KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 295
CRABV 52 COM 295
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag
mardi
08-07-2008
08-07-2008
voormiddag
matin
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vermoorde
Belgische zuster in Rwanda" (nr. 6533)
1
Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'assassinat d'une
religieuse belge au Rwanda" (n° 6533)
1
Sprekers: Hilde Vautmans, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Hilde Vautmans, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "frauduleuse
praktijken
rond
het
opgeven
van
de
maatschappelijke zetel" (nr. 6534)
2
Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les pratiques
frauduleuses concernant l'indication du siège
social" (n° 6534)
2
Sprekers: Hilde Vautmans, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Hilde Vautmans, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Jean Cornil aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vereniging
'België en Christenheid' " (nr. 6717)
3
Question de M. Jean Cornil au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'association « Belgique et
Chrétienté »" (n° 6717)
3
Sprekers: Jean Cornil, Jo Vandeurzen, vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Jean Cornil, Jo Vandeurzen, vice-
premier ministre et ministre de la Justice et
des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de wraking van
de rechter in de Beaulieu-zaak" (nr. 6740)
4
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la récusation du juge dans
l'affaire Beaulieu" (n° 6740)
4
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vertraging in
de Beaulieu-zaak" (nr. 6763)
4
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le retard dans l'affaire
Beaulieu" (n° 6763)
4
Sprekers: Stefaan Van Hecke, Renaat
Landuyt, Jo Vandeurzen
, vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
Orateurs: Stefaan Van Hecke, Renaat
Landuyt, Jo Vandeurzen
, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
gevangenismuseum van Tongeren" (nr. 6789)
7
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le musée de la vie carcérale
à Tongres" (n° 6789)
7
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de heropening van de
gevangenis
van
Tongeren
voor
jonge
delinquenten" (nr. 6976)
7
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la réouverture de la prison de
Tongres pour de jeunes délinquants" (n° 6976)
7
Sprekers: Stefaan Van Hecke, Bert Schoofs,
Jo Vandeurzen
, vice-eersteminister en
minister
van
Justitie
en
Institutionele
Hervormingen
Orateurs: Stefaan Van Hecke, Bert Schoofs,
Jo Vandeurzen
, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vraag naar
een evaluatie van de recente antiterrorismewet"
(nr. 6803)
9
Question de M. Fouad Lahssaini au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la demande d'une évaluation
de la récente loi antiterroriste" (n° 6803)
9
Sprekers: Fouad Lahssaini, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Fouad Lahssaini, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
rechtsplegingsvergoeding" (nr. 6808)
10
Question de M. Renaat Landuyt au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'indemnité de procédure"
(n° 6808)
10
Sprekers: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vergoeding
voor de onterechte voorlopige hechtenis"
(nr. 6826)
12
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'indemnisation en cas de
détention préventive abusive" (n° 6826)
12
Sprekers: Valérie Déom, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Valérie Déom, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Carina Van Cauter aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het bewaren
van correctionele strafdossiers" (nr. 6788)
13
Question de Mme Carina Van Cauter au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la conservation
des dossiers pénaux correctionnels" (n° 6788)
13
Sprekers:
Carina
Van
Cauter,
Jo
Vandeurzen, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Carina
Van
Cauter,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
voorwaardelijke vrijlating van Kapplan Murat door
de strafuitvoeringsrechtbank" (nr. 6877)
14
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la libération provisoire de
Kapplan Murat par le tribunal de l'application des
peines" (n° 6877)
14
Sprekers: Bart Laeremans, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bart Laeremans, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de klachten van
rechtzoekenden bij de Hoge Raad voor Justitie"
(nr. 6883)
15
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les plaintes des justiciables
au Conseil supérieur de la Justice" (n° 6883)
15
Sprekers: Valérie Déom, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Valérie Déom, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over " de toepassing
va
de
hervormingen
inzake
het
deskundigenonderzoek" (nr. 6903)
17
Question de M. Daniel Bacquelaine au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'application de la
réforme de la procédure d'expertise" (n° 6903)
17
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de
MR-fractie, Jo Vandeurzen, vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Jo Vandeurzen, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
18
Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier
18
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het prijskaartje
van het proces na de ramp in Gellingen"
(nr. 6868)
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le coût du procès relatif à la
catastrophe de Ghislenghien" (n° 6868)
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de petitie voor
collectieve
vordering
van
Test-Aankoop"
(nr. 6869)
18
Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la pétition de Test-Achats en
faveur de l'action collective" (n° 6869)
18
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de bijzondere
onderzoekstechnieken
en
computercontrole"
(nr. 6872)
20
Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les techniques spéciales
d'enquête - contrôle des ordinateurs" (n° 6872)
20
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
21
Questions jointes de
21
- de heer Raf Terwingen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vrijlating van
(moord)verdachten
door
procedurefouten"
(nr. 6887)
21
- M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la libération de suspects (de
meurtre) en raison d'erreurs de procédure"
(n° 6887)
21
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vrijlating van
verdachten door procedurefouten" (nr. 6914)
21
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la libération de prévenus à la
suite d'erreurs de procédure" (n° 6914)
21
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "een mogelijke lacune in de
wetgeving die ertoe leidt dat verdachten inzake
zware criminele feiten in vrijheid moeten worden
gesteld" (nr. 6977)
21
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "une possible lacune
législative ayant pour résultat que des suspects
de faits criminels graves doivent être remis en
liberté" (n° 6977)
21
Sprekers: Raf Terwingen, Renaat Landuyt,
Bert Schoofs, Jo Vandeurzen
, vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Raf Terwingen, Renaat Landuyt,
Bert Schoofs, Jo Vandeurzen
, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
23
Questions jointes de
23
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "slavernij in het
Conrad Brussels" (nr. 6913)
23
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les pratiques d'esclavage à
l'hôtel Conrad Brussels" (n° 6913)
23
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
mensenhandel op de ambassade van de
Verenigde Arabische Emiraten" (nr. 6960)
23
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la traite des êtres humains à
l'ambassade des Émirats arabes" (n° 6960)
23
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Sprekers:
Renaat
Landuyt,
Jean-Luc
Crucke, Jo Vandeurzen, vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
Orateurs:
Renaat
Landuyt,
Jean-Luc
Crucke,
Jo
Vandeurzen,
vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
24
Questions jointes de
24
- de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de wijze van
betekenen van vonnissen" (nr. 6929)
24
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le mode de signification des
jugements" (n° 6929)
24
- de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
gestandaardiseerde toegang tot informatiedragers
van en voor gerechtsdeurwaarders" (nr. 6930)
24
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'accès standardisé aux
supports d'information pour les huissiers de
justice" (n° 6930)
24
- de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "eenvoudiger
taalgebruik in allerlei juridische documenten"
(nr. 6931)
25
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la simplification du langage
utilisé dans divers documents juridiques"
(n° 6931)
25
Sprekers: Peter Logghe, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Peter Logghe, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het door
privélaboratoria via internet (laten) uitvoeren van
genetische tests" (nr. 6957)
27
Question de Mme Marie-Martine Schyns au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la réalisation de
tests génétiques par des laboratoires privés via
internet" (n° 6957)
27
Sprekers:
Marie-Martine
Schyns,
Jo
Vandeurzen, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Marie-Martine
Schyns,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
28
Questions jointes de
28
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
aanwezigheid op ons grondgebied van de
vermoedelijke moordenaar van de Russische
journaliste Anna Politkovskaja" (nr. 6834)
28
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la présence sur notre
territoire de l'assassin présumé de la journaliste
russe Anna Politkovskaïa" (n° 6834)
28
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
aanwezigheid in België van de moordenaars van
de Russische journaliste Politkovskaja" (nr. 6864)
28
- M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la présence en Belgique des
assassins de la journaliste russe Politkovskaïa"
(n° 6864)
28
- mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
aanwezigheid in België van de mogelijke
moordenaar van de Russische journaliste
Anna Politkovskaja" (nr. 6985)
28
- Mme Hilde Vautmans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la présence en Belgique de
l'assassin présumé de la journaliste russe
Anna Politkovskaïa" (n° 6985)
28
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Hilde
Vautmans,
Jo
Vandeurzen,
vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Hilde
Vautmans, Jo Vandeurzen, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
08
JULI
2008
Voormiddag
______
du
MARDI
08
JUILLET
2008
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.19 uur en
voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.
La réunion publique est ouverte à 10 h 19 sous la
présidence de M. Stefaan Van Hecke.
01 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vermoorde
Belgische zuster in Rwanda" (nr. 6533)
01 Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'assassinat d'une
religieuse belge au Rwanda" (n° 6533)</b>
01.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Tijdens de
genocide in Rwanda in 1997 werd de Belgische
zuster en schooldirectrice Griet Bosmans, samen
met zeventien kinderen, in koelen bloede gedood
door Hutumilities. Vreemd is dat de familie in 1997
geen klacht indiende, waardoor er nooit een
onderzoek werd geopend.
Vandaag duikt de naam van Griet Bosmans
opnieuw op in het kader van een Spaans onderzoek
naar de misdaden van veertig leden van het
Rwandees patriottisch front.
Heeft de minister contacten met het Spaanse
gerecht over de moord op Griet Bosmans? Waarom
werd in ons land nooit een onderzoek geopend?
01.01 Hilde Vautmans (Open Vld) : Lors du
génocide rwandais en 1997, la soeur belge et
directrice d'école, Griet Bosmans, ainsi que dix-sept
enfants, ont été tués de sang froid par des milices
hutues. Singulièrement, les familles n'ont pas
déposé plainte en 1997 et aucune enquête n'a dès
lors été ouverte.
Aujourd'hui, le nom de Griet Bosmans réapparaît
dans le cadre d'une enquête espagnole sur les
crimes commis par quarante membres du front
patriotique rwandais.
Le ministre est-il en contact avec la justice
espagnole à propos de l'assassinat de Griet
Bosmans ? Pourquoi n'a-t-on jamais ouvert
d'enquête dans notre pays ?
01.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): In
februari 2008 heeft Spanje een aantal Europese
aanhoudingsmandaten uitgevaardigd, waarna de
federale politie opnieuw contact heeft opgenomen
met de familie van Griet Bosmans. Die blijft echter
bij haar standpunt, zodat het parket geen onderzoek
heeft geopend.
Het parket was niet op de hoogte van de moord
vóór 2005. Op 21 november 2005 verwees
professor Reyntjens in De Standaard naar Rwanda,
L'Histoire secrète de 1990 à 2001 van Abdul Joshua
Ruzibiza, waarin de moord wordt vermeld. Het
parket heeft daarop de familie van Griet Bosmans
gecontacteerd, maar die wilde niet dat er een
onderzoek werd ingesteld naar de moord. De
familie wenst de nadruk te leggen op het werk dat
01.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
En février 2008, l'Espagne a émis une série de
mandats d'arrêt européens et la police fédérale a
ensuite repris contact avec la famille de Griet
Bosmans, qui maintient toutefois sa position, de
sorte que le parquet n'a pas ouvert d'enquête.
Le parquet n'était pas au fait de l'assassinat avant
2005. Le 21 novembre 2005, le professeur
Reyntjens
s'est
référé
dans
le quotidien
De Standaard à l'ouvrage Rwanda, L'Histoire
secrète (1990-2001)
d'Abdul Joshua Ruzibiza, qui
mentionne l'assassinat. Le parquet a ensuite
contacté la famille de Griet Bosmans, mais celle-ci
a refusé qu'une enquête soit ouverte sur le crime.
La famille souhaite mettre l'accent sur le travail
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Griet Bosmans in Rwanda verrichtte.
réalisé par Griet Bosmans au Rwanda.
01.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Ik heb begrip
voor het standpunt van de familie. Worden wij op de
hoogte gehouden van het verloop van het
onderzoek of is dat onmogelijk omdat er in België
geen onderzoek loopt?
01.03 Hilde Vautmans (Open Vld) : Je comprends
le point de vue de la famille. Serons-nous informés
du déroulement de l'enquête ou est-ce impossible
parce qu'aucune enquête n'est en cours en
Belgique ?
01.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
gewone regels van het internationaal strafrecht zijn
van toepassing. De Belgische autoriteiten worden
geïnformeerd
over
het
Europees
aanhoudingsmandaat, maar bij het onderzoek dat
Spanje voert, zijn wij niet betrokken.
01.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Les règles ordinaires de droit pénal international
sont d'application. Les autorités belges sont
informées du mandat d'arrêt européen mais nous
ne sommes pas associés à l'enquête menée par
l'Espagne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "frauduleuse
praktijken
rond
het
opgeven
van
de
maatschappelijke zetel" (nr. 6534)
02 Question de Mme Hilde Vautmans au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les pratiques
frauduleuses concernant l'indication du siège
social" (n° 6534)</b>
Voorzitter: mevrouw Mia De Schamphelaere.
Présidente : Mme Mia De Schamphelaere.
02.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Onlangs werd
ik op de hoogte gebracht van fraude met de
maatschappelijke zetel van een vennootschap.
Nadat een bedrijf plots met deurwaarders en
aanklachten werd geconfronteerd, bleek dat een
ander, frauduleus, bedrijf op hetzelfde adres zijn
maatschappelijke zetel had gevestigd. Blijkbaar
wordt bij de neerlegging van een oprichtingsakte
niet gecontroleerd of een bedrijf een huurcontract of
een eigendomsakte heeft voor het adres van zijn
maatschappelijke zetel.
De vennootschapswet is onduidelijk. Het is niet
duidelijk wat de strafbepalingen zijn wanneer er
foute gegevens in de akte worden opgenomen. Wat
zijn de gevolgen? Kan er enkel worden ingegrepen
als er misbruiken aan het licht komen of kan er ook
preventief worden opgetreden?
02.01 Hilde Vautmans (Open Vld) : J'ai
récemment été informée d'une fraude relative au
siège social d'une société. Après qu'une société a
subitement été confrontée à des huissiers et à des
plaintes, il s'est avéré qu'une autre société, illégale,
avait établi son siège social à la même adresse.
Apparemment, au moment du dépôt de l'acte
constitutif, on ne contrôle pas si la société dispose
d'un contrat de location ou d'un acte de propriété
pour l'adresse de son siège social.
La loi sur les sociétés n'est pas claire. On ne sait
pas exactement quelles dispositions pénales sont
d'application lorsque des données erronées figurent
dans l'acte. Quelles en sont les conséquences ? Ne
peut-on intervenir que lorsque des abus sont
constatés ou des mesures préventives peuvent-
elles être prises ?
02.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
Wetboek van vennootschappen bepaalt dat er
vrijheid is van vestiging voor de maatschappelijke
zetel; het is mogelijk dat twee bedrijven een zelfde
maatschappelijk adres hebben. De inschrijving in
het register van rechtspersonen is een declaratief
systeem: de vennootschap verklaart waar de
maatschappelijke zetel zich bevindt. Het is niet de
taak van de griffier van de rechtbank van
koophandel om de juistheid van de verklaringen te
onderzoeken. Hij kan dus niet preventief optreden.
De notaris daarentegen kan via de kruispuntbank
02.02 Jo Vandeurzen, ministre (en neérlandais) :
Le Code des sociétés prévoit la liberté
d'établissement pour le siège social ; il est possible
que deux entreprises aient la même adresse de
siège social. L'inscription au registre des personnes
morales est un système déclaratif : la société
atteste que le siège social se trouve à un endroit
donné. Il ne relève pas de la compétence du greffier
du tribunal de commerce de vérifier l'exactitude des
déclarations. Celui-ci ne peut dès lors intervenir à
titre préventif.
Le notaire peut, par contre, effectuer les
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
van Ondernemingen wel de nodige verificaties te
doen. Omdat hij de mogelijkheid heeft om een
elektronische neerlegging te doen, zouden fouten of
valse verklaringen op termijn moeten verdwijnen.
vérifications nécessaires par le biais de la Banque-
carrefour des entreprises. Étant donné qu'il a la
possibilité de réaliser le dépôt par la voie
électronique, les erreurs ou les fausses déclarations
devraient disparaître à terme.
De wet van 16 januari 2003 tot oprichting van de
kruispuntbank voor Ondernemingen bepaalt dat alle
belanghebbenden bij de beheersdienst een
verbetering of een doorhaling van een foute
inschrijving kunnen vragen. Alle diensten die
toegang hebben tot de kruispuntbank zijn
bovendien verplicht om foute of ontbrekende
gegevens te melden aan de beheersdienst. De
beheersdienst heeft de bevoegdheid om een
onderneming ambtshalve in te schrijven of om
gegevens te wijzigen of door te halen als de
onderneming nalaat daarom te vragen binnen de
voorgeschreven termijn.
De betrokkenen of bepaalde diensten kunnen dus
aan de beheersdienst melden dat een bepaalde
maatschappelijke zetel niet overeenstemt met de
werkelijkheid, waarna de fout snel en efficiënt kan
worden rechtgezet. De overtreder kan bovendien
worden veroordeeld voor valsheid in geschrifte.
La loi du 16 janvier 2003 portant création d'une
Banque-carrefour des entreprises précise que tous
les intéressés peuvent demander, auprès du
service de gestion, une rectification ou une
suppression d'une inscription incorrecte. Tous les
services disposant d'un accès à la Banque-
carrefour sont, en outre, tenus d'informer le service
de gestion de l'existence de données erronées ou
manquantes. Le service de gestion est compétent
pour procéder d'office à l'inscription d'une entreprise
ou pour procéder à la modification ou à la radiation
de données si l'entreprise omet d'introduire une
demande dans les délais prescrits.
Les intéressés ou certains services peuvent donc
informer le service de gestion qu'un siège social
déterminé ne correspond pas à la réalité, ce qui
permettra ensuite de corriger rapidement et
efficacement l'erreur. Le contrevenant peut en outre
être condamné pour faux en écriture.
02.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Zijn er
gegevens over de frequentie waarmee een
nepbedrijf zich vestigt op het adres van een
bestaand bedrijf? Ik begrijp dat we op basis van de
huidige wetgeving niet echt preventief kunnen
optreden.
02.03 Hilde Vautmans (Open Vld) : Existe-t-il des
données de la fréquence par laquelle une entreprise
fictive s'établit à l'adresse d'une entreprise
existante ? J'ai cru comprendre qu'il est impossible
d'intervenir préventivement sur la base de l'actuelle
législation.
02.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Dat
heb ik niet gezegd. Notarissen bijvoorbeeld hebben
toegang tot het systeem en kunnen hun cliënten
wijzen op een probleem.
02.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je n'ai pas dit cela. Les notaires ont, par exemple,
accès au système et peuvent attirer l'attention de
leurs clients sur l'existence d'un problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jean Cornil aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vereniging
'België en Christenheid' " (nr. 6717)
03 Question de M. Jean Cornil au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'association « Belgique et
Chrétienté »" (n° 6717)</b>
03.01 Jean Cornil (PS): Volgens het
observatorium van extreem-rechts, Résistances,
overtreedt de vereniging België en Christenheid de
nieuwe wet op de verenigingen zonder winstbejag
(vzw). Ze zou haar statuten in 2003 niet gewijzigd
hebben zoals de wet het vereiste en komt haar
verplichtingen om een lijst van haar leden en haar
jaarrekeningen neer te leggen, niet na.
Handelt die vereniging volledig illegaal door zich het
statuut van vzw aan te meten? Indien zo, waarom
is er geen onderzoek geopend? Waarom werden
03.01 Jean Cornil (PS) : Selon l'observatoire de
l'extrême droite, Résistances, l'association Belgique
et Chrétienté serait en infraction avec la nouvelle loi
sur les associations sans but lucratif (ASBL). Elle
n'aurait pas modifié ses statuts en 2003 comme
l'exigeait la loi et elle ne remplit pas ses obligations
de dépôt de la liste de ses membres et de ses
comptes annuels.
Cette association agit-elle en toute illégalité en se
présentant sous le statut d'ASBL ? Dans
l'affirmative, pourquoi une enquête n'a-t-elle pas été
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
er geen geschikte maatregelen genomen? Bestaan
er desgevallend sancties?
ouverte ? Pour quelle raison les mesures adéquates
n'ont-elles pas été prises ? Le cas échéant, des
sanctions sont-elles prévues ?
03.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans) : Het
Reglement laat geen vragen toe met betrekking tot
persoonlijke gevallen of gevallen van bijzonder
belang. Ik zal u echter antwoorden voor zover uw
vraag te maken heeft met de algemene thematiek
van de vzw's die hun wettelijke verplichtingen niet
nakomen.
De vzw's moeten de wet van 27 juni 1921
respecteren, en met name bij de griffie van de
rechtbank van koophandel hun ledenlijst en
jaarrekeningen neerleggen. De verplichting tot het
neerleggen van de rekeningen bestaat sinds het
boekjaar dat begon op 1 januari 2004. Die
verplichtingen worden nog niet strafrechtelijk
gesanctioneerd.
03.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Le
Règlement n'autorise pas les questions relatives à
des cas personnels ou d'intérêt particulier. Je vous
répondrai cependant, dans la mesure où votre
question couvre la thématique générale des ASBL
qui ne respectent pas leurs obligations légales.
Les ASBL doivent respecter la loi du 27 juin 1921,
et notamment déposer au greffe du tribunal de
commerce la liste de leurs membres et leurs
comptes annuels. L'obligation de dépôt des
comptes est prévue à partir de l'exercice comptable
commençant le 1
er
janvier 2004. Ces obligations ne
sont pas sanctionnées pénalement.
De rechtbank kan een vereniging die de wet
overtreedt of die gedurende drie opeenvolgende
jaren niet voldaan heeft aan de verplichting om haar
rekeningen neer te leggen, ontbinden. De
betrokken
vzw
kan
haar
situatie
echter
regulariseren zolang de debatten voor de rechtbank
niet zijn afgesloten. De vordering tot ontbinding kan
worden ingesteld door een lid van de vzw, een
belanghebbende derde of het openbaar ministerie.
Cependant, le tribunal peut dissoudre l'association
qui contrevient à la loi ou qui n'a pas satisfait
pendant trois exercices consécutifs à l'obligation de
dépôt des comptes. L'ASBL concernée peut
toutefois régulariser sa situation tant que les débats
devant le tribunal ne sont pas clôturés. L'action en
dissolution peut émaner d'un membre de l'ASBL,
d'un tiers intéressé ou du ministère public.
03.03 Jean Cornil (PS): Ik hoop hiermee uw
aandacht
te
hebben
gevestigd
op
de
problematische situatie van die vereniging.
03.03 Jean Cornil (PS) : J'espère avoir attiré
l'attention sur la situation problématique de cette
association.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de wraking
van de rechter in de Beaulieu-zaak" (nr. 6740)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vertraging
in de Beaulieu-zaak" (nr. 6763)
04 Questions jointes de
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la récusation du juge dans
l'affaire Beaulieu" (n° 6740)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le retard dans l'affaire
Beaulieu" (n° 6763)</b>
04.01 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Voor de
zoveelste keer treedt er vertraging op in een
belangrijk gerechtelijk dossier inzake fiscale fraude.
Onlangs werd immers de voorzitter van de
raadkamer die de zaak-Beaulieu behandelt,
gewraakt. Uit de getuigenissen van aanwezigen
blijkt dat de voorzitter zijn wraking zelf heeft
uitgelokt door duidelijk te laten blijken dat hij er niet
erg veel zin in had om dit dossier te behandelen.
Het is schandalig dat een proces dat al achttien jaar
04.01 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Pour la
énième fois, un dossier judiciaire important en
matière de fraude fiscale est retardé. En effet,
dernièrement, le président de la chambre du conseil
qui traite l'affaire Beaulieu a été récusé. Il ressort
des témoignages de personnes présentes que le
président a été lui-même à l'origine de sa propre
récusation en laissant clairement entendre qu'il
n'avait pas très envie de traiter ce dossier.
Il est scandaleux qu'un dossier qui traîne déjà
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
aansleept ­ wat België al een veroordeling van het
Europese Hof voor de rechten van de mens
opleverde ­ op zo'n wijze opnieuw wordt vertraagd.
Het is niet bevorderlijk voor de werking van de
justitie als magistraten hun eigen wraking uitlokken.
Bevestigt de minister dat de voorzitter werd
gewraakt omdat hij duidelijk maakte geen zin te
hebben in dit dossier? Wat kan de minister doen
om dit soort laakbaar gedrag te beteugelen? Heeft
dit tuchtrechtelijke gevolgen? Hoort een magistraat
die zich zo gedraagt nog wel thuis in het
magistratenkorps?
Hoe wordt het dossier-Beaulieu nu verder
behandeld? Zal het dossier kunnen worden
behandeld voor het verjaart?
depuis 18 ans ­ ce qui a d'ailleurs valu à la
Belgique une condamnation de la Cour européenne
des droits de l'homme ­ soit une nouvelle fois
retardé d'une telle manière. Ce n'est pas avec des
magistrats qui provoquent leur propre récusation
que l'on améliorera le fonctionnement de la justice.
Le ministre peut-il confirmer que le président de la
chambre du conseil a été récusé parce qu'il avait
clairement laissé entendre qu'il n'avait pas envie de
traiter ce dossier ? Que peut faire le ministre pour
lutter contre
ce genre de comportement
répréhensible ? Y aura-t-il des suites disciplinaires ?
Un magistrat qui se comporte de telle façon a-t-il
vraiment encore sa place au sein de la
magistrature ?
Quelle suite va être réservée au dossier Beaulieu ?
Cette affaire pourra-t-elle être traitée avant d'être
prescrite ?
04.02 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Ik sluit mij
aan bij deze vraag. Werd er een tuchtprocedure
opgestart? Is de vervanging ondertussen al gebeurd
of zal men daarover nadenken tijdens de
gerechtelijke vakantie? Wat is in dit dossier de
planning en de timing van het openbaar ministerie?
04.02 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Je me joins
à cette question. Une procédure disciplinaire a-t-elle
été ouverte? A-t-il déjà été procédé au
remplacement ou la question sera-t-elle examinée
pendant les vacances judiciaires ? Quelles sont,
dans ce dossier, les intentions du ministère public et
son échéancier ?
04.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ook
ik bekijk deze zaak met gemengde gevoelens. Er
worden hierover terecht vragen gesteld. We
moeten, met respect voor de scheiding der
machten, bekijken hoe we daarmee moeten
omgaan.
Ondertussen
werd
een
parlementaire
onderzoekscommissie opgericht die aanbevelingen
zal formuleren over de aanpak van financiële
fraude. Ook het openbaar ministerie heeft daarover
al de nodige expertise opgebouwd. Er werd ook een
staatssecretaris belast met de strijd tegen de fiscale
fraude en die heeft een actieplan opgesteld.
Ik heb inlichtingen gevraagd aan de procureur-
generaal van Brussel. Hij deelt mee dat het hof van
beroep te Brussel in een arrest van 23 juni 2008 de
Nederlandstalige raadkamer in de Beaulieu-zaak
gewraakt heeft vanwege de verklaringen van de
rechter bij aanvang van de zitting. De procureur-
generaal acht deze wraking gegrond, omdat de
rechter blijk heeft gegeven van vooringenomenheid.
Ik kan geen commentaar geven op een beslissing
van de rechterlijke macht, maar net als iedereen
betreur ik de verklaringen van de rechter.
04.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je considère moi aussi ce dossier avec un
sentiment mitigé. Les questions qui sont posées ici
sont pertinentes. Il s'agit de savoir quelle attitude
adopter, dans le respect de la séparation des
pouvoirs.
Entre-temps, il a été procédé à la création d'une
commission d'enquête parlementaire qui formulera
des recommandations en matière de lutte contre la
fraude fiscale. Le ministère public aussi a déjà
développé l'expertise requise en la matière. Un
secrétaire d'État a également été chargé de la lutte
contre la fraude fiscale et il a arrêté un plan
d'action.
J'ai demandé des informations au procureur
général de Bruxelles. Celui-ci indique que la cour
d'appel de Bruxelles, dans un arrêt du 23 juin 2008,
a récusé la chambre du conseil néerlandophone
dans l'affaire Beaulieu en raison des propos tenus
par le juge en début d'audience. Le procureur
général estime que cette récusation est fondée
parce que le juge a fait preuve de partialité.
Je ne puis commenter une décision du pouvoir
judiciaire mais, comme tout un chacun, je regrette
les propos du juge.
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Het is de eerste voorzitter van het hof van beroep te
Brussel die een tuchtprocedure kan instellen tegen
deze rechter. De procureur-generaal kan een
tuchtprocedure aanhangig maken. Ik zal informeren
in welke mate er al initiatieven genomen zijn.
Sinds de wraking van de bewuste rechter werd in
deze zaak een nieuwe voorzitter aangesteld. De
zaak is thans opnieuw in behandeling voor de
raadkamer. Het parket-generaal kan een snelle
afhandeling van de zaak niet garanderen. De
procedure biedt namelijk de mogelijkheid tot een
grondig verweer. De raadkamer moet voor elk van
de zestig verdachten oordelen of er redenen zijn om
ze naar de correctionele rechtbank te verwijzen. Het
is een bijzonder omvangrijk en complex dossier.
C'est le premier président de la cour d'appel de
Bruxelles qui est investi du pouvoir d'engager une
procédure disciplinaire contre ce juge. Le procureur
général peut, quant à lui, procéder à la saisine
d'une telle procédure. Je vais m'informer pour
savoir dans quelle mesure des initiatives ont déjà
été prises.
Depuis la récusation du juge concerné, un nouveau
président a déjà été désigné. Actuellement, la
chambre du conseil réexamine cette affaire. Le
parquet général ne peut garantir qu'elle sera traitée
rapidement car cette procédure prévoit de solides
moyens de défense. Pour chacun des soixante
prévenus, la chambre du conseil doit dire s'il y a lieu
de
les
renvoyer
devant
le
tribunal
correctionnel. C'est un dossier très volumineux et
très complexe.
04.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Ik heb
er begrip voor dat de minister rekening moet
houden met de scheiding der machten. Iedereen
betreurt wat er in deze zaak is gebeurd. Ik denk dat
een tuchtprocedure logisch zou zijn. Ik hoop dat we
in de toekomst sneller kunnen vernemen of die
procedure werd opgestart. Er moet op een gepaste
manier gereageerd worden op persoonlijke
disfuncties binnen het gerechtelijk apparaat, anders
heeft geen enkele maatregel zin. Dat is echter een
verantwoordelijkheid van de procureur-generaal of
de eerste voorzitter van het hof van beroep.
04.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Je
comprends tout à fait que le ministre se doive de
respecter le principe de la séparation des pouvoirs.
Tout le monde regrette ce qui s'est passé dans
cette affaire. Je pense qu'il serait logique d'engager
une procédure disciplinaire. J'espère qu'à l'avenir,
si une telle procédure a été engagée, nous en
serons informés plus tôt. Il convient, en effet, de
réagir adéquatement à tout dysfonctionnement
personnel au sein de l'appareil judiciaire, sinon
aucune mesure n'a de sens. Toutefois, ceci est de
la responsabilité du procureur général ou au
premier président de la cour d'appel.
04.05 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Er werd in
elk geval geen tijd verloren wat betreft de procedure
om een nieuwe rechter aan te stellen.
04.05 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Quoi qu'il
en soit, il n'y a eu aucune perte de temps en ce qui
concerne la procédure à suivre pour désigner un
nouveau juge.
Gaat de minister ervan uit dat hij niet het initiatief
kan nemen om een tuchtprocedure op te starten?
Le ministre considère-t-il qu'il ne peut pas prendre
l'initiative d'une procédure disciplinaire ?
04.06 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik zal
daarover bij het openbaar ministerie informatie
vragen. Ik wil eerst weten wat dat zal doen.
04.06 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je m'informerai à ce sujet auprès du ministère
public. Je veux d'abord connaître la réponse du
ministère public.
04.07 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Dat zal dan
het karakter van de minister zijn. Zelf zou ik als
minister van Justitie geen begrip tonen als er niet
snel een tuchtprocedure zou worden opgestart.
04.07 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Cette
attitude est illustrative du caractère du ministre. En
tant que ministre de la Justice, je ne tolérerais pas
qu'une procédure disciplinaire ne soit pas entamée
rapidement.
04.08 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Op dit
moment worden de mogelijkheden om een
tuchtprocedure op te starten onderzocht. Wanneer
ik weet hoe de bevoegde instanties reageren, zal ik
binnen mijn bevoegdheden een gepast standpunt
innemen.
04.08 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Les possibilités d'ouvrir une procédure disciplinaire
sont actuellement à l'examen. Lorsque je connaîtrai
la réaction des instances compétentes, j'adopterai
le point de vue qui s'impose dans le cadre de mes
compétences.
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
04.09 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Is de
minister nu bevoegd om op te treden of niet?
Volgens mij is hij dat.
04.09 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Finalement,
le ministre est-il compétent pour intervenir ou non ?
D'après moi, il l'est.
04.10 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het is
aan het parket en het openbaar ministerie om de
tuchtprocedure op te starten. Ik zal mij daarover
informeren. Als ik kennis heb genomen van wat het
openbaar ministerie wil ondernemen, zal ik mijn
standpunt daarover bekend maken.
04.10 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Il revient au parquet et au ministère public d'ouvrir
la procédure disciplinaire. Je m'en informerai et je
prendrai position lorsque j'aurai pris connaissance
des mesures envisagées par le ministère public.
04.11 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Dit blijft
onduidelijk voor mij. Ik zal erop moeten
terugkomen.
04.11 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : La situation
reste obscure à mes yeux. Il me faudra y revenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
gevangenismuseum van Tongeren" (nr. 6789)
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de heropening van de
gevangenis
van
Tongeren
voor
jonge
delinquenten" (nr. 6976)
05 Questions jointes de
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le musée de la vie carcérale
à Tongres" (n° 6789)<br>- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la réouverture de la prison
de Tongres pour de jeunes délinquants" (n° 6976)</b>
05.01 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): De
subsidies voor het gevangenismuseum in Tongeren
zouden zijn stopgezet, waardoor de werking van het
museum in november tot stilstand zou komen. Het
museum zou plaats moeten maken voor een
instelling voor 35 jonge delinquenten.
Dit museum, dat op twee jaar tijd reeds 200.000
bezoekers over de vloer heeft gehad, kan nochtans
een belangrijke rol spelen in de pedagogische en
preventieve aanpak van de jeugdcriminaliteit. De
rondleidingen worden verzorgd door een ex-
gedetineerde die 19 jaar heeft doorgebracht in
verschillende penitentiaire instellingen in ons land.
Het verhaal van zijn leven bevat een aantal
waardevolle lessen voor de jeugd. Ik vind het dan
ook erg jammer dat dit waardevolle initiatief nu
verdwijnt.
Waarom en wanneer werd beslist om de
subsidiekraan dicht te draaien? Vindt de minister
ook niet dat een preventieve en pedagogische
aanpak belangrijk is om jongeren op het rechte pad
te houden? Is de minister bereid om naar een
oplossing te zoeken, zodat het museum toch open
kan blijven? Wat zal er nu gebeuren met de
gebouwen? Wanneer zou de instelling voor jonge
delinquenten klaar moeten zijn?
05.01 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Les
subsides alloué au musée de la vie carcérale de
Tongres auraient été suspendus, de sorte que le
musée devrait mettre un terme à ses activités en
novembre. Le musée devrait faire place à un
établissement destiné à accueillir 35 jeunes
délinquants.
Ce musée, qui a accueilli 200.000 visiteurs en deux
ans, peut pourtant jouer un rôle important dans
l'approche pédagogique et préventive de la
criminalité juvénile. Les visites y sont guidées par
un ex-détenu qui a passé 19 ans dans divers
établissements pénitentiaires du pays. Le récit de
sa
vie
comprend
un
certain
nombre
d'enseignements précieux pour la jeunesse. Je ne
puis dès lors que déplorer la disparition de cette
initiative de grande valeur.
Pourquoi et quand a-t-il été décidé de mettre un
terme à l'octroi de subsides ? Le ministre ne juge-t-
il pas, lui aussi, qu'une approche préventive et
pédagogique est importante pour maintenir les
jeunes sur le droit chemin ? Est-il disposé à
chercher une solution pour permettre la survie du
musée ? Que va-t-il advenir des bâtiments ? Quand
l'établissement pour jeunes délinquants devrait-il
être prêt ?
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
05.02 Bert Schoofs (Vlaams Belang): In april, ter
gelegenheid van de begrotingsbesprekingen, werd
gezegd dat er in de oude gevangenis van Tongeren
een jeugdinstelling zou komen voor 37 jonge
delinquenten. Hoeveel zal de inrichting van de
gevangenis als jeugdinstelling kosten?
05.02 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : En avril, à
l'occasion des débats budgétaires, il a été dit que la
prison de Tongres hébergerait un établissement
destiné à accueillir 37 jeunes délinquants. Que
coûtera
l'aménagement
de
la
prison
en
établissement pour jeunes ?
Sinds het indienen van mijn vraag heb ik wel
begrepen dat de inrichting zou ressorteren onder de
bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap. Mijn
vraag over het personeelskader vervalt dus.
Wat is de federale inbreng in dit dossier? In welke
mate heeft de minister vat op de timing?
Depuis l'introduction de ma question, j'ai compris
que l'établissement relèverait de la compétence de
la Communauté flamande. Ma question relative au
cadre du personnel perd donc sa raison d'être.
Quelle est la contribution fédérale dans ce dossier ?
Dans quelle mesure le ministre maîtrise-t-il le
calendrier ?
05.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
gevangenismuseum Tongeren is geen initiatief van
de FOD Justitie en wordt niet door de FOD
gesubsidieerd. Het gebouw is alleen tijdelijk door de
Regie der Gebouwen ter beschikking gesteld aan
het Gallo-Romeins museum.
In overleg met de minister van Binnenlandse Zaken
heb ik enkele maanden geleden wel beslist om de
inrichting te Tongeren terug in gebruik te nemen als
overbruggingsoplossing voor de opvang van
jeugdige delinquenten. De instelling van Everberg
wordt immers voortdurend overbevraagd en
ondanks de inspanningen van Vlaams minister
Vanackere moeten er nog regelmatig jongeren
worden geweigerd. In afwachting van de uitbreiding
van Everberg met 74 plaatsen wil ik reeds een
capaciteit voor een dertigtal jongeren creëren in
Tongeren.
Uiteraard ben ik mij bewust van het belang van
preventie en scholing, maar ik moet een
belangenafweging maken binnen het kader van
mijn bevoegdheden. Ik heb de beslissing om deze
infrastructuur terug in gebruik te nemen genomen
om in een snellere opvang te kunnen voorzien van
jongeren die door de jeugdrechter geplaatst
worden.
Ik onderschrijf volledig het pedagogisch project van
het gevangenismuseum en van soortgelijke
initiatieven. Ik wil toch even signaleren dat er nog
een gevangenismuseum is in Merksplas.
05.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La prison musée de Tongres n'est pas une initiative
du SPF Justice et n'est pas subventionné par ce
dernier. Le bâtiment a seulement été mis
temporairement à la disposition du musée gallo-
romain par la Régie des Bâtiments.
En concertation avec le ministre de l'Intérieur, j'ai
toutefois décidé, il y a quelques mois, de réaffecter
l'établissement de Tongres, à titre transitoire, en
vue
de
l'accueil
de
jeunes
délinquants.
L'établissement
d'Everberg
est
en
effet
continuellement surchargé et, en dépit des efforts
du ministre flamand Vanackere, il arrive encore
régulièrement que des jeunes doivent être refusés.
En attendant la création de 74 places
supplémentaires à Everberg, je tiens d'ores et déjà
à créer une capacité pour une trentaine de jeunes à
Tongres.
J'ai bien entendu conscience de l'importance de la
prévention et de la formation, mais je dois mettre
différents intérêts en balance dans le cadre de mes
compétences. J'ai pris la décision de remettre cette
infrastructure en service pour pouvoir assurer un
accueil plus rapide des jeunes placés par le juge de
la jeunesse.
Je souscris totalement au projet pédagogique de la
prison musée et de telles initiatives. Je tiens
toutefois à rappeler qu'un tel musée existe
également à Merksplas.
Ik sluit niet uit dat we in het globale meerjarenplan
voor de bouw van de gevangenissen nagaan of het
mogelijk is een soortgelijk initiatief een kans te
geven. De confrontatie met de realiteit van het
gevangenisleven is voor veel mensen belangrijk,
niet het minst voor jongeren.
Je n'exclus pas de vérifier la possibilité de donner
une chance à ce genre d'initiative dans le cadre du
plan pluriannuel global de construction des prisons.
La confrontation avec la réalité de la vie carcérale
est importante pour beaucoup de gens, et en
particulier pour les jeunes.
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Ik ben niet bevoegd voor de financiële vragen. De
raming van de werking is nog niet bekend. De
administratie
heeft
het
behoefteprogramma
opgemaakt en aan de Regie der Gebouwen
bezorgd voor verdere studie. Nadien komt er nog
overleg met de Vlaamse Gemeenschap. Ik hoop dat
men de inrichting begin volgend jaar in gebruik kan
nemen. De werken zouden in september moeten
kunnen starten.
De omkadering zal dezelfde zijn als voor Everberg
en ongeveer tachtig personeelsleden bevatten,
directie inbegrepen. Het gaat om een federale
inrichting, waar eveneens personeel van de
Vlaamse Gemeenschap werkzaam zal zijn.
Je ne suis pas compétent pour les questions
d'ordre financier. L'estimation du coût des travaux
n'est pas encore connue. L'administration a élaboré
le programme des besoins et l'a transmis pour
examen à la Régie des bâtiments. Il doit aussi y
avoir une concertation avec la Communauté
flamande. J'espère que l'établissement pourra être
utilisé à partir du début de l'année prochaine. Les
travaux
devraient
pouvoir
commencer
en
septembre.
L'encadrement sera le même qu'à Everberg, avec
un personnel d'environ 80 membres, direction
comprise. Il s'agira d'un établissement fédéral, où
travaillera également du personnel de la
Communauté flamande.
05.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Het is
goed dat de minister voorstander is van een
gevangenismuseum, maar het slechte nieuws is dat
een goed werkend initiatief zal aflopen in november.
Het is goed dat de minister zoekt naar alternatieven,
maar het lost het probleem niet op van de mensen
die vandaag bezig zijn met de werking van het
museum. Is het echt niet mogelijk om een
combinatie te maken?
05.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Je me
réjouis que le ministre soit partisan d'un musée de
la prison, mais la mauvaise nouvelle, c'est que dès
le mois de novembre, ce sera la fin d'une initiative
qui fonctionne bien. S'il est une bonne chose que le
ministre soit à la recherche d'alternatives, cela ne
résout pas pour autant le problème des gens qui
s'occupent actuellement du fonctionnement du
musée. N'est-il vraiment pas possible de combiner
les deux ?
05.05 Minister Jo Vandeurzen (Nedelands):Neen.
05.05 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Non.
05.06 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Natuurlijk
zou ik liever hebben dat de Vlaamse Gemeenschap
volledig bevoegd is, ook voor de instelling in
Everberg.
Gezien het cellentekort, lijkt het mij beter om de
capaciteit in Tongeren te benutten en het
museumidee terzijde te schuiven. Pedagogisch lijkt
het me trouwens zinvoller om rondleidingen te
organiseren in bestaande instellingen, zodat de
jongeren echt worden geconfronteerd met de
realiteit van het gevangenisleven.
05.06 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Je
préfèrerais évidemment que la Communauté
flamande détienne l'entière compétence, également
pour l'établissement d'Everberg.
Compte tenu du manque de cellules, il me paraît
préférable d'utiliser la capacité disponible à Tongres
et de mettre entre parenthèses l'idée du musée.
D'un point de vue pédagogique, il est d'ailleurs plus
indiqué, selon moi, d'organiser des visites dans des
institutions existantes, de manière à confronter
véritablement les jeunes à la réalité carcérale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vraag naar
een evaluatie van de recente antiterrorismewet"
(nr. 6803)
06 Question de M. Fouad Lahssaini au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la demande d'une
évaluation de la récente loi antiterroriste"
(n° 6803)</b>
06.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Naar
aanleiding van de beslissing om de personen die
aangehouden werden wegens deelname aan een
terroristische groepering, weer vrij te laten, stond in
de krant Le Soir van 26 juni te lezen dat de wet
volgens de procureur-generaal van Luik de
kinderziekten nog niet te boven is.
06.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : À la suite
de la décision de remise en liberté des personnes
arrêtées pour participation à un groupe terroriste, on
a pu lire, dans Le Soir du 26 juin, les propos du
procureur général de Liège disant que la loi faisait
ses « maladies de jeunesse ».
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Wordt het dan niet stilaan tijd dat we dit toetsen?
Hoewel de wetgever het noodzakelijk achtte de wet
van 19 december 2003 aan te nemen, konden de
gerechtelijke autoriteiten ook vóór de invoeging van
artikelen 137 en volgende al putten uit het
Strafwetboek om de zogenaamde terroristische
misdrijven te bestraffen.
Deze wet zorgt voor een hele ommezwaai, want
hiermee werden er in het Strafwetboek een aantal
overtredingen opgenomen die als `terroristisch'
bestempeld worden en waarvan de definitie
kennelijk haaks staat op het tot dan toe
geprivilegieerde statuut dat door de Belgische
Grondwet wordt toegekend aan het politiek misdrijf.
Zij stelt het bestaan zelf van dat statuut ter
discussie door het politieke karakter ervan te weg te
nemen.
Ne serait-il pas temps de procéder à son examen ?
Si le législateur a estimé nécessaire d'adopter la loi
du 19 décembre 2003, le Code pénal, avant
l'insertion des articles 137 et suivants, ne laissait
pas les autorités judiciaires démunies face aux
délits dits terroristes.
Cette loi marque un véritable tournant puisqu'elle
insère dans le Code pénal une série d'infractions
appelées terroristes dont la définition semble entrer
en contradiction avec le statut jusque-là privilégié,
octroyé par la Constitution belge au délit politique.
Elle remet en question son existence-même, en le
dépolitisant.
Over welke gegevens beschikt u vandaag met het
oog op de evaluatie van die wet?
Quels sont les éléments d'évaluation de cette loi
dont vous disposez actuellement ?
06.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De strafwet
wordt toegepast door de rechtbanken, die de
wetgeving geheel autonoom interpreteren en het
niet noodzakelijk eens zijn met de door het
openbaar ministerie verdedigde stelling.
Ik heb vertrouwen in een billijke en aangepaste
rechtspraak en ben ervan overtuigd dat de strafwet
voldoende speelruimte moet laten om het
terrorisme daadwerkelijk te kunnen bestrijden.
De terreurdreiging mag niet lichtzinnig worden
opgevat. Elk dossier en elke verdachte zijn anders.
Dankzij ons rechtsstelsel kan er in elke zaak
afzonderlijk een passend vonnis worden geveld.
06.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
loi pénale est appliquée par les tribunaux qui
interprètent la législation de manière autonome et
ne sont pas toujours d'accord avec la thèse
défendue par le ministère public.
J'ai confiance dans une jurisprudence équitable et
adaptée et je suis convaincu que la loi pénale doit
disposer d'une marge de manoeuvre suffisante pour
pouvoir réellement lutter contre le terrorisme.
La menace terroriste n'est pas à prendre à la
légère. Chaque dossier et chaque suspect sont
différents. Notre système juridique offre la
possibilité de juger de manière adéquate, au cas
par cas.
06.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Indien ik u
goed begrijp, bent u het met me eens dat de
Belgische strafwet, ook voor de goedkeuring van
die wetten, voldoende toegerust was om het hoofd
te bieden aan een hele reeks bedreigingen, met
inbegrip van de terreurdreiging.
Dankzij de wet van 2003 werd het actieterrein
verruimd en werden de straffen opgetrokken. Onze
rechtscolleges en rechtbanken blijven zich echter
baseren op de wetten van vóór 2003 om hun
strafmaat te bepalen. Wat is dan de meerwaarde
van de wet van 2003?
06.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : Si je vous
ai bien compris, vous êtes d'accord pour dire que le
Code pénal belge, avant l'adoption de ces lois,
pouvait faire face à un ensemble de menaces,
même qualifiées de terroristes.
Cette loi de 2003 a permis un élargissement du
champ d'action et une augmentation des peines
mais nos juridictions et tribunaux continuent à se
baser sur les lois antérieures à 2003 pour
sanctionner. Dans ces conditions, qu'apporte la loi
de 2003 aux lois antérieures ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de 07 Question de M. Renaat Landuyt au vice-
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
rechtsplegingsvergoeding" (nr. 6808)
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'indemnité de
procédure" (n° 6808)</b>
07.01
Renaat
Landuyt
(sp.a+Vl.Pro):
Oorspronkelijk heb ik deze vraag ingediend als
reactie op een CD&V'er die zich had verzet tegen
de behandeling van het wetsvoorstel over de
rechtsplegingsvergoeding. Nu zie ik echter dat dit
voorstel morgen op de agenda staat.
Volgens mij wordt in allerlei werkgroepen van de
minister de rechtsleer creatief aangepast om de wet
op de rechtsplegingsvergoeding uit te melken in het
voordeel van de advocatuur. De manier waarop in
de praktijk het terugbetalen van een deel van het
ereloon wordt geïnterpreteerd door sommige
rechtbanken en advocaten vind ik te verregaand en
asociaal.
Is de minister bereid om richtlijnen te geven aan de
procureur des Konings om erover te waken dat
deze wet niet verder op deze manier wordt
uitgemolken?
07.01 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : J'avais
initialement introduit cette question en réaction à
l'attitude d'un membre du CD&V qui s'était opposé
à l'examen de la proposition de loi relative à
l'indemnité de la procédure. Je constate toutefois à
présent que cette proposition est inscrite à l'ordre
du jour de demain.
À mon estime, la doctrine est adaptée de manière
créative dans divers groupes de travail ministériels
pour exploiter la loi relative à l'indemnité de la
procédure en faveur des avocats. J'estime
excessive et asociale la manière dont certains
tribunaux et avocats interprètent dans la pratique le
remboursement d'une partie des honoraires.
Le ministre est-il disposé à donner des directives au
procureur du Roi pour que la loi ne soit plus
exploitée de la sorte ?
07.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Sinds
de wet van 21 april 2007 en het KB van 26 oktober
2007 is er een nieuwe regeling inzake de
rechtsplegingsvergoeding. Het KB legt de bedragen
hiervoor vast naargelang van de aard en het belang
van het geschil. De vraagsteller is overigens als
toenmalig minister mee verantwoordelijk voor de
asociale aspecten waarnaar hij nu verwijst.
Kort na mijn aantreden heb ik reeds het initiatief
genomen om deze regeling te evalueren en zo
nodig aan te passen. Daarom heb ik een werkgroep
de opdracht gegeven om alle mogelijke problemen
inzake de rechtplegingsvergoeding aan te duiden en
oplossingen aan te reiken. Ook kijk ik uit naar de
arresten van het Grondwettelijk Hof met betrekking
tot de rechtplegingsvergoeding, die verwacht
worden tegen oktober 2008. Vorige week heb ik ook
een amendement ingediend waardoor de rechters
een grotere rol krijgen bij de bepaling van de
rechtsplegingsvergoeding. Zo kan de rechter
rekening houden met de financiële draagkracht van
de verliezende partij, de complexiteit van de zaak,
het belang van de contractueel bepaalde
vergoedingen voor de partij die in het gelijk wordt
gesteld en het kennelijk onredelijk karakter van de
situatie. Het amendement ligt morgen ter
bespreking voor in de commissie Justitie.
Daarom is het momenteel niet opportuun om
richtlijnen voor de procureurs uit te vaardigen.
07.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais):
Depuis la loi du 21 avril 2007 et l'arrêté royal du 26
octobre 2007, l'indemnité de procédure fait l'objet
d'un nouveau règlement. L'arrêté royal fixe les
montants en fonction de la nature et de l'importance
du litige. En tant qu'ancien ministre, l'auteur de la
question est d'ailleurs coresponsable des aspects
asociaux qu'il dénonce.
Peu de temps après avoir pris mes fonctions, j'ai
pris l'initiative de soumettre cette réglementation à
une évaluation et de l'adapter au besoin. A cet effet,
j'ai chargé un groupe de travail d'identifier tous les
problèmes relatifs à l'indemnité de procédure et de
proposer des solutions. J'attends également les
arrêts de la Cour constitutionnelle concernant
l'indemnité de procédure qui sont prévus pour
octobre 2008. La semaine dernière, j'ai présenté un
amendement renforçant le rôle des juges dans la
fixation de l'indemnité de procédure. Ainsi, le juge
pourra tenir compte de la capacité financière de la
partie perdante, de la complexité de l'affaire, de
l'importance
des
indemnités
fixées
contractuellement pour la partie qui a gain de cause
et le caractère manifestement déraisonnable de la
situation. L'amendement sera examiné demain en
commission de la Justice.
Le moment est dès lors mal choisi pour adresser
des directives aux procureurs.
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
07.03 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Mijn
antwoord bestaat uit een persoonlijk feit en een
repliek. Ik heb inderdaad binnen de regering over
deze materie mee gediscussieerd en de
rechtsplegingsvergoeding was uiteindelijk het
compromis.
Nu
wordt
de
wet
op
de
rechtsplegingsvergoeding door de aangepaste
tarieven echter anders geïnterpreteerd. Sommige
experts van de minister leggen in voordrachten uit
hoe zij de balie dienen en pochen met hun positie
en zogenaamde invloed. Hun voorbeeld wordt gretig
nagevolgd
door
advocaten
van
geïnstitutionaliseerde cliënten die geld ruiken. Ik ga
er volledig mee akkoord om de rechter meer
bevoegdheid te geven om hiertegen op te treden.
07.03 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Ma réponse
se composera d'un fait personnel et d'une réplique.
J'ai effectivement participé aux discussions sur
cette matière au sein du gouvernement, discussions
qui ont finalement abouti à une solution de
compromis : l'indemnité de procédure. Or, la loi sur
l'indemnité de procédure est l'objet d'une
interprétation différente en raison du fait que les
tarifs ont été adaptés. Certains experts du ministre
donnent des conférences où ils racontent comment
ils parviennent à plaider au barreau tout en se
prévalant de leur situation professionnelle et de leur
influence. Et ils font des émules parmi les avocats
de clients institutionnalisés qui pressentent qu'ils
pourraient avoir ainsi l'occasion de réaliser des
gains très substantiels. J'adhère totalement à l'idée
de conférer au juge davantage de moyens pour
lutter contre ce phénomène.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vergoeding
voor de onterechte voorlopige hechtenis"
(nr. 6826)
08 Question de Mme Valérie Déom au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'indemnisation
en cas de détention préventive abusive" (n° 6826)</b>
08.01 Valérie Déom (PS): De wet betreffende de
voorlopige hechtenis, die is gewijzigd in juni 2005,
gaat onder meer over de schadeloosstelling wegens
onwerkzame hechtenis. In dat opzicht wordt er een
onderscheid gemaakt tussen enerzijds de persoon
die op dergelijke vergoeding aanspraak kan maken
nadat hij een beschikking of een arrest van
buitenvervolgingstelling
heeft
bekomen,
en
anderzijds
de
persoon
die
een
buitenvervolgingstelling heeft bekomen waarbij
uitdrukkelijk is vastgesteld dat er geen misdrijf werd
gepleegd.
In het eerste geval blijft een veroordeling mogelijk
indien nieuwe bezwarende feiten aan het licht
komen. Bovendien moet iemand die een
beschikking van buitenvervolgingstelling heeft
bekomen zijn onschuld bewijzen om in aanmerking
te komen voor een vergoeding waarvan het bedrag
naar billijkheid wordt vastgesteld. Het Europees Hof
voor de rechten van de mens oordeelt dat die
laatste vereiste in strijd is met artikel 6 § 2 van het
Europees Verdrag maar de Belgische overheid
heeft tegen die beslissing beroep aangetekend.
Hoeveel aanvragen tot schadeloosstelling zijn er
ingediend sinds de wet is gewijzigd ? Hoe lang
duurt het gemiddeld vooraleer iemand die buiten
vervolging is gesteld een vergoeding krijgt ? Is er
systematisch vraag naar schadeloosstelling wegens
onwerkzame hechtenis ?
08.01 Valérie Déom (PS) : La loi sur la détention
préventive, modifiée en juin 2005, traite entre autres
de l'indemnisation en cas de détention inopérante.
À ce titre, elle distingue la personne qui peut
prétendre à une telle indemnité après ordonnance
ou arrêt de non-lieu de celle ayant bénéficié d'un
non-lieu constatant l'inexistence d'une infraction.
Dans le premier cas, une condamnation reste
toujours possible si de nouvelles charges
apparaissent. En outre, lorsque la personne
bénéficie d'une ordonnance de non-lieu, elle doit
prouver son innocence pour avoir droit à une
indemnisation en équité. La Cour européenne des
droits de l'homme a estimé que cela violait l'article 6
paragraphe 2 de la Convention européenne, mais la
Belgique a introduit un recours contre cette
décision.
Combien de demandes d'indemnisation ont-elles
été introduites depuis la modification de la loi ?
Après combien de temps en moyenne une
indemnisation est-elle perçue par le bénéficiaire
d'une ordonnance de non-lieu ? Y a-t-il
systématiquement demande d'indemnisation en cas
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
de détention préventive inopérante ?
08.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Op 30 mei
2008 zijn er uit hoofde van de wet 315 aanvragen
ingediend sinds de wijziging die werd ingevoerd bij
de wet van 31 mei 2005. Volgens de wet moeten
alle aanvragen binnen de zes maanden na het
indienen van het verzoek worden behandeld. Het is
niet mogelijk om u een gemiddelde tijdsduur te
geven. Indien beroep wordt ingesteld bij de
commissie, moet men wachten tot deze zich
uitspreekt over het beroep dat werd ingesteld door
de eiser.
Er is geen systematische schadeloosstelling. Elk
dossier is anders. De eiser moet het initiatief
nemen. Het gedrag van de eiser tijdens de
hechtenis kan een weigering rechtvaardigen.
08.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Au
30 mai 2008, 315 demandes ont été introduites en
vertu de la loi, depuis la modification introduite par
la loi du 31 mai 2005. Selon la loi, toute demande
doit être traitée dans les six mois de l'introduction
de la requête. Il n'est pas possible de vous donner
un délai moyen. En cas de recours devant la
commission, il faut attendre que celle-ci se
prononce sur l'appel introduit par le requérant.
Il n'y a pas d'indemnisation systématique. Chaque
dossier est différent. Le requérant doit prendre
l'initiative. Le comportement du requérant au
moment de sa détention et pendant celle-ci peut
justifier un refus.
08.03 Valérie Déom (PS): Het lijkt me drastisch
om het gedrag tijdens de voorlopige hechtenis te
laten meespelen om een schadeloosstelling te
weigeren maar ik ken deze jurisprudentie. Hoe staat
het met het beroep dat België heeft aangetekend
tegen de beslissing van het Europees Hof?
08.03 Valérie Déom (PS) : Le fait de considérer
l'attitude durant la détention préventive pour refuser
l'indemnisation me semble excessif, mais je
connais cette jurisprudence. Où en est le recours
de la Belgique contre la décision de la Cour
européenne ?
08.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Ik zal
nadere inlichtingen inwinnen.
08.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Je
me renseignerai.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Carina Van Cauter aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het bewaren
van correctionele strafdossiers" (nr. 6788)
09 Question de Mme Carina Van Cauter au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la conservation
des dossiers pénaux correctionnels" (n° 6788)</b>
09.01 Carina Van Cauter (Open Vld): Uit het
antwoord op een eerdere parlementaire vraag blijkt
dat correctionele strafdossiers twintig jaar bewaard
worden. Daarna wordt er een selectie gemaakt en
worden de niet-geselecteerde dossiers vernietigd.
Volgens welke criteria gebeurt deze selectie? Ik ben
uiteraard het meest geïnteresseerd in de dossiers
die eventueel nog gebruikt kunnen worden voor de
opheldering van andere dossiers.
09.01 Carina Van Cauter (Open Vld) : Il ressort de
la réponse fournie à une question parlementaire
antérieure que les dossiers pénaux correctionnels
sont conservés pendant vingt ans. Ensuite, on
procède à une sélection et les dossiers non
sélectionnés sont détruits. Sur la base de quels
critères cette sélection est-elle opérée ? Je suis
bien entendu surtout intéressée par les dossiers qui
peuvent éventuellement encore servir à en éclaircir
d'autres.
09.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
bewaring van correctionele strafdossiers wordt
geregeld door een ministeriële richtlijn van 8
februari 2002. Bedoeling van deze richtlijn was om
dossiers die geen enkel nut meer hebben voor de
gerechtelijke procedure, sneller dan voordien te
vernietigen en zodoende de archiefmassa's in de
justitiepaleizen terug te dringen.
De in de richtlijn vermelde bewaartermijnen zijn
09.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La conservation de dossiers pénaux correctionnels
est réglée par une directive ministérielle du 8 février
2002. L'objectif de cette directive consistait à
permettre la destruction plus rapide qu'auparavant
des dossiers qui n'ont plus aucune utilité pour la
procédure judiciaire et à réduire ainsi la masse
d'archives dans les palais de justice.
Les délais de conservation mentionnés dans la
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
minimumtermijnen. De griffier kan dus langere
termijnen toepassen. De verhoging van de kosten
voor opslag moet echter goed gemotiveerd zijn.
De richtlijn voorziet ook in een vijfjaarlijkse
aanpassing van de selectielijsten aan de
hervormingen op procedureel, organisatorisch of
technisch vlak. Op dit ogenblik wordt volop aan een
herziening gewerkt. Er komen onder meer
bijkomende selectielijsten voor de pas opgerichte
strafuitvoeringsrechtbanken, terwijl die voor de
militaire rechtbanken worden geschrapt.
De Nederlandstalige versie van de herziene richtlijn
is al klaar en wordt nu vertaald naar het Frans.
Daarna zal de herziene versie ter goedkeuring
voorgelegd worden aan het college van procureurs-
generaal en vervolgens ter bekrachtiging aan de
minister van Justitie.
Correctionele strafdossiers worden twintig jaar
bewaard op de griffie, waarna een selectie wordt
gemaakt. De geselecteerde dossiers worden
bewaard in het Algemeen Rijksarchief, de rest
wordt vernietigd.
directive sont des délais minimums. Le greffier peut
donc
appliquer
des
délais
plus
longs.
L'augmentation des frais de stockage doit toutefois
être dûment motivée.
La directive prévoit également une adaptation
quinquennale des listes de sélection aux réformes
sur les plans procédural, organisationnel ou
technique. Une révision est actuellement en cours.
Des listes de sélection supplémentaires sont
notamment établies pour les nouveaux tribunaux
d'application des peines, tandis que les dispositions
relatives aux tribunaux militaires sont supprimées.
La version néerlandaise de la directive révisée est
déjà finalisée et est actuellement traduite en
français. Ensuite, la version révisée sera soumise
pour approbation au collège des procureurs
généraux et pour ratification au ministre de la
Justice.
Les dossiers pénaux correctionnels sont conservés
au greffe pendant vingt ans et une sélection est
ensuite opérée. Les dossiers sélectionnés sont
conservés aux Archives générales du Royaume, le
reste étant détruit.
De selectie gebeurt volgens de criteria van de
richtlijn.
Van
ieder
jaar
waarvoor
de
bewaringstermijn van twintig jaar is verstreken,
worden de dossiers van één maand bewaard.
Welke maand dat is, wordt bepaald door een
numeriek systeem. Een uitzondering wordt gemaakt
voor interneringsdossiers, die steeds bewaard
worden.
Les dossiers sont sélectionnés conformément aux
critères de la directive. Pour chaque année pour
laquelle le délai de conservation de vingt ans est
dépassé, les dossiers d'un mois précis sont
conservés. Le choix du mois est déterminé par un
système numérique, sauf pour les dossiers
d'internement
qui
sont
systématiquement
conservés.
09.03 Carina Van Cauter (Open Vld): Er wordt dus
blijkbaar geen inhoudelijke selectie gemaakt. Ik
kreeg graag kopie van de bestaande en nog uit te
vaardigen richtlijnen.
09.03 Carina Van Cauter (Open Vld) : La sélection
ne se fait donc manifestement pas sur la base du
contenu. J'aurais aimé obtenir une copie des
directives déjà édictées ou qui doivent encore l'être.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
voorwaardelijke vrijlating van Kapplan Murat
door de strafuitvoeringsrechtbank" (nr. 6877)
10 Question de M. Bart Laeremans au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la libération
provisoire de Kapplan Murat par le tribunal de
l'application des peines" (n° 6877)</b>
10.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Tot
ieders verbazing werd Kapplan Murat, die normaal
gezien minstens tot 2012 een straf moet uitzitten,
onlangs vrijgelaten. Nog niet zo lang geleden zette
de man het hele land in rep en roer toen hij tijdens
zijn penitentiair verlof vluchtte. Blijkbaar helpt
mediabelangstelling om medelijden op te wekken
en vervroegd in vrijheid te worden gesteld.
10.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : À la
surprise générale, M. Kapplan Murat, qui doit
normalement purger une peine jusqu'en 2012
minimum, a récemment été libéré. Lors de son
évasion assez récente pendant son congé
pénitentiaire, l'homme avait mis tout le pays en
émoi.
L'attention
des
médias
contribue
manifestement à éveiller la compassion et à
permettre une libération anticipée.
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Onder welke voorwaarden werd Kapplan Murat
vrijgelaten? Hij is een publiek figuur en dus mogen
wij dat weten. Welk gedeelte van de straf blijft
onuitgezeten? Gaat het over een gewone
voorwaardelijke invrijheidstelling of krijgt hij een
enkelband?
À quelles conditions M. Kapplan Murat a-t-il été
libéré ? Il s'agit d'une figure publique et nous
pouvons donc être informés de ces conditions.
Quelle partie de la peine reste-t-elle à purger ?
S'agit-il d'une libération conditionnelle ordinaire ou
doit-il porter un bracelet électronique ?
10.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik kan
geen informatie geven over de modaliteiten van een
voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat zou een
gevaarlijk precedent zijn.
Volgens de wet van 17 mei 2006 kan een
veroordeelde na een derde van zijn straf ­ of bij
recidive na twee derde ­ vrijkomen. Op basis van
een advies van de gevangenisdirecteur en het
openbaar
ministerie
beslist
de
strafuitvoeringsrechtbank over de invrijheidstelling
en de daaraan verbonden voorwaarden. De
algemene voorwaarden zijn: geen nieuwe feiten
plegen, onmiddellijk een nieuwe verblijfplaats
melden en gevolg geven aan de oproepingen van
het openbaar ministerie en de justitieassistenten.
De justitieassistenten begeleiden de vrijgestelde en
rapporteren aan de strafuitvoeringsrechtbank. Ook
het openbaar ministerie en de politie houden
toezicht op de naleving van de voorwaarden.
10.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je ne peux vous informer sur les modalités d'une
libération conditionnelle. Il s'agirait d'un précédent
dangereux.
Conformément à la loi du 17 mai 2006, toute
personne condamnée peut être libérée après avoir
purgé un tiers de sa peine, ou deux tiers en cas de
récidive. Sur la base d'un avis du directeur de la
prison et du ministère public, le tribunal de
l'application des peines décide de la libération et
des conditions y afférentes. Les conditions
générales sont les suivantes : pas de nouveaux
faits commis, notification immédiate d'un nouveau
domicile et réaction aux convocations du ministère
public et des assistants de justice. Ceux-ci
accompagnent la personne libérée et font rapport
au tribunal de l'application des peines. Le ministère
public et la police veillent également au respect des
conditions.
10.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De
minister heeft gewoon de wet voorgelezen.
Nochtans had ik verwacht dat wij over een figuur die
zo vaak in de media is gekomen en haast
Daltonallures heeft gekregen, toch iets meer
informatie konden krijgen. De bevolking heeft daar
recht op.
De kranten spreken elkaar tegen: volgens sommige
zou Murat tot 2012 in de cel moeten zitten, volgens
andere tot 2015. Daarover zou ik graag
duidelijkheid krijgen.
Er wordt een totaal verkeerd signaal gegeven door
Kapplan Murat extreem vroeg vrij te laten. Doordat
de
verantwoordelijkheid
bij
de
strafuitvoeringsrechtbanken ligt, kunnen wij de
minister niet eens ter verantwoording roepen. Dat is
een achteruitgang.
10.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Le
ministre a simplement donné lecture de la loi.
J'avais
pourtant
espéré
obtenir
davantage
d'informations sur un personnage dont il a tellement
été question dans les médias et qui a pris des
allures de Dalton. La population y a droit.
Les journaux se contredisent. Selon certains
quotidiens, Murat devrait rester en prison jusqu'en
2012, selon d'autres jusqu'en 2015. Je souhaiterais
que la clarté soit faite à ce sujet.
En libérant Kapplan Murat extrêmement tôt, on
lance un signal totalement erroné. Étant donné que
la responsabilité incombe aux tribunaux de
l'application des peines, nous ne pouvons même
pas demander au ministre de se justifier. Il s'agit-là
d'un recul.
10.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Wij
zullen nagaan welke gegevens publiek zijn en die
dan aan de commissie meedelen.
10.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Nous vérifierons quelles données sont publiques et
les communiquerons ensuite à la commission.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de klachten
van rechtzoekenden bij de Hoge Raad voor
11 Question de Mme Valérie Déom au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les plaintes des
justiciables au Conseil supérieur de la Justice"
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Justitie" (nr. 6883)
11.01 Valérie Déom (PS): In het jaarverslag 2007
van de Hoge Raad voor de Justitie wordt gewag
gemaakt van klachten en disfuncties: 93 procent
van de klachtendossiers werden ingediend door
burgers en 4 procent door advocaten. De klachten
hebben in de eerste plaats betrekking op
strafrechtelijke procedures, terwijl die maar een
klein gedeelte van de rechtszaken in ons land
vormen; in 23 procent van de dossiers wordt de
rechterlijke uitspraak als dusdanig bekritiseerd; 16
procent betreft de trage werking van het gerecht, en
de andere klachten hebben betrekking op het
verloop van de procedure, de betrekkingen en de
communicatie met de justitie.
Daarbovenop worden ook disfuncties aan de kaak
gesteld.
Enkele
voorbeelden:
een
gerechtsdeskundige die niet aan de verwachtingen
van een klager voldoet, een zaak die 41 keer werd
uitgesteld, enz.
Volgens de Hoge Raad voor de Justitie trekt men
onvoldoende lering uit die vaststellingen. De Raad
pleit voor een evaluatie van de follow-up van de bij
de instelling ingediende klachten. Zal u tot een
dergelijke evaluatie overgaan?
11.01 Valérie Déom (PS) : Le rapport annuel 2007
du Conseil supérieur de la Justice fait état de
plaintes et de dysfonctionnements : 93 % des
dossiers de récrimination ont été introduits par des
citoyens et 4 % par des avocats. Les plaintes
concernent avant tout des procédures pénales,
alors que celles-ci ne représentent qu'une petite
partie des affaires judiciaires en Belgique ; 23 %
des dossiers critiquent la décision judiciaire en tant
que telle ; 16 % concernent la lenteur de la justice,
et les autres plaintes le déroulement de la
procédure, les rapports et la communication avec la
justice.
À cela s'ajoutent des dysfonctionnements. Par
exemple, un expert judiciaire ne correspondant pas
aux attentes d'un plaignant ; une affaire reportée 41
fois, etc.
Selon le Conseil supérieur de la Justice, on ne tire
pas assez d'enseignements de ces constats. Il
préconise une évaluation du suivi des plaintes
déposées auprès de l'institution. Comptez-vous
procéder à une telle évaluation ?
11.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Ik verwijs
naar het wetsvoorstel van mevrouw Nyssens en de
heren Van Hecke en Lahssaini tot instelling van een
procedure van klachtenbehandeling binnen de
rechterlijke orde en tot wijziging van artikel 259bis
van het Gerechtelijk Wetboek teneinde de Hoge
Raad voor de Justitie aan te wijzen als
beroepsinstantie met een ombudsfunctie inzake
justitie.
De Hoge Raad voor de Justitie is zelf vragende
partij, maar de klachtenbehandelingsprocedure
moet op een eenvormige manier worden
omschreven, ook binnen de rechtscolleges.
Op 10 juni 2008 vond er in het kader van dit
wetsvoorstel een hoorzitting plaats. Momenteel
worden de statistieken opgesteld voor alle klachten
samen (Raad van State, Hoge Raad voor de
Justitie, rechtscolleges en diverse autoriteiten).
Wat een evaluatie van de klachtenprocedure
betreft, verwijs ik naar voornoemde initiatieven.
11.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Je
vous renvoie à la proposition de loi déposée par
Mme Nyssens et MM. Van Hecke et Lahssaini
visant à instaurer une procédure de règlement des
plaintes au sein de l'ordre judiciaire et à modifier
l'article 259bis du Code judiciaire en vue d'instituer
le Conseil supérieur de la Justice comme instance
de recours et médiateur de la justice.
Le Conseil supérieur de la Justice est lui-même
demandeur, mais il faut définir la procédure de
règlement des plaintes de manière uniforme,
également au sein des juridictions.
Le 10 juin 2008, il y a eu une audition dans le cadre
de cette proposition de loi. Actuellement, les
statistiques sont établies pour l'ensemble des
plaintes (Conseil d'État, Conseil supérieur de la
Justice, juridictions et diverses autorités).
Au sujet d'une évaluation de la procédure de
plainte, je renvoie aux initiatives précitées.
11.03 Valérie Déom (PS): U laat in dit dossier het
initiatief aan het Parlement, wat een goede zaak is.
Het gerechtelijk apparaat is een pijler van onze
11.03 Valérie Déom (PS) : Vous laissez dans ce
dossier l'initiative au Parlement, ce qui est une
bonne chose.
L'appareil judiciaire est un pilier de notre
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
democratie. Men moet voorkomen dat er bij de
burgers een vertrouwensbreuk ten aanzien van het
gerecht zou ontstaan. 93 procent van de klachten
gaan immers uit van burgers.
We zullen dat dossier aandachtig blijven volgen.
démocratie. Il ne faut éviter une rupture de
confiance vis-à-vis de celui-ci chez les citoyens,
plus de 93 % des plaintes étant déposées par ces
derniers.
Nous resterons attentifs à ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over " de toepassing
va
de
hervormingen
inzake
het
deskundigenonderzoek" (nr. 6903)
12 Question de M. Daniel Bacquelaine au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'application de la
réforme de la procédure d'expertise" (n° 6903)</b>
12.01 Daniel Bacquelaine (MR): Mijn vraag betreft
de bijzondere bepaling betreffende het voorschot op
het ereloon, waarmee een eind moest worden
gemaakt aan de bestaande praktijk om de meest
gerede partij rechtstreeks te vragen geld voor te
schieten om de procedure in te leiden. De wet
bepaalt nu dat de rechter het te consigneren of vrij
te geven bedrag vaststelt. Hij bepaalt tevens door
welke partij en binnen welke termijn de som moet
worden gestort.
De wetswijziging schijnt echter haar doel voorbij te
schieten, want er ontstaan nu nieuwe betwistingen
over die kosten. De gerechtsdeskundigen moeten
overigens meestal zelf de kosten voor de
onderzoeken voorschieten.
Bent u op de hoogte van de ongewenste en
contraproductieve effecten van de wet van 2007?
Zou de toepassing van die hervorming niet globaal
moeten worden getoetst? Ik zou u ook willen
ondervragen
over
het
statuut
van
de
gerechtsdeskundigen. Lijkt het u aangewezen
deskundigenlijsten op te stellen op grond van
kwaliteitscriteria?
12.01 Daniel Bacquelaine (MR) : Ma question
porte sur la disposition particulière relative à la
provision d'honoraires qui vise à mettre un terme
aux pratiques consistant à demander directement
au justiciable le plus diligent d'avancer les fonds
pour entamer la procédure. Actuellement, il est
prévu que le juge fixe le montant à consigner ou à
libérer. De même, il détermine par quelle partie et
dans quel délai la somme doit être versée.
Il semble que l'objectif ne soit pas atteint car de
nouveaux contentieux apparaissent à propos de ces
frais. Par ailleurs, les experts judiciaires doivent la
plupart du temps pré-financer eux-mêmes les
opérations.
Avez-vous eu connaissance de ces effets contre-
productifs de la loi de 2007 ? Ne serait-il pas
opportun de réaliser une évaluation générale de
l'application de cette nouvelle réforme ? J'aimerais
également vous interroger sur le statut des experts
judiciaires et sur l'opportunité de fixer des listes
établies à partir de critères de qualité.
12.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Het is niet
ondenkbaar dat de toepassing van artikel 987 van
het Gerechtelijk Wetboek aanleiding geeft tot een
aantal praktische problemen. Uit uw vraagt blijkt
evenwel niet dat het om een algemeen probleem
gaat. Dat zou moeten worden aangetoond aan de
hand van statistieken, maar daarover beschik ik
momenteel niet. Het statuut van de deskundigen
houdt geen verband met het probleem dat u
opwerpt.
12.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Il
n'est pas impensable que l'application de l'article
987 du Code judiciaire donne lieu à certains
problèmes pratiques. La question que vous
soulevez ne prouve toutefois pas que le problème
est généralisé. Il faudrait des statistiques ce dont je
ne dispose pas actuellement. Le problème du statut
des experts ne présente aucun rapport avec le
problème que vous évoquez.
Verschillende actoren in het veld onderstrepen
nochtans de problemen in de nieuwe wetgeving en
dragen voorstellen aan om ze te verbeteren. Begin
september zal onderzocht moeten worden of een
debat in de commissie hierover mogelijk is.
Cependant, les différents acteurs de terrain
soulignent les problèmes qui existent dans la
nouvelle législation et soumettent des propositions
en vue de son amélioration. Début septembre, il
conviendra d'examiner la possibilité d'un débat en
commission à ce sujet.
12.03 Daniel Bacquelaine (MR): Alle deskundigen 12.03 Daniel Bacquelaine (MR) : Tous les experts
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
die ik ontmoet heb, vinden dat de wetgeving voor
problemen zorgt. De rechtzoekende wordt
gepenaliseerd door de steeds langere procedures
die te wijten zijn aan een conflict over
ereloonprovisies. We zullen ons over die kwestie
moeten buigen om te onderzoeken hoe we de wet
kunnen verbeteren.
que j'ai rencontrés considèrent que cette législation
pose problème. Le justiciable est pénalisé par
l'allongement des procédures causé par ce conflit
sur les provisions d'honoraires. Il importera de nous
pencher sur la question afin d'examiner comment
nous pouvons améliorer cette loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het prijskaartje
van het proces na de ramp in Gellingen"
(nr. 6868)
13 Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le coût du procès
relatif à la catastrophe de Ghislenghien" (n° 6868)</b>
13.01 Jean-Luc Crucke (MR): Het proces met
betrekking tot de ramp te Gellingen is een
buitengewoon proces wegens het grote aantal
betrokken partijen. De raadkamer zal in de
gebouwen van Doornik-Expo moeten bijeenkomen,
waar uitzonderlijke veiligheidsmaatregelen zullen
moeten worden genomen. Ik stel de noodzaak van
die maatregelen niet ter discussie, maar zou wel
graag willen weten welke kosten dat proces zal
meebrengen.
13.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Le procès relatif à
la catastrophe de Ghislenghien sort de l'ordinaire
par le nombre de personnes qu'il concerne. Ainsi, la
chambre du conseil devra se tenir dans les locaux
de Tournai-Expo, où des mesures de sécurité
exceptionnelles seront nécessaires. Je ne conteste
nullement que ces mesures soient judicieuses,
mais j'aimerais connaître le coût de ce procès.
13.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Het
Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie van
de FOD Justitie is belast met de organisatie, de
logistiek en de werking van de hoven en
rechtbanken. Ze oefent die taak uit in overleg met
de rechterlijke autoriteiten.
Voor het proces-Gellingen wordt gebruik gemaakt
van een procedure die steevast wordt toegepast
voor grote processen, en die gebaseerd is op
vroegere ervaringen. Er werd een stuurgroep
opgericht met het DG Rechterlijke Organisatie, de
procureur des Konings en de voorzitter van de
rechtbank.
De
discussie
over
het
totale
kostenplaatje is nog aan de gang.
13.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
direction générale Organisation judiciaire du SPF
Justice se charge de l'organisation, de la logistique
et du fonctionnement des cours et tribunaux. Elle
exerce cette mission en concertation avec les
autorités judiciaires.
Pour le procès Ghislenghien, une routine « grands
procès » fondée sur les expériences antérieures est
appliquée. Un comité directeur regroupant la DG
Organisation judiciaire, le procureur du Roi et le
président du tribunal a été établi. Le montant total
est encore en discussion.
13.03 Jean-Luc Crucke (MR): De FOD zou op
een open manier over de kosten van dergelijke
processen moeten communiceren.
13.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Il serait bon que le
SPF communique ouvertement sur le coût de tels
procès.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de petitie voor
collectieve
vordering
van
Test-Aankoop"
(nr. 6869)
14 Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la pétition de
Test-Achats en faveur de l'action collective"
(n° 6869)</b>
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
14.01 Jean-Luc Crucke (MR): Op 4 april
jongstleden deelde u mij dat er in het regeerakkoord
is opgenomen dat er voortgang zal worden gemaakt
in het dossier van de instelling in ons land van
collectieve vorderingen, maar dat u wachtte op de
conclusies van een Europese studie ter zake.
Sindsdien is Test-Aankoop met een petitie ten
voordele van die aanpassing van de wetgeving
gestart. Ook minister Magnette heeft verklaard
daarvan een voorstander te zijn.
Welke conclusies trekt u uit het Europees verslag
en uit die actie om de bevolking daar warm voor te
maken? Is er ter zake overleg aan de gang? Heeft
de regering al een beslissing dienaangaande
genomen?
14.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Le 4 avril, vous
m'annonciez que l'accord de gouvernement
prévoyait d'avancer dans le dossier de l'introduction
en Belgique de l'action collective mais que vous
attendiez les conclusions d'une étude européenne.
Depuis lors, Test-Achats a lancé une pétition en
faveur de cette évolution législative, à laquelle le
ministre Magnette s'est lui aussi déclaré favorable.
Quelles conclusions tirez-vous du rapport européen
et de la mobilisation de la population ? Des
concertations sont-elles en cours ? Une décision a-
t-elle été prise au sein du gouvernement ?
14.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): In het
Witboek worden collectieve vorderingen als nuttig
bestempeld in het kader van schendingen van de
communautaire rechtsregels. De Commissie stelt
twee
complementaire
mechanismen
voor
collectieve
schadevergoedingsactie
voor:
schadevergoedingsacties
door
belangenbehartigers, die door daartoe bevoegde
entiteiten
(consumentenverenigingen,
overheidsinstanties, enz.) worden ingesteld namens
geïdentificeerde of identificeerbare slachtoffers, en
opt-in collectieve schadeacties, waarbij slachtoffers
uitdrukkelijk besluiten hun individuele schadeacties
voor de schade die zij hebben geleden, te bundelen
tot één actie.
14.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Le
Livre blanc du 2 avril 2008 juge utiles les actions
collectives dans le cadre d'infractions aux règles
communautaires. La Commission propose de
combiner deux mécanismes de recours collectif :
des actions représentatives intentées par des
entités qualifiées (associations de consommateurs,
organismes publics, etc.) au nom de victimes
identifiées ou identifiables ou des actions collectives
assorties d'une option de participation explicite dans
lesquelles les victimes décident de mettre en
commun leur demande d'indemnisation individuelle.
Het is te vroeg om te zeggen of het Witboek tot een
regelgeving zal leiden. Bovendien beoogt het
voorstel
van
de
Commissie
enkel
de
concurrentiezaken.
Verscheidene landen kennen een vorm van
collectieve vordering. Een dergelijk systeem heeft
ontegensprekelijk voordelen: gevoelige daling van
de kosten en de duur van de vorderingen,
efficiëntste gebruik van de staatsmiddelen. Maar er
zijn ook moeilijkheden aan verbonden. Hoe kan
men bijvoorbeeld de legitimiteit verdedigen van een
vereniging die optreedt voor personen waar het
proces geen betrekking op heeft? Wie heeft recht
op welk deel van de vergoeding? Hoe misbruiken
voorkomen aan de kant van representatieve
verenigingen?
Wat dat voorbehoud betreft, is het van belang niet
overhaast te werk te gaan en van bij de aanvang
specialisten inzake burgerlijke rechtspleging te
raadplegen. Ik onderzoek momenteel verscheidene
pistes met mijn administratie, maar het is minister
Magnette die verantwoordelijk is voor het dossier.
Il est trop tôt pour dire si ce Livre blanc débouchera
sur une réglementation. En outre, la proposition de
la Commission vise uniquement les affaires de
concurrence.
Plusieurs pays connaissent des formes d'action
collective. Un tel système a indéniablement des
avantages : réduction sensible du coût et de la
durée des actions, utilisation plus efficiente des
moyens de l'État. Il existe toutefois aussi des
difficultés. Comment, par exemple, définir la
légitimité d'une association qui intervient pour des
personnes non concernées par le procès ? Qui a
droit à quelle partie de l'indemnisation ? Comment
prévenir les abus de la part d'associations
représentatives ?
Au regard de ces réserves, il importe d'éviter toute
précipitation et de consulter dès le début des
spécialistes en matière de procédure civile.
J'examine actuellement différentes pistes avec mon
administration, mais c'est le ministre Magnette qui
est responsable de ce dossier.
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
14.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik treed uw analyse
bij, zowel wat de aanpak als de vereiste
omzichtigheid betreft. Het verbaast me dat minister
Magnette zich volledig voorstander verklaard heeft
van een dergelijke procedure.
14.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Je souscris à votre
analyse, tant au niveau de l'approche que de la
prudence requise. Je m'étonne que le ministre
Magnette se soit déclaré totalement favorable à ce
type de procédure.
Ik ben daar eveneens voorstander van, maar ik
weet ook welke risico's een en ander inhoudt.
J'y suis moi aussi favorable, mais j'en connais
également les risques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de bijzondere
onderzoekstechnieken en computercontrole"
(nr. 6872)
15 Question de M. Jean-Luc Crucke au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les techniques
spéciales d'enquête - contrôle des ordinateurs"
(n° 6872)</b>
15.01 Jean-Luc Crucke (MR): De directeur van de
federale gerechtelijke politie heeft verklaard dat de
bijzondere onderzoekstechnieken, en in het
bijzonder de technieken die gebruik maken van het
internet, leemtes bleken te vertonen, en dat de
wetgeving de GP niet toeliet zo nodig de oorsprong
van het communicatieverkeer op te sporen, omdat
het verboden is computers te hacken. Het aantal
misdadigers en terroristen dat via internet en
computernetwerken opereert, neemt echter gestaag
toe.
Is u op de hoogte van die verklaring? Zijn er
gevallen bekend, waarin dat ontbreken van een
toelating voor problemen heeft gezorgd? Moet de
wetgeving ter zake niet evolueren en moet ze via
gepaste maatregelen niet gewijzigd worden?
15.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Le directeur de la
police judiciaire fédérale a déclaré que les
techniques spéciales d'enquête, notamment celles
nécessitant le recours à internet, s'avéraient
incomplètes et que la législation ne permettait pas à
la PJ de procéder à d'éventuels repérages de
communication puisqu'il est interdit de pénétrer
dans des ordinateurs. Or, le nombre de criminels et
de terroristes ayant recours à internet et au réseau
informatique prend de l'ampleur.
Avez-vous eu connaissance de cette déclaration ?
A-t-on recensé des cas dans lesquels cette
absence d'autorisation a posé problème ? Est-il
nécessaire de faire évoluer la législation en la
matière en la modifiant par la prise de mesures
adéquates ?
15.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Naar
aanleiding van het arrest van 19 juli 2007 van het
Grondwettelijk Hof buigt zich een werkgroep die
wordt voorgezeten door een lid van mijn beleidscel,
over de herstelwet van de wet op de bijzondere
opsporingsmethoden.
In dat kader hebben de vertegenwoordigers van het
openbaar ministerie en de politie me van die
problematiek in kennis gesteld. Er bestaat een
operationele noodzaak om ter zake een wetgevend
initiatief te nemen, maar men mag niet vergeten dat
in een rechtsstaat elke buitenmaatse aantasting van
de privacy en de fundamentele vrijheden
voorkomen moet worden en het evenwicht tussen
de efficiency van de opsporingsdiensten en het
waarborgen van de individuele grondrechten moet
verzekerd blijven.
De voormelde werkgroep bereidt een tekst voor, die
deze leemte zou moeten opvullen. Ik hoop dat ik die
in september of oktober aan het Parlement zal
15.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Un
groupe de travail présidé par un membre de ma
cellule stratégique se penche sur la loi réparatrice
de la loi sur les méthodes particulières de
recherche, à la suite de l'arrêt du 19 juillet 2007 de
la Cour constitutionnelle.
Dans ce cadre, les représentants du ministère
public et de la police m'ont informé de cette
problématique. Il y a une nécessité opérationnelle
de légiférer en la matière, tout en sachant que, dans
un état de droit, il faut éviter toute atteinte
disproportionnée à la vie privée et aux libertés
fondamentales, et garantir l'équilibre
entre
l'efficacité des services de recherche et la garantie
des droits fondamentaux individuels.
Le groupe de travail précité élabore un texte qui
devrait pallier cette carence. J'espère pouvoir le
soumettre au Parlement en septembre ou octobre.
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
kunnen voorleggen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Samengevoegde vragen van
- de heer Raf Terwingen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vrijlating
van (moord)verdachten door procedurefouten"
(nr. 6887)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vrijlating
van verdachten door procedurefouten" (nr. 6914)
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "een mogelijke lacune in de
wetgeving die ertoe leidt dat verdachten inzake
zware criminele feiten in vrijheid moeten worden
gesteld" (nr. 6977)
16 Questions jointes de
- M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la libération de suspects (de
meurtre) en raison d'erreurs de procédure"
(n° 6887)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la libération de prévenus à
la suite d'erreurs de procédure" (n° 6914)<br>- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "une possible lacune
législative ayant pour résultat que des suspects
de faits criminels graves doivent être remis en
liberté" (n° 6977)</b>
16.01 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): In Het
Belang van Limburg van 2 juli 2008 werd het
probleem aangekaart van moordverdachten die
door procedurefouten zouden zijn vrijgekomen. Dat
zou de voorbije maanden twee keer gebeurd zijn in
het arrondissement Tongeren. De procureur was
blijkbaar vergeten dat de verdachte na zijn
verworpen cassatieberoep binnen de veertien
dagen weer voor de raadkamer moest verschijnen.
Volgens de betrokken procureur zou het om een
lacune in de wetgeving gaan. Is de minister het
daarmee eens? Zal hij een initiatief nemen om dat
op te lossen?
16.01 Raf Terwingen (CD&V - N-VA) : Le
quotidien Het Belang van Limburg du 2 juillet
soulève la question de la libération, à la suite
d'erreurs de procédure, de suspects dans des
dossiers de meurtre. Cela se serait produit à deux
reprises, ces derniers mois, dans l'arrondissement
de Tongres. Apparemment, le procureur du Roi
avait oublié qu'après le rejet de son pourvoi en
cassation, le suspect devait de nouveau
comparaître en chambre du conseil dans les quinze
jours. D'après le procureur concerné, il s'agirait
d'une lacune législative. Le ministre partage-t-il
cette vision ? Prendra-t-il une initiative pour
remédier à la situation ?
16.02 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Ik sluit mij
aan bij de vorige vraag. Als de minister niet akkoord
gaat met de stelling van de procureur, welk gevolg
zal hij dan aan dit incident geven? Vindt hij dat de
procureur fouten heeft gemaakt?
16.02 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Je me joins
à la question précédente. Si le ministre ne partage
pas la position du procureur, quelle suite réservera-
t-il à cet incident ? Estime-t-il que le procureur a
commis des erreurs ?
16.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Ik sluit mij
ook aan bij de vorige vragen. Werden in deze zaak
de regels gevolgd? Moet er worden ingegrepen?
Moet de wetgeving worden aangepast? Het gaat
hier om feiten die het rechtsgevoel van de burger
schokken.
16.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Je me joins
également aux questions précédentes. Les règles
ont-elles été observées dans ce dossier ? Y a-t-il
lieu d'intervenir ? La législation doit-elle être
adaptée ? Il s'agit en l'occurrence de faits qui
heurtent le sens de la justice des citoyens.
16.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Door
de wet van 31 mei 2005 werd een aantal wijzigingen
aangebracht aan de wet op de voorlopige
hechtenis. Er werd bepaald dat de aanhouding van
verdachten die voor het hof van assisen moeten
verschijnen, niet meer elke maand maar om de drie
maanden door de raadkamer bevestigd moet
worden. De verdachte kan echter een verzoek tot
invrijheidsstelling indienen. Als de raadkamer
16.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La loi du 31 mai 2005 a apporté une série de
modifications à la loi sur la détention préventive. Il a
été stipulé que la chambre du conseil ne doit plus
confirmer tous les mois, mais tous les trois mois, le
maintien en détention de prévenus devant
comparaître devant la cour d'assises. Cependant, le
prévenu peut introduire une demande de mise en
liberté. Si la chambre du conseil décide alors de
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
daarop beslist de hechtenis te handhaven, dan blijft
die beslissing drie maanden geldig. De verdachte
kan daarop in beroep gaan bij de KI. Ook de
beslissing van de KI blijft drie maanden geldig.
Daarop kan de verdachte in cassatie gaan. Als het
Hof van Cassatie het verzoek verwerpt, moet de
raadkamer binnen de vijftien dagen opnieuw
beslissen over de hechtenis van de verdachte.
In de zaak in Tongeren moest de moordverdachte
in vrijheid worden gesteld, omdat hij niet binnen de
vijftien dagen voor de raadkamer was verschenen,
nadat het Hof van Cassatie zijn verzoek tot
invrijheidsstelling had verworpen.
Het gaat hier om een bepaling die al lang in de wet
staat en door iedereen gekend moet zijn. In de
rondzendbrief van de procureur-generaal van
Antwerpen inzake de wet van 2005 werd nog eens
uitdrukkelijk vermeld dat die bepaling niet gewijzigd
werd. Er is dus geen sprake van een lacune in de
wet. De onderzoeksrechter heeft hier een bepaalde
handeling niet uitgevoerd.
maintenir la détention, cette décision reste valable
pendant trois mois. Le suspect peut alors interjeter
appel auprès de la chambre des mises en
accusation. La décision de cette dernière est
également valable pendant trois mois. Le prévenu
peut alors se pourvoir en cassation. Si la Cour de
cassation rejette le pourvoi, la chambre du conseil
doit de nouveau se prononcer, dans les quinze
jours, à propos de la détention du prévenu.
Dans le dossier de Tongres, le suspect dans une
affaire de meurtre a dû être remis en liberté parce
qu'il n'a pas comparu en chambre du conseil dans
les quinze jours après le rejet de sa demande de
mise en liberté par la Cour de cassation.
Il s'agit d'une disposition qui figure dans la loi de
longue date et que nul n'est censé ignorer. Dans
une circulaire relative à la loi de 2005, le procureur
général d'Anvers mentionne explicitement que cette
disposition n'a pas été modifiée. Il n'est donc
aucunement question de lacune législative. En
l'occurrence, le juge d'instruction n'a pas exécuté
un acte déterminé.
Men kan zich natuurlijk wel de vraag stellen of de
termijnen wel behouden moesten worden. Het zou
logischer geweest zijn om in 2005 ook de termijn na
verwerping door Cassatie te verlengen.
Het is echter niet aangewezen om naar aanleiding
van een concrete zaak een wetswijziging door te
voeren. Het lijkt mij beter om de wet inzake
voorlopige hechtenis in zijn geheel te evalueren. Op
dit moment wordt er al gediscussieerd over de
termijnen van het politiearrest.
On peut évidemment se demander s'il était bien
opportun de maintenir les délais. Il aurait été plus
logique de prolonger également en 2005 le délai
prévu après un rejet par la Cour de cassation.
Ce serait toutefois une erreur que de modifier la
législation sur la base d'un cas concret. Il me
semble plus judicieux d'évaluer la loi sur la
liberté conditionnelle dans sa totalité. La question
des délais de l'arrestation policière fait d'ailleurs
déjà l'objet de discussions à l'heure actuelle.
16.05 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Ik ben het
eens met de minister. De wet is duidelijk.
16.05 Raf Terwingen (CD&V - N-VA) : Je partage
le point de vue du ministre. La loi est claire.
16.06 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): De minister
is het dus niet eens met de betrokken procureur.
Moet er dan niet worden opgetreden? We zouden
het recht moeten hebben om kritiek te uiten op
mensen met dergelijke verantwoordelijke functies,
in plaats van bij elk incident kritiek te geven op de
wet. Ik hoop dat de minister bij de procureur
informatie opvraagt over het gevolg dat wordt
gegeven aan dergelijke zwaarwichtige feiten.
16.06 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Le ministre
n'est donc pas d'accord avec le procureur
concerné. N'y a-t-il dès lors pas lieu d'intervenir ?
Nous devrions avoir le droit de soumettre à la
critique des personnes investies de telles
responsabilités au lieu de critiquer la loi à chaque
incident. J'espère que le ministre demandera des
informations au procureur sur la suite qui sera
réservée à des faits aussi graves.
16.07 Bert Schoofs (Vlaams Belang): De
moordverdachte die werd vrijgelaten, had daarvoor
al tweemaal zware gewelddaden gepleegd.
Daaraan is door de politie nooit iets gedaan. In
oktober 2006 heeft deze verdachte zelfs een
politieagent in burger in mekaar geslagen. Daar is
toen een interventieploeg aan te pas gekomen, die
echter nooit een pv heeft opgesteld. Ook toen is
16.07 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Le suspect
de meurtre qui a été libéré avait déjà, par deux fois
précédemment, commis des faits de violence. La
police n'avait jamais pris de mesures. En octobre
2006, ce suspect a même tabassé un policier en
civil. Une équipe d'intervention était intervenue mais
n'avait pas dressé procès-verbal. Une fois encore,
l'individu n'avait donc pas été inquiété. Je me
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
deze man dus vrijuit gegaan. Ik vraag mij dan ook
af of hier misschien krachten aan het werk zijn die
bepaalde zaken in de doofpot willen steken.
demande dès lors si des forces occultes
s'emploient à étouffer certaines affaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde vragen van
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "slavernij in het
Conrad Brussels" (nr. 6913)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
mensenhandel op de ambassade van de
Verenigde Arabische Emiraten" (nr. 6960)
De voorzitter: Hoewel de vragen samen staan op
de agenda, werd er gevraagd om ze niet samen te
voegen.
17 Questions jointes de
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les pratiques d'esclavage à
l'hôtel Conrad Brussels" (n° 6913)<br>- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la traite des êtres humains à
l'ambassade des Émirats arabes" (n° 6960)</b>
Le président : Bien que les questions figurent
ensemble à l'ordre du jour, il a été demandé de ne
pas les joindre.
17.01 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): We worden
geconfronteerd met allerlei verklaringen over het
gebeuren op de bovenste verdieping van het
Conrad Hotel. Klopt het dat de familie in kwestie
niet wordt ondervraagd? Kan dat om een of andere
reden niet? Of is dit inmiddels toch gebeurd? Dit
alles is belangrijk in het licht van de
beschermingsregels
ten
aanzien
van
de
slachtoffers. Dit heeft toch ook te maken met het
algemene beleid?
17.01 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Nous
sommes confrontés à toutes sortes de déclarations
sur les événements qui se déroulent au dernier
étage de l'hôtel Conrad. Est-il exact que la famille
en question ne sera pas interrogée ? N'est-ce pas
possible pour l'une ou l'autre raison ? Ou cela s'est-
il fait entre-temps ? Tout ceci est important eu
égard aux règles de protection applicables aux
victimes. Cette situation est tout de même
également liée à la politique globale.
17.02 Jean-Luc Crucke (MR): Mijn vraag heeft
betrekking op dezelfde problematiek als die van de
zaak in het Conradhotel, alleen vonden de feiten in
dit geval plaats in de ambassade van de Verenigde
Arabische Emiraten in België.
Werd er een onderzoek ingesteld met betrekking tot
dat dossier? Heeft men de garantie dat alle
betrokkenen
verhoord
zullen
worden:
de
slachtoffers, maar ook de daders? Komen
dergelijke strafbare feiten vaak voor in ons land?
Bestaat er een verband tussen beide dossiers?
Kunt u ons bevestigen dat u die dossiers zult
behandelen met de prioriteit die zij verdienen?
17.02 Jean-Luc Crucke (MR) : Ma question porte
sur la même problématique que celle de l'hôtel
Conrad si ce n'est qu'ici les faits visent l'ambassade
des Émirats arabes en Belgique.
Une information est-elle ouverte sur ce dossier ? A-
t-on la garantie que tout le monde sera auditionné :
les victimes mais également les auteurs ? Cette
infraction est-elle courante dans notre pays ?
Existe-t-il un lien entre les deux dossiers ? Pouvez-
vous nous confirmer que vous traiterez ces dossiers
avec la priorité qu'ils méritent ?
17.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): In de
zaak van het Conrad Hotel werd eind vorige week
een onderzoeksrechter aangesteld die zal oordelen
of hij een verhoor van de betrokken familie nuttig
acht in het kader van zijn onderzoek. De
aanwezigheid van de ambassadeur van de
Verenigde Arabische Emiraten werd inderdaad
vastgesteld tijdens de huiszoeking. Of dit verband
houdt met de zaak, moet nog blijken uit het verdere
onderzoek. Ook zal men zoeken naar de beste
oplossing voor de slachtoffers.
17.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
À la suite de l'incident survenu à l'hôtel Conrad, un
juge d'instruction a été désigné à la fin de la
semaine dernière et il évaluera l'utilité d'interroger la
famille concernée dans le cadre de son enquête. La
présence de l'ambassadeur des Émirats Arabes
Unis a en effet été constatée lors de la perquisition.
La suite de l'enquête montrera si cet élément revêt
quelque importance dans le dossier. La meilleure
solution pour les victimes sera également
recherchée.
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
De Ministerraad zal zeer binnenkort een nieuw
actieplan goedkeuren inzake de strijd tegen de
mensenhandel. Momenteel zijn diverse diensten
bevoegd om dit soort misdrijven vast te stellen,
zodat het aangewezen is om ter zake eenvormige
procedures te volgen. Wij moeten inderdaad in ons
algemeen beleid een antwoord bieden op dergelijke
praktijken. Het nieuwe actieplan zit in de laatste
fase van besluitvorming.
Le
Conseil
des
ministres
adoptera
très
prochainement un nouveau plan d'action relatif à la
lutte contre le trafic des êtres humains. Différents
services sont actuellement compétents pour
constater ce type de délits et il est dès lors indiqué
d'uniformiser les procédures en la matière. Notre
politique générale doit en effet apporter une
réponse à ces pratiques. La dernière phase du
processus décisionnel du plan d'action est en
préparation.
(Frans) Volgens het Brusselse arbeidsauditoraat
zou het noch via een proces-verbaal, noch langs
enige andere officiële weg op de hoogte zijn
gebracht van dergelijke feiten die zich zouden
hebben voorgedaan in de ambassade van de
Verenigde Arabische Emiraten. Ik weet niet op
welke informatie de pers zich baseert. Ik kan dus
niet antwoorden op uw vragen.
Ik kan u evenwel bevestigen dat de regering erg
bekommerd is over die inbreuken en dat ze de strijd
tegen de mensenhandel als prioritair beschouwt.
Onlangs
werd
in
de
Interdepartementale
Coördinatiecel ter bestrijding van de internationale
mensenhandel, waarin alle ter zake bevoegde
ministers vertegenwoordigd zijn, een actieplan
besproken. Dat zal nog deze week ter goedkeuring
aan de ministerraad worden voorgelegd.
(En français) Selon l'auditorat du travail de
Bruxelles, celui-ci n'aurait été informé, ni par pro
justitia, ni par toute autre voie officielle, de tels faits
commis à l'encontre de l'ambassade des Émirats
arabes unis. J'ignore sur quelles informations se
base la presse. Vous me posez donc des questions
auxquelles je ne peux répondre.
Je puis toutefois vous confirmer que le
gouvernement est fort préoccupé par ces infractions
et fait de la lutte contre la traite des êtres humains
une priorité. Au sein de la Cellule de coordination
interdépartementale en matière de lutte contre la
traite internationale des êtres humains, réunissant
tous les ministres compétents en la matière, un plan
d'action a été récemment discuté. Il sera soumis
cette semaine pour approbation au Conseil des
ministres.
17.04 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): In deze zaak
heeft het parket van Brussel toch minder goed
gecommuniceerd dan in soortgelijke zaken in het
verleden.
17.04 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Dans cette
affaire, le parquet de Bruxelles a tout de même
moins bien communiqué que dans des affaires
similaires par le passé.
17.05 Jean-Luc Crucke (MR): Als de betrokkene
geen klacht indient, begrijp ik dat er geen
onderzoek werd ingesteld. Niettemin moet er gevolg
worden gegeven aan die zaak, ook al is de klacht
tegen
een
ambassade
gericht,
met
alle
moeilijkheden van dien.
17.05 Jean-Luc Crucke (MR) : Si la personne ne
porte pas plainte, je comprends l'absence
d'information. Néanmoins, il conviendrait de donner
suite à ce dossier, même si la difficulté porte sur le
fait qu'une ambassade est visée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Samengevoegde vragen van
- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de wijze van betekenen van
vonnissen" (nr. 6929)
- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de gestandaardiseerde
toegang tot informatiedragers van en voor
gerechtsdeurwaarders" (nr. 6930)
- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
18 Questions jointes de
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le mode de signification des
jugements" (n° 6929)<br>- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'accès standardisé aux
supports d'information pour les huissiers de
justice" (n° 6930)<br>- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
Hervormingen over "eenvoudiger taalgebruik in
allerlei juridische documenten" (nr. 6931)
institutionnelles sur "la simplification du langage
utilisé dans divers documents juridiques"
(n° 6931)</b>
Voorzitter: de heer Renaat Landuyt.
Président: M. Renaat Landuyt.
18.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): De drempel
inzake Justitie ligt voor de burger nog altijd vrij
hoog. Bestaat er nog steeds een logische grond
voor de verschillende wijze van betekening van
uitspraken van vonnissen in strafzaken en
burgerlijke zaken? Bestaan er plannen om hieraan
iets te doen? Aan welke termijn denkt de minister?
Gerechtsdeurwaarders worden geconfronteerd met
verschillende vormen van informatiedragers. Dit
leidt tot tijdverlies en moeilijkheden inzake
toegankelijkheid. Bestaan er plannen om de
toegang tot het rijksregister, de KBO, de KSZ, het
kadaster en andere e-governmentnetwerken te
integreren of te coördineren? Binnen welke termijn
zal dat gebeuren? Wordt er ook aan gedacht om
bepaalde juridische informatiedragers voor het
brede publiek open te stellen?
De magistratuur en advocatuur hanteren een
ingewikkeld juridisch jargon. Dit voedt voor een stuk
het wantrouwen bij de burger. Een vereenvoudiging
van
het
taalgebruik
zou
een
belangrijk
aandachtspunt van het beleid moeten zijn. Bestaan
er plannen in die richting?
18.01 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Pour le
citoyen, le seuil en matière de justice reste très
élevé. Existe-t-il toujours un fondement logique à la
différence dans la notification des jugements dans
les affaires pénales et dans les affaires civiles ?
Est-il prévu de changer cette situation ? Quel délai
le ministre envisage-t-il ?
Les huissiers de justice sont confrontés à
différentes formes de vecteurs d'information. Il en
résulte des pertes de temps et des difficultés en
termes d'accès. Existe-t-il des projets tendant à
intégrer et coordonner l'accès au registre du
royaume, à la BCE, à la BCSS, au cadastre et à
d'autres réseaux d'administration électronique ?
Dans quel délai cela se fera-t-il ? Envisage-t-on
également d'ouvrir certains vecteurs d'information
juridique au grand public ?
Magistrats et avocats utilisent un jargon complexe,
ce qui contribue à alimenter la méfiance des
citoyens. Une simplification du langage juridique
devrait constituer une priorité pour le monde
politique. Existe-t-il des projets en ce sens ?
18.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Momenteel is in de Kamer een wetsvoorstel
hangende ter wijziging van het Gerechtelijk
Wetboek in verband met de betekening in
strafzaken. Vooraleer te besluiten of het
onderscheid tussen strafzaken en andere al dan
niet moet gehandhaafd blijven, wachten we op een
advies van het college van procureurs-generaal.
Het ministerie van Justitie volgt de discussie en zal
waar nodig bijsturen.
Er bestaan bij de FOD Justitie geen plannen om de
toegang tot het rijksregister, de KBO, de KSZ. en
dergelijke te integreren of te coördineren ten
behoeve van gerechtsdeurwaarders, noch van
andere externe groepen. De Nationale Kamer van
Gerechtsdeurwaarders (NKG) is wel sedert een
aantal jaren zelf bezig met de ontwikkeling van de
Gerechtsdeurwaarders Service Bus. Zo een
nationale computer is volgens de NKG nodig om de
consultatie en het transport van persoonlijke en
gevoelige gegevens optimaal te beveiligen.
Daarnaast werd een zwaar veiligheidsplan
opgesteld en een nationale veiligheidscoördinator
aangesteld.
18.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La Chambre examine actuellement une proposition
de loi tendant à modifier le Code judiciaire en ce qui
concerne la signification en matière pénale. Avant
de décider s'il faut maintenir ou non la distinction
entre les affaires pénales et d'autres, nous
attendons un avis du Collège des procureurs
généraux. Le ministère de la Justice suit le dossier
et apportera les adaptations éventuelles.
Le SPF Justice n'a pas l'intention d'intégrer ou de
coordonner l'accès au registre national, à la BCE, à
la BCSS, etc. pour les huissiers de justice ou
d'autres groupes externes. La Chambre nationale
des huissiers de justice se charge elle-même du
développement de l'infrastructure Service Bus pour
les huissiers de justice depuis quelques années.
Elle estime qu'un tel ordinateur national est
nécessaire pour sécuriser de manière optimale la
consultation
et
le
transport
de
données
personnelles et délicates. Un vaste plan de sécurité
a, par ailleurs, été élaboré et un coordinateur de
sécurité national a été désigné.
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
Bij wetgeving van 2003 werd overgegaan tot de
oprichting van een centraal bestand van berichten
van beslag, delegaties, overdrachten en collectieve
schuldenregelingen. De NKG is belast met de
ontwikkeling van dit omvangrijke bestand. De werkt
daarvoor samen met de FOD Justitie. Een aantal
wettelijke verplichtingen moet nog worden vervuld.
In de komende maanden kan een tastbaar resultaat
worden bereikt.
Une loi de 2003 a instauré un fichier central des
avis de saisie, de délégation, de cession et de
règlement collectif de dettes. La Chambre nationale
des huissiers de justice est responsable du
développement de ce fichier considérable et
collabore avec le SPF Justice à cet effet. Plusieurs
obligations légales doivent encore être complétées.
Un résultat tangible pourra être obtenu dans les
prochains mois.
Er wordt op dit moment niet aan gedacht om
juridische informatiedragers voor het brede publiek
open te stellen. Binnen het Cheops-project wordt
wel gewerkt aan geïntegreerde informatiedragers
ten dienste van de leden van het gerechtelijke
apparaat en eventueel aan de wettelijke
medewerkers van het gerecht.
In de beleidsverklaring staat dat de regering
initiatieven zou nemen om de gerechtstaal te
verbeteren. Er loopt momenteel bijvoorbeeld een
project voor het opstellen van een attest van
klachtindiening. Het zal in het najaar worden
afgerond. Tevens organiseert de FOD Justitie
opleidingen voor magistraten betreffende het
taalgebruik in gerechtszaken. Een vereenvoudiging
van het juridische vakjargon is niet altijd eenvoudig.
Niet alleen de magistratuur, ook de wetgevende en
de uitvoerende macht kunnen een bijdrage leveren
tot eenvoudiger taalgebruik. De magistratuur
leverde de voorbije jaren al inspanningen om het
ambtelijke taalgebruik in te perken.
Il n'est actuellement pas envisagé d'ouvrir les
supports d'information juridiques au grand public.
Dans le cadre du projet Cheops, on s'attelle
toutefois à des supports d'information intégrés à
l'usage des membres de l'appareil judiciaire et
éventuellement des collaborateurs légaux de la
justice.
Dans sa déclaration de politique générale, le
gouvernement s'est engagé à prendre des
initiatives pour améliorer le langage judiciaire. Ainsi,
un projet est actuellement en cours en vue de
l'établissement d'une attestation de dépôt de
plainte. Il sera clôturé à l'automne. En outre, le
SPF Justice organise des formations sur le langage
judiciaire à l'intention des magistrats. Il n'est pas
toujours évident de simplifier le jargon juridique. La
magistrature mais également les pouvoirs législatif
et exécutif peuvent contribuer à simplifier ce
langage. La magistrature a déjà fourni des efforts,
ces dernières années, pour limiter le langage
administratif.
Voorzitter: de heer Jean-Luc Crucke.
De magistratuur kan uit eigen beweging initiatieven
nemen om het taalgebruik toegankelijker te maken.
Niemand kan bepalen hoe een vonnis of arrest
wordt
geschreven.
Dit
behoort
tot
de
onafhankelijkheid van de rechters. Wel kan de FOD
Justitie meewerken aan de redactie van modellen.
Vóór het einde van het jaar zullen wij kijken hoe wij
dit in uitvoering van de beleidsnota nog concreter
kunnen aanpakken.
Président : M. Jean-Luc Crucke.
La magistrature peut elle-même prendre des
initiatives pour rendre le langage plus accessible.
Nul ne peut déterminer comment un jugement ou
un arrêt sera rédigé. Cela relève de l'indépendance
des juges. Toutefois, le SPF Justice peut collaborer
à la rédaction de modèles. Nous examinerons avant
la fin de l'année comment rendre notre approche
encore plus concrète en exécution de la note de
politique.
18.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): De minister
heeft niet vermeld tegen wanneer hij het advies van
de procureurs-generaal verwacht.
18.03 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Le ministre
n'a pas précisé dans quel délai il escomptait obtenir
l'avis des procureurs généraux.
Ook bij het systeem dat de NKG ontwikkelt, krijg ik
van de minister geen termijn. Ik zal er te gelegener
tijd op terugkomen. Ik voel wel dat men vooruitgang
boekt.
Het juridisch taalgebruik blijft een teer punt. Ik hoop
dat er nog meer projecten komen.
Le ministre ne me communique pas non plus de
délai pour le système élaboré par la CNHJ. J'y
reviendrai en temps utile. J'ai, en revanche, le
sentiment que l'on progresse.
Le langage juridique reste un point délicat. J'espère
que d'autres projets suivront.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
19 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan
de vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het door
privélaboratoria via internet (laten) uitvoeren van
genetische tests" (nr. 6957)
19 Question de Mme Marie-Martine Schyns au
vice-premier ministre et ministre de la Justice et
des Réformes institutionnelles sur "la réalisation
de tests génétiques par des laboratoires privés
via internet" (n° 6957)</b>
19.01 Marie-Martine Schyns (cdH): In België zijn
vaderschapstests
die
op
internet
worden
aangeboden op dit ogenblik niet bij wet verboden.
Het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek wees
nochtans op de mogelijke uitwassen. Er wordt
overigens geen enkele garantie geboden dat die
persoonsgegevens achteraf niet voor commerciële
doeleinden zullen worden gebruikt. Ook is er geen
enkele waarborg dat de personen die aan zo een
test worden onderworpen, daar ook mee hebben
ingestemd. Wat met het principe van het
zelfbeschikkingsrecht van de persoon? Zou de
Commissie voor de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer niet moeten worden
geraadpleegd? Het Raadgevend Comité voor Bio-
ethiek heeft in dit verband verscheidene adviezen
verstrekt. Zouden we die niet kunnen volgen,
bijvoorbeeld wanneer ze erop wijzen dat een
gedegen voorlichting noodzakelijk is?
19.01 Marie-Martine Schyns (cdH) : En Belgique,
aucune législation n'interdit pour l'instant les tests
de paternité disponibles sur internet, alors que le
Comité consultatif de bioéthique a souligné les
risques de dérive. Il n'y a, par ailleurs, aucune
assurance que ces données à caractère personnel
ne seront pas utilisées ultérieurement à des fins
commerciales. Enfin, rien ne garantit que les
personnes soumises à ces tests ont marqué leur
consentement. Qu'en est-il du principe d'autonomie
de la personne ? Ne conviendrait-il pas de consulter
la Commission de la protection de la vie privée ? Le
Comité consultatif de bioéthique ayant rendu
plusieurs avis, ne pourrait-on les suivre notamment
lorsqu'ils recommandent une bonne information en
la matière ?
Voorzitter: mevrouw Mia De Schamphelaere.
Présidente : Mme Mia De Schamphelaere.
19.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De
aantasting van de lichamelijke integriteit waarmee
een DNA-test noodzakelijkerwijs gepaard gaat,
vereist de instemming van de persoon, aangezien
het
in
burgerlijke
aangelegenheden
om
privébelangen gaat. De voorlichting van het publiek
behoort tot de bevoegdheid van verschillende
departementen, alsook van de Gemeenschappen.
Wat de verschillende aanbevelingen van het
Raadgevend Comité voor Bio-ethiek betreft, zal het
Parlement zijn werkzaamheden moeten voortzetten,
temeer daar het Comité geen eensgezind standpunt
heeft ingenomen.
Ik zal nagaan of het zinvol is de Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer te
raadplegen. Het advies van die Commissie zal hoe
dan ook botsen met de problemen die eigen zijn
aan de internationale dimensie van deze
problematiek.
19.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
L'atteinte à l'intégrité physique nécessitée par un
test ADN requiert le consentement de la personne
en matière civile d'intérêts privés. L'information du
public en la matière relève de la compétence de
plusieurs
départements
ainsi
que
des
Communautés. En ce qui concerne les différentes
recommandations du Comité consultatif de
bioéthique, il appartient au Parlement de poursuivre
les travaux d'autant que l'avis du comité n'est pas
unanime.
J'examinerai
l'opportunité
de
consulter
la
Commission de la protection de la vie privée.
Cependant, l'avis de cette commission sera
confronté aux difficultés inhérentes à la dimension
internationale de la problématique.
19.03 Marie-Martine Schyns (cdH): Ik ben blij dat
u bereid bent in voorkomend geval het advies van
de Commissie voor de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer in te winnen en kom tot de
vaststelling dat ook voor het Parlement een rol is
weggelegd.
19.03 Marie-Martine Schyns (cdH) : Je suis
heureuse de constater que l'avis de la Commission
de la protection de la vie privée n'est pas exclu de
votre réflexion et je me rends compte que le travail
du Parlement est également important en la
matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08/07/2008
CRABV 52
COM 295
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
20 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
aanwezigheid op ons grondgebied van de
vermoedelijke moordenaar van de Russische
journaliste Anna Politkovskaja" (nr. 6834)
- de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
aanwezigheid in België van de moordenaars van
de Russische journaliste Politkovskaja" (nr. 6864)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
aanwezigheid in België van de mogelijke
moordenaar van de Russische journaliste
Anna Politkovskaja" (nr. 6985)
20 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la présence sur notre
territoire de l'assassin présumé de la journaliste
russe Anna Politkovskaïa" (n° 6834)<br>- M. Xavier Baeselen au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la présence en Belgique des
assassins de la journaliste russe Politkovskaïa"
(n° 6864)<br>- Mme Hilde Vautmans au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la présence en Belgique de
l'assassin présumé de la journaliste russe
Anna Politkovskaïa" (n° 6985)</b>
20.01 Jean-Luc Crucke (MR): Een Russische
radio die door de Belgische media wordt
overgenomen, zou te kennen gegeven hebben dat
de Tsjetsjeense staatsburger, verdacht van de
moord op journaliste Anna Politkovskaïa in oktober
2006, zich op Belgisch grondgebied zou bevinden
en dat Rusland zijn uitlevering zou gevraagd
hebben.
Zijn die feiten bevestigd? Heeft men de betrokkene
kunnen lokaliseren of aanhouden? Staat hij
bekendI bij onze diensten? Zal België ingaan op het
Russisch verzoek om betrokkene uit te leveren?
20.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Une radio russe,
relayée par les médias belges, aurait indiqué que le
ressortissant tchétchène soupçonné de l'assassinat
de la journaliste Anna Politkovskaïa en octobre
2006 se trouverait sur le territoire belge et que la
Russie en aurait demandé l'extradition.
Ces faits sont-ils confirmés ? A-t-on pu localiser
l'intéressé ou l'appréhender ? Est-il connu de nos
services ? La Belgique répondra-t-elle à la
demande russe d'extradition de l'intéressé ?
20.02 Hilde Vautmans (Open Vld): Tijdens de
missie naar Rusland vernamen we dat de
moordenaar van de Russische journaliste Anna
Politkovskaja in ons land gelokaliseerd was. Klopt
dit bericht? Op welke informatie baseerden de
media zich? Wat is de huidige stand van zaken in
dit dossier? Zal de dader worden uitgeleverd aan
Rusland?
20.02 Hilde Vautmans (Open Vld) : Lors de notre
mission en Russie, nous avons appris que
l'assassin de la journaliste russe Anna Politkovskaja
avait été localise dans notre pays. Cette information
est-elle exacte ? Sur quelles sources les médias se
basent-ils ? Quel est l'état d'avancement de ce
dossier ? L'auteur sera-t-il extradé vers la Russie ?
20.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Er is
ter zake geen contact geweest tussen de Belgische
en de Russische gerechtelijke instanties. De
betrokkene staat internationaal gesignaleerd door
Interpol met het oog op zijn aanhouding en
uitlevering, maar er is geen enkele aanwijzing dat
hij zich in ons land zou bevinden. Ik heb ook geen
uitleveringsverzoek ontvangen vanwege Rusland.
Indien de betrokkene in ons land wordt
aangetroffen, zal er worden gehandeld zoals
voorgeschreven door de internationale afspraken.
20.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Dans ce dossier, il n'y a eu aucun contact entre les
autorités judiciaires belges et russes. L'intéressé
fait l'objet d'un signalement international lancé par
Interpol en vue de son arrestation et extradition.
Toutefois, aucune indication ne nous permet de
penser qu'il se trouverait dans notre pays. Je n'ai
pas davantage reçu de demande d'extradition de la
Russie. Si l'intéressé devait être intercepté dans
notre pays, nous agirons conformément aux
accords internationaux.
20.04 Jean-Luc Crucke (MR): Er zijn dus geen
contacten geweest noch inlichtingen verstrekt
waaruit zou blijken dat de betrokkene zich op het
20.04 Jean-Luc Crucke (MR) : Donc, pas de
contact ni d'informations permettant de le situer sur
le territoire belge.
CRABV 52
COM 295
08/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
Belgische grondgebied zou bevinden.
20.05 Hilde Vautmans (Open Vld): Ik zal het
antwoord van de minister doorgeven aan mijn
Russische collega's.
20.05 Hilde Vautmans (Open Vld) : Je
transmettrai la réponse du ministre à mes collègues
russes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.39 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 39.