vérification de l'âge de l'acheteur.
Si aucun vendeur n'est présent, ce système est
bien considéré comme un automate et un moyen
technologique de contrôler l'âge doit être prévu.
Une dizaine de contrôles propres au self scanning
ont été réalisés et aucune infraction n'a été
constatée. En cas d'infraction, les peines prévues
par l'article 14 de la loi du 24 janvier 1977 relative à
la protection de la santé des consommateurs en ce
qui concerne les denrées alimentaires et les autres
produits sont un emprisonnement de huit jours à six
mois et/ou une amende de 1 250 euros.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In de
wet die de verkoop van alcoholische dranken aan
personen jonger dan 16 jaar of jonger dan 18 jaar,
afhankelijk van het soort dranken, verbiedt, wordt
de basisregel vastgesteld. In de praktijk is de
verkoop van alcoholische dranken via automaten
verboden, tenzij er een technologisch middel op is
aangebracht waarmee de leeftijd kan worden
gecontroleerd.
In het geval van de selfscanningsystemen, moet de
verkoper, als er één in de selfscanningzone
aanwezig is, de leeftijd van de koper controleren.
Als er geen enkele verkoper aanwezig is, wordt het
systeem beschouwd als een automaat en moet er
een technologisch middel aangebracht worden om
de leeftijd te controleren.
Er werden een tiental controles uitgevoerd bij
selfscanningsystemen en daarbij werd er geen
enkele inbreuk vastgesteld. Inbreuken zoals
bedoeld in artikel 14 van de wet van 24 januari 1977
betreffende de bescherming van de gezondheid van
de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen
en andere producten worden bestraft met een
gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden
en/of een geldboete van 1.250 euro.
06.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Un repérage d'identité serait fort lourd en
ce qui concerne l'aspect vie privée. Je préfèrerais
qu'on dise que les appareils de scanning ne
peuvent pas identifier des boissons alcoolisées!
On
doit
encore
beaucoup
travailler
sur
l'accompagnement de cette loi, difficile à appliquer.
06.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Een identiteitscontrole zou vanuit het
oogpunt van de privacy zeer bezwarend zijn. Ik zou
verkiezen dat alcoholhoudende dranken niet zouden
kunnen worden gelezen met selfscanningtoestellen!
Er is nog veel werk aan de winkel inzake de
flankerende maatregelen met betrekking tot deze
moeilijk toe te passen wet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Meyrem Almaci à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les incendies dans les
étables" (n° 3232)
07 Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "stalbranden"
(nr. 3232)
07.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Les
incendies dans les grands élevages exposent
07.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Branden in
grote
veehouderijen
veroorzaken
regelmatig
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
régulièrement les animaux à des souffrances
atroces. Existe-t-il un protocole en matière
d'incendies dans les étables pour les services
d'incendie? La ministre est-elle disposée à élaborer
un tel protocole? Existe-t-il des consignes de
sécurité distinctes pour les bâtiments abritant des
animaux?
Les
éleveurs
reçoivent-ils
des
informations en matière de prévention contre les
incendies? Le système néerlandais pourrait-il être
transposé chez nous?
onnoemelijk dierenleed. Bestaat er een protocol
voor de brandweer inzake stalbranden? Is de
minister bereid om zo een protocol te ontwerpen?
Zijn er aparte veiligheidsvoorschriften voor
gebouwen waarin dieren worden gehouden?
Bestaat er voorlichting voor veehouders inzake
brandpreventie? Kan het Nederlandse systeem niet
overgenomen worden?
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Il n'existe pas de protocole spécifique
concernant les incendies dans les étables mais,
conformément à l'arrêté royal du 18 décembre
1997, il convient de prendre l'avis du service
d'incendie lors de la construction de nouvelles
étables. Cette condition figure aussi dans l'arrêté
royal du 27 avril 2007 portant les conditions
d'agrément des établissements pour animaux.
Les étables sont en principe soumises aux
conditions s'appliquant aux bâtiments industriels. Il
appartient aux services d'incendie, qui ressortissent
à la compétence du ministre de l'Intérieur, de
décider si des prescriptions supplémentaires en
matière de sécurité contre les incendies sont
nécessaires pour les établissements pour animaux.
Quant à l'information au secteur agricole, c'est une
compétence des entités fédérées. J'ai toutefois
demandé à mes services d'examiner cette question
avec les administrations régionales compétentes.
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
is geen specifiek protocol inzake stalbranden, maar
volgens het KB van 18 december 1997 moet
voortaan het advies van de brandweer ingewonnen
worden bij de nieuwbouw van stallen. Het KB van
27 april 2007 betreffende de erkenning van
inrichtingen voor dieren neemt die voorwaarde over.
In principe gelden voor stallen de voorschriften voor
industriële gebouwen. De beoordeling of er
bijkomende brandveiligheidsvoorschriften nodig zijn
voor gebouwen waarin dieren worden gehouden,
behoort tot de bevoegdheid van de brandweer en
die valt onder de minister van Binnenlandse Zaken.
De voorlichting van de landbouwsector is dan weer
een bevoegdheid van de deelstaten. Ik heb mijn
diensten echter gevraagd om deze problematiek te
bespreken
met
de
bevoegde
gewestelijke
administraties.
07.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Sous
prétexte également qu'il s'agissait de bâtiments
industriels, le ministre néerlandais de la Protection
animale et du Bien-être des animaux a tout aussi
longtemps ignoré les règles en matière de sécurité
incendie dans les étables. La nature du risque
d'incendie est néanmoins fondamentalement
différente selon qu'il s'agit de stockage de
marchandises ou d'animaux. J'aborderai en tout cas
également la question auprès de la ministre de
l'Intérieur.
07.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): In
Nederland
heeft
de
minister
voor
Dierenbescherming en Dierenwelzijn de regels rond
brandveiligheid in veestallen eveneens lange tijd
genegeerd, met hetzelfde excuus dat het industriële
gebouwen zijn. Het brandgevaar bij de opslag van
goederen is echter van een fundamenteel andere
aard dan bij dieren. Ik zal de kwestie in elk geval
ook aankaarten bij de minister van Binnenlandse
Zaken.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 3262 de Mme Galant
est reportée.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 3262 van mevrouw Galant
is uitgesteld.
08 Question de Mme Valérie De Bue à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'aspartame" (n° 3281)
08 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "aspartaam"
(nr. 3281)
08.01 Valérie De Bue (MR): L'Agence européenne
EFSA a fait savoir le lundi 28 février que
08.01 Valérie De Bue (MR): Op maandag
28 februari deelde de Europese voedselautoriteit
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
l'aspartame ne représente aucun risque pour la
santé.
Cette prise de position de l'EFSA fait suite à deux
études qui démontrent que l'absorption d'aspartame
chez la femme enceinte peut engendrer un risque
d'accouchement prématuré. De plus, une étude
menée par Morando Soffritti met en évidence un
effet cancérigène de l'aspartame.
Malgré le démenti de l'EFSA, donnez-vous du crédit
à ces études? Quelle position comptez-vous
adopter dans ce dossier? En janvier, vous parliez
d'une étude pilote réalisée au Royaume-Uni pour
tester la sensibilité individuelle à l'aspartame. Avez-
vous les résultats de cette étude?
EFSA
mee
dat
aspartaam
geen
enkel
gezondheidsrisico inhoudt.
Die stellingname volgt op twee studies die hebben
aangetoond dat de consumptie van aspartaam de
kans op vroeggeboorte bij zwangere vrouwen
verhoogt. Volgens een studie van Dr. Morando
Soffritti zou de zoetstof zelfs kankerverwekkend
zijn.
Welke waarde hecht u aan die studies, nu ze door
de EFSA worden weerlegd? Welk standpunt zal u
innemen in dit dossier? In januari hebt u verwezen
naar een Brits proefproject waarbij de individuele
gevoeligheid voor aspartaam wordt getest. Beschikt
u over de resultaten van die studie?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Il
n'est pas de mon ressort de juger de la validité
d'études
scientifiques.
Seul
un
organisme
scientifique est en mesure de se prononcer sur
cette validité. En l'occurrence, il s'agit de l'EFSA,
qui a rendu un avis concernant les deux études que
vous mentionnez. Elle a relevé de nombreuses
incertitudes concernant les protocoles utilisés, ainsi
que les conclusions tirées. Toute mesure
législative, dans ce domaine, reste la prérogative de
la Commission européenne.
Il est trop tôt pour disposer des résultats de l'étude
pilote lancée par l'agence en charge de la sécurité
des aliments au Royaume-Uni.
L'aspartame doit être entièrement réévalué, au plus
tard fin 2020. C'est une échéance lointaine. Cela
est dû au fait que cette date concerne la
réévaluation de tous les additifs édulcorants. Cette
réévaluation prendra en compte l'existence de toute
nouvelle information scientifique.
Les problèmes potentiels liés à l'aspartame ou à
d'autres additifs font l'objet d'une attention
permanente de la part des autorités européennes et
nationales. À ce stade, il n'est donc pas approprié
de prendre des mesures additionnelles de
protection de la santé.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
staat niet aan mij om te oordelen over de geldigheid
van wetenschappelijke studies. Alleen een
wetenschappelijke instelling kan zich over die
geldigheid uitspreken. In dit geval is het een zaak
voor EFSA, die met betrekking tot de twee studies
die u vermeldt een advies heeft uitgebracht. Ze
heeft tal van onduidelijkheden met betrekking tot de
gebruikte protocollen en de conclusies vastgesteld.
Elk wetgevend initiatief op dit gebied behoort tot de
prerogatieven van de Europese Commissie.
Het is nog te vroeg voor de resultaten van de
pilotstudie opgezet door het agentschap dat belast
is met de voedselveiligheid in het Verenigd
Koninkrijk.
Uiterlijk eind 2020 moet er opnieuw een volledige
evaluatie worden gemaakt met betrekking tot
aspartaam. Die deadline ligt nog veraf. Dat heeft te
maken met het feit dat alle zoetmakende additieven
dan opnieuw geëvalueerd moeten worden. Daarbij
zal er rekening worden gehouden met alle nieuwe
wetenschappelijke informatie.
De potentiële problemen in verband met aspartaam
of andere additieven worden door de Europese en
nationale overheden permanent tegen het licht
gehouden. Op dit ogenblik is het dus niet opportuun
bijkomende maatregelen te nemen ter bescherming
van de gezondheid.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le trop grand nombre
d'enfants et adolescents mis en observation et en
chambre d'isolement" (n° 3313)
09 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het te grote
aantal kinderen en adolescenten die ter
observatie worden opgenomen en in een
isoleerkamer afgezonderd worden" (nr. 3313)
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
09.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Dans un
courrier, le groupe de concertation "Jeunes" de la
Plate-forme namuroise de concertation en santé
mentale, signale une utilisation abusive de la
procédure de mise en observation d'enfants et
d'adolescents et le fait que certains enfants et
adolescents sont maintenus dans des cellules
d'isolement et traités selon le principe de la
camisole chimique.
Ces acteurs de la santé mentale estiment qu'il y a
maltraitance et non-respect du droit des enfants à
un traitement adapté. Cette situation serait
également due à un manque criant de places
d'accueil d'urgence, à un manque de lits K et à une
concentration des moyens destinés aux jeunes
délinquants atteints de troubles psychiques.
Par ailleurs, du côté francophone, plus aucune
institution n'accepte ces mises en observation
d'enfants et adolescents sauf deux: La Clairière, et
Les Marronniers; ce qui augmente les risques de
maltraitance.
Quelle réponse avez-vous apportée à ce courrier?
En commission, concernant les enfants et
adolescents, vous nous avez dit attendre un avis du
Conseil national des établissements hospitaliers
(CNEH). Où en est-on?
09.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): De
overleggroep jeugdzorg van het Plate-forme
namuroise de concertation et santé mentale
deelt in
een brief mee dat er misbruik wordt gemaakt van
de procedure om kinderen en adolescenten ter
observatie op te nemen en dat sommige kinderen
en adolescenten in isoleerkamers afgezonderd
worden en dwangmedicatie krijgen ('chemische
dwangbuis').
Volgens die gezondheidswerkers in de geestelijke
gezondheidszorg is er sprake van mishandeling en
wordt het recht van kinderen op een aangepaste
behandeling niet nageleefd. Die situatie zou mede
te wijten zijn aan een schrijnend tekort aan
noodopvangplaatsen, een tekort aan K-bedden en
het feit dat de meeste beschikbare middelen naar
jonge delinquenten met psychische stoornissen
gaan.
Aan Franstalige kant zijn er voorts maar twee
instellingen die kinderen en adolescenten ter
observatie opnemen: La Clairière en Les
Marronniers;
dat
vergroot
het
risico
op
mishandeling.
Wat heeft u geantwoord op die brief? In de
commissie zei u dat u voor de kinderen en de
adolescenten wachtte op een advies van de
Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen
(NRZV). Wat is de stand van zaken met betrekking
tot dat advies?
Attendez-vous cet avis pour agir contre ce recours
abusif aux mises en observation et aux camisoles
chimiques pour les enfants et adolescents?
Wacht u op dat advies om te kunnen optreden
tegen onterechte opnames van kinderen en
adolescenten voor observatie en het misbruik van
chemische dwangbuizen?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Pour répondre à l'entrée en vigueur de la loi du
13 juin 2006, le projet-pilote For K du SPF Santé
publique pour les jeunes délinquants à problèmes
psychiatriques, a vu sa capacité d'accueil
augmenter. En effet, 6 nouvelles unités de 8 lits de
traitement intensif ont été créées pour des jeunes
que l'on appelle FQI (fait qualifié infraction) et SEP
(situation éducationnelle problématique).
Lors de la Conférence interministérielle du
20 décembre dernier, il a été décidé d'évaluer le
protocole For K. Dans ce cadre, l'usage abusif de la
mise en observation par les juges ou procureurs du
Roi sera abordé. Cependant, une évaluation de
l'application de la loi de 1990 et éventuellement une
modification de celle-ci sera de la compétence de la
Justice. La décision de placement en observation
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Met het
oog op de inwerkingtreding van de wet van 13 juni
2006 werd de opvangcapaciteit van het proefproject
`For K' van de FOD Volksgezondheid voor jonge
delinquenten
met
psychiatrische
problemen
uitgebreid. Zo werden er 6 nieuwe eenheden van
8 bedden opgericht voor de intensieve behandeling
van jongeren die als misdrijf omschreven feiten
(MOF) hebben gepleegd of zich in een
problematische opvoedingssituatie (POS) bevinden.
Tijdens de interministeriële conferentie van
20 december jongstleden werd er besloten het
protocol `For K' te evalueren. In dat kader zal het
misbruik van opnames ter observatie door rechters
of procureurs des Konings ter tafel komen. Voor de
evaluatie van de tenuitvoerlegging van de wet van
1990 en een eventuele aanpassing ervan is Justitie
bevoegd. De beslissing om iemand in observatie te
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
dépend de la Justice et non des hôpitaux
psychiatriques.
La question de la mise en observation des enfants
et des adolescents doit être considérée dans le
cadre d'une réflexion globale sur la mise en place
d'un circuit de soins et de réseaux pour enfants et
adolescents. La réalisation de ces circuits, via la
mise en oeuvre de l'article 11 de la loi sur les
hôpitaux, devrait offrir des alternatives qui, en
principe, auront un impact sur le nombre
d'admissions forcées.
Grâce au renforcement de la prévention, en amont
de l'hôpital, on devrait pouvoir augmenter
l'accessibilité aux soins et éviter le recours à la
contrainte.
plaatsen wordt door Justitie genomen en niet door
de psychiatrische ziekenhuizen.
De kwestie van de opname ter observatie van
kinderen en adolescenten moet worden benaderd in
het licht van een globale reflectie over de oprichting
van zorgcircuits en netwerken voor kinderen en
adolescenten. Door de realisatie van die circuits ­
via de uitvoering van artikel 11 van de
ziekenhuiswet ­ zouden we alternatieven moeten
kunnen bieden, die in principe het aantal
gedwongen opnames zouden moeten beïnvloeden.
Door een betere preventie, vóór de hospitalisatie,
zouden we de zorgverlening toegankelijker moeten
kunnen maken en dwangmaatregelen voorkomen.
Il faudra tenir compte du travail du groupe de travail
permanent Psychiatrie du CNEH. Les discussions
sont prévues au bureau du CNEH fin de ce mois.
Er moet rekening worden gehouden met het werk
dat de permanente werkgroep Psychiatrie van de
NRZV heeft geleverd. Eind deze maand komt het
bureau van de NRZV daarover samen.
09.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Deux
dynamiques se croisent. Un processus est mis en
place en faveur des jeunes qui ont commis des
infractions et une tolérance diminue vis-à-vis des
jeunes
qui
présentent
des
troubles
comportementaux. On utilise alors des procédures
inadéquates, peut-être parce qu'elles offrent des
places ou des opportunités de prise en charge que
l'autre voie n'offre pas par manque de places.
Il serait intéressant de mener une réflexion sur le
sort que nous réservons à ces enfants et
adolescents, afin qu'ils ne se trouvent pas dans le
même circuit que ceux qui ont commis des actes
délinquants.
09.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Er vinden
twee tegenovergestelde ontwikkelingen plaats.
Enerzijds wordt er een structuur op poten gezet
voor jongeren die overtredingen hebben begaan, en
anderzijds wordt er steeds minder begrip getoond
voor jongeren die met gedragsproblemen kampen.
Daardoor worden er ontoereikende procedures
gevolgd, misschien omdat ze een plaatsing of
behandeling mogelijk maken die in het andere
systeem wegens plaatsgebrek niet voorhanden is.
We moeten ons afvragen welke richting we die
kinderen en adolescenten willen uitsturen, opdat ze
niet in hetzelfde circuit zouden terechtkomen als
degenen die strafbare feiten hebben gepleegd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Tanguy Veys à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'engouement pour le
cannabis de synthèse" (n° 3324)
10 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de opmars van synthetische
cannabis" (nr. 3324)
10.01 Tanguy Veys (VB): Un laboratoire qui
produisait à grande échelle un cannabis synthétique
dangereux a été démantelé. Nettement plus fort
que l'ordinaire, ce cannabis est difficile à détecter.
Les substances actives du cannabis synthétique ne
figurent en effet pas sur la liste des produits
interdits et ne sont pas détectées dans le cadre d'un
test salivaire.
Quelles mesures la ministre prendra-t-elle en la
10.01 Tanguy Veys (VB): Er werd een
laboratorium opgerold dat op grote schaal
gevaarlijke synthetische cannabis produceert. Deze
cannabis is veel sterker dan gewone en moeilijk op
te sporen. De actieve stoffen van synthetische
cannabis staan immers niet op de lijst van verboden
middelen en testen dus negatief bij de speekseltest.
Welke maatregelen zal de minister treffen?
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
matière?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Des cannabinoïdes synthétiques ont
déjà été détectés en 2008 dans certains produits à
base d'épices en Allemagne et en Autriche. Ces
mélanges d'épices provoquent les mêmes effets
que le cannabis. En Belgique, le premier cas a été
signalé en août 2010. Depuis lors, cinq saisies
comparables ont été effectuées.
Plusieurs cannabinoïdes synthétiques relèvent du
champ d'application de l'arrêté royal du 22 janvier
1998
réglementant
certaines
substances
psychotropes, et relatif à la réduction des risques et
à l'avis thérapeutique. Il n'est dès lors pas exact
d'affirmer que ces substances sont légales.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
Duitsland en Oostenrijk werden al in 2008
synthetische
cannabinoïden
gedetecteerd
in
sommige spice-producten. Deze kruidenmengsels
hebben dezelfde effecten als cannabis. In België
werd het eerste geval in augustus 2010 gemeld.
Sindsdien
waren
er
vijf
gelijkaardige
inbeslagnames.
Verschillende synthetische cannabinoïden vallen
onder het KB van 22 januari 1998 houdende de
regeling van sommige psychotrope stoffen. Men
kan dus zeker niet zeggen dat deze stoffen legaal
zijn.
L'Agence fédérale des médicaments et des produits
de santé suit la situation de près et se doit d'adapter
la réglementation. Pour ce faire, l'AFMPS se base
sur les constatations de l'Institut scientifique de
Santé publique et de l'Institut national de
Criminalistique et de Criminologie. Ces adaptations
peuvent avoir lieu en période d'affaires courantes.
La production de ces substances évolue très
rapidement. L'effet psychotrope ou narcotique de
chaque nouveau produit doit être prouvé. Un
système proactif reprenant de plus grands groupes
de substances sous contrôle me semble donc plus
efficace. L'AFMPS étudie actuellement la faisabilité
d'un tel système.
La question des tests de salive doit être posée au
secrétaire d'État à la Mobilité.
Une approche européenne, voire mondiale, de la
problématique s'avère indispensable. Le Centre
européen d'observation des drogues et de la
toxicomanie suit la thématique avec le Narcotics
Board des Nations Unies.
Les mesures de contrôle existantes sont encore
insuffisantes. Les ministres de la Santé publique
des entités fédérées s'efforcent de sensibiliser les
jeunes pour mieux les protéger.
Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en
Gezondheidsproducten volgt de situatie op de voet
en staat in voor een aanpassing van de regelgeving.
Het FAGG baseert zich hierbij op de bevindingen
van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
en het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en
Criminologie. Die aanpassingen kunnen tijdens de
periode van lopende zaken gebeuren.
De ontwikkelingen in de productie van zulke stoffen
gaan zeer snel. Voor elk nieuw product dient te
worden aangetoond of het een psychotroop of
narcotisch effect heeft. Een proactief systeem
waarin grotere groepen van stoffen onder controle
worden geplaatst, lijkt me dus efficiënter. Bij het
FAGG onderzoekt men momenteel de haalbaarheid
van zo een systeem.
De vraag over de speekseltesten moet aan de
staatssecretaris van Mobiliteit worden gesteld.
Een Europese en zelfs mondiale aanpak van de
problematiek
is
nodig.
Het
Europees
Waarnemingscentrum
voor
Drugs
en
Drugsverslaving volgt de thematiek samen met de
Narcotics Board van de VN.
De bestaande controlemaatregelen blijken nog
onvoldoende. Om jongeren beter te beschermen
werken de ministers van Volksgezondheid van de
verschillende deelregeringen aan een ruimere
sensibilisatie.
Les secouristes doivent pouvoir identifier plus
rapidement le comportement à risque de manière à
intervenir de façon adéquate. Le Fonds fédéral de
lutte contre les assuétudes finance divers projets
allant dans ce sens.
Le problème ne pourra être efficacement résolu
Hulpverleners moeten risicogedrag sneller kunnen
vaststellen, zodat ze gepast kunnen ingrijpen. Het
Federaal Fonds ter Bestrijding van de Verslavingen
financiert in dit verband verschillende projecten.
Alleen door de combinatie van preventieve,
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
qu'en combinant prévention, soins de santé et
répression.
zorgverlenende en repressieve maatregelen kan
men de problematiek efficiënt aanpakken.
Présidente: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
Voorzitter: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
10.03 Tanguy Veys (VB): Même en affaires
courantes, un gouvernement ne peut prendre du
retard dans des dossiers d'une telle importance
vitale. Je me réjouis donc de la proposition de la
ministre d'établir une liste globale et proactive de
substances illicites.
J'interrogerai le secrétaire d'État Schouppe sur la
modification du test de salive.
10.03 Tanguy Veys (VB): Ook een regering van
lopende zaken mag in zulke levensbelangrijke
dossiers niet achter de feiten aanhollen. Ik ben dus
blij met het voorstel van de minister om met een
omvattende en proactieve lijst van verboden stoffen
te werken.
Staatssecretaris Schouppe zal ik ondervragen over
de aanpassing van de speekseltest.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Sonja Becq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'internement" (n° 3342)
11 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de internering" (nr. 3342)
11.01 Sonja Becq (CD&V): En 2008, il a été
convenu de procéder à une évaluation des internés
à faible et à haut risque séjournant en dehors des
prisons. Dans la foulée, un plan quadriennal a été
élaboré en vue de la mise en oeuvre d'un circuit
externe de soins de 560 places. Un budget avait
d'ailleurs été prévu à cette fin en 2009. Où en est ce
projet à l'heure actuelle? Quelle capacité
supplémentaire a-t-elle été effectivement créée?
Quels sont les budgets pour 2010 et 2011?
Par ailleurs, les prisons elles-mêmes réclament
également
un
encadrement
suffisant,
non
seulement pour les internés, mais aussi pour les
autres détenus présentant un profil psychiatrique
problématique. Ces personnes ont droit à un
minimum de soins adaptés, outre les soins
prodigués par les équipes de soins psychiatriques.
Dans quelle mesure ces soins peuvent-ils être pris
intégralement en charge par l'INAMI, comme c'est
le cas pour les soins administrés dans les hôpitaux
psychiatriques?
11.01 Sonja Becq (CD&V): In 2008 werd
afgesproken dat er een inschaling zou gebeuren
van de low risk- en high risk-geïnterneerden buiten
de gevangenissen. Tegelijkertijd werd een
vierjarenplan uitgewerkt om een extern zorgcircuit
van 560 plaatsen te ontwikkelen. In 2009 was
daarvoor een budget beschikbaar. Wat is de stand
van zaken? Hoeveel extra capaciteit werd er
gecreëerd? Wat zijn de budgetten voor 2010 en
2011?
Daarnaast is er ook in de gevangenissen vraag
naar voldoende omkadering, niet enkel voor
geïnterneerden, maar ook voor anderen met een
psychiatrische problematiek. Zij hebben recht op
een minimale zorg, naast de zorg van de
psychiatrische zorgequipes. In hoeverre kan dit
integraal door het RIZIV ten laste worden genomen,
zoals dit gebeurt binnen de psychiatrische
ziekenhuizen?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): En 2009-2010, le programme de la
première année du plan quadriennal a été mis en
oeuvre. Un montant de 4,8 millions d'euros a été
prévu pour la réalisation de ce plan. Les actions
entreprises dans ce cadre ont prioritairement visé le
groupe cible des délinquants sexuels internés, avec
la création de quatre unités de huit lits de traitement
intensif (à Beernem, Saint-Trond, Saint-Nicolas et
Tournai), quinze lits MSP (douze à Tournai et trois à
Saint-Nicolas) et 28 lits en habitations protégées
(douze à Saint-Trond, douze à Beernem et quatre à
Tournai).
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
2009-2010 werd het eerste jaar van het
vierjarenplan uitgevoerd. Dit plan voorziet in een
bedrag van 4,8 miljoen euro. De prioriteit ging
daarbij naar de doelgroep geïnterneerde seksuele
delinquenten: 4 eenheden van 8 bedden voor
intensieve behandeling in Beernem, Sint-Truiden,
Sint-Niklaas en Doornik, 15 PVT-bedden (12 in
Doornik en 3 in Sint-Niklaas) en 28 bedden beschut
wonen (12 in Sint-Truiden, 12 in Beernem en 4 in
Doornik).
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
Les projets existants pour les personnes internées
ont été renforcés par 5 équipes outreach pour
assurer le suivi extra-hospitalier. Dix-sept lits de
traitement d'urgence ont également été financés.
Des moyens supplémentaires ont enfin été libérés
pour mieux répartir l'offre pour les personnes
internées en Wallonie. Un nouveau projet de 20 lits
de traitement intensif, de 15 lits MSP, de 5 places
d'habitation protégée et d'une équipe outreach a été
financé à l'hôpital Saint-Martin à Dave.
Un budget additionnel de 4,9 millions d'euros a été
adopté pour 2011. Son affectation concrète est en
préparation. Les projets cibleront en priorité les
personnes internées souffrant d'un handicap mental
et de problèmes psychiatriques.
L'accueil et le traitement de personnes internées qui
séjournent ou non en prison est une compétence
que je partage avec le ministre de la Justice. Le
volet soins dans un environnement protégé relève
de ma compétence et je travaille en étroite
collaboration avec la Justice pour le parcours de
soins des personnes internées qui présentent un
risque moyen et élevé. L'objectif poursuivi est la
publication dans les meilleurs délais du cahier des
charges, de manière à pouvoir désigner l'exploitant
des futurs centres psychiatriques de Gand
(272 places) et d'Anvers (180 places).
Les unités hospitalières destinées aux personnes
intégrées présentant un risque moyen ont été
renforcées par une équipe outreach, pour pouvoir
commencer le traitement en prison. Les personnes
internées qui ne nécessitent aucune mesure de
sécurité doivent être traitées dans le cadre du circuit
de soins classique. Le Conseil des ministres du
10 octobre 2006 a adopté une mesure destinée à
encourager financièrement les hôpitaux à accueillir
ce public-cible.
De bestaande projecten voor geïnterneerden
werden versterkt met 5 outreachteams voor
vervolgzorg buiten het ziekenhuis. Er was ook een
financiering
voor
17 behandelingsbedden
in
crisissituaties. Ten slotte waren er bijkomende
middelen om in het Waalse Gewest het aanbod
voor geïnterneerden beter te spreiden. In het
ziekenhuis Saint-Martin te Dave werd een nieuw
project gefinancierd voor 20 bedden voor intensieve
behandeling, 15 PVT-bedden, 5 plaatsen beschut
wonen en een outreachteam.
Voor 2011 werd een bijkomend budget van
4,9 miljoen euro goedgekeurd. De concrete invulling
is in voorbereiding. Men zal zich in de eerste plaats
richten op geïnterneerden met een mentale
handicap en psychiatrische problemen.
De opvang en behandeling van geïnterneerden die
al dan niet in de gevangenis verblijven, is een
bevoegdheid die ik met de minister van Justitie
deel. Het verzorgingsaspect binnen een beveiligde
context valt onder mijn bevoegdheid. Ik werk nauw
samen met Justitie voor het zorgtraject voor
medium en high risk-geïnterneerden. Bedoeling is
zo snel mogelijk het bestek te publiceren voor de
aanstelling van de exploitant van de toekomstige
forensische centra in Gent (272 plaatsen) en
Antwerpen (180 plaatsen).
De voor medium risk-geïnterneerden bestemde
ziekenhuisunits
werden
versterkt
met
een
outreachteam, zodat de behandeling in de
gevangenis kan starten. De geïnterneerden voor
wie geen beveiligingsmaatregelen nodig zijn,
moeten in het reguliere zorgcircuit worden
behandeld. De ministerraad van 10 oktober 2006
keurde een maatregel goed om de ziekenhuizen
financieel te stimuleren om deze doelgroep op te
nemen.
11.03 Sonja Becq (CD&V): Quand saurons-nous à
quoi nous en tenir en ce qui concerne l'affectation
exacte du budget 2011?
11.03 Sonja Becq (CD&V): Wanneer zal duidelijk
zijn waaraan het budget van 2011 precies zal
worden besteed?
11.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Le plus rapidement possible.
11.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Zo
snel mogelijk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Sonja Becq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les soins médicaux et le
statut de sécurité sociale des détenus" (n° 3343)
12 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de geneeskundige zorgverlening
en
het
socialezekerheidsstatuut
van
gedetineerden" (nr. 3343)
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
12.01 Sonja Becq (CD&V): La question de savoir
si les soins de santé des détenus, qui sont
actuellement supportés par le SPF Justice, ne
pourraient pas être supportés à l'avenir par le SPF
Sécurité Sociale est controversée. Le statut social
des détenus est également une matière qui soulève
de nombreuses questions. Un échéancier a-t-il été
établi pour répondre à toutes ces interrogations?
12.01 Sonja Becq (CD&V): Het is een
discussiepunt of de gezondheidszorg van de
gedetineerden, die nu gedragen wordt door de FOD
Justitie, niet kan worden overgenomen door de
FOD Sociale Zekerheid. Ook over het sociaal
statuut van gedetineerden zijn er heel wat vragen. Is
er een planning om op al deze vragen een antwoord
te bieden?
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Un groupe de travail mixte Justice-
Santé publique existe mais comme nous nous
trouvons actuellement dans un gouvernement
d'affaires courantes, il nous est très malaisé
d'étudier toutes les implications.
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
is
een
gemengde
werkgroep
Justitie-
Volksgezondheid, maar omdat wij in een regering
van lopende zaken zitten, is het niet eenvoudig om
alle implicaties te bestuderen.
(En français) On avait mis en place ce groupe de
travail, il y a une réflexion sur le sujet. Quand j'étais
ministre de la Justice, j'avais lancé Gand et Anvers.
Qu'il y ait des internés dans des prisons c'est un
scandale. Pour le moment, c'est toujours de la
responsabilité financière du ministre de la Justice. Il
faudra donc une réforme profonde en la matière,
comme le demande l'Union européenne.
(Frans) We hebben die werkgroep opgericht en er
wordt nagedacht over de materie. Toen ik minister
van Justitie was, heb ik Gent en Antwerpen op de
rails gezet. Het is schandalig dat er geïnterneerden
in de gevangenissen zitten. Momenteel gaat de
minister van Justitie nog altijd over het financiële
aspect. Er is dus nood aan een diepgaande
hervorming, iets waarop ook de Europese Unie
aandringt.
12.03 Sonja Becq (CD&V): Je compte sur la
ministre pour relayer cette préoccupation dans le
prochain gouvernement.
12.03 Sonja Becq (CD&V): Ik ga ervan uit dat de
minister dit als een bekommernis meeneemt naar
een volgende regering.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'arrêt de la garde de
médecine générale par les médecins traitants
liégeois" (n° 3355)
13 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de stopzetting
van de huisartsenwachtdienst door de Luikse
huisartsen" (nr. 3355)
13.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Le cercle de
médecins généralistes de Liège a décidé
récemment de mettre fin à l'existence du service de
garde parce que les praticiens estiment que le
travail de nuit est devenu trop préjudiciable à leur
santé et à leur vie de famille. Une collaboration
avec les services des urgences des hôpitaux
liégeois permet toutefois d'assurer la continuité des
soins médicaux. Cependant, cette approche va à
contre-courant de la politique mise en oeuvre
actuellement et dont la finalité est de moins solliciter
les services des urgences.
Qu'en pense la ministre? Cela ne risque-t-il pas de
créer un précédent dangereux? Qui paiera la part
personnelle majorée si le patient s'adresse au
service des urgences sans un justificatif rédigé par
son généraliste et en y étant contraint et forcé?
13.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Onlangs besloot
de Luikse huisartsenkring de wachtdienst stop te
zetten, omdat de artsen nachtwerk fysiek en
familiaal niet meer haalbaar achten. Door een
samenwerking met de spoeddiensten van de Luikse
ziekenhuizen blijft de continuïteit van de medische
zorgen weliswaar verzekerd. Die aanpak druist
echter in tegen de huidige politiek om
spoeddiensten minder te bevragen.
Wat denkt de minister over dit alles? Is dit geen
gevaarlijk precedent? Wie betaalt het verhoogde
persoonlijk aandeel als de patiënt zich zonder
verwijsbrief en noodgedwongen tot de spoeddienst
wendt? Hoe kunnen de spoeddiensten, met hun
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
Comment les services des urgences, avec leur
capacité restreinte, pourraient-ils rester disponibles
pour dispenser les soins vraiment urgents?
Combien de personnes recourent-elles aux services
des urgences, par Région?
beperkte capaciteit, dan beschikbaar blijven voor de
echt acute zorgen? Hoeveel mensen doen een
beroep op de spoeddiensten, opgesplitst per
Gewest?
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): J'ai pris comme vous connaissance
de cet article de presse mais je n'ai encore reçu
aucune demande officielle. Une proposition
analogue a déjà été formulée par d'autres cercles
de médecins généralistes, cercles qui sont
généralement vieillissants.
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
ken dit bericht ook uit de krant, maar ik heb nog
geen officiële vraag ontvangen. Een gelijkaardig
voorstel werd reeds door andere, meestal
verouderende,
huisartsenkringen
naar
voren
geschoven.
Les cercles de médecins généralistes sont les
garants de la continuité et de la qualité des soins.
L'Ordre des médecins a déjà souligné que les
médecins généralistes ne peuvent pas déléguer
cette mission aux services d'urgence hospitaliers.
Ce transfert n'est imaginable qu'après une
modification de la loi que devrait précéder une large
concertation.
En attendant, un grand nombre de mesures ont été
prises pour faciliter l'organisation des services de
garde de première ligne. Par exemple, les subsides
octroyés aux services de garde avancés ont été
triplés. J'ai aussi mis en place un projet pilote de
dispatching central 1733 qui permettrait d'adresser
les patients, en fonction de leurs symptômes, vers
un SMUR, un service d'urgence hospitalier, un
service de garde ou un médecin généraliste mobile.
L'analyse de ce projet étoffera certainement le
débat sur la modification de la loi.
Huisartsenkringen zijn verplicht de continuïteit en de
kwaliteit van de zorg te verzekeren. De Orde van
geneesheren wees er al op dat de huisartsen die
taak niet aan de ziekenhuisspoeddiensten kunnen
overdragen. Zoiets zou pas kunnen na een
wetswijziging
waaraan
een
breed
overleg
voorafging.
In afwachting werden al heel wat maatregelen
genomen
om
de
organisatie
van
de
eerstelijnswachtdiensten te vergemakkelijken. Zo
werden de subsidies voor de vooruitgeschoven
wachtdiensten verdrievoudigd. Ook heb ik een
proefproject van centrale dispatching 1733 opgezet,
waarmee men de patiënten, afhankelijk van hun
klachten, kan doorverwijzen naar een MUG, een
ziekenhuisspoeddienst, een wachtdienst of een
mobiele huisarts. De analyse van dit project zal
zeker het debat over de wetswijziging stofferen.
Aucun consensus ne s'est encore dégagé
concernant la suppression du service des gardes
de nuit.
Une solution à long terme ne peut se concevoir
sans une augmentation de nombre de jeunes
médecins généralistes et urgentistes. Ainsi, je tente
de
stimuler
financièrement
les
médecins
généralistes qui s'établissent dans les zones à
faible densité de population.
Une étude réalisée en 2005 par la KULeuven et
l'UCL, dont les résultats doivent toutefois être
quelque peu nuancés, révèle que les coûts
engendrés par le traitement d'un même trouble sont
en moyenne trois fois plus élevés lors d'une prise
en charge par le service des urgences d'un hôpital
que lorsque le patient se rend dans un service de
garde de médecine générale.
Chaque année, plus de 2 millions de visites sont
enregistrées par les services d'urgence hospitaliers.
On estime qu'environ un patient sur trois est
Er bestaat momenteel geen eensgezindheid over
het opheffen van de nachtwachtdienst.
Een oplossing op lange termijn vergt in elk geval
een verhoging van het aantal jonge huisartsen en
spoedartsen. Zo poog ik huisartsen die zich in de
dunbevolkte gebieden vestigen, financieel te
stimuleren.
Uit een onderzoek van KULeuven en UCL uit 2005
bleek dat de kosten voor dezelfde klacht bij de
ziekenhuisspoeddiensten gemiddeld drie keer
zoveel bedragen als bij de huisartsenwachtdienst, al
moet dat enigszins worden genuanceerd.
Elk jaar registreert men meer dan 2 miljoen
bezoeken aan de ziekenhuisspoeddiensten. Men
schat dat ongeveer één patiënt op drie naar de
16/03/2011
CRABV 53
COM 160
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
redirigé vers les services d'urgence, surtout durant
la journée, 60 % étant réorientés par un médecin
généraliste et 40 % par le service 100 ou par le
SMUR.
Les différences entre les provinces sont
partiellement attribuables au nombre d'hôpitaux
disponibles dans les environs et aux règles
d'organisation des services de garde de première
ligne.
spoeddiensten werd doorverwezen ­ en dat vooral
tijdens de dag ­, 60 procent door een huisarts en
40 procent door de 100 of een MUG.
De verschillen tussen de provincies zijn gedeeltelijk
te verklaren door het aantal ziekenhuizen in de
buurt en door de organisatieregels van de
eerstelijnswachtdienst.
13.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Je suis curieuse
de connaître les résultats de l'étude d'évaluation du
dispatching central.
13.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Ik ben
nieuwsgierig
naar
het
resultaat
van
de
evaluatiestudie van de centrale dispatching.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "la
pollution causée par la production de fourrure de
vison" (n° 3205)
14
Vraag
van
mevrouw
Thérèse
Snoy et d'Oppuers aan de minister van KMO's,
Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
over "de door de nertsproductie veroorzaakte
vervuiling" (nr. 3205)
14.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
La production de fourrures de vison a un impact
environnemental de 2 à 28 fois supérieur à la
production de textile selon dix-huit critères étudiés
tels que l'émission de CO
2
, les émissions toxiques,
etc.
L'apport important en nourriture est une des
explications de l'empreinte écologique élevée du
cycle de vie du vison d'élevage. Un autre facteur
sont les émissions d'oxyde nitreux et d'ammoniac
provenant du lisier des visons et qui sont
responsables de la formation de particules fines.
Il y a encore dix-neuf élevages de visons en
Belgique et la production belge s'élève à
160 000 visons par an. Outre les mauvaises
conditions d'élevage, il s'agit ici aussi d'un réel
problème environnemental.
Des normes européennes règlent-elles les
conditions d'élevage des visons? La Belgique
applique-t-elle des exigences particulières pour ces
élevages?
Quelles
seraient
les
mesures
nécessaires pour diminuer l'empreinte écologique
de ces élevages et améliorer le bien-être des
animaux?
14.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): De milieu-impact van de nertsproductie,
gemeten aan de hand van achttien criteria zoals
CO
2
-emissies, toxische uitstoot, enz., ligt 2 tot
28 keer hoger dan die van de textielproductie.
Een van de verklaringen voor de hoge milieu-impact
van foknertsen tijdens hun levenscyclus is hun grote
voedselconsumptie. De distikstofmonoxide- en
ammoniakuitwasemingen uit nertsenmest, die
verantwoordelijk zijn voor de vorming van fijne
stofdeeltjes, zijn een andere factor.
Er zijn in België nog negentien nertsenkwekerijen
en
de
binnenlandse
productie
bedraagt
160.000 nertsen per jaar. Los van de slechte
kweekomstandigheden is er hier tevens sprake van
een reëel milieuprobleem.
Bestaan er Europese normen met betrekking tot de
omstandigheden voor het kweken van nertsen?
Hanteert België specifieke vereisten ten aanzien
van die kwekerijen? Welke maatregelen zouden er
nodig zijn om de ecologische voetafdruk van die
kwekerijen kleiner te maken en het dierenwelzijn te
verbeteren?
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Il
n'y a actuellement pas de règle spécifique. Cela
étant, en 2001, le Comité scientifique européen de
la santé et du bien-être des animaux a rendu un
avis sur le bien-être des animaux à fourrure
détenus dans l'Union européenne. Jusqu'à présent,
cet avis n'a donné lieu à aucune proposition de
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er
gelden thans geen specifieke regels. In 2001 bracht
het Europese Wetenschappelijk Comité voor de
gezondheid en het welzijn van de dieren echter wel
een advies uit over het welzijn van pelsdieren die in
de Europese Unie worden gehouden. Tot dusver
heeft dit advies niet geleid tot een voorstel voor een
CRABV 53
COM 160
16/03/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
réglementation de la part de l'Union européenne.
La détention d'animaux à fourrure relève donc,
jusqu'à présent, uniquement de la directive
générale 98/58 concernant la protection des
animaux dans les élevages qui ne prévoit aucune
disposition particulière pour les animaux à fourrure.
La mise à mort des animaux à fourrure est régie par
la directive européenne sur la protection des
animaux au moment de leur abattage ou de leur
mise à mort.
En Belgique, les conditions d'exploitation des
élevages relèvent des compétences régionales.
En matière de bien-être animal, M. Demotte avait
déposé en 2007 un projet de loi visant à instaurer
un moratoire sur les élevages d'animaux à fourrure.
Le gouvernement de l'époque ne l'a pas retenu.
regeling door de Europese Unie.
Het houden van pelsdieren wordt tot dusver
bijgevolg alleen geregeld bij de algemene
richtlijn 98/58 inzake de bescherming van voor
landbouwdoeleinden gehouden dieren. Er staat in
deze richtlijn geen bijzondere bepaling over
pelsdieren. Het doden van pelsdieren wordt
geregeld bij de Europese richtlijn inzake de
bescherming van dieren bij het slachten of doden.
In België zijn de voorwaarden voor de exploitatie
van kwekerijen een bevoegdheid van de Gewesten.
De heer Demotte heeft inzake dierenwelzijn in 2007
een wetsontwerp ingediend met het oog op de
instelling
van
een
moratorium
voor
pelsdierenkwekerijen. Het wetsontwerp werd door
de toenmalige regering niet in aanmerking
genomen.
14.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Pour les conditions environnementales, ce
sont les Régions mais pour le bien-être animal, il
serait intéressant de légiférer. Chez Ecolo-Groen!,
nous sommes opposés à l'élevage d'animaux
uniquement pour leur fourrure. La raison est double,
à la fois le bien-être et l'empreinte écologique.
14.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): De Gewesten zijn bevoegd voor de
milieuvoorwaarden. Het zou echter interessant zijn
om regelgeving uit te vaardigen voor het
dierenwelzijn. Ecolo-Groen! is tegen het fokken van
dieren louter en alleen voor hun pels en wel om
twee redenen: het welzijn en de ecologische
voetafdruk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le développement des questions se termine à
11 h 57.
De behandeling van de vragen eindigt om
11.57 uur.