KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 641
CRABV 52 COM 641
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
29-09-2009
29-09-2009
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het grensoverschrijdend
ambulanceverkeer voor noodhulp" (nr. 14426)
1
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les transports
ambulanciers transfrontaliers dans le cadre de
l'aide médicale urgente" (n° 14426)
1
Sprekers: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Olivier Destrebecq aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het koninklijk besluit
van 26 april 2009 betreffende het vervoer van
personen per ziekenwagen" (nr. 14429)
2
Question de M. Olivier Destrebecq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'application de
l'arrêté royal du 26 avril 2009 concernant le
transport de personnes en ambulance" (n° 14429)
2
Sprekers: Olivier Destrebecq, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Olivier Destrebecq, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
samenstelling van voedselverpakking" (nr. 14461)
3
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
composition
des
emballages
alimentaires"
(n° 14461)
3
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de internationale studie over de
kankerverwekkende effecten van ultraviolette
stralen" (nr. 14486)
5
Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale sur "l'étude internationale relative aux
effets cancérogènes des rayons ultraviolets"
(n° 14486)
5
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "het overleg ter verlaging van de
normen inzake gsm-gebruik" (nr. 14544)
6
Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale sur "la concertation en vue de baisser les
normes relatives à l'usage du GSM" (n° 14544)
6
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie
over
"de
registratie
van
de
wilsverklaring inzake euthanasie" (nr. 14547)
6
Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale sur "l'enregistrement de la déclaration
anticipée en matière d'euthanasie" (n° 14547)
6
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de orgaandonatie" (nr. 14563)
7
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "les
dons d'organes" (n° 14563)
7
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de levende orgaandonoren"
(nr. 14667)
7
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "le
don d'organes par des personnes en vie"
(n° 14667)
7
Sprekers: Xavier Baeselen, Koen Bultinck,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Xavier Baeselen, Koen Bultinck,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
9
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de dierproeven voor tabak in
België" (nr. 14564)
9
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "les
expériences relatives au tabac menées en
Belgique sur les animaux" (n° 14564)
9
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "dierproeven" (nr. 14863)
9
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "les
expériences sur les animaux" (n° 14863)
9
- de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de proefdieren in labo's"
(nr. 15095)
9
- M. Ludwig Vandenhove à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale
sur "les animaux de laboratoire" (n° 15095)
9
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "het voorschrijven van antibiotica
in België" (nr. 14598)
10
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale sur "la prescription des antibiotiques en
Belgique" (n° 14598)
10
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de zorgtrajecten" (nr. 14742)
11
Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale sur "les trajets de soins" (n° 14742)
11
Sprekers: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de vragenlijsten voor kandidaat-
bloedgevers en de vraag waarom homoseksuelen
al dan niet in aanmerking komen voor orgaan-,
sperma- of bloeddonatie" (nr. 14684)
13
Question de M. Georges Dallemagne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale sur "le questionnaire remis aux candidats
donneurs de sang et la comparaison entre l'accès
des personnes homosexuelles au don d'organe
et/ou de sperme et leur accès au don de sang"
(n° 14684)
13
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Sprekers: Georges Dallemagne, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Georges Dallemagne, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
14
Questions jointes de
14
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
terugbetaling
van
neurostimulatoren met herlaadbare batterijen"
(nr. 14613)
14
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale
sur
"le
remboursement
de
neurostimulateurs
équipés
de
piles
rechargeables" (n° 14613)
14
- mevrouw Christine Van Broeckhoven aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
terugbetaling
van
neurostimulatie" (nr. 14692)
14
- Mme Christine Van Broeckhoven à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale
sur
"le
remboursement
de
la
neurostimulation" (n° 14692)
14
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Christine Van Broeckhoven, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Christine Van Broeckhoven, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag
van
mevrouw
Katia
della Faille de Leverghem
aan
de
vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de besparingen in de sector van
de implantaten" (nr. 14612)
17
Question de Mme Katia della Faille de Leverghem
à la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "les économies réalisées
dans le domaine des implants" (n° 14612)
17
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Samengevoegde vragen van
17
Questions jointes de
17
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het budget voor palliatieve
thuiszorg 2009" (nr. 14762)
17
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "le
budget pour les soins palliatifs à domicile 2009"
(n° 14762)
17
- mevrouw Catherine Fonck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de financiering van de palliatieve
zorgen in België" (nr. 14818)
17
- Mme Catherine Fonck à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale
sur "le financement des soins palliatifs en
Belgique" (n° 14818)
17
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het tekort aan budget voor
palliatieve thuiszorgequipes" (nr. 14836)
17
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "le
budget insuffisant alloué aux équipes de soins
palliatifs à domicile" (n° 14836)
17
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
19
Questions jointes de
19
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
19
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
19
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Integratie, over "zelfmoordpreventie" (nr. 14769)
prévention du suicide" (n° 14769)
- mevrouw Inge Vervotte aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "suïcidepreventie" (nr. 14943)
19
- Mme Inge Vervotte à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
prévention des suicides" (n° 14943)
19
- mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "zelfmoordpreventie" (nr. 15047)
19
- Mme Hilde Vautmans à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
prévention du suicide" (n° 15047)
19
Sprekers: Xavier Baeselen, Inge Vervotte,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Xavier Baeselen, Inge Vervotte,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de middelen om hartinfarcten
tegen te gaan" (nr. 14676)
22
Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique, chargée de l'Intégration
sociale sur "les moyens utilisés dans le cadre de
la lutte contre l'infarctus du myocarde" (n° 14676)
22
Sprekers:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Xavier
Baeselen,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
23
Questions jointes de
23
- mevrouw Katrien Partyka aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het tekort aan radio-isotopen"
(nr. 14821)
23
- Mme Katrien Partyka à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
pénurie de radio-isotopes" (n° 14821)
23
- mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het dreigende tekort aan
medische isotopen" (nr. 14936)
23
- Mme Colette Burgeon à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le risque de pénurie d'isotopes médicaux"
(n° 14936)
23
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het dreigende tekort aan
medische isotopen" (nr. 15036)
23
- M. Daniel Bacquelaine à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la menace de pénurie d'isotopes médicaux"
(n° 15036)
23
Sprekers: Katrien Partyka, Colette Burgeon,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Katrien Partyka, Colette Burgeon,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
29
SEPTEMBER
2009
Namiddag
______
du
MARDI
29
SEPTEMBRE
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.26 uur en
voorgezeten door de heer Jean-Jacques Flahaux.
La réunion publique est ouverte à 14 h 26 sous la
présidence de M. Jean-Jacques Flahaux.
01 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het grensoverschrijdend
ambulanceverkeer voor noodhulp" (nr. 14426)
01 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
transports ambulanciers transfrontaliers dans le
cadre de l'aide médicale urgente" (n° 14426)
01.01 Maya Detiège (sp.a): Sinds 2000 werken
België en Nederland aan een overeenkomst over
het grensoverschrijdende ambulanceverkeer. Het
ontwerpverdrag is reeds sinds geruime tijd klaar en
moet het mogelijk maken om zonder juridische en
financiële problemen in het grensgebied bijstand te
verlenen in het buurland. Dit is niet meer dan
logisch in een verenigd Europa. Het is enkel
wachten op de ondertekening van het verdrag. Er is
sedert enkele jaren een pingpongspelletje aan de
gang tussen België en Nederland. Het belangrijkste
is dat er na dit getalm snel concrete resultaten
worden geboekt, want dit gaat over het redden van
mensenlevens.
Wat wil men doen op korte termijn? Wanneer wordt
het verdrag afgerond en ondertekend?
01.01 Maya Detiège (sp.a) : La Belgique et les
Pays-Bas préparent depuis 2000 un accord sur les
transports transfrontaliers en ambulances. Le projet
de traité, qui est prêt depuis longtemps, doit
permettre, en région frontalière, d'intervenir dans le
pays voisin sans problèmes juridiques ni financiers.
Rien de plus logique, en effet, dans une Europe
unie. On n'attend plus que la signature du traité. La
Belgique et les Pays-Bas se livrent depuis des
années à une partie de ping-pong. L'essentiel, c'est
d'enregistrer rapidement des résultats concrets
après tous ces atermoiements car il s'agit de sauver
des vies humaines.
Que souhaite-t-on à court terme ? Quand le traité
sera-t-il finalisé et signé ?
Voorzitter: Colette Burgeon.
Présidente : Mme Colette Burgeon.
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Dit
moet zo snel mogelijk geregeld worden. Minister
Demotte besefte in 2007 dat dit dossier niet kon
worden afgewerkt door de politieke situatie in
Nederland en besloot voorrang te geven aan het
Frans-Belgische akkoord. De Nederlanders hadden
ook vragen over de vorm en de modaliteiten van het
geplande akkoord. Vervolgens zorgde de Belgische
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Ce problème doit être réglé le plus
rapidement possible. M. Demotte s'est rendu
compte en 2007 que ce dossier ne pouvait pas être
mené à bonne fin à cause de la situation politique
aux Pays-Bas et a décidé de donner la priorité à
l'accord franco-belge. Les Néerlandais se posaient
également des questions à propos de la forme et
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
politieke situatie ervoor dat de bespreking niet
werden voortgezet.
In oktober vond een ontmoeting plaats met de
nieuwe
Nederlandse
ambtenaar
die
verantwoordelijk is voor dit dossier. De principes
werden er voorgesteld in aanwezigheid van een
vertegenwoordiger van de Benelux.
des modalités de l'accord prévu. La situation
politique belge a ensuite conduit à une interruption
des discussions.
Une réunion a eu lieu en octobre avec le nouveau
fonctionnaire néerlandais compétent dans ce
dossier. Les principes y ont été exposés en
présence d'un représentant du Benelux.
De Nederlanders zouden na een analyse hun opties
formuleren. In juli heeft de bevoegde ambtenaar
van de Benelux contact opgenomen met mijn
administratie en duidelijk gemaakt dat niets nog de
afwerking van het dossier in de weg staat. Dit kan
dus hopelijk op de vergadering van deze week
worden afgerond.
In mei 2009 ondertekende ik trouwens een
soortgelijke overeenkomst met Rheinland-Pfalz,
zodat er nu ook een akkoord is met Duitsland.
Les Néerlandais devaient formuler leurs options
après analyse. En juillet, le fonctionnaire compétent
auprès du Benelux a contacté mon administration et
indiqué clairement que plus rien ne s'opposait à la
mise au point du dossier. J'espère que celui-ci
pourra être finalisé lors de la réunion prévue cette
semaine.
En mai 2009, j'ai d'ailleurs signé une convention
analogue avec la Rhénanie-Palatinat et un accord
existe donc aussi, à présent, avec l'Allemagne.
01.03 Maya Detiège (sp.a): Sinds 2000 wordt al
aan dit dossier gewerkt. We krijgen constant
tegenstrijdige informatie. De Benelux beschikt over
tal van gespecialiseerde werknemers: zo moeilijk
kan het toch niet zijn om het ambulancevervoer in
de grensstreek met Nederland te regelen. Blijkbaar
kan het met andere landen wel. Het gaat hier toch
niet om een dossier dat zo gevoelig ligt als de
verdieping van de Westerschelde? Er staan
intussen wel levens op het spel. Ik ben zelf
voorzitter van de Benelux-commissie voor Cultuur,
Sport, Onderwijs en Volksgezondheid en zal het
initiatief nemen om de bevoegde Nederlandse
minister eens uit te nodigen.
01.03 Maya Detiège (sp.a) : Ce dossier est en
préparation depuis l'an 2000 ! Nous recevons en
permanence des informations contradictoires. Le
Benelux dispose de nombreux collaborateurs
spécialisés : est-il si compliqué de régler les
transports en ambulance dans la région frontalière
avec les Pays-Bas ? Apparemment, on y est bien
arrivé avec d'autres pays. Il ne s'agit tout de même
pas, en l'occurrence, d'un dossier aussi délicat que
celui
de
l'approfondissement
de
l'Escaut
occidental ? Toujours est-il que des vies sont en
jeu, en attendant. En ma qualité de présidente de la
commission Benelux de la Culture, du Sport, de
l'Enseignement et de la Santé publique, je prendrai
l'initiative
d'inviter
le
ministre
néerlandais
compétent.
01.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Neemt u
dan het initiatief!
01.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Prenez l'initiative !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Olivier Destrebecq aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het koninklijk besluit
van 26 april 2009 betreffende het vervoer van
personen per ziekenwagen" (nr. 14429)
02 Question de M. Olivier Destrebecq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'application
de l'arrêté royal du 26 avril 2009 concernant le
transport de personnes en ambulance" (n° 14429)
02.01 Olivier Destrebecq (MR): Door de crisis
talmen steeds meer mensen met de betaling van de
facturen voor hun ambulancevervoer aan de
hulpdiensten. Die openstaande rekeningen vormen
een toenemende last voor de gemeenten, die deze
diensten financieren. Zou het niet mogelijk zijn om
het
ziekenvervoersdocument
pas
aan
de
rechthebbenden te bezorgen nadat ze de factuur
voor de hulpdiensten al was het zelfs maar
02.01 Olivier Destrebecq (MR) : Avec la crise, le
nombre de personnes qui tardent à régler les
factures de transport en ambulance aux services de
secours augmente. Ces impayés sont une charge
croissante pour les communes qui financent un tel
service. Ne serait-il pas possible de ne transmettre
aux bénéficiaires transportés les documents
d'intervention qu'après un règlement, même partiel,
au service de secours ?
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
gedeeltelijk hebben betaald?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
koninklijk besluit van april 2009 dat de
tegemoetkoming van de ziekteverzekering in de
vervoerskosten in het kader van de dringende
geneeskundige hulpverlening regelt, bepaalt dat de
aanvraag bij de verzekeringsinstelling dient te
worden ingediend op grond van een document dat
door de hoofdambulancier wordt ingevuld. Een
model van dat formulier is als bijlage bij het
koninklijk besluit gevoegd.
Net als soortgelijke documenten die door
zorgverstrekkers worden uitgereikt, moet dat
formulier zo snel mogelijk aan de rechthebbende
worden bezorgd. De uitreiking ervan mag niet
afhangen van het al of niet betalen van de erelonen.
Om een en ander te vereenvoudigen werd bepaald
dat, indien de ambulancedienst de rechthebbende
een factuur bezorgt, de verzekeringsinstelling op
grond
daarvan
een
tegemoetkoming
kan
toekennen, op voorwaarde dat de factuur de
vermeldingen bevat die op het model in bijlage bij
het koninklijk besluit staan.
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'arrêté royal d'avril 2009 qui règle les interventions
de l'assurance dans les frais d'un transport urgent
prévoit que la demande à l'assurance maladie doit
être introduite au moyen d'un formulaire rempli par
le responsable du service ambulancier. Un modèle
de ce formulaire est annexé à l'arrêté royal.
Comme pour les documents semblables fournis par
les prestataires, ce formulaire doit être transmis le
plus vite possible au bénéficiaire. Sa délivrance ne
peut pas dépendre du paiement des honoraires.
Pour des raisons de simplification, si les services
d'ambulance donnent au bénéficiaire une facture,
l'organisme assureur peut attribuer l'intervention sur
cette base si cette facture comprend les mentions
figurant sur le modèle annexé à l'arrêté royal.
02.03 Olivier Destrebecq (MR): Jammer genoeg
lost uw antwoord het probleem niet op. Kan er geen
oplossing gezocht worden?
02.03
Olivier
Destrebecq
(MR) :
Malheureusement, votre réponse ne solutionne pas
le problème. Ne serait-il pas possible de chercher
une solution ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03
Vraag
van
mevrouw
Thérèse
Snoy et d'Oppuers aan de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de samenstelling van voedselverpakking"
(nr. 14461)
03 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
à la vice-première ministre et ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
composition des emballages alimentaires"
(n° 14461)
03.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Volgens een studie van de universiteit van Frankfurt
bevat mineraalwater in plastic flessen dubbel zoveel
vrouwelijke of mannelijke hormonen als kraanwater
of water in glazen flessen. Het plastic zou
hormoonverstoorders in het water doen vrijkomen.
Gilles Husson, de voorzitter van de Association
Scientifique Européenne pour L'Eau et la Santé
(ASEES), betreurt dat de exacte samenstelling van
die producten zo moeilijk te achterhalen valt.
Onlangs werden er sporen van benzofenon
aangetroffen
in
melkflessen
die
in
onze
supermarkten worden verkocht. De betrokken
producten zouden uit de handel zijn genomen.
In hoeverre kan u de samenstelling van de
verpakkingen
beter
reguleren,
en
welke
maatregelen zal u daartoe nemen?
03.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Selon une étude de l'Université de
Francfort, l'eau minérale des bouteilles en plastique
contient deux fois plus d'hormones féminines ou
masculines que celle stockée dans des bouteilles
en verre ou que l'eau du robinet, le plastique
libérant dans l'eau des perturbateurs endocriniens.
Gilles
Husson,
président
de
l'Association
scientifique européenne pour l'eau et la santé,
déplorait le fait qu'il soit difficile d'obtenir la
composition précise des produits. Récemment, des
traces de benzophénone ont été découvertes dans
des bouteilles de lait vendues dans nos
supermarchés. Les lots auraient été retirés de la
vente.
Pour une meilleure régulation de la composition des
emballages, de quelle marge disposez-vous et que
comptez-vous faire ?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het 03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Europees Bureau voor de Voedselveiligheid EFSA
is een onafhankelijke wetenschappelijke instelling
die
eminente
wetenschappelijke
adviezen
formuleert en zich daarvoor op alle relevante
wetenschappelijke studies baseert. EFSA biedt
garanties op het stuk van de onafhankelijkheid.
Dankzij
de
voor
de
stoffen
vastgelegde
grenswaarden
kan
de
veiligheid
van
de
verpakkingen worden gegarandeerd en kan het
hoogste niveau van bescherming van de
volksgezondheid worden gewaarborgd. Momenteel
is er geen enkele reden om die grenswaarden ter
discussie te stellen. De Europese regelgeving werd
in Belgisch recht omgezet bij het koninklijk besluit
van 3 juli 2005 betreffende materialen en
voorwerpen van kunststof die bestemd zijn om met
voedingsmiddelen in aanraking te komen. De
toepassing van die regelgeving wordt geregeld door
het FAVV gecontroleerd.
Voor andere materialen dan kunststoffen zijn er
plannen in studie teneinde nationale regelgevingen
uit te werken op grond van de resoluties van de
Raad van Europa. Er wordt al gebruik gemaakt van
die resoluties.
De dagelijkse tolerantiegrens voor benzofenon werd
onlangs
opgetrokken,
zodat
verscheidene
problemen die onlangs werden aangekaart volgens
het Europees Bureau geen enkel gevaar voor de
gezondheid van de consumenten inhouden.
Momenteel worden al die andere stoffen door EFSA
geëvalueerd en besproken.
L'EFSA est un organisme scientifique indépendant
qui fournit des avis scientifiques d'excellence basés
sur toutes les études scientifiques pertinentes. Il
offre une garantie d'indépendance.
Les limites fixées pour les substances garantissent
la sécurité des emballages et assurent le plus haut
niveau de protection de la santé publique. Il n'y a
aucune raison, à l'heure actuelle, de mettre en
doute ces limites. La réglementation européenne
est transposée par l'arrêté royal du 3 juillet 2005
relatif aux matériaux et objets en matière plastique
destinés à entrer en contact avec des denrées
alimentaires. L'application de cette réglementation
est contrôlée régulièrement par l'AFSCA.
Pour les substances autres que les matières
plastiques, des projets sont à l'étude afin d'adopter
des réglementations nationales sur la base des
résolutions du Conseil de l'Europe. Ces résolutions
sont déjà utilisées.
La dose quotidienne tolérable de la benzophénone
a récemment été revue à la hausse de sorte que
plusieurs problèmes identifiés ne présentent selon
elle
aucun
danger
pour
la
santé
des
consommateurs. Une évaluation de l'ensemble de
ces autres substances est à l'étude et en discussion
à l'EFSA.
03.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): EFSA moet eveneens rekening houden
met
de
nieuwe
ontdekkingen.
Wanneer
universiteiten resultaten van toxiciteitsstudies
publiceren, moet dat Bureau zijn beoordeling
aanpassen.
03.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : L'EFSA doit également tenir compte des
nouvelles découvertes. Quand des universités
publient des résultats d'études de toxicité, elle doit
revoir son jugement.
Voorzitter: Jean-Jacques Flahaux.
Président : M. Jean-Jacques Flahaux.
Beschikken we over alle informatie met betrekking
tot de stoffen die in de verpakkingen en op de
etiketten werden aangetroffen? Als er nieuwe
vragen opduiken, moet elke lidstaat de Europese
overheid verwittigen en haar aandacht op deze of
gene kwestie vestigen. Er zouden misschien bij elk
alarm maatregelen genomen moeten worden.
Disposons-nous de toute l'information concernant
les substances retrouvées dans les emballages et
étiquettes ?
Quand de nouvelles questions émergent, il
appartient à chaque État membre d'alerter les
autorités européennes et d'attirer leur attention sur
telle ou telle question. Lors de chaque alerte, des
mesures devraient peut-être être prises.
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
situatie is nu eenmaal zo. Het FAVV en de EFSA
voeren voortdurend evaluaties uit.
De toegelaten dagelijkse inname van benzofenon
werd op grond van nieuwe wetenschappelijke
studies herzien en verhoogd. De slinger kan dus
03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les choses sont ainsi. L'AFSCA et l'EFSA
procèdent continuellement à des évaluations.
Pour le benzophénone, sur base de nouvelles
études scientifiques, on a permis une dose
journalière plus importante. Les choses peuvent
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
alle
kanten
uitgaan.
Het
wetenschappelijk
onderzoek staat nooit stil.
donc aller dans un sens ou dans l'autre. Les
scientifiques mènent un perpétuel travail de
réflexion.
03.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Het wetenschappelijk onderzoek moet
impulsen uit de samenleving krijgen en uiteindelijk
beslissen de beleidsmakers. Men mag hun
verantwoordelijkheid niet loochenen.
03.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Le travail des scientifiques doit toujours
être stimulé par la demande et c'est le politique qui
décide. Il ne faut pas nier la responsabilité de ce
dernier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie
over
"de
internationale studie over de kankerverwekkende
effecten van ultraviolette stralen" (nr. 14486)
04 Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "l'étude internationale
relative aux effets cancérogènes des rayons
ultraviolets" (n° 14486)
04.01 Xavier Baeselen (MR): Ik heb minister
Magnette
ondervraagd
over
het
aspect
consumentenbescherming in deze vraag. Van de
477 zonnebanken die dit jaar gecontroleerd werden,
overschreed 66 procent de stralingsnormen voor
ultraviolet licht.
Deze zomer maakte een groep van 20
internationale experts uit negen landen, die in Lyon
werkt, bekend dat de ultraviolette straling van
zonnebanken kankerverwekkend is. De risico's zijn
dus niet gering.
Wat is uw oordeel over dat internationale
onderzoek? Heeft u kennisgenomen van de
conclusies van die studie? Welke aanpassingen zal
u
doorvoeren
uit
het
oogpunt
van
de
volksgezondheid?
04.01 Xavier Baeselen (MR) : J'ai posé au
ministre Magnette le volet de la question qui
concerne la protection du consommateur. Cette
année, sur 477 bancs solaires examinés, 66 % ne
respectaient
pas
les
normes
d'émission
d'ultraviolets.
Un groupe de vingt experts internationaux
provenant de neuf pays, basé à Lyon, a annoncé
cet été que les ultraviolets des cabines de bronzage
étaient cancérigènes. Le risque est donc important.
Que pensez-vous de cette enquête internationale ?
Avez-vous pris connaissance de ses conclusions ?
Quelles sont les adaptations que vous envisagez
sur le plan de la Santé publique ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In het
kader van het koninklijk besluit van 20 juni 2002 is
België theoretisch in elk geval een van de
lidstaten die de Europese richtlijnen ter zake het
striktst toepast.
Dat gezegd zijnde, zal ik rekening houden met de
recente conclusie van de werkgroep van het IARC
(International Agency for Research on Cancer), die
de classificatie van de zonnebanken van niveau 2A
(waarschijnlijk kankerverwe
n>
06.01 Xavier Baeselen (MR): Het koninklijk besluit
van 27 april 2007 regelt de wijze waarop de
wilsverklaring inzake euthanasie vanaf 1 september
2008 in de gemeenten geregistreerd wordt. Hoeveel
verklaringen
zijn
er
nu, een jaar later,
geregistreerd?
06.01 Xavier Baeselen (MR) : L'arrêté royal du
27 avril 2007 règle la façon dont la déclaration
anticipée en matière d'euthanasie est enregistrée
dans les communes à partir du 1
er
septembre 2008.
Quels sont les chiffres d'enregistrement un an plus
tard?
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Op
1 september 2009 waren er 10.799 wilsverklaringen
geregistreerd, waarvan er 645 dateren uit de
periode vóór de oprichting van de gegevensbank
van de FOD Volksgezondheid.
Na
analyse
werden
er
10.461 initiële
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Au 1
er
septembre 2009, 10 799 déclarations ont été
encodées, dont 645 datant d'avant la mise en place
de la banque de données du SPF Santé publique.
Après
analyse,
nous
dénombrons
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
wilsverklaringen
geteld,
41 schrappingen,
44 herbevestigingen en 257 herzieningen van een
vorige wilsverklaring; 6.459 wilsverklaringen werden
opgesteld door vrouwen en 3.988 door mannen;
6.266 wilsverklaringen
hebben betrekking op
personen tussen 60 en 79 jaar, 2.268 op personen
tussen 40 en 59 jaar en 1.693 op personen ouder
dan tachtig jaar; 98 procent van de wilsverklaringen
werden opgesteld door veertigplussers.
10.461 déclarations
initiales,
41 suppressions,
44 reconfirmations
et
257 révisions
d'une
déclaration antérieure; 6.459 déclarations émanent
de femmes et 3.988, d'hommes; 6.266 déclarations
concernent des personnes entre soixante et
septante-neuf ans, 2 268 des personnes entre
quarante et cinquante-neuf ans et 1.693 des
personnes de plus de quatre-vingts ans; 98 % des
déclarations sont faites par des personnes de plus
de quarante ans.
06.03 Xavier Baeselen (MR): Dat stelsel werkt dus
de aangifte in de hand wat een goede zaak is.
06.03 Xavier Baeselen (MR) : Ce système facilite
donc la déclaration, ce qui est bien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de orgaandonatie" (nr. 14563)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de levende orgaandonoren"
(nr. 14667)
07 Questions jointes de
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "les
dons d'organes" (n° 14563)
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "le
don d'organes par des personnes en vie"
(n° 14667)
07.01 Xavier Baeselen (MR): In België staan er
tussen 1.000 en 1.100 mensen op een wachtlijst
voor een orgaantransplantatie. Sinds de wijziging
van de orgaandonatiewet noteert men een stijging
van het aantal mensen die bereid zijn een of
meerdere organen af te staan. Maar dat volstaat
niet om aan de vraag te voldoen. De directeur-
generaal
van
de
Organisatie
van
de
Gezondheidszorgvoorzieningen heeft voorgesteld
levende orgaandonatie te stimuleren door een
betere vergoeding van de kosten van het
wegnemen van het orgaan.
Hoe staat u tegenover dat voorstel? Werd er
hierover al een haalbaarheidsstudie uitgevoerd?
07.01 Xavier Baeselen (MR) : En Belgique, 1.000
à 1.100 personnes attendent une transplantation
d'organe. Depuis le changement de la loi sur le don
d'organe, le nombre de personnes qui acceptent de
céder un ou des organes s'allonge. Mais cela ne
suffit pas pour répondre à la demande. Le directeur
de la Santé a proposé d'encourager les dons de
personnes vivantes en remboursant mieux les frais
liés au prélèvement.
Que pensez-vous de cette idée ? Une étude a-t-elle
été menée afin d'en déterminer la faisabilité ?
07.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): De FOD
Volksgezondheid wil levende donoren stimuleren
om een orgaan af te staan en voert binnen dit kader
een onderzoek uit naar de correcte vergoeding bij
dergelijke transacties. Wij nemen aan dat er in ons
land niet wordt gestreefd naar toestanden zoals in
Chinese gevangenissen, waar gedetineerden
verplicht worden om organen af te staan, en
evenmin naar orgaanhandel. Graag hadden we
echter enige verduidelijking van de minister over
deze materie.
07.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Le SPF
Santé publique entend stimuler des donneurs
vivants à faire don d'un organe. Dans ce cadre, il
réalise actuellement une étude sur un système
d'indemnisation correct pour ces transactions. Nous
supposons que les responsables de notre pays
n'ont pas l'intention de s'inspirer de situations telles
que celles qui prévalent dans les prisons chinoises,
où les détenus sont obligés de donner des organes,
ni de se livrer à un quelconque trafic d'organes.
Nous
voudrions toutefois obtenir quelques
éclaircissements à ce sujet de la part de la ministre.
07.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Met
83,7 transplantaties per miljoen inwoners (tegen
60,4 in Nederland, 56,8 in Duitsland en 72 in
07.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Avec 83,7 transplantations par million d'habitants
(pour 60,4 au Pays-Bas, 56,8 en Allemagne et 72
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
Frankrijk) behoort België, zowel in Europa als
wereldwijd, tot de koplopers inzake orgaandonatie
na overlijden.
Wegens het succes van de orgaandonatie na
overlijden is orgaandonatie bij leven bij ons minder
gebruikelijk dan elders (9 procent van de
niertransplantaties gebeurt bij ons met een nier van
een levende donor, tegen 45 procent in Scandinavië
en 54 procent in Nederland).
Voordat er een orgaan wordt verwijderd bij een
levende donor, wordt er een reeks medische en
technische
onderzoeken
uitgevoerd.
Een
onafhankelijk multidisciplinair consult is eveneens
wettelijk verplicht. Tot slot zijn er de chirurgische
ingreep, de ziekenhuisopname en het ziekteverlof.
Al die zaken verhogen de kosten die verbonden zijn
aan het wegnemen van een orgaan bij een levende
donor. Die kosten zijn niet dezelfde wanneer er een
orgaan wordt weggenomen bij een overleden donor.
en France), la Belgique est, en Europe et dans le
monde, dans le peloton de tête des dons d'organes
après décès.
En raison du succès des prévalences chez des
donneurs décédés, le don d'organes de donneurs
vivants s'est moins développé qu'ailleurs (9 % des
transplantations de reins se font avec des donneurs
vivants contre 45 % en Scandinavie et 54 % aux
Pays-Bas).
Avant de procéder au prélèvement d'un organe d'un
donneur vivant, une série d'examens médicaux et
techniques sont effectués. La loi impose aussi une
consultation interdisciplinaire indépendante. Il y a,
enfin, l'intervention chirurgicale, l'hospitalisation et
l'absence au travail. Tous ces éléments contribuent
au coût lié au prélèvement d'un organe d'un
donneur vivant. Ce coût est différent de celui lié au
prélèvement sur une personne décédée.
(Nederlands)
De
FOD
heeft de erkende
transplantatiecentra opgeroepen om een studie te
doen naar de directe en indirecte kosten van
levende orgaandonatie, met inbegrip van de kosten
die niet onmiddellijk worden vergoed. De bedoelde
vergoeding dekt zowel de onkosten als de
inkomstenderving van de donor. Artikel 4 van de
wet van 1986 bepaalt daarbij ondubbelzinnig dat
orgaandonatie altijd onbaatzuchtig moet zijn en in
geen geval een winstoogmerk kan hebben.
(Frans) De studie zal worden uitgevoerd door een
centrum dat bijzonder deskundig is op het stuk van
de donatie door levende donoren en dat beschikt
over een grote databank met informatie over de
potentiële kosten.
(En néerlandais) Le SPF a invité les centres de
transplantation agréés à réaliser une étude sur les
coûts directs et indirects des dons d'organes
vivants, y compris les coûts qui ne sont pas
indemnisés immédiatement. L'indemnisation visée
couvre tant les frais que la perte de revenus du
donneur. L'article 4 de la loi de 1986 dispose par
ailleurs sans équivoque que le don d'organes doit
toujours être désintéressé et ne peut, en aucun cas,
se faire dans un esprit de lucre.
(En français) L'étude sera confiée à un centre ayant
une grande expertise dans la donation vivante et
disposant d'une grande banque de données sur les
coûts potentiels.
07.04 Xavier Baeselen (MR): Op dit ogenblik is de
ziekteverzekeringsbegroting erg krap en kunnen er
geen middelen worden uitgetrokken om de
bepalingen met betrekking tot orgaandonatie te
wijzigen. De minister staat wel open voor de
mogelijkheid om levende orgaandonoren beter te
vergoeden.
Ik zal de minister hierover later opnieuw
ondervragen. Binnen welke redelijke termijn zou
een studie over dit onderwerp kunnen worden
uitgevoerd?
07.04 Xavier Baeselen (MR) : Même si le budget
de
l'assurance
maladie
est,
actuellement,
particulièrement serré et qu'aucun budget ne peut
être dégagé pour changer les dispositions sur le
don d'organes, il y a donc une ouverture à l'idée de
mieux indemniser les personnes acceptant de
donner un organe de leur vivant.
Je reviendrai vers la ministre pour de plus amples
informations. Quel est le délai raisonnable pour une
étude sur la question ?
07.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Een
jaar.
07.05 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Un an.
07.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Het is
positief dat de minister verwijst naar het wettelijke
kader van1986 en er duidelijk geen sprake kan zijn
van orgaanhandel. Wij wachten de resultaten van
het onderzoek af.
07.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Il est
positif que la ministre renvoie au cadre légal de
1986 et qu'il ne soit manifestement pas question de
trafic d'organes. Nous attendons les résultats de
l'enquête.
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de dierproeven voor tabak in
België" (nr. 14564)
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "dierproeven" (nr. 14863)
- de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de proefdieren in labo's"
(nr. 15095)
De voorzitter:
Aangezien de heer Ludwig
Vandenhove afwezig is, wordt zijn vraag nr. 15095
geschrapt.
08 Questions jointes de
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "les
expériences relatives au tabac menées en
Belgique sur les animaux" (n° 14564)
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "les
expériences sur les animaux" (n° 14863)
- M. Ludwig Vandenhove à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale
sur "les animaux de laboratoire" (n° 15095)
Le président : Vu l'absence de M. Ludwig
Vandenhove, sa question n° 15095 est supprimée.
08.01 Xavier Baeselen (MR): Wat waren in 2008
de cijfers inzake de proeven op dieren met
betrekking tot tabaksproducten? In 2008 werden er
7 procent minder labodieren gebruikt dan het jaar
voordien. Voor bepaalde dieren zoals honden en
katten wordt toch nog een sterke stijging van de
proeven vastgesteld.
08.01 Xavier Baeselen (MR) : Quels ont été, en
2008, les chiffres relatifs aux expériences menées
sur les animaux à destination des produits du
tabac ? Par ailleurs, on a utilisé 7 % d'animaux de
laboratoire de moins en 2008 par rapport à l'année
précédente. Pour certains animaux comme les
chiens et les chats, on constate cependant encore
une augmentation substantielle des expériences.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Alle
testprotocollen die dierproeven omvatten, worden
vooraf getoetst door de ethische commissies van de
onderscheiden laboratoria. Er kunnen verschillende
proeven worden uitgevoerd in het kader van één
onderzoeksproject.
De statistische overzichten, die in de EU op
gestandaardiseerde wijze worden opgemaakt,
geven enkel het aantal gebruikte dieren en niet het
aantal uitgevoerde proeven weer. Aan de hand van
die tabellen kan evenmin worden nagegaan hoeveel
dierproeven er werden uitgevoerd voor de
ontwikkeling van tabaksproducten; dergelijke
proeven zullen vanaf 1 januari 2011 verboden zijn.
Een nieuw koninklijk besluit, waaraan thans de
laatste hand wordt gelegd, zal er mee voor zorgen
dat de ethische commissies efficiënter worden.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Tous les protocoles relatifs aux expériences sur des
animaux sont préalablement analysés par les
commissions d'éthique des différents laboratoires.
Plusieurs expériences peuvent être accomplies au
sein d'un même projet de recherche.
Les tableaux statistiques, standardisés au niveau
européen, ne reprennent que le nombre d'animaux
utilisés, et non le nombre d'expériences réalisées.
Ces mêmes tableaux ne permettent pas de
spécifier le nombre d'expériences sur animaux
réalisées pour le développement de produits
tabagiques qui seront interdites à partir du
1
er
janvier 2011. Un nouvel arrêté royal en voie de
finalisation contribuera à renforcer l'efficacité des
commissions d'éthique.
De inwerkingtreding van het Belgisch Centrum voor
Alternatieven voor Dierproeven wordt een van mijn
prioriteiten
inzake
de
bescherming
van
laboratoriumdieren voor deze zittingsperiode.
Ik blijf een groot voorstander van een benadering
die gericht is op een betere bescherming van de
meest kwetsbare soorten, zoals de primaten. Ik ben
het er met de organisaties voor dierenbescherming
over eens dat de daling van het aantal proefdieren
Par ailleurs, la mise en oeuvre du Centre belge des
alternatives constituera l'une de mes priorités en
matière de protection des animaux de laboratoire
d'ici la fin de la législature.
Enfin, je reste très favorable à une approche visant
à mieux protéger les espèces les plus sensibles
comme les primates. En ce qui concerne
l'interprétation des organisations de protection
animale, je partage leur avis qu'une diminution des
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
dit jaar bemoedigend is, maar dat men ook niet te
overhaast conclusies mag trekken. Het beleid moet
meer oog blijven hebben voor het welzijn van
laboratoriumdieren.
animaux cette année est un signe mais qu'il ne faut
pas en tirer de conclusions trop hâtives. Il faut
continuer à mener une politique visant une
meilleure prise en compte du bien-être des animaux
de laboratoire.
Het incident is gesloten.
Voorzitter: Colette Burgeon.
L'incident est clos.
Présidente : Mme Colette Burgeon.
09 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie
over
"het
voorschrijven
van
antibiotica
in
België"
(nr. 14598)
09 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "la prescription des
antibiotiques en Belgique" (n° 14598)
09.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Volgens Test-
Aankoop schrijft 40 procent van de Belgische artsen
antibiotica voor in gevallen waarin de noodzaak
ervan niet bewezen is. Afgezien van de kosten voor
de sociale zekerheid, werkt een en ander resistentie
en dus een verminderde werkzaamheid van
antibiotica in de hand. Bovendien kost de
ontwikkeling van nieuwe antibiotica tegen resistente
stammen handenvol geld.
Bevestigen uw diensten dat cijfer? Wat is de
evolutie op het stuk van de geneeskundige
voorschriften?
Is het om economische redenen dat er niet
stelselmatig
gebruik
wordt
gemaakt
van
microbiologisch onderzoek en van het antibiogram?
Of ligt dat aan het feit dat de patiënt behoefte heeft
aan onmiddellijke genezing? Of wil men zo snel
mogelijk inwerken op de ziekte?
Zal u een informatiecampagne opzetten om de
vraag naar het voorschrijven van antibiotica te
verminderen?
09.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Selon Test-
Achats, près de 40 % des médecins belges
prescrivent des antibiotiques dans des cas où leur
nécessité n'est pas avérée. Outre la charge pour la
Sécurité sociale, cette consommation provoque une
résistance et donc une efficacité moindre des
antibiotiques, et le développement de nouveaux
antibiotiques actifs coûte très cher.
Vos services confirment-ils ces chiffres ? Dans quel
sens les prescriptions médicales évoluent-elles ?
Est-ce pour des raisons économiques que l'on n'a
pas recours systématiquement à l'exploration
microbiologique et à l'antibiogramme ? Ou en raison
d'un besoin de traitement immédiat dans le chef du
patient ? Ou dans le but d'agir au plus vite sur la
maladie ?
Comptez-vous lancer une campagne d'information
visant à réduire la demande de prescription
d'antibiotiques ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik kan
niet antwoorden op de vraag betreffende het aantal
huisartsen dat voorschrijft in functie van de
pathologie,
omdat
de
pathologie
bij
het
voorschrijven niet wordt geregistreerd.
Het RIZIV heeft vastgesteld dat het DDD-volume
(defined daily dose) van antibiotica gedaald is van
73.270.918 in 1997 tot 70.926.658 in 2006.
Daarnaast is dat DDD-volume voor amoxycilline
(eerstekeuzeantibioticum voor de meeste courante
aandoeningen) gestegen van 10.821.000 tot
15.348.000.
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je ne puis répondre à la question concernant le
nombre de généralistes qui prescrivent en fonction
des
pathologies,
parce
qu'il
n'y
a
pas
d'enregistrement des pathologies lors de la
prescription.
L'INAMI a constaté une diminution du volume en
DDD (defined daily dose) d'antibiotiques de
73.270.918 en 1997 à 70.926.658 en 2006;
parallèlement l'amoxycilline (antibiotique de premier
choix pour la plupart des affections courantes)
passe de quelque 10.821.000 à 15.348.000 DDD.
Men kan niet in alle gevallen vaststellen welke
ziektekiem de aandoening veroorzaakt, omdat het
onderzoek te veel kost of omdat het te lang duurt.
De uitgave 2008 van de Belgische gids voor anti-
infectieuze behandeling in de ambulante praktijk,
die werd opgesteld door de BAPCOC (de Belgische
On ne peut pas toujours identifier le germe
responsable, notamment pour des raisons de coût
et de délai. L'édition 2008 du Guide belge des
traitements anti-infectieux en pratique ambulatoire
rédigé par le BAP COC (Belgian Antibiotic Policy
Coordination Committee) est envoyé à tous les
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Commissie
voor de Coördinatie van het
Antibioticabeleid), wordt aan alle huisartsen
gestuurd en bevat aanbevelingen die gebaseerd zijn
op de wetenschappelijke literatuur.
In 2009 zullen we de negende campagne ter
bevordering van een rationeel antibioticagebruik
opstarten. De campagnes zijn elk jaar zowel op het
brede publiek als op de huisartsen gericht.
généralistes et donne des recommandations
basées sur la littérature scientifique.
Nous lancerons en 2009 la neuvième campagne
visant à promouvoir une utilisation rationnelle des
antibiotiques. Les campagnes visent chaque année
le grand public et les médecins généralistes
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie
over
"de
zorgtrajecten" (nr. 14742)
10 Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "les trajets de soins"
(n° 14742)
10.01 Maggie De Block (Open Vld): Het
zorgtraject diabetes startte op 1 september. Er zijn
maar 135 diabeteseducatoren erkend, waarvan
slechts vier in Wallonië. De afwezigheid van
diabeteseducatoren
dreigt
de
zorgtrajecten
onmogelijk te maken. Ook het zorgtraject
nierinsufficiëntie
blijkt
vooral
een
Vlaamse
aangelegenheid. Diabetes is een welvaartsziekte
die overal toeslaat. De zorgtrajecten en de
diabeteseducatoren moeten alle mogelijkheden
krijgen om zich te ontwikkelen.
Waarom zijn er zo weinig diabeteseducatoren
opgeleid? Waarom stappen vooral Vlaamse
patiënten in de zorgtrajecten? Welke maatregelen
neemt de minister alsnog voor een betere
ondersteuning?
Voorzitter: Jean-Jacques Flahaux.
10.01 Maggie De Block (Open Vld) : Le trajet de
soins `diabète' a débuté le 1
er
septembre. On ne
dénombre que 135 éducateurs en diabétologie
agréés, dont seulement quatre en Wallonie.
L'absence d'éducateurs en diabétologie risque de
compromettre les trajets de soins. Le trajet de soins
`insuffisance rénale' semble lui aussi constituer
principalement une affaire flamande. Le diabète est
une maladie d'abondance qui frappe partout. Les
trajets de soins et les éducateurs en diabétologie
doivent disposer de tous les moyens de se
développer.
Pourquoi dénombre-t-on si peu d'éducateurs
formés en diabétologie ? Pourquoi retrouve-t-on
principalement des patients flamands dans les
trajets de soins ? Quelles mesures la ministre
compte-t-elle encore prendre pour assurer un
meilleur soutien ?
Président : M. Jean-Jacques Flahaux.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Bij
een chronische aandoening is een zorgtraject een
verbintenis tussen patiënt, huisarts en specialist.
Het zorgtraject chronische nierinsufficiëntie startte
op 1 juni 2009, het zorgtraject diabetes type 2 op
1 september 2009. Het is te vroeg om conclusies te
trekken over het aantal zorgtrajectcontracten.
Bij het zorgtraject type 2 moet de huisarts in
bepaalde kritieke fases van het diabetesverloop een
beroep
doen
op
specifiek
opgeleide
diabeteseducatoren. Hij kan educatie voorschrijven
via eerstelijnseducatoren en via educatoren van
diabetesconventiecentra uit de tweedelijnszorg.
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : En cas de maladie chronique, un
trajet de soins est un engagement entre le patient,
le médecin généraliste et le spécialiste. Le trajet de
soins insuffisance rénale chronique a débuté le 1
er
juin 2009, le trajet de soins diabète de type 2, le
1
er
septembre 2009. Il est trop tôt pour tirer des
conclusions quant au nombre de contrats de trajets
de soins.
Dans le cadre du trajet de soins type 2, le
généraliste doit, lors de certaines phases critiques
de l'évolution du diabète, faire appel à des
éducateurs ayant suivi une formation spécifique en
diabétologie. Il peut prescrire une formation par le
biais
d'éducateurs
de
première
ligne
et
d'éducateurs de seconde ligne des centres de
convention du diabète.
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Om
als
eerstelijnseducator
specifieke
educatieprestaties te kunnen verstrekken, moet de
betrokkene een aanvullende opleiding hebben
gevolgd en een specifiek RIZIV-registratienummer
aanvragen. Voor de referentieverpleegkundigen met
veertig uren opleiding is ook de inschrijving voor
een bijkomende opleiding een voorwaarde. In
Vlaanderen en Wallonië zijn opleidingsinstituten
deze bijkomende opleidingen aan het voorbereiden.
Zodra de inschrijving voor de opleiding mogelijk is,
kunnen de referentieverpleegkundigen met veertig
uren
opleiding
zich
laten
registeren
als
diabeteseducator. Als het eerstelijnsaanbod van
educatoren ontoereikend is, kunnen de educatoren
van de 103 erkende diabetesconventiecentra de
educatie verlenen. Diabeteseducatoren van deze
centra hoeven zich hiervoor niet te registreren. Het
vermelde aantal educatoren heeft enkel betrekking
op
het
huidige
aantal
geregistreerde
diabeteseducatoren. Het aantal zal de komende
maanden toenemen. Updates zullen verschijnen op
www.zorgtraject.be.
Pour pouvoir dispenser une formation spécifique en
tant qu'éducateur de première ligne, l'intéressé
devra avoir suivi une formation complémentaire et
demander un numéro d'enregistrement spécifique à
l'INAMI. Les infirmiers de référence ayant suivi
quarante heures de formation seront également
tenus de s'inscrire à une formation complémentaire.
En Flandre et en Wallonie, les instituts de formation
sont en train de préparer ces formations
complémentaires.
Dès que l'inscription à la formation sera ouverte, les
infirmiers de référence ayant suivi quarante heures
de formation pourront se faire enregistrer en tant
qu'éducateurs
en
diabétologie.
Si
l'offre
d'éducateurs de première ligne est insuffisante, les
éducateurs des 103 centres de convention du
diabète agréés pourront dispenser la formation. Les
éducateurs en diabétologie de ces centres ne
devront pas se faire enregistrer à cet effet. Le
nombre d'éducateurs mentionné se rapporte
seulement au nombre d'éducateurs en diabétologie
actuellement enregistrés. Leur nombre augmentera
au cours des prochains moins. Les mises à jour
seront publiées sur le site www.trajetsdesoins.be.
Het RIZIV heeft al een aantal maatregelen
genomen om zorgtrajecten te bevorderen. In een
eerste fase kunnen de huisartsen in de regio's met
onvoldoende
eerstelijnseducatoren
educatie
voorschrijven
via
de
Belgische
diabetesconventiecentra. Het RIZIV heeft via de
beroeps- en diabetesverenigingen alle educatoren
opgeroepen om zich te laten registreren. Diezelfde
verenigingen werd gevraagd om de nieuwe
bijkomende
opleidingen
voor
referentieverpleegkundigen aan het RIZIV mee te
delen, zodat het dit op zijn website kan meedelen.
Om
de
administratie
voor
nefrologen
in
ziekenhuizen
te
vereenvoudigen
heeft
het
zorgtrajectcontract chronische nierinsufficiëntie een
kleine administratieve aanpassing ondergaan. Die
werd van kracht op 1 september 2009.
L'INAMI a déjà pris un certain nombre de mesures
dans le cadre de la promotion des trajets de soins.
Dans un premier temps, les médecins généralistes
actifs dans les régions ne disposant pas d'un
nombre suffisant d'éducateurs de première ligne
pourront prescrire une éducation par le biais des
centres de convention du diabète. Par l'entremise
des associations professionnelles et de diabétiques,
l'Inami a lancé un appel à tous les éducateurs pour
qu'ils se fassent enregistrer. Il a été demandé à ces
mêmes associations de communiquer à l'Inami les
nouvelles formations complémentaires pour les
infirmiers de référence de manière à ce que l'Inami
puisse en faire communication sur son site internet.
Pour faciliter l'administration des néphrologues
dans les hôpitaux, le contrat de trajet de soins
insuffisance rénale chronique a subi un léger
aménagement sur le plan administratif. Cette
modification est entrée en vigueur au 1
er
septembre
2009.
10.03 Maggie De Block (Open Vld): Tot daar de
theorie, maar in de praktijk zijn er nog veel
problemen. De opleiding tot diabeteseducator blijkt
te laat te zijn opgestart en de registratie van
degenen die wel een opleiding hebben genoten,
verloopt ook niet probleemloos. Daardoor werken
de centra nu met wachtlijsten van zes maanden. Dit
bevordert de therapietrouw en de medewerking van
de diabetespatiënten niet.
10.03 Maggie De Block (Open Vld) : Voilà pour
l'aspect théorique des choses mais de nombreux
problèmes se posent encore dans la pratique. La
formation d'éducateur en matière de diabète a
démarré trop tard et l'enregistrement de ceux qui
ont bénéficié d'une formation ne va pas davantage
sans heurts. Les centres sont dès lors confrontés à
des listes d'attente de six mois. Cette situation n'est
pas de nature à favoriser l'observance de la
thérapie et la collaboration du patient diabétique.
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
vragenlijsten voor kandidaat-bloedgevers en de
vraag waarom homoseksuelen al dan niet in
aanmerking komen voor orgaan-, sperma- of
bloeddonatie" (nr. 14684)
11 Question de M. Georges Dallemagne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "le questionnaire remis
aux candidats donneurs de sang et la
comparaison entre l'accès des personnes
homosexuelles au don d'organe et/ou de sperme
et leur accès au don de sang" (n° 14684)
11.01 Georges Dallemagne (cdH): Wat is de
precieze inhoud van de vragenlijsten die de
kandidaat-bloeddonoren moeten invullen, met name
wat de homoseksualiteit en het seksueel gedrag
betreft? Is er maar een enkel type van vragenlijst?
Het aspect met betrekking tot de homoseksualiteit
maakt geen deel uit van de criteria die gelden voor
de sperma- en orgaandonoren. Hoe valt dat verschil
te verklaren?
Ik ben gekant tegen een beleid dat als
discriminerend wordt beschouwd, ook al stoelt het
op principes inzake volksgezondheid.
11.01 Georges Dallemagne (cdH) : Quel est le
contenu exact des questionnaires remis aux
candidats donneurs de sang, en référence
notamment à l'homosexualité et au comportement
sexuel. N'y a-t-il qu'un seul type de questionnaire ?
La question relative à l'homosexualité n'est pas
reprise dans les critères appliqués aux donneurs de
sperme et d'organes. Comment peut-on expliquer
cette différence ?
Je ne souhaite pas une politique considérée comme
discriminatoire, même si elle est basée sur des
principes de santé publique.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik wil
absoluut niet dat men zou kunnen geloven dat er
een bepaalde groep wordt gediscrimineerd. Ik heb
mee geijverd voor de erkenning van het
homohuwelijk en voor de totstandkoming van de
antidiscriminatiewet. In casu is er een noodzaak om
de veiligheid van de patiënt te verzekeren en alle
wetenschappelijke studies wijzen uit dat de risico's
met de groep van de mannelijke homoseksuelen
veel groter zijn.
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je ne veux en aucune façon qu'on puisse croire
qu'un groupe est discriminé. J'ai travaillé pour le
mariage homosexuel et pour la loi anti-
discrimination. Dans ce cas-ci, il y a une nécessité
d'assurer la sécurité du patient et toutes les études
scientifiques montrent qu'avec le groupe des
homosexuels masculins, les risques sont très
largement augmentés.
In België zou het om 41 procent gaan. We mogen
niet onbezonnen te werk gaan onder het mom van
een streven naar non-discriminatie.
De bijkomende risicofactoren zijn volledig oraal
contact en anale seks. Die praktijken komen in alle
bevolkingsgroepen voor, maar zijn frequenter in
deze groep. Het gaat dus niet over het feit dat
iemand tot de homoseksuele gemeenschap
behoort, maar over de praktijken die veelvuldig
voorkomen binnen die groep.
We werken samen met het Parlement. Er is een
eerste rondetafelgesprek geweest met het Centrum
voor
Gelijkheid
van
Kansen
en
voor
Racismebestrijding,
het
Rode
Kruis,
het
Wetenschappelijk
Instituut
Volksgezondheid,
parlementsleden en holebi-organisaties.
En Belgique, on parle de 41 %. Nous ne pouvons
pas, sous couvert d'une volonté de non-
discrimination, faire n'importe quoi.
Les facteurs de risques supplémentaires sont les
rapports oraux complets et les rapports anaux. Ces
pratiques sont présentes dans tous les groupes
mais sont plus fréquentes dans ce groupe. Il ne
s'agit donc pas de l'appartenance au groupe des
homosexuels, mais des pratiques fréquemment
rencontrées au sein de ce groupe.
Nous sommes en train de travailler avec le
parlement. Une première table ronde a eu lieu avec
le Centre pour l'égalité des chances, la Croix-
Rouge, l'Institut scientifique de Santé Publique, des
parlementaires et des associations représentant les
gays.
De strikte toepassing van de regels leidt tot
ongerijmdheden die onbehagen opwekken bij een
bevolkingsgroep
die
al
te
vaak
wordt
gediscrimineerd. We zullen nagaan op welke
manier het formulier kan worden bijgeschaafd. Ik
La stricte application mène à des incongruités qui
mettent mal à l'aise une population qui, trop
souvent, est discriminée. Nous verrons comment il
est possible d'améliorer le formulaire. Je suis pour
tout ce qui va dans le sens de la non-discrimination,
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
ben voorstander van maatregelen om discriminatie
te bannen, maar de veiligheid van de patiënt mag
uiteraard niet in het gedrang komen.
Dezelfde voorschriften zijn ook van toepassing op
de donatie van menselijk materiaal, met inbegrip
van sperma, met de inwerkingtreding van de wet
van 19 december 2008. Voor orgaandonatie is de
situatie verschillend, omdat er veel te weinig
organen zijn en het leven van de kandidaat-
ontvanger in gevaar is.
sans mettre à mal la sécurité du patient.
Les mêmes modalités sont d'application pour le don
de matériel humain, y compris le sperme, dès
l'entrée en vigueur de la loi du 19 décembre 2008.
La situation du don d'organes est différente, la
pénurie d'organes étant patente et le risque couru
par le candidat receveur très élevé.
11.03 Georges Dallemagne (cdH): Op termijn
moet
het
begrip
`risicogedrag'
worden
geobjectiveerd, ongeacht de seksuele voorkeur.
11.03 Georges Dallemagne (cdH) : Il faut qu'à
terme, les comportements à risque puissent être
clairement objectivés, quelles que soient les
préférences sexuelles.
Er zouden bepaalde controles moeten kunnen
worden uitgevoerd, waardoor bloeddonatie mogelijk
wordt.
Certaines vérifications devraient être possibles et
permettre le don de sang.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
terugbetaling
van
neurostimulatoren
met
herlaadbare batterijen" (nr. 14613)
- mevrouw Christine Van Broeckhoven aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke
Integratie,
over
"de
terugbetaling van neurostimulatie" (nr. 14692)
12 Questions jointes de
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "le remboursement de
neurostimulateurs
équipés
de
piles
rechargeables" (n° 14613)
- Mme Christine Van Broeckhoven à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "le remboursement de la
neurostimulation" (n° 14692)
12.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): De vandaag terugbetaalde niet-herlaadbare
neurostimulatoren hebben een levensduur van twee
jaar en kosten tussen 4.000 en 7.000 euro. Er zijn
nu ook stimulatoren met hernieuwbare batterijen: zij
hebben een levensduur van 10 tot 25 jaar en kosten
ongeveer 17.000 euro. Op lange termijn leveren
deze stimulatoren dus een besparing op. Een
aanvraag tot terugbetaling werd ingediend in juli
2006.
Waarom viel er nog geen beslissing? Is het niet
wenselijk om hier zo snel mogelijk werk van te
maken? Het gebruik van de nieuwe stimulatoren
kan in fases gebeuren, zodat de meeruitgave
tijdens één begrotingsjaar wordt beperkt.
12.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : Les neurostimulateurs équipés de piles non
rechargeables qui sont remboursés actuellement
ont une durée de vie de deux ans et coûtent de
4.000 à 7.000 euros. Aujourd'hui, on trouve aussi
des
stimulateurs
équipés
de
batteries
renouvelables : ils ont une durée de vie de 10 à
25 ans et coûtent environ 17.000 euros. À long
terme, ces stimulateurs permettent donc de réaliser
une économie. Une demande de remboursement a
été déposée en juillet 2006.
Pourquoi la décision tarde-t-elle ? N'est-il pas
souhaitable de régler ce point le plus rapidement
possible ? L'utilisation des nouveaux stimulateurs
peut se dérouler en plusieurs phases, de manière à
limiter le supplément de dépense à un seul exercice
budgétaire.
12.02 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Het
aantal toepassingen van neurostimulatie bij
chronische
ziektebeelden
waar
medicijnen
12.02 Christine Van Broeckhoven (sp.a) : La
neurostimulation est utilisée de plus en plus
fréquemment pour des syndromes chroniques,
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
onvoldoende soelaas bieden, neemt toe.
lorsque les médicaments ne sont pas assez
efficaces.
Ik haal het concrete geval aan van een patiënte die
vijfmaal per jaar in het ziekenhuis werd opgenomen
met maag- en darmklachten. Zij viel herhaaldelijk
flauw. Met een uitwendige neurostimulator
verdwenen alle klachten, waarop ze als proefpatiënt
gratis een neurostimulator kreeg ingeplant. Drie jaar
lang was ze zonder enige klacht, tot de
ziektesymptomen weer optraden omdat haar batterij
moest worden vervangen. Ze kreeg een
herlaadbare batterij van 25.000 euro ingeplant die
tien jaar zou meegaan. Daarvan moest ze
8.500 euro daarvan zelf betalen. Binnen tien jaar zal
ze het volledige bedrag opnieuw moeten betalen om
de batterij te vervangen. Deze patiënte schreef
hierover een open brief die werd gepubliceerd in De
Artsenkrant.
Neurostimulatie wordt nu al soms terugbetaald in
België voor aandoeningen waarbij de patiënt niet
reageert op medicijnen, zoals onder meer voor de
registratie en terugbetaling voor het refractair
pijnsyndroom, voor medicamenteuze refractaire
epilepsie, voor essentiële tremor of de ziekte van
Parkinson en voor patiënten met blaasproblemen.
Voor experimentele ingrepen, voor ingrepen in het
kader van klinisch-wetenschappelijk onderzoek, in
het
geval
van
depressie
of
bij
diepe
hersenstimulatie in het kader van epilepsie en voor
ernstige hoofdpijnsyndromen is er nog niet in
terugbetaling voorzien. Deze patiënten kunnen zich
alleen
maar
wenden
tot
het
Bijzonder
Solidariteitsfonds. Er wacht hen een lange
procedure met onzekere uitkomst.
Ik verwijs ook naar het rapport van de Belgian Pain
Society van 23 maart 2009. Hierin dringen experts
aan op een adequate regelgeving op het gebied van
neurostimulatie bij chronische pijnpatiënten en zij
bevelen
aan
om
in
een
verzekeringstegemoetkoming te voorzien voor één
herlaadbare neurostimulatorbatterij per negen jaar.
Je prends le cas concret d'une patiente hospitalisée
cinq fois par an pour des douleurs gastriques et
intestinales. Elle s'est évanouie à plusieurs reprises.
Toutes ses plaintes ayant disparu grâce à un
neurostimulateur externe, on lui a implanté
gratuitement,
en
tant
que
cobaye,
un
neurostimulateur. Pendant trois ans, elle n'a plus
connu de plaintes jusqu'à ce que les symptômes de
sa maladie réapparaissent, la batterie devant être
remplacée. On lui a implanté une batterie
rechargeable de 25.000 euros d'une durée de vie
de dix ans. Elle a dû prendre personnellement en
charge 8.500 euros. Cette patiente a écrit à ce
sujet une lettre ouverte qui a été publiée dans Le
Journal du médecin.
La neurostimulation est déjà parfois remboursée en
Belgique dans des cas où le patient ne réagit pas
aux
médicaments,
par
exemple
pour
l'enregistrement et le remboursement du syndrome
de la douleur réfractaire, pour l'épilepsie réfractaire
aux médicaments, le tremblement essentiel ou la
maladie de Parkinson et pour les patients ayant des
problèmes de vessie. Le remboursement n'est pas
encore prévu pour les interventions expérimentales,
les interventions dans le cadre d'un examen clinico-
scientifique, les dépressions ou la stimulation
cérébrale profonde en cas de crises d'épilepsie, ni
pour les céphalées graves. Ces patients ne peuvent
que s'adresser au Fonds spécial de solidarité où les
attend une longue procédure à l'issue incertaine.
Je renvoie aussi au rapport de la Belgian Pain
Society du 23 mars 2009, dans lequel des experts
préconisent une réglementation adéquate en
matière de neurostimulation pour les patients
atteints de douleurs chroniques et recommandent
une intervention de l'assurance, tous les neuf ans,
dans le coût de la batterie rechargeable d'un
neurostimulateur.
Gezien het succes van de neurostimulatie zal het
aantal toepassingen ervan voor chronische pijn
alleen maar exponentieel toenemen. Uit Belgisch
onderzoek van experts blijkt bovendien dat de
resultaten ook voor depressie hoopgevend zijn.
Is de minister bereid om deze dure behandelingen
terugbetaalbaar te maken binnen de nomenclatuur
van de wettelijke ziekteverzekering? Zo neen, is zij
dan bereid deze kosten te laten meetellen voor de
maximumfactuur? Wat is het budgettaire groeipad
en het verloop voor de terugbetaling van
neurostimulatie voor de komende jaren?
Étant donné le succès de la neurostimulation, le
nombre d'applications ne fera que croître dans le
domaine de la douleur chronique. Une étude
réalisée par des experts belges révèle de plus que
les résultats sont également prometteurs au niveau
des dépressions.
La ministre est-elle disposée à veiller à ce que ces
traitements onéreux soient remboursables dans le
cadre de la nomenclature de l'assurance maladie
légale ? Dans la négative, est-elle favorable à une
intégration de ces coûts dans le maximum à
facturer ? Quel scénario de croissance budgétaire
et
quelle
évolution
prévoit-on
pour
le
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
remboursement de la neurostimulation au cours des
années à venir ?
12.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Om te beginnen wil ik mevrouw Van Broeckhoven
feliciteren.
12.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je voudrais commencer par féliciter
Mme Van Broeckhoven.
(Frans) Ik bedank dus mevrouw Van Broeckhoven
voor haar vraag, maar wens haar vooral te
feliciteren met de doorbraak in haar onderzoek naar
de ziekte van Alzheimer. Het resultaat van dat
onderzoek is werkelijk hoopgevend.
(En français) Félicitations donc à Mme Van
Broeckhoven pour sa question, mais surtout pour
l'avancement de ses recherches sur la maladie
d'Alzheimer. Le résultat de ces recherches a fait
naître un réel espoir.
12.04 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Dank u
wel.
12.04 Christine Van Broeckhoven (sp.a) : Je
vous remercie.
12.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
koninklijk
besluit
werd
op
25 september
gepubliceerd.
12.05 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'arrêté royal a été publié le 25 septembre.
12.06 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Het is jammer dat de aanvragers van die
neurostimulator, die toch forse pijnen lijden, drie
jaar op deze beslissing hebben moeten wachten.
Maar toch dank in naam van al die mensen.
12.06 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : Il est regrettable que les personnes qui ont
besoin de ce neurostimulateur aient dû, malgré
leurs douleurs, attendre cette décision pendant trois
ans. Je vous remercie néanmoins en leur nom.
12.07 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Kan de
minister een woordje meer uitleg geven bij dat KB?
12.07 Christine Van Broeckhoven (sp.a) : La
ministre peut-elle, en quelques mots, m'en dire
davantage sur cet arrêté royal ?
12.08 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
terugbetaling
van
een
heroplaadbare
neurostimulator wordt geregeld door het KB. De
terugbetaling is gekoppeld aan twee voorwaarden.
Het moet gaan om de behandeling van ernstige
neurogene pijnen die niet gecontroleerd kunnen
worden door medicatie of een heelkundige
behandeling en die gunstig kunnen reageren op
stimulatie van het ruggenmerg. De tweede
voorwaarde is dat de patiënt reeds met gunstig
gevolg een neurostimulator heeft gekregen voor
deze indicatie en dat de batterij van deze
neurostimulator uitgeput is binnen de twee jaar na
de implantatie.
Het KB werd uitgevaardigd op voorstel van het
verzekeringscomité van de dienst Geneeskundige
Verzorging.
12.08 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) :
Cet
arrêté
royal
règle
le
remboursement
d'un
neurostimulateur
rechargeable. Le remboursement est lié à deux
conditions. Il doit servir à traiter de graves douleurs
neurogènes qui ne peuvent être contrôlées par des
médicaments ou une intervention chirurgicale et qui
peuvent réagir favorablement à une stimulation de
la moelle épinière. La seconde condition est que le
patient ait déjà réagi favorablement à l'implantation
d'un neurostimulateur pour la même indication et
que la batterie de ce neurostimulateur ait été
épuisée
dans
les
deux
années
suivant
l'implantation.
L'arrêté royal a été promulgué sur proposition du
comité de l'assurance du service des soins de
santé.
12.09 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Zoals ik
het nu begrijp, geldt de terugbetaling van een
oplaadbare batterij voor die aandoeningen waarvoor
er al een registratie met terugbetaling bestaat,
eerder dan voor patiënten die nog een
experimentele behandeling krijgen en waarvoor er
nog geen registratie is.
12.09 Christine Van Broeckhoven (sp.a) : Si je
comprends bien, la batterie rechargeable n'est
remboursée que pour les maladies qui ont déjà fait
l'objet d'un enregistrement avec remboursement et
non pour les patients qui suivent toujours un
traitement expérimental qui n'a pas encore fait
l'objet d'un enregistrement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
13
Vraag
van
mevrouw
Katia
della Faille de Leverghem
aan
de
vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "de besparingen in de sector van
de implantaten" (nr. 14612)
13
Question
de
Mme Katia
della Faille de Leverghem à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale
sur "les économies réalisées dans le domaine
des implants" (n° 14612)
13.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): In 2009 werd in de sector implantaten
40 miljoen euro bespaard. Daarbij werd nauwelijks
overleg gepleegd met de sector. Doordat de
besparing werd geconcentreerd op tien segmenten
is de besparing daar zeer sterk voelbaar. Daarover
leeft groot ongenoegen.
Zal er in 2010 opnieuw 40 miljoen euro moeten
worden bespaard? Komt er nu wel overleg? En
komt er deze keer een betere spreiding over de
hele sector?
13.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : En 2009, on a économisé 40 millions d'euros
dans le secteur des implants. De plus, il n'y a
pratiquement pas eu de concertation avec le
secteur. Les économies sont particulièrement
perceptibles étant donné qu'elles se concentrent sur
dix segments. Cette situation provoque un profond
mécontentement.
Devra-t-on à nouveau économiser 40 millions
d'euros en 2010 ? Une concertation aura-t-elle lieu
à présent ? Les économies seront-elles cette fois
mieux réparties sur l'ensemble du secteur ?
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
kan deze bedragen niet bevestigen of ontkennen.
De begroting van de gezondheidszorgen voor 2010
werd nog niet door de algemene raad van het RIZIV
goedgekeurd. Er is dus nog niets beslist voor 2010.
Een besparing van 40 miljoen euro werd inderdaad
gerealiseerd in de implantaatsector in de begroting
2009, maar het is voorbarig zich nu uit te spreken
over
de
noodzaak
van
nieuwe
besparingsmaatregelen voor 2010.
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je ne puis ni confirmer ni infirmer ces
chiffres. Le budget des soins de santé pour 2010
n'a pas encore été approuvé par le conseil général
de l'Inami. Rien n'a donc encore été décidé pour
2010.
On a en effet économisé 40 millions d'euros dans le
secteur des implants dans le budget 2009 mais il
est trop tôt pour se prononcer dès à présent sur la
nécessité de nouvelles mesures d'économies pour
2010.
13.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Onze technologie is inderdaad vrij duur in
vergelijking met het buitenland, maar men mag niet
vergeten dat in onze prijs een hele service
begrepen is. Daar moet men rekening mee houden
als men over besparingen wil praten. En besparen
mag niet gebeuren zonder overleg.
13.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : Notre technologie est en effet relativement
coûteuse comparé à l'étranger mais ne perdons pas
de vue que nos prix comprennent un service global.
Il faut en tenir compte lorsqu'on veut discuter
d'économies. Et on ne peut faire des économies
sans concertation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het budget voor palliatieve
thuiszorg 2009" (nr. 14762)
- mevrouw Catherine Fonck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie over "de financiering van de palliatieve
zorgen in België" (nr. 14818)
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
14 Questions jointes de
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "le
budget pour les soins palliatifs à domicile 2009"
(n° 14762)
- Mme Catherine Fonck à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale
sur "le financement des soins palliatifs en
Belgique" (n° 14818)
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het tekort aan budget voor
palliatieve thuiszorgequipes" (nr. 14836)
publique, chargée de l'Intégration sociale sur "le
budget insuffisant alloué aux équipes de soins
palliatifs à domicile" (n° 14836)
14.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): De
Federatie Palliatieve Zorg meldt dat het budget van
2009 voor gespecialiseerde thuiszorgteams nu
reeds opgebruikt is, blijkbaar door verouderde
patiëntenquota. Concreet vragen zij zelfs 2 miljoen
euro extra.
Is de minister op de hoogte van deze problemen? Is
er reeds nagedacht over een oplossing voor het
budget van 2009? Wordt er gewerkt aan een
structurele oplossing voor dit probleem?
14.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : La
fédération flamande des soins palliatifs signale que
le budget destiné aux équipes spécialisées de soins
à domicile pour 2009 est déjà épuisé. Ce problème
serait imputable au caractère obsolète des quotas
fixés pour les patients. Concrètement, la fédération
réclame 2 millions d'euros supplémentaires.
La ministre a-t-elle connaissance du problème ? A-
t-elle déjà réfléchi à une solution pour le budget de
2009 ? Une solution structurelle à ce problème est-
elle en voie d'élaboration ?
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
palliatieve begeleidingsequipes kunnen per patiënt
één keer een forfait aanrekenen aan de
verzekeringsinstelling.
Er zijn twee soorten forfaits. Het grote forfait kan
per jaar maar een bepaald aantal keren worden
aangerekend. Indien een equipe op jaarbasis het
maximumaantal grote forfaits heeft aangerekend,
worden de kosten voor dat jaar volledig
terugbetaald. Vervolgens kan de equipe nog een
aantal kleine forfaits aanrekenen. Het grote forfait
bedraagt gemiddeld 2.500 euro, in de meeste
gevallen zal dit veel te hoog zijn.
Om het forfait te kunnen aanrekenen volstaat het
dat er één huisbezoek, één deelname aan een
vergadering
of
vier
telefonische
contacten
plaatsvinden. De equipes zorgen niet zelf voor de
verzorging,
maar
ondersteunen
de
thuisverpleegkundigen en huisartsen. Destijds
hebben de beheersinstanties geopteerd voor een
soepele financieringswijze om te vermijden dat de
equipes verlieslatend zouden zijn.
In dat opzicht is het heel normaal dat de equipes
reeds na een deel van het jaar al hun grote forfaits
hebben aangerekend. Dat betekent echter niet dat
zij de rest van het jaar geen nieuwe begeleidingen
meer kunnen realiseren. Al hun kosten, van het
hele jaar, zijn op dat moment namelijk al
terugbetaald. De ziekteverzekering heeft dan in feite
ook alle loonkosten voorgeschoten voor de tweede
helft van het jaar. Voor een deel van de bijkomende
begeleidingen kunnen zij trouwens een verminderd
forfait aanrekenen.
Ik ben bereid om binnen de grenzen van wat
budgettair mogelijk is, na te gaan of een andere
financieringstechniek beter tegemoetkomt aan de
werking van de begeleidingsequipes. Het KCO-
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Les équipes de soutien en soins
palliatifs peuvent facturer un forfait unique par
patient à l'organisme assureur.
Il existe deux types de forfait. Le grand forfait ne
peut être facturé qu'un nombre limité de fois. Dans
le cas où, sur base annuelle, une équipe a facturé
le nombre maximum de grands forfaits, les coûts de
l'année sont intégralement remboursés. L'équipe
peut ensuite encore facturer un certain nombre de
petits forfaits. En moyenne, le grand forfait atteint
2.500 euros, ce qui dans la majorité des cas est
beaucoup trop élevé.
Pour pouvoir facturer le forfait, une visite à domicile,
une participation à une réunion ou quatre contacts
téléphoniques suffisent. Les équipes n'assurent pas
les soins, mais soutiennent les infirmiers à domicile
et les médecins généralistes. À l'époque, les
organes de gestion ont opté en faveur d'un système
de financement souple pour éviter aux équipes
d'être déficitaires.
Il est dès lors tout à fait normal qu'après un certain
temps, les équipes aient déjà facturé la totalité de
leurs grands forfaits. Cela ne signifie pas pour
autant qu'elles ne puissent plus effectuer de
nouveaux accompagnements au cours des mois
suivants. À ce moment, la totalité des frais de
l'année a déjà été remboursée. La mutualité a en
outre déjà également avancé la totalité des frais
salariaux pour le second semestre. Les équipes
peuvent par ailleurs facturer un forfait réduit pour
une partie des accompagnements supplémentaires.
Dans les limites des possibilités budgétaires, je suis
disposée à examiner si une autre technique de
financement est plus adaptée au fonctionnement
des équipes de soutien. Le rapport KCO sur les
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
rapport inzake de palliatieve zorgen wordt
voorgelegd aan het adviescomité op 20 oktober en
wordt na positief advies publiek gemaakt.
soins palliatifs sera soumis au comité consultatif le
20 octobre prochain et publié après avis favorable.
14.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Het is
merkwaardig dat de minister ontkent dat er een
probleem is terwijl de sector dit anders aanvoelt. De
hamvraag blijft of de regering bereid is om extra
middelen ter beschikking te stellen wanneer de
sector erom vraagt. Wij wachten het verslag van het
kenniscentrum af.
14.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang) :
Curieusement, la ministre considère qu'il n'y a pas
de problème alors que dans le secteur, la situation
est perçue différemment. La question-clé reste de
savoir si le gouvernement sera disposé à dégager
des moyens supplémentaires lorsque le secteur le
demandera. Nous attendons le rapport du centre
d'expertise.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "zelfmoordpreventie" (nr. 14769)
- mevrouw Inge Vervotte aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "suïcidepreventie" (nr. 14943)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "zelfmoordpreventie" (nr. 15047)
15 Questions jointes de
- M. Xavier Baeselen à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
prévention du suicide" (n° 14769)
- Mme Inge Vervotte à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
prévention des suicides" (n° 14943)
- Mme Hilde Vautmans à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
prévention du suicide" (n° 15047)
15.01 Xavier Baeselen (MR): In 2005 heeft de
toenmalige minister van Volksgezondheid, Rudy
Demotte,
bij
de
taskforce
Geestelijke
Gezondheidszorg
een
werkgroep
Zelfdoding
ingesteld. Deze groep is belast met de uitwerking
van een protocolakkoord tussen de federale
overheid en de deelgebieden met het oog op het
terugdringen van het aantal zelfdodingen, het
vaststellen van preventiemaatregelen en het
aannemen van een globaal plan daaromtrent.
Tevens moesten de bestaande initiatieven en de bij
deze problematiek betrokken diensten worden
geïnventariseerd.
De laatste bijeenkomst van die werkgroep heeft
voor zover ik weet plaatsgevonden op 16 februari
2007. Nochtans blijft dit probleem jammer genoeg
pijnlijk actueel. Hoe ver staat u hiermee? Is deze
problematiek een van uw prioriteiten?
15.01 Xavier Baeselen (MR) : En 2005, le ministre
de la Santé de l'époque, M. Demotte, a créé un
groupe de travail « Suicide » au sein de la task
force « Soins de santé mentale ». Ce groupe a
notamment pour mission l'élaboration d'un
protocole d'accord entre État fédéral et entités
fédérées en vue d'infléchir le nombre de tentatives
de suicides, l'identification des mesures de
prévention et l'adoption d'un plan global à ce sujet.
Il devait aussi inventorier les initiatives existantes et
les services concernés par cette question.
À ma connaissance, la dernière réunion de ce
groupe de travail a eu lieu le 16 février 2007.
Pourtant, ce problème, malheureusement, reste
d'une actualité criante. Où en êtes-vous à cet
égard ? Cette question fait-elle partie de vos
priorités ?
15.02 Inge Vervotte (CD&V): Zelfdoding is een van
de belangrijkste doodsoorzaken bij twintigers,
dertigers en veertigers. De economische crisis en
de daaraan gerelateerde arbeidscrisis zal daar niet
veel verbetering in brengen. Vlaanderen scoort ter
zake ongeveer 50 procent boven het Europese
gemiddelde.
De ernst van het probleem wordt nog groter
15.02 Inge Vervotte (CD&V) : Le suicide est l'une
des principales causes de mortalité dans la
population âgée de vingt, trente et quarante ans. La
crise économique et la crise de l'emploi qu'elle
entraîne n'amélioreront pas la situation. En Flandre,
le taux de suicide est d'environ 50 % supérieur à la
moyenne européenne.
Le problème est encore plus grave si l'on y ajoute
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
wanneer wij daar de zelfmoordpogingen bijtellen.
Zelfmoordpreventie
is
in
hoofdzaak
een
gemeenschapsbevoegdheid en het is dan ook aan
de actoren om op hun niveau een visie en een plan
te ontwikkelen.
In Vlaanderen werd de doelstelling vooropgesteld
om tegen 2010 het aantal zelfdodingen met 120 te
verminderen, wat zou neerkomen op 8 procent
minder sterfte ten opzichte van de cijfers van 2000.
Als wij die ambitieuze doelstelling wil waarmaken,
dan is de samenwerking tussen alle niveaus
uiteraard cruciaal.
Er zal een aantal strategieën moeten gehanteerd
worden die de geestelijke gezondheidszorg in het
algemeen
bevorderen.
Daar
moeten
de
Gemeenschappen dan campagnes rond voeren.
Ook de sector psychiatrie draagt een belangrijke
verantwoordelijkheid
inzake
de
verslavingsproblematiek en de toegankelijkheid van
de geestelijke gezondheidszorg. Een tweede aspect
is
de
deskundigheidsbevordering
en
het
optimaliseren van de netwerken. Dan denken wij
vooral aan de samenwerking met de huisartsen,
maar ook met de politie, de rust- en
verzorgingstehuizen en de spoedgevallendiensten.
les tentatives de suicide.
La prévention du suicide relève essentiellement des
compétences communautaires et il appartient dès
lors aux acteurs concernés d'élaborer à leur niveau
une stratégie et un plan.
En Flandre, l'objectif fixé est de réduire le nombre
de suicides de 120 d'ici à 2010, ce qui
correspondrait à une baisse de 8 % du nombre de
décès par rapport aux chiffres de 2000. Si nous
voulons atteindre cet objectif ambitieux, la
collaboration entre les différents niveaux est bien
sûr essentielle.
Un certain nombre de stratégies devront être mises
en oeuvre pour promouvoir les soins de santé
mentale en général. Les Communautés doivent
mener des campagnes en la matière. Le secteur de
la
psychiatrie
assume
par
ailleurs
une
responsabilité importante en ce qui concerne la
problématique des assuétudes et l'accessibilité des
soins de santé mentale. Un deuxième aspect est le
développement des compétences et l'optimalisation
des réseaux. Nous pensons essentiellement à la
collaboration avec les généralistes, mais aussi avec
la police, les maisons de repos et de soins et les
services d'urgence.
Een derde aanpak is gericht op doelgroepen, zoals
mensen
met
chronische
depressiviteit. De
benadering en de diagnose kan vaak gebeuren op
het niveau van de eerstelijnswerkers, maar voor de
therapieën komt men weer terecht op het federale
niveau.
Zelfmoordpreventie blijkt vooral te bestaan uit het
tegengaan van het uitlokken van zelfdoding, waarbij
de beschikbaarheid van middelen een heel grote rol
speelt. Daarbij is medicatie opnieuw een federale
bevoegdheid. Onderzoek toonde reeds aan dat
medicatie in drukverpakkingen zeer goede
resultaten oplevert ten opzichte van slaapmiddelen
en antidepressiva in algemene verpakkingen. Het
kan echter ook gaan om de beveiliging van
spoorwegen of het vuurwapenbeleid.
Welke concrete vragen zijn er vanuit de Gewesten
en de Gemeenschappen gekomen met betrekking
tot de zelfmoordpreventie? Welke initiatieven zijn
reeds opgestart en wat is de timing daarvan?
Une troisième approche vise les groupes cibles,
comme les dépressifs chroniques. L'approche et le
diagnostic peuvent souvent s'opérer au niveau des
intervenants de première ligne mais pour les
thérapies, on se retrouve de nouveau au niveau
fédéral.
La prévention du suicide consiste essentiellement à
prévenir l'incitation au suicide, la disponibilité des
moyens jouant un très grand rôle à cet égard. La
médication relève ici aussi du fédéral. Les études
ont déjà démontré que les médicaments
conditionnés dans un emballage alvéolé fournissent
de très bons résultats par rapport aux somnifères et
aux antidépresseurs emballés en vrac. D'autres
aspects à prendre également en considération sont
la sécurisation des chemins de fer ou la politique en
matière d'armes à feu.
Quelles demandes concrètes les Régions et les
Communautés ont-elles formulées en ce qui
concerne la prévention du suicide ? Quelles
initiatives ont déjà vu le jour et quel en est le
calendrier ?
15.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik deel
de bezorgdheid van de twee commissieleden met
betrekking tot het beleid dat we moeten voeren om
zelfdoding te voorkomen. De Belgische cijfers zijn
15.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je partage les préoccupations des deux membres
sur la politique à mener en matière de prévention du
suicide. Les chiffres en Belgique sont très élevés.
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
onrustwekkend hoog. Het gaat vaak om jongeren.
Met het oog op een grotere efficiëntie moeten we
het federaal, gewestelijk en communautair beleid
coördineren.
Bij de oprichting van die werkgroep hebben we
vastgesteld dat er in de drie Gewesten tal van
initiatieven worden genomen. We kenden ze echter
niet goed en ze waren slecht gecoördineerd.
Men heeft dan beslist de bestaande initiatieven in
de Gewesten te inventariseren en de cijfers in
verband met zelfmoordpogingen en de zelfmoorden
per Gewest en subregio in te zamelen om te
trachten het fenomeen beter in kaart te brengen en
op federaal niveau een alternatief aan te reiken. Die
werkgroep heeft haar werkzaamheden geschorst
toen we een regering van lopende zaken hadden.
We hebben die groep opnieuw opgestart. De
Vlaamse Gemeenschap heeft een werkgroep
Zelfmoord opgericht.
Ils concernent de nombreux jeunes. Nous devons
coordonner les politiques fédérale, régionales et
communautaires pour être plus efficaces.
Lors de la création de ce groupe de travail, nous
avions constaté que de nombreuses initiatives se
déployaient dans les trois Régions. Cependant,
nous les connaissions mal et elles étaient mal
coordonnées.
Il avait donc été décidé, à l'époque, d'enregistrer les
initiatives existantes au sein des Régions et de
collecter les chiffres des tentatives de suicide et des
suicides par Région et sous-région pour essayer de
comprendre et pour proposer une alternative
nationale. Ce groupe de travail a suspendu ses
travaux au moment où le gouvernement était en
affaires courantes. Nous l'avons relancé. Un groupe
de travail "Suicide" a été constitué par la
Communauté flamande.
(Nederlands) Tijdens de vergadering van 26 maart
kwamen de leden overeen de registraties op elkaar
af
te
stemmen
en
de
registratie
van
suïcidepogingen uit te werken. Een vergelijkende
studie op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap
ter verklaring van de suïcidecijfers wordt binnenkort
afgerond. Men onderzoekt waarom de cijfers bij ons
hoger liggen. De IKW, voorgezeten door
Vlaanderen, zal opnieuw vergaderen na de
publicatie van de resultaten van deze studie.
(En néerlandais) Lors de la réunion du 26 mars, les
membres se sont accordés sur une harmonisation
des enregistrements et sur la mise en place d'un
enregistrement des tentatives de suicide. Une étude
comparative destinée à trouver des explications au
nombre de suicides, menée à l'initiative de la
Communauté flamande, sera bientôt achevée. Il
s'agit d'examiner pourquoi le nombre de suicides
est aussi élevé chez nous. Le groupe de travail
intercabinets, présidé par la Flandre, se réunira à
nouveau après la publication des résultats de
l'étude.
(Frans) In het kader van de interministeriële
conferentie Volksgezondheid komt een groot aantal
werkgroepen samen. Dat is een goede zaak, want
zo kunnen tal van protocollen worden ondertekend.
Men moet evenwel al die groepen volgen om
vooruitgang te boeken. Momenteel wordt dit dossier
onderzocht
op
initiatief
van
de
Vlaamse
Gemeenschap, die de interministeriële conferentie
voorzit. Ik zal dit punt laten agenderen op de
volgende vergadering, op 14 december, zodat de
werkgroep verslag kan komen uitbrengen en er een
preciezer tijdpad vastgesteld kan worden. Dan zal u
me in december of januari kunnen ondervragen,
want dan zal ik u nauwkeuriger gegevens kunnen
verschaffen dan vandaag, gelet op de omvang van
het probleem, ook al neemt de federale overheid
louter de coördinatie tussen de Gewesten op zich.
(En français) La Conférence interministérielle de la
Santé publique compte un grand nombre de
groupes de travail. C'est bien car cela permet de
signer un nombre important de protocoles.
Cependant, il faut suivre tous ces groupes pour
obtenir des progrès. Pour le moment, ce dossier est
à l'examen à l'initiative de la Communauté flamande
qui préside la CIM. Je mettrai ce point à l'ordre du
jour de sa prochaine séance, le 14 décembre
prochain, pour entendre le rapport du groupe de
travail et fixer un échéancier plus précis. Ceci vous
permettra de m'interroger en décembre ou en
janvier pour que je puisse vous livrer des données
plus précises qu'aujourd'hui, vu l'importance du
problème, même si le fédéral n'a qu'un rôle de
coordination entre les Régions.
15.04 Xavier Baeselen (MR) : Ik juich uw
bereidheid om dit beleid te coördineren toe, maar
het verbaast mij dat de interministeriële conferentie,
onder Vlaams voorzitterschap, zich thans beperkt
tot het vergelijken van de Vlaamse cijfers met die
15.04 Xavier Baeselen (MR) : Je salue votre
volonté de coordonner ces politiques, mais je
m'étonne que la CIM, sous présidence flamande, se
limite pour l'instant à comparer les chiffres flamands
avec ceux des pays voisins. Je crois que l'impulsion
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
van onze buurlanden. Ik denk echt dat het initiatief
van het federale niveau moet komen.
doit vraiment venir du fédéral.
15.05 Inge Vervotte (CD&V): Ik dank de minister
voor haar engagement, maar ben er wel verbaasd
over hoe deze zaak is geëvolueerd.
Ik dacht dat het de bedoeling was van een
interministeriële conferentie om die punten die
raakvlakken hebben met de federale bevoegdheid,
af te lijnen. Men moet de belangrijke punten
waarvoor men exclusief bevoegd is, centraliseren
en nagaan hoe men de verantwoordelijkheid ervoor
kan opnemen.
Ik vind het jammer dat daar een heroriëntering is
gebeurd. Dit is immers geen communautair debat.
Door een gebrek aan communicatie komt er geen
uitvoering.
Ik hoop dat een volgende interministeriële
conferentie nagaat hoe de actiepunten kunnen
worden uitgewerkt. Men moet van mekaar weten
wat men doet. Ik begrijp dat de federale regering
deze punten niet prioritair naar voren kan schuiven
als de vraag niet door een Gemeenschap wordt
gesteld.
15.05 Inge Vervotte (CD&V) : Je remercie la
ministre pour son engagement, mais je m'étonne de
l'évolution de ce dossier.
Je pensais que l'objectif d'une conférence
interministérielle était de délimiter les matières qui
présentent des points de chevauchement avec les
compétences fédérales. Ce qu'il faut faire, c'est
centraliser les points importants dont on a la
compétence exclusive et voir comment on peut en
assumer la responsabilité.
Je trouve dommage que l'on ait dévié de cette ligne.
Il ne s'agit pas d'un débat communautaire. En
raison d'un manque de communication, il n'y a pas
d'exécution.
J'espère
qu'une
prochaine
conférence
interministérielle vérifiera les possibilités de
réalisation des actions prévues. Il faut que chacun
sache ce que l'autre fait. Ceci dit, si la question
n'est
pas
posée
formellement
par
une
Communauté, je peux comprendre que le
gouvernement fédéral ne puisse y accorder la
priorité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid,
belast
met
Maatschappelijke Integratie, over "de middelen
om hartinfarcten tegen te gaan" (nr. 14676)
16 Question de M. Xavier Baeselen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, chargée de
l'Intégration sociale sur "les moyens utilisés dans
le cadre de la lutte contre l'infarctus du
myocarde" (n° 14676)
16.01 Xavier Baeselen (MR): Volgens de cijfers
die op het recente Europese congres over
cardiologie in Barcelona werden bekendgemaakt,
zou België achterop hinken en voor de behandeling
van patiënten met een hartinfarct beduidend minder
gebruik
maken
van
de
kathetertechniek
(59 procent) dan in de meeste van onze
buurlanden.
Wat is uw analyse? Om welke redenen zou er in
België te weinig gebruik worden gemaakt van
technieken waarmee de ernst van hartfalen beter
kan worden bedwongen? Wat zal u ondernemen
om deze trend te keren?
16.01 Xavier Baeselen (MR) : Selon les chiffres
du récent congrès européen de cardiologie à
Barcelone, la Belgique serait à la traîne, traitant
beaucoup moins de patients de l'infarctus du
myocarde par cathéter (59 %) que la plupart de nos
voisins européens.
Quelle est votre analyse de cette étude? Pour
quelles raisons les systèmes permettant de mieux
cerner la gravité des accidents cardiaques
seraient-ils trop peu utilisés en Belgique? Comment
allez-vous y remédier?
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
aangehaalde cijfers zijn wellicht afkomstig uit de
Euro Heart Survey 2009, en zijn verre van volledig.
Er is een rondetafel gepland in oktober, waarop
volledige gegevens beschikbaar zullen zijn, naast
de resultaten van de werkzaamheden van het
16.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les résultats mentionnés sont vraisemblablement
issus de l'Euro Heart Survey 2009, qui sont encore
beaucoup trop fragmentaires. Une table ronde est
prévue en octobre, qui disposera des données
complètes et des résultats des travaux du Collège
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
College van geneesheren voor het zorgprogramma
`cardiale pathologie'. Ik hoop dat deze rondetafel tot
voorstellen zal leiden om de huidige praktijk te
verbeteren. Ik wacht dus op de voorstellen van de
specialisten in dat verband.
de médecins pour le programme de soins
« pathologie cardiaque ». J'espère que des pistes
d'amélioration
en
sortiront.
J'attends
les
propositions des spécialistes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Katrien Partyka aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het tekort aan radio-isotopen"
(nr. 14821)
- mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het dreigende tekort aan
medische isotopen" (nr. 14936)
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke
Integratie, over "het dreigende tekort aan
medische isotopen" (nr. 15036)
De voorzitter: De heer Bacquelaine kan niet
aanwezig zijn, zijn vraag vervalt dus.
17 Questions jointes de
- Mme Katrien Partyka à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "la
pénurie de radio-isotopes" (n° 14821)
- Mme Colette Burgeon à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "le risque de pénurie d'isotopes médicaux"
(n° 14936)
- M. Daniel Bacquelaine à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique, chargée de l'Intégration sociale,
sur "la menace de pénurie d'isotopes médicaux"
(n° 15036)
Le président : M. Bacquelaine ne pouvant être
présent, sa question est supprimée.
17.01 Katrien Partyka (CD&V): Tijdens de zomer
stonden de nucleaire radio-isotopen voor medisch
gebruik weer volop in de belangstelling. Dikwijls zijn
er twijfels over de noodzakelijke voorraad voor de
volgende week, maar vooral op middellange en
lange termijn zijn er ernstige vragen over de
zekerheid van de productie, zeker omdat onze
eigen reactor dateert van 1961.
Is er een risico van een acuut tekort aan radio-
isotopen in België? Bestaat er een noodscenario als
bijvoorbeeld de Belgische productie voor langere
tijd zou stilvallen? In welke structurele maatregelen
wordt op langere termijn voorzien om de
noodzakelijke bevoorrading van radio-isotopen te
verzekeren?
17.01 Katrien Partyka (CD&V) : Cet été, les radio-
isotopes nucléaires médicaux ont une fois de plus
fait la une de l'actualité. La quantité de stocks
disponibles nécessaires pour la semaine suivante
est souvent incertaine. Mais c'est surtout à moyen
et à long terme que la production en quantités
suffisantes pose problème, en particulier parce que
notre propre réacteur date de 1961.
Sommes-nous exposés en Belgique à un risque de
pénurie importante de radio-isotopes ? Un scénario
d'urgence en cas d'interruption prolongée de la
production dans notre pays est-il prêt ? Quelles
mesures structurelles sont-elles prévues à long
terme afin de garantir l'approvisionnement
nécessaire en radio-isotopes ?
17.02 Colette Burgeon (PS): Sinds enkele
maanden kampen ziekenhuizen in de hele wereld
met een tekort aan isotopen, omdat de
isotopenproductie in de centrale van Chalk River in
Ontario medio mei 2009 werd stilgelegd. Die
centrale is goed voor bijna de helft van de
wereldwijde productie van medische isotopen en
moet grote herstellingswerken ondergaan. De
heropening is gepland voor 2010.
Medische isotopen worden gebruikt voor talrijke,
belangrijke medische toepassingen. Slechts zes
kernreactoren ter wereld produceren die medische
17.02 Colette Burgeon (PS) : Depuis quelques
mois, les hôpitaux à travers le monde ne reçoivent
plus suffisamment d'isotopes à la suite de l'arrêt, à
la mi-mai 2009, de leur production par la centrale de
Chalk River en Ontario, qui produit près de la moitié
des isotopes médicaux à travers le monde et doit
subir de lourds travaux de réparation. Sa
réouverture est prévue au printemps 2010.
Les isotopes médicaux servent à de nombreuses et
importantes applications médicales. Seuls six
réacteurs nucléaires dans le monde produisent ces
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
isotopen, waaronder de kerncentrale van Mol. De
sluiting van de centrale van Chalk River maakt eens
te meer duidelijk dat de nucleaire geneeskunde valt
of staat met de kernreactoren.
Herhaalde storingen maken duidelijk dat sommige
reactoren oud zijn en vooral dat er een gebrek is
aan reactoren waar zulke producten aangemaakt
worden. Nu er steeds vaker sprake is van de
sluiting van kerncentrales in Europa, wil ik graag
weten of er een geloofwaardig alternatief bestaat
voor de productie of de vervanging van die
isotopen.
Zijn er nu middelen voorhanden om het
isotopentekort te ondervangen? Wordt er in Mol
voldoende geproduceerd om de Belgische
ziekenhuizen in staat te stellen hun werk te doen?
Zo niet, is het mogelijk de productie te verhogen?
Op grond van welke criteria of protocollen wordt er
in geval van een isotopentekort beslist een nucleair
geneeskundig
onderzoek
of
een
nucleaire
geneeskundige behandeling bij een patiënt al dan
niet uit te voeren?
isotopes médicaux, dont celui de Mol. La fermeture
de la centrale de Chalk River repose la question du
risque de paralysie de la médecine nucléaire.
Les pannes à répétition mettent en évidence l'âge
avancé de certains réacteurs et surtout le manque
de réacteurs qui fabriquent ce type de produits. À
l'heure ou l'on parle de plus en plus de la fermeture
des centrales nucléaires en Europe, existe-t-il une
alternative crédible pour fabriquer ou remplacer ces
isotopes ?
Dans l'immédiat, existe-t-il des moyens de pallier ce
manque d'isotopes ? La production de MoI est-elle
suffisante pour permettre aux hôpitaux belges
d'assurer leurs missions ? Sinon, est-il possible de
l'accroître ?
En cas de pénurie d'isotopes, selon quels critères
ou protocoles est-il décidé de procéder à un
examen ou un traitement par médecine nucléaire
chez un patient ?
17.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Op
korte termijn lijkt de kans op een acuut tekort
relatief klein. Toch blijft de situatie op nationaal en
internationaal niveau labiel en wordt een zeker
tekort verwacht vanaf begin 2010, wanneer de hoge
fluxreactor in Nederland voor een langdurige
reparatie circa 22 tot 26 weken niet operationeel zal
zijn. De belangrijkste producent voor België heeft
echter wel de nodige infrastructuur in Mol.
Op mijn vraag werd een informatie- en
concertatieplatform opgericht vanuit het FAGG, in
samenwerking met alle stakeholders uit de
gezondheidssector. Dit platform zal de vraag en het
aanbod van medische radio-isotopen van dichtbij
opvolgen en, in geval van een acuut tekort, zo snel
mogelijk anticiperen. Anderzijds wordt via dit
platform op continue basis alle relevante informatie
uitgewisseld tussen de verschillende stakeholders.
Indien ernstige schaarste zou optreden, zal met de
producenten gewaakt worden over een gelijkmatige
verdeling over de verschillende ziekenhuizen.
De ziekenhuizen kan per circulaire worden
gevraagd
prioriteiten
te
bepalen
voor
isotopenonderzoeken. Bepaalde patiëntengroepen
krijgen voorrang, andere patiëntengroepen krijgen
een alternatief onderzoek aangeboden of moeten
langer wachten.
17.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : À court terme, le risque de pénurie
aiguë paraît relativement faible. La situation
demeure toutefois instable aux niveaux national et
international et une pénurie est attendue d'ici au
début de 2010, lorsque le réacteur à haut flux des
Pays-Bas ne sera plus opérationnel en raison d'une
longue réparation qui devrait durer de 22 à
26 semaines. Le principal producteur pour la
Belgique dispose toutefois de l'infrastructure
requise à Mol.
À ma demande, une plate-forme d'information et de
concertation a été créée dans le giron de l'AFMPS,
en collaboration avec tous les acteurs concernés du
secteur de la santé. Cette plate-forme assurera un
suivi étroit de l'offre et de la demande de radio-
isotopes médicaux et tentera d'anticiper le plus
rapidement possible toute pénurie aiguë. Grâce à
cette
plate-forme,
les
différents
acteurs
s'échangeront en outre toutes les informations
pertinentes sur une base continue. En cas de
pénurie aiguë, il sera veillé avec les producteurs à
une répartition égale entre les différents hôpitaux.
Les hôpitaux peuvent être invités par circulaire à
fixer des priorités pour les examens isotopiques.
Certains groupes de patients bénéficieront de la
priorité et d'autres se verront proposer un autre type
d'examen ou devront patienter plus longtemps.
Vorig jaar heeft BELNUC, de Belgische vereniging L'année dernière encore, BELNUC, la société belge
CRABV 52
COM 641
29/09/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
voor nucleaire geneeskunde, nog meegewerkt aan
richtlijnen voor de sector. Op langere termijn zullen
medische richtlijnen verspreid worden onder de
voorschrijvers, zodat zij gemakkelijker alternatieve
onderzoeken aanvragen in plaats van onderzoeken
met isotopen.
De problematiek van het dreigende tekort aan
radio-isotopen voor medische doeleinden is
bijzonder complex en valt onder de bevoegdheid
van talrijke nationale en internationale instanties. De
fundamentele structurele maatregelen om op
langere termijn de Belgische bevoorrading van
medische isotopen te garanderen, zijn inherent
verbonden met discussies op internationaal niveau
met alle stakeholders op verschillende niveaus:
politiek, regulerend en nucleaire veiligheid.
In deze context heeft het FAGG in juni 2009 het
Europees Geneesmiddelenagentschap, EMEA,
formeel op de hoogte gebracht van de aanslepende
problematiek en heeft het EMEA bevraagd over de
maatregelen die op Europees niveau moeten
worden genomen. Zo identificeerde een Europese
taskforce eind 2008 al een aantal mogelijke
maatregelen op middellange en lange termijn.
Ik heb dit punt aangekaart op de Europese
vergadering van de ministers van Volksgezondheid
in september 2008. Daar werd besloten dat het
Health Security Committee naar een duurzame
oplossing zal zoeken op Europees en mondiaal
niveau.
de médecine nucléaire, a collaboré à l'élaboration
de directives destinées au secteur. À plus long
terme, des directives médicales seront diffusées
parmi les prescripteurs de manière à ce qu'ils
privilégient des examens alternatifs plutôt que des
examens utilisant des isotopes.
La problématique du risque de pénurie de radio-
isotopes à des fins médicales est particulièrement
complexe et relève de la compétence de
nombreuses instances nationales et internationales.
Les mesures structurelles fondamentales censées
garantir à plus long terme l'approvisionnement en
isotopes médicaux sont liées aux discussions qui se
tiennent à l'échelon international entre les acteurs
de tous les niveaux : politiques, régulateurs et
sécurité nucléaire.
Dans ce contexte, l'AFMPS a, en juin 2009,
officiellement informé l'EMEA (Agence européenne
du médicament) du problème et a demandé à
l'EMEA quelles mesures devraient être prises à
l'échelon européen. Une taskforce européenne a
identifié, fin 2008, un certain nombre de mesures
qui pourraient être prises à moyen et à long terme.
J'ai abordé ce point lors du conseil des ministres
européens de la santé publique en septembre 2008.
Il a été décidé que le Health Security Committee
rechercherait une solution durable aux niveaux
européen et mondial.
(Frans)
Radio-isotopen
kunnen
worden
aangemaakt
in
een
kernreactor
of
een
deeltjesversneller. Meestal kan een specifieke
radio-isotoop enkel op een van die twee manieren
geproduceerd worden. Radio-isotopen kunnen
echter slechts op zes plaatsen in de wereld in een
kernreactor aangemaakt worden.
Sommige kernreactoren die momenteel uitsluitend
voor onderzoeksdoeleinden gebruikt worden,
kunnen, mits extra investeringen, een mogelijk
alternatief bieden.
Technisch gesproken kunnen bepaalde radio-
isotopische scintigrafieën met een ander radio-
isotoop uitgevoerd worden. Vaak zijn die
alternatieve onderzoeken van een slechtere
kwaliteit, stellen ze de patiënt aan een hogere
stralingsdosis bloot of hebben ze een beperkte
capaciteit. Voor sommige onderzoeken is er een
speciale PET-camera nodig, waarvan er echter
slechts enkele in België beschikbaar zijn.
(En français) Les radioisotopes peuvent être
fabriqués dans un réacteur nucléaire ou un
accélérateur de particules. La plupart du temps, un
radioisotope spécifique ne peut être fabriqué que de
l'une de ces deux manières. La fabrication de
radioisotopes au moyen d'un réacteur nucléaire ne
peut cependant se faire qu'à six endroits dans le
monde.
Certains réacteurs nucléaires qui sont actuellement
utilisés exclusivement à des fins de recherche
offrent une éventuelle alternative, moyennant des
investissements.
Certaines scintigraphies radioisotopiques peuvent,
d'un point de vue technique, être effectuées avec
un autre radioisotope. Souvent, ces examens
alternatifs sont de qualité inférieure, donnent une
dose de rayonnement supérieure ou ont une
capacité limitée. Pour certains, une caméra PET
spéciale, dont il n'existe qu'un nombre limité
d'exemplaires en Belgique, est nécessaire.
29/09/2009
CRABV 52
COM 641
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
Voorts
kunnen
bepaalde
radio-isotopische
scintigrafieën gedeeltelijk vervangen worden door
andere diagnosetechnieken.
En outre, certaines scintigraphies radioisotopiques
peuvent être partiellement remplacées par d'autres
techniques de diagnostic.
Voorzitter: Inge Vervotte.
Présidente : Mme Inge Vervotte.
17.04 Katrien Partyka (CD&V): Het is positief dat
de situatie op de voet wordt gevolgd en dat er in het
geval van een tekort ook maatregelen mogelijk zijn.
Dit is inderdaad een internationale discussie die
structureel en op langere termijn Europees moet
worden opgelost.
17.04 Katrien Partyka (CD&V) : Il est positif que la
situation soit suivie de près et qu'en cas de pénurie,
des mesures puissent être prises. Il s'agit
effectivement d'une discussion internationale, qui
doit
se
résoudre
au
niveau
européen,
structurellement et dans une perspective de long
terme.
17.05 Colette Burgeon (PS): Uw antwoorden
verontrusten me enigszins. In 2010 zal er een tekort
worden vastgesteld. Er zal voorrang worden
gegeven aan bepaalde onderzoeken. Ik vrees dat
de onderzoeken afhankelijk van de persoon zullen
verschillen. Ik maak me zorgen over de
onzekerheid voor de patiënt. Ik vraag u dan ook dit
dossier met aandacht te volgen, zoals u dat tot op
heden hebt gedaan.
17.05 Colette Burgeon (PS) : Vos réponses
m'inquiètent quelque peu. Une pénurie sera
constatée en 2010. La priorité sera donnée à
certains examens. Je crains que des examens
soient différents d'une personne à l'autre.
L'insécurité du patient me préoccupe. Je vous
demande de suivre ce dossier attentivement,
comme vous l'avez fait jusqu'à présent.
17.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
toestand is minder problematisch dan ten tijde van
de incidenten in Fleurus, toen er tegelijkertijd een
onderhoud werd uitgevoerd van de installaties in
Petten en in Mol en de installatie in Canada stillag.
Ik heb de kwestie voorgelegd aan de Europese
Raad van ministers en de meeste ministers waren
niet eens op de hoogte van het probleem. Sindsdien
heb ik het debat gevoerd op het niveau van de
Europese Raad en wacht ik op voorstellen van het
European Health Committee.
Wat de ziekenhuizen betreft, zouden de algemene
regels worden toegepast indien er zich een
capaciteitstekort zou voordoen. Daarbij zouden
patiënten niet moeten wachten op een behandeling,
maar zouden minder dringende onderzoeken
worden uitgesteld.
17.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La situation est moins problématique que celle que
nous avons connue au moment des incidents de
Fleurus, pendant qu'un entretien des installations
était effectué à Petten et à Mol et que l'installation
était arrêtée au Canada.
J'ai posé la question au Conseil des ministres
européen : la majorité des ministres ignoraient
l'existence du problème. Depuis lors, j'ai mené le
débat au niveau du Conseil européen et j'attends
des propositions de l'European Health Committee.
Pour ce qui concerne les hôpitaux, s'il devait y avoir
une sous-capacité, les règles générales seraient
appliquées, à savoir que l'on postposerait non pas
des personnes mais des types d'examens moins
urgents.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16 h 46.