KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 865
CRABV 52 COM 865
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
Dinsdag
Mardi
20-04-2010
20-04-2010
Voormiddag
Matin
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de epidemiologische studie in de
omgeving van de kerncentrales" (nr. 21042)
1
Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'étude épidémiologique aux
alentours des centrales nucléaires" (n° 21042)
1
Sprekers: Muriel Gerkens, voorzitter van de
Ecolo-Groen!-fractie, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Muriel Gerkens, président du
groupe Ecolo-Groen!, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
3
Questions jointes de
3
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de sigarettenprijs" (nr. 21046)
4
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le prix des cigarettes" (n° 21046)
4
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verkoop van tabaksproducten
onder de prijs van de fiscale zegel" (nr. 21063)
4
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
vente de produits de tabac en dessous du prix
indiqué sur le timbre fiscal" (n° 21063)
4
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Koen
Bultinck,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Koen
Bultinck, Jean-Marc Delizée, secrétaire
d'État aux Affaires sociales, chargé des
Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "sekssomnia" (nr. 21192)
5
Question de Mme Françoise Colinia à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la sexsomnie" (n° 21192)
5
Sprekers: Françoise Colinia, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Françoise Colinia, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gebruik van pepmiddelen
door jongeren" (nr. 21139)
7
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'utilisation par des jeunes de produits
stimulants" (n° 21139)
7
- mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het stijgend gebruik van
pepmiddelen door jongeren" (nr. 21208)
7
- Mme Nathalie Muylle à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
recours croissant par les jeunes à des produits
stimulants" (n° 21208)
7
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gebruik van peppillen door
jongeren" (nr. 21313)
7
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la consommation de stimulants par les
jeunes" (n° 21313)
7
Sprekers: Maggie De Block, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Maggie De Block, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "een Belgische hulpverleenster
die onwettige abortussen organiseerde in het
buitenland" (nr. 21209)
8
Question de Mme Alexandra Colen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "une assistante sociale belge qui
organisait des avortements illégaux à l'étranger"
(n° 21209)
8
Sprekers: Alexandra Colen, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Alexandra Colen, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de hervorming van de geestelijke
gezondheidszorg" (nr. 21233)
10
Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la réforme de la santé mentale"
(n° 21233)
10
Sprekers: Muriel Gerkens, voorzitter van de
Ecolo-Groen!-fractie, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Muriel Gerkens, président du
groupe Ecolo-Groen!, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "de behandeling
van dove kinderen en de opvang van doven in
ziekenhuizen" (nr. 21253)
12
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le traitement des enfants
sourds et l'accueil des sourds dans les hôpitaux"
(n° 21253)
12
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de productie van de drug
mephedrone te Antwerpen" (nr. 21256)
15
Question de M. Koen Bultinck à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la production de la drogue méphédrone à
Anvers" (n° 21256)
15
Sprekers:
Koen
Bultinck,
Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Koen Bultinck, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
rapport
van
het
Kenniscentrum over de impact van de
onafhankelijke huisartsenbezoekers" (nr. 21261)
15
Question de M. Koen Bultinck à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le rapport du Centre d'expertise sur l'impact
des visiteurs médicaux indépendants" (n° 21261)
15
Sprekers:
Koen
Bultinck,
Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Koen Bultinck, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van de heer Mathias De Clercq aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de financiering van de
representatieve
beroepsorganisaties
voor
logopedisten" (nr. 21307)
17
Question de M. Mathias De Clercq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le financement des organisations
professionnelles représentatives des logopèdes"
(n° 21307)
17
Sprekers: Mathias De Clercq, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Mathias De Clercq, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
18
Question de Mme Katia della Faille de Leverghem
à la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
18
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
met Maatschappelijke Integratie, over "het
verbieden van roken in auto's in aanwezigheid
van kinderen" (nr. 21180)
l'Intégration sociale, sur "l'interdiction de fumer
dans les voitures en présence d'enfants"
(n° 21180)
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Bernard
Clerfayt,
staatssecretaris
-
Modernisering van de FOD Financiën,
Milieufiscaliteit en Bestrijding van de fiscale
fraude
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Bernard
Clerfayt,
secrétaire
d'État
-
Modernisation du SPF Finances, Fiscalité
environnementale et Lutte contre la fraude
fiscale
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
multidisciplinaire postoperatieve follow-up van
patiënten met morbide obesitas" (nr. 21348)
19
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la mise en place d'un
suivi
multidisciplinaire
post-opératoire
des
patients souffrant d'obésité morbide" (n° 21348)
19
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
21
Questions jointes de
21
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"namaakgeneesmiddelen"
(nr. 21373)
21
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la contrefaçon de médicaments"
(n° 21373)
21
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"namaakgeneesmiddelen"
(nr. 21413)
21
- Mme Yolande Avontroodt à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la contrefaçon de médicaments" (n° 21413)
21
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
20
APRIL
2010
Voormiddag
______
du
MARDI
20
AVRIL
2010
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.20 uur en
voorgezeten door mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers.
De
voorzitter:
Vraag
nr. 20570
van
mevrouw Detiège wordt ingetrokken.
La réunion publique est ouverte à 10 h 20 par
Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers, présidente.
La présidente: La question n° 20570 de
Mme Detiège est retirée.
01 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
epidemiologische studie in de omgeving van de
kerncentrales" (nr. 21042)
01 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'étude épidémiologique
aux
alentours
des
centrales
nucléaires"
01.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): >
heeft de minister van Volksgezondheid het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid belast
met een studie over de gezondheid van mensen die
in de omgeving van een nucleaire site wonen.
01.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Fin 2008, la
ministre de la Santé publique a chargé l'Institut
scientifique de Santé publique de réaliser une étude
sur la santé des personnes vivant à proximité d'un
site nucléaire.
Deze studie is nog niet klaar, maar de Stichting
Kankerregister realiseerde al een eerste telling van
de gevallen van schildklierkanker, op grond van de
gegevens voor de periode 2004-2006. Daaruit blijkt
dat dit type kanker bijna driemaal vaker voorkomt bij
vrouwen dan bij mannen. Ook zou schildklierkanker
tweemaal vaker voorkomen in Wallonië en Brussel
dan in Vlaanderen. Deze kanker schijnt ook vaker
te worden aangetroffen in industriële en nucleaire
zones. De Gewesten hanteren echter sterk
uiteenlopende diagnostische methoden. Men kan
zich dan ook afvragen hoe een en ander tot
samenhangende resultaten kan leiden. Het
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
(KCE) kreeg de opdracht dit probleem te
bestuderen. Welke vragen werden er precies
Cette étude n'est pas terminée, mais la Fondation
Registre du Cancer a réalisé un premier
recensement des cancers de la thyroïde, basé sur
les données de 2004 à 2006 démontrant qu'ils sont
près de trois fois plus fréquents chez les femmes
que chez les hommes. Ils seraient aussi deux fois
plus fréquents en Wallonie et à Bruxelles qu'en
Flandre. Il apparaît que les cancers de la thyroïde
seraient plus fréquents dans les zones industrielles
ainsi que nucléaires. Mais les méthodes de
diagnostic varient suivant les Régions. Comment
dès lors obtenir des résultats cohérents? Le Centre
fédéral d'expertise des soins de santé (KCE) a été
chargé d'examiner ce problème. Quelles questions
lui ont-elles été posées?
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
gesteld aan het KCE?
De periode waarop de ingezamelde gegevens
betrekking hebben, is echter te kort om die studie
een wetenschappelijke grondslag te geven. Hoe
evolueerden de cijfers na 2006?
Zullen er, ten slotte, ook nog andere kankers onder
de loep worden genomen?
Les données recueillies portent sur une période trop
courte pour le caractère scientifique de cette étude.
Qu'en est-il des données après 2006?
Enfin, d'autres cancers ont-ils également été
étudiés?
01.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Na het incident van september 2008 en teneinde de
bevolking gerust te stellen, heeft de FOD
Volksgezondheid
voorgesteld
de
eventuele
aanwezigheid van radioactief jodium in de
schildklier van de bewoners na te gaan. Wie dat
wou, kon zich laten testen. In totaal zijn ongeveer
1.400 mensen op dat voorstel ingegaan. De
resultaten zijn voor iedereen bevredigend. De
specialisten hebben immers geconcludeerd dat de
blootstelling niet gevaarlijk is geweest. De bewoners
zijn dus gerustgesteld.
Ondertussen werd het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid
verzocht
een
nationale
epidemiologische studie te wijden aan de
gezondheid van mensen die in de omgeving van
een nucleaire site wonen. Na overleg met de
diverse partners werd er een werkmethode
voorgesteld. Die omvat een descriptief, prospectief
en systematisch onderzoek rond de nucleaire sites
van klasse 1: de kerncentrales van Doel en
Tihange, het Studiecentrum voor Kernenergie in
Mol en zijn sites in Dessel en Geel, het Instituut
voor Radio-elementen in Fleurus en het Belgische
grondgebied rond de kerncentrales van Chooz in
Frankrijk en van Borssele in Nederland.
Vanuit methodologisch oogpunt wordt het ontstaan
van nieuwe kankers het grondigst onderzocht.
Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan
kinderen, die gevoeliger zijn voor ioniserende
stralingen.
01.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Suite à l'incident de septembre 2008 et
pour rassurer la population, le SPF Santé publique
a proposé de détecter l'éventuelle présence d'iode
radioactif dans la glande thyroïde des habitants.
Tout habitant qui le souhaitait a pu passer ce test.
Au total, environ quatorze cents personnes l'ont fait.
Les résultats sont satisfaisants pour tous. En effet,
les spécialistes ont conclu que l'exposition n'avait
pas été dangereuse. Les habitants sont ainsi
rassurés.
Depuis, une demande a été adressée à l'Institut
scientifique de santé publique afin de réaliser une
étude épidémiologique nationale sur la santé des
personnes vivant à proximité d'un site nucléaire.
Une proposition de méthode a été élaborée après
consultation des différents partenaires. Elle
comprend une recherche descriptive, prospective et
systématique autour des sites nucléaires de
classe 1: les centrales de Doel et de Tihange, le
Centre d'étude de l'énergie nucléaire à Mol et ses
sites de Dessel et Geel, l'Institut des radioéléments
à Fleurus et le territoire belge autour des centrales
nucléaires de Chooz en France et de Borssele aux
Pays-Bas.
D'un point de vue méthodologique, l'apparition de
nouveaux cancers est le sujet le mieux étudié, avec
une attention particulière aux enfants car ils sont
plus sensibles aux rayons ionisants.
Dergelijke analyses worden gemaakt op grond van
in de tijd gespreide gegevens, omdat die gevallen
zeldzaam zijn en om de kans op toevallige
fluctuaties te beperken. De kwaliteit van de
databank is van doorslaggevend belang voor de
kwaliteit van de studie. Daarom legt de Stichting
Kankerregister zich erop toe de validiteit van de
gegevens te verbeteren. Het is een enorme, maar
waardevolle
investering
opdat
men
over
betrouwbare gegevens zou kunnen beschikken. Er
zijn correcte gegevens beschikbaar voor de jaren
2004 tot en met 2006.
Uit een eerste telling blijkt dat schildklierkanker
De telles analyses se font sur des données
échelonnées dans le temps en raison de la rareté
des cas et afin de diminuer le risque de fluctuation
due au hasard. La qualité de la base de données
représente un des principaux facteurs de la qualité
de l'étude. C'est pour cela que le Registre du
cancer s'emploie à améliorer la validité de ses
données. L'investissement est énorme, mais
précieux pour disposer de données fiables. Nous
avons des informations correctes pour les années
2004 à 2006.
Un premier recensement montre que les cancers
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
twee keer vaker in Wallonië en Brussel voorkomt
dan in Vlaanderen. Dat verschil zou verklaard
kunnen worden door uiteenlopende diagnostische
methoden en klinische praktijken. Zo worden er
bijvoorbeeld in Brussel twee keer en in Wallonië
drie keer meer thyreoïdectomieën uitgevoerd dan in
Vlaanderen. Het
KCE werd gevraagd te
onderzoeken in hoeverre de incidentie, de diagnose
en de behandeling van schildklierkanker in de drie
Gewesten werkelijk van elkaar verschillen. De
resultaten worden in 2011 verwacht.
De eerste ruwe resultaten bevestigen dat er
effectief een verschil is tussen het noorden en het
zuiden van het land, maar binnen eenzelfde zone
worden er grote verschillen vastgesteld. Zo ligt de
gemiddelde incidentie binnen een straal van twintig
kilometer rond Fleurus of Chooz hoger dan het
Waalse gemiddelde, maar is de verdeling binnen
die
zones
bijzonder
gecontrasteerd.
Die
discrepantie werd ook vastgesteld op andere
plaatsen die ver van een kerncentrale liggen. Die
variaties zouden toegeschreven kunnen worden
aan het feit dat de onderzoeksperiode, volgens de
deskundigen, te kort is.
De Stichting Kankerregister wint momenteel de
gegevens voor 2007-2008 in. Het WIV zal daardoor
over een grotere databank, en dus een bredere
basis, beschikken voor zijn onderzoek.
de la thyroïde seraient deux fois plus fréquents en
Wallonie et à Bruxelles qu'en Flandre. Cette
différence pourrait s'expliquer par la diversité des
diagnostics et des pratiques cliniques. Par exemple,
les thyroïdectomies sont deux fois plus nombreuses
à Bruxelles et trois fois plus nombreuses en
Wallonie qu'en Flandre. Le KCE a été chargé
d'examiner dans quelle mesure des différences
réelles existent dans l'incidence, le diagnostic et le
traitement des cancers de la thyroïde entre les
Régions du pays. Les résultats sont attendus en
2011.
Si les premières données brutes confirment la
disparité Nord-Sud, on observe d'énormes
différences au sein d'une même zone. Par exemple,
dans un rayon de vingt kilomètres autour de Fleurus
ou de Chooz, le taux d'incidence moyen est
supérieur à la moyenne wallonne, mais la répartition
des cas dans ces zones est très contrastée. Cette
disparité a aussi été observée en d'autres endroits
éloignés d'un site nucléaire. Ces variations
pourraient résulter de la période d'étude trop courte
aux yeux des experts.
La Fondation Registre du cancer travaille à la
récupération des données 2007-2008. L'ISP
disposera alors d'une base plus large pour son
enquête.
Op het einde van het jaar zal men kunnen starten
met de analyses over een periode van vijf jaar. De
definitieve resultaten worden in de loop van 2011
verwacht.
En fin d'année, les analyses pourront commencer
sur une période de cinq ans. Les résultats définitifs
sont attendus au cours de 2011.
01.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Gebeurt die
analyse in samenwerking met andere Europese
landen teneinde de databank uit te breiden? Als dat
niet het geval is, zou het interessant kunnen zijn om
dat wel te doen. Het is belangrijk dat het KCE de
gegevens harmoniseert. In ons land gebeurt het
vaak dat gegevens met betrekking tot de
gezondheid niet op dezelfde manier worden
geïnventariseerd. Het is dan ook zeer moeilijk om er
conclusies uit te kunnen trekken met betrekking tot
het preventiebeleid.
01.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ce travail
d'analyse se fait-il en collaboration avec d'autres
pays européens pour élargir la base de données? Si
ce n'est pas le cas, cela pourrait être intéressant de
le faire. Il est de fait important que le KCE
harmonise les données. Il est fréquent qu'en
Belgique, des données relatives à la santé ne soient
pas répertoriées de la même manière. Il est donc
très difficile de pouvoir en déduire des pratiques
préventives.
01.04 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Ik zal uw suggestie betreffende de uitwisseling van
gegevens met de buurlanden en het vergelijken van
de resultaten aan mevrouw Onkelinx doorspelen.
01.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Je soumettrai à Mme Onkelinx votre
suggestion d'échanger nos données avec nos pays
voisins et de mettre en commun nos résultats.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Muriel Gerkens.
Présidente: Muriel Gerkens.
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
sigarettenprijs" (nr. 21046)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verkoop van tabaksproducten
onder de prijs van de fiscale zegel" (nr. 21063)
02 Questions jointes de
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le prix des cigarettes"
(n° 21046)
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
vente de produits de tabac en dessous du prix
indiqué sur le timbre fiscal" (n° 21063)
02.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Sinds
1994
gold
de
verplichting
om
tabaksproducten te verkopen tegen de prijs die op
de fiscale zegel wordt vermeld. Sinds 1 november
2009 geldt die verplichting niet meer ten gevolge
van een ministerieel besluit dat door de
heer Reynders werd uitgevaardigd. Volgens de pers
worden er pakjes sigaretten verkocht tegen een
prijs die lager ligt dan die welke op de fiscale zegel
wordt aangegeven.
Mevrouw Onkelinkx heeft haar ongenoegen te
kennen gegeven over deze verkoop tegen
verminderde prijzen, die de inspanningen ter zake
van de regering op de helling zet, aangezien de prijs
een doorslaggevende factor is in de strijd tegen het
tabaksgebruik.
Kennelijk
verschillen
de
regeringspartijen daarover van mening. Hoe zal u
die tegenstrijdigheid wegwerken en ervoor zorgen
dat er een samenhangend beleid wordt gevoerd?
02.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Depuis 1994, il était obligatoire de vendre
le tabac au prix mentionné sur le timbre fiscal.
Depuis le 1
er
novembre 2009, en vertu d'un arrêté
ministériel pris par M. Reynders, cette obligation est
devenue caduque. Selon la presse, des paquets de
cigarettes sont désormais vendus à un prix inférieur
à celui indiqué sur le timbre fiscal.
Mme Onkelinx a fait part de sa désapprobation face
à cette vente au rabais, qui remet en cause les
efforts du gouvernement, le prix étant un facteur
déterminant dans la lutte contre le tabagisme. Il
semble que les partenaires du gouvernement soient
divisés sur le sujet. Comment comptez-vous sortir
de cette contradiction et assurer la cohérence de
vos politiques?
02.02 Koen Bultinck (VB): Volgens het
ministerieel besluit van 23 oktober 2009 mogen
tabaksfabrikanten niet langer verkopen tegen een
hogere prijs dan de fiscale zegel op het product. De
Europese
Commissie
verbiedt
echter
minimumprijzen voor tabaksproducten. Minister
Reynders werd hierover al ondervraagd, maar uit
zijn antwoord werd niet duidelijk wat nu het
standpunt van de regering is. Minister Onkelinx van
haar kant antwoordde dat het verbod van de
Commissie haaks staat op het tabaksbeleid dat de
regering wil voeren.
Wat is de stand van zaken? Werd het ministerieel
besluit aangepast?
02.02 Koen Bultinck (VB): Conformément à
l'arrêté ministériel du 23 octobre 2009, les
fabricants de tabac ne peuvent plus vendre leurs
produits à un prix supérieur à celui indiqué sur le
timbre fiscal. La Commission européenne interdit
cependant d'instaurer des prix minimums pour ces
produits. Des questions ont déjà été posées sur ce
point au ministre Reynders dont les réponse n'ont
pas toutefois pas permis de connaître avec
précision la position du gouvernement en la
matière. La ministre Onkelinx a répondu, pour sa
part, que l'interdiction décidée par la Commission
est en contradiction avec la politique relative au
tabac que le gouvernement veut mener.
Qu'en est-il? L'arrêté ministériel a-t-il été modifié?
02.03
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Dit debat werd al eens gevoerd.
02.03 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Ce débat a déjà eu lieu.
(Frans) Minister Onkelinx heeft kennisgenomen van
de gevolgen van de wijziging, bij het ministerieel
besluit van 23 oktober 2009 (Belgisch Staatsblad
van 29 oktober 2009, 2
e
uitgave, blz. 70352-70396),
(En français) Mme Onkelinx a pris connaissance
des conséquences de la modification de l'article 26
de l'arrêté ministériel du 1
er
août 1994 relatif au
régime fiscal des tabacs manufacturés, opérée par
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
van artikel 26 van het ministerieel besluit van
1 augustus 2004 betreffende het fiscaal stelsel van
gefabriceerde
tabak.
Als
minister
van
Volksgezondheid kan ze zo een maatregel, die
haaks staat op de inspanningen in de strijd tegen
kanker, niet aanvaarden. Minister Reynders heeft
op 26 maart 2010 echter een nieuw ministerieel
besluit uitgevaardigd (Belgisch Staatsblad van
29 maart 2010, 2
e
uitgave, blz. 19426), waarbij de
omstreden bepaling wordt opgeheven en de vorige
toestand wordt hersteld.
l'arrêté ministériel du 23 octobre 2009 (Moniteur
belge du 29 octobre 2009, 2
de
édit., p. 70352-
70396). En tant que ministre de la Santé, elle
n'accepte pas une telle mesure contraire aux efforts
de lutte contre le cancer. M. Reynders a cependant
pris un nouvel arrêté ministériel le 26 mars 2010
(Moniteur belge du 29 mars 2010, 2
de
édit.,
p. 19426), supprimant la disposition incriminée et
revenant à la situation antérieure.
02.04 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Wij appreciëren de reactie van de heer Reynders,
maar niettemin verbaast het ons dat er in november
2009, toen mevrouw Onkelinx haar kankerplan
reeds had ontwikkeld, nog zo'n beslissing werd
genomen. Een en ander getuigt van een manifest
gebrek aan samenhang in de regering. Welke
luizenstreek mogen we zo nog verwachten?
Die situatie is ook verwarrend voor de handelaars
en de consumenten. Er moet worden gecontroleerd
of die regeling wel degelijk wordt toegepast en de
regering moet een meer samenhangend beleid op
dit vlak voeren.
02.04 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Nous saluons la réaction de M. Reynders, mais
nous étonnons qu'en novembre 2009, alors que
Mme Onkelinx avait déjà développé son plan
cancer, pareille décision ait encore été prise. Il y a
une
incohérence
flagrante
au
sein
du
gouvernement. Qu'y aura-t-il comme autre coup
fourré?
C'est aussi troublant du point de vue des
commerçants et des consommateurs. Il faut des
contrôles pour vérifier que ce soit véritablement
appliqué
et
une
meilleure
cohérence
gouvernementale dans ce domaine.
02.05 Koen Bultinck (VB): Het probleem is
voorlopig opgelost. Het is merkwaardig dat deze
praktijken in 2009 toen het Kankerplan al lang
was ingediend nog mogelijk waren. Is de
publicatie van een nieuw ministerieel besluit een
definitieve oplossing of zal de Europese Commissie
opnieuw dwarsliggen?
02.05 Koen Bultinck (VB): Le problème est
provisoirement résolu. Il est étrange que ces
pratiques soient encore possibles en 2009, alors
que le Plan Cancer est déposé depuis belle lurette.
La publication d'un nouvel arrêté ministériel va-t-il
résoudre définitivement le problème ou la
Commission européenne va-t-elle à nouveau faire
de l'obstruction?
02.06
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Ik denk dat we hiermee een
definitieve oplossing hebben uitgewerkt.
02.06 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Je pense que nous avons cette fois
une solution définitive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "sekssomnia"
(nr. 21192)
03 Question de Mme Françoise Colinia à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"la
sexsomnie"
(n° 21192)
03.01 Françoise Colinia (MR): De rechtbank te
Bergen heeft zich moeten uitspreken over een
bijzonder geval van incestueuze verkrachting. De
beklaagde gaf de feiten toe, maar beweerde dat hij
leed aan sekssomnia of
slaapseks,
een
slaapstoornis waarbij een persoon zonder zich daar
bewust van te zijn seksuele handelingen verricht,
die zelfs kunnen leiden tot geslachtsgemeenschap.
Hij werd vrijgesproken op grond van het voordeel
van de twijfel.
03.01 Françoise Colinia (MR): Le tribunal de
Mons s'est penché sur un cas de viol incestueux
particulier. L'homme, en aveux, a avancé l'excuse
de la sexsomnie, un trouble du sommeil pendant
lequel la personne, inconsciente, entreprend des
gestes sexuels qui peuvent aller jusqu'à la relation
sexuelle. Il a été acquitté au bénéfice du doute.
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Deze aandoening is uiterst zeldzaam. Wereldwijd
zijn er slechts elf gevallen erkend.
Beschikken we over exacte cijfers? Zijn er
specifieke criteria om de diagnose van deze
stoornis te stellen? Zo niet, hebt u of minister
Onkelinx de bevoegde artsen reeds gevraagd zo'n
diagnostische methode uit te werken? Werd de
oorzaak van deze ziekte reeds vastgesteld? Zo niet,
heeft u al overwogen dit te laten onderzoeken?
Er zouden doeltreffende behandelingen bestaan. In
hoeverre zijn ze echt doeltreffend? Zou iemand die
zich bewust is van zijn ziekte, zoals de betrokken
vader, die incestueuze verkrachting hebben kunnen
voorkomen, indien hij adequaat was behandeld?
Die uitspraak kan een precedent scheppen. Als
men over duidelijke en precieze criteria zou
beschikken, zou men kunnen voorkomen dat er
opnieuw een rechter in die zin uitspraak doet.
Cette maladie est extrêmement rare, seuls onze
cas dans le monde ont été reconnus.
Disposons-nous des chiffres exacts? Existe-t-il des
critères précis pour identifier ce trouble? Sinon,
vous ou Mme Onkelinx avez-vous déjà eu des
contacts avec les médecins compétents pour qu'ils
travaillent dans ce sens? L'origine de cette maladie
a-t-elle été établie? Sinon, avez-vous envisagé la
possibilité de commander des recherches?
Il existerait des traitements efficaces. À quel point le
sont-ils? Un homme conscient de sa maladie
comme ce père aurait-il pu éviter ce viol incestueux
s'il avait suivi un traitement adéquat?
Ce jugement risque de faire jurisprudence. Des
critères clairs et précis permettraient d'éviter qu'un
tel jugement ne soit à nouveau prononcé.
03.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Minister Onkelinx was erg verbaasd over dat
vonnis, en benadrukt dat het niet in kracht van
gewijsde is gegaan.
Slaapseks is een variant van het klassieke
slaapwandelen.
03.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Mme Onkelinx a été interpellée par ce
jugement et souligne le fait qu'il n'est pas coulé en
force de chose jugée.
La sexsomnie est une variante du somnambulisme
classique.
Deze omschrijving vinden we terug in de Diagnostic
and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM4),
maar de ondervraagde Belgische slaapspecialisten
en seksuologen hadden nog nooit gehoord van
deze vorm van somnambulisme.
Volgens de litteratuur wordt deze stoornis die bij
beide seksen kan optreden gekenmerkt door het
feit dat de persoon zich achteraf niets meer
herinnert. Soms verklaren getuigen dat de persoon
wel 'bezeten' leek en veel rauwere taal gebruikte en
zich agressiever gedroeg dan in zijn gewone doen.
De meest klassieke diagnostische methode bestaat
in een studie van verschillende video-opnames van
de slaap.
Dit probleem kan veroorzaakt worden door
epilepsie. Alcoholgebruik en de inname van
bepaalde geneesmiddelen en drugs kunnen het
optreden van episodes van sekssomnia in de hand
werken. Bepaalde gedragsstoornissen als gevolg
van een intolerantie voor dopamineagonisten, die
vaak worden gebruikt voor de behandeling van
restless legs of parkinson, kunnen hiermee in
verband worden gebracht. Bepaalde slaapmiddelen
van de nieuwe generatie werden eveneens al
C'est ce qu'affirme le Manuel diagnostique des
troubles mentaux (DSM4), mais les spécialistes du
sommeil et les sexologues belges interrogés disent
n'avoir jamais entendu parler d'une telle forme de
somnambulisme.
La littérature indique que ce trouble, qui peut
toucher les deux sexes, est caractérisé par le fait
que le sujet n'en garde aucun souvenir. Parfois, les
témoins déclarent que la personne avait l'air
"possédée", tenant un langage beaucoup plus cru
et se comportant de manière plus agressive qu'en
temps normal.
La manière la plus classique d'identifier ce trouble
consiste à étudier différents enregistrements du
sommeil au moyen d'une vidéo.
Ce problème peut être d'origine épileptique. La
prise d'alcool, ainsi que de certains médicaments et
drogues, peut favoriser l'apparition d'épisodes de
sexomnie. Il faut en rapprocher certains troubles du
comportement en rapport avec une intolérance aux
médicaments dopaminergiques souvent utilisés
dans le traitement du syndrome des jambes sans
repos ou la maladie de Parkinson. Quelques
somnifères, dits de "nouvelle génération", ont été
également rendus responsables d'épisodes dits de
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
verantwoordelijk geacht voor complexe vormen van
parasomnia.
De goedaardige vormen van deze slaapstoornis
hoeven niet te worden behandeld, maar een
behandeling is wel noodzakelijk wanneer de
stoornis de betrokkene en zijn omgeving in gevaar
brengt.
"somnambulisme complexe.
Les traitements employés pour soigner ce trouble
du sommeil ne sont pas nécessaires dans ses
formes les plus bénignes mais ils le sont lorsque le
trouble met en danger aussi bien le sujet que ses
proches et qu'il y a véritable contrainte.
In dat geval moet de patiënt diazepinen of
antidepressiva innemen.
Aangezien het een uitzonderlijke of zelfs onbekende
aandoening betreft, beschikken we niet over
cijfermateriaal.
Il y a lieu de recourir au diazépine ou aux
antidépresseurs.
Ce trouble étant exceptionnel, voire inconnu, nous
ne disposons d'aucun chiffre.
03.03 Françoise Colinia (MR): Die ziekte bestaat
in vele vormen. Kunnen hier specifieke studies aan
gewijd worden? Professor Robert Poirrier, die in
Luik het Centre d'étude des troubles du sommeil
leidt en zelf een internationale classificatie heeft
opgesteld, hanteert juist niet die indeling in allerlei
vormen. Zal er specifieke aandacht worden besteed
aan die problematiek?
03.03 Françoise Colinia (MR): De nombreuses
formes de cette maladie existent. Est-il possible de
centrer les études? Le professeur Robert Poirrier,
qui dirige le Centre d'étude des troubles du sommeil
de Liège et a établi une classification internationale,
ne reprend justement pas toutes ces classifications.
Compte-t-on y accorder une attention particulière?
03.04 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Dit is een nieuw en uitzonderlijk gegeven. Minister
Onkelinx zal er haar volle aandacht aan wijden wat
de psychiatrische kennis, de geneeskundige
aanpak, de juridische gevolgen, en het verband met
de in ons land vigerende wetgeving betreft.
03.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français):
Cette
situation
est
nouvelle et
exceptionnelle. Mme Onkelinx y prêtera toute son
attention
au
niveau
de
la
connaissance
psychiatrique ou de la médecine et au vu des
conséquences en termes juridiques et en rapport
avec la législation en vigueur dans notre pays.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gebruik van pepmiddelen
door jongeren" (nr. 21139)
- mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het stijgend gebruik van
pepmiddelen door jongeren" (nr. 21208)
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gebruik van peppillen door
jongeren" (nr. 21313)
04 Questions jointes de
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'utilisation par des jeunes de produits
stimulants" (n° 21139)
- Mme Nathalie Muylle à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
recours croissant par les jeunes à des produits
stimulants" (n° 21208)
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la consommation de stimulants par les
jeunes" (n° 21313)
04.01 Maggie De Block (Open Vld): Het
Onderzoeks- en Informatiecentrum van de
Verbruikersorganisaties meldt dat niet minder dan
15 procent van de jongeren in het algemeen
secundair onderwijs stimulerende middelen gebruikt
om de fysieke en intellectuele prestaties te
04.01 Maggie De Block (Open Vld): Le Centre de
Recherche et d'Information des Organisations de
Consommateurs indique que pas moins de 15 %
des jeunes de l'enseignement secondaire général
consomment des stimulants pour améliorer leurs
performances physiques et intellectuelles. Un
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
verbeteren. Een vijfde van de ondervraagde
jongeren neemt regelmatig middelen tegen fysieke
vermoeidheid. Het gaat hierbij om geneesmiddelen
die als drug worden gebruikt, waaronder
kalmerende middelen, oppeppers en amfetamines.
Daarnaast worden ook solventen als lijm, vernis en
aceton geïnhaleerd. Moet er bij de artsen geen
campagne
opgezet
worden
om
bij
het
voorschrijfgedrag meer voorzichtigheid aan de dag
te leggen? Is het niet wenselijk om inzake preventie
overleg te plegen met de Gemeenschappen en
Gewesten?
cinquième des jeunes interrogés consomment
régulièrement des substances contre la fatigue
physique. Il s'agit en l'occurrence de médicaments
qui sont utilisés comme des stupéfiants, parmi
lesquels des calmants, des stimulants et des
amphétamines. Par ailleurs, des solvants comme
des colles, du vernis et de l'acétone sont aussi
inhalés. Ne s'indiquerait-il pas de mener une
campagne auprès des médecins pour les inciter à
être plus prudents lorsqu'ils prescrivent des
remèdes? Ne serait-il pas souhaitable, en matière
de prévention, d'organiser une concertation avec
les Communautés et les Régions?
04.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Dit is geen onbekend probleem en
uiteraard is de situatie zeer verontrustend. De
problematiek van het gebruik van psychotrope
stoffen in het algemeen en bij jongeren in het
bijzonder moet multidisciplinair en door de diverse
federale,
gemeenschaps-
en
gewestelijke
autoriteiten worden aangepakt.
04.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Le problème est connu et il est bien
évidemment très inquiétant. La question de
l'utilisation de substances psychotropes en général
et par les jeunes en particulier doit faire l'objet d'une
approche multidisciplinaire par les différentes
autorités fédérales, communautaires et régionales.
De cel Gezondheidsbeleid Drugs en de Hoge
Gezondheidsraad zijn reeds bij deze problematiek
betrokken. De geneesmiddelen zijn alleen op
medisch voorschrift verkrijgbaar. Het voorschrijven
van methylfenidaat, rilatine en fenitilincaptagon is
bovendien speciaal gereglementeerd bij toepassing
van het KB van 22 januari 1998.
De artsen die psychotrope stoffen voorschrijven,
moeten
hun
voorschrijfgedrag
kunnen
rechtvaardigen voor de Provinciale Geneeskundige
Commissie. Ik denk niet dat het nodig is om het
gebruik van stimulerende of andere middelen door
studenten te stigmatiseren. Campagnes moeten de
studenten
vooral
stimuleren
om
goede
leefgewoonten
aan
te
nemen
tijdens
de
examenperiode.
La cellule Politique de Santé Drogues et le Conseil
supérieur de la santé se penchent déjà sur cette
question. Les médicaments sont exclusivement
délivrés sur prescription médicale. La prescription
de méthylphénidate, de rilatine et de fénétylline
(captagon) est en outre spécialement réglementée
conformément à l'arrêté royal du 22 janvier 1998.
Les médecins qui prescrivent des substances
psychotropes
doivent
pouvoir
justifier
ces
prescriptions devant la Commission médicale
provinciale. Je pense qu'il est inutile de stigmatiser
l'utilisation de substances stimulantes ou d'autres
produits par les étudiants. Les campagnes doivent
surtout encourager les étudiants à adopter un mode
de vie sain durant la session d'examens.
04.03 Maggie De Block (Open Vld): Ik zal bij de
Provinciale Geneeskundige Commissie navragen in
hoeverre artsen reeds verantwoording moeten
afleggen betreffende hun voorschrijfgedrag.
04.03 Maggie De Block (Open Vld): Je
demanderai à la Commission médicale provinciale
dans quelle mesure les médecins sont déjà appelés
à justifier leur comportement en matière de
prescriptions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "een Belgische
hulpverleenster
die
onwettige
abortussen
organiseerde in het buitenland" (nr. 21209)
05 Question de Mme Alexandra Colen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "une assistante sociale
belge qui organisait des avortements illégaux à
l'étranger" (n° 21209)
05.01 Alexandra Colen (VB): Naar aanleiding van
een recente rechtszaak over babymoord verklaarde
05.01 Alexandra Colen (VB): À la suite d'une
récente affaire judiciaire concernant un infanticide,
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
mevrouw Lucie Van Crombrugge, een voormalig
personeelslid van een abortuscentrum in Gent, op
de radio dat ze geregeld vrouwen op consultatie
kreeg die pas laat in de zwangerschap wisten dat ze
zwanger waren en dat ze af en toe vrouwen
vergezelde naar Spanje om daar een late abortus te
laten uitvoeren. Volgens de Belgische wetgeving is
abortus
na
de
twaalfde
week
verboden.
Mevrouw Van Crombrugge, tewerkgesteld volgens
de regels van de Belgische abortuswetgeving in een
erkende en gesubsidieerde instelling, heeft dus
geassisteerd bij het plegen van strafbare feiten.
Heeft de minister weet hiervan? Werden deze feiten
opgenomen
in
de
verslagen
van
de
evaluatiecommissie en van daaruit gesignaleerd
aan Justitie? Heeft mevrouw Van Crombrugge ook
de terugbetaling van deze illegale abortussen
geregeld? Moet de oplossing voor vrouwen die een
zwangerschap laat ontdekken of zelfs verdringen,
niet eerder worden gezocht in het anoniem bevallen
en vervolgens afstaan van de baby dan in een
abortus?
Mme Lucie Van Crombrugge, un ancien membre du
personnel d'un centre d'avortement à Gand, a
déclaré à la radio qu'elle recevait régulièrement en
consultation des femmes qui ne savaient que
tardivement qu'elles étaient enceintes et qu'elle
accompagnait de temps à autre des femmes en
Espagne pour y faire pratiquer un avortement tardif.
Selon la législation belge, l'avortement est interdit
après la douzième semaine de grossesse.
Mme Van Crombrugge, employée selon les règles
de la législation belge relative à l'avortement dans
un institut agréé et subsidié, a donc prêté
assistance pour commettre des infractions.
Le ministre en a-t-il connaissance? Ces faits
figurent-ils dans les rapports de la commission
d'évaluation et ont-ils ensuite été signalés à la
Justice? Mme Van Crombrugge a-t-elle également
réglé le remboursement de ces avortements
illégaux? La solution pour les femmes qui
constatent tardivement ou refoulent même le fait
qu'elles soient enceintes ne devrait-elle pas
consister à accoucher dans l'anonymat et à céder
ensuite l'enfant plutôt que de pratiquer un
avortement?
05.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De jaarverslagen van de instelling
waaraan mevrouw Van Crombrugge tot vorig jaar
verbonden was, maken enkel melding van
doorverwijzingen naar Nederland of het Verenigd
Koninkrijk van vrouwen die langer dan veertien
weken zwanger waren. Vrouwen die niet meer in
aanmerking kwamen voor een abortus, werd
geadviseerd hun kind af te staan voor adoptie.
Verplichten kan niet, het blijft een zuiver
persoonlijke keuze.
De uitspraken van mevrouw Van Crombrugge
vallen onder haar persoonlijke verantwoordelijkheid
en volgens de verslagen leeft het Collectief
Anticonceptie de abortuswetgeving na. Het kreeg
van de evaluatiecommissie dan ook geen
opmerkingen. De commissie mag volgens de wet
de verkregen informatie niet doorspelen aan
derden, dus ook niet aan de rechterlijke macht.
Alleen in België uitgevoerde abortussen worden
terugbetaald en de kosten van abortussen in het
buitenland kunnen we dan ook niet becijferen.
05.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Seuls des cas dans lesquels des
femmes enceintes de plus de 14 semaines ont été
aiguillées vers des centres situés aux Pays-Bas ou
au Royaume-Uni sont mentionnés dans les rapports
annuels de l'organisme dont faisait partie Mme Van
Crombrugge jusqu'à l'an passé. Il a été conseillé
aux patientes sur lesquelles l'avortement ne pouvait
plus être pratiqué de faire adopter leur enfant. Il
n'est pas possible de les y obliger, cette possibilité
relevant d'un choix purement personnel.
Mme Van Crombrugge est seule responsable des
déclarations qu'elle a tenues. La commission
d'évaluation n'a formulé aucune observation étant
donné que selon les rapports, le Collectief
Anticonceptie respecte la législation relative à
l'avortement. Aux termes de la loi, la commission ne
peut transmettre à des tiers, fût-ce au pouvoir
judiciaire, les informations qu'elle a reçues.
Le coût des avortements réalisés à l'étranger ne
peut être calculé étant donné que seules les IVG
pratiquées en Belgique sont remboursables.
05.03 Alexandra Colen (VB): Wat mevrouw Van
Crombrugge verklaart, is dus niet te lezen in de
verslagen van de instelling waar ze werkzaam was.
Dit wijst op fraude en moet bijgevolg onderzocht
worden. Met de gegevens die aan de
evaluatiecommissie moeten worden bezorgd, staat
of valt de hele controle op de abortuswetgeving. Ik
05.03 Alexandra Colen (VB): Ainsi, les pratiques
évoquées par Mme Van Crombrugge ne figurent
pas dans les rapports de l'organisme où elle était
active. Cet état de fait indique une fraude et doit
faire l'objet d'une enquête. Le contrôle du respect
de la législation en matière d'avortement dépend
des données transmises à la commission
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
raad de minister aan na te gaan of de abortuscentra
de wet wel respecteren.
d'évaluation. Je recommande à la ministre de
vérifier si les centres d'avortement se conforment
bel et bien à la loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de hervorming
van de geestelijke gezondheidszorg" (nr. 21233)
06 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la réforme de la santé
mentale" (n° 21233)
Voorzitter: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
Présidente: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
06.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Het
verheugt me ten zeerste dat er werk wordt gemaakt
van
de
hervorming
van
de
geestelijke
gezondheidszorg en dat we de logica van het
Charter van Helsinki volgen, dat ertoe strekt waar
mogelijk in de leefomgeving van de mensen te
werken, teneinde geestesstoornissen in een zo
vroeg mogelijk stadium op te sporen, waarbij de
ziekenhuizen de intensievere verzorging of de
ernstigere gevallen op zich nemen.
Ik ben niettemin bezorgd over de manier waarop dat
proces verloopt. De vertegenwoordigers van diverse
platforms voor geestelijke gezondheidszorg laten
mij weten dat ze niet langer bij dat proces worden
betrokken en dat de federale coördinator met een
zeer kleine, door de interministeriële conferentie
aangestelde taskforce zou werken.
Die platforms ontvangen echter subsidies en
moeten het overleg tussen de diensten en de
instellingen organiseren, wat des te belangrijker is
daar die hervorming slechts zal kunnen worden
gerealiseerd als alle actoren bereid zijn samen te
werken.
Wat is de stand van zaken, en hoe verloopt dat
proces momenteel? Met welke veldwerkers, welke
federale ministeries en administraties op het stuk
van volksgezondheid, en met welke deelgebieden
wordt er samengewerkt? Welk tijdpad werd er
uitgestippeld? Hoe zal de verscheidenheid van de
actoren en de inrichtende machten uit de
overheidssector
en
de
verenigingswereld
gegarandeerd
worden?
Is
men
bereid
kwaliteitscriteria vast te stellen? Hoe worden die
uitgewerkt?
06.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Je suis
particulièrement heureuse que la réforme de la
santé mentale ait lieu et que nous nous mettions
dans la logique de la charte d'Helsinki, qui vise à
travailler le plus possible dans le milieu de vie des
personnes, pour détecter le plus tôt possible les
problèmes de santé mentale et réserver les
structures hospitalières aux soins plus intensifs ou
aux cas plus graves.
En revanche, je suis inquiète en ce qui concerne la
manière dont ce processus se déroule. Les
représentants de différentes plate-formes de santé
mentale me disent qu'elles ne sont plus impliquées
et que le coordinateur fédéral travaillerait avec une
mini task force désignée par la conférence
interministérielle.
Or, ces plate-formes sont subsidiées et ont pour
mission d'organiser la concertation entre les
services et les institutions, ce qui est d'autant plus
important que cette réforme ne pourra se faire que
s'il y a une réelle volonté de tous les acteurs de
travailler ensemble.
Pouvez-vous me donner l'état des lieux et me dire
comment ce processus se déroule actuellement?
Avec quels acteurs de terrain, quels ministères et
administrations de la santé fédérale, mais aussi
quelles entités fédérées, la collaboration se fait-
elle? Dans quel timing? De quelle façon est-il prévu
de préserver la diversité des acteurs et des
pouvoirs organisateurs publics et associatifs?
Existe-t-il une volonté de trouver des critères de
qualité de travail? De quelle manière sont-ils
élaborés?
Het is de bedoeling om van de proefprojecten af te
stappen en te evolueren naar onderzoeksprojecten.
Wat verstaat men daar precies onder? Op grond
van welke criteria zullen die projecten worden
geselecteerd? Zal de evaluatie gebeuren op basis
van leef- en zorgregio's of op basis van de
L'objectif est de sortir de la logique des projets-
pilotes pour aller vers des projets exploratoires.
Quelle est la signification exacte des projets
exploratoires? Sur base de quels critères seront-ils
sélectionnés? L'évaluation se fera-t-elle sur base de
bassins de vie et de soins ou sur base des
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
bestaande voorzieningen, die zullen worden
ontwikkeld of omgeschakeld?
structures existantes, à développer ou à
reconvertir?
06.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
De toekomstige organisatie van de geestelijke
gezondheidszorg in zorgnetwerken en -circuits werd
door alle leden van de Interministeriële Conferentie
Volksgezondheid goedgekeurd. Er is wel nog heel
wat werk aan de winkel, dat is duidelijk.
Zowel
de
federale
overheid
als
de
Gemeenschappen en de Gewesten hebben zich
ertoe verbonden hun bestaande aanbod inzake
geestelijke gezondheidszorg open te stellen voor
een (versterkte) samenwerking tussen de intra- en
extramurale voorzieningen. De Interministeriële
Conferentie heeft ook de taskforce, bestaande uit
vertegenwoordigers van de kabinetten, de federale
administraties, de Gemeenschappen en de
Gewesten evenals het RIZIV, opdracht gegeven om
de twee weken bijeen te komen teneinde een
samenhangend beleid op de diverse beleidsniveaus
voor te bereiden en ervoor te zorgen dat de sector
wordt gehoord.
Dat samenhangende beleid werd vertaald in
handleidingen die op 26 april ter goedkeuring aan
de Interministeriële Conferentie zullen worden
voorgelegd. Met het project wordt beoogd alle
middelen en bevoegdheden - zowel op federaal als
op gewestelijk en gemeenschapsniveau - samen te
brengen.
06.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): L'organisation future des soins de santé
mentale en réseaux et circuits de soins a été
approuvée par l'ensemble des membres de la
conférence interministérielle Santé publique. Il faut
poursuivre, bien entendu.
L'autorité fédérale ainsi que les Communautés et
les Régions se sont engagées à ouvrir leur offre de
soins de santé mentale existante pour la réalisation
et/ou l'intensification de la collaboration entre les
structures intra-murales et extra-murales. Cette
CIM a aussi donné à la task force, composée des
membres des cabinets, des administrations
fédérales, des Communautés et des Régions et de
l'INAMI, le mandat de se réunir toutes les deux
semaines afin de préparer une politique cohérente
entre les différents niveaux de pouvoir et à
permettre que le secteur puisse être consulté.
Cette politique cohérente a été traduite dans des
guides qui seront soumis pour approbation à la
conférence interministérielle du 26 avril prochain.
L'ambition de ce projet est d'intégrer toutes les
ressources et compétences, qu'elles soient
fédérales, régionales ou communautaires.
Het is belangrijk dat de hele sector wordt betrokken
bij het opstellen van een globaal model. De
overlegplatforms zullen natuurlijk een rol spelen in
dit evolutieve proces, dat zal aanvangen met een
onderzoeksfase.
Er zal een onderzoeksteam worden belast met het
opstellen van kwaliteitscriteria op grond van de
beschikbare wetenschappelijke informatie en
aanbevelingen.
Het is de bedoeling te komen tot een operationeel
netwerkmodel.
Il est important de veiller à la participation de
l'ensemble du secteur à l'élaboration d'un modèle
global. Les plate-formes de concertation seront
évidemment intégrées au sein de ce processus
évolutif qui débutera par une phase exploratoire.
Une équipe de recherche sera chargée de définir
les critères de qualité sur base des preuves
scientifiques et des recommandations disponibles.
La volonté est de fournir un modèle opérationnel de
travail en réseau.
06.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): De
onderzoeksfase zal pas van start gaan na een
oproep tot indiening van projecten en zal enige tijd
in beslag nemen. Een en ander betekent dat de
taskforce vooralsnog niet samenwerkt met de
platforms en de veldwerkers.
Volgens mij is een dergelijke hervorming slechts
zinvol op voorwaarde dat alle actoren erbij worden
betrokken. In de geestelijke gezondheidszorg wordt
enerzijds gewerkt met de ziekenhuizen, die de
06.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): La phase
exploratoire ne débutera qu'après un appel à
projets et durera un certain temps. Cela signifie
que, pour le moment, la task force ne travaille pas
avec les plate-formes et les acteurs de terrain.
Selon moi, une réforme de ce genre est bonne
quand elle implique tous les acteurs. Au sein du
secteur de la santé mentale, il y a, d'une part, les
structures hospitalières qui mobilisent la majorité
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
grootste hap uit het budget nemen, en anderzijds
met de ambulante zorgvoorzieningen. Zelfs
wanneer de instellingen worden behouden, zal er
verzet rijzen tegen de voorgestelde veranderingen.
Alle actoren zullen dan ook moeten worden
geactiveerd.
des moyens financiers et, d'autre part, les
structures ambulatoires. Même si l'on conserve les
institutions, une résistance au changement
s'exprimera.
Une
mobilisation
sera
donc
nécessaire.
Wat de ambulante voorzieningen en de open
instellingen betreft, zou ik de aandacht willen
vestigen op de noodzaak om verscheidene actoren
en niet enkel de federale coördinator te raadplegen.
De heer Jacobs is bijzonder competent, maar hij
heeft zijn eigen manier van werken en geeft de
voorkeur aan zijn eigen netwerken.
Indien men hier niet alle actoren bij betrekt, vrees ik
dat een en ander zou kunnen ontsporen, met
actoren die uit het proces dreigen te worden
uitgesloten.
En ce qui concerne le travail ambulatoire et le milieu
ouvert, je voudrais attirer l'attention sur la nécessité
de consulter plusieurs acteurs et pas seulement le
coordinateur fédéral. M. Jacobs est hautement
compétent mais il a sa façon de travailler et
privilégie ses réseaux.
Si on n'implique pas l'ensemble des acteurs, je
crains que l'on n'arrive à des dérives, avec des
acteurs qui risquent d'être exclus du processus.
06.04 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Ik kan mevrouw Gerkens op één punt geruststellen.
Ik herbevestig dat mevrouw Onkelinx en de
ministers die aan de interministeriële conferentie
deelnemen de hele sector willen raadplegen en bij
een en ander willen betrekken. Wij zullen uw
bekommernissen aan mevrouw Onkelinx melden.
06.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Je peux rassurer Mme Gerkens sur un
point. Je réaffirme la volonté tant de Mme Onkelinx
que
des
ministres
de
la
Conférence
interministérielle d'aller dans le sens de la
consultation-participation de l'entièreté du secteur.
Nous relayerons vos préoccupations auprès de
Mme Onkelinx.
06.05 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Er zijn
echter nog vragen waarop ik geen antwoord
gekregen heb. Wat behelst die verkennende fase?
Wat is het tijdpad voor het vervolg? Op welke
manier
zullen
de
kwaliteitscriteria
worden
uitgewerkt? Na de volgende interministeriële
conferentie zal ik hierop terugkomen.
06.05 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Toutefois, il
subsiste des questions auxquelles je n'ai pas reçu
de réponse. En quoi consiste cette phase
exploratoire? Quel est le timing pour la suite?
Comment les critères de qualité seront-ils élaborés?
J'interviendrai à nouveau après la prochaine
Conférence interministérielle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de
behandeling van dove kinderen en de opvang
van doven in ziekenhuizen" (nr. 21253)
07 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "le traitement des
enfants sourds et l'accueil des sourds dans les
hôpitaux" (n° 21253)
07.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Een vereniging van doven en slechthorenden uit
Waals-Brabant heeft me op de hoogte gebracht van
de problemen die haar leden ondervinden bij hun
integratie in het onderwijs en het maatschappelijk
leven.
In de ziekenhuizen beheersen de zorgverleners
zelden de gebarentaal en is er maar sporadisch een
tolk beschikbaar. Bovendien worden de apparaten
bij zeer jonge dove kinderen soms te vroeg
ingeplant, waardoor de gehoorcapaciteit waarover
07.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Une association de personnes sourdes et
malentendantes du Brabant wallon m'a fait part de
difficultés d'intégration dans l'enseignement et la vie
citoyenne.
Dans les hôpitaux, il est rare que les prestataires de
soins maîtrisent la langue des signes et qu'un
interprète soit disponible. Par ailleurs, les appareils
implantés chez les tout petits enfants sourds le sont
parfois trop tôt et empêchent l'enfant de stimuler les
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
de kinderen nog beschikken, niet meer kan worden
gestimuleerd.
Moeten de zorgverleners in de ziekenhuizen
gebarentaal begrijpen om de intake van doven en
slechthorenden vlot te kunnen laten verlopen?
Bij dove kinderen worden er systematisch
apparaten ingeplant. Is dat efficiënt uit het oogpunt
van de ontwikkeling van het kind? Werden er
daarover al studies uitgevoerd?
capacités d'audition qui lui restent.
Existe-t-il une règle dans les hôpitaux pour que le
personnel soignant comprenne la langue de signes
pour accueillir les personnes sourdes et
malentendantes?
L'implantation d'appareils est systématique chez les
enfants
sourds.
Est-ce
efficace
pour
le
développement de l'enfant? Des études ont-elles
été menées à ce sujet?
07.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Er bestaat geen algemene verplichting voor de
ziekenhuizen om een beroep te doen op
professionele gebarentolken. Bovendien beheersen
doven niet noodzakelijk allemaal de gebarentaal.
Ziekenhuizen kunnen op vrijwillige basis een
aanvraag indienen voor de financiering van een
interculturele bemiddelaar, die het ziekenhuis
bijstaat op het vlak van de contacten met de
patiënten, meer bepaald met betrekking tot de
taalproblemen en de culturele kenmerken van de
gehospitaliseerde patiënten. Het bedrag van de
financiering is begrensd. Jaarlijks wordt er een
budget van 2,35 miljoen euro uitgetrokken voor die
maatregel.
Het koninklijk besluit betreffende de vaststelling en
de vereffening van het budget van financiële
middelen van de ziekenhuizen (artikel 80 van het
koninklijk besluit van 25 april 2002) bepaalt dat de
interculturele bemiddelaar, naast één van de
nationale talen, tenminste één taal van één van de
doelgroepen moet beheersen (de doven en
gehoorgestoorden vormen zo een doelgroep).
De ziekenhuizen maken zelf uit voor welke
minderheden ze interculturele bemiddelaars in
dienst nemen. Weinig instellingen hebben zo een
bemiddelaar in dienst genomen voor doven en
gehoorgestoorden.
07.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Il n'existe aucune obligation générale sur
l'utilisation d'interprètes professionnels en langage
des signes dans les structures hospitalières. En
outre, tous les sourds ne maîtrisent pas
nécessairement la langue des signes.
Les hôpitaux peuvent introduire, sur base
volontaire, une demande pour le financement d'un
médiateur interculturel, qui assistera l'hôpital dans
ses relations avec les patients, notamment en
matière de langues et de caractéristiques culturelles
des patients hospitalisés. Un montant maximum est
prévu. Le budget annuel pour cette mesure est de
2,35 millions d'euros.
L'arrêté royal relatif au financement hospitalier
(article 80 de l'arrêté royal du 25 avril 2002) dispose
que le médiateur interculturel doit maîtriser en plus
d'une des langues nationales, au moins une des
langues d'un des groupes cibles (dont celui des
personnes sourdes et malentendantes).
Le choix des minorités pour lesquelles un hôpital
engage des médiateurs interculturels relève de la
responsabilité de chaque hôpital. Peu d'hôpitaux ont
engagé de telles personnes pour les sourds et
malentendants.
De deelgebieden hebben specifieke initiatieven
genomen (tolkuren in Vlaanderen of taalbijstand in
het Franse Gemeenschap), maar die maatregelen
volstaan soms niet, vooral in geval van ernstige
ziekten. Soms zijn de tolken ook niet beschikbaar.
We zijn ons ervan bewust dat de doven en
slechthorenden
soms
communicatieproblemen
ondervinden in de gezondheidszorg. De wet van
22 augustus
2002
bepaalt
dat
de
Des initiatives spécifiques existent dans les entités
fédérées (heures d'interprétariat en Flandre ou
assistance linguistique en Communauté française),
mais ces mesures sont parfois trop restreintes,
notamment en cas de maladies graves. Par ailleurs,
il peut y avoir des problèmes de disponibilité des
interprètes.
Nous sommes conscients que les sourds et
malentendants éprouvent parfois des problèmes de
communication dans les soins de santé. La loi du
22 août 2002 prévoit que le patient reçoit, des
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
beroepsbeoefenaars
de
patiënt
alle
hem
betreffende noodzakelijke informatie in een
duidelijke taal moeten meedelen.
Er ontstaat een probleem wanneer er geen beroep
wordt gedaan op een gebarentolk. Het aantal dove
en slechthorende patiënten in een ziekenhuis
rechtvaardigt echter zelden de permanente
aanwezigheid van zo een tolk of een interculturele
bemiddelaar voor die groep. We zullen nagaan of
gebarentolken in ziekenhuizen gebruik zouden
kunnen maken van videoconferencing. Dat wordt in
de Verenigde Staten gedaan.
Sinds 1994 vergoedt het RIZIV cochleaire
implantaten op bepaalde voorwaarden. Het
terugbetalingsdossier
is
gebaseerd
op
wetenschappelijke gegevens en werd opgesteld in
overleg met de betrokken actoren.
Studies betreffende cochleaire implantaten hebben
aangetoond dat ze doeltreffend zijn. De resultaten
van de studies met betrekking tot het plaatsen van
een tweede implantaat zijn gunstig, en daarom
heeft het RIZIV de vergoeding voor een tweede
volledig
gehoortoestel
sinds
1 februari
goedgekeurd.
praticiens professionnels, toutes les informations
nécessaires dans une langue claire.
Il y a un problème quand aucun interprète en langue
des signes n'est sollicité. Mais le nombre de
patients sourds et malentendants dans un hôpital
ne justifie que rarement la présence permanente
d'un tel interprète ou d'un médiateur interculturel
pour ce groupe. On vérifiera si la vidéoconférence
peut être utilisable par des interprètes en langue
des signes dans les hôpitaux. De tels systèmes
sont utilisés aux États-Unis.
En ce qui concerne les implants, depuis 1994,
l'INAMI prévoit un remboursement des implants
cochléaires sous certaines conditions. Le dossier
de remboursement est basé sur des données
scientifiques et a été élaboré en concertation avec
les acteurs concernés.
Des études sur les implants cochléaires en ont
prouvé l'efficacité. Les résultats des études sur
l'installation de deuxièmes implants étant positifs,
l'INAMI a autorisé le remboursement d'une
deuxième aide auditive complète (depuis le
1
er
février).
Een implantaat kan pas vanaf de leeftijd van twaalf
maanden worden geplaatst. Voor de plaatsing van
een tweede volledig gehoortoestel geldt een
maximumleeftijd van twaalf jaar. De patiënt moet
worden begeleid door een logopedist in een
implantatiecentrum dat over een dienst NKO of over
een revalidatiecentrum beschikt.
Het is aan de ouders om te kiezen of er al dan niet
een implantaat wordt ingebracht bij hun kind. Zij
beslissen ook of hun kind louter met de gesproken
taal dan wel met een combinatie van gesproken en
gebarentaal wordt opgevoed. In 2008 kregen 649
patiënten onder de 18 jaar een hoorapparaat en
210 een implantaat.
L'implantation chez les enfants n'est possible qu'à
partir de douze mois. La condition pour la deuxième
aide auditive complète est de douze ans maximum.
Une prise en charge logopédique doit être effectuée
par un centre d'implantation disposant d'un service
spécialisé ORL ou d'un centre de réadaptation
fonctionnelle.
Le choix du recours à l'implant chez un enfant
relève de ses parents. Il en va de même pour le
choix d'une éducation basée uniquement sur la
langue orale, ou celle-ci et la langue des signes. En
2008, 649 patients de moins de 18 ans ont été
appareillés et 210 implantés.
07.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Ik begrijp dat het niet zo eenvoudig is om
na te gaan hoeveel dove patiënten er naar het
ziekenhuis komen en in welke mate ze voorrang
moeten krijgen op anderstalige allochtonen. Het is
echter belangrijk dat iemand in het ziekenhuis de
nodige opleiding krijgt.
Bovendien worden steeds minder televisiejournaals
en informatieve of duidingsprogramma's vertaald in
gebarentaal. Er gaan dus blijkbaar minder en niet
meer middelen naar gebarentaal dan voorheen.
07.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Je comprends la difficulté de savoir
combien de patients sourds arrivent à l'hôpital et
quelle est la priorité à leur donner sur des
allochtones parlant d'autres langues. Mais il faut
former quelqu'un dans l'hôpital.
En outre, il y a de moins en moins de traductions en
langue des signes des journaux télévisés et des
émissions d'information générale. La langue des
signes perd des moyens plutôt qu'elle n'en gagne.
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Het gebruik van implantaten is geen zuiver
medische aangelegenheid. Er moet ook rekening
worden gehouden met de psychologische en de
culturele aspecten voor men implantaten inbrengt
bij erg jonge kinderen.
Pour le recours aux implants, la question n'est pas
purement médicale. Il y a un aspect psychologique
et culturel dont il faut tenir compte avant d'installer
des implants à de tout petits enfants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de productie van de drug
mephedrone te Antwerpen" (nr. 21256)
08 Question de M. Koen Bultinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la production de la
drogue méphédrone à Anvers" (n° 21256)
08.01 Koen Bultinck (VB): De nieuwe drug
mephedrone kan blijkbaar zonder problemen
worden geproduceerd in ons land omdat hij niet op
de lijst met verboden producten staat. Onlangs
verklaarde de minister van Volksgezondheid een
KB te zullen opstellen om daarin verandering te
brengen. Is dat ondertussen gebeurd? Staat het
product al op de lijst van verboden middelen? Wat
zijn de risico's van mephedrone voor de
gezondheid?
08.01 Koen Bultinck (VB): La méphédrone,
nouveau stupéfiant, peut apparemment être
produite sans difficulté dans notre pays car elle ne
figure pas sur la liste des produits illicites. La
ministre de la Santé publique a déclaré récemment
qu'un arrêté royal serait rédigé pour rectifier la
situation. Cet arrêté royal a-t-il été rédigé dans
l'intervalle? La méphédrone figure-t-elle déjà sur la
liste des substances illicites? Quels sont les risques
de la méphédrone pour la santé?
08.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands):
Op
4 augustus
2009
werd
mephedrone voor het eerst gesignaleerd in ons
land. Er bestaan nog geen systematische
onderzoeksresultaten over de effecten van de drug.
Het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en
Drugverslaving heeft wel een lijst opgesteld van
bijwerkingen die door de gebruikers werden
gerapporteerd, zoals onder meer het verlangen
naar een nieuwe dosis, irritatie van de neus door
het snuiven, pupilverwijdering, een versnelde
hartslag, verhoogde bloeddruk, problemen met het
kortetermijngeheugen en slapeloosheid. Een
intoxicatierapport spreekt ook over ernstige agitatie,
hartkloppingen, een verstoord gezichtvermogen en
een verlaagde lichaamstemperatuur. In Zweden
werd een overlijden ten gevolge van het gebruik van
mephedrone vastgesteld.
08.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La méphédrone a été signalée pour la
première fois dans notre pays le 4 août 2009. Il
n'existe pas encore de résultats d'enquête
systématiques sur les effets de la drogue.
L'Observatoire européen des drogues et des
toxicomanies a toutefois dressé une liste des effets
secondaires signalés par les consommateurs,
notamment l'envie d'une nouvelle dose, l'irritation
des voies nasales à cause de la prise, la dilatation
des pupilles, l'accélération du rythme cardiaque,
l'augmentation de la pression artérielle, des
problèmes de mémoire à court terme et des
insomnies.
Un
rapport
d'intoxication
parle
également d'une agitation extrême, de palpitations
cardiaques, de troubles visuels et d'une diminution
de la température corporelle. En Suède, un décès a
été constaté à la suite de la consommation de
méphédrone.
Gezien het risico op verslaving werd op 17 augustus
2010
de
procedure
opgestart
om
methylmethcathinone of mephedrone op te nemen
in het KB van 22 januari 1998 dat het gebruik van
psychotrope stoffen regelt. Het ontwerp van KB
hiertoe wordt op vrijdag 23 april 2010 aan de
ministerraad voorgelegd.
Compte tenu du risque de dépendance, la
procédure d'inscription de la methylmethcathinone
ou méphédrone dans l'arrêté royal du 22 janvier
1998
réglementant
certaines
substances
psychotropes a été ouverte le 17 août 2009. Le
projet d'arrêté royal sera soumis au conseil des
ministres le vendredi 23 avril 2010.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
09 Question de M. Koen Bultinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Integratie,
over
"het
rapport
van
het
Kenniscentrum over de impact van de
onafhankelijke huisartsenbezoekers" (nr. 21261)
l'Intégration sociale, sur "le rapport du Centre
d'expertise sur l'impact des visiteurs médicaux
indépendants" (n° 21261)
09.01 Koen Bultinck (VB): Een recent rapport van
het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg met
betrekking tot de impact van de onafhankelijke
huisartsenbezoekers doet een aantal suggesties,
zoals een betere integratie van de onafhankelijke
huisartsenbezoekers in andere initiatieven, een
goede afstemming van de gekozen onderwerpen op
de
grote
kwaliteitsdoelstellingen
inzake
volksgezondheid en een doelgerichter gebruik van
de financiële middelen. Voorts moet men bij de
onafhankelijke huisartsenbezoekers ook gebruik
maken van andere communicatiemiddelen dan nu.
Wat is de reactie van de minister op dit rapport?
Wordt in weerwil van de kritiek in dit rapport het
project van de onafhankelijke huisartsenbezoekers
voortgezet?
09.01 Koen Bultinck (VB): Le Centre d'expertise
pour les soins de santé a récemment dressé un
rapport sur l'impact des visiteurs médicaux
indépendants. Ce rapport émet un certain nombre
de suggestions, telles qu'une meilleure intégration
des visiteurs médicaux indépendants à d'autres
initiatives, une harmonisation des sujets choisis
avec les grands objectifs de qualité en matière de
santé publique, ainsi qu'une affectation plus ciblée
des moyens financiers. En outre, en ce qui
concerne les visiteurs médicaux indépendants, on
préconise également de recourir à d'autres moyens
de communication que les moyens actuels.
Je souhaiterais connaître la réaction de la ministre
au sujet de ce rapport. Le projet des visiteurs
médicaux indépendants va-t-il se poursuivre,
nonobstant les critiques contenues dans le rapport?
09.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands):
Het
onderzoek
van
het
Kenniscentrum is zeker nuttig om de toekomstige
acties van de onafhankelijke artsenbezoekers te
bepalen. De studie betreft echter een niet-
representatieve groep artsen. Ook werd het project
progressief uitgebreid en het budget van
1.200.000 euro werd pas sinds 2009 volledig
aangewend. Het is dan ook voorbarig om definitieve
conclusies te trekken over de impact van het
voorschrijfgedrag, al zijn enkele interessante
hypothesen al wel mogelijk. Men zal moeten
onderzoeken hoe men met dit informatiemiddel de
kwaliteit
van
het
voorschrijfgedrag
kan
optimaliseren in het belang van alle betrokken
partijen. Het is goed om het project met betrekking
tot de onafhankelijke artsenbezoekers in een
bredere context te bekijken, met inbegrip van alle
aspecten van permanente vorming.
Een heel recent rapport van het Nederlands
Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik toont
aan dat de kwaliteit en de doelmatigheid van het
voorschrijfgedrag verbeterd zijn door de inzet van
onafhankelijke artsenbezoekers.
09.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): L'étude du Centre d'expertise est
certes utile pour déterminer les actions futures des
délégués médicaux indépendants, mais elle ne
porte toutefois que sur un groupe non représentatif
de médecins. Le projet a été progressivement
étendu et le budget de 1 200 000 euros n'a été
complètement utilisé qu'en 2009. Il est dès lors
prématuré de tirer des conclusions définitives sur
l'impact du comportement en matière de
prescription, même si une série d'hypothèses
intéressantes peuvent déjà être avancées. Il faudra
étudier comment exploiter ces informations de
manière à optimiser la qualité du comportement en
matière de prescription au profit de toutes les
parties concernées. Le projet relatif aux délégués
médicaux indépendants doit être examiné dans un
cadre élargi et doit inclure les différents aspects de
la formation permanente.
Un rapport très récent de l'Instituut voor
Verantwoord Medicijngebruik néerlandais démontre
que la qualité et l'efficacité des prescriptions ont
progressé grâce à l'engagement de délégués
médicaux indépendants.
09.03 Koen Bultinck (VB): Volgens welke
planning zal het begeleidend comité de hele
procedure en alle studieresultaten bekijken?
09.03 Koen Bultinck (VB): Quel est le programme
du comité d'accompagnement pour l'examen de
l'ensemble de la procédure et des résultats de
l'étude?
09.04
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Ik zal de minister vragen om de
heer Bultinck op deze vraag te antwoorden.
09.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Je demanderai à la ministre de
répondre à la question de M. Bultinck.
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Mathias De Clercq aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de financiering
van de representatieve beroepsorganisaties voor
logopedisten" (nr. 21307)
10 Question de M. Mathias De Clercq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le financement des
organisations professionnelles représentatives
des logopèdes" (n° 21307)
10.01 Mathias De Clercq (Open Vld): Eind 2008
werd binnen Logo-mut een nieuwe conventie
afgesloten waarin werd overeengekomen dat een
KB zou worden opgesteld om de voorwaarden en
toekenningsmodaliteiten voor de financiering van de
representatieve
beroepsverenigingen
van
logopedisten vast te leggen. Hoewel het dossier de
goedkeuring van minister Onkelinx heeft gekregen
en er hiervoor middelen werden opgenomen in de
begrotingen van het RIZIV van 2009 en 2010, is het
KB nog steeds niet in werking getreden. Hoe komt
dat?
10.01 Mathias De Clercq (Open Vld): Fin 2008,
une nouvelle convention a été conclue au sein de la
Logo-mut et il y est prévu qu'un arrêté royal
définirait les conditions et les modalités d'octroi du
financement des associations professionnelles
représentatives
des
logopèdes.
Bien
que
Mme Onkelinx ait approuvé le dossier et que les
moyens aient été inscrits à cet effet dans les
budgets de l'INAMI de 2009 et 2010, l'arrêté royal
n'est toujours pas entré en vigueur. Pour quelles
raisons?
10.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Het ontwerp-KB dat de financiering
van de beroepsorganisaties van logopedisten
regelt, werd op 2 maart 2009 goedgekeurd door het
verzekeringscomité van het RIZIV. Na een positief
advies van de Inspectie van Financiën op 12 maart
2009 werd het dossier aan de staatssecretaris voor
Begroting bezorgd. Die kon echter geen schriftelijke
akkoord geven omdat de financiering van de
beroepsorganisaties voor logopedisten een nieuw
initiatief was en omdat het dossier niet verwees
naar een beslissing van de algemene raad van het
RIZIV of van de ministerraad.
10.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Le projet d'arrêté royal qui règle le
financement des organisations professionnelles de
logopèdes a été approuvé le 2 mars 2009 par le
Comité de l'assurance de l'INAMI. Après l'avis
positif rendu par l'Inspection des Finances le
12 mars 2009, le dossier a été transmis au
secrétaire d'État au Budget, qui n'a toutefois pas pu
donner d'accord écrit parce que le financement des
organisations professionnelles des logopèdes
constituait une nouvelle initiative et que le dossier
ne faisait pas référence à une décision du conseil
général de l'INAMI ou du Conseil des ministres.
Mijn beleidscel heeft daarom op 27 november 2009
een brief aan de staatssecretaris van Begroting
geschreven met de melding dat de algemene raad
zich op 19 december 2008 wel degelijk gunstig
heeft uitgesproken over een nota die de volledige
inventaris herneemt van de projecten die ten laste
zijn van de administratiekosten van het RIZIV. De
maatregel
ter
ondersteuning
van
de
beroepsorganisaties in het kader van het overleg, is
in deze lijst opgenomen.
Een deel van het in 2009 gebudgetteerde bedrag -
2,4 miljoen euro - dient voor de financiering van de
representatieve
beroepsorganisaties
voor
logopedisten.
Ik zoek uiteraard naar een manier om tot
overeenstemming te komen met staatssecretaris
Wathelet. De huidige blokkering kan immers het
afsluiten
van
een
overeenkomst
tussen
logopedisten en verzekeringsorganen vanaf 2011 in
gevaar brengen.
Le 27 novembre 2009, ma cellule stratégique a
adressé un courrier au secrétaire d'État au Budget
informant ce dernier que le Conseil général avait
rendu un avis favorable concernant une note
reprenant l'inventaire complet des projets pris en
charge dans le cadre des coûts administratifs de
l'INAMI. La mesure d'appui aux organisations
professionnelles impliquées dans la concertation
figure dans cette liste.
Une partie du montant budgétisé en 2009, à savoir
2,4 millions d'euros, sert au financement des
organisations professionnelles représentatives de
logopèdes.
Je suis bien évidemment à la recherche d'un terrain
d'entente avec M. Wathelet, le blocage actuel
risquant d'hypothéquer la conclusion d'un accord
entre les logopèdes et les organismes assureurs à
partir de 2011.
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vragen 21073 en 21304 van
mevrouw della Faille worden omgezet in schriftelijke
vragen.
L'incident est clos.
La présidente: Les questions 21073 et 21304 de
Mme della Faille sont transformées en questions
écrites.
11 Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke Integratie, over "het
verbieden van roken in auto's in aanwezigheid
van kinderen" (nr. 21180)
11 Question de Mme Katia della Faille de
Leverghem à la vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique,
chargée de l'Intégration sociale, sur "l'interdiction
de fumer dans les voitures en présence
d'enfants" (n° 21180)
11.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Uit cijfers van een recent onderzoek van de
Vlaamse Liga tegen Kanker blijkt dat dagelijks maar
liefst 115.000 kinderen in de rook van hun ouders
zitten. Uit een Brits onderzoek blijkt dat kinderen die
dagelijks rook inademen, 100 procent meer kans
lopen op wiegendood en op hersenvliesontsteking.
11.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Selon les chiffres d'une enquête réalisée
récemment par la Vlaamse Liga tegen Kanker,
quelque
115 000
enfants
sont
exposés
quotidiennement à la fumée de leurs parents. Une
enquête britannique a montré que les enfants qui
respirent de la fumée tous les jours ont 100 % de
chances supplémentaires de mourir prématurément
et de contracter la méningite.
Passief roken leidt jaarlijks bij 120.000 Britse
kinderen tot middenoorontsteking, bij 22.000
kinderen tot astma en bij 200 kinderen tot
meningitis. Daarom pleiten Britse onderzoekers
voor een rookverbod in wagens in aanwezigheid
van kinderen.
Heeft de minister de intentie om roken in de wagen
in aanwezigheid van kinderen te verbieden of
minstens te ontraden? Zal de minister dit probleem
aankaarten bij de Europese collega's naar
aanleiding van het komende voorzitterschap?
Chaque année, le tabagisme passif occasionne des
otites moyennes chez 120 000 enfants britanniques,
cependant que 22 000 enfants souffrent d'asthme
et 200 de méningite. C'est la raison pour laquelle
des chercheurs britanniques préconisent d'interdire
de fumer dans les automobiles en présence
d'enfants.
Le ministre envisage-t-il d'interdire de fumer dans
les véhicules en présence d'enfants ou au moins de
le déconseiller? Va-t-il évoquer cette question avec
ses collègues européens à l'occasion de la future
présidence belge de l'Union européenne?
11.02
Staatssecretaris
Bernard
Clerfayt
(Nederlands): Het Parlement heeft eind vorig jaar
een beslissing genomen over de invoering van het
rookverbod in eetgelegenheden vanaf 2010 en een
totaal rookverbod in alle horeca-inrichtingen tegen
ten laatste 2014. Nu een rookverbod invoeren in
wagens is dan ook niet onmiddellijk een prioriteit.
Uiteraard sta ik achter alle ontradingcampagnes om
niet te roken in auto's - en al zeker niet in het bijzijn
van kinderen - maar dergelijke initiatieven behoren
niet tot mijn bevoegdheid.
11.02 Bernard Clerfayt, secrétaire d'État (en
néerlandais): À la fin de l'année dernière, le
Parlement a décidé d'instaurer l'interdiction de
fumer dans les établissements servant de la
nourriture dès 2010 et de généraliser cette
interdiction à l'ensemble des établissements de
l'horeca au plus tard en 2014. L'instauration d'une
interdiction de fumer dans les automobiles n'est pas
une priorité immédiate. Je souscris évidemment à
toutes les campagnes déconseillant de fumer dans
les voitures et surtout en présence d'enfants, mais
de telles initiatives ne font pas partie de mes
compétences.
11.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Ik vind het jammer dat dit geen prioriteit is voor
de minister omdat het gezondheidsrisico in gesloten
ruimtes nu eenmaal zo overduidelijk en ernstig is.
11.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Je déplore que le ministre ne juge pas une
telle mesure prioritaire, puisque le risque sanitaire
inhérent au tabagisme dans des espaces clos est
avéré et grave.
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de
multidisciplinaire postoperatieve follow-up van
patiënten met morbide obesitas" (nr. 21348)
12 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "la mise en place d'un
suivi multidisciplinaire post-opératoire des
patients souffrant d'obésité morbide" (n° 21348)
12.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Krachtens het besluit van 3 augustus 2007 voorziet
het RIZIV in een terugbetaling van de plaatsing van
een maagring bij personen met morbide obesitas.
De absolute noodzaak van de ingreep moet op
voorhand worden geverifieerd en er moeten
bepaalde voorwaarden vervuld worden.
De enige wetenschappelijk behandeling van
obesitas en morbide obesitas die momenteel
erkend is, bestaat erin de levenswijze van de
patiënten blijvend aan te passen. Bij die
multidisciplinaire behandeling zijn een arts, een
diëtist en een psycholoog betrokken, die de patiënt
opnieuw op het rechte pad helpen zodat hij of zij
een aanzienlijk doch redelijk en haalbaar aantal
kilo's (vijf tot tien procent in een jaar tijd) kan
afvallen. Dat gewichtsverlies vermindert het
morbiditeitsrisico aanzienlijk.
De Belgian Association for the Study of Obesity
(BASO) stelt dat geneesmiddelen noch chirurgie de
basis van een behandeling vormen, maar dat ze wel
uitstekende hulpmiddelen kunnen zijn om gewicht te
verliezen.
Bent u van oordeel dat de bepalingen van het
koninklijk besluit voldoende toegang bieden tot de
multidisciplinaire behandeling? Wat vindt u van een
mogelijke multidisciplinaire opvolging van de patiënt
na de ingreep? Is het concept van een duurzame
gezondheid geen cruciaal gegeven dat ingang moet
vinden opdat de levenskwaliteit van onze
medeburgers zo goed mogelijk hersteld kan
worden?
12.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Selon l'arrêté du 3 août 2007, l'INAMI
rembourse le placement d'un anneau gastrique
destiné aux personnes atteintes d'obésité morbide.
L'absolue
nécessité
de
l'opération
doit
préalablement être vérifiée, et certaines conditions
doivent être remplies.
Le seul traitement scientifiquement validé à ce jour
de l'obésité et de l'obésité morbide consiste à
modifier durablement le mode de vie des patients.
Le traitement pluridisciplinaire met en présence un
médecin, un diététicien et un psychologue, qui
aident à remettre le patient sur le chemin devant lui
permettre d'atteindre une perte de poids modérée,
mais significative et réalisable (5 à 10 % sur un an).
Cette perte de poids réduit de manière
spectaculaire les risques de morbidité.
La Belgian Association for the Study of Obesity
(BASO) précise que ni la pharmacopée ni la
chirurgie ne constituent la base du traitement, mais
d'excellents outils à la perte de poids.
Pensez-vous que les dispositions prises dans
l'arrêté royal permettent suffisamment l'accès au
traitement pluridisciplinaire? Que pensez-vous
d'une mise en place d'un suivi pluridisciplinaire
post-opératoire? Le concept de santé durable n'est-
il pas un élément primordial à installer afin de nous
assurer un meilleur retour possible de la qualité de
vie de nos concitoyens?
12.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
De chirurgische behandeling van obesitas wordt
uitsluitend toegepast voor de behandeling van
morbide en refractaire obesitas. Er moet echter
streng worden toegezien op de indicatie voor een
chirurgische ingreep, en er moet worden gekozen
voor een ingreep die het best geschikt is voor een
welbepaald type van obesitas.
De ingreep kan mettertijd aan efficiëntie inboeten.
De beroepsbeoefenaar dient dus een afweging te
maken tussen het risico dat samenhangt met de
ziekte enerzijds, en de ongetwijfeld kortere
12.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Le traitement chirurgical de l'obésité est
réservé au seul traitement de l'obésité morbide et
réfractaire. Cependant, il faut être rigoureux dans
l'indication de la chirurgie et choisir un type
d'intervention en fonction du type d'obésité.
L'efficacité de l'intervention peut se dégrader avec
le temps. Le professionnel doit donc faire la balance
entre le risque de la maladie, d'une part,
l'espérance de vie sans doute raccourcie et la co-
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
levensverwachting en de comorbiditeit anderzijds
(het operatieve mortaliteitsrisico schommelt tussen
0,1 en 5 procent).
De patiënt moet vooraf gedurende een jaar op
eigen
kosten
worden
gevolgd
door
een
multidisciplinair team, en pas als hij er in die periode
niet in slaagt blijvend gewicht te verliezen, is dat
een teken dat een operatie noodzakelijk is. Een
dergelijke ingreep heeft op korte termijn een veel
grotere uitwerking dan andere behandelingen, maar
op lange termijn is het resultaat niet gewaarborgd.
Men stelt vast dat het gewichtsverlies leidt tot een
daling van de morbiditeitsfactoren. Er zijn maar
weinig studies over de impact van dergelijke
ingrepen op de levenskwaliteit. Na verloop van tijd
is er vaak een verslechtering van de resultaten. De
omvang van het gewichtsverlies varieert afhankelijk
van het type van ingreep (volledig of gedeeltelijk
gebaseerd op een mechanische beperking).
Patiënten die deze vorm van chirurgie voor morbide
obesitas hebben ondergaan, zouden baat kunnen
hebben bij een postoperatieve ondersteuning op
lange termijn.
morbidité, d'autre part (le risque de mortalité
opératoire varie de 0,1 à 5 %).
Le fait d'exiger préalablement que le patient soit
suivi pendant un an à ses frais par une équipe
multidisciplinaire sans arriver à perdre durablement
du poids indique également que la chirurgie est
incontournable. Son succès est nettement supérieur
à celui des autres traitements à court terme, mais le
résultat à long terme n'est pas garanti.
Parallèlement à la perte de poids, on voit diminuer
les facteurs de morbidité. Il y a peu d'études
consacrées à l'impact de ces interventions sur la
qualité de vie. Avec le temps, on observe souvent
une détérioration des résultats. La performance de
perte de poids varie avec le type d'intervention
selon
qu'elle
se
base
exclusivement
ou
partiellement sur une contrainte mécanique.
Un soutien post-opératoire à long terme pourrait
trouver son intérêt chez les patients ayant bénéficié
de ce type de chirurgie pour obésité morbide.
Vandaag behandelen
zeer
gespecialiseerde,
multidisciplinaire teams in derdelijnscentra de acute
fase van morbide obesitas, maar de follow-up op
lange termijn door die teams is problematisch
vanwege de afstand en de kosten. Er moeten dus
behandelingsmodellen ontwikkeld worden voor de
eerstelijnsbehandeling, met een herdefiniëring van
de rollen. De bestrijding van overgewicht en
obesitas zal op de agenda van de Interministeriële
Conferentie Volksgezondheid van september
worden geplaatst.
De
hele
bevolking
heeft
behoefte
aan
leefomstandigheden en een levenskwaliteit waarbij
lichaamsbeweging en betere voedingsgewoonten
bevorderd worden. De deelgebieden hebben daarin
ook een belangrijke rol te vervullen.
Si, actuellement, la prise en charge de la phase
aiguë de l'obésité morbide se fait par des équipes
multidisciplinaires, hautement spécialisées, dans
des centres de troisième ligne, un suivi à long terme
par celles-ci pose des problèmes d'accessibilité
géographique et financière. Il est donc nécessaire
de développer des modèles de prise en charge
primaires en redéfinissant les rôles. La lutte contre
la surcharge pondérale et l'obésité sera mise à
l'ordre du jour de la conférence interministérielle
santé de septembre.
Ce dont toute la population a besoin, ce sont des
conditions et une qualité de vie qui favorisent
l'exercice physique et l'accès à une meilleure
alimentation. Les entités fédérées ont également
d'importants rôles à jouer.
12.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen):
De verenigingen vragen dat obesitas erkend zou
worden als chronische ziekte, en dat een follow-up
op lange termijn mogelijk gemaakt en terugbetaald
zou worden. We kiezen nog te snel voor een
chirurgische ingreep.
12.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen):
Les associations demandent que l'obésité soit
reconnue comme maladie chronique, et qu'un suivi
sur du long terme soit possible et remboursé. Nous
allons encore trop vite vers la chirurgie.
12.04 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Een alomvattend gecoördineerd beleid met de
onderscheiden
bevoegde
ministers
in
een
interministeriële conferentie lijkt mij de juiste aanpak
te zijn.
12.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Une politique globale coordonnée avec
les différents ministres responsables dans une
conférence interministérielle me semble être la
bonne approche.
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
Ik noteer dat u vraagt dat zwaarlijvigheid als een
chronische ziekte wordt beschouwd en in de
passende terugbetalingen wordt voorzien.
Je note votre demande de considérer l'obésité au
niveau des maladies chroniques et d'avoir des
remboursements appropriés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"namaakgeneesmiddelen" (nr. 21373)
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"namaakgeneesmiddelen"
(nr. 21413)
13 Questions jointes de
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la contrefaçon de
médicaments" (n° 21373)
- Mme Yolande Avontroodt à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la contrefaçon de médicaments" (n° 21413)
13.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
De namaak van geneesmiddelen neemt almaar toe,
en nagemaakte geneesmiddelen worden vooral via
internet verkocht. Volgens een rapport van de
Europese Alliantie voor toegang tot veilige
geneesmiddelen zouden meer dan 60 procent van
de geneesmiddelen die online worden verkocht
namaakproducten zijn.
België zou een draaischijf zijn op het gebied van de
internationale handel in illegale geneesmiddelen.
Volgens
het
Federaal
Agentschap
voor
Geneesmiddelen
en
Gezondheidsproducten
(FAGG) zou het probleem verband houden met de
niet-geharmoniseerde toepassing van zwakke
regelgevingen of met het ontbreken van
regelgevingen, alsook met een gebrekkige
samenwerking en doorstroming van de informatie.
De Staatssecretaris voor de Coördinatie van de
fraudebestrijding heeft aangekondigd dat er een
cascadesysteem zal worden ingevoerd waarbij de
diverse verantwoordelijken voor de kosten zullen
moeten opdraaien.
Welke maatregelen zal u treffen op het vlak van de
gezondheid
teneinde
de
namaak
van
geneesmiddelen te bestrijden?
13.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): La contrefaçon des médicaments ne cesse
d'augmenter, surtout sur internet. Selon un rapport
de l'Alliance européenne pour l'accès à des
médicaments sûrs, plus de 60 % des médicaments
vendus en ligne sont contrefaits.
La Belgique ferait office de plaque tournante du
commerce international de médicaments illégaux.
Selon l'Agence fédérale des médicaments et des
produits de santé (AFMPS), le problème serait lié à
l'application non harmonisée de réglementations
faibles voire absentes ainsi qu'à un manque de
collaboration et de transmission des informations.
Le secrétaire d'État à la Coordination de la lutte
contre la fraude a annoncé la mise en place d'un
système en cascade consistant à faire supporter les
frais aux différents responsables.
Quelles dispositions comptes-vous prendre en
matière de santé pour lutter contre la contrefaçon
des médicaments?
13.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Op de website van het FAGG wordt gewaarschuwd
voor de gevaren die verbonden zijn met de aankoop
van geneesmiddelen via internet, en buiten het
wettelijk circuit in het algemeen.
Wat de socialenetwerksites betreft, werden er tot
dusver geen bijzondere inspanningen geleverd om
het publiek te informeren.
De enige boodschap die absoluut moet worden
13.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Le site de l'AFMPS met en garde contre
les dangers liés à l'achat de médicaments via
internet, en dehors de tout circuit légal en général.
En ce qui concerne les sites de réseaux sociaux,
aucun effort particulier n'a été fait jusqu'à présent
pour informer le public.
Le seul message qu'il faut absolument faire passer
20/04/2010
CRABV 52
COM 865
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
verspreid is dat er maar één veilige manier is om
geneesmiddelen aan te kopen, en dat is in een
apotheek of via voornoemde website, wanneer het
gaat om vrije geneesmiddelen.
Ik deel echter uw mening met betrekking tot het
vergroten van de bekendheid van de site
geneesmiddelen-via-internet.be,
een
basisinstrument in het kader van de door het FAGG
gevoerde informatiecampagne.
Bij
het
FAGG
werd
er
een
speciale
onderzoekseenheid opgericht. Bovendien neemt het
FAGG deel aan de werkzaamheden van de
interdepartementale commissie voor de coördinatie
van de fraudebestrijding in de economische
sectoren van de FOD Economie. Op het niveau van
Binnenlandse
Zaken
werd
er
ook
een
samenwerking tot stand gebracht tussen de politie,
de douane, het FAGG, het FAVV, het Directoraat-
Generaal Dier, Plant en Voeding en Justitie in het
kader van de cel Hormonen, waarvan de
opdrachten
betrekking
hebben
op
illegale
vestmesting, doping in de sportwereld en alles wat
te
maken
heeft
met
de
namaak
van
geneesmiddelen
en
andere
vormen
van
farmaceutische criminaliteit.
est qu'il n'y a qu'une façon de se procurer des
médicaments en toute sécurité, c'est dans une
pharmacie ou sur ledit site internet, quand il s'agit
de médicaments non soumis à prescription.
Je partage toutefois votre point de vue quant à la
publicité qu'il faut entretenir en faveur du site
médicaments-par-internet.be, outil de base de la
campagne d'information menée par l'AFMPS.
Une unité spéciale d'enquête a été créée au sein de
l'AFMPS. En outre, l'AFMPS participe à la
Commission
interdépartementale
pour
la
coordination de la lutte contre la fraude dans les
secteurs économiques du SPF Économie. Au
niveau Intérieur, une collaboration a également été
établie entre la police, la douane, l'AFMPS,
l'AFSCA, la Direction générale Animaux, Plantes et
Alimentation et la Justice au sein de la cellule
Hormones, dont les mandats ont trait à
l'engraissement illégal, au dopage dans le monde
sportif et à tout ce qui se rapporte à la contrefaçon
de médicaments et autres formes de criminalité
pharmaceutique.
Op het niveau van de Europese Unie is er het
platform HMA-WGEO van de politie, de douane en
de geneesmiddeleninspectie, dat een doeltreffend
netwerk vormt in de grensoverschrijdende strijd
tegen de farmaceutische criminaliteit en dat in
opleidingen voorziet.
De Raad van Europa heeft de Convention on
counterfeiting of medical products and similar
crimes opgesteld (de MEDICRIME Convention), die
in november 2010 ter ratificatie zal worden
voorgelegd aan de lidstaten. Dat nieuwe instrument
zal een grote verbetering betekenen.
Op het niveau van de Europese Unie werden er
eveneens wetgevende initiatieven genomen.
België is actief op internationaal niveau. Ons land
heeft haar medewerking verleend aan de IMPACT-
taskforce van de WHO. België vervult met name
een belangrijke rol inzake networking en de single
points of contact.
Au niveau de l'Union européenne, la plate-forme
HMA WGEO, qui réunit la police, la douane et
l'Inspection des médicaments, constitue un réseau
effectif qui aide à lutter contre la criminalité
pharmaceutique au-delà des frontières et prévoit
des formations.
Le Conseil de l'Europe a préparé la Convention
Medicrime de lutte contre la contrefaçon de
médicaments et la criminalité connexe qui sera
soumise pour ratification aux États membres en
novembre 2010. Ce nouvel instrument constituera
une amélioration importante.
Des initiatives législatives ont également été
entreprises au niveau de l'Union européenne.
La Belgique est active au niveau international. Elle a
prêté sa collaboration à l'initiative Impact de l'OMS.
La Belgique joue surtout un rôle important au
niveau du networking et des single points of
contact.
13.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Wat telt, is dat er in een zo vroeg mogelijk
stadium wordt ingegrepen; er moet echter ook
aandacht zijn voor de bewustmaking van de burgers
en de opwaardering van de rol van de apotheker.
Tot slot meen ik dat de website waarover u het had,
beter gepromoot zou moeten worden.
13.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): L'important est d'agir le plus en amont
possible mais il y a aussi la question de la
sensibilisation des citoyens et de la mise en valeur
du rôle du pharmacien. Enfin, j'estime que le site
dont vous parlez mériterait une plus grande
promotion.
CRABV 52
COM 865
20/04/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.12 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 12.