KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 309
CRABV 52 COM 309
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTERIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GENERALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag
mercredi
17-09-2008
17-09-2008
Voormiddag
Matin
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en vragen van
1
Interpellations et questions jointes de
1
- de heer Jean-Marie Dedecker tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het personeelsbeleid bij de federale
politie en bij de algemene inspectie en
betreffende het functioneren van de hoofden van
beide diensten (art. 131)" (nr. 105)
1
- M. Jean-Marie Dedecker au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique
du personnel à la police fédérale et à l'inspection
générale ainsi que sur le comportement des chefs
de ces deux services (art. 131)" (n° 105)
1
- de heer Fouad Lahssaini tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gevolgen van de rapporten van
het Comité P" (nr. 111)
1
- M. Fouad Lahssaini au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les suites du rapport du
Comité P" (n° 111)
1
- de heer Stefaan Van Hecke tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "mogelijke onregelmatigheden bij
benoemingen federale politie" (nr. 112)
1
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les irrégularités qui
auraient été commises lors de nominations à la
police fédérale" (n° 112)
1
- de heer Filip De Man tot de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de drie
rapporten van het Comité P" (nr. 113)
1
- M. Filip De Man au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du
Comité P" (n° 113)
1
- de heer Ludwig Vandenhove tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de berichten betreffende het
personeelsbeleid bij de federale politie en bij de
algemene inspectie en betreffende de rapporten
van het Comité P" (nr. 116)
1
- M. Ludwig Vandenhove au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les informations
concernant la politique du personnel à la police
fédérale et à l'inspection générale ainsi que les
rapports du Comité P" (n° 116)
1
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de drie
rapporten
van
het
Comité P
van
15 september 2008" (nr. 7238)
1
- M. Josy Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du
Comité P du 15 septembre 2008" (n° 7238)
1
Sprekers: Jean Marie Dedecker, voorzitter
van de LDD-fractie, Fouad Lahssaini,
Stefaan Van Hecke, Filip De Man, Gerolf
Annemans
, voorzitter van de Vlaams Belang-
fractie, Ludwig Vandenhove, Josy Arens,
Patrick
Dewael, vice-eersteminister
en
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean Marie Dedecker, président du
groupe LDD, Fouad Lahssaini, Stefaan Van
Hecke, Filip De Man, Gerolf Annemans
,
président du groupe Vlaams Belang, Ludwig
Vandenhove, Josy Arens, Patrick Dewael
,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Moties
19
Motions
19
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
17
SEPTEMBER
2008
Voormiddag
______
du
MERCREDI
17
SEPTEMBRE
2008
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.16 uur en
voorgezeten door de heer André Frédéric.
De voorzitter: Ik zal nauwlettend toezien op de
spreektijd. De eerste interpellant beschikt over tien
minuten, de volgende over vijf minuten. De regering
krijgt twintig minuten voor haar antwoord.
Vervolgens beschikken de interpellanten over vijf
minuten voor hun repliek. Op verzoek van
Kamervoorzitter Van Rompuy mogen de leden die
dat wensen gedurende vijf minuten het woord
nemen in het kader van de replieken.
La réunion publique est ouverte à 10 h 16 par
M. André Frédéric, président.
Le président : Je serai strict en ce qui concerne les
temps de parole. Le premier interpellateur dispose
de dix minutes, les suivants de cinq minutes. Le
gouvernement a vingt minutes pour répondre.
Ensuite, les interpellateurs disposent de cinq
minutes pour leur réplique. À la demande du
président Van Rompuy, les membres qui le
souhaitent pourront intervenir cinq minutes dans les
répliques.
01 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Jean-Marie Dedecker tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het personeelsbeleid bij de federale
politie en bij de algemene inspectie en
betreffende het functioneren van de hoofden van
beide diensten (art. 131)" (nr. 105)
- de heer Fouad Lahssaini tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gevolgen van de rapporten van
het Comité P" (nr. 111)
- de heer Stefaan Van Hecke tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "mogelijke onregelmatigheden bij
benoemingen federale politie" (nr. 112)
- de heer Filip De Man tot de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
drie rapporten van het Comité P" (nr. 113)
- de heer Ludwig Vandenhove tot de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de berichten betreffende het
personeelsbeleid bij de federale politie en bij de
algemene inspectie en betreffende de rapporten
van het Comité P" (nr. 116)
01 Interpellations et questions jointes de
- M. Jean-Marie Dedecker au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique
du personnel à la police fédérale et à l'inspection
générale ainsi que sur le comportement des
chefs de ces deux services (art. 131)" (n° 105)
- M. Fouad Lahssaini au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les suites du rapport
du Comité P" (n° 111)
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les irrégularités qui
auraient été commises lors de nominations à la
police fédérale" (n° 112)
- M. Filip De Man au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du
Comité P" (n° 113)
- M. Ludwig Vandenhove au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "les informations
concernant la politique du personnel à la police
fédérale et à l'inspection générale ainsi que les
rapports du Comité P" (n° 116)
- M. Josy Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les trois rapports du
Comité P du 15 septembre 2008" (n° 7238)</b>
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
drie
rapporten
van
het
Comité P
van
15 september 2008" (nr. 7238)
01.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Tien minuten
spreektijd is weinig voor de bespreking van het
lijvige rapport dat we gisteren hebben ontvangen,
maar ik zal proberen mij hieraan te houden.
Ik ben blij dat dit dossier dankzij de media-aandacht
en wat druk van een kleine partij eindelijk wordt
behandeld. Ik zal het hier niet specifiek hebben over
de zaken rond Els Cleemput, Sylvie Ricour of Anja
Savonet, over canapépolitiek, machtsmisbruik of
over de rol van de eigen adviseurs van minister
Dewael. Nog op 9 juli jongstleden - en dit staat ook
in het rapport van het Comité P - heeft de minister
duidelijk gezegd dat hij de zaken had geverifieerd
en heeft hij de voorgestelde constructies verdedigd.
Ik zal nu aantonen dat de minister reeds vanaf de
eerste dag, 30 november 2006, op de hoogte was
van de zaak-Christa Debeck.
01.01 Jean Marie Dedecker (LDD) : Dix minutes
de temps de parole, c'est peu pour examiner le
volumineux rapport que nous avons reçu hier, mais
je vais essayer de m'y tenir.
Je suis heureux que ce dossier soit enfin traité
grâce à sa médiatisation et aux pressions d'un petit
parti. Je ne vais pas aborder spécifiquement les
affaires Els Cleemput, Sylvie Ricour ou Anja
Savonet, les promotions canapé, l'abus de pouvoir
ou le rôle des conseillers du ministre Dewael. Le
9 juillet dernier encore ­ et cela figure également
dans le rapport du Comité P ­ le ministre a déclaré
clairement avoir procédé à des vérifications et a
défendu les constructions proposées. Je vais
démontrer à présent que dès le premier jour, à
savoir le 30 novembre 2006, le ministre était au
courant de l'affaire Christa Debeck.
Op 30 november 2006 werd een examen
georganiseerd voor mevrouw Christa Debeck, die
daartoe voor een examencommissie van tien
personen
moest
verschijnen.
In
die
selectiecommissie zat ook mevrouw Els Goddro als
afgevaardigde van Binnenlandse Zaken en, naar ik
aanneem, als rechterhand van de minister.
Mevrouw Debeck kreeg geen gunstig klassement
van de commissie, ook niet van mevrouw Goddro,
maar vervolgens werd dit besluit veranderd door de
inspecteur-generaal en zijn adjunct, de heren Luc
Closset en Guido Van Wijmersch. Naderhand
benoemde de minister de betrokkene als adviseur-
auditeur. Bovendien werd al op het ogenblik van het
examen een nieuwe functie uitgedokterd. De top
van de inspectie fraudeert dus. Die inspectie valt
onder de rechtstreekse bevoegdheid van de
minister.
Le 30 novembre 2006, un examen a été organisé
pour Mme Christa Debeck qui a été invitée à se
présenter devant une commission composée de dix
personnes, parmi lesquelles Mme Els Goddro, en
tant que déléguée de l'Intérieur et, je suppose, bras
droit du ministre. Alors même que Mme Debeck
n'est classée en ordre utile ni par Mme Goddro, ni
par l'ensemble de la commission, cette décision est
modifiée par l'inspecteur général et son adjoint,
MM. Luc Closset et Guido Van Wijmersch, après
quoi le ministre nomme l'intéressée à la fonction de
conseiller auditeur. Par ailleurs, la direction de
l'inspection, qui relève de la compétence directe du
ministre, a commis une fraude puisqu'une nouvelle
fonction est créée simultanément à la tenue de cet
examen.
's Anderendaags trad de betrokkene reeds in
dienst. Op 12 december 2006 was er een akte van
slagen van mevrouw Debeck. Op 6 maart werd ze
aangeworven als adviseur-auditeur. Wat was de rol
van mevrouw Goddro in deze zaak? Heeft ze de
minister ingelicht over deze gang van zaken?
Bovendien begon de betrokkene eerst aan een
stage in haar nieuwe functie, maar ze deed deze
stage op het kabinet van de minister en verscheen
pas op de inspectie na de verkiezingen van 2007.
De heer Paul Van Tigchelt, ook een medewerker
van de minister, zei dat de betrokkene de stage met
succes had doorlopen, terwijl er eigenlijk nooit
sprake is geweest van een dergelijke stage, zoals
het Comité P ook bevestigt. De minister moet van
L'intéressée est entrée en service dès le lendemain.
Le 12 décembre 2006, la réussite de Mme Debeck
était notifiée. Le 6 mars, elle était engagée comme
conseiller auditeur. Quel rôle Mme Goddro a-t-elle
joué dans ce dossier ? A-t-elle informé le ministre
de la situation ? De plus, l'intéressée a d'abord
effectué un stage dans sa nouvelle fonction mais
elle l'a fait au cabinet du ministre et ne s'est
présentée à l'inspection qu'après les élections de
2007. M. Van Tigchelt, également collaborateur du
ministre, a déclaré que l'intéressée avait réussi le
stage alors qu'en réalité il n'a jamais été question
de stage, comme le Comité P le confirme aussi. Le
ministre doit tout de même avoir remarqué l'une ou
l'autre chose, puisqu'il s'agissait de son propre
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
dit alles toch ook iets hebben gemerkt, aangezien
het zijn eigen kabinet betrof.
cabinet.
Ondertussen pleegden twee mensen van de top
van de federale politie, de heer Closset en Van
Wymersch, schriftvervalsing. Toch blijven zij
momenteel hun functie gewoon verder uitoefenen.
De minister, die duidelijk van de gang van zaken op
de hoogte was, is zelfs ingegaan tegen het juridisch
advies van zijn medewerker Marc De Mesmaeker.
Deux hauts dirigeants de la police fédérale,
MM. Closset et Van Wymersch, sont pour l'heure
maintenus dans leurs fonctions alors même qu'ils
se sont rendus coupables de faux en écriture. Le
ministre, qui avait manifestement connaissance de
cet état de fait, est allé jusqu'à ignorer l'avis
juridique rendu par M. Marc De Mesmaeker, son
collaborateur.
Ook heeft de minister op 22 juni 2006 een brief
ontvangen van het ACV, waarin gesproken werd
over de zaak-Debeck en het Calogpersoneel in het
algemeen. De minister antwoordde dat het ACV
zich met zijn eigen zaken moest bemoeien.
Gelukkig heeft het ACV zijn brief ook aangetekend
naar deze Kamer gestuurd, naar de vaste
begeleidingscommissie voor het Comité P. De
meerderheid was dus op de hoogte van deze
klacht, maar de begeleidingscommissie heeft niets
met de brief gedaan. Na lang aandringen heeft men
wij willen horen en heb ik mijn dossier kunnen
afgeven.
De minister had de brief dus ook gekregen, maar
toch heeft hij nog een KB opgesteld om de dame in
haar functie te bevestigen. Hij wist nochtans dat ze
geen stage kon hebben gelopen, ze liep immers op
het kabinet-Dewael rond.
En outre, le ministre a reçu le 22 juin 2006 un
courrier de la CSC, qui évoquait l'affaire Debeck et
la question du personnel CALog en général. Le
ministre a répondu que la CSC ne devait pas se
mêler des affaires d'autrui. La CSC a heureusement
aussi adressé sa lettre par recommandé à la
Chambre, à la commission permanente de Suivi du
Comité P. La majorité était donc au fait de cette
plainte mais la commission de Suivi n'a pas réagi à
ce courrier. Après moult insistance, on a accepté de
m'entendre et j'ai pu remettre mon dossier.
Le ministre avait donc également reçu la lettre mais
il a néanmoins encore rédigé un arrêté royal pour
confirmer l'intéressée dans sa fonction. Il savait
pourtant qu'elle ne pouvait avoir effectué de stage
puisqu'elle était au cabinet Dewael.
De minister wist dat er een onderzoek liep bij het
Comité P. Toch heeft het kabinet van de minister
nog actief ingegrepen op het dossier door mensen
in een hogere loonschaal te plaatsen en de
schriftvervalsing ten minste oogluikend toe te laten.
Hoe durft de minister beweren van niet te weten,
als zijn directe medewerkers wél op de hoogte
waren? Werd hij dan niet ingelicht? Legt hij een
aangetekend schrijven en een onderzoek van het
Comité P zomaar naast zich neer?
Nu zit de minster vast. Het is zijn kop die moet
rollen, of die van Koekelberg. De hele politietop is
gepolitiseerd en bekwaamheid is een irrelevant
detail geworden. Het gaat om zuivere partijpolitiek
en een graaicultuur die ook door de minister wordt
beschermd beschermd.
Ofwel is de minister misleid en onwetend. Dan is hij
onbekwaam en moet hij ontslag nemen. Ofwel is de
minister medeplichtig en dan moet hij ook ontslag
nemen.
Ik vraag aan het Parlement om een parlementaire
Le ministre savait que le Comité P menait une
enquête mais son cabinet est encore intervenu
activement dans le dossier en intégrant certaines
personnes dans une échelle de traitement
supérieure et en fermant à tout le moins les yeux
sur le faux en écriture. Comment le ministre peut-il
prétendre ne rien savoir si ses collaborateurs
directs étaient bel et bien au courant ? N'a-t-il donc
pas été informé ? Balaye-t-il simplement du revers
de la main un courrier recommandé et une enquête
du Comité P ?
Aujourd'hui, le ministre est au pied du mur. Le
couperet doit tomber sur sa tête ou sur celle de M.
Koekelberg. La direction de la police tout entière est
politisée et la compétence est devenue un détail
sans importance. Il s'agit de politique partisane à
l'état pur et d'une culture du profit personnel que le
ministre protège aussi.
Soit le ministre a été dupé et il est ignorant. Dans ce
cas, il est incompétent et doit démissionner. Soit le
ministre est complice et il doit également
démissionner.
Je demande au Parlement d'instituer une
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
commissie op te richten om de handel en wandel
binnen het kabinet Binnenlandse Zaken te
onderzoeken. Het Comité P kan daar immers niet
binnen, hoewel de kwalijke dossiers duidelijk van
daaruit gestuurd werden.
Het gaat hier over de integriteit van 48.000
politiemensen, maar de minister houdt liever de
politietop de hand boven het hoofd. Hij neemt geen
maatregelen omdat hij vooral zelf op zijn stoel wil
blijven zitten. De minister verschuilt zich achter zijn
ich habe es nicht gewu
t, en daar heb ik een
grondige hekel aan.
commission parlementaire chargée d'enquêter sur
les pratiques qui ont cours au cabinet de l'Intérieur.
En effet, le Comité P n'y a pas ses entrées bien que
ce cabinet soit clairement à l'origine des dossiers
délicats.
Il s'agit en l'occurrence de l'intégrité de 48.000
policiers, mais le ministre préfère protéger la
hiérarchie de la police. Il s'abstient d'intervenir
parce qu'il tient avant tout à garder sa place. Le
ministre se retranche derrière le "Ich habe es nicht
gewusst",
ce que je déteste foncièrement.
01.02 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Onze rol
bestaat er bovenal in te zorgen voor een politieke
dimensie en een politieke analyse van de feiten. Ik
zal niet nader ingaan op de technische aspecten
van het dossier, dat ons pas gisteren vrij laat werd
bezorgd. Bovendien moeten we ervoor zorgen dat
onze werkzaamheden van vandaag de werking van
de politiekorpsen niet in het gedrang brengen. Het
zijn immers niet de politiediensten, maar enkel de
hoogste rangen, die vandaag ter discussie staan.
Uit een aantal in de rapporten van het Comité P
aangehaalde feiten blijkt echter dat het beheer van
bepaalde dossiers sterk te wensen overliet. Een en
ander geldt zowel voor de benoemingsdossiers als
voor de dossiers inzake valsheid in geschrifte en
het gebruik van valse stukken. Het beheer van die
dossiers doet denken aan een soort van koude
oorlog, waarbij men elkaar in een valstrik wilde
lokken en het afwachten was wie het zwaarst in de
fout zou gaan.
01.02 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : Avant
tout, notre responsabilité consiste à donner une
dimension et une analyse politiques des faits. Je
n'entrerai pas dans des détails techniques du
dossier, qui d'ailleurs ne nous a été transmis hier
qu'assez tard. De plus, nous devons faire en sorte
que notre travail d'aujourd'hui ne déteigne pas sur
le fonctionnement des corps de police. Il ne s'agit
pas de mettre en cause ceux-ci mais seulement le
plus haut niveau hiérarchique.
On peut néanmoins relever certains faits, relatés
dans les rapports du Comité P, qui montrent une
gestion calamiteuse dans différents dossiers
(commissionnements ou « faux et usage de faux »).
La gestion de ces dossiers fait penser à une espèce
de guerre froide, de relation piège, dans laquelle
chacun attendait de voir qui allait commettre l'erreur
la plus grave.
Mijnheer de minister, een jaar na de feiten met
betrekking tot de aanstellingen, heeft u aan het
Comité P een onderzoek gevraagd. Dat onderzoek
behoorde niet tot zijn bevoegdheid en het Comité
was ook niet in staat om het te voeren. U en de
commissaris-generaal heeft de logica van de
wederzijdse uitschakeling gehanteerd. Ik betreur
dat de voogdijminister momenteel niet langer
informatie of bijkomende verduidelijkingen over de
hangende dossiers kan vragen.
Het verslag van het Comité P steekt goed ­ al te
goed -in elkaar, want enkel de commissaris-
generaal komt in het gedrang. Natuurlijk heeft de
commissaris-generaal op zijn minst vergissingen of
zelfs fouten begaan, maar hoe staat het met de
verantwoordelijkheid van de minister? Ik vrees dat
er hiermee slechts één persoon zijn baan verliest.
Men krijgt de indruk dat er een machtsspelletje aan
de gang is tussen u en de commissaris-generaal.
Alsof iedereen geprobeerd heeft zich in te dekken
door de verantwoordelijkheid naar iemand anders
Monsieur le ministre, vous avez demandé au
Comité P, un an après les faits relatifs aux
commissionnements, une enquête qu'il n'était pas
en mesure de faire et qui n'entrait pas dans ses
compétences, vous avez participé à cette logique
de neutralisation réciproque entre vous et le
commissaire général. Je déplore que le ministre de
tutelle se retrouve dans une situation où il ne peut
plus demander des informations ou un complément
de précisions sur les dossiers en cours.
Ce rapport du Comité P est très, voire trop, bien
ficelé car il met uniquement le commissaire général
sur la sellette. Certes, le commissaire général a au
moins commis des erreurs, voire des fautes, mais
quelle est la responsabilité du ministre ? Je crains
qu'on ne fasse sauter qu'un fusible. On a
l'impression que s'est mis en place un jeu de
pouvoir entre vous et le commissaire général.
Comme si chacun avait essayé de se couvrir en
engageant la responsabilité de l'autre ! Et puisque
vous n'étiez plus capable de gérer le dossier face à
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
door te schuiven! En aangezien u niet meer in staat
was het dossier rechtstreeks met de commissaris-
generaal te beheren, moest een derde optreden, die
iedereen beklad heeft.
face avec le commissaire général, il fallait qu'un
tiers intervienne, qui a éclaboussé tout le monde.
Het dossier inzake valsheid in geschrifte en het
gebruik van valse stukken is vandaag in handen
van het gerecht. Toch wil ik u daarover enkele
vragen stellen. Het Comité P verwijt de
commissaris-generaal in zijn rapport dat hij niet als
een `goed huisvader' heeft gehandeld. Waarom
echter deed ook u dat niet? Waarom heeft u de
commissaris-generaal niet op het matje geroepen?
Had u, als hiërarchische overste, een ontmoeting
met de commissaris-generaal? Zoniet, waarom
niet? Waarom werd zolang getalmd voor er een
beroep werd gedaan op het Comité P?
Waarom werden de dossiers, meer bepaald
betreffende de benoemingen, niet gecentraliseerd?
Wat deed u om een globale visie te krijgen op het
dossier?
Vandaag wordt de vertrouwensrelatie te berde
gebracht, die blijkbaar zoek is tussen uzelf en de
commissaris-generaal. Volgens de pers zou u al
een tuchtbeslissing hebben genomen ten aanzien
van de commissaris-generaal. Om welk soort
procedure gaat het? Wie zal beslissen of het om
een vergissing, dan wel om een fout gaat, om in
voorkomend
geval
op
grond
daarvan
tuchtmaatregelen te nemen?
Aujourd'hui, le dossier faux et usage de faux est
entre les mains de la justice. Cependant, je
voudrais vous poser quelques questions. Dans son
rapport, le comité P reproche au commissaire
général de ne pas avoir agi en « bon père de
famille ». Pourquoi n'avez-vous pas non plus agi de
la sorte ? Pourquoi n'avoir pas convoqué le
commissaire général pour des explications ? En
tant que supérieur hiérarchique, avez-vous
rencontré le commissaire général et sinon
pourquoi ? Pourquoi avoir attendu si longtemps
pour demander l'intervention du comité P ?
Par ailleurs, pourquoi les dossiers et notamment
ceux relatifs aux commissionnements n'ont-ils pas
été centralisés ? Quelle initiative avez-vous prise
pour avoir une vision globale du dossier ?
Aujourd'hui, la question de la confiance est
évoquée. Apparemment, ce sentiment n'existe plus
entre vous et le commissaire général. Selon la
presse, vous auriez déjà pris une décision
disciplinaire au sujet du commissaire général. De
quel type de procédure s'agit-il ? Qui va déterminer
s'il s'agit d'une erreur ou d'une faute, afin que, sur
cette base, des mesures disciplinaires soient
éventuellement prises ?
Vandaag zullen we een en ander moeten
voorstellen over wat er met dit dossier moet
gebeuren. Het is al te gemakkelijk om de volledige
verantwoordelijkheid in de schoenen van de
commissaris-generaal
te
schuiven.
Die
verantwoordelijkheid dient op zijn minst gedeeld te
worden met de minister. Wij verwachten evenveel
van de minister als van de commissaris-generaal.
Er zijn al ministers moeten aftreden voor veel
minder zware feiten!
Aujourd'hui, nous allons devoir proposer des
orientations sur les suites à réserver à ce dossier. Il
est trop facile de faire endosser l'entière
responsabilité au commissaire général, celle-ci doit
au moins être partagée avec le ministre. Nous
attendons autant du ministre que du commissaire
général. Des ministres sont tombés pour des faits
beaucoup moins graves !
01.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): De drie
rapporten van het Comité P zijn vernietigend voor
de politietop en voor de beleidscel binnen het
kabinet van de minister. Er zijn onwettige
benoemingen gebeurd, de detachering van
mevrouw
Cleemput
is
niet
volgens
een
aanvaardbare procedure verlopen en mevrouw
Debeck is op onwettige wijze aan een hoge functie
geraakt. Bij dit laatste en meest bezwarende
dossier zijn er ernstige aanwijzingen dat er valsheid
in geschrifte is gepleegd en dat er valse stukken zijn
gebruikt. Het dossier is doorgespeeld aan de
procureur des Konings en zal verder juridisch
worden afgehandeld.
01.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Les
trois rapports du Comité P sont accablants pour le
sommet de la police et pour la cellule stratégique au
sein du cabinet du ministre. Il a été procédé à des
commissionnements illégaux, la procédure suivie
lors du détachement de Mme Cleemput était pour le
moins douteuse et Mme Debeck a décroché dans
l'illégalité une fonction importante. Dans le cadre de
ce dernier dossier, qui est le plus accablant, il existe
des indices graves de faux et usage de faux. Le
dossier a été transmis au procureur du Roi et suivra
son cours.
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Het kabinet van de minister was in elk geval actief
betrokken bij het opzetten van constructies om
mevrouw Debeck een superpromotie te bezorgen.
Zij heeft voordeel gehaald uit haar bevoorrechte
positie. Er werd zelfs een functie gecreëerd om haar
te kunnen benoemen. De constructie is bedacht op
het kabinet van de minister. Of de minister zelf
betrokken was, kan het Comité P niet weten. Maar
het is bijna ondenkbaar dat de minister van niets
wist.
Quoi qu'il en soit, le cabinet du ministre a été
activement
impliqué
dans
l'élaboration
de
constructions visant à octroyer une super-promotion
à Mme Debeck. Celle-ci a profité de sa position
privilégiée. Une nouvelle fonction a même été créée
pour permettre sa nomination. La construction a été
élaborée au cabinet du ministre, mais le Comité P
ignore si le ministre lui-même était impliqué. Or, il
n'est guère probable que le ministre n'ait été au
courant de rien.
De minister is politiek verantwoordelijk voor wat er
allemaal is fout gelopen op zijn kabinet. Het interne
onderzoek dat hij heeft aangekondigd, is
onvoldoende. Het Comité P vraagt zich in zijn
rapport af of de hoge politieambtenaren nog wel
kunnen rekenen op het vertrouwen van de minister,
maar ik vraag mij ook af of de minister nog wel het
vertrouwen van zijn ambtenaren heeft.
Het is onmogelijk om zomaar over te gaan tot de
orde van de dag. Een goede samenwerking tussen
de minister en de politietop lijkt mij ook onmogelijk
geworden. Niets doen en de problemen laten
aanslepen getuigt niet van goed bestuur.
Het opstarten van een disciplinaire procedure tegen
de betrokkenen is inderdaad noodzakelijk.
Bovendien is de minister van Binnenlandse Zaken
politiek verantwoordelijk voor wat is fout gelopen.
Volgens ons is er dan ook maar één conclusie
mogelijk en dat is dat de minister ontslag neemt.
Andere ministers hebben in het verleden al voor
minder ontslag genomen.
Le ministre est politiquement responsable de tous
les dérapages intervenus au sein de son cabinet.
L'enquête interne qu'il a annoncée est insuffisante.
Dans son rapport, le Comité P se demande si les
hauts fonctionnaires de police peuvent encore
compter sur la confiance du ministre, mais je me
demande quant à moi si le ministre bénéficie
toujours de la confiance de ses fonctionnaires.
Il est impossible de passer purement et simplement
à l'ordre du jour. Une collaboration fructueuse entre
le ministre et la hiérarchie de la police me semble
également devenue irréalisable. Rester les bras
croisés et laisser traîner les problèmes ne témoigne
pas d'une bonne gouvernance.
Il s'indique effectivement de lancer une procédure
disciplinaire à l'encontre des intéressés. En outre, le
ministre de l'Intérieur est politiquement responsable
des dérapages intervenus. À notre estime, on ne
peut tirer qu'une seule conclusion : le ministre doit
démissionner.
D'autres
ministres
ont
déjà
démissionné pour moins que cela par le passé.
01.04 Filip De Man (Vlaams Belang): Deze
minister
heeft
duidelijk
nauwelijks
toezicht
uitgeoefend op zijn diensten en op zijn kabinet. Uit
het onderzoek van het Comité P blijkt dat er
gesjoemeld werd op het kabinet van de minister en
aan de top van de federale politie. De minister
weigert tot op heden sancties te nemen en
conclusies te trekken uit zijn persoonlijk falen.
Wanneer commissaris-generaal Koekelberg op het
kabinet van de minister de toppromotie van zijn
persoonlijke secretaresse komt regelen, tekent de
minister deze promotie, terwijl dat volgens de wet
niet eens mogelijk is. De minister onderneemt ook
niets wanneer de commissaris-generaal in
samenwerking
met
directeur-generaal
Van
Branteghem de politiewoordvoerster eruit gooit en
ook de secretaresse van de directeur-generaal
promoveert. Daarbij worden alle procedureregels
overboord gegooid en wordt het recht op
verdediging
van
de
politiewoordvoerster
01.04 Filip De Man (Vlaams Belang) : Il est clair
que le ministre a exercé un contrôle insuffisant sur
ses services et sur son cabinet. L'enquête du
Comité P révèle des malversations au sein du
cabinet du ministre ainsi qu'à la direction de la
police fédérale. Le ministre refuse jusqu'à présent
de prendre des sanctions et de tirer les conclusions
de cet échec personnel.
Lorsque le commissaire général Koekelberg est
venu arranger la promotion vertigineuse de sa
secrétaire personnelle, le ministre a signé alors
même que la loi ne le lui permettait pas. Le ministre
est également resté muet lorsque le commissaire
général a accordé une promotion à la secrétaire du
directeur général et a renvoyé la porte-parole de la
police avec la collaboration du directeur général
Van Branteghem. Ces agissements font pourtant fi
de toute règle de procédure et violent le droit à la
défense de la porte-parole de la police.
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
geschonden.
De commissaris-generaal weigert een jaar lang iets
te doen aan de onwettige toestand en pas na het
onderzoek van het Comité P geeft hij toe dat er
misschien een inschattingsfout is gemaakt. Die
woorden trekt hij echter snel terug. Ondertussen
mag die man van de minister nog steeds zijn functie
uitoefenen. Als voorbeeldfunctie voor de meer dan
40.000 politiemensen kan dat tellen!
Après avoir refusé durant un an de mettre un terme
à cette situation illégale, le commissaire général a
admis, à la suite de l'enquête du Comité P, qu'une
erreur d'appréciation avait peut-être été commise,
avant de se rétracter aussitôt. Dans l'intervalle, le
ministre maintient à son poste cette personne qui
ne manquera pas de constituer un véritable
exemple de conduite pour les 40.000 agents que
compte la police !
De minister kan moeilijk beweren dat hij ook niet op
de hoogte was over het geval Cleemput. Na twaalf
jaar wordt zij plots gedefenestreerd door
commissaris-generaal Koekelberg. Mevrouw Ricour
en de minister lieten betijen. De gewezen
politiewoordvoerster is nog steeds niet gehoord
door de minister.
De minister ondertekende zonder verpinken de
verdachte promotie van zeven personen bij de
algemene inspectie, terwijl hij wist dat zijn eigen
diensten op dat moment een ontwerp afwerkten
over de juiste verloning van deze mensen. Ook toen
de juridische dienst van FedPol daarover in juli
2007 een negatief advies gaf, trad de minister niet
op.
Ondanks veel protest benoemde de minister dan
ook nog eens een medewerkster van zijn kabinet -
en tevens voorzitster van een VLD-afdeling - voor
een functie bij de Algemene Inspectie, een functie
die daarvoor niet eens bestond. Hij deed die
benoeming hoewel de dame in kwestie, mevrouw
Debeck, niet geslaagd was voor het examen. In de
jury zat mevrouw Goddro als vertegenwoordiger van
de minister, dus wij geloven niet dat de minister hier
niet van op de hoogte zou zijn geweest.
Le ministre peut difficilement prétendre qu'il n'était
pas davantage au courant du cas Cleemput. Après
douze années, celle-ci est soudain « défenestrée »
par
le
commissaire
général
Koekelberg.
Mme Ricour et le ministre ont laissé faire.
L'ancienne porte-parole de la police n'a toujours
pas été entendue par le ministre.
Celui-ci a apposé sans sourciller sa signature au
bas d'une promotion de sept personnes à
l'Inspection générale, alors qu'il savait que ses
propres services mettaient à ce moment-là la
dernière main à un projet relatif à la rémunération
correcte de ces personnes. Et le ministre n'est pas
davantage intervenu lorsque le service juridique de
la Police fédérale a émis en juillet 2007 un avis
négatif à ce sujet.
De surcroît, en dépit des nombreuses protestations,
le ministre a nommé l'une de ses collaboratrices de
cabinet ­ par ailleurs également présidente d'une
section du VLD ­ à une fonction à l'Inspection
générale, fonction qui n'existait même pas
auparavant. Il a procédé à cette nomination alors
que la dame en question ­ Mme Delbeck ­ avait
échoué à l'examen devant un jury au sein duquel
siégeait notamment Mme Goddro en qualité de
représentante du ministre. Nous ne pouvons donc
croire que le ministre n'était pas au courant.
Ofwel
was
de
minister,
ondanks
alle
waarschuwingen uit diverse hoeken, niet op de
hoogte van het onwettige karakter van al die
benoemingen en bevorderingen en heeft hij zwaar
gefaald als toezichthoudend minister, ofwel was hij
wel op de hoogte en dan is hij medeplichtig. Ik ben
geneigd het laatste te geloven.
Soit le ministre, malgré les mises en garde de toute
part, n'était pas au courant du caractère illégal de
tous ces commissionnements et promotions et il a
gravement manqué à ses devoirs de ministre de
tutelle, soit il était ou courant et dans ce cas, il est
complice, ce qui me semble le plus probable.
01.05 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Heeft
de voorzitter al een eenvoudige motie ontvangen?
De voorzitter: Neen.
01.05 Gerolf Annemans (Vlaams Belang) : Le
président a-t-il déjà reçu une motion pure et simple?
Le président : Non.
01.06 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro): Dit is
een belangrijk dossier voor de werking van onze
democratie en van de politie. We moeten het niet
01.06 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro) : Il s'agit
d'un dossier important pour le fonctionnement de
notre démocratie et de la police. Nous ne pouvons
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
koppelen aan andere dossiers waar deze regering
mee worstelt.
Wat betreft de twee secretaresses hoeft de minister
zich hier in het Parlement niet te verschuilen achter
allerlei procedures. Hier moet hij eerlijk antwoorden:
wat zal hij ondernemen tegen de commissaris-
generaal? Die heeft de laatste zes maanden veel
fouten gemaakt, zoals het onderzoek van het
Comité P heeft aangetoond. Hij heeft dat echter
nooit willen toegeven. Volgens ons kan de
commissaris-generaal niet langer functioneren en
moet hij ontslag nemen of krijgen. Waarom heeft de
minister zolang gewacht om iets te ondernemen
tegen de heer Koekelberg?
Wat de werking van de Algemene Inspectie betreft,
wachten wij het gerechtelijk onderzoek af tegen de
twee topambtenaren. De minister heeft verklaard
dat hij vrijdag de heer Closset zal ontmoeten.
Waarom moet dat zo lang duren? Wat gebeurt er
ondertussen met de Algemene Inspectie? Dat is
belangrijk voor de werking van alle politiemensen.
l'associer à d'autres dossiers difficiles de ce
gouvernement.
En ce qui concerne les deux secrétaires, le ministre
ne doit pas se retrancher, ici au Parlement, derrière
toutes sortes de procédures. Ici, il doit répondre
honnêtement : quelles mesures prendra-t-il à
l'égard du commissaire général ? Ce dernier a
commis de nombreuses erreurs ces six derniers
mois, comme l'a démontré l'enquête du Comité P. Il
n'a toutefois jamais voulu l'admettre. À notre sens,
le commissaire général ne peut plus fonctionner et
doit remettre ou recevoir sa démission. Pourquoi le
ministre a-t-il attendu aussi longtemps pour prendre
des mesures à l'égard de M. Koekelberg ?
En ce qui concerne le fonctionnement de
l'Inspection générale, nous attendons l'enquête
judiciaire
ouverte
contre
les
deux
hauts
fonctionnaires. Le ministre a indiqué qu'il
rencontrerait M. Closset vendredi. Pourquoi faut-il
attendre si
longtemps ? Qu'advient-il dans
l'intervalle de l'Inspection générale ? C'est important
pour le fonctionnement de l'ensemble du personnel
policier.
Wat betreft de betrokkenheid van het kabinet van
de minister, staat er in het rapport van het Comité P
dat een kabinetsmedewerker de heer Closset
benaderd zou hebben over de constructie. Is er al
een intern onderzoek gevoerd? Is de informatie van
de heer Closset correct? Werd de betrokken
medewerker al gehoord? Als dat nog niet is
gebeurd, heeft de minister een groot politiek
probleem. Als de informatie blijkt te kloppen, is zijn
probleem zo mogelijk nog groter. De antwoorden op
deze vragen zullen bepalend zijn voor het standpunt
van mijn partij.
Quant au rôle du cabinet du ministre, selon le
rapport du Comité P, M. Closset aurait été pressenti
par un collaborateur du cabinet au sujet de
l'élaboration de la construction. Une enquête interne
a-t-elle déjà été menée ? L'information fournie par
M. Closset est-elle exacte ? Le collaborateur
concerné a-t-il déjà été entendu ? Si tel n'est pas le
cas, le ministre a un problème politique important.
Si l'information s'avère exacte, son problème n'en
sera que plus grand. Les réponses que vous
fournirez à ces questions détermineront la position
de mon parti.
01.07 Josy Arens (cdH): Ik wil erop wijzen dat het
hier over de politie gaat, waarvan de hoofdopdracht
in de maatschappij de bescherming van de
veiligheid van de burgers is.
In uw antwoorden op de vragen van verscheidene
collega's had u het over de grote ervaring van de
secretaressen die de benoeming kregen, meer
bepaald op 14 november 2007 (zie Beknopt Verslag
COM 24, blz. 19 en 20). Het verbaast me dan ook
dat u daar, minder dan één jaar later, helemaal
anders over denkt!
Wie ondervroeg het Comité P om tot die besluiten
te komen? Om hoeveel personen gaat het? Om wie
gaat het precies? Waarom worden de positieve
elementen niet vermeld?
Gebeurde de door de dienst Enquêtes van het
01.07 Josy Arens (cdH) : Je voudrais rappeler que
nous parlons de la police, dont la mission
essentielle dans la société est d'assurer la sécurité
des citoyens.
Dans vos réponses à plusieurs collègues, vous
avez fait état de la grande expérience des
secrétaires qui ont été nommées, et ce notamment
le 14 novembre 2007 (voir Compte rendu analytique
COM 24, p. 19 & 20). Aussi suis-je surpris
d'entendre, à peine un an plus tard, une telle
différence d'appréciation !
Qui a été interrogé par le Comité P pour lui
permettre d'arriver à ses conclusions ? De combien
de personnes s'agit-il ? Qui sont-elles ? Pourquoi
les éléments positifs ne sont-ils pas mentionnés ?
La procédure suivie par le service d'enquêtes du
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Comité P gevolgde procedure voldoende à charge
en à decharge? Werd de betrokkenen gevraagd
getuigen à decharge voor te brengen?
Comité P a-t-elle été suffisamment faite à charge et
à décharge ? Les personnes en cause ont-elles été
invitées à produire des témoins à décharge ?
01.08 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik wil in dit
dossier geen procedurefouten begaan. Ik zal
vandaag dan ook voorzichtigheid aan de dag
leggen. Ik zou niet willen dat u mij opnieuw
ondervraagt met de bewering dat ik in de fout zou
zijn gegaan.
01.08 Patrick Dewael, ministre (en français) : Je
ne veux commettre aucune erreur de procédure
dans ce dossier. Aujourd'hui, je serai donc prudent,
je ne voudrais pas que vous m'interpelliez à
nouveau en affirmant que j'aurais commis une
faute.
(Nederlands) In disciplinaire procedures moeten
bepaalde rechten worden gerespecteerd. Ik hield
mij totnogtoe bewust op de achtergrond, omdat ik
geen procedurefouten wil veroorzaken die nadien
als vrijgeleide zouden kunnen worden aangewend.
Dat heeft zich vroeger al meermaals voorgedaan
naar
aanleiding
van
parlementaire
onderzoekscommissies.
Op 11 september 2008 ontving ik de drie rapporten
van het Comité P. Een week voordien stuurde de
waarnemend voorzitter mij al een brief met de
mededeling dat, op basis van het gevoerde
onderzoek, op 5 september 2008 aangifte was
gedaan bij het parket van Brussel. Ik citeer. (Frans)
(En néerlandais) Les procédures disciplinaires
doivent être menées dans le respect de certains
droits. Je me suis délibérément tenu à l'arrière-plan,
jusqu'ici, pour ne pas être à l'origine de fautes de
procédure qui pourraient être utilisées comme des
sauf-conduits par la suite. Dans le passé, cela s'est
déjà produit à plusieurs reprises dans le cadre de
commissions d'enquête parlementaires.
Le 11 septembre, j'ai reçu les trois rapports du
Comité P. Une semaine plus tôt, le président faisant
fonction m'adressait déjà un courrier m'informant
que, sur la base de l'enquête effectuée, une
déposition avait été faite au parquet de Bruxelles le
5 septembre 2008.
(Citaat in het Frans) Er zijn ernstige aanwijzingen
dat er misdrijven werden gepleegd op het stuk van
valsheid en gebruik van valse stukken waaraan de
heer Luc Closset, inspecteur-generaal, en de heer
Guido Van Wijmersch, adjunct-inspecteur-generaal
op het ogenblik van de feiten en huidig korpschef
van de lokale politie van Brussel HOOFDSTAD
Elsene, zouden kunnen hebben deelgenomen. Het
gerecht zal moeten uitmaken in welke mate dat is
gebeurd.
(Citant en français) : "Des indices sérieux
permettent de mettre en évidence l'existence de
crimes de faux et usage de faux, auxquels
pourraient avoir participé ­ dans une mesure qu'il
appartiendra à la Justice de définir ­ M. Luc
Closset, inspecteur général, et M. Guido Van
Wijmersch, inspecteur général adjoint au moment
des faits et, actuellement, chef de corps de la police
locale de Bruxelles Capitale ­ Ixelles."
(Nederlands) Op 10 september 2008 schreef ik
naar de procureur des Konings te Brussel om mij op
de hoogte te houden van de evolutie van het
dossier.
De Algemene Inspectie staat zowel onder het gezag
van de minister van Binnenlandse Zaken als van de
minister van Justitie. Beiden treden hier op als
tuchtoverheid.
(En néerlandais) Le 10 septembre 2008, j'ai écrit au
procureur du Roi à Bruxelles pour qu'il m'informe de
l'évolution du dossier.
L'Inspection générale est placée sous l'autorité
conjointe des ministres de l'Intérieur et de la
Justice, qui interviennent tous deux en tant
qu'autorité disciplinaire.
Het Comité P meent dat de aanstellingsaktes van
de dames Ricour en Savonet onwettig zijn. Men had
mij deze aanstellingsaktes zelfs niet mogen
voorleggen. Een bevordering van niveau C tot
niveau A is wettelijk onmogelijk. Daarover zijn alle
specialisten die door het Comité P daarover om
advies werden gevraagd het eens. Alleen de
commissaris-generaal van de federale politie
verdedigde ze nog in een brief van 29 augustus
2008. Pas op 15 september 2008 heeft hij de
Le Comité P juge les actes de désignation de Mmes
Ricour et Savonet illégaux. Ces actes n'auraient
même pas dû m'être soumis. Une promotion du
niveau C au niveau A est légalement impossible.
Tous les spécialistes consultés à ce sujet par le
Comité P s'accordent à le dire. Seul le commissaire
général de la police fédérale a encore défendu cette
promotion dans un courrier du 29 août 2008. Ce
n'est que le 15 septembre 2008 qu'il a confirmé
l'illégalité.
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
onwettigheid bevestigd.
De vraag is nu of beide bevoegde ministers nog
voldoende vertrouwen hebben in de commissaris-
generaal. Het Comité P meent dat het zich moeilijk
kan uitspreken over het verder functioneren van de
commissaris-generaal,
maar
formuleert
wel
bedenkingen en vaststellingen. In het dossier-
Cleemput zijn de rechten van verdediging
geschonden en speelt de rivaliteit van de
mevrouwen Ricour en Savonet een grote rol. Ik
werd daarover al ondervraagd in deze commissie
op 9 juni 2008 en verklaarde toen al dat een
commissaris-generaal van onbesproken gedrag
moet zijn. Dat is van cruciaal belang voor de
werking van zijn diensten. In zijn recente brief geeft
hij
nu
de
onwettigheid
van
de
twee
aanstellingsbesluiten toe en vermeldt hij dat hij
"misschien een inschattingsfout heeft gemaakt".
Aanvankelijk wilde ik onderzoeken of dit het herstel
van het vertrouwen kon inleiden, doch uiteindelijk
besliste ik gisteren in samenspraak met de minister
van Justitie om toch een tuchtprocedure te starten.
Daarvoor zijn er genoeg bezwarende elementen in
het rapport van het Comité P, dat expliciet verwijst
naar artikel 29,4° van de deontologische code. De
naleving van een deontologische code is voor
iedereen verplicht en in de eerste plaats voor de
commissaris-generaal. De tuchtprocedure wordt
gevoerd conform het tuchtstatuut en daarop mag ik
niet verder ingaan.
La question se pose à présent de savoir si les deux
ministres compétents accordent encore une
confiance suffisante au commissaire général. Le
Comité P estime pouvoir difficilement se prononcer
sur le maintien du commissaire général dans ses
fonctions, mais formule toutefois des réserves et
effectue des constats. Dans le dossier Cleemput,
les droits de la défense ont été enfreints et la rivalité
entre Mmes Ricour et Savonet joue un rôle
important. Déjà interrogé à ce sujet au sein de cette
commission le 9 juin 2008, j'ai déjà déclaré alors
qu'un commissaire général devait être de conduite
irréprochable, ce qui est crucial pour le
fonctionnement de ses services. Dans sa récente
lettre, il reconnaît à présent l'illégalité des deux
arrêtés de désignation et indique avoir peut-être
commis une erreur d'appréciation. Je souhaitais
initialement examiner si cela pouvait rétablir la
confiance mais j'ai finalement décidé hier, en
concertation avec le ministre de la Justice, d'ouvrir
tout de même une procédure disciplinaire. Le
rapport du Comité P, qui renvoie explicitement à
l'article 29,4° du code de déontologie, comporte
suffisamment d'éléments accablants à cet effet. Le
code de déontologie doit être respecté par tous et
en premier lieu par le commissaire général. La
procédure disciplinaire est menée conformément au
statut disciplinaire et je ne puis en dire davantage à
ce propos.
Wat de aanstellingen van de mevrouwen Ricour en
Savonet betreft, heb ik twee ministeriële aktes
gestuurd naar het sociaal secretariaat van de
geïntegreerde
politie
met
de
onmiddellijke
stopzetting van die aanstellingen. Toen deze
aanstellingsbesluiten mij werden voorgelegd, ging ik
er redelijkerwijze van uit dat zij getoetst waren op
hun wettigheid. De federale politie beschikt
daarvoor overigens over een voldoende uitgeruste
administratie. Toch liet ik deze besluiten aan het
oordeel van het toenmalige hoofd van de juridische
dienst voorleggen, directeur-generaal Duchatelet. Ik
liet de besluiten nog aanpassen aan zijn
aanbevelingen. Als het Comité P nu tot de conclusie
komt van onwettigheid en de commissaris-generaal
dat ook toegeeft, dan staan we voor een nieuwe
situatie
waarop
onmiddellijk
moet
worden
gereageerd.
De
regelgeving
met
betrekking
tot
de
beleidsmedewerkers van de top van de federale
politie zal worden geëvalueerd en aangepast. Zo
voer ik de aanbevelingen van het Comité P uit. Ik
werd daarover vorig jaar in november al
ondervraagd.
En ce qui concerne les commissionnements de
Mme Ricour et de Mme Savonet, j'ai adressé deux
actes ministériels au secrétariat social de la police
intégrée ordonnant la cessation immédiate de ces
commissionnements. Lorsque ces arrêtés de
nomination m'ont été soumis, j'ai raisonnablement
supposé qu'ils avaient fait l'objet d'une évaluation
du point de vue de leur légalité. L'administration de
la police fédérale est par ailleurs dotée de
suffisamment de moyens à cet effet. J'ai toutefois
décidé de soumettre ces arrêtés à l'avis du chef du
service juridique de l'époque, le directeur général
M. Duchatelet et j'ai fait adapter les arrêtés à ses
recommandations. Si le Comité P conclut
aujourd'hui que les nominations étaient illégales et
que le commissaire général lui-même reconnaît les
faits, la donne est tout à fait différente et demande
une réaction immédiate.
La réglementation relative aux collaborateurs
stratégiques au sommet de la police fédérale sera
évaluée et aménagée. Les recommandations du
Comité P seront ainsi mises en oeuvre. J'ai déjà été
interrogé à ce sujet au mois de novembre 2007.
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Aangaande de selectie van mevrouw Debeck bij de
Algemene Inspectie werd bij het parket te Brussel
aangifte gedaan van vermeende strafbare feiten die
zouden zijn gepleegd door inspecteur-generaal
Closset en zijn adjunct, de heer Van Wijmersch.
Wij moeten het verdere gerechtelijk onderzoek
afwachten.
Wat de inspecteur-generaal betreft, werd ik op 5
september 2008 door het Comité P ingelicht over de
aangifte bij het parket. Op 11 september ontving ik
het rapport van het Comité P over de Algemene
Inspectie. Reeds op 12 september stelde ik vast
dat de goede werking van de dienst in het gedrang
kwam en overlegde ik met minister Vandeurzen. Wij
ontboden de heer Closset op maandag 15
september. Er werd een procedure afgesproken die
de goede werking van de Algemene Inspectie en
tegelijk de rechten van verdediging van de heer
Closset moest vrijwaren. Na zijn verhoor
overmorgen zal met volledige kennis van zaken
worden beslist over het nemen van een
ordemaatregel.
À propos de la sélection de Mme Debeck auprès de
l'Inspection générale, des déclarations ont été faites
au parquet de Bruxelles concernant des infractions
supposées, qui auraient été commises par
l'inspecteur général Closset et son adjoint, M. Van
Wijmersch. Il convient d'attendre la suite de
l'enquête judiciaire.
Concernant l'inspecteur général, j'ai été informé le
5 septembre 2008 par le Comité P de la déposition
au parquet. Le 11 septembre, j'ai reçu le rapport du
Comité P sur l'Inspection générale. Dès le
12 septembre,
j'ai
constaté
que
le
bon
fonctionnement du service était menacé et je me
suis concerté avec le ministre de la Justice,
M. Vandeurzen. Nous avons convoqué M. Closset
le lundi 15 septembre. Il a été convenu d'une
procédure garantissant à la fois le bon
fonctionnement de l'Inspection générale et les droits
de la défense de M. Closset. La décision
concernant une possible mesure d'ordre sera prise
en connaissance de cause après son audition,
après-demain.
Samen met de minister van Justitie ben ik bevoegd
voor het tuchtstatuut van het personeel van de
Algemene Inspectie, zelfs als personeelsleden later
een andere functie bekleden. De feiten waarvoor
het Comité P aangifte heeft gedaan bij het parket
met betrekking tot de heer Van Wijmersch, werden
gepleegd toen hij nog adjunct-inspecteur-generaal
was. Sinds 1 september is hij korpschef van de
politiezone
Brussel-Elsene.
Een
mogelijke
tuchtmaatregel
jegens
hem
moet
worden
onderscheiden van een mogelijke ordemaatregel,
iets waarvoor het politiecollege van de politiezone
Brussel
Hoofdstad
verantwoordelijk
is.
Op
tuchtrechtelijk vlak zullen dus de nodige stappen
worden gezet ten laste van de inspecteur-generaal,
zijn toenmalige adjunct en mevrouw Debeck. Ten
dele zijn we hiervoor afhankelijk van het
opsporingsonderzoek dat momenteel wordt gevoerd
door het Brusselse parket. Het is evident dat ik
hierop vandaag niet dieper kan ingaan.
Met betrekking tot het ministerieel besluit van 25
april 2007 inzake het toekennen van loonschalen
aan zeven CALog-personeelsleden van niveau A
van de Algemene Inspectie, is het rapport van het
Comité P duidelijk:
Le statut disciplinaire du personnel de l'inspection
générale relève de ma compétence ainsi que de
celle du ministre de la Justice, même dans
l'hypothèse où des membres du personnel
occupent ultérieurement une autre fonction. Les
faits reprochés à M. Van Wijmersch et dénoncés au
parquet par le Comité P ont été commis lorsqu'il
était encore inspecteur général adjoint. Depuis le 1
er
septembre, il assume la fonction de chef de corps
de la zone de police de Bruxelles-Ixelles. Il convient
de distinguer la mesure disciplinaire pouvant être
prise à son égard d'une éventuelle mesure d'ordre,
cette dernière ne pouvant être prise que par le
collège de police de la zone de police de Bruxelles
Capitale. En matière disciplinaire, les démarches
utiles seront entreprises à charge de l'inspecteur
général, de son ancien adjoint et de Mme Debeck.
Pour ce faire, nous dépendons en partie de
l'information en cours au parquet de Bruxelles. Il est
clair que je ne puis approfondir le sujet aujourd'hui.
Le rapport est clair en ce qui concerne l'arrêté
ministériel du 25 avril 2007 relatif à l'octroi de
barèmes à sept membres du personnel CALog de
niveau A de l'inspection générale :
(Citeert in het Frans) Het Comité P stelt vast dat de
adviezen verschillend zijn wat de wettelijkheid
betreft.
(Citant en français) « Le Comité P constate que les
avis divergent à propos de sa légalité. »
(Nederlands) De hamvraag hierbij was of het MB
van 25 april 2007 wel kon worden getroffen zolang
het MB voor de weging van het niveau A voor de
(En néerlandais) La question essentielle était de
savoir si l'arrêté royal du 25 avril 2007 pouvait être
pris tant que l'arrêté ministériel relatif à la
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
hele geïntegreerde politie niet was verschenen. Dat
laatste is gebeurd op 5 juni 2007. De juristen zijn
het over deze vraag niet eens.
De totstandkoming van het nieuwe statuut van het
CALog-personeel werd uitgebreid doorgepraat met
de vakbonden. De wet die het nieuwe statuut
invoert, is in werking getreden op 1 januari 2007. De
inschaling van die zeven personeelsleden niveau A
was het resultaat van de weging van de functies van
niveau A bij de Algemene Inspectie. Het KB van 23
maart 2007 legt de criteria vast om tot een
dergelijke weging over te kunnen gaan. Het KB
bepaalt ook dat de minister nadere regels ter zake
kan vastleggen. Dat laatste is gebeurd in het MB
van 25 april. De wettigheid hiervan werd trouwens
bevestigd door het Comité P.
pondération des fonctions de niveau A pour
l'ensemble de la police intégrée n'avait pas été
publié. Cette publication a eu lieu le 5 juin 2007. Les
avis des juristes divergent à ce propos.
La mise en oeuvre du nouveau statut du personnel
CALog a été discutée de manière approfondie avec
les syndicats. La loi instaurant le nouveau statut est
entrée en vigueur le 1
er
janvier 2007. L'embauche
de ces sept membres du personnel au niveau A
résultait de la pondération des fonctions de niveau
A auprès de l'Inspection Générale. L'arrêté royal du
23 mars 2007 établit les critères qui permettent de
procéder à une telle pondération. Ledit arrêté royal
précise également que le ministre peut fixer des
modalités y relatives. Cette dernière disposition
s'est concrétisée dans l'arrêté ministériel du 25 avril
dont la légalité a d'ailleurs été confirmée par le
Comité P.
Het Comité P heeft zich wel afgevraagd waarom de
resultaten van de weging niet aan de juridische
dienst van de federale politie werden voorgelegd.
De reden hiervoor is dat de Algemene Inspectie een
controleorgaan is dat onder de rechtstreekse
bevoegdheid staat van twee ministers. Het is
natuurlijk niet logisch dat een advies wordt
gevraagd over de Algemene Inspectie aan een
instantie waarover de Algemene Inspectie een
controlebevoegdheid uitoefent.
De juridische dienst van de federale politie heeft op
11 juni 2007 post factum een negatief advies
uitgebracht over het MB van 25 april 2007. Dat
advies werd echter nooit aan mijn kabinet bezorgd.
Het werd wel aan de bevoegde directeur-generaal
overhandigd, die het op 14 juli 2008 ­ meer dan een
jaar later dus ­ aan de commissaris-generaal
bezorgde. Ik heb eergisteren een revaluatie van het
MB gevraagd aan de juridische dienst van de
federale politie.
De brief van het ACV werd aan mij en aan het
Comité P gericht. Er werden twee zaken in
aangeklaagd: de vermeende onwettigheid bij de
selectie van een personeelslid van de Algemene
Inspectie en de te hoge inschaling van bepaalde
personeelsleden. Ik heb in mijn antwoord bevestigd
dat alle mij voorgelegde benoemingsbesluiten over
personeelsleden van de Algemene Inspectie intern
door de administratie werden voorbereid en
vergezeld waren van de noodzakelijke stukken ter
staving.
Op 28 maart 2007 ontving ik van de FOD
Binnenlandse Zaken een nota waarin werd
voorgesteld mevrouw Debeck met ingang van 1
december 2006 te benoemen in de functie van
Le Comité P s'est par contre demandé pourquoi les
résultats de la pondération n'avaient pas été soumis
au service juridique de la police fédérale. La raison
en est que l'Inspection générale est un organe de
contrôle qui relève directement de la compétence
de deux ministres. Il n'est naturellement pas logique
de solliciter un avis sur l'Inspection générale auprès
d'une instance soumise au contrôle de l'Inspection
générale.
Le service juridique de la police fédérale a émis
post factum, le 11 juin 2007, un avis négatif à
propos de l'arrêté ministériel du 25 avril 2007. Cet
avis n'a toutefois jamais été transmis à mon
cabinet. Il a en revanche été transmis au directeur
général compétent, qui l'a communiqué au
commissaire général le 14 juillet 2008, soit plus d'un
an plus tard. J'ai demandé hier une réévaluation de
l'arrêté ministériel au service juridique de la police
fédérale.
Le courrier de la CSC m'a été adressé à moi ainsi
qu'au Comité P. Deux éléments y étaient
dénoncés : la prétendue irrégularité de la sélection
d'un membre du personnel de l'Inspection générale
et l'insertion de certains membres du personnel
dans des échelles trop élevées. J'ai confirmé dans
ma réponse que tous les arrêtés de nomination de
membres du personnel de l'Inspection générale qui
m'ont été soumis ont été préparés en interne par
l'administration et étaient accompagnés des pièces
justificatives requises.
Le 28 mars 2007, j'ai reçu du SPF Intérieur une
note proposant de nommer Mme Debeck, avec
effet au 1
er
décembre 2006, à la fonction de
conseiller auditeur et de la replacer le plus
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
adviseur-auditeur en haar zo snel mogelijk te
herplaatsen in de functie van vorser-raadgever.
rapidement possible dans la fonction de chercheur
conseiller.
De FOD zegt dat de selectieprocedure werd
gerespecteerd en verwijst daarbij naar de conclusie
van de selectiecommissie: de kandidate wordt
weerhouden voor de functie van auditeur, maar met
de suggestie om haarbij haar aantreden te
verplaatsen naar de functie van vorser-raadgever.
Er wordt in die conclusie geen melding gemaakt van
een eventuele ongeschiktheid. Het document van
de FOD, ondertekend door de bevoegde directeur-
generaal en door de voorzitter van de FOD, nodigt
de minister uit zijn handtekening te plaatsen Het
spreekt vanzelf dat elk document dat mij door de
FOD ter ondertekening wordt voorgelegd, moeilijk
helemaal opnieuw kan worden onderzocht. Een
minister moet nu eenmaal, tot bewijs van het
tegendeel, op zijn ambtenaren kunnen vertrouwen.
Ik heb wel opgetreden nadat ik op de hoogte was
van de diverse rapporten en de klachten bij de
procureur. Eerder was er geen enkele indicatie dat
er iets niet in de haak was.
In mijn reactie op de brief van de ACV-
verantwoordelijke heb ik de hoop uitgesproken dat
het nieuwe CALog-statuut niet zou leiden tot
ongezonde concurrentie en na-ijver. Mijn ervaring
met de politiehervorming heeft me geleerd dat er tot
op de dag van vandaag nog altijd heel wat
betwistingen zijn met betrekking tot de statuten en
overgangsmaatregelen van deze of gene groep of
individu. Ik heb de wens geuit dat dit zich bij het
CALog-personeel niet zou herhalen. Ik heb in mijn
antwoord aan de ACV-vertegenwoordiger helemaal
niet gesneerd dat "hij zich maar met zijn eigen
zaken moest bemoeien", zoals in de pers nu wordt
gesuggereerd. Vanaf het moment dat de brief van
het ACV naar het Comité werd verzonden inzake
een bepaalde onwettigheid, is het Comité meteen
belast met het onderzoek. De resultaten hiervan
moeten worden afgewacht.
De inschaling van de zeven personeelsleden in de
klasse A4 was het resultaat van een weging en is,
in vergelijking met andere overheidsinstanties, niet
uitzonderlijk. De antwoordbrief is in kopie gestuurd
naar het Comité P, naar de Kamervoorzitter, naar
het Rekenhof en naar nog een aantal instanties. Ik
heb ter zake niets meer vernomen.
Le SPF considère que la procédure de sélection a
été respectée et se réfère aux conclusions de la
commission de sélection : la candidate est retenue
pour la fonction d'auditeur mais il est suggéré de la
replacer à la fonction de chercheur-conseiller lors
de son entrée en fonction. Dans ces conclusions, il
n'est pas fait mention d'une possible inaptitude.
Dans ce document du SPF, qui est signé par le
directeur général compétent et par le président du
SPF, le ministre est invité à apposer sa signature. Il
est
évidemment
difficile
de
réexaminer
complètement tout document que le SPF soumet à
ma signature. Le ministre doit pouvoir faire
confiance à son administration, jusqu'à preuve du
contraire. Par contre, je suis intervenu après avoir
été informé des différents rapports et des plaintes
auprès du procureur. Auparavant, rien n'indiquait
l'existence d'une irrégularité.
Dans ma réponse au courrier du responsable de la
CSC, j'ai formulé l'espoir que le nouveau statut
CALog n'entraîne pas de compétition malsaine ni
de jalousie. Mon expérience de la réforme de la
police m'a appris qu'aujourd'hui encore, les statuts
de et les mesures transitoires relatives à tel ou tel
groupe ou individu sont l'objet de très nombreuses
discussions. J'ai souhaité qu'il n'en soit pas de
même pour le personnel CALog. Je n'ai absolument
pas lancé au représentant de la CSC qu'il « ferait
mieux de se mêler de ses affaires », comme les
médias le suggèrent à présent. À partir du moment
où le courrier de la CSC relatif à une certaine
illégalité a été envoyé, le Comité a été
immédiatement chargé d'une enquête. Il convient
d'en attendre les résultats.
L'intégration des sept membres du personnel dans
la classe A4 était le résultat d'une pondération et
n'est pas exceptionnelle, en comparaison avec
d'autres instances publiques. Une copie de la
réponse a été adressée au Comité P, au président
de la Chambre, à la Cour des comptes et à d'autres
instances. Je n'ai plus rien appris en la matière.
Ik wijs erop dat er geen verzoekschrift met
betrekking tot dit dossier werd ingediend bij de
Raad van State, noch is er een klacht ingediend bij
het parket. Indien er echt sprake zou zijn van
vervalsing,
waarom
schrijft
de
anonieme
briefschrijver dan niet rechtstreeks het parket aan?
Inzake de vragen van het Comité P met betrekking
Je rappelle qu'aucune requête n'a été déposée
auprès du Conseil d'État et qu'aucune plainte n'a
été déposée au parquet. S'il était vraiment question
de faux, pourquoi l'auteur de la lettre anonyme ne
s'est-il pas directement adressé au parquet ? En ce
qui concerne le questionnement du Comité P relatif
au rôle de mon cabinet dans ce dossier, je ne
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
tot de rol van mijn kabinet in deze kwestie, heb ik
momenteel geen aanwijzingen dat personeel van
mijn kabinet betrokken zou zijn bij het vermeende
misdrijf. De aangifte ten aanzien van de heren
Closset en Van Wymersch is gebeurd op het niveau
van de procureur des Konings van Brussel, omdat
geen enkel element wijst op een betrokkenheid van
mijzelf. Volgens het Comité P zou mevrouw Debeck
haar bevoorrechte positie op mijn kabinet hebben
benut om voordelen te bekomen. Verder onderzoek
zal dat moeten uitwijzen. Een tuchtprocedure ten
aanzien van de betrokkenen zal worden opgestart.
dispose pas à l'heure actuelle d'indices permettant
de conclure que des membres du personnel de
mon cabinet seraient impliqués dans le délit
présumé. La déclaration à charge de MM. Closset
et Van Wymersch a été faite au niveau du
procureur du Roi de Bruxelles, aucun élément ne
permettant en effet de m'impliquer dans ce dossier.
Selon le Comité P, Mme Debeck aurait profité de sa
position privilégiée à mon cabinet pour obtenir des
avantages. Il faudra poursuivre l'enquête pour
corroborer
ces
allégations. Une procédure
disciplinaire sera lancée à l'égard des personnes
concernées.
De deloyale houding van de betrokkenen zou
volgens het Comité P blijken uit een nota waarin
aangeduid staat om een en ander niet te bespreken
met de kabinetschef. Een dergelijke aanduiding is
inderdaad flagrant deloyaal. Ik heb het Comité P
gevraagd om mij alle relevante documenten te
bezorgen in het kader van een intern onderzoek.
Uiteraard ben ik politiek verantwoordelijk voor mijn
administratie, maar aangezien er doorlopend zeer
veel documenten op mijn bureau belanden, moet ik
kunnen vertrouwen op mijn administratie en mijn
persoonlijke medewerkers. Ik doe dat dan ook, tot
blijkt dat dat vertrouwen ongegrond zou zijn.
Tot slot wens ik zeer voorzichtig te blijven om
procedurele redenen, want ik wil niemand voortijdig
aan het kruis nagelen. Ook was er de afgelopen
jaren een grote consensus over een sterke
verbetering van de werking van de politie sinds de
hervorming. Ik heb ook nooit vragen gekregen over
eventuele aanslepende wantoestanden bij de
politie. Het is dus wat al te makkelijk om de hele
federale politie nu zomaar als onbekwaam te
bestempelen. (Frans)
L'attitude déloyale des personnes concernées
ressortirait, selon le Comité P, d'une note qui
suggère de ne pas discuter de certains points avec
le chef de cabinet. En effet, une telle affirmation
reflète un manque de loyauté flagrant. J'ai demandé
au Comité P de me communiquer tous les
documents pertinents dans le cadre d'une enquête
interne. Certes, je suis politiquement responsable
de mon administration, mais étant donné le flux
continu de documents sur mon bureau, j'ai dû faire
confiance à mon administration et à mes
collaborateurs personnels. C'est ce que je fais,
jusqu'à ce qu'il s'avère que cette confiance serait
injustifiée.
Enfin, pour des raisons de procédure, je souhaite
faire preuve de beaucoup de prudence car je ne
veux clouer au pilori personne de manière
prématurée. De même, les dernières années,
chacun
s'accordait
à
saluer
l'amélioration
considérable du fonctionnement de la police depuis
la réforme. Je n'ai jamais dû répondre à des
questions sur d'éventuelles situations intolérables
qui s'éterniseraient à la police. Qualifier donc toute
la police fédérale d'incompétente est un peu facile.
(Frans) Uit de rapporten van het Comité P blijkt dat
er een en ander disfunctioneert. Op het stuk van de
maatregelen die moeten worden genomen en de
politieke verantwoordelijkheid, heeft het Parlement
het laatste woord.
(En français) Les rapports du Comité P montrent
l'existence de dysfonctionnements. Le jugement
final quant aux mesures pour y remédier et à la
responsabilité politique appartient au Parlement.
01.09 Jean Marie Dedecker (LDD): Ik zal aantonen
dat de minister de waarheid verdraait. Ik zal niet al
te zeer ingaan op de soms zuiver arbitraire
inschaling van een functie in het CALogstatuut,
waarover geen enkele consensus bestaat. Het
kabinet van de minister is steeds vertegenwoordigd
op de periodieke onderhandelingscommissies en ik
vraag de minister hier om de notulen van 2006,
2007 en 2008 met betrekking tot de problemen ter
zake voor te leggen.
Uit een brief van 3 september van de heer De
01.09 Jean Marie Dedecker (LDD) : Je
démontrerai que le ministre détourne la vérité. Je ne
vais pas trop m'attarder sur l'insertion parfois
purement arbitraire d'une fonction dans le statut
CALog, au sujet de laquelle il n'existe aucun
consensus. Le cabinet du ministre est toujours
représenté dans les commissions de négociation
périodiques. Je lui demande de nous soumettre les
procès-verbaux afférents aux années 2006, 2007 et
2008 relatifs à ces problèmes.
Il ressort d'une lettre de M. De Mesmaeker au
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Mesmaeker aan het Comité P blijkt ook dat de
minister de opdracht geeft tot uitvoering van een
besluit, maar anderzijds verkondigt dat hij wil
wachten op de uitkomst van een onderzoek van het
Comité P.
Wat de stage van mevrouw Debeck betreft, meldt
de heer Van Tigchelt dat betrokkene haar stage als
vorser positief heeft uitgeoefend, hoewel ze nooit op
de Algemene Inspectie is geweest. Bij KB van 20
december 2007 werd zij benoemd in de functie van
adviseur algemeen beleid en vorser-raadgever, met
ingang van 5 maart 2007. Op 21 december nam ze
zij die functie op en op 11 april 2008 legde ze de
eed af met terugwerkende kracht tot 1 december
2006, toen die functie nog niet eens bestond. Daar
is dus schriftvervalsing gepleegd. Kan de heer Van
Tigchelt beamen dat er nooit een stage is geweest?
En heeft de minister dan nog vertrouwen in zijn
medewerker?
Comité P datée du 3 septembre que le ministre a
ordonné d'une part de mettre en oeuvre un arrêté,
mais qu'il affirme d'autre part vouloir attendre les
conclusions d'une enquête du Comité P.
Par rapport au stage de Mme Debeck, M. Tigchelt
indique qu'elle a effectué son stage de chercheur
de manière satisfaisante, alors qu'elle n'a jamais
mis les pieds à l'Inspection générale. Par arrêté
royal du 20 décembre 2007, elle a été nommée
conseiller de politique générale et chercheur-
conseiller avec effet au 5 mars 2007. Le
21 décembre, elle est entrée en fonction et le 11
avril, elle a prêté serment avec effet rétroactif au 1
er
décembre 2006. Or, à cette date, la fonction
n'existait même pas. Il est dès lors question de faux
en écriture. Monsieur Van Tigchelt peut-il confirmer
qu'elle n'a jamais effectué de stage ? Le ministre
fait-il encore confiance à son collaborateur ?
De minister kreeg een brief over het examen en de
benoeming van mevrouw Debeck. Drie keer werd
het proces-verbaal vervalst door de top. De minister
zegt nu terecht dat iemand pas schuldig is bij
veroordeling, maar men zou de betrokkenen toch
minstens op non-actief kunnen plaatsen in
afwachting van de uitspraak van de rechtbank. De
minister ontving ook een brief van de heer Closset
waarin staat dat mevrouw Debeck niet weerhouden
is voor een bestaande functie, maar wel voor een
niet bestaande functie. Hij nam daar op 12
december 2006 akte van en vroeg dat de
betrokkene nog op de beleidscel zou blijven. Er is
ook de aanwezigheid van de rechterhand van de
minister, mevrouw Goddro, op het examen, en toch
weet de minister zogenaamd van niets.
Ik vraag geen audit, ik vraag een heuse
parlementaire onderzoekscommissie.
Er moet duidelijkheid komen over de werking van
het kabinet-Dewael. Ofwel heeft de minister
gelogen over die stage, ofwel wist hij het werkelijk
niet. Heeft hij in dat laatste geval nog vertrouwen in
zijn personeel? Zal hij de topmensen van de politie
die worden beschuldigd van valsheid in geschrifte
en van gebruik van valse stukken, inderdaad op
non-actief plaatsen? Als blijkt dat de minister zich
omringt met medewerkers die hem bedriegen, is
hijzelf onbekwaam en moet hij opstappen. Ik dien
een motie van wantrouwen in tegen de minister.
Le ministre a reçu une lettre relative à l'examen et à
la nomination de Mme Debeck. Le procès-verbal a
été falsifié à trois reprises par les fonctionnaires
dirigeants. Le ministre affirme à présent que tout
suspect est présumé innocent jusqu'à sa
condamnation, mais on pourrait pour le moins
mettre les intéressés en disponibilité en attendant la
décision du tribunal. Le ministre a également reçu
une lettre de M. Closset indiquant que la
candidature de Mme Debeck n'a pas été retenue
pour une fonction existante, mais bien pour une
fonction non existante. Il en a pris acte le 12
décembre 2006 et a demandé que l'intéressée
demeure en fonction au sein de la cellule
stratégique. Le bras droit du ministre, Mme Goddro,
était également présente lors de l'examen et
pourtant le ministre affirme n'être au courant de
rien.
Je ne souhaite pas un audit, je demande rien de
moins que l'institution d'une commission d'enquête
parlementaire.
Il faut faire la lumière sur le fonctionnement du
cabinet du ministre Dewael. Soit le ministre a menti
concernant le stage, soit il n'était vraiment pas au
courant. Dans ce dernier cas, son personnel jouit-il
encore de sa confiance ? Mettra-t-il en effet en
indisponibilité les fonctionnaires dirigeants de la
police qui sont accusés de faux en écriture et
d'usage de faux ? S'il apparaît que le ministre
s'entoure de collaborateurs qui le dupent, il est
incompétent lui-même et il doit démissionner. Je
dépose une motion de méfiance contre le ministre.
01.10 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): U bent het
roerend eens met de bevindingen in het rapport van
het Comité P en wentelt de verantwoordelijkheid in
01.10 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : Vous
abondez dans le sens du rapport du Comité P en
rejetant la responsabilité sur le commissaire
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
deze af op de commissaris-generaal, de inspecteur-
generaal,
de
adjunct-inspecteur-generaal
en
eventueel op uw kabinet. Er dient een
tuchtprocedure tegen de betrokkenen te worden
ingesteld, maar wij eisen ook uw ontslag. U heeft
immers illegale procedures gedoogd, u heeft niet de
nodige aandacht besteed aan de informatie die u
werd voorgelegd en u heeft uw verantwoordelijkheid
niet opgenomen.
général, l'inspecteur général, l'inspecteur général
adjoint et, éventuellement, votre cabinet. Une
procédure disciplinaire doit être ouverte à l'encontre
de ces personnes, mais nous réclamons également
votre démission car vous avez toléré des
procédures illégales, vous n'avez pas prêté
l'attention nécessaire à des informations qui vous
ont été soumises, vous n'avez pas pris vos
responsabilités.
01.11 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Ik sluit
me aan bij de heer Lahssaini. Verder stel ik vast dat
de minister een lange en gedetailleerde uitleg geeft
over het CALog-personeel, maar dat hij bijzonder
karig is met informatie over het dossier-Debeck, dat
ons nochtans het meeste interesseert. Dit dossier
illustreert dat er een probleem is op het kabinet.
Daar werd een constructie opgezet om iemand
onwettig te benoemen in een hoge functie. De
minister heeft niet geantwoord op de vraag of hij
van die constructie op de hoogte was. Hij zegt
alleen dat er een onderzoek zal komen.
De minister antwoordt ook niet op de vraag hoe het
zit met het vertrouwen tussen de regering en de
politietop. Dit dossier werpt een heel negatief licht
op de werking van de politie en het is nefast voor
het vertrouwen van de bevolking in de politie.
Daarom dienen wij een motie in waarin wij het
ontslag vragen van de minister.
01.11 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Je me
rallie aux propos de M. Lahssaini. Pour le surplus,
je constate que le ministre a fourni des explications
longues et détaillées au sujet du personnel du
CALog, mais qu'il s'est montré particulièrement
laconique à propos du dossier Debeck, qui
constituait pourtant à nos yeux le point le plus
important. Ce dossier illustre l'existence d'un
problème au cabinet, où l'on a monté une
construction permettant une nomination illégale à
une haute fonction. Le ministre n'a pas répondu à la
question de savoir s'il était au courant de cette
construction. Il se borne à annoncer l'ouverture
d'une enquête.
Le ministre ne répond pas davantage à la question
de savoir ce qu'il en est aujourd'hui de la confiance
entre le gouvernement et le sommet de la police.
Ce dossier éclaire sous un jour très négatif le
fonctionnement de la police et nuit à la confiance de
la population en cette institution. C'est pourquoi
nous déposons une motion pour réclamer la
démission du ministre.
01.12 Filip De Man (Vlaams Belang): De minister
beweert dat hij misleid is. Er komt een onderzoek,
maar wie zal dat onderzoek voeren en wie zal
worden ondervraagd? Zal de ministeriële adviseur,
de heer Vanderlinden, betrokken worden? De
minister stelt zichzelf voor als een witte raaf tussen
allemaal zwarte raven die meegraaiden wat ze te
pakken konden krijgen. Hij wil zijn politieke
verantwoordelijkheid niet opnemen. Alle schuld ligt
volgens hem bij zijn medewerkers, mensen die hij
nochtans zelf heeft aangesteld en voor wie hij
politiek verantwoordelijk is. Ik wijs nogmaals op de
ondraaglijke lichtheid waarmee de voogdijminister
toezicht heeft gehouden op de federale politie en op
de Algemene Inspectie. Dus rest ons niets anders
dan een motie van wantrouwen in te dienen,
waarmee we formeel het ontslag eisen van de
minister van Binnenlandse Zaken.
01.12 Filip De Man (Vlaams Belang) : Le ministre
affirme avoir été induit en erreur. Il annonce
l'ouverture d'une enquête. Par qui cette enquête
sera-t-elle menée et qui interrogera-t-on ? Le
conseiller du ministre, M. Vanderlinden, y sera-t-il
associé ? Le ministre se présente comme une
blanche colombe égarée au milieu de rapaces qui
ont raflé tout ce qu'ils pouvaient. Il se refuse à
endosser la responsabilité politique de l'affaire, dont
la faute incombe entièrement, selon lui, à ses
collaborateurs, qu'il a pourtant lui-même désignés
et dont il est politiquement responsable. J'attire une
fois de plus l'attention sur la légèreté inouïe avec
laquelle le ministre de tutelle a exercé son contrôle
à l'égard de la police fédérale et de l'Inspection
générale. Dès lors, nous n'avons pas le choix et
nous déposons une motion de méfiance par
laquelle nous réclamons formellement la démission
du ministre.
01.13 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro): Volgens
de
minister
heeft
hij
geen
reden
om
beschuldigingen zomaar aan te nemen vooraleer er
bewijs voor geleverd is. De heer Closset beweert
01.13 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro) : Au dire
du ministre, ce dernier n'a aucune raison d'admettre
des accusations tant qu'elles ne sont pas étayées
par des preuves. M. Closset prétend pourtant sans
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
nochtans onomwonden dat de heer Vanderlinden
hem benaderd heeft om een constructie op te
zetten om een onwettige benoeming rond te krijgen.
Werd de heer Vanderlinden met die bewering
geconfronteerd? Wat heeft hij daar dan over
gezegd? Dat is een precieze vraag waarop ik
vandaag graag een antwoord zou krijgen.
Een andere precieze vraag betreft het functioneren
van de politietop. Een gewone politieman wordt voor
het minste onmiddellijk op non-actief geplaatst tot er
definitieve duidelijkheid is over eventuele feiten.
Waarom geldt dat niet voor de top?
détours avoir été approché par M. Vanderlinden
pour mettre en place une construction visant à
obtenir une nomination illégale. M. Vanderlinden a-t-
il été confronté à cette affirmation ? Quelle est sa
réaction ? Je désire obtenir aujourd'hui une réponse
à cette question précise.
Une autre question tout aussi précise concerne le
fonctionnement de la direction de la police. À la
moindre
accusation,
un
policier
se
voit
immédiatement écarté du service actif jusqu'à ce
que toute la lumière soit faite sur d'éventuels faits
punissables. Pourquoi n'en va-t-il pas de même à la
direction ?
01.14 Minister Patrick Dewael (Nederlands):
Manifest onjuiste dingen worden hier zomaar in het
rond gestrooid. Ik zou een lange lijst van dergelijke
onjuistheden kunnen geven, maar ik beperk me tot
een aantal frappante voorbeelden die de gratuite
werkwijze van de heer Dedecker duidelijk moeten
maken.
De wet en het statuut bepalen dat er in de
selectiecommissie een vertegenwoordiger van de
minister moet zitten. Mevrouw Goddro, die hier
herhaaldelijk mijn rechterhand werd genoemd, heeft
nooit op mijn kabinet gewerkt. Deze dame
behoorde tot de administratie en de afstand tussen
mij en haar is groot, zoals dat hoort. Als ik met een
dossier wilde sjoemelen, zou ik niet haar, maar
iemand van mijn kabinet naar de selectiecommissie
hebben gestuurd. De heer De Mesmaeker werkt
maar sinds april van dit jaar op mijn kabinet.
01.14 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Certains proclament ici avec légèreté des contre-
vérités manifestes dont la liste serait longue. Je me
limiterai à quelques exemples marquants qui
illustreront la gratuité des affirmations de M.
Dedecker.
La loi et le statut disposent que la commission de
sélection doit comporter un représentant du
ministre. Mme Goddro, citée à plusieurs reprises
comme étant mon bras droit, n'a jamais travaillé à
mon cabinet. Elle faisait partie de l'administration et
comme il se doit, nous entretenons une grande
distance entre nous. Si j'avais voulu tricher dans un
dossier, j'aurais envoyé à la commission de
sélection un membre de mon cabinet et non cette
personne. M. De Mesmaeker n'est actif au sein de
mon cabinet que depuis le mois d'avril dernier.
Het advies van de heer Duchatelet, dat ik zelf
gevraagd had, werd inderdaad aan mij bezorgd via
de commissaris-generaal. Daar is niets abnormaal
aan.
Ook de aantijgingen over de stage slaan nergens
op. Het KB van 6 oktober 2005 toont aan dat er met
die stage niets aan de hand is.
Dit zijn maar een paar voorbeelden van de
procedure die de heer Dedecker volgt: Mentez,
mentez, il en restera toujours quelque chose.
L'avis de M. Duchatelet, que j'avais demandé moi-
même, m'a été transmis par le commissaire
général. Il n'y a rien d'anormal à cela.
Les incriminations concernant le stage ne tiennent
pas la route non plus. L'arrêté royal du 6 octobre
2005 démontre qu'aucun problème ne se pose en
ce qui concerne ce stage.
Ce ne sont que quelques exemples de la procédure
suivie par M. Dedecker : Mentez, mentez, il en
restera toujours quelque chose
.
01.15 Minister Patrick Dewael : Ik zal op de
precieze vragen antwoorden.
De interpellanten bezondigen zich aan het selectief
volgen van de conclusies van het Comité P. Het
Comité zegt duidelijk dat er in hoofde van de
minister geen betrokkenheid was. Mevrouw Debeck
heeft misbruik gemaakt van haar positie en daar zal
01.15 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Je répondrai aux questions précises.
Les interpellateurs ne suivent que de façon
sélective les conclusions du Comité P, qui affirme
toutefois clairement que le ministre n'était pas
impliqué. Mme Debeck a abusé de sa position et
j'en tirerai des conclusions.
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
ik conclusies uit trekken.
De heer Closset, zelf beschuldigd, duidt iemand
anders aan als initiatiefnemer van de constructie.
De heer Vanderlinden ontkent echter volledig. De
procureur des Konings kan daar op ingaan, mij
komt dat niet toe. Ik kan enkel akte nemen van wat
iemand heeft gezegd, tot het tegendeel bewezen is.
Momenteel maak ik een analyse van alle stukken
van het Comité P over medewerkers van mij. Dat is
mijn politieke verantwoordelijkheid. Als dat
onderzoek is afgerond, zal ik daarover in alle
transparantie verslag uitbrengen in het Parlement.
M. Closset, qui se voit accusé lui-même, désigne
quelqu'un d'autre comme initiateur de la
construction. M. Vanderlinden, par contre, dément
toute implication. Il appartient au procureur du Roi,
et non à moi-même, de réagir à ces déclarations. Je
puis seulement prendre acte des propos d'une
personne jusqu'à preuve du contraire.
Actuellement, je suis en train d'effectuer une
analyse de toutes les pièces en possession du
Comité
P
concernant
certains
de
mes
collaborateurs. Il est de ma responsabilité politique
de procéder à cet examen. Lorsqu'il sera terminé,
j'en rendrai compte au Parlement en toute
transparence.
01.16 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): De
minister spartelt, wellicht omdat de VLD niemand
anders heeft op dit moment. Hij houdt zich ook
staande door lager geplaatsten te straffen. Ik heb
een bijkomend argument om hem te overhalen om
ontslag te nemen, het argument van oppositieleider
Patrick Dewael, uitgesproken in 1998 in de zaak-
Wathelet. Minister van Justitie Wathelet was
destijds in opspraak gekomen door de vervroegde
vrijlating van Marc Dutroux en in 1998 vroeg de
heer Dewael ­ samen met mij overigens ­ het
ontslag van de heer Wathelet als rechter bij het
Europees Hof van Justitie. Hij had het toen heel
terecht over politieke verantwoordelijkheid en
moreel gezag. Hij zei toen bovendien dat het de
politieke verantwoordelijkheid van de regering was
om de heer Wathelet tot ontslag te dwingen. Ik
vraag de minister om vandaag te doen waar hij toen
voor pleitte.
01.16 Gerolf Annemans (Vlaams Belang) : Le
ministre se débat, probablement parce que le VLD
n'a personne d'autre pour le moment. Il se maintient
par ailleurs en sanctionnant des subalternes. J'ai un
autre
argument
pour
le
convaincre
de
démissionner : l'argument avancé par un chef de
file de l'opposition, M. Patrick Dewael, en 1998
dans l'affaire Wathelet. Le ministre de la Justice, M.
Wathelet, avait à l'époque été mis en cause en
raison de la libération anticipée de Marc Dutroux et,
en 1998, M. Dewael a demandé ­ comme moi
d'ailleurs ­ la démission de M. Wathelet de son
poste de juge à la Cour européenne de Justice. À l
`époque, il avait évoqué à très juste titre la
responsabilité politique et l'autorité morale. Il avait
ajouté qu'il relevait de la responsabilité politique du
gouvernement de contraindre M. Wathelet à
démissionner. Je demande au ministre de poser
aujourd'hui l'acte qu'il préconisait à l'époque.
01.17 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro): De
fouten van de commissaris-generaal zijn toch wel
bijzonder ernstig. Waarom wordt hij niet onmiddellijk
op non-actief gezet in afwachting van verdere
maatregelen? Als er bij de lokale politie dergelijke
fouten gemaakt worden, gebeurt dat wel, waarom
dan hier niet? Of zijn er politieke redenen en wordt
dit dossier aan andere dossiers gekoppeld? Dat zou
niet mogen, want het gaat hier over het functioneren
van de politie.
01.17 Ludwig Vandenhove (sp.a+Vl.Pro) : Les
fautes commises par le commissaire général
revêtent tout de même une particulière gravité.
Pourquoi l'intéressé n'est-il pas mis immédiatement
en disponibilité, dans l'attente d'autres mesures ?
Lorsque des erreurs de cette nature sont commises
au niveau de la police locale, de telles mesures sont
bel et bien prises. Pourquoi dès lors ne le seraient-
elles pas en l'occurrence ? À moins que, pour des
raisons politiques, ce dossier soit couplé à
d'autres ? Une telle pratique serait inadmissible,
s'agissant du bon fonctionnement de la police.
01.18 Jean Marie Dedecker (LDD): De heer Van
Tigchelt, die vandaag naast de minister zit, heeft de
stage van mevrouw Debeck goedgekeurd. In het
rapport van het Comité P staat dat dit niet gebeurde
onder leiding van een stagemeester; zoals nochtans
is vereist Haar promotie was totaal onwettig en
gebeurde nadat zij dreigde om ruchtbaarheid te
01.18 Jean Marie Dedecker (LDD) : M. Van
Tigchelt, qui se tient aujourd'hui aux côtés du
ministre, a approuvé le stage de Mme Debeck. Le
rapport du Comité P précise toutefois que ce stage
n'a pas été effectué sous la direction d'un maître de
stage, comme le requièrent pourtant les règles en
vigueur en la matière. La promotion de Mme
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
geven aan de bedenkelijke promotie van de dames
Ricour en Savonet. Zal de minister de twee
topambtenaren die beschuldigd worden van
valsheid in geschrifte op non-actief zetten? De
minister weet zogenaamd van niets, hij lijkt meer en
meer op Manuel uit Fawlty Towers.
Debeck était parfaitement illégale et a eu lieu après
ses menaces de faire état des promotions
douteuses de Mmes Ricour et Savonet. Le ministre
mettra-t-il en disponibilité les deux fonctionnaires
accusés de faux en écriture ? Sa prétendue
ignorance accentue encore sa ressemblance avec
Manuel de Fawlty Towers.
01.19 Filip De Man (Vlaams Belang): Wie zal het
aangekondigde interne onderzoek naar de werking
van het kabinet-Dewael voeren? De minister zegt
dat hij dat zelf zal doen. Ik vrees dat hij dit
onderzoek zal misbruiken om alle documenten bij
het Comité P op te vragen, zodat hij zijn eigen
verdediging kan organiseren.
Wat is er vanochtend tijdens de vergadering van het
kernkabinet beslist over de toekomst van de
commissaris-generaal en de twee topambtenaren
van de Algemene Inspectie?
01.19 Filip De Man (Vlaams Belang) : Qui mènera
l'enquête
interne
annoncée
relative
au
fonctionnement du cabinet du ministre Dewael ? Le
ministre déclare qu'il le fera lui-même. Je crains
qu'il ne profite de cette enquête pour demander
tous les documents auprès du Comité P, ce qui lui
permettrait d'organiser sa propre défense.
Quelles décisions ont-elles été prises ce matin par
le cabinet ministériel restreint en ce qui concerne
l'avenir du commissaire général et des deux
fonctionnaires dirigeants de l'inspection générale ?
01.20 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Ik
heb al duidelijk geantwoord over de maatregelen
die ik zal nemen. Wat betreft de heer Closset, wordt
er een orde- en tuchtprocedure opgestart. Ik ben
niet bevoegd voor een ordemaatregel inzake de
heer Wymersch, dus daar start ik enkel de
procedure voor een tuchtmaatregel. In overleg met
de minister van Justitie wordt er een tuchtprocedure
opgestart tegen de heer Koekelberg. Er is een
verschil: tegen de heren Closset en Van Wymersch
werd op basis van een klacht door het parket een
strafonderzoek opgestart naar schriftvervalsing.
De zaak-Koekelberg werd niet besproken op het
kernkabinet.
01.20 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
J'ai déjà répondu clairement concernant les
mesures que je prendrai. En ce qui concerne M.
Closset, une procédure d'ordre et disciplinaire est
entamée. Je ne suis pas compétent en ce qui
concerne une mesure d'ordre éventuelle à
l'encontre de M. Van Wymersch et par conséquent,
je me limiterai à l'ouverture d'une procédure
disciplinaire. En concertation avec le ministre de la
Justice, une procédure disciplinaire est lancée
contre M. Koekelberg. Il y a cependant une
différence : une plainte a été déposée contre MM.
Closset et Van Wymersch, à la suite de quoi le
parquet a ouvert une enquête pénale pour faux en
écriture.
Le cabinet ministériel restreint n'a pas abordé le
dossier Koekelberg.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions
suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van wantrouwen werd ingediend
door mevrouw Linda Vissers en de heren Filip De
Man en Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jean-Marie
Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke,
Filip De Man en Ludwig Vandenhove
en het antwoord van de vice-eersteminister en
minister van Binnenlandse Zaken,
vraagt het ontslag van de minister."
Une première motion de méfiance a été déposée
par Mme Linda Vissers et MM. Flip De Man et
Gerolf Annemans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jean-
Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van
Hecke, Filip De Man et Ludwig Vandenhove
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur,
demande la démission du ministre."
Een tweede motie van wantrouwen werd ingediend
door de heer Jean-Marie Dedecker en luidt als
Une deuxième motion de méfiance a été déposée
par M. Jean-Marie Dedecker et est libellée comme
17/09/2008
CRABV 52
COM 309
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jean-Marie
Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke,
Filip De Man en Ludwig Vandenhove
en het antwoord van de vice-eersteminister en
minister van Binnenlandse Zaken,
stelt vast dat
- de maatregelen die de minister afkondigt naar
aanleiding van de twee rapporten van Comité P
inzake het functioneren van de commissaris-
generaal,
met
name
die
over
de
canapébenoemingen van de twee secretaresse en
het rapport over de ordemaatregelen die genomen
werd ten aanzien van de woordvoerster van de
federale politie, onvoldoende zijn om het publieke
vertrouwen in de federale politie te herstellen,
- de maatregelen die de minister afkondigt naar
aanleiding van het rapport van Comité P over de
aanstelling van een kabinetsmedewerker bij de
Algemene Inspectie (AIG) en de manier waarop
deze aanstelling is gebeurd, onvoldoende zijn om
het publieke vertrouwen in de leiding van de
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken te
herstellen,
en stelt daarom voor dat de Kamer de heer Patrick
Dewael, die als minister van Binnenlandse Zaken
de politieke verantwoordelijkheid draagt voor het
wanbeheer waarvan sprake is in de drie rapporten
van Comité P, het vertrouwen ontneemt."
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jean-
Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van
Hecke, Filip De Man et Ludwig Vandenhove
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur,
constate que
- les mesures annoncées par le ministre à la suite
des deux rapports du Comité P relatifs au
fonctionnement du Commissaire général, à savoir
celui concernant les promotions canapé des deux
secrétaires et le rapport concernant les mesures
d'ordre prises à l'égard de la porte-parole de la
police fédérale, sont insuffisantes pour rétablir la
confiance de l'opinion publique en la police fédérale,
- les mesures annoncées par le ministre à la suite
du rapport du Comité P sur la désignation d'un
collaborateur de cabinet auprès de l'Inspection
générale (AIG) et la manière dont cette désignation
est intervenue sont insuffisantes pour rétablir la
confiance de l'opinion publique en la direction du
Service public fédéral Intérieur,
et propose dès lors que la Chambre retire la
confiance à M. Patrick Dewael qui, en tant que
ministre de l'Intérieur, assume la responsabilité
politique de la mauvaise gestion dont il est question
dans les trois rapports du Comité P."
Een derde motie van wantrouwen werd ingediend
door de heren Fouad Lahssaini en Stefaan Van
Hecke en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Jean-Marie
Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van Hecke,
Filip De Man en Ludwig Vandenhove
en het antwoord van de vice-eersteminister en
minister van Binnenlandse Zaken,
- gelet op bevindingen van de rapporten van het
Comité P, moet een tuchtprocedure worden gestart
tegen commissaris-generaal Fernand Koekelberg,
alsook tegen de heren Closset en Van Wymersch
en mevrouw Debeck,
is de mening toegedaan dat de morele en politieke
verantwoordelijkheid van de minister echter
eveneens in het geding is
en vraagt dat de minister zou aftreden."
Une troisième motion de méfiance a été déposée
par MM. Fouad Lahssaini et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Jean-
Marie Dedecker, Fouad Lahssaini, Stefaan Van
Hecke, Filip De Man et Ludwig Vandenhove
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur,
- vu que par les éléments mis en évidence par les
rapports du Comité P, une procédure disciplinaire
s'impose au sujet du commissaire général Fernand
Koekelberg ainsi que pour MM. Closset et Van
Wymersch et Mme Debeck
estime
que la responsabilité morale et politique du ministre
est également engagée
et demande au ministre de remettre sa démission."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Jacqueline Galant en Corinne De
Permentier en door de heren Bart Tommelein, Josy
Arens, François-Xavier de Donnea, Thierry Giet en
Servais Verherstraeten
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Jacqueline Galant en Corinne De Permentier
et MM. Bart Tommelein, Josy Arens, François-
Xavier de Donnea, Thierry Giet et Servais
Verherstraeten.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
CRABV 52
COM 309
17/09/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.09 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 09.