KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 171
CRABV 52 COM 171
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
maandag
lundi
21-04-2008
21-04-2008
Namiddag
Après-midi
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V - N-VA
Christen-Democratisch en Vlaams ­ Nieuw-Vlaamse Alliantie
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a+Vl.Pro
socialistische partij anders + VlaamsProgressieven
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
hyperbare
zuurstofbehandeling" (nr. 4017)
1
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'oxygénothérapie
hyperbare" (n° 4017)
1
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de
2
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de risico's van een
overdreven blootstelling aan elektromagnetische
straling" (nr. 4035)
2
- M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "les risques de surexposition
aux rayonnements électromagnétiques" (n° 4035)
2
- de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de brochure over de
stralingsproblematiek" (nr. 4146)
2
- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la brochure relative à la
problématique des rayonnements" (n° 4146)
2
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de publicatie van een
infobrochure inzake elektromagnetische velden
en gezondheid, en over de aanpassing van de
website van de FOD" (nr. 4317)
2
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la publication d'une
brochure d'information relative aux champs
électromagnétiques et à la santé, et sur
l'adaptation du site internet du SPF" (n° 4317)
2
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Roel
Deseyn, Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Roel
Deseyn, Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het gebruik van de
omgekeerde
driehoek
als
symbool
voor
geneesmiddelen die een nieuw actief bestanddeel
bevatten" (nr. 4039)
6
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le symbole du triangle
renversé pour les médicaments contenant un
nouveau principe actif" (n° 4039)
6
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde interpellatie en vragen van
7
Interpellation et questions jointes de
7
- de heer Koen Bultinck tot de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de herziening van het
planningssysteem van het medische aanbod"
(nr. 45)
7
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la révision du système de
planification de l'offre médicale" (n° 45)
7
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de contingentering van het
medische aanbod" (nr. 4396)
7
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le contingentement de l'offre
médicale" (n° 4396)
7
- mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
7
- Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
7
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Volksgezondheid over "de numerus clausus en de
RIZIV-quota" (nr. 4602)
publique sur "le numerus clausus et les quotas
INAMI" (n° 4602)
Sprekers: Koen Bultinck, Josy Arens,
Valérie De Bue, Laurette Onkelinx
, vice-
eerste minister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Orateurs: Koen Bultinck, Josy Arens,
Valérie De Bue, Laurette Onkelinx
, vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Moties
12
Motions
12
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
12
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de ombudsdiensten in
ziekenhuizen" (nr. 4094)
12
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la médiation hospitalière" (n° 4094)
12
- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"de
gebrekkige
communicatie tussen patiënten en ziekenhuizen"
(nr. 4108)
12
- M. Yvan Mayeur à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le déficit de communication entre
patients et hôpitaux" (n° 4108)
12
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitvoering van de wet inzake de patiëntenrechten"
(nr. 4217)
12
- M. Luc Goutry au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'exécution de la loi
relative aux droits du patient" (n° 4217)
12
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
14
Questions jointes de
14
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"het
Omnio-statuut"
(nr. 4103)
14
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le statut Omnio" (n° 4103)
14
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de implementatie van het
Omnio-statuut" (nr. 4508)
14
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'implémentation du statut Omnio"
(n° 4508)
14
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, Georges Gilkinet
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, Georges
Gilkinet
Samengevoegde vragen van
16
Questions jointes de
16
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de genomen en te nemen
maatregelen om gesjoemel met medische
honoraria tegen te gaan" (nr. 4116)
16
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les mesures prises et à prendre
pour combattre les arnaques aux honoraires
médicaux" (n° 4116)
16
- mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de tarifering van de
geconventioneerde geneesheren en de informatie
aan de patiënt over de honoraria van de
geconventioneerde geneesheren" (nr. 4518)
16
- Mme Karine Lalieux à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la tarification des médecins
conventionnés et l'information du patient au sujet
des honoraires des médecins conventionnés"
(n° 4518)
16
Sprekers: Georges Gilkinet, Karine Lalieux,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
Orateurs: Georges Gilkinet, Karine Lalieux,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
administratieve
belasting van de tandartsen" (nr. 4162)
18
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé
publique
sur
"les
tracasseries
administratives imposées aux dentistes" (n° 4162)
18
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jan Jambon aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het inschakelen van de Franse
SAMU in plaats van de Ieperse MUG in
Heuvelland en Mesen" (nr. 4191)
19
Question de M. Jan Jambon au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'attribution
des interventions à Heuvelland et Messines au
SAMU français et non au SMUR d'Ypres"
(n° 4191)
19
Sprekers: Jan Jambon, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jan Jambon, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "aangepaste instellingen"
(nr. 4262)
21
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les établissements
adaptés" (n° 4262)
21
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Samengevoegde vragen van
23
Questions jointes de
23
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het vergoedingsfonds voor
slachtoffers van medische fouten" (nr. 4263)
23
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le fonds d'indemnisation pour les
victimes d'erreurs médicales" (n° 4263)
23
- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de uitvoering van de wet
op de medische aansprakelijkheid" (nr. 4346)
23
- Mme Sonja Becq à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'exécution de la loi sur la
responsabilité médicale" (n° 4346)
23
Sprekers: Josée Lejeune, Sonja Becq,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Sonja Becq,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het voorschrijven op
stofnaam" (nr. 4268)
25
Question de M. Koen Bultinck à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé
publique
sur
"la
prescription
de
médicaments à partir du nom de la molécule"
(n° 4268)
25
Sprekers: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Koen Bultinck, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de publiciteit in de
tandheelkunde" (nr. 4326)
26
Question de Mme Rita De Bont à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la publicité en dentisterie"
(n° 4326)
26
Sprekers: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Rita De Bont, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
27
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
27
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de bijwerkingen van
bepaalde in de behandeling van aids gebruikte
geneesmiddelen" (nr. 4368)
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les effets secondaires
de certains médicaments utilisés dans le
traitement contre le sida" (n° 4368)
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het verbod op reclame
voor geneesmiddelen" (nr. 4542)
29
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'interdiction de
publicité pour les médicaments" (n° 4542)
29
Sprekers: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de totale uitroeiing van
mazelen in België tegen 2010" (nr. 4546)
30
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'éradication totale de
la rougeole en Belgique pour 2010" (n° 4546)
30
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het tekort aan bloed"
(nr. 4551)
32
Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la pénurie de sang"
(n° 4551)
32
Sprekers: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Josée Lejeune, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de oorzaken van het
toenemende
aantal
achterstallige
ziekenhuisfacturen en de mogelijke oplossingen"
(nr. 4557)
33
Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les causes et
solutions quant aux retards grandissants de
paiement des factures hospitalières" (n° 4557)
33
Sprekers:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de verplaatsingskosten
van patiënten die in landelijk gebied wonen"
(nr. 4558)
35
Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la mobilité et son coût
pour les patients en zones rurales" (n° 4558)
35
Sprekers:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Georges
Gilkinet,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"kinesitherapie
in
rusthuizen" (nr. 4581)
37
Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la kinésithérapie dans
les maisons de repos" (n° 4581)
37
Sprekers: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
MAANDAG
21
APRIL
2008
Namiddag
______
du
LUNDI
21
AVRIL
2008
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en
voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
La réunion publique est ouverte à 14 h 20 par Mme
Muriel Gerkens, présidente.
01 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de hyperbare
zuurstofbehandeling" (nr. 4017)
01 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'oxygénothérapie hyperbare" (n° 4017)</b>
01.01 Josée Lejeune (MR): Het Federaal
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg heeft
onlangs een eerder negatief rapport gepubliceerd
over de doeltreffendheid van de hyperbare
zuurstoftherapie. Een aantal centra had nochtans
om een verruiming van de voorwaarden voor
terugbetaling
verzocht
voor
bepaalde
aandoeningen,
en
uw
voorganger
had
aangekondigd dat hij wetenschappelijke gegevens
zou vragen. Wat is de stand van zaken? Hoe staat
het met de vraag om de voorwaarden voor
terugbetaling te verruimen? Zou het niet
aangewezen zijn maatregelen te nemen?
01.01 Josée Lejeune (MR) : Le Centre fédéral
d'expertise des soins de santé (KCE) vient de
publier un rapport plutôt négatif relatif à la question
de l'efficacité de la thérapie par oxygénation
hyperbare. Certains centres avaient cependant
demandé l'élargissement des conditions de
remboursement dans certaines indications et votre
prédécesseur avait annoncé qu'il demanderait des
données scientifiques. Qu'en est-il ? Où en est la
demande d'élargissement des conditions de
remboursement ? N'estimez-vous pas qu'il serait
opportun de prendre des mesures ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
Technische Medische Raad buigt zich sinds 2003
over
de
uitbreiding
van
de
terugbetalingsvoorwaarden met betrekking tot de
hyperbare zuurstoftherapie. Het RIZIV heeft het
Kenniscentrum om een spoedadvies verzocht en in
dat kader heeft het centrum zeer onlangs zijn
verslag ingediend.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La discussion concernant l'élargissement des
conditions
de
remboursement
pour
l'oxygénothérapie hyperbare est menée au sein du
Conseil technique médical depuis 2003. L'INAMI a
par ailleurs requis une procédure de demande
d'avis rapide auprès du KCE, qui vient de remettre
son rapport.
Dat rapport zal de discussie voeden over een
uitbreiding van de terugbetalingsvoorwaarden, die
alzo kan worden hervat in de Technische
geneeskundige raad en de Nationale Commissie
artsen-ziekenfondsen van het RIZIV. Ik wacht nog
op hun conclusies en op eventuele voorstellen voor
Celui-ci alimentera la discussion concernant
l'élargissement des conditions de remboursement,
qui pourra ainsi reprendre au sein du Conseil
technique médical et de la Commission nationale
médecins-organismes
assureurs
de
l'INAMI.
J'attends leurs conclusions et d'éventuelles
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
een aanpassing van de nomenclatuur in kwestie.
propositions d'adaptation de la nomenclature
concernée.
01.03 Josée Lejeune (MR): Aangezien u niet
beschikt over alle conclusies, zal ik u daar later
opnieuw over ondervragen.
01.03 Josée Lejeune (MR) : Étant donné que vous
n'avez pas l'ensemble des conclusions, je
reviendrai vers vous plus tard.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De vragen nr. 4018 van mevrouw De
Block en nrs 4019 en 4020 van mevrouw
Avontroodt worden omgezet in schriftelijke vragen.
L'incident est clos.
La présidente : Les questions n° 4018 de Mme De
Block et n
os
4019 et 4020 de Mme Avontroodt sont
transformées en questions écrites.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de risico's van een
overdreven blootstelling aan elektromagnetische
straling" (nr. 4035)
- de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de brochure over de
stralingsproblematiek" (nr. 4146)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de publicatie van een
infobrochure inzake elektromagnetische velden
en gezondheid, en over de aanpassing van de
website van de FOD" (nr. 4317)
02 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "les risques de surexposition
aux rayonnements électromagnétiques" (n° 4035)<br>- M. Roel Deseyn à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la brochure relative à la
problématique des rayonnements" (n° 4146)<br>- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
publication d'une brochure d'information relative
aux champs électromagnétiques et à la santé, et
sur l'adaptation du site internet du SPF" (n° 4317)</b>
02.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): In de media
werd gewag gemaakt van een toename van het
aantal
gevallen
van
CVS
(chronischevermoeidheidssyndroom) als gevolg van
de opkomst en ontwikkeling van de mobiele
telefonie. Dat zou blijken uit een aantal studies.
Hebben uw diensten een studie uitgevoerd naar de
gevolgen van blootstelling aan dat type straling en
een analyse, met bijbehorende discussie, verricht
van de onderscheiden studies die hierover
wereldwijd gepubliceerd werden? Kan u ons nadere
informatie verstrekken of ons zelfs geruststellen, of
aangeven welke aanbevelingen er zullen worden
uitgevaardigd naar de bevolking toe, ter preventie
van een overmatige blootstelling aan een dergelijke
straling?
02.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : S'appuyant
sur certaines études, des médias ont fait état d'une
augmentation des cas de syndrome de fatigue
chronique qui serait due à l'arrivée et au
développement de la téléphonie mobile. Vos
services ont-ils diligenté une étude des effets d'une
telle exposition et une analyse contradictoire des
différentes études parues de par le monde ?
Pouvez-vous nous informer voire nous rassurer ou
encore nous indiquer quelles recommandations il
est envisagé de communiquer au public pour se
prémunir d'une exposition excessive à ces
rayonnements ?
02.02 Roel Deseyn (CD&V - N-VA): De
elektromagnetische straling van gsm's en andere
toestellen zou een nefaste invloed op onze
gezondheid kunnen hebben. Het beleid moet
daarom het voorzorgprincipe huldigen en actief
optreden. Dat de FOD Gezondheidszorg een
brochure met advies en aanbevelingen over
elektromagnetische straling zal uitgeven, is dan ook
een goede zaak. Toch rijzen er her en der vragen
bij de manier waarop de brochure is opgesteld. Zo
is er controverse ontstaan over de gebruikte
02.02 Roel Deseyn (CD&V - N-VA) : Le
rayonnement électromagnétique des GSM et
d'autres appareils serait susceptible d'exercer une
influence néfaste sur notre santé. Eu égard au
principe de précaution, une intervention active des
pouvoirs publics est indispensable. Je me félicite
dès lors de la publication prochaine par le SPF
Santé publique d'une brochure contenant diverses
recommandations
relatives
au
rayonnement
électromagnétique.
Toutefois,
d'aucuns
s'interrogent sur la méthode appliquée pour établir
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
methodiek bij het samenstellen van de brochure en
de neutraliteit van de geraadpleegde experts.
Welke thema's komen aan bod in de brochure?
Welke experts werden geraadpleegd? Hoe zal de
brochure worden verspreid?
ce document, la neutralité des experts consultés
étant par ailleurs également controversée.
Quels sont les thèmes évoqués dans cette
brochure ? Quels experts a-t-on consultés ? Quel
sera le mode de diffusion de cette brochure ?
02.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): In april publiceren uw diensten een
brochure over elektromagnetische velden en
gezondheid. Op welke wetenschappelijke gronden
is ze gestoeld? De WGO-norm, waardoor de
overheden zich doorgaans laten leiden, staat ter
discussie, omdat hij geen rekening houdt met de
niet-thermische invloed van de elektromagnetische
velden. Werd nog met andere bronnen rekening
gehouden?
Tot welk publiek richt die brochure zich? Op welke
schaal zal ze worden verspreid? Komen er speciale
acties voor jongeren?
Op de site
www.infogsm.be
vinden we nog steeds
niets terug over de bevindingen van talrijke recente
wetenschappelijke studies. Op de site lezen we
onder meer dat de straling van mobiele telefoons in
normale omstandigheden niet gevaarlijk is voor de
gezondheid, net zo min als wonen in de buurt van
antennes.
Wat verstaat men onder normale omstandigheden?
Het voorzorgsprincipe wordt niet in acht genomen.
Zou men de bevolking, en vooral dan de jongeren,
niet moeten sensibiliseren voor dit probleem? Moet
de website niet worden aangepast?
Ten slotte hebben we een voorstel van resolutie
ingediend, waarin dwingender normen worden
geëist. Werd de tekst ook aan het Kenniscentrum-
Centre d'expertise (KCE) bezorgd? Binnen welke
termijn zullen we dit voorstel in het Parlement
kunnen bespreken?
02.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Une brochure concernant les champs
magnétiques et la santé sera publiée en avril par
votre administration. Quelles en sont les bases
scientifiques ? La norme OMS, notamment, qui sert
de base à la plupart des positions des autorités
publiques, est contestée en raison du fait que l'OMS
ne tient pas compte des effets non thermiques.
D'autres sources ont-elles été consultées ?
Vers quel public cette brochure sera-t-elle
diffusée ? À quelle échelle ? Une démarche
particulière est-elle envisagée à destination du
public jeune ?
Le site www.infogsm.be n'a toujours pas intégré
l'apport de nombreuses études scientifiques
récentes. On y lit notamment que le rayonnement
des téléphones mobiles ne nuit pas à la santé dans
des circonstances normales, ni le fait d'habiter près
d'antennes.
Qu'entend-on par "circonstances normales" ? Le
principe de précaution n'est pas respecté. Ne faut-il
pas sensibiliser la population, surtout au sujet des
jeunes, et adapter cet outil de communication ?
Enfin, nous avons déposé une proposition de
résolution
exigeant
des
normes
plus
contraignantes.
Le
Kenniscentrum-Centre
d'expertise (KCE) en a-t-il reçu le texte ? Dans quel
délai pourrons-nous en discuter au Parlement ?
02.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Op
basis van het rapport van het Wetenschappelijk
Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's van de
Europese Commissie (SCENIHR) kan niet worden
aangetoond dat er een oorzakelijk verband bestaat
tussen het chronischevermoeidheidssyndroom en
de blootstelling aan een magnetisch veld.
Uitgaand van het voorzorgsbeginsel deel ik echter
wel uw bezorgdheid. De wetenschap heeft immers
geen pasklare antwoorden.
Daar er in de pers vaak een beperkt of verkeerd
beeld wordt gegeven van de problematiek, werd er
02.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le rapport du Comité sanitaire des risques
émergents et nouveaux de la Commission
européenne ne permet pas d'affirmer qu'il y ait un
lien de causalité entre le syndrome de fatigue
chronique et l'exposition à un champ magnétique.
Cependant, en vertu du principe de précaution, je
partage vos inquiétudes. Il n'y a pas de réponse
définitive de la part du monde scientifique.
La presse présentant souvent le problème de façon
réductrice ou fausse, il a été décidé de publier une
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
besloten een brochure ­ gebaseerd op conclusies
van recente internationale, Europese en Belgische
wetenschappelijke studies ­ te publiceren waarin de
recente bevindingen worden toegelicht. In de
brochure komen de thermische effecten aan bod,
alsook de mogelijke risico's van langdurige
blootstelling aan de straling van gsm's, maar ook
van antennes, draadloze netwerken en andere
stralingsbronnen. Voorts wordt er uitleg gegeven bij
de wetenschappelijke onzekerheid, de politieke
beleidskeuzes en de administratieve reglementering
dienaangaande.
brochure clarifiant les constats récents et basée sur
les
conclusions
d'études
scientifiques
internationales, européennes et belges récentes ;
elle prend en compte les effets thermiques et les
risques possibles liés à une exposition de longue
durée, non seulement des rayonnements des GSM,
mais aussi des antennes, des réseaux sans fil et
autres sources. Elle explique en outre les
incertitudes scientifiques, les choix politiques et les
règlements administratifs.
(Nederlands) De brochure zal samengesteld
worden door de dienst risicobeheer van de FOD
Volksgezondheid, in samenwerking met externe
deskundigen. In de brochure zal getracht worden de
problematiek zo objectief en systematisch mogelijk
te benaderen. De brochure zal ter beschikking
worden gesteld van de gemeenten en de regionale
administraties die in contact komen met het
publiek. Zij zal verspreid worden in een oplage van
50.000 exemplaren en in de drie officiële talen.
Een elektronische versie zal beschikbaar zijn op de
website van de FOD en men zal een gedrukte
versie kunnen bestellen via het callcenter van de
FOD.
(En néerlandais) La brochure sera élaborée par le
service Maîtrise des risques du SPF Santé
publique, en collaboration avec des experts
externes. Elle tentera d'expliquer le problème le
plus objectivement et le plus systématiquement
possible. Elle sera mise à la disposition des
communes et des administrations régionales qui
sont en contact avec le public. 50.000 exemplaires
rédigés dans les trois langues officielles seront
distribués.
Une version électronique sera disponible sur le site
internet du SPF et une version papier pourra être
commandée par l'intermédiaire du centre d'appel du
SPF.
(Frans) De Commissie voor de Veiligheid van de
Consumenten
draagt
de
redactionele
verantwoordelijkheid
voor
de
website
www.infogsm.be
. Die Commissie ressorteert onder
de minister die over Consumentenzaken gaat, en
dat is, dacht ik, de heer Magnette.
(En français) La responsabilité rédactionnelle du
site www.infogsm.be relève de la Commission de la
sécurité des consommateurs, qui dépend du
ministre de la Protection de la consommation, qui
est, je pense, M. Magnette.
02.05 Jean-Jacques Flahaux (MR): Het is
belangrijk dat er met de straling in globo rekening
gehouden wordt.
De zogenaamde Salzburgnorm wordt in feite
helemaal niet toegepast in Salzburg. Ook dat
gegeven diende aan het dossier te worden
toegevoegd.
02.05 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Il était
important de prendre en compte l'ensemble des
rayonnements.
La norme dite de Salzbourg n'est, dans les faits,
pas en usage à Salzbourg. Cet élément mériterait
d'être ajouté au dossier.
02.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik
vertolk
de
grieven
van
de
tolken,
die
gezondheidsproblemen krijgen als gevolg van het
gsm-gebruik in de vergaderzaal.
02.06 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Je me fais l'interprète des interprètes, qui ont des
problèmes de santé liés à l'utilisation des GSM
dans la salle.
De voorzitter: Wij zullen er rekening mee houden.
La présidente : Nous en tiendrons compte.
02.07 Roel Deseyn (CD&V - N-VA): Het probleem
met veel van de beschikbare informatie is dat de
bronnen niet altijd duidelijk zijn geïdentificeerd. Ik
hoop dan ook dat de brochure daaraan de nodige
aandacht zal besteden. De bedoeling van de
brochure
is
om
over
te
brengen
wat
wetenschappelijk al vaststaat, maar gelet op het
02.07 Roel Deseyn (CD&V - N-VA) : Il est
malheureusement fréquent que les informations
disponibles ne soient pas accompagnées de
références explicites aux sources. J'espère dès lors
que, pour la brochure en question, l'on sera attentif
à cet aspect. L'objectif poursuivi à travers cette
publication est de communiquer les éléments
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
voorzorgbeginsel is het wellicht ook aangewezen
een overzicht te geven van de vragen waarop de
wetenschap nog geen definitief antwoord kan
geven.
De brochure zal aandacht besteden aan de
thermische effecten van straling, maar er zijn ook
aanwijzingen dat sommige types straling een effect
hebben op het kortetermijngeheugen. Ook dat zou
vermeld moeten worden.
Bovendien is het zo dat niet alle stralingen even
gevaarlijk zijn. Ik hoop dat de brochure wat dat
betreft een duidelijk onderscheid zal maken. Zo zijn
draadloze telefoons met CT-technologie minder
gevaarlijk dan DECT-telefoons, ook al bieden zij
dezelfde mogelijkheden en hetzelfde comfort.
Ten slotte hoop ik dat de verspreiding van de
brochure gepaard zal gaan met een bredere
mediacampagne, zodat het publiek tenminste op de
hoogte is van het bestaan van de brochure.
scientifiquement établis mais, eu égard au principe
de précaution, il s'indique probablement aussi de
dresser un inventaire des questions auxquelles la
science n'a pas encore répondu de manière
concluante.
La brochure s'attardera sur les effets thermiques
des rayonnements mais il semble que certains
types de rayonnements aient aussi un effet sur la
mémoire à court terme. Il faudrait le mentionner
également.
De plus, tous les rayonnements ne présentent pas
le même degré de dangerosité. J'espère que la
différence sera clairement établie dans la brochure.
Ainsi, les téléphones sans fil qui utilisent la
technologie CT sont moins dangereux que les
téléphones DECT, alors qu'ils offrent les mêmes
possibilités et le même confort.
Pour conclure, j'espère qu'une vaste campagne
médiatique sera menée parallèlement, pour que le
grand public soit au moins informé de l'existence de
la brochure.
02.08 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): De brochure zullen we beoordelen
wanneer we erover beschikken. Ik had liever gezien
dat er rekening werd gehouden met andere
internationale bronnen, waarnaar u niet heeft
verwezen.
Zouden we geen campagne op het getouw moeten
zetten
die
zich
specifiek
richt
tot
een
jongerenpubliek?
02.08 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Pour la brochure, on jugera sur pièce.
J'aurais aimé qu'elle se base sur d'autres sources
internationales non citées.
Ne faudrait-il pas lancer une campagne centrée sur
les jeunes ?
02.09 Minister Laurette Onkelinx (Frans): We
zullen eerst nagaan of de brochure niet
bijgeschaafd moet worden, vóór we ze op ruimere
schaal gaan verspreiden.
02.09 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
On verra d'abord s'il n'y a pas lieu d'améliorer la
brochure avant de la diffuser plus amplement.
02.10 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!): De gebruikte communicatiemiddelen
moeten rekening houden met de eigenheid van de
specifieke doelgroep. Wat de jongeren betreft, moet
rekening worden gehouden met vermijdbare risico's
van individueel gedrag.
Op de website
www.infogsm.be
zelf staat te lezen
dat hij afhangt van de FOD Leefmilieu. Is die site
dan van FOD veranderd? Zullen we de brochure
van die site of van een andere site kunnen
downloaden? Men moet voorkomen dat de
verschillende
sites
tegenstrijdige
informatie
bevatten.
02.10 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-
Groen!) : Des publics différents réclament des outils
de communication différents et adaptés. Il faut, à
l'égard des jeunes, prendre en compte les risques
liés à des comportements individuels qu'on peut
prévenir.
Quant au site www.infogsm.be, il indique lui-même
qu'il est lié au SPF Environnement. Aurait-il changé
de SPF ? La brochure pourra-t-elle être téléchargée
à partir de ce site-là ou à partir d'un autre ? Il faut
éviter que des sites différents ne contiennent des
informations contradictoires.
02.11 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal
contact opnemen met de grote baas van de FOD en
02.11 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je prendrai contact avec le patron du SPF pour lui
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
hem erop wijzen dat er een probleem is met de site
infogsm.be, en ik zal hem erop attenderen dat men
geen sites mag dooreenhalen.
signaler qu'il y a un problème sur le site
www.infogsm.be et attirer son attention sur le fait
qu'il ne faut pas mélanger les sites.
02.12 De voorzitter : Het zou interessant zijn de
studie van het KCE af te wachten, die een overzicht
geeft van de `ernstige' wetenschappelijke studies.
02.12 La présidente : Il serait intéressant
d'attendre l'étude du KCE, qui répertorie les études
scientifiques « sérieuses ».
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het gebruik van de
omgekeerde
driehoek
als
symbool
voor
geneesmiddelen
die
een
nieuw
actief
bestanddeel bevatten" (nr. 4039)
03 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le symbole
du triangle renversé pour les médicaments
contenant un nouveau principe actif" (n° 4039)</b>
03.01
Josée
Lejeune
(MR):
Bij
de
commercialisering van een nieuw geneesmiddel ligt
het werkzame bestanddeel niet altijd volledig vast.
Een omgekeerde driehoek, een symbool dat
voorkomt
in
het
"gecommercialiseerd
geneesmiddelenrepertorium"
voor
elk
nieuw
werkzaam bestanddeel gedurende de eerste drie
jaar commercialisering, trekt al enige tijd de
aandacht van de voorschrijvers. Zo weet de
voorschrijver dat de dagelijkse praktijk met dit
geneesmiddel beperkt is en het "Belgisch Centrum
voor Geneesmiddelenbewaking" kan het nieuwe
werkzame bestanddeel aandachtig volgen.
Dient dat symbool, dat momenteel enkel de
voorschrijvers en de apothekers te zien krijgen, niet
op de verpakking te worden aangebracht om de
patiënten erop te wijzen dat het om een nieuw
werkzaam bestanddeel gaat en, zo ja, moet er geen
informatiecampagne voor het publiek worden
gevoerd?
03.01 Josée Lejeune (MR) : Lors de la
commercialisation d'un nouveau médicament, son
principe actif n'est pas toujours totalement établi.
Depuis peu, l'attention des prescripteurs est attirée
par un triangle renversé, symbole qui apparaît dans
le répertoire commenté des médicaments pour tout
nouveau principe actif pendant les trois premières
années de commercialisation. Le prescripteur sait
ainsi que la pratique quotidienne avec ce
médicament est limitée et le Centre belge de
pharmacovigilance peut suivre attentivement ce
nouveau principe actif.
Ce symbole n'étant accessible actuellement qu'aux
prescripteurs et aux pharmaciens, ne faudrait-il pas
l'apposer sur l'emballage afin d'avertir les patients
qu'il s'agit d'un nouveau principe actif et, si oui, ne
faudrait-il pas réaliser une campagne d'information
pour le public ?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Het
symbool van de omgekeerde zwarte driehoek staat
in
het
"Gecommentarieerd
geneesmiddelenrepertorium"
waarvan
de
elektronische versie voor iedereen toegankelijk is
op de internetsite van het Belgisch Centrum voor
Farmacotherapeutische Informatie (BCFI). De lijst
van de desbetreffende geneesmiddelen is ook
beschikbaar op de internetsite van het Federaal
Agentschap
voor
Geneesmiddelen
en
Gezondheidsproducten (FAGG).
Men dient geneesmiddelen die dit symbool dragen,
niet te beschouwen als geneesmiddelen met een
hoger risico. De bijsluiters bevatten belangrijke
informatie over het gebruik ervan.
De vermeldingen die op de verpakking van een
geneesmiddel staan, worden vastgelegd door artikel
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le symbole du triangle noir renversé est repris dans
le Répertoire commenté des médicaments dont la
version électronique est accessible à tous via le site
internet
du
Centre
belge
d'information
Pharmacothérapeuthique (CBIP). La liste des
médicaments concernés est également disponible
sur le site internet de l'Agence fédérale des
médicaments et des produits de santé (AFMPS).
Les médicaments portant ce symbole ne doivent
pas être considérés comme présentant plus de
risques et leur notice contient des informations
importantes quant à leur emploi.
Les mentions devant figurer sur l'emballage d'un
médicament sont fixées par l'article 59 de la
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
59 van de richtlijn 2001/83. Het aanbrengen van
een teken dat aangeeft dat het om een nieuw
geneesmiddel gaat, wordt niet vermeld in artikel 57
van dezelfde richtlijn die in afwijkingen voor de
Lidstaten voorziet. Het aanbrengen van een logo
op de verpakking zou dus in samenspraak op
Europees niveau moeten gebeuren.
Vermits op dit ogenblik niets bepaald is over de
vermelding op de verpakking van geneesmiddelen,
overwegen we geen informatiecampagne.
directive 2001/83. L'apposition d'un signe lié à la
nouveauté d'un médicament n'est pas mentionnée
à l'article 57 de la même directive prévoyant des
dérogations à l'intention des États membres.
L'apposition d'un logo sur l'emballage devrait donc
être concertée au niveau européen.
Dans la mesure où cette mention sur l'emballage
des médicaments n'est actuellement pas prévue,
nous
n'envisageons
pas
de
campagne
d'information.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde interpellatie en vragen van
- de heer Koen Bultinck tot de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de herziening van het
planningssysteem van het medische aanbod"
(nr. 45)
- de heer Josy Arens aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de contingentering van
het medische aanbod" (nr. 4396)
- mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de numerus clausus en
de RIZIV-quota" (nr. 4602)
04 Interpellation et questions jointes de
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la révision du système de
planification de l'offre médicale" (n° 45)
- M. Josy Arens à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le contingentement de l'offre
médicale" (n° 4396)<br>- Mme Valérie De Bue à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le numerus clausus et les quotas
INAMI" (n° 4602)</b>
04.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): In de
regeringsverklaring
staat
letterlijk
dat
het
planningssysteem van het medische aanbod zal
worden herzien en dat in overleg met elke
Gemeenschap
op
korte
termijn
een
regularisatieoplossing zal worden gevonden. Vooral
die aangekondigde regularisatie is nieuw. Het is
opvallend dat ook de Franstalige collega's daar
vragen over willen stellen, terwijl het Franstalig
landsgedeelte jarenlang naliet een ingangsexamen
voor artsen in te voeren en dat dit examen
bovendien pas plaatsvindt op het einde van het
eerste jaar studie. In de Nederlandstalige pers lezen
we dat de regering de spons veegt over het teveel
aan Waalse artsen en dat het overtallig aantal
Waalse artsen wordt geregulariseerd. De Huisarts
en de Artsenkrant koppen respectievelijk "Quota
onder voorbehoud" en "Contingentering: zondaars
krijgen vrij spel".
De contingentering werd in 1996 ingevoerd. Er werd
toen beslist vanaf 2004 de instroom van artsen te
beperken, zeker van artsen met een Riziv-nummer.
04.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Il est
explicitement
dit
dans
la
déclaration
gouvernementale que le système de planification de
l'offre médicale sera revu et qu'une solution de
régularisation sera trouvée à bref délai en
concertation avec chaque Communauté. L'annonce
de cette régularisation, en particulier, constitue une
innovation. Il est frappant de constater que les
collègues francophones aussi souhaitent poser des
questions à ce sujet alors que, pendant des années,
la partie francophone du pays a omis d'organiser
l'examen d'entrée pour les médecins et que cet
examen n'est organisé qu'à l'issue de la première
année d'étude. Nous lisons dans la presse
néerlandaise que le gouvernement passe l'éponge
sur le nombre excédentaire de médecins wallons et
que ces médecins seront régularisés. De Huisarts
et De Artsenkrant titrent respectivement Quota sous
réserve
et Contingentement: les pécheurs sont
absous
.
Le contingentement a été instauré en 1996. Il avait
été décidé à l'époque de limiter l'afflux à partir de
2004, en particulier pour les médecins possédant
un numéro INAMI.
De vorige minister plande een aanpassing van het
contingenteringsaantal van de huidige 980 naar
Le précédent ministre avait projeté d'aménager le
contingent pour passer de 980 aujourd'hui à 1025
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
1025 in 2013 en 1230 in 2015. Minister Onkelinx
heeft
bij
haar
aantreden
deze
aantallen
overgenomen.
Zal de minister de analyse van de Medische
Planningscommissie al dan niet volgen? Valt de
beslissing nog voor de inwerkingtreding van het
kadaster van de medische beroepen eind dit jaar?
Hoe zal de regularisatie van de boventalige
Franstalige artsen eruit zien? Werd er al overleg
gepleegd met de Gemeenschappen? Zal er ook
voor de kinesisten een gelijkaardige regeling
komen?
en 2013 et à 1230 en 2015. Lorsqu'elle a pris ses
fonctions, Mme Onkelinx a repris ces chiffres à son
compte.
Le ministre suivra-t-il ou non l'analyse de la
Commission médicale de planning ? La décision
sera-t-elle encore prise avant l'entrée en vigueur du
cadastre des professions médicales à la fin de cette
année ? Comment se fera la régularisation des
médecins francophones en surnombre ? Y a-t-il
déjà eu une concertation avec les Communautés ?
Un régime analogue sera-t-il appliqué pour les
kinésithérapeutes?
04.02 Josy Arens (cdH): De beperking van het
medisch aanbod door de invoering van een
numerus clausus in de geneeskunde staat al jaren
ter discussie en werd al meermaals aan de orde
gesteld.
Sinds 2003 is het aantal geneeskundediploma's dat
door de universiteiten van de Franse Gemeenschap
werd uitgereikt, gestaag gedaald. Tegelijk moet ons
land een beroep doen op buitenlandse artsen,
onder meer uit Roemenië. De World Medical
Association
vraagt sinds 2003 dat er voldoende
artsen zouden worden opgeleid.
Hoe staat u tegenover de beperking van het
medisch aanbod in België? Wat zal u daaraan
doen?
04.02 Josy Arens (cdH) : La question de la
limitation de l'offre médicale par l'instauration d'un
numerus clausus en médecine est controversée
depuis de nombreuses années et a déjà été
évoquée à plusieurs reprises.
Depuis 2003, le nombre de diplômes en médecine
attribué par les universités de la Communauté
française ne cesse de diminuer. Dans le même
temps, la Belgique doit faire appel à des médecins
d'autres pays, parmi lesquels des médecins
roumains. Or, l'Association médicale mondiale a
exhorté, dès 2003, à former un nombre suffisant de
médecins.
Quelle est votre position par rapport à la limitation
de l'offre médicale en Belgique ? Comment
envisagez-vous de remédier à cette situation ?
04.03 Valérie De Bue (MR): De Franstalige
studentenkoepel FEF (Fédération des Etudiant(e)s
Francophones
) hekelde de aankomst in België van
434 buitenlandse artsen. Dat er een beroep wordt
gedaan op buitenlandse artsen is een paradox,
gelet op de voor Belgische studenten geldende
quotaregeling.
Hoe staat het met de opmaak van het kadaster?
Denkt u dat dat fenomeen zal blijven bestaan en dat
er artsen uit het buitenland naar ons land zullen
blijven komen om hier te praktiseren?
Wat is uw standpunt over de door de
Planningscommissie
geformuleerde
aanbevelingen? Er is sprake van een verhoging van
de quota vanaf 2014 en een afvlakking vanaf 2008
tot in 2018. Ik herinner u eraan dat 35 studenten
nog steeds wachten op een uitspraak van de
rechtbank.
Welke andere maatregelen zullen er getroffen
worden om dit probleem op te lossen?
04.03 Valérie De Bue (MR) : La FEF a dénoncé
l'arrivée en Belgique de 434 médecins étrangers,
paradoxale eu égard au système des quotas en
vigueur pour les étudiants belges.
Où en est la création du cadastre ?
Le phénomène des médecins venus de l'étranger
va-t-il, selon vous, perdurer ?
Que pensez-vous des recommandations de la
Commission de planification ? On parle d'une
augmentation des quotas à partir de 2014 et d'un
lissage à partir de 2008 jusqu'en 2018. Je rappelle
que 35 étudiants sont toujours en attente d'une
décision de justice.
Quelles sont les autres mesures envisagées pour
trouver une solution à ce problème ?
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
De voorzitter: Die vragen hadden aan bod kunnen
komen tijdens de bespreking van de algemene
beleidsnota, maar aangezien de interpellatie op de
Conferentie van voorzitters aanvaard werd, werden
de vragen eraan toegevoegd.
La présidente : Ces questions auraient pu être
abordées lors de la discussion de la note de
politique générale, mais l'interpellation ayant été
acceptée en Conférence des présidents, ces
questions ont été jointes.
04.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal
herhalen wat ik al eerder heb gezegd. Ik heb al
herhaaldelijk
op
vragen
dienaangaande
geantwoord.
De contingentering is maar een van de facetten van
de regulering van de vraag en het aanbod, en de
kwaliteit moet centraal staan.
Bij de planning moet rekening worden gehouden
met de vergrijzing van de bevolking, de feminisering
van het medisch korps, de geografische spreiding
en de behoeften in het veld van de diverse
specialisaties, met inbegrip van de algemene
geneeskunde. Het optrekken van het contingent
gedurende een bepaalde termijn, zoals voorgesteld
door de Planningscommissie, is logisch.
Er zou in de toekomst een tekort kunnen dreigen,
vooral in de algemene geneeskunde en in sommige
ziekenhuisspecialisaties. Er zou geen verband zijn
tussen het aantal artsen en het aantal prestaties.
Beide Gemeenschappen vragen een oplossing voor
het tekort en voor de kwestie van de overtallige
studenten.
Alvorens de regeling te herzien, zou ik over het
kadaster van de gezondheidswerkers willen
beschikken. Dat zal eind 2008 of begin 2009
beschikbaar zijn.
De cijfers met betrekking tot het vrij verkeer van
werknemers schommelden tot in 2004 rond 130, en
bedroegen vervolgens 170 in 2005, 241 in 2006 en
421 in 2007. Diezelfde vaststelling geldt voor heel
West-Europa en houdt verband met de recente
inwerkingtreding van het vrij verkeer van artsen
voor een aantal landen van Oost-Europa die tot de
Europese Unie zijn toegetreden.
Dat fenomeen met betrekking tot de buitenlandse
artsen moet worden onderzocht. Sommige artsen
vragen een visum met het oog op het volgen van
een opleiding, maar hun aanvraag wordt meegeteld
als zijnde een aanvraag om zich als nieuwe arts in
ons land te vestigen. Er zal ook rekening moeten
worden gehouden met de Belgische artsen die zich
in het buitenland vestigen.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je vais me répéter. J'ai déjà répondu à de
nombreuses reprises à ce propos.
Le contingentement n'est qu'une des facettes de la
régulation de l'offre et de la demande, en mettant la
qualité au coeur du débat.
La planification doit tenir compte du vieillissement
de la population, de la féminisation du corps
médical, de la répartition géographique et des
besoins sur le terrain dans les différentes
spécialisations, y compris la médecine générale.
Une augmentation du contingentement dans le
temps, comme proposé par la Commission de
planification, est logique.
Il existerait un risque de pénurie dans l'avenir,
surtout en médecine générale et dans certaines
spécialités hospitalières. Il n'y aurait pas de lien
entre le nombre de médecins et le nombre de
prestations.
Les deux Communautés réclament une solution à la
pénurie et à la question des étudiants
excédentaires.
Pour revoir le système, je souhaite attendre le
cadastre des professionnels de la santé, prévu pour
fin 2008 ou début 2009.
Les chiffres concernant la libre circulation des
travailleurs se situaient aux alentours de 130 par an
jusqu'en 2004, puis 170 en 2005, 241 en 2006 et
421 en 2007. Cette observation est faite dans
l'ensemble de l'Europe de l'Ouest et est liée à
l'obtention récente de la libre circulation des
médecins pour un certain nombre de pays de l'Est
ayant adhéré à l'Union européenne.
Il faudra examiner ce phénomène qui concerne les
médecins étrangers. Certains médecins demandent
un visa, pour suivre une formation, mais leur
demande est comptabilisée comme nouveau
médecin exerçant sur le terrain. Il faudra tenir
compte aussi des médecins belges s'installant à
l'étranger.
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Ik
zou
de
werkzaamheden
van
de
planningscommissie willen herbekijken en daarbij
trachten te antwoorden op een aantal sleutelvragen
(aantal artsen die nodig zijn per specialiteit,
geografische spreiding, verdeling van de rollen van
de diverse actoren van de gezondheidszorg,
groepspraktijken, enz.).
In afwachting zal er een oplossing voor de
overtallige studenten moeten worden gevonden.
Ten slotte zal ik het overleg met de beide
Gemeenschappen
voortzetten
teneinde
de
selectiesystemen van de universiteiten (op het
niveau van het eerste jaar) zo goed mogelijk te
harmoniseren; beide uiteenlopende systemen
kampen met hetzelfde probleem van overtallige
studenten.
Je voudrais recentrer le travail de la planification en
tentant de répondre à une série de questions clefs
(nombre de médecins nécessaires par spécialité,
répartition géographique, répartition des rôles des
différents acteurs des soins de santé, médecine de
groupe, etc.).
En attendant, il faut trouver une solution pour les
étudiants excédentaires.
Enfin, je poursuivrai la concertation avec les deux
Communautés pour harmoniser au mieux les
systèmes de sélection des universités (au niveau de
la première année) ; ces deux systèmes différents
présentent
le
même
problème
d'étudiants
surnuméraires.
(Nederlands) De Planningscommissie heeft een
werkgroep
opgericht
die
de
maatregelen
betreffende de kinesisten moet evalueren. Zodra ik
daar conclusies van krijg, zal ik mij buigen over de
problematiek van de contingentering van de
kinesisten.
(En néerlandais) La Commission de planification a
créé un groupe de travail chargé d'évaluer les
mesures concernant les kinésithérapeutes. Dès que
je serai en possession des conclusions de ce
groupe de travail, je me pencherai sur la question
du contingentement des kinésithérapeutes.
04.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Ik zal
morgen zeker aanwezig zijn als we voortgaan met
de bespreking van de beleidsnota. Ik heb naar
aanleiding van die bespreking ook vragen gesteld,
maar ik vind deze kwestie belangrijk genoeg om de
minister erover te interpelleren, zodat wij er tijdens
de plenaire vergadering op kunnen terugkomen.
De minister geeft een erg voorzichtig en technisch
antwoord. Zij verklaart dat ze de globale herziening
en de inwerkingtreding van het kadaster van de
medische beroepen afwacht. Ik zal het dossier dus
blijven opvolgen.
Iedereen is het erover eens dat we bij de planning
rekening moeten houden met de vergrijzing en de
vervrouwelijking van het beroep. Maar we
verschillen
wel
van
mening
over
de
regularisatieregeling voor de studenten op
overschot die de minister heeft aangekondigd. Ik
vroeg haar hoe ver het overleg met de
Gemeenschappen gevorderd was, maar de minister
blijft vaag en antwoordt enkel dat ze verder gaat
met dat overleg.
Wat de kinesisten betreft is het dus wachten op de
resultaten van een werkgroep, terwijl bij de artsen
het overschot aan studenten geregulariseerd zal
worden. Ik herhaal wat ik reeds vele malen tegen de
voorganger van de minister, Rudy Demotte, heb
gezegd: de Nederlandstaligen hebben de regels
04.05 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Je ne
manquerai pas d'être présent demain pour la
reprise de l'examen de la note de politique
générale. J'ai déjà posé des questions à l'occasion
de cette discussion, mais ce point est suffisamment
important à mes yeux pour justifier une
interpellation de la ministre, de sorte que la question
puisse également être abordée en séance plénière.
Dans une réponse technique empreinte d'une
extrême circonspection, la ministre déclare attendre
la révision globale du cadastre des professions
médicales ainsi que son entrée en vigueur. Je
continuerai dès lors à suivre ce dossier.
Tout le monde s'accorde pour dire que la
planification doit prendre en considération le
vieillissement et la féminisation de la profession.
Toutefois, nous ne partageons pas le même point
de vue en ce qui concerne le régime de
régularisation des étudiants surnuméraires annoncé
par la ministre. À ma question portant sur l'état
d'avancement de la concertation avec les
Communautés, la ministre répond vaguement et se
contente d'affirmer que les contacts se poursuivent.
En ce qui concerne les kinésithérapeutes, il faut
attendre le résultat des discussions au sein d'un
groupe de travail, tandis que pour les médecins, les
étudiants en surnombre seront régularisés. Comme
je l'ai déjà rappelé à plusieurs reprises au
prédécesseur de la ministre, M. Demotte, les
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
correct gevolgd en een ingangsexamen ingericht
voor artsen, de Franstaligen dreigen ermee dat wij
de regeling zullen moeten betalen.
néerlandophones ont appliqué correctement les
règles et instauré un examen d'entrée pour les
médecins, tandis que les francophones menacent
de nous faire supporter le coût financier inhérent au
système.
04.06 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Dat is niet waar. Er zijn twee verschillende
systemen en er zijn problemen met beide systemen.
De voorzitter: Aan de Vlaamse universiteiten
studeren ook meer geneeskundestudenten dan
toegelaten volgens de quotaregeling.
04.06 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : Ce n'est pas exact. Les deux
systèmes sont différents et posent tous deux des
problèmes.
La présidente : Dans les universités flamandes, il y
a aussi des étudiants en médecine surnuméraires
par rapport aux quotas.
04.07 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er zijn
problemen
met
de
regels
in
de
twee
Gemeenschappen. We zullen over het globale
probleem reflecteren. Toch moet er op korte termijn
een oplossing komen voor de overtallige studenten.
04.07 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Les systèmes des deux Communautés sont
problématiques. Nous allons entreprendre une
réflexion globale. Mais il faut aussi une solution à
court terme pour les étudiants excédentaires.
04.08 Koen Bultinck (Vlaams Belang): De
systemen zijn wel degelijk verschillend. De
Nederlandstaligen hebben gedaan wat gevraagd is
en een ingangsexamen ingevoerd, terwijl de
Franstaligen heel lang gewacht hebben om een
regeling te treffen. Een aantal studies bewijst nu dat
er wel degelijk een probleem is, ook deels aan
Nederlandstalige zijde. Nu kondigt de minister een
regularisatie aan voor de artsen, waar het probleem
het grootst is aan de Franstalige zijde. Maar
wanneer de Nederlandstaligen een oplossing
vragen voor het tekort aan kinesisten, dan wordt het
dossier verschoven naar een werkgroep.
Ik zal hierop blijven terugkomen. Ik zal ook een
motie indienen, waarin ik de regering vraag om de
suggesties van de Planningscommissie kritisch te
bekijken, niet blind te regulariseren en de
contingentering te versoepelen.
04.08 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Il s'agit
bien de systèmes différents. Les néerlandophones
ont suivi les instructions et ont organisé un examen
d'entrée, alors que les francophones ont attendu
très longtemps avant de prendre des mesures. Un
certain nombre d'études démontrent actuellement
qu'il existe bien un problème, en partie aussi du
coté néerlandophone. La ministre annonce
aujourd'hui une régularisation pour les médecins,
où le problème est le plus grave du côté
francophone. Mais lorsque les néerlandophones
demandent une solution pour la pénurie de
kinésithérapeutes, le dossier est renvoyé à un
groupe de travail.
Je ne cesserai de souligner ce problème. Je
déposerai également une motion dans laquelle je
demande
au
gouvernement
d'analyser
les
suggestions de la Commission de planification avec
un oeil critique, de ne pas régulariser aveuglément
et d'assouplir le contingentement.
04.09 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Men
houdt rekening met de contingentering aan
Franstalige zijde maar niet aan Nederlandstalige
zijde. Wat betekent dat?
04.09 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
On tient compte du contingentement du côté
francophone mais non du côté néerlandophone.
Qu'est-ce que cela veut dire ?
De voortzitter: De vraag is of men zich baseert op
de resultaten dan wel of men uitgaat van de
intentie.
La présidente : La question est de savoir si l'on se
base sur les résultats ou sur l'intention.
04.10 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Beide
systemen zijn problematisch.
04.10 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les deux systèmes sont problématiques.
04.11 Josy Arens (cdH): Het verwondert me dat er
tekorten zijn op bepaalde plaatsen in Luxemburg. Ik
dacht dat zo een kadaster al bestond. We moeten
04.11 Josy Arens (cdH) : Je suis surpris de
constater des pénuries en certains endroits du
Luxembourg. Je pensais qu'un cadastre existait
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
alles in het werk stellen om het probleem van de
studenten die geen RIZIV-erkenning hebben
gekregen, te regelen.
déjà. Il faut tout mettre en oeuvre pour régler le
problème des étudiants qui n'ont pas obtenu
d'agrément INAMI.
04.12 Valérie De Bue (MR): We zullen meer zicht
hebben op de situatie wanneer u over het kadaster
zal beschikken. De kwestie van de herwaardering
van het artsenberoep wordt eveneens aan de orde
gesteld.
04.12 Valérie De Bue (MR) : Nous y verrons plus
clair lorsque vous serez en possession du cadastre.
La question de la valorisation de la profession de
médecin se pose également.
04.13 De voorzitter : U had het over 421 visa voor
2007. Vorige week schatte de Nationale Raad van
de Orde het aantal op 400, terwijl de FOD
Volksgezondheid van ongeveer 200 visa gewaagde.
La présidente : Vous avez repris le chiffre de 421
visas pour 2007. La semaine dernière, le Conseil
national de l'Ordre évoquait une estimation tournant
autour des 400 alors que le SPF Santé citait le
chiffre d'environ 200.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Koen Bultinck en door mevrouw Rita De Bont
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Koen Bultinck
en het antwoord van de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
- het voorstel van de Planningscommissie met
betrekking tot de artsenquota zeer kritisch te
onderzoeken;
- de contingentering van artsen niet te versoepelen;
- niet over te gaan tot een regularisatie voor de
overtalligen in verhouding tot het huidige
contingent."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Koen Bultinck et par Mme Rita De Bont et est
libellée comme suit :
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Koen Bultinck
et la réponse de la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique,
demande au gouvernement
- d'examiner avec un maximum d'esprit critique la
proposition élaborée par la Commission de
planification relative aux quotas de médecins ;
- de ne pas assouplir le système de
contingentement des médecins ;
- de ne pas régulariser les étudiants surnuméraires
par rapport au contingent actuel."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Colette Burgeon, Valérie De Bue en door de
heer Josy Arens.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Colette Burgeon, Valérie De Bue et par M. Josy
Arens.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de ombudsdiensten in
ziekenhuizen" (nr. 4094)
- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"de
gebrekkige
communicatie tussen patiënten en ziekenhuizen"
(nr. 4108)
- de heer Luc Goutry aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitvoering
van
de
wet
inzake
de
05 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la médiation hospitalière" (n° 4094)<br>- M. Yvan Mayeur à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le déficit de communication entre
patients et hôpitaux" (n° 4108)<br>- M. Luc Goutry au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'exécution de la loi
relative aux droits du patient" (n° 4217)</b>
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
patiëntenrechten" (nr. 4217)
05.01 Josée Lejeune (MR): De wet betreffende de
rechten van de patiënt, die in 2002 in werking
getreden is, voorziet onder meer in de vrije keuze
van de zorgverlener en in het recht op informatie
over de gezondheidstoestand van de patiënt, het
recht op instemming, op inzage in het medisch
dossier en op bemiddeling bij klachten. Met name in
een verslag van het OIVO wordt evenwel de vinger
gelegd op een groot aantal problemen met
betrekking
tot
de
werking
van
de
ziekenhuisombudsdiensten.
Bevestigt
u
die
moeilijkheden? Overweegt u initiatieven in dat
verband?
05.01 Josée Lejeune (MR) : En 2002 est entrée
en vigueur la loi relative aux droits du patient
octroyant notamment le droit au choix du prestataire
de soins, à l'information sur son état de santé, au
consentement, à la consultation du dossier médical
ainsi qu'à la médiation des plaintes. De nombreuses
difficultés ont été relevées, notamment dans un
rapport du CRIOC, quant à la bonne marche du
mécanisme de médiation hospitalière. Confirmez-
vous l'existence de ces difficultés ? Avez-vous
l'intention de prendre des initiatives quant à cette
problématique ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De wet
betreffende de rechten van de patiënt voorziet
onder andere in een klachtrecht en verplicht de
ziekenhuizen ertoe over een interne ombudsdienst
te beschikken. Iedere ziekenhuisombudsman moet
een jaarverslag opstellen, dat uiterlijk in april van
het daaropvolgende jaar aan de Federale
commissie 'Rechten van de patiënt' moet worden
voorgelegd. De commissie zorgt vervolgens voor
een samenvatting en een analyse van de
informatie. Ik heb het verslag van de Federale
commissie voor het jaar 2006 onlangs gekregen.
De analyse die erin vervat is, komt tot dezelfde
conclusies als de OIVO-studie, vooral inzake de
gebrekkige voorlichting van de patiënt over het
bestaan van de ombudsdienst en het gebrek aan
vertrouwen van de patiënten in de efficiency en de
onafhankelijkheid van de ombudsmannen. De in
2007
door
de
FOD
op
touw
gezette
voorlichtingscampagne over de ombudsdienst loopt
intussen nog steeds.
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La loi relative aux droits du patient établit
notamment le droit de plainte et introduit l'obligation
pour les hôpitaux de disposer d'un service interne
de médiation. Chaque médiateur hospitalier doit
rédiger un rapport annuel. Ces rapports doivent être
transmis au plus tard au mois d'avril de l'année
suivante à la Commission fédérale "Droits du
patient" qui en fait la synthèse et l'analyse. Le
rapport de la Commission fédérale pour 2006 vient
de me parvenir. Cette analyse aboutit aux mêmes
conclusions que l'étude réalisée par le CRIOC,
notamment en ce qui concerne le manque
d'information des patients sur l'existence du service
de médiation et le manque de confiance des
patients sur l'efficacité et l'indépendance des
médiateurs. La campagne d'information entreprise
par le SPF en 2007 à propos du service de
médiation est toujours en cours.
Het gebrek aan vertrouwen van de patiënten in de
ombudsdiensten van de ziekenhuizen heeft
verschillende oorzaken. Het koninklijk besluit van
2007 heeft de ombudsman onafhankelijker gemaakt
ten aanzien van de beheerder; doordat een
verplichte
neutraliteit
werd
opgelegd,
onverenigbaarheden met andere functies in het
ziekenhuis werden vastgesteld en toegangs- en
opvolgingswaarborgen werden ingevoerd. De
gevolgen ervan zullen in het volgend verslag
geanalyseerd moeten worden.
Nu wordt nagedacht over het organiseren van
opleidingen ten behoeve van de ombudsmannen.
Het feit dat de ombudsman geen dwang kan
uitoefenen en geen sancties kan opleggen is eigen
aan het beginsel zelf van de bemiddeling.
Sinds 2002 wordt de wet jaarlijks geëvalueerd.
Daaruit blijkt dat het aantal behandelde klachten
toeneemt, wat erop kan wijzen dat de dienst meer
Les causes du manque de confiance des patients
dans le service de médiation sont variées. L'arrêté
royal de 2007 a permis de renforcer l'indépendance
du médiateur par rapport au gestionnaire en
imposant des obligations de neutralité, des
incompatibilités avec d'autres fonctions au sein de
l'hôpital, des garanties d'accès et de suivi. Les
effets devront être analysés dans le prochain
rapport.
Une réflexion est en cours sur la mise en place de
formations à l'attention des médiateurs. L'absence
de pouvoir de contrainte ou de sanction dans le
chef du médiateur est inhérente au principe même
de la médiation.
L'évaluation annuelle de la loi depuis 2002 met en
évidence une augmentation des plaintes traitées, ce
qui peut être un indice de meilleure connaissance
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
bekendheid
krijgt.
De
verslagen
kunnen
aanbevelingen bevatten met het oog op een
verbetering van de dienst.
du service. Les rapports peuvent contenir des
recommandations en vue de l'amélioration du
service.
05.03 Josée Lejeune (MR): Die dienst heeft
ontegensprekelijk zijn nut, en de tekortkomingen
ervan zijn betreurenswaardig. Zou het niet beter zijn
als men de patiënt al meteen zou informeren
wanneer een afspraak vastgelegd wordt?
05.03 Josée Lejeune (MR) : Ce service a toute sa
raison
d'être, et ses
manquements
sont
regrettables. Ne gagnerait-on pas à informer le
patient dès la prise de rendez-vous ?
05.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
moet worden bekeken in het kader van de
aanbevelingen, maar het is zeker een goed idee.
05.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cela doit être examiné dans le cadre des
recommandations, mais l'idée est bonne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het Omnio-statuut"
(nr. 4103)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de implementatie van het
Omnio-statuut" (nr. 4508)
06 Questions jointes de
- M. Koen Bultinck à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le statut Omnio" (n° 4103)<br>- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'implémentation du statut Omnio"
(n° 4508)</b>
06.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): De vorige
regering heeft terecht het WIGW-statuut aangepast,
zodat sinds 1 april 2007 ook wie minder dan 13.500
euro verdient, een verhoogde terugbetaling van
gezondheidszorgen kan genieten. Hoewel zo'n
800.000 mensen recht hebben op dit Omnio-
statuut, blijkt uit cijfers van het Riziv dat slechts
112.000 mensen er gebruik van maken.
Kan de minister die cijfers bevestigen? Welke
verklaring kan zij hiervoor geven? Zal zij laten
onderzoeken hoe de aanvraagprocedure kan
worden vereenvoudigd? Zullen er maatregelen
worden genomen om meer bekendheid aan het
Omnio-statuut te geven?
06.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Le
précédent gouvernement a modifié à juste titre le
statut VIPO de sorte que, depuis le 1
er
avril 2007,
les personnes dont les revenus n'excèdent pas
13.500 euros peuvent aussi prétendre au
remboursement majoré des soins de santé. Les
statistiques de l'INAMI révèlent que, même si
800.000 personnes environ ont droit au statut
Omnio, elles ne sont que 112.000 à y recourir.
La ministre peut-elle confirmer ces chiffres ?
Comment les explique-t-elle ? Fera-t-elle analyser
les possibilités de simplifier la procédure de
demande ? Des mesures seront-elles prises pour
mieux faire connaître le statut Omnio ?
Georges Gilkinet 'Ecolo-Groen!): Het Omnio-
statuut is al een jaar van kracht en het zou slechts
gelden voor 112.000 personen, terwijl er mogelijk
818.478 begunstigden voor in aanmerking komen,
wat onrustwekkend is.
Wat zijn de jongste gegevens met betrekking tot de
implementatie
van
het
statuut?
Welke
voorlichtingsacties werden er op het getouw gezet,
met welk doelpubliek, en welke middelen werden er
daarvoor uitgetrokken?
Werd er een evaluatie van het statuut en van de
relevantie ervan opgezet? Op grond van welke
criteria en met welke partners?
06.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Après un
an de fonctionnement, le statut Omnio ne toucherait
que 112.000 personnes sur 818.478 bénéficiaires
potentiels, ce qui est inquiétant.
Quelles sont les dernières informations sur
l'implémentation du statut ? Quelles actions
d'information ont-elles été menées, avec quel public
cible et quel budget ?
Avez-vous entrepris une évaluation du statut et de
sa pertinence ? Selon quels critères et avec quels
partenaires ?
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Welke initiatieven zal u nemen om het statuut en de
bescherming van de begunstigden die nog niet alle
nodige demarches hebben gedaan, te verbeteren?
Quelles
initiatives
allez-vous
prendre
pour
amélliorer le statut et la protection des bénéficiaires
qui n'ont pas effectué les démarches nécessaires ?
06.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Op 1 januari 2008 maakten precies 112.419
sociaalverzekerden
van
de
850.000
rechthebbenden gebruik van het Omnio-statuut.
Sinds juli 2007 hebben het Riziv en de
verzekeringsorganismen
een
aantal
informatiecampagnes over het statuut gevoerd. Ik
heb hierover meer informatie gevraagd aan het
instituut, maar ik ontving de door de heer Gilkinet
gevraagde inlichtingen nog niet.
(Frans) : We kunnen onvoldoende afstand nemen
om de oorzaken van het verschil tussen
rechthebbenden en potentiële rechthebbenden te
kunnen beoordelen.
Ze moeten te maken hebben met de noodzakelijke
administratieve demarches en een deel van het
doelpubliek: een jong publiek van sociaal
verzekerden die geen hoog inkomen hebben maar
ook geen grote gezondheidsuitgaven.
Het RIZIV en de verzekeringsinstellingen denken
hierover samen na ­ ik volg de werkzaamheden op
de voet. De oefening moet leiden tot meer
doelgerichte stappen naar potentiële, beter
geïdentificeerde rechthebbenden. Zodra meer
formele conclusies beschikbaar zijn, zal ik de
nodige maatregelen treffen om het systeem te
verbeteren.
06.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Au 1
er
janvier 2008, 112.419 assurés
sociaux parmi les 850.000 ayants droit ont eu
recours au statut Omnio. Depuis juillet 2007,
l'INAMI et les organismes assureurs ont mené
plusieurs campagnes d'information sur le statut. J'ai
demandé des précisions à ce sujet à l'institut mais
je n'ai pas encore reçu les informations demandées
par M. Gilkinet.
(En français) Nous n'avons pas assez de recul pour
connaître les causes de cet écart entre
bénéficiaires et bénéficiaires potentiels.
Elles doivent tenir aux démarches administratives
nécessaires et à une partie du public cible : un
public jeune d'assurés sociaux qui n'a pas de gros
revenus, mais n'a pas non plus de grosses
dépenses de santé.
Une réflexion, que je suis de près, est menée entre
l'INAMI et les organismes assureurs, qui doit mener
à des démarches plus ciblées envers des
bénéficiaires potentiels mieux identifiés. Dès que
des conclusions plus formelles seront disponibles,
je prendrai les mesures nécessaires à l'amélioration
du système.
06.04 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Het is goed
dat het Riziv nagaat hoe een en ander kan worden
verbeterd. Wanneer kunnen wij de resultaten van
de evaluatie van het Riziv verwachten, zodat wij
onze parlementaire controle kunnen uitoefenen en
indien nodig wetgevende initiatieven kunnen
nemen?
06.04 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Il est
positif que l'INAMI examine les possibilités
d'amélioration. Quand disposerons-nous des
résultats de l'évaluation de l'INAMI, ce qui nous
permettra d'exercer notre mission de contrôle
parlementaire et de prendre, si nécessaire, des
initiatives législatives ?
06.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Gelet op
die slechte resultaten is een krachtdadige aanpak
vereist. De verzekeringsinstellingen hadden van bij
de aanvang al gewezen op de moeilijkheid om
inlichtingen over het inkomen te vragen. De
automatisering van de overdracht van de gegevens
waarover de federale overheid beschikt, zou minder
stigmatiserend zijn. Het is een goede zaak dat het
doelpubliek wordt geïdentificeerd en dat er
proactieve demarches worden gedaan, maar een
en ander wordt wel dringend.
06.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Ces
mauvais résultats demandent une action énergique.
Les organismes assureurs avaient pointé dès le
départ la difficulté de demander des informations
sur les revenus. L'automatisation de la transmission
des données en possession de l'État fédéral serait
moins stigmatisante. Il est positif d'identifier le
public cible et d'entreprendre des démarches
proactives, mais tout cela devient urgent.
06.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
RIZIV is volop aan het werk.
06.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'INAMI est en plein travail.
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de genomen en te nemen
maatregelen om gesjoemel met medische
honoraria tegen te gaan" (nr. 4116)
- mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de tarifering van de
geconventioneerde geneesheren en de informatie
aan de patiënt over de honoraria van de
geconventioneerde geneesheren" (nr. 4518)
07 Questions jointes de
- M. Georges Gilkinet à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les mesures prises et à prendre
pour combattre les arnaques aux honoraires
médicaux" (n° 4116)<br>- Mme Karine Lalieux à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la tarification des médecins
conventionnés et l'information du patient au sujet
des honoraires des médecins conventionnés"
(n° 4518)</b>
07.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Er hangt
een duur prijskaartje aan de oneerlijke praktijken
met de medische honoraria, die het gevolg zijn van
de gedeeltelijke conventionering van sommige
artsen, het streven naar gemakkelijk geldgewin, of
om te ontsnappen aan de inhouding door de
ziekenhuizen, zelfs al gaat het slechts om
geïsoleerde gevallen.
Heeft u hierover cijfers? Houdt een RIZIV-dienst
zich bezig met het opsporen van het bedrog? Wat
is zijn activiteitenverslag? Is er informatie-
uitwisseling met de ziekenhuizen die zelf sancties
opleggen?
Tot wie kan een patiënt die slachtoffer is van deze
praktijken zich wenden? Welke maatregelen heeft
u genomen om de patiënten te informeren,
desgevallend
in
samenwerking
met
de
ziekenfondsen?
Moeten er niet meer controles en sancties komen?
Bent u van plan zich te wenden tot de Algemene
Raad van het RIZIV of een andere instantie om de
best mogelijke maatregelen voor de toekomst te
overwegen?
07.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) :
L'arnaque aux honoraires médicaux, conséquence
d'un
conventionnement
partiel
de
certains
médecins, de la recherche de profits faciles ou
d'une volonté d'éviter le prélèvement pratiqué par
les hôpitaux, même si elle est le fait de cas isolés, a
un coût important.
Disposez-vous de chiffres en la matière ? Un
service de l'INAMI est-il chargé de traquer ces
arnaques ? Quel est son rapport d'activités ? Des
échanges d'informations existent-ils avec les
hôpitaux,
qui
pratiquent
eux-mêmes
des
sanctions ?
À qui un patient victime de ces pratiques peut-il
s'adresser ? Quelles mesures d'information des
patients avez-vous prises, le cas échéant, en
collaboration avec les mutuelles ?
Ne faut-il pas renforcer les contrôles et les
sanctions ? Comptez-vous saisir le Conseil général
de l'INAMI ou une autre instance, afin d'envisager
les meilleures dispositions à prendre ?
07.02
Karine
Lalieux
(PS):
Sommige
geconventioneerde artsen zouden aan de ­ over het
algemeen niet geïnformeerde - patiënten hogere
honoraria vragen dan wat vastgesteld is in de
overeenkomst,
en
dit
zonder
geldige
rechtvaardiging.
Heeft u cijfers over de fraude? Komt ze meer voor
in bepaalde medische sectoren dan in andere?
Andere, gedeeltelijk geconventioneerde artsen,
zouden helemaal geen consult geven als
geconventioneerd arts. Hoeveel gedeeltelijk
07.02 Karine Lalieux (PS) : Certains praticiens
conventionnés demanderaient à des patients,
généralement non informés, plus que les honoraires
fixés dans la convention, et ce sans justification
valable.
Avez-vous des chiffres concernant cette fraude ?
Est-elle plus fréquente dans certains secteurs
médicaux ?
D'autres praticiens, partiellement conventionnés, ne
donneraient aucune consultation en tant que
praticien conventionné. Quel est le nombre de
médecins
partiellement
conventionnés
en
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
geconventioneerde artsen zijn er in België? Welke
sociale RIZIV-voordelen krijgen zij?
Uw voorgangers hadden voorgesteld de informatie
over het tarief verplicht te maken van bij het
vastleggen van de afspraak, maar de commissie
geneesheren-ziekenfondsen
heeft
technische
problemen ingeroepen, met name de bewijslast.
Heeft u een andere oplossing?
Belgique ? En quoi consistent les avantages
sociaux INAMI qui leurs sont octroyés ?
Vos prédécesseurs avaient proposé de rendre
obligatoire l'information relative au tarif dès la prise
de rendez-vous, mais la Commission médico-
mutuelliste a invoqué des problèmes techniques,
notamment charge de la preuve.
Avez-vous une solution alternative ?
07.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans) :
Controle is slechts een klein onderdeel van de
RIZIV-taken, en is veeleer de bevoegdheid van de
rechtbanken en de Orde van geneesheren.
Men dient een onderscheid te maken tussen niet
aangegeven honoraria en honoraria die niet stroken
met de overeenkomst, wat vooral voorkomt in de
privé-praktijken en de ziekenhuizen die niet
gecentraliseerd innen. Men moet ze ertoe
aanzetten dat wel te doen.
Het zou goed zijn een analyse te maken van de
potentiële oorzaken en er de geschikte oplossingen
voor aan te reiken.
Er blijft heel wat te doen op het vlak van de
informatie aan de patiënt. Veel ziekenfondsen
kennen het verschil niet tussen geconventioneerde
en niet geconventioneerde geneesheer.
07.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le contrôle ne relève que très partiellement de
l'INAMI, et est plutôt de la compétence des
tribunaux et de l'Ordre des médecins.
Il faut distinguer entre honoraires non déclarés et
honoraires non conformes aux conventions,
lesquels sont surtout le fait de la pratique privée et
des hôpitaux ne pratiquant pas une perception
centralisée. Il faut donc les y inciter.
Il convient d'analyser les causes potentielles et
d'apporter des réponses adaptées à ces causes.
Il reste beaucoup à faire pour l'information des
patients. De nombreuses mutuelles ne connaissent
pas la différence entre médecin conventionné et
non conventionné.
Een deel van de betwistingen kan ontstaan door
foute informatie aan de patiënt over de
conventionering van de geneesheer.
De informatiekanalen moeten dus uitgebreid
worden, zelfs al hebben de ziekenfondsen al heel
wat inspanningen geleverd op dit vlak. Ook het
tussen ziekenfondsen en verstrekkers gesloten
akkoord over het informatieprincipe, al bij het
vastleggen van de afspraak, moet een concrete
invulling krijgen. Dat akkoord kwam er door
toedoen van mijn voorganger, de heer Rudy
Demotte.
Tevens wordt bewezen fraude nu al bestraft door
een aantal wetsbepalingen. De bewijslast blijft
moeilijk, de patiënt moet waakzaam zijn.
Het innen van honoraria "in het zwart" is een
overtreding van de fiscale wetgeving en de
wetgeving betreffende de uitoefening van de
geneeskunst. Ook op dit vlak is de informatie van
de patiënt fundamenteel. Uitgebreidere fiscale
controles moeten het mogelijk maken de verschillen
tussen getarifeerde prestaties en de werkelijk
Une partie des contestations peut naître d'une
mauvaise information du patient au sujet du
conventionnement du médecin.
Il faut donc renforcer les canaux d'information
même si les mutuelles ont déjà fait de gros efforts à
cet égard. Il faut aussi concrétiser l'accord, pris
entre mutuelles et prestataires, sur le principe de
l'information dès la prise de rendez-vous. Cet
accord a été dégagé par mon prédécesseur
M. Rudy Demotte.
D'autre part, les fraudes avérées sont déjà
sanctionnées par un dispositif législatif conséquent.
La charge de la preuve reste difficile, il incombe
dons aux patients d'être vigilants.
La perception d'honoraires « en noir » viole la
législation fiscale et celle relative à l'art de guérir. Là
encore l'information du patient est fondamentale.
Renforcer les contrôles fiscaux permettrait de faire
apparaître les discordances entre les prestations
tarifées et les montants réellement perçus.
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
geïnde bedragen aan het licht te brengen.
We maken werk van een koepel die alle fiscale en
sociale fraude zou samenbrengen.
Nous allons travailler sur une coupole regroupant
tout ce qui concerne les fraudes fiscales et sociales.
07.04 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Uiteraard
moeten in de verschillende denkpistes die in
samenspraak met de collega's van Financiën en
Justitie werden geopperd, prioriteiten worden
vastgesteld. Er gaat niets boven informatie om deze
ergerlijke fraude tegen te gaan.
07.04 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Il faut
évidemment établir les priorités entres les
différentes pistes évoquées en concertation avec
les collègues des Finances et de la Justice.
L'information est certainement la meilleure chose à
développer pour contrer cette fraude insupportable.
07.05 Karine Lalieux (PS): Het lijkt me vooral
belangrijk dat er informatie gegeven wordt wanneer
er een afspraak wordt vastgelegd.
07.05 Karine Lalieux (PS) : Il me semble surtout
important de concrétiser la piste de l'information
lors de la prise de rendez-vous.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over "de administratieve
belasting van de tandartsen" (nr. 4162)
08 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
tracasseries administratives imposées aux
dentistes" (n° 4162)</b>
08.01 Rita De Bont (Vlaams Belang): De
tandartsen hebben met heel wat administratieve
overlast te kampen. Voor het verwerven van hun
accreditatie moeten ze bewijzen indienen dat zij de
nodige bijscholing gevolgd hebben. Daarnaast
moeten zij om de vijf jaar hun beroepstitel verlengen
en ook daarvoor moeten zij dezelfde bewijsstukken
indienen, ook al heeft de administratie die al. Er is
hier dus duidelijk ruimte voor administratieve
vereenvoudiging. Ik heb begrepen dat de
beroepsverenigingen hierover ondertussen reeds
een akkoord bereikt hebben met betrekking tot de
geaccrediteerde tandartsen, maar daarover is nog
geen officiële mededeling gedaan. Voor welke
groepen zal de administratieve vereenvoudiging
gelden? Komt er nog een officiële mededeling aan
de tandartsen?
08.01 Rita De Bont (Vlaams Belang) : Les
dentistes sont confrontés à un travail administratif
important. Pour acquérir leur accréditation, ils
doivent produire les preuves qu'ils ont suivi les
formations continuées requises. Tous les cinq ans,
ils doivent en outre renouveler leur titre
professionnel et, là encore, ils doivent produire les
mêmes preuves, que l'administration possède
pourtant déjà. Il y a donc là des possibilités de
simplification administrative. J'ai compris que les
associations professionnelles ont entre temps déjà
conclu un accord à ce sujet concernant les
dentistes accrédités, sans toutefois qu'aucune
communication officielle ait été faite. Quels groupes
bénéficieront de la simplification administrative ?
Une communication officielle sera-t-elle faite aux
dentistes ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Zowel de algemene tandartsen als de specialisten
orthodontie en parodontologie moeten regelmatig
bewijzen dat zij de nodige bijscholing volgen. De
bijscholing in het kader van de accreditatie verloopt
in cycli van vijf jaar. Gedurende een periode van vijf
jaar moeten de tandheelkundigen 500 punten
verzamelen. Dit betekent in totaal 75 uren cursus of
jaarlijks 15 uur. De voorwaarden voor accreditatie
zijn strenger dan die van de erkenningscommissie,
die met het oog op het behoud van de bijzondere
beroepstitel van algemeen tandarts slechts 55 uren
cursus oplegt in een periode van zes jaar. Zo
kunnen tandartsen dus het behoud van hun
beroepstitel verzekeren en de toegang tot de Riziv-
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Tant les dentistes généralistes que
les spécialistes en orthodontie et en parodontologie
doivent prouver régulièrement qu'ils suivent les
formations continuées requises. La formation
continuée dans le cadre de l'accréditation se
compose de cycles de cinq ans. Au cours d'une
période de cinq ans, les dentistes doivent obtenir
500 points qui représentent un total de 75 heures
de cours ou 15 heures par an. Les conditions à
l'obtention de l'accréditation sont plus sévères que
les conditions de la Commission d'agrément qui, en
vue de la conservation du titre professionnel
particulier de dentiste généraliste, n'impose que 55
heures de cours sur une période de six ans. Les
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
nomenclatuur. Zij moeten ook deelnemen aan de
wachtdienst.
Voor de algemene tandartsen die in juni 2002 of
vroeger
afstudeerden,
is
de
eerste
bijscholingscyclus bijna ten einde. Zij moeten een
aanvraag indienen tot het behoud van de
beroepstitel.
Het
Riziv
heeft
daarom
de
accreditatiegegevens voor de jaren 2002-2005 al
aan de FOD Volksgezondheid doorgestuurd.
Recentere gegevens zullen doorgestuurd worden
zodra
ze
beschikbaar
zijn.
De
erkenningscommissies hebben toegang tot deze
gegevens om de aanvragen te kunnen beoordelen.
De administratie heeft onlangs een nieuw
aanvraagformulier opgesteld. Daarop kunnen de
tandartsen aanduiden of ze al dan niet
geaccrediteerd zijn. Wie geaccrediteerd is, hoeft
geen bijkomende bewijzen van bijscholing op te
sturen. Tevens moet men aanduiden in welke
provincie men deelneemt aan de wachtdienst.
De termijn voor het indienen van een aanvraag is
30 juni 2008. Momenteel dienden een duizendtal
algemene tandartsen een aanvraag in tot het
behoud
van
de
beroepstitel
en
de
erkenningscommissie
behandelt
reeds
een
driehonderdtal aanvragen.
dentistes peuvent ainsi assurer la conservation de
leur titre professionnel ainsi que l'accès à la
nomenclature INAMI. Ils doivent également
participer au service de garde.
Pour les dentistes généralistes diplômés en juin
2002 ou antérieurement, le premier recyclage
touche à sa fin. Ils doivent introduire une demande
en vue de la conservation de leur titre
professionnel. C'est pourquoi l'INAMI a déjà
transmis les données d'accréditation pour les
années 2002-2005 au SPF Santé publique. Des
données plus récentes seront communiquées dès
qu'elles seront disponibles. Les commissions
d'agrément ont accès à ces données pour pouvoir
évaluer les demandes.
L'administration a récemment établi un nouveau
formulaire de demande. Les dentistes peuvent y
indiquer s'ils sont ou non accrédités. Ceux qui le
sont ne doivent pas produire de preuves
complémentaires de formation continuée. Ils
doivent préciser aussi dans quelle province ils
participent au service de garde.
Le délai pour l'introduction de la demande est le 30
juin 2008. Jusqu'ici, un millier de dentistes
généralistes ont introduit une demande pour
conserver leur titre professionnel et la commission
d'agrément en a traitées quelque trois cents.
08.03 Rita De Bont (Vlaams Belang):
Geaccrediteerde
tandartsen
hoeven
geen
bewijsstukken van de bijscholing bijeen te
sprokkelen. Wordt dat nog algemeen meegedeeld,
ook aan tandartsen die niet zijn aangesloten bij een
beroepsvereniging?
08.03 Rita De Bont (Vlaams Belang) : Les
dentistes accrédités ne doivent pas rassembler les
preuves de leur recyclage. Cette information va-t-
elle être communiquée à tous les dentistes,
également à ceux qui ne sont pas membres d'une
association professionnelle ?
08.04 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Uiteraard moeten zij op de hoogte worden gebracht.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Ils devront bien évidemment être mis au courant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jan Jambon aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het inschakelen van de Franse
SAMU in plaats van de Ieperse MUG in
Heuvelland en Mesen" (nr. 4191)
09 Question de M. Jan Jambon au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'attribution
des interventions à Heuvelland et Messines au
SAMU français et non au SMUR d'Ypres"
(n° 4191)</b>
09.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA): De dienst 100
schakelt voortaan Franse SAMU's in voor dringende
medische hulpverlening in Heuvelland en Mesen en
niet langer de MUG van Ieper. Daarover was geen
overleg gepleegd met de burgemeester van
Heuvelland, noch met de plaatselijke dienst 100,
noch met de lokale huisartsen. Bij een ongeval in
Nieuwkerke duurde het 25 minuten voor de Franse
09.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Le service
100 fait dorénavant appel aux SAMU français pour
les interventions médicales urgentes à Heuvelland
et Messines et plus au SMUR d'Ypres. Aucune
concertation n'a eu lieu à ce sujet avec le
bourgmestre de Heuvelland, ni avec le service 100
local, ni avec les médecins généralistes locaux.
Lors d'un accident survenu à Nieuwkerke, le SAMU
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
SAMU ter plaatse was, omdat men moest stoppen
om de weg te vragen. Bovendien kan men van het
Franse medische personeel niet verwachten dat zij
Nederlands spreken en toch is een vlotte
communicatie in medische noodgevallen van
levensbelang. De situatie in de Vlaamse Rand is al
een schande, straks is de Nederlandse taal ook in
West-Vlaanderen een doodsoorzaak!
Is de minister op de hoogte van de situatie?
Waarom worden Franse SAMU's ingeschakeld in
plaats van de MUG van Ieper? Wat zal de minister
doen om hieraan een einde te maken?
français a mis 25 minutes pour arriver sur place,
parce que le conducteur a dû s'arrêter pour
demander le chemin. En outre, on ne peut attendre
du personnel médical français qu'il parle le
néerlandais alors qu'une bonne communication
revêt évidemment une importance vitale lors
d'interventions médicales urgentes. Alors que la
situation est déjà scandaleuse dans la périphérie
flamande,
le
fait
d'être
d'expression
néerlandophone risque bientôt d'être aussi une
cause de mortalité en Flandre occidentale !
La ministre est-elle au courant de la situation ?
Pourquoi fait-on appel aux SAMU français et non au
SMUR d'Ypres ? Quelles mesures la ministre
prendra-t-elle pour mettre fin à cette situation ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Minister Demotte heeft in mei 2007 met Frankrijk
een
grensoverschrijdende
samenwerkingsovereenkomst ondertekend voor
dringende medische hulpverlening, niet op
gestructureerde wijze, maar alleen op verzoek van
de lokale oproepcentrales en wanneer de
interventietijd
daardoor
ingekort
wordt.
De
overeenkomst
heeft
geen
effect
op
de
ziekenwagens.
Wanneer de Franse mobiele interventiegroep
(SMUR) niet beschikbaar is, kan de Franse dienst
15 via de dienst 100 een beroep doen op de
Belgische MUG, wanneer deze laatste sneller ter
plaatse kan zijn. De ziekenwagen is altijd Frans en
het transport gaat altijd naar een Frans ziekenhuis.
Omgekeerd kan de dienst 100, wanneer de
Belgische MUG niet beschikbaar is, een beroep
doen op de Franse SMUR via de Franse dienst 15,
indien deze sneller ter plaatse kan zijn. In dat geval
is de ziekenwagen Belgisch en gebeurt het
transport naar een Belgisch ziekenhuis. Deze
situaties doen zich af en toe voor en rechtvaardigen
de gemaakte afspraken.
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : M. Demotte a signé en mai 2007 un
accord de coopération transfrontalier pour l'aide
médicale urgente avec la France, non pas de façon
structurée mais seulement à la demande des
centraux d'appel locaux et lorsque le temps
d'intervention peut de la sorte être raccourci.
L'accord ne concerne pas le service ambulancier.
Lorsque le Service d'aide médicale d'urgence
français (SAMU) n'est pas disponible, le service
français 15 peut faire appel, par le biais du service
100, au SMUR belge, lorsque ce dernier peut se
rendre plus rapidement sur place. L'ambulance est
toujours française et le transport est toujours
effectué vers un hôpital français. Inversement,
lorsque le SMUR belge n'est pas disponible, le
service 100 peut faire appel, par le biais du service
français 15, au SAMU français, si celui-ci peut se
rendre plus rapidement sur place. Dans ce cas,
l'ambulance est belge et le transport est effectué
vers un hôpital belge. De telles situations se
présentent occasionnellement et justifient les
accords conclus.
De SMUR van Armentières wordt door de 100-
centrale van Brugge opgeroepen voor de regio die
normaal wordt bediend door Ieper wanneer de MUG
van Ieper al is ingeschakeld. De interventietijd
rechtvaardigt dit, want voor de Franse SMUR is de
mediaan 16 minuten voor een interventie in
Heuvelland terwijl deze 23 minuten bedraagt voor
een interventie door de MUG van Menen. Het team
van de ziekenwagen is Nederlandstalig, behalve
wanneer alle lokale ziekenwagens uitgereden zijn
en een beroep moet worden gedaan op de
dispatching van Moeskroen.
Het risico van het niet kennen van het wegennet
Le SMUR d'Armentières est appelé par la centrale
100 de Bruges pour la région qui est normalement
desservie par Ypres lorsque le SMUR d'Ypres est
déjà mobilisé. Cette procédure se justifie par le
délai d'intervention : pour le SMUR français, la
médiane s'élève à 16 minutes pour une intervention
à Heuvelland, tandis qu'elle s'élève à 23 minutes
pour une intervention du SMUR de Menin. L'équipe
ambulancière est néerlandophone, sauf lorsque
toutes les ambulances locales sont déjà mobilisées
et qu'il faut faire appel au dispatching de Mouscron.
L'installation d'une radio Astrid au SMUR français a
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
werd opgevangen door de installatie van een Astrid-
radio in de Franse SMUR.
De operatoren van de dienst 100 dragen een
belangrijke verantwoordelijkheid bij de keuze van de
middelen die moeten worden ingezet. Zij bepalen
de overlevingskansen van een patiënt. De
hulpverleners uit de regio formuleerden geen kritiek
op het principe of de vorm van de overeenkomst.
permis de remédier au risque de méconnaissance
du réseau routier.
Les opérateurs du service 100 assument une
grande responsabilité dans le choix des moyens à
mettre en oeuvre. Ils déterminent les chances de
survie d'un patient. Les acteurs de terrain n'ont
nullement critiqué le principe de l'accord ou sa
forme.
Ik zal erop toezien alle maatregelen uit de
overeenkomst worden nageleefd: GPS-uitrusting,
Astrid-radioverbinding, lexicon van 112-woorden. Ik
zal er ook op letten dat naar deze interventie alleen
gegrepen wordt als het echt nodig wordt geacht
vanuit het dispatchingcentrum. De provincie moet
de parameters van het dossier afbakenen.
Dit soort samenwerking zal trouwens de norm
worden. Het Beneluxparlement dringt aan op
gelijkaardige overeenkomsten tussen Luxemburg,
Frankrijk, Duitsland, België en Nederland.
Je veillerai au respect de toutes les dispositions de
l'accord : équipement GPS, liaison radio Astrid et
lexique de 112 termes. Je veillerai aussi à ce que
ce type d'intervention soit restreint aux seuls cas où
le centre de dispatching le juge réellement
nécessaire. Il appartient à la province de définir les
paramètres de ce dossier.
Ce type de coopération est d'ailleurs appelé à
devenir la norme. Le parlement Benelux insiste pour
que des accords analogues soient passés entre le
Luxembourg, la France, l'Allemagne, la Belgique et
les Pays-Bas.
09.03 Jan Jambon (CD&V - N-VA): Ik wilde geen
gratuite kritiek uitoefenen op het principe van de
internationale samenwerking in de grensstreek,
maar ik vraag wel dat alles in de beste
omstandigheden zou gebeuren.
09.03 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Il ne s'agissait
pas pour moi de critiquer gratuitement le principe de
la coopération internationale dans la région
transfrontalière mais bien de demander que tout se
passe dans les meilleures conditions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid
over
"aangepaste
instellingen" (nr. 4262)
10 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
établissements adaptés" (n° 4262)</b>
10.01 Josée Lejeune (MR): In ons land blijft de
gebrekkige
opvang
in
de
geestelijke
gezondheidszorg een probleem. Er zijn nog altijd
gevallen bekend van zieke mensen die in de
psychiatrische afdeling van een strafinrichting
terechtkomen. Ik ondervraag u vandaag omdat er,
toen u aan het hoofd van het departement Justitie
stond, een en ander in beweging werd gebracht,
met name door een herziening van de wet tot
bescherming van de maatschappij, en er financiële
middelen werden uitgetrokken.
Samenwerking tussen Justitie, Volksgezondheid, de
Gemeenschappen en de Gewesten is nodig; dat
hebt u trouwens zelf herhaaldelijk bevestigd.
Wat is de stand van zaken? Zijn besprekingen aan
de orde? Wat is u, of uw departement, van plan om
het debat een nieuw impuls te geven?
10.01 Josée Lejeune (MR) : Le manque de prise
en charge en matière de santé mentale continue à
poser problème dans notre pays. Des cas se
présentent encore de malades échouant en
annexes pénitentiaires. Je vous interroge parce
que, lorsque vous étiez à la tête du département de
la Justice, des évolutions ont été suscitées,
notamment par le biais de la révision de la loi de
défense sociale, et des moyens financiers ont été
débloqués.
La collaboration entre la Justice, la Santé publique,
les Communautés et les Régions est indispensable
et vous l'avez confirmé à maintes reprises.
Pouvez-vous nous dresser un état des lieux de la
situation ? Des pourparlers sont-ils à l'ordre du
jour ? Que comptez-vous faire ou que compte faire
votre département pour relancer le débat ?
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
Hoe zal uw departement het debat opnieuw
aanzwengelen?
Que compte faire votre département pour relancer
le débat ?
10.02 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Eigenlijk is uw vraag bestemd voor de heer
Vandeurzen. Maar aangezien ik dit dossier als
minister van Justitie zelf heb behandeld, zal ik uw
vraag toch beantwoorden, met dien verstande dat
mijn collega en ik hetzelfde standpunt delen.
Tijdens de vorige legislatuur werd er een
wetsontwerp tot hervorming van de internering
goedgekeurd.
Voorts
vinden er
regelmatig
besprekingen plaats tussen de departementen
Volksgezondheid en Justitie, met name over de
financiering
van
de
zorgverlening
voor
geïnterneerden. Twee opties zijn daarbij prioritair:
de oprichting van twee centra voor forensische
psychiatrie, en het samenwerkingsakkoord tussen
de Gemeenschappen en de Gewesten dat ertoe
strekt de geïnterneerden bij het reguliere zorgcircuit
aansluiting te doen vinden.
De kosten van de behandeling van geïnterneerden
in privéziekenhuizen zullen voortaan door het RIZIV
worden gedragen. Zo worden de middelen beter en
doeltreffender verdeeld. Die praktijk heeft eveneens
tot doel de benadering van geïnterneerden wat
meer in overeenstemming te brengen met die van
"gewone" patiënten.
Er werd niet alleen beslist nieuwe instellingen op te
richten, ook de medische en sociale omkadering in
de psychiatrische afdelingen van de gevangenissen,
waarvoor in de toekomst een belangrijke rol is
weggelegd, zal worden verbeterd.
Al die initiatieven vormen een eerste aanzet. We
willen een evenwicht bereiken tussen de
bescherming van de maatschappij enerzijds en de
behandeling en de re-integratie van geïnterneerden
anderzijds. Het uiteindelijke doel bestaat erin een
allesomvattend netwerk te ontwikkelen.
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cette
question
concerne
M.
Vandeurzen.
Cependant, y ayant travaillé lorsque j'étais ministre
de la Justice, je vais quand même vous répondre,
sachant que mon collègue et moi-même
partageons le même point de vue.
Sous l'ancienne législature, un projet de loi
réformant l'internement a été voté. Par ailleurs,
beaucoup de discussions ont eu lieu entre les
départements de la Santé publique et de la Justice,
notamment sur le financement des soins des
internés. Deux pistes ont été traitées en priorité : la
création de deux centres de psychiatrie médico-
légale et l'accord de coopération entre les
Communautés et les Régions en vue d'intégrer les
internés dans les circuits de soins réguliers.
Les factures liées au traitement des internés dans
des hôpitaux privés sont désormais à charge de
l'INAMI. Les moyens seront ainsi mieux et plus
efficacement distribués. Cette pratique s'inscrit
dans une volonté de rapprocher les internés des
patients dits ordinaires.
Parallèlement à la construction de nouvelles
institutions, il a également été décidé d'améliorer
l'encadrement médico-social dans les sections
psychiatriques des prisons, qui devront encore jouer
à l'avenir un rôle important.
Toutes ces opérations ont constitué une première
impulsion. Le but est d'arriver à un équilibre entre la
défense sociale, le traitement et la réintégration des
internés. L'ultime objectif est de développer un
réseau global.
Voor de andere geïnterneerden is het eveneens
noodzakelijk dat er een psychiatrisch-forensisch
zorgcircuit ontwikkeld wordt. Volksgezondheid wil
geïnterneerden die op proef vrijgelaten worden, een
intensieve klinische behandeling geven, in het kader
van een functioneel samenwerkingsakkoord met als
doelgroep
de
mediumriskgeïnterneerden,
in
samenspraak met de strafuitvoeringsrechtbanken.
Dat project betreft een totale capaciteit van 385
plaatsen. Op termijn is het de bedoeling
erkenningsnormen vast te leggen voor de
verschillende opvangvoorzieningen.
Pour les autres internés, le développement d'un
circuit de soins de psychiatrie médico-légale est
également nécessaire. Le but de la Santé est d'offrir
un traitement clinique intensif aux patients internés
libérés à l'essai, dans le cadre d'un accord de
coopération fonctionnelle visant les internés
medium risk, en relation avec les tribunaux
d'application des peines.
Ce projet concerne une capacité totale de 385
places. À terme, l'objectif est de créer des normes
d'agrément pour les diverses structures d'accueil.
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
Zoals u heeft kunnen vaststellen, wordt er in het
kader van de betrekkingen tussen Justitie en
Volksgezondheid,
de
Gemeenschappen
en
Gewesten een permanente dialoog gevoerd, wat
ook absoluut noodzakelijk is. Ik heb mijn collega
van Justitie voorgesteld een gemeenschappelijk
financieringsplatform op te richten.
Comme vous pouvez le constater, les relations
entre Justice et Santé publique, Communautés et
Régions font l'objet d'un dialogue indispensable et
permanent. J'ai proposé à mon collègue de la
Justice de créer une plate-forme commune de
financement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het vergoedingsfonds
voor slachtoffers van medische fouten" (nr. 4263)
- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eersteminister
en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "de uitvoering van de wet
op de medische aansprakelijkheid" (nr. 4346)
11 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le fonds d'indemnisation pour les
victimes d'erreurs médicales" (n° 4263)<br>- Mme Sonja Becq à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'exécution de la loi sur la
responsabilité médicale" (n° 4346)</b>
11.01 Josée Lejeune (MR): De enige manier om
vandaag de gevolgen van medische fouten te
beheren, is nog steeds naar een rechtbank te
stappen.
Uw voorganger, de heer Demotte, had nochtans
een vergoedingsfonds opgericht via een vorig jaar
goedgekeurde wet. Die wet maakt het mogelijk een
slachtoffer te vergoeden zonder dat de fout van de
geneesheer moet worden bewezen.
Een jaar later zijn de uitvoeringsbesluiten nog
steeds niet opgesteld. De wet moest op 1 januari
2008 in voege treden en we hebben het uitstel tot 1
januari 2009 goedgekeurd.
Kunt u ons zeggen hoe de zaken er voor staan?
Wanneer wordt het fonds operationeel? Wat zijn
de moeilijkheden om de wet in 2009 in voege te
laten treden? Hoe ver staat u met het opstellen van
de uitvoeringsbesluiten?
11.01 Josée Lejeune (MR) : Le recours aux
tribunaux constitue toujours aujourd'hui la seule
manière de gérer les conséquences des erreurs
médicales.
Pourtant, votre prédécesseur, M. Demotte avait
instauré un fonds d'indemnisation par l'intermédiaire
d'une loi votée l'année dernière, qui permet
d'indemniser les victimes sans devoir prouver la
faute du médecin.
Un an plus tard, les arrêtés d'application ne sont
pas encore élaborés. L'entrée en vigueur de la loi
était prévue le 1
er
janvier 2008 et nous avons voté le
report pour le 1
er
janvier 2009.
Pouvez-vous nous dresser un état des lieux de la
situation ? Quand le fonds sera-t-il opérationnel ? À
quelles difficultés se heurte l'entrée en vigueur de la
loi en 2009 ? Où en est la rédaction des arrêtés
d'application ?
11.02 Sonja Becq (CD&V - N-VA): Recente
studies van een aantal ziekenfondsen wijzen uit dat
het aantal medische schadeclaims sinds 2002 met
40 procent is toegenomen. Deze stijging zou in
grote mate te maken hebben met de toenemende
mondigheid van de patiënten. De laatste jaren zou
zich evenwel een stabilisering van de stijging
aftekenen, onder meer omdat er nu sprake is van
collectieve polissen voor zowel de individuele artsen
als de ziekenhuizen.
11.02 Sonja Becq (CD&V - N-VA): De récentes
études réalisées par certaines mutuelles montrent
que le nombre d'actions en dommages-intérêts
motivées par des raisons médicales a augmenté de
40 % depuis 2002. Cette augmentation serait due
en grande partie au fait que les patients osent de
plus en plus réclamer justice au monde médical.
Toutefois, ces dernières années auraient été
marquées
par
une
stabilisation de
cette
augmentation, entre autres parce qu'il existe
aujourd'hui des polices d'assurances collectives
pour les médecins individuels aussi bien que pour
les hôpitaux.
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Welke stappen onderneemt de minister om de wet
op de medische aansprakelijkheid zo snel mogelijk
definitief
ingang
te
doen vinden? Welke
aanpassingen moeten worden aangebracht? Hoe
zal de financiering van deze wet concreet
gebeuren?
Quelles démarches la ministre compte-t-elle
entreprendre pour faire en sorte que cette loi sur la
responsabilité médicale ait définitivement droit de
cité le plus rapidement possible ? Quels
aménagements
conviendrait-il
d'y
apporter ?
Comment l'application de cette loi sera-t-elle
financée concrètement ?
11.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De wet van 15 mei 2007 inzake de medische
aansprakelijkheid is er gekomen omdat voor het
dekken van medische risico's het traditionele
verzekeringssysteem
van
de
burgerlijke
aansprakelijkheid niet langer voldeed, noch voor de
patiënten,
noch
voor
de
professionele
zorgverstrekkers,
noch
voor
de
verzekeringsmaatschappijen.
11.03 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : Si la loi du 15 mai 2007 sur la
responsabilité médicale a été adoptée, c'est parce
que le système classique de l'assurance
responsabilité civile ne constituait plus une réponse
satisfaisante au problème de la couverture des
risques médicaux, ni pour les patients, ni pour les
prestataires professionnels de soins, ni pour les
compagnies d'assurances.
In heel wat gevallen was er geen sprake van enige
vergoeding. Bovendien duurden de procedures te
lang en waren ze ingewikkeld en duur en nam het
medische korps vaak een defensieve houding aan
bij het stellen van medische handelingen. De
verzekeraars dreven hun premies steeds meer de
hoogte in en heel wat maatschappijen weigerden
om de volledige schade te dekken.
Dans beaucoup de cas, il n'y avait pas la moindre
indemnisation. De plus, les procédures étaient trop
longues et elles étaient de surcroît complexes et
onéreuses. Qui plus est, le corps médical adoptait
souvent
une
attitude
défensive
dans
l'accomplissement d'actes médicaux. Les assureurs
ont augmenté leurs primes de plus en plus et
quantité de compagnies d'assurances ont refusé de
couvrir la totalité des dommages.
(Frans) De vernieuwing bestaat erin dat het
slachtoffer, om in aanmerking te komen voor een
schadevergoeding, alleen nog maar moet aantonen
dat hij of zij schade heeft geleden ten gevolge van
de zorgverstrekking. Het slachtoffer hoeft dus niet
langer te bewijzen dat de zorgverstrekker een fout
gemaakt heeft.
De wet strekt er dus toe een fonds tot
schadeloosstelling van de slachtoffers op te richten.
De wet zou op 1 januari 2008 in werking treden
maar die datum werd wegens de politieke
ontwikkelingen naar 1 januari 2009 verschoven. Ik
doe mijn uiterste best om alles tegen dan rond te
krijgen. Eén van de eerste dingen die men mij
echter bij mijn aantreden op dit departement heeft
gezegd, is dat er problemen zijn, niet met de
uitvoeringsbesluiten maar met de wet zelf. Ik heb
daarop geantwoord dat we, in geval van technische
problemen, de wet konden trachten te herzien,
maar dat, als het om principiële problemen gaat, de
wetgever het zo gewild heeft en de wet derhalve
moet worden uitgevoerd.
(En français) L'idée novatrice consiste à
conditionner l'indemnisation à la seule existence
d'un dommage lié à une prestation de soins. La
victime ne devra donc plus démontrer de faute du
professionnel.
La loi institue donc un fonds chargé d'indemniser
les victimes.
Elle aurait dû entrer en vigueur au 1
er
janvier 2008
mais cette date a été reportée au 1
er
janvier 2009,
en raison des événements politiques. Je mets tout
en oeuvre pour que tout soit prêt à cette échéance.
Néanmoins, l'une des premières choses qui m'a été
dite lors de mon arrivée dans ce département est
que des problèmes existaient, non dans les arrêtés
d'exécution mais dans la loi elle-même. J'ai
répondu que, s'il s'agissait de difficultés techniques,
nous pourrions essayer de réviser la loi mais que,
s'il était question de problèmes de principe, le
législateur a tranché et la loi doit être exécutée.
11.04 Josée Lejeune (MR): Ik hoop dat u de
nodige technische wijzigingen zal aanbrengen. Die
uitvoeringsbesluiten moeten dringend worden
afgekondigd.
11.04 Josée Lejeune (MR) : J'espère que vous
apporterez
les
modifications
techniques
nécessaires. Il est urgent que ces arrêtés
d'application sortent.
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
11.05 Sonja Becq (CD&V - N-VA): Ik hoop dat
deze wet zo snel mogelijk in praktijk wordt omgezet
en dat daarvoor technische aanpassingen volstaan.
Ik stel immers vast dat er nog steeds her en der
fundamentele vragen van juridische aard worden
opgeworpen met betrekking tot de wet.
De voorzitter: Als men het kader van de juridische
vertaling te buiten gaat, moeten er wetsvoorstellen
worden ingediend.
11.05 Sonja Becq (CD&V - N-VA) : J'espère que
cette loi sera mise en pratique dans les plus brefs
délais et que des aménagements techniques y
suffiront. Je constate en effet que s'agissant de
cette
loi,
certaines
questions
juridiques
fondamentales sont encore soulevées ici et là.
La présidente : Si l'on dépasse le cadre de la
traduction juridique, il faudra des propositions de loi.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 4294 van mevrouw Kattrin
Jadin is omgezet in een schriftelijke vraag.
L'incident est clos.
Le président : La question n° 4294 de Mme Kattrin
Jadin est transformée en question écrite.
12 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het voorschrijven op
stofnaam" (nr. 4268)
12 Question de M. Koen Bultinck à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
prescription de médicaments à partir du nom de
la molécule" (n° 4268)</b>
12.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Sinds 1
oktober 2005 kunnen artsen op stofnaam
voorschrijven. Uit cijfers van het Riziv blijkt nu dat
maar
3
procent
van
de
voorgeschreven
geneesmiddelen
op
stofnaam
worden
voorgeschreven. Deze regeling moest een
besparing opleveren voor de sociale zekerheid en
voor de patiënt, maar ze blijkt geen succes te
hebben.
Kloppen de cijfers van het Riziv? Hoe zijn die cijfers
te verklaren? Hoe kan de regeling gepromoot
worden? Is er een bijsturing nodig?
12.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Depuis le
1
er
octobre 2005, les médecins peuvent prescrire
des médicaments en DCI (Dénomination commune
internationale) mais, d'après les statistiques de
l'INAMI, ce mode de prescription ne concernerait
que 3 % des médicaments. Cette mesure devait
entraîner une économie pour la sécurité sociale et
pour les patients, mais il semble qu'elle ne
rencontre guère de succès.
Les chiffres de l'INAMI sont-ils exacts ? Comment
les expliquer ? Comment pourrait-on promouvoir la
prescription en DCI ? Le système devrait-il être
revu ?
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het voorschrijven op stofnaam is inderdaad wettelijk
toegelaten sinds 1 oktober 2005. Dergelijke
voorschriften bedragen 3 procent van de
afgeleverde geneesmiddelen, wat overeenkomt met
3 miljoen verpakkingen per jaar.
Dit systeem heeft het voordeel dat de stofnaam
overeenkomt met de benamingen uit universitaire
cursussen en maakt ook het werk van de artsen
eenvoudiger, omdat er verschillende generische
middelen met dezelfde stofnaam bestaan.
Het percentage verschilt naargelang van de
specialiteit. Voor huisartsen bedraagt het 2,4
procent, voor reumatologen 7,4 procent, voor
orthopedisten 8 procent en voor tandartsen 10
procent. Ondanks het laag percentage voorschriften
op stofnaam bij de huisartsen, bedraagt het aantal
generische of goedkope geneesmiddelen toch 35
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : La prescription en DCI est légalement
autorisée depuis le 1
er
octobre 2005, en effet. Elle
concerne 3 % des médicaments délivrés, ce qui
représente 3 millions de conditionnements par an.
L'intérêt du système réside d'une part dans la
correspondance entre le nom de la molécule et la
dénomination utilisée dans les cours universitaires ;
d'autre part, il simplifie le travail du médecin
puisqu'il
existe
quantité
de
médicaments
génériques différents pour la même molécule.
Le pourcentage varie selon la spécialité du
prescripteur. Il s'élève à 2,4% pour les médecins
généralistes, à 7,4 % pour les rhumatologues, à 8%
pour les orthopédistes et à 10 % pour les dentistes.
Si la part des prescriptions en DCI est faible pour
les généralistes, le nombre de médicaments
génériques ou bon marché n'en atteint pas moins
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
procent.
35 %.
Er zijn twee redenen voor dat verschil. Huisartsen
willen altijd hetzelfde geneesmidden aan dezelfde
patiënt voorschrijven om vergissingen te vermijden
en verkiezen bepaalde generische middelen boven
andere. De gewoonte om onder stofnaam voor te
schrijven is bovendien nog niet ingeburgerd, maar
dat kan veranderen met de komst van nieuwe
generaties huisartsen.
Met het voorschrijven onder stofnaam wordt
momenteel 2,2 miljoen euro per jaar bespaard. Dat
kan nog stijgen tot 5,5 miljoen euro als de
verpakkingen systematisch onder de goedkoopste
vorm worden afgeleverd, maar dat zou kunnen
leiden tot een niet te beheren voorraad generische
geneesmiddelen voor de apotheker.
Het promoten van het systeem zal via de faculteiten
geneeskunde en de lokale groeperingen voor
medische evaluatie moeten gebeuren. Het Riziv zal
de regeling permanent evalueren.
Il y a deux raisons à cette différence. Les
généralistes tendent à toujours prescrire le même
médicament au même patient pour éviter les
erreurs
et préfèrent
certains
médicaments
génériques à d'autres. En outre, tous les médecins
n'ont pas encore le réflexe de prescrire la
substance mais les choses pourraient changer avec
l'arrivée de nouvelles générations de médecins.
Les prescriptions sur la base de la substance
permettent actuellement d'économiser 2,2 millions
d'euros par an. Ce chiffre pourrait encore
augmenter à 5,5 millions si les emballages étaient
systématiquement fournis sous la forme la moins
coûteuse. Le pharmacien risquerait toutefois de se
trouver confronté à un stock de médicaments
génériques ingérable.
La promotion du système devra être assurée par
les facultés de médecine et les groupements locaux
d'évaluation de la pratique médicale. L'INAMI
procédera à une évaluation permanente du
système.
12.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Kan de
minister een timing geven voor die evaluatie?
12.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang) : Quel sera
le calendrier de cette évaluation ?
12.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Wanneer mijn team een evaluatie verricht, kan ik
een tijdpad vooropstellen, maar hier gaat het om het
RIZIV. Bovendien wordt een en ander permanent
geëvalueerd. U moet mij daar dus geregeld
opnieuw over ondervragen!
12.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Quand mon équipe réalise une évaluation, je peux
donner un calendrier, mais ici, il s'agit de l'INAMI.
De plus, il y a une évaluation permanente. Il faut
donc me ré-interroger régulièrement sur le sujet !
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 4292 van de heer Clarinval
wordt uitgesteld
L'incident est clos.
Le présidente : La question n° 4292 de M. Clarinval
est reportée.
13 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de publiciteit in de
tandheelkunde" (nr. 4326)
13 Question de Mme Rita De Bont à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la publicité
en dentisterie" (n° 4326)</b>
13.01 Rita De Bont (Vlaams Belang): De wet van
1958 verbiedt alle publiciteit in de tandheelkunde.
Toch bestaat er onder tandartsen heel wat
onzekerheid over het voeren van publiciteit, omdat
dit wel mogelijk is voor andere vrije beroepen en
omdat er in de wet van 1958 nog niet gesproken
wordt over publiciteit op het internet.
De Raad voor Tandheelkunde formuleerde reeds
een advies over publiciteit op het internet, maar dat
heeft volgens de Vlaamse Beroepsvereniging
Tandartsen nog geen bindende kracht, waardoor
13.01 Rita De Bont (Vlaams Belang) : La loi de
1958 interdit toute publicité dans la dentisterie.
Cependant, les dentistes ne savent pas du tout sur
quel pied danser en ce qui concerne le recours à la
publicité parce que d'autres professions libérales
sont autorisées à y recourir et que la loi de 1958 ne
traite pas encore de la publicité sur internet.
Le Conseil de l'art dentaire a déjà formulé un avis
sur la publicité sur internet mais si l'on en croit
l'association
professionnelle
des
dentistes
flamands, cet avis n'est pas encore contraignant de
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
websites verboden blijven. Het Verbond der
Vlaamse Tandartsen heeft echter zelf een
portaalsite met informatie over tandartspraktijken. Is
dat toegelaten volgens de wet van 1958? Is een
eigen website voor tandartsen ook toegelaten?
Kunnen er duidelijke richtlijnen worden opgesteld?
Moet de wet van 1958 niet dringend vernieuwd
worden?
sorte que les sites web restent interdits. Toutefois,
la fédération des dentistes flamands dispose, elle,
d'un site portail qui diffuse des informations sur les
pratiques dentaires. Ce site portail est-il licite aux
termes de la loi de 1958 ? Si oui, des dentistes
peuvent-ils créer leur propre site web ? Des
directives claires pourraient-elles être édictées ?
N'est-il pas urgent de réviser la loi de 1958 ?
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): In
de zaak-Doulamis oordeelde het Europese Hof van
Justitie onlangs dat de wet van 1958 niet in strijd is
met de Europese verdragen. In deze wet wordt
echter niet expliciet rekening gehouden met
communicatie via internet.
Mijn voorganger had een voorontwerp van wet
opgesteld over publiciteit voor tandverzorging,
waarin ook het gebruik van het internet werd
geregeld. De Raad voor Tandheelkunde had een
advies
uitgebracht.
Het
voorontwerp
werd
voorgelegd aan de Raad van State, maar het kon
niet meer tijdig worden ingediend bij het Parlement.
In afwachting van een nieuwe regeling blijft de wet
van 1958 van kracht. Mijn diensten zullen dit
dossier opnieuw ter hand nemen.
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Dans l'affaire Doulamis, la Cour
européenne de Justice a estimé récemment que la
loi de 1958 n'était pas contraire aux traités
européens. Toutefois, il n'y est pas tenu compte
explicitement du canal de communication que
constitue l'internet.
Mon prédécesseur avait préparé un avant-projet de
loi sur la publicité pour les soins dentaires dans
lequel le recours à l'internet était également
réglementé. Le Conseil de l'art dentaire avait émis
un avis. Cet avant-projet a été soumis au Conseil
d'État mais il n'a pas pu être déposé à temps au
Parlement.
Dans
l'attente
d'une
nouvelle
réglementation, la loi de 1958 reste en vigueur. Mes
services se ressaisiront de ce dossier.
Reclame via internet is dus ook verboden. Zolang
een website louter informeert, is er geen probleem.
Wanneer het evenwel de bedoeling is om klanten te
werven, is er sprake van reclame en wordt de wet
overtreden. Dat onderscheid is niet eenvoudig en
daarom moet de wet van 1958 worden aangepast.
Op Europees niveau wordt het verbod op reclame
ter discussie gesteld. De Europese rechtspraak
hierover is volop in beweging.
Il est donc également interdit de faire de la publicité
par le truchement de l'internet. Les sites web à
vocation purement informative ne posent aucun
problème. En revanche, si un dentiste crée un site
web pour se faire une clientèle, il est question de
publicité et la loi est enfreinte. Cette distinction
n'allant pas de soi, la loi de 1958 doit être adaptée.
A l'échelon européen, l'interdiction de la publicité
est remise en question. En la matière, la
jurisprudence européenne est en pleine évolution.
13.03 Rita De Bont (Vlaams Belang): Een
portaalsite die niet alle tandartsen vermeldt, kan dus
als reclame worden beschouwd en is derhalve in
strijd met de wet?
13.03 Rita De Bont (Vlaams Belang) : Un site
portail qui ne mentionne pas tous les dentistes ne
peut-il pas être considéré comme publicitaire et, si
c'est le cas, n'est-il pas en contradiction avec la
loi ?
13.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Er is een nieuwe wet nodig om duidelijkheid te
brengen over dit soort situaties.
13.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Une nouvelle loi est nécessaire pour
clarifier ce type de situations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de bijwerkingen van
bepaalde in de behandeling van aids gebruikte
geneesmiddelen" (nr. 4368)
14 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les effets
secondaires de certains médicaments utilisés
dans le traitement contre le sida" (n° 4368)</b>
14.01 Josée Lejeune (MR): Uit een onderzoek bij 14.01 Josée Lejeune (MR) : Une étude menée
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
33.000 seropositieven blijkt dat abacavir en
didanosine het risico op hartproblemen doen
toenemen.
Volgens
de
experts
zijn
die
antiretrovirale middelen wel doeltreffend, maar moet
de aandacht worden gevestigd op het mogelijke
risico
op
hartaanvallen.
De
Wereldgezondheidsorganisatie
vindt
dat
de
mogelijke bijwerkingen van die geneesmiddelen
opnieuw moeten worden onderzocht, terwijl het
laboratorium dat abacavir produceert, de studie als
"weinig overtuigend" beschouwt.
Beschikt u over nauwkeuriger gegevens? Hebben
het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en
Gezondheidsproducten
en
de
werkgroep
Geneesmiddelenbewaking op de negatieve effecten
van die geneesmiddelen gewezen? Welk standpunt
neemt het Federaal Agentschap in dit dossier in?
Welke procedure waarborgt dat alle gegevens
worden verzameld? Moeten er maatregelen worden
genomen? Zullen de patiënten en de artsen worden
geïnformeerd?
Moeten
die
mogelijke
nevenwerkingen niet vermeld worden in de
bijsluiters van die geneesmiddelen?
auprès de trente-trois mille porteurs du VIH a
montré
que
l'abacavir
et
la
didanosine
augmentaient le risque de problèmes cardiaques.
Les
experts
semblent
estimer
que
ces
antirétroviraux sont efficaces mais qu'il convient
d'attirer l'attention sur le risque possible de crise
cardiaque. L'Organisation mondiale de la santé juge
qu'un réexamen des implications possibles de
l'usage de ces médicaments est indiqué. Le
laboratoire qui produit l'abacavir a quant à lui
qualifié l'étude de « peu concluante ».
Disposez-vous de données plus précises en la
matière ? L'Agence fédérale des médicaments et
des produits de santé et le groupe de travail
Pharmacovigilance ont-ils relevé des effets négatifs
de ces médicaments ? Quelle est l'attitude de
l'Agence fédérale dans ce dossier ? Quelle
procédure garantit la collecte de toutes les
données ? Faut-il prendre des mesures ? Une
information des patients et des médecins est-elle
prévue ? Un avertissement sur les notices de ces
médicaments ne serait-il pas indiqué ?
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Met het
onderzoek "Data Collection on Adverse Events of
Anti-HIV Drugs
" waarnaar u verwijst, werd beoogd
het cardiovasculaire risico van het gebruik van
sommige antiretrovirale middelen in het kader van
de behandeling van aids te evalueren. De resultaten
werden
onderzocht
door
de
werkgroep
Geneesmiddelenbewaking van het European
Medicines Agency (EMEA). De aanbevelingen van
die werkgroep werden overgezonden aan het
Committee for Medicinal Products for Human Use
(CHMP).
Uit de recentste analyse van de resultaten van die
internationale studie blijkt dat het relatieve risico op
een hartinfarct licht verhoogd is bij het gebruik van
die geneesmiddelen.
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'étude Data Collection on Adverse Events of Anti-
HIV Drugs
que vous citez avait pour but d'évaluer le
risque cardiovasculaire lié à l'utilisation de certains
antirétroviraux dans la lutte contre le sida. Ses
résultats ont été examinés par le groupe de travail
Pharmacovigilance de l'Agence européenne pour
l'évaluation des médicaments (EMEA). Les
recommandations ont été transmises au Comité
des médicaments à usage humain.
L'analyse la plus récente des résultats de cette
étude internationale montre une augmentation du
risque relatif d'infarctus du myocarde.
Het EMEA heeft sinds 1999 slechts een enkele
officiële melding ontvangen van een hartfalen bij
een patiënt die met abacavir werd behandeld. Voor
didanosine heeft zij er geen enkele ontvangen.
Abacavir werd op Europees niveau toegelaten via
een gecentraliseerde procedure. De enige rol die
het Geneesmiddelenagentschap in dat geval kan
spelen, bestaat in het meewerken aan de
werkzaamheden
van
het
Europees
Geneesmiddelenbureau. Didanosine werd in België
geregistreerd. In dergelijke dossiers keurt het
Europees
Geneesmiddelenbureau
vaak
de
wetenschappelijke adviezen van de werkgroep
Toutefois, l'EMEA n'a reçu depuis 1999 qu'une
seule notification de défaillance cardiaque chez un
patient traité à l'abacavir. Elle n'en a reçu aucune
pour la didanosine.
L'abacavir a été autorisé au niveau européen via
une procédure unique centralisée. Le seul rôle que
peut tenir l'Agence des médicaments dans un tel
cas est sa participation active aux travaux de
l'Agence européenne. La didanosine est quant à
elle enregistrée en Belgique. Cependant, dans ce
type de dossier, l'Agence adopte souvent les avis
scientifiques
du
groupe
de
travail
Pharmacovigilance.
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
Farmacovigilantie goed.
Voorts legt ons Agentschap een ambitieus
geneesmiddelenbewakingsprogramma ten uitvoer
dat ertoe strekt het aantal meldingen van
ongewenste bijwerkingen van in België in de handel
zijnde geneesmiddelen en de kwaliteit van die
meldingen te bevorderen.
In dit stadium lijken maatregelen met het oog op het
informeren van de practici echter onontbeerlijk.
Morgen, op 22 april, zal naar alle Belgische artsen
een informatiebrief worden gestuurd.
Wat abacavir betreft, zal de beslissing om al dan
niet een waarschuwing in de bijsluiter te vermelden,
door het Comité van geneesmiddelen voor humaan
gebruik worden genomen. Dat Comité wacht op
aanvullende wetenschappelijke gegevens van de
referentielidstaat voor dat dossier, namelijk
Frankrijk. Wat didanosine betreft, zal België de
aanbevelingen van de werkgroep Farmacovigilantie
van het EMEA blijven volgen.
Par ailleurs, notre Agence met en oeuvre un
programme ambitieux de pharmacovigilance active
destiné à promouvoir la qualité et le nombre des
notifications d'effets indésirables des médicaments
commercialisés en Belgique.
À ce stade, des mesures d'information des
praticiens semblent cependant indispensables. Une
lettre d'information sera envoyée à tous les
médecins belges demain, le 22 avril.
Enfin, pour l'abacavir, la décision de faire figurer ou
non un avertissement sur la notice sera prise par le
Comité des médicaments à usage humain, qui
attend
des
informations
scientifiques
complémentaires de l'État membre de référence
pour ce dossier, la France. Pour la didanosine, la
Belgique continuera à suivre les recommandations
du groupe de travail de pharmacovigilance de
l'EMEA.
14.03 Josée Lejeune (MR): Gelukkig dat er maar
weinig probleemgevallen zijn, omdat dankzij die
antiretrovirale
geneesmiddelen
het
aidsvirus
verzwakt kan worden en opportunistische infecties
kunnen worden bestreden.
14.03 Josée Lejeune (MR) : Il est heureux que les
cas problématiques soient peu nombreux, puisque
ces antirétroviraux permettent de contrôler
l'infection par le virus du sida ainsi que les
infections opportunistes.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 4464 van mevrouw Galant
wordt uitgesteld en de toegevoegde vraag nr. 4610
van de heer Prévot wordt omgezet in een
schriftelijke vraag, net als vraag nr. 4480 van
mevrouw Avontroodt. De vragen nrs. 4520 van
mevrouw della Faille de Leverghem en 4528 van de
heer Goutry worden uitgesteld.
L'incident est clos.
La présidente : La question n° 4464 de Mme
Galant est reportée et la question jointe n° 4610 de
M. Prévot est transformée en question écrite, de
même que la question n° 4480 de Mme Avontroodt.
Les questions n
os
4520 de Mme della Faille de
Leverghem et 4528 de M. Goutry sont reportées.
15 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het verbod op reclame
voor geneesmiddelen" (nr. 4542)
15 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'interdiction
de publicité pour les médicaments" (n° 4542)</b>
15.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Een tijdje
geleden stelde de heer Gilkinet een vraag over de
firma Pfizer die het verbod op reclame voor
geneesmiddelen omzeilde. De firma maakte niet
alleen op slinkse wijze reclame voor haar
antirookprogramma, zij liet geïnteresseerden zich
ook inschrijven voor een rookstopprogramma.
Aldus kon Pfizer persoonlijke informatie over deze
mensen verzamelen. De minister kondigde sancties
aan.
15.01 Maya Detiège (sp.a-spirit) : M. Gilkinet a
posé il y a un certain temps une question relative au
contournement par la société Pfizer des dispositions
interdisant la publicité pour les médicaments. Non
contente de faire la propagande de son programme
anti-tabac, l'entreprise incitait également les
personnes intéressées à s'inscrire à un programme
de désaccoutumance, une initiative qui permettait
par la même occasion à Pfizer de récolter des
données personnelles. La ministre avait annoncé
des sanctions.
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
Welke sanctie zal de firma precies krijgen? Zal de
minister ingrijpen als blijkt dat Pfizer de gegevens
van
de
ingeschrevenen
voor
het
rookstopprogramma gebruikt voor commerciële
doeleinden?
Quelles sanctions cette société se verra-t-elle
infliger précisément ? La ministre va-t-elle intervenir
s'il apparaît que Pfizer utilise à des fins
commerciales les données des personnes inscrites
au programme de désaccoutumance ?
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en
Gezondheidsproducten heeft een proces-verbaal
opgemaakt tegen Pfizer wegens het verspreiden
van reclame voor een geneesmiddel op medisch
voorschrift. De firma kreeg een administratieve
boete opgelegd.
De
inschrijvingsaanvragen
voor
het
rookstopprogramma werden verzameld door een
derde firma. Pfizer zou geen toegang tot de
gegevens hebben.
15.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : L'Agence fédérale des médicaments
et des produits de santé a dressé un procès-verbal
contre Pfizer pour diffusion d'une publicité vantant
les mérites d'un médicament délivré sur prescription
médicale. La société a été condamnée à une
amende administrative.
Les demandes d'inscription au programme de
désaccoutumance ayant été collectées par une
entreprise tierce, Pfizer n'a semble-t-il pas accès à
ces données.
Het programma zal aan de privacycommissie
voorgelegd worden. Reclame voor geneesmiddelen
bij het grote publiek is trouwens verboden, ook via
e-mail, sms of telefoon.
Le programme sera soumis à la Commission de
protection de la vie privée. La publicité pour les
médicaments auprès du grand public est d'ailleurs
interdite, y compris par courrier, SMS ou téléphone.
15.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): Kan de minister
mij zeggen hoeveel de administratieve boete
bedraagt?
15.03 Maya Detiège (sp.a-spirit) : La ministre
pourrait-elle m'indiquer le montant de l'amende
administrative ?
15.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
weet ik niet precies.
15.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je ne le connais pas exactement.
15.05 Maya Detiège (sp.a-spirit): Als u mij dit
schriftelijk kunt meedelen, is dat ook goed.
15.05 Maya Detiège (sp.a-spirit) : Je serai
satisfaite si vous pouviez me le communiquer par
écrit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de totale uitroeiing
van mazelen in België tegen 2010" (nr. 4546)
16 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'éradication
totale de la rougeole en Belgique pour 2010"
(n° 4546)</b>
16.01 Colette Burgeon (PS): In haar bulletin van
maart publiceert de Wereldgezondheidsorganisatie
de resultaten van een enquête over de gevoeligheid
voor mazelen in Australië en in 17 Europese landen.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat mazelen in
Europa in 2007 zouden zijn uitgeroeid, nadien werd
die streefdatum uitgesteld tot 2010.
In het kader van het European Sero-Epidemiology
Network 2-project (ESEN2) hebben die 17 landen
tussen 1996 en 2004 nationale serumbanken
opgezet die aan tests werden onderworpen. Zeven
landen haalden nagenoeg alle doelstellingen, maar
voor vier andere landen was er sprake van niveaus
16.01 Colette Burgeon (PS) : Dans son bulletin du
mois de mars, l'OMS publie le résultat d'une
enquête consacrée à la sensibilité à la rougeole en
Australie et dans 17 pays européens. Au départ, on
comptait éradiquer la rougeole en Europe en 2007,
puis l'échéance a été reportée en 2010.
Dans le cadre du Réseau européen d'épidémiologie
sérologique 2 (ESEN 2), ces 17 pays ont constitué
entre 1996 et 2004 des banques nationales de
sérum qui ont été soumises à des tests. Tandis que
sept pays remplissaient presque entièrement les
objectifs, quatre autres présentaient des niveaux de
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
van gevoeligheid in sommige leeftijdscategorieën.
Voor zeven andere landen ­ waaronder België ­
werd er geoordeeld dat er een gevaar voor een
epidemie bestaat, wegens de grote gevoeligheid bij
kinderen en, in sommige gevallen, volwassenen.
Hoewel België een antimazelenvaccinatiekalender
in twee dosissen toepast, blijven de mazelen
bestaan. Indien er geen verbeteringen worden
aangebracht, zal de overdracht blijven voortduren of
zelfs nog versnellen. Worden sinds 2003 nieuwe
tests voor ons land uitgevoerd? Zo ja, hoe evolueert
de gevoeligheid voor mazelen?
Wordt de mogelijkheid van een uitbreiding van de
systematische vaccinatie overwogen en denkt men
eraan sommige categorieën van ouderen te
vaccineren?
Tot slot, zullen de mazelen, zoals gepland, in 2010
uitgeroeid zijn?
sensibilité dans certaines tranches d'âge. Sept
autres pays - parmi lesquels la Belgique - ont été
jugés à risque d'épidémie en raison de la grande
sensibilité des enfants et, dans certains cas, des
adultes.
Quoique la Belgique applique un calendrier de
vaccination antirougeoleuse en deux doses, la
rougeole subsiste. Si des améliorations ne sont pas
apportées, la transmission peut se poursuivre, voire
même s'accélérer. De nouveaux tests ont-ils été
réalisés depuis 2003 pour la Belgique ? Dans ce
cas, quelle est l'évolution de la sensibilité à la
rougeole ?
La possibilité d'étendre la couverture vaccinale
systématique et de vacciner certaines catégories de
personnes plus âgées est-elle envisagée en
Belgique ?
Pour terminer, la rougeole sera-t-elle, comme
prévu, éradiquée en 2010 ?
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
uitroeiing van mazelen vergt een vaccinatiegraad
van ten minste 95 procent, wat overeenstemt met
twee dosissen van het vaccin tegen mazelen.
Volgens de resultaten van de ESEN II-studie waren
de groepen tussen 5 en 30 jaar in België
onvoldoende beschermd om mazelenepidemieën te
kunnen vermijden.
Uit een nieuw onderzoek dat in samenwerking met
de Universiteit Antwerpen en het Wetenschappelijk
Instituut Volksgezondheid werd uitgevoerd, blijkt dat
de bescherming van de betrokken leeftijdsgroepen
verbeterd is.
Als antwoord op de WGO-doelstelling voor de
uitroeiing van mazelen, werd er in 2003 een comité
opgericht. Tot nu toe was de verhoging van de
vaccinatiegraad bij de eerste dosis MRB prioritair.
Het lijkt moeilijk om mazelen tegen 2010 uit te
roeien.
16.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Pour atteindre l'élimination de la rougeole, une
couverture vaccinale d'au moins 95 % est
nécessaire, pour deux doses de vaccins
d'antirougeoleux. Selon l'étude ESEN 2, les
groupes de 5 à 30 ans étaient en Belgique
insuffisamment protégés pour éviter les épidémies
de rougeole.
Une nouvelle étude a été faite en collaboration avec
l'université d'Anvers et l'Institut scientifique de santé
publique. Les résultats semblent indiquer une
amélioration de la protection des groupes d'âges
concernés.
En réponse à l'objectif d'élimination de la rougeole
de l'OMS, un comité a été créé en 2003. Jusqu'à
présent, la priorité a été donnée à l'augmentation de
la couverture vaccinale pour la première dose RRO.
Il semble qu'il sera difficile d'atteindre l'élimination
de la rougeole pour 2010.
16.03 Colette Burgeon (PS): Als een moeder naar
Kind en Gezin of het ONE gaat, krijgt ze de raad
haar kind te laten inenten. Het aantal niet-
gevaccineerde kinderen verbaast mij dus!
16.03 Colette Burgeon (PS) : Lorsqu'une maman
se rend à l'ONE, il lui est conseillé de vacciner son
enfant. Je m'étonne dès lors du nombre d'enfants
non vaccinés !
Destijds lieten ouders hun kinderen niet uit eigen
beweging vaccineren.
À une certaine époque, des parents ne vaccinaient
pas volontairement leurs enfants.
16.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik ken
niet
alle
redenen
waarom
kinderen
niet
gevaccineerd worden (religieuze of beter gezegd
sektarische redenen, kinderen van ouders zonder
vaste verblijfplaats, onverschilligheid,...).
16.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je ne dispose pas de l'ensemble des causes de
non-vaccination (religieuses ou plus exactement
sectaires, enfants du voyage, négligence, etc.).
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
We moeten de mensen ook geruststellen en
duidelijk
maken
dat
men,
als
men
de
vaccinatietermijn heeft laten verstrijken, gewoon
opnieuw kan beginnen.
Il faut aussi rassurer sur le fait que si on a laissé
passer le délai, on peut recommencer.
16.05 Colette Burgeon (PS): Men moet doorgaan
met het voeren van informatiecampagnes.
De voorzitter: Het gaat toch wel degelijk over het
vaccin tegen mazelen, want mijn kinderen hebben
de ziekte gehad voor ze negen maanden oud
waren?
16.05 Colette Burgeon (PS) : Il faut continuer les
campagnes d'information.
La présidente : Il s'agit bien du vaccin de la
rougeole car mes enfants l'ont faite avant 9 mois ?
16.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Er
wordt al zeer vroeg gevaccineerd tegen ziekten als
rodehond, mazelen en bof. Het is in ieder geval
interessant
om
kinderen
in
collectieve
voorzieningen op te vangen, zodat ze met andere
kinderen in contact komen en alle minder erge
kinderziekten kunnen doormaken.
16.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Rubéole, rougeole et oreillons, on vaccine très vite
contre ces maladies. En tout cas, il est intéressant
de placer les enfants dans un milieu collectif pour
qu'ils puissent faire toutes les petites maladies.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het tekort aan bloed"
(nr. 4551)
17 Question de Mme Josée Lejeune à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la pénurie
de sang" (n° 4551)</b>
17.01 Josée Lejeune (MR): De bloedbanken
worden strenger wat de selectie van de bloedgevers
betreft.
Daardoor
neemt
de
beschikbare
hoeveelheid bloed af.
Het Rode Kruis heeft een oproep gericht tot de
bloedgevers. Hun aantal stijgt, maar de stijgende
behoeften zorgen voor problemen.
Hoe reageert u op die situatie? Moeten er geen
maatregelen worden genomen? Welke oplossingen
overweegt u om het gevaar op een groot tekort te
bedwingen zonder dat aan de onontbeerlijke
veiligheidsregels wordt geraakt?
17.01 Josée Lejeune (MR) : Les banques de sang
deviennent plus restrictives quant à la sélection des
donneurs, avec pour conséquence une limitation
des quantités de sang disponible.
La Croix-Rouge a lancé un appel pressant aux
donneurs de sang. Même si leur nombre augmente,
c'est plutôt l'accroissement des besoins qui est en
cause.
Quelle réaction adoptez-vous devant cette
situation ? Ne pensez-vous que des mesures
doivent être prises ? Quelle solution envisagez-vous
afin de répondre au risque de pénurie sévère tout
en
maintenant
les
règles
de
sécurité
indispensables ?
17.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In
België is er momenteel geen tekort aan bloed. Het
is echter noodzakelijk dat elk jaar ongeveer 15
procent van de donoren wordt vervangen om een
dreigend tekort te voorkomen.
De diensten voor het bloed nemen eveneens
maatregelen om ervoor te zorgen dat er voldoende
bloed in voorraad is tijdens periodes waarin het
moeilijker is om bloed in te zamelen. Omdat bloed
maar gedurende een beperkte periode kan worden
bewaard en er verschillende bloedgroepen zijn, kan
het gebeuren dat er voor een bepaalde bloedgroep
17.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La Belgique n'est pas actuellement confrontée à
une pénurie de sang. Toutefois, il est nécessaire de
veiller à remplacer chaque année environ 15 % des
donneurs pour éviter le risque de pénurie.
Les services du sang prennent également des
mesures pour assurer un stock suffisant dans les
périodes où la collecte est plus difficile. Cependant,
vu la durée de conservation limitée du sang et
l'existence de plusieurs groupes sanguins, il peut
arriver que le stock d'un groupe sanguin déterminé
soit faible. Des mesures sont alors prises pour
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
nog maar weinig bloed in voorraad is. In dat geval
worden er maatregelen getroffen om de inzameling
te bevorderen.
De criteria voor de selectie van de bloeddonoren
worden almaar strenger. Het is ondenkbaar dat er
op dat vlak ook maar de minste toegeving wordt
gedaan. Bovendien heeft de toepassing van
strengere
criteria
niet
tot
bevoorradingsmoeilijkheden geleid.
stimuler la collecte.
Les critères de sélection des donneurs sont de plus
en plus sévères. Il n'est pas concevable de faire la
moindre concession dans ce domaine. De plus,
l'adoption de critères plus sévères n'a pas entraîné
de difficultés d'approvisionnement.
De jongste jaren werd evenmin een stijging van het
jaarlijks verbruik van bloed vastgesteld. De stabiliteit
van het bloedverbruik houdt verband met het
bestaan van strikte regels voor bloedtransfusies.
Er zijn dus geen specifieke oorzaken die voor een
tekort aan bloed in de nabije toekomst doen vrezen.
Er moeten ook geen specifieke maatregelen
worden genomen.
Het op elkaar afstemmen van het aanbod van en de
vraag naar bloed wordt op de voet gevolgd, en
wanneer
alarm
wordt
geslagen,
worden
automatisch specifieke maatregelen genomen.
Ces dernières années, on n'a pas non plus constaté
d'augmentation de la consommation annuelle de
sang. La stabilité dans la consommation de sang
est liée à l'existence de critères stricts pour les
transfusions de sang.
Il n'y a donc pas de raisons particulières de craindre
une pénurie prochaine de sang, ni de prendre de
mesures particulières.
Cela dit, l'adéquation entre l'offre et la demande de
sang fait l'objet d'un suivi constant et, en cas
d'alarme,
des
mesures
particulières
sont
automatiquement prises.
17.03 Josée Lejeune (MR): Staan er
informatiecampagnes op stapel? Werd uw
departement ingelicht over specifieke campagnes
van het Rode Kruis?
17.03 Josée Lejeune (MR) : Des campagnes
d'information
sont-elles
prévues ?
Votre
département a-t-il été informé de l'organisation de
campagnes spécifiques de la Croix Rouge ?
17.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het is
het Rode Kruis zelf dat zijn campagnes organiseert
en promoot.
17.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
C'est la Croix-Rouge elle-même qui organise et fait
la promotion de ses campagnes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de oorzaken van het
toenemende
aantal
achterstallige
ziekenhuisfacturen en de mogelijke oplossingen"
(nr. 4557)
18 Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les causes
et solutions quant aux retards grandissants de
paiement des factures hospitalières" (n° 4557)</b>
18.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Meer en
meer krijgen de ziekenhuizen te maken met
patiënten die hun facturen niet betalen. Die
achterstallen zouden in vijf jaar tijd met een derde
toegenomen zijn en de onbetaalde facturen zouden
goed zijn voor een bedrag van 400 miljoen euro.
Dat heeft tot gevolg dat bepaalde ziekenhuizen
minder lang wachten met het factureren van de
verstrekkingen of bij de opname garanties eisen.
Dit veroorzaakt een dubbel probleem, zowel inzake
de toegankelijkheid van de verzorging als inzake
18.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Les
hôpitaux sont de plus en plus souvent confrontés à
des patients qui ne paient pas leurs factures. Cette
dette aurait augmenté d'un tiers en l'espace de cinq
ans et les factures en souffrance représenteraient
400 millions d'euros.
Aussi, certains hôpitaux facturent leurs prestations
plus rapidement ou réclament des garanties à
l'admission.
Cela engendre un double problème: l'accessibilité
aux soins et l'équilibre financier des hôpitaux.
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
het financieel evenwicht van de ziekenhuizen.
Bevestigt u deze cijfers? Hoe evolueert de
betalingsachterstand?
Werd dit probleem reeds bestudeerd, of zijn de
FOD
Sociale
Zekerheid
en
de
FOD
Volksgezondheid dit van plan?
Hoe kan men de financiële terugslag van een
ziekenhuisopname beperken en aldus voorkomen
dat patiënten afzien van een behandeling?
Confirmez-vous ces chiffres ? Quelle est l'évolution
de ces retards de paiement?
Des études ont-elles été réalisées ou sont-elles
envisagées par le SPF Sécurité sociale et Santé
publique ?
Comment
diminuer
l'impact
financier
des
hospitalisations et éviter ainsi que des patients ne
renoncent à se faire soigner?
18.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
rekeningen "dubieuze debiteuren patiënten" en
"reductie op dubieuze debiteuren patiënten" zijn
gestegen van 258,2 miljoen euro in 2000 naar 392,7
miljoen euro in 2005. Precieze gegevens over
laattijdige betalingen van patiënten en de evolutie
ervan zijn echter niet beschikbaar.
Uitgedrukt in relatieve termen met betrekking tot de
omzet van alle ziekenhuizen, gaan die bedragen in
dalende lijn wat 2004 en 2005 betreft. Het gaat hier
ongetwijfeld om de eerste gevolgen van de
maatregelen die werden genomen op het vlak van
de verzekerbaarheid en de toegankelijkheid tot de
zorg.
Sommige problemen met betrekking tot de
toegankelijkheid tot de zorg zijn echter nog niet
opgelost. In de begroting 2008 van de verplichte
verzekering voor geneeskundige verzorging wordt
overigens in nieuwe stappen voorzien met het oog
op een betere dekking van de gezondheidszorg en
dat voor een totale kostprijs van 340 miljoen euro
per jaar. We zullen erop toezien dat de
mechanismen verder uitgewerkt en verbeterd
worden, en dat de terugbetaling van medische
innovaties waarvan de therapeutische efficiency
wetenschappelijk bewezen is, versneld wordt.
18.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Les comptes « créances douteuses patients » et
« réduction de créances douteuses patients » sont
passés de 258,2 millions d'euros en 2000 à 392,7
millions d'euros en 2005. Aucune donnée précise
relative aux retards de payement des patients et
leur évolution dans le temps n'est cependant
disponible.
En termes relatifs par rapport au chiffre d'affaire de
l'ensemble des hôpitaux, ces montants sont en
diminution pour 2004 et 2005. Il s'agit certainement
des premiers effets des mesures prises dans le
domaine de l'assurabilité et de l'accessibilité aux
soins.
Certains problèmes d'accessibilité aux soins
demeurent cependant. Le budget 2008 de
l'assurance obligatoire « soins de santé » prévoit
d'ailleurs de nouvelles avancées vers une meilleure
couverture des soins de santé pour un coût total de
340 millions d'euros sur base annuelle. On veillera
à poursuivre et améliorer les mécanismes, à
accélérer le remboursement des innovations
médicales dont l'efficacité thérapeutique est
scientifiquement avérée.
Het probleem van de onbetaalde facturen heeft niet
enkel te maken met problemen in verband met de
toegang tot de gezondheidszorg, maar ook met de
supplementen die voor eenpersoonskamers worden
aangerekend, en met de situatie van mensen met
financiële moeilijkheden of wanbetalers. Wie het
echt moeilijk heeft om de kosten voor
gezondheidszorg te betalen, kan een beroep doen
op het OCMW of zelfs op de aanvullende
verzekering van zijn ziekenfonds.
Ten slotte zijn de handhaving van de jaarlijkse
groeinorm voor gezondheidszorg op 4,5 % en de
strijd voor de vrijwaring van de koopkracht het
bewijs dat de huidige regering oprecht voornemens
Les factures impayées ne sont pas uniquement
liées à des problèmes d'accès aux soins mais
également aux suppléments demandés en chambre
particulière,
aux
situations
des
personnes
connaissant des difficultés financières ou aux
mauvais payeurs. Les personnes rencontrant des
problèmes réels d'accès aux soins peuvent recourir
aux CPAS ou même à l'assurance complémentaire
de leur mutuelle.
Enfin, le maintien de la norme de croissance
annuelle des soins de santé à 4,5 % et la lutte pour
la sauvegarde du pouvoir d'achat sont des gages
donnés de la volonté du gouvernement actuel de
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
is de zwaksten in onze samenleving te beschermen. protéger les plus faibles.
18.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Ik ben
niet gerustgesteld, omdat steeds meer mensen zich
niet meer laten behandelen. Het vermelde cijfer van
400 miljoen verdient nader onderzoek, om uit te
maken wie niet betaalt. Ik neem nota van de
inspanningen die u zich getroost om erop toe te zien
dat een opname in een ziekenhuis niet
onbetaalbaar wordt. Gelet op de beschikbare ruimte
die de begroting voor gezondheidszorg biedt, moet
men meer kunnen doen.
18.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Je reste
inquiet car de plus en plus de personnes renoncent
à des soins. Le chiffre de 400 millions mériterait une
étude complémentaire pour déterminer qui ne paie
pas. Je prends bonne note des efforts réalisés pour
que l'hospitalisation ne coûte pas trop cher. Vu les
marges du budget des soins de santé, on peut
imaginer faire mieux.
18.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
bestaande
mechanismen
moeten
aangevuld
worden, met name op het gebied van de chronische
ziekten.
18.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : Il
faudra compléter les mécanismes existants
notamment vis-à-vis des maladies chroniques.
18.05
Georges
Gilkinet
(Ecolo-Groen!):
Verzekeringsinstellingen
hebben
efficiënte
producten ontwikkeld.
18.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Des
organismes assureurs ont développé des produits
performants.
Zij werken met een zeer brede bijdrage en volgen
de praktijken op in de ziekenhuizen zelf, om te hoge
facturen te vermijden. Dit systeem kan misschien
ooit in de verplichte verzekering worden ingebed.
Ils s'appuient sur une cotisation très large et un
suivi des pratiques au sein même des hôpitaux, de
façon à éviter des surfacturations. Cela pourra peut-
être un jour être intégré à l'assurance obligatoire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en
Volksgezondheid
over
"de
verplaatsingskosten van patiënten die in landelijk
gebied wonen" (nr. 4558)
19 Question de M. Georges Gilkinet à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la mobilité
et son coût pour les patients en zones rurales"
(n° 4558)</b>
19.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): De
recente
reorganisatie
van
de
ziekenhuisinfrastructuur heeft er mede toe
bijgedragen dat de begroting van de sociale
zekerheid opnieuw in evenwicht kon worden
gebracht. Een en ander heeft ook tot een enorme
toename van het aantal verplaatsingen, en dus voor
veel patiënten tot een toename van de kosten
geleid. Het dringend ziekenvervoer per ambulance
wordt terugbetaald door de verplichte verzekering,
maar voor sommige transporten per ambulance
tussen ziekenhuizen moet de patiënt betalen.
Sommige patiënten zouden bijgevolg volgens
recente getuigenissen afzien van een behandeling.
Beschikt u over cijfers aangaande het aantal
patiënten dat vervoerd wordt per ambulance in het
kader van een ziekenhuisopname of een zware
behandeling? Hebben de patiënten zelf de
gevolgen van die kosten voor de voortzetting van
hun behandeling beoordeeld? Wordt er, in het
kader van de beschikbare middelen in de RIZIV-
begroting, aan gedacht de vervoerskosten minstens
19.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : La
récente
réorganisation
des
infrastructures
hospitalières a contribué à amener un rééquilibrage
du budget de la sécurité sociale mais a donné lieu à
une multiplication des trajets et donc des coûts pour
de nombreux patients. Le transport par ambulance
pour urgence est pris en charge par l'assurance
obligatoire mais certains transports par ambulance
entre hôpitaux sont à charge des patients. Certains
d'entre eux renonceraient dès lors, selon des
témoignages recueillis récemment, à leurs
traitements.
Pouvez-vous me dire si vous disposez de chiffres
concernant le nombre de patients qui font appel à
une ambulance quand il y a séjour ou pour un
traitement lourd ? Des évaluations ont-elles été
réalisées quant à la conséquence de ces coûts sur
la bonne poursuite de leur traitement par les
patients concernés ? Est-il envisagé, dans le cadre
des moyens disponibles dans le budget de l'INAMI,
d'offrir une couverture au moins partielle des coûts
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
gedeeltelijk door de verplichte verzekering te laten
terugbetalen? Kan er in dat verband aan een
positieve discriminatie worden gedacht ten voordele
van patiënten die het verst van de zorgcentra waar
zij een geschikte behandeling kunnen krijgen,
vandaan wonen?
de transport par l'assurance obligatoire ? Dans ce
contexte, une discrimination positive peut-elle être
envisagée pour les patients les plus éloignés des
centres de soins adaptés à leur pathologie ?
19.02 Minister Laurette Onkelinx : (Frans) : De
verplichte
verzekering
voor
geneeskundige
verzorging keert momenteel in welbepaalde
gevallen
een
tegemoetkoming
uit
voor
vervoerkosten. Voor ambulante patiënten die
chemo-
en
radiotherapie
krijgen
en
nierdialysepatiënten worden de kosten volledig
terugbetaald indien de patiënt gebruik maakt van
het openbaar vervoer, of wordt er terugbetaald op
grond van een tarief van 0,25 euro/km voor het
traject tussen de woning en de instelling. De
maximumafstand, die vastgesteld is op 30 kilometer
per traject, geldt niet wanneer er binnen een straal
van 30 kilometer rond de woning van de patiënt
geen gespecialiseerd centrum is.
19.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'assurance obligatoire soins de santé octroie
actuellement une intervention pour les frais de
déplacement dans certains cas bien déterminés.
Pour les patients traités en ambulatoire par chimio-
et radiothérapie et les patients en dialyse rénale,
l'intervention est effectivement totale si le patient
emprunte les transports en commun ou fixée à 0,25
euro/km entre le domicile et l'établissement. La
distance maximale prise en compte, 30 kilomètres
par trajet, ne s'applique pas s'il n'existe pas de
centre spécialisé dans un rayon de 30 kilomètres du
domicile.
Momenteel ligt er een ontwerp van koninklijk besluit
ter tafel dat ertoe strekt die maximale afstand af te
schaffen. Er is tevens voorzien in een terugbetaling
van de reiskosten in het kader van een functionele
revalidatie en voor het vervoer van pasgeborenen
tussen
verschillende
ziekenhuisdiensten
per
ziekenwagen met geneesheer.
Sinds 2007 draagt de ziekteverzekering ook bij aan
de reiskosten van de ouders van gehospitaliseerde
kankerpatiëntjes. In andere situaties betaalt de
verplichte verzekering momenteel echter geen
ambulancevervoer terug. De tarieven worden
vastgelegd door de FOD maar de kosten zijn ten
laste van de patiënt. In de begroting van 2008 is
ruimte gelaten voor initiatieven om de terugbetaling
van reiskosten uit te breiden. Zo is er een bedrag
van 7 miljoen euro uitgetrokken voor de
terugbetaling van het ambulancevervoer in het
kader van dringende medische hulp, en wordt er
een zelfde bedrag beschikbaar gesteld voor een
tegemoetkoming in de reiskosten van patiënten van
en naar een dagverzorgingscentrum. Ten slotte zal
de tegemoetkoming in de reiskosten worden
uitgebreid tot andere dan de huidige categorieën
van rechthebbenden.
Un projet d'arrêté royal visant à supprimer la
distance
maximale
prise
en
compte
est
actuellement à l'examen. Un remboursement des
frais de déplacement est également prévu dans le
cadre de la rééducation fonctionnelle ainsi que pour
le transport en ambulance médicalisée de nouveau-
nés entre différents services hospitaliers.
Depuis 2007, lorsqu'un enfant atteint d'un cancer
est hospitalisé, l'assurance soins de santé intervient
également dans les frais de déplacement de ses
parents. Par contre, aucun remboursement n'est
actuellement prévu par l'assurance obligatoire en ce
qui concerne les transports en ambulance dans
d'autres situations. Les tarifs sont fixés par le SPF
mais le coût est à charge du patient. Des initiatives
sont prévues dans le budget 2008 pour étendre le
remboursement des frais de déplacement. Un
montant de 7 millions d'euros sera notamment
affecté au remboursement du transport en
ambulance dans le cadre de l'aide médicale urgente
et un montant équivalent est également prévu pour
une intervention dans les frais de déplacement des
patients depuis et vers un centre de soins de jour.
Enfin, une extension de l'intervention de l'assurance
pour les frais de déplacement à d'autres assurés
que ceux qui en bénéficient actuellement est
également prévue.
19.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Het
verheugt me dat er bijkomende inspanningen
worden geleverd, maar ik ben er niet van overtuigd
dat ze een oplossing aandragen voor de precieze
gevallen die ik heb uiteengezet, met name voor
patiënten die een zware behandeling moeten
19.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Je salue
ces efforts supplémentaires mais je ne suis pas
persuadé qu'ils répondent aux cas précis que je
vous ai exposés, notamment ceux des patients qui
suivent un traitement lourd et qui habitent dans des
zones éloignées des centres. Or tout le monde doit
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
ondergaan en die ver van de centra wonen.
Iedereen moet evenwel dezelfde medische dekking
kunnen genieten.
pouvoir bénéficier de la même couverture.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"kinesitherapie
in
rusthuizen" (nr. 4581)
20 Question de Mme Maya Detiège à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
kinésithérapie dans les maisons de repos"
(n° 4581)</b>
20.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): In rustoorden
voor bejaarden (ROB's) is kinesitherapie niet in de
dagprijs
opgenomen,
in
rust-
en
verzorgingstehuizen (RVT's) wel. ROB-bewoners
kunnen een beroep doen op hun persoonlijke
kinesist of op de zelfstandige kinesisten die een
overeenkomst afsloten met het rustoord. OCMW-
klanten
worden
altijd
naar
die
laatsten
doorverwezen. De facturatie gebeurt via het
rusthuis, het gedeelte dat de bejaarde terugkrijgt
van het ziekenfonds wordt dan door het rustoord
opgevorderd en het remgeld wordt door het OCMW
ten laste genomen. OCMW-rusthuizen zouden de
kinesitherapie bij hun ROB-residenten willen laten
uitvoeren door kinesisten in loonverband, die de
zorgen op hun eigen Riziv-nummer zouden
attesteren en het OCMW zou de vergoeding innen
via het ziekenfonds.
Is het mogelijk dat OCMW-rusthuizen voor ROB-
residenten kinesisten in dienstverband inschakelen?
Kunnen de kinesisten dan de overeenkomst die
bepaalt dat ze in 70 procent van hun attestaties een
honorarium moeten vragen, nakomen en bestaat
dan niet het risico op sancties van het Riziv?
Bestaan er plannen om de kinesitherapie ook in de
ROB's in de dagprijs op te nemen?
Is het wel aangewezen kinesisten in loonverband op
hun persoonlijke Riziv-nummer ROB-prestaties te
laten attesteren voor het Riziv?
De remgelden die het OCMW op zich neemt, tellen
niet mee in de remgeldteller van deze residenten in
het kader van de maximumfactuur. Wat kan
daaraan worden gedaan?
20.01 Maya Detiège (sp.a-spirit) : Dans les
maisons de repos pour personnes âgées (MRPA),
les prestations de kinésithérapie ne sont pas
incluses dans le prix journalier, alors qu'elles le sont
dans les maisons de repos et de soins. Les
résidents des MRPA peuvent faire appel à leur
propre kinésithérapeute ou aux kinésithérapeutes
indépendants qui ont conclu une convention avec la
maison de repos. Les clients des CPAS sont
toujours adressés à des kinésithérapeutes
indépendants. La facturation s'effectue par le biais
de la maison de repos, qui récupère la partie
remboursée au résident par la mutuelle, le ticket
modérateur étant pris en charge par le CPAS. Les
maisons de repos des CPAS souhaiteraient que les
résidents de MRPA soient soignés par des
kinésithérapeutes salariés, qui déclareraient les
soins via leur propre numéro INAMI ; le CPAS
percevrait l'indemnisation par le biais de la
mutualité.
Les maisons de repos de CPAS peuvent-elles
recourir à des kinésithérapeutes salariés pour les
résidents de MRPA ?
Les kinésithérapeutes peuvent-ils dans ce cas
respecter la convention qui prévoit qu'ils sont tenus
de demander des honoraires dans 70 % des
prestations qu'ils attestent et ne risquent-ils pas
alors d'être sanctionnés par l'INAMI ?
Prévoit-on d'inclure également la kinésithérapie
dans le prix journalier facturé par les MRPA ?
Est-il vraiment judicieux de permettre aux
kinésithérapeutes salariés de déclarer des
prestations dispensées dans des MRPA via leur
propre numéro INAMI ?
Les tickets modérateurs pris en charge par le CPAS
ne sont pas pris en compte dans le compteur ticket
modérateur pour le maximum à facturer. Comment
peut-on remédier à cette situation ?
20.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Bij de attestering van kinesitherapieverstrekkingen
20.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Dans le cadre des attestations
21/04/2008
CRABV 52
COM 171
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
speelt het feit dat de zorgverlener zelfstandige dan
wel loontrekkende is, geen enkele rol. Er moet wel
nagekeken worden of de voorgestelde handelwijze
niet in strijd is met de financieringsregelgeving voor
de instelling waarin de activiteit wordt uitgeoefend.
relatives aux prestations de kinésithérapie, le fait
que le dispensateur de soins soit indépendant ou
salarié ne joue aucun rôle. Il convient toutefois de
s'assurer que la procédure proposée n'est pas
contraire à la réglementation financière de
l'établissement où l'activité est exercée.
Volgens de vigerende nationale overeenkomst
verbindt de kinesitherapeut zich ertoe in ten minste
70 procent van de door hem of haar geattesteerde
verstrekkingen het persoonlijk aandeel aan de
rechthebbende aan te rekenen. Hierbij mag geen
onderscheid
worden
gemaakt
tussen
de
rechthebbenden,
noch
op
basis
van
de
verzekeringsinstelling waarbij de rechthebbende is
aangesloten noch op basis van de setting waarin de
zorg wordt verleend. Indien de kinesitherapeut die
verbintenis
schendt,
kunnen
de
verzekeringsinstellingen de overeenkomst met
betrokkene verbreken. Hierbij wordt rekening
gehouden met alle verstrekkingen van die
kinesitherapeut, met andere woorden ook met de
verstrekkingen verleend aan patiënten in de context
van een ROB. Verstrekkingen buiten de instelling
die geattesteerd worden door een kinesitherapeut
die in een ROB of een RVT werkt, worden ook in
rekening gebracht. Van bij de start van dit systeem
zijn er geen uitzonderingen op de regelgeving
toegestaan,
ook
niet
voor
loontrekkende
kinesitherapeuten in ROB's.
De mogelijkheid om kinesitherapieverstrekkingen in
ROB's op te nemen in het forfait werd al aan een
onderzoek onderworpen. Er is momenteel echter
niet in een budget hiervoor voorzien. De regering
heeft beslist om de kwestie het voorwerp te laten
uitmaken van een gemeenschappelijk akkoord met
beide bevoegde Overeenkomstencommissies, die
met de kinesitherapeuten en die met de
ROB/RVT's. Tussentijds overleg heeft alsnog geen
concreet resultaat opgeleverd.
De zorgverlener die de verstrekkingen uitvoert,
moet
met
het
oog
op
de
attestering
duidelijkheidshalve zijn of haar Riziv-nummer
gebruiken. Dit principe moet toegepast worden
ongeacht het feit of de zorgverlener al dan niet
loontrekkend is. De regelgeving zal niet worden
aangepast om toe te laten dit principe uitsluitend te
schrappen voor kinesitherapieverstrekkingen in
ROB's.
Het huidige systeem van de maximumfactuur laat
toe
dat
de
remgelden
voor
kinesitherapieverstrekkingen in OCMW-rusthuizen
worden opgenomen in de maximumfactuurteller als
de verstrekker dit aldus aanduidt op het
getuigschrift.
Aux termes de la convention nationale en vigueur,
le ou la kinésithérapeute s'engage à facturer au
bénéficiaire son intervention personnelle dans au
moins 70 % des prestations qu'il ou elle atteste. A
cet égard, il ne peut être établi de distinction entre
les bénéficiaires, ni sur la base de l'organisme
assureur auquel est affilié le bénéficiaire ni sur la
base du cadre dans lequel les soins sont dispensés.
Si un kinésithérapeute ne respecte pas cet
engagement, les organismes assureurs peuvent
rompre la convention qui les lie à lui. Il est alors
tenu compte de toutes les prestations de ce
kinésithérapeute
et
donc,
également
des
prestations qu'il a effectuées pour des patients dans
le contexte d'une MRPA. Les prestations effectuées
en dehors de celle-ci qui sont attestées par un
kinésithérapeute exerçant dans une MRPA ou une
MRS sont également prises en considération.
Depuis les débuts de ce système, aucune
dérogation à la réglementation n'a été accordée,
pas même pour les kinésithérapeutes salariés
exerçant dans des MRPA.
La possibilité d'inclure dans le forfait les prestations
de kinésithérapie effectuées dans des MRPA a déjà
été examinée. Toutefois, à ce jour, il n'a pas été
prévu de budget à cette fin. Le gouvernement a
décidé que cette question devait être l'objet d'un
accord commun avec les deux Commissions de
conventions compétentes, à savoir celle avec les
kinésithérapeutes et celle avec les MRPA/MRS.
Une concertation intermédiaire n'a encore abouti à
aucun résultat tangible.
Pour des raisons de clarté, le prestataire de soins
qui effectue ces prestations est tenu d'utiliser son
numéro INAMI en vue de l'attestation. Ce principe
doit être appliqué indépendamment de la question
de savoir si le prestataire de soins est salarié ou
non. La réglementation ne sera pas adaptée pour
permettre d'abolir ce principe à l'intention exclusive
des prestations de kinésithérapie dans les MRPA.
Le système actuel du maximum à facturer permet
que les tickets modérateurs pour les prestations de
kinésithérapie dans les maisons de repos des
CPAS soient inclus dans le compteur du maximum
à facturer si le prestataire le mentionne dans son
attestation.
CRABV 52
COM 171
21/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De vragen nr. 4586 van mevrouw
Reuter, nr. 4590 van de heer Landuyt, nr. 4664 van
de heer Flahaux en nr. 4670 van mevrouw De Block
worden uitgesteld. Vraag nr. 4659 van mevrouw
Jadin wordt ingetrokken. Vraag nr. 4687 van de
heer Jeholet wordt omgezet in een schriftelijke
vraag.
L'incident est clos.
Le président : Les questions n° 4586 de Mme
Reuter, n° 4590 de M. Landuyt, n° 4664 de M.
Flahaux et n° 4670 de Mme De Block sont
reportées ; la question n°4659 de Mme Jadin est
retirée. La question n° 4687 de M. Jeholet est
transformée en question écrite.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.37 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17 h 37.