KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 271
CRABV 52 COM 271
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag
mardi
24-06-2008
24-06-2008
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Bruno Tobback aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het vermoeden van prijsafspraken voor het
doorrekenen van de prijs van gratis CO2-
emissierechten in de elektriciteitsprijs" (nr. 6069)
1
Question de M. Bruno Tobback au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "les soupçons
d'accords sur les prix concernant la répercussion
du prix des droits gratuits d'émission de CO2
dans le prix de l'électricité" (n° 6069)
1
Sprekers: Bruno Tobback, Vincent Van
Quickenborne, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Orateurs: Bruno Tobback, Vincent Van
Quickenborne, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de
2
- de heer Jan Jambon aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "zijn
uitspraken
omtrent
de
stijging
van
de
distributieprijzen op kap van de consument"
(nr. 6233)
2
- M. Jan Jambon au ministre pour l'Entreprise et
la Simplification sur "ses déclarations relatives à
la hausse des prix de distribution au détriment
des consommateurs" (n° 6233)
2
- de heer Peter Logghe aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
uitspraken
inzake
de
stijging
van
de
distributietarieven" (nr. 6275)
2
- M. Peter Logghe au ministre pour l'Entreprise et
la Simplification sur "les déclarations relatives à
l'augmentation des tarifs de distribution" (n° 6275)
2
Sprekers: Jan Jambon, Peter Logghe,
Vincent Van Quickenborne, minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen
Orateurs: Jan Jambon, Peter Logghe,
Vincent Van Quickenborne, ministre pour
l'Entreprise et la Simplification
Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera aan
de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over
"de
administratieve
rompslomp
bij
landbouwtellingen" (nr. 6411)
4
Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au
ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"les tracasseries administratives lors des
recensements agricoles" (n° 6411)
4
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van
Quickenborne,
minister
voor
Ondernemen en Vereenvoudigen
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Vincent
Van Quickenborne, ministre pour l'Entreprise
et la Simplification
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het gebruik van voor de consument
ongunstige bedingen" (nr. 6518)
5
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "l'utilisation de
clauses
défavorables
au
consommateur"
(n° 6518)
5
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Vincent Van
Quickenborne, minister voor Ondernemen en
Vereenvoudigen
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Vincent Van
Quickenborne, ministre pour l'Entreprise et la
Simplification
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de minister
van Klimaat en Energie over "de door Electrabel
in juli 2007 doorgevoerde prijsstijging en de stand
van zaken in het bij de Raad voor de mededinging
ingediende dossier" (nr. 5857)
6
Question de M. Maxime Prévot au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la hausse des prix par
Electrabel en juillet 2007 et l'état d'avancement du
dossier transmis au Conseil de la concurrence"
(n° 5857)
6
Sprekers: Maxime Prévot, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Maxime Prévot, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de minister
van Klimaat en Energie over "de stijging van de
distributienettarieven in 2008" (nr. 5858)
7
Question de M. Maxime Prévot au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la hausse des tarifs de
distribution en 2008" (n° 5858)
7
Sprekers: Maxime Prévot, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Maxime Prévot, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
8
- de heer Maxime Prévot aan de minister van
8
- M. Maxime Prévot au ministre du Climat et de
8
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Klimaat en Energie over "het tijdpad voor de
invoering van de meerjarentarieven" (nr. 5859)
l'Énergie sur "le calendrier de mise en place des
tarifs pluriannuels" (n° 5859)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Klimaat en Energie over "de meerjarentarieven
voor de gas- en elektriciteitsdistributie" (nr. 6564)
8
- Mme Colette Burgeon au ministre du Climat et
de l'Énergie sur "les tarifs pluriannuels de
distribution d'électricité et de gaz" (n° 6564)
8
Sprekers: Maxime Prévot, Colette Burgeon,
Paul Magnette, minister van Klimaat en
Energie
Orateurs: Maxime Prévot, Colette Burgeon,
Paul Magnette, ministre du Climat et de
l'Énergie
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
minister van Klimaat en Energie over "de evolutie
in het beleid van de luchtvaartmaatschappijen
naar aanleiding van de stijging van de
energieprijs" (nr. 6218)
9
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "l'évolution des
politiques des compagnies aériennes suite à
l'augmentation du coût de l'énergie" (n° 6218)
9
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Dirk Vijnck aan de minister van
Klimaat en Energie over "de energieprijzen en de
koopkracht" (nr. 6244)
10
Question de M. Dirk Vijnck au ministre du Climat
et de l'Énergie sur "les prix de l'énergie et le
pouvoir d'achat" (n° 6244)
10
Sprekers: Dirk Vijnck, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Dirk Vijnck, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de minister
van Klimaat en Energie over "energiebesparing in
overheidsgebouwen" (nr. 6280)
11
Question de Mme Rita De Bont au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'économie d'énergie
dans les bâtiments publics" (n° 6280)
11
Sprekers: Rita De Bont, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Rita De Bont, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
13
- mevrouw Marie-Martine Schyns aan de minister
van Klimaat en Energie over "voertuigen op
waterstof" (nr. 6284)
13
- Mme Marie-Martine Schyns au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les véhicules à
hydrogène" (n° 6284)
13
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Klimaat en Energie over "voertuigen op waterstof"
(nr. 6578)
13
- M. Bart Laeremans au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les véhicules à hydrogène"
(n° 6578)
13
Sprekers: Bart Laeremans, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Bart Laeremans, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de minister van Klimaat en Energie over "de
conclusies van het jongste RAPEX-jaarverslag en
de gevolgen ervan voor België" (nr. 6301)
14
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "les
conclusions du dernier rapport annuel RAPEX et
ses implications pour la Belgique" (n° 6301)
14
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
sanering van BP1 en BP2" (nr. 6304)
15
Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur
"l'assainissement de BP1 et BP2" (n° 6304)
15
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
aanvullende studie besteld bij het Planbureau
betreffende het potentieel aan hernieuwbare
energie in België" (nr. 6305)
16
Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'étude
complémentaire commandée auprès du Bureau
du Plan relative au potentiel d'énergies
renouvelables en Belgique" (n° 6305)
16
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
toepassing van een negatieve CCS op het gebruik
van biomassa als energiebron" (nr. 6313)
17
Question de M. Jean-Jacques Flahaux au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "la mise en oeuvre
d'un CCS négatif sur les unités produisant de
l'énergie à partir de la biomasse" (n° 6313)
17
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van Klimaat en Energie over "het elektrisch
autorijden" (nr. 6528)
19
Question de M. Peter Logghe au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les voitures
électriques" (n° 6528)
19
Sprekers: Peter Logghe, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Peter Logghe, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Dirk Vijnck aan de minister van
Klimaat en Energie over "de haalbaarheidsstudie
van een vermindering tot 6 procent van het btw-
tarief
op
energiebesparende
bouw-
en
renovatiewerken en voor het gebruik van
vernieuwbare energie" (nr. 6568)
21
Question de M. Dirk Vijnck au ministre du Climat
et de l'Énergie sur "l'étude de la faisabilité d'une
réduction à 6% du taux de TVA sur les travaux de
construction et de rénovation générateurs
d'économies d'énergie et sur le recours aux
énergies renouvelables" (n° 6568)
21
Sprekers: Dirk Vijnck, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Dirk Vijnck, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van Klimaat en Energie over "de problemen bij
internetverkoop en consumentenbescherming "
(nr. 6571)
21
Question de M. Peter Logghe au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les problèmes qui se
posent lors de la vente par internet et la protection
des consommateurs" (n° 6571)
21
Sprekers: Peter Logghe, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Peter Logghe, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
24
JUNI
2008
Namiddag
______
du
MARDI
24
JUIN
2008
Après-midi
______
De behandeling van de vragen vangt aan om 15.41
uur. De vergadering wordt voorgezeten door de
heer Bart Laeremans.
La discussion des questions est ouverte à 15 h 41
par M. Bart Laeremans, président.
01 Vraag van de heer Bruno Tobback aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het vermoeden van prijsafspraken voor het
doorrekenen van de prijs van gratis CO2-
emissierechten in de elektriciteitsprijs" (nr. 6069)
01 Question de M. Bruno Tobback au ministre
pour l'Entreprise et la Simplification sur "les
soupçons d'accords sur les prix concernant la
répercussion du prix des droits gratuits
d'émission de CO2 dans le prix de l'électricité"
(n° 6069)</b>
01.01 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Uit de studie
die de CREG dit weekend publiceerde, blijkt dat de
twee energieproducenten in ons land, Electrabel en
SPE, de CO
2
-emmissierechten doorrekenen in de
elektriciteitsprijs voor de bedrijven. Dit betekent 1,2
miljard euro pure windfall profit voor de
producenten, want zij kregen de emissierechten
gratis van de overheid. Voor de concurrentiepositie
van vele kmo's zijn de extra kosten echter nefast.
De energiekosten beginnen voor sommige
bedrijven zelfs zwaarder door te wegen dan de
personeelskosten.
Het is duidelijk dat Electrabel en SPE onderling
afspraken hebben gemaakt over het doorrekenen
van de emissierechten. Zal de Raad voor de
Mededinging een onderzoek openen naar deze
prijsafspraken? Wat is de timing van dat
onderzoek?
01.01 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro) : Selon
l'étude publiée par la CREG ce week-end, les deux
producteurs d'énergie de notre pays, Electrabel et
SPE, intègrent les droits d'émission de CO
2
au tarif
électrique pour les sociétés. Les producteurs
engrangent ainsi un montant d'1,2 milliard d'euros
de profits non anticipés étant donné qu'ils ont reçu
les droits d'émission gratuitement des autorités. Les
frais supplémentaires sont toutefois néfastes à la
position concurrentielle de nombreuses PME. Pour
certaines entreprises, le coût de l'énergie
commence même à peser plus lourd que les frais
de personnel.
Il est clair qu'Electrabel et SPE ont conclu des
accords mutuels relatifs à la répercussion des droits
d'émission. Le Conseil de la concurrence ouvrira-t-il
une enquête sur ces accords sur les prix ? Quel est
le calendrier prévu pour cette enquête ?
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Vincent Van Quickenborne
(Nederlands):
Mijn
diensten
hebben
mij
meegedeeld dat er momenteel geen aanwijzingen
zijn dat de energieproducenten prijsafspraken
hebben gemaakt. Als zou blijken dat dit wel gebeurt,
zijn wij uiteraard bereid een vooronderzoek starten.
Onze energiemarkt blinkt met slechts twee
producenten, één grote en één kleine, niet bepaald
uit in competitiviteit, maar het is niet omdat er een
duopolie is, dat er per definitie ook prijsafspraken
worden gemaakt.
01.02 Vincent Van Quickenborne, ministre (en
néerlandais) : Mes services m'ont communiqué qu'il
n'y a actuellement aucun indice portant à croire que
des accords sur les prix sont conclus entre les
producteurs d'énergie. S'il devait s'avérer que de
tels accords existent, nous serions évidemment
disposés à faire procéder à une enquête
préliminaire.
Avec seulement deux producteurs, un grand et un
petit, notre marché de l'énergie n'est pas
particulièrement concurrentiel mais ce n'est pas
parce qu'il y a un duopole que des accords sur les
prix sont nécessairement conclus.
01.03 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Dit antwoord
is gewoon lachwekkend. Wat hebben de diensten
van de minister nog meer nodig dan een studie van
de CREG die aanwijst dat twee producenten op
dezelfde manier oneigenlijke kosten doorrekenen
aan de consument? Ik zou graag het schriftelijke
advies zien van de diensten van de minister. Met
welke argumenten concluderen zij dat er geen
onderzoek nodig is?
01.03 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro) : La réponse
ministérielle est tout bonnement grotesque. Une
étude de la CREG qui fait apparaître que deux
producteurs répercutent de la même manière des
frais impropres sur les consommateurs me paraît
en effet justifier amplement une intervention des
services du ministre ! J'aimerais consulter l'avis
écrit que ces services ont rendu. Sur la base de
quels arguments concluent-ils qu'une enquête n'est
pas nécessaire ?
01.04 Minister Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Elke week zijn er vragen om
onderzoeken te starten. Als daarvoor goede
aanwijzingen zijn, doen wij dat ook. Zo werd er
onlangs een vooronderzoek afgerond over de prijs
van de frieten.
Hier zijn er echter geen indicaties dat er
prijsafspraken zijn of dat er een onderzoek nodig is.
Of het doorrekenen van gratis verkregen
emissierechten rechtvaardig is, is natuurlijk een
andere vraag.
01.04 Vincent Van Quickenborne, ministre (en
néerlandais) : Il ne s'écoule pas une semaine sans
que les uns ou les autres demandent à mes
services d'ouvrir une enquête. Lorsqu'il y a des
indices sérieux, nous enquêtons. C'est ainsi qu'une
enquête préliminaire sur le prix des frites a été
récemment bouclée.
Dans le cas qui nous occupe aujourd'hui, il n'y a
toutefois aucun indice d'accord sur les prix et rien
ne semble justifier une enquête. Quant à la question
de savoir s'il est juste de répercuter sur les
consommateurs des droits d'émission obtenus
gratuitement, c'est évidemment un autre débat.
01.05 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Een rapport
van de waakhond van de energiesector geniet
blijkbaar geen prioriteit. Het gaat nochtans over 1,2
miljard euro. Voor 20 of 50 eurocent extra voor een
pakje frieten, kon de minister wel animo tonen.
01.05 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro) : Visiblement,
le ministre ne juge pas prioritaire un rapport du
chien de garde du secteur énergétique qui concerne
un dossier de 1,2 milliard d'euros alors qu'il s'est
mobilisé quand le prix du paquet de frites a
augmenté de 20 ou de 50 eurocentimes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Jan Jambon aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "zijn
uitspraken
omtrent de
stijging van
de
distributieprijzen op kap van de consument"
(nr. 6233)
- de heer Peter Logghe aan de minister voor
Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
02 Questions jointes de
- M. Jan Jambon au ministre pour l'Entreprise et
la Simplification sur "ses déclarations relatives à
la hausse des prix de distribution au détriment
des consommateurs" (n° 6233)<br>- M. Peter Logghe au ministre pour l'Entreprise et
la Simplification sur "les déclarations relatives à
l'augmentation des tarifs de distribution"
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
uitspraken
inzake
de
stijging
van
de
distributietarieven" (nr. 6275)
02.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA): Onlangs
verklaarde de minister dat de hoge inflatie deels te
wijten is aan de stijging van de energieprijzen
veroorzaakt
door
de
gemeentelijke
intercommunales.
Op welke gegevens zijn deze uitspraken inzake de
algemene prijsevolutie van de distributienettarieven,
de prijsevolutie van de samenstellende delen en de
evolutie van de vergoeding op het geïnvesteerd
kapitaal van de intercommunales gebaseerd?
02.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Le ministre a
déclaré récemment que le taux élevé de l'inflation
était en partie dû à l'augmentation des prix de
l'énergie et que cette dernière serait à son tour à
mettre sur le compte des intercommunales.
Sur quelles données sont fondées ces déclarations
relatives à l'évolution générale des tarifs des
réseaux de distribution, du prix des divers
composants de ces tarifs et de la rémunération des
capitaux investis des intercommunales ?
02.02 Peter Logghe (Vlaams Belang): Kan de
minister de evolutie van de distributienettarieven
over een periode van bijvoorbeeld drie jaar
weergeven?
Heeft
de
minister
concrete
aanwijzingen dat de gemeenten dit alles bewust zo
georganiseerd hebben, goed wetende dat de
consument de dupe zou zijn? Gaat de minister hier
met zijn uitspraken niet een beetje kort door de
bocht?
Volgens
mij
was
ook
de
distributienetbeheerder zelf uit op een prijsstijging
en naast de intercommunales maakt ook Suez hier
deel van uit.
02.02 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Le ministre
peut-il retracer l'évolution des tarifs des réseaux de
distribution sur une période, par exemple, de trois
ans ? Le ministre dispose-t-il d'indices donnant à
penser que les communes ont sciemment organisé
ce système, tout en sachant que le consommateur
en serait la dupe ? Les propos du ministre ne sont-
ils pas quelque peu réducteurs ? À mon avis, les
gestionnaires de distribution, au rang desquels on
trouve non seulement les intercommunales, mais
également
Suez,
cherchaient
eux-mêmes
également à faire augmenter les prix.
02.03 Minister Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Een studie in opdracht van de
federale regering heeft inderdaad aangetoond dat
de inflatie deels te wijten is aan het optreden van de
intercommunales. Aangezien het hier om een
wettelijk monopolie gaat, kan de regering ingrijpen
indien nodig.
Naast de stijging van de energieprijzen, zorgt ook
een stijging van de distributienettarieven voor een
algemene prijsstijging tot ongeveer 30 procent.
Het rendement van een investering in de
intercommunales ligt tussen de 8 en de 10 procent.
Rekening houdend met hun maatschappelijke
functie, lijkt me dit wel erg hoog. De winsten van
deze intercommunales zouden deels ook de
consumenten ten goede moeten komen.
Door een arrest van het Hof van Beroep is onlangs
de controle door de CREG op deze tarieven
weggevallen. Dit heeft geleid tot een forse
prijsstijging. De belangen van de distributiebedrijven
dienen
in
evenwicht
te
zijn
met
hun
maatschappelijke doel, met name het efficiënt
aanbieden van betaalbare energie.
02.03 Vincent Van Quickenborne, ministre (en
néerlandais) : Une étude réalisée à la demande du
gouvernement fédéral a effectivement démontré
que l'inflation est due en partie à l'intervention des
intercommunales. Étant donné qu'il s'agit d'un
monopole légal, le gouvernement peut agir si
nécessaire.
Outre
la
hausse
des
prix
énergétiques,
l'augmentation des tarifs de distribution entraîne
aussi une hausse générale des prix jusqu'à 30%
environ.
Les intercommunales rapportent un rendement de 8
à 10%, ce qui me paraît très élevé compte tenu de
leur fonction au niveau de la société. Les bénéfices
des
intercommunales
devraient
profiter
partiellement aux consommateurs aussi.
Un arrêt de la Cour d'appel a récemment supprimé
le contrôle exercé par la CREG sur ces tarifs. Il s'en
est suivi une forte hausse des prix. Les intérêts des
entreprises de distribution doivent être en harmonie
avec leur objet social, qui est de fournir
efficacement de l'énergie à un prix abordable.
De verantwoordelijkheid voor de prijsstijgingen ligt Les entreprises du réseau de distribution ne sont
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
inderdaad niet enkel bij de distributienetbedrijven.
Ook andere maatregelen hebben tot extra kosten
geleid. Het kan echter niet altijd de consument zijn
die de rekening betaalt. Wij hopen dat een sterkere
CREG hiervoor in de toekomst een oplossing kan
bieden.
effectivement pas les seules responsables des
hausses de prix. D'autres mesures ont également
entraîné
des
coûts
supplémentaires.
Le
consommateur
ne
devrait
toutefois
pas
systématiquement payer l'addition. Nous espérons
qu'une CREG plus forte pourra, à l'avenir, offrir une
solution à cet égard.
02.04 Jan Jambon (CD&V - N-VA): De gemeenten
kennen financieringsproblemen en een verhoging
van de gemeentebelasting om dat op te lossen zou
ook de consument treffen. Ik zal het antwoord van
de minister terdege analyseren.
02.04 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Les
communes sont confrontées à des problèmes de
financement et procéder à une augmentation de la
taxe communale pour résoudre ces problèmes
toucherait
également
le
consommateur.
J'analyserai la réponse du ministre comme il sied.
02.05 Peter Logghe (Vlaams Belang): Dit
antwoord verdient inderdaad nadere analyse.
02.05 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Cette
réponse mérite effectivement une analyse plus
approfondie.
02.06 Minister Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Het gaat hier eigenlijk om een
verdoken gemeentebelasting. De gemeenten
dienen andere methodes te zoeken om hun
financiën in balans te krijgen. Ze zouden
bijvoorbeeld ook hun uitgaven kunnen verminderen.
Op termijn moeten we komen tot een systeem
waarbij de belangen van de gemeenten en die van
de intercommunale niet meer zo verweven zijn.
02.06 Vincent Van Quickenborne, ministre (en
néerlandais) : Il s'agit en fait ici d'une taxe
communale dissimulée. Les communes doivent
chercher d'autres méthodes pour équilibrer leurs
finances. Elles pourraient par exemple aussi réduire
leurs dépenses. À terme, nous devrons aboutir à un
système où les intérêts des communes et des
intercommunales soient moins liés.
02.07 Jan Jambon (CD&V - N-VA): De
afrekeningen voor deze periode met verhoogde
energieprijzen moeten nog gebeuren. Het is dus
nog helemaal niet zo zeker of de gemeenten
daadwerkelijk schuld treft.
02.07 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Les
décomptes pour cette période de prix énergétiques
élevés doivent encore être établis. Il n'est donc pas
encore du tout certain que les communes assument
une responsabilité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Liesbeth Van der Auwera
aan
de
minister
voor
Ondernemen
en
Vereenvoudigen
over
"de
administratieve
rompslomp bij landbouwtellingen" (nr. 6411)
03 Question de Mme Liesbeth Van der Auwera au
ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur
"les tracasseries administratives lors des
recensements agricoles" (n° 6411)</b>
03.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V - N-VA):
Jaarlijks worden de landbouwers bij de meitelling
ondervraagd over de oppervlakte van de
verschillende teelten, het aantal dieren en het aantal
tewerkgestelde personen. De gemeentebesturen
staan in voor het verzamelen van deze informatie.
De Vlaamse Landmaatschappij en de Vlaamse
overheid beschikken echter ook over gegevens
betreffende areaal en veestapel, nota bene veel
exacter dan die van de meitelling, via de jaarlijkse
verplichte aangifte, de eenmalige perceelregistratie.
Waarom is deze telling door de gemeentebesturen
dan nog nodig? Is de minister bereid om de
procedure te vereenvoudigen en zowel de
landbouwers als de gemeentebesturen te verlossen
van deze administratieve rompslomp?
03.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V - N-VA) :
Lors du recensement annuel de mai réalisé par les
administrations communales, les agriculteurs sont
interrogés sur la superficie de leurs cultures, le
nombre d'animaux qu'ils détiennent et le nombre de
personnes
qu'ils
emploient.
La
Vlaamse
Landmaatschappij et les autorités flamandes
disposent toutefois également d'informations
relatives à la superficie et au cheptel - d'ailleurs
beaucoup plus précises que celles du recensement
de mai - par le biais de la déclaration annuelle
obligatoire,
la
eenmalige
perceelregistratie.
Pourquoi le recensement doit-il dès lors
obligatoirement être réalisé par les administrations
communales ? Le ministre est-il prêt à simplifier la
procédure et à débarrasser les agriculteurs et les
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
administrations communales de ces tracasseries
administratives ?
03.02 Minister Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Administratieve vereenvoudiging is
en blijft mijn stokpaardje en de meitelling is mij dus
al langer een doorn in het oog. Reeds in 2001 werd
de vragenlijst betreffende de meitelling sterk
vereenvoudigd. In 2008 heb ik ook een op vier
landbouwbedrijven vrijgesteld van de meitelling,
omdat een staal van 75 procent volstond voor de
beoogde doeleinden. In 2008 heb ik mijn
administratie de opdracht gegeven om de meitelling
te reduceren tot die gegevens die nergens anders
vindbaar zijn, ook niet in de eenmalige
perceelregistratie. Dit moet echter gebeuren in
nauw overleg met de Gewesten, want statistieken
worden door vele instanties en op vele manieren
gebruikt.
03.02 Vincent Van Quickenborne, ministre (en
néerlandais) : La simplification administrative est et
demeure mon cheval de bataille et j'ai donc le
recensement du mois de mai dans mon collimateur
depuis longtemps. Le questionnaire envoyé aux
exploitations agricoles dans le cadre de ce
recensement a été simplifié énormément en 2001.
En 2008, j'ai autorisé une exploitation sur quatre à
ne pas compléter ce questionnaire parce qu'un
échantillon de 75 % suffisait pour atteindre les
objectifs visés. En 2008, j'ai chargé mon
administration de limiter le recensement de mai aux
informations qu'il est impossible de collecter
autrement, même par le biais de l'enregistrement
unique des parcelles. Toutefois, il importe de
procéder à cet égard en concertation étroite avec
les Régions car les statistiques sont généralement
exploitées par beaucoup d'autorités et de beaucoup
de manières.
03.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V - N-VA):
De situatie evolueert alleszins positief en ik hoop
dat we in die richting doorgaan. Heeft de minister
een idee welke gegevens niet terug te vinden zijn in
de eenmalige perceelregistratie?
03.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V - N-VA) :
La situation évolue positivement en j'espère que
nous pourrons continuer dans ce sens. Le ministre
a-t-il une idée des données ne figurant pas dans
l'enregistrement unique des parcelles ?
03.04 Minister Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Mijn administratie onderzoekt die
kwestie momenteel en zal trachten de ergerlijkste
administratieve rompslomp te schrappen.
03.04 Vincent Van Quickenborne, minister (en
néerlandais) : Mon administration est en train
d'étudier ce problème et s'efforcera de supprimer
les
tracasseries
administratives
les
plus
péniblement ressenties.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
over "het gebruik van voor de consument
ongunstige bedingen" (nr. 6518)
04 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
pour l'Entreprise et la Simplification sur
"l'utilisation
de
clauses défavorables au
04.01 Jean-Luc Crucke (MR): Uit een studie van
het Onderzoeks- en informatiecentrum van de
verbruikersorganisaties (OIVO) blijkt dat er twee
soorten fitnesscentra zijn: enerzijds de kleinere, die
uiteenlopende diensten en duidelijk afgelijnde
voorwaarden aanbieden en anderzijds de grote
centra
met
abonnements-
of
lidmaatschapsvoorwaarden
die
onvoldoende
beschikbaar zijn voor de beoefenaars.
Naar aanleiding van die vaststelling is het OIVO op
het idee gekomen de mogelijkheid te bieden het
abonnement op te zeggen na een bedenktijd van
zeven dagen. Beschikt u over specifieke informatie
in dat verband? Zijn er bijzondere controles
doorgevoerd in de sector? Wat is uw standpunt
04.01 Jean-Luc Crucke (MR): Il ressort d'une
étude du Centre de recherche et d'information des
organisations de consommateurs (CRIOC) que l'on
peut distinguer deux sortes de centres de fitness :
d'un côté, les petits qui dispensent des services
variés et présentent des conditions clairement
définies et, de l'autre, les grands centres, dont les
conditions d'abonnement ou d'adhésion semblent
insuffisamment disponibles aux pratiquants.
Suite à ce constat, le CRIOC a imaginé de donner
la possibilité de résilier son abonnement après un
délai de réflexion de sept jours. Disposez-vous
d'informations spécifiques sur le sujet ? Des
contrôles particuliers ont-ils été effectués dans ce
secteur ? Quel est votre point de vue à l'égard de ce
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
over de bedenktijd van zeven dagen? Bestaat er
een bijzondere procedure in geval van geschil?
délai de réflexion de sept jours ? En cas de litige,
existe-t-il une procédure particulière ?
Voorzitter: mevrouw Colette Burgeon.
Présidente:Mme Colette Burgeon.
04.02 Minister Vincent Van Quickenborne
(Frans) : In 2007 heeft de Algemene Directie
Controle en Bemiddeling 63 klachten ontvangen
over de commerciële praktijken in fitnesscentra en
sportclubs. Er werden zes processen-verbaal van
waarschuwing en vier pro justitia's, waarvan twee
aan het parket,werden overgezonden, opgemaakt.
De twee andere overtreders hebben een
administratieve minnelijke schikking betaald. Dit
jaar werden al 19 klachten ingediend en werden vier
processen-verbaal van waarschuwing opgemaakt.
De Algemene Directie Controle en Bemiddeling
heeft al een algemeen onderzoek voor de herfst
2008 gepland. Tijdens dat onderzoek zullen
dienstverleners in het algemeen en fitnessclubs in
het bijzonder aan een grondige controle
onderworpen worden. Het is noodzakelijk die
firma's te controleren maar de van kracht zijnde
wetgeving volstaat om oneerlijke praktijken in de
sector aan te pakken.
04.02 Vincent Van Quickenborne, ministre (en
français) : En 2007, la Direction générale Contrôle
et Médiation a reçu 63 plaintes au sujet des
pratiques commerciales des centres de fitness et
des clubs de sports. Six procès-verbaux
d'avertissement et quatre pro justitia, dont deux
transmis au parquet, ont été dressés. Les deux
autres contrevenants ont payé une transaction
administrative. Cette année, 19 plaintes ont déjà été
introduites
et
quatre
procès-verbaux
d'avertissement ont déjà été établis en 2008.
La Direction générale Contrôle et Médiation a déjà
prévu une enquête générale pour l'automne 2008
au cours de laquelle les prestataires de services en
général et les clubs de fitness en particulier seront
soumis à un contrôle approfondi. Il est nécessaire
de contrôler ces firmes mais la législation en
vigueur est suffisante pour appréhender les
pratiques déloyales relevées dans ce secteur.
04.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik zal hierop
terugkomen na het geplande algemene onderzoek.
De voorzitter: Vraag nr. 6546 van de heer Olivier
Maingain wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
04.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Je reviendrai sur le
sujet après l'enquête générale prévue.
La présidente: La question n
o
6546 de M. Olivier
Maingain est transformée en question écrite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de
minister van Klimaat en Energie over "de door
Electrabel in juli 2007 doorgevoerde prijsstijging
en de stand van zaken in het bij de Raad voor de
mededinging ingediende dossier" (nr. 5857)
05 Question de M. Maxime Prévot au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la hausse des prix par
Electrabel en juillet 2007 et l'état d'avancement
du dossier transmis au Conseil de la
concurrence" (n° 5857)</b>
05.01 Maxime Prévot (cdH): Uit een studie die uw
voorganger bij de CREG had besteld, blijkt dat de
redenen die Electrabel ter rechtvaardiging van de
prijsverhogingen aanhaalt, niet altijd relevant waren,
en Electrabel Customer Solution bij de volledige
openstelling van de markt in Brussel en Wallonië
zijn gasprijzen waarschijnlijk relatief laag heeft
gehouden om zijn concurrenten uit de markt te
spelen of een toegangsdrempel in te voeren.
Minister Laruelle heeft gesteld dat de besluiten van
de Raad voor de Mededinging in verband hiermee
weldra verwacht worden. Wanneer zullen we van
die besluiten kennis kunnen nemen? Is het normaal
dat een zo belangrijk dossier nog steeds niet
afgerond is? Zou de samenwerking tussen de
CREG en de Raad voor de Mededinging niet
versterkt moeten worden?
05.01 Maxime Prévot (cdH): Une étude de la
CREG commandée par votre prédécesseur indique
que les raisons invoquées par Electrabel pour
justifier les augmentations de prix n'étaient pas
toujours pertinentes et que, lors de la libéralisation
totale du marché à Bruxelles et en Wallonie,
Electrabel Customer Solutions a fixé ses prix pour
le gaz à un niveau relativement bas probablement
dans le but d'écarter ses concurrents du marché ou
de créer un seuil d'accès. Mme Laruelle a signalé
que les conclusions du Conseil de la concurrence
sur ce sujet étaient attendues incessamment.
Quand aurons-nous la chance de les connaître ?
Est-il normal qu'un dossier aussi important n'ait pas
encore abouti ? Ne devrait-on pas renforcer la
collaboration entre la CREG et le Conseil de la
concurrence ?
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
05.02 Minister Paul Magnette
(Frans): Het
auditoraat van de Raad voor de Mededinging dat de
zaak onderzoekt, zou eerlang zijn verslag moeten
indienen, opdat de Raad een beslissing zou kunnen
treffen, waarschijnlijk nog vóór de vakantie.
In het lopende onderzoek moet worden uitgemaakt
of
de
door
Electrabel
aangekondigde
prijsverhogingen een misbruik van machtspositie
vormen. Het is een bijzonder ingewikkelde zaak en
in dergelijke gevallen wordt een termijn van 18
maanden als kort beschouwd.
Het onlangs aangenomen wetsontwerp houdende
diverse bepalingen bevat een reeks maatregelen ter
versterking van de samenwerking tussen de CREG
en de Raad voor de Mededinging.
05.02 Paul Magnette, ministre (en français) :
L'auditorat du Conseil de la concurrence, qui
procède à l'instruction de l'affaire, devrait rendre
son rapport très prochainement, afin que le Conseil
puisse prendre une décision, vraisemblablement
avant les vacances.
L'enquête en cours doit déterminer si les hausses
de prix annoncées par Electrabel constituent un
abus de position dominante. L'affaire est très
complexe, et un délai de dix-huit mois est considéré
comme court dans ce genre de cas.
Le projet de loi portant dispositions diverses qui
vient d'être adopté comporte des dispositions visant
à renforcer la collaboration entre la CREG et le
Conseil de la concurrence.
05.03 Maxime Prévot (cdH): Ik neem er nota van
dat dit een normale termijn is. Ik hoop dat de Raad
voor de Mededinging alle nodige personele
middelen zal inzetten opdat er zo spoedig mogelijk
concrete resultaten zouden worden bereikt.
05.03 Maxime Prévot (cdH) : Je prends acte du
fait que le délai est normal. J'espère que tous les
moyens humains sont bien mis en oeuvre par le
Conseil de la concurrence, afin que des résultats
soient obtenus le plus tôt possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de
minister van Klimaat en Energie over "de stijging
van de distributienettarieven in 2008" (nr. 5858)
06 Question de M. Maxime Prévot au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la hausse des tarifs de
distribution en 2008" (n° 5858)</b>
06.01 Maxime Prévot (cdH): In de arresten van
het hof van beroep werd gewezen op een aantal
onduidelijkheden, dubbelzinnigheden of lacunes in
de tariefbesluiten. Als gevolg daarvan verloor de
CREG verscheidene bevoegdheden, wat leidde tot
een aanzienlijke stijging van de distributietarieven
voor gas en elektriciteit, die in sommige gevallen
oploopt tot 30 procent.
Zal u de CREG haar bevoegdheden teruggeven via
de meerjarentariefbesluiten die worden voorbereid
voor de distributie. Of blijft alles bij het oude?
06.01 Maxime Prévot (cdH) : Les arrêts de la
Cour d'appel, mettant en avant certaines
imprécisions, ambiguïtés ou omissions dans les
arrêtés tarifaires, ont retiré à la CREG plusieurs de
ses compétences, ce qui a entraîné de fortes
hausses des tarifs de distribution du gaz et de
l'électricité, pouvant aller jusqu'à 30 %.
Allez-vous restituer ses compétences à la CREG
par le biais des arrêtés tarifaires pluriannuels en
préparation pour la distribution ? Ou la situation
restera-t-elle inchangée ?
06.02 Minister Paul Magnette (Frans): De wet
houdende diverse bepalingen die onlangs werd
goedgekeurd verduidelijkt de tarifaire context. Zij zal
worden aangevuld met de koninklijke besluiten,
waarover al overleg plaats vond tussen de CREG
en de distributienetbeheerders (DNB's) en waarover
nog zal worden overlegd met de Gewesten. De
interpretatieproblemen zouden dus beperkt moeten
zijn.
Uit de studie betreffende de prijscomponenten die
de CREG op mijn vraag heeft uitgevoerd, blijkt dat
de elektriciteitsfactuur met 30 tot 50 procent is
gestegen en de gasfactuur met 50 tot 90 procent,
afhankelijk van het type klant. De enige component
06.02 Paul Magnette, ministre (en français) : La loi
portant des dispositions diverses récemment
adoptée clarifient le contexte tarifaire, que viendront
compléter les arrêtés royaux déjà concertés entre la
CREG et les gestionnaires de réseaux de
distribution (GRD) et qui le seront ensuite avec les
Régions. Les difficultés d'interprétation devraient
donc être réduites.
L'étude relative à la composante des prix que j'ai
demandée à la CREG sur ces cinq dernières
années montre que la facture d'électricité a
augmenté de 30 à 55 % et celle du gaz, de 50 à
90 % selon le type de clients. L'unique composante
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
die aan de basis ligt van die stijging is de stijging
van de prijs van de energieleverancier.
à l'origine de la hausse est le prix du fournisseur.
06.03 Maxime Prévot (cdH): Hoe kan men
bijgevolg de tariefstijging beteugelen, nu men er de
oorzaak van kent?
De wet houdende diverse bepalingen creëert
daarvoor een kader, wat ik een goede zaak vind.
Nadat men de CREG "ontkleed" heeft van haar
bevoegdheden, is het belangrijk dat u de dynamiek
omkeert en u haar essentiële rol in ons
energielandschap teruggeeft.
06.03 Maxime Prévot (cdH) : Comment peut-on
dès lors contenir la hausse, à présent qu'on en
connaît l'origine ?
Je me réjouis que la loi portant dispositions diverses
crée un cadre pour ce faire. Il était important
qu'après qu'on ait « déshabillé » la CREG, vous
inversiez la dynamique et vous lui rendiez son rôle
essentiel dans notre paysage énergétique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Maxime Prévot aan de minister van
Klimaat en Energie over "het tijdpad voor de
invoering van de meerjarentarieven" (nr. 5859)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Klimaat en Energie over "de meerjarentarieven
voor de gas- en elektriciteitsdistributie" (nr. 6564)
07 Questions jointes de
- M. Maxime Prévot au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le calendrier de mise en place des
tarifs pluriannuels" (n° 5859)<br>- Mme Colette Burgeon au ministre du Climat et
de l'Énergie sur "les tarifs pluriannuels de
distribution d'électricité et de gaz" (n° 6564)</b>
07.01 Maxime Prévot (cdH): U verwacht dat tegen
30 juni aanstaande. bij de CREG voorstellen zullen
worden ingediend voor meerjarentarieven van de
distritutienetbeheerders (DNB). Er is heel weinig
tijd, wanneer men bedenkt dat de door de CREG in
overleg met de DNB's opgestelde tekst moet
worden besproken binnen de regering, naar de
Raad van State moet, terug naar de regering en in
het Staatsblad moet verschijnen.
Heeft de CREG haar met de DNB's overlegd
voorstel van koninklijk besluit conform de wet
overgezonden? Wanneer stelt u het voorstel van
koninklijk besluit voor aan de regering? Is de datum
van 30 juni nog realistisch? Moet de termijn niet
verlengd worden tot 30 september? Moet de wet
niet gewijzigd worden ingeval de termijnen voor de
goedkeuring van het koninklijk besluit verlengd
worden? De meerjarentarieven zullen in 2009
immers niet meer van toepassing zijn en er zou een
juridisch vacuüm ontstaan.
07.01 Maxime Prévot (cdH) : Vous prévoyez le
dépôt auprès de la CREG, pour le 30 juin prochain
des propositions de tarifs pluriannuels des
gestionnaires de réseaux de distribution (GRD). Ce
délai est très court, étant donné que le texte, établi
par la CREG en concertation avec les GRD, doit
être débattu au sein du gouvernement, aller au
Conseil d'État, revenir au gouvernement et être
publié au Moniteur.
La CREG, conformément à la loi, a-t-elle transmis
sa proposition d'arrêté royal concertée avec les
GRD ? Quand présenterez-vous la proposition
d'arrêté royal au gouvernement ? La date du 30 juin
est-elle encore réaliste ? Ne devrait-on pas allonger
le délai jusqu'au 30 septembre ? En cas
d'allongement des délais d'adoption de l'arrêté
royal, ne devrait-on pas modifier la loi ? En effet, les
tarifs annuels ne sont plus applicables en 2009, et il
y aurait un vide juridique.
07.02 Colette Burgeon (PS): Bevestigt u de
informatie die in Le Soir van afgelopen weekend
verscheen, met betrekking tot een akkoord over
meerjarentarieven voor elektriciteits- en gastarieven
waarbij een vermindering zou vastgelegd worden
van 2,5% in 2009 en stabiele prijzen voor de jaren
erna? Hoeveel procent vertegenwoordigt de
distributie in de gas- en elektriciteitsfactuur? Hoe
zal ze evolueren voor een gemiddeld gezin?
07.02 Colette Burgeon (PS) : Confirmez-vous
l'information publiée par Le Soir du week-end,
relative à un accord sur les tarifs pluriannuels de
distribution d'électricité et de gaz établissant une
réduction de 2,5 % en 2009 et une stabilisation pour
les
années
suivantes ?
Quel
pourcentage
représente la distribution dans la facture de gaz et
d'électricité ? Comment évoluera-t-elle pour un
ménage moyen ?
Voorzitter: de heer Bart Laeremans.
Président: M.Bart Laeremans.
07.03 Minister Paul Magnette (Frans): De besluiten 07.03 Paul Magnette, ministre (en français) : Les
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
in verband met de meerjarentarieven zullen
komende vrijdag 27 juni aan de ministerraad
worden voorgelegd. Vervolgens zal het advies van
de Raad van State gevraagd worden. Aangezien
de ministerraad die teksten nog niet heeft
goedgekeurd, moet ik u de antwoorden op de
vragen met betrekking tot de korting en het
percentage van de distributie schuldig blijven.
Alles wordt in het werk gesteld opdat het tijdpad zou
gehaald worden, maar indien de uitvaardiging van
de koninklijke besluiten vertraging zou oplopen,
zouden de tariefvoorstellen uitzonderlijk op 30
september in plaats van op 30 juni aan de CREG
kunnen bezorgd worden. Indien de vertraging wat
onwaarschijnlijk is te groot zou worden, zouden
we kunnen voorstellen om de besluiten van 4 april
2001 en 15 april 2002 op 2009 van toepassing te
maken.
arrêtés relatifs aux tarifs pluriannuels seront soumis
au Conseil des ministres ce vendredi 27 juin, puis
un avis sera demandé au Conseil d'État. Le Conseil
des ministres n'ayant pas encore donné son accord
sur ces textes, je ne puis répondre aux questions
concernant la réduction et le pourcentage de la
distribution.
Tout est mis en oeuvre pour que les choses se
fassent dans les délais, mais en cas de retard dans
l'adoption des arrêtés royaux, les propositions
tarifaires
pourraient
exceptionnellement
être
remises à la CREG pour le 30 septembre au lieu du
30 juin. Si le retard - ce qui est improbable - était
trop important, il pourrait être proposé que les
arrêtés du 4 avril 2001 et du 15 avril 2002 restent
en vigueur pour 2009.
07.04 Maxime Prévot (cdH): De openheid
waarvan de minister blijk geeft, verheugt mij:
dankzij hem zal de termijn tot 30 september worden
verlengd Ik hoop dat dat zal volstaan. Het
belangrijkste is dat het dossier goed opschiet en dat
de meerjarentarieven in de beste omstandigheden
worden ingevoerd.
07.04 Maxime Prévot (cdH) : Je me réjouis de
l'ouverture dont fait preuve le ministre en rendant
possible que les délais soient allongés jusqu'au
30 septembre. J'espère que cela sera suffisant.
L'essentiel est que le dossier avance vite et bien et
que les tarifs pluriannuels soient mis en place dans
les meilleures conditions.
07.05 Colette Burgeon (PS): Ik neem nota van de
datum van de ministerraad van volgende vrijdag. Ik
zal dat dossier aandachtig blijven volgen.
07.05 Colette Burgeon (PS) : Je retiens la date du
Conseil des ministres de vendredi prochain. Je
resterai attentive à ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
evolutie
in
het
beleid
van
de
luchtvaartmaatschappijen naar aanleiding van de
stijging van de energieprijs" (nr. 6218)
08 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'évolution
des politiques des compagnies aériennes suite à
l'augmentation du coût de l'énergie" (n° 6218)</b>
08.01
Jean-Jacques
Flahaux
(MR):
De
luchtvaartmaatschappijen hebben hun ambities
voor 2008 teruggeschroefd, en gaan uit van een
verlies van 2,3 miljard dollar voor de hele sector.
Maar indien de prijs van een vat ruwe olie op 135
dollar gehandhaafd blijft, zullen de verliezen in
totaal oplopen tot 6,1 miljard dollar!
De
heer
Bisignani,
directeur
van
IATA
(internationale vereniging voor luchtvervoer) heeft
er bij de vakbonden, de vliegtuigconstructeurs en
ook de regeringen voor gepleit om de
maatschappijen in deze moeilijke tijd te steunen. Zij
heeft hen gevraagd rekening te houden met de
impact van de oliespeculatie en ervoor te zorgen
dat de energiekosten de reële waarde ervan
weerspiegelen.
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Les
compagnies aériennes ont réduit leurs ambitions
pour 2008, tablant sur une perte de 2,3 milliards $
pour l'ensemble du secteur. Mais, si le prix du baril
se maintient à 135 $, les pertes seront de l'ordre de
6,1 milliards $ !
M. Bisignani, directeur de l'IATA (Association
internationale du transport aérien) a interpellé les
syndicats,
les constructeurs et aussi les
gouvernements
pour qu'ils soutiennent les
compagnies face à la crise. Il leur a demandé de
prendre en compte l'impact de la spéculation
pétrolière et de s'assurer que le coût de l'énergie
reflète sa valeur réelle.
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Welke maatregelen zal u treffen om de Belgische
luchtvaartmaatschappijen in staat te stellen hun
vloot te moderniseren en om in te werken op de
energiekosten?
Comment comptez-vous intervenir pour permettre
aux compagnies aériennes belges de moderniser
leur flotte et pour agir sur le coût de l'énergie ?
08.02 Minister Paul Magnette (Frans): De
kerosineprijs vloeit voort uit de prijs van een vat
ruwe olie, die historische toppen scheert. Volgens
de noteringen van Platts in Rotterdam wordt de prijs
per ton, zonder taks, van de jet fuel op 1320 dollar
geraamd.
Krachtens de Belgische regelgeving wordt de
accijns op kerosine die in de luchtvaart wordt
gebruikt op nul vastgesteld. Bovendien is die
kerosine niet aan btw onderworpen. België beschikt
dus niet over fiscale actiemiddelen.
De maatregelen moeten op Europees niveau of op
wereldschaal worden genomen.
08.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Le
prix du kérosène découle du prix du baril de brut qui
atteint des sommets historiques. Les cotations du
Platts à Rotterdam évaluent à 1320 $ par tonne le
prix hors taxes du jet fuel.
La réglementation belge fixe à 0 l'accise du
kérosène mis en consommation pour l'aviation qui,
de plus, n'est pas soumis à la TVA. La Belgique n'a
donc pas de moyen fiscal d'action.
Les mesures doivent être prises au niveau
européen ou mondial.
08.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik had graag
het standpunt van België gekend, hetgeen u in de
Europese Unie zal verdedigen.
08.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : J'aimerais
connaître la position de la Belgique, celle que vous
allez défendre au sein de l'Union européenne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Dirk Vijnck aan de minister
van Klimaat en Energie over "de energieprijzen
en de koopkracht" (nr. 6244)
09 Question de M. Dirk Vijnck au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les prix de l'énergie et
le pouvoir d'achat" (n° 6244)</b>
09.01 Dirk Vijnck (LDD): De prijzen van olie,
aardgas en steenkool zullen de volgende jaren
alleen maar stijgen. Fossiele elektriciteit uit aardgas
en steenkool heeft een marktaandeel van 40
procent. Samen zijn de gas- en steenkoolcentrales
goed voor 7.000 megawatt. Het nucleaire park heeft
een vermogen van 6.000 MW en geeft geen CO
2
-
uitstoot, maar de regering wil de kerncentrales
gefaseerd sluiten vanaf 2015.
In welke mate zal de 6.000 MW van de
kerncentrales worden vervangen door gas- en
steenkoolcentrales? Zullen de meerkosten worden
doorgerekend aan de consument? Wat zal de
impact zijn op de CO
2
-emissie?
In welke timing voorziet de minister voor de
noodzakelijke vervangingsinvesteringen? Wat zijn
daarvan de financiële gevolgen voor de bevolking?
Is al berekend hoe groot de prijsstijging zal zijn?
Als men plant om meer nucleaire energie aan te
kopen bij het Suez Frankrijk, in welke mate zal het
Belgische netwerk dan worden aangepast om de
grotere elektriciteitsimport mogelijk te maken?
09.01 Dirk Vijnck (LDD) : Les prix du pétrole, du
gaz naturel et du charbon ne feront qu'augmenter
dans les prochaines années. L'électricité fossile
tirée du gaz naturel et du charbon représente une
part de marché de 40 %, les centrales au gaz et au
charbon représentant ensemble 7.000 mégawatts.
Le parc nucléaire a une capacité de 6.000 MW et
ne produit pas d'émissions de CO2 mais le
gouvernement a décidé la fermeture phasée des
centrales nucléaires à partir de 2015.
Dans quelle mesure les 6.000 MW de ces centrales
nucléaires seront-ils remplacés par l'énergie
produite par les centrales au gaz et au charbon ? Le
surcoût sera-t-il répercuté sur les consommateurs ?
Quelle sera l'incidence de cette mutation sur les
émissions de CO2 ?
Quel calendrier le ministre prévoit-il pour réaliser les
investissements nécessaires à ce remplacement ?
Quelles en seront les répercussions financières
pour la population ? L'ampleur de l'augmentation de
prix a-t-elle déjà été calculée ?
Si l'on envisage d'acheter de plus grosses quantités
d'énergie nucléaire à Suez France, dans quelle
mesure adaptera-t-on le réseau belge pour
permettre cette augmentation des importations
d'électricité ?
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
09.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
vooruitzichten inzake vraag en aanbod op de
elektriciteitsmarkt in ons land worden momenteel
onderzocht door een prospectieve studie. De
resultaten kunnen pas worden verspreid na afloop
van de openbare aanbesteding in het kader van de
milieuevaluatie. De studie bevat verschillende
scenario's met of zonder het behoud van de
kerncentrales waarbij ook de evolutie van de CO
2
-
uitstoot wordt onderzocht.
Ik ben bezorgd over de steeds langer wordende
termijnen voor de opbouw van elektrische
productie-eenheden. De grote vraag, onder andere
door de groeiende energiebehoeften in China en
India, is daarvan een oorzaak, maar ook de duurtijd
voor het verkrijgen van vergunningen door de
overheden is aanzienlijk.
Mijn administratie heeft nog geen studie uitgevoerd
naar de globale impact van een progressieve
uitstap uit de kernenergie. Sommige aspecten
werden wel geanalyseerd in de studie van de
Commissie Energie 2030 en in de komende
prospectieve studie Elektriciteit. Het regeerakkoord
voorziet in de samenstelling van een groep
deskundigen die tegen eind 2009 een verslag zal
indienen over het ideale evenwicht.
Er is geen intentie om massaal elektriciteit aan te
kopen bij Suez Frankrijk. In de vrijgemaakte markt
wordt de invoer bepaald door de prijsverschillen.
Om het hoofd te kunnen bieden aan de
toenemende uitwisseling door de buurlanden via het
Belgische
energienetwerk
en
om
de
interconnectiviteit met Frankrijk te verhogen,
hebben
de
distributienetbeheerders
onlangs
investeringen uitgevoerd.
09.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Les perspectives en matière d'offre et de demande
sur le marché de l'électricité dans notre pays font
actuellement l'objet d'une étude prospective. Les
résultats ne pourront être communiqués qu'après la
clôture de l'adjudication publique dans le cadre de
l'évaluation environnementale. L'étude comprend
divers scénarios avec ou sans le maintien des
centrales nucléaires qui analysent également
l'évolution des émissions de CO
2
.
Les délais de plus en plus longs pour la mise en
place des unités de production électriques
m'inquiètent. L'origine de ce problème se trouve
dans l'importante demande, résultant notamment
des besoins énergétiques croissants en Chine et en
Inde, mais le délai pour l'obtention de licences
délivrées par les pouvoirs publics est également
considérable.
Mon administration n'a encore mené aucune étude
sur l'incidence globale d'une sortie progressive du
nucléaire. Certains aspects ont en revanche été
analysés dans l'étude de la Commission Énergie
2030 et le seront dans la prochaine étude
prospective
sur
l'électricité.
L'accord
de
gouvernement prévoit la composition d'un groupe
d'experts qui présentera un rapport sur l'équilibre
idéal pour fin 2009.
Nous n'avons pas l'intention d'acheter d'importantes
quantités d'électricité auprès de Suez France. Dans
le marché libéralisé, l'importation est définie par les
écarts de prix. Pour pouvoir faire face à l'échange
croissant avec les pays voisins par le biais du
réseau énergétique belge et pour augmenter
l'interconnectivité avec la France, les gestionnaires
des réseaux de distribution ont récemment effectué
des investissements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de
minister
van
Klimaat
en
Energie
over
"energiebesparing
in
overheidsgebouwen"
(nr. 6280)
10 Question de Mme Rita De Bont au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'économie d'énergie
dans les bâtiments publics" (n° 6280)</b>
10.01 Rita De Bont (Vlaams Belang): De
beleidsnota van de minister en het federaal plan
Duurzame Ontwikkeling 2009-2012 vragen ook van
de overheid inspanningen inzake energiebesparing
en duurzame ontwikkeling. De Vlaamse overheid
biedt met haar handleiding Waardering van
kantoorgebouwen criteria en methoden aan om de
duurzaamheid van kantoorgebouwen te beoordelen.
10.01 Rita De Bont (Vlaams Belang) : La note
politique du ministre et le plan fédéral de
développement
durable
2009-2012
exigent
également des efforts de la part des autorités en
matière d'économie d'énergie et de développement
durable. Dans leur manuel Waardering van
kantoorgebouwen,
les
autorités
flamandes
proposent des critères
et des méthodes
d'évaluation de la durabilité des immeubles de
bureaux.
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Kent de minister de Vlaamse handleiding? Bestaat
er een soortgelijke handleiding op federaal niveau?
Kan de Vlaamse handleiding misschien een
inspiratiebron vormen? Wordt de energieprestatie
van de gebouwen van de federale overheid
gemeten?
Welke
concrete
en
meetbare
doelstellingen worden nagestreefd?
Le ministre connaît-il le manuel flamand ? Existe-t-il
un manuel de ce type à l'échelon fédéral ? Le
manuel flamand peut-il être une source d'inspiration
éventuelle ? La performance énergétique des
bâtiments des autorités fédérales sera-t-elle
mesurée ? Quels sont les objectifs concrets et
mesurables ?
10.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): Al
enkele jaren worden er inspanningen gedaan op het
vlak van milieubeheer in de gebouwen van de
federale overheid. Zo installeerde de Regie der
Gebouwen de software Environment Information
System om het water- en energieverbruik en de
afvalproductie te meten.
In 2005 startte de regering een programma voor
milieubeheer en -audit in de gebouwen. Elke
overheidsdienst moet zijn milieubeheersysteem
voorleggen aan een externe auditeur om het
Europese EMAS-label (ecomanagement and audit
scheme) te verkrijgen. De POD Duurzame
Ontwikkeling begeleidt de overheidsdiensten bij dit
proces. De Kanselarij van de premier, het Federaal
Planbureau, de POD Wetenschapsbeleid, de
Belgische Technische Coöperatie, de POD
Duurzame Ontwikkeling en de FOD Mobiliteit en
Vervoer hebben het EMAS-label reeds gekregen.
Bij de andere diensten loopt de procedure of wordt
ze binnenkort gestart. Het is op dit moment nog te
vroeg om de resultaten te evalueren.
Daarnaast werd de naamloze vennootschap
Fedesco opgericht om via het systeem van de
derde betaler investeringen te doen ter verbetering
van
de
energetische
performantie
in
de
overheidsgebouwen. De Regie der Gebouwen zou
in de huurcontracten criteria kunnen opnemen in
verband met de energetische performantie. Tijdens
de Lente van het Leefmilieu werden in dit kader
enkele veelbelovende maatregelen besproken. Bij
de stakeholders was er een consensus over deze
maatregelen, waarna de tweede fase van het
politieke overleg is begonnen. Het programma van
de Vlaamse overheid zal zeker als inspiratie worden
gebruikt.
10.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Depuis plusieurs années déjà, des efforts sont
consentis en matière de gestion de l'environnement
dans les bâtiments appartenant aux autorités
fédérales. Ainsi, la Régie des Bâtiments a installé le
logiciel Environment Information System pour
pouvoir mesurer la consommation d'eau et
d'énergie ainsi que la production de déchets.
En 2005, le gouvernement a lancé un programme
de gestion et d'audit environnementaux dans les
bâtiments. Chaque service public doit soumettre
son système de gestion de l'environnement à un
auditeur externe en vue de l'obtention du label
européen EMAS (ecomanagement and audit
scheme).
Le SPP Développement durable
accompagne les services publics dans ce
processus. La Chancellerie du premier ministre, le
Bureau fédéral du Plan, le SPP Politique
scientifique, la Coopéation technique belge, le SPP
Développement durable et le SPF Mobilité et
Transport se sont déjà vu attribuer ce label. Pour
d'autres services, la procédure est en cours ou sera
lancée prochainement. Une évaluation des résultats
serait prématurée.
Parallèlement, la société anonyme Fedesco a été
mise sur pied dans le but de réaliser, par le système
du tiers payer, des investissements en vue de
l'amélioration des performances énergétiques dans
les bâtiments publics. La Régie des Bâtiments
pourrait intégrer dans les contrats de location des
critères relatifs à la performance énergétique. Lors
du Printemps de l'Environnement, de nombreuses
mesures prometteuses dans ce domaine ont été
examinées. Ces mesures recueillant l'adhésion
unanime des interventants, une deuxième phase
celle de la concertation politique a démarré. A cet
égard, le programme des autorités flamandes
constituera certainement une source d'inspiration.
10.03 Rita De Bont (Vlaams Belang): Het
verwondert mij eigenlijk dat de interesse voor
energiebesparing vrij recent is. Dit was een vrij
theoretisch antwoord. Aan de hand van concrete
metingen
moeten
we
concrete
doelen
vooropstellen.
10.03 Rita De Bont (Vlaams Belang) : Pour être
tout à fait franche, je m'étonne que l'engouement
pour les économies d'énergie soit si récent. Et j'ai
trouvé la réponse du ministre fort théorique. Je
pense personnellement que nous nous devrions
nous fixer des objectifs concrets sur la base de
mesures concrètes.
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Voorzitter: de heer Peter Logghe.
Président: M. Peter Logghe.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie-Martine Schyns aan de minister
van Klimaat en Energie over "voertuigen op
waterstof" (nr. 6284)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Klimaat en Energie over "voertuigen op
waterstof" (nr. 6578)
11 Questions jointes de
- Mme Marie-Martine Schyns au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les véhicules à
hydrogène" (n° 6284)<br>- M. Bart Laeremans au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les véhicules à hydrogène"
(n° 6578)</b>
11.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): In de
toekomst zouden er heel wat perspectieven bestaan
wat betreft het gebruik van waterstof als brandstof
voor onder andere wegtransport. Zo'n omschakeling
zou belangrijk kunnen zijn in de strijd tegen de CO
2
-
uitstoot. Bovendien lijkt het mij ook wenselijk om
onze afhankelijkheid van de olieproducerende
landen terug te schroeven. Met de steun van de
Vlaamse regering zouden Vlaamse en Nederlandse
bedrijven op dit vlak intensief gaan samenwerken.
Stimuleert ook het federale niveau het onderzoek
naar de toepassingen van waterstof? Welke
budgetten worden hiervoor vrijgemaakt? Wat zijn de
concrete doelstellingen? Wordt er samengewerkt
met de Gewesten? Worden autoconstructeurs
gestimuleerd om dit soort voertuigen te maken?
Worden er fiscale maatregelen overwogen om de
overschakeling te stimuleren? Werd dit reeds
besproken op Europees niveau? Zijn er Europese
doelstellingen ter zake?
11.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) :
L'utilisation de l'hydrogène comme carburant offre
de nombreuses perspectives d'avenir, notamment
pour le transport routier, et permettrait de lutter
dans une large mesure contre les émissions de
CO
2
. Par ailleurs, il me paraît également opportun
de réduire notre dépendance face aux pays
producteurs
de
pétrole.
Avec
l'aide
du
gouvernement flamand, des entreprises flamandes
et néerlandaises prépareraient une collaboration
intensive en la matière.
Le fédéral stimule-t-il également la recherche au
niveau des applications de l'hydrogène ? Quels
budgets y affecte-t-on ? Quels objectifs concrets
sont poursuivis ? Y a-t-il des collaborations avec les
Régions ? Les constructeurs automobiles sont-ils
encouragés à produire ce type de véhicules ?
Envisage-t-on des incitants fiscaux pour favoriser le
passage à ces technologies ? Ce thème a-t-il déjà
fait l'objet de discussions au niveau européen ?
L'Europe a-t-elle fixé des objectifs en la matière ?
11.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): Onze
prioriteit blijft het verminderen van de vraag naar
niet-duurzame mobiliteit. Op Europees niveau
worden
ondertussen
technologische
milieumaatregelen genomen om de negatieve
effecten van verkeer te verminderen. De lidstaten
zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze
maatregelen. De regering geeft op dit moment
korting op de factuur van voertuigen met lage
uitstoot. Dat is ook een stimulans voor de
ontwikkeling
van
nieuwe
milieuvriendelijke
technologieën.
De uitstoot bij het gebruik van waterstof is
veelbelovend. De opslag en het vervoer van
waterstof vergen echter nog steeds veel energie,
wat ook weer tot extra uitstoot leidt. Ook de
technieken voor de productie van waterstof dienen
nog verbeterd te worden.
11.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
La réduction de la demande de mobilité non durable
reste notre priorité. Entre-temps, des mesures
environnementales techniques sont prises au
niveau européen pour réduire les effets négatifs du
trafic. Les États membres sont responsables de
l'exécution de ces mesures. La réduction
actuellement accordée par le gouvernement sur la
facture de véhicules à faible émission constitue
aussi un incitant au développement de nouvelles
technologies respectueuses de l'environnement.
Les émissions occasionnées par la consommation
d'hydrogène offrent une perspective prometteuse.
Cependant, le stockage et le transport d'hydrogène
exigent toujours beaucoup d'énergie, ce qui
entraîne aussi des émissions supplémentaires. De
même, les techniques de production de l'hydrogène
doivent encore être améliorées.
De verleende steun moet gebaseerd zijn op de
milieudoelstellingen, het energieverbruik en de
L'aide accordée doit être basée sur les objectifs
environnementaux, la consommation énergétique et
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
uitstoot. Daarbij nemen we dus niet alleen het
voertuig in aanmerking, maar ook de productie en
het transport van de brandstoffen.
les émissions. À cet égard, nous tenons compte du
véhicule mais également de la production et du
transport des carburants.
11.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De
productie van waterstof zorgt op dit moment
inderdaad nog voor problemen. In de toekomst zou
waterstof echter wel een duurzaam alternatief voor
benzine en diesel kunnen worden.
Sowieso zorgt waterstof voor een verminderde
uitstoot, maar ook de aanmaak van waterstof zal in
de
toekomst
interessant
worden
via
de
kerncentrales van de vierde generatie. Daarom
moet het onderzoek naar deze nieuwe centrales
gestimuleerd worden. Ik krijg echter het gevoel dat
de minister dit project eerder blokkeert.
De minister zit duidelijk vast in het keurslijf van de
traditionele energie uit fossiele brandstoffen.
Vlaanderen en Nederland staan op dit vlak al veel
verder. Ik zou dan ook aan de minister willen vragen
om zich te verdiepen in deze materie en om ervoor
te zorgen dat bijkomend onderzoek mogelijk wordt.
Ik stel bovendien vast dat er op Europees niveau
allerlei normen worden opgesteld, maar dat men
inzake verkeer blijkbaar niet naar de toekomst durft
te kijken. De minister zou op dit vlak een belangrijke
rol kunnen spelen.
11.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : La
production d'hydrogène pose effectivement toujours
problème à l'heure actuelle. À l'avenir, l'hydrogène
pourrait toutefois devenir une solution de rechange
durable à l'essence et au gasoil.
L'hydrogène permet en tout cas de réduire les
émissions et sa production deviendra intéressante
par le biais des centrales nucléaires de la quatrième
génération. C'est pourquoi les études relatives à
ces nouvelles centrales doivent être stimulées. J'ai
toutefois le sentiment que le ministre bloque plutôt
ce projet.
Le ministre est clairement enfermé dans le carcan
des énergies traditionnelles produites à partir des
carburants fossiles. La Flandre et les Pays-Bas sont
déjà nettement plus avancés dans ce domaine. Je
souhaiterais dès lors demander au ministre
d'approfondir cette matière et de veiller à ce que
des études supplémentaires puissent être réalisées.
Je constate en outre que diverses normes sont
établies au niveau européen mais qu'en matière de
trafic, on n'ose pas affronter l'avenir. Le ministre
pourrait jouer un rôle important dans ce domaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12
Vraag
van
mevrouw
Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van
Klimaat en Energie over "de conclusies van het
jongste RAPEX-jaarverslag en de gevolgen ervan
voor België" (nr. 6301)
12 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
au ministre du Climat et de l'Énergie sur "les
conclusions du dernier rapport annuel RAPEX et
ses implications pour la Belgique" (n° 6301)</b>
Voorzitter: de heer Bart Laeremans
Président : M. Bart Laeremans
12.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Uit het jaarverslag 2007 van het snelle
waarschuwingssysteem RAPEX (Rapid Exchange
of Information) blijkt dat het aantal gevaarlijke
producten dat in de EU uit de handel is genomen
stijgt en dat het hoofdzakelijk gaat om speelgoed.
Hoeveel kennisgevingen heeft België in 2007
gestuurd? Voor welke categorieën producten? Gaat
dat aantal in stijgende lijn, overeenkomstig het
Europese gemiddelde?
12.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Il ressort du rapport annuel 2007 du
système d'alerte rapide RAPEX que les retraits de
produits dangereux dans l'Union européenne sont
en augmentation et que la catégorie la plus
concernée est celle des jouets.
Combien la Belgique a-t-elle envoyé de notifications
en 2007 ? Pour quelles catégories de produits ? Ce
nombre est-il, à l'image de la moyenne européenne,
en augmentation ?
12.02 Minister Paul Magnette (Frans): In 2007
heeft België vijftien RAPEX-meldingen gedaan,
tegen tien in 2005 en acht in 2006. Zeven betroffen
12.02 Paul Magnette, ministre (en français) : En
2007, la Belgique a envoyé quinze notifications via
le système RAPEX, contre dix en 2005 et huit en
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
kinderfietsen, drie cosmetica en twee speelgoed.
Dat lage aantal is te danken aan het feit dat maar
een beperkt aantal fabrikanten in België gevestigd
is én aan onze risico-evaluatiemethode, waarvan de
betrouwbaarheid niet ter discussie staat, aangezien
de Europese Commissie ze als voorbeeld neemt
voor de ontwikkeling van een nieuwe methode.
2006. Sept concernaient des vélos pour enfant, trois
des cosmétiques et deux des jouets.
Ce faible nombre est lié au fait que peu de
fabricants ont leur siège en Belgique ainsi qu'à
notre méthode d'évaluation du risque, dont la
fiabilité n'est pas en cause puisque la Commission
européenne s'en inspire pour le développement
d'une nouvelle méthode.
12.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Dat betekent óf dat onze producten
buitengewoon veilig zijn, óf dat we niet over
voldoende middelen beschikken om ze te
controleren. We moeten kiezen voor de meest
veilige methodes. Ik zal in dat verband waakzaam
blijven.
12.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : De deux choses l'une : ou les produits
sont prodigieusement sûrs ou nous manquons de
moyens pour les contrôler. Nous devons adopter les
méthodes garantissant la plus grande sécurité. Je
demeurerai vigilante à cet égard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten
aan de minister van Klimaat en Energie over "de
sanering van BP1 en BP2" (nr. 6304)
13 Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur
"l'assainissement de BP1 et BP2" (n° 6304)</b>
13.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Vroeger werd BP1 betaald door de Belgische staat
en BP2 door Electrabel, gegarandeerd door
conventies tot 2000. Voormalig staatssecretaris
Deleuze heeft een regeling uitgewerkt op basis van
een vijfjaarlijks financieringsplan via een heffing per
kilowattuur, een bedrag van ongeveer 55 miljoen
euro per jaar.
Hoeveel heeft de sanering van BP1 en BP2 tot nu
gekost? Hoeveel van die kosten werden gedragen
door de overheid en hoeveel door andere partners?
Wat zijn de meest recente schattingen voor de nog
uit te voeren sanering? Welke sites moeten nog
verder worden gesaneerd? Is de sanering van BP1
afgerond met de afbraak van het gebouw? Wat is
de vordering op de site BP2? Zijn er nog nieuwe of
te verwachten passiva in verband met de Molse
Nete of met de niet-conforme vaten Eurobitum?
13.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-
Groen!) : Dans le passé, BP1 était payé par l'État
belge et BP2 par Electrabel, avec des garanties
contractuelles jusqu'en 2000. L'ancien secrétaire
d'État, M. Deleuze, avait mis au point un système
reposant sur un plan de financement quinquennal
par le biais d'une taxe au kilowattheure, un montant
d'environ 55 millions d'euros par an.
Combien a coûté jusqu'ici l'assainissement des
sites BP1 et BP2 ? Quelle part était supportée
respectivement par l'État et par d'autres
partenaires ? Quelles sont les estimations les plus
récentes pour l'assainissement qui reste à réaliser ?
Quels sites doivent encore être assainis ?
L'assainissement de BP1 s'achève-t-il avec la
démolition
du
bâtiment ?
Quel
est
l'état
d'avancement des travaux sur le site BP2 ? Y aura-
t-il de nouveaux passifs ou d'autres passifs sont-ils
à craindre pour « De Molse Nete » ou pour les fûts
non conformes d'Eurobitum ?
13.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): Van
1989 tot 2007 heeft de sanering van het nucleair
passief BP1 in totaal 310 miljoen euro gekost. In
dezelfde periode heeft de sanering van het nucleair
passief BP2 in totaal 214 miljoen euro gekost. Voor
het passief BP1 werd 153 miljoen euro gedragen
door de Belgische Staat en voor het passief BP2
144 miljoen euro door de elektriciteitsproducenten.
Tevens
werd
gebruik
gemaakt
van
interestopbrengsten van de bedragen destijds ter
beschikking gesteld door Eurochemic en van
inkomsten uit de tarificatie van standaardafval.
Vanaf 2003 wordt de financiering verzekerd via een
13.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
De 1989 à 2007, l'assainissement du passif
nucléaire BP1 a coûté 310 millions d'euros au total.
Au cours de la même période, l'assainissement du
passif nucléaire BP2 a coûté au total 214 millions
d'euros. Pour le passif BP1, 153 millions d'euros ont
été supportés par l'État belge et pour le passif BP2,
144 millions d'euros ont été pris en charge par les
producteurs d'électricité. On a également utilisé les
produits d'intérêts des sommes mises à disposition
par Eurochemic à l'époque et de revenus provenant
de la tarification de déchets standard. À dater de
2003, le financement a été assuré grâce à une
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
deel van de federale bijdrage die wordt geheven op
de verbruikte kilowattuur Van 2003 tot 2007 werd
258 miljoen euro betaald aan NIRAS.
De nog uit te voeren saneringsactiviteiten
vertegenwoordigen naar schatting een bedrag van
884 miljoen euro inzake ontmanteling. Voor de
beheerskosten betreffende het beheer van het
radioactieve afval is een herziening van de raming
nog aan de gang.
NIRAS stelt vijfjaarlijkse rapporten op betreffende
de inventaris van alle nucleaire installaties en alle
terreinen die radioactieve stoffen bevatten. Het
tweede rapport, betreffende de periode 2003-2007,
werd mij in februari 2008 overhandigd. De totale
nucleaire kostprijs van de sites in het rapport
bedraagt 7.930 miljoen euro, waarvan 97 procent
gedekt is door provisies. Het totale potentiële
nucleaire passief voor België bedraagt momenteel
233 miljoen euro of 3 procent van de totale
nucleaire kostprijs. Dit potentiële passief heeft
vooral betrekking op de universitaire cyclotrons.
De saneringsoperaties inzake de nucleaire passiva
BP1 en BP2 zijn volop bezig en zullen nog minstens
tot 2020 worden voorgezet. Er worden geen nieuwe
nucleaire passiva verwacht, omdat de kosten die
gepaard gaan met de niet-conforme vaten van
Eurobitum en andere gedekt worden door
Electrabel en het passief BP.
Verder verwijs ik naar het KB van 20 juli 2001
betreffende de bescherming van de bevolking tegen
ioniserende stralingen, waardoor het FANC
beslissingsbevoegdheid heeft inzake dossiers zoals
het slib van de Molse Nete. Voor meer details
verwijs ik naar de minister van Binnenlandse Zaken.
partie de la taxe fédérale sur les kilowattheures
consommés. De 2003 à 2007, 258 millions d'euros
ont été versés à l'ONDRAF.
Les activités d'assainissement qu'il reste à réaliser
sont estimées à 884 millions d'euros en matière de
démantèlement. Pour les frais de gestion des
déchets radioactifs, une révision de l'estimation est
encore en cours.
L'ONDRAF rédige des rapports quinquennaux
relatifs à l'inventaire de toutes les installations
nucléaires et de tous les terrains qui contiennent
des matières radioactives. Le deuxième rapport, qui
porte sur la période 2003-2007, m'a été transmis en
février 2008. Le coût nucléaire total des sites dans
le rapport s'élève à 7.930 millions d'euros, dont
97 % sont couverts par des provisions. L'ensemble
du passif nucléaire potentiel de la Belgique
représente actuellement 233 millions d'euros, soit
3 % du coût nucléaire total. Ce passif potentiel porte
surtout sur les cyclotrons universitaires.
Les opérations d'assainissement relatives aux
passifs nucléaires BP1 et BP2 sont en cours et se
poursuivront au moins jusqu'en 2020. Aucun
nouveau passif nucléaire n'est attendu car les coûts
liés aux fûts d'Eurobitum non conformes et autres
sont couverts par Electrabel et le passif BP.
Je vous renvoie pour le reste à l'arrêté royal du 20
juillet 2001 relatif à la protection de la population
contre le danger des rayonnements ionisants, en
vertu duquel l'AFCN dispose du pouvoir de décision
dans des dossiers comme celui relatif à la vase de
la Nete à Mol. Je vous renvoie au ministre de
l'Intérieur pour plus d'informations.
13.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): In
absolute cijfers zijn de bedragen om van te
duizelen, ook al gaat het slechts om een klein
aantal aspecten waarvoor nooit provisies werden
aangelegd. Ook is het beter voorzichtig te zijn met
de uitspraak dat er geen nieuwe, nucleaire passiva
te verwachten zijn, zeker omdat het onderzoek
betreffende de niet-conforme vaten nog aan de
gang is. Kernenergie is dus helemaal niet
goedkoop.
13.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : En
chiffres absolus, les montants concernés sont
faramineux quoiqu'il ne s'agisse que d'un petit
nombre d'aspects pour lesquels des provisions
n'ont jamais été constituées. De plus, mieux vaut
faire preuve de prudence à l'égard des déclarations
selon lesquelles aucun nouveau passif nucléaire
n'est à prévoir, à plus forte raison parce que
l'enquête ayant trait aux fûts non conformes est
encore en cours. L'énergie nucléaire est donc tout
sauf bon marché.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten
aan de minister van Klimaat en Energie over "de
aanvullende studie besteld bij het Planbureau
betreffende het potentieel aan hernieuwbare
14 Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'étude
complémentaire commandée auprès du Bureau
du Plan relative au potentiel d'énergies
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
energie in België" (nr. 6305)
14.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Een tijdje geleden heeft de minister samen met de
drie Gewesten een studie besteld over het
potentieel hernieuwbare energie in België.
Wat is de stand van zaken betreffende deze studie?
Wat zijn de al dan niet voorlopige resultaten? Kan
de minister deze studie ter beschikking stellen van
het Parlement?
14.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : Il y
a quelque temps, le ministre a commandé, en
concertation avec les trois Régions, une étude
portant sur le potentiel d'énergies renouvelables en
Belgique.
Où en est cette étude ? Quels en sont les résultats,
provisoires ou non ? Le ministre pourrait-il mettre
cette étude à la disposition du Parlement ?
14.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
studie in kwestie onderzoekt welke hernieuwbare
energiebronnen in België ingezet kunnen worden
om bepaalde doelstellingen te behalen en welke
kosten hieraan verbonden zouden zijn. Het
potentieel aan hernieuwbare energie wordt dus niet
becijferd.
Deze studie loopt nog tot eind juli 2008. Er zijn nog
geen voorlopige resultaten beschikbaar. Het is mijn
bedoeling om deze studie ter beschikking te stellen.
Hiervoor is echter een akkoord tussen de Gewesten
en mijn departement nodig.
14.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Les auteurs de l'étude concernée se sont penchés
sur la question de savoir quelles sources d'énergie
renouvelable pourraient être exploitées en Belgique
pour nous permettre d'atteindre certains objectifs et
quel serait le coût de leur exploitation. Ils n'ont donc
pas chiffré le potentiel d'énergies renouvelables.
Cette étude se terminera fin juillet 2008. Aucun
résultat provisoire n'est encore disponible. J'ai
l'intention de mettre cette étude à disposition mais
un accord entre les Régions et mon département
est requis à cette fin.
14.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Wij
zullen ook in de andere assemblees vragen om
deze studie te kunnen inzien.
Vooral de Vlaamse regering lijkt zich vragen te
stellen bij de betaalbaarheid van dit project. De
eerste voorlopige conclusies zouden er echter op
wijzen dat de 13 procent hernieuwbare energie
zeker haalbaar moet zijn.
14.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
Nous demanderons l'autorisation de pouvoir
consulter cette étude dans les autres assemblées
également.
C'est essentiellement le gouvernement flamand qui
semble s'interroger sur la faisabilité de ce projet sur
le plan financier. Mais selon les premières
conclusions provisoires, atteindre 13 % d'énergies
renouvelables semble tout à fait de l'ordre du
possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
toepassing van een negatieve CCS op het
gebruik van biomassa als energiebron" (nr. 6313)
15 Question de M. Jean-Jacques Flahaux au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la mise en
oeuvre d'un CCS négatif sur les unités produisant
de l'énergie à partir de la biomasse" (n° 6313)</b>
15.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): De Noorse
milieuorganisatie
Bellona
heeft
maatregelen
voorgesteld
waarmee
de
uitstoot
van
broeikasgassen volgens haar met 85 procent
verminderd zou kunnen worden tegen 2050,
teneinde de gemiddelde temperatuurstijging tot 2° C
te beperken en grote rampen te voorkomen.
De oplossingen die in dat verband worden
voorgesteld (gebruik van algen als brandstof,
berging van CO
2
, belastingheffing op producten in
functie van hun impact op het klimaat, bevordering
15.01
Jean-Jacques
Flahaux
(MR)
:
L'organisation écologiste norvégienne Bellona a
présenté des mesures qui permettraient, selon elle,
de réduire de 85% les émissions de gaz à effet de
serre d'ici 2050, pour limiter à 2° C la hausse
moyenne des températures et éviter des
catastrophes majeures.
Dans ce domaine, les solutions proposées
(combustion d'algues, enfouissement de CO
2
,
taxation des produits en fonction de leur impact sur
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
van de energie-efficiëntie of verbetering van het
bosbeheer) zijn niet allemaal nieuw. De organisatie
komt evenwel origineel uit de hoek met haar
voorstel om het "carbon capture and storage"- of
CCS-principe toe te passen op biomassacentrales,
teneinde zo een "negatieve koolstofbijdrage" te
genereren. Met een biomassacentrale (waarbij
energie gewonnen wordt uit algen bijvoorbeeld) zou
het op die manier mogelijk worden energie te
produceren en tegelijk de CO
2
te elimineren,
aangezien deze door de biomassa via fotosynthese
geabsorbeerd wordt.
Wat denkt u van dat voorstel? Hoe zal u het gebruik
van biomassa als energiebron bevorderen? Zou ons
land die aanpak met betrekking tot het CCS-
principe kunnen volgen en bij de internationale
instanties kunnen promoten door dit principe zelf in
praktijk te brengen?
Een oplossing voor het energievraagstuk kan niet
op zich laten wachten. We moeten ons daar hic et
nunc op toeleggen en we moeten andere ideeën
aanreiken dan de btw-verlaging tot 6 procent.
le climat, amélioration de l'efficacité énergétique ou
amélioration de la gestion des forêts) ne sont pas
toutes nouvelles. Mais l'association fait preuve
d'originalité en proposant d'appliquer le principe du
« carbon capture and storage » (CCS) à des
centrales alimentées à la biomasse pour mettre en
place une « contribution carbone négative ». Une
centrale fonctionnant à la biomasse (des algues,
par exemple) permettrait ainsi de produire de
l'énergie tout en éliminant le CO
2
absorbé par ladite
biomasse par photosynthèse.
Que pensez-vous de cette proposition ? Comment
envisagez-vous de favoriser le développement
d'énergie à partir de la biomasse ? Notre pays
pourrait-il se lancer dans cette approche de la CCS
et la promouvoir au sein des instances
internationales en la mettant lui-même en pratique ?
Le défi de l'énergie n'attend pas. Nous devons nous
y atteler dès maintenant avec d'autres idées que la
diminution de la TVA à 6%.
15.02 Minister Paul Magnette (Frans) : De
technologie voor de geologische captatie en opslag
(CCS) van CO
2
is theoretisch mogelijk voor om het
even welke CO
2
-bron. De grote toepassingen waar
men aan denkt, zijn de verbrandingsinstallaties,
hoofdzakelijk centrales voor elektriciteitsproductie
die gebruik maken van fossiele brandstoffen, maar
niets belet dat men diezelfde technologie inzet voor
biomassacentrales.
Men dient evenwel de beperkingen van die
technologie te onderstrepen. De geologische
opslagcapaciteit varieert sterk afhankelijk van de
regio's in wereld. In België zal de relatief beperkte
capaciteit bij voorrang worden geëxploiteerd om het
CO
2-
volume van de meest vervuilende centrales te
stockeren (hoofdzakelijk de kolencentrales). De
biomassacentrales komen dus niet als eerste in
aanmerking voor CCS.
De CCS-technologie houdt risico's in voor het milieu
door de mogelijke lekken en de nadelen verbonden
aan de overconsumptie van energie voor de opslag
en het kostenplaatje. Een voorstel voor een richtlijn
betreffende de GCS werd door de Commissie
voorgesteld en wordt nu besproken in de Europese
Raad.
Er zijn drie mogelijke manieren om biomassa te
benutten. Die drie pistes, namelijk voeding, materie
en energie, moeten in evenwicht zijn. Het gebruik
van algen zoals bepaald in het Bellona-project is
15.02 Paul Magnette, ministre (en français) : La
technologie du captage et stockage géologique
(CSC) du CO
2
peut théoriquement s'appliquer à
n'importe quelle source de CO
2
. Les grandes
applications envisagées concernent les installations
de combustion, principalement les centrales de
production d'électricité utilisant des combustibles
fossiles, mais rien n'empêche d'appliquer la même
technologie aux centrales alimentées par de la
biomasse.
Il faut toutefois souligner les limites de cette
technologie. La capacité de stockage géologique
est très variable selon les régions du monde. En
Belgique, la capacité, relativement limitée, sera
exploitée en priorité pour stocker le volume de CO
2
des centrales les plus polluantes (principalement
celles au charbon). Les centrales fonctionnant à la
biomasse ne sont donc pas les premiers candidats
pour le CSC.
La technologie du CSC présente des risques pour
l'environnement liés aux fuites possibles et des
inconvénients
liés
à
la
surconsommation
énergétique pour le stockage et le coût. Une
proposition de directive sur le CSC présentée par la
Commission est en cours de discussion au Conseil
européen.
Il y a trois voies principales de valorisation de la
biomasse qui doivent être équilibrées : la voie
alimentaire, la voie de la matière et la voie
énergétique. L'utilisation des algues comme prévu
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
gunstig, want de concurrentie met andere
benuttingswijzen wordt beperkt. De productie van
biomassa moet hoe dan ook hand in hand gaan met
criteria
voor
sociaal-economische
en
milieuduurzaamheid. Wat de algen betreft, dient
men oog te hebben voor de risico's die verband
houden met invasieve soorten, door afvalwater
veroorzaakte vervuiling en het gebruik van
genetisch
gemodificeerde
organismen.
In
afwachting van de resultaten van die projecten, zal
ik voorrang verlenen aan hernieuwbare energie en
energie-efficiëntie, die het tegen een redelijke kost
mogelijk zullen maken de door België voor 2020
vastgelegde doelstellingen te bereiken, en die
bovendien nog heel wat mogelijkheden inhouden op
het stuk van de werkgelegenheid.
par le projet Bellona est bénéfique car elle limite la
concurrence avec les autres modes de valorisation.
Cependant, la production de biomasse doit être
assortie de critères de durabilité environnementaux
et socio-économiques. En ce qui concerne les
algues, il faut être attentif aux risques liés aux
espèces invasives, aux pollutions induites par les
effluents
et
à
l'utilisation
d'organismes
génétiquement modifiés. Dans l'attente des
résultats de ces projets, je privilégierai les énergies
renouvelables et l'efficacité énergétique qui
permettront, à un coût raisonnable et en créant de
nombreuses opportunités, notamment en termes
d'emploi, d'atteindre les objectifs assignés à la
Belgique à l'horizon 2020.
15.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik was
enigszins gechoqueerd door de manier waarop u
brandhout gemaakt had van de houding van de MR
om aan het debat inzake energie een nieuwe impuls
te geven. Met dit antwoord, dat me tevredenstelt,
geeft u blijk van een constructieve ingesteldheid..
15.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : J'avais été
un peu choqué de la manière dont vous aviez
littéralement descendu l'attitude du MR pour
relancer le débat en matière d'énergie. Vous m'avez
fait ici une réponse qui me satisfait et qui montre
votre volonté constructive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Peter Logghe aan de
minister van Klimaat en Energie over "het
elektrisch autorijden" (nr. 6528)
16 Question de M. Peter Logghe au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les voitures
électriques" (n° 6528)</b>
16.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): Op 27 mei
vroeg ik aan de minister of de CO
2
-uitstoot niet kon
worden verminderd door het promoten van het
elektrisch autorijden. Ik wees toen al op
experimenten in Denemarken en Israël. Volgens het
Nederlandse energiebedrijf Essent, dat ook in
België actief is, staat deze manier van autorijden op
het punt om massaal door te breken in Nederland:
het bedrijf ontwikkelde een netwerk om ervoor te
zorgen dat men elke 100 kilometer zijn wagen kan
opladen. 's Nachts zou dat trouwens tegen een
lager tarief kunnen.
Biedt dit initiatief op korte termijn mogelijkheden
voor België? Is het niet de hoogste tijd om massaal
in te zetten op onderzoek en ontwikkeling? Wordt
nagedacht over een fiscale aftrek? Wordt hierover
overlegd met de autosector? Kan de minister een
stand van zaken geven?
16.01 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Le 27 mai
dernier, j'ai demandé au ministre si la promotion de
la voiture électrique ne permettrait pas de réduire
les émissions de CO
2
. Je m'étais déjà référé à
l'époque aux expériences menées au Danemark et
en
Israël.
Selon
l'entreprise
énergétique
néerlandaise Essent, qui déploie également des
activités en Belgique, ce type de véhicule est sur le
point de faire son apparition aux Pays-Bas.
L'entreprise a développé un réseau permettant de
recharger le véhicule tous les 100 kilomètres. Les
tarifs seraient par ailleurs réduits la nuit.
Cette initiative offre-t-elle des perspectives à court
terme en Belgique ? N'est-il pas urgent de miser
massivement
sur
la
recherche
et
le
développement ? Une déduction fiscale est-elle
envisagée ? Des concertations ont-elles lieu à ce
sujet avec le secteur de l'automobile ? Le ministre
pourrait-il dresser un état de la situation ?
16.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
brandstofkeuze was een centraal thema tijdens de
workshop op de Lente van het Leefmilieu. Net als
de Europese Unie ben ik voorstander van
trapsgewijze prioriteiten: de beheersing van de
mobiliteit staat vooraan, gevolgd door de
verbetering van de energie-efficiëntie van auto's, de
16.02
Paul
Magnette,
ministre (en
néerlandais) : Le choix de combustibles a été au
centre
du
workshop
du
Printemps
de
l'Environnement. Tout comme l'Union européenne,
je suis partisan de priorités par paliers : la maîtrise
de la mobilité vient en tête, suivie de l'amélioration
de l'efficacité énergétique des voitures, de la qualité
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
kwaliteit van brandstoffen en ten slotte nieuwe
energieproducten
als
biobrandstoffen
en
elektriciteit.
De regel is dat via de analyse van de levenscyclus
voorrang wordt gegeven aan alternatieven die het
minste
energie
verbruiken
en
minder
broeikasgassen uitstoten. Als elektrische energie
geproduceerd wordt op basis van duurzame
energiebronnen, zullen elektrische auto's het
bijvoorbeeld mogelijk maken om zowel de
broeikasgasemissies als de luchtvervuiling te
verminderen. Deze technologie moet wel nog
evolueren: het gaat dus niet om een onmiddellijke
oplossing. Ik ken de in Nederland genomen
initiatieven niet, maar heb mijn administratie om een
stand van zaken gevraagd.
Tijdens de Lente van het Leefmilieu werd de
elektrische auto voor gebruik in de stad naar voren
geschoven als antwoord op de problemen met
overmatig brandstofverbruik en luchtvervuiling. Het
politieke debat moet uitmonden in een ambitieuze
maatregel die de uitstoot van broeikasgassen, fijn
stof en NOx aanzienlijk beperkt.
De Europese verordening over de CO
2
-uitstoot van
auto's en andere Europese dossiers als de
euronormen moeten de broeikasgasemissies van
de bestaande technologie in grote mate beperken.
Deze Europese werkzaamheden zijn een van mijn
prioriteiten.
Tijdens de Lente van het Leefmilieu werden
mogelijke fiscale maatregelen op tafel gelegd.
Federaal staatssecretaris Clerfayt moet deze
discussie verder voeren.
Natuurlijk kunnen we niet om de sector van de
autoconstructeurs heen. De regering moet wel klaar
zijn om een initiatief te nemen zodra dit alternatief
relevant wordt.
des carburants et, enfin, des nouveaux produits
énergétiques
comme
les
biocarburants
et
l'électricité.
Le principe consiste à accorder la priorité, par le
biais de l'analyse du cycle de vie, aux solutions de
remplacement les moins consommatrices d'énergie
et qui génèrent le moins d'émissions de gaz à effet
de serre. Si l'énergie électrique est produite sur la
base de sources d'énergie durables, les voitures
électriques permettront par exemple de réduire tant
les émissions de gaz à effet de serre que la
pollution atmosphérique. Toutefois, cette technique
doit encore évoluer et il ne s'agit donc pas d'une
solution immédiate. Je ne connais pas les initiatives
menées aux Pays-Bas mais j'ai demandé à mon
administration de dresser un état de la question.
Dans le cadre du Printemps de l'Environnement, la
voiture électrique utilisée en ville a été avancée
comme une réponse au problème de la
consommation exagérée de carburants et de la
pollution de l'air. Le débat politique doit mener à une
mesure ambitieuse qui réduira sensiblement les
émissions de gaz à effet de serre, de particules
fines et de NOx.
L'ordonnance européenne sur les émissions de
CO
2
des voitures et d'autres dossiers européens
comme les euronormes doivent restreindre dans
une large mesure les émissions de gaz à effet de
serre qu'entraînent les technologies existantes. Ces
travaux menés au niveau européen constituent
l'une de mes priorités.
Il a également été question, lors du Printemps de
l'Environnement, de possibles mesures fiscales. Le
secrétaire d'État fédéral, M. Clerfayt, doit poursuivre
cette discussion.
Il n'est évidemment pas possible d'ignorer le
secteur des constructeurs automobiles. Le
gouvernement doit se tenir prêt à prendre l'initiative
dès que cette solution de rechange deviendra
pertinente.
16.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): Het
Nederlandse bedrijf maakt zich sterk dat tegen
2025 1,8 miljoen elektrisch aangedreven wagens in
Nederland zullen rondrijden. In Nederland is de
politieke wil voor concrete plannen dus duidelijk wel
aanwezig. Ik ben blij dat de minister deze
problematiek met open geest tegemoet treedt, maar
hoop dat wij in Europa niet opnieuw de slechtste
leerling van de klas zullen zijn.
16.03 Peter Logghe (Vlaams Belang) : A en croire
l'entreprise néerlandaise, 1,8 millions de véhicules
fonctionnant à l'électricité circuleront aux Pays-Bas
en 2025. Aux Pays-Bas, il existe donc une volonté
politique de réaliser des objectifs concrets. Je me
réjouis de l'ouverture d'esprit du ministre, mais
j'espère que la Belgique ne sera pas une fois de
plus le cancre de la classe européenne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
17 Vraag van de heer Dirk Vijnck aan de minister
van
Klimaat
en
Energie
over
"de
haalbaarheidsstudie van een vermindering tot 6
procent van het btw-tarief op energiebesparende
bouw- en renovatiewerken en voor het gebruik
van vernieuwbare energie" (nr. 6568)
17 Question de M. Dirk Vijnck au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'étude de la faisabilité
d'une réduction à 6% du taux de TVA sur les
travaux de construction et de rénovation
générateurs d'économies d'énergie et sur le
recours aux énergies renouvelables" (n° 6568)</b>
17.01
Dirk
Vijnck
(LDD):
Volgens
het
regeerakkoord zal de regering onderzoeken of de
invoering van een btw-tarief van 6 procent op
energiebesparende bouw- en renovatiewerken of
het gebruik van hernieuwbare energie voor
schoolgebouwen, ziekenhuizen, rusthuizen en
gehandicaptenhomes haalbaar is.
Is dat onderzoek reeds gestart? Wanneer worden
de resultaten verwacht? Zal bij een gunstige uitslag
de btw-verlaging ook effectief worden ingevoerd?
17.01 Dirk Vijnck (LDD) : Selon l'accord de
gouvernement, le gouvernement vérifiera si
l'instauration d'un taux de TVA de 6 % pour les
travaux de construction et de rénovation visant à
économiser de l'énergie ou l'utilisation d'énergies
renouvelables pour chauffer les bâtiments scolaires,
les hôpitaux, les maisons de repos et les homes
pour handicapés est réaliste.
L'étude est-elle déjà en cours ? Quand les résultats
seront-ils disponibles ? La réduction de la TVA
sera-t-elle effectivement mise en oeuvre si les
résultats sont favorables ?
17.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): In de
workshop Energie en Klimaat van de Lente van het
Leefmilieu werd de mogelijkheid van een btw-
verlaging onderzocht door een dertigtal deelnemers.
Hun besluiten zijn zeer positief. Zij zouden het
toepassingsgebied zelfs nog willen uitbreiden.
Op 2 juli zullen de resultaten van deze werkgroepen
van de Lente van het Leefmilieu in een reeks
besluiten en concrete beleidsbeslissingen worden
gegoten. De btw-verlaging geniet mijn steun, maar
kan pas worden ingevoerd na een formeel akkoord
van de Europese Commissie.
Onder de voogdij van staatssecretaris Clerfayt werd
een studiegroep Groene Fiscaliteit opgericht die
zich momenteel eveneens over de maatregel buigt.
17.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Une trentaine de participants à l'atelier de travail
Énergie et Climat du Printemps de l'environnement
ont examiné la possibilité d'une réduction de la
TVA. Leurs conclusions sont extrêmement
positives. Ils souhaiteraient même élargir encore le
champ d'application.
Le 2 juillet, les résultats de ces groupes de travail
du Printemps de l'environnement seront entérinés
par une série d'arrêtés et de décisions politiques
concrètes. Je soutiens le principe d'une réduction
de la TVA qui ne pourra toutefois entrer en vigueur
qu'après un accord formel de la Commission
européenne.
Un groupe d'étude Fiscalité verte, qui étudie
actuellement aussi sur la mesure, a été créé sous la
tutelle de M. Clerfayt.
17.03 Dirk Vijnck (LDD): Ik zal mijn vraag ook aan
de heer Clerfayt stellen.
17.03 Dirk Vijnck (LDD) : Je poserai également
ma question à M. Clerfayt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Peter Logghe aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
problemen
bij
internetverkoop
en
consumentenbescherming " (nr. 6571)
18 Question de M. Peter Logghe au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les problèmes qui se
posent lors de la vente par internet et la
protection des consommateurs" (n° 6571)</b>
18.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): De
Europese consumentencentra hebben vorig jaar
meer
dan
tienduizend
klachten
ontvangen
betreffende de verkoop via internet. België stond vrij
slecht geklasseerd op die lijst. Heeft de minister
commentaar op deze cijfers? Moet de wetgeving
18.01 Peter Logghe (Vlaams Belang) : L'an
passé, les centres européens des consommateurs
ont reçu plus de 10.000 plaintes relatives à des
ventes par le biais de l'internet, la Belgique obtenant
un score assez médiocre sur ce plan. Le ministre
peut-il commenter ces chiffres ? La législation ne
24/06/2008
CRABV 52
COM 271
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
niet strenger en consumentvriendelijker gemaakt
worden? Zou het niet aangewezen zijn om de
gegevens van de federale ombudsman te
vermelden op de webstek van bedrijven die via
internet verkopen? Dringt België op Europees
niveau aan op een verstrenging van de Europese
regelgeving ter zake? Welke concrete maatregelen
werden reeds genomen?
doit-elle pas être renforcée et davantage axée sur
les consommateurs ? Ne serait-il pas judicieux de
mentionner les coordonnées du médiateur fédéral
sur le site internet des entreprises qui pratiquent la
vente par l'internet ? La Belgique insiste-t-elle au
niveau européen pour que la réglementation
européenne en la matière soit renforcée ? Quelles
mesures concrètes a-t-on déjà prises à ce niveau ?
18.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): In
België hebben de klachten slechts betrekking op
dertig internetverkopers. Het aantal klachten tegen
Belgische verkopers vertegenwoordigt slechts 2
procent van het totale aantal klachten. Er zijn veel
meer klachten van Belgische consumenten tegen
buitenlandse internetverkopers.
De Belgische regelgeving is het resultaat van de
omzetting van de Europese richtlijnen die de
consument voldoende beschermen. Zo moet een
internetverkoper een gemakkelijke, directe en
permanente
toegang
verlenen
tot
zijn
identificatiegegevens. In België bestaat er geen
echte ombudsman ter zake. Wel kan een
consument een klacht indienen bij BeCommerce
tegen een internetverkoper die lid is van
BeCommerce. In dat geval zorgt BeCommerce
ervoor dat het betrokken bedrijf het geschil oplost.
18.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
En Belgique, les plaintes ne concernent que trente
vendeurs sur internet. Le nombre de plaintes contre
des vendeurs belges ne représente que 2 % du
nombre total de plaintes. Les plaintes de
consommateurs belges contre des vendeurs
étrangers sont beaucoup plus nombreuses.
La réglementation belge résulte de la transposition
de
directives
européennes
qui
protègent
suffisamment les consommateurs dans la mesure
où elles obligent tout vendeur sur internet à
permettre un accès aisé, direct et permanent à ses
données d'identification. En Belgique, il n'existe pas
de véritable médiateur spécifiquement compétent
pour ces questions. Les consommateurs grugés par
un vendeur sur internet qui est membre de
BeCommerce peuvent toutefois déposer une plainte
auprès
de
BeCommerce.
Dans
ce
cas,
BeCommerce veille à ce que le vendeur concerné
règle le litige.
Wanneer een geschil wordt voorgelegd aan de
algemene directie Controle en bemiddeling van de
FOD Economie, verschaft deze dienst informatie
aan de consument over zijn rechten en over de
eventuele alternatieve beslechting van geschillen.
De FOD Economie heeft trouwens een gids voor
internetgebruikers uitgegeven, die ook beschikbaar
is op de website, en werkt momenteel aan een
didactische website om de regelgeving te
vulgariseren.
Ten slotte stelt ECC voor om de onlineassistent
Howard te installeren die de consumenten helpt bij
het vinden van informatie over internetverkopers.
België overweegt om deze assistent te installeren
indien het de nodige subsidies krijgt.
Lorsqu'un litige est soumis à la direction générale
Contrôle et Médiation du SPF Économie, ce service
informe le consommateur de ses droits et du
possible traitement alternatif des litiges. Le SPF
Économie a d'ailleurs édité un guide pour les
utilisateurs de l'internet qui est aussi disponible sur
la « toile ». De plus, il élabore actuellement un site
web didactique pour vulgariser la réglementation.
Enfin, le CEC propose d'installer l'assistant en ligne
Howard, qui aide les consommateurs à trouver des
informations sur les vendeurs du net. La Belgique
envisage d'installer cet assistant si elle bénéficie
des subventions nécessaires.
De administratie neemt actief deel aan de Europese
werkzaamheden inzake consumentenbescherming.
Op 16 december 2007 keurde het Europese
Parlement een resolutie goed betreffende de
verbetering van de consumentenbescherming. De
richtlijn betreffende de overeenkomsten via internet
maakt deel uit van de richtlijnen die moeten worden
herzien. België heeft gereageerd op de openbare
raadpleging over deze richtlijn.
België pleit voor een maximale harmonisatie van de
L'administration participe activement aux travaux
européens en matière de protection des
consommateurs. Le Parlement européen a adopté
le 16 décembre 2007 une résolution relative à
l'amélioration de la protection des consommateurs.
La directive concernant les contrats conclus par le
biais d'internet fait partie des directives à revoir. La
Belgique a réagi à la consultation publique sur cette
directive.
La Belgique plaide pour une harmonisation
CRABV 52
COM 271
24/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
Europese wetgevingen op voorwaarde dat de
consument maximaal wordt beschermd.
maximale des législations européennes à la
condition que le consommateur bénéficie d'une
protection optimale.
18.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): Zal de
informatie over die buitenlandse internetverkopers
op de site van de FOD Economie te vinden zijn? Ik
veronderstel
dat
de
Howardtoepassing
de
consument voldoende zal informeren en wegwijs zal
maken.
Wij zullen de stijging van het aantal klachten in elk
geval aandachtig volgen.
18.03 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Les
consommateurs trouveront-ils les informations
relatives à ces vendeurs étrangers sur le site web
du SPF Économie ? Je présume que l'application
Howard leur permettra d'obtenir suffisamment
d'informations et de s'orienter.
Quoi qu'il en soit, nous seront attentifs à
l'augmentation du nombre de plaintes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 17.35 uur.
La réunion publique est levée à 17 h 35.