KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 777
CRABV 52 COM 777
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
Woensdag
Mercredi
03-02-2010
03-02-2010
Namiddag
Après-midi
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
09/02/2010, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
09/02/2010, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties:
Abréviations dans la numérotation des publications:
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen:
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail:
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél.: 02/ 549 81 60
Fax: 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail:
publications@laChambre.be
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de Codex
Alimentarius" (nr. 18179)
1
Question de Mme Katia della Faille de Leverghem
à la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le Codex Alimentarius"
(n° 18179)
1
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Jean-Marc Delizée
, staatssecretaris voor
Sociale Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Jean-Marc Delizée
, secrétaire d'État aux
Affaires sociales, chargé des Personnes
handicapées
Vraag van mevrouw Magda Raemaekers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de sterilisatie van katten"
(nr. 18258)
2
Question de Mme Magda Raemaekers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la stérilisation des chats" (n° 18258)
2
Sprekers: Magda Raemaekers, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Magda Raemaekers, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de organisatie van de
artsenverkiezingen" (nr. 18275)
3
Question de M. Koen Bultinck à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'organisation des élections au sein des
syndicats de médecins" (n° 18275)
3
Sprekers:
Koen
Bultinck,
Jean-Marc
Delizée, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Koen Bultinck, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "fenylketunorie" (nr. 18418)
5
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la phénylcétonurie" (n° 18418)
5
Sprekers: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
rol
van
de
organochloorpesticiden in de ontwikkeling van de
ziekte van Parkinson" (nr. 18419)
6
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le rôle des pesticides organochlorés
dans le développement de la maladie de
Parkinson" (n° 18419)
6
Sprekers: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Martine De Maght aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "allochtone verzorgenden in rust-
en
verzorgingshuizen
en
ziekenhuizen"
(nr. 18433)
7
Question de Mme Martine De Maght à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le personnel soignant allochtone
dans les maisons de soins et de repos ainsi que
dans les hôpitaux" (n° 18433)
7
Sprekers: Martine De Maght, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Martine De Maght, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de
minister van Klimaat en Energie over "het door
9
Question de M. Georges Dallemagne au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "la position belge
9
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
België verdedigde standpunt op de volgende
Conferentie der partijen van CITES" (nr. 18458)
défendue lors de la prochaine Conférence des
parties à la CITES" (n° 18458)
Sprekers: Georges Dallemagne, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Georges Dallemagne, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gsm-gebruik door kinderen"
(nr. 18468)
10
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'utilisation des GSM par les enfants"
(n° 18468)
10
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de toepassing van de resolutie
betreffende een betere beschikbaarstelling van
consumenteninformatie bij aankoop van een gsm
en betreffende de bescherming van de
gezondheid van de burgers tegen de aan
elektromagnetische vervuiling verbonden risico's"
(nr. 18699)
10
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la mise en application de la
résolution visant à améliorer la disponibilité
d'informations à l'attention des consommateurs
lors de leurs achats de GSM et à protéger la
santé des citoyens contre les risques liés à la
pollution électromagnétique" (n° 18699)
10
Sprekers: Magda Raemaekers, Thérèse
Snoy et d'Oppuers, Jean-Marc Delizée
,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Magda Raemaekers, Thérèse
Snoy et d'Oppuers, Jean-Marc Delizée
,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gebruik van koper om
infecties tegen te gaan" (nr. 18472)
12
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'utilisation du cuivre pour lutter contre les
infections" (n° 18472)
12
Sprekers: Rita De Bont, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Rita De Bont, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
13
- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de groepshuisvesting van
zeugen" (nr. 18643)
13
- Mme Meyrem Almaci à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
système d'élevage collectif des truies" (n° 18643)
13
- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het verslag van de Food and
Veterinary Office" (nr. 18644)
13
- Mme Meyrem Almaci à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
rapport du Food and Veterinary Office" (n° 18644)
13
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het niet naleven van de wet op
het
dierenwelzijn
in
varkenskwekerijen"
(nr. 18735)
13
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le non-respect de la loi relative au bien-être
des animaux dans les élevages de porcs"
(n° 18735)
13
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid
over
"het
Europese
13
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur
13
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
onderzoek naar varkenskwekerijen" (nr. 18717)
"l'enquête européenne sur les élevages de porcs"
(n° 18717)
- mevrouw Magda Raemaekers aan de minister
van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "het niet naleven van de
wet op het dierenwelzijn in varkenskwekerijen"
(nr. 18734)
13
- Mme Magda Raemaekers à la ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "le non-respect de la loi
relative au bien-être des animaux dans les
élevages de porcs" (n° 18734)
13
Sprekers:
Meyrem
Almaci,
Magda
Raemaekers,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs:
Meyrem
Almaci,
Magda
Raemaekers, Jean-Marc Delizée, secrétaire
d'État aux Affaires sociales, chargé des
Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de voedingsverbintenissen in de
agro-voedingssector" (nr. 18653)
16
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les engagements nutritionnels dans
le secteur agro-alimentaire" (n° 18653)
16
Sprekers: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
17
Questions jointes de
17
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het protocolakkoord met
betrekking tot het gezondheidsbeleid inzake drugs
dat op 30 mei 2001 tussen de federale overheid
en de Gemeenschappen en de Gewesten werd
afgesloten" (nr. 18779)
17
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le protocole d'accord entre l'État
fédéral, les Communautés et les Régions du
30 mai 2001 concernant la politique de santé en
matière de drogues" (n° 18779)
17
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de Interministeriële Conferentie
Drugs" (nr. 18864)
17
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
Conférence interministérielle Drogues" (n° 18864)
17
Sprekers: Koen Bultinck, Thérèse Snoy et
d'Oppuers,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Koen Bultinck, Thérèse Snoy et
d'Oppuers, Jean-Marc Delizée
, secrétaire
d'État aux Affaires sociales, chargé des
Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de functie 'praktijkassistent in de
eerstelijnsgezondheidszorg'" (nr. 18811)
20
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la fonction d'assistant en soins de
santé de première ligne" (n° 18811)
20
Sprekers: Maya Detiège, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Maya Detiège, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het negatief advies van EMEA
betreffende het gebruik van Avastin" (nr. 18812)
21
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'avis négatif d'EMEA relatif à
l'utilisation d'Avastin" (n° 18812)
21
Sprekers: Maya Detiège, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Maya Detiège, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
23
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
23
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
uitbreiding
van
de
terugbetaling van de preventieve behandeling
(Palivizumab) tegen de RSV-infecties (Respiratoir
Syncytieel Virus)" (nr. 18813)
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "l'extension du remboursement du
traitement préventif (Palivizumab) contre les
infections VRS (Virus Respiratoire Syncytial)"
(n° 18813)
Sprekers: Maya Detiège, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Maya Detiège, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gevaar van Bisfenol A"
(nr. 18829)
24
Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les dangers du Bisphénol A"
(n° 18829)
24
Sprekers: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "een eenvoudige test om nood
aan
cholesterolverlagers
in
te
schatten"
(nr. 18830)
24
Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "un test simple pour évaluer la
nécessité
de
prendre
des
hypocholestérolémiants" (n° 18830)
24
Sprekers: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de vergiftigingen die door
vervallen geneesmiddelen worden veroorzaakt"
(nr. 18842)
25
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "les intoxications causées par l'usage
de médicaments périmés" (n° 18842)
25
Sprekers: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Colette Burgeon, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de elektronische sigaret"
(nr. 18877)
26
Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la cigarette électronique" (n° 18877)
26
Sprekers: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Lieve Van Daele, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de bevolkingsgroei in het
Brussels Gewest en de gevolgen ervan voor de
gezondheid" (nr. 18916)
28
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la croissance démographique en Région
bruxelloise et ses conséquences sur la santé"
(n° 18916)
28
Sprekers: Zoé Genot, Jean-Marc Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Zoé Genot, Jean-Marc Delizée,
secrétaire d'État aux Affaires sociales, chargé
des Personnes handicapées
Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het geschil tussen de OCMW's
en het RIZIV over het niet-verlenen van
29
Question de M. Éric Thiébaut à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le contentieux qui oppose les CPAS à l'INAMI
suite au refus d'accorder des indemnités de
29
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
uitkeringen door het ziekenfonds aan zieken die in
psychiatrische
ziekenhuizen
verblijven"
(nr. 18956)
mutuelle aux personnes hébergées en hôpital
psychiatrique" (n° 18956)
Sprekers:,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs:, Jean-Marc Delizée, secrétaire
d'État aux Affaires sociales, chargé des
Personnes handicapées
Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de behandeling van ichtyosis"
(nr. 19009)
31
Question de M. Christian Brotcorne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "le traitement de l'ichtyose" (n° 19009)
31
Sprekers: Christian Brotcorne, voorzitter van
de
cdH-fractie,
Jean-Marc
Delizée,
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast
met Personen met een handicap
Orateurs: Christian Brotcorne, président du
groupe cdH, Jean-Marc Delizée, secrétaire
d'État aux Affaires sociales, chargé des
Personnes handicapées
Vraag van mevrouw Magda Raemaekers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het elektronisch toezicht van
rusthuisbewoners" (nr. 19040)
32
Question de Mme Magda Raemaekers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale, sur "la surveillance électronique de
pensionnaires de maisons de repos" (n° 19040)
32
Sprekers: Magda Raemaekers, Jean-Marc
Delizée
, staatssecretaris voor Sociale Zaken,
belast met Personen met een handicap
Orateurs: Magda Raemaekers, Jean-Marc
Delizée
, secrétaire d'État aux Affaires
sociales, chargé des Personnes handicapées
Samengevoegde vragen van
33
Questions jointes de
33
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de te hoge gezondheidsfactuur
voor één op drie Belgen" (nr. 19041)
33
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "une facture de soins de santé trop élevée
pour un Belge sur trois" (n° 19041)
33
- mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de gezondheidszorg die te duur
is voor een derde van de Belgen" (nr. 19152)
33
- Mme Lieve Van Daele à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "les soins de santé trop chers pour un tiers
des Belges" (n° 19152)
33
Sprekers: Magda Raemaekers, Lieve Van
Daele, Jean-Marc Delizée
, staatssecretaris
voor Sociale Zaken, belast met Personen met
een handicap
Orateurs: Magda Raemaekers, Lieve Van
Daele, Jean-Marc Delizée
, secrétaire d'État
aux Affaires sociales, chargé des Personnes
handicapées
Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met Maatschappelijke Integratie, over "de stand
van zaken van het Belgisch Centrum voor
alternatieven voor dierproeven" (nr. 18630)
34
Question de Mme Katia della Faille de Leverghem
à la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la situation du Centre
belge
des
méthodes
alternatives
à
l'expérimentation animale" (n° 18630)
34
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Jean-Marc Delizée
, staatssecretaris voor
Sociale Zaken, belast met Personen met een
handicap
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Jean-Marc Delizée
, secrétaire d'État aux
Affaires sociales, chargé des Personnes
handicapées
Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"orgaandonatie door levende donoren" (nr. 19071)
36
Question de Mme Katia della Faille de Leverghem
à la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les dons d'organes par
des personnes en vie" (n° 19071)
36
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Jean-Marc Delizée
, staatssecretaris voor
Sociale Zaken, belast met Personen met een
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Jean-Marc Delizée
, secrétaire d'État aux
Affaires sociales, chargé des Personnes
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
vi
handicap
handicapées
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
WOENSDAG
03
FEBRUARI
2010
Namiddag
______
du
MERCREDI
03
FÉVRIER
2010
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en
voorgezeten door mevrouw Thérèse Snoy et
d'Oppuers.
La réunion publique est ouverte à 14 h 21 par
Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers, présidente.
01 Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke Integratie, over "de
Codex Alimentarius" (nr. 18179)
01 Question de Mme Katia della Faille de
Leverghem à la vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique,
chargée de l'Intégration sociale, sur "le Codex
Alimentarius" (n° 18179)
01.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Bij sommige burgers groeit de onrust over de
implementatie van de Codex Alimentarius. Zo
zouden alle alternatieve medicijnen worden
beschouwd als geneesmiddelen en uitsluitend
verkrijgbaar zijn op doktersrecept. Ook biovoeding
zou geleidelijk aan worden verboden.
Wat vindt de minister van deze verregaande
bepalingen? Wanneer worden ze van kracht in
België? Wordt er voorzien in begeleidende
overgangsmaatregelen?
Vld): Je ne disposais pas des informations
correctes au moment de la rédaction de la question.
Il faut faire taire les détracteurs du codex, parce que
les rumeurs les plus folles circulent sur l'Internet et
ailleurs. Certains pharmaciens ignorent également
quelle est la situation précise. Il faut une
communication claire à l'adresse du citoyen.
01.04
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Ik zal minister Onkelinx hiervan op de
hoogte brengen.
01.04 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais):
J'en
informerai
la
ministre,
Mme Onkelinx.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Magda Raemaekers aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de sterilisatie
van katten" (nr. 18258)
02 Question de Mme Magda Raemaekers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la stérilisation des
chats" (n° 18258)
02.01 Magda Raemaekers (sp.a): Eind vorig jaar 02.01 Magda Raemaekers (sp.a): À la fin de
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
kondigde de minister aan dat hij overweegt om alle
jonge katten in asielen, kwekerijen en dierenwinkels
verplicht te laten steriliseren en dat hij een studie
heeft
aangevraagd
over
de
eventuele
gezondheidsrisico's van sterilisatie van jonge
dieren.
Bij welke instelling werd dat wetenschappelijk
onderzoek aangevraagd? Wanneer worden de
resultaten verwacht? Overweegt de minister om
naast een verplichte sterilisatie ook een verplichte
identificatie in te voeren voor huiskatten? Is de
minister goed op de hoogte van het beleid van de
gemeenten inzake zwerfkatten? Is daarin bijsturing
nodig? Ik denk aan de verplichting van een
specifiek zwerfkattenbeleid met een kattenvanger.
l'année passée, le ministre avait annoncé qu'il
envisageait de faire stériliser tous les chatons
gardés dans des refuges, des élevages et des
animaleries, et qu'il avait commandé une étude sur
les éventuels risques pour la santé animale d'une
stérilisation d'individus jeunes.
À quelle institution le ministre a-t-il demandé de
réaliser cette étude scientifique? Quand les
résultats de cette étude devraient-ils être rendus
publics? Le ministre envisage-t-il d'instaurer, outre
une stérilisation obligatoire, une identification
obligatoire pour les chats domestiques? Est-il bien
informé de la politique mise en oeuvre par les
communes en matière de chats errants? Ne pense-
t-il pas qu'il conviendrait d'apporter certains
correctifs à cette politique? Je songe à une mesure
qui obligerait les communes à appliquer une
politique spécifiquement axée sur les chats errants,
politique qui impliquerait le recours aux services
d'une personne chargée de capturer ces chats.
02.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De faculteit voor Diergeneeskunde
van
de
Universiteit
van
Gent
zal
de
wetenschappelijke studie over de sterilisatie van
katten afgerond hebben in september 2012.
Minister Onkelinx heeft de dienst Dierenwelzijn
gevraagd een meerjarenplan op te stellen waarin
zowel de verplichte identificatie is opgenomen als
maatregelen tegen de overbevolking in de
opvangcentra. De minister staat achter het voorstel
van de Raad voor Dierenwelzijn om alle gemeenten
te verplichten een actieplan inzake zwerfkatten uit te
werken. De diensten van de minister werken aan
een wetgeving daarvoor.
02.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La faculté de médecine vétérinaire de
l'Université de Gand aura terminé en septembre
2012 l'étude scientifique relative à la stérilisation
des chats.
La ministre Onkelinx a demandé au service Bien-
être des animaux d'établir un plan pluriannuel
prévoyant à la fois une identification obligatoire des
chats et des mesures contre leur surpopulation
dans les centres d'accueil. La ministre soutient la
proposition du Conseil du Bien-être des animaux
consistant à obliger toutes les communes à
échafauder un plan d'action en matière de chats
errants. Les services de la ministre s'attèlent
actuellement à l'élaboration d'une législation ad hoc.
02.03 Magda Raemaekers (sp.a): Zwerfkatten zijn
een groot probleem in alle gemeenten. Zij zullen
opgelucht zijn dat er een wettelijke verplichting komt
om dit probleem aan te pakken.
02.03 Magda Raemaekers (sp.a): Les chats
errants sont un problème majeur dans toutes les
communes. Elles seront soulagées d'apprendre
qu'une obligation légale va être instaurée pour le
résoudre.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag 18263 van mevrouw Nyssens
werd omgezet in een schriftelijke vraag.
L'incident est clos.
La présidente: La question n°18263 de
Mme Clotilde Nyssens est transformée en question
écrite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de organisatie van de
artsenverkiezingen" (nr. 18275)
03 Question de M. Koen Bultinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'organisation des
élections au sein des syndicats de médecins"
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
(n° 18275)
03.01 Koen Bultinck (VB): Via de ministerraad
van 8 januari hebben we akte genomen van de
procedure voor artsenverkiezingen van juni 2010.
Nieuw is dat men kan stemmen via elektronische
weg. Verder druisen de verkiezingen in tegen de
consensus die in dit Parlement was gegroeid dat er
alleen monodisciplinaire syndicaten zouden kunnen
participeren.
Kan de minister de kiesprocedure toelichten? In
welke mate verschilt de procedure met die uit het
verleden? Kan de minister uitsluitsel geven over wie
nu mag deelnemen aan de verkiezing en wie niet?
03.01 Koen Bultinck (VB): Nous avons pris
connaissance de la procédure des élections
médicales de juin 2010 par le biais du Conseil des
ministres. La possibilité de voter par la voie
électronique constitue une innovation. Par ailleurs,
ces élections vont à l'encontre du consensus
intervenu au sein de ce Parlement pour n'autoriser
que les syndicats monodisciplinaires à y prendre
part.
Le ministre pourrait-il fournir des précisons au sujet
de la procédure électorale? Dans quelle mesure la
procédure est-elle aujourd'hui différente? Le
ministre pourrait-il indiquer qui, en définitive, peut y
participer et qui ne le peut pas?
03.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De ontwerpteksten die aan de
ministerraad werden voorgelegd, gaan voornamelijk
over de wijziging van de stemmodaliteiten. Nieuw is
dat de artsen ook via hun computer zullen kunnen
stemmen, naast de klassieke manier die behouden
blijft. De voorlopige kiezerslijst zal ook elektronisch
raadpleegbaar zijn.
Er zijn wijzigingen aan de voorwaarden om te
mogen kandideren. Het blijft zo dat de instantie
multidisciplinair moet zijn en zowel de belangen van
de huisartsen als van de specialisten moet
verdedigen. Het idee circuleert inderdaad om ook
monodisciplinaire representatieve organisaties aan
de medische verkiezingen te laten deelnemen in de
toekomst.
Ik ben net als mijn voorganger een voorstander van
een unieke nationale commissie geneesheren-
ziekenfondsen met multidisciplinaire syndicaten.
Monodisciplinaire syndicaten toelaten bij de
verkiezingen zou volgens mij de tegenstellingen
tussen de artsen alleen doen toenemen. Bovendien,
en dit is het voornaamste argument, rechtvaardigt
op het vlak van de organisatie van onze zorg niets
deze scheiding tussen huisartsen en specialisten.
03.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Les projets de textes soumis au
conseil des ministres concernent essentiellement la
modification des modalités de vote. La nouveauté
est que, parallèlement à la méthode classique qui
est maintenue, les médecins pourront également
voter par le biais de leur ordinateur. La liste
provisoire des électeurs pourra également être
consultée électroniquement.
Les conditions de candidature ont été modifiées.
L'instance doit toujours être multidisciplinaire et
défendre les intérêts des généralistes et des
spécialistes. L'idée circule en effet de permettre à
l'avenir
aux
organisations
représentatives
monodisciplinaires de participer aux élections
médicales.
Comme mon prédécesseur, je suis partisan d'une
commission nationale unique médico-mutualiste et
de syndicats multidisciplinaires. En autorisant la
participation des syndicats monodisciplinaires aux
élections, j'estime que l'on ne fera que renforcer les
dissensions entre les médecins. J'en viens à
l'argument principal: en ce qui concerne
l'organisation de nos soins de santé, rien ne justifie
cette distinction entre généralistes et spécialistes.
De huisartsen zijn zeer goed vertegenwoordigd bij
de huidige verdeling van de mandaten in de
commissie geneesheren-ziekenfondsen, wat bewijst
dat
de
multidisciplinaire
syndicaten
de
vertegenwoordiging van de huisartsen niet
verzwakken.
De RIZIV-wet voorziet ook in de mogelijkheid dat
syndicaten van huisartsen en specialisten zich
verenigen om gemeenschappelijke lijsten voor te
dragen bij de verkiezingen en dit zonder dat de
Les médecins généralistes sont bien représentés
dans la répartition actuelle des mandats au sein de
la commission médico-mutualiste, ce qui prouve
que les syndicats multidisciplinaires n'affaiblissent
pas la représentation des généralistes.
La loi INAMI prévoit également la possibilité, pour
les syndicats de généralistes et de spécialistes, de
se regrouper pour présenter des listes communes
lors des élections et ceci sans que les différentes
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
verschillende componenten hun identiteit verliezen.
Het is trouwens dit verenigingsmodel dat door de
huidige vertegenwoordigers van het medisch korps
werd verkozen. Zij moeten trouwens samenwerken
in het belang van de patiënt.
composantes ne doivent renoncer à leur identité.
C'est ce modèle d'association que les actuels
représentants du corps médical ont retenu. Ils sont
d'ailleurs amenés à travailler ensemble dans
l'intérêt des patients.
03.03 Koen Bultinck (VB): Tijdens de vorige
regeerperiode
ontstond
de
idee
om
artsensyndicaten
die
alleen
uit
huisartsen
bestonden de kans te geven aan de verkiezingen
deel te nemen, maar blijkbaar komt daar niets van
voor de eerstvolgende verkiezingen. Ik wil het debat
daarover graag heropenen.
03.03 Koen Bultinck (VB): L'idée de permettre
aux
syndicats
de
médecins
composés
exclusivement de généralistes de participer aux
élections a vu le jour pendant la précédente
législature mais il n'en sera apparemment rien lors
des prochaines élections. Je souhaiterais rouvrir le
débat sur le sujet.
De
voorzitter:
Vraag
18375
van
mevrouw Avontroodt wordt uitgesteld.
La présidente: La question n°18375 de
Mme Yolande Avontroodt est reportée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"fenylketunorie" (nr. 18418)
04 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la phénylcétonurie"
(n° 18418)
04.01 Colette Burgeon (PS): Binnenkort zal de
erfelijke stofwisselingsziekte fenylketonurie niet
meer als weesziekte aangemerkt worden. Er is
immers een nieuw geneesmiddel voor die
aandoening, Kuvan.
Tot nog toe kon fenylketonurie enkel onder controle
worden gehouden via een uiterst streng dieet,
waarbij alle natuurlijke eiwitten worden vermeden
en vervangen door kunstmatige eiwitten. Voortaan
zal één dosis per dag van het nieuwe product
volstaan. Het aantal fenylketonuriepatiënten ligt
laag: 35.000 in Europa.
In Frankrijk wordt fenylketonurie bij de geboorte
opgespoord door middel van een hielprik. Hoe
gebeurt dat in België?
Zal Kuvan, nu het Europees bureau voor de
geneesmiddelenbeoordeling én de Europese
Commissie hun toestemming hebben gegeven,
worden terugbetaald? Zo ja, vanaf wanneer? Hoe
ver is de procedure ter zake gevorderd?
Ofschoon Kuvan het leven van de patiënten
verbetert, reageren ze niet allemaal goed op het
middel. De huidige oplossingen zullen nodig blijven.
In dat opzicht werden twee ontwerpen van koninklijk
besluit ter goedkeuring overgezonden aan de
Staatssecretaris voor Begroting: het eerste ontwerp
behelst
drie
nieuwe
dieetproducten
voor
fenylketonuriepatiënten, het tweede betreft de PKU
cooler 10,15 en 20 (sinaasappel) en PKU cooler 10,
15 en 20 (druif). Zijn die koninklijk besluiten van
04.01 Colette Burgeon (PS): La phénylcétonurie ­
maladie métabolique héréditaire ­ ne sera bientôt
plus considérée comme maladie orpheline. Un
nouveau médicament, le Kuvan, répond en effet à
cette affection.
Jusqu'ici, il n'était possible de contrôler cette
maladie que par un régime draconien excluant toute
protéine naturelle, remplacée par des produits de
synthèse. Dans le nouveau traitement, une prise
quotidienne unique suffira. Les patients concernés
sont peu nombreux: 35 000 en Europe.
En France, la phénylcétonurie est dépistée à la
naissance grâce au test de Guthrie. Qu'en est-il en
Belgique?
La Commission européenne ayant donné son feu
vert après l'Agence européenne du médicament
(EMEA), le Kuvan sera-t-il remboursé? Si oui,
quand et à quel stade de la procédure en sommes-
nous?
Si le Kuvan améliorera la vie des patients, tous ne
répondront pas bien au traitement. Les solutions
existantes actuellement resteront nécessaires.
Deux projets d'arrêtés royaux avaient été transmis
au secrétaire d'État au Budget pour accord: le
premier concernait trois nouveaux produits pour
alimentation diététique destinés aux malades
atteints de phénylcétonurie, et le second concernait
le PKU Cooler 10-15 et 20 (orange) et le PKU
Cooler 10-15 et 20 (raisin). Ces arrêtés sont-ils
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
kracht
geworden?
Heeft
de
Overeenkomstencommissie tussen de apothekers
en de verzekeringsinstellingen haar goedkeuring
verleent aan de terugbetaling van PKU cooler 10,
15 en 20 (wit), waarvoor de procedure enkele
maanden geleden gaande was?
entrés en vigueur? La Commission de conventions
pharmaciens-organismes assureurs a-t-elle validé
le remboursement des produits PKU Cooler blanc
10-15 et 20, en cours de procédure voici quelques
mois?
04.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
In ons land wordt fenylketonurie van bij de geboorte
opgespoord via de Gemeenschappen.
Met betrekking tot de terugbetaling van Kuvan
vroeg de producent in mei 2009 dat het product zou
worden toegevoegd aan de lijst van de
terugbetaalbare specialiteiten. Die aanvraag wordt
onderzocht, maar de procedure is momenteel
opgeschort op verzoek van de producent, zodat die
kan antwoorden op het voorstel van de Commissie
Tegemoetkoming Geneesmiddelen. Zodra het
onderzoek is afgerond, kan er binnen dertig dagen
beslist worden het product al of niet aan de lijst toe
te voegen, rekening houdend met het voorstel van
de Commissie.
De koninklijke besluiten met betrekking tot de
toelating
van
dieetproducten
voor
fenylketonuriepatiënten
werden
in
2008
gepubliceerd en werden toen ook van kracht.
04.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Dans notre pays, le dépistage de la lute;top:736;left:447">Je préfèrerais que nous utilisions nos moyens pour
limiter l'exposition de la population aux résidus de
ces polluants organiques persistants. Je soumettrai
ce point au prochain comité stratégique du
Programme de réduction des pesticides et biocides.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De
voorzitter:
Vraag
18420
van
mevrouw Avontroodt wordt uitgesteld.
La présidente: La question n° 18420 de
Mme Yolande Avontroodt est reportée.
06 Vraag van mevrouw Martine De Maght aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "allochtone
verzorgenden in rust- en verzorgingshuizen en
ziekenhuizen" (nr. 18433)
06 Question de Mme Martine De Maght à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le personnel soignant
allochtone dans les maisons de soins et de repos
ainsi que dans les hôpitaux" (n° 18433)
06.01 Martine De Maght (LDD): Omdat een baan
in de gezondheidssector een knelpuntberoep is
moet men tegenwoordig vaak een beroep doen op
06.01 Martine De Maght (LDD): Parce que les
emplois dans le secteur de la santé font partie des
métiers en pénurie, il faut aujourd'hui faire
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
buitenlandse en allochtone zorgverleners. Vaak
beheersen deze mensen geen van de landstalen.
Dit bemoeilijkt een kwalitatieve verzorging op maat
en een correcte behandeling.
Is taal een van de wervingsvoorwaarden voor
allochtone
zorgverleners?
Zijn
de
studies
verpleegkunde en personenzorg in het land van
herkomst gelijkwaardig aan de studies in België?
Worden betrokkenen aan een stage of aan enige
kwaliteitscontrole onderworpen?
fréquemment appel à des prestataires de soins
étrangers et allochtones. Souvent, ces personnes
ne maîtrisent pas les langues nationales. Cette
situation nuit à la qualité des soins.
La langue figure-t-elle parmi les critères de
sélection des prestataires de soins allochtones? Les
études d'infirmier et de soignant dans leurs pays
d'origine sont-elles équivalentes à ces mêmes
études en Belgique? Les intéressés doivent-il faire
un stage ou sont-ils soumis à un quelconque
contrôle de qualité?
06.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Voor elke gezondheidswerker bestaat
er een erkenningsprocedure die de FOD
Volksgezondheid organiseert. Het beheersen van
een van de nationale talen maakt geen deel uit van
de erkenningsvoorwaarden.
Bij verpleegkundigen die in een van de EU-landen
zijn opgeleid zijn de erkeningssystemen uit richtlijn
2005/36/EG van toepassing. De verpleegkundigen
van buiten de EU en Europeanen die niet aan de
criteria van voornoemde richtlijn beantwoorden,
moeten een aanvraag tot gelijkstelling van hun
diploma indienen. De toekenning van voormelde
gelijkstelling is een bevoegdheid van de
Gemeenschappen.
Daarna
dienen
de
verpleegkundigen een erkenningaanvraag op het
niveau van de gelijkstelling van het behaalde
diploma in.
De werving behoort tot de verantwoordelijkheid van
de werkgevers. Zij mogen alleen professionelen in
dienst nemen die een erkenning hebben. Het is aan
hen om te beoordelen hoezeer een kandidaat de in
een inrichting gebruikte taal of talen beheerst.
De toekenning van de erkenning voorziet niet in een
stage en evenmin in een validering van
bekwaamheid.
Bij de meeste arbeidsovereenkomsten is een
proefperiode van toepassing. De werkgever kan
tijdens deze periode oordelen of de kennis van de
taal of talen voldoende is om de veiligheid van de
patiënten niet in het gedrang te brengen.
06.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais):
Il existe une procédure de
reconnaissance organisée par le SPF Santé
publique pour chaque professionnel de la santé. La
maîtrise d'une des deux langues nationales ne fait
pas partie des conditions de reconnaissance.
Les systèmes de reconnaissance de la directive
2005/36/CE sont d'application pour les praticiens de
l'art infirmier formés dans un des États membres de
l'Union européenne. Les praticiens de l'art infirmier
non ressortissants de l'Union européenne et les
Européens qui ne répondent pas aux critères de la
directive susmentionnée, doivent introduire une
demande d'assimilation de leur diplôme. L'octroi de
l'assimilation
susmentionnée
relève
de
la
compétence des Communautés. Les praticiens de
l'art infirmier introduisent ensuite une demande de
reconnaissance au niveau de l'assimilation du
diplôme obtenu.
Le recrutement relève de la responsabilité des
employeurs. Ils ne peuvent engager que des
professionnels titulaires d'une reconnaissance. Il
leur appartient de juger du niveau de maîtrise de la
langue ou des langues pratiquées dans un
établissement.
L'organisation d'un stage et la validation de capacité
ne sont pas prévues dans le cadre de l'octroi de la
reconnaissance.
Un période d'essai est prévue dans la plupart des
contrats de travail. L'employeur peut évaluer au
cours de cette période si la connaissance de la
langue ou des langues est suffisante pour ne pas
mettre en péril la sécurité des patients.
Bepaalde werkgevers laten taallessen volgen ter
aanvulling van de basiskennis.
Certains employeurs font suivre des cours de
langue pour parfaire les connaissances de base.
06.03 Martine De Maght (LDD): In de praktijk
wordt soms geen gevolg gegeven aan zaken die
ouderen en zieken kenbaar maken, omdat het
personeelslid de taal niet verstaat. Er is een
06.03 Martine De Maght (LDD): Sur le terrain, il
arrive qu'aucune suite ne soit donnée à certains
éléments signalés par des personnes âgées ou des
malades, simplement parce que le membre du
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
erkenningsprocedure over de inhoud van de taak,
maar er is geen controle of de taal een barrière zou
kunnen
zijn.
De
minister
legt
de
verantwoordelijkheid bij de werkgever. Dit heeft mijn
ongerustheid niet weggenomen.
personnel ne maîtrise pas la langue. Il existe une
procédure d'agrément concernant le contenu de la
tâche, mais aucun contrôle n'est effectué pour
vérifier si la langue constitue éventuellement un
obstacle. Le ministre impute la responsabilité à
l'employeur, ce qui n'est pas de nature à apaiser
mes inquiétudes
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan
de minister van Klimaat en Energie over "het
door België verdedigde standpunt op de
volgende Conferentie der partijen van CITES"
(nr. 18458)
07 Question de M. Georges Dallemagne au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la position
belge défendue lors de la prochaine Conférence
des parties à la CITES" (n° 18458)
07.01 Georges Dallemagne (cdH): De volgende
VN-conferentie inzake de internationale handel in
met
uitsterven
bedreigde, wilde dier-
en
plantensoorten (CITES) zal van 13 tot en met
25 maart in Doha plaatsvinden. De CITES-
conventie
kwam
dankzij
internationale
samenwerking tot stand en strekt ertoe 30.000
soorten tegen uitsterving te beschermen. Op elke
gewone zitting dienen de lidstaten voorstellen in met
betrekking tot diersoorten die beschermd zouden
moeten worden. Welk regeringslid zal ons land daar
vertegenwoordigen? Welke voorstellen zal België
indienen? Zal België het verbod op de handel in
rode tonijn steunen?
07.01 Georges Dallemagne (cdH): La prochaine
réunion de la Convention des Nations unies sur le
commerce international des espèces de faune et de
flore sauvages menacées d'extinction (CITES) se
tiendra du 13 au 25 mars à Doha. La CITES a été
conçue dans un esprit de coopération internationale
pour préserver trente mille espèces de la
surexploitation. Lors de chaque session ordinaire,
les États membres soumettent des propositions
d'espèces
à
protéger.
Quel
membre
du
gouvernement y représentera notre pays? Quelles
seront les propositions de la Belgique? La Belgique
soutiendra-t-elle
l'interdiction
de
la
commercialisation du thon rouge?
07.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Mevrouw Onkelinx, die bevoegd is voor deze
materie, zal die conferentie niet bijwonen. België zal
vertegenwoordigd worden door CITES-deskundigen
van de FOD Volksgezondheid. België heeft geen
voorstel ingediend. Zweden heeft echter in naam
van de EU-lidstaten twee voorstellen tot wijziging
van de bijlagen ingediend, teneinde de makreelhaai
en de doornhaai toe te voegen aan bijlage II. De
lidstaten hebben ook samen met de Verenigde
Staten een voorstel ondertekend om rood koraal in
bijlage II op te nemen.
07.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Mme Onkelinx, compétente pour cette
matière, n'y sera pas présente. La Belgique sera
représentée par des experts CITES du SPF Santé
publique. La Belgique n'a pas soumis de
proposition; cependant la Suède, au nom des États
membres de l'Union européenne, a soumis deux
propositions d'amendement des annexes. Elles
visent à inscrire le requin taupe commun et
l'aiguillat commun à l'annexe 2. Les États membres
sont aussi cosignataires avec les États-Unis d'une
proposition visant à inscrire les coraux rouges à
l'annexe 2.
De CITES-conventie wordt door de 27 EU-lidstaten
uitgevoerd door middel van gemeenschappelijke
regelgeving, wat inhoudt dat de Europese Unie een
gemeenschappelijk standpunt inneemt ten aanzien
van alle voorstellen die besproken worden op de
Conferenties van de Partijen. De voorstellen worden
momenteel onderzocht door een werkgroep van de
Europese Raad.
Het voorstel om rode tonijn op te nemen in bijlage I
werd grondig bestudeerd en we zijn tot de conclusie
gekomen dat de CITES-criteria vervuld zijn.
Daarom steunt België dat voorstel. Als de
La CITES est mise en oeuvre par les vingt-sept
membres de l'Union européenne à travers des
réglementations communes, ce qui signifie que
l'Union européenne adopte une position commune
pour toutes les propositions débattues lors des
Conférences des parties. Les propositions sont
actuellement examinées par un groupe de travail du
Conseil de l'Union européenne.
La proposition d'inscrire le thon rouge à l'annexe 1
a fait l'objet d'une étude approfondie et nous
sommes arrivés à la conclusion que les critères
CITES sont bien remplis. La Belgique soutient donc
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Conferentie het voorstel in Doha goedkeurt, zal de
internationale handel in rode tonijn verboden
worden.
cette proposition. Si la Conférence approuve cette
proposition à Doha, le commerce international du
thon rouge sera interdit.
07.03 Georges Dallemagne (cdH): Het is
belangrijk dat wij op het hoogste niveau
vertegenwoordigd zijn op die conferentie. Ik denk
dat
politieke
steun
van
een
hoogwaardigheidsbekleder zeer nuttig is.
07.03 Georges Dallemagne (cdH): Il est important
que nous soyons représentés au plus haut niveau à
cette conférence. Je pense qu'un soutien politique
majeur est très utile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gsm-gebruik door kinderen"
(nr. 18468)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de toepassing
van de resolutie betreffende een betere
beschikbaarstelling van consumenteninformatie
bij aankoop van een gsm en betreffende de
bescherming van de gezondheid van de burgers
tegen de aan elektromagnetische vervuiling
verbonden risico's" (nr. 18699)
08 Questions jointes de
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "l'utilisation des GSM par les enfants"
(n° 18468)
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la mise en application
de la résolution visant à améliorer la disponibilité
d'informations à l'attention des consommateurs
lors de leurs achats de GSM et à protéger la
santé des citoyens contre les risques liés à la
pollution électromagnétique" (n° 18699)
08.01 Magda Raemaekers (sp.a): Uit een recent
onderzoek van consumentenorganisatie OIVO blijkt
dat twee op drie tienjarigen een gsm bezit. Plant de
minister een sensibilisatiecampagne voor kinderen
en jongeren?
Na een vorige vraag over de mogelijke negatieve
gevolgen van gsm-straling drong de minister aan op
de nodige voorzichtigheid. Heeft de Hoge
Gezondheidsraad intussen de beloofde Interphone-
studie ontvangen en onderzocht?
De
minister
zou
een
analyse
over
consumenteninformatie bezorgen aan de ministers
van Consumentenbescherming en Ondernemingen.
Hebben zij al gereageerd? Welke concrete stappen
werden er ondertussen gepland? Hoever staat de
minister met de uitwerking van een gsm-gids met
raadgevingen?
08.01 Magda Raemaekers (sp.a): Selon une
étude récente du CRIOC, l'organisation de
consommateurs, deux jeunes sur trois possèdent
un GSM à l'âge de 10 ans. La ministre prévoit-elle
de mettre sur pied une campagne de sensibilisation
à l'intention des enfants et des jeunes gens?
En réponse à une question antérieure sur les
possibles effets négatifs des ondes GSM, la
ministre a recommandé la prudence d'usage. Le
Conseil supérieur d'hygiène a-t-il entre-temps reçu
et analysé l'étude Interphone promise?
La ministre s'était engagée à fournir une analyse
des informations en matière de consommation aux
ministres de la Protection de la Consommation et
des Entreprises. Ces derniers ont-ils déjà réagi?
Quelles mesures concrètes ont été prévues dans
l'intervalle? Où en est la ministre dans l'élaboration
d'un guide GSM comportant des conseils aux
utilisateurs?
08.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Op 26 maart 2009 hebben wij eenparig
een resolutie aangenomen betreffende een betere
informatie voor de consumenten en een beter
bescherming van hun gezondheid
Wij hadden het toen over een welbepaald punt,
08.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Nous avons voté le 26 mars 2009 une
résolution, à l'unanimité, pour améliorer la
disponibilité des informations à l'intention des
consommateurs et pour protéger leur santé.
Nous avions développé un point spécifique, à savoir
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
namelijk het niet aanmoedigen van het GSM-
gebruik bij kinderen vóór de leeftijd van 16-17 jaar.
Ik heb dezelfde vraag gesteld aan minister
Magnette. De recente studie van het OIVO stelt me
helemaal niet gerust. Gelet op het toenemend
aantal gebruikers is betere informatie over de
gevaren voor de gezondheid van primordiaal
belang. In welke mate werd er werk gemaakt van
de resolutie die bijna een jaar geleden werd
aangenomen?
ne pas encourager les enfants à utiliser le GSM
avant 16-17 ans. J'ai posé la même question à
M. Magnette. La récente étude du CRIOC ne me
rassure pas du tout. Face au nombre croissant
d'utilisateurs, une meilleure information sur les
risques pour la santé est primordiale. Dans quelle
mesure a-t-on mis en application la résolution votée
il y a près d'un an?
08.03 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
De Interphone studie werd nog niet gepubliceerd. In
de resolutie waarnaar u verwijst wordt er een
onderscheid gemaakt tussen de acties die op
Europees en op Belgisch niveau moeten worden
gevoerd.
Met betrekking tot de vermelding van de SAR-
waarde (Specific Absorption Rate) op de verpakking
of de standaardlevering van oortjes zou er een
aanpassing van een Europese richtlijn moeten
komen. Wat het verbod op reclame voor kinderen
en de vermelding van de SAR-waarde in het
verkooppunt betreft, moet er een gezamenlijk
uitvoeringsbesluit worden uitgevaardigd omdat
verschillende ministers ter zake bevoegd zijn.
Mevrouw Onkelinx heeft een antwoord van
ministers
Van
Quickenborne
en
Magnette
gekregen, die respectievelijk bevoegd zijn voor de
communicatie en de bescherming van de
consument. Zij zijn volkomen bereid hun
medewerking te verlenen zodat er werk kan worden
gemaakt van een omzetting van de resolutie.
08.03 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): L'étude Interphone n'a pas encore été
publiée. Dans la résolution que vous mentionnez,
une distinction est faite entre les actions à mener
aux niveaux européen et belge.
Pour la mention de la valeur SAR (Specific
Absorption Rate) sur l'emballage ou la livraison
standard d'oreillettes, il faudrait l'adaptation d'une
directive européenne. Pour l'interdiction de publicité
pour les enfants et la mention de la valeur SAR à
l'endroit de la vente, il faut un arrêté d'exécution
commun en raison des compétences des différents
ministres. Mme Onkelinx a reçu une réponse de
ses collègues, MM. Van Quickenborne et Magnette,
respectivement compétents pour la communication
et pour la protection du consommateur. Ils sont tout
à fait prêts à collaborer à la transposition de la
résolution.
De voorgestelde gezamenlijke beslissingen zullen
besproken worden In overleg met de twee
voormelde ministers.
Les décisions communes proposées seront
discutées en concertation avec les deux ministres
précités.
(Nederlands) Ik antwoord in naam van minister
Onkelinx. Mijn administratie is bezig met de
uitwerking van de gsm-gids en overlegt met Agoria,
OIVO en Test-Aankoop. De publicatie wordt
verwacht tegen het einde van dit jaar.
Ouders zouden hun kinderen moeten uitleggen hoe
zij hun gsm moeten gebruiken. Ik raad aan om
enkel te bellen in geval van nood, oortjes en een
microfoontje te gebruiken of voornamelijk sms'en te
sturen. Om de aandacht te vestigen op een
verstandig gsm-gebruik is dit jaar een campagne in
gezinsbladen gepland.
(En néerlandais) Je réponds au nom de la ministre
Onkelinx. Mon administration s'attelle à la rédaction
du guide GSM en concertation avec Agoria, le
CRIOC et Test-Achats. Sa publication est attendue
pour la fin de l'année.
Les parents devraient expliquer à leurs enfants
comment se servir de leur GSM. Je conseille de ne
téléphoner qu'en cas de nécessité, d'utiliser une
oreillette et un micro ou de privilégier l'envoi de
SMS. Une campagne sera organisée cette année
dans la presse familiale afin de recommander
l'usage raisonnable du GSM.
08.04 Magda Raemaekers (sp.a): Al mijn vragen
zijn beantwoord. Ik zal dit blijven opvolgen.
08.04 Magda Raemaekers (sp.a): La ministre a
répondu à toutes mes questions. Je continuerai à
suivre ce dossier.
08.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): 08.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Ik zou de minister willen vragen om minstens de op
de kinderen gerichte maatregelen versneld uit te
voeren. Na het antwoord van minister Magnette
vroeg ik me nog meer af of de drie ministers die
bevoegd zijn voor Consumentenzaken wel op
dezelfde golflengte zitten. Volgens hem is minister
Van Quickenborne het niet helemaal eens met het
standpunt in verband met de reclame. Ik vraag dat
de resolutie die het Parlement in dit verband heeft
goedgekeurd, zou worden nageleefd.
Groen!): Je voudrais demander à la ministre
d'accélérer la mise en oeuvre des mesures, au
moins celles à destination du public des enfants. La
réponse de M. Magnette me laissait plus dubitative
sur l'entente existant entre les trois ministres qui ont
la protection du consommateur dans leurs
attributions. D'après lui, la question de la publicité
n'était pas bien acceptée par M. Van Quickenborne.
Je demande que la résolution votée au parlement
soit respectée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het gebruik van koper om
infecties tegen te gaan" (nr. 18472)
09 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'utilisation du cuivre
pour lutter contre les infections" (n° 18472)
09.01 Rita De Bont (VB): Ierland krijgt binnenkort
een ziekenhuis dat volledig wordt uitgerust met
deurknoppen in hygiënisch koper om infecties tegen
te gaan. Volgens het universitair ziekenhuis van
Birmingham sterven bacteriën veel sneller af als ze
in
aanraking
komen
met
koperhoudende
materialen. Ook het Amerikaanse Environmental
Protection Agency erkent het antimicrobiële effect
van
koper.
Koperen
deurgarnituren
vallen
bovendien goedkoper uit.
Wordt er bij ons ook onderzoek uitgevoerd naar de
antibacteriële werking van koper? Wordt koperen
deurgarnituur ook bij ons overwogen?
09.01 Rita De Bont (VB): L'Irlande sera bientôt
dotée d'un hôpital entièrement équipé de boutons
de porte en cuivre hygiénique dont la caractéristique
est de stopper la propagation des infections.
D'après l'hôpital universitaire de Birmingham, les
bactéries meurent beaucoup plus vite lorsqu'elles
entrent en contact avec des matériaux contenant du
cuivre. Et aux États-Unis, l'Environmental Protection
Agency reconnaît l'effet antimicrobien du cuivre. En
outre, les garnitures de porte en cuivre sont moins
onéreuses.
L'effet antibactérien du cuivre est-il également
étudié en Belgique? L'utilisation de cuivre pour les
garnitures de porte est-elle aussi envisagée dans
notre pays?
09.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Van verschillende materialen zijn de
antibacteriële eigenschappen al lang bekend.
Verschillende firma's hebben die in het verleden al
op de markt gebracht als middel ter vermindering
van
het
aantal
ziekenhuisinfecties.
Ziekenhuisinfecties kunnen echter op uiteenlopende
manieren ontstaan en besmette handen van
zorgverleners vormen daarbij de belangrijkste
oorzaak, zodat handhygiëne de meest efficiënte
voorzorgsmaatregel is.
De impact van koperen deurgarnituren op het
voorkomen
van
ziekenhuisinfecties
is
dus
waarschijnlijk
beperkt.
De
materialen
met
antibacteriële werking zijn doorgaans ook duurder
dan de gangbare materialen.
09.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Les propriétés antibactériennes de
certains matériaux sont connues depuis longtemps.
Dans le passé, plusieurs sociétés privées ont déjà
commercialisé ces matériaux comme moyen de
réduire le nombre des infections nosocomiales.
Toutefois, il faut savoir que ces infections peuvent
apparaître de différentes manières, les mains
infectées des membres du personnel soignant
constituant leur principal vecteur. L'hygiène des
mains semble donc bien être la précaution la plus
efficace.
Par conséquent, l'effet positif de garnitures de porte
en cuivre sur la prévention des infections
nosocomiales est probablement limité. De plus, les
matériaux produisant un effet antibactérien sont
généralement plus chers que les matériaux usuels.
09.03 Rita De Bont (VB): Het antwoord neemt niet
weg dat dit een nuttige maatregel kan zijn bij de
bouw van nieuwe ziekenhuizen of bij renovaties.
09.03 Rita De Bont (VB): La réponse du secrétaire
d'État n'enlève rien au fait que cela pourrait être une
mesure utile dans le cadre de la construction de
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Ziekenhuisinfecties zouden ook kunnen worden
opgenomen in onze nieuwe wetgeving over de
terugbetaling van medische ongevallen. Dat zou
immers wel eens duurder kunnen uitvallen dan
dergelijke extra maatregelen. Volgens mijn
informatie is dit materiaal goedkoper dan wat nu
wordt gebruikt.
nouveaux hôpitaux ou lors de rénovations. Les
infections nosocomiales pourraient en outre être
intégrées à notre nouvelle législation relative au
remboursement des frais occasionnés par les
accidents médicaux. Si nous prenions des mesures
supplémentaires comme l'utilisation de cuivre, cela
pourrait fort bien s'avérer moins coûteux au final.
D'après mes informations, le cuivre est moins cher
que les matériaux employés actuellement.
De
voorzitter:
De
vragen
18603
van
mevrouw Smeyers en 18608 van mevrouw Lejeune
worden uitgesteld.
La présidente: Les questions n° 18603 de
Mme Sarah Smeyers et n
°
18608 de Mme Josée
Lejeune sont reportées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de groepshuisvesting van
zeugen" (nr. 18643)
- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het verslag van de Food and
Veterinary Office" (nr. 18644)
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het niet naleven van de wet op
het
dierenwelzijn
in
varkenskwekerijen"
(nr. 18735)
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid
over
"het
Europese
onderzoek naar varkenskwekerijen" (nr. 18717)
- mevrouw Magda Raemaekers aan de minister
van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "het niet naleven van de
wet op het dierenwelzijn in varkenskwekerijen"
(nr. 18734)
10 Questions jointes de
- Mme Meyrem Almaci à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
système d'élevage collectif des truies" (n° 18643)
- Mme Meyrem Almaci à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "le
rapport du Food and Veterinary Office" (n° 18644)
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le non-respect de la loi relative au bien-être
des animaux dans les élevages de porcs"
(n° 18735)
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur
"l'enquête européenne sur les élevages de
porcs" (n° 18717)
- Mme Magda Raemaekers à la ministre des PME,
des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "le non-respect de la loi
relative au bien-être des animaux dans les
élevages de porcs" (n° 18734)
10.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Uit een
recent onderzoek van het Instituut voor Landbouw-
en Visserijonderzoek (ILVO) blijkt dat slechts één
op de vier bedrijven in de intensieve varkensteelt
proactief is ingegaan op de verplichting die de
Europese Unie vanaf 2013 zal opleggen om
drachtige zeugen niet langer in individuele kooien te
laten, maar wel in een groepsstal. Zowat 70 procent
van de bedrijven is nog niet in regel en slechts
7 procent zegt zich naar de regels te zullen
schikken. Drie jaar voor de deadline staat men in
een land als Nederland al veel verder: de helft van
de bedrijven is er al in regel en een ander vierde zal
dat zo snel mogelijk doen.
10.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Selon une
étude récente de l'Instituut voor Landbouw- en
Visserijonderzoek
(ILVO), seul un éleveur intensif
de porcs sur quatre a réagi de manière proactive à
la consigne que l'Union européenne imposera à
partir de 2013, à savoir le regroupement des truies
gestantes dans des parcs plutôt que leur placement
dans des cages individuelles. Quelque 70 % des
entreprises du secteur ne sont pas encore en ordre,
et seulement 7 % d'entre elles déclarent leur
intention de se plier aux nouvelles règles. Trois ans
avant l'échéance, les Pays-Bas sont déjà à un stade
beaucoup plus avancé en cette matière: la moitié
des entreprises concernées y sont déjà en règle et
un autre quart fait le nécessaire pour se mettre en
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
Is de staatssecretaris op de hoogte van de
bevindingen van het ILVO? Zijn er plannen om de
sector aan te moedingen de regelgeving tijdig in te
voeren? Heeft men enig idee over hoeveel
bedrijven in de intensieve varkensteelt hun activiteit
zullen stopzetten? Want als alle bedrijven die nog
niet in regel zijn, hun activiteit zouden stopzetten,
moet dat ook een alarmbelletje doen rinkelen.
ordre dans les meilleurs délais.
Le secrétaire d'État est-il au courant des résultats
de l'étude de l'ILVO? Des initiatives sont-elles
prévues afin d'encourager le secteur à adopter la
nouvelle réglementation à temps? A-t-on une idée
du nombre d'entreprises du secteur de l'élevage
porcin intensif qui envisagent de cesser leurs
activités? Si toutes les entreprises qui ne sont pas
encore en règle ont l'intention de mettre fin à leurs
activités, il y a lieu de se poser quelques questions.
Voorts verwijs ik naar een verslag van het Food and
Veterinary Office, waarin staat dat ons land het niet
nauw neemt met de regels rond dierenwelzijn. Dat
geldt niet alleen voor de groepshuisvesting voor
zeugen, maar ook voor dierentransporten en het
toezicht bij het uitvoeren van bepaalde ingrepen op
dieren. Het rapport stelde ook vast dat onze
inspecteurs weinig sancties uitdelen.
Heeft de staatssecretaris het rapport gelezen?
Heeft hij al reacties geformuleerd? Welke van de
veertien aanbevelingen van het rapport zal hij ter
harte nemen?
Pour le reste, je vous renvoie à un rapport de
l'Office alimentaire et vétérinaire qui souligne que
notre pays n'est pas très soucieux des règles
concernant le bien-être animal. Ce constat
s'applique non seulement à l'hébergement collectif
pour les truies, mais également au transport des
animaux et au contrôle de certaines interventions
pratiquées sur les animaux. Le rapport a par ailleurs
constaté que nos inspecteurs n'infligent que peu de
sanctions.
Le secrétaire d'État a-t-il lu le rapport? A-t-il déjà fait
part de ses réactions? Quelles sont parmi les
quatorze recommandations formulées par le
rapport, celles qu'il aura à coeur de défendre?
10.02 Magda Raemaekers (sp.a): Een onderzoek
van Compassion in World Farming geeft aan dat in
heel wat landen ­ België werd niet onder de loep
gelegd in dit onderzoek - weinig rekening wordt
gehouden met de Europese regels voor het welzijn
van varkens. Zo zou onder meer het verbod om de
staarten af te knippen, worden genegeerd.
Dat laatste gebeurt, zo blijkt uit ander onderzoek,
zeker ook in België. Daarom diende GAIA samen
met Compassion in World Farming een klacht in
tegen de Belgische Staat.
Welk gevolg zal de regering aan die klacht geven?
Zullen er versterkte controles komen zodat
varkenskwekerijen zich aan de Europese regels
houden? Zal aan de inspecteurs van het FAVV de
verplichting worden opgelegd om te controleren op
een stikte toepassing van de Europese richtlijn?
Zullen er meer sancties worden opgelegd?
De voorzitter: Ik kan mevrouw della Faille de
Leverghem niet toestaan haar vraag te stellen.
10.02 Magda Raemaekers (sp.a): Une enquête
menée par Compassion in World Farming révèle
que rares sont les pays ­l'enquête ne braque pas
ses projecteurs sur la Belgique- où les règles
européennes relatives au bien-être des porcins sont
scrupuleusement respectées. L'interdiction par
exemple de couper les queues serait ignorée.
Comme le révèlent d'autres enquêtes, la pratique
précitée n'épargne pas la Belgique. C'est la raison
pour laquelle GAIA et Compassion in World
Farming ont porté plainte contre l'État belge.
Quelles seront les suites réservées par le
gouvernement à cette plainte? Les contrôles seront-
ils renforcés de manière à ce que les élevages
porcins respectent les règles européennes? Les
inspecteurs de l'AFSCA seront-ils astreints à
contrôler le respect scrupuleux de la directive
européenne? Davantage de sanctions seront-elles
infligées?
Le président: Je ne peux pas permettre à
Mme della Faille de Leverghem de poser sa
question.
10.03
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): De minister heeft kennisgenomen
van het onderzoek van Compassion in World
Farming
en
de
Europese
Coalitie
voor
10.03 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La ministre a pris connaissance de
l'enquête menée par Compassion in World Farming
et la Coalition européenne pour les animaux de
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Landbouwdieren en van de vaststellingen van het
Food and Veterinary Office (FVO). Ze heeft ook
weet van de klacht tegen België bij de Europese
Commissie. Welk gevolg die klacht zal krijgen, is
niet bekend.
In België wordt bij de meeste biggen kort na de
geboorte de staart gecoupeerd om te vermijden dat
de varkens in hun staart bijten, wat pijnlijk is. De wet
laat dit couperen enkel om die reden toe. Het
probleem van het staartbijten is in onze intensieve
varkensteelt heel moeilijk op te lossen. De federale
diensten zullen de dierenartsen informeren over de
maatregelen die kunnen worden genomen om dit te
voorkomen. Aan het FAVV zal worden gevraagd om
streng toe te zien op de toepassing van de
wettelijke bepalingen in varkenskwekerijen. De
rapporten van het FVO worden steeds beschouwd
als een instrument om de controles te
optimaliseren.
ferme ainsi que des constatations de l'Office
alimentaire et vétérinaire (OAV). Elle est également
informée de la plainte introduite contre la Belgique
auprès de la Commission européenne. On ignore la
suite qui sera réservée à cette plainte.
En Belgique, la queue de la plupart des porcins est
coupée peu après la naissance pour éviter qu'ils la
mordent, ce qui est douloureux. La loi autorise la
caudectomie pour ce seul motif. Le problème des
animaux qui se mordent la queue est difficile à
résoudre dans le cadre notre système d'élevage
intensif. Les services fédéraux informeront les
vétérinaires des mesures qui peuvent être prises
pour éviter ces morsures. L'AFSCA sera chargée
de
contrôler
strictement
l'application
des
dispositions légales dans les élevages de porcs.
Les rapports de l'OAV sont toujours considérés
comme un instrument pour optimiser les contrôles.
De dienst Dierenwelzijn heeft reeds meermaals
vergaderd met het FAVV om de aanbevelingen van
het FVO te bespreken. Er is een actieplan
voorgesteld dat volgens het FVO nog vatbaar is
voor verbetering. De minister heeft er daarom op
aangedrongen bij haar diensten en bij minister
Laruelle om verdere oplossingen te zoeken.
De minister stelt vast dat de omschakeling naar
groepshuisvesting voor varkens in België inderdaad
stagneert, terwijl Nederland daarin al verder staat.
Voor een groot deel van de varkenshouders vormt
de onzekere economische situatie een belangrijke
rem op de investeringsplannen. Er zijn verschillende
initiatieven genomen om de varkenshouders te
informeren
over
de
omschakeling
naar
groepshuisvesting voor zeugen.
Le service Bien-être animal s'est déjà réuni
plusieurs fois avec l'AFSCA pour examiner les
recommandations de l'OAV (Office alimentaire et
vétérinaire). Un plan d'action a été proposé et selon
l'OAV, il peut encore être amélioré. La ministre a
dès lors insisté auprès de ses services et de
Mme Laruelle pour que d'autres solutions soient
encore recherchées.
La ministre a en effet constaté que le passage aux
systèmes d'élevage collectif des porcs stagne en
Belgique, alors que les Pays-Bas ont fait davantage
de progrès en ce sens. Pour une grande partie des
éleveurs de porcs, la situation économique
incertaine constitue un frein important aux plans
d'investissement. Différentes initiatives sont prises
pour informer les éleveurs de porcs sur le passage
à l'élevage collectif pour les truies.
De sector is voldoende op de hoogte van de
verplichtingen door de initiatieven van de Vlaamse
overheid. De minister zal de toestand nauw
opvolgen. De Gewesten geven investeringssteun en
Vlaamse varkenshouders kunnen rekenen op steun
inzake groepshuisvesting vanwege het Food and
Veterinary Office
. In Wallonië geldt die steun ook,
maar onder bepaalde voorwaarden. Het einde van
de loopbaan is effectief een van de redenen om niet
om te schakelen naar groepshuisvesting. De
minister heeft geen cijfers over het precieze aantal
bedrijfsleiders dat overweegt te stoppen.
Le secteur est bien au courant des obligations
découlant des initiatives de l'autorité flamande. La
ministre suivra de près la situation. Les Régions
fournissent une aide à l'investissement et les
éleveurs de porcs flamands peuvent obtenir un
soutien en matière d'élevage collectif du Food and
Veterinary Office
. Cette aide existe également en
Wallonie mais elle est subordonnée à certaines
conditions. La fin de carrière est effectivement l'une
des raisons pour ne pas passer à l'élevage collectif.
La ministre ne connaît pas le nombre précis
d'exploitants qui envisagent de cesser leurs
activités.
10.04 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Kunnen wij
het actieplan ergens raadplegen? Het rapport bevat
veel schrijnende getuigenissen, er moet dus
dringend een stevige aanpak komen.
10.04 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Le plan
d'action peut-il être consulté? Les nombreux
témoignages criants que comporte le rapport
exigent une intervention rapide et énergique.
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Wij moeten niet wachten tot Europa met een
nieuwe regelgeving komt om zelf iets te
ondernemen voor dierenwelzijn. Tracht de mensen
in de sector tijdig te mobiliseren voor de goede
zaak, bijvoorbeeld voor de groepshuisvesting van
zeugen, dan zal het allemaal makkelijker gaan. Wat
zal de staatssecretaris doen als hij in 2013 vaststelt
dat 60 procent van de bedrijven nog altijd niet
omgeschakeld is en toch ook niet gestopt is?
Nous ne devons pas attendre de nouvelles règles
européennes pour prendre nous-mêmes des
initiatives en faveur du bien-être animal. On
facilitera les choses en essayant de mobiliser à
temps les travailleurs de ce secteur pour la bonne
cause, par exemple pour l'élevage collectif des
truies. Que fera le secrétaire d'État s'il constate en
2013 que 60 % des exploitations ne sont toujours
pas passées au nouveau système mais n'ont pas
non plus cessé leurs activités?
10.05 Magda Raemaekers (sp.a): Ook wij zouden
graag op de hoogte blijven van het actieplan. Het
kan toch niet dat FAVV-inspecteurs oogluikend
toelaten
dat
staarten
onverdoofd
worden
gecoupeerd!
10.05 Magda Raemaekers (sp.a): Nous aimerions
également rester informés du plan d'action. Il est
inadmissible que les inspecteurs de l'AFSCA
tolèrent que les queues des animaux soient
coupées sans anesthésie.
10.06
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Ik geef de commissievoorzitter graag
informatie over de inhoud van het actieplan en de
verschillende voorgestelde maatregelen.
10.06 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): J'informerai avec plaisir le président
de la commission sur le contenu du plan d'action et
les différentes mesures proposées.
De voorzitter: Ik zou de sprekers ook willen
voorstellen hun vragen volgende week aan
mevrouw Laruelle voor te leggen.
Le président: Je suggère aussi aux intervenants de
poser leurs questions à Mme Laruelle la semaine
prochaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
voedingsverbintenissen
in
de
agro-
voedingssector" (nr. 18653)
11 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les engagements
nutritionnels dans le secteur agro-alimentaire"
(n° 18653)
11.01 Colette Burgeon (PS): Tot op heden heeft
de Franse regering veertien handvesten voor een
vrijwillige verbintenis ondertekend met merken uit
de voedingsindustrie om de samenstelling van
bestaande producten te verbeteren, innovatieve
voedingsproducten te lanceren en de consumenten
beter voor te lichten. Met ons Nationaal Voedings-
en Gezondheidsplan willen we, zoals in Frankrijk,
de voedingsindustrie ertoe bewegen nieuwe
formules uit te werken voor de producten. De
minister heeft reeds heel wat werk verricht met de
Federatie Voedingsindustrie en de Federatie van de
Distributiesector, die beloofd hebben om het
zoutgehalte van hun producten te verminderen. In
tegenstelling tot Frankrijk, geven we dus de
voorkeur aan overleg en een verbintenis van de
sector via de federaties boven individuele
toezeggingen van merken. Waarom kiest men voor
die benadering? Zou het niet interessant zijn om de
grote merken aan te moedigen de samenstelling
van een aantal zeer populaire producten te
verbeteren?
11.01 Colette Burgeon (PS): À ce jour, le
gouvernement français a signé quatorze chartes
d'engagement volontaire avec des marques de
l'industrie agro-alimentaire pour améliorer la
composition de produits existants, pour lancer des
produits innovants sur le plan nutritionnel et pour
informer le consommateur. Notre plan national
Nutrition-Santé prévoit, comme en France,
d'engager le secteur alimentaire dans la
reformulation de ses produits. Mme la ministre a
déjà accompli un important travail avec la fédération
de l'industrie alimentaire et la fédération de la
grande distribution qui se sont engagées à diminuer
la teneur en sel de leurs produits. Contrairement à
la France, nous privilégions donc la concertation et
l'engagement du secteur via les fédérations, et non
l'engagement individuel des marques. Pourquoi ce
choix? Ne serait-il pas intéressant d'inciter de
grandes marques à améliorer la composition de
certains produits très populaires?
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
11.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Ik geef u het antwoord van mevrouw Onkelinx. Het
gaat om een ambitieus en complex programma,
waarmee in januari 2007 van start werd gegaan en
dat in eerste instantie gericht was op de
vermindering van het zoutgehalte van de
voedingsproducten. We hebben geopteerd voor een
uitgebreid overleg, teneinde van zo veel partijen de
medewerking te krijgen. Die handvesten voor de
verbetering van de voedingswaarde hebben onze
belangstelling gewekt. Als we met een aantal
multinationals stappen vooruit kunnen doen, is er
geen reden om de burgers de weldaden ervan te
onthouden. Het is echter wel eigenaardig dat elke
nationale instantie zelf moet aankloppen bij de
multinationals, die hun producten normalerwijze
bijna per definitie in heel Europa verkopen. Ik zou
het normaal vinden dat de elders vastgelegde
vereisten qua voedingswaarde automatisch ook bij
ons worden toegepast. Dat zou tijdswinst
betekenen.
Bovendien
moeten
alle
voedingsproducenten, ook de restauranthouders,
nadenken over mogelijkheden om hun producten
kwalitatief te verbeteren, ook al kan er met
bepaalde grote firma's bilateraal gewerkt worden.
Het Spaanse voorzitterschap heeft de vermindering
van
de
zoutconsumptie
tot
een
prioriteit
uitgeroepen, en wij zullen een werkgroep oprichten
met betrekking tot suikers, vetten en de omvang
van de porties.
11.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Voici la réponse de Mme Onkelinx. C'est
un programme ambitieux et complexe. Il a débuté
en janvier 2007 et visait d'abord la réduction de la
teneur en sel dans les produits. Nous avons opté
pour une concertation étendue afin d'obtenir
l'engagement d'un maximum de parties prenantes.
La question de ces chartes d'améliorations
nutritionnelles a éveillé notre intérêt. Si l'on peut
avancer avec plusieurs multinationales, il n'y a pas
de raisons de ne pas en faire bénéficier nos
concitoyens. Mais il est curieux que chaque autorité
nationale doive faire des démarches auprès des
multinationales, qui vendent à priori dans toute
l'Europe. Je trouverais normal que les acquis
nutritionnels soient automatiquement transposés
chez nous. On gagnerait du temps. En outre, même
si l'on peut progresser de manière bilatérale avec
quelques grosses firmes, il est nécessaire que
chaque producteur, y compris les restaurateurs,
réfléchisse à l'amélioration qualitative de ses
produits.
La présidence espagnole a fait de la réduction de la
consommation de sel une priorité et nous mettrons
en place un groupe de travail sur les sucres, les
graisses et la taille des portions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
protocolakkoord
met
betrekking
tot
het
gezondheidsbeleid
inzake
drugs
dat
op
30 mei 2001 tussen de federale overheid en de
Gemeenschappen en de Gewesten werd
afgesloten" (nr. 18779)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de Interministeriële Conferentie
Drugs" (nr. 18864)
12 Questions jointes de
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le protocole d'accord
entre l'État fédéral, les Communautés et les
Régions du 30 mai 2001 concernant la politique
de santé en matière de drogues" (n° 18779)
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
Conférence interministérielle Drogues" (n° 18864)
12.01 Koen Bultinck (VB): De interministeriële
conferentie Drugs is een late uitvoering van de
federale drugsnota uit 2001 en leidde tot een
gemeenschappelijke
verklaring
Globaal
en
geïntegreerd Drugsbeleid voor België. Voor de
concrete uitvoering ervan is de nationale
drugscoördinator, professor Brice De Ruyver,
aangeduid.
12.01 Koen Bultinck (VB): La conférence
interministérielle sur les drogues, qui est une mise
en oeuvre tardive de la note de politique fédérale de
2001 sur les problèmes de drogue, a abouti à une
déclaration commune en vue de réaliser une
politique globale et intégrée en matière de drogues
pour la Belgique. La concrétisation de cette
déclaration a été confiée au coordinateur national
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Wat zijn de concrete beleidslijnen die tijdens de
conferentie
werden
afgesproken?
Zal
de
conferentie aanleiding geven tot een bijsturing van
het beleid? De drugscoördinator verklaarde in
Knack immers dat
wij minstens van de
zwaarwichtige term `gedoogbeleid' af moeten.
In de gemeenschappelijke verklaring van de
conferentie staat niets over de kwaliteitstests voor
drugs. Hoe ver staat het met dat dossier? Werd het
eindelijk op de lange baan geschoven?
en matière de drogues, le professeur Brice De
Ruyver.
Quelles lignes politiques générales ont été
convenues au cours de la conférence? Cette
dernière mènera-t-elle à une correction de la
politique mise en oeuvre? Le coordinateur a en effet
déclaré dans Knack qu'il fallait commencer par ne
plus utiliser les termes excessifs de "politique de
tolérance".
La déclaration commune de la conférence ne
mentionne pas les tests de qualité appliqués
drogues. Où en est ce dossier? A-t-il finalement été
reporté aux calendes grecques?
12.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Op 25 januari diende ik een vraag in over
het rapport waarvan sprake in het protocolakkoord
tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en
de Gewesten van 30 mei 2001. Op 26 januari
verscheen er een krantenartikel waarin het bestaan
van dat rapport werd bevestigd. We hadden
daarover al geen nieuws meer sinds 2001. Gaat het
wel degelijk om het rapport in het kader van het
protocolakkoord? Kan het ons zo snel mogelijk
worden bezorgd?
12.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): J'ai déposé, le 25 janvier, ma question
concernant le rapport prévu par le protocole
d'accord entre l'État fédéral, les Communautés et
les Régions du 30 mai 2001. Le 26 janvier, un
article paraissait dans la presse confirmant
l'existence de ce rapport. Nous n'avions pas de
nouvelles depuis 2001. S'agit-il bien du rapport
prévu par le protocole d'accord? Pouvons-nous en
disposer le plus rapidement possible?
12.03 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Het driejaarlijkse rapport 2001-2003 en het
driejaarlijkse rapport 2004-2006 van de Beleidscel
Gezondheid
bevoegd
voor
drugs
werden
gepubliceerd nadat ze door de respectieve
interministeriële
conferenties
Volksgezondheid
waren goedgekeurd. Sindsdien zijn ze beschikbaar
op de website van de Cel Drugs van de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen
en Leefmilieu.
In 2004 werd het driejaarlijkse rapport officieel door
mijn administratie overgezonden aan de diverse
ministers die bevoegd zijn voor Volksgezondheid. In
2008 werd het driejaarlijkse rapport 2004-2006 aan
alle regeringsleiders overgezonden. Die rapporten
werden niet rechtstreeks bezorgd aan de twee
Gewestelijke assemblees. De regeringen van de
deelstaten moeten die rapporten zelf aan hun
respectieve assemblees bezorgen. De rapporten
zijn beschikbaar op de voormelde website en
mevrouw Onkelinx heeft er een exemplaar van
bezorgd aan de twee voorzitters van de federale
assemblees.
12.03 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Le rapport trisannuel 2001-2003 ainsi que
le rapport trisannuel 2004-2006 de la cellule
politique de santé "drogues" ont été publiés après
l'accord des conférences interministérielles Santé
publique respectives. Depuis lors, ils sont
disponibles sur le site web de la cellule "drogues"
du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne
alimentaire et Environnement.
En 2004, le rapport trisannuel a été envoyé
officiellement par mon administration aux différents
ministres en charge de la Santé. En 2008, le rapport
trisannuel 2004-2006 a été envoyé à tous les chefs
de gouvernements. Ces rapports n'ont pas été
transmis aux deux assemblées régionales. Les
gouvernements des entités fédérées sont eux-
mêmes responsables de la communication à leurs
assemblées respectives. Les rapports sont
disponibles
sur
le
site
susmentionné
et
Mme Onkelinx en a adressé copie aux deux
présidents des assemblées fédérales.
De conferentie van 25 januari heeft een belangrijke
gemeenschappelijke verklaring goedgekeurd over
zowel
illegale
drugs,
alcohol,
tabak
als
psychoactieve medicatie. De verklaring geeft een
overzicht van de antecedenten en formuleert de
La conférence du 25 janvier a adopté une
déclaration commune importante sur les drogues
illégales, l'alcool, le tabac et la médication
psychoactive. La déclaration donne un aperçu des
antécédents et formule les principes de base de la
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
basisprincipes voor het Belgisch drugsbeleid. Het
gebruik van drugs wordt omschreven als een zaak
van de volksgezondheid, die moet gezien worden in
een globale context met inbegrip van essentiële
domeinen
zoals
onderwijs,
welzijn,
maatschappelijke integratie, veiligheid, justitie en
economie. Alle acties in die verschillende domeinen
moeten op elkaar worden afgestemd tot een
globaal, geïntegreerd beleid. Het behelst preventie,
vroege
detectie
en
vroege
interventie,
hulpverlening, risicobeperking en als laatste
remedie repressie.
De verklaring werd goedgekeurd door 21 ministers
en 3 staatssecretarissen, verdeeld over het
federale, Gemeenschaps- en Gewestniveau. Het is
een uniek document op basis waarvan de
algemene cel Drugsbeleid, waarin alle betrokken
ministers vertegenwoordigd zijn, het beleid
ontwikkelt. Professor Brice De Ruyver en dokter
Claire Remy zijn aangesteld als coördinator en
adjunct-coördinator van de beleidscel.
Daarnaast gaf de conferentie opdracht om een
overzicht te maken van de knelpunten en diensten
in de drugshulpverlening. Op basis daarvan zal een
optimaliseringsvoorstel worden opgemaakt voor de
volgende conferentie in september.
politique belge en matière de drogues. La
consommation de drogues est décrite comme une
matière relevant de la santé publique, qui doit être
envisagée dans un contexte global comprenant des
domaines essentiels tels que l'enseignement, le
bien-être, l'intégration sociale, la sécurité, la justice
et l'économie. Toutes les actions entreprises dans
ces différents domaines doivent être harmonisées
pour former une politique globale intégrée. Celle-ci
comprend la prévention, la détection et l'intervention
précoces, l'aide, la limitation des risques et en
dernier remède, la répression.
La déclaration a été adoptée par 21 ministres et 3
secrétaires d'État, répartis entre les échelons
fédéral, communautaire et régional. Il s'agit d'un
document unique sur lequel la cellule générale de
politique en matière de drogues, où tous les
ministres concernés sont représentés, fonde la
politique à mettre en oeuvre. Le professeur Brice De
Ruyver et la doctoresse Claire Rémy ont été
désignés coordinateur et coordinateur adjoint de la
cellule politique.
Par ailleurs, la conférence a demandé qu'une
synopsis des problèmes et des services d'aide en
matière de drogues soit établie. Sur la base de cette
synopsis, une proposition d'optimisation sera
rédigée pour la prochaine conférence de
septembre.
De algemene cel moet ook de uitvoering opvolgen
van
de
verklaring
rond
het
toekomstige
alcoholbeleid en de initiatieven inzake drugs van het
Belgisch voorzitterschap van de EU. De cel werkt
thans aan een advies over de voorstellen inzake
drugtests van de Vereniging voor Alcohol- en
andere Drugproblemen. Dat advies zal er zijn op
16 februari.
La cellule générale doit également assurer le suivi
de la mise en oeuvre de la déclaration relative à la
future politique en matière d'alcool et des initiatives
de la présidence belge de l'Union européenne en
matière de drogues. La cellule élabore actuellement
un avis sur les propositions relatives aux tests de
détection de la consommation de drogues de
l'Association pour problèmes d'alcool et d'autres
drogues. Cet avis sera disponible le 16 février.
12.04 Koen Bultinck (VB): Op dat laatste aspect
zal ik uiteraard terugkomen na 16 februari, maar we
zullen het hele dossier verder opvolgen. Uit het
antwoord blijkt immers dat nog vele zaken moeten
worden uitgewerkt. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het
feit dat Justitie niet langer wil betalen voor
drughulpverlening
en
die
projecten
naar
Volksgezondheid wil doorschuiven. Dat stelt
praktische problemen voor mensen die met een
drugverslaving kampen.
12.04 Koen Bultinck (VB): Je reviendrai
évidemment sur ce dernier aspect après le
16 février mais nous continuerons à suivre
l'ensemble du dossier. Il ressort en effet de la
réponse que de nombreux problèmes devront
encore être résolus. Je songe par exemple au fait
que le département de la Justice ne veut plus
financer l'aide aux toxicomanes et souhaite
transférer ces projets au département de la Santé
publique, ce qui pose des problèmes pratiques pour
les toxicomanes.
12.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Ik zal kennis nemen van die documenten. Het zou
interessant om in de commissie nader op dat
onderwerp in te gaan.
12.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Je prendrai connaissance de ces
documents. Il serait intéressant de développer ce
sujet en commission.
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de functie 'praktijkassistent in de
eerstelijnsgezondheidszorg'" (nr. 18811)
13 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la fonction d'assistant
en soins de santé de première ligne" (n° 18811)
13.01 Maya Detiège (sp.a): In september 2008
heeft een aantal huisartsen de minister gevraagd
om na te gaan of het mogelijk was een nieuw
paramedisch
beroep
te
creëren,
namelijk
praktijkassistent in de eerstelijnsgezondheidszorg.
In België zou dat 3.000 tot 5.000 nieuwe
arbeidsplaatsen kunnen opleveren. De Nationale
Raad voor Paramedische Beroepen en de
Nationale Raad voor Verpleegkundigen hebben een
negatief advies gegeven zonder de indieners ook
maar uit te nodigen om hun voorstel toe te lichten.
Hoe wil de minister ervoor zorgen dat er alsnog
overleg komt?
Het beroep van praktijkassistent is in heel wat
landen ingevoerd. Als België daadwerkelijk de
eerstelijnsgezondheidszorg wil versterken moet het
de nodige professionals adequaat en kwaliteitsvol
opleiden. Wat zijn de intenties van de minister?
13.01 Maya Detiège (sp.a): En septembre 2008,
des généralistes ont demandé à la ministre
d'examiner la possibilité de créer une nouvelle
profession paramédicale dénommée assistant en
soins de santé de première ligne. En Belgique, cela
permettrait de créer entre 3 000 et 5 000 emplois
nouveaux. Le Conseil national des Professions
paramédicales et le Conseil national de l'Art
infirmier ont rendu un avis défavorable sans même
avoir convié à une rencontre les auteurs de la
proposition. Comment la ministre compte-t-elle s'y
prendre pour faire en sorte qu'une concertation ait
néanmoins lieu?
La profession d'assistant en soins de santé de
première ligne a été créée dans de nombreux pays.
Si la Belgique veut réellement renforcer les soins de
première ligne, elle doit former un personnel
professionnel en organisant une formation
appropriée et valable. Quelles sont les intentions de
la ministre en la matière?
13.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): In 2008 werd het fonds Impulseo II
opgericht, dat binnenkort wordt gevolgd door het
fonds Impulseo III ter ondersteuning van die
huisartsen die in hun praktijk een bediende in dienst
willen nemen om hen te ontlasten van
administratieve taken en het onthaal. Het besluit
betreffende het fonds preciseert niet de gewenste
opleiding voor die administratieve krachten. Er werd
her en der gesuggereerd om hiervoor een nieuwe
beroepstitel en een nieuwe opleiding in te voeren,
meer bepaald de zogenaamde `praktijkassistent van
de eerste lijn'. Dit project behelst een opleiding van
achttien
maanden
inzake
onthaal-
en
secretariaatstaken, het informaticabeheer en
bepaalde
technische
handelingen
die
niet
voorkomen in de RIZIV-nomenclatuur. In Nederland
bestaat dit beroep al, maar de eerstelijnszorg
verschilt daar grondig van de onze.
13.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): En 2008, le fonds Impulseo II a été
créé. Le fonds Impulseo III lui succédera
prochainement. Sa finalité sera d'aider les
généralistes qui souhaiteraient engager un employé
qui s'acquitterait à leur place de toutes les tâches
administratives et se chargerait de l'accueil dans
leur cabinet. L'arrêté relatif à ce fonds ne précise
pas la formation que devront avoir suivi ces
employés. Il a été suggéré ici et là de créer à cette
fin un nouveau titre professionnel et une nouvelle
formation, en particulier une formation "assistant en
soins de santé de première ligne". Ce projet
engloberait une formation de dix-huit mois aux
tâches d'accueil et de secrétariat, à la gestion
informatique et à certains actes techniques ne
figurant pas dans la nomenclature de l'INAMI. Aux
Pays-Bas, cette profession existe déjà mais les
soins de santé de première ligne y sont
fondamentalement différents des nôtres.
De minister heeft een advies gevraagd aan de
Nationale Raad voor Verpleegkunde en aan de
Nationale Raad voor Paramedische Beroepen. Ze
gaven allebei een negatief advies, enerzijds omdat
ze menen dat het moeilijk is om op achttien
maanden paramedici te vormen, anderzijds omdat
een aantal handelingen nu eenmaal verplicht moet
La ministre a demandé un avis au Conseil national
de l'Art infirmier, ainsi qu'au Conseil national des
Professions paramédicales. Les deux instances ont
formulé un avis négatif, estimant d'une part qu'il est
difficile de former du personnel paramédical en dix-
huit mois et d'autre part qu'une série d'actes doivent
obligatoirement être pratiqués par des infirmiers.
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
worden uitgevoerd door verpleegkundigen. Ook de
geraadpleegde beroepsorganisaties van de artsen
menen dat de invoering van een dergelijk beroep
geen prioriteit is.
Na de analyse van de adviezen opteerde de
minister in eerste instantie voor de maximale
ontwikkeling van de Impulseofondsen, om dan
naderhand met alle actoren een balans op te
maken over de reële behoefte aan administratieve
of technische ondersteunende krachten.
In het kader van het fonds Impulseo II hebben de
huisartsen tot nu toe zowat 650 mensen in dienst
genomen. De minister is wel bereid om aan de
Nationale Raad voor Verpleegkunde en aan de
Nationale Raad voor Paramedische Beroepen te
vragen dat zij de initiatiefnemers voor de
ontwikkeling van een nieuw paramedisch beroep
willen
ontmoeten
om
samen
met
de
vertegenwoordigers van de huisartsenverenigingen
de reële eerstelijnsbehoeften opnieuw te evalueren.
Les organisations professionnelles des médecins
consultées considèrent également que l'instauration
d'une telle profession n'est pas prioritaire.
Àprès avoir analysé ces avis, la ministre a, dans un
premier temps, opté pour le développement
maximum des fonds Impulseo avant de dresser
ensuite, avec l'ensemble des acteurs, un bilan des
besoins réels en matière de personnel administratif
ou technique d'appui.
À ce jour, dans le cadre du fonds Impulseo II, les
médecins généralistes ont déjà recruté quelque 650
personnes. La ministre est toutefois disposée à
demander au Conseil national de l'Art infirmier et au
Conseil national des Professions paramédicales de
rencontrer les auteurs de l'initiative visant à créer
une nouvelle profession paramédicale de manière à
procéder, avec les représentants des associations
de médecins généralistes, à une nouvelle
évaluation des besoins réels de première ligne.
13.03 Maya Detiège (sp.a): Om een aantal
misverstanden op te lossen is het belangrijk dat de
minister effectief opnieuw rond de tafel wil gaan
zitten met de nationale raden. Er worden immers
bepaalde korven beschermd, terwijl iedereen zijn
functie heeft in de eerste lijn. Overleg kan leiden tot
een
win-win-situatie
waarbij
zowel
de
verpleegkundigen als de huisartsen zich beter
voelen met eventueel een nieuw statuut of een
nieuw paramedisch beroep.
13.03 Maya Detiège (sp.a): Pour lever certains
malentendus, il est important que la ministre soit
effectivement prête à rencontrer une nouvelle fois
les conseils nationaux. Certaines catégories sont en
effet protégées, alors que chacun à son rôle à jouer
dans les soins de première ligne. La concertation
peut aboutir à une situation win-win qui serait
bénéfique à la fois pour le personnel infirmier et
pour les médecins, et éventuellement assortie d'un
nouveau statut ou d'une nouvelle profession
paramédicale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het negatief advies van EMEA
betreffende het gebruik van Avastin" (nr. 18812)
14 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "l'avis négatif d'EMEA
relatif à l'utilisation d'Avastin" (n° 18812)
14.01 Maya Detiège (sp.a): Ik ben bezorgd over
het
negatieve
advies
dat
het
Europees
geneesmiddelenagentschap (EMEA) heeft verleend
inzake de erkenning van het geneesmiddel Avastin.
Dat wordt gebruikt bij de behandeling van
hooggradige
hersentumoren.
Voor
bepaalde
patiënten kan dat tot een echte ramp leiden. EMEA
motiveert dat het advies met de stelling dat er een
gerandomiseerde fase 3-studie ontbreekt. Dat is de
standaardstudie vooraleer de erkenningprocedure
wordt gestart. Bij ernstige hersentumoren is de
behandeling van een controlegroep met placebo's
totaal onverantwoord omdat die groep dan zou
sterven. Het geneesmiddel dat wél beschikbaar is,
slaat maar in 40 procent van de gevallen aan en
14.01 Maya Detiège (sp.a): L'avis négatif rendu
par l'Agence européenne pour l'évaluation des
médicaments (EMEA) en ce qui concerne la
reconnaissance du médicament Avastin m'inquiète.
Ce médicament est utilisé pour le traitement des
tumeurs cérébrales de degré élevé. La non-
reconnaissance peut avoir des conséquences
catastrophiques pour certains patients. L'EMEA
motive cet avis par l'absence d'une étude
randomisée de phase III. Il s'agit de l'étude standard
effectuée avant d'entamer la procédure de
reconnaissance. Pour les tumeurs cérébrales
graves, le traitement d'un groupe de contrôle au
moyen de placebos est totalement irresponsable,
car les patients qui constituent ce groupe
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
wordt na verloop van tijd minder doeltreffend.
Avastin bevat een andere werkzame stof en kan
voor de andere 60 procent het verschil betekenen
tussen leven en dood.
De vooruitgang op het vlak van chirurgie en
radiotherapie heeft al de levenskwaliteit van
patiënten erg doen toenemen, maar nog niet de
levensduur. De behandeling met Avastin heeft
wisselend succes, maar het is duidelijk dat er een
grote groep patiënten dankzij het medicijn al langer
overleeft.
décéderaient. Le médicament disponible ne produit
des résultats que dans 40 % des cas et perd de son
efficacité après un certain temps. L'Avastin contient
une autre substance active et il peut faire la
différence entre la vie et la mort pour les 60 %
restants.
Les progrès dans le domaine de la chirurgie et de la
radiothérapie
ont
déjà
permis
d'améliorer
considérablement la qualité de vie des patients
mais pas encore la durée de vie. Le traitement à
l'Avastin connaît des succès variables mais il est
clair qu'un groupe important de patients survit plus
longtemps déjà grâce au médicament.
EMEA moet zich dringend beraden over het
ethische
gehalte
van
een
aantal
beoordelingscriteria, want bepaalde dossiers
worden louter administratief behandeld.
Voor darmkanker heeft Avastin de hele procedure
doorlopen. Er is voldoende evidentie om ervan uit te
gaan dat Avastin kan helpen tegen hersentumoren.
Belangrijk is ook dat de Amerikaanse Food and
Drug Administration
Avastin wel goedgekeurd heeft
voor de behandeling van hersentumoren.
Is de minister bereid om aan te dringen op een
herziening van de beslissing? Het zou ook goed zijn
mocht ze aandringen op een herziening van de
gevraagde onderzoeken voor zeldzame en/of
dodelijke ziekten.
L'EMEA doit se pencher d'urgence sur l'aspect
éthique d'une série de critères d'évaluation, car
certains dossiers sont l'objet d'un traitement
purement administratif.
En ce qui concerne le cancer du colon, la procédure
complète a été suivie pour le médicament Avastin. Il
est suffisamment étayé que l'Avastin peut aider à
guérir les tumeurs au cerveau. Il est aussi à noter
que l'American Food and Drug Administration a
autorisé l'Avastin pour le traitement des tumeurs au
cerveau.
La ministre est-elle disposée à insister pour que la
décision soit reconsidérée? Ce serait également
une bonne chose si la ministre pouvait insister sur
une révision des études demandées pour les
maladies rares et/ou mortelles.
14.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Registratie van geneesmiddelen
vereist een gerandomiseerde fase 3-studie. In de
controlegroep
wordt
voor
oncologische
geneesmiddelen niet voor placebo's, maar voor een
standaardbehandeling gekozen en dit om ethische
redenen. De discussie over de genoemde middelen
toont aan dat er specifieke klinische richtsnoeren
moeten worden uitgewerkt voor de registratie van
geneesmiddelen tegen zeldzame tumoren. Men zou
kunnen kijken naar de resultaten van experimentele
behandeling, die dan onderzoeken in klinische
studies en vervolgens tot registratie van het
geneesmiddel komen.
Rekening houdend met de positieve resultaten van
studies die een objectieve respons aantonen, lijkt
het de minister gerechtvaardigd om Avastin in
België ter beschikking te houden voor bepaalde
patiënten. Dit zou mogelijk zijn via tussenkomst van
het bijzonder solidariteitsfonds van het RIZIV. Het
gaat immers om een kleine groep patiënten met
een dodelijk ziekte voor wie geen alternatieve
behandeling voorhanden is die een gelijkaardig
effect sorteert.
14.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): L'enregistrement des médicaments
requiert une étude randomisée de phase 3. Pour
des raisons éthiques, dans le groupe de contrôle
des médicaments oncologiques, les placebos sont
remplacés par un traitement standard. Le débat sur
le produit cité démontre la nécessité d'élaborer des
orientations
cliniques
spécifiques
pour
l'enregistrement de médicaments contre des
tumeurs rares. On pourrait étudier les résultats des
traitements expérimentaux, qui seraient ensuite
analysés dans des études cliniques et arriver ainsi à
l'enregistrement du médicament.
Compte tenu des résultats positifs des études
attestant d'une réaction objective, la ministre estime
opportun qu'en Belgique, l'Avastin soit mis à la
disposition de certains patients. Cette fourniture
pourrait passer par le Fonds spécial de solidarité de
l'INAMI. Il s'agit en effet d'un petit groupe de
patients souffrant d'une maladie incurable à qui
aucun autre traitement ayant des effets similaires
ne peut être proposé.
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de uitbreiding van de
terugbetaling van de preventieve behandeling
(Palivizumab) tegen de RSV-infecties (Respiratoir
Syncytieel Virus)" (nr. 18813)
15 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"l'extension
du
remboursement
du
traitement
préventif
(Palivizumab) contre les infections VRS (Virus
Respiratoire Syncytial)" (n° 18813)
15.01 Maya Detiège (sp.a): Infecties met RSV, het
respiratoir syncytiaal virus, zijn vaak voorkomende
respiratoire infecties bij zuigelingen. Ze veroorzaken
bij sommige kinderen ernstige bronchopulmonale
infecties, met ziekenhuisopnames en soms
intensieve zorgen tot gevolg. Prematuur geboren
kinderen of kinderen met een onderliggende
chronische aandoening zijn bijzonder vatbaar. Om
hen beter te beschermen is sinds mei 2009 de
preventie van bronchiolitis mogelijk bij een
welbepaalde groep van ex-prematuren en dit via
een aangepaste behandeling. De behandeling wordt
terugbetaald voor bepaalde categorieën van
premature kinderen en voor kinderen met
specifieke aandoeningen onder een bepaalde
leeftijd. De kinderen geboren tussen de 32 en de
35 weken zwangerschap, hebben in ons land echter
nog steeds geen recht op een preventieve
behandeling tegen RSV-infecties, in tegenstelling tot
in andere landen. Zal ook deze categorie voortaan
mogen rekenen op terugbetaling?
15.01 Maya Detiège (sp.a): Les infections VRS
(Virus Respiratoire Syncytial) sont fréquentes chez
les nourrissons. Chez certains enfants, elles
provoquent des infections bronchopulmonaires
graves qui nécessitent une hospitalisation, voire des
soins intensifs. Les enfants nés prématurément ou
les enfants souffrant d'une maladie chronique
latente y sont très sensibles. Pour mieux les
protéger, il a été décidé en mai 2009 de créer la
possibilité d'une prévention de la bronchiolite pour
une catégorie bien spécifique d'ex-prématurés, au
moyen d'un traitement adapté remboursable pour
certaines catégories de prématurés et pour les
enfants souffrant de maladies spécifiques en deçà
d'un âge déterminé. Toutefois, il se trouve qu'en
Belgique, les enfants nés entre la 32
e
et la
35
e
semaine de la grossesse n'ont toujours pas droit
à un traitement préventif contre les infections VRS,
contrairement à ce qui est prévu dans d'autres
pays. Les enfants appartenant à cette catégorie
pourront-ils eux aussi bénéficier dorénavant d'un
remboursement de ce traitement?
15.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Momenteel wordt het geneesmiddel
voor de bescherming tegen RSV reeds terugbetaald
voor alle patiënten met een hoog risico, dus ook
voor de kinderen geboren tussen 32 en 35 weken
zwangerschapsleeftijd, voor zover zij een hoog
risico lopen op ernstige bronchopulmonale infecties
en - meer specifiek - voor kinderen jonger dan
2 jaar
die
lijden
aan
een
congenitale
hartaandoening of kinderen met chronische
respiratoire insufficiëntie. Een verdere uitbreiding
van de terugbetaling van het geneesmiddel naar
alle kinderen geboren tussen 32 en 35 weken
zwangerschapsleeftijd en met een verhoogd risico
op bronchiolitis moet eerst nauwkeurig worden
onderzocht. Bij het opstellen van de oorspronkelijke
conventie werd deze discussie al gevoerd en
werden keuzes gemaakt op basis van de
beschikbare gegevens. In geval van nieuwe
gegevens, is minister Onkelinx bereid tot een nieuw
gesprek.
15.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Actuellement, le médicament servant
à la prévention du VRS est déjà remboursé pour
tous les patients à risque élevé et donc pour les
enfants nés entre la 32
e
et la 35
e
semaine de
grossesse à condition qu'ils courent un risque élevé
d'être atteints d'infections bronchopulmonaires et ­
plus spécifiquement -, également pour les enfants
de moins de 2 ans qui sont atteints d'une maladie
cardiaque congénitale ou les enfants souffrant
d'une insuffisance respiratoire chronique. Il convient
avant tout d'examiner scrupuleusement s'il est
indiqué d'étendre le remboursement de ce
médicament à tous les enfants nés entre la 32
e
et la
35
e
semaine de grossesse et présentant un risque
élevé de bronchiolite. Lors de la confection de la
convention initiale, ce débat a déjà été mené et des
choix ont été faits sur la base des données
disponibles. Si de nouvelles données étaient
recueillies, la ministre Onkelinx serait disposée à
en rediscuter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
16 Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "het gevaar van
Bisfenol A" (nr. 18829)
16 Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les dangers du
Bisphénol A" (n° 18829)
16.01 Lieve Van Daele (CD&V): De chemische
stof Bisfenol A wordt gebruikt in producten zoals
plastic flessen, cd's en creditcards. Bisfenol A kan
ontwikkelingsstoornissen bij kinderen veroorzaken.
Hoewel veel fabrikanten de stof al uit hun producten
hebben geweerd, is er nog geen wettelijk verbod.
Wordt
er
onderzoek
gedaan
naar
de
gezondheidsrisico's van Bisfenol A? Moet er bij
ontstentenis van een wettelijk verbod niet minstens
een duidelijke communicatie gebeuren?
16.01 Lieve Van Daele (CD&V): Le Bisphénol A,
une substance chimique, est utilisé dans des
produits tels que les bouteilles en plastique, les CD
et les cartes de crédit. Le Bisphénol A peut
provoquer des problèmes de développement chez
les enfants. Même si bon nombre de fabricants ont
banni cette substance de leurs produits, il n'existe à
ce jour aucune interdiction légale. Les risques
sanitaires que présente le Bisphénol A sont-ils
étudiés? Faute d'une interdiction légale, ne devrait-
on pas, à tout le moins, fournir une information
claire à ce sujet?
16.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Minister Onkelinx verwijst naar het
antwoord op vraag 17906 van mevrouw Snoy over
identiek hetzelfde onderwerp.
16.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): La ministre Onkelinx renvoie à la
réponse qu'elle a fournie à la question 17906 de
Mme Snoy traitant exactement du même sujet.
16.03 Lieve Van Daele (CD&V): Verontschuldig
me, dat was aan mijn aandacht ontsnapt.
16.03 Lieve Van Daele (CD&V): Veuillez
m'excuser, je ne m'en étais pas aperçue.
De voorzitter: U heeft uw vraag gesteld. Het
secretariaat kan niet anders dan uw vraag op de
agenda plaatsen, maar de minister kan u
antwoorden dat hij er al op heeft geantwoord.
La présidente: Vous avez posé votre question. Le
secrétariat ne peut pas ne pas inscrire votre
question à l'ordre du jour mais le ministre peut vous
répondre qu'il y a déjà répondu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"een
eenvoudige
test
om
nood
aan
cholesterolverlagers in te schatten" (nr. 18830)
17 Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "un test simple pour
évaluer
la
nécessité
de
prendre
des
hypocholestérolémiants" (n° 18830)
17.01 Lieve Van Daele (CD&V): Omdat
cholesterol, zeker in de westerse wereld, een van
de hoofdoorzaken is van hart- en vaatziekten,
nemen veel mensen cholesterolremmers. Volgens
een recente studie zouden 1,3 miljoen Belgen
cholesterolpillen gebruiken. Dat is goed voor
400 miljoen binnen het RIZIV-budget. Een recente
studie zegt echter dat de pillen slechts voor een op
de twintig patiënten effect zouden sorteren en de
onderzoekers beweren dat ze over een eenvoudige
test beschikken om te zien of de patiënt er
daadwerkelijk door wordt geholpen. Heeft de
minister weet van de studie? Welke conclusies zal
zij eruit trekken?
17.01 Lieve Van Daele (CD&V): Nombreux sont
ceux qui prennent des inhibiteurs de cholestérol
dans la mesure où le le cholestérol constitue,
certainement dans les pays occidentaux, l'un des
principaux facteurs de maladies cardiovasculaires.
D'après une étude récente, 1,3 million de Belges
prendraient régulièrement des médicaments pour
réduire leur taux de cholestérol, ce qui représente
un montant de 400 millions au niveau du budget de
l'INAMI. Or selon une étude récente, ces
médicaments n'auraient de l'effet que pour un
patient sur vingt et les chercheurs affirment qu'un
simple test permet de déterminer si le traitement est
effectivement bénéfique. La ministre est-elle au
courant de cette étude? Quelles conclusions en
tirera-t-elle?
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
17.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Zowel patiënten met een bewezen
cardiovasculaire ziekte als patiënten voor wie het
nodig is preventief actie te nemen, hebben een
voorschrift nodig voor cholesterolremmers. Om in te
schatten voor wie preventieve medicatie nodig is,
bestaan verschillende modellen. De artsen maken
sinds 2006 gebruik van het SCORE-systeem, dat
door de Europese wetenschappelijke entiteiten is
gevalideerd en rekening houdt met diverse
risicofactoren: geslacht, leeftijd, roken, enzovoort.
Er is ook Belgische versie van het SCORE-model
ontwikkeld, dat rekening houdt met specifieke
epidemiologische gegevens van ons land. De
werkgroep Huisartsengeneeskunde van de VUB
heeft nu ook een nieuw instrument ontwikkeld dat
door
iedereen
via
internet
kan
worden
geraadpleegd, terwijl het SCORE-model enkel voor
de artsen bestemd is.
17.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Les patients atteints d'une maladie
cardiovasculaire comme ceux qui requièrent des
mesures préventives ont besoin d'une prescription
d'anticholestérolémiants.
Il
existe
différents
modèles permettant de déterminer quels patients
ont besoin d'une médication préventive. Depuis
2006, les médecins utilisent le système SCORE;
approuvé par les entités scientifiques européennes.
Ce système prend en considération divers facteurs
de risque tels que le sexe, l'âge, le tabagisme, etc.
Une version belge de ce système, tenant compte
des données épidémiologiques spécifiques de notre
pays, a également été mise au point. Le groupe de
travail de médecine générale de la VUB a
également développé un nouvel instrument
accessible à tous sur Internet, contrairement au
modèle SCORE qui est réservé aux médecins.
Dat nieuwe model is enkel een test voor
zelfevaluatie en kan het SCORE-model dus niet
echt vervangen. Voor de terugbetaling van
cholesterolremmers kan het nieuwe instrument dus
niet worden aanbevolen.
Ce nouveau modèle ne constitue qu'un test
d'autoévaluation et ne pourra donc pas vraiment
remplacer le modèle SCORE. Le nouvel instrument
ne peut dès lors pas être recommandé dans le
cadre du remboursement des cholestérolémiants.
17.03 Lieve Van Daele (CD&V): Uit het antwoord
van de staatssecretaris blijkt dat de conclusies van
de studie kort door de bocht zijn. Een indicatief
instrument voor zelfevaluatie kan inderdaad niet
zomaar naast een wetenschappelijk instrument voor
artsen worden geplaatst.
17.03 Lieve Van Daele (CD&V): Il ressort de la
réponse du secrétaire d'État que les conclusions de
l'étude sont assez sommaires. On ne saurait placer
sur le même niveau un instrument indicatif
d'autoévaluation et un instrument scientifique à
l'usage des médecins.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
vergiftigingen die door vervallen geneesmiddelen
worden veroorzaakt" (nr. 18842)
18 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "les intoxications
causées par l'usage de médicaments périmés"
(n° 18842)
18.01 Colette Burgeon (PS): In Frankrijk worden
er jaarlijks 22.000 vergiftigingen geregistreerd door
inname of gebruik van geneesmiddelen waarvan de
houdbaarheidsdatum
verstreken
is.
Hoewel
preventie een gemeenschapsbevoegdheid is, denk
ik toch dat de federale overheid een rol kan en moet
spelen. In België worden er bijzonder veel, zelfs te
veel geneesmiddelen gebruikt. Dat weegt zwaar op
de federale gezondheidszorgbegroting, maar ook
op het huishoudinkomen van onze burgers, wat een
reden kan zijn om producten toch te gebruiken, ook
al is de houdbaarheidsdatum verlopen.
Beschikken we, net als Frankrijk, over statistieken
met betrekking tot die problematiek? Zo ja, welke
lering trekt u daaruit? Zou men de aanduiding van
18.01 Colette Burgeon (PS): En France,
annuellement,
l'ingestion
ou
l'usage
de
médicaments
périmés
provoque
22 000
intoxications. Même si la prévention qui est une
compétence communautaire, il me semble que
l'État fédéral a un rôle à jouer. En effet, en Belgique,
la consommation de médicaments est très, voire
trop élevée. Celle-ci pèse lourdement sur le budget
fédéral des soins de santé mais aussi sur le budget
personnel de nos concitoyens, incitant ainsi l'usage
de produits périmés.
À l'instar de la France, possédons-nous des
statistiques relatives à cette problématique? Dans
l'affirmative, quels enseignements en tirez-vous?
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
de
houdbaarheidsdatum
niet
moeten
vereenvoudigen,
in
het
bijzonder
voor
geneesmiddelen die na het verstrijken van die
datum niet gewoon hun werkzaamheid verliezen,
maar
gevaar
kunnen
opleveren voor
de
gezondheid?
Ne serait-il pas nécessaire de simplifier la
signalétique relative à la date de péremption,
notamment en ce qui concerne les médicaments
qui, au lieu de perdre simplement leur efficacité,
peuvent se révéler dangereux une fois périmés.
18.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
We hebben geen statistieken met betrekking tot het
gebruik
van
geneesmiddelen
waarvan
de
houdbaarheidsdatum
is
verstreken.
Het
Antigifcentrum registreerde in 2009 ongeveer 150
oproepen in verband met de inname van medicatie
na de houdbaarheidsdatum. Bij de overgrote
meerderheid van deze oproepen werden er geen
symptomen gemeld. Bij de 22.000 intoxicaties die u
vermeldde, zou er evenmin een verband zijn met
het gebruik van geneesmiddelen waarvan de
houdbaarheidsdatum verstreken is, maar zou het
eerder gaan om ongevallen in huis, waarbij
kinderen
niet-gebruikte
geneesmiddelen
die
bewaard worden in de huisapotheek, per ongeluk
hebben ingeslikt.
Het probleem met geneesmiddelen waarvan de
houdbaarheidsdatum verstreken is, is in de
overgrote meerderheid van de gevallen dat ze als
gevolg van de afbraak van hun werkzame
bestanddelen hun efficiëntie verliezen. Daarom
moet op alle geneesmiddelen die in de handel
gebracht worden, duidelijk de houdbaarheidsdatum
worden vermeld. De standaardvermelding EXP
(expires), gevolgd door de maand/het jaar, is een
minimumvereiste. Het jaar moet worden uitgedrukt
in cijfers. Wanneer men enkel de maand en het jaar
vermeldt, wordt de laatste dag van de maand als de
uiterste houdbaarheidsdatum beschouwd. Het is de
bedoeling dat patiënten daar altijd rekening mee
houden en de geneesmiddelen niet meer innemen
na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum.
Door een graad van relevantie te vermelden zou
men de geloofwaardigheid van deze uiterste
houdbaarheidsdatum ondergraven.
18.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Nous ne possédons pas de statistiques
relatives à la consommation de médicaments
périmés. Le Centre anti-poisons relate environ 150
appels en 2009 relatifs à la prise de médicaments
périmés. L'immense majorité de ces appels
n'étaient pas associés à des symptômes. De
même, les 22 000 intoxications auxquelles il est fait
allusion ici seraient liées, non pas à la
consommation de médicaments périmés mais
plutôt à des accidents domestiques provoqués par
l'ingestion accidentelle par des enfants de
médicaments non utilisés et conservés dans une
pharmacie familiale.
Le problème posé par les médicaments périmés
est, dans l'immense majorité des cas, une perte
d'efficacité suite à la dégradation des principes
actifs. Aussi, tous les médicaments commercialisés
doivent comporter la mention de leur date de
péremption en clair. La mention standardisée EXP
(expire) suivies du mois/année constitue un
minimum. L'année doit être exprimée en chiffres.
Lorsqu'on ne mentionne que le mois et l'année, la
date de péremption est considérée comme étant le
dernier jour du mois. L'objectif est que les patients
en tiennent toujours compte et ne consomment
aucun médicament périmé quel qu'il soit. Indiquer
un degré de pertinence serait un mauvais signal
quant à la crédibilité de cette date de péremption.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van mevrouw Lieve Van Daele aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
elektronische sigaret" (nr. 18877)
19 Question de Mme Lieve Van Daele à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"la
cigarette
électronique" (n° 18877)
19.01 Lieve Van Daele (CD&V): De elektronische
sigaret is een vervangmiddel voor de traditionele
sigaret. Ze bestaat in verschillende sterktes, van
soorten met een extra hoge dosis nicotine tot
soorten
zonder
nicotine.
Wetenschappelijk
onderzoek heeft aangetoond dat er zeer weinig
veiligheidsgegevens over de elektronische sigaret
19.01 Lieve Van Daele (CD&V): La cigarette
électronique constitue un substitut à la cigarette
traditionnelle. Il existe des cigarettes électroniques
à très haute dose de nicotine et sans nicotine La
recherche scientifique a démontré qu'il existe très
peu de données relatives à la sécurité de la
cigarette électronique. L'Europe ne dispose pas de
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
bestaan. Europa heeft geen duidelijke regelgeving.
In sommige landen is het verboden, in andere wordt
het beschouwd als een geneesmiddel. Wat is de
status van de elektronische sigaret in ons land?
Bestaan er cijfers over het gebruik ervan? Wie zijn
de gebruikers? Welke vormen worden het meest
gebruikt? Zal er Europese regelgeving komen?
réglementation claire. Dans certains pays, la
cigarette électronique est interdite, dans d'autres
elle est considérée comme un médicament. Quel
est le statut de la cigarette électronique dans notre
pays? Existe-t-il des chiffres relatifs à sa
consommation? Qui les fume? Quelles sortes sont
les plus vendues? Une réglementation européenne
sera-t-elle instaurée?
19.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Dergelijke producten vallen onder de
toepassing
van
de
wetgeving
op
de
geneesmiddelen of die op de tabaksproducten.
Sommige producten die nicotine bevatten, zoals
pleisters of kauwgom, hebben het statuut van
geneesmiddel. Zij mogen pas verkocht worden als
zij geregistreerd werden als geneesmiddel en
daarvoor moeten ze gegevens over kwaliteit,
veiligheid en doeltreffendheid verschaffen.
Elektronische
sigaretten
die
therapeutische
indicaties vermelden, zoals hulp bij het stoppen met
roken, zijn geneesmiddelen en moeten de
registratieprocedure
doorlopen.
Andere
elektronische sigaretten die extracten van tabak
bevatten, worden beschouwd als tabaksproducten,
waarvoor dezelfde beperkingen gelden als voor de
klassieke sigaret.
Er werd nog geen registratieaanvraag als
geneesmiddel of tabaksproduct ingediend. Het is
dus verboden om deze producten in ons land op de
markt te brengen. De controle moet ofwel door het
FAVV ofwel door de inspectie van Volksgezondheid
worden uitgevoerd.
19.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): De tels produits relèvent de
l'application de la législation sur les médicaments
ou de celle sur les produits du tabac. Certains
produits contenant de la nicotine, comme les patchs
ou les chewing-gums, ont le statut de médicament.
Ils ne peuvent dès lors être commercialisés
qu'après avoir été enregistrés en tant que
médicament et pour obtenir cet enregistrement, les
producteurs doivent fournir des informations sur la
qualité, la sécurité et l'efficacité.
Les cigarettes électroniques mentionnant des
indications thérapeutiques du style 'aide au sevrage
tabagique' sont des médicaments et doivent se
soumettre à la procédure d'enregistrement. D'autres
cigarettes électroniques contenant des extraits de
tabac sont considérées comme des produits du
tabac, soumis aux mêmes restrictions que celles
imposées à la cigarette classique.
Aucune demande d'enregistrement en tant que
médicament ou produit du tabac n'a encore été
déposée. La commercialisation de ces produits
demeure par conséquent interdite dans notre pays.
Le contrôle doit être effectué soit par l'AFSCA, soit
par l'Inspection de la Santé publique.
Deze producten worden vaak op het internet
aangeboden.
We
beschikken
niet
over
cijfermateriaal ter zake. Er worden wel geregeld
postzendingen onderschept. Uit analyses blijkt dat
de concentratie aan nicotine tussen de 0 en de
24 mg bedraagt. Momenteel bereiden wij een
sensibilisatiecampagne over de potentiële gevaren
voor.
Op vraag van de Nederlandse regering is Europa
bezig met deze problematiek. Veel lidstaten zijn
tegen het op de markt brengen van dergelijke
producten.
Ces produits sont souvent mis en vente sur
Internet. Nous ne disposons pas de chiffres en la
matière, mais je peux vous dire que des envois
postaux sont régulièrement interceptés. Les
analyses révèlent une teneur en nicotine allant de 0
à 24 mg. Nous sommes en train de préparer une
campagne de sensibilisation sur les dangers
potentiels de la cigarette électronique.
À la demande du gouvernement néerlandais,
l'Europe se penche sur cette problématique. De
nombreux États membres s'opposent à la
commercialisation de tels produits.
19.03 Lieve Van Daele (CD&V): Het verrast mij
dat er nog geen enkele registratieaanvraag werd
ingediend. Het product is zeer gemakkelijk te
verkrijgen. Jongeren zijn er niet op de hoogte van
dat het verboden is. Er wordt niet eens een publiek
debat over gevoerd. Het is goed dat er een
campagne wordt voorbereid. Er moet daarvoor
19.03 Lieve Van Daele (CD&V): Je m'étonne
qu'aucune demande d'enregistrement n'ait été
introduite jusqu'à présent. Il est très facile de se
procurer ce produit. Les jeunes ignorent qu'il s'agit
d'un produit interdit et il ne fait même pas l'objet
d'un débat public. Je me réjouis donc de la
campagne qui se prépare. Les Communautés
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
samengewerkt worden met de Gewesten.
doivent y être associées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de bevolkingsgroei in het
Brussels Gewest en de gevolgen ervan voor de
gezondheid" (nr. 18916)
20 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration
sociale,
sur
"la
croissance
démographique en Région bruxelloise et ses
conséquences sur la santé" (n° 18916)
20.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Volgens
bepaalde studies zou de Brusselse bevolking zeer
snel toenemen en ook jonger en verscheidener
worden, maar zou ze ook verarmen. De
heer Charles Piqué heeft een inventaris laten
opmaken van de behoeften op het gebied van de
crèches en de scholen die uit die demografische
evolutie voortvloeien. Die evolutie blijft ook niet
zonder gevolgen voor de gezondheidszorg.
In welke maatregelen voorziet u voor de komende
tien jaar op het vlak van de gezondheidszorg?
Voorziet u in een uitbreiding van het medisch
aanbod in het algemeen? Welke maatregelen heeft
u genomen met betrekking tot het aantal
kinderartsen en het aantal pediatrische bedden in
de ziekenhuizen in het licht van die verjonging van
de bevolking?
20.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Selon certaines
études, la population bruxelloise augmente très
rapidement, se rajeunit, se diversifie, mais a aussi
tendance à s'appauvrir. M. Charles Picqué a fait
dresser un inventaire des besoins en crèches et en
écoles que génère cette évolution démographique.
Celle-ci a aussi un impact sur les soins de santé.
Qu'avez-vous prévu pour les 10 ans à venir dans le
domaine
des
soins
de
santé?
Quelles
augmentations sont-elles prévues au niveau de
l'offre médicale en général? Vu le rajeunissement
de cette population, qu'est-il prévu quant au nombre
de pédiatres et de lits pédiatriques dans les
hôpitaux?
20.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Het Brussels Gewest beschikt over een groot
aanbod van artsen en ziekenhuizen. Er is één
huisarts per 800 inwoners, tegen een nationaal
gemiddelde van één huisarts per 1.100 inwoners.
De huisartsen nemen ook een steeds groter
aandeel van de kindergeneeskundige verzorging op
zich. Volgens de werkgroep artsen van de
planningscommissie medisch aanbod is er geen
tekort aan kinderartsen, behalve in een aantal
ziekenhuizen waar een specifieke wachtdienst voor
pediatrie wordt verzekerd. Het planningsbesluit dat
ik in juni 2008 liet goedkeuren, voorziet in een
geleidelijke verhoging van de quota voor artsen van
753 tot 1.230 per jaar, waardoor ook het aantal
jonge kinderartsen per jaar de facto zal toenemen.
Er werd een reflectie op gang gebracht met de
kinderartsen en de ziekenhuisbeheerders met het
oog op een hervorming van de ziekenhuispediatrie.
Er bleek nood te zijn aan een diepgaande studie
naar de mogelijkheden die ter zake worden
geboden in het kader van de dagziekenhuizen. Er
moet worden nagegaan in welke mate de
financieringregels moeten worden aangepast om de
behandeling
van
kinderen
in
specifieke
dagziekenhuizen aan te moedigen. Er ging ook
bijzondere aandacht naar het optrekken van de
20.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): La densité médicale et hospitalière est
particulièrement élevée en Région bruxelloise. On y
trouve un généraliste pour environ 800 habitants
contre une moyenne nationale de un pour 1 100.
Ces généralistes sont amenés à assumer de plus
en plus une grande partie des soins pédiatriques.
Selon le groupe "Médecins" de la commission de
planification, il n'y a pas de pénurie de pédiatres,
sauf dans certains milieux hospitaliers assurant une
garde pédiatrique. L'arrêté de planification que j'ai
fait
adopter
en
juin
2008
augmente
progressivement le quota de médecins de 753 à
1 230 par an, accroissant de facto le nombre annuel
de jeunes pédiatres.
Une réflexion a été entamée avec les pédiatres et
avec les gestionnaires d'hôpitaux en vue d'une
réforme de la pédiatrie hospitalière. Une étude
approfondie des potentialités offertes par la prise en
charge d'un hôpital de jour s'est avérée nécessaire.
Pour stimuler l'hospitalisation de jour pédiatrique, il
convient d'examiner en quoi les règles de
financement doivent être adaptées. Une attention
particulière a été portée à la revalorisation des
honoraires de permanence des pédiatres en
exécution de l'accord médico-mutualiste 2009-2010.
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
permanentiehonoraria voor de kinderartsen, ter
uitvoering
van
de
overeenkomst
artsen-
ziekenfondsen 2009-2010.
20.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Uit dit antwoord
blijkt helemaal niet dat de evolutie in het Brussels
Gewest werd onderzocht en dat er werd nagegaan
of het aanbod volstaat om een antwoord te bieden
op die toename.
20.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Rien dans la
réponse n'affirme qu'on a examiné l'évolution de la
Région bruxelloise et vérifié que l'offre était
suffisante dans les divers types pour répondre à
cette augmentation.
Werd er wel rekening gehouden met de evolutie
van het Brusselse Gewest? Wat dat betreft ben ik
helemaal niet gerustgesteld. Er zijn veel
ziekenhuizen in het Brusselse Gewest, maar die
behandelen ook veel patiënten uit de andere
Gewesten. Ik begrijp niet hoe ziekenhuizen die
nieuwe patiënten zullen kunnen opvangen zonder
ontwikkelingsplannen. Die kwestie moet zo objectief
mogelijk
benaderd
worden
om
capaciteitsproblemen in de toekomst te vermijden.
Je ne suis pas rassurée sur le fait qu'on a tenu
compte de l'évolution de la Région bruxelloise. Il y a
beaucoup d'hôpitaux en Région bruxelloise mais ils
accueillent beaucoup de patients d'autres Régions.
Je ne comprends pas comment des hôpitaux
pourront accueillir ces nouveaux patients sans
plans de développement. Il faut entamer cette
réflexion le plus objectivement possible afin qu'on
ne se retrouve pas dans des situations de pénurie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het geschil tussen de OCMW's
en het RIZIV over het niet-verlenen van
uitkeringen door het ziekenfonds aan zieken die
in
psychiatrische
ziekenhuizen
verblijven"
(nr. 18956)
21 Question de M. Éric Thiébaut à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le contentieux qui
oppose les CPAS à l'INAMI suite au refus
d'accorder des indemnités de mutuelle aux
personnes hébergées en hôpital psychiatrique"
(n° 18956)
21.01 Éric Thiébaut (PS): In een psychiatrisch
ziekenhuis opgenomen personen met psychische
stoornissen die hun werkloosheidsuitkering verloren
omdat het RIZIV hen arbeidsongeschikt acht,
komen ten laste van het OCMW. Zo een persoon
wordt door de vrederechter onder het stelsel van de
voorlopige bewindvoering over de goederen
geplaatst, en het OCMW kent die persoon het
leefloon toe als voorschot op de uitkeringen van het
ziekenfonds en op andere sociale uitkeringen.
De OCMW's zijn van mening dat die sociale
bijstand ­ die wordt geacht tijdelijk te zijn ­ een
goed voorbeeld is van de ondoordachte lasten die
de federale overheid hun oplegt. Daarom vechten
ze voor de arbeidsrechtbank de beslissingen aan
waarbij de adviserend geneesheren van de
ziekenfondsen die personen als arbeidsongeschikt
erkennen.
Kunt u die door de OCMW's ingestelde rechtszaak
begrijpen? Acht u de beslissing van het RIZIV om
de ziekenfondsen niet langer uitkeringen te laten
verlenen billijk? Bent u van mening dat personen
met psychische stoornissen arbeidsongeschikt zijn?
Hoe zal u dat geschil beëindigen? Kan er gedacht
21.01 Éric Thiébaut (PS): Les CPAS prennent en
charge des personnes souffrant de troubles
mentaux hébergées en hôpital psychiatrique,
auxquelles les allocations de chômage ont été
retirées car l'INAMI les estime inaptes au travail.
Ces personnes sont mises sous "administration
provisoire de biens" par le juge de paix et les CPAS
leur accordent le droit au RIS à titre d'avance sur
des indemnités de mutuelles et autres prestations
sociales.
Les CPAS estiment que cette aide sociale ­ censée
être temporaire ­ est représentative des charges
inconsidérées que le niveau fédéral fait peser sur
eux. Ils ont donc introduit un recours devant le
tribunal du Travail pour contester les décisions du
médecin-conseil des mutuelles en vue de faire
reconnaître l'incapacité de travail de ces personnes.
Comprenez-vous ce recours des CPAS? Justifiez-
vous la décision de l'INAMI de ne plus accorder
d'indemnités de mutuelle? Estimez-vous que les
personnes souffrant de troubles psychiques sont en
incapacité de travail? Comment comptez-vous
mettre fin à ce contentieux? D'autres formes
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
worden aan andere vormen van steun dan de
ziekenfondsuitkeringen?
d'allocations que celles des mutuelles peuvent-elles
être envisagées?
21.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Om erkend te worden als arbeidsongeschikt in de
zin van artikel 100, § 1 van de wet betreffende de
verplichte
verzekering
voor
geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994, moet de verzekerde alle werkzaamheid
onderbroken hebben als gevolg van het intreden of
het verergeren van letsels of functionele
stoornissen. Van de werknemers die in een erkende
verplegingsinrichting
opgenomen
zijn,
wordt
aangenomen dat zij de vereiste graad van
arbeidsongeschiktheid bereiken.
Ik vermoed dat er als motivering voor de kwestieuze
beslissingen waarover u sprak, aangevoerd werd
dat er geen oorzakelijk verband was tussen de
onderbreking van de werkzaamheid en het intreden
of het verergeren van de letsels of functionele
stoornissen.
Tijdens
het
eerste
jaar
van
de
arbeidsongeschiktheid
neemt
de
adviserend
geneesheer van de verzekeringsinstelling waarbij
de verzekerde aangesloten is, de beslissing om de
arbeidsongeschiktheid te erkennen of de periode
van arbeidsongeschiktheid te beëindigen. Vanaf het
tweede jaar kan de Geneeskundige Raad voor
Invaliditeit
van
het
RIZIV
de
arbeidsongeschiktheidsperiode
verlengen
of
beëindigen.
In
geval
van
betwisting
moeten
de
arbeidsrechtbanken en -hoven van ambtswege
controleren of de voorwaarden vervuld zijn.
Personen die in kennis worden gesteld van een
beslissing
om
de
periode
van
erkende
arbeidsongeschiktheid te beëindigen, kunnen een
vergoedingsaanvraag indienen bij de FOD Sociale
Zekerheid in het kader van de wetgeving met
betrekking tot de personen met een handicap. In
het kader van de uitkeringsverzekering kunnen
psychische stoornissen een reden zijn om de
arbeidsongeschiktheid te erkennen.
21.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Pour être reconnu comme incapable de
travailler au sens de l'article 100 § 1
er
de la loi
relative à l'assurance obligatoire soins de santé et
indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, l'assuré
doit avoir cessé toute activité, en conséquence du
début ou de l'aggravation de lésions ou de troubles
fonctionnels. Les personnes hébergées dans un
établissement hospitalier agréé sont censées
atteindre le degré d'incapacité de travail requis.
Je suppose que les décisions querellées auxquelles
vous faites référence ont été motivées par l'absence
de lien causal entre la cessation d'activités et le
début ou l'aggravation des lésions et troubles
fonctionnels.
Durant la première année d'incapacité de travail,
c'est le médecin-conseil de l'organisme assureur
d'affiliation qui prend la décision de reconnaître ou
de mettre fin à l'incapacité de travail. À partir de la
deuxième année, le conseil médical de l'invalidité
de l'INAMI peut prolonger l'incapacité de travail ou y
mettre fin.
En cas de contestation, les cours et tribunaux du
travail doivent vérifier d'office que les conditions
sont remplies. Les personnes auxquelles sont
notifiées des décisions de fin d'incapacité de travail
peuvent introduire une demande d'indemnisation
auprès du SPF Sécurité sociale dans le cadre de la
législation sur les personnes handicapées. Dans le
cadre de l'assurance indemnité, les troubles
psychiques constituent une des causes justifiant la
reconnaissance de l'incapacité de travail.
21.03 Éric Thiébaut (PS): Ik zal wachten op het
verslag van de commissie om het antwoord te
herlezen en een en ander te begrijpen.
21.03 Éric Thiébaut (PS): Je vais attendre le
compte rendu de la commission pour relire la
réponse et la comprendre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Aangezien mevrouw Colinia afwezig
is, worden haar vragen nr. 18992 en nr. 18993
geschrapt.
La présidente: Mme Colinia étant absente, ses
questions n° 18992 et n° 18993 sont supprimées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
22 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
behandeling van ichtyosis" (nr. 19009)
22 Question de M. Christian Brotcorne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "le traitement de
l'ichtyose" (n° 19009)
22.01 Christian Brotcorne (cdH): Ichtyosis is een
huidziekte die één pasgeborene op 300.000 treft.
Ze wordt gekenmerkt door een schubachtige
afschilfering van de huid. Tot nog toe kan de ziekte
niet
worden
genezen.
Er
bestaan
wel
behandelingen die de symptomen tegengaan en de
hinder voor de patiënt verminderen.
Het programma voor de verbetering van de
levenskwaliteit van personen met chronische
ziekten van minister Onkelinx is in 2009 van start
gegaan. In het kader daarvan kunnen zeldzame
ziekten, dit zijn ziekten die minder dan één persoon
op 2.000 treffen, erkend worden als chronische
ziekte. De behandeling van ichtyosis wordt
momenteel echter niet terugbetaald.
Komt ichtyosis in aanmerking voor de toepassing
van dat programma? Zo niet, welke mogelijkheden
zijn er met betrekking tot de terugbetaling van de
kosten?
22.01 Christian Brotcorne (cdH): L'ichtyose est
une maladie dermatologique qui touche 1 nouveau-
né sur 300 000. Elle se caractérise par une
anomalie de la peau recouverte de squames. À ce
jour, l'Ichtyose n'est pas curable. Il existe
néanmoins des traitements permettant d'en réduire
les effets et de soulager le patient.
Le programme de Mme Onkelinx pour l'amélioration
de la qualité de vie des personnes atteintes
d'affections chroniques a été lancé en 2009. Il
prévoit de reconnaître les maladies rares, c'est-à-
dire affectant moins d'une personne sur 2 000,
comme affection chronique. Pourtant, il semble que
les soins liés au traitement de l'ichtyose ne sont
actuellement pas remboursables.
L'ichtyose est-elle prise en considération dans ce
programme? Sinon, quelles sont les possibilités de
remboursement?
22.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée (Frans):
Het zorgprogramma "voorrang aan de chronisch
zieken" is bedoeld voor alle chronisch zieken, met
inbegrip van de patiënten die lijden aan een
zeldzame ziekte. Het statuut van chronisch zieke zal
worden toegekend aan de rechthebbenden van de
verzekering geneeskundige verzorging op grond
van hun uitgaven voor gezondheidszorg en een
medisch attest waaruit blijkt dat de persoon lijdt aan
een zeldzame ziekte of weesziekte, waarvan de
prevalentie lager ligt dan 1 op 2.000.
De Koning Boudewijnstichting heeft de opdracht
gekregen een deskundigenteam "Fonds Zeldzame
Ziekten en Weesgeneesmiddelen" bijeen te roepen,
dat een nationaal plan moet opstellen met
specifieke maatregelen voor de behandeling van
mensen met zeldzame ziekten.
Voorts kunnen de kosten voor de behandeling van
patiënten met ichthyosis die niet rechtstreeks
gedekt worden door de verzekering voor
geneeskundige verzorging, ten laste worden
genomen door het Bijzonder Solidariteitsfonds. De
aanvragen
zullen
ter
goedkeuring
worden
voorgelegd aan een college van geneesheren-
directeurs van de verzekeringsinstellingen en
geneesheren-ambtenaren van het RIZIV. In dit
verband kreeg een werkgroep bestaande uit
22.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
français): Le programme "Priorité aux malades
chroniques" concerne tous les malades chroniques,
y compris ceux atteints d'une maladie rare. Le statut
de
malade
chronique
sera
accordé
aux
bénéficiaires de l'assurance soins de santé sur
base de leurs dépenses en soins de santé et d'un
certificat médical attestant que la personne souffre
d'une maladie rare ou orpheline, dont la prévalence
est inférieure à 1 sur 2 000.
La Fondation Roi Baudouin a été mandatée pour
réunir un groupe d'experts appelé "Fonds des
maladies rares et médicaments orphelins" en vue
de rédiger un plan national comportant des
mesures spécifiques pour la prise en charge des
personnes souffrant de maladies rares.
Par ailleurs, les frais liés au traitement des patients
souffrant d'ichthyose et non couverts directement
par l'assurance soins de santé peuvent être pris en
charge par le Fonds spécial de solidarité. Les
demandes seront soumises à l'approbation d'un
collège composé de médecins directeurs des
organismes
assureurs
et
de
médecins
fonctionnaires de l'INAMI. À ce propos, un groupe
de travail composé de représentants du comité
consultatif des malades chroniques et du Conseil
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
vertegenwoordigers van het Raadgevend Comité
van de chronisch zieken en de Technische
Farmaceutische Raad de opdracht om in 2010 de
problemen te onderzoeken met betrekking tot de
terugbetaling van voorgeschreven producten ter
behandeling van chronische huidaandoeningen en
een voorstel te formuleren voor een gerichte en
gebudgetteerde ten laste neming.
technique pharmaceutique a été chargé d'examiner
les problèmes de remboursement liés aux
prescriptions de produits nécessaires au traitement
des affections dermatologiques chroniques et
d'élaborer une proposition de prise en charge ciblée
et budgétée dans le courant de l'année 2010.
22.03 Christian Brotcorne (cdH): Ik dank u voor
uw antwoorden, aan de hand waarvan de
persoonlijke toestand van de mensen over wie ik
het had, zal kunnen evolueren.
22.03 Christian Brotcorne (cdH): Merci pour les
réponses apportées. Elles permettront de faire
évoluer la situation personnelle des gens auxquels
je fais référence.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag 19034 van mevrouw Van der
Straeten wordt uitgesteld.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 19034 de Mme Van
der Straeten est reportée.
Voorzitter: Katia della Faille de Leverghem.
Présidente: Katia della Faille de Leverghem.
23 Vraag van mevrouw Magda Raemaekers aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"het
elektronisch toezicht van rusthuisbewoners"
(nr. 19040)
23 Question de Mme Magda Raemaekers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale, sur "la surveillance
électronique de pensionnaires de maisons de
repos" (n° 19040)
23.01 Magda Raemaekers (sp.a): In Opwijk
overweegt een rusthuis om hoogdementerende
bewoners een polsband met chip om te doen die
het personeel waarschuwt wanneer zij het rusthuis
verlaten. Situaties waarin zulke bejaarden zonder
toezicht het rusthuis verlaten, lopen immers vaak
slecht af.
Hoe staat de staatssecretaris tegenover de
invoering van dit elektronisch toezicht? Kan men
deze maatregel eventueel veralgemenen naar alle
verzorgingsinstellingen? Valt het te rijmen met de
wet op de privacy?
23.01 Magda Raemaekers (sp.a): Une maison de
retraite située à Opwijk envisage de munir ses
pensionnaires déments profonds d'un bracelet à
puce avertissant le personnel lorsque ces
personnes sortent du bâtiment. Lorsque ces
personnes
âgées
quittent le
home
sans
surveillance, cela se termine en effet souvent mal.
Que pense le secrétaire d'État de l'instauration de
cette
surveillance
électronique?
Pourrait-on
éventuellement généraliser cette mesure à
l'ensemble des institutions de soins? Est-elle
compatible avec la loi relative à la protection de la
vie privée?
23.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Dit is een uiterst delicate kwestie. Op
initiatief van de FOD Binnenlandse Zaken werd een
werkgroep
Beveiliging
van
Zorginstellingen
opgericht. De planning van de werkzaamheden
moet nog vastgesteld worden tijdens een volgende
vergadering.
Het betreft een maatregel die heel restrictief is voor
de bewegingsvrijheid en het privéleven. Men kan
die enkel gebruiken als men heel strikte
voorwaarden respecteert: de noodzakelijkheid van
de maatregel, de proportionaliteit en het bestaan
van een wettelijke basis. In dit stadium kan een
dergelijke
maatregel
niet
zomaar
worden
23.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Il s'agit d'une question extrêmement
délicate. À l'initiative du SPF Intérieur, un groupe de
travail Protection des établissements de soins a été
constitué. Le calendrier des travaux doit encore être
fixé lors d'une prochaine réunion.
Il s'agit d'une mesure très restrictive pour la liberté
de mouvement et la vie privée. Il ne peut y être
recouru que si des conditions très strictes sont
respectées: le caractère indispensable de la
mesure, la proportionnalité et l'existence d'un
fondement légal. À ce stade, une telle mesure ne
peut être purement et simplement généralisée et
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
veralgemeend, hij moet beantwoorden aan precieze
behoeften en doelstellingen.
doit répondre à des besoins et des objectifs précis.
23.03 Magda Raemaekers (sp.a): De kwestie
deed bij mij heel wat vragen rijzen. De vrijheid van
het individu is toch een belangrijk goed.
23.03 Magda Raemaekers (sp.a): Je me suis
posée de nombreuses questions sur cette matière.
La liberté individuelle est quand même un bien
précieux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Magda Raemaekers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de te hoge gezondheidsfactuur
voor één op drie Belgen" (nr. 19041)
- mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de gezondheidszorg die te duur
is voor een derde van de Belgen" (nr. 19152)
24 Questions jointes de
- Mme Magda Raemaekers à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "une facture de soins de santé trop élevée
pour un Belge sur trois" (n° 19041)
- Mme Lieve Van Daele à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur
"les soins de santé trop chers pour un tiers des
Belges" (n° 19152)
24.01 Magda Raemaekers (sp.a): Uit een enquête
van Test-Aankoop blijkt dat ongeveer 1,4 miljoen
gezinnen het moeilijk hebben om de elementaire
gezondheidszorg te betalen. Maar liefst 8 procent
van de Belgen stelde in 2009 een lopende
behandeling uit vanwege de te hoge kosten en
9 procent liet zich om die reden zelfs helemaal niet
behandelen. Tand- en oogverzorging en medische
raadplegingen worden het eerst uitgesteld, maar
ook revalidatie en psychologische bijstand vallen uit
de boot. We mogen trots zijn op onze
gezondheidszorg, maar toch is de toegang tot de
gezondheidszorg
niet
voor
iedereen
even
vanzelfsprekend. Dat kan toch niet in deze tijd. Is de
minister zich bewust van het probleem en waaraan
wijt zij dit? Is zij bereid tot de nodige bijkomende
maatregelen om dit op te lossen?
24.01 Magda Raemaekers (sp.a): Il ressort d'une
enquête de Test-Achats qu'environ 1,4 million de
familles éprouvent des difficultés à payer les soins
de santé élémentaires. En 2009, pas moins de 8 %
des Belges ont arrêté un traitement en cours en
raison des frais élevés et 9 % n'ont même pas
envisagé de l'entamer pour les mêmes raisons. Les
premiers soins que les Belges ont tendance à
reporter concernent les soins dentaires et oculaires,
ainsi que la revalidation et l'aide psychologique. Si
nous pouvons être fiers de notre système de soins
de santé, l'accès à ces soins est loin d'être une
évidence pour tout le monde. Une telle situation
n'est aujourd'hui plus acceptable. La ministre est-
elle consciente de ce problème? Comment
l'explique-t-elle? Est-elle disposée à prendre les
mesures complémentaires qui s'imposent pour
résoudre ce problème?
24.02 Lieve Van Daele (CD&V): De minister is
zich ongetwijfeld bewust van de problematiek. De
voorbije jaren zijn er heel wat belangrijke stappen
gezet, zoals de maximumfactuur. Uit onderzoek van
Welzijnszorg blijkt dat slechts één op de acht
mensen die recht hebben op dat Omnio-statuut, dit
effectief aanvragen. Wat is de stand van zaken in
het dossier van de automatische toekenning? Wat
zijn de budgettaire implicaties ervan? Welke timing
wordt gevolgd?
24.02 Lieve Van Daele (CD&V): La ministre est
certainement au courant du problème. Ces
dernières années, des étapes importantes ont été
franchies, je pense notamment à l'introduction du
maximum à facturer. Il ressort d'une étude menée
par Welzijnszorg qu'une personne sur huit
seulement ayant droit au statut Omnio en fait
effectivement la demande. Quel est l'état du
dossier concernant l'octroi automatique de ce
statut? Qu'en est-il de l'incidence budgétaire? Quel
est le calendrier prévu?
24.03
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Een te groot deel van de bevolking
heeft het soms moeilijk om de kosten van
gezondheidszorg te betalen. Daarom werkten de
voorgangers van de minister steunmaatregelen uit
24.03 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Une frange trop importante de la
population a parfois des difficultés à assumer le
coût des soins de santé. C'est la raison pour
laquelle les prédécesseurs de la ministre ont arrêté
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
om de financiële toegankelijkheid te verbeteren,
zoals
de
maximumfactuur,
de
verhoogde
tegemoetkoming (RVV) of de invoering van het
Omnio-statuut. De minister heeft zelf via het
Kankerplan en het plan "Voorrang aan de chronisch
zieken" maatregelen genomen voor patiënten in
onzekere bestaansomstandigheden. Elk jaar bevat
het budget voor de gezondheidszorg nieuwe
initiatieven ten voordele van die patiënten. De
minister hoopt ook snel de reglementering van de
RVV-
en
Omnio-statuten
administratief
te
vereenvoudigen. En door het systeem van een
derdebetaler en de sociale derdebetaler moeten
zulke patiënten geen geld meer voorschieten bij een
ziekenhuis of bij consultaties of huisbezoeken.
des mesures d'aide visant à améliorer l'accessibilité
financière, telles que le maximum à facturer,
l'intervention majorée (BIM) ou la mise en place du
statut Omnio. La ministre a initié des mesures en
faveur des malades ayant des conditions de vie
précaires par le biais du Plan cancer et du Plan
"Priorité aux malades chroniques". Chaque année,
de nouvelles initiatives en faveur de ces patients
sont inscrites au budget des soins de santé. La
ministre espère aussi pouvoir réaliser à bref délai la
simplification administrative des réglementations
relatives aux statuts BIM et Omnio. Et le régime du
tiers payant ou du tiers payant social permet à de
tels patients de ne plus devoir avancer d'argent
lorsqu'ils vont à l'hôpital, ou lors d'une consultation
ou d'une visite à domicile.
De minister volgt de debatten over de uitbreiding of
zelfs het automatisch toekennen van de sociale
derdebetalersregeling met zeer veel aandacht.
Indien er een consensus komt over de modaliteiten,
zal ze niet aarzelen om de gepaste maatregelen te
nemen.
La ministre suit très attentivement les débats sur
l'élargissement ou même l'octroi automatique du
régime social du tiers payant. Si un consensus se
dégage à propos des modalités, elle n'hésitera pas
à prendre les mesures appropriées.
24.04 Magda Raemaekers (sp.a): We kunnen niet
anders dan er bij de minister voor pleiten dat
iedereen, zonder onderscheid des persoons,
dezelfde gezondheidszorgen kan genieten, zonder
schrijnende financiële beperkingen.
24.04 Magda Raemaekers (sp.a): Nous ne
pouvons guère que demander à la ministre de faire
en sorte que chacun, sans distinction de personnes,
bénéficie des mêmes soins de santé, sans
restrictions financières.
24.05 Lieve Van Daele (CD&V): Wij kennen de
problematiek, maar het is vooral belangrijk om het
debat ook binnen de commissie te voeren om zicht
te krijgen op de budgettaire implicaties van een
automatische toekenning van Omnio. Ik zou die
automatische toekenning prominent op de agenda
willen zien.
De voorzitter: Misschien moet mevrouw Van Daele
daartoe een initiatief nemen.
24.05 Lieve Van Daele (CD&V): Nous
connaissons le problème mais il est important
surtout de mener aussi le débat au sein de la
commission pour connaître les implications
budgétaires de l'octroi automatique d'Omnio.
J'aimerais que cet octroi automatique figure en tête
de l'ordre du jour.
Le président: Peut-être Mme Van Daele devrait-
elle prendre une initiative à cet effet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
25 Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke Integratie, over "de
stand van zaken van het Belgisch Centrum voor
alternatieven voor dierproeven" (nr. 18630)
25 Question de Mme Katia della Faille de
Leverghem à la vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique,
chargée de l'Intégration sociale, sur "la situation
du Centre belge des méthodes alternatives à
l'expérimentation animale" (n° 18630)
25.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): De Kamer keurde in mei het wetsontwerp over
een
Belgisch
Centrum
voor
Alternatieve
Dierenproeven goed. Dit centrum moet de
ontwikkeling van alternatieven voor dierenproeven
stimuleren. Het centrum moet ook op nationaal en
Europees
niveau
de
gegevensuitwisseling
bevorderen. Voorts zou volgens het ontwerp binnen
25.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): En mai, la Chambre a adopté le projet de loi
relatif à un Centre belge des méthodes alternatives
à l'expérimentation animale. Ce centre doit stimuler
le développement de solutions de substitution à
l'expérimentation animale. Le centre doit également
promouvoir l'échange de données à l'échelle
nationale et européenne. Selon le projet, un comité
CRABV 52
COM 777
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
het centrum ook een wetenschappelijk comité van
deskundigen worden opgericht.
Hoe ver staat het met dit alles? Is er zicht op de
samenstelling van het comité? Over welke middelen
zal het centrum beschikken? Wordt ook een
centrale gegevensbank opgericht waarin alle
uitgevoerde
dierproeven
zullen
worden
opgenomen?
scientifique d'experts serait également constitué au
sein du centre.
Où en est ce dossier? Quelle sera la composition
du comité? Quels seront les moyens mis à la
disposition du Centre? Une banque de données
centrale où tous les tests effectués sur des animaux
seront enregistrés, sera-t-elle créée également?
25.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée
(Nederlands): Dit centrum moet inderdaad een
belangrijk platform worden voor de uitbouw van een
meer uitgebreid beleid rond alternatieven voor
dierenproeven. Mijn administratie zal een studie
laten uitvoeren rond de best mogelijke werking en
structuur van zo'n centrum.
De studie moet in de eerste plaats een inventaris
maken van bestaande initiatieven en structuren
rond alternatieve methodes voor dierproeven.
Daarnaast moet ze kijken hoe dergelijke centra in
het buitenland werken en gefinancierd worden, een
voorstel formuleren voor de rechtsvorm, de
infrastructuur en het organogram en de daaraan
verbonden kosten en voorstellen welke andere
instituten bij de oprichting en de werking van het
centrum kunnen worden betrokken.
25.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Ce centre doit en effet devenir une
plateforme importante pour le développement d'une
politique plus étayée en ce qui concerne les
solutions de substitution à l'expérimentation
animale. Mon administration demandera qu'une
étude soit réalisée sur le fonctionnement optimal et
la structure la plus adéquate pour un tel centre.
L'étude doit avant tout faire l'inventaire des
initiatives et structures existantes en ce qui
concerne les méthodes de substitution à
l'expérimentation animale. Elle doit également
examiner comment de tels centres fonctionnent et
sont financés à l'étranger, formuler une proposition
en ce qui concerne la forme juridique,
l'infrastructure et l'organigramme ainsi que les coûts
qui y sont liés, et présenter d'autres instituts qui
peuvent être associés à la création et au
fonctionnement du centre.
De aanbesteding voor het maken van de studie, die
maximaal twee maanden mag duren, zal
eerstdaags verschijnen. Zodra de resultaten bekend
zijn, zullen wij zo snel mogelijk het centrum
oprichten. Over hoeveel geld het zal beschikken en
wie in het wetenschappelijk comité zal zitten, weten
we nu dus nog niet.
Het bijhouden van een centrale gegevensbank lijkt
mij anderzijds een belangrijk element om te kunnen
fungeren als contactpunt of voor de efficiënte
verspreiding van de informatie
L'adjudication concernant la réalisation de cette
étude, qui devra être bouclée dans un délai
maximum de deux mois, sera publiée tout
prochainement. Dès que les résultats seront
connus, nous créerons le centre dans les plus brefs
délais. Pour l'heure, nous ne savons donc pas
encore de combien d'argent il disposera, ni qui
siègera au comité scientifique.
La tenue d'une base de données centrale me
semble par ailleurs un élément important pour
pouvoir fonctionner comme point de contact ou pour
assurer une bonne diffusion de l'information.
25.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Ik ben blij dat er een studie komt, maar
anderzijds had die er misschien al moeten zijn voor
we zeven maanden geleden over het ontwerp
hebben gestemd. Maar het verheugt me dat het
centrum er zal komen en dat de minister positief
staat tegenover een centrale gegevensbank.
25.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Je suis heureuse qu'une étude sera réalisée
bientôt à ce sujet, même si cette étude aurait sans
doute déjà dû exister avant le vote sur le projet, il y
a sept mois. Ceci dit, je me réjouis de la prochaine
création du centre, ainsi que du fait que le ministre
soit favorable à l'idée d'une base de données
centrale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
26 Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en
26 Question de Mme Katia della Faille de
Leverghem à la vice-première ministre et ministre
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke Integratie, over
"orgaandonatie
door
levende
donoren"
(nr. 19071)
des Affaires sociales et de la Santé publique,
chargée de l'Intégration sociale, sur "les dons
d'organes par des personnes en vie" (n° 19071)
26.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Onlangs meldde de pers dat de overheid
overweegt om orgaandonatie door levenden te
stimuleren. Tot op heden kan het afstaan van
organen alleen tussen leden van dezelfde familie.
Volksgezondheid wil dat dus uitbreiden naar niet-
familieleden en heeft ter zake een studie besteld. Is
die studie reeds beschikbaar?
26.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): On a pu lire récemment dans la presse que
l'État envisageait d'encourager les citoyens à faire
un don d'organe de leur vivant. Jusqu'à présent,
pareil don n'était autorisé qu'entre membres d'une
même famille. Le département de la Santé publique
voudrait élargir cette possibilité à des tiers et a
commandé une étude à ce sujet. Cette étude est-
elle déjà disponible?
26.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Het is belangrijk om de kostprijs van
levende
donatie
te
kennen
vooraleer
beleidsmaatregelen
te
ontwikkelen.
Het
studieproject, opgestart in december 2009, richt
zich op de directe kosten, bijvoorbeeld remgelden,
en de gederfde opbrengsten voor de levende
donoren, bijvoorbeeld het inkomensverlies wegens
afwezigheid op het werk. De mogelijke indirecte
voordelen worden niet gekwantificeerd.
Op 31 mei 2010 verwacht ik het eindverslag.
26.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Il est important de connaître le coût du
don d'organes entre vivants avant d'élaborer des
politiques. Le projet d'étude, qui a débuté en
décembre 2009, est axé sur les coûts directs, par
exemple les tickets modérateurs, et sur le manque
à gagner subi par les donneurs vivants, notamment
les pertes de revenu liées à une absence au travail.
Les avantages indirects éventuels ne seront pas
quantifiés.
J'attends les conclusions de l'étude pour le 31 mai
2010.
26.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Ik zal wachten tot juni om me verder te
informeren.
26.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): J'attendrai le mois de juin pour m'informer plus
avant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17 h 33.
seront les moyens mis à la
disposition du Centre? Une banque de données
centrale où tous les tests effectués sur des animaux
seront enregistrés, sera-t-elle créée également?
25.02 Staatssecretaris Jean-Marc Delizée
(Nederlands): Dit centrum moet inderdaad een
belangrijk platform worden voor de uitbouw van
een meer uitgebreid beleid rond alternatieven voor
dierenproeven. Mijn administratie zal een studie
laten uitvoeren rond de best mogelijke werking en
structuur van zo'n centrum.
De studie moet in de eerste plaats een inventaris
maken van bestaande initiatieven en structuren
rond alternatieve methodes voor dierproeven.
Daarnaast moet ze kijken hoe dergelijke centra in
het buitenland werken en gefinancierd worden, een
voorstel formuleren voor de rechtsvorm, de
infrastructuur en het organogram en de daaraan
verbonden kosten en voorstellen welke andere
instituten bij de oprichting en de werking van het
centrum kunnen worden betrokken.
25.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Ce centre doit en effet devenir une
plateforme importante pour le développement d'une
politique plus étayée en ce qui concerne les
solutions de substitution à l'expérimentation
animale. Mon administration demandera qu'une
étude soit réalisée sur le fonctionnement optimal et
la structure la plus adéquate pour un tel centre.
L'étude doit avant tout faire l'inventaire des
initiatives et structures existantes en ce qui
concerne les méthodes de substitution à
l'expérimentation animale. Elle doit également
examiner comment de tels centres fonctionnent et
sont financés à l'étranger, formuler une proposition
en ce qui concerne la forme juridique,
l'infrastructure et l'organigramme ainsi que les coûts
qui y sont liés, et présenter d'autres instituts qui
peuvent être associés à la création et au
fonctionnement du centre.
De aanbesteding voor het maken van de studie, die
maximaal twee maanden mag duren, zal
eerstdaags verschijnen. Zodra de resultaten bekend
zijn, zullen wij zo snel mogelijk het centrum
oprichten. Over hoeveel geld het zal beschikken en
wie in het wetenschappelijk comité zal zitten, weten
we nu dus nog niet.
Het bijhouden van een centrale gegevensbank lijkt
mij anderzijds een belangrijk element om te kunnen
fungeren als contactpunt of voor de efficiënte
verspreiding van de informatie
L'adjudication concernant la réalisation de cette
étude, qui devra être bouclée dans un délai
maximum de deux mois, sera publiée tout
prochainement. Dès que les résultats seront
connus, nous créerons le centre dans les plus brefs
délais. Pour l'heure, nous ne savons donc pas
encore de combien d'argent il disposera, ni qui
siègera au comité scientifique.
La tenue d'une base de données centrale me
semble par ailleurs un élément important pour
pouvoir fonctionner comme point de contact ou pour
assurer une bonne diffusion de l'information.
25.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Ik ben blij dat er een studie komt, maar
anderzijds had die er misschien al moeten zijn voor
we zeven maanden geleden over het ontwerp
hebben gestemd. Maar het verheugt me dat het
centrum er zal komen en dat de minister positief
staat tegenover een centrale gegevensbank.
25.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Je suis heureuse qu'une étude sera réalisée
bientôt à ce sujet, même si cette étude aurait sans
doute déjà dû exister avant le vote sur le projet, il y
a sept mois. Ceci dit, je me réjouis de la prochaine
création du centre, ainsi que du fait que le ministre
soit favorable à l'idée d'une base de données
centrale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
26 Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
belast met Maatschappelijke Integratie, over
"orgaandonatie
door
levende
donoren"
26 Question de Mme Katia della Faille de
Leverghem à la vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique,
chargée de l'Intégration sociale, sur "les dons
d'organes par des personnes en vie" (n° 19071)
03/02/2010
CRABV 52
COM 777
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
(nr. 19071)
26.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Onlangs meldde de pers dat de overheid
overweegt om orgaandonatie door levenden te
stimuleren. Tot op heden kan het afstaan van
organen alleen tussen leden van dezelfde familie.
Volksgezondheid wil dat dus uitbreiden naar niet-
familieleden en heeft ter zake een studie besteld. Is
die studie reeds beschikbaar?
26.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): On a pu lire récemment dans la presse que
l'État envisageait d'encourager les citoyens à faire
un don d'organe de leur vivant. Jusqu'à présent,
pareil don n'était autorisé qu'entre membres d'une
même famille. Le département de la Santé publique
voudrait élargir cette possibilité à des tiers et a
commandé une étude à ce sujet. Cette étude est-
elle déjà disponible?
26.02
Staatssecretaris
Jean-Marc
Delizée
(Nederlands): Het is belangrijk om de kostprijs van
levende
donatie
te
kennen
vooraleer
beleidsmaatregelen
te
ontwikkelen.
Het
studieproject, opgestart in december 2009, richt
zich op de directe kosten, bijvoorbeeld remgelden,
en de gederfde opbrengsten voor de levende
donoren, bijvoorbeeld het inkomensverlies wegens
afwezigheid op het werk. De mogelijke indirecte
voordelen worden niet gekwantificeerd.
Op 31 mei 2010 verwacht ik het eindverslag.
26.02 Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État (en
néerlandais): Il est important de connaître le coût du
don d'organes entre vivants avant d'élaborer des
politiques. Le projet d'étude, qui a débuté en
décembre 2009, est axé sur les coûts directs, par
exemple les tickets modérateurs, et sur le manque
à gagner subi par les donneurs vivants, notamment
les pertes de revenu liées à une absence au travail.
Les avantages indirects éventuels ne seront pas
quantifiés.
J'attends les conclusions de l'étude pour le 31 mai
2010.
26.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Ik zal wachten tot juni om me verder te
informeren.
26.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): J'attendrai le mois de juin pour m'informer plus
avant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17 h 33.