KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 216
CRABV 52 COM 216
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag
mardi
20-05-2008
20-05-2008
Voormiddag
Matin
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het flitsen van ziekenwagens"
(nr. 4728)
1
Question de M. Pierre-Yves Jeholet au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
contrôle par flash de la vitesse des ambulances"
(n° 4728)
1
Sprekers:
Pierre-Yves
Jeholet,
Jo
Vandeurzen, vice-eerste minister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Pierre-Yves
Jeholet,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de DNA-
analyse" (nr. 5217)
2
Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'analyse d'ADN" (n° 5217)
2
Sprekers: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
veroordelingen door de correctionele rechtbank
van
Hasselt
wegens
drugbezit
tegen
gedetineerden in de gevangenis van Hasselt"
(nr. 5218)
3
Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les condamnations de
détenus de la prison de Hasselt par le tribunal
correctionnel de Hasselt pour détention de
drogue" (n° 5218)
3
Sprekers: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het elektronisch
toezicht" (nr. 5242)
5
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la surveillance électronique"
(n° 5242)
5
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
controlesysteem
van
gedetineerden
onder
elektronisch toezicht" (nr. 5442)
5
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le système de contrôle des
détenus placés sous surveillance électronique"
(n° 5442)
5
- de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het groeiend
wantrouwen in het systeem van elektronisch
toezicht" (nr. 5446)
5
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la méfiance croissante
suscitée par le système de surveillance
électronique" (n° 5446)
5
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Bart
Laeremans, Jo Vandeurzen, vice-eerste
minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Bart
Laeremans, Jo Vandeurzen, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "mensensmokkel en mensenhandel"
(nr. 5244)
10
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la traite et le trafic des
êtres humains" (n° 5244)
10
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
10
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
10
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "mensensmokkel
en mensenhandel" (nr. 5245)
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la traite et le trafic des êtres
humains" (n° 5245)
Sprekers: Josée Lejeune, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Josée Lejeune, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de evolutie van
de car- en homejackings" (nr. 5258)
12
Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'évolution des car-jackings et
des home-jackings" (n° 5258)
12
Sprekers: François Bellot, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: François Bellot, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het oprichten
van een expertisenetwerk 'homofobie' bij het
College van procureurs-generaal" (nr. 5323)
13
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la mise en place d'un réseau
d'expertise 'homophobie' au sein du Collège des
procureurs généraux" (n° 5323)
13
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
beroepskleding van de cipiers" (nr. 5359)
14
Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la masse d'habillement des
gardiens de prison" (n° 5359)
14
Sprekers: André Perpète, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: André Perpète, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het fouilleren
van gedetineerden in de gevangenissen"
(nr. 5361)
15
Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les fouilles de détenus dans
les prisons" (n° 5361)
15
Sprekers: André Perpète, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: André Perpète, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
17
Questions jointes de
17
- de heer Peter Logghe aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de foutieve
berekening
van
de
duurtijd
van
de
gevangenisstraffen" (nr. 5403)
17
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le calcul erroné de la durée
des emprisonnements" (n° 5403)
17
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de verklaringen
van rechter Pieters over de onterechte vervroegde
vrijlatingen" (nr. 5417)
17
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les déclarations du juge
Pieters à propos de libérations anticipées non
justifiées" (n° 5417)
17
- de heer Raf Terwingen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "gevangenen die
te vroeg zouden zijn vrijgelaten" (nr. 5441)
17
- M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "des détenus qui auraient été
libérés prématurément" (n° 5441)
17
Sprekers: Bert Schoofs, Raf Terwingen, Jo
Vandeurzen
, vice-eerste minister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bert Schoofs, Raf Terwingen, Jo
Vandeurzen
, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de staking van
de penitentiaire beambten van de gevangenis van
Vorst" (nr. 5425)
20
Question de Mme Karine Lalieux au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la grève des
agents pénitentiaires de la prison de Forest"
(n° 5425)
20
Sprekers: Karine Lalieux, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Karine Lalieux, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de maatregelen
om homofobe uitspraken of handelingen in de
gevangenissen te voorkomen" (nr. 5428)
22
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les mesures prises en vue
d'éviter les paroles ou actes homophobes dans
les établissements pénitentiaires" (n° 5428)
22
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de locatie van
het huwelijk binnen de gemeente" (nr. 5433)
23
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le lieu de
célébration du mariage dans la commune"
(n° 5433)
23
Sprekers:
Katrien
Schryvers,
Jo
Vandeurzen, vice-eerste minister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Katrien
Schryvers,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het plan tegen
het radicalisme" (nr. 5434)
25
Question de M. Fouad Lahssaini au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le plan radicalisme" (n° 5434)
25
Sprekers: Fouad Lahssaini, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Fouad Lahssaini, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het ongestoord
bezoek in de gevangenissen" (nr. 5437)
26
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les visites dans l'intimité au
sein des prisons" (n° 5437)
26
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de behandeling
van verkeersovertredingen in Brussel" (nr. 5438)
27
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le traitement des infractions
de roulage à Bruxelles" (n° 5438)
27
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
20
MEI
2008
Voormiddag
______
du
MARDI
20
MAI
2008
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.21 uur en
voorgezeten door mevrouw Mia De Schamphelaere.
La réunion publique est ouverte à 10 h 21 par Mme
Mia De Schamphelaere, présidente.
01 Vraag van de heer Pierre-Yves Jeholet aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het flitsen van ziekenwagens"
(nr. 4728)
01 Question de M. Pierre-Yves Jeholet au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
contrôle par flash de la vitesse des ambulances"
(n° 4728)</b>
01.01 Pierre-Yves Jeholet (MR): Ik heb vernomen
dat ziekenwagens tijdens een interventie soms
geflitst worden door radars van de politie. Een
aantal politiekorpsen zetten de vervolging niet
automatisch stop.
01.01 Pierre-Yves Jeholet (MR) : On m'a rapporté
que certaines ambulances en intervention étaient
parfois flashées par des radars de police. Certains
corps
de
police
n'abandonnent
pas
automatiquement les poursuites.
Dat doen ze onder meer wanneer de sirene niet
werkt, ook al zijn de blauwe lichten aan. Wat schrijft
de huidige wetgeving voor? Mag er in bepaalde
gevallen niet van worden uitgegaan dat de blauwe
lichten volstaan om het dringend karakter van de
interventie te rechtvaardigen? Zal u over dit
vraagstuk debatteren en concrete maatregelen
treffen in samenspraak met de minister van
Volksgezondheid ?
Ils adoptent notamment cette attitude lorsque la
sirène ne fonctionne pas, même si les feux bleus
sont allumés. Quel est l'état de la législation en la
matière ? Ne serait-il pas opportun de considérer
dans certains cas les feux lumineux comme
suffisants pour justifier le caractère urgent de
l'intervention ? Comptez-vous débattre de cette
question et mettre sur pied des mesures concrètes
en concertation avec la ministre de la Santé ?
01.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans) : Het
vaststelling-
en
vervolgingsbeleid
inzake
verkeersovertredingen
door
bestuurders
van
prioritaire voertuigen en voertuigen in opdracht
wordt geregeld door de omzendbrief 16/2006 van
het College van procureurs-generaal.
01.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
politique de constatation et de poursuite des
infractions routières commises par des conducteurs
à bord des véhicules prioritaires et en mission est
réglée par la circulaire 16/2006 du Collège des
procureurs généraux.
Die omzendbrief laat mijns inziens aan duidelijkheid
niets te wensen over wat de houding die de politie
en het parket ten opzichte van dergelijke
vaststellingen dienen aan te nemen betreft.
Concrete maatregelen of overleg zijn in dat verband
dan ook niet nodig.
Cette circulaire me semble très claire sur l'attitude à
adopter par la police et le parquet vis-à-vis de ces
constats. Aucune mesure concrète ou concertation
ne doit dès lors être prise en la matière.
01.03
Pierre-Yves
Jeholet
(MR):
De
wetsbepalingen waarnaar u verwijst, leken mij
inderdaad ook toereikend. Toch heb ik de indruk dat
01.03 Pierre-Yves Jeholet (MR) : Les dispositions
législatives auxquelles vous faites référence me
paraissaient, en effet, suffisantes. J'ai néanmoins
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
bepaalde politiediensten soms al te ijverig willen
zijn. Een van mijn vrouwelijke collega's zal de
minister van Volksgezondheid vragen of die
overdreven ijver effectief becijferd kan worden.
Daar zou eventueel wat aan gedaan moeten
kunnen worden.
l'impression qu'il y a parfois de l'excès de zèle dans
le chef de certains services de polices. Une de mes
collègues demandera à la ministre de la Santé si
l'on peut effectivement quantifier ces excès. Il
conviendrait de pouvoir éventuellement les
contrecarrer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de DNA-
analyse" (nr. 5217)
02 Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'analyse d'ADN" (n° 5217)</b>
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Het
forensisch DNA-onderzoek levert veel te weinig
resultaten op in verhouding tot het beschikbare
DNA-materiaal. Zo wordt 75 procent van het DNA-
materiaal in verkrachtingszaken nooit gebruikt.
De voorwaarden van staalafname en het gebruik
van de forensische DNA-analyse zijn hier veel
strikter beperkt dan in andere landen. Ook is een
DNA-analyse in België vrij duur, met een kostprijs
die bijvoorbeeld drie à vier keer hoger ligt dan in
Engeland.
Hoe wil de minister de kostprijs beperken? Wordt
hierover overlegd met de onderzoekscentra? Gaat
het daarbij om de universitaire centra of een
centrale dienst? Wat zijn de eventuele knelpunten?
Daar waar in België slechts een op vierhonderd
personen geregistreerd staat in een databank van
DNA-stalen, is dit een op vijftien in Engeland.
Ziet de minister mogelijkheden om het toelaten van
staalafname
uit
te
breiden,
de
gebruiksmogelijkheden van DNA-analyses te
versoepelen
en
de
aanwending
van
het
bewijsmateriaal te verruimen? Hoe zal de minister
dit concreet aanpakken en is er een planning?
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Les
résultats de l'analyse ADN dans le contexte médico-
légal sont bien trop minces par rapport au matériel
ADN disponible. Ainsi, 75 % du matériel ADN n'est
jamais utilisé dans les dossiers de viol.
Les conditions liées au prélèvement d'échantillons
et au recours à l'analyse ADN sont plus strictement
limitées en Belgique que dans les autres pays. En
outre, une telle analyse représente en Belgique un
coût considérable, qui est par exemple trois à
quatre fois plus élevé qu'au Royaume-Uni.
Comment le ministre compte-t-il réduire ce coût ?
Cette question fait-elle l'objet d'une concertation
avec les centres d'analyse ? S'agit-il à cet égard
des centres universitaires ou d'un service central ?
Quels sont les points d'achoppement éventuels ?
Alors qu'en Belgique, seule une personne sur
quatre cents est enregistrée dans une base de
données d'échantillons ADN, cette proportion est de
une personne sur quinze au Royaume-Uni.
Serait-il envisageable, selon le ministre, d'étendre
l'autorisation
de
prélever
des
échantillons,
d'assouplir les possibilités de recours aux analyses
ADN et d'élargir l'usage de la preuve ? Quelle
approche concrète le ministre compte-t-il adopter et
a-t-il fixé un calendrier ?
02.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Deze problematiek is in deze commissie al
meermaals aan bod gekomen. Het enige nieuwe
element is, dat ik iemand specifiek heb aangesteld
om de doelstellingen van mijn beleidsnota op dit
punt te implementeren.
02.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Ce problème a déjà été abordé à plusieurs reprises
au sein de cette commission. Il n'y a qu'un élément
neuf : j'ai chargé spécifiquement une personne de
mettre en oeuvre les objectifs de ma note de
politique fédérale relatifs à ce point précis.
Vanuit een overtrokken bezorgdheid voor de
bescherming van de privacy leggen de DNA-wet en
het uitvoeringsbesluit een loodzware procedure op.
Ten opzichte van andere landen zijn de
voorwaarden voor het nemen van een staal en het
gebruik van de forensische DNA-analyse ook veel
strikter.
La loi relative à la procédure d'identification par
analyse d'ADN et l'arrêté d'exécution imposent une
procédure particulièrement lourde qui s'explique par
un souci extrême de la protection de la vie privée.
De ce fait, les conditions auxquelles sont soumises
la prise d'échantillons et l'analyse légale de l'ADN
sont nettement plus strictes chez nous que dans
d'autres pays.
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
In mijn beleidsnota wordt een gefaseerde aanpak
vooropgesteld. In een eerste fase wordt de
procedure vereenvoudigd en wordt een aantal
andere noodzakelijke wijzigingen aangebracht aan
de wet en het uitvoeringsbesluit. Ook de
voorwaarden voor het openen van een genetisch
onderzoek en de voorwaarden waaronder een
DNA-profiel van een verdachte kan worden
bekomen, zullen versoepeld worden. Met betrekking
tot deze wijzigingen werd eerst het advies
ingewonnen van de DNA-evaluatiecommissie,
waarin ook de onderzoekslabo's vertegenwoordigd
zijn. Het is de bedoeling om uiteindelijk met een
wetsontwerp naar de Kamer te komen.
In de tweede fase zal gepoogd worden om de
kostprijs van de DNA-analyses te verminderen. De
Ministerraad heeft daartoe reeds in november 2007
een werkgroep opgericht, die ondertussen haar
rapport
heeft
afgeleverd.
Meer
diepgaand
onderzoek zal echter nodig zijn om de meest
doeltreffende
manier
te
vinden
om
de
kostenreductie
te
realiseren.
Verschillende
mogelijkheden
worden
onderzocht,
zoals
automatisering van de analyses en gezamenlijke
aankoop van de reagentia. Er is in dit verband nog
geen enkele beslissing genomen en ik wens
hierover dan ook geen standpunt in te nemen.
In een derde fase zal dan de mogelijkheid
onderzocht worden om de DNA-databanken uit te
breiden.
Daartoe
moet
echter
eerst
de
kostenreductie een feit zijn.
L'approche proposée dans ma note de politique
générale comporte plusieurs phases. La première
phase porte sur la simplification de la procédure et
sur une série d'autres modifications à apporter à la
loi et à l'arrêté d'exécution. Les conditions posées
pour l'ouverture d'une enquête génétique et les
conditions dans lesquelles le profil ADN d'un
suspect peut être obtenu seront assouplies elles
aussi. L'avis de la commission d'évaluation des
analyses ADN, où siègent également les
laboratoires de recherche, a préalablement été
recueilli à propos de modifications à apporter.
L'objectif final est de soumettre un projet de loi à la
Chambre.
Dans la deuxième phase, on cherchera à réduire le
coût des analyses ADN. À cet effet, le Conseil des
ministres a constitué dès novembre 2007 un groupe
de travail qui a remis son rapport entre-temps.
Cependant, une étude plus poussée devra être
menée pour déterminer la manière la plus efficace
de réduire ce coût. Différentes possibilités sont
examinées, comme l'automatisation des analyses
et l'achat en commun des réactifs. Aucune décision
n'a encore été prise en la matière et je ne souhaite
donc pas prendre position sur ce point.
Dans une troisième phase, la possibilité d'étendre
les bases de données ADN sera envisagée.
Cependant, la réduction des coûts devra avoir été
réalisée préalablement.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang):
Technologisch staan onze laboratoria aan de top en
het is dan ook jammer dat zoveel informatie
verloren gaat. Het is een race tegen de tijd, want als
er op dit terrein niet snel vooruitgang wordt geboekt,
zullen er misschien serieverkrachters vrijuit gaan. Ik
begrijp natuurlijk wel dat dit heel wat maatregelen
en dus tijd vergt. Ik ben blij dat de minister er
iemand voor heeft vrijgemaakt. Maar alles staat en
valt natuurlijk met de vraag of er voldoende geld is.
Ik hoop dus dat de nodige middelen spoedig
worden vrijgemaakt, zodat we een regeling krijgen
die met het buitenland kan concurreren.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) :
Technologiquement, nos laboratoires excellent et il
est dommage, dès lors, de perdre autant
d'informations. Il s'agit d'une course contre la
montre car si des progrès ne sont pas enregistrés
rapidement, des violeurs en série pourraient être
libérés. Je comprends évidemment qu'un grand
nombre de mesures soient requises, ce qui prend
du temps. Je me réjouis que le ministre ait désigné
quelqu'un à cet effet. Il reste bien sûr la question
cruciale de savoir si l'on dispose de moyens
suffisants. J'espère dès lors que les moyens
nécessaires seront dégagés rapidement afin que
nous disposions d'un système qui puisse supporter
la comparaison avec ce qui existe à l'étranger.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
veroordelingen door de correctionele rechtbank
van
Hasselt
wegens
drugbezit
tegen
03 Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les condamnations de
détenus de la prison de Hasselt par le tribunal
correctionnel de Hasselt pour détention de
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
gedetineerden in de gevangenis van Hasselt"
(nr. 5218)
drogue" (n° 5218)</b>
03.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): De
correctionele rechtbank van Hasselt veroordeelde
onlangs enkele gedetineerden van de gevangenis
van Hasselt wegens drugsbezit.
Kan de minister toelichting verschaffen bij de
omstandigheden? Werden de drugs ontdekt bij
gericht fouilleren of bij toeval? Heeft men kunnen
vaststellen hoe de gedetineerden aan de drugs
geraakt zijn? Zijn de controles inmiddels
verscherpt?
03.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Il y a peu,
le tribunal correctionnel de Hasselt a condamné
quelques détenus de la prison de Hasselt pour
détention de drogue.
Le
ministre
pourrait-il
nous
fournir
des
éclaircissements à propos des faits commis et
sanctionnés ? La drogue en question a-t-elle été
découverte lors de fouilles ciblées ou fortuitement ?
A-t-il pu être constaté par quel moyen les détenus
condamnés sont entrés en possession de cette
drogue ? Les contrôles ont-ils été intensifiés
depuis ?
03.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
correctionele
rechtbank
van
Hasselt
heeft
inderdaad op 8 mei 2008 vier vonnissen
uitgesproken wegens drugsbezit in de gevangenis.
Het gaat om vier verschillende daders. De eerste
werd betrapt op het gebruik van heroïne in zijn cel,
de tweede op het bezit van een kleine hoeveelheid
heroïne, de derde op het bezit van kleine
hoeveelheden heroïne, speed en cannabis en de
derde op het bezit van speed. De inbreuken werden
zowel bij gericht fouilleren als bij routinecontroles
ontdekt. Gedetineerden die op drugsbezit betrapt
worden, leggen bijna nooit oprechte verklaringen af
over de herkomst ervan. De oorsprong van de
drugs kon dan ook in de meeste gevallen niet
achterhaald worden.
Het feit dat de drugs gevonden werden, bewijst dat
de controles effect hebben. De lokale politie van
zone HAZODI heeft sinds 2007 al acht
drugsrazzia's gehouden in de gevangenis. Deze
controleacties
viseerden
afwisselend
de
gedetineerden zelf en de bezoekers. Op vraag van
de gevangenisdirectie voert de lokale politie ook
nog kleinere acties uit. Het bezit van drugs in de
gevangenis wordt door het parket van Hasselt altijd
vervolgd, ook als het om softdrugs gaat.
Maandelijks worden er enkele gedetineerden door
de correctionele rechtbank veroordeeld. Bovendien
worden
de
betrokken
gedetineerden
ook
tuchtrechtelijk bestraft. In de gevangenis van
Hasselt wordt dus zowel proactief als reactief
opgetreden tegen het binnensmokkelen en
gebruiken van drugs.
03.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Le tribunal correctionnel de Hasselt a effectivement
prononcé, le 8 mai 2008, quatre jugements pour
détention de drogue à la prison de Hasselt. Il s'agit
de quatre auteurs différents. Le premier a été
surpris à consommer de l'héroïne dans sa cellule
alors que le deuxième détenait une petite quantité
d'héroïne, le troisième de petites quantités
d'héroïne, de speed et de cannabis et le quatrième
du speed. Ces infractions ont été constatées à
l'occasion de fouilles ciblées mais aussi de
contrôles de routine. Les détenus pris en flagrant
délit de détention de drogue ne disent presque
jamais la vérité sur la provenance de cette drogue.
Dans la plupart des cas, donc, cette provenance ne
peut être déterminée.
Le fait que cette drogue ait été découverte prouve
que les contrôles effectués sont efficaces. La police
locale de la zone HAZODI a déjà procédé, depuis
2007, à huit opérations coup de poing à la prison
d'Hasselt. Ces opérations ont visé tantôt les
détenus eux-mêmes, tantôt les visiteurs. A la
demande de la direction de la prison, la police
locale mène de surcroît des opérations de plus
petite envergure. Le parquet de Hasselt poursuit
systématiquement les détenus qui détiennent de la
drogue, même s'il s'agit de drogues douces. Tous
les mois, le tribunal correctionnel condamne
plusieurs détenus. En outre, les détenus concernés
sont l'objet de sanctions disciplinaires. A la prison
d'Hasselt, des mesures tant proactives que
réactives sont donc prises pour lutter contre
l'introduction frauduleuse et la consommation de
drogue.
03.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): De
gevangenis zou de meest drugsvrije plaats in de
samenleving moeten zijn. Het verbaast mij dan ook
dat er blijkbaar maandelijks gevallen van drugsbezit
aan het licht komen. Misschien moet het strafrecht
03.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : La prison
devrait être l'endroit d'où la drogue est le plus
bannie dans notre société. Je m'étonne donc
qu'apparemment, plusieurs cas de détention de
drogue sont mis au jour chaque mois. Je pense qu'il
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
nog aangescherpt worden om deze drugsplaag in
de dijken, want ik stel vast dat er vaak slechts
voorwaardelijke straffen worden uitgesproken of
opschorting van straf wordt verleend. Hasselt is een
van de modernste gevangenissen van het land en
toch kan men blijkbaar nog vlotjes drugs
binnensmokkelen.
faudrait peut-être envisager de durcir encore la loi
pénale pour endiguer ce fléau car je constate que
les tribunaux se bornent souvent soit à prononcer
des peines conditionnelles, soit à accorder des
sursis. La prison d'Hasselt est l'une des plus
modernes du pays. Or il reste aisé d'y introduire de
la drogue en fraude.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
elektronisch toezicht" (nr. 5242)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
controlesysteem
van
gedetineerden
onder
elektronisch toezicht" (nr. 5442)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het groeiend
wantrouwen in het systeem van elektronisch
toezicht" (nr. 5446)
04 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
sur
"la
surveillance
électronique" (n° 5242)<br>- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le système de contrôle des
détenus placés sous surveillance électronique"
(n° 5442)<br>- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la méfiance croissante
suscitée par le système de surveillance
électronique" (n° 5446)</b>
04.01 Jean-Luc Crucke (MR): Volgens een recent
Belga-bericht krijgt het Nationaal Centrum voor
Elektronisch Toezicht (NCET) dat onder de
regering-Verhofstadt in de vergetelheid was
geraakt, onder de huidige regering een nieuwe
sturende rol toebedeeld. Bevestigt u dat de rol van
de justitiehuizen overgenomen wordt door het
NCET? Welke invulling zal er aan die rol worden
gegeven? Welke middelen worden er uitgetrokken
voor de werking van het Centrum? Bevestigt u dat
het wegwerken van de wachtlijsten voor het
elektronisch toezicht voorrang moet hebben? Zullen
wij over een instrument beschikken met het oog op
een permanente evaluatie?
04.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Selon un récent
communiqué de Belga, le Centre national de
surveillance électronique (CNSE), tombé dans
l'oubli sous le gouvernement Verhofstadt, reçoit à
nouveau un rôle directeur sous ce gouvernement.
Confirmez-vous ce transfert de rôle des maisons de
justice au CNSE ? Comment ce rôle sera-t-il
défini ? Quels seront les moyens dégagés pour le
fonctionnement du Centre ? Confirmez-vous qu'il
s'agit en priorité de résorber les listes d'attente pour
la surveillance électronique ? Disposerons-nous
d'un outil d'évaluation permanente ?
04.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): In een
kranteninterview zegt de voorzitter van de Brusselse
strafuitvoeringsrechtbank dat er steeds lakser wordt
omgesprongen met het systeem van elektronisch
toezicht sedert de overheveling naar de dienst
Justitiehuizen. Dit is vooral het geval in Franstalig
België en dit gebeurt met steun van de hiërarchie.
Bij het colloquium over de strafuitvoering zegden
mensen van de nationale administratie van de
Justitiehuizen dat zij in tegenstelling tot vroeger
geen toekenningen voor elektronisch toezicht meer
kunnen intrekken. Ze kunnen die bevoegdheid
enkel bekomen na een wetgevend initiatief. Het
Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht
(NCET) is niet op zijn plaats bij de dienst
Justitiehuizen en zou opnieuw moeten worden
overgeheveld
naar
de
administratie
04.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Dans
une interview accordée à un quotidien, le président
du tribunal bruxellois d'application des peines fait
état d'un laxisme croissant dans le cadre du
système de surveillance électronique depuis le
transfert de cette matière au Service des maisons
de justice, et cela principalement en Belgique
francophone et avec l'appui de la hiérarchie. Lors
du colloque sur l'application des peines, des
responsables de l'administration nationale des
Maisons de justice ont affirmé que, contrairement à
ce qui était le cas auparavant, ils ne peuvent plus
retirer
aucune
autorisation
de
surveillance
électronique. Ils ne peuvent obtenir cette
compétence qu'après une initiative législative. Le
Centre national de surveillance électronique
(CNSE) n'est pas à sa place au Service des
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Gevangeniswezen.
Waarom leidt het schenden van de uurroosters niet
of amper tot een reactie? Waarom beschouwen de
justitieassistenten in Franstalig België het niet als
hun taak om te controleren of de voorwaarden
worden nageleefd en waarom krijgen ze steun van
hun hiërarchische oversten? Kan de minister een
overzicht geven van de taakverdeling? Wat is er de
facto
en de jure veranderd sedert de overheveling
van het NCET? Waarom keert men niet terug naar
het oude systeem, dat goed functioneerde? Wat
staat er in de rondzendbrief van de heer Meurisse?
Is die rondzendbrief geldig? Waarom kwamen
precies na de uitvaardiging van deze brief zoveel
extra mensen in aanmerking voor elektronisch
toezicht? Op welke punten wil de minister de tekst
wijzigen? Hoe en binnen welke timing wil de
minister het aantal maanden strafonderbreking
inperken?
Is
het
juist
dat
een
aantal
Nederlandstalige plaatsen bij het NCET vacant
blijft? Wanneer zullen die ingevuld zijn?
De voorzitter: Vraag nr. 5442 van mevrouw
Lahaye-Battheu zal later gesteld worden.
maisons de justice et devrait être retransféré à
l'Administration pénitentiaire.
Pourquoi le non-respect des horaires n'entraîne-t-il
pas ou guère de réaction ? Pourquoi les assistants
de justice de la partie francophone du pays
estiment-ils qu'il ne leur incombe pas de contrôler le
respect des conditions, et pourquoi bénéficient-ils
du soutien de leurs supérieurs hiérarchiques ? Le
ministre pourrait-il fournir un aperçu de la répartition
des tâches ? Quels changements sont intervenus
de facto et de jure depuis le transfert du CNSE ?
Pourquoi ne rétablit-on pas l'ancien système, qui
fonctionnait bien ? Que prévoit la circulaire de M.
Meurisse ? Est-elle valable ? Pourquoi est-ce
précisément après la diffusion de ce document
qu'un nombre nettement plus élevé de personnes
ont pu prétendre à la surveillance électronique ?
Quels sont les points du texte que le ministre
envisage de modifier ? Comment et dans quel délai
compte-t-il limiter le nombre de mois d'interruption
de la peine ? Confirmez-vous qu'un certain nombre
d'emplois
demeurent
vacants
au
cadre
néerlandophone du CNSE ? Quand seront-ils
pourvus ?
Le président : La question n° 5442 de Mme
Lahaye-Battheu sera posée ultérieurement.
04.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
commissie regelt zelf haar werkzaamheden, maar
ik heb al bij herhaling geantwoord op deze -
overigens gerechtvaardigde - vragen. Ik heb in de
beleidsnota heel uitdrukkelijk aangegeven dat er
een probleem is met de controlemogelijkheden bij
het elektronisch toezicht. De wet diverse bepalingen
waarin dit aangepast wordt, werd overigens reeds
goedgekeurd in de Kamer. Volgens mij hadden we
reeds een akkoord om voor de zomer een globale
uiteenzetting te geven over het elektronisch
toezicht. Ik ben bereid om iedere week op dezelfde
vragen te antwoorden, maar dat is volgens mij niet
echt een vruchtbare manier van werken.
04.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La commission est maîtresse de ses travaux mais
j'ai déjà répondu à plusieurs reprises à ces
questions, légitimes au demeurant. J'ai indiqué très
clairement dans la note de politique générale que la
surveillance électronique pose problème en ce qui
concerne les possibilités de contrôle. La loi portant
des dispositions diverses, qui traite de ce problème,
a par ailleurs déjà été adoptée par la Chambre. Je
pense que nous nous étions déjà mis d'accord pour
qu'un exposé global sur la surveillance électronique
soit organisé avant l'été. Je suis prêt à répondre
aux mêmes questions chaque semaine mais il ne
s'agit pas vraiment, à mon estime, d'une méthode
de travail efficace.
(Frans) Ik bevestig die informatie. Voor mij is het
prioritair dat het elektronisch toezicht efficiënter en
effectiever wordt uitgevoerd.
Het NCET krijgt daarbij opnieuw een coördinerende
opdracht. Bedoeling is een duidelijker zicht te
krijgen op het aantal aanvragen met het oog op
elektronisch toezicht, op de voortgang van de
hangende procedures en op de aanvragen en
wachtlijsten per justitiehuis. Er zal een omzendbrief
betreffende de informatiedoorstroming via het
NCET worden opgesteld.
Het NCET krijgt bovendien de bevoegdheid om te
reageren op de niet-naleving van de voorwaarden.
(En français) Je confirme l'information. Ma priorité
est une mise en oeuvre plus efficace et plus
effective de la surveillance électronique.
Le CNSE assumera de nouveau une mission de
coordination pour avoir une meilleure vue du
nombre de demandes de surveillance électronique,
de l'état des procédures en cours, des demandes et
listes d'attente par maison de justice. Une circulaire
« circulation de l'information via le CNSE » sera
rédigée.
Le CNSE se verra attribuer la compétence de réagir
au non-respect des conditions en donnant un
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
Zo kan het de veroordeelde een waarschuwing
geven of het aantal vrije uren aanpassen. De
opdrachtgever en het openbaar ministerie blijven
overigens verantwoordelijk voor het toezicht op de
inachtneming van de algemene en de bijzondere
individuele voorwaarden.
Zowel voor de veroordeelde als voor de slachtoffers
én voor de maatschappij is het belangrijk dat de
controle en de kwaliteit van het elektronisch toezicht
gewaarborgd zijn. Daarom moet het opgelegde
programma het nodige houvast bieden en moet de
veroordeelde
begeleid
worden
door
een
justitieassistent.
Wegens
het
grote
aantal
aanvragen werd een formatie-uitbreiding gepland,
maar die gaat pas in vanaf eind 2008. Een zuiver
kwantitatieve afschaffing van de wachtlijst is niet
gepland.
De beleidscel verfijnt de regelgeving om in een
aantal leemten te voorzien. Zo wordt het koninklijk
besluit van 29 januari 2007 tot bepaling van de
concrete invulling van het programma van de
beperkte detentie en het elektronisch toezicht
momenteel herzien en wordt een ministeriële
omzendbrief dienaangaande voorbereid. Bovendien
volgt de beleidscel de evolutie van de toestand aan
de hand van boordtabellen.
avertissement au condamné ou en révisant ses
horaires de liberté. Il reste, en outre, de la
responsabilité du mandant et du ministère public de
contrôler le respect des conditions générales et
particulières individualisées.
Il importe que la surveillance électronique se
déroule avec les garanties de contrôle et de qualité
nécessaires tant pour le condamné que pour les
victimes et la société. C'est pourquoi le programme
imposé doit offrir la structure nécessaire et le
condamné doit être accompagné par un assistant
de justice. Vu le nombre de demandes, une
extension du cadre a été prévue, mais elle ne se
concrétisera qu'à partir de fin 2008. La suppression
purement quantitative de la liste d'attente n'est pas
prévue.
La cellule stratégique affine la réglementation pour
combler certaines lacunes. Ainsi, l'arrêté royal du 29
janvier 2007 déterminant le contenu complet du
programme de détention limitée et de surveillance
électronique est en révision et une circulaire
ministérielle s'y rapportant est en préparation. En
outre, la cellule suit l'évolution de la situation à l'aide
de tableaux de bord.
Het feit dat de onder elektronisch toezicht staande
veroordeelde het programma niet naleeft, zal een
mogelijke grond voor herroeping worden. In het KB
van 29 januari 2007 wordt een precisering
aangebracht over de modaliteiten van het akkoord
van de huisgenoten, de gevolgen van het niet-
naleven van het uurrooster en het naleven van de
technische afspraken voor de plaatsing onder
elektronisch toezicht. Wat dat laatste betreft, geeft
het niet-naleven ervan aanleiding tot een
verwittiging en, desnoods, een herberekening van
het aantal vrije uren. Voormeld koninklijk besluit
voorziet opnieuw in de mogelijkheid van interventie
en terugkoppeling via het NCET naar de
politiediensten en het NCET krijgt de rol van
coördinatiecentrum.
In de toepassing van het elektronisch toezicht wordt
de begeleiding opgenomen door de diensten van de
justitiehuizen volgens de globale werklast.
Een «service level agreement» tussen de
Directoraten-generaal Penitentiaire Inrichtingen en
Justitiehuizen
zal
de
modaliteiten
van
samenwerking
regelen.
Een
ministeriële
omzendbrief en/of dienstorder zal in samenspraak
met beide administraties worden opgesteld. De
logistieke
randvoorwaarden
zullen
worden
bijgestuurd in functie van de uitgevoerde
Le fait pour le condamné sous surveillance
électronique de ne pas respecter le programme
deviendra une cause de révocation. Dans l'arrêté
royal du 29 janvier 2007, des précisions seront
apportées quant aux modalités de l'accord des
cohabitants, les conséquences du non-respect de
l'horaire et le respect des conventions techniques
pour le placement sous surveillance électronique.
En ce qui concerne le dernier point, le non-respect
des conditions donnera lieu à un avertissement et,
le cas échéant, à une révision des horaires de
liberté. La possibilité pour le CNSE de faire appel
aux services de police sera à nouveau prévue et le
CNSE recevra une mission de coordination.
Lors de l'application d'une surveillance électronique,
l'accompagnement par le service des maisons de
justice sera assuré en tenant compte de la charge
globale de travail.
Un « service level agreement » entre la direction
générale des établissements pénitentiaires et la
direction générale des maisons de justice réglera
les modalités de collaboration. Une circulaire
ministérielle ou un ordre de service sera rédigé
conjointement par les deux administrations. Les
conditions logistiques seront adaptées en fonction
des réajustements opérés.
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
herschikkingen.
De strafonderbreking moet tot een minimum
worden beperkt door voorafgaand onderzoek en
door de voorbereidingen tot plaatsing onder
elektronisch toezicht te beperken tot één maand,
maximaal tweemaal verlengbaar. Dat laatste
voorstel kan worden uitgevoerd, zodra er nieuwe
medewerkers in dienst zullen worden genomen.
L'interruption des peines doit être limitée au
minimum nécessaire à la réalisation de l'enquête
préalable et à la préparation du placement sous
surveillance électronique, soit un mois renouvelable
deux fois. Cette dernière proposition pourra être
mise en vigueur dès que de nouveaux
collaborateurs auront été engagés.
(Nederlands) Er is een wettelijke basis voor
elektronisch toezicht sinds de wet van 17 mei 2006.
Deze wet is sinds 1 februari 2007 van kracht voor
straffen van meer dan drie jaar. Voordien was het
elektronisch toezicht enkel geregeld via ministeriële
rondzendbrieven.
(En néerlandais) La surveillance électronique
dispose d'un fondement légal depuis la loi du 17
mai 2006. Cette loi est d'application depuis le 1
er
février 2007 pour les peines de plus de trois ans.
Auparavant, la surveillance électronique n'était
réglée que par le biais de circulaires ministérielles.
Daarnaast besliste mijn voorgangster om de
monitoring en de maatschappelijk assistenten over
te hevelen van het NCET naar het directoraat-
generaal Justitiehuizen, waardoor de begeleiding en
de controle van de voorwaarden voor het
elektronisch toezicht door een justitieassistent
worden uitgevoerd. Als de voorwaarden niet worden
nageleefd, rapporteert de justitieassistent voor
straffen van minder dan drie jaar aan de
gevangenisdirecteur en voor straffen van meer dan
drie jaar aan het openbaar ministerie, die de zaak
voor de strafuitvoeringsrechtbank kan brengen. De
hiërarchische meerdere van de justitieassistent is
de directeur van het justitiehuis.
Door de overheveling van de monitoring voert deze
dienst nog wel de controle uit, maar reageert ze zelf
niet meer. In de toekomst zal het NCET opnieuw
kunnen reageren als de uurroosters niet worden
nageleefd.
De monitoring houdt zich bezig met de technische
aspecten van de controle en is bereikbaar voor de
veroordeelden
na
de
werkuren
van
de
justitieassistent en in het weekend. Als een
veroordeelde zich niet houdt aan het uurrooster,
dan informeert de dienst naar de reden daarvoor en
rapporteert hij bij de justitieassistent. De monitoring
schakelt de mobiele eenheid in als er technische
problemen worden vastgesteld.
Par ailleurs, mon prédécesseur a décidé de
transférer le monitoring et les assistants sociaux du
CNSE à la direction générale des maisons de
justice. De ce fait, l'accompagnement et le contrôle
des conditions en matière de surveillance
électronique sont assurés par un assistant de
justice. En cas de non-respect des conditions,
l'assistant de justice adresse un rapport au
directeur de la prison pour les peines inférieures à
trois ans et, pour les peines supérieures à trois ans,
au ministère public, qui peut porter le dossier
devant le tribunal de l'application des peines. Le
directeur de la maison de justice est le supérieur
hiérarchique de l'assistant de justice.
En raison du transfert du monitoring, ce service
procède toujours au contrôle mais il n'intervient plus
lui-même. À l'avenir, le CNSE pourra de nouveau
réagir si les horaires ne sont pas respectés.
Le monitoring s'occupe des aspects techniques du
contrôle. Il est accessible pour les condamnés en
dehors des heures de travail de l'assistant de
justice et pendant le week-end. Lorsqu'un
condamné ne respecte pas l'horaire, le service
s'enquiert de la raison de ce non-respect et adresse
un rapport à l'assistant de justice. Le monitoring fait
appel à l'unité mobile si des problèmes techniques
sont constatés.
Tot 1 september 2007 ressorteerde het NCET
onder
het
directoraat-generaal
Penitentiaire
Instellingen
onder
leiding
van
een
gevangenisdirecteur en bestond het uit een dienst
Monitoring,
de
mobiele
eenheid
en
de
maatschappelijk assistenten. Daar blijft nu alleen
maar de mobiele eenheid van over. Het is de
bedoeling dat ook de dienst Monitoring terug een
bevoegdheid van het NCET wordt, omdat de
communicatie nu niet altijd vlot verloopt.
Jusqu'au 1
er
septembre 2007, le CNSE ressortissait
à la compétence de la direction générale
Établissements pénitentiaires, sous la direction d'un
directeur de prison, et était composé d'un service
Monitoring, de l'unité mobile et des assistants
sociaux. Aujourd'hui, seule l'unité mobile en fait
encore partie. L'objectif est que le service
Monitoring ressortisse aussi de nouveau à la
compétence du CNSE, parce que la communication
présente actuellement parfois des lacunes.
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Ik ben niet van plan om terug te komen op de
beslissing over de overheveling, maar engageer mij
om van het elektronisch toezicht opnieuw een
krachtdadige en efficiënte straf te maken door een
aantal aspecten te wijzigen.
De richtlijnen uit de rondzendbrief van 11 december
hebben betrekking op de uitbreiding van het
toepassingsgebied van het elektronisch toezicht.
Deze richtlijnen werden door mijn voorgangster ook
al verduidelijkt in een rondzendbrief van juli 2006.
Een nieuwe rondzendbrief wordt verwacht tegen de
zomer van 2008 en zal bepalen dat het akkoord van
de meerderjarige huisgenoot verplicht is en de
reactiemogelijkheden van het NCET verduidelijken
bij de niet-naleving van de uurroosters en
dergelijke. De heer Meurisse heeft als directeur-
generaal instructies gegeven aan zijn directeurs na
de overheveling. Ook de criteria om in aanmerking
te komen voor elektronisch toezicht in afwachting
van een onderzoek, werden uitgebreid.
In de toekomst wil ik de strafonderbreking in
afwachting van elektronisch toezicht beperken tot
een maand voor het voorafgaand onderzoek en de
voorbereiding tot plaatsing van een elektronische
enkelband, maximum twee keer verlengbaar.
Het personeelskader bij het NCET is momenteel
opgevuld. Voor 2009 dient een kaderuitbreiding nog
te worden aangevraagd.
Je n'ai pas l'intention de revenir sur la décision du
transfert mais je m'engage à transformer de
nouveau la surveillance électronique en une peine
énergique et efficace en en modifiant plusieurs
aspects.
Les directives de la circulaire du 11 décembre 2007
ont trait à l'extension du champ d'application de la
surveillance électronique. Mon prédécesseur a
également déjà apporté des précisions à propos de
ces directives dans une circulaire de juillet 2006.
Une nouvelle circulaire est prévue pour l'été 2008.
Celle-ci stipulera que l'accord de la personne
majeure vivant sous le même toit est nécessaire et
précisera les possibilités de réaction du CNSE en
cas de non-respect des horaires, etc. M. Meurisse a
donné, en tant que directeur général, des
instructions à ses directeurs après le transfert. Les
critères pour entrer en ligne de compte pour la
surveillance électronique en attendant une enquête
ont également été étendus.
À l'avenir, je souhaite limiter l'interruption de la
peine dans l'attente de la surveillance électronique
à un mois, renouvelable maximum deux fois, pour
la réalisation de l'enquête préliminaire et la
préparation
au
placement
d'un
bracelet
électronique.
Le cadre du personnel du CNSE est actuellement
complet. Une extension de cadre devra encore être
demandée pour 2009.
04.04 Jean-Luc Crucke (MR): U hebt de
incidenten en de vertragingen in februari bevestigd.
Een wachtlijst is onaanvaardbaar, wil men een goed
functionerende justitie en een degelijk systeem van
alternatieve straffen. Ik heb vandaag een zeer
precieze vraag gesteld over het NCET. Ik dank u
voor dit inhoudelijke antwoord. Ik zal uiteraard nog
op dit onderwerp terugkomen. Het is de rol van de
parlementsleden om de beleidslijnen van de
uitvoerende macht op te volgen.
04.04 Jean-Luc Crucke (MR) : Vous avez
confirmé en février les incidents et les retards. Une
liste d'attente est inacceptable si on veut un bon
fonctionnement de la justice et des peines
alternatives. Ma question d'aujourd'hui était précise
et concernait le CNSE. Je vous remercie d'y avoir
répondu sur le fond. Bien entendu, je reviendrai
encore sur ce sujet. Suivre les actions de l'exécutif
est le rôle des parlementaires.
04.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Op basis
van het interview met rechter Pieters, het hoofd van
de strafuitvoeringsrechtbank van Brussel, zijn er wel
degelijk nieuwe elementen om opnieuw een vraag
te stellen en daarbovenop werden er ook nieuwe
feiten aangekaart op de studiedag. Het is gebleken
dat een groot aantal justitieassistenten - vooral
Franstalige - de controlerende taak niet uitvoert en
daarin door de oversten wordt gesteund. Zij treden
niet strenger op en benaderen het elektronisch
toezicht op dezelfde manier als ze de
voorwaardelijke invrijheidsstelling benaderen, terwijl
dat iets totaal anders is. Ik vind het jammer dat de
minister dat niet wil toegeven en dat hij weigert om
04.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang) :
L'interview accordée par le juge Pieters, qui préside
aux destinées du tribunal d'application des peines
de Bruxelles, contient bel et bien des éléments
neufs qui justifient de reposer une question relative
à ce problème et, de surcroît, la journée d'études a
fourni l'occasion d'aborder encore de nouveaux
faits. Un grand nombre d'assistants de justice ­
essentiellement francophones ­ n'accomplissent
pas leur mission de contrôle et les supérieurs
hiérarchiques les soutiennent. Ils ne font pas preuve
d'une plus grande sévérité et suivent, vis-à-vis de la
surveillance électronique, la même approche qu'à
l'égard de la libération conditionnelle alors qu'il
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
de dienst terug over te hevelen naar de
administratie Gevangeniswezen.
Ik vind het een schande dat de minister de inhoud
van
de
rondzendbrief-Meurisse
niet
wil
bekendmaken, terwijl hij hier wel toegeeft dat er
hierdoor meer mogelijkheden werden gecreëerd om
gedetineerden vervroegd vrij te laten. De
gevangenisdirecteurs kunnen deze rondzendbrief
wel inkijken, waarom mogen parlementsleden hun
controlerecht dan niet uitoefenen? Staat er iets
onwettigs in deze circulaire? Het is ten slotte ook
gebleken dat de echte strafduur door de
rondzendbrief van toenmalig minister Onkelinx niet
meer te berekenen is.
s'agit de tout autre chose. Je trouve dommage que
le ministre ne veuille pas l'admettre et refuse de
retransférer ce service vers l'administration des
Etablissements pénitentiaires.
Je trouve scandaleux que le ministre refuse de
dévoiler le contenu de la circulaire Meurisse alors
qu'ici, il reconnaît que cette circulaire a étendu les
possibilités de prendre, en faveur de certains
détenus, des mesures de libération anticipée. Les
directeurs de prison peuvent prendre connaissance
de cette circulaire. Pourquoi les parlementaires ne
pourraient-ils pas y être autorisés aussi, ce qui leur
permettrait d'exercer leur droit de contrôle ? Cette
circulaire
serait-elle
entachée
de
quelque
irrégularité ? J'en termine en dénonçant le fait qu'à
cause de la circulaire du ministre en fonction à
l'époque, Mme Onkelinx, la véritable durée de la
peine ne peut plus être calculée.
04.06 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Uiteraard hebben parlementsleden het recht om te
controleren, maar er zijn helemaal geen nieuwe
elementen op de studiedag aan bod gekomen.
04.06 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Il va sans dire que les parlementaires possèdent un
droit de contrôle mais aucun élément neuf n'est
apparu lors de la journée d'études.
04.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): En het
interview in De Standaard dan?
04.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Que
faites-vous de l'interview dans De Standaard ?
04.08 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Dat
bevestigt wat ik eerder al heb gezegd. Bovendien
hebben we vorige week een wet goedgekeurd die
een antwoord biedt op de kritiek van rechter Pieters,
dus ik begrijp niet dat de heer Laeremans mij nu
vraagt wanneer we de wet zullen wijzigen.
04.08 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Cette interview apporte de l'eau à mon moulin. De
plus, nous avons adopté la semaine passée une loi
qui répond aux critiques émises par le juge Pieters.
Par conséquent, je ne comprends pas pourquoi M.
Laeremans me demande maintenant quand nous
allons modifier cette loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "mensensmokkel en mensenhandel"
(nr. 5244)
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"mensensmokkel en mensenhandel" (nr. 5245)
05 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la traite et le trafic des
êtres humains" (n° 5244)<br>- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la traite et le trafic des êtres
humains" (n° 5245)</b>
05.01 Josée Lejeune (MR): Het Centrum voor
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding
heeft zijn jaarverslag 2007 bekendgemaakt. Het
Centrum
formuleert
daarin
verscheidene
aanbevelingen, met name betreffende de noodzaak
van een permanente opleiding voor alle actoren die
met slachtoffers van mensenhandel- en smokkel in
aanraking kunnen komen, alsook betreffende de
noodzaak om het prioritaire karakter van die
problematiek bij de bevoegde autoriteiten aan te
05.01 Josée Lejeune (MR) : Le Centre pour
l'égalité des chances et la lutte contre le racisme a
rendu public son rapport annuel 2007. Le Centre y
formule plusieurs recommandations, notamment
concernant
la
nécessité
d'une
formation
permanente des acteurs du terrain en contact avec
les victimes de la traite et du trafic des êtres
humains et la nécessité du renforcement du
caractère prioritaire de cette problématique auprès
des
autorités
compétentes.
Avez-vous
eu
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
scherpen. Heeft u kennis genomen van het
volledige verslag? In dat verslag komt de kwestie
van een permanente opleiding aan bod voor
actoren die in aanraking komen met de slachtoffers.
Bestaat een dergelijke opleiding al of zal u een
dergelijk programma in het leven roepen? Het
Centrum betreurt het gebrek aan een structurele
opvolging van deze problematiek. Wat is uw
standpunt hierover? Zal u deze problematiek als
prioritair beschouwen? Welk initiatief denkt u te
nemen?
Tot slot was mijn laatste vraag gericht aan de
minister van Binnenlandse Zaken, de heer Dewael.
Momenteel krijgen slachtoffers van mensenhandel
45 dagen bedenktijd om te beslissen of ze al dan
niet een klacht willen indienen. In de praktijk stelt
het Centrum echter vast dat de slachtoffers zelden
die mogelijkheid wordt geboden. Kunt u dat
bevestigen?
connaissance du rapport complet? Ce rapport
pointe la question de la formation permanente des
acteurs entrant en contact avec les victimes. Une
telle formation existe-t-elle ou allez-vous mettre en
place ce type de programme? Le Centre déplore
un manque de suivi structurel de cette
problématique. Quelle est votre position à ce sujet?
Allez-vous considérer cette problématique comme
prioritaire? Quel type d'initiative envisagez-vous?
Enfin, ma dernière question était adressée au
ministre de l'Intérieur, M. Dewael. Actuellement, un
délai de réflexion de 45 jours est donné à la victime
pour décider si elle désire ou non déposer plainte.
Or, le Centre constate que, dans les faits, cette
possibilité lui est rarement octroyée. Pourriez-vous
me confirmer cette information?
05.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Ik heb
kennis genomen van het verslag "Mensenhandel en
-smokkel" van het Centrum voor gelijkheid van
kansen en voor racismebestrijding. Tijdens de
vorige
legislatuur
werden
er
instrumenten
ontwikkeld om de mensenhandel doeltreffender te
bestrijden. Op juridisch vlak moet vooreerst de wet
van 10 augustus 2005 vermeld worden, waarin de
beschuldiging van mensenhandel grondig werd
herzien. Vervolgens werd de richtlijn houdende het
opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende
mensenhandel (voorheen COL 10/2004 geheten)
aan die wetgeving aangepast en werden sommige
instrumenten uit de omzendbrief (COL 01/2007)
verder uitgewerkt. Zo is er de lijst van indicatoren
van mensenhandel op grond waarvan de
onderzoekers dergelijke situaties makkelijker
kunnen
herkennen.
Ten
slotte
kreeg
de
Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding
van mensenhandel en mensensmokkel een nieuwe
impuls. Ik ben trouwens verantwoordelijk voor de
goede werking van dat orgaan, dat erop heeft
gewezen dat het werk dat werd verricht, niet altijd
weerklank heeft gevonden op politiek vlak. Eén van
mijn eerste taken zal er dus in bestaan de dossiers
te onderzoeken die niet naar behoren werden
opgevolgd. Dat is trouwens ook een van de
prioriteiten van het Nationaal Veiligheidsplan. U
hebt het gehad over de opleiding met het oog op
het opsporen van slachtoffers. Men mag echter niet
uit het oog verliezen welke inspanningen er reeds
werden geleverd. Ik zal dat punt in twee fasen
behandelen en me eerst over de bestaande
initiatieven buigen. De Hoge Raad voor de Justitie
heeft verscheidene opleidingen omtrent dat thema
georganiseerd: vier halve dagen in 2004 en een
volledige dag in 2005. Daarbij werd telkens
aandacht besteed aan de identificatie en de opvang
05.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : J'ai
pris connaissance du rapport "Traite des êtres
humains" du Centre pour l'égalité des chances. Au
cours de la précédente législature, des instruments
ont été mis en place afin de lutter plus efficacement
contre la traite des êtres humains. Sur le plan de la
Justice, on peut d'abord parler de la loi du 10 août
2005 qui a revu fondamentalement l'incrimination
de la traite des êtres humains. Ensuite, la directive
de recherche et de poursuite de faits de traite
(autrefois appelée COL 10/2004) a également été
adaptée à cette législation et certains instruments
de la circulaire ont été approfondis (COL 01/2007).
On peut citer, entre autres, la liste d'indicateurs des
faits de traite d'êtres humains. Cette liste permet
aux enquêteurs d'identifier plus facilement de telles
situations. Enfin, la cellule interdépartementale de
coordination de la lutte contre le trafic et la traite
des êtres humains a été redynamisée. Il
m'appartient d'ailleurs de veiller à son bon
fonctionnement. Celle-ci a pointé le fait que les
travaux réalisés n'ont pas toujours reçu de réponse
sur le plan politique. Une de mes premières tâches
consistera donc à veiller à l'examen des dossiers
qui n'auraient pas reçu le suivi adéquat. C'est
d'ailleurs une des priorités retenues dans le Plan
national de sécurité. Vous évoquez la question de la
formation à la détection des victimes. Mais il ne faut
pas ignorer ce qui a déjà été mis en place. Je
développerai ce point en deux temps, en me
penchant d'abord sur les initiatives existantes.
Plusieurs formations ont été organisées par le
Conseil supérieur de la Justice sur ce thème :
quatre demi-journées en 2004 et une journée
complète en 2005. Chacune d'elle comprenait un
point sur l'identification et l'accueil des victimes. De
plus, il existe au niveau du Collège des procureurs
généraux un réseau d'expertise relatif au trafic et à
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
van de slachtoffers. Bovendien bestaat er een
expertisenetwerk inzake de mensenhandel en -
smokkel bij het College van procureurs-generaal,
waarvan alle referentiemagistraten deel uitmaken.
De actoren van dat expertisenetwerk komen een
keer per jaar samen.
la traite des êtres humains, composé de tous les
magistrats de référence en la matière. Il se réunit
une fois par an.
De
behandeling van de slachtoffers van
mensenhandel is een punt dat vaak op de agenda
van deze vergaderingen werd geplaatst. De
gespecialiseerde opvangcentra en de dienst
Vreemdelingenzaken hebben actief aan die
vergaderingen deelgenomen.
Le traitement des victimes de la traite d'êtres
humains est un point qui a été mis fréquemment à
l'ordre du jour de ces réunions. Les centres
d'accueil spécialisés ainsi que l'Office des étrangers
ont participé activement à ces réunions.
05.03 Josée Lejeune (MR) : Zou men niet verder
dan de huidige opleiding moeten gaan? Ik had
bovendien oorspronkelijk een vraag gesteld aan de
minister van Binnenlandse Zaken over de
bezinningstermijn van 45 dagen, maar zij werd naar
onze commissie overgezonden. Ik denk dat u
daarop niet heeft geantwoord.
05.03 Josée Lejeune (MR): Ne faudrait-il pas aller
au-delà de la formation actuelle? De plus, j'avais
formulé une question initialement au ministre de
l'Intérieur, redirigée vers notre commission, sur le
délai de réflexion de 45 jours. Je pense que vous
n'y avez pas répondu.
05.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Ik denk dat
mijn medewerker niet wist dat hij op een aan de
heer Dewael gestelde vraag diende te antwoorden.
05.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Je
pense que mon collaborateur n'a pas eu
connaissance du fait qu'il devait répondre à une
question posée à M. Dewael.
05.05 Josée Lejeune (MR) : Ofwel stel ik mijn
vraag op een andere dag, ofwel kan u me
schriftelijk antwoorden.
05.05 Josée Lejeune (MR) : Soit je poserai ma
question un autre jour, soit vous pouvez me
répondre par écrit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de evolutie
van de car- en homejackings" (nr. 5258)
06 Question de M. François Bellot au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'évolution des
car-jackings et des home-jackings" (n° 5258)</b>
06.01 François Bellot (MR): Het aantal car- en
homejackings in ons land varieerde vorig jaar zeer
sterk. Het fenomeen verplaatst zich kennelijk, en
doet zich vooral in de nabijheid van een snelweg of
een grootstad voor.
Hoeveel carjackings en homejackings werden er
tussen 2002 en 2007 in Vlaanderen en Wallonië
(per provincie) geregistreerd? Hoeveel gecarjackte
voertuigen werden er teruggevonden? Hoeveel
procent van die feiten werd gepleegd door mensen
die niet in ons land verblijven?
De voorzitter: U vraagt vooral naar cijfers en
statistieken, maar de Kamervoorzitter heeft beslist
dat uw vraag ontvankelijk was.
06.01 François Bellot (MR) : Le nombre de car- et
de home-jackings au cours de l'année précédente
aurait varié de manière très contrastée à travers
notre pays. Il semblerait que l'on assiste à un
déplacement de ce phénomène, notamment lié à la
proximité autoroutière ou d'une grande ville.
Combien de car-jackings et de home-jackings ont-
ils été dénombrés entre 2002 et 2007 en Flandre et
en Wallonie (par province) ? Combien de véhicules
volés lors ces cars-jackings ont-ils été retrouvés ?
Quelle est la proportion de faits commis par des
personnes non-résidentes dans notre pays ?
La
présidente :
Votre
question
porte
essentiellement sur les chiffres et statistiques mais
le président de la Chambre a décidé qu'elle était
recevable.
06.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De 06.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
administratie heeft mij het antwoord in tabelvorm
toegezonden.
Tussen 2003 en 2007 werden er in Wallonië 1.977
car- en homejackings geregistreerd, in Vlaanderen
1.086 en in Brussel 1.048. De tabel geeft een
overzicht per provincie.
Van de 1.977 in Wallonië gestolen voertuigen
werden er 1.265 teruggevonden, van de 2.134 in
Vlaanderen en Brussel gestolen voertuigen 1.346,
wat op een gemiddelde van 64 procent neerkomt.
L'administration m'a fait parvenir la réponse sous
forme d'un tableau.
Entre 2003 et 2007, on dénombre 1.977 car- et
home-jackings en Wallonie, 1.086 en Flandre et
1.048 à Bruxelles. Le tableau indique la répartition
par province.
Le nombre de véhicules retrouvés s'élève à 1.265
sur les 1.977 véhicules volés en Wallonie, 1.346
des 2.134 volés en Flandre et à Bruxelles, soit une
moyenne de 64%.
Informatie over de woonplaats van de daders bij de
aanhouding is slechts beschikbaar voor de jaren
2005 tot 2007. Daar de wettelijke woonplaats
slechts voor de helft van de feiten bekend is, heeft
de tabel louter een indicatieve waarde.
Les informations sur la résidence des auteurs lors
de l'arrestation ne sont disponibles que pour les
années 2005 à 2007. Comme la résidence légale
n'est connue que pour la moitié des faits, le tableau
n'a qu'une valeur indicative.
06.03 François Bellot (MR): Zullen de
maatregelen van de federale regering, onder meer
inzake het preventiebeleid, op het stuk van de
homejackings worden bestendigd en versterkt?
06.03 François Bellot (MR) : Est-ce que, pour les
home-jackings, le dispositif mis en place par le
gouvernement fédéral, pour la politique de
prévention entre autres, sera poursuivi et renforcé ?
06.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Als ik me
niet vergis is dit een van de prioriteiten van het
Nationaal
Veiligheidsplan.
Alle
bij
het
preventiebeleid betrokken partijen (de politie en ook
andere actoren) moeten daar werk van maken.
06.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Si je
ne me trompe, c'est une des priorités du Plan
national de sécurité. Un tel travail concerne toutes
les parties engagées dans la prévention, la police et
d'autres.
(Nederlands)
Er
zullen
initiatieven
komen,
waarschijnlijk bij het opstellen van de kadernota
Integrale Veiligheid.
(En néerlandais) Des initiatives seront prises,
probablement dans le cadre de l'élaboration de la
note cadre sur la sécurité intégrale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het oprichten
van een expertisenetwerk 'homofobie' bij het
College van procureurs-generaal" (nr. 5323)
07 Question de M. Xavier Baeselen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la mise en place
d'un réseau d'expertise 'homophobie' au sein du
Collège des procureurs généraux" (n° 5323)</b>
07.01 Xavier Baeselen (MR): Dit weekeind vond in
Brussel de Gay Pride plaats. De minister van Werk
en Gelijke Kansen zei dat zij van plan was contact
op te nemen met uw departement om op het niveau
van het College van procureurs-generaal een
expertisecel inzake discriminatie, inzonderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid, in
het leven te roepen.
Hebben die contacten al plaatsgehad? Staat er een
project op touw? Welke bevoegdheden zou dat
expertisecentrum hebben? Staat u positief
tegenover het verzoek van de minister van Werk en
Gelijke Kansen?
07.01 Xavier Baeselen (MR) : Ce week-end, la
Gay Pride s'est déroulée à Bruxelles. La ministre de
l'Emploi et de l'Égalité des chances a indiqué vouloir
prendre des contacts avec votre département pour
mettre en place, au niveau du Collège des
procureurs généraux, une cellule d'expertise en
matière de discrimination, notamment sexuelle.
Des contacts ont-ils déjà été pris en la matière ? Un
projet est-il en cours ? Quelles seraient les
compétences de ce centre d'expertise ? Répondez-
vous favorablement à cette demande de la ministre
?
07.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Een eerste 07.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Un
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
contact vond plaats met het kabinet van minister
Milquet. De omzendbrief 14/2006 heeft de rol van
de referentiemagistraat inzake homofobie versterkt
bij de parketten. Op dat gebied speelt het Centrum
voor gelijke kansen ook een grote rol.
In samenwerking met het Centrum heeft het
College opleidingen ten behoeve van magistraten
georganiseerd en een samenhangend beleid ter
bestrijding van homofobe handelingen uitgewerkt.
Over het algemeen buigen de expertisenetwerken
zich over ruime bevoegdheidsgebieden, die niet
beperkt zijn tot een specifieke problematiek zoals
homofobie. Indien dit niet zo was, zou er een hele
reeks netwerken ontstaan die versnipperde
bevoegdheden zouden behandelen, waardoor de
doelstellingen van het openbaar ministerie op het
vlak van doeltreffendheid en doelmatigheid in het
gedrang zouden komen.
premier contact a été pris avec le cabinet de Mme
Milquet. La circulaire 14/2006 a renforcé le rôle du
magistrat de référence en matière d'homophobie au
sein des parquets. Le Centre pour l'Égalité des
chances joue aussi un rôle important en la matière.
Le Collège, en collaboration avec le Centre, a
assuré des formations destinées aux magistrats et
a mis en place une politique cohérente contre les
actes homophobes.
En général, les réseaux d'expertise ont pour
vocation de traiter des domaines de compétence
larges, qui ne se restreignent pas à une
problématique particulière telle que l'homophobie. À
défaut, on risque d'assister à l'émergence d'une
profusion
de
réseaux
qui
traiteraient
de
compétences atomisées, au détriment des objectifs
d'efficacité et d'efficience du ministère public.
Ik zal die kwestie voorleggen aan het College van
procureurs-generaal, dat een en ander binnenkort
zal bespreken. Ik zal daarover uiteraard ook
overleggen met mevrouw Milquet, om na te gaan
hoe Justitie kan helpen bij de verwezenlijking van
haar doelstellingen.
Je soumettrai la question au Collège des
procureurs
généraux
qui
en
débattra
prochainement. Je me concerterai évidemment
avec Mme Milquet à ce sujet pour savoir comment
la Justice peut l'aider dans ses objectifs.
07.03 Xavier Baeselen (MR): Als ik het goed
begrijp, zal u vrij vlug een initiatief ter zake nemen.
07.03 Xavier Baeselen (MR) : Si j'ai bien compris,
vous prendrez assez rapidement une initiative en la
matière.
07.04 Minister Jo Vandeurzen
(Frans): Als
mevrouw Milquet en andere ministers dat wensen,
zal ik dit punt op de volgende vergadering van het
College laten agenderen.
07.04 Jo Vandeurzen, ministre(en français) : Si
Mme Milquet le demande, ainsi que d'autres
ministres, j'inscrirai ce point à l'agenda de la
prochaine réunion du Collège.
07.05 Xavier Baeselen (MR): Ik zal mevrouw
Milquet daarover ondervragen. Ik ben ervan
overtuigd dat ze concreet werk zal maken van wat
ze zich in haar beleidsnota voorneemt en ik dank u
voor uw positief antwoord.
07.05 Xavier Baeselen (MR) : Voilà qui me
permettra d'interroger Mme Milquet. Je suis certain
qu'elle concrétisera les propos formulés dans sa
note de politique générale et vous remercie de
répondre favorablement à cette demande.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
beroepskleding van de cipiers" (nr. 5359)
08 Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la masse d'habillement des
gardiens de prison" (n° 5359)</b>
08.01 André Perpète (PS) : Tijdens de vorige
zittingsperiode
waren
de
cipiers
van
de
gevangenissen van Aarlen en Saint-Hubert in
burgerkledij komen werken om te protesteren tegen
de vertragingen bij de administratie op het vlak van
de levering van de uniformen.
08.01 André Perpète (PS) : Lors de la précédente
législature, les gardiens des prisons d'Arlon et de
Saint-Hubert s'étaient présentés au travail en tenue
civile, pour protester contre les retards de
l'administration dans la livraison des uniformes.
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Is dit probleem nog altijd actueel?
Hoe lang duurt het gemiddeld voor men in het
gevangeniswezen
een
volledig
werkuniform
gekregen heeft? Zullen er nieuwe middelen
beschikbaar gesteld worden?
Ce problème est-il toujours d'actualité ?
Quel est le délai moyen pour recevoir sa masse
d'habillement dans le secteur pénitentiaire ?
De nouveaux moyens vont-il être dégagés ?
08.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans) : Er werd
een meerjarenplan uitgewerkt om de vertraging weg
te werken. Dit jaar zal de termijn tussen de
bestelling en de levering aan het personeel
maximaal zes maanden bedragen.
De nieuwe beambten die hun stage aanvatten,
krijgen onmiddellijk de meest stukken van hun
uniform en beschikken op het einde van hun
opleiding over een volledig tenue. Het gaat niet
zozeer om een budgetkwestie, dan wel om een
kwestie van procedures. Wij maken er werk van.
08.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Un
plan pluriannuel a été mis en place afin de résorber
le retard. Cette année, il est garanti que le délai
entre la commande et la livraison au personnel soit
de six mois au maximum.
Les nouveaux agents entamant leur stage de
formation reçoivent immédiatement la plus grande
partie de leur uniforme et disposent d'un uniforme
complet à la fin de leur formation. Il ne s'agit pas
tant d'une question de budget que d'une question
de processus. Nous y veillons.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het fouilleren
van gedetineerden in de gevangenissen"
(nr. 5361)
09 Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les fouilles de détenus dans
les prisons" (n° 5361)</b>
09.01 André Perpète (PS): In de gevangenis
weigeren sommige gedetineerden gefouilleerd te
worden op grond van ministeriële nota's of
rondzendbrieven. Fouilleringen zijn nochtans
noodzakelijk om te voorkomen dat er in de
strafinrichtingen door de wet verboden producten of
wapens worden binnengesmokkeld. Er moeten
wetgevende maatregelen worden getroffen om erop
toe te zien dat de veiligheid van het penitentiair
personeel en van de gedetineerden wordt
verzekerd. Men dient te vermijden dat de
gevangenis een rechteloze zone wordt waar alle
vormen van illegale handel toegestaan zijn omdat
het toezicht op de gedetineerden mank loopt.
Bent u op de hoogte van die problemen? Werd er
aan mogelijke oplossingen gedacht in samenspraak
met de werknemersorganisaties zodat de veiligheid
in de gevangenissen wordt verzekerd zonder de
waardigheid van de gedetineerden in het gedrang te
brengen? Komt dat probleem ook voor in kleinere
gevangenissen? Welke houding moeten ten slotte
de cipiers aannemen om hun opdrachten in de best
mogelijke veiligheidsvoorwaarden te vervullen
zonder afbreuk te doen aan de wetsbepalingen?
09.01 André Perpète (PS) : En prison, des
détenus refusent les fouilles sur la base de notes ou
de circulaires ministérielles. Or, ces fouilles sont
nécessaires pour éviter que des produits illicites ou
des armes ne pénètrent dans les établissements
pénitentiaires. Des mesures législatives doivent être
prises pour que la sécurité du personnel
pénitentiaire et des détenus soit assurée. Il faut
éviter que la prison ne devienne un lieu de non-droit
où tous les trafics sont permis parce que le contrôle
des détenus n'est plus efficace.
Êtes-vous au courant de ces difficultés ? Des
solutions ont-elle été envisagées en collaboration
avec les organisations représentatives des
travailleurs afin que la sécurité soit assurée dans
les prisons en respectant la dignité des détenus ?
Ce problème se pose-t-il aussi dans les
établissements de petite taille ? Enfin, quel
comportement les gardiens doivent-ils adopter afin
de remplir leur tâche dans des conditions de
sécurité maximales tout en restant dans la légalité ?
09.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Door de
inwerkingtreding van titel V van de basiswet
gevangeniswezen
en
rechtspositie
van
gedetineerden op 15 januari 2007 zijn de
maatregelen inzake fouilleringen waarin die wet
09.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
L'entrée en vigueur, le 15 janvier 2007, du titre V de
la loi de principe concernant l'administration
pénitentiaire et le statut juridique des détenus a
également rendu applicables les mesures prévues
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
voorziet eveneens toepasselijk gemaakt. De
directeur kan een fouillering op het lichaam bij
gemotiveerde beslissing bevelen wanneer er
ernstige aanwijzingen zijn dat het onderzoek aan de
kledij niet volstaat om de orde en de veiligheid te
handhaven. De praktische voorwaarden waaronder
de fouillering van de kledij of de fouillering op het
lichaam plaatsvinden, zijn echter niet omschreven
en door de gebrekkige uitvoerbaarheid van de wet
zag het bestuur der strafinrichtingen zich
genoodzaakt
in
februari
2007
aanvullende
instructies te formuleren. In die instructies zijn de
gevallen bepaald waarin een fouillering van de kledij
vereist is en wordt tevens de manier omschreven
waarop die fouillering moet gebeuren (het kan
immers om een oppervlakkige, grondige of
volledige fouillering gaan).
par la loi en matière de fouilles. Le directeur peut
ordonner une fouille corporelle par décision motivée
lorsque des indices laissent supposer que la fouille
des vêtements ne suffit pas pour maintenir l'ordre et
la sécurité. Les modalités pratiques de la fouille des
vêtements ou de la fouille corporelle ne sont
cependant pas définies et ce manque de clarté
opérationnelle de la loi a contraint l'administration
pénitentiaire
à
donner
des
instructions
complémentaires en février 2007. Ces instructions
déterminent les cas dans lesquels une fouille des
vêtements s'impose et comment celle-ci doit être
effectuée (sommaire, approfondie ou complète).
Deze instructies voorzien bovendien in de
mogelijkheid van een fouillering op het lichaam op
basis van een gemotiveerde beslissing van de
directeur, na contact met personen van buiten de
gevangenis zonder toezicht of wanneer er
aanwijzingen zijn van onveiligheid.
De Belgische Staat werd in eerste aanleg
veroordeeld in twee zaken waarin deze instructies
strijdig bevonden werden met de basiswet. In
beroep werd die beslissing tenietgedaan wat de
eerste zaak betreft, voor de tweede zaak is de
procedure nog hangende. Voorts werd in een
recente uitspraak bevestigd dat het volledig
fouilleren van de kleding niet strijdig is met de
waardigheid of de menselijke integriteit.
De manier waarop het fouilleren moet plaatsvinden
wordt
systematisch
behandeld
tijdens
de
basisopleiding van de penitentiaire beambten.
Bovendien zijn de kwartierchefs en de penitentiaire
assistenten verplicht hun medewerkers op te leiden
en bij te staan.
De instructies zijn van toepassing in alle
inrichtingen.
Ik wil tevens nog onderstrepen dat de
gedetineerden verplicht zijn hun medewerking te
verlenen bij het fouilleren. Een weigering wordt
beschouwd als een tuchtrechtelijke overtreding die
leidt tot een tuchtrechtelijke procedure.
Ces instructions prévoient en outre la possibilité
d'une fouille au corps par décision motivée du
directeur après tout contact non surveillé avec des
personnes extérieures ou lorsque des indices
d'insécurité existent.
L'État belge a été condamné en première instance
dans deux affaires où ces instructions ont été
considérées contraires à la loi de principe. En
appel, cette décision a été renversée dans la
première affaire, tandis que le recours est pendant
pour la seconde. Par ailleurs, une décision récente
a confirmé que la fouille complète des vêtements
n'était pas contraire à la dignité ou à l'intégrité
humaine.
La manière dont la fouille doit avoir lieu est
systématiquement abordée pendant la formation de
base des agents pénitentiaires. En outre, les chefs
de quartier et les assistants pénitentiaires sont
obligés de former et de soutenir leurs
collaborateurs.
Les
instructions
s'appliquent
à
tous
les
établissements.
Je souhaite encore souligner que les détenus sont
obligés d'apporter leur collaboration lors des
fouilles. Un refus est considéré comme une
infraction disciplinaire qui entraîne une procédure
disciplinaire.
09.03 André Perpète (PS): De gedetineerden
moeten hun medewerking verlenen aan het
fouilleren wanneer ze eraan onderworpen worden,
maar het schijnt dat de situatie verschillend wordt
aangepakt afhankelijk van de gedetineerde, de
sectie, de cipier of de kwartierchef. Ook al vereisen
sommige gevaarlijke gedetineerden een bijzonder
09.03 André Perpète (PS) : Les détenus doivent
collaborer aux fouilles s'ils y sont soumis, mais il
semble que la situation est gérée différemment
selon le détenu, la section, le gardien ou le
responsable de quartier. Même si certains détenus
dangereux peuvent nécessiter une surveillance
particulière, tout le monde gagnerait à ce que les
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
toezicht, toch zou iedereen er baat bij hebben dat
de gedetineerden, en vooral de cipiers aan de
instructies
worden
herinnerd,
zodat
de
gevangenissen de wetgeving en de omzendbrieven
eenvormig zouden toepassen.
instructions soient rappelées aux détenus, mais
surtout aux gardiens, de sorte que les prisons
appliquent uniformément la législation et les
circulaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de foutieve berekening van
de duurtijd van de gevangenisstraffen" (nr. 5403)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
verklaringen van rechter Pieters over de
onterechte vervroegde vrijlatingen" (nr. 5417)
- de heer Raf Terwingen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "gevangenen
die te vroeg zouden zijn vrijgelaten" (nr. 5441)
10 Questions jointes de
- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le calcul erroné de la durée
des emprisonnements" (n° 5403)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les déclarations du juge
Pieters à propos de libérations anticipées non
justifiées" (n° 5417)<br>- M. Raf Terwingen au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "des détenus qui auraient
été libérés prématurément" (n° 5441)</b>
10.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Onlangs
bleek
dat
de
duur
van
een
effectieve
gevangenisstraf
wordt
bepaald
door
een
interpretatie van de minister van Justitie. Deze
interpretatie is verwerkt in een computerprogramma
dat momenteel slechts door één ambtenaar kan
worden bediend, iets waar ik trouwens zeer van
schrok. De huidige interpretatie is daardoor formeel
strijdig met de parlementaire soevereiniteit. In het
verleden bleek ook de concrete berekening van de
straftijd niet wettelijk in orde te zijn, met de
vervroegde vrijlating van een aantal gedetineerden
tot gevolg. Bovendien zouden enkele hiaten in de
wet een correcte berekening in bepaalde gevallen
onmogelijk maken.
Heeft de minister een idee van het aantal
gedetineerden dat hierdoor te vroeg werd
vrijgelaten? Wanneer zijn deze vrijlatingen
gebeurd? Hoeveel gedetineerden moeten nu langer
in de gevangenis blijven door een foutieve
berekening? Ook al kan de minister deze cijfers nog
niet onmiddellijk geven, hij zal deze belangrijke
informatie toch zo snel mogelijk willen kennen? Zal
de minister een wetsontwerp indienen om iets te
doen aan de hiaten in de wet? Wanneer? Vermits
deze kwestie prioritair is, lijkt een gezamenlijk
initiatief met het Parlement aangewezen.
10.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Il s'est
avéré récemment que la durée d'une peine de
prison ferme est déterminée par une interprétation
du ministre de la Justice. Cette interprétation est
traitée dans un programme informatique qui ne peut
actuellement être utilisé que par un seul
fonctionnaire,
ce
qui
m'a
fait
tressaillir.
L'interprétation actuelle est dès lors en totale
contradiction avec la souveraineté parlementaire. Il
s'est par ailleurs avéré par le passé que le calcul
concret de la durée de la peine n'était pas correct
sur le plan légal, entraînant la libération anticipée
d'un certain nombre de détenus. Par ailleurs, à
cause de lacunes dans la loi, un calcul correct serait
impossible dans certains cas.
Le ministre a-t-il une idée du nombre de détenus
libérés prématurément à cause de cette situation ?
Quand ces libérations sont-elles intervenues ?
Combien de détenus doivent à présent rester plus
longtemps en prison à la suite d'une erreur de
calcul ? Même si le ministre ne peut pas
communiquer ces chiffres immédiatement, je
suppose qu'il souhaitera connaître ces informations
importantes le plus rapidement possible. Le ministre
déposera-t-il un projet de loi pour pallier les lacunes
de la loi ? Quand ? Étant donné le caractère
prioritaire de cette question, une initiative commune
avec le Parlement semble indiquée.
10.02 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Onlangs
berichtten de media over een aantal te vroeg
vrijgelaten gevangenen, waarbij het om recidivisten
zou gaan. Voormalig minister van Justitie Onkelinx
zou fouten hebben gemaakt bij de interpretatie van
10.02 Raf Terwingen (CD&V - N-VA) : Les médias
ont récemment annoncé la libération prématurée
d'un certain nombre de détenus, alors qu'il s'agirait
de récidivistes. L'ancienne ministre de la Justice,
Mme Onkelinx, aurait commis des erreurs dans
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
de wetgeving inzake de vervroegde vrijlating en
deze vervolgens in alle stilte hebben trachten recht
te zetten.
Wat was het concrete interpretatieprobleem?
Hoeveel gevangenen werden te vroeg vrijgelaten?
Wat heeft de vorige minister van Justitie
ondernomen om dit recht te zetten? Met welk
resultaat?
l'interprétation de la législation relative à la libération
anticipée et tenté de les rectifier ensuite dans la
plus grande discrétion.
Quel
était
concrètement
le
problème
d'interprétation ? Combien de détenus ont été
libérés
prématurément ?
Quelles
initiatives
l'ancienne ministre de la Justice a-t-elle prises pour
rectifier la situation ? Quel en a été le résultat ?
10.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Zodra een veroordeelde in aanmerking komt voor
een voorwaardelijke invrijheidsstelling, stelt de
gevangenisdirecteur een advies op voor de
strafuitvoeringsrechtbank.
Zowel
de
strafuitvoeringsrechtbank
als
het
openbaar
ministerie oefenen toezicht uit op de wettelijke
toelatingsvoorwaarden. Zowel de veroordeelde als
het openbaar ministerie kunnen een beroep
aantekenen bij het Hof van Cassatie. Er is wel
degelijk een gerechtelijke controle op de vaststelling
van
de
datum
van
toelaatbaarheid
tot
voorwaardelijke invrijheidsstelling. Ik heb geen weet
van wederrechtelijke invrijheidsstellingen. De
strafuitvoeringsrechtbank is ter zake bevoegd en
het openbaar ministerie bij deze rechtbank houdt
toezicht op de naleving van de voorwaarden van
toelaatbaarheid.
Door
de
invoering
van
de
strafuitvoeringsrechtbanken is er uiteraard een en
ander veranderd. Sinds de inwerkingtreding van de
strafuitvoeringsrechtbanken bepaalt de wet nu
uitdrukkelijk wat de staat van herhaling is; de
circulaire brengt nog bijkomende verduidelijkingen
aan.
De moeilijkheden bij de exacte bepaling van de
toelaatbaarheidsdatum voor de voorwaardelijke
invrijheidsstelling liggen vooral bij de controle van
het vonnis of arrest door de griffies van de
gevangenissen. Het personeel wordt hier wel voor
opgeleid, maar dit blijft voor problemen zorgen. Om
te weten of de veroordeelde in staat van herhaling
was en dus minstens twee derde van zijn straf moet
uitzitten, moet men nakijken of daarvan melding
wordt gemaakt in de uitspraak van de
bodemrechter.
Nadat ik signalen had opgevangen dat er daarbij
problemen rezen, heb ik een werkgroep van
deskundigen samengeroepen, die zich zal buigen
over de problematiek van de uiteenlopende
interpretaties. Het directoraat-generaal van de
Strafinrichtingen werkt ondertussen aan een nieuwe
versie van het berekeningsprogramma. Aan de
hand van de conclusies van de werkgroep zal ik
dan uitmaken of er een wetsontwerp nodig is, dan
10.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Dès qu'un condamné est susceptible de pouvoir
bénéficier d'une libération conditionnelle, le
directeur de la prison rédige un avis à l'intention du
tribunal d'application des peines. Tant ce dernier
que le ministère public exercent un contrôle sur les
conditions légales d'admissibilité. Le condamné
comme le ministère public peuvent former un
pourvoi en cassation. La fixation de la date
d'admissibilité de la libération conditionnelle fait bel
et bien l'objet d'un contrôle judiciaire. Je n'ai pas
connaissance de libérations illégales. Le tribunal
d'application des peines est compétent en la
matière et le ministère public près ce tribunal
contrôle le respect des conditions d'admissibilité.
L'instauration des tribunaux d'application des
peines a certes entraîné des modifications. Depuis
l'entrée en vigueur de ces tribunaux, la loi définit
explicitement l'état de récidive. La circulaire apporte
quelques précisions supplémentaires.
Les difficultés qui se posent en termes de fixation
exacte de la date d'admissibilité à la libération
conditionnelle résident principalement dans le
contrôle du jugement ou de l'arrêt par les greffes
des prisons. Le personnel est formé à cet effet mais
cet aspect continue à occasionner des problèmes.
Pour déterminer si le condamné se trouve en état
de récidive et doit donc purger au moins deux tiers
de sa peine, il y a lieu de vérifier s'il en est fait
mention dans le jugement du juge du fond.
Après avoir perçu des signaux révélateurs de
problèmes dans ce domaine, j'ai convoqué un
groupe d'experts, qui se penchera sur le problème
des interprétations divergentes. La direction
générale des Établissements pénitentiaires élabore
entre-temps une nouvelle version du programme de
calcul. Sur la base des conclusions du groupe de
travail, je déciderai alors s'il est nécessaire de
rédiger un projet de loi ou si des instructions
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
wel of aanvullende instructies volstaan. Het
programma zal uiteraard conform de gewijzigde wet
of de nieuwe instructies moeten zijn.
complémentaires suffisent. Il va de soi que le
programme devra être conforme à la loi modifiée ou
aux nouvelles instructions.
Door
de
invoering
van
de
strafuitvoeringsrechtbanken is de strafuitvoering
niet langer voornamelijk de verantwoordelijkheid
van de administratie en de penitentiaire instellingen.
Er is nu een procedure voor een rechtbank, waarbij
ook het openbaar ministerie betrokken is. Het OM
moet dus een actievere rol in dit alles gaan spelen.
Om die reden zal er overigens ook een
vertegenwoordiger van het OM in de werkgroep
zitten. Het OM heeft nu immers een nieuwe,
formeel georganiseerde verantwoordelijkheid bij de
strafuitvoering, die verder gaat dan zijn vroegere
algemene
verantwoordelijkheid
voor
de
tenuitvoerlegging van de straffen, en met name de
bevoegdheid inhoudt om een voorziening in
cassatie in te stellen als het van oordeel is dat de
berekeningen niet correct zijn.
We moeten dus nagaan of we, gelet op deze
nieuwe context, maatregelen moeten nemen. De
staat van herhaling is trouwens niet het enige
knelpunt. De berekening van de straf is zeer
complex, omdat er vaak een combinatie van
verschillende
veroordelingen
moet
berekend
worden.
Depuis l'instauration des tribunaux de l'application
des peines, l'exécution des peines ne relève plus, à
titre
principal,
de
la
responsabilité
de
l'administration et des établissements pénitentiaires.
Une procédure devant un tribunal dans laquelle est
également impliqué le ministère public est
désormais prévue. Le ministère public est donc
appelé à jouer un rôle plus actif dans le cadre global
de l'exécution des peines. C'est au demeurant pour
cette raison qu'un représentant du ministère public
siégera au sein du groupe de travail. Car le
ministère public a désormais, dans le cadre de
l'exécution des peines, une responsabilité nouvelle,
organisée officiellement, qui va au-delà de la
responsabilité générale qui était auparavant la
sienne en matière d'exécution des peines et qui lui
permet de se pourvoir en cassation s'il estime que
le calcul est erroné.
Nous devons donc tenter de déterminer si, compte
tenu de ce nouveau contexte, nous devons prendre
des mesures. L'état de récidive n'est d'ailleurs pas
le seul problème. Le calcul de la peine est très
complexe car il faut souvent combiner plusieurs
condamnations.
10.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Uit het
antwoord van de minister leid ik af dat de situatie
wellicht toch niet zo erg is als sommigen ons willen
voorhouden. Ik
neem
dus voorlopig een
afwachtende houding aan.
10.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Je déduis
de la réponse du ministre que la situation n'est sans
doute pas aussi grave que d'aucuns voudraient
nous le faire croire. Pour l'instant, je préfère donc
attendre.
10.05 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): Dat het
vonnis van de feitenrechter moet vermelden of de
veroordeelde in staat van herhaling is of niet, is een
belangrijk aandachtspunt. Vaak houden de
feitenrechters er zelf namelijk uiteenlopende
interpretaties op na.
10.05 Raf Terwingen (CD&V - N-VA) : Le fait que
la décision du juge du fond doive mentionner si le
condamné est en état de récidive ou non est un
élément important. En effet, il arrive souvent que les
juges du fond retiennent eux-mêmes des
interprétations différentes.
10.06 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik
wil dit probleem zeker niet minimaliseren. Als ik van
de strafuitvoeringsmagistraten het signaal krijg dat
er een probleem is, dan neem ik dat ernstig. Dit
verdient zeker verder onderzoek en daartoe heb ik
dan ook een werkgroep opgericht. Alleen moeten
we rekening houden met de nieuwe context en de
gewijzigde rol van het OM.
10.06 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je ne veux certainement pas minimaliser ce
problème. Lorsque les magistrats du tribunal de
l'application des peines signalent un problème, je le
prends au sérieux. Ceci mérite certainement un
examen plus approfondi et j'ai dès lors constitué un
groupe de travail pour ce faire. Mais il s'agit de tenir
compte du nouveau contexte et du nouveau rôle du
ministère public.
10.07 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Misschien is
het systeem inderdaad zó complex geworden, dat
alleen een radicale vereenvoudiging soelaas kan
bieden. Misschien moet men gewoon de wet
Lejeune afschaffen en onsamendrukbare straffen
10.07 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Peut-être le
système est-il effectivement devenu si complexe
que seule une simplification radicale peut apporter
une solution. Peut-être faut-il purement et
simplement abolir la loi Lejeune et instaurer des
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
invoeren.
peines incompressibles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de staking van
de penitentiaire beambten van de gevangenis van
Vorst" (nr. 5425)
11 Question de Mme Karine Lalieux au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la grève des
agents pénitentiaires de la prison de Forest"
(n° 5425)</b>
11.01 Karine Lalieux (PS): De penitentiaire
beambten van de gevangenis van Vorst zijn al meer
dan tien dagen in staking. Iedereen kent de
gevolgen van een staking in een huis van arrest:
geen bezoek, geen overbrenging naar het
justitiepaleis ­ waardoor de rechten van de
verdediging in het gedrang komen ­ , geen
medische of psychologische follow-up, geen
douche, geen wandeling, geen kantinebezoek.
Vanwege de families en de advocaten bereiken ons
alarmerende berichten over die gevangenis,
waarvan de chronische overbevolking een publiek
geheim is.
Beschikt u over aanwijzingen met betrekking tot de
detentievoorwaarden? Heeft u die gevangenis
bezocht tijdens de staking? Worden de rechten van
de gedetineerden gewaarborgd? Werden de
rechten van de verdediging tijdens die staking in
acht genomen? Hoe zit het met de overbrenging
van de gevangenen naar het justitiepaleis? Was er
sprake van spanningen? Waren er personen die
geen toegang kregen tot de nodige verzorging? Hoe
zit het met de onderhandelingen met de
penitentiaire beambten?
11.01 Karine Lalieux (PS) : Depuis plus de dix
jours, les agents pénitentiaires de la prison de
Forest sont en grève. Tout le monde connaît les
conséquences d'une grève dans une maison d'arrêt
: pas de visite, de transfert au palais ­ ce qui met à
mal les droits de la défense ­, de suivi médical,
psychologique, de douche, de préau, de cantine.
Les échos des familles et des avocats sont plus
qu'alarmants sur cette prison, dont on connaît la
surpopulation chronique.
Disposez-vous d'indications sur les conditions de
détention ? Avez-vous visité cette prison pendant la
grève ? Les droits des détenus sont-ils garantis ?
Les droits de la défense ont-ils été garantis lors de
cette grève ? Qu'en est-il des transferts des
détenus au palais de justice ? Y a-t-il eu des
tensions ou des cas de personnes n'ayant pas eu
accès aux soins ? Où en sont les négociations avec
les agents pénitentiaires ?
11.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De staking
van de penitentiaire beambten werd deze ochtend
beëindigd. Tijdens de staking was een aantal
beperkingen van kracht: de wandelingen zijn
doorgegaan, de gedetineerden konden een douche
nemen,
de
keuken
werkte
normaal.
De
familiebezoeken
werden
afgeschaft
en
de
advocaten konden enkel na aanvraag een bezoek
brengen aan hun cliënt. De overbrengingen naar
andere instellingen gingen door, maar die naar het
justitiepaleis werden geschrapt. De medische
verzorging
van
de
gedetineerden
werd
gewaarborgd.
Op 16 mei vond er een ontmoeting plaats tussen de
vakbondsorganisaties en de directeur-generaal. Ze
bereikten een akkoord over de volgende punten:
gedurende drie maanden zal er een dagelijkse
monitoring van de gevangenisbevolking worden
uitgevoerd. Er wordt voor een follow-up gezorgd. De
directie zal een vergadering beleggen over de
tuchtverslagen. Er zal een aanvraag tot uitbreiding
11.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
grève des agents pénitentiaires a pris fin ce matin.
Pendant la grève, il y a eu une réduction de régime :
les préaux ont eu lieu, les détenus ont pu prendre
leur douche, la cuisine fonctionnait normalement.
Les visites des famille ont été supprimées et pour
les visites des avocats, il n'y a eu que des visites
ponctuelles sur demande. Les transferts vers
d'autres établissements ont eu lieu mais ceux vers
le palais de justice ont été supprimés. Les soins
médicaux des détenus ont été garantis.
Une rencontre a eu lieu le 16 mai entre les
organisations syndicales et le directeur général. Ils
se sont mis d'accord sur les points suivants : un
monitoring journalier de la population pénitentiaire
sera assuré pendant trois mois. Un suivi sera
assuré. La direction organisera une réunion sur le
thème des rapports disciplinaires. Une demande
d'extension de cadre sera introduite pour le plan
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
van de personeelsformatie worden ingediend voor
het personeelsplan 2009. De bewegingen op het
niveau van de gedetineerden worden beperkt tot de
periodes tussen 12.00 en 13.30 uur en tussen 17.15
en 17.45 uur, behoudens noodgevallen. Er werden
ook beloften geformuleerd met betrekking tot het
nazicht van de intercomapparatuur en de
walkietalkies en met betrekking tot de levering van
bepaalde uitrusting aan de gedetineerden.
personnel 2009. Les mouvements pour les détenus
seront gelés de midi à 13h30, et de 17h15 à 17h45,
sauf urgence. Des promesses ont également été
faites de mise au point d'installations interphones et
de talkies-walkies, et de fourniture d'équipements
aux détenus.
11.03 Karine Lalieux (PS): Ik hoop dat de
beslissingen die tijdens die onderhandelingen zullen
genomen worden, ook zullen worden uitgevoerd.
In acht jaar hebben we heel veel voor het
gevangeniswezen gedaan, maar tijdens de
stakingen gaapt er een kloof tussen wat de directie
zegt en de werkelijkheid op het terrein. Heel wat
advocaten beweren dat ze hun cliënten tien dagen
lang niet hebben kunnen zien en sommige
gevangenen kloegen erover dat ze geen medische
verzorging kregen! Tijdens de stakingen wordt een
gevangenis als die van Vorst een zone waar
wetteloosheid heerst en onmenselijke en onterende
behandelingen bijna de norm worden.
Er zouden alternatieve oplossingen moeten
gevonden worden. Ik ben voor het stakingsrecht en
tegen de minimale dienstverlening, maar er moet
tijdens stakingen voor voldoende omkadering
gezorgd worden, vooral in een huis van arrest waar
de rechten van de verdediging met voeten worden
getreden. Een aanhoudingsbevel wordt maand na
maand verlengd. Mensen kunnen door een staking
maanden in de gevangenis opgesloten blijven.
11.03 Karine Lalieux (PS) : J'espère que les
décisions prises lors de ces négociations seront
suivies d'effet.
En huit ans, nous avons réalisé un énorme travail
sur les prisons mais il y a une marge entre ce que la
direction affirme et la réalité du terrain lors des
grèves. Selon de nombreux avocats, ils n'ont pu
voir leurs clients pendant dix jours et, d'après les
échos de différentes détenus, les soins n'ont pas
été garantis ! Pendant les grèves, c'est une zone de
non-droit, à la limite de traitements inhumains et
dégradants dans une prison telle que Forest.
Il faudrait trouver des solutions alternatives. Je suis
pour le droit de grève et pas pour le service
minimum, mais il faut trouver des solutions
d'encadrement en période de grève, surtout dans
une maison d'arrêt où les droits de la défense sont
remis en cause. Un mandat d'arrêt est prolongé de
mois en mois. Des personnes peuvent rester des
mois en prison à cause d'une grève.
11.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Ik hoop dat
men op het ogenblik waarop de beslissingen over
de meerjarenbegroting moeten worden genomen,
de juiste prioriteiten zal leggen. We moeten in de
gevangenissen
investeren,
om
er
de
arbeidsomstandigheden en de leefomstandigheden
voor de gevangenen te verbeteren. Ik heb de
regering gevraagd een principiële beslissing te
nemen met betrekking tot de verhoging van de
capaciteit, want ik wil voorkomen dat de kwestie van
de strafuitvoering en de toestand in onze
gevangenissen pas als laatste punten in de politieke
discussie aan bod komen, zoals dat jarenlang het
geval was.
De mensen op het terrein geloven de politici niet
meer, wanneer ze stellen dat er in de kwaliteit van
de gevangenissen geïnvesteerd zal worden. Het is
onze verantwoordelijkheid om onze beloftes na te
komen.
Ik hoop dat al wie me vandaag vragen stelt, me zal
11.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
J'espère qu'au moment où les décisions sur le
budget pluriannuel devront être prises, on donnera
les priorités adéquates. Il faut investir dans les
prisons, pour y améliorer les conditions de travail et
les conditions pour les détenus. J'ai demandé au
gouvernement une décision de principe sur
l'augmentation de la capacité, car je ne veux pas
que la question de l'exécution des peines et la
situation dans nos prisons soient placées à la fin de
la discussion politique, comme cela a été le cas
pendant des années.
Les gens sur le terrain ne croient plus le monde
politique quand il dit que des investissements
auront lieu dans la qualité des prisons. Notre
responsabilité est de tenir les promesses que nous
faisons.
Que ceux qui me posent des questions aujourd'hui
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
steunen om dat punt op de agenda te plaatsen,
naast de koopkracht en het concurrentievermogen
van de bedrijven! We moeten een oplossing vinden
voor de toekomst van onze gevangenissen.
soient à mes côtés pour mettre ce point à l'agenda,
à côté du pouvoir d'achat, de la compétitivité des
entreprises ! Nous devons résoudre la question de
l'avenir de nos prisons.
11.05 Karine Lalieux (PS): Met de vorige minister
van
Justitie
hebben
we
veel
in
het
gevangeniswezen
geïnvesteerd,
door
de
desbetreffende
regelgevingen
te
hervormen,
aanzienlijke begrotingen vast te leggen, enz.
Misschien had ze een probleem met de Regie der
Gebouwen. In elk geval kan u op onze steun
rekenen om de toestand te verbeteren.
11.05 Karine Lalieux (PS) : Avec la précédente
ministre de la Justice, on a beaucoup investi dans le
milieu pénitentiaire en réformant les législations y
relatives, en obtenant des budgets conséquents,
etc. Peut-être a-t-elle connu un problème avec la
Régie des Bâtiments. En tout cas, vous aurez notre
soutien pour améliorer la situation.
11.06 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Ik heb geen
kritiek geuit op de gewezen minister van Justitie,
maar heb integendeel beslissingen van de vorige
regering terug opgenomen. U kent toch de
werkelijkheid, en de problemen met de Regie der
Gebouwen. Over twee of drie jaar moeten we
betere vooruitzichten hebben dan nu.
11.06 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Je
n'ai pas critiqué l'ancien ministre de la Justice mais,
au contraire, ai repris des décisions du
gouvernement
précédent ;
vous
connaissez
cependant la réalité, y compris avec la Régie des
Bâtiments. Dans les deux ou trois ans à venir, il faut
arriver à une perspective autre que la situation
actuelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
maatregelen om homofobe uitspraken of
handelingen in de gevangenissen te voorkomen"
(nr. 5428)
12 Question de M. Xavier Baeselen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les mesures
prises en vue d'éviter les paroles ou actes
homophobes
dans
les
établissements
pénitentiaires" (n° 5428)</b>
12.01 Xavier Baeselen (MR): Naar aanleiding van
een persbericht van de Franse afdeling van het
Internationaal
Observatorium
van
de
Gevangenissen wil ik u ondervragen over de
maatregelen die in België worden genomen om
homofobe uitspraken of handelingen in de
Belgische gevangenissen te voorkomen. In dat
communiqué wordt gewag gemaakt van de
zelfmoord van een jongeman in de gevangenis op 8
maart 2008. Hij zou zich in zijn cel verhangen
hebben nadat hij in de gevangenis wegens zijn
homoseksualiteit onder druk was gezet. Zijn er
statistieken
beschikbaar
over
homofobe
gedragingen, uitspraken of handelingen in de
gevangenissen? Welke maatregelen werden er
genomen om dergelijk gedrag te voorkomen, zowel
vanwege penitentiaire beambten als vanwege
medegedetineerden? Kennen de cipiers de
mogelijke gevolgen van homofoob gedrag, hetzij
hun eigen gedrag of dat van gedetineerden? Welke
sancties hangen hun in dat geval boven het hoofd?
Hoe tracht men zelfmoord in de gevangenissen te
voorkomen?
12.01 Xavier Baeselen (MR) : Un communiqué de
presse de la Section française de l'Observatoire
international des prisons m'incite à vous interroger
sur les mesures prises en Belgique en vue d'éviter
les paroles ou actes homophobes dans les
établissements
pénitentiaires
belges.
Ce
communiqué nous informe qu'un jeune homme
incarcéré le 8 mars 2008 a été retrouvé pendu dans
sa cellule. Il semblerait que le suicide fait suite à
des pressions exercées en raison de son
homosexualité. Des statistiques concernant des
comportements, des paroles ou des actes
homophobes
dans
les
prisons
sont-elles
disponibles? Quelles mesures ont-elles été prises
pour éviter de tels comportements, tant des agents
pénitentiaires que des codétenus? Les gardiens
sont-ils informés des conséquences éventuelles
d'un comportement homophobe de leur part ou de
la part d'autres détenus? Quelles sanctions ceux-ci
encourent-ils dans de tels cas? Qu'est-il prévu en
matière de prévention du suicide en prison?
12.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Er bestaan
geen statistieken over dergelijk gedrag. Niettemin
12.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Il
n'existe pas de statistiques pour ce type de
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
zou het fenomeen relatief beperkt zijn, al kan het
natuurlijk niet worden ontkend. Er is immers geen
enkele reden waarom dit maatschappelijke
probleem zich niet in het gevangenismilieu zou
voordoen. Er bestaat geen specifieke opleiding met
betrekking tot homofoob gedrag. Tijdens de hele
opleiding wordt er evenwel bijzondere aandacht aan
besteed. Zo komt het onderwerp aan bod in het
hoofdstuk inzake de deontologie, naast het geheel
van punten betreffende het omgaan met diversiteit
in de gevangenis, en in het hoofdstuk inzake de
reglementaire aspecten. Er is evenmin voorzien in
een
specifieke
voortgezette
opleiding
met
betrekking tot homofoob gedrag. Tal van
gevangenissen
hebben
evenwel
bijzondere
aandacht besteed aan de diversiteit intra muros,
met name in het raam van een na- of bijscholing.
Dat aspect wordt dus aangepakt in een globale
context van sensibilisering voor de diversiteit in het
gevangenismilieu. Homofobe gedragingen en
uitspraken zijn strafbaar. Zodra ze worden
vastgesteld, wordt het parket ervan op de hoogte
gebracht,
ongeacht
of
de
feiten
door
personeelsleden dan wel door gedetineerden
gepleegd werden. Bovendien kunnen zowel
gedetineerden als personeelsleden een tuchtstraf
krijgen. Voor zelfmoordpreventie geldt een
soortgelijke redenering. Er bestaat geen specifieke
opleiding maar de penitentiaire beambten krijgen
tijdens hun opleiding wel een cursus over kritieke
incidenten zoals zelfmoord.
comportements. Néanmoins, le phénomène serait
relativement rare même s'il ne peut être nié. Il n'y a
aucune raison pour que ce problème sociétal
épargne le milieu pénitentiaire. Il n'existe pas de
module de formation spécifique aux comportements
homophobes. Toutefois, il s'agit d'un point
d'attention particulier au travers de l'ensemble de la
formation. Il est notamment abordé dans le module
consacré à la déontologie, au même titre que
l'ensemble des points relatifs à la gestion de la
diversité en prison et dans le module relatif aux
aspects réglementaires. De même, il n'existe pas
de formation continuée spécifique sur les
comportements
homophobes.
De
nombreux
établissements pénitentiaires ont accordé une
attention particulière à la diversité en leur sein,
notamment par le biais de formations continuées.
Cet aspect est donc abordé dans un contexte global
de sensibilisation à la diversité en milieu
pénitentiaire. Les comportements et les paroles
homophobes sont punissables pénalement. Ils
seront dénoncés au parquet dès leur constatation,
et ce, qu'ils soient commis par des membres du
personnel ou par des détenus. Par ailleurs, tant les
détenus que les membres du personnel pourront
faire l'objet de poursuites disciplinaires. En matière
de prévention du suicide, un raisonnement similaire
peut être tenu. Il n'y a pas de module spécifique;
néanmoins, les agents pénitentiaires reçoivent
durant leur formation un cours sur les incidents
critiques, notamment les suicides.
Zij krijgen ook een opleiding in communicatie met
gedetineerden; zo kunnen ze crisissituaties
herkennen en dergelijke incidenten voorkomen.
Ils reçoivent également une formation de
communication avec les détenus, qui leur permet
d'identifier les situations de crise et donc de
prévenir un tel incident.
12.03 Xavier Baeselen (MR): Als men de
opleidingsprogramma's
van
de
penitentiaire
beambten verbetert, zou het nuttig zijn om een
opleidingsmodule in te voeren die aan deze vraag
beantwoordt.
12.03 Xavier Baeselen (MR): Si l'on affine les
programmes
de
formation
des
agents
pénitentiaires, il serait utile de créer un module de
formation approprié à cette question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de locatie van
het huwelijk binnen de gemeente" (nr. 5433)
13 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le lieu de
célébration du mariage dans la commune"
(n° 5433)</b>
13.01 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Artikel
75 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een
huwelijk
moet
voltrokken
worden
in
het
gemeentehuis, omdat de registers van de
burgerlijke stand niet buiten het gemeentehuis
mogen worden verplaatst. Enkel in uitzonderlijke
omstandigheden of indien een vonnis de
13.01 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA) : L'article
75 du Code civil stipule qu'un mariage doit être
célébré à la maison communale, parce que les
registres de l'état civil ne peuvent être déplacés en
dehors de la maison communale. Un déplacement
n'est possible que dans des circonstances
exceptionnelles ou lorsqu'un jugement ordonne la
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
voorlegging van de registers aan een rechtbank
beveelt, is een verplaatsing mogelijk. De vraag tot
verplaatsing moet voor advies vooraf worden
voorgelegd aan de procureur des Konings. In heel
wat gemeenten worden huwelijken niet voltrokken in
hetzelfde gebouw als waar de registers worden
beheerd. Men voltrekt bijvoorbeeld huwelijken in de
verschillende
deelgemeenten
of
in
de
districtshuizen.
Zijn er cijfers beschikbaar over het aantal
huwelijken dat voltrokken wordt buiten het
gemeentehuis? Wat zijn dan de gevolgen voor het
huwelijk, de gehuwden en de ambtenaar van de
burgerlijke stand die het huwelijk voltrekt? Wat is
het statuut van het antwoord van het parket als een
gemeente een vraag tot verplaatsing stelt? Is er een
formele toestemming nodig of een advies? Wat zijn
de gevolgen als de registers na een negatief advies
toch zouden worden verplaatst?
présentation des registres devant un tribunal. La
demande de déplacement doit être soumise
préalablement à l'avis du procureur du Roi. Dans de
nombreuses communes, les mariages ne sont pas
célébrés dans le même bâtiment que celui où sont
gérés les registres. Des mariages sont par exemple
célébrés dans les diverses communes fusionnées
ou dans les maisons de district.
Des chiffres relatifs au nombre de mariages
célébrés en dehors de la maison communale sont-
ils
disponibles ?
Quelles
sont
alors
les
conséquences pour le mariage, les mariés et
l'officier de l'état civil qui célèbre le mariage ? Quel
est le statut de la réponse du parquet lorsqu'une
commune formule une demande de déplacement ?
Une autorisation formelle ou un avis est-il
nécessaire ? Quelles sont les conséquences si les
registres sont malgré tout déplacés après un avis
négatif ?
13.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik
beschik niet over cijfers van het aantal huwelijken
dat werd voltrokken buiten het gemeentehuis. De
huwelijksvoltrekking
vindt
plaats
op
het
gemeentehuis waar de aangifte is gebeurd,
waardoor ze in het openbaar geschiedt. Het
huwelijk dat niet in het openbaar is gesloten, kan
door de rechtbank nietig worden verklaard. De
ambtenaar van de burgerlijke stand die zonder
geldige, absolute noodzaak een huwelijk afsluit
buiten het gemeentehuis, respecteert de wet niet.
De ambtenaar van de burgerlijke stand beoordeelt
concreet de aanwezigheid van een geldige,
absolute noodzaak en ziet erop toe dat ook dan het
huwelijk in het openbaar wordt voltrokken.
13.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je ne dispose pas de chiffres relatifs au nombre de
mariages célébrés en dehors de la maison
communale. Le mariage est célébré à la maison
communale où la demande a été introduite, d'où il
résulte qu'il est célébré en public. Le mariage qui
n'est pas célébré en public peut être déclaré nul par
le tribunal. L'officier de l'état civil qui célèbre un
mariage en dehors de la maison communale sans
nécessité valable et absolue ne respecte pas la loi.
L'officier de l'état civil juge concrètement de la
présence d'une nécessité valable et absolue et
veille à ce que le mariage soit également célébré en
public dans ces conditions.
Als de openbaarheid niet wordt gerespecteerd,
kunnen de echtgenoten zelf, de ouders, de
grootouders en allen die daarbij een reeds
verkregen en dadelijk belang hebben, alsook het
openbaar ministerie, de nietigheid van de akte van
de burgerlijke stand vorderen.
Het advies van het openbaar ministerie is
richtinggevend. De rechtbank heeft het laatste
woord. Indien men niet het risico wil lopen dat het
huwelijk nietig wordt verklaard, doet men er goed
aan het advies van het openbaar ministerie te
respecteren. Indien men in andere mogelijkheden
van huwelijkssluiting wil voorzien, dient de wet te
worden gewijzigd.
Si le critère de publicité n'est pas respecté, les
époux, les parents, les grands-parents et tous ceux
qui ont un intérêt né et actuel à cet égard, ainsi que
le ministère public, ont le droit de réclamer la nullité
de l'acte de l'état civil.
Même si l'avis rendu par le ministère public est
indicatif, le tribunal ayant le dernier mot, mieux vaut
respecter l'avis du ministère public si l'on ne veut
pas risquer l'annulation du mariage. Il convient de
modifier la loi si l'on veut prévoir d'autres modes de
conclusion du mariage.
13.03 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA): Een
wetswijziging is noodzakelijk wanneer men in
andere gebouwen huwelijken wil afsluiten. Wat is
het statuut van de huwelijken in Antwerpen in de
verschillende districtshuizen?
13.03 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA) : S'il
est nécessaire de modifier la loi pour conclure des
mariages dans d'autres bâtiments, quel est le statut
des mariages conclus dans les différentes maisons
de district à Anvers ?
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
13.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Volgens mij keurt het openbaar ministerie deze
praktijk goed, dus ik zie geen problemen.
13.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
À mon avis, le ministère public cautionne cette
pratique et je n'y vois dès lors aucun inconvénient.
13.05 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA): Er is
dan wel een regeling voor de verplaatsing, maar
artikel 75, waarin staat dat een huwelijk in het
gemeentehuis moet worden voltrokken, wordt niet
gerespecteerd. Ik zal de problematiek nader
bekijken en nagaan of een wetswijziging nodig is.
13.05 Katrien Schryvers (CD&V - N-VA) : Il existe
donc une réglementation pour le déplacement, mais
l'article 75, qui dispose que le mariage doit être
conclu à la maison communale, n'est dès lors pas
respecté. J'examinerai plus en détails ce problème
afin d'étudier la question de savoir si une
modification de la loi s'impose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het plan tegen
het radicalisme" (nr. 5434)
14 Question de M. Fouad Lahssaini au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes
institutionnelles
sur
"le
plan
radicalisme" (n° 5434)</b>
14.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): In het
kader van de strijd tegen het terrorisme werd in
samenwerking met OCAD (coördinatieorgaan voor
de dreigingsanalyse) een plan `Radicalisme'
uitgewerkt. Dat plan, dat opgenomen is in het
Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011, heeft in het
bijzonder tot doel om het toezicht in de
gevangenissen te versterken.
Wat zijn de doelstellingen van het plan
`Radicalisme'? Op welke wettelijke grondslagen
berust het? Volgens welke juridische definities werd
het uitgewerkt?
Welk effect zal dat plan op de betrokken personen
hebben? Welk beroep zouden zij kunnen instellen?
Hoe kan men eventuele foutieve informatie
rechtzetten? Maakt de verzameling of de
raadpleging van persoonlijke gegevens deel uit van
dat plan? Zo ja, werd de Commissie voor de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer
geraadpleegd of bij de uitwerking van het plan
betrokken? Zal ze de effecten ervan kunnen
controleren? Beschikt de regering over een
controlemechanisme om na te gaan hoe dat plan
toegepast zal worden? Welke ministers zullen met
die controle belast worden?
Zal het Comité P toezicht uitoefenen? Volgens
welke modaliteiten? Zo niet, zou men er wel goed
aan doen om het aansturen van dit plan enkel over
te laten aan de politiediensten?
Welke maatregelen werden er ten slotte genomen
om
te
voorkomen
dat
het
plan
het
nondiscriminatiebeginsel schendt?
14.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : Dans le
cadre de la lutte contre le terrorisme, un plan
« Radicalisme » a été mis en place en collaboration
avec l'OCAM (Organe de coordination pour
l'analyse de la menace). Ce plan, repris dans le
Plan national de sécurité 2008-2011, vise en
particulier à intensifier un travail au sein des
prisons.
Quels sont les objectifs du plan « Radicalisme » ?
Quelles bases légales vont le réglementer ? Selon
quelles définitions juridiques a-t-il été élaboré ?
Quel effet aura ce plan sur les personnes mises en
cause ? Quels recours ces personnes auraient-
elles ? Comment faire rectifier d'éventuelles
informations erronées ? Ce plan implique-t-il la
collecte
ou
la
consultation
de
données
personnelles ? Dans l'affirmative, la Commission
pour la protection de la vie privée a-t-elle été avisée,
voire impliquée dans l'élaboration du plan ? Sera-t-
elle en mesure de contrôler ses effets ? Existe-t-il
un mécanisme de contrôle du gouvernement sur la
manière dont ce plan sera appliqué ? Quels
ministres seront en charge de ce contrôle ?
Le comité P exercera-t-il un contrôle ? Selon
quelles modalités ? Dans le cas contraire, serait-il
judicieux de laisser le pilotage d'un tel plan aux
seuls services de police ?
Enfin, quelles mesures ont été prises pour éviter
que ce plan ne porte atteinte au principe de non-
discrimination ?
14.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Mijn 14.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Mes
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
diensten hebben niet de volledige tekst van uw
vraag ontvangen. Indien u daarmee instemt, zal ik
schriftelijk antwoorden op uw laatste vragen.
Het plan `Radicalisme' is als vertrouwelijk
aangemerkt. De langetermijndoelstellingen zijn de
volgende: de democratische waarden van onze
maatschappij beschermen en een polarisatie tussen
de verschillende maatschappelijke geledingen
voorkomen. Op korte termijn is het de bedoeling
elke vorm van radicale propaganda of intimidatie te
verbieden; de groepen, organisaties en individuen
beter te leren kennen; hun activiteiten beter op te
volgen; de informatievergaring te verbeteren; de
gegevensuitwisseling tussen de administratieve en
de
gerechtelijke
diensten
te
bevorderen;
maatregelen voor te stellen; de dialoog met de
gemeenschappen aan te gaan; alle handelingen die
radicalisering in de hand kunnen werken met
argwaan te benaderen.
De reglementaire grondslag werd gelegd tijdens
een vergadering van het College voor inlichting en
veiligheid en werd goedgekeurd door de
Ministerraad van 28 april 2008.
In dit plan wordt radicalisme omschreven als een
proces waardoor een individu of een groep zodanig
wordt beïnvloed dat hij mentaal bereid is om
extremistische daden te stellen, met inbegrip van
gewelddaden of terroristische daden.
services n'ont pas reçu votre question dans son
intégralité. Si vous le permettez, je répondrai par
écrit à vos dernières interrogations.
Le plan « Radicalisme » est classé confidentiel. Ses
objectifs sont, à long terme : protéger les valeurs
démocratiques de notre société et éviter une
polarisation entre les composantes de la société. A
court terme : interdiction de toute forme de
propagande radicale et d'intimidation ; meilleure
connaissance
des
groupes,
individus
et
organisations ; meilleur suivi de leurs activités ;
amélioration de la collecte des informations ;
échange
d'informations
entre
les
services
administratifs et judiciaires ; propositions de
mesures ; dialogue avec les communautés ;
défiance envers tous les actes susceptibles de
conduire à une radicalisation plus accrue.
La base réglementaire repose sur une réunion du
Collège du renseignement et de la sécurité, qui a
été approuvée par le Comité ministériel le 28 avril
2006.
Dans le cadre du plan, la définition du radicalisme
est « un processus par lequel un individu ou un
groupe est à ce point influencé qu'il est
mentalement prêt à commettre des actes
extrémistes, allant jusqu'à des actes de violence ou
même de terrorisme. »
14.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Had u het,
wat de wettelijke grondslag betreft, over een
ministerieel besluit?
14.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : À propos
de la base légale, avez-vous parlé d'un arrêté
ministériel ?
14.04 Minister Jo Vandeurzen
(Frans): De
federale regering heeft het plan goedgekeurd,
aangezien het voordien al was goedgekeurd door
het College en daarna door het Ministerieel Comité
voor inlichting en veiligheid, dat uiteraard een
wettelijke grondslag heeft.
14.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Le
plan a été approuvé par le gouvernement fédéral,
étant donné qu'il l'avait été préalablement par le
Collège puis par le Comité ministériel du
renseignement et de la sécurité, qui a bien entendu
une base légale.
14.05 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): We zullen
nog de gelegenheid hebben om hierop terug te
komen wanneer ik uw antwoorden op de andere
vragen zal hebben gekregen.
14.05 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : Nous
aurons l'occasion de revenir sur ce sujet dès que
j'aurai obtenu vos réponses aux autres questions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
ongestoord bezoek in de gevangenissen"
(nr. 5437)
15 Question de M. Xavier Baeselen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "les visites dans
l'intimité au sein des prisons" (n° 5437)</b>
15.01 Xavier Baeselen (MR): In de omzendbrief 15.01 Xavier Baeselen (MR) : La circulaire du 5
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
van 5 juli 2000 met betrekking tot de bescherming
van de affectieve relaties van de gedetineerden met
hun omgeving worden een aantal pilootprojecten
geformaliseerd die hebben aangetoond dat de
mogelijkheid voor de gedetineerden om een
seksuele relatie te hebben uiterst positieve
gevolgen heeft voor hun gedrag en ook voor de
sfeer in de strafinrichtingen.
De basiswet betreffende het gevangeniswezen en
de rechtspositie van de gedetineerden neemt dat
principe van de ongestoorde bezoeken over, dat
georganiseerd wordt overeenkomstig de door de
Koning te bepalen voorwaarden en nadere regels.
Werd dat koninklijk besluit intussen uitgevaardigd?
Zo niet, welk juridisch instrument regelt dan wel de
ongestoorde bezoeken in de strafinrichtingen?
Mogen enkel gehuwde koppels of mensen met een
duurzame relatie ongestoord bezoek krijgen? Hoe
staat het met de bezoeken voor homoseksuele
koppels?
juillet 2000 relative à la préservation des relations
affectives du détenu avec son entourage a
formalisé des expériences pilotes qui ont démontré
que la possibilité pour les détenus d'avoir une
relation sexuelle a des effets extrêmement positifs
sur leur comportement et le climat au sein des
établissements pénitentiaires.
La loi de principe concernant l'administration
pénitentiaire et le statut juridique des détenus
reprend ce principe des visites dans l'intimité selon
des conditions et modalités à fixer par le Roi.
Cet arrêté royal a-t-il été pris ? Dans la négative,
quel est l'instrument juridique qui organise
aujourd'hui encore les visites dans l'intimité en
milieu pénitentiaire ? Ces visites sont-elles limitées
aux couples mariés ou aux personnes entretenant
des relations durables ? Qu'en est-il des visites en
ce qui concerne les couples homosexuels ?
15.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans) : Het
koninklijk besluit is nog niet vastgesteld. De
materie wordt dus nog steeds geregeld door de
ministeriële omzendbrief 1.715 van 5 juli 2000.
Het ongestoord bezoek is in de eerste plaats
bedoeld voor gedetineerden die nog geen
penitentiair verlof krijgen en die al ten minste drie
maanden vastzitten.
Ze kunnen om het even welke meerderjarige
persoon ontvangen die kan aantonen dat hij of zij
een duurzame affectieve relatie heeft met de
gedetineerde. Krachtens de principes van gelijkheid
en niet-discriminatie is het bezoek niet beperkt tot
heteroseksuele paren.
De omzendbrief bepaalt hoe vaak men bezoek mag
krijgen; die frequentie is dezelfde als datgene
waarin de basiswet voorziet.
15.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
L'arrêté royal n'a pas encore été pris. La matière est
donc toujours réglée par la circulaire ministérielle
1.715 du 5 juillet 2000.
Les visites dans l'intimité visent en priorité les
détenus qui ne bénéficient pas encore des congés
pénitentiaires et qui sont détenus depuis au moins
trois mois.
Ils peuvent recevoir toute personne majeure
pouvant justifier d'une relation affective durable.
En vertu des principes d'égalité et de non-
discrimination, les visites ne sont pas limitées aux
couples hétérosexuels.
La fréquence des visites prévue dans la circulaire
est la même que la fréquence des visites prévue
dans la loi de principe.
15.03 Xavier Baeselen (MR): Bent u van plan een
koninklijk besluit vast te stellen?
15.03 Xavier Baeselen (MR) : Comptez-vous
prendre un arrêté royal ?
15.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans) : Ik kan nog
geen koninklijk besluit vaststellen, want het
desbetreffende artikel is nog niet van toepassing.
15.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Je
ne peux pas encore prendre un arrêté royal car
l'article concerné n'est pas encore applicable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
behandeling van
verkeersovertredingen
in
Brussel" (nr. 5438)
16 Question de M. Xavier Baeselen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "le traitement des
infractions de roulage à Bruxelles" (n° 5438)</b>
20/05/2008
CRABV 52
COM 216
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
16.01 Xavier Baeselen (MR): Bij het parket van
Brussel
dreigen
18.000
dossiers
inzake
verkeersovertredingen te verjaren. Dat stond in de
pers te lezen. Klopt dat? Hoeveel dossiers dreigen
er te verjaren? Hoeveel procent van de
verkeersovertredingen wordt in het arrondissement
Brussel geseponeerd? Hoeveel parketmagistraten
zijn met die dossiers belast? Hoe groot is de
achterstand in het arrondissement Brussel? Welke
maatregelen plant men op korte en middellange
termijn om dit probleem te verhelpen?
16.01 Xavier Baeselen (MR) : Il semblerait que
18.000 dossiers concernant des infractions de
roulage au parquet de Bruxelles seraient menacés
de prescription. Ces informations relayées dans la
presse sont-elles correctes ? Quel est le nombre de
dossiers menacés de prescription ? Quel est le taux
de classement sans suite de dossiers de roulage
dans l'arrondissement de Bruxelles ? Quel est le
nombre de magistrats du parquet en charge de ces
dossiers ? Quel est l'arriéré dans l'arrondissement
de Bruxelles ? Quelles sont les mesures qui seront
prises à court et moyen terme pour résoudre ce
problème ?
16.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Van de
23.359 dossiers waarvoor momenteel nog geen
rechtsdag voor de politierechtbank te Brussel is
bepaald, dreigen er 530 binnenkort te verjaren. Die
dossiers gaan over niet-hinderlijke en ongevaarlijke
overtredingen. In 2007 werd 27,95 procent van de
dossiers geseponeerd, in 2006 21,26 procent. In
2000 bedroeg het sepotpercentage nog 58,65
procent.
Het seponeringsbeleid stoelt op technische
overwegingen, redenen van opportuniteit en andere
redenen die rechtstreeks verband houden met het
ontoereikende aantal politierechters.
Strikt genomen is er bij het parket van Brussel niet
echt een achterstand inzake verkeersovertredingen
als gevolg van het onvermogen van de
parketmagistraten en de administratieve diensten
van het parket om de dossiers te behandelen. Het
parket is genoodzaakt om een groot aantal dossiers
te seponeren of om de dossiers op een wachtlijst te
zetten in afwachting van de vastlegging van een
rechtsdag, omdat de politierechtbank te Brussel met
personeelsgebrek
kampt.
Op
een
totale
personeelsformatie van 14 rechters zijn er drie
vacante betrekkingen.
16.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Il y a
actuellement 23.359 dossiers en attente de fixation
devant le tribunal de police de Bruxelles, dont 530
sont menacés de prescription proche. Il s'agit de
dossiers relatifs à des infractions qualifiées de non
gênantes et non dangereuses. Le taux de
classement calculé pour l'année 2007 s'élève à
27,95%. En 2006, il était de 21,26%. En 2000, ce
taux de classement était de 58,65%.
La politique de classement est fondée sur des
causes techniques, des causes d'opportunité et des
causes directement liées à l'insuffisance du nombre
des juges de police.
Il n'existe pas, à proprement parler, un arriéré en
matière de roulage au parquet de Bruxelles qui
serait dû à une incapacité de traitement des
magistrats du parquet et des services administratifs
du parquet. Si le parquet est obligé de classer sans
suite un nombre important de dossiers ou de mettre
un grand nombre de dossiers en attente de fixation,
c'est en raison de la capacité limitée du tribunal de
police de Bruxelles. Sur un cadre total de quatorze
juges, trois places sont vacantes.
De gerechtelijke autoriteiten hebben mij eind
december 2007 op de hoogte gebracht van de
toestand. Zij hadden mijn voorgangster al maanden
voordien
ingelicht.
Na
een
uitgebreide
correspondentie met alle betrokken gerechtelijke
actoren werd een actieplan van twaalf bladzijden
opgesteld. Ik wacht nog op de goedkeuring van het
plan door sommige actoren nadat hun begin mei
een laatste versie werd toegezonden.
Les autorités judiciaires m'ont informé de la
situation fin décembre 2007. Ils avaient déjà
informé mon prédécesseur plusieurs mois avant.
Après plusieurs échanges de courriers avec tous
les acteurs judiciaires concernés, un plan d'action
de douze pages a été établi. J'attends encore
l'accord de certains intervenants sur celui-ci suite à
une dernière version communiquée début mai.
16.03 Xavier Baeselen (MR): Met zijn zeer
volledige antwoord geeft de minister blijk van zijn wil
om de toestand niet te laten aanslepen en verder te
laten verslechteren. Ik denk overigens dat we de
informatie in de pers dankzij de cijfers die de
minister heeft verstrekt, wel kunnen relativeren.
16.03 Xavier Baeselen (MR) : La réponse très
complète du ministre témoigne de sa volonté de ne
pas laisser cette situation perdurer et se détériorer.
Par ailleurs, je pense que les chiffres donnés
permettent de relativiser les informations diffusées
par la presse.
CRABV 52
COM 216
20/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
We moeten evenwel een signaal geven aan de
burgers en duidelijk zeggen dat er in Brussel nog
wel vele vonnissen worden uitgesproken wegens
verkeersovertredingen.
Il faut néanmoins donner un signal aux citoyens et
dire qu'à Bruxelles de nombreux jugements sont
encore prononcés en cas d'infraction au Code de la
route.
Het incident is gesloten.
L''incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.37 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 37.