KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 201
CRABV 52 COM 201
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag
mardi
06-05-2008
06-05-2008
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Flor Van Noppen aan de minister van
Klimaat en Energie over "de financiering van het
MYRRHA-project door de federale regering"
(nr. 5047)
1
- M. Flor Van Noppen au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le financement du projet MYRRHA
par le gouvernement fédéral" (n° 5047)
1
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Klimaat en Energie over "het MYRRHA-project"
(nr. 5075)
1
- M. Bart Laeremans au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le projet MYRRHA" (n° 5075)
1
Sprekers:
Flor
Van
Noppen,
Bart
Laeremans, Paul Magnette, minister van
Klimaat en Energie, Jean-Luc Crucke
Orateurs:
Flor
Van
Noppen,
Bart
Laeremans, Paul Magnette, ministre du
Climat et de l'Énergie, Jean-Luc Crucke
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- de heer Bruno Tobback aan de minister van
Klimaat
en
Energie
over
"de
ontwikkelingsperspectieven van windenergie op
zee" (nr. 5044)
4
- M. Bruno Tobback au ministre du Climat et de
l'Énergie
sur
"les
perspectives
pour
le
développement d'énergie éolienne en mer"
(n° 5044)
4
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Klimaat en Energie over "de windmolenparken op
zee" (nr. 5074)
4
- M. Bart Laeremans au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les parcs d'éoliennes en mer"
(n° 5074)
4
Sprekers: Bruno Tobback, Bart Laeremans,
Paul Magnette, minister van Klimaat en
Energie
Orateurs: Bruno Tobback, Bart Laeremans,
Paul Magnette, ministre du Climat et de
l'Énergie
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "het debat
over de biobrandstoffen" (nr. 5054)
7
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le débat autour des
biocarburants" (n° 5054)
7
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
distributie van waterstof in steden" (nr. 5056)
8
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la distribution urbaine
d'hydrogène" (n° 5056)
8
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
vestiging van windmolens" (nr. 5057)
10
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'implantation des
éoliennes" (n° 5057)
10
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "het
Pantone-systeem" (nr. 5060)
11
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le système Pantone"
(n° 5060)
11
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van
Klimaat
en
Energie
over
"een
luchtvaartmaatschappij die iemand weigert op
haar vluchten" (nr. 5077)
12
Question de Mme Zoé Genot au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'interdiction d'accès
aux vols d'une compagnie aérienne" (n° 5077)
12
Sprekers: Zoé Genot, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Zoé Genot, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
13
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister
van
KMO,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid over "toxische chemische
producten in uit China ingevoerde kleren"
(nr. 4665)
13
- M. Jean-Jacques Flahaux à la ministre des
PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "la présence de produits
chimiques toxiques dans des vêtements importés
de Chine" (n° 4665)
13
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
aanwezigheid
van
gevaarlijke
stoffen
in
kinderkleding" (nr. 4986)
13
- Mme Yolande Avontroodt au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "la présence de
substances dangereuses dans des vêtements
pour enfants" (n° 4986)
13
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Yolande
Avontroodt, Paul Magnette, minister van
Klimaat en Energie
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Yolande
Avontroodt, Paul Magnette, ministre du
Climat et de l'Énergie
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
06
MEI
2008
Namiddag
______
du
MARDI
06
MAI
2008
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.24 uur en
voorgezeten door de heer Bart Laeremans.
La réunion publique est ouverte à 14 h 24 sous la
présidence de M. Bart Laeremans.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Flor Van Noppen aan de minister van
Klimaat en Energie over "de financiering van het
MYRRHA-project door de federale regering"
(nr. 5047)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Klimaat en Energie over "het MYRRHA-project"
(nr. 5075)
01 Questions jointes de
- M. Flor Van Noppen au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le financement du projet MYRRHA
par le gouvernement fédéral" (n° 5047)<br>- M. Bart Laeremans au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "le projet MYRRHA" (n° 5075)</b>
01.01 Flor Van Noppen (CD&V - N-VA): Een
maand geleden beloofde de minister dat er zo
spoedig mogelijk een onderzoek zou plaatsvinden
om alle aspecten van het MYRRHA-project door te
lichten. Daarna zou een dossier worden bezorgd
aan de regering om een definitieve beslissing te
nemen.
Omdat de fase van het detailontwerp samen met de
ontwikkeling en het testen van de meest
vernieuwende componenten reeds start in 2009, is
haast geboden. De ondersteuning door het gastland
zou een belangrijk signaal zijn naar internationale
investeerders en de EU, die op het punt staat om
het project op te nemen op de ESFRI-lijst.
Is het onderzoek reeds gestart? Wat zijn de eerste
bevindingen van de minister? Tegen wanneer zal
het onderzoek klaar zijn? Tegen wanneer verwacht
de minister een definitieve beslissing van de
regering? Heeft de minister reeds persoonlijk
contact gehad met de verantwoordelijken van het
01.01 Flor Van Noppen (CD&V - N-VA) : Le
ministre a promis il y a un mois qu'une étude serait
réalisée dans les plus brefs délais en vue
d'examiner tous les aspects du projet MYRRHA. Un
dossier serait ensuite transmis au gouvernement
pour qu'une décision définitive puisse être prise.
Étant donné que la phase du projet détaillé, du
développement et du test des composants les plus
novateurs débutera déjà en 2009, il y a urgence.
L'appui du pays hôte constituerait un signal
important à l'égard des investisseurs internationaux
et de l'Union européenne, qui est sur le point
d'inclure le projet dans la liste ESFRI.
L'étude a-t-elle déjà débuté ? Quels sont les
premiers constats du ministre ? Quand l'étude sera-
t-elle finalisée ? Dans quel délai le ministre
escompte-t-il
une
décision
définitive
du
gouvernement ?
S'est-il
déjà
entretenu
personnellement avec les responsables du CEN ?
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
SCK?
Voorzitter: de heer Bruno Tobback.
Président: M. Bruno Tobback.
01.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Bij ons
bezoek in het kader van onze werkzaamheden in
verband met Energie 2030 hebben de MYRRHA-
verantwoordelijken van het SCK zich zeer bezorgd
getoond over de vraag of de overheid het project zal
ondersteunen. De budgetten die nodig zijn voor dit
Europese project zijn zo groot dat het er enkel kan
komen met federale steun. Dit moet kunnen, want
de federale overheid neemt zich voor om meer geld
te spenderen aan fundamenteel onderzoek.
Het SCK had de minister een meerjarenplan
bezorgd dat gewag maakte van een fors bedrag
voor de begroting 2008. Door niets in te schrijven in
de begroting voor 2008, zelfs niet voor het
voorafgaand onderzoek, worden de zaken op de
lange baan geschoven. Voor 2009 wordt er een
beperkt bedrag voor een voorafgaand onderzoek
ingeschreven in de begroting. De minister heeft
gezegd dat het onderzoek er op korte termijn zou
kunnen komen, maar ik betwijfel dit als men slechts
in 2009 een budget inschrijft.
Hoe ver staat de minister intussen met het
onderzoek? Wie zal het onderzoek doen? Wat is de
echte kostprijs? Zijn er al offertes? Tegen wanneer
zal het onderzoek afgerond zijn? Tegen wanneer
wordt het rapport bezorgd aan de regering? Hoe
kan dat als er pas volgend jaar een budget is? Is de
minister bereid om het Parlement in te lichten over
de resultaten van het onderzoek? De Europese
Commissie wil het project ondersteunen; iedereen
kijkt naar de houding van ons land, dat momenteel
met gekruiste armen zit te wachten.
01.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Lors de
notre visite dans le cadre de nos travaux relatifs à
l'étude Énergie 2030, les responsables MYRRHA
du CEN se sont montrés très inquiets à propos de
la question de savoir si l'État soutiendra le projet.
Les budgets nécessaires pour ce projet européen
sont à ce point élevés que celui-ci ne pourra être
réalisé qu'avec un soutien fédéral, ce qui devrait
être possible, car l'État fédéral s'engage à affecter
davantage de moyens à la recherche fondamentale.
Le CEN avait transmis au ministre un plan
pluriannuel
qui
faisait
état
d'un
montant
considérable pour le budget 2008. Aucun montant
n'étant inscrit au budget 2008, même pas pour
l'étude préalable, le projet est renvoyé aux calendes
grecques. Un montant limité sera inscrit au budget
2009 pour une étude préalable. Le ministre a
affirmé que l'étude pourrait être réalisée à court
terme mais j'en doute si l'on ne prévoit un budget
qu'en 2009.
Où en est l'étude entre-temps ? Qui la réalisera ?
Quel est le coût réel ? Des offres ont-elles déjà
faites ? Quand l'étude sera-t-elle terminée ? Quand
le rapport sera-t-il transmis au gouvernement ?
Comment pourra-t-il encore être transmis cette
année si le budget n'est prévu que l'année
prochaine ?
Le
ministre
est-il
disposé
à
communiquer les résultats de l'étude au
Parlement ? La Commission européenne souhaite
soutenir le projet. Chacun observe la position
adoptée par notre pays qui, actuellement, attend les
bras croisés.
01.03 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
beslissing over een eventuele financiële bijdrage
van de Belgische Staat aan het MYRRHA-project
kan niet lichtzinnig genomen worden, want het gaat
over veel geld. Een dergelijke beslissing vergt een
grondige voorbereiding. Ik ben het ermee eens dat
de beslissing ook niet te lang op zich mag laten
wachten, maar ik wil niet overhaast te werk gaan of
mij onder druk te laten zetten.
01.03 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
La décision relative à la contribution financière
éventuelle de l'État belge au projet MYRRHA ne
peut se prendre à la légère car l'enjeu financier est
important. Une telle décision nécessite une
préparation approfondie. J'estime également que la
décision ne peut trop tarder mais je refuse d'agir
avec précipitation ou sous la pression.
Ik heb het business plan en de technische
omschrijving van het project nog niet ontvangen. Ik
wacht
ook
nog
op
het
ontwerp
van
beheersovereenkomst tussen het SCK en de
Belgische Staat. Het SCK heeft zijn ontwerp van
begroting voor het jaar 2009 ingediend, waarin een
bijkomende dotatie van 7 miljoen euro wordt
gevraagd voor dit project, bovenop de normale
Je n'ai encore reçu ni business plan, ni description
technique
concernant
ce
projet.
J'attends
également le projet de contrat de gestion entre le
CEN et l'État belge. Le projet de budget 2009
présenté par le CEN préconise une dotation
supplémentaire de 7 millions d'euros pour ce projet
en sus de la dotation normale qui suit l'évolution de
l'inflation. La complexité de ce dossier en cours
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
dotatie die de evolutie van de inflatie volgt. Mijn
diensten zijn dit alles aan het bestuderen, maar
omdat het een ingewikkeld dossier is, wil ik niet
vooruitlopen op de conclusies. Zodra het onderzoek
afgerond is, zal ik een beslissing nemen over het
MYRRHA-project. Ik kan niet uitsluiten dat er nog
een beroep zal moeten worden gedaan op externe
expertise.
Ik hoop dat ons onderzoek voor de vakantie af zal
zijn.
De beslissing over dit project zal deels afhangen
van de begrotingsbesprekingen die in september-
oktober zullen plaatsvinden. Tegen dan wil ik een
eerste dossier kunnen voorleggen aan de regering.
Ik wil mij echter niet vastpinnen op deze datum. Als
ik de deadline van de begrotingsopmaak 2009 niet
haal, zal ik ten laatste voor de beslissing van de
regering over de begrotingscontrole 2009 in
februari-maart 2009 een volledig dossier voorleggen
aan de regering. Dat is nog op tijd, aangezien met
het detailontwerp van MYRRHA pas in 2009
aangevangen wordt. Op dat ogenblik zullen we ook
nog niet te laat zijn om de EU en buitenlandse
investeerders bij het project te betrekken.
Ik heb nog geen persoonlijk onderhoud gehad met
de SCK-directie of met de verantwoordelijken voor
het project. Ik hoop dat ik daar spoedig de tijd voor
vind. Ik houd het Parlement op de hoogte van
eventuele nieuwe ontwikkelingen in dit dossier.
d'examen par mes services m'interdit d'anticiper
toute conclusion. Je prendrai une décision sur
MYRRHA dès la fin de l'étude de ce projet. Je
n'exclus pas la nécessité de faire appel à des
experts externes.
J'espère que l'examen du dossier par nos services
prendra fin avant les vacances.
La décision que nous prendrons dans ce dossier
dépendra en partie des discussions budgétaires qui
auront lieu en septembre-octobre. J'entends d'ici-là
être en mesure de présenter un premier dossier au
gouvernement, sans pour autant vouloir me braquer
sur cette échéance. Si je ne parviens pas à
atteindre cet objectif pour la confection du budget
2009, je soumettrai un dossier complet au
gouvernement au plus tard pour février-mars 2009,
moment où le gouvernement devra rendre une
décision relative au contrôle budgétaire 2009. Les
délais seront ainsi encore respectés puisque
l'élaboration du projet MYRRHA détaillé ne sera
entamée que cette même année. À ce moment, il
ne sera pas trop tard non plus pour impliquer les
investisseurs communautaires et hors-UE dans ce
projet.
Je
ne
me
suis
pas
encore
entretenu
personnellement avec la direction du CEN ni avec
les responsables du projet. J'espère trouver sous
peu le temps de les rencontrer. Je rendrai compte
au Parlement des éventuels développements qui
interviendront dans ce dossier.
01.04 Flor Van Noppen (CD&V - N-VA): Ik heb
een andere definitie van `zo spoedig mogelijk' dan
de minister. Ik heb de indruk dat hij de zaak een
beetje op de lange baan schuift, terwijl we juist snel
moeten handelen, ook om de Europese steun veilig
te stellen. Ik dring er dan ook op aan dat de minister
contact zou opnemen met de verantwoordelijken
van het SCK.
01.04 Flor Van Noppen (CD&V - N-VA) : Ma
définition de l'expression `aussi rapidement que
possible' n'est pas celle du ministre. J'ai
l'impression qu'il fait un peu traîner les choses alors
que nous devons précisément agir avec diligence,
également pour garantir l'aide européenne. J'insiste
dès lors pour que le ministre prenne contact avec
les responsables du CEN.
01.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik sluit
mij daarbij aan. Het antwoord heeft mij zeer
ontgoocheld. Als de minister wacht tot februari
volgend jaar, dan is dat veel te laat, omdat men dan
al volop bezig moet zijn met de voorbereiding van
het project. De minister mag de mensen van het
SCK niet zolang in onzekerheid houden. Het risico
is immers groot dat wij ons dit project nog laten
afsnoepen door een ander Europees land en dan
verliezen we meteen ook de onderzoekers die
ermee bezig zijn. Het SCK dreigt dan volledig leeg
te bloeden, wat een ramp zou zijn voor ons nucleair
01.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Je me
rallie à cette idée. La réponse m'a fortement déçu.
Si le ministre attend jusqu'au mois de février de l'an
prochain, il sera beaucoup trop tard puisque la
préparation du projet aura bien commencé à ce
moment-là. Le ministre ne peut laisser les
collaborateurs du CEN dans l'incertitude aussi
longtemps. Le risque est grand en effet qu'un autre
pays européen nous dérobe ce projet et nous
perdrons alors immédiatement les chercheurs qui y
collaborent. Le CEN pourrait dès lors se vider de sa
substance
et
les
conséquences
seraient
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
onderzoek, niet alleen met betrekking tot de
elektriciteitsproductie, maar ook wat bijvoorbeeld de
medische toepassingen betreft. Er staat dus veel op
het spel, ook heel wat werkgelegenheid.
Ik dring er daarom op aan dat de minister onverwijld
in de ware betekenis van het woord contact zou
opnemen met de verantwoordelijken te Mol, en ook
daarna mag hij de zaak niet op de lange baan
schuiven door allerlei bijkomende expertises te
vragen. September 2008 is nog redelijk, maar
februari 2009 is veel te laat.
catastrophiques pour la recherche nucléaire, non
seulement en ce qui concerne la production
d'électricité mais aussi les applications médicales
par exemple. L'enjeu est donc important,
notamment en matière d'emploi.
J'insiste dès lors pour que le ministre prenne
immédiatement, au sens propre du terme, contact
avec les responsables à Mol. Il ne peut par ailleurs
pas faire traîner les choses par la suite en
demandant
toutes
sortes
d'expertises
complémentaires. Septembre 2008 est un délai
encore raisonnable mais février 2009 est beaucoup
trop tardif.
01.06 Jean-Luc Crucke (MR): Ik zou het op prijs
gesteld hebben dat de voorzitter een ietwat
onpartijdiger houding had aangenomen, ook al laat
hij zich vervangen wanneer hij een vraag stelt.
01.06 Jean-Luc Crucke (MR) : J'aurais apprécié
un peu plus de neutralité de la part du président,
même s'il se fait remplacer pendant qu'il pose une
question.
Voorzitter: de heer Bart Laeremans.
Président : M. Bart Laeremans.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: de heer Jean-Luc Crucke
Président : M. Jean-Luc Crucke.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Bruno Tobback aan de minister van
Klimaat
en
Energie
over
"de
ontwikkelingsperspectieven van windenergie op
zee" (nr. 5044)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Klimaat en Energie over "de windmolenparken op
zee" (nr. 5074)
02 Questions jointes de
- M. Bruno Tobback au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les perspectives pour le
développement d'énergie éolienne en mer"
(n° 5044)<br>- M. Bart Laeremans au ministre du Climat et de
l'Énergie sur "les parcs d'éoliennes en mer"
(n° 5074)</b>
02.01 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Windenergie
kwam onlangs weer in de belangstelling met de
installatie van de eerste sokkel voor de windturbines
van C-Power op de Thorntonbank. Naast C-Power
hebben ook Eldepasco en Belwind al concessies
verworven voor windturbineparken en recent
vroegen ook Aspiravi en Air Energy een concessie
aan. We kunnen dus gewagen van een echte take-
off van de windenergiesector in ons land.
Het voornaamste obstakel voor de ontwikkeling van
offshorewindenergieparken is de verbinding met het
hoogspanningsnetwerk. Het netwerk is hier namelijk
niet op voorzien en bovendien is er slechts een
beperkte
financiële
bijdrage
van
de
netwerkbeheerder Elia.
Binnen welke termijn zullen de concessieaanvragen
van Aspiravi en Air Energy afgehandeld worden?
Welke initiatieven overweegt de minister om te
zorgen voor voldoende capaciteit op het
02.01
Bruno
Tobback
(sp.a+Vl.Pro) :
Récemment, l'énergie éolienne est revenue à la
"une" lors du montage du premier socle des
turbines éoliennes de C-Power au banc Thornton.
Outre C-Power, Eldepasco et Belwind ont aussi
déjà acquis des concessions pour des parcs
d'éoliennes et, récemment, Aspiravi et Air Energy
ont également introduit une demande de
concession. On peut donc parler d'un véritable
« envol » du secteur de l'énergie éolienne dans
notre pays.
Le principal obstacle au développement de parcs
d'éoliennes offshore réside dans leur raccordement
au réseau à haute tension. Ce dernier n'est pas
équipé à cet effet et, de plus, la contribution
financière du gestionnaire de réseau Elia est
restreinte.
Dans quels délais les demandes de concession
d'Aspiravi et d'Air Energy seront-elles traitées ?
Quelles mesures le ministre envisage-t-il de
prendre pour que la capacité du réseau à haute
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
hoogspanningsnetwerk? Wat is zijn standpunt met
betrekking tot de financiële bijdrage van de
netwerkbeheerder? Is hij het ermee eens dat
windenergie wat dat betreft op gelijke voet
behandeld
moet
worden
als
de
andere
energiebronnen?
tension soit suffisante ? Quelle est la position du
ministre concernant la contribution financière du
gestionnaire de réseau ? Considère-t-il aussi qu'en
la matière, l'énergie éolienne doit être traitée sur le
même pied que les autres sources d'énergie ?
02.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het
commissiebezoek aan de werf van Sea Power was
leerrijk. Met zijn activiteiten op het vlak van offshore
windenergie situeert Vlaanderen zich echt aan de
top. We beschikken over veel knowhow, wat in
Europa niet onopgemerkt blijft. Deze sector is
daarom echt belangrijk voor onze economie.
Bij eerdere vragen over de timing voor de integratie
van windenergie in de energiemix bleef de minister
vaag. Een duidelijk stappenplan ontbreekt en is
nochtans hoognodig als we in 2020 de
vooropgestelde doelstellingen willen realiseren.
Hoeveel aanvragen lopen er momenteel en wat is
de potentiële capaciteit als niet alleen rekening
wordt gehouden met de hele Thorntonbank, maar
ook met de andere grote zandbanken? Wat is de
precieze planning tegen 2020? Hoeveel vermogen
kan er op basis van de huidige aanvragen opgewekt
worden tegen 2011, 2014, 2017 en 2020? Welke
extra capaciteit is mogelijk binnen onze territoriale
wateren als er bijkomende aanvragen zijn?
De producenten op zee worden benadeeld in
vergelijking met producenten op het land doordat zij
zelf moeten opdraaien voor de verbinding met het
net. Overweegt de minister tegemoetkomingen?
Kan hierover onderhandeld worden?
02.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : La visite
que notre commission a effectuée au chantier de
Sea Power a été instructive. La Flandre est
vraiment à la pointe avec les activités qu'elle
déploie dans le domaine de l'énergie éolienne off-
shore. Notre grande compétence dans ce domaine
ne passe pas inaperçue en Europe. Aussi ce
secteur revêt-il une réelle importance pour notre
économie.
Le ministre a fourni des réponses très vagues aux
questions qui lui ont été posées précédemment au
sujet du calendrier à respecter dans l'optique de
l'intégration de l'énergie éolienne dans le bouquet
de sources d'énergie diversifiées. Un plan
clairement phasé, pourtant essentiel si nous
voulons atteindre les objectifs fixés à l'horizon 2020,
fait défaut.
Combien de demandes sont-elles actuellement
traitées et de quelle capacité potentielle disposons-
nous si nous tenons compte non seulement du
Thorntonbank mais des autres grands bancs de
sable ? Quel calendrier précis devra être suivi d'ici à
2020 ? Quel volume d'énergie pouvons-nous
produire d'ici à 2011, 2014, 2017 et 2020 sur la
base des demandes actuelles ? Quelle capacité
supplémentaire est envisageable dans nos eaux
territoriales si des demandes supplémentaires sont
formulées ?
Les producteurs opérant en milieu maritime sont
lésés en comparaison des producteurs terrestres
car ils doivent assumer eux-mêmes la connexion au
réseau. Le ministre envisage-t-elle des interventions
financières en leur faveur ? Celles-ci pourraient-
elles être l'objet de négociations ?
02.03 Minister Paul Magnette (Nederlands): Drie
projecten vormen
het voorwerp van een
domeinconcessie: C-Power, Eldepasco en Belwind.
Er zijn nog dossiers ingediend bij de CREG.
De zone uit het KB van 17 mei 2004 zou goed zijn
voor 2.000 geïnstalleerde megawatt. Andere zones
kunnen ook windmolens opnemen. Het globale
potentieel wordt geschat op 3.800 tot 4.000
megawatt. Neemt men het geheel van de zone in
aanmerking die wordt afgebakend door het KB, dan
zou de elektriciteitsproductie jaarlijks ongeveer 6,7
02.03 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Trois projets font l'objet d'une concession
domaniale : C-Power, Eldepasco et Belwind.
D'autres dossiers ont été introduits auprès de la
CREG.
La zone fixée par l'arrêté royal du 17 mai 2004
devrait pouvoir accueillir 2.000 mégawatts installés.
D'autres zones peuvent également accueillir des
éoliennes. Le potentiel global est estimé à 3.800 à
4.000 mégawatts. Compte tenu de la totalité de la
zone définie par l'arrêté royal, la production
annuelle d'électricité se chiffrerait environ à
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
terawatt bedragen tegen 2020.
Op de planning van de bestaande projecten na
bestaat er geen precieze planning voor de parken in
de zone uit het KB. Deze planning wordt vaak
herzien: de projecten zijn vernieuwend en botsen
geregeld op problemen bij de uitvoering. Een van
de doelstellingen voor de volgende Lente van het
Milieu is om een offshore ontwikkelingspan op te
stellen tegen 2020 en om de kennis te verfijnen
inzake het Belgische continentaal plat in de
Noordzee.
Investeringen van de transportbeheerder Elia zullen
nodig
zijn
voor
de
aansluiting
op
het
hoogspanningsnet. Ik zal daarover waken bij het
indienen van het ontwikkelingsplan van de
netbeheerder.
De tussenkomst voor de onderzeese kabel is
momenteel beperkt tot een derde van de kostprijs,
met een maximumbedrag van 25 miljoen euro voor
een project van 216 megawatt en dit gespreid over
vijf jaar. Ik ben het ermee eens dat een versterking
van deze maatregel overwogen kan worden.
6,7 térawatts à l'horizon 2020.
Hormis le planning des projets existants, il n'existe
pas de planning précis pour les parcs de la zone
définie par l'arrêté royal. Ce planning est souvent
revu : la mise en oeuvre de ces projets novateurs se
heurte régulièrement à des problèmes. L'un des
objectifs du prochain Printemps de l'Environnement
consiste à établir un plan de développement
offshore pour 2020 ainsi qu'à affiner les
connaissances concernant le plateau continental
belge en Mer du Nord.
Le raccordement au réseau haute tension
nécessitera des investissements du gestionnaire du
réseau de transport, Elia. J'y veillerai lors du dépôt
du plan de développement du gestionnaire.
L'intervention pour le câble sous-marin se limite
actuellement à un tiers du coût, avec un maximum
de 25 millions d'euros pour un projet de 216
mégawatts réparti sur une période de cinq ans. Un
renforcement
de
cette
mesure
pourrait
effectivement être envisagé.
02.04 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Het is
positief dat er initiatieven worden overwogen om te
komen tot een hogere tussenkomst voor de
projecten. Dit standpunt wijkt duidelijk af van dat
van de vorige minister. Hopelijk kan dit op korte
termijn gebeuren.
Er moet ook snel werk worden gemaakt van een
plan om die 4.000 megawatt te realiseren, dit om
zekerheid te bieden aan de investeerders.
Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag over
de behandeling van de twee concessieaanvragen.
02.04 Bruno Tobback (sp.a+Vl.Pro): Les
initiatives qui sont envisagées pour augmenter
l'intervention au bénéfice des projets ne peuvent
que nous réjouir. Cette prise de position de Mme
Laruelle se démarque nettement de celle de son
prédécesseur. Reste à espérer que cela puisse se
réaliser à brève échéance.
Il importe aussi d'échafauder rapidement un plan
permettant de produire ces 4.000 mégawatts dans
le but de dissiper toute incertitude dans l'esprit des
investisseurs.
La ministre n'a pas répondu à ma question
concernant le traitement réservé aux deux
demandes de concession.
02.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het
antwoord van de minister is inderdaad beloftevol. Ik
neem aan dat alle producenten een gelijkaardige
behandeling zullen krijgen.
Ik blijf wel met vragen zitten over de capaciteit.
Welke
locaties in Vlaanderen bieden de
technologische mogelijkheid om windenergie op te
wekken? Hoeveel windmolens kunnen daar staan
en wat een vermogen hebben die? Het is normaal
dat de minister deze gegevens niet kan verschaffen
binnen het korte tijdsbestek van een mondelinge
vraag, maar er is dringend nood aan meer
transparantie om te weten wat de precieze
02.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : La
réponse
fournie
par
la
ministre
suscite
effectivement les plus grands espoirs. Je présume
que tous les producteurs seront traités de la même
façon.
Cependant, je reste sceptique pour ce qui est de
notre capacité. De quels sites technologiquement
aptes à produire de l'énergie éolienne la Flandre
dispose-t-elle ? Combien d'éoliennes ces sites
peuvent-ils héberger et quelle est leur capacité ? Je
peux comprendre que la ministre ne puisse fournir
ces informations dans le cadre d'une question orale
compte tenu du temps qui lui est imparti pour
répondre mais pour savoir quel est exactement
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
mogelijkheden zijn. Deze informatie is ook
belangrijk voor onder meer het debat over de
kernenergie.
notre potentiel, nous devons d'urgence augmenter
la transparence dans ce domaine. Ces informations
revêtent également de l'importance dans le cadre
du débat sur l'énergie nucléaire, notamment.
Het incident is gesloten.
Voorzitter: de heer Bart Laeremans
L'incident est clos.
Président : M. Bart Laeremans,
03 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "het debat
over de biobrandstoffen" (nr. 5054)
03 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "le débat autour des
biocarburants" (n° 5054)</b>
03.01 Jean-Luc Crucke (MR): Na de eerste
minister, Europees commissaris Louis Michel en
speciaal VN-rapporteur Jean Ziegler heeft ook een
professor van de K.U.Leuven - onlangs nog in De
Standaard gewaarschuwd voor de gevolgen van
de biobrandstoffen voor het klimaat en de
voedselvoorraad in de wereld. In het Waals
Parlement verklaarde de minister van Leefmilieu dat
duurzame ontwikkeling onlosmakelijk verbonden is
met economische en sociale ontwikkeling. Hij stelde
tevens dat als er zich met BioWanze een probleem
zou voordoen, de federale overheid diende in te
grijpen, aangezien BioWanze er onder federale
druk gekomen is.
Hoe staat de federale minister van Klimaat en
Energie tegenover een eventueel moratorium? Is
BioWanze een vergissing van de natuur? Moet de
burger geen duidelijke en samenhangende
informatie krijgen? Bieden de biobrandstoffen van
de tweede generatie een oplossing?
03.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Le premier
ministre, le commissaire européen Louis Michel,
Jean Ziegler rapporteur spécial des Nations unies et
un professeur de la KUL qui s'exprimait récemment
dans le Standaard mettent en garde contre l'impact
des biocarburants sur le climat et sur la disponibilité
en nourriture dans le monde. Par ailleurs, au
Parlement wallon, le ministre de l'Environnement a
déclaré qu'on ne pouvait parler de développement
durable sans tenir compte du développement
économique et social et qu'en cas de problèmes
par rapport à Biowanze, ceux-ci devraient être
réglés au niveau fédéral, puisque Biowanze a été
créée sous la pression du fédéral.
Quelle est la position du ministre fédéral de
l'Environnement, de l'Énergie et du Climat sur un
éventuel moratoire ? Biowanze est-elle une erreur
de la nature ? Le citoyen ne devrait-il pas recevoir
une information claire et cohérente ? La solution se
trouve-t-elle dans les biocarburants de seconde
génération ?
03.02 Minister Paul Magnette (Frans): Het
onderwerp oefent positieve druk uit op het
aannemen van duurzaamheidscriteria maar uitstel
zou het probleem niet oplossen.
Om nadelige gevolgen te vermijden, hadden we op
het
ogenblik
van
de
opening
van
de
aanbestedingsinschrijvingen voor het vrijstellen van
biobrandstoffen door de federale regering, geëist
dat verscheidene criteria zouden gehanteerd
worden. Dezelfde duurzaamheidscriteria worden op
Europees niveau bestudeerd en ontwikkeld. België
heeft de COREPER in februari 2007 al gevraagd de
duurzaamheidscriteria ter zake te bestuderen. Ik
heb hetzelfde standpunt aangenomen op de jongste
Europese Raad van energieministers.
Biowanze druist niet in tegen de doelstellingen van
duurzame ontwikkeling aangezien de site erin
slaagt de CO2 voor het bio-ethanol dat er
geproduceerd wordt, terug te dringen met 65 à
80%. De gebruikte grondstof is graan of suikerbiet,
03.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Le
sujet exerce une pression positive en faveur de
l'adoption de critères de durabilité, mais un
moratoire ne résoudrait pas le problème.
Afin d'éviter les effets pervers, nous avons exigé, au
moment des appels d'offres réalisés par le
gouvernement fédéral pour la défiscalisation des
biocarburants, l'inclusion de plusieurs critères. Au
niveau européen, les mêmes critères de durabilité
sont en cours d'étude et développés. La Belgique a
demandé au COREPER, dès février 2007, l'examen
de critères de durabilité en la matière. J'ai adopté la
même position lors du dernier Conseil européen de
l'Énergie.
Biowanze n'est pas contraire aux objectifs de
développement durable, puisque le site arrive à une
réduction de CO
2
pour le bioéthanol qui y est
produit entre 65 et 80 %. La matière première
utilisée est soit du blé, soit de la betterave sucrière,
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
vooral afkomstig uit België, Duitsland en Frankrijk,
in een straal van 150 km. De site werd bestudeerd
op zijn nabijheid ten opzichte van de water- en
spoorwegen. Het gaat om een geïntegreerd
industrieel proces waarbij ook de nevenproducten
en het afval dat via een netwerklogica gegenereerd
wordt, opgewaardeerd worden.
Voor de exploitatie zal alles afhangen van de criteria
die de Europese Unie uiteindelijk zal goedkeuren en
het lot dat zal worden voorbehouden aan de
installaties die al goedgekeurd werden.
Het gaat om een aanzienlijke industriële investering,
die op federale aanzet gerealiseerd werd, en die
duizenden landbouwers in het noorden en het
zuiden van het land aangaat. De gewassen worden
gekweekt op gronden die vroeger meestal braak
lagen, overeenkomstig het akkoord van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid, en zonder de
voedselproductie te beconcurreren.
We geloven in het potentieel van de biobrandstoffen
van de tweede generatie, die ook aan de
duurzaamheidscriteria zullen moeten voldoen. De
biobrandstoffen die geproduceerd worden op basis
van organisch afval mogen geen negatieve
weerslag hebben op de kost van voedingswaren.
provenant principalement de Belgique, d'Allemagne
et de France, dans un rayon de 150 km. Le site a
été étudié en fonction de sa proximité avec les
voies fluviales et ferroviaires. Il s'y opère un
développement
industriel
intégré
valorisant
également les sous-produits et les déchets générés
avec une logique de maillage.
Pour son exploitation, tout dépendra des critères
finaux que l'Union européenne retiendra et du sort
réservé aux installations ayant déjà reçu des
agréments.
Il s'agit d'un investissement industriel important,
réalisé sur impulsion fédérale, et qui concerne des
milliers d'agriculteurs tant du Nord que du Sud du
pays. Les cultures sont réalisées sur des terres qui
autrefois étaient la plupart du temps en jachère
conformément à l'accord de la politique agricole
commune, sans concurrencer la production
alimentaire.
Nous croyons au potentiel des biocarburants de
deuxième génération, qui devront également
respecter
des
critères
de durabilité.
Les
biocarburants produits à partir de déchets
organiques ne devraient pas engendrer d'effets
négatifs sur le coût des denrées alimentaires.
Wij hopen tegen omstreeks 2015 op Europese
schaal over biobrandstoffen van de tweede
generatie te beschikken. Tevens mag men niet
vergeten dat er momenteel onderzoek wordt
verricht met betrekking tot wat men de derde
generatie noemt, namelijk biobrandstoffen die uit
algen worden gewonnen.
Nous espérons disposer à l'échelle européenne de
biocarburants de deuxième génération vers 2015,
sans oublier les recherches en cours pour ce que
l'on appelle la troisième génération, c'est-à-dire le
biocarburant produit à partir d'algues.
03.03 Jean-Luc Crucke (MR): Zou het met het
oog op duidelijker informatie ten behoeve van de
burger niet beter zijn om een gezamenlijk standpunt
in te nemen in het kader van een interministeriële
conferentie?
03.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Pour améliorer la
clarté de l'information pour le citoyen, ne vaudrait-il
pas mieux adopter une position commune dans le
cadre d'une Conférence interministérielle ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
distributie van waterstof in steden" (nr. 5056)
04 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "la distribution
urbaine d'hydrogène" (n° 5056)</b>
04.01 Jean-Luc Crucke (MR): In een gemeente
van 90.000 inwoners in Toscane werd onlangs een
stedelijk en huishoudelijk waterstofdistributienet in
gebruik genomen. Vier grote fabrieken voor
edelsmeedkunst worden op die manier van
waterstof
voorzien.
Ook
het
huishoudelijk
distributienet wordt binnenkort operationeel.
04.01 Jean-Luc Crucke (MR) : On vient
d'inaugurer en Toscane, dans une commune de
90.000 habitants, un réseau urbain et domestique
de distribution d'hydrogène. Quatre grandes usines
d'orfèvrerie sont alimentées en hydrogène. Le
réseau domestique sera également desservi sous
peu.
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Is zo een experiment ook in België mogelijk?
Peut-on imaginer de reproduire une telle expérience
en Belgique ?
04.02 Minister Paul Magnette (Frans): Dit is een
interessant experiment: de ter beschikking gestelde
waterstof is `groen' en het distributienet is erg
flexibel.
Het stadsdistributienet strekt zich op dit ogenblik
slechts uit over een afstand van 1,5 kilometer.
Waterstofproductie op grote schaal zou om
economische redenen en gelet op de beschikbare
technologie met gebruikmaking van aardgas
moeten gebeuren.
Ons land beschikt in dat verband over een grote
technische knowhow: we beschikken over een
hogedruktransmissienet voor waterstof van meer
dan duizend kilometer dat gebruikt wordt door de
petrochemische en de voedingsmiddelenindustrie.
De wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer
van gasachtige producten en andere door middel
van leidingen is eveneens van toepassing op het
vervoer van waterstof. De Algemene Directie
Energie van de FOD Economie heeft vergunningen
voor het vervoer van waterstof uitgereikt.
04.02 Paul Magnette, ministre (en français) : C'est
là une expérience intéressante : l'hydrogène
distribué est « vert » et le réseau de distribution
peut être utilisé avec beaucoup de souplesse.
Cette distribution urbaine ne concerne actuellement
qu'un réseau d'1,5 km. La production d'hydrogène
utilisée à grande échelle devrait reposer sur du gaz
naturel pour des raisons économiques et de
disponibilité de la technologie.
L'expertise technique en cette matière est très bien
implantée en Belgique : nous disposons d'un
réseau de transport à haute pression d'hydrogène
de plus de mille kilomètres utilisé par la pétrochimie
et l'agroalimentaire. La loi du 12 avril 1965 relative
au transport de produits gazeux et autres par
canalisations couvre le transport d'hydrogène ; la
DG Énergie du SPF Économie a octroyé des
autorisations de transport d'hydrogène.
Bij tal van proefprojecten in België worden
brandstofcellen op waterstof gebruikt. Wat het
huishoudelijk gebruik betreft, kan men verwijzen
naar
een
voorbeeld
in
Vilvoorde
(demonstratieproject Living Tomorrow), een project
aan de Katholieke Hogeschool te Diepenbeek en de
waterstofbrandstofcel van de Universiteit van Luik.
Wat het industrieel gebruik betreft, zijn er onder
meer,
naast
de
welbekende
grootschalige
toepassingen, heftrucks op waterstof, een prototype
van een waterstofbus op de lijn Lier-Antwerpen en
een
project
met
betrekking
tot
de
energievoorziening voor kleine industriële bedrijven.
Die projecten vergen evenwel de nodige monitoring
en infrastructuur, wat veel geld kost, waardoor ze
momenteel niet tegen de concurrentie opgewassen
zijn. Sommige projecten werden trouwens alweer
stopgezet.
De invoering van de brandstofcel zal gepaard gaan
met
de
Smart
Grids,
de
intelligente
elektriciteitsnetten van morgen die enkel op
Europese schaal ontwikkeld kunnen worden. Er
moeten derhalve in dit domein synergieën tot stand
worden gebracht. Met dat oogmerk zagen in het
Vlaams Gewest het Flemish partnership on fuel
cells and hydrogen en het `Witboek waterstof en
brandstofcellen' het licht, terwijl in het Waals
Gewest het Marshallplan bijkomende middelen
beschikbaar stelt voor het onderzoek naar
brandstofcellen.
Nombre d'expériences mettent en oeuvre en
Belgique des piles à combustible utilisant
l'hydrogène. Au niveau domestique, on peut citer un
exemple à Vivorde (projet de démonstration Living
Tomorrow),
un
projet
à
la
« Katholieke
Hogeschool » de Diepenbeek et la pile à
combustible à hydrogène de l'Université de Liège.
Au niveau industriel, outre les utilisations à grande
échelle bien connues, citons l'utilisation de chariots
élévateurs, un prototype de bus à hydrogène
exploité sur la ligne Liers-Anvers et un projet
d'alimentation de petites industries.
Ces projets demandent un monitoring et une
infrastructure entraînant des coûts tels qu'ils les
rendent actuellement non compétitifs ; plusieurs
d'entre eux ont d'ailleurs été clôturés.
L'introduction de la pile à combustible ira de pair
avec les Smart Grids, réseaux électriques
intelligents du futur qui ne pourront être développés
qu'à l'échelle européenne. Il s'agit donc de créer
des synergies dans ce domaine et c'est dans ce
sens qu'ont été initiés en Région flamande le
Flemish partnership on fuel cells and hydrogen et le
Witboek waterstof en brandstofcellen tandis qu'en
Région wallonne, le Plan Marshall accorde des
moyens supplémentaires en faveur de la recherche
sur les piles à combustible.
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
04.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik wist niet dat het
probleem zo groot was en ik kende de resultaten
niet van het Belgische onderzoek daaromtrent. De
grote hinderpaal zijn de kosten, maar aangezien de
prijs van een vat olie de kaap van de 120 dollar
bereikt heeft, is een ander proefproject misschien
wel welkom. Waarom organiseren we geen missie
om projecten in België en het buitenland zelf te
gaan bekijken? Een debat over dat onderwerp zou
inderdaad nuttig zijn.
De voorzitter: Het debat over waterstof maakte
mee deel uit van de hoorzittingen over het rapport-
2030. We zullen er nog op terugkomen tijdens de
besprekingen in de commissie, want het is te
belangrijk om links te laten liggen. Het maakt deel
uit van de energiemix.
04.03 Jean-Luc Crucke (MR) : J'ignorais l'ampleur
de la problématique et les résultats des recherches
menées en Belgique à ce sujet. L'obstacle, c'est le
coût, mais avec un baril de pétrole à 120 dollars,
une autre expérience pilote pourrait être bienvenue.
Pourquoi ne pas organiser une mission qui nous
permette de visiter les expériences réalisées en
Belgique et à l'étranger ? Un débat sur ce
thème serait en effet opportun.
Le président: Le débat sur l'hydrogène a fait partie
intégrante des auditions consacrées au rapport
2030. Nous aurons l'occasion d'y revenir pendant
les débats de commission car nous ne pouvons
nous permettre de négliger certaines corrélations,
l'hydrogène faisant partie du bouquet des sources
diversifiées d'énergie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
vestiging van windmolens" (nr. 5057)
05 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "l'implantation des
éoliennes" (n° 5057)</b>
05.01 Jean-Luc Crucke (MR): Het is wel een
regionale bevoegdheid, maar ik dacht dat iedereen
de Noordzee een enorm exploitatiepotentieel
toedichtte, en in onze dorpen verdeelt de "nimby"-
gedachte de bevolking, ook al is de exploitatie van
alternatieve energiebronnen technisch haalbaar.
Men zou bij de besluitvorming wat afstand moeten
nemen. Zou de rol van de minister er niet in bestaan
om tijdens een interministeriële conferentie een
kadaster voor te stellen van concrete en mogelijke
verwezenlijkingen, rekening houdende met de
criteria waarover unanimiteit bestaat, zelfs bij de
verenigingen?
Is dat niet de mooie taak van de federale regering?
05.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Il s'agit certes
d'une compétence régionale, mais je croyais que
tout le monde voyait en la mer du Nord un potentiel
d'exploitation énorme, et, dans nos villages, les
population sont divisées par l'effet « nimby » malgré
la faisabilité technique de l'exploitation des énergies
alternatives.
Il faudrait prendre un peu de distance dans la
décision. Le rôle du ministre ne serait-il pas à
travers une Conférence interministérielle, de
proposer un cadastre de réalisations concrètes et
potentielles tenant compte de critères approuvés
par tous, y compris les structures associatives.
Ne serait-ce pas au fédéral de jouer ce beau rôle ?
05.02 Minister Paul Magnette (Frans): Hoewel het
om een bevoegdheid van de gewesten gaat, was
men van plan in het overlegcomité voor energie een
informele werkgroep op te richten. In dat comité is
reeds een jaar een subwerkgroep actief om het
Belgische standpunt over de toekomstige richtlijn
inzake hernieuwbare energie te formuleren.
In de werkgroep zou men de verschillende insteken
en de planologische werkmiddelen voor de
continentale zones en het Belgisch Continentaal
Plat in de Noordzee moeten kunnen vergelijken.
Voorts zou men kennis en ervaring moeten kunnen
05.02 Paul Magnette , ministre : (en français) Bien
qu'il s'agisse d'une compétence régionale, un
atelier informel a été envisagé au sein du Comité de
concertation pour l'Énergie. Un sous groupe de
travail y est actif depuis un an pour établir la
position belge sur la directive « Renouvelables ».
L'atelier devrait permettre de comparer les
approches et les outils planologiques pour les
zones continentales et le plateau continental belge
en mer du Nord, d'échanger savoirs et expériences
ou de présenter diverses initiatives prometteuses,
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
uitwisselen
of
verscheidene
veelbelovende
initiatieven moeten kunnen voorstellen, bijvoorbeeld
het gezamenlijk Antwerpse initiatief voor het zoeken
naar optimale gebieden met het oog op de vestiging
van windmolens in de provincie Antwerpen.
Ik heb Elia ook gevraagd om een rapport over het
ontwikkelingspotentieel van onshorewindmolens en
over de investeringen die nodig zijn om de
opvangcapaciteit van de netwerken te verhogen.
comme,
par
exemple,
l'initiative
conjointe
anversoise pour la recherche de zones optimales
d'implantation des éoliennes dans la province
d'Anvers.
J'ai également demandé à Elia un rapport sur le
potentiel de développement des éoliennes on-shore
et sur les investissements nécessaires pour
augmenter la capacité d'accueil des réseaux.
05.03 Jean-Luc Crucke (MR): Werd er al een
datum vooropgesteld voor de publicatie van een
verslag over de werkzaamheden die in het kader
van die workshop worden verricht? Men zou nuttige
inspiratie kunnen putten uit het Antwerpse initiatief.
05.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Y a-t-il une date
prévue pour la parution d'un rapport relatif au travail
réalisé dans cet atelier? Il pourrait être utile de
s'inspirer de l'expérience anversoise.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Klimaat en Energie over "het
Pantone-systeem" (nr. 5060)
06 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
du Climat et de l'Énergie sur "le système
Pantone" (n° 5060)</b>
06.01 Jean-Luc Crucke (MR): Er wordt een massa
informatie en ook filmmateriaal verspreid over het
zogenaamde Pantonesysteem, genoemd naar de
uitvinder ervan. Dankzij dat systeem kunnen
ontploffingsmotoren worden aangepast door er
water aan toe te voegen. Volgens wat ik gelezen en
gezien heb, zijn de resultaten ervan zowel op
economisch als op ecologisch vlak heel goed. Heeft
u kennis van dat systeem? Hoe zit het daarmee op
wetenschappelijk gebied? Zou dat systeem kunnen
worden gecommercialiseerd? Waarom is dat nog
altijd niet gebeurd? Spelen er verborgen belangen?
06.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Une foule
d'informations, ainsi que des documents filmés,
circulent à propos d'un système appelé Pantone, du
nom de son inventeur. Il permet d'adapter les
moteurs à explosion en y incorporant de l'eau.
Selon ce que j'ai lu et vu, les résultats sont
réellement performants tant en termes écologiques
qu'économiques. Avez-vous connaissance de ce
système ? Qu'en est-il sur le plan scientifique ? Ce
système pourrait-il être commercialisé ? Pourquoi
ne l'est-il toujours pas ? Il y aurait-il des intérêts
cachés ?
06.02 Minister Paul Magnette (Frans): Ik heb
inderdaad van dat systeem gehoord. Er is bij mijn
weten echter geen enkele ernstige studie die de
doeltreffendheid ervan bevestigt.
De theoretische validiteit van dat systeem is niet
bewezen. De verklaringen met betrekking tot het
werkingsprincipe zijn talrijk en verscheiden, en een
aantal ervan treedt bepaalde scheikundige en
natuurkundige beginselen met voeten. Onder de
gegeven druk- en temperatuurvoorwaarden kunnen
de verwachte reacties niet plaatsvinden. Het
systeem zou gebruik maken van uitlaatgassen om
een mengsel van water en minerale brandstof te
verwarmen. Het water zou vervolgens worden
ontbonden in waterstof en zuurstof en zou zo, naast
de koolwaterstof die al aanwezig was in het
oorspronkelijke mengsel, nog een extra brandstof
opleveren. Door de verwarming zet het lucht-
brandstofmengsel uit. Er zit dus minder brandstof in
de cilinders, wat tot een vermindering van de
06.02 Paul Magnette, ministre (en français) : J'ai
effectivement pris connaissance de ce système.
Nous ne connaissons aucune étude sérieuse qui en
confirme l'efficacité.
La validité théorique de ce système n'est pas
avérée.
Les
explications
du
principe
de
fonctionnement sont multiples et variées et, parmi
celles-ci, certains principes de chimie et de
physique ne sont pas respectés. Les conditions de
pression et de température ne permettent pas les
réactions qui devraient avoir lieu. Ce système
utiliserait les gaz d'échappement pour réchauffer un
mélange eau-carburant pétrolier. L'eau serait
ensuite séparée en hydrogène et oxygène et
fournirait ainsi un carburant en plus de
l'hydrocarbure présent dans le mélange initial.
L'échauffement du mélange air-carburant augmente
son volume. Il y a donc moins de carburant dans les
cylindres, d'où une diminution d'énergie mécanique.
La formation d'hydrogène et d'oxygène à partir
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
mechanische energie leidt. De uitleg met betrekking
tot de vorming van waterstof en zuurstof op basis
van water is niet afdoend, rekening houdend met de
temperatuur- en de drukvoorwaarden.
De voordelen die men naar voren schuift, zijn
bovendien variabel en in sommige gevallen zou het
rendement zelfs hoger liggen dan het theoretische
rendement van thermische motoren. Wat de
profijten op het stuk van de uitstoot van vervuilende
stoffen betreft, is de meest voor de hand liggende
verklaring dat die stoffen worden vastgehouden
door het water. Dat betekent dat ze niet als gas in
het milieu terechtkomen, maar dat ze toch wel
worden geproduceerd. Het water waarin ze worden
vastgehouden, moet dus worden opgevangen en
behandeld.
Men kan zich inderdaad afvragen waarom de
fabrikanten zo weinig belangstelling tonen voor dit
systeem. Dit systeem reikt ogenschijnlijk een
eenvoudige en efficiënte oplossing aan, maar dat
staat nog niet onomstotelijk vast. In Frankrijk voerde
ADEME tests uit met een mengsel van brandstof en
water voor vrachtwagens. Het gaat niet om het
Pantonesysteem, maar de onderliggende logica is
dezelfde. Er werd wel milieuwinst vastgesteld, maar
ten
koste
van
een
hoger
verbruik
en
vermogensverlies, zodat het eindresultaat niet
overtuigend positief is.
d'eau n'est pas expliquée validement, vu les
conditions de température et de pression.
En outre, les gains revendiqués sont variables et
certains dépassent le rendement théorique des
moteurs thermiques. En ce qui concerne les
avantages en termes d'émission de polluants,
l'explication la plus plausible est qu'ils soient captés
par l'eau. Dans ce cas, les polluants ne sont pas
relâchés en phase gazeuse dans l'environnement
mais sont néanmoins produits. L'eau qui les a
captés doit dès lors être recueillie et traitée.
On peut s'interroger en effet sur le manque d'intérêt
que suscite ce système auprès des fabricants. Ce
système semble apporter une solution simple et
efficace mais pas encore avérée. Des tests de
carburant mélangé à de l'eau pour des poids lourds
ont été effectués en France par l'ADEME. Il ne
s'agit pas du système Pantone mais ils reposent sur
une logique du même type. Des gains sont
effectivement constatés en termes d'émission de
polluants mais au prix d'une augmentation de la
consommation et d'une perte de puissance, ce qui
au total ne produit pas un effet bénéfique majeur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Klimaat en Energie over "een
luchtvaartmaatschappij die iemand weigert op
haar vluchten" (nr. 5077)
07 Question de Mme Zoé Genot au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "l'interdiction d'accès
aux vols d'une compagnie aérienne" (n° 5077)</b>
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Op 26 april ging
een passagier op een vlucht van Brussel naar
Douala er niet mee akkoord dat een man tegen zijn
zin door politieagenten werd vastgehouden in het
vliegtuig. Hij heeft het tafereel trachten te filmen.
Het is hem zuur opgebroken: hij werd uit het
vliegtuig gezet. Naderhand is men te weten
gekomen dat de persoon die zich verweerde, de
Kameroener was die zelfmoord heeft gepleegd in
het gesloten centrum van Merksplas. De Dienst
Vreemdelingenzaken geeft zelf toe dat de uitwijzing
faliekant is afgelopen en dat de jongeman sporen
droeg van geweld. De passagier die voor de man
opkwam, heeft zich dus op een verantwoordelijke
manier gedragen: hij kon beschuldigd worden van
verzuim van hulp aan een persoon in nood indien hij
werkeloos had toegekeken.
Brussels Airlines heeft nochtans geweigerd deze
passagier te vergoeden. De luchtvaartmaatschappij
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : Le 26 avril, un
passager d'un vol Bruxelles-Douala a réagi parce
qu'un homme était retenu contre son gré dans
l'avion par des policiers. Il a notamment tenté de
filmer la scène. Mal lui en a pris : il a été expulsé de
l'avion. Par la suite, on apprendra que la personne
qui se débattait était le Camerounais qui s'est
suicidé au centre fermé de Merksplas. L'Office des
étrangers lui-même reconnaît que cette expulsion
s'est mal passée et que le jeune homme présentait
des marques de violence. Le passager qui s'est
levé a donc posé un acte responsable ; il aurait pu
être accusé de non-assistance à personne en
danger s'il n'avait pas réagi.
Pourtant, Brussels Airlines a refusé de rembourser
ce passager. La compagnie a fait intervenir la police
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
riep de politie erbij, die deze persoon urenlang heeft
vastgehouden in de luchthaven, en zette deze
passagier daarna op een zwarte lijst, waardoor hij
gedurende zes maanden niet meer mag vliegen
met de maatschappij. Is het normaal en wettig dat
een luchtvaartmaatschappij een beroep mag doen
op de politie als reactie op een legitieme klacht van
een passagier, en dat ze zonder belangrijke reden
lijsten opstelt van ongewenste passagiers? Zijn er
overeenkomsten met de zwarte lijsten van de
verzekeringsmaatschappijen
waarover
we
vanochtend moesten discussiëren?
Wat kunt u als minister van Consumentenzaken
doen om te vermijden dat burgers het slachtoffer
worden van het ostracisme van bepaalde
luchtvaartmaatschappijen?
qui a retenu cette personne plusieurs heures dans
l'aéroport, puis elle l'a placé sur une liste noire qui
lui interdit d'utiliser ses lignes pendant six mois. Est-
il normal et légal qu'une compagnie aérienne puisse
solliciter les forces de police en réaction à la plainte
légitime d'un passager et qu'elle dresse des listes
de passagers indésirables sans motif important ?
Peut-on établir un parallèle avec les listes noires
des compagnies d'assurances dont nous devions
discuter ce matin ?
En tant que ministre de la Protection des
consommateurs, que pouvez-vous faire pour que
des citoyens ne subissent pas l'ostracisme de
certaines compagnies aériennes ?
07.02 Minister Paul Magnette (Frans): Deze
vraag heeft een grotere politieke draagwijdte, maar
ik kan u enkel antwoorden vanuit mijn bevoegdheid
als minister van Consumentenzaken.
Het onderzoek van de politie en het Comité P, als
de zaak hieraan wordt voorgelegd, zal de nodige
klaarheid
scheppen.
De
respectieve
verantwoordelijkheden zullen vastgesteld worden
overeenkomstig de reiscontractenwet en de
principes van het gemene recht.
Wettelijk gezien mag de luchtvaartmaatschappij de
terugbetaling weigeren omdat het initiatief tot de
ontbinding van het contract niet van haar is
uitgegaan. Het lijkt me daarentegen duidelijk dat het
filmen van bepaalde gebeurtenissen in het vliegtuig
geen reden mag zijn om iemand uit het vliegtuig te
zetten, zijn ticket terug te betalen of iemand op een
zwarte lijst te zetten.
07.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Cette
question a une portée politique plus vaste, mais je
ne puis vous répondre qu'au titre de ma
compétence de ministre de la Protection du
consommateur.
L'enquête de la police et du Comité P,
éventuellement saisi, devra permettre de faire la
lumière sur cette affaire. Les responsabilités
respectives devront être déterminées en fonction de
la loi sur les contrats de voyage et des principes de
droit commun.
D'un point de vue légal, la compagnie aérienne est
en droit de refuser le remboursement puisqu'elle
n'est pas à l'origine de la résiliation du contrat. En
revanche, il me paraît clair que le fait de filmer une
scène dans un avion ne peut pas entraîner
l'expulsion de l'avion, le remboursement du billet ou
la mention sur une liste noire.
07.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Ik heb het
Comité P gevraagd om het Parlement op de hoogte
te houden van de manier waarop gevolg gegeven
zal worden aan deze gebeurtenissen.
07.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : J'ai demandé
au Comité P de tenir le Parlement informé de la
suite qui serait donnée à ces événements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de minister
van
KMO,
Zelfstandigen,
Landbouw
en
Wetenschapsbeleid over "toxische chemische
producten in uit China ingevoerde kleren"
(nr. 4665)
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de
aanwezigheid
van
gevaarlijke
stoffen
in
kinderkleding" (nr. 4986)
08 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Flahaux à la ministre des PME,
des Indépendants, de l'Agriculture et de la
Politique scientifique sur "la présence de
produits chimiques toxiques dans des vêtements
importés de Chine" (n° 4665)<br>- Mme Yolande Avontroodt au ministre pour
l'Entreprise et la Simplification sur "la présence
de substances dangereuses dans des vêtements
pour enfants" (n° 4986)</b>
06/05/2008
CRABV 52
COM 201
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Er werden
partijen kinderkleding die in China geproduceerd
waren en toxische chemische producten bevatten,
van de markt gehaald.
Ik was geschokt te horen hoe de vertegenwoordiger
van
de
Belgische
Textielfederatie
zich
"dedouaneerde" met zijn verklaring dat de invoerder
de toxiciteit van de producten niet kende toen hij ze
op de markt bracht. Een verkoper moet zich ervan
vergewissen dat de producten die hij op de markt
brengt, conform zijn. Er kan geen sprake van zijn
het Chinese recht in te voeren inzake
volksgezondheid en zich te onttrekken aan de
Belgische reglementering terzake.
Hoe reageren uw diensten op deze ongepaste
verklaring? Is het mogelijk de Belgische
industriëlen en invoerders te herinneren aan de
deontologische regels en de van kracht zijnde
normen in ons land?
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Des lots de
vêtements pour enfants fabriqués en Chine,
porteurs de produits chimiques toxiques, ont été
retirés du marché.
J'ai été choqué d'entendre le représentant de la
Fédération belge du textile se « dédouaner » en
expliquant que l'importateur ignorait la toxicité des
produits lorsqu'il les a commercialisés. Tout
revendeur est tenu de s'assurer de la conformité
des produits qu'il met sur le marché. Il n'est pas
question d'importer le droit chinois en matière de
santé
publique
et
de
s'affranchir
des
réglementations belges en la matière.
Comment vos services réagissent-ils à cette
déclaration inappropriée ? Est-il possible de
rappeler aux industriels et importateurs belges les
règles de déontologie et les normes en vigueur
dans notre pays ?
08.02 Yolande Avontroodt (Open Vld): Een
onderzoek van Test Gezondheid heeft aan het licht
gebracht dat bepaalde kinderpyjama's uit China
gevaarlijke stoffen bevatten, zoals formaldehyde en
zelfs benzeen. Vooral dat laatste is zeer
verontrustend, want benzeen is een van de
gevaarlijkste
kankerverwekkende
stoffen.
Bovendien is het erg waarschijnlijk dat niet alleen
kinderkledij, maar ook volwassenenkledij uit China
deze stoffen bevat. Daarom wil ik de minister
vragen om zijn administratie een onderzoek te laten
instellen en het probleem eventueel ook met zijn
Europese collega's in kaart te brengen. Het
voorzorgsprincipe moet in deze ten volle spelen.
08.02 Yolande Avontroodt (Open Vld) : Une
enquête réalisée par Test Santé a révélé que
certains pyjamas pour enfants fabriqués en Chine
contiennent des substances dangereuses, telles
que du formaldéhyde et même du benzène. La
présence
de
benzène est
particulièrement
inquiétante car il s'agit d'une des substances
cancérigènes les plus dangereuses En outre, il est
fort probable que ces substances sont présentes
non seulement dans les vêtements pour enfants
mais aussi dans ceux pour adultes fabriqués en
Chine. C'est pourquoi je souhaite demander au
ministre qu'il charge son administration de mener
une enquête et qu'il répertorie éventuellement le
problème en collaboration avec ses collègues
européens. Le principe de précaution doit être
appliqué à part entière en la matière.
08.03 Minister Paul Magnette
(Frans): Ik
veronderstel dat u het heeft over pyjama's die
ftalaten, azokleurstoffen of een teveel aan
formaldehyde bevatten. In dit verband is inderdaad
de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid
van producten en diensten van toepassing. Indien
de fabrikant van het product of de dienstverlener
niet gevestigd is in de Europese Gemeenschap,
wordt hij in de zin van voornoemde wet aangemerkt
als producent. De invoerders zijn dus aansprakelijk,
wat zij ook beweren. En als mijn administratie niet
gereageerd heeft op hun leugens, dan is dat omdat
zij niet verplicht is dat te doen!
Zij zal echter wel de risico's onderzoeken van die
stoffen in kinderkledij en ze zal regels opstellen in
het kader van de regelgeving met betrekking tot
chemische stoffen.
08.03 Paul Magnette, ministre (en français) : Je
suppose que vous parlez des pyjamas contenant
des phtalates, des colorants azoïques ou trop de
formaldéhyde. C'est en effet la loi du 9 février 1994
relative à la sécurité des produits et des services
qui est d'application en la matière. Dans le cas où le
fabricant est établi hors de la Communauté
européenne, l'importateur est considéré comme le
producteur au sens de la loi. Les importateurs sont
donc responsables, quoi qu'ils en disent. Et si mon
administration n'a pas réagi à leurs déclarations
mensongères, c'est qu'elle n'avait pas à la faire !
Néanmoins, elle examinera le risque de la présence
de ces substances dans les vêtements pour enfants
et envisagera une réglementation dans le cadre des
réglementations en matière de substances
CRABV 52
COM 201
06/05/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
chimiques.
(Nederlands) De aanwezigheid van die stoffen kan
via steekproeven vastgesteld worden. Waar de
kledij werd geproduceerd, doet niet ter zake.
Indien zou blijken dat de aanwezigheid van die
stoffen in kinderkledij in de eerste plaats te wijten is
aan de onduidelijkheid van de reglementering, zal ik
de sector inlichten via de sectororganisaties.
(En néerlandais) La présence de ces matières peut
être constatée par le biais d'une prise
d'échantillons. L'endroit où le vêtement a été produit
est sans importance.
S'il s'avérait que la présence de ces matières dans
des vêtements pour enfants est due avant tout aux
imprécisions de la réglementation, j'informerai le
secteur par l'intermédiaire des organisations
sectorielles.
08.04 Yolande Avontroodt (Open Vld): Als er
verontrustende berichten zijn moet de minister toch
minstens via een toxicologisch onderzoek uitsluitsel
proberen te krijgen op korte termijn. Diverse
consumentenorganisaties in binnen- en buitenland
luiden immers de alarmbel. Ik dring er dan ook op
aan dat de minister dit terdege onderzoekt en de
commissie op de hoogte houdt.
08.04 Yolande Avontroodt (Open Vld) : S'il est
fait état d'informations inquiétantes, le ministre
devrait tout de même rapidement tenter d'obtenir
des éclaircissements par le biais d'une étude
toxicologique.
Différentes
organisations
de
consommateurs en Belgique et à l'étranger tirent en
effet la sonnette d'alarme. J'insiste dès lors pour
que le ministre examine la question en profondeur
et informe la commission des résultats.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.38 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15 h 38.