D:\wwwroot\Documents\CCRA\html\53\ac116

02/02/2011

CRABV 53

COM 116

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

aucune hausse des abus.

Les services d'inspection sociale ne vont
certainement pas contester systématiquement ce
type de coopération entre deux sociétés, ni le statut
de la personne qui remplit la fonction pour la société
contractante. Une enquête est toutefois menée
lorsque l'inspection sociale ou l'inspection de
l'ONSS dispose d'éléments indiquant une utilisation
frauduleuse.

Verzekeringen der Zelfstandigen en de fiscus
hebben echter geen stijging van het misbruik
vastgesteld.

sociale

inspectiediensten

gaan

deze

samenwerkingsvorm tussen twee ondernemingen
zeker niet op systematische wijze betwisten,
evenmin als het statuut van de persoon die de
functie vervult voor de contracterende onderneming.
Onderzoek gebeurt wel als de sociale of de RSZ-
inspectie beschikt over elementen die wijzen op een
frauduleus gebruik.

Si une enquête entraîne la modification d'un
dossier, l'ONSS procédera à un recouvrement
judiciaire en l'absence d'un règlement volontaire
des montants réclamés.

Le SPF Finances vérifie également le respect des
dispositions légales en matière fiscale par les
sociétés de management. Ainsi, l'INASTI a été
informé par l'Inspection spéciale des impôts de
l'existence d'une fraude internationale à grande
échelle relative aux sociétés de management. Il
s'agissait de 42 cas. La taxation complémentaire
réalisée par le fisc a permis de régulariser des
cotisations de sécurité sociale pour un montant de
326 000 euros.

L'article 11, § 2, de l'arrêté royal n° 38 organisant le
statut social des travailleurs indépendants dispose
que les cotisations de sécurité sociale dues par les
travailleurs indépendants sont calculées sur la base
du revenu professionnel de référence, à savoir les
revenus professionnels bruts diminués des frais
professionnels et, le cas échéant, des pertes
professionnelles.

d'autres

termes,

ces

cotisations ne sont pas calculées sur la base de la
situation réelle, mais en se fondant sur les revenus
professionnels tels qu'ils sont fixés par le fisc. Les
cotisations

sociales

sont

élevées

3 491 335 000 euros pour l'année 2010.

Als een onderzoek leidt tot de wijziging van een
dossier, gaat de RSZ bij gebrek aan een vrijwillige
betaling van de gevorderde bedragen over tot een
gerechtelijke invordering.

De FOD Financiën controleert daarnaast of
managementvennootschappen

fiscale

wetsbepalingen wel naleven. Zo werd het RSVZ
door de Bijzondere Belastinginspectie op de hoogte
gebracht van een internationaal en grootschalig
misbruik van managementvennootschappen: het
ging om 42 gevallen. De fiscus ging over tot
bijkomende taxatie. Dit leidde ook tot een
regularisatie van de socialezekerheidsbijdragen
voor een bedrag van 326.000 euro.

Artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit nr. 38
houdende inrichting van het sociaal statuut der
zelfstandigen

bepaalt

dat

socialezekerheidsbijdragen

van

zelfstandigen

worden

berekend

basis

van

referteberoepsinkomsten,

namelijk

brutoberoepsinkomsten

verminderd

met

beroepskosten

eventueel

met

beroepsverliezen. Met andere woorden dus niet op
basis van de feitelijke situatie, maar op basis van de
beroepsinkomsten zoals vastgelegd door de fiscus.
De sociale bijdragen voor 2010 bedroegen
3.491.335.000 euro.

Il n'existe en ce moment aucun projet de texte de loi
visant à lutter contre la fraude impliquant des
sociétés de management. La loi sur les relations de
travail contient en revanche des critères qui peuvent
être utilisés pour requalifier la relation de travail,
lorsque la qualification des prestations est
incompatible avec la manière dont elles sont
concrètement effectuées. Les deux arrêtés royaux
du 14 décembre 2010 visant la réglementation des
relations de travail renforcent encore cette loi.

Les

dispositions

fiscales

applicables

aux

rémunérations de gestion versées s'appliquent
également à d'autres types de revenus, si bien que
toute modification de la loi doit toujours être

Op dit moment bestaat er geen ontwerp van
wettekst

fraude

met

managementvennootschappen aan te pakken. De
wet op de arbeidsrelaties bevat wel criteria die
gebruikt kunnen worden om de arbeidsrelatie te
herkwalificeren wanneer de kwalificatie van de
prestaties en de concrete invulling ervan
onverenigbaar zijn. De twee KB's van 14 december
2010 ter regeling van de arbeidsrelatie versterken
deze wet nog.

De fiscale bepalingen die van toepassing zijn op
betaalde managementvergoedingen, kennen een
ruimere

toepassing,

zodat

een

eventuele

wetswijziging steeds in dat ruimere kader moet

CRABV 53

COM 116

02/02/2011

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

examinée dans ce cadre plus large. Certaines
mesures ont déjà été prises. C'est ainsi que
l'administrateur-personne physique ne peut plus,
depuis le 1

septembre 2002, échapper aux

responsabilités qui sont les siennes en tant
qu'administrateur: il faut obligatoirement désigner
un représentant fixe lorsqu'une personne morale
exerce

une

fonction

d'administrateur.

représentant est soumis à la même responsabilité
civile et pénale que l'administrateur-personne
morale.

worden bestudeerd. Er werden al maatregelen
genomen. Zo kan de bestuurder/natuurlijke persoon
sinds 1 september 2002 niet langer aan zijn
verantwoordelijkheid als bestuurder ontsnappen: er
moet een vaste vertegenwoordiger worden
aangeduid

als

een

rechtspersoon

een

bestuurdersfunctie

uitoefent.

Deze

vertegenwoordiger is aan dezelfde burgerrechtelijke
en strafrechtelijke aansprakelijkheid onderworpen
als de bestuurder/rechtspersoon.

Par ailleurs, l'article 49 du Code des impôts sur les
revenus peut toujours être appliqué: les prestations
de management doivent être payées pour qu'il y ait
des revenus imposables et la réalité des dépenses
doit être démontrée.

Dans son arrêt du 10 juin 2010, la Cour de
cassation interprète largement l'article 344, § 1, du
CIR: la réalité économique semble primer la réalité
juridique. La jurisprudence est toutefois encore en
développement. Les règles de lutte contre les abus
font également partie des recommandations
parlementaires formulées par la commission
d'enquête dans les grands dossiers de fraude
fiscale.

La loi du 6 avril 2010 visant à renforcer le
gouvernement d'entreprise dans les sociétés cotées
et les entreprises publiques autonomes stipule en
outre que le montant de la rémunération et des
autres avantages des managers doit figurer dans la
déclaration de gouvernement d'entreprise. Il doit
être précisé si la rémunération de base est versée
dans le cadre d'un contrat de travail ou d'un contrat
de management et si la personne concernée a ou
non le statut de travailleur salarié. Cette obligation
peut réduire l'attrait de l'utilisation d'une société de
management dans un but frauduleux.

Daarnaast kan artikel 49 van het Wetboek van
inkomstenbelastingen altijd worden toegepast: de
betalingen voor de managementprestaties moeten
gedaan zijn om belastbare inkomsten te verkrijgen
en de echtheid van de uitgaven moet verantwoord
worden.

In zijn arrest van 10 juni 2010 kiest het Hof van
Cassatie voor een ruime invulling van artikel 344,
§ 1, van het WIB: de economische realiteit lijkt te
primeren op de juridische. Deze rechtsspraak is wel
nog in ontwikkeling. De antimisbruikregels maken
ook deel uit van de parlementaire aanbevelingen
van de onderzoekscommissie voor de grote fiscale
fraudedossiers.

De wet van 6 april 2010 tot versterking van het
deugdelijk bestuur bij genoteerde vennootschappen
en autonome overheidsbedrijven bepaalt daarnaast
dat het bedrag van de remuneratie en andere
voordelen voor managers vermeld moet worden in
de verklaring over het deugdelijk bestuur. Het moet
duidelijk zijn of het basissalaris wordt uitbetaald in
het kader van een arbeidsovereenkomst of van een
managementovereenkomst en of de betrokken
persoon werknemer of niet is. Deze verplichting kan
de aantrekkingskracht van het gebruik van een
managementvennootschap met een bedrieglijk
oogmerk verminderen.

01.03 Nadia Sminate (N-VA): La question subsiste

de savoir si l'inspection actuelle est suffisante. Pour
les sociétés de gestion, c'est au fisc qu'incombe la
tâche difficile de démontrer si les frais engagés sont
des frais professionnels.

Il y a quelques années, le gouvernement avait
envisagé de déposer des propositions relatives à la
forme des sociétés. Comme le suggère le
secrétaire d'État, le Parlement devrait peut-être
prendre l'initiative à présent.

01.03 Nadia Sminate (N-VA): De vraag blijft of de

huidige

inspectie

volstaat.

Bij

een

managementvennootschap is het de fiscus die moet
aantonen of de gemaakte kosten beroepskosten
zijn, wat dikwijls heel moeilijk is.

Een aantal jaren geleden overwoog de regering om
voorstellen te doen om de vennootschapsvorm aan
te pakken. Zoals de staatssecretaris suggereert,
moet het Parlement nu misschien het initiatief
nemen.

01.04 Carl Devlies, secrétaire d'État (en

néerlandais): Je ne puis que vous y encourager.

01.04 Staatssecretaris Carl Devlies (Nederlands):

Daartoe kan ik u alleen maar aanmoedigen.

02/02/2011

CRABV 53

COM 116

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

La discussion des questions est suspendue de
14 h 28 à 15 h 11.

De behandeling van de vragen wordt geschorst van
14.28 uur tot 15.11 uur.

02 Question de M. Peter Logghe au secrétaire

d'État à la Modernisation du Service public
fédéral Finances, à la Fiscalité environnementale
et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au
ministre des Finances, sur "l'augmentation du
nombre d'assurances vélo" (n° 2285)

02 Vraag van de heer Peter Logghe aan de

staatssecretaris voor de Modernisering van de
Federale

Overheidsdienst

Financiën,

Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale
fraude, toegevoegd aan de minister van
Financiën, over "de stijging van het aantal
fietsverzekeringen" (nr. 2285)

02.01 Peter Logghe (VB): Les vols de bicyclettes

sont un véritable fléau dans les villes universitaires
et les grands centres urbains.

Que pense le ministre de l'idée d'instaurer des
incitants fiscaux afin d'encourager la souscription
d'assurances omnium pour les bicyclettes,
assurances à la fois contre le vol et contre les
dommages matériels? Songez-vous à prendre
d'autres mesures en matière d'assurances afin de
mieux protéger les bicyclettes et d'enrayer la
multiplication des vols de bicyclettes?

02.01 Peter Logghe (VB): Fietsdiefstallen zijn een

echte plaag in universiteits- en centrumsteden.

Wat

vindt

minister

ervan

omniumverzekeringen voor fietsen, waarbij men
fietsen tegen diefstal en schade verzekert, fiscaal te
stimuleren? Wordt er gedacht aan andere
verzekeringsmaatregelen om fietsen beter te
beschermen en diefstallen in te dijken?

02.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):

Le cadre qui a été instauré en Belgique en 2002 en
matière

fiscalité

environnementale

considérablement évolué au cours des dernières
années. Au mois de mars 2009, j'ai pris plusieurs
mesures complémentaires dans ce domaine.

Toutefois, je ne vois pas comment une assurance
pourrait permettre d'endiguer une épidémie de vols.
Une assurance aurait uniquement pour effet de
limiter le dommage subi par la victime. En outre, je
ne vois pas quel bénéfice l'État pourrait retirer en
retour.

D'une part, une approche plus répressive passant
par la pose de caméras de surveillance et
l'utilisation de patrouille, et, d'autre part, l'achat de
cadenas plus sûrs par les cyclistes sont autant
d'initiatives qui peuvent être envisagées pour
inverser la tendance. Ce n'est que dans un
environnement ainsi sécurisé que des avantages
relevant d'une fiscalité environnementale pourraient
le cas échéant être envisagés dans le cadre de ce
type d'assurance omnium.

Toutefois, dans le contexte budgétaire actuel, il
n'existe aucune marge de manoeuvre permettant
l'instauration de tels incitants fiscaux.

02.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Het

milieufiscaal kader dat sinds 2002 in België werd
ingevoerd, is in de loop van de voorbije jaren sterk
geëvolueerd. In maart 2009 heb ik op dat vlak nog
verscheidene maatregelen genomen.

Ik zie echter niet in hoe een verzekering een
diefstallenplaag zou kunnen terugdringen. Alleen de
schade die het slachtoffer lijdt, wordt beperkt.
Bovendien zie ik geen enkel terugverdieneffect voor
de overheid.

Een meer doorgedreven repressieve aanpak, zoals
bewakingscamera's en patrouilles, en de aankoop
van veiligere hangsloten, zijn evenzeer initiatieven
die kunnen worden overwogen om de tendens te
keren. Alleen in een zo beveiligde omgeving kunnen
milieufiscale voordelen voor dat type van
omniumverzekering eventueel worden overwogen.

In de huidige budgettaire situatie is er echter geen
ruimte voor dergelijke fiscale stimulansen.

02.03 Peter Logghe (VB): Le client qui a une

franchise de 20 % va utiliser et garer son vélo avec
la plus grande vigilance. Le recul des vols de vélos

02.03 Peter Logghe (VB): Een klant met een

franchise van 20 procent zal toch toekijken op het
gebruik en de stalling van de fiets. Het terugdringen

CRABV 53

COM 116

02/02/2011

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

réduit en tout cas le travail de la police. Les
retombées sociales sont très certainement
positives.

Je prends acte de l'impossibilité actuelle, d'un point
de vue budgétaire, d'envisager un incitant fiscal.

van de fietsdiefstallenplaag maakt alleszins dat de
politie

minder

moet

worden

ingezet.

Maatschappelijk is er zeker een terugverdieneffect.

Ik neem er nota van dat een fiscale prikkel
momenteel budgettair niet haalbaar is.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

03 Question de Mme Meyrem Almaci au vice-

premier ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles sur "l'exonération
fiscale pour les bons d'État" (n° 2369)

03 Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de fiscale
vrijstelling voor staatsbons" (nr. 2369)

03.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Le ministre

aurait l'intention de supprimer l'exonération fiscale
applicable aux intérêts d'un livret d'épargne au
bénéfice des bons d'État, je suppose en vue de
réduire la dépendance par rapport au financement
externe.

Peut-il expliciter cette idée? Entend-il également
formuler des propositions concernant la dette
publique? Est-il exact que cette exonération
s'applique à un montant d'intérêts de 1 770 euros?
Qu'en est-il des 15 % évoqués? Le ministre a-t-il
l'intention d'instaurer cette mesure à bref délai?

03.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): De minister

zou van plan zijn om de fiscale vrijstelling voor het
spaarboekje af te schaffen ten voordele van de
staatsbons, naar ik vermoed om minder afhankelijk
te worden van externe financiering.

Kan hij dit idee toelichten? Wil hij ook een aantal
voorstellen doen in verband met de staatsschuld
zelf? Klopt het dat de bedoelde vrijstelling
betrekking heeft op 1.770 euro rente? Is dat de
bedoeling van de bewuste 15 procent? Wil hij de
maatregel zo snel mogelijk invoeren?

03.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):

Les comptes d'épargne sont exonérés d'impôt à
concurrence de 1 770 euros d'intérêts. Ce que j'ai
dit au Sénat, c'est que j'ai l'intention de préparer
une proposition pour étendre cette exonération aux
bons d'État avec le même montant et donc sans
frais supplémentaires.

03.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Er is

een vrijstelling op de belasting voor de
spaarrekeningen tot een intrest van 1.770 euro. Ik
heb in de Senaat slechts gezegd dat ik wel een
voorstel wil uitwerken om die vrijstelling uit te
breiden tot de staatsbons, met hetzelfde bedrag en
dus zonder nieuwe kosten.

03.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Il s'agit en

quelque sorte simplement de lutter contre les
symptômes et d'assurer le financement de la dette
publique, sans envisager de mesures concrètes
pour prendre le problème à bras le corps.

03.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Het gaat bij

wijze van spreken enkel over symptoombestrijding,
hoe de staatsschuld wordt gefinancierd, zonder
concrete plannen om ze verder aan te pakken?

03.04 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):

Il s'agit simplement de se demander pourquoi nous
n'accorderions pas les mêmes avantages pour un
investissement dans la dette de l'État que dans un
compte d'épargne.

03.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): Het

gaat louter om de vraag waarom we niet dezelfde
voordelen zouden toekennen voor een investering
in de staatsschuld als in de spaarrekening.

03.05 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): J'espère

tout de même que dans le cadre des discussions
budgétaires des propositions seront mises sur la
table sur la manière de lutter contre la dette
publique. Nous allons certainement nous pencher
sur la question. Cette proposition n'en est pas
moins intéressante.

03.05 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Ik hoop

toch

dat

het

kader

van

begrotingsbesprekingen ook een aantal voorstellen
zullen krijgen over de aanpak van de staatsschuld.
Wij zullen ons daar alleszins over buigen. Dit
voorstel is niettemin interessant.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

02/02/2011

CRABV 53

COM 116

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La présidente: Les questions n

2382 de Mme De

Wit et 2399 de M. Terwingen sont reportées.

De voorzitter: Vraag nr. 2382 van mevrouw De Wit
en vraag nr. 2399 van de heer Terwingen zijn
uitgesteld.

04 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-

premier ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles sur "les contrôles
fiscaux concernant les prix que les filiales d'un
seul et même groupe se portent en compte"
(n° 2404)

04 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele

Hervormingen

over

"fiscale

controles op prijzen die filialen van eenzelfde
groep elkaar in rekening brengen" (nr. 2404)

04.01 Hagen Goyvaerts (VB): Les recettes

fiscales sont tributaires de contrôles valables. Les
entreprises peuvent en effet transférer des coûts
internes entre certaines de leurs filiales au sein d'un
groupe international mais elles peuvent également
transférer certains profits réalisés par leurs filiales
vers des pays à la fiscalité plus clémente. Selon De
Tijd, le fisc subit d'énormes manques à gagner en
raison du fait qu'il ne contrôle pas suffisamment ces
transferts internes.

Le ministre confirme-t-il qu'au service compétent
pour les prix de transfert interne, dix personnes à
peine se chargent des contrôles? Combien de
dossiers ont-ils été traités en 2009 et 2010? À
combien le supplément de recettes fiscales s'est-il
élevé pour ces deux années? Des efforts suffisants
sont-ils fournis pour détecter les abus? Est-il
nécessaire de renforcer les effectifs du service
compétent?

04.01 Hagen Goyvaerts (VB): Fiscale inkomsten

staan of vallen met een degelijke controle. Bedrijven
kunnen immers interne kosten versluizen tussen
filialen binnen een internationale groep, maar ook
winsten versluizen van dochterbedrijven naar
landen met lagere belastingtarieven. Volgens De
Tijd loopt de fiscus gigantische bedragen mis door
deze interne verrekeningen onvoldoende te
controleren.

Kan de minister bevestigen dat er bij de dienst
Interne Verrekenprijzen amper tien mensen deze
materie controleren? Hoeveel dossiers inzake
interne verrekenprijzen werden in 2009 en 2010
afgehandeld? Hoeveel bedroegen de extra
belastingopbrengsten voor 2009 en 2010? Worden
er voldoende inspanningen gedaan om misbruiken
op te sporen? Is een versterking van de dienst
Interne Verrekenprijzen noodzakelijk?

04.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):

La directive OCDE relative aux prix de transfert
pour les entreprises internationales et les
administrations fiscales est un texte né d'un
consensus qui s'est dégagé entre les États
membres de l'OCDE. D'après ce texte, les
administrations fiscales ne doivent pas considérer
automatiquement que les entreprises concernées
ont essayé de se livrer à certaines manipulations
avec leurs profits. Les investigations portant sur les
prix de transfert ne doivent pas être confondues
avec les enquêtes relatives à la fraude fiscale ou à
l'évasion fiscale.

Comme tous les régimes fiscaux, celui des prix de
transfert peut être l'objet d'abus mais mon
expérience personnelle m'a appris que la grande
majorité des groupes multinationaux s'efforce
d'appliquer correctement les dispositions légales
relatives aux prix de transfert. Des divergences de
vues avec le fisc peuvent toujours se présenter
mais il ne s'agit pas pour autant de fraude fiscale.
En Belgique, l'examen des prix de transfert ne se
limite pas aux actions menées par la cellule Prix de
transfert et le rôle de cette cellule ne se limite pas
au contrôle des dossiers dont elle est légalement

04.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De

OESO-richtlijn

inzake

verrekenprijzen

voor

multinationale

ondernemingen

belastingadministraties is een consensustekst van
de OESO-lidstaten. Volgens de tekst moeten de
belastingadministraties er niet automatisch van
uitgaan dat de ondernemingen hebben gepoogd om
hun winst te manipuleren. Het onderzoek van
verrekenprijzen mag niet worden verward met het
onderzoek

van

belastingontduiking

belastingontwijking.

Zoals alle fiscale systemen kunnen verrekenprijzen
worden misbruikt, maar naar mijn ervaring probeert
het overgrote deel van de multinationale groepen de
verrekenprijs correct toe te passen. Er kunnen zich
altijd meningsverschillen voordoen met de fiscus,
maar dat is nog geen belastingfraude. Het
onderzoek van verrekenprijzen in België is niet
beperkt tot de acties van de cel Verrekenprijzen en
de rol van de cel Verrekenprijzen beperkt zich niet
tot de controle van eigen dossiers, maar ze geeft
ook bijstand aan controlecentra.

CRABV 53

COM 116

02/02/2011

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

chargée de s'occuper dans la mesure où elle prête
également assistance aux centres de contrôle.

La cellule Prix de transfert intervient également
quand il s'agit, dans le cas d'une décision préalable
du service des Décisions Anticipées, de vérifier si
les conditions légales ont été respectées par
l'entreprise concernée.

Ce règlement repose sur le contrôle préalable
effectué par le service des Décisions Anticipées, le
contrôle a posteriori effectué par la cellule Prix de
transfert et l'arbitrage prévu par les conventions
internationales préventives de la double imposition.

Le service des Décisions Anticipées a pris
77 décisions concernant les prix de transfert en
2009 et 64 en 2010. Le service des Prix de transfert
a contrôlé 35 dossiers ou 60 exercices d'imposition
en 2009 et 33 dossiers ou 47 exercices d'imposition
en 2010.

De cel Verrekenprijzen komt eveneens tussenbeide
om bij een voorafgaande beslissing van de dienst
Voorafgaande Beslissingen na te gaan of de
voorwaarden door de vennootschap gerespecteerd
werden.

Deze regeling steunt op de voorafgaande controle
door de dienst Voorafgaande Beslissingen, de
controle a posteriori door de cel Verrekenprijzen en
de arbitrage, zoals bepaald in de internationale
overeenkomsten ter voorkoming van dubbele
belasting.

De dienst Voorafgaande Beslissingen heeft
77 beslissingen genomen met betrekking tot
verrekenprijzen in 2009 en 64 in 2010. De dienst
Verrekenprijzen

heeft

dossiers

60 aanslagjaren

gecontroleerd

2009

33 dossiers of 47 aanslagjaren in 2010.

Ces enquêtes ont donné lieu en 2009 à une
augmentation de la base imposable de l'impôt des
sociétés de 135 473 464 euros et à un impôt dû à la
suite de cette augmentation de 23 955 103 euros.
En 2010, ces chiffres s'élevaient respectivement à
193 758 754 euros et 37 757 218 euros. Le service
chargé de l'arbitrage a traité quatre dossiers en
2010, en collaboration avec la cellule Prix de
transfert. Quinze dossiers sont encore à l'examen.

Un renforcement de la cellule Prix de transfert est
également prévu. Enfin, un projet d'analyse des
risques a été lancé dans le cadre du programme
Data Warehouse.

Deze onderzoeken leidden in 2009 tot een
verhoging van de belastbare basis inzake
vennootschapsbelasting met 135.473.464 euro en
een verschuldigde belasting als gevolg van deze
verhoging van 23.955.103 euro, in 2010 tot een
verhoging van de belastbare basis inzake
vennootschapsbelasting met 193.758.754 euro en
een verschuldigde belasting van 37.757.218 euro.
De dienst belast met de arbitrage heeft in
samenwerking met de cel Verrekenprijzen vier
dossiers behandeld in 2010, 15 dossiers zijn nog in
onderzoek.

Er is ook voorzien in een versterking van de cel
Verrekenprijzen. Ten slotte werd er een project
risicoanalyse gelanceerd binnen het kader van het
programma Data Warehouse.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

05 Question de Mme Sonja Becq au vice-premier

ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles sur "les problèmes du
Jardin botanique de Meise" (n° 2398)

05 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-

eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de problemen
in de Plantentuin van Meise" (nr. 2398)

05.01 Sonja Becq (CD&V): Il n'y a toujours pas

d'accord dans le dossier du transfert du Jardin
botanique national.

Le statut du texte du protocole d'accord a-t-il déjà
évolué? Le directeur a-t-il déjà transmis au ministre
un inventaire des travaux nécessaires? Des travaux
supplémentaires ont-ils été effectués en 2010?
Quel budget était prévu pour ces travaux?

05.01 Sonja Becq (CD&V): Er is nog steeds geen

akkoord over de verdere overdracht van de
Nationale Plantentuin.

Is er al een evolutie in de status van de
protocolakkoordtekst? Heeft de minister van de
directeur een inventaris gekregen van de werken
die nodig zijn? Zijn er in 2010 nog bijkomende
werken uitgevoerd? Wat was het budget voor de
bedoelde werken?

02/02/2011

CRABV 53

COM 116

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):

Il appartient aux Communautés flamande et
française de conclure l'accord de coopération. Je
n'ai pas reçu de nouvelles informations depuis
quelques semaines.

L'état des différents bâtiments du Jardin botanique
nécessite une rénovation générale urgente. D'après
une estimation réaliste des travaux de rénovation
les plus urgents, leur coût s'élèverait à 50 millions
d'euros. En raison du transfert qui est imminent
depuis 2009, l'Inspection des Finances n'autorise
que les travaux de sécurité et de conservation les
plus urgents. Il est dès lors à craindre que les
travaux nécessaires ne pourront être effectués
qu'après le transfert définitif.

À la suite de mon intervention, la Régie des
Bâtiments a réalisé et pré-financé des travaux à
concurrence de 1,5 million d'euros. Ce pré-
financement devra être remboursé par le
gouvernement flamand après le transfert. La
Communauté flamande n'a pas réagi à ma
proposition d'opérer de la même manière pour
d'autres travaux. Le gouvernement flamand a
toutefois pris en charge le remplacement de deux
chaudières.

En 2010, des crédits ont été réservés à
concurrence de 132 532 euros au budget de la
Régie des Bâtiments pour l'exécution de travaux de
sécurité et de conservation urgents.

Il y avait aussi plusieurs travaux de moindre
envergure et d'un coût inférieur à 5 500 euros, hors
TVA, pour lesquels il ne faut pas engager de crédits
préalablement.

La Régie des Bâtiments a inscrit dans son
programme d'investissement pour 2011 des
réparations aux installations de chauffage. Le coût
de ces travaux est estimé à 66 000 euros.

05.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Het

zijn de Vlaamse en de Franse Gemeenschap die
het samenwerkingsakkoord dienen af te sluiten. Ik
kreeg sinds enkele weken geen nieuwe informatie.

De verschillende gebouwen van de Plantentuin
hebben dringend behoefte aan een algemene
renovatie. Een realistische raming voor de meest
dringende renovatiewerken bedraagt 50 miljoen
euro. Wegens de nakende overdracht sinds 2009,
staat de Inspectie van Financiën slechts toe dat de
meest

dringende

veiligheids-

instandhoudingswerken worden uitgevoerd. Het valt
derhalve te vrezen dat de nodige werken pas na de
definitieve overdracht uitgevoerd kunnen worden.

Als gevolg van mijn interventie heeft de Regie der
Gebouwen voor 1,5 miljoen euro aan werken
uitgevoerd en geprefinancierd. Die prefinanciering
dient na de overdracht door de Vlaamse overheid te
worden terugbetaald. De Vlaamse Gemeenschap is
niet ingegaan op mijn voorstel om andere werken
op diezelfde manier aan te pakken. De Vlaamse
overheid heeft op haar kosten wel twee
verwarmingsketels vervangen.

In 2010 heeft men voor 132.532 euro kredieten
gereserveerd op de begroting van de Regie der
Gebouwen voor de uitvoering van dringende
veiligheids- en instandhoudingswerken.

Er waren ook talrijke kleinere werken van minder
dan 5.500 euro, exclusief btw, waarvoor geen
voorafgaande

vastlegging

van

kredieten

noodzakelijk is.

De Regie der Gebouwen heeft in haar
investeringsprogramma voor 2011 herstellingen aan
de verwarmingsinstallaties opgenomen. Die werken
zijn geraamd op 66.000 euro.

05.03 Sonja Becq (CD&V): Il est important qu'il y

ait un protocole d'accord. La Communauté
flamande ne peut pas réaliser d'investissement total
tant qu'elle n'aura pas la certitude que le transfert
sera complet.

05.03 Sonja Becq (CD&V): Het is belangrijk dat

het protocolakkoord er komt. Zolang de Vlaamse
Gemeenschap niet zeker is van de volledige
overdracht kan zij niet de volledige investering
doen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

06 Questions jointes de

- Mme Sonja Becq au vice-premier ministre et
ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "l'état d'avancement du
système de surveillance de la prison de Saint-
Gilles" (n° 2427)

06 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eersteminister
en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "de stand van zaken van het
bewakingssysteem van de gevangenis van Sint-
Gillis" (nr. 2427)

CRABV 53

COM 116

02/02/2011

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

- Mme Sonja Becq au vice-premier ministre et
ministre des Finances et des Réformes
institutionnelles sur "la construction de la prison
de Haren" (n° 2428)

- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eersteminister
en minister van Financiën en Institutionele
Hervormingen over "de bouw van de gevangenis
te Haren" (nr. 2428)

06.01 Sonja Becq (CD&V): En décembre 2008, il

avait déjà été décidé qu'en raison de leur mauvais
état, les prisons de Forest, de Saint-Gilles et de
Berkendael seraient transférées vers un site à
Haren. Cependant, différentes ailes ont été entre-
temps rénovées à Saint-Gilles. La sixième et
dernière aile devrait être achevée aux environs
d'octobre 2011. Les cuisines vont également être
complètement rénovées. Le coût de l'ensemble de
ces travaux se chiffrera à au moins à 15 millions
d'euros.

Quel est le planning pour la nouvelle construction à
Haren? Combien de cellules prévoit-on d'y
construire? La prison de Saint-Gilles sera-t-elle
quand même maintenue en service, étant donné
tous les investissements qui y ont été réalisés?

06.01 Sonja Becq (CD&V): In december 2008 is al

beslist om de gevangenissen van Vorst, Sint-Gillis
en Berkendaal gezien hun slechte staat een nieuwe
vestiging te geven op een site in Haren. In Sint-Gillis
zijn ondertussen verschillende vleugels toch
vernieuwd. De zesde en laatste vleugel zou worden
afgewerkt tegen oktober 2011. Ook de keuken zou
volledig worden vernieuwd. Alles bij elkaar kost
deze operatie minstens 15 miljoen euro.

Wat is de planning voor de nieuwbouw in Haren?
Hoeveel cellen worden daar gepland? Zou de
gevangenis van Sint-Gillis toch openblijven, gelet op
alle investeringen die daar gebeuren?

06.02 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):

La nouvelle prison de Haren, dont la construction a
déjà débuté, sera terminée en décembre 2016. Le
nouveau complexe pourra recevoir 1 190 détenus,
principalement dans des cellules individuelles et,
dans une moindre mesure, dans des cellules duo.
Cette capacité suffira pour remplacer les institutions
existantes.

En décembre 2008 et en décembre 2010, le
Conseil des ministres a approuvé la construction
d'un nouveau complexe censé remplacer les
anciennes prisons de Forest, Saint-Gilles et
Berkendael. En attendant la construction de
remplacement, des travaux urgents d'infrastructure
doivent encore être entrepris, surtout en matière de
sécurité. La fixation du calendrier et l'exécution des
travaux s'effectuent en étroite concertation avec les
services de la Justice.

06.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De

nieuwe gevangenis te Haren zal in december 2016
klaar zijn. De bouw is ondertussen gestart. In het
nieuwe

complex

zal

plaats

zijn

voor

1.190 gedetineerden, hoofdzakelijk in monocellen,
een klein deel ook in duocellen. Deze capaciteit zal
volstaan om de bestaande instellingen te
vervangen.

De ministerraad heeft in december 2008 en
december 2010 ingestemd met de bouw van een
nieuw complex dat de oude gevangenissen van
Vorst, Sint-Gillis en Berkendaal moet vervangen. In
afwachting van de vervangbouw moesten toch nog
wat dringende infrastructuurwerken worden gedaan,
vooral omwille van de veiligheid. De planning en de
uitvoering van de werken gebeuren in nauw overleg
met de diensten van Justitie.

06.03 Sonja Becq (CD&V): Tellement d'argent

ayant été investi dans l'intervalle dans la prison de
Saint-Gilles, il faudrait tout de même se poser la
question de savoir s'il ne conviendrait pas de
conserver une certaine capacité.

06.03 Sonja Becq (CD&V): Er is ondertussen

zoveel geïnvesteerd in de gevangenis van Sint-
Gillis, dat men zich moet afvragen of er toch niet
wat capaciteit kan worden behouden.

06.04 Didier Reynders, ministre (en néerlandais):

À ce jour, je n'ai reçu aucune demande en ce sens
de la Justice.

06.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik

heb nog geen vraag van Justitie in die zin gekregen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

07 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-

premier ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles sur "la conformité de

07 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de conformiteit

02/02/2011

CRABV 53

COM 116

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'exemption de TVA relative à l'enseignement et à
la formation professionnelle aux dispositions de
la directive européenne 2006/112/CE" (n° 2341)

van de btw-vrijstelling betreffende het onderwijs
en de beroepsopleiding met de bepalingen van
de Europese richtlijn 2006/112/EG" (nr. 2341)

07.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Une ASBL

dont l'activité est exonérée et qui acquiert un
service par voie électronique d'un autre État, doit
demander l'activation de son numéro de TVA en
Belgique et déposer une déclaration spéciale sur
des formulaires-papier, alors que les assujettis
normaux déposants peuvent, eux, remplir leur
déclaration périodique TVA au moyen d'une plate-
forme électronique (lntervat). Pourquoi cette
différence?

Prenons par exemple, une ASBL exonérée de TVA
en Belgique pour son activité de formation
professionnelle, qui organise une formation en
France en faveur d'un assujetti ordinaire déposant.
Jusqu'en 2010, le lieu de la formation était celui de
l'exécution matérielle de la prestation de service.
Cette ASBL devait s'identifier en France et acquitter
la TVA française sur cette prestation ou bénéficier
du régime français d'auto-liquidation. N'effectuant
aucune opération soumise à la TVA en Belgique,
elle devait demander l'activation de son numéro de
TVA.

Depuis le 1

janvier 2011, les règles de location des

services d'enseignement sont modifiées et, entre
assujettis dans deux États membres différents, la
règle implique que le preneur du service doit
reprendre cette prestation dans sa déclaration
périodique et est redevable de la taxe.

07.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Een vzw

waarvan de diensten vrijgesteld zijn en die in een
ander land een elektronisch verrichte dienst
verwerft, moet haar btw-nummer in België laten
activeren en een bijzondere btw-aangifte op papier
indienen, terwijl de normale belastingplichtigen-
aangevers hun periodieke btw-aangifte elektronisch
kunnen indienen via Intervat. Vanwaar dat
onderscheid?

Een voorbeeld: een vzw die in België van btw
vrijgesteld is voor de beroepsopleidingen die zij
organiseert, geeft in Frankrijk een opleiding voor
een normale belastingplichtige-aangever. Tot en
met 2010 was de plaats waar de opleiding gegeven
werd, de plaats van de materiële uitvoering van de
dienst. De betrokken vzw moest in Frankrijk een
btw-identificatienummer aanvragen en de in
Frankrijk geheven btw op die dienst betalen of
gebruik maken van de Franse verleggingsregeling.
Aangezien de vzw geen enkele operatie verrichtte
die in België aan de btw onderworpen is, moest ze
haar btw-nummer laten activeren.

Sinds 1 januari 2011 gelden er andere regels voor
de huur van onderwijsdiensten en volgt daaruit dat
tussen belastingplichtigen in twee verschillende
lidstaten, de regel voorschrijft dat de afnemer van
de dienst die dienst in zijn periodieke btw-aangifte
moet opnemen en daarover belasting verschuldigd
is.

Une entreprise française peut-elle, depuis 2011,
invoquer le fait que les prestations de formation
professionnelle peuvent être (ou non) exonérées en
Belgique pour ne pas appliquer de TVA sur sa
prestation? Si l'entreprise française exonère la TVA
belge sur sa prestation de formation, le preneur
belge doit-il effectuer des formalités administratives
spécifiques?

Une autre situation est le cas d'une entreprise
anglaise sous régime de la franchise "petite
entreprise" dans son État, qui effectue une
formation professionnelle en Belgique. En 2010, en
vertu des règles d'exonération, cette entreprise
devait s'identifier à la TVA et demander
l'exonération de sa prestation sur le sol belge. Doit-
elle accomplir cette formalité en qualité de "non-
résident TVA" pour, in fine, exonérer sa prestation?

Mag een Franse onderneming, met ingang van
2011, het feit inroepen dat de verstrekte
beroepsopleiding in België (al dan niet) kan worden
vrijgesteld, om geen btw toe te passen op de prijs
van de verstrekte opleiding? Indien de Franse
onderneming geen Belgische btw toepast, moet de
Belgische klant dan specifieke administratieve
voorschriften in acht nemen?

Een ander geval is dat van een Engelse
onderneming die in eigen land als kleine
onderneming een vrijstelling geniet en die in ons
land een beroepsopleiding verstrekt. In 2010 moest
dit bedrijf, overeenkomstig de vrijstellingsregels,
zich bij de btw identificeren en btw-vrijstelling
vragen voor de op het Belgische grondgebied
verstrekte dienst. Moet dit bedrijf deze procedure
als 'niet-ingezetene' volgen om zo uiteindelijk btw-
vrijstelling te bekomen?

07.02 Didier Reynders, ministre (en français):

07.02 Minister Didier Reynders (Frans): Sinds

CRABV 53

COM 116

02/02/2011

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Depuis le 1

janvier 2011, les activités de formation

professionnelle rendues à un assujetti sont
localisées dans l'État membre où le preneur a établi
le siège de son activité économique. S'il n'est pas
établi dans l'État membre où est localisée
l'opération, le prestataire ne doit pas s'y faire
identifier puisque son cocontractant est le redevable
de la TVA. Donc, l'ASBL belge organisant une
activité de formation pour le compte d'un client
français n'a aucune obligation d'identification à la
TVA en France. Dans la mesure où l'opération est
soumise à la TVA en France, l'ASBL est tenue de
se faire identifier à la TVA en Belgique pour pouvoir
déposer un relevé intracommunautaire.

À l'inverse, une prestation fournie par une
entreprise française, britannique ou d'un pays tiers,
est exonérée au lieu où cette ASBL a établi le siège
de son activité économique. Le régime de la
franchise pour les petites entreprises est exclu pour
les prestations effectuées par un prestataire non
établi en Belgique.

Une identification à la TVA est obligatoire pour un
assujetti exempté dès qu'il reçoit un service localisé
en Belgique pour lequel il est redevable. La TVA
due doit être reprise dans une déclaration spéciale.
Si, par contre, le service est exempté, il appartient à
l'assujetti exempté d'apporter la preuve de sa
qualité d'assujetti via d'autres moyens.

La déclaration spéciale ne peut effectivement pas
encore être déposée par la voie électronique. Les
applications sont en cours d'adaptation et seront
disponibles au cours du deuxième semestre 2012.

1 januari

2011

worden

beroepsopleidingsactiviteiten

die

aan

een

belastingplichtige worden verstrekt, gelokaliseerd in
de lidstaat waar de afnemer de zetel van zijn
bedrijfsuitoefening heeft gevestigd. Als hij niet
gevestigd is in de lidstaat waar de handeling
gebeurt, dan moet de dienstverrichter zich daar niet
identificeren, omdat zijn medecontractant btw-
plichtig is. Een Belgische vzw die een opleiding
organiseert voor rekening van een Franse klant
hoeft zich derhalve in Frankrijk niet te identificeren
voor btw-doeleinden. Deze vzw moet zich wel in
België identificeren om een intracommunautaire
opgave te kunnen indienen, in zoverre deze
handeling in Frankrijk aan de btw onderworpen is.

Omgekeerd is een dienst die wordt geleverd door
een bedrijf uit Frankrijk, Groot-Brittannië of een
derde land vrijgesteld daar waar deze vzw de zetel
van haar bedrijfsuitoefening heeft gevestigd. De
vrijstelling voor kleine ondernemingen is niet van
toepassing op diensten geleverd door een
dienstverrichter die niet in België is gevestigd.

Een identificatie voor btw-doeleinden is verplicht
voor een vrijgestelde btw-plichtige zodra hem in
België een dienst wordt verleend waarvoor hij wel
btw-plichtig is. De verschuldigde btw moet in een
bijzondere btw-aangifte worden opgenomen. Als de
dienst vrijgesteld is van btw moet de vrijgestelde
btw-plichtige op een andere manier bewijzen dat hij
btw-plichtig is.

De bijzondere btw-aangifte kan inderdaad nog niet
via de elektronische weg worden ingediend. De
toepassingen worden momenteel aangepast en
zullen in de loop van het tweede semester van 2012
beschikbaar zijn.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

08 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-

premier ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles sur "les déclarations
de TVA relatives aux établissements et
prestataires d'enseignement" (n° 2342)

08 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de btw-
aangiftes

met

betrekking

tot

onderwijsinstellingen en -actoren" (nr. 2342)

08.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): La

formation

professionnelle

l'enseignement

dispensés par des ASBL sont normalement
exonérés de TVA. La circulaire n° 25 du
24 décembre

1993,

qui

commentait

cette

exemption, a été annulée par le Conseil d'État en
2005. À cette époque vous aviez dit qu'un projet de
loi tendant à limiter cette exemption était en
préparation suite à cette annulation. Depuis cette
date, sauf erreur, aucun projet de modification
législative n'a été déposé à ce sujet. Les

08.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Het

onderwijs en de beroepsopleiding die door vzw's
worden verstrekt, genieten normaliter een btw-
vrijstelling. De omzendbrief nr. 25 van 24 december
1993, waarin die vrijstelling werd toegelicht, werd in
2005 door de Raad van State vernietigd. Destijds
hebt u gezegd dat er ingevolge die vernietiging een
wetsontwerp werd voorbereid dat ertoe strekte die
vrijstelling te beperken. Als ik me niet vergis, werd
er sindsdien geen enkel ontwerp van wetswijziging
hieromtrent ingediend. Het staat de verenigingen

02/02/2011

CRABV 53

COM 116

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

associations peuvent donc choisir de soumettre ou
non à la TVA leurs services de formation, ce qui est
contraire à la directive et aux principes qui régissent
cette matière.

Ces modifications ne sont-elles plus nécessaires?

dus vrij om hun opleidingsdiensten al dan niet aan
de btw te onderwerpen, wat strijdig is met de
richtlijn en met de beginselen die deze materie
regelen.

Zijn die wetswijzigingen niet langer nodig?

08.02 Didier Reynders, ministre (en français): Un

projet de loi a bien été rédigé pour limiter
l'exemption aux prestations d'enseignement, de
formation et de recyclage professionnel effectuées
par des organismes de droit public ou par d'autres
organismes sans but lucratif pour autant que les
recettes qu'ils tirent de l'activité exemptée servent
exclusivement à en couvrir les frais. Ce projet avait
pour objet de transposer plus fidèlement les
dispositions communautaires et de tenir compte des
remarques du Conseil d'État.

Les circonstances politiques que nous connaissons
pour l'instant n'ont pas permis de faire aboutir ce
projet mais je ne désespère pas de le faire encore
progresser.

08.02 Minister Didier Reynders (Frans): Er werd

wel degelijk een wetsontwerp uitgewerkt dat ertoe
strekt de btw-vrijstelling te beperken tot het
verstrekken van onderwijs, beroepsopleiding en
-herscholing door instellingen van publiek recht of
door andere instellingen zonder winstoogmerk, op
voorwaarde dat de ontvangsten uit de vrijgestelde
werkzaamheden uitsluitend worden gebruikt om de
kosten ervan te dekken. Met dat wetsontwerp werd
beoogd de communautaire bepalingen getrouwer
om te zetten en rekening te houden met de
opmerkingen van de Raad van State.

Door de huidige politieke omstandigheden zit dat
wetsontwerp nog steeds in de pijplijn, maar ik heb
er goede hoop op dat het nog tot een goed einde
kan worden gebracht.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

09 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-

premier ministre et ministre des Finances et des
Réformes institutionnelles sur "les déclarations
de

TVA

relatives

aux

conditions

reconnaissance des institutions d'enseignement
et de formation professionnelle" (n° 2343)

09 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën en
Institutionele Hervormingen over "de btw-
aangiftes

met

betrekking

tot

erkenningsvoorwaarden

voor

onderwijsinstellingen en de instellingen voor
beroepsopleiding" (nr. 2343)

09.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Selon

l'article 44 du Code de la TVA, les prestations de
services ayant pour objet l'enseignement scolaire
ou universitaire, la formation ou le recyclage
professionnel ainsi que les prestations de services
et les livraisons de biens qui leur sont liées,
effectuées par des organismes reconnus à ces fins
par l'autorité compétente, par des établissements
qui sont annexés à de tels organismes ou en
dépendent, sont exonérés de TVA.

Aucune explication plus détaillée n'existe à ce jour
de ce qu'on entend par "institutions reconnues par
les autorités compétentes". Ce texte ne peut pas
viser les institutions de droit public étant donné que,
par principe, les activités de ces institutions n'ont
aucun caractère économique et sont donc exclues
du champ d'application de la TVA.

En dehors des établissements d'enseignement non
public, fondamental, primaire, secondaire ou
universitaire, quelles sont donc les "institutions

09.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Artikel 44

van het Btw-Wetboek bepaalt dat het verstrekken
van

school-

universitair

onderwijs,

beroepsopleiding en -herscholing, en het verrichten
van de nauw daarmee samenhangende diensten en
leveringen van goederen door instellingen die
daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend of
die aan dergelijke instellingen zijn toegevoegd of
ervan afhangen, vrijgesteld zijn van btw.

Wat moet worden verstaan onder 'instellingen die
daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend'
wordt

echter

nergens

verduidelijkt.

publiekrechtelijke instellingen kunnen niet worden
bedoeld aangezien de activiteiten van die
instellingen in beginsel geen economisch karakter
hebben en dus niet onder de toepassing van de btw
vallen.

Wat zijn, buiten de niet-openbare instellingen voor
basisonderwijs, lager, middelbaar of universitair
onderwijs, die 'door de bevoegde overheid erkende

CRABV 53

COM 116

02/02/2011

CHAMBRE

-2

E SESSION DE LA

E LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

-2

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

reconnues par les autorités compétentes"?

L'arrêt du 14 janvier 2010 de la Cour de cassation
confirme qu'est illégale la condition, imposée par
l'administration par voie de circulaire, que
l'exonération ne peut être accordée qu'aux
institutions

qui

recherchent

pas

systématiquement à faire du profit. Le Conseil
d'État avait par ailleurs jugé (arrêt 145.138 du
30 mai 2005) que la détermination de l'étendue
d'une exonération de TVA dans une circulaire
ministérielle est inconciliable avec l'article 172 de la
Constitution, dont le second alinéa dispose que
nulle exemption ou modération d'impôt ne peut être
établie que par une loi.

L'administration accepte-t-elle ces arrêts de
principe?

instellingen'?

Het arrest van het Hof van Cassatie van 14 januari
2010 bevestigt dat de door de administratie bij
omzendbrief opgelegde voorwaarde, dat de
vrijstelling slechts kan worden toegekend aan
instellingen die niet systematisch winst nastreven,
onwettig is. De Raad van State had eerder al
geoordeeld (arrest 145.138 van 30 mei 2005) dat
het bepalen van de draagwijdte van een btw-
vrijstelling

een

ministeriële

omzendbrief

onverenigbaar is met artikel 172 van de Grondwet,
waarvan het tweede lid bepaalt dat geen vrijstelling
of vermindering van belasting kan worden
ingevoerd dan door een wet.

Aanvaardt de administratie deze principearresten?

09.02 Didier Reynders, ministre (en français): Le

ministre des Finances est la seule autorité habilitée
à établir qu'un organisme remplit les conditions
d'application de l'exemption prévue par l'article 44,
§ 2, 4°, du Code de la TVA. Aucune autorisation
préalable n'est requise, tout organisme étant
considéré comme reconnu dès lors qu'il remplit les
conditions.

L'administration tient compte des arrêts que vous
avez cités; ainsi, les sociétés commerciales sont
admises à l'exemption dès lors qu'elles remplissent
les autres conditions. Cette position figure au
point 321

Manuel

TVA

(www.fisconetplus.be).

09.02 Minister Didier Reynders (Frans): De

minister van Financiën is als enige bevoegd om
vast te stellen dat een instelling aan de
voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling
zoals bedoeld in artikel 44, § 2, 4°, van het Wetboek
van de belasting over de toegevoegde waarde,
voldoet. Er is geen enkele voorafgaande
toestemming vereist, aangezien elke instelling als
erkend beschouwd wordt zodra zij aan de
voorwaarden beantwoordt.

De administratie houdt rekening met de arresten
waarnaar u verwijst. De handelsvennootschappen
worden immers vrijgesteld zodra ze aan de overige
voorwaarden beantwoorden. Dat standpunt staat
vermeld in punt 321 van de btw-handleiding
(www.fisconetplus.be).

09.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ce

point 321 reprend donc tous les critères?

09.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Alle criteria

staan dus in punt 321?

09.04 Didier Reynders, ministre (en français): Il n'y

a pas d'autorisation préalable, mais une vérification
du respect des critères.

09.04 Minister Didier Reynders (Frans): Er wordt

geen voorafgaande vergunning uitgereikt, maar er
wordt nagegaan of de criteria in acht worden
genomen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

La réunion publique est levée à 15 h 55.

De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.55 uur.