CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 53 COM 135
CRABV 53 COM 135
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE
M
AATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
Mercredi
Woensdag
16-02-2011
16-02-2011
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti Socialiste
MR
Mouvement réformateur
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
sp.a
socialistische partij anders
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
VB
Vlaams Belang
cdH
centre démocrate Humaniste
LDD
Lijst Dedecker
INDEP-ONAFH
Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 53 0000/000 Document parlementaire de la 53
e
législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 53 0000/000
Parlementair stuk van de 53
e
zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
Séance plénière
PLEN
Plenum
COM
Réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
Motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : publications@lachambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : publicaties@dekamer.be
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "le
moratoire de cinq ans sur les clones proposé par
la Commission européenne" (n° 2026)
1
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid over "het door
de Europese Commissie voorgestelde moratorium
van vijf jaar op klonen" (nr. 2026)
1
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Question de Mme Kattrin Jadin à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la vente libre de la pilule du lendemain"
(n° 2477)
2
Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de vrije verkoop van de morning-
afterpil" (nr. 2477)
2
Orateurs: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Marie-Claire Lambert à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la mention obligatoire de l'indication
thérapeutique sur l'ordonnance" (n° 2624)
3
Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verplichte vermelding van de
therapeutische indicatie op het voorschrift"
(nr. 2624)
3
Orateurs: Marie-Claire Lambert, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Marie-Claire Lambert, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- Mme Annick Ponthier à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les
problèmes linguistiques dans les hôpitaux
bruxellois" (n° 2645)
5
- mevrouw Annick Ponthier aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de taalproblematiek in Brusselse
ziekenhuizen" (nr. 2645)
5
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les
médecins et les dentistes étrangers prestant en
Belgique" (n° 2677)
5
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "buitenlandse geneesheren en
tandartsen die in België praktiseren" (nr. 2677)
5
Orateurs: Annick Ponthier, Muriel Gerkens,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Annick Ponthier, Muriel Gerkens,
Laurette Onkelinx
, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Questions jointes de
8
Samengevoegde vragen van
8
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
suicide des personnes âgées" (n° 2676)
8
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "zelfmoord bij bejaarden"
(nr. 2676)
8
- Mme Nathalie Muylle à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
8
- mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
8
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
titre professionnel d'infirmier(ère) gériatrique"
(n° 2759)
Integratie, over "de beroepstitel van geriatrisch
verpleegkundige" (nr. 2759)
Orateurs: Muriel Gerkens, Nathalie Muylle,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Muriel Gerkens, Nathalie Muylle,
Laurette Onkelinx
, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'évaluation d'eHealth" (n° 2681)
12
Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de beoordeling van eHealth"
(nr. 2681)
12
Orateurs: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Karin Temmerman à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le centre de psychiatrie légale à
Gand" (n° 2697)
14
Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het Forensisch Psychiatrisch
Centrum te Gent" (nr. 2697)
14
Orateurs: Karin Temmerman, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Karin Temmerman, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la médiation dans le secteur des
soins de santé" (n° 2314)
14
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de ombudsfunctie in de
gezondheidszorg" (nr. 2314)
14
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les bébés-médicaments" (n° 2699)
15
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "saviour babies" (nr. 2699)
15
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les réseaux de soutien psychosocial"
(n° 2700)
16
Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "PSH-netwerken" (nr. 2700)
16
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "les sapiteurs psychiatres de l'Office médico-
légal" (n° 2739)
17
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de psychiaters-deskundigen van
de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst" (nr. 2739)
17
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
19
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
19
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
sociale, sur "la mise en oeuvre d'une enquête
épidémiologique autour des sites nucléaires
belges" (n° 2746)
Integratie, over "het uitvoeren van een
epidemiologisch onderzoek in de buurt van de
Belgische nucleaire sites" (nr. 2746)
Orateurs:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "une prime informatique pour le
personnel infirmier" (n° 2758)
21
Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "een informaticapremie voor
verpleegkundigen" (nr. 2758)
21
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Questions jointes de
22
Samengevoegde vragen van
22
- Mme Nathalie Muylle à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'enregistrement en tant qu'aide-soignant(e)"
(n° 2760)
22
- mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de registratie van zorgkundige"
(nr. 2760)
22
- M. Manu Beuselinck à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
confusion régnant à propos de l'enregistrement
des aides-soignant(e)s" (n° 2776)
22
- de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verwarring met betrekking tot
de registratie van zorgkundigen" (nr. 2776)
22
Orateurs: Nathalie Muylle, Manu Beuselinck,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers:
Nathalie
Muylle,
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx,
vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le nombre élevé de médecins roumains
exerçant leur profession en Belgique" (n° 2805)
26
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het hoge aantal Roemeense
artsen dat in België werkzaam is" (nr. 2805)
26
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Damien Thiéry à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'utilisation dite 'off-label' de médicaments"
(n° 2807)
28
Vraag van de heer Damien Thiéry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
offlabelgebruik
van
geneesmiddelen" (nr. 2807)
28
Orateurs: Damien Thiéry, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Damien Thiéry, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
i>Sprekers: Damien Thiéry, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
M
ERCREDI
16
FÉVRIER
2011
Après-midi
______
van
W
OENSDAG
16
FEBRUARI
2011
Namiddag
______
La discussion des questions est ouverte à 15 h 35
par M. Hans Bonte, président.
De behandeling van de vragen vangt aan om
15.35 uur. De vergadering wordt voorgezeten door
de heer Hans Bonte.
01 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "le
moratoire de cinq ans sur les clones proposé par
la Commission européenne" (n° 2026)
01 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de minister van KMO's,
Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
over "het door de Europese Commissie
voorgestelde moratorium van vijf jaar op klonen"
(nr. 2026)
01.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): En octobre, la Commission européenne a
proposé de suspendre pour cinq ans le clonage
animal destiné à la production de denrées
alimentaires en Europe et d'interdire l'importation
d'animaux clonés et d'aliments issus de ces
animaux. Ces mesures devraient être réexaminées
après cinq ans.
01.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): De Europese Commissie stelde in oktober
voor
om
het
klonen
van
dieren
voor
voedselproductie in Europa voor vijf jaar op te
schorten en om de invoer van gekloonde dieren en
van voedsel afkomstig van die dieren te verbieden.
Die maatregelen zouden na vijf jaar moeten worden
herbekeken.
Un système de traçabilité des importations de
matériaux de reproduction pour les clones serait
également envisagé. Ces mesures sont plus axées
sur le bien-être des animaux que sur la sécurité des
denrées alimentaires. Le taux de réussite du
clonage est faible et provoque de nombreuses
morts prématurées.
Pour les États membres et le Parlement européen,
la proposition de la Commission ne va pas assez
loin. Les États membres exigent l'interdiction de
tous les produits issus de la descendance des
clones et le Parlement demande l'interdiction de
toute commercialisation de produits alimentaires
issus d'animaux clonés ou de leur descendance.
Er
is
ook
voorgesteld
om
een
traceerbaarheidssysteem voor de invoer van
voortplantingsmateriaal voor klonen te ontwikkelen.
De maatregelen zijn veeleer op het dierenwelzijn
dan op de voedselveiligheid gericht. Het
slaagpercentage bij klonen ligt vrij laag en veel
dieren sterven vroegtijdig.
Het voorstel van de Commissie gaat volgens de
lidstaten en het Europees Parlement niet ver
genoeg. De lidstaten eisen een verbod op alle
producten afkomstig van nakomelingen van
gekloonde dieren. Het Parlement vraagt een verbod
op het in de handel brengen van voedingsproducten
die afkomstig zijn van gekloonde dieren of hun
nakomelingen.
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
2
Disposez-vous
du
rapport
promis
par
le
commissaire J. Dalli au Parlement européen début
2010? La Belgique a-t-elle pu avancer vers un
consensus à ce sujet?
Beschikt u over het verslag dat eurocommissaris
J. Dalli begin 2010 in het Europees Parlement heeft
aangekondigd? Is België met betrekking tot dit
onderwerp al wat dichter bij een consensus
geraakt?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Le
rapport de la Commission européenne qui concerne
"le clonage à des fins de production alimentaire" a
été adressé au Parlement et au Conseil. Il est
disponible sur le site web de la Commission. Je
vous ferai parvenir la déclaration que nous avons
élaborée lors de la présidence belge sur base de ce
rapport.
Des discussions sont toujours en cours. Dès qu'un
accord sera obtenu, la déclaration deviendra un
document commun du Parlement européen, du
Conseil européen et de la Commission européenne.
La Commission s'est aussi engagée à élaborer une
législation spécifique qui couvrirait tous les aspects
du clonage animal.
Au sein du Conseil, la plupart des États membres
soutiennent les mesures présentées. Un groupe
d'États
membres
souhaite
des
mesures
additionnelles concernant les denrées alimentaires
produites à partir des descendants d'animaux
clonés. Au cours de la présidence belge, aucun
accord du Conseil n'a pu être atteint, mais c'est une
des priorités de la présidence hongroise.
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
verslag van de Europese Commissie inzake het
klonen van dieren ten behoeve van de
voedselvoorziening werd aan het Parlement en de
Raad overgezonden. Het is beschikbaar op de
website van de Commissie. Ik zal u de verklaring
bezorgen die wij op basis van dit verslag tijdens het
Belgische voorzitterschap hebben opgesteld.
Er zijn nog altijd besprekingen aan de gang. Zodra
er een akkoord is, wordt deze verklaring een
gezamenlijke tekst van het Europees Parlement, de
Europese Raad en de Europese Commissie. De
Commissie heeft zich ertoe verbonden specifieke
wetgeving te ontwikkelen die alle aspecten van het
klonen van dieren zou bestrijken.
In de Raad worden de voorgestelde maatregelen
door de meeste lidstaten gesteund. Een deel van de
lidstaten
wil
bijkomende
maatregelen
met
betrekking
tot
voedingsmiddelen
van
de
nakomelingen van klonen. Tijdens het Belgische
voorzitterschap werd er in de Raad geen akkoord
bereikt, maar dit is nu een van de prioriteiten van
het Hongaarse voorzitterschap.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Kattrin Jadin à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la vente libre de la
pilule du lendemain" (n° 2477)
02 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de vrije verkoop van de morning-
afterpil" (nr. 2477)
02.01 Kattrin Jadin (MR): Une étude de
l'Université de Nottingham conclut que, dans les
régions où la pilule du lendemain est en vente libre,
le nombre de grossesses ne diminue pas mais que
le nombre de MST, lui, augmente (12 % en dix ans
chez les moins de 16 ans).
Existe-t-il des études comparables en Belgique?
Arrivent-elles aux mêmes conclusions?
Ne conviendrait-il pas de renforcer les conditions
d'accès à la pilule du lendemain, en vente libre en
Belgique? Y a- t il eu récemment une concertation
avec les Communautés? Quelles ont été les
mesures prises?
02.01 Kattrin Jadin (MR): In een studie van de
universiteit van Nottingham is men tot de bevinding
gekomen dat het aantal zwangerschappen in de
regio's waar de morning-afterpil vrij verkrijgbaar is,
niet daalt, terwijl het aantal soa's toeneemt
(12 procent in tien jaar tijd bij de jongeren van
minder dan 16 jaar).
Bestaan er vergelijkbare studies in België? Komt
men daarin tot dezelfde conclusies?
Zou de verkoop van de morning-afterpil, die in
België vrij verkrijgbaar is, niet aan strengere
voorwaarden moeten worden onderworpen? Werd
er hierover onlangs overleg gepleegd met de
Gemeenschappen? Welke maatregelen werden er
genomen?
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
3
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
n'ai pas connaissance d'études de ce type en
Belgique. Je ne pense pas qu'il soit opportun de
limiter l'accessibilité des adolescentes à la
contraception d'urgence.
Cependant, deux messages capitaux doivent
accompagner la délivrance de cette contraception,
qui doit rester occasionnelle: recommander à
l'adolescente d'initier une méthode régulière de
contraception (le remboursement pour les jeunes
filles de moins de 21 ans s'inscrit dans cette
logique) et insister sur le fait que la contraception ne
dispense pas de prendre les précautions
nécessaires, notamment contre les MST. Le
pharmacien peut d'ailleurs jouer un rôle plus actif en
la matière.
La
politique
de
prévention
relève
des
Communautés, avec lesquelles il n'y a pas eu de
concertation ces derniers temps, mais cette
question pourrait être examinée à la demande d'une
d'entre elles. La Conférence interministérielle est
présidée par la Communauté flamande.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Bij mijn
weten werden er in ons land nog geen studies
gewijd aan deze aangelegenheid. Het lijkt me geen
goed idee om de toegang tot noodcontraceptie voor
jonge vrouwen te beperken.
Wanneer dit soort anticonceptie ­ die de
uitzondering moet blijven ­ wordt afgeleverd,
moeten er echter twee belangrijke boodschappen
worden meegegeven: men moet het meisje
aanraden met een geregelde anticonceptiemethode
te starten (de vergoeding van die middelen voor
meisjes jonger dan 21 kadert in die logica) en men
moet erop wijzen dat het gebruik van contraceptiva
niet
betekent
dat
men
niet
de
nodige
voorzorgsmaatregelen moet nemen, met name
tegen soa's. De apotheker kan op dit vlak een
actievere rol spelen.
Het
preventiebeleid
is
een
Gemeenschapsbevoegdheid. De jongste tijd vond
hierover geen overleg meer plaats, maar dit
vraagstuk zou op verzoek van een van de
Gemeenschappen kunnen worden onderzocht. De
Interministeriële Conferentie wordt voorgezeten
door de Vlaamse Gemeenschap.
02.03 Kattrin Jadin (MR): On constate également
une augmentation des IVG chez les moins de
16 ans. Des politiques de prévention devraient être
menées de manière plus renforcée et plus
cohérente.
02.03 Kattrin Jadin (MR): Men ziet ook een
stijging
van
het
aantal
zwangerschapsonderbrekingen bij meisjes jonger
dan zestien. Er zouden meer en betere
preventiemaatregelen moeten worden genomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Mme Almaci demande le report de sa
question n° 2480. Mme Fonck demande la
transposition de sa question n° 2622 en question
écrite.
De voorzitter: Mevrouw Almaci wenst haar vraag
nr. 2480 uit te stellen. Mevrouw Fonck wil haar
vraag nr. 2622 omzetten in een schriftelijke vraag.
03 Question de Mme Marie-Claire Lambert à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la mention obligatoire
de l'indication thérapeutique sur l'ordonnance"
(n° 2624)
03 Vraag van mevrouw Marie-Claire Lambert aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de verplichte
vermelding van de therapeutische indicatie op
het voorschrift" (nr. 2624)
03.01 Marie-Claire Lambert (PS): L'Assemblée
nationale néerlandaise se prononcera cette
semaine sur l'obligation pour les médecins de
mentionner, sur leur prescription, l'indication
thérapeutique des médicaments ­ ceci pour
44 médicaments courants, dont le dosage varie
sensiblement selon l'indication.
Il s'agit de mieux contrôler le dosage délivré, de
permettre au pharmacien de mieux accompagner le
03.01
Marie-Claire
Lambert
(PS):
De
Nederlandse nationale Assemblee spreekt zich
deze week uit over de verplichting voor artsen om
op hun voorschrift de therapeutische indicatie van
de geneesmiddelen te vermelden. De verplichting
zou gelden voor 44 courante geneesmiddelen
waarvan de dosering naargelang de indicatie erg
verschillend kan zijn.
Het is de bedoeling dat de afgeleverde dosering
beter kan worden gecontroleerd, dat de apotheker
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
patient, de mieux informer ce dernier et
d'optimaliser la gestion de la médication par les
prestataires de soins à domicile.
Toutefois, des voix s'élèvent contre ce projet de loi,
au regard d'une possible violation de la vie privée
du patient.
Cette mesure a-t-elle déjà fait l'objet d'un débat en
Belgique?
de patiënt beter kan begeleiden, dat de patiënt
beter wordt geïnformeerd en dat de medicatie in de
thuiszorg beter kan worden opgevolgd.
Er is tegen dit wetsontwerp echter verzet gerezen,
omdat het de persoonlijke levenssfeer van de
patiënt zou kunnen schenden.
Is er over deze maatregel in België al een debat
gevoerd?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): En
Belgique, nous avons privilégié la communication
triangulaire entre le patient, le médecin et le
pharmacien. Ce dernier a vu son rôle s'élargir,
puisqu'il est amené à préciser les modalités de
prise en charge des médicaments et qu'il peut
attirer l'attention du médecin sur certaines contre-
indications ou incompatibilités médicamenteuses.
L'arrêté du 21 janvier 2009 prévoit la mise en place
progressive d'un dossier pharmaceutique et d'un
dossier de suivi des soins pharmaceutiques. Un
consentement écrit du patient sera nécessaire pour
l'ouverture de tels dossiers.
En Belgique, de nombreux médecins précisent sur
les ordonnances le dosage souhaité et le nombre
de prises quotidiennes. Il serait intéressant de
consulter l'ensemble des acteurs de terrain sur la
généralisation et les modalités de telles mesures.
La proposition néerlandaise est tout autre,
puisqu'elle implique la transmission d'un diagnostic
via l'ordonnance.
Une telle mesure devrait faire l'objet d'une étude
approfondie, notamment sur le respect du secret
médical et la protection de la vie privée. À ma
connaissance, elle n'a pas encore été discutée par
les acteurs de terrain belges.
Un médicament n'est pas toujours prescrit à un
patient dans le cadre d'une seule indication et la
posologie souhaitée par le médecin peut varier d'un
patient à l'autre dans le cadre d'une même
indication.
La triangulaire donne, pour le moment, de bons
résultats. Une réforme profonde du mode de
rémunération du pharmacien est intervenue, de
même que ses obligations de conseil. Il serait
intéressant d'en évaluer la concrétisation sur le
terrain.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In België
staat de driehoekscommunicatie tussen de patiënt,
de arts en de apotheker centraal. De rol van
laatstgenoemde is uitgebreider geworden. Er wordt
van hem verlangd dat hij informatie geeft over de
modaliteiten inzake de terugbetaling van de
geneesmiddelen. Hij kan de arts ook attent maken
op bepaalde contra-indicaties of farmacologische
onverenigbaarheden.
Het koninklijk besluit van 21 januari 2009 voorziet in
de geleidelijke invoering van een farmaceutisch
dossier en een dossier voor voortgezette
farmaceutische zorg. Het aanleggen van dergelijke
dossiers zal onderworpen zijn aan de schriftelijke
toestemming van de patiënt.
In België vermelden heel wat artsen op hun
voorschriften de gewenste dosering en het aantal
innamen per dag. Het zou raadzaam zijn om aan
alle
practitioners
te
vragen
of
dergelijke
maatregelen algemeen kunnen worden ingevoerd
en op welke wijze dat zou moeten gebeuren.
Het Nederlandse voorstel is van een heel andere
orde, omdat daar via het voorschrift een diagnose
zou worden doorgegeven.
Aan een dergelijke maatregel zou een grondige
studie ten grondslag moeten liggen, meer bepaald
over de inachtneming van het medisch geheim en
de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Voor zover ik weet, hebben de Belgische
practitioners hierover nog niet overlegd.
Een geneesmiddel wordt niet altijd aan een patiënt
voorgeschreven voor een enkele indicatie en de
door de arts voorgeschreven dosis kan voor
dezelfde indicatie verschillen van patiënt tot patiënt.
De trilaterale communicatie levert vooralsnog goede
resultaten op. Het
vergoedingsstelsel voor
apothekers werd grondig hervormd en zijn
verplichtingen als raadgever werden herzien. Het
zou raadzaam zijn dat wordt onderzocht hoe een en
ander concreet wordt ingevuld.
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Questions jointes de
- Mme Annick Ponthier à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "les problèmes linguistiques dans les
hôpitaux bruxellois" (n° 2645)
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"les médecins et les dentistes étrangers prestant
en Belgique" (n° 2677)
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annick Ponthier aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de taalproblematiek in Brusselse
ziekenhuizen" (nr. 2645)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "buitenlandse geneesheren en
tandartsen die in België praktiseren" (nr. 2677)
04.01 Annick Ponthier (VB): Récemment, une
maman s'est présentée à l'hôpital universitaire
Reine Fabiola à Bruxelles avec son nourrisson
parce que celui-ci souffrait depuis plusieurs jours de
fortes fièvres qu'aucune médication n'était parvenue
à faire baisser. Elle s'est retrouvée en présence
d'un médecin étranger capable de s'exprimer ni en
néerlandais, ni en français, qui l'a envoyée sur les
roses, contraignant la maman à s'adresser à un
autre hôpital. Cette information, relayée par les
médias, est-elle exacte?
La ministre a déjà réagi à cet incident dans la
médias en précisant qu'en vertu d'une directive
européenne, même les médecins étrangers sont
tenus de maîtriser une langue nationale au moins,
sans que cette obligation ne fasse toutefois l'objet
d'un contrôle.
Confirmez-vous
cette
information?
Quelles
initiatives la ministre compte-t-elle prendre pour
éviter que ce type de situation ne se reproduise?
04.01 Annick Ponthier (VB): Onlangs ging een
Brusselse moeder met haar baby naar het
Brusselse universitair ziekenhuis Koningin Fabiola
omdat het kind al dagen hoge koorts had en geen
medicatie hielp. Zij kwam er terecht bij een
buitenlandse arts die noch Nederlands, noch Frans
sprak en die haar wandelen stuurde. De moeder
moest noodgedwongen met het zieke kind naar een
ander ziekenhuis. Is deze informatie uit de media
juist?
De minister reageerde in de pers en verduidelijkte
dat de Europese richtlijn bepaalt dat zelfs
buitenlandse artsen minstens één landstaal machtig
moeten zijn, maar dat dit niet gecontroleerd mag
worden.
Klopt dat? Wat zal de minister doen om dit soort
toestanden in de toekomst te vermijden?
04.02 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Des
médecins viennent d'autres pays pour remplacer
nos médecins à nous pendant les week-ends et les
périodes de garde. Ce n'est pas la même chose
que de dire qu'un hôpital engage un médecin
étranger pour venir travailler tant de mois sur notre
territoire. Ces médecins prestent sous le nom du
médecin officiel de garde qu'ils remplacent.
Une telle pratique est-elle légale? A-t-on un nombre
précis
des
médecins
qui
effectuent
ces
remplacements? Connaît-on les hôpitaux et les
spécialités concernés? A-t-on des garanties
d'équivalence de diplômes? Qu'en est-il des
responsabilités en cas d'erreurs commises dans
ces conditions? Existe-t-il des différences à ce sujet
entre médecins et dentistes, par exemple? Ont-ils
les mêmes obligations? Sont-ils sous la même
législation?
04.02 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Belgische
artsen laten zich tijdens het weekend en hun
wachtdiensten door buitenlandse geneesheren
vervangen. Dit is niet vergelijkbaar met de praktijk
waarbij buitenlandse artsen maandenlang in
Belgische ziekenhuizen werken. Deze artsen
presteren onder de naam van de officiële dokter
van wacht die ze vervangen.
Is een dergelijke praktijk legaal? Hoeveel artsen zijn
er bij die vervangingen betrokken? Weet men om
welke ziekenhuizen en specialisaties het gaat? Is de
gelijkwaardigheid van de diploma's gewaarborgd?
Hoe staat het met de aansprakelijkheid, indien er in
die omstandigheden medische fouten gebeuren?
Worden bijvoorbeeld artsen ter zake anders
behandeld dan tandartsen? Hebben zij dezelfde
verplichtingen?
Vallen
ze
onder
dezelfde
wetgeving?
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
04.03
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): J'ai également pris connaissance des
faits par le biais de la presse. J'ai également lu la
réaction publiée par la direction de l'hôpital, dans
laquelle cette dernière conteste les plaintes émises
à l'encontre de l'établissement et du médecin.
Tant la directive européenne que la loi de 2008 et
l'arrêté royal n° 78 obligent les prestataires de soins
dont le diplôme est reconnu à maîtriser les langues
nécessaires à l'exercice de leur profession. En
Belgique, ces dispositions signifient que les
prestataires concernés doivent connaître le
néerlandais, le français ou l'allemand. Ni la
directive, ni la loi ne prévoient une obligation de se
soumettre à des tests linguistiques ou à une
procédure d'évaluation spécifique. Il s'agit par
ailleurs d'une exigence indépendante de la
reconnaissance des aptitudes professionnelles.
Selon
les
institutions
européennes,
les
compétences linguistiques doivent pouvoir être
contrôlées par tous les moyens et sans restriction. Il
convient également de respecter le principe de
proportionnalité. Même si les épreuves linguistiques
ne sont pas exclues, elles ne peuvent être utilisées
systématiquement et sont subordonnées à tout
autre moyen de preuve.
Nous sommes occupés à étudier la question de
savoir comment ces épreuves pourraient être
intégrées à d'autres examens et contrôles pouvant
ou devant être organisés dans le cadre de
l'application de cette directive. Cette matière est
complexe étant donné que la directive dispose que
chaque dossier doit faire l'objet d'un examen au cas
par cas et que certains dossiers doivent entraîner
une reconnaissance automatique.
Cette question s'inscrit dans le cadre d'une réflexion
plus large sur la transposition de cette directive. La
Commission européenne a en effet adressé à la
Belgique une mise en demeure à ce sujet car elle
estime que notre pays soumet les prestataires de
soins de l'UE à un système de reconnaissance trop
strict.
04.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ook ik vernam de aangehaalde feiten via de pers
en ik las de reactie van de ziekenhuisdirectie, die de
klachten ten aanzien van de instelling en van de
arts betwist.
Zowel de Europese richtlijn als de wet van 2008 en
het KB nr. 78 verplichten de zorgverleners van wie
het diploma wordt erkend om de talen te beheersen
die nodig zijn voor de uitoefening van hun beroep.
Voor België betekent dat Nederlands, Frans of
Duits. Noch de richtlijn, noch de wet verplichten
taaltesten of een specifieke evaluatieprocedure. Het
gaat bovendien om een verplichting die buiten de
erkenning zelf van de beroepsbekwaamheden valt.
In dat verband moet volgens de Europese
instellingen de talenkennis op elke manier en
zonder beperking kunnen worden aangetoond. Men
moet ook het evenredigheidsbeginsel naleven. Zijn
de taalproeven niet uitgesloten, dan kunnen ze niet
systematisch of standaard worden gebruikt en zijn
ze ondergeschikt aan elk ander bewijsmiddel.
We onderzoeken hoe deze proeven in andere
proeven en controles kunnen worden geïntegreerd,
die in het kader van de toepassing van deze richtlijn
kunnen of moeten worden uitgevoerd. Het is geen
eenvoudige zaak aangezien deze richtlijn bepaalt
dat elk dossier het voorwerp van een onderzoek op
maat moet uitmaken en dat sommige dossiers ook
een automatische erkenning moeten krijgen.
Deze kwestie kadert in een breder beraad over de
omzetting van de richtlijn. De Europese Commissie
heeft België immers onlangs in gebreke gesteld
omdat zij meent dat België de zorgverleners uit de
EU aan een te strikt erkenningsstelsel onderwerpt.
La loi du 22 août 2002 relative aux droits des
patients précise que la communication avec le
patient doit s'effectuer dans un langage clair. Le
prestataire de soins doit donc veiller à ce que le
patient le comprenne.
En ce qui concerne les différentes procédures de
reconnaissance des diplômes étrangers, je me
réfère à l'arrêté royal n° 78 ainsi qu'à la loi du
12 février 2008.
De wet van 22 augustus 2002 betreffende de
patiëntenrechten preciseert dat de communicatie
met de patiënt in een duidelijke taal moet verlopen.
De zorgverlener moet er dus voor zorgen dat de
patiënt hem begrijpt.
Wat de verschillende erkenningsprocedures van
buitenlandse diploma's betreft, verwijs ik naar het
KB nr. 78 en de wet van 12 februari 2008.
(En français) Votre question concernait le fait que (Frans) Uw vraag betrof het feit dat sommige
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
certains prestataires de soins encodaient des
prestations au nom d'autres prestataires.
Je signale que les médecins en formation utilisent
des attestations de soins de leurs maîtres de stage
et doivent noter: "Sur ordre de". Ces actes sont
donc administrativement comptabilisés comme des
actes de leurs maîtres de stage, qui en assument la
supervision et la responsabilité. Or, ces médecins
en formation, belges ou étrangers, sont souvent les
premiers contacts avec les patients en médecine
d'urgence.
En dehors de ces hypothèses, il s'agirait de faux et
usage de faux, infractions pénales et contraires à la
déontologie de ces prestataires de soins.
Enfin, je rappelle qu'en vertu de la loi sur les
hôpitaux, la responsabilité générale pour l'activité
hospitalière incombe au gestionnaire.
zorgverstrekkers verstrekkingen inbrengen onder
de naam van anderen.
Ik wil erop wijzen dat artsen in opleiding
getuigschriften voor verstrekte hulp van hun
stagemeesters gebruiken waarop ze 'in opdracht
van' moeten noteren. Die verstrekkingen worden
dus administratief geregistreerd als verstrekkingen
van hun stagemeesters, die erop toezien en er de
verantwoordelijkheid
voor
dragen.
In
de
urgentiegeneeskunde treden vaak precies die
artsen in opleiding, zij het Belgen dan wel
buitenlanders, als eersten in contact met de patiënt.
Buiten die hypotheses zou er sprake zijn van
valsheid in geschrifte en het gebruik van valse
stukken. Dat zijn strafbare feiten die indruisen tegen
de deontologie van die zorgverstrekkers.
Tot slot wil ik eraan herinneren dat in de
ziekenhuiswet is vastgelegd dat de algemene
aansprakelijkheid voor de ziekenhuisactiviteit bij de
beheerder berust.
04.04 Annick Ponthier (VB): En ce qui concerne
les faits, les personnes concernées confirment donc
apparemment leurs versions respectives. L'incident
démontre toutefois qu'il n'existe encore aucun
régime linguistique satisfaisant dans les hôpitaux
bruxellois. Le Vlaams Belang dénonce depuis des
années déjà les infractions inadmissibles à la
législation linguistique et le manque absolu de
courtoisie linguistique à Bruxelles. Des millions
d'euros sont dégagés chaque année pour les
hôpitaux
publics
dans
une
Région
constitutionnellement bilingue. Le Vlaams Belang a
déposé deux propositions de loi pour mettre fin aux
infractions aux lois linguistiques. Ces propositions
pourraient peut-être inspirer l'administration dans sa
recherche de solutions.
04.04 Annick Ponthier (VB): Wat de feiten zelf
betreft, blijven de betrokkenen blijkbaar elk bij hun
versie. Het incident toont wel aan dat er nog steeds
geen deugdelijke taalregeling is in de Brusselse
ziekenhuizen. Het Vlaams Belang klaagt al jaren de
ontoelaatbare schendingen van de taalwetgeving en
het absolute gemis aan taalhoffelijkheid in Brussel
aan. De openbare ziekenhuizen krijgen jaarlijks vele
miljoenen euro publieke middelen in een Gewest
dat grondwettelijk tweetalig is. Het Vlaams Belang
diende twee wetsvoorstellen in om de schendingen
van de taalwetten een halt toe te roepen. Misschien
kunnen deze de administratie inspireren bij het
zoeken naar oplossingen.
04.05 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Cela
signifie-t-il que ceux qui viennent prester les week-
ends ont une équivalence de diplôme et qu'il est
possible de répertorier leurs prestations?
La compétence de ces médecins doit être garantie.
De plus, on constate qu'il y a des pénuries,
compensées par des extérieurs, alors que l'exercice
de la médecine est refusé à des étudiants qui ont
terminé leur cycle ici.
04.05 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Wil dat
zeggen dat artsen die tijdens het weekend komen
werken over een diploma beschikken dat
gelijkwaardig werd verklaard met een in België
behaald diploma en dat het mogelijk is om hun
prestaties te registreren?
De vakbekwaamheid van die artsen moet worden
gewaarborgd. Bovendien stelt men vast dat er
tekorten zijn die door middel van buitenlandse
werkkrachten worden opgevuld, terwijl sommige
studenten die hun studies hier hebben afgerond de
geneeskunde niet mogen uitoefenen.
04.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
rencontre cette problématique dans ma réponse à
la question n° 2805 de Mme Rita De Bont, qui
04.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
probleem komt aan bod in mijn antwoord op vraag
nr. 2805 van mevrouw Rita De Bont over het grote
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
concerne le nombre élevé de médecins roumains
exerçant leur profession en Belgique.
aantal Roemeense geneesheren die hun beroep in
België uitoefenen.
04.07 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): C'est autre
chose: des médecins viennent prester en Belgique
cinq ou six mois mais il y a équivalence et
reconnaissance des diplômes. Ce qui veut dire
qu'on peut répertorier toutes ces prestations
exercées par des médecins étrangers. Indiquent-ils
aussi "en charge de..."? Cela, c'est uniquement
pour les médecins en formation, pas pour les autres
... En principe, ils doivent le faire en leur nom.
04.07 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Dat is iets
anders. Het gaat dan om artsen die vijf of zes
maanden in België komen werken, maar met een
gelijkwaardig en erkend diploma. Alle prestaties die
de buitenlandse artsen leveren, kunnen worden
geregistreerd. Vermelden zij ook 'in opdracht
van...'? Deze vermelding geldt wel alleen voor de
artsen in opleiding en niet voor de anderen, die dat
in principe in eigen naam moeten doen.
04.08 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Ces médecins ne peuvent réaliser que certains
actes. Réalisent-ils les actes prescrits? Je n'en sais
rien. C'est interdit par la loi et je n'ai pas de
statistiques en la matière. Par contre, les médecins
qui font leur spécialisation ­ belges ou étrangers ­
peuvent réaliser une série d'actes sous la
responsabilité de leur maître de stage.
04.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Deze
artsen mogen slechts bepaalde handelingen
uitvoeren. Voeren zij enkel de voorgeschreven
handelingen uit? Dat weet ik niet. Ik heb daarover
geen statistische gegevens, omdat zulks bij wet
verboden is. Artsen die zich specialiseren ­ zowel
Belgen als buitenlanders ­ mogen onder de
verantwoordelijkheid van hun stagebegeleider
echter wel een aantal handelingen uitvoeren.
04.09 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): J'ai quand
même l'impression qu'il y a des prestations qu'on ne
peut pas vérifier. Y a-t-il une différence dans
l'équivalence de diplôme ou dans les autorisations
pour recourir à des médecins ou dentistes
étrangers?
04.09 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Toch heb ik
de indruk dat een aantal verstrekkingen niet kan
worden gecontroleerd. Zijn er verschillen tussen de
regels
voor
buitenlandse
geneesheren
en
tandartsen wat de gelijkwaardigheid van diploma's
of de toegekende vergunningen betreft?
04.10 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
ne sais pas.
04.10 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik weet
het niet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Questions jointes de
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
suicide des personnes âgées" (n° 2676)
- Mme Nathalie Muylle à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
titre professionnel d'infirmier(ère) gériatrique"
(n° 2759)
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "zelfmoord bij bejaarden"
(nr. 2676)
- mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de beroepstitel van geriatrisch
verpleegkundige" (nr. 2759)
05.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): À Namur, a
eu lieu une journée intéressante, associant la
Région wallonne, la COCOF et la Communauté
française, consacrée au suicide et à la tendance
suicidaire des personnes âgées. Il n'y avait pas de
représentant du fédéral. Les aspects sociaux et de
santé publique n'y étaient pas abordés.
Existe-t-il des programmes fédéraux avec les
Régions et Communautés pour lutter contre la
tendance suicidaire assez fréquente chez les
05.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): In Namen
organiseerden het Waals Gewest, de COCOF en
de Franse Gemeenschap een interessante infodag
over zelfmoord en zelfmoordneigingen bij ouderen.
Er was geen vertegenwoordiger van het federale
niveau aanwezig. Het maatschappelijke en het
volksgezondheidsaspect kwamen niet aan bod.
Werden er in overleg met de Gewesten en de
Gemeenschappen federale programma's uitgewerkt
om de vaak voorkomende zelfmoordneigingen bij
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
personnes âgées? Quelles politiques menez-vous
pour améliorer le goût de vivre des aînés?
ouderen tegen te gaan? Welk beleid voert u om
ouderen weer zin te doen krijgen in het leven?
05.02 Nathalie Muylle (CD&V): Ma question
concerne la reconnaissance du titre professionnel
et de la qualification professionnelle d'infirmier(ère)
gériatrique. Le délai dans lequel la commission
d'agrément doit rendre un avis à ce sujet aurait été
dépassé dans plusieurs centaines de dossiers.
La ministre est-elle informée de ces difficultés?
Pourquoi la commission met-elle tant de temps à
rendre son avis? Est-ce dû à des problèmes de
personnel? Ce titre est-il aujourd'hui attribué
automatiquement? Les primes auxquelles il donne
droit sont-elles octroyées avec effet rétroactif?
05.02 Nathalie Muylle (CD&V): Mijn vraag gaat
over de erkenning van de beroepstitel en de
beroepsbekwaamheid geriatrie. In honderden
dossiers
zou
de
termijn
waarbinnen
de
erkenningscommissie een advies moet uitspreken,
overschreden zijn.
Is de minister op de hoogte van de problemen?
Waarom duurt het zo lang? Heeft dat te maken met
personeelsproblemen?
Wordt
de
titel
nu
automatisch toegekend? Worden de premies
retroactief uitgekeerd?
05.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
vais répondre brièvement à votre question, qui est
similaire à celle que posera demain M. Beuselinck
en séance plénière.
05.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal uw
vraag, die ook de heer Beuselinck morgen tijdens
de
plenumvergadering
zal
stellen,
kort
beantwoorden.
Le risque de suicide est significativement plus élevé
chez les personnes âgées que dans tous les autres
groupes d'âge; c'est pourquoi j'applaudis l'initiative
de la Communauté française et de la Région
wallonne. La collaboration entre tous les acteurs
des soins de santé aux personnes âgées et des
soins de santé mentale est effectivement
importante.
Un groupe de travail "suicide" avait été mis en place
au sein de la CIM afin d'harmoniser les pratiques.
J'espère que nous pourrons prochainement aborder
le sujet, mais l'initiative en revient à la Communauté
flamande, qui en assume actuellement la
présidence.
La détection précoce des patients à risques, dans
les maisons de repos et dans les maisons de repos
et de soins, constituerait une première étape.
Depuis 2006, un outil d'évaluation, le BelRAI, est
actuellement testé dans le cadre des différents
projets expérimentaux menés dans notre pays. Cet
instrument détecte entre autres la dépression, la
perte d'autonomie ainsi que la qualité de vie. Le
rapport final est attendu pour le dernier trimestre
2011.
Une attention est particulièrement accordée à
l'emploi du temps des résidents afin d'être bien sûr
que chacun participe aux activités.
Les mesures visant à l'attractivité de la profession
de gériatre et d'infirmiers gériatriques sont récentes.
La formation pour obtenir une spécialisation en
Het gevaar voor zelfdoding is significant groter bij
bejaarden dan bij alle andere leeftijdsgroepen;
daarom juich ik het initiatief van de Franse
Gemeenschap en het Waals Gewest toe. De
samenwerking tussen alle actoren in de geriatrie en
de geestelijke gezondheidszorg is inderdaad
belangrijk.
Er werd al een werkgroep Zelfdoding opgericht
tijdens de interministeriële conferentie om de
praktijken op elkaar af te stemmen. Ik hoop dat we
het onderwerp binnenkort zullen kunnen bespreken,
maar het Vlaams Gewest, dat momenteel het
voorzitterschap van de interministeriële conferentie
waarneemt, moet het initiatief daartoe nemen.
De vroegtijdige opsporing van risicopatiënten in de
rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen zou
een eerste stap kunnen zijn.
Sinds 2006 wordt BelRAI, pilootproject voor de
registratie van beoordelingsinstrumenten, getest in
het kader van diverse experimentele projecten in
ons land. Met dat instrument kunnen onder meer
depressie, het verlies van zelfredzaamheid en de
levenskwaliteit gemeten worden. Het eindrapport
wordt verwacht tegen het laatste kwartaal van 2011.
Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de
tijdsbesteding van de bewoners om zeker te zijn dat
ze allemaal aan de activiteiten deelnemen.
De maatregelen om het beroep van geriater en
geriatrisch verpleegkundige aantrekkelijker te
maken, zijn recent. Voor een specialisatie in de
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
gériatrie demande plusieurs années pour les
médecins et un an pour les infirmiers désireux
d'acquérir le titre professionnel particulier en
gériatrie. La qualification particulière n'exige que
150 heures de formation complémentaire.
Concernant les infirmiers, j'ai préparé un arrêté
ministériel qui prolongera les mesures transitoires
permettant aux infirmiers qui peuvent attester d'une
expérience professionnelle acquise et définie
d'acquérir le titre ou la qualification moyennant
moins d'heures de formation. Cet arrêté prendra
également en compte l'expérience professionnelle
dans les maisons de repos et de soins d'au moins
25 lits.
geriatrie moeten artsen een meerjarige opleiding
volgen; verpleegkundigen die de bijzondere
beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in
de geriatrie willen verkrijgen, moeten een opleiding
van één jaar volgen. Voor de bijzondere kwalificatie
zijn er slechts 150 aanvullende opleidingsuren
vereist.
Wat de verpleegkundigen betreft, heb ik een
ministerieel besluit uitgewerkt met betrekking tot de
verlenging van de overgangsmaatregelen, zodat de
verpleegkundigen die kunnen aantonen dat ze de
vereiste relevante beroepservaring hebben, de
beroepstitel of de kwalificatie kunnen verkrijgen met
minder opleidingsuren. In dat MB zal er ook
rekening gehouden worden met de beroepservaring
in de rust- en verzorgingstehuizen met ten minste
25 bedden.
La gestion en affaires courantes pose le problème
de la publication d'un tel arrêté. L'octroi d'une prime
annuelle depuis 2010 pour les infirmiers spécialisés
travaillant en gériatrie ou en maison de repos et de
soins vise également à attirer des candidats. Un
accroissement du nombre de prestataires ne pourra
être observé que dans deux à trois ans pour les
infirmiers et six ans pour les gériatres.
En termes épidémiologiques, il y a lieu de distinguer
le besoin, la demande et la consommation. Il
n'existe actuellement aucun outil scientifique
permettant d'évaluer correctement les besoins. Par
contre, la consommation de soins peut être
mesurée, mais pour avoir des données fiables dans
le cadre des nouveaux programmes de soins en
gériatrie, il faudra également patienter. La loi prévoit
que le cadastre des professions ne soit qu'un
enregistrement de l'offre de soins de travailleurs de
la santé individuels.
Pour les médecins, cette offre est parfaitement
connue; pour les infirmiers, ce n'est qu'en 2010 que
les chiffres d'infirmiers ont été publiés pour la
première
fois
en
Belgique
(174 titres
et
164 qualifications en gériatrie délivrés en 2009).
L'enregistrement des licenses to practice est une
première étape pour enrichir le cadastre.
Sur base de cette liste, la tâche est poursuivie par
couplage avec d'autres sources d'informations. Les
premiers résultats du travail sont attendus dans le
courant de cette année. Il s'agira tout d'abord d'une
description de la situation en termes d'offre. Une
confrontation de l'offre et de la consommation au
De publicatie van dit besluit wordt bemoeilijkt door
de situatie van lopende zaken. Sinds 2010 wordt er
een
jaarlijkse
premie
toegekend
aan
gespecialiseerde verpleegkundigen die op een
geriatrische afdeling of in een rust- en
verzorgingstehuis werken. Deze heeft eveneens de
bedoeling kandidaten aan te trekken. Een toename
van het aantal zorgverleners zal echter pas binnen
twee à drie jaar merkbaar worden voor de
verpleegkundigen en binnen zes jaar voor de
geriaters.
Uit het oogpunt van de epidemiologie moet een
onderscheid worden gemaakt tussen de behoefte,
de vraag en de consumptie. Er bestaat vandaag
geen enkel wetenschappelijk instrument om de
behoeften correct na te gaan. De consumptie van
de zorg daarentegen kan wel worden gemeten,
maar het is wel nog wachten op betrouwbare
gegevens in het kader van de nieuwe geriatrische
programma's. De wet bepaalt dat het kadaster van
de gezondheidszorgberoepen enkel de registratie
behelst van het zorgaanbod van individuele
zorgverleners.
Voor de artsen zijn we perfect op de hoogte van dit
aanbod; voor de verpleegkundigen werden in ons
land echter pas in 2010 voor het eerst cijfers
gepubliceerd (in 2009 werden 174 titels en
164 kwalificaties in de geriatrische verpleegkunde
uitgereikt). De registratie van de licences to practice
is een eerste stap om het kadaster aan te vullen.
Het werk wordt voortgezet door deze lijst aan
andere informatiebronnen te koppelen. De eerste
resultaten worden in de loop van dit jaar verwacht.
Eerst komt er een beschrijving van het aanbod. Het
aanbod en de consumptie zullen op macroniveau
worden vergeleken in het berekeningsmodel van de
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
niveau macro sera réalisée dans le modèle de
calcul de la Commission de planification.
L'importance de la pénurie pourra alors être
estimée plus clairement.
Planningscommissie. Dan zal duidelijker worden
hoe groot het tekort precies is.
(En néerlandais) Le délai accordé à l'administration
pour préparer les dossiers relatifs à l'attribution du
titre
professionnel
et
aux
compétences
professionnelles particulières en gériatrie est de
deux mois. La commission d'agrément dispose,
quant à elle, de trois mois. Il reste ensuite à suivre
l'avis rendu.
Les dossiers traités dans le cadre des mesures
transitoires
sont
complexes.
Les
mêmes
administration et commission d'agrément doivent
traiter les dossiers des aides-soignant(e)s et les
autres titres et compétences professionnelles
particulières
du
personnel
infirmier.
Mon
administration fait tout ce qui est en son pouvoir
pour respecter les délais, mais elle privilégie la
qualité. Le personnel de la cellule chargée des
médecins va lui prêter main forte pour réduire
l'arriéré.
En 2010, j'ai demandé de renforcer l'administration
qui gère cette matière. Le comité de direction a pu
apporter une amélioration provisoire mais pas
structurelle. Les limites budgétaires ne permettent
pas d'en faire davantage. Je rappelle que cette
procédure est gratuite.
Les membres de la commission d'agrément du
CNAI assument leur mission contre une
rémunération modeste en plus de leurs activités
professionnelles d'infirmier ou d'infirmière.
(Nederlands) De termijn voor de administratie om
dossiers met betrekking tot de toekenning van de
beroepstitel
en
de
bijzondere
beroepsbekwaamheden geriatrie voor te bereiden,
bedraagt twee maanden. De erkenningscommissie
beschikt dan over drie maanden. Daarna moet het
advies gevolgd worden.
De behandelde dossiers in het kader van de
overgangsmaatregelen zijn complex. Dezelfde
administratie en erkenningscommissie moeten de
dossiers van de zorgkundigen en andere
beroepstitels
en
-bekwaamheden
van
verpleegkundigen behandelen. Mijn administratie
doet alles om de termijnen te respecteren, maar ze
geeft voorrang aan de kwaliteit. Het personeel van
de cel belast met de geneesheren, zal nu worden
ingezet om de achterstand weg te werken.
Ik heb in 2010 gevraagd om de administratie die
deze materie beheert, te versterken. Het
directiecomité heeft dat tijdelijk, maar niet
structureel kunnen doen. Meer staan de budgettaire
beperkingen niet toe. Ik herinner eraan dat de
procedure gratis is.
De leden van de erkenningscommissie van de NRV
oefenen hun taak uit tegen een bescheiden loon,
bovenop hun beroepsactiviteit als verpleegkundige.
Lors de chaque séance, outre la question des
aides-soignant(e)s et quelques avis sur la mobilité
internationale, la commission traite un nombre
considérable de dossiers relatifs à la gériatrie, à
l'oncologie, aux soins intensifs et aux soins
d'urgence. La commission est saturée, même si le
nombre de réunions a été augmenté. La priorité va
aux aides-soignant(e)s.
J'ai proposé d'organiser la nouvelle commission
d'agrément et ce dossier progresse.
Il n'y a pas d'octroi automatique d'un titre
professionnel ou d'une qualification professionnelle.
Fin 2010, en gériatrie, 408 titres professionnels
particuliers et 353 qualifications professionnelles
particulières avaient été agréés. Le 31 janvier, dans
le secteur de la gériatrie, il restait 367 demandes de
titres professionnels particuliers et 481 demandes
Op elke zitting behandelen ze een zeer groot aantal
dossiers met betrekking tot geriatrie, oncologie,
intensieve zorgen en spoedgevallenzorg, naast de
zorgkundigen en enkele adviezen betreffende de
internationale mobiliteit. De commissie is verzadigd,
al werd het aantal zittingen vermeerderd.
Zorgkundigen krijgen voorrang.
Ik stelde voor om de nieuwe erkenningscommissie
te organiseren. Dat dossier boekt momenteel
vooruitgang.
Er is geen automatische toekenning van een
beroepstitel of van een bekwaamheid.
Eind 2010 werden 408 bijzondere beroepstitels
geriatrie en 353 bijzondere beroepsbekwaamheden
erkend. Op 31 januari bedroeg het aantal te
behandelen dossiers met betrekking tot geriatrie
367 aanvragen voor bijzondere beroepstitels en 481
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
de qualifications professionnelles particulières à
traiter.
voor bijzondere beroepsbekwaamheden.
05.04 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): La réforme
"Santé mentale" et l'évaluation du test de détection
sont des pistes.
N'est-il pas possible d'inclure dans le projet de loi
portant des dispositions diverses une qualification
facilitée pour les infirmiers gériatriques? Y a-t-il une
date prévue pour les résultats du travail actuel de la
Commission de planification au sujet du modèle
d'évaluation de l'offre en infirmiers gériatriques?
Lors des journées de Namur, on a mis en évidence
l'intérêt de travailler sur ce qui fait que les
personnes âgées se sentent bien dans leur peau
plutôt que d'attaquer directement la dépression et la
dévaluation.
05.04 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): De
hervorming van de geestelijke gezondheidszorg en
de evaluatie van de test om risicopatiënten op te
sporen, vormen mogelijke pistes.
Is het niet mogelijk om in het wetsontwerp
houdende diverse bepalingen een bepaling op te
nemen teneinde het beroep van geriatrisch
verpleegkundige toegankelijker te maken? Tegen
wanneer moet de Planningscommissie haar
werkzaamheden met betrekking tot het model voor
de evaluatie van het aanbod van geriatrische
verpleegkundigen afronden?
Tijdens de bijeenkomst te Namen heeft men erop
gewezen dat het belangrijker is ervoor te zorgen dat
bejaarden zich goed in hun vel voelen dan
depressie en het verlies van eigenwaarde
rechtstreeks aan te pakken.
05.05 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Ce
n'est pas tellement une initiative légale mais une
initiative réglementaire.
05.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het gaat
veeleer om een regelgevend dan om een
wetgevend initiatief.
05.06 Nathalie Muylle (CD&V): Les chiffres de la
ministre correspondent plus ou moins à ceux que
j'avais. Quelque 900 personnes attendent depuis
huit ou neuf mois déjà. Mme Gerkens a clairement
montré que leur présence sur le terrain était
nécessaire, particulièrement en gériatrie, un secteur
apparemment moins attrayant pour le personnel
infirmier.
Espérons que le renforcement prévu de
l'administration permette de combler rapidement le
retard accumulé.
05.06 Nathalie Muylle (CD&V): De cijfers van de
minister komen ongeveer overeen met de cijfers die
ik had. Ongeveer 900 mensen wachten dus al acht
tot negen maanden. Mevrouw Gerkens heeft
duidelijk aangetoond dat die mensen nodig zijn op
het terrein, zeker in de weinig aantrekkelijke
ouderenzorg.
Laten we hopen dat de geplande versterking van de
administratie de achterstand snel wegwerkt.
05.07 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Cela renforce mon sentiment qu'entre les slogans
et les nécessités de terrain, il y a un grand écart.
05.07 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
versterkt mijn gevoel dat er een diepe kloof gaapt
tussen de slogans en de reële noden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'évaluation d'eHealth"
(n° 2681)
06 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de beoordeling
van eHealth" (nr. 2681)
06.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Une étude sur
l'état d'avancement d'eHealth dans douze États
membres européens montre que la Belgique
n'occupe que la septième place du classement. Les
standards de notre système de santé sont élevés
mais nous n'accordons que trop peu la priorité à
06.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Een onderzoek
naar de stand van zaken van eHealth in twaalf
Europese lidstaten wees uit dat België in de
rangschikking slechts op de zevende plaats staat.
De standaard van onze gezondheidszorg ligt hoog,
maar er wordt onvoldoende prioriteit gegeven aan
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
l'innovation. Pourtant, le traitement électronique des
données permet d'améliorer l'efficacité tout en
réduisant les coûts. La ministre en est
manifestement consciente puisque sa politique est
notamment axée sur l'implémentation de la plate-
forme eHealth.
Était-elle au courant de cette étude? Que pense-t-
elle de l'évaluation moyenne du système de
traitement électronique des données dans le
système belge des soins de santé? Reconnaît-elle
aussi l'urgence d'une collaboration et d'une
interaction plus importantes entre les personnes qui
doivent gérer la plate-forme?
vernieuwing.
Nochtans
zorgt
elektronische
gegevensverwerking voor meer efficiëntie en
minder kosten, iets waar de minister zich van
bewust is, vermits ze in haar beleid mikt op de
implementering van het eHealthplatform.
Was zij op de hoogte van dit onderzoek? Wat vindt
ze van de matige beoordeling van de installatie van
elektronische gegevensverwerking in de Belgische
gezondheidszorg? Erkent ze ook de nood aan meer
samenwerking en wisselwerking tussen diegenen
die het platform moeten beheren?
06.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): L'étude, baptisée TEMPEST, a pour
objectif premier d'évaluer la transition effective des
systèmes de santé vers un système où la
technologie joue un rôle de simplification essentiel.
Actuellement, les résultats ne sont pas totalement
représentatifs parce que les données de référence
pour les différents pays ne couvrent pas la même
période. Pour la Belgique, l'observation a porté sur
la situation de 2008 et 2009. Si l'on devait
recommencer l'étude aujourd'hui, le classement
serait totalement différent. Les importants efforts
consentis, comme le déploiement des réseaux de
santé
et
l'introduction
de
la
prescription
électronique, commencent seulement à porter leurs
fruits.
De plus, le score a été attribué sur la base de
données publiques ce qui, en Belgique, mène
inévitablement à une évaluation différente des
avancées. Ajoutons que certains indicateurs
négatifs comme la proportion de la population
utilisant l'internet, la gestion électronique des
données des patients, le développement des
e-services etc., sont malaisés à interpréter dans le
contexte belge.
Présidente: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het onderzoek, TEMPEST genaamd, wil vooral een
inschatting geven van de effectieve overgang van
de gezondheidssystemen naar een systeem waarbij
de
technologie
essentieel
is
voor
het
vereenvoudigen van zaken. Momenteel lijken de
resultaten niet helemaal representatief, vermits de
referentiegegevens voor de verschillende landen
niet dezelfde periode dekken. Voor België werd de
situatie in 2008 en 2009 bekeken. Mocht men het
onderzoek vandaag overdoen, dan zou de
rangschikking helemaal anders zijn. Er werden
immers enorme inspanningen gedaan, die pas nu
zichtbaar worden, zoals de ontplooiing van
gezondheidsnetwerken en de komst van het
elektronisch voorschrift.
Ook werd de score enkel toegekend op basis van
publiek beschikbare gegevens, wat in België
onvermijdelijk leidt tot een andere inschatting van
de vooruitgang. En sommige slechte indicatoren,
zoals het bevolkingsaandeel dat internet gebruikt,
het
elektronische
beheer
van
de
patiëntengegevens,
de
ontplooiing
van
de
e-diensten en dergelijke meer, zijn moeilijk te
begrijpen in de Belgische context.
Voorzitter: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
L'étude analyse également l'intégration d'une
politique eHealth dans un cadre européen et
international. Il est question d'une évolution rapide.
La Belgique a pris part au projet epSOS et dirigera
l'une des composantes de la nouvelle initiative
européenne relative à la gestion en matière
d'e-santé. Dès lors, nous devons nuancer fortement
les résultats de l'étude, d'autant plus que d'autres
enquêtes récentes indiquent une progression rapide
au cours des dernières années. Les principales
recommandations de l'étude sont déjà appliquées
en Belgique, surtout en ce qui concerne le soutien
aux initiatives locales et régionales. L'équipe de
recherche sera bientôt contactée pour faire évoluer
Het onderzoek bekijkt de integratie van een
eHealthbeleid
ook
in
een
Europees
en
internationaal kader. Daar is sprake van een snelle
evolutie. België is in het epSOS-project gestapt en
zal een van de componenten van het nieuwe
Europese initiatief rond beheer inzake e-gezondheid
leiden. Dit alles maakt dat we de resultaten van het
onderzoek sterk moeten nuanceren, zeker omdat
andere recente onderzoeken een snelle vooruitgang
in de afgelopen jaren laten zien. De belangrijkste
aanbevelingen van het onderzoek worden in België
al toegepast, zeker wat de steun betreft aan de
lokale en regionale initiatieven. Binnenkort wordt het
onderzoeksteam gecontacteerd om een en ander te
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
les choses.
laten evolueren.
06.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Je me réjouis
que les chercheurs seront contactés pour examiner
la situation actuelle. Ce sont eux, d'ailleurs, qui ont
fait état de la bonne organisation des soins de
santé. L'analyse a porté sur 84 indicateurs
différents. La ministre pourrait peut-être aussi
indiquer clairement aux chercheurs que la situation
en Belgique n'est assurément pas simple.
06.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Het is goed dat
de onderzoekers zullen worden gecontacteerd om
de situatie nu te bekijken. Zij hebben overigens zelf
aangegeven dat onze gezondheidszorg zeer goed
georganiseerd is. Men heeft 84 verschillende
indicatoren onderzocht. De minister kan de
onderzoekers misschien ook duidelijk maken dat de
situatie in België zeker niet eenvoudig is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Karin Temmerman à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le centre de psychiatrie
légale à Gand" (n° 2697)
07 Vraag van mevrouw Karin Temmerman aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het Forensisch
Psychiatrisch Centrum te Gent" (nr. 2697)
07.01 Karin Temmerman (sp.a): En octobre 2010,
j'ai demandé à M. De Clerck où en était le dossier
d'appel d'offres pour l'exploitant du centre de
psychiatrie légale de Gand. Il a déclaré à l'époque
que la décision avait déjà été prise mais devait
encore être inscrite formellement à l'ordre du jour.
La construction du centre commencerait en mai
2011.
A-t-on déjà une idée de l'exploitant potentiel?
07.01 Karin Temmerman (sp.a): In oktober 2010
heb ik minister De Clerck gevraagd hoe het zat met
het aanbestedingsdossier voor de uitbater van het
Forensisch Psychiatrisch Centrum te Gent. Hij zei
toen dat de beslissing al was genomen, maar dat
het nog definitief moest worden geagendeerd. In
mei 2011 zou gestart worden met de bouw van het
centrum.
Is er al zicht op de mogelijke exploitant?
07.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Il faut rapidement désigner un
exploitant pour le CPL de Gand et j'ai insisté sur ce
point à plusieurs reprises auprès de mon collègue
M. De Clerck. Je n'ai pas encore connaissance de
candidats-exploitants, mais j'ai transmis mes
observations en la matière au cabinet de la Justice
le 19 novembre 2010. Une réunion est programmée
le 18 février et je pourrai donc vous en dire plus lors
d'une prochaine réunion.
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
moet zo snel mogelijk een uitbater worden
aangeduid voor het FPC te Gent en daarop heb ik
ook meermaals aangedrongen bij mijn collega
De Clerck. Ik heb nog geen kennis van kandidaat-
exploitanten, maar ik heb op 19 november 2010
mijn bemerkingen ter zake bezorgd aan het kabinet
van Justitie. Op 18 februari is er een vergadering
gepland. Bij een volgende ontmoeting zal ik dus
meer weten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la médiation dans le
secteur des soins de santé" (n° 2314)
08 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
ombudsfunctie in de gezondheidszorg" (nr. 2314)
08.01 Colette Burgeon (PS): Le directeur de
programme au sein de l'OMS, le professeur Yvo
Nuyens, a récemment plaidé pour un nouveau
système de traitement des plaintes dans le secteur
des soins de santé. La Fondation Roi Baudouin
mène également, dans ce domaine, d'importants
travaux. Depuis 2002, notre législation s'est étayée
de dispositions remarquables en termes de droits
du patient et diverses mesures ont été prises pour
08.01 Colette Burgeon (PS): De directeur van het
WHO-programma, professor Yvo Nuyens, pleitte
onlangs voor een nieuw systeem voor de
behandeling van klachten in de gezondheidszorg.
De Koning Boudewijnstichting is ook bijzonder actief
op dat gebied. Sinds 2002 werden er een aantal
opmerkelijke bepalingen met betrekking tot
patiëntenrechten in de wetgeving opgenomen en
werden er diverse maatregelen getroffen om de
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
les garantir.
Connaissez-vous les remarques du professeur
Nuyens et pouvez-vous nous en livrer un bref
aperçu? Vous semblent-elles pertinentes?
Quelles
sont
les
suites
à
donner
aux
recommandations et à la suggestion de refonte du
système actuel de médiation, développées par la
Fondation Roi Baudouin dans l'étude intitulée
Gestion des plaintes et médiation en soins de santé
­ Vers un nouveau système en Belgique
?
Ces recommandations sont-elles évaluées et
intégrées par la Commission fédérale "Droits du
patient"?
inachtneming van die rechten te waarborgen.
Hebt u kennisgenomen van de opmerkingen van
professor Nuyens, en kunt u deze even kort voor
ons uiteenzetten? Lijken die opmerkingen u
relevant?
Op welke manier moet er gevolg worden gegeven
aan de aanbevelingen en aan de suggestie om het
huidige bemiddelingssysteem te herzien, zoals
geformuleerd door de Koning Boudewijnstichting in
de studie Klachtenbehandeling en ombudsfunctie in
de gezondheidszorg ­ Naar een nieuw systeem in
België
?
Worden die aanbevelingen geëvalueerd en
overgenomen door de Federale Commissie
'Rechten van de Patiënt'?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
J'ai pris connaissance de l'article du professeur
Nuyens qui se base sur les rapports de la
Commission fédérale "Droits du patient", de la
Fondation
Roi
Baudouin
et
sur
les
recommandations du Vlaams Patiëntenplatform. Il
souligne une augmentation du nombre de plaintes
et présente les difficultés rencontrées par la
médiation. Il conclut en résumant succinctement la
proposition de la Fondation Roi Baudouin.
La Fondation propose une refonte complète de la
fonction de médiation; ce qui semble impossible à
intégrer actuellement, avec un gouvernement en
affaires courantes. J'ai chargé la Commission
fédérale "Droits du patient" de rendre un avis sur le
rapport de la Fondation et d'en relever les
propositions les plus pertinentes. Ensuite, je
demanderai à mon administration de proposer une
réforme. Nous verrons alors s'il est possible d'agir.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
kennisgenomen van het artikel van professor
Nuyens, dat gebaseerd is op de verslagen van de
Federale Commissie 'Rechten van de Patiënt' en
van de Koning Boudewijnstichting, evenals op de
aanbevelingen van het Vlaams Patiëntenplatform.
Daarin wordt gewezen op een toename van het
aantal klachten en worden de moeilijkheden
geschetst die zich in het kader van de bemiddeling
voordoen. Tot besluit van het artikel geeft de
professor een korte samenvatting van het voorstel
van de Koning Boudewijnstichting.
De KBS stelt voor de bemiddelingsfunctie volledig
te herzien, wat momenteel in het kader van de
lopende zaken onmogelijk lijkt. Ik heb de Federale
Commissie 'Rechten van de Patiënt' gevraagd een
advies uit te brengen over het verslag van de KBS
en de meest interessante voorstellen naar voren te
brengen. Ik zal vervolgens mijn administratie vragen
een hervorming voor te stellen. Wij zullen dan zien
of wij actie kunnen ondernemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"les
bébés-
médicaments" (n° 2699)
09 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"saviour
babies" (nr. 2699)
09.01 Colette Burgeon (PS): La France vient
d'annoncer la naissance de son premier bébé-
médicament, dont la compatibilité permettra une
greffe de sang de cordon ombilical prélevé à la
naissance pour soigner un de ses aînés atteint
d'une maladie génétique grave.
Comment les parents auraient-ils réagi si aucun des
09.01 Colette Burgeon (PS): In Frankrijk werd de
eerste saviour baby geboren, die compatibel is met
een van zijn oudere broertjes die aan een ernstige
genetische ziekte lijdt. Na de geboorte kan
navelstrengbloed van de baby worden gebruikt voor
de verzorging van het zieke kind.
Hoe zouden de ouders hebben gereageerd indien
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
embryons sains n'avait été compatible avec l'aîné à
sauver? Comment ce bébé réagira-t-il en apprenant
l'histoire de sa conception? Le coût exorbitant de ce
processus pose la question de son accessibilité et
de la limite acceptable pour éviter une dérive
eugénique.
Quelle est la pratique en Belgique? Que prévoit la
loi? Combien de bébés-médicaments sont-ils nés
en Belgique? Un suivi psychologique est-il proposé
aux parents?
geen enkele van de gezonde embryo's compatibel
was geweest met het zieke oudere kind? Hoe zal de
baby
reageren
wanneer
hij
later
zijn
conceptieverhaal te horen krijgt? Dit procédé kost
handenvol geld en er rijzen dan ook vragen bij de
toegankelijkheid ervan. Bovendien moeten we ons
afvragen waar men de grens legt om eugenetische
ontsporingen te voorkomen.
Wat is de situatie in ons land? Wat bepaalt de wet
in dit verband? Hoeveel saviour babies werden er al
in
België
geboren?
Krijgen
de
ouders
psychologische begeleiding?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
déteste ce nom de "bébé-médicament".
En Belgique, la loi du 6 juillet 2007, relative à la
procréation médicalement assistée et à la
destination des embryons surnuméraires et des
gamètes, autorise exceptionnellement le diagnostic
génétique
préimplantatoire
dans
l'intérêt
thérapeutique d'un enfant déjà né ou des auteurs
du projet parental. Le centre de fécondation doit
s'assurer que le seul objectif du projet n'est pas
thérapeutique, estimation qui doit être confirmée
par le centre de génétique humaine consulté. C'est
aux différents centres de fertilité d'examiner chaque
dossier et d'autoriser ou non ce type de fécondation
et d'en assurer le suivi médical et psychologique.
D'après le seul centre de fertilité actif dans ce
domaine en Belgique, celui de l'AZ-VUB, trente
bébés seraient nés sur notre territoire; la proportion
de couples belges et étrangers ne nous est pas
connue.
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik gruw
van de Franse term bébé-médicament voor een
donorbaby.
Krachtens de wet van 6 juli 2007 betreffende de
medisch begeleide voortplanting en de bestemming
van de overtallige embryo's en de gameten is
genetische pre-implantatiediagnostiek in België
uitzonderlijk toegestaan in het therapeutisch belang
van een reeds geboren kind van de wensouder(s).
Het fertiliteitscentrum moet beoordelen of de
kinderwens niet uitsluitend ten dienste staat van dat
therapeutisch belang, en die beoordeling moet
worden bevestigd door het geraadpleegde centrum
voor menselijke erfelijkheid. Het staat dus aan de
onderscheiden fertiliteitscentra om elk dossier te
onderzoeken, de bevruchting al dan niet toe te
staan, en te zorgen voor de nodige medische en
psychologische follow-up.
Volgens het fertiliteitscentrum van het AZ-VUB, het
enige in België dat op dat vlak actief is, zouden er in
ons land dertig saviour babies zijn geboren; de
verhouding tussen Belgische en buitenlandse paren
kennen we niet.
09.03 Colette Burgeon (PS): S'il y a deux ou trois
enfants malades, il est difficile de savoir si les
parents souhaitent réellement avoir un nouvel
enfant. On peut difficilement aller plus loin au
niveau de la loi.
09.03 Colette Burgeon (PS): Als er al twee of drie
zieke kinderen zijn, is het niet eenvoudig om uit te
maken of er nog een echte kinderwens is. Op het
gebied van de wetgeving kunnen we moeilijk nog
verder gaan.
09.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
On parle également de "bébés-espoir". C'est bien
plus beau!
09.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Men
noemt ze ook reddingsbaby's, wat veel beter klinkt!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les réseaux de soutien
psychosocial" (n° 2700)
10 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"PSH-
netwerken" (nr. 2700)
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
10.01 Manu Beuselinck (N-VA): L'arrêté royal de
2006 relatif aux plans d'urgence et d'intervention
oblige les communes à se doter d'une structure
capable d'assurer une aide psychosociale en cas
d'urgence. Une telle aide peut être apportée par un
réseau de services locaux capables d'intervenir
lorsque les services psychosociaux existants ne
peuvent apporter une aide suffisante en raison du
caractère urgent, massif ou inattendu de l'aide
nécessaire.
Les personnes qui travaillent au sein d'un tel réseau
sont presque toutes des bénévoles. Les villes et
communes sont obligées de souscrire une
assurance en responsabilité civile à leur intention,
mais l'assurance "accidents de travail" n'est pas
obligatoire.
Le 22 avril 2010, une concertation a eu lieu à ce
sujet entre Ethias et le SPF Santé publique. La
société Ethias s'est alors engagée à produire un
document qui pourrait servir de base à l'élaboration
d'une réglementation générale. Mais, à ce jour, ce
document n'a toujours pas été finalisé.
Quelle initiative la ministre envisage-t-elle en la
matière?
10.01 Manu Beuselinck (N-VA): Volgens het KB
van
2006
betreffende
de
nood-
en
interventieplannen zijn gemeenten verplicht om een
structuur te realiseren die kan instaan voor
psychosociale hulp bij noodsituaties. Zo'n PSH is
een netwerkorganisatie van lokale diensten die
kunnen
inspringen
wanneer de bestaande
psychosociale diensten onvoldoende hulp kunnen
bieden vanwege het dringende, massale of
onverwachte karakter van de situatie.
De mensen die in zo'n PSH werken zijn bijna
allemaal vrijwilligers. De steden en gemeenten zijn
verplicht
om
een
verzekering
burgerlijke
aansprakelijkheid af te sluiten, maar een
verzekering arbeidsongevallen is niet verplicht.
Op 22 april 2010 werd er overlegd tussen Ethias en
de FOD Volksgezondheid over deze materie. Ethias
heeft zich toen geëngageerd een document uit te
werken op basis waarvan een algemene regeling
kan worden gerealiseerd, maar dat is tot nu toe nog
niet gebeurd.
Wat zal de minister ondernemen?
10.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): La loi prévoit effectivement que les
volontaires d'un réseau de soutien psychosocial
doivent également être assurés. Le service Gestion
de crise de mon administration s'est mis en rapport
avec Ethias pour examiner ce problème et Ethias
nous a remis une note à la fin du mois de
novembre. Sitôt que mon administration m'aura
adressé cette note et l'analyse juridique qu'elle en
aura faite, je serai en mesure de diffuser cette note,
ce à quoi je m'attellerai à brève échéance.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
wet bepaalt inderdaad dat ook de vrijwilligers van
een psychosociaal hulpverleningsnetwerk verzekerd
moeten zijn. De dienst Crisisbeheer van mijn
administratie heeft Ethias gecontacteerd om deze
problematiek te onderzoeken en Ethias heeft ons
eind november een nota bezorgd. Mijn administratie
moet mij de nota en de juridische analyse ervan nog
bezorgen, vooraleer ik ze kan verspreiden, wat op
korte termijn zal gebeuren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"les
sapiteurs
psychiatres de l'Office médico-légal" (n° 2739)
11 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de psychiaters-deskundigen van
de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst" (nr. 2739)
11.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): L'Office médico-
légal (OML) est chargé d'évaluer pour l'État
l'invalidité des victimes de guerre.
De quel budget dispose-t-il pour effectuer les
expertises psychiatriques? Comment sont choisis
les psychiatres sapiteurs de l'OML? Quelles sont les
missions qui leur sont confiées? De combien de
temps disposent-ils pour leurs investigations? Quel
11.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): De Gerechtelijk-
Geneeskundige Dienst (GGD) moet ten behoeve
van de overheid de invaliditeitsgraad van
oorlogsslachtoffers bepalen.
Over welk budget beschikt die dienst om de
psychiatrische deskundigenonderzoeken uit te
voeren? Hoe worden de psychiaters-deskundigen
van de GGD geselecteerd? Welke opdrachten
moeten ze uitvoeren? Hoeveel tijd hebben ze voor
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
est le montant de leurs honoraires? Pourquoi une
victime civile de la guerre habitant Bruxelles doit-
elle se rendre à Montignies-sur-Sambre pour un
examen de son invalidité alors que 306 psychiatres
francophones exercent à Bruxelles?
hun onderzoek? Hoeveel bedraagt hun ereloon?
Waarom moet een burgerlijk oorlogsslachtoffer dat
in Brussel woont, zich naar Montignies-sur-Sambre
begeven om zijn invaliditeitsgraad te laten
vaststellen, terwijl er in Brussel 306 Franstalige
psychiaters praktiseren?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Le
budget global 2011 de l'Office médico-légal est de
598 000 euros. Il n'a pas de subdivisions liées aux
examens psychiatriques.
Les sapiteurs psychiatres de l'OML sont, comme
médecins experts, agréés par le ministre qui a la
Santé publique dans ses attributions. Le président
de l'OML présente au ministre la liste des candidats
après avis du collège de jurisprudence médico-
légale.
L'OML demande aux sapiteurs psychiatres
d'émettre un avis médical circonstancié sur mission
des administrations demanderesses. Ils disposent
d'un délai de deux mois.
En ce qui concerne leurs honoraires, l'OML
applique les dispositions de l'arrêté royal du
23 décembre 1975, à savoir: "les prestations
médicales accomplies par les médecins non
fonctionnaires (...) sont honorées suivant le tarif
des prix applicables en matière d'assurance
obligatoire contre la maladie et l'invalidité", soit
61,32 euros au 1
er
janvier 2011.
Trois spécialistes en psychiatrie sont actuellement
agréés, mais ils refusent aujourd'hui de travailler au
tarif prescrit. Un seul psychiatre francophone est
disposé à travailler à ces tarifs. Il pratique à
Montignies-sur-Sambre. C'est évidemment un
problème. Il conviendra de voir ce qu'on peut faire
en tenant compte évidemment du budget.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
begroting 2011 van de Gerechtelijk-Geneeskundige
Dienst bedraagt in totaal 598.000 euro. Die
begroting bevat geen aparte rubrieken met
betrekking tot de psychiatrische onderzoeken.
De psychiaters-deskundigen van de GGD worden
als geneesheer-deskundige erkend door de minister
tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
De voorzitter van de GGD bezorgt de minister een
lijst van kandidaten, na advies van het college van
gerechtelijk-geneeskundige rechtspraak.
De GGD vraagt dat de psychiaters-deskundigen
een omstandig advies uitbrengen in opdracht van
de administraties die daarom verzoeken. Ze
beschikken over een termijn van twee maanden.
Wat hun ereloon betreft, past de GGD de
bepalingen toe van het koninklijk besluit van
23 december 1975, waarin gesteld wordt dat de
medische prestaties uitgevoerd door artsen niet-
ambtenaren (...) vergoed worden overeenkomstig
de tarieven die worden toegepast inzake verplichte
ziekte- en invaliditeitsverzekering. Op 1 januari 2011
was dat 61,32 euro.
Momenteel zijn er drie psychiatrische specialisten
erkend, maar ze weigeren thans te werken tegen
het voorgeschreven tarief. Eén Franstalige
psychiater is bereid tegen dit tarief te werken. Hij
oefent zijn praktijk uit in Montignies-sur-Sambre. Er
is duidelijk een probleem. We zullen moeten
bekijken wat er kan worden gedaan, uiteraard
binnen de grenzen van de begroting.
11.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Le seul
psychiatre qui accepte de travailler n'est pas agréé.
Cela pose un problème légal. Ne faudrait-il pas
lancer un appel à candidats? Cela ne signifie-t-il
pas qu'il est impossible d'accomplir ce travail pour
ce montant-là? Les victimes de guerre sont
maintenant très âgées. Se rendre à Montignies-sur-
Sambre n'est pas très facile pour elles. Il faut
rapidement trouver une solution plus pratique.
11.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): De enige
psychiater die bereid is om dit te doen is niet
erkend. Dit vormt wettelijk gezien een probleem.
Zou het niet aangewezen zijn om een oproep tot
kandidaatstelling te lanceren? Betekent dit niet dat
het onmogelijk is om dat werk tegen die prijs te
doen? Gezien hun gevorderde leeftijd is het voor de
oorlogsslachtoffers niet echt eenvoudig om zich
naar Montignies-sur-Sambre te begeven. Er moet
snel een meer praktische oplossing worden
gevonden.
11.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Mon administration a rencontré un maximum de
psychiatres. Mais ils ne veulent pas travailler à ce
11.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Mijn
administratie heeft zoveel mogelijk psychiaters
gecontacteerd. Zij zijn echter niet bereid om tegen
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
tarif-là.
dat tarief te werken.
11.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Il est très bas!
11.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Dat tarief ligt dan
ook zeer laag!
11.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Oui, mais c'est comme ça. Ces tarifs ont toujours
posé un problème quand il s'agit de trouver des
candidats qui gagnent beaucoup plus dans le privé.
Je le sais bien, mais on ne peut pas demander de
faire des économies partout pour ensuite
augmenter chaque fois les dépenses. Il faut faire
des choix.
11.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ja, maar
het is nu eenmaal zo. Die tarieven hebben altijd
voor problemen gezorgd bij het vinden van
gegadigden, want in de privésector verdienen ze
veel meer. Ik ben mij daar zeer goed van bewust,
maar men kan niet eisen dat er overal wordt
bespaard en daarna telkens de uitgaven verhogen.
Men moet keuzes maken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la mise en oeuvre d'une
enquête épidémiologique autour des sites
nucléaires belges" (n° 2746)
12 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het uitvoeren
van een epidemiologisch onderzoek in de buurt
van de Belgische nucleaire sites" (nr. 2746)
12.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): C'est
durant l'été 2008, après un incident à l'Institut des
radio-éléments, que votre collègue M. Magnette
nous informait qu'une étude épidémiologique serait
entreprise.
En 2010, vous m'affirmiez que l'ISP (Institut
scientifique de Santé publique) avait été chargé de
réaliser une étude épidémiologique à l'échelle
nationale sur l'état de santé des personnes vivant à
proximité d'un site nucléaire (Tihange, Fleurus, Mol,
Doel mais aussi Chooz, à la frontière française, et
Borssele, à la frontière hollandaise). L'étude serait
réalisée avec les données du Registre national du
cancer.
Pouvez-vous m'indiquer le calendrier de travail de
l'ISP par rapport à cette enquête? Dispose-t-on de
premiers résultats? Quels moyens financiers et
humains sont-ils mis à disposition de l'ISP pour
réaliser
cette
enquête?
Un
comité
d'accompagnement a-t-il été mis en place? Des
scientifiques indépendants et des représentants des
communautés locales y sont-ils associés? Quelle
publicité l'ISP compte-t-il donner aux résultats de
cette enquête? Pour ce qui concerne les centrales
de Chooz et de Borssele, une collaboration est-elle
envisagée avec les autorités françaises ou
néerlandaises?
12.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Naar
aanleiding van een incident bij het Nationaal
Instituut voor Radio-elementen in de zomer van
2008 deelde uw collega Magnette ons mede dat er
een epidemiologisch onderzoek zou worden
uitgevoerd.
In 2010 zei u mij dat het WIV (Wetenschappelijk
Instituut Volksgezondheid) belast werd met een
landelijk epidemiologisch onderzoek naar de
gezondheidstoestand van de mensen die vlak bij
een nucleaire site wonen (Tihange, Fleurus, Mol,
Doel, maar ook Chooz, aan de Franse grens, en
Borssele aan de Nederlandse grens). Dat
onderzoek zou op basis van de gegevens van het
Nationaal Kankerregister worden verricht.
Kunt u mij het tijdpad voor de werkzaamheden van
het WIV meedelen? Zijn er al eerste resultaten
bekend? Welke financiële en personele middelen
worden het WIV ter beschikking gesteld om dat
onderzoek uit te voeren? Werd er een
begeleidingscomité
opgericht?
Worden
er
onafhankelijke
wetenschappers
en
vertegenwoordigers
van
plaatselijke
gemeenschappen bij betrokken? In hoeverre zal het
WIV
de
resultaten
van
dat
onderzoek
bekendmaken? Wordt er voor Chooz en Borssele
een samenwerking met de Franse of Nederlandse
overheid in het vooruitzicht gesteld?
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): À
l'automne 2008, j'ai chargé l'Institut scientifique de
Santé publique (ISP) de réaliser une étude
épidémiologique à l'échelle nationale sur l'état de
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In het
najaar van 2008 heb ik het Wetenschappelijk
Instituut Volksgezondheid (WIV) opgedragen een
nationale epidemiologische studie uit te voeren naar
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
santé des personnes vivant à proximité d'un site
nucléaire. Le cadre de cette étude a été défini en
concertation avec différents partenaires (Agence
fédérale de contrôle nucléaire, Registre national du
cancer et SPF Santé publique). La Fondation
Registre du cancer a réalisé un premier
recensement statistique basé sur les données
nationales des années 2004 à 2006.
L'ISP a démarré son étude début 2010. À la
demande de nombreux médias, j'ai communiqué, le
25 mars 2010, les premiers chiffres d'incidence. Les
premières données montraient une importante
disparité Nord-Sud ainsi que d'énormes disparités
au sein d'une même zone. J'ai alors chargé le
Centre fédéral d'expertise des soins de santé (KCE)
d'examiner le processus de diagnostic de ces
maladies.
Une nouvelle mise à jour des données du Registre
national du cancer est disponible depuis le
10 février dernier. L'Institut scientifique de santé
publique analyse pour l'instant ces nouvelles
données. Vu la rareté des maladies concernées, il
est important de disposer d'une base de données la
plus complète possible afin de tendre vers des
conclusions statistiquement valables.
Un premier rapport partiel est attendu pour fin juin
2011. Le rapport final de l'ISP intègrera les résultats
de l'étude réalisée par le KCE concernant les
pratiques pour le diagnostic et la thérapeutique liés
aux troubles thyroïdiens en Belgique. Le résultat
final de ces travaux menés par l'ISP, la Fondation
Registre du cancer et le KCE sera validé par un
comité d'accompagnement composé d'experts
nationaux et internationaux. Le rapport définitif de
l'étude épidémiologique est donc attendu pour la fin
de cette année ou le début 2012.
Quant aux moyens financiers et humains mis à la
disposition de l'ISP pour réaliser cette enquête, il
s'agit d'un médecin (un mois équivalent temps
plein); en 2006, un médecin (deux mois) et un
statisticien (un mois équivalent temps plein). En
2011, un médecin et un biologiste vont prester
ensemble six mois d'équivalent temps plein et un
statisticien trois mois. Aucun moyen financier n'a
été spécifiquement mis en oeuvre pour la réalisation
de cette étude.
de gezondheidstoestand van personen die in de
nabijheid van een nucleaire site wonen. Het kader
van die studie werd bepaald in overleg met
verschillende partners (Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle, Stichting Kankerregister en
FOD Volksgezondheid). De Stichting Kankerregister
heeft een eerste statistische telling uitgevoerd op
grond van de nationale gegevens voor de periode
2004 tot 2006.
Het WIV is begin 2010 met de studie van start
gegaan. Op vraag van vele media heb ik op
25 maart
2010
de
eerste
incidentiecijfers
meegedeeld. Uit de eerste gegevens bleek dat er
opmerkelijke verschillen bestaan tussen het
noorden en het zuiden van het land, maar ook
binnen dezelfde zone. Ik heb het Federaal
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE)
vervolgens opgedragen te onderzoeken hoe die
ziekten worden gediagnosticeerd.
Sinds 10 februari jongstleden is er een nieuwe
update
van
het
nationale
Kankerregister
beschikbaar. Het WIV is bezig met de analyse van
de nieuwe gegevens. Aangezien het om zeldzame
ziekten gaat, is het belangrijk dat we over een zo
volledig mogelijke databank beschikken om uit een
statistisch oogpunt geldige conclusies te kunnen
trekken.
Tegen eind juni 2011 wordt een eerste partieel
rapport ingewacht. In het eindrapport van het WIV
zullen de resultaten van de studie van het KCE
betreffende de diagnose en de behandeling van
schildklierstoornissen in België worden opgenomen.
Het eindresultaat van de werkzaamheden van het
WIV, de Stichting Kankerregister en het KCE zal
worden bevestigd door een begeleidingscomité
bestaande
uit
nationale
en
internationale
deskundigen. Het definitieve rapport van de
epidemiologische studie zou dus eind dit jaar of
begin volgend jaar beschikbaar moeten zijn.
Ik kom tot de financiële en de personele middelen
die voor dit onderzoek ter beschikking van het WIV
worden gesteld. Het gaat om een arts (een maand
als vte); in 2006 ging het om een arts (twee
maanden) en een statisticus (een maand als vte). In
2011 zullen een arts en een bioloog samen zes
maanden als vte werken, en een statisticus drie
maanden. Er werden geen specifieke financiële
middelen uitgetrokken voor deze studie.
Les données du Registre du cancer ont été fournies
sans frais à l'ISP, dans le cadre d'une collaboration.
S'agissant de la centrale de Chooz, le besoin d'une
collaboration ne s'est pas fait sentir, l'ISP détenant
De gegevens van het Kankerregister werden gratis
ter beschikking gesteld van het WIV, in het kader
van een samenwerkingsverband. Met betrekking tot
de
centrale
van
Chooz
was
zo
een
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
toutes les données nécessaires.
samenwerkingsverband overbodig, aangezien het
WIV over alle nodige gegevens beschikte.
12.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Pour la
collaboration avec les autorités françaises ou
néerlandaises, au-delà des informations qu'elles
pourraient nous fournir, c'est peut-être la Belgique
qui pourrait les renseigner utilement afin qu'elles
revoient, le cas échéant, leur politique nucléaire.
12.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Wat de
samenwerking met Frankrijk en Nederland betreft,
kunnen die landen ons wellicht informatie bezorgen,
maar ik denk dat ons land ook zou kunnen
aansturen op een herziening van het nucleaire
beleid aldaar.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "une prime informatique
pour le personnel infirmier" (n° 2758)
13 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"een
informaticapremie
voor
verpleegkundigen"
(nr. 2758)
13.01 Manu Beuselinck (N-VA): Conformément à
l'arrêté royal du 21 avril 2007, les infirmiers et
infirmières perçoivent, moyennant le respect de
certaines conditions, une intervention financière
d'environ 800 euros par an pour l'utilisation d'un
logiciel homologué permettant notamment la
gestion des dossiers des patients. Cette indemnité
doit être redemandée chaque année et le
fournisseur du logiciel doit confirmer que l'infirmier
ou infirmière possède effectivement le logiciel.
Le contrôle de l'exactitude des demandes
d'intervention est-il systématique ou aléatoire?
L'exigence de posséder le logiciel signifie-t-elle qu'il
convient de détenir une licence d'utilisation du
logiciel et d'utiliser ce dernier dans le respect strict
des dispositions de la licence? Combien
d'interventions ont été accordées en 2006 et les
années suivantes dans les trois Régions? Pourriez-
vous me fournir des chiffres distincts pour les
interventions octroyées à des ASBL?
13.01 Manu Beuselinck (N-VA): Op basis van het
KB van 21 april 2007 wordt onder bepaalde
voorwaarden aan verpleegkundigen een financiële
tegemoetkoming uitbetaald van ongeveer 800 euro
per jaar voor het gebruik van gehomologeerde
software om onder andere patiëntendossiers te
beheren. Deze tegemoetkoming moet jaarlijks
opnieuw
worden
aangevraagd
en
de
softwareleverancier moet bevestigen dat de
verpleegkundige het pakket effectief bezit.
Wordt er systematisch of door middel van
steekproeven gecontroleerd of de aanvragen voor
een tegemoetkoming correct zijn? Kan het bezit van
software hier worden beschouwd als het hebben
van een licentie om de software te gebruiken en
dan enkel zoals bepaald in de licentie? Hoeveel
tegemoetkomingen werden toegekend in 2006 en in
de daaropvolgende jaren in de drie Gewesten?
Hoeveel tegemoetkomingen werden er vanaf 2006
toegekend aan vzw's in de drie Gewesten?
13.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Il est vérifié systématiquement si les
demandes ont été complétées exhaustivement et si
elles ont été signées par l'infirmier et par le
fournisseur de logiciels. Les services de contrôle de
l'INAMI peuvent procéder à des contrôles ciblés,
mais cela n'a pas encore été le cas jusqu'ici. Les
infirmiers doivent effectivement posséder et utiliser
un ensemble homologué de logiciels, qu'ils gèrent
directement ou indirectement. Le fournisseur de
logiciel confirme la possession de la licence sur le
formulaire de demande mais celle-ci ne doit pas
forcément être liée à une licence d'utilisateur. Je
vous fournirai par écrit les données concernant le
nombre de remboursements pour les années 2006-
2009, mais les chiffres relatifs à 2010 ne sont pas
encore disponibles. Je communiquerai la répartition
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Systematisch wordt nagegaan of de aanvragen
volledig zijn ingevuld en ondertekend door de
verpleegkundige
en
de
softwareleverancier.
Gerichte controles door de controlediensten van het
RIZIV zijn mogelijk, maar werden voorlopig nog niet
systematisch uitgevoerd. Verpleegkundigen moeten
inderdaad een gehomologeerd softwarepakket
bezitten en gebruiken, onder rechtstreeks of
onrechtstreeks beheer. De softwareleverancier
bevestigt het bezit van de licentie op het
aanvraagformulier, hoewel dit niet gekoppeld hoeft
te zijn aan een gebruikerslicentie. De gegevens
over het aantal terugbetalingen voor de jaren 2006-
2009 zal ik schriftelijk bezorgen, maar voor 2010
zijn ze nog niet beschikbaar. De opsplitsing per
Gewest probeer ik zo snel mogelijk te bezorgen. Er
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
par Région dans les meilleurs délais. Il n'existe pas
de données sur le nombre d'allocations qui ont été
versées à des ASBL.
zijn
geen
gegevens
over
het
aantal
tegemoetkomingen dat werd uitbetaald aan vzw's.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Questions jointes de
- Mme Nathalie Muylle à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'enregistrement en tant qu'aide-soignant(e)"
(n° 2760)
- M. Manu Beuselinck à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
confusion régnant à propos de l'enregistrement
des aides-soignant(e)s" (n° 2776)
14 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de registratie van zorgkundige"
(nr. 2760)
- de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verwarring met betrekking tot
de registratie van zorgkundigen" (nr. 2776)
14.01 Nathalie Muylle (CD&V): En application de
différents arrêtés royaux de 2006, une circulaire
arrête les opérations que le personnel infirmier peut
déléguer aux aides-soignant(e)s et les conditions
pour devenir aide-soignant(e).
La réglementation de 2006 est très complexe. Il
existe deux grands groupes. Le premier groupe est
déjà actif aujourd'hui sur le terrain en tant qu'aide-
soignant(e), surtout sur la base de ses
qualifications. Ces personnes disposent déjà de leur
enregistrement. Un autre groupe travaille avec un
enregistrement provisoire parce qu'il disposait de
qualifications insuffisantes en 2006 et qu'il n'avait
pas
travaillé
assez
longtemps
dans
un
établissement de soins. Pour le 13 février 2011, ce
groupe devait être en mesure d'apporter la preuve
qu'une formation de 120 heures a été suivie pour
devenir aide-soignant(e) à part entière.
Des centaines voire des milliers de dossiers
seraient dans l'attente d'un enregistrement définitif.
Pendant ce temps, les hôpitaux mais aussi et
surtout les infirmiers à domicile, les maisons de
repos, les MRS et les MSP réclament à cor et à cri
du personnel supplémentaire.
Nous venons d'entendre que la ministre est
informée de la problématique. Comment la gère-t-
elle?
Je comprends que l'enquête est une mission
difficile pour l'administration. À cause d'un manque
de personnel, quasiment aucune demande de
personnel soignant ne serait transmise par
l'administration
vers
la
commission
d'enregistrement. Quelles mesures la ministre
prendra-t-elle? Comment instaurera-t-elle un
changement à court terme, de manière à ce que cet
enregistrement
puisse
se
dérouler
plus
14.01 Nathalie Muylle (CD&V): Een circulaire
regelt, in uitvoering van verschillende KB's uit 2006,
de handelingen die verpleegkundigen kunnen
delegeren aan zorgkundigen en de voorwaarden
om zorgkundige te worden.
De regelgeving van 2006 is zeer complex. Er zijn
twee grote groepen. De eerste groep is vandaag al
op het terrein actief als zorgkundige, vooral op basis
van kwalificaties. Die mensen hebben hun
registratie al. Een andere groep werkt met een
voorlopige
registratie,
omdat
ze in 2006
onvoldoende kwalificaties hadden en niet lang
genoeg in een verzorgingsinstelling hadden
gewerkt. Tegen 13 februari 2011 moesten ze het
bewijs kunnen leveren 120 uren opleiding gevolgd
te hebben, om volwaardige zorgkundige te worden.
Er zouden honderden, misschien zelfs duizenden,
dossiers wachten op definitieve registratie.
Ondertussen schreeuwen ziekenhuizen, maar
vooral ook thuisverpleging, rusthuizen, RVT's en
PVT's om meer handen.
We hebben daarnet gehoord dat de minister
hiervan op de hoogte is. Wat is de aanpak?
Ik heb er begrip voor dat het onderzoek een
moeilijke taak is voor de administratie. Er zouden
door personeelsgebrek bijna geen aanvragen van
zorgkundigen meer vanuit de administratie naar de
erkenningscommissie gaan. Wat zal de minister
doen? Hoe zal ze op korte termijn een verandering
doorvoeren zodat die registratie vlotter kan
verlopen?
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
souplement?
Bon nombre de personnes concernées n'ont pas
encore reçu leur enregistrement à ce jour. La date
limite reste-t-elle fixée au 13 février? Une période
de transition est-elle prévue?
J'ai entendu le ministre flamand Vandeurzen
déclarer que, d'ici quelques années, le nombre
d'aides-soignant(e)s devra augmenter de 58 % pour
répondre aux besoins. Combien des personnes
effectivement présentes sur le terrain ont-elles été
enregistrées, à titre provisoire ou définitif? Un
cadastre est-il mis à jour à cet égard?
Actuellement, est automatiquement considérée
comme aide-soignant(e) toute personne ayant
achevé la première année de formation de
bachelier-infirmier ou d'infirmier breveté. De
nombreux étudiants accomplissant une formation
de bachelier demandent automatiquement cet
enregistrement pendant leurs études parce qu'ils
travaillent dans des établissements de soins
pendant leurs vacances.
Heel wat mensen hebben hun registratie vandaag
nog niet ontvangen. Blijft de deadline 13 februari? Is
er een overgangsperiode?
Ik heb Vlaams minister Vandeurzen horen zeggen
dat er over enkele jaren 58 procent meer
zorgkundigen nodig zullen zijn. Hoeveel van die
mensen zijn effectief aanwezig op het terrein,
definitief of voorlopig geregistreerd? Wordt daarvan
een kadaster bijgehouden?
Momenteel is iemand automatisch zorgkundige
wanneer hij zijn eerste jaar als bachelor in de
verpleegkunde of gebrevetteerde heeft voltooid.
Heel wat bachelorstudenten vragen om tijdens hun
studies automatisch die registratie te krijgen, omdat
zij tijdens de vakantie in instellingen werken.
Il a été demandé au Conseil national de l'Art
infirmier de rendre un avis sur l'enregistrement
automatique. Où en est ce dossier? Qu'en est-il de
l'arrêté royal modifiant la commission d'agrément?
Les commissions médicales provinciales ignorent
que l'arrêté royal de 2006 leur impose de délivrer le
visa pour un enregistrement définitif. La procédure
actuelle, dans le cadre de laquelle le visa est délivré
par le SPF Santé publique, allonge encore
davantage le délai d'enregistrement.
Aan de Nationale Raad voor Verpleegkunde is een
advies over de automatische registratie gevraagd.
Wat is de stand van zaken? Hoe staat het met het
KB om de erkenningscommissie te wijzigen?
Het KB van 2006 bepaalt ook dat bij een definitieve
registratie
de
Provinciale
Geneeskundige
Commissies het visum moeten verstrekken, maar
die hebben geen weet van deze bepaling. Nu wordt
het visum door de FOD Volksgezondheid verstrekt.
Hierdoor moet nog langer worden gewacht op de
registratie.
La présidente: Je suis d'accord qu'on aborde
pareils sujets, mais à condition de prévenir. Ce n'est
pas l'objet d'une question de cinq minutes.
De voorzitter: Ik ben het ermee eens dat dergelijke
onderwerpen aan bod komen, maar dat moet wel
vooraf worden gemeld. Het bestek van vijf minuten
voor een vraag is daarvoor te kort.
14.02 Nathalie Muylle (CD&V): Tout à l'heure,
nous avons convenu avec M. Bonte de poser une
partie des questions lors de la séance plénière de
demain. La ministre a demandé qu'elles soient
jointes aujourd'hui en commission. Il en a été
convenu ainsi en accord avec MM. Beuselinck et
Bonte.
14.02 Nathalie Muylle (CD&V): Wij hebben
daarstraks met de heer Bonte afgesproken om een
deel van de vragen morgen in plenaire zitting te
stellen. De minister heeft gevraagd om die vandaag
in de commissie samen te voegen. Dat was in
overleg met de heren Beuselinck en Bonte.
14.03 Manu Beuselinck (N-VA): Je me rallie aux
propos de ma collègue, Mme Muylle. La ministre
peut-elle donner une idée des futurs besoins en
infirmiers et en aides-soignant(e)s? N'y a-t-il pas
lieu de confectionner d'urgence un cadastre?
14.03 Manu Beuselinck (N-VA): Ik sluit mij aan bij
collega Muylle. Kan de minister een idee geven over
de toekomstige nood aan zorgkundigen en
verpleegkundigen? Moet er niet dringend werk
worden gemaakt van een kadaster?
14.04
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en 14.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
24
néerlandais): Bien sûr, je suis au courant des
remous provoqués par la législation sur les
compétences des aides-soignant(e)s. L'arrêté royal
du 12 janvier 2006 précise les critères auxquels est
soumis l'exercice de la profession et avait fait l'objet
d'une large communication de la part de mon
prédécesseur. Toutefois, les intéressés n'ont pas
évalué tous les éléments de ces nouvelles
conditions. De plus, il n'a pas été possible de
s'adresser individuellement à chacun d'entre eux.
J'ai reçu un grand nombre de questions sur ces
nouvelles réglementations. J'ai eu l'occasion de
rencontrer à maintes reprises les différentes parties
et de répondre à toutes leurs questions. Ces
données sont consultables sur le site internet du
SPF Santé publique ou sont disponibles en
appelant le call center. Les Communautés peuvent
également fournir certains renseignements. Les
syndicats et les organisations d'employeurs sont
régulièrement tenus au courant de la préparation
des arrêtés royaux.
Les mesures transitoires ont été prolongées, une
première fois, d'un an jusqu'au 31 décembre 2009,
mais ce délai s'est révélé insuffisant pour organiser
les formations complémentaires pour tous. Un
nouvel arrêté royal était prêt dès avril 2010. Les
affaires
courantes
en
ont
cependant
considérablement retardé la publication. Le
11 février, j'ai reçu l'avis du Conseil d'État. L'arrêté
royal sera publié dans les prochains jours. Celui-ci
prolonge le délai d'introduction des dossiers
jusqu'au 30 juin 2012 et rend l'inscription provisoire
valable jusqu'au 30 juin 2016.
Uiteraard ben ik op de hoogte van de onrust die de
wetgeving over de bekwaamheid van de
zorgkundigen veroorzaakt. Het KB van 12 januari
2006 preciseert de criteria om het beroep te mogen
uitoefenen. Mijn voorganger heeft daarover
uitvoerig gecommuniceerd, maar de betrokkenen
hebben niet alle elementen van die nieuwe
voorwaarden ingeschat. Het was ook niet mogelijk
om alle betrokkenen individueel te benaderen.
Ik heb al veel vragen gekregen over deze nieuwe
regelgeving. Ik heb onophoudelijk overlegd met de
verschillende partijen en op alle vragen geantwoord.
De gegevens staan op de website van de
FOD Volksgezondheid en zijn beschikbaar via het
callcenter. Ook de Gemeenschappen kunnen
inlichtingen
geven.
De
vakbonden
en
werkgeversorganisaties werden regelmatig op de
hoogte gebracht van de voorbereiding van de KB's.
De overgangsmaatregelen werden een eerste keer
met een jaar verlengd tot 31 december 2009, maar
dat bleek onvoldoende om de bijkomende opleiding
voor iedereen te kunnen organiseren. Een nieuw
KB was klaar in april 2010. De lopende zaken
hebben de publicatie ervan aanzienlijk vertraagd.
Op 11 februari ontving ik het advies van de Raad
van State. In de loop van de volgende dagen zal het
KB verschijnen. Dit KB verlengt de termijn om de
dossiers in te dienen tot 30 juni 2012 en maakt de
voorlopige inschrijving geldig tot 30 juni 2016.
Mon administration et celle des Communautés
coopéreront avec la commission d'agrément du
CNAI, afin de pouvoir informer de la formation
complémentaire qu'elles devront suivre les
personnes qui ont reçu une réponse négative. La
Communauté flamande a déjà terminé ses travaux,
ce qui n'est pas encore le cas pour l'autre
Communauté.
La situation est particulière depuis 2008, parce que
les nouvelles mesures, les mesures de transition et
les mesures définitives s'accumulent. Cette
situation exceptionnelle touche à sa fin. Le CNAI a
formulé des propositions relatives à l'inscription des
étudiants en art infirmier à la fin de la première
année. J'examine la possibilité d'assouplir et
d'accélérer la procédure, en préservant la sécurité
juridique. Nous pensons à une solution électronique
mais nous ne disposons pas des moyens
nécessaires à l'heure actuelle.
Au 1
er
février 2011, 69 389 aides-soignant(e)s
Mijn administratie en die van de Gemeenschappen
zal met de erkenningscommissie van de NRV
samenwerken, om mensen met een negatief
antwoord mee te kunnen delen welke bijkomende
opleiding ze moeten volgen. De Vlaamse
Gemeenschap heeft haar werk al afgerond. In de
andere Gemeenschap is dat werk nog aan de gang.
De situatie sinds 2008 is bijzonder omdat nieuwe
maatregelen, overgangsmaatregelen en definitieve
maatregelen zich opstapelden. Deze uitzonderlijke
toestand is bijna ten einde. De NRV heeft
voorstellen gedaan met betrekking tot de
inschrijving van studenten verpleegkunde op het
einde van het eerste jaar. Ik onderzoek hoe we de
procedure kunnen verlichten en versnellen, met
behoud van hun juridische zekerheid. We denken
aan een elektronische oplossing, maar daarvoor
hebben we momenteel niet de middelen.
Op 1 februari 2011 waren er 69.389 zorgkundigen
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
25
étaient inscrits, parmi lesquels 8 265 à titre
provisoire et 61 124 à titre définitif. Parmi ceux-ci,
3 038 avaient commencé une formation de
bachelier, 379 une formation de gradué et 4 352
une formation pour les brevets.
ingeschreven, van wie 8.265 voorlopig en 61.124
definitief. Onder hen waren er 3.038 met de
bacheloropleiding begonnen, 379 met de opleiding
van gegradueerde en 4.352 met een opleiding voor
de brevetten.
Il est impossible de connaître le nombre d'aides-
soignant(e)s
actuellement
nécessaires.
Le
SPF Santé publique compte le nombre d'aides-
soignant(e)s inscrit(e)s dans la base de données
fédérale des professions médicales mais il n'existe
pas de cadastre de leurs activités.
En 2010, mon administration a lancé un projet
tendant à obtenir annuellement toutes les données
qui relèvent de l'article 35quaterdecies de l'arrêté
royal 78 sur l'exercice des professions de la santé
par le biais de la Banque Carrefour de la Sécurité
Sociale. La base de données comporte aussi les
coordonnées d'aides-soignant(e)s agréé(e)s qui
n'exercent pas la profession. Les statistiques des
hôpitaux et de l'INAMI nous apprennent combien
d'équivalents temps plein ont été actifs au cours de
telle ou telle année.
Nous avons le projet de relier entre elles les bases
de données relatives à toutes les professions
médicales. Un accroissement des besoins peut être
pronostiqué sur la base de la croissance de la
population, mais nous ne disposons pas de critères
pour définir précisément ces besoins.
We
kunnen
onmogelijk
weten
hoeveel
zorgkundigen we vandaag nodig hebben. De
FOD Volksgezondheid telt het aantal zorgkundigen
dat is ingeschreven in de federale gegevensbank
van de gezondheidsberoepen, maar er bestaat
geen kadaster van hun activiteiten.
In 2010 heeft mijn administratie een project
opgestart om jaarlijks alle gegevens die vallen
onder artikel 35quaterdecies van KB 78 over de
uitoefening van de gezondheidsberoepen te
verkrijgen via de Kruispuntbank van de Sociale
Zekerheid. De gegevensbank bevat ook gegevens
van geregistreerde zorgkundigen die de job niet
uitoefenen. Uit de statistieken van de ziekenhuizen
en van het RIZIV blijkt hoeveel fulltime equivalenten
er in een bepaald jaar actief zijn.
Het is ons plan om de gegevensbanken voor alle
gezondheidsberoepen aan elkaar te koppelen. Op
basis van de bevolkingsgroei kan een toename van
de behoeften worden voorspeld, maar er bestaan
geen criteria om die behoeften nauwkeurig te
bepalen.
La nouvelle commission d'agrément respectera
bien évidemment les prescriptions légales. Ses
compétences sont définies par la loi et l'arrêté royal
fixant sa composition et son organisation est en
cours d'élaboration. La circulaire ministérielle du
8 novembre 2006 stipule effectivement que les
aides-soignant(e)s doivent demander un visa
auprès de la commission médicale de la province
où ils travailleront. Mais les dispositions de l'arrêté
royal du 8 février 2007 impliquent que la direction
générale Soins de santé de base et Gestion de
crise appose un visa sur les diplômes de sorte que
la circulaire ne s'applique plus sur ce point, les
aides-soignant(e)s recevant en même temps leur
attestation d'inscription et le visa.
De nieuwe erkenningscommissie zal de wettelijke
voorschriften
uiteraard
naleven.
Haar
bevoegdheden zijn wettelijk gedefinieerd en het KB
over de samenstelling en de organisatie wordt
voorbereid. De ministeriële rondzendbrief van
8 november 2006 bepaalt inderdaad dat de
zorgkundigen een visum moeten vragen bij de
geneeskundige commissie van de provincie waar zij
zullen werken. Maar het KB van 8 februari 2007
impliceert
dat
het
directoraat-generaal
Basisgezondheidszorg
en
Crisisbeheer
de
diploma's van een visum voorziet, zodat de
circulaire op dat punt niet meer geldt en dat de
zorgkundigen hun inschrijvingsattest en visum
gelijktijdig krijgen.
14.05 Nathalie Muylle (CD&V): La ministre est en
train de modifier toute la structure. Ainsi, le Conseil
national de l'art infirmier devient le Conseil fédéral
de l'art infirmier, la commission technique reste en
place et il convient également de citer la
commission d'agrément. Il ressort clairement de sa
réponse que nous avons affaire à une matière
complexe. Compte tenu des frais élevés générés
par les nombreuses heures de formation, les
employeurs ne seront guère enclins à emprunter
14.05 Nathalie Muylle (CD&V): De minister is
momenteel de hele structuur aan het wijzigen: de
Nationale Raad voor Verpleegkunde wordt de
Federale Raad voor Verpleegkunde, de technische
commissie
blijft
en
er
is
ook
de
erkenningscommissie. Uit haar antwoord blijkt
duidelijk de complexiteit van de materie. Door de
hoge kosten ten gevolge van de vele opleidingsuren
zullen werkgevers daarin niet zo makkelijk
investeren. Misschien zou de minister in de nieuwe
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
26
cette voie. Peut-être la ministre pourrait-elle
réexaminer l'ensemble de la législation relative aux
aides-soignant(e)s à la faveur des tâches
nouvellement confiées au Conseil fédéral de l'art
infirmier.
Je me réjouis des mesures de transition, de la
clarté du visa et des commissions médicales
provinciales ainsi que des chiffres, plus élevés que
prévus. Les délais d'attente restent un problème en
raison de la pénurie de personnel, mais selon ses
dires, la ministre se consacre actuellement
pleinement à cet aspect. Quand la nouvelle
structure de la commission d'agrément sera-t-elle
mise en place?
taakverdeling van de Federale Raad voor
Verpleegkunde de hele wetgeving opnieuw kunnen
bekijken.
Ik ben zeer blij met de overgangsmaatregelen, de
duidelijkheid over het visum en de Provinciale
Geneeskundige Commissies en ook met de hoger
dan verwachte cijfers. De wachttijden blijven een
pijnpunt door het tekort aan personeel, maar daar is
de minister naar eigen zeggen volop mee bezig.
Wanneer kunnen we de nieuwe structuur van de
erkenningscommissie verwachten?
14.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
J'examine la question, mais chaque fois qu'il s'agit
de nomination, nous sommes bloqués!
14.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik
onderzoek de kwestie, maar in een periode van
lopende zaken kunnen we niemand benoemen!
14.07 Manu Beuselinck (N-VA): Je suis heureux
d'apprendre que la ministre va s'occuper de la
masse d'informations et veut les relier entre elles.
Une
politique
appropriée
est
absolument
indispensable.
14.07 Manu Beuselinck (N-VA): Het is zeer goed
dat de minister werk zal maken van de grote
hoeveelheid informatie en die ook wil koppelen. Een
goed beleid is hier absoluut noodzakelijk.
L'incident est clos.
La présidente: La question n° 2771 de Mme Becq
est reportée.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 2771 van mevrouw Becq
wordt uitgesteld.
15 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le nombre élevé de
médecins roumains exerçant leur profession en
Belgique" (n° 2805)
15 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het hoge aantal Roemeense
artsen dat in België werkzaam is" (nr. 2805)
15.01 Rita De Bont (VB): En 2009, 184 médecins
roumains auraient commencé à exercer dans notre
pays, essentiellement comme urgentistes. Nous ne
pouvons leur opposer un refus et il est même
probable qu'ils sont les bienvenus chez nous étant
donné que la profession d'urgentiste est un métier
en pénurie. La plupart de ces médecins n'ayant pas
de numéro INAMI, ils peuvent pratiquer grâce à la
couverture que leur offre un praticien belge. De ce
fait, il est difficile de les localiser et d'évaluer avec
précision le nombre de leurs prestations.
Comment et dans quelle mesure est-il tenu compte
de ces médecins étrangers dans le cadastre des
médecins généralistes et des spécialistes? Est-il
admissible que le nombre de médecins belges
autorisés à exercer en Belgique soit limité alors que
des médecins originaires d'un autre État membre
de l'Union européenne peuvent venir dans notre
pays pour pratiquer en toute liberté? Comment les
15.01 Rita De Bont (VB): In 2009 zouden
184 Roemeense artsen in ons land aan de slag zijn
gegaan, vooral als spoedarts. Men kan ze niet
weigeren en wellicht zijn ze ook welkom omdat
spoedarts een knelpuntberoep is. De meeste van
die artsen hebben geen RIZIV-nummer en werken
onder de paraplu van een Belgische arts. Daardoor
kunnen ze niet gemakkelijk worden gelokaliseerd
en weet men ook niet hoeveel prestaties ze
verrichten.
Hoe en in welke mate houdt men rekening met
deze buitenlandse artsen in het kadaster voor
geneesheren
en
specialisten?
Is
het
te
verantwoorden dat het aantal Belgische artsen dat
in ons land mag beginnen wordt beperkt, terwijl
artsen uit de EU vrij in ons land aan de slag
kunnen? Hoe kan men de prestaties van deze
artsen controleren op kwaliteit en hoe kan men
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
27
prestations de ces médecins peuvent-elles être
contrôlées d'un point de vue qualitatif et comment
peut-on vérifier si les honoraires qu'ils facturent sont
en conformité avec les prestations qu'ils ont
accomplies? Combien de médecins Union
euroméenne ont-ils été employés en Flandre, à
Bruxelles et en Wallonie de 2006 à 2010? Combien
de ces médecins sont-ils réellement retournés dans
leur pays d'origine, le cas échéant après avoir fait
une spécialisation en Belgique?
nagaan of de vergoedingen kloppen? Hoeveel EU-
artsen zijn er van 2006 tot 2010 in Vlaanderen,
Brussel en Wallonië tewerkgesteld? Hoeveel van
deze artsen zijn eventueel na specialisatie naar hun
land van herkomst teruggekeerd?
15.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais):
Conformément
à
la
directive
européenne relative à la reconnaissance de la
qualification professionnelle, tout médecin de
l'Union européenne peut librement venir travailler en
Belgique. Un médecin peut demander à exercer sa
spécialisation en Belgique en introduisant un plan
de stage auprès d'une commission d'agréation. Il
bénéficie des mêmes droits que tous les autres
médecins en formation mais n'est pas soumis au
système du numerus clausus. Ces dispositions
protègent en réalité les médecins belges car le
nombre limité de places ne peut être occupé par
des
médecins
étrangers.
Les
dispositions
européennes ne permettent pas de refuser des
candidats s'il y a suffisamment de places de stage
et si leurs plans de stage sont acceptés. L'offre
médicale doit donc être entièrement réexaminée
dans un contexte européen.
Les médecins de l'Union européenne peuvent
également décider de ne pas se spécialiser ici et de
demander un numéro de l'INAMI se terminant par
000, qui signifie qu'ils ont un accès limité à la
nomenclature INAMI.
Les Roumains apprécient de travailler chez nous
parce que les salaires sont plus élevés, parce que
la Roumanie forme 4 000 médecins par an et parce
qu'ils connaissent généralement bien le français.
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
overeenstemming met de Europese richtlijn
betreffende
de
erkenning
van
de
beroepskwalificatie, kan elke arts uit de EU vrij in
België komen werken. Een arts kan vragen om zijn
specialisatie in België te mogen doen door een
stageplan bij een erkenningscommissie in te
dienen. Hij geniet dan dezelfde rechten als alle
andere artsen in opleiding, maar wordt niet
onderworpen aan het numerus clausussysteem.
Eigenlijk beschermt dat de Belgische artsen, want
de beperkte plaatsen kunnen niet door buitenlandse
artsen worden ingenomen. De Europese regels
staan niet toe om kandidaten te weigeren op
voorwaarde dat er genoeg stageplaatsen zijn en dat
hun stageplannen aanvaard worden. We moeten
het medische aanbod dus grondig in Europese
context herbekijken.
EU-artsen kunnen ook beslissen hier niet te
specialiseren en om een RIZIV-nummer vragen dat
eindigt op 000, wat voor een beperkte toegang tot
de RIZIV-nomenclatuur staat.
Dat Roemenen graag naar hier komen heeft te
maken met de betere lonen, met het feit dat
Roemenië 4.000 artsen per jaar opleidt en met hun
doorgaans goede kennis van het Frans.
En France, la situation est comparable. Il est
impossible de prévoir si ce phénomène persistera
et si ces médecins s'installeront de manière durable
en Belgique.
En Belgique, il n'est pas nécessaire de posséder un
numéro INAMI pour exercer légalement la
médecine, mais bien pour que les prestations
donnent droit au remboursement de l'assurance
maladie-invalidité. Dans le cadastre des professions
médicales figurent tous les médecins qui vivent et
travaillent en Belgique, quel que soit leur numéro
INAMI, leur nationalité ou leur pays d'origine. Le
régime de travail de ces médecins dépend de leur
statut. Le SPF Emploi et Travail est compétent pour
exercer le contrôle sur les heures de prestation des
In Frankrijk doet zich een vergelijkbare situatie voor.
Het is onmogelijk om te voorspellen of dit fenomeen
zal aanhouden en of deze artsen zich duurzaam in
België zullen vestigen.
In België is geen RIZIV-nummer nodig om op een
wettelijke manier geneeskunde uit te oefenen, maar
wel om de verrichtingen bij de ziekte- en
Invaliditeitsverzekering in rekening te kunnen
brengen. In het kadaster van de geneeskundige
beroepen staan alle artsen die in België wonen en
werken, ongeacht hun RIZIV-nummer, nationaliteit
of land van herkomst. Het arbeidsstelsel van deze
artsen hangt af van hun statuut. De FOD Werk en
Arbeid is bevoegd voor de controle op de werkuren
van de artsen in loondienst en in opleiding.
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
28
médecins salariés et en formation. Les médecins
indépendants ne relèvent pas du champ
d'application de la loi sur le temps de travail.
En ce qui concerne les tests linguistiques, j'ai déjà
répondu dans le cadre de la question de
Mme Gerkens. Je vous communiquerai volontiers
les données statistiques demandées dans le cadre
d'une question écrite.
Zelfstandige artsen zijn niet gebonden aan de wet
op de arbeidstijd.
Over de taaltests heb ik al geantwoord bij de vraag
van mevrouw Gerkens. Ik bezorg de gevraagde
statistische gegevens graag in het kader van een
schriftelijke vraag.
15.03 Rita De Bont (VB): Je me réjouis
d'apprendre que les pouvoirs publics savent où ces
médecins travaillent et qu'ils figurent dans le
cadastre. Tant qu'un médecin pratiquant en Flandre
ou à Bruxelles parle le néerlandais, sa nationalité
n'a pas d'importance. Ce qui me pose par contre
quelque peu problème c'est que parfois certains de
nos médecins ne peuvent se mettre au travail alors
que de nombreux médecins étrangers le peuvent.
15.03 Rita De Bont (VB): Ik ben blij dat de
overheid weet waar deze artsen werken en dat zij in
het kadaster zijn opgenomen. Zolang een arts die in
Vlaanderen of Brussel werkt, Nederlands spreekt,
maakt de nationaliteit niet uit. Ik heb het er wel
moeilijk mee dat onze artsen soms niet kunnen
beginnen, terwijl er wel tal van buitenlandse artsen
aan de slag gaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Damien Thiéry à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'utilisation dite 'off-
label' de médicaments" (n° 2807)
16 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
offlabelgebruik
van
geneesmiddelen" (nr. 2807)
16.01 Damien Thiéry (MR): L'utilisation "off-label"
de médicaments signifie qu'un médicament est
utilisé en dehors du cadre de son autorisation de
mise sur le marché, soit pour une autre indication,
soit par un autre dosage, soit par une autre
fréquence d'administration. On sait que des
médicaments, notamment des antidépresseurs,
sont utilisés comme aide au sevrage du tabac alors
que cela ne figure pas dans leurs indications.
L'industrie peut trouver un intérêt à ces usages,
mais cela peut également être intéressant pour le
patient.
Quelle est votre opinion sur l'utilisation "off-label"?
Des
mesures
réglementaires
sont-elles
envisagées?
16.01 Damien Thiéry (MR): Bij offlabelgebruik
wordt een geneesmiddel gebruikt voor een andere
indicatie, in een andere dosering of met een andere
toedieningsfrequentie dan die welke in de
vergunning voor het in de handel brengen zijn
opgegeven. Het is bekend dat bepaalde
geneesmiddelen, meer bepaald antidepressiva,
worden gebruikt om rokers te helpen stoppen met
roken, hoewel dat geen therapeutische indicatie
voor die middelen is. De farmaceutische industrie
kan belang hebben bij offlabelgebruik, maar ook
voor de patiënt kan het een goede zaak zijn.
Wat is uw mening over offlabelgebruik? Overweegt
u regelgevend op te treden?
16.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
L'arrêté 78 prévoit que les médecins ne peuvent
être l'objet de limitations réglementaires dans le
choix des moyens à mettre en oeuvre.
Dans un avis émis en 2010, le Conseil national de
l'Ordre des médecins a estimé que le médecin est
juridiquement responsable de sa prescription "off-
label". La prescription "off-label" d'un médicament
peut se justifier si l'intérêt du patient prime.
Néanmoins, cette prescription doit reposer sur des
fondements scientifiques et conformes à la loi. Le
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
koninklijk besluit nr. 78 bepaalt dat er aan artsen
geen reglementaire beperkingen mogen worden
opgelegd bij de keuze van de middelen die
aangewend moeten worden.
In een in 2010 uitgebracht advies oordeelde de
Nationale Raad van de Orde van geneesheren dat
de arts uit een juridisch oogpunt verantwoordelijk is
voor
het
off-label
voorschrijven
van
geneesmiddelen. Een dergelijk voorschrift kan
worden verantwoord indien het belang van de
patiënt
primeert,
maar
moet
stoelen
op
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
29
patient doit être informé des effets indésirables, des
avantages et des inconvénients du médicament.
Le patient doit donner son accord. En cas d'effets
indésirables lors d'une utilisation "off-label", leur
notification est demandée par l'Agence des
médicaments dans le cadre de son projet
"Pharmacovigilance active".
wetenschappelijke gronden en in overeenstemming
zijn met de wet. De patiënt moet op de hoogte
worden gebracht van de bijwerkingen en van de
voor- en nadelen van het geneesmiddel.
De patiënt moet zijn toestemming verlenen. In het
kader
van
het
project
'Actieve
geneesmiddelenbewaking' dringt het Federaal
Agentschap
voor
Geneesmiddelen
en
Gezondheidsproducten aan op het melden van
bijwerkingen bij offlabelgebruik.
La publicité pour un médicament est strictement
interdite si elle promeut l'usage de celui-ci pour des
indications,
une
posologie,
un
schéma
thérapeutique ou un groupe d'âge non conformes
aux données approuvées dans le cadre de
l'autorisation de mise sur le marché de ce
médicament.
Concernant l'utilisation des médicaments hors
autorisation de mise sur le marché, il existe aussi le
programme médical d'urgence. Ce programme
consiste à permettre aux firmes de mettre à
disposition des patients un médicament qui
possède une autorisation mais en vue de l'utiliser
pour une indication qui n'est pas approuvée dans le
cadre de cette autorisation.
Reclame voor een geneesmiddel is strikt verboden
als daarin het gebruik van dat geneesmiddel
gepromoot wordt voor indicaties, een dosering, een
therapeutisch schema of een leeftijdsgroep die niet
conform zijn met de gegevens die werden
goedgekeurd in het kader van de vergunning om dit
geneesmiddel in de handel te brengen.
Wat het offlabelgebruik van geneesmiddelen
betreft,
bestaat
er
ook
een
medisch
noodprogramma. Dit programma bestaat erin
bedrijven toe te laten een geneesmiddel dat over
een vergunning beschikt, ter beschikking van de
patiënten te stellen en het te gebruiken voor een
indicatie die niet in het kader van deze vergunning
is toegestaan.
Dans le cadre de la présidence belge, cette
problématique des médicaments off-label use a été
mise en avant. Cette utilisation est particulièrement
présente chez les enfants. Grâce au règlement
(CE) 1901/2006, les modalités de l'usage des
médicaments chez les enfants sont de mieux en
mieux définies. L'utilisation "off-label" pédiatrique
devrait ainsi diminuer dans les années à venir et la
santé des enfants sera mieux protégée.
Cette question fait également l'objet d'une réflexion
dans le cadre du Plan national pour les maladies
rares, domaine où la prescription "off-label" est
souvent l'unique possibilité d'avoir un traitement.
Deze problematiek van het offlabelgebruik van
geneesmiddelen werd naar voren gebracht tijdens
het Belgische EU-voorzitterschap. Dit probleem
doet zich vaak voor met geneesmiddelen die aan
kinderen worden toegediend. Dankzij verordening
(EG) nr. 1901/2006 wordt het gebruik van
geneesmiddelen bij kinderen steeds nauwkeuriger
bepaald. Het pediatrisch offlabelgebruik van
geneesmiddelen zou de komende jaren dan ook
moeten afnemen, waardoor de gezondheid van
kinderen beter beschermd zal worden.
Over dit probleem wordt er tevens nagedacht in het
kader van het nationaal plan voor zeldzame ziekten,
aangezien
het
off-label
voorschrijven
van
geneesmiddelen hier vaak de enige mogelijkheid is
voor een behandeling.
16.03 Damien Thiéry (MR): S'il fallait rediscuter de
cette matière, il serait intéressant de parler des
remboursements.
16.03 Damien Thiéry (MR): Als we deze materie
opnieuw zouden moeten bekijken, zou het
interessant zijn dat ook de terugbetalingen aan bod
zouden komen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Damien Thiéry à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le refus parental de
17 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "ouders die weigeren hun
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
30
vaccination" (n° 2808)
kinderen te laten inenten" (nr. 2808)
17.01 Damien Thiéry (MR): Dans le cadre de vos
compétences, avez-vous connaissance d'une étude
belge montrant la fréquence des refus parentaux de
vaccination de leurs enfants? Dans l'affirmative,
quelque chose a-t-il été entrepris pour y remédier?
17.01 Damien Thiéry (MR): Bestaat er naar uw
weten, in het kader van uw bevoegdheden, een
Belgisch onderzoek over het aantal gevallen waarin
ouders weigeren hun kind te laten inenten? Zo ja,
werd er actie ondernomen om die kwestie aan te
pakken?
17.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Notre administration est informée par les
communes des carences de notification de
conformité avec la législation relative au statut
vaccinal de l'enfant.
Les inspecteurs fédéraux de l'hygiène envoient trois
rappels aux parents ou tuteurs de l'enfant concerné,
avant de dresser procès-verbal. Durant cette
procédure de rappel, il arrive que ces personnes
refusent de faire vacciner l'enfant. L'inspecteur de
l'hygiène leur rappelle alors les arguments
scientifiques justifiant la décision sanitaire adoptée.
En cas de maintien du refus, un entretien individuel
avec une infirmière experte est organisé.
Les dossiers non régularisés au terme de la
procédure sont transmis au parquet. Le ministre de
la Justice pourrait vous informer sur le nombre de
dossiers traités.
17.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Onze
administratie wordt door de gemeenten ingelicht
indien het bewijs van naleving van de wetgeving
betreffende het vaccinatiestatuut van het kind niet
werd ontvangen.
De federale gezondheidsinspecteurs sturen drie
rappels naar de ouders of voogden van het
betrokken kind voor ze proces-verbaal opmaken.
Tijdens deze rappelprocedure gebeurt het dat de
betrokkenen weigeren het kind te laten inenten. De
federale gezondheidsinspecteur herinnert hen dan
aan de wetenschappelijke argumenten die de
goedgekeurde
gezondheidsbeslissing
rechtvaardigen. Als de ouders of voogden blijven
weigeren, wordt er een individueel gesprek met een
gespecialiseerde verpleegkundige georganiseerd.
De dossiers die na afloop van de procedure nog
niet in orde zijn, worden naar het parket gestuurd.
De minister van Justitie zou u kunnen inlichten over
het aantal behandelde dossiers.
17.03 Damien Thiéry (MR): Je pense que cela se
passe
particulièrement
dans
certaines
communautés?
17.03 Damien Thiéry (MR): Komt het probleem
niet vaker in bepaalde gemeenschappen voor?
17.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
C'est surtout une affaire de croyances.
17.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het is
vooral een kwestie van religie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Question de M. Damien Thiéry à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la spirométrie dans la
pratique" (n° 2809)
18 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "spirometrie in de praktijk"
(nr. 2809)
18.01 Damien Thiéry (MR): Actuellement, seuls
les généralistes ayant suivi dix heures de formation
peuvent bénéficier d'une indemnité de 11,90 euros
pour réaliser une spirométrie. La Société belge de
Pneumologie plaide pour la généralisation de cette
technique. Elle considère aussi la spirométrie
comme un instrument de suivi d'une maladie et de
l'effet de son traitement.
Disposez-vous de statistiques sur les résultats de
18.01 Damien Thiéry (MR): Nu kunnen alleen
huisartsen die een opleiding van tien uur gevolgd
hebben, een vergoeding van 11,90 euro krijgen
voor het uitvoeren van een spirometrie. De
Belgische Vereniging voor Pneumologie pleit voor
de algemene invoering van die techniek, en
beschouwt de spirometrie als een instrument voor
de opvolging van een ziekte en van de uitwerking
van de behandeling.
Beschikt u over statistieken met betrekking tot de
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
31
cette technique? Que pensez-vous du plaidoyer de
la Société belge de Pneumologie?
resultaten die met die techniek behaald worden?
Wat denkt u over het pleidooi van de Belgische
Vereniging voor Pneumologie voor de spirometrie?
18.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): La
littérature internationale confirme l'intérêt de la
spirométrie dans le diagnostic et le suivi de
certaines pathologies pulmonaires. L'INAMI a
publié, voici deux ans, des guidelines en matière de
traitement de l'asthme et de la BPCO. Une étude a
également été publiée en 2008 dans le British
Medical Journal
. Elle montrait que le fait de
communiquer au patient fumeur son âge
pulmonaire grâce à une spirométrie pouvait être
efficace en termes d'arrêt. Ces constatations ont
amené en juin 2007 à étendre aux généralistes le
remboursement des spirométries avec ou sans
détermination de la réversibilité.
18.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In de
internationale literatuur wordt het belang van de
spirometrie bij de diagnose en de opvolging van
bepaalde longaandoeningen bevestigd. Twee jaar
geleden heeft het RIZIV richtlijnen gepubliceerd
voor de behandeling van astma en COPD. In 2008
is er ook een studie verschenen in het British
Medical Journal
. Daarin werd aangetoond dat het
meedelen aan rokers van de spirometrisch
bepaalde longleeftijd de kans op rookstop
significant verhoogt. Op grond van deze
bevindingen werd er in juni 2007 besloten de
terugbetaling voor spirometrie met of zonder
bepaling van de reversibiliteit uit te breiden tot de
huisartsen.
Le remboursement de l'acte est réservé aux
généralistes agréés ayant suivi une formation
minimum de dix heures assurée par les universités
ou les sociétés scientifiques. Cette exigence de
formation existe pour d'autres actes techniques
comme, par exemple, l'électrocardiographie.
Il n'existe pas encore d'étude belge déterminant
l'impact de cette mesure en matière de santé.
De handeling wordt terugbetaald indien ze wordt
uitgevoerd door erkende huisartsen die een door
een universiteit of wetenschappelijke vereniging
verstrekte opleiding van minimum tien uur hebben
gevolgd. Deze opleiding is ook vereist voor andere
technische
handelingen,
zoals
bijvoorbeeld
elektrocardiografie.
Er bestaat nog geen Belgische studie over de
impact van die maatregel op de gezondheid.
18.03 Damien Thiéry (MR): Il faudrait peut-être
envisager de généraliser cette formation pendant le
dernier cycle.
18.03 Damien Thiéry (MR): Deze opleiding zou
misschien verplicht gegeven moeten worden tijdens
de laatste cyclus.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Question de M. Damien Thiéry à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'appel à la vigilance
lancé par la Société Royale Belge de Chirurgie
Plastique, Reconstructrice et Esthétique (SRBCP)
en matière de prothèses mammaires" (n° 2810)
19 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de oproep tot waakzaamheid van
de Koninklijke Belgische Vereniging voor
Plastische, Reconstructieve en Esthetische
Chirurgie (RBSPS) inzake borstprothesen"
(nr. 2810)
19.01 Damien Thiéry (MR): La Food and Drug
Administration américaine (FDA) a mené une étude
qui révèle que les femmes porteuses d'un implant
mammaire présenteraient un risque plus élevé de
développer une forme rare de cancer des ganglions
lymphatiques. La Société Royale Belge de Chirurgie
Plastique (SRBCP) a donc appelé les médecins à
être attentifs aux symptômes et à signaler tout cas
éventuel bien qu'apparemment, il n'existe en
Belgique aucun cas connu. La situation n'est donc
pas alarmante, mais justifie l'attention.
19.01 Damien Thiéry (MR): Uit een onderzoek van
de Amerikaanse Food and Drug Administration blijkt
dat vrouwen met borstimplantaten een verhoogd
risico zouden hebben op een zeldzame vorm van
lymfeklierkanker.
De
Koninklijke
Belgische
Vereniging voor Plastische, Reconstructieve en
Esthetische
Chirurgie
(RBSPS)
heeft
de
geneesheren gevraagd om aandacht te hebben
voor de symptomen en om elk mogelijk geval te
melden, hoewel er in België blijkbaar geen enkel
geval bekend is. De situatie is dus zeker niet
onrustwekkend, maar oplettendheid is geboden.
16/02/2011
CRABV 53
COM 135
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
32
Avez-vous connaissance de cette étude? Si le type
de prothèse est identifié, ne doit-on pas
préventivement le retirer du marché?
Bent u op de hoogte van deze studie? Indien men
weet over welk type prothese het gaat, moet men
het dan niet preventief verbieden?
19.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
L'Agence belge des médicaments a été informée de
cette étude. Soixante cas auraient été répertoriés à
travers le monde durant ces treize dernières
années. Cinq à dix millions de femmes portent un
implant mammaire. Pour le moment, il n'est pas
possible de confirmer avec certitude qu'il existe un
lien entre l'implant et cette forme de lymphome. Des
données complémentaires seront nécessaires. De
plus, la FDA considère que les implants sont sûrs
lorsqu'ils sont implantés d'une manière correcte.
Elle n'a pu conclure qu'un type d'implant présentait
un risque plus élevé que les autres.
19.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
Belgisch Geneesmiddelenagentschap werd over
deze studie ingelicht. De afgelopen dertien jaar
zouden er wereldwijd zestig gevallen geregistreerd
zijn. Er zijn vijf à tien miljoen vrouwen met een
borstimplantaat. Vooralsnog kan er niet met
zekerheid worden bevestigd dat er een verband is
tussen dergelijke implantaten en die bepaalde soort
lymfomen. Daarvoor zullen bijkomende gegevens
nodig zijn. De FDA is van oordeel dat de
implantaten veilig zijn indien zij op een correcte
manier worden geïmplanteerd. Zij heeft niet kunnen
aantonen dat bepaalde implantaten een hoger risico
zouden inhouden dan andere.
Il n'y a donc pas d'éléments suffisants pour interdire
des implants mammaires sur notre territoire. Il me
paraît néanmoins opportun que les médecins soient
attentifs aux symptômes et qu'ils signalent tout cas
éventuel au service de matériovigilance de l'Agence
des médicaments.
Er
zijn
dus
onvoldoende
gronden
om
borstimplantaten op ons grondgebied te verbieden.
Het lijkt me echter aangewezen dat artsen aandacht
hebben voor de betrokken symptomen en dat zij
ieder mogelijk geval melden aan de Dienst
Medische Hulpmiddelen (materiovigilantie) van het
FAGG.
19.03 Damien Thiéry (MR): Une information des
chirurgiens plasticiens ne devrait-elle pas être
donnée à ce sujet?
19.03 Damien Thiéry (MR): Is het niet wenselijk
dat plastisch chirurgen hierover voorgelicht worden?
19.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Nous allons attirer l'attention des médecins à ce
sujet.
19.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Wij
zullen de artsen daarop attent maken.
La présidente: Le Sénat travaille sur des
propositions de loi concernant la chirurgie
esthétique. On pourrait y intégrer l'avertissement du
patient par rapport à l'existence de certains risques.
De voorzitter: De Senaat werkt momenteel aan
wetsvoorstellen
over
esthetische
chirurgie.
Misschien zou de waarschuwing van de patiënt voor
bepaalde risico's in die discussie kunnen worden
meegenomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
20 Question de M. Damien Thiéry à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"la
plate-forme
d'informations sur les cancers" (n° 2811)
20 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het informatieplatform over
kanker" (nr. 2811)
20.01 Damien Thiéry (MR): À l'occasion de la
Journée mondiale du cancer du 4 février, l'Institut
national français du cancer et le ministère français
de la Santé ont lancé, avec la Ligue contre le
cancer, une plate-forme d'information médicale:
"Cancer info". L'objectif est de donner, via des
guides, un service internet et une ligne
téléphonique, des informations sur la maladie aux
patients et à leurs proches.
20.01 Damien Thiéry (MR): Naar aanleiding van
de Werelddag tegen kanker op 4 februari hebben
het Franse Institut National du Cancer (Nationaal
Kankerinstituut) en het Franse ministerie van
Volksgezondheid, in samenwerking met de Ligue
contre le cancer
, een medisch informatieplatform
opgericht onder de naam 'Cancer info'. De
bedoeling is om patiënten en hun naasten
informatie over de ziekte te verstrekken door middel
CRABV 53
COM 135
16/02/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
33
Êtes-vous informée de ce type d'initiative?
L'instauration d'une pareille plate-forme en Belgique
est-elle envisageable? Des démarches ont-elles été
entreprises en ce sens?
van gidsen, een online-infodesk en een telefoonlijn.
Bent u op de hoogte van dit initiatief? Zou een
dergelijk platform ook in België opgericht kunnen
worden? Werden er daartoe stappen ondernomen?
20.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Nous entretenons des liens étroits avec la France
concernant les centres du cancer. Le centre du
cancer planifie l'installation en Belgique d'un portail
web qui assurera aux patients et à leurs proches un
accès aux informations en ce domaine. Un premier
portail-pilote est prêt. Il orientera, entre autres, les
utilisateurs vers des sites web susceptibles de les
intéresser.
20.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Wat
kankercentra betreft, onderhouden we nauwe
contacten met Frankrijk. Het Kankercentrum plant
de oprichting van een portaalsite die patiënten en
hun naasten toegang zal geven tot informatie op dit
gebied. Een eerste pilotsite is klaar. Die zal, onder
andere, gebruikers doorverwijzen naar websites die
hen zouden kunnen interesseren.
Ces associations jouent un rôle extraordinaire dans
le cadre de la lutte contre le cancer. D'autres
réflexions sont en cours dans le cadre du
programme "maladies chroniques" et des initiatives
à prendre pour les maladies rares pour favoriser
l'accès à l'information, en partenariat entre autres
avec les mutualités. Une proposition du collège
intermutualiste concernant l'amélioration et la
centralisation de l'information m'a été transmise.
Die organisaties vervullen een buitengewoon
positieve rol in de strijd tegen kanker. Daarnaast
wordt er momenteel in het kader van het
programma 'Prioriteit aan chronisch zieken' en van
de initiatieven met betrekking tot de zeldzame
ziekten gereflecteerd over een laagdrempeligere
voorlichting, in samenwerking met onder meer de
ziekenfondsen. Ik heb van het Nationaal
Intermutualistisch College een voorstel gekregen
met betrekking tot een betere en centraal
aangeboden voorlichting.
20.03 Damien Thiéry (MR): Quand le portail web
sera-t-il mis en ligne?
20.03 Damien Thiéry (MR): Wanneer zal de portal
online zijn?
20.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
C'est un projet pilote! Il n'est pas encore en ligne.
La diffusion en sera restreinte. Je leur ai demandé
d'accélérer en la matière.
20.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het gaat
om een proefproject! De portal staat nog niet online.
Hij zal voor een beperkt publiek worden
opengesteld. Ik heb het Kankercentrum gevraagd
een en ander te bespoedigen.
20.05 Damien Thiéry (MR): Si un projet-pilote
s'étend sur six mois, le système définitif pourra être
mis en place par la suite.
20.05 Damien Thiéry (MR): Indien een pilotproject
zich over een periode van zes maanden zou
uitstrekken, zal er nadien een definitief systeem
kunnen worden ingevoerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions se termine à 18 h 02.
De behandeling van de vragen en interpellaties
eindigt om 18.02 uur.