KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 280
CRABV 52 COM 280
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag
mardi
01-07-2008
01-07-2008
voormiddag
matin
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het auditrapport
van de Hoge Raad voor de Justitie" (nr. 6121)
1
Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le rapport d'audit du Conseil
supérieur de la Justice" (n° 6121)
1
Sprekers: Luk Van Biesen, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Luk Van Biesen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de definitieve
oplossing voor de slachtoffers van Gellingen"
(nr. 6749)
3
Question de M. Peter Logghe au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la solution définitive pour
l'indemnisation des victimes de Ghislenghien"
(n° 6749)
3
Sprekers: Peter Logghe, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Peter Logghe, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de schending
van het onderzoeksgeheim" (nr. 6520)
5
Question de Mme Valérie De Bue au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la violation du secret de
l'instruction" (n° 6520)
5
Sprekers: Valérie De Bue, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Valérie De Bue, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verklaringen van de
minister naar aanleiding van de voorstelling van
het jaarverslag 2007 van het gevangeniswezen,
inzonderheid met betrekking tot de bijkomende
aanwerving van 626 cipiers" (nr. 6322)
7
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les déclarations du ministre à
l'occasion de la présentation du rapport
annuel 2007 de l'administration pénitentiaire, plus
particulièrement en ce qui concerne le
recrutement
de
626 gardiens
de
prison
supplémentaires" (n° 6322)
7
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de overstap van
militairen naar een ander departement" (nr. 6621)
7
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le transfert de militaires vers
un autre département" (n° 6621)
7
Sprekers: Bert Schoofs, Sabien Lahaye-
Battheu, Jo Vandeurzen
, vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
Orateurs: Bert Schoofs, Sabien Lahaye-
Battheu,
Jo Vandeurzen, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
9
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de invordering
van penale boetes" (nr. 6147)
9
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le recouvrement des
amendes pénales" (n° 6147)
9
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de invordering
van penale boetes" (nr. 6807)
9
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le recouvrement des
amendes pénales" (n° 6807)
9
Sprekers: Renaat Landuyt, Sabien Lahaye-
Battheu, Jo Vandeurzen
, vice-eersteminister
Orateurs: Renaat Landuyt, Sabien Lahaye-
Battheu,
Jo Vandeurzen, vice-premier
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
12
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de mogelijkheid tot het
creëren van bijkomende celcapaciteit op het
terrein van de gevangenis van Hasselt" (nr. 6319)
12
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la possibilité d'une extension
de la capacité cellulaire sur le terrain de la prison
de Hasselt" (n° 6319)
12
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verklaringen van de
minister naar aanleiding van de voorstelling van
het jaarverslag 2007 van het gevangeniswezen,
inzonderheid met betrekking tot de bouw van
nieuwe gevangenissen" (nr. 6320)
12
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les déclarations du ministre à
l'occasion de la présentation du rapport
annuel 2007 de l'administration pénitentiaire, plus
particulièrement en ce qui concerne la
construction de nouvelles prisons" (n° 6320)
12
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de oprichting
van een nieuwe dienst voor de coördinatie van de
bouw van gevangenissen" (nr. 6325)
13
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la création d'un nouveau
service pour la coordination de la construction de
prisons" (n° 6325)
13
Sprekers: Bert Schoofs, Renaat Landuyt, Jo
Vandeurzen
, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bert Schoofs, Renaat Landuyt, Jo
Vandeurzen
, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "een systeem
van collectieve vorderingen" (nr. 6472)
15
Question de Mme Sarah Smeyers au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "un système d'actions
collectives" (n° 6472)
15
Sprekers: Sarah Smeyers, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Sarah Smeyers, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vrijlating van
Pierre Carette" (nr. 6478)
16
Question de M. Renaat Landuyt au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
sur
"la
libération
de
M. Pierre Carette" (n° 6478)
16
Sprekers: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de adviezen van
de staatsveiligheid in het kader van de Vlaamse
erkenningsprocedure voor moskeeën" (nr. 6521)
17
Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les avis de la sûreté de l'État
dans le cadre de la procédure flamande
d'agrément des mosquées" (n° 6521)
17
Sprekers: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
18
Questions jointes de
18
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de zittingen van het
assisenhof van Luxemburg" (nr. 6487)
18
- M. Josy Arens au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les sessions de la Cour
d'assises du Luxembourg" (n° 6487)
18
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
18
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
18
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Institutionele Hervormingen over "het tekort aan
rechters in Aarlen" (nr. 6498)
institutionnelles sur "le manque de juges à Arlon"
(n° 6498)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de sterke
toename van het aantal assisenzaken" (nr. 6613)
18
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'inflation du nombre de
dossiers d'assises" (n° 6613)
18
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de bemiddeling
als instrument voor conflictoplossing" (nr. 6495)
20
Question de M. Gerald Kindermans au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la médiation
comme instrument dans la résolution de conflits"
(n° 6495)
20
Sprekers:
Gerald
Kindermans,
Jo
Vandeurzen, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Gerald
Kindermans,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Robert Van de Velde aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het vrijgeven
van persoonsgegevens van politieambtenaren als
gevolg van ingediende klachten" (nr. 6559)
21
Question de M. Robert Van de Velde au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la divulgation de
données à caractère personnel ayant trait à des
fonctionnaires de police à la suite de dépôts de
plaintes les concernant" (n° 6559)
21
Sprekers: Robert Van de Velde, Jo
Vandeurzen
, vice-eersteminister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs: Robert Van de Velde, Jo
Vandeurzen
, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "een ten
onrechte vrijgelaten gedetineerde" (nr. 6581)
23
Question de M. Michel Doomst au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "un détenu libéré à tort"
(n° 6581)
23
Sprekers: Michel Doomst, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Michel Doomst, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de griffie van
het vredegerecht van het kanton La Louvière"
(nr. 6683)
24
Question de Mme Valérie De Bue au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le greffe de la justice de paix
du canton de La Louvière" (n° 6683)
24
Sprekers: Valérie De Bue, Jo Vandeurzen,
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Valérie De Bue, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
01
JULI
2008
Voormiddag
______
du
MARDI
01
JUILLET
2008
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur en
voorgezeten door mevrouw Mia De Schamphelaere.
La réunion publique est ouverte à 10 h 23 par Mme
Mia De Schamphelaere, présidente.
01 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
auditrapport van de Hoge Raad voor de Justitie"
(nr. 6121)
01 Question de M. Luk Van Biesen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le rapport d'audit
du Conseil supérieur de la Justice" (n° 6121)</b>
01.01 Luk Van Biesen (Open Vld): De Hoge Raad
voor Justitie onderzocht de adequaatheid van de
beheerprocessen en het productieproces van de
vonnissen
bij
de politierechtbank
en het
politieparket te Brussel, en stelde daarbij niet
minder dan 21 zwaktes vast. In strafzaken duurt het
gemiddeld twaalf maanden voor een beklaagde
wordt gedagvaard. In burgerlijke zaken kan het
twee jaar duren voor er een uitspraak valt over de
schadevergoeding aan de slachtoffers. De Raad
vindt dit onredelijk lang. Verder worden er zittingen
uitgesteld, zittingsverslagen ontbreken, dossiers
raken zoek, er is te weinig management en de
leidinggevende bevoegdheden zijn te versnipperd.
Bovendien is het personeelskader niet volledig
ingevuld en ontbreken er twee tot vier rechters.
Hoe wil de minister het personeelstekort oplossen,
de dagvaardingstermijn verkorten en die 21
tekortkomingen wegwerken? Wat vindt hij van het
voorstel van de politierechters om de zaken te laten
behandelen waar het ongeval plaatsvond?
01.01 Luk Van Biesen (Open Vld) : Le Conseil
supérieur de la Justice a étudié l'adéquation des
processus de gestion et du processus de
production des jugements au tribunal de police et
au parquet de police de Bruxelles et a identifié à cet
égard pas moins de 21 défaillances. En matière
pénale, il faut environ douze mois avant qu'un
inculpé ne soit assigné. En matière civile, deux ans
peuvent s'écouler avant qu'un jugement ne soit
prononcé sur les dommages et intérêts à attribuer
aux victimes. Le Conseil juge ce délai
déraisonnablement long. En outre, des audiences
sont reportées, des rapports d'audience font défaut,
des dossiers se perdent, la gestion est défaillante et
les compétences de direction sont trop morcelées.
Par ailleurs, le cadre du personnel n'est pas
totalement pourvu et il manque deux à quatre juges.
Comment le ministre compte-t-il remédier à la
pénurie de personnel, réduire les délais de citation
et palier aux 21 manquements constatés ? Que
pense-t-il de la proposition des juges de police de
faire traiter les affaires à l'endroit de l'accident ?
01.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Over
de kwestie van de politierechtbank van Brugge vond
in het begin van het jaar al overleg plaats met de
betrokkenen. Er werd toen een actieplan opgesteld,
waarvan enkele elementen nu worden uitgevoerd.
Er zijn twee openstaande plaatsen van toegevoegd
01.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
S'agissant de la question du tribunal de police de
Bruges, une concertation avec les intéressés a déjà
eu lieu au début de l'année. Un plan d'action, dont
quelques éléments sont actuellement exécutés,
avait alors été échafaudé.
Il y a deux places vacantes de juge de complément
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
rechter en bovendien is een rechter langdurig ziek
sinds juni 2002. Dit betekent een tekort van drie op
veertien
rechters.
Gemiddeld
spreekt
een
politierechter in Brussel jaarlijks twaalfduizend
vonnissen uit. Die drie openstaande plaatsen
veroorzaken dus een hele achterstand.
Ik verwijs ook naar mijn antwoord van 27 mei 2008.
De gerechtelijke autoriteiten brachten mij in
december 2007 op de hoogte van de problemen,
nadat mijn voorgangster al maanden voordien was
ingelicht. Er werd ondertussen een uitgebreid
actieplan opgesteld, dat door bijna alle betrokkenen
principieel werd goedgekeurd. Het plan omvat het
zoeken naar plaatsvervangende rechters met het
oog op tijdelijke delegatie, het actief zoeken naar
kandidaten politierechter, nagaan waarom zo weinig
toekomstige
politierechters
slagen
in
het
toegangsexamen tot de magistratuur, onderzoeken
of
er
kan
gesleuteld
worden
aan
benoemingsvoorwaarden,
kaderuitbreiding,
delegatiemogelijkheden, spreiding van dossiers en
bevoegdheidscriteria. Van fundamenteel belang is
echter dat het vervolgingsbeleid van het openbaar
ministerie en de capaciteit van de rechtbank beter
op elkaar worden afgestemd.
et un juge est malade depuis juin 2002. Nous
sommes donc confrontés aujourd'hui à un déficit de
trois juges sur quatorze. Un juge de police à
Bruxelles rend en moyenne douze mille jugements
par an. Ces trois places vacantes engendrent donc
un arriéré important.
Je vous renvoie par ailleurs à ma réponse du 27
mai 2008. Les autorités judiciaires m'ont informé de
ces difficultés en décembre 2007 après que Mme
Onkelinx, qui m'a précédé à la tête du département
de la Justice, en avait déjà été informée plusieurs
mois avant. Entre-temps, un plan d'action de
grande envergure a été élaboré. Presque toutes les
parties concernées ont donné leur accord de
principe à sa mise en oeuvre. Ce plan prévoit
notamment la recherche de juges suppléants en
vue d'une délégation temporaire, la recherche
active de candidats-juges de police, l'analyse des
raisons pour lesquelles les futurs juges de police
sont si peu nombreux à réussir l'examen donnant
accès à la magistrature et une étude visant à
déterminer s'il ne serait pas possible d'apporter des
modifications sur le plan des conditions de
nomination, de l'extension du cadre, des possibilités
de délégation, de la répartition des dossiers et des
critères de compétence. Toutefois, ce qui revêt
surtout une importance fondamentale, c'est la
nécessité de mieux harmoniser la politique du
ministère public en matière de poursuites et la
capacité du tribunal.
Parket en rechtbank zijn communicerende vaten:
het parket moet zijn beleid afstemmen op de
zittingscapaciteit van de rechtbank. Wij hebben
gevraagd in dat kader de nodige initiatieven te
nemen.
De audtiverslagen bevatten ook aanbevelingen. Het
is aan de gerechtelijke autoriteiten om die
aanbevelingen uit te voeren. Wij trachten enkel om
hen te motiveren een aantal van de maatregelen op
te nemen.
Het actieplan zal worden geëvalueerd. In september
of oktober zullen wij dan een nieuwe stand van
zaken opmaken.
Le parquet et le tribunal sont des vases
communicants. Le parquet doit aligner sa politique
sur la capacité d'audience du tribunal. Nous avons
demandé de prendre les initiatives nécessaires
dans ce cadre.
Les rapports d'audit comprennent également des
recommandations. Il appartient aux autorités
judiciaires de les appliquer. Nous tentons
uniquement de les motiver à mettre en oeuvre un
certain nombre de ces mesures.
Le plan d'action sera évalué. En septembre ou
octobre, nous réévaluerons alors la situation.
01.03 Luk Van Biesen (Open Vld): De hamvraag
is natuurlijk hoe we mensen kunnen stimuleren om
zich kandidaat te stellen. Als er voor drie vacatures
maar één kandidaat is, is dat een groot probleem.
Ik hoop dat het actieplan navolging krijgt en dat de
vacatures worden ingevuld.
01.03 Luk Van Biesen (Open Vld) : La question
cruciale est évidemment de savoir comment nous
pouvons motiver les gens à se porter candidat. S'il
n'y a qu'un candidat pour trois postes vacants, nous
sommes confrontés à un problème considérable.
J'espère que le plan d'action sera suivi d'effets et
que les postes vacants seront attribués.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
02 Vraag van de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de definitieve
oplossing voor de slachtoffers van Gellingen"
(nr. 6749)
02 Question de M. Peter Logghe au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la solution définitive pour
l'indemnisation des victimes de Ghislenghien"
(n° 6749)</b>
02.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): De minister
heeft met de verzekeringsmaatschappijen een
akkoord gesloten over de betaling van de
schadevergoedingen aan de slachtoffers van de
ramp in Gellingen.
Zullen alle slachtoffers tegelijkertijd worden vergoed
of komen de ergste gevallen eerst aan bod? In
welke gevallen is de schadevergoeding definitief en
in welke gevallen is ze voorlopig? Kan men de
schadevergoeding aanvaarden, onder voorbehoud
van de evolutie van de letsels?
De bedragen van de vergoedingen worden eerst
berekend, maar bij sommige slachtoffers staan de
deurwaarders al aan deur omdat ze de facturen niet
kunnen betalen. Is het niet beter de meest
schrijnende gevallen eerst te helpen?
Hoe kan voortaan worden voorkomen dat de
betaling van een schadevergoeding zo lang op zich
laat wachten? Kan het een oplossing zijn om de
aansprakelijkheid en de uitbetaling van elkaar los te
koppelen? De slachtoffers kunnen dan al vergoed
worden in afwachting van de uitspraak over de
aansprakelijkheid. Wat zijn de plannen van de
minister?
02.01 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Le ministre
a conclu avec les compagnies d'assurances un
accord portant sur le paiement d'indemnisations
aux victimes de la catastrophe de Ghislenghien.
Toutes les victimes seront-elles indemnisées en
même temps ou les cas les plus graves seront-ils
indemnisés en premier lieu ? Dans quels cas
l'indemnisation est-elle définitive et dans quels cas
est-elle provisoire ? Une indemnisation peut-elle
être acceptée sous réserve de l'évolution des
lésions ?
Les montants des indemnisations sont calculés
seulement maintenant et les huissiers frappent déjà
à la porte des victimes qui se trouvent dans
l'impossibilité de payer leurs factures. Ne serait-il
pas préférable de venir d'abord en aide aux cas les
plus graves ?
Comment pourrait-on éviter à l'avenir que le
versement de l'indemnisation se fasse attendre si
longtemps ? Ne pourrait-on pas résoudre ce
problème
en
dissociant
responsabilité
et
versement ? Cette solution permettrait d'indemniser
déjà les victimes en attendant le jugement sur la
responsabilité. Que compte faire le ministre ?
02.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
zijn de verzekeringsmaatschappijen die beslissen
over een minnelijk schadeloosstelling in afwachting
van
de
uitspraak
ten
gronde
over
de
aansprakelijkheid. Het is niet aan de minister om te
beslissen over die uitbetaling. Wel heb ik de
maatschappijen erop gewezen dat het niet
aanvaardbaar is dat ze er niet in slagen een
vergoeding uit te betalen aan mensen die sowieso
recht zullen hebben op een schadeloosstelling. De
gesprekken met de maatschappijen verlopen
discreet, wat in dit soort gevallen noodzakelijk is en
wat nu dus vruchten heeft afgeworpen.
02.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
C'est aux compagnies d'assurances qu'il appartient
de décider d'accorder une indemnisation à l'amiable
en attendant le jugement au fond sur la
responsabilité. Ce n'est pas au ministre qu'il
appartient de statuer sur le versement de
l'indemnisation. Toutefois, j'ai attiré l'attention des
compagnies d'assurances sur le fait qu'il est
inadmissible qu'elles ne parviennent pas à
indemniser des personnes qui auront de toute façon
droit à une indemnisation. Les tractations avec les
compagnies se déroulent dans la discrétion, ce qui
est nécessaire dans ce genre de dossiers et qui
vient donc de porter ses fruits.
Wij hebben geleerd uit de gasramp in Gellingen dat
er een regelgevend kader nodig is opdat
slachtoffers van dit soort rampen vergoed worden
los van de procedure over de aansprakelijkheid.
La catastrophe gazière de Ghislenghien nous a
enseigné qu'un cadre réglementaire est nécessaire
si nous voulons indemniser les victimes de ce genre
de tragédies, indépendamment de la procédure
ayant trait à la responsabilité.
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Het akkoord voorziet in een vergoeding voor de
rechthebbenden van de 24 overledenen en voor de
zwaargewonden. Dat aantal moet nog worden
bepaald, maar het zal zeker een groot deel zijn van
de132 lichamelijke slachtoffers. Of alle slachtoffers
op hetzelfde moment worden vergoed, zal afhangen
van de duur van berekeningen. Ze zullen in elk
geval in dezelfde periode worden betaald.
De slachtoffers kunnen zelf kiezen of ze de
schadevergoeding
definitief
of
voorlopig
aanvaarden. Een en ander hangt ook af van de
bereidheid van de verzekeraars om tot een akkoord
te komen over een forfaitaire regeling. In hoofdzaak
wordt overgegaan tot een schadeloosstelling van de
lichamelijke economische schade die nog niet
gedekt werd door een andere verzekering. Pas
nadat deze vergoedingen zijn verrekend, kan er
sprake zijn van een vergoeding van de geleden
morele schade. Die is erg persoonsgebonden en
kan moeilijk in forfaitaire bedragen worden
uitgedrukt. Over de voorafgaande uitkering van de
morele schadevergoeding is er nog geen
eensgezindheid, maar er is wel ruimte voor
gesprekken.
L'accord prévoit l'indemnisation des ayants droit
des 24 personnes décédées et l'indemnisation des
blessés graves. Un nombre de victimes corporelles
à indemniser reste à déterminer mais ce nombre
représentera probablement une grande partie des
132 victimes corporelles de la catastrophe. La
question de savoir si toutes les victimes seront
indemnisées au même moment sera fonction de la
durée des calculs. En toute hypothèse, elles seront
indemnisées vers la même période.
Les victimes
pourront choisir elles-mêmes
d'accepter leur indemnisation définitivement ou
provisoirement. Cela dépendra aussi de la volonté
des assureurs de parvenir à un accord sur un
règlement forfaitaire. Il sera principalement procédé
à une indemnisation des dommages économiques
ou corporels non encore couverts par une autre
assurance. Ce n'est que lorsque l'indemnisation de
ces
dommages-là
aura
été liquidée que
l'indemnisation des dommages moraux pourra être
envisagée. Ces dommages, qui sont éminemment
liés à la personne, peuvent être difficilement
exprimés en forfaits. Il n'y a pas encore unanimité
concernant
le
versement
préalable
de
l'indemnisation des dommages moraux mais, à cet
égard, un espace de discussion est ouvert.
Wat het voorlopige of definitieve karakter van de
vergoeding betreft, is het Franse systeem een
mogelijkheid: een uitbetaling van 100 procent of een
betaling van 95 procent met de mogelijkheid om
zich verder burgerlijke partij te stellen. De
verzekeraars moeten deze mogelijkheid nog verder
uitwerken. Uiteraard zal er geen druk worden
uitgeoefend op de slachtoffers.
Bij de berekening van de bedragen wordt rekening
gehouden met wat de mensen reeds kregen van
onder andere het RIZIV en het Fonds Gellingen. Er
zullen ook barema's moeten worden bepaald. Dat
neemt tijd in beslag. De minister kan moeilijk
tussenbeide
komen
bij
aanmaningen
van
onbetaalde facturen, maar ik hoop wel op enige
menselijkheid van de schuldeisers.
Het voorstel van de heer Schoofs is zeker het
overwegen
waard.
Ik
voer
hierover
erg
constructieve gesprekken met Assuralia. In de
eerste plaats willen wij het aantal medische
expertises verminderen voor de slachtoffers. De
ondernemingen
zouden zich
ertoe kunnen
verbinden om de conclusies van een medische
expertise
van
een
daarvoor
aangestelde
verzekeraar niet te betwisten.
Ook
moeten
er
snellere
schadevergoedingsprocedures worden gevonden
Concernant le caractère provisoire ou définitif de
l'indemnité, le système français pourrait être
appliqué : il s'agit d'opérer un choix entre un
paiement soit à 100 %, soit à 95 % avec la
possibilité de se constituer partie civile par la suite.
Les compagnies d'assurances doivent encore
préciser cette possibilité. Il est évident qu'aucune
pression ne sera exercée sur les victimes.
Il sera tenu compte, pour le calcul des montants,
des sommes déjà versées par l'INAMI et par le
"Fonds Ghislenghien". Il s'agira aussi de définir des
barèmes. En ma qualité de ministre, je puis
difficilement intervenir en matière de mises en
demeure relatives à des factures impayées, mais
j'espère que les créanciers sauront se montrer
compréhensifs.
La proposition de M. Schoofs mérite certainement
d'être prise en considération. Les discussions que
j'ai sur le sujet avec Assuralia sont très
constructives. Tout d'abord, nous voulons réduire le
nombre d'expertises médicales pour les victimes.
Les entreprises pourraient s'engager à ne pas
contester les conclusions des expertises médicales
réalisées par un assureur désigné à cet effet.
Il convient aussi de mettre au point des procédures
d'indemnisation plus rapides pour écourter les
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
om de duur van de gerechtelijke procedures over
de aansprakelijkheid te verkorten. Het basisprincipe
dat een slachtoffers een oorzakelijk verband tussen
de fout van een derde en de geleden schade moet
bewijzen, kan desastreuze gevolgen hebben bij een
ramp
van
grote
omvang.
Het
aansprakelijkheidsproces kan jaren aanslepen.
procédures judiciaires relatives à la responsabilité
civile. Le principe fondamental selon lequel il
incombe aux victimes de démontrer le lien de
causalité entre la faute d'un tiers et le dommage
subi, peut avoir des conséquences désastreuses
lorsqu'il s'agit de catastrophes d'une telle ampleur.
Le procès en responsabilité civile risque de durer
plusieurs années.
De verzekeraars hebben een aantal voorstellen
gedaan om de procedure voor niet-verzekerde
slachtoffers sneller te kunnen laten verlopen. Er zou
een fonds kunnen worden opgericht, waarbij een
paritair samengestelde commissie bepaalt of het
om een ramp gaat en het bedrag van de
schadevergoeding vastlegt. Wij onderhandelen
momenteel met de verzekeraars om dit wettelijk te
regelen.
Wat de ramp in Gellingen betreft, trachten wij
ervoor te zorgen dat de minnelijke schikking er
komt en dat de justitiehuizen de slachtoffers kunnen
begeleiden. Vorige zaterdag hebben wij daarover
nog vergaderd.
Les assureurs ont soumis une série de propositions
pour accélérer la procédure pour les victimes non
assurées. Un fonds pourrait être créé et une
commission paritaire pourrait déterminer s'il s'agit
d'une catastrophe et fixer le montant de
l'indemnisation. Nous sommes actuellement en
pourparlers avec les assureurs en vue de légiférer
en la matière.
En ce qui concerne la catastrophe de Ghislenghien,
nous tentons de veiller à ce que la transaction se
réalise et à ce que les maisons de justice puissent
accompagner les victimes. Une réunion a encore eu
lieu à ce sujet samedi dernier.
02.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): Ik
suggereer niet dat de politiek de gevolgen van deze
gasramp zomaar kan laten verdwijnen. Ik weet dat
er discreet met de verzekeringsmaatschappijen
moet onderhandeld worden en ik heb daar alle
begrip voor.
Ik ben tevreden dat de slachtoffers de vrije keuze
zullen hebben tussen een definitieve of voorlopige
betaling.
Onze fractie wacht het wetsontwerp inzake de
regeling van dergelijke rampen af en hoopt dat het
zo snel mogelijk besproken kan worden.
02.03 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Je ne
suggère pas que le monde politique puisse tout
simplement effacer les conséquences de cette
catastrophe. Je sais et je comprends très bien que
des négociations doivent être menées dans la
discrétion avec les compagnies d'assurances.
Je suis heureux d'apprendre que les victimes
pourront choisir librement entre un paiement définitif
ou provisoire.
Notre groupe attend le projet de loi relatif à la
gestion de telles catastrophes et espère qu'il pourra
être examiné le plus rapidement possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de schending
van het onderzoeksgeheim" (nr. 6520)
03 Question de Mme Valérie De Bue au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la violation du
secret de l'instruction" (n° 6520)</b>
03.01 Valérie De Bue (MR): Naar aanleiding van
de vijfvoudige kindermoord in Nijvel en een in
Brussel gepleegde moord, werden in de pers ruime
uittreksels uit het gerechtelijk deskundigenverslag
met betrekking tot de vermeende daders
gepubliceerd.
Overeenkomstig artikel 28quinquies § 4 en artikel
57 van het Wetboek van Strafvordering kan de
advocaat aan de pers gegevens verstrekken. Hij
waakt echter over de inachtneming van de rechten
van verdediging van het slachtoffer en derden, het
03.01 Valérie De Bue (MR) : Suite au quintuple
infanticide de Nivelles, suite aussi à un meurtre
commis à Bruxelles, de larges extraits de l'expertise
judiciaire, concernant les présumés coupables, ont
été diffusés dans la presse.
Certes, conformément à l'article 28 quinquies § 4 et
à l'article 57 du Code d'instruction criminelle, un
avocat peut fournir des informations à la presse, en
respectant les droits des victimes et des tiers, la vie
privée et la dignité des personnes. Dans la mesure
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
privéleven en de waardigheid van personen. Voor
zover als mogelijk wordt de identiteit van de in het
dossier genoemde personen niet vrijgegeven.
Kan u de contouren van die wetgeving afbakenen?
In welke gevallen wordt zij toegepast?
Wat zijn de vereisten van artikel 28quinquies?
Werd er op grond daarvan vervolging ingesteld?
Bestaan er precedenten waardoor wij het
toepassingsgebied ervan kunnen inschatten?
Welke verbeteringen zouden er aan die wetgeving
kunnen worden aangebracht?
du possible, l'identité des personnes citées dans le
dossier n'est pas communiquée.
Pourriez-vous circonscrire les contours de cette
législation ?
Dans quels cas est-elle appliquée ?
Quelles sont les exigences de l'article 28
quinquies ?
Des poursuites ont-elles été entamées sur cette
base ?
Existe-t-il des précédents nous permettant
d'appréhender son champ d'application ?
Quelles améliorations pourrait-on apporter à cette
législation ?
03.02
Minister
Jo
Vandeurzen
(Frans):
Overeenkomstig de wet kan het openbaar
ministerie gegevens aan de pers verstrekken indien
het openbaar belang het vereist. Die mededelingen
vinden hun grondslag in het recht op informatie van
de burger.
Ik zal mij in mijn antwoord beperken tot een
beschrijving van de contouren van de wetgeving.
Deze materie wordt geregeld bij artikel 28quinquies
voor het opsporingsonderzoek en bij artikel 57 voor
het
gerechtelijk
onderzoek.
In
de
gemeenschappelijke omzendbrief van de minister
van Justitie en de procureurs-generaal wordt
bepaald welke gegevens er aan de pers mogen
worden verstrekt. Indien er met betrekking tot de
zaak een gerechtelijk onderzoek aan de gang is,
dan is de voorafgaande instemming van de
onderzoeksrechter vereist. Het geheim van het
opsporingsonderzoek en van het gerechtelijk
onderzoek geldt enkel voor eenieder die daar
beroepshalve zijn medewerking dient aan te
verlenen (magistraten, politiemensen, deskundigen,
griffiers) en omvat de hele duur ervan. De
draagwijdte ervan is beperkt.
De gevallen die u aanhaalt hebben betrekking op
diverse fasen in het strafproces. Wat de politie
betreft,
gaat
het
geheim
van
het
opsporingsonderzoek en van het gerechtelijk
onderzoek gepaard met de verplichting om het
beroepsgeheim en de discretie in acht te nemen. Ik
ben zo vrij dienaangaande te verwijzen naar de
artikelen 131 van de wet tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee
niveaus, en 35 van de wet op het politieambt.
03.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
loi reconnaît au ministère public la faculté de
communiquer des informations à la presse, lorsque
l'intérêt public l'exige. Ces communications trouvent
leur fondement dans le droit à l'information du
citoyen.
Je limiterai ma réponse à la description des
contours de la législation. Cette matière est
réglementée
par
l'article
28quinquies
pour
l'information et l'article 57 pour l'instruction. La
circulaire commune du ministre de la Justice et des
procureurs généraux détermine les informations
pouvant être transmises à la presse. Si l'affaire est
à l'instruction, il faut l'accord préalable du juge
d'instruction. Le secret de l'information et de
l'instruction ne vise que les personnes qui y
apportent leur concours professionnel (magistrats,
policiers, experts, greffiers) et couvre la durée de
celle-ci. Sa portée est limitée.
Les cas que vous citez concernent différents
moments du procès pénal. En ce qui concerne la
police, le secret de l'information et de l'instruction se
double d'une obligation de secret professionnel et
de discrétion. Je me permets de vous renvoyer à ce
sujet aux articles 131 de la loi sur la police intégrée
structurée à deux niveaux et 35 de la loi sur la
fonction de police.
Deze verplichting tot beroepsgeheim en de discretie
maakt eveneens deel uit van de deontologische
code van de politiediensten.
De advocaat mag informatie verstrekken aan de
media indien dit in het belang is van zijn cliënt. Hij
Cette obligation de secret professionnel et de
discrétion, figure également dans le code de
déontologie des services de police.
L'avocat peut fournir des informations aux médias
lorsque l'intérêt de son client l'exige. Il n'est pas
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
ziet zich niet gebonden door het onderzoeksgeheim
maar door het beroepsgeheim.
Het beroepsgeheim is opgenomen in artikel 158
van het strafwetboek. Het is niet alleen een recht
maar ook een plicht. De sancties kunnen van
strafrechtelijke, civiele of disciplinaire aard zijn. Ze
voorzien in een gevangenisstraf van acht dagen tot
zes maanden en een boete van 100 tot 500
Belgische frank.
Volgens de heren. Bosly en Vandemeerch is de
communicatie tussen de advocaat en de pers in de
eerste plaats bedoeld om de rechten en plichten
van zijn cliënt te vrijwaren. In de communicatie met
de pers moet het vermoeden van onschuld, het
recht van de verdediging, het privéleven en de
menselijke waardigheid worden gerespecteerd.
Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens
is
het
gebrek
aan
discretie
en
terughoudendheid van het openbaar gezag door
informatie te geven over een gerechtelijk onderzoek
en door de schuld van een persoon te laten
uitschijnen een schending van het vermoeden van
onschuld en een inbreuk op artikel 6.2 van het
Verdrag.
Als in de officiële communicatie het principe van de
discretie werd nageleefd, kan men de rechterlijke
overheden niet verantwoordelijk houden voor de
mediatisering rond de arrestatie van een verdachte.
tenu par le secret de l'instruction mais par le secret
de sa profession.
Le secret professionnel est repris à l'article 158 du
code pénal. Il ne s'agit pas seulement d'un droit
mais aussi d'un devoir. Les sanctions peuvent être
pénales, civiles ou disciplinaires. Elles prévoient
une peine d'emprisonnement de huit jours à six
mois et une amende de 100 à 500 francs belges.
Selon
MM.
Bosly
et
Vandermeerch,
la
communication, établie entre un avocat et la
presse, vise avant tout la sauvegarde des droits et
de la réputation de son client. Ces communications
à la presse doivent respecter la présomption
d'innocence, le droit de la défense, la vie privée et
la dignité des personnes.
La Cour européenne des droits de l'homme a
considéré que le manque de discrétion et de
réserve d'une autorité publique donnant des
informations sur une enquête judiciaire en laissant
apparaître la culpabilité d'une personne, constituait
une violation de la présomption d'innocence et était
contraire à l'article 6.2 de la Convention.
Lorsque les communications officielles ont été faites
dans le respect du principe de discrétion, on ne
peut tenir les autorités judiciaires pour responsables
de l'acharnement médiatique qui a entouré
l'arrestation d'un inculpé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verklaringen van de
minister naar aanleiding van de voorstelling van
het jaarverslag 2007 van het gevangeniswezen,
inzonderheid met betrekking tot de bijkomende
aanwerving van 626 cipiers" (nr. 6322)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de overstap
van militairen naar een ander departement"
(nr. 6621)
04 Questions jointes de
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les déclarations du ministre
à l'occasion de la présentation du rapport
annuel 2007 de l'administration pénitentiaire, plus
particulièrement en ce qui concerne le
recrutement
de
626 gardiens
de
prison
supplémentaires" (n° 6322)<br>- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le transfert de militaires
vers un autre département" (n° 6621)</b>
04.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Naar
aanleiding van de voorstelling van het jaarverslag
van het gevangeniswezen heeft de minister het
voornemen herhaald om zo snel mogelijk 626 extra
cipiers aan te werven.
Hoe zullen die verdeeld worden over de
strafinrichtingen? Hoe zwaar zal het aspect
veiligheid doorwegen in die verdeling? Zullen er
meer gedetineerden in één cel geplaatst worden als
het toezicht wordt verscherpt? Ik heb zelf
vastgesteld dat het comfort daarvoor voldoende is.
04.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : À
l'occasion de la présentation du rapport annuel des
établissements pénitentiaires, le ministre a répété
son intention de recruter 626 gardiens de prison
supplémentaires le plus rapidement possible.
Comment ceux-ci seront-ils répartis entre les
établissements
pénitentiaires ?
Quelle
sera
l'importance de l'aspect sécurité dans cette
répartition ? Davantage de détenus seront-ils placés
dans une seule cellule si la surveillance est
renforcée ? J'ai constaté par moi-même que les
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
Het plan van de minister van Defensie om
personeel van het leger over te plaatsen naar het
gevangeniswezen is blijkbaar geen succes. Van de
vijfhonderd plaatsen zouden er maar 34 worden
opgevuld. Is dat een probleem voor Justitie?
conditions de confort sont suffisantes à cet effet.
Le projet du ministre de la Défense de transférer du
personnel de l'armée vers les établissements
pénitentiaires n'est manifestement pas une réussite.
Sur les cinq cents places, seulement 34 seraient
occupées. Cela pose-t-il un problème pour le
département de la Justice ?
04.02 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): De
minister van Defensie heeft aangekondigd dat er
militairen
naar
Justitie
zouden
worden
overgeheveld. Uit cijfers van de FOD Justitie blijkt
dat er 275 militairen daarvoor interesse hadden. Na
een competentietest bleken er slechts 34 geschikt.
Zij moeten nog een tweede test bij Selor afleggen.
Honderdtachtig andere militairen ambiëren een
administratieve functie bij Justitie en de anderen
zouden eventueel naar het veiligheidskorps worden
overgeheveld.
04.02 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Le
ministre de la Défense a annoncé que des militaires
seraient transférés à la Justice. Selon les chiffres
du SPF Justice, 275 militaires étaient intéressés.
Après un test de compétence, seuls 34 militaires se
sont néanmoins avérés aptes. Ils doivent encore
passer un deuxième test au Selor. Cent-quatre-
vingts autres militaires briguent une fonction
administrative au sein du département de la Justice
et les autres seraient éventuellement transférés
vers le corps de sécurité.
Deelt de minister de visie van zijn collega van
Defensie
dat
militairen
moeten
worden
aangemoedigd om de overstap te maken? Welke
inspanningen zal hij daarvoor doen? Zouden er
premies kunnen worden toegekend en zouden die
dan uit het budget van Defensie of van Justitie
moeten komen?
Le ministre partage-t-il la vision de son collègue de
la Défense selon laquelle les militaires doivent être
incités à demander leur mutation ? Quels efforts
fournira-t-il à cet effet ? Des primes pourraient-elles
être allouées et devraient-elles provenir du budget
de la Défense ou de la Justice ?
04.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): In
totaal zouden er 626 nieuwe medewerkers in dienst
worden genomen voor diverse functies in het
gevangeniswezen. Het gaat dus niet alleen om
penitentiaire beambten.
Op dit moment heeft elke gevangenis een eigen
toegewezen kader met het aantal personeelsleden
dat vereist is en dat werd bepaald door de minister
van Justitie na advies van de directeur-generaal van
het Gevangeniswezen en syndicaal overleg. De
huidige uitbreiding van het personeelkader komt er
na nieuwe initiatieven. Het bijkomend personeel zal
dus niet volgens bepaalde verdeelsleutels worden
toegewezen aan de gevangenissen. Er zouden 95
personeelsleden van niveau A moeten bijkomen,
229 in niveau B, 92 in niveau C en 166 in niveau D,
waarvan 79 penitentiair beambten en ten slotte 44
medewerkers voor de centrale administratie.
04.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Au total 626 nouveaux collaborateurs seraient
engagés pour différentes fonctions au sein des
établissements pénitentiaires. Il ne s'agit donc pas
uniquement d'agents pénitentiaires.
Chaque prison dispose actuellement d'un cadre de
personnel qui lui est attribué selon le nombre requis
et qui a été fixé par le ministre de la Justice après
l'avis du directeur général de l'Administration des
établissements pénitentiaires et la concertation
syndicale. L'extension actuelle du cadre de
personnel sera réalisée après la prise de nouvelles
initiatives. Le personnel supplémentaire ne sera
donc pas affecté aux prisons conformément à
certaines clés de répartition. Il faudrait 95 membres
du personnel supplémentaires de niveau A, 229 de
niveau B, 92 de niveau C et 166 de niveau D, dont
79 agents pénitentiaires et enfin 44 collaborateurs
pour l'administration centrale.
Bij de veiligheidsfuncties gaat het vooral om nieuwe
initiatieven op specifieke locaties: afdelingen voor
hoge veiligheid, uitbreidingen in het kader van de
bezoekregeling, drugspreventieprojecten en lichte
capaciteitsuitbreidingen.
En ce qui concerne les fonctions de sécurité, il
s'agit principalement de nouvelles initiatives à des
endroits spécifiques : des quartiers de haute
sécurité, des extensions dans le cadre du régime
des visites, des projets de prévention de la
toxicomanie et de légères extensions de la
capacité.
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Over een gelijkmatiger spreiding van de
gedetineerden moet nog worden overlegd met de
syndicale organisaties, zodat ik mij daarover
momenteel nog niet kan uitspreken. Wel willen we
de overbevolking zo snel mogelijk aanpakken door
zowel cellen te recupereren als bij te bouwen.
De FOD Justitie beschikt ook over de nodige
middelen om een ambitieus wervingprogramma te
realiseren in de volgende jaren.
Verder is een goed georganiseerde mobiliteit van
belang. De FOD Justitie zal in samenwerking met
de FOD P&O de veralgemeende mobiliteitsregels
toepassen, waardoor nieuwe mogelijkheden worden
geboden
aan
personeelsleden
van
overheidsdiensten in herstructurering. Zo hebben
reeds ongeveer driehonderd personeelsleden van
Landsverdediging
deelgenomen
aan
competentiedoorlichtingen van Selor. De overgang
naar algemene graden vergt geen reglementaire
aanpassingen, voor gespecialiseerde graden is wel
een aantal wijzigingen nodig. Eens dit gebeurd is,
zal
de
FOD
Justitie
streven
naar
een
gestructureerde toepassing van de mobiliteit. De
FOD Justitie voorziet daarbij niet in bijkomende
financiële
voordelen.
Er
zijn
ook
geen
budgetverschuivingen tussen Landsverdediging en
Justitie.
Je dois encore me concerter avec les organisations
syndicales à propos d'une répartition plus uniforme
des détenus, de sorte que je ne puis me prononcer
à ce sujet pour l'heure. Nous souhaitons toutefois
remédier le plus rapidement possible à la
surpopulation en récupérant des cellules et en
construisant des cellules supplémentaires.
Le SPF Justice dispose des moyens nécessaires
pour réaliser un programme de recrutement
ambitieux au cours des années à venir.
En outre, il importe de bien organiser la mobilité. Le
SPF Justice appliquera avec le SPF P&O les règles
de mobilité généralisées, ce qui permettra d'offrir de
nouvelles possibilités aux membres du personnel
de services publics en restructuration. Ainsi, environ
trois cents membres du personnel du département
de la Défense ont déjà participé à des screenings
de compétences organisés par le Selor. La
transition vers des grades généraux ne nécessite
pas d'adaptations réglementaires mais pour les
grades spécialisés, certaines modifications sont
nécessaires. Une fois que cela sera chose faite, le
SPF Justice tendra vers une mise en oeuvre
structurée de la mobilité. À cet égard, le SPF
Justice ne prévoit pas d'avantages financiers
supplémentaires. En outre, aucun glissement
budgétaire ne sera opéré entre les départements de
la Défense et de la Justice.
04.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Minister De
Crem moet dus maar zien hoe hij zijn vijfhonderd
militairen kwijtraakt, zoveel is dan toch al duidelijk.
Ik sta vrij positief tegenover de aangehaalde
initiatieven, maar er blijken slechts 79 penitentiaire
beambten te zijn. Ik blijf dan ook op mijn honger
met betrekking tot de verdere spreiding van de
gedetineerden. De minister wil niet dat er meer
gedetineerden in een aantal cellen met voldoende
comfort komen, bijvoorbeeld kortgestraften. Het
cellentekort wordt door dit alles ook niet
opgevangen. De 626 extra mensen dienen niet voor
bijkomende capaciteit en dat betreur ik.
04.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Le ministre
De Crem devra donc examiner comment il pourra
se défaire de ses cinq cents militaires : voilà une
chose qui est tout de même déjà claire. Je suis
relativement favorable aux initiatives citées mais il
n'y a que 79 agents pénitentiaires. Je reste dès lors
sur ma faim en ce qui concerne la répartition future
des détenus. Le ministre refuse d'augmenter le
nombre de détenus, par exemple les détenus
purgeant une peine de courte durée, dans certaines
cellules suffisamment confortables. Il ne sera donc
pas remédié au manque de cellules. Les 626
personnes supplémentaires ne sont pas destinées
à couvrir une capacité supplémentaire et je le
déplore.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de invordering
van penale boetes" (nr. 6147)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de invordering
van penale boetes" (nr. 6807)
05 Questions jointes de
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le recouvrement des
amendes pénales" (n° 6147)<br>- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le recouvrement des
amendes pénales" (n° 6807)</b>
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
05.01 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Op 30 april
2008 stelde ik een schriftelijke vraag inzake de
onbetaalde penale boetes voor het jaar 2007, de
verhouding met de vorige jaren en de opsplitsing
per gerechtelijk arrondissement. Op 6 juni 2008
ontving ik een door de minister getekend document,
waarin stond dat de gegevens worden opgevraagd
bij de bevoegde instanties.
Betekent dit dat de minister tot nu toe niet beschikt
over
cijfers
inzake
de
uitvoering
van
veroordelingen? Worden die cijfers niet bijgehouden
om een en ander bij te sturen? Ik vind het
verontrustend dat ik twee maanden na mijn vraag
als antwoord krijg dat de gegevens moeten worden
opgezocht.
05.01 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Le 30 avril
2008, j'ai posé une question écrite relative aux
amendes pénales impayées de l'année 2007, à
l'évolution par rapport aux années précédentes et à
la répartition par arrondissement judiciaire. Le 6 juin
2008, j'ai reçu un document signé par le ministre
dans lequel ce dernier me faisait savoir que les
données avaient été demandées auprès des
autorités compétentes.
Puis-je en déduire que le ministre ne dispose
toujours pas de données chiffrées relatives à
l'application des condamnations ? Ne tient-on
aucune statistique en la matière de façon à rectifier
d'éventuelles lacunes ? Je suis inquiet de lire, deux
mois après ma question, que les données doivent
encore être collectées.
05.02 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Tijdens
de voorbije regeerperiode heb ik herhaaldelijk de
toenmalig bevoegde ministers van Financiën en
Justitie ondervraagd over een betere invordering
van penale boetes. Voor de huidige minister is dit
naar eigen zeggen een zeer belangrijk thema en hij
wil de procedure verbeteren.
05.02 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Au
cours de la précédente législature, j'ai interrogé à
plusieurs reprises les ministres des Finances et de
la Justice en poste à ce moment sur la manière
d'améliorer le recouvrement des amendes pénales.
À entendre le ministre actuel, ce problème constitue
un axe très important de son action, et il entend
améliorer la procédure.
Beide bevoegde departementen, Justitie en
Financiën, moeten volgens de minister zoeken naar
mogelijkheden om de inning te verbeteren.
Wanneer iemand zijn boete niet betaalt zonder
verder gevolg, is dit niet alleen een verkeerd
signaal, maar ook een onrechtvaardigheid ten
opzichte van diegenen die dit wel doen. Bovendien
loopt onze staatskas hierdoor heel wat inkomsten
mis.
Is er intussen al een aantal concrete maatregelen
uitgewerkt door de bevoegde departementen? Is
een aantal kleinere ingrepen in deze materie nuttig
volgens de minister? Komen er dit jaar nog
concrete maatregelen om de inning van penale
boetes te verbeteren?
Selon le ministre, les deux départements
compétents, la Justice et la Finance, doivent
rechercher des solutions pour améliorer la
perception. Lorsque le non-paiement d'une amende
reste sans suites, ce n'est pas seulement un
mauvais signal mais aussi une injustice envers tous
ceux qui paient leurs amendes. De plus, c'est un
important manque à gagner pour le Trésor.
Des mesures concrètes ont-elles déjà été mises au
point,
entre-temps,
par
les
départements
compétents ? Le ministre estime-t-il nécessaire de
procéder à une série d'interventions de moindre
importance en la matière ? Des mesures concrètes
seront-elles prises cette année encore pour
améliorer le recouvrement des amendes pénales ?
05.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): In
het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 170 van
collega Landuyt kon ik de gegevens niet meedelen,
omdat deze moeten worden opgevraagd bij het
ministerie van Financiën. Die aanvraag is
momenteel lopende. Er bestaat geen automatische
gegevensoverdracht tussen de directeur van de
Registratie en Domeinen en de parketten die de
opdracht geven tot invordering van de geldboetes.
De directeur van de Registratie en Domeinen wordt
ook onvoldoende aangestuurd door een algemene
directie Niet-fiscale Invorderingen. We onderzoeken
05.03 Jo Vandeurzen, ministre : Je n'ai pas pu
fournir les données dans la réponse à la question
écrite n°170 de M. Landuyt parce que ces éléments
doivent être demandés auprès du SPF Finances.
Cette demande est en cours. Il n'y a pas d'échange
automatique des informations entre le directeur de
l'Enregistrement et des Domaines et les parquets
qui ordonnent le recouvrement des amendes. De
plus, le directeur de l'Enregistrement et des
Domaines ne reçoit pas d'indications très précises
d'une direction générale des Recouvrements non
fiscaux. Nous cherchons à résoudre ce problème à
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
hoe we dit zowel op korte als lange termijn kunnen
oplossen. Duidelijk is dat we voor de invordering
van de geldboetes, zowel politioneel als
correctioneel, naar een ander systeem moeten
overstappen.
court terme et à long terme. Il est clair qu'il convient
de passer à un autre système pour le recouvrement
des amendes, qu'il s'agisse de peines de police ou
correctionnelles.
De minister van Financiën is echter eveneens
bevoegd in deze materie. In afwachting van een
grondige aanpak kan een aantal kleinere ingrepen
al een gedeeltelijke oplossing bieden. Momenteel
bekijken we de concrete mogelijkheden. Het niet-
wissen van politiestraffen bij betaling van
geldboetes is echter geen goede zaak, vermits dit
zou leiden tot een enorme administratieve
complexiteit.
Waarom zou de eventuele toepassing van een
financiële sanctie trouwens moeten worden
gekoppeld aan de uitwissing van een straf, waar dat
bijvoorbeeld niet het geval is voor de uitvoering van
een gevangenisstraf?
Wij hopen de analyse van alle gegevens te kunnen
afronden in het najaar om dan voorstellen tot
verbetering van de invorderingsprocedure te
kunnen doen. Ook onderzoeken we of een
verbetering van de informatisering hier soelaas zou
kunnen bieden. In ieder geval moeten wij de
invordering van de penale boetes inderdaad op een
andere manier organiseren, vermits de huidige
procedure achterhaald is.
Le ministre des Finances est toutefois également
compétent en la matière. Dans l'attente d'un
examen approfondi du dossier, plusieurs mesures
de moindre importance peuvent déjà offrir une
solution partielle. Nous examinons actuellement les
possibilités concrètes. Je déplore toutefois le non-
effacement des peines de police lorsque les
amendes sont payées étant donné que cette
disposition entraînerait une grande complexité
administrative.
Pourquoi l'application éventuelle d'une sanction
financière devrait-elle être liée à l'effacement d'une
sanction alors qu'il n'en va par exemple pas de
même pour l'exécution d'une peine de prison ?
Nous espérons pouvoir clôturer l'analyse de
l'ensemble des données cet automne pour formuler
des propositions d'amélioration de la procédure de
récupération. Nous vérifions également si une
amélioration de l'informatisation pourrait remédier
au problème. Quoi qu'il en soit, nous devons en
effet organiser l'encaissement des amendes
pénales d'une autre manière étant donné que la
procédure actuelle est dépassée.
05.04 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Het blijft
verontrustend dat men anderhalve maand na mijn
vraag het departement Financiën de gegevens
vraagt. De minister van Financiën beschikt
trouwens niet over de gevraagde gegevens.
05.04 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Que les
données soient demandées au département des
Finances alors que ma question a été posée il y a
un mois et demi, voilà qui ne laisse pas de
m'inquiéter. Le ministre des Finances ne dispose
d'ailleurs pas des données demandées.
Evenals de diensten van Justitie antwoordt
Financiën dat er alle hoop is dat de invordering kan
verlopen met gerechtsdeurwaarders. En Financiën
ziet de oplossing in de ontwikkeling van een
computertoepassing, zonder dat men dus over
cijfers beschikt. Het verontrust me dat er nog geen
spoor van een nieuwe strategie is en ik vraag de
minister dan ook om aan te dringen op de cijfers.
Tout comme les services de la Justice, le
département des Finances répond qu'il y a bon
espoir que des huissiers de justice pourront
procéder au recouvrement. Et le département des
Finances voit la solution dans la mise eu point d'une
application informatique, sans qu'il ne dispose donc
de chiffres. Je trouve inquiétante l'absence de tout
signe d'une nouvelle stratégie et je demande dès
lors au ministre qu'il insiste pour obtenir les chiffres.
05.05 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Tijdens
de voorbije regeerperiode heb ik ook schriftelijke
vragen hierover gesteld en daarop een antwoord
gekregen. De cijfers zijn dus wel voorhanden. Ik
hoop dat de minister deze kwestie samen met zijn
collega van Financiën prioritair zal aanpakken,
zodat wij nog dit jaar resultaten zien inzake de
inning van de penale boeten.
05.05 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Au
cours de la précédente législature, j'ai également
posé à ce sujet des questions écrites auxquelles j'ai
obtenu des réponses. Les chiffres sont donc bel et
bien disponibles. J'espère que le ministre accordera
la priorité à ce problème avec son collègue des
Finances, afin que des résultats puissent encore
être obtenus cette année en matière de perception
des amendes pénales.
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
05.06 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
klopt dat dit samenwerking met de FOD Financiën
veronderstelt. Ik wil in de loop van dit jaar komen tot
een akkoord betreffende de hervorming. In het
regeerakkoord heb ik een verwijzing naar het
Nederlandse systeem van de incassobureaus laten
opnemen. Natuurlijk zijn er ook nog andere
formules mogelijk. Eerst moet er een grondige
evaluatie gebeuren, dan moet er een concept
worden uitgewerkt en dat concept moet uiteindelijk
gefaseerd worden uitgevoerd.
05.06 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Il est exact que cette matière nécessite une
collaboration avec le SPF Finances. J'entends
trouver un accord sur la réforme dans le courant de
cette année. J'ai fait inclure dans l'accord du
gouvernement
une
référence
au
système
néerlandais des agences de recouvrement, même
s'il est certain que d'autres formules peuvent
également être prises en considération. Après une
évaluation approfondie, il conviendra d'élaborer un
concept et, ensuite, de mettre ce dernier en oeuvre
en plusieurs phases.
05.07 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Het grote
probleem blijft de eindverantwoordelijkheid. De
ongeschreven
regel
is
dat
de
procureur
verantwoordelijk is voor de uitvoering. Hij moet dan
ook de verantwoordelijkheid dragen.
05.07 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : La
responsabilité finale demeure un problème majeur.
Une règle tacite veut que le procureur soit
responsable de l'application. Il doit dès lors
assumer cette responsabilité.
05.08 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Sinds
de
invoering
van
de
strafuitvoeringsrechtbanken heeft het openbaar
ministerie een nieuwe dimensie gekregen. Wat
vroeger de ongeschreven regel was, wordt nu een
verplichting. Het openbaar ministerie moet dus het
hele traject van de strafuitvoering begeleiden.
Daarom zullen bepaalde schikkingen moeten
worden getroffen bij de organisatie van het
openbaar ministerie. De vraag is of elk parket dat
zelf moet doen of dat we het probleem
gecentraliseerd moeten aanpakken. Over deze
vraagstukken gaat het overleg met het College van
procureurs-generaal en hierover zal de Hoge Raad
voorstellen doen.
05.08 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Depuis l'instauration des tribunaux de l'application
des peines, le ministère public s'est vu conférer une
nouvelle dimension. La règle tacite d'autrefois
devient à présent un devoir puisque le ministère
public
est
désormais
tenu
d'accompagner
l'application des peines sur l'ensemble du parcours.
Certaines dispositions devront dès lors être prises
dans le cadre de l'organisation du ministère public.
À cet égard, on peut se poser la question de savoir
si chaque parquet doit lui-même assurer ces tâches
ou si nous devons appréhender cette réalité d'une
façon centralisée. La concertation en cours avec le
collège des procureurs généraux porte sur ces
points, lesquels feront également l'objet de
propositions du Conseil supérieur.
05.09 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro):Ik steun het
beleid van de minister volledig. Kan de procureur
ook niet ontslagen worden van advies bij de
burgerlijke rechtbanken? Dat is toch een enorm
tijdrovende en onnodige taak.
05.09 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Je souscris
entièrement à la politique du ministre. Le procureur
ne peut-il également être dispensé de rendre un
avis auprès des tribunaux civils ? Cet avis engendre
en effet une énorme perte de temps et est en outre
inutile.
05.10 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Het
klopt niet dat een parket niet weet wanneer een
boete niet betaald is. Het parket weet dat zeer goed,
maar heeft gewoon geen middelen om iemand die
niet betaalt, aan te pakken.
05.10 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Il est
inexact que les parquets ignorent qu'une amende
est impayée. Les parquets le savent parfaitement,
mais ne disposent pas de moyens pour poursuivre
une personne qui omet de payer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de mogelijkheid tot het
creëren van bijkomende celcapaciteit op het
terrein van de gevangenis van Hasselt" (nr. 6319)
06 Questions jointes de
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la possibilité d'une
extension de la capacité cellulaire sur le terrain
de la prison de Hasselt" (n° 6319)</b>
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de verklaringen van de
minister naar aanleiding van de voorstelling van
het jaarverslag 2007 van het gevangeniswezen,
inzonderheid met betrekking tot de bouw van
nieuwe gevangenissen" (nr. 6320)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de oprichting
van een nieuwe dienst voor de coördinatie van de
bouw van gevangenissen" (nr. 6325)
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les déclarations du ministre
à l'occasion de la présentation du rapport
annuel 2007 de l'administration pénitentiaire, plus
particulièrement en ce qui concerne la
construction de nouvelles prisons" (n° 6320)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la création d'un nouveau
service pour la coordination de la construction
de prisons" (n° 6325)</b>
06.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Omdat de
plannen voor de bouw van nieuwe gevangenissen
erg moeizaam vorderen, wil de minister deze
plannen zelf mee coördineren. Waaruit bestaat de
deelname van de minister aan de coördinatie van
de plannen concreet? Waarom sleept de keuze van
de locaties voor nieuwe strafinrichtingen zo aan?
Welke rol speelt de minister in het overleg tussen
de gevangenisdirecties en de syndicale organisaties
betreffende de noodmaatregel waarbij gevangenen
gespreid zouden worden om het tekort aan
celcapaciteit op te vangen?
Bij een recent bezoek aan de gevangenis te Hasselt
heb ik opgemerkt dat de gevangenis beschikt over
een voetbalveld dat nagenoeg niet wordt gebruikt.
Kan deze oppervlakte in gebruik worden genomen
om bijkomende celcapaciteit te realiseren?
06.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Étant
donné que les projets de construction de nouvelles
prisons avancent très difficilement, le ministre veut
participer à la coordination de ces projets. En quoi
consiste la participation concrète du ministre à la
coordination des projets ? Pourquoi le choix des
implantations
de
nouveaux
établissements
pénitentiaires tarde-t-il tellement ? Quel rôle le
ministre joue-t-il dans la concertation entre les
directions pénitentiaires et les organisations
syndicales en ce qui concerne la mesure d'urgence
en vertu de laquelle les détenus seraient répartis
pour compenser le manque de capacité carcérale ?
Lors d'une récente visite de la prison de Hasselt, j'ai
constaté que la prison dispose d'un terrain de
football quasiment inutilisé. Cette superficie peut-
elle être utilisée pour renforcer la capacité
cellulaire ?
06.02
Renaat
Landuyt
(sp.a+Vl.Pro):
Gevangenissen worden beheerd door de Regie der
Gebouwen, terwijl ze ook onder de bevoegdheid
van Justitie vallen. Dit leidt tot misverstanden en tot
verschillen inzake begroting en planning bij de bouw
van gevangenissen. Daarom juichen wij het ook toe
dat de minister van Justitie een dienst zal oprichten
om de bouw van gevangenissen beter te
coördineren.
Welk soort dienst zal worden opgericht? Wat is de
timing?
06.02 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Les prisons
sont gérées par la Régie des Bâtiments et relèvent
également de la compétence du département de la
Justice, ce qui entraîne des malentendus et des
différences en termes de budgétisation et de
planification de la construction de prisons. Nous
nous félicitons dès lors de l'intention du ministre de
la Justice de créer un service destiné à mieux
coordonner la construction de prisons.
Quel type de service va-t-on créer ? Quel est le
calendrier prévu ?
06.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik
verwijs vooreerst naar mijn uiteenzetting bij mijn
masterplan 2008-2012. Toen werd ook de toestand
in Hasselt besproken. De uitbreidingscapaciteit daar
wordt niet benut omdat wij geen inrichtingen willen
met meer dan 450 gedetineerden. Een maximum
van vierhonderd maakt een optimale werking voor
het personeel en de gedetineerden mogelijk.
Een aantal locaties is al bekend: Gent en
06.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Tout d'abord, je me réfère à mon exposé dans le
cadre du masterplan 2008-2012. La situation à
Hasselt a été abordée à cette occasion. La capacité
d'extension de ce site ne sera pas exploitée parce
que nous ne voulons plus d'institutions accueillant
plus de 450 détenus. Un maximum de quatre cents
personnes permet un fonctionnement optimal, pour
le personnel comme pour les détenus.
Une série de sites sont déjà connus : Gand et
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
Antwerpen voor de psychiatrische centra, Achêne
voor het jeugdcentrum, Dendermonde voor een
klassieke gevangenis. La Louvière stelde zich
kandidaat en we bestuderen of de voorgestelde
locatie bouwtechnisch in aanmerking komt. Voor
Vlaanderen en Brussel worden verschillende
terreinen onderzocht. We bekijken in eerste
instantie of we gebruik kunnen maken van
bestaande terreinen van andere overheden om te
vermijden dat nieuwe gronden moeten worden
aangesneden. Er is een oppervlakte van zeven tot
tien hectare nodig. Mijn voorkeur gaat uit naar
regio's die de overbevolking in de gevangenissen
van Antwerpen, Hasselt en het Brusselse kunnen
opvangen.
Anvers pour les centres psychiatriques, Achêne
pour le centre pour les jeunes délinquants,
Termonde pour une prison classique. La Louvière a
posé sa candidature et nous vérifions si l'endroit
proposé peut être retenu sur le plan de la technique
de construction. Pour la Flandre et Bruxelles,
plusieurs terrains sont étudiés. Nous vérifions en
première instance s'il est possible d'utiliser les
terrains existants d'autres pouvoirs publics, pour
éviter d'avoir à occuper de nouveaux terrains. Sept
à dix hectares sont nécessaires. Je privilégie les
régions capables d'absorber la surpopulation
carcérale observée à Anvers, à Hasselt et dans la
région bruxelloise.
In het masterplan is in een nieuwe samenwerking
tussen de Regie der Gebouwen en de
gevangenisadministratie
voorzien.
Het
samenwerkingsprotocol wordt nu besproken.
Binnen de Regie zal een ambtenaar worden
aangesteld om het actieplan te beheren. In het
directoraat-generaal Penitentiaire Instellingen wordt
een
task
force
samengesteld
om
het
bouwprogramma te realiseren. De task force zal om
de drie maanden verslag uitbrengen aan de
bevoegde ministers. Heel belangrijk is dat er één
aanspreekpunt
komt
en
dat
er
een
gemeenschappelijk zicht op het masterplan komt.
Voor de gewone dossiers zal er een spoc komen,
een `single point of contact'. De dienst
Ondersteuning Gebouwen en Veiligheid zal worden
versterkt en er zal een specifieke cel worden
opgericht om de gewone dossiers van onderhoud
en beveiliging beter te volgen. Deze dienst moet de
dossiers vakkundig voorbereiden voor de Regie en
de realisatie ervan in nauw overleg met de Regie
opvolgen.
Wij willen maximaal samenwerken met de Regie.
Daarom ligt het accent op informatie en juiste
taakafspraken
via
de
aanstelling
van
accountmanagers en een spoc, en middels een
geïnformatiseerd
en
geïntegreerd
opvolgingssysteem.
De task force werd dinsdag opgestart en wordt nu
verder uitgebouwd. Het masterplan wil het
capaciteitsprobleem oplossen tegen 2012. Met de
gevangenisdirecties en de vakbonden wil ik nagaan
hoe in de periode 2008-2012 de inspanningen
rechtvaardig kunnen worden verdeeld. Ik wil een
beroep doen op de solidariteit tussen de instellingen
om
tot
een
betere
verdeling
van
de
gevangenispopulatie te komen via rotatie en
overplaatsingen en zo de druk op de ketel te
verminderen.
Le masterplan prévoit une nouvelle collaboration
entre la Régie des Bâtiments et l'administration
pénitentiaire. Le protocole de coopération est à
l'examen. Au sein de la Régie, un fonctionnaire sera
affecté à la gestion du plan d'action. A la Direction
générale des Établissements pénitentiaires, une
task force sera créée en vue de la mise en oeuvre
du programme de construction. Cette task force
fera rapport trimestriellement aux ministres
compétents. Il est très important de souligner qu'il y
aura un seul interlocuteur et qu'on disposera d'une
vue d'ensemble commune sur le masterplan.
Pour les dossiers ordinaires, on créera un spoc ou
« single point of contact ». Le service d'appui
Bâtiments et Sécurité sera renforcé et une cellule
spécifique sera créée pour assurer un meilleur suivi
des dossiers ordinaires d'entretien et de
sécurisation. Ce service doit préparer les dossiers
avec expertise pour la Régie et en suivre la mise en
oeuvre en étroite collaboration avec la Régie.
Nous souhaitons maximiser la collaboration avec la
Régie. C'est pourquoi l'accent est mis sur
l'information et les accords précis sur la répartition
des tâches par la désignation d'account managers
et d'un spoc et par le biais d'un système de suivi
informatisé et intégré.
La task force a été lancée mardi et sera encore
développée. Le masterplan vise à résoudre le
problème de capacité à l'horizon 2012. Je compte
examiner avec les directions des établissements
pénitentiaires et les syndicats la manière de répartir
équitablement les efforts au cours de la période
2008-2012. Je compte faire appel à la solidarité
entre établissements pour parvenir à une meilleure
répartition de la population carcérale au moyen de
rotations et de transferts pour réduire ainsi la
pression.
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
06.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Dit
probleem is duidelijk geen prioriteit voor de minister.
Misschien kunnen we de mensen die een korte straf
opliepen gewoon uitnodigen voor een voetbaltornooi
in de gevangenis, dan zullen ze daar toch effectief
kort aanwezig zijn geweest? Bovendien gebruikt de
minister te veel Engelse termen om te verdoezelen
dat er misschien wel helemaal niets van zijn
plannen terechtkomt, dat is althans wat wij vrezen.
06.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Il est
évident que ce problème ne constitue pas une
priorité pour le ministre. Peut-être pourrions-nous
inviter les personnes condamnées à une peine de
prison de courte durée à assister à une rencontre
de football au sein de la prison. Ainsi, elles y auront
tout de même passé un peu de temps. En outre, le
ministre multiplie le recours à des notions anglaises
pour dissimuler que ses plans risquent de rester
lettre morte, c'est du moins ce que nous craignons.
06.05 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Het
masterplan bevat geen enkele deadline vóór 2012,
er zijn geen tussenfases. Dat is zeer gevaarlijk. In
het verslag van de Inspectie van Financiën lezen we
nu al dat de Regie der Gebouwen andere
prioriteiten heeft dan Justitie. De Regie zal niet
ingaan op alle eisen van het masterplan. Als
daaraan niet kan worden gesleuteld, zal de deadline
van 2012 nooit worden gehaald.
06.05 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Le
masterplan ne comprend aucune date butoir avant
2012 et il n'y a pas de phases intermédiaires, ce qui
constitue un danger. Dans le rapport de l'Inspection
des Finances, nous lisons d'ores et déjà que les
priorités de la Régie des Bâtiments ne sont pas
celles de la Justice. La Régie ne répondra pas à
toutes les exigences du masterplan. Si aucune
solution n'est apportée à ce problème, la date butoir
de 2012 ne sera jamais respectée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "een systeem
van collectieve vorderingen" (nr. 6472)
07 Question de Mme Sarah Smeyers au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "un système
d'actions collectives" (n° 6472)</b>
07.01 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Dossiers
zoals dat van Lernout & Hauspie en Gellingen tonen
volgens de stafhouder van de Nederlandse Orde
van Advocaten van Brussel aan dat een systeem
van collectieve vorderingen nodig is.
Gaat de minister daarmee akkoord? Zo ja, wanneer
mogen we de concrete uitvoering daarvan
verwachten en hoe zal dat eruit zien? Zo neen, stelt
hij een alternatief voor? Welk? En wat is de timing?
07.01 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Selon le
bâtonnier de l'ordre néerlandais des avocats de
Bruxelles, des dossiers tels que celui de Lernaut &
Hauspie et de la catastrophe de Ghislenghien
démontrent que nous avons besoin dans notre pays
d'un système d'actions collectives.
Le ministre partage-t-il cet avis ? Dans l'affirmative,
quand un tel système pourrait-il concrètement être
mis en place et quelle forme prendrait-il ? Dans la
négative, le ministre a-t-il une solution alternative à
proposer et laquelle ? Qu'en est-il du calendrier en
la matière ?
07.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Minister Magnette is de leidende minister voor deze
materie, het gaat immers over consumentenzaken.
Ik verwijs naar de passus in het regeerakkoord over
het collectieve vorderingsrecht. Daaruit volgt dat het
tot stand komen van een regeling niet alleen van de
minister van Justitie afhangt. Andere betrokkenen
zijn de producenten en verdelers, de handelaars en
consumentenverenigingen, de rechterlijke orde.
De regering wil wachten op de resultaten van een
Europese studie met betrekking tot de voor- en
07.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Cette matière relève en premier lieu du ministre
Magnette qui a la protection des consommateurs
dans ses attributions. Je renvoie au passage de
l'accord de gouvernement sur le droit d'action
collective. On peut en conclure que l'élaboration
d'une réglementation ne relève pas uniquement du
ministre de la Justice. Les autres parties
concernées sont les fabricants et les distributeurs,
les
commerçants
et
les
associations
de
consommateurs, l'ordre judiciaire.
Le gouvernement entend attendre les résultats
d'une étude européenne sur les avantages et les
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
nadelen van collectieve rechtsvorderingen. Deze
zijn reeds, bij wijze van uitzondering, in onze
wetgeving
geregeld
en
de
wet
op
de
handelspraktijken biedt nu al aan bepaalde
beroeps-
of
consumentenverenigingen
de
mogelijkheid om in naam van hun leden een
vordering tot staking in te stellen, maar de gevolgen
van een algemene invoering van een recht op
collectieve rechtsvorderingen werden nog niet echt
bestudeerd. De regering zal dus uit de Europese
studie de gepaste conclusies trekken.
Aangezien
er
nog
geen
definitief
regeringsstandpunt is, kan er moeilijk al een
alternatief worden voorgesteld. Wat Gellingen
betreft, heeft Assuralia een aantal voorstellen
gedaan voor versnelde afhandeling, waaronder de
oprichting
van
een
fonds
­
zoals
het
motorwaarborgfonds - dat versneld uitbetalingen
doet aan de slachtoffers die de lichamelijke schade
niet bij een eigen verzekeraar kunnen verhalen. Dit
fonds zou optreden bij erkende rampen met
massaschade, met verrekening van de uitbetaalde
sommen
tussen
de
verzekeraars
na
de
gerechtelijke
vaststelling
van
de
aansprakelijkheden.
Meester Tallon verwijst in zijn bijdrage in De Morgen
van 18 juni 2008 ook naar het Nederlandse systeem
van de wet op de collectieve afwikkeling van
massaschade van 2005. Ook dat moet zeker verder
worden bestudeerd.
Het regeerakkoord verwijst expliciet naar de
Europese studie. Het is minister Magnette die
daaromtrent
de
werkzaamheden
en
de
besluitvorming zal coördineren.
inconvénients des actions collectives. Celles-ci
figurent en fait déjà, à titre de mesure d'exception,
dans notre législation et la loi sur les pratiques
commerciales permet déjà à certaines associations
professionnelles ou de consommateurs d'intenter
une action en cessation au nom de leurs membres.
Nous n'avons toutefois pas encore examiné quelles
pourraient être les conséquences de l'instauration
générale
du
droit
d'action
collective.
Le
gouvernement tirera donc de l'étude européenne
les conclusions qui s'imposent.
Etant donné que le gouvernement n'a pas encore
pris définitivement position, il est difficile d'aborder
la question d'une solution alternative. En ce qui
concerne la catastrophe de Ghislenghien, Assuralia
a fait un certain nombre de propositions, dont celle
de la création d'un fonds ­ comme le fonds de
garantie automobile ­ qui permettrait d'indemniser
plus rapidement les victimes qui ne peuvent être
indemnisés pour les dommages corporels auprès
de leur propre assureur. Ce fonds interviendrait
dans le cadre de catastrophes reconnues ayant
entraîné des dommages dits de masse, les
sommes étant ensuite récupérées le cas échéant
auprès des assureurs après détermination des
responsabilités par la justice.
Maître Tallon se réfère également dans un article
publié dans le journal De Morgen du 18 juin 2008
au système néerlandais contenu dans la loi sur le
règlement collectif de dommages dits de masse de
2005. Il conviendrait également de se pencher sur
ce système.
L'accord de gouvernement se réfère explicitement à
l'étude européenne. M. Magnette coordonnera les
travaux et le processus décisionnel dans ce cadre.
07.03 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Ik zal ook
minister Magnette hierover ondervragen.
07.03 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA) :
J'interrogerai également le ministre Magnette à ce
sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de vrijlating
van Pierre Carette" (nr. 6478)
08 Question de M. Renaat Landuyt au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la libération de
M. Pierre Carette" (n° 6478)</b>
08.01 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro): Pierre
Carrette werd een tijdje geleden opgepakt, maar is
ondertussen
alweer
vrijgelaten.
De
strafuitvoeringsrechtbanken
hebben
blijkbaar
vastgesteld dat Carrette zijn vrijlatingsvoorwaarden
toch niet heeft geschonden. Betekent dit dat het
federaal parket zich heeft vergist toen het Carrette
oppakte?
08.01 Renaat Landuyt (sp.a+Vl.Pro) : Pierre
Carrette a été arrêté il y a quelque temps mais
libéré dans l'intervalle. Les tribunaux de l'application
des peines auraient finalement constaté que Pierre
Carrette n'avait pas enfreint les conditions liées à sa
libération. Cela signifie-t-il que le parquet fédéral
aurait commis une erreur en arrêtant Pierre
Carrette ?
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
08.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
parket is onafhankelijk in zijn beleid. Ook over de
beslissingen van de strafuitvoeringsrechtbank kan
ik uiteraard geen verantwoording afleggen.
Het parket beval de voorlopige aanhouding van
Pierre Carrette omdat hij de voorwaarden van zijn
voorlopige invrijheidstelling had geschonden. De
politiediensten hadden zich daarvoor gebaseerd op
informatie
uit
de
Algemene
Nationale
Gegevensbank, maar later bleek dat de situatie was
geëvolueerd. Het parket onderzoekt wat er fout is
gegaan bij het seinen van de voorwaarden voor de
invrijheidstelling.
08.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Le parquet détermine sa politique en toute
indépendance. Je ne puis par ailleurs fournir aucun
commentaire sur les décisions des tribunaux de
l'application des peines.
Le parquet a ordonné l'arrestation provisoire de
Pierre Carrette parce que celui-ci n'avait pas
respecté les conditions liées à sa mise en liberté
provisoire. Les services de police s'étaient basés
sur des informations provenant de la Banque de
données nationale, mais la situation avait changé
dans l'intervalle. Le parquet cherche à savoir où
exactement une erreur a été commise dans la
transmission des conditions de la mise en liberté.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de adviezen
van de staatsveiligheid in het kader van de
Vlaamse erkenningsprocedure voor moskeeën"
(nr. 6521)
09 Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les avis de la sûreté de
l'État dans le cadre de la procédure flamande
d'agrément des mosquées" (n° 6521)</b>
09.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Op 22
december 2007 erkende de Vlaamse minister van
Binnenlands Bestuur zes moskeeën. De erkenning
van de moskeeën Al Mouslimine in Antwerpen en
Badr in Hasselt werd uitgesteld omdat de Veiligheid
van de Staat nog geen positief advies had gegeven.
Op 26 mei 2008 werd de Badrmoskee toch erkend,
na een positief advies.
Op welke data werden de adviezen over al deze
moskeeën aan minister Keulen bezorgd? Waarom
liet het positieve advies over de Badrmoskee langer
op zich wachten? Waarom werd er nog geen
positief
advies
gegeven
over
de
Al
Mousliminemoskee? Op welke wijze voert de
Veiligheid van de Staat zijn onderzoeken?
09.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Le 22
décembre 2007, le ministre flamand de l'Intérieur a
reconnu six mosquées. La reconnaissance des
mosquées Al Mouslimine à Anvers et Badr à
Hasselt a été reportée parce que la Sécurité de
l'État n'avait pas encore rendu d'avis positif. Le 26
mai 2008, la mosquée Badr a malgré tout été
reconnue après un avis positif.
À quelles dates les avis concernant toutes ces
mosquées ont-ils été transmis à M. Keulen ?
Pourquoi l'avis positif sur la mosquée Badr a-t-il été
rendu plus tard ? Pourquoi aucun avis positif n'a-t-il
encore été rendu à propos de la mosquée Al
Mouslimine ? Comment la Sécurité de l'État mène-
t-elle ses enquêtes ?
09.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Ingevolge het samenwerkingsakkoord over de
erkenning van de erediensten moet de minister van
Justitie enkel aan de gewestelijke minister van
Binnenlandse Zaken meedelen of er bezwaren zijn
tegen
de
erkenning
van
een
lokale
geloofsgemeenschap. Mijn advies is gebaseerd op
verschillende elementen, waaronder in sommige
gevallen een advies van de Veiligheid van de Staat.
De adviezen over de moskeeën Beraat, Sultan
Selim, Selimye, Noor Ulharam, Assounna en
Mehmezt-Akif werden verleend op 7 en 15 maart
2007.
09.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Conformément à l'accord de coopération relatif à la
reconnaissance des cultes, le ministre de la Justice
ne doit communiquer au ministre régional de
l'Intérieur que les éventuelles objections contre la
reconnaissance d'une communauté religieuse
locale. Mon avis repose sur divers éléments, parmi
lesquels, dans certains cas, un avis de la Sécurité
de l'État.
Les avis sur les mosquées Beraat, Sultan Selim,
Selimye, Noor Ulharam, Assounna et Mehmezt-Akif
ont été rendus les 7 et 15 mars 2007.
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Een advies kan wijzigen wanneer de situatie
verandert, bijvoorbeeld bij een wissel van de raad
van bestuur van een moskee. Bij een negatief
advies kan de gewestminister vragen of het dossier
is geëvolueerd en kan er een nieuwe evaluatie
gebeuren. Gezien het vertrouwelijke karakter van
de adviezen kan ik hierover niet meer informatie
geven.
De Veiligheid van de Staat deelt zijn inlichtingen
over moskeeën die een erkenning aanvragen, mee
aan de bevoegde instanties. Indien dat wenselijk is,
kan een specifiek onderzoek naar een individuele
moskee worden gevoerd.
Un avis peut être modifié lorsque la situation
change, par exemple lors de l'installation d'un
nouveau conseil d'administration d'une mosquée.
En cas d'avis négatif, le ministre régional peut
demander si le dossier a évolué et il peut être
procédé à une nouvelle évaluation. Vu le caractère
confidentiel des avis, je ne puis fournir davantage
d'informations à ce sujet.
La Sécurité de l'État communique aux instances
compétentes les informations concernant les
mosquées qui demandent une reconnaissance. Si
cela s'avère souhaitable, une enquête spécifique
peut être menée pour une mosquée individuelle.
09.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Vlaams
parlementslid Katleen Martens heeft aangetoond
dat de Badrmoskee banden heeft Al-Ighlaas, een
islamitische vereniging die de nikab voor vrouwen
verplicht en vriendschap tussen moslims en joden
of christenen afkeurt. De imam is acht jaar in
België, woont in Luik en heeft geen enkele voeling
met de lokale Hasseltse gemeenschap, autochtoon
of allochtoon. De Veiligheid van de Staat doet zijn
twijfelachtige reputatie andermaal eer aan met zijn
advies over deze moskee.
09.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : La
parlementaire flamande Katleen Martens a
démontré que la mosquée Badr entretient des
relations
avec
al-Ikhlas,
une
association
musulmane qui considère que les femmes doivent
obligatoirement porter le nikab et qui condamne
toute amitié entre des musulmans et des juifs ou
des chrétiens. L'imam de cette mosquée vit en
Belgique depuis huit ans, habite à Liège et n'est
absolument pas intégré dans la communauté locale
de Hasselt, qu'elle soit autochtone ou allochtone. La
Sûreté de l'État fait une fois de plus honneur à sa
réputation douteuse en rendant à propos de cette
mosquée l'avis qu'elle a rendu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de zittingen van het
assisenhof van Luxemburg" (nr. 6487)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het tekort aan
rechters in Aarlen" (nr. 6498)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de sterke
toename van het aantal assisenzaken" (nr. 6613)
10 Questions jointes de
- M. Josy Arens au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les sessions de la Cour
d'assises du Luxembourg" (n° 6487)<br>- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le manque de juges à Arlon"
(n° 6498)<br>- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'inflation du nombre de
dossiers d'assises" (n° 6613)</b>
10.01 Jean-Luc Crucke (MR): De voorzitter van
de rechtbank van eerste aanleg te Aarlen heeft
onlangs zijn bezorgdheid geuit over het tekort aan
magistraten, waardoor vier zittingen van dat hof van
assisen die gepland waren voor het tweede
semester van 2008, ten vroegste in januari 2009
zullen
kunnen
gehouden worden. In
het
arrondissement Luik zouden 200 van de 420
dossiers in onderzoek aanleiding kunnen geven tot
een assisenproces. Men merkt dus dat de agenda
er eivol zit.
10.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Le président du
tribunal de première instance d'Arlon a exprimé
récemment ses soucis sur le manque de
magistrats, ce qui aura pour effet de reporter quatre
sessions de cette cour d'assises du second
semestre 2008 au mois de janvier 2009 au plus tôt.
Dans l'arrondissement de Liège, sur 420 dossiers à
l'instruction, 200 pourraient aboutir aux assises.
C'est vous dire si l'agenda y est chargé.
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
Uit die twee voorbeelden blijkt niet alleen dat het
aantal ernstige feiten weer toeneemt, maar ook dat
er een onbetwistbaar tekort aan magistraten is.
Welke maatregelen wil u treffen om dat probleem te
verhelpen? Sommigen stellen voor om het
probleem van het tekort aan magistraten via een
kortere benoemingsprocedure aan te pakken.
Ces deux cas montrent, outre une recrudescence
de faits graves, une insuffisance patente de
magistrats.
Quelles sont les pistes que vous entendez mettre
en place pour y remédier ? Certains parlent d'une
réduction du délai de nomination comme solution à
la pénurie de magistrats.
10.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Eerlang zal
de rechtsdag van drie zaken voor het hof van
assisen te Aarlen worden vastgesteld. Maar een
toegevoegd rechter van Aarlen werd naar Luik
gedetacheerd, om daar vanaf 3 september 2008 en
voor de duur van vier à vijf maanden een
uitzonderlijk hof van assisen te kunnen laten
doorgaan, waarvoor er naast twee raadsheren bij
het hof van beroep ook vier verwijzende rechters
zullen worden ingeschakeld.
De personeelsformatie van de rechtbank van eerste
aanleg te Aarlen is volledig ingevuld. Net zoals in
andere kleine rechtbanken worden de normale
activiteiten van de rechtbank te Aarlen echter door
het houden van een hof van assisen verstoord,
omdat ze het dan met twee magistraten, op een
formatie van zeven rechters, minder moet stellen.
Dat is inherent aan het systeem van de
assisenhoven die ad-hocrechtbanken zijn en
samengesteld worden uit een magistraat van het
hof van beroep en twee rechters van de rechtbank
van eerste aanleg.
10.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
Trois affaires sont en état d'être prochainement
fixées devant la cour d'assises d'Arlon. Mais un juge
de complément d'Arlon a été détaché à Liège en
vue de permettre la tenue, à partir du 3 septembre
2008, d'une cour d'assises exceptionnelle prévue
pour une durée de quatre à cinq mois qui
mobilisera, outre deux conseillers à la cour d'appel,
quatre juges d'instance.
Le cadre du tribunal de première instance d'Arlon
est complet. Cependant, à Arlon, comme dans
d'autres petits tribunaux, la tenue d'une cour
d'assises perturbe les activités normales du
tribunal, qui est alors privé de deux magistrats sur
un cadre de sept juges. C'est inhérent au système
des cours d'assises, qui sont des tribunaux ad hoc
composés d'un magistrat de la cour d'appel et de
deux juges du tribunal de première instance.
Voor het rechtsgebied van het hof van beroep van
Luik zou er eerlang een nieuwe toegevoegde
magistraat benoemd moeten worden. De eerste
voorzitter van het hof van beroep zal de data
bepalen waarop de zittingen van het hof van
assisen van Aarlen zullen plaatsvinden; in functie
van de behoeften van de dienst en van de
beschikbare personeelsleden. Het Gerechtelijk
Wetboek voorziet in verschillende mogelijkheden
voor de verdeling van de rechters en de dossiers,
naargelang de situatie van elke rechtbank. Elk hof
van beroep beheert de beschikbare middelen in
functie van de behoeften en van de dienst.
Wat het verkorten van de benoemingstermijnen
betreft, werk ik aan advies aan de Hoge Raad voor
de Justitie dat onder meer betrekking heeft op de
selectie- en benoemingsprocedure, met inbegrip
van de termijnen.
Un nouveau magistrat de complément devrait
bientôt être nommé dans le ressort de la cour
d'appel de Liège.
Le premier président de la cour d'appel déterminera
les dates de fixation des sessions de la cour
d'assises d'Arlon en fonction des nécessités du
service et des effectifs disponibles. Le Code
judiciaire prévoit plusieurs possibilités de répartition
des juges et des affaires en fonction de la situation
de chaque tribunal. Chaque cour d'appel gère les
moyens disponibles en fonction des nécessités et
du service.
En ce qui concerne la réduction des délais de
nomination, je prépare une demande d'avis au
Conseil supérieur de la Justice, qui porte
notamment sur la procédure de sélection et de
nomination, y compris les délais.
10.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik vraag me af of
de
hervorming
van
de
gerechtelijke
arrondissementen geen antwoord zou bieden op
dergelijke situaties.
Is de sterke toename van de assisenzittingen
kenmerkend voor de provincie Luik?
10.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Je me demande si
la réforme des arrondissements judiciaires
n'apporterait pas une réponse à de telles situations.
L'inflation des sessions d'assises est-elle spécifique
à la province de Liège ?
10.04
Minister Jo Vandeurzen
(Frans): In 10.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : À
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
Antwerpen
speelt
hetzelfde
probleem.
De
hervorming van de gerechtelijke arrondissementen
brengt een belangrijke reorganisatie mee die in
samenspraak met de aanwezige magistraten moet
gebeuren. De hamvraag is: houden we vast aan het
systeem van de hoven van assisen of niet?
Anvers, le problème est le même. La réforme des
arrondissements
judiciaires
implique
une
réorganisation importante qui doit se faire avec les
magistrats présents. La question est : tenons-nous
au système des cours d'assise ou non ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Gerald Kindermans aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
bemiddeling
als
instrument
voor
conflictoplossing" (nr. 6495)
11 Question de M. Gerald Kindermans au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la médiation
comme instrument dans la résolution de conflits"
(n° 6495)</b>
11.01 Gerald Kindermans (CD&V - N-VA): De wet
van 2005 veralgemeent de bemiddeling als
instrument voor conflictbeheersing. In 2006 waren
er 713 erkende bemiddelaars. In 2007 liep dat
aantal op tot 1857. Er zou echter niet vaak een
beroep op worden gedaan. Volgens de stafhouder
van de Nederlandstalige Orde van Advocaten te
Brussel is de bemiddeling een flop, ondanks een
grote reclamecampagne.
Bemiddeling is niet alleen mogelijk in familiezaken,
maar ook in burgerlijke, commerciële en sociale
zaken. De partijen kunnen de procedure vrijwillig
opstarten of ze kan door de rechter opgelegd
worden, maar dat zou amper gebeuren.
Werd de wet al geëvalueerd? Kan de minister de
vaststelling van de stafhouder van Brussel
bevestigen? Kan de minister cijfers geven over het
aantal bemiddelingsdossiers? Wat zijn de oorzaken
voor het niet functioneren van de wet en moet de
wet worden bijgestuurd?
11.01 Gerald Kindermans (CD&V - N-VA) : Une
loi de 2005 a généralisé la médiation comme
instrument dans la résolution de conflits. En 2006,
on a recensé 713 médiateurs agréés. En 2007, leur
nombre a connu une hausse exponentielle
puisqu'on en a comptabilisé 1.857. Cependant,
leurs services ne seraient que rarement sollicités.
Selon le bâtonnier de l'Ordre néerlandophone des
Avocats à Bruxelles, la médiation est un échec total
en dépit d'une importante campagne visant à la
promouvoir.
Il peut être recouru à la médiation non seulement en
matière familiale mais aussi en matière civile,
commerciale et sociale. Les parties peuvent
enclencher volontairement cette procédure ou celle-
ci peut être imposée par le juge, ce qui serait
toutefois rarissime.
Cette loi a-t-elle déjà été soumise à une
évaluation ? Le ministre confirme-t-il le constat du
bâtonnier néerlandophone de Bruxelles ? Peut-il
fournir des données chiffrées concernant le nombre
de dossiers de médiation qui ont été ouverts? Pour
quelles
raisons
cette
loi
se
révèle-t-elle
impraticable ?
Convient-il
d'y
apporter
des
correctifs ?
11.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
wet werd nog niet geëvalueerd. De Federale
Bemiddelingscommissie,
die
over
de
bemiddelingsprocedures waakt, plant een evaluatie
tegen begin 2009.
Ik kan de vaststelling van de stafhouder van Brussel
niet bevestigen, maar ik neem aan dat er een grond
van waarheid in zit. Misschien worden de
mogelijkheden echter nog niet ten volle benut of is
de stafhouder ontgoocheld omdat alles niet snel
genoeg evolueert. Het is mij ook niet duidelijk of de
stafhouder
het
heeft
over
burgerlijke
of
handelszaken. De familiale bemiddeling, die al
sinds 2001 erkend is, heeft meer succes.
11.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Cette loi n'a pas encore été évaluée. La
Commission fédérale de médiation, qui contrôle le
bon déroulement des procédures de médiation,
compte y procéder avant le début de 2009.
Je ne puis confirmer le constat du bâtonnier
néerlandophone de Bruxelles mais je présume qu'il
y a un fond de vérité dans ce constat. Les
possibilités existantes de recourir à la médiation ne
sont peut-être pas encore pleinement exploitées ou
le bâtonnier est amer parce que tout n'évolue pas
assez vite. D'ailleurs, se réfère-t-il à la médiation
dans les affaires civiles ou commerciales ? La
médiation en matière familiale, qui est reconnue
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
Er zijn geen cijfers over het aantal dossiers, omdat
de griffie niet altijd op de hoogte is of een
bemiddelingsdossier succesvol is. De bemiddelaars
zelf hebben misschien wel cijfers, maar het gaat
over dossiers met een vertrouwelijk karakter.
Ik zou niet durven zeggen dat de wet niet
functioneert. Er moet nog meer promotie voor
worden gemaakt. Ik ben tevreden dat er meer en
meer opleidingen voor bemiddelaar worden
aangeboden. Er is een mentaliteitswijziging nodig
en dat vraagt altijd tijd.
depuis 2001 déjà, connaît un plus grand succès.
Aucune donnée chiffrée n'est disponible concernant
le nombre de dossiers parce que le greffe n'est pas
toujours informé du dénouement heureux dans tel
ou tel dossier de médiation. Les médiateurs eux-
mêmes disposent peut-être de telles données mais
elles ont trait à des dossiers confidentiels.
Je n'irais pas jusqu'à dire que cette loi est
impraticable. Il
faut
encore
la
promouvoir
davantage. Je me réjouis du fait que de plus en plus
de formations de médiateur soient proposées. Un
changement de mentalité est indispensable, ce qui
ne se fait jamais du jour au lendemain.
Het is nog te vroeg om de wet bij te sturen. De
Bemiddelingscommissie
moet
de
wet
nog
evalueren. De commissie kan los daarvan altijd
voorstellen
doen.
Het
gebrek
aan
bemiddelingspogingen kan veroorzaakt worden
door een gebrek aan bekendheid of aan onwil om
er gebruik van te maken.
Il est trop tôt pour adapter la loi, qui doit encore être
évaluée par la commission de médiation, laquelle
peut toutefois toujours soumettre des propositions.
Le manque de tentatives de médiation peut résulter
de la méconnaissance du système ou de la
réticence à y recourir.
11.03 Gerald Kindermans (CD&V - N-VA): Als de
stafhouder van de grootste Vlaamse balie zegt dat
de wet een flop is, dan wil dat zeggen dat de wet
een maat voor niets is. Er zijn nu al bijna
tweeduizend bemiddelaars erkend, maar als er
geen interesse is, zijn die bijkomende opleidingen
dan wel zinvol? Ik begrijp dat de minister nog niet
over cijfers beschikt, maar het is ook weer niet zo
moeilijk om aan de bemiddelaars te vragen hoeveel
dossiers zij behandeld hebben.
De minister heeft niets gezegd over het feit dat de
magistratuur zelf weinig gebruik maakt van de
bemiddeling, hoewel het een manier zou kunnen
zijn om de gerechtelijke achterstand te bestrijden.
De minister van Justitie zou het gebruik van de
bemiddeling
door
de
magistratuur
kunnen
aanmoedigen. Bijkomende promotie is goed, maar
misschien moet er ook bij de magistratuur een
mentaliteitswijziging komen.
11.03 Gerald Kindermans (CD&V - N-VA) : Si le
bâtonnier du principal barreau flamand affirme que
la loi est un fiasco, cela en dit long. Aujourd'hui, on
dénombre déjà près de deux mille médiateurs
agréés mais en l'absence d'intérêt, ces formations
supplémentaires sont-elles vraiment utiles ? Je
comprends que le ministre ne dispose pas encore
de chiffres mais il n'est tout de même pas si difficile
d'interroger les médiateurs sur le nombre de
dossiers qu'ils ont traités.
Le ministre n'a rien dit à propos du fait que la
magistrature recourt elle-même rarement à la
médiation, alors que ce système pourrait constituer
un moyen de résorber l'arriéré judiciaire. Le ministre
de la Justice pourrait encourager le recours à la
médiation par la magistrature. Une promotion
accrue serait opportune mais peut-être faudrait-il
aussi un changement de mentalité au sein de la
magistrature.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Robert Van de Velde aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het vrijgeven
van persoonsgegevens van politieambtenaren
als gevolg van ingediende klachten" (nr. 6559)
12 Question de M. Robert Van de Velde au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la divulgation de
données à caractère personnel ayant trait à des
fonctionnaires de police à la suite de dépôts de
plaintes les concernant" (n° 6559)</b>
12.01 Robert Van de Velde (LDD): In de pers las
ik
dat
er
steeds
meer
klachten
tegen
politieambtenaren worden ingediend, hetzij bij het
Comité P, hetzij bij het parket. Als een klacht bij het
12.01 Robert Van de Velde (LDD) : J'ai lu dans la
presse que des plaintes de plus en plus
nombreuses
sont
déposées
contre
des
fonctionnaires de police, tant au Comité P qu'au
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
parket wordt ingediend, dan krijgt de klager het
recht om het dossier in te kijken en dus de
identiteitsgegevens van de politieagent te weten te
komen. Dat kan misbruik in de hand werken. De
wet van 2008 inzake de anonimiteit van de getuigen
beschermt de politieagent namelijk alleen wat het
onderzoek betreft, maar niet wanneer er een klacht
wordt ingediend.
Is de minister op de hoogte van dit probleem en
weet hij over hoeveel gevallen het gaat? Zal de
minister maatregelen nemen om politieambtenaren
beter te beschermen als er een klacht wordt
ingediend, om de kans op represailles te
verminderen?
parquet. Lorsqu'une plainte est déposée au
parquet, le plaignant est autorisé à consulter le
dossier et dès lors à connaître les données
d'identité de l'agent de police. Cette situation
pourrait entraîner des abus. La loi de 2008 relatif à
l'anonymat des témoins ne protège l'agent de police
que dans le cadre de l'enquête, et non pas lorsqu'il
fait lui-même l'objet d'une plainte.
Le ministre est-il au courant de ce problème ? De
combien de cas est-il question ? Le ministre
prendra-t-il des mesures pour mieux protéger les
fonctionnaires de police faisant l'objet d'une plainte,
afin d'éviter le risque de représailles ?
12.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Volgens het jaarverslag van het Vast Comité van
Toezicht op de Politiediensten werden er in 2006 in
totaal 2314 klachten ingediend bij het Comité P en
2519 bij de lokale politie. Er werden 1073
onderzoeken geopend, waarvan 371 wegens
gewelddaden, 210 wegens daden van willekeur, 82
wegen bedreigingen, 80 wegens schending van het
beroepsgeheim, 68 wegens belaging en stalking en
49 wegens valsheid in geschrifte.
Ik weet niet in hoeveel gevallen het vrijgeven van
persoonsgegevens van de betrokken agent een
probleem zou zijn geweest.
De wet van 2002 inzake de bescherming van de
anonimiteit van de getuige biedt gedeeltelijke of
volledige anonimiteit aan de speurder tijdens een
onderzoek. Bovendien bepaalt het wetboek van
Strafvordering dat het verslag inzake observatie en
infiltratie gedekt is door het beroepsgeheim, en dat
de veiligheid en de anonimiteit van de speurders
niet in gevaar gebracht mogen worden.
12.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais): Il
ressort du rapport annuel du Comité permanent de
contrôle des services de police qu'en 2006, 2.314
plaintes ont été introduites auprès du Comité P et
2.519 auprès de la police locale. Dans 1.073
dossiers, une enquête a été ouverte : 371 enquêtes
concernaient des actes de violences, 210 des actes
arbitraires, 82 des menaces, 80 des violations du
secret professionnel, 68 des cas de harcèlement et
49 des faux en écriture.
Je ne sais pas dans combien de dossiers la
diffusion des données personnelles de l'agent
concerné aurait entraîné des problèmes.
La loi de 2002 relative à l'anonymat des témoins
prévoit un anonymat partiel ou complet pour
l'enquêteur au cours de l'enquête. Le code
d'Instruction criminelle prévoit en outre que le
rapport relatif à l'observation et l'infiltration est
couvert par le secret professionnel et que la
sécurité et l'anonymat des enquêteurs ne peuvent
être mis en danger.
In de tweede situatie wordt de anonimiteit van de
speurder beschermd in het raam van de wet van 8
april 2002, specifiek met het oog op represailles die
genomen zouden kunnen worden doordat de
identiteit en het adres de speurder vermeld staan in
het strafdossier. Het gaat hier echter om een
uitzonderlijke situatie, vermits men in principe ook
tegen speurders een klacht moet kunnen indienen.
Ook zij kunnen immers misdrijven plegen in het
kader van een onderzoek en ze genieten bijgevolg
geen immuniteit. Indien een klacht tegen een
speurder echter wordt ingediend om kennis te
krijgen van de persoonsgegevens van de
betrokkene met het oog op represailles, zal de
procureur des Konings de klager de toegang tot het
dossier kunnen weigeren en deze toegang ook na
het seponeren van het dossier kunnen blijven
weigeren.
Dans la deuxième situation, l'anonymat de
l'enquêteur est protégé dans le cadre de la loi du 8
avril 2002, spécifiquement en raison de possibles
représailles parce que l'identité et l'adresse de
l'enquêteur sont mentionnées dans le dossier pénal.
Il
s'agit
en
l'occurrence
d'une
situation
exceptionnelle, puisqu'il doit aussi être possible en
principe de porter plainte contre les enquêteurs. En
effet, ces derniers peuvent également commettre
des délits dans le cadre d'enquêtes et, de ce fait, ils
ne bénéficient d'aucune immunité. Si, toutefois, une
plainte est déposée contre un enquêteur pour
obtenir ses coordonnées personnelles dans un but
de représailles, le procureur du Roi pourra refuser
l'accès au dossier, également après le classement
de l'affaire.
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
Indien de mededeling van het dossier aan de
verdachte een gevaar oplevert voor personen of
een ernstige schending inhoudt van hun privéleven,
dan zal de onderzoeksrechter deze mededeling
wettelijk kunnen weigeren.
Wanneer de procureur op het einde van het
gerechtelijk onderzoek zijn eindvordering bezorgt
aan de onderzoeksrechter, zal de klager toegang
krijgen tot het dossier. De identiteit van de
onderzoeker kan dan niet afgeschermd worden,
vermits hij het statuut heeft van beklaagde.
Praktisch kunnen de risico's worden beperkt door
enkel het kantooradres van de speurder te
vermelden in de processen-verbaal en in de
eindvordering van het parket.
Si la communication du dossier au suspect
représente une menace pour des personnes ou
constitue une atteinte grave à leur vie privée, le juge
d'instruction pourra la refuser légalement.
Lorsque le procureur a transmis sa réquisition finale
au juge d'instruction à l'issue de l'enquête judiciaire,
le plaignant a accès au dossier. L'identité de
l'investigateur ne peut alors plus être protégée,
étant donné qu'il a le statut de prévenu. Dans la
pratique, on peut limiter les risques en ne
mentionnant que l'adresse du bureau de l'enquêteur
dans les procès-verbaux et dans la réquisition finale
du parquet.
12.03 Robert Van de Velde (LDD): De procureur
of onderzoeksrechter kan dus bepalen of hij al dan
niet een dossier vrijgeeft. Dat is echter geen
sluitende oplossing, omdat men niet altijd de
werkelijke bedoelingen van de klager kan doorzien.
Volgens mij moeten we daarom een bijkomende
veiligheid inbouwen, zoals bijvoorbeeld in het
Verenigd Koninkrijk het geval is, waar men werkt
met het stamnummer van de agent of speurder. Dit
garandeert een grotere anonimiteit bij de
behandeling van een klacht.
12.03 Robert Van de Velde (LDD) : Le procureur
ou le juge d'instruction peut donc décider de
permettre ou non l'accès à un dossier. Il ne s'agit
cependant pas d'une solution adéquate, parce qu'il
n'est pas toujours possible de percevoir les
intentions réelles du plaignant. C'est pourquoi
j'estime
qu'il
faut
prévoir
une
sécurité
supplémentaire, comme c'est par exemple déjà le
cas au Royaume-Uni, où l'on utilise le numéro
matricule de l'agent ou de l'enquêteur, ce qui
garantit mieux l'anonymat lors du traitement d'une
plainte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Michel Doomst aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "een ten
onrechte vrijgelaten gedetineerde" (nr. 6581)
13 Question de M. Michel Doomst au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "un détenu libéré
à tort" (n° 6581)</b>
13.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Op zondag
22 juni hebben de Brusselse politiediensten jacht
gemaakt op een gedetineerde die bij vergissing was
vrijgelaten, en die aldus al twee weken ten onrechte
op vrije voeten was.
Hoe is zoiets mogelijk? Is er inderdaad pas na twee
weken alarm geslagen? Hoe komt dat? Is zoiets al
vaker gebeurd? Zijn methodische aanpassingen
nodig om dit te voorkomen?
13.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : Le
dimanche 22 juin, les services de police de
Bruxelles ont lancé une chasse à l'homme contre
un détenu qui était en liberté depuis deux semaines
après avoir été libéré par erreur.
Comment expliquer pareille méprise ? N'a-t-on en
effet donné l'alerte qu'après deux semaines ? Pour
quelles raisons ? Est-ce la première fois qu'une telle
chose se produit ? Faut-il adapter les méthodes
pour éviter que pareil dysfonctionnement se
reproduise ?
13.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Op 2
juni 2008 heeft het parket te Brussel een bevel tot
vrijlating van een beklaagde bezorgd aan de
gevangenis te Vorst. Per vergissing werd
vervolgens de naam van een andere gedetineerde
met een gelijkluidende naam geregistreerd op de
lijst van vrijstellingen met de foutieve vrijstelling tot
13.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Le 2 juin 2008, le parquet de Bruxelles a remis à la
prison de Forest un ordre de libération portant sur
un accusé. Le nom d'un autre détenu, aux
consonances
semblables,
a
ensuite
malencontreusement été enregistré à sa place sur
la liste des libérations, ouvrant ainsi la voie à cette
01/07/2008
CRABV 52
COM 280
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
gevolg. De fout werd diezelfde avond vastgesteld en
de onderzoeksrechter werd onmiddellijk op de
hoogte gebracht. De persoon werd ook geseind en
vervolgens op 11 juni opnieuw in hechtenis
genomen, maar weer vrijgelaten omdat het
oorspronkelijke aanhoudingsbevel was vervallen en
er geen nieuw bevel was afgeleverd. Een nieuw
aanhoudingsbevel is slechts mogelijk bij nieuwe,
verzwarende elementen. Dit soort vergissingen
komt slechts zeer uitzonderlijk voor.
liberté indue. L'erreur a été décelée le soir-même et
le juge d'instruction en a été informé sans délai. Un
avis de recherche a été lancé et la personne a été
capturée le 11 juin, avant d'être à nouveau remise
en liberté parce que le mandat d'arrêt initial avait
expiré et qu'aucun autre n'avait été délivré. En effet,
la rédaction d'un nouveau mandat d'arrêt n'est
possible qu'en cas de nouvelles circonstances
aggravantes. Des erreurs de ce type sont tout à fait
exceptionnelles.
13.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Ik ga uit
van een menselijke fout. We moeten toch eens
nagaan of deze naamsverwarringen in de toekomst
kunnen worden vermeden.
13.03 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : Je conclus
à une erreur humaine. Nous devons toutefois nous
pencher sur la question de savoir comment éviter à
l'avenir ce genre de confusion entre noms.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de griffie van
het vredegerecht van het kanton La Louvière"
(nr. 6683)
14 Question de Mme Valérie De Bue au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le greffe de la
justice de paix du canton de La Louvière"
(n° 6683)</b>
14.01 Valérie De Bue (MR): Het vredegerecht van
La Louvière heeft een personeelstekort. Het
probleem zou te maken hebben met de hervorming
van de kantons en de afwezigheden van het
personeel die gedeeltelijk te wijten zouden zijn aan
de overmatige werklast. De hoofdgriffier heeft
contractverlengingen en de creatie van een
bijkomende baan aangevraagd om de continuïteit
van zijn dienst te verzekeren. Welk gevolg werd er
aan zijn aanvraag gegeven? Welke maatregelen
worden er overwogen om de griffier in staat te
stellen de continuïteit van zijn dienst te verzekeren?
Wat vindt u van dit personeelstekort?
14.01 Valérie De Bue (MR) : La justice de paix de
La Louvière manque de personnel. Il semblerait que
le problème soit lié à la réforme des cantons et aux
absences du personnel, dues en partie à une
charge de travail disproportionnée. Le greffier en
chef a sollicité des prolongations de contrats et la
création d'une place supplémentaire afin d'assurer
la continuité de son service. Quelles suites ont été
réservées à sa demande ? Quelles mesures sont
envisagées pour permettre au greffe d'assurer la
continuité de son service ? Que pensez-vous de ce
manque de personnel ?
14.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans) : Het kader
van het vredegerecht van La Louvière telt 7
eenheden (een hoofdgriffier, een griffier, een
adjunctgriffier en vier medewerkers). Gelet op de
werklast en de personeelsafwezigheden, werd 1,5
voltijdse medewerker toegekend. Vanaf 1 augustus
2008 wordt het aantal personeelsleden opgetrokken
naar 7,5 eenheden.
14.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Le
cadre de la justice de paix de La Louvière compte 7
unités (un greffier en chef, un greffier, un greffier
adjoint et quatre collaborateurs). Vu la charge de
travail et les absences du personnel, 1,5 équivalent
temps plein supplémentaire a été octroyé. À partir
du 1
er
août 2008, l'effectif passera à 7,5 unités.
Om de afwezigheid van de griffier-titularis op te
vangen, werd er een tijdelijke aanstelling toegekend
voor de functie van adjunct-griffier op grond van
artikel 330ter van het Gerechtelijk Wetboek.
Na de interventie van de hoofdgriffier van La
Louvière, heb ik besloten een tweede deeltijds
contract toe te kennen voor de afwezigheid van een
medewerker in disponibiliteit wegens ziekte. De
tijdelijke aanstelling die wordt toegekend aan een
medewerker ter vervanging van de griffier in
Pour pallier l'absence du greffier titulaire, une
délégation à la fonction de greffier adjoint sur la
base de l'article 330 ter du Code judiciaire a été
octroyée.
À la suite de l'intervention du greffier en chef de La
Louvière, j'ai décidé d'octroyer un second contrat à
mi-temps pour l'absence d'un collaborateur en
disponibilité pour maladie. La délégation octroyée à
un collaborateur en remplacement du greffier en
disponibilité restera valable pour la durée de
CRABV 52
COM 280
01/07/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
disponibiliteit zal van toepassing blijven voor de tijd
dat laatstgenoemde afwezig is. Voorts zal de creatie
van een extra plaats voor adjunct-griffier
bestudeerd worden in het kader van een volgende
algemene herziening, gebaseerd op objectieve
criteria die gerelateerd zijn aan de werklast.
l'absence de celui-ci et la création d'une place
supplémentaire de greffier adjoint sera examinée
dans le cadre d'une prochaine révision générale
basée sur des critères objectifs liés à la charge du
travail.
14.03 Valérie De Bue (MR): U zal dus de criteria
met betrekking tot de creatie van een extra plaats
van
adjunct-griffier
herzien,
waardoor
een
wetswijziging vereist zal zijn. Zal het aantal griffiers
gekoppeld worden aan het volume van de door de
griffiers behandelde dossiers? Dat aantal verschilt
immers sterk van kanton tot kanton.
14.03 Valérie De Bue (MR) : Vous reverrez donc
les critères relatifs à la création d'une place
supplémentaire
de
greffier
adjoint,
celle-ci
nécessitant une modification législative. Le nombre
de greffiers sera-t-il couplé au volume des affaires
traitées ? En effet, le nombre d'affaires traitées par
greffier diffère fortement selon les cantons.
14.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Er kunnen
verschillende criteria worden gehanteerd. Er werd
een werkgroep opgericht die de werklastmeting zal
organiseren.
14.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
Plusieurs critères peuvent être utilisés. Un groupe a
été mis en place pour organiser la mesure de la
charge de travail.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.26 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 26.