KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 377
CRABV 52 COM 377
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
maandag
lundi
24-11-2008
24-11-2008
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het aantal tandartsen"
(nr. 7837)
1
Question de M. Michel Doomst à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le nombre de dentistes"
(n° 7837)
1
Sprekers:
Michel
Doomst,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Michel
Doomst,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de
2
- mevrouw Martine De Maght aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de inspanningen in de
strijd tegen aids/HIV+" (nr. 7873)
2
- Mme Martine De Maght à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "les efforts déployés dans le
cadre de la lutte contre le sida/HIV+" (n° 7873)
2
- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het aidsbeleid van de
regering" (nr. 8741)
2
- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la politique gouvernementale en
matière de sida" (n° 8741)
2
Sprekers: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Zoé Genot, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het Vlaams decreet
betreffende de zorg- en bijstandsverlening"
(nr. 7861)
4
- M. Yvan Mayeur à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le décret flamand relatif à la
délivrance d'aide et de soins" (n° 7861)
4
- mevrouw Véronique Salvi aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het Vlaams decreet
betreffende de zorg- en bijstandsverlening"
(nr. 7958)
4
- Mme Véronique Salvi à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le décret flamand relatif à la
délivrance d'aide et de soins" (n° 7958)
4
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
decreet
van
18 juli 2008
betreffende
de
zorg-
en
bijstandsverlening" (nr. 7946)
4
- M. Daniel Bacquelaine à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le décret du 18 juillet 2008
relatif à la délivrance d'aide et de soins" (n° 7946)
4
Sprekers:
Véronique
Salvi,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Véronique
Salvi,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de rol van paracetamol in
de ontwikkeling van astma bij kinderen" (nr. 7933)
5
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le rôle joué par le
paracétamol dans l'asthme infantile" (n° 7933)
5
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
6
Questions jointes de
6
- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
6
- Mme Sonja Becq à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
6
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Volksgezondheid over "het eindrapport van het
experiment PIT 2007-2008" (nr. 8292)
publique sur "le rapport final relatif à l'expérience
EIP 2007-2008" (n° 8292)
- de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "communicatieproblemen"
(nr. 8543)
6
- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "des problèmes de communication"
(n° 8543)
6
- mevrouw Marie-Claire Lambert aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
P.I.T.-project
(Paramedic Intervention Team)" (nr. 8605)
6
- Mme Marie-Claire Lambert à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le projet P.I.T. (Paramedic
Intervention Team)" (n° 8605)
6
Sprekers: Michel Doomst, Sonja Becq
Orateurs: Michel Doomst, Sonja Becq
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de kosten van de
terugbetaling
van
geneesmiddelen
voor
tabaksgerelateerde pathologieën" (nr. 7937)
9
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le coût de la prise en
charge des médicaments pour les pathologies
liées au tabac" (n° 7937)
9
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de gehoorschade als
gevolg van het overmatig gebruik van walkmans
en mp3-spelers" (nr. 7938)
11
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les effets néfastes
sur la capacité auditive de l'usage excessif des
baladeurs et des mp3" (n° 7938)
11
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de gevolgen van de
behandeling van obesitas voor het budget voor
gezondheidszorg" (nr. 7939)
12
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les conséquences du
traitement de l'obésité dans le budget de la santé"
(n° 7939)
12
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
13
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de terugbetaling van alle
medische
kosten
voor
diabetespatiënten"
(nr. 8086)
13
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la prise en charge globale du patient
diabétique" (n° 8086)
13
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"het
aantal
diabetespatiënten in België" (nr. 8087)
13
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le nombre de personnes
diabétiques en Belgique" (n° 8087)
13
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de Werelddiabetesdag"
(nr. 8088)
13
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la Journée mondiale du diabète"
(n° 8088)
13
Sprekers: Josy Arens, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josy Arens, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Samengevoegde vragen van
16
Questions jointes de
16
- de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het uitblijven van de
toepassingsbesluiten van de wet van 1999
betreffende de zogenaamde 'parallelle' praktijken
inzake de geneeskunde" (nr. 8094)
16
- M. Maxime Prévot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la non-promulgation des arrêtés
d'application de la loi de 1999 sur les médecines
dites 'parallèles'" (n° 8094)
16
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de uitvoering van de
wet van 29 april 1999 betreffende de niet-
conventionele praktijken inzake de geneeskunde"
(nr. 8147)
17
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la mise en application
de la loi du 29 avril 1999 sur les médecines non
conventionnelles" (n° 8147)
17
- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de erkenning van
osteopaten" (nr. 8730)
17
- Mme Tinne Van der Straeten à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la reconnaissance des
osthéopathes" (n° 8730)
17
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Tinne
Van der Straeten, Laurette Onkelinx, vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Tinne
Van der Straeten, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de inwerkingtreding op
1 januari 2009 van de wet van 15 mei 2007
betreffende de vergoeding van schade als gevolg
van gezondheidszorg" (nr. 8120)
18
Question de Mme Sonja Becq à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'entrée en vigueur le
1er janvier 2009 de la loi du 15 mai 2007 relative
à l'indemnisation des dommages résultant de
soins de santé" (n° 8120)
18
Sprekers: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Sofie Staelraeve aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de terugbetaling door het
RIZIV van de Segway als mobiliteitshulpmiddel"
(nr. 8060)
20
Question de Mme Sofie Staelraeve à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le remboursement
par l'Inami du Segway en tant qu'équipement
facilitant la mobilité" (n° 8060)
20
Sprekers:
Sofie
Staelraeve,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Sofie
Staelraeve,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de juridische
implicaties van het falen van de commissie voor
de evaluatie van de wet van 3 april 1990
betreffende
de
zwangerschapsafbreking"
(nr. 8610)
22
Question de Mme Alexandra Colen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les implications
juridiques de l'échec de la commission
d'évaluation de la loi du 3 avril 1990 relative à
l'interruption de grossesse" (n° 8610)
22
Sprekers:
Alexandra
Colen,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Alexandra
Colen,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de wijziging van het
koninklijk besluit tot verbod van bepaalde
dierproeven" (nr. 8130)
23
Question de Mme Meyrem Almaci à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la modification de
l'arrêté royal portant interdiction de certaines
expériences sur des animaux" (n° 8130)
23
Sprekers:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Samengevoegde vragen van
24
Questions jointes de
24
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
tekort
aan
ziekenhuispediaters" (nr. 8144)
24
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la pénurie de pédiatres hospitaliers"
(n° 8144)
24
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het aantal geneesheren-
specialisten in de pediatrie in de Belgische
ziekenhuizen" (nr. 8148)
25
- Mme Els De Rammelaere à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le nombre de médecins
spécialistes en pédiatrie dans les hôpitaux
belges" (n° 8148)
25
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de artsenwachtdienst
in Seraing" (nr. 8156)
26
Question de M. Georges Dallemagne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le poste médical de
garde de Seraing" (n° 8156)
26
Sprekers: Georges Dallemagne, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Georges Dallemagne, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
27
Questions jointes de
27
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de studie van het
Kenniscentrum over het tekort aan huisartsen"
(nr. 8178)
27
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'étude du Centre d'expertise sur la
pénurie de généralistes" (n° 8178)
27
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de studie van het
Kenniscentrum over de huisartsengeneeskunde"
(nr. 8210)
27
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'étude du Centre d'expertise sur la
médecine générale" (n° 8210)
27
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Véronique Salvi aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de samenstelling van
smokkelsigaretten" (nr. 8179)
29
Question de Mme Véronique Salvi à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la composition des
cigarettes de contrebande" (n° 8179)
29
Sprekers:
Véronique
Salvi,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Véronique
Salvi,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de eisen van de
transseksuele gemeenschap" (nr. 8145)
30
Question de Mme Kattrin Jadin à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "les revendications formulées
par la communauté transsexuelle" (n° 8145)
30
Sprekers: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vraag en interpellatie van
30
Question et interpellation jointes de
30
- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
30
- Mme Kattrin Jadin à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
30
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
Volksgezondheid over "de verbetering van het
statuut van vrijwillige ambulanciers in de
medische noodhulpverlening" (nr. 8256)
publique sur "l'amélioration du statut des
ambulanciers volontaires travaillant dans l'aide
médicale urgente" (n° 8256)
- de heer Peter Vanvelthoven tot de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "dringende medische
hulpverlening" (nr. 233)
31
- M. Peter Vanvelthoven à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'aide médicale urgente"
(n° 233)
31
Sprekers: Kattrin Jadin, Peter Vanvelthoven,
voorzitter van de sp.a+Vl.Pro-fractie, Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Kattrin Jadin, Peter Vanvelthoven,
président du groupe sp.a+Vl.Pro, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de grensoverschrijdende
samenwerking tussen België en Duitsland inzake
noodhulpverlening" (nr. 8255)
33
Question de Mme Kattrin Jadin à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la coopération transfrontalière
entre la Belgique et l'Allemagne en matière de
services de secours d'urgence" (n° 8255)
33
Sprekers: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Kattrin Jadin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
34
Questions jointes de
34
- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het voorstel van richtlijn
van de Europese Commissie met betrekking tot
informatie over geneesmiddelen" (nr. 8287)
34
- M. Yvan Mayeur à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la proposition de directive de la
Commission européenne relative à l'information
sur les médicaments" (n° 8287)
34
- mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "een mogelijke herziening
van de richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van
een
communautair
wetboek
betreffende
geneesmiddelen
voor
menselijk
gebruik"
(nr. 8644)
34
- Mme Maya Detiège à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "une éventuelle révision de la
directive
2001/83/CE
instituant
un
code
communautaire relatif aux médicaments à usage
humain" (n° 8644)
34
Sprekers: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
aanvraag
tot
overeenkomst tussen Dianova en het RIZIV"
(nr. 8351)
36
Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la demande de
convention de Dianova et l'INAMI" (n° 8351)
36
Sprekers:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
38
Questions jointes de
38
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
minister van Klimaat en Energie over "de normen
voor de niet-ioniserende stralingen" (nr. 8128)
38
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la norme des radiations
non ionisantes" (n° 8128)
38
- de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het verband tussen gsm-
straling en het risico op hersentumoren" (nr. 8668)
38
- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le lien entre les rayonnements de
GSM et le risque de tumeurs au cerveau"
(n° 8668)
38
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
vi
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Samengevoegde vragen van
39
Questions jointes de
39
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "hoorapparaten" (nr. 8370)
39
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les appareils auditifs" (n° 8370)
39
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de verkoop van
hoorapparaten in België" (nr. 8450)
39
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la vente des appareils
auditifs en Belgique" (n° 8450)
39
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
toename
van
onbetaalde ziekenhuisfacturen" (nr. 8400)
40
Question de M. Josy Arens à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'augmentation des factures
hospitalières impayées" (n° 8400)
40
Sprekers: Josy Arens, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josy Arens, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het niet voorhanden zijn
van de FibroScan in de provincie Luxemburg"
(nr. 8401)
42
Question de M. Josy Arens à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'absence de FibroScan dans
la province de Luxembourg" (n° 8401)
42
Sprekers: Josy Arens, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josy Arens, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de verkoopsvoorwaarden
voor geneesmiddelen die sibutramine bevatten"
(nr. 8433)
43
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les conditions de
vente de médicaments contenant de la
sibutramine" (n° 8433)
43
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eersteminister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de vrije keuze van de
patiënten om hun zorgverstrekker te kiezen"
(nr. 8526)
44
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la liberté des patients
de choisir leur dispensateur de soins" (n° 8526)
44
Sprekers: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "anti-decubituskussen"
(nr. 8527)
45
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les coussins anti-
escarres" (n° 8527)
45
Sprekers: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
MAANDAG
24
NOVEMBER
2008
Namiddag
______
du
LUNDI
24
NOVEMBRE
2008
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en
voorgezeten door de heer Michel Doomst.
La réunion publique est ouverte à 14 h 16 sous la
présidence de M. Michel Doomst.
01 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het aantal tandartsen"
(nr. 7837)
01 Question de M. Michel Doomst à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le nombre
de dentistes" (n° 7837)</b>
01.01 Michel Doomst (CD&V): In 2008 slaagde
19,14 procent van de deelnemers aan het
gemeenschappelijke toelatingsexamen voor de
opleiding tot arts of tandarts. De Ministerraad legde
het contingent tandartsen voor 2014-2015 vast op
160. Er studeren echter niet genoeg tandartsen af
en vacatures blijven soms maandenlang open
staan.
Is de minister op de hoogte van het probleem?
Welke mogelijkheden zijn er om het op te lossen?
Is het geen goed idee om de ingangsexamens voor
arts en tandarts op te splitsen?
01.01 Michel Doomst (CD&V) : En 2008, 19,14 %
des participants à l'examen commun d'admission
aux études de médecin ou de dentiste ont réussi
celui-ci. Le Conseil des ministres a fixé à 160 le
contingent des dentistes pour 2014-2015. Or trop
peu d'étudiants en dentisterie terminent leurs
études et certains emplois restent parfois vacants
pendant plusieurs mois.
La ministre a-t-elle connaissance de ce problème ?
Comment peut-on le résoudre ? Ne serait-il pas
adéquat de scinder les examens d'admission aux
études de médecin et de dentiste ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
problematiek is niet nieuw. Uit de cijfers blijkt wel
dat de aantrekkingskracht van het beroep groter
wordt. Het niet-halen van de quota is trouwens niet
louter een Vlaams probleem en kan niet worden
toegeschreven aan het examen alleen.
De maxima voor 2014-2015 werden verhoogd
omwille van de vergrijzing en de daarmee gepaard
gaande stijgende zorgvraag.
De vraag is of er naast maxima niet ook minima
moeten worden ingevoerd, zodat een kwalitatieve,
01.02
Laurette
Onkelinx,
ministre (en
néerlandais) : Ce problème n'est pas nouveau,
mais les statistiques montrent que l'attrait de la
profession augmente. Le fait que les quotas ne
soient pas atteints ne constitue d'ailleurs pas une
situation exclusivement flamande et ne s'explique
pas par le seul examen.
Les maximums pour 2014-2015 ont été revus à la
hausse en raison du vieillissement de la population
et de l'augmentation de la demande de soins de
santé qui en résulte.
Il faut se demander si, outre des maximums, il ne
faudrait pas instaurer aussi des minimums, de
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
betaalbare en voor iedereen toegankelijke tandzorg
kan worden gewaarborgd. Op basis van de
resultaten van een enquête die door de
Planningscommissie Medisch Aanbod aan een
staal van artsen werd toegestuurd, zullen wij nieuwe
toekomstprojecties kunnen uitvoeren.
manière à garantir des soins dentaires de qualité,
financièrement abordables et accessibles à tous.
Nous procéderons à de nouvelles projections pour
l'avenir sur la base des résultats d'une enquête qui
a été adressée à un échantillon de médecins par la
Commission de planification de l'Offre médicale.
De Gemeenschappen zijn bevoegd voor de manier
waarop de universiteiten de numerus clausus
uitvoeren, maar ik denk niet dat een opsplitsing van
het examen opportuun is. De opleidingen
tandheelkunde en geneeskunde worden immers
aan de dezelfde faculteit gedoceerd. Bovendien
ervaart de onderwijswereld het toegangsexamen als
positief omdat de slaagpercentages in de opleiding
er sterk door zijn gestegen. Het komt er dus op aan
om de opleiding tandheelkunde te promoten bij de
geslaagden.
Naast het invoeren van minima, zijn er ook
begeleidende maatregelen nodig. We moeten de
aantrekkelijkheid van het beroep in vergelijking met
andere zorgberoepen analyseren. Ik hoop dat de
Planningscommissie zich meer en meer in de
richting van een globale aanpak profileert, zodat ik
mijn evidence based beleid kan voortzetten.
Les Communautés sont compétentes pour le mode
d'application du numerus clausus au sein des
universités mais je ne pense pas que l'organisation
d'examens distincts soit pertinente. Les formations
en dentisterie et en médecine sont en effet
enseignées à la même faculté. Par ailleurs, le
monde de l'enseignement estime que l'organisation
d'un examen d'entrée est positive car celui-ci a
entraîné une augmentation des pourcentages de
réussite de la formation. Il s'agit dès lors de
promouvoir la formation en dentisterie auprès des
lauréats.
Outre l'instauration de minima, des mesures
d'accompagnement sont nécessaires. Nous devons
analyser l'attrait de la profession par rapport à
d'autres métiers des soins de santé. J'espère que la
Commission de planification s'orientera de plus en
plus vers une approche globale, pour que je puisse
poursuivre ma politique fondée sur des données
factuelles.
Ik overhandig de heer Doomst de tabellen met het
cijfermateriaal voor beide Gemeenschappen.
Je remettrai à M. Doomst les tableaux statistiques
pour les deux Communautés.
01.03 Michel Doomst (CD&V): De minister zoekt
dus een oplossing door minima in te voeren en het
beroep aantrekkelijker te maken.
01.03 Michel Doomst (CD&V) : La ministre
cherche donc une solution en instaurant des
minima et en rendant la profession plus attractive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Martine De Maght aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de inspanningen in de
strijd tegen aids/HIV+" (nr. 7873)
- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het aidsbeleid van de
regering" (nr. 8741)
02 Questions jointes de
- Mme Martine De Maght à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "les efforts déployés dans le
cadre de la lutte contre le sida/HIV+" (n° 7873)<br>- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la politique gouvernementale en
matière de sida" (n° 8741)</b>
02.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Hoe evolueert
het aantal seropositieven in België? Welk beleid
voert men inzake de terugbetaling voor de
behandeling van aids en van opportune infecties?
Hoe verloopt de coördinatie met de Gewesten met
betrekking tot het preventiebeleid?
02.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : Quelle est
l'évolution du nombre de personnes contaminées
par le virus HIV en Belgique? Quelle est la politique
de prise en charge des malades pour le traitement
du HIV et des maladies opportunes? Quelle est la
coordination avec les Communautés en matière de
prévention?
Voorzitter: de heer Jean-Jacques Flahaux.
Président : M. Jean-Jacques Flahaux.
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
02.02 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Mijnheer de voorzitter, mag ik tegelijkertijd
antwoorden op vraag nr. 7873 van mevrouw De
Maght betreffende hetzelfde onderwerp?
De voorzitter: Uiteraard.
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Monsieur le président, me permettez-vous de
répondre en même temps à la question n° 7873 de
Mme De Maght sur le même sujet?
Le président : Bien sûr.
02.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Een zo
groot mogelijk aantal mensen moet toegang hebben
tot de hiv-screening en een gepaste behandeling. In
België kan men gemakkelijk een aidstest laten
doen. In 2007 werden er 595.394 tests afgenomen
en vergoed door het RIZIV, de tests bij
bloeddonaties buiten beschouwing gelaten. Dat
komt overeen met 55,7 tests per 1.000 inwoners
per jaar, een van de hoogste cijfers van Europa.
Aids is een ziekte die in de hele wereld voorkomt,
daarom is het belangrijk dat er ook ten aanzien van
immigranten aan preventie gedaan wordt, en dat
deze mensen indien nodig behandeld worden. Het
preventiebeleid is een gemeenschapsbevoegdheid.
Sinds 1986 worden er gemiddeld 2 à 2,9 nieuwe
gevallen per dag vastgesteld. Na een daling tussen
1992 en 1997 steeg het aantal gevallen opnieuw;
tussen 2003 en 2007 leek dat cijfer zich te
stabiliseren. In 1997 werden er 693 gevallen
opgespoord. In 2002 waren dat er 1.992, in 2003
1.052, in 2004 1.002, in 2006 1.074 en in 2007
1.052. Op 31 december 2007 waren in totaal 21.138
personen als seropositief geregistreerd.
02.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le plus grand nombre possible de personnes doit
avoir accès au test de screening HIV et à un
traitement adéquat. En Belgique, l'accès à ce test
est facile. En 2007, 595.394 tests ont été réalisés et
remboursés par l'INAMI, hors tests pour les dons de
sang. Cela correspond à 55,7 tests par 1000
habitants par an. Il s'agit d'une des fréquences les
plus hautes d'Europe.
Le sida est présent dans le monde entier. Il est, dès
lors, important que les personnes immigrées
bénéficient de la prévention et du traitement de
cette maladie. La politique de prévention est une
compétence communautaire.
Depuis 1986, les affections diagnostiquées dans
notre pays oscillent en moyenne entre 2 et 2,9
nouveaux cas par jour. Après une diminution entre
1992 et 1997, le nombre de cas a à nouveau
augmenté, avec une tendance à la stabilisation
entre 2003 et 2007. Quelque 693 cas ont été
dépistés en 1997, 1992 en 2002, 1052 en 2003,
1002 en 2004, 1074 en 2006 et 1052 en 2007. Au
31 décembre 2007, 21138 personnes au total
étaient reconnues infectées par le VIH.
Het aantal nieuwe gevallen is onverhoeds
verminderd in 1996 en 1997 dankzij nieuwe
antiretrovirale middelen.
Het beleid voor de behandeling is als volgt:
terugbetaling van de antiretrovirale middelen ten
belope van 100%, RIZIV-overeenkomst met de
zeven aids-referentiecentra voor het gratis en
anoniem
opsporen
van
aids,
nauwgezet
epidemiologisch toezicht door het Wetenschappelijk
Instituut voor Volksgezondheid.
Naast de fundamentele geneesmiddelen vindt men
ook geneesmiddelen of bijzondere voeding die niet
door het RIZIV terugbetaald worden. We hebben
net de instemming van de regering gekregen voor
een nieuw te factureren maximum in ons plan
"chronisch
zieken",
wat
de
toegang
tot
geneesmiddelen zal verlichten. Afhankelijk van de
vraag en de budgettaire mogelijkheden zullen we
dan een reeks, volgens de verenigingen
onontbeerlijke geneesmiddelen kunnen aanbieden.
Het plan "chronisch zieken" begint in 2009.
L'incidence a diminué brutalement en 1996 et 1997
grâce à de nouveaux antirétroviraux.
La politique de prise en charge est la suivante :
remboursement des antirétroviraux à 100 %,
convention entre l'INAMI et les sept centres de
référence sida pour le dépistage gratuit et anonyme,
surveillance
épidémiologique
rigoureuse
par
l'Institut scientifique de santé publique.
A côté de ces médicaments essentiels, on trouve
une série de médicaments ou de nourritures
spéciales qui ne sont pas remboursés par l'INAMI.
Nous venons d'obtenir l'aval du gouvernement pour
un nouveau maximum à facturer dans notre plan
"malades chroniques", qui facilitera leur accès aux
médicaments. Nous pourrons alors proposer, en
fonction des demandes et des possibilités
budgétaires, une série de médicaments considérés
par les associations comme indispensables. Le
plan "malades chroniques" commencera en 2009.
02.04 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Gelet op de
toename van het aantal besmettingen, hoop ik dat u
02.04 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : J'espère que, vu
la remontée du nombre de contaminations, vous
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
daarover iets kwijt kunt aan uw collega's van de
Gemeenschappen zodat zij het preventiewerk
voortzetten. Ik heb de indruk dat dat werk de
jongste jaren een beetje verwaarloosd werd.
pourrez toucher un mot à vos collègues des
Communautés afin que ceux-ci poursuivent le
travail de prévention. J'ai l'impression que ce travail
a été quelque peu délaissé ces dernières années.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het Vlaams decreet
betreffende de zorg- en bijstandsverlening"
(nr. 7861)
- mevrouw Véronique Salvi aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het Vlaams decreet
betreffende de zorg- en bijstandsverlening"
(nr. 7958)
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
decreet
van
18 juli 2008
betreffende
de
zorg-
en
bijstandsverlening" (nr. 7946)
03 Questions jointes de
- M. Yvan Mayeur à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le décret flamand relatif à la
délivrance d'aide et de soins" (n° 7861)<br>- Mme Véronique Salvi à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le décret flamand relatif à la
délivrance d'aide et de soins" (n° 7958)<br>- M. Daniel Bacquelaine à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le décret du 18 juillet 2008
relatif à la délivrance d'aide et de soins" (n° 7946)</b>
03.01 Véronique Salvi (cdH): Hoewel de
uitoefening van de gezondheidszorgberoepen een
federale bevoegdheid is, nam het Vlaams
Parlement op 18 juli jongstleden een nieuw decreet
betreffende de zorg- en bijstandsverlening aan, dat
niet-erkende personen toestaat handelingen uit te
voeren die normaal gesproken enkel door
zorgkundigen mogen worden verricht.
Kan u ons vertellen wie er in Vlaanderen nu zorg en
bijstand mag verlenen? Welke gevolgen heeft dat
voor de kwaliteit van de zorg en de bescherming
van de patiënt? Kan men toestaan dat er in de
verschillende Gemeenschappen verschillende eisen
gesteld worden? Werd er tegen die maatregel
beroep aangetekend of zal dat nog gebeuren? Staat
dit initiatief niet haaks op de aanzienlijke
inspanningen die onlangs nog verricht werden om
de respectieve opdracht van de verpleegkundigen
en de zorgkundigen beter te omschrijven?
03.01 Véronique Salvi (cdH) : Alors que l'exercice
des professions de santé relève d'une compétence
fédérale, le Parlement flamand a adopté le 18 juillet
dernier un nouveau décret relatif à la délivrance
d'aide et de soins, qui autorise des personnes non
agréées à poser des actes réservés aux aides
soignantes.
Pourriez-vous nous dire qui en Flandre peut
aujourd'hui délivrer aide et soins ? Qu'en est-il de la
qualité des soins et de la protection du patient ?
Peut-on admettre des niveaux d'exigence différents
d'une Communauté à l'autre ?
Des recours ont-ils été ou seront-ils introduits ?
Cette initiative ne court-circuite-t-elle pas l'important
travail qui vient d'être réalisé afin de mieux définir
les rôles respectifs des infirmières et infirmiers et
des aides soignants ?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
koninklijk besluit nr. 78 stelt de vereiste
bekwaamheden en voorwaarden vast voor de
uitoefening van een gezondheidszorgberoep in
België. In artikel 21sexiesdecies wordt gedefinieerd
wat een zorgkundige is. Het koninklijk besluit van 12
januari 2006 bepaalt dan weer de verpleegkundige
activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren.
Niemand mag het beroep van zorgkundige
uitoefenen die niet geregistreerd is binnen de
diensten van de federale regering. Indien de
federale wetgeving ontoereikend wordt geacht, kan
een andere beleidsniveau stringentere regels
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
C'est l'arrêté royal 78 qui détermine les
qualifications et conditions requises pour exercer
une des professions de santé en Belgique ; son
article 21sexiesdecies définit ce qu'est un aide-
soignant. Et c'est l'arrêté royal du 12 janvier 2006
qui fixe les activités infirmières pouvant être
effectuées par des aides-soignants.
Nul ne peut exercer la profession d'aide-soignant
sans avoir été enregistré au sein des services du
gouvernement fédéral. Un autre niveau de pouvoir
pourrait cependant fixer
des
règles
plus
contraignantes s'il estimait la législation fédérale
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
vaststellen.
Bepaalde handelingen die het Vlaamse decreet
toestaat, komen voor in de lijst met verpleegkundige
activiteiten die aan zorgkundigen kunnen worden
toevertrouwd. In het decreet wordt echter
aangegeven dat er niet gedoeld wordt op een
federale bevoegdheid, en de federale overheid
wenst evenmin de uitoefening van de gewestelijke
bevoegdheden in de weg te staan.
Toch is er een probleem. Ik heb dus beslist dat
probleem aan te kaarten bij het overlegcomité, en
er werd een gezamenlijke werkgroep opgericht door
de Vlaamse Gemeenschap en de federale overheid
(Volksgezondheid).
Ik behoud mij niettemin de mogelijkheid voor om
zonodig een beroep tot vernietiging in te dienen.
insuffisante.
Parmi les actes autorisés par le décret flamand
figurent des actes de la liste des soins infirmiers
pouvant être délégués aux aides-soignants. Ce
décret indique cependant ne pas viser une matière
relevant de la compétence fédérale, pas plus que
l'autorité fédérale ne souhaite entraver l'exercice
des compétences régionales.
Il y a tout de même un problème. J'ai donc décidé
de soulever le problème devant le comité de
concertation et un groupe de travail Communauté
flamande Gouvernement fédéral (Santé publique)
a été constitué.
Je ne renonce pourtant pas à la possibilité
d'introduire s'il échet un recours en annulation.
03.03 Véronique Salvi (cdH):Het evenwicht op het
vlak van gezondheidszorg in België moet absoluut
worden gerespecteerd. Binnen welke termijn denkt
u een eventueel beroep tot vernietiging in te
dienen?
03.03 Véronique Salvi (cdH) : L'équilibre en
matière de santé en Belgique doit absolument être
respecté. Dans quel délai comptez-vous introduire
cet éventuel recours en annulation ?
03.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Als er
geen vooruitgang geboekt wordt tegen het volgende
overlegcomité, zal ik er de conclusies uit trekken.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Si aucune avancée n'est constatée d'ici le prochain
comité
de
concertation,
j'en
tirerai
les
conséquences.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid
over
"de
rol
van
paracetamol in de ontwikkeling van astma bij
kinderen" (nr. 7933)
04 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le rôle joué
par le paracétamol dans l'asthme infantile"
(n° 7933)</b>
04.01 Colette Burgeon (PS): Het tijdschrift The
Lancet publiceerde op 18 september een studie van
het Medical Research Institute of New Zealand
(MRINZ) waarin een duidelijk verband wordt
aangetoond tussen de inname van paracetamol
tijdens het eerste levensjaar en astma, eczeem of
allergieën tijdens de kindertijd.
Wat raadt het Federaal Agentschap voor
Geneesmiddelen
en
Gezondheidsproducten
(FAGG) hieromtrent aan?
Moeten de officiële aanbevelingen van de WHO
worden nageleefd, en dient men dit middel met
andere woorden best enkel toe aan zuigelingen met
meer dan 38,5° koorts?
04.01 Colette Burgeon (PS) : La revue The
Lancet a publié le 18 septembre une étude du
Medical Research Institute of New Zealand
(MRINZ) mettant en évidence un lien étroit entre la
prise de paracétamol au cours de la première
année de vie et l'apparition d'asthme, d'eczéma ou
d'allergies durant l'enfance.
Que préconise dès lors l'Agence Fédérale des
Médicaments et des Produits de Santé (AFMPS) ?
Doit-on s'en tenir aux recommandations officielles
de l'OMS : n'utiliser ce traitement que chez les
nourrissons dont la température est supérieure à
38,5° ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
FAGG onderschrijft het standpunt van het Belgisch
Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'AFMPS soutient la position du Centre belge
d'informations pharmacothérapeutiques qui paraîtra
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
dat zeer binnenkort zal verschijnen in de Folia
Pharmacotherapeutica. De resultaten van de in The
Lancet gepubliceerde studie laten niet toe met
zekerheid te concluderen dat er een oorzakelijk
verband is tussen paracetamol en astma bij
kinderen.
très
prochainement
dans
les
Folia
farmacoterapeutica. Les résultats de l'étude publiée
dans The Lancet ne permettent de tirer aucune
conclusion formelle quant à un éventuel lien de
causalité entre le paracétamol et l'asthme infantile.
Men moet een aan het gewicht van het kind
aangepaste dosis voorschrijven en de ouders erop
wijzen dat ze de aanbevolen maximumdoses niet
mogen overschrijden. Het Agentschap benadrukt
dat het enig mogelijke geneesmiddelenalternatief
voor paracetamol, ibuprofen is, dat een veel
ongunstiger
profiel
qua
risico/baten
heeft.
Anderzijds is het toedienen van aspirines aan
kinderen in geen geval aan te raden.
Il convient de veiller à prescrire une dose adaptée
au poids de l'enfant et d'informer les parents de ne
pas dépasser les doses maximales recommandées.
De plus, l'Agence insiste sur le fait que la seule
alternative
médicamenteuse
possible
au
paracétamol,
l'ibuprofène,
a
un
profil
risque/bénéfice nettement défavorable. D'autre part,
l'aspirine reste totalement déconseillée chez
l'enfant.
04.03 Colette Burgeon (PS): Paracetamol lijkt de
minst slechte keuze te zijn. Dat is al
geruststellender dan de eerste informatie die we
gekregen hadden en die ik u gegeven had. Zelfs al
heeft iedereen er niet noodzakelijk de middelen
voor, het beste lijkt nog altijd zich tot de arts te
wenden.
04.03 Colette Burgeon (PS) : Le paracétamol
semble le moins mauvais choix. C'est quand même
plus rassurant que les premières infos que nous
avions reçues et que je vous ai données. Même si
tout le monde n'en a pas nécessairement les
moyens, le meilleur réflexe semble être de s'en
référer au médecin.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het eindrapport van het
experiment PIT 2007-2008" (nr. 8292)
- de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"communicatieproblemen" (nr. 8543)
- mevrouw Marie-Claire Lambert aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
P.I.T.-project
(Paramedic Intervention Team)" (nr. 8605)
05 Questions jointes de
- Mme Sonja Becq à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le rapport final relatif à l'expérience
EIP 2007-2008" (n° 8292)<br>- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "des problèmes de communication"
(n° 8543)<br>- Mme Marie-Claire Lambert à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le projet P.I.T. (Paramedic
Intervention Team)" (n° 8605)</b>
05.01 Michel Doomst (CD&V): Onlangs was er
een zoveelste communicatie-incident met de
medische urgentiedienst in onze regio, vermits de
hulpverleners uit Tubeke niet konden antwoorden
op de vragen van de betrokken familieleden en
personen. Dit dossier werd reeds verschillende
malen besproken, waarbij de minister zei dat zij
wachtte op de technische behoefteanalyse voor
verder gevolg.
Wat is de stand van zaken in het MUG-dossier?
Hoe ziet de minister deze situatie evolueren op
korte en op lange termijn?
05.01 Michel Doomst (CD&V) : Récemment, pour
la énième fois, le service médical d'urgence de
notre région a été impliqué dans un incident de
communication puisque les membres des services
de secours de Tubize n'étaient pas en mesure de
répondre aux questions posées par des proches et
des personnes concernées. Ce problème a déjà été
soulevé à maintes reprises mais la ministre dit
attendre l'analyse des besoins techniques pour y
donner suite.
Où en est le dossier relatif aux services d'aide
médicale urgente ? Comment la situation évoluera-
t-elle à court et à long termes, d'après la ministre ?
05.02 Sonja Becq (CD&V): Is mijn vraag over het
PIT-project hieraan gekoppeld?
05.02 Sonja Becq (CD&V) : Ma question
concernant le projet PIT est-elle jointe à cette
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
question ?
05.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Als
mevrouw Becq haar vraag nu stelt, kan ik haar een
globaal antwoord geven en vervolgens nader
ingaan op de specifieke "follow-up".
05.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Si Mme Becq pose sa question maintenant, je
pourrai lui répondre de manière générale et en
arriver ensuite au « suivi » particulier.
05.04 Sonja Becq (CD&V): Het PIT-proefproject
(Paramedic Intervention Team) is ook opgestart in
de regio Halle. Er zijn discussies en uiteenlopende
meningen over de voordelen van het PIT-concept
en de MUG.
Wat zijn de globale bevindingen en aanbevelingen
van de minister inzake dit proefproject op basis van
het eindrapport? Zullen ze aanleiding geven tot
wijzigingen aan regio's en routes? Wat is de invloed
van het PIT-project op de werking van de MUG?
Volgens welke criteria wordt gekozen voor een
uitbreiding van de projecten en waar komen ze
dan? Plant de minister een nieuwe evaluatie op
langere termijn?
05.04 Sonja Becq (CD&V) : Le projet pilote PIT
(Paramedic Intervention Team) a également été
lancé dans la région de Hal. Les avantages du
concept PIT et le SMUR sont l'objet de discussions
et de divergences de vue.
Sur la base du rapport final, quelles sont les
conclusions et recommandations globales de la
ministre en ce qui concerne ce projet pilote?
Entraîneront-elles des modifications des zones et
des itinéraires ? Quelle est l'incidence du projet PIT
sur le fonctionnement du SMUR ? Sur la base de
quels critères opte-t-on pour un élargissement des
projets et où seront-ils mis en oeuvre ? La ministre
prévoit-elle une nouvelle évaluation à plus long
terme ?
05.05 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het PIT-rapport 2007-2008, over het tweede jaar
van dit proefproject, is klaar en werd op 6 november
voorgesteld aan de Nationale Raad voor Dringende
Geneeskundige Hulpverlening.
05.05 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le rapport PIT 2007-2008 qui porte
sur la deuxième année de ce projet pilote est prêt et
a été présenté le 6 novembre au Conseil national
des secours médicaux d'urgence.
(Frans) Het verslag werd aan de deelnemende
partijen overgezonden en zal in december aan de
Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen
worden voorgesteld.
(En français) Il a été envoyé aux participants à
l'expérience et sera présenté en décembre au
Conseil national des établissements hospitaliers.
(Nederlands) Daaruit blijkt dat de deelnemers aan
het project steeds positiever aankijken tegen het
PIT-systeem. Zo zorgt het PIT voor een uitbreiding
van de middelen en een kwaliteitsverhoging van de
opvang vóór de ziekenhuisfase. Bovendien wordt de
waarde van dit systeem bevestigd door het aantal
opdrachten die het toevertrouwd krijgt en de daaruit
volgende verlichting van de druk op de MUG.
De Belgische gids voor medische regulering houdt
al rekening met het PIT en de resultaten van het
project zullen meespelen bij de toekomstige
herziening van de gids.
Het PIT zorgt voor kortere wachttijden, wat
belangrijk is in niet-stedelijke gebieden met grote
afstanden, en deze teams treden in alle
omstandigheden doeltreffend op.
(En néerlandais) Il en ressort que les participants au
projet apprécient de plus en plus le système EIP,
notamment parce qu'il prévoit un accroissement
des moyens alloués à la prise en charge située en
amont de la phase d'hospitalisation ainsi qu'une
amélioration qualitative de cette prise en charge. De
plus, la valeur de ce système est confirmée par le
nombre de missions qu'il se voit confier et le
relâchement subséquent de la pression qui s'exerce
sur les SMUR.
Le système EIP est déjà pris en compte dans le
Guide belge de la régulation médicale dont la future
révision sera notamment tributaire des résultats du
projet.
Le système EIP réduit les délais d'attente, ce qui
n'est pas sans importance dans les zones non
urbaines où les distances sont importantes, et les
équipes EIP interviennent avec efficacité en toutes
circonstances.
In alle zones is de dichtstbijzijnde PIT-ziekenwagen Dans toutes les zones, l'ambulance PIT la plus
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
veel sneller ter plaatse dan de MUG, voor zover de
vertrekbasis
verschillend
is.
De
PIT-
verpleegkundigen volgen de besluiten inzake de
verpleegkundige
handelingen;
invasieve
handelingen worden enkel in noodgevallen meteen
uitgevoerd, in de andere gevallen wordt de MUG
afgewacht.
De gegevens waarover wij thans beschikken,
maken het niet mogelijk om de vermindering van
het aantal MUG-opdrachten in de PIT-zones precies
te bepalen. Wel stellen we vast dat het PIT zeer
nuttig is voor het verlichten van de werklast van de
MUG door een vermindering van de MUG-
opdrachten via de 100-centrales, door het sneller
vrijmaken van de MUG omdat de patiënten
opgevangen worden door het PIT en door een
verlichting van de werklast van de MUG bij de
transfers tussen ziekenhuizen. De evaluatie van de
globale impact van het PIT-systeem op de
opdrachten van de MUG zal pas binnen enkele
maanden kunnen worden afgerond. Het rapport van
het tweede activiteitsjaar van het PIT wordt
momenteel vertaald en is bijgevolg nog niet
beschikbaar. Kopieën van PowerPoint bestanden
die dienden voor een voorstelling van het rapport
zijn echter beschikbaar.
proche arrive beaucoup plus vite sur les lieux que le
SMUR, pour autant que la base de départ soit
différente. Les infirmiers d'une PIT appliquent les
dispositions relatives aux actes infirmiers ; ils ne
réalisent sur-le-champ des traitements invasifs
qu'en cas d'urgence et, dans le cas contraire, ils
attendent le SMUR.
Les données disponibles pour l'instant ne
permettent pas de chiffrer exactement la diminution
du nombre de missions SMUR dans les zones PIT.
Nous constatons que la PIT est très utile pour
alléger la charge de travail du SMUR : elle entraîne
une diminution des missions SMUR par le biais des
centrales 100, une libération plus rapide du SMUR
grâce à la prise en charge des patients par la PIT et
une réduction de la charge de travail des SMUR
dans le cadre des transferts entre hôpitaux.
L'évaluation de l'incidence globale du système PIT
sur les missions du SMUR ne pourra être terminée
que dans quelques mois. Le rapport de la deuxième
année d'activité de la PIT étant en voie de
traduction, il n'est pas encore disponible.
Cependant, des copies de fichiers en PowerPoint
qui ont servi dans le cadre d'une présentation du
rapport sont disponibles.
De PIT-projecten werden geselecteerd middels een
oproep tot kandidatuurstelling die nadien werd
geëvalueerd. De projecten werden na een
procedure geklasseerd en dat klassement werd
voorgelegd aan de ministers Demotte en Donfut.
Ik overweeg om door te gaan met deze manier van
selecteren. Voor de creatie van nieuwe PIT's moet
ook naar de toekomst gekeken worden. Voor het
jaar 2009 zijn er middelen om het experiment te
verlengen en om zes nieuwe PITS te creëren en
elke PIT met 120.000 euro te financieren.
Er komt elke maand een stuurcomité samen om de
PIT-projecten te omkaderen. Het evalueert
permanent en werkt aan teksten die een PIT-
programmatie
organiseren,
financieren
en
definiëren.
De
MUG-functies
werden
toegekend
aan
ziekenhuizen die dit hebben aangevraagd, op basis
van de programmeringcriteria uit het KB van 20
september 2002.
Les projets PIT ont été sélectionnés par le biais
d'un appel à candidatures qui a ensuite fait l'objet
d'une évaluation. Après le déroulement d'une
procédure donnée, les projets ont été classés et ce
classement a été soumis à MM. Demotte et Donfut.
Je pense continuer à appliquer ce mode de
sélection. Pour la création de nouveaux PIT, il
faudra également se tourner vers l'avenir. Pour
l'année 2009, les moyens sont suffisants pour
prolonger l'expérience, créer six nouveaux PIT et
octroyer à chaque PIT un financement de 120.000
euros.
Un comité de pilotage se réunit chaque mois pour
encadrer les projets PIT. Il procède en permanence
à des évaluations et prépare des textes relatifs à
l'organisation, au financement et à la définition
d'une programmation PIT.
Les fonctions SMUR ont été octroyées à des
hôpitaux qui en ont fait la demande, sur la base des
critères de programmation de l'arrêté royal du 20
septembre 2002.
Het ziekenhuis van Halle heeft zich nooit kandidaat
gesteld en enkel dat is de oorzaak van de
problemen. Mijn voorganger heeft de PIT-projecten
als experiment gelanceerd om na te gaan of in heel
wat gevallen dringende medische bijstand kan
worden verleend door een ambulancier en een
L'hôpital de Hal n'a jamais posé sa candidature et
c'est là la cause unique du problème. Mon
prédécesseur a lancé l'expérience des projets PIT
pour déterminer si l'aide médicale urgente peut être
apportée dans de nombreux cas par un
ambulancier et par un infirmier.
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
verpleegkundige.
In Halle maakt het PIT het voor de bevolking
mogelijk om in het Nederlands te worden
opgevangen. Het project in Halle krijgt een
buitengewone financiering, die drie keer zo hoog is
als die van andere PIT's en die van een MUG
benadert.
Het dossier van Halle gaf aanleiding tot diverse
parlementaire vragen en brieven van gemeenten.
Toch is er tot op vandaag geen aanvraag van het
regionaal ziekenhuis Sint-Maria Halle, hoewel mijn
diensten daar meerdere malen naar hebben
gevraagd.
Ik ontving de conclusies van de technische analyse
en de validatie ervan door het bureau van de
Commissie
Dringende
Geneeskundige
Hulpverlening van de provincie Vlaams-Brabant, die
de oprichting van een MUG in Halle voorstelt.
À Hal, le PIT permet aux habitants d'être accueillis
en néerlandais. Le projet y bénéficie d'un
financement exceptionnel : il s'élève au triple de
celui d'autres PIT et approche celui d'un SMUR.
Le dossier de Hal a donné lieu à plusieurs
questions parlementaires et à des courriers des
autorités communales. Toutefois, aucune demande
n'a été formulée jusqu'ici par l'hôpital régional Sint-
Maria de Hal, bien que mes services l'aient
demandé à plusieurs reprises.
J'ai reçu les conclusions de l'analyse technique et
sa validation par la Commission d'Aide Médicale
Urgente de la province du Brabant flamand, qui
propose la création d'un SMUR à Hal.
Ik liet een nieuwe evaluatie uitvoeren van de
programmering van de MUG's in het Vlaamse
Gewest en op basis van de evolutie van de
bevolking kan het aantal MUG-functies er naar 45
verhogen.
Aangezien de erkenning van de MUG's een
gewestbevoegdheid is, heb ik in juli een brief
gestuurd naar minister Vanackere, waarin ik hem
informeerde over de opportuniteit om in Halle een
MUG te programmeren en eveneens in Zottegem
en Geraardsbergen, waar er andere problemen zijn.
Ik heb nog geen antwoord ontvangen.
J'ai demandé une nouvelle évaluation de la
programmation des SMUR en Région flamande et,
sur la base de l'évolution de la population, le
nombre de fonctions SMUR peut être porté à 45.
Étant donné que l'agrément des SMUR est une
compétence régionale, j'ai envoyé une lettre à M.
Vanackere au mois de juillet pour l'informer de
l'opportunité de programmer un SMUR à Hal ainsi
qu'à Zottegem et Grammont, où d'autres problèmes
se posent. Je n'ai pas encore reçu de réponse.
05.06 Sonja Becq (CD&V): Dringende
hulpverlening moet zo efficiënt mogelijk gebeuren.
Ik wou graag het rapport inkijken.
Er is wel degelijk een wisselwerking mogelijk tussen
een MUG en een PIT. Een MUG is niet voor alle
oproepen
nodig,
maar
er
zijn
inderdaad
programmeringscriteria voor de oprichting van een
MUG.
In Halle werd voor een PIT geijverd omdat er geen
MUG was aangevraagd. Het probleem van de MUG
en de taal blijft bestaan en dat moeten we oplossen,
zodat
iedereen
op
een
kwaliteitsvolle
dienstverlening kan rekenen.
05.06 Sonja Becq (CD&V) : L'aide urgente doit
être aussi efficace que possible. J'aimerais
consulter le rapport.
Une interaction estbiel et bien possible entre un
SMUR et un PIT. Un SMUR n'est pas nécessaire
pour tous les appels, mais il existe en effet des
critères de programmation pour la création d'un
SMUR.
À Hal, un PIT a été préconisé parce qu'aucun
SMUR n'avait été demandé. Nous devons encore
résoudre le problème linguistique du SMUR pour
que chacun puisse disposer d'un service de qualité.
05.07 Michel Doomst (CD&V): Het is goed nieuws
dat de oprichting van een MUG in Halle mogelijk is.
Het
zal
nu
afhangen
van
de
lokale
verantwoordelijken en het lokale initiatief om tot een
resultaat te komen. Ik zal ook die instanties
aanporren.
05.07 Michel Doomst (CD&V) : Je me réjouis que
la création d'un SMUR à Hal soit possible ; le
résultat dépendra des responsables locaux et de
l'initiative locale. J'insisterai également auprès de
ces instances.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan 06 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de kosten van
de terugbetaling van geneesmiddelen voor
tabaksgerelateerde pathologieën" (nr. 7937)
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le coût de la
prise en charge des médicaments pour les
pathologies liées au tabac" (n° 7937)</b>
06.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Bepaalde
geneesmiddelen
die
voor
de
dekking
gezondheidszorg van ons land duur uitvallen,
dienen voor de behandeling van astma en zweren
bij rokers. Die geneesmiddelen worden aan 800.000
patiënten voorgeschreven. Die pathologieën hebben
te maken met een verslaving waarvan iedereen de
nefaste gevolgen voor de gezondheid kent.
Zouden we het bedrag van de terugbetaling voor die
behandeling niet afhankelijk kunnen maken van de
inspanningen die de patiënt doet om van die
dodelijke afhankelijkheid af te raken? Een radiologie
maakt het mogelijk te zien of iemand al dan niet
gestopt is met het tabaksverbruik.
Met dat voorstel kan men twee vliegen in een klap
vangen: het aantal rokers naar beneden brengen,
en de uitgaven voor de dekking gezondheidszorg
verminderen.
06.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Parmi les
médicaments chers pour la couverture santé de
notre pays, certains concernent le traitement de
l'asthme et de l'ulcère du fumeur et sont prescrits à
800.000 patients. Ces pathologies sont liées à une
addiction dont plus personne n'ignore les
conséquences néfastes sur la santé.
Ne pourrions-nous conditionner le taux de
remboursement de ce traitement en fonction des
efforts des patients pour s'extraire de cette
dépendance mortelle ? Des clichés radiologiques
permettent de voir si une personne a arrêté ou non
de consommer du tabac.
Cette proposition pourrait permettre d'atteindre un
double objectif : faire baisser le nombre de fumeurs,
et diminuer les dépenses de la couverture santé.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Uw
voorstel brengt mij van mijn stuk. Het antirookbeleid
is
een
belangrijk
onderdeel
van
het
volksgezondheidsbeleid, maar ik denk niet dat het
stigmatiseren van rokers de goede oplossing is, nog
minder door een maatregel die ze nog
kwetsbaarder maakt wat de toegang tot de
gezondheidszorg betreft. Bovendien moeten we
een preferentiële terugbetalingsfilosofie uitkienen
(gezonde voeding, aan sport doen, buiten komen,
stress uit de weg gaan, enz.). Volgens mij ligt de
oplossing niet in het stigmatiseren, maar veeleer in
behoorlijke preventie. Men kan die doelstelling
bereiken door grootschalige campagnes op te
zetten tegen het roken en andere drugs.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Votre proposition me laisse perplexe. La lutte contre
le tabagisme est un axe important de la politique de
santé publique, mais je ne pense pas que la
stigmatisation des fumeurs constitue la voie à
suivre, encore moins par une mesure qui les
rendrait plus vulnérables en termes d'accès aux
soins. De plus, il faudrait développer une
philosophie des remboursements préférentiels (bien
se nourrir, se consacrer à un sport, s'aérer, éviter le
stress, etc.). À mon avis, la solution réside non
dans la stigmatisation, mais plutôt dans une bonne
prévention. On peut atteindre cet objectif au moyen
de grandes campagnes contre le tabac et les autres
drogues.
Via infovergaderingen en begeleiding sporen wij
onze medeburgers aan gezonder te leven, om zo
minder vatbaar te zijn voor ziekte.
Via
des
séances
d'explication,
des
accompagnements, nous incitons nos concitoyens
à mener une vie plus saine pour leur permettre
d'être moins sensibles aux maladies.
06.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Het was niet
mijn bedoeling uw beleid aan de kaak te stellen. Ik
zou ook willen dat men kon volstaan met
voorlichtingscampagnes zoals in Australië, waar
door nicotine aangetaste organen worden getoond.
Dergelijke campagnes blijken echter helemaal niet
meer in te slaan bij jongeren. Dit doet me denken
aan de problematiek van het overgewicht. In
Nederland is men tot de vaststelling gekomen dat
overgewicht de komende jaren één van de
belangrijkste
oorzaken
van
hoge
06.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Ma volonté
n'était pas de stigmatiser. Je préférerais aussi que
seules les campagnes d'information puisent être
utiles, comme par exemple les campagnes
australiennes qui montrent des organes entamés
par la nicotine. Mais ces campagnes ne
fonctionnent plus du tout chez les jeunes. Cela me
fait penser à la problématique du surpoids. Les
Pays-Bas ont constaté que le surpoids sera sans
doute une des causes les plus lourdes du coût de la
santé dans les prochaines années.
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
gezondheidskosten zal zijn.
06.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Wij
hebben
een
Nationaal
Voedings-
en
Gezondheidsplan uitgewerkt om obesitas, een reëel
maatschappelijk probleem, vooral dan bij de jeugd,
te bestrijden.
06.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Nous avons un Plan national Nutrition et santé pour
lutter contre l'obésité, qui est un véritable problème
de société, notamment chez les jeunes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"de
gehoorschade als gevolg van het overmatig
gebruik van walkmans en mp3-spelers" (nr. 7938)
07 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les effets
néfastes sur la capacité auditive de l'usage
excessif des baladeurs et des mp3" (n° 7938)</b>
07.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Op grond van
verscheidene gelijkluidende studies over het
gebruik van walkmans, mp3-spelers en gsm's en de
gevolgen daarvan voor het gehoorvermogen, heeft
de Europese Unie beslist actie te ondernemen om
de nadelige effecten van die toestellen op de
gezondheid van de Europeanen, in het bijzonder
van de jongeren, te beperken. Een grondige
herziening van de controles in Europa zal daarbij
worden
voorafgegaan
door
een
sensibiliseringscampagne, die de gebruikers ertoe
moet aanzetten de volumeknop terug te draaien en
de dagelijkse gebruiksduur te beperken.
Kan u ons informatie verstrekken over de
schadelijke gevolgen van die toestellen voor het
gehoor? Heeft u hieromtrent gegevens ontvangen
van kno-artsen? Welke instrumenten zijn er in de
Europese Unie om een en ander te controleren?
Hoe denkt u de in België gebruikte instrumenten te
laten evolueren? Hoe zal u de bevolking
voorlichten?
07.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Sur la foi
d'études convergentes sur l'usage des baladeurs,
mp3 et téléphones portables, et sur leurs
conséquences sur la capacité auditive, l'Union
européenne a décidé de mener une action pour
limiter les méfaits de ces appareils sur la santé des
Européens,
notamment
les
plus
jeunes.
Préalablement à une refonte des contrôles en
vigueur en Europe, une action de sensibilisation
devrait inciter les utilisateurs à baisser le volume
d'écoute et à limiter la durée quotidienne
d'utilisation.
Pouvez-vous nous communiquer des informations
sur les méfaits de ces appareils sur l'ouïe ? Des
données à ce sujet vous ont-elles été transmises
par des médecins ORL ? Quels sont les outils de
contrôle dans l'Union européenne ? Comment
pensez-vous faire évoluer ceux utilisés en
Belgique ? Que comptez-vous entreprendre pour
informer le public ?
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Hoewel
er hieromtrent geen precieze cijfers beschikbaar
zijn, laten de gegevens uit de internationale
literatuur veronderstellen dat er in België evengoed
gehoorbeschadiging optreedt door het langdurig
gebruik van deze toestellen met een te hoog
geluidsvolume, met name met gebruikmaking van
een oortje dat in het gehoorkanaal geplaatst wordt.
De maatregelen en de controlemiddelen om dit
probleem aan te pakken vallen niet onder mijn
bevoegdheid maar onder die van mijn collega die
over
consumentenzaken
gaat.
Sensibiliseringscampagnes om de bevolking te
wijzen op het belang van een adequaat gebruik van
dergelijke
toestellen,
zijn
dan
weer
een
verantwoordelijkheid van de Gemeenschappen.
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les données de la littérature internationale laissent
supposer qu'en Belgique également, même si des
chiffres précis font défaut, des dégâts auditifs sont
provoqués par l'utilisation prolongée de ces
appareils et leur écoute à un niveau sonore trop
élevé, notamment via une oreillette placée dans le
conduit auditif.
Les mesures et les outils de contrôle pour faire face
à ce problème ne sont pas de mon ressort mais de
celui de mon collègue en charge de la protection
des consommateurs. La sensibilisation du public à
une utilisation adéquate de ces appareils relève
quant à elle de la responsabilité des Communautés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
08 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de gevolgen
van de behandeling van obesitas voor het budget
voor gezondheidszorg" (nr. 7939)
08 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
conséquences du traitement de l'obésité dans le
budget de la santé" (n° 7939)</b>
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): In België
hebben de federale overheid en de deelgebieden
campagnes opgezet zoals het Voedings- en
Gezondheidsplan en de "Move-Eat"-campagne".
Hoe zwaar wegen de behandelingen die nodig zijn
als gevolg van onze levensstijl, meer bepaald van
stress, slechte voeding en te weinig beweging, op
de begroting voor de gezondheidszorg? Hoe is een
en ander op dat punt geëvolueerd sinds 2002? Stelt
men een omkering vast van de obesitascurve? Wat
denkt u te doen als een tussentijdse balans minder
gunstig zou uitvallen dan verwacht?
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Vous avez
évoqué tout à l'heure le Plan Nutrition et santé
« Manger et bouger ». Pouvez-vous nous dire ce
que représentent, dans le budget de la santé, les
traitements liés à notre mode de vie, en particulier
au stress, à la mauvaise alimentation et à la
sédentarité ? Quelle a été l'évolution en la matière
depuis 2002 ? Observe-t-on une inversion de la
courbe pour l'obésité ? Qu'avez-vous envisagé si un
bilan d'étape s'avérait moins satisfaisant que
prévu ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Overgewicht kan gemeten worden; een zittende
levensstijl, en vooral stress, zijn veel abstractere
variabelen. Deze drie factoren kunnen ook niet
direct
in
verband
gebracht
worden
met
aandoeningen zoals een te hoge bloeddruk, hart-
en vaatziekten, diabetes, enz. Bovendien spelen er
andere factoren mee, zoals veroudering en
ouderdom. De impact van deze factoren op de
begroting van het RIZIV kan dus niet becijferd
worden.
Het zou sowieso pretentieus zijn om een eventuele
verbetering op dat vlak volledig toe te schrijven aan
de "Move-Eat"-campagne. De begroting voor dit
actieplan is van 1.054.000 euro in 2006
teruggeschroefd naar 780.000 euro in 2007 en
754.000 euro in 2008. Er werd aandacht besteed
aan verschillende andere punten, in het bijzonder
de terugbetaling van bepaalde bariatrische
chirurgische ingrepen. Voorts werd gevraagd te
onderzoeken of het daadwerkelijk medisch
verantwoord is de BMI (body mass index) hiervoor
tot 35 terug te brengen.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le surpoids est mesurable ; la sédentarité, et
surtout le stress, le sont beaucoup moins. Ces trois
facteurs ne peuvent pas non plus être liés
directement aux pathologies comme l'hypertension,
les accidents vasculaires ou cardiaques, le diabète,
etc. De surcroît, d'autres facteurs, comme le
vieillissement, sont impliqués. L'impact de ces
facteurs sur le budget de l'INAMI n'est donc pas
chiffrable.
Il serait de toute façon orgueilleux d'attribuer une
éventuelle amélioration à la campagne « Manger et
bouger ». Le budget de cette action est passé de
1 054 000 euros en 2006 à 780 000 euros en 2007
et 754 000 euros en 2008. Plusieurs autres axes de
travail ont été mis en oeuvre, notamment le
remboursement de certaines interventions de
chirurgie bariatrique. Il est également demandé
d'analyser la justification thérapeutique d'un IMC
(indice de masse corporelle) limite de 35.
Voorts werd met het Erasmusziekenhuis een
contract gesloten voor Health Promotion in
Hospitals, en kreeg het ziekenhuis een budget van
99.000 euro toegekend. Er wordt gewerkt aan een
offerteaanvraag
om
een
Nederlandstalige
tegenhanger te vinden. Ten slotte zal het preventie-
initiatief in samenwerking met het Centre médical
pédiatrique Clairs Vallons worden voortgezet.
Om na te gaan hoe de obesitascurve evolueert zal
er een nieuwe voedingsenquête nodig zijn. Ik ben er
in elk geval van overtuigd dat we moeten doorgaan
met onze acties en de gezondheidsdimensie
En outre, le contrat Health Promotion in Hospitals a
été conclu avec l'hôpital Erasme et un budget de
99 000 euros lui a été alloué. Un lancement
d'appels d'offres pour un pendant néerlandophone
est en cours. Enfin, l'initiative de prévention avec le
Centre médical pédiatrique Clairs Vallons sera
reconduite.
Pour connaître l'évolution de la courbe de l'obésité,
il faudrait mener une nouvelle enquête alimentaire.
Je suis en tout cas convaincue que nous devons
poursuivre nos actions et intégrer la dimension
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
moeten inbedden in het beleid van elke
overheidsdienst. Er is dus niet meteen een reden
om het beleid om te gooien.
santé dans les politiques menées par l'ensemble
des services publics. Il n'y a donc pas de raison
immédiate de changer de politique.
08.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Het
Voedings-
en Gezondheidsplan is uitermate
belangrijk. Ik vind het jammer dat er zo weinig
middelen aan worden besteed. De cijfers
aangaande de evolutie van de terugbetaling van
geneesmiddelen die rechtstreeks verband houden
met zwaarlijvigheid, zouden zeker interessante
informatie kunnen opleveren. Overgewicht hangt
vaak samen met de voeding. Initiatieven zoals de
slowfoodbeweging zouden aangemoedigd moeten
kunnen worden.
08.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Le Plan
Nutrition et santé est extrêmement important et je
déplore le peu de moyens dont il bénéficie. Il aurait
été intéressant d'avoir les chiffres de l'évolution des
remboursements des médicaments directement liés
à l'obésité. L'excès de poids est souvent lié à
l'alimentation. Il faudrait pouvoir encourager les
initiatives du type slow food.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de terugbetaling van alle
medische
kosten
voor
diabetespatiënten"
(nr. 8086)
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"het
aantal
diabetespatiënten in België" (nr. 8087)
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de Werelddiabetesdag"
(nr. 8088)
09 Questions jointes de
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la prise en charge globale du
patient diabétique" (n° 8086)<br>- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le nombre de personnes
diabétiques en Belgique" (n° 8087)<br>- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la Journée mondiale du diabète"
(n° 8088)</b>
09.01 Josy Arens (cdH): De totale
multidisciplinaire tenlasteneming van de ernstig
zieke diabetespatiënt wordt sinds 1987 door
overeenkomsten
voor
functionele
revalidatie
verzekerd. Hoeveel rechthebbenden vallen onder
elk van die overeenkomsten? Hoeveel niet? Hoe
wordt dit aantal geëvalueerd?
Is gelet op de exponentiële toename van diabetes
van type 2, het onderscheid tussen ernstige en niet
ernstige aandoening, tussen diabetes van type 1 en
type 2 trouwens niet achterhaald? Zullen de
overeenkomsten niet snel aan hun limiet zitten voor
de diabetespatiënten van type 2? Met andere
woorden, hoe kan men op kwalitatief waardevolle
wijze alle patiënten behandelen?
Er zouden in België geen precieze cijfers bestaan
over het aantal diabetespatiënten. Voor een op twee
diabetespatiënten zou de ziektediagnose niet eens
gesteld zijn. Is het feit dat die cijfers niet
voorhanden zijn geen handicap bij het opstellen van
een programma voor de strijd tegen diabetes en de
evaluatie van de menselijke, sociale, economische
en budgettaire kost van die ziekte? Waarom
09.01 Josy Arens (cdH) : La prise en charge
globale multidisciplinaire du patient diabétique
sévère est assurée depuis 1987 par des
conventions de rééducation fonctionnelle. Combien
d'ayants droit font-ils partie de chacune de ces
conventions ? Combien n'en font pas partie ?
Comment ce nombre est-il évalué ?
Par
ailleurs,
étant
donné
la
progression
exponentielle du diabète de type 2, la distinction
entre diabète sévère et non sévère, entre diabète
de type 1 et de type 2, n'est-elle pas dépassée ?
Les conventions ne vont-elles pas atteindre
rapidement leurs limites pour les diabétiques de
type 2 ? En d'autres termes, comment assurer une
prise en charge de qualité à tous les patients ?
Il n'existerait pas, en Belgique, de chiffres précis
relatifs au nombre de diabétiques. Par ailleurs, un
diabétique sur deux ne serait pas diagnostiqué.
Cette absence de chiffres ne constitue-t-elle pas un
handicap dans la formulation d'un programme de
lutte contre le diabète et dans l'évaluation du coût
humain, social, économique et budgétaire de cette
maladie ? Pourquoi ne disposons-nous pas
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
beschikken we niet over duidelijke informatie? Wat
zijn de informatiebronnen met betrekking tot het
aantal diabetespatiënten? Zijn die bronnen
gecoördineerd? Zijn de gegevens gevalideerd?
Van waar komt de door het RIZIV vooropgestelde
schatting van 450.000 diabetespatiënten? Gaat het
enkel om de gediagnosticeerde personen?
De Verenigde Naties hebben een resolutie
aangenomen die de Lidstaten aanmoedigt om een
nationaal beleid van preventie en behandeling van
de diabetespatiënt en verzorging van de zieken uit
te werken. Welke initiatieven heeft uw departement
genomen in het kader van die resolutie? Zijn er
overlegvergaderingen
geweest
tussen
de
deelstaten?
d'informations précises ? Quelles sont les sources
d'informations relatives au nombre de diabétiques ?
Ces sources sont-elles coordonnées ? Les données
sont-elles validées ? D'où provient l'estimation
avancée par l'INAMI de 450 000 diabétiques ?
S'agit-il
uniquement
des
personnes
diagnostiquées ?
Enfin, les Nations unies ont adopté une résolution
encourageant les États membres à élaborer des
politiques nationales de prévention et de traitement
du diabète et de prise en charge des malades.
Quelles initiatives votre département a-t-il prises
dans le cadre de cette résolution ? Des réunions de
concertation entre les entités fédérées ont-elles eu
lieu ?
Het regeerakkoord voorziet in een zorgprogramma
en mechanismen waarbij de gezondheidskosten ten
laste van de chronisch zieke patiënten worden
gedekt via de voorkeurregeling. Is er ook in een
specifiek programma voor de diabetici voorzien?
Voor welke uitdagingen worden we geplaatst door
de exponentieel stijgende incidentie van die ziekte
in de jongste twintig jaar?
L'accord de gouvernement prévoit un programme
de soins et des mécanismes de couverture
préférentielle des coûts de santé à charge des
malades chroniques. Un programme spécifique est-
il prévu pour le diabète ? Quels défis représente la
progression exponentielle de cette maladie au cours
des vingt prochaines années ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er kan
onmogelijk worden vastgesteld hoeveel niet-
gediagnosticeerde diabeten er precies zijn. Wat de
overige suikerzieken betreft, zijn de betrouwbare
cijfers waarover wij via het RIZIV of Farmanet
kunnen beschikken, niet tot epidemiologische
kengetallen verwerkt.
Die beschavingsziekte wordt vaak veroorzaakt door
een ongezonde levenswijze en moet een prioriteit
zijn voor Volksgezondheid. In de ontwikkelde landen
kosten de huidige behandelingen van diabetes de
overheid veel geld, maar tegelijk beperken ze de
sociale, menselijke en economische impact van die
ziekte.
Er zijn geen volledige epidemiologische statistieken
nodig voor een efficiënte behandeling en preventie
van die ziekte, waarvan de oorzaken goed bekend
zijn. Onze informatie over het aantal diabeten komt
van patiëntenorganisaties, ziekenfondsen en de
databanken
met
betrekking
tot
de
geneesmiddelenverkoop en de minimale klinische
gegevens. Diverse studies maken het mogelijk om
een
raming
te
maken
van
het
aantal
diabetespatiënten in België, maar de gegevens
worden momenteel niet gevalideerd.
De cijfers in het RIZIV-verslag zijn gestoeld op een
raming op grond van de resultaten van de
gezondheidsenquête door middel van interviews
van 1999 bij 230.000 mensen werd suikerziekte
gediagnosticeerd en op grond van de
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : Il
est impossible de connaître le nombre de
personnes dont le diabète n'a pas été diagnostiqué.
Pour les autres, les chiffres fiables dont nous
disposons via l'INAMI ou Pharmanet ne sont pas
organisés sous la forme d'un tableau de bord
épidémiologique.
Cette maladie de société est souvent le résultat
d'une mauvaise hygiène de vie et doit être une
priorité de la Santé publique. Dans les pays
développés, les traitements actuels du diabète ont
un coût budgétaire certain mais limitent fortement le
coût social, humain et économique de la maladie.
Des statistiques épidémiologiques complètes ne
sont pas indispensables à la prise en charge
efficace et à la prévention de cette maladie dont les
causes sont très bien connues. L'information sur le
nombre de diabétiques nous vient des associations
de patients, des mutuelles, des bases de données
concernant les ventes de médicaments et des
bases de données du résumé clinique minimum.
Diverses études permettent d'estimer le nombre de
diabétiques en Belgique mais il n'y a pas
actuellement de validation des données.
Les chiffres mentionnés dans le rapport de l'INAMI
proviennent d'une estimation basée sur les résultats
de l'enquête de santé par interview réalisée en 1999
230.000 personnes diabétiques diagnostiquées
et sur la base des chiffres de prévalence en Europe
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
prevalentiecijfers in Europa ongeveer 4 procent,
waarbij in de helft van de gevallen de ziekte niet
wordt gediagnosticeerd.
De WHO geeft aan dat 3,3 procent van de
Belgische bevolking aan diabetes lijdt.
environ 4 %, la moitié des cas n'étant pas
diagnostiquée.
L'OMS signale une prévalence de 3,3 % de diabète
en Belgique.
Die gegevens dateren van 2002. In 2006 nam de
verzekering voor geneeskundige verzorging voor
436.520 diabetespatiënten de in openbare
apotheken afgeleverde behandelingen voor haar
rekening. Dat aantal neemt toe. In 2005 ging het
nog maar om 415.569 patiënten. In 74 procent van
de gevallen gaat het om orale antidiabetica, in 14
procent van de gevallen om insuline of een
vergelijkbaar middel en in 12 procent van de
gevallen om een combinatie van beide. Er zijn
375.407 type 2-diabetici, d.i. zo'n 86 procent van het
totale aantal diabetespatiënten.
Wat de vergoeding betreft, kunnen de uitgaven in
het kader van de typerevalidatieovereenkomsten
inzake
zelfregulatie
van
diabetespatiënten
(algemene
overeenkomst),
inzake
continue
insuline-infusietherapie thuis door middel van een
draagbare
insulinepomp
(insulinepompovereenkomst)
en
inzake
glycemiezelfcontrole van diabetes mellitus bij
kinderen en jongeren (pediatrische overeenkomst)
voor het jaar 2007 op grond van het aantal
patiënten als volgt worden opgesplitst:
- algemene overeenkomst: 82.552 patiënten
- insulinepompovereenkomst: 1.267 patiënten
- pediatrische overeenkomst: 1.692 patiënten
In antwoord op uw tweede vraag wijs ik erop dat het
begrip al dan niet ernstige diabetes intussen
achterhaald is. Het groeiende aantal type 2-diabetici
heeft nood aan een complexe en een globale
behandeling, aangezien zich vaak complicaties
voordoen.
Vandaag worden er andere criteria gehanteerd om
te bepalen hoe ernstig de ziekte is, bijvoorbeeld het
gebruik van insuline en het aantal dagelijkse
inspuitingen.
Ces données datent de 2002. En 2006, l'assurance
soins de santé a pris en charge le traitement délivré
en officine publique de 436.520 patients
diabétiques. Ce nombre augmente. En 2005,
415.569 patients étaient pris en charge. Parmi
ceux-ci, 74 % reçoivent des antidiabétiques oraux,
14 % de l'insuline ou analogue et 12% une
combinaison des deux. On peut estimer le nombre
de diabétiques de type 2 à environ 86 %, soit
375.407 patients, du nombre total de diabétiques.
Pour ce qui concerne la prise en charge, les
dépenses comptabilisées dans le cadre de la
convention-type de rééducation fonctionnelle
relative à l'autogestion des patients atteints du
diabète
sucré
(convention
générale),
à
l'insulinothérapie par perfusion continue à domicile
au moyen d'une pompe à insuline (convention
pompe à insuline) et à l'autogestion du diabète
sucré chez les enfants et les adolescents
(convention pédiatrique), on peut répartir le nombre
de patients pour l'année 2007 comme suit :
- convention générale : 82.552 patients ;
- convention pompe à insuline : 1.267 patients ;
- convention pédiatrique : 1.692 patients.
Pour répondre à votre deuxième question, les
notions de diabète sévère et non sévère sont
actuellement dépassées. Les diabétiques de type 2,
de plus en plus nombreux, demandent des
traitements complexes et une prise en charge
globale car
ils
développent
souvent des
complications.
D'autres critères sont aujourd'hui utilisés pour
exprimer la sévérité de la maladie, comme le
recours à l'insuline et le nombre d'injections
quotidiennes.
De overeenkomsten hebben betrekking op de
patiënten met een ernstige vorm van diabetes. Er
zijn heel wat specialisten in de diabetologie en de
gespecialiseerde centra beschikken over een grote
capaciteit,
maar
toch
zouden
niet
alle
diabetespatiënten er kunnen worden behandeld.
Patiënten met een minder ernstige vorm van
diabetes
kunnen
door
de
eerstelijnszorgverstrekkers worden behandeld. Het
"zorgtraject"-contract voor diabetes mellitus type 2
zal normaal op 1 januari eerstkomend van start
gaan. Het beoogt een multidisciplinaire behandeling
Les conventions visent les patients atteints d'un
diabète sévère. Le nombre de spécialistes en
diabétologie et les capacités des centres
spécialisés sont importants mais ne permettraient
pas de prendre en charge tous les patients
diabétiques. La prise en charge des diabétiques
moins sévèrement atteints peut se faire en ayant
recours à la première ligne. Le contrat "trajet de
soins" pour le diabète sucré de type 2 débutera
normalement le 1
er
janvier prochain. Il vise une
prise en charge multidisciplinaire par la première
ligne de soins sous la responsabilité du médecin
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
door de eerstelijnszorgverstrekkers onder de
verantwoordelijkheid van de behandelende huisarts,
in overleg met de geneesheer-specialist. Die
maatregel maakt een behandeling van de patiënten
mogelijk die aangepast is aan hun klinische situatie
en waar de diverse gezondheidswerkers bij
betrokken zijn.
Op uw derde vraag over de Werelddiabetesdag
antwoord ik dat België zich heeft aangesloten bij de
resolutie die de Algemene Vergadering van de VN
in december 1996 heeft aangenomen en waarin de
lidstaten ertoe worden aangemoedigd om een
nationaal beleid voor de preventie en de
behandeling van diabetes uit te werken. De
revalidatieovereenkomst
inzake
diabeteszelfregulatie, de revalidatieovereenkomst
inzake continue insuline infusietherapie thuis door
middel van een draagbare insulinepomp en de
revalidatieovereenkomst
inzake
glycemiezelfcontrole van diabetes mellitus bij
kinderen en jongeren passen in dat kader. In
dezelfde geest heeft de Nationale Commissie zich
ertoe verbonden dat de zorgtrajecten op 1 januari
2009 van start zouden kunnen gaan. De tekst van
een koninklijk besluit dat binnenkort aan de
Ministerraad moet worden voorgelegd, voorziet
onder meer in de afschaffing van het persoonlijk
aandeel voor de begunstigden tijdens het eerste
jaar van het zorgtraject. Een tweede koninklijk
besluit is in de maak met betrekking tot de
tenlasteneming van de patiënteneducatie teneinde
hen te leren omgaan met diabetes en met het
materiaal dat daarmee verband houdt.
Zorgen voor een betere toegang tot de verzorging
voor chronisch zieken is een van mijn prioriteiten.
généraliste traitant, en concertation avec le médecin
spécialiste. Cette mesure permettra une prise en
charge des patients adaptée à leur situation clinique
et répartie entre les différents acteurs de la Santé.
Enfin, en réponse à votre troisième question sur la
Journée mondiale du diabète, la Belgique s'est
inscrite dans cette résolution adoptée en décembre
1996 par l'Assemblée générale des Nations unies,
encourageant les États membres à élaborer des
politiques nationales de prévention et de traitement
du diabète. La convention générale, la convention
« pompe à insuline » et la convention pédiatrique
s'inscrivent dans ce cadre. Dans le même esprit, la
Commission nationale s'est engagée à ce que les
trajets de soins soient rendus opérationnels pour le
1
er
janvier 2009. Le texte d'un arrêté royal, qui doit
être prochainement soumis au Conseil des
ministres, prévoit notamment la suppression de la
quote-part des bénéficiaires de la première année
du trajet de soins. Un second arrêté royal est en
préparation afin de prendre en charge l'éducation
des patients à l'autogestion du diabète ainsi que le
matériel qui y est lié.
L'amélioration de l'accès aux soins pour les
malades chroniques constitue une de mes priorités.
De
jaarlijkse
toename
van
het
aantal
diabetespatiënten
in
het
kader
van
de
overeenkomsten is toe te schrijven aan een aantal
factoren: zo staat de overeenkomst ook open voor
patiënten die behandeld worden met twee insuline-
inspuitingen per dag en wordt de aandoening ook
sneller opgespoord.
Dankzij de goedgekeurde of in de pijplijn zittende
maatregelen zouden we het diabetesvraagstuk de
komende jaren op een efficiënte manier moeten
kunnen aanpakken.
Enfin, l'augmentation annuelle du nombre de
patients dans la convention de diabète est due à
une prise en charge des patients traités plus vite
avec deux injections d'insuline par jour et à un
dépistage plus rapide.
Les mesures adoptées ou en chantier devraient
permettre de faire face au défi du diabète dans les
prochaines années.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het uitblijven van de
toepassingsbesluiten van de wet van 1999
betreffende de zogenaamde 'parallelle' praktijken
inzake de geneeskunde" (nr. 8094)
10 Questions jointes de
- M. Maxime Prévot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la non-promulgation des arrêtés
d'application de la loi de 1999 sur les médecines
dites 'parallèles'" (n° 8094)<br>- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de uitvoering van de
wet van 29 april 1999 betreffende de niet-
conventionele praktijken inzake de geneeskunde"
(nr. 8147)
- mevrouw Tinne Van der Straeten aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de erkenning van
osteopaten" (nr. 8730)
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la mise en
application de la loi du 29 avril 1999 sur les
médecines non conventionnelles" (n° 8147)<br>- Mme Tinne Van der Straeten à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la reconnaissance des
osthéopathes" (n° 8730)</b>
10.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Tijdens
een
colloquium
over
ecologische
geneeskunde op 17 en 18 oktober jongstleden in
Namen werd gesteld dat de wet van 1999
betreffende de erkenning van de homeopathie, de
osteopatie, de acupunctuur en de chiropraxie niet
werd
toegepast
wegens
de
complexe
erkenningsprocedure.
Bevestigt
u
dat
de
tenuitvoerlegging ervan voor moeilijkheden zorgt?
Hoe komt dat? Tegen wanneer hoopt men ter zake
vooruitgang te kunnen boeken?
10.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!)
: Lors d'un colloque sur les éco-médecines les 17 et
18 octobre derniers à Namur, il a été relevé que la
loi de 1999 organisant la reconnaissance de
l'homéopathie, de l'ostéopathie, de l'acupuncture et
de la chiropractie, n'était pas appliquée à cause de
la complexité de la procédure de reconnaissance.
Confirmez-vous cette difficulté de mise en oeuvre ?
Y a-t-il une autre cause à ce retard ? Quand
pouvons-nous espérer avancer dans ce domaine ?
10.02 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): De
minister verklaarde deze zomer druk bezig te zijn
met de uitvoering van de wet van 29 april 1999 op
de niet-conventionele praktijken, zoals osteopathie
en chiropraxie. Na een overleg met de betrokken
beroepsgroepen zou worden onderzocht of de wet
nog moest worden aangepast.
Wat is de stand van zaken? Welke bijkomende
elementen kwamen ter sprake tijdens het overleg
met beroepsgroepen? Moet de wet worden
aangepast? Is er overleg met minister Laruelle over
de overeenstemming met de wet op de
beroepstitels van 24 september 2006?
10.02 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : La
ministre a déclaré cet été qu'elle s'employait
activement à mettre en application la loi du 29 avril
1999 sur les médecines non conventionnelles telles
que l'ostéopathie et la chiropraxie. Il était prévu
qu'après s'être concertée avec les catégories
professionnelles concernées, elle se pencherait sur
la question de savoir si d'autres aménagements ne
doivent pas être apportés à la loi.
Où en est-on aujourd'hui ? Quels éléments neufs
ont émergé de cette concertation ? Faut-il changer
la loi ? La ministre se concerte-t-elle avec la
ministre Laruelle au sujet de la conformité à la loi
sur les titres professionnels du 24 septembre
2006 ?
10.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In mei
2008 daagden twee representatieve organisaties
van de osteopaten de Belgische Staat voor de
rechter wegens de niet-uitvoering van de wet. Na
een overlegronde met vertegenwoordigers van de
vier in de wet bedoelde niet-conventionele
praktijken, diende men vast te stellen dat de situatie
voor elke beroepsgroep erg verschillend is. Voor
bepaalde niet-conventionele praktijken vraagt een
meerderheid van de beoefenaars zelfs niet langer
dat de wet wordt toegepast.
De praktijken hebben sinds 1999 een evolutie
doorgemaakt. Acupunctuur en osteopathie worden
tegenwoordig
onderwezen
aan
bepaalde
geneeskundefaculteiten,
en
sommige
verstrekkingen worden door de ziekenfondsen
terugbetaald in het kader van de aanvullende
10.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
En mai 2008, deux organisations représentatives
des ostéopathes ont cité l'État belge en justice en
raison de l'absence d'exécution de la loi. À l'issue
d'une concertation avec des représentants des
quatre pratiques non conventionnelles visées par la
loi, force est de constater que la situation de chaque
pratique professionnelle est fort différente. Pour
certaines des pratiques non conventionnelles, une
majorité des praticiens ne sont plus demandeurs de
l'application de la loi.
Depuis 1999, les pratiques ont évolué.
L'acupuncture ou l'ostéopathie sont enseignées
dans certaines facultés de médecine et certaines
prestations sont remboursées par les mutuelles
dans le cadre de l'assurance complémentaire.
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
verzekering.
Het lijkt me noodzakelijk dat de situatie opnieuw
geanalyseerd wordt. Ik heb het Federaal
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg dan ook
opgedragen dienaangaande een studie uit te
voeren.
Il m'apparaît indispensable de disposer d'une
nouvelle analyse de la situation. En conséquence,
j'ai chargé le Centre fédéral d'expertise des soins
de santé de mener une étude en ce sens.
(Nederlands) Ik zou niet graag een onaangepast
antwoord geven. Wil men een duidelijk en actueel
beeld van de situatie, dan loont het de moeite hier
nog enkele maanden aan te werken.
De toepassing van de wet van 2006 behoort tot de
bevoegdheid van mevrouw Laruelle.
Een eventuele erkenning in het kader van de wet
van 2006 staat los van de eventuele uitoefening van
de osteopathie in het kader van en in
overeenstemming met de wet-Colla.
(En néerlandais) Je ne voudrais pas fournir une
réponse inappropriée. Il est utile d'encore travailler
quelques mois pour obtenir une image précise et
actualisée de la situation.
L'application de la loi de 2006 relève de la
compétence de Mme Laruelle.
L'octroi éventuel d'un agrément dans le cadre de la
loi de 2006 n'est pas lié à l'exercice éventuel de
l'ostéopathie dans le cadre de la loi Colla et
conformément à celle-ci.
10.04 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): U heeft de situatie inderdaad scherp
geanalyseerd. De toepassing van deze wet blijkt
veel te moeilijk te zijn. Ik vraag mij af of een
doeltreffende aanpak niet moet afgestemd zijn op
elke praktijk afzonderlijk. Kan men bovendien de
wet betreffende de patiëntenrechten niet als
grondslag gebruiken? Ik hoop dat u ons op de
hoogte brengt zodra het KCE zijn advies heeft
uitgebracht.
10.04 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Vous avez effectivement réalisé une
analyse lucide de la situation. Il est beaucoup trop
difficile d'appliquer cette loi. Je me demande s'il ne
faut pas avancer pratique par pratique pour être
efficace. Par ailleurs, ne peut-on s'appuyer sur la loi
relative aux droits des patients ? J'espère que, dès
que le KCE aura remis son avis, vous nous tiendrez
au courant.
10.05 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Eens de studie van het federaal kenniscentrum ter
beschikking is, moet de koe wel bij de horens
worden gevat. De situatie is inderdaad veranderd,
maar dat komt ook omdat er nooit ingegrepen is.
Het feit dat bepaalde ziekenfondsen voor
osteopathische praktijken wel in een terugbetaling
voorzien en andere niet, creëert een situatie met
verschillende snelheden. We moeten komen tot een
erkenning
van
de
vier
aanvullende
niet-
conventionele praktijken.
10.05 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
Sitôt que l'étude réalisée par le Centre fédéral
d'Expertise sera disponible, il faudra prendre le
taureau par les cornes. La situation a effectivement
évolué mais la raison en est aussi que rien n'a été
fait pour mettre cette loi en application. Le fait que
certaines mutuelles prévoient un remboursement
pour l'ostéopathie et d'autres non a engendré une
situation de médecine à deux vitesses. Nous
devons donc en arriver à un agrément des quatre
médecines non conventionnelles complémentaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de inwerkingtreding op
1 januari 2009 van de wet van 15 mei 2007
betreffende de vergoeding van schade als gevolg
van gezondheidszorg" (nr. 8120)
11 Question de Mme Sonja Becq à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'entrée en
vigueur le 1er janvier 2009 de la loi du
15 mai 2007 relative à l'indemnisation des
dommages résultant de soins de santé" (n° 8120)</b>
11.01 Sonja Becq (CD&V): De wet over de
vergoeding van de medische schade, goedgekeurd
op 15 mei 2007, moest ten laatste op 1 januari 2009
in werking treden. De minister heeft intussen met
verschillende actoren overleg gepleegd over de
toepassing ervan. Er wordt gesproken van een
11.01 Sonja Becq (CD&V) : La loi relative à
l'indemnisation des dommages résultant de soins
de santé, adoptée le 15 mai 2007, devait entrer en
vigueur au plus tard le 1
er
janvier 2009. Entre-
temps, la ministre s'est concertée avec différents
acteurs au sujet de l'application de cette loi.
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
tweesporenbeleid: een forfaitaire snelle weg in
gevallen waar nog discussie is en een
terugvalpositie om via juridische weg de schade te
laten vergoeden.
Komt er een nieuw ontwerp voor 1 januari of komt
er uitstel?
Certains parlent d'une politique à deux voies : une
voie rapide, celle de l'indemnisation forfaitaire dans
les cas encore controversés et une position de repli
consistant à faire procéder à l'indemnisation des
dommages concernés par voie juridique.
Élaborerez-vous un nouveau projet d'ici au
1
er
janvier ou déciderez-vous d'un report ?
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dit is
inderdaad een zeer belangrijke wet.
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : Il
est vrai que cette loi est très importante.
Iedereen is het erover eens dat het toepassen van
het
traditionele
stelsel
van
burgerlijke
aansprakelijkheid in het domein van medische
fouten en ongevallen, niet langer voldoet. De wet
van 15 mei 2007 had precies als ambitie een
antwoord
te
bieden
door
een
origineel
schadevergoedingssysteem in te voeren dat niet
langer
uitgaat
van
de
schuld
van
de
zorgverstrekker. Ze is op 1 januari 2008 van kracht
geworden. Wegens de verlengde periode van
lopende zaken werd die datum uitgesteld tot 1
januari 2009. Overigens moesten nog heel wat
uitvoeringsbesluiten genomen worden voor de
inwerkingtreding. De FOD Volksgezondheid heeft
een werkgroep met artsen, patiënten, ziekenhuizen,
ziekenfondsen en verzekeringen opgericht.
Tout le monde convient que l'application du régime
traditionnel de la responsabilité civile au domaine
des erreurs et des accidents médicaux n'est plus
satisfaisante. La loi du 15 mai 2007 avait justement
pour ambition d'apporter une réponse en créant un
système original d'indemnisation qui ne se base
plus sur la faute du prestataire de soins. Elle devait
entrer en vigueur le 1
er
janvier 2008. En raison de la
période prolongée d'affaires courantes, l'entrée en
vigueur a été reportée au 1
er
janvier 2009. Par
ailleurs, de nombreux arrêtés d'exécution devaient
être pris préalablement à l'entrée en vigueur. Un
groupe de travail comprenant médecins, patients,
hôpitaux, mutuelles et assurances a été créé par le
SPF Santé publique.
(Nederlands) De werkgroep concludeerde dat de
wet
op
bepaalde
punten
moet
worden
geamendeerd. Op 4 juli werd een voorontwerp
voorgelegd aan de Ministerraad. De regering
wenste de denkoefening over verschillende vragen
voort te zetten.
Uit nieuw overleg blijkt een ruime consensus voor
een ander systeem, soortgelijk aan wat nu van
kracht is in Frankrijk, maar dan aangepast aan de
Belgische context. Dit overleg bevestigde de trend
die aanwezig was in de werkgroep. Nieuw is de
algemene convergentie naar het Franse systeem,
dat zijn efficiëntie heeft bewezen. Het betreft een
zogenaamd
tweewegsysteem,
waarbij
het
slachtoffer zowel aan het vergoedingsfonds als aan
de rechter vergoeding van schade kan vragen. De
regering heeft zich akkoord verklaard met een
aanpassing van de wet. De inwerkingtreding van de
wet van 2007 wordt verdaagd.
Tezelfdertijd zal het federaal kenniscentrum een
studie maken over de budgettaire weerslag van dit
systeem. Zo zal een effectieve aanwending van het
vergoedingsmechanisme kunnen gebeuren met de
steun van alle actoren.
(En néerlandais) Le groupe de travail a conclu que
la loi devait être adaptée sur certains points. Le 4
juillet, un avant-projet a été soumis au Conseil des
ministres. Le gouvernement souhaitait poursuivre la
réflexion sur plusieurs questions.
Une nouvelle concertation a débouché sur un large
consensus en faveur d'un autre système, similaire à
celui qui est actuellement en vigueur en France,
mais adapté au contexte belge. Cette concertation a
confirmé la tendance qui se dégageait au sein du
groupe de travail. L'élément nouveau, c'est la
convergence générale vers le système français, qui
a prouvé son efficacité. Il s'agit d'un système à deux
voies, permettant à la victime de réclamer des
dommages
et
intérêts
auprès
du
fonds
d'indemnisation mais également du juge. Le
gouvernement a marqué son accord sur une
adaptation de la loi. L'entrée en vigueur de la loi de
2007 sera reportée.
Dans le même temps, le centre fédéral d'expertise
réalisera une étude sur l'incidence budgétaire de ce
système. Ainsi, le mécanisme d'indemnisation
pourra être utilisé efficacement, avec le soutien de
l'ensemble des acteurs.
11.03 Sonja Becq (CD&V): Als ik het goed begrijp, 11.03 Sonja Becq (CD&V) : Si je comprends bien,
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
wordt de bestaande wet uitgesteld en wordt er
intussen een wetsontwerp opgesteld met de nodige
aanpassingen. Rond dit dossier bestond immers
nog wat onduidelijkheid, bijvoorbeeld of dit alleen
mogelijk was in rusthuizen of ziekenhuizen. Dat is
voer voor het latere debat. Wel lagen er onder de
vorige regering nog geen uitvoeringsbesluiten klaar,
dus was de vertraging niet enkel te wijten aan de
moeizame vorming van de regering.
on reporte l'entrée en vigueur de la loi, tout en
rédigeant, dans l'intervalle, un projet de loi tendant à
apporter les modifications requises. Ce dossier
s'entoure encore de quelques zones d'ombre, par
exemple quant à savoir si ce régime s'applique
exclusivement aux maisons de repos ou aux
hôpitaux, mais ces questions ne manqueront pas
d'alimenter les débats ultérieurs. Signalons toutefois
que ce retard n'est pas exclusivement imputable
aux difficultés qui ont caractérisé la formation du
gouvernement, puisque le précédent gouvernement
n'avait pas encore préparé d'arrêtés d'exécution.
11.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
wil nog even wachten alvorens verder in detail te
gaan.
11.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je voudrais encore patienter quelque
peu avant de livrer davantage de détails.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Sofie Staelraeve aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de terugbetaling door
het
RIZIV
van
de
Segway
als
mobiliteitshulpmiddel" (nr. 8060)
12 Question de Mme Sofie Staelraeve à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement par l'Inami du Segway en tant
qu'équipement facilitant la mobilité" (n° 8060)</b>
12.01 Sofie Staelraeve (Open Vld): Om voor een
verzekeringstegemoetkoming in aanmerking te
komen, moet een mobiliteitshulpmiddel voorkomen
op de lijst die wordt opgemaakt door het Comité van
de verzekering voor geneeskundige verzorging van
het Riziv. Die lijst blijkt vandaag toch ietwat
verouderd te zijn, vermits toestellen als de Segway
er nog niet opstaan. Nochtans biedt dit toestel aan
onder meer MS-patiënten de mogelijkheid om nog
langdurig en goed geïntegreerd te functioneren in
de maatschappij. Wie hiervoor kiest, kan echter
geen aanspraak maken op enige terugbetaling, ook
al lijkt dit toestel hun wenselijker dan bijvoorbeeld
een rolstoel.
Heeft de minister daar weet van en vindt zij dat
billijk? Kan de lijst worden aangepast? Zo niet, kan
men dan zorgen voor een tegemoetkoming ter
waarde van het bedrag van een rolstoel?
12.01 Sofie Staelraeve (Open Vld) : Pour entrer
en ligne de compte pour une intervention de
l'assurance, un équipement facilitant la mobilité doit
figurer sur la liste dressée par le Comité
d'assurance des soins de santé de l'Inami. À l'heure
actuelle, cette liste semble malgré tout quelque peu
dépassée, étant donné que des appareils tels que
le Segway n'y figurent pas. Celui-ci permet pourtant
aux personnes atteintes de la sclérose en plaques
d'encore fonctionner longtemps et correctement
dans la société. Les personnes qui choisissent cette
possibilité ne peuvent toutefois prétendre à quelque
remboursement que ce soit, même si cet appareil
semble être plus approprié que par exemple un
fauteuil roulant.
La ministre est-elle au courant de cette situation et
la trouve-t-elle équitable ? La liste peut-elle être
adaptée ? Dans la négative, pourrait-elle prévoir
une intervention pour un montant équivalent à celui
d'un fauteuil roulant ?
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
nieuwe
nomenclatuur
van
de
mobiliteitshulpmiddelen
voorziet
in
verzekeringstegemoetkomingen
voor
sommige
mobiliteitshulpmiddelen die vroeger niet werden
vergoed. De lijsten worden doorlopend bijgewerkt
en nu al is er sprake van terugbetaling in het geval
van sommige moderne producten.
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : La nouvelle nomenclature pour les
équipements facilitant la mobilité prévoit des
interventions de l'assurance pour certains de ces
équipements qui n'étaient pas remboursés par le
passé. Ces listes sont constamment mises à jour et
il est actuellement déjà question de remboursement
pour certains produits modernes.
Zo willen we tot een rechtvaardiger situatie komen.
Nous souhaitons ainsi parvenir à une situation plus
équitable.
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
De technische raad voor rolstoelen binnen het Riziv
moet de wetgeving betreffende de terugbetaling van
mobiliteitshulpmiddelen uitwerken. Die raad is
samengesteld uit mensen die vertrouwd zijn met de
nieuwste ontwikkelingen op het vlak van de
mobiliteitshulpmiddelen. Aldus kan het Riziv steeds
beslissen om de nomenclatuur aan te passen om
aan nieuwe noden tegemoet te komen. Het KB van
18
maart
1999
bepaalt
welke
mobiliteitshulpmiddelen te beschouwen zijn als
medische hulpmiddelen.
De Segway wordt door de fabrikant als een
persoonlijk vervoermiddel voorgesteld, eerder dan
als een medisch hulpmiddel voor personen met een
beperkte mobiliteit, en komt niet voor in de
nomenclatuur van de mobiliteitshulpmiddelen. Een
fabrikant kan ter zake echter steeds een
aanvraagdossier indienen bij het Riziv. Een
aanpassing van de nomenclatuur op basis van de
verstrekte gegevens is dan mogelijk, voor zover dit
budgettair haalbaar is. Volgens ons heeft de
fabrikant van de Segway nog geen aanvraag
ingediend. Het zou misschien nuttig zijn om een
aanvraag in te dienen bij de regionale fondsen die
bevoegd zijn voor de integratie van personen met
een handicap.
In de nomenclatuur van mobiliteitshulpmiddelen
bestaat
een
systeem
van
forfaitaire
tegemoetkomingen voor wie recht heeft op een
bepaald type van mobiliteitshulpmiddel, maar een
ander middel wenst.
Le Conseil technique des voiturettes de l'INAMI est
chargé d'élaborer la législation relative au
remboursement des aides à la mobilité. Ce conseil
est composé de personnes familiarisées avec les
derniers développements en matière d'aides à la
mobilité. Ainsi, l'INAMI peut toujours décider
d'adapter la nomenclature pour rencontrer les
nouveaux besoins. L'arrêté royal du 18 mars 1999
mentionne les aides à la mobilité qui sont à
considérer comme des dispositifs médicaux.
Le Segway est présenté par le fabricant comme un
moyen de locomotion personnel, plutôt que comme
un dispositif médical destiné à des personnes à
mobilité réduite, et ne figure pas dans la
nomenclature des aides à la mobilité. Toutefois, les
fabricants peuvent toujours introduire un dossier de
demande auprès de l'INAMI. Le cas échéant, la
nomenclature pourra être adaptée sur la base des
données fournies, pour autant que le budget le
permette. Le fabricant du Segway n'a, selon nous,
pas encore introduit de demande. Il serait peut-être
utile d'introduire une demande auprès des fonds
régionaux compétents en matière d'intégration des
personnes handicapées.
Dans le cadre de la nomenclature des aides à la
mobilité, il existe un système d'indemnités
forfaitaires en faveur des personnes qui ont droit à
un certain type d'aide à la mobilité, mais souhaitent
recourir à une autre forme d'aide.
Er bestaat dus een mogelijkheid om van het Riziv
een bijdrage te bekomen voor moderne middelen
voor zover zij op de lijst van voor vergoeding
aangenomen producten zijn opgenomen.
Il est donc possible d'obtenir une contribution de
l'Inami pour des moyens d'aide modernes, à
condition qu'ils figurent sur la liste des produits
pouvant faire l'objet d'une telle contribution.
12.03 Sofie Staelraeve (Open Vld): Ik begrijp ten
volle dat men ongeoorloofde uitgaven moet
vermijden, maar MS-patiënten die geen gebruik
willen maken van een rolstoel, kunnen niet kiezen
voor een alternatief tenzij de fabrikant een aanvraag
zou indienen.
12.03 Sofie Staelraeve (Open Vld) : Je
comprends bien qu'il est nécessaire d'éviter les
dépenses injustifiées mais les patients atteints de
MS qui ne souhaitent pas faire usage d'une chaise
roulante ne peuvent pas opter pour un autre moyen
d'aide, sauf si le fabricant introduit une demande.
12.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er kan
andere medische apparatuur worden gebruikt, maar
die moet dan wel erkend worden door het RIZIV.
12.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Un autre appareillage médical peut être utilisé, mais
il doit être reconnu par l'INAMI.
12.05 Sofie Staelraeve (Open Vld): Deze
specifieke gevallen zijn niet meteen geholpen met
dit voorstel, maar het antwoord van de minister kan
een signaal zijn.
12.05 Sofie Staelraeve (Open Vld) : Cette
proposition ne permettra pas de régler d'emblée les
cas spécifiques mais la réponse du ministre à
valeur de signal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
De voorzitter: Vraag nr. 8126 van mevrouw Colen
wordt ingetrokken.
Le président : La question n° 8126 de Mme Colen
est retirée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de juridische
implicaties van het falen van de commissie voor
de evaluatie van de wet van 3 april 1990
betreffende
de
zwangerschapsafbreking"
(nr. 8610)
13 Question de Mme Alexandra Colen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les implications
juridiques de l'échec de la commission
d'évaluation de la loi du 3 avril 1990 relative à
l'interruption de grossesse" (n° 8610)</b>
13.01 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Hoewel
ik meen dat mijn vraag veeleer bestemd is voor de
commissie voor de Justitie, werd ze doorverwezen
naar Volksgezondheid.
Op 3 april 1990 werden artikels 348-353 van de
strafwet gewijzigd, waardoor abortus niet langer als
een misdrijf beschouwd wordt wanneer een
geneesheer onder strikte voorwaarden een
zwangerschap afbreekt. Om de toepassing van de
wet te volgen, werd een evaluatiecommissie
opgericht die tweejaarlijks een rapport ten behoeve
van het Parlement zou uitbrengen. Dat is dit jaar
niet gebeurd, wat een overtreding van de wet is.
Wat zijn de implicaties van het falen van de
evaluatiecommissie voor de abortuswetgeving en
voor de controle op de wetgeving en de toepassing
daarvan?
13.01 Alexandra Colen (Vlaams Belang) : Ma
question a été inscrite à l'ordre du jour de la
commission de la Santé publique alors même que
je pensais qu'elle se prêtait davantage à une
réponse en commission de la Justice.
Les articles 348 à 353 du Code pénal ont été
modifiés le 3 avril 1990 de façon à ce que
l'interruption de grossesse ne soit plus considérée
comme un délit lorsqu'un médecin la pratique sous
certaines conditions strictement définies. Le rapport
bisannuel de la commission d'évaluation instaurée
pour accompagner l'application de la loi n'a pas été
remis au Parlement cette année, une omission qui
constitue une infraction à la loi.
Quelle est l'incidence de cette carence de la
commission d'évaluation sur la législation en
matière d'avortement ainsi que sur le contrôle et
l'application de la législation ?
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het mandaat van de huidige commissieleden was
afgelopen op 16 januari 2007 en ondanks zes
oproepen tot kandidatuurstelling was de Senaat
sindsdien niet in staat om een dubbele lijst van
kandidaten voor te stellen aan de Ministerraad met
het oog op de hernieuwing van de commissie.
Daarom heb ik besloten om de mandaten van de
huidige commissieleden te verlengen tot 31
december 2008, om aldus de continuïteit te
verzekeren van de werkzaamheden van de
commissie, onder meer inzake het evaluatierapport.
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le mandat des membres actuels de
la commission a pris fin le 16 janvier 2007. Étant
donné qu'en dépit de sept appels à candidats, le
Sénat n'est pas parvenu, jusqu'à présent, à
présenter au Conseil des ministres une double liste
de candidats en vue du renouvellement de la
commission, j'ai décidé de prolonger les mandats
des membres actuels jusqu'au 31 décembre 2008
pour assurer la continuité des travaux de la
commission, notamment en ce qui concerne le
rapport d'évaluation.
13.03 Alexandra Colen (Vlaams Belang): Er zijn
geen juridische consequenties verbonden aan het
feit dat het rapport er niet is. Er is gerechtelijk geen
toezicht op de evaluatiecommissie en dus ook niet
op het functioneren van de abortuswet.
Abortuscentra onttrekken zich dus op die manier
volledig aan elke controle. In de commissie zelf zijn
de centra ook vertegenwoordigd en alle gegevens
over de toepassing van de wet komen daar terecht.
De leden zijn gebonden aan de zwijgplicht, ook
13.03 Alexandra Colen (Vlaams Belang) : Aucune
conséquence juridique n'est liée au fait que le
rapport n'est pas disponible. Il n'y a aucun contrôle
judiciaire sur la commission d'évaluation, ni donc
sur le fonctionnement de la loi sur l'avortement.
Ainsi, les centres d'avortement se soustraient donc
totalement à tout contrôle. Les centres sont
également représentés au sein même de la
commission et toutes les données relatives à
l'application de la loi y sont transmises. Les
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
tegenover gerechtelijke instanties.
De evaluatiecommissie werkt dus eigenlijk als een
buffer tussen de centra en de gerechtelijke controle.
Die manier van werken werd destijds door de CVP
goedgekeurd en door die partij voorgesteld als een
manier om toezicht te houden op de abortuswet.
Het ziet ernaar uit dat ze zich heeft laten ringeloren.
membres sont liés par le devoir de réserve, y
compris à l'égard des instances judiciaires.
La commission d'évaluation sert donc de garde-fou
entre les centres et le contrôle judiciaire. Cette
méthode de travail a été approuvée à l'époque par
le CVP et a été présentée par ce dernier comme
une manière de contrôler la loi sur l'avortement. Il
semble qu'il se soit laissé mener par le bout du nez.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de wijziging van het
koninklijk besluit tot verbod van bepaalde
dierproeven" (nr. 8130)
14 Question de Mme Meyrem Almaci à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
modification de l'arrêté royal portant interdiction
de certaines expériences sur des animaux"
(n° 8130)</b>
14.01
Meyrem
Almaci
(Ecolo-Groen!):
Dierproeven moeten tot het strikt noodzakelijke
worden beperkt en daarom is het een goede
maatregel van de regering om dierproeven te
verbieden
voor
de
ontwikkeling
van
tabaksgerelateerde producten.
In het KB dat de maatregel ten uitvoer brengt, wordt
in een overgangstermijn voorzien van twee jaar.
Waarom moeten we twee jaar wachten alvorens
dierproeven zonder enige medische relevantie
worden afgeschaft? Is er nog een andere reden
behalve de afronding van lopende onderzoeken?
Waarom laat de regering de theoretische
mogelijkheid om experimenten te doen met
mensapen open? Waarom worden ze niet
onvoorwaardelijk verboden, zoals in sommige van
onze buurlanden?
Cijfers van de FOD Volksgezondheid geven aan dat
in 2007 3 procent meer proefdieren werd gebruikt
dan het jaar ervoor. Beschikt de minister over een
kalender met een jaarlijkse doelstelling om het
totale aantal proefdieren te verminderen en
alternatieven aan te moedigen?
14.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!) : Les
expériences sur des animaux doivent être limitées
au strict nécessaire et c'est pourquoi la décision du
gouvernement visant à interdire ces expériences
dans le cadre du développement de produits liés au
tabac constitue une mesure appropriée.
L'arrêté royal portant exécution de la mesure prévoit
une période de transition de deux ans. Pourquoi
faut-il attendre deux ans avant de supprimer des
expériences sur des animaux sans la moindre
pertinence médicale ? Y a-t-il encore une autre
raison, outre le fait de vouloir permettre d'achever
les expériences en cours ?
Pourquoi le gouvernement laisse-t-il ouverte la
possibilité théorique de mener des expériences sur
des singes anthropoïdes ? Pourquoi ne sont-elles
pas interdites inconditionnellement, comme dans
certains pays voisins ?
Des chiffres du SPF Santé publique indiquent qu'en
2007, le nombre d'animaux utilisés pour des
expériences a augmenté de 3 % par rapport à
l'année précédente. La ministre dispose-t-elle d'un
calendrier visant à réduire annuellement le nombre
total d'animaux utilisés pour des expériences et à
encourager les solutions de rechange ?
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
regering heeft besloten de overgangsperiode, die
aanvankelijk een half jaar zou duren, met anderhalf
jaar te verlengen. De bedoeling is de bedrijven de
tijd te geven om te herstructureren en om opgestart
onderzoek af te kunnen ronden.
In Europa gebeurt er al jaren geen onderzoek meer
met mensapen, maar de Europese harmonisering
van de regelgeving is nog niet rond. Daarom heeft
de regering een hypothetische mogelijkheid voor
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le gouvernement a décidé de
prolonger de 18 mois la période transitoire qui
devait initialement durer six mois. L'objectif est de
permettre aux entreprises de se restructurer et
d'achever les études entamées.
Cela fait des années qu'en Europe il n'y a plus
d'expériences avec des singes hominidés mais la
réglementation européenne n'est pas encore
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
tests opengelaten als zulks onmisbaar is voor de
gezondheid van de mens.
intégralement harmonisée. C'est la raison pour
laquelle le gouvernement a laissé une possibilité
toute hypothétique de pouvoir mener des tests si
ceux-ci sont indispensables pour la santé humaine.
(Frans) Wat de apen, behalve de antropoïden
betreft, is er een algemene dalende trend van het
aantal van die dieren die in tests worden gebruikt,
maar er zijn aanzienlijke schommelingen van jaar
tot jaar. Het is dus niet realistisch het gebruik van
apen te verbieden voor tests die door de Europese
regelgeving en voor onderzoek naar ernstige
ziekten geëist worden. Het afnemend aantal dieren
in die experimenten is echter een publieke
bekommernis van en de wereld van het onderzoek
houdt daar rekening mee in zijn werk.
De intensiteit van het wetenschappelijk onderzoek
wordt niet door de politiek bepaald of gepland. Het
principe van een jaarlijkse daling van het totaal
aantal dieren of per diersoort vooropstellen, lijkt mij
niet opportuun. Wanneer men in België een
quotum oplegt, bestaat de kans dat het biomedisch
onderzoek gedelokaliseerd wordt. Hoewel ze
pertinent is, lijkt een dergelijke reglementering mij
enkel mogelijk in een op zijn minst Europese
context.
Dit gezegd zijnde zou ik een stilstandsclausule
willen verkrijgen. Er zijn raadplegingen aan de gang
om na te gaan of we dat kunnen verwezenlijken.
(En français) Pour ce qui est des singes autres que
les primates anthropoïdes, la tendance générale est
à la diminution du nombre de ces animaux utilisés
dans les tests, mais les fluctuations annuelles sont
importantes. Il n'est donc pas réaliste d'interdire le
recours aux singes pour des tests exigés par la
réglementation européenne et pour des recherches
sur des maladies graves. Cependant, la diminution
du nombre d'animaux dans les expériences est une
préoccupation publique et le monde de la recherche
s'engage dans ce sens.
L'intensité de la recherche scientifique ne se laisse
pas diriger ni prévoir par la politique. Proposer le
principe d'une diminution annuelle du nombre
d'animaux en totalité ou par espèce ne me paraît
pas opportun. Imposer un quota en Belgique risque
d'entraîner une délocalisation de la recherche
biomédicale. Une telle réglementation, bien que
pertinente, ne me semble possible que dans un
contexte au moins européen.
Cela dit, je souhaiterais obtenir une clause de
stillstand. Des consultations ont lieu pour voir si
nous pouvons mener à bien ce projet.
14.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Ik dank de
minister voor haar inspanningen. Ik merk dat ze oog
heeft voor de belangen van de dieren en die van de
wetenschap.
De verlenging van experimenten uitgevoerd door de
tabaksindustrie begrijp ik niet.
Ik heb uit het antwoord begrepen dat de Europese
harmonisatie nog niet rond is. Ik vraag de minister
zowel
de
dierenproevenkwestie
als
het
wetenschappelijk onderzoek op Europees vlak aan
te kaarten. Het wetenschappelijk onderzoek heeft
zijn eigen wetten en we moeten fluctuaties in de
gaten houden. Zoeken naar alternatieven en
degelijke afspraken op Europees vlak moeten voor
nog meer vooruitgang zorgen.
14.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!) : Je
remercie la ministre pour les efforts fournis. Je
constate qu'elle se préoccupe du sort des animaux
mais également des aspects scientifiques.
Je ne comprends par contre pas la prolongation des
expériences menées par l'industrie du tabac.
La ministre indique dans sa réponse que
l'harmonisation européenne n'est pas encore
achevée. Je demande à la ministre d'inscrire à
l'ordre du jour européen tant la question de
l'expérimentation animale que celle de la recherche
scientifique. La recherche scientifique a ses propres
règles et il faut surveiller les fluctuations. La
recherche de solutions de rechange et des accords
clairs au niveau européen devraient permettre de
progresser encore davantage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
tekort
aan
ziekenhuispediaters" (nr. 8144)
15 Questions jointes de
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
sur
"la
pénurie
de
pédiatres
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het aantal geneesheren-
specialisten in de pediatrie in de Belgische
ziekenhuizen" (nr. 8148)
De voorzitter: Mevrouw De Rammelaere is niet
aanwezig. Haar vraag wordt ingetrokken.
- Mme Els De Rammelaere à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le nombre de médecins
spécialistes en pédiatrie dans les hôpitaux
belges" (n° 8148)</b>
Le président : Mme De Rammelaere n'est pas
présente. Sa question est retirée.
15.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Meer dan
honderd plaatsen voor ziekenhuispediater kunnen
niet worden ingevuld. Vanaf 2010 moeten
kinderafdelingen in een ziekenhuis vier pediaters in
dienst hebben in plaats van de huidige drie. De
Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen pleit
ervoor om die verplichting af te schaffen, gezien de
situatie.
Kan de minister tegemoet komen aan het advies
van de Raad? Heeft de minister laten bestuderen
hoe deze verplichting kan worden teruggedraaid?
15.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Plus de
cent postes de pédiatre hospitalier ne peuvent être
pourvus. À partir de 2010, les services pédiatriques
des hôpitaux devront compter quatre pédiatres au
lieu de trois actuellement. Le Conseil national des
établissements
hospitaliers
plaide
pour
la
suppression de cette obligation, compte tenu de la
situation.
La ministre compte-t-elle rencontrer l'avis du
Conseil? A-t-elle fait étudier comment cette
obligation pouvait être annulée?
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
heb beslist om het advies van de Raad op te volgen
en de uitbreiding naar vier verplichte pediaters nog
niet in te voeren. Ik ben mij bewust van het hoge
aantal niet-ingevulde vacatures in de ziekenhuizen.
Ik wacht op resultaten van twee studies van de FOD
Volksgezondheid in samenwerking met het UZ
Gent, de ULB en de Belgische Academie voor
Kindergeneeskunde,
over
de
actuele
en
toekomstige demografie van de ziekenhuispediaters
en de huidige noden ernaar vooraleer een
beslissing te nemen over het aantal verplichte
pediaters. Ik bereid momenteel een KB voor dat de
datum van de inwerkingtreding van die verplichting
uitstelt tot ten vroegste januari 2010.
15.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : J'ai décidé de suivre l'avis du Conseil
et de ne pas encore faire appliquer l'obligation de
porter le nombre de pédiatres à quatre. J'ai
conscience du nombre élevé de vacances non
pourvues dans les hôpitaux.
Avant de prendre une décision concernant le
nombre de pédiatres obligatoires, j'attends les
résultats de deux études réalisées par le SPF Santé
publique en collaboration avec l'UZ Gent, l'ULB et
l'Académie belge de pédiatrie à propos de la
démographie actuelle et future des pédiatres
hospitaliers et des besoins actuels en la matière. Je
prépare actuellement un arrêté royal qui reporte la
date d'entrée en vigueur de cette obligation au mois
de janvier 2010 au plus tôt.
De definitieve datum zal afhangen van de studie en
de argumenten van de sector.
La date définitive dépendra de l'étude et des
arguments avancés par le secteur.
15.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik ben al
tevreden dat de inwerkingtreding van een vorig KB
van de vorige minister wordt uitgesteld. Wanneer
verwacht de minister de resultaten van de studie?
15.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Je me
félicite déjà du report de l'entrée en vigueur d'un
arrêté royal préparé par le ministre précédent. Dans
quel délai la ministre attend-elle les résultats de
l'étude?
15.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
kan dat nu niet zeggen, maar misschien kan ik wel
antwoorden tijdens de bespreking van de
programmawet.
15.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je ne puis répondre à cette question
aujourd'hui, mais je le pourrai peut-être lors de
l'examen de la loi-programme.
15.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): De
minister kan er inderdaad morgen op terugkomen.
Wij zullen het dossier verder opvolgen.
15.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : La
ministre peut effectivement revenir sur la question
demain. Nous resterons attentifs à ce dossier.
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"de
artsenwachtdienst in Seraing" (nr. 8156)
16 Question de M. Georges Dallemagne à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le poste
médical de garde de Seraing" (n° 8156)</b>
16.01 Georges Dallemagne (cdH): De medische
wachtpost van Seraing, die in januari 2007 geopend
werd, moest onlangs zijn deuren sluiten bij gebrek
aan financiële middelen. De begrotingsenveloppe
van 2007 laat nog altijd op zich wachten. De artsen
van deze post hebben zelf de nodige middelen voor
de financiering voorgeschoten, en er werd hun
beloofd dat het saldo van de begrotingsenveloppe in
2009 betaald zou worden, maar daar konden ze
kennelijk niet op wachten. Andere medische
wachtposten zouden om dezelfde redenen in
moeilijkheden verkeren.
De patiënten konden 's avonds en in het weekend
terecht bij deze medische post. Per avond deed een
vijftiental patiënten een beroep op de wachtdienst.
In deze regio hebben veel mensen vaak geen
huisarts wegens hun precaire sociaaleconomische
situatie, en wordt er dus vaker een beroep gedaan
op een medische eerstehulpdienst.
Algemeen gesproken is de medische wachtpost
een van de oplossingen voor het gebrek aan
huisartsen in een bepaalde regio; daardoor kan er
doelgerichter
aangeklopt
worden
bij
de
urgentiediensten in ziekenhuizen, die duurder zijn.
16.01 Georges Dallemagne (cdH) : Installé en
janvier 2007, le poste médical de garde de Seraing
vient de fermer faute de moyens financiers.
L'enveloppe budgétaire de 2007 se fait toujours
attendre. Un préfinancement a été assuré par les
médecins de ce poste. On leur a promis que le
solde de l'enveloppe budgétaire serait payé en 2009
mais, apparemment, ils n'avaient pas les moyens
d'attendre. D'autres postes médicaux de garde
seraient également en difficulté pour les mêmes
raisons.
Ce poste médical accueillait les patients en soirée
et les week-ends. Il accueillait une quinzaine de
patients par soirée. Dans cette région, de
nombreuses personnes n'ont pas de médecin
traitant, notamment en raison de leur situation
socio-économique précaire, ce qui rend le recours à
un service médical d'urgence encore plus courant.
D'une manière générale, le poste médical de garde
est une des réponses pour pallier le manque de
généralistes dans une région, permettant de
recourir de manière plus pertinente aux services
d'urgence hospitaliers, dont les coûts sont plus
élevés.
Hoe staat het met de financiering van de medische
wachtposten, in het bijzonder in Seraing? Waarom
duurt het zo lang voor het geld wordt gestort? Werd
er in de begroting 2009 rekening gehouden met de
financiële noden van de wachtposten, en vooral met
de tijdige betaling van de middelen?
Qu'en est-il du financement des postes médicaux
de garde et de celui de Seraing en particulier ?
Pourquoi le déboursement de ce financement
prend-il tant de temps ? Le budget 2009 tient-il
compte des besoins financiers et surtout de la
question du paiement à temps des postes médicaux
de garde ?
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
vooruitgeschoven wachtdiensten passen in het
algemene
beleid
van
steun
aan
de
eerstelijnsurgentiediensten; dat beleid wil ik de
volgende maanden intensief voortzetten. Nu er werk
is gemaakt van de huisartsenkringen en het
beschikbaarheidshonorarium, ligt de prioriteit nu bij
het opzetten van een dispatching en de
ondersteuning
van
alle
vooruitgeschoven
wachtdiensten die een echte dienstverlening
verstrekken aan de bevolking én tegelijk het werk
van de huisartsen vergemakkelijken.
Elke wachtpost sluit een overeenkomst met het
RIZIV. De overeenkomst met de wachtdienst in
Seraing is in 2007 afgelopen. Omdat er inmiddels
heel wat andere wachtdiensten geopend werden,
heb ik het RIZIV gevraagd een studie uit te voeren
16.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les postes de garde avancés font partie d'une
politique générale de soutien au système des
urgences de première ligne, politique que je
souhaite poursuivre intensivement au cours des
prochains mois. Après la mise en place des cercles
de généralistes et de l'honoraire de disponibilité, les
priorités vont à présent à la création d'un
dispatching et au soutien de tous les postes de
garde avancés qui rendent un véritable service à la
population tout en simplifiant le travail des
généralistes.
Chaque poste de garde signe une convention avec
l'INAMI. Celle avec le poste de Seraing s'est
terminée en 2007. Entre-temps, de nombreux
autres postes ayant ouvert, j'ai demandé à l'INAMI
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
waarin de huidige ervaringen worden geëvalueerd.
In afwachting van de uitkomst van die evaluatie heb
ik
voorgesteld
om
de
algemene
wachtdienstsubsidie voor 2008 op te trekken, opdat
alle actieve posten met inbegrip van de post in
Seraing hun werk zouden kunnen voortzetten. Het
verzekeringscomité
moet
dat
voorstel
nog
goedkeuren.
Op langere termijn beoog ik, binnen het bestek van
onze financiële middelen, steun te verlenen aan de
wachtdiensten die op grond van objectieve criteria
geëvalueerd werden.
de réaliser une étude évaluant les expériences
actuelles. En attendant les résultats de cette
évaluation, j'ai proposé d'augmenter la subvention
générale aux postes de garde pour 2008 afin de
maintenir en place l'ensemble des postes actifs, y
compris celui de Seraing. Cette proposition doit être
approuvée par le comité d'assurances.
À plus long terme, je compte soutenir, dans les
limites de nos moyens financiers, les postes de
garde qui auront été évaluées sur base de critères
objectifs.
16.03 Georges Dallemagne (cdH): Ik heb u ook
een vraag gesteld over de allesbehalve prompte
storting van de financiële middelen: er zou nog
altijd een onbetaald saldo zijn voor 2007.
16.03 Georges Dallemagne (cdH) : Je vous ai
également interrogée quant à la vitesse de
déboursement du financement : un solde de 2007
n'aurait pas encore été payé.
16.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal
het laten verifiëren.
16.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je vais faire vérifier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de studie van het
Kenniscentrum over het tekort aan huisartsen"
(nr. 8178)
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de studie van het
Kenniscentrum over de huisartsengeneeskunde"
(nr. 8210)
De voorzitter: De heer Goutry is afwezig.
17 Questions jointes de
- M. Luc Goutry à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'étude du Centre d'expertise sur la
pénurie de généralistes" (n° 8178)<br>- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'étude du Centre d'expertise sur la
médecine générale" (n° 8210)</b>
Le président : M. Goutry est absent.
17.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Het
kenniscentrum heeft onlangs een studie en
concrete aanbevelingen gepubliceerd over de
huisartsengeneeskunde. De problemen van het
beroep zijn bekend: de moeilijkheden om het
privéleven te combineren met de lange werkdagen,
zeker door de vervrouwelijking van het beroep, het
imagoprobleem en de slechte betaling.
Ondertussen is gebleken dat ook Impulsio III niet
echt het verhoopte resultaat heeft. Voor de
huisartsen die alleen in een praktijk werken, blijft er
onduidelijkheid.
Wat is de reactie van de minister op de studie?
Heeft de minister een concreet plan om het beroep
meer aantrekkingskracht te geven? In welke mate
blijkt dat uit de beleidsmaatregelen in het kader van
de begroting 2009?
17.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Le centre
d'expertise a publié récemment une étude et des
recommandations concrètes sur la médecine
générale. Les problèmes de la profession sont bien
connus : difficulté à concilier la vie privée et de
longues journées de travail, surtout dans le cadre
de la féminisation de la profession, le problème
d'image et une rémunération qui laisse à désirer.
Il est apparu entretemps qu'Impulsio III ne donnait
pas véritablement les résultats escomptés. La
situation reste floue pour les médecins qui sont
seuls dans leur pratique.
Que pense la ministre de cette étude ? Dispose-t-
elle d'un plan concret pour augmenter l'attractivité
de la profession ? Dans quelle mesure cela se
traduit-il au niveau des mesures politiques prises
dans le cadre du budget 2009 ?
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
17.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Deze studie bevat een aantal interessante
denksporen over de noodzakelijke herwaardering
van de huisarts en bevestigt eerdere analyses van
de dienst Volksgezondheid, de universiteiten en de
artsenverenigingen. De studie formuleert drie
belangrijke aanbevelingen. Allereerst moet de
huisartsengeneeskunde geherwaardeerd worden in
de medische faculteiten, een bevoegdheid van de
Gemeenschappen. Er is op dat vlak de laatste jaren
veel vooruitgang geboekt. Alle medische faculteiten
hebben
verplichte
cursussen
en
stages
huisartsengeneeskunde
en
in
meerdere
universiteiten wordt het vak transversaal tijdens de
hele studie aangeboden. Het is nu echter nog te
vroeg om de impact van deze hervorming te meten.
17.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Cette étude comporte un certain
nombre de pistes de réflexion intéressantes sur la
nécessaire revalorisation du médecin de famille et
confirme des analyses antérieures du service de la
santé publique, des universités et des associations
de
médecins.
L'étude
formule
trois
recommandations importantes. Il convient tout
d'abord de revaloriser la médecine générale au sein
des facultés de médecine, ce qui relève de la
compétence des communautés. De nombreux
progrès ont été réalisés sur ce plan au cours des
dernières années. Toutes les facultés de médecine
imposent des cours et des stages de médecine
générale et dans plusieurs universités la branche
est proposée de manière transversale durant toute
la durée des études. Il est toutefois encore trop tôt
pour pouvoir mesurer l'incidence de cette réforme.
Momenteel
zijn
er
meer
dan
voldoende
stagemeesters. In juni 2007 werd een KB
goedgekeurd dat een minimum van driehonderd
nieuwe huisartsen in 2014 vastlegt en van 360
vanaf 2015. Het imago van het beroep moet in de
faculteiten verbeterd worden. Ik zal hierover
overleggen met de Gemeenschappen, die hiervoor
bevoegd zijn.
De tweede aanbeveling benadrukt de noodzaak van
een verbetering van de bezoldigingen en
werkvoorwaarden. Mijn voorgangers en ik hebben
al talrijke hervormingen doorgevoerd. Ten opzichte
van vijf jaar geleden zijn de honoraria met 30
procent gestegen. Het succes van het globaal
medisch dossier neemt toe.
On recense actuellement un nombre plus que
satisfaisant de maîtres de stage. Un arrêté royal
pris en juin 2007 fixe le nombre minimum de
nouveaux généralistes à 300 en 2014 et à 360 à
partir de 2015. Je me concerterai avec les
Communautés, compétentes en la matière, pour
que l'image de la profession soit améliorée dans les
facultés.
Dans la deuxième recommandation, l'accent est
mis sur la nécessité d'une revalorisation des
rémunérations et des conditions de travail. Mes
prédécesseurs et moi-même avons déjà instauré de
nombreuses réformes en la matière. Ainsi, les
honoraires ont augmenté de 30 % par rapport à la
situation qui prévalait il y a 5 ans. En outre, le
dossier médical global rencontre un succès de plus
en plus marqué.
Er werden nog andere vormen van bezoldiging
ingevoerd,
zoals
de
honoraria
voor
beschikbaarheid. Ook zullen er binnenkort
maatregelen worden genomen om de centrale rol
van de huisarts in het zorgsysteem, en dan vooral
inzake preventie, te versterken.
Het KCE pleit voor een intensere werking in
netwerken en groepen en voor een betere
delegering van de administratieve taken. Naast het
reeds bestaande fonds Impulseo II, waardoor
groepspraktijken administratieve krachten in dienst
kunnen nemen, komt er een fonds Impulseo III voor
solopraktijken. Er komen in de volgende maanden
ook
vereenvoudigingsmaatregelen
voor
het
voorschrijven.
Daarnaast wil het KCE ook een verbetering van de
wachtdiensten. Ik ben daarom bereid om alle
projecten inzake vooruitgeschoven wachtposten die
D'autres formes de rémunération ont encore été
instaurées, comme les honoraires de disponibilité.
En outre, des mesures seront prises prochainement
afin de renforcer le rôle central du médecin de
famille dans le cadre du système de soins de santé,
principalement en matière de prévention.
Le KCE plaide pour un fonctionnement plus intensif
en réseaux et en groupes, ainsi que pour une
meilleure délégation des tâches administratives. Le
fonds existant Impulseo II, qui permet aux cabinets
de groupe d'embaucher des collaborateurs
administratifs, sera complété par un fonds
Impulseo III axé sur les pratiques solo. Au cours
des prochains mois, des mesures de simplification
seront également prises en matière de prescription.
Par ailleurs, le KCE souhaite également améliorer
les services de garde. Je suis dès lors disposée à
soutenir tous les projets en matière de postes de
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
beantwoorden aan een behoefte op het terrein, te
ondersteunen. In 2009 komt er ook een proefproject
voor een centrale dispatching.
Het KCE stelt ook voor om de steunmaatregelen
aan samenwerkende praktijken in zones met een
lage medische densiteit te behouden, zoals het
fonds Impulseo I. De fondsen Impulseo I en II
worden geëvalueerd en indien nodig verbeterd.
garde avancés qui répondent à un besoin sur le
terrain. En 2009, un projet-pilote de dispatching
central sera également lancé.
Le KCE propose également de maintenir les
mesures de soutien en faveur des pratiques en
association dans les zones à faible densité
médicale, telles que le fonds Impulseo I. Les fonds
Impulseo I et II seront évalués et, si nécessaire,
améliorés.
17.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Van mij
mag de minister nog verder gaan. Ik vraag mij af of
er
naar
analogie
van
het
geslaagde
verpleegkundigenplan geen huisartsenplan kan
komen om het beroep aantrekkelijker te maken.
De begroting bewijst dat er voor de herwaardering
van de huisarts wel veel woorden zijn, maar weinig
daden.
17.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Je ne suis
pas opposé à ce que la ministre aille plus loin
encore. Je me demande si, par analogie avec le
succès rencontré par le plan pour les infirmiers, on
ne pourrait concevoir un plan pour les médecins,
afin de rendre cette profession plus attrayante.
Le budget apporte la preuve qu'en qui concerne la
revalorisation de la profession de médecin, l'acte
n'est que rarement joint à la parole.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van mevrouw Véronique Salvi aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de samenstelling van
smokkelsigaretten" (nr. 8179)
18 Question de Mme Véronique Salvi à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
composition des cigarettes de contrebande"
(n° 8179)</b>
18.01 Véronique Salvi (cdH): In april jongstleden
werden meer dan honderd miljoen van smokkel
afkomstige sigaretten in beslag genomen in de
regio Luik. Overigens wijst een recent verslag van
het International Consortium of Investigative
Journalists (ICIJ) op de onwettige handel in Europa
van sigaretten van het merk Jin Ling. In 2008
zouden in België twee miljoen sigaretten in beslag
genomen zijn. Werden de smokkelsigaretten
onderworpen aan een toxiciteitanalyse? Zou men
de gebruikers van de bijzondere risico's die het
roken van die sigaretten meebrengt, niet op de
hoogte moeten brengen?
18.01 Véronique Salvi (cdH) : En avril dernier,
plus de cent millions de cigarettes frauduleuses ont
été saisies en région liégeoise. Par ailleurs, un
rapport récent de l'International Consortium of
Investigative Journalists (ICIJ) fait état de la
circulation illicite en Europe de cigarettes de
marque Jin Ling. Deux millions de ces cigarettes
auraient été saisies en Belgique en 2008. Les
cigarettes de contrebande ont-elles déjà fait l'objet
d'analyses de toxicité ? Ne serait-il pas nécessaire
d'informer les utilisateurs des risques particuliers
que peut entraîner la consommation de ces
cigarettes ?
18.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De rook
van alle tabakswaren bevat giftige stoffen, waarvan
er sommige erg kankerverwekkend zijn. De
tabakscontroledienst van de FOD Volksgezondheid
heeft
twee
jaar
geleden
een
vijftigtal
tabaksproducten
geanalyseerd. Daarbij werd
vastgesteld dat in ongeveer 20 procent van die
producten de normen inzake teer, nicotine en het
koolmonoxidegehalte lichtjes werden overschreden.
De tabakscontroledienst kent het sigarettenmerk Jin
Ling niet. U beweert dat daar een grote partij van in
beslag is genomen. Ik zal navragen wat mijn
controledienst daarover te melden heeft. Misschien
heeft men iets anders gevonden. Ik zal mijn
18.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La fumée de tous les produits du tabac contient des
particules toxiques dont une partie est très
cancérigène. Il y a deux ans, le service de contrôle
tabac du SPF Santé publique a analysé une
cinquantaine de produits du tabac. Dans environ
20 % des produits, de légers dépassements du
goudron, de la nicotine et du taux de monoxyde de
carbone ont été constatés.
La marque de cigarettes Jin Ling n'est pas connue
au service de contrôle du tabac. Lorsque vous me
dites que l'on en a saisi une quantité fort
importante, je m'inquiète de ce que me dit mon
service de contrôle. Ils ont peut-être fumé autre
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
diensten dus opnieuw ondervragen.
chose. Je vais donc les interpeller à nouveau.
18.03 Véronique Salvi (cdH): Gelieve me op de
hoogte te houden van dat tweede, meer gerichte
onderzoek.
18.03 Véronique Salvi (cdH) : Je vous remercie
de me tenir informée de cette deuxième recherche
de manière plus ciblée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de eisen van de
transseksuele gemeenschap" (nr. 8145)
19 Question de Mme Kattrin Jadin à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
revendications formulées par la communauté
transsexuelle" (n° 8145)</b>
19.01 Kattrin Jadin (MR): De personen die van
geslacht wensen te veranderen, betreuren de
ambtelijke molens van de opvolging. U zou
trouwens een eisenbundel ontvangen moeten
hebben waarin men het met name heeft over de
vrije toegang tot hormonale behandelingen en
chirurgie en waarin ook acties ter voorkoming van
transfobie geëist worden. Er zou ook sprake zijn
van het instellen van een asielrecht voor
transmigranten die in hun land vervolgd worden.
Heeft u die eisen ontvangen? Is er een dialoog
tussen uw departement en de verenigingen die die
burgers vertegenwoordigen? Welke maatregelen
kunt u nemen om de integratie van transseksuelen
in onze maatschappij te bevorderen?
19.01 Kattrin Jadin (MR) : Les personnes
souhaitant changer de sexe regrettent la lourdeur
bureaucratique
du
suivi.
Un
cahier
de
revendications a d'ailleurs dû vous parvenir, qui
évoque notamment un accès libre aux traitements
hormonaux et à la chirurgie et réclame des actions
de prévention de la transphobie. Il serait également
question de l'institution d'un droit d'asile aux
transmigrants persécutés par leur pays.
Avez-vous reçu ce cahier de revendications ? Un
dialogue est-il établi entre votre département et les
associations qui représentent ces citoyens ?
Quelles mesures pourriez-vous prendre afin de
faciliter l'intégration des personnes transsexuelles
dans notre société ?
19.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
betrokken verenigingen hebben dat thema niet bij
mij aangekaart en ik heb geen eisenpakket
ontvangen. Ik kan dan ook moeilijk een standpunt
dienaangaande innemen. Ik ben bereid daarover
een dialoog aan te gaan. Ik vind dat de betrokkenen
recht hebben op aangepaste en adequate medische
en chirurgische behandelingen. In het kader van
iedere
ingreep
met
het
oog
op
een
geslachtsverandering moet er een geneeskundig en
psychologisch onderzoek worden uitgevoerd.
Tevens moeten de personen die voor een dergelijke
ingreep hebben gekozen, grondig worden gevolgd.
19.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je n'ai pas été sollicitée sur ce thème par les
associations et n'ai pas reçu ce cahier de
revendications. Il m'est donc difficile de prendre
position. Je suis ouverte au dialogue. J'estime que
les personnes concernées ont droit à des
traitements médicaux adaptés ainsi qu'à des
traitements
chirurgicaux
adéquats.
Toute
intervention en vue d'un changement de sexe doit
faire l'objet d'un examen médical et psychologique.
De même, les personnes ayant opté pour ce type
d'intervention doivent être suivies rigoureusement.
19.03 Kattrin Jadin (MR): Ik dacht dat u het
eisenpakket ontvangen had. Ik stel vast dat we met
betrekking tot deze ethische kwestie op dezelfde lijn
zitten. Ik zal nagaan of ik contact met die vereniging
kan opnemen.
19.03 Kattrin Jadin (MR) : Je pensais que ce
cahier de revendications vous était parvenu. Je
constate que sur ce problème éthique, nous avons
le même point de vue. Je verrai dans quelle mesure
je peux prendre contact avec cette association.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Samengevoegde vraag en interpellatie van
- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de verbetering van het
statuut van vrijwillige ambulanciers in de
20 Question et interpellation jointes de
- Mme Kattrin Jadin à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'amélioration du statut des
ambulanciers volontaires travaillant dans l'aide
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
medische noodhulpverlening" (nr. 8256)
- de heer Peter Vanvelthoven tot de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "dringende medische
hulpverlening" (nr. 233)
médicale urgente" (n° 8256)<br>- M. Peter Vanvelthoven à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'aide médicale urgente"
(n° 233)b>
20.01 Kattrin Jadin (MR): Op 27 april 2007 keurde
de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit
goed dat ertoe strekt het statuut van de vrijwillige
ambulanciers
in
de
dringende
medische
hulpverlening te verbeteren door een verhoging van
hun jaarlijkse vergoeding. Wat is de stand van
zaken in dit dossier?
20.01 Kattrin Jadin (MR) : Le 27 avril 2007, le
Conseil des ministres a approuvé un projet d'arrêté
royal visant à améliorer le statut des ambulanciers
volontaires travaillant dans l'aide médicale urgente
en augmentant le montant annuel de leurs
indemnités. Où en est ce dossier ?
20.02 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Via het
gezondheidsontwerp wil de minister de dringende
medische hulpverlening grondig hervormen en
meer reglementeren. De beslissingen zullen een
belangrijke impact hebben op het terrein.
Hoeveel erkende ziekenwagens rijden er op dit
moment binnen het 100-systeem in België?
Hoeveel worden er bemand door hulpverleners van
een brandweerdienst of staan ingeschreven op
naam van een brandweerdienst of gemeente?
Hoeveel bedraagt de jaarlijkse kostprijs voor een
gemeente als een ambulancedienst georganiseerd
wordt door de lokale brandweerdienst? Hoeveel
subsidie keert de FOD Volksgezondheid uit aan de
erkende ziekenwagendiensten werkzaam binnen
het 100-systeem?
20.02 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro) : La
ministre souhaite réformer en profondeur et
renforcer la réglementation relative à l'aide
médicale urgente par le biais du projet de loi sur la
santé. Les décisions auront une incidence
considérable sur le terrain.
Combien d'ambulances agréées sont actuellement
opérationnelles dans le cadre du système 100 en
Belgique ? Combien disposent de secouristes d'un
service d'incendie ou sont inscrites au nom d'un
service d'incendie ou d'une commune ?
Quel est le coût annuel pour une commune si un
service d'ambulances est organisé par un service
d'incendie local ? Quel subside le SPF Santé
publique verse-t-il aux services d'ambulances
agréés opérant dans le cadre du système 100 ?
Wat is de geschatte kostprijs voor de gemeenten bij
de inwerkingtreding van het nieuwe KB indien de
ambulancedienst door de lokale brandweer wordt
georganiseerd? En voor de andere partners?
Voorziet men hier in extra middelen?
Op welke manier wordt de subsidie voor de
ziekenwagendiensten
in
de
toekomst
georganiseerd?
Is
er
een
financiële
tegemoetkoming voor de ziekenwagendiensten?
Is er overleg geweest met het VVSG?
Hoe ziet de minister de toekomst van de vrijwilliger?
Welke faciliteiten kan en wil men deze groep
bieden?
Er is sprake van om in een nieuw KB een minimale
ervaring op te leggen aan ambulanciers
gedefinieerd in aantal ritten. Wat als deze ervaring
door omstandigheden niet gehaald kan worden door
de ambulancier?
À quel montant estime-t-on le coût qu'engendrera
pour les communes l'entrée en vigueur du nouvel
arrêté royal si le service d'ambulance est organisé
par le service local d'incendie ? Quel sera ce coût
pour les autres partenaires ? Prévoit-on davantage
de moyens à cet effet ?
Comment les services d'ambulance seront-ils
subventionnés à l'avenir ? Une intervention
financière est-elle prévue pour ces derniers ? Une
concertation a-t-elle eu lieu avec la VVSG ?
Comment la ministre entrevoit-elle l'avenir des
volontaires ? Quelles facilités peut-on et veut-on
leur proposer ?
Les ambulanciers pourraient se voir imposer un
minimum d'expérience, en termes de nombre de
courses, dans le cadre d'un nouvel arrêté royal.
Qu'adviendra-t-il si un ambulancier ne peut acquérir
cette
expérience
en
raison
de
s
circonstances diverses ?
20.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De 20.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
werkzaamheden zijn aan de gang in het domein van
de dringende medische hulpverlening en dat van de
ziekenwagens en de hulpverleners-ambulanciers.
De hulpverleners-ambulanciers stellen bepaalde
handelingen die voorbehouden zijn aan de
professionals van de gezondheidszorg. En hoewel
ze die handelingen aangeleerd kregen op school, is
er geen wettelijke basis voor. De gezondheidswet
bevat twee artikelen die het mogelijk maakt de
hulpverleners-ambulanciers wettelijke bescherming
te bieden door ze op te nemen in de
gezondheidsberoepen. Die bepaling doet niets af
aan het statuut van die hulpverleners en impliceert
geen kosten. Dankzij die bepaling zal men ook de
opleiding van de hulpverleners-ambulanciers die op
dit ogenblik een van de minst performante van
Europa is, in ons land kunnen verbeteren.
De Nationale Raad voor dringende geneeskundige
hulpverlening heeft trouwens een positief advies
uitgebracht over een ontwerp van koninklijk besluit
dat
de
normen
vastlegt
voor
de
ambulanciersdiensten van de dringende medische
hulpverlening. Er zijn momenteel 540 door de
dienst 100 erkende ziekenwagens, ongeveer 8.950
interveniënten met een DMH-badge (van wie 6.500
tot een brandweerdienst of een gemeentebestuur
behoren),
van
wie
7.600
hulpverleners-
ambulanciers, 290 verplegers-ambulanciers, 950
verplegers "intensieve verzorging en spoedgevallen"
en 107 gelijkgestelde verplegers.
Les travaux sont en cours dans le domaine de l'aide
médicale urgente et dans celui des ambulances et
des secouristes-ambulanciers. En effet, les
secouristes-ambulanciers pratiquent certains actes
réservés aux professions des soins de santé, actes
qui, bien qu'enseignés dans les écoles, n'ont
aucune base légale. La loi santé inclut deux articles
qui, en inscrivant les secouristes-ambulanciers
dans les professions de la Santé, permettent de
leur offrir cette protection légale. Cette disposition
ne modifie en rien le statut de ces derniers et n'a
aucun coût. Elle permettra aussi d'améliorer la
formation des secouristes-ambulanciers de notre
pays, actuellement l'une des plus faibles d'Europe.
Par ailleurs, le Conseil national des secours
médicaux urgents a rendu un avis positif sur un
projet d'arrêt royal fixant les normes des services
ambulanciers de l'aide médicale urgente. Il y a, à ce
jour, 540 ambulances « 100 » agréées, quelque
8.950 intervenants en ordre de badge AMU (dont
6.500 appartiennent à un service incendie ou à une
administration communale), parmi lesquels 7.600
secouristes-ambulanciers,
290
infirmiers-
ambulanciers, 950 infirmiers « soins intensifs et
d'urgence » et 107 infirmiers assimilés.
(Nederlands) De kosten van de ziekenwagens
verschillen van dienst tot dienst. Ze zijn onder meer
afhankelijk
van
de
samenwerking
tussen
gemeenten, van de organisatie en grootte van de
brandweerdiensten, van de bijdrage van het
OCMW, ... .
De subsidies dekken de kosten van de opleiding
van hulpverleners een deel van de kosten voor
ritten zonder vervoer. De financiering van de
diensten is afkomstig van de facturering van de
ritten aan patiënten op basis van een door een KB
vastgelegd tarief.
De `beste' diensten werken reeds volgens de
normen van het KB en moeten dus geen extra
kosten dragen. Voor de andere is de meerprijs laag,
want verbonden aan de medische supervisie.
Nieuwe subsidies zullen niet nodig zijn. Toch werkt
mijn team mee aan een project voor een globale
herziening van de financiën.
Integratie van het ziekenwagenvervoer in de sociale
zekerheid is gepland voor dit jaar, evenals een
mutualisering van de kosten. Ook komt er een
(En néerlandais) Le coût du service ambulancier
varie en fonction des services. Il dépend
notamment de la collaboration entre les communes,
de l'organisation et de la taille du service d'incendie,
de la contribution du CPAS, etc...
Les subventions couvrent le coût de la formation du
personnel et une partie du coût des courses sans
transport. Le financement des services est assuré
par la facturation des courses aux patients sur la
base d'un tarif fixé par arrêté royal.
Les « meilleurs » services fonctionnent déjà
conformément aux normes de l'arrêté royal et il n'y
a donc pas de frais supplémentaires à supporter.
Pour les autres services, le coût supplémentaire est
peu élevé, car lié à la supervision médicale.
Il ne sera pas nécessaire d'accorder de nouveaux
subsides. Mon équipe collabore néanmoins à un
projet de révision globale du financement.
L'intégration du transport ambulancier dans la
sécurité sociale est prévue pour cette année, ainsi
d'ailleurs qu'une mutualisation des coûts. Le fonds
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
versterking van het fonds voor dringende
geneeskundige hulpverlening.
Binnen de nationale raad voor dringende
geneeskundige hulpverlening zijn alle partijen
vertegenwoordigd. Er was specifiek overleg met de
brandweer.
Het statuut van het personeel dat voldoet aan de
kwaliteitsnormen van volksgezondheid, hangt af van
de organisator van de dienst. Er is een ontwerp van
besluit dat werkt aan een verbetering van het
statuut van de vrijwillige ambulancier.
pour l'aide médicale urgente sera également
renforcé.
Toutes les parties sont représentées au sein du
conseil national pour l'aide médicale urgente. Une
concertation spécifique a eu lieu avec les services
d'incendie.
Le statut du personnel répondant aux normes de
qualité en matière de santé publique dépend de
l'organisateur du service. Il existe un projet d'arrêté
tendant à améliorer le statut des ambulanciers
volontaires.
Een
aanpassing
van
de
wet
op
het
vrijwilligersstatuut bleek daarbij nodig. Het besluit
verbetert het statuut van de vrijwilligers in deze
sector en maakt ook de aanpassing van de
arbeidongevallenverzekering mogelijk.
De
activiteitsdrempels
voor
de
hulpverleners/ambulanciers
zullen
worden
vastgelegd na advies van de professionelen in de
nationale raad voor dringende hulpverlening. Het is
te vroeg om daar nu op te antwoorden. Er komen
overgangsmaatregelen.
Er werd een werkgroep opgericht die belast is met
het statuut. De regionale entiteiten en de
representatieve
organisaties
zullen
hiervoor
uitgenodigd worden.
Une adaptation de la loi sur le statut des bénévoles
s'est avérée nécessaire à cet effet. L'arrêté
améliore le statut des bénévoles dans ce secteur et
permet également d'adapter l'assurance contre les
accidents du travail.
Les seuils d'activité des secouristes/ambulanciers
seront fixés après avis des professionnels siégeant
au Conseil national de l'aide urgente. Il est
actuellement encore trop tôt pour en dire plus à ce
sujet. Des mesures de transition seront prises.
Un groupe de travail chargé d'élaborer le statut a
été mis en place. Les entités régionales et les
organisations représentatives seront invitées à y
participer.
20.04 Kattrin Jadin (MR): Er is nog veel werk aan
de winkel, maar we zijn op de goede weg.
20.04 Kattrin Jadin (MR) : Il reste beaucoup à
faire mais nous sommes sur la bonne voie.
20.05 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Staat
het statuut van de vrijwillige ambulancier in de
dringende of niet-dringende diverse bepalingen?
20.05 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro) :
J'aimerais savoir si le statut de l'ambulancier
volontaire fait partie des dispositions diverses
urgentes ou pas urgentes.
20.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
dringende of de niet-dringende? Dat weet ik niet
meer.
De voorzitter: Er werd geen motie ingediend.
20.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Urgente ou non urgente ? Je ne sais plus.
Le président : Aucune motion n'a été déposée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vragen nr. 8227 en nr. 8228 van
mevrouw Avontroodt worden uitgesteld, en vraag
nr. 8362 van de heer Vande Velde wordt omgezet in
een schriftelijke vraag.
Le président : Les questions n
os
8227 et 8228 de
Mme Avontroodt sont reportées et la question n°
8362 de M. Vande Velde est transformée en
question écrite.
21 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de grensoverschrijdende
samenwerking tussen België en Duitsland inzake
21 Question de Mme Kattrin Jadin à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
coopération transfrontalière entre la Belgique et
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
noodhulpverlening" (nr. 8255)
l'Allemagne en matière de services de secours
d'urgence" (n° 8255)</b>
21.01 Kattrin Jadin (MR): We zijn op de hoogte
van de akkoorden inzake grensoverschrijdende
samenwerking
betreffende
de
dringende
hulpverlening.
Ik vraag me af of het opportuun is ook met
Duitsland dergelijke akkoorden te sluiten. Bijna een
jaar geleden, deelde u me mee dat er gesprekken
aan de gang waren en dat een overeenkomst werd
uitgewerkt (zie Beknopt Verslag 52 COM 65 van 16
januari 2008, blz. 12-13).
Wat is de stand van zaken van dit dossier? Er zou
al een eerste versie van een overeenkomst
beschikbaar zijn. Kunnen we daarvan een kopie
krijgen?
21.01 Kattrin Jadin (MR) : Nous connaissons
l'existence d'accords de coopération transfrontalière
en matière de services de secours d'urgence.
Mon interrogation porte sur l'opportunité de conclure
aussi des accords similaires avec l'Allemagne. Il y a
un peu moins d'un an, vous m'aviez affirmé que des
pourparlers étaient engagés et qu'une convention
était en cours d'élaboration (voir Compte rendu
analytique 52 COM 65 du 16 janvier 2008, p. 12 &
13).
Où en est l'évolution de ce dossier ? Une ébauche
de convention serait disponible ; pourrions-nous en
avoir copie ?
21.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
dossier
inzake
de
grensoverschrijdende
samenwerking valt slechts ten dele onder mijn
bevoegdheid, namelijk wat de dringende medische
hulpverlening en de medische hulpverlening in
geval van een collectieve noodsituatie betreft. In het
dossier inzake de samenwerking met Duitsland
werd geen vooruitgang geboekt: de Duitse
administratie antwoordde niet op ons voorstel om
een ontmoeting te regelen om de tekst af te ronden.
Ook in het Luxemburgse dossier was er geen
vooruitgang. Over het samenwerkingsdossier met
Nederland vond in oktober nog een vergadering
plaats
en
dat
akkoord
wordt
binnenkort
ondertekend. De lichte vertraging is te wijten aan de
regeringswissel in Nederland en aan het feit dat
andere
mensen
binnen
de
Nederlandse
administratie met het dossier werden belast.
21.02 Laurette Onkelinx, minister (en français) :
Le dossier de la coopération transfrontalière ne me
concerne que pour l'aide médicale urgente et les
secours médicaux en situation d'urgence collective.
Le dossier avec l'Allemagne n'a pas avancé : une
proposition de rencontre avec l'administration
allemande pour finaliser le texte n'a pas reçu de
réponse.
Le dossier luxembourgeois n'a pas avancé non
plus. Enfin, le dossier de coopération avec les
Pays-Bas a fait l'objet d'une réunion en octobre, et
aboutira prochainement à une signature. Le léger
retard est dû au changement de gouvernement aux
Pays-Bas, et au changement de personnes en
charge
de
ce
dossier
à
l'administration
néerlandaise.
21.03 Kattrin Jadin (MR): Ik stel met vreugde vast
dat ons land niet is blijven stilzitten. Duitsland blijkt
een andere kijk te hebben op de samenwerking.
Wellicht moet worden nagegaan of de noden in
beide landen wel dezelfde zijn.
21.03 Kattrin Jadin (MR) : Je suis déjà heureuse
de voir que l'initiative belge a été au rendez-vous. A
présent, si nos voisins allemands ne voient pas les
choses de la même manière, il y aurait peut-être
lieu d'examiner si le besoin existe de part et d'autre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Samengevoegde vragen van
- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het voorstel van richtlijn
van de Europese Commissie met betrekking tot
informatie over geneesmiddelen" (nr. 8287)
- mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "een mogelijke herziening
22 Questions jointes de
- M. Yvan Mayeur à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la proposition de directive de la
Commission européenne relative à l'information
sur les médicaments" (n° 8287)<br>- Mme Maya Detiège à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "une éventuelle révision de la
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
van de richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van
een
communautair
wetboek
betreffende
geneesmiddelen
voor
menselijk
gebruik"
(nr. 8644)
De voorzitter: De heer Mayeur heeft gevraagd dat
zijn vraag wordt verdaagd maar dat is onmogelijk
aangezien het om een samengevoegde vraag gaat.
directive
2001/83/CE
instituant
un
code
communautaire relatif aux médicaments à usage
humain" (n° 8644)</b>
Le président : M. Mayeur a demandé le report de
sa question mais c'est impossible vu qu `il s'agit
d'une question jointe.
22.01 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro): De Europese
richtlijn 2001/83/EG inzake geneesmiddelen voor
menselijk gebruik wil de farmaceutische industrie de
mogelijkheid bieden om het publiek rechtstreeks te
informeren over geneesmiddelen op voorschrift, dit
ten bate van meer uniformiteit binnen Europa.
Gezien mijn ervaring op het terrein, denk ik echter
dat heel wat farmaceutische bedrijven de patiënt
veeleer zullen beïnvloeden dan informeren.
Daarom vraag ik de minister om al het mogelijke te
doen om die richtlijn van de agenda te doen
schrappen. We mogen immers niet de industrie aan
het woord laten, maar moeten het bestaande
netwerk van apotheken en huisartsen blijven
gebruiken om de patiënten te informeren.
Wat is de houding van de minister?
22.01 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro) : Par la directive
européenne 2001/83/CE instituant un code
communautaire relatif aux médicaments à usage
humain, les responsables politiques entendent
permettre au secteur pharmaceutique de fournir
directement au public des informations relatives aux
médicaments soumis à prescription, dans un souci
d'uniformité au sein de l'Europe. Mon expérience de
terrain me porte cependant à croire que de
nombreuses entreprises pharmaceutiques vont
davantage influencer qu'informer le patient.
Je demande dès lors à la ministre de mettre tout en
oeuvre pour que la directive soit retirée de l'ordre du
jour. Plutôt que de donner carte blanche au secteur,
il est préférable de continuer à recourir au réseau
actuel d'officines et de généralistes pour informer le
patient.
Quel point de vue la ministre défend-elle dans ce
cadre ?
22.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ons
land is helemaal geen voorstander van die richtlijn.
De Europese Commissie en de lidstaten verschillen
regelmatig van mening over dit onderwerp. Ik denk
niet dat de lidstaten eenstemmig zullen zijn in de
verwerping van de richtlijn, maar met een aantal
medestanders zullen we een "pressiegroep"
oprichten.
Europa heeft wel gelijk op één punt: de patiënt wil
inderdaad een actieve rol spelen bij zijn
behandeling.
22.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Notre pays n'est pas du tout favorable à cette
directive. Il y a régulièrement des divergences de
vue entre la Commission européenne et l'ensemble
des États membres de l'Union européenne sur le
sujet. Je ne pense pas qu'il y aura une unanimité
contre cette directive mais, avec quelques-uns,
nous constituons un « groupe de pression ».
L'Europe a raison sur un point : il est vrai que les
patients veulent être acteurs de leur traitement.
(Nederlands) Patiënten hebben onmiskenbaar recht
op kwalitatieve, geschikte, objectieve en niet-
publicitaire informatie, vermits dit hen toelaat om
verantwoord om te gaan met hun gezondheid.
Artsen en apothekers moeten echter blijven
optreden als de eerste gesprekspartners van
patiënten. Kwalitatieve en makkelijk toegankelijke
informatie kan een aanvulling zijn op het optreden
van zorgverstrekkers. Farmaceutische firma's
beschikken wellicht over de nodige kennis en
middelen om over hun geneesmiddelen te
informeren, maar er is wel een duidelijk
belangenconflict dat de objectiviteit en geschiktheid
van de informatie dreigt aan te tasten. Volgens mij
(En néerlandais) Les patients ont indéniablement
droit à des informations qualitatives, appropriées,
objectives et non publicitaires, dans la mesure où
celles-ci leur permettent de gérer leur santé en
connaissance de cause. Les médecins et les
pharmaciens doivent toutefois conserver leur rôle
de premiers interlocuteurs des patients. Les
informations qualitatives aisément accessibles
peuvent compléter l'intervention des prestataires de
soins. Les firmes pharmaceutiques disposent
probablement des connaissances et des moyens
nécessaires pour informer les patients sur les
médicaments qu'elles distribuent, mais il existe
clairement un conflit d'intérêts susceptible de nuire
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
moet de rol van de industrie beperkt blijven tot het
verstrekken van informatie aan patiënten die in het
kader van de vergunning voor het in de handel
brengen werd goedgekeurd, namelijk de inhoud van
de bijsluiter, en dit steeds in een niet-commerciële
en niet-promotionele context. Ook moeten patiënten
via een onafhankelijke bron toegang kunnen
hebben tot vergelijkende en kritische informatie
over mogelijke behandelingen.
à l'objectivité et à l'adéquation des informations. À
mes yeux, le rôle de l'industrie doit se limiter à
communiquer aux patients les informations
approuvées dans le cadre de l'autorisation de mise
sur le marché, à savoir le contenu de la notice, et
cela toujours dans un contexte non commercial et
non promotionnel. En outre, les patients doivent
pouvoir accéder par le biais d'une source
indépendante à des informations comparatives et
critiques sur les traitements possibles.
22.03 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro): Ik ben blij met
dit antwoord.
Volgens de minister volgt niet iedereen dezelfde lijn,
wat ik op jammer vind. Gezien het belang van de
kwestie, vraag ik de minister om zich daarvoor in te
zetten.
Uit
eigen
ervaring
weet
ik
dat
farmaceutische bedrijven altijd wel wegen vinden
om patiënten te informeren. Wij moeten hun dan
ook geen vrijgeleide geven.
22.03 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro) : Je me réjouis
de cette réponse.
Selon la ministre, chacun ne suit pas la même ligne,
ce que j'estime déplorable. Compte tenu de
l'importance de la question, je demande à la
ministre de s'y consacrer. Je sais par expérience
que les firmes pharmaceutiques trouvent toujours
des moyens d'informer les patients. Nous ne
devons dès lors pas leur accorder un blanc seing.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
23 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de aanvraag tot
overeenkomst tussen Dianova en het RIZIV"
(nr. 8351)
23 Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la demande
de convention de Dianova et l'INAMI" (n° 8351)</b>
23.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Sinds
2003 tracht de vzw Dianova in het kader van de
revalidatie van drugsverslaafden een overeenkomst
te sluiten met het RIZIV.
Dianova
biedt
onderdak
aan
50
à
60
drugsverslaafden,
die
een
vrij
lange
ontwenningskuur ondergaan. Hoewel hun families
voor die behandeling veel geld moeten ophoesten,
moet de vzw patiënten op een wachtlijst zetten.
De aanvraag van Dianova om een overeenkomst
werd in 2004, 2005, 2006 en 2007 om
uiteenlopende, in de eerste plaats budgettaire
redenen afgewezen. In 2006 wees men in de
weigering ook op de beleidskeuze om geen
ambulante opvangvoorzieningen te steunen. Daarbij
wordt geen rekening gehouden met het feit dat
andere voorzieningen, waaronder ambulante,
regelmatig patiënten naar Dianova doorverwijzen,
noch met het feit dat het belangrijk is om diverse
therapeutische benaderingen aan te bieden, om
drugsverslaafden bij hun ontwenning te helpen.
Hoe komt het dat dit opvangcentrum zo lang op een
gepast antwoord moet wachten? Waarom weigert
men steun te verlenen om budgettaire redenen,
terwijl er voldoende budgettaire ruimte in de sociale
23.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Depuis
2003, l'asbl Dianova sollicite auprès de l'Inami la
conclusion d'une convention dans le cadre de la
revalidation de patients dépendants.
Dianova accueille 50 à 60 toxicomanes en
résidence, pour un traitement thérapeutique assez
long. Le coût pour les familles est lourd et pourtant
l'asbl inscrit des patients sur une liste d'attente.
En 2004, 2005, 2006 et 2007, l'asbl a essuyé des
refus de convention pour différentes raisons, dont la
raison budgétaire en tête. Pour 2006, le refus se
référait également au choix de ne pas soutenir de
structures ambulatoires. Ce type d'argument ne
tient pas compte du fait que d'autres structures, y
compris ambulatoires, envoient régulièrement des
patients à Dianova, ni de l'importance, en matière
d'aide à la désintoxication, de proposer des
approches thérapeutiques diverses.
Qu'est-ce qui explique les délais pour trouver une
réponse adéquate à cette structure ? Qu'est-ce qui
explique que malgré les marges budgétaires de la
sécurité sociale, l'argument budgétaire soit encore
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
zekerheid is? Hoe staat het met de behandeling van
dat dossier door het RIZIV? Welke oplossingen
worden er overwogen om de toekomst van die vzw
te verzekeren?
invoqué ? Où en est ce dossier auprès de l'Inami ?
Quelles solutions sont envisagées pour l'avenir de
cette asbl ?
23.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
revalidatieovereenkomsten met de centra voor
drugsverslaafden worden gesloten door het
Verzekeringscomité
van
de
Dienst
voor
geneeskundige verzorging. Dat gebeurt op voorstel
van het College van geneesheren-directeurs en
nadat het dossier om advies werd voorgelegd aan
de Commissie voor begrotingscontrole.
Om diverse redenen werd er beslist niet in te gaan
op de aanvraag van Dianova.
Ten eerste moet het College zich houden aan de
begrotingsmaatregelen die door de Algemene Raad
voor de revalidatiesector worden genomen. De
Raad legt tot in de details de nieuwe initiatieven
vast, waaraan volgens hem voorrang moet worden
gegeven en die moeten gerealiseerd worden.
Ten tweede diende er een keuze gemaakt te
worden tussen diverse initiatieven, rekening
houdend met het feit dat er reeds tal van
therapeutische gemeenschappen bestaan. De
prioriteit werd gegeven aan de centra die een
ambulante behandeling aanbieden, of die een
doelgroep behandelen die door het bestaande
aanbod onvoldoende bereikt wordt.
Ten derde wil men met Dianova enkel een
overeenkomst sluiten, indien die vereniging een
formule aanbiedt die wezenlijk verschilt van het
bestaande
therapeutisch
aanbod
voor
drugsverslaafden, én op voorwaarde dat Dianova
een structureel samenwerkingsverband met een
Belgische universiteit aangaat en de therapeutische
gemeenschap
van
Dianova
goed
wordt
geïntegreerd in het netwerk van de bestaande
voorzieningen.
23.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
C'est le comité d'assurance des soins de santé qui
conclut
les
conventions
de
rééducation
fonctionnelles avec les établissements pour
toxicomanes, sur proposition du collège des
médecins directeurs et après avis de la commission
de contrôle budgétaire.
Il a été décidé de ne pas accéder à la demande de
Dianova pour plusieurs raisons.
La première est que le collège doit agir dans le
cadre des mesures budgétaires fixées par le conseil
général pour le secteur de la rééducation, qui fixe
de façon détaillée les nouvelles initiatives qu'il
considère comme étant prioritaires et à réaliser.
Deuxièmement, un choix a dû être opéré entre
différentes initiatives, en tenant compte du fait que
de nombreuses communautés thérapeutiques
existaient déjà. La priorité a été donnée aux centres
qui offraient une prise en charge en ambulatoire ou
qui visaient une population pour laquelle l'offre
actuelle ne suffisait pas.
La troisième raison réside dans la volonté de
conclure une convention avec Dianova uniquement
dans le cas où cette association offrirait une formule
qui
diffère
fondamentalement
de
l'offre
thérapeutique pour toxicomanes et à condition que
Dianova établisse un lien structurel avec une
université
belge
et
que
la
communauté
thérapeutique de Dianova soit bien intégrée dans le
réseau des structures existantes.
Wat de samenwerking met een Belgische
universiteit betreft, heeft Dianova aangekondigd dat
het de bedoeling is samenwerkingsverbanden aan
te knopen, maar tot op heden heeft het RIZIV geen
concrete informatie hieromtrent van Dianova
ontvangen. Het RIZIV acht het daarom niet
opportuun om op de aanvraag van Dianova in te
gaan.
En ce qui concerne les liens avec une université
belge, Dianova a annoncé son intention d'établir de
tels liens mais n'a transmis à ce jour aucune
information concrète à l'INAMI qui estime dès lors
peu judicieux d'accéder à la demande de Dianova.
23.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Ik heb de
beheerders van die vzw ontmoet, evenals artsen die
voor een universiteit werken die erkend is voor haar
werk inzake de bestrijding van drugsverslaving. Ik
heb kunnen vaststellen dat dit project beantwoordde
23.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : J'ai
rencontré les gestionnaires de cette asbl et des
médecins actifs dans une université reconnue en
matière de lutte contre la toxicomanie. J'ai pu
constater que cette démarche répondait à une
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
aan een behoefte en dat er rekening werd
gehouden met de RIZIV-normen. Het leek me een
goede aanvulling op andere benaderingen, en ik
vrees dat dit project om principiële redenen
tegengehouden zal worden.
demande et qu'elle tenait compte des normes de
l'INAMI. Elle m'a semblé complémentaire à d'autres
approches et je crains que ce projet ne soit victime
de blocages de principe.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
minister van Klimaat en Energie over "de normen
voor de niet-ioniserende stralingen" (nr. 8128)
- de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "het verband tussen gsm-
straling en het risico op hersentumoren"
(nr. 8668)
De voorzitter: De heer Desseyn is afwezig, zijn
vraag nr. 8668 wordt geschrapt.
24 Questions jointes de
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la norme des
radiations non ionisantes" (n° 8128)<br>- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le lien entre les rayonnements de
GSM et le risque de tumeurs au cerveau"
(n° 8668)</b>
Le président : M. Deseyn étant absent, sa question
n ° 8668 est supprimée.
24.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Er gaan heel wat stemmen op die
strengere normen vragen inzake de bescherming
tegen niet-ioniserende straling. Bevestigt u uw
voornemen om het advies van de Hoge
Gezondheidsraad in acht te nemen, waarin nog
voor de goedkeuring van het besluit van 2005 werd
gepleit voor een norm van 3 volt per meter voor
zendmasten? Zal u deze norm ook laten gelden
voor de overige inrichtingen en toestellen die
hyperfrequente straling kunnen afgeven? Zal u
strengere verplichtingen opleggen aan producenten
en distributeurs inzake de voorlichting over de
mogelijke gevolgen voor de gezondheid?
24.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : De nombreuses voix s'élèvent pour
réclamer des normes de protection plus exigeantes
en matière de radiations non ionisantes. Confirmez-
vous votre intention de vous rallier à l'avis du
Conseil supérieur de la santé qui, avant l'adoption
de l'arrêté de 2005, avait plaidé pour une norme de
trois volts par mètre pour les antennes ?
Appliquerez-vous
cette
norme
aux
autres
installations et appareils susceptibles d'émettre des
rayonnements d'hyperfréquence ? Renforcerez-
vous les obligations des producteurs et distributeurs
en matière d'information sur les effets possibles sur
la santé ?
24.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
verheugt me dat de door mijn collega, minister
Magnette, in het kader van de Lente van het
Leefmilieu georganiseerde workshop over de
elektromagnetische golven een aantal dossiers in
beweging heeft gebracht.
Wat de normen voor niet-ioniserende stralingen
betreft, komt de volksgezondheid op de eerste
plaats. De burger moet correcte informatie krijgen,
waarbij evenwel boodschappen die contraproductief
werken moeten worden vermeden, en er moeten
in overleg met de controle-instanties en met de
organen voor wetenschappelijke analyse
proportionele maatregelen worden genomen.
Het is inderdaad mijn bedoeling de emissienorm
voor de zendmasten te verlagen. In dat verband
heb ik mijn diensten gevraagd een onderzoek uit te
voeren naar de frequenties tussen 10 MHz en 10
GHz, die meer bepaald belangrijk zijn voor de
operatoren van het WiMAX-netwerk. De nieuwe
24.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je me réjouis que l'atelier sur les ondes
électromagnétiques organisé par mon collègue M.
Magnette dans le cadre du Printemps de
l'environnement ait permis de faire avancer
plusieurs dossiers.
En ce qui concerne la norme relative aux radiations
non ionisantes, mon souci premier est la santé de
nos concitoyens. La priorité est de les informer
correctement, mais en évitant les messages contre-
productifs, puis de prendre des mesures
proportionnelles, en concertation avec les instances
de contrôle et les organes d'analyse scientifique.
Je souhaite effectivement diminuer la norme
d'émission des antennes et j'ai demandé à mes
services de se pencher sur la question des
fréquences comprises entre 10MHz et 10GHz, ce
qui concerne notamment les opérateurs du réseau
WiMax. Les installations WiFi placées dans les
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
norm zal eveneens gelden voor de wifi-installaties
op voor het publiek toegankelijke plaatsen. In de
brochure
`Elektromagnetische
velden
en
gezondheid' van de FOD Volksgezondheid vindt u
de nodige gebruiks- en installatietips met betrekking
tot de technologieën voor gebruik in huis.
Voor
de
productnormen
en
de
gebruiksvoorwaarden verwijs ik u naar de minister
die bevoegd is voor consumentenzaken.
De voorzitter: Slechts twee keer een gsm-ringtone
tijdens de vraag!
zones accessibles au public devront, elles aussi,
respecter la nouvelle norme. Pour celles destinées
à un usage domestique, les indispensables conseils
d'utilisation et d'installation figurent dans la brochure
« Les champs électromagnétiques et la santé » du
SPF Santé publique.
Enfin, pour ce qui est des normes de produit et des
conditions d'utilisation, je vous renvoie à mon
collègue en charge de la Protection du
consommateur.
Le président : Nous n'aurons entendu que deux
sonneries de GSM pendant la question !
24.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Ik ben blij dat u de norm wil verstrengen,
maar volgens mij is het helemaal niet
contraproductief om de bevolking op het gevaar van
gsm-gebruik te wijzen.
24.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Je me réjouis de votre intention de rendre
la norme plus exigeante, mais il ne me semble pas
contre-productif de souligner les dangers de
l'utilisation du GSM.
24.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Men
moet over alle objectieve elementen beschikken
alvorens informatiecampagnes op te zetten. De
geloofwaardigheid van de campagnes en, bijgevolg,
hun impact bij de bevolking staan hier op het spel.
24.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : Il
faut avoir tous les éléments objectifs avant de
lancer des campagnes d'information. Il y va de la
crédibilité de ces campagnes et, partant, de leur
impact auprès de la population.
24.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): De tendens die uit de wetenschappelijke
studies blijkt is zeer duidelijk. De epidemiologische
studies zijn zeldzaam maar wijzen stuk voor stuk op
de noodzaak van meer voorzorg. De brochure van
de FOD volstaat dus niet, de gebruikers moeten in
de verkoopspunten worden geïnformeerd.
Ecolo vraagt bovendien dat het niveau voor de
frequentie van de gsm snel op O,6 V/m wordt
gebracht. De voortdurende blootstelling met een
kleine intensiteit moet worden verminderd maar ook
de intensieve blootstelling tijdens de oproepen moet
afnemen. Dat alles is mogelijk zonder dat het
comfort afneemt.
De voorzitter: Een inventarisatie van de studies die
op de diverse beleidsniveaus worden verricht zou
onze commissie bij haar denkwerk kunnen helpen.
24.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : La tendance qui ressort des études
scientifiques
est
très
nette.
Les
études
épidémiologiques sont peu nombreuses mais
abondent toutes dans le sens d'une plus grande
précaution. Il faut donc aller au-delà de la brochure
du SPF et informer les utilisateurs dans les points
de vente.
Ecolo demande en outre que le niveau passe
rapidement à 0,6 V/m pour la fréquence des GSM.
Il faut diminuer l'exposition permanente à basse
intensité mais aussi l'exposition intensive pendant
les appels. Tout cela est possible sans perte de
confort.
Le président : La recension des études réalisées à
différents niveaux de pouvoir devrait permettre à
notre commission d'avancer dans sa réflexion.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
25 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "hoorapparaten" (nr. 8370)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de verkoop van
hoorapparaten in België" (nr. 8450)
25 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les appareils auditifs" (n° 8370)<br>- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la vente des
appareils auditifs en Belgique" (n° 8450)</b>
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
De voorzitter: Op het verzoek om uitstel van
mevrouw Lejeune kan niet worden ingegaan
aangezien het hier samengevoegde vragen betreft.
Le président : Il n'est pas possible d'accéder à la
demande de report de Mme Lejeune puisqu'il s'agit
de questions jointes.
25.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
Uit een studie van het Federaal Kenniscentrum voor
de
Gezondheidszorg
(KCE)
blijkt
dat
slechthorenden vaak kiezen voor de duurdere
hoorapparaten, zelfs wanneer die geen enkel
voordeel bieden. Die keuze zou vooral in verband
staan met het percentage op de verkoopprijs van
het toestel dat naar de verkoper gaat. Daarom
beveelt het KCE aan om de vergoeding voor de
dienstverlening door de verkoper los te koppelen
van de terugbetaling voor het hoorapparaat zelf.
Bovendien zouden de patiënten de mogelijkheid
moeten krijgen om meerdere hoorapparaten te
testen.
Het
KCE
stelt
ook
voor
om
overheidsopdrachten uit te schrijven, opdat de
concurrentie tussen de leveranciers kan spelen en
de prijzen zouden dalen. Is uw departement van
plan deze aanbevelingen snel toe te passen?
25.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Selon les résultats d'une étude du Centre
fédéral d'expertise des soins de santé (KCE), les
malentendants s'orientent souvent vers les
appareils auditifs les plus chers, même dans les cas
où ceux-ci n'offrent aucun avantage. Ces choix
seraient en grande partie liés au pourcentage que le
vendeur perçoit sur le prix de l'appareil auditif
vendu. C'est pourquoi le KCE recommande de
séparer le remboursement des services du vendeur
de celui de l'appareil auditif lui-même. De plus, les
patients devraient avoir la possibilité de tester
plusieurs appareils auditifs. Le KCE suggère
également que des marchés publics soient lancés
afin de faire jouer la concurrence entre les
fournisseurs et de faire baisser les prix. Votre
administration compte-t-elle appliquer rapidement
ces recommandations ?
25.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Op 30
juni 2008 sloot de Overeenkomstencommissie
audiciens en verzekeringsinstellingen een nieuwe
nationale overeenkomst voor acht maanden, met
als
doel
een
betere
terugbetaling
van
hoorapparaten en een grotere prijstransparantie.
Gezien de korte duur van die overeenkomst zullen
we ze snel kunnen evalueren en zo nodig bijsturen.
De Overeenkomstencommissie zal de bevindingen
en aanbevelingen in het KCE-verslag, dat op de
volgende vergadering zal worden voorgesteld,
aandachtig bestuderen.
Er zal ook een nieuw afleveringsattest worden
uitgewerkt. De eerste resultaten van het follow-
upsysteem zullen eveneens worden opgenomen in
de evaluatie van de nieuwe maatregelen.
25.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le 30 juin 2008, la Commission de convention entre
audiciens et organismes assureurs a conclu pour
une durée de huit mois une nouvelle convention
nationale
afin
de
prévoir
un
meilleur
remboursement des appareils auditifs et de parvenir
à une meilleure transparence des prix. La courte
période de cette convention permettra de procéder
rapidement à une évaluation et, si nécessaire, de
prendre des mesures correctives.
La
Commission
de
convention
examinera
attentivement les conclusions et recommandations
du rapport du KCE qui lui sera présenté lors de sa
prochaine réunion.
Une nouvelle attestation de délivrance a également
été élaborée. Les premiers résultats de ce système
de « suivi » seront également intégrés dans
l'évaluation des nouvelles mesures.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De vragen nrs 8385 van de heer
Goutry en 8431 van de heer Otlet worden verdaagd.
Mevrouw Lejeune heeft gevraagd dat haar vraag
nr. 8388 wordt verdaagd en de heer Brotcorne gaat
ermee akkoord dat zijn samengevoegde vraag nr.
8421 eveneens wordt verdaagd. De heer Jeholet is
afwezig.
L'incident est clos.
Le président : Les questions n
os
8385 de M. Goutry
et 8431 de M. Otlet sont reportées. Mme Lejeune
ayant demandé le report de sa question n° 8388, M.
Brotcorne accepte de reporter sa question jointe
n° 8421. M. Jeholet est absent.
26 Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over "de toename
van
onbetaalde ziekenhuisfacturen" (nr. 8400)
26 Question de M. Josy Arens à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'augmentation des factures
hospitalières impayées" (n° 8400)</b>
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
26.01 Josy Arens (cdH): Er zouden voor 400
miljoen euro onbetaalde ziekenhuisfacturen zijn, en
de gemiddelde betalingstermijn bedraagt honderd
dagen. Volgens de FOD Volksgezondheid is die
schuld in vijf jaar tijd met een derde toegenomen.
De ziekenhuizen maken zich geen illusies meer
over de mogelijkheden om die bedragen te innen.
Meer dan de helft van de openstaande bedragen zal
nooit betaald worden. Veel ziekenhuizen versturen
hun factuur dan ook veel sneller en sommige eisen
waarborgen bij de opname.
Men
kan
de
stijgende
kosten voor de
gezondheidszorg niet ontkennen, en bijzonder die
voor de ziekenhuizen. Er wordt globaal 80%
terugbetaald, het saldo blijft ten laste van de
patiënten.
Kunt u die cijfers bevestigen? Wat denkt u over die
toename van onbetaalde facturen? Ze brengen de
wankele financiële gezondheid van de ziekenhuizen
in gevaar. Welke inningsprocedures zijn toegelaten
en welke inningskosten zijn toegelaten? Bestaan er
gegevens per provincie met betrekking tot de
onbetaalde
bedragen,
de
gemiddelde
betalingstermijn, het aantal betrokken personen en
hun statuut?
26.01 Josy Arens (cdH) : Les factures
hospitalières
en
attente
de
paiement
représenteraient 400 millions d'euros, le délai de
paiement moyen étant de cent jours. Selon le SPF
Santé publique, cette dette a augmenté d'un tiers en
cinq ans. Les hôpitaux ne se font guère d'illusions
sur les possibilités de recouvrement. Plus de la
moitié des sommes dues ne seront jamais payées.
Aussi, de nombreux hôpitaux envoient plus
rapidement leurs factures et certains réclament des
garanties à l'admission.
On ne peut nier l'augmentation du coût des soins de
santé, et singulièrement à l'hôpital. Globalement,
80% sont remboursés, le solde reste à charge des
patients.
Pouvez-vous me confirmer ces chiffres ? Quel est
votre sentiment à propos de cette augmentation des
impayés ? Ceux-ci mettent en péril la fragile santé
financière des hôpitaux. Quelles procédures de
recouvrement sont-elles admises et quels frais de
recouvrement sont-ils autorisés ? Existe-t-il des
données par province quant aux montants impayés,
au délai moyen de paiement, au nombre de
personnes concernées et à leur statut ?
26.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): We
merken inderdaad een stijging van het aantal
onbetaalde facturen in de ziekenhuizen. Maar men
moet dat gegeven relativeren want de omzet van de
instellingen is ook sterk gestegen de jongste jaren.
Het relatieve aandeel van de onbetaalde facturen
blijft min of meer stabiel: 2,74 procent in 2000, 2,99
procent in 2005, met een piek van 3,9 procent in
2003.
De ziekenhuizen hebben geen enkele speciale regel
voor het innen van onbetaalde facturen. Ze moeten
dus de bestaande wettelijke procedures volgen.
Meer dan 97 procent van de patiënten zijn
aangesloten bij een verzekeringsinstelling en zijn
bijgevolg onderworpen aan het systeem van de
derde
betaler.
Daardoor
zijn
de
ziekenhuisinstellingen zeker dat ze het aandeel van
de verblijfskosten van de patiënt zullen ontvangen.
Dat verklaart het vrij lage aandeel van onbetaalde
facturen ten opzichte van de omzet. Dat fenomeen
brengt het voortbestaan van een ziekenhuis dus
niet in gevaar.
De sociale problemen die een instelling kan hebben
en die een gedeeltelijke verklaring zijn voor de
onbetaalde facturen, worden gecompenseerd door
een budget van 19 miljoen euro dat verdeeld is
volgens
criteria
die
het
risico
van
het
patiëntenbestand weerspiegelen. Bovendien spelen
de sociale diensten van de ziekenhuizen een
26.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
En effet, nous observons une augmentation du
nombre de factures impayées dans les hôpitaux.
Cependant, il convient de relativiser car le chiffre
d'affaires des établissements a, lui aussi, augmenté
de manière importante ces dernières années. La
part relative de factures impayées reste plus ou
moins stable : 2,74 % en 2000, 2,99 % en 2005,
avec un pic de 3,9 % en 2003.
Aucune règle spéciale n'est prévue pour la
récupération des impayés par les hôpitaux. Ils
doivent donc suivre les procédures légales
existantes.
Plus de 97 % des patients sont affiliés à un
organisme assureur et sont, par conséquent,
soumis au système du tiers payant, grâce auquel
les établissements hospitaliers sont assurés de
percevoir la part relative aux frais de séjour du
patient. C'est ce qui explique la proportion assez
faible des factures impayées par rapport au chiffre
d'affaires. Ce phénomène ne met donc pas en
danger la survie d'un hôpital.
Les problèmes sociaux auxquels peut être
confronté un établissement et qui peuvent expliquer
partiellement
les
factures
impayées
sont
compensés par un budget de 19 millions d'euros
répartis selon des critères qui reflètent le risque
présenté par la patientèle. De plus, les services
sociaux des hôpitaux jouent un rôle important dans
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
belangrijke rol in de schuldbemiddeling.
Ik beschik enkel over regionale gegevens. Indien
men de cijfers per provincie wil uitsplitsen, moeten
we de informatica inschakelen. In dat geval
verzoek ik u de vraag schriftelijk in te dienen.
la médiation de dette.
Je ne dispose que de données régionales. Un tri
par province requiert des travaux informatiques.
Aussi, je vous prie de me poser la question par
écrit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
27 Vraag van de heer Josy Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het niet voorhanden zijn
van de FibroScan in de provincie Luxemburg"
(nr. 8401)
27 Question de M. Josy Arens à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'absence de FibroScan dans
la province de Luxembourg" (n° 8401)</b>
27.01 Josy Arens (cdH): Hoeveel Fibroscan zijn er
per provincie? Heeft het gebruik van Fibroscan een
weerslag op het aantal uitgevoerde biopsieën?
Hoeveel kosten de biopsieonderzoeken en de
Fibroscanonderzoeken? Komt het RIZIV tegemoet
in de kosten van een Fibroscanonderzoek?
Vindt u dat de gelijkwaardigheid van de zorg in het
kader van hepatitis C verzekerd is, aangezien de
provincie Luxemburg niet over een Fibroscan
beschikt? Zal u daar een mouw aan passen?
27.01 Josy Arens (cdH) : Combien de Fibroscan
compte-t-on par province? Le recours au Fibroscan
a-t-il une incidence sur le nombre de biopsies
effectuées ? Quel sont les coûts des examens
réalisés par biopsie et par Fibroscan ? L'INAMI
intervient-il dans le coût d'un examen par
Fibroscan ?
Dans le cadre de l'hépatite C, estimez-vous que
l'équivalence de soins est une réalité, puisque la
province de Luxembourg n'a pas de Fibroscan ?
Comptez-vous remédier à cette situation ?
27.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
leverbiopsie
en
het
erop
volgende
weefselonderzoek vormen de standaardtest voor
leverfibrose of -cirrose. Aangezien het een invasief
onderzoek betreft, is het onaangenaam voor de
patiënt. De resultaten kunnen variëren afhankelijk
van de plaats waar het staal werd genomen, en
daarom zijn niet-invasieve diagnosemethoden
noodzakelijk. Deze methoden zijn van groot belang
wanneer er nieuwe geneesmiddelen moeten
worden getest, zeker nu er aanzienlijke vooruitgang
wordt geboekt inzake de behandeling van
chronische hepatitis.
De medische beeldvorming wordt in de eerste
plaats gebruikt om cirrose vast te stellen bij
patiënten met een chronische leveraandoening. Ze
verschaft tevens aanvullende informatie wanneer de
resultaten van een biopsie niet duidelijk genoeg zijn.
De Fibroscan® van Echosen is een nieuwe, niet-
invasieve
onderzoeksmethode,
waarbij
met
elastografie getracht wordt de elasticiteit van het
leverweefsel te meten aan de hand van de
voortplantingssnelheid van een laagfrequente
elektromagnetische golf. Hoe harder de lever, hoe
sneller de golf zich voortplant. Deze nieuwe
techniek wordt nu geëvalueerd. De betrouwbaarste
resultaten worden vastgesteld bij hepatitis C-
patiënten. De ultrasone elastografie is niet
betrouwbaar bij zwaarlijvige patiënten, patiënten
met vocht in de buik en patiënten met een opstoot
van hepatitis.
27.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La biopsie du foie et l'examen du tissu qui s'ensuit
constitue le test standard en cas de fibrose ou de
cirrhose du foie. S'agissant d'un examen invasif, il
est mal ressenti par les patients. Les résultats
peuvent varier selon l'endroit où l'échantillon a été
prélevé, d'où la nécessité de méthodes de
diagnostic non invasives. La démarche a toute son
importance lorsque des médicaments nouveaux
doivent être testés, d'autant que des avancées
considérables sont réalisées dans le traitement des
hépatites chroniques.
L'imagerie médicale a pour mission essentielle le
diagnostic de cirrhose chez les patients atteints
d'une maladie du foie chronique. Elle livre
également des informations lorsque les résultats
d'une biopsie n'étaient pas suffisamment clairs. Le
fibroscan® ou echosen® est une nouvelle méthode
d'examen non invasive. Elle revêt la forme d'une
élastographie, qui tente de mesurer la rigidité du
foie à l'aide d'une onde en progression à basse
fréquence à travers le foie. Plus le foie est dur et
rigide, plus la vitesse de l'onde sera élevée. Cette
nouvelle technique fait actuellement l'objet d'une
évaluation. Les résultats les plus fiables ont été
recensés chez les patients atteints d'une hépatite C.
Mais l'élastographie par ultrasons pose des
problèmes chez les patients obèses, les patients
souffrant d'ascite ou chez lesquels une forte
poussée d'hépatite est ressentie.
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
Het nut van die techniek wordt nog nader
onderzocht. Een andere onderzoeksmethode is de
elastografie via magnetische resonantie, die het
mogelijk maakt de elasticiteit te meten met behulp
van een magnetische golf. Die nieuwe techniek
wordt nog op punt gesteld.
In het kader van de verplichte ziekte en
invaliditeitsverzekering zal zeker worden nagegaan
of die nieuwe technieken kunnen worden vergoed,
zodra ze ingang zullen hebben gevonden.
Tot zover mijn antwoord in dit stadium. Ik stel voor
dat ik het schriftelijk zal aanvullen met de specifieke
gegevens betreffende de provincie Luxemburg.
Cette technique fait encore l'objet d'analyses pour
contrôler son utilité. Une autre forme est
l'élastographie
par
résonance
magnétique
permettant de mesurer l'élasticité à l'aide d'une
onde magnétique. Cette nouvelle technique est
également en cours d'élaboration.
Nul doute que l'assurance maladie-invalidité
obligatoire examinera l'intégration de ces nouvelles
techniques d'examen dans le paquet de soins
remboursés une fois qu'elles auront acquis leur
place.
Voici ma réponse à l'heure actuelle. Je propose de
la compléter par écrit avec les renseignements
spécifiques à la province de Luxembourg.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 8403 van de heer Arens
wordt omgevormd in schriftelijke vraag.
L'incident est clos.
Le président : La question n° 8403 de M. Arens est
transformée en question écrite.
28 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid
over
"de
verkoopsvoorwaarden voor geneesmiddelen die
sibutramine bevatten" (nr. 8433)
28 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
conditions de vente de médicaments contenant
de la sibutramine" (n° 8433)</b>
28.01 Colette Burgeon (PS): Enkele dagen
geleden overleed in Seine-Saint-Denis een jonge
vrouw na het nemen van vermageringscapsules. Uit
de eerste resultaten van de toxicologische analyse
bleek dat de capsules sibutramine bevatten. Dat is
het actief bestanddeel van Reductil, een
geneesmiddel tegen obesitas dat in capsulevorm
wordt verkocht. Onder welke voorwaarden wordt dat
geneesmiddel in België afgeleverd? Mogen in de
apotheek bereide capsules sibutramine bevatten?
Is het aanvaardbaar dat men zich dat geneesmiddel
zo gemakkelijk kan aanschaffen via internetsites
zoals "buyreductil.be"?
28.01 Colette Burgeon (PS) : Une jeune femme
est décédée il y a quelques jours en Seine-Saint-
Denis des suites de l'absorption de gélules
amaigrissantes. Les premiers résultats de l'analyse
toxicologique ont révélé la présence de sibutramine.
Cette substance est l'ingrédient actif du Reductil, un
médicament contre l'obésité vendu sous la forme
de gélules. Quelles sont les conditions de
délivrance de ce médicament en Belgique ? La
sibutramine peut-elle entrer dans la composition de
gélules fabriquées en pharmacie ? Est-il acceptable
de pouvoir acquérir aussi facilement ce médicament
sur un site internet tel que « buyreductil.be » ?
28.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Reductil
is enkel verkrijgbaar op medisch voorschrift. De
verkoop ervan via internet is ten strengste
verboden. Theoretisch mogen capsules sibutramine
bevatten, maar momenteel heeft sibutramine geen
vergunning als grondstof.
Het is moeilijk om efficiënt op te treden tegen
dergelijke internetsites die op onwettige wijze
geneesmiddelen verkopen. Ik wil echter de nu
reeds bestaande samenwerking tussen het
Geneesmiddelenagentschap, de douanediensten
en de politiediensten op nationaal vlak beter
steunen. Op internationaal niveau werd er een
sterke samenwerking uitgebouwd en die moet
worden gehandhaafd.
28.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le Reductil ne peut être délivré que sur prescription
médicale. Son commerce via internet est
strictement interdit. En théorie, la sibutramine peut
entrer dans la composition de gélules mais à l'heure
actuelle, il n'existe pas de matière première
sibutramine autorisée.
En termes d'action, il est souvent difficile d'agir
efficacement à l'encontre de certains sites internet
illicites de vente de médicaments. J'entends
toutefois soutenir davantage sur le plan national la
collaboration qui existe déjà entre l'Agence des
médicaments, les services des douanes et les
services de police. À l'échelon international, une
solide collaboration a été développée et doit être
maintenue.
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
Afgezien van die maatregelen lijkt het me belangrijk
dat de bevolking inziet dat de veiligheid en de
kwaliteit van geregistreerde geneesmiddelen enkel
kan worden gegarandeerd als zij via de officiële
kanalen
worden
afgeleverd.
Het
Federaal
Agentschap voor Geneesmiddelen heeft op zijn
website een waarschuwing ter zake geplaatst en
men zal ervoor zorgen dat die boodschap nog meer
in het oog springt. Ik sta achter de door het
Agentschap geplande campagne met het oog op de
sensibilisering van de bevolking inzake de risico's
die verbonden zijn aan de aankoop van
geneesmiddelen via internet.
Outre ces mesures, il me semble important de faire
comprendre au public que seule la délivrance de
médicaments enregistrés via des canaux officiels
permet de garantir leur sécurité et leur qualité.
L'Agence des médicaments a placé sur son site
web un message d'avertissement pour le public à
cet égard, message qui sera prochainement
davantage mis en évidence. Je soutiens le projet de
campagne développé par l'Agence pour sensibiliser
le grand public aux risques liés à l'achat de
médicaments sur internet.
28.03 Colette Burgeon (PS): Het is geruststellend
dat u het heeft over een medisch voorschrift in
België. Kan u iets ondernemen tegen de
internetsites
die
dergelijke
onwettige
verkoopspraktijken toepassen?
28.03 Colette Burgeon (PS) : Il est rassurant que
vous parliez de prescription médicale en Belgique.
Avez-vous des moyens d'action contre les sites
internet qui pratiquent ces ventes illicites ?
28.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
hangt af van de eigenaar van de website en waar
die is gevestigd. Indien dat in België is, is er geen
probleem, maar doorgaans is dat niet het geval.
28.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cela dépend du propriétaire du site et de sa
localisation. S'il est situé en Belgique, il n'y a pas de
souci, mais généralement ce n'est pas le cas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
29 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de vrije keuze van de
patiënten om hun zorgverstrekker te kiezen"
(nr. 8526)
29 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la liberté
des patients de choisir leur dispensateur de
soins" (n° 8526)</b>
29.01 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro): Bij een
doorverwijzing naar de thuisverpleging regelen de
sociale diensten van de instellingen meestal zelf de
thuiszorg met de verpleegdienst van hun keuze.
Daardoor wordt het recht op vrije keuze van de
patiënt genegeerd en vallen veel zelfstandige
praktijken uit de boot.
Is het niet mogelijk om de patiënten een lijst met
zorgverstrekkers te geven zodat zij zelf kunnen
kiezen? Zal de minister hier werk van maken?
29.01 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro) : Lorsque le
patient se voit prescrire des soins infirmiers à
domicile, les services sociaux des institutions
règlent généralement eux-mêmes ces soins avec le
service infirmier de leur choix. Il en résulte que le
droit de libre choix du patient est ignoré et que de
nombreux organismes indépendants sont exclus.
Ne pourrait-on fournir aux patients une liste des
dispensateurs de soins, afin qu'ils puissent choisir
eux-mêmes ? La ministre y veillera-t-elle ?
29.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het recht op vrije keuze is een belangrijke principe
in de volksgezondheid. Het is verankerd in de wet
op de patiëntenrechten.
Er zijn twee mogelijkheden om het probleem op te
lossen. Ten eerste kunnen de ziekenhuizen worden
herinnerd aan het recht op vrije keuze. Zij kunnen
dat doen door de patiënt een lijst met
thuisverpleegkundigen in zijn buurt te geven. Ik heb
mijn diensten gevraagd de haalbaarheid hiervan de
onderzoeken.
29.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : En matière de santé publique, la
liberté de choix constitue un principe important, qui
est ancré dans la loi relative aux droits du patient.
Le problème peut être résolu de deux manières.
Premièrement, on peut rappeler aux hôpitaux
l'existence du droit au libre choix. Ceux-ci peuvent
par exemple remettre au patient une liste des
infirmiers à domicile de sa région. J'ai demandé à
mes services d'étudier la faisabilité d'une telle
option.
CRABV 52
COM 377
24/11/2008
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
Ten tweede onderzoeken de geïntegreerde
diensten
voor
thuisverzorging
(GDT)
de
mogelijkheid om een multidisciplinair overleg te
organiseren voor de ziekenhuispatiënten die naar
huis terugkeren. Daarbij zouden de verschillende
partners van de eerste lijn betrokken worden, zoals
de huisarts en de thuisverpleegkundige. In dat
kader kan de patiënt ook worden geïnformeerd over
de opties inzake thuisverpleging. Ik heb in de
technische subgroep Hulp aan Ouderen van de
interministeriële conferentie Volksgezondheid de
reflectie over de rol van de GDT opnieuw opgestart.
Deuxièmement, les services intégrés de soins à
domicile (SISD) étudient la possibilité d'organiser
une concertation disciplinaire pour les patients
hospitalisés qui regagnent leur domicile. Les
différents partenaires de première ligne, comme le
médecin de famille et l'infirmer à domicile, seraient
associés à cette démarche. Dans ce cadre, le
patient peut également être informé sur les options
en matière de soins à domicile. J'ai relancé la
réflexion sur le rôle des SISD au sein du sous-
groupe technique 'Aide aux personnes âgées' de la
conférence interministérielle Santé publique.
29.03 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro): Kan de minister
mij schriftelijk het resultaat van het onderzoek
bezorgen?
29.03 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro): La ministre
pourrait-elle me transmettre par écrit les résultats
de l'étude ?
29.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ja.
29.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Oui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
30 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "anti-decubituskussen"
(nr. 8527)
30 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les coussins
anti-escarres" (n° 8527)</b>
30.01 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro): De regelgeving
voor het verkrijgen van anti-decubitusmateriaal is
behoorlijk Kafkaiaans: een anti-decubituskussen
wordt enkel door het Riziv terugbetaald als ook een
rolstoel wordt aangevraagd. Bij het Vlaams
Agentschap kan zo'n kussen wel apart worden
aangevraagd, maar dan alleen door gehandicapten
en niet door langdurig zieken.
Zal de minister deze situatie rechtzetten?
30.01 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro) : La
réglementation relative au remboursement du
matériel anti-escarres
est pour le moins
kafkaïenne : un coussin anti-escarres n'est
remboursé par l'Inami qu'à condition que la
demande soit assortie d'une demande de fauteuil
roulant. Par ailleurs, une demande de coussin anti-
escarres peut être introduite séparément auprès de
l'Agence flamande, mais uniquement par des
personnes handicapées et pas par les malades de
longue durée.
La ministre envisage-t-elle de prendre des mesures
dans ce cadre ?
30.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
tenlasteneming van het anti-decubituskussen door
de verplichte ziekteverzekering werd ingevoerd bij
de hervorming van de nomenclatuur van de
mobiliteitshulpmiddelen op 1 oktober 2005.
Daardoor is er momenteel enkel een terugbetaling
voor rolstoelgebruikers. De reglementering wordt
momenteel geëvalueerd. De terugbetaling van anti-
decubitusmateriaal kan in dat kader worden
uitgebreid.
Ook binnen het programma `Voorrang aan
chronisch zieken' kan de analyse van de noden van
anti-decubitusmateriaal worden gemaakt en kan in
een terugbetaling van anti-decubitusmateriaal
worden voorzien. Ik zal daarover advies vragen aan
30.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Étant donné que les coussins anti-
escarres sont pris en charge par l'assurance
maladie obligatoire depuis la réforme de la
nomenclature des aides à la mobilité intervenue le
1
er
octobre 2005, leur remboursement n'est possible
que pour les personnes en chaise roulante. Le
remboursement pourrait être élargi à de nouvelles
catégories de matériel anti-escarres dans le cadre
de l'évaluation actuelle de la réglementation.
Le programme " Priorité aux malades chroniques ! "
permet également d'analyser les besoins en
matériel anti-escarres et de les rembourser. Je
solliciterai l'avis du Conseil scientifique pour les
malad(i)es chroniques de l'INAMI à cet égard.
24/11/2008
CRABV 52
COM 377
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
de wetenschappelijke raad voor chronisch zieken
van het Riziv.
30.03 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro): Ik stel voor dat
de minister dit specifieke probleem laat opnemen bij
de evaluatie, zodat het niet over het hoofd wordt
gezien.
30.03 Maya Detiège (sp.a+Vl.Pro) : Je propose
que la ministre intègre ce problème spécifique dans
l'évaluation, pour qu'il ne soit pas perdu de vue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18.13 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18 h 13.