KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 592
CRABV 52 COM 592
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
dinsdag
mardi
16-06-2009
16-06-2009
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eersteminister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de recentste misdaden
en wreedheden begaan door de Ugandese
rebellen in de provincie Haut-Uele" (nr. 13694)
1
Question de M. François-Xavier de Donnea au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les derniers crimes et exactions
de la rébellion ougandaise en Haut-Uele"
(n° 13694)
1
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Olivier
Chastel,
staatssecretaris
voor
Buitenlandse
Zaken,
belast
met
de
Voorbereiding
van
het
Europese
Voorzitterschap
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Olivier Chastel, secrétaire d'État aux Affaires
étrangères, chargé de la Préparation de la
Présidence européenne
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische houding ten opzichte
van
het
onderzoek
van
de
VN-
Mensenrechtenraad naar oorlogsmisdaden in
Gaza en Zuid-Israël" (nr. 13367)
3
Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la position de la Belgique à
l'égard de l'enquête du Conseil des droits de
l'homme de l'ONU sur d'éventuels crimes de
guerre commis à Gaza et dans le sud d'Israël"
(n° 13367)
3
Sprekers: Dirk Van der Maelen, Olivier
Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse
Zaken, belast met de Voorbereiding van het
Europese Voorzitterschap
Orateurs: Dirk Van der Maelen, Olivier
Chastel, secrétaire d'État aux Affaires
étrangères, chargé de la Préparation de la
Présidence européenne
Vraag van de heer Jan Jambon aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de inspanningen van België voor
landgenoten in Qatar" (nr. 13446)
4
Question de M. Jan Jambon au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les efforts déployés par la Belgique en faveur de
compatriotes au Qatar" (n° 13446)
4
Sprekers: Jan Jambon, voorzitter van de N-
VA-fractie, Olivier Chastel, staatssecretaris
voor Buitenlandse Zaken, belast met de
Voorbereiding
van
het
Europese
Voorzitterschap
Orateurs: Jan Jambon, président du groupe
N-VA, Olivier Chastel, secrétaire d'État aux
Affaires étrangères, chargé de la Préparation
de la Présidence européenne
Vraag van de heer Bruno Tuybens aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mogelijke toepassing van de
doodstraf in Jemen" (nr. 13601)
5
Question de M. Bruno Tuybens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'application éventuelle de la peine de mort au
Yémen" (n° 13601)
5
Sprekers: Bruno Tuybens, Olivier Chastel,
staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
belast met de Voorbereiding van het Europese
Voorzitterschap
Orateurs: Bruno Tuybens, Olivier Chastel,
secrétaire d'État aux Affaires étrangères,
chargé de la Préparation de la Présidence
européenne
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de eerste vaststellingen van de
'Business Council' met betrekking tot de
Belgische
economische
belangen
in
het
buitenland" (nr. 13470)
7
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les premières constatations du business council
sur les intérêts économiques belges à l'étranger"
(n° 13470)
7
Sprekers: Xavier Baeselen, Olivier Chastel,
staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
belast met de Voorbereiding van het Europese
Voorzitterschap
Orateurs: Xavier Baeselen, Olivier Chastel,
secrétaire d'État aux Affaires étrangères,
chargé de la Préparation de la Présidence
européenne
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de elektronische spionage van
China" (nr. 13528)
8
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'espionnage informatique chinois" (n° 13528)
8
Sprekers: Xavier Baeselen, Olivier Chastel,
Orateurs: Xavier Baeselen, Olivier Chastel,
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
belast met de Voorbereiding van het Europese
Voorzitterschap
secrétaire d'État aux Affaires étrangères,
chargé de la Préparation de la Présidence
européenne
Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de ratificatie door Frankrijk van het
Avenant bij de Overeenkomst tussen België en
Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting"
(nr. 13536)
9
Question de M. Josy Arens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
ratification par la France de l'Avenant à la
Convention entre la Belgique et la France tendant
à éviter les doubles impositions" (n° 13536)
9
Sprekers: Josy Arens, Olivier Chastel,
staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
belast met de Voorbereiding van het Europese
Voorzitterschap
Orateurs: Josy Arens, Olivier Chastel,
secrétaire d'État aux Affaires étrangères,
chargé de la Préparation de la Présidence
européenne
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de opvang in België van Wit-
Russische kinderen slachtoffers van Tsjernobyl"
(nr. 13169)
10
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'accueil d'enfants biélorusses victimes de
Tchernobyl en Belgique" (n° 13169)
10
Sprekers: Muriel Gerkens, Olivier Chastel,
staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
belast met de Voorbereiding van het Europese
Voorzitterschap
Orateurs: Muriel Gerkens, Olivier Chastel,
secrétaire d'État aux Affaires étrangères,
chargé de la Préparation de la Présidence
européenne
Vraag van de heer Philippe Henry aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de kandidatuur van de heer Poncelet
voor de betrekking van directeur-generaal bij het
Internationaal Atoomagentschap" (nr. 13538)
10
Question de M. Philippe Henry au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
candidature de M. Poncelet comme directeur
général à l'Agence internationale de l'énergie
atomique" (n° 13538)
10
Sprekers: Philippe Henry, Olivier Chastel,
staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
belast met de Voorbereiding van het Europese
Voorzitterschap
Orateurs: Philippe Henry, Olivier Chastel,
secrétaire d'État aux Affaires étrangères,
chargé de la Préparation de la Présidence
européenne
Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het geweld in Oost-Congo"
(nr. 13315)
12
Question de M. Georges Dallemagne au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les violences dans l'Est du
Congo" (n° 13315)
12
Sprekers: Georges Dallemagne, Olivier
Chastel, staatssecretaris voor Buitenlandse
Zaken, belast met de Voorbereiding van het
Europese Voorzitterschap
Orateurs: Georges Dallemagne, Olivier
Chastel, secrétaire d'État aux Affaires
étrangères, chargé de la Préparation de la
Présidence européenne
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
DINSDAG
16
JUNI
2009
Namiddag
______
du
MARDI
16
JUIN
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en
voorgezeten door de heer Dirk Van der Maelen.
La réunion publique est ouverte à 14 h 19 sous la
présidence de M. Dirk Van der Maelen.
01 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eersteminister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de recentste misdaden
en wreedheden begaan door de Ugandese
rebellen in de provincie Haut-Uele" (nr. 13694)
01 Question de M. François-Xavier de Donnea au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les derniers crimes et exactions
de la rébellion ougandaise en Haut-Uele"
(n° 13694)
01.01 François-Xavier de Donnea (MR): Sinds
Kerstmis maakt de Lord's Resistance Army (LRA)
van Joseph Kony zich schuldig aan extreem geweld
in de streek van Faradje in de Congolese provincie
Haut-Uele.
01.01 François-Xavier de Donnea (MR) : La
"Lord Liberation Army" de M. Kony procède, depuis
Noël, à des exactions d'une extrême violence dans
la région de Faradje, en Haut-Uele.
Is de internationale gemeenschap van plan de
moordenaars aan banden te leggen? Hoe wil België
druk uitoefenen op de VN, MONUC en de
internationale gemeenschap in het algemeen om
dat fenomeen van dood en vernieling met wortel en
tak uit te roeien?
La communauté internationale compte-t-elle réagir
pour mettre un terme aux agissements des
meurtriers ? Comment la Belgique entend-elle faire
pression sur l'ONU, la MONUC et la communauté
internationale en général en vue d'éradiquer ce
phénomène de mort et de désolation ?
01.02 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans): De
jongste weken maakte MONUC meermaals melding
van misdaden en geweld door het Lord's
Resistance Army (LRA) in de provincies Haut- en
Bas-Uele. De herhaalde incidenten wijzen erop dat
het gevaar reëel is dat het LRA zich inbedt in het
grensgebied tussen de Democratische Republiek
Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek en
Sudan.
De jarenlange vredesonderhandelingen van de
internationale gemeenschap mondden uiteindelijk
uit in een vredesakkoord, dat LRA-leider
Joseph Kony
evenwel
nooit
heeft
willen
ondertekenen, vooral omdat hij besefte dat zulks
niet zou volstaan om aan vervolging te ontsnappen.
Na het mislukken van die vredesonderhandelingen
01.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : Ces dernières semaines, la MONUC a
régulièrement rapporté des crimes et exactions
perpétrés par la LRA dans le Haut et le Bas-Uele.
Les multiples incidents démontrent le risque réel de
voir la LRA s'incruster durablement dans la zone
frontalière entre la République démocratique du
Congo, la République centrafricaine et le Soudan.
Pendant plusieurs années, la communauté
internationale a mené des négociations qui ont
abouti à un accord de paix final. Toutefois, le chef
de la LRA, Kony, n'a jamais voulu signer l'accord en
question, avant tout parce qu'il se rendait compte
que sa signature ne lui permettait pas d'échapper à
la justice.
Suite à l'échec de ces négociations de paix, les
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
opteerden de landen in die regio voor de militaire
benadering, met de bedoeling Kony en zijn
achterban met geweld uit te schakelen. Die operatie
kende echter niet het verhoopte succes, maar had
dramatische gevolgen op het humanitaire vlak.
Kony slaagde erin te ontsnappen en de LRA-
rebellen namen wraak op de bevolking. De Forces
Armées de la République Démocratique du Congo
(FARDC) en MONUC zullen het nu moeten
overnemen, de gezamenlijke operatie van de DRC,
Uganda en Sudan voortzetten en proberen de door
het LRA aangerichte schade enigszins te beperken.
Dat is de bedoeling van de operatie-Rudia II.
pays de la région ont opté pour l'approche militaire
et pour la neutralisation par la force du leader Kony
et de son mouvement. L'opération n'a cependant
pas donné les résultats escomptés. Les
conséquences sont par contre catastrophiques sur
le plan humanitaire. Non seulement Kony a pu
s'échapper, mais les rebelles de la LRA se sont
vengés sur la population. Il incombe maintenant aux
FARDC et à la MONUC de prendre le relais de
l'opération conjointe et d'endiguer un tant soit peu
les dégâts causés par la LRA. C'est ce qui se fait
dans le cadre de l'opération Rudia II.
Na de gezamenlijke operatie is het LRA
uiteengespat in een groot aantal groepen, die zich
nu verspreid hebben over een 500 kilometer lange
zone. De FARDC-troepen zijn in de zone
gestationeerd, in het bijzonder in de provincie Haut-
Uele. MONUC biedt een beperkte logistieke bijstand
aan
de
FARDC
en
neemt
deel
aan
gemeenschappelijke patrouilles met de FARDC.
De
internationale
gemeenschap
vindt
de
onderhandelingen met het LRA zinloos, omdat die
groep strikt genomen geen politieke agenda heeft.
Ons land vindt dat MONUC krachtig moet kunnen
optreden om de burgerbevolking te beschermen.
Resolutie 1856 bepaalt duidelijk dat die opdracht
absolute prioriteit heeft voor MONUC.
België vindt voorts dat MONUC nauw betrokken
moet worden bij het opzetten en het uitvoeren van
de militaire operaties, teneinde de negatieve
gevolgen van die operaties op humanitair vlak te
beperken.
Op 11 juni 2009 kwamen de militaire stafchefs van
Uganda, de Democratische Republiek Congo en de
Centraal-Afrikaanse
Republiek
in
Kisangani
overeen dat de samenwerking inzake de
uitwisseling van inlichtingen tussen de legers van de
DRC, de CAR, Uganda en Zuid-Sudan verbeterd
moest worden om het LRA definitief te
neutraliseren.
Après l'opération conjointe, la LRA a éclaté en une
multitude de groupes à présent éparpillés sur une
zone de 500 km de long. Les FARDC sont
déployées dans la zone et en particulier dans le
Haut-Uele. La MONUC apporte une assistance
logistique limitée aux FARDC et participe à des
patrouilles mixtes avec les FARDC.
La communauté internationale considère que des
négociations avec la LRA sont inutiles, puisque ce
groupe ne dispose pas à proprement parler d'un
agenda politique.
Notre pays estime que la MONUC doit pouvoir
intervenir vigoureusement afin de protéger la
population civile. La résolution 1856 dispose
clairement que cette mission est la priorité absolue
de la MONUC.
Par ailleurs, la Belgique estime que la MONUC doit
être étroitement associée à la planification et à
l'exécution des opérations militaires, de manière à
limiter les conséquences négatives de celles-ci sur
le plan humanitaire.
Le 11 juin 2009, à Kisangani, les chefs des états
majors militaires d'Ouganda, de la République
démocratique du Congo et de la République
centrafricaine ont convenu que la coopération en
matière d'échange de renseignements entre les
armées de la RDC, de la RCA, de l'Ouganda et du
Sud-Soudan devait être amélioré en vue de
neutraliser définitivement la LRA.
Op 12 juni verklaarde de Congolese minister van
Defensie dat er een nieuwe militaire operatie wordt
voorbereid en dat de stafchefs zich over de
strategie bogen.
België wil dat de Verenigde Naties, in overleg met
de landen van de regio en boven op de door die
landen geleverde inspanningen, nauw worden
betrokken bij het zoeken naar een duurzame
oplossing voor het conflict.
Le 12 juin dernier, le ministre congolais de la
Défense déclarait qu'une nouvelle opération
militaire se préparait et que les chefs des armées
étudiaient la stratégie à appliquer.
La Belgique est favorable à une participation étroite
des Nations unies à la recherche d'une solution
durable au conflit en complément des efforts
consentis par les pays de la Région et en
concertation avec ces derniers.
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
01.03 François-Xavier de Donnea (MR): Het
stemt me tevreden dat de internationale
gemeenschap, meer bepaald MONUC en de
rechtstreeks betrokken landen, nieuwe operaties op
touw zullen zetten.
Er moet absoluut een eind gemaakt worden aan de
toestand in het noordoosten van Congo. Dat moet
een prioriteit zijn.
01.03 François-Xavier de Donnea (MR) : Je note
avec satisfaction que la communauté internationale,
en particulier la MONUC et les pays directement
concernés, vont lancer de nouvelles opérations.
Éradiquer ce phénomène du Nord-est du Congo
représente une véritable priorité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische houding ten opzichte
van
het
onderzoek
van
de
VN-
Mensenrechtenraad naar oorlogsmisdaden in
Gaza en Zuid-Israël" (nr. 13367)
02 Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la position de la Belgique à
l'égard de l'enquête du Conseil des droits de
l'homme de l'ONU sur d'éventuels crimes de
guerre commis à Gaza et dans le sud d'Israël"
(n° 13367)
02.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Eind april
verspreidde het Israëlische leger een persbericht
met de algemene conclusies van zijn intern
onderzoek naar het eigen gedrag tijdens de oorlog
in Gaza. Het leek vooral bedoeld om zichzelf wit te
wassen.
De UN Board of Inquiry kwam tot heel andere
conclusies. Het leger zou VN-gebouwen en
personeel in gevaar hebben gebracht door
nalatigheid en door roekeloos gedrag. De Board of
Inquiry betreurt zijn beperkte mandaat dat alleen
onderzoek over VN-gebouwen en VN-personeel
toeliet. De Board beveelt een onafhankelijk
onderzoek aan naar schendingen van het
internationaal humanitair recht tijdens Operation
Cast Lead in Gaza. Ban Ki-moon legt deze
aanbeveling helaas naast zich neer.
Een onpartijdig onderzoek met een ruim mandaat
werd al ingesteld door de Mensenrechtenraad
onder leiding van Richard Goldstone. Dit onderzoek
is de laatste hoop voor een volledige rekenschap.
Dit onderzoek zal zijn doel niet kunnen bereiken als
regeringen het niet steunen en als Israël zich niet
verplicht voelt om mee te werken.
Wat is de positie van België, recentelijk lid
geworden van de Mensenrechtenraad, tegenover
dit onderzoek? Zal België pleiten voor een krachtig
signaal van de EU ter ondersteuning van dit
onderzoek? Heeft de minister de Israëlische
regering al opgeroepen om mee te werken?
02.01 Dirk Van der Maelen (sp.a) : Fin avril,
l'armée israélienne a diffusé un communiqué de
presse - qui semblait essentiellement destiné à la
blanchir - exposant les conclusions générales de
l'enquête interne sur son propre comportement lors
des hostilités à Gaza.
L'UN Board of Inquiry est parvenu à de toutes
autres conclusions. L'armée aurait mis en péril le
personnel et les bâtiments de l'ONU par négligence
et par inconscience. Le Board of Inquiry déplore son
mandat restreint qui ne l'a autorisé qu'à enquêter
sur le personnel et les bâtiments de l'ONU. Le
Board recommande une enquête indépendante sur
les violations du droit humanitaire international lors
de l'opération Operation Cast Lead à Gaza. M. Ban
Ki-moon fait malheureusement fi de cette
recommandation.
Une enquête impartiale reposant sur un mandat
élargi a déjà été ouverte par le Conseil des droits de
l'homme, sous la direction de Richard Goldstone.
Cette enquête, qui constitue le dernier espoir d'une
clarifiation totale, n'atteindra pas son objectif si elle
n'est pas soutenue par les gouvernements et si
Israël ne se sent pas obligé d'y collaborer.
Quelle est la position de la Belgique, récemment
devenue membre du Conseil des droits de
l'homme, à l'égard de cette enquête ? La Belgique
plaidera-t-elle pour un signal fort de l'Union
européenne en vue de soutenir cette enquête ? Le
ministre a-t-il déjà appelé le gouvernement israélien
à collaborer ?
02.02
Staatssecretaris
Olivier
Chastel
(Nederlands): De minister van Buitenlandse Zaken
pleit sinds januari voor een internationaal
onafhankelijk onderzoek naar schendingen van het
02.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
néerlandais) : Le ministre des Affaires étrangères
plaide depuis le mois de janvier pour qu'une
enquête indépendante soit menée au niveau
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
internationaal humanitair recht door alle partijen.
Dat is een principiële houding die de minister bij elk
internationaal conflict aanneemt. Hij steunt het
onderzoek en de conclusies van de Board of Inquiry
en betreurt dat Ban Ki-moon niets met de
aanbeveling doet. Hij hoopt dat het rapport de
gespreksbasis kan zijn voor de VN en Israël. Het
heeft er immers alle schijn van dat Israël zijn eigen
rules of engagement niet heeft nageleefd.
Minister De Gucht heeft er bij zijn Europese
collega's voor gepleit dat de EU een onafhankelijk
onderzoek zou steunen. Het onderzoek onder
leiding
van
rechter Goldstone
roept
echter
weerstand op bij een aantal collega's. De minister
zelf is er echter van overtuigd dat Goldstone een
totaalbeeld wil schetsen.
international sur les violations du droit humanitaire
international dont chacune des parties impliquées
se serait rendue responsable. Le ministre adopte
cette position de principe lors de chaque conflit
international. Il appuie les travaux et les conclusions
du Comité d'enquête et déplore que M. Ban Ki-
moon ne mette pas en oeuvre les recommandations
formulées par ce Comité. Il espère que l'ONU et
Israël pourront mener des discussions fondées sur
ce rapport. Tout porte à croire, en effet, qu'Israël ne
se serait pas conformé à ses propres règles
d'engagement.
M. De Gucht a plaidé auprès de ses collègues
européens pour que l'UE soutienne le principe
d'une enquête indépendante. L'enquête dirigée par
le juge Goldstone se heurte cependant à
l'opposition de certains collègues. Le ministre est
pourtant personnellement convaincu de la volonté
de M. Goldstone de brosser un tableau complet de
la situation.
België zal zich als pas verkozen lid van de
Mensenrechtenraad over het rapport moeten
uitspreken. De minister hoopt op een sereen debat.
De administratie heeft Israël uitgenodigd om mee te
werken met de missie van rechter Goldstone. De
eenzijdige resolutie van de Mensenrechtenraad is
een zwak punt in de onderbouw van de missie.
We moeten er als Europese Unie voor pleiten dat
zijn rapport volledig zal worden besproken door de
Raad. De bedoeling ervan is niet om schuldigen
aan te wijzen, maar wel om straffeloosheid tegen te
gaan, rekenschap te helpen afleggen en een
herhaling van schendingen te voorkomen.
En sa qualité de membre récemment élu du Conseil
des droits de l'homme, la Belgique devra se
prononcer sur le rapport. Le ministre espère que le
débat se déroulera dans la sérénité.
L'administration a invité Israël à coopérer à la
mission du juge Goldstone. La résolution unilatérale
du Conseil des droits de l'homme constitue un point
faible dans les fondements sur lesquels la mission
repose.
L'Union européenne doit prôner une discussion de
l'ensemble du rapport par le Conseil. Il ne s'agit pas
en l'occurrence de désigner des coupables, mais
bien de combattre l'impunité, d'aider à rendre des
comptes et de prévenir de nouvelles violations.
02.03 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik neem nota
van de inspanningen van de minister.
Ik heb gehoord dat er een contact is geweest
tussen de Belgische administratie van Buitenlandse
Zaken en de Israëlische administratie. Hoe is dat
verlopen?
02.03 Dirk Van der Maelen (sp.a) : Je prends note
des efforts consentis par le ministre.
J'ai entendu dire qu'il y a eu un contact entre
l'administration belge des affaires étrangères et
l'administration israélienne. Peut-on en savoir plus ?
02.04 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans) :
Mijnheer Van der Maelen, ik beschik niet over het
antwoord op uw vraag. Het zal u schriftelijk worden
bezorgd.
02.04 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : Monsieur Van der Maelen, je n'ai pas la
réponse à votre question. Elle vous sera
communiquée par écrit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jan Jambon aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de inspanningen van België voor
03 Question de M. Jan Jambon au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les efforts déployés par la Belgique en faveur de
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
landgenoten in Qatar" (nr. 13446)
03.01 Jan Jambon (N-VA): Ik wil informeren naar
de stand van zaken in het dossier Philippe Bogaert,
een landgenoot die aan het hoofd stond van een pr-
bedrijf in Qatar, maar door bedrijfsmoeilijkheden in
de
problemen
kwam.
Hij
wordt
sinds
september 2008 vastgehouden in Qatar en krijgt
geen toelating om het land te verlaten.
Welke inspanningen worden er gedaan om de
heer Bogaert te helpen? Wat zijn de obstakels voor
zijn exit permit? Zijn er nog dergelijke `verdoken
gijzelingen' aan de gang?
03.01 Jan Jambon (N-VA) : Je souhaiterais des
informations
sur
le
dossier
de
notre
compatriote Philippe Bogaert, qui dirigeait une
entreprise de relations publiques au Qatar, mais qui
se trouve dans une situation difficile à la suite de
problèmes professionnels. Depuis septembre 2008,
il est retenu au Qatar et n'obtient pas l'autorisation
de quitter le pays.
Quels sont les efforts déployés pour aider
M. Bogaert ? Quels sont les obstacles l'empêchant
d'obtenir son autorisation de quitter le territoire ?
Existe-t-il d'autres « otages dissimulés » ?
03.02
Staatssecretaris
Olivier
Chastel
(Nederlands): De heer Bogaert was tot voor kort
general manager van de firma Dialogic Qatar met
als aandeelhouders een Qatarese onderdaan en de
Belgische firma Dialogic S.A. Het bedrijf is failliet
en er lopen rechtszaken over, ingespannen door de
Qatarese aandeelhouder en een sponsor.
Volgens de Qatarese wet kan een sponsor een
uitreisvisum weigeren, wat vaak voorkomt in de
wetgeving van de Golfstaten. Onze ambassade en
Buitenlandse Zaken krijgen nul op het rekest in
deze zaak omdat de bestaande Qatarese wetgeving
geen ruimte laat om tussen te komen in
rechtszaken of in te gaan tegen de beslissing van
de sponsor.
Het Belgische moederbedrijf van Dialogic Qatar
staat in contact met een Qatarees advocatenbureau
met het oog op de gerechtelijke vereffening van
Dialogic Qatar. Dat kan een belangrijke stap zijn
naar een oplossing voor de heer Bogaert.
03.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
néerlandais) : Il y a peu de temps, M. Bogaert était
encore directeur général de l'entreprise Dialogic
Qatar dont les actionnaires étaient un ressortissant
qatari et l'entreprise belge Dialogic S.A. L'entreprise
a été déclarée en faillite et des affaires judiciaires
intentées par l'actionnaire qatari et un sponsor sont
en cours.
Selon la loi du Qatar, un sponsor peut refuser
l'octroi d'un visa de sortie, disposition apparaissant
fréquemment dans la législation des États du Golfe.
Les requêtes formulées dans ce dossier par notre
ambassade et le ministère des Affaires étrangères
restent sans suite, la législation du Qatar
n'autorisant aucune intervention dans des dossiers
judiciaires ni aucun recours contre la décision du
sponsor.
La société mère belge de Dialogic Qatar est en
contact avec une étude d'avocats sur place en vue
d'obtenir la liquidation judiciaire de Dialogic Qatar. Il
pourrait s'agir d'une étape importante dans la
résolution du cas de M. Bogaert.
Volgens onze ambassade in Qatar zijn in het
verleden gelijkaardige gevallen voorgekomen met
Europeanen. Op dit moment heb ik geen weet van
andere landgenoten voor wie een uitreisverbod
geldt. Vroeger is dit wel al gebeurd.
Selon notre ambassade au Qatar, des cas
similaires concernant des ressortissants européens
se sont déjà présentés dans le passé. Je n'ai
actuellement
pas
connaissance
d'autres
compatriotes qui ne seraient pas autorisés à quitter
le pays. Des cas similaires se sont cependant déjà
présentés par le passé.
03.03 Jan Jambon (N-VA): Ik begrijp dat we in dit
dossier uitgespeeld zijn en dat men het
gerechtelijke pad moet bewandelen, via een
vereffening.
03.03 Jan Jambon (N-VA) : Si je comprends bien,
nous n'avons plus d'arguments à faire valoir dans le
cadre ce dossier et il faudra emprunter la voie
judiciaire, passant par une liquidation de la société.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Bruno Tuybens aan de
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse
04 Question de M. Bruno Tuybens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Zaken over "de mogelijke toepassing van de
doodstraf in Jemen" (nr. 13601)
étrangères sur "l'application éventuelle de la
peine de mort au Yémen" (n° 13601)
04.01 Bruno Tuybens (sp.a): Het openbaar
ministerie van Jemen wil de maximumstraf, dus de
doodstraf, toepassen op terreurverdachten die op
18 januari 2008 een konvooi met toeristen onder
vuur namen, waarbij jammer genoeg twee Vlaamse
toeristen om het leven kwamen en een andere
gewond raakte.
De aanslag werd terecht streng veroordeeld en de
daders mogen hun straf niet ontlopen, maar we zijn
het er over eens dat de doodstraf de extreme
negatie is van het recht op leven. De rechten van de
mens zijn onvervreemdbaar: ze worden niet
afgenomen door slecht gedrag.
Zelfs in deze dramatische omstandigheden is het
belangrijk dat ons land het ondubbelzinnige signaal
geeft dat de doodstraf niet kan worden
uitgesproken, maar dat de rechtbank een straf zou
uitspreken
conform
de
internationale
mensenrechtenstandaarden.
Is de minister bereid de autoriteiten van Jemen te
contacteren met dergelijke boodschap? Welke
concrete stappen zal hij ondernemen om deze
boodschap over te brengen? Is hij bereid hierover
verslag uit te brengen aan het Parlement?
04.01 Bruno Tuybens (sp.a) : Au Yémen, le
ministère public a requis la peine maximum, à
savoir la peine de mort, contre des terroristes
présumés qui ont ouvert le feu, le 18 janvier 2008,
sur un groupe de touristes parmi lesquels deux
touristes flamands ont malheureusement perdu la
vie alors qu'un troisième était blessé.
Cet attentat a été sévèrement condamné, à juste
titre, et ses auteurs ne peuvent pas se soustraire à
leur peine mais nous considérons la peine de mort
comme la négation ultime du droit à la vie. Les
droits de l'homme sont inaliénables : nul ne peut en
être privé en raison d'un mauvais comportement.
Il est important que, même dans des circonstances
aussi graves, notre pays lance un signal clair et
net : le tribunal ne peut pas prononcer la peine de
mort, il doit infliger une peine conforme aux normes
internationales en matière de droits de l'homme.
Le ministre est-il disposé à transmettre ce message
aux autorités yéménites ? Quelles initiatives
concrète prendra-t-il à cette fin ? Est-il disposé à
faire rapport au Parlement sur ce point ?
04.02
Staatssecretaris
Olivier
Chastel
(Nederlands): De situatie wordt nauwgezet
opgevolgd. Een Belgische rogatoire commissie was
in maart 2009 ter plaatse. Uiteindelijk verklaarde de
Jemenitische minister van Binnenlandse Zaken dat
de vermoedelijke daders van de aanslag tijdens een
raid omgekomen waren.
04.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
néerlandais) : Nous suivons de très près la situation
que vous évoquez. Une commission rogatoire belge
était sur place en mars 2009. Le ministre yéménite
de l'Intérieur a finalement déclaré que les auteurs
présumés de l'attentat sont décédés pendant un
raid.
De minister van Buitenlandse Zaken was dus
verrast in januari 2009 te vernemen dat er een
proces werd geopend tegen zestien terroristen,
waarvan
enkelen
werden
beschuldigd
van
betrokkenheid bij de aanslag. Volgens de
Jeminitische overheid gaat het echter niet om
daders, maar om handlangers. Zij worden
beschuldigd van verschillende aanslagen, niet
alleen op die op onze landgenoten.
Het ministerie uit zijn ongerustheid over beweringen
dat de verklaringen door foltering zouden zijn
afgedwongen.
We
zullen
gepaste
acties
ondernemen naar gelang van de evolutie van het
dossier.
Aangezien er ook Jemenieten omgekomen zijn bij
de aanslag, kunnen we verwachten dat die families
de doodstraf zullen vragen. Een gevangenisstraf
Le ministre des Affaires étrangères a donc été
surpris d'apprendre, en janvier 2009, qu'un procès
avait été ouvert contre seize terroristes, dont
certains accusés d'être impliqués dans l'attentat.
Selon les autorités yéménites, il ne s'agit toutefois
pas d'auteurs mais de complices. Ils sont accusés
de plusieurs attentats, et donc pas uniquement de
celui qui a ciblé nos compatriotes.
Le ministère s'inquiète des allégations selon
lesquelles les déclarations auraient été obtenues
sous la torture. Nous entreprendrons des actions
appropriées en fonction de l'évolution du dossier.
Étant donné que des Yéménites ont également
trouvé la mort dans cet attentat, nous pouvons nous
attendre à ce que les familles réclament la peine de
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
zullen zij niet aanvaarden. België zal blijven
herhalen dat het de doodstraf veroordeelt.
mort
et
n'acceptent
pas
une
peine
d'emprisonnement. La Belgique continuera à
répéter qu'elle condamne la peine de mort.
04.03 Bruno Tuybens (sp.a): Ik ben ervan
overtuigd dat de minister de nodige signalen zal
geven dat ons land de doodstraf veroordeelt. Ik
hoop dat de gepaste acties voldoende zullen zijn. Ik
zal hier zeker op terugkomen.
04.03 Bruno Tuybens (sp.a) : Je suis convaincu
que le ministre ne manquera pas d'indiquer que
notre pays condamne la peine de mort. J'espère
que les actions appropriées s'avéreront suffisantes.
Je reviendrai certainement sur la question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de eerste vaststellingen van de
'Business Council' met betrekking tot de
Belgische economische belangen in
het
buitenland" (nr. 13470)
05 Question de M. Xavier Baeselen au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les premières constatations du
business council sur les intérêts économiques
belges à l'étranger" (n° 13470)
05.01 Xavier Baeselen (MR): Mijn vraag was
gericht aan de minister van Buitenlandse Zaken,
maar momenteel zien we hem niet vaak meer in
onze commissie.
De voorzitter: We zullen hem daarop wijzen;
normaal zou hij volgende week aanwezig moeten
zijn.
05.01 Xavier Baeselen (MR) : Ma question était
adressée au ministre des Affaires étrangères, mais
on ne le voit plus beaucoup en ce moment au sein
de notre commission.
Le président : Nous lui en ferons la remarque, il
devrait être là la semaine prochaine.
05.02 Xavier Baeselen (MR): De Business
Council, een informele groep van 38 CEO's uit het
hele land, is op initiatief van de minister van
Buitenlandse Zaken bijeengekomen om het imago
van ons land op het gebied van de handel, de
investeringen en ons menselijk kapitaal te
verbeteren en om de positieve krachten te bundelen
en daarbij de belangen van de verschillende
Gemeenschappen en Gewesten van ons land te
overstijgen.
Die informele groep pleitte voor een globale
strategie en een platform voor samenwerking
tussen de verschillende agentschappen en tussen
de federale regering en de handelsgemeenschap.
Het was de bedoeling om onze troeven in de kijker
te plaatsen in een periode van ongunstige
wereldhandelsconjunctuur.
Wat zijn de conclusies van het rapport van die
Business Council? Zal de minister op grond van dit
rapport
samen
met
de
verschillende
Gemeenschappen
en
Gewesten
initiatieven
nemen?
05.02 Xavier Baeselen (MR) : Le Business
Council, un groupe informel de trente-huit CEO de
tout le pays, s'était réuni sur l'initiative du ministre
des Affaires étrangères afin de défendre l'image de
la Belgique sur le plan du commerce, des
investissements et de notre capital humain, pour
fédérer les énergies positives au-delà des intérêts
des différentes Communautés et Régions de notre
pays.
Ce groupe informel avait plaidé pour une stratégie
globale et une plate-forme de coopération entre les
différentes agences, entre le gouvernement fédéral
et la communauté commerciale. Il s'agissait de
mettre en valeur nos avantages à une période où la
conjoncture commerciale mondiale n'est pas
favorable.
Quelles sont les conclusions du rapport de ce
Business Council ? Le ministre compte-t-il prendre
des initiatives avec les différentes Communautés et
Régions sur base de ce rapport ?
05.03 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans) :
Dankzij die informele groep van CEO's, die zijn visie
met betrekking tot de prioritaire taken uiteenzet, is
het departement Buitenlandse Zaken betrokken bij
de bevordering van onze economische belangen.
05.03 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : Ce groupe informel de CEO, qui fait
connaître sa vision des missions prioritaires, permet
au département des Affaires étrangères d'être
impliqué dans la promotion de nos intérêts
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
Er wordt sterk aangedrongen op de uitwerking van
een langetermijnplan, met een strategie en een
analyse van de pijnpunten op het gebied van de
buitenlandse handel en van de bevordering van de
investeringen, die moeten worden bijgestuurd.
Daarnaast wordt ook gewezen op de noodzaak van
een benchmarking met betrekking tot onze
aanwezigheid en diverse geleverde prestaties.
De CEO's, die bezorgd zijn om ons zwak imago en
onze behoefte aan menselijk kapitaal, pleiten voor
overleg en dringende maatregelen. Onder het
voorzitterschap van de FOD Buitenlandse Zaken
heeft er een coördinatievergadering van de
economische
diplomatie
(CODEED)
plaatsgevonden.
De aanbevelingen van de Business Council werden
opgenomen
in
de
agenda
van
dat
intergouvernementeel overlegorgaan, dat zich zal
beraden over de manier waarop een en ander ten
uitvoer moet worden gelegd.
Op grond van de aanbevelingen van de Business
Council zal er een imagoraad worden opgericht.
De diensten van de minister van Buitenlandse
Zaken zullen de koe bij de hoorns vatten. Ze zullen
wijzen op de beste praktijken en werk maken van
hun begeleidende taak. Op grond van de
aanbevelingen van de Business Council zullen er
aan de besluitvormingsorganen die onder de
federale
regering
en
de
gewestregeringen
ressorteren voorstellen op het stuk van de
implementatie worden voorgelegd.
économiques.
À côté d'une forte demande d'un plan à long terme
avec une stratégie et une analyse des points faibles
à corriger dans le domaine du commerce extérieur
et de la promotion des investissements, il existe
une nécessité de benchmarking concernant notre
présence et diverses prestations fournies.
Les CEO, préoccupés par notre très faible image et
notre besoin de capital humain, souhaitent une
concertation et des actions urgentes. Une réunion
de coordination de la diplomatie économique
(CODEED) a eu lieu sous la présidence du SPF
Affaires étrangères.
Les recommandations du Business Council furent
reprises dans l'agenda de cet organe de
concertation intergouvernemental, qui réfléchira à
des moyens pour les mettre en oeuvre.
Un conseil d'image sera mis sur pied sur la base
des recommandations du Business Council.
Les services du ministre des Affaires étrangères ne
laisseront pas traîner les choses. Ils signaleront les
meilleures pratiques et exécuteront leur tâche de
conseil de guidance. Des propositions d'exécution
issues des recommandations du Business Council
seront formulées aux organes de décision du
gouvernement fédéral et des gouvernements
régionaux.
05.04 Xavier Baeselen (MR): In deze tijden van
crisis is het wel degelijk nodig om het imago van
ons land op te poetsen. Ik hoop dat de
Gemeenschappen en Gewesten die boodschap
goed hebben begrepen!
05.04 Xavier Baeselen (MR) : Redorer l'image de
la Belgique à l'étranger est bien nécessaire en cette
période de crise. Puissent les Communautés et les
Régions entendre ce message !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de elektronische spionage van
China" (nr. 13528)
06 Question de M. Xavier Baeselen au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
sur
"l'espionnage
informatique
06.01 Xavier Baeselen (MR): Op 29 april 2009
verklaarde de minister dat er geen aanwijzingen
waren over Chinese elektronische spionage van
onze netwerken bij de Belgische diplomatieke
posten in het buitenland. Maar er moesten nog
bijkomende analyses worden verricht (zie Beknopt
verslag 52 COM 541, blz. 24). Hoe staat het
daarmee vandaag?
06.01 Xavier Baeselen (MR) : Le 29 avril 2009, le
ministre affirmait qu'il n'y avait pas d'indice
d'espionnage informatique chinois de nos réseaux
dans les postes diplomatiques belges à l'étranger.
Des analyses complémentaires devaient cependant
être effectuées (voir Compte rendu analytique 52
COM 541, p. 24). Qu'en est-il aujourd'hui ?
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
06.02 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans): In
overleg met de Staatsveiligheid en de Algemene
dienst
inlichtingen
en
veiligheid
bij
Landsverdediging, werden de computers van een
aantal ambassades grondig gecontroleerd. Met die
controle hebben we geen onweerlegbare bewijzen
kunnen vinden voor pogingen tot infiltratie uit China.
Sommige elementen zetten er ons echter toe aan
het alarmniveau op te trekken.
De FOD Buitenlandse Zaken heeft een project
gelanceerd
om
de
bescherming
tegen
computercriminaliteit te verbeteren. We hebben
geen klacht ontvangen over een mogelijke infiltratie
van onze informaticasystemen, noch over de
infiltratie
van
de
informaticasystemen
van
ambassades of regeringsinstellingen op Belgisch
grondgebied. Dergelijke klachten zouden niet
rechtstreeks tot de FOD Buitenlandse Zaken gericht
worden.
06.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : Un contrôle approfondi des ordinateurs
en provenance de certaines de nos ambassades a
eu lieu, en concertation avec la Sûreté de l'État et le
service général de renseignements et de sécurité à
la Défense. Ce contrôle n'a pas permis de trouver
des preuves irréfutables de tentatives d'infiltration
venant de Chine. Certains éléments nous incitent
cependant à augmenter le niveau d'alerte.
Le SPF Affaires étrangères a lancé un projet pour
améliorer la protection contre la cyber-criminalité.
Nous n'avons pas reçu de plainte concernant une
possible infiltration de nos systèmes informatiques,
ni
concernant
l'infiltration
de
systèmes
informatiques d'ambassades ou d'institutions
gouvernementales situées sur le territoire belge. De
telles plaintes ne seraient pas adressées
directement au SPF Affaires étrangères.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de ratificatie door Frankrijk van het
Avenant bij de Overeenkomst tussen België en
Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting"
(nr. 13536)
07 Question de M. Josy Arens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la ratification par la France de l'Avenant à la
Convention entre la Belgique et la France tendant
à éviter les doubles impositions" (n° 13536)
07.01 Josy Arens (cdH): Op 26 maart 2009
hebben we het wetsontwerp houdende instemming
met het Avenant bij de Overeenkomst tussen België
en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting
goedgekeurd.
In
België is
de
procedure
ondertussen afgerond, maar in Frankrijk is men nog
niet zover.
Beschikt u over informatie waaruit blijkt dat de
ratificatieprocedure in het Franse Parlement
spoedig haar beslag zou kunnen krijgen, of dreigt
een of ander nieuw politiek knelpunt de voortgang
te belemmeren?
Welke gevolgen heeft dat avenant, in afwachting
van de ratificatie door Frankrijk, voor de Belgisch-
Franse grensarbeiders aan wie men enkele
maanden geleden heeft meegedeeld dat men klaar
was om die nieuwe teksten toe te passen?
07.01 Josy Arens (cdH) : Le 26 mars 2009, nous
avons adopté le projet de loi portant assentiment à
l'Avenant à la Convention tendant à éviter les
doubles impositions entre la France et la Belgique.
Si la procédure belge est actuellement terminée, il
n'en est pas de même du côté français.
Disposez-vous d'informations indiquant que la
procédure parlementaire française de ratification
pourrait s'effectuer dans les délais les plus brefs, ou
risque-t-on de se heurter à quelque nouvelle
difficulté politique ?
Dans l'attente de cette ratification par la France,
quelles sont les conséquences pour les frontaliers
belgo-français à qui l'on avait fait savoir, voici
quelques mois, que l'on était prêt à appliquer ces
nouveaux textes ?
07.02 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans): Het
Avenant werd bij wet van 7 mei 2009 goedgekeurd.
Tot op heden hebben we van de Franse overheid
nog geen antwoord ontvangen over de stand van de
Franse procedure. Wat de negatieve gevolgen van
dit dossier betreft, kan de minister van Buitenlandse
Zaken u alleen maar naar zijn collega van Financiën
07.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : L'Avenant a été approuvé par la loi du
7 mai 2009. Jusqu'à présent, nous n'avons pas
encore reçu de réponse des autorités françaises
concernant l'état de la procédure en France. Le
ministre des Affaires étrangères ne peut que vous
renvoyer à son collègue des Finances en ce qui
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
verwijzen. Technisch gezien is de minister van
Financiën verantwoordelijk voor de gevolgen.
concerne les conséquences préjudiciables. Les
conséquences de ce dossier sont techniquement du
ressort du ministre des Finances.
07.03 Josy Arens (cdH): Ik wil erop aandringen
dat het nodige zou worden gedaan om Frankrijk
ertoe te brengen schot te zetten met die ratificatie.
Ik vind het zinloos om nog langer te wachten om
druk uit te oefenen op Frankrijk opdat het land deze
zaak in orde zou brengen.
07.03 Josy Arens (cdH) : Je voudrais insister pour
que le nécessaire soit fait afin d'amener la France à
faire évoluer cette ratification. Je trouve inutile de
patienter encore avant de faire pression sur la
France pour qu'elle régularise la situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de opvang in België van Wit-
Russische kinderen slachtoffers van Tsjernobyl"
(nr. 13169)
08 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'accueil d'enfants biélorusses
victimes de Tchernobyl en Belgique" (n° 13169)
08.01
Muriel
Gerkens
(Ecolo-Groen!):
Verscheidene vzw's vangen elk jaar kinderen uit
Tsjernobyl op, die enige tijd in Belgische
gastgezinnen komen doorbrengen. Begin mei
vernam ik dat de president van Wit-Rusland ieder
land verzocht heeft een akkoord voor een nieuw
decreet inzake de opvang van die kinderen te
ondertekenen. Op 6 mei jongstleden had de
Belgische minister van Buitenlandse Zaken de
nodige formaliteiten nog niet vervuld.
Wat houdt dat door Wit-Rusland gevraagde
akkoord in?
Is men van plan het te ondertekenen? Wat is de
stand van zaken?
08.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : Différentes
ASBL accueillent chaque année des enfants de
Tchernobyl qui viennent passer un moment dans
des familles belges. Début mai, on m'a signalé que
le président de la République biélorusse demandait
à chaque pays de signer un accord visant à un
nouveau décret permettant l'accueil de ces enfants.
Le 6 mai, le ministre des Affaires extérieures belge
n'avait pas encore effectué les démarches
nécessaires.
En quoi consiste cet accord demandé par la
République de Biélorussie ?
A-t-on l'intention de signer ? Où en est-on ?
08.02 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans): De
minister van Buitenlandse Zaken heeft meegedeeld
dat België op 29 april een akkoord gesloten heeft
met de Wit-Russische autoriteiten.
De kinderen uit Tsjernobyl kunnen deze zomer voor
een gezondheidsvakantie naar België komen.
Ik ben evenwel niet tevreden met het antwoord dat
ik van het departement Buitenlandse Zaken
ontvangen heb, omdat het slechts een lacunair
antwoord op uw talrijke vragen bevat. Ik zal u een
bijkomend schriftelijk antwoord bezorgen.
08.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : Le ministre des Affaires étrangères a
annoncé que la Belgique était parvenue, le 29 avril,
à un accord avec les autorités biélorusses.
Les enfants de Tchernobyl pourront venir pour des
vacances de santé au cours de cet été.
La réponse qui m'est fournie par le département
des Affaires étrangères ne me satisfait guère et ne
répond que de façon lacunaire à vos questions,
auxquelles je fournirai un complément de réponse
par écrit.
08.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ik zou
inderdaad graag meer informatie krijgen.
08.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : Je
souhaiterais en effet disposer de davantage
d'éléments.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Philippe Henry aan de vice-
eersteminister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de kandidatuur van de heer Poncelet
09 Question de M. Philippe Henry au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la candidature de M. Poncelet comme directeur
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
voor de betrekking van directeur-generaal bij het
Internationaal Atoomagentschap" (nr. 13538)
général à l'Agence internationale de l'énergie
atomique" (n° 13538)
09.01 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Er moet
binnenkort een nieuwe voorzitter worden aangesteld
bij het Internationaal Atoomagentschap (IAEA). De
technische bekwaamheid en de sectorkennis van
de heer Poncelet mogen dan niet ter discussie
staan, toch plaats ik vraagtekens bij het feit dat de
regering hem steunt als kandidaat voor het IAEA-
voorzitterschap, terwijl hij tot voor kort nog actief
was bij de groep Areva.
De heer Magnette heeft me doorverwezen naar de
minister van Buitenlandse Zaken en wees erop dat
die kandidatuur op 22 april 2009 door het
kernkabinet werd goedgekeurd zonder dat hij zelf in
dat dossier was gekend (zie Beknopt Verslag 52
COM 570 van 26 mei 2009, blz. 6).
Op grond van welke criteria beslist de regering over
dergelijke kandidaatstellingen? Hoe kan men zeker
zijn van de onafhankelijkheid van de kandidatuur
van de heer Poncelet? Zou een verplichte minimale
wachttijd niet zinvol zijn voor de overstap van een
topfunctie
bij
Areva
naar
een
dergelijk
voorzitterschap?
09.01 Philippe Henry (Ecolo-Groen!) : La
présidence de l'Agence internationale de l'énergie
atomique
(AIEA)
doit
être
renouvelée
prochainement. Si le profil de M. Poncelet est
incontestable en matière technique et de
connaissance du secteur, je m'interroge néanmoins
sur le fait que le gouvernement soutienne sa
candidature à la présidence de l'AIEA, alors qu'il y a
peu, il était encore actif au sein du groupe Areva.
M. Magnette m'a renvoyé vers le ministre des
Affaires étrangères, rappelant que cette candidature
a été approuvée par le kern du 22 avril 2009, sans
que lui-même soit informée (voir Compte rendu
analytique 52 COM 570 du 26 mai 2009, p. 6).
Quels sont les critères de décision du
gouvernement pour ce type de candidature ?
Comment s'assurer du caractère indépendant de la
candidature de M. Poncelet ? Ne serait-il pas utile
d'imposer une période d'attente minimale entre une
fonction à la tête d'Areva et une telle présidence ?
09.02 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans): De
kandidatuur van de heer Poncelet paste in het
zoeken naar een oplossing voor de impasse waarin
men zich bleek te bevinden bij de stemming in
maart 2009 op de raad van gouverneurs van het
IAEA tussen de twee aanvankelijke kandidaten. Het
klopt dat de kennisgeving aan het IAEA volgt op de
raadpleging van het kernkabinet van 22 april 2009
waar minister Magnette vertegenwoordigd was door
zijn vice-eersteminister.
Zodra hij door België aangesteld werd, heeft de
heer Poncelet ontslag genomen uit de functie die hij
sinds 2006 in de privésector waarneemt. Daarvoor
had hij een loopbaan van meer dan twintig jaar bij
de overheid opgebouwd.. Dankzij zijn opleiding als
ingenieur in kernfysica en zijn rijke beroepservaring
verwierf hij een grondige kennis van cruciale
nucleaire dossiers. Als lid van de Belgische regering
heeft de heer Poncelet aangetoond dat hij in staat is
complexe dossiers efficiënt te beheren en dat hij
aanleg voor consensus heeft. Zijn internationale
functies getuigen van uitstekende diplomatieke en
beheerscapaciteiten.
Bij de veelvoudige contacten met de lidstaten van
de raad van gouverneurs, stelden die lidstaten het
indrukwekkende curriculum van de heer Poncelet
en de unieke combinatie van politieke en technische
ervaringen op prijs.
09.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : La candidature de M. Poncelet s'inscrivait
dans la recherche d'une solution à l'impasse
apparue lors du vote en mars 2009 au conseil des
gouverneurs de l'AIEA entre les deux candidats
initiaux. La notification par la Belgique à l'AIEA a eu
lieu il est vrai après consultation du cabinet restreint
du 22 avril 2009 dans lequel le ministre Magnette
était représenté par sa vice-première ministre.
Dès sa désignation par la Belgique, M. Poncelet
s'est mis en congé de la fonction qu'il occupe
depuis 2006 dans le secteur privé. Avant cette date,
il a eu une carrière de plus de vingt ans dans le
secteur public. Sa formation d'ingénieur en
physique nucléaire et sa riche expérience
professionnelle lui ont permis d'acquérir une
connaissance approfondie des dossiers nucléaires
clefs. En tant que membre du gouvernement belge,
M. Poncelet a démontré sa capacité à gérer
efficacement des dossiers complexes et son sens
du consensus. Ses fonctions internationales
témoignent d'excellentes capacités diplomatiques et
de management.
Lors de multiples contacts avec des pays membres
du conseil des gouverneurs, ceux-ci ont apprécié le
curriculum impressionnant de M. Poncelet et la
combinaison unique d'expériences politiques et
techniques.
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
De directeur-generaal van het IAEA moet de
absolute onafhankelijkheid en de onpartijdigheid
van het secretariaat van het Agentschap
waarborgen. Dat is overigens evenzeer zo voor de
kandidatuur van de heer Poncelet als voor om het
even wie.
Le directeur général de l'AIEA doit assurer
l'indépendance et l'impartialité absolues du
secrétariat de l'Agence. Ceci vaut d'ailleurs pour la
candidature de M. Poncelet comme pour n'importe
quelle autre.
09.03 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Ik neem
nota van het feit dat mevrouw Onkelinx en de heer
Magnette elkaar kennelijk hadden kunnen spreken.
09.03 Philippe Henry (Ecolo-Groen!) : Je prends
acte du fait que Mme Onkelinx et M. Magnette
auraient visiblement pu se parler.
U heeft niet geantwoord op de vraag met betrekking
tot de criteria voor de aanstelling en de
doelstellingen die in het kader van een dergelijke
functie moeten worden nagestreefd. Dat probleem
rijst in de nucleaire sector, waar zeer deskundige
personen van de ene functie naar de andere
overstappen, een openbare functie inruilen voor een
functie in de privésector, waarbij de belangen uiterst
verschillend zijn. Er moeten waarborgen worden
verstrekt
op
het
stuk
van de absolute
onpartijdigheid, vooral in deze sector.
Vous n'avez pas répondu à la question sur les
critères de désignation et sur les objectifs d'une
telle fonction. Le problème se pose dans le secteur
nucléaire où des personnes très compétentes
passent d'une fonction à l'autre, d'une fonction
publique à une fonction privée, avec des intérêts
extrêmement différents. Il convient d'apporter des
garanties d'impartialité absolue, surtout dans ce
domaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan
de
vice-eersteminister
en
minister
van
Buitenlandse Zaken over "het geweld in Oost-
Congo" (nr. 13315)
10 Question de M. Georges Dallemagne au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les violences dans l'Est du
Congo" (n° 13315)
10.01
Georges
Dallemagne
(cdH):
De
Huturebellen van de FDLR (Forces Démocratiques
de Libération du Rwanda) vielen tijdens de nacht
van 11 op 12 mei het dorp Bingi aan, zo'n
100 kilometer ten zuiden van Butembo, in Noord-
Kivu, waarbij ze zowel het regeringsleger FARDC,
de VN-missie MONUC als het plaatselijke bestuur
tartten. Bij die gevechten zouden minstens
37 doden zijn gevallen. Volgens de UN Office for
the Coordination of Humanitarian Affairs in
Kinshasa zouden meer dan negentig personen,
waaronder een zestigtal burgers en een dertigtal
Congolese militairen, ongeveer tegelijk om het
leven zijn gekomen tijdens een andere aanval die
aan de FDLR wordt toegeschreven, in het dorp
Ekingi in Zuid-Kivu.
Kan u die informatie bevestigen? Hoeveel dorpen
werden er op die manier aangevallen? Welke tol
eisten al die aanvallen? Hoeveel personen zijn er
ontheemd en in welke omstandigheden? Deze
aanvallen kwamen er lang na de gezamenlijke
operatie die het Rwandese en het Congolese leger
begin dit jaar in Noord-Kivu tegen de FDLR
uitvoerden. Wat is de balans van die gezamenlijke
operatie? Hoe schat u de situatie in Oost-Congo in
op het politieke, het militaire en het humanitaire
vlak? Hoe werkt ons land verder aan een echt
10.01 Georges Dallemagne (cdH) : Les rebelles
hutu des FDLR ont attaqué, dans la nuit du 11 au
12 mai, la localité de Bingi, à 100 km au sud de la
ville de Butembo, au Nord-Kivu, défiant les Forces
armées congolaises (FARDC), la mission de l'ONU
(MONUC) et l'administration locale. Ces combats
auraient fait au moins 37 morts. D'après le Bureau
de coordination des affaires humanitaires de l'ONU
à Kinshasa, "plus de 90 personnes, parmi
lesquelles une soixantaine de civils et une trentaine
de militaires congolais" auraient été tuées à peu
près au même moment, lors d'une autre attaque
attribuée aux FDLR, dans la localité d'Ekingi au
Sud-Kivu.
Confirmez-vous ces informations ? Combien de
villages ont-ils été victimes d'attaques similaires?
Quel est le bilan complet de ces attaques ?
Combien de personnes ont-elles été déplacées et
dans quelles conditions ? Ces actes ont été
perpétrés bien après l'opération conjointe menée
par les armées rwandaise et congolaise au début
de l'année dans le Nord-Kivu contre les FDLR. Quel
bilan peut-on tirer de cette opération conjointe ?
Quelle évaluation faites-vous de la situation à l'Est
du Congo sur le plan politique, militaire et
CRABV 52
COM 592
16/06/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
vredesherstel in Oost-Congo?
humanitaire ? Quelles initiatives la Belgique
continue-t-elle à mener pour tenter de restaurer une
véritable paix à l'Est du Congo ?
10.02 Staatssecretaris Olivier Chastel (Frans): De
minister van Buitenlandse Zaken wenst te
onderstrepen dat hij uw bezorgdheid over de
jongste ontwikkelingen in Oost-Congo volledig
deelt. We zijn getuige van een onrustbarende
toename van de wraakacties.
De FDLR vielen in de nacht van 11 op 12 mei
inderdaad de plaats Bingi aan. In de nacht van 8 op
9 mei hadden ze Butalongola al aangevallen. Na die
aanval werd de aanwezigheid van de FARDC en
MONUC in de regio versterkt. Naar aanleiding van
de incidenten in Ekingi werd er een MONUC-team
ter plaatse gezonden om een onderzoek in te
stellen; we zijn nog niet op de hoogte van de
resultaten.
De minister heeft al uiteengezet hoe België politiek,
militair en humanitair aankijkt tegen de Umoja
Wetu-operatie. Zijn analyse is sindsdien niet
veranderd. Op politiek vlak valt vooral de detente in
de relaties tussen de RDC en Rwanda op. Rwanda
heeft een kandidaat voorgedragen voor de
betrekking van ambassadeur te Kinshasa en de
RDC heeft zijn vertegenwoordiger bij de CEPGL
aangesteld. Men stelt vast dat er vooruitgang werd
geboekt inzake de tenuitvoerlegging van het
akkoord dat op 23 maart gesloten werd tussen de
regering
en
de
gewapende
groeperingen,
waaronder het CNDP.
10.02 Olivier Chastel, secrétaire d'État (en
français) : Le ministre des Affaires étrangères
voudrait souligner qu'il partage entièrement vos
préoccupations
concernant
les
derniers
développements à l'Est du Congo. On assiste à une
inquiétante tendance à la multiplication des actions
de vengeance.
Les FDLR ont effectivement attaqué, la nuit du 11
au 12 mai, la localité de Bingi. Ils avaient attaqué, la
nuit du 8 au 9, Butalongola. Suite à cette attaque, la
présence des FARDC et de la MONUC avait été
renforcée dans la région. Au sujet des incidents
survenus à Ekingi, une équipe de la MONUC a été
envoyée sur place pour mener une enquête ; nous
n'avons pas encore été informés des résultats de
cette enquête.
Le ministre a déjà eu l'occasion d'indiquer quel bilan
la Belgique tire de l'opération Umoja Wetu sur les
plans politique, militaire et humanitaire. Son analyse
n'a pas changé depuis. Sur le plan politique, on
note surtout l'amélioration des relations entre la
RDC et le Rwanda. Le Rwanda a proposé un
candidat pour le poste d'ambassadeur à Kinshasa
et la RDC a nommé son représentant à la CEPGL.
On constate certaines avancées dans la mise en
oeuvre de l'accord signé le 23 mars entre le
gouvernement et les groupes armés, dont le CNDP.
Er moeten meer inspanningen worden geleverd om
sommige fundamentele problemen, zoals de illegale
exploitatie van natuurlijke rijkdommen of de kwestie
van het grondbezit, op te lossen. De gewapende
groepen konden door hun versnelde integratie in
het leger in eerste instantie worden geneutraliseerd,
maar dreigen zich nu uit dat proces terug te
trekken. Bovendien nemen de represailles van de
FDLR tegen de bevolking hand over hand toe.
In Kivu zijn grote vluchtelingenstromen op gang
gekomen. Het is moeilijk uit te maken welke groep
ontheemd is, en om welke redenen. Volgens
Okocha bevonden er zich eind mei ongeveer
anderhalf miljoen ontheemden in Noord-Kivu, op
een bevolking van ongeveer vijf miljoen mensen.
Sinds januari zijn meer dan 350.000 mensen hun
thuisland ontvlucht.
In Zuid-Kivu staan de FARDC op het punt om met
de steun van MONUC tegen de FDLR ten strijde te
trekken. België vreest dat het Congolese leger
Davantage d'efforts doivent être déployés pour
résoudre certains problèmes de fond, comme
l'exploitation illégale des ressources naturelles ou la
question foncière. Le processus d'intégration
accéléré des groupes armés dans l'armée a permis
de neutraliser ces groupes, mais ces derniers
menacent de se retirer du processus. Il y a aussi
une multiplication de représailles à l'encontre de la
population de la part des FDLR.
On constate des flux importants de déplacés dans
les Kivu. Il est difficile de déterminer quel groupe est
déplacé et pour quelles raisons. Selon Okocha, il y
avait fin mai près de 1,5 million de personnes
déplacées au Nord Kivu parmi une population
d'environ 5 millions. Plus de 350.000 personnes ont
été déplacées depuis janvier.
Au Sud Kivu, les FARDC sont sur le point de lancer
des opérations contre le FDLR avec l'appui de la
MONUC. La Belgique craint que l'armée congolaise
16/06/2009
CRABV 52
COM 592
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
onvoldoende getraind is, en dat dit offensief nefaste
gevolgen zal hebben voor de burgerbevolking.
MONUC benadrukt dat ze de FARDC zal steunen
en dat het evenmin een optie is om niets te
ondernemen tegen de FDLR. De kern van het
probleem is dat de Congolese autoriteiten niet bij
machte zijn om de enorme uitdagingen het hoofd te
bieden. België benadrukt dat er vooruitgang moet
worden geboekt op het stuk van de hervorming van
de Congolese veiligheidssector. Zowel op bilateraal
vlak als via de Europese Unie worden er daartoe
inspanningen gedaan.
ne soit pas suffisamment entraînée et que cette
offensive ne produise des effets négatifs sur la
population civile. La MONUC insiste sur le fait
qu'elle fournira un soutien aux FARDC et que ne
rien faire contre les FDLR ne constitue pas non plus
une option. Le problème de fond réside dans le fait
que les autorités congolaises ne sont pas en
mesure de faire face aux énormes défis qui se
posent. La Belgique insiste sur la nécessité de
réaliser des progrès sur le plan de la réforme du
secteur de la sécurité en RDC. Des efforts sont
consentis tant au niveau bilatéral qu'à travers
l'Union européenne.
België spoort ook andere partners, zoals de
Verenigde Staten, ertoe aan zich op die belangrijke
sector toe te leggen. De Congolese overheid zal
dergelijke gewelddaden op termijn immers enkel
kunnen onderdrukken als ze het leger en de politie
op duurzame wijze hervormt.
La Belgique encourage aussi d'autres partenaires,
comme les États-Unis, à s'investir dans ce secteur
important. En effet, les autorités congolaises ne
pourront à terme contenir de telles violences qu'à
condition de réformer durablement armée et police.
10.03 Georges Dallemagne (cdH): Ik vraag de
regering met aandrang alle nodige initiatieven te
blijven nemen om tot een oplossing te komen. Ik
onderschrijf uw analyse: de politieke situatie is erop
verbeterd, maar de veiligheid en de humanitaire
toestand niet. We moeten er alles aan doen opdat
de Congolese overheid haar verantwoordelijkheden
beter zou opnemen. Die kwestie zou tijdens
gesprekken met Congo regelmatig opnieuw aan de
orde moeten worden gesteld.
10.03 Georges Dallemagne (cdH) : J'encourage
le gouvernement à continuer à mener toutes les
initiatives nécessaires pour trouver des solutions. Je
partage votre analyse selon laquelle la situation
s'est améliorée sur le plan politique, mais pas sur
les aspects de la sécurité ni sur les questions
humanitaires. Nous devons tout faire pour que l'État
congolais assume mieux ses responsabilités. Cette
question devrait être remise régulièrement sur la
table lors de discussions avec le Congo.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.27 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15 h 27.