CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 53 COM 096
CRABV 53 COM 096
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE
M
AATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
Mercredi
Woensdag
19-01-2011
19-01-2011
Après-midi
Namiddag
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Sarah Smeyers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le nombre d'infractions à l'interdiction
de fumer en 2010" (n° 1892)
1
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het aantal overtredingen op het
rookverbod in 2010" (nr. 1892)
1
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Anthony Dufrane à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le dossier médical global" (n° 2006)
2
Vraag van de heer Anthony Dufrane aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het globaal medisch dossier"
(nr. 2006)
2
Orateurs:
Anthony
Dufrane,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Anthony
Dufrane,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale,
sur
"l'efficacité
des
implants
contraceptifs" (n° 2031)
4
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de efficiëntie van anticonceptie-
implantaten" (nr. 2031)
4
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le remboursement du médicament
Cellcept" (n° 2036)
5
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de terugbetaling van het
geneesmiddel Cellcept" (nr. 2036)
5
Orateurs: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'étude de prévalence de la sous-
alimentation dans le secteur des maisons de
repos" (n° 2037)
6
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de prevalentiestudie van
ondervoeding in de rustoordsector" (nr. 2037)
6
Orateurs: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la vente en Belgique de
quatre produits pharmaceutiques ayant des effets
secondaires graves" (n° 2017)
7
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "de verkoop in
België van vier farmaceutische producten met
ernstige nevenwerkingen" (nr. 2017)
7
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
9
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
9
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la vaccination préventive contre la grippe"
(n° 2045)
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de preventieve griepvaccinatie"
(nr. 2045)
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'enregistrement de la vaccination contre la
poliomyélite" (n° 2046)
10
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de aangifte van poliovaccinatie"
(nr. 2046)
10
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les services agréés de soins à
domicile" (n° 2050)
12
Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de erkende diensten voor
thuisverzorging" (nr. 2050)
12
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les dangers des boissons light et de
l'aspartame pour les femmes enceintes" (n° 2067)
13
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de gevaren van lightdranken en
aspartaam voor zwangere vrouwen" (nr. 2067)
13
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'arrêté royal du 22 juin 2010"
(n° 2091)
14
Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het koninklijk besluit van 22 juni
2010" (nr. 2091)
14
Orateurs: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Miranda Van Eetvelde, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la pénurie de pédiatres" (n° 2094)
16
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het tekort aan pediaters"
(nr. 2094)
16
Orateurs:
Nathalie
Muylle,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Nathalie
Muylle,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les médiateurs interculturels"
(n° 2131)
17
Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de interculturele bemiddelaars"
(nr. 2131)
17
Orateurs: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx
, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
18
Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de vice-
18
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les aides-soignants dans le secteur
des soins infirmiers à domicile" (n° 2139)
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"zorgkundigen
in
de
thuiszorgsector" (nr. 2139)
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Sarah Smeyers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la demande des ligues contre le
cancer de rendre obligatoires les emballages
neutres pour les produits du tabac" (n° 2141)
19
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de vraag van kankerliga's om
merkbeeld en logo op sigarettenpakjes weg te
laten" (nr. 2141)
19
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Marie-Christine Marghem à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la pénurie de médecins
généralistes" (n° 2143)
20
Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
huisartsentekort" (nr. 2143)
20
Orateurs:
Marie-Christine
Marghem,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers:
Marie-Christine
Marghem,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
hebben aangetoond dat het middel in minder dan
1 procent van de gevallen faalt. Het zou een van de
beste reversibele anticonceptiemiddelen zijn.
Waarom wordt deze vorm van anticonceptie bij ons
nauwelijks toegepast? Wordt Implanon door het
ziekenfonds vergoed en zo niet, zou dat overwogen
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
envisageable? Lorsqu'on observe le nombre
important d'IVG dues à une mauvaise utilisation des
méthodes contraceptives conventionnelles, la pose
d'un implant ne constitue-t-elle pas une solution
idéale? Est-ce une question de formation des
praticiens?
kunnen worden? Is een implantaat niet de ideale
oplossing, gelet op het grote aantal abortussen als
gevolg van verkeerd gebruik van de klassieke
anticonceptiemiddelen? Is het een kwestie van
opleiding van de betrokken gezondheidswerkers?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Cette méthode est peu onéreuse si on calcule le
prix de revient par mois, mais le coût immédiat de
140 euros constitue un frein pour beaucoup.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dit
anticonceptiemiddel is goedkoop als men de
kostprijs per maand berekent, maar voor veel
vrouwen is 140 euro een te groot bedrag om in één
keer op te hoesten.
Ces moyens de contraception ne sont pas
remboursés
parce
que,
d'une
part,
la
réglementation de l'INAMI prévoit que la demande
soit faite par les firmes pharmaceutiques qui, en
fait, ne le souhaitent pas; d'autre part, le
remboursement d'une contraception accessible à
toutes les femmes coûterait plusieurs dizaines de
millions d'euros, au détriment d'autres secteurs de
la santé.
Il est possible que certains praticiens manquent de
formation.
Deze
contraceptiva
worden
niet
vergoed.
Overeenkomstig de RIZIV-reglementering moeten
de farmaceutische bedrijven zelf de aanvraag doen
en die zijn geen vragende partij. Om dit
contraceptivum zo te vergoeden dat het voor alle
vrouwen toegankelijk zou zijn, zouden tientallen
miljoenen euro nodig zijn, wat ten koste zou gaan
van andere gezondheidssectoren.
Het is mogelijk dat sommige artsen over
onvoldoende praktijkervaring beschikken om de
techniek correct toe te passen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le remboursement du
médicament Cellcept" (n° 2036)
04 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
terugbetaling van het geneesmiddel Cellcept"
(nr. 2036)
04.01 Maggie De Block (Open Vld): Le Cellcept
est prescrit aux patients transplantés pour prévenir
le rejet du greffon.
Voici deux ans, le Conseil belge de la
transplantation a été chargé d'établir une liste des
patients susceptibles d'utiliser ce médicament. Le
Cellcept serait remboursé pour toutes les greffes à
partir de février 2011.
Le rapport du Conseil de la transplantation est-il
disponible? Que propose-t-il? Est-il exact qu'un
remboursement est prévu à partir de février? Un
arrêté royal est-il nécessaire à cet effet?
Entre-temps, il est apparu que ce médicament
pourrait aussi aider les patients atteints d'une
maladie extrêmement rare du tissu conjonctif. Une
modification est-elle encore possible en période
d'affaires courantes?
04.01 Maggie De Block (Open Vld): Cellcept
wordt voorgeschreven aan patiënten die een
transplantatie
hebben
ondergaan
en
moet
vermijden dat het getransplanteerde orgaan wordt
afgestoten.
Twee jaar geleden kreeg de Transplantatieraad de
opdracht om een lijst te maken van de patiënten die
van het geneesmiddel kunnen gebruikmaken.
Cellcept zou met ingang van februari 2011
terugbetaald worden voor alle transplantaties.
Is het rapport van de Transplantatieraad
beschikbaar? Wat stelt men voor? Is het juist dat er
vanaf februari een terugbetaling komt? Is hiervoor
nog een KB nodig?
Intussen is gebleken dat het geneesmiddel ook zou
helpen bij bepaalde vormen van een uiterst
zeldzame bindweefselziekte. Is er alsnog een
herziening mogelijk in een periode van lopende
zaken?
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
04.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Je n'ai pas reçu le rapport du Conseil
de la transplantation et je ne peux donc pas vous
communiquer ses conclusions.
Un remboursement par le biais du chapitre 4 ­
comme pour le médicament Cellcept ­ ne peut être
réalisé
que
conformément
aux
indications
enregistrées. Ce médicament spécialisé ne
s'indique toutefois que pour la prévention du rejet
de greffes de coeur, de foie et de reins. Les
mécanismes de base d'un rejet sont très
probablement les mêmes, quel que soit l'organe.
La
Commission
de
remboursement
des
médicaments (CRM) m'a proposé de transférer le
Cellcept du chapitre 4, où le médecin-conseil doit
d'abord donner son autorisation, au chapitre 1, où
aucune autorisation n'est nécessaire. Le médecin
prescripteur devra veiller à ce que les indications
soient respectées ou prendre la responsabilité d'y
déroger s'il le juge utile ou nécessaire pour son
patient.
L'arrêté ministériel relatif à ce changement de
chapitre sera publié le 21 janvier et sera
d'application à partir du 1
er
février.
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
heb het verslag van de Transplantatieraad niet
gekregen en kan zijn besluiten dus niet meedelen.
Een terugbetaling via hoofdstuk 4 ­ zoals bij
Cellcept ­ kan maar gebeuren in overeenstemming
met de geregistreerde indicaties. Deze specialiteit
heeft echter alleen indicaties voor de preventie van
afstoting van hart, lever en nieren. Het lijkt erg
waarschijnlijk dat de basismechanismen voor een
afstoting dezelfde zijn, ongeacht het orgaan.
De Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen
(CTG) heeft mij voorgesteld om Cellcept van
hoofdstuk 4, met een machtiging a priori van de
adviserende geneesheer, over te hevelen naar
hoofdstuk 1, waar geen machtiging vereist is. De
voorschrijvende arts zal er voor moeten zorgen dat
de
indicaties
worden
nageleefd
of
de
verantwoordelijkheid moeten nemen om daarvan af
te wijken indien hij dat voor zijn patiënt nuttig of
nodig acht.
Het ministerieel besluit over deze verandering van
hoofdstuk zal op 21 januari verschijnen en vanaf
1 februari van toepassing zijn.
04.03 Maggie De Block (Open Vld): Le rapport
n'est pas encore disponible. La CRM est dans
l'intervalle parvenue à la conclusion que les
mécanismes scientifiques qui entraînent le rejet
d'un organe sont les mêmes.
Pour les autres indications, je suppose qu'un
dossier d'intervention devra à nouveau être introduit
auprès de la CRM pour chaque affection en
particulier.
04.03 Maggie De Block (Open Vld): Het verslag is
er nog niet. De CTG is intussen tot de vaststelling
gekomen dat wetenschappelijke mechanismen die
de afstoting van een orgaan bewerkstelligen,
dezelfde zijn.
Voor de andere indicaties neem ik aan dat er voor
elke aparte andere ziekte terug een dossier voor
tegemoetkoming bij de CTG zal moeten komen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'étude de prévalence
de la sous-alimentation dans le secteur des
maisons de repos" (n° 2037)
05 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
prevalentiestudie van ondervoeding in de
rustoordsector" (nr. 2037)
05.01 Maggie De Block (Open Vld): Selon un
dépistage de la dénutrition réalisé par NutriAction
2008, pas moins de 57 % de la population des
maisons de repos seraient exposés à un risque de
dénutrition, tandis que 16 % de cette population
seraient effectivement sous-alimentés.
En 2010, la ministre a commandé une étude sur
05.01 Maggie De Block (Open Vld): Volgens een
screening van NutriAction 2008 vertoont niet minder
dan 57 procent van de populatie in rusthuizen een
risico van ondervoeding en 16 procent is ook
daadwerkelijk ondervoed.
De minister bestelde in 2010 een studie hierover.
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
cette question. Quelles en sont les principales
conclusions? Quelles initiatives seront prises dans
ce domaine?
Wat waren de belangrijkste conclusies van de
studie? Welke acties zullen worden ondernomen?
05.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): L'étude en question est toujours en
cours. Le projet a pris du retard en raison du décès
inopiné de l'un des responsables. Les résultats de
cette étude ne seront donc présentés que dans le
courant du mois de février prochain.
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
vermelde studie is nog steeds aan de gang. Door
het plotselinge overlijden van een van de
verantwoordelijken heeft het project vertraging
opgelopen. De resultaten van de studie zullen dus
pas in de loop van februari 2011 worden
voorgesteld.
Les conclusions seront publiées sur le site internet
du SPF Santé publique dès qu'elles seront
adoptées.
Na goedkeuring zullen de conclusies ter
beschikking worden gesteld op de website van de
FOD Volksgezondheid.
05.03 Maggie De Block (Open Vld): Il s'agit d'un
cas de force majeure. Nous y reviendrons
ultérieurement.
05.03 Maggie De Block (Open Vld): Dat is een
geval van overmacht. Wij zullen hierop later
terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "la vente en Belgique
de quatre produits pharmaceutiques ayant des
effets secondaires graves" (n° 2017)
06 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de
verkoop in België van vier farmaceutische
producten
met
ernstige
nevenwerkingen"
(nr. 2017)
06.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): À côté du cas du Mediator, la revue
médicale française Prescrire a analysé de
nombreux médicaments. Elle a averti du danger de
dix autres médicaments qui présentent des effets
secondaires considérables et qui sont toujours sur
le marché français.
Quatre de ces médicaments sont vendus sur
prescription en Belgique: l'Actos (traitement du
diabète de type 2), le Ketek (traitement d'infections
respiratoires), le Zyprexa (traitement de la
schizophrénie et de troubles bipolaires) et le Zyban
(sevrage tabagique). D'après le site du Centre belge
d'information pharmacothérapeutique (CBIP), les
effets secondaires possibles de ces médicaments
sont assez lourds.
06.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Naast het geval van het geneesmiddel
Mediator onderzocht Prescrire, een Frans medisch
tijdschrift, tal van geneesmiddelen. Dat tijdschrift
waarschuwde tegen tien andere geneesmiddelen
die grote nevenwerkingen hebben en die in
Frankrijk nog altijd niet uit de verkoop werden
genomen.
In België worden vier van die geneesmiddelen op
voorschrift verkocht: Actos (tegen diabetes type 2),
Ketek (tegen luchtwegeninfecties), Zyprexa (tegen
schizofrenie en bipolaire stoornissen) en Zyban
(tabaksontwenning). Volgens de webstek van het
Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische
Informatie (BCFI) kunnen die geneesmiddelen vrij
zware nevenwerkingen hebben.
Le CBIP déconseille la prescription de l'Actos et
met sérieusement en garde concernant le Ketek, le
Zyprexa et le Zyban.
Vos services sont-ils informés de cet appel à
vigilance de la revue Prescrire? Ne pensez-vous
pas que les risques encourus sont trop importants?
Existe-t-il des alternatives à ces médicaments?
Het
BCFI
(Belgisch
Centrum
voor
Farmacotherapeutische Informatie) raadt het
voorschrijven van Actos af en waarschuwt tegen het
gebruik van Ketek, Zyprexa en Zyban.
Zijn uw diensten op de hoogte van deze oproep tot
waakzaamheid die in het tijdschrift Prescrire is
verschenen? Vindt u niet dat de mogelijke risico's te
groot zijn? Bestaan er alternatieven voor deze
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
medicijnen?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
L'Agence se tient continuellement au courant des
dernières données concernant les médicaments, et
a évidemment accès aux publications de la revue
Prescrire.
Tous les médicaments peuvent être responsables
d'effets indésirables, ils nécessitent donc tous des
précautions d'emploi. Ils peuvent également être à
l'origine d'interactions médicamenteuses.
Lors de l'octroi d'une autorisation de mise sur le
marché, la balance entre les bénéfices et les
risques est évaluée. Cette balance est revue tout au
long de la vie du médicament, ce qui peut conduire
à des modifications du texte de la notice, du mode
de délivrance, à l'envoi d'un courrier aux
professionnels de la santé, voire à la suspension ou
au retrait de l'autorisation.
Le CBIP ne déconseille pas la prescription de
l'Actos, mais indique que sa place est limitée en
raison de ses effets indésirables.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
Agentschap volgt de recentste ontwikkelingen met
betrekking tot de geneesmiddelen op de voet, en
heeft uiteraard toegang tot de publicaties in het
tijdschrift Prescrire.
Eender welk geneesmiddel kan ongewenste
bijwerkingen hebben. Er moet dus omzichtig mee
worden omgesprongen. Bovendien kunnen er ook
wisselwerkingen tussen geneesmiddelen onderling
ontstaan.
Wanneer er een vergunning voor het in de handel
brengen wordt verleend, worden de baten en de
risico's afgewogen. Die afweging wordt gedurende
de gehele levensduur van het geneesmiddel
voortdurend herzien, hetgeen kan leiden tot
wijzigingen in de bijsluiter of van de wijze van
aflevering, het zenden van een schrijven aan de
zorgverstrekkers, of zelfs de schorsing of de
intrekking van de vergunning.
Het BCFI raadt het voorschrijven van Actos niet af,
maar stelt dat het wegens zijn ongewenste
nevenwerkingen slechts beperkt mag worden
gebruikt.
L'Actos ne constitue pas un traitement de première
intention.
Le Ketek a fait l'objet d'une réévaluation au niveau
européen, qui a conduit à une modification des
notices concernant certains effets indésirables et à
la limitation des indications.
Le Zyprexa peut induire une prise de poids, de
l'hyperlipidémie, de l'hyperglycémie avec risque de
diabète de type 2. Ces effets métaboliques sont
aussi observés avec d'autres antipsychotiques.
C'est au médecin de voir, dans la balance
avantages/risques, ce qui convient le mieux.
Le Zyban présente aussi des précautions d'emploi,
notamment lors de l'administration concomitante de
médicaments pouvant être à l'origine de
convulsions.
Des alternatives existent mais, en fonction des
données actuelles, un retrait des autorisations de
mise sur le marché n'est pas justifié puisque la
balance entre les bénéfices et les risques de ces
médicaments reste positive. Ces médicaments
continueront à faire l'objet d'un suivi belge et
européen.
Actos is geen eerstekeuzebehandeling.
Ketek werd op Europees niveau geherevalueerd.
Naar aanleiding daarvan werden de bijsluiters
aangepast met betrekking tot bepaalde ongewenste
neveneffecten en werden de indicaties beperkt.
Het gebruik van Zyprexa kan leiden tot
gewichtstoename, hyperlipidemie en hyperglykemie
met gevaar voor diabetes type 2. Die effecten op
het metabolisme zijn ook vastgesteld voor andere
antipsychotica. De arts moet de voordelen en de
risico's tegen elkaar afwegen en uitmaken welk
geneesmiddel het geschiktst is.
Voor Zyban moeten er ook voorzorgsmaatregelen in
acht genomen worden, met name wanneer het
gebruikt wordt in combinatie met geneesmiddelen
die convulsies kunnen veroorzaken.
Er bestaan alternatieven, maar de intrekking van de
vergunning voor het in de handel brengen is op
grond van de huidige gegevens niet gegrond, omdat
de voordelen van die geneesmiddelen nog altijd
groter zijn dan de risico's. Men zal die
geneesmiddelen op Belgisch en Europees niveau
blijven volgen.
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
06.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Le cas du Mediator a montré à quel point il
était possible que les laboratoires pharmaceutiques
fassent dévier l'avis d'experts. Je rappelle ma
demande à M. le président de pouvoir aborder au
sein de cette commission la question de
l'indépendance de l'expertise et de la protection
contre les influences d'intérêts commerciaux.
Il faudrait trouver des alternatives à ces
médicaments aux effets secondaires lourds.
06.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Het geval van Mediator heeft duidelijk
gemaakt in welke mate de farmaceutische
laboratoria de mening van de deskundigen kunnen
beïnvloeden. Ik vraag de voorzitter nogmaals om in
deze commissie te mogen debatteren over de
kwestie van de onafhankelijkheid van de expertise
en de bescherming tegen beïnvloeding uit
commerciële belangen.
Er zouden alternatieven gevonden moeten worden
voor die geneesmiddelen met ernstige bijwerkingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"la
vaccination
préventive contre la grippe" (n° 2045)
07 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de preventieve griepvaccinatie"
(nr. 2045)
07.01 Rita De Bont (VB): Cette année, nous étions
fin prêts pour affronter l'épidémie de grippe. La
sécurité de certains ingrédients contenus dans les
vaccins comme le squalène et le thiomersal soulève
toutefois des interrogations, de même que la
procédure accélérée pour les essais du vaccin et
les contrats, pour la plupart confidentiels, signés
entre
les
services
publics
et
l'industrie
pharmaceutique.
Quels enseignements ont été tirés de la crise de
l'année dernière et de son règlement précipité? Les
ingrédients contestés seront-ils également présents
dans le vaccin contre la grippe saisonnière? Des
accords ont-ils déjà été dégagés à l'échelon
européen pour renforcer notre position face à la
puissante industrie pharmaceutique lors d'une
éventuelle crise future?
07.01 Rita De Bont (VB): Dit jaar waren we goed
voorbereid op de griepepidemie. Wel rijzen er
vragen
over
de
veiligheid
van
sommige
vacciningrediënten, zoals squaleen en thiomersal,
over de versnelde procedure voor het testen van
het vaccin en over de veelal geheimgehouden
contracten
tussen
de
overheid
en
de
farmaceutische industrie.
Welke lessen heeft men getrokken uit de crisis en
de versnelde aanpak van vorig jaar? Zullen de
betwiste ingrediënten ook aanwezig zijn in het
vaccin tegen de seizoensgriep? Zijn op Europees
vlak al afspraken gemaakt om sterker te staan
tegenover de machtige farmaceutische industrie bij
een toekomstige crisissituatie?
07.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais):
L'Agence
européenne
pour
l'évaluation des médicaments (EMEA) a entamé en
2003 l'élaboration d'un scénario du pire en cas de
pandémie de grippe. Les firmes pharmaceutiques
produisent chaque année un vaccin différent contre
la grippe, qui ne présente que de légères
modifications par rapport au vaccin de l'année
précédente, et ce en fonction du type de virus qui
circule. Les firmes qui souhaitaient développer un
vaccin contre la grippe pandémique devaient
montrer, par un test pratique, qu'elles étaient en
mesure de le faire efficacement et de façon sûre.
Trois firmes ont eu l'autorisation de développer un
vaccin conformément aux directives de l'EMEA et
ont obtenu la licence requise. Les autorités ont
également évalué les données de manière
continue, de façon à ce que les firmes puissent
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het Europees Geneesmiddelenagentschap, EMEA,
is in 2003 begonnen met de voorbereiding van een
worstcasescenario
in
het
geval van een
grieppandemie. Firma's produceren elk jaar een
ander griepvaccin, met slechts kleine wijzigingen
ten opzichte van het jaar daarvoor, volgens het
virustype dat de ronde doet. De firma's die een
pandemisch vaccin wilden ontwikkelen, moesten via
een praktische test aantonen dat zij dat veilig en
efficiënt konden doen. Drie firma's konden een
pandemisch vaccin aanmaken volgens de EMEA-
richtlijnen en kregen een licentie. De overheden
evalueerden de gegevens ook doorlopend, zodat de
firma's hun gegevens konden indienen zodra ze
beschikbaar waren. Deze gegevens werden
zorgvuldig geanalyseerd door twee ervaren,
onafhankelijke teams per vaccin.
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
transmettre leurs données dès le moment où elles
étaient disponibles. Les données de chaque vaccin
ont été soigneusement analysées par deux équipes
expérimentées et indépendantes l'une de l'autre.
Un groupe d'experts a été constitué et chargé
d'évaluer le travail de ces équipes puis de faire des
recommandations qui sont ensuite examinées par
le Comité des médicaments à usage humain auquel
la Commission européenne demande son avis
lorsqu'elle
amenée
à
approuver
la
commercialisation d'un médicament. Quand la
pandémie de grippe A/H1N1 a éclaté en 2009,
l'EMEA était donc prête à évaluer des vaccins
pandémiques.
Een groep van deskundigen werd samengesteld om
het werk van die teams te evalueren en om
aanbevelingen te doen, die nadien worden
besproken door het Committee for Medicinal
Products for Human Use, waaraan de Europese
Commissie advies vraagt voor de goedkeuring van
de verkoop van een geneesmiddel. Toen de
A/H1N1-grieppandemie in 2009 effectief uitbrak,
was het EMEA dus klaar om pandemische vaccins
te evalueren.
Même s'il était question d'une procédure accélérée,
les choses se sont déroulées selon un planning et
des règles stricts. Par ailleurs, la procédure
accélérée ne concernait que le traitement
administratif.
À
titre
d'exemple:
pour
l'enregistrement des dossiers de nouveaux
médicaments et vaccins, ceux-ci doivent avoir été
testés cliniquement sur 3 000 volontaires mais pour
l'approbation du vaccin de la pandémie A/H1N1,
l'EMEA avait déjà évalué une étude clinique sur
9 000 volontaires fin septembre 2009 et des
données supplémentaires d'une étude en cours sur
50 000 personnes âgées en bonne santé étaient
également disponibles.
Pendant la présidence belge, un groupe de travail
européen a été mis en place pour préparer un
système d'achat commun de vaccins. À l'inverse du
vaccin pour la grippe saisonnière, qui ne contenait
pas de squalène ni de thiomersal, l'ajout de ces
substances était nécessaire dans le cadre de la
pandémie pour des raisons techniques liées à la
production.
Zelfs al was er sprake van een versnelde
procedure, toch verliep dit strikt gepland en
gereguleerd.
Bovendien
betrof
de
snellere
procedure enkel de administratieve behandeling. Bij
wijze van voorbeeld: voor de registratie van
dossiers voor nieuwe geneesmiddelen en vaccins
moeten normaal 3.000 vrijwilligers klinisch worden
getest, maar voor de goedkeuring van het A/H1N1
pandemievaccin had het EMEA eind september
2009 al een klinische studie op 9.000 vrijwilligers
geëvalueerd en waren er ook bijkomende gegevens
beschikbaar
van
een
lopende
studie
op
50.000 gezonde ouderlingen.
Tijdens het Belgisch voorzitterschap werd een
Europese werkgroep opgericht om een systeem
voor te bereiden voor een gezamenlijke aankoop
van
vaccins.
In
tegenstelling
tot
het
seizoensgriepvaccin, dat geen squaleen of
thiomersal bevatte, was voor de pandemie de
toevoeging van die stoffen wel vereist om
productietechnische redenen.
07.03 Rita De Bont (VB): Nous avons
heureusement saisi l'occasion de la présidence de
l'Union européenne pour définir une série d'accords
à l'échelon européen, de manière à consolider notre
position future face à l'industrie pharmaceutique et,
en cas de problème, à pouvoir éventuellement
répartir aussi les responsabilités entre les pouvoirs
publics et l'industrie pharmaceutique.
07.03 Rita De Bont (VB): Gelukkig heeft men
gebruik gemaakt van het Europees voorzitterschap
om op Europees vlak afspraken te kunnen maken
om in de toekomst nog sterker te staan tegenover
de
farmaceutische
industrie
en
om
de
verantwoordelijkheid in geval van problemen
eventueel ook te verdelen over de overheid en de
farmaceutische industrie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'enregistrement de la
vaccination contre la poliomyélite" (n° 2046)
08 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de aangifte van poliovaccinatie"
(nr. 2046)
08.01 Rita De Bont (VB): La vaccination contre la 08.01 Rita De Bont (VB): De vaccinatie tegen
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
poliomyélite est obligatoire et est administrée en
Flandre par Kind & Gezin. Cet organisme enregistre
les vaccinations et communique les informations
aux services de la population. Les parents doivent
de leur côté également transmettre l'attestation de
vaccination sur un formulaire papier.
Est-il possible de confier cette compétence fédérale
aux Communautés? À défaut, Kind & Gezin peut-il
transmettre les informations par l'intermédiaire
d'une plateforme eHealth sans intervention des
parents? Cette question a-t-elle déjà été évoquée
avec le ministre flamand de la Santé et du Bien-
être? La ministre aurait-elle elle-même une
proposition à formuler pour la simplification
administrative de la transmission de ces
informations?
poliomyelitis is verplicht en wordt in Vlaanderen
toegediend door Kind & Gezin. Dat registreert de
vaccinaties en stuurt de informatie door naar de
bevolkingsdiensten. Daarnaast moeten de ouders
ook zelf de vaccinatie op een papieren formulier
doorgeven.
Is het mogelijk om deze federale bevoegdheid over
te laten aan de Gemeenschappen? Als dit
onmogelijk zou zijn, kan Kind & Gezin de informatie
dan doorgeven via het eHealth-platform zonder
tussenkomst van de ouders? Werd deze
problematiek al besproken met de Vlaamse minister
van Gezondheid en Welzijn? Heeft de minister zelf
een
voorstel
voor
de
administratieve
vereenvoudiging van deze informatie?
08.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): La vaccination obligatoire contre la
poliomyélite s'inscrit dans le cadre d'une mesure de
prévention nationale et internationale destinée à
éradiquer cette maladie dans le monde entier.
À l'exception des mesures nationales de prévention,
les Communautés sont compétentes en matière de
médecine préventive. Les bourgmestres contrôlent
le respect de l'obligation de vaccination et signalent
les négligences aux inspecteurs fédéraux qui
peuvent alors dresser un procès-verbal.
Le gouvernement étant en affaires courantes, il
m'est impossible de commenter une éventuelle
nouvelle initiative et encore moins de m'atteler au
travail législatif nécessaire pour apporter une
quelconque modification. J'ai cependant chargé
mon administration d'étudier le dossier.
Le président: La Conférence des présidents s'est
mise d'accord sur la portée que peut revêtir une
question parlementaire dans le cadre des affaires
courantes.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
verplichte inenting tegen poliomyelitis betreft een
nationale en internationale preventiemaatregel om
polio op wereldschaal uit te roeien.
De Gemeenschappen zijn, met uitzondering van de
nationale preventiemaatregelen, bevoegd op het
gebied
van
de
preventiegeneeskunde.
De
burgemeesters gaan na of de verplichte inenting
wordt nageleefd en melden nalatigheden aan de
federale gezondheidsinspecteurs, waarna de
inspecteurs een proces-verbaal kunnen opstellen.
Gelet op de lopende zaken kan ik geen
commentaar geven over een eventueel nieuw
initiatief en evenmin het nodige wetgevende werk
aanvatten om iets te wijzigen. Ik heb mijn
administratie echter wel de opdracht gegeven het
dossier te onderzoeken.
De voorzitter: In de Conferentie van voorzitters zijn
afspraken gemaakt over wat de strekking van een
parlementaire vraag in een periode van lopende
zaken kan zijn.
Les questions concernant les intentions et le point
de vue du gouvernement, en l'occurrence le
transfert de compétence, n'entrent pas dans le
cadre convenu lors de la Conférence.
Vragen naar intenties en naar het standpunt van de
regering,
in
dit
geval
over
de
bevoegdheidsoverdracht, valt buiten het kader dat
in de Conferentie werd afgesproken.
08.03 Rita De Bont (VB): Je voulais seulement
demander si la plateforme e-Health existante, mise
en place sous le gouvernement précédent et non
encore entièrement aboutie, pourrait contribuer à
une meilleure transmission de ces informations. Je
crois que la ministre peut examiner la question,
même en affaires courantes.
Le président: Ce n'est pas tout à fait certain.
08.03 Rita De Bont (VB): Ik wou alleen weten of
het bestaande eHealth-platform, dat in de vorige
regeerperiode tot stand is gekomen en nog niet
volledig is ontwikkeld, kon worden gebruikt om die
informatie vlotter door te geven. Ik denk dat de
minister dat kan onderzoeken, zelfs in een periode
van lopende zaken.
De voorzitter: Dat is niet helemaal zeker.
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les services agréés de
soins à domicile" (n° 2050)
09 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de erkende
diensten voor thuisverzorging" (nr. 2050)
09.01 Manu Beuselinck (N-VA): Les services de
soins à domicile peuvent obtenir une allocation
forfaitaire pour l'assurance obligatoire de leurs
coûts spécifiques. Les conditions pour l'obtention de
cette allocation semblent avoir été élaborées sur
mesure pour les grandes organisations. Les
services agréés reçoivent plus de 13 000 euros par
trimestre pour quatorze équivalents temps plein.
Quelles valeurs ajoutées sont prévues en
contrepartie de cet investissement? Comment la
valeur ajoutée de la qualité des soins est-elle
objectivée? Quels services agréés reçoivent cette
allocation forfaitaire? Quels montants ont été
octroyés aux services de soins à domicile depuis
2006 pour des honoraires infirmiers?
09.01
Manu
Beuselinck
(N-VA):
Thuisverplegingsdiensten kunnen een forfaitaire
tegemoetkoming krijgen voor de verplichte
verzekering van hun specifieke kosten. De
voorwaarden voor deze tegemoetkoming lijken op
maat geschreven van de grotere organisaties.
Erkende diensten krijgen per kwartaal per veertien
voltijdequivalenten ruim 13.000 euro.
Welke meerwaarden staan tegenover deze
investering? Op welke wijze wordt de meerwaarde
van de zorgkwaliteit geobjectiveerd? Welke erkende
diensten krijgen die forfaitaire tegemoetkoming?
Welke bedrag aan verpleegkundige honoraria werd
aan de diensten voor thuisverpleging uitgekeerd
sinds 2006?
09.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Il est difficile de mesurer précisément
dans quelle mesure le remboursement a contribué
à améliorer la qualité des soins infirmiers à
domicile. Nous ne disposons d'aucun instrument
validé à cet effet.
Le remboursement est cependant lié à des
conditions qui doivent faire progresser la qualité et
la coordination, parmi lesquelles une formation
permanente et une peer review des infirmiers. Les
soins que peut dispenser l'infirmier responsable
sont limités, de manière à dégager le temps
nécessaire pour veiller à la qualité, la coordination,
la continuité et l'évaluation. Le nombre de visites
quotidiennes effectuées par un infirmier est
également restreint afin qu'il puisse consacrer
davantage de temps à chaque patient.
La demande de remboursement doit attester le
respect de ces critères et l'INAMI est chargé du
contrôle des demandes. La réglementation ressortit
au service d'Évaluation et de Contrôle médicaux.
Je transmets à la commission un historique du
nombre de remboursements accordés depuis 2006.
Les données de profil INAMI sont associées à des
infirmiers individuels, sans référence aux services
de soins infirmiers à domicile et il m'est dès lors
impossible de vous fournir les honoraires infirmiers
par service.
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
welke mate de tegemoetkoming de kwaliteit van de
thuisverplegingsdiensten precies verbetert, is
moeilijk te meten. Wij hebben daarvoor geen
gevalideerd instrument.
Wel is de tegemoetkoming gekoppeld aan
voorwaarden die de kwaliteit en de coördinatie
moeten verbeteren, zoals een permanente opleiding
en peer review van de verpleegkundigen. De
verantwoordelijke verpleegkundige mag ook maar
in beperkte mate zelf verzorging verlenen, zodat er
voldoende tijd is om te waken over de kwaliteit,
coördinatie, continuïteit en evaluatie. Ook is het
aantal bezoeken dat een verpleegkundige per dag
aflegt beperkt, zodat er meer tijd per patiënt is.
In de aanvraag voor een tegemoetkoming moet
worden aangetoond dat aan deze verplichtingen
wordt voldaan. De aanvragen worden door het
RIZIV gecontroleerd. De regelgeving valt onder de
dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle.
Ik overhandig de commissie een overzicht van het
aantal tegemoetkomingen dat werd betaald sinds
2006. De verpleegkundige honoraria per dienst kan
ik niet geven, omdat de RIZIV-profielgegevens aan
individuele verpleegkundigen gekoppeld zijn en niet
verwijzen naar thuisverplegingsdiensten.
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
09.03 Manu Beuselinck (N-VA): Nous sommes
tous demandeurs de soins infirmiers à domicile de
meilleure qualité. J'estime néanmoins que les
règles favorisent les grandes organisations alors
que les infirmiers à domicile indépendants peuvent
également assurer des formations et des services
de gardes supplémentaires. Tous les infirmiers à
domicile ne sont malheureusement pas financés de
la même façon.
09.03 Manu Beuselinck (N-VA): We zijn allemaal
voor meer kwaliteit in de thuisverpleging. Wel vind
ik dat de regels de grote organisaties begunstigen,
terwijl ook zelfstandige thuisverplegers kunnen
instaan voor extra opleidingen en wachtdiensten.
Helaas worden niet alle thuisverpleegkundigen op
dezelfde wijze gefinancierd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les dangers des
boissons light et de l'aspartame pour les femmes
enceintes" (n° 2067)
10 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de gevaren
van lightdranken en aspartaam voor zwangere
vrouwen" (nr. 2067)
10.01 Colette Burgeon (PS): L'aspartame ­
l'édulcorant le plus utilisé au monde ­ se retrouve
dans 6 000 produits, dont plus de 500 produits
pharmaceutiques.
Selon
une
étude
danoise
portant
sur
60 000 Danoises enceintes, la consommation d'une
boisson gazeuse avec un édulcorant augmente de
38 % les risques de naissance avant terme (et de
78 % quand c'est plus de quatre boissons). Cette
étude sur les dangers de l'aspartame en suit une
autre, italienne, qui démontre que cet édulcorant
élève les risques de cancers du foie et du poumon
chez les souris mâles. En France, l'Agence
nationale de sécurité sanitaire a indiqué, ce
12 janvier, qu'elle allait examiner ces nouvelles
études en vue d'éventuelles recommandations aux
autorités et, le cas échéant, d'une saisine de
l'Autorité européenne de sécurité alimentaire
(EFSA).
Le SPF Santé publique dispose-t-il d'études qui
corroborent ces données? Faut-il appliquer le
principe de précaution pour la femme enceinte?
Quelles dispositions suggérez-vous pour lui offrir
une protection suffisante? Ne faut-il pas renforcer la
législation en matière d'obligation d'information du
consommateur dans ce domaine?
10.01 Colette Burgeon (PS): Aspartaam ­ de
meest gebruikte zoetstof ter wereld ­ is aanwezig in
6.000
producten,
waarvan
meer
dan
500 farmaceutische.
Een Deense studie bij 60.000 zwangere Deense
vrouwen heeft aangetoond dat het drinken van één
frisdrank met zoetstof het risico op vroeggeboorte
met 38 procent doet toenemen (en met 78 procent
als men meer dan vier frisdranken nuttigt). Die
studie over de gevaren van aspartaam volgt op een
andere, Italiaanse studie waaruit blijkt dat
aspartaam het risico op lever- en longkanker bij
mannelijke muizen verhoogt. In Frankrijk buigt het
Agence nationale de sécurité sanitaire zich sinds
12 januari over die nieuwe studies teneinde
mogelijke aanbevelingen aan de autoriteiten te
richten en, in voorkomend geval, deze zaak bij de
European Food Safety Authority (EFSA) aanhangig
te maken.
Beschikt de FOD Volksgezondheid over studies die
deze
gegevens
staven?
Dient
het
voorzorgsbeginsel te worden toegepast met
betrekking
tot
zwangere
vrouwen?
Welke
maatregelen stelt u voor om zwangere vrouwen
voldoende bescherming te bieden? Moet de
wetgeving met betrekking tot de informatieplicht ten
aanzien van de consument op dit vlak niet worden
versterkt?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): À
la demande de la DG4 du SPF Santé publique,
l'Institut scientifique a réalisé une étude sur les
édulcorants de table. L'ingestion totale d'aspartame
a été estimée à 1,4 mg par kg de poids corporel par
jour, soit moins que la dose journalière admissible.
L'ingestion moyenne totale est encore plus basse:
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Op
verzoek van de DG4 van de FOD Volksgezondheid
heeft
het
Wetenschappelijk
Instituut
Volksgezondheid een studie gewijd aan de
tafelzoetstoffen. De totale dagelijkse inname van
aspartaam wordt geschat op 1,4 mg per kg
lichaamsgewicht, wat minder is dan de toegelaten
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
0,5 mg par kg de poids corporel par jour.
Le principe de précaution ne peut être invoqué que
dans des cas particuliers où la possibilité existe
d'effets nocifs sur la santé mais où il subsiste une
incertitude scientifique. Dans le cas présent, les
résultats des études devraient être évalués avant
d'envisager toute mesure. L'étude danoise fait
l'objet de contestations. L'aspartame doit être
entièrement réévalué, au plus tard fin 2020, dans le
cadre du programme pour la réévaluation des
additifs alimentaires autorisés prévue par le
règlement 257/2010.
Toute disposition législative dans ce domaine est
une prérogative de la Commission européenne. La
législation européenne est fondée sur les avis de
l'Autorité européenne de sécurité des aliments et
c'est la responsabilité de l'EFSA d'examiner les
nouvelles études.
dagdosis. De gemiddelde totale dagelijkse inname
ligt nog lager: 0,5 mg per kg lichaamsgewicht.
Het voorzorgsbeginsel kan slechts worden
aangevoerd in specifieke gevallen, waarin er naast
de mogelijkheid van negatieve gezondheidseffecten
ook wetenschappelijke onzekerheid bestaat. In
voorkomend geval moet men de resultaten van de
studies evalueren alvorens men tot het nemen van
maatregelen kan overgaan. De Deense studie heeft
heel wat tegenspraak uitgelokt. De zoetstof
aspartaam dient volledig opnieuw te worden
beoordeeld, ten laatste eind 2020, in het kader van
het programma voor de herbeoordeling van
goedgekeurde levensmiddelenadditieven, zoals
bepaald bij verordening 257/2010.
Het is aan de Europese Commissie om een
wetgevend initiatief in dit domein te nemen. De
Europese wetgeving is gestoeld op de adviezen van
de EFSA en het is de taak van die instantie om de
nieuwe studies onder de loep te nemen.
L'EFSA a annoncé que son groupe scientifique sur
les additifs alimentaires en discutera lors de sa
prochaine réunion du 1
er
au 3 février, au cours de
laquelle sera évaluée la nécessité de travaux
scientifiques complémentaires. L'EFSA a aussi
organisé une série de réunions rassemblant des
experts nationaux. Ce groupe a conclu en 2010
qu'aucun élément nouveau n'avait été identifié.
L'agence en charge de la sécurité des aliments au
Royaume-Uni a lancé une étude pilote sur
l'aspartame. À ce stade, il n'est donc pas approprié
de prendre des mesures additionnelles.
Enfin,
le
20 janvier
2011,
une
exigence
supplémentaire d'étiquetage des additifs entrera en
application: les fabricants d'édulcorants de table
devront mettre à la disposition des consommateurs
les informations nécessaires à une utilisation de ces
produits en toute sécurité.
Les distributeurs ou fabricants de certains
édulcorants de table mentionnent déjà sur
l'étiquette que le produit ne convient pas aux petits
enfants ni aux femmes enceintes. Il faut que cette
nouvelle obligation soit correctement interprétée et
appliquée. J'insisterai auprès de la Commission en
ce sens.
De
EFSA
heeft
aangekondigd
dat
haar
wetenschappelijk
panel
voor
levensmiddelenadditieven de kwestie zal bespreken
tijdens de eerstvolgende vergadering van 1 tot
3 februari. Dan zal er worden nagegaan of er
bijkomend wetenschappelijk werk nodig is. De
EFSA heeft ook een reeks vergaderingen met
nationale deskundigen georganiseerd. Dit panel
kwam in 2010 tot het besluit dat er geen nieuwe
gegevens waren opgedoken.
Het agentschap voor de voedselveiligheid in het
Verenigd Koninkrijk is gestart met een pilotstudie
over aspartaam. Het is derhalve voorbarig om nu al
aanvullende maatregelen te nemen.
Ten slotte zal er op 20 januari 2011 een bijkomende
eis
inzake
etikettering
van
levensmiddelenadditieven in werking treden: de
producenten van tafelzoetstoffen zullen de
consumenten de nodige aanwijzingen moeten
geven voor een veilig gebruik van die producten.
De distributeurs of producenten van bepaalde
tafelzoetstoffen vermelden al op het etiket dat het
product niet geschikt is voor kleine kinderen of
zwangere vrouwen. Deze nieuwe verplichting moet
correct worden geïnterpreteerd en toegepast. Ik zal
daar bij de Commissie op aandringen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Miranda Van Eetvelde à la 11 Vraag van mevrouw Miranda Van Eetvelde aan
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'arrêté royal du 22 juin
2010" (n° 2091)
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het koninklijk
besluit van 22 juni 2010" (nr. 2091)
11.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Pour
renforcer l'attrait de la profession d'infirmier et de
personnel soignant, il a été décidé d'octroyer aux
membres
du
personnel
une
allocation
supplémentaire pour les prestations effectuées à
des heures irrégulières. Cette mesure a été réglée
en vertu de l'arrêté royal du 22 juin 2010. Le
personnel
bénéficierait
d'une
allocation
supplémentaire de respectivement 20 et 35 % pour
les prestations effectuées le soir et la nuit. L'entrée
en vigueur était prévue pour le mois de janvier 2011
et le système de paiement des organismes a dès
lors dû être adapté.
Les allocations de soirée et de nuit s'ajoutent-elles à
l'allocation forfaitaire existante de 11 % et
éventuellement aux allocations supplémentaires
déjà octroyées? Un autre système de paiement
peut-il être appliqué ou le système élaboré est-il le
seul applicable? Qu'adviendra-t-il des organismes
qui continuent à appliquer un système de paiement
non conforme à l'arrêté royal après le mois de
janvier 2011? De quelle manière les membres du
personnel peuvent-ils imposer un système de
paiement conforme à l'arrêté royal? Les sommes
que le personnel n'a pas perçues pour une période
donnée peuvent-elles être récupérées?
11.01 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Om het
beroep van verpleegkundig en verzorgend
personeel aantrekkelijker te maken, werd beslist om
de personeelsleden een extra toelage toe te kennen
voor het presteren van onregelmatige uren. Deze
beslissing werd geregeld in het KB van 22 juni
2010. De personeelsleden zouden voor avond- en
nachtprestaties
een
extra
toelage
van
respectievelijk 20 procent en 35 procent krijgen. De
inwerkingtreding was voor januari 2011 gepland,
waardoor het betalingssysteem van de organisaties
moest worden aangepast.
Komen de avond- en nachttoelagen steeds
bovenop de bestaande forfaitaire toelage van
11 procent en eventueel reeds toegekende extra
toelagen? Is een alternatief betalingssysteem
mogelijk of is het uitgewerkte systeem het enig
mogelijke systeem? Wat gebeurt er met
organisaties die na januari 2011 nog steeds een
betalingssysteem hanteren dat niet conform het KB
is? Op welke wijze kunnen de personeelsleden een
betalingssysteem conform het KB afdwingen? Kan
het loon dat het personeel tijdens een bewuste
periode te weinig heeft ontvangen, worden
ingevorderd?
11.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Différentes mesures ont en effet été
adoptées pour renforcer l'attrait de la profession
d'infirmier.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
werden in het kader van het aantrekkelijker maken
van het beroep van verpleegkundige inderdaad
verschillende maatregelen goedgekeurd.
L'arrêté royal du 22 juin 2010 concrétise deux
mesures qui sont applicables depuis 2010. Les
compléments de salaire pour les prestations de
soirée et de nuit s'appliquent au secteur privé. Des
compléments de salaire similaires sont prévus pour
le secteur public.
Les employeurs doivent verser les compléments de
salaire à partir du 1
er
janvier 2010. Les
financements prévus doivent couvrir toute l'année, y
compris une indexation des compléments ultérieurs.
Un protocole signé par les représentants locaux des
syndicats doit démontrer que l'avantage prévu a bel
et bien été accordé. Le financement sera récupéré
en l'absence d'un tel protocole. Les praticiens de
l'art infirmier titulaires d'un titre professionnel
particulier ou d'une qualification professionnelle
particulière peuvent recevoir leurs primes dans le
cadre de cet arrêté royal.
Het KB van 22 juni 2010 concretiseert twee
maatregelen
die
gelden vanaf
2010. De
loontoeslagen voor de avond- en nachtprestaties
gelden
voor
de
privésector.
Voor
de
overheidssector wordt voorzien in gelijkaardige
loontoeslagen.
De werkgevers moeten de loontoeslagen vanaf
1 januari 2010 betalen. De geplande financieringen
moeten het hele jaar dekken met een indexering
voor de volgende toeslagen. Een door de lokale
vertegenwoordigers van de vakbonden ondertekend
protocol moet bewijzen dat het geplande voordeel
wel degelijk werd toegekend. Bij gebrek daaraan zal
de financiering worden teruggevorderd. Ook de
verpleegkundigen die houder zijn van een
bijzondere beroepstitel of van een bijzondere
beroepsbekwaamheid, kunnen via dit KB hun
premies ontvangen.
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
Les réponses aux questions les plus fréquemment
posées peuvent être consultées sur le site internet
du SPF, ainsi que sur d'autres sites dont je
transmettrai l'adresse par écrit.
De antwoorden op de meest gestelde vragen staan
op de website van de FOD en op sommige
internetadressen, die ik schriftelijk zal bezorgen.
11.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): J'attends
avec intérêt le rapport pour pouvoir fournir des
informations complémentaires aux CPAS locaux.
11.03 Miranda Van Eetvelde (N-VA): Ik kijk uit
naar het verslag om de lokale OCMW's meer
informatie te kunnen geven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Nathalie Muylle à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la pénurie de pédiatres"
(n° 2094)
12 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het tekort aan
pediaters" (nr. 2094)
12.01 Nathalie Muylle (CD&V): À partir du
1
er
janvier 2012, les hôpitaux devront disposer de
quatre pédiatres à temps plein. Étant donné le petit
nombre de pédiatres arrivant sur le marché de
l'emploi, il devient très difficile de satisfaire à cette
exigence.
Combien d'hôpitaux disposent déjà de quatre
pédiatres à temps plein?
La ministre aurait requis l'avis du Conseil national
des établissements hospitaliers.
Quel est le résultat de cette consultation? Quelle
suite la ministre réservera-t-elle aux avis rendus par
le Conseil concernant le programme de soins pour
enfants?
12.01 Nathalie Muylle (CD&V): Vanaf 1 januari
2012 moeten alle ziekenhuizen over vier voltijdse
pediaters beschikken. Gezien het kleine aantal
afgestudeerden wordt het zeer moeilijk om aan die
verplichting te voldoen.
Hoeveel ziekenhuizen beschikken vandaag al over
vier voltijdse pediaters?
De minister zou over deze kwestie advies hebben
gevraagd
aan
de
Nationale
Raad
voor
Ziekenhuisvoorzieningen.
Wat was daarvan het resultaat? Wat zal de minister
doen met de adviezen van de Nationale Raad over
het zorgprogramma voor kinderen?
12.02
Laurette
Onkelinx
,
ministre
(en
néerlandais): Les données les plus récentes datent
de 2009. Il ressort d'une étude du SPF Santé
publique que 102 hôpitaux disposent de lits agréés
sous l'index E, répartis sur 110 implantations. Vingt-
quatre sites ne disposaient pas de quatre
équivalents temps plein de pédiatre. Pour 19 autres
implantations, on dénombrait cinq dérogations
géographiques, une restructuration, un hôpital avec
plusieurs implantations et trois hôpitaux avec un
engagement budgétaire assuré. Tous les hôpitaux
universitaires disposent d'équipes pédiatriques avec
plus de quatre équivalents temps plein.
L'arrêté royal du 9 décembre 2009 a reporté au
1
er
janvier 2012 l'échéance pour disposer de quatre
pédiatres. L'accessibilité des services de pédiatrie
ne pouvant être compromise, une évaluation de cet
élargissement du cadre médical sera effectuée
avant cette date.
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
meest recente gegevens dateren van 2009. Uit een
studie van de FOD Volksgezondheid bleek dat 102
ziekenhuizen over erkende E-bedden beschikken,
verdeeld
over
110
vestigingsplaatsen.
Op
24 vestigingsplaatsen
waren
er
geen
vier
voltijdequivalenten pediaters. Bij 19 andere
vestigingsplaatsen waren er vijf geografische
uitzonderingen,
een
herstructurering,
een
ziekenhuis met meerdere vestigingsplaatsen en drie
ziekenhuizen met een verzekerde budgettaire
vastlegging. In alle universitaire ziekenhuizen zijn er
pediatrische
teams
met
meer
dan
vier
voltijdequivalenten.
Met het KB van 9 december 2009 werd de termijn
om te beschikken over vier pediaters uitgesteld tot
1 januari 2012. Omdat de toegankelijkheid van de
pediatriediensten niet in het gedrang mag komen,
komt er vóór die datum een evaluatie van deze
verruiming van het medische kader.
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
L'étude montre que le problème ne se situe pas au
niveau du nombre de pédiatres disponibles, mais au
niveau de l'attractivité de la pédiatrie en milieu
hospitalier, notamment en raison de l'obligation de
garde, assez pesante. Nous examinons les moyens
d'y remédier.
Volgens de studie is het probleem niet het aantal
beschikbare
pediaters,
maar
wel
de
aantrekkelijkheid van de ziekenhuispediatrie, onder
meer door de vrij zware wachtdienstverplichting. Wij
onderzoeken hoe dit kan worden verholpen.
La réglementation peut être adaptée si une
extension s'avère impossible en raison d'une
pénurie de pédiatres.
Als een verruiming niet mogelijk blijkt door een
tekort aan pediaters, kan de regelgeving worden
aangepast.
12.03 Nathalie Muylle (CD&V): Le problème des
services de garde pesants s'explique évidemment
par la féminisation de la pédiatrie. Je me félicite que
la ministre traite le problème dans un cadre plus
large et pas seulement sur la base du nombre
d'ETP. Il importe avant tout que les enfants puissent
disposer de soins à proximité.
12.03 Nathalie Muylle (CD&V): Het probleem van
de zware wachtdiensten heeft natuurlijk te maken
met de vervrouwelijking van de pediatrie. Ik ben blij
dat de minister het probleem in een ruimer kader
ziet en niet enkel op basis van VTE-aantallen. Het is
vooral belangrijk dat kinderen dichtbij kunnen
beschikken over zorgverlening.
L'incident est clos.
Le président: Les questions n
os
2104 et 2151 de
Mme Fonck sont transformées en questions écrites.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vragen nrs 2104 en 2151 van
mevrouw Fonck worden omgezet in schriftelijke
vragen.
13 Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les médiateurs
interculturels" (n° 2131)
13 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
interculturele bemiddelaars" (nr. 2131)
13.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Un récent
rapport de la Ligue flamande contre le cancer
soulève le problème des médiateurs interculturels
(MIC) qui jouent le rôle d'interprète entre le médecin
et le patient de manière à assurer une bonne
compréhension du diagnostic. L'initiative est
louable, mais les médiateurs sont trop peu
nombreux et la Ligue demande par conséquent une
augmentation du budget fédéral.
Un projet pilote qui bénéficie d'un financement de
240 000 euros est actuellement mené pour
proposer
une
médiation
interculturelle
par
visioconférence.
Le rapport cite également un plan destiné à soutenir
une équipe de huit MIC par le biais du financement
hospitalier.
En
l'absence
de
compétences
ministérielles de plein exercice, ce projet ne pourrait
toutefois pas être réalisé.
Ces informations sont-elles exactes? Que pense la
ministre de l'augmentation budgétaire réclamée?
Qu'en est-il du projet pilote de visioconférence?
13.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Onlangs
hekelde de Vlaamse Liga tegen Kanker in een
rapport de interculturele bemiddelaars (ICB's), die
optreden als tolk tussen een arts en een patiënt
voor een goed begrip van de diagnose. Het is een
goed initiatief, maar er zijn niet voldoende
bemiddelaars en bijgevolg vraagt de Liga een
verhoging van het federale budget.
Momenteel loopt er wel een proefproject waarbij
240.000 euro werd uitgetrokken om interculturele
bemiddeling aan te bieden via videoconferentie.
Het rapport maakt ook gewag van een plan om via
de ziekenhuisfinanciering een pool van een achttal
ICB's te ondersteunen. Door een gebrek aan volle
ministeriële bevoegdheden zou dit echter niet in
werking kunnen treden.
Is dat zo? Wat denkt de minister over de gevraagde
budgetverhoging? Hoe staat het met het
proefproject om te werken met videoconferenties?
13.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Il existait effectivement dans le cadre
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
het raam van een proefproject was er inderdaad
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
d'un projet pilote, un projet destiné à évaluer la
pertinence des médiateurs interculturels pour des
médecins généralistes à Anvers, Bruxelles,
Charleroi, Gand et Liège. Un budget de
300 000 euros
avait
été
inscrit,
mais
le
gouvernement étant en affaires courantes, le projet
n'a pas pu démarrer. La préparation de la plupart
des projets a été finalisée avec succès et un
lancement rapide de cette initiative demeure dès
lors toujours possible.
een plan om de relevantie te evalueren van
interculturele bemiddelaars voor huisartsen in
Antwerpen, Brussel, Charleroi, Gent en Luik. Er was
een budget van 300.000 euro ingeschreven, maar
het project kon niet worden opgestart omwille van
de regering van lopende zaken. De voorbereiding
van de meeste projecten werd succesvol afgerond,
zodat een snelle opstart van dit initiatief ook steeds
mogelijk blijft.
Les résultats positifs de la médiation interculturelle
plaident en faveur de son renforcement, mais
compte tenu des limitations budgétaires, nous ne
pouvons nous y engager pour l'instant. Le projet
pilote de médiation interculturelle par système de
visioconférence
est
actuellement
en cours
d'expérimentation dans deux hôpitaux flamands et
deux hôpitaux francophones. Un premier rapport
est déjà disponible et le rapport d'activités 2010
sera publié d'ici la fin avril. Le projet sera en tout
cas prolongé jusqu'à fin 2011. Le système sera
également
testé
avec
des
personnes
malentendantes.
De positieve resultaten van de interculturele
bemiddeling pleiten in het voordeel van een
versterking ervan, maar gezien de budgettaire
beperkingen kunnen we ons daartoe nu niet
engageren. Het proefproject van interculturele
bemiddeling via een videoconferentiesysteem loopt
nu in twee Vlaamse en twee Franstalige
ziekenhuizen. Een eerste rapport is al beschikbaar,
een verslag van de activiteiten in 2010 zal er zijn
tegen eind april en het project wordt verlengd tot
eind 2011. Het systeem zal ook worden getest voor
gehoorgestoorde personen.
13.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Ce projet me
réjouit et je me procurerai certainement les rapports
qui le concernent. L'ouverture aux personnes
sourdes et malentendantes est également une très
bonne initiative.
13.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Ik ben blij met
dit project en zal de verslagen zeker opvragen. Ook
de aandacht voor doven en slechthorenden is een
pluspunt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les aides-soignants
dans le secteur des soins infirmiers à domicile"
(n° 2139)
14 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "zorgkundigen
in de thuiszorgsector" (nr. 2139)
14.01 Manu Beuselinck (N-VA): Le projet pilote
relatif aux aides-soignants dans le secteur des
soins infirmiers à domicile est en cours depuis juin
2007. Le projet était initialement prévu pour une
durée de quatre ans. Une des conditions imposées
aux employeurs potentiels du secteur des soins
infirmiers à domicile était d'être agréés en tant que
service de soins infirmiers à domicile.
La durée initiale du projet sera-t-elle prolongée?
Envisage-t-on de lever la limitation aux services
agréés de soins infirmiers à domicile? Combien
d'aides-soignants sont actuellement actifs dans le
secteur des soins infirmiers à domicile? Pourriez-
vous me fournir un aperçu par forme juridique de
l'employeur?
14.01 Manu Beuselinck (N-VA): Sinds juni 2007
loopt het proefproject met zorgkundigen in de
thuiszorgsector. De geplande duur van het project
was bij de aanvang vier jaar. Een van de
voorwaarden voor potentiële werkgevers in de
thuisverpleging is, dat ze erkend moeten zijn als
dienst thuisverpleging.
Wordt de oorspronkelijke duur van het project
verlengd? Wordt er overwogen om de beperking tot
erkende diensten thuisverpleging op te heffen?
Hoeveel zorgkundigen zijn er momenteel werkzaam
in de thuisverpleging? Graag had ik een overzicht
gekregen per rechtsvorm van de werkgever.
14.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en 14.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
néerlandais):
J'ai
décidé
de
prolonger
provisoirement les conventions des projets pilotes
relatifs aux aides-soignants. Il me sera ainsi
possible d'intégrer structurellement les aides-
soignants dans les soins infirmiers à domicile en
décembre 2011 sur la base de l'évaluation. La
période d'affaires courantes ne permet cependant
pas de dépasser la date du 31 décembre 2011.
Un avenant aux conventions est en préparation et
sera publié prochainement sur le site internet de
l'INAMI. Les services désireux de proroger leur
convention peuvent signer cet avenant et me le
faire parvenir par le biais de l'INAMI. L'adaptation ou
l'extension du régime ne pourra intervenir qu'à
l'issue de l'évaluation du projet pilote, prévue fin
2011.
En 2010, 1 032 aides-soignants étaient actifs dans
le cadre de ce projet pilote. Je ne dispose pas d'un
aperçu par forme juridique.
heb beslist om de overeenkomsten voor de
proefprojecten zorgkundigen voorlopig te verlengen.
Zo kan ik in december 2011 op basis van de
evaluatie de zorgkundigen structureel in de
thuiszorg integreren. De lopende zaken staan
echter niet toe om de datum van 31 december 2011
te overschrijden.
Momenteel
wordt
een
avenant
bij
de
overeenkomsten
voorbereid
en
deze
wijzigingsclausule zal binnenkort op de website van
het RIZIV staan. De diensten die hun overeenkomst
willen verlengen, kunnen die wijzigingsclausule
ondertekenen en mij die bezorgen via het RIZIV.
Een aanpassing of uitbreiding van de regeling kan
pas gebeuren na de evaluatie van het proefproject,
tegen einde 2011.
In 2010 werkten er 1.032 zorgkundigen binnen dat
proefproject. Een overzicht per rechtsvorm is niet
beschikbaar.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de Mme Sarah Smeyers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la demande des ligues
contre le cancer de rendre obligatoires les
emballages neutres pour les produits du tabac"
(n° 2141)
15 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de vraag van
kankerliga's om merkbeeld en logo op
sigarettenpakjes weg te laten" (nr. 2141)
15.01 Sarah Smeyers (N-VA): La fédération
européenne des ligues contre le cancer a
récemment demandé à la Commission européenne
d'introduire le plain packaging pour les cigarettes,
autrement dit de les conditionner dans un
emballage neutre. Selon les études universitaires
réalisées dans plusieurs pays, un paquet moins
bien présenté a un effet dissuasif sur les candidats-
fumeurs et rebute également les fumeurs modérés.
Cimabel, la fédération des producteurs de tabac,
est contre ce projet qu'elle qualifie de violation de la
propriété intellectuelle. Or la loi a déjà été
promulguée en Australie.
Que pense la ministre de cette mesure? Notre pays
adoptera-t-il cette mesure si l'Europe l'entérine?
Des pourparlers avec les producteurs de tabac ont-
ils déjà eu lieu? La ministre envisage-t-elle
également d'autres mesures visant les fumeurs
invétérés?
Le président: Je signale à Mme Smeyers que les
questions sur les intentions d'un gouvernement
inexistant relèvent d'un débat virtuel.
15.01 Sarah Smeyers (N-VA): Onlangs vroeg de
Europese federatie van kankerliga's aan de
Europese Commissie om plain packaging in te
voeren voor sigaretten. Pakjes zouden dan een
neutrale lay-out hebben. Uit universitair onderzoek
in diverse landen blijkt dat minder mooie pakjes
ontradend werken om te beginnen met roken en dat
ze weinig verstokte rokers afschrikken.
Cimabel, de vereniging van tabaksproducenten, is
tegen en werpt op dat het een inbreuk zou zijn op
de intellectuele eigendom. In Australië is de wet
echter al aangenomen.
Hoe staat de minister tegenover deze maatregel?
Zal ons land meestappen in de maatregel als
Europa hem afkondigt? Worden er al gesprekken
met de tabaksproducenten gevoerd? Denkt de
minister ook aan andere maatregelen die op de
verstokte rokers gericht zijn?
De voorzitter: Ik moet mevrouw Smeyers erop
wijzen dat vragen naar intenties van een regering
die er niet is, leidt tot een virtueel debat.
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
15.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): En ce qui concerne les emballages
neutres, seul le nom de la marque est inscrit d'une
manière
standardisée.
L'efficacité
de
ces
emballages pour réduire l'attractivité et augmenter
l'impact des messages imprimés de mise en garde
en matière de santé, plus particulièrement auprès
des fumeurs débutants, a été démontrée dans
plusieurs études.
Pour l'heure, aucun pays au monde n'applique cette
réglementation, mais l'Australie s'apprête à le faire.
Au niveau européen, la Commission européenne
rendra publique une proposition de texte pour fin
2011.
La Belgique a déjà soutenu l'idée lors des
discussions sur la lutte contre le tabagisme au sein
de l'OMS ainsi que lors des discussions sur la
recommandation du Conseil de décembre 2009
relative aux espaces non-fumeurs. Je continue à
apporter mon soutien à l'instauration d'une telle
mesure, y compris au niveau européen.
Pour lutter contre le tabagisme chez les fumeurs
invétérés, il convient de suivre une approche
globale comportant les éléments suivants: la
dénormalisation de la consommation, l'étiquetage,
l'interdiction de fumer dans les lieux publics,
l'interdiction de faire de la publicité, l'aide à la
désaccoutumance, une augmentation du prix,
l'information et la prévention.
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Bij
de neutrale verpakking is het merk enkel aanwezig
via zijn naam, die op een gestandaardiseerde
manier geschreven is. Uit heel wat studies blijkt de
doeltreffendheid van dergelijke verpakkingen om de
aantrekkelijkheid te verminderen en de kracht van
de
gedrukte
gezondheidswaarschuwing
te
verhogen, zeker bij beginnende rokers.
Voorlopig past geen enkel land ter wereld deze
regelgeving toe, maar Australië bereidt zich wel
voor. Op Europees niveau zal de Europese
Commissie tegen eind 2011 een tekstvoorstel
bekendmaken.
België steunde het idee al tijdens de WHO-
besprekingen over de bestrijding van het
tabaksgebruik en tijdens de discussies over de
aanbeveling van de Raad van december 2009
betreffende rookvrije ruimten. Ik blijf mijn steun
verlenen aan de invoering van een dergelijke
maatregel, ook op Europees niveau.
Om het tabaksgebruik bij verstokte rokers tegen te
gaan moet je een alomvattende aanpak volgen:
denormalisatie van het gebruik, etikettering,
rookverbod op openbare plaatsen, reclameverbod,
hulp bij ontwenning, verhoging van de prijs,
informatieverstrekking, preventie.
15.03 Sarah Smeyers (N-VA): Je comprends que
nous devons attendre la directive européenne.
J'espère que la Belgique appliquera ensuite la
mesure dans les meilleurs délais. Des paquets de
couleur blanche sont beaucoup moins attrayants et
constituent un élément utile dans le cadre d'une
approche globale de la question.
15.03 Sarah Smeyers (N-VA): Ik begrijp dat we op
de Europese richtlijn moeten wachten. Ik hoop dat
België de maatregel daarna snel invoert. Witte
pakjes zijn veel minder aantrekkelijk en zijn een
nuttig onderdeel van een totaalaanpak.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de Mme Marie-Christine Marghem à
la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la pénurie de médecins
généralistes" (n° 2143)
16 Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
huisartsentekort" (nr. 2143)
16.01 Marie-Christine Marghem (MR): Dans ma
région, le Tournaisis, un poste de garde avec un
numéro unique (1733) est en train de s'organiser,
comme le prévoit la réglementation.
Il y a, d'une part, des généralistes âgés qui se
dévouent comme ils l'ont toujours fait; d'autre part, il
16.01 Marie-Christine Marghem (MR): In de
streek van Doornik, waar ik woon, wordt
overeenkomstig de regelgeving gewerkt aan het
opzetten van een huisartsenpost met een centraal
nummer (1733).
Enerzijds zijn er de oudere huisartsen die hun werk
doen zoals zij altijd hebben gedaan en anderzijds
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
y a des jeunes qui souhaitent mieux harmoniser leur
vie privée et leur vie professionnelle. Le statut de
médecin généraliste est malheureusement peu
attractif.
Je voudrais vous demander ce que vous seriez
prête à faire pour l'organisation de ces postes de
garde "1733", qui ont besoin d'infrastructure et de
soutien administratif.
Pour les médecins, l'obligation inconditionnelle de
se déplacer sera d'autant plus difficile à mettre en
place sur un territoire vaste.
Seriez-vous prête à instaurer un examen d'entrée,
par exemple à la fin de la première candidature?
zijn er de jonge artsen die hun baan beter met hun
privéleven willen kunnen combineren. Het statuut
van huisarts is jammer genoeg niet echt
aantrekkelijk.
In welke mate zou u bereid zijn uw steun te
verlenen aan het opzetten van deze 1733-posten?
Zij hebben infrastructuur en administratieve
ondersteuning nodig.
Huisartsen moeten zich hoe dan ook verplaatsen,
en dat wordt wel moeilijker in een uitgestrekt
gebied.
Bent u bereid om een ingangsexamen in te richten,
bijvoorbeeld op het einde van de eerste
kandidatuur?
Il faudrait également revaloriser la profession de
médecin généraliste.
De
nombreuses
personnes
consultent
un
neurochirurgien alors qu'elles auraient pu consulter,
dans un premier temps, un neurologue. Il faut être
attentif à la question, sinon, demain, nous n'aurons
plus la possibilité de désengorger les urgences des
hôpitaux.
Men zou ook het beroep van huisarts moeten
herwaarderen.
Veel mensen raadplegen een neurochirurg terwijl ze
eerst naar een neuroloog hadden kunnen gaan. We
moeten de nodige aandacht besteden aan de
kwestie. Anders zullen we in de nabije toekomst
niets meer kunnen ondernemen tegen de
overbelasting van de spoeddiensten in de
ziekenhuizen.
16.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Tout ce qui concerne la politique en matière
d'études et d'examens d'entrée ne relève pas de la
compétence du gouvernement fédéral, mais des
Communautés.
Les avis concernant les quotas en matière de
numéros INAMI diffèrent au Nord et au Sud du
pays. Je n'adopterai pas de position tranchée au
nom du gouvernement.
La réflexion avance dans la Commission de
planification. Il peut y avoir à la fois beaucoup de
médecins et une pénurie de pédiatres ou de
neurologues. Une planification intelligente est donc
nécessaire.
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
federale overheid is niet langer bevoegd voor alles
wat met studies en toelatingsexamens te maken
heeft. Dat beleidsdomein is gemeenschapsmaterie
geworden.
De adviezen met betrekking tot de quota voor de
RIZIV-nummers lopen aan beide zijden van de
taalgrens uiteen. Ik zal geen duidelijk standpunt
innemen namens de regering.
In de Planningscommissie schiet de reflectie goed
op. Op een gegeven moment kan er zowel een
overaanbod van huisartsen als een tekort aan
kinderartsen of neurologen ontstaan. Er is dus een
doordachte planning nodig.
Toute l'organisation de la garde de première ligne
des soins est assurée dans notre pays par les
cercles de médecins généralistes. Ils sont d'ailleurs
subventionnés proportionnellement au nombre
d'habitants de la zone couverte par chacun des
cercles.
Nous avons travaillé avec ceux-ci sur plusieurs
mesures susceptibles d'améliorer l'accessibilité des
soins et de faciliter l'organisation de la garde, en
particulier dans les zones à faible densité médicale.
De wachtdiensten voor de zorg op eerstelijnsniveau
worden in ons land volledig georganiseerd door de
huisartsenkringen. Die ontvangen trouwens ook
subsidies in functie van het aantal inwoners van de
gebieden die door elk van die kringen bestreken
worden.
Wij hebben ons samen met de huisartsenkringen
gebogen over diverse maatregelen om de toegang
tot de gezondheidszorg te verbeteren en de
organisatie
van
de
wachtdiensten
te
vergemakkelijken, in het bijzonder in de gebieden
19/01/2011
CRABV 53
COM 096
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
J'ai cru comprendre qu'il y avait confusion entre ce
projet et les postes de garde avancée.
met een huisartsentekort.
Als ik het goed begrepen heb, werd dit project
verward met de vooruitgeschoven wachtposten.
16.03 Marie-Christine Marghem (MR): C'est
possible, car je ne sais pas ce que sont ces postes.
16.03 Marie-Christine Marghem (MR): Dat is
mogelijk, want ik weet niet wat die posten zijn.
16.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Le
projet 1733 correspond à deux projets pilotes (un
du côté flamand et un du côté francophone) qui
seront élargis à l'ensemble du pays après
évaluation.
Nous avons travaillé avec les services 100 qui,
puisqu'ils assuraient une permanence téléphonique,
devaient pouvoir recevoir les appels pour un
médecin de garde. Ils sont formés pour trier les
appels et vont envoyer une ambulance ou annoncer
aux personnes concernées que le problème peut se
régler le lendemain, ou encore faire appel au
médecin d'urgence.
L'autre projet consiste en la création d'un poste de
garde avec plusieurs médecins, ce qui diminue le
nombre d'heures de prestation de chaque médecin
tout en améliorant leur sécurité et l'accessibilité
pour les patients.
Les postes de garde sont subventionnés et j'ai triplé
le montant des subsides depuis mon arrivée au
SPF Santé publique.
Par ailleurs, sur les quotas, nous avons fait un
travail de cadastre. Il y a entre 9 000 et 10 000
médecins généralistes dans notre pays. Il y a
également d'autres éléments sur l'âge des
médecins ou la féminisation du métier. De plus, des
anciens médecins de garde ont une pratique qu'on
ne retrouve plus chez les jeunes, qui souhaitent un
autre aménagement de leur temps de travail. Nous
avons donc besoin de plus de généralistes, quel
que soit le débat sur le numerus clausus. Nous
avons pris des arrêtés fixant un quota minimum de
généralistes par an qui sera augmenté dans les
prochaines années de 300 à 400 médecins par an.
16.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
1733-project bestaat uit twee proefprojecten (een
aan Vlaamse en een aan Franstalige kant) die na
een evaluatie zullen worden uitgebreid tot het hele
land.
Wij hebben samengewerkt met de diensten 100 om
ervoor te zorgen dat hun telefonische wachtdienst
ook oproepen voor een dokter van wacht kan
beantwoorden. Het personeel van deze diensten is
getraind in het triëren van oproepen. Zij zullen een
ambulance sturen, aan de beller meedelen dat het
probleem tot de volgende dag kan wachten of de
dokter van wacht inschakelen.
In het kader van het andere project worden
wachtposten opgezet waar een aantal artsen
aanwezig zijn, waardoor de arbeidstijd van elke arts
zal verminderen en de veiligheid van de artsen en
de toegankelijkheid voor de patiënten zullen
verhogen.
De wachtposten worden gesubsidieerd en het
subsidiebedrag is sinds mijn aantreden als minister
van Volksgezondheid verdrievoudigd.
Wij hebben wat de quota betreft aan een kadaster
gewerkt. Er zijn 9.000 à 10.000 huisartsen in ons
land. Er zijn ook gegevens beschikbaar betreffende
de leeftijd van de artsen en de vervrouwelijking van
het beroep. De oudere dokters van wacht hebben
bovendien een manier van werken die men bij de
jongere artsen niet meer vindt. Deze laatsten
wensen hun arbeidstijd anders in te delen. Afgezien
van het debat over de numerus clausus is er dus
nood aan meer huisartsen. Wij hebben besluiten
uitgevaardigd tot vaststelling van een jaarlijks
minimumquotum voor huisartsen dat in de komende
jaren zal worden verhoogd met 300 à 400 artsen
per jaar.
Pour lutter contre une pénurie, il est essentiel de
revaloriser la profession de généraliste. Les
honoraires des médecins généralistes ont été
augmentés de 30 à 40 % au cours des cinq
dernières années. De plus, l'accent a été mis sur
d'autres formes de rémunérations reconnaissant et
revalorisant l'ensemble du travail de première ligne.
Als we een toekomstig tekort willen voorkomen,
moet
het
beroep
van
huisarts
worden
geherwaardeerd. Tijdens de voorbije vijf jaar zijn de
erelonen van de huisartsen met 30 tot 40 procent
verhoogd. Bovendien werd de nadruk gelegd op
andere vormen van verloning, die een erkenning en
een herwaardering van het geheel van de
eerstelijnszorg inhouden.
CRABV 53
COM 096
19/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
23
On a aussi mis en place deux fonds Impulseo. Le
fonds Impulseo I octroie des primes et prêts sans
intérêt à l'installation des généralistes dans les
zones à faible densité médicale. Le fonds
Impulseo II permet de financer 50 % des salaires
d'assistants administratifs dans le cadre des
pratiques de groupe. Prochainement, sera créé le
fonds Impulseo III pour l'aide administrative aux
pratiques solo.
C'est une profession que l'on soutient à bras le
corps, mais ce n'est pas toujours simple. On
dépasse ici les affaires courantes, mais il faut
continuer cette politique en faveur des médecins
généralistes.
Er werden ook twee Impulseofondsen in het leven
geroepen. Het fonds Impulseo I kent premies en
renteloze leningen toe aan beginnende huisartsen
die zich in zones met een lage medische densiteit
vestigen. Het fonds Impulseo II voorziet in een
financiering van 50 procent van de loonkosten voor
administratief
bedienden
bij
huisartsengroepspraktijken. Binnenkort wordt het
fonds Impulseo III opgericht, dat administratieve
ondersteuning zal bieden aan soloartsen.
We willen dit beroep met hand en tand verdedigen,
maar dat is niet altijd even eenvoudig. Hoewel dit
niet tot de lopende zaken behoort, moeten we dit
beleid ten gunste van de huisartsen verder
ontwikkelen.
16.05 Marie-Christine Marghem (MR): Ce n'est
pas simple sur le terrain. Les médecins sont
demandeurs de soutien parce qu'ils se sentent pris
dans une mécanique infernale.
16.05 Marie-Christine Marghem (MR): In de
praktijk is het inderdaad allemaal niet zo eenvoudig.
De artsen vragen ondersteuning, omdat ze het
gevoel hebben dat ze in een duivelse spiraal
verstrikt zijn geraakt.
Quand pensez-vous créer ce fonds Impulseo III?
Est-ce réalisable? Était-ce déjà décidé avant la
chute du gouvernement?
Wanneer denkt u dat Impulseo III-fonds te kunnen
oprichten? Is dat haalbaar? Had men dat al beslist
vóór de val van de regering?
16.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Dans les soins de santé, il y a une exception pour
les budgets. Ceux-ci sont décidés en octobre par le
Conseil général en présence des syndicats, des
patrons, etc. Or, le Conseil général a déjà élaboré
son budget 2011 et celui-ci a été accepté. Affaires
courantes ou non, nous pouvons travailler, en 2011,
avec un vrai budget.
16.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In de
gezondheidszorg geldt er een uitzondering voor de
begrotingen. Het is de Algemene Raad die in
oktober beslist over de begrotingen in aanwezigheid
van de vakbonden, de werkgevers, enz. De
Algemene Raad heeft zijn begroting 2011 al
opgemaakt en die begroting werd goedgekeurd.
Lopende zaken of niet, wij kunnen in 2011 met een
echte begroting werken.
16.07 Marie-Christine Marghem (MR): Nous ne
manquerons pas de revenir au parlement de la
Communauté française sur ces questions.
16.07 Marie-Christine Marghem (MR): Wij zullen
in het parlement van de Franse Gemeenschap
zeker op die kwesties terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions est close à 16 h 22.
De behandeling van de vragen eindigt om
16.22 uur.