KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 651
CRABV 52 COM 651
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
woensdag
mercredi
07-10-2009
07-10-2009
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de controles op
snelverkoop door warenhuizen" (nr. 14582)
1
Question de M. Flor Van Noppen à la ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "le contrôle des ventes
rapides dans les grandes surfaces" (n° 14582)
1
Sprekers: Flor Van Noppen, Sabine
Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid
Orateurs: Flor Van Noppen, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique
Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "het jaarverslag 2008
van
de
Multidisciplinaire
Hormonencel"
(nr. 14906)
2
Question de M. Flor Van Noppen à la ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "le rapport annuel 2008
de la Cellule multidisciplinaire hormones"
(n° 14906)
2
Sprekers: Flor Van Noppen, Sabine
Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid
Orateurs: Flor Van Noppen, Sabine Laruelle,
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de minister van KMO's, Zelfstandigen,
Landbouw en Wetenschapsbeleid over "de
normen van het FAVV voor kleine particuliere
slachthuizen" (nr. 14910)
5
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "les
normes de l'AFSCA concernant les petits
abattoirs privés" (n° 14910)
5
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Sabine Laruelle, minister van KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Sabine Laruelle, ministre des PME, des
Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
8
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister
van Klimaat en Energie over "de Europese
verdeeldheid over de klimaatonderhandelingen"
(nr. 15322)
8
- M. Jean-Jacques Flahaux au ministre du Climat
et de l'Énergie sur "les dissensions européennes
sur les négociations climatiques" (n° 15322)
8
- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de
minister van Klimaat en Energie over"de
voorbereiding van de top van Kopenhagen"
(nr. 15363)
8
- Mme Tinne Van der Straeten au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la préparation du
sommet de Copenhague" (n° 15363)
8
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Tinne Van
der Straeten, Paul Magnette, minister van
Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Tinne Van
der Straeten, Paul Magnette, ministre du
Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
minister van Klimaat en Energie over "de week
van de afvalvermindering" (nr. 15323)
13
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "la semaine de
réduction des déchets" (n° 15323)
13
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
minister
van
Klimaat
en
Energie
over
"brandstofproductie met behulp van bacteriën"
(nr. 15325)
14
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "les carburants à
partir de bactéries" (n° 15325)
14
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
WOENSDAG
07
OKTOBER
2009
Namiddag
______
du
MERCREDI
07
OCTOBRE
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.14 uur en
voorgezeten
door
mevrouw
Thérèse
Snoy et d'Oppuers.
La réunion publique est ouverte à 14 h 14 par
Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers, présidente.
01 Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "de controles op
snelverkoop door warenhuizen" (nr. 14582)
01 Question de M. Flor Van Noppen à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "le contrôle des
ventes rapides dans les grandes surfaces"
(n° 14582)
01.01 Flor Van Noppen (N-VA): Uit een onderzoek
van Test-Aankoop blijkt dat ongeveer een derde
van de voedingsproducten die warenhuizen
aanbieden in snelverkoop niet meer geschikt is voor
consumptie. Enkel voldoende controles en
consequente bestraffing kunnen hieraan een einde
maken.
Wat vindt de minister van de resultaten van het
onderzoek? Controleert het FAVV specifiek de
verkoop van voedingsproducten in snelverkoop?
Wat doet het FAVV bij overtredingen? Zal het FAVV
meer aandacht besteden aan deze problematiek?
01.01 Flor Van Noppen (N-VA) : Il ressort d'une
enquête menée par Test-Achats qu'environ un tiers
des denrées alimentaires proposées en vente
rapide dans les grandes surfaces sont impropres à
la consommation. Seuls des contrôles suffisants et
des sanctions systématiques pourront mettre fin à
cette situation.
Que pense la ministre des résultats de l'enquête ?
L'AFSCA contrôle-t-elle spécifiquement les denrées
alimentaires proposées en vente rapide ? Que fait
l'AFSCA en cas d'infraction ? Accordera-t-elle une
attention accrue à ce problème ?
01.02 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): Ik
heb
het
artikel
grondig
bestudeerd.
De
microbiologische belasting van producten die de
uiterste consumptiedatum naderen ligt hoger dan bij
verse producten, maar er werden geen pathogene
stoffen aangetroffen. Het betrokken artikel van
Test-Aankoop geeft niet aan welke normen
gehanteerd werden, wat de interpretatie bemoeilijkt.
De producent is zelf verantwoordelijk voor de
bepaling van de houdbaarheidsdatum van zijn
producten.
01.02 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais) :
J'ai lu l'article en détail. La charge microbiologique
de produits qui approchent la date limite de
consommation est plus élevée que pour les produits
frais, mais aucune substance pathogène n'a été
retrouvée. L'article concerné de Test-Achats ne
renseigne pas sur les normes utilisées, ce qui en
complique l'interprétation. Le fabricant a lui-même
la responsabilité de fixer la date de péremption de
ses produits.
07/10/2009
CRABV 52
COM 651
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
De FAVV-controles zijn niet specifiek gericht op de
snelverkoop,
maar
er
wordt
in
het
controleprogramma sinds lang veel aandacht
besteedt aan de microbiële kwaliteit van alle
voedingsmiddelen
via
microbiële
analyse,
etiketteringscontrole en controle op de bewaking
van de koudeketen.
Er
is
een
verschil
tussen
de
uiterste
consumptiedatum en de datum van minimale
houdbaarheid. Bij een overschrijding van de uiterste
consumptiedatum
wordt
een
proces-verbaal
opgesteld en vernietigt de controleur ter plekke de
producten. Ook als er te hoge temperaturen zijn
worden die producten tijdens de controle vernietigd.
Bij de controles wordt rekening gehouden met alle
risico's. Producten die het einde van de
houdbaarheidsdatum naderen, vormen inderdaad
een risico-element. We blijven de controleurs
aansporen om hier aandacht voor te hebben. Test-
Aankoop is aanwezig in de verschillende raden van
de FAVV en heeft tevens het controleplan
goedgekeurd.
Les contrôles de l'AFSCA ne ciblent pas
spécifiquement les ventes rapides, mais depuis
longtemps, par le biais d'analyses microbiennes, de
contrôles de l'étiquetage et du respect de la chaîne
du froid, le programme de contrôle est très attentif à
la qualité microbienne de l'ensemble des denrées
alimentaires.
Il existe une différence entre la date limite de
consommation et la date de durabilité minimale. En
cas de dépassement de la date limite de
consommation, le contrôleur dresse un procès-
verbal et détruit les produits sur place. Les produits
sont également détruits durant le contrôle en cas de
dépassement de la limite de température.
Tous les risques sont pris en compte lors des
contrôles. Les produits qui approchent la date de
durabilité minimale présentent effectivement un
risque. Nous incitons toujours les contrôleurs à être
attentifs à cette donnée. Test-Achats est
représentée dans les différents conseils de l'AFSCA
et a par ailleurs approuvé le plan de contrôle.
01.03 Flor Van Noppen (N-VA): De producten
worden vooral gekocht door de financieel
zwakkeren. Als deze producten thuis nog enkele
dagen in de koelkast liggen, verhoogt het risico.
01.03 Flor Van Noppen (N-VA) : Les produits en
question sont principalement achetés par les
personnes financièrement démunies. Le risque
augmente si ces produits restent ensuite encore
plusieurs jours au réfrigérateur à la maison.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de
minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en
Wetenschapsbeleid over "het jaarverslag 2008
van
de
Multidisciplinaire
Hormonencel"
(nr. 14906)
02 Question de M. Flor Van Noppen à la ministre
des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de
la Politique scientifique sur "le rapport annuel
2008 de la Cellule multidisciplinaire hormones"
(n° 14906)
02.01 Flor Van Noppen (N-VA): Uit het jaarverslag
voor 2008 van de multidisciplinaire hormonencel
blijkt dat het aantal vastgestelde inbreuken op
illegale vetmesting is gedaald, maar er is geen
daling van de aanwijzingen. We zijn opnieuw de
strijd tegen de georganiseerde hormonenmisdaad
aan het verliezen. Zo neemt de praktijk van de
officieuze loonkweek opnieuw toe en worden
verboden stoffen teruggevonden in spuiten en
veevoeders, maar steeds minder in de monsters
van de dieren zelf. Dit roept ernstige vragen op over
de doeltreffendheid van de huidige controles.
Wat vindt de minister van de conclusies van de
hormonencel? Hoe denken zij het probleem in de
toekomst beter aan te pakken? Beschikken zij
hiervoor over voldoende personeel? Als een
02.01 Flor Van Noppen (N-VA) : Le rapport
annuel 2008 de la Cellule multidisciplinaire
hormones révèle que le nombre d'infractions
constatées en matière d'engraissement illégal a
baissé, mais pas celui des indices. Une fois de plus,
nous sommes occupés à perdre la partie dans la
lutte contre la criminalité organisée dans le secteur
des hormones. La pratique de l'élevage salarié
officieux se répand de nouveau et des produits
interdits sont retrouvés dans des seringues et
aliments pour bétail, mais ces substances
apparaissent de moins en moins dans les
échantillons prélevés sur les animaux. Cela soulève
de sérieux doutes quant à l'efficacité des contrôles
actuels.
Que pense la ministre des conclusions de la Cellule
hormones ? Comment la cellule compte-t-elle
s'attaquer plus efficacement au problème à
l'avenir ? Dispose-t-elle de suffisamment de
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
vetmester op het gebruik van verboden middelen
wordt betrapt, wordt dan zijn financiële handel en
wandel consequent doorgelicht? Zou dit geen
standaardprocedure moeten zijn? Beschikt de
hormonencel over eigen financiële experts? Staan
bij het systeem van officieuze loonkweek de dieren
in Sanitel geregistreerd op naam van de loonkweker
of op naam van de vetmester achter de schermen?
Kan men via Sanitel de verhuis van de dieren van
de ene naar de andere kweker opsporen? Zijn de
controles op dieren nog voldoende in orde? Worden
monsters consequent bijgehouden om ze eventueel
later te kunnen testen? Moet men bij bepaalde
controles op lichaamseigen hormonen nog steeds
een beroep doen op buitenlandse laboratoria?
personnel dans ce cadre ? Les faits et gestes
financiers d'un engraisseur pris pour utilisation de
produits
interdits
sont-ils
systématiquement
épluchés ? Cette procédure ne devrait-elle pas être
la norme ? La Cellule hormones dispose-t-elle de
ses propres experts financiers ? Dans le système
de l'élevage salarié officieux, les animaux sont-ils
enregistrés dans Sanitel au nom de l'éleveur ou de
l'engraisseur opérant en coulisses ? Est-il possible
par le biais de Sanitel de détecter le déplacement
des animaux d'un éleveur à l'autre ? Les contrôles
des animaux restent-ils suffisamment efficaces ?
Les
échantillons
sont-ils
systématiquement
conservés pour pouvoir éventuellement être testés
plus tard ? Faut-il toujours faire appel à des
laboratoires étrangers pour effectuer certains
contrôles sur des hormones produites par
l'animal lui-même ?
02.02 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): Het
aantal vastgestelde inbreuken daalt inderdaad,
maar het aantal indicaties stijgt. Deze stijging toont
aan dat er nog steeds voldoende naar het gebruik
van hormonen in de veeteelt wordt gezocht, maar
dat het niet eenvoudig is om het gebruik ervan te
bewijzen.
Om het probleem in de toekomst beter te kunnen
aanpakken, investeert de hormonencel in de
verwerking van zachte informatie en in het
sensibiliseren van politie- en inspectiediensten voor
de
hormonenproblematiek.
Bijkomende
aanwervingen zijn momenteel nog niet gebeurd. Het
dossier van het Federaal Agentschap voor
Geneesmiddelen
en
Gezondheidsproducten
(FAGG) ligt bij de inspecteur van Financiën en het
dossier van het FAVV bij het kabinet van de
minister van Binnenlandse Zaken. Voor het FAVV
zijn er geen budgettaire problemen, integendeel, er
werd voorzien in de nodige kredieten. De FAGG en
het FAVV stellen trouwens geen personeelsleden
ter beschikking, maar zullen wel de personeelskost
op zich nemen.
Er wordt geen systematisch financieel onderzoek
uitgevoerd. De hormonencel heeft immers geen
enkele financiële deskundige, maar kan steeds een
beroep doen op andere gespecialiseerde diensten
binnen de politie. Via het nieuwe Sanitrace-
systeem, dat sinds 2009 Sanitel vervangt, is de
beslagverantwoordelijke vermeld als houder en
verantwoordelijke voor de runderen. Via ditzelfde
systeem kan worden nagegaan wie de financiële
verantwoordelijke is.
In het geval van loonkweek kan dus worden
nagegaan wie de vetmester achter de schermen is.
02.02 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais) :
Le nombre d'infractions constatées diminue
effectivement mais le nombre d'indices augmente.
Cette hausse indique que l'utilisation d'hormones
dans le secteur de l'élevage est toujours l'objet de
recherches suffisantes mais qu'il n'est pas facile
d'en établir la preuve.
Pour permettre une meilleure approche du
problème dans le futur, la Cellule hormones investit
dans le traitement des informations « douces » et
dans la sensibilisation des services de police et
d'inspection à la question des hormones. Il n'a pas
encore
été
procédé
à
des
recrutements
supplémentaires à l'heure actuelle. Le dossier relatif
à l'Agence Fédérale des Médicaments et des
Produits de Santé (AFMPS) est dans les mains de
l'inspecteur des Finances et le dossier de l'AFSCA
est à l'examen au cabinet de la ministre de
l'Intérieur. Il n'y a pas de problèmes budgétaires
concernant l'AFSCA, au contraire : les crédits
nécessaires ont été dégagés. L'AFMPS et l'AFSCA
ne mettront d'ailleurs pas de personnel à disposition
mais elles prendront les coûts de personnel à leur
charge.
Il ne sera pas procédé à des enquêtes financières
systématiques. La Cellule hormones ne dispose
pas, en effet, d'experts financiers mais elle peut
toujours faire appel à d'autres services spécialisés
au sein de la police. Par le biais du nouveau
système Sanitrace, qui remplace Sanitel depuis
2009, le responsable du cheptel est mentionné en
sa qualité de détenteur et de responsable des
bovins. Ce même système permet de vérifier
l'identité du responsable financier.
Lorsqu'il y a élevage salarié, il est donc possible de
vérifier l'identité de l'engraisseur qui agit en
07/10/2009
CRABV 52
COM 651
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Sanitrace kan een nuttig instrument zijn om de
opvallende verhuis van runderen op te sporen. Het
feit dat er verhoudingsgewijs meer verboden
producten worden aangetroffen in spuiten, naalden
en in ter plaatse aanwezige voedingssupplementen,
maar minder in de dieren zelf, is geen nieuwe trend.
De controlerende ambtenaar besteedt immers
steeds meer aandacht aan de materialen aanwezig
op het bedrijf. De monsters worden bijgehouden in
laboratoria voor latere analyses.
coulisses. Sanitrace peut être un instrument utile
pour dépister le déplacement inhabituel de bovins.
Le fait qu'on découvre proportionnellement plus de
substances interdites dans des seringues, dans des
aiguilles et dans des suppléments alimentaires
présents sur place que chez les animaux eux-
mêmes, ne constitue pas une nouvelle tendance.
Les fonctionnaires contrôleurs sont de plus en plus
attentifs, en effet, aux matériaux présents dans
l'entreprise. Les échantillons sont conservés dans
des laboratoires pour être analysés ultérieurement.
Bij de lichaamseigen hormonen moet men
inderdaad nog steeds een beroep doen op een
buitenlands laboratorium. Het FAVV levert ernstige
inspanningen
in
samenwerking
met
het
laboratorium LABERCA te Nantes. Omwille van de
gevoeligheid van de informatie kan ik hierover geen
verdere bijzonderheden verstrekken.
Pour les hormones produites par l'organisme lui-
même, il faut effectivement encore faire appel à un
laboratoire étranger. L'AFSCA fournit des efforts
considérables en collaboration avec le laboratoire
LABERCA à Nantes. Je ne puis entrer dans les
détails à ce sujet en raison de la confidentialité des
informations.
02.03 Flor Van Noppen (N-VA): Er zijn blijkbaar
geen financiële problemen. Is het dan niet mogelijk
de Belgische laboratoria aan te passen?
02.03 Flor Van Noppen (N-VA) : Il n'y a
manifestement pas de problèmes financiers. Ne
serait-il dès lors pas possible d'adapter les
laboratoires belges ?
02.04 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): Er is
geen financieel probleem bij het FAVV, maar dat
betekent niet dat er geen problemen zijn voor
andere laboratoria.
02.04 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais) :
Il n'y a pas de problèmes financiers à l'AFSCA, ce
qui ne signifie pas qu'il n'y en ait pas pour d'autres
laboratoires.
02.05 Flor Van Noppen (N-VA): Men zou andere
laboratoria
kunnen
aanspore
tion:absolute;top:667;left:341">om
nieuwe
technieken toe te passen. Dat is in het verleden al
zo geweest.
02.05 Flor Van Noppen (N-VA) : On pourrait
inciter d'autres laboratoires à appliquer de nouvelles
techniques, ce qui a déjà été le cas par le passé.
02.06 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): We
moeten in samenwerking met andere Europese
landen handelen, want de hormonenproblematiek
beperkt zich niet tot België.
02.06 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais) :
Nous devons agir en collaboration avec d'autres
pays européens, car le problème des hormones ne
se limite pas à la Belgique.
02.07 Flor Van Noppen (N-VA): Het kernprobleem
is dat er tussen het nemen van de stalen en de
ontvangst van de uitslag ongeveer een maand
verloopt. Tegen dan is het rund al lang
geconsumeerd. Er is geen gevaar voor de
volksgezondheid, maar de wetgever zegt dat er
geen toegevoegde producten mogen worden
gebruikt.
02.07 Flor Van Noppen (N-VA) : Le problème
fondamental est qu'un délai d'environ un mois
s'écoule entre la prise des échantillons et la
réception des résultats. Le bovin a alors déjà été
consommé depuis longtemps. Il n'y a pas de
danger pour la population mais le législateur interdit
l'utilisation de produits additifs.
02.08 Minister Sabine Laruelle (Nederlands): Er is
nu een nieuw en beter traceersysteem, Sanitrace,
dat pas in gebruik is genomen in 2009. Men moet
de hormonen hoe dan ook altijd eerst opsporen en
vinden. De hormonenspuiters zijn steeds een stap
voor op de controleurs.
02.08 Sabine Laruelle, ministre (en néerlandais) :
Il existe actuellement un nouveau et meilleur
système de traçage, à savoir Sanitrace, qui vient
d'être mis en service en 2009. Il faut en tout état de
cause toujours commencer par détecter et trouver
les hormones. Les engraisseurs qui utilisent des
hormones ont toujours une longueur d'avance sur
les contrôleurs.
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03
Vraag
van
mevrouw
Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van
KMO's,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid over "de normen van het
FAVV voor kleine particuliere slachthuizen"
(nr. 14910)
03 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la ministre des PME, des Indépendants, de
l'Agriculture et de la Politique scientifique sur
"les normes de l'AFSCA concernant les petits
abattoirs privés" (n° 14910)
03.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Er circuleert een petitie op internet in verband met
de mogelijke sluiting van het particuliere slachthuis
in Vielsalm. In april 2008 deelde u mee dat het
FAVV zijn controles en kosten had aangepast aan
de realiteit van de kleine slachthuizen. U zei ook dat
de Belgische norm geobjectiveerd moest worden
ten opzichte van de Europese norm en voegde
eraan toe dat u voor elk slachthuis een afzonderlijke
analyse zou vragen om de zaken in kaart te kunnen
brengen.
Werden de problemen geanalyseerd? Kregen de
slachthuizen antwoord? Werd er in verband met de
proportionaliteit van de FAVV-bijdragen voor de
slachthuizen voorzien in een vermindering voor de
uitrusting en de installaties? Wat de objectivering
van de norm betreft, waarin verschilt de Belgische
norm van de Europese norm? Er was toen ook een
probleem met de voorzienbaarheid: de investeerder
wist niet wat hem te wachten stond.
03.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Une pétition se préoccupant de la
disparition éventuelle de l'abattoir privé de Vielsalm
circule sur internet. En avril 2008, vous précisiez
que l'AFSCA avait adapté ses contrôles et ses
coûts à la réalité des petits abattoirs. Vous parliez
aussi de la nécessité d'objectiver la norme belge
par rapport à la norme européenne, ajoutant que
vous alliez demander une analyse abattoir par
abattoir, pour pouvoir lister les choses.
Ce travail d'analyse des problèmes a-t-il été
réalisé ? Qu'en est-il des réponses adressées aux
abattoirs ? Concernant la proportionnalité des
charges de l'AFSCA pour les abattoirs, y a-t-il un
allègement
en
matière
d'équipements
et
d'installations ? Quant à l'objectivation de la norme,
quelle est la différence entre la norme belge et la
norme européenne ? La question de la prévisibilité
se posait aussi dans ce cas : l'investisseur ne savait
pas à quoi il allait être exposé.
03.02 Minister Sabine Laruelle (Frans): De
Belgische wetgeving stoelt op de Europese
richtlijnen en verordeningen. Dat was al zo vóór
3 september. In een aantal kleine slachthuizen wist
men zeer goed wat er te doen stond. Natuurlijk
moet er rekening worden gehouden met de
specifieke omvang van de kleine slachthuizen.
In juli onderzocht het FAVV de situatie van alle
kleine slachthuizen. Voor elk slachthuis beschikt
men over het plan, de slachtcapaciteit, de redenen
waarom de Europese erkenning niet werd
toegekend, de belangrijkste geplande wijzigingen,
de stand van zaken van het HACCP-plan en de
mogelijke evolutie. Er werd aan alle uitbaters van
kleine slachthuizen een rappel gestuurd om hen
erop te wijzen dat de overgangsperiode afloopt op
31 december 2009 en om hen ertoe aan te zetten
de nodige initiatieven te nemen om de erkenning te
verkrijgen.
In het slachthuis van Vielsalm vond er op 9 maart
2009 een inspectie plaats, waaruit bleek dat er
problemen waren op het vlak van de infrastructuur,
de installaties en de hygiëne. De eigenaar kreeg
daarop een waarschuwing. Uit een nieuwe inspectie
op 14 september 2009 bleek dat de toestand
03.02 Sabine Laruelle, ministre (en français) : La
législation belge se base sur les directives et les
règlements européens. Ce n'est pas le 3 septembre
2009 que l'on a découvert cela. Un certain nombre
de petits abattoirs savaient très bien ce qu'ils
devaient faire. Évidemment, il faut tenir compte de
leur taille particulière.
En juillet, une analyse de la situation de chaque
abattoir de faible capacité a été réalisée par
l'AFSCA. Pour chaque abattoir, on dispose du plan,
de la capacité d'abattage, des motifs actuels du
non-octroi de l'agrément européen, des principales
modifications envisagées, de l'état du plan HACCP
et de l'évolution possible. Un rappel a été transmis à
chaque exploitant d'abattoir de faible capacité pour
l'informer du fait que la période transitoire prenait fin
le 31 décembre 2009. On les invitait ainsi à prendre
les initiatives nécessaires pour obtenir l'agrément.
Concernant l'abattoir de Vielsalm, une inspection a
eu lieu le 9 mars 2009 et a montré des problèmes
en matière d'infrastructure, installation et hygiène.
Cette inspection a conduit à un avertissement. Une
nouvelle inspection, qui a eu lieu le 14 septembre
2009, a démontré une nette amélioration, de sorte
07/10/2009
CRABV 52
COM 651
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
aanmerkelijk was verbeterd, zodat de activiteit met
het statuut `geringe capaciteit' tot 31 december
2009 mocht worden voortgezet.
Toch zijn er nog heel wat aanpassingen nodig voor
het slachthuis in aanmerking komt voor het
Europese statuut. In de loop van deze maand zal de
inspectie van de varkensketen plaatsvinden.
Ondanks de vastgestelde tekortkomingen gaf het
FAVV reeds blijk van tolerantie voor dit slachthuis
wat de inachtneming van de wetgeving betreft. Er
werd echter aanzienlijke vooruitgang geboekt op het
vlak van de hygiëne. Ik zal u persoonlijk de precieze
analyse en de vastgestelde gebreken meedelen.
que l'activité sous statut "faible capacité" pouvait
être poursuivie jusqu'au 31 décembre 2009.
Toutefois, il reste beaucoup de non-conformités à
corriger pour passer au statut européen.
L'inspection de la chaîne « porc » aura lieu dans le
courant de ce mois. Malgré des manquements,
l'AFSCA a déjà fait preuve de tolérance pour cet
abattoir par rapport à la législation. Cependant, des
améliorations importantes en matière d'hygiène ont
été constatées. Je vous donnerai en aparté la
situation précise de l'analyse et des manquements
constatés.
De exploitanten van kleine slachthuizen moeten op
papier kunnen aantonen dat het resultaat van het
slachtproces beantwoordt aan de Europese normen
- dat is het hygiënepakket. Ze moeten alles in het
werk stellen om het proces te verbeteren. Er zijn al
duidelijke verbeteringen vastgesteld, maar er
moeten nog inspanningen geleverd worden. Als
Test-Aankoop verklaart dat de producten van
slechte kwaliteit zijn, verwijt men het FAVV een
gebrekkige controle. Wanneer men het lokale
slachthuis kent, vindt men weer dat het FAVV te
streng is. Toezicht uitoefenen is geen sinecure.
Les exploitants d'abattoirs de faible capacité doivent
être à même de prouver de manière documentée
que le résultat obtenu du processus d'abattage
satisfait aux exigences européennes c'est le
paquet Hygiène. Ils doivent mettre tout en oeuvre
pour que le processus s'améliore. Il y de nettes
améliorations mais il reste un certain nombre
d'efforts à fournir. Lorsque Test-Achats affirme que
la qualité des produits est mauvaise, on reproche à
l'AFSCA son manque de contrôle et, lorsqu'on
connaît l'abattoir local, on estime alors que pour cet
abattoir, l'AFSCA est trop stricte. Contrôler n'est
jamais évident.
03.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Daar ga ik volledig in mee, maar het
knelpunt zijn de moeilijkheden die de kleine
bedrijven ondervinden om de normen na te leven.
We zouden enige soepelheid kunnen invoeren met
betrekking tot de middelen voor zover er niets aan
te merken valt op de voedingskwaliteit.
03.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Je vous suis à 100 % mais la question se
pose souvent en termes de difficultés pour les
petites entreprises de respecter les normes. On
pourrait introduire une certaine souplesse au niveau
des moyens pour autant que le résultat soit d'une
qualité alimentaire irréprochable.
03.04 Minister Sabine Laruelle (Frans): We zijn het
eens, maar vaak hangen de twee aspecten met
elkaar samen.
03.04 Sabine Laruelle, ministre (en français) :
Nous sommes d'accord sauf que souvent, les deux
aspects sont liés.
03.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Ik heb geen kritiek op het FAVV, ik gooi
niemand iets voor de voeten. Ik wilde vooral weten
welke weg er sinds een jaar bewandeld wordt.
03.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Je ne critique pas du tout l'AFSCA, je ne
fais de reproches à personne. J'étais surtout
intéressée de connaître la démarche suivie dans
cette matière depuis un an.
03.06 Minister Sabine Laruelle (Frans): We
hebben het een en ander vastgesteld. Een van de
grote principes inzake HACCP (Hasard Analysis
Critical Control Point) is bijvoorbeeld het
stroomopwaarts traceren. Ik weet dat sommige
kleine slachthuizen dat niet doen, terwijl dat juist
een van de basisprincipes is. Aan zulke principes
valt er natuurlijk niet te tornen.
03.06 Sabine Laruelle, ministre (en français) : On
a vu certaines choses. Par exemple, un des grands
principes en matière de HACCP (Hasard Analysis
Critical Control Point) est la marche en avant. Je
sais que certains abattoirs de faible capacité ne la
respectaient pas alors que c'est un des principes de
base. Sur ce type de principes, on ne sait
évidemment rien faire.
Een aantal beginselen moet absoluut in acht
worden genomen. Voor andere zaken zijn natuurlijk
Certains principes ne peuvent absolument pas faire
défaut. Quelques adaptations sont évidemment
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
aanpassingen mogelijk, op basis van de resultaten
en van de reële toestand.
possibles pour d'autres choses, sur la base des
résultats et de la réalité.
03.07 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Heeft u enig idee van de verhouding
tussen het aantal slachthuizen dat de nodige
aanpassingen zal kunnen doorvoeren en het aantal
slachthuizen dat zijn deuren zal moeten sluiten?
03.07 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Avez-vous une idée de la proportion des
abattoirs qui pourront s'adapter et des autres qui
devront fermer leurs portes ?
03.08 Minister Sabine Laruelle (Frans): Die vraag
is moeilijk te beantwoorden. Sommige slachthuizen
overwegen immers om elders een nieuw gebouw op
te trekken. Een en ander hangt ook af van de
vorderingen van de besprekingen met het FAVV.
03.08 Sabine Laruelle, ministre (en français) :
C'est difficile à dire car certains abattoirs envisagent
de construire un nouveau bâtiment ailleurs. C'est
également
fonction
de
l'avancement
des
discussions avec l'AFSCA.
03.09 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Regionale slachthuizen dragen bij tot een
kortere keten.
03.09 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Des abattoirs régionaux doivent encore
faire fonctionner un circuit un peu plus court.
03.10 Minister Sabine Laruelle (Frans): En daar
zijn we allemaal voorstander van! Vraag is of men
dat te allen prijze wil.
03.10 Sabine Laruelle, ministre (en français) :
C'est le souhait de tous ! Il faudra se poser la
question de savoir si on le veut à n'importe quelles
conditions.
03.11 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Zeker niet!
03.11 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Non !
03.12 Minister Sabine Laruelle (Frans): Dat is ook
het antwoord van het FAVV!
03.12 Sabine Laruelle, ministre (en français) :
C'est la réponse donnée par l'AFSCA !
03.13 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): We zouden ze moeten helpen om te
overleven.
03.13 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : La bonne réponse serait de les aider à
survivre.
03.14
Minister
Sabine
Laruelle
(Frans):
Investeringssteun is geen federale bevoegdheid.
03.14 Sabine Laruelle, ministre (en français) : Les
aides à l'investissement ne sont pas de la
compétence du fédéral.
03.15 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Er zou overleg moeten plaatsvinden met
alle Waalse organisaties die als opdracht hebben
die personen te helpen om zich te conformeren aan
de voorschriften.
03.15 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Une concertation devrait avoir lieu avec
toutes ces organisations wallonnes qui sont
censées aider ces personnes à se mettre en ordre.
03.16 Minister Sabine Laruelle (Frans): Dat is noch
mijn rol, noch die van het FAVV! De
provincieraadsleden zouden er beter aan doen de
uitbaters van de slachthuizen bij te staan dan hun
schouders te zetten onder een petitie.
03.16 Sabine Laruelle, ministre (en français) : Ce
n'est pas mon rôle ni celui de l'AFSCA ! Plutôt que
d'animer des pétitions, les conseillers provinciaux
feraient mieux d'être aux côtés des exploitants pour
les encadrer.
03.17 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Het lijkt
me normaal dat een
provincieraadslid vragen stelt over een petitie en
een geval dat ze kent!
03.17 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Il est normal qu'une conseillère provinciale
interpelle au sujet d'une pétition et d'un cas qu'elle
connaît !
03.18 Minister Sabine Laruelle (Frans): Mij lijkt het
verstandiger samen met het slachthuis na te gaan
03.18 Sabine Laruelle, ministre (en français) : Voir
avec l'abattoir si un terrain ne peut pas être
07/10/2009
CRABV 52
COM 651
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
of er geen terrein beschikbaar is en of de uitbaters
niet de nodige ondersteuning kunnen krijgen.
disponible ou se poser la question de l'encadrement
serait selon moi plus judicieux.
03.19 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Die vraag werd ook door mijn collega in de
provincieraad gesteld.
03.19 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Cette question était posée par ma
collègue conseillère provinciale.
03.20 Minister Sabine Laruelle (Frans): Ik wist niet
dat het om uw collega ging. Zij is niet de enige die
zitting heeft in de provincieraad!
03.20 Sabine Laruelle, ministre (en français) : Je
l'ignorais ! Il n'y a pas que votre collègue au Conseil
provincial !
03.21 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): De afgevaardigde die haar heeft
geantwoord staat eveneens op de barricaden voor
deze aangelegenheid.
03.21 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Le député qui lui a répondu était très
mobilisé dans cette affaire.
03.22 Minister Sabine Laruelle (Frans): Het heeft
geen zin om zich tegen het FAVV te kanten; het lijkt
me positiever om er samen voor te zorgen dat het
slachthuis de nodige aanpassingen kan doen.
03.22 Sabine Laruelle, ministre (en français) : Se
mobiliser contre l'AFSCA n'a pas de sens ; se
mobiliser, ensemble, pour faire en sorte que
l'abattoir puisse s'adapter semble être une
démarche plus positive.
03.23 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Dat was de opzet van mijn vraag!
03.23 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Ma question allait dans ce sens !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De
openbare
commissievergadering
wordt
geschorst van 14.52 uur tot 15.43 uur.
La réunion publique de commission est suspendue
de 14 h 52 à 15 h 43.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister
van Klimaat en Energie over "de Europese
verdeeldheid over de klimaatonderhandelingen"
(nr. 15322)
- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de
minister van Klimaat en Energie over"de
voorbereiding van de top van Kopenhagen"
(nr. 15363)
04 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Flahaux au ministre du Climat
et de l'Énergie sur "les dissensions européennes
sur les négociations climatiques" (n° 15322)
- Mme Tinne Van der Straeten au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la préparation du
sommet de Copenhague" (n° 15363)
04.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Teneinde de
Verenigde
Staten
en
China
tot
een
mentaliteitswijziging aan te zetten, hebben de
Europeanen een ambitieus beleid voor de strijd
tegen klimaatopwarming uitgestippeld, waarbij de
uitstoot van broeikasgassen met 20 procent zou
moeten worden teruggeschroefd. Brussel loopt
voorop in die strijd. De richting die bepaalde landen
zoals Frankrijk en Duitsland willen inslaan, lijkt de
eensgezindheid
tussen
de
EU-landen
te
ondermijnen.
Frankrijk wil een aanpassingsmechanisme aan de
grenzen van de Unie invoeren dat het mogelijk
maakt de in Europa geïmporteerde productie mee
te rekenen bij het verhandelen van emissiequota,
teneinde milieudumping, waardoor de producenten
in landen die minder ver staan in de strijd tegen
04.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Pour inciter
les États-Unis et la Chine à modifier leur
comportement, les Européens ont mis au point une
politique
ambitieuse
de
lutte
contre
le
réchauffement climatique avec une baisse prévue
de 20 % des émissions de gaz à effet de serre.
Bruxelles est à la pointe de ce combat. Cependant,
les évolutions de certains pays dont la France et
l'Allemagne semblent fragiliser cette unanimité des
pays européens.
La France souhaite introduire un mécanisme
d'ajustement aux frontières de l'Union permettant
d'inclure des productions importées en Europe dans
le dispositif d'échange de quotas d'émissions afin
de limiter un dumping environnemental pouvant
avantager les producteurs de pays moins en pointe
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
klimaatverandering bevoordeeld zouden kunnen
worden, in te perken en delokalisatie van de
vervuilende industrie, waardoor het probleem enkel
verplaatst zou worden, te voorkomen. Op termijn
zou dat systeem de toekenning van gratis
emissierechten voor de ondernemingen die
concurrentie ondervinden uit het buitenland, kunnen
vervangen
en
bijgevolg
de
uitstoot
van
broeikasgassen werkelijk kunnen verminderen.
Wegens de economische crisis staan sommige van
de 27 EU-landen nu huiverachtig tegenover de
doelstelling van 30 procent minder CO2-uitstoot
tegen 2020, waartoe in 2008 beslist werd, en
zouden ze liever zien dat die doelstelling tegen 2030
bereikt moet worden. Ten slotte lopen de meningen
uiteen over de manier waarop men de
ontwikkelingslanden moet steunen in de strijd tegen
de klimaatverandering. De rijkste landen willen het
uitstootniveau laten primeren, terwijl de nieuwe,
minder rijke lidstaten een bijdrage in functie van hun
rijkdom verkiezen, omdat dat minder zwaar zou
wegen op hun financiën. Welk standpunt zal u,
namens België, in al die kwesties verdedigen tijdens
de Europese top in Brussel op 29 en 30 oktober?
dans la lutte contre les modifications climatiques et
d'éviter
les
délocalisations
des
industries
polluantes, ce qui ne ferait que déplacer le
problème. Cela pourrait remplacer à terme
l'attribution de quotas gratuits aux entreprises
soumises à la concurrence étrangère et donc faire
diminuer véritablement les émissions de gaz à effet
de serre.
À la lumière de la crise économique, le passage à
un objectif de réduction de 30 % des émissions de
gaz à effet de serre d'ici 2020 envisagé fin 2008 par
les 27, semble faire hésiter certains pays qui
préféreraient une échéance en 2030. Enfin, des
divergences se font sur la manière de contribuer à
l'aide aux pays en voie de développement dans la
lutte contre le réchauffement climatique. Les uns,
les plus riches, veulent privilégier le niveau
d'émission alors que les nouveaux entrants, moins
riches, préféreraient une participation calculée sur
leur richesse, ce qui serait plus léger pour leurs
finances. Quelle position comptez-vous défendre au
nom de la Belgique sur tous ces sujets au Sommet
des 27 à Bruxelles les 29 et 30 octobre ?
04.02 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Onze vragen zijn complementair, want terwijl
collega Flahaux eerder focust op het Europese
standpunt ben ik vooral bezorgd om de coördinatie
van het Belgische standpunt. In december moet er
in Kopenhagen een akkoord komen over een post
2012-klimaatverdrag. Voor de vakantie heeft de
Europese Unie nog geprobeerd om de lidstaten op
één lijn te krijgen, maar er bleef onduidelijkheid over
een aantal heikele punten, zoals de financiering.
Ook is de kloof tussen ontwikkelings- en
industrielanden alleen maar breder geworden.
Verder zitten in ons land ook de Gewesten niet echt
op één lijn.
Is er een gecoördineerd Belgisch standpunt
betreffende de financiering van een internationaal
klimaatakkoord en hoe ziet dat eruit? Zijn alle
betrokken
ministers
het
eens
over deze
financiering, ook Didier Reynders voor Ecofin en
Herman Van Rompuy voor de Europese Raad?
Werd hierover overlegd binnen de regering? Klopt
het dat het Planbureau een aantal berekeningen
vroeg met betrekking tot de financiering van het
klimaatakkoord en het Belgische aandeel daarin?
Wat waren de conclusies?
04.02 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
Nos questions se complètent puisque mon
collègue, M. Flahaux, se concentre plutôt sur la
position européenne tandis que je m'inquiète
surtout de la coordination de la position belge. En
décembre à Copenhague, un accord devra être
conclu sur un traité climatique pour l'après-2012.
Avant les vacances, l'Union européenne a encore
essayé d'amener les États membres à un accord
mais une série de points délicats, comme le
financement, sont restés flous. De même, le fossé
entre les pays en développement et les pays
industrialisés n'a pas cessé de se creuser. Par
ailleurs, dans notre pays, les Régions ne sont pas
vraiment sur la même longueur d'ondes.
Le financement d'un accord climatique international
est-il l'objet d'une position belge coordonnée ?
Quelle est-elle? Tous les ministres concernés - je
songe à Didier Reynders pour Ecofin et à
Herman Van Rompuy pour le Conseil européen -
sont-ils d'accord avec ce financement ? Ce point a-
t-il fait l'objet d'une concertation au sein du
gouvernement ? Est-il exact que le Bureau du Plan
a demandé une série de calculs concernant le
financement de l'accord climatique et la part belge
dans cet accord ? Quelles conclusions ont été
tirées ?
04.03 Minister Paul Magnette (Frans): Het idee om
een
correctiemechanisme aan
de
Europese
grenzen in te voeren, is niet nieuw en werd ook al te
04.03 Paul Magnette, ministre (en français) :
L'idée d'un mécanisme d'ajustement aux frontières
de l'Europe n'est pas neuve. Elle avait déjà été
07/10/2009
CRABV 52
COM 651
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
berde
gebracht
in
het
kader
van
de
onderhandelingen
over
het
klimaat-
en
energiepakket. Destijds hadden de 27 lidstaten het
mogelijke risico voor het concurrentievermogen van
onze bedrijven beantwoord met de toekenning van
gratis emissierechten aan bepaalde sectoren die
blootstaan aan sterke internationale concurrentie.
Het is essentieel dat de 20- en de 30-
procentdoelstelling wordt behouden als er een
internationaal akkoord wordt bereikt, maar we
kunnen onze bedrijven ook niet zomaar overleveren
aan de concurrentie. Het is onze plicht onszelf te
beschermen.
Wat de ontwikkeling van activiteiten in de
ontwikkelingslanden betreft in het kader van het
akkoord van Kopenhagen en de verdeling van de
financiële inspanningen in de Unie, besliste de
Europese Raad gebruik te maken van een
verdeelsleutel die, enerzijds, gebaseerd is op de
verantwoordelijkheid voor de uitstoot van de landen
en de regio's en, anderzijds, op hun financiële
draagkracht. Een hoger gewicht voor een of andere
variabele in die verdeelsleutel leidt tot een in
verhouding aanzienlijker bijdrage voor de rijkere
lidstaten of de lidstaten met een grotere CO
2
-
uitstoot.
De formules die we bestuderen, moeten de
mogelijkheid bieden om de nadelen voor de nieuwe
lidstaten te compenseren die zouden voortvloeien
uit een verdeelsleutel gebaseerd op een vrij groot
aandeel voor de uitstoot. Op dit ogenblik kan ik nog
niet meer details geven over concrete voorstellen,
omdat er nog geen knopen werden doorgehakt.
België verdedigde steeds het standpunt dat de
crisis zeker geen invloed mag hebben op onze
bereidheid
om
solidair
te
zijn
met
de
ontwikkelingslanden.
Een aantal landen zou de inspanningen willen
uitstellen tot 2030. De Unie wil de lat echter zeker
niet lager leggen. In 2030 kan er eventueel een
tussentijdse stap worden ingevoerd in de aanloop
naar de doelstellingen voor 2050. Tegen die datum
zouden
de
industrielanden
volgens
het
Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)
hun uistoot met 80 à 95 procent moeten
verminderen in vergelijking met 1990, zonder
evenwel
de
voor
2020
vooropgestelde
doelstellingen ter discussie te stellen.
évoquée lors des négociations sur le paquet
Énergie/Climat. À l'époque, les Vingt-Sept avaient
répondu à la question du risque de compétitivité de
nos entreprises en allouant gratuitement des quotas
d'émissions à certains secteurs soumis à une forte
pression de concurrence internationale. Il est
essentiel qu'on maintienne nos objectifs de 20 % et
de 30 % en cas d'accord international, certainement
pas qu'on y revienne mais on ne peut pas non plus
livrer nos entreprises à la concurrence. Nous avons
le devoir de nous protéger.
Concernant le développement des activités dans les
pays en voie de développement dans le cadre de
l'Accord de Copenhague et la répartition des efforts
financiers au sein de l'Union, le Conseil européen a
décidé d'utiliser une clef de répartition basée, d'une
part, sur la responsabilité en termes d'émissions
des pays ou des régions et, d'autre part, sur la
capacité de payer. Un poids plus élevé pour l'une
ou l'autre variable dans cette clef de répartition
implique une contribution relativement plus
importante pour les États membres plus riches ou
les États membres ayant un niveau d'émissions
plus élevé.
Les formules que nous examinons doivent
permettre de compenser les inconvénients que
subiraient les nouveaux États membres avec une
clef de répartition basée sur un poids relativement
plus élevé pour les émissions. À ce stade, je ne
peux fournir davantage de précisions sur les
propositions concrètes puisqu'elles ne sont pas
arrêtées. Concernant l'impact de la crise, la
Belgique a toujours maintenu une position ferme
considérant que la crise ne peut en aucun cas
influencer notre disposition à nous montrer
solidaires avec les pays en développement.
Quant au fait que certains pays voudraient
postposer leurs efforts à 2030, j'indique que, pour
l'Union, cela ne concerne en aucun cas une
diminution du niveau d'ambition. Ce que 2030
signifie pour l'Union, c'est l'introduction d'une
éventuelle étape intermédiaire sur la trajectoire de
réduction d'ici 2050 au cours de laquelle, selon le
GIEC, les pays industrialisés devraient réduire leurs
émissions de 80 à 95 % par rapport à 1990 mais
sans remettre en cause les objectifs fixés pour
2020.
(Nederlands) België wil een duidelijk signaal geven
betreffende onze bereidheid om bij te dragen aan
de financiering van het internationale klimaatbeleid.
Dat geldt zowel voor de structurele financiering op
lange termijn als voor de financiering die op korte
(En néerlandais) La Belgique entend adresser un
signal clair pour exprimer sa volonté de participer
au financement de la politique climatique à l'échelon
international. Ceci vaut tant pour le financement
structurel à long terme que pour le financement qui
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
termijn nodig is om de ontwikkelingslanden
voldoende capaciteit te laten opbouwen om tijdig
hun klimaatbeleid te ontwikkelen en uit te voeren.
Dat is van fundamenteel belang voor het creëren
van een goede onderhandelingsbasis in de
internationale onderhandelingen.
est nécessaire à court terme pour permettre aux
pays en voie de développement de constituer une
capacité suffisante pour développer et exécuter à
temps leur politique climatique. Cela revêt une
importance fondamentale si nous voulons créer une
bonne base de négociations dans le cadre des
tractations internationales.
In september 2009 publiceerde de Commissie een
aanvullende mededeling betreffende de financiering
van het internationale klimaatbeleid. De vermelde
cijfers vormen een goede basis, maar blijken laag te
zijn in vergelijking met cijfers, afkomstig uit andere
bronnen. De Europese Raad heeft onlangs de
financieringsbehoeften in de ontwikkelingslanden
erkend. België steunt het Europese standpunt om
een verdeling van de internationale, financiële
bijdrage te baseren op de principes van
betalingscapaciteit en verantwoordelijkheid voor
emissies.
Een structurele financiering van het internationale
klimaatbeleid
mag
het
bereiken
van
de
millenniumdoelstellingen niet in het gedrang
brengen. Een sluitend handhavingmechanisme
moet er bovendien toe bijdragen dat de
financieringsengagementen van de industrielanden
worden nagekomen. Tijdens de tweede helft van
oktober 2009 zullen zowel de Raad Leefmilieu, de
Ecofinraad als de Europese Raad een standpunt
innemen. Met betrekking tot de financiering werd
binnen Ecofin een werkgroep opgericht waaraan
zowel ambtenaren van Financiën als van Leefmilieu
deelnemen.
Op politiek niveau wordt België in de Raad Milieu
van de Europese Unie vertegenwoordigd door een
van de gewestministers. Ik zal echter ook op de
voornoemde Raad aanwezig zijn. België wordt
tevens door de minister van Financiën en de eerste
minister vertegenwoordigd op de Ecofinraad en de
Europese
Raad.
Ik
hoop
dat
alle
vertegenwoordigers van België in de werkgroep het
gezamenlijke standpunt getrouw en op alle niveaus
zullen verdedigen.
Het Federaal Planbureau heeft inderdaad enkele
berekeningen gemaakt, om op basis van
verschillende verdeelsleutels een beter beeld te
krijgen betreffende de grootteorde van de Belgische
bijdrage. Deze jaarlijkse bijdrage zal in 2020
variëren van bijna 200 miljoen euro tot bijna
1 miljard euro. Die bedragen komen ongeveer
overeen met 0,1 procent van het Belgische bbp of
10 tot 28 procent van de verwachte opbrengst van
de veiling van emissierechten vanaf 2012,
naargelang de verdeelsleutel op de emissies of op
het bruto binnenlands product is gebaseerd.
La Commission a publié en septembre 2009 une
communication
complémentaire
relative
au
financement
de
la
politique
climatique
internationale. Les chiffres mentionnés constituent
une bonne base, mais sont bas en comparaison
des chiffres provenant d'autres sources. Le Conseil
européen a récemment reconnu les besoins de
financement des pays en voie de développement.
La Belgique soutient l'idée de baser la répartition de
la contribution financière internationale sur les
principes de capacité de paiement et de
responsabilité pour les émissions.
Un financement structurel de la politique climatique
internationale ne peut compromettre le respect des
objectifs du millénaire. Un mécanisme de contrôle
concluant doit en outre contribuer au respect des
engagements financiers des pays industrialisés. Au
cours de la deuxième quinzaine d'octobre 2009,
tant le Conseil Environnement que le Conseil Ecofin
et le Conseil européen adopteront une position. En
ce qui concerne le financement, un groupe de
travail composé de fonctionnaires des Finances et
de l'Environnement a été créé au sein d'Ecofin.
Au niveau politique, la Belgique est représentée au
sein du Conseil Environnement de l'Union
européenne par un des ministres régionaux.
J'assisterai toutefois également à ce conseil. La
Belgique est également représentée par le ministre
des Finances et le premier ministre au Conseil
Ecofin et au Conseil européen. J'espère que tous
les représentants belges au sein du groupe de
travail défendront la position commune fidèlement
et à tous les niveaux.
Le Bureau fédéral du Plan a effectivement effectué
certains calculs pour se forger une meilleure idée
de l'ordre de grandeur de la contribution belge, sur
la base de différentes clés de répartition. En 2020,
cette contribution annuelle se situera dans une
fourchette de près de 200 millions d'euros à près de
1 milliard d'euros. Ces montants correspondent
environ à 0,1 % du PIB belge ou 10 à 28 % du
produit escompté de la vente aux enchères de
droits d'émission à partir de 2012, selon que la clé
de répartition est basée sur les émissions ou sur le
produit intérieur brut.
07/10/2009
CRABV 52
COM 651
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
04.04 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik betreur dat
we niet langer hebben stilgestaan bij de manier
waarop het Belgische standpunt formeel gestalte
zal krijgen en waarop de financiering van het
Belgische aandeel zal worden verdeeld. Is een en
ander al ter sprake gekomen tijdens de
begrotingsbesprekingen?
04.04 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Je déplore
que l'on soit passé trop rapidement sur la manière
dont se formalisera la position belge et dont se
répartira le financement de la part belge. Cela a-t-il
déjà été abordé dans le cadre des discussions
budgétaires en cours ?
04.05 Minister Paul Magnette (Frans): Over dat
alles wordt onderhandeld op het niveau van het DG
Leefmilieu, volgens alle klassieke procedures. Het
standpunt van België is dat we absoluut moeten
beschikken over het langetermijncijfer en het
bedrag van de Fast First Move, de eerste
financieringsschijf die aan de ontwikkelingslanden
kan worden toegekend. De Commissie heeft
onderzocht in hoeverre de Europese begroting
ruimte laat voor die snelle financiering, en die ruimte
lijkt te bestaan. Dat heeft dus geen gevolgen voor
de Belgische bijdrage.
De langetermijnaanpak vergt een lange discussie,
die nog maar begint. Als er echter wordt uitgegaan
van het percentage geveilde emissierechten, is er
een automatische verdeelsleutel.
04.05 Paul Magnette, ministre (en français) : Tout
cela se négocie en DGE selon toutes les
procédures classiques. La position de la Belgique
est qu'il est indispensable de posséder le chiffre sur
le long terme et le chiffre du "Fast First Move", du
premier mouvement de financement que l'on peut
apporter aux pays en voie de développement. La
Commission a examiné dans quelle mesure il était
possible de trouver des marges dans le budget
communautaire pour ce financement rapide. Cela
semble possible et n'a donc pas d'implication sur la
contribution belge.
Pour le long terme, c'est une longue discussion qui
n'en est qu'à ses débuts. Mais si l'on se base sur le
pourcentage de la mise aux enchères des droits, il y
a une espèce de clef automatique.
04.06 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Het
is positief dat de minister zelf naar de Raad Milieu
zal gaan, vooral met het oog op het Belgische
Voorzitterschap. Ik hecht er veel belang aan dat
België probeert het voortouw te nemen. Ik zal
dezelfde vraag ook stellen aan minister Reynders
en aan de eerste minister. De Ecofinraad is niet de
gemakkelijkste Raad, maar ik hoop dat België ook
daar via de heer Reynders een ambitieus standpunt
zal innemen.
04.06 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : Il
est bon que le ministre se rende personnellement
au Conseil Environnement, surtout dans la
perspective de la Présidence belge. J'attache
énormément d'importance à la volonté de la
Belgique de prendre l'initiative. J'adresserai la
même question au ministre Reynders et au premier
ministre. Le conseil Ecofin n'est pas le Conseil le
plus facile, mais j'espère que, par la bouche de
M. Reynders, la Belgique y adoptera également une
position ambitieuse.
04.07 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
minister van Volksgezondheid en ik werken zeer
goed samen. Zij zal zetelen, maar ik zal ook
aanwezig zijn.
04.07 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
La coopération entre la ministre de la Santé
publique et moi-même est excellente. C'est elle qui
siégera, mais je serai également présent.
De voorzitter: We zouden graag de Europese
Raden kunnen voorbereiden. We komen hier nog
op terug.
La présidente : On aimerait pouvoir préparer les
Conseils européens. Nous allons y revenir.
04.08 Minister Paul Magnette (Frans): Het
Belgische standpunt is vrij duidelijk. Het zal worden
bevestigd door de heer Reynders wanneer hij de
visie uiteenzet die hij op de Ecofinraad zal
verdedigen. Maar na de Raad van Luxemburg moet
er worden gepraat over de strategie die verder moet
worden gevolgd vóór de top van Kopenhagen.
De voorzitter: Wanneer komt die Raad Milieu
bijeen?
04.08 Paul Magnette, ministre (en français) : La
position belge est assez claire. Elle sera confirmée
par M. Reynders à propos de sa position pour
l'ÉCOFIN. Mais, après le Conseil de Luxembourg,
on aura de quoi discuter de la suite de la stratégie à
adopter avant Copenhague.
La présidente : Quand se déroule ce conseil de
l'environnement ?
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
04.09 Minister Paul Magnette (Frans): Op 20 en
21 oktober.
04.09 Paul Magnette, ministre (en français) : Les
20 et 21 octobre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de minister van Klimaat en Energie over "de week
van de afvalvermindering" (nr. 15323)
05 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la semaine
de réduction des déchets" (n° 15323)
05.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): De "Europese
Week van de Afvalvermindering" vindt dit jaar
tussen 21 en 29 november plaats en loopt
gelijktijdig in diverse Europese landen. België neemt
aan die actie deel om de bevolking voor die
problematiek te sensibiliseren. Het is de bedoeling
de productie van huishoudelijk afval de komende
vijf jaar met 7 procent te verminderen.
Hoeveel evenementen zullen er in België
plaatsvinden? Wat houden ze precies in? Welke
actoren zullen aan die acties deelnemen? Heeft u
de gemeenten en de Gewesten gecontacteerd of
zal u dat nog doen om hen uit te nodigen aan die
week van afvalvermindering deel te nemen? Werd
daartoe een bestek opgesteld? Beschikt men over
instrumenten die als vertrekpunt kunnen dienen om
dat sensibiliseringswerk grensoverschrijdend te
organiseren?
Zal er een publiciteitscampagne worden opgezet
om de burgers warm te maken voor die
sensibiliseringsweek? Zal er een balans kunnen
worden opgemaakt van dat evenement, in België en
in de andere organiserende landen?
Zou het, gelet op het feit dat België EU-voorzitter
wordt, niet wenselijk zijn dat die week in 2010 in alle
lidstaten zou worden georganiseerd? Hoe zou u dat
kunnen bewerkstelligen?
05.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : La "semaine
de réduction des déchets" aura lieu cette année
simultanément dans plusieurs pays européens,
entre les 21 et 29 novembre 2009. La Belgique
participe à cette action afin de sensibiliser le public
à cette problématique. L'objectif est de réduire de
7 % la production d'ordures ménagères dans les
cinq prochaines années.
Pouvez-vous
nous
indiquer
le
nombre
d'évènements en Belgique, leur nature et les
différents intervenants et acteurs de ces actions ?
Avez-vous contacté ou comptez-vous contacter les
communes et Régions afin de leur proposer de
participer à cette semaine de réduction des
déchets ? Existe-t-il un cahier des charges à
respecter pour ce faire ? Dispose-t-on d'outils pour
servir de base à ce travail de sensibilisation au-delà
des frontières ?
Quelle publicité est-elle prévue pour motiver l'intérêt
de nos concitoyens à cette semaine de
sensibilisation ? Sera-t-il possible d'établir un bilan
de l'événement, en Belgique et dans les différents
pays organisateurs ?
Puisque la Belgique prendra la présidence de
l'Union européenne, ne serait-il pas souhaitable
qu'en 2010, cette semaine soit étendue aux vingt-
sept États ? Comment pourriez-vous agir en la
matière?
05.02 Minister Paul Magnette (Frans): De enige
overgebleven federale bevoegdheid is geheel
residuair, aangezien het om het afvaltransport gaat.
Daardoor beschikken we over bijzonder weinig
hefbomen om die manifestatie te organiseren. U zal
zich tot de gewestministers moeten wenden.
05.02 Paul Magnette, ministre (en français) : La
seule compétence restant dévolue au fédérale est
tout à fait résiduaire, puisqu'il s'agit du transport des
déchets. Cela nous laisse très peu de leviers pour
organiser cette manifestation. Ce sont mes
collègues régionaux qu'il convient d'interroger.
05.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): De Gewesten
hebben blijkbaar nog niet veel initiatieven genomen
om dat evenement te organiseren. Ik zou niet willen
dat men de indruk heeft dat België op Europees
vlak het minst heeft ondernomen. Kan die kwestie
niet op de Interministeriële Conferentie worden
aangekaart?
05.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Les Régions
ne semblent pas avoir pris beaucoup d'initiatives
pour organiser l'événement. Je ne voudrais pas que
la Belgique apparaisse comme le pays le moins
actif au niveau européen. N'est-il pas possible de
discuter du sujet en conférence interministérielle ?
05.04 Minister Paul Magnette (Frans): Dat ligt 05.04 Paul Magnette, ministre (en français) : C'est
07/10/2009
CRABV 52
COM 651
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
moeilijk,
want
het
gaat
om
exclusieve
gewestbevoegdheden.
De
gewestministers
ontmoeten elkaar geregeld en stemmen hun acties
op elkaar af, zonder dat ze daarvoor een beroep
doen op de bemiddeling van de federale overheid.
difficile quand il s'agit de compétences régionales
exclusives. Les ministres régionaux se voient entre
eux et coordonnent leur action sans chercher la
médiation du fédéral.
05.05 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik dacht dat u
meer macht had dan u er in werkelijkheid bezit.
De voorzitter: Het zou interessant zijn een "week
van het kernafval" te organiseren.
05.05 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Je vous
attribuais plus de pouvoir que vous n'en avez en
réalité.
La présidente : Il serait intéressant d'organiser une
« semaine du déchet nucléaire ».
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de minister van Klimaat en Energie over
"brandstofproductie met behulp van bacteriën"
(nr. 15325)
06 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "les
carburants à partir de bactéries" (n° 15325)
06.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): De productie
van
agrobrandstoffen
vereist
zulke
grote
grondoppervlakken
dat
ze
de
teelt
van
voedingsgewassen in het gedrang kan brengen. Het
gebruik van algen, maar ook van gist en bacteriën,
kan een interessante piste zijn voor de productie
van biobrandstoffen voor dieselmotoren. Een team
van het MIT wil binnen drie jaar een betrouwbare
methode ontwikkelen om de Rhodococcus opacus-
bacterie na een genoomwijziging te exploiteren.
Zullen die thema's aan bod komen tijdens de
Europese top van Kopenhagen? Zullen de
laboratoria van diverse landen samenwerken om
alternatieve oplossingen voor koolwaterstoffen te
ontwikkelen?
Wordt
er
een
gezamenlijke
financiering van die research overwogen? Zal u een
voorstel in die zin formuleren, bijvoorbeeld naar
aanleiding van het Belgische voorzitterschap van de
Europese Unie?
06.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : La
production d'agrocarburants nécessite de mobiliser
des surfaces tellement importantes qu'elle risquerait
de
déséquilibrer
les
productions
agricoles
alimentaires. L'utilisation d'algues, mais aussi de
levures et de bactéries peut fournir une piste
intéressante pour la production de biocarburants
pour moteurs diesel. Une équipe du MIT se donne
trois ans pour arriver ainsi, après modification du
génome, à exploiter la rhodococcus opacus de
façon fiable.
Ces questions seront-elles abordées au Sommet
européen de Copenhague ? Est-il prévu de faire
travailler conjointement les laboratoires de
différents pays afin de trouver des solutions
alternatives au hydrocarbures ? Un financement
commun de ces recherches est-il envisagé ?
Pensez-vous porter cette proposition, par exemple,
à l'occasion de la présidence belge de l'Union
européenne?
06.02 Minister Paul Magnette (Frans): Men moet
de grootteorde voor ogen houden: van de Europese
graanoogst van 2007-2008 werd slechts 0,7 procent
aangewend voor de productie van ethanol, terwijl
63 procent ervan als veevoer werd gebruikt en
23 procent voor de menselijke voeding was
bestemd.
06.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Il
faut garder les ordres de grandeur en tête :
seulement 0,7 % de la récolte de céréales
européennes de 2007-2008 a été consacré à la
production d'éthanol, contre 63 % à l'alimentation
pour le bétail et 23 % à l'alimentation humaine.
Slechts 2 procent van de wereldproductie van
plantaardige olie wordt gebruikt voor de productie
van biodiesel. Er wordt nog geen agrarische
biomassa geproduceerd voor energieopwekking;
het gaat erom een agrarisch bijproduct, dat tot op
heden verloren ging, op te waarderen.
De productie van biobrandstoffen met behulp van
Ce ne sont que 2 % de la production mondiale
d'huile végétale qui entrent dans la production de
biodiesel. La production de biomasse agricole à
finalité énergétique n'est pas encore une fin en soi,
mais est conçue pour valoriser un sous-produit
agricole, qui était jusqu'alors perdu.
La
production
de
biocarburants
via
des
CRABV 52
COM 651
07/10/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
fermentatiebacteriën is uiteraard een piste die
gevolgd moet worden en daarbij zullen de keuze, de
beschikbaarheid en de prijs van de biomassa
alsmede de impact van de bijproducten van de
omzetting centraal komen te staan.
De Europese Commissie financiert onderzoeks- en
ontwikkelingsprojecten met betrekking tot de
tweedegeneratiebiobrandstoffen. Er bestaan enkele
websites met informatie daaromtrent. De idee om
verscheidene Europese laboratoria aan één project
te laten werken is zeer pertinent en de vraag van de
gemeenschappelijke financiering zou dan ook
gesteld
kunnen
worden,
binnen
de
begrotingsmogelijkheden op middellange termijn.
Een andere mogelijkheid zou zijn de bestaande
technologieën op basis van koolwaterstoffen uit te
faseren. Het is een complex vraagstuk dat om een
globale benadering vraagt.
microorganismes
en
tant
qu'agents
de
transformation est bien entendu une piste à suivre,
la question centrale devenant le choix de la
biomasse, sa disponibilité, son prix et l'impact des
sous-produits de la transformation.
Des projets de recherche et de développement
consacrés
aux
biocarburants
de
deuxième génération
sont
financés
par
la
Commission européenne. Quelques sites internet
présentent des informations à ce sujet. La
participation de plusieurs laboratoires européens à
un même projet est une option pleine de bon sens,
et la question d'un financement commun pourrait se
poser, dans la mesure des disponibilités
budgétaires à moyen terme.
Une autre option serait de ne pas pérenniser les
technologies existantes utilisant les hydrocarbures.
La question est complexe et doit être abordée de
façon globale.
06.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Zal u zich als
Belgische minister of als toekomstige voorzitter van
de Milieuraad of de Energieraad over dat vraagstuk
buigen?
06.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : En tant que
ministre belge ou que futur président du Conseil
Environnement ou Énergie, comptez-vous entamer
la réflexion à ce sujet ?
06.04 Minister Paul Magnette (Frans): Ik zal de
groep Energie leiden, maar voor Leefmilieu wordt
tussen de Gewesten een beurtrol afgesproken;
daarover is er nog geen overeenstemming bereikt.
Als er te veel prioriteiten worden gesteld, wordt er
op geen enkel vlak vooruitgang geboekt. Daarom
heb ik prioriteit gegeven aan de kwesties
energiearmoede en toegang tot energie, die
verband houden met het vraagstuk van de
agrobrandstoffen, de ontbossing, enz.
Ik weet niet wat de prioriteiten zijn van mevrouw
Laruelle inzake Opleiding en Onderzoek.
06.04 Paul Magnette, ministre (en français) : Je
conduirai
la
formation
Énergie,
mais
l'Environnement fait l'objet d'une tournante entre les
Régions, pour laquelle aucun accord n'est encore
intervenu.
Si l'on retient trop de priorités, on n'en fait avancer
aucune. Aussi ai-je retenu comme prioritaire un
point inscrit dans le volet de la pauvreté énergétique
et de l'accès à l'énergie, qui sera en relation avec la
question des agrocarburants, de la déforestation,
etc.
Je ne connais pas les priorités de Mme Laruelle
pour le volet Formation et Recherche.
06.05 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik zal haar
hieromtrent ondervragen.
06.05 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Je
l'interrogerai donc à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.12 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16 h 12.