CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 53 COM 088
CRABV 53 COM 088
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE
M
AATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
Mercredi
Woensdag
12-01-2011
12-01-2011
Après-midi
Namiddag
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "les différents
systèmes de contrôle de la sécurité alimentaire"
(n° 1676)
1
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid
over
"de
diverse
controlesystemen bij voedselveiligheid" (nr. 1676)
1
Orateurs: Maggie De Block, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique
Sprekers: Maggie De Block, Sabine
Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Nathalie Muylle à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "l'interdiction de
fumer" (n° 1888)
2
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid
over
"het
rookverbod"
(nr. 1888)
2
Orateurs: Nathalie Muylle, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique
Sprekers: Nathalie Muylle, Sabine Laruelle,
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw
en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- Mme Colette Burgeon à la ministre des PME,
des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "le scandale de la
dioxine en Allemagne" (n° 1928)
3
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid over "het dioxineschandaal in
Duitsland" (nr. 1928)
3
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "la crise de la dioxine
dans les graisses en Allemagne" (n° 1985)
3
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de dioxinecrisis in
Duitsland" (nr. 1985)
3
Orateurs: Colette Burgeon, Thérèse Snoy et
d'Oppuers, Sabine Laruelle, ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique
Sprekers: Colette Burgeon, Thérèse Snoy et
d'Oppuers, Sabine Laruelle, minister van
KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'étude de
l'UCL sur la modification génétique des racines
des plants de tomate" (n° 1213)
6
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de minister van Klimaat en Energie over "de
UCL-studie over de genetische modificatie van de
wortels van de tomaatplanten" (nr. 1213)
6
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Sabine Laruelle, ministre des PME, des
Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Sabine Laruelle, minister van KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Nathalie Muylle à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "le secteur porcin"
(n° 1270)
7
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de varkenssector"
(nr. 1270)
7
Orateurs: Nathalie Muylle, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique
Sprekers: Nathalie Muylle, Sabine Laruelle,
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw
en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'innocuité et le contrôle des verres
peints" (n° 1297)
8
Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de veiligheid en controle van
beschilderde drinkglazen" (nr. 1297)
8
Orateurs: Reinilde Van Moer, Sabine
Laruelle,
ministre
des
PME,
des
Indépendants, de l'Agriculture et de la
Sprekers: Reinilde Van Moer, Sabine
Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
ii
Politique scientifique
Question de M. Flor Van Noppen à la ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique
scientifique
sur
"le
système
d'autocontrôle dans le secteur horeca" (n° 1583)
9
Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid
over
"het
autocontrolesysteem in de horeca" (nr. 1583)
9
Orateurs: Flor Van Noppen, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique
Sprekers: Flor Van Noppen, Sabine
Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le syndrome de fatigue chronique (SFC)"
(n° 1897)
10
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
chronisch
vermoeidheidssyndroom (CVS)" (nr. 1897)
10
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Franco Seminara à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la méthode de calcul de la valeur
SCORE" (n° 1943)
12
Vraag van de heer Franco Seminara aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de berekening van het SCORE-
risico" (nr. 1943)
12
Orateurs:
Franco
Seminara,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Franco
Seminara,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'état d'avancement du projet
MyCareNet" (n° 1836)
13
Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de stand van zaken van het
project MyCareNet" (nr. 1836)
13
Orateurs:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Manu
Beuselinck,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de M. Stefaan Vercamer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'état d'avancement de la réforme
OMNIO" (n° 1884)
14
Vraag van de heer Stefaan Vercamer aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de stand van zaken met
betrekking tot de Omnio-hervorming" (nr. 1884)
14
Orateurs:
Stefaan
Vercamer,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Stefaan Vercamer, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la situation en ce qui concerne
l'imagerie médicale" (n° 1929)
17
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de stand van zaken met
betrekking tot de medische beeldvorming"
(nr. 1929)
17
Orateurs:
Nathalie
Muylle,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Nathalie
Muylle,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la thérapie de resynchronisation
cardiaque" (n° 1931)
18
Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
cardiale
resynchronisatietherapie" (nr. 1931)
18
Orateurs: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
Sprekers: Reinilde Van Moer, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
iii
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les prescriptions hors indication
autorisée" (n° 1944)
19
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
voorschrijven
van
geneesmiddelen
voor
niet-goedgekeurde
indicaties" (nr. 1944)
19
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
M
ERCREDI
12
JANVIER
2011
Après-midi
______
van
W
OENSDAG
12
JANUARI
2011
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 13 h 59 sous la
présidence de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers.
De vergadering wordt geopend om 13.59 uur en
voorgezeten door mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers.
01 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur
"les différents systèmes de contrôle de la
sécurité alimentaire" (n° 1676)</b>
01 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid
over
"de
diverse
controlesystemen
bij
voedselveiligheid"
(nr. 1676)
01.01 Maggie De Block (Open Vld): En matière de
contrôle de la sécurité alimentaire dans la chaîne de
production alimentaire, de nombreux clients
demandent
un
contrôle
commercial
BRC,
comparable à l'ISO 2200 du British Retail
Consortium, obligatoire pour toute exportation vers
le
Royaume-Uni,
tandis
que
le
système
d'autocontrôle de l'AFSCA est également imposé.
Ces systèmes ne sont pas conformes et
occasionnent
dès
lors
des
tracasseries
administratives et un renchérissement des coûts
pour les entreprises concernées.
La ministre est-elle informée de ces problèmes?
Comment et dans quels délais serait-il possible d'y
remédier?
01.01 Maggie De Block (Open Vld): Voor de
controle op voedselveiligheid in de voedselproductie
wordt door talrijke afnemers een commercieel BRC-
controlesysteem gevraagd, vergelijkbaar met
ISO 2200 van het British Retail Consortium,
opgelegd bij export naar het Verenigd Koninkrijk,
terwijl anderzijds het autocontrolesysteem van het
FAVV wordt opgelegd. Aangezien deze systemen
niet conform zijn, leidt dit tot administratieve
rompslomp en hogere financiële kosten voor de
betrokken bedrijven.
Is de minister hiervan op de hoogte? Hoe en binnen
welke termijn zou dit kunnen worden verholpen?
01.02 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais):
Je souligne que la validation d'un système de
qualité sur la base d'un guide d'autocontrôle
accepté peut être combinée depuis longtemps déjà
avec la validation de cahiers des charges
commerciaux. Il apparaît aussi dans la pratique que
satisfaire au guide d'autocontrôle équivaut à
répondre aux exigences de sécurité alimentaire du
guide commercial. Si les cahiers des charges
01.02 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): Ik
wijs erop dat de validatie van een kwaliteitssysteem
op basis van een goedgekeurde autocontrolegids
reeds lang kan worden gecombineerd met de
validatie van commerciële lastenboeken. In de
praktijk blijkt ook dat wie aan de autocontrolegids
voldoet,
eveneens
Welke maatregelen heeft het FAVV genomen om
dat voedselschandaal te monitoren? Hoe kan de
consument nagaan waar de eieren die hij in de
winkel koopt vandaan komen? Wat met de
verwerking van besmette eieren in afgeleide
producten zoals mayonaise of gebak? Werden de
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
4
entreprises belges de ces secteurs ont-elles été
alertées? Enfin, comment les autorités surveillent-
elles l'importation d'aliments pour animaux en
provenance d'Allemagne?
Belgische bedrijven in de betrokken sectoren
verwittigd? Hoe controleert de overheid de invoer
van diervoeders uit Duitsland?
03.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): J'ai lu sur le site de l'AFSCA que la
Belgique n'était pas concernée par l'incident dioxine
en Allemagne. Hier, la Commission européenne a
demandé qu'on détruise des élevages de porcs.
Elle envisage de réglementer la fabrication de
compléments alimentaires pour animaux pour
mettre un terme aux contaminations à la dioxine et
rassurer les consommateurs.
Sur quelle base la Belgique peut-elle déclarer que
les aliments vendus sur son territoire, tant pour les
animaux que les humains, n'ont pas été
contaminés? Comment prévenir de telles crises?
L'AFSCA va-t-elle modifier ses contrôles? De son
rapport 2009, il résulte que 90 % des contrôles
effectués sur les aliments pour animaux étaient
conformes. Donc, 10 % ne l'étaient pas.
03.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Ik heb op de website van het FAVV
gelezen dat België niet betrokken is in het dioxine-
incident in Duitsland. Gisteren heeft de Europese
Commissie gevraagd varkensstapels te vernietigen.
De Commissie is van plan een regeling op te stellen
voor de productie van diervoedersupplementen om
zo een einde te maken aan de dioxinebesmettingen
en de consumenten gerust te stellen.
Op grond van welke gegevens kan België verklaren
dat de levensmiddelen die in ons land verkocht
worden voor menselijk en dierlijk gebruik, niet
besmet werden? Hoe kunnen dergelijke crises
voorkomen worden? Zal het FAVV zijn controles
bijsturen? Uit zijn jaarverslag 2009 blijkt dat
90 procent van de controles op diervoeder conform
waren, waaruit volgt dat 10 procent niet conform
was.
03.03 Sabine Laruelle, ministre (en français):
Accroître le nombre de contrôles ne modifie pas
nécessairement les pourcentages. Évitons les
amalgames! Ce n'est pas parce que la Belgique a
connu la crise de la dioxine qu'on ne peut plus
manger de frites! Je vous rappelle que l'AFSCA a
été mise en place suite à cette crise de la dioxine.
Nous avons peut-être l'Agence qui fonctionne le
mieux en Europe et qui est la plus intégrée.
On ne peut pas me demander d'un côté d'adoucir
les règles et d'un autre, quand un scandale éclate
ailleurs, de renforcer les contrôles.
Depuis l'information diffusée fin décembre, l'AFSCA
a joué pleinement son rôle et suit le développement
de la crise de la dioxine en Allemagne. Jusqu'à ce
jour, aucune information émanant des autorités
allemandes ne permet de penser que la Belgique
serait concernée par des animaux ou des denrées
contaminées.
Néanmoins, par précaution, l'Agence fédérale a
échantillonné un lot de poules reproductrices
importées en décembre d'un des Länder touchés
par la crise et leurs oeufs. Les teneurs en dioxine
étaient conformes aux normes. Nous aurons
vendredi les résultats de deux examens
d'échantillons en cours.
Depuis plusieurs années, la Belgique a imposé
certaines mesures pour protéger la chaîne
03.03 Minister Sabine Laruelle (Frans): Het aantal
controles opvoeren leidt niet noodzakelijk tot andere
percentages. Laat ons niet alles op één hoopje
gooien! Het is niet omdat er in België een
dioxinecrisis heeft plaatsgevonden, dat we geen
friet meer mogen eten! Ter herinnering: het FAVV
werd opgericht in de nasleep van die dioxinecrisis.
We hebben misschien wel het best werkende en
het meest geïntegreerde Agentschap in Europa.
Men kan van mij niet verwachten enerzijds milder
om te springen met de regels en anderzijds de
controles op te voeren als er ergens een schandaal
losbarst.
Sinds de informatie in december verspreid werd,
heeft het FAVV zijn rol ten volle gespeeld en volgt
het de ontwikkeling van de dioxinecrisis in
Duitsland. Tot dusver heeft de Duitse overheid nog
geen informatie verstrekt waaruit zou blijken dat ook
ons land betrokken zou zijn bij de besmetting van
dieren of van levensmiddelen.
Niettemin heeft het Federaal Agentschap stalen
genomen van een partij fokhennen die in december
uit een van de door de crisis getroffen Länder waren
ingevoerd, en van de eieren. De dioxinegehaltes
vielen binnen de normen. Vrijdag krijgen we de
resultaten van de twee aan de gang zijnde analyses
van de stalen.
België legt al verscheidene jaren een aantal
maatregelen op om de voedselketen en de
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
5
alimentaire et le consommateur final d'une
contamination par les dioxines et par les PCB.
eindverbruiker te beschermen tegen besmetting
door dioxines en pcb's.
Je rappelle l'interdiction, suite à la crise, de recycler
les graisses de frites, interdiction décidée dès 1999
et adoptée par l'Union européenne en 2002;
ensuite, l'obligation d'une analyse préalable à leur
utilisation dans l'alimentation animale des graisses
animales en ce qui concerne les dioxines et les
dioxines du genre PCB.
Les échantillons doivent être prélevés par un
organisme accrédité, et analysés dans un
laboratoire accrédité. Cette obligation n'existe qu'en
Belgique et est de nature à arrêter la contamination
éventuelle de la chaîne le plus en amont possible.
En 2010, l'AFSCA a encore effectué près de
1 200 analyses de dioxines et de PCB dans les
aliments pour animaux, leurs matières premières et
leurs additifs.
Ce 11 janvier, l'AFSCA a été invitée à présenter au
niveau européen les dispositions particulières mises
en place en Belgique. La Commission, qui envisage
de réglementer plus sévèrement certaines activités
du secteur, s'est montrée très intéressée par
l'approche belge.
Début janvier, l'Agence a informé les secteurs des
problèmes rencontrés en Allemagne.
Un règlement européen impose le marquage des
oeufs. Ceux produits en Belgique portent un code
composé d'un numéro indiquant le type d'élevage,
les lettres BE et le numéro unique d'identification du
producteur. Si le commerçant veut savoir à quelle
origine correspondent les lettres, les codes ne sont
pas explicites.
Une étude française a montré que les oeufs produits
par des particuliers contenaient quatre fois plus de
dioxines que les oeufs produits en batterie. Il faudra
donc maintenir l'équilibre pour éviter que les
normes n'entraînent, à terme, l'interdiction de
manger des oeufs produits dans son poulailler
personnel.
La vigilance de la Belgique, qui dispose des normes
les plus strictes au niveau mondial, doit être
préservée.
Ik herinner u aan het verbod dat als gevolg van de
crisis werd ingesteld op de recyclage van frituurvet.
Dit verbod werd in 1999 ingesteld en in 2002 door
de Europese Unie goedgekeurd. Bovendien moeten
de voor diervoeder bestemde dierlijke vetten
voorafgaandelijk
worden
geanalyseerd
met
betrekking tot de aanwezigheid van dioxines en van
dioxineachtige pcb's.
De stalen moeten worden genomen door een
geaccrediteerde instantie en in een geaccrediteerd
laboratorium
worden
geanalyseerd.
Deze
verplichting bestaat enkel in België en biedt de
mogelijkheid om een eventuele contaminatie zo
vroeg mogelijk in de voedselketen stop te zetten. In
2010 voerde het FAVV bijna 1.200 analyses met
betrekking tot de aanwezigheid van dioxines en
pcb's uit op dierenvoer, op de grondstoffen ervan en
op de additieven.
Gisteren nog was het FAVV op het Europese
niveau uitgenodigd om de bijzondere maatregelen
toe te lichten die in ons land werden ingevoerd. De
Commissie, die van plan is om bepaalde activiteiten
strenger te reglementeren, betoonde grote
interesse voor de Belgische werkwijze.
Begin januari heeft het Agentschap de sectoren op
de hoogte gebracht van de problemen in Duitsland.
Een Europese verordening legt het merken van de
eieren op. De in België geproduceerde eieren
dragen een code bestaande uit een nummer dat
staat voor het type leghennenhouderij, de letters BE
en het unieke registratienummer van de producent.
Voor de handelaar die wil weten wat de oorsprong
is van de eieren, volstaat de code niet.
Een Franse studie heeft aan het licht gebracht dat
de door particulieren geproduceerde eieren
viermaal meer dioxines bevatten dan de eieren
afkomstig van een legbatterij. Het is dus zaak de
kerk in het midden te houden om te voorkomen dat
de normen er op termijn toe zouden leiden dat men
geen eieren meer mag eten uit de eigen kippenren.
België hanteert wereldwijd de strengste normen.
Die waakzaamheid moeten we blijvend aan de dag
leggen.
03.04 Colette Burgeon (PS): Au niveau européen,
l'AFSCA a expliqué hier ses interventions. Depuis
sa création, le travail se poursuit correctement et
nous n'avons plus vécu de situation comparable à
celle de la crise de la dioxine. Je vous encourage,
03.04 Colette Burgeon (PS): Op Europees niveau
heeft het FAVV gisteren zijn acties toegelicht. Sinds
zijn oprichting heeft het voedselagentschap steeds
correct gehandeld en hebben we geen toestanden
meer meegemaakt die vergelijkbaar zijn met de
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
6
ainsi que l'AFSCA, à continuer à oeuvrer pour le
bien de nos concitoyens!
dioxinecrisis van 1999. Ik wil de minister en het
FAVV er dan ook toe aanmoedigen zich voor het
welzijn van onze medeburgers te blijven inzetten!
03.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Je suis rassurée par les contrôles
préventifs. Il m'intéresserait de connaître la
disposition belge en vigueur et d'avoir davantage de
détails sur le site internet de l'AFSCA. Les
informations que vous donnez aujourd'hui sont plus
globales et il faudrait les mettre à la disposition de
tous.
03.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Het feit dat er preventieve controles
worden uitgevoerd, stelt me gerust. Ik zou wel nog
graag de geldende Belgische bepalingen kennen en
meer informatie krijgen over de website van het
FAVV. De inlichtingen die u vandaag hebt verstrekt,
zijn algemener en zouden aan iedereen moeten
worden bezorgd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: La question n° 1189 de M. Bastin
est supprimée.
De voorzitter: Vraag nr. 1189 van de heer Bastin
wordt geschrapt.
04 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
au ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'étude
de l'UCL sur la modification génétique des
racines des plants de tomate" (n° 1213)
04
Vraag
van
mevrouw
Thérèse
Snoy et d'Oppuers aan de minister van Klimaat
en Energie over "de UCL-studie over de
genetische modificatie van de wortels van de
tomaatplanten" (nr. 1213)
04.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Une étude sur la tomate, réalisée par un
chercheur de l'UCL, a démontré qu'une modification
génétique de ses racines la rendait plus résistante
au stress lié à la sécheresse ou à la salinité du sol.
Une première expérience réalisée en Espagne s'est
révélée concluante. Le chercheur propose que cette
expérience positive soit considérée comme une
alternative à l'agriculture intensive.
Avez-vous connaissance de cette étude? Y a-t-il
une procédure d'autorisation en cours en Belgique?
04.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Een studie, die door een vorser van de
UCL werd gemaakt over de tomaatplant, heeft
aangetoond dat een genetische modificatie van zijn
wortels hem resistenter maakt tegen stress die
verband houdt met droogte of het zoutgehalte van
de bodem. Een eerste, in Spanje uitgevoerde proef,
is overtuigend gebleken. De vorser stelt voor dat
positieve experiment te beschouwen als een
alternatief voor intensieve landbouw.
Is die studie u bekend? Loopt er een
vergunningssprocedure in België?
04.02 Sabine Laruelle, ministre (en français):
L'intérêt de ces recherches est évident mais ne
représente qu'un échantillon infime de l'ensemble
des travaux actuellement en cours. Aujourd'hui, il
n'y a ni procédure d'autorisation pour cette variété
de tomate génétiquement modifiée, ni demande
d'autorisation, au niveau belge pour un essai en
champ ou au niveau européen pour une mise sur le
marché.
La directive 2009/41 encadre les activités d'usage
confiné des OGM.
04.02 Minister Sabine Laruelle (Frans): Het belang
van dit onderzoek is duidelijk, maar het
vertegenwoordigt slechts een fractie van alle
werkzaamheden die thans worden uitgevoerd.
Momenteel bestaat er geen vergunningsprocedure
voor
deze
genetisch
gemodificeerde
tomaatvariëteit. Op Belgisch niveau werd er geen
vergunning aangevraagd voor een veldproef, en op
Europees
niveau
werd
er
geen
vergunningsaanvraag ingediend voor het in de
handel brengen van die variëteit.
Richtlijn 2009/41 regelt de activiteiten met ingeperkt
gebruik van ggo's.
04.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Je suppose alors qu'il effectue ses
recherches en Espagne ou ailleurs. En effet, il doit
quand même les effectuer quelque part.
04.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Ik veronderstel dan dat hij zijn onderzoek
in Spanje of elders verricht. Hij moet het toch
ergens verrichten!
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
7
04.04 Sabine Laruelle, ministre (en français):
L'expérience a été réalisée en Espagne.
04.04 Minister Sabine Laruelle (Frans): De proef
vond in Spanje plaats.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Nathalie Muylle à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "le secteur porcin"
(n° 1270)
05 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de varkenssector"
(nr. 1270)
05.01 Nathalie Muylle (CD&V): Ma question a été
déposée il y a déjà plus d'un mois mais reste
malheureusement d'actualité. Les actions de
blocage, que je n'approuve pas, montrent à quel
point la situation des éleveurs de porcs est
préoccupante. Ils ne parviennent pas à répercuter le
prix des aliments dans la chaîne. Après la dernière
diminution des prix dans les abattoirs allemands, la
situation est aujourd'hui désespérée.
Que peut faire un gouvernement en affaires
courantes? Fin 2010, plusieurs mesures ont
malheureusement été suspendues parce qu'elles
ne pouvaient pas être prolongées dans le cadre des
affaires courantes.
Il existe de nombreuses autres mesures comme la
TVA sur le traitement du lisier et la très bonne
proposition de la ministre visant à étaler les
cotisations sociales sur plusieurs années. J'ai
également une proposition pour un tel étalement en
matière de fiscalité.
Les possibilités existent donc mais lesquelles
peuvent être appliquées en période d'affaires
courantes?
Certaines organisations agricoles demandent
l'intervention de l'Observatoire des prix comme cela
a été le cas dans le secteur laitier. Est-ce possible?
Nous savons que sous la présidence hongroise, un
groupe
d'experts
européens
sera
chargé
d'examiner la problématique. La ministre peut-elle
en dire plus sur les initiatives prévues?
05.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijn vraag is al
meer dan een maand geleden ingediend, maar ze is
helaas nog heel actueel. De blokkades, die ik niet
goedpraat, tonen hoe prangend de situatie van de
varkensboeren is. Men slaagt er niet in om de
voederprijzen binnen de keten door te rekenen. Na
de laatste prijsverlaging in de Duitse slachthuizen is
de situatie nu hopeloos.
Wat kan de regering van lopende zaken doen? Eind
2010 is een aantal maatregelen jammer genoeg
stopgezet omdat ze in een periode van lopende
zaken niet konden worden verlengd.
Er zijn ook heel wat andere maatregelen zoals de
btw op mestverwerking en het zeer goede voorstel
van de minister om de sociale bijdragen te
nivelleren over verschillende jaren. Ik heb ook een
voorstel om de fiscaliteit te nivelleren over
verschillende jaren.
Er zijn dus wel wat mogelijkheden, maar welke
daarvan kunnen in een periode van lopende zaken
worden benut?
Bepaalde landbouworganisaties vragen om het
Prijzenobservatorium te laten spelen zoals het ook
bij de melk heeft gespeeld. Kan dat?
Wij weten dat er vanuit Europa onder het
Hongaarse voorzitterschap een groep experts komt.
Kan de minister wat meer zeggen over de
initiatieven die op stapel staan?
05.02 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais):
Le secteur porcin est en difficulté depuis des mois.
À la demande du président du Boerenbond, une
rencontre a été organisée entre le premier ministre,
moi-même et l'Agrofront le 10 décembre dernier.
Le 25 novembre, j'ai rencontré les organisations
agricoles pour examiner quelles mesures peuvent
être prises dans le cadre du statut des
indépendants. Les mesures de crise ont été
prolongées et le secteur porcin, y compris les
indépendants
du
secteur,
peut
également
05.02 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): De
varkenssector zit al maanden in de problemen. Op
vraag van de voorzitter van de Boerenbond werd
een ontmoeting georganiseerd tussen de eerste
minister, mezelf en het Agrofront op 10 december.
Op 25 november heb ik een vergadering gehad met
de landbouworganisaties om na te gaan wat er
binnen het zelfstandigenstatuut mogelijk is. De
crisismaatregelen
werden
verlengd
en
de
varkenssector kan die ook vragen, ook de
zelfstandigen binnen die sector.
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
8
demander leur application.
Je ne peux toutefois prendre aucune mesure
générale pour le secteur porcin. Le report de
paiement ne peut donc être octroyé que dossier par
dossier. Nous ne sommes pas tenus d'attendre plus
longtemps avant d'organiser une réunion à ce sujet.
Le président du Boerenbond a également évoqué
une diminution de la TVA. Nous ne pouvons pas
encore prendre une telle mesure en affaires
courantes mais nous le pourrons peut-être
ultérieurement.
À l'échelon européen, Kris Peeters a organisé une
réunion sur la problématique porcine dans le cadre
de la présidence belge le 3 décembre. Aucun
consensus n'existe à ce jour pour octroyer un
traitement spécifique au secteur porcin comme ce
fut le cas pour le secteur laitier.
Ik kan echter geen algemene maatregel nemen
voor de varkenssector. Uitstel van betaling kan dus
alleen dossier per dossier worden toegestaan. We
hoeven niet meer te wachten om daar een
vergadering over te houden.
De voorzitter van de Boerenbond heeft ook
gesproken over een verlaging van de btw. In een
periode van lopende zaken kunnen wij dat nu nog
niet, later misschien wel.
Op Europees vlak heeft Kris Peeters in het raam
van het Belgische voorzitterschap een vergadering
georganiseerd over de varkensproblematiek op
3 december. Er is nog geen consensus om de
varkenssector een specifieke behandeling te geven
zoals dat met de melksector is gebeurd.
05.03 Nathalie Muylle (CD&V): L'Observatoire des
prix peut-il intervenir?
05.03 Nathalie Muylle (CD&V): Kan het
Prijzenobservatorium iets doen?
05.04 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais):
J'ai demandé à l'Observatoire de procéder à une
analyse. Je demanderai à un collaborateur de vous
tenir informée.
05.04 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): Ik
heb het Observatorium gevraagd om een analyse te
maken. Ik vraag een medewerker om mevrouw
Muylle op de hoogte te houden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'innocuité et le contrôle
des verres peints" (n° 1297)
06 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de veiligheid
en controle van beschilderde drinkglazen"
(nr. 1297)
06.01 Reinilde Van Moer (N-VA): L'an passé, une
grande quantité de verres a été retirée du
commerce à deux reprises aux États-Unis parce
que les dessins sur ces verres contenaient trop de
métaux lourds.
Des contrôles standard sont-ils également menés
chez nous en ce qui concerne les verres décorés,
surtout lorsqu'ils sont destinés aux enfants? Peut-
être une législation spécifique est-elle nécessaire
pour les articles pour enfants?
06.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Vorig jaar werd
in de Verenigde Staten twee keer een grote partij
drinkglazen teruggeroepen, omdat de tekeningen
op die glazen te veel zware metalen bevatten.
Gebeuren er bij ons ook standaardcontroles op
beschilderde drinkglazen, zeker als die voor
kinderen bedoeld zijn? Is er misschien een aparte
wetgeving nodig voor kinderartikelen?
06.02 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais):
De tels contrôles relèvent de la compétence de
l'AFSCA. La ministre Onkelinx me demande dès
lors de fournir la réponse qui suit.
Les objets qui entrent en contact avec les denrées
alimentaires ne sont pas considérés comme des
jouets. Ils doivent donc répondre aux normes de
06.02 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): Zulke
controles vallen onder de bevoegdheid van het
FAVV. Minister Onkelinx vraagt me dus het
volgende te antwoorden.
Voorwerpen
die
in
contact
komen
met
voedingsmiddelen, worden niet als speelgoed
beschouwd. Ze vallen dus onder de normen van
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
9
sécurité alimentaire et il n'existe pas à ce niveau de
normes spéciales pour les enfants.
Dans notre pays, deux textes de loi s'appliquent en
la matière. Conformément au règlement 1935/2004
de la Commission européenne, les objets destinés
à entrer en contact avec des produits alimentaires
ne peuvent pas présenter de danger pour la santé
des consommateurs. L'arrêté royal du 11 mai 1992
fixe en outre des normes en ce qui concerne la
présence de plomb et de cadmium. De nouvelles
initiatives ne me semblent donc pas nécessaires;
nous sommes d'ailleurs en période d'affaires
courantes.
Les contrôles dans le secteur alimentaire sont
effectués par l'AFSCA. Les verres décorés ne font
pas l'objet d'analyses puisque les motifs se trouvent
à l'extérieur du verre et n'entrent donc pas en
contact avec les boissons.
voedselveiligheid en daar bestaan geen specifieke
normen voor kinderen.
Ons land heeft voor zulke voorwerpen een dubbele
wetgeving. Zo zegt verordening 1935/2004 van de
Europese Commissie dat voorwerpen bestemd om
in contact te komen met voedingsmiddelen geen
gevaar mogen opleveren voor de gezondheid van
de verbruikers. Daarnaast legt het KB van 11 mei
1992 normen vast voor de aanwezigheid van lood
en cadmium. Nieuwe initiatieven lijken me dan ook
niet nodig; we zijn trouwens in een periode van
lopende zaken.
De controles in de voedingssector worden
uitgevoerd door het FAVV. Er is geen analyse voor
drinkglazen met tekening, omdat de motieven zich
aan de buitenkant bevinden en dus niet in contact
komen met de dranken.
Il est question tout au plus de contamination
indirecte parce que l'enfant touche le verre et le
motif avec les mains et met ensuite les mains en
bouche.
Hoogstens kan er sprake zijn van onrechtstreekse
contaminatie, omdat het kind het glas en de
tekening aanraakt met de handen en vervolgens de
handen in de mond steekt.
06.03 Reinilde Van Moer (N-VA): La ministre ne
peut pas mieux dire. Heureusement, aucun
accident n'est à déplorer jusqu'à présent. La
problématique mérite toutefois le suivi attentif de la
ministre.
06.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Dat laatste zegt
de minister heel goed. Ik ben blij dat er tot nu toe
geen enkel ongeval gebeurd is. De minister moet dit
in het oog blijven houden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Flor Van Noppen à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "le système
d'autocontrôle dans le secteur horeca" (n° 1583)
07 Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid
over
"het
autocontrolesysteem in de horeca" (nr. 1583)
07.01 Flor Van Noppen (N-VA): Les micro-
entreprises ne disposent pas des moyens
nécessaires pour respecter à la lettre la stricte
réglementation européenne en matière de sécurité
alimentaire portant sur l'autocontrôle et la
traçabilité. C'est la raison pour laquelle des
assouplissements leur ont été accordés. Dans ce
cadre, l'arrêté ministériel du 24 octobre 2005
s'applique aux entreprises horeca employant moins
de cinq travailleurs. La réglementation européenne
mentionne quant à elle, le chiffre de dix équivalents
temps plein.
Pourquoi sommes-nous plus sévères que l'Europe?
La
ministre
compte-t-elle
adapter
notre
réglementation? De nombreux établissements
horeca ont, en effet, bien du mal à garder la tête
hors de l'eau.
07.01 Flor Van Noppen (N-VA): Micro-
ondernemingen beschikken niet over de middelen
om inzake voedselveiligheid de strenge Europese
reglementering
inzake
autocontrole
en
traceerbaarheid volledig te volgen. Daarom werden
voor
hen
versoepelingen
toegestaan.
Het
ministerieel besluit van 24 oktober 2005 heeft het in
dat verband over horecabedrijven met minder dan
vijf werknemers. De Europese reglementering heeft
het echter over tien voltijdequivalenten.
Waarom zijn wij strenger dan Europa? Zal de
minister onze wetgeving aanpassen? Veel
horecazaken hebben het immers moeilijk om het
hoofd boven water te houden.
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
10
07.02 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais):
La réglementation européenne en matière de
sécurité de la chaîne alimentaire ne contient aucune
règle spécifiquement applicable aux petites
entreprises. Il n'existe même pas de définition
européenne de la micro-entreprise. Il n'est dès lors
pas juste de prétendre que la législation belge est
plus sévère que la réglementation européenne.
S'agissant de certains problèmes comme la dioxine,
nous sommes au demeurant ravis que la
réglementation belge soit plus sévère que la
réglementation européenne.
L'Office alimentaire et vétérinaire de la Commission
européenne a récemment mené une enquête dans
cinq États membres afin de vérifier si les
assouplissements accordés par ces États en
matière de sécurité de la chaîne alimentaire sont
acceptables du point de vue de la réglementation
européenne. Sur la base du rapport de cette
enquête, des discussions portant sur une législation
spécifique pour les petites entreprises auront lieu
entre les États membres et la Commission.
Sur la base des règles belges actuellement en
vigueur, plus de 85 % des entreprises du secteur
horeca relèvent du champ d'application de l'arrêté
ministériel du 24 octobre 2005. Ces commerces
bénéficient donc d'ores et déjà d'un régime
assoupli. Si nous portions le nombre d'équivalents
temps plein de cinq à dix dans notre définition, 95 %
des entreprises du secteur horeca entreraient en
ligne de compte pour bénéficier de cet
assouplissement. Les débats qui se tiendront à
l'échelon européen clarifieront la question de savoir
si ces assouplissements seraient acceptables sans
mettre en péril la sécurité alimentaire.
07.02 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): De
Europese reglementering inzake veiligheid van de
voedselketen legt geen specifieke regels vast voor
de kleine ondernemingen. Er is zelfs geen
Europese definitie voor een micro-onderneming.
Het is dus niet correct te beweren dat de Belgische
wetgeving
strenger
is
dan
de
Europese
reglementering. Voor sommige problemen, zoals
dioxine, zijn wij trouwens blij dat de Belgische
reglementering strenger is dan de Europese.
Het Food and Veterinary Office van de Europese
Commissie heeft onlangs in vijf lidstaten een
onderzoek uitgevoerd om na te gaan of de door
deze lidstaten toegekende versoepelingen inzake
de veiligheid van de voedselketen aanvaardbaar
zijn ten opzichte van de Europese reglementering.
Op basis van dat verslag zullen besprekingen
plaatsvinden tussen de lidstaten en de Commissie
over een specifieke wetgeving voor kleine
ondernemingen.
Op basis van de huidige Belgische regels behoort
meer dan 85 procent van de horecazaken tot het
toepassingsgebied van het ministerieel besluit van
24 oktober 2005. Zij genieten nu dus al een
soepeler
regime.
Als
we
het
aantal
voltijdsequivalenten van vijf naar tien zouden
optrekken in onze definitie, zou 95 procent van de
ondernemingen in de horecasector in aanmerking
komen voor versoepeling. De debatten op Europees
niveau
zullen
duidelijk
maken
of
zoiets
aanvaardbaar is zonder de voedselveiligheid in het
gedrang te brengen.
Présidente: Nathalie Muylle.
Voorzitter: Nathalie Muylle.
La présidente: La question n° 1896 de Mme De
Bont est supprimée.
De voorzitter: Vraag nr. 1896 van mevrouw De
Bont vervalt.
08 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le syndrome de fatigue
chronique (SFC)" (n° 1897)
08 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
chronisch
vermoeidheidssyndroom (CVS)" (nr. 1897)
08.01 Rita De Bont (VB): Le syndrome de fatigue
chronique est causé par une infection virale qui
provoque des anomalies au niveau du système
immunitaire. Un nouveau rétrovirus, le XMRV/MLV,
a été décelé chez 67 % des patients SFC en 2009
et chez 86,5 % de ces patients en 2010. Dans
plusieurs pays, les patients SFC se sont ensuite vu
interdire tout don de sang. Cette interdiction
équivaut en réalité à une reconnaissance officielle
08.01 Rita De Bont (VB): Het chronisch
vermoeidheidssyndroom wordt veroorzaakt door
een virale infectie met afwijkingen in het
immuunsysteem. In 2009 werd een nieuw
retrovirus, het XMRV/MLV, gevonden bij 67 procent
van de CVS-patiënten en in 2010 bij 86,5 procent
van de patiënten. In verschillende landen werd
vervolgens een verbod uitgevaardigd op het geven
van bloed door patiënten met CVS. Dit betekent
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
11
de cette maladie. Dans notre pays, ces patients
sont généralement aiguillés vers la section
psychiatrique de l'hôpital car l'on suppose que cette
maladie a une origine psychosomatique.
Des études belges ont-elles été consacrées au
syndrome de fatigue chronique? Les études
menées à l'étranger sont-elles lues chez nous? Où
en est la reconnaissance et le diagnostic de cette
maladie en tant qu'infection virale provoquant des
anomalies au niveau du système immunitaire?
Convient-il, en Belgique aussi, d'interdire tout don
de sang aux patients SFC? Faut-il soumettre les
donneurs à un test visant à déceler la présence du
virus cité?
eigenlijk een officiële erkenning van de aandoening.
Patiënten worden in ons land meestal naar de
psychiatrische
afdeling van het ziekenhuis
verwezen in de veronderstelling dat de ziekte een
psychosomatische oorsprong heeft.
Zijn er ook Belgische studies over het chronisch
vermoeidheidssyndroom? Worden de buitenlandse
studies bestudeerd? Hoever staat het met de
erkenning en de diagnose van de ziekte als een
virale infectie die afwijkingen in het immuunsysteem
veroorzaakt? Moet er ook in ons land een verbod
komen op het geven van bloed door patiënten met
CVS? Moeten donoren getest worden op de
aanwezigheid van het genoemde virus?
08.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Le syndrome de fatigue chronique est
un symptôme de nature indéterminée qui pourrait
recouvrir plusieurs pathologies. Sa définition repose
sur des groupes de critères cliniques et biologiques
dont aucun n'est propre à ce symptôme. L'on
recherche depuis des années un lien entre ce
syndrome et une contamination virale, notamment
par la mononucléose et l'herpès. L'étude récente à
laquelle il est fait référence a démontré qu'un
rétrovirus bien spéficifique apparaît très souvent
chez des patients atteints du SFC. Cependant, trois
autres recherches au moins n'ont absolument pas
trouvé trace de ce lien.
Cette incertitude fait qu'il serait prématuré de
soumettre systématiquement les personnes qui font
des dons de sang à un test visant à déceler la
présence du virus XMRV. Les personnes atteintes
d'une maladie chronique ne sont d'ailleurs pas
autorisées à donner leur sang. En septembre 2010,
j'ai demandé l'avis du Conseil supérieur de la santé
au sujet de l'importance du virus XMRV du point de
vue de la santé humaine et au sujet des
implications éventuelles de ce virus dans le
domaine de la médecine des transfusions et de la
transplantation d'organes.
Présidente: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het chronisch vermoeidheidssyndroom is een vaag
ziektebeeld
dat
misschien
verschillende
aandoeningen dekt. De definitie berust op groepen
klinische en biologische criteria waarvan geen
enkele specifiek is voor het ziektebeeld. Al vele
jaren wordt gezocht naar een verband tussen dit
syndroom en een virale besmetting, met name door
mononucleose en herpes. De recente studie
waarnaar wordt verwezen, heeft aangetoond dat
een bepaald retrovirus bijzonder veel voorkomt bij
patiënten die aan CVS lijden. Minstens drie andere
onderzoeken vinden dit verband echter absoluut
niet terug.
Door die onzekerheid lijkt het voorbarig om
bloedgevers systematisch op het XMRV-virus te
testen. Mensen die aan een chronische aandoening
lijden, mogen overigens geen bloed geven. In
september 2010 heb ik de Hoge Gezondheidsraad
om een advies gevraagd betreffende het belang van
het XMRV-virus voor de menselijke gezondheid en
de
eventuele
implicaties
ervan
voor
de
transfusiegeneeskunde en de orgaantransplantatie.
Voorzitter: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
L'avis est attendu pour février 2011 et portera sur
les propriétés virologiques de l'agent, les modes de
transmission, la réaction de l'hôte en cas
d'exposition, les méthodes de détection de la
contamination, l'utilité d'un éventuel dépistage et
diagnostic, la pertinence étiologique de l'agent pour
différentes pathologies, parmi lesquelles le SFC et
les mesures à prendre immédiatement.
Het advies wordt verwacht in februari 2011 en zal
betrekking hebben op de virologische kenmerken
van
het
agens,
de
transmissiemodi,
de
gastheerrespons bij blootstelling, de methodes van
opsporing van besmetting, het nut van eventuele
screening en diagnostiek, de etiologische relevantie
van het agens voor diverse ziektebeelden,
waaronder CVS, en de onmiddellijke maatregelen
die moeten worden genomen.
08.03 Rita De Bont (VB): Nous attendrons 08.03 Rita De Bont (VB): Wij zullen uiteraard het
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
12
naturellement l'avis et ne manquerons pas de
l'étudier. Il faut néanmoins sensibiliser le secteur
médical et ne pas invoquer trop rapidement un
simple phénomène psychosomatique.
advies afwachten en bestuderen. Er moet echter
zeker werk van worden gemaakt om de medische
sector te sensibiliseren. Men mag niet te snel van
een psychosomatisch fenomeen uitgaan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Franco Seminara à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la méthode de calcul de
la valeur SCORE" (n° 1943)
09 Vraag van de heer Franco Seminara aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de berekening
van het SCORE-risico" (nr. 1943)
09.01 Franco Seminara (PS): L'échange de vues
que nous avons eu dernièrement sur les maladies
cardiovasculaires a donné lieu à quelques réactions
de professionnels. Vous faites de la lutte contre ces
maladies un des principaux défis du XXI
e
siècle
dans notre pays. Au niveau européen, la Belgique
est à la pointe en matière de prévention. Le risque
présenté par un patient est évalué grâce à une
échelle SCORE (Systematic Coronary Risk
Evaluation) qui intègre âge, sexe, taux de
cholestérol, tension artérielle et statut tabagique et
qui fait partie du dossier médical informatisé. Selon
certains professionnels, cette échelle aurait laissé
place à des graphiques.
Comment ces modèles sont-ils actualisés et
comment l'INAMI prend-elle part à ces travaux?
Comment les médecins peuvent-ils se procurer les
méthodes les plus récentes?
09.01
Franco
Seminara
(PS):
De
gedachtewisseling
die
we
onlangs
over
cardiovasculaire aandoeningen hadden, lokte een
aantal reacties uit van gezondheidswerkers. U
maakt van de strijd tegen die aandoeningen een
van de belangrijkste uitdagingen van de XXIe eeuw
in ons land. In Europa staat België aan de spits wat
preventie betreft. Het door de patiënt vertoonde
risico wordt geëvalueerd aan de hand van een
SCORE-schaal
(Systematic
Coronary
Risk
Evaluation) die rekening houdt met leeftijd,
geslacht, cholesterolgehalte, bloeddruk en het al
dan niet roker zijn en maakt deel uit van het
geïnformatiseerd
medisch
dossier.
Volgens
sommige gezondheidswerkers is de schaal
vervangen door grafieken.
Hoe worden die modellen bijgewerkt en hoe neemt
het RIZIV deel aan die werkzaamheden? Hoe
kunnen artsen zich op de hoogte stellen van de
meest recente methodes?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Plusieurs modèles ont été développés pour évaluer
le risque de maladies cardiovasculaires chez les
sujets asymptomatiques. Le modèle utilisé par les
médecins est basé sur le système SCORE, qui tient
compte des divers facteurs de risque.
La version belge a été développée sous l'égide de
l'European Society of Cardiology et plus
particulièrement autour du professeur Guy De
Backer, de l'Université de Gand. Elle est utilisée
depuis 2006 dans le cadre des critères de
remboursement d'un traitement médicamenteux de
l'hypercholestérolémie.
Le modèle SCORE reste le système de référence
de la communauté scientifique. Actuellement, il n'y
a pas de recommandation d'utiliser d'autres
méthodes d'évaluation dans le cadre du
remboursement
d'un
traitement
de
l'hypercholestérolémie.
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er zijn
verschillende modellen ontwikkeld om het risico van
cardiovasculaire ziekten bij asymptomatische
patiënten te onderzoeken. Het model dat de artsen
toepassen, is gebaseerd op het SCORE-systeem,
dat rekening houdt met diverse risicofactoren.
De Belgische versie werd ontwikkeld onder de
auspiciën van de European Society of Cardiology,
en vooral door de omgeving van professor Guy De
Backer van de Universiteit Gent. Het model wordt
sinds 2006 gebruikt in het kader van de
terugbetalingscriteria voor een medicamenteuze
behandeling van hypercholesterolemie.
Het SCORE-model blijft in wetenschappelijke
kringen
nog
altijd
een
referentiesysteem.
Momenteel zijn er geen aanbevelingen voor het
gebruik van andere evaluatiemethoden in het kader
van
de
terugbetalingscriteria
voor
een
medicamenteuze
behandeling
van
hypercholesterolemie.
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
13
Les tables SCORE ont été envoyées plusieurs fois
gratuitement aux médecins et sont accessibles
gratuitement via deux sites internet.
De SCORE-tabellen werden meerdere malen gratis
naar de artsen verzonden en kunnen gratis op twee
websites geraadpleegd worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Manu Beuselinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'état d'avancement du
projet MyCareNet" (n° 1836)
10 Vraag van de heer Manu Beuselinck aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de stand van
zaken van het project MyCareNet" (nr. 1836)
10.01 Manu Beuselinck (N-VA): Le système
MyCareNet permet de gagner du temps en
supprimant
toute
une
série
de
tâches
administratives dans le secteur des soins.
Quelles applications du système MyCareNet sont-
elles déjà opérationnelles? Quel est le calendrier
d'activation des autres modules du programme? La
ministre peut-elle donner des explications sur le
traitement des demandes par le Collège
Intermutualiste National et la plate-forme eHealth?
10.01 Manu Beuselinck (N-VA): Dankzij
MyCareNet kunnen in de zorgsector heel wat
tijdrovende en administratieve taken worden
afgeschaft.
Welke toepassingen van MyCareNet zijn al
operationeel? Wat is de timing voor de verdere
activering? Kan de minister toelichting geven bij de
verwerking van de aanvragen door het Nationaal
Intermutualistisch College en eHealth?
10.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): CareNet, qui a été lancé en 2002,
permettait déjà l'échange d'informations entre les
organismes assureurs et les hôpitaux. Avec
MyCareNet, ce projet sera élargi à tous les
prestataires de soins. De nouveaux services seront
développés aussi, en plus de l'informatisation et de
la simplification des échanges de données.
Il a été opté pour un développement par phases,
secteur après secteur, et toujours avec des projets
pilotes préliminaires. Le Collège Intermutualiste
National (CIN) assure le développement technique.
L'INAMI s'occupe, entre autres, de créer un cadre
réglementaire adéquat, d'informer les prestataires
de soins et de développer des sources authentiques
validées dans le cadre d'eHealth.
Depuis 2008, les principaux partenaires en matière
de simplification administrative dans les domaines
de l'assurance soins de santé et des allocations se
sont regroupés dans une plate-forme de
concertation Simplification administrative.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Via CareNet, dat in 2002 werd opgestart, kon al
informatie
worden
uitgewisseld
tussen
de
verzekeringsinstellingen en de ziekenhuizen. Dat
project wordt met MyCareNet uitgebreid tot alle
zorgverstrekkers.
Naast
informatisering
en
vereenvoudiging van de gegevensuitwisseling
worden met MyCareNet ook nieuwe diensten
ontwikkeld.
Er is gekozen voor een gefaseerde uitrolling, sector
na sector, waarbij steeds eerst met proefprojecten
wordt gewerkt. Het Nationaal Intermutualistisch
College
(NIC)
zorgt
voor
de
technische
ontwikkeling. Het RIZIV staat onder meer in voor
het creëren van een aangepast reglementair kader,
het informeren van de zorgverstrekkers en het
ontwikkelen van gevalideerde authentieke bronnen
in het kader van eHealth.
Sinds 2008 hebben de voornaamste partners
inzake de administratieve vereenvoudiging in de
verzekeringsgeneeskundige
verzorging
en
uitkeringen zich verenigd in een overlegplatform
Administratieve Vereenvoudiging.
Je communiquerai à la commission une adresse
internet permettant de consulter les données les
plus récentes liées à la planification et au calendrier
de mise en oeuvre de MyCareNet.
Les infirmiers à domicile et les laboratoires sont
déjà partiellement en production. À la prochaine
plate-forme de concertation du 18 janvier 2011, le
Ik zal de commissie een internetadres geven waar
de laatste stand van zaken van de planning en de
timing voor de implementatie van MyCareNet te
vinden is.
De thuisverpleegkundigen en de labo's zijn al deels
in productie. Op het eerstvolgende overlegplatform
op 18 januari 2011 zal het NIC een update van de
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
14
CIN fournira une mise à jour de la planification et
formulera des propositions pour accélérer la mise
en oeuvre.
Différents facteurs exercent un impact sur
MyCareNet, comme l'infrastructure technique au
CIN et l'avancée de l'intégration des services de
base de eHealth. Un cadre général en matière de
force probante des données électroniques fait partie
d'un avant-projet de la loi sur la santé. Plusieurs
protocoles restent nécessaires pour chaque
groupe-cible. La proposition de protocole pour les
infirmiers à domicile a déjà reçu un avis favorable
de la Commission de la protection de la vie privée.
Le ralentissement qui se produit lors de l'entrée
dans le système des early adopters constitue un
problème supplémentaire.
planning geven en voorstellen formuleren om de
implementatie sneller te laten verlopen.
Verschillende factoren hebben een impact op
MyCareNet, zoals de technische infrastructuur bij
het NIC en de vooruitgang inzake de integratie van
de basisdiensten van eHealth. Een algemeen kader
inzake de bewijskracht van de elektronische
gegevens is opgenomen in een voorontwerp van de
gezondheidswet. Er blijven verschillende protocollen
nodig per doelgroep. Het voorstel van protocol voor
de thuisverpleegkundigen kreeg reeds een positief
advies van de Privacycommissie. Een ander
probleem is de vertraging die telkens optreedt nadat
de early adopters in het systeem zijn gestapt.
L'actuelle configuration de la plateforme eHealth ne
permet pas à MyCareNet de générer des données
sur le traitement des demandes; eHealth fournit
uniquement des services de base pour la gestion
des utilisateurs. Seul MyCareNet peut fournir des
données sur le traitement des demandes. Ces
données ont été demandées au CIN de manière à
pouvoir les soumettre à la plateforme de
concertation du 18 janvier 2011. Selon le CIN, 52 %
des infirmiers ont introduit leurs factures par le biais
de MyCareNet en décembre. La plateforme de
concertation devra également définir des accords
de manière à identifier une liste précise des
transactions pertinentes et la manière dont elles
doivent être calculées. Il sera ensuite possible de
passer à un contrôle régulier de l'évolution des
transactions.
In de huidige opzet van het eHealth-platform, kan
MyCareNet geen gegevens produceren over de
verwerking van de aanvragen; eHealth levert enkel
basisdiensten voor gebruikersbeheer. Gegevens
over de verwerking van de aanvragen kunnen enkel
worden geleverd door MyCareNet zelf. Ze worden
bij het NIC opgevraagd om ze voor te leggen op het
overlegplatform van 18 januari 2011. Volgens het
NIC factureerde in december 52 procent van de
verpleegkundigen
via
MyCareNet.
Op
het
overlegplatform zullen ook afspraken moeten
worden gemaakt om een duidelijke lijst van
relevante transacties te identificeren en de manier
waarop ze berekend moeten worden. Daarna kan
werk worden gemaakt van het regelmatig nagaan
van de evolutie van de verrichtingen.
10.03 Manu Beuselinck (N-VA): Je comprends
qu'il faille du temps mais j'espère bien que la mise
en oeuvre s'effectuera rapidement et de la manière
la plus efficace possible.
10.03 Manu Beuselinck (N-VA): Ik begrijp dat er
tijd nodig is, maar ik reken erop dat de
implementatie toch zo efficiënt en snel mogelijk
gebeurt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Stefaan Vercamer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'état d'avancement de
la réforme OMNIO" (n° 1884)
11 Vraag van de heer Stefaan Vercamer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de stand van
zaken met betrekking tot de Omnio-hervorming"
(nr. 1884)
11.01 Stefaan Vercamer (CD&V): En mars 2009,
le groupe de travail Assurabilité de l'INAMI a été
chargé d'élaborer la réforme du statut OMNIO.
Quelles solutions propose-t-il? Quelles seront les
incidences budgétaires? Où en est l'échange de
données entre l'INAMI, la Banque-carrefour, les
11.01 Stefaan Vercamer (CD&V): In maart 2009
kreeg de werkgroep Verzekerbaarheid van het
RIZIV de opdracht om de hervorming van het
Omnio-statuut uit te werken.
Welke oplossingen stelt zij voor? Wat zijn hiervan
de budgettaire implicaties? Hoe staat het met de
uitwisseling van gegevens tussen het RIZIV, de
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
15
mutuelles et le SPF Finances? Quel est
l'échéancier?
Le Centre d'expertise a également été chargé de
réaliser une étude qui devait être publiée en juin
2010. Jusqu'à ce jour, nous n'en avons retrouvé
aucune trace. Quel est l'état d'avancement à cet
égard? Le groupe de travail et le Centre d'expertise
sont-ils sur la même longueur d'ondes?
Le Service de lutte contre la pauvreté, la précarité
et l'exclusion sociale prépare actuellement une liste
des droits sociaux existants et souhaitables, ainsi
que des problèmes en la matière. Pourriez-vous
nous fournir cette liste?
Kruispuntbank, de ziekenfondsen en de FOD
Financiën? Wat is de timing?
Het Kenniscentrum kreeg ook de opdracht om een
studie te maken die in juni 2010 zou worden
gepubliceerd. Tot op vandaag vinden we daarvan
niets terug. Wat is hier de stand van zaken? Zitten
de werkgroep en het Kenniscentrum op hetzelfde
spoor?
Het Steunpunt tot bestrijding van armoede,
bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting werkt
momenteel aan een lijst van bestaande en
wenselijke sociale rechten en hun knelpunten.
Kunnen we die lijst krijgen?
11.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): L'intervention majorée vise à abaisser
le seuil financier de l'accès aux soins de santé pour
les ménages en proie à des difficultés financières
au moment où ils auraient précisément besoin de
soins médicaux.
Selon le groupe de travail Assurabilité de l'INAMI, la
principale difficulté est de veiller à ce que les
ménages qui disposent effectivement de revenus
modestes obtiennent le droit à l'intervention
majorée, et, à l'inverse, d'éviter que ce droit soit
octroyé
à
des
ménages
confrontés
très
temporairement à certaines difficultés financières.
C'est pourquoi il a été proposé que la demande ne
puisse être introduite qu'au terme d'une période de
référence déterminée. Sur la base de cette période
de référence, on peut alors établir que la situation
financière du ménage présente une certaine
stabilité. Certaines situations sociales, telles que le
fait d'être pensionné ou en incapacité de travail,
seront considérées comme des indicateurs de
revenu modeste. Les gens qui se trouvent dans ce
genre de situation peuvent à tout moment introduire
une demande, donc sans période de référence
préalable.
Le groupe de travail constate que la réglementation
actuelle relative au statut OMNIO pour les assurés
sociaux manque de transparence et est difficile à
comprendre. C'est pourquoi nous proposons que
l'on tienne toujours compte du ménage tel qu'il se
compose au moment de l'introduction de la
demande.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
verhoogde tegemoetkoming beoogt een financieel
gemakkelijkere
toegang
tot
geneeskundige
verzorging voor gezinnen die zich in een moeilijke
financiële situatie bevinden op het ogenblik waarop
ze nood hebben aan geneeskundige verzorging.
De werkgroep Verzekerbaarheid van het RIZIV wijst
erop dat de grote moeilijkheid erin bestaat te
garanderen dat de gezinnen die daadwerkelijk over
een bescheiden inkomen beschikken, het recht op
de verhoogde tegemoetkoming krijgen en tegelijk te
vermijden dat het recht wordt toegekend aan
gezinnen die zeer tijdelijk met financiële problemen
te kampen hebben. Daarom is er het voorstel dat de
aanvraag wordt ingediend na een bepaalde
referentieperiode. Via deze referteperiode kan men
vaststellen dat de financiële situatie van het gezin
een zekere stabiliteit vertoont. Sociale situaties als
pensionering en arbeidsongeschiktheid zullen
worden beschouwd als indicatoren van een
bescheiden inkomen. Mensen in die situatie kunnen
op elk moment een aanvraag indienen zonder
voorafgaande referteperiode.
De werkgroep stelt vast dat de huidige
reglementering betreffende het Omnio-statuut voor
de sociaal verzekerden weinig transparant en
moeilijk te begrijpen is. Men stelt daarom voor om
steeds rekening te houden met het gezin zoals dat
is samengesteld op het ogenblik van de aanvraag.
Le groupe de travail s'emploie à élaborer un
nouveau modèle de déclaration sur l'honneur. Il a
été proposé que les données relatives aux revenus
soient complétées par la mutualité elle-même.
L'incidence financière de l'harmonisation du statut
De werkgroep werkt een nieuw model van
verklaring op erewoord uit, waarbij wordt
voorgesteld dat de gegevens betreffende de
inkomsten door het ziekenfonds zelf zouden worden
ingevuld.
De financiële weerslag van de afstemming van het
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
16
OMNIO avec l'intervention majorée classique est
estimée à 1,4 million d'euros. Le gouvernement
démissionnaire avait l'intention de faire entrer en
vigueur la réforme du statut OMNIO dans le courant
de l'année 2011. Étant donné que cette réforme
dépasse le cadre des affaires courantes, un
nouveau calendrier devra être fixé par le prochain
gouvernement.
Omnio-statuut op de klassieke, verhoogde
tegemoetkoming wordt geraamd op 1,4 miljoen
euro. Het was de intentie van de ontslagnemende
regering dat de hervorming van het Omnio-statuut
in werking zou treden in de loop van 2011. Vermits
deze hervorming niet tot de lopende zaken behoort,
zal de timing afhangen van de volgende regering.
La publication de l'étude sur un système de soins
de santé financièrement accessible et durable en
Belgique est prévue pour décembre 2011. Elle doit
se concrétiser par des recommandations visant à
simplifier la structure actuelle des interventions
personnelles et à accroître la cohérence entre les
mesures de protection, dont le statut OMNIO.
De publicatie van de studie `De optimale
vormgeving van een financieel toegankelijk en
duurzaam gezondheidszorgsysteem in België' is
gepland voor december 2011. Ze moet leiden tot
aanbevelingen om de huidige structuur van
persoonlijke aandelen te vereenvoudigen en de
coherentie tussen de beschermingsmaatregelen,
waaronder het Omnio-statuut, te verhogen.
La technique de la microsimulation sera utilisée
pour avoir une idée du coût et des effets de
répartition des différentes mesures déjà prises et
des futurs changements éventuels. L'incidence
possible de l'étude sur les modifications déjà
réalisées du statut OMNIO dépendra des résultats
de cette analyse.
Le Service de lutte contre la pauvreté, la précarité
et l'exclusion sociale récolte actuellement les
éléments pertinents pour l'établissement d'une liste
des droits dont l'accessibilité est déjà automatisée
ou dont il serait souhaitable qu'elle le soit. Il s'agit
uniquement des droits qui concernent les
compétences fédérales. En Flandre, l'administration
s'occupe d'un tel exercice. Pour identifier les droits
qui devraient être automatiquement accessibles, le
Service de lutte consulte les organisations actives
sur le terrain.
Après l'établissement de cette liste, la question de
la faisabilité de l'automatisation sera examinée pour
chaque droit. Ce travail technique sera réalisé en
collaboration avec les administrations compétentes.
La commission d'accompagnement attend les
résultats de ce travail pour l'automne 2011.
De techniek van microsimulatie zal worden gebruikt
om een beeld te krijgen van de kosten en de
verdelingseffecten van de verschillende reeds
genomen maatregelen en mogelijke toekomstige
veranderingen. De mogelijke impact van de studie
op de reeds gerealiseerde veranderingen van het
Omnio-statuut zal afhankelijk zijn van de resultaten
van deze analyse.
Het Steunpunt ter bestrijding van armoede,
bestaansonzekerheid
en
sociale
uitsluiting
verzamelt momenteel de elementen die relevant zijn
voor de opmaak van een lijst van de rechten
waarvan de opening reeds is geautomatiseerd of
waarvan het wenselijk zou zijn dat dit gebeurt. Het
betreft enkel de rechten die te maken hebben met
federale bevoegdheden. In Vlaanderen is de
administratie met een gelijkaardige oefening bezig.
Om de rechten te identificeren waarvoor het
relevant is de opening te automatiseren, consulteert
het Steunpunt de organisaties die op het terrein
werkzaam zijn.
Na de opmaak van die lijst zal de vraag naar de
haalbaarheid van de automatisering voor elk recht
bekeken worden. Dat technische werk zal gebeuren
in samenwerking met de betrokken administraties.
De begeleidingscommissie verwacht de resultaten
van dat werk in de herfst van 2011.
11.03 Stefaan Vercamer (CD&V): Actuellement,
on ne peut en effet modifier qu'une seule fois par an
les données du dossier relatives à la situation
familiale. Pour certaines catégories dans la sécurité
sociale, il doit quand même être possible de mieux
organiser ces données et d'octroyer le statut
automatiquement.
Les
possibilités
actuelles
pourront-elles déjà être appliquées le plus
rapidement possible?
11.03 Stefaan Vercamer (CD&V): Men heeft
momenteel inderdaad maar één keer per jaar de
mogelijkheid de dossiergegevens inzake de
gezinssituatie te veranderen. Het moet voor
bepaalde groepen binnen de sociale zekerheid toch
mogelijk zijn om dit beter te organiseren en het
statuut automatisch toe te kennen. Zal men wat
men al kan zo snel mogelijk in de praktijk brengen?
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
17
La ministre considère, à juste titre, que les
mutuelles sont des acteurs importants pour indiquer
aux personnes qu'elles ont droit au statut OMNIO.
Les autorités disposent des données actuellement
et les transmettent à des tiers pour que ceux-ci les
utilisent.
Les
autorités
devraient
tenter
d'automatiser cette procédure.
À la suite de la chute du gouvernement, tous les
dossiers ont pris du retard. J'espère que l'étude
sera terminée avant la réforme. Au cas contraire,
c'est du gaspillage.
De minister ziet de ziekenfondsen terecht als
belangrijke actoren om de mensen erop te wijzen
dat zij recht hebben op het Omnio-statuut. Op dit
ogenblik heeft de overheid de gegevens en geeft zij
die aan derden om er iets mee te doen. De overheid
zou zelf moeten proberen dit geautomatiseerd te
laten gebeuren.
Door de val van de regering is alles wat verlaat. Ik
hoop dat de studie af is voor de hervorming. Anders
is het weggegooid geld.
L'incident est clos.
La
présidente:
La
question
n° 1892
de
Mme Smeyers est reportée.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 1892 van mevrouw
Smeyers wordt uitgesteld.
12 Question de Mme Nathalie Muylle à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la situation en ce qui
concerne l'imagerie médicale" (n° 1929)
12 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de stand van
zaken met betrekking tot de medische
beeldvorming" (nr. 1929)
12.01 Nathalie Muylle (CD&V): La problématique
de la programmation, de l'agrément et du
financement de l'imagerie médicale a été discutée à
maintes reprises au sein de cette commission.
En 2008, il a été décidé de tolérer les PET-scans
superflus et non agréés. En 2009, l'étude du Centre
d'expertise a recommandé l'amélioration des
critères de qualité.
Il semble qu'aujourd'hui, tous les hôpitaux ne
disposent pas d'un scanner RMN. Ceci a pour
conséquence que de nombreuses applications sont
toujours effectuées sur des CT-scans qui
fonctionnent avec des rayons ionisants. Cette
question a également été examinée par le Centre
d'expertise en 2009. Dans sa recommandation, ce
dernier plaidait pour un assouplissement de la
programmation, voire pour sa disparition.
Où en sommes-nous aujourd'hui, tant en ce qui
concerne les PET-scans que les RMN-scans et les
CT-scans? La ministre s'est-elle déjà penchée sur
les recommandations du Centre d'expertise?
12.01 Nathalie Muylle (CD&V): De problematiek
van de programmatie-erkenning en financiering van
de medische beeldvorming werd reeds vaak
besproken in deze commissie.
In 2008 werd beslist om de niet-erkende,
overbodige PET-scans toch te gedogen. In 2009
was er dan de studie van het Kenniscentrum met de
aanbeveling dat kwaliteitscriteria beter zouden zijn.
Wij zien vandaag ook dat niet elk ziekenhuis een
NMR-scan heeft. Dat betekent dat er nog heel wat
toepassingen gebeuren met CT-scans die werken
met ioniserende stralen. Ook die kwestie heeft het
Kenniscentrum in 2009 bestudeerd. In hun
aanbeveling wordt gepleit voor een versoepeling
van de programmatie of voor de afschaffing van de
programmatie.
Waar staan wij vandaag, zowel op het vlak van de
PET-scans als op vlak van de NMR-scans en de
CT-scans? Heeft de minister al iets kunnen doen
met de aanbevelingen van het Kenniscentrum?
12.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): Le gouvernement dispose de normes
d'agrément et de critères de programmation pour
surveiller et piloter l'utilisation des technologies
médicales lourdes.
Les Communautés et les Régions agréent et
définissent la programmation des services qui
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
overheid beschikt over erkenningsnormen en
programmatiecriteria om het gebruik van zware
medische technologie te bewaken en te sturen.
Voor PET-scanners en NMR-toestellen worden de
diensten die met deze apparaten werken, erkend en
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
18
travaillent avec les PET-scans et les appareils
RMN.
La programmation des appareillages médicaux
lourds est parfaitement possible dans le cadre de la
réglementation européenne. Dans un arrêt du
5 octobre 2010, dans l'affaire C-512/08 Commission
européenne/République
française,
la
Cour
européenne de Justice l'a une nouvelle fois
confirmé.
La programmation des appareillages médicaux
lourds est légitime pour garantir la bonne
organisation de la politique des soins de santé et
l'équilibre financier du système. Les critères de
programmation doivent cependant être objectifs,
non discriminatoires et connus à l'avance.
En 2010, le SPF Santé publique, l'INAMI, l'Agence
fédérale de Contrôle nucléaire et des spécialistes
en imagerie médicale se sont attelés à l'élaboration
du plan de Radioprotection.
geprogrammeerd door de Gemeenschappen en de
Gewesten.
Het programmeren van zware medische apparatuur
is perfect mogelijk binnen het kader van de
Europese regelgeving. Op 5 oktober 2010 heeft het
Hof van Justitie dit nog eens bevestigd in een arrest
in de zaak C-512/08 Europese Commissie/Franse
Republiek.
De programmatie van zware medische apparatuur
is gerechtvaardigd om een goede organisatie van
het gezondheidszorgbeleid en het financieel
evenwicht van het systeem te garanderen. De
programmatiecriteria moeten wel objectief, niet-
discriminatoir en op voorhand bekend zijn.
In 2010 zijn de FOD Volksgezondheid, het RIZIV en
het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
en specialisten in de medische beeldvorming
gestart met het uitwerken van het plan
Radioprotectie.
L'objectif du plan consiste à limiter l'exposition à la
radioactivité dans le cadre de l'imagerie médicale.
Une comparaison internationale a en effet montré
que la population belge est exposée à de trop fortes
doses d'irradiation. Le plan agira sur différents
fronts: la diffusion et l'actualisation de directives, la
sensibilisation des spécialistes, des médecins
généralistes et du public et un feed-back des
résultats individuels à l'adresse des prescripteurs et
des praticiens. Les examens médicaux à forte
irradiation seront remplacés par d'autres techniques
moins invasives. La question de la programmation
dans le cadre de l'imagerie médicale sera
également examinée.
Dat plan heeft tot doel de blootstelling aan
radioactiviteit in het kader van medische
beeldvorming
te
beperken.
Internationale
vergelijking heeft immers aangetoond dat de
Belgische bevolking wordt blootgesteld aan te hoge
dosissen. Het plan zal op verschillende fronten
werken: het publiek maken en actualiseren van
richtlijnen, het sensibiliseren van de specialisten,
huisartsen en het publiek en verder feedback van
individuele resultaten naar voorschrijvers en
uitvoerders.
Onderzoeken
met
hoge
stralingsbelasting zullen vervangen worden door
andere, minder belastende onderzoekstechnieken.
Ook de programmatie in het kader van de medische
beeldvorming zal ter sprake komen.
12.03 Nathalie Muylle (CD&V): À court terme, la
programmation sera donc maintenue et une étude
sera menée sur la possibilité d'affiner les critères et
sur les conséquences de l'exposition aux différents
types d'infrastructures en matière d'imagerie. De
nouvelles décisions pourront être prises sur cette
base.
Ces mesures interviendront-elles encore en 2011?
12.03 Nathalie Muylle (CD&V): Op korte termijn
zal dus worden vastgehouden aan de programmatie
en zal worden bekeken hoe de criteria verfijnd
kunnen worden en wat de gevolgen zijn van
blootstelling
aan
de
verschillende
types
beeldinfrastructuur. Op basis daarvan kunnen er
dan nieuwe beslissingen genomen worden.
Kan dit nog in de loop van 2011 gebeuren?
12.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
l'espère en tout cas.
12.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
hoop ik in elk geval.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Reinilde Van Moer à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
13 Vraag van mevrouw Reinilde Van Moer aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
19
l'Intégration sociale, sur "la thérapie de
resynchronisation cardiaque" (n° 1931)
Maatschappelijke Integratie, over "de cardiale
resynchronisatietherapie" (nr. 1931)
13.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Selon un rapport
du Centre fédéral d'expertise des soins de santé
relatif à la thérapie de resynchronisation cardiaque,
environ 530 patients par an se voient implanter un
appareil CRT. Il existe deux types d'implants: le
CRT-P qui coûte 7 000 euros et le CRT-D qui coûte
21 000 euros. Malgré la différence de prix, la plus-
value du CRT-D n'est pas avérée. Aussi le Centre
fédéral d'expertise propose-t-il de mener une étude
comparative.
Les médecins reçoivent-ils des consignes pour
aider les patients à choisir entre les deux appareils?
La ministre envisage-t-elle des initiatives dans le
prolongement
des
propositions
du
Centre
d'expertise?
13.01 Reinilde Van Moer (N-VA): Uit een rapport
van het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
over de cardiale synchronisatietherapie blijkt dat
jaarlijks ongeveer 530 patiënten een CRT-apparaat
ingeplant krijgen. Er bestaan twee soorten
implantaten: de CRT-P, die 7.000 euro kost, en de
CRT-D, die 21.000 euro kost. Ondanks het
prijsverschil is de meerwaarde van de CRT-D niet
aangetoond. Het Kenniscentrum stelt daarom een
vergelijkende studie voor.
Krijgen artsen richtlijnen om patiënten te helpen bij
de keuze tussen de twee apparaten? Plant de
minister initiatieven naar aanleiding van de
voorstellen van het Kenniscentrum?
13.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): La Belgian Heart Rhythm Association
peut suivre les directives élaborées par la European
Society
of
Cardiology.
Les
critères
de
remboursement du CRT-D reposent sur les
directives de la European Society of Cardiology.
Différents niveaux d'évidence sont distingués en
fonction de la pathologie du patient. Les directives
peuvent donc être suivies au sens large, en tenant
aussi compte des possibilités financières.
Il est possible de mener une étude scientifique
comparative des deux appareils mais il reste à
savoir si l'industrie voudra la soutenir. De plus, il
n'appartient pas à l'assurance obligatoire de
prendre l'initiative de pareilles études ou de les
financer.
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
Belgian Heart Rhythm Association kan de richtlijnen
volgen die worden opgesteld door de European
Society of Cardiology. De terugbetalingscriteria voor
de CRT-D zijn gebaseerd op de guidelines van de
European Society of Cardiology. Daar worden
verschillende niveaus van evidentie onderscheiden,
naargelang van de pathologie van de patiënt. De
guidelines kunnen dus in brede zin worden
opgevolgd, ook rekening houdend met de financiële
mogelijkheden.
Een vergelijkende wetenschappelijke studie van de
twee apparaten is mogelijk. De vraag is maar of de
industrie zo'n studie zal willen steunen. Het behoort
bovendien ook niet tot de opdracht van de
verplichte verzekering om dit soort studies op te
zetten of te financieren.
13.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Les entreprises
désireuses de participer au financement de l'étude
et capables de fournir un dispositif meilleur marché
permettront à un plus grand nombre de personnes
de faire l'acquisition d'un appareil de ce type. Même
après l'intervention de l'assurance maladie, un
montant de 21 000 euros ne manquera pas de
décourager de nombreux patients. Il convient dès
lors de convaincre les producteurs de réaliser une
étude sur le sujet, ce qui est d'ailleurs aussi dans
leur propre intérêt commercial.
13.03 Reinilde Van Moer (N-VA): Als bedrijven de
studie mee financieren, kunnen zij het apparaat
goedkoper leveren en zullen meer mensen er een
laten plaatsen. Een bedrag van 21.000 euro, zelfs
met aftrek van de ziekteverzekering, zal immers
veel mensen afschrikken. De firma's moeten er dus
van overtuigd worden zo'n studie te doen, dat is ook
in hun eigen commerciële belang.
13.04
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais): J'espère qu'il en sera ainsi.
13.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
hoop dat u gelijk hebt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
14 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
20
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les prescriptions hors
indication autorisée" (n° 1944)
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
voorschrijven van geneesmiddelen voor niet-
goedgekeurde indicaties" (nr. 1944)
14.01 Colette Burgeon (PS): Les prescriptions
hors indication autorisée ou hors AMM (autorisation
de mise sur le marché) font débat en France.
Un médicament obtient l'autorisation de mise sur le
marché pour certaines indications spécifiques. Un
médecin peut toutefois prescrire un médicament
hors AMM lorsqu'il veut traiter une autre pathologie
ou utiliser une posologie différente.
Disposez-vous d'études relatives aux prescriptions
hors AMM des médecins belges? Des contrôles
sont-ils effectués? Ces prescriptions hors AMM ont-
elles un coût pour le budget des soins de santé?
Outre le risque médical pour le patient, le
prescripteur court-il un risque pénal ou judiciaire en
cas d'accident thérapeutique? Enfin, de nombreux
médicaments inadaptés semblent prescrits aux
patients pédiatriques. En êtes-vous informée?
14.01 Colette Burgeon (PS): Het voorschrijven
van geneesmiddelen voor niet-goedgekeurde
indicaties leidt tot hevige discussies in Frankrijk.
Een geneesmiddel krijgt een vergunning voor het in
de handel brengen voor een aantal specifieke
indicaties. Een arts kan echter afwijken van de
vergunning en een geneesmiddel voorschrijven
voor de behandeling van een andere ziekte of in
een afwijkende dosering.
Beschikt u over studies met betrekking tot het
voorschrijfgedrag van de Belgische artsen voor
andere indicaties dan de vergunde? Worden er
daarop controles uitgevoerd? Hangt hieraan een
prijskaartje voor de begroting gezondheidszorgen?
Er bestaat een medisch risico voor de patiënt. Loopt
de voorschrijver ook het risico om in rechte
(strafrechtelijk of anderszins) te worden vervolgd
wanneer er zich een therapeutisch ongeval
voordoet? Er zouden naar verluidt heel wat
onaangepaste
geneesmiddelen
worden
voorgeschreven aan kinderen. Bent u daarvan op
de hoogte?
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Nous ne disposons pas d'études sur l'ampleur de la
prescription de médicaments dans des indications
non approuvées lors de leur autorisation de mise
sur le marché (off-label). La publicité pour de tels
médicaments est interdite.
Il existe cependant des programmes médicaux
d'urgence mettant à disposition des patients des
médicaments possédant une autorisation INAMI
pour une indication non encore approuvée, pour
une
indication
autorisée
aux
critères
de
remboursement non encore fixés par l'INAMI ou
pour une indication pour laquelle des essais
cliniques sont toujours en cours, ou dont on a
démontré la pertinence de l'usage pour le traitement
de l'affection concernée. Ces programmes peuvent
être mis en route sous certaines conditions fixées
par la loi de mars 1964.
La prescription relève de la liberté thérapeutique du
médecin et ne peut faire l'objet de restrictions ni de
contrôles. L'Agence fédérale des médicaments
insiste néanmoins sur la notification des effets
indésirables survenus.
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Wij
beschikken niet over studies waaruit blijkt in welke
mate geneesmiddelen voorgeschreven worden voor
indicaties die niet vermeld worden in de vergunning
voor het in de handel brengen, de zogenaamde off-
label
voorschriften.
Reclame
voor
zulke
geneesmiddelen is verboden.
Er bestaan evenwel medische noodprogramma's.
In dat geval hebben patiënten toegang tot
geneesmiddelen die over een RIZIV-vergunning
beschikken voor een nog niet goedgekeurde
indicatie, voor een goedgekeurde indicatie waarvan
de vergoedingscriteria nog niet door het RIZIV
werden vastgesteld of voor een indicatie waarvoor
er nog klinische proeven lopen of waarvan werd
aangetoond dat het geneesmiddel werkzaam is bij
de behandeling van de betrokken aandoening. Die
programma's kunnen worden toegepast op
bepaalde voorwaarden die in de wet van maart
1964 vastgesteld worden.
Het voorschrijfgedrag behoort tot de therapeutische
vrijheid van de arts en kan niet worden beperkt of
gecontroleerd. Het Federaal Agentschap voor
Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten dringt
wel aan op het melden van ongewenste
neveneffecten.
CRABV 53
COM 088
12/01/2011
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
21
Les indications enregistrées comptant seules pour
le
remboursement
des
médicaments,
les
prescriptions
off-label
peuvent
avoir
une
conséquence budgétaire. Trois millions d'euros ont
été réservés, dans le budget Soins de santé 2011,
pour la prise en charge d'indications non
enregistrées quand un besoin médical non couvert
existe.
Hoewel enkel de geregistreerde indicaties voor
vergoeding in aanmerking komen, kunnen de off-
label voorschriften budgettaire gevolgen hebben. Er
werd in de begroting gezondheidszorg 2011 drie
miljoen euro uitgetrokken voor de vergoeding van
niet-geregistreerde indicaties in geval van een
medische behoefte die niet in aanmerking komt
voor terugbetaling.
L'INAMI et l'Agence fédérale des Médicaments
travaillent à la mise en place d'un système
permettant une telle prise en charge.
Le Conseil national de l'Ordre des médecins estime
que le médecin est juridiquement responsable de la
prescription off-label. Une telle prescription doit
reposer sur des bases scientifiques et être
conforme à la loi relative aux droits des patients. Le
patient ou son représentant doit en être informé,
ainsi que des effets indésirables et des avantages
et inconvénients du médicament.
En application du règlement de l'Union européenne
1901/2006, tout sponsor voulant entamer des
essais cliniques avec un produit expérimental dans
une population pédiatrique est obligé de soumettre
un plan d'investigation pédiatrique auprès de
l'Agence européenne du Médicament. Et tout essai
clinique impliquant une population pédiatrique doit
être rapporté à l'autorité compétente dans les six
mois suivant son achèvement.
La Paediatric Use Marketing Authorisation (PUMA)
est une nouvelle autorisation qui couvre l'indication
et la formulation d'un médicament pour une
utilisation pédiatrique. Elle ne concerne que les
médicaments déjà autorisés et dont le brevet est
arrivé à expiration.
Het RIZIV en het Federaal Agentschap voor
Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten werken
aan de invoering van een regeling om de
vergoeding mogelijk te maken.
De Nationale Raad van de Orde van geneesheren
is van oordeel dat de arts uit een juridisch oogpunt
verantwoordelijk is voor het off-label voorschrijven
van geneesmiddelen. Een dergelijk voorschrift moet
stoelen op wetenschappelijke gronden en in
overeenstemming zijn met de wet betreffende de
patiëntenrechten.
De
patiënt
of
zijn
vertegenwoordiger moet op de hoogte worden
gebracht van de bijwerkingen en de nadelen van
het geneesmiddel.
Overeenkomstig
de
Europese
verordening
1901/2006 is elke sponsor die met een
experimenteel product klinische proeven wil
uitvoeren bij een pediatrische populatie verplicht
een plan voor pediatrisch onderzoek voor te leggen
aan het Europees Geneesmiddelenbureau. Alle
klinische proeven bij een pediatrische populatie
moeten binnen zes maanden na voltooiing van de
onderzoeken aan de bevoegde autoriteit worden
voorgelegd.
De Paediatric Use Marketing Authorisation (PUMA)
is een nieuwe vergunning die betrekking heeft op de
indicatie en de formule van een geneesmiddel voor
pediatrisch gebruik. Ze heeft enkel betrekking op
reeds vergunde geneesmiddelen waarvan het
octrooi is afgelopen.
Il existe une liste de priorités reprenant les produits
pour lesquels des essais cliniques devraient être
réalisés afin d'établir leur efficacité, leur sécurité et
leur innocuité dans leur usage off-label en pédiatrie.
Grâce à ces dispositifs, l'utilisation off-label
pédiatrique devrait diminuer.
Er bestaat een prioriteitenlijst met de producten
waarvoor er klinische proeven zouden moeten
worden uitgevoerd om hun doeltreffendheid,
veiligheid en onschadelijkheid bij off-label use in de
kindergeneeskunde vast te stellen.
Dankzij deze bepalingen zou het off-label use in de
pediatrie moeten afnemen.
14.03 Colette Burgeon (PS): Ne serait-il pas utile
d'effectuer une étude sur ce thème?
14.03 Colette Burgeon (PS): Zou daar geen
studie moeten worden aan gewijd?
14.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Je
vais voir avec l'Agence si c'est possible.
14.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal
met het Agentschap nagaan of dat mogelijk is.
12/01/2011
CRABV 53
COM 088
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
53
E LÉGISLATURE
2010
2011
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
53
E ZITTINGSPERIODE
22
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique est levée à 15 h 54.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.54 uur.