KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 819
CRABV 52 COM 819
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
Dinsdag
Mardi
09-03-2010
09-03-2010
Namiddag
Après-midi
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het beleid inzake soft drugs en
cannabis" (nr. 20214)
1
Question de Mme Yolande Avontroodt à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la politique en matière de drogues
douces et de cannabis" (n° 20214)
1
Sprekers: Yolande Avontroodt, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Yolande Avontroodt, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over "de
toepassing van de
patiëntenrechten" (nr. 20257)
3
Question de Mme Yolande Avontroodt à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'application des droits des patients"
(n° 20257)
3
Sprekers: Yolande Avontroodt, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Yolande Avontroodt, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "het verbod op
de commercialisering van rode tonijn" (nr. 19569)
4
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'interdiction de la
commercialisation du thon rouge" (n° 19569)
4
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
terugbetaling
van
astronautenvoeding voor patiënten met de ziekte
van Crohn" (nr. 19574)
6
Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le remboursement d'une alimentation
du type de celle destinée aux astronautes pour
les patients souffrant de la maladie de Crohn"
(n° 19574)
6
Sprekers: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaire
s
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
klankvolume van een walkman" (nr. 19742)
6
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le volume sonore des
baladeurs numériques" (n° 19742)
6
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "het gebruik van
'off-label'-geneesmiddelen" (nr. 19744)
8
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"l'usage
des
médicaments off-label" (n° 19744)
8
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "de niet-
terugbetaling van het weesgeneesmiddel 'Firazyr'
tegen erfelijk angio-oedeem" (nr. 19746)
9
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le non remboursement
du médicament orphelin "Firazyr" contre l'angio-
oedème héréditaire" (n° 19746)
9
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke Integratie, over "de toepassing
van de wet betreffende het rookverbod op
terrassen" (nr. 19879)
10
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'application sur les
terrasses de la loi relative à l'interdiction de
fumer" (n° 19879)
10
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het aansporen tot gevaarlijke
spelen bij jongeren" (nr. 19894)
11
Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'incitation aux jeux dangereux chez
les jeunes" (n° 19894)
11
Sprekers: Xavier Baeselen, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Xavier Baeselen, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
12
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de organisatie van de neonatale
zorg" (nr. 19951)
12
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'organisation des soins néonatals" (n° 19951)
12
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de uitbouw van de neonatale
zorg" (nr. 19952)
12
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
développement des soins néonatals" (n° 19952)
12
Sprekers: Luc Goutry, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap, Yolande
Avontroodt
Orateurs: Luc Goutry, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des
Personnes
handicapées,
Yolande
Avontroodt
Samengevoegde vragen van
15
Questions jointes de
15
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
opvang
van
jong
dementerenden
in
de
rust-
en
verzorgingstehuizen" (nr. 20031)
15
- Mme Yolande Avontroodt à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'accueil de jeunes atteints de démence dans
les établissements de repos et de soins"
(n° 20031)
15
- mevrouw Martine De Maght aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
15
- Mme Martine De Maght à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
15
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Integratie, over "de opname in rusthuizen van
jong dementerenden" (nr. 20099)
sur "l'admission dans les maisons de repos des
personnes atteintes de démence précoce"
(n° 20099)
- mevrouw Christine Van Broeckhoven aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
zorg
voor
jong
dementerenden door aangepaste dag en
residentiële opvang" (nr. 20241)
15
- Mme Christine Van Broeckhoven à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'aide aux jeunes personnes
démentes par un accueil de jour et résidentiel
adapté" (n° 20241)
15
Sprekers: Yolande Avontroodt, Martine De
Maght, Christine Van Broeckhoven, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Yolande Avontroodt, Martine De
Maght, Christine Van Broeckhoven, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
19
Questions jointes de
19
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het stijgend aantal rokers"
(nr. 20028)
19
- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
nombre croissant de fumeurs" (n° 20028)
19
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de toename van het aantal rokers
in ons land" (nr. 20088)
19
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'augmentation du nombre de fumeurs dans notre
pays" (n° 20088)
19
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Ilse Uyttersprot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de hulpverleningscapaciteit
binnen de regio Aalst" (nr. 20029)
20
Question de Mme Ilse Uyttersprot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la capacité d'aide dans la région
d'Alost" (n° 20029)
20
Sprekers:
Ilse
Uyttersprot,
Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs:
Ilse
Uyttersprot,
Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Ilse Uyttersprot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de huidige regelgeving in
verband met de geluidsmeting" (nr. 20030)
22
Question de Mme Ilse Uyttersprot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la réglementation actuelle relative à
la mesure du bruit" (n° 20030)
22
Sprekers:
Ilse
Uyttersprot,
Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs:
Ilse
Uyttersprot,
Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
23
Questions jointes de
23
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de verwaarlozing van huisdieren"
(nr. 20072)
23
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la négligence à l'égard d'animaux
domestiques" (n° 20072)
23
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
23
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
23
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Integratie,
over
"de
aanpak
van
dierenmishandeling
en
dierenverwaarlozing"
(nr. 20081)
sur "la lutte contre la maltraitance et la négligence
à l'égard d'animaux" (n° 20081)
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "bijtincidenten met honden"
(nr. 20132)
24
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les accidents par morsure de chiens"
(n° 20132)
24
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Magda Raemaekers, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Magda Raemaekers, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
samenwerking
inzake
dringende
medische
hulpverlening in de grensstreek" (nr. 20074)
26
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la collaboration en
matière d'aide médicale urgente dans la région
frontalière" (n° 20074)
26
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Jean-
Marc Delizée, staatssecretaris voor Sociale
Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Jean-
Marc Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
27
Questions jointes de
27
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"dierproeven
met
apen"
(nr. 20073)
27
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les expériences pratiquées sur des
singes" (n° 20073)
27
- mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "dierproeven op primaten"
(nr. 20213)
27
- Mme Rita De Bont à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "les
expériences
animales
sur
les
primates"
(n° 20213)
27
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Rita
De
Bont,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Rita De Bont, Jean-Marc Delizée, secrétaire
d'État aux Affaires sociales, chargé des
Personnes handicapées
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de erkenning van psychiatrische
deskundigen" (nr. 20084)
30
Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale,
sur
"l'agréation
des
experts
psychiatriques" (n° 20084)
30
Sprekers: Xavier Baeselen, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Xavier Baeselen, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de RIZIV-terugbetaling van
borstreconstructies met vrije flappen" (nr. 20157)
31
Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le remboursement par l'INAMI des
reconstructions mammaires par lambeaux libres"
(n° 20157)
31
Sprekers: Hilde Vautmans, voorzitter van de
Open
Vld-fractie,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Hilde Vautmans, président du
groupe Open Vld, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
Vraag van mevrouw Magda Raemaekers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gebruik van stroppen"
(nr. 20170)
32
Question de Mme Magda Raemaekers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'utilisation de collets" (n° 20170)
32
Sprekers: Magda Raemaekers, Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Magda Raemaekers, Jean-Marc
Delizée, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van de heer Luc Goutry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het niet registreren van
zorgkundigen" (nr. 20185)
33
Question de M. Luc Goutry à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la non-reconnaissance d'aides-soignants"
(n° 20185)
33
Sprekers: Luc Goutry, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Luc Goutry, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
09 maart 2010
Namiddag
______
du
MARDI
09 mars 2010
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.34 uur en
voorgezeten
door
mevrouw Thérèse
Snoy et d'Oppuers.
La réunion publique est ouverte à 14 h 34 par
Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers, présidente.
01 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het beleid
inzake soft drugs en cannabis" (nr. 20214)
01 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la politique en matière
de drogues douces et de cannabis" (n° 20214)
01.01 Yolande Avontroodt (Open Vld): Cannabis
blijft een grote bron van criminaliteit. Het is ook
meer en meer duidelijk dat het regelmatig gebruik
negatieve gevolgen heeft, zowel fysisch, psychisch,
als mentaal.
Sinds 2002 werd er met de Gemeenschappen
gewerkt aan een akkoord, dat in 2008 van kracht
werd. Die Algemene Cel Drugsbeleid heeft drie
werkcellen. De eerste werkcel Gezondheidsbeleid
Drugs bestaat al sinds 2001. Hoe ver staat het met
de twee resterende cellen? Wanneer zullen zij
operationeel zijn? Zal de ACD een ontradend beleid
inzake het gebruik van softdrugs aanmoedigen,
zoals dat bestaat in de strijd tegen alcohol en
tabak? Kan de minister het jaarrapport bezorgen
aan de commissie Volksgezondheid?
01.01 Yolande Avontroodt (Open Vld): Le
cannabis demeure une importante source de
criminalité. Il est en outre de plus en plus certain
que son usage régulier a des effets négatifs sur le
plan physique, psychique et mental.
L'accord entré en vigueur en 2008 a été négocié
avec les Communautés depuis 2002. La Cellule
générale de politique en matière de drogues compte
trois cellules de travail
.
La première, la Cellule
politique de Santé Drogues existe depuis 2001. Où
en sont les deux autres cellules? Quand seront-
elles opérationnelles? La Cellule générale de
politique en matière de drogues compte-t-elle
encourager une politique dissuasive en ce qui
concerne l'usage des drogues douces, à l'image de
ce qui se pratique pour l'alcool et le tabac? La
ministre peut-elle communiquer le rapport annuel à
la commission de la Santé publique?
01.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De Algemene Cel Drugbeleid en haar
werkcellen zijn de coördinatie- en overlegfora voor
een globaal en geïntegreerd drugbeleid. Het is
essentieel dat de werkcellen Controle en
Internationale Samenwerking zo snel mogelijk
01.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La Cellule générale Politique des
drogues et ses cellules de travail sont les forums de
coordination et de concertation d'une politique
globale et intégrée en matière de drogues. Il est
primordial d'instituer le plus rapidement possible les
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
worden opgericht.
De werkcel Controle zal worden voorgezeten door
de minister van Justitie. De minister van
Buitenlandse Zaken is aangeduid als de voorzitter
van de werkcel Internationale Samenwerking. Voor
meer concrete informatie verwijs ik naar beide
collega's.
In de gemeenschappelijke verklaring van de
interministeriële conferentie Drugs van 25 januari
jongstleden is preventie opgenomen als een van de
essentiële pijlers van het drugbeleid. Het
uitgangspunt van preventie is dat het gebruik van
psychoactieve stoffen in de eerste plaats een
volksgezondheidsprobleem is.
cellules de travail Contrôle des drogues et
Coopération internationale.
La cellule de travail Contrôle sera présidée par le
ministre de la Justice. Le ministre des Affaires
étrangères a été désigné comme président de la
cellule de travail Coopération internationale. Je
renvoie à ces deux collègues pour les informations
plus pratiques.
Dans la déclaration commune de la conférence
interministérielle Drogues du 25 janvier dernier, la
prévention est décrite comme l'un des piliers
essentiels de la politique en matière de stupéfiants.
La prévention a comme principe de départ que la
consommation de substances psychoactives
constitue avant tout un problème de santé publique.
De uitdaging voor het beleid is vooral het vermijden
en terugdringen van gezondheidsschade. Dit vergt
een globaal en geïntegreerd beleid en een goede
samenwerking tussen de verschillende ministers
bevoegd voor gezondheidsmateries. Het doel is een
ontradingsbeleid ten aanzien van niet-gebruikers en
gebruikers. Belangrijk is de boodschap dat ook
softdrugs gezondheidsschade kunnen veroorzaken
en dat het gebruik ervan niet gebanaliseerd mag
worden. Mijn collega's van Gemeenschappen en
Gewesten zijn bevoegd voor preventie en nemen
ter zake al zinvolle maatregelen. Naast preventie
zijn ook vroege detectie en interventie belangrijk.
Ten slotte blijft het belangrijk ook verder te
investeren in een efficiënte behandeling. In dit kader
financier ik onder meer het project International
Cannabis Need of Treatment in het CHU Brugmann
te Brussel. Hier worden problematische jonge
cannabisgebruikers behandeld door een team dat
gespecialiseerd is in multidimensional family
treatment. De eindresultaten van de evaluatie zullen
in de lente van volgend jaar beschikbaar zijn.
Het jaarrapport 2009 van de Cel Gezondheidsbeleid
Drugs wordt op de volgende vergadering van
16 maart ter goedkeuring voorgelegd aan de leden.
Van zodra het goedgekeurde rapport beschikbaar
is, zal het worden bezorgd aan de voorzitter van de
commissie
voor
de
Volksgezondheid.
De
activiteitenrapporten van de voorbije jaren kunnen
eveneens geconsulteerd worden op de website van
de FOD Volksgezondheid.
Le défi que doit relever la politique consiste
essentiellement à éviter et à limiter les dommages à
la santé, ce qui requiert une politique globale et
intégrée ainsi qu'une bonne collaboration entre les
différents ministres compétents pour les matières
touchant à la santé. L'objectif visé est la mise en
place d'une politique de dissuasion à l'égard des
non-consommateurs et des consommateurs. Ce qui
importe, c'est de véhiculer un message disant en
substance que les drogues douces peuvent elles
aussi causer des dommages à la santé et qu'il ne
faut pas en banaliser la consommation. Mes
collègues des Communautés et des Régions sont
compétents pour la prévention et prennent déjà, en
la matière, des mesures judicieuses. Outre la
prévention, une détection et une intervention
précoces sont également importantes.
Enfin, continuer d'investir dans une thérapie
efficace demeure important. Dans ce cadre, je
finance entre autres le projet International Cannabis
Need of Treatment au CHU Brugmann de Bruxelles
où une équipe spécialisée en multidimensional
family treatment traite de jeunes consommateurs de
cannabis à problème. Les résultats définitifs de
l'évaluation
réalisée
seront
disponibles
au
printemps 2011.
Le rapport annuel 2009 de la Cellule générale
Politique de Drogues sera soumis aux membres
pour approbation lors de la prochaine réunion
prévue le 16 mars. Dès que le rapport approuvé
sera disponible, il sera adressé à la présidente de la
commission de la Santé publique. Les rapports
d'activités des années écoulées peuvent également
être consultés sur le site web du SPF Santé
publique.
01.03 Yolande Avontroodt (Open Vld): Ik onthoud
vooral dat het rapport aan de voorzitter zal bezorgd
01.03 Yolande Avontroodt (Open Vld): Je retiens
principalement que le rapport sera remis à la
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
worden na 16 maart en dat we in de lente van
volgend jaar de evaluatie van het proefproject-
Brugmann mogen verwachten.
présidente après le 16 mars et que l'évaluation du
projet pilote en cours au CHU Brugmann est prévue
pour le printemps de l'an prochain.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de toepassing
van de patiëntenrechten" (nr. 20257)
02 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'application des droits
des patients" (n° 20257)
02.01 Yolande Avontroodt (Open Vld): Het
Vlaams
Patiëntenplatform
meldt
problemen
wanneer patiënten klachten hebben waarvoor zij
zich beroepen op de wet van 2002. Patiënten die
een klacht hebben inzake de schending van
patiëntenrechten door een huisarts kunnen niet
terecht bij een ombudsdienst, zoals in een
ziekenhuis. Zij moeten zich rechtstreeks wenden tot
de commissie voor de Rechten van de Patiënt, waar
zij botsen op wachttijden.
Die wet heeft ook enkel betrekking op schendingen
begaan door artsen. Wanneer het ziekenhuis als
instelling de wet schendt, kan de klacht niet
behandeld worden. Hetzelfde geldt voor verzorgend
personeel.
Heeft de minister kennis van wachtlijsten of van
problemen betreffende klachten bij de federale
commissie voor de Rechten van de Patiënt? Werd
deze situatie reeds geëvalueerd? Is de minister
bereid om de wet te laten evalueren?
02.01 Yolande Avontroodt (Open Vld): La Vlaams
Patiëntenplatform signale des problèmes rencontrés
par des patients invoquant la loi de 2002 lors de
dépôt de plaintes. Contrairement à ce qui se passe
à l'hôpital, les patients qui souhaitent dénoncer une
violation des droits des patients par un médecin
généraliste ne peuvent s'adresser à un service de
médiation. Ils doivent directement interpeller la
Commission des droits du patient, où les listes
d'attente sont longues.
Cette loi ne concerne que les violations commises
par les médecins. Lorsque la violation de la loi est
commise par l'hôpital en tant qu'institution, la plainte
ne peut être traitée. Il en va de même pour le
personnel soignant.
La ministre est-elle informée des listes d'attente ou
de problèmes relatifs à des plaintes déposées
auprès de la Commission fédérale des droits du
patient? A-t-il déjà été procédé à une évaluation de
la situation? La ministre est-elle disposée à faire
évaluer la loi?
02.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Ik antwoord namens minister
Onkelinx.
Volgens de wet op de patiëntenrechten van
22 augustus 2002 kan een patiënt die een klacht
heeft over een gezondheidswerker die niet
verbonden is aan een ziekenhuis, zich wenden tot
de federale ombudsdienst Rechten van de Patiënt
van de FOD Volksgezondheid. De federale
commissie Rechten van de Patiënt is bevoegd voor
het verstrekken van adviezen en het ontvangen van
klachten over ombudsdiensten. De jaarrapporten
van de federale ombudsdienst zijn beschikbaar op
de website van de FOD Volksgezondheid.
De wet op de patiëntenrechten is van toepassing op
elke gezondheidswerker en dus niet alleen op
artsen. De bedoeling van de wet is dat de
ombudsdiensten de verhouding tussen de patiënten
en de zorgverstrekkers in de ziekenhuizen
verbeteren.
02.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais):
Je
répondrai
au
nom
de
Mme Onkelinx.
En vertu de la loi du 22 août 2002 relative aux droits
du patient, le patient doit adresser toute plainte
concernant un professionnel de la santé non lié à
un hôpital au service de médiation fédéral Droits
des patients du SPF Santé publique. La
Commission fédérale "Droits du patient" est
compétente pour rendre des avis et recevoir des
plaintes concernant les services de médiation. Les
rapports annuels du service de médiation fédéral
sont disponibles sur le site internet du SPF Santé
publique.
La loi relative aux droits du patient s'applique à tous
les professionnels de la santé, c'est-à-dire pas
exclusivement aux médecins. La loi confie aux
fonctions de médiation le rôle d'améliorer les
relations entre les patients et les prestataires de
soins dans les hôpitaux.
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
De termijn waarbinnen de klachten behandeld
worden, is afhankelijk van de aard van de klacht.
Een dialoog herstellen en een oplossing zoeken kan
enige tijd vergen.
Momenteel werken er drie mensen op de federale
ombudsdienst. De FOD zoekt een oplossing om
een betere permanentie van de dienst te kunnen
verzekeren.
Le délai de traitement des plaintes dépend de la
nature de ces dernières. Le rétablissement du
dialogue et la recherche d'une solution nécessitent
parfois un certain temps.
Le service de médiation fédérale emploie
actuellement trois personnes. Le SPF cherche une
solution pour assurer une meilleure permanence du
service.
De evaluatie van de wet op de patiëntenrechten is
een van de wettelijke opdrachten van de commissie
Rechten van de Patiënt. Bij de uitwerking van haar
adviezen, die beschikbaar zijn op de website van de
FOD Volksgezondheid, houdt deze commissie
rekening
met
de
jaarrapporten
van
de
ombudsdiensten
van
de
ziekenhuizen,
de
overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg en de
federale ombudsdienst.
Zoals aangekondigd in mijn beleidsnota wordt er
een studie uitgevoerd over de toepassing van de
wet op de patiëntenrechten in de sector controle
expertise geneeskunde. Er wordt ook een studie
overwogen
over
de
mogelijke
nieuwe
ombudssystemen in de RVT's.
Ik
onderzoek
op welke
manier er
kan
tegemoetgekomen worden aan de opmerkingen
van de rapporten en hoop weldra nieuwe
maatregelen voor te stellen.
L'évaluation de la loi relative aux droits du patient
constitue une des missions légales de la
commission Droits du patient. Celle-ci tient compte
des rapports annuels du service de médiation des
hôpitaux, des plate-formes de concertation de soins
de santé mentale et du service de médiation fédéral
dans le cadre de l'élaboration de ses avis qui
peuvent être consultés sur le site internet du SPF
Santé publique.
Comme annoncé dans ma note de politique
générale, une étude est menée sur l'application de
la loi relative aux droits du patient dans le secteur
du contrôle de la médecine d'expertise. Il est
également envisagé de réaliser une étude sur les
éventuels nouveaux systèmes de médiation dans le
domaine des MRS.
J'examine comment il peut être donné suite aux
observations formulées dans le rapport et j'espère
être en mesure de présenter des nouvelles
mesures bientôt.
02.03 Yolande Avontroodt (Open Vld): Ik zal het
antwoord bestuderen en die evaluatie misschien
nog eens ter sprake brengen.
02.03 Yolande Avontroodt (Open Vld):
J'analyserai la réponse et je reviendrai peut-être sur
la question de l'évaluation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Luc Goutry.
Président: Luc Goutry.
03 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "het verbod
op de commercialisering van rode tonijn"
(nr. 19569)
03 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "l'interdiction de la
commercialisation du thon rouge" (n° 19569)
03.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Het Europees Parlement heeft zich onlangs
uitgesproken voor een verbod op de internationale
handel in rode tonijn, en steunt het voorstel om de
rode tonijn in Bijlage I van de VN-Overeenkomst
inzake de internationale handel in bedreigde in het
wild levende dier- en plantensoorten op te nemen.
Op die manier willen de Europarlementariërs
invloed uitoefenen op het voorstel dat CITES in
maart te Doha zal bestuderen. Op een vraag van de
03.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Le Parlement européen vient de se
prononcer en faveur de l'interdiction de la
commercialisation du thon rouge. De même, il
soutient la proposition d'inscrire le thon rouge à
l'Annexe I de la convention des Nations Unies en
tant qu'espèce menacée. Les eurodéputés
espèreraient peser sur la proposition qui sera
étudiée par la CITES à Doha en mars. En réponse
à une question posée par M. Dallemagne, la
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
heer Dallemagne antwoordde de minister dat er
inderdaad aan de criteria voor een inlassing in
Bijlage I wordt voldaan. Bovendien heeft België zijn
steun aan dit voorstel toegezegd.
Waarom steunen we dat voorstel nu al niet, samen
met Frankrijk en Italië? België zou immers het
Europese standpunt over deze kwestie, die gevoelig
ligt voor de visserij en zo mogelijk nog belangrijker
is voor de biodiversiteit, kunnen doen omslaan.
ministre avait répondu que les critères pour une
inclusion à l'Annexe I sont bien remplis. Par ailleurs,
la Belgique a confirmé soutenir cette proposition.
Pourquoi ne pas soutenir dès à présent cette
proposition avec la France et l'Italie? La Belgique
pourrait faire basculer la position de l'Union
européenne sur cette question sensible pour le
secteur de la pêche et surtout pour la biodiversité.
03.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
België heeft officieel zijn zegel gehecht aan het
voorstel om de rode tonijn in Bijlage I van de
CITES-lijst van met uitsterven bedreigde soorten op
te nemen. Nu komt het erop aan dat voorstel door
alle Europese lidstaten te laten goedkeuren, zodat
Spanje het in Doha kan verdedigen.
03.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): La Belgique soutient officiellement la
proposition d'inscrire le thon rouge à l'Annexe I de
la CITES. Il s'agit maintenant de faire adopter cette
position au sein de l'Union européenne afin que
l'Espagne puisse la défendre à Doha.
België acht het gerechtvaardigd deze vissoort toe te
voegen aan Bijlage I, zonder te voorzien in een
overgangsperiode of een uitzondering voor de
kleinschalige
visserij,
zoals
de
Europese
Commissie gisteren nog met steun van Frankrijk en
Italië heeft voorgesteld.
Voorstellen die ter bespreking aan een conferentie
der partijen worden voorgelegd, moeten ten minste
150 dagen vóór de conferentie aan het CITES-
secretariaat worden overgezonden. De op een
conferentie aangenomen amendementen worden
90 dagen na de zitting van kracht voor alle partijen,
met uitzondering van de partijen die een
voorbehoud maakten.
Wanneer een EU-lidstaat een voorstel voor een
amendement op de Bijlagen wil indienen, moet dat
voorstel eerst worden voorgelegd aan het bij de
Europese Commissie ingestelde CITES-comité.
Keurt het CITES-comité dat voorstel goed, dan
dient de lidstaat die het voorzitterschap van de
Europese Unie waarneemt, het in bij het CITES-
secretariaat.
La Belgique estime justifiée une inscription de
l'espèce à l'Annexe I sans période transitoire ni
exception à des fins de pêche artisanale tel que
proposé pas plus tard qu'hier par la Commission
européenne, soutenue par la France et l'Italie.
Les propositions soumises pour discussion lors
d'une conférence des parties doivent être
communiquées au secrétariat CITES 150 jours au
moins avant la session de la conférence. Les
amendements adoptés à une session de la
conférence entrent en vigueur 90 jours après ladite
session pour toutes les parties à l'exception de
celles qui formulent une réserve.
Si un État membre de l'Union européenne veut
soumettre une proposition d'amendement des
Annexes, cette proposition doit d'abord être
présentée au comité CITES établi auprès de la
Commission européenne. Si le comité approuve
cette proposition, l'État membre qui assure la
présidence de l'Union européenne la soumet au
secrétariat CITES.
03.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Het verheugt me dat het Belgische
standpunt in de lijn ligt van het Franse en het
Italiaanse, maar dan in een strengere versie,
aangezien het de bedoeling is die wachtperiode te
schrappen. Gezien de termijnen waarover u het
heeft, zal een en ander niet klaar zijn voor dit
visseizoen, en dreigt er dit jaar nog heel veel op
rode tonijn gevist te worden.
03.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Je me réjouis de voir la Belgique adopter
une position similaire à celle de la France ou de
l'Italie mais en plus strict, vu qu'il s'agit de
supprimer cette période d'attente. À vous entendre
décrire les délais, on se dit que ce ne sera pas prêt
pour cette saison et que le thon rouge risque d'être
encore très pêché cette année.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
04 Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
terugbetaling van astronautenvoeding voor
patiënten met de ziekte van Crohn" (nr. 19574)
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le remboursement
d'une alimentation du type de celle destinée aux
astronautes pour les patients souffrant de la
maladie de Crohn" (n° 19574)
04.01 Lieve Van Daele (CD&V): Voor een aantal
patiënten met een heel ernstige vorm van de ziekte
van Crohn kan dure astronautenvoeding een
alternatief zijn voor sondevoeding. Minister Onkelinx
verwachtte de conclusies van de werkgroep
Medische Voeding over de optimalisatie van de
nutritionele toestand van patiënten met de ziekte
van Crohn begin dit jaar.
Behoort de terugbetaling van deze vloeibare
voedingsmiddelen voor die ernstig zieke patiënten
tot de mogelijkheden?
04.01 Lieve Van Daele (CD&V): Pour certains
patients atteints d'une forme très grave de la
maladie de Crohn, l'alimentation coûteuse prévue
pour les astronautes peut éventuellement remplacer
l'alimentation par sonde. La ministre Onkelinx
attendait pour le début de cette année les
conclusions du groupe de travail Alimentation
médicale sur l'optimisation de l'état nutritionnel des
patients souffrant de la maladie de Crohn.
Le remboursement de ces aliments liquides pour
les patients gravement atteints est-il envisageable?
04.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De werkgroep Medische Voeding
heeft inderdaad een project lopen dat de
voedingstoestand van ambulante en opgenomen
patiënten wil optimaliseren. Een beperkte groep van
deskundigen stelde een stappenplan op. Die groep
is van mening dat er geen wetenschappelijke en
klinische evidentie bestaat voor de therapeutische
toediening
van
specifieke
voeding
aan
volwassenen met de ziekte van Crohn. Het project
kan wel een uitkomst bieden voor ondervoede
patiënten met Crohn. Het zal in de loop van de
maand mei aan de commissie Apothekers-
Verzekeringsinstellingen worden voorgelegd in het
kader van een nieuw initiatief voor 2011.
04.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Le groupe de travail Alimentation
médicale développe effectivement un projet en vue
de l'optimisation de l'état nutritionnel des patients
ambulatoires et hospitalisés. Un groupe restreint
d'experts a arrêté un plan échelonné. Le groupe
estime qu'il n'existe aucune preuve scientifique et
clinique pour l'administration thérapeutique d'une
alimentation spécifique pour les adultes atteints de
la maladie de Crohn. Le projet peut éventuellement
offrir une solution aux patients sous-alimentés
souffrant de cette maladie. Il sera présenté au mois
de mai à la commission des Pharmaciens-
Organismes assureurs dans le cadre d'une nouvelle
initiative pour 2011.
04.03 Lieve Van Daele (CD&V): Er zou dus geen
wetenschappelijke evidentie zijn dat deze voeding
kan helpen. Toch wordt er een opening gelaten via
het probleem van ondervoeding. Naast de talloze
zware problemen die deze patiënten in hun
dagelijks leven ondervinden, is verplicht aan een
baxter liggen een enorme belasting. Vloeibare
voeding maakt dan een heel verschil. Dat die dan
nog ondraagbaar duur is, is moeilijk te
verantwoorden.
04.03 Lieve Van Daele (CD&V): Il n'y aurait donc
pas d'évidence scientifique à propos des bienfaits
de cette alimentation. Cependant, cette possibilité
n'est pas totalement exclue en cas de sous-
alimentation. En plus des nombreux problèmes
graves auxquels ces patients doivent faire face au
quotidien, l'obligation d'être sous perfusion
constitue une charge très lourde. L'alimentation
liquide constitue, alors, une différence très
importante. Son coût exagéré se justifie
difficilement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "het
klankvolume van een walkman" (nr. 19742)
05 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "le volume sonore
des baladeurs numériques" (n° 19742)
05.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Elke dag beluisteren vijftig tot honderd miljoen
05.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Quotidiennement, cinquante à cent millions
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
Europeanen urenlang muziek met behulp van
digitale muziekspelers. Het geluidsvolume is thans
beperkt tot 100 decibel. Vanaf 85 decibel bestaat er
echter al risico op blijvend gehoorverlies, bij
blootstelling gedurende meer dan acht uur. Vaak
wordt de gehoorschade pas na jaren vastgesteld.
Hier moeten het voorzorgsbeginsel, de etikettering
en de consumentenbescherming spelen. Er bestaat
geen
etikettering
met
betrekking
tot
de
volumeregeling. Zelfs als het defaultgeluidsniveau
beperkt is tot 80 decibel, kan de consument deze
instelling nog altijd zelf wijzigen.
Eind september 2009 stelde de Europese
Commissie dat het maximale geluidsniveau diende
te worden verlaagd tot 80 decibel. Zij heeft de
fabrikanten gevraagd het geluidsvolume bij het
aanzetten van het toestel tot het maximumniveau te
beperken en binnen vierentwintig maanden
voorstellen in zin te formuleren. Wat is de situatie in
België? Welke maatregelen heeft u genomen om
de consument tegen overmatig lawaai te
beschermen?
d'Européens écoutent de la musique pendant des
heures au moyen de baladeurs numériques.
Aujourd'hui, la limite du volume sonore est fixée à
100 décibels. Or, à partir de 85 décibels, il y a
risque de perte auditive permanente si l'exposition
dure plus de huit heures. Souvent les lésions
auditives ne se manifestent que des années plus
tard. On en revient aux questions du principe de
précaution, de l'étiquetage et de la protection des
consommateurs.
Aucun
étiquetage
n'existe
concernant le réglage du volume. Par ailleurs,
même si le niveau sonore par défaut est fixé à
80 décibels, le consommateur est libre de modifier
ce paramètre.
La Commission européenne a déclaré, fin
septembre 2009, que le niveau sonore maximum
devait être ramené à 80 décibels. Elle a demandé
aux fabricants de plafonner le volume sonore dès
l'allumage et de faire des propositions dans ce sens
d'ici vingt-quatre mois. Quelle est la situation en
Belgique? Quelles mesures avez-vous prises pour
protéger le consommateur contre les excès du
bruit?
05.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
De
Hoge
Gezondheidsraad
heeft
deze
aangelegenheid in 2007 onderzocht. De Raad heeft
zijn bevindingen en aanbevelingen in zijn advies
8.187 van 7 februari 2007 neergelegd. Hoewel er
momenteel
geen
epidemiologische
studies
beschikbaar zijn voor ons land, zijn de gegevens uit
de internationale literatuur volgens de Hoge Raad
duidelijk genoeg om te veronderstellen dat er ook in
België gehoorproblemen bestaan als gevolg van
overmatige blootstelling aan geluid.
Europa
heeft
al
maximale
geluidsniveaus
goedgekeurd voor alle types van muziekspelers. Ze
werden vastgelegd door de Europese normalisatie-
instellingen.
05.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Le Conseil supérieur de la Santé a étudié
cette question en 2007. Ses conclusions et
recommandations sont formulées dans l'avis 8 187
du 7 février 2007. D'après lui, les données de la
littérature sont suffisamment explicites pour
supposer qu'en Belgique également, des dégâts
auditifs existent du fait de l'exposition excessive au
bruit, même si aucune étude épidémiologique n'est
actuellement disponible pour notre pays.
L'Europe a déjà adopté des limites de bruit pour
tous les types de lecteur de musique. Elles ont été
fixées par les organismes de normalisation
européens.
Die norm moet volgende punten omvatten: een
betere constructie van de hoofd- of oortelefoons,
een betere reductie van het omgevingsgeluid, de
automatische begrenzing (in functie van de
luistertijd) van de blootstelling aan een bepaald
geluidsniveau, en de mogelijkheid om het
geluidsniveau door de ouders te laten controleren.
Zodra die norm gepubliceerd is, zullen de
persoonlijke muziekspelers overeenkomstig die
norm worden gefabriceerd. Zo niet zullen ze niet op
de Europese markt kunnen worden vermarkt. Die
regels hoeven niet in nationale wetgeving te worden
omgezet.
Bij een blootstelling aan 80 dB(A) wordt de
Cette norme doit prévoir les éléments suivants: une
meilleure construction des écouteurs, une meilleure
réduction du bruit ambiant, la réduction automatique
du niveau sonore en fonction du temps d'écoute et
la possibilité d'un contrôle parental du niveau
sonore. Dès qu'elle sera publiée, les lecteurs de
musique
personnels
seront
fabriqués
conformément à cette norme. Sinon, ils ne pourront
pas être commercialisés sur le marché européen.
Ces règles ne devront pas être transposées dans
notre législation.
La norme limitera une exposition à 80 dB(A) jusqu'à
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
blootstellingsduur beperkt tot 40 uur per week en bij
een blootstelling aan 89 dB(A) tot 5 uur per week.
Dat blootstellingsniveau zal worden geregeld via
een defaultinstelling van het product. Een hoger
geluidsniveau zal mogelijk zijn wanneer de
gebruiker dat bewust instelt, en het product een
adequate waarschuwing bevat voor de mogelijke
risico's.
quarante heures par semaine et une exposition à
89 dB(A) jusqu'à cinq heures par semaine. Ce
niveau d'exposition sera prévu au moyen d'un
réglage par défaut des produits. Un niveau plus
élevé
sera
autorisé,
s'il
est
sélectionné
intentionnellement par l'usager et si le produit
incorpore un moyen fiable d'informer à propos des
risques encourus.
05.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Iedereen weet dat jongeren die limieten
sowieso zullen overschrijden. De jeugd wordt eens
te
meer
blootgesteld
aan
ernstige
gezondheidsrisico's, die pas over enkele jaren aan
het licht zullen komen. Er is wel degelijk reden tot
ernstige ongerustheid, want er doet zich bij de jeugd
een vorm van gewenning voor. België zou een
dynamischer standpunt moeten innemen wat de
Europese normen betreft. Tegelijk zou de minister
zowel voor de ouders als voor de jongeren
preventiecampagnes op het getouw moeten zetten.
05.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Nous savons que des jeunes dépasseront
ces limites. De nouveau, la jeunesse est exposée à
de graves problèmes de santé qui ne seront
décelables que dans plusieurs années. Il y a de
quoi s'affoler, car la jeunesse souffre d'une forme
d'assuétude. La Belgique devrait soutenir un point
de vue plus énergique sur les normes européennes.
D'autre part, la ministre devrait lancer des
campagnes de prévention auprès des parents et
des jeunes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "het
gebruik
van
'off-label'-geneesmiddelen"
(nr. 19744)
06 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "l'usage des
médicaments off-label" (n° 19744)
06.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!):
De
zogenaamde
"off-label"-
geneesmiddelen of geneesmiddelen waarvoor er
geen vergunning voor het in de handel brengen
(VHB) werd afgegeven, worden soms voor andere
ziekten of doelgroepen gebruikt dan die waarvoor
ze oorspronkelijk werden goedgekeurd. Volgens
een studie van Test-Gezondheid worden meer dan
de helft van die geneesmiddelen die aan kinderen
worden voorgeschreven niet op kinderen getest, en
bijgevolg kan het gebruik ervan gevaarlijk zijn.
In België is het voorschrijven van "off-label"-
geneesmiddelen niet bij wet geregeld. Krachtens
het principe van de "therapeutische vrijheid" mogen
artsen en apothekers dergelijke geneesmiddelen
respectievelijk voorschrijven en afleveren. Indien er
zich
problemen
voordoen,
kunnen
zij
verantwoordelijk worden gesteld, net als de patiënt.
De farmaceutische firma's ontspringen altijd de
dans, maar zij promoten dergelijke geneesmiddelen
wel.
Denkt u niet dat een wettelijk kader dienaangaande
noodzakelijk is?
06.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Les médicaments dits "off-label" ou "hors
autorisation de mise sur le marché" (hors AMM)
sont parfois utilisés pour d'autres maladies ou
groupes cibles que ceux pour lesquels ils ont été
initialement approuvés. Selon une étude de Test-
Santé, plus de la moitié de ces médicaments
prescrits aux enfants n'ont pas été testés pour eux
et, en conséquence, leur usage peut être
dangereux.
En Belgique, aucune loi ne régit la prescription de
médicaments "off-label". En vertu du principe de
"liberté thérapeutique", les médecins peuvent
prescrire et les pharmaciens délivrer des
médicaments hors AMM. En cas de problème, ils
peuvent être tenus pour responsables, tout comme
le patient. Les firmes pharmaceutiques sont
toujours mises hors de cause mais font, par
ailleurs, la promotion de ce type de médicaments.
Ne pensez-vous pas qu'un cadre légal soit
nécessaire?
06.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans): 06.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Reclame voor een geneesmiddel is strikt verboden
wanneer die bedoeld is om het gebruik te
bevorderen voor een behandeling of een
leeftijdscategorie die niet strookt met de gegevens
die in het kader van de vergunning voor het in de
handel brengen van dat geneesmiddel werden
goedgekeurd. Op dat verbod geldt er geen enkele
uitzondering. Het is uiteraard niet verboden dat de
firma's de vragen van de artsen beantwoorden.
De Europese regelgeving voorziet in maatregelen
met betrekking tot de voorwaarden waaronder
gegevens inzake het gebruik van geneesmiddelen
bij kinderen kunnen worden verzameld, zowel voor
de nieuwe als voor de oudere geneesmiddelen. Er
bestaan ook medische noodprogramma's waarbij
geneesmiddelen waarvoor er een vergunning voor
het in de handel brengen werd afgegeven, ter
beschikking van de patiënten kunnen worden
gesteld met het oog op het gebruik ervan voor een
indicatie die niet werd vergund. Die programma's
kunnen door de firma's worden toegepast onder
bepaalde voorwaarden die in de wet van 25 maart
1964 worden vastgesteld. Voor het overige geldt er
inderdaad een therapeutische vrijheid voor de
artsen.
français): La publicité pour un médicament est
strictement interdite si elle en promeut l'usage pour
un schéma thérapeutique ou un groupe d'âge non
conforme aux données approuvées dans le cadre
de l'autorisation de mise sur le marché de ce
médicament (AMM). Cette interdiction ne souffre
aucune dérogation. Il n'est évidemment pas interdit
que les firmes répondent aux questions d'un
médecin.
La réglementation européenne prévoit des mesures
pour assurer les conditions de collecte de données
concernant l'utilisation d'un médicament chez les
enfants, tant pour les nouveaux que pour les
anciens médicaments. Il existe aussi des
programmes médicaux d'urgence mettant à
disposition des patients un médicament possédant
une AMM en vue de l'utiliser pour une indication
non approuvée dans le cadre de cette AMM. Ces
programmes peuvent être initiés par les firmes,
sous certaines conditions fixées par la loi du
25 mars 1964. Pour le reste, nous sommes
effectivement face à la liberté thérapeutique du
médecin.
06.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Reclame is verboden, en voor bepaalde
producten wordt promotie gemaakt, dat zijn twee
feiten, maar daartussen ligt een hele grijze zone. Ik
blijf er dan ook bij dat het kader aangescherpt moet
worden.
06.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Que la publicité soit interdite et que la
promotion soit pratiquée sont deux choses
évidentes, mais il y a tout ce qui se joue entre les
deux. Je maintiens donc l'idée qu'il conviendrait de
resserrer quelque peu le cadre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de niet-
terugbetaling van het weesgeneesmiddel 'Firazyr'
tegen erfelijk angio-oedeem" (nr. 19746)
07 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de
l'Intégration
sociale,
sur
"le
non
remboursement
du
médicament
orphelin
"Firazyr" contre l'angio-oedème héréditaire"
(n° 19746)
07.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Zo'n tweehonderd mensen lijden aan
hereditair angio-oedeem, een aandoening die zich
manifesteert door een pijnlijke zwelling van de
weefsels; in sommige gevallen overlijdt de patiënt
door verstikking. Firazyr is een geneesmiddel
waarmee de aanvallen kunnen worden behandeld
zonder het risico dat ziektekiemen via een
subcutane injectie worden overgedragen.
Hoe komt het dat Firazyr, dat in juli 2008 werd
goedgekeurd
door
het
Europese
Geneesmiddelenbureau (EMEA), niet door het
RIZIV werd erkend, in tegenstelling tot Berinert, dat
07.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): L'angio-oedème héréditaire atteint quelque
deux cents personnes et se manifeste par le
gonflement douloureux des tissus; il peut avoir une
issue fatale due à l'asphyxie. Le Firazyr permet d'en
soigner les crises aiguës sans risque de
transmission de germes infectieux par injection
sous-cutanée.
Pourquoi, alors qu'il a été agréé par l'Agence
européenne du médicament (EMEA) en juillet 2008,
ne l'a-t-il pas été par l'INAMI, contrairement au
Berinert, qui doit être administré par voie
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
intraveneus en dus door gezondheidswerkers moet
worden toegediend?
intraveineuse et implique la présence de
professionnels des soins de santé?
07.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Ik deel u het antwoord van mevrouw Onkelinx mee.
Een eerste aanvraag voor de terugbetaling van
Firazyr werd verworpen omdat de staatssecretaris
voor Begroting zijn toestemming niet verleende,
ondanks een ontwerp van positieve notificatie
mijnerzijds. Momenteel onderzoekt de Commissie
Tegemoetkoming Geneesmiddelen een nieuwe
aanvraag. Ik hoop dat die aanvraag zal worden
goedgekeurd, gelet op het nut van deze specialiteit.
07.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Je vous transmets la réponse de
Mme Onkelinx. Une première demande de
remboursement pour le Firazyr a été rejetée pour
cause de non-accord du secrétaire d'État au
Budget, malgré un projet de notification positive de
ma part. Une nouvelle demande est en cours
d'examen
auprès
de
la
Commission
de
remboursement des médicaments; je souhaite
qu'elle aboutisse, compte tenu de l'utilité de cette
spécialité.
07.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Naar verluidt werden de budgetten
inderdaad overschat. Dat moet worden geverifieerd.
Als men de betrokken patiënten enigszins
verlichting kan bieden, zou dat ook moeten
gebeuren.
07.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Il semble effectivement que les budgets
aient été surestimés. C'est à vérifier. S'il y a moyen
de soulager ces personnes, il serait important de le
faire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de
toepassing van de wet betreffende het
rookverbod op terrassen" (nr. 19879)
08 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique, chargée
de l'Intégration sociale, sur "l'application sur les
terrasses de la loi relative à l'interdiction de
fumer" (n° 19879)
08.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Om de wet met betrekking tot het rookverbod in
gesloten ruimten waar gegeten wordt, te omzeilen
installeren vele horecazaken hun klanten op een
terras, waar ze wel mogen roken. Dat is absurd,
want zo een terras moet dan natuurlijk verwarmd
worden. Hoe moeten de inspecteurs op een
dergelijke situatie reageren?
08.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Pour contourner la loi sur l'interdiction de
fumer dans les lieux fermés où l'on mange, de
nombreux établissements installent leurs clients en
terrasse pour leur permettre de manger tout en
fumant, ce qui est absurde puisqu'il faut alors
chauffer la terrasse. Comment les inspecteurs
doivent-ils réagir?
08.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
De wet van 22 december is duidelijk. Voor de
toepassing van de wet wordt onder een gesloten
plaats een plaats verstaan die door wanden van de
omgeving afgesloten is, en voorzien is van een
plafond of zoldering. Die wanden mogen van
canvas zijn of van een ander materiaal vervaardigd
zijn. Alleen als er geen plafond of zoldering is en/of
als ten minste een van de wanden volledig open is,
gaat het voor de inspectiediensten om een open
terras.
08.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): La loi du 22 décembre est claire. Un lieu
fermé y est défini comme un endroit isolé de
l'environnement par des parois et pourvu d'un
plafond ou faux-plafond. Les parois peuvent être en
toile ou en n'importe quel autre matériau. Les
services d'inspection considèrent qu'une terrasse
est ouverte uniquement lorsque celle-ci n'est pas
pourvue d'un plafond ou d'un faux-plafond et/ou
lorsqu'au moins une des parois est complètement
ouverte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het aansporen
09 Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'incitation aux jeux
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
tot gevaarlijke spelen bij jongeren" (nr. 19894)
dangereux chez les jeunes" (n° 19894)
09.01 Xavier Baeselen (MR): Welke preventieve
maatregelen zijn er genomen inzake gevaarlijke
spelletjes op de speelplaats (wurgspel, enz.) en
hoeveel gevallen werden er geregistreerd?
Het is altijd belangrijk dat de feiten, op het moment
dat ze vastgesteld worden, in verband kunnen
worden gebracht met dat soort gevaarlijke
spelletjes.
Worden de artsen gesensibiliseerd voor die
praktijken?
Worden
er
sensibiliseringsacties
georganiseerd en opleidingen gegeven aan de
eerstehulpdiensten? Wordt er voorzien in een
specifieke follow-up van de slachtoffers?
09.01 Xavier Baeselen (MR): Quelles sont les
mesures préventives prévues en matière de jeux
dangereux dans les cours de récréation ("jeu du
foulard", etc.) et combien de cas ont-ils été
recensés?
Il est toujours important, au moment de la
constatation des faits, de pouvoir établir un lien
avec ces jeux dangereux.
Le corps médical est-il sensibilisé à cette pratique
particulière? Existe-t-il des actions de sensibilisation
et des formations destinées aux services de
premiers secours? Existe-t-il un suivi particulier
pour les victimes?
Voorzitter Thérèse Snoy et d'Oppuers.
Présidente: Thérèse Snoy et d'Oppuers.
09.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
De Gemeenschappen en de ministers voor
Onderwijs zijn bevoegd voor vragen in verband met
het aantal ongevallen als gevolg van het gevaarlijke
wurgspel en de preventieve maatregelen.
Minister Onkelinx heeft niettemin indirect toegang
tot twee databanken: de gegevens met betrekking
tot de interventies van de mobiele urgentiegroepen
(MUG) en de minimale klinische gegevens (MKG),
die de gegevens van gehospitaliseerde patiënten
omvatten. Strangulatie als gevolg van het wurgspel
wordt niet als zodanig vermeld in die databanken,
waarin de gegevens worden geklasseerd via de
internationale classificatie van ziekten ICD-9-CM.
De cijfers uit die databanken worden louter ter
informatie verstrekt.
09.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Les questions relatives au nombre
d'accidents liés au jeu dangereux du foulard et aux
mesures préventives sont du ressort des
Communautés et des ministres en charge de
l'Enseignement.
La ministre Onkelinx peut cependant interroger
indirectement deux bases de données: les données
concernant les interventions des SMUR et le
résumé clinique minimum (RCM) contenant les
données des patients hospitalisés. La strangulation
dans le cadre du jeu du foulard n'est pas identifiée
spécifiquement dans ces bases de données, qui
utilisent la classification internationale des maladies
ICD 9CM. Les chiffres extraits de ces bases de
données sont fournis
uniquement à titre
d'information.
In 2007 waren er 31 slachtoffers van het wurgspel:
één op school, 26 thuis en 2 op een openbare
plaats. Negen personen zijn overleden, 18 konden
er terug naar huis en drie werden er overgebracht
naar een verzorgingsinstelling.
Volgens een andere zoekopdracht, in de MUG-
gegevens van 2009, waren er 15 minderjarigen met
de code asfyxie en strangulatie, van wie er acht ter
plaatse overleden waren.
De hulpdiensten krijgen de nodige opleiding om in
elke situatie passend te reageren. Minister Onkelinx
vindt het onnodig een sensibilisatiecampagne of
een specifieke opleiding te organiseren in verband
met het wurgspel.
En 2007, trente et un patients ont été identifiés; un
seul a été pris en charge dans une école, vingt-six à
domicile et deux dans un lieu public. Neuf de ces
patients sont décédés, dix-huit ont regagné leur
domicile et trois ont été transférés dans une
institution de soins.
Une autre recherche dans les données SMUR de
2009 a identifié, parmi les patients de moins de dix-
huit ans porteurs du code "asphyxie et
strangulation", quinze patients, dont huit décédés
sur place.
Les services de secours reçoivent une formation
permettant d'affronter toutes les situations.
Mme Onkelinx n'estime pas nécessaire de prévoir
une sensibilisation ou une formation spécifique au
jeu du foulard.
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
09.03 Xavier Baeselen (MR): Het is belangrijk dat
het onderwijzend, het verzorgend en het gerechtelijk
personeel gesensibiliseerd worden. Daarbij moet
een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen
zelfdoding en gevaarlijke spelletjes. De video-
opnames zijn te zien op internet, wat tot een vorm
van wedijver leidt onder de jongeren. Er moeten
opleidingen worden georganiseerd, ook voor de
medische actoren.
09.03 Xavier Baeselen (MR): Il est important de
sensibiliser les enseignants, le personnel de soins
et le personnel judiciaire, en essayant de bien
marquer la distinction entre suicide et pratique de
jeux dangereux. Les vidéos sont visibles sur
internet, ce qui provoque un phénomène
d'émulation chez les jeunes. Il convient de mettre
en place des formations, même pour les
intervenants médicaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de organisatie van de neonatale
zorg" (nr. 19951)
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de uitbouw van de neonatale
zorg" (nr. 19952)
10 Questions jointes de
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'organisation des soins néonatals" (n° 19951)
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
développement des soins néonatals" (n° 19952)
10.01 Luc Goutry (CD&V): Het KB van 10 maart
2008 heeft de erkenningsnormen van de diensten
neonatologie gewijzigd. Elke dienst is voortaan
verplicht om een gestandaardiseerde follow-up te
coördineren bij hoog-risico pasgeborenen. Dit is
verstandig, want op peuter- en kleuterleeftijd
hebben prematuur geboren kinderen veel meer
problemen.
Hoe moet volgens de minister deze follow-up
concreet worden georganiseerd? Met welke
financiële middelen? Valt dit onder de noemer
preventieve gezondheidszorg en is het bijgevolg
een gemeenschapsbevoegdheid? Hoe wordt het
aangepakt in Vlaanderen? Overweegt de minister
om de follow-up beter en doelmatiger te
organiseren?
10.01 Luc Goutry (CD&V): L'arrêté royal du
10 mars 2008 a modifié les normes d'agrément des
services de néonatologie. Chaque service est
désormais tenu de coordonner un suivi standardisé
pour les nouveaux-nés à haut risque, ce qui est une
mesure
intelligente
car
les
prématurés
rencontreront davantage de problèmes à un âge
précoce.
Comment ce suivi devra-t-il être organisé
concrètement selon le ministre? Avec quels moyens
financiers? Cela entre-t-il dans le champ
d'application des soins de santé préventifs et s'agit-
il dès lors d'une compétence communautaire?
Comment ce problème est-il abordé en Flandre? Le
ministre
envisage-t-il
d'organiser
plus
adéquatement et plus efficacement le suivi?
10.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Het KB van 10 maart 2008 wijzigt de
bijzondere normen voor intensieve neonatologie. De
dienst voor intensieve neonatologie staat in voor de
organisatie van een gestandaardiseerde follow-up
van de hoog-risico pasgeborenen. Dit zijn
pasgeborenen met een geboortegewicht van minder
dan 1.500 gram of waarvan de moeder voor
32 weken zwangerschap is bevallen.
De diensten voor neonatologie hebben de taak en
de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat die
follow-up georganiseerd wordt. Dit veronderstelt ook
dat ze over de resultaten van deze follow-up
beschikken. Bovendien moet het programma
10.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): L'arrêté royal du 10 mars 2008
modifie les normes particulières en matière de
néonatologie intensive. Le service de néonatologie
intensive est chargé de l'organisation d'un suivi
standardisé des nouveaux-nés à haut risque. Il
s'agit de nouveaux-nés qui pèsent moins de
1 500 grammes ou dont la mère a accouché avant
32 semaines de grossesse.
Les services de néonatologie ont pour mission et
responsabilité de veiller à ce que ce suivi soit
organisé, ce qui suppose également qu'ils
disposent des résultats de ce suivi. Le programme
doit en outre être standardisé.
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
gestandaardiseerd zijn.
De diensten voor neonatologie zijn niet verplicht om
deze follow-up zelf te organiseren. Aangezien het
aantal patiënten beperkt is, mogen zij de patiënt
doorverwijzen naar andere structuren die deze
functionaliteit ontwikkeld hebben. De uitgevoerde
screenings vallen voor het grootste deel onder het
systeem van de terugbetaling van prestaties van de
verplichte ziekteverzekering. In de toekomst zou
men een terugbetaling op basis van een forfait
kunnen overwegen via specifieke overeenkomsten
tussen het RIZIV en gespecialiseerde erkende
structuren.
De organisatie van controleonderzoeken na een
ziekenhuisopname is een gangbare praktijk in heel
wat
disciplines
en
voor
alle
soorten
patiëntengroepen. De follow-up heeft tot doel
complicaties op te sporen die zouden optreden in
de weken, maanden of jaren na een opname.
Hoewel
een
samenwerking
met
de
Gemeenschappen en Gewesten relevant is, blijft
het belangrijk om een programma op nationaal
niveau uit te werken en te beschikken over
nationale gegevens.
Les services de néonatalogie ne sont pas obligés
d'organiser eux-mêmes ce suivi. Le nombre de
patientes étant limité, ils peuvent aiguiller chaque
patiente vers les autres structures qui ont
développé cette fonctionnalité. Les dépistages
effectués relèvent, pour la plus grande part, du
système de remboursement des prestations de
l'assurance-maladie obligatoire. À l'avenir, l'on
pourrait envisager un remboursement sur la base
d'un forfait par le biais de conventions spécifiques
entre l'INAMI et les structures agréées spécialisées.
L'organisation d'examens de contrôle après une
hospitalisation est une pratique courante dans de
nombreuses disciplines et pour toutes les
catégories de patients. La finalité de ce suivi est de
déceler les complications qui pourraient intervenir
au cours des semaines, des mois ou des années
qui suivent une hospitalisation.
Quoiqu'une coopération avec les Communautés et
les Régions soit pertinente, il n'en reste pas moins
capital d'élaborer un programme à l'échelon
national et de disposer de données nationales.
In Vlaanderen wordt de follow-up grotendeels
verzekerd
door
de
vier
centra
voor
ontwikkelingsstoornissen. Deze centra ontvangen
een gemengde financiering. In Wallonië en Brussel
bestaat dergelijke structuur niet. Elke dienst
organiseert zijn eigen opvolging.
De Belgische Vereniging voor Neonatologie, de
Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde en
het College van geneesheren voor de moeder en
pasgeborenen, afdeling Neonatologie, zijn reeds
bezig
met
de
uitwerking
van
een
gestandaardiseerde
follow-up.
De
financieringsmodaliteiten
werden
nog
niet
besproken.
En Flandre, le suivi est assuré pour l'essentiel par
les quatre centre de troubles du développement qui
bénéficient d'un financement mixte. De telles
structures sont inexistantes en Wallonie et à
Bruxelles. Chaque service organise son propre
suivi.
La Société belge de Néonatalogie, la Société belge
de Pédiatrie et le Collège de médecins pour la mère
et le nouveau-né, section Néonatalogie, travaillent
déjà à la mise en oeuvre d'un suivi standardisé. Les
modalités de financement n'ont pas encore été
discutées.
10.03 Luc Goutry (CD&V): Er zijn steeds meer
premature geboorten, waarbij de problematiek
klinisch wordt opgevolgd rond de geboorte zelf. Het
is van wezenlijk belang dat er ook centra zijn die
deze kinderen blijven screenen. In West-
Vlaanderen en Limburg is dit niet uitgebouwd. Ik
dring erop aan dat de minister, in samenspraak met
de bevoegde ministers van de verschillende
Gemeenschappen, het kader zou voltooien.
10.03 Luc Goutry (CD&V): Le nombre de
naissances d'enfants prématurés est en hausse
constante, et ce problème fait l'objet d'un suivi
clinique à la naissance. Il est essentiel que des
centres assurent également un suivi ultérieur des
enfants. Ces structures n'existent pas en Flandre
occidentale et dans le Limbourg. J'insiste pour
qu'en concertation avec les ministres compétents
des différentes Communautés, la ministre complète
le cadre.
10.04 Yolande Avontroodt (Open Vld): Vorige
donderdag
hebben
we
een
rondetafel
10.04 Yolande Avontroodt (Open Vld): Nous
avons organisé une table ronde sur cette question
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
georganiseerd over deze problematiek, met heel de
sector en het College. Wellicht komen we tot een
resolutie die de follow-up effectief opvraagt.
jeudi dernier, avec l'ensemble du secteur et le
Collège. Nous aboutirons peut-être à une résolution
visant à demander effectivement le follow-up.
10.05 Luc Goutry (CD&V): In ons land zijn er
negentien
erkende
NIC-diensten
(Neonatal
Intensive Care), klinische zorgeenheden binnen een
algemeen ziekenhuis voor intensieve medische
zorg aan premature patiënten: zeven in Vlaanderen,
zes in Wallonië en zes in Brussel.
In totaal zijn er 310 NIC-bedden erkend. Dit aantal
stemt niet meer overeen met het aantal
verantwoorde bedden. Een herverdeling van de
erkende
bedden
volgens
de
reële
bezettingsgegevens is dringend en noodzakelijk.
Erkent de minister dat er een inefficiënte verdeling
is? Vindt zij de aanpassing ook dringend? Is zij
bereid om een objectieve activiteitsmeting te laten
verrichten? Binnen welke procedure en timing zal
dit gebeuren?
10.05 Luc Goutry (CD&V): En Belgique, dix-neuf
services NIC (neonatal intensive care), à savoir des
unités de soins cliniques intégrées dans un hôpital
général et spécialisées dans les soins médicaux
intensifs aux enfants prématurés, sont agréés: sept
en Flandre, six en Wallonie et six à Bruxelles.
Le nombre total de lits NIC agréés, qui est de 310,
ne correspond plus au nombre de lits qui se justifie.
Il est urgent et nécessaire de redistribuer les lits
agréés en fonction des données relatives à
l'occupation.
La ministre admet-elle que la répartition actuelle est
inefficace? Est-elle d'accord pour dire qu'une
modification est urgente? Est-elle disposée à faire
procéder à une mesure d'activité objective? Dans
quel délai et selon quelle procédure?
10.06
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De problematiek van de verdeling van
NIC-bedden tussen de ziekenhuizen die over een
erkenning beschikken, komt voort uit belangrijke
verschillen in bezettingsgraad. Mijn voorganger
heeft, voor zover ik weet, geen enkel gevolg
gegeven aan de geformuleerde aanbevelingen in de
adviezen
van
de
Nationale
Raad
voor
Ziekenhuisvoorzieningen.
Hoewel het probleem van de reële bezettingsgraad
van de NIC-bedden niet opgelost kan worden, is het
slechts één aspect van het probleem. Naast de
toegankelijkheid inzake tarificatie heeft de wetgever
immers ook de geografische toegankelijkheid willen
verzekeren. Die is bijzonder belangrijk voor de
ouders in die moeilijke periode. Dat verantwoordt
ten minste gedeeltelijk het behouden van bepaalde
NIC-diensten,
onafhankelijk
van
hun
reële
bezettingsgraad. Anderzijds loont het de moeite de
vraag te stellen naar de minimale grootte van een
NIC-dienst - vandaag vastgesteld op vijftien bedden
- en/of naar de uitbreiding van het aantal NIC-
bedden.
Ik ben er zeker niet tegen dat er nagedacht wordt
over andere verdelingsmodaliteiten voor de NIC-
bedden. De bevoegde organen kunnen daartoe
adviezen geven of aanbevelingen doen, maar ik
meen dat dit niet erg dringend is.
Bij de opmaak van de nieuwe financieringsregels
voor de ziekenhuizen op 1 juli 2002 werd meer
nadruk gelegd op de reële, verantwoorde
activiteiten dan op structurele elementen. Daarbij
10.06 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Le problème de la répartition des lits
NIC entre les hôpitaux détenteurs d'un agrément
découle de différences notables sur le plan du taux
d'occupation. Autant que je puisse en juger, mon
prédécesseur n'a donné aucune suite aux
recommandations formulées dans le cadre des avis
rendus par le Conseil national des établissements
hospitaliers.
Le problème du taux d'occupation réel des lits NIC
est insoluble, mais ne constitue qu'un seul aspect
de la question. Le législateur a en effet voulu
garantir une accessibilité non seulement tarifaire,
mais également géographique. Cette dernière revêt
une importance particulière pour les parents durant
cette période difficile et justifie au moins
partiellement le maintien de certains services NIC
indépendamment de leur taux d'occupation réel.
Par ailleurs, il est opportun de se poser la question
de la grandeur minimale d'un service NIC
actuellement fixée à 15 lits et/ou de
l'accroissement du nombre de lits NIC.
Je ne suis nullement opposé à la recherche d'autres
modalités de répartition des lits NIC. Les organes
compétents peuvent rendre des avis ou formuler
des recommandations en la matière, mais j'estime
que ce point n'est guère urgent.
Le 1
er
juillet 2002, lors de l'élaboration de nouvelles
règles de financement des hôpitaux, l'accent a été
davantage placé sur les activités justifiées réelles
que sur des éléments structurels. Les lits NIC ont
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
werden de NIC-bedden echter expliciet uitgesloten
van een op een verantwoorde activiteit gebaseerde
financiering. Er wordt immers van uitgegaan dat de
heterogeniteit van de behandelde pathologie in de
NIC-bedden het moeilijk maakt een financiering te
verlenen op basis van een standaardverblijf per
pathologie.
cependant été explicitement exclus du régime de
financement basé sur l'activité justifiée. On part en
effet du principe que l'hétérogénéité de la
pathologie traitée dans le cadre des lits NIC rend
difficile un financement fondé sur un séjour
standard par pathologie.
Momenteel beschik ik niet over informatie die zou
toelaten om het principe van de financiering voor dit
type van bedden fundamenteel te herzien.
Actuellement, je ne dispose d'aucune information
me permettant de revoir fondamentalement le
principe du financement pour ce type de lits.
10.07 Luc Goutry (CD&V): Als er te weinig
erkende bedden zijn ten opzichte van het aantal
verantwoorde bedden, is er constant een
overbezetting en een onderbestaffing. De erkenning
kan
uitgebreid
worden
via
een
open
enveloppesysteem, met meer middelen, maar ik
hoor dat de middelen beperkt zijn. Dan moet het
gebeuren met een gesloten enveloppe, maar dat
betekent een rationalisatie van de verschillende
centra. Ik zou er absoluut voor willen pleiten dat er
ten minste een overeenstemming bereikt wordt
tussen de reële bezetting, dus de verantwoorde
bedden, en de uiteindelijk erkende bedden.
10.07 Luc Goutry (CD&V): Lorsque les lits agréés
sont trop peu nombreux par rapport au nombre de
lits nécessaires, un problème de taux d'occupation
excessif et de manque de personnel se pose en
permanence. L'agrément pourrait être étendu par le
biais d'un système d'enveloppe ouverte, avec des
moyens accrus, mais le ministre vient de dire que
les moyens sont limités. Dans ces conditions, il faut
travailler avec une enveloppe fermée qui impliquera
cependant une rationalisation des différents
centres. Je voudrais plaider très vigoureusement
pour que des efforts soient fournis afin de parvenir
à tout le moins à une adéquation entre le taux
d'occupation réel, autrement dit les lits nécessaires,
et les lits finalement agréés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
opvang
van
jong
dementerenden
in
de
rust-
en
verzorgingstehuizen" (nr. 20031)
- mevrouw Martine De Maght aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de opname in rusthuizen van
jong dementerenden" (nr. 20099)
- mevrouw Christine Van Broeckhoven aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de zorg voor
jong dementerenden door aangepaste dag en
residentiële opvang" (nr. 20241)
11 Questions jointes de
- Mme Yolande Avontroodt à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'accueil de jeunes atteints de démence dans
les établissements de repos et de soins"
(n° 20031)
- Mme Martine De Maght à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'admission dans les maisons de repos des
personnes atteintes de démence précoce"
(n° 20099)
- Mme Christine Van Broeckhoven à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'aide aux jeunes
personnes démentes par un accueil de jour et
résidentiel adapté" (n° 20241)
11.01 Yolande Avontroodt (Open Vld): Het
probleem van jongdementie werd onlangs op de
agenda gezet, onder meer door een symposium
georganiseerd door collega Van Broeckhoven. Er
werd ook een resolutie ingediend.
Naar schatting gaat het om 3.000 tot 11.000 jong
11.01 Yolande Avontroodt (Open Vld): Le
problème des jeunes atteints de démence a été
porté récemment à l'ordre du jour, entre autres à
l'occasion d'un symposium organisé par notre
collègue Mme Van Broeckhoven. Une proposition
de résolution a aussi été déposée.
Il s'agirait, selon les estimations, de 3 000 à 11 000
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
dementerenden. Het gaat om 0,16 procent bij
mannen en 0,09 procent bij vrouwen in de
leeftijdsgroep van 30 tot 60 jaar. Die mensen
komen ofwel in de psychiatrie terecht, waar zij niet
op hun plaats zijn, ofwel in een RVT, waar zij
evenmin op hun plaats zijn. Goed nieuws is dat de
minister het probleem erkent en heeft verklaard dat
enkele centra aangeduid zullen worden om die
groep van mensen op te vangen. Voor deze
patiënten is de ontwikkeling van een specifiek
zorgprogramma echter even belangrijk als een
allocatie bij een RVT.
Kan de minister bevestigen dat vanaf september
alle jongdemente patiënten terechtkunnen in een
RVT?
jeunes atteints de démence, dont 0,16 % d'hommes
et 0,09 % de femmes dans le groupe d'âge de 30 à
60 ans. Leur admission soit en psychiatrie, soit en
MRS, est inadéquate dans les deux cas.
Heureusement, la ministre reconnaît le problème et
annonce que plusieurs centres seront désignés
pour l'accueil de ce groupe de personnes. Pour ces
patients, il est tout aussi important de développer un
programme de soins spécifique que de les diriger
vers une MRS.
La ministre peut-elle confirmer que tous les jeunes
atteints de démence pourront être accueillis dans
une MRS à partir de septembre?
11.02 Martine De Maght (LDD): Jong
dementerenden
zijn
mensen
die
door
gedragsproblemen of bij gebrek aan mantelzorgers
niet langer thuis kunnen blijven en daardoor vaak in
de psychiatrie terechtkomen. De enkele rustoorden
die hen toch opvangen, moesten daarvoor telkens
opnieuw een uitzondering aanvragen. Deze
uitzonderingsaanvraag zou nu echter wegvallen.
Expertisecentrum Dementie Vlaanderen zegt ook
dat het vandaag dubbel zo lang duurt vooraleer de
diagnose kan worden gesteld in verband met
jongdementie. Dat is uiteraard een hel voor de
omgeving, want 75 procent van de partners neemt
de zorg op zich. Door het wegvallen van de
uitzonderingsaanvraag
blijft
enkel
de
zorgbehoevendheidsgraad, aangeduid met de Katz-
score,
belangrijk
inzake
subsidiëring
en
tegemoetkoming.
Zal er inderdaad een speciale aanpak komen voor
die specifieke groep? In welke categorie of in welke
Katz-score horen deze jong dementerenden thuis?
Zal er voor hen een specifieke score worden
gecreëerd,
gekoppeld
aan
een
specifiek
zorgprogramma en aan een subsidie vanuit het
RIZIV? Zullen de nodige middelen worden
vrijgemaakt om via het RIZIV de rust- en
verzorgingstehuizen te ondersteunen om de
opname van deze jong dementerenden door te
voeren? Over welk bedrag spreken we? Heeft
hierover interministerieel overleg plaatsgevonden?
Wat was het resultaat daarvan?
11.02 Martine De Maght (LDD): Les patients
atteints de démence précoce sont des personnes
qui en raison de problèmes de comportement ou en
l'absence de soins de proximité ne peuvent plus
rester chez elles et sont dès lors souvent admises
en psychiatrie. Les quelques maisons de repos
acceptant de les accueillir devaient à chaque fois
demander une nouvelle exception. Cette demande
d'exception serait cependant abrogée.
L'Expertisecentrum Dementie Vlaanderen affirme
qu'il faut actuellement deux fois plus de temps pour
établir le diagnostic de démence précoce. C'est un
véritable enfer pour l'entourage puisque 75 % des
partenaires assument les soins. Désormais, après
la disparition de la demande d'exception, le seul
critère important en matière de subvention et
d'intervention est le degré de dépendance des soins
exprimé par un score sur l'échelle de Katz.
Ce groupe particulier bénéficiera-t-il effectivement
d'une approche spéciale? Dans quelle catégorie ou
dans quel score sur l'échelle de Katz faut-il ranger
ces patients atteints de démence précoce? Un
score spécial sera-t-il établi pour eux, associé à un
programme de soins spécifiques et à une
subvention de l'INAMI? Les moyens nécessaires
seront-ils libérés de manière à aider, par le biais de
l'INAMI, les maisons de repos et de soins à
accueillir ces patients souffrant de démence
précoce? Quels sont les montants en jeu? Ce
thème a-t-il déjà fait l'objet d'une concertation
interministérielle? Quel en a été le résultat?
11.03 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Jong
dementerenden zijn mensen die de eerste
symptomen van dementie vertonen voor de leeftijd
van 65 jaar, op een ogenblik dat zij nog volop in het
actieve leven staan. Er zijn geen echte cijfers
beschikbaar, omdat de meeste studies werken met
11.03 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Les
déments précoces sont des personnes qui
présentent les premiers symptômes de démence
avant l'âge de 65 ans, alors qu'elles sont encore
pleinement dans la vie active. Aucune véritable
statistique n'est disponible, la majorité des études
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
ouderdomsdementie
en
niet
met
jong
dementerenden.
Ongeveer 15 procent van de patiënten met een
diagnose van dementie zijn jong dementerenden. In
België zouden er tussen 3.000 en 11.000 patiënten
met jongdementie kunnen zijn. Om het probleem
van de opvang in te schatten, is het belangrijk het
werkelijke aantal patiënten te kennen. Daarbij is het
aantal patiënten met een dementiediagnose een
onderschat aantal. Waarschijnlijk mogen wij het
vermenigvuldigen met factor 4 of 5.
Niet alleen krijgen zij vaak geen diagnose, zij krijgen
ook vaak een foute diagnose. In tegenstelling tot
mensen met ouderdomsdementie hebben jong
dementerenden een zeer specifieke opvang nodig.
Zij passen niet in de huidige rusthuisomgeving. Het
gaat om jonge mensen die fysiek nog sterk zijn en
die vaak jonge kinderen hebben.
Ziet de minister iets in het uitbouwen van een
specifiek zorgstrategisch plan dat gericht is op jong
dementerenden? Zal zowel de dagopvang als de
residentiële opvang aangepast worden aan de
noden
van
jong
dementerenden?
Welke
oplossingen stelt de minister voor? Hoe ziet de
minister een betere opleiding van de artsen inzake
jongdementie?
portant sur la démence sénile et non la démence
précoce.
Environ 15 % des patients présentant un diagnostic
de démence sont des déments précoces. La
Belgique pourrait compter entre 3 000 et 11 000
patients souffrant de démence précoce. Pour
pouvoir évaluer le problème de l'accueil de ces
patients, il est fondamental d'en connaître le
nombre réel. À cet égard, le nombre de patients
présentant un diagnostic de démence est sous-
estimé. Nous pouvons probablement le multiplier
par un facteur 4 ou 5.
Très souvent, ils ne bénéficient pas d'un diagnostic
et le diagnostic établi est en outre souvent faux.
Contrairement aux patients atteints de démence
sénile, les patients souffrant de démence précoce
requièrent un accueil très particulier. Ils n'ont pas
leur place dans l'actuel environnement des maisons
de repos. Il s'agit de personnes jeunes
physiquement bien portantes et ayant souvent
encore de jeunes enfants.
La ministre pourrait-elle élaborer un plan de soins
stratégique axés sur les patients atteints de
démence précoce? L'accueil de jour et résidentiel
seront-ils adaptés aux besoins de ces patients?
Quelles sont les solutions proposées par la
ministre? Comment envisage-t-elle d'améliorer la
formation des médecins en matière de démence
précoce?
11.04
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): In de huidige federale RVT-
reglementering bestaat er geen leeftijdslimiet. Die
limiet wordt wel gehanteerd in de rusthuizen,
waarvoor de Gemeenschappen en de Gewesten
bevoegd zijn, en is in de praktijk van toepassing op
vrijwel alle RVT-bedden.
De problematiek van de jong dementerenden wordt
momenteel onderzocht door het adviescomité voor
chronische ziekten van het RIZIV. Er wordt gewerkt
in een ruimer zorgperspectief, namelijk thuiszorg,
verzorging in een dagcentrum of tenlasteneming in
een ROB of RVT. De problematiek rijst ook bij
andere ziektebeelden, zoals multiple sclerose of
Huntington.
In april 2009 gingen projecten van start, waarbij in
een specifieke omkadering werd voorzien van
180 plaatsen voor patiënten die lijden aan multiple
sclerose of amyotrofe laterale sclerose en
60 plaatsen voor personen met de ziekte van
11.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La réglementation fédérale actuelle
concernant les MRS n'impose aucune limite d'âge.
En revanche, cette limite est bel et bien appliquée
dans les maisons de repos, qui relèvent de la
compétence des Communautés et Régions, ainsi
que, en pratique, pour la quasi-totalité des lits en
MRS.
Le Comité consultatif des maladies chroniques de
l'INAMI se penche actuellement sur le problème des
personnes atteintes de démence précoce. Les
soins y afférents y sont considérés dans une
perspective plus large incluant les soins à domicile,
les soins dans un centre de jour ou la prise en
charge dans une MRS ou dans une MRPA. Le
problème se pose également pour d'autres
pathologies telles que la sclérose en plaques et la
maladie de Huntington.
Des projets basés sur un encadrement spécifiques
ont été lancés en avril 2009, 180 places étant
créées pour des patients atteints de sclérose en
plaques ou de sclérose latérale amyotrophique et
60 places pour des personnes souffrant de la
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Huntington.
maladie de Huntington.
Na de evaluatie van deze projecten zou er, rekening
houdend met de budgettaire middelen, een
gelijkaardig initiatief voor jongere dementerenden
kunnen worden opgestart. Ik wacht echter eerst op
de resultaten van het rapport van het comité, dat
tegen eind september klaar zou moeten zijn.
In het programma chronische ziekten worden
maatregelen genomen voor de opvang van
dementerenden door hulpverleners van de eerste
lijn op het vlak van opleiding, diagnose of
behandeling en begeleiding. Die maatregelen zijn
uiteraard voor alle dementerenden, waaronder ook
de jonge dementerenden. Er wordt momenteel een
maatregel voorbereid voor de terugbetaling van de
diagnose van dementie bij jongere patiënten. Jonge
dementerenden zullen ook een multidisciplinaire
opvang kunnen krijgen in de geheugenklinieken.
Deze klinieken stellen een behandelingsplan op en
nemen maatregelen die het thuishouden van de
patiënt
bevorderen.
In
2010
zullen
elf
geheugenklinieken worden gefinancierd. Na een
evaluatie en naargelang van de beschikbare
middelen zal het aantal geheugenklinieken
progressief verhoogd worden.
En fonction des moyens budgétaires disponibles,
une initiative similaire pourrait être lancée pour les
patients atteints de démence précoce à l'issue de
l'évaluation de ces projets. J'attends les résultats du
rapport du comité qui devrait boucler ses travaux
d'ici à la fin du mois de septembre.
Le programme des maladies chroniques prévoit des
mesures pour l'accueil des patients déments par
des intervenants de première ligne en matière de
formation, diagnostic ou traitement et encadrement.
Ces mesures sont évidemment destinées à tous les
patients déments, y compris donc les patients
atteints de démence précoce. Une mesure est en
cours de préparation pour le remboursement du
diagnostic de démence chez de jeunes patients. Ils
pourront également bénéficier d'un accueil
multidisciplinaire dans les cliniques de la mémoire.
Ces cliniques élaborent un plan thérapeutique et
prennent des mesures favorisant le maintien du
patient à domicile. En 2010, onze cliniques de la
mémoire seront financées. Après évaluation et en
fonction des moyens disponibles, le nombre de
cliniques de la mémoire sera progressivement
augmenté.
Voorzitter: Luc Goutry.
Président: Luc Goutry.
11.05 Yolande Avontroodt (Open Vld): Ik zal het
rapport van eind september afwachten. Kan de
commissie in het najaar de resolutie behandelen?
11.05 Yolande Avontroodt (Open Vld): J'attendrai
donc le rapport annoncé pour la fin du mois
de septembre. La commission pourra-t-elle traiter la
résolution à l'automne prochain?
De voorzitter: Donderdag zal het bureau van de
commissie de agenda van de komende maanden
bepalen. We zullen rekening houden met de vraag
van mevrouw Avontroodt.
Le président: Le bureau de la commission établira
jeudi l'ordre du jour des prochains mois. La requête
de Mme Avontroodt sera prise en considération.
11.06 Martine De Maght (LDD): Jong
dementerenden hebben een zeer specifieke
begeleiding nodig en de RVT's zijn al overvol. Ik
maak mij er zorgen over dat er nu opnieuw een
doelgroep voor de RVT's gecreëerd wordt. De
Gemeenschappen en Gewesten hebben geen
budget om extra plaatsten te creëren. Daarom
moeten we samenwerking met de privésector
overwegen.
11.06 Martine De Maght (LDD): Les patients
souffrant de démence précoce requièrent un
encadrement très spécial et les MRS sont déjà
surpeuplées. Je m'inquiète de voir apparaître un
nouveau groupe cible pour les MRS. Les
Communautés et les Régions ne disposent pas de
budget pour la création de places supplémentaires.
C'est la raison pour laquelle il faut envisager une
coopération avec le secteur privé.
Hopelijk wordt hiermee rekening gehouden als het
overleg eind september van start gaat.
J'espère qu'on tiendra compte de cet élément
lorsque la concertation sera entamée fin septembre.
11.07 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Ik ben
blij met de maatregelen van de minister voor alle
dementerenden, maar jonge dementerenden
hebben zeer specifieke noden en horen eigenlijk
niet thuis in RVT's. Daarom vraag ik om
11.07 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Si je
me réjouis des mesures prises par la ministre pour
l'ensemble des personnes souffrant de démence, je
tiens à rappeler que les personnes atteintes de
démence précoce ont des besoins très particuliers
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
aangepaste maatregelen te nemen voor specifiek
voor de jonge dementerenden.
et n'ont au fond pas leur place dans les MRS.
J'insiste dès lors pour que des mesures
appropriées soient prises à l'égard des personnes
atteintes de démence précoce.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het stijgend aantal rokers"
(nr. 20028)
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de toename van het aantal
rokers in ons land" (nr. 20088)
12 Questions jointes de
- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
nombre croissant de fumeurs" (n° 20028)
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"l'augmentation du nombre de fumeurs dans
notre pays" (n° 20088)
12.01 Sarah Smeyers (N-VA): Voor het tweede
jaar op rij steeg het aantal rokers in ons land.
Volgens de Stichting tegen Kanker is dat voor een
deel te wijten aan het uitblijven van een algemeen
rookverbod in de horeca.
Is de staatssecretaris het daarmee eens? Zal het
algemeen rookverbod in de horeca versneld worden
ingevoerd?
12.01 Sarah Smeyers (N-VA): Pour la deuxième
année consécutive, le nombre de fumeurs dans
notre pays a augmenté. Selon la Fondation contre
le Cancer, ce résultat est en partie dû à l'absence
d'une interdiction générale de fumer dans le secteur
horeca.
Le Secrétaire d'État abonde-t-il dans ce sens?
L'entrée en vigueur de l'interdiction générale de
fumer dans le secteur horeca sera-t-elle accélérée?
12.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Ik betreur de cijfers van de Stichting
tegen Kanker, die ik niet betwist. Ik ben het echter
niet eens met de analyse van de oorzaken van de
toename.
Tijdens deze regeerperiode werden nieuwe
maatregelen genomen in de strijd tegen het roken.
Sinds 1 oktober 2008 wordt professionele hulp bij
het stoppen met roken terugbetaald. Deze
maatregel is zeer succesvol. Daarnaast werd ook
het vermelden van het telefoonnummer van de
Tabakstoplijn en ontradende beelden op pakjes
sigaretten en roltabak verplicht.
12.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Je regrette les chiffres présentés par
la Fondation contre le Cancer, que je ne conteste
pas. Je ne partage toutefois pas l'analyse des
causes de cette augmentation.
Au cours de l'actuelle législature, de nouvelles
dispositions ont été prises pour lutter contre le
tabagisme. Depuis le 1
er
octobre 2008, une
intervention est accordée pour l'aide au sevrage
tabagique par des professionnels de la santé. Cette
mesure connaît un réel succès. En outre, il est
obligatoire d'apposer le numéro de la Ligne Tabac-
Stop ainsi que des images dissuasives sur les
paquets de cigarettes et de tabac à rouler.
Het algemeen rookverbod in de horeca komt er
inderdaad pas uiterlijk op 1 juli 2014, maar het
rookverbod in zaken waar voedsel wordt
aangeboden, is wel al een bijkomende stap. Het feit
dat er een uitzonderingsregime is voor andere
horecazaken, kan de toename van het aantal rokers
niet verklaren. Die toename moet ons wel aanzetten
om onze inspanningen voort te zetten.
Preventie
is
een
bevoegdheid
van
de
Gemeenschappen. De strijd tegen tabak vraagt
Il est exact que l'interdiction générale de fumer dans
l'horeca n'entrera en vigueur le 1
er
juillet 2014 au
plus tard mais une étape supplémentaire a été
franchie en instaurant l'interdiction de fumer dans
les établissements où on sert à manger. L'existence
d'un
régime
d'exception
pour
d'autres
établissements horeca ne peut pas expliquer
l'augmentation du nombre de fumeurs. Par contre,
elle doit nous inciter à poursuivre nos efforts.
La prévention ressortit à la compétence des
Communautés. Cependant, la lutte contre le
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
echter een gecoördineerde aanpak tussen de
beleidsniveaus. De cel Gezondheidsbeleid en Drugs
lijkt me de ideale plaats om dit overleg te
organiseren.
tabagisme requiert une approche coordonnée entre
les différents niveaux de pouvoir. La cellule
Politique de Santé et Drogues est le lieu idéal, à
mon estime, pour organiser cette concertation.
12.03 Sarah Smeyers (N-VA): Ik blijf er bij dat de
tussenstap overbodig was. Met een algemeen
rookverbod in de horeca had de overheid een
duidelijk signaal kunnen geven. De maatregelen die
door de staatssecretaris werden opgesomd, zijn
allemaal bedoeld om mensen aan te zetten om te
stoppen met roken, maar de overheid heeft ook een
belangrijke taak in het verhinderen dat mensen
beginnen te roken. Een algemeen rookverbod zou
daarvoor kunnen zorgen.
12.03 Sarah Smeyers (N-VA): Je maintiens que
l'étape intermédiaire était superflue. Une interdiction
de fumer générale dans l'horeca eût été un signal
fort. Les mesures énumérées par le secrétaire
d'État tendent à inciter les citoyens à arrêter la
cigarette, mais il incombe aussi aux pouvoirs
publics d'éviter qu'ils commencent à fumer. Une
interdiction générale de fumer pourrait y contribuer.
Ik betreur het dat er niets meer zal gebeuren voor
2014, want dat is vier jaar waarin jongeren
ongehinderd kunnen beginnen met roken.
Je déplore que plus rien ne soit entrepris d'ici à
2014, car rien n'empêchera les jeunes de
commencer à fumer au cours de ces quatre
années.
12.04
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Mevrouw Smeyers heeft voor een
deel gelijk, maar een toekomstige maatregel die
niet vlugger wordt uitgevoerd, is geen verklaring
voor de cijfers uit het verleden.
12.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Mme Smeyers a en partie raison,
mais une mesure future qui n'est pas mise en
oeuvre plus rapidement ne peut expliquer les
chiffres du passé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Ilse Uyttersprot aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
hulpverleningscapaciteit binnen de regio Aalst"
(nr. 20029)
13 Question de Mme Ilse Uyttersprot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la capacité d'aide dans
la région d'Alost" (n° 20029)
13.01
Ilse
Uyttersprot
(CD&V):
De
drugproblematiek in de regio Aalst is schrijnend, in
het bijzonder het heroïnegebruik. Ik wil uiteraard
alle mogelijkheden die binnen mijn bereik liggen,
benutten om de problematiek aan te pakken.
Gegeven de geïntegreerde en integrale aanpak die
nodig is, kan de oplossing echter niet alleen van de
gemeenten komen. Hulp van de Vlaamse en de
federale overheid is onontbeerlijk.
De hulpverleningsinstanties in de Aalsterse regio
zijn niet dik gezaaid en de RIZIV-capaciteit die de
overheid ter beschikking stelt, is beperkt. De
gemeente financiert het behandelingscentrum
Traject
volledig
zelf
en
heeft
ook
een
samenwerkingsverband met De Sleutel op poten
gezet. We zijn echter van mening dat de
psychosociale hulpverlening van drugverslaafden
geen taak is voor de gemeenten en onze echte
kerntaak,
de
integrale
aanpak
van
het
drugsfenomeen, lijdt eronder.
13.01 Ilse Uyttersprot (CD&V): Le problème de la
drogue,
et
plus
particulièrement
de
la
consommation d'héroïne, est poignant dans la
région d'Alost. Je souhaite évidemment faire usage
de toutes les possibilités dont je dispose pour
résoudre ce problème. Vu l'approche intégrée et
intégrale qui est nécessaire, la solution ne peut
toutefois venir uniquement des communes. L'aide
des autorités flamandes et fédérales est
indispensable.
Les instances de secours dans la région d'Alost ne
sont pas légion et les moyens de l'INAMI mis à
disposition par les autorités publiques sont limités.
La commune finance elle-même entièrement le
centre de traitement Traject et elle a également mis
en place un partenariat avec De Sleutel. Nous
estimons toutefois que l'aide psychosociale pour les
toxicomanes n'est pas une mission des communes,
ce qui porte atteinte à notre vraie mission de base,
à savoir l'approche intégrale du phénomène de la
drogue.
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
Kan de minister een overzicht geven van het aantal
druggebruikers per regio in Vlaanderen? Wat zijn
de middelen per regio voor preventie enerzijds en
begeleiding anderzijds? Kan de minister een
overzicht geven van de hulpverleningscapaciteit in
de regio Aalst? Welke middelen worden
uitgetrokken om therapeutische centra in Ronse en
Geraardsbergen
te
bouwen?
Bestaat
de
mogelijkheid om uitbreiding voor De Sleutel te
krijgen in de regio Aalst?
Le ministre pourrait-il fournir un aperçu du nombre
de toxicomanes par région en Flandre? Quels sont
les moyens dégagés par région, d'une part, pour la
prévention
et,
d'autre
part,
pour
l'accompagnement? Le ministre pourrait-il fournir un
aperçu de la capacité d'aide dans la région d'Alost?
Quels moyens sont dégagés pour construire des
centres thérapeutiques à Renaix et à Grammont?
Serait-il possible d'obtenir une extension pour De
Sleutel dans la région d'Alost?
13.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Het precieze aantal druggebruikers in
de verschillende regio's van het land is niet
beschikbaar, het aantal opnames wel.
In de psychiatrische centra of psychiatrische
afdelingen van ziekenhuizen werden in 2006 5.779
patiënten met een drugproblematiek opgenomen,
waarvan 360 uit het arrondissement Aalst.
In andere afdelingen van ziekenhuizen werden in
2007 6.126 patiënten met een drugproblematiek
opgenomen, waarvan 189 uit het arrondissement
Aalst.
Voor de middelen voor preventie en begeleiding
moet men zich richten tot de Gemeenschaps- en
Gewestministers.
Het totale jaarbudget voor gespecialiseerde
revalidatiecentra voor verslaafden in de provincie
Antwerpen bedraagt momenteel 4,7 miljoen euro, in
de provincie Limburg 3,3 miljoen euro, in de
provincie Oost-Vlaanderen 8,8 miljoen euro, in de
provincie Vlaams-Brabant 2,8 miljoen euro en in de
provincie West-Vlaanderen 3,3 miljoen euro. Deze
middelen dienen uitsluitend voor de integrale
multidisciplinaire behandeling van drugverslaafden
en dus niet voor preventie.
Er zijn zowel ambulante als residentiële centra. In
Oost-Vlaanderen zijn er twee. De residentiële
centra worden geacht om de drugsverslaafden te
bereiken van de nabije regio's en doen dat volgens
het RIZIV ook.
De kosten voor de ziekteverzekering van een
gespecialiseerd revalidatiecentrum voor verslaafden
liggen zeer hoog en het is dan ook niet haalbaar in
elk arrondissement een centrum op te richten.
13.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Si nous ne connaissons pas le
nombre précis de toxicomanes dans les différentes
régions, nous connaissons en revanche celui des
admissions.
Les
centres
psychiatriques
ou
sections
psychiatriques des hôpitaux ont accueilli en 2005
5 779 patients souffrant d'un problème de drogue,
dont 360 originaires de l'arrondissement d'Alost.
En 2007, 6 126 patients souffrant d'un problème
drogue ont été admis dans d'autres sections
hospitalières,
dont
189
originaires
de
l'arrondissement d'Alost.
Quant aux moyens affectés à la prévention et à
l'accompagnement, je vous renvoie aux ministres
communautaires et régionaux.
Au total, le budget annuel consacré aux centres de
revalidation spécialisés pour toxicomanes s'élève
actuellement à 4,7 millions d'euros pour la province
d'Anvers, à 3,3 millions pour la province du
Limbourg, à 8,8 millions d'euros pour la province de
Flandre orientale, à 2,8 millions d'euros pour la
province du Brabant flamand et à 3,3 millions
d'euros pour la province de Flandre occidentale.
Ces moyens sont exclusivement consacrés au
traitement
multidisciplinaire
intégré
des
toxicomanes et ne concernent donc pas la
prévention.
Il existe des centres tant ambulatoires que
résidentiels. La Flandre orientale en compte deux.
Les centres résidentiels sont censés accueillir des
toxicomanes provenant de régions proches et tel
est bel et bien le cas, selon l'INAMI.
Les coûts que représente pour l'assurance maladie
un centre de revalidation spécialisé pour
toxicomanes sont très élevés et la création d'un
centre dans chaque arrondissement ne serait pas
réaliste.
In Aalst bestaat het centrum Traject, dat sinds 2008
officieel erkend is door het RIZIV als antenne van
À Alost, le centre Traject est reconnu officiellement
par l'INAMI depuis 2008 en tant qu'antenne des
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
de dagcentra van De Sleutel. Die dagcentra hebben
een financieringsovereenkomst met het RIZIV als
gespecialiseerd
revalidatiecentrum
voor
verslaafden. De financieringsovereenkomst met het
RIZIV regelt de omkadering van de dagcentra van
De Sleutel en het aantal revalidatieprestaties dat die
dagcentra globaal moeten uitvoeren. De Sleutel kan
zelf personeel inzetten volgens de noden in Aalst.
In de regio Aalst zijn in totaal 427 psychiatrische
bedden beschikbaar. Uiteraard zijn die niet allemaal
voor drugverslaafden.
Het nieuwe dagcentrum, dat sinds vorig jaar
gefinancierd wordt door het RIZIV en dat antennes
heeft in de gemeenten Ronse en Geraardsbergen,
hangt af van een andere inrichting die met het
RIZIV een overeenkomst heeft afgesloten, De
Kiem. Het totale budget voor het dagcentrum
bedraagt 275.000 euro.
Net als de residentiële centra worden ook de
ambulante revalidatiecentra voor verslaafden
verondersteld een grotere regio te bereiken. Het
revalidatiecentrum vormt binnen een netwerk een
gespecialiseerde
dienst
waarnaar
andere
netwerkpartners verslaafden kunnen doorverwijzen.
De Sleutel kan zelf beslissen om meer personeel in
te zetten in de regio Aalst. De Sleutel kan, als dat
nodig is, de beheersinstanties van het RIZIV een
uitbreiding van zijn personeelskader vragen.
centres de jour de l'organisation De Sleutel. Ces
centres de jour ont signé une convention de
financement avec l'INAMI au titre de centres de
réadaptation spécialisés pour toxicomanes. Cette
convention règle l'encadrement des centres de jour
de De Sleutel ainsi que le nombre de prestations de
rééducation que doivent atteindre ces centres sur le
plan global. De Sleutel peut lui-même adapter les
effectifs en fonction des besoins du centre d'Alost.
Un total de 427 lits psychiatriques sont disponibles
dans la région d'Alost, et il va de soi qu'ils ne sont
pas tous destinés à des toxicomanes.
Le nouveau centre de jour financé depuis l'an passé
par l'INAMI et disposant d'antennes dans les
communes de Renaix et Grammont dépend de De
Kiem, une autre institution qui a également signé
une convention avec l'INAMI. Le budget total du
centre de jour s'élève à 275 000 euros.
À l'exemple des centres résidentiels, les centres de
réadaptation ambulatoire pour toxicomanes doivent
également desservir une région suffisamment
grande. Au sein d'un réseau, le centre de
réadaptation constitue un service spécialisé vers
lequel d'autres partenaires du réseau peuvent
aiguiller des toxicomanes.
De Sleutel peut décider lui-même d'affecter
davantage de personnel à la région d'Alost. Si
nécessaire,
l'organisation
peut
également
demander une extension du cadre de son
personnel auprès des organes de gestion de
l'INAMI.
13.03 Ilse Uyttersprot (CD&V): De regio Aalst
vormt een zwarte vlek omdat de voorzieningen er
mager zijn. Aalst heeft zich al verenigd met andere
gemeenten en de realiteit wijst uit dat
druggebruikkers niet naar Gent gaan. Traject wordt
geheel gefinancierd door de stad en daarom zullen
wij een verhoging van de RIZIV-capaciteit vragen. Ik
hoop op steun van de minister.
13.03 Ilse Uyttersprot (CD&V): La région d'Alost
est mal desservie sur le plan de la capacité
d'accueil. Notre ville a déjà conclu des accords de
coopération
intercommunale
et
l'on
sait
d'expérience que les toxicomanes ne se rendent
pas à Gand. Le centre "Traject" étant financé dans
sa totalité par la ville, nous demanderons une
augmentation de la capacité INAMI. J'espère
pouvoir compter sur le soutien de la ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Ilse Uyttersprot aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de huidige
regelgeving in verband met de geluidsmeting"
(nr. 20030)
14 Question de Mme Ilse Uyttersprot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la réglementation
actuelle relative à la mesure du bruit" (n° 20030)
14.01 Ilse Uyttersprot (CD&V): De kaderwet van
18 juli 1973 en het KB van 24 februari 1977 regelen
14.01 Ilse Uyttersprot (CD&V): La loi-cadre du
18 juillet 1973 et l'arrêté royal du 24 février 1977
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
de geluidsnormen voor niet-ingedeelde inrichtingen.
De geluidsnormen zijn enkel vastgelegd voor dB(A),
maar elektronische bassen kunnen alleen worden
gemeten in dB(C). Aangezien er geen normen voor
dB(C)
vastgelegd
zijn,
kunnen
er
geen
overschrijdingen worden vastgesteld, hoewel de
overlast enorm kan zijn.
Is de minister ervan op de hoogte dat de wetgeving
verouderd is? Is een aanpassing niet aangewezen?
Zal de minister stappen zetten?
règlent les normes acoustiques dans les
établissements
non
classés.
Les
normes
acoustiques ne sont fixées que pour dB(A), mais les
basses électroniques ne sont mesurables qu'en
dB(C). En l'absence de normes pour dB(C) il est
impossible de constater des infractions, alors que
les nuisances peuvent être énormes.
La ministre est-elle au courant de la vétusté de la
législation? Ne conviendrait-il pas de la modifier? La
ministre prendra-t-elle des initiativesen ce sens?
14.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De huidige situatie noopt tot
maatregelen. De geluidssterkte en de bastonen
bereiken tijdens concerten en filmvertoningen vaak
een gevaarlijk niveau. Hoewel de C-filter beter
overeenstemt met de subjectief waargenomen
geluidssterkte voor lage tonen, geeft de A-filter een
hoger risico op gehoorschade.
14.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La situation actuelle nous mène à
prendre des mesures. Le niveau sonore et les
basses atteignent souvent des niveaux dangereux
lors de concerts et de projections de films. S'il est
vrai que le filtre C correspond mieux au niveau
sonore subjectif pour les tons bas, le filtre A reflète
mieux le risque de lésions auditives.
Er is een juridische lacune ontstaan doordat het KB
van 24 februari 1977 over de geluidsnormen na de
staatshervorming
niet
aan
de
nieuwe
bevoegdheidsverdeling is aangepast. De Gewesten
hebben het KB enkel aangepast met betrekking tot
geluidshinder voor de omwonenden, niet met
betrekking tot de mogelijke schade voor de
consumenten binnen de inrichting.
De wet van 9 februari 1994 over de veiligheid van
producten en diensten biedt een volwaardige
rechtsgrond om een nieuw KB op te stellen ter
bescherming
van
de
consument
tegen
geluidsoverlast. Deze bevoegdheid komt toe de
minister van Consumentenbescherming.
La non-adaptation de l'arrêté royal du 24 février
1977 fixant les normes acoustiques pour la musique
dans les établissements publics et privés à la
nouvelle répartition des compétences découlant de
la réforme de l'État a généré une lacune juridique.
Les modifications apportées à l'arrêté royal par les
Régions concernent uniquement les nuisances
sonores pour le voisinage et non les éventuels
dommages subis par les consommateurs à
l'intérieur de l'établissement.
La loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des
produits et des services offre un fondement
juridique valable permettant d'élaborer un nouvel
arrêté royal en vue de protéger le consommateur
contre les nuisances sonores. Cette compétence
ressortit au ministre chargé de la Protection des
consommateurs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
verwaarlozing van huisdieren" (nr. 20072)
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
aanpak
van
dierenmishandeling en
dierenverwaarlozing"
(nr. 20081)
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "bijtincidenten
15 Questions jointes de
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la négligence à l'égard
d'animaux domestiques" (n° 20072)
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la lutte contre la maltraitance et la
négligence à l'égard d'animaux" (n° 20081)
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les accidents par
morsure de chiens" (n° 20132)
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
met honden" (nr. 20132)
15.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Hoewel België een duidelijke wetgeving heeft
met betrekking tot dierenwelzijn, blijven inbreuken
grotendeels onbestraft. In de voorbije vijf jaar
werden slechts 23 mensen veroordeeld voor
verwaarlozing, werden slechts 292 van de 520
boetes geïnd en kregen slechts drie personen een
verbod op het houden van dieren. Nochtans worden
er jaarlijks ruim 30.000 honden en katten door hun
baasjes uitgezet.
Welke maatregelen zal de minister nemen om het
welzijn van dieren te verhogen? Wordt er overlegd
met de minister van Justitie over een gezamenlijke
aanpak
van
dierenmishandeling? Krijgt
de
dierenwelzijnswet
genoeg
aandacht
in
het
vervolgingsbeleid van de parketten?
Dat onlangs een zevenjarig meisje in Schepdaal
werd aangevallen door een rottweiler, toont eens te
meer aan hoe belangrijk een goede opvoeding voor
honden is. Zal de minister initiatieven nemen om het
aantal bijtincidenten terug te dringen? Is het een
goed
idee
om
hondeneigenaars
een
bekwaamheidstest op te leggen? Zal de minister
overleggen met de sector over mogelijke
maatregelen? Zal zij overleggen met de minister
van Financiën over de mogelijkheid om een
familiale verzekering te verplichten voor eigenaars
van huisdieren?
15.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Malgré la législation claire dont la Belgique
dispose en matière de bien-être animal, les
infractions restent largement impunies. Au cours
des
cinq
dernières
années,
seulement
23 personnes ont été condamnées pour négligence
envers les animaux, seulement 292 amendes sur
520 ont été perçues et seulement trois personnes
ont reçu interdiction de détenir des animaux.
Pourtant, plus de 30 000 chiens et chats sont
abandonnés par leurs maîtres chaque année.
Quelles mesures la ministre prendra-t-elle pour
améliorer le bien-être animal? Une concertation
avec le ministre de la Justice est-elle menée en vue
d'une lutte conjointe contre les actes de cruauté
envers les animaux? La loi sur le bien-être animal
fait-elle l'objet d'une attention suffisante dans le
cadre de la politique de poursuite des parquets?
L'attaque récente d'une fillette de sept ans par un
Rottweiler à Schepdaal montre une fois de plus
l'importance d'une bonne éducation canine. La
ministre prendra-t-elle des initiatives pour réduire le
nombre de cas de morsures? Est-il judicieux
d'imposer aux maîtres de chiens un test d'aptitude?
La ministre se concertera-t-elle avec le secteur sur
les mesures à prendre éventuellement? Se
concertera-t-elle avec le ministre des Finances à
propos de la possibilité d'imposer une assurance
familiale aux propriétaires d'animaux domestiques?
15.02 Magda Raemaekers (sp.a): Hoewel ons
land beschikt over een wet op het dierenwelzijn, laat
de concrete invulling ervan vaak te wensen over. Zo
waren er in de voorbije vijf jaar zeer weinig
veroordelingen voor dierenverwaarlozing en werden
er nauwelijks boetes opgelegd. De wetgeving
vertoont ook een aantal hiaten. Er is geen
duidelijkheid over de kwalificatie `gevaarlijke hond'.
Het is ook een schande dat er geen verplichting is
om in schuthokken en zichtbare drinkvoorzieningen
te voorzien op weides en is het is nog steeds niet
verboden om honden aan te ketting te leggen. Het
is een goede zaak dat sommige gemeenten zelf
proberen om via het politiereglement de hiaten te
dichten.
Zal de minister, gezien de stijging van het aantal
gevallen van dierenverwaarlozing en de toestroom
in de asielen, extra initiatieven nemen in de strijd
tegen dierenmishandeling? Zal zij overleggen met
de minister van Justitie om hiervan een
vervolgingsprioriteit te maken?
Kunnen de
15.02 Magda Raemaekers (sp.a): Certes, notre
pays est doté d'une loi sur le bien-être des animaux
mais la mise en oeuvre concrète de cette loi laisse
souvent à désirer. C'est ainsi qu'au cours des cinq
dernières années, les condamnations pour
négligence à l'égard d'animaux ont été très peu
nombreuses et les amendes ont été encore plus
rares. La législation est en outre lacunaire. La
qualification de "chien dangereux" pêche par un
manque de clarté. De plus, il est scandaleux qu'il ne
soit pas obligatoire de prévoir des abris et des
abreuvoirs dans les prés, et il n'est toujours pas
interdit d'enchaîner les chiens. Le fait que certaines
communes tentent elles-mêmes de combler ces
lacunes par le biais du règlement de police est une
bonne chose.
Le
ministre
prendra-t-il
des
initiatives
supplémentaires dans le cadre de la lutte contre la
maltraitance à l'égard d'animaux compte tenu de
l'augmentation du nombre de cas de négligence et
de l'afflux d'animaux dans les refuges? Se
concertera-t-il avec le ministre de la Justice afin
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
gemeentes
verplicht
worden
een
gemeentereglement uit te vaardigen dat een aantal
minimale principes inzake dierenwelzijn verplicht
maakt?
d'en faire une priorité de la politique en matière de
poursuites? Les communes pourront-elles être
tenues de promulguer un règlement communal
rendant obligatoires certains principes minimaux en
matière de bien-être des animaux?
15.03
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De minister heeft niet de indruk dat
het aantal gevallen van dierenverwaarlozing stijgt.
Een stijging van het aantal klachten ligt deels aan
een grotere gevoeligheid van de publieke opinie
voor deze problematiek, deel aan de verhoogde
slagkracht van de controlediensten en deels aan de
grotere oplettendheid van de politie.
Ik heb een aantal prioriteiten opgesteld inzake
dierenwelzijn, zoals de opstelling van een
meerjarenplan voor de strijd tegen de overpopulatie
van zwerfkatten. Voor de problematiek van de
dieren in de wei in 2009 onderwerp van de
informatiecampagne `Blij op de wei' en over de
bijtincidenten heb ik de Raad voor Dierenwelzijn om
advies gevraagd. De ad hoc-werkgroepen gaan
eerstdaags van start.
Er wordt overlegd met de kabinetten van Justitie en
Financiën om de inbeslagname van dieren
efficiënter te laten verlopen. De controlediensten
kunnen over het algemeen rekenen op een goede
samenwerking met de parketten. Van de 86
Nederlandstalige en 60 Franstalige dossiers die in
2009 werden doorgestuurd naar de parketten,
werden er 8 Nederlandstalige en 4 Franstalige
geseponeerd, 6 keer stelde het parket een
minnelijke schikking voor en 5 dossiers leidden tot
een vonnis. Er zijn nog 19 Nederlandstalige en 20
Franstalige dossiers in vooronderzoek en in
respectievelijk 8 en 1 dossier loopt een
dagvaarding. Voor meer informatie over de
vervolgingsprioriteiten verwijs ik naar de minister
van Justitie.
15.03 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La ministre n'a pas le sentiment que le
nombre de cas de négligence à l'égard d'animaux
soit en augmentation. L'augmentation du nombre
de plaintes est due en partie à une plus grande
sensibilité de l'opinion publique à ce problème, en
partie à la capacité d'action accrue des services de
contrôle et en partie aussi à la vigilance accrue de
la police.
J'ai défini une série de priorités dans le domaine du
bien-être animal, comme la confection d'un plan
pluriannuel de lutte contre la surpopulation des
chats errants. Pour ce qui concerne le problème
des animaux gardés dans un pré thème, en 2009,
de la campagne d'information "Blijf op de wei"
(rester au pré), et les faits de morsure, j'ai demandé
l'avis du Conseil du Bien-être des Animaux. Les
groupes de travail ad hoc se mettront au travail
prochainement.
Les cabinets de la Justice et des Finances se
concerteront afin d'accroître l'efficacité de la saisie
des animaux. Les services de contrôle peuvent, de
manière générale, compter sur une bonne
collaboration avec les parquets. Parmi tous les
dossiers transmis aux parquets en 2009, huit des
quatre-vingt-six dossiers néerlandophones et quatre
des soixante dossiers francophones ont été classés
sans suite. Le parquet a proposé une transaction
six fois et cinq dossiers ont abouti à un jugement.
Dix-neuf dossiers néerlandophones et vingt
dossiers francophones se trouvent encore au stade
de
l'information
et,
dans
huit
dossiers
néerlandophones et un dossier francophone, une
citation à comparaître est en cours de traitement.
J'invite ceux qui souhaiteraient obtenir de plus
amples informations concernant les priorités en
matière de poursuites à se tourner vers le ministre
de la Justice.
Op basis van het advies van de Raad voor
Dierenwelzijn hoopt de minister een wetgeving in
verband met dieren op de weide te kunnen
opstellen, zodat geen beroep moet worden gedaan
op de gemeentereglementen. Het aan de ketting
leggen van honden werd door de controlediensten
nooit als een probleem gesignaleerd en is dus ook
niet in de lijst van prioriteiten opgenomen.
Om het probleem van bijtincidenten aan te pakken,
heeft de minister de Raad voor Dierenwelzijn
La ministre espère pouvoir rédiger une législation
sur les animaux en pâture sur la base de l'avis du
Conseil du bien-être des animaux, de manière à
supprimer le recours aux règlements communaux.
Les services de contrôle n'ont jamais considéré la
mise à la chaîne des chiens comme un problème et
cette question ne figure dès lors pas sur la liste des
priorités.
Pour répondre au problème des incidents de
morsure, la ministre a demandé au Conseil du bien-
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
gevraagd een werkgroep op te richten met
vertegenwoordigers van de hondenscholen, de
dierenbescherming, de fokkers en de dierenartsen.
Deze werkgroep zal zich buigen over de
mogelijkheid van een bekwaamheidstest voor
hondeneigenaars en de verplichting van een
familiale verzekering.
être des animaux de constituer un groupe de travail
réunissant des représentants des centres de
dressage, de la protection des animaux, des
éleveurs et des vétérinaires. Ce groupe de travail
examinera les options d'un test d'aptitude pour les
propriétaires de chiens et l'obligation d'une
assurance familiale.
15.04 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Er komt een meerjarenplan voor de
overpopulatie. Aan de Raad voor Dierenwelzijn
wordt een advies gevraagd. Ik ben ook tevreden dat
hij de maatregelen die Groot-Brittannië heeft
genomen, zal bestuderen.
15.04 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Un plan pluriannuel est annoncé pour la
surpopulation. L'avis du Conseil du bien-être des
animaux est demandé. Je me réjouis également
d'apprendre qu'il étudiera par la même occasion les
mesures adoptées par le Royaume-Uni.
15.05 Magda Raemaekers (sp.a): Ik smeek de
minister een reglement uit te vaardigen over
schuilhokken en drinkvoorzieningen in een weide.
Het gaat echt om dierenverwaarlozing. De politie
staat momenteel machteloos. De FOD vertikt het
momenteel om dit door te geven.
15.05 Magda Raemaekers (sp.a): Je conjure la
ministre d'arrêter un règlement pour imposer des
abris et des points d'eau dans les prairies. Il s'agit
véritablement de cas de négligence à l `égard
d'animaux. La police est actuellement impuissante.
Le SPF omet de réagir à ce type de problèmes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
samenwerking inzake dringende medische
hulpverlening in de grensstreek" (nr. 20074)
16 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera à
la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la collaboration en
matière d'aide médicale urgente dans la région
frontalière" (n° 20074)
16.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Enige
tijd geleden kwam bij een ernstig verkeersongeval
op Nederlands grondgebied in de Limburgse
grensstreek iemand om het leven en waren er
verschillende zwaargewonden. De ambulancedienst
bracht de slachtoffers naar het ziekenhuis van
Roermond, hoewel het ziekenhuis van Maaseik
dichterbij was.
Welke regeling geldt er inzake dringende medische
hulp voor de noodoproepen? Welke coördinatie
bestaat er tussen de Belgische en de Nederlandse
hulpdiensten? Bestaan er overeenkomsten met de
ziekenhuizen in de grensstreek?
16.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V):
Récemment, lors d'un accident grave de la
circulation survenu sur le territoire néerlandais,
dans la région frontalière du Limbourg, une
personne est décédée et plusieurs autres ont été
grièvement blessées. Le service ambulancier a
transporté les victimes à l'hôpital de Roermond
alors que l'hôpital de Maaseik est pourtant plus
proche.
Quelles dispositions s'appliquent en matière d'aide
médicale et d'appels urgents? Comment s'organise
la coordination entre les services de secours belges
et néerlandais? Les hôpitaux de la région frontalière
ont-ils conclu des accords?
16.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands):
Onlangs
werd een Benelux-
overeenkomst ondertekend die de organisatie regelt
van de dringende geneeskundige hulpverlening
tussen België en Nederland. Het antwoord op de
tweede vraag staat in die overeenkomst.
Als eerste principe geldt dat het gaat om niet-
structurele wederzijdse hulp. Elk land organiseert
zijn eigen systeem. Het is pas bij overbelasting van
het systeem dat het een beroep kan doen op het
16.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Une convention Benelux organisant
l'aide médicale urgente pour la Belgique et les
Pays-Bas vient d'être signée. La réponse à votre
deuxième question se trouve dans cette convention.
Le premier principe qui s'applique est celui d'une
aide réciproque non structurelle. Chaque pays
organise son propre système. C'est seulement en
cas de surcharge et s'il y a un réel avantage pour le
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
systeem van het buurland, indien dat een reële
waarde heeft voor de hulp aan de patiënt. Ook bij
ziekenhuizen wordt er slechts in een beperkt aantal
gevallen een beroep gedaan op het dichtstbijzijnde
ziekenhuis uit het andere land. Hierbij is
prehospitalisatie medicalisering een belangrijke
factor.
In dit geval blijkt dat de Nederlandse interventie
uitging van het Nederlandse oproepcentrum. Men
was waarschijnlijk van oordeel dat de patiënt naar
het ziekenhuis kon worden gebracht dat meestal
aangeduid wordt door de Nederlandse dispatching.
Het betreft een medische beslissing die tot de
verantwoordelijkheid behoort van de oproepcentrale
en diegene die de interventie doet.
patient que l'un des deux pays peut faire appel au
système de l'autre pays. De même, il n'est fait appel
aux hôpitaux les plus proches situés dans l'autre
pays que dans un petit nombre de cas. La prise en
charge médicale préhospitalière constitue un
facteur important dans ce contexte.
Il apparaît dans le cas présent que l'intervention
néerlandaise a eu lieu au départ du central
néerlandais. Il a probablement été estimé que le
patient pouvait être amené à l'hôpital qui est
généralement
désigné
par
le
dispatching
néerlandais. Il s'agit d'une décision médicale qui
relève de la responsabilité du central d'appel et de
la personne qui réalise l'intervention.
De
Nederlandse
ambulancediensten
zijn
vergelijkbaar
met
onze
paramedische
interventieteams. Wanneer een beroep wordt
gedaan op de diensten van een buurland, gebeurt
dat uitsluitend door de oproepcentrale van dat land,
zodat de vorderingsregels worden gerespecteerd.
Het is de gezondheidswerkers tijdelijk toegestaan
om op het grondgebied van het andere land de
handelingen uit te voeren die hen in hun eigen land
zijn toegestaan.
Les services ambulanciers néerlandais sont
comparables
à
nos
équipes
d'intervention
paramédicales. Lorsque les services d'un pays
voisin sont sollicités, cela se fait exclusivement par
le biais du central d'appel de ce pays, si bien que
les règles en matière de réquisition sont
respectées.
Ces prestataires de soins sont temporairement
autorisés à effectuer sur le territoire de l'autre pays
les actes qui leur sont autorisés dans leur propre
pays.
16.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Ik zal
het antwoord onderzoeken.
16.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Je vais
étudier votre réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "dierproeven
met apen" (nr. 20073)
- mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "dierproeven op primaten"
(nr. 20213)
17 Questions jointes de
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les expériences
pratiquées sur des singes" (n° 20073)
- Mme Rita De Bont à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"les expériences animales sur les primates"
(n° 20213)
17.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Grootschalige dierproeven met apen komen
helaas nog steeds regelmatig voor. Open Vld heeft
een resolutie ingediend om de transparantie bij
dierproeven te vergroten. Die resolutie werd vorige
week aangenomen. De Europese Commissie zet
ook vraagtekens bij de noodzaak van biomedische
proeven op apen. Tendentieuze rapporten van het
wetenschappelijk comité belast met gezondheids-
en leefmilieurisico's zouden de basis zijn om
vooralsnog de proeven te behouden.
17.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): L'expérimentation animale à grande échelle
sur les singes reste malheureusement une pratique
répandue. L'Open Vld a déposé une résolution en
vue de renforcer la transparence en matière
d'expérimentation animale. Cette résolution a été
adoptée la semaine dernière. La Commission
européenne s'interroge également sur la nécessité
d'effectuer des tests biomédicaux sur des singes. Il
semblerait que des rapports tendancieux du comité
scientifique chargé des risques sanitaires et
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
Heeft de minister weet van de twijfels binnen de
Europese Commissie? Hoe professioneel en
onafhankelijk werken de ethische commissies in
België? In hoeverre controleert en stuurt de
bevoegde minister dit bij?
environnementaux soient à l'origine de la poursuite
de ces expérimentations.
La ministre est-elle informée des réticences de la
Commission
européenne?
Les
commissions
éthiques en Belgique font-elles preuve du
professionnalisme et de l'indépendance requis?
Dans quelle mesure le ministre compétent contrôle-
t-il ces activités et apporte-t-il des correctifs?
17.02 Rita De Bont (VB): Deze commissie heeft
vorige week een voorstel van resolutie betreffende
een
grotere
transparantie
bij
dierproeven
goedgekeurd. Intussen staat men in dit land en aan
onze universiteiten wrede proeven op apen toe bij
hersenonderzoek, terwijl hetzelfde onderzoek in
Ashton met een grotere wetenschappelijke
nauwkeurigheid en op een niet-invasieve manier bij
de mens zelf wordt uitgevoerd. In heel wat
Europese landen zijn experimenten op apen al
volledig verboden. In de herziene Europese richtlijn
86/609 vraagt men naar een timing voor een
volledig verbod.
17.02 Rita De Bont (VB): La semaine dernière,
cette commission a approuvé une proposition de
résolution sur le renforcement de la transparence
en matière d'expérimentation animale. Mais, en
attendant, notre pays autorise nos universités à
pratiquer de cruelles expériences sur des singes
dans le cadre de recherches sur le cerveau, alors
que les mêmes recherches sont menées à Ashton
sur l'homme lui-même, avec une précision
scientifique supérieure et sur la base de méthodes
non invasives. De nombreux pays européens ont
déjà proscrit les expérimentations sur les singes. La
directive européenne réformée 86/609 demande
que soit fixé un calendrier en vue d'une interdiction
complète.
Vindt de minister - nu er alternatieven zijn - deze
experimenten nog steeds verantwoord? Overweegt
zij om een verbod uit te vaardigen van dierproeven
op gewervelde dieren die gebeuren voor andere
doeleinden dan deze van wetenschappelijk
onderzoek ten bate van de volksgezondheid?
Overweegt zij een verbod op dierproeven op
primaten, ongeacht de doeleinden? Stelt zij een
tijdsschema voorop om dierproeven op gewervelde
dieren, en meer bepaald op primaten, in de
toekomst te laten uitdoven?
La ministre considère-t-elle que ces expériences
sont toujours justifiées, alors qu'il existe des
alternatives?
Envisage-t-elle
d'interdire
l'expérimentation animale sur les animaux vertébrés
pratiquée à d'autres fins que la recherche
scientifique dans un projet de la santé publique?
Envisage-t-elle d'interdire l'expérimentation animale
sur les primates, pratiquée à quelque fin que ce
soit? Prévoit-elle un calendrier pour l'extinction
progressive de l'expérimentation animale sur les
animaux vertébrés, et en particulier sur les
primates?
17.03
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De minister en ikzelf feliciteren de
commissie met het voorstel van resolutie.
Het
rapport
van
januari
2009
van
het
wetenschappelijk comité belast met gezondheids-
en leefmilieurisico's is mij bekend. Ik ken het
rapport van de Europese Commissie en ik twijfel
niet aan de kwaliteit ervan. Het is een denkoefening
hoe verder met dierproeven op apen moet worden
omgegaan. Voor zulke diersoorten moeten de
proeven worden gerechtvaardigd door een
bijzondere ethische overweging. De lopende
herziening van de Europese richtlijn betreffende de
bescherming van dieren die voor experimentele en
andere wetenschappelijke doeleinden worden
gebruikt, gaat trouwens in die zin. Op Europees
niveau is er op dit ogenblik echter geen betwisting
over het nut van zulke proeven in specifieke
17.03 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La ministre et moi-même félicitons la
commission pour la proposition de résolution.
Je ne connais pas le rapport de janvier 2009 du
comité scientifique chargé des risques pour la santé
et l'environnement. Je connais celui de la
Commission européenne et je ne doute pas de sa
qualité. Il s'agit d'une réflexion sur la manière dont il
conviendra d'effectuer les expériences sur les
singes à l'avenir. Pour ces espèces animales, les
expériences doivent être justifiées par une
considération éthique particulière. La réforme en
cours de la directive européenne relative à la
protection des animaux utilisés à des fins
expérimentales ou à d'autres fins scientifiques va
d'ailleurs dans ce sens. Au niveau européen,
toutefois, l'utilité d'expériences de ce type
effectuées dans le cadre de domaines dérivés
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
afgeleide domeinen van het biomedisch onderzoek.
Zoals de wet voorschrijft, dient ieder laboratorium
zijn proefprotocollen vooraf aan een ethische
commissie voor te leggen. Mijn administratie
bevestigt dat die commissies met de nodige
professionaliteit functioneren.
spécifiques de la recherche biomédicale n'est
nullement mise en cause.
Comme le prévoit la loi, chaque laboratoire est tenu
de soumettre préalablement ses protocoles
d'expérimentation à une commission d'éthique. Mon
administration confirme que ces commissions font
preuve du professionnalisme requis.
Aan iedere commissie is minstens één extern lid
toegevoegd. Met de herziening van het KB inzake
de bescherming van proefdieren heb ik geëist dat in
elke commissie minstens een tweede extern lid
zitting zou hebben. Voorts maakt ook een
inspecteur van de FOD Dierenwelzijn deel uit van
de ethische commissie.
Inzake de dierproeven met primaten heb ik in mijn
beleidsnota melding gemaakt van de oprichting van
een specifieke evaluatiecommissie, een commissie
Primaten. Ik heb opdracht gegeven aan het
deontologisch comité om die specifieke commissie
te installeren, zodra het KB gepubliceerd is.
Ik ben ervan overtuigd dat de ethische en
wetenschappelijke expertise die vereist is voor de
evaluatie van dit soort projecten, versterkt moet
worden. In België gebeuren er geen dierproeven,
tenzij in het belang van de volksgezondheid of van
de gezondheid van de dieren. Er mag geen enkele
dierproef uitgevoerd worden indien er voor het
beoogde doel een alternatief bestaat. Ik deel de
bezorgdheid om proeven met diersoorten zoals
primaten met de grootste ethische overweging te
benaderen.
Tijdens de herziening van de Europese richtlijn
betreffende de bescherming van dieren in
experimenten of ander wetenschappelijk onderzoek
zijn er specifieke richtlijnen voorgesteld om aan
deze bezorgdheid te beantwoorden. Momenteel
wordt het nut van dergelijke proeven echter niet
betwist op Europees niveau. De ethische
commissie zal ons duidelijkheid kunnen verschaffen
over de alternatieven voor proeven op primaten.
Au moins un membre externe a été ajouté à chaque
commission. Lors de la révision de l'arrêté royal sur
la protection des animaux de laboratoire, j'ai exigé
qu'au moins un deuxième membre externe siège
dans chaque commission. De plus, un inspecteur
du SPF Bien-être des animaux siège également à la
commission éthique.
En ce qui concerne les expérimentations animales
pratiquées sur des primates, ma note de politique
générale signale la mise en place d'une commission
d'évaluation spéciale, une commission Primates.
J'ai chargé le comité déontologique d'installer cette
commission spéciale, dès que l'arrêté royal aura été
publié.
Je suis convaincu de la nécessité de renforcer
l'expertise éthique et scientifique requise pour
l'évaluation de tels projets. En Belgique, sauf dans
l'intérêt de la santé publique ou de la santé des
animaux, plus aucune expérimentation animale
n'est pratiquée. Si une alternative existe pour
atteindre l'objectif poursuivi, l'expérimentation
animale est proscrite. Je m'associe au souci
d'envisager l'expérimentation sur des espèces
animales comme les primates avec la plus grande
prudence éthique.
Des directives particulières ont été proposées pour
rencontrer cette préoccupation à l'occasion de la
révision de la directive européenne sur la protection
des animaux utilisés lors d'expériences ou d'autres
recherches scientifiques. Actuellement, l'utilité de
ces expérimentations n'est cependant pas remise
en question à l'échelon européen. La commission
éthique pourra nous éclairer sur les solutions
disponibles pour remplacer les expérimentations
sur les primates.
17.04 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Ik sta verstomd dat de minister zegt dat het
nut van proeven op apen niet betwist wordt op
Europees vlak. Ik ben echter blij dat zij instemt met
de opname van twee onafhankelijke leden in de
ethische commissies. Ik denk dat het Centrum van
Toxicogenomica, dat nu een andere naam heeft,
een belangrijke rol zal moeten spelen. Er zullen
meer controles moeten komen. De mensen in de
ethische
commissies
moeten
ook
meer
17.04 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Entendre la ministre déclarer que l'Europe ne
remet pas en question l'utilité de l'expérimentation
sur des primates me laisse perplexe. Je me réjouis
cependant qu'elle soit d'accord d'ajouter deux
membres indépendants aux commissions d'éthique.
Je pense que le Centre de toxicogénomique, qui
porte actuellement un autre nom, devra jouer un
rôle important. Il faudra davantage de contrôles. Les
membres des commissions d'éthique devront
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
verantwoording afleggen.
également se justifier davantage.
17.05 Rita De Bont (VB): Deze flyer bewijst dat tot
op heden apen aan de universiteit van Leuven in
gevangenschap worden gehouden met een
elektrode door hun schedel tot in hun hersenen. Dat
is nochtans een experiment waarvoor een
alternatief bestaat en die proeven zijn dus wettelijk
niet toegelaten. Ook in dit geval wordt de wet op het
dierenwelzijn echter niet toegepast.
17.05 Rita De Bont (VB): Ce dépliant prouve que
jusqu'à aujourd'hui, des primates ayant une
électrode implantée, au travers du crâne, dans le
cerveau sont maintenus en captivité à l'université de
Louvain. Il s'agit toutefois d'une expérience pour
laquelle il existe une alternative et, par conséquent,
ces expériences ne sont pas autorisées par la loi.
Dans ce cas également, la loi relative au bien-être
des animaux n'est pas appliquée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de erkenning
van psychiatrische deskundigen" (nr. 20084)
18 Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'agréation des experts
psychiatriques" (n° 20084)
18.01 Xavier Baeselen (MR): Onlangs ondervroeg
ik de minister van Justitie over het gerechtelijk
deskundigenonderzoek. Hij antwoordde me dat de
psychiaters-gerechtsdeskundigen erkend moeten
worden door
de Federale Overheidsdienst
Volksgezondheid en dat het departement deze
kwestie nader onderzocht.
Zijn er inderdaad problemen met betrekking tot de
psychiaters-gerechtsdeskundigen?
Zal
u
terugkomen op het koninklijk besluit waarin de
erkenningsnormen worden vastgelegd, of zal u op
zijn minst een nieuw initiatief nemen om de
problematiek
van
de
psychiaters-
gerechtsdeskundigen aan te pakken?
18.01 Xavier Baeselen (MR): J'ai récemment
interrogé le ministre de la Justice au sujet de
l'expertise judiciaire. Il m'a répondu que les experts
psychiatres devaient être agréés par le SPF Santé
publique et qu'une réflexion était en cours à cet
égard au sein du département
Dans quelle mesure confirmez-vous les éventuels
problèmes liés à l'expertise psychiatrique judiciaire?
Comptez-vous revenir sur l'arrêté royal qui fixe les
normes d'agréation ou, du moins, entamer un
nouveau travail pour aborder cette problématique
des experts psychiatres en matière judiciaire?
18.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Ik deel u het antwoord van minister Onkelinx mee.
Op dit ogenblik wordt de titel van geneesheer-
specialist in de gerechtelijke psychiatrie niet
vermeld in het koninklijk besluit van 25 november
1991. De Hoge Raad van geneesheren-specialisten
en van huisartsen heeft onlangs onderzocht of het
opportuun was die beroepstitel in te voeren. De
Raad lijkt eerder te opteren voor het aanvullend
certificaat dan voor de invoering van een
specialisme op zich. Alvorens ik dienaangaande
een standpunt inneem, wil ik over het officieel
advies van de Hoge Raad beschikken. Ik zal ook
overleg moeten plegen met mijn collega van
Justitie.
18.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Voici la réponse de Mme Onkelinx. Il
n'existe pas, à l'heure actuelle, de titre de médecin
spécialiste en psychiatrie judiciaire dans l'arrêté
royal du 25 novembre 1991. Le Conseil supérieur
des médecins spécialistes et généralistes s'est
récemment penché sur l'opportunité de la création
de ce titre professionnel et semble vouloir opter
pour le certificat complémentaire plutôt que pour la
création d'une spécialité à part entière. Avant de
prendre attitude à cet égard, je souhaite disposer de
l'avis officiel du Conseil supérieur. Une concertation
avec mon collègue de la Justice sera nécessaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de RIZIV-
19 Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le remboursement par
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
terugbetaling van borstreconstructies met vrije
flappen" (nr. 20157)
l'INAMI des reconstructions mammaires par
lambeaux libres" (n° 20157)
19.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Op
1 december 2008 is er een KB in werking getreden
dat ervoor zou zorgen dat borstreconstructies met
vrije flap, de zogenaamde warme borst, zouden
worden terugbetaald door het ziekenfonds.
Sindsdien heb ik echter vele mails ontvangen van
mensen die helaas niet voldoende vergoed werden.
Ik heb alle mails aan de minister bezorgd en ik
meen dat die mensen een duidelijk antwoord
moeten krijgen.
Kan de minister uitsluitsel geven over hoe de
terugbetaling van de techniek met vrije flap
gebeurt? Is de beloofde rondzendbrief betreffende
de terugbetalingsmodaliteiten verstuurd en kunnen
wij daar inzage van krijgen? Hoever staat het
onderzoek naar de prijzen voor deze nieuwe
technieken? Hoe worden de verschillen verklaard
tussen de lijst van de maximumbedragen en de
bedragen die de patiënten na hun operatie moeten
betalen? Heeft de minister aan alle betrokken
vrouwen een antwoord gestuurd?
19.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Le
1er décembre 2008, un arrêté royal autorisant les
mutualités à rembourser les reconstructions
mammaires par lambeaux libres - permettant
d'avoir à nouveau un sein à la température du corps
-est entré en vigueur. Depuis lors, j'ai reçu de
nombreux courriels de personnes qui n'avaient pas
été remboursées correctement. J'ai transmis tous
ces courriels à la ministre et j'estime que ces
personnes ont droit à une réponse précise.
La ministre peut-elle nous renseigner sur le
remboursement de la technique dite du lambeau
libre? La circulaire annoncée relative aux modalités
de remboursement a-t-elle été envoyée dans
l'intervalle? La pouvons-nous consulter? Où en est
l'étude relative aux prix de ces nouvelles
techniques?
Comment
expliquez-vous
les
différences entre la liste des prix maximaux et les
montants facturés aux patientes après l'opération?
La ministre a-t-elle fait parvenir une réponse à
toutes les femmes concernées?
19.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Sinds 1 december 2008 werden de
terugbetalingen voor de borstreconstructies herzien,
zodat de laatste technieken, waaronder de
zogenaamde warme borst en technieken met de
vrije flap, terugbetaald worden.
Ik heb hierover een brief gestuurd naar de nationale
commissie Geneesheren-Ziekenfondsen. Het RIZIV
heeft daarop plastische chirurgen schriftelijk
bevraagd over het aanrekenen van hoge bedragen
aan patiënten voor borstconstructies met vrije flap.
De antwoorden werden besproken tijdens een
vergadering van de werkgroep Plastische Chirurgie
van de TGR op 1 oktober 2009. De bespreking in
de werkgroep van de TGR loopt nog verder.
Het probleem is dat de nomenclatuurtarieven enkel
verplicht zijn voor geconventioneerde artsen. Een
niet-geconventioneerde arts kan zijn tarieven vrij
bepalen. Wij raden de patiënt altijd aan zich te
bevragen betreffende het statuut van de arts om
verrassingen te vermijden. In het nieuwe akkoord
geneesheren-ziekenfondsen werden modaliteiten
opgenomen die moeten toelaten te weten wanneer
een arts geconventioneerd is en wanneer niet.
De minister zal de e-mails van de betrokken
vrouwen de komende dagen beantwoorden.
19.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Les remboursements relatifs à la
reconstruction mammaire ont été reconsidérés le
1
er
décembre 2008, de sorte que les dernières
techniques, parmi lesquelles la reconstruction par
tissus vivants et la reconstruction par lambeaux
libres, sont désormais remboursées.
J'ai adressé un courrier à ce sujet à la Commission
nationale médico-mutualiste. À cette occasion,
l'INAMI a posé des questions écrites à des
chirurgiens esthétiques sur les montants parfois
élevés facturés aux patientes ayant subi une
reconstruction mammaire par lambeaux libres. Les
réponses ont été examinées le 1
er
octobre 2009 au
cours d'une réunion du groupe de travail Chirurgie
Plastique du CTM. Ces discussions sont toujours
en cours.
Le problème est que les tarifs de la nomenclature
ne sont contraignants que pour les médecins
conventionnés, un médecin non conventionné
pouvant fixer librement ses tarifs. Pour éviter
certaines déconvenues, nous recommandons
toujours au patient de se renseigner sur le statut du
médecin. Des dispositions devant permettre de
savoir si un médecin est conventionné ou non ont
été incluses dans le nouvel accord médico-
mutualiste.
La ministre répondra dans les prochains jours aux
courriels envoyés par les femmes concernées.
09/03/2010
CRABV 52
COM 819
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
19.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Ik blijf toch op
mijn honger zitten. De minister zegt dat alle stappen
zijn gezet en dat er duidelijkheid is gecreëerd. Uit de
toevloed aan e-mails weet ik echter dat er geen
duidelijkheid is over het deel dat terugbetaald wordt.
Ik begrijp het verschil tussen geconventioneerde en
niet-geconventioneerde artsen, maar er zou een
eenduidig antwoord moeten komen op de vraag
welke nu juist de tarieven zijn die aangerekend
mogen worden bij een geconventioneerde arts.
Het is positief dat er nog altijd vergaderingen
gehouden worden op het RIZIV en ik reken erop dat
daar een goed resultaat uit komt. Mag ik ook vragen
dat de minister mij in cc plaatst wanneer zij zou
antwoorden op de mails?
19.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Je reste tout
de même sur ma faim. La ministre affirme que
toutes les démarches ont été entreprises et que la
situation a été clarifiée. Je sais pourtant, au vu de
l'afflux de courriels envoyés à ce sujet, que les
personnes concernées ne savent pas précisément
quelle est la partie remboursée. Je comprends la
distinction entre les médecins conventionnés et les
autres, mais il faudrait établir clairement les tarifs
que peuvent facturer les médecins conventionnés.
Je suis heureuse d'apprendre que des réunions
seront encore organisées à ce sujet à l'INAMI et
j'espère qu'elles déboucheront sur un résultat
acceptable. Puis-je également demander que la
ministre m'envoie une copie Cc des courriels
auxquels elle répondra?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van mevrouw Magda Raemaekers aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het gebruik
van stroppen" (nr. 20170)
20 Question de Mme Magda Raemaekers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'utilisation de collets"
(n° 20170)
20.01 Magda Raemaekers (sp.a): In Bassenge
werd onlangs een das in een strop gevonden. In
Vlaanderen is het al een aantal jaren verboden om
te jagen met een strop, in Wallonië is het nog
steeds toegelaten als methode om vossen te
vangen, maar ook dassen sterven in de stroppen.
Het gebruik van een strop is barbaars en maakt ook
slachtoffers
onder
beschermde
diersoorten.
Gisteren antwoordde Waals minister Lutgen dat hij
de zaak zou onderzoeken en gaf hij toe dat het om
ongeoorloofd dierenleed ging.
Zal minister Onkelinx overleggen met minister
Lutgen om het gebruik van stroppen te verbieden?
Wanneer mogen wij resultaten verwachten?
20.01 Magda Raemaekers (sp.a): Un blaireau a
récemment été retrouvé mort dans un piège à
collet, à Bassenge. Si la chasse au collet est
interdite en Flandre depuis quelques années, elle
reste tolérée en Wallonie pour attraper des renards;
mais des blaireaux aussi périssent dans ces pièges.
Le recours au collet est une pratique barbare et fait
des victimes parmi les espèces animales
protégées. Le ministre wallon Lutgen a répondu hier
qu'il allait examiner la question et a reconnu qu'il
s'agit d'une souffrance animale inadmissible.
La ministre Onkelinx se concertera-t-elle avec le
ministre Lutgen afin d'interdire l'utilisation des
pièges à collet? Quand pouvons-nous espérer des
résultats?
20.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De minister deelt de bezorgdheid van
mevrouw Raemaekers en is verbaasd dat dergelijke
praktijken nog steeds toegelaten zijn. De jacht en
de bescherming van fauna en flora zijn
bevoegdheden van de Gemeenschappen en
Gewesten. Volgens de federale wetgeving is het
doden van gewervelde dieren zonder verdoving via
de jacht enkel toegelaten ter bestrijding van
schadelijke organismen en enkel via de snelste en
minst pijnlijke methode, wat hier duidelijk niet het
geval is.
20.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La ministre partage l'inquiétude de
Mme Raemaekers et s'étonne que de telles
pratiques soient encore tolérées. La chasse et la
protection de la faune et de la flore relèvent des
compétences des Communautés et Régions. La
législation fédérale prévoit qu'un vertébré ne peut
être tué sans anesthésie par le biais de la chasse
que s'il s'agit de lutter contre les organismes
nuisibles et en employant la méthode la plus rapide
et la moins douloureuse pour l'animal, ce qui n'est
manifestement pas le cas en l'occurence.
De minister heeft haar diensten gevraagd om via
deze wetgeving te proberen om het gebruik van de
La ministre a demandé à ses services de tenter
d'interdire l'usage du collet par le biais de cette
CRABV 52
COM 819
09/03/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
strop te verbieden en zij zal minister Lutgen hierover
interpelleren.
législation et elle interpellera M. Lutgen à ce sujet.
20.03 Magda Raemaekers (sp.a): Dieren kennen
geen grenzen en de jachtwetgeving zou daarom
overal hetzelfde moeten zijn. Ik dank de minister dat
ze deze praktijken wil beëindigen en dat ze
daarover zal overleggen met minister Lutgen.
20.03 Magda Raemaekers (sp.a): Les animaux
ignorant les frontières, la législation sur la chasse
devrait être la même partout. Je remercie la
ministre de sa volonté de mettre fin à ces pratiques
et de se concerter avec M. Lutgen à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Luc Goutry aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het niet registreren van
zorgkundigen" (nr. 20185)
21 Question de M. Luc Goutry à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la non-reconnaissance d'aides-soignants"
(n° 20185)
21.01 Luc Goutry (CD&V): Sinds enkele weken
werkt de minister aan een oplossing voor het
probleem van de zorgkundigen die een diploma
haalden
via
sociale
promotie
of
een
beroepsopleiding ter aanvulling van elders
verworven kwalificaties. De erkenningscommissie
van de Nationale Raad voor Verpleegkunde erkent
die diploma's niet, omdat ze zich vragen stelt bij de
volwaardigheid van de opleiding.
Wat is de stand van zaken? Wanneer komt er een
concreet voorstel?
21.01 Luc Goutry (CD&V): Depuis quelques
semaines, la ministre cherche à résoudre le
problème des aides-soignants qui ont obtenu le
diplôme par la filière de la promotion sociale ou
d`une formation professionnelle en complément de
qualifications
acquises
antérieurement.
La
commission d'agrément du Conseil national de l'art
infirmier met en doute la qualité de la formation et
ne reconnaît pas ces diplômes.
Quel est l'état de ce dossier? Quand une
proposition concrète sera-t-elle présentée?
21.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Volgens de erkenningscommissie
stemt deze opleiding niet overeen met criteria uit
het KB van 12 januari 2006. Deze gebrekkige
opleiding werd in het verleden al aan de kaak
gesteld door de administratie van de minister en de
informatie werd ook aan Vlaams minister
Vandeurzen bezorgd. Er wordt een tijdelijke
maatregel voorbereid voor de personen die de
opleiding reeds volgden, maar vanaf maart is het de
bedoeling dat deze cursus wordt stopgezet. In alle
erkenningsdossier moet aandachtig omgesprongen
worden met het garanderen van de kwaliteit van de
zorg. De dossiers van de betrokkenen zullen in dat
kader op individuele basis worden bekeken.
21.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Selon la commission d'agrément,
cette formation n'est pas conforme aux critères de
l'arrêté royal du 12 janvier 2006. Cette formation
lacunaire a été dénoncée par le passé par
l'administration de la ministre et l'information a été
communiquée au ministre flamand, M. Vandeurzen.
Une mesure provisoire est en préparation pour les
personnes qui ont déjà suivi la formation mais il est
prévu de mettre un terme à ce cours à partir de
mars. Il faut être attentif à la garantie de qualité des
soins dans tous les dossiers d'agrément. Les
dossiers
des
intéressés
seront
examinés
individuellement dans ce cadre.
21.03 Luc Goutry (CD&V): Ik hoop dat er snel een
beslissing wordt genomen. Er is een grote
schaarste
aan
zorgkundigen.
De
huidige
onwetendheid over de erkenning van de diploma's
is niet goed. Hopelijk zal het overleg met Vlaams
minister Vandeurzen snel plaatsvinden.
21.03 Luc Goutry (CD&V): J'espère qu'une
décision sera prise rapidement. La pénurie d'aides-
soignants est très grande. L'ignorance actuelle à
propos de la reconnaissance des diplômes n'est
pas une bonne chose. Espérons que la concertation
avec le ministre flamand, monsieur Vandeurzen ne
tardera pas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.23 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17 h 23.