KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 234
CRABV 52 COM 234
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
dinsdag
mardi
03-06-2008
03-06-2008
voormiddag
matin
CRABV 52
COM 234
03/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Wetgeving
met
betrekking
tot
Ontwikkelingssamenwerking evaluatie en
hoorzitting met
1
Cadre
législatif
de
la
Coopération
au
Développement - réflexion et audition de
1
- mevrouw Marie-Dominique Simonet, minister
van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en
Externe Betrekkingen van het Waals Gewest
1
- Mme Marie-Dominique Simonet, ministre de la
Recherche, des Nouvelles Technologies et des
Relations extérieures de la Région wallonne
1
- de heer Nicolas Vanhove, vertegenwoordiger
van de minister-voorzitter van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering
1
- M. Nicolas Vanhove, représentant du ministre-
président du gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale
1
Sprekers: Marleen Temmerman, senator,
Marie-Dominique Simonet, minister van
Onderzoek,
nieuwe
Technologieën
en
Buitenlandse Zaken van het Waals Gewest,
Josy Dubié, senator, Sabine de Bethune,
senator, Jean-Paul Procureur, senator, Hilde
Vautmans, Roel Deseyn
Orateurs: Marleen Temmerman, sénatrice,
Marie-Dominique Simonet, ministre de la
Recherche, des nouvelles Technologies et
des Relations extérieures de la Région
wallonne, Josy Dubié, sénateur, Sabine de
Bethune, sénatrice, Jean-Paul Procureur,
sénateur, Hilde Vautmans, Roel Deseyn
CRABV 52
COM 234
03/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
DINSDAG
03
JUNI
2008
Voormiddag
______
du
MARDI
03
JUIN
2008
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.08 uur en
voorgezeten door mevrouw Marleen Temmerman,
voorzitter.
La réunion publique est ouverte à 10 h 08 par Mme
Marleen Temmerman, présidente.
01
Wetgeving
met
betrekking
tot
Ontwikkelingssamenwerking evaluatie en
hoorzitting met
- mevrouw Marie-Dominique Simonet, minister
van Onderzoek, Nieuwe Technologieën en
Externe Betrekkingen van het Waals Gewest
- de heer Nicolas Vanhove, vertegenwoordiger
van de minister-voorzitter van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering
01 Cadre législatif de la Coopération au
Développement - réflexion et audition de
- Mme Marie-Dominique Simonet, ministre de la
Recherche, des Nouvelles Technologies et des
Relations extérieures de la Région wallonne
- M. Nicolas Vanhove, représentant du ministre-
président du gouvernement de la Région de
Bruxelles-Capitale
01.01 Marleen Temmerman, voorzitter: Het is de
bedoeling van deze hoorzittingen die Kamer en
Senaat samen organiseren, de verschillende
partners die belangrijk zijn op het gebied van
internationale samenwerking de kans te geven hun
programma voor te stellen.
Vandaag is het de bedoeling met de regionale
ministers en woordvoerders van gedachte te
wisselen.
De commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen
en voor de Landsverdediging van de Senaat en de
commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van
de Kamer van volksvertegenwoordigers willen
gezamenlijk reflecteren over de vraag of een
herziening van het wetgevend kader van de
ontwikkelingssamenwerking, en meer bepaald van
de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische
internationale samenwerking, opportuun is.
Om de draagwijdte en de efficiëntie van hun
werkzaamheden te vergroten, beslisten de
commissies een aantal vergaderingen, vooral
hoorzittingen, met de verschillende actoren te
organiseren, vooraleer het debat ten gronde zou
01.01 Marleen Temmerman, présidente :
L'objectif de ces auditions organisées en commun
par la Chambre et le Sénat est de donner l'occasion
aux différents partenaires importants sur le plan de
la coopération internationale de présenter leur
programme.
Aujourd'hui, nous pourrons nous entretenir avec les
ministres et porte-parole régionaux.
La commission des Relations extérieures et de la
Défense du Sénat et la commission des Relations
extérieures de la Chambre des représentants ont
souhaité réfléchir ensemble à l'opportunité de revoir
le cadre législatif de la coopération au
développement, en particulier la loi du 25 mai 1999
relative à la coopération internationale belge au
développement.
Les commissions ont tenté d'accroître la portée et
l'efficacité de leurs travaux en organisant, avant
d'entamer le débat de fond, un certain nombre de
réunions, principalement des auditions, avec les
différents acteurs du secteur.
03/06/2008
CRABV 52
COM 234
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
worden gehouden.
De eerste hoorzitting vond plaats op 11 maart 2008,
de tweede op 29 april en de derde op 3 juni 2008.
La première audition a eu lieu le 11 mars 2008 ; la
deuxième, le 29 avril 2008. La troisième a lieu ce 3
juin 2008.
01.02 Minister Marie-Dominique Simonet ,
minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe
Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen van
het Waals Gewest (Frans): Ik ben blij dat ik mijn
steentje kan bijdragen tot een betere coördinatie op
Belgisch niveau van de inspanningen op het stuk
van
de
partnerschappen
met
de
ontwikkelingslanden.
01.02 Marie-Dominique Simonet, ministre de la
Recherche, des Nouvelles Technologies et des
Relations extérieures de la Région wallonne (en
français) : Je suis heureuse d'apporter ma
contribution à l'objectif d'une meilleure coordination
intra-belge en matière de partenariat avec les pays
en développement.
De regering van de Franse Gemeenschap en de
Waalse regering zijn geen vragende partij voor een
overheveling van Ontwikkelingssamenwerking naar
de deelgebieden, maar indien die bevoegdheid zou
worden
overgeheveld,
zullen
we
onze
verantwoordelijkheid opnemen.
Le gouvernement de la Communauté française et le
gouvernement wallon ne sont pas demandeurs
d'une défédéralisation de la Coopération au
développement mais, si celle-ci devait avoir lieu,
nous prendrions nos responsabilités.
We mogen onze buitenlandse partners niet de
indruk geven dat de Gemeenschap of het Gewest
geldschieter is voor Ontwikkelingssamenwerking.
Maar we zijn goed geplaatst om onze expertise te
delen waarbij we steeds de internationale solidariteit
voor ogen houden.
Il faut éviter de donner à nos partenaires étrangers
l'impression que la Communauté - ou la Région -
est un bailleur de fonds de la Coopération au
développement. Cependant, nous sommes bien
placés pour partager notre expertise dans un
objectif de solidarité internationale.
Op budgettair vlak hebben het Waalse Gewest en
de Franse Gemeenschap in 2006 samen meer dan
21 miljoen euro besteed aan het partnerschap met
de ontwikkelingslanden, in het verlengde van onze
bevoegdheden. Die middelen worden verrekend in
de statistieken van de officiële ontwikkelingshulp
van België, maar de uiterst belangrijke belofte om in
2010 0,7 procent van het bnp (bruto nationaal
product)
aan
ontwikkelingssamenwerking
te
besteden bindt enkel de federale regering.
Het verheugt me dat in het regeerakkoord wordt
onderstreept dat coördinatie met de ngo's en de
andere actoren van de Ontwikkelingssamenwerking
noodzakelijk is.
Sur le plan budgétaire, la Région wallonne et la
Communauté française ont consacré ensemble en
2006 plus de vingt et un millions d'euros au
partenariat avec les pays en développement, dans
le prolongement de nos compétences. Ces moyens
sont comptabilisés dans les statistiques de l'aide
publique au développement de la Belgique, mais
l'engagement extrêmement important de consacrer
0,7 % du PNB (produit national brut) à l'aide au
développement en 2010 ne lie que le gouvernement
fédéral.
Je me réjouis que l'accord de gouvernement fédéral
ait souligné la nécessité de la coordination avec les
ONG et les autres acteurs de la Coopération.
Sinds een jaar of vier probeer ik beter het
onderscheid te maken tussen de partnerschappen
met ontwikkelde landen of groeilanden en die met
ontwikkelingslanden.
Onze
buitenlandse
betrekkingen met de ontwikkelde landen moeten
onze belangen en die van onze gesprekspartners
dienen. Met de landen van het Zuiden gaat het
evenwel om solidariteit en de begrippen wederzijdse
verrijking en impact zijn enkel aanwezig in een
langetermijnoptiek.
Ons partnerschap met de ontwikkelingslanden
Depuis près de quatre ans, j'ai voulu mieux
distinguer les partenariats avec les pays développés
ou émergents, et ceux avec les pays en
développement. Nos relations extérieures avec les
pays développés doivent servir nos intérêts et ceux
de nos interlocuteurs. En revanche, avec les pays
du Sud, il s'agit de solidarité et les notions
d'enrichissement mutuel et de retombées ne sont
présentes que dans une optique à long terme.
Notre partenariat avec les pays en développement
CRABV 52
COM 234
03/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
verloopt via de tenuitvoerlegging van bilaterale, met
de regeringen van het Zuiden gesloten akkoorden,
met als referentie de millenniumdoelstellingen. Per
land hebben we twee sectoren geïdentificeerd waar
we "nichestrategieën" ontplooien. We delen er
onze bijzondere expertise waarbij steeds gestreefd
wordt naar coherentie met de acties van andere
partners, met name de federale Samenwerking.
Het bevorderen van de gelijkheid tussen mannen en
vrouwen loopt op elk ogenblik dwars door de hele
actie heen, net als de culturele benadering van de
ontwikkeling. Wallonië-Brussel beschikt over een
specifieke knowhow in dit domein, getuige het
Yambiprogramma dat in 2007 waarbij meer dan
honderd vijftig Congolese kunstenaars waren
betrokken.
passe par la mise en oeuvre des accords bilatéraux
conclus avec les gouvernements du Sud, avec pour
référence les objectifs du millénaire. Par pays, nous
avons identifié deux secteurs où nous déployons
des « stratégies de niches ». Nous y partageons
nos expertises particulières dans un souci de
cohérence avec les actions des autres partenaires,
notamment la Coopération fédérale.
La promotion de l'égalité hommes-femmes est
toujours présente de manière transversale, tout
comme l'approche culturelle du développement.
Wallonie-Bruxelles
dispose
d'un
savoir-faire
spécifique en la matière, comme en témoigne la
réussite du programme Yambi, qui a touché en
2007 plus de cent cinquante artistes congolais.
Met ons tweede programma beogen we de
ondersteuning van de Waalse en Brusselse actoren
die voor solidariteit ijveren.
Wallonië en Brussel hebben veel expertise dankzij
een netwerk van ngo's en andere actoren. Door
middel van verscheidene mechanismen helpen we
die operatoren en steunen we de demarches die ze
ondernemen ten aanzien van het federale
departement Ontwikkelingssamenwerking of de
Europese Unie.
Notre second programme vise l'appui aux acteurs
wallons et bruxellois de la solidarité.
La Wallonie et Bruxelles sont riches d'expertise via
un tissu d'ONG de développement et d'autres
acteurs. A travers plusieurs mécanismes, nous
aidons ces opérateurs et les appuyons dans leurs
démarches vis-à-vis de la coopération fédérale ou
de l'Union européenne.
Artikel 3 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de
Belgische internationale samenwerking bepaalt het
volgende: "De federale samenwerking bevordert de
synergie met de samenwerking vanwege de
gemeenten, de provincies, de Gewesten, de
Gemeenschappen en Europa". Het initiatief gaat
dus uit van het federale niveau, wat logisch is in een
federale Staat die terzake bevoegd is en die
dientengevolge het grootste gedeelte van de
bijbehorende begroting beheert.
Er is echter slechts in zeer beperkte mate sprake
van synergie. Bovendien betekent synergie voor mij
meer dan de loutere raadpleging van de andere
niveaus en moet er een echt overleg op gang
worden gebracht, dat kan leiden tot gezamenlijke
acties met het oog op meer efficiency.
Sinds kort nodigt DGOS onze administratie uit op
de interne voorbereidende vergaderingen die aan
de bijeenkomsten van de gemengde commissies
van Ontwikkelingssamenwerking voorafgaan, maar
eigenlijk is die uitnodiging aan APEFE gericht en
dus niet aan de Franse Gemeenschap of het Waals
Gewest als dusdanig. Mijn eerste voorstel zou er
dus toe strekken de synergie met de deelgebieden
in de wet te versterken via een verplichte
raadpleging.
Dans son article 3, la loi du 25 mai 1999 relative à
la coopération internationale belge prévoit que « la
coopération fédérale favorise la synergie avec les
coopérations communales, provinciales, régionales,
communautaires et européenne ». C'est la
coopération fédérale qui est à l'initiative, ce qui est
logique dans un État fédéral titulaire de la
compétence en la matière et qui contrôle de ce fait
la plus grande part du budget de celle-ci.
Cependant, les synergies restent très limitées, on
ne les voit guère. J'estime, en outre, que ces
synergies ne doivent pas se limiter à une simple
consultation, mais impliquer une concertation réelle,
qui peut déboucher sur des actions conjointes pour
une plus grande efficacité.
Depuis peu, la DGCD invite notre administration
aux réunions préparatoires internes précédant les
commissions mixtes de la Coopération mais cette
invitation s'adresse en fait à l'APEFE et ne
concerne pas la Communauté française ou la
Région wallonne en tant que telles. Ma première
proposition serait donc de renforcer dans la loi les
synergies avec les entités fédérées sous la forme
d'une consultation obligatoire.
03/06/2008
CRABV 52
COM 234
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Voorts vind ik het verwonderlijk dat de Gewesten en
Gemeenschappen op gelijke voet worden gesteld
met de gemeenten en provincies, want dat zijn
ondergeschikte
besturen.
De
gewest-
en
gemeenschapsdimensie moet een bijzondere plaats
krijgen.
Het tweede denkspoor dat ik voorstel zou het
instellen zijn van meer interministerieel overleg met
betrekking tot ontwikkelingssamenwerking. De
ICBB zou a priori het geëigende forum moeten zijn,
maar de jongste vier jaar hebben er maar zeer
weinig conferenties plaatsgevonden (twee in 2005
en twee in 2006, geen enkele in 2007 en 2008). Het
zou interessant zijn om bij de uitwerking van de
nieuwe wet, die in een verplichte raadpleging
voorziet, rekening te houden met dat voorstel
inzake dat ontmoetingsforum.
Wat de Franse Gemeenschap en het Waalse
Gewest betreft, is het belangrijk dat het principe van
het interministerieel overleg in de wet veeleer dan in
samenwerkingsakkoorden wordt opgenomen.
De
ICBB
zou
van
een
operationele
coördinatiestructuur in Brussel en in het veld
moeten worden voorzien. Tevens moeten de
werkzaamheden van de ICBB worden voorbereid
en moet er een operationele structuur worden
opgezet. In andere materies zoals de Europese
coördinatie op Belgisch binnenlands niveau, werkt
dat. Die structuur zou model kunnen staan.
Par ailleurs, je trouve surprenant que les Régions et
Communautés soient mises sur le même pied que
des communes ou des provinces, qui sont des
pouvoirs subordonnés. La dimension régionale et
communautaire doit avoir une place particulière.
La deuxième piste que je propose serait la mise en
place d'une concertation interministérielle accrue en
ce qui concerne la coopération au développement.
À priori, la CIPE devrait être l'enceinte appropriée
mais nous en avons eu très peu depuis quatre ans
(deux en 2005 et deux en 2006, aucune en 2007 et
2008). Il serait intéressant d'articuler la nouvelle loi
prévoyant une consultation obligatoire avec cette
proposition d'espace de rencontre.
En ce qui concerne la Communauté française et la
Région wallonne, il est important que ce principe de
concertation interministérielle soit inscrit dans la loi
plutôt que dans des accords de coopération.
Pour en revenir à la CIPE, elle devrait être
alimentée par un dispositif opérationnel de
coordination, à Bruxelles et sur le terrain. Il faut
aussi préparer le travail des CIPE et prévoir un
dispositif opérationnel. Dans d'autres matières
comme la coordination européenne intra-belge, cela
fonctionne. On pourrait s'en inspirer.
Voorzitters: de dames Marleen Temmerman en
Hilde Vautmans
Présidentes : Mmes Marleen Temmerman et Hilde
Vautmans
Mijn derde voorstel zou erin bestaan een
ontwikkelingssamenwerkingsmechanisme uit te
werken naar analogie van de Europese of
multilaterale coöperatie.
Als natuurlijke aanvulling op deze coördinatie
zouden we door een verplichte coördinatie in het
veld gegevens kunnen uitwisselen over de
geografische en sectorale strategieën.
Het vraagstuk van de geografische en sectorale
concentratie mag niet worden onderschat. Het gaat
om de artikelen 6 en 7 van de wet. Ik wil graag twee
preliminaire opmerkingen maken.
Ten eerste hebben de keuzes van de federale
overheid inzake prioriteiten of de toekenning van
begrotingskredieten onvermijdelijk gevolgen voor de
deelgebieden.
Ma troisième proposition serait de mettre en place
un mécanisme de coopération, comparable à ceux
en matière européenne ou multilatérale.
Le complément naturel à cette coordination sera
une obligation de coordination sur le terrain, qui
nous permettrait de partager l'information sur les
stratégies géographiques et sectorielles.
La question du ciblage géographique et sectoriel est
importante. Ces sont les articles 6 et 7 de la loi. Je
voudrais formuler deux remarques préalables.
D'abord,
les
choix
du
fédéral
entraînent
inévitablement des conséquences pour les entités
fédérées, en termes d'orientation des priorités ou
d'allocations de moyens budgétaires.
De keuze van de doelstellingen, in samenspraak Ensuite, le choix des cibles avec les pays
CRABV 52
COM 234
03/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
met de partnerlanden, is een politieke beslissing die
best steunt op overleg en op criteria, met name
voor de evaluatie van de beslissing uit 2003 om het
aantal prioritaire landen terug te brengen van 25 tot
18.
Bij het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap
spitst de samenwerking met het Zuiden zich toe op
slechts twaalf partnerlanden: de Democratische
Republiek Congo, Rwanda, Benin, Burundi, Burkina
Faso, Haïti, Marokko, Senegal, Vietnam, Bolivia,
Algerije en Palestina.
partenaires est une décision politique pour laquelle
il vaut mieux s'appuyer sur de la concertation et sur
des critères, notamment pour l'évaluation de la
décision de 2003 de passer de 25 à 18 pays
prioritaires.
À la Région wallonne et à la Communauté
française, nous avons concentré notre coopération
avec le Sud sur un nombre limité de douze pays
partenaires : la République Démocratique du
Congo, le Rwanda, le Bénin, le Burundi, le Burkina
Faso, Haïti, le Maroc, le Sénégal, le Vietnam, la
Bolivie, l'Algérie et la Palestine.
Wij hebben deze landen geselecteerd op grond van
objectieve criteria zoals de index van de menselijke
ontwikkeling (HDI) van de Verenigde Naties
(UNDP),
de
historische
banden
met
die
partnerlanden, de aanwezigheid in Wallonië en
Brussel van een uit die landen afkomstige
bevolkingsgroep en mogelijke synergieën met de
federale overheid, de francofonie of de Europese
Unie. Wij hebben er tevens rekening mee gehouden
dat de deskundigheid van onze actoren,
inzonderheid de ngo's en de universiteiten,
beantwoordt aan de ontwikkelingsnoden van die
landen.
Wij zijn voorstanders van een dubbele lijst. De ene
omvat de stappen die moeten worden gedaan in
een eerste reeks prioritaire landen, de andere
vertaalt de keuzes van onze actoren in het kader
van een indirecte samenwerking in langere cycli.
Nous avons sélectionné ces pays sur la base de
critères objectifs comme l'indice PNUD de
développement humain, les liens historiques
entretenus avec ces partenaires, la présence en
Wallonie et à Bruxelles d'une population originaire
de ces pays ou les possibilités de synergies avec le
fédéral, la francophonie ou l'Union européenne.
Nous avons également tenu compte de l'adéquation
de l'expertise de nos opérateurs, en particulier les
ONG et les universités, aux besoins de
développement de ces pays.
Nous sommes partisans d'une double liste, l'une
comportant les actions à apporter à une première
série de pays prioritaires, l'autre répondant au choix
de nos opérateurs dans le cadre d'une coopération
indirecte s'inscrivant dans des cycles plus longs.
Dat concentratieprincipe heeft tot gevolg dat er een
diplomatiek netwerk wordt gecreëerd. Persoonlijk
ben ik de mening toegedaan dat het consequent is
een diplomatieke post te hebben in elk
concentratieland.
Wat de huidige wettekst betreft, verwijst artikel 4
naar het Comité voor ontwikkelingshulp van de
Organisatie voor Economische Ontwikkeling en
Samenwerking
voor
alles
wat
de
ontwikkelingsrelevantie- en evaluatiecriteria betreft.
Misschien zou het aangewezen zijn ons beleid te
stoelen
op
de
consensus
die
inzake
ontwikkelingsdoelstellingen werd bereikt door
andere grote internationale organisaties. In artikel 7,
waar er sprake is van sectorale concentratie, stellen
wij vast dat er met woord wordt gerept over de
economische sector, behalve dan de landbouw. De
komende maanden en met name in het kader van
het microkrediet, dat mij na aan het hart ligt, moet
de landbouw mijns inziens heel veel aandacht en
middelen krijgen.
Le corollaire de ce principe de concentration est
l'implantation du réseau diplomatique. Je juge
personnellement cohérent de prévoir l'installation
d'un poste diplomatique dans chacun des pays de
concentration.
En ce qui concerne le texte actuel de la loi, l'article
4 se réfère au Comité d'aide au développement de
l'OCDE pour tout ce qui concerne les critères de
pertinence et d'évaluation. Il serait peut-être
intéressant de s'appuyer sur les consensus atteints
en matière d'objectifs au développement par
d'autres grandes organisations internationales. À
l'article 7, au titre de la concentration sectorielle,
nous constatons l'absence du secteur économique,
sauf l'agriculture. À mon sens, l'agriculture devra
prendre une part très importante de nos
préoccupations et de nos moyens dans les mois qui
viennent, notamment dans le cadre du microcrédit,
auquel je suis très sensible.
Artikel 9 vloeit voort uit een concentratie van de
aanwezigheid van onze federale Samenwerking in
de internationale organisaties. Die aanwezigheid of
L'article 9 est le résultat d'un exercice de
concentration de la présence de notre Coopération
fédérale dans les organisations internationales.
03/06/2008
CRABV 52
COM 234
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
betrokkenheid is beperkt tot twintig organisaties.
Misschien moeten wij ons beraden over de vraag of
dat cijfer hoger of lager moet zijn. Ik zou mijn
betoog willen besluiten in mijn hoedanigheid van
voorzitster van de vzw APFE die voor het grootste
deel gesubsidieerd wordt door de federale
Samenwerking als "onrechtstreekse bilaterale
actor". Ik heb de indruk dat de federale overheid er
alle belang bij heeft ervoor te zorgen dat onze
operatoren op het gebied van de onrechtstreekse
hulp
over
een
zekere
manoeuvreerruimte
beschikken in landen of sectoren waar zij niet meer
aanwezig is op het gebied van de rechtstreekse
hulp.
Cette implication a été réduite à vingt organisations.
Il faut peut-être évaluer si ce chiffre doit être
supérieur ou inférieur. Je voudrais conclure en tant
que présidente de l'ASBL APFE, opérateur
majoritairement subventionné par la Coopération
fédérale au titre du « bilatéral indirect ». Il me
semble que le fédéral a tout à gagner en laissant
une certaine marge à nos opérateurs de l'aide
indirecte dans les pays ou les secteurs où il n'est
plus présent par la coopération directe.
Een en ander brengt me ertoe voor een
evenwichtige verdeling van de groei van de federale
begroting te pleiten. Ten slotte is het wellicht
aangewezen de administratieve en financiële
normen en de procedures die DGOS op APEFE
toepast, te toetsen om na te gaan of ze niet op een
aantal punten moeten worden versoepeld en of de
doelstellingen worden bereikt. Een reflectie over
deze aangelegenheid zou dus vrucht kunnen
dragen.
Cela m'amène à plaider pour une répartition
équilibrée de la croissance du budget fédéral. Pour
terminer, il faudrait peut-être que les normes
administratives et financières ainsi que les
procédures qui sont appliquées par la DGCD à
l'APEFE fassent l'objet d'une évaluation pour
examiner s'il ne faut pas l'assouplir en certains
endroits et voir si les objectifs sont atteints. Une
réflexion pourrait donc être menée de manière
profitable en la matière.
01.03 Marleen Temmerman, voorzitter: Dank u,
mevrouw de minister. Ik heb vooral uw
opmerkingen met betrekking tot de indirecte
samenwerking op prijs gesteld, alsook het feit dat u
de nadruk legt op de langetermijnsamenwerking.
01.03 Marleen Temmerman, présidente : Merci,
Madame la ministre. J'ai surtout apprécié vos
remarques sur la coopération indirecte et l'accent
sur la collaboration à long terme.
01.04 Josy Dubié, senator (Ecolo): Mevrouw de
minister, u zei dat het Waals Gewest en de Franse
Gemeenschap geen vragende partij zijn voor een
overheveling van Ontwikkelingssamenwerking. Ik
neem er nota van dat u afstand neemt van het
standpunt van uw socialistische regeringspartner,
die
tijdens
de
vorige
zittingsperiode
het
tegenovergestelde standpunt verdedigde. Geldt dat
enkel voor de deelstaten of ook voor het federale
niveau?
01.04 Josy Dubié, sénateur (Ecolo) : Madame la
ministre, vous avez déclaré que la Région wallonne
et la Communauté française ne sont pas
demanderesses d'une défédéralisation de la
Coopération au développement. Je prends acte que
vous vous démarquez de la position de votre
partenaire au sein du gouvernement, à savoir les
socialistes, qui, lors de la législature précédente,
défendaient la position inverse. Cela concerne-t-il
seulement les entités fédérées ou également le
fédéral ?
Ik heb nota genomen van uw bereidheid tot
samenwerking. Uw voorstellen met betrekking tot
een verplichte raadpleging en nauwer ministerieel
overleg kunnen de samenwerking mijns inziens
verbeteren. Wat evenwel de gekozen landen
betreft, valt uw lijst van twaalf landen niet helemaal
samen met die van de achttien landen. Wie doet
wat en hoe gaat dat in zijn werk? De criteria van de
Franstaligen stemmen niet noodzakelijk overeen
met die van de Vlaamse Gemeenschap. Ze moeten
op elkaar kunnen worden afgestemd, wat niet voor
de hand ligt is. Het verplichte overleg dat u
voorstelt, kan een overdaad aan middelen
voorkomen.
J'ai pris acte de votre désir de collaboration. Vos
propositions de consultation obligatoire et de
concertation ministérielle accrue me semblent de
nature à améliorer la concertation. En revanche,
pour ce qui est du choix des pays, votre liste de
douze pays ne coïncide pas entièrement avec la
liste des dix-huit. La question se pose de savoir qui
fait quoi et comment. Nos critères de francophones
ne correspondent pas nécessairement à ceux de la
Communauté flamande. Il faudrait pouvoir les
harmoniser et ce n'est pas évident. Mais la
concertation obligatoire que vous proposez est de
nature à éviter l'explosion des moyens.
CRABV 52
COM 234
03/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
U hebt voorts verwezen naar de wet die bepaalt dat
we de 0,7 procent tegen 2010 zullen halen. We
weten allemaal, zelfs al zijn sommigen daar wat
hypocrieter over, dat we dat percentage niet in 2010
zullen halen. Laten we er dan gewoon over zwijgen.
We moeten er wel de nodige conclusies uit trekken,
want er werd een wet goedgekeurd. Maar we zullen
die nobele doelstelling niet waarmaken.
Par ailleurs, vous avez fait allusion à la loi qui
prévoit qu'on atteigne les 0,7 % en 2010. Nous
savons tous, même si certains se montrent plus
hypocrites, que nous n'atteindrons pas ce taux en
2010. Alors arrêtons de le dire. Il faudra, par contre,
en tirer les conclusions car une loi a été votée. Or
nous n'y arriverons pas.
01.05 Sabine de Bethune, senator (CD&V): Ik wil
vooreerst de minister bedanken voor haar
constructieve bijdrage aan dit debat. Kan de
minister ook verduidelijken wat het budget van haar
departement voor ontwikkelingssamenwerking is
voor 2008? Zal de minister meer middelen
vrijmaken voor APV? Als de minister het groeipad
tot 2010 willen halen, wat is daarin dan het aandeel
van de Gemeenschappen en de Gewesten? Zou
het niet wenselijk zijn om ook het wettelijke
groeipad voor de Gemeenschappen en de
Gewesten vast te leggen in plaats van dat enkel te
doen op het federale niveau? Zal de minister ter
zake een initiatief nemen? Welke verdeelsleutel zou
hier gebruikt kunnen worden?
Is het verder ook niet wenselijk om de deelname
van de Gemeenschappen en de Gewesten in de
BTC te verhogen, nu dit uitvoeringsagentschap
degelijk functioneert en een goed zakencijfer haalt?
Wat is de positie van de minister ter zake? Werden
er vanuit de Franstalige Gemeenschap opdrachten
gegeven aan de BTC?
Ten slotte moet het overleg tussen het federale
niveau en de Gemeenschappen wettelijk versterkt
worden. Hoe ziet de minister deze wettelijke
versterking? Is er een bijzondere wet nodig?
01.05 Sabine de Bethune, senator (CD&V) :
Avant tout, je tiens à remercier la ministre pour sa
contribution constructive au débat. Pourrait-elle
également me dire quel est le montant du budget
du
département
de
la
coopération
au
développement pour 2008? Compte-t-elle libérer
des moyens pour les APV ? Si la ministre entend
suivre le chemin de croissance jusqu'en 2010,
quelle sera la part des Communautés et des
Régions ? Ne serait-il pas souhaitable de fixer le
chemin de croissance légal pour les Communautés
et les Régions plutôt que de ne le faire que pour le
fédéral ? Le ministre prendra-t-il une initiative en
l'espèce ? Quelle clé de répartition pourrait être
appliquée ici ?
Par ailleurs, ne conviendrait-il pas aussi
d'augmenter la participation des Communautés et
des Régions dans la CTB, à présent que cette
agence d'exécution fonctionne bien et réalise un
bon chiffre d'affaire ? Quelle est la position de la
ministre ? La Communauté française a-t-elle chargé
la CTB de certaines missions ?
Enfin, la concertation entre le niveau fédéral et les
Communautés doit-elle être renforcée ? Comment
la ministre considère-t-elle ce renforcement légal ?
Faut-il une loi spéciale ?
01.06 Jean-Paul Procureur, senator (cdH): Kan u
wat meer uitleg geven over de redenen waarom er
geen samenwerking is tussen de onderscheiden
bestuursniveaus? Ik sluit mij aan bij mevrouw de
Bethune en vraag u voorbeelden aan te halen van
domeinen waarin die samenwerkingsverbanden een
pluspunt zouden kunnen betekenen.
Dreigt het nastreven van meer samenwerking
tussen de federale overheid en de deelgebieden er
a contrario niet toe te leiden dat de federale
overheid een grotere greep op die instanties zal
krijgen?
De kredieten die ons land aan internationale
instellingen toekent, nemen fors toe. Wat is uw
standpunt in dat verband?
01.06 Jean-Paul Procureur, sénateur (cdH) :
Pouvez-vous aller plus loin dans l'identification des
causes de l'absence de synergies entre les
différents niveaux de pouvoir ? Je rejoindrai Mme
de Bethune en vous demandant de citer des
exemples de domaines dans lesquels ces synergies
pourraient apporter quelque chose de positif.
À contrario, le fait de rechercher davantage de
synergies entre le fédéral et les instances fédérées
ne risque-t-il pas d'entraîner une main-mise plus
importante du fédéral sur ces instances ?
Enfin, les crédits que notre pays alloue aux
organismes internationaux augmentent de manière
importante. Quelle est votre position sur ce sujet ?
03/06/2008
CRABV 52
COM 234
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
01.07 Minister Marie-Dominique Simonet
(Frans): Mijnheer Dubié, persoonlijk baseer ik me
op de verklaringen inzake het regionaal en
communautair beleid: daar zult u exact terugvinden
wat ik gezegd heb. Als Ontwikkelingssamenwerking
daadwerkelijk gedefederaliseerd wordt, zullen we
dat aanvaarden, maar we zijn zeker geen vragende
partij. Ik geef toe dat de derdelaatste minister-
president van het Waals Gewest tijdens een ICBB
waar ik ook aanwezig was, daar anders over sprak.
We moeten natuurlijk vermijden dat het aantal
partnerlanden explosief toeneemt, vandaar dat het
goed is om het eens te worden over een eerste lijst.
Een tweede lijst zou dan eenieder vrij laten om te
kiezen naargelang zijn specifieke kenmerken.
Om te antwoorden op de vraag van mevrouw de
Bethune: in 2006 ging het om 21 miljoen euro. De
cijfers van 2007 en 2008 liggen natuurlijk hoger en
we willen ze optrekken.
Ondertussen ben ik ook heel duidelijk geweest:
Ontwikkelingssamenwerking
is
een
federale
bevoegdheid. De Gewesten en Gemeenschappen
beschikken bijgevolg niet over evenwaardige
teksten. Ook al wensen wij volledig vrijwillig onze
samenwerking
op
te
krikken,
de
verantwoordelijkheid ligt toch bij de federale staat.
01.07 Marie-Dominique Simonet, ministre (en
français) : Monsieur Dubié, personnellement, je me
base sur les déclarations de politiques régionale et
communautaire : vous y retrouverez exactement ce
que j'ai dit. Si la défédéralisation de la Coopération
devait devenir effective, nous serions prêts mais
nous ne plaidons pas en sa faveur. Je suis d'accord
avec vous que l'antépénultième ministre-président
de la Région wallonne, lors d'une CIPE à laquelle
j'assistais, ne tenait pas les mêmes propos.
Il faut bien sûr éviter d'avoir une explosion de pays
partenaires, d'où l'idée de se mettre d'accord sur
une première liste. Une seconde liste laisserait de la
liberté en fonction des spécificités de chacun.
Pour répondre à Mme de Bethune, les chiffres de
2006 étaient de 21 millions d'euros. Les chiffres
2007 et 2008 sont évidemment plus importants et
notre volonté est de les augmenter.
J'ai en même temps été très claire : la Coopération
au développement est une compétence fédérale.
En conséquence, les entités fédérées n'ont pas de
textes équivalents. Même si, volontairement, nous
avons la volonté d'augmenter notre coopération, la
responsabilité relève toutefois du fédéral.
De betrekkingen met de Belgische Technische
Coöperatie
zijn
goed.
Natuurlijk
ben
ik
voorstandster van gezamenlijke acties. Ook al
hebben we geen contract, toch worden er acties
gevoerd.
Betreffende de werking van de overlegstructuren,
wil ik eraan herinneren dat de wet van 1999 de
federale overheid, die daarvoor bevoegd is en over
de nodige middelen beschikt, verplicht de
samenwerking te bevorderen. Het is dus het
federale niveau dat een impuls moet geven. Feit is
dat dit zeer zelden gebeurt: de ICBB is in vier jaar
tijd maar vier keer bijeengekomen. In 2007
gebeurde er niets. In 2008 gebeurde er ook nog
niets...
Nous avons de bonnes relations avec la
Coopération technique belge (CTB). Je plaide
évidemment en faveur d'actions communes. Si
nous n'avons pas de contrat, des actions sont
néanmoins menées.
Concernant le fonctionnement des concertations,
c'est au fédéral, doté de la compétence et des
moyens, que la loi de 1999 imposait l'obligation de
favoriser les synergies. L'élan doit donc venir du
fédéral. Or, celui-ci se fait rare : quatre CIPE en
quatre ans. Rien en 2007. Et toujours rien en
2008...
Het federale bestuursniveau moet dus het initiatief
weer krachtig naar zich toetrekken.
Mijn suggestie is dat bij wet (of het al dan niet om
een bijzondere wet zou gaan, verandert niets aan
de zaak) een resultaatsverplichting inzake overleg
zou worden opgelegd. Als men wil dat de ICBB
werkt en concrete resultaten oplevert, moet zij over
een cel kunnen beschikken die instaat voor de
voorbereiding en de follow-up.
Il faut donc que le fédéral reprenne fermement
l'initiative.
Ma suggestion est qu'une loi (qu'elle soit spéciale
ou non ne changerait rien à l'affaire) impose une
obligation de résultat en matière de concertation.
Ensuite, pour que la CIPE fonctionne et débouche
sur du concret, il faut la doter d'une cellule de
préparation et de « suivi ».
CRABV 52
COM 234
03/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
De thema's worden vastgelegd in het kader van het
perfecte partnership dat wij met de begunstigde
landen hebben. De aangelegenheden waarin we
iets kunnen bijbrengen zijn onderwijs, opleiding,
gezondheidszorg, landbouw en cultuur.
Cultuur kan bijdragen tot het bestrijden van oorlog
en geweld.
Dankzij de samenwerkingsverbanden zullen de
resultaten kunnen worden verbeterd zonder dat de
autonomie in het gedrang komt. Wat de
internationale organisaties betreft, pleiten we voor
een evenwichtige aanpak.
Les thématiques sont définies dans le cadre du
parfait partenariat que nous avons avec les pays
bénéficiaires. Les matières dans lesquelles nous
pouvons apporter quelque chose sont l'éducation, la
formation, la santé, l'agriculture et la culture.
La culture peut aider à lutter contre la guerre et
contre la violence.
Les synergies amélioreront les résultats sans
causer de perte d'autonomie. Pour ce qui est des
organisations internationales, nous prônons une
approche équilibrée.
01.08 Vertegenwoordiger van de minister-president
van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Nicolas
Vanhove (Frans): Ik ben geen specialist in de
ontwikkelingssamenwerking,
want
deze
bevoegdheid bestaat niet als zodanig bij de
instellingen van het Brusselse Gewest.
Wetgevingstechnisch bekeken zien we door de
bomen het bos niet meer; er is geen duidelijke
rolverdeling. Er is de wet van 1999 en de bijzondere
wet van 2001, waarbij ontwikkelingssamenwerking
gedeeltelijk gedefederaliseerd wordt en een
werkgroep opgericht wordt die de materies moet
omschrijven die zullen worden overgeheveld naar
de deelgebieden, en die moet bepalen hoeveel geld
daarvoor moet worden toegekend.
01.08 Nicolas Vanhove, représentant du Ministre-
Président de la Région de Bruxelles-Capitale (en
français) : Je ne suis pas spécialiste de la
coopération au développement car cette dernière
n'existe pas au sein des institutions de la Région
bruxelloise.
Nous nous trouvons devant un imbroglio législatif,
où la répartition des rôles n'est pas définie. Il y a la
loi de 1999 et la loi spéciale de 2001, laquelle
prévoit une défédéralistaion partielle de la
coopération au développement et la création d'un
groupe de travail chargé de définir les matières qui
seront dévolues aux entités fédérées, ainsi que les
moyens budgétaires y afférents.
De
werkgroep
is
verscheidene
malen
bijeengekomen en het punt werd op de agenda
geplaatst van twee ICBB's: over de vraag welke
materies overgeheveld moeten worden, werd nooit
een beslissing genomen. Van alle geraadpleegde
actoren (ngo's, staatssecretaris, OESO of VN) vond
nagenoeg
niemand
het
verstandig
om
ontwikkelingssamenwerking te over te hevelen naar
de deelgebieden. Het Brusselse Gewest heeft
daarop
beslist
om
niet
aan
ontwikkelingssamenwerking als zodanig te doen.
Dat betreuren we, want we ijveren voor
internationale solidariteit, en we bevinden ons in
een gênante situatie wanneer een initiatiefnemer
ons een goed project wil voorleggen.
Le groupe de travail s'est réuni plusieurs fois, et le
point a été inscrit à l'ordre du jour de deux CIPE : la
question de la définition des matières à transférer
n'a jamais été tranchée. D'ailleurs, pratiquement
aucun des acteurs consultés (ONG, secrétaire
d'État, OCDE ou ONU) n'a considéré qu'il serait
judicieux de défédéraliser la coopération au
développement. Il s'en est suivi que la Région de
Bruxelles a pris la décision de ne pas faire de
coopération au développement en tant que telle.
Nous le regrettons, car nous défendons des valeurs
de solidarité internationale, et nous sommes dans
une situation gênante, quand le porteur d'un bon
projet vient nous trouver.
Ik pleit voor een duidelijkere wetgeving, zo snel
mogelijk, waarin de rol van de federale staat, de
gemeenschappen
en
de
gewesten
wordt
vastgelegd, alsook de budgettaire middelen die
daarbij horen, want anders is het niet mogelijk om
een beleid op lange termijn te voeren. Deze
verduidelijking moet voorafgaan aan de coördinatie
waarover mevrouw Simonet gesproken heeft.
Je plaide pour une clarification législative, la plus
rapide possible, précisant le rôle du fédéral et des
entités fédérées, ainsi que les moyens budgétaires
correspondants, sans quoi il est impossible de
mener une politique à long terme. Cette clarification
doit être un préalable à la coordination dont a parlé
Mme Simonet.
03/06/2008
CRABV 52
COM 234
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Mocht de bevoegdheid gedefederaliseerd worden,
dan zouden we ons bezighouden met stedelijke
aangelegenheden,
zoals
afvalbeheer,
het
waterdistributienet en mobiliteit. We zijn voorstander
van een pragmatische samenwerking tussen
entiteiten met gemeenschappelijke problemen.
En
cas
de
défédéralisation,
nous
nous
concentrerions sur les matières urbaines : gestion
des déchets, réseaux de distribution d'eau, mobilité,
etc. Nous sommes partisans d'une coopération
pragmatique entre entités ayant des problématiques
communes.
01.09 Josy Dubié, senator (Écolo): Er werd een
bijzondere Senaatscommissie ingesteld om de
gevolgen van de bijzondere wet van 2001 te
onderzoeken: alle specialisten die werden gehoord,
op één na, vonden dat het een dwaling zou zijn om
ontwikkelingssamenwerking te defederaliseren. We
hebben dus de politieke beslissing genomen dit niet
te doen.
En dat is de reden waarom uw dochter zwijgt,
mijnheer Vanhove.
01.09 Josy Dubié, sénateur (Écolo) : Une
commission spéciale du Sénat a été constituée
pour examiner les conséquences de la loi spéciale
de 2001 : tous les spécialistes auditionnés, à un
près, ont trouvé que ce serait un hérésie de
défédéraliser la coopération au développement.
Nous avons donc pris la décision politique de ne
pas le faire.
Et voilà pourquoi, Monsieur Vanhove, votre fille est
muette.
01.10 Hilde Vautmans, voorzitter: Het Waalse
Gewest en de Brusselse regering hebben hier het
woord gevoerd. Wij hebben een brief ontvangen
van het Vlaamse niveau.
01.10 Hilde Vautmans, présidente : La Région
wallonne et le gouvernement bruxellois se sont
exprimés dans ce débat. Nous avons reçu un
courrier des autorités flamandes.
01.11 Marleen Temmerman, voorzitter: We
hebben inderdaad een brief ontvangen van Vlaams
minister Bourgeois. Ik citeer: "Geachte mevrouw de
voorzitter, uit uw schrijven van 10 mei 2008 leer ik
dat
de
commissie
voor
de Buitenlandse
Betrekkingen
van
de
Kamer
van
volksvertegenwoordigers en de commissie voor
Buitenlandse
Betrekkingen
en
voor
Landsverdediging van de Senaat zich zullen
beraden over de opportuniteit om de wetgeving met
betrekking
tot
de
federale
ontwikkelingssamenwerking te herzien. Tot mijn
spijt laat mijn agenda niet toe op uw uitnodiging van
3 juni 2008 in te gaan.
Overigens wil ik u graag meegegeven dat, gelet op
de federale structuur van dit land, de Vlaamse
ontwikkelingssamenwerking als dusdanig geen
voorwerp vormt van de federale wet op
internationale samenwerking. Sinds 13 juni 2007
wordt de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking
geregeld door een kaderdecreet dat onder meer de
doelstellingen, de principes, de instrumenten, de
richtlijnen voor de selectie van de partnerlanden en
de budgettaire aspecten bepalen.
Ter informatie van de leden van de commissies
voeg ik hierbij ook de tekst van het vermelde
kaderdecreet, alsook het jaarverslag en het ODA-
rapport
van
de
Vlaamse
ontwikkelingssamenwerking.
Met de meeste hoogachting."
01.11 Marleen Temmerman, présidente : Nous
avons en effet reçu un courrier du ministre flamand
M. Bourgeois. Je cite: «Madame la présidente, votre
courrier du 10 mai 2008 m'a informé que la
commission des Relations extérieures de la
Chambre des représentants et la commission des
Relations extérieures et de la Défense du Sénat se
concerteront sur l'opportunité de revoir la législation
relative à la coopération au développement
fédérale.
Mon
agenda
ne
me
permet
malheureusement pas de répondre positivement à
votre invitation du 3 juin 2008.
Par ailleurs, je vous informe qu'étant donné la
structure fédérale de ce pays, la coopération au
développement flamande en tant que telle ne relève
pas de la loi fédérale sur la coopération
internationale. Depuis le 13 juin 2007, la
coopération au développement flamande est régie
par un décret-cadre qui fixe entre autres les
objectifs, les principes, les instruments, les
directives relatifs à la sélection des pays partenaires
et les aspects budgétaires.
Pour l'information des membres des commissions,
je joins également le texte du décret-cadre susdit,
ainsi que le rapport annuel et le rapport APD de la
coopération au développement flamande.
Veuillez agréer l'expression de mes salutations
CRABV 52
COM 234
03/06/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Persoonlijk betreur ik uiteraard de afwezigheid van
minister Bourgeois. Wij hadden toch gehoopt op
een vertegenwoordiging vanuit de Vlaamse
ontwikkelingssamenwerking. Ik stel voor dat deze
commissie een brief richt aan minister Bourgeois
waarin wij onze spijt verwoorden.
distinguées.»
Je déplore bien sûr vivement l'absence de M.
Bourgeois. Nous avions quand même espéré que la
coopération au développement flamande serait
représentée. Je propose que cette commission
adresse un courrier à M. Bourgeois pour exprimer
ses regrets.
01.12 Hilde Vautmans, voorzitter: Ik meen dat we
alsnog
moeten
proberen
een
Vlaams
vertegenwoordiger naar onze commissie te halen.
Ik betreur de Vlaamse afwezigheid bij dit debat. Wij
willen enkel in dialoog van mekaar leren en
rekening
met
mekaar
houden.
Mevrouw
Temmerman en ikzelf zullen namens de commissie
een brief schrijven. Alle commissieleden krijgen een
kopie van de brief van minister Bourgeois en van
onze reactie..
01.12 Hilde Vautmans, présidente : Je pense que
nous devons encore tenter d'obtenir qu'un
représentant des autorités flamandes assiste aux
travaux de notre commission. Je déplore l'absence
flamande dans ce débat. Notre seul objectif est
d'apprendre les uns des autres par le biais du
dialogue et de tenir compte les uns des autres.
Mme Temmerman et moi-même rédigerons un
courrier au nom de la commission. Tous les
membres de la commission recevront une copie du
courrier de M. Bourgeois et de notre réponse.
01.13 Roel Deseyn (CD&V - N-VA): Ik betreur de
afwezigheid van de Vlaamse regering. Een minister
met agendaproblemen kan altijd een medewerker
sturen om zijn standpunten te verduidelijken. Ik zal
de
brief
vanwege
de
commissie
zeker
ondertekenen.
01.13 Roel Deseyn (CD&V - N-VA) : Je déplore
l'absence du gouvernement flamand. Un ministre
qui est retenu peut toujours dépêcher un
collaborateur pour préciser son point de vue. Je ne
manquerai pas de signer le courrier de la
commission.
01.14 Josy Dubié, senator (Ecolo): In een geest
van overleg is het belangrijk dat minister Bourgeois
het standpunt van de Vlaamse regering komt
toelichten. Laten we hem uitnodigen wanneer het
hem schikt, aangezien hij zo druk bezet schijnt te
zijn!
01.14 Josy Dubié , sénateur(Ecolo) : Dans un
esprit de concertation, il est important que le
ministre Bourgeois vienne exposer la position du
gouvernement flamand. Puisqu'il est tellement
occupé, invitons-le à venir à sa meilleure
convenance !
01.15 Sabine de Bethune, senator (CD&V): Ik wil
hier geen grote actie van maken, maar ik sluit mij
aan bij de heer Deseyn. Ik meen echter wel dat de
voorzitters de brieven kunnen ondertekenen. Het
Vlaamse kaderdecreet sluit aan bij de federale
ontwikkelingssamenwerking en heeft net zoals de
inbreng van minister Simonet over artikel 3 een
plaats in dit debat. Misschien betreft het hier een
misverstand. Alleszins moet de commissie een
tweede poging doen om de Vlaamse regering hierbij
te betrekken.
01.15 Sabine de Bethune, sénateur (CD&V) : Je
ne veux pas faire de tout ceci une action de grande
envergure mais je me joins à M. Deseyn. Je crois
toutefois que les présidentes peuvent signer les
lettres. Le décret-cadre flamand s'inscrit dans la
droite ligne de la coopération fédérale et a sa place
dans le débat, au même titre que la contribution de
Mme Simonet concernant l'article 3. Peut-être
s'agit-il ici d'un malentendu. Quoi qu'il en soit, la
commission doit faire une seconde tentative pour
associer le gouvernement flamand au débat.
De vergadering wordt gesloten om 11.22 uur.
La réunion publique est levée à 11 h 22.