KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 254
CRABV 52 COM 254
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
IJZONDERE COMMISSIE
"K
LIMAAT EN
D
UURZAME
O
NTWIKKELING
"
C
OMMISSION SPECIALE
"C
LIMAT ET
D
EVELOPPEMENT DURABLE
"
woensdag
mercredi
11-06-2008
11-06-2008
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
De
internationale
voedselcrisis
gedachtewisseling:
1
La crise internationale alimentaire échange de
vues :
1
- de heer Olivier De Schutter, speciaal rapporteur
van de Verenigde Naties voor het recht op
voedsel;
1
- M. Olivier De Schutter, rapporteur spécial de
l'ONU sur le droit à l'alimentation ;
1
- de heer Philip Mikos, afdelingshoofd van de DG
Ontwikkeling, belast met de taskforce over de
Internationale voedselcrisis
1
- M. Philip Mikos, chef d'unité de la DG
Développement, chargé de la task force sur la
crise alimentaire internationale
1
Sprekers: Olivier De Schutter, speciaal
rapporteur van de Verenigde Naties voor het
recht
op
voedsel,
Philip
Mikos,
afdelingshoofd
Task-force
over
de
internationale voedselcrisis, Jean Cornil,
Georges Dallemagne, Dirk Van der Maelen,
Muriel Gerkens, Tinne Van der Straeten,
Jean-Jacques Flahaux, Patrick Moriau
Orateurs: Olivier De Schutter, rapporteur
spécial des Nations unies sur le droit à l
alimentation, Philip Mikos, chef d unité Task-
force sur la crise alimentaire mondiale, Jean
Cornil, Georges Dallemagne, Dirk Van der
Maelen, Muriel Gerkens, Tinne Van der
Straeten, Jean-Jacques Flahaux, Patrick
Moriau
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
BIJZONDERE COMMISSIE
"KLIMAAT EN DUURZAME
ONTWIKKELING"
COMMISSION SPECIALE "CLIMAT
ET DEVELOPPEMENT DURABLE"
van
WOENSDAG
11
JUNI
2008
Namiddag
______
du
MERCREDI
11
JUIN
2008
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.12 uur en
voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy,
voorzitter.
La réunion publique est ouverte à 14 h 12 par M.
Herman Van Rompuy, président.
01
De
internationale
voedselcrisis
gedachtewisseling:
- de heer Olivier De Schutter, speciaal rapporteur
van de Verenigde Naties voor het recht op
voedsel;
- de heer Philip Mikos, afdelingshoofd van de DG
Ontwikkeling, belast met de taskforce over de
Internationale voedselcrisis
De voorzitter: De internationale voedselprijzen
staan op het hoogste niveau sinds dertig jaar. De
FAO-index die de prijzen meet, is sinds maart 2007
met 53 procent gestegen. Dit prijsniveau zou in de
komende jaren gehandhaafd blijven. Vooral de
zwakken worden hierdoor bedreigd.
01 La crise internationale alimentaire échange
de vues :
- M. Olivier De Schutter, rapporteur spécial de
l'ONU sur le droit à l'alimentation ;
- M. Philip Mikos, chef d'unité de la DG
Développement, chargé de la task force sur la
crise alimentaire internationale
Le président : Les prix internationaux des produits
alimentaires se situent à leur niveau le plus élevé
depuis trente ans. L'indice FAO des prix a
augmenté de 53 % depuis le mois de mars 2007.
Ce niveau de prix se maintiendrait au cours des
prochaines années. Les populations les plus
vulnérables sont les plus exposées.
De 140 staatshoofden en regeringsleiders die op de
FAO-top aanwezig waren, hebben blijk gegeven
van hun bezorgdheid over het recht op voedsel.
De huidige crisis was vermijdbaar en de tol aan
mensenlevens is hoog. Daar moeten we lering uit
trekken. Voor de eerste maal in 25 jaar moeten de
regeringen investeren en privé-investeringen in de
landbouw steunen, om de meest kwetsbare
bevolkingsgroepen voor honger te behoeden.
Les cent quarante chefs d'État et de gouvernement
qui ont assisté au sommet de la FAO ont montré
qu'ils se préoccupaient du droit à l'alimentation.
La crise actuelle était évitable et exige un lourd
tribut en vies humaines. Nous devons en tirer les
leçons. Pour la première fois en vingt-cinq ans, les
gouvernements doivent investir et soutenir les
investissements privés dans l'agriculture tout en
protégeant de la faim les populations les plus
vulnérables.
In de slotverklaring hebben de deelnemers aan de
FAO-top zich geëngageerd om tegen 2015 het
aantal mensen dat honger lijdt, met de helft te
reduceren. Ondanks het terugdringen van de
hongersnood en ondervoeding in de afgelopen
decennia, zijn 800 miljoen mensen voedselonzeker
Dans la déclaration finale, les participants au
sommet de la FAO se sont engagés à réduire de
moitié le nombre de personnes qui souffrent de la
faim d'ici à 2015. Malgré la réduction de la famine et
de la sous-alimentation au cours des dix dernières
années, 800 millions de personnes sont en situation
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
en zijn zelfs 2 op de 6 miljard mensen slecht
gevoed of ondervoed. Vandaag spreken wij tot onze
verbijstering over voedseltekorten, niet alleen lokaal
en tijdelijk, maar ook globaal en langduriger dan wij
dachten.
d'insécurité alimentaire et deux milliards de
personnes sur six milliards sont même mal ou sous-
alimentées. Nous sommes abasourdis de constater
qu'il existe aujourd'hui des pénuries alimentaires,
non seulement localement et provisoirement, mais
aussi à l'échelle globale et sur une durée plus
longue que nous pensions.
De wereld gaat er op dat vlak op achteruit in plaats
van vooruit.
Men had deze voedselcrisis kunnen vermijden. Ze
komt voort uit een verwaarlozing van de landbouw
in de arme landen, de overdreven cultuur van
biogewassen of de slechte verdeling van het
schaarse voedsel. Droogtes kan men door een
aangepast klimaatbeleid aanpakken.
Het succes in landen waar de armoede en honger
verminderen, schept paradoxaal genoeg problemen
in blijvend arme landen.
Wij zullen moeten terugkeren naar eenvoudige
waarheden. De landbouw is er in de eerste plaats
om voedsel te produceren, niet noodzakelijk om
andere gewassen voort te brengen. De prijs moet
het resultaat zijn van vraag en aanbod en niet van
speculatie. In goede tijden moet men voorraden
aanleggen voor slechte tijden. De familiale
landbouw is de meest aangepaste vorm van
boeren. Intens internationaal samenwerken is de
enige uitweg.
Het voedselprobleem is een echte gewetensvraag.
Deden wij voldoende om deze ramp te vermijden?
Zijn wij bezig met politiek in de slechte betekenis
van het woord of pakken wij de problemen aan? Dit
is een zaak van ethiek en mensenrechten, van
goede organisatie en hervormingen.
On constate un recul plutôt qu'un progrès sur ce
plan.
Cette crise alimentaire aurait pu être évitée. Elle est
le résultat du fait que l'agriculture est négligée dans
les pays pauvres. D'autres causes sont la trop
grande importance accordée aux biocultures ou
encore à une mauvaise répartition du peu de
nourriture disponible. Il est possible de lutter contre
la sécheresse par une politique climatique
appropriée. Les succès rencontrés dans les pays
où la misère et la faim diminuent créent
paradoxalement des problèmes dans les pays qui
restent pauvres.
Il faut en revenir à des vérités simples. L'agriculture
sert avant tout à produire de la nourriture. Le prix
doit être le résultat du fonctionnement du système
de l'offre et de la demande et non le résultat de
spéculations. Lors des périodes fastes, il convient
de constituer des stocks en prévision de périodes
qui le seront moins. L'agriculture familiale est le
meilleur système et une collaboration internationale
intense est la seule solution.
Le problème alimentaire est une véritable question
de conscience. Avons-nous tout fait pour éviter
cette catastrophe ? Faisons-nous de la politique
dans le mauvais sens du terme ou nous occupons-
nous véritablement des problèmes ? Il s'agit d'une
question d'éthique et de respect des droits de
l'homme, de bonne organisation et de réformes.
In ons land maken we ons terecht zorgen over de
gevolgen van de stijgende voedselprijzen voor de
koopkracht. Maar in veel arme landen betekent die
stijging ontbering en de dood. We hebben een
beroep
gedaan
op
twee
gerenommeerde
deskundigen voor deze vergadering van de nieuwe
transversale bijzondere commissie voor Klimaat en
Duurzame Ontwikkeling: de heer Olivier De
Schutter, bijzonder rapporteur van de Verenigde
Naties voor het recht op voedsel, en de heer Philip
Mykos, afdelingshoofd die de werkgroep van de
Europese Unie leidt die belast is met de
internationale voedselcrisis.
Dans notre pays, nous nous préoccupons à juste
titre des effets sur le pouvoir d'achat de la hausse
des prix des denrées alimentaires. Mais dans
beaucoup de pays pauvres, cette hausse est
synonyme de privation et de mort. Nous avons fait
appel à deux experts de renom pour cette réunion
de la nouvelle commission spéciale transversale
Climat et Développement durable : M. Olivier De
Schutter, rapporteur spécial auprès des Nations
unies pour le droit à l'alimentation, et M. Philip
Mykos, chef d'unité, qui dirige le groupe de travail
de l'Union européenne chargé de la crise
alimentaire internationale.
Ik geef het woord aan professor Olivier De Schutter.
Je donne la parole au professeur Olivier De
Schutter.
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
01.01 Olivier De Schutter, speciaal rapporteur
van de VN voor het recht op voedsel (Frans): Twee
miljard mensen zijn ondervoed en 860 miljoen
mensen hebben geen voedselzekerheid. Volgens
de recentste schattingen van de Wereldbank
worden er nu 100 miljoen mensen meer bedreigd
door de voedselcrisis.
De gevolgen van de crisis doen zich niet in elk land
even hard gevoelen: veel hangt af van het sociaal
vangnet en van de reactie van de regering van het
land. De prijzen op de internationale markten zijn
nagenoeg verdubbeld tussen april 2007 en april
2008. Die forse prijsstijgingen nemen in sommige
landen een grote hap uit het budget van de
gezinnen. Niet alleen de consument ondervindt de
gevolgen van de stijgende voedselprijzen, maar ook
de internationale instanties, meer bepaald de
organen die voedselhulp verstrekken. Ik denk
daarbij in het bijzonder aan het World Food
Programme (WFP) van de Verenigde Naties. De
netto-invoerders van voedingsmiddelen moeten het
hoofd bieden aan een heuse prijsexplosie, en dat
terwijl ook de olieprijzen zoals nooit eerder de pan
uit rijzen. Die landen kampen dan ook met een
groot tekort op de betalingsbalans.
01.01 Olivier De Schutter, rapporteur spécial de
l'ONU sur le droit à l'alimentation (en français) :
Deux milliards de personnes souffrent de
malnutrition et 860 millions de personnes sont
aujourd'hui considérées comme étant en situation
d'insécurité alimentaire. Selon les estimations
actuelles de la Banque mondiale, la présente crise
menace
100
millions
de
personnes
supplémentaires.
La crise affecte très différemment les pays selon les
filets de sécurité sociale dont les populations
bénéficient
et
selon
les
réactions
des
gouvernements. Sur les marchés internationaux, les
prix ont pratiquement doublé sur la période avril
2007 avril 2008. Cette hausse brutale a, dans
certains pays, grevé les budgets des ménages. Ce
ne sont pas seulement les consommateurs qui sont
affectés. Ce sont aussi les agences internationales,
notamment celles qui fournissent l'aide aux
populations qui ont faim. Je pense en particulier au
Programme alimentaire mondial (PAM). Les pays
importateurs nets de denrées alimentaires voient
leurs factures exploser au moment même où ils
doivent faire face à une flambée inédite des prix du
pétrole. Il s'ensuit pour ces pays un important déficit
de balance des paiements.
Er ontstaat een consensus over de vier
belangrijkste factoren die de huidige situatie hebben
veroorzaakt. De eerste factor is de snelle stijging
van de olieprijs waardoor de landbouwproductie
veel duurder wordt, omdat veel grondstoffen en
mechanische werktuigen van de olieprijs afhangen.
Het vervoer is ook veel duurder geworden.
De tweede factor is het vastgestelde onevenwicht
tussen vraag en aanbod op de markt van de
landbouwgrondstoffen.
Un consensus se dégage sur le fait que quatre
facteurs majeurs ont conduit à la situation actuelle.
Le premier, c'est l'augmentation rapide du prix du
pétrole, qui implique que la production agricole est
beaucoup plus coûteuse parce que beaucoup
d'intrants et d'outils mécaniques dépendent du prix
du pétrole. Le transport est également beaucoup
plus coûteux.
Le deuxième facteur, c'est le déséquilibre constaté
entre l'offre et la demande sur les marchés des
matières premières agricoles.
De vraag stijgt door de bevolkingsgroei en de
nieuwe eetpatronen met een toenemende gehalte
aan eiwitten. In de eerste plaats door de
klimaatverandering maar ook door het gebrek aan
investeringen in de landbouw sinds 25 jaar kan het
aanbod die ontwikkeling niet volgen.
La demande augmente suite à la hausse
démographique et à la mutation des régimes
alimentaires qui deviennent plus riches en
protéines. L'offre ne parvient pas à suivre à cause
en premier lieu d'un changement climatique mais
aussi
du
manque
d'investissements
dans
l'agriculture depuis 25 ans.
Dat is een structurele factor. De prijsstijging is dus
niet van conjuncturele aard. Zij zal nog aanhouden
gedurende de tien of twaalf komende jaren, op zijn
minst. Eenmaal die termijn is verstreken, hoopt men
dat de tegen dan gedane investeringen in de
landbouw het huidige onevenwicht zullen kunnen
herstellen.
Ce facteur est structurel. La hausse des prix n'est
pas donc pas conjoncturelle. Elle persistera au
moins pendant les dix à douze ans à venir, terme
au-delà duquel on espère que les investissements
qui auront été faits dans l'agriculture permettront de
pallier le déséquilibre actuel.
De derde factor is niet de belangrijkste maar wel de Le troisième facteur n'est pas le plus important mais
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
makkelijkst hanteerbare, namelijk het uitstippelen
van een beleid ter bevordering van de
agrobrandstoffen
De economische belangen zijn aanzienlijk en men
liet
de
verwarring
voortduren.
De
klimaatverandering bestrijden maakt deel uit van
een strategie voor de voedselzekerheid terwijl men
die twee aangelegenheden tegenover elkaar heeft
willen stellen. Vandaag blijkt uit een aantal studies
dat sommige agrobrandstoffen een negatieve
impact hebben op het milieu.
In Brazilië fabriceert men 54 procent van de bio-
ethanolproductie uit suikerriet. Die productie
bevindt zich in de zuidelijke regio's van Brazilië. Het
programma "Proalcool" loopt al sinds de jaren 1970.
De milieubalans is veeleer positief. Er zijn
tegensprekelijke sociale gevolgen, maar dat is een
ander debat.
De Verenigde Staten hebben sinds het jaar 2000
belangstelling voor deze kwestie. Vandaag dient 30
procent van de maïsproductie in de Verenigde
Staten voor de productie van bio-ethanol. Dit leidt
tot een domino-effect : vermindering van de
maïsuitvoer op de wereldmarkten, stijging van de
prijzen op de internationale markten, een
monocultuur ten koste van soja, de sojateelt in
Brazilië ten koste van het Amazonewoud. De
energiebalans van de productie van bio-ethanol uit
maïs is globaal negatief.
c'est celui sur lequel il est le plus facile d'agir. Il
s'agit du développement des politiques qui visent à
promouvoir les agrocarburants.
Les enjeux économiques sont importants et une
confusion a été entretenue. Lutter contre le
changement climatique fait partie d'une stratégie
pour la sécurité alimentaire alors qu'on a voulu
opposer ces deux questions. Aujourd'hui des
études disent que certains agrocarburants ont un
impact environnemental négatif.
Au Brésil, on fabrique du bio-éthanol à partir de la
canne à sucre, à concurrence de 54% de sa
production. Celle-ci est développée dans des
régions du sud du Brésil. Le programme,
"Proalcool", est développé depuis les années 1970.
Le bilan environnemental est plutôt positif. Il a des
conséquences sociales contestables, c'est un autre
débat.
Les États-Unis se sont intéressés à cette question à
partir de l'année 2000. Aujourd'hui, 30% de la
production de maïs aux États-Unis sert à la
production de bio-éthanol. Les conséquences en
chaîne sont la diminution de l'exportation du maïs
sur les marchés mondiaux, l'augmentation de prix
sur les marchés internationaux, une monoculture au
détriment du soja, la culture du soja au Brésil au
détriment de la forêt amazonienne. Le bilan
énergétique de la production de bio-éthanol à partir
du maïs est globalement négatif.
De Europese Unie van haar kant produceert op 2 à
3 procent van haar landbouwgronden biodiesel op
basis van koolzaad. Teneinde de doelstelling na te
komen om 10 procent van alle brandstoffen tegen
2020 te vervangen door agrobrandstoffen,
importeert de EU palmolie. Dat heeft geleid tot de
vernieling van regenwouden in Indonesië, Maleisië
en Nieuw-Guinea. De Verenigde Staten hebben
zich ten doel gesteld om tegen 2022 de productie
van
bio-ethanol
op
basis
van
maïs
te
verviervoudigen, met het oog op een totale
hoeveelheid van 130 miljoen liter. Het is gevaarlijk
om becijferde doelstellingen voorop te stellen, want
zij zijn een zeer duidelijk signaal naar de markt toe.
De eerste maatregel die men kan nemen, bestaat
erin die doelstellingen te laten varen!
De vierde factor die geleid heeft tot de huidige
situatie is de speculatie, die een indicator is en geen
oorzaak!
L'Union européenne, quant à elle, produit du
biodiesel à partir du colza sur 2 à 3% de ses terres
agricoles. Pour respecter ses objectifs d'utilisation
de 10% d'agrocarburants dans les transports d'ici
2020, elle importe de l'huile de palme. Ceci a
conduit à détruire des forêts en Indonésie, Malaisie
et Nouvelle-Guinée. Les États-Unis se sont fixé
comme objectif d'ici 2022 de multiplier par quatre,
pour atteindre 130 millions de litres, la production
de bioéthanol à partir du maïs. Ces objectifs chiffrés
sont dangereux parce qu'ils sont un signal très clair
donné au marché. La première mesure que l'on
puisse prendre, c'est de renoncer à ces objectifs !
Le quatrième facteur qui a conduit à la situation
actuelle est celui de la spéculation, qui est un
indicateur et non une cause !
De speculatie is een belangrijke factor voor de
brutale prijsstijgingen. Ze verklaart het grillige
verloop van die prijzen, die soms van de ene dag op
La spéculation est un facteur important dans
l'explosion brutale des prix, elle explique la volatilité
de ces prix qui, d'un jour à l'autre parfois,
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
de andere met 15 procent kunnen stijgen en daags
nadien weer met 10 of 20 procent dalen.
De speculatie is een probleem voor de
consumenten, de landbouwproducenten en de
nationale overheden, die niet weten hoeveel ze
zullen
moeten
besteden
aan
de
sociale
programma's die ze op poten willen zetten om de
bevolking te helpen.
Op internationaal vlak worden er wegen verkend om
de speculatie te bestrijden, zoals de aanleg van
voedselvoorraden op regionaal of internationaal
niveau, waardoor er bij sterke prijsstijgingen
voedingswaren afkomstig uit de landbouw op de
markt kunnen worden gegooid.
De gespecialiseerde beurzen zoals de Chicago
Board of Trade zijn belangrijke indicatoren. De
investeringsfondsen hebben tussen 2006 en 2007
vier of vijf keer meer liquide middelen in
landbouwproducten geïnvesteerd.
Ik zal de reacties van de internationale
gemeenschap op die situatie in vier punten
behandelen.
augmentent de 15% pour diminuer le jour après de
10 ou 20%.
La spéculation est un problème pour les
consommateurs, les producteurs agricoles et les
États qui ne savent pas ce que vont coûter les
programmes sociaux qu'ils veulent mettre sur pied
pour aider les populations.
Des pistes pour lutter contre la spéculation sont
explorées au plan international, notamment la
reconstitution de stocks alimentaires au niveau
régional ou international permettant d'écouler des
denrées agricoles alimentaires dans les moments
de fièvre sur les prix.
Les bourses spécialisées comme le "Chicago Board
of Trade" sont des indicateurs importants. Le
volume des liquidités investi par les fonds
d'investissement dans les matières agricoles a été
multiplié par quatre ou cinq entre 2006 et 2007.
Je décrirai les réactions de la communauté
internationale, face à cette situation, en quatre
points.
Ten eerste hebben de agentschappen van de
Verenigde Naties initiatieven genomen door nieuwe
programma's op touw te zetten. De FAO heeft een
steunregeling voor landbouwers ontwikkeld om hen
te helpen de prijzen van landbouwbenodigdheden
het hoofd te bieden. Ze vraagt de internationale
gemeenschap het initiatief voor 1,7 miljard dollar te
financieren. Een van de oplossingen bestaat er
zeker in de landbouwcapaciteit, vooral in Afrika
bezuiden de Sahara, snel te versterken. Het
Wereldvoedselprogramma
(WVP)
heeft
de
internationale gemeenschap gevraagd in een extra
financiering te voorzien ten bedrage van 755
miljoen dollar.
Het tweede punt betreft de beperkingen op het
gebied van de uitvoer. Sommige staten als
Indonesië, India of Argentinië hebben ofwel
beperkingen, ofwel hoge uitvoerrechten opgelegd
om het risico te verkleinen dat hun bevolking nadeel
zou ondervinden van de prijsstijgingen. Deze
reacties hebben negatieve uitwerkingen gehad
omdat ze de speculatie hebben gevoed en tot een
prijsverhoging op de internationale markten hebben
geleid.
Le premier concerne le fait que les agences des
Nations unies ont pris des initiatives en développant
de nouveaux programmes. La FAO a développé
une aide aux agriculteurs afin de faire face aux prix
des intrants pour la production agricole. Elle
demande à la communauté internationale de
financer cette initiative à hauteur de 1,7 milliard de
dollars. Une des clefs de la solution est
certainement le renforcement rapide des capacités
de
l'agriculture,
notamment
en
Afrique
subsaharienne. Le Programme Alimentaire Mondial
(PAM) a demandé à la communauté internationale
un supplément de financement de 755 millions de
dollars.
Le deuxième concerne des restrictions au niveau
des exportations. Certains États comme l'Indonésie,
l'Inde ou l'Argentine ont imposé soit des
interdictions, soit des taxes élevées à l'exportation
pour limiter le risque que leur population soit
affectée par les hausses de prix. Ces réactions ont
eu un impact néfaste car elles ont nourri la
spéculation et ont conduit à une augmentation des
prix sur les marchés internationaux.
Die landen zijn de Filipijnen en Sri Lanka, maar er is
ook een land zoals Zwitserland. Die reacties werden
niet gecoördineerd, maar zij zijn ingegeven door
overwegingen die te maken hebben met het
binnenlands beleid. De voedseltop in Rome was
Ces pays sont les Philippines et le Sri Lanka, mais
aussi un pays comme la Suisse. Ces réactions n'ont
pas été coordonnées, mais dictées par des
considérations de politique intérieure. Le sommet
alimentaire mondial de Rome a été positif dans la
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
positief omdat de landen het eens geworden zijn
over de noodzaak om overleg te plegen.
Vervolgens werden de sociale programma's in een
aantal landen uitgebreid om de bevolking te
beschermen.
Het vierde punt, waarover ik het nu zal hebben,
betreft
het
overleg
in
de
internationale
gemeenschap.
Het eerste initiatief was een tweedaagse
conferentie in Bern op 28 en 29 april, onder het
voorzitterschap van VN-secretaris-generaal Ban Ki-
moon. Hij heeft de betrokken VN-agentschappen
gevraagd hun acties te coördineren. Het gaat om de
FAO, het WFP, het Internationaal Fonds voor
Agrarische Ontwikkeling (FIDA) en het Office for the
Coordination of Humanitarian Aid (OCHA). Zij zijn
bijeengekomen met de internationale financiële
instellingen,
de
Wereldbank
(WB),
het
Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de WTO om
een gecoördineerd antwoord op de crisis uit te
werken.
Op die vergadering werd een werkgroep opgericht
die momenteel een gemeenschappelijk strategisch
kader uitwerkt, waarvan op de conferentie op hoog
niveau in Rome op 3 en 5 juni een eerste versie
werd voorgesteld. Dat kader lijkt me teleurstellend
omdat een aantal aspecten niet aan bod is
gekomen.
De FAO heeft haar conferentie over de wereldwijde
voedselzekerheid bijeengeroepen. Zij moest onder
meer handelen over de klimaatverandering, de bio-
energie en de impact op de voedselzekerheid. Zij is
in feite uitgegroeid tot een wereldvoedseltop. Voor
sommige landen was dat een buitenkans om
sommige stellingen te verdedigen die veeleer
binnen de WTO thuishoren.
mesure où les pays se sont entendus sur la
nécessité de se concerter.
Ensuite, les programmes sociaux ont été étendus
dans un certain nombre de pays pour protéger la
population.
Le quatrième point, que je vais développer ensuite,
concerne la concertation de la communauté
internationale.
La première initiative est une conférence de deux
jours à Berne les 28 et 29 avril, sous la présidence
du Secrétaire général des Nations unies, Ban Ki-
moon. Il a demandé aux agences des Nations
Unies concernées de coordonner leurs actions. Il
s'agit de la FAO, du PAM, du Fonds international de
développement agricole (FIDA), du Bureau pour la
coordination des Affaires humanitaires des Nations
unies (OCHA) Ils se sont réunis avec les institutions
financières internationales, Banque mondiale (BM),
Fonds monétaire international (FMI) et OMC pour
développer une réponse coordonnée à la crise.
De cette réunion est sorti un groupe de travail qui
actuellement développe un cadre stratégique
commun et dont une première version a été
présentée à Rome lors de la conférence de haut
niveau des 3 et 5 juin. Ce cadre me semble
décevant pour cause d'éléments non abordés.
La FAO a convoqué sa conférence sur la sécurité
alimentaire mondiale. Elle devait porter notamment
sur le changement climatique, les bio-énergies et
l'impact sur la sécurité alimentaire. En fait, elle est
devenue un sommet mondial sur l'alimentation.
Pour certains États, ce fut une aubaine pour
promouvoir certaines thèses ayant plutôt leur place
au sein de l'OMC.
De Raad voor de mensenrechten kwam op 22 mei
in buitengewone zitting bijeen. Ik vroeg dat de Raad
met betrekking tot deze aangelegenheid zou
bijeenkomen. De resolutie die na afloop van die
zitting werd aangenomen, mandateerde Louise
Arbour,
de
Hoge
Commissaris
voor
de
Mensenrechten, en mijzelf om een boodschap uit te
dragen op de fora waar de voedselcrisis aan bod
komt.
De Sociaaleconomische Raad van de VN wijdde op
20 en 23 mei een vergadering aan die
vraagstukken.
Die reacties zijn welkom en coördinatie is natuurlijk
noodzakelijk. Vier taboes moeten nog uit de wereld
Le Conseil des droits de l'homme s'est réuni en
session extraordinaire le 22 mai. J'ai demandé qu'il
tienne une session sur cette question. La résolution
adoptée au terme de cette session nous a
mandatés, Louise Arbour, haut commissaire aux
droits de l'homme, et moi-même, pour porter un
message dans ces différents lieux où la crise
alimentaire est abordée.
Le Conseil économique et social des Nations unies
a tenu une réunion, du 20 au 23 mai, sur ces
questions.
Ces réactions sont bienvenues et la coordination
est évidemment nécessaire. Des tabous doivent
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
worden geholpen.
Een eerste punt waarop onvoldoende werd
gewezen: men heeft de landen niet gezegd dat ze
nationale strategieën moeten ontwikkelen om het
recht op voeding te waarborgen, door de regeringen
te responsabiliseren. Het recht op voeding verplicht
de staten de verantwoordelijkheden van de
onderscheiden ministeriële departementen te
omschrijven, een tijdpad vast te leggen voor de
geleidelijke invulling van het recht op voeding en de
slachtoffers van de schendingen van dat recht de
nodige beroepsinstrumenten ter beschikking te
stellen, waarbij de verantwoordelijkheid van de
bestuurders in het geding komt. Samen bieden die
maatregelen de mogelijkheid om toe te zien op het
recht op voedsel in de meest kwetsbare landen.
encore être levés sur quatre points.
Premier point sur lequel l'accent n'a pas
suffisamment été mis : on n'a pas dit aux États
qu'ils devaient développer des stratégies nationales
visant à garantir le droit à l'alimentation, en
responsabilisant les gouvernements. Qu'est-ce qui
découle du droit à l'alimentation ? Une obligation
pour les États de définir les responsabilités des
différents départements ministériels, de définir des
calendriers pour la réalisation progressive du droit à
l'alimentation, et de fournir des recours aux victimes
de violations de ce droit en engageant la
responsabilité
des
gouvernants,
tout
ceci
constituant un mécanisme de surveillance du droit à
l'alimentation dans les pays les plus fragiles.
Het institutioneel antwoord is een manier om een
bestuursbegrip toe te voegen aan de louter
humanitaire en macro-economische begrippen
waarmee de huidige crisis aangepakt wordt.
De tweede boodschap die ontbreekt betreft de
speculatie. Een van de ontwerp-slotverklaringen
van de conferentie van Rome bevatte een paragraaf
waarin aan de staten gevraagd wordt de volatiliteit
van de prijzen te bestrijden door nationale,
regionale of internationale voorraden aan te leggen.
Die paragraaf werd geschrapt. Van de jaren `80 tot
halverwege de jaren `90 vroeg het IMF in zijn
structurele aanpassingsplannen aan de staten geen
voedselvoorraden aan te leggen, want die werden
te duur bevonden, als bron van corruptie
bestempeld en veroorzaakten marktverstoringen.
Eens de crisis er was, hadden veel landen geen
verweer. Men moet de voedselvoorraden weer
aanleggen, zelfs indien het niet het ogenblik is om
het te doen gelet op de nervositeit van de markten.
Het is een oplossing op middellange termijn om
speculatie tegen te gaan.
De derde kwestie waaraan onvoldoende aandacht
wordt besteed, lijkt me ernstig: de stijging van de
voedingsprijzen betekent een risico voor de arme
consumenten in de ontwikkelingslanden die netto-
invoerder zijn van voedingsmiddelen, zelfs al
vertegenwoordigt die stijging een opportuniteit voor
de producenten in landen zoals Brazilië, India of
China, die er baat zullen bij hebben, want ze zijn
aangesloten op die markten en ze beschikken over
ad hoc infrastructuren.
Cette réponse institutionnelle est une manière
d'ajouter une notion de gouvernance aux notions
purement humanitaires et macroéconomiques à
travers lesquelles la crise actuelle est abordée.
Le deuxième message qui fait défaut concerne la
spéculation. Un des projets de déclaration finale de
la conférence de Rome contenait un paragraphe
demandant aux États de lutter contre la volatilité
des prix en constituant des stocks nationaux,
régionaux ou internationaux. Ce paragraphe a été
biffé. Des années 1980 jusqu'au milieu des années
nonante, le FMI, dans ses plans d'ajustement
structurels, demandait aux États de ne pas
entretenir de stocks alimentaires car ils étaient
jugés coûteux, sources de corruption et provoquant
des distorsions de marchés. Lorsque la crise arriva,
beaucoup d'États se sont trouvés désarmés. Il faut
reconstituer ces stocks alimentaires, même si ce
n'est pas le moment de la faire en raison de la
nervosité des marchés. C'est une solution à moyen
terme pour lutter contre la spéculation.
La troisième question à laquelle on n'a pas accordé
une attention suffisante me paraît grave : la hausse
des prix alimentaires représente un risque pour les
consommateurs pauvres dans les pays en
développement qui sont des importateurs nets de
denrées alimentaires, même si cette hausse des
prix représente une opportunité pour les
producteurs de pays tels le Brésil, l'Inde ou la
Chine, qui vont pouvoir en bénéficier parce qu'ils
sont connectés aux marchés et qu'ils disposent des
infrastructures ad hoc.
De producenten in de Sahel zullen geen baat
hebben bij die stijging. Zij hebben niet op dezelfde
wijze toegang tot de markt. Zij beschikken niet over
de nodige infrastructuur omdat hiervoor grote
Les producteurs d'Afrique subsaharienne ne vont
pas bénéficier de cette hausse. Ils n'ont pas accès
au marché de la même manière. Ils manquent
d'infrastructures pour lesquelles il faut des
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
publieke investeringen vereist zijn. Die boeren het
gaat om twee miljard mensen, waarbij vijfhonderd
miljoen gezinnen over minder dan twee hectaren
grond beschikken zijn uitermate kwetsbaar in
vergelijking met de grote concerns van de
voedingsmiddelenindustrie die hen zaden en
pesticiden verschaffen en die hun oogst kopen. Ze
zijn niet bij machte de prijs van hun input noch hun
verkoopprijzen te bedingen. Die markt werkt niet
volgens de wet van vraag en aanbod.
Dat onevenwicht tussen de kleine boeren die
helemaal niet georganiseerd zijn en de zeer
geconcentreerde sector van de voedingsmiddelen is
een van de redenen waarom de Wereldbank
bezorgd is. De Bank bekritiseert immers de
concentratie in de productie- en distributieketen en
is bezorgd over het misbruik van een dominante
positie door bepaalde bedrijven. Die bedrijven
moeten worden geresponsabiliseerd en de kleine
producenten moeten geholpen worden zodat zij zich
kunnen organiseren en betere prijzen kunnen
bedingen.
De vierde kwestie vraag die mijns inziens over het
hoofd wordt gezien, is de gevaarlijkste. In al deze
discussies is er een diagnose die door iedereen
wordt gesteld, maar ook een taboe wat de remedie
betreft. De diagnose is dat de landbouw moet
versterkt worden, en dat de investeringen in deze
sector moeten worden verhoogd. De behoeften
inzake voeding op wereldschaal zijn overigens zo
groot dat men de productie tegen 2050 moet
verdubbelen en met 50 procent moet verhogen
tegen 2030.
investissements publics importants. Ces paysans
deux milliards de personnes, cinq cent millions de
familles disposant de moins de deux hectares de
terres sont extrêmement vulnérables par rapport
aux grands de l'agroalimentaire qui leur fournissent
semences et pesticides, qui leur achètent leurs
récoltes. Ils ne sont pas capables de négocier le
prix de leurs intrants ni leurs prix de vente. Ce
marché ne fonctionne pas selon la loi de l'offre et de
la demande.
Ce déséquilibre entre les petits paysans inorganisés
et le secteur très concentré de l'agroalimentaire est
une source de préoccupations pour la Banque
mondiale, qui pointe du doigt la concentration dans
la chaîne de production et de distribution des
denrées alimentaires et s'inquiète de l'abus de
position dominante dont certaines sociétés
pourraient se rendre coupables dans ce contexte. Il
faut responsabiliser ces sociétés et il faut aider les
petits producteurs à s'organiser pour obtenir un
meilleur prix.
La quatrième question qui me paraît être oubliée est
la plus dangereuse. Dans tous ces débats, il y a un
diagnostic commun mais un tabou quant au
remède. Le diagnostic commun, c'est qu'il faut
renforcer l'agriculture, qu'il faut y augmenter les
investissements. D'ailleurs les besoins alimentaires
dans le monde sont tels qu'il faut doubler la
production d'ici 2050 et l'accroître de 50% d'ici
2030.
Het gaat hier om een enorme uitdaging. De
fundamentele vraag is: kan onze planeet zijn
inwoners voeden? Bovendien bestaat het risico dat
deze ongehoorde situatie als een buitenkansje
wordt gebruikt voor bepaalde programma's die ik
een beetje karikaturaal als de programma's van de
groene Revolutie zou bestempelen. Aan het eind
van de jaren `60 en in de jaren `70 heeft Zuid-Azië
een grote omvorming van zijn landbouw en een
versterking van zijn productiviteit meegemaakt dank
zij wat men de groene Revolutie noemde. Deze
Revolutie bestond erin biotechnologie te gebruiken
en uitvoerteelten te verkiezen boven teelten van
voedingsgewassen door de plaatselijke bevolking.
Door die groene Revolutie werden ook de grote
bedrijven versterkt, zodat zij schaalbesparingen
konden doorvoeren. Nu loopt men het risico dat in
Afrika gebeurt wat men in Zuid-Azië heeft gedaan
zonder lessen te trekken uit de vergissingen die
daar zijn begaan.
Het belangrijkste resultaat dat in Rome werd
Le défi est énorme. La question fondamentale est
de savoir si la planète va être capable de nourrir
ses habitants. Cette situation inédite risque d'être
utilisée comme une aubaine pour certains
programmes que j'appelle un peu caricaturalement
les programmes de la Révolution verte. À la fin des
années 60 et dans les années '70, l'Asie du Sud a
bénéficié d'une transformation considérable de son
agriculture et d'un renforcement de sa productivité
grâce à ce qu'on a appelé la Révolution verte qui a
consisté à utiliser des biotechnologies et à
privilégier les cultures d'exportation sur les cultures
vivrières des populations locales. Elle a également
renforcé les grandes exploitations capables de faire
des économies d'échelle. Aujourd'hui, il y a un
risque d'appliquer à l'Afrique ce qu'on a fait pour
l'Asie du Sud, sans tirer les enseignements des
erreurs qui y ont été commises.
Ce qui s'est passé de plus important à Rome, c'est
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
geboekt,
is
het partnerschap
tussen het
Bondgenootschap voor een groene Revolutie in
Afrika, dat door Koffi Annan wordt voorgezeten en
de Agentschappen van Rome, de FAO, het
International Fund for Agricultural Development en
het Alterglobalistisch programma voor een groene
Revolutie voor Afrika. Het Bondgenootschap voor
een groene Revolutie in Afrika wordt gesteund door
de privésector, die zeer aanwezig is in Rome.
De groene Revolutie is echter geen wondermiddel.
Onder het voorwendsel dat men meer wil
produceren, zal men wellicht minder goed
produceren, met alle negatieve gevolgen van dien
op sociaal vlak en op het vlak van het leefmilieu.
Deze vier risico's zal ik nu kort samenvatten.
Eerst is er het feit dat men een beroep doet op
biotechnologie, met inbegrip van de ggo's en op
technologie waardoor wij in grotere mate afhankelijk
zullen zijn van octrooihouders, met andere woorden
de grote multinationale bedrijven van de
voedingsmiddelenindustrie.
la conclusion d'un partenariat entre l'Alliance pour
une Révolution verte pour l'Afrique, présidée par
Koffi Annan, et les Agences de Rome, la FAO, le
Fonds international de développement agricole et le
Programme altermondialiste pour une Révolution
verte pour l'Afrique. L'Alliance pour une Révolution
verte pour l'Afrique est soutenue par le secteur
privé extrêmement présent à Rome.
Mais la Révolution verte n'est pas la panacée. Sous
prétexte de produire plus, on risque de produire
moins bien, avec des conséquences sociales et
environnementales négatives. Je vais résumer ces
quatre risques brièvement.
D'abord, il y a le recours aux biotechnologies, y
compris les OGM, et à des technologies qui sont
potentiellement
source
d'une
plus
grande
dépendance à l'égard des détenteurs de brevets, à
savoir
les
grandes
multinationales
de
l'agroalimentaire.
En indien de Europese Unie haar voorbehoud ten
aanzien van de ggo's handhaaft, zouden die
producenten misschien erg moeilijk toegang kunnen
krijgen tot de Europese markt.
Ik kom nu tot het tweede probleem, met name de
krachtverhoudingen tussen de kleine boeren en de
grote landbouwbedrijven. Volgens het model van de
groene revolutie moet de productiviteit verhoogd
worden, onder meer via schaalvoordelen die
landbouwproductie op industriële schaal mogelijk
maken. Dat dreigt in het nadeel uit te vallen van de
kleine producenten die slechts over twee of drie
hectare beschikken. Die kleine producenten lopen
het gevaar dat ze hun gronden geleidelijk zullen
moeten verkopen en loonarbeiders in dienst van
grotere bedrijven zullen worden.
Het derde risico is dat men voorrang geeft aan
monoculturen bestemd voor de uitvoer boven de
teelt van voedingsgewassen voor lokaal verbruik.
De voor de uitvoer bestemde monoculturen dreigen
sommige landen nog kwetsbaarder te maken. Ze
zullen immers verplicht zijn het voedsel dat ze
consumeren, in te voeren. Bijgevolg zullen de
prijsschommelingen op de internationale markten
voor hen grotere gevolgen hebben. Bovendien is de
markt van de landbouwgrondstoffen voor de
ontwikkelingslanden veel duurder op het vlak van
de koopkracht.
De vierde moeilijkheid van de groene revolutie is de
kwestie van de biodiversiteit. De biodiversiteit moet
ten stelligste bewaard blijven, omdat ze van
Et si l'Union européenne maintient ses réserves vis-
à-vis des OGM, l'accès au marché européen pour
ces producteurs pourrait être très difficile.
J'en viens au deuxième problème, à savoir les
rapports de force entre les petits paysans et les
grands exploitants agricoles. Le modèle de la
révolution
verte
préconise
d'augmenter
la
productivité, notamment par des économies
d'échelle
qui
permettent
la
production
agroindustrielle. Ceci risque de jouer au détriment
des petits producteurs qui ne disposent que de
deux ou trois hectares. Ces petits producteurs
risquent de devoir vendre progressivement leurs
terres et de devenir des travailleurs au service de
plus grandes exploitations.
Le troisième risque, c'est que l'on privilégie les
monocultures vouées à l'exportation plutôt que les
cultures vivrières destinées à la consommation
locale. Les monocultures vouées à l'exportation
risquent d'accentuer la vulnérabilité de certains
pays. En effet, ils seront obligés d'importer la
nourriture qu'ils consomment. Dès lors, la volatilité
des prix sur les marchés internationaux aura un
plus grand impact sur eux. En outre, pour les pays
en développement, le marché des matières
premières agricoles est beaucoup plus cher en
termes de pouvoir d'achat.
La quatrième difficulté de la Révolution verte, c'est
la question de la biodiversité. La biodiversité doit
être absolument préservée parce qu'elle est source
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
essentieel belang is voor de vooruitgang van de
landbouw in de toekomst. Als sommige teelten
bedreigd zijn, kan ze een reddingsboei vormen om
alternatieven te ontwikkelen. De biodiversiteit staat
echter onder zware druk door de opmars van de
monoculturen.
We moeten dus oog hebben voor de impact van de
groene revolutie zoals sommigen die op het
Afrikaans continent gestalte zouden willen geven.
de progrès agricoles pour l'avenir. Si certaines
cultures sont menacées, elle peut être une "bouée
de sauvetage" lorsqu'il faut développer des
alternatives. Or, la biodiversité est menacée
gravement par la progression des monocultures.
Il faut donc être attentif à l'impact de la Révolution
verte telle que certains voudraient la voir se
développer sur le continent africain.
Er zijn die twee alternatieve modellen: het AGRA-
model Alliance for a Green Revolution in Africa
en het model dat door vele organisaties van de
civiele maatschappij die in Rome aanwezig waren,
wordt voorgesteld. Op dat vlak is er al vier jaar lang
een reflectie aan de gang door internationale
deskundigen,
die
in
april
jongstleden
in
Johannesburg
een
rapport
met
als
titel
"International Assessment of Agricultural Science
and Technology for
Development" hebben
gepubliceerd. Die deskundigen steken een
waarschuwende vinger op en stellen dat er
voorrang moet worden gegeven aan de agro-
ecologie, dat er moet worden toegezien op de
sociale impact van de te snelle omvorming van de
landbouwsector, dat er een milieuvriendelijke
landbouw moet worden ontwikkeld en dat er oog
moet zijn voor de sociale weerslag ervan.
Zevenenvijftig regeringen hebben de conclusies van
dat rapport in april jongstleden goedgekeurd.
Tijdens de besprekingen in Rome werd geen enkele
melding van dat rapport gemaakt. Men kent de
conclusies ervan niet. Misschien omdat ze niet bij
iedereen in de smaak vallen of omdat sommige
multinationals zich tijdens de werkzaamheden die
tot die internationale evaluatie hebben geleid,
hebben teruggetrokken omdat ze bang waren dat
de conclusies niet zouden stroken met hun
belangen.
Tot slot wil ik nog aanstippen op welke manier
België een bijdrage tot dit debat zou kunnen
leveren.
België heeft een sterke invloed op dat gebied,
omdat het niet als een bedreiging wordt ervaren.
Ons land wordt in die discussies als relatief neutraal
en objectief beschouwd. België is een klein land, en
dat is een troef als het erop aankomt initiatieven te
bevorderen die niet meteen worden afgewezen.
Indien die initiatieven van andere landen zouden
uitgaan, dan zouden zij met argwaan worden
bekeken.
Ten eerste moet België zijn Europese partners
ertoe aanmoedigen het aandeel van de officiële
ontwikkelingshulp ten voordele van de landbouw te
vergroten. Charles Michel heeft dat gedaan: hij
stelde voor de officiële ontwikkelingshulp voor de
landbouw tegen 2010 tot 10 procent op te trekken.
Il y a ces deux modèles alternatifs : le modèle
AGRA - Alliance pour la Révolution Verte en Afrique
-
et
le
modèle
proposé
par
beaucoup
d'organisations de la société civile qui étaient
présentes à Rome. Il y a, en ce domaine, une
réflexion en cours depuis quatre ans, menée par
des experts internationaux, qui ont publié en avril
dernier à Johannesburg un rapport intitulé :
« Evaluation internationale des sciences et
technologies
agricoles
au
service
du
développement.» Ces experts ont dit : « Attention !
Il faut privilégier l'agro-écologie, il faut être attentif à
l'impact social de la transformation trop rapide du
secteur agricole, il faut développer une forme
d'agriculture respectueuse de l'environnement et
être attentif à ses impacts sociaux ».
Cinquante sept gouvernements ont approuvé les
conclusions de ce rapport en avril dernier. Dans les
discussions de Rome, aucune mention n'est faite
de ce rapport. On ignore ses conclusions. Peut-être
parce qu'elles ne plaisent pas à tous ou parce qu'au
cours des travaux ayant conduit à cette évaluation
internationale, certaines multinationales se sont
désengagées, craignant que leurs conclusions ne
rejoignent pas leurs intérêts.
Je termine en évoquant ce qui peut être une
manière pour la Belgique de contribuer à ce débat.
La Belgique a une forte influence sur ces questions
parce qu'elle n'est pas perçue comme menaçante.
Elle est perçue comme relativement neutre et
objective dans ces discussions. Notre petite taille
est un atout dans notre capacité à promouvoir des
initiatives qui ne suscitent pas d'emblée le rejet. Si
ces initiatives venaient d'autres pays, elles seraient
accueillies avec suspicion.
Premièrement, la Belgique doit encourager ses
partenaires européens à renforcer la part de l'aide
publique au développement à l'agriculture. Charles
Michel l'a fait en parlant d'un objectif de 10 % de
l'aide publique au développement à l'agriculture
pour 2010. Il faut que les pays en développement
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
De ontwikkelingslanden moeten begrijpen dat dat in
hun eigen belang is.
comprennent que c'est dans leur propre intérêt.
Ten tweede moet België een debat afdwingen over
het opnieuw aanleggen van de voedselreserves op
regionaal of internationaal niveau. Het idee werd
weliswaar al te berde gebracht, maar werd
vooralsnog door geen enkele instantie verder
uitgespit. Waarom zou België niet het initiatief
nemen om een stuurgroep te vragen zich te buigen
over de haalbaarheid van dit scenario?
Ten derde is er volgens mij een specifieke rol
weggelegd voor het Parlement. De grote spelers
van de landbouw- en voedingsmiddelenindustrie
moeten uitgenodigd worden voor een discussie,
zonder taboes, over de manier waarop die industrie
kan bijdragen tot het waarborgen van het recht op
een goede voeding. In het kader van mijn mandaat
van speciaal rapporteur tracht ik die bedrijven
geleidelijk aan op hun verantwoordelijkheid te
wijzen en samen met hen uit te maken welke good
practices er kunnen worden uitgewerkt. Ik tracht in
te zien hoe die grote bedrijven, in plaats van te
rekenen op de kwetsbaarheid van de kleine boeren,
de landbouwers kunnen helpen betrouwbare
gesprekspartners te zijn. Als het Belgisch
Parlement een sereen klimaat zou kunnen creëren
voor de discussie, zou mij dat enorm vooruithelpen.
Het zou ons allemaal de gelegenheid bieden om
hierover vlotter van gedachten te wisselen dan
wanneer ik daartoe zelf het initiatief zou nemen.
Ten vierde moeten we dringend afstappen van die
totaal
irrealistische
en
contraproductieve
doelstelling die de Europese Unie vooropstelt wat
het gebruik van bio- of agrobrandstoffen in het
transportwezen betreft.
Deuxièmement, la Belgique doit forcer un débat sur
la reconstitution des réserves alimentaires sur le
plan régional ou international. Si l'idée a été
évoquée, elle n'a jamais été approfondie par aucun
organisme. Pourquoi la Belgique ne prendrait-elle
pas l'initiative de demander à un groupe d'experts
de travailler sur la faisabilité de ce scénario ?
Troisièmement, je vois un rôle spécifique pour le
Parlement. Il faut que les grands acteurs de l'agro-
alimentaire soient conviés à une discussion sans
tabous sur sa contribution possible à réaliser le droit
à une alimentation adéquate. Dans le cadre de mon
mandat de rapporteur spécial, j'essaye de
responsabiliser progressivement ces entreprises,
d'identifier avec elles les bonnes pratiques qui
peuvent être développées. J'essaye de percevoir la
manière dont ces grandes sociétés peuvent, non
pas tabler sur la vulnérabilité des petits paysans,
mais renforcer ces derniers dans leur capacité à
être des interlocuteurs fiables. Si le Parlement belge
pouvait créer un climat de discussion serein, je
pense que ce serait pour moi d'une grande utilité.
Ce serait pour nous tous une occasion d'avoir une
discussion plus facile que si je prends moi-même
cette initiative.
Quatrièmement, il faut d'urgence renoncer à cet
objectif absolument irréaliste et contre-productif,
que l'Union européenne s'est donné en terme
d'utilisation d'agro-carburants dans le transport.
Dat beleid is letterlijk dodelijk. Het gebruik van
biobrandstoffen brengt mee dat men aan kleine
landbouwers van landen als Colombia, Maleisië en
Indonesië vraagt op te houden met wat ze altijd al
deden, om voor ons grondstoffen te produceren
voor
onze
wagens.
Daartoe
worden
landbouwgronden gebruikt die zouden kunnen
dienen om voedingsmiddelen te telen. Die gronden
zijn ook niet onuitputtelijk, maar hun oppervlakte
krimpt nog als gevolg van de klimaatverandering.
Elke hectare die gebruikt wordt voor de productie
van agrobrandstoffen is verloren voor de
voedselproductie. Het signaal dat de Europese Unie
aan de internationale markten geeft door vast te
houden aan die doelstelling dient de strijd tegen de
klimaatwijziging
geenszins.
Meer
en
meer
deskundigenverslagen wijzen in die richting. Het
wordt tijd dat de Raad van de Europese Unie dat
inziet. (Applaus op alle banken)
Cette politique est littéralement meurtrière. Les
biocarburants impliquent que l'on demande à des
petits paysans de pays comme la Colombie, la
Malaisie, l'Indonésie de renoncer à faire ce qu'ils
ont toujours fait pour produire, pour nous, des
matières premières destinées au fonctionnement de
nos automobiles. Il s'agit de terrains arables qui
peuvent servir à produire des denrées alimentaires.
Ces terrains ne sont pas extensibles à l'infini. Au
contraire, ils rétrécissent suite au changement
climatique. Tout hectare réservé à la production
d'agro-carburants est perdu pour la production
alimentaire. J'estime que le signal donné par l'Union
européenne aux marchés internationaux en
insistant sur le maintien de cet objectif ne sert en
rien la cause du changement climatique. Les
rapports d'experts se multiplient. Il est temps que le
Conseil de l'Union européenne s'en rende compte.
(Applaudissements sur tous les bancs)
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
De voorzitter: Ik dank professor De Schutter voor
zijn merkwaardige verslag en voor de heel concrete
aanbevelingen. Wij zullen die zeker ter harte nemen
in de besluiten die wij uit deze ontmoeting zullen
trekken in de komende periode.
Na de uiteenzetting van de heer Philip Mikos zullen
wij de gedachtewisseling hebben.
Le président : Je remercie le professeur De
Schutter pour son rapport remarquable et pour les
recommandations très concrètes. Nous les
prendrons certainement en considération dans les
conclusions que nous tirerons de cette rencontre au
cours de la période à venir.
Après l'exposé de M. Philip Mikos, nous
procéderons à l'échange de vues.
01.02 Philip Mikos, afdelingshoofd van het DG
Ontwikkeling, belast met de taskforce de
internationale voedselcrisis" (Frans): De heer Olivier
De Schutter heeft het grootste deel van de punten
van mijn betoog aangekaart. Ik zal dus niet de
analyse herhalen die alle sprekers hebben
gemaakt. Omdat de heer De Schutter het Europees
beleid op de helling zet, zal ik mij nu toespitsen op
het Europees antwoord waarbij ik punten zal
hernemen die de heer De Schutter behandeld heeft
zoals
de
biobrandstoffen.
Zelf
ben
ik
verantwoordelijk voor de ontwikkeling. Ik zal dus
mijn bevoegdheidsdomein overschrijden, maar de
elementen die ik naar voren zal brengen, zullen
nuttig zijn in die zin dat zij onze discussies zullen
aanvullen. Wij zijn het eens over de ernst van de
huidige voedselcrisis. Over onze evaluatie bestaat
er een algemeen consensus en de Commissie
reageerde zeer snel op die crisis, waarbij zij een
aantal maatregelen voorstelde aan de Raad, die
hier de nodige conclusies aan verbond. In onze
evaluatie hebben we het echter niet over een
voedselcrisis. Volgens ons is er nu eerder sprake
van een toegangscrisis dan een productie- of
beschikbaarheidscrisis. De voedselreserves zijn
weliswaar fors gedaald en de beschikbare
hoeveelheden zijn inderdaad niet op billijke wijze
verdeeld, maar het is ook een feit dat er nu genoeg
te eten is.
01.02 Philip Mikos, chef d'unité de la DG
Développement, chargé de la task force sur la crise
alimentaire internationale (en français) : M. Olivier
De Schutter a abordé la majeure partie des points
de mon exposé. Je ne vais donc pas répéter
l'analyse commune à l'ensemble des intervenants.
Je vais me concentrer sur la réponse européenne
et reprendre certains points soulevés par M. De
Schutter, notamment les biocarburants, car il remet
en cause la politique européenne. Pour ma part, je
suis responsable pour le développement. Je vais
donc pêcher en dehors de mes eaux mais ce seront
des éléments complémentaires utiles à nos
discussions. Nous avons une évaluation semblable
sur la gravité de cette crise. Cette évaluation est
partagée et la Commission a répondu très
rapidement à cette crise en proposant une série de
mesures présentées au Conseil qui en a tiré des
conclusions. Toutefois, dans notre appréciation de
la crise, nous ne parlons pas de crise alimentaire.
Selon nous, il s'agit plus d'une crise d'accès que
d'une crise de production, de disponibilité. Il est vrai
que les stocks ont diminué substantiellement. Il est
vrai que les quantités disponibles ne sont pas
équitablement distribuées mais il est également vrai
qu'il y a suffisamment à manger pour l'instant.
Wat bijzonder verstrekkende gevolgen heeft gehad
in deze crisis, is het volatiele karakter ervan. De
heer Olivier De Schutter heeft de onderscheiden
factoren die dat volatiele karakter nog hebben
benadrukt, goed uiteengezet. Daardoor kan er geen
programmering worden uitgewerkt, kunnen er geen
investeringen gedaan worden, en kan men niet met
vertrouwen reageren, en daar kunnen we ons het
minst tegen verweren in deze crisis.
Het is wel zo dat deze crisis nu uitbreekt nadat men
de voorbije twintig jaar veel minder geïnvesteerd
heeft in de landbouw. Hoe is dat zo gekomen? Ik
werp dit op opdat men zou trachten diezelfde fouten
niet opnieuw te maken in andere sectoren. In de
jaren `80 werd de staatsparticipatie in de
economische
investeringen
door
structurele
aanpassingen
ontmanteld
in
de
Ce qui a été extrêmement grave dans cette crise,
c'est la volatilité. M. Olivier De Schutter a très bien
mentionné les différents facteurs qui ont accentué
celle-ci. Elle ne permet ni de programmer, ni
d'investir et de répondre en confiance, ce qui est le
facteur le plus désarmant dans la crise.
Il est vrai que cette crise intervient après vingt ans
de désinvestissement de l'agriculture. Comment
est-ce arrivé? Je dis cela afin que l'on essaie
d'éviter les mêmes erreurs dans d'autres secteurs.
Dans les années 80, les ajustements structurels ont
démantelé, dans les pays en développement, la
participation de l'État dans les investissements
économiques. Ces dépenses étaient complètement
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
ontwikkelingslanden. Die uitgaven waren totaal
onevenredig aan de inkomsten, wat de economie
van die landen ontwrichtte. Dus werden de
marketing boards, zoals dat heet in de
Angelsaksische landen, geprivatiseerd; dit zijn
officiële afzetorganisaties die ook de input of
productiemiddelen
verdeelden
onder
de
landbouwers, en de productie opkochten en in het
buitenland afzetten.
Bij die privatisering ging men uit van de hypothese
dat de privésector de fakkel zou overnemen van de
Staat. Dat is niet gebeurd. Zo komt het dat met
name de Afrikaanse boeren zich gefocust hebben
op hun behoefte om in hun levensonderhoud te
voorzien. Ze hebben zich op zichzelf teruggeplooid
en hebben hun interventiecapaciteit op de nationale
en buitenlandse markten teruggeschroefd. Parallel
daarmee zijn die landen als gevolg van de
liberalisering steeds afhankelijker geworden van de
import.
démesurées par rapport aux revenus, ce qui
déstabilisait l'économie de ces pays. On a donc
assisté à la privatisation de ce qu'on appelle dans
les pays anglo-saxons les marketings boards,
offices de commercialisation qui étaient aussi ceux
qui distribuaient les intrants aux agriculteurs, ceux
qui rachetaient la production, ceux qui vendaient la
production à l'étranger.
L'hypothèse était qu'avec le retrait de l'État, le
secteur privé allait prendre la relève. Il ne l'a pas
fait. C'est ainsi que les agriculteurs africains en
particulier se sont retranchés derrière un besoin de
subsistance. Ils se sont repliés sur eux-mêmes en
réduisant leur capacité d'intervenir sur les marchés
nationaux et étrangers. En parallèle, la libéralisation
a fait que ces pays sont devenus de plus en plus
dépendants des importations.
Dat leidt tot de huidige situatie, die men had moeten
voorzien. Men heeft ongetwijfeld te laat dit
onevenwicht tussen vraag en aanbod, tussen de
interne productie en de aan de invoer verbonden
behoeften, onderkend.
Wat
verrassend
bleek
voor
de
besluitvormingsorganen en voor degenen die in de
samenwerking actief zijn, is de snelheid waarmee
de crisis er gekomen is en de omvang ervan.
Parallelle factoren die allemaal in dezelfde richting
gewerkt hebben, hebben zeker die impact nog
versterkt.
De Commissie heeft geprobeerd een strategie uit te
stippelen voor interne en externe reacties en heeft
de doelstellingen op het stuk van de biobrandstoffen
bevestigd. De Commissie heeft vooral een extern
antwoord klaar om onmiddellijk en kort op de bal te
spelen; het gaat grotendeels om een humanitaire
reactie, die zeker niet de meest duurzame is, maar
wel de meest gevaarlijke want ze houdt het risico in
de afhankelijkheid van voedselhulp te creëren.
Maar ze is nodig in een aantal landen. We denken
dat ze gepaard moet gaan met de invoering van
veiligheidsnetten, sociale maatregelen, om de
behoeften van de minst bedeelde bevolking die
nettoverbruiker is, te lenigen. Die hypothese moet
samengaan met een oproep tot meer investeringen
in de landbouw.
Il en résulte la situation actuelle que l'on devait
prévoir. On a prévu mais sans doute trop tard - ce
déséquilibre entre l'offre et la demande, entre la
production interne et les besoins liés aux
importations.
Ce qui a été surprenant pour les organes décideurs
et pour ceux qui travaillent dans la coopération,
c'est plus la rapidité avec laquelle la crise s'est
produite et son amplitude. Les facteurs parallèles
qui ont tous joué dans le même sens ont
certainement contribué à augmenter cet impact.
La Commission a tenté de définir une stratégie de
réponses internes et externes et a confirmé les
objectifs des biocarburants. La Commission a
surtout défini une réponse externe qui s'articule
autour des réponses immédiates à court terme;
c'est en grande partie la réponse humanitaire. Elle
n'est certainement pas la plus durable mais la plus
dangereuse parce qu'elle risque de créer une
dépendance par l'aide alimentaire. Mais elle est
nécessaire dans un certain nombre de pays. Nous
croyons qu'elle doit s'accompagner de la mise en
place de "filets de sécurité", de mesures sociales,
pour pallier les besoins de la population la plus
démunie qui est consommatrice nette. Cette
hypothèse est à mettre en parallèle avec l'appel de
plus d'investissements dans l'agriculture.
De jongste tien jaar lagen de prijzen dramatisch
laag. De ontwikkelingslanden hebben tegen lage
prijzen producten ingevoerd in plaats van te
investeren in een concurrentiële productie.
Zonder een nationale en regionale markt zal het in
Afrika niet mogelijk zijn om investeringen aan te
trekken die de landbouw opnieuw op gang kunnen
trekken. Om hun landbouw en economie te
Ces dix dernières années, les prix ont été
dramatiquement
faibles.
Les
pays
en
développement ont importé à bas prix plutôt que
d'investir dans une production concurrentielle.
En Afrique, sans un marché national et régional, il
ne sera pas possible d'attirer les investissements
pour relancer l'agriculture. Pour stabiliser leur
agriculture et leur économie, les pays africains ont
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
stabiliseren, hebben de Afrikaanse landen nood aan
meer autonomie.
Voedstelstocks brengen soelaas op korte termijn
maar hebben ook negatieve kanten. In het verleden
zijn er beheersproblemen geweest en hun
doeltreffendheid
is
op
economisch
gebied
betwistbaar. Misschien moeten ze in combinatie
met financiële instrumenten herbekeken worden.
besoin de plus d'autonomie.
Au-delà du court terme, les stocks alimentaires sont
une réponse à double tranchant. Ils ont connu dans
le passé des problèmes de gestion et leur efficacité
est discutable sur le plan économique. Peut-être
doivent-ils être reconsidérés en combinaison avec
des instruments financiers ?
Op middellange termijn moet de productie ook
opnieuw op gang gebracht worden. De FAO zal
binnenkort een oproep lanceren om dat te
financieren.
Op lange termijn ligt het antwoord in een duurzaam
landbouwbeleid dat ook sociaal en ecologisch
verantwoord is.
Alle aangekaarte problemen blijven actueel,
bijvoorbeeld de kwestie van de ggo's, de keuze
tussen extensieve en intensieve landbouw, de rol
van de markt. Het is belangrijk om alle aandacht
niet op de internationale markt te concentreren, ten
koste van de regionale markten, die voor de
Afrikaanse landbouwer zeer interessant kunnen
zijn. De coördinatie en de vereniging van
producenten met het oog op de versterking van hun
onderhandelingspositie zijn ook van essentieel
belang.
De rol van de donoren is niet om tot westerse
inspanningen bij te dragen maar om nationale
initiatieven te financieren en te steunen.
À moyen terme, il faut également relancer la
production. La FAO lancera sous peu un appel pour
obtenir des financements à cette fin.
À long terme, la réponse réside dans une
agriculture durable et soutenable sur les plans
social et environnemental.
Tous les problèmes soulevés restent d'actualité, par
exemple la question des OGM, le choix entre
agriculture extensive et intensive, le rôle du marché.
Il importe de ne pas concentrer toute l'attention sur
le marché international aux dépens des marchés
régionaux, qui peuvent être très intéressants pour le
paysan africain. Enfin, la coordination et
l'association de producteurs pour renforcer leurs
capacités de négociation sont fondamentales.
Le rôle des donateurs n'est pas de contribuer à un
effort occidental mais de financer et d'appuyer des
initiatives nationales.
Te Rome was de coördinatie binnen de VN
voorbeeldig. De internationale gemeenschap liet
zich door een gemeenschappelijke visie leiden. De
Commissie zal de lidstaten ertoe aansporen in
dezelfde richting te handelen en een op nationaal
vlak gecoördineerde actie te voeren.
De oplossing ligt niet in nieuwe instrumenten, maar
in de politieke wil van de lidstaten en van de
geldschieters om de investeringen op het nationale
niveau op te krikken. Door middel van een evaluatie
van de eigen behoeften kan men voor elk land
passende
strategieën
en
werkmethodes
identificeren. Uiteraard moeten die strategieën op
de voedselzekerheid, het recht op voeding en
internationaal bekrachtigde beginselen berusten.
La coordination des Nations unies à Rome a été
exemplaire. La communauté internationale a été
guidée par une vision commune. La Commission
encouragera les États membres à agir dans le
même sens d'une coordination au niveau national.
La solution à la crise ne réside pas dans de
nouveaux instruments mais dans la volonté
politique des États et des bailleurs de fonds
d'augmenter les investissements au niveau
national. Le travail d'évaluation des besoins
nationaux permet aussi d'identifier les stratégies et
méthodes appropriées à chaque pays. Bien
entendu, ces stratégies doivent s'appuyer sur la
sécurité alimentaire, le droit à l'alimentation et les
principes qui ont été entérinés par la communauté
internationale.
Dit internationale antwoord moet van financiële aard
zijn, maar ook overeenstemmen met een
gemeenschappelijke visie die de Europese Raad
nog moet ontwikkelen. Die visie moet het mogelijk
maken de antwoorden evenals de financiële
verantwoordelijkheid voor de tegemoetkomingen, te
verdelen.
Er werden op het hoogste niveau beslissingen
genomen over de verklaring van Parijs en de
verdeling van het werk tussen de lidstaten en de
Cette réponse internationale doit être d'ordre
financier mais aussi correspondre à une vision
commune, qui reste à construire au niveau du
Conseil européen. Cette vision doit permettre de
partager les réponses mais aussi la responsabilité
financière pour les interventions.
La déclaration de Paris, la division du travail entre
les États membres et la Commission ont fait l'objet
de décisions au plus haut niveau. Cela nous permet
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Commissie. Dat laat ons toe op gedifferentieerde
wijze tussen te komen in het kader van een
versterkte coördinatie op Europees vlak.
Er moet worden gereageerd zonder evenwel het
werk te negeren dat de jongste jaren reeds werd
verricht in de bestaande structuren. In Afrika werkt
het CAADP (Comprehensive Africa Agriculture
Development Programme),
samen met de
verschillende deelnemende partijen op het niveau
van ieder land, aan het uitstippelen van een
landbouwbeleid en landbouwstrategieën.
d'intervenir de façon différenciée dans le cadre
d'une coordination renforcée au niveau européen.
Il faut réagir, mais sans ignorer le travail déjà réalisé
ces dernières années dans les structures
existantes.
Ainsi,
en
Afrique,
le
CAADP
(Comprehensive Africa Agriculture Development
Programme) travaille, avec les différentes parties
prenantes au niveau de chaque pays, à l'élaboration
de politiques et de stratégies agricoles.
Om een en ander financieel te bekostigen, hebben
we verschillende middelen gemobiliseerd. Wij zullen
tevens de steun van de lidstaten vragen, opdat een
deel van de middelen die in het kader van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid naar aanleiding
van de prijsstijging niet werden aangewend, kan
worden
gebruikt
voor
de
hulp
aan
de
ontwikkelingslanden.
Wat de biobrandstoffen betreft, heeft de Commissie
haar standpunt niet gewijzigd, zelfs al houdt dat
beleid risico's in voor de plaats waar en de manier
waarop de biobrandstoffen geproduceerd worden.
Bijgevolg
moet
er
een
productie
van
agrobrandstoffen komen die op het gebied van het
milieu en ook sociaal duurzaam is. Het is duidelijk
dat die doelstelling bijgedragen heeft tot de plotse
stijging van de prijzen, zelfs al is die impact nauw
verbonden met de volatiliteit van de prijzen.
Pour apporter une réponse financière, nous avons
mobilisé plusieurs ressources. Nous allons
également demander l'appui des États membres
pour qu'une partie des ressources qui n'ont pas été
dépensées suite à l'augmentation des prix dans le
cadre de la politique agricole commune puisse être
utilisée dans l'appui aux pays en développement.
En ce qui concerne les biocarburants, la
Commission n'a pas changé sa position, même si
cette politique présente des risques liés à la
provenance des biocarburants et la manière dont ils
sont produits. L'objectif devient dès lors la mise en
place d'une production d'agro-carburants qui soit
durable d'un point de vue environnemental et social.
Il est clair que cet objectif a contribué à la flambée
des prix, même si cet impact est étroitement lié à la
volatilité des prix.
De Commissie heeft aan haar beleid milieu- en
sociale duurzaamheidscriteria verbonden en zal de
kwestie
in
de komende maanden nader
onderzoeken.
Op het vlak van internationale samenwerking is het
belang van coördinatie en van een gecoördineerd
antwoord cruciaal. Doelstellingen zoals die welke
door minister Michel aangekondigd werden zijn
belangrijker omdat ze een signaal geven. Als we
niet opletten riskeren we allemaal in dezelfde
landen op te treden - de landen die het meest
getroffen zijn door de crisis - terwijl er in alle landen
arme bevolkingsgroepen zijn die onder de crisis
lijden.
De dialoog met de privésector lijkt mij eveneens
fundamenteel om een antwoord te kunnen bieden
op het probleem van verticale integratie en van de
invloed die de privésector rechtstreeks op de
producenten uitoefent.
La Commission a associé à sa politique des critères
environnementaux et sociaux de durabilité, et elle
étudiera la question plus en détail dans les mois qui
viennent.
Du point de vue de la coopération internationale,
l'importance de la coordination et de la réponse
coordonnée est cruciale. Des objectifs comme ceux
annoncés par le ministre Michel sont importants car
ils donnent un signal. Si on ne fait pas attention, on
risque d'intervenir tous dans les mêmes pays, les
plus frappés par la crise alors que tous les pays
hébergent des populations pauvres touchées par la
crise.
Le dialogue avec le secteur privé me semble
également fondamental pour répondre à la question
de l'intégration verticale et à la question de la façon
dont le secteur privé intervient directement sur les
producteurs.
In het kader van de financiering is de samenwerking
met de Verenigde Naties en de Europese Unie
fundamenteel. (Applaus op alle banken)
De voorzitter: Ik bedank de heer Mikos voor zijn
heldere uiteenzetting en voor de suggesties aan het
Dans le cadre du financement, la collaboration avec
les Nations unies et l'Union européenne est
fondamentale. (Applaudissements sur tous les
bancs)
Le président : Je remercie M. Mikos pour la clarté
de son exposé et pour les suggestions qu'il propose
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Parlement. Nu volgt de gedachtewisseling. In een
volgend stadium zullen de parlementsleden
conclusies trekken, eventueel in de vorm van een
motie of een resolutie. Mensen die opmerkingen
willen maken en ideeën willen lanceren kunnen dat
nu doen.
au Parlement. Vient à présent l'échange de vues.
Les membres tireront ensuite leurs conclusions,
éventuellement sous la forme d'une motion ou
d'une résolution. Ceux qui désirent formuler des
remarques et lancer des idées ont la possibilité de
le faire maintenant.
01.03 Jean Cornil (PS): De heer De Schutter gaf
aan dat België een rol zou kunnen spelen inzake
het aanleggen van voorraden op het regionale en
zelfs op het internationale niveau, wat tegelijk
speculatie zou tegengaan. Is zoiets plausibel op
korte termijn? Hoe evolueren de onderhandelingen
over de handelsvrijheid binnen de WHO?
Ik ben het niet eens met het standpunt van de heer
Mikos over de agrobrandstoffen. Hoe reageert u op
de argumenten van de heer De Schutter met
betrekking tot de invoer van palmolie?
Beide sprekers hadden het over de eetgewoonten
in het Noorden, die gekenmerkt worden door een te
hoge consumptie van proteïnen. In de verschillende
debatten wordt echter nooit gewag gemaakt van
campagnes om betere eetgewoonten aan te leren.
01.03 Jean Cornil (PS) : M. De Schutter a dit
qu'un des enjeux pour lesquels la Belgique pourrait
jouer un rôle est la constitution de stocks au niveau
régional, voire au niveau international, ce qui
pourrait également s'avérer bénéfique dans la lutte
contre la spéculation. La constitution de tels stocks
est-elle plausible à court terme ? Qu'en est-il de
l'OMC et de l'évolution de la négociation sur la
liberté commerciale ?
Je ne partage pas le point de vue de M. Mikos sur
les agro-carburants. Pouvez-vous répondre à
l'argumentation de M. De Schutter sur l'importation
d'huile de palme ?
Enfin, pour nos deux intervenants, un problème qui
me frappe est celui de la structure des habitudes
alimentaires des habitants du Nord qui consomment
trop de protéines. Or, rien n'apparaît dans les
différents débats au sujet de campagnes
d'éducation à l'alimentation.
We zouden onze ecologische voetafdruk moeten
verkleinen en tegelijk de Human Development Index
van de ontwikkelingslanden moeten verhogen.
Il faudrait essayer d'entrer dans une logique de
diminution de notre empreinte écologique tout en
augmentant l'indice de développement humain dans
les pays en voie de développement.
01.04 Colonel Yves Somville, directeur van de
studiedienst van de Fédération wallonne de
l'agriculture (Frans): Mijn eerste opmerking is in de
eerste plaats bestemd voor de heer De Schutter. Hij
zei dat de volatiliteit elke keer het gevolg is van
speculatie. Ik zou hieraan willen toevoegen dat zij
ook verband houdt met het eigen karakter van de
landbouw die van het klimaat afhangt. De
verdwijning
van
een
aantal
marktreguleringsmechanismen heeft hij nauwelijks
aangekaart en ik zou graag zijn mening daarover
willen weten.
Mijn tweede opmerking is bestemd voor de heer
Mikos. Hij had het over het liberaliseringsluik in dit
dossier, waarbij hij liet opmerken dat de
liberalisering er verantwoordelijk voor is dat
ontwikkelingslanden, met name in Afrika, nu meer
afhangen van de uitvoer. Hij zei ook dat het in Afrika
niet mogelijk zal zijn om zonder markt de landbouw
nieuw leven in te blazen, bij gebrek aan
investeringen. Is de heer Mikos al of niet
voorstander van een volledige openstelling van de
markten zoals op internationaal vlak wordt bepleit?
01.04 Yves Somville, directeur du service
d'études de la Fédération wallonne de l'agriculture
(en français) : Ma première remarque s'adresse
davantage à M. De Schutter. Il a dit que la volatilité
était issue à chaque fois de la spéculation.
J'ajouterais qu'elle est également liée à la
spécificité de l'agriculture qui dépend des conditions
climatiques. Il a très peu abordé la disparition d'une
série de mécanismes de régulation de marchés et
je voudrais avoir son avis en ce domaine.
Ma deuxième remarque est destinée à M. Mikos. Il
a évoqué l'aspect de la libéralisation en disant
qu'elle était responsable, notamment pour les pays
africains, d'une plus grande dépendance aux
importations. Il a également dit qu'en Afrique, sans
marché, l'agriculture ne pourra pas être relancée
faute d'investissements. M. Mikos est-il favorable
ou défavorable à l'ouverture totale des marchés
prônée au plan international ?
01.05 Georges Dallemagne (cdH): Is de heer De
Schutter de mening toegedaan dat onder meer
01.05 Georges Dallemagne (cdH) : M. De
Schutter juge-t-il que la réponse actuelle,
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
België een juist antwoord geeft, gelet op de door de
FAO en het World Food Programme (WFP)
geslaakte alarmkreet?
notamment de la Belgique, est adéquate par rapport
à l'appel lancé par la FAO et par le Plan Alimentaire
Mondial (PAM) ?
Wat denkt u van het feit dat men het WFP een
structurele begroting zou moeten toekennen?
Que pensez-vous du fait qu'il faudrait accorder au
PAM un budget structurel ?
U heeft beiden nauwelijks de kwestie van de
subsidies
en
van
het
gemeenschappelijk
landbouwbeleid aangeraakt. De heer De Schutter
had het over een taboe. Wat is uw standpunt
dienaangaande en wat vindt u van de mogelijke
concurrentieverstoring
die
dat
zou
kunnen
veroorzaken?
Mijn derde vraag betreft de hyperconcentratie van
de voedingsmiddelenindustrie. De heer De Schutter
riep op tot de organisatie van een groot forum
waaraan al degenen die van goede wil zijn, zouden
deelnemen. Gelet op de belangen van de
aandeelhouders van die grote bedrijven uit de
sector van de voedingsmiddelenindustrie, is dat
volgens mij niet haalbaar. Is het volledig
ondenkbaar dat er in dat verband vooruitgang kan
worden geboekt in de richting van een veel sterkere
internationale regulering?
Wat de landbouwproducten in de ACS-landen
betreft, is er een discussie aan de gang over de
Economische Partnerschapsakkoorden (EPA). Zou
men in dat verband de landbouwproducten niet
specifiek op dezelfde manier moeten behandelen
zoals dat in de Europese Unie is gebeurd?
Vous avez tous les deux à peine effleuré la question
des subventions et de la politique agricole
commune. M. De Schutter a parlé de tabou. Quel
est votre avis sur la question et sur la distorsion que
cela peut provoquer en matière de concurrence ?
Ma
troisième
question
concerne
l'hyperconcentration de l'industrie agro-alimentaire.
M. De Schutter a appelé à un grand forum de
bonnes volontés. Connaissant les intérêts des
actionnaires
de
ces
grandes
industries
agroalimentaires, je pense que cela ne fonctionnera
pas. Est-il totalement inimaginable d'avancer à cet
égard dans une régulation internationale beaucoup
plus forte ?
En ce qui concerne les produits agricoles dans les
ACP, une discussion est en cours sur les Accords
de partenariat économique (APE). Ne faudrait-il pas
à cet égard traiter spécifiquement les produits
agricoles à l'instar de ce qui s'est fait au sein de
l'Union européenne ?
Zullen
inzake
biodiversiteit
krachtdadige
maatregelen ter bescherming van primaire bossen
worden getroffen?
En ce qui concerne la biodiversité, des mesures
fortes sont-elles prévues pour la protection des
forêts primaires ?
01.06 Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro): Op een
seminarie van de OESO vorige week in Parijs was
er een algehele consensus over het feit dat de
speculatie op de voedselprijzen een rol speelt in de
prijsverhoging. Professor De Schutter heeft twee
remedies genoemd: het op de markt brengen van
stocks bij een prijsverhoging en het inspelen op het
geweten van de spelers, de zogenaamde corporate
social responsibility. Beide maatregelen lijken mij
eerlijk gezegd nogal zwak.
Kan de professor ons vertellen waarom het
hoofdstuk hierover is verdwenen op de recente VN-
top van de Food and Agricultural Organization in
Rome? Zelfs Jean-Claude Juncker toch niet
bepaald
een
linkse
rakker
is
zwaar
verontwaardigd over dit gedrag en noemt de
speculanten
roofvogels
en
criminelen.
De
specialisten in Parijs zegden dat er in vergelijking
01.06 Dirk Van der Maelen (sp.a+Vl.Pro) : Un
consensus général s'est dégagé, lors d'un
séminaire de l'OCDE qui s'est tenu la semaine
passée à Paris, autour de la thèse selon laquelle la
spéculation sur les prix des produits alimentaires
joue un rôle dans l'augmentation des prix. Le
professeur De Schutter a évoqué deux remèdes
possibles, à savoir procéder à la mise sur le marché
de stocks en cas d'augmentation des prix et en
appeler à la conscience des acteurs selon le
principe de la corporate social responsibility.
Honnêtement, ces deux mesures me paraissent
plutôt faibles.
Le professeur peut-il nous expliquer pourquoi le
chapitre consacré à cet aspect a disparu de l'ordre
du jour du récent sommet de l'Organisation des
Nations Unies pour l'alimentation et l'agriculture à
Rome ? Même M. Juncker auquel on ne peut
pourtant pas reprocher de pencher trop à gauche
est outré par cette attitude et qualifie les
spéculateurs de rapaces et de criminels. Les
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
met enkele maanden geleden zeven keer meer geld
omgaat op de landbouwgrondstoffenmarkt. Door de
kredietcrisis kunnen de speculanten niet meer in de
kredietmarkt investeren en richten ze zich op de
landbouwgrondstoffen.
spécialistes qui étaient réunis à Paris ont déclaré
que le marché des matières premières agricoles
brassait actuellement sept fois plus d'argent qu'il y a
quelques mois. En effet, empêchés d'investir dans
le marché du crédit par la crise qui y règne
actuellement, les spéculateurs se tournent vers les
matières premières agricoles.
De andere suggestie, het aanleggen van stocks,
kan slechts een pleister op de wonde zijn. Hopen op
een corporate social responsibility van mensen die
grof geld verdienen aan de misère van anderen, lijkt
me ook niet erg realistisch. Er is meer nodig dan
soft law.
Artikel 11 van het Internationale Verdrag inzake
Economische, Sociale en Culturele Rechten zegt
dat iedereen recht op voedsel heeft. Kan dit artikel
geen basis vormen voor een humanisering van de
markt, voor afspraken Europees en mondiaal
om dit roofvogelgedrag te stoppen?
De voorzitter: Hiermee kunnen we de eerste
vragenronde afsluiten. Onze twee gasten krijgen nu
de kans om de vragen te beantwoorden.
L'autre suggestion, celle de la constitution de
stocks, ne peut s'avérer qu'un emplâtre sur une
jambe de bois. Espérer une corporate social
responsibility de gens qui gagnent des sommes
considérables sur la misère des autres, ne me
semble pour le moins pas très réaliste. Une soft law
ne suffira pas.
L'article 11 du Pacte international relatif aux droits
économiques, sociaux et culturels accorde le droit à
l'alimentation à tous. Cet article ne peut-il servir de
base à une humanisation du marché, à des accords
- européens et mondiaux - en vue de mettre fin à ce
comportement de rapace ?
Le président : Nous allons clôturer ce premier tour
de questions ici. Je donne maintenant la parole à
nos deux hôtes qui vont y répondre.
01.07 Olivier De Schutter (Frans) : De heren Jean
Cornil en Dirk Van der Maelen hebben gevraagd
met welke middelen de speculatie kan bestreden
worden. Ik onderzoek drie pistes om dat te
bereiken.
De eerste is de belasting op speculatieve
bewegingen
op
de
markten
van
de
landbouwgrondstoffen. De Indiase regering tracht
die maatregel erdoor te krijgen. Het probleem is dat
een dergelijke maatregel op internationaal niveau
moet gecoördineerd worden.
De twee, en volgens tal van experts meest
efficiënte, piste is de oprichting van een fonds, dat
als een bank wordt opgevat, om de speculatie het
hoofd te bieden wanneer de prijzen van de
landbouwgrondstoffen te sterk schommelen. Dat
zou een onmiddellijke impact hebben op de
prijsdaling, wanneer de prijzen te snel stijgen. Die
piste wordt onder meer door het onderzoeksinstituut
`International Food and Research Institute' verkend.
De derde piste is die van de stabilisatieakkoorden
met betrekking tot de markten van de
landbouwgrondstoffen. Die akkoorden bestonden in
de jaren '70 en boden de mogelijkheid om het
aanbod te regelen en contracten te sluiten tussen
de import- en exportlanden voor bepaalde
landbouwproducten. De voornaamste moeilijkheid
is dat de landen niet warm lopen voor een terugkeer
naar
die
marktregulering
voor
landbouwgrondstoffen.
Ik zal de Raad voor de Mensenrechten in
01.07 Olivier De Schutter (en français) : MM.
Jean Cornil et Dirk Van der Maelen ont posé la
question des moyens pour lutter contre la
spéculation. J'examine trois pistes pour ce faire.
La première est la taxation des mouvements
spéculatifs sur les marchés des matières premières
agricoles. Le gouvernement indien cherche à faire
passer cette mesure. La difficulté est la nécessité
d'une coordination internationale.
La deuxième piste, la plus efficace selon plusieurs
experts, est la constitution d'un fonds, conçu à la
manière d'une banque, pour faire face à la
spéculation quand les prix des matières premières
agricoles sont trop volatiles. Cela aurait un effet
immédiat sur la diminution des prix lorsque ceux-ci
montent trop rapidement. Cette piste est explorée,
notamment par la l'institut de recherches
"International Food Policy and Research Institute".
La troisième piste est celle des accords de
stabilisation sur les marchés des matières
premières agricoles. Ces accords existaient dans
les années 1970 et permettaient de réguler l'offre et
de conclure des contrats entre les pays
importateurs et les pays exportateurs pour certains
produits agricoles. La difficulté principale est le
manque d'enthousiasme des Etats pour le retour à
cette régulation des marchés des matières
premières agricoles.
Je ferai des recommandations au Conseil des droits
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
september aanbevelingen voorleggen. Ik zal u die
verslagen bezorgen, zodra ze klaar zijn.
de l'homme au mois de septembre. Je vous
donnerai ces rapports lorsqu'ils seront finalisés.
Aan de heer Cornil kan ik antwoorden dat we
effectief onze eetgewoonten ter discussie moeten
stellen. De schuld leggen bij China, India en Brazilië
omdat de levensstandaard er stijgt en hun
voedingsgewoonten
veranderen,
is
contraproductief. Ook wij voorzien op een niet
duurzame manier in onze behoeften.
De heer Somville had het over de kwetsbaarheid
van de landbouw voor weerfenomenen en het risico
waarmee de deregulering van de markten van de
landbouwgrondstoffen gepaard gaat. Het derde
spoor dat ik aangaf om de prijsschommelingen in te
dijken poogt daarop een antwoord te geven.
De heer Dallemagne bracht de voedselhulp te
berde. Voedselhulp kan echter neveneffecten
hebben en leiden tot oneerlijke concurrentie ten
nadele van de lokale producenten. De voorkeur
moet gaan naar de aankoop van ter plaatse
geproduceerde voedingmiddelen op de lokale
markten. Dat is het beleid dat door het
Wereldvoedselprogramma wordt aangemoedigd.
De Europese Unie geeft sinds vijftien jaar financiële
steun in plaats van steun in natura. De Verenigde
Staten hinken op dat vlak achterop, want ze
gebruiken
de
voedselhulp
om
hun
landbouwoverschotten kwijt te geraken.
Pour répondre à M. Cornil je dirais que nous devons
effectivement nous interroger sur nos habitudes
alimentaires. Mettre en accusation la Chine, l'Inde,
le Brésil parce que leur niveau de vie croît et que
leurs habitudes alimentaires changent est contre-
productif. Nous avons aussi une manière non
durable de subvenir à nos besoins.
M. Somville a parlé de la vulnérabilité de
l'agriculture face aux phénomènes météorologiques
et le risque qu'implique la dérégulation des marchés
des matières premières agricoles. La troisième
piste que j'ai indiquée pour lutter contre la volatilité
des prix tente d'y répondre.
M. Dallemagne a posé la question de l'aide
alimentaire. Bien entendu, celle-ci peut avoir des
effets pervers et créer une situation de
concurrence néfaste pour les producteurs locaux. Il
faut favoriser l'achat, sur les marchés locaux, de
biens alimentaires produits par les producteurs
locaux. C'est la politique encouragée par le PAM.
L'Union européenne donne des aides en espèces
plutôt qu'en nature depuis quinze ans. Les États-
Unis sont en retard sur ce plan puisqu'ils utilisent
l'aide alimentaire comme une manière d'écouler
leurs surplus agricoles.
De
andere
kwestie
is
die
van
de
landbouwsubsidies. De exportsubsidies die onze
landbouwers hebben gekregen, waren een ramp
voor de ontwikkelingslanden. De OESO-landen
hebben hun landbouwers jaarlijks 320 miljard USD
toegekend. Dat heeft met name de Afrikaanse
landbouw doen ineenstorten.
Er moet iets veranderen. Van de exportsubsidies
werd geleidelijk aan afgestapt in het kader van de
WTO. De landbouwers in andere landen zouden op
dezelfde manier gesubsidieerd moeten kunnen
worden als de boeren in de OESO-landen. Vele
ontwikkelingslanden konden tot het begin van de
jaren 1980 in hun voedselbehoeften voorzien.
Daarna zijn ze voedingsproducten gaan invoeren.
Deze landen krijgen dan subsidies waardoor de
prijzen
van
landbouwgrondstoffen
op
de
internationale markten kunstmatig gedrukt worden.
De subsidie van de ene dag op de andere
afschaffen kan evenwel zeer negatieve gevolgen
hebben. Dat veranderingsproces moet gepaard
gaan met een versterking van sociale programma's
om de kwetsbare bevolking te beschermen.
L'autre question est celle des subventions agricoles.
Les subventions à l'exportation, dont nos
agriculteurs ont bénéficié, ont été un désastre pour
les pays en développement. 320 milliards de dollars
américains sont payés chaque année par les pays
de l'OCDE à leurs agriculteurs. Cela a mis en faillite
le système agricole africain, notamment.
Il faut changer. Les subsides à l'exportation ont été
peu à peu abandonnés dans le cadre de l'OMC. Il
faudrait pouvoir subventionner au même titre les
agriculteurs dans d'autres pays que ceux de
l'OCDE. Beaucoup de pays en développement
étaient auto-suffisants sur le plan alimentaire
jusqu'au début des années 1980. Après, ils sont
devenus importateurs. Ces pays bénéficient alors
de subsides qui, de manière artificielle, diminuent le
niveau des prix des matières premières agricoles
sur les marchés internationaux.
Le risque est qu'une suppression brutale des
subventions peut avoir des conséquences très
négatives. Il faut accompagner cette transformation
du renforcement de programmes sociaux visant à
protéger la population vulnérable.
Ik deel het scepticisme van de heren Dirk Van der Je rejoins MM. Dirk Van Maelen et Georges
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
Maelen en Georges Dallemagne over de oproep tot
goede wil en sociale verantwoordelijkheid van de
bedrijven uit de voedingsmiddelenindustrie. Ik denk
niettemin dat men door het identificeren van de
goede
praktijken
doeltreffende
reguleringsinstrumenten kan ontwikkelen die als
criteria voor de exportkredieten kunnen dienen.
Sommige
ondernemingen
uit
de
voedingsmiddelenindustrie hebben een dialoog tot
stand gebracht met de organisaties van kleine
landbouwers.
Ik wil me niet van de wereld van de
voedingsmiddelenindustrie
afsluiten
maar
er
integendeel een dialoog mee aangaan die niet start
met een confrontatie. Ik ben echter wel degelijk
bewust van de beperkingen van de benaderingen
op louter vrijwillige basis.
Wat de EPA's betreft, laat ik het woord aan de heer
Mikos.
Dallemagne dans leur scepticisme sur l'appel à la
bonne volonté et à la responsabilité sociale des
entreprises de l'agroalimentaire. Je crois néanmoins
que c'est en identifiant les bonnes pratiques que
l'on peut développer des outils de régulation
efficaces pouvant devenir des critères pour des
crédits à l'exportation. Certaines sociétés de
l'agroalimentaire ont développé un dialogue avec
les organisations de petits paysans.
Je voudrais ne pas me couper du monde
agroalimentaire et entretenir un dialogue avec lui,
qui ne commence pas par une confrontation. Je
suis cependant bien conscient des limites des
approches purement volontaires.
En ce qui concerne les APE, je laisse la parole à M.
Mikos.
01.08 Philip Mikos (Frans): Wij beschouwen de
Europese Partnerschapsovereenkomsten (EPO's)
als een mogelijkheid om een levensvatbare markt te
creëren. Ze roepen vaak tegenstand op, maar het is
voor ons niet de bedoeling om de Afrikaanse landen
te verplichten hun markt onvoorwaardelijk open te
stellen voor de Europese producten. Met de EPO's
wordt beoogd een nationaal of regionaal
landbouwbeleid
te
voeren
dat
ook
steunmaatregelen inhoudt voor de landbouw van
die landen of regio's, althans voor zover dat
economisch haalbaar is. Die maatregelen kunnen
zelfs een protectionistische insteek hebben en
gericht zijn op de bescherming van hun markt, voor
een periode van twintig jaar. De markt zou dus
gebruikt worden om de productie en de
productiviteit in de landbouw te bevorderen.
Het standpunt van Eurocommissaris Louis Michel
over de landbouwsubsidies voor die landen is
gelijkluidend. De landbouw heeft zich effectief
ontwikkeld dankzij de subsidies, maar naast de
productie
speelt
de
landbouw
ook
een
fundamentele economische en sociale rol, wat een
specifieke ondersteuning rechtvaardigt.
Wel moet er een onderscheid gemaakt worden in
functie van de teelten. Voor een Afrikaanse boer die
met andere landbouwers in ontwikkelingslanden
concurreert voor landbouwproducten als koffie of
cacao, moet de bescherming anders worden
opgevat dan voor lokale voedingsmiddelen.
01.08 Philip Mikos (en français) : Pour nous, les
Accords de Partenariat Économique (APE) sont une
opportunité de créer un marché viable. Ils sont
souvent mal perçus, mais pour nous, il n'est pas
question d'obliger les pays d'Afrique à ouvrir sans
condition leur marché aux produits européens. Ils
visent la mise en place d'une politique nationale ou
régionale agricole qui doit impliquer, dans la mesure
où cela est économiquement viable, des mesures
de soutien à l'agriculture de ces pays ou régions.
Ces mesures peuvent même porter sur la
protection de leur marché, avec un horizon de vingt
ans. Il est donc question d'utiliser les marchés
comme moyen de stimuler la production et la
productivité agricole.
La position de M. Louis Michel sur les subsides à
l'agriculture de ces pays va dans ce sens. Ainsi, les
agricultures se sont effectivement développées
grâce aux subsides, mais au-delà de la simple
production, ils jouent un rôle économique et social
fondamental, ce qui justifie un appui spécifique.
Cela dit, il faut distinguer en fonction des produits.
Autrement dit, quand un fermier africain est en
compétition avec d'autres agriculteurs de pays en
développement concernant des produits tels que le
café ou le cacao, la protection doit être considérée
de façon différente que s'il s'agit de produits
alimentaires locaux.
Moet men de markten dus volledig openstellen? Ja
en neen. Ja, omdat er een markt moet zijn en de
internationale markt er deel van uitmaakt en neen,
in die zin dat het geen doelstelling op zich is. We
Faut-il donc ouvrir complètement les marchés ? Oui
et non. Oui, car il faut un marché, et le marché
international en fait partie. Non, en ce sens que ce
n'est pas un objectif en soi. Il faut donc ouvrir
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
zullen dus bepaalde markten moeten openstellen
om bijkomende mogelijkheden te creëren voor de
landbouwers die ze kunnen benutten.
Dit gezegd zijnde, is er een inherente
tegenstrijdigheid
in
een
groot
aantal
ontwikkelingslanden, waar de regeringen - vooral in
Afrika - te maken hebben met een machtige groep
van stedelijke verbruikers en een uiteenlopende en
weinig
georganiseerde
groep
van
landbouwproducenten. Bij voedselrellen in een
hoofdstad is de regering geneigd om voor de luidste
groep te zwichten en voor een beleid te kiezen dat
de prijzen zo laag mogelijk houdt.
Mijns inziens zal men die tegenstrijdigheid slechts
kunnen overbruggen door middel van een
landbouwbeleid dat het mogelijk maakt landbouw
een nieuw leven in te blazen, de interne prijzen in
toom
te
houden
en
aan
de
interne
consumptiebehoeften door middel van een
nationale productie te voldoen. Anders zullen die
landen van de invoer afhankelijk blijven.
certains marchés pour offrir des opportunités
supplémentaires aux agriculteurs qui sont capables
de les saisir.
Cela dit, il y a une contradiction inhérente dans
beaucoup de pays en développement où les
gouvernements,
notamment
africains,
sont
confrontés
à
un
groupe
puissant
de
consommateurs urbains et à un groupe dispersé et
peu organisé de producteurs ruraux. Lors
d'émeutes de la faim dans une capitale, le
gouvernement a la tentation de céder au groupe le
plus bruyant en choisissant une politique qui
maintienne les prix le plus bas possible.
Cette contradiction, de mon point de vue, ne pourra
être dépassée que si se mettent en place les
politiques agricoles qui permettent de relancer
l'agriculture, de contenir les prix internes, de faire
face aux besoins de consommation interne par une
production nationale. Sinon, ces pays resteront
dépendants des importations.
Wat het palmolievraagstuk betreft, mag men de
dingen waarvoor wij de verantwoordelijkheid dragen
niet op één hoopje gooien met hetgeen waarvoor
we niet verantwoordelijk zijn. Maleisië en Indonesië
hebben een ernstig probleem wat het gebruik van
hun natuurlijke rijkdommen betreft, meer bepaald
het tropisch regenwoud. Als er geen palmolie
geweest was, had men het regenwoud wel voor
andere
doeleinden
benut,
zoals
in
het
Amazonegebied. Het is een reëel probleem, dat
ontken ik niet. Maar men moet weten waarvoor
Europa verantwoordelijk is, en waarvoor de
regeringen verantwoordelijk zijn, die hun eigen
redenen hebben om geen beleid op dat gebied te
willen of te kunnen voeren.
Het Europese biobrandstoffenbeleid zou een
aanzuigeffect kunnen hebben op die markten,
waarvan de gevolgen dan weer getemperd zouden
kunnen worden door het duurzaamheidscertificaat
waarover we het daarnet hadden. Maar dat is geen
oplossing. De echte oplossing moet uitgaan van de
Maleisische en de Indonesische regering. En in het
kader van de betrekkingen met die landen zijn er
andere middelen die wij trachten aan te wenden
dan de restricties en de heffingen. Ik denk onder
meer aan het FLEGT (Forest Law Enforcement
Governance and Trade), het EU-actieplan in het
kader waarvan de Commissie bilaterale akkoorden
sluit met die landen om zeker te zijn dat het
geïmporteerde tropische hout geproduceerd werd
met inachtneming van het wettelijke regelgevende
kader. Met die maatregelen wil men die landen
bewust maken van het belang van het beheer van
Sur la question de l'huile de palme, il ne faut pas
confondre ce qui est de notre responsabilité et ce
qui ne l'est pas. La Malaisie et l'Indonésie ont un
sérieux problème d'utilisation de leurs ressources
naturelles, notamment la forêt tropicale. S'il n'y avait
pas l'huile de palme, cette forêt serait utilisée à
autre chose, comme en Amazonie. Le problème
existe, je ne le nie pas. Mais il faut savoir ce qui est
de la responsabilité communautaire et ce qui est de
la responsabilité de gouvernements qui, pour des
raisons propres, ne peuvent ou ne veulent pas
mettre en oeuvre les moyens de mener une
politique en la matière.
La politique européenne de biocarburants pourrait
provoquer un appel d'air sur ces marchés, dont les
effets pourraient être réduits par le système de
certification de durabilité dont nous parlions tout à
l'heure. Mais ce n'est pas la vraie solution. La vraie
solution doit venir des gouvernements malais et
indonésien. Et dans les relations avec ces pays, il y
a d'autres moyens que les restrictions et les
impositions que nous tentons de mettre en oeuvre.
Je pense, entre autres, au « Forest Law
Enforcement Governance and Trade », par lequel la
Commission établit des accords bilatéraux avec ces
pays pour certifier que le bois tropical importé est
produit en respectant le cadre légal local. Ces
mesures visent à induire un sens de la gestion des
ressources naturelles. Autrement dit, sans une
bonne gouvernance locale, si nous empêchons
l'huile de palme de venir en Europe, elle ira ailleurs.
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
de natuurlijke rijkdommen. Als wij de palmolie niet
in Europa binnenlaten, zal men ze, zonder lokaal
behoorlijk bestuur, elders naartoe laten stromen.
Ik wil nog even ingaan op het World Food
Programme van de VN (WFP). Wij vinden dat er
voor het WFP een geregelde begroting moet
worden uitgetrokken, en wel om een heel
eenvoudige reden: als men dat eerder had gedaan,
had het WFP al veel eerder kunnen reageren op de
prijsstijgingen.
Je voulais dire un mot sur le Programme
Alimentaire Mondial (PAM). Oui, nous sommes en
faveur d'un budget régulier à disposition du PAM
pour une raison très simple : si cela avait été le cas
plus tôt, il aurait pu faire face bien avant à cette
augmentation des prix.
Het had voedselhulpvoorraden kunnen aanleggen
tegen lagere prijzen dan vandaag. Afhankelijk zijn
van de donoren, met de vertragingen die daaruit
voortvloeien, doet de efficiëntie van het systeem
afnemen.
Volgens mij is voedselhulp een noodinstrument dat
niet
moet
worden
gebruikt
om
andere
ontwikkelingsprogramma's te financieren. Maar dat
is een ander debat.
Ondanks alle schade die speculatie kan
veroorzaken, kan ze een positief effect hebben als
men niet overdrijft. Ze dient als regulator tussen
vraag en aanbod op lange termijn. Malawi en
Ethiopië hebben bijvoorbeeld over graan- of
maïscontracten op termijn onderhandeld. Bij een
gevoelige prijsstijging vragen ze de uitvoering van
die contracten en bevoorraden zich zo aan prijzen
die zes maanden voordien werden vastgelegd.
Dat mechanisme kan interessant zijn voor landen
die
regelmatig
met
bevoorradingsproblemen
worden geconfronteerd. Het kan echter tot
ontsporingen leiden.
De voorzitter: De tweede vragenronde gaat nu van
start. Ik zou de lijst van sprekers willen afsluiten.
Il aurait pu constituer des stocks d'aide alimentaire
à des prix moins élevés que maintenant. Dépendre
des donateurs, avec les retards que cela entraîne,
réduit l'efficacité du système.
A mon avis, l'aide alimentaire est un instrument
d'urgence qui ne doit pas être utilisé pour financer
d'autres programmes de développement. Mais c'est
un autre débat.
Malgré tous les dégâts que peut causer la
spéculation, elle peut présenter un côté positif si
elle n'est pas excessive. Elle sert de régulateur
entre l'offre et la demande à long terme. Par
exemple, le Malawi et l'Éthiopie ont négocié à terme
des contrats de blé ou de maïs. En cas de forte
augmentation des prix, ils demandent l'exécution de
ces contrats, s'approvisionnant ainsi à des prix fixés
six mois plus tôt.
Ce mécanisme peut être intéressant pour des pays
qui
ont
des
problèmes
réguliers
d'approvisionnement. Cependant, il peut mener à
des dérives.
Le président : Le deuxième tour de table
commence maintenant. J'aimerais clôturer la liste
des orateurs.
01.09 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ik had graag
wat meer gehoord over de intellectuele eigendom
op het vlak van biotechnologie, ggo's of zaaigoed,
dit in verband met de biodiversiteit, die me
noodzakelijk lijkt met het oog op de aanpassing aan
de klimaatevolutie en de voedselbehoeften. Hoe
staat het met de werkzaamheden in dat verband? Ik
heb de indruk dat elke maatregel een maat voor
niets zal zijn zolang men niet duidelijk zegt dat op
bepaalde goederen geen intellectuele eigendom
kan worden gevestigd. Sinds ik deel uitmaak van
het Parlement lijken twee à drie sectoren,
waaronder
de
voedingsmiddelenindustrie,
onaantastbaar.
Politici
kunnen
maar
een
regulerende rol spelen indien ze daartoe over de
nodige middelen beschikken en met name over een
01.09 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : J'aurais
aimé vous entendre davantage sur la question de la
propriété intellectuelle en matière de biotechnologie,
d'OGM ou de semences, et cela en relation avec la
biodiversité qui me paraît nécessaire pour s'adapter
à l'évolution du climat et des besoins alimentaires.
Où en sont les travaux en la matière ? J'ai
l'impression que toute mesure sera vaine tant qu'on
ne dira pas clairement qu'il ne peut y avoir de
propriété intellectuelle sur certains biens. Depuis
que je suis parlementaire, deux ou trois secteurs
paraissent intouchables, dont l'agroalimentaire.
Pour que les politiques puissent jouer leur rôle
régulateur, il faut s'en donner les moyens,
notamment par un accord sur le fait que le vivant ne
peut appartenir à quiconque.
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
akkoord omtrent het feit dat levende wezens
niemand toebehoren.
Ik ben er echter van overtuigd dat, zodra ergens
geld mee te verdienen valt, speculatie de kop
opsteekt. Wellicht kan die worden gereguleerd,
maar ik weet niet of we ze kunnen verbieden. Ik zou
wel willen dat men daarin slaagt.
In dit Parlement werden heel wat besprekingen
gewijd aan de criteria op grond waarvan een
product al of niet kan worden aanvaard. Dat was
onder meer zo voor het begrip `eerlijke handel'. In
het kader daarvan werd rekening gehouden met
factoren als de steun aan de producenten, de
inachtneming van milieuclausules, de kwaliteit van
de producten en het waarborgen van een voldoende
inkomen om hun economische activiteit, maar ook
de plaatselijke gemeenschap te ontwikkelen.
We zijn echter tot de vaststelling gekomen dat de
economische actoren niet voor het begrip `eerlijk'
gewonnen zijn en de voorkeur geven aan het begrip
`duurzaam'. Ze willen de producenten immers wel
wat meer betalen, maar zijn niet bereid ze correct te
vergoeden. Ik veronderstel dat een en ander in de
besprekingen
met
de
bedrijven
uit
de
voedingsmiddelenindustrie aan bod is gekomen.
Je suis toutefois convaincue que, dès qu'il y a
moyen de gagner de l'argent, la spéculation
apparaît. On arrive peut-être à la réguler mais je ne
sais si on peut l'interdire. Pourtant j'aimerais qu'on y
parvienne.
Nous avons eu beaucoup de discussions au sein de
ce Parlement sur les critères à imposer pour
accepter ou non un produit. Il en est allé ainsi du
commerce équitable, associant le soutien des
producteurs,
le
respect
de
clauses
environnementales, de qualité de produits et la
garantie d'un revenu suffisant pour développer leur
activité économique mais aussi leur vie en
collectivité.
Nous nous sommes rendu compte que les acteurs
économiques ne voulaient pas que cela s'appelle
équitable et préféraient le mot «durable» car, s'ils
étaient d'accord de payer un peu plus les
producteurs, ils ne voulaient pas garantir un salaire
correct à ceux-ci. Je suppose que vous avez abordé
ces questions dans les discussions que vous avez
avec les entreprises agroalimentaires.
Berust de keuze van de Europese Commissie om
haar doelstellingen inzake het gebruik van bio- of
agrobrandstoffen te handhaven, ten slotte niet op
de vooronderstelling dat men steeds meer
grondstoffen voor de energieproductie nodig zal
hebben en men aldus steeds meer CO
2
zal
uitstoten? Zou men vooreerst geen vermindering
van dat verbruik moeten beogen en aan de
landbouwproductie haar rol met het oog op
voedselvoorziening niet moeten teruggeven?
Het zou ook interessant zijn om te praten over het
Belgisch Overlevingsfonds; een programma dat
steun verleent aan de kleine landbouwers in hun
plaatselijke gemeenschappen.
De bevolkingsgroepen die wij hulp bieden, hebben
niet te lijden onder de huidige voedselcrisis omdat
zij productiemiddelen en een sociale organisatie
ontwikkeld hebben die een herverdeling mogelijk
maakt.
De voorzitter: Ik ben blij met de belangstelling voor
dit belangrijke onderwerp, maar mag ik toch op een
zekere beknoptheid aandringen.
Enfin, le choix de la Commission européenne de
garder ses objectifs d'utilisation de bio ou
d'agrocarburants ne repose-t-il pas sur le
présupposé qu'on aura toujours davantage besoin
de matériaux énergétiques et qu'on produira donc
toujours davantage de CO
2
? Ne conviendrait-il pas
d'envisager d'abord la diminution de ces
consommations et de rendre son rôle alimentaire à
la production agricole ?
Il serait aussi intéressant de parler du Fonds belge
de survie qui est un programme de soutien aux
petits agriculteurs dans leurs collectivités locales.
Les populations que nous aidons ne souffrent pas
de la crise alimentaire actuelle parce qu'elles ont
développé des outils de production et une
organisation sociale qui permet la redistribution.
Le président : Je me réjouis de l'intérêt que suscite
ce sujet important mais j'insiste néanmoins sur une
certaine concision.
01.10 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Volgens professor De Schutter moet de nadruk in
de toekomst veel meer op de voedselzekerheid
01.10 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
Selon le professeur M. De Schutter, la sécurité
alimentaire doit être bien davantage prise en
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
komen te liggen. Is het in deze optiek dan niet
aangewezen dat er een nieuwe internationale
organisatie wordt opgericht die, buiten de WTO om,
hierop kan toezien?
De heer De Schutter zei ook dat elke hectare die
aan agrobrandstoffen gespendeerd wordt, een
hectare minder is voor de voedselproductie. Mag ik
daaruit besluiten dat zelfs het opleggen van
duurzaamheidcriteria daar niet veel kan aan
veranderen?
Onze doelstellingen met betrekking tot het gebruik
van palmolie zetten landen als Maleisië en
Indonesië volgens mij onder grote druk om meer te
produceren. Hierdoor dreigt een groot stuk
regenwoud gekapt te worden. Moet hiervoor geen
antwoord op internationaal niveau gevonden
worden? Op de Klimaatconferentie van Bali was
iedereen het erover eens dat daarvoor een
oplossing moet worden gezocht. Ik hoop alleszins
dat we op de goed weg zijn inzake het certificeren
van hout.
compte à l'avenir. Dans cette optique, n'est-il pas
indiqué qu'une nouvelle organisation internationale
soit créée, parallèlement à l'OMC, pour y veiller ?
M. De Schutter a également déclaré que chaque
hectare consacré aux agrocarburants entraîne un
hectare de moins pour la production alimentaire.
Puis-je en conclure que même le fait d'imposer des
critères de durabilité ne changera pas grand-chose
à la situation ?
Compte tenu de nos objectifs relatifs à l'utilisation
d'huile de palme, une forte pression est exercée,
selon moi, sur des pays comme la Malaisie et
l'Indonésie pour qu'ils produisent davantage. Une
grande partie de la forêt tropicale risque par
conséquent d'être rasée. Ce problème ne doit-il pas
être résolu à l'échelle internationale ? Lors de la
conférence de Bali sur le climat, tout le monde
s'accordait pour dire qu'une solution devait être
recherchée. J'espère en tout cas que nous sommes
sur la bonne voie en ce qui concerne la certification
du bois.
01.11 Jean-Jacques Flahaux (MR): De
klimaatveranderingen en het gebruik van de grond
door de mensen leiden onder meer tot een groeiend
tekort aan landbouwgrond.
Het zou dus interessant zijn om over nieuwe
teeltvormen in het marine milieu na te denken.
Denkt u bovendien dat de nieuwe Amerikaanse
regering minder van de lobby's van de Midwest zal
afhangen
en
dat
ze
de
uitvoer
van
voedingsmiddelen naar regio's waar hongersnood
heerst, zal stopzetten?
Europa moet ook acties ondernemen om het
probleem van zwaarlijvigheid aan te pakken,
namelijk door na te denken over de mogelijkheid
om andere voedingsgewoontes te promoten.
Ten slotte moet het onderzoek naar de ontwikkeling
van agro- of biobrandstoffen van de tweede of de
derde generatie worden gesteund.
01.11 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Les
changements climatiques et l'occupation du sol par
les citoyens ont notamment pour conséquence la
raréfaction croissante des terres disponibles pour la
production agricole.
Il serait donc intéressant de réfléchir à l'opportunité
que représentent les nouvelles formes de culture en
milieu marin.
Par ailleurs, pensez-vous que la nouvelle
administration américaine sera moins dépendante
des lobbies du Middle West et qu'elle cessera
d'exporter ses denrées alimentaires dans les
régions où sévit la famine ?
L'Europe doit également développer des actions
pour répondre au problème de l'obésité, notamment
en réfléchissant à la possibilité de favoriser un autre
type d'alimentation.
Enfin, il faut soutenir la recherche sur le
développement des agro ou bio-carburants de 2
ème
ou 3
ème
génération.
01.12 Eric Tollens, gewoon hoogleraar KULeuven
(Nederlands): Er is op dit moment geen enkele
wetenschappelijke studie die bewijst dat speculaties
op de termijnmarkt de internationale voedselprijzen
merkbaar beïnvloeden. Intuïtief denken we dat
speculatie de prijs opdrijft, maar dat kunnen we niet
bewijzen.
De voedselvoorraden zijn de belangrijkste buffer
01.12 Eric Tollens, professeur à la KUL (en
néerlandais) : Aucune étude scientifique ne prouve
que les spéculations sur le marché à terme influent
sensiblement sur les prix internationaux des
produits alimentaires. Intuitivement, nous avons le
sentiment que les spéculations font grimper les prix
mais nous ne pouvons le prouver.
Les stocks alimentaires constituent le principal
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
tegen
prijsschommelingen.
De
huidige
graanvoorraden zijn echter de laagste in de laatste
dertig jaar. Dit betekent dat de prijzen in het geval
van een slechte oogst op korte termijn nog zouden
kunnen verdubbelen.
De vijftig armste landen van de wereld zijn allen
netto-importeurs van voedsel, die minder dan 10
procent van hun budget aan landbouw spenderen.
De voedseltekorten in deze landen zijn dan ook een
rechtstreeks gevolg van de verwaarlozing van hun
landbouw.
tampon contre les fluctuations de prix. Les réserves
de céréales actuelles sont à leur niveau le plus bas
depuis trente ans, ce qui signifie qu'en cas de
mauvaise récolte, les prix pourraient encore doubler
à court terme.
Les cinquante pays les plus pauvres du monde sont
tous des importateurs nets de produits alimentaires,
qui consacrent moins de 10 % de leur budget à
l'agriculture. Les pénuries alimentaires dans ces
pays constituent dès lors une conséquence directe
du délaissement de leur agriculture.
01.13 Els Keytsman, Oxfam-Wereldwinkels
(Nederlands): De voedselcrisis van vandaag is
bovenal een crisis van het aanbod. Het aanleggen
van stocks alleen is volgens mij dan ook
onvoldoende om het probleem op te lossen.
01.13 Els Keytsman, Oxfam Magasins du
Monde (en néerlandais) : La crise alimentaire
actuelle est avant tout une crise de l'offre. La seule
constitution de stocks ne suffit pas, à mes yeux,
pour résoudre le problème.
We zouden het internationale aanbodbeheer
moeten versterken om aldus ook de prijzen binnen
de perken te houden. Ik ben dan ook verheugd dat
er
weer
gepraat
wordt
over
de
grondstoffenakkoorden als instrument om de prijzen
op een aanvaardbaar niveau te handhaven.
Il conviendrait de renforcer la gestion de l'offre
internationale de manière à maîtriser aussi les prix.
C'est pourquoi je me réjouis qu'on reparle des
accords sur les matières premières en tant
qu'instruments de maîtrise des prix.
01.14
Kristof
Volckaert,
Boerenbond
(Nederlands): De Boerenbond is lid van de
Internationale Federatie van Landbouworganisaties.
De familiale landbouw is wereldwijd vragende partij
voor een coherent landbouwbeleid. Zonder een
dergelijk beleid komt ook de voedselveiligheid in
het gedrang, vermits wij primaire producenten zijn.
Wij vragen dan ook een stem bij de bepaling van
dat beleid. Dit houdt verband met het concept van
subsidies als middel voor een overheid om een
eigen landbouwmodel uit te bouwen. De overheid
moet meer investeren in de landbouw, dus niet
alleen via de microfinanciering door ngo's, maar
ook
door middelen uit te trekken voor
landbouwkundig onderzoek.
01.14 Kristof Volckaert, Boerenbond (en
néerlandais) : Le Boerenbond est membre de la
Fédération
internationale
des
organisations
agricoles. Partout dans le monde, l'agriculture
familiale est demandeuse d'une politique agricole
cohérente. L'absence de pareille politique menace
aussi la sécurité alimentaire, puisque nous sommes
des producteurs primaires. C'est pourquoi nous
demandons d'avoir voix au chapitre lorsqu'il s'agit
de définir cette politique. Celle-ci est en relation
avec une certaine conception des subventions en
tant que moyen, pour les gouvernements, de
développer leur propre modèle agricole. L'État doit
investir davantage dans l'agriculture, c'est-à-dire
qu'il
ne
peut
pas
se
contenter
d'un
`microfinancement' par le biais des ONG, mais qu'il
doit aussi dégager des moyens financiers pour la
recherche en agronomie.
01.15 Gert Engelen,Vredeseilanden (Nederlands):
De
Vredeseilanden
hebben
zeer
goed
samengewerkt met de Belgische delegatie tijdens
de voorbereiding van de internationale bijeenkomst
in Rome.
We zouden dit soort interessante debatten moeten
kunnen voeren vooraleer zo een top effectief
plaatsvindt in plaats van erna. Dan zouden de
Belgische
onderhandelaars
met
nog
meer
legitimiteit
kunnen
spreken
op
belangrijke
evenementen.
Om verder te werken op basis van de Voedseltop
01.15 Gert Engelen, Iles de Paix (en néerlandais)
: La collaboration entre les Îles de Paix et la
délégation belge au cours de la préparation de la
réunion internationale à Rome a été excellente.
Il faudrait pouvoir mener ce type de débats
intéressants avant et non après la tenue d'un
sommet. Les négociateurs belges pourraient alors
parler avec encore davantage de légitimité lors
d'événements importants.
Afin de poursuivre les travaux sur la base du
Sommet de l'alimentation, nous pourrions examiner
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
zouden we de conclusies van de daarstraks
geciteerde IAASTD-conferentie kunnen bestuderen.
Het zou goed zijn dat België het rapport van deze
conferentie alsnog zou ondertekenen.
les conclusions de la conférence IAASTD évoquée
tout à l'heure. Ce serait une bonne chose que la
Belgique signe encore le rapport de cette
conférence.
01.16 Monique Munting, onafhankelijk deskundige
inzake plattelandsontwikkeling en mensenrechten
(Frans): Hoe kan een systeem voor het certificeren
van de exploitatie macro-economische gevolgen
controleren, namelijk de grootschalige reconversie
van
landbouwgronden
naar
productie
van
agrobrandstoffen, prijsstijgingen en speculatie?
Wat is het verband tussen sociale criteria volgens
de Commissie en die welke voortvloeien uit
internationale overeenkomsten, zoals van de
Internationale Arbeidsorganisatie?
01.16 Monique Munting, expert indépendant en
développement rural et droits humains (en français)
Comment un système de certification des
exploitations
peut-il
contrôler
des
effets
macroéconomiques, c'est-à-dire la reconversion
massive de terres agricoles en production
d'agrocarburants, les hausses des prix et la
spéculation?
Quel est le rapport entre les critères sociaux selon
la Commission et ceux qui dérivent de conventions
internationales, comme l'Organisation internationale
du Travail ?
01.17 Xavier Delwarte, FUGEA (Frans): Volgens
ons gaat het niet om een voedselcrisis, aangezien
de toestand voorspelbaar was. Wij hebben dit al op
twee FAO-topontmoetingen voorspeld. De crisis,
die lang beperkt bleef tot de plattelandsgebieden,
duikt nu in de steden op. Dit is een aanzet om de
kwestie aan te kaarten, maar het probleem sleept
nu al twintig of dertig jaar aan zonder dat men
maatregelen heeft getroffen.
01.17 Xavier Delwarte, de la FUGEA (en français)
: Pour nous, ce n'est pas une crise alimentaire
puisqu'elle était prévisible. Depuis deux sommets
de la FAO, nous la prédisions. Après s'être
longtemps cantonnée aux campagnes, elle surgit
dans les villes. C'est une occasion d'en parler, mais
le problème existe depuis vingt-trente ans, et rien
n'a été décidé pour le régler.
Bij Via Campesina en op Europees niveau brengen
wij de idee naar voren van een regulering van de
markten en van het beheer van vraag en aanbod.
Vandaag
moeten
wij
vaststellen
dat
het
landbouwbeleid, als gevolg van het ingrijpen van de
WTO, daarin gevolgd door de Europese
Commissie, in toenemende mate gedereguleerd
wordt.
Au niveau de "Via Campesina" et sur un plan
européen, nous mettons en avant l'idée de réguler
les marchés et de gérer l'offre et la demande. Nous
nous apercevons aujourd'hui qu'à cause de l'OMC
qui est suivie par la Commission européenne, nous
débouchons sur une situation de dérégulation
croissante des politiques agricoles.
Wij
evolueren
naar
een
liberale
en
ongecontroleerde markt, ten koste van de lokale
landbouwproductie en het behoud van eerlijke
prijzen voor de boeren. Ik geef het voorbeeld van de
melk. Vandaag wordt er gemanifesteerd in
Wallonië. Het probleem van de melk is echter maar
een van de vele problemen. Bij ons wordt er minder
over gepraat, omdat een liter melk voor de mensen
hier perfect betaalbaar is. Maar uit een kwalitatief
oogpunt is er een zeer acuut probleem. Wij kunnen
veel verschillende voedingsmiddelen betrekken,
maar de kwaliteit is er niet altijd. Wij verdedigen dan
ook
het
Europees
gemeenschappelijk
landbouwbeleid.
Nous nous dirigeons ainsi vers un marché libéral et
sauvage au détriment d'une production locale
paysanne et du maintien d'un prix rémunérateur
pour les agriculteurs. Citons l'exemple du lait. Des
manifestations sont organisées aujourd'hui en
Wallonie. Mais le problème du lait n'en est qu'un
parmi d'autres. Nous en parlons moins parce que,
chez nous, les gens peuvent se payer un litre de
lait. Mais le problème est d'autant plus aigu d'un
point de vue qualitatif. Nous disposons de
beaucoup d'aliments, mais la qualité ne suit pas
toujours. Nous défendons donc la politique agricole
commune.
We willen het GLB bijsturen. Het bevoordeelt de
voedingsindustrie, maar we willen vooral zoveel
mogelijk landbouwers in België en Europa
behouden en kwaliteitsvolle producten aan
betaalbare prijzen voor de consument blijven
aanbieden. We wensen helemaal niet zoals
Nous voulons réorienter la PAC. Cette dernière
favorise l'agroalimentaire, mais nous voulons
surtout maintenir un maximum d'agriculteurs en
Belgique et en Europe et des produits de qualité à
des prix abordables pour le consommateur. Nous
ne souhaitons pas du tout comme c'est le cas
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
heden het geval is een grondstof aan een lage
prijs te leveren, waardoor de landbouwindustrie en
de
groothandel
over
ruime
winstmarges
beschikken.
aujourd'hui fournir une matière première à bas
prix, qui offre des marges importantes à l'agro-
industrie et à la grande distribution.
We zijn het helemaal niet eens met het beleid van
de WTO dat thans de liberalisering aanmoedigt.
Wanneer zal de Europese Commissie er zich
rekenschap van geven dat landbouw en voeding
aan de basis van elke industrie liggen? We vragen
dat het GLB in zijn geheel ter discussie wordt
gesteld en bijgestuurd wordt in de richting van
lokale productie en verbruik, en dat de uitvoer van
landbouwproducten pas op de tweede plaats komt.
Denkt u dat de agrobrandstoffen de wereld zullen
voeden? Ik zou ook de mening van de heer De
Schutter willen horen over de discussies die in
Rome plaatsvonden. Zijn ze vanuit politiek oogmerk
een goede zaak voor het behoud van de
voedselsoevereiniteit in de wereld?
Nous ne sommes pas du tout d'accord avec le
régime de l'OMC qui, aujourd'hui, favorise la
libéralisation. Quand la Commission européenne se
rendra-t-elle
compte
que
l'agriculture
et
l'alimentation sont la base de toute industrie ? Nous
demandons une remise en cause complète de la
PAC et qu'elle soit réorientée vers une production et
une consommation locale avant de faire de
l'agroexportation.
Pensez-vous
que
les
agrocarburants vont nourrir le monde ? J'aimerais
aussi avoir l'avis de M. De Schutter sur les
discussions qui ont eu lieu à Rome. Sont-elles
positives d'un point de vue politique pour le maintien
de la souveraineté alimentaire dans le monde?
01.18 Jean-Pierre De Leener, beleidsmedewerker
Duurzame Ontwikkeling bij 11.11.11 (Nederlands):
Inderdaad hebben wij jarenlang wereldwijd
nagelaten om de landbouw te steunen, maar ook
dook het waanidee op dat hongerproblemen konden
worden opgelost door simpelweg ergens ter wereld
voldoende te produceren en alles vervolgens over
te laten aan de handel en het transport. Dat blijkt
dus fout te zijn.
Wil men voedsel produceren, dan heeft men boeren
nodig. Om boeren toe te laten om hun beroep uit te
oefenen, moet men echter voor een stabiel klimaat
zorgen waarin ze durven investeren en waarin ze
een deftig inkomen genereren. Zo is Europa er in
het verleden in geslaagd om via politieke ingrepen
waardoor men meer dan voldoende basisproducten
kon produceren. Landen en boeren in het zuiden
moeten dat recht ook hebben.
01.18 Jean-Pierre De Leener, collaborateur au
Développement durable auprès de 11.11.11 (en
néerlandais) : Nous avons effectivement omis
pendant des années d'apporter notre soutien à
l'agriculture à l'échelle mondiale mais nous avons
également eu l'illusion que les problèmes de famine
pouvaient être résolus en assurant simplement une
production suffisante quelque part dans le monde et
en s'en remettant ensuite au commerce et au
transport. Cela ne semble pas avoir été la bonne
solution.
Pour produire de la nourriture, il faut des
agriculteurs. Pour permettre aux agriculteurs
d'exercer leur profession, il convient toutefois de
garantir un climat stable dans lequel ils osent faire
des investissements et leur permettant de
bénéficier de revenus décents. L'Europe a ainsi
réussi par le passé à produire des produits de base
en quantités plus que suffisantes par le biais
d'interventions politiques. Les pays et les
agriculteurs du Sud doivent également bénéficier de
ce droit.
Daarom moeten we meteen uit het WTO-verhaal
stappen en ervoor zorgen dat we voedsel
produceren in de verschillende regio's door de
invoering van een regionale landbouwpolitiek.
Verder mag ook de enorme invloed van het
handelsbeleid en van de internationale akkoorden
op
de
landbouw
niet
worden
vergeten.
Inspanningen inzake ontwikkelingssamenwerking
kunnen teniet worden gedaan door fouten of
incoherenties in andere beleidsdomeinen.
Deze
voedselcrisis
konden
wij
makkelijk
voorspellen doordat er steeds meer boeren
C'est pourquoi nous devons immédiatement nous
désengager de l'OMC et veiller à produire de la
nourriture dans les différentes régions en instaurant
une politique agricole régionale. En outre, il convient
de tenir compte de l'influence considérable de la
politique commerciale et des accords internationaux
sur l'agriculture. Les efforts en matière de
coopération au développement risquent être
d'annihilés par des erreurs ou des incohérences
dans d'autres domaines politiques.
Cette crise alimentaire était prévisible eu égard à la
disparition d'un nombre croissant d'agriculteurs. La
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
verdwijnen. De klimaat- en energieproblematiek
hebben alles nog versneld. We moeten dus
wereldwijd komen tot een sterk landbouwbeleid dat
ondersteund wordt door een coherent beleid inzake
klimaat, energie, ontwikkelingssamenwerking en
handel.
problématique du climat et de l'énergie a tout
accéléré. Nous devons donc parvenir à l'échelle
mondiale à une politique agricole solide soutenue
par une stratégie cohérente en matière de climat,
d'énergie, de coopération au développement et de
commerce.
01.19 Alex Danau, collectif stratégies alimentaires
(Frans): Ik ben niet zeker dat er een crisis is op het
niveau van de productie. Volgens mij gaat het
eerder om een probleem met betrekking tot de
variabiliteit. De daling van de voorraden betekent
niet per se dat er tekorten zijn in het aanbod. Door
de akkoorden die de Europese Unie, de Verenigde
Staten en de grote producerende landen met de
WTO sluiten, verdwijnen de instrumenten waarmee
het landbouwbeleid gevoerd wordt. Laat er ook
geen misvatting bestaan wat de diagnostiek betreft.
De opslagfaciliteiten werden afgeschaft en de
Europese Unie maakt zich op om het laatste
opslaginstrument dat zij nog in haar bezit heeft, ook
te doen verdwijnen.
Laten we terugkomen op de voorbereidende studie
van de FAO met het oog op de top van Rome.
Daaruit blijkt dat men in de Verenigde Staten, maar
ook bij ons, overal granen en sojabonen zaait. Ik
denk dat de productie plotseling een hoge vlucht
gaat nemen, waardoor de markten opnieuw
gedestabiliseerd dreigen te raken. Daarin schuilt het
grootste risico.
01.19 Alex Danau, collectif stratégies alimentaires
(en français) : Je ne suis pas certain que ce soit
une crise de la production. Je pense qu'il s'agit
davantage d'un problème de variabilité. La
diminution des stocks n'indique pas forcément qu'il
y a un déficit de l'offre. Comme l'ont fait l'Union
européenne, les États-Unis et les grands pays
producteurs, ce sont les instruments de politique
agricole qui disparaissent sous les coups des
accords qu'ils concluent à l'OMC. Il ne faut pas non
plus se tromper au niveau des diagnostics. Les
instruments de stockage ont été supprimés et
l'Union européenne s'apprête à supprimer le dernier
qui lui reste.
Reprenons l'étude de la FAO préparatoire au
sommet de Rome. On y apprend qu'aux États-Unis,
mais aussi chez nous, on est occupé à emblaver
partout de céréales et de soja. Je pense que nous
allons avoir une recrudescence de la production, qui
risque de déstabiliser à nouveau les marchés. Là
est l'essentiel du risque.
Mijnheer De Schutter, u heeft op de houding van
Argentinië gewezen toen het, om zijn markt en zijn
bevolking te beschermen, uitvoerbeperkingen
uitgevaardigd had. U weet dat dit voor heel veel
problemen gezorgd heeft toen de verklaring in
Rome moest worden opgesteld. Ik heb de indruk
dat het in afwezigheid van een duidelijk beleid op
internationale schaal aan de Staten is om de
absoluut noodzakelijke maatregelen te nemen.
Onder die maatregelen vindt men de beperkingen
op de uitvoer.
Wat is uw standpunt in dit verband? Bent u van
oordeel dat de internationale gemeenschap intern
coherent is wanneer ze Argentinië aan de kaak stelt
en aanzet tot een veel grotere liberalisering? Kan
men niets doen aan de voorraden en de
stabilisering van de markten?
Monsieur De Schutter, vous avez épinglé l'attitude
de l'Argentine lorsque, pour protéger son marché et
sa population, elle a décrété des restrictions aux
exportations. Vous savez que cela a posé
énormément de problèmes à Rome à l'occasion de
la conclusion de la déclaration. Il me semble qu'en
l'absence d'une politique claire à l'échelle
internationale, il revient aux États de prendre les
mesures indispensables. Et parmi ces mesures, il y
a les restrictions à l'exportation.
Quelle est votre position à ce sujet ? Estimez-vous
que la Communauté internationale est cohérente
avec elle-même quand elle fustige l'Argentine et
qu'elle pousse à une plus grande libéralisation ? N'y
a-t-il pas quelque chose à faire en matière de
stocks, de stabilisation des marchés ?
01.20 Patrick Moriau (PS): Vanuit ethisch
standpunt is speculatie onuitstaanbaar wanneer
men weet dat om de drie seconden een kind van
honger sterft.
01.20 Patrick Moriau (PS) : D'un point de vue
éthique, la spéculation est insupportable alors qu'un
enfant meurt de faim toutes les trois secondes.
Men moet er ook aan herinneren dat de crisis haar
oorsprong vindt in de Bretton Woods-instellingen,
die de ontwikkelingslanden ertoe verplicht hebben
af te stappen van de teelt van voedingsgewassen
Il faut également rappeler que la crise trouve son
origine dans les institutions de Bretton Woods, qui
ont obligé les pays en développement à se
détourner de l'agriculture vivrière au profit de
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
ten voordele van exportgerichte productie en, in
fine, een verfoeilijke schuld terug te betalen. De
kwestie van de kwijtschelding van de schuld is dus
van essentieel belang.
Mijnheer Mikos, u had het over speculatie, maar er
is ook speculatie à la baisse. Ik zal niet herhalen
wat mevrouw Gerkens heeft gezegd over het
overlevingsfonds. Dat probleem is niet nieuw. In
Mali werd de teelt van voedingsgewassen
vervangen door katoenteelt. Mali is vandaag de
belangrijkste uitvoerder van katoen, maar de
levensverwachting bedraagt er maar 38 jaar. Dat is
de prijs die die mensen betalen voor onze T-shirts
van twee euro. Ik ontken niet dat er problemen zijn
op het stuk van het deugdelijk bestuur, maar de
oorzaak van de crisis moet in de eerste plaats
gezocht worden bij die structurele aanpassingen. Ik
vind dat men dan ook dringend moet debatteren
over de mogelijkheid om landbouw uit de
bevoegdheidssfeer van de WTO te halen.
productions destinées à l'exportation et, in fine, au
remboursement d'une dette odieuse. La question
de l'abolition de la dette est donc essentielle.
Monsieur Mikos, vous parliez de spéculation, mais il
y a aussi des spéculations à la baisse. Je ne
répéterai pas ce qu'a dit Mme Gerkens à propos du
fonds de survie. Le problème n'est pas récent. Au
Mali, des cultures vivrières ont été remplacées par
des champs de coton. Aujourd'hui, le Mali est le
premier exportateur de coton, mais l'espérance de
vie y est de 38 ans. C'est le prix de nos tee-shirts à
deux euros. Je ne nie pas qu'il existe des
problèmes de gouvernance, mais la responsabilité
première de la crise est à chercher dans ces
ajustements structurels. Il me semble dès lors
urgent de débattre de la possibilité de sortir
l'agriculture des compétences de l'OMC.
01.21 Philip Mikos (Frans): Ik zal het eerst over
de ggo's hebben, die inderdaad een milieurisico
kunnen betekenen. Het grootste probleem is echter
dat ze werden ontwikkeld door multinationals die
pesticiden willen verkopen en dus niet met de
bedoeling variëteiten te ontwikkelen die een
antwoord kunnen bieden op de biotische
beperkingen in de ontwikkelingslanden.
In eigen naam voeg ik daaraan toe dat het hier niet
enkel om de intellectuele eigendom van zaaigoed
gaat, maar ook om het voorzorgsprincipe ten
aanzien van de milieugevolgen van ggo's die om
commerciële redenen werden ontwikkeld.
Om weerwerk te kunnen geven op de druk van de
multinationals raden we de ontwikkelingslanden aan
te zorgen voor wetgevende en regelgevende
instrumenten waardoor ze een eigen beleid kunnen
voeren en het voorzorgsprincipe kunnen opleggen.
Onrechtstreeks dienen we dat doel door het verbod
op het in de handel brengen van ggo's op de
Europese markt, waarbij we evenwel het risico
lopen dat die niet-tarifaire handelsbelemmeringen
onder vuur komen te liggen.
Het gaat om een ingewikkelde aangelegenheid. We
mogen de ggo's en de biotechnologie echter niet
volledig verwerpen. Er kunnen immers ook nieuwe
variëteiten worden ontwikkeld om een antwoord te
bieden op de specifieke beperkingen in de
ontwikkelingslanden.
01.21 Philip Mikos (en français) : Je
commencerai par la question des OGM. Il est vrai
que les OGM peuvent présenter un risque
environnemental. Le principal problème est
toutefois qu'ils sont créés par des multinationales
qui veulent vendre des pesticides et non pour
développer des variétés mieux à même de
répondre à des contraintes biotiques dans des pays
en développement.
Je précise en mon nom propre que la question ne
concerne pas seulement la propriété intellectuelle
sur les semences, mais aussi le principe de
précaution face à l'impact environnemental des
OGM issus d'une stratégie commerciale.
Face aux pressions des multinationales, nous
conseillons aux pays en développement de se doter
des moyens législatifs et réglementaires leur
permettant de mener leurs propres politiques,
d'imposer le principe de précaution. De façon
détournée, nous agissons sur ce plan en interdisant
la commercialisation d'OGM sur le marché
européen, avec le risque que les barrières
commerciales non tarifaires créées puissent être
critiquées.
La problématique est complexe, mais il ne faut pas
rejeter en bloc les OGM et les biotechnologies. Des
variétés nouvelles peuvent être développées pour
répondre à des contraintes spécifiques présentes
dans des pays en développement.
De heer Volckaert, de vertegenwoordiger van de
Boerenbond, had het over het landbouwonderzoek.
Er is geen markt voor door de privésector
Le représentant du Boerenbond, M. Volckaert, a
mentionné la recherche agricole. Il n'y a pas de
marché pour une recherche agricole privée dans les
11/06/2008
CRABV 52
COM 254
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
gefinancierd
landbouwonderzoek
in
ontwikkelingslanden. Zonder de steun van de
donorlanden is er overigens ook geen door de
overheid gefinancierd landbouwonderzoek, en zal
de landbouwrevolutie waarmee een adequaat
antwoord moet worden gevonden op de
gedifferentieerde behoeften van de Afrikaanse
landen, er nooit komen.
De oplossing voor het ontbossingsprobleem, dat
door mevrouw Van der Straeten werd opgeworpen,
ligt besloten in een overeenkomst over de
bescherming en de valorisatie van de bossen in het
kader van de klimaatonderhandelingen. Het
certificaat waarover mevrouw Munting het had, kan
alleen maar een stimulans zijn voor good practices.
De sociale criteria waarover onderhandeld wordt,
sluiten nauw aan bij die van het IAB (Internationaal
Arbeidsbureau).
pays en développement. Sans les donateurs, il n'y a
pas non plus de recherche agricole publique et la
révolution agricole qui doit permettre d'apporter une
réponse adaptée aux besoins différenciés des pays
africains ne pourra pas avoir lieu.
La réponse à la question de la déforestation
soulevée par Mme Van der Straeten passera par un
accord sur la protection et la valorisation des forêts
dans le cadre des négociations sur le climat. La
certification qu'évoquait Mme Munting ne peut
qu'encourager les bonnes pratiques. Les critères
sociaux en négociation sont très proches de ceux
du BIT (Bureau international du travail).
De ontwikkelingshulp voor landbouw maakt deel uit
van de landbouwsubsidies. De investeringen die
door de ontwikkelingslanden moeten worden
verwezenlijkt hangen af van hun eigen situatie.
Sommige landen investeren in irrigatieprojecten,
andere in opvoedingsprojecten.
Mijnheer Flahaux, het Amerikaanse beleid is
veranderd, deels omdat dat land een groot deel van
zijn overschotten in biobrandstoffen gerecycleerd
heeft, terwijl het die vroeger in voedselhulp omzette
in het kader van het Wereldvoedselprogramma
(WFP).
L'aide au développement destinée à l'agriculture fait
partie
des
subventions
agricoles.
Les
investissements à réaliser par les pays en
développement dépendent de leur situation propre.
Certains investiront dans l'irrigation, d'autres dans
l'éducation.
Monsieur Flahaux, la politique américaine a changé
en partie parce que ce pays a recyclé une grande
partie de ses excédents dans les biocarburants
alors qu'il les convertissait par le passé en aide
alimentaire dans le cadre du PAM (Programme
alimentaire mondial).
01.22 Olivier De Schutter (Frans): Ik zal de
gelegenheid hebben een verslag op te maken over
die kwesties tijdens mijn missie naar de WTO eind
deze maand. Dat verslag zal in september
beschikbaar zijn. Men mag niet vergeten dat er een
paradox school in het verzoek van de
ontwikkelingslanden tijdens de Uruguay Round in
1986 om de landbouwproducten op te nemen in de
discussies en bijgevolg in de categorie van de
commerciële producten onder te brengen. Er rijzen
twee ernstige problemen. Enerzijds houden de
landbouwproducten verband met de uitoefening van
de mensenrechten en is het gevaarlijk ze aan de
wet van vraag en aanbod te onderwerpen.
Anderzijds zijn vraag en aanbod weinig gevoelig
voor de prijzenevolutie.
01.22 Olivier De Schutter (en français) : J'aurai
l'occasion de dresser un rapport sur ces questions
lors de ma mission à l'OMC à la fin de ce mois,
rapport qui sera disponible en septembre. Il ne faut
pas oublier le paradoxe constitué par la demande
des pays en développement lors de l'Uruguay
Round en 1986 pour inclure l'agriculture dans les
discussions et dès lors la mettre au rang des
produits commerciaux. Deux problèmes sérieux se
posent. D'une part, les produits agricoles relèvent
de l'exercice des droits de l'homme et il est
dangereux de les soumettre à la loi de l'offre et de
la demande. D'autre part, l'offre et la demande sont
très peu élastiques à l'évolution des prix.
Een van de kwesties waarop ik even zal ingaan, is
het
vraagstuk
van
de
intellectuele
eigendomsrechten
op
de
input
of
de
productiemiddelen voor de landbouw. Voor
farmaceutische producten werd gebruik gemaakt
van de verplichte licenties. Dat zouden we ook voor
zaden kunnen doen, waarvan de intellectuele
Une des questions que je vais aborder est celle des
droits de propriété intellectuelle sur les intrants pour
la production agricole. On a recouru aux licences
obligatoires
en
matière
de
produits
pharmaceutiques. On peut imaginer de le faire
également pour les semences dont les droits de
propriété intellectuelle sont détenus par un petit
CRABV 52
COM 254
11/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
eigendom in handen is van een klein aantal
bedrijven, en die oligopolie is de afgelopen tien jaar
steeds aperter geworden.
Ik heb opgeroepen tot het bevriezen van de
investeringen in biobrandstoffen van de eerste
generatie. Ik geloof dat dat een onredelijk beleid is.
Als men ook maar een beetje moed had gehad, had
men dat in Rome gezegd. We hebben een hoge
prijs betaald voor een consensus. Mij dunkt dat de
Europese Unie soms moet durven toegeven dat ze
zich vergist.
De heer Jean-Jacques Flahaux had het over de bio-
of agrobrandstoffen van de tweede generatie. Ik
geloof niet dat het om een duurzame energiebron
gaat, gelet op de hoeveelheid water die nodig is om
die brandstoffen te produceren.
nombre de société en situation d'oligopole, position
qui s'accentue depuis dix ans.
J'ai appelé à un gel de tout investissement dans les
agrocarburants de la première génération. Je pense
que c'est une politique déraisonnable. Si on avait eu
un peu de courage, on l'aurait dit à Rome. On a
payé d'un prix élevé le souci d'un consensus. Je
crois que l'Union européenne doit reconnaître
parfois qu'elle se trompe.
Jean-Jacques
Flahaux
a
mentionné
les
agrocarburants de la seconde génération. Je ne
crois pas qu'il s'agisse là d'une énergie durable
étant donné la quantité d'eau nécessaire pour les
produire.
Daarbij dient men een duidelijk onderscheid te
maken in functie van de verschillende plantsoorten.
Jatropha of sorghum zijn realistische alternatieven.
Daarentegen is het onaanvaardbaar dat vruchtbaar
land gebruikt wordt om er maïs of bieten te telen
voor de productie van brandstoffen.
Men moet andere vormen van alternatieve energie
aanwenden, met name zonne-energie, maar dan
begint er een veel ruimer debat.
De Mensenrechtenraad vraagt mij om veel meer
verslagen dan was gepland. Gelet op de interesse
van de heer Cornil voor dit dossier, zal ik hem deze
documenten bezorgen, zodat hij u blijvend kan
informeren over de evolutie van de internationale
debatten.
Il faut à cet égard opérer une distinction soigneuse
selon les différentes plantes. Le jatropha ou le
sorgho doux sont des alternatives viables. Par
contre, utiliser des terrains fertiles pour faire
pousser des betteraves ou du maïs en vue de faire
rouler des voitures n'est pas acceptable.
Il faut aller vers d'autres formes d'énergie
alternative, notamment l'énergie solaire, mais c'est
là un débat beaucoup plus large.
Le Conseil des droits de l'homme me demande
beaucoup plus de rapports que prévu. Puisque M.
Cornil a montré son intérêt pour ce dossier, je lui
transmettrai ces rapports afin qu'il puisse vous tenir
informer
de
l'évolution
de
la
discussion
internationale.
01.23 Philip Mikos (Frans): Het was een zeer
vruchtbare discussie. Ik wil u bedanken omdat u mij
de gelegenheid gegeven heeft mijn standpunten
uiteen te zetten. (Applaus)
De voorzitter: Namens u allen wil ik de twee
sprekers bedanken. Wij zullen trachten de inbreng
van de ngo's in moties of resoluties te vertalen en
dat werk voor het parlementair reces af te ronden.
01.23 Philip Mikos (en français) : Nous avons eu
une discussion très riche. Je vous remercie de
m'avoir
donné
l'occasion
de
m'exprimer
(Applaudissements).
Le président : En notre nom à tous, je souhaite
remercier nos deux orateurs. Nous tenterons de
traduire l'apport des ONG dans des motions ou des
résolutions et de terminer ce travail avant les
vacances parlementaires.
Ik bedank de heren Mikos en De Schutter, de
deskundigen en de vertegenwoordigers van de
ngo's en het middenveld voor hun aanwezigheid. Dit
is een goed bewijs dat het Parlement en de civiele
maatschappij kunnen samenwerken. (Applaus)
Je remercie MM. Mikos et De Schutter, les experts
ainsi que les représentants des ONG et de la
société civile pour leur présence qui prouve que le
Parlement et la société civile sont capables de
collaborer. (Applaudissements)
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17 h 05.