KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 427
CRABV 52 COM 427
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag
mercredi
21-01-2009
21-01-2009
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 427
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het conformeren van het
arbeidersstatuut aan het bediendestatuut in het
kader van het non-profit akkoord van 2005"
(nr. 9551)
1
Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'alignement du statut
ouvrier sur le statut employé dans le cadre de
l'accord non-marchand de 2005" (n° 9551)
1
Sprekers:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de fraude met SIS-
kaarten" (nr. 9880)
2
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la fraude à la carte
SIS" (n° 9880)
2
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- mevrouw Carine Lecomte aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "grensarbeiders en de
reglementering
inzake
gezondheidszorg"
(nr. 10024)
4
- Mme Carine Lecomte à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les travailleurs transfrontaliers et la
réglementation en matière de soins de santé"
(n° 10024)
4
- mevrouw Carine Lecomte aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
bijdrage
zorgverzekering van de grensarbeiders in
Luxemburg" (nr. 10025)
4
- Mme Carine Lecomte à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la cotisation pour l'assurance
dépendance des travailleurs transfrontaliers au
Luxembourg" (n° 10025)
4
Sprekers:
Carine
Lecomte,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Carine
Lecomte,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de discriminaties in de
wetgeving
betreffende
de
beroepsziekten"
(nr. 10271)
7
- M. Maxime Prévot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les discriminations dans la
législation relative aux maladies professionnelles"
(n° 10271)
7
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de ongelijke behandeling
van
werknemers
uit
de
privé-
en
de
overheidssector
inzake
beroepsziekten"
(nr. 10335)
7
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les inégalités entre travailleurs du
secteur privé et du secteur public en matière de
maladie professionnelle" (n° 10335)
7
Sprekers: Maxime Prévot, Georges Gilkinet,
Laurette Onkelinx
, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Maxime Prévot, Georges Gilkinet,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de onderwerping van de
vrijwillige brandweerlieden aan de sociale
9
Question de M. Maxime Prévot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'assujettissement des
pompiers volontaires à la sécurité sociale"
9
21/01/2009
CRABV 52
COM 427
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
zekerheid" (nr. 10133)
(n° 10133)
Sprekers:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
CRABV 52
COM 427
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
21
JANUARI
2009
Namiddag
______
du
MERCREDI
21
JANVIER
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.08 uur en
voorgezeten door mevrouw Sonja Becq.
La réunion publique est ouverte à 14 h 08 sous la
présidence de Mme Sonja Becq.
01 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het conformeren van
het arbeidersstatuut aan het bediendestatuut in
het kader van het non-profit akkoord van 2005"
(nr. 9551)
01 Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'alignement
du statut ouvrier sur le statut employé dans le
cadre de l'accord non-marchand de 2005"
(n° 9551)</b>
01.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Het non-
profitakkoord 2005-2010 bevat maatregelen ten
gunste van die sector. Er werden met name
kredieten op de begroting uitgetrokken om de
koopkracht van de werknemers te verbeteren en
bijkomend personeel in dienst te nemen en op te
leiden.
Het is van fundamenteel belang dat dit akkoord in
zijn geheel wordt uitgevoerd, en in het bijzonder dat
er een gelijkschakeling van het arbeiders- en
bediendenstatuut komt. Die kwestie, en meer
bepaald het probleem van het bij ziekte
gewaarborgd
maandloon,
verlamt
de
onderhandelingen al maandenlang.
Hoe komt het dat er daarover geen akkoord kan
worden bereikt? Zijn er nog andere punten uit het
akkoord die niet worden uitgevoerd? Hoe zal u erop
toezien dat de akkoorden volledig worden
uitgevoerd, in het bijzonder met het oog op de
verbetering van het arbeidersstatuut?
01.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : L'accord
non-marchand 2005-2010, prévoit des dispositions
en faveur dudit secteur. Une enveloppe budgétaire
avait notamment été prévue pour améliorer le
pouvoir d'achat des travailleurs et pour embaucher
et former du personnel supplémentaire.
Il est essentiel d'appliquer la totalité de cet accord
et, en particulier, d'aligner le statut des ouvriers sur
celui des employés.
Depuis des mois, les
discussions achoppent sur ce point, notamment en
ce qui concerne le salaire mensuel garanti en cas
de maladie.
Quelles difficultés empêchent d'aboutir à un accord
à ce sujet ? Y a-t-il d'autres éléments de l'accord qui
restent non appliqués ? Comment comptez-vous
veiller à la pleine application des accords,
particulièrement pour l'amélioration du statut
ouvrier ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het non-
profitakkoord 2005-2010 voorziet in de toekenning
van een arbeidsovereenkomst voor bedienden aan
arbeiders die een bepaalde anciënniteit hebben
bereikt. Op 1 januari van elk jaar zullen de arbeiders
met
vijf
jaar
anciënniteit
onder
een
arbeidsovereenkomst voor bedienden moeten
werken.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'accord non-marchand 2005-2010 prévoit l'octroi
du contrat de travail d'employé aux ouvriers après
une certaine ancienneté : au 1
er
janvier de chaque
année, les ouvriers qui ont atteint l'ancienneté de
cinq ans devront être occupés sous contrat de
travail d'employé.
21/01/2009
CRABV 52
COM 427
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Aan dat punt werd uitvoering gegeven door de
collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) van 30 juni
2006 betreffende de toekenning van bepaalde
voordelen van het bediendenstatuut aan de
arbeiders, maar die werd nietig verklaard wegens
niet-naleving van artikel 31 van de wet op de
arbeidsovereenkomsten.
De
sociale
partners
onderhandelen
op
interprofessioneel niveau over die gelijkschakeling.
Spijtig genoeg hebben ze nog geen akkoord bereikt.
Samen met minister Milquet werken we aan de
uitvoering van het non-profitakkoord.
Wat de gelijkschakeling van de ontslagaanzegging
betreft, heeft de Union des villes et communes een
voorbehoud gemaakt. Minister Milquet heeft een
alternatief voorstel ter tafel gelegd, dat momenteel
met de sociale partners besproken wordt.
Wat het gewaarborgd loon tijdens de eerste maand
ziekteverlof betreft, beschikken we over meerdere
voorstellen die het ons moeten mogelijk maken het
arbeidersstatuut met dat van de bedienden gelijk te
schakelen.
Ce point a été exécuté par la Convention collective
du travail (CCT) du 30 juin 2006 concernant l'octroi
de certains avantages du statut d'employé aux
ouvriers, mais la CCT a été invalidée pour non-
conformité à l'article 31 de la loi sur les contrats de
travail.
Les partenaires sociaux discutent au niveau
interprofessionnel
du
même
alignement.
Malheureusement, ils n'ont pas encore trouvé
d'accord. Avec Mme Milquet, nous travaillons à
l'exécution de l'accord non-marchand.
En qui concerne l'alignement du préavis, l'Union
des villes et communes a émis des réserves. Mme
Milquet a lancé une alternative, actuellement
discutée avec les partenaires sociaux.
Pour les salaires garantis lors du premier mois
d'absence pour cause de maladie, nous disposons
de plusieurs propositions permettant la mise à
niveau du statut ouvrier et employé.
Ik heb de administrateur-generaal van het RIZIV
verzocht deze voorstellen te onderzoeken en ze
tijdens een volgende vergadering voor te leggen
aan het beheerscomité. Het akkoord 2005-2010
voor de non-profitsector wordt dus wel degelijk
uitgevoerd. Het prijskaartje zal in 2009 oplopen tot
ruim 450 miljoen euro. Mijn medewerkers
ontmoeten regelmatig de vakbonden voor de follow-
up van de in dit kader ontwikkelde projecten.
J'ai demandé à l'administrateur général de l'INAMI
d'examiner ces propositions pour les soumettre à
un prochain comité de gestion. L'accord 2005-2010
pour le secteur non-marchand est donc bien en
cours d'exécution. En 2009, son coût atteindra plus
de 450 millions d'euros. Mes collaborateurs
rencontrent régulièrement les syndicats pour
assurer le « suivi » des projets dans ce cadre.
01.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Het gaat
om een ingewikkelde materie, die overleg vergt. Ik
zal me opnieuw tot u en mevrouw Milquet wenden
om me ervan te vergewissen dat er oplossingen
worden gevonden waarmee alle betrokken partijen
kunnen instemmen.
01.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Il s'agit
d'une
matière
complexe,
nécessitant
une
concertation. Je reviendrai vers vous et vers Mme
Milquet pour m'assurer que des solutions sont
trouvées en accord avec toutes les parties.
De voorzitter: Vraag nr. 9597 van de heer
Vercamer is omgezet in een schriftelijke vraag. De
heer Jambon heeft gevraagd zijn vraag nr. 9805 uit
te stellen.
La présidente : La question n° 9597 de
M. Vercamer est transformée en une question
écrite. M. Jambon a demandé le report de sa
question n° 9805.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de fraude met SIS-
kaarten" (nr. 9880)
02 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la fraude à
la carte SIS" (n° 9880)</b>
02.01 Josée Lejeune (MR): De apothekers en
ziekenhuizen stellen steeds meer gevallen van
02.01 Josée Lejeune (MR) : Les pharmaciens et
les hôpitaux constatent une augmentation des
CRABV 52
COM 427
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
fraude met de SIS-kaart vast.
De gegevens van het RIZIV bevestigen die tendens:
in 2006 en 2007 werden er 300.000 kaarten
geschrapt. Hoe reageert u op die praktijken? Neemt
uw departement actief maatregelen tegen dit soort
fraude en over hoeveel personeelsleden beschikt
het daartoe? Plant u nog initiatieven op korte
termijn? Welke? Waarom werd de integratie van de
SIS-kaart in de elektronische identiteitskaart tot
2011 uitgesteld? Bestaan er statistieken betreffende
de personen die met vervalste of gestolen SIS-
kaarten hebben gefraudeerd? Staan daar straffen
op? Wordt eraan gedacht meer mensen en
middelen in de strijd te werpen?
fraudes à la carte SIS.
L'INAMI confirme ces informations avançant qu'en
2006 et 2007, 300.000 cartes ont été rayées. Quelle
est votre réaction par rapport à ces pratiques ?
Votre département mène-t-il une lutte active contre
ce type de fraude et quels sont les effectifs ?
Comptez-vous prendre des initiatives à court terme
et lesquelles ? Pourquoi avoir retardé le délai
d'intégration de la carte SIS dans la carte d'identité
électronique à 2011 ? Existe-t-il des statistiques sur
les personnes ayant fraudé avec des cartes SIS
falsifiées ou volées ? Y a-t-il des sanctions
prévues ?
Envisage-t-on
des
efforts
supplémentaires au niveau des moyens et des
effectifs ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er moet
een onderscheid worden gemaakt tussen het aantal
verloren of gestolen kaarten, enerzijds en het aantal
fraudegevallen, anderzijds. Op een totaal van
10.898.279 geldige SIS-kaarten die in omloop zijn,
worden er jaarlijks gemiddeld 58.000 aangegeven
als gestolen en 240.000 als verloren. De gegevens
met betrekking tot die verloren en gestolen kaarten
worden geregistreerd in het centrale bestand van de
SIS-kaarten, dat bijgehouden wordt in de
Kruispuntbank. Wanneer op voorlegging van zo een
kaart een terugbetaling wordt gevraagd, zullen de
ziekenfondsen dat, op basis van die informatie,
weigeren.
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le nombre de cartes perdues ou volées doit être
distingué de la fraude constatée. Sur un total de
10.898.279 cartes SIS valides et en circulation, on
constate depuis 2006 une moyenne annuelle de
58.000 cartes déclarées volées et de 240.000
cartes déclarées perdues. Les références de ces
cartes sont répertoriées au sein du fichier central
des cartes SIS, tenu à jour à la Banque-carrefour.
Sur base de ces informations, les mutualités
n'accordent pas de remboursement.
Er bestaan geen statistieken met betrekking tot dit
soort fraude. De wettelijke grondslag voor het
opleggen
van
een
strafrechtelijke
of
burgerrechtelijke
sanctie
aan
eenieder
die
onrechtmatig gebruik maakt van de SIS-kaart
bevindt zich in artikel 8 van het koninklijk besluit van
18 december 1996.
De SIS-kaart zal worden vervangen door het
gelijktijdige
gebruik
van
de
elektronische
identiteitskaart en de onlineraadpleging van de
administratieve
gegevens
betreffende
de
verzekering geneeskundige verzorging van de
patiënt bij de ziekenfondsen. Alle zorgverleners
zullen dus over de nodige apparatuur moeten
beschikken om online toegang te krijgen tot het
bestand betreffende de verzekerbaarheid van de
ziekenfondsen. Bovendien zal op de elektronische
identiteitskaart een streepjescode moeten worden
aangebracht, die staat voor het identificatienummer
bij de sociale zekerheid en het kaartnummer van de
houder.
De vervanging van de SIS-kaart door de
elektronische identiteitskaart zal het mogelijk maken
de identiteitscontrole te optimaliseren en de
procedure voor de burger te vereenvoudigen.
Il n'existe pas de statistiques concernant cette
fraude et c'est l'article 8 de l'arrêté royal du 18
décembre 1996 qui prévoit l'application d'une
sanction pénale et civile à quiconque fait un usage
abusif de la carte SIS.
La carte SIS sera remplacée par l'utilisation
conjointe de la carte d'identité électronique et la
consultation en ligne des données administratives
d'assurance soins de santé du patient auprès des
mutualités. L'ensemble des dispensateurs de soins
devront être équipés de la possibilité d'accéder en
ligne au fichier d'assurabilité des mutualités. Par
ailleurs, il faudra apposer sur la carte d'identité
électronique un code-barres symbolisant le numéro
d'identification à la sécurité sociale et le numéro de
la carte de son porteur.
Le remplacement de la carte SIS par la carte
d'identité électronique permettra une optimalisation
de la vérification de l'identité, une simplification pour
le citoyen et une utilisation comme clef pour
21/01/2009
CRABV 52
COM 427
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Anderzijds zal de identiteitskaart ook als sleutel
worden gebruikt, om de databanken bij te werken
en te beveiligen.
De huidige SIS-kaart bevat geen medische
gegevens, maar versleutelde gegevens betreffende
de identiteit en de verzekerbaarheid van de houder.
Het ziekenhuis moet de SIS-kaart weigeren
wanneer deze niet met de identiteit van de patiënt
overeenkomt.
actualiser et sécuriser les banques de données.
La carte SIS actuelle ne comprend pas de données
médicales mais des données d'identité et
d'assurabilité cryptées. L'hôpital doit refuser la carte
SIS si elle ne correspond pas à l'identité du patient.
Als vastgesteld wordt dat het ziekenhuis een en
ander niet heeft geverifieerd, is er geen
terugbetaling. De apotheker is eveneens verplicht
om na te gaan of de identiteitsgegevens op de SIS-
kaart overeenstemmen met die van het medisch
voorschrift. Het huidige systeem geeft maar
aanleiding
tot
een
vrij
beperkt
aantal
fraudegevallen. Het lijkt niet opportuun om
bijkomende middelen vrij te maken.
Si l'on constate que cette vérification n'a pas été
effectuée par l'hôpital, il n'y aura pas de
remboursement. Le pharmacien est lui aussi tenu
de vérifier que les données d'identité sur la carte
SIS correspondent à celles de la prescription
médicale. Le système actuel ne donne lieu qu'à des
cas relativement limités de fraude. Il n'apparaît pas
opportun de mettre en oeuvre des moyens
supplémentaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Carine Lecomte aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "grensarbeiders en de
reglementering
inzake
gezondheidszorg"
(nr. 10024)
- mevrouw Carine Lecomte aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
bijdrage
zorgverzekering van de grensarbeiders in
Luxemburg" (nr. 10025)
03 Questions jointes de
- Mme Carine Lecomte à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les travailleurs transfrontaliers et la
réglementation en matière de soins de santé"
(n° 10024)
- Mme Carine Lecomte à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la cotisation pour l'assurance
dépendance des travailleurs transfrontaliers au
Luxembourg" (n° 10025)
03.01 Carine Lecomte (MR): Iemand die zijn hele
loopbaan in Luxemburg heeft gewerkt, kan
aanspraak maken op een door de Luxemburgse
verzekeringskassen betaald pensioen. Gewezen
grensarbeiders die tijdens hun loopbaan zowel in
België als in Luxemburg hebben gewerkt, hebben
recht op een pensioen dat uitbetaald wordt door de
pensioenkas van elk van de twee landen. Deze
discrepantie tussen werknemers brengt bepaalde
gevolgen mee op het stuk van gezondheidszorg.
Artikel 6 van het bilateraal akkoord inzake
gezondheidszorg bepaalt dat de kosten van de
gezondheidszorg die wordt verstrekt aan een
gewezen
grensarbeider
die
een
Belgisch
rustpensioen geniet, volledig ten laste zijn van het
Belgische RIZIV. Indien deze gewezen werknemer
zijn hele loopbaan lang in Luxemburg heeft gewerkt,
worden de kosten van de in België verstrekte
geneeskundige verzorging echter door het RIZIV
aan de patiënt terugbetaald. Het RIZIV kan dat
bedrag echter verhalen op de Luxemburgse
instelling die het pensioen verschuldigd is.
03.01 Carine Lecomte (MR) : La personne ayant
effectué sa carrière au Luxembourg peut bénéficier
d'une pension payée par les caisses d'assurance
luxembourgeoises. Si l'ancien travailleur frontalier a
eu une carrière sur les deux territoires, il recevra
une pension provenant des caisses de pension de
chaque pays. Cette différence entre travailleurs a
une influence en matière de soins de santé.
L'accord bilatéral en matière de soins de santé
prévoit en son article 6 que les soins de santé
octroyés à l'ancien travailleur frontalier bénéficiant
d'une pension de retraite belge, sont entièrement à
charge de l'INAMI belge. Cependant, si l'ancien
travailleur a réalisé sa carrière au Luxembourg, les
soins dispensés en Belgique sont remboursés au
patient par l'INAMI, mais l'INAMI peut se faire
rembourser
par
l'institution
luxembourgeoise
débitrice de la pension.
CRABV 52
COM 427
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
Op welke principes steunt dat mechanisme? Binnen
welke termijn int het RIZIV de betrokken
terugbetalingen? Werd er een raming van de kosten
gemaakt wanneer een en ander te lang aansleept?
Kunnen Belgische grensbewoners die een
gemengde loopbaan achter de rug hebben, van het
Belgisch pensioen afzien zodat zij dan ten laste
blijven van de Luxemburgse kas en een
aanvullende terugbetaling genieten? Overweegt u
dat akkoord aan te passen om het Belgische RIZIV
in alle situaties de mogelijkheid tot terugbetaling te
garanderen? Werden er andere moeilijkheden
vastgesteld in het kader van de implementatie van
dat akkoord of van andere gelijkaardige akkoorden
die met andere landen werden gesloten?
Quels principes président à ce mécanisme ? Dans
quel délai l'INAMI perçoit-il les remboursements ?
Ce coût a-t-il été estimé en cas de délais trop
longs ?
Les résidents belges frontaliers qui ont réalisé une
carrière mixte peuvent-ils renoncer à la pension
belge pour rester dès lors à charge de la caisse
luxembourgeoise et bénéficier d'un remboursement
complémentaire ? Est-il envisagé de modifier cet
accord afin de laisser à l'INAMI belge la faculté de
remboursement dans toutes les situations ?
D'autres difficultés ont-elles été constatées dans la
mise en oeuvre de cet accord ou d'autres accords
similaires conclus avec d'autres États?
Wanneer een in ons land woonachtige Belg in
Luxemburg
werkt,
heft
de
Luxemburgse
socialezekerheidskas op zijn loon een bijdrage voor
de zorgverzekering, een verzekering waarvoor geen
soortgelijke
Waalse
regeling
bestaat.
Een
gepensioneerde werknemer met een gemengde
loopbaan geniet echter de tegemoetkomingen van
de Belgische sociale zekerheid. Hij heeft dus
bijdragen betaald voor een verzekering die hem
nooit voordeel zal opleveren.
Kan de Luxemburgse overheid zeggen welk
aandeel deze verzekering vertegenwoordigt? Kan
die bijdrage worden afgesplitst?
Is het mogelijk om met Luxemburg besprekingen
aan te knopen met het oog op een volledige of
gedeeltelijke terugbetaling aan het RIZIV van die
bijdrage wanneer het werknemers met een
gemengde loopbaan betreft?
Lorsqu'un Belge résidant en Belgique travaille au
Luxembourg, la caisse de sécurité sociale
luxembourgeoise prélève sur son salaire une
cotisation pour l'assurance dépendance, qui n'a pas
d'équivalent wallon. Or l'ancien travailleur ayant
accompli une carrière mixte bénéficie des
prestations de la sécurité sociale belge. Il a donc
cotisé pour une assurance qui ne lui servira jamais.
Les autorités luxembourgeoises peuvent-elles
chiffrer la part que représente cette assurance ?
Peut-on isoler cette cotisation?
Dans le cas d'une carrière mixte, est-il envisageable
d'engager une discussion avec ces autorités pour
qu'elles ristournent en tout ou en partie le montant
de cette cotisation à l'INAMI?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik kan
nu geen informatie geven over de termijnen. De
grensarbeiders
vallen
onder
de
Europese
verordening nr. 1408 van 1971 betreffende de
toepassing van de socialezekerheidsregelingen op
werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun
gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap
verplaatsen. Krachtens die verordening komen de
ziekteverstrekkingen van een gepensioneerde
werknemer voor rekening van het land waar de
loopbaan werd volbracht en dat hem een
rustpensioen toekent. Wanneer er sprake is van
een gemengde loopbaan, komen alle medische
kosten voor rekening van dat pensioenuitkerende
landen waar de gepensioneerde verblijft. In dat
systeem komen alle kosten ten laste van het land
van verblijf.
Door die regel rijst de vraag naar een eerlijke
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je ne puis communiquer les informations
concernant les délais en ce moment. La situation
des travailleurs frontaliers est régie par le règlement
européen n° 1408 de 1971 relatif à l'application des
régimes de sécurité sociale aux travailleurs
salariés, aux travailleurs non salariés et aux
membres de leur famille qui se déplacent à
l'intérieur de la Communauté. Ce règlement attribue
la charge des prestations de maladie du travailleur
pensionné à l'État où la carrière a été accomplie et
qui lui octroie une pension de retraite. En cas de
carrière mixte, l'intégralité de la charge des frais
médicaux incombe à celui des États débiteurs de
pension où le pensionné réside. Le système conduit
à attribuer la totalité de la charge à l'État de
résidence.
Cette règle soulève la question de la répartition
21/01/2009
CRABV 52
COM 427
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
verdeling tussen de pensioenuitkerende landen van
de lasten voor verstrekkingen.
équitable de la charge de prestation entre les États
débiteurs de pension.
Dit debat heeft op Europees niveau plaats
gevonden en heeft geleid tot de goedkeuring van de
nieuwe coördinatieverordening 883 van 2004.
Er kon geen unanimiteit worden gevonden over
voorstellen om de last van de uitkeringen aan
gepensioneerden beter te verdelen binnen de
Staten, gelet op de vele praktische en
administratieve moeilijkheden die ze veroorzaken.
Die problematiek staat op de agenda van de
administratieve commissie voor de sociale
zekerheid van migranten met het oog op het
vastleggen van nieuwe verdeelsleutels die meer
rekening houden met de principes billijkheid en de
parallellen tussen kosten en bijdragen.
De kosten voor het Belgische RIZIV werden niet
geraamd. Met de beschikbare gegevens is dat niet
mogelijk. Ik heb niet de indruk dat we er een
slechte zaak aan doen.
Dan kom ik bij de vraag betreffende de Belgische
grensarbeiders die een gemengde loopbaan achter
de rug hebben. Artikel 33 van de Europese
verordening laat een lidstaat enkel toe bijdragen de
voor ziekteverzekering in te houden op een
pensioen voor zover het die Staat is die de last van
de ziekteverstrekkingen moet dragen. Luxemburg
kan dus geen bijdragen voor ziekteverzekering
inhouden aangezien het België zal zijn dat de
financiële last van zijn medische kosten op zich zal
nemen.
De Belgisch-Luxemburgse overeenkomst die de
Staat aanwijst die de financiële last voor de
medische kosten van de gepensioneerden moet
dragen, sluit naadloos aan bij de Europese
verordening. Dat bilateraal akkoord dient dus niet
te worden gewijzigd.
Ce débat a eu lieu à l'échelon européen et a conduit
à l'adoption du nouveau règlement de coordination
883 de 2004.
Des propositions visant à mieux répartir la charge
des prestations servies aux pensionnés n'ont pas
rencontré l'unanimité au sein des États, tant elles
suscitent de difficultés pratiques et administratives.
Cette problématique figure à l'agenda de la
Commission administrative pour la sécurité sociale
des travailleurs migrants en vue d'établir de
nouvelles règles de répartition qui respecteraient
davantage les principes d'équité et du parallélisme
entre les coûts et les contributions.
Le coût pour l'INAMI belge n'a pas été estimé. Les
données disponibles ne le permettent pas. Je n'ai
pas l'impression que nous soyons perdants en la
matière.
J'en arrive à votre question relative aux résidents
belges frontaliers qui ont réalisé une carrière mixte.
L'article 33 du règlement européen ne permet à un
État membre de retenir des cotisations d'assurance
maladie sur une pension que dans la mesure où
c'est à cet État qu'incombe la charge des
prestations de maladie. Le Luxembourg ne pourra
donc pas prélever des cotisations d'assurance
maladie puisque ce sera la Belgique qui assumera
la charge financière de ses frais médicaux.
La convention belgo-luxembourgeoise, qui désigne
l'État devant assumer la charge financière des frais
médicaux des titulaires de pensions, se coule dans
le suivi du règlement européen. Il ne faut donc pas
modifier cet accord bilatéral.
De tenuitvoerlegging van dat akkoord brengt
technische of praktische moeilijkheden met zich,
maar er is mij geen enkel probleem gemeld dat
verband houdt met wat u ter sprake heeft gebracht.
De situatie van de grensarbeiders wordt geregeld
door de Europese verordening. Er kan dus geen
overleg gevoerd worden over het vrijstellen van de
Belgische werknemers.
Het is onjuist dat die bijdragen betaald worden
zonder enige tegenprestatie. Iemand die onder de
Luxemburgse ziekteverzekering ressorteert en in
België verblijft, heeft ook recht op de prestaties van
de zorgverzekering, hetzij in de vorm van de
La mise en oeuvre de cet accord engendre des
difficultés techniques ou pratiques mais on ne me
rapporte aucun problème possédant un lien avec ce
que vous évoquez.
La situation des travailleurs frontaliers est régie par
le règlement européen. Il n'est donc pas
envisageable d'avoir une discussion pour exonérer
les travailleurs belges.
Il est inexact de dire que ces cotisations sont
réalisées sans aucune contrepartie. La personne
relevant de l'assurance maladie luxembourgeoise,
résidant en Belgique, a également droit aux
prestations de l'assurance dépendance, soit aux
CRABV 52
COM 427
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
verstrekkingen zoals vastgelegd in de Belgische
wet, die terugbetaald worden door de Luxemburgse
sociale zekerheid, hetzij op uitkeringen die direct in
het Groothertogdom Luxemburg worden betaald.
In het licht daarvan verricht de Dienst voor
geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV
bij Luxemburgse verzekerden die in België
verblijven, de medische onderzoeken die ze moeten
ondergaan om in aanmerking te komen voor de
uitkeringen van de Luxemburgse zorgverzekering.
prestations en nature prévues par la législation
belge et remboursées par la sécurité sociale
luxembourgeoise, soit aux prestations en espèces
versées
directement
au
Grand-Duché
de
Luxembourg.
Dans ce contexte, le service d'évaluation et de
contrôle de l'INAMI effectue sur des assurés
luxembourgeois résidant en Belgique les contrôles
médicaux nécessaires aux fins de l'octroi des
prestations
de
l'assurance-dépendance
luxembourgeoise.
03.03 Carine Lecomte (MR): In het kader van een
gemengde loopbaan hebben de werknemers
bijdragen betaald voor de zorgverzekering en,
omdat alle gezondheidszorgverstrekkingen ten laste
zijn van het Belgische RIZIV, hebben ze voor niets
betaald in Luxemburg. Luxemburg betaalt dat geld
niet terug terwijl het wel een speciale bijdrage
inhoudt. Dat is de inhoud van het bilaterale akkoord,
maar toch heeft men de indruk er wat bekaaid af te
komen.
03.03 Carine Lecomte (MR) : Dans le cadre d'une
carrière mixte, les travailleurs ont cotisé une
assurance dépendance et, comme tous les soins de
santé sont à charge de l'INAMI belge, ils ont cotisé
pour rien au Grand-Duché. Le Luxembourg ne
rembourse pas alors qu'il prélève une cotisation
spéciale. C'est le contenu de l'accord bilatéral. In
fine, on a l'impression d'avoir été quelque peu lésé.
De Belgisch-Luxemburgs grensarbeider die van
burgerzin zou willen getuigen, zou kunnen afzien
van dit klein Belgisch pensioen en ten laste van de
Luxemburgse kas kunnen blijven. Het RIZIV zou er
wel bij varen.
Si le travailleur frontalier belgo-luxembourgeois
voulait poser un acte civique, il renoncerait à cette
petite pension belge et resterait à charge de la
caisse luxembourgeoise. L'INAMI y trouverait son
compte.
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dit mag
ik niet suggereren, maar ik begrijp de redenering.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je ne peux pas me permettre de le suggérer, mais
je comprends la réflexion.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de discriminaties in de
wetgeving
betreffende
de
beroepsziekten"
(nr. 10271)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de ongelijke behandeling
van
werknemers uit de
privé- en
de
overheidssector
inzake
beroepsziekten"
(nr. 10335)
04 Questions jointes de
- M. Maxime Prévot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les discriminations dans la
législation
relative
aux
maladies
professionnelles" (n° 10271)
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les inégalités entre travailleurs du
secteur privé et du secteur public en matière de
maladie professionnelle" (n° 10335)
04.01 Maxime Prévot (cdH): Volgens het arrest nr.
3/2009 van 15 januari 2009 van het Grondwettelijk
Hof, is artikel 35, derde lid van de wetten
betreffende de preventie van beroepsziekten en de
vergoeding van de schade die uit die ziekten
voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, zoals
gewijzigd door de wet van 13 juli 2006, in strijd met
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Het
Grondwettelijk Hof stelt vast dat er sprake is van
04.01 Maxime Prévot (cdH) : Selon l'arrêt
n° 3/2009 du 15 janvier 2009 de la Cour
constitutionnelle, l'article 35, alinéa 3 des lois
relatives
à
la
prévention
des
maladies
professionnelles et à la réparation des dommages
résultant de celles-ci, coordonnées le 3 juin 1970,
telles que modifiées par la loi du 13 juillet 2006,
viole les articles 10 et 11 de la Constitution. La Cour
constitutionnelle constate une différence de
21/01/2009
CRABV 52
COM 427
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
een ongelijke behandeling ten aanzien van het
personeel van de openbare sector, omdat voor hen
niet in een dergelijke termijn is voorzien, zonder dat
die
verschillende behandeling
kan
worden
gerechtvaardigd.
Reeds in zijn arrest nr. 25/2007 van 30 januari 2007
had het Hof geoordeeld dat artikel 35, tweede lid,
een discriminatie inhoudt.
In uw beleidsnota wees u op een andere
discriminatie, in artikel 6 van de gecoördineerde
wetten van 3 juni 1970. Het was uw bedoeling de
wetgeving te wijzigen en de openbare instellingen te
verplichten een beroep te doen op het Fonds voor
Beroepsziekten voor de aangelegenheden waarvoor
dit Fonds bevoegd is.
Bent u van plan de gecoördineerde wetten van
3 juni 1970 te wijzigen om een eind te maken aan
de bestaande discriminaties? Zo ja, volgens welk
tijdpad? Welke bijkomende middelen zal het Fonds
voor Beroepsziekten in dat geval nodig hebben?
Hoeveel keer per jaar maakt het Fonds voor
Beroepsziekten gemiddeld gebruik van de in artikel
35, tweede en derde lid vastgestelde termijnen om
de vergoedingsperiode te beperken?
traitement avec les travailleurs du secteur public
puisqu'un tel délai n'est pas prévu pour eux, sans
qu'il soit possible de justifier cette différence de
traitement.
Déjà dans son arrêt n° 25/2007 du 30 janvier 2007,
la Cour avait dit pour droit que l'article 35, alinéa 2
était discriminatoire.
Dans votre note de politique générale, vous avez
relevé une autre discrimination dans l'article 6 des
lois coordonnées du 3 juin 1970. Vous entendiez
modifier la législation dans le sens d'une obligation
dans le chef des organismes publics à faire appel
au Fonds des maladies professionnelles pour les
matières relevant de sa compétence.
Envisagez-vous de modifier les lois coordonnées du
3 juin 1970 pour mettre fin aux discriminations
existantes ? Si oui, selon quel calendrier ? Quel
budget supplémentaire cela représente-t-il pour le
Fonds des maladies professionnelles ? Dans
combien de cas en moyenne par an, le Fonds des
maladies professionnelles utilise-t-il les délais fixés
à l'article 35, alinéas 2 et 3 pour limiter les
demandes d'allocations ?
04.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Voor de
werknemers uit de privé-sector kan de aanvraag tot
herstel bij een verslechtering van de handicap niet
meer dan zestig dagen voor de datum van indiening
van de aanvraag terugwerken. Die beperking geldt
niet voor de werknemers uit de overheidssector.
Volgens het Grondwettelijk Hof is dat in strijd met
de artikelen 10 en 11 van de grondwet.
Heeft uw bestuur de beslissing van het
Grondwettelijk Hof al kunnen ontleden en de kosten
kunnen ramen van de verbeteringen die in de twee
door het Hof ongrondwettig verklaarde wetteksten
moeten worden ingevoegd?
Bent u van plan die teksten te verbeteren en tegen
wanneer?
04.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Pour les
travailleurs du secteur privé, la demande de
réparation en cas d'aggravation du handicap ne
peut rétroagir plus de soixante jours avant la date
d'introduction de la demande. Les travailleurs du
secteur public ne font pas l'objet d'une même
limitation. Selon la Cour constitutionnelle, ceci est
contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.
Votre administration a-t-elle déjà pu analyser la
décision de la Cour constitutionnelle et estimer le
coût des corrections à introduire dans les deux
textes de loi déclarés inconstitutionnels par la
Cour ?
Est-il dans vos intentions de corriger ces textes, et
dans quel délai ?
04.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het Hof
heeft zijn rechtspraak van een ander arrest van
20047 bevestigd en had geen oor naar uw
argument dat ertoe strekte aan te tonen dat de
vergoedingsstelsel van de beroepsziekten van de
privé-sector en de openbare sector niet met elkaar
konden worden vergeleken. De wetgeving voor de
privé-sector
lijkt
voor
bepaalde
aspecten
ongunstiger, voor andere aspecten, zoals verjaring,
lijkt ze dan gunstiger te zijn. Het aantal personen
dat in de privé-sector wordt vergoed ligt ook veel
hoger.
04.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La Cour a confirmé sa jurisprudence contenue dans
un autre arrêt de 2007 et n'a pas été sensible à
notre argumentation visant à démontrer que les
régimes
d'indemnisation
des
maladies
professionnelles des secteurs privé et public ne
pouvaient se comparer. En effet, si la législation du
secteur privé paraît plus défavorable sur certains
aspects, elle apparaît plus favorable sur d'autres
notamment en matière de prescription. Le nombre
de personnes indemnisées dans le secteur privé est
aussi largement supérieur.
CRABV 52
COM 427
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Men moet de tijd nemen het arrest grondig te
ontleden alvorens het meest efficiënte antwoord te
verstrekken. Dat moet gebeuren samen met mijn
collega's van Werk en Openbaar Ambt.
Il faut prendre le temps d'analyser l'arrêt de manière
approfondie avant d'envisager la manière la plus
efficace d'y répondre. Cela doit se faire en
collaboration avec mes collèges de l'Emploi et la
Fonction publique.
Op dit moment kan ik geen budgettaire raming
maken.
Je ne peux actuellement faire aucune évaluation
budgétaire.
04.04 Maxime Prévot (cdH): In een rechtsstaat als
de onze is het absoluut noodzakelijk om zich te
kunnen conformeren aan de rechtspraak van het
Grondwettelijk Hof.
04.04 Maxime Prévot (cdH) : Il est indispensable,
dans un État de droit comme le nôtre, de pouvoir se
mettre en conformité par rapport à ce qui est dit
pour droit par la Cour constitutionnelle.
04.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Ik hoop
dat er snel een oplossing wordt gevonden, met
inachtneming van de rechten van de werknemers
en met het oog op een maximale bescherming.
04.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : J'espère
qu'une solution pourra être trouvée rapidement,
dans le respect des droits des travailleurs et avec
l'objectif d'une protection maximale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de onderwerping van de
vrijwillige brandweerlieden aan de sociale
zekerheid" (nr. 10133)
05 Question de M. Maxime Prévot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'assujettissement des pompiers volontaires à la
sécurité sociale" (n° 10133)
05.01 Maxime Prévot (cdH): Het koninklijk besluit
van 31 januari 1991 heeft de regels met betrekking
tot
de
onderwerping
van
de
vrijwillige
brandweerlieden aan de sociale zekerheid
ingevoerd. Met dat besluit werd er een artikel
17quater ingelast in het koninklijk besluit van
28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27
juni 1969 betreffende de maatschappelijke
zekerheid der arbeiders. Dat artikel onttrekt de
vrijwillige brandweerlieden die deel uitmaken van
een brandweerdienst of een intercommunale
brandweervereniging opgericht krachtens de wet
van 31 december 1963 betreffende de civiele
bescherming, aan de toepassing van de sociale
zekerheid voor werknemers.
Volgens dat artikel 17quater is de bezoldiging van
de vrijwillige brandweerlieden vrijgesteld van sociale
zekerheidsbijdragen, indien ze een bepaald bedrag
niet overschrijdt. Maar dat artikel stemt niet overeen
met het toegepaste systeem, waarin een
onderscheid gemaakt wordt tussen uitzonderlijke
prestaties (volledig vrijgesteld) en regelmatige
prestaties (waarop de vermelde loongrens wordt
toegepast). Dat onderscheid zou zijn ingevoerd door
een omzendbrief van de minister van Binnenlandse
Zaken van 29 november 1967.
Dat systeem van onderwerping aan de sociale
zekerheid stuit bij de brandweerlieden op heel wat
kritiek. Ze zijn bang voor rechtsonzekerheid.
05.01 Maxime Prévot (cdH) : Les règles
d'assujettissement des pompiers volontaires à la
sécurité sociale ont été introduites par l'arrêté royal
du 31 janvier 1991 qui a inséré un article 17quater
dans l'arrêté royal du 28 novembre 1969 exécutant
la loi du 27 juin 1969 sur la sécurité sociale des
travailleurs. Cet article soustrait à la sécurité sociale
des salariés les pompiers volontaires d'un service
d'incendie ou d'une association intercommunale
d'incendie constituée en vertu de la loi du
31 décembre 1963 sur la protection civile.
Selon l'article 17quater, la rémunération des
pompiers volontaires est exonérée de cotisations de
sécurité sociale, si elle ne dépasse pas un certain
montant. Mais cet article ne correspond pas au
système appliqué, dans lequel on distingue les
prestations
exceptionnelles
(entièrement
exonérées) des prestations régulières (pour
lesquelles s'applique le plafond de rémunération
précité). Cette distinction remonterait à une
circulaire du ministre de l'Intérieur du 29 novembre
1967.
Ce système d'assujettissement à la sécurité sociale
est critiqué par les pompiers, qui craignent une
insécurité juridique. De plus, ils estiment que ces
21/01/2009
CRABV 52
COM 427
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Bovendien zijn ze van oordeel dat die sociale
bijdragen een aantal mensen afschrikt om bij de
vrijwillige brandweer aan te sluiten, omdat ze al
sociale bijdragen moeten betalen voor hun
hoofdberoep.
Hoeveel vrijwillige brandweerlieden moeten sociale
bijdragen betalen omdat hun inkomen de in artikel
17quater van het besluit van 1969 bepaalde grens
overschrijdt? Hoeveel brengen die bijdragen op
voor de begroting van de sociale zekerheid?
Ontvangen de vrijwillige brandweerlieden in ruil voor
die bijdragen sociale zekerheidsuitkeringen waarop
ze in hoofde van hun hoofdberoepsbezigheid geen
aanspraak hadden kunnen maken? Zou men, als
dat niet het geval is, de vrijwillige brandweerlieden
kunnen vrijstellen van het betalen van sociale
bijdragen voor die activiteit? Worden er controles
uitgevoerd om na te gaan welk soort prestaties
(regelmatige
of
uitzonderlijke)
er
worden
uitgevoerd?
Wordt er overwegen om artikel 17quater van het
koninklijk besluit van 28 november 1969 te
wijzigen? Zo ja, zal dat gebeuren om de loongrens
op te trekken of om de prestaties van vrijwillig
brandweerman volledig vrij te stellen? Heeft u ten
slotte al contact opgenomen met de minister van
Binnenlandse Zaken om de functie van vrijwillig
brandweerman aantrekkelijker te maken?
cotisations sociales découragent les vocations de
pompier volontaire, ceux-ci payant déjà des
cotisations sociales pour la profession qu'ils
exercent à titre principal.
Combien de pompiers volontaires doivent payer de
cotisations sociales parce qu'ils dépassent le
plafond fixé à l'article 17quater de l'arrêté de 1969 ?
Combien ces cotisations rapportent-elles au budget
de la sécurité sociale ? En contrepartie de ces
cotisations, les pompiers volontaires perçoivent-ils
des prestations de sécurité sociale qu'ils n'auraient
pas reçues via leur activité professionnelle
principale ? Sinon, peut-on envisager d'exonérer les
pompiers volontaires du paiement de cotisations
sociales pour cette activité ? Des contrôles sont-ils
effectués pour vérifier le type de prestations
(régulières ou exceptionnelles) accomplies ?
Une modification de l'article 17quater de l'arrêté
royal du 28 novembre 1969 est-elle envisagée ? Si
oui, vise-t-elle l'augmentation du plafond de
rémunération ou l'exonération totale des prestations
de pompier volontaire ? Enfin, avez-vous déjà
contacté le ministre de l'Intérieur pour rendre plus
attrayante la fonction de pompier volontaire ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Volgens
de laatste cijfers uit het jaarverslag van de RSZ-
PPO voor het vierde trimester van 2007,
overschreden slechts 1.200 van de 11.000
brandweermannen de door artikel 17quater
opgelegde bovengrenzen voor niet-dringende
prestaties.
Ons socialezekerheidsstelsel is gebaseerd op
solidariteit: sociale uitkeringen zijn verschuldigd
zodra een persoon een loon ontvangt of die
persoon nu al dan niet reeds van een volledige
sociale bescherming geniet. Wat de vrijwillige
brandweerlieden betreft, laat dit hun toe hun
pensioen aan te vullen en de kinderbijslag voor
loontrekkenden in plaats van de kinderbijslag voor
zelfstandigen te genieten . Er worden controles
uitgevoerd door de RSZ-PPO.
Over een eventuele hervorming van het statuut en
de
sociale
zekerheid
voor
de
vrijwillige
brandweerlieden, werd onder de vorige minister van
Binnenlandse Zaken een werkgroep opgericht met
het oog op een volledige hervorming van de
brandweerdiensten. Men moet de nieuwe minister
en zijn ploeg de tijd geven om zich in dit dossier in
te werken.
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Selon les derniers chiffres du rapport annuel de
l'ONSS-APL, au quatrième trimestre 2007, sur les
11.000
pompiers
volontaires,
seuls
1.200
dépassaient les plafonds prévus par l'article
17quater pour les prestations non urgentes.
Notre système de sécurité sociale est basé sur la
solidarité : les prestations sociales sont dues dès
qu'une personne perçoit une rémunération, qu'elle
bénéficie déjà d'une protection sociale complète ou
non. Pour les pompiers volontaires, ce type
d'assujettissement leur permet de compléter leur
pension et de bénéficier des allocations familiales
des salariés au lieu de celles des indépendants.
Des contrôles sont effectués par l'ONSS-APL.
Sur une éventuelle réforme du statut et de
l'assujettissement des pompiers volontaires, un
groupe de travail avait été mis en place, sous le
précédent ministre de l'Intérieur, en vue d'aboutir à
une réforme complète des services de pompiers. Il
faut permettre au nouveau ministre et à son équipe
de s'imprégner du dossier.
CRABV 52
COM 427
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
05.03 Maxime Prévot (cdH): Mijn repliek zal korter
zijn dan mijn vraag. Het beraad over het statuut van
de vrijwillige brandweerlui maakt wel degelijk deel
uit van de hervorming van de brandweerdiensten.
Maar die hervorming dreigt misschien dit debat over
het statuut van de vrijwillige brandweerlieden als
bijkomstig te beschouwen.
Ik betwijfel niet dat u waakzaam zal blijven, maar ik
hoop dat uw collega evenmin deze werkgroep over
het statuut van de vrijwillige brandweerlieden uit het
oog zal verliezen. Op het terrein, waar het aantal
professionals
klein
is,
zijn
de
vrijwillige
brandweerlieden noodzakelijk om de veiligheid van
de goederen en de personen te vrijwaren.
Indien ten aanzien van hen de fiscale en parafiscale
druk kon worden verlicht, zou dat een incentive zijn
om als vrijwillige brandweerman aan de slag te
gaan. Wat de investering betreft, vergen de
regelmatige prestaties zeer veel tijd, maar zij zijn
nog niet het voorwerp van een totale vrijstelling.
05.03 Maxime Prévot (cdH) : Ma réplique sera
plus brève que ma question. La réflexion à propos
du statut des pompiers volontaires fait bien partie
de la réforme des services incendie. Mais cette
réforme risque peut-être de considérer comme
accessoire ce débat relatif au statut des pompiers
volontaires.
Je ne doute pas que vous resterez vigilante, mais
j'espère que votre collègue ne perdra pas non plus
de vue ce groupe de travail sur le statut des
pompiers volontaires. Sur le terrain, où la proportion
de professionnels est faible, les pompiers
volontaires sont indispensables pour assurer la
sécurité des biens et des personnes.
Si l'on pouvait alléger la fiscalité ou la parafiscalité à
leur égard, cela constituerait un incitant à un
engagement dans cette vocation. En termes
d'investissement, les prestations régulières sont
très consommatrices de temps mais ne font pas
l'objet d'une exonération totale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.56 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14 h 56.