KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 192
CRABV 52 COM 192
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
woensdag
mercredi
30-04-2008
30-04-2008
Avond
Soir
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Klimaat en Energie over "de plannen
voor een kilometerheffing" (nr. 4312)
1
Question de M. Christian Brotcorne au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le projet de taxation au
kilomètre" (n° 4312)
1
Sprekers:
Christian
Brotcorne,
Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs:
Christian
Brotcorne,
Paul
Magnette, ministre du Climat et l'Énergie
Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de
minister van Klimaat en Energie over "het nacht-
en weekendtarief voor elektriciteit" (nr. 4907)
2
Question de Mme Marie-Martine Schyns au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "le tarif de
nuit et de week-end de l'électricité" (n° 4907)
2
Sprekers: Marie-Martine Schyns, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs:
Marie-Martine
Schyns,
Paul
Magnette, ministre du Climat et l'Énergie
Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
schadelijke uitstoot van dieselmotoren" (nr. 4461)
3
Question de M. Christian Brotcorne au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les émissions nocives
des moteurs diesel" (n° 4461)
3
Sprekers:
Christian
Brotcorne,
Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs:
Christian
Brotcorne,
Paul
Magnette, ministre du Climat et l'Énergie
Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
energieveiligheid" (nr. 4649)
4
Question de M. Christian Brotcorne au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la sécurité énergétique"
(n° 4649)
4
Sprekers:
Christian
Brotcorne,
Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs:
Christian
Brotcorne,
Paul
Magnette, ministre du Climat et l'Énergie
Samengevoegde vragen van
6
Questions jointes de
6
- de heer Christian Brotcorne aan de minister van
Klimaat en Energie over "het aanmoedigen van
de productie van agrobrandstoffen" (nr. 4817)
6
- M. Christian Brotcorne au ministre du Climat et
de l'Énergie sur "l'encouragement de la
production des agrocarburants" (n° 4817)
6
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
ontwikkeling van de agrobrandstoffen in het licht
van de voedselcrisis" (nr. 4827)
6
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le développement des
agrocarburants face à la crise alimentaire"
(n° 4827)
6
Sprekers: Christian Brotcorne, Thérèse
Snoy et d'Oppuers, Paul Magnette, minister
van Klimaat en Energie
Orateurs: Christian Brotcorne, Thérèse
Snoy et d'Oppuers, Paul Magnette, ministre
du Climat et l'Énergie
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- mevrouw
Tinne Van der Straeten
aan
de
minister van Klimaat en Energie over "de groep
van experts aangeduid om het probleem te
onderzoeken van groene stroom die niet op het
net kan worden aangesloten" (nr. 4591)
10
- Mme Tinne Van der Straeten au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le groupe d'experts
chargé d'examiner le problème de l'électricité
verte qui ne peut être raccordée au réseau"
(n° 4591)
10
- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister
van Klimaat en Energie over "de aanpassing van
de distributienetten aan de groene stroom"
(nr. 4668)
10
- M. Willem-Frederik Schiltz au ministre du Climat
et de l'Énergie sur "l'adaptation des réseaux de
distribution au courant vert" (n° 4668)
10
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Willem-
Frederik Schiltz, Paul Magnette, minister van
Klimaat en Energie
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Willem-
Frederik Schiltz, Paul Magnette, ministre du
Climat et l'Énergie
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan de minister van Klimaat en Energie over "de
publicatie
van
een
infobrochure
inzake
elektromagnetische velden en gezondheid, en
13
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la
publication d'une brochure d'information relative
aux champs électromagnétiques et à la santé, et
13
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
over de aanpassing van de website van de FOD"
(nr. 4926)
sur l'adaptation du site internet du SPF" (n° 4926)
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers, Paul
Magnette, ministre du Climat et l'Énergie
Vraag van de heer Philippe Henry aan de minister
van Klimaat en Energie over "de leesbaarheid van
de informatie inzake de CO2-uitstoot van
voertuigen in de reclame" (nr. 4933)
14
Question de M. Philippe Henry au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la lisibilité de
l'information concernant les émissions de CO2
des véhicules dans la publicité" (n° 4933)
14
Sprekers: Philippe Henry, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Philippe Henry, Paul Magnette,
ministre du Climat et l'Énergie
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
WOENSDAG
30
APRIL
2008
Avond
______
du
MERCREDI
30
AVRIL
2008
Soir
______
De vergadering wordt geopend om 10.29 uur en
voorgezeten door de heer Bart Laeremans.
La réunion publique est ouverte à 10 h 29 par
M. Bart Laeremans, président.
01 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Klimaat en Energie over "de plannen
voor een kilometerheffing" (nr. 4312)
01 Question de M. Christian Brotcorne au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "le projet de
taxation au kilomètre" (n° 4312)</b>
01.01 Christian Brotcorne (cdH): In navolging van
Vlaanderen en Brussel heeft Wallonië zich bij
monde
van
de
Waalse
minister-president
uitgesproken voor een variabele kilometerheffing
voor voertuigen. Dankzij de nieuwe technieken zou
de fiscale belasting aldus aan een aantal variabelen
kunnen worden aangepast een systeem dat in
Duitsland, Nederland en het Groothertogdom
Luxemburg reeds voor het vrachtverkeer over de
weg bestaat. Als België zich bij die landen aansluit,
zal dat misschien tot de invoering van een
Europese norm aanzetten.
Welke rol zal de federale overheid in dit dossier
spelen?
Wordt er met onze buurlanden overleg gepleegd?
Hebben die landen plannen in verband met het
personenverkeer over de weg?
Zou die innovatieve belastingheffing niet op
Europees niveau geharmoniseerd kunnen worden?
01.01 Christian Brotcorne (cdH) : À l'instar de la
Flandre et de Bruxelles, la Wallonie s'est
prononcée, par la voix de son ministre-président, en
faveur d'une taxation variable des automobiles en
fonction des kilomètres parcourus. Grâce aux
nouvelles technologies, la charge fiscale serait ainsi
adaptée un système qui existe déjà pour les
camions en Allemagne, aux Pays-Bas et au Grand-
Duché de Luxembourg. Si la Belgique rejoint ce
groupe, cela incitera peut-être à adopter une norme
européenne.
Quelle sera l'implication de l'État fédéral dans ce
dossier ?
Y a-t-il une concertation avec les pays voisins ?
Ces pays ont-ils des projets concernant les
voitures ?
Ce mode de taxation innovant pourrait-il être
harmonisé au niveau européen ?
01.02 Minister Paul Magnette (Frans): Er vindt
wel degelijk overleg plaats op het niveau van de
01.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Il
existe bien un espace de concertation Benelux,
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Benelux maar aangezien het een gewestelijke
bevoegdheid betreft, neem ik er niet aan deel.
Op Europees niveau bespreekt de Ecofin-Raad
momenteel een voorstel voor een richtlijn
betreffende een belastingregeling waarin de CO
2
-
uitstoot van wagens zou worden opgenomen. De
minister van Financiën kan u daar meer over
vertellen.
Dit onderwerp zal ook worden besproken tijdens de
Lente van het leefmilieu.
mais comme il est de compétence régionale, je n'y
suis pas impliqué.
Au niveau européen, une proposition de directive
concernant un cadre de taxation afin d'intégrer les
émissions de CO
2
des voitures est en discussion au
Conseil ECOFIN. Le ministre des Finances pourra
vous en dire plus.
Ce sujet est sur la table du Printemps de
l'environnement.
01.03 Christian Brotcorne (cdH): Misschien kan
de federale overheid ageren op Europees niveau,
waar een harmonisatie wenselijk zou zijn.
Uw bijdrage zou even interessant kunnen zijn als
die van uw collega's Reynders en Schouppe.
01.03 Christian Brotcorne (cdH) : Peut-être le
Fédéral peut-il intervenir au niveau européen, où
une harmonisation serait souhaitable.
A côté de celle de vos collègues Reynders et
Schouppe, votre contribution pourrait également
être intéressante.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan
de minister van Klimaat en Energie over "het
nacht- en weekendtarief voor elektriciteit"
(nr. 4907)
02 Question de Mme Marie-Martine Schyns au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "le tarif de
nuit et de week-end de l'électricité" (n° 4907)</b>
02.01 Marie-Martine Schyns (cdH): Ik kom terug
op een mondelinge vraag van mijn voorganger, de
heer Melchior Wathelet, in verband met het nacht-
en weekendtarief voor elektriciteit. Hij had gevraagd
of het mogelijk was dat nacht- en weekendtarief ook
op de feestdagen van toepassing te maken. U heeft
geantwoord dat u de CREG een advies zou vragen.
Heeft u dat advies inmiddels ontvangen?
02.01 Marie-Martine Schyns (cdH) : Je reviens à
une question orale de mon prédécesseur, Melchior
Wathelet, qui concernait les tarifs d'électricité de
nuit et de week-end. Il avait demandé s'il était
possible d'étendre ce tarif de nuit et de week-end
aux jours fériés. Dans votre réponse, vous aviez
précisé que vous demanderiez un avis à la CREG.
Cet avis a-t-il été rendu ?
02.02 Minister Paul Magnette (Frans): Op 6 maart
jongstleden heeft de CREG de volgende
opmerkingen gemaakt. Ten eerste zou de
uitbreiding van het nachttarief tot de feestdagen een
zeer beperkte impact hebben: 150 uren per jaar,
wat neerkomt op 1,72 procent van de totale periode
over een jaar, wat ongetwijfeld weinig aantrekkelijk
zou zijn. De netbeheerders en de leveranciers
zouden gegarandeerd het lichte inkomstenverlies
dat daardoor ontstaat, via een tariefverhoging willen
compenseren. In dat geval zouden we er moeten op
toezien dat de verbruikers met een eenvoudige
meter niet benadeeld worden en dat enkel de
tarieven van de bezitters van een tweevoudige
meter eventueel zouden aangepast worden.
Eerstdaags zal er een nieuw koninklijk besluit
moeten worden goedgekeurd, gestoeld op de wet
van 1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt, teneinde het noodzakelijke
raamwerk te creëren voor de vastlegging van de
02.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Le 6
mars dernier, la CREG a émis les observations
suivantes. D'abord, l'extension du tarif de nuit aux
jours fériés aurait un impact très limité : 150 heures
par an, c'est-à-dire 1,72 % de la période totale sur
un an, ce qui serait sans doute peu attractif. Les
gestionnaires de réseaux et les fournisseurs
souhaiteraient certainement compenser la légère
perte de revenu consécutive par une hausse des
tarifs. Il conviendrait alors de ne pas pénaliser les
consommateurs disposant d'un compteur mono-
horaire et de limiter les éventuelles adaptations à
ceux qui bénéficient d'un compteur bi-horaire.
Un nouvel arrêté royal devra être adopté très
prochainement, sur la base de la loi de 1999
relative à l'organisation du marché de l'électricité,
afin de créer le cadre nécessaire à l'établissement
des
tarifs
pluriannuels
pour
les
années
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
meerjarentarieven voor de exploitatiejaren 2009 tot
2012. Ik zal erop toezien dat dit nieuwe besluit de
mogelijkheid biedt om het nachttarief tot de
wettelijke feestdagen uit te breiden, teneinde de
verschuiving van het elektriciteitsverbruik van de
piek- naar de dalperiodes aan te moedigen.
d'exploitation 2009 à 2012. Je veillerai à ce que ce
prochain arrêté prévoie d'inclure l'extension du tarif
de nuit aux jours fériés légaux, de manière à
favoriser le déplacement de la consommation
d'électricité des heures de pointe vers des périodes
plus calmes.
Die maatregel zal in vergelijking met de uitbreiding
van het nachttarief naar het weekend slechts een
geringe impact hebben, maar kan een gunstige
invloed hebben op de werking van de netten en
vooral op de productie.
Son impact sera nettement plus limité que celui de
l'extension du tarif de nuit au week-end, mais cette
mesure peut avoir un effet bénéfique au niveau des
réseaux, mais surtout au niveau de la production.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
schadelijke uitstoot van dieselmotoren" (nr. 4461)
03 Question de M. Christian Brotcorne au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "les
émissions nocives des moteurs diesel" (n° 4461)</b>
03.01 Christian Brotcorne (cdH): Volgens de
Vlaamse Automobilistenbond (VAB) voert de
regering een contraproductief beleid door de
aankoop aan te moedigen van voertuigen met lage
CO2-uitstoot. Er zijn immers steeds meer
dieselvoertuigen, die zich in dit geval bevinden, en
die zelden uitgerust zijn met roetfilters (een op
zeven in 2007). Zij zijn dus de oorzaak van de
uitstoot die schadelijk is voor de gezondheid. Zou
het niet raadzaam zijn twee vliegen in een klap te
vangen en de stimuli aan te passen zodat de
roetfilters algemeen gangbaar worden? Met de
aanzienlijke bedragen die worden uitgegeven voor
de wagen kan men een inspanning doen voor het
milieu, een materie waar de bevolking steeds
gevoeliger voor wordt.
Wat zijn de gevolgen van het stijgend aantal
dieselvoertuigen in omloop op het milieu en de
volksgezondheid? Is de regering van plan
dieselmotoren met roetfilters aan te moedigen?
Bestaan er specifieke verplichtingen voor de
vrachtwagens? Heeft u informatie over projecten
voor Europese regelgeving tegen 2011?
Een vertegenwoordiger van de FOD Financiën in
uw Lente van het milieu lijkt me een goed idee,
want fiscaliteit is een belangrijke tool in een
milieubeleid.
03.01 Christian Brotcorne (cdH) : Selon le
Vlaams Automobilstenbond (VAB), le gouvernement
mène
une
politique
contre-productive
en
encourageant l'acquisition de voitures à faible rejet
de CO
2
. En effet, les véhicules diesel, qui sont dans
ce cas, sont de plus en plus nombreux et rarement
munis de filtres à particules (un sur sept en 2007).
Ils sont donc la cause de rejets nocifs pour la santé.
Ne conviendrait-il pas de faire d'une pierre deux
coups et de moduler les incitants de façon à
généraliser les filtres à particules ? Les sommes
importantes consacrées à la voiture permettent un
effort dans le domaine environnemental, auquel la
population est de plus en plus sensible.
Quelles sont les conséquences du nombre
croissant de véhicules diesel en circulation sur
l'environnement et la santé publique ? Le
gouvernement
envisage-t-il d'encourager
les
moteurs diesels avec filtres à particules ? Y a-t-il
des obligations spécifiques pour les camions ?
Quelles informations avez-vous sur les projets de
réglementation européenne à l'horizon 2011 ?
Il serait utile d'inclure un représentant du SPF
Finances dans votre Printemps de l'environnement,
car la fiscalité est un outil important dans une
politique environnementale.
03.02
Minister Paul Magnette
(Frans):
Dieselwagens vormen inderdaad een probleem
voor de gezondheid en het milieu. We moeten
zowel de vervuilingspieken als de structurele
achtergrondvervuiling aanpakken.
Ik verbind me er daarom toe het bestaande beleid
bij te sturen en een plan voor de lucht uit te werken,
03.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Il est
clair que les véhicules diesel posent des problèmes
de santé et d'environnement. La réduction tant des
pics de ces polluants que de la pollution structurelle
de fond est un enjeu majeur.
Je m'engage donc à modifier la politique actuelle en
préparant un plan « Air » qui vise à réduire tant les
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
om zowel de uitstoot te verminderen als de
belasting van het milieu door sectoren en
deelsectoren die we als federale overheid kunnen
beïnvloeden. Ik denk met name aan maatregelen
om de penetratiegraad van roetfilters versneld op te
trekken of om de eigenaars van de oudste wagens
er, via een rechtstreeks krediet, toe aan te zetten
deze te vervangen.
De herziening van de milieueigenschappen van
diesel om te voldoen aan de nieuwe vereisten van
de motoren en van de zuiveringssystemen is een
doeltreffende maatregel. Wat het gebruik van de
wagen in de stad betreft, kan worden gedacht aan
alternatieve voertuigen en brandstoffen. De in
Europa ingeschreven vrachtwagens moeten de
Euro-uitstootnormen
in
acht
nemen.
De
uitstootnorm voor fijn stof is tussen 1993 en nu met
6 procent gedaald (van Euro 1 naar Euro 4). Voor
nieuwe voertuigen gelden de Euronormen voor
vervuilende stoffen. De Euro 5 norm vermindert
de toegelaten uitstoot voor alle voertuigen tegen
2011 met 80 procent.
émissions que les pressions exercées par les
secteurs et cibles qui relèvent du fédéral, et
notamment par l'accélération de la pénétration des
filtres à particules ou le remplacement, via un crédit
direct, des véhicules les plus anciens.
Une réponse efficiente est de revoir les qualités
environnementales du diesel pour répondre aux
nouvelles exigences des moteurs et des systèmes
de traitement des polluants. En ce qui concerne
l'utilisation des véhicules en ville, le recours aux
véhicules et carburants alternatifs est une solution à
envisager. Les poids lourds immatriculés en Europe
doivent respecter les normes d'émissions EURO.
La limite d'émission de particules imposée aux
poids lourds représente moins de 6 % de la limite
qui était imposée en 1993 (de EURO 1 à EURO 4).
Pour les véhicules neufs, les limites d'émissions de
polluants sont réglementées par les normes EURO.
La norme EURO 5 réduit de 80 % pour 2011 les
émissions de particules de chaque véhicule.
03.03 Christian Brotcorne (cdH): Ik dank de
minister voor zijn bemoedigende woorden, ook al
verwijzen ze naar vaststellingen of zelfs naar
studies. Die zijn immers onontbeerlijk om tot
doeltreffende oplossingen te kunnen komen.
03.03 Christian Brotcorne (cdH) : Je remercie le
ministre pour ses propos encourageants, même
s'ils renvoient à des constats, voire à des études,
indispensables avant de déboucher sur des
solutions efficaces.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
energieveiligheid" (nr. 4649)
04 Question de M. Christian Brotcorne au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la sécurité
énergétique" (n° 4649)</b>
04.01 Christian Brotcorne (cdH): Volgens Elia
werd er tijdens de eerste week van april een
recordhoeveelheid elektriciteit (tot 29 procent)
ingevoerd, hoofdzakelijk uit Frankrijk en Nederland.
Die vaststelling valt dan wel te verklaren door de
tijdelijke onbeschikbaarheid van sommige centrales,
ze toont ook aan dat België in sommige
omstandigheden erg afhankelijk is van het
buitenland. De Fransen laten zich alleen nog in erg
wollige termen uit over het fameuze gouden
aandeel in de toekomstige GDF-Suezgroep, dat
nochtans aan België was beloofd toen Electrabel in
2006 in Franse handen overging. Het onderwerp
werd besproken tijdens de ontmoeting van onze
premier met zijn Franse ambtgenoot op 4 april
jongstleden, welgeteld één dag na die recordinvoer
een toevalligheid die u wellicht zal verbazen.
Heeft België afgezien van het idee van een
bevoorrecht aandeel, waardoor het een vetorecht
04.01 Christian Brotcorne (cdH) : Selon Elia, des
quantités record d'électricité (jusqu'à 29 %) auraient
été importées pendant la première semaine d'avril,
essentiellement de France et des Pays-Bas.
Certaines
centrales
étaient
momentanément
indisponibles, mais l'épisode démontre une
dépendance importante de la Belgique vis-à-vis de
l'étranger en certaines circonstances. Les Français
ne parlent plus que très évasivement de la fameuse
« golden share » dans le futur groupe GDF-Suez,
pourtant promise à la Belgique lors du passage
d'Electrabel sous pavillon français en 2006. Le sujet
a été abordé lors de la rencontre de notre premier
ministre avec son homologue français le 4 avril
dernier, soit un jour après le pic d'importation, la
coïncidence vous étonnera peut-être.
La Belgique a-t-elle abandonné l'idée d'une action
privilégiée lui accordant un droit de veto au sein du
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
zou
verwerven
in
de
groep
die
de
elektriciteitscentrales op zijn grondgebied zal
overkoepelen? Zijn er andere middelen om de
strategische belangen van ons land op het stuk van
de elektriciteitsvoorziening te vrijwaren? Lijkt het u
strategisch verantwoord om regelmatig elektriciteit
in te voeren? Bestaan er rampscenario's ter zake?
Wat gebeurt er indien onze buurlanden getroffen
worden door een natuurramp of opeenvolgende
pannes?
groupe qui chapeautera les centrales électriques
installées sur son territoire ? Y a-t-il d'autres voies
qui
permettent
de
préserver
les
intérêts
stratégiques
du
pays
en
termes
d'approvisionnement électrique ? Le recours à des
importations régulières d'électricité vous paraît-il
acceptable d'un point de vue stratégique ? Existe-t-il
des scénarios catastrophe en la matière ? Que se
passerait-il si les pays voisins étaient touchés par
une catastrophe naturelle ou par une panne en
cascade ?
04.02 Minister Paul Magnette (Frans): Er werd
inderdaad vastgesteld dat begin april grote
hoeveelheden elektriciteit werden ingevoerd, op een
ogenblik waarop heel wat installaties voor
elektriciteitsproductie werden gereviseerd of om
een andere reden onbeschikbaar waren. Het ging
dus om een eenmalige gebeurtenis, hoewel
anderzijds moet worden vastgesteld dat de
hoeveelheid
ingevoerde
elektriciteit
gestaag
toeneemt. Die verbeterde elektriciteitsuitwisseling
tussen de Europese landen is een van de
belangrijkste uitdagingen waar we voor staan met
het oog op de totstandkoming van een echte
regionale elektriciteitsmarkt, op het niveau van
Centraal-West-Europa. Die ontwikkeling werkt de
concurrentie in de hand, ook op de Belgische markt.
Dankzij een golden share in de toekomstige groep
GDF-Suez
kunnen
we
onze
elektriciteitsbevoorrading veilig stellen middels
productie-installaties op het Belgische grondgebied.
De ministerraad heeft bevestigd dat daartoe alle
nodige maatregelen zouden moeten worden
genomen. Bij uitzondering en onder strikte en door
het Europese Hof van Justitie aanvaarde
voorwaarden zou België zodoende kunnen
reageren tegen industriële beslissingen die gericht
zijn tegen installaties voor elektriciteitsproductie op
Belgische bodem.
De ministerraad heeft beslist een forum voor
informatie-uitwisseling en overleg op te richten
tussen de Belgische Staat en Frankrijk, enerzijds,
en tussen de Belgische Staat en de fusiegroep
GDF-Suez, anderzijds.
In samenwerking met het Federaal Planbureau legt
mijn administratie de laatste hand aan de
toekomstgerichte studie Elektriciteit 2008-2017,
waarin een raming gebeurt van de evolutie van de
vraag naar elektriciteit en wordt nagegaan welke
productiemiddelen in het licht daarvan noodzakelijk
zijn. De ontwerpstudie zal eerdaags het voorwerp
uitmaken van een milieueffectenstudie en van een
raadplegings- en adviesprocedure.
04.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Des
volumes d'importation d'électricité très importants
ont, en effet, été constatés début avril, suite à un
nombre élevé de révisions et d'indisponibilités
d'installations de production d'électricité. Il s'agit
donc d'un événement ponctuel, même si l'on
observe un développement
progressif
des
importations d'électricité dans notre pays. Cette
amélioration des échanges d'électricité entre les
pays européens constitue l'un des défis majeurs
auxquels nous sommes confrontés en vue de créer
un véritable marché régional de l'électricité, au
niveau de la zone Central West Europe. Cet essor
vise notamment à accroître la concurrence sur le
marché belge, notamment.
La détention d'une « golden share » au sein du futur
groupe GDF-Suez doit garantir notre sécurité
d'approvisionnement en électricité au moyen des
installations de production situées sur le territoire
belge. Le Conseil des ministres a confirmé que
toutes les mesures devraient être prises afin que
l'État belge puisse l'obtenir. Dans des cas
exceptionnels et à des conditions rigoureusement
décrites et acceptées par la Cour de Justice
européenne, la Belgique doit ainsi pouvoir intervenir
à l'encontre de décisions industrielles négatives vis-
à-vis des installations de production d'électricité
situées sur le territoire belge.
Le Conseil des ministres a prévu la création d'un
forum d'échange d'informations et de concertation
entre les États belge et français, d'une part, et entre
l'État belge et le groupe en fusion GDF-Suez, de
l'autre.
Mon administration finalise, en collaboration avec le
Bureau fédéral du plan, l'étude prospective
Électricité 2008-2017, qui estime l'évolution de la
demande d'électricité et qui identifie les besoins en
moyens de production qui en résultent. Le projet
d'étude sera soumis prochainement à une étude
d'impact environnemental et fera l'objet de
consultations et d'avis.
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
De bedoeling is na te gaan in hoeverre er een risico
op ontoereikende bevoorrading bestaat. Wanneer
we zicht hebben op de productiemiddelen die op
middellange termijn nodig zijn, kunnen ook de
investeringen worden gepland. In geval de markt
niet passend op de toestand zou reageren, is de
overheid gemachtigd een offerteaanvraag uit te
schrijven.
De transmissienetbeheerder kan alle nodige
maatregelen met het oog op de evenwichtige
ontwikkeling van het net, en dus op het veiligstellen
van de bevoorradingszekerheid nemen. Indien die
maatregelen onvoldoende zouden blijken, kan de
overheid in laatste instantie gebruik maken van een
afschakelplan. De elektriciteitsproducenten nemen
in
het
kader
van
deze
regeling
hun
verantwoordelijkheid op.
Il
s'agit
d'évaluer
le
risque
de
rupture
d'approvisionnement. Une image claire des besoins
en moyens de production à moyen terme doit offrir
un cadre approprié aux investissements. Au cas où
le marché ne répondrait pas correctement à la
situation, l'autorité publique est habilitée à agir par
le biais d'appels d'offres.
Le gestionnaire de réseau de transport peut prendre
toute mesure nécessaire au maintien de l'équilibre
du
réseau
et
donc
de
la
sécurité
d'approvisionnement. Si ces mesures devaient se
révéler insuffisantes, l'autorité peut utiliser en ultime
recours un plan de délestage. Les producteurs
d'électricité assument leurs responsabilités dans le
cadre de ce système.
04.03 Christian Brotcorne (cdH): Wat dat "golden
share" betreft, is er vandaag nog niets verworven. Is
het de eerste minister die die onderhandeling zal
voeren of bent u diegene die de besprekingen met
GDF-Suez moet afwikkelen?
De ervaring op het stuk van energie leert dat er niet
noodzakelijk
een
verband
bestaat
tussen
concurrentie en potentiële prijsdalingen of een
gegarandeerde
continuïteit
van
de
energievoorziening. Voorzichtigheid blijft geboden.
Het ware interessant om over de resultaten van die
studie te kunnen beschikken en daarover in de
commissie een debat te kunnen voeren.
04.03 Christian Brotcorne (cdH) : Par rapport à la
« golden share », rien n'est acquis aujourd'hui.
Cette négociation relève-t-elle du premier ministre
ou êtes-vous chargé de peaufiner cette approche
avec GDF-Suez ?
Les expériences en matière d'énergie ont démontré
que la baisse des prix qu'on imagine ou la garantie
d'une
sécurité
énergétique
n'est
pas
nécessairement attachée à la concurrence. Il faut
rester prudent.
Il serait intéressant de disposer des résultats de
cette étude et d'avoir un débat en commission.
04.04 Minister Paul Magnette (Frans): Ik denk dat
de vrije mededinging geen mirakeloplossing is en ik
geef de voorkeur aan reguleringsmethoden.
De onderhandelingen over het "golden share"
worden parallel door de eerste minister en mezelf
gevoerd. De contacten op hoog niveau vinden
evenwel plaats onder de leiding van de eerste
minister.
04.04 Paul Magnette, ministre (en français) : Je
pense que la libre concurrence n'a rien d'une
solution miracle et je privilégie les méthodes de
régulation.
La négociation concernant la « golden share » est
menée en parallèle par le premier ministre et moi-
même, les contacts de haut niveau étant conduits
par le premier ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Christian Brotcorne aan de minister van
Klimaat en Energie over "het aanmoedigen van
de productie van agrobrandstoffen" (nr. 4817)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
ontwikkeling van de agrobrandstoffen in het licht
van de voedselcrisis" (nr. 4827)
05 Questions jointes de
- M. Christian Brotcorne au ministre du Climat et
de l'Énergie sur "l'encouragement de la
production des agrocarburants" (n° 4817)<br>- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le développement des
agrocarburants face à la crise alimentaire"
(n° 4827)</b>
05.01 Christian Brotcorne (cdH): In verschillende 05.01 Christian Brotcorne (cdH) : Dans plusieurs
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
landen uit het Zuiden zijn recent hongerrellen
uitgebroken. De laatste analyse van de FAO wijst
op de groeiende impact van biobrandstoffen,
waarvan de ontwikkeling de spanningen op de
markten vergroot en prijsverhogingen in de hand
werkt. Bovendien verkeren de arme landen die
graan aankopen om hun bevolking van voedsel te
voorzien in een zwakke positie ten opzichte van de
landen die graan invoeren om brandstoffen te
produceren. Na een ontmoeting met de voorzitter
van de Europese Commissie heeft onze eerste
minister zijn bedenkingen geuit ten opzichte van het
idee
om
in
een
situatie
van
relatieve
voedselschaarste levensmiddelen als grondstof
voor de productie van brandstoffen te gebruiken.
Heeft België in deze een officieel standpunt
vastgelegd? Moet, gelet op de voedselsituatie in de
wereld, nog steun worden verleend aan de
productie van biobrandstoffen? Hoe is de productie
in ons land geëvolueerd? Hoe werkt de
subsidieregeling? Welke bedragen worden daaraan
besteed? Is de rendabiliteit voor de verschillende
betrokkenen binnen de sector bekend? Werden er
langetermijnverbintenissen aangegaan ten opzichte
van de landbouwsector en van de industriëlen die in
deze
productiekolom
hebben
geïnvesteerd?
Beschikt u over cijfers met betrekking tot de CO
2
-
balans van de biobrandstoffen die in ons land
worden geproduceerd? Zal dat debat in het kader
van de Lente van het Leefmilieu worden gevoerd?
Wat is de ingesteldheid van de Europese partners
in deze kwestie? Is het debat binnen de Europese
Raad voor Energie geopend?
pays du Sud ont eut lieu récemment des émeutes
de la faim. La dernière analyse de la FAO pointe
l'impact croissant des biocarburants, dont le
développement accroît les tensions sur les marchés
et stimule la hausse des prix. De plus, les pays
pauvres qui achètent des céréales pour nourrir leur
population sont en situation de faiblesse par rapport
à ceux qui achètent pour produire des carburants.
Après une rencontre avec le président de la
Commission européenne, notre premier ministre a
fait part de ses réserves sur le principe d'utiliser des
produits alimentaires pour produire des carburants
dans une situation de relative pénurie alimentaire.
La Belgique a-t-elle défini une position officielle en
la matière ? Faut-il soutenir encore la production
d'agrocarburants compte tenu de la situation
alimentaire mondiale ? Quelle est l'évolution de la
production dans notre pays ? Comment fonctionne
le système de subventions ? Quels sont les
montants qui y sont consacrés ? Connaît-on la
rentabilité pour les différents acteurs du secteur ?
Des engagements à long terme ont-ils été pris vis-
à-vis du monde agricole et des industriels qui ont
investi dans la filière ? Disposez-vous de chiffres
relatifs au bilan CO
2
des agrocarburants produits
chez nous ? Est-il prévu d'aborder ce débat à
l'occasion du Printemps de l'environnement ? Quel
est l'état d'esprit des partenaires européens en ce
domaine ? Le débat est-il amorcé au sein du
Conseil européen de l'Énergie ?
Voorzitter: de heer Philippe Henry.
Président: M. Philippe Henry.
05.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): In een internationaal verslag dat op 21 april
2008 bekend is gemaakt door de FAO, het PVNO,
de WGO, de UNESCO en het MPVN worden de
uitdagingen op het gebied van de landbouw onder
de loep genomen. Het gaat herbij o.a. om de
biobrandstoffen, de ggo's, de knowhow inzake
landbouw en de klimaatverandering. Ik neem aan
dat u onder meer van dit verslag uitgaat bij het
uitstippelen van uw beleid.
In het verslag legt Guilhem Calvo de nadruk op de
schadelijke effecten van bio-energie: niet alleen
worden hierdoor gronden die voor voeding bestemd
zijn, oneigenlijk gebruikt maar voor de productie van
bio-energie zijn er ook grote hoeveelheden water
vereist. Jean Ziegler, bijzondere rapporteur van de
Verenigde Naties, heeft geen blad voor de mond
genomen. Hij verklaarde dat de massale productie
van biobrandstoffen nu een "misdaad tegen de
menselijkheid" is, aangezien zij leidt tot een forse
05.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Un rapport international publié le 21 avril
2008 par la FAO, le PNUD, l'OMS, l'UNESCO et le
PNUE, examine les défis de l'agriculture, des
biocarburants aux OGM, en passant par les savoirs
agricoles et le changement climatique. Je suppose
que ce rapport sera une base de travail pour votre
politique.
Dans celui-ci, Guilhem Calvo souligne les effets
nuisibles des bioénergies : « non seulement elles
détournent des terres destinées à l'alimentation,
mais aussi elles nécessitent d'énormes ressources
en eau ». Jean Ziegler, rapporteur spécial des
Nations unies, a eu des propos très durs en disant
que la production massive de biocarburants était
aujourd'hui un « crime contre l'humanité » du fait de
son impact sur l'envolée des prix alimentaires.
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
stijging van de prijzen van voedingsmiddelen.
Marianne Lefort, die een hoofdstuk van dat verslag
schreef, is van mening dat de Europese Unie haar
beleid inzake biobrandstoffen absoluut moet
herzien. Denkt u dat de doelstelling van 10 procent
biobrandstoffen die de Europese Unie handhaaft,
nog aanvaardbaar is, gelet op de tegenstelling
tussen voedingsbehoeften van de landen uit het
Zuiden en de energiebehoeften van de rijke landen?
Welk deel van de productie moeten de Lidstaten
voor hun rekening nemen als zij niet willen
afhangen van ingevoerde producten, wetende dat
die nadelig zijn voor de voedingsbehoeften van de
landen uit het Zuiden, en dit in de veronderstelling
dat die doelstelling wordt gehandhaafd ? Wat denkt
u van het door o.a. Belgische ngo's geformuleerd
verzoek voor het instellen van een moratorium, in
afwachting van de uitwerking van een geldig
certificeringssysteem? Is het realistisch om te
wachten tot wanneer er zo'n certificeringssysteem
zal zijn uitgewerkt?
Marianne Lefort, auteur d'un des chapitres de ce
rapport, estime que l'Union européenne doit
absolument revoir sa politique en matière de
biocarburants. Face à cette concurrence entre les
besoins alimentaires des pays du Sud et les
besoins en énergie des pays riches, pensez-vous
que l'objectif des 10 % de biocarburant tel que
maintenu par la Commission soit encore
acceptable ? S'il est maintenu, quelle devrait être la
part de production assurée par les États membres
pour éviter de dépendre de produits importés en
concurrence avec les besoins alimentaires des pays
du Sud ? Que pensez-vous de la demande de
moratoire exprimée par les ONG belges et autres,
en attendant qu'un système de certification valable
puisse être mis au point ? Est-il réaliste d'attendre
qu'un tel système de certification soit mis en place ?
05.03 Minister Paul Magnette (Frans): België is het
eerste land dat de overige lidstaten van de
COREPER in februari 2007 op de risico's van dit
dossier heeft gewezen. Tijdens de laatste Europese
Energieraad waaraan ik heb deelgenomen, heb ik
eraan herinnerd hoeveel belang we hechten aan
een strikt systeem van duurzaamheidscriteria dat
niet alleen milieu- maar ook sociale aspecten
bevat. Sindsdien is het Belgische standpunt niet
veranderd.
In het kader van de Europese doelstelling van tien
procent biobrandstoffen tegen 2020, ondersteunt
België
de
ontwikkeling
van
zogenaamde
biobrandstoffen van de tweede generatie die
grotendeels uit afval worden gewonnen. Het gaat
hierbij om stedelijk, landbouw- en bosafval. Voor
deze brandstoffen zullen dezelfde Europese
duurzaamheidscriteria
gelden
als
voor
de
biobrandstoffen van de eerste generatie.
Mijns inziens moeten de berichten in de media
worden genuanceerd, aangezien er tal van
parameters zijn die bijdragen tot de vermindering
van de voedselvoorraden, de stijging van de prijzen
en de ontwrichting van de markten. De
biobrandstoffen zijn niet verantwoordelijk voor de
algemene crisis die we vandaag doormaken. De
toenemende vraag naar landbouwgrondstoffen
vanwege groeilanden zoals China en India is een
belangrijke factor. Ook de speculatie en de sterke
daling van de landbouwproductie en -opbrengst in
sommige regio's in de wereld spelen een
belangrijke rol.
Wat betreft de hoeveelheden biobrandstoffen die in
05.03 Paul Magnette, ministre (en français) : La
Belgique était le premier pays, en février 2007, à
attirer l'attention de ses homologues européens au
sein du COREPER sur les risques que soulignait ce
dossier. Lors du dernier Conseil européen de
l'Énergie auquel j'ai participé, j'ai rappelé combien
nous étions attachés à un système rigoureux de
critères de durabilité incluant non seulement les
aspects environnementaux, mais aussi sociaux.
Depuis, la position de la Belgique n'a pas changé.
Dans le cadre de l'objectif européen de 10 % de
biocarburant pour 2020, la Belgique soutient le
développement des biocarburants dits de seconde
génération qui, pour leur majeure partie, valorisent
des déchets. Il s'agit des déchets municipaux,
agricoles ou sylvicoles. Ceux-ci seront soumis aux
mêmes critères de durabilité européens que les
biocarburants de première génération.
Il faut, selon moi, nuancer les propos tenus par les
médias, car bon nombre de paramètres concourent
à la diminution des stocks de denrées alimentaires,
à l'augmentation des prix et à la déstabilisation des
marchés. Les biocarburants ne sont pas
responsables de l'ensemble de la crise que nous
connaissons aujourd'hui. L'augmentation de la
demande en matières premières agricoles des pays
émergents comme la Chine et l'Inde constitue un
facteur important. Une forte diminution de la
production et des rendements agricoles dans
certaines régions du monde et la spéculation sont
des facteurs tout aussi importants.
Pour ce qui est des quantités mises sur le marché
3
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
België worden vermarkt, werd er in 2006 1.100 m³
koolzaadmethylester of biodiesel ter consumptie
aangeboden. In 2007 steeg dat cijfer tot 117.000
m³, wat een marktaandeel van 1 procent van de
verkochte brandstoffen vertegenwoordigt. De
productie-eenheden voor ethanol zijn nog in
aanbouw. De meeste geavanceerde zouden tegen
het einde van het eerste semester van 2008
operationeel moeten zijn en de laatste in het beste
geval tegen eind 2008. De operatoren die fossiele
brandstoffen met biobrandstoffen vermengen,
kunnen aanspraak maken op een lager accijnstarief
aan de pomp. In België worden er geen
begrotingsmiddelen uitgetrokken voor de promotie
van biobrandstoffen. De erkende biodieselsoorten
worden initieel vervaardigd uit negentig procent
biomassa van Europese oorsprong en minder dan
tien procent palm- of sojaolie en gerecyclede
frituurolie. Rekening houdend met een incorporatie
van vier procent is er 4.700 m³ palmolie nodig, wat
met de productie van tweehonderd hectaren
overeenstemt.
Er werden nog geen studies uitgevoerd maar het
spreekt voor zich dat de prijsstijging van de
landbouwproducten een forse belemmering vormt
voor de ontwikkeling van de productieketen van
biobrandstoffen van de eerste generatie. Het
criterium van de CO
2
-uitstoot was doorslaggevend
bij de toekenning van de van belasting vrijgestelde
quota aan de diverse producenten. In dat opzicht is
de wet van 2006 baanbrekend geweest in Europa,
aangezien ze voorzag in de duurzaamheidscriteria
die Europa thans ontwikkelt.
en Belgique, en 2006, 1.100 m
3
d'ester méthylique
de colza ou de biodiesel ont été proposés à la
consommation. En 2007, le chiffre est passé à
117.000m
3
, soit une part de 1% des carburants
vendus. Les unités de production d'éthanol sont
toujours en construction. Les plus avancées
devraient démarrer à la fin du premier semestre
2008 et la dernière, au mieux, pour la fin de l'année
2008. Les opérateurs qui assurent le mélange des
carburants fossiles avec des biocarburants
bénéficient d'un taux réduit d'accise à la pompe. Il
n'y a pas de moyens budgétaires alloués à la
promotion des biocarburants en Belgique. Les
biodiesels agréés sont produits au départ de 90 %
de biomasse d'origine européenne et de moins de
10 % d'huile de palme ou de soja et d'huile de
friture recyclée. Sur base d'un taux d'incorporation
de 4 %, 4.700 m³ d'huile de palme sont
nécessaires, ce qui représente la production de 200
hectares.
Aucune étude n'a encore été réalisée, mais il est
évident que la hausse des denrées agricoles
entrave fortement le déploiement des filières de
biocarburant de première génération. Le critère
d'émission de CO
2
a été central lors de l'attribution
des quotas alloués aux différents producteurs et
soumis à défiscalisation. À ce titre, la loi de 2006 a
été pionnière en Europe, anticipant l'exigence de
critères de durabilité en cours de développement au
niveau européen.
Bij ons is er een monitoring van de werking van de
installaties voorzien. Het probleem van de
duurzaamheidscriteria voor de biobrandstoffen zal
besproken worden in het kader van de Lente van
het leefmilieu, zowel vanuit het oogpunt van de
klimaatsveranderingen als vanuit dat van het verlies
aan biodiversiteit. In het kader van de doelstelling
van de 10% biobrandstoffen in 2020 ondersteunen
de lidstaten en de Europese commissie de
ontwikkeling van biobrandstoffen van de tweede
generatie tegen 2015. Net zoals de publieke opinie
en ook het Europees parlement zijn ze bewust van
de huidige controverse daaromtrent. Voor het
ogenblik spitst de discussie zich echter toe op het
uitwerken
van
een
strikt
systeem
van
duurzaamheidscriteria en nog niet op de
mogelijkheid van het instellen van een moratorium,
een gewichtige beslissing die een opschorting van
de huidige wetgeving met zich mee zou brengen.
Dat debat wordt gevoerd binnen de Europese raad
Energie en de Europese raad Leefmilieu, waar ik
zitting in heb, en de Belgische standpunten maken
nog altijd het voorwerp uit van overleg. De
Il est prévu chez nous un monitoring du
fonctionnement des installations. La question des
critères de durabilité des biocarburants sera
abordée lors du Printemps de l'environnement, tant
sous l'angle des changements climatiques que sous
celui de la perte de biodiversité. Dans le cadre de
l'objectif des 10 % de biocarburants en 2020, les
États membres et la Commission européenne
soutiennent le développement de biocarburants de
seconde génération d'ici 2015. À l'instar de l'opinion
publique, ils sont bien conscients de la controverse
actuelle en ce domaine, de même que le Parlement
européen. Cependant, la discussion reste centrée,
à ce stade, sur la mise au point d'un système
rigoureux de critères de durabilité, et pas encore sur
un moratoire, lourde décision qui signifierait une
suspension de la législation actuelle. Ce débat est
mené au Conseil européen de l'Énergie et au
Conseil européen de l'Environnement, auxquels je
participe, et les positions de la Belgique font
toujours l'objet d'une concertation. Le Conseil des
ministres européens de mars 2007 s'est fixé
comme objectif d'atteindre 10 % de biocarburants.
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Europese raad van ministers van maart 2007 heeft
de doelstelling van 10% biobrandstoffen naar voren
geschoven. België ondersteunt die doelstelling, die
moet gezien worden in het kader van de productie
van 20% hernieuwbare energie. België en de Raad
hebben die doelstelling van 10% aan drie strenge
voorwaarden onderworpen: het beheersen van onze
mobiliteit en de verbetering van de energie-
efficiëntie van de voertuigen, het op punt stellen van
duurzaamheidscriteria en de ontwikkeling van
biobrandstoffen van de tweede generatie.
La Belgique soutient cet objectif qui est intégré à la
production de 20 % d'énergies renouvelables. La
Belgique et le Conseil ont fortement soumis cet
objectif de 10 % à trois conditions : la maîtrise de
notre mobilité et l'amélioration de l'efficacité
énergétique des véhicules, le développement de
critères de durabilité, le développement de
biocarburants de seconde génération.
05.04 Christian Brotcorne (cdH) : U verwijst naar
beginselen waar ik volledig achter sta: de
voedselveiligheid en -soevereiniteit van de
producerende landen, de duurzaamheidscriteria. In
2006 speelden wij een voortrekkersrol en dat
kunnen wij morgen ook nog door er bij de andere
EU-landen op aan te dringen om van deze
biobrandstoffen
van
de
tweede
generatie
daadwerkelijk de norm te maken.
05.04 Christian Brotcorne (cdH) : Vous faites
référence à des principes que je partage
entièrement : la sécurité et la souveraineté
alimentaires des pays producteurs, les critères de
durabilité. Si nous avons été des pionniers en 2006,
nous pouvons encore l'être demain en intervenant
auprès des autres pays de l'Union européenne afin
que ces agrocarburants de seconde génération
deviennent vraiment la règle.
05.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
De eerste vraag die men zich moet stellen, is hoe
men de productie van broeikasgassen kan verlagen
en het energieverbruik kan terugschroeven. Ik hoop
dat België een voortrekkersrol zal spelen met
betrekking tot de richtlijn door de constructeurs te
verplichten de CO
2
-uitstoot op korte termijn te
verminderen. De blokkering door Frankrijk en
Duitsland is onaanvaardbaar. Het verminderen van
onze vraag zou de aanzet kunnen geven voor een
oplossing.
Het probleem moet in zijn geheel worden bekeken,
zowel wat de biobrandstoffen betreft die de landen
uit het Zuiden ertoe aanzetten te speculeren ten
nadele van hun bevolking, als wat de productie van
soja of maïs betreft die worden uitgevoerd om ons
vee te voederen.
In het kader van de huidige onderhandelingen
binnen de WHO, hoop ik dat België zich zal scharen
aan de zijde van de pioniers die de principes van de
landbouwsteun
en
de
voedselsoevereiniteit
verdedigen tegenover de volledige liberalisering.
05.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : La première question à se poser est :
comment produire moins de gaz à effet de serre et
consommer moins d'énergie ? J'espère que la
Belgique sera pionnière pour la directive obligeant
les constructeurs à réduire l'es émissions de CO
2
,
le plus vite possible et de façon contraignante. Le
blocage de la France et de l'Allemagne est
inacceptable. Réduire notre demande serait un
début de solution.
Il faut globaliser le problème, en ce qui concerne les
agrocarburants, qui poussent les pays du Sud à la
spéculation aux dépens de leur population, mais
aussi les productions de soja ou de maïs exportées
pour nourrir notre bétail.
Dans le cadre de la négociation actuelle au sein de
l'OMC, j'espère que la Belgique se positionnera du
côté des pionniers défendant les principes de
soutien à l'agriculture et de souveraineté alimentaire
contre la libéralisation complète.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw
Tinne Van der Straeten
aan
de
minister van Klimaat en Energie over "de groep
van experts aangeduid om het probleem te
onderzoeken van groene stroom die niet op het
net kan worden aangesloten" (nr. 4591)
- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister
van Klimaat en Energie over "de aanpassing van
de distributienetten aan de groene stroom"
06 Questions jointes de
- Mme Tinne Van der Straeten au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "le groupe d'experts
chargé d'examiner le problème de l'électricité
verte qui ne peut être raccordée au réseau"
(n° 4591)<br>- M. Willem-Frederik Schiltz au ministre du Climat
et de l'Énergie sur "l'adaptation des réseaux de
distribution au courant vert" (n° 4668)</b>
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
(nr. 4668)
06.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Volgens distributienetbedrijf Eandis raakt het
huidige distributienet stilaan verzadigd en is er nog
nauwelijks ruimte voor groene stroom op het net.
De minister zou op de hoogte zijn van dit probleem
en hij zou een groep deskundigen aangesteld
hebben om dit te onderzoeken.
Wie zetelt er in deze groep deskundigen, wat is hun
opdracht en tegen wanneer zouden zij hierover
rapport uitbrengen? In hoeverre zijn deze
deskundigen verbonden met de in uitvoer zijnde
prospectieve studie? Wat is de stand van zaken van
die studie? Is de ontwerptekst reeds klaar? Heeft de
minister
hierover
de
netbeheerder,
de
interdepartementale commissie voor duurzame
ontwikkeling en de CREG reeds geraadpleegd?
Kan de minister het ontwerp van deze studie aan de
commissieleden bezorgen? Wat zijn de implicaties
op het ontwikkelingsplan nu de prospectieve studie
pas begin 2009 klaar zou zijn?
06.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Selon l'entreprise de réseau de distribution Eandis,
l'actuel réseau de distribution est en voie de
saturation et il ne reste plus guère d'espace pour
l'électricité verte sur le réseau. Le ministre serait
informé du problème et aurait désigné un groupe
d'experts pour l'étudier.
Comment ce groupe d'expert est-il constitué, quelle
est sa mission et quand devrait-il faire rapport ?
Dans quelle mesure ces experts sont-ils concernés
par l'étude prospective qui est en cours ? Où en est
cette étude ? Le projet de texte est-il prêt ? Le
ministre a-t-il déjà consulté à ce propos le
gestionnaire
de
réseau,
la
commission
interdépartementale de développement durable et
la CREG ? Peut-il communiquer le projet de cette
étude aux commissaires ? Quelle en est l'incidence
sur le plan de développement dès lors que l'étude
prospective ne serait prête qu'au début de 2009 ?
06.02 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Ik zou
hieraan willen toevoegen dat de aanpassingen die
aan het distributienet nodig zijn om effectief meer
groene stroom op het net te brengen veel tijd en
kosten zullen vergen. Ik ben dan ook bezorgd dat
deze kosten aan de consument doorgerekend
zullen worden.
Welke middelen zal de minister aanwenden om
deze aanpassing te ondersteunen? Wanneer
komen er hieromtrent concrete maatregelen?
Bestaat het gevaar dat het percentage groene
stroom dat door de Europese Commissie van
België geëist wordt, niet op het net kan worden
gebracht?
06.02 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) : Je
voudrais ajouter que les aménagements qui doivent
être apportés au réseau de distribution pour y
amener davantage d'électricité verte requerront
beaucoup de temps et d'argent. Je crains dès lors
que ces frais soient mis à charge du
consommateur.
Par quels moyens le ministre soutiendra-t-il ces
aménagements ? Quand seront prises des mesures
concrètes ? Le danger existe-t-il que le pourcentage
d'électricité verte exigé par la Commission
européenne ne puisse être amené sur le réseau ?
06.03 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
groep van experts bestaat uit deskundigen van
Eandis en Elia die de problemen moeten
onderzoeken om de gedecentraliseerde eenheden
aan te sluiten op de netten. Op dit moment
analyseren zij enkele projecten. Het is de bedoeling
dat zij concrete voorstellen voor de regelgevende
instanties en overheden formuleren, rekening
houdend met de technische en financiële
haalbaarheid, de duurzaamheid en het effect op de
tarieven. Het zijn de Gewesten die bevoegd zijn
voor de aansluitingen en aanpassingen van de
distributienetten. Zodra ik de voorstellen van de
groep deskundigen ontvangen heb, zal ik nagaan
wat er binnen de federale bevoegdheden en in
samenwerking met de Gewesten mogelijk is.
Deze voorstellen zullen geen invloed hebben op de
06.03 Paul Magnette, ministre (en néerlandais):
Le groupe d'experts est constitué d'experts
d'Eandis et d'Elia chargés d'étudier les problèmes
que
pose
le
raccordement
des
unités
décentralisées
au
réseau.
Ils
analysent
actuellement un certain nombre de projets. Ils
devront formuler des propositions concrètes à
l'intention des instances et des pouvoirs de
régulation, à la lumière de leur faisabilité technique
et financière, de la durabilité et des conséquences
tarifaires. Les régions sont compétentes pour les
raccordements et l'aménagement des réseaux de
distribution. Dès que je serai en possession des
propositions du groupe d'experts, je verrai ce qu'il
est possible de faire dans le cadre des
compétences fédérales et en collaboration avec les
Régions.
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
prospectieve
studie,
aangezien
die
geen
aanbevelingen doet over de lokalisering van de
eenheden die in gebruik genomen moeten worden.
De voltooiing van het eerste studieproject werd
enkele weken uitgesteld, omdat de financiering
ervan ingeschreven staat in de begroting 2008, die
nog goedgekeurd moet worden.
Er werd nog geen advies gevraagd aan de
netbeheerder, maar deze werd wel betrokken bij de
uitwerking van het studieproject. Hetzelfde geldt
voor de CREG. Omdat het studieproject nog niet
afgerond
is,
werd
de
interdepartementale
commissie Duurzame Ontwikkeling nog niet
geraadpleegd. Volgens de elektriciteitswet moeten
het definitieve document, de adviezen en het
vereiste milieueffectenrapport verzonden worden
naar de federale wetgevende kamers, maar dat is
niet verplicht voor het studieproject. Toch zullen de
volksvertegenwoordigers het studieproject kunnen
raadplegen. Nog volgens de elektriciteitswet moet
een jaar na de goedkeuring van de prospectieve
studie verwacht tegen het begin van 2009 - het
ontwikkelingsplan
en
het
bijhorende
milieueffectenrapport worden opgesteld.
Ces propositions seront sans effet sur l'étude
prospective qui ne comporte en effet pas de
recommandations sur la localisation des unités à
mettre en service. L'achèvement du premier projet
d'étude a été retardé de quelques semaines parce
que son financement est inscrit au budget de 2008
qui doit encore être approuvé.
L'avis du gestionnaire de réseau n'a pas encore été
demandé mais ce gestionnaire a été associé à
l'élaboration du projet d'étude. Il en va de même
pour la CREG. Le projet d'étude n'étant pas encore
achevé,
la
Commission
interdépartementale
Développement durable n'a pas encore été
consultée. Selon la loi sur l'électricité, le document
définitif, les avis et l'étude d'incidence sur
l'environnement doivent être envoyés aux chambres
législatives fédérales, ce qui n'est pas requis pour le
projet d'étude. Les députés pourront néanmoins
consulter ce dernier. La loi sur l'électricité prévoit
également que le plan de développement et le
rapport d'incidence sur l'environnement qui
l'accompagne doivent être rédigés un an après
l'adoption de l'étude prospective, attendue pour le
début de 2009.
De aansluiting van de reeds vergunde projecten is
opgenomen in het ontwikkelingsplan 2005-2012 van
Elia.
Het
betreft
projecten
met
een
maximumcapaciteit van 900 Megawatt. Elia
bestudeert een versterking van het kustnet en de
installatie van een marien net. Tevens is de
transportnetwerkbeheerder actief betrokken bij het
studieprogramma European Wind Integration van
de European Transmission System Operators. Ik
zal erop toezien dat deze aspecten geïntegreerd
worden in het volgende ontwikkelingsplan.
Le raccordement des projets déjà agréés, d'une
capacité unitaire maximale de 900 mégawatts, est
prévu au plan de développement 2005-2012 d'Elia.
Ce dernier étudie à présent le moyen de renforcer
le réseau côtier et d'installer un réseau maritime.
Dans le même temps, le gestionnaire du réseau de
transport est activement impliqué dans le
programme d'étude European Wind Integration des
European Transmission System Operators. Je
veillerai à l'intégration de ces aspects dans le
prochain plan de développement.
06.04 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): De
minister vindt decentralisering van het net
belangrijk. Hij benadrukte dat tijdens het Zero
Emission Event van Agoria. Ik hoop dat hij er alles
aan doet om de prospectieve studie en het
ontwikkelingsplan zo snel mogelijk te voltooien. Ik
hoop in elk geval dat hij daar even veel aandacht
aan zal besteden als aan de ontwikkeling van het
platform voor de vierde generatie kernreactoren, dat
volgens mij niet strookt met zijn plan voor de
decentralisering van het net.
06.04 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : Le
ministre a souligné lors du " Zero Emission Event "
d'Agoria qu'il était important de décentraliser le
réseau. J'espère qu'il mettra tout en oeuvre pour
achever dans les meilleurs délais l'étude
prospective ainsi que le plan de développement.
Espérons également qu'il consacrera autant
d'attention à ce dossier qu'au développement de la
plate-forme consacrée à la quatrième génération de
réacteurs nucléaires, un projet qui n'est pas
cohérent, à mes yeux, par rapport au plan de
décentralisation du réseau.
06.05 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Uit dit
antwoord blijkt dat de minister wil zorgen voor een
goede energiemix. Ik hoop dat het niet alleen bij
woorden zal blijven en kijk uit naar de ontwikkeling
van de projecten.
06.05 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) : Cette
réponse révèle la volonté du ministre d'atteindre un
mix énergétique optimal. J'espère qu'il ne s'en
tiendra pas à de belles paroles et j'attends avec
impatience le développement de ces projets.
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07
Vraag
van
mevrouw
Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de minister van
Klimaat en Energie over "de publicatie van een
infobrochure inzake elektromagnetische velden
en gezondheid, en over de aanpassing van de
website van de FOD" (nr. 4926)
07 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers
au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la
publication d'une brochure d'information relative
aux champs électromagnétiques et à la santé, et
sur l'adaptation du site internet du SPF" (n° 4926)</b>
07.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!):
In haar antwoord op dezelfde vraag weet mevrouw
Onkelinx me over de brochure voor het grote
publiek te vertellen dat er geen rekening zal worden
gehouden met het rapport van Bioinitiative. Ik stel
me dan de vraag in welke mate de brochure dan
actuele informatie zal weergeven.
Op de website infogsm.be vernemen we dat de
straling van mobiele telefoons in normale
omstandigheden niet gevaarlijk is voor de
gezondheid, evenmin als wonen in de buurt van
antennes. Wat verstaat men precies onder
"normale omstandigheden"? Is dat het geval in
België, als we rekening houden met het intensieve
gebruik van gsm's door jonge kinderen en
jongeren?
Er rijst een dubbel probleem inzake de updating van
de site en de samenhang van de informatie-
instrumenten. Zal u actie ondernemen in verband
met dit laatste punt? Hoe is de subcommissie
samengesteld waarvan de site infogsm.be afhangt?
Wie beheert de site? Welke rol spelen de
operatoren?
Wat is uw mening over de schaarse informatie die
aan de consument gegeven wordt bij de aankoop
van
toestellen
die
hem
blootstellen
aan
elektromagnetische golven? Stelt u het principe
volgens hetwelk er geen risico is zolang het niet
bewezen wordt, ter discussie? Dat is de stelling van
de federale regering, die studies die het tegendeel
bewijzen naast zich neerlegt, en dus niet neutraal is.
Wat zijn uw plannen omtrent de voorwaarden
inzake
de
verkoop,
etikettering,
reclame,
informatieverstrekking over de gezondheidsrisico's
en de ecologische voetafdruk?
07.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Dans sa réponse à la même question,
Mme Onkelinx, à propos de la brochure destinée au
grand public, me dit que le rapport Bio-initiative n'y
sera pas pris en compte. Je me pose donc des
questions sur son actualisation.
Le site infogsm.be indique que les rayonnements de
téléphones portables ne nuisent pas à la santé dans
des conditions normales d'utilisation, pas plus que
le fait d'habiter près d'antennes. Qu'entend-on par
« conditions normales » ? Est-ce le cas en
Belgique, quand on pense à l'utilisation intensive
que font du GSM de jeunes enfants et des
adolescents ?
Un double problème de manque d'actualisation du
site et de cohérence des outils d'information se
pose. Interviendrez-vous sur ce dernier point ?
Comment est composée la sous-commission dont
dépend le site infogsm.be ? Qui le gère ? Quel rôle
les opérateurs y jouent-ils ?
Quelle est votre position sur l'information, très
réduite, donnée au consommateur au moment de
l'achat d'équipements l'exposant à des ondes
électromagnétiques ? Remettrez-vous en cause le
principe qu'il ne faut pas parler d'un risque tant qu'il
n'est pas prouvé ? C'est la position du
gouvernement fédéral, qui ne tient pas compte
d'études prouvant le contraire, et n'est donc pas
neutre. Quels sont vos projets en termes de
conditions de vente, d'étiquetage, de publicité,
d'information sur les risques sanitaires et
l'empreinte écologique ?
07.02 Minister Paul Magnette (Frans): Het heikele
punt is niet dat het risico moet bewezen worden,
maar wel dat er geen wetenschappelijke consensus
bestaat, waardoor wij voor voorzichtigheid pleiten
en preventief te werk wensen te gaan.
De website infogsm.be wordt beheerd door de
Commissie voor de veiligheid van de consumenten,
die paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers
07.02 Paul Magnette, ministre (en français) : La
difficulté n'est pas la preuve du risque mais plutôt le
manque de consensus scientifique, en l'absence
duquel nous prônons la prudence et des mesures
de prévention.
Le site infogsm.be est exploité par la Commission
de la sécurité des consommateurs, composée de
façon paritaire de représentant des organisations
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
van interprofessionele en beroepsorganisaties en
consumenten- en werknemersorganisaties. De
Commissie is volstrekt onafhankelijk en u kunt er
zich rechtstreeks toe wenden. Haar rol bestaat erin
deel te nemen aan sensibiliseringscampagnes
inzake
gezondheid
en
veiligheid
van
de
consumenten. Ze mag daarbij vrij kiezen of ze
samenwerkt met de FOD Volksgezondheid of niet.
Het eventuele initiatief om een link te leggen tussen
de website infogsm.be en de website van de FOD
Volksgezondheid berust volledig bij haar.
Het verstrekken van informatie met betrekking tot
de
eventuele
gezondheidsrisico's
van
de
blootstelling aan elektromagnetische golven valt
onder de bevoegdheid van de minister van
Volksgezondheid.
professionnelles et interprofessionnelles, des
organisations de consommateurs et de travailleurs.
Elle agit en toute indépendance, et vous pouvez
vous adresser directement à elle. Son rôle est de
participer à des campagnes de sensibilisation en
matière
de
santé
et
de
sécurité
des
consommateurs ; elle peut librement collaborer ou
non avec le SPF Santé publique. Ce serait à elle de
prendre l'initiative d'un lien éventuel entre le site
infogsm.be et le site du SPF Santé publique.
L'information en rapport avec les dangers sanitaires
éventuels
de
l'exposition
à
des
ondes
électromagnétiques relève de la ministre de la
Santé publique.
07.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): Als we zo lang wachten op een
wetenschappelijke consensus, stevenen we dan
niet af op een hersenkankerepidemie? Ik hoop dat
ik me vergis, maar verschillende internationale
wetenschappelijke bronnen hebben al aan de
alarmbel getrokken. Wat betekent "normaal
gebruik"? Er is nog onvoldoende tijd overheen
gegaan opdat de wetenschappers een en ander
degelijk zouden kunnen beoordelen, maar het
gezondheidsrisico is heel groot.
07.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : N'allons-nous pas nous retrouver dans
une épidémie de cancers du cerveau, à force
d'attendre le consensus scientifique ? J'espère me
tromper, mais des signaux d'alerte sont émis par
des sources scientifiques variées et internationales.
Que signifie une « utilisation normale » ? Nous
avons peu de recul scientifique, mais le risque est
très élevé pour la santé.
Ik vraag niet dat de gsm wordt verboden, ik vraag
wel striktere normen en voorzorgsadvies.
Ik interpreteer deze afwachtende houding als het
gevolg van een vorm van lobbying. Ik denk dat deze
toekomstgerichte sector zich zou kunnen blijven
ontwikkelen, zelfs met striktere regels.
Je ne demande pas l'interdiction du GSM, mais des
normes plus strictes et des conseils de prudence.
J'interprète cet attentisme comme la conséquence
d'une forme de lobbying. Je pense que ce secteur
porteur d'avenir pourrait continuer à se développer
même avec des règles plus strictes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Philippe Henry aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
leesbaarheid van de informatie inzake de CO
2
-
uitstoot van voertuigen in de reclame" (nr. 4933)
08 Question de M. Philippe Henry au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la lisibilité de
l'information concernant les émissions de CO
2
08.01 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Het
"ecologisch
witwassen"
(greenwashing),
een
reclamepraktijk waarbij de consument denkt dat hij
een ecologisch product koopt dat in feite niet is of
toch veel minder dan vooropgesteld, komt
veelvuldig voor bij reclame voor auto's.
Een Europese richtlijn, die zeven jaar geleden in
Belgisch recht werd omgezet, stelt dat de informatie
over de CO2-uitstoot van voertuigen gemakkelijk
leesbaar moet zijn en niet minder mag opvallen dan
het hoofdbestanddeel van de reclameboodschap.
Autoconstructeur Renault erkende in het tijdschrift
08.01 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Le
« blanchiment écologique », pratique publicitaire par
laquelle le consommateur croit acheter un produit
écologique qui en réalité ne l'est pas, ou l'est moins
que prévu, est courant dans les publicités pour
voitures.
Une directive européenne, transposée en droit
belge il y a sept ans déjà, exige que la pollution des
émissions des voitures figure en caractères
suffisamment grands, « facilement lisibles et au
moins aussi lisibles que la partie principale de
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Que choisir? dat zijn reclameboodschappen -
evenmin als die van de concurrentie - conform de
richtlijn zijn.
l'information promotionnelle ». Le constructeur
Renault a reconnu dans une interview au magazine
Que choisir ? que « pas plus que celle de ses
concurrents, ses publicités ne sont conformes à la
directive ».
De behandeling van de vele klachten het gaat om
honderden klachten die bij de Jury voor de
ethische praktijken ingediend zijn, wordt uitgesteld
onder het voorwendsel dat de Belgische Federatie
van de Auto- en Rijwielen Nijverheden (FEBIAC) in
samenwerking met de FOD Economie haar
gedragscode zou aanvullen wat die punten betreft
(grootte van de lettertekens en verplichte informatie
met betrekking tot de hoeveelheid verbruikte
brandstof en de CO2-emissies).
Hoewel
een
richtlijn
bestaat
en
een
uitvoeringsbesluit genomen is, zou de administratie
pas proces-verbaal laten opmaken als er helemaal
geen vermelding is en dus niet wanneer de
lettertekens te klein zijn. Hiermee wordt de deur
opengezet voor een klacht tegen België bij de
Europese Commissie.
Hoe kan u verantwoorden dat de behandeling van
die klachten uitgesteld wordt? Vervult de Jury voor
de ethische praktijken wel degelijk zijn rol?
Bevestigt u dat uw departement met Febiac
samenwerkt met het oog op het aanvullen van haar
gedragscode?
Febiac kondigt aan dat die nieuwe normen inzake
reclame in haar gedragscode tegen de zomer
worden opgenomen. Bestaat er een precieze timing
daarvoor ?
Hoe verklaart u dat de sector de wet zomaar kan
interpreteren ?
Les centaines de plaintes déposées auprès du jury
d'éthique publicitaire sont reportées sous prétexte
que la Fédération belge de l'industrie de
l'automobile et du cycle (FEBIAC) compléterait, en
collaboration avec le SPF Économie, son code
éthique à ce sujet (taille des caractères et
informations
obligatoires
relatives
à
la
consommation de carburant et aux émissions).
Une directive existe, un arrêté d'exécution a été
pris, or l'administration ne dresserait procès verbal
que lorsqu'il y a absence complète de mention et
non pas lorsque les caractères sont trop petits. Ceci
ouvre la porte à une plainte contre la Belgique à la
Commission européenne.
Quelle est la justification du report de l'examen des
plaintes ? Le jury d'éthique publicitaire remplit-il son
rôle ?
Confirmez-vous l'existence du travail en cours avec
la FEBIAC ?
La FEBIAC annonce que ces nouvelles normes
devraient être inscrites dans son code publicitaire
avant l'été. Existe-t-il un agenda précis ?
Comment expliquez-vous que la loi soit uniquement
laissée à l'interprétation du secteur ?
08.02 Minister Paul Magnette (Frans): De Jury
voor ethische praktijken inzake reclame is een
zelfregulerend
orgaan
van
de
Belgische
reclamesector. Het behoort mij dan ook niet toe om
mij uit te spreken over zijn beslissing de zaak uit te
stellen, hoewel ik dat betreur. Die jury heeft tot doel
te vermijden dat een controleorgaan wordt
opgericht. Uit zijn beslissing blijkt echter dat hij de
gevallen uitkiest waarin hij aanvaardt die rol te
spelen. Dit is onaanvaardbaar. Dat de meeste
beslissingen van die jury ondoeltreffend zijn is
betreurenswaardig want zij worden genomen
wanneer de campagne afgelopen is en bevatten
louter aanbevelingen. Inzake reclame moet men
zich proactief opstellen. Daarom wordt thans op
initiatief van de FOD Economie met FEBIAC
onderhandeld.
08.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Le
Jury d'éthique publicitaire est un organe
d'autodiscipline du secteur de la publicité en
Belgique. Je n'ai donc pas à justifier du report
décidé par ce jury. Par contre, je le regrette. La
fonction de ce jury est d'éviter qu'on ne mette sur
pied un organe de contrôle. Or sa décision indique
qu'il choisit les cas où il accepte ce rôle. C'est
inacceptable. Il est regrettable que la majorité des
décisions de ce jury soient inefficaces car elles
arrivent quand la campagne est terminée et se
limitent à des recommandations. En matière de
publicité, une attitude proactive est donc
nécessaire. C'est la raison pour laquelle des
négociations avec la FEBIAC ont actuellement lieu
sur l'initiative du SPF Économie.
30/04/2008
CRABV 52
COM 192
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
FEBIAC heeft mij laten weten dat zij haar
gedragscode met betrekking tot autoreclame
aanvult met een hoofdstuk over de leesbaarheid en
zichtbaarheid van de verplichte vermeldingen
inzake verbruik et CO
2-
uitstoot. De Algemene
directie Controle en Bemiddeling verwacht het
tekstvoorstel van FEBIAC tegen eind mei 2008.
La FEBIAC m'a informé qu'elle complétait son code
éthique en matière de publicité automobile par un
volet relatif à la lisibilité et la visibilité des mentions
obligatoires en matière de consommation de
carburant et d'émissions de CO
2
. La direction
générale Contrôle et Médiation a fait savoir à la
FEBIAC qu'elle attendait la proposition de texte
pour fin mai 2008.
Een gedragscode legt normen op en wanneer de
code niet wordt nageleefd, betekent dat een
overtreding van de wet van 14 juli 1991 betreffende
de handelspraktijken en de voorlichting en
bescherming van de consument.
De oplossing waarvoor zal worden geopteerd, zal in
Europa een primeur zijn.
Het heeft geen zin de tientallen pro justitia's aan de
bevoegde parketten over te zenden, aangezien de
parketten dergelijke overtredingen niet als prioritair
beschouwen alsook gelet op het gebrek aan
objectieve beoordelingscriteria in het koninklijk
besluit van 5 september 2001.
Mijn administratie heeft tijdens de onderhandelingen
met FEBIAC het aantal gevallen waarvoor een
proces-verbaal van waarschuwing wordt opgemaakt
beperkt tot die waar de door het KB verplichte
vermeldingen ontbraken.
Onlangs werden er verbeteringen vastgesteld in de
reclameboodschappen van diverse grote merken.
De algemene directie zal erop toezien dat die
gedragscode gevoelig wordt bijgestuurd.
Un code de conduite impose des normes et son
non-respect constitue une infraction à la loi du
14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur
l'information et la protection du consommateur.
La solution choisie sera une première en Europe.
Transmettre les dizaines de pro-justitia aux
parquets compétents n'aurait pas de sens, étant
donné que ces infractions ne sont pas considérées
comme prioritaires par ces parquets et étant donné
le manque de critères objectifs d'appréciation dans
l'arrêté royal du 5 septembre 2001.
Mon administration a, durant les pourparlers avec la
FEBIAC, limité les procès-verbaux d'avertissement
aux cas dans lesquels les mentions rendues
obligatoires par l'arrêté royal faisaient défaut.
Récemment, des améliorations ont été constatées
dans les publicités de plusieurs grandes marques.
La direction générale veillera à l'amélioration
sensible de ce code de conduite.
08.03 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Ik
concludeer dat de minister ter zake wel degelijk de
volledige bevoegdheid heeft en dat is goed nieuws.
Wat u gezegd hebt is positief maar ik vraag me af in
hoeverre het niet wettelijk verplicht is, als
administratieve of politieke overheid, de inbreuken
aan het parket door te geven.
08.03 Philippe Henry (Ecolo-Groen!) : Je déduis
que vous êtes bien le ministre pleinement
compétent pour cette affaire, ce qui est une bonne
nouvelle. Ce que vous avez dit est positif, mais je
me demande dans quelle mesure il n'y a pas
obligation légale, en tant qu'autorité administrative
ou politique, de transmettre les infractions aux
parquets.
08.04 Minister Paul Magnette (Frans): We
bestraffen wat er op grond van het koninklijk besluit
bestraft kan worden en we onderhandelen over wat
er niet in staat en waarover moet onderhandeld
worden om het koninklijk besluit te versterken.
Ik wil voorkomen dat men zegt dat men tijdens de
onderhandelingen de bij de wet bepaalde controle
opschort. We passen de wet onverkort toe. Over de
verbeteringen wordt er onderhandeld.
08.04 Paul Magnette, ministre (en français) : On
sanctionne ce qui est sanctionnable sur la base de
l'arrêté royal et on négocie sur ce qui n'y figure pas
et qui doit faire l'objet d'une négociation pour
renforcer l'arrêté royal.
Je ne voudrais pas qu'on dise qu'on suspend le
contrôle de la loi le temps des négociations. On
applique la loi telle qu'elle est. Pour ce qui est des
améliorations, on négocie.
08.05 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): We zullen 08.05 Philippe Henry (Ecolo-Groen!) : Il faudra
CRABV 52
COM 192
30/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
moeten afwachten of de uitkomst van de
besprekingen - die nog door de FOD moet worden
goedgekeurd geen achteruitgang betekent ten
opzichte van de geest van de huidige
reglementering.
voir si le résultat des discussions, accepté par le
SPF, ne constituera pas un recul par rapport à
l'esprit de la réglementation actuelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.38 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 38.