KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 439
CRABV 52 COM 439
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
maandag
lundi
02-02-2009
02-02-2009
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"ziekenhuisinfecties"
(nr. 9594)
1
- Mme Maya Detiège à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les infections nosocomiales"
(n° 9594)
1
- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de overlijdens naar
aanleiding
van
een
ziekenhuisopname"
(nr. 10280)
1
- Mme Kattrin Jadin à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les décès causés par une
hospitalisation" (n° 10280)
1
- mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
strijd
tegen
'vermijdbare' sterfgevallen in ziekenhuizen"
(nr. 10424)
1
- Mme Lieve Van Daele à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la lutte contre les décès
évitables dans les hôpitaux" (n° 10424)
1
Sprekers: Maya Detiège, Kattrin Jadin,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Kattrin Jadin,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Samengevoegde vragen van
6
Questions jointes de
6
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het oprichten van een
MUG-dienst te Halle" (nr. 9830)
6
- M. Luk Van Biesen à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la création d'un SMUR à Hal"
(n° 9830)
6
- de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het oprichten van een
MUG-dienst te Halle" (nr. 10006)
6
- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la création d'un SMUR à Hal"
(n° 10006)
6
Sprekers: Luk Van Biesen, Michel Doomst,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Luk Van Biesen, Michel Doomst,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
onverantwoord
voorschrijfgedrag en de overconsumptie van
kalmeermiddelen en antidepressiva in België"
(nr. 9552)
7
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
sur
"la
surprescription
et
la
surconsommation
d'antipsychotiques
et
d'antidépresseurs en Belgique" (n° 9552)
7
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
gebruik
van
antidepressiva" (nr. 9877)
7
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la consommation d'antidépresseurs"
(n° 9877)
7
Sprekers: Georges Gilkinet, Josée Lejeune,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Georges Gilkinet, Josée Lejeune,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de aankoop van boa-
metrostellen via Beliris" (nr. 9831)
8
Question de M. Luk Van Biesen à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'acquisition de rames de
métro Boa par le biais de Beliris" (n° 9831)
8
Sprekers: Luk Van Biesen, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Luk Van Biesen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
levering
van
geneesmiddelen aan apotheken" (nr. 9841)
9
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'approvisionnement
des médicaments dans les officines" (n° 9841)
9
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
11
Questions jointes de
11
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de algemene vaccinatie
van jonge meisjes tegen baarmoederhalskanker"
(nr. 9892)
11
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la vaccination généralisée
des jeunes filles contre le cancer du col de
l'utérus" (n° 9892)
11
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de algemene vaccinatie
tegen baarmoederhalskanker" (nr. 9929)
11
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "une campagne de vaccination
générale contre le cancer du col de l'utérus"
(n° 9929)
11
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het geven van bloed door
mannelijke homoseksuelen" (nr. 9964)
12
Question de Mme Zoé Genot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "les dons de sang des
homosexuels masculins" (n° 9964)
12
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
driejaarlijkse
preventieraadpleging in het kader van het
Nationaal Kankerplan" (nr. 9978)
15
Question de Mme Sarah Smeyers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la consultation de
prévention triennale dans le cadre du Plan
national de lutte contre le cancer" (n° 9978)
15
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de op 11 mei 2007
gewijzigde wet op het dierenwelzijn" (nr. 10001)
17
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la loi relative au bien-
être animal modifiée en date du 11 mai 2007"
(n° 10001)
17
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het tabaksgebruik door
19
Question de M. Georges Dallemagne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la consommation de
19
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
acteurs in films" (nr. 10030)
tabac des acteurs dans des films" (n° 10030)
Sprekers: Georges Dallemagne, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Georges Dallemagne, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
20
Questions jointes de
20
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de bemerkingen uit het
jaarverslag van het Dr. Willy Peers Centrum"
(nr. 10044)
20
- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les remarques contenues dans le
rapport annuel du Centre Dr Willy Peers"
(n° 10044)
20
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het stijgend aantal
abortussen" (nr. 10472)
21
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le nombre croissant d'avortements"
(n° 10472)
21
Sprekers: Sarah Smeyers, Koen Bultinck,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Sarah Smeyers, Koen Bultinck,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Samengevoegde vragen van
23
Questions jointes de
23
- de heer Georges Dallemagne aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het voortgezet gebruik van
asbest in de fabricageprocédés" (nr. 10165)
23
- M. Georges Dallemagne à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la poursuite de procédés
utilisant de l'amiante" (n° 10165)
23
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de bijlage XVII van Reach
betreffende asbest" (nr. 10182)
23
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'annexe XVII de Reach concernant
l'amiante" (n° 10182)
23
Sprekers: Georges Dallemagne, Muriel
Gerkens,
Laurette
Onkelinx,
vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Orateurs: Georges Dallemagne, Muriel
Gerkens, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de wettelijke norm voor de
elektromagnetische straling van gsm-masten"
(nr. 10186)
27
Question de M. François Bellot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la norme encadrant le
rayonnement
électromagnétique
des
antennes GSM" (n° 10186)
27
Sprekers:
François
Bellot,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
François
Bellot,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
uit
China
geïmporteerde sofa's die ernstige brandwonden
veroorzaken" (nr. 10188)
29
Question de M. François Bellot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "les victimes des fauteuils
responsables de brûlures très graves importés de
Chine" (n° 10188)
29
Sprekers:
François
Bellot,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
François
Bellot,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Olivier Destrebecq aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het gebruik van
botulismetoxine of Botox" (nr. 10158)
30
Question de M. Olivier Destrebecq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'usage de la toxine
botulique ou Botox" (n° 10158)
30
Sprekers: Olivier Destrebecq, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Orateurs: Olivier Destrebecq, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Sociale Zaken en Volksgezondheid
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de studie van het
Kenniscentrum
over
geriatrische
dagziekenhuizen" (nr. 10226)
32
Question de M. Koen Bultinck à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'étude du Centre d'expertise
sur les hôpitaux de jour gériatriques" (n° 10226)
32
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
33
Questions jointes de
33
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
verkoop
van
opwekkende
of
concentratieverhogende
geneesmiddelen" (nrs. 10324+10367)
33
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé
publique
sur
"la
vente
de
psychoanaleptiques ou de médicaments qui
stimulent la concentration" (nos 10324+10367)
33
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het Rilatineverbruik"
(nr. 10370)
33
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la consommation de Rilatine"
(n° 10370)
33
- mevrouw Christine Van Broeckhoven aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het oneigenlijke en/of
verkeerde
gebruik
van
medicatie
die
hersenfuncties/gedrag beïnvloedt" (nr. 10386)
33
- Mme Christine Van Broeckhoven à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'usage abusif et/ou
incorrect de médicaments qui agissent sur les
fonctions cérébrales et le comportement"
(n° 10386)
33
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het gebruik van Rilatine bij
studenten" (nr. 10415)
33
- Mme Els De Rammelaere à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la consommation de Rilatine
chez les étudiants" (n° 10415)
33
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de consumptie van
Rilatine" (nr. 10384)
33
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la consommation de Rilatine"
(n° 10384)
33
- mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het oneigenlijk gebruik
van medicatie" (nr. 10545)
33
- Mme Lieve Van Daele à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé
publique
sur
"l'usage
abusif
de
médicaments" (n° 10545)
33
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de consumptie van
Rilatine door studenten" (nr. 10662)
33
- de Mme Liesbeth Van der Auwera à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la consommation de
Rilatine par les étudiants" (n° 10662)
33
Sprekers: Christine Van Broeckhoven, Koen
Bultinck,
Laurette
Onkelinx,
vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Orateurs: Christine Van Broeckhoven, Koen
Bultinck, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
MAANDAG
02
FEBRUARI
2009
Namiddag
______
du
LUNDI
02
FEVRIER
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 15.32 uur en
voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
La réunion publique est ouverte à 15 h 32 par
Mme Muriel Gerkens, présidente.
De voorzitter: Vraag nr. 9537 van mevrouw
Pécriaux wordt in een schriftelijke vraag
omgevormd.
La présidente : La question n° 9537 de
Mme Pécriaux est transformée en question écrite.
01 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"ziekenhuisinfecties"
(nr. 9594)
- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de overlijdens naar
aanleiding
van
een
ziekenhuisopname"
(nr. 10280)
- mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
strijd
tegen
'vermijdbare' sterfgevallen in ziekenhuizen"
(nr. 10424)
01 Questions jointes de
- Mme Maya Detiège à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les infections nosocomiales"
(n° 9594)<br>- Mme Kattrin Jadin à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les décès causés par une
hospitalisation" (n° 10280)
- Mme Lieve Van Daele à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la lutte contre les décès évitables
dans les hôpitaux" (n° 10424)
01.01 Maya Detiège (sp.a): De zogenaamde
ziekenhuisinfectie treedt op bij de verzorging van
specifieke aandoeningen en vaak bij de meest
kwetsbare patiënten. De vermenigvuldiging van
invasieve medische ingrepen en de resistentie
tegen
antibiotica
zijn
bevorderlijk
voor
ziekenhuisinfecties, die zich in de voorbije twintig
jaar enorm gediversifieerd hebben. Het wordt
steeds moeilijker om ze te voorkomen, te
diagnosticeren of te behandelen. In ons land wordt
meer dan 5 procent van de ziekenhuispopulatie
ermee besmet en jaarlijks overlijden er ongeveer
3.400 patiënten aan de gevolgen ervan. Een
langere hospitalisatie van veel patiënten betekent
01.01 Maya Detiège (sp.a) : Les infections
nosocomiales se déclarent dans le cadre des soins
relatifs à des affections spécifiques et concernent
souvent les patients les plus vulnérables. La
multiplication des interventions médicales invasives
ainsi que la résistance aux antibiotiques favorisent
l'apparition de ces infections qui ont connu une
importante diversification au cours des 20 dernières
années. La prévention, le diagnostic ainsi que le
traitement de ces maladies sont de plus en plus
malaisés. Dans notre pays, plus de 5 % de la
population hospitalière est concernée et environ
3.400 patients meurent chaque année des suites de
ces infections. Le prolongement de la durée du
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
ook extra kosten.
séjour de certains patients à l'hôpital engendre un
surcoût.
Volgens deskundigen zou 20 tot 30 procent van de
infecties te vermijden zijn. Welke preventieve
maatregelen heeft de minister genomen? Welke
budgetten werden ter beschikking gesteld van de
ziekenhuizen voor de diagnose en behandeling?
Welke maatregelen overweegt de minister om het
aantal besmettingen in te dijken, zoals nieuwe
technieken of afzondering van patiënten? Hoe zal
de
minister
wetenschappelijk
onderzoek
stimuleren?
Selon les experts, 20 à 30 % des infections
nosocomiales seraient évitables. Quelles mesures
préventives la ministre a-t-elle prises ? Quels
budgets ont été mis à la disposition des hôpitaux
aux fins du diagnostic et du traitement de ces
infections ? Quelles mesures la ministre envisage-t-
elle de prendre pour endiguer leur prolifération ? Je
songe à de nouvelles techniques ou à l'isolement
des patients infectés. Comment la ministre compte-
t-elle encourager la recherche scientifique dans ce
domaine ?
01.02
Kattrin
Jadin
(MR):
Volgens
krantenberichten van 19 januari zouden er meer
doden vallen als gevolg van een ziekenhuisopname
dan in het verkeer. Het gaat hier, volgens het
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg,
wel degelijk om sterfgevallen als gevolg van een
letsel of een complicatie die te wijten is aan de
verzorging en niet aan het oorspronkelijke
ziektebeeld van de patiënt, concreet dus om een
ziekenhuisinfectie of om een medische fout.
Het baart ons vooreerst zorgen dat uw departement
niet over officiële cijfers beschikt. Het cijfer van
1.500 sterfgevallen per jaar berust op een
universitaire studie. Volgens het medisch korps
zouden adverse events zich slechts in zes à tien
procent van de ziekenhuisopnames voordoen.
Een tweede reden tot ongerustheid is dat heel wat
van die gevallen zouden kunnen worden voorkomen
indien de strikte veiligheids- en hygiënenormen in
acht werden genomen.
01.02 Kattrin Jadin (MR) : Les journaux du
19 janvier ont fait état du fait qu'il y aurait plus de
tués à la suite d'une hospitalisation que sur nos
routes. Il s'agit bien ici de décès, selon le Centre
fédéral d'expertise des soins de santé, faisant suite
à une lésion ou une complication imputable aux
soins plutôt qu'à la pathologie du patient, c'est-à-
dire à une infection nosocomiale ou à une erreur
médicale.
Première inquiétude : aucun recensement officiel
n'a été réalisé par votre département, le chiffre de
quinze cents décès par an se basant sur une étude
universitaire. Le corps médical estime, quant à lui,
que les évènements indésirables ne touchent que
six à dix pour cent des admissions hospitalières.
Deuxième inquiétude : bon nombre de ces cas
pourraient être évité si les normes de sécurité et
d'hygiène strictes étaient respectées.
Onze medeburgers weten dat de geneeskundige
verzorging in ons land uitstekend is. Niettemin
gebeuren er nog te veel medische fouten, en het is
onthutsend vast te stellen welke juridische
lijdensweg er soms moet afgelegd worden om een
schadeloosstelling te bekomen.
Welke maatregelen werden er getroffen om dat
probleem aan te pakken? Is of komt er een officiële
registratie van die sterfgevallen? U heeft een plan
aangekondigd om dat verschijnsel te bestrijden.
Kan u in detail het budget en het tijdpad van de
maatregelen uit dat plan toelichten? U heeft het
over een veiligheidsbeheerssysteem voor de
patiënten, waar reeds 90 procent van de
ziekenhuizen zich bij zouden hebben aangesloten.
Wanneer volgt de resterende 10 procent?
Nos concitoyens savent qu'ils bénéficient de soins
médicaux de grande qualité. Néanmoins, trop
d'erreurs médicales subsistent et leur réparation
judiciaire laisse parfois perplexe.
Quelles dispositions sont-elles mises en oeuvre
pour y remédier ? Qu'en est-il d'un recensement
officiel de ces décès ? Pouvez-vous donner le détail
budgétaire et le calendrier des mesures du plan que
vous annoncez pour réduire ce phénomène ? Vous
évoquez un système de gestion de la sécurité des
patients auquel 90 % des hôpitaux auraient déjà
adhéré. Qu'en est-il des 10 % qui restent ?
01.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ziekenhuisinspecties zijn al jaren een belangrijk
aandachtspunt. De federale overheid sloot
contracten met de Belgische ziekenhuizen af en ze
voorziet sinds 2007 in een bijkomende structurele
01.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) :
Les
infections
nosocomiales
retiennent toute notre attention depuis de
nombreuses années. L'État fédéral a signé à cet
égard des contrats avec les hôpitaux belges et,
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
financiering voor de ziekenhuizen om de
patiëntenveiligheid te verhogen.
In het kader van die contracten werd een
meerjarenplan tot 2010 uitgewerkt. Daarin staat dat
in de loop van 2010 alle Belgische ziekenhuizen
moeten beschikken over een meld- en leersysteem
voor
incidenten
en
bijna-incidenten.
De
ziekenhuizen worden eveneens ondersteund in het
leren uitvoeren van retrospectieve en proactieve
analysemethodes.
Er
moet
een
patiëntenveiligheidscultuur in de ziekenhuizen
komen. Daartoe zal men werken met indicatoren
om het beleid op het vlak van patiëntenveiligheid te
sturen. Tegen 2012 dienen alle Belgische
ziekenhuizen te beschikken over een operationeel
veiligheidsmanagementsysteem.
In 2007-2008 werd voor dat contract 6,8 miljoen
euro uitgetrokken, in 2008-2009 was dat
7,2 miljoen. Voor de de begeleiding van de
ziekenhuizen is in een bedrag van 700.000 euro
voorzien. Daar komt nog 240.000 euro bij voor het
meld- en leersysteem en 700.000 euro voor het
implementeren van zorgbundels werd 700.000 euro
voorzien.
Voor
klinische
farmacie
werd
1.250.000 euro uitgetrokken.
depuis 2007, il accorde un financement structurel
supplémentaire aux hôpitaux afin d'augmenter la
sécurité des patients.
Dans le cadre de ces contrats, un plan pluriannuel
qui courra jusqu'en 2010 a été échafaudé. Il y est
prévu que, dans le courant de l'année 2010, tous
les hôpitaux belges devront disposer d'un système
de notification des incidents et quasi-incidents, et
d'acquisition d'une expérience utile à partir de cette
notification. Dans le cadre de ce système, on aidera
aussi les hôpitaux à apprendre à utiliser des
méthodes d'analyse rétrospectives et proactives.
Une culture de la sécurité des patients avant tout
devra se développer en milieu hospitalier. À cette
fin, l'on mettra à profit des indicateurs destinés à
piloter la politique suivie sur le plan de la sécurité
des patients. D'ici à 2012, tous les hôpitaux belges
devront en outre être dotés d'un système
opérationnel de gestion de la sécurité.
En 2007-2008, 6,8 millions d'euros ont été réservés
pour le financement de ce contrat. En 2008-2009,
un montant de 7,2 millions d'euros a été prévu. Aux
fins
de
l'accompagnement
des
hôpitaux,
700.000 euros ont été provisionnés, auxquels il faut
encore ajouter 240.000 euros pour le système de
notification et d'apprentissage, et 700.000 euros
pour la mise en oeuvre des bouquets de soins.
Enfin, 1.250.000 euros ont été réservés pour la
pharmacie clinique.
Wat de preventie van ziekenhuisinfecties betreft,
hebben het Belgian Antibiotic Policy Coordination
Committee (BAPCOC) en het Federaal Platform
voor Ziekenhuishygiëne (FPZ) de voorbije jaren
reeds enkele belangrijke initiatieven genomen.
Reeds in 2002 werden negen regionale platformen
gecreëerd. Elk platform krijgt jaarlijks 2.500 euro
voor zijn werking. In 2007 werden nieuwe normen
voor ziekenhuishygiëne gepubliceerd. Bovendien
werd
de
recurrente
financiering
voor
ziekenhuishygiëne in de acute ziekenhuizen
verhoogd met 4,3 miljoen euro.
En ce qui concerne les infections nosocomiales, le
Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee
(BAPCOC) et la Plate-forme fédérale pour l'hygiène
hospitalière (PFHH) ont déjà pris plusieurs
initiatives importantes au cours des dernières
années. Ainsi, chacune des neuf plate-formes
régionales mises en place dès 2002 se voit attribuer
annuellement un montant de 2.500 euros pour son
fonctionnement. En 2007, de nouvelles normes en
matière d'hygiène hospitalière ont été publiées. En
outre, le financement récurrent pour l'hygiène dans
les hôpitaux aigus a été augmenté de 4,3 millions
d'euros.
(Frans)
De
handenhygiëne
is
de
meest
doeltreffende preventie tegen ziekenhuisinfecties,
die meestal kunnen worden vermeden. Er werden in
dit verband in het verleden al twee succesvolle
nationale sensibilisatiecampagnes georganiseerd
en een derde is op 19 januari 2009 van start
gegaan.
In 2006 werd het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid verplicht mee te werken aan de
registratie van ziekenhuisinfecties en werden de
voorgestelde protocollen aangevuld.
(En français) L'hygiène des mains est le moyen de
prévention le plus efficace contre les infections
nosocomiales, qui sont pour la plupart évitables.
Nous avons déjà mené avec succès deux
campagnes nationales sur cette question, une
troisième a été lancée le 19 janvier 2009.
En 2006, la participation à l'enregistrement des
infections nosocomiales par l'Institut scientifique de
santé publique a été rendue obligatoire et les
protocoles proposés ont été complétés.
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Uit een recente studie van het Kenniscentrum voor
de Gezondheidszorg blijkt dat 6,2 procent van de
patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen,
een ziekenhuisinfectie oplopen. Dat percentage is
vergelijkbaar met de cijfers in de andere Europese
landen. Het is de bedoeling om de twee jaar
dergelijke prevalentiestudies uit te voeren.
Dankzij de verschillende maatregelen namen de
resistentiecijfers af. Er zouden wel nog bijkomende
maatregelen moeten worden genomen in de
ziekenhuizen of afdelingen voor chronische en
psychiatrische patiënten en in de woon- en
zorgcentra. Het federale platform werkte een
voorstel uit om het aantal infecties die toe te
schrijven zijn aan de verzorging, in dat soort centra
terug te dringen. Samen met mijn collega's van de
Gewesten en de Gemeenschappen heb ik onlangs
beslist dat voorstel te toetsen aan de resultaten een
aantal proefprojecten die binnenkort van start zullen
gaan.
Une récente étude du Centre fédéral d'expertise a
montré que 6,2 % des patients hospitalisés étaient
atteints d'une infection nosocomiale. Ce résultat est
comparable au taux enregistré dans les autres pays
européens. Nous voulons poursuivre la réalisation
de telles études de prévalence tous les deux ans.
La combinaison de toutes les initiatives a produit
son effet, notamment sur les taux de résistance.
Cela étant, des initiatives supplémentaires devraient
être prises dans les hôpitaux chroniques et
psychiatriques ainsi que dans les centres
d'hébergement et de soins. La plate-forme fédérale
a rédigé une proposition en vue de la maîtrise des
infections liées aux soins dans ces centres. En
collaboration avec mes collègues des Régions et
des Communautés, je viens de décider que cette
proposition ferait l'objet d'une évaluation sur la base
de projets pilotes qui seront bientôt lancés.
Sommige ziekenhuisinfecties genezen snel, terwijl
andere zeer ernstig zijn. Men kan ze voorkomen
door de handen te wassen, wat op het eerste
gezicht een eenvoudige handeling lijkt. Maar in een
ziekenhuisomgeving moet dat methodisch en
bovenal regelmatig gebeuren. Het gaat evenwel de
goede kant uit. De hygiënecampagnes en plannen
werpen vrucht af.
Wat de incidentie betreft, zamelen we thans
systematisch de gegevens per ziekenhuis in, om op
grond daarvan statistische reeksen op te stellen.
Si certaines maladies nosocomiales guérissent
rapidement, d'autres sont très graves. Pour les
éviter, se laver les mains semble un exercice facile.
Mais en milieu hospitalier, il demande une certaine
méthode. En outre, il faut le faire fréquemment.
Pourtant, la situation évolue. Les campagnes et les
plans d'hygiène donnent d'excellents résultats.
En termes d'incidence, nous sommes en train de
recueillir systématiquement les résultats par hôpital,
de sorte que nous pourrons élaborer des séries
statistiques.
Tien procent van de ziekenhuizen, die 3 procent van
de bedden vertegenwoordigen, nemen niet of nog
niet deel aan het onderzoek. Het gaat om kleine
instellingen
die
een
forfaitaire
financiering
ontvangen, die evenwel ontoereikend is. Ik zou
willen dat dit verandert en dat alle ziekenhuizen
verplicht worden hieraan deel te nemen.
Dix pour cent des hôpitaux, qui représentent 3 %
des lits, ne participent pas ou pas encore à
l'enquête. Il s'agit d'établissements de petite taille
qui reçoivent un financement forfaitaire, insuffisant.
Je voudrais que cela change et que l'ensemble des
hôpitaux soient obligés de participer.
01.04 Maya Detiège (sp.a): Aangezien jaarlijks
3.400 mensen overlijden aan de gevolgen van een
ziekenhuisinfectie,
is
een
grootschalige
preventiecampagne inderdaad aangewezen in alle
ziekenhuizen. Het is goed dat de minister nog meer
preventie wil. Ik pleit er ook voor het gebruik van
antibiotica en pijnstillers opnieuw te evalueren. Er
was een campagne om artsen ervan bewust te
maken niet te snel antibiotica voor te schrijven,
maar in de praktijk worden nu wel hogere dosissen
voorgeschreven. Ook voor pijnstillers vinden we
steeds hogere dosissen op de markt. Een en ander
moet dringend worden herbekeken.
01.04 Maya Detiège (sp.a) : Une campagne de
prévention à grande échelle s'indique en effet dans
tous les hôpitaux, eu égard au nombre élevé de
décès - 3.400 - dus à une infection nosocomiale. Je
me félicite que la ministre entende accroître
davantage encore l'importance de la prévention. Je
plaide également pour une nouvelle évaluation de
l'utilisation des antibiotiques et des analgésiques.
Une campagne a été lancée dans le but de
convaincre les médecins de ne pas prescrire trop
aisément des antibiotiques. Cependant, nous
assistons actuellement à une augmentation des
doses prescrites. En ce qui concerne les
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
analgésiques
également,
on
observe
un
accroissement des doses vendues sur le marché. Il
est urgent de reconsidérer cette évolution.
01.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Als u
mij hierover een nota bezorgt, zal ik die laten
onderzoeken. Wat u zegt, is inderdaad belangrijk,
maar op dit ogenblik kan ik uw vraag niet
beantwoorden!
01.05 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Adressez-moi une note à ce sujet, je pourrai ainsi la
faire examiner. Ce que vous dites est effectivement
important, mais maintenant, je ne suis pas en
mesure de vous répondre !
01.06 Maya Detiège (sp.a): Ik zal dat doen.
01.06 Maya Detiège (sp.a) : Je procéderai de la
sorte.
01.07 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Ik heb
inderdaad niet dezelfde wetenschappelijke kennis
als u!
01.07 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
En effet, je ne possède pas vos connaissances
scientifiques !
01.08 Maya Detiège (sp.a): Ik zal het zo doen. In
elk geval stelt men bepaalde tendensen vast. Er
moet misschien een nieuwe campagne komen,
aangezien de minister toch veel wil investeren in de
bestrijding van de ziekenhuisbacterie.
01.08 Maya Detiège (sp.a) : Je procéderai de la
sorte. Mais quoi qu'il en soit, on constate certaines
tendances. Il conviendrait peut-être d'organiser une
nouvelle campagne puisque la ministre est
déterminée à investir massivement dans la lutte
contre la bactérie nosocomiale.
01.09 Kattrin Jadin (MR): De cumulatie van
verschillende initiatieven levert resultaat op. U heeft
me veel cijfers verstrekt en ik zal ze herlezen, want
ik heb niet de tijd gehad om kennis te nemen van
alle initiatieven van zowel de Gemeenschappen als
de federale overheid. De volledige sector ertoe
verplichten deel te nemen aan die campagnes is
een uitstekend initiatief. Wat handhygiëne betreft,
heb ik dezelfde ervaring als u, want mijn zus is arts.
Men moet de bevolking blijven sensibiliseren.
Volgens u kunnen sommige infecties vermeden
worden. Hoeveel procent van de ziekenhuisinfecties
kan vermeden worden?
01.09 Kattrin Jadin (MR) : Différentes initiatives
cumulées donnent des résultats. Vous m'avez
donné beaucoup de chiffres et je les relirai, n'ayant
pas eu le temps de prendre connaissance de toutes
les initiatives tant au niveau des Communautés que
du fédéral. Obliger l'ensemble du secteur à
participer à ces campagnes est une excellente
initiative. Au niveau de l'hygiène des mains, j'ai fait
la même expérience que vous car j'ai une soeur
médecin. Il faut continuer à sensibiliser le public.
Certaines infections sont évitables, dites-vous.
Quelle
est
la
proportion
de
contractions
nosocomiales évitables en milieu hospitalier ?
01.10 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik meen
30 procent.
01.10 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je pense qu'il s'agit de 30 %.
01.11 Kattrin Jadin (MR): U hoeft mij dat niet hic
et nunc mee te delen.
01.11 Kattrin Jadin (MR) : Je n'ai pas besoin du
chiffre d'urgence.
01.12 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Kan u
dan een schriftelijke vraag stellen?
01.12 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Procédez donc par question écrite.
01.13 Kattrin Jadin (MR): Ik wens u veel succes
met het uitvoeren van die initiatieven.
De voorzitter: Dit was een lang, maar belangrijk
debat. Wij beschikken ook over een rapport van het
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
(KCE) over vermijdbare ongelukken, waarin een
aantal aanbevelingen worden geformuleerd en dat u
kan raadplegen.
01.13 Kattrin Jadin (MR) : Je vous souhaite
beaucoup de succès dans la mise en oeuvre de ces
initiatives.
La présidente : Ce long chapitre était important.
Nous avons également un rapport du Centre fédéral
d'expertise des soins de santé (KCE) sur les
accidents
évitables,
comportant
des
recommandations et que vous pouvez consulter.
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het oprichten van een
MUG-dienst te Halle" (nr. 9830)
- de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het oprichten van een
MUG-dienst te Halle" (nr. 10006)
02 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la création d'un SMUR à Hal"
(n° 9830)<br>- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la création d'un SMUR à Hal"
(n° 10006)
02.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Het regionaal
ziekenhuis Sint-Maria van Halle komt vanaf 1
december 2008 in aanmerking voor een eigen
MUG-dienst en wil ook zijn PIT (paramedisch
interventieteam) behouden.
Werd door het ziekenhuis al een aanvraag
ingediend voor de oprichting van die MUG-dienst?
Klopt het dat er moeilijk urgentieartsen worden
gevonden en dat de MUG in Halle bijgevolg niet
voor onmiddellijk is? Zal er wel ooit een MUG
komen? Wat denkt de minister over het behoud van
een PIT-dienst naast een nieuwe MUG? Krijgt het
ziekenhuis subsidies voor de installatie van een
MUG en wat zijn de verdere stappen in dit lang
aanslepende dossier?
02.01 Luk Van Biesen (Open Vld) : L'hôpital
régional Sint-Maria de Hal entre en ligne de compte
à partir du 1er décembre 2008 pour la mise en
place d'un service SMUR propre. L'hôpital souhaite
également conserver son équipe PIT.
L'hôpital a-t-il déjà introduit une demande pour la
création d'un service SMUR ? Est-il exact qu'il est
difficile de trouver des médecins urgentistes et que
la mise en place du service SMUR à Hal ne pourra
pas se faire dans l'immédiat ? Sera-t-il d'ailleurs
jamais mis en place ? Que pense la ministre du
maintien d'un service PIT aux côtés du nouveau
service SMUR ? L'hôpital recevra-t-il des subsides
pour la création d'un service GUM et quelles sont
les autres étapes encore à franchir dans le cadre de
ce dossier ?
02.02 Michel Doomst (CD&V): Op 1 december
2008 ontvingen wij het nieuws dat de Vlaamse
regering aan het ziekenhuis van Halle een
erkenning verleende voor de installatie van een
MUG-dienst. Ook Zottegem en Geraardsbergen
kregen een erkenning. Wat moet er nu precies
gebeuren om die beslissing uit te voeren?
02.02 Michel Doomst (CD&V) : Nous avons
appris le 1
er
décembre 2008 que le gouvernement
flamand avait accordé à l'hôpital de Hal l'agrément
pour la création d'un service SMUR. Les hôpitaux
de Zottegem et de Grammont ont également obtenu
cet agrément. Quelles sont les étapes devant
conduire à la mise en oeuvre de cette décision ?
02.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Voor de historische achtergrond van deze kwestie
verwijs ik naar mijn antwoord van november 2008.
02.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Pour ce qui est d'un rappel historique
du dossier, je m'en réfère à la réponse que j'ai
donnée en novembre 2008.
Ik heb een nieuwe evaluatie laten uitvoeren van de
programmering van de MUG's in het Vlaamse
Gewest. Op basis van de bevolkingsaantallen kan
het aantal MUG's daardoor opgedreven worden van
42 tot 45.
De erkenning is echter een gewestelijke
bevoegdheid. Ik heb dus op 23 juli 2008 een brief
gestuurd naar Vlaams minister Vanackere, waarin
ik hem informeerde over de opportuniteit van een
MUG in Halle, Zottegem en Geraardsbergen. Ik heb
nog geen antwoord op die brief en ook nog geen
officiële aanvraag vanuit Halle. Als dat antwoord er
is, zal ik aan mijn diensten vragen om de
J'ai fait procéder à une nouvelle évaluation de la
programmation des SMUR en Région flamande.
Sur la base des chiffres de la population, le nombre
de SMUR, qui est aujourd'hui de 42, pourrait être
porté à 45.
L'agrément étant toutefois une compétence
régionale, j'ai écrit le 23 juillet 2008 au ministre
flamand Vanackere pour l'informer de l'opportunité
de créer un SMUR à Hal, à Zottegem et à
Grammont. Je n'ai pas encore reçu de réponse à ce
courrier et je n'ai pas non plus reçu de demande
officielle émanant de Hal. Quand j'aurai reçu une
réponse, je demanderai à mes services de préparer
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
financiering van de MUG voor te bereiden.
De gelijktijdige financiering van een PIT en een
MUG is momenteel niet gepland. Halle zal zich wel
kandidaat kunnen stellen voor een proefproject dat
ik dit jaar opstart en waarbij men binnen dezelfde
eenheid de functies van een MUG en een PIT kan
combineren.
le financement de ce SMUR.
Le financement simultané d'un PIT et d'un SMUR
n'est pas prévu pour le moment. Hal pourra certes
se porter candidate pour participer à un projet pilote
que je lancerai cette année et dans le cadre duquel
les fonctions d'un SMUR et d'un PIT pourront être
combinées au sein de la même unité.
02.04 Luk Van Biesen (Open Vld): Dit is niet
afgehandeld. Als Vlaams minister heeft de heer
Vanackere een bezoek gebracht aan de MUG van
Halle. Zijn antwoord dat hij de MUG erkent, is
blijkbaar nog niet door de Vlaamse regering aan het
federale niveau doorgestuurd. Blijkbaar worden er
in dit dossier voorbarige uitspraken gedaan en is
alles nog niet in kannen en kruiken.
02.04 Luk Van Biesen (Open Vld) : Ce dossier
n'est pas encore clôturé. Lorsqu'il était au
gouvernement
flamand,
M. Vanackere
avait
effectué une visite au SMUR de Hal. Sa réponse
selon laquelle le SMUR se verra octroyer un
agrément n'a apparemment pas encore été
transmise par le gouvernement flamand au niveau
fédéral.
Apparemment,
des
déclarations
prématurées sont faites dans ce dossier qui est
encore loin d'être bouclé.
02.05 Michel Doomst (CD&V): De minister is
blijkbaar maagdelijk onschuldig in dit dossier. We
zullen ons dus tot de Vlaamse regering en tot het
ziekenhuis van Halle moeten wenden om na te
gaan wanneer de volgende fases kunnen worden
uitgevoerd. De budgettaire ruimte is er blijkbaar, nu
moeten er dus operationele stappen worden gezet.
02.05 Michel Doomst (CD&V) : La ministre fait
apparemment preuve d'une innocence virginale
dans ce dossier. Nous devrons donc nous adresser
au gouvernement flamand et à l'hôpital de Hal pour
vérifier quand les prochaines phases pourront être
mises en oeuvre. Nous disposons apparemment de
la marge budgétaire nécessaire et il conviendra
donc à présent de passer à la phase opérationnelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het onverantwoord
voorschrijfgedrag en de overconsumptie van
kalmeermiddelen en antidepressiva in België"
(nr. 9552)
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
gebruik
van
antidepressiva" (nr. 9877)
03 Questions jointes de
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
sur
"la
surprescription
et
la
surconsommation
d'antipsychotiques
et
d'antidépresseurs en Belgique" (n° 9552)<br>- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
sur
"la
consommation
03.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): In onze
landen worden er buitensporig veel psychotrope
geneesmiddelen geslikt. Dit gebruik duidt op een
algemeen gevoel van onbehagen, maar er hangt
ook een hoog prijskaartje aan voor onze
gezondheidszorg. Toch zijn deze middelen niet altijd
het meest doeltreffende antwoord op het
vastgestelde ziektebeeld.
Uit een recente studie van de Christelijke Mutualiteit
blijkt dat dit type geneesmiddelen te vaak wordt
voorgeschreven en bovendien ook gebruikt wordt
voor kortetermijnbehandelingen, terwijl het slechts
doeltreffend is op lange termijn. Er zouden
bovendien
te
veel
nieuwe
farmaceutische
03.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Dans nos
pays,
la
consommation
de
médicaments
psychotropes est excessive. Elle indique un mal-
être généralisé, mais a aussi un coût important pour
notre système de soins de santé, tout en n'étant
pas toujours la réponse la plus efficace aux
pathologies.
Une étude récente de la Mutualité chrétienne
montre qu'il y aurait sur-prescription de ce type de
médicaments, dont on constate aussi l'usage pour
de courtes périodes alors qu'il est efficace à long
terme. Qui plus est, il y aurait sur-prescription de
nouvelles spécialités, toujours plus onéreuses.
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
specialiteiten worden voorgeschreven, die sowieso
duurder zijn. Dat is onder meer het geval voor
bepaalde antipsychotica.
Bent u op de hoogte van deze studie? Welke
maatregelen zal u treffen om hier wat aan te doen?
Is een betere terugbetaling van psychotherapie
geen alternatief voor het gebruik van dit type
farmaceutische specialiteiten?
C'est
notamment
le
cas
de
certains
antipsychotiques.
Avez-vous pris connaissance de cette étude ?
Quelles mesures comptez-vous prendre pour
remédier
à
cette
situation ?
Un
meilleur
remboursement des psychothérapies n'est-il pas
une alternative à l'usage de ce type de spécialités ?
03.02 Josée Lejeune (MR): Het gebruik van
antidepressiva en antipsychotica zou tussen 2002
en 2007 zijn toegenomen met 14 procent, terwijl het
aantal patiënten met 22 procent is gestegen.
Vrouwen en ouderen zouden vaker dit soort
behandelingen volgen, en sociaaleconomische
factoren zouden onmiskenbaar een rol spelen. Dit
zijn zorgwekkende cijfers. Hoe zal u dit probleem
oplossen? Moet het niet in de Commissie Artsen-
Ziekenfondsen worden besproken?
03.02 Josée Lejeune (MR) : Il semblerait qu'entre
2002 et 2007, la consommation d'antidépresseurs
et d'antipsychotiques ait augmenté de 14 %, pour
une augmentation de 22 % du nombre de patients.
L'utilisation de ces traitements serait plus
importante chez les femmes et chez les seniors et
des facteurs socio-économiques joueraient un rôle
incontestable. Ces chiffres sont inquiétants.
Comment
envisagez-vous
de
résoudre
ce
problème ? Ne devrait-il pas être abordé en
commission médico-mutualiste ?
03.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
studie van de Christelijke Mutualiteit illustreert het
verontrustende karakter van het gebruik van
antidepressiva en antipsychotica. Zoals ik al gezegd
heb, heb ik twee experts gevraagd een studie uit te
voeren over het gebruik van psychotrope middelen
in België. Ik heb net een eerste rapport ontvangen.
Bepaalde gegevens springen in het oog, zoals het
hoge aantal voorschriften voor antidepressiva en
antipsychotica zonder dat er daarvoor specifieke
indicaties zijn.
Ik heb het RIZIV gevraagd om voor eind februari
een stand van zaken van de psychomedicatie op te
stellen aan de hand van alle beschikbare bronnen.
Ik bereid ook een actielijst voor tegen eind februari.
Daarna zullen de pistes worden doorgepraat, meer
bepaald met de Nationale Commissie Artsen-
Ziekenfondsen.
Ik herinner er trouwens aan dat de Nationale
Commissie
Artsen-Ziekenfondsen
de
antidepressiva in het akkoord voor 2009 en 2010
heeft ingedeeld in die klassen waarvoor de artsen
zich ertoe verbonden hebben in 80 procent van de
gevallen in eerste instantie een behandeling op te
starten met de goedkoopste molecule. We zullen de
komende weken meer weten.
03.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'étude des Mutualités chrétiennes illustre le
caractère préoccupant de la consommation
d'antidépresseurs et d'antipsychotiques. Comme je
l'ai déjà dit, j'ai demandé à deux experts de me
fournir une étude sur l'utilisation des psychotropes
en Belgique. Un premier rapport vient de m'être
remis.
Certains
éléments
y
apparaissent
clairement : par exemple, la prescription importante
d'antidépresseurs et d'antipsychotiques en dehors
des indications.
J'ai déjà demandé à l'INAMI de faire, avant fin
février, un état des lieux de la psycho-médication
sur base de toutes les sources disponibles. Par
ailleurs, je prépare une liste d'actions pour fin
février. Des discussions sur ces pistes auront
ensuite lieu, notamment avec la Commission
nationale Medicomut.
À ce propos, je rappelle que la Commission
nationale Medicomut a inclus, dans son accord pour
2009 et 2010, les antidépresseurs dans les classes
pour lesquelles les médecins s'engagent à
commencer dans 80 % des cas un traitement avec
la molécule la moins chère. Nous en saurons un
peu plus dans les semaines qui viennent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de aankoop van boa-
metrostellen via Beliris" (nr. 9831)
04 Question de M. Luk Van Biesen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'acquisition
de rames de métro Boa par le biais de Beliris"
(n° 9831)</b>
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
04.01 Luk Van Biesen (Open Vld): De Brusselse
overheid zou met de middelen uit het Beliris-fonds
boa-metrostellen kunnen aankopen, maar volgens
sommige Brusselse ministers zijn er andere
prioriteiten. Tot 20 januari konden deze metrostellen
trouwens tegen gunstige voorwaarden gekocht
worden.
Kan de minister bevestigen dat de Beliris-gelden
gebruikt kunnen worden voor nieuwe boa-
metrostellen? Erkent de minister dat deze aankoop
een must is? Wat zijn haar prioriteiten?
04.01 Luk Van Biesen (Open Vld) : Alors même
que les autorités bruxelloises auraient la possibilité
d'acquérir des rames de métro Boa en recourant à
des moyens provenant du fonds Beliris, certains
ministres bruxellois mettent d'autres priorités en
avant. Ces rames de métro pouvaient d'ailleurs être
acquises à des conditions avantageuses jusqu'au
20 janvier.
La ministre peut-elle confirmer que le fonds Beliris
peut être sollicité pour l'achat de nouvelles rames
de
métro
Boa ?
Admet-elle
le
caractère
indispensable d'une telle acquisition ? En quoi
consistent ses priorités ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
totaal werd al 20 miljoen euro, verspreid over vier
jaar, uit het samenwerkingsakkoord Beliris gebruikt
voor de aankoop van boa-metrostellen. 25,5 miljoen
euro werd gefinancierd door de MIVB.
Bijakte 10, die loopt tot 2010, maakt duidelijk dat
alleen in 2008 5 miljoen werd uitgetrokken voor
boa's. Op 19 december kwamen de leden van het
samenwerkingscomité samen zonder een nieuwe
aanvraag in te dienen. Op de laatste vergadering
van 15 januari echter vroegen de gewestleden, na
een overleg in de gewestregering, om onmiddellijk
4,5 miljoen euro vrij te maken voor de aankoop van
nieuwe boa's. Dit geld was oorspronkelijk bestemd
voor de aanleg van de tramlijn op de Leopold III-
laan. Het samenwerkingscomité aanvaardde het
principe van een wijziging.
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Un montant total de 20 millions
d'euros provenant de l'accord de coopération Beliris
et échelonné sur une période de quatre ans a déjà
été débloqué pour l'acquisition de rames de métro
Boa, 25,5 millions d'euros ayant par ailleurs été
financés par la STIB.
L'avenant 10, applicable jusqu'en 2010, mentionne
expressément un investissement de 5 millions,
exclusivement réalisé en 2008, pour des Boa.
Aucune nouvelle demande n'a été introduite lors de
la réunion des membres du Comité de coopération
du 19 décembre. Lors de la dernière réunion du 15
janvier, les membres des Régions ont cependant
demandé, à la suite d'une concertation au sein du
gouvernement
régional,
de
débloquer
immédiatement une somme de 4,5 millions d'euros
pour l'acquisition de nouvelles rames. Ces fonds
étaient initialement destinés à l'aménagement de la
ligne de tram sur le boulevard Léopold III. Le
Comité de coopération a accepté le principe d'une
modification.
04.03 Luk Van Biesen (Open Vld): Ik volg dit op
bij de leden van het Brusselse Hoofdstedelijke
Gewest.
04.03 Luk Van Biesen (Open Vld) : J'examinerai
la question plus avant avec les responsables de la
Région de Bruxelles-Capitale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de levering van
geneesmiddelen aan apotheken" (nr. 9841)
05 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'approvisionnement des médicaments dans les
officines" (n° 9841)</b>
05.01 Josée Lejeune (MR): Ik wil de bevoorrading
van geneesmiddelen aan de apotheken bespreken.
Er zijn regelmatig moeilijkheden en bepaalde
groothandelaars en leveranciers leven de wetgeving
niet steeds na. Volgens het koninklijk besluit van 14
december 2006 betreffende geneesmiddelen voor
menselijk en diergeneeskundig gebruik moet de
05.01 Josée Lejeune (MR) : Je voudrais évoquer
l'approvisionnement des officines en médicaments.
Des difficultés sont régulièrement à déplorer et
certains grossistes et fournisseurs ne respectent
pas toujours la législation. Selon l'arrêté royal du
14 décembre 2006 relatif aux médicaments à usage
humain et vétérinaire, le grossiste répartiteur de
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
groothandelaar-verdeler
de
levering
bij
hoogdringendheid van de in de handel gebrachte
geneesmiddelen, uiterlijk binnen de 24 uur na de
bestelling kunnen verzekeren.
De laattijdige beschikbaarheid van bepaalde
producten of geneesmiddelen kan het lijden van de
patiënt verlengen, de doeltreffendheid van de
behandeling in gevaar brengen, lees schadelijke
gevolgen hebben voor de gezondheidstoestand van
de patiënten. Hoe reageert u op deze vaststelling?
Kunt u ons gegevens meedelen over de
onbeschikbaarheid van bepaalde farmaceutische
producten? Hoe kan dit probleem worden opgelost?
médicaments est tenu d'assurer la livraison
d'urgence des médicaments sur le marché, dans
les 24 heures de la commande au plus tard.
Lorsque certains produits ou médicaments sont
indisponibles dans les délais, cela peut prolonger la
souffrance, nuire à l'efficacité d'un traitement, voire
entraîner des effets désastreux sur l'état de santé
des patients. Comment réagissez-vous à cette
constatation ? Pouvez-vous communiquer des
données sur l'indisponibilité de certains produits
pharmaceutiques ? Comment y remédier ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en
Gezondheidsproducten belast met de bespreking
van de contingentering met de betrokken
beroepsverenigingen. Er zijn weinig gevallen per
jaar waarin geneesmiddelen onbeschikbaar zijn.
Wanneer dat toch gebeurt, bespreken het Federaal
Agentschap
voor
Geneesmiddelen
en
Gezondheidsproducten en de verantwoordelijke
onderneming de kwestie. In een tiental gevallen per
jaar neemt het Agentschap bijzondere maatregelen
voor essentiële geneesmiddelen waarvoor geen
therapeutisch alternatief bestaat.
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen
de gevallen: wanneer de groothandelaar-verdeler
de levering niet uiterlijk binnen de 24 uur uitvoert,
terwijl hij het geneesmiddel in voorraad heeft, wordt
het koninklijk besluit waarnaar u verwees,
toegepast. In 2008 heeft het Federaal Agentschap
geen gegronde klachten gekregen. Ook de graad
van hoogdringendheid moet worden beoordeeld en
men moet weten wie deze bepaalt. Dit begrip moet
worden bekeken in het kader van de algemene
wachtrol die de apothekers en de groothandelaars-
verdelers
verzekeren.
Er
is
sprake
van
onbeschikbaarheid wanneer de groothandelaar-
verdeler het geneesmiddel niet meer in voorraad
heeft en het niet bij de groothandelaar kan
verkrijgen.
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
J'ai chargé l'Agence des médicaments de discuter
des problèmes de contingentement avec les
associations professionnelles concernées. On
compte peu de cas d'indisponibilité par an. Quand
cela arrive, on discute entre l'Agence des
médicaments et la firme responsable du
médicament. Dans une dizaine de cas par an,
l'Agence prend des mesures particulières pour des
médicaments
essentiels
sans
alternative
thérapeutique.
Il faut distinguer les cas : s'il y a manquement à la
livraison dans les 24 heures maximum par le
grossiste répartiteur alors que celui-ci dispose du
médicament en stock, l'arrêté royal que vous avez
cité s'applique. En 2008, l'Agence fédérale n'a pas
reçu de plainte fondée. Il faut aussi évaluer le degré
d'urgence et savoir qui la détermine. Cette notion
doit être examinée dans le problème général de la
garde assurée par les pharmaciens d'officine et les
grossistes répartiteurs. On parle d'indisponibilité
quand le grossiste répartiteur n'a plus le
médicament en stock et ne peut plus l'obtenir du
distributeur en gros.
Ofwel is er een probleem met de fabricatie (geen
enkele
verpakking
beschikbaar
bij
de
groothandelaar-verdeler, de groothandelaar of de
fabrikant). Indien er een gelijkwaardige behandeling
op de Belgische markt bestaat, moet de
voorschrijvende arts instemmen met de afgifte van
dit gelijkwaardige geneesmiddel; indien er zo geen
middel bestaat, zijn er afwijkingen mogelijk voor de
invoer van een partij geneesmiddelen die niet voor
de Belgische markt werd geproduceerd. Dergelijke
problemen hebben slechts zelden tot gevolg dat
een bepaald middel niet beschikbaar is voor de
Soit c'est un problème de fabrication (aucun
conditionnement disponible chez le grossiste-
répartiteur, le distributeur en gros ou le fabricant).
S'il existe un traitement équivalent sur le marché
belge, le médecin prescripteur devra donner son
accord pour la délivrance de cet équivalent ; s'il n'en
existe pas, des dérogations sont possibles en vue
d'apporter un lot fabriqué pour un marché non
belge. Ce type de problème ne donne que rarement
lieu à des indisponibilités pour le patient, car la
firme pharmaceutique prend contact avec l'Agence
pour résoudre la difficulté avant la rupture de stock
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
patiënt, omdat het farmaceutisch bedrijf contact
opneemt met het Federaal Agentschap voor
Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten om het
probleem op te lossen nog vóór er geen
geneesmiddelen meer voorradig zouden zijn.
Ofwel gaat het om een probleem inzake
contingentering. In dat geval moet de onderneming
die het geneesmiddel in de handel brengt, de
bevoorrading van de groothandelaars-verdelers
stopzetten indien het vooropgestelde jaarlijkse
verkoopquotum overschreden is. De apotheker kan
de verpakkingen die hij nodig heeft, bestellen bij de
groothandelaars die de leveringen aan de markt in
het algemeen en de apotheker in het bijzonder
moeten verzekeren.
Er worden ten slotte een aantal wetswijzigingen
betreffende
de
leveringstermijn
en
het
contingenteringsprobleem
bestudeerd.
Deze
wijzigingen
zullen
worden
vastgelegd
na
raadpleging van de betrokken partners. Het
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en
Gezondheidsproducten organiseert midden april
een rondetafelgesprek met al deze partijen.
proprement dite.
Soit il s'agit d'un problème de contingentement. Il
revient alors à la firme responsable de la mise sur
le marché d'arrêter l'approvisionnement des
grossistes-répartiteurs
si
le
quota
annuel
prévisionnel des ventes est dépassé. Le
pharmacien peut commander les conditionnements
de médicaments dont il a besoin auprès des
distributeurs en gros qui sont tenus d'assurer la
fourniture du marché en général et du pharmacien
d'officine en particulier.
Enfin, des modifications législatives sont à l'étude
au sujet du délai de livraison et du problème du
contingentement. Ces modifications seront arrêtées
après consultation des partenaires impliqués.
L'Agence fédérale du médicament a prévu une
table ronde réunissant tous ces acteurs à la mi-
avril.
05.03 Josée Lejeune (MR): Ik zal de resultaten
van dit rondetafelgesprek afwachten.
05.03 Josée Lejeune (MR) : J'attendrai donc la
table ronde.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de algemene vaccinatie
van jonge meisjes tegen baarmoederhalskanker"
(nr. 9892)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de algemene vaccinatie
tegen baarmoederhalskanker" (nr. 9929)
06 Questions jointes de
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la vaccination généralisée
des jeunes filles contre le cancer du col de
l'utérus" (n° 9892)<br>- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "une campagne de vaccination
générale contre le cancer du col de l'utérus"
(n° 9929)</b>
06.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik
interpelleerde de minister hierover reeds op
24 september 2008. De federale regering betaalt
het vaccin tegen baarmoederhalskanker nu terug
voor meisjes tot 18 jaar. Het was echter de
bedoeling dat zowel de Vlaamse als de federale
regering het vaccin gratis zou geven aan alle
meisjes van twaalf. Iedereen was het er ook over
eens dat dit bij voorkeur gebeurt in het schoolmilieu,
en niet via een individuele, door het Riziv
terugbetaalde vaccinatie.
Bij de bespreking van de beleidsbrief van 2009 zei
06.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : J'ai déjà
interpellé la ministre à ce sujet le 24 septembre
2008. Le gouvernement fédéral rembourse
désormais le vaccin contre le cancer du col de
l'utérus pour les jeunes filles âgées de 18 ans au
plus. L'objectif consistait toutefois à ce que les
gouvernements flamand comme fédéral mettent
gratuitement le vaccin à la disposition à toutes les
jeunes filles de douze ans. Tout le monde s'était
également accordé pour dire que cette démarche
devrait de préférence s'effectuer dans le milieu
scolaire, et non par le biais d'une vaccination
individuelle, remboursée par l'INAMI.
Lors de l'examen de la note de politique de 2009, la
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
de minister dat ze hoopte dat het op de
interministeriële conferentie van de ministers van
Volksgezondheid in december tot een akkoord met
de Gemeenschappen zou komen, maar minister
Fonck van de Franstalige Gemeenschap heeft zich
daar opnieuw tegen de algemene vaccinatie verzet.
Het KB over de terugbetaling van vaccins en het
Belgische preventieprogramma voor 2009-2010 zijn
intussen in het Staatsblad verschenen.
Wat is de stand van zaken van de vaccinatie tegen
baarmoederhalskanker? Is de minister nog altijd
bereid om een terugbetaling uit te werken met de
Gemeenschappen die willen meewerken?
ministre avait dit espérer parvenir à un accord avec
les Communautés lors de la conférence
interministérielle des ministres de la Santé publique
en décembre, mais la ministre Fonck de la
Communauté française s'y est de nouveau opposée
à une vaccination générale. L'arrêté royal relatif au
remboursement des vaccins et le programme de
prévention belge pour 2009-2010 ont entre-temps
été publiés au Moniteur belge.
Où en est-on en matière de vaccination contre le
cancer du col de l'utérus ? La ministre est-elle
toujours disposée à prévoir un remboursement avec
les Communautés qui souhaitent collaborer ?
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Mijn diensten onderzoeken momenteel wat de
gevolgen zijn als de Gemeenschappen op dit vlak
een
verschillend
beleid
voeren.
Op
de
interkabinettenwerkgroep Kankerplan van 14 januari
stelde de Vlaamse Gemeenschap voor om artikel
56 van de wet van 14 juli 1994 op de verplichte
verzekering voor geneeskundige verzorging aan te
passen. De juridische diensten van het Riziv
onderzoeken dit voorstel momenteel.
De verdere timing zal afhangen van de oplossingen
die worden voorgesteld. De vaccinatiecampagne
behoort in elk geval tot de bevoegdheid van de
Gemeenschappen. Het Riziv zal morgen de
werkgroep Kankerplan meer vertellen over de
denkoefening die de juridische dienst heeft
gemaakt. Idealiter kan dit voorstel worden
goedgekeurd tijdens het interministerieel comité
voor de Volksgezondheid van 2 maart.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Mes services étudient actuellement
les
conséquences
d'éventuelles
politiques
différentes menées par les Communautés dans ce
domaine. Lors du groupe de travail intercabinets
Plan Cancer du 14 janvier, la Communauté
flamande a proposé d'adapter l'article 56 de la loi
du 14 juillet 1994 sur l'assurance obligatoire soins
médicaux. Les services juridiques de l'INAMI
étudient actuellement cette proposition.
La suite du calendrier dépendra des solutions
proposées. Quoi qu'il en soit, la campagne de
vaccination est une compétence communautaire.
Demain, l'INAMI en dira plus au groupe de travail
Plan Cancer à propos des pistes envisagées par le
service juridique. Idéalement, cette proposition
pourrait être approuvée à l'occasion du comité
interministériel Santé publique du 2 mars.
06.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik blijf dit
dossier opvolgen.
06.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Je
continuerai à suivre ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het geven van bloed door
mannelijke homoseksuelen" (nr. 9964)
07 Question de Mme Zoé Genot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les dons de
sang des homosexuels masculins" (n° 9964)</b>
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): In mei
jongstleden heb ik u ondervraagd over de
discriminatie van mannelijke homoseksuelen die a
priori worden uitgesloten van het bloedgeven,
omdat ze worden beschouwd als "behorend tot een
risicopopulatie". U antwoordde mij dat het Rode
Kruis
daarover
een
specifieke
brochure
gepubliceerd had. Dat document werd opgesteld
met de "Holibifederatie", maar de (Franstalige)
Fédération des Associations de Gays et Lesbiennes
heeft geweigerd te ondertekenen. Met of zonder
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : En mai dernier,
je vous ai interrogée sur la situation discriminatoire
vécue par les homosexuels masculins, exclus a
priori du don de sang, car considérés comme
« appartenant à une population à risque ». Vous
m'aviez répondu qu'une brochure spécifique a été
publiée par la Croix-Rouge sur le sujet. Ce
document a été rédigé avec la Holebifederatie, mais
la Fédération (francophone) des Associations de
Gays et Lesbiennes a refusé de le cosigner.
Document explicatif ou pas, un gay est aujourd'hui
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
informatiebrochure, een gay wordt momenteel van
het bloedgeven uitgesloten.
In verscheidene landen is de trend niet langer een
definitie te geven van "risicopopulatie" maar van
risicogedrag en iedereen (heteroseksueel of
homoseksueel) die riscogedrag vertoont, uit te
sluiten van het geven van bloed. Terwijl het Rode
Kruis België wanhopig de gevers van O negatief en
positief oproept om bloed te geven, sluit het nog
altijd de personen uit die bereid zijn om die
altruïstische daad te stellen.
Naar aanleiding van de werkzaamheden van een
commissie ad hoc in Frankrijk heeft uw
ambtgenoot, mevrouw Bachelot, beslist een besluit
te
ondertekenen
waardoor
homoseksuelen
uitgesloten blijven, een discriminatie die vanuit
volksgezondheidsstandpunt niet gerechtvaardigd is.
Hoe zal u een herziening van de discriminerende
vragenlijst bewerkstelligen?
exclu du don de sang.
Dans divers pays, la tendance est de ne plus définir
de « population à risque », mais des conduites à
risque, et d'exclure du don de sang toute personne
(hétérosexuelle ou homosexuelle) adoptant des
comportements à risque. Alors que la Croix-Rouge
de Belgique lance des appels désespérés aux
donneurs de sang O négatif et positif, elle exclut
toujours des personnes prêtes à faire ce don
altruiste.
À la suite des travaux d'une commission ad hoc en
France, votre homologue, Mme Bachelot, a décidé
de signer un arrêté maintenant l'exclusion des
hommes homosexuels, discrimination qui n'est pas
sanitairement justifiée.
Que mettez-vous en place afin que le questionnaire
discriminatoire actuel soit revu ?
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Die
aangelegenheid hebben we reeds uitvoerig
behandeld. Het is een kwestie waarbij ik me
ongemakkelijk voel, omdat er een zweem van
discriminatie ten aanzien van de homoseksuelen
aan kleeft.
De uitsluiting is gebaseerd op risicogedrag en niet
op feit dat men tot een bepaalde groep behoort.
Heteroseksuelen die vluchtige homoseksuele
relaties hebben, worden eveneens uitgesloten.
Het is niet de bedoeling om bepaalde mensen te
stigmatiseren, maar om over de veiligheid van de
patiënten te waken. Teneinde de kwaliteit en de
veiligheid van het bloed te waarborgen hebben we
een aantal voorzorgsmaatregelen getroffen om
besmettingen met overdraagbare ziektes te
voorkomen.
Een van die maatregelen bestaat in de uitsluiting
van mannelijke donoren die seksuele contacten
hebben gehad met een of meerdere mannen. In dat
geval is de kans op een hiv-besmetting vele malen
groter.
Op initiatief van de toenmalige minister van
Volksgezondheid heeft het Rode Kruis met het
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding, het Plate-forme prévention sida
en de Holebifederatie overleg gepleegd over de
manier waarop kandidaat-donoren over de
risicofactoren en de redenen van uitsluiting kunnen
worden voorgelicht. Naar aanleiding van dat overleg
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cette question a déjà été largement évoquée. Elle
me met toujours mal à l'aise, car elle donne
l'impression d'une discrimination vis-à-vis de la
population homosexuelle.
L'exclusion est basée sur un comportement à
risque et non sur l'appartenance à un certain
groupe. Les hétérosexuels qui ont des relations
passagères de type homosexuel sont tout aussi
concernés.
La volonté n'est pas de stigmatiser certaines
personnes mais de veiller à la sécurité du patient.
La qualité et la sécurité du sang doivent être
assurées par des mesures de précaution pour
prévenir toute maladie transmissible.
Une de ces mesures est la non-acceptation de
donneurs masculins qui ont eu des contacts
sexuels avec un ou plusieurs hommes. Le risque
d'une contamination par le VIH est plusieurs fois
supérieur dans ce cas.
À l'initiative du ministre de la Santé de l'époque, la
Croix-Rouge s'est concertée avec le Centre pour
l'égalité des chances et la lutte contre le racisme, la
plate-forme prévention sida et la Holebifederatie,
pour informer les candidats donneurs des facteurs
de risque et de la motivation des refus. Cette
concertation a débouché sur une brochure
informative.
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
werd er een informatiefolder opgesteld.
De Hoge Gezondheidsraad werd gevraagd te
evalueren welk besmettingsgevaar er bestaat,
wanneer een man seksuele betrekkingen met een
andere man heeft of gehad heeft. De Raad is tot het
besluit gekomen dat de ontvanger 41 procent meer
risico loopt, als het donorbloed afkomstig is van
mannelijke homoseksuelen.
Il a été demandé au Conseil supérieur de la Santé
d'évaluer le risque de contamination lorsqu'un
homme a ou a eu des relations sexuelles avec un
autre homme. Le Conseil a conclu que
l'augmentation du risque pour le receveur est de
41 % quand les dons proviennent de la population
homosexuelle masculine.
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
heeft vastgesteld dat het aantal nieuwe hiv-gevallen
in ons land sinds 2002 is toegenomen. Tussen
1997 en 2006 is die toename verdubbeld als gevolg
van een stijging van het aantal gevallen bij mannen
die seksuele betrekkingen met andere mannen
hebben.
Ook
de
andere
seksueel
overdraagbare
aandoeningen zijn in opmars. Momenteel wijzen de
indicatoren op een ongunstige evolutie en een
wijziging van de criteria lijkt niet denkbaar.
L'Institut scientifique de Santé publique a noté une
augmentation du nombre de nouveaux cas de VIH
en Belgique depuis 2002. L'augmentation a doublé
entre 1997 et 2006 en raison d'une augmentation
chez les hommes ayant des rapports sexuels avec
d'autres hommes.
D'autres MST sont aussi en progression.
Actuellement, les indicateurs montrent une
évolution défavorable et une modification des
critères ne semble pas envisageable.
In Groot-Brittannië werd er berekend dat het risico
op een hiv-besmetting via een bloedtransfusie met
60 procent stijgt wanneer de criteria gewijzigd
worden maar de uitsluitingsperiode van een jaar na
het laatste seksueel contact met een andere man
niet.
Een stabiele monogame relatie is geen garantie dat
een partner geen andere seksuele contacten heeft.
Veilig vrijen verlaagt het risico, maar sluit het niet
uit. Ondanks de verstrekte informatie en de
genomen maatregelen stijgt het aantal soa's, met
name bij de mannen die seksueel contact met
andere mannen hebben.
In Zweden buigt de National Board of Health and
Welfare zich nu opnieuw over de selectiecriteria
voor donors. Er is nog geen beslissing gevallen,
maar ik zal de kwestie op de voet volgen.
Portugal besliste zijn standpunt inhoudelijk niet te
wijzigen, maar de terminologie wel te verbeteren. In
Frankrijk
heeft
mevrouw Bachelot onlangs
toegelicht waarom zij het verbod handhaaft.
Dit dossier is niet eenvoudig. We willen niet
discrimineren, maar de veiligheid van de patiënt
staat voorop. We volgen de epidemiologische
gegevens en kijken naar wat er elders gebeurt. Als
we de criteria kunnen wijzigen zonder dat de
veiligheid van de patiënten in het gedrang komt,
dan zullen we dat doen, maar ik weiger de veiligheid
van de patiënten op het spel te zetten.
En Grande-Bretagne, il a été calculé que les risques
d'une contamination par le VIH via le sang
augmentent de 60 % si les critères sont modifiés en
conservant une période d'exclusion d'un an après le
dernier contact sexuel avec un autre homme.
Même dans une relation monogame stable, un
partenaire peut avoir d'autres contacts sexuels. Des
rapports protégés diminuent le risque mais ne
l'excluent pas. Malgré l'information fournie et les
mesures prises, le nombre de MST augmente,
notamment chez les hommes ayant des rapports
avec d'autres hommes.
En Suède, le National Board of Health and
Welfare reconsidère actuellement les critères de
sélection des donneurs. Une décision est toujours
attendue, à laquelle je serai attentive.
Le Portugal a décidé de ne pas modifier la position
sur le fond, mais d'améliorer la terminologie. En
France, Mme Bachelot est intervenue récemment
pour expliquer pourquoi elle conservait l'interdiction.
Ce dossier n'est pas simple. Notre volonté n'est pas
de discriminer, mais la sécurité du patient prime.
Nous suivons les données épidémiologiques et
regardons ce qui se passe à l'extérieur. Si l'on peut
modifier les critères sans mettre en cause la
sécurité des patients, nous le ferons, mais je ne
mettrai pas en danger la sécurité des patients.
07.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Het probleem is 07.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : La difficulté
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
dat men van het begrip "risicogroep" blijft uitgaan,
terwijl men beter zou kijken naar het gedrag en
nagaan of het gaat om personen die risicogedrag
vertonen. Twee homoseksuelen die al jaren geen
gemeenschap meer gehad zouden hebben, zouden
dus geen bloed mogen geven!
Kan u me de studie van de Hoge Gezondheidsraad
bezorgen?
réside dans le fait que l'on reste avec une
conception d'un groupe à risque plutôt que de
personnes adoptant un comportement à risque.
Deux homosexuels qui se seraient abstenus durant
des années ne pourraient être donneurs !
Pouvez-vous me communiquer l'étude du Conseil
supérieur de la Santé publique ?
07.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ze is
beschikbaar op de site.
07.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Elle est sur le site.
07.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Al die adviezen
schijnen mekaar deels te overlappen en leiden op
hun beurt weer tot gelijklopende adviezen. Er is niet
echt recent onderzoek beschikbaar op grond
waarvan kan worden uitgemaakt aan welke
veiligheidsvoorwaarden bloeddonatie moet voldoen,
terwijl er tegelijk nieuwe donoren worden
aangetrokken. Het aantal donoren neemt immers
zienderogen af en er is nood aan een collectieve
inspanning.
De voorzitter: Het zou inderdaad beter zijn na te
gaan welke personen effectief risicogedrag
vertonen.
07.05 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : Tous ces
conseils se croisent et s'auto-alimentent. Il n'existe
pas de véritable recherche récente pour déterminer
comment sécuriser le don de sang tout en adoptant
une approche susceptible de trouver de nouveaux
donneurs. Ceux-ci se font rares et un effort collectif
doit être fait.
La présidente : Il serait souhaitable de déterminer
les personnes ayant réellement un comportement à
risque.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de driejaarlijkse
preventieraadpleging in het kader van het
Nationaal Kankerplan" (nr. 9978)
08 Question de Mme Sarah Smeyers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
consultation de prévention triennale dans le
cadre du Plan national de lutte contre le cancer"
(n° 9978)</b>
08.01 Sarah Smeyers (N-VA): Zowat iedereen
huisartsen en hun verenigingen, universitaire
vakgroepen, de Liga tegen Kanker - zet grote
vraagtekens bij het nut van de driejaarlijkse
preventieraadpleging die de minister in het kader
van het nationale kankerplan wil invoeren. De
artsenverenigingen
omschrijven
die
preventieraadpleging in De Huisarts als een
ongeschikte
en
wetenschappelijk
niet
te
verantwoorden maatregel.
Heeft
de
minister
alle
betrokkenen
wel
geraadpleegd
bij
de
opstelling
van
haar
kankerplan? Hoe verantwoordt ze de preventieve
raadpleging?
08.01 Sarah Smeyers (N-VA) : Tout le monde, ou
presque les médecins généralistes et leurs
associations, les milieux universitaires, la Vlaamse
Liga tegen Kanker s'interroge sur l'utilité de la
consultation préventive triennale que la ministre
souhaite instaurer dans le cadre du Plan national de
lutte contre le cancer. Dans l'hebdomadaire Le
Généraliste, les associations de médecins décrivent
la campagne de prévention comme une mesure
inappropriée et non fondée scientifiquement.
La ministre a-t-elle consulté toutes les personnes
concernées lors de l'élaboration de son plan de lutte
contre le cancer ? Comment justifie-t-elle la
consultation préventive ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Over de driejaarlijkse preventieraadpleging bij de
huisarts werd wel degelijk formeel overlegd met de
representatieve organisaties van de artsen in de
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Une concertation sur la consultation
préventive triennale chez le médecin généraliste a
bien été organisée avec les organisations
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
commissie geneesheren-ziekenfondsen van het
Riziv.
Dat overleg leidde ertoe dat in het akkoord
geneesheren-ziekenfondsen 2009-2010 in een
budget van 20,9 miljoen euro werd voorzien om in
de nomenclatuur
van de huisartsen een
preventieraadpleging in te voegen voor personen
van 45 tot 74 jaar. Alle huisartsen kregen het
akkoord toegestuurd en kunnen zich, in groep of
individueel, achter de inhoud scharen. Eind februari
zullen we weten of het akkoord formeel aanvaard is,
maar ik verwacht dat alleszins.
Dan zal de technisch-geneeskundige raad van het
Riziv in het kader van het globaal medisch dossier
een preventiemodule uitwerken.
représentatives des médecins au sein de la
Commission médico-mutualiste de l'INAMI.
À la suite de cette concertation, un budget de
20,9 millions d'euros a été prévu dans l'accord
médico-mutualiste 2009-2010, afin d'inscrire une
consultation préventive pour les personnes de 45 à
74 ans dans la nomenclature des médecins
généralistes. L'accord a été transmis à tous les
médecins généralistes qui ont la possibilité
d'adhérer individuellement ou en groupe au contenu
de cet accord. Fin février, nous saurons si l'accord
est accepté formellement. Je m'attends en tout cas
à ce que ce soit le cas.
Le Conseil technique médical de l'INAMI élaborera
alors un module de prévention dans le cadre du
dossier médical global.
Het is de bedoeling dat de module kan worden
geïmplementeerd in het elektronisch medisch
dossier, zonder dat niet-geïnformatiseerde artsen
evenwel worden uitgesloten.
De Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie zal
aanbevelingen opstellen inzake de meetbare
preventiedoelstellingen voor elke doelgroep.
Ik zal erover waken dat dit punt van het akkoord zo
snel mogelijk wordt uitgevoerd. De module zou
medio 2009 operationeel moeten zijn.
Nous voulons faire en sorte qu'il soit possible
d'intégrer ce module dans le dossier médical
électronique, sans toutefois que les médecins qui
ne disposent pas d'un matériel informatique soient
exclus du système.
Le Conseil national de la promotion de la qualité
rédigera des recommandations relatives aux
objectifs quantifiables en matière de prévention
pour chaque groupe-cible.
Je veillerai à ce que ce point de l'accord soit
exécuté le plus vite possible. Le module devrait être
opérationnel avant le second semestre 2009.
08.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mijn vraag blijft hoe
de minister de maatregel verantwoordt als de
huisartsenverenigingen
het
een
onwetenschappelijke maatregel vinden.
08.03 Sarah Smeyers (N-VA) : Ma question
demeure sans réponse : comment la ministre peut-
elle considérer que cette mesure est opportune
alors que les associations de médecins généralistes
la jugent au contraire non scientifique.
08.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
is een akkoord met de syndicaten van de
huisartsen.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Un accord avec les syndicats des
médecins généralistes a été conclu.
08.05 Sarah Smeyers (N-VA): Er is misschien een
akkoord, maar er zijn veel tegenstrijdige stemmen.
De minister is anders toch altijd de grote verdediger
van de wetenschappelijkheid. Ik kan alleszins de
argumentatie van sommige artsenverenigingen en
andere belangengroepen begrijpen dat zo een
driejaarlijkse preventie niet echt efficiënt is in het
voorkomen van bepaalde ziekten. Hopelijk volgt er
een evaluatie.
08.05 Sarah Smeyers (N-VA) : Sans doute, mais
les avis sont très partagés. La ministre n'est-elle
pas depuis toujours une farouche partisane de la
scientificité ? Quoi qu'il en soit, je comprends tout à
fait l'argument de certaines associations de
généralistes et de certains groupes d'intérêts selon
lequel une consultation de prévention triennale est
d'une efficacité relative dans l'optique de la
prévention de certaines maladies. J'espère qu'une
évaluation sera prévue ultérieurement.
08.06 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
is na twee jaar in een evaluatie voorzien.
08.06 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Une évaluation est prévue après
deux ans.
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de op 11 mei 2007
gewijzigde wet op het dierenwelzijn" (nr. 10001)
09 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la loi
relative au bien-être animal modifiée en date du
11 mai 2007" (n° 10001)
09.01 Josée Lejeune (MR): De wet van 11 mei
2007 waarbij een verbod ingesteld wordt op de
verkoop van dieren in dierenwinkels, is op 1 januari
in werking getreden, maar wordt niet toegepast. De
Raad van State zou voorbehoud hebben gemaakt
bij het uitvoeringsbesluit waarmee de invulling ervan
moet worden verduidelijkt. Kunt u een stand van
zaken geven?
U hebt gezegd dat de wet gedurende zes maanden
nogal soepel zou worden toegepast. Wat mag de
sector verwachten? Er worden onderzoeken en
inspecties uitgevoerd, maar niemand weet precies
binnen welk bestek dat mag gebeuren.
Hoe zal uw departement reageren op eventuele
acties van dierenbeschermers?
Vreest u niet dat er parallelle verkoopkanalen
zouden kunnen ontstaan?
U hebt geen antwoord gegeven op de vraag die ik in
2008 heb gesteld, met betrekking tot de sociale
maatregelen voor de sector. Welke positieve
maatregelen, naast de overgangsbepalingen, zullen
er in de regering bepleit worden? Wordt er gezorgd
voor begeleiding om de betrokkenen te helpen met
hun omschakeling?
09.01 Josée Lejeune (MR) : La loi du 11 mai 2007
concernant l'interdiction de la vente d'animaux dans
les animaleries est entrée en vigueur le 1
er
janvier
mais n'est pas appliquée. Le Conseil d'État aurait
émis des réserves quant à l'arrêté d'exécution qui
devait clarifier ses modalités d'application. Pouvez-
vous dresser un état des lieux de la situation ?
Vous avez évoqué une certaine souplesse pendant
six mois. À quoi doit s'attendre le secteur ? Des
enquêtes et des inspections ont lieu dans le flou le
plus complet.
Comment votre département réagira-t-il dans
l'hypothèse d'une action des protecteurs des
animaux ?
Ne pensez-vous pas que des filières parallèles
risquent de voir le jour ?
Vous n'avez pas répondu à la question que je vous
ai posée en 2008 sur les mesures sociales à l'égard
du secteur. Outre la mesure transitoire, quelles
mesures positives seront défendues au sein du
gouvernement ? Un accompagnement est-il prévu
pour aider les intéressés à réussir leur
reconversion ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik ben
verrast dat er nog misverstanden bestaan over de
wet van 11 mei 2007. Sinds 1 januari 2009 mogen
honden en katten enkel nog door fokkers verkocht
worden. De erkenningsnormen voor fokkers zijn niet
veranderd. Maar de quarantaineruimte en het
aantal onderzoeken door dierenartsen, die nieuw
zijn in de wet, zijn nog niet verplicht, aangezien het
koninklijk uitvoeringsbesluit bij de Raad van State
ligt.
Wat
de
controles
betreft,
zal
de
FOD
Volksgezondheid blijk geven van soepelheid. Er zal
prioriteit worden verleend aan de behandeling van
de aanvragen tot erkenning als fokker.
Wat de niet-officiële filières betreft zijn mijn diensten
al bijzonder aandachtig bezig met de opsporing
ervan. In 2008 werden verschillende clandestiene
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je suis surprise qu'il subsiste des malentendus au
sujet de la loi du 11 mai 2007. Depuis le 1
er
janvier
2009, la vente de chiens et de chats ne peut se
faire que par des éleveurs. Les normes d'agrément
d'éleveurs n'ont pas changé. Par contre, le local de
quarantaine et les fréquences des visites
vétérinaires, qui constituent des nouveautés, ne
sont pas encore obligatoires, l'arrêté royal
d'exécution étant au Conseil d'État.
En ce qui concerne les contrôles, le SPF Santé
publique fera preuve de souplesse. La priorité sera
donnée au traitement des demandes d'agrément
d'éleveur.
Pour ce qui est des filières non officielles, mes
services accordent déjà une attention particulière à
leur dépistage. Plusieurs élevages clandestins ont
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
fokkerijen ontmanteld. Het fenomeen zou dus niet
verder mogen uitdeinen, te meer daar het koninklijk
besluit ook krachtigere bepalingen inzake reclame
zal invoeren, precies om de clandestiene filières te
bestrijden.
Er
zijn
in
regeringskringen
wel
degelijk
besprekingen geweest over eventuele bijkomende
begeleidende maatregelen. Het zou nuttig zijn
mocht de minister van Middenstand en de minister
van Werk uw informatie hierover aanvullen. Ik
meen te weten dat de sector ook contact heeft
opgenomen met de deelstaten om, met name via
het
Participatiefonds
economische
reconversiesteun te verkrijgen.
été démantelés en 2008. Ce phénomène ne devrait
donc pas s'aggraver, d'autant que l'arrêté royal
renforcera également les dispositions en matière de
publicité, et ce précisément pour lutter contre ces
filières clandestines.
Des discussions ont bien eu lieu au sein du
gouvernement à propos d'éventuelles mesures
complémentaires d'accompagnement. Il serait utile
que la ministre des Classes moyennes et la ministre
de l'Emploi complètent votre information à ce sujet.
Je crois savoir que le secteur a également pris
contact avec les entités fédérées pour obtenir des
aides économiques à la reconversion, via
notamment le Fonds de participation.
09.03 Josée Lejeune (MR): Toen ik u in de
plenaire vergadering een vraag stelde over deze
problematiek, had ik de indruk dat de regering
bereid was een oplossing te zoeken. In het
koninklijk besluit dat aan de Raad van State werd
overgezonden, was er sprake van een uitstel met
enkele maanden om de uitbaters van dierenwinkels
de tijd te gunnen om hun verplichtingen na te
komen, en om te voorkomen dat ze zich in een
tijdspanne van enkele maanden tweemaal aan
nieuwe regels zouden moeten aanpassen. Alle
parlementsleden van de meerderheid waren ervoor
gewonnen de inwerkingtreding van die wet met zes
maanden uit te stellen.
De sector wachtte te goeder trouw op dat koninklijk
besluit. De inspecteurs zullen soepel optreden,
maar ze zullen wel verplicht zijn overtredingen te
melden. De regering moet de koe bij de hoorns
vatten. Er staan 3.500 banen op de tocht!
09.03 Josée Lejeune (MR) : Lorsque je vous ai
interrogée en séance plénière, le gouvernement
semblait vouloir trouver une solution. L'arrêté royal
transmis au Conseil d'État faisait allusion à un
report de quelques mois pour que les gérants des
animaleries puissent se mettre en ordre et pour leur
éviter deux mises en conformité en l'espace de
quelques mois. Tous les parlementaires de la
majorité souhaitaient différer cette loi de six mois.
Le secteur a attendu de bonne foi cet arrêté royal.
Les inspecteurs vont travailler avec souplesse, mais
ils seront bien obligés de signaler les délits. Le
gouvernement doit prendre ce problème à bras-le-
corps. Trois mille cinq cents emplois sont en jeu !
09.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
geruchtenmolen draaide op volle toeren, met als
gevolg dat sommigen getalmd hebben om de
nodige maatregelen te nemen!
We hebben de wet niet gewijzigd; de regering stemt
ermee in ze ongewijzigd te behouden. De oude
normen blijven van toepassing zolang het nieuwe
koninklijk besluit niet gepubliceerd is.
In het begin zal de wet evenwel soepel worden
toegepast. De inspecteurs zullen de zaakvoerders
de norm uitleggen en zullen in voorkomend geval
pas tijdens een tweede bezoek de overtredingen
vaststellen.
09.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Tellement de rumeurs ont circulé que certains ont
tardé à régulariser leur situation !
Nous n'avons pas changé la loi ; le gouvernement
est d'accord pour la maintenir telle quelle. En ce qui
concerne le nouvel arrêté royal, les anciennes
normes restent d'application tant qu'il n'aura pas été
publié.
Cependant, dans un premier temps, la loi sera
appliquée avec souplesse. Les inspecteurs
expliqueront la norme aux gérants et ne
constateront les infractions que lors d'une seconde
visite.
09.05 Josée Lejeune (MR): Ik steun de
dierenwelzijnsorganisaties. Ik heb echter ook begrip
voor de zelfstandigen die weten dat er een nieuw
koninklijk besluit in de maak is, en die dachten dat
09.05 Josée Lejeune (MR) : Je soutiens les
associations de protection du bien-être animal.
Cependant, je comprends aussi les indépendants
qui savent qu'un nouvel arrêté royal est à l'étude et
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
de regering de inwerkingtreding van de wet zou
uitstellen. Het is logisch dat ze wachten om niet
tweemaal in aanpassingen te moeten investeren
teneinde een en ander in overeenstemming te
brengen met de voorschriften.
qui ont cru que le gouvernement repousserait
l'entrée en vigueur de la loi. Il est logique qu'ils
temporisent pour ne pas devoir réaliser à deux
reprises des investissements de mise en
conformité.
09.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
normen voor de kwekers zullen strenger worden.
Het zou dan toch niet moeilijk moeten zijn om de
vigerende normen na te leven! De nieuwe normen
zullen complementair zijn.
09.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les normes pour les éleveurs seront plus
contraignantes à l'avenir. Le respect des normes en
vigueur ne devrait donc pas poser de difficulté ! Les
nouvelles normes seront complémentaires.
De voorzitster: Het zou interessant zijn om een
overzicht te hebben van de investeringen die door
het nieuwe besluit zouden kunnen vervallen.
La présidente : Il serait intéressant d'avoir le relevé
des investissements qui pourraient devenir caducs
avec le nouvel arrêté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"het
tabaksgebruik door acteurs in films" (nr. 10030)
10 Question de M. Georges Dallemagne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
consommation de tabac des acteurs dans des
films" (n° 10030)
10.01 Georges Dallemagne (cdH): Terwijl er in het
algemeen minder gerookt wordt, is roken weer in bij
de jeugd, en het zijn net de jongeren die het vaakst
naar de bioscoop gaan. Het zal u allicht niet
ontgaan zijn dat de "coolste" acteurs roken. Uit tal
van studies blijkt dat een rokende acteur veel meer
tot roken aanzet dan de reclame, die thans
verboden is. We weten dat de tabaksindustrie
bijzonder inventief is. In de jaren 80 en 90 ontvingen
acteurs uit de Verenigde Staten en Engeland
trouwens steekpenningen om op het witte doek te
tonen dat ze bepaalde sigarettenmerken rookten.
Wordt er onderzoek uitgevoerd naar de financiering
van de filmindustrie door de tabaksproducenten?
10.01 Georges Dallemagne (cdH) : Alors que la
consommation de tabac a plutôt tendance à
diminuer, elle augmente à nouveau parmi les
jeunes, c'est-à-dire ceux qui fréquentent le plus le
cinéma. Vous aurez sans doute remarqué combien
les acteurs « positifs » consomment de tabac.
Plusieurs études ont montré que le fait qu'un acteur
fume était beaucoup plus efficace pour inciter au
tabagisme que la publicité, interdite aujourd'hui.
Nous savons que l'industrie du tabac est
extrêmement créative. D'ailleurs, dans les années
80 et 90, d'importants pots-de-vin avaient été
donnés à des acteurs aux États-Unis et en
Angleterre pour qu'ils montrent au grand écran
qu'ils fument certaines marques de cigarettes.
S'intéresse-t-on au financement par l'industrie du
tabac de l'industrie du cinéma ?
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
aanwezigheid van acteurs die roken in films is een
complexe aangelegenheid. Men zou hetzelfde
kunnen zeggen over alcohol of geweld in films.
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'apparition d'acteurs qui fument dans des films est
un sujet complexe. On pourrait également parler de
l'alcool ou de la violence dans les films.
10.03 Georges Dallemagne (cdH): De WHO
ontwikkelt een campagne om tabaksverslaving op
het witte doek te verminderen, maar momenteel is
er geen reglementering die het roken verbiedt.
10.03 Georges Dallemagne (cdH) : L'OMS
développe une campagne pour diminuer le
tabagisme sur le grand écran mais, pour l'instant,
aucune réglementation ne l'interdit.
10.04 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Sommige Amerikaanse studies tonen aan dat er
een verband bestaat tussen tabaksverslaving en
een positieve houding ten opzichte van het roken in
films. Maar dat debat is veelzijdig, want het gaat
om de artistieke vrijheid.
10.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Certaines études américaines montrent un lien
entre le tabagisme et une attitude positive vis-à-vis
du tabac dans les films. Mais ce débat est
complexe, car il touche à la liberté artistique.
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
De
dienst
'tabaks'controle
van
de
FOD
Volksgezondheid heeft geen weet van banden
tussen de tabaksindustrie en de filmindustrie.
Mochten dergelijke banden bestaan, dan zal het
zeker niet eenvoudig zijn ze aan te tonen, de
meeste films worden immers in het buitenland
geproduceerd. De oplossing is internationaal.
België heeft in 2006 de kaderovereenkomst met het
WHO inzake de bestrijding van het tabaksgebruik
geratificeerd. De WHO heeft in november 2008 op
haar
derde
conferentie
de
richtsnoeren
goedgekeurd over de reclame voor tabak via
promotie en sponsoring: het is personen of
entiteiten die inhoud produceren of publiceren, zoals
organisaties die films verspreiden en produceren,
verboden er reclame, promotie of sponsoring voor
tabak in op te nemen.
Dit is dus een begin van internationale
samenwerking over dat onderwerp. Bovendien kijkt
de
dienst
tabakscontrole
van
de
FOD
Volksgezondheid nauwlettend toe op het betrekken
van de tabaksindustrie in om het even welk
sponsoring- of marketingproces.
Le service de contrôle "tabac" du SPF Santé
publique n'a pas connaissance de liens entre
l'industrie du tabac et l'industrie du cinéma. Si de
tels liens existent, il ne doit pas être simple de
prouver leur existence, la plupart des films étant de
production étrangère. La solution est internationale.
Ainsi, la Belgique a ratifié en 2006 la convention-
cadre de lutte contre le tabagisme de l'OMS, dont la
troisième conférence de novembre 2008 a voté des
lignes directrices sur la publicité en faveur du tabac
par le biais de la promotion et du parrainage. Je
cite : "il est interdit aux personnes ou entités qui
produisent ou publient du contenu, par exemple des
organismes de diffusion et producteurs de films, d'y
inclure de la publicité en faveur du tabac, de la
promotion et du parrainage."
Il s'agit donc d'un début de collaboration
internationale sur le sujet. De plus, le service du
contrôle "tabac" du SPF Santé publique est très
vigilant sur l'implication de l'industrie du tabac dans
un quelconque processus de sponsoring ou de
marketing.
In 2008 werden twintig pv's opgemaakt wegens
overtredingen op het verbod op reclame en
sponsoring,
waarvan
tien
ten
laste
van
tabaksproducenten, wegens het sponsoren van
evenementen die erg gesmaakt worden door
jongeren. Na onderzoek is gebleken dat de
tabaksmultinationals die evenementen sponsoren
via verkoopstands, waarbij niet meer dan 1 à 8
procent van de geïnvesteerde bedragen wordt
teruggewonnen.
En 2008, vingt PV concernant des infractions à
l'interdiction de publicité et de parrainage ont été
établis, dont dix à l'encontre de producteurs de
tabac en raison de sponsoring d'événements très
populaires chez les jeunes. Après enquête, il s'est
avéré que, sous couvert de stands de vente, les
multinationales du tabac sponsorisaient ces
événements, ne récupérant que de 1 à 8% des
montants investis.
10.05 Georges Dallemagne (cdH): Roken staat
steeds minder goed aangeschreven. Minder dan
een derde van de volwassen bevolking rookt nog.
Waarom blijven films rokende acteurs tonen?
Volgens de antitabaksverenigingen zou 85 procent
van de acteurs van de blockbusters van de voorbije
jaren verslaafd zijn.
10.05 Georges Dallemagne (cdH) : Le tabagisme
est de moins en moins valorisant. Moins d'un tiers
de la population adulte fume. Pourquoi le cinéma
continue-t-il à montrer des acteurs qui fument ?
Selon les associations anti-tabac, plus de 85 % des
acteurs des grands succès de ces dernières
années sont "addicts".
10.06 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Onlangs zag ik een reeks over reclame in de jaren
60. De sigaret was daarin alomtegenwoordig! De
zaken evolueren dus wel degelijk, al beseft men dat
niet altijd.
10.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
J'ai récemment vu une série sur la publicité dans
les années 1960. La cigarette était omniprésente !
On ne s'en rend pas compte, mais les choses
évoluent.
10.07 Georges Dallemagne (cdH): De gewoonten
zijn sterk veranderd. In Franse films, bijvoorbeeld,
wordt evenwel nog heel wat gerookt.
10.07 Georges Dallemagne (cdH) : Les
comportements ont beaucoup changé. Par contre,
le tabagisme est particulièrement présent dans le
cinéma français, par exemple.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
11 Questions jointes de
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
- mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de bemerkingen uit het
jaarverslag van het Dr. Willy Peers Centrum"
(nr. 10044)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het stijgend aantal
abortussen" (nr. 10472)
- Mme Sarah Smeyers à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les remarques contenues dans le
rapport annuel du Centre Dr Willy Peers"
(n° 10044)
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
sur
"le
nombre
croissant
11.01 Sarah Smeyers (N-VA): De twee Antwerpse
abortuscentra voerden in 2008 samen 2.850
abortussen uit, goed voor een vijfde van alle
abortussen in ons land. Volgens het Dr. Willy Peers
Centrum zou een derde van de vrouwen die voor
een abortus kiest, dit niet voor de eerste keer doen.
En vooral Afrikaanse, Poolse en Russische
vrouwen zouden voor een abortus kiezen.
Zijn deze gegevens representatief voor de situatie
in heel België? Doen de andere abortuscentra
vergelijkbare onderzoeken? Zal de minister
initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat minder
vrouwen voor abortus kiezen?
11.01 Sarah Smeyers (N-VA) : Les deux centres
anversois d'interruption de grossesse ont pratiqué
2.850 avortements en 2008, ce qui représente un
cinquième de l'ensemble des avortements pratiqués
dans notre pays. Selon le Centre Dr Willy Peers, un
tiers des femmes qui optent pour un avortement
n'entreprendraient pas cette démarche pour la
première fois. Et parmi les femmes qui optent pour
un avortement, on dénombrerait principalement des
Africaines, des Polonaises et des Russes.
Ces données sont-elles représentatives de la
situation dans l'ensemble de la Belgique ? Les
autres
centres
d'interruption de grossesse
effectuent-ils des enquêtes comparables ? La
ministre prendra-t-elle des initiatives pour veiller à
ce que moins de femmes optent pour l'avortement ?
11.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Uit het
tweejaarlijkse
rapport
van
de
nationale
evaluatiecommissie Zwangerschapsafbreking blijkt
dat in 2007 18.705 vrouwen in België een abortus
lieten uitvoeren. Dat is een opmerkelijke toename
tegenover 2005.
Volgens de arts Luc Kiebooms, een van de leden
van de evaluatiecommissie, is de toename van de
cijfers sinds de registratie in 1993 onrustwekkend.
Volgens hem werken de preventiecampagnes niet,
maar niet iedereen in de evaluatiecommissie is het
daarmee eens: sommigen schrijven de stijging toe
aan de betere registratie.
Wat is volgens de minister de verklaring voor de
groei van de cijfers? Welke beleidsconclusies trekt
de minister uit het rapport van de nationale
evaluatiecommissie?
11.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Il ressort
du rapport biennal de la commission nationale
d'évaluation concernant l'interruption de grossesse
que 18.705 femmes ont fait pratiquer un avortement
en 2007, ce qui représente une hausse
considérable par rapport à 2005.
Le docteur Luc Kiebooms, membre de la
commission
d'évaluation,
juge
inquiétante
l'augmentation des chiffres depuis l'enregistrement
en 1993. Selon lui, les campagnes de prévention ne
sont pas efficaces, un avis que tous ne partagent
pas au sein de la commission d'évaluation : certains
attribuent l'augmentation à l'amélioration de
l'enregistrement.
Comment
s'explique,
selon
la
ministre,
l'augmentation des chiffres ? Quelles conclusions
tire-t-elle, sur le plan politique, du rapport de la
commission nationale d'évaluation ?
11.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In
België werden er in 2007 18.705 abortussen
gepleegd, tegen 18.201 in 2006. Het aantal
abortussen in ons land ligt echter nog altijd lager
dan in onze buurlanden.
Er zijn verschillen tussen het aantal aangiften van
zwangerschapsonderbreking door de individuele
artsen en de cijfers in de jaarverslagen van de
11.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
En Belgique, il y a eu 18.705 avortements en 2007,
contre 18.201 en 2006. Cela dit, le nombre
d'avortements chez nous est toujours en dessous
des chiffres des pays voisins.
On ne sait pourquoi, il y a des différences entre le
nombre de déclarations d'interruption de grossesse
des médecins individuels et les rapports annuels
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
instellingen waar ze werkzaam zijn.
des institutions où ils exercent.
De commissie is niet bevoegd om na te gaan of de
meegedeelde gegevens met de werkelijkheid
overeenstemmen.
Een
multidisciplinaire
onderzoeksploeg zou de cijfers kunnen proberen te
interpreteren, rekening houdend met alle gegevens
die een rol spelen, om overhaaste conclusies te
vermijden.
We kunnen wel de volgende vaststellingen doen.
De bevolking van België is gedurende de voorbije
jaren toegenomen, terwijl het aantal in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerde abortussen
slechts is gestegen met 1 procent. Een derde van
de vrouwen die in het Brusselse Gewest wonen,
zegt zich in een materiële noodsituatie te bevinden.
Deze
regio
kent
ook
de
hoogste
werkloosheidsgraad.
Het verzamelen van meer volledige feitelijke
gegevens over de vrouwen die voor een abortus
kiezen, kan leiden tot een meer preventiegericht
beleid.
Al deze beschouwingen gelden ook voor de cijfers
van de twee Antwerpse centra. Het jaarverslag van
het Dr. Willy Peers Centrum voor 2008 is nog niet
beschikbaar.
La commission n'est pas compétente pour vérifier si
les données communiquées correspondent à la
réalité. Pour éviter toute conclusion hâtive, une
équipe de recherche multidisciplinaire pourrait
tenter d'interpréter les chiffres en tenant compte de
l'ensemble des données dont l'impact est réel.
On peut cependant établir les constats suivants.
Ces dernières années, la population belge a
augmenté tandis que le nombre d'avortements
pratiqués dans la Région de Bruxelles Capitale n'a
progressé que de 1 %. Un tiers des femmes
habitant la Région bruxelloise déclare se trouver
dans une situation d'urgence matérielle. Cette
région enregistre par ailleurs le taux de chômage le
plus élevé.
La collecte de données factuelles plus complètes
concernant les femmes qui optent pour l'avortement
peut déboucher sur la mise en oeuvre d'une
politique davantage ciblée sur la prévention.
Ces mêmes considérations s'appliquent également
aux chiffres des deux centres anversois. Le rapport
annuel 2008 du Centre Dr. Willy Peers n'est pas
encore disponible.
11.04 Sarah Smeyers (N-VA): De minister
relativeert de cijfers, terwijl ik uit gesprekken met
huisartsen leer dat we wel degelijk kampen met het
gebruik van abortus als anticonceptiemiddel. Wil de
minister dit ontkennen?
11.04 Sarah Smeyers (N-VA) : La ministre
relativise les chiffres alors qu'il ressort d'entretiens
que j'ai eus avec des médecins généralistes que
l'avortement est bel et bien considéré comme une
méthode anticonceptionnelle. La ministre nie-t-elle
ce constat ?
11.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): U zou
indertijd tegen de abortuswet hebben gestemd. Ik
denk niet dat de vrouwen "voor hun plezier" abortus
plegen. Abortus is geen contraceptief middel. Zoals
de wet voorschrijft, moet er sprake zijn van een
noodsituatie.
11.05 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : À
l'époque, vous auriez voté contre la loi sur
l'avortement. Je ne pense pas que les femmes
« s'amusent » à avorter. Il ne s'agit pas d'un mode
de contraception. Comme la loi le dit, il faut être
dans un état de nécessité.
11.06 Sarah Smeyers (N-VA): Ik spreek me niet
inhoudelijk uit voor of tegen abortus, maar wijs er
alleen op dat bepaalde vrouwen meer dan één keer
abortus plegen. We moeten daar op het vlak van
preventie onze conclusies uit trekken: met een
degelijke registratie kunnen we het probleem van de
herhaalde abortussen misschien aanpakken.
11.06 Sarah Smeyers (N-VA) : Je ne m'exprime
pas pour ou contre l'avortement, je souligne
seulement que certaines femmes y recourent
plusieurs fois. Il nous faut en tirer des conclusions
en matière de prévention : un tel système
d'enregistrement nous permettra peut-être de mieux
prendre en compte la question des avortements
répétés.
11.07 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Waarom
neemt deze commissie niet de tijd om het rapport
van
de
nationale
evaluatiecommissie
Zwangerschapafbreking grondig en rustig te
bespreken? De minister blijft op de vlakte, terwijl de
11.07 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Pourquoi
notre commission ne prend-elle pas le temps de
discuter calmement et en profondeur du rapport de
la commission d'évaluation relative à l'interruption
de grossesse ? La ministre ne prend pas position,
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
evaluatiecommissie zelf hopeloos verdeeld is over
de interpretatie van de cijfers. Waarom nodigen we
de leden van de evaluatiecommissie niet uit om het
rapport te duiden? Uit zo'n debat zouden we dan de
nodige conclusies kunnen trekken.
tandis qu'au sein de la commission d'évaluation
elle-même les avis sont partagés concernant
l'interprétation des chiffres. Pourquoi ne pas inviter
les membres de la commission d'évaluation à venir
commenter le rapport ? Pareil débat nous
permettrait de tirer ensuite les conclusions qui
s'imposent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.08 De voorzitter: Vraag nr. 10065 van
mevrouw Jadin wordt uitgesteld.
11.08 La présidente : La question n° 10065 de
Mme Jadin est reportée.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Dallemagne aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het voortgezet gebruik
van asbest in de fabricageprocédés" (nr. 10165)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de bijlage XVII van Reach
betreffende asbest" (nr. 10182)
12 Questions jointes de
- M. Georges Dallemagne à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la poursuite de procédés
utilisant de l'amiante" (n° 10165)
- Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'annexe XVII de Reach concernant
l'amiante" (n° 10182)
12.01 Georges Dallemagne (cdH): In december
jongstleden vernamen we dat het ad-hoccomité van
de Europese Commissie nieuwe afwijkingen met
betrekking tot het gebruik van asbest in bepaalde
industriële processen in de Europese Unie zou
goedkeuren en andere afwijkingen zou verlengen.
Die maatregel zorgde
voor beroering bij
verenigingen die zich al jaren voor die zaak
inzetten, bij artsen en bij bepaalde parlementsleden.
Welke houding zal België aannemen bij de
stemming over de bijlage XVII van de REACH-
richtlijn? Is het niet hoog tijd dat asbest definitief
wordt verboden in alle industriële processen en op
het niveau van de invoer? Zelfs indien men ervan
uitgaat dat die processen voldoende veilig zijn voor
het personeel, dan betekent zulks dat dat asbest
ergens vandaan moet komen. Van waar is het
afkomstig?
De Europese overheden zelf willen dat asbest in
alle industriële processen wordt verboden; waarom
zouden we bijgevolg niet dezelfde houding
aannemen als Frankrijk en Nederland?
12.01 Georges Dallemagne (cdH) : En décembre,
nous avons appris que le comité ad hoc de la
Commission européenne allait approuver de
nouvelles dérogations et la prolongation de
certaines dérogations relatives à l'utilisation de
l'amiante dans certains processus industriels dans
l'Union européenne. Cette mesure avait suscité
l'émoi des associations qui se battent sur cette
question depuis des années, des médecins et de
certains parlementaires.
Quelle sera l'attitude de la Belgique lors du vote sur
l'annexe XVII de la directive Reach ? N'est-il pas
temps d'interdire définitivement l'amiante dans tous
les processus industriels et au niveau des
importations ? Même si l'on considère que ces
processus sont suffisamment « safe » pour le
personnel, cela signifie en tout cas que cet amiante
est extrait. Quelle en est la provenance ?
L'Europe elle-même souhaitant que l'amiante soit
banni de tous les processus industriels, pourquoi
n'adopterions-nous pas l'attitude de la France et
des Pays-Bas ?
12.02 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): De
Europese Commissie heeft haar voornemen om de
REACH-bijlage XVII in stemming te brengen op
haar vergadering van 17 december laten varen. Het
uitstel van die stemming heeft me gerustgesteld.
Ik heb echter geen geruststellende antwoorden
gekregen op de vragen die ik hierover heb gesteld
tijdens de plenaire vergadering van 11 december én
12.02 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : La
Commission européenne a renoncé à mettre aux
voix l'annexe XVII de Reach lors de la réunion du
17 décembre. Ce report m'a rassurée.
Lorsque j'ai posé des questions à ce sujet en
plénière le 11 décembre puis en commission de la
Santé le 16 décembre (voir Compte rendu
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
tijdens de vergadering van de commissie voor de
Volksgezondheid op 16 december (zie Beknopt
Verslag 52 PLEN 66, blz. 26 28, en 52 COM 399,
blz. 30 32). De argumenten die werden
aangevoerd om de uitzonderingsbepaling en het
verdere
gebruik
van
asbest
in
elektrolysemembranen voor de productie van chloor
te schragen, waren niet overtuigend. Vrijwel overal
ter wereld werd het productieproces gewijzigd of is
men daarmee bezig.
Verwarrend was ook dat uw kabinet en uw
departement een andere interpretatie geven aan het
artikel dat het in de handel brengen van bepaalde
installaties en het gebruik van asbesthoudende
producten die vóór januari 2005 in bedrijf waren,
toelaat. Uit de bewoordingen van dat artikel kon
worden
opgemaakt
dat
behalve
elektrolysemembranen ook andere voorwerpen die
asbest bevatten verder zouden mogen worden
ingevoerd, als de uitzondering alsnog werd
toegestaan.
Hoe staan de zaken nu? Heeft de Europese
Commissie een nieuw voorstel op tafel gelegd?
Heeft België nieuwe suggesties gedaan? Hebt u
nagedacht over de vrees die ik met betrekking tot
die producten had uitgedrukt?
analytique 52 PLEN 66, p. 26-28, et 52 COM 399,
p. 30-32), les réponses, elles, ne m'ont pas
rassurée. Les arguments avancés pour soutenir la
dérogation et poursuivre l'utilisation de l'amiante
dans les cellules d'électrolyse pour fabriquer du
chlore n'étaient pas convaincants. Presque partout
dans le monde, le processus a été modifié ou est
en train de l'être.
Me perturbait aussi la lecture différente par votre
cabinet et votre administration de l'article autorisant
la mise sur le marché ou l'utilisation d'éléments
contenant de l'amiante en service avant janvier
2005. La rédaction de cet article laissait entendre
que des objets composés d'amiante autres que des
cellules d'électrolyse pouvaient continuer à être
importés si l'on accordait encore la dérogation.
Où en sommes-nous ? La Commission européenne
a-t-elle présenté une nouvelle proposition ? La
Belgique a-t-elle émis de nouvelles suggestions ?
Vous êtes-vous interrogée à propos des craintes
que j'avais exprimées concernant ces articles ?
12.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er is
nooit een Frans voorstel geweest. Ik woonde de
vergadering van de Europese Raad bij en Jean-
Marc Delizée verving mij toen gevraagd werd
waarom België dat voorstel niet steunde. Ik werd op
de hoogte gebracht en heb gevraagd waarom we
dat voorstel niet steunden, maar in werkelijkheid
was er helemaal geen voorstel!
Er waren wel betogen en opmerkingen, en een
voorstel van de Commissie in verband met de
bijlage
bij
de
REACH-verordening:
uitzonderingsbepalingen voor fabrieken waar
asbesthoudende membranen aanwezig zijn en
afwijkingen inzake het gebruik en de wederverkoop
van artikelen met asbestvezels die vóór 1 januari
2005 in gebruik werden genomen.
Het eerste punt is niet van toepassing op België.
Het voorstel van de Europese Commissie vermeldt
dat die membranen vervangen moeten worden
zodra er een asbestvrij alternatief beschikbaar is.
Een eerste rapport hieromtrent zou in 2012 moeten
verschijnen. Ik vind dat er een tijdslimiet zou
moeten worden verbonden aan die uitzondering
voor de membranen. België zal dat standpunt
verdedigen, dat radicaler is dan het Franse.
Wat het tweede punt betreft, wil België het aantal
12.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : Il
n'y a jamais eu de proposition française. J'assistais
au Conseil européen et Jean-Marc Delizée me
remplaçait quand on a demandé pourquoi la
Belgique ne soutenait pas cette proposition. J'avais
été alertée et avais demandé pourquoi on ne la
soutenait pas, mais en fait, il n'y en avait pas !
Il y a bien eu des interventions et il y a une
proposition de la Commission par rapport à l'annexe
à Reach : des dérogations pour les usines équipées
de diaphragmes contenant de l'amiante et des
dérogations pour l'utilisation et la revente d'articles
avec des fibres d'amiante mis en service avant le
1
er
janvier 2005.
Le premier point ne concerne pas la Belgique. La
proposition de la Commission européenne indique
que ces diaphragmes doivent être remplacés
aussitôt qu'une alternative sans amiante est
disponible. Un premier rapport sur le sujet est prévu
en 2012. Pour moi, cette exception pour les
diaphragmes devrait être assortie d'une limite dans
le temps. Ce sera la position de la Belgique, qui va
plus loin que celle de la France.
Pour le deuxième point, la Belgique veut limiter au
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
artikelen dat voor een dergelijke afwijking in
aanmerking komt, zo veel mogelijk beperken (van
nature onroerende goederen of museumcollecties).
Dit standpunt sluit aan bij dat van Frankrijk.
maximum le nombre d'articles pouvant bénéficier
de cette dérogation (immeubles par nature ou
collections de musées). Cette position rejoint celle
la France.
België wijst op de tegenspraak tussen het pleidooi
van de Europese Unie voor een wereldwijd verbod
op asbest en het voortgezette gebruik door onze
nationale ondernemingen. Die discussie vormt
slechts één van de onderdelen van de bijlage bij de
REACH-verordening en België is voorstander van
de invoering van deze pakketten die een betere
veiligheid garanderen.
Op internationaal vlak zal België op de tweede
International Conference of Chemicals Management
de toevoeging steunen van asbest aan het globale
actieplan van de Strategic Approach to International
Chemicals Management die de chemische
veiligheid op wereldvlak promoot. Verder vervolgt
België zijn inspanningen om asbest in de Prior
Informed Consent Procedure op te nemen.
We hebben een uitstekende kennis van dit
onderwerp en we zullen de zaken zeker aanpakken
indien dat mogelijk is.
La Belgique soulève la contradiction entre le
plaidoyer de l'Union européenne pour une
interdiction mondiale de l'amiante et la continuation
de son utilisation dans ses propres industries. Cette
discussion n'est qu'un des volets de l'annexe à
Reach et la Belgique est favorable à l'adoption de
ces paquets garantissant une meilleure sécurité.
Sur le plan international, la Belgique soutiendra, lors
de la deuxième International Conference of
Chemicals Management, l'introduction de l'amiante
dans le plan global d'action du Strategic Approach
to International
Chemicals Management, qui
promeut la sécurité chimique au niveau mondial. La
Belgique
poursuit aussi
ses
efforts pour
l'introduction de l'amiante dans la Prior Informed
Consent Procedure.
Nous sommes à la pointe sur le sujet et si l'on peut
faire bouger les choses, on le fera.
12.04 Georges Dallemagne (cdH): Ik kan erin
komen wat de artikelen die vóór 2005 werden
geproduceerd betreft. Het is moeilijk om de verkoop
te verbieden van een gebouw dat asbest bevat,
hoewel men het asbestvrij kan maken.
Ik begrijp het eerste voorstel niet. De richtlijn die in
1999 werd gestemd, bepaalde dat de afwijking voor
de industriële processen in 2008 afliep. Er bestaan
alternatieven!
De
chloorproducerende
ondernemingen van buiten de Europese Unie
maken trouwens geen gebruik van asbest. Met dit
nieuwe voorstel van de Commissie wordt een
situatie geregulariseerd die we uit de Unie wilden
bannen!
12.04 Georges Dallemagne (cdH) : Pour les
articles produits avant 2005, je puis comprendre. Il
est difficile d'interdire de vendre un bien immeuble
contenant de l'amiante, bien qu'on puisse le
désamianter.
En ce qui concerne la première proposition, je ne
comprends pas. Pour les processus industriels, la
directive votée en 1999 prévoyait que la dérogation
prenait fin en 2008. Les alternatives existent !
D'ailleurs, les industries qui produisent du chlore en
dehors de l'Union européenne ne font pas appel à
l'amiante. Par cette nouvelle proposition de la
Commission, on régularisera une situation que nous
ne voulions plus voir dans l'Union !
12.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): België
is nu al het land met de strengste normen op dat
vlak en we moeten trachten vooruitgang te boeken
om tot dat akkoord te komen. Maar we mogen niet
te hard van stapel lopen, kwestie van niet op een
weigering te stuiten.
De Commissie heeft een nieuw voorstel ingediend.
We stellen momenteel tegenvoorstellen op,
waarmee we het voortouw nemen in de strijd tegen
asbest.
12.05 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
En Belgique, nous sommes déjà les plus sévères
en la matière et devons essayer d'avancer pour
conclure cet accord, tout en n'allant pas trop loin
pour éviter des refus.
La Commission a soumis une nouvelle proposition.
Nous sommes en train d'élaborer des contre-
propositions à la pointe dans la lutte contre
l'amiante.
12.06 Georges Dallemagne (cdH): We zullen nog
moeten nagaan welke gevolgen dat voor de
12.06 Georges Dallemagne (cdH) : Il faudra voir
quel en sera l'impact industriel. En tout cas, il s'agit
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
industrie zal hebben. In elk geval gaat het om zeer
specifieke industriële procedés die slechts weinig
EU-landen aanbelangen. De afwijking lijkt me dan
ook overbodig.
Indien we vóór 17 februari zouden kunnen nagaan
of we een beroep moeten doen op die
afwijkingsprocedure, zouden we daarmee een
signaal geven ten aanzien van de hele wereld. Zo
zouden we kunnen voorkomen dat het beeld
ontstaat van een tweestrijdige EU, die op
internationaal niveau de strijd tegen asbest
aanbindt, en het gebruik ervan door de eigen
industrie lijkt te gedogen.
de processus industriels très spécifiques et qui
concernent peu de pays dans l'Union européenne.
Dès lors, la dérogation ne me semble pas
nécessaire.
Si nous pouvions, avant le 17 février, vérifier si nous
devons recourir à ce système de dérogation, cela
représenterait un signal pour le monde entier. Cela
permettrait d'éviter cette contradiction d'une Union
européenne qui se bat internationalement contre
l'amiante, mais semble l'autoriser dans ses propres
industries.
12.07 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ik reken
erop dat u in de EU-landen een meerderheid zal
kunnen vinden. Als men een alternatief heeft, moet
dat een technisch alternatief zijn. Men moet een
datum voor de stopzetting vastleggen. Als het van
mij afhing, zou dat nu zijn!
Ik weet dat men een compromis moet bereiken,
maar het afschaffen van de afwijkingen is wel een
minimumvereiste.
Zal er in het voorstel een lijst worden opgenomen
van de producten die nog in de handel en
toegelaten zijn, maar niet meer zouden vervangen
worden als er een asbestvrij product voor in de
plaats kan komen?
12.07 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : Je compte
sur vous pour obtenir une majorité au sein des
États de l'Union européenne. Si une solution de
rechange existe, ce doit être en termes techniques.
Qu'une date d'arrêt soit déterminée. Si cela ne
tenait qu'à moi, ce serait dès maintenant !
Je sais qu'il faut parvenir à un compromis, mais la
suppression des dérogations est un minimum.
Pour les articles vendus sur le marché, cela signifie-
t-il que la proposition inclura une liste des articles
encore autorisés mais qui ne seraient plus
remplacés après leur désamiantage ?
Of blijft het voorstel vaag en worden dezelfde
bewoordingen gebruikt?
Ou bien, la proposition reste-t-elle vague et utilise-t-
elle les mêmes termes ?
12.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
formulering is strenger.
12.08 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les termes sont plus stricts.
12.09 Georges Dallemagne (cdH): Dit is een
aanzienlijke vooruitgang.
12.09 Georges Dallemagne (cdH) : Il s'agit d'une
avancée importante.
12.10 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Als men
asbest wereldwijd wil verbieden, mag men het hier
ook niet meer gebruiken, want het moet toch ergens
geproduceerd worden!
12.10 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : Si l'on
souhaite l'interdiction de l'amiante dans le monde, il
faut arrêter d'en consommer ici car il faut bien le
produire quelque part !
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De volgende vraag is die van de
heer Bellot over de wettelijke norm voor de
elektromagnetische straling van gsm-masten.
L'incident est clos.
La présidente : La question suivante est celle de
M. Bellot relative à la norme encadrant le
rayonnement électromagnétique des antennes
GSM.
12.11 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
vraag dateert van 16 januari 2009, terwijl die
bevoegdheid ons op 15 januari 2009 door een
arrest werd ontnomen! Ik nodig u niettemin uit uw
vraag te stellen.
12.11 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La question date du 16 janvier 2009, alors que, le
15 janvier 2009, un arrêt nous enlevait cette
compétence ! Je vous invite tout de même à poser
votre question.
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
13 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de wettelijke norm voor
de elektromagnetische straling van gsm-masten"
(nr. 10186)
13 Question de M. François Bellot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la norme
encadrant le rayonnement électromagnétique des
antennes GSM" (n° 10186)
13.01 François Bellot (MR): In 2005 stelde de
federale regering de blootstellingsgrenswaarde voor
de bevolking en de magnetische veldsterkte vast op
20,6 volt per meter. De Gewesten beperkten
intussen de elektrische of de magnetische
veldsterkte voor nieuwe installaties tot 3 volt per
meter.
Het aantal gsm-antennes op het grondgebied hangt
zowel af van het aantal kanalen dat per zender
beschikbaar is, en dat bepaalt hoeveel gsm's op die
antenne kunnen worden aangesloten, als van het
uitzendvermogen. Wanneer men weet dat de
magnetische veldsterkte volgens een exponentiële
curve
afneemt,
betekent
dit
dat
de
elektromagnetische veldsterkte op vijftig meter van
een
antenne
met
een
elektromagnetische
veldsterkte van 20 volt per meter nog slechts 2,3 of
4 volt per meter bedraagt. Wanneer er zich in een
straal van 50 meter geen enkel gebouw in het
stralingsveld bevindt, kunnen zenders van 20,6 volt
per meter worden gebruikt terwijl men toch de norm
haalt inzake vermogen en magnetische veldsterkte
op 50 meter. Wanneer zo een zender zich in de
stad bevindt en er zich in een straal van 50 meter
een bewoond gebouw bevindt, dan worden de
bewoners aan een hogere veldsterkte dan 3 volt per
meter blootgesteld. Op een open terrein wordt
evenwel niemand permanent blootgesteld aan een
veldsterkte van meer dan 3 volt per meter.
Voorzitter: de heer Jean-Jacques Flahaux
De gsm-antenne en de ontvanger zenden elk een
bijkomend elektromagnetisch veld uit. Hoe hoger
het elektromagnetische veld van de antenne, hoe
lager dat van de gsm. De gsm bevindt zich echter
vlakbij het lichaam van de gebruiker. Wanneer er
naar een gsm wordt gebeld, bedraagt de straling
voor een zender van 3 volt per meter op het
ogenblik dat de verbinding tot stand komt,
gedurende 2 seconden 15 tot 20 volt per meter.
Nadien daalt ze naar 1 volt per meter gedurende
het gesprek.
13.01 François Bellot (MR) : Depuis 2005, le
gouvernement fédéral a fixé la limite d'exposition de
la population et l'intensité du champ magnétique à
20,6 volts par mètre. Les Régions ont limité
l'intensité du champ électrique ou magnétique pour
les nouvelles installations à 3 volts par mètre.
Le nombre d'antennes GSM sur le territoire dépend
à la fois du nombre de canaux disponibles dans
chaque émetteur, en fonction du nombre de GSM
qui peuvent être branchés sur cette antenne, et de
la puissance d'émission. Sachant que la diminution
de l'intensité du champ magnétique varie selon une
courbe exponentielle, cela signifie qu'à 50 mètres
d'une
antenne
émettant
une
intensité
électromagnétique de 20 volts par mètre, celle-ci
n'est plus que 2, 3 ou 4 volts par mètre. Si, dans les
50 mètres, aucune construction ne se trouve dans
le champ d'émission, il est possible d'utiliser des
émetteurs de 20,6 volts par mètre et d'être en
conformité avec la puissance et l'intensité
magnétique de 50 mètres. Si cet émetteur se trouve
en ville et qu'horizontalement, à moins de
50 mètres, se trouve un immeuble occupé, les
habitants sont exposés à une intensité de champ
supérieure à 3 volts par mètre. Par contre, en rase
campagne, aucune personne n'est exposée de
manière permanente à une intensité supérieure à
3 volts par mètre.
Président : M. Jean-Jacques Flahaux.
L'antenne GSM et le récepteur émettent chacun un
champ électromagnétique complémentaire. Plus
celui de l'antenne est élevé, plus celui du GSM est
bas. Or le GSM est à proximité du corps de
l'utilisateur. Lorsqu'un GSM est appelé, pour une
intensité de l'émetteur de 3 volts par mètre, le
rayonnement d'accrochage du GSM est de 15 à
20 volts par mètre durant 2 secondes. Ensuite, il est
de 1 volt par mètre durant la communication.
Wanneer de intensiteit van het veld terugvalt op
minder dan 1 volt per meter, stijgt de intensiteit van
de gsm bij ontvangst tot 40 volt per meter en tot 4
volt per meter tijdens de communicatie. Het gaat
om een experiment dat ik heb kunnen doen na 10
pogingen.
Lorsque l'intensité du champ descend à 1 volt par
mètre, l'intensité d'accrochage du GSM monte à
40 volts par mètre et celui au cours de la
communication à 4 volts par mètre. Il s'agit ici d'une
expérience que j'ai pu faire à partir de 10 essais.
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
Mijn conclusie is dat indien de door de Gewesten
gevraagde verlaagde intensiteit van het magnetisch
veld niet gepaard gaat met een beduidende stijging
van het aantal gsm-antennes, de blootstelling van
de gebruikers aan de door hun eigen gsm
uitgezonden straling zal toenemen.
Mevrouw de minister, ik meen te weten dat deze
materie momenteel nog steeds een bevoegdheid
van de Gewesten is. Welke maatregelen bent u
van plan te nemen in overleg met de Gewesten?
Hoe staat het met de antennes van het ASTRID-
netwerk, waarvan er minder zijn en waarvoor een
veel hoger uitzendvermogen zou worden aanvaard?
Voorzitter: mevrouw Muriel Gerkens
Ma conclusion est que si la diminution d'intensité du
champ magnétique demandé par les Régions ne
s'accompagne pas d'une augmentation significative
du nombre d'antennes GSM, l'exposition des
utilisateurs au rayonnement émis par leur propre
GSM va s'accroître.
Madame la ministre, je crois savoir que cette
matière relève aujourd'hui de la compétence des
Régions. Quelles mesures comptez-vous prendre
en concertation avec celles-ci ? Qu'en est-il des
antennes du réseau ASTRID, moins nombreuses et
pour lesquelles des puissances d'émissions bien
plus élevées seraient acceptées ?
Présidente : Mme Muriel Gerkens.
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Volgens
een studie van de Hoge Gezondheidsraad dienen
alle normen neerwaarts te worden herzien. Dat ben
ik dus van plan.
Er zijn vergaderingen geweest met de Hoge
Gezondheidsraad, en met de telefoonoperatoren.
Er
werden
besprekingen
over
ASTRID
georganiseerd. In zijn arrest van 15 januari is het
Grondwettelijk Hof van oordeel dat het vastleggen
van de emissienorm en de blootstellingsnorm niet
langer bevoegdheid van de federale Staat zijn.
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Selon une étude du Conseil supérieur de la Santé, il
faut revoir les normes à la baisse. C'est ce que je
compte donc faire.
Des réunions ont eu lieu avec le Conseil supérieur
de la Santé et avec les opérateurs de téléphonie.
Des discussions au sujet d'ASTRID ont été
organisées. Dans son arrêt du 15 janvier, la Cour
constitutionnelle estime que la fixation de la norme
d'émission et de la norme d'exposition ne sont plus
de la compétence l'État fédéral.
Dit behoort dus tot de bevoegdheid van de
Gewesten. Minister Van Quickenborne en ikzelf
nemen intussen de juridische gevolgen van het
arrest onder de loep om na te gaan of bepaalde
delen van deze bevoegdheid niet federaal blijven.
Als ik niet langer kan of mag ingrijpen, zal er
middels een interministeriële conferentie getracht
worden de normen op nationaal vlak eenvormig te
maken.
Ce sont donc les Régions qui sont compétentes.
Cela dit, le ministre Van Quickenborne et moi-
même analysons les conséquences de l'arrêt au
niveau juridique pour déterminer si des parts de
compétence restent au niveau fédéral. Si je n'ai
plus le pouvoir d'intervenir, une conférence
interministérielle tentera d'uniformiser les normes à
l'échelon national.
13.03 François Bellot (MR): Er wordt een
onderscheid gemaakt tussen de emissienorm, de
kracht van het elektromagnetische veld dat door de
zender opgewekt wordt, en het absorptieveld, d.i.
het door de gsm zelf opgewekte veld. In het arrest
is er wel sprake van de emissienorm en van de
kwaliteit van de uitgezonden golf bij ontvangst,
maar het probleem van het toestel zelf dat een
absorptiegolf uitzendt, wordt niet behandeld. Als
men de signalen verzwakt zonder voor een zender
te zorgen, is de individuele emissie groter. Wie buigt
zich over deze kwestie wat de zender betreft?
13.03 François Bellot (MR) : On distingue la
norme d'émission, la puissance du champ
électromagnétique émis par l'émetteur et le champ
d'absorption, le champ émis par le GSM. L'arrêt
parle bien de la norme d'émission et de la qualité de
l'onde émise à la réception, mais il reste le
problème de l'appareil même, qui émet une onde
d'absorption. Si on affaiblit les signaux sans ajouter
d'émetteur, l'émission individuelle sera plus
importante. Qui s'occupe de la question au niveau
de l'émetteur ?
13.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dit
maakt deel uit van het lopend juridisch onderzoek.
13.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cela fait partie de l'examen juridique en cours.
13.05 François Bellot (MR): Volgens een 13.05 François Bellot (MR) : Une norme
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
internationale norm is twee watt de bovengrens.
internationale indique un maximum de deux watts.
13.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Stel dat
de emissienormen van Gewest tot Gewest
verschillen, wat moeten we doen wanneer de gsm-
norm een federale bevoegdheid blijft?
13.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Imaginez que les normes d'émission soient
différentes entre Régions, comment faire si la
norme des GSM reste de compétence fédérale ?
13.07 François Bellot (MR): In het geval van
Brussel, bijvoorbeeld, is dat onmogelijk! Er moet
een akkoord komen tussen de Gewesten!
13.07 François Bellot (MR) : Prenons le cas de
Bruxelles, c'est impossible ! Il faut un accord entre
les Régions !
De voorzitter: We moeten weten of er een termijn
vastgesteld is voor de bespreking van de teksten!
La présidente : Il serait opportun de savoir si un
délai est imparti pour l'examen des textes !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
uit
China
geïmporteerde sofa's die ernstige brandwonden
veroorzaken" (nr. 10188)
14 Question de M. François Bellot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les victimes
des fauteuils responsables de brûlures très
graves importés de Chine" (n° 10188)
14.01
François
Bellot
(MR):
Sommige
Europeanen hadden brandwonden en last van jeuk
nadat ze op uit China geïmporteerde sofa's gezeten
hadden waarin zakjes met dimethylfumaraat zaten,
een product dat gebruikt wordt om tijdens de opslag
schimmelvorming te voorkomen. Die stof zou
overigens ook verwerkt zijn in andere voorwerpen
die met de huid in contact komen. Weet u of die
problemen zich ook in België voordeden? Welke
maatregelen zou België kunnen nemen om
dergelijke ongelukken te voorkomen, aangezien de
kopers niet op de hoogte zijn van de nevenwerking
van die stoffen of niet eens weten dat ze gebruikt
worden? Welke verantwoordelijkheid draagt de
verdeler van die producten?
14.01 François Bellot (MR) : Un certain nombre
d'Européens a été victime de brûlures et de
démangeaisons suite à l'usage de fauteuils
importés de Chine contenant de petits sachets de
diméthylfumarate,
utilisé
pour
éviter
le
développement de moisissures durant le stockage.
Cette matière serait d'ailleurs utilisée également
dans d'autres objets en contact avec la peau. Avez-
vous connaissance de tels problèmes en Belgique ?
Quelles mesures la Belgique pourrait-elle prendre
pour éviter ces accidents, alors que les acheteurs
méconnaissent les effets de ces substances ou
ignorent leur présence ? Quelle est la responsabilité
du distributeur de ces produits ?
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Onze
diensten werden door dermatologen ingelicht over
gevallen waarbij personen last kregen van jeuk.
Een aantal importeurs hebben ook maatregelen
getroffen. Zo haalde een firma de bewuste
schoenen onmiddellijk uit de handel. Ze stuurde
tevens een brief aan de 360 geïdentificeerde
klanten. Zulke maatregelen moeten ook door de
importeurs van de sofa's genomen worden.
Het is in Europa verboden dimethylfumaraat op de
markt te brengen. Niettemin verbiedt richtlijn 98/08
betreffende het op de markt brengen van biociden
de import van artikelen die met die stof behandeld
werden niet. Aan de hand van een literatuurstudie
hebben
onze
diensten
wetenschappelijke
argumenten verzameld voor een strenger en ruimer
verbod op die artikelen. Er werd aldus op 12 januari
2009 een ministerieel besluit uitgevaardigd op
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Nos services ont eu connaissance de cas de
démangeaison rapportés par des dermatologues.
Concernant
les
mesures
prises
par
les
importateurs, une firme a procédé au retrait
immédiat des chaussures concernées. Elle a
également envoyé un courrier aux 360 clients
identifiés. Pour ce qui est des fauteuils, de telles
dispositions doivent être prises par les importateurs.
La mise sur le marché du fumarate de diméthyl est
interdite en Europe. Néanmoins, la directive 98/08
concernant les produits biocides n'interdit pas
l'importation d'articles traités avec cette substance.
Une recherche bibliographique a permis à nos
services de collecter des arguments scientifiques
pour élargir l'interdiction de ces articles. Un arrêté
ministériel a ainsi été publié le 12 janvier 2009 à
l'initiative du ministre Magnette compétent pour la
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
initiatief van minister Magnette, die bevoegd is voor
consumentenbescherming.
De verdelers moeten het ministerieel besluit
naleven en mogen de bewuste artikelen niet meer
vermarkten. De niet-naleving van dat besluit staat
gelijk aan een overtreding.
Protection des Consommateurs.
Concernant la responsabilité des distributeurs, ils
sont tenus de respecter l'arrêté ministériel et de ne
plus commercialiser les articles incriminés. Le non-
respect de cet arrêté constitue une infraction.
Indien de Economische Inspectie een dergelijke
overtreding vaststelt, kan ze eisen dat het product
onmiddellijk uit de handel genomen wordt en
proces-verbaal opmaken, met de bijhorende boete.
Si une telle infraction est constatée par l'inspection
économique, celle-ci peut exiger le retrait immédiat
de la vente et dresser procès-verbal avec amende à
la clef.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Olivier Destrebecq aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het gebruik van
botulismetoxine of Botox" (nr. 10158)
15 Question de M. Olivier Destrebecq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'usage de la
toxine botulique ou Botox" (n° 10158)
15.01 Olivier Destrebecq (MR): Volgens het
Canadese ministerie van Volksgezondheid en de
Amerikaanse Food and Drug Administration kan
botulinetoxine gevaarlijke nevenwerkingen hebben.
De verspreiding van die toxine in het lichaam zou
leiden
tot
spierverslapping,
slikproblemen,
longontstekingen,
spraakstoornissen
en
ademhalingsproblemen die de dood tot gevolg
kunnen hebben.
In augustus 2008 had het Duitse weekblad Focus
bekendgemaakt
dat
het
Europees
Geneesmiddelenbureau (EMEA) meer dan 600
gevallen
had
opgetekend
van
ernstige
nevenwerkingen bij personen die injecties met
Botox hadden gekregen. In 28 gevallen was de
patiënt overleden.
Botulinetoxine, dat onder de merknamen Botox of
Vistabel verkocht wordt, wordt wereldwijd door
miljoenen
mensen
gebruikt
voor
schoonheidsbehandelingen,
om
rimpels
te
verwijderen. Oorspronkelijk is het een gif dat 40
miljoen keer sterker is dan cyanide.
Botulinetoxine wordt uitgescheiden door de bacterie
die botulisme veroorzaakt, een dodelijke ziekte die
men oploopt door bijvoorbeeld een grote
hoeveelheid bedorven blikvoedsel te eten.
Gelet
op
de
cijfers
van
het
Europees
Geneesmiddelenbureau is het belangrijk dat er een
echt preventieplan komt.
Hoe staat u tegenover die problematiek?
15.01 Olivier Destrebecq (MR) : La toxine
botulique pourrait, selon le ministère canadien de la
Santé et selon l'autorité américaine de surveillance
du médicament, avoir des effets dangereux. La
dispersion de cette toxine dans le corps
provoquerait des affaiblissements musculaires,
problèmes de déglutition, pneumonies, troubles de
la parole et problèmes respiratoires pouvant être
mortels.
En août 2008, l'hebdomadaire allemand Focus avait
révélé que l'Agence européenne du médicament
(EMEA) avait recensé plus de six cents cas où des
personnes ayant reçu des injections de Botox
avaient subi de sérieux effets négatifs. Dans vingt-
huit cas, les patients étaient morts.
La toxine botulique, commercialisée notamment
sous les marques Botox ou Vistabel, est utilisée par
des millions de personnes dans le monde dans des
traitements cosmétiques pour gommer les rides. À
l'origine, c'est un poison qui est quarante millions de
fois plus foudroyant que le cyanure.
La toxine botulique est secrétée par la bactérie à
l'origine du botulisme, maladie mortelle que l'on
contracte en mangeant en quantité des conserves
avariées.
Il serait important, au vu des chiffres communiqués
par l'Agence européenne du médicament, de mettre
en place un véritable plan de prévention.
Quelle est votre attitude concernant cette
problématique ?
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Botox,
Dysport en Vistabel bevatten botulismetoxine.
15.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le Botox, le Dysport et le Vistabel contiennent de la
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
Botox en Dysport zijn in België hoofdzakelijk
geregistreerd voor het behandelen van bepaalde
spastische spieraandoeningen die in verband
worden gebracht met kinderpathologieën met
betrekking tot hersenverlamming, en chronische
spierspasticiteit bij volwassenen, al dan niet
gerelateerd aan een cerebrovasculair accident.
Vistabel is in België geregistreerd voor het tijdelijk
wegwerken van matig diepe tot diepe verticale
rimpels tussen de wenkbrauwen tijdens het fronsen
van de wenkbrauwen bij volwassenen jonger dan
65, wanneer de ernst van die rimpels bij de patiënt
tot een aanzienlijke psychologische nawerking leidt.
Die stoffen zijn niet toegestaan voor cosmetisch
gebruik. De samenvattingen van de eigenschappen
omvatten de volledige gebruiksaanwijzing want het
gaat om een gevaarlijk product.
Hoewel het Geneesmiddelenagentschap geen
kennisgeving heeft van een ernstig geval in verband
met het gebruik van die geneesmiddelen, lijkt het
evident dat botulismetoxine wordt gebruikt buiten de
officiële kennisgevingen van bepaalde artsen, om te
voldoen aan de vragen van patiënten die sommige
rimpels willen uitvlakken.
Sinds 2007 wordt botulismetoxine onderworpen aan
het bijzonder toezicht door de Europese overheden,
waar België zich bij aansluit. Een beheersplan van
de gezamenlijke risico's van alle specialiteiten met
botulismetoxine, wordt momenteel op Europees
niveau ingevoerd.
toxine botulique. Le Botox et le Dysport sont
enregistrés en Belgique principalement pour le
traitement de certaines affections musculaires
spastiques associées soit à des pathologies de
l'enfant en relation avec une paralysie cérébrale,
soit à de la spasticité musculaire chronique chez
l'adulte en relation ou non avec des accidents
vasculaires cérébraux.
Le Vistabel est enregistré en Belgique pour la
correction temporaire des rides verticales inter-
sourcillières modérées à sévères observées lors du
froncement des sourcils chez l'adulte de moins de
65 ans, lorsque la sévérité de ces rides entraîne un
retentissement psychologique important chez le
patient. Ces substances ne sont pas autorisées
pour un usage cosmétique. Les résumés des
caractéristiques de ces produits reprennent de
façon complète les précautions d'emploi, car c'est
un produit dangereux.
Bien que l'Agence des médicaments n'ait reçu
aucune notification de cas grave associé à
l'utilisation de ces médicaments, il semble évident
que la toxine botulique est utilisée en dehors de ses
notifications officielles par certains médecins afin de
satisfaire des demandes de patients soucieux de
gommer certaines rides.
Depuis 2007, la toxine botulique fait l'objet d'une
surveillance spéciale par les autorités européennes,
à laquelle la Belgique s'associe. Un plan de gestion
des risques communs à toutes les spécialités
contenant de la toxine botulique est en cours au
niveau européen.
Het Agentschap maakt werk van de educatie van
de therapeuten met betrekking tot het anderssoortig
gebruik van geneesmiddelen dan voor de indicaties
waarvoor ze bedoeld zijn en dat is de reden waarom
het aandacht besteedt aan de permanente opleiding
van de gezondheidswerkers op het stuk van de
geneesmiddelenbewaking. Ik sluit niet uit dat ik ter
zake maatregelen zal nemen, maar ik wacht af wat
er op Europees niveau zal worden ondernomen,
want men werkt er momenteel aan een
grootschaliger initiatief.
L'Agence s'emploie à éduquer les thérapeutes au
sujet des usages hors indication des médicaments
et c'est la raison pour laquelle elle favorise la
formation continue des professionnels de santé en
matière de pharmacovigilance. Je n'exclus pas
d'agir en la matière mais j'attends de voir ce qui se
passe au niveau européen car une action de plus
grande envergure y est réalisée.
15.03 Olivier Destrebecq (MR): Ik beklemtoon het
belang van de communicatie en de voorlichting met
betrekking tot dat product. Het lijkt me gevaarlijk om
die techniek op grote schaal toe te passen voor
louter esthetische doeleinden.
De voorzitter: Dat product is niet nieuw in de
cosmetica.
15.03 Olivier Destrebecq (MR) : Je me permets
d'insister sur l'aspect communication et information
concernant ce produit. Il me semble dangereux de
vulgariser cette technique à des fins simplement
esthétiques.
La présidente : Ce produit est déjà bien entré dans
le domaine cosmétique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
16 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de studie van het
Kenniscentrum
over
geriatrische
dagziekenhuizen" (nr. 10226)
16 Question de M. Koen Bultinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'étude du
Centre d'expertise sur les hôpitaux de jour
gériatriques" (n° 10226)
16.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Uit het
recente rapport van het Kenniscentrum over de
geriatrische dagziekenhuizen blijkt dat overtuigende
gegevens
die
aantonen
dat
geriatrische
dagziekenhuizen een reële meerwaarde bieden,
niet voorhanden zijn. Het rapport doet ook een
aantal aanbevelingen, zoals het voorstel om de
forfaitaire financiering te vervangen door een
financiering op basis van de bezettingsgraad en het
profiel van de patiënten. De reactie van de geriaters
was scherp: zij wijten alle problemen aan de
opstartfase en vragen om meer tijd.
Wat is de politieke reactie van de minister op de
studie van het Kenniscentrum? De geriatrische
proefprojecten lopen normaal gezien ten einde in
2010. Zal de financiering na 2010 worden
voortgezet? Werd met de sector overlegd over dit
rapport?
16.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Selon le
rapport récent du Centre d'expertise sur les
hôpitaux gériatriques de jour, aucune donnée
convaincante ne démontre que les hôpitaux
gériatriques de jour offrent une véritable plus-value.
Le rapport formule en outre une série de
recommandations parmi lesquelles la proposition de
remplacer le financement forfaitaire par un
financement basé sur le taux d'occupation et le
profil des patients. La réaction des gériatres a été
violente : ils imputent l'ensemble des problèmes à la
phase de démarrage et demandent davantage de
temps.
Comment la ministre réagit-elle politiquement à
l'étude du Centre d'expertise ? Normalement, les
projets pilotes gériatriques se terminent en 2010. Le
financement sera-t-il maintenu au-delà de 2010 ? Y
a-t-il eu concertation avec le secteur à propos de ce
rapport ?
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
studie van het Kenniscentrum wijst terecht op een
aantal knelpunten, maar de inhoud moet ook
worden
genuanceerd.
De
geriatrische
dagziekenhuizen zijn in de opstartfase en werken
dus nog niet op volle kracht. Het is daarom te vroeg
voor verregaande conclusies. Voordat we de
meerwaarde van de projecten evalueren, kunnen
we eerst beter tot een best practice proberen te
komen.
De planning bij de start van de proefprojecten in
2006 liep tot 2010. Daarna kan er een structurele
erkenning en financiering komen, maar dat hangt af
van hoe de projecten evolueren. Als de tijd nog niet
rijp is voor structurele maatregelen, kunnen de
proefprojecten worden voortgezet.
16.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
nééerlandais) : L'étude du Centre d'expertise
souligne à juste titre une série de difficultés, mais
son contenu doit également être nuancé. Les
hôpitaux gériatriques de jour sont dans la phase de
démarrage et ne tournent dès lors pas encore à
plein régime. Des conclusions détaillées sont par
conséquent prématurées. Avant d'évaluer la plus-
value des projets, il est préférable de tenter de
définir une sorte de best practice.
Lors du lancement des projets pilotes en 2006, le
planning allait jusqu'en 2010. Un agrément
structurel et un financement pourront être
envisagés ensuite, mais tout dépendra de
l'évolution des projets. S'il est trop tôt pour prendre
des mesures structurelles, les projets pilotes
pourront être poursuivis.
Over de resultaten van de studie vond nog geen
overleg plaats met de geriaters. Dit staat wel op de
agenda van het Platform voor het zorgprogramma
voor de geriatrische patiënt en van het College voor
geriatrie.
Il n'y a pas encore eu de concertation avec les
gériatres à propos des résultats de l'étude. Une telle
concertation figure toutefois à l'ordre du jour de la
Plate-forme du programme de soins pour les
patients gériatriques et du Collège de la gériatrie.
16.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): De
minister nuanceert de studieresultaten en is het
eens met de geriaters die meer tijd vragen. Wij
blijven dit opvolgen.
16.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : La
ministre nuance les résultats de l'étude et partage
l'avis des gériatres qui demandent plus de temps.
Nous continuerons à suivre ce dossier.
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 10312 van mevrouw
Smeyers wordt uitgesteld.
L'incident est clos.
La présidente : La question n° 10312 de Mme
Smeyers est reportée.
17 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Maggie De Block aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
verkoop
van
opwekkende
of
concentratieverhogende
geneesmiddelen" (nrs. 10324+10367)
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het Rilatineverbruik"
(nr. 10370)
- mevrouw Christine Van Broeckhoven aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het oneigenlijke en/of
verkeerde
gebruik
van
medicatie
die
hersenfuncties/gedrag beïnvloedt" (nr. 10386)
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het gebruik van Rilatine
bij studenten" (nr. 10415)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de consumptie van
Rilatine" (nr. 10384)
- mevrouw Lieve Van Daele aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het oneigenlijk gebruik
van medicatie" (nr. 10545)
- mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de consumptie van
Rilatine door studenten" (nr. 10662)
17 Questions jointes de
- Mme Maggie De Block à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé
publique
sur
"la
vente
de
psychoanaleptiques ou de médicaments qui
stimulent la concentration" (n
os
10324+10367)
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la consommation de Rilatine"
(n° 10370)
- Mme Christine Van Broeckhoven à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'usage
abusif et/ou incorrect de médicaments qui
agissent sur les fonctions cérébrales et le
comportement" (n° 10386)
- Mme Els De Rammelaere à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la consommation de Rilatine
chez les étudiants" (n° 10415)
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la consommation de Rilatine"
(n° 10384)
- Mme Lieve Van Daele à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'usage abusif de médicaments"
(n° 10545)
- de Mme Liesbeth Van der Auwera à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
consommation de Rilatine par les étudiants"
(n° 10662)
17.01 Christine Van Broeckhoven (sp.a): In De
Morgen van 20 januari verscheen een artikel over
de verontrustende stijging van het gebruik van
medicijnen die de hersenfuncties beïnvloeden en
dus ook het gedrag van de gebruikers.
De overconsumptie van medicijnen als Rilatine,
Provogil, Aricept en Prozac door gezonde personen
wijst op een trend van medicalisering van het
gedrag van de mens, en is ook niet zonder gevaar,
aangezien die medicijnen soms gevaarlijke
bijwerkingen hebben.
17.01 Christine Van Broeckhoven (sp.a) : Dans
un article publié dans le quotidien De Morgen le
20 janvier dernier, il était question d'une
augmentation inquiétante de la consommation de
médicaments psychotropes.
La surconsommation de médicaments tels que la
Rilatine, le Provogil, l'Aricept et le Prozac par des
personnes en bonne santé démontre que nous
assistons à une médicalisation du comportement
humain. Une telle évolution n'est pas sans danger,
compte tenu des effets secondaires parfois
dangereux des médicaments concernés.
Zo is sinds 2004 de verkoop van Rilatine gestegen
met 50 procent. Andere middelen noteerden een
nog sterkere stijging. De farmaceutische bedrijven
zagen hun cijfers dan ook spectaculair omhoog
gaan. Zo verdrievoudigde het verkoopbudget van
Novartis, producent van Rilatine.
Les ventes de Rilatine ont augmenté de 50 %
depuis 2004. Des hausses plus fortes encore ont
été enregistrées pour d'autres produits. Les
résultats des entreprises pharmaceutiques ont dès
lors progressé de manière spectaculaire. Le budget
ventes de Novartis, producteur de la Rilatine, a ainsi
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
Deze medicijnen worden niet alleen gebruikt door
patiënten, maar ook door gezonde personen die ze
gebruiken om hun gedrag bij te sturen: Rilatine om
de aandacht te verscherpen, Provigil om
slaperigheid tegen te gaan en Aricept om het
geheugen te verbeteren. Studenten in de
examenperiode en hardwerkende burgers grijpen
graag naar deze middelen. Ze vergeten soms dat
deze medicijnen bijwerkingen hebben en dat
langdurig gebruik hersenschade zou kunnen
veroorzaken. Daarenboven is het gewenste effect
bij gezonde personen waarschijnlijk zeer beperkt.
triplé.
Ces médicaments ne sont pas uniquement utilisés
par des patients, mais également par des
personnes en bonne santé qui les prennent pour
modifier leur comportement : Rilatine pour aiguiser
l'attention,
Provigil
pour
lutter
contre
l'assoupissement et Aricept pour améliorer la
mémoire. Les étudiants en session d'examen et les
personnes travaillant beaucoup recourent volontiers
à ces produits, oubliant parfois que ces
médicaments ont des effets secondaires et qu'une
utilisation prolongée pourrait endommager le
cerveau. De plus, chez les personnes en bonne
santé, les effets souhaités sont probablement très
limités.
Volgens welke criteria schrijft men die stimulerende
medicatie voor aan gezonde personen? Bestaan er
statistieken over de gezonde gebruikers? Hoe wil
men deze groep wijzen op de gevaren van
langdurig gebruik? Kennen de huisartsen de risico's
wel voldoende? Moeten zij hierover niet worden
bijgeschoold? Beïnvloeden de farmaceutische
bedrijven misschien het voorschrijfgedrag van de
artsen? Deze medicijnen zijn slechts verkrijgbaar op
voorschrift, maar dat wordt omzeild door de illegale
verkoop via internet. Hoe zal men dat aan banden
leggen?
En fonction de quels critères ces médicaments
stimulateurs sont-ils prescrits ? Dispose-t-on de
statistiques relatives aux personnes qui les
consomment alors qu'elles sont en bonne santé ?
Comment attirer l'attention de ce groupe sur les
dangers d'une consommation à long terme ? Les
médecins
généralistes
sont-ils
suffisamment
informés des risques ? Ne conviendrait-il pas de
prévoir des recyclages en la matière? Se pourrait-il
que les firmes pharmaceutiques influencent le
comportement prescripteur des médecins ? Ces
médicaments sont disponibles seulement sur
prescription, mais la vente illégale sur l'internet
permet de contourner cette difficulté. Comment va-
t-on mettre un terme à ce phénomène ?
17.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Over de
problematiek van het oneigenlijke gebruik van
Rilatine heb ik de minister reeds op 12 februari
2008 ondervraagd. Nieuwe onderzoeksresultaten
wijzen erop dat dit oneigenlijke gebruik helemaal
niet is afgenomen. Bevestigt de minister dat vooral
studenten nu al te gretig naar het middel grijpen?
Hoe staat het met de ontradingscampagne die de
minister vorig jaar aankondigde? Werd daarover al
overleg gepleegd met de Gemeenschappen?
17.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Le
12 février 2008, j'avais déjà interpellé la ministre à
propos du problème de l'usage inapproprié de la
Rilatine. De récents résultats d'études indiquent que
cet usage inapproprié n'a nullement diminué. La
ministre confirme-t-elle que ce sont principalement
les étudiants qui recourent trop abondamment à
cette substance ? Où en est la campagne de
dissuasion annoncée l'année dernière par la
ministre ? Y a-t-il déjà eu des concertations à ce
sujet avec les Communautés ?
17.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Rilatine
bevat methylfenidaat en wordt in sommige gevallen
voor
de
behandeling
van
aandachtstekortstoornissen
met
hyperactiviteit
voorgeschreven. De centrale stimulantia Modafinil,
in Provigil, en methylfenidaat kunnen bij narcolepsie
worden gebruikt. Het geneesmiddel Aricept, dat
donepezil bevat, ten slotte, wordt in het kader van
de behandeling van de symptomen van de ziekte
van Alzheimer gebruikt. De globale consumptie van
methylfenidaat bedroeg 125.672 gram in 2003 en
220.000 gram in 2007. De cijfers voor 2008 zullen
medio 2009 beschikbaar zijn. Zo'n hoog verbruik
17.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La Rilatine contient de la méthylphénidate et est
indiquée dans certains cas pour le traitement des
troubles de l'attention associés à une hyperactivité.
Les stimulants centraux modafinile qui se trouvent
dans le Provigile et également le méthylphénidate
peuvent être utilisés pour la narcolepsie. Enfin,
Aricept, qui contient du donépézil, est un
médicament indiqué dans le symptôme de la
maladie d'Alzheimer. La consommation globale du
méthylphénidate s'établissait en 2003 à 125.672
grammes et en 2007 à 220.000 grammes. Les
chiffres pour 2008 seront disponibles vers le milieu
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
wordt niet alleen in België, maar in alle
geïndustrialiseerde samenlevingen vastgesteld.
de l'année. Cette consommation élevée n'est pas
constatée qu'en Belgique, elle s'observe dans
toutes les sociétés industrialisées.
(Nederlands) Aangezien de voorschriften van deze
geneesmiddelen niet allemaal worden afgeleverd
met tussenkomst van het Riziv, beschik ik niet over
betrouwbare gegevens om het aantal voorschriften
buiten de goedgekeurde therapeutische indicaties
of het gebruik door gezonde personen te evalueren.
Het voorschrijven van Rilatine is momenteel niet
beperkt tot bepaalde categorieën of specialiteiten
van voorschrijvers. Om de terugbetaling te kunnen
genieten moet men wel aan diverse voorwaarden
voldoen. Zo moet de diagnose van ADHD worden
gesteld door een kinderpsychiater of een
kinderneuroloog.
(En néerlandais) Étant donné que les prescriptions
pour ces médicaments ne sont pas toujours
délivrées avec intervention de l'INAMI, je ne dispose
pas de données fiables pour évaluer le nombre de
prescriptions
en
dehors
des
indications
thérapeutiques approuvées ou l'utilisation par des
personnes en bonne santé.
Actuellement, la prescription de Rilatine ne se limite
pas à certaines catégories ou spécialités de
prescripteurs. Le remboursement est toutefois
soumis à certaines conditions. Ainsi, le diagnostic
d'ADHD doit avoir été posé par un pédopsychiatre
ou par un un pédoneurologue.
Methylfenidaat, de actieve substantie van Rilatine,
is trouwens een speciaal gereglementeerd
geneesmiddel. De artsen kunnen worden verzocht
hun voorschriften te rechtvaardigen voor de
Provinciale Geneeskundige Commissie.
Er werden al heel wat initiatieven met betrekking tot
communicatie en informatie genomen, onder
andere via de bijsluiter. Bovendien worden de
gezondheidszorgbeoefenaars
regelmatig
geïnformeerd over bepaalde risico's verbonden aan
het gebruik van deze middelen. Ook de
voortgezette opleiding voor artsen besteedt hier
aandacht aan.
Le méthylphénidate, la substance active de la
Rilatine, constitue d'ailleurs un médicament
ressortissant à une réglementation spéciale. Les
médecins peuvent être invités à justifier leurs
prescriptions devant la Commission médicale
provinciale.
Bon nombre d'initiatives ont déjà été prises en
matière de communication et d'information,
notamment
par
le
biais
de
la
notice
pharmaceutique. Par ailleurs, les praticiens de la
santé sont régulièrement informés de risques
particuliers liés à la consommation de ces
médicaments. La formation continuée pour les
médecins est également attentive à cet aspect.
Op Europees niveau werd de baat-risicobalans van
deze
geneesmiddelen
ondertussen
opnieuw
geëvalueerd. Het Europese Geneesmiddelenbureau
heeft op 20 januari beslist dat methylfenidaat zijn
plaats behoudt in de behandeling van ADHD bij
kinderen van meer dan zes jaar. Het vraagt wel dat
de bijsluiters zouden informeren over de
ongewenste effecten. In ons land is het Federaal
Agentschap
voor
Geneesmiddelen
en
Gezondheidsproducten bevoegd voor maatregelen
om de risico's te beperken.
Entre temps, le bilan des risques et des avantages
de ces médicaments a fait l'objet d'une nouvelle
évaluation. L'Agence européenne du médicament a
décidé, le 20 janvier, de conserver au
methylphénidate sa place dans le traitement du
ADHD chez les enfants de plus de six ans. Il
demande néanmoins que les notices fournissent
des informations sur les effets non désirés. Chez
nous, l'Agence fédérale des médicaments et
produits de santé est compétente pour prendre des
mesures destinées à limiter les risques.
De firma's mogen geen reclame maken voor het
publiek voor geneesmiddelen die zijn onderworpen
aan een voorschrift. Hun reclameacties voor
gezondheidszorgbeoefenaars
moeten
volledig
conform de bijsluiter zijn.
Hoewel de aankoop van dergelijke geneesmiddelen
via internet verboden is, groeit dit fenomeen
onrustwekkend. Het federale agentschap ontwikkelt
Les sociétés pharmaceutiques ne sont pas
autorisées à faire de la publicité à l'attention du
public pour les médicaments soumis à prescription.
Et leurs actions publicitaires ciblées sur les
praticiens de la santé doivent être entièrement
conformes à la notice.
Bien que l'achat de tels médicaments sur internet
soit interdit, ce phénomène prend des proportions
inquiétantes.
L'agence
fédérale
élabore
02/02/2009
CRABV 52
COM 439
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
momenteel, in samenwerking met de kanselarij van
de
eerste
minister,
een
grote
waarschuwingscampagne
tegen
de
risico's
verbonden aan het aankopen van geneesmiddelen
via het internet.
actuellement, en collaboration avec la chancellerie
du premier ministre, une vaste campagne
d'information contre les risques liés à l'achat de
médicaments sur internet.
17.04 Christine Van Broeckhoven (sp.a): Er is
veel reglementering, maar het oneigenlijke gebruik
blijft toenemen. Zo zijn er veel ouders van Rilatine-
kinderen die zelf Rilatine beginnen te nemen, omdat
ze zich plots herinneren dat ze ook erg druk waren
als kind. Of ze nemen Aricept om hun geheugen
wat te ondersteunen. Die middelen werken echter
allemaal in op de hersenen en op het gedrag.
17.04 Christine Van Broeckhoven (sp.a) : La
réglementation est foisonnante, mais les abus
continuent d'augmenter. Ainsi, beaucoup de parents
d'enfants sous Rilatine consomment eux-mêmes ce
produit parce qu'ils se souviennent soudain avoir
été eux-mêmes des enfants hyperactifs. D'autres
ingèrent de l'Aricept, pour améliorer leur mémoire.
Toutes ces substances affectent toutefois le
cerveau et le comportement.
Het is ook geweten dat al die medicatie in essentie
een zeer beperkte of geen werking heeft. In de
vakliteratuur staat dat kinderen mét en kinderen
zonder Rilatine als jongvolwassenen geen verschil
vertonen. Die recente gegevens moet men toch
aanwenden om het voorschrijfgedrag bij te sturen.
Het gebruik van Rilatine door studenten bestaat al
decennia. Men moet jonge mensen leren dat men
ook examens kan doen zonder medicatie.
Op mijn vraag over de rol van de farmaceutische
industrie heb ik geen antwoord gekregen. Men kan
wel op het voorschrijfgedrag of de bijsluiter
ingrijpen, maar de farmaceutische industrie heeft er
alle belang bij als de grens tussen normaal en
afwijkend gedrag lichtjes opschuift en als daardoor
enkele extra procenten van de bevolking die
middelen nemen. Zij zien hun winsten dan immers
spectaculair stijgen. Over hun rol moet nu eindelijk
eens studiewerk worden verricht.
On sait aussi que tous ces médicaments ont,
fondamentalement, des effets très limités voire
nuls. On peut lire dans la littérature spécialisée
qu'on n'observe pas de différences entre les
enfants et les jeunes adultes, qu'ils soient ou non
sous Rilatine. Il faut utiliser ces données récentes
pour corriger le comportement des prescripteurs.
L'usage de la Rilatine chez les étudiants existe
depuis des décennies. Il faut apprendre aux jeunes
qu'ils peuvent aussi passer des examens sans
médicaments.
Je n'ai pas obtenu de réponse à ma question sur le
rôle de l'industrie pharmaceutique. On peut certes
agir au niveau du comportement du prescripteur ou
de la notice mais l'industrie pharmaceutique a tout
intérêt à ce que la limite entre comportement
normal et comportement déviant se déplace
quelque
peu
et
amène
un
pourcentage
supplémentaire de la population à consommer ces
médicaments puisqu'elle voit ainsi ses bénéfices
augmenter dans des proportions spectaculaires. Il
est temps d'étudier le rôle qui est le sien.
17.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik verneem
dat het Federaal Geneesmiddelenagentschap,
samen met de kanselarij, werkt aan een campagne
om te waarschuwen voor het oneigenlijke gebruik
van geneesmiddelen. Is zo een algemene
waarschuwing wel nuttig? Moet men zich niet
specifieker richten op Rilatine en andere middelen
die nu erg in de mode zijn?
17.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang) :
J'apprends que l'Agence fédérale des médicaments
planche, en collaboration avec la Chancellerie, sur
une campagne de mise en garde contre la
consommation impropre de médicaments. Une telle
mise en garde générale est-elle bien utile ? Une
campagne axée plus spécifiquement sur la Rilatine
et d'autres substances à la mode ne se révélerait-
elle pas plus efficace ?
17.06 Minister Laurette Onkelinx : (Frans): Ik zal
daar uiteraard nauwlettend op toezien. Samen met
mijn administratie zal ik onderzoeken of het niet
mogelijk is om meer gerichte informatie te
verstrekken met betrekking tot dat onrustwekkend
fenomeen.
17.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
J'y serai évidemment très attentive. Avec mon
administration, nous examinerons la possibilité
d'augmenter les informations ciblées en fonction de
ce phénomène inquiétant.
CRABV 52
COM 439
02/02/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18.21 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18 h 21.