KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 152
CRABV 52 COM 152
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
08-04-2008
08-04-2008
namiddag
après-midi
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "dierproeven door de
tabaksindustrie" (nr. 4021)
1
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les expérimentations
animales menées par l'industrie du tabac"
(n° 4021)
1
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het Deontologisch
Comité en de ethische commissie bij dierproeven"
(nr. 4022)
1
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le Comité
déontologique et la Commission d'éthique en
matière d'expériences sur animaux" (n° 4022)
1
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
behoud van het Instituut Pasteur" (nr. 4023)
3
Question de Mme Katia della Faille de Leverghem
à la vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le maintien
de l'Institut Pasteur" (n° 4023)
3
Sprekers: Katia della Faille de Leverghem,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Katia della Faille de Leverghem,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het snuiven van het gas
van aanstekers door adolescenten" (nr. 4045)
4
- M. Maxime Prévot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les 'shoots' d'adolescents au gaz de
briquets" (n° 4045)
4
- de heer Claude Eerdekens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de stijgende verkoop van
gasflesjes voor het navullen van aanstekers"
(nr. 4358)
4
- M. Claude Eerdekens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la recrudescence de vente de
bonbonnes de gaz destinées à recharger des
briquets" (n° 4358)
4
Sprekers:
Maxime
Prévot,
Claude
Eerdekens, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Orateurs:
Maxime
Prévot,
Claude
Eerdekens, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
8
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de geuite twijfels over de
werkzaamheid van antidepressiva" (nr. 4034)
8
- M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la mise en cause de
l'efficacité des antidépresseurs" (n° 4034)
8
- mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de doeltreffendheid van
antidepressiva van de nieuwste generatie"
(nr. 4220)
8
- Mme Colette Burgeon à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé
publique
sur
"l'efficacité
des
antidépresseurs de dernière génération" (n° 4220)
8
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Colette
Burgeon, Laurette Onkelinx, vice-eerste
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Colette
Burgeon, Laurette Onkelinx, vice-première
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
minister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
ministre et ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de toepassing van het
koninklijk
besluit
van
21 september 2004
houdende vaststelling van de normen voor de
bijzondere
erkenning
als
rust-
en
verzorgingstehuis (RVT)" (nr. 4046)
9
Question de M. Maxime Prévot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'application de l'arrêté royal
du 21 septembre 2004 fixant les normes pour
l'agrément spécial comme maison de repos et de
soins (MRS)" (n° 4046)
9
Sprekers:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de stijgende verkoop in
apotheken van producten zonder medisch
voorschrift" (nr. 4047)
11
Question de M. Maxime Prévot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "l'augmentation de la vente
des produits non liés à une prescription médicale
en pharmacie" (n° 4047)
11
Sprekers:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
verkoop
van
voedingsmiddelen voor de gezondheid" (nr. 4048)
11
Question de M. Maxime Prévot à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur la « vente des aliments
santé » (n°4048)
11
Sprekers:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de aandacht voor
chronische ziekten" (nr. 4033)
12
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la prise en
considération des maladies chroniques" (n° 4033)
12
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het roken van
gearomatiseerde tabak door jongeren" (nr. 4036)
12
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la consommation de
tabacs parfumés par les jeunes" (n° 4036)
12
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het rookverbod in
cafés" (nr. 4037)
13
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "l'interdiction de fumer
dans les bars" (n° 4037)
13
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de aanwezigheid van de
zwarte rat in Vlaanderen" (nr. 4053)
14
Question de M. Flor Van Noppen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la présence du rat
noir en Flandre" (n° 4053)
14
Sprekers: Flor Van Noppen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Flor Van Noppen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Samengevoegde vragen van
15
Questions jointes de
15
- de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de naleving van het KB
van 26 april 2007 inzake het welzijn van dieren
van circussen en dergelijke" (nr. 4128)
15
- M. Ludwig Vandenhove à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le respect de l'arrêté royal du
26 avril 2007 relatif au bien-être des animaux
utilisés dans les cirques et autres spectacles
itinérants" (n° 4128)
15
- de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de naleving van het KB
van 26 april 2007 inzake het welzijn van dieren
van circussen en dergelijke" (nr. 4130)
16
- M. Ludwig Vandenhove à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le respect de l'arrêté royal du
26 avril 2007 relatif au bien-être des animaux
utilisés dans les cirques et autres spectacles
itinérants" (n° 4130)
16
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het voorstel van
resolutie over de relatie tussen mens en dier en
de gunstige invloed daarvan op de gezondheid
van de mens" (nr. 4129)
17
Question de M. Ludwig Vandenhove à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la proposition de
résolution sur la relation entre êtres humains et
animaux et l'influence bénéfique de cette relation
sur la santé humaine" (n° 4129)
17
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de oprichting van een
netwerk van biomedische databanken in Europa"
(nr. 4218)
18
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la création d'un
réseau de banques de données biomédicales en
Europe" (n° 4218)
18
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het aantal gevallen van
multiresistente tuberculose" (nr. 4219)
19
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les taux de
tuberculose à bacilles multirésistants" (n° 4219)
19
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
gevaren
van
synthetische 'transvetzuren' voor de gezondheid
van de consument" (nr. 4245)
21
Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les dangers des
acides
gras
'trans'
pour
la
santé
du
consommateur" (n° 4245)
21
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
08
APRIL
2008
Namiddag
______
du
MARDI
08
AVRIL
2008
Après-midi
______
De behandeling van de vragen vangt aan om
15.48 uur. De vergadering wordt voorgezeten door
mevrouw Marie-Claire Lambert.
La discussion des questions est ouverte à
15 h 48 sous la présidence de Mme Marie-
Claire Lambert.
De voorzitter: Vraag nr. 4018 van mevrouw De
Block over de laattijdige uitbetaling van de
wachtvergoeding aan de huisarts en de vragen nrs.
4019 en 4020 van mevrouw Avontroodt over de
bijzondere
beroepsbekwaamheid
van
verpleegkundigen
met
een
bijzondere
deskundigheid in de diabetologie en over
namaakgeneesmiddelen, worden uitgesteld.
La présidente : La question n° 4018 de Mme De
Block sur le retard dans le paiement de l'indemnité
de garde pour les médecins généralistes et les
questions n
os
4019 et 4020 de Mme Avontroodt sur
la compétence professionnelle particulière du
personnel infirmier ayant une spécialisation en
diabétologie et sur les médicaments contrefaits sont
reportées.
01 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "dierproeven door de
tabaksindustrie" (nr. 4021)
- mevrouw Katia della Faille de Leverghem aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het Deontologisch
Comité
en
de
ethische
commissie
bij
dierproeven" (nr. 4022)
01 Questions jointes de
- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
expérimentations
animales
menées
par
l'industrie du tabac" (n° 4021)<br>- Mme Katia della Faille de Leverghem à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le Comité
déontologique et la Commission d'éthique en
matière d'expériences sur animaux" (n° 4022)</b>
01.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): In het nieuwe Kankerplan van de minister ligt
andermaal de nadruk op de schadelijke effecten
van roken op de gezondheid. Toch werden er in de
tabaksindustrie vorig jaar ruim 3.500 proefdieren
gebruikt voor experimenten. Deze proeven vinden
plaats in erkende laboratoria, na een voorafgaande
beoordeling door een ethische commissie.
Dierenrechtenactivisten hekelen het gebrek aan
openbaarheid bij deze ethische commissies.
01.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : Alors que le nouveau plan Cancer de la
ministre met une nouvelle fois l'accent sur les
effets nocifs du tabagisme sur la santé, l'an passé,
l'industrie du tabac a utilisé plus de 3.500 animaux
de laboratoire à des fins expérimentales. Ces
expériences sont menées dans des laboratoires
agréés à l'issue d'une évaluation par une
commission éthique dont les militants des droits des
animaux fustigent le manque de transparence.
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
In antwoord op een eerder gestelde vraag
antwoordde de minister mij dat zij op basis van het
advies van het Deontologisch Comité zou beslissen
of er maatregelen moeten genomen worden. Heeft
de minister dit advies reeds ontvangen? Welke
maatregelen zal zij op basis daarvan nemen?
Overweegt de minister om de samenstelling van de
ethische commissies te veranderen en om de
beslissingen ervan openbaar te maken? Overweegt
zij een verbod op dierproeven door de
tabaksindustrie of komt er een snellere controle op
de activiteiten van laboratoria waar dierproeven
uitgevoerd worden voor de tabaksindustrie?
La ministre a répondu à une question antérieure
qu'elle déciderait de l'opportunité de prendre des
mesures sur la base de l'avis du Comité de
déontologie. A-t-elle déjà reçu cet avis ? Quelles
mesures prendra-t-elle sur la base de cet avis ?
Envisage-t-elle de modifier la composition des
commissions éthiques et de rendre publiques les
décisions de ces commissions ? Envisage-t-elle
d'interdire les expériences sur les animaux
effectuées pour le compte de l'industrie du tabac ou
d'accélérer les contrôles sur les activités des
laboratoires où sont menées des expériences sur
des animaux pour l'industrie du tabac ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
heb het advies van het Deontologisch Comité
inderdaad ontvangen. Het Comité stelt voor om een
onderscheid te maken tussen onderzoeken naar
mogelijke behandelingen van tabaksgerelateerde
ziekten en proeven om nieuwe tabaksproducten te
ontwikkelen. Het Comité stelt ook nog voor om de
onafhankelijkheid van de ethische commissies te
versterken door te bepalen dat deze commissies in
de toekomst minstens twee externe leden moeten
tellen, die onafhankelijk zijn van de instelling.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : J'ai effectivement reçu l'avis du
Comité de déontologie. Celui-ci propose de faire la
distinction
entre
la
recherche
d'éventuels
traitements de maladies liées au tabac et les
expériences destinées à développer de nouveaux
produits du tabac. Le Comité propose également de
renforcer l'indépendance des commissions éthiques
en précisant que ces commissions devront compter
à l'avenir au moins deux membres externes,
indépendants de l'institution.
Overeenkomstig het KB van 14 november 1993
worden alle werkzaamheden van de commissies
gedekt door het beroepsgeheim. Bijgevolg moet
men steeds voorzichtig zijn bij het openbaar maken
van informatie afkomstig van die commissies.
Net zoals bijvoorbeeld een verbod op dierproeven
voor
cosmetica
heeft
een
verbod
voor
tabaksproeven enkel zin als dit in heel Europa wordt
ingevoerd. Ik heb mijn diensten wel gevraagd om de
vertegenwoordigers van de sector voor het einde
van de maand uit te nodigen, opdat ze me zouden
aantonen
wat
de
meerwaarde
inzake
volksgezondheid is van de proeven die zij uitvoeren.
Wat de controle op de laboratoria betreft, laat artikel
3quater van het KB van 14 november 1993 toe om
de erkenning van een laboratorium dat zich niet
houdt aan de wettelijke voorwaarden, te schorsen of
zelfs in te trekken. In 2007 heb ik geen erkenningen
moeten schorsen of intrekken. Er was slechts één
intrekking van een erkenning wegens het stopzetten
van de dierproeven.
Conformément à l'arrêté royal du 14 novembre
1993, tous les travaux des commissions sont
protégés par le secret professionnel. La prudence
est dès lors toujours de mise lors de la publication
d'informations provenant de ces commissions.
Tout comme l'interdiction d'expériences sur les
animaux pour des produits cosmétiques par
exemple, l'interdiction relative aux produits du tabac
n'a de sens que si elle est instaurée dans
l'ensemble de l'Europe. J'ai néanmoins demandé à
mes services d'inviter les représentants du secteur
avant la fin du mois pour qu'ils me démontrent la
valeur ajoutée des expériences qu'ils réalisent pour
la santé publique.
En ce qui concerne le contrôle des laboratoires,
l'article 3quater de l'arrêté royal du 14 novembre
1993 permet de suspendre voire de retirer
l'agrément d'un laboratoire qui ne respecte pas les
dispositions légales. Je n'ai dû suspendre ou retirer
aucun agrément en 2007. Un seul agrément a été
retiré parce que les expériences sur les animaux
avaient cessé.
01.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Ik geloof dat de minister ook mijn tweede
vraag reeds beantwoord heeft. Ik zal die dus niet
meer stellen. Ik ben blij dat er voor het einde van de
maand
een
bijeenkomst
gepland is
met
vertegenwoordigers van de tabaksindustrie. Ik
begrijp wel niet waarom de werkzaamheden van de
01.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : Il me semble que la ministre a déjà répondu à
ma deuxième question aussi. Je ne la reposerai
donc pas. Je me réjouis qu'une réunion soit prévue
d'ici à la fin du mois avec des représentants de
l'industrie du tabac. Par contre, je ne comprends
pas pourquoi les travaux des commissions éthiques
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
ethische commissies in ons land niet openbaar
kunnen worden gemaakt, als dat in Nederland wel
kan. Ik denk dat de openbaarmaking van die
gegevens heel wat dierenrechtenactivisten juist zou
geruststellen. Ik pleit dan ook voor meer
transparantie.
ne peuvent être rendus publics dans notre pays,
alors que c'est pourtant le cas aux Pays-Bas. À
mon sens, cette publicité pourrait, justement,
rassurer de nombreux défenseurs des droits des
animaux. Je plaide dès lors pour plus de
transparence.
01.04 Minister Laurette Onkelinx
(Frans) :
Wellicht gaat het erom de sereniteit van de
werkzaamheden te waarborgen.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
.Je suppose que c'est pour assurer la sérénité des
travaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Katia della Faille de
Leverghem aan de vice-eersteminister en
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het behoud van het Instituut Pasteur"
(nr. 4023)
02 Question de Mme Katia della Faille de
Leverghem à la vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le maintien de l'Institut Pasteur" (n° 4023)</b>
02.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): In antwoord op een eerdere vraag kondigde de
minister aan dat zij een gesprek zou hebben met de
leden van de vzw Les Amis de l'Institut Pasteur de
Bruxelles. De minister zou hun voorstellen om
samen te werken met het Réseau International des
Instituts Pasteur en aldus de naam Instituut Pasteur
te behouden.
Ondertussen verscheen in het Belgisch Staatsblad
van 5 februari 2008 het KB tot wijziging van het KB
van 6 maart 1968 houdende oprichting van het
Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid
(WIV). Dit KB omschrijft het WIV als een
wetenschappelijke
instelling
bij
de
FOD
Volksgezondheid. De opdrachten die krachtens het
KB aan de WIV worden toevertrouwd, maken geen
melding meer van het Instituut Pasteur noch van
diens specifieke opdrachten. Eigenaardig genoeg
werd dit KB ondertekend door minister Flahaut,
maar werd de uitvoering ervan wel aan de minister
van Volksgezondheid toevertrouwd.
Welke gevolgen zal dit KB hebben voor het Instituut
Pasteur, onder meer wat betreft de preventie van
menselijke rabiës in België.
02.01 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : En réponse à une question précédente, la
ministre a indiqué qu'elle aurait un entretien avec
les membres de l'ASBL Les Amis de l'Institut
Pasteur de Bruxelles. La ministre leur proposerait
de collaborer avec le Réseau International des
Instituts Pasteur et de conserver de ce fait
l'appellation « Institut Pasteur ».
Entre-temps, l'arrêté royal portant modification de
l'arrêté royal du 6 mars 1968 portant création de
l'Institut Scientifique de la Santé Publique Louis
Pasteur (ISSP-LP) a été publié au Moniteur belge
du 5 février 2008. Dans cet arrêté royal, l'Institut
Scientifique de la Santé Publique est décrit comme
une institution scientifique auprès du SPF Santé
publique. Il n'est plus fait mention, parmi les
missions confiées à l'ISSP en vertu de l'arrêté royal,
de l'Institut Pasteur ni de ses missions spécifiques.
Curieusement, cet arrêté royal porte la signature du
ministre Flahaut mais son exécution est confiée à la
ministre de la Santé publique.
Quelles seront les conséquences de cet arrêté royal
pour l'Institut Pasteur, notamment en ce qui
concerne la prévention des cas de rage humaine ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
me er jegens `De Vrienden van het Instituut Pasteur'
toe verbonden om het huidige onderzoeksniveau en
de toegekende middelen te handhaven en om
binnen de wetenschappelijke raad van het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV)
een commissie op te richten die rechtstreeks aan
mij zal rapporteren.
Op 21 januari heeft de directeur Internationale
Aangelegenheden van het Pasteurinstituut te Parijs
de directeur-generaal van het WIV bij brief
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je me suis engagée envers « Les amis de l'Institut
Pasteur » à maintenir le niveau actuel de la
recherche et les moyens attribués, et à créer une
commission au sein du conseil scientifique de
l'Institut de Santé publique (ISP) qui me fera
directement rapport.
Le 21 janvier, le directeur des Affaires
internationales de l'Institut Pasteur de Paris a invité
par écrit le Directeur général de l'ISP à la prochaine
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
uitgenodigd op de volgende vergadering van de
directeurs van het Internationaal Netwerk van
Pasteurinstituten (RIIP). De integratie van de
Pasteurafdeling in de structuur van het WIV
betekent dus niet dat ze geen lid meer is van het
RIIP,
maar
schept
integendeel
nieuwe
mogelijkheden. Het WIV voert momenteel twee
programma's uit in samenwerking met het RIIP.
Het koninklijk besluit houdende oprichting van het
Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid
bekrachtigt de opdrachten die het WIV als federale
wetenschappelijke inrichting moet vervullen. Die
opdrachten behelzen de preventie en behandeling
van rabiës bij mens en dier.
In het Belgisch Staatsblad van 21 februari 2008 is
er een vacature verschenen voor een betrekking
van
wetenschappeljk
medewerker
bij
het
laboratorium "rabiës en neurotrope virussen".
De vorsers van het WIV kunnen enkel promotie
maken op grond van hun wetenschappelijke
bijdragen, in de vorm van een doctoraat,
wetenschappelijke publicaties of een internationale
wetenschappelijke erkenning.
réunion des directeurs du Réseau international des
Instituts
Pasteur
(RIIP).
L'intégration
du
département Pasteur dans la structure de l'ISP ne
signifie donc pas la perte de sa participation au RIIP
mais crée au contraire de nouvelles opportunités.
L'ISP réalise actuellement deux programmes en
collaboration avec le RIIP.
L'arrêté royal portant création de l'Institut
scientifique de santé publique ratifie les missions de
l'ISP en tant qu'institut scientifique fédéral. Ces
missions comprennent la prévention et le traitement
de la rage chez l'homme et l'animal.
Une vacance de poste pour renforcer le laboratoire
« rage et virus neurotropes » a été publiée au
Moniteur belge du 21 février 2008.
Les chercheurs de l'ISP n'ont de possibilité de
promotion que sur base de leurs contributions
scientifiques, c'est-à-dire sous forme de doctorat,
publications
scientifiques
ou reconnaissance
scientifique internationale.
02.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld): Het verontrustte mij dat ik de naam van het
Instituut Pasteur niet meer terugvond in het KB. Het
antwoord van de minister heeft mij evenwel
gerustgesteld.
02.03 Katia della Faille de Leverghem (Open
Vld) : J'étais inquiète de ne pas retrouver le nom de
l'Institut Pasteur dans l'arrêté royal. La réponse de
la ministre m'a toutefois rassurée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "het snuiven van het gas
van aanstekers door adolescenten" (nr. 4045)
- de heer Claude Eerdekens aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de stijgende verkoop van
gasflesjes voor het navullen van aanstekers"
(nr. 4358)
03 Questions jointes de
- M. Maxime Prévot à la vice-première ministre et
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les 'shoots' d'adolescents au gaz
de briquets" (n° 4045)<br>- M. Claude Eerdekens à la vice-première ministre
et ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la recrudescence de vente de
bonbonnes de gaz destinées à recharger des
briquets" (n° 4358)</b>
03.01 Maxime Prévot (cdH): Enkele weken
geleden zagen we ons in deze commissie reeds
genoodzaakt vragen te stellen over het snuiven van
aanstekergas door adolescenten. De vragen
kwamen er nadat de burgemeester van Dinant zijn
ongerustheid hierover had geuit. 48 uur later kreeg
de burgemeester van Andenne met hetzelfde
probleem te maken. En enkele dagen na het drama
van Andenne raakten vijf adolescenten ernstig
verbrand bij een ontploffing in Barvaux.
Naast het explosiegevaar, kan dat gas ook zware
03.01 Maxime Prévot (cdH) : Il y a quelques
semaines, dans cette commission, on devait déjà
poser des questions au sujet des shoots
d'adolescents, à la suite de l'émoi du bourgmestre
de Dinant à ce sujet. Quarante-huit heures plus
tard, le bourgmestre d'Andenne devait faire face à
ce phénomène. Et quelques jours après le drame
d'Andenne, cinq adolescents ont été gravement
brûlés à Barvaux.
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
verwondingen veroorzaken: het snuiven ervan kan
de werking van de nieren, de lever en het
zenuwstelsel ernstig aantasten, en kan ook de
longen beschadigen. Het snuiven van aanstekergas
ontaardt
bijgevolg
in
een
delicaat
volksgezondheidsprobleem.
Na die tragische gebeurtenissen hebben de
burgemeesters van Dinant en van Andenne een
politieverordening uitgevaardigd die de verkoop van
die aanstekervullingen aan adolescenten jonger dan
zestien moet verbieden. Er zijn een aantal
wetsvoorstellen in dat verband in de maak.
Mevrouw Fonck, minister van Kinderwelzijn,
Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid van de
Franse Gemeenschap, heeft een rondzendbrief
verstuurd naar de instellingen of diensten die in
contact staan met jongeren teneinde dat fenomeen
onder de aandacht te brengen.
Het lijkt er overigens op dat de verkoop van dat
product op het gehele grondgebied exponentieel
toeneemt.
Au-delà du danger d'explosion, ce gaz provoque
des lésions : son inhalation peut provoquer des
altérations graves dans le fonctionnement des
reins, du foie, du système nerveux et des
dégradations des poumons. Ce qui en fait une
épineuse question de santé publique.
Après ces accidents tragiques, les bourgmestres de
Dinant et d'Andenne ont pris une ordonnance de
police pour interdire la vente de ces bonbonnes aux
moins de seize ans. Des propositions de loi sont en
germe sur ce sujet. Mme Fonck, ministre de la
Communauté française chargée de la Santé, de
l'Enfance et de l'Aide à la Jeunesse, a adressé une
circulaire aux établissements ou services en contact
avec les jeunes pour attirer leur attention sur ce
phénomène.
Il semble, par ailleurs, que la vente de ce produit
soit exponentielle sur l'ensemble du territoire.
Het lijkt me niet zo eenvoudig om de verkoop van
die producten te verbieden, maar een begin van
oplossing zou er kunnen in bestaan de verkoop
ervan aan personen jonger dan zestien te
verbieden. Zal met zo'n maatregel echter een eind
aan dat soort gedrag kunnen worden gemaakt? Dat
valt te betwijfelen, want op dat vlak kent de
creativiteit geen grenzen: eerst was er de Tipp-
Exverdunner, dan de houtlijm, en morgen vindt men
wellicht nog een ander roesmiddel.
Welke maatregelen zal u nemen om dat fenomeen
een halt toe te roepen?
Interdire la vente de ces produits me paraît délicat,
mais la restreindre aux jeunes de plus de seize ans
peut constituer un début de solution. Est-ce que
cela mettra un terme à ces agissements ? On en
doute car la créativité est sans limites : il y a eu les
dissolvants de Tipp-Ex, puis la colle à bois, et l'on
en trouvera d'autres demain.
Quelles dispositions comptez-vous prendre pour
contribuer à l'enrayement de ce phénomène ?
03.02 Claude Eerdekens (PS): Afhankelijkheid en
verslaving vormen een veelomvattend probleem en
op dat gebied is de verbeelding nooit ver weg.
Persoonlijk ontdekte ik tien weken geleden dat
aanstekervullingen gebruikt worden om te snuiven,
waardoor men gedurende dertig seconden high zou
zijn. Ik had op dat ogenblik niet kunnen denken dat
vier meisjes drie weken later een ontploffing zouden
veroorzaken in de toiletten van het stadhuis en
verbrand zouden raken, nadat een van hen in een
belendend vertrek een sigaret had aangestoken.
Een van de eigenschappen van dat gas is dat het
niet stijgt of daalt, maar blijft hangen waar het werd
verspreid. Het minste vonkje veroorzaakt een
ontploffing, die alle personen treft die zich in de
buurt van de gasvulling bevinden.
03.02 Claude Eerdekens (PS) : Le problème des
assuétudes et de la toxicomanie est vaste et, dans
ce domaine, l'imagination est toujours présente.
Personnellement, j'ai découvert il y a dix semaines
qu'il y avait un problème d'utilisation de bombes-
recharges de briquets qui étaient inhalées,
provoquant une sensation euphorisante pendant
trente secondes. Je n'imaginais pas que trois
semaines plus tard, quatre jeunes filles allaient
provoquer une explosion dans les toilettes de l'hôtel
de ville, et être brûlées car l'une des quatre a
allumé une cigarette dans une pièce confinée.
Ce gaz a la particularité de ne monter ni descendre,
il reste en stagnation là où il a été diffusé. En cas
d'étincelle, l'explosion se propage à toutes les
personnes se trouvant près de ces bonbonnes.
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Wat er in Barvaux is gebeurd, komt niet als een
verrassing en zal zich waarschijnlijk opnieuw
voordien. De pers heeft immers als het ware
reclame gemaakt voor dat product: in plaats van
zeer dure verboden producten bij een dealer te
kopen, kan men zich voor een luttele drie euro een
navulverpakking voor een aansteker aanschaffen.
Eerlijk gezegd zie ik geen verschil tussen een
dealer die heroïne aan de man brengt en een
handelaar die zulke navulverpakkingen verkoopt,
wetende dat 98 procent van de kopers ze gebruikt
om het aanstekergas op te snuiven. Handelaars die
dergelijke producten verkopen in de wetenschap dat
ze oneigenlijk worden gebruikt, zouden zelfs
strafrechtelijk kunnen worden vervolgd.
Hoewel we de dwaze zelfvernietingsdrang van
jongeren en minder jongeren wellicht nooit zullen
kunnen tegenhouden, moeten we wel maatregelen
nemen. Eén van de jonge meisjes die al meer dan
een jaar lang dat aanstekergas inhaleerde, is zestig
procent van haar longcapaciteit kwijt. Dat is
evenveel als een arbeider die veertig jaar in de mijn
heeft gewerkt!
Ik pleit hier niet voor een verbod op die producten,
maar wel voor een verbod op de verkoop ervan aan
minderjarigen. Daarover moet zo snel mogelijk een
tekst worden opgesteld! Ik weet dat men zo'n
verbod altijd wel kan omzeilen, maar het is onze
plicht die producten moeilijker verkrijgbaar te
maken. Alle burgemeesters en gezagsdragers in dit
land verwachten een initiatief van de regering en
een beslissing van het parlement ter zake.
Ce qui est arrivé à Barvaux ne m'a pas surpris, et je
pense que cela se reproduira encore. En effet, la
presse a créé une publicité pour ce produit : au lieu
d'acheter très cher des produits interdits auprès
d'un dealer, il suffit d'acheter une bombe de
recharge de briquet pour trois euros.
Honnêtement, je ne vois pas de différence entre un
dealer qui revend de l'héroïne et un commerçant qui
vend ces bombes en sachant que 98% des
acheteurs les utilisent pour en inhaler le gaz. 0n
pourrait d'ailleurs poursuivre pénalement les
commerçants qui vendent ces produits en sachant
qu'ils sont détournés de leur utilisation première.
Nous n'arrêterons jamais la folie des jeunes ou
moins jeunes à se détruire, mais il faut prendre des
mesures. Une des jeunes filles qui inhalait ces gaz
depuis un peu plus d'un an, a perdu 60% de sa
capacité pulmonaire, soit autant qu'un ouvrier qui a
passé quarante ans au fond d'une mine !
Je plaide non pour l'interdiction de ces produits,
mais pour l'interdiction de leur vente aux mineurs. Il
faut un texte en ce sens très rapidement ! Je sais
qu'on pourra toujours contourner l'interdiction, mais
il est de notre devoir de rendre plus difficile l'accès
à ces bombes. Tous les bourgmestres et
responsables de ce pays attendent une initiative du
gouvernement et une décision du parlement.
03.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dit
probleem kwam inderdaad al in deze commissie
aan bod voor het drama in Andenne plaatsvond.
In bepaalde jongerenmilieus, en met name in de
buurt van de scholen, is snuiven in. Dit probleem
haalt regelmatig de pers. We stellen vast dat
dagelijkse producten oneigenlijk worden gebruikt
als goedkope drug.
Als eerste maatregel heb ik een prevalentiestudie
gevraagd, om de omvang en de draagwijdte van het
probleem te kunnen inschatten. Het centrum voor
vroegtijdige waarschuwing van het nationale focal
point voor drugs is gestart met het verzamelen van
gegevens over dit probleem in België, onder meer
bij de straathoekwerkers.
Moet de verkoop van die producten worden
verboden? Dat ligt moeilijk. In tegenstelling tot
alcohol en tabak is dit product op zich immers niet
03.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Nous avions effectivement évoqué ce phénomène
au sein de cette commission avant le drame
d'Andenne.
Ce phénomène est à la mode dans certains milieux
de jeunes, notamment autour des écoles. En fait, ce
phénomène revient régulièrement à la une de
l'actualité et l'on est confronté au détournement de
produits ordinaires pour tenter d'avoir de la drogue
à bon marché.
Dans un premier temps, j'ai demandé une étude de
prévalence, pour estimer l'ampleur et l'envergure de
ce phénomène. Le centre d'alerte précoce du point
focal national sur les drogues a commencé à
collecter des données sur le phénomène en
Belgique, auprès des travailleurs sociaux de rues
notamment.
Faut-il une interdiction de vente ? C'est compliqué.
En fait, contrairement à l'alcool ou au tabac, le
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
schadelijk. Het verbieden ervan zou een maatregel
van openbare orde zijn en op het federale niveau is
de minister van Binnenlandse Zaken daarvoor
bevoegd.
Vele sprekers hebben erop gewezen dat jongeren
moet worden geleerd zich verantwoordelijk te
gedragen ten aanzien van de risico's waaraan ze
blootstaan.
produit ici n'est pas nocif en soi. Son interdiction
serait une mesure d'ordre public qui, au niveau
fédéral, relèverait de la compétence du ministre de
l'Intérieur.
De nombreuses interventions soulignent la
nécessité de responsabiliser les jeunes par rapport
aux risques qui les entourent.
Mevrouw Fonck heeft al verklaard dat er
preventiemaatregelen moeten worden genomen. Ik
zal dat punt op de agenda van de volgende
interministeriële conferentie zetten. In het kader van
de openbare orde kan het soms noodzakelijk zijn
maatregelen te treffen om de verkoop van bepaalde
producten te verbieden. Een algemene toepassing
ervan ligt echter niet voor de hand. Momenteel kan
ik u geen afdoend antwoord geven.
Mme Fonck est déjà intervenue pour dire qu'il faut
prévoir des mesures de prévention. Je mettrai le
point à l'ordre du jour de la prochaine conférence
interministérielle. Les mesures d'interdiction de
vente sont peut-être parfois nécessaires dans le
cadre de mesures d'ordre public mais il est
compliqué de les appliquer de façon générale. Je
n'ai pas de réponse satisfaisante à vous donner à
l'heure actuelle.
03.04 Maxime Prévot (cdH): Er bestaat inderdaad
geen mirakeloplossing. Ik heb wel mijn twijfels over
de gepastheid van een algemeen verbod. Maar als
we ten minste de toegang tot die producten kunnen
bemoeilijken, zoals de heer Eerdekens voorstelt,
zou dat al een hele verbetering zijn.
Het verheugt me dat dit punt op de agenda van de
volgende Interministeriële Conferentie staat. De
recente
gebeurtenissen
mogen
dan
al
ruchtbaarheid hebben gegeven aan een fenomeen
dat zoveel aandacht niet verdiende, ze hebben
wellicht ook ouders en opvoeders die zulke kleine
flesjes hebben aangetroffen, bewust gemaakt van
het feit dat ze met de jongeren in dialoog moeten
treden om hen voor de dramatische gevolgen van
deze praktijken te waarschuwen.
03.04 Maxime Prévot (cdH) : Il n'y a effectivement
pas de solution miracle. Je reste circonspect quant
à l'opportunité d'une interdiction générale. Mais si
nous rendons au moins l'accès à ces produits plus
difficile, comme le dit M. Eerdekens, ce serait déjà
une amélioration.
Je me réjouis de l'inscription de ce point à l'ordre du
jour de la prochaine Conférence interministérielle.
Autant les récents événements ont procuré de la
publicité à un phénomène qui n'en méritait guère,
autant cela a peut-être permis à certains parents ou
éducateurs ayant découvert ces petites bouteilles
de se rendre compte qu'il y avait matière à
discussion avec leurs adolescents pour les
conscientiser face à ce dramatique phénomène.
03.05 Claude Eerdekens (PS): Net als u heb ik de
verklaringen van Infor-Drogues gelezen.
03.05 Claude Eerdekens (PS) : J'ai lu comme
vous les propos d'Infor-Drogues.
De beroepsmensen onderschatten de draagwijdte
van het fenomeen. Ik denk overigens dat de
handelaars hiervoor een verantwoordelijkheid
dragen.
Deze praktijk leidt tot verslaving. Een van de
meisjes die bij de ontploffing in het stadhuis gewond
raakten, is meteen na het verlaten van het
ziekenhuis een gasvulling gaan kopen!
Het tijdelijke verkoopsverbod is waard wat het
waard is. Men mag echter niet lijdzaam blijven
toekijken. Het gaat om een probleem van objectieve
en morele verantwoordelijkheid.
Les professionnels sous-estiment la portée du
phénomène. Par ailleurs, je pense qu'il y a une
responsabilité des commerçants en la matière.
Cette pratique crée une accoutumance. À peine
sortie de l'hôpital, une des rescapées de l'explosion
de l'hôtel de ville est allée se procurer une
bonbonne !
L'interdiction de vente temporaire vaut ce qu'elle
vaut. Mais on ne peut pas rester passif : il s'agit
d'un problème de responsabilité objective et de
responsabilité morale.
03.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal
hierop
terugkomen
na
de
interministeriële
03.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je reviendrai vers vous après la conférence
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
conferentie van de maand juni.
interministérielle du mois de juin.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de geuite twijfels over de
werkzaamheid van antidepressiva" (nr. 4034)
- mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de doeltreffendheid van
antidepressiva van de nieuwste generatie"
(nr. 4220)
04 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Flahaux à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "la mise en cause de
l'efficacité des antidépresseurs" (n° 4034)<br>- Mme Colette Burgeon à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé
publique
sur
"l'efficacité
des
antidépresseurs
de
dernière
génération"
04.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Een recente
Britse studie heeft de werkzaamheid van sommige
antidepressiva zoals Prozac en Zeroxat in twijfel
getrokken. Pharma.be bestwist die studie. Beschikt
u over een studie met betrekking tot de
doeltreffendheid van die producten die het mogelijk
moet maken de terugbetaling van die producten af
te stemmen op hun reële werkzaamheid?
04.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Une étude
britannique récente a remis en cause l'efficacité des
antidépresseurs comme le Prozac et le Zeroxat.
Pharma.be a contesté cette étude. Disposez-vous
d'une étude permettant de connaître l'efficacité de
ces produits et de moduler les taux de
remboursement de ces produits en fonction de leur
efficacité réelle ?
04.02 Colette Burgeon (PS): Een Engels-
Amerikaans-Canadees onderzoeksteam is tot het
besluit gekomen dat het verschil tussen de
antidepressiva en de placebo's slechts toeneemt in
functie van de ernst van de depressie en dat dat
verschil hoe dan ook relatief gering blijft. Dat
bevestigt de mening van bepaalde psychiaters die
in het geval van een lichte of matige depressie
eerder een psychotherapeutische behandeling
aanbevelen en het gebruik van antidepressiva willen
beperken tot de gevallen waarin de psychotherapie
geen uitkomst biedt.
Werden er reeds gelijksoortige studies in België
uitgevoerd? Komt men tot dezelfde resultaten als in
de Angelsaksische studie? Indien dit niet het geval
is, zou de juistheid van de resultaten niet moeten
onderzocht worden? Wat is het jaarlijks verbruik in
België van de vier desbetreffende antidepressiva?
Welke aanbevelingen zal u formuleren indien de
resultaten van die studie zouden bevestigd worden?
04.02 Colette Burgeon (PS) : Une équipe anglo-
américano-canadienne a conclu que la différence
entre les antidépresseurs et les placebo ne
s'accroissait qu'en fonction de la sévérité de la
dépression tout en restant relativement ténue. Cela
conforte l'avis de certains psychiatres qui
recommandent plutôt de mener une psychothérapie
en cas de dépression légère ou modérée et de
réserver les antidépresseurs aux seuls cas pour
lesquels cette prise en charge ne fonctionne pas.
Des études comparables ont-elles déjà été menées
en Belgique ? Les résultats sont-ils conformes à
ceux de l'étude anglo-saxonne ? Sinon, ne serait-il
pas opportun de vérifier la validité des résultats
obtenus ? Quelle est la consommation annuelle en
Belgique
des
quatre
antidépresseurs
ainsi
concernés ? Si les résultats de cette étude devaient
être
confirmés,
quelles
seraient
vos
recommandations ?
04.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
kennis genomen van de resultaten van die Britse
publicatie. Het gaat hier niet om een onderzoek
maar om een meta-analyse waarin de resultaten
van alle degelijke methodologische studies inzake
antidepressiva zijn samengebracht. De hoofdauteur,
professor Irving Kirsch, probeert al enkele jaren aan
te tonen dat de doelmatigheid van antidepressiva
onvoldoende is bewezen. Er bestaat controverse
over zijn standpunten. Bovendien zijn een aantal
antidepressiva niet in die meta-analyse opgenomen.
04.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
J'ai pris connaissance des résultats de cette
publication britannique. Il ne s'agit pas d'une
enquête mais d'une méta-analyse, c'est-à-dire la
sommation des résultats de toutes les études de
bonne qualité méthodologique réalisées sur les
antidépresseurs. L'auteur principal, le professeur
Irving Kirsch, tente déjà depuis plusieurs années de
démontrer le manque de preuves d'efficacité des
antidépresseurs. Ses prises de position sont
controversées.
Par
ailleurs,
plusieurs
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
In mei 2006 organiseerde het Riziv een
consensusconferentie over het doelmatig gebruik
van antidepressiva. In het rapport van die
conferentie, gepubliceerd op de website van het
Riziv, komt men tot het besluit dat de doelmatigheid
van antidepressiva bij de behandeling van
depressies onzeker is.
De jury van de conferentie vraagt dat er nieuwe
klinische studies zouden worden uitgevoerd.
Bovendien wordt er zowel in de analyse van Kirsch
als in het juryrapport op het belang van
antidepressiva bij de behandeling van ernstige
vormen van depressie gewezen. Het is evenwel
moeilijk om de ernst van een gediagnosticeerde
depressie te beoordelen.
Die discussiegegevens en het rapport werden
algemeen
verspreid.
De
wetenschappelijke
artsenorganisaties kunnen bijgevolg de aandacht
van de clinici vestigen op de meest geschikte
behandeling van depressieve patiënten, bij voorkeur
zonder geneesmiddelen voor te schrijven.
Wat het gebruik van antidepressiva voor andere
indicaties dan depressie betreft, worden de
voorschrijvende artsen in het rapport van de
consensusconferentie van 2007 verzocht het
aandeel van die geneesmiddelen in de behandeling
opnieuw te omschrijven.
antidépresseurs ne sont pas inclus dans cette
méta-analyse.
En mai 2006, l'INAMI a organisé une conférence de
consensus
sur
l'usage
efficient
des
antidépresseurs. Le rapport de cette conférence
publié sur le site de l'INAMI conclut à une
incertitude quant à l'efficacité des antidépresseurs
dans le traitement de la dépression.
Le jury de la conférence souhaite que de nouvelles
études cliniques soient réalisées. Par ailleurs, tant
l'analyse de Kirsch que le rapport du jury soulignent
l'intérêt des antidépresseurs dans les formes
sévères de la dépression. Il est toutefois difficile
d'évaluer
la
sévérité
d'une
dépression
diagnostiquée.
Ces éléments de discussion et le rapport ont été
largement diffusés. Les organes scientifiques des
médecins peuvent attirer l'attention des cliniciens
sur la prise en charge la plus appropriée, le cas
échéant sans traitement médicamenteux.
En ce qui concerne l'utilisation des antidépresseurs
dans des indications autres que la dépression, le
rapport de la conférence de consensus qui s'est
tenue en 2007 invite les prescripteurs à repréciser
la place de ces médicaments dans la prise en
charge.
Ten slotte steun ik het opstellen van aanbevelingen
voor de eerstelijnsartsen alsook de initiatieven die
genomen werden inzake vorming en evaluatie op
dat gebied. De studie stelt het overmatig gebruik
van antidepressiva bij de behandeling van lichte
depressiviteit aan de kaak en niet zozeer de
doeltreffendheid van die geneesmiddelen bij de
behandeling van zware depressiviteit.
Enfin, je soutiens la rédaction de recommandations
pour les médecins de première ligne ainsi que les
activités de formation et d'évaluation dans ce
domaine. En effet, cette analyse met davantage en
cause l'utilisation excessive d'antidépresseurs pour
traiter des dépressions légères que l'efficacité de
ces médicaments dans les dépressions sévères.
04.04 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik sluit me
aan bij de analyse en de opvatting van de minister.
We zullen dit dossier zeker met speciale aandacht
blijven volgen.
04.04 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Je partage
l'analyse et la philosophie de Madame la ministre.
Nous continuerons bien sûr à suivre ce dossier
avec attention.
04.05 Colette Burgeon (PS): Gelet op het
overmatig gebruik van antidepressiva, lijkt het mij
inderdaad essentieel om de voorschrijvers te
informeren.
04.05 Colette Burgeon (PS) : Vu la
consommation
excessive
d'antidépresseurs,
l'information des prescripteurs me paraît en effet
essentielle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de toepassing van het
05 Question de M. Maxime Prévot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'application
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
koninklijk
besluit
van
21 september 2004
houdende vaststelling van de normen voor de
bijzondere
erkenning
als
rust-
en
verzorgingstehuis (RVT)" (nr. 4046)
de l'arrêté royal du 21 septembre 2004 fixant les
normes pour l'agrément spécial comme maison
de repos et de soins (MRS)" (n° 4046)</b>
05.01 Maxime Prévot (cdH): Vanaf 1 januari 2010
moet de RVT-sector nieuwe architectonische
normen in acht nemen. Veel instellingen moeten
grote werken laten uitvoeren en de uitvoering
hiervan zal in grote mate afhangen van een
financiering door de Gewesten. Soms lopen de
meerkosten echt waanzinnig hoog op in het licht
van de de werkelijke voordelen voor de bewoners,
bijvoorbeeld wetende dat de oppervlakte van de
eenpersoonskamers slechts moet worden vergroot
van 11,45 m
2
tot 12 m
2
! Dit voorbeeld werd
aangehaald door ere-Kamerlid Pierre Beaufays.
Kan in een afwijking worden voorzien voor de RVT's
met een oppervlakte die minder dan 10 % afwijkt
van de vereiste oppervlakte en die bij hun initiële
erkenning aan de normen voldeden?
05.01 Maxime Prévot (cdH) : Le secteur des MRS
devra
respecter
de
nouvelles
normes
architecturales dès le 1
er
janvier 2010. De
nombreuses
institutions
doivent
réaliser
d'importants travaux dont l'exécution reposera pour
une bonne part sur un financement régional. Les
surcoûts sont parfois d'une ampleur démentielle eu
égard au bénéfice pour les résidents, par exemple
lorsqu'il s'agit d'augmenter la superficie des
chambres individuelles pour les faire passer de
11,45 m² à 12 m². Cet exemple m'a été soufflé à
l'oreille par le député honoraire Pierre Beaufays.
Une dérogation est-elle envisageable pour les
institutions s'écartant de moins de 10 % de la
superficie requise et qui satisfaisaient aux normes
lors de leur agrément initial ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dit
probleem wordt al maandenlang besproken in de
informele werkgroep betreffende het te voeren
ouderenzorgbeleid en waarin vertegenwoordigers
van de federale overheid en van de deelstaten
vertegenwoordigd zijn. Op 25 april 2007 heeft het
Overlegcomité beslist de Gemeenschappen en
Gewesten de toelating te geven om het tijdpad te
versoepelen voor de RVT's die daartoe een met
redenen omkleed verzoek, alsook een financieel
plan, zouden indienen.
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le groupe de travail informel « Politique de la santé
à mener à l'égard des personnes âgées », qui réunit
des représentants de l'autorité fédérale et des
entités fédérées, discute de ce problème depuis
des mois. Le 25 avril 2007, le Comité de
concertation
a
décidé
de
permettre
aux
Communautés
et
aux
Régions
d'assouplir
l'échéancier pour les MRS qui introduiraient une
demande motivée accompagnée d'un plan
financier.
De interministeriële conferentie Volksgezondheid
van maart jongstleden heeft ingestemd met de
wijziging van het koninklijk besluit van 21 september
2004.
Het lijkt me echter niet mogelijk dat de federale
overheid financiële steun zou toekennen: het gaat
om een geregionaliseerde materie en die
verantwoordelijkheid moet dus door de Gewesten
worden opgenomen.
La conférence interministérielle Santé publique de
mars dernier a marqué son accord en vue de
l'adaptation de l'arrêté royal du 21 septembre 2004.
Un soutien financier de l'autorité fédérale ne me
paraît pas envisageable : la matière étant
régionalisée, cette responsabilité doit être assumée
par les Régions.
05.03 Maxime Prévot (cdH): Ik ben blij dat de
Gemeenschappen en Gewesten geval per geval
een langere termijn kunnen toekennen. Is die
nieuwe termijn beperkt?
05.03 Maxime Prévot (cdH) : Je me réjouis que
les Communautés et les Régions puissent octroyer
au cas par cas un délai plus long. Ce nouveau délai
est-il limité ?
05.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal u
het protocol bezorgen, zodat u over alle nodige
informatie beschikt.
05.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je vous transmettrai le protocole afin que vous
disposiez de l'ensemble des informations.
05.05 Maxime Prévot (cdH): De deelstaten zullen
de openbare en particuliere RVT's dus wat
ademruimte kunnen geven. Afwachten hoe dat
05.05 Maxime Prévot (cdH) : Les entités fédérées
pourront donc donner un ballon d'oxygène aux MRS
publiques et privées. Nous attendons de voir
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
positieve nieuws concreet zal worden ingevuld.
comment cette bonne nouvelle se concrétisera.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de stijgende verkoop in
apotheken van producten zonder medisch
voorschrift" (nr. 4047)
06 Question de M. Maxime Prévot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur
"l'augmentation de la vente des produits non liés
à une prescription médicale en pharmacie"
(n° 4047)</b>
06.01 Maxime Prévot (cdH): Tegenwoordig is
meer dan de helft van de in apotheken verkochte
producten niet aan een medisch voorschrift
onderworpen. Wat vindt u daarvan, vooral met
betrekking tot de eventuele risico's voor de
gezondheid? Overweegt u stappen te doen om de
verkoop van die producten beter te omkaderen?
Zou het niet wenselijk zijn dat uw diensten onder
meer
controles
verrichten
op
de
voedingssupplementen?
06.01 Maxime Prévot (cdH) : Aujourd'hui plus de
la moitié des produits vendus en pharmacie ne sont
pas liés à une prescription médicale. Quelle est
votre position par rapport à cette situation,
notamment concernant d'éventuels risques pour la
santé ? Comptez-vous prendre des dispositions
pour encadrer la vente de ces produits ? Un
contrôle par vos services, notamment sur les
compléments
alimentaires, ne serait-il pas
souhaitable ?
06.02 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Overeenkomstig de koninklijke besluiten van 3
maart 1992 en 29 augustus 1997 is een notificatie
van voedingssupplementen verplicht vooraleer zij in
de handel worden gebracht. Voor die producten
moet er eerst een aanvraag tot notificatie bij de
FOD Volksgezondheid worden ingediend, waarna
deze laatste een notificatienummer vergezeld van
eventuele opmerkingen terugstuurt. Als een zware
inbreuk wordt vastgesteld, zoals het gebruik van
een
verboden
product,
wordt
er
geen
notificatienummer toegekend.
De voedingsmiddelen worden in België bij het
koninklijk besluit van 17 april 1980 geregeld, terwijl
de verordening (EG) 1924/2006, die sinds 1 juli jl.
van kracht is, deze materie op Europees niveau
regelt.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
En fonction des arrêtés royaux du 3 mars 1992 et
du 29 août 1997, les compléments alimentaires
doivent être notifiés avant leur mise sur le marché.
En effet, ils doivent au préalable faire l'objet d'une
demande de notification auprès du SPF Santé
publique, qui renvoie alors un numéro de
notification et des remarques éventuelles. En cas
d'infraction grave, comme l'utilisation d'une
substance interdite, le numéro n'est pas attribué.
Au niveau belge, les denrées alimentaires sont
réglementées par l'arrêté royal du 17 avril 1980. Au
niveau européen, il s'agit du règlement (EC)
1924/2006, d'application depuis le 1
er
juillet dernier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
over
"de
verkoop
van
voedingsmiddelen
voor
de
gezondheid"
(nr. 4048)
07 Question de M. Maxime Prévot à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur la « vente
des aliments santé » (n°4048)
07.01 Maxime Prévot (cdH): Ik vermoed dat het
antwoord dat de minister net heeft gegeven
grotendeels hetzelfde zal zijn voor mijn volgende
vraag betreffende de voedingsmiddelen voor de
gezondheid.
07.01 Maxime Prévot (cdH) : J'imagine que la
réponse que Mme la ministre vient de me fournir
sera sensiblement la même pour la question que
j'avais à lui poser ensuite concernant les
alicaments.
07.02 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Inderdaad.
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Effectivement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
08 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de aandacht
voor chronische ziekten" (nr. 4033)
08 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la prise en
considération
des
maladies
chroniques"
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Op 10 maart
jongstleden heeft u het nationaal kankerplan
voorgesteld.
08.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Vous avez
lancé le 10 mars dernier le Plan national de lutte
contre le cancer.
Kan u ons meedelen welke maatregelen u ook zal
nemen ten voordele van de chronisch zieken?
Pourriez-vous nous informer sur ce que vous
comptez aussi mettre en place en faveur des
malades atteints de maladie chronique ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Mijn
voorganger heeft op dat vlak al heel wat
ondernomen. In 2007 bedroegen de specifieke
uitgaven, ten laste van de verplichte verzekering,
voor de chronisch zieke patiënten 70 miljoen euro.
In 2008 wordt dit bedrag tot 75 miljoen euro
opgetrokken. De Algemene Raad en het
Verzekeringscomité hebben een budget ten belope
van 16,05 miljoen euro voor nieuwe maatregelen
zoals
de
verhoging
van
de
forfaitaire
tegemoetkoming uitgetrokken. Aan dat bedrag
moet er in de rubriek `maximumfactuur' nog 10
miljoen euro worden toegevoegd. Het koninklijk
besluit dat de wetgeving aan dat voorstel aanpast,
zal op vrijdag 11 april aan de ministerraad worden
voorgelegd.
In het regeerakkoord wordt een bedrag uitgetrokken
van 380 miljoen euro, uitgesmeerd tot eind 2010,
om te voldoen aan de specifieke behoeften van de
chronisch zieken en in het bijzonder van de
kankerpatiënten. De uitvoering van het Kankerplan
is bijgevolg de eerste pijler van mijn beleid ten
gunste van de chronisch zieke patiënten.
In de komende weken zal ik de verenigingen en
partners raadplegen, om zo te komen tot concrete
voorstellen, zoals de vereenvoudiging van de
bestaande bepalingen en de invoering van een
enkel terugbetalingsmechanisme.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Mon prédécesseur s'était déjà montré très actif
dans cette matière. En 2007, les dépenses
spécifiques, du budget de l'assurance obligatoire,
pour les patients chroniques, se sont élevées à 70
millions d'euros. En 2008, ce montant devient 75
millions d'euros. De nouvelles mesures, comme
l'augmentation de l'intervention forfaitaire, ont été
adoptées par le conseil général et le comité de
l'assurance à hauteur de 16,05 millions. Il convient
d'y ajouter 10 millions dans la rubrique MAF.
L'arrêté royal d'adaptation de la législation à cette
proposition sera présenté au Conseil des ministres
ce vendredi 11 avril.
L'accord de gouvernement prévoit 380 millions
d'euros d'ici fin 2010 pour rencontrer les besoins
spécifiques des malades chroniques et plus
particulièrement
des
patients
cancéreux.
L'exécution du plan cancer est donc le premier axe
de ma politique en faveur des malades chroniques.
Dans les prochaines semaines, je vais entamer des
consultations avec les associations et partenaires
en vue d'élaborer des propositions concrètes
comme celle d'une simplification des dispositifs
existants
et
d'un
mécanisme
unique
de
remboursement.
08.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik stel vast
dat u de strijd op twee fronten voert: kanker èn
chronische ziekten.
08.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Je vois que
vous menez la bataille par deux lignes de front : le
cancer et les maladies chroniques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het roken van
gearomatiseerde tabak door jongeren" (nr. 4036)
09 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
consommation de tabacs parfumés par les
jeunes" (n° 4036)</b>
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
09.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Met het
gebruik van waterpijpen is er een nieuwe
rookgewoonte ontstaan die almaar meer uitbreiding
neemt.
Uit een WGO-studie blijkt echter dat rokers van
waterpijpen meer blootgesteld worden aan grote
hoeveelheden nicotine, koolmonoxide en andere
toxines dan sigarettenrokers.
Welke maatregelen neemt u, in het licht van het
Kankerplan dat u lanceert, om de doelbewuste
pogingen van sigarettenproducenten om onze
kinderen afhankelijk van hun producten te maken,
tegen te gaan ?
09.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Une nouvelle
manière de fumer le tabac se développe avec
l'utilisation du narguilé.
Une étude de l'OMS montre que le fumeur de
narguilé est plus exposé que le fumeur de
cigarettes à d'importantes quantités de nicotine, de
monoxyde de carbone et autres toxines.
Au moment où vous lancez le plan cancer, que
comptez-vous faire pour contrer cette tentative
délibérée des cigarettiers de rendre nos enfants
dépendants de leurs produits ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Al te
veel gebruikers minimaliseren de nevenwerkingen
van die nieuwe modeverschijnselen.
Het antitabaksfonds financiert ondersteunings- en
informatiecampagnes gericht op jonge rokers
evenals afkickprojecten in scholen.
Binnenkort lanceert de Cel Gezondheidsbeleid
Drugs, waarin alle ministers van Volksgezondheid
zijn vertegenwoordigd, een grootscheepse nationale
informatiecampagne die vooral jongeren en
kansarme gebruikers wil aanspreken.
Ik heb gevraagd dat de controle op de naleving van
het verbod om tabaksproducten aan minderjarigen
jonger dan 16 te verkopen, zou worden voortgezet
en opgedreven.
Krachtens
een
Europese
richtlijn
moeten
tabaksproducten het voorwerp uitmaken van een
notificatieprocedure.
De
kwantitatieve
en
kwalitatieve ingrediëntenlijst en de toxicologische
gegevens moeten aan de bevoegde overheden van
de lidstaten worden overgemaakt. Het is niet
uitgesloten dat de informatie betreffende de
aroma's op termijn eveneens zal worden
gereglementeerd. Mijn diensten nemen deel aan de
besprekingen op Europees niveau.
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Trop d'utilisateurs minimisent les effets de ces
nouvelles modes.
Le fonds « tabac » finance des actions d'aide et
d'information destinées aux jeunes fumeurs, ainsi
que des actions de sevrage tabagique dans les
écoles.
Une grande campagne nationale d'information,
visant surtout les jeunes et les usagers socialement
vulnérables, sera prochainement mise sur pied
par la « Cellule politique de santé drogues », qui
rassemble tous les ministres de la Santé.
J'ai demandé la poursuite et l'intensification des
contrôles concernant l'interdiction de vente de
produits du tabac aux personnes de moins de seize
ans.
En tant que produit, le tabac doit faire l'objet d'une
procédure de notification, dans le cadre de
l'application d'une directive européenne. La liste
quantitative et qualitative des ingrédients ainsi que
les données toxicologiques doivent être transmises
aux autorités compétentes des Etats membres. Il
n'est pas exclu qu'à terme l'information concernant
les arômes soit, elle aussi, réglementée. Mes
services participent à la discussion au niveau
européen.
09.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): In dergelijke
aangelegenheden moet men proactief optreden. De
mix van goede en slechte bestanddelen aroma's
en tabak is uitermate schadelijk.
Ik hoop dat men dit fenomeen ook langs fiscale weg
kan bestrijden, bijvoorbeeld door het als een
luxeproduct te belasten.
09.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Il importe
d'être très proactif en ces matières. Le mélange de
bons et de mauvais éléments - arômes et tabac -
est particulièrement pervers.
J'espère qu'il sera possible de lutter contre ce
phénomène par la fiscalité, en rangeant ce produit
parmi les produits de « super-luxe ».
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de vice-eersteminister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het rookverbod
in cafés" (nr. 4037)
10 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'interdiction
de fumer dans les bars" (n° 4037)</b>
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
10.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Het
rookverbod in cafés geeft aanleiding tot een
levendig debat. Het komt erop aan de vrijheid om te
roken en de gezelligheid in de cafés te waarborgen,
maar tegelijkertijd de gezondheid van onze
medeburgers te beschermen.
Waarom kan men de cafés niet laten kiezen: ofwel
zijn ze geheel rookvrij, ofwel mag er overal worden
gerookt maar in dat geval betaalt het café een
bijkomende heffing?
10.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : L'interdiction
de fumer dans les débits de boisson suscite un
débat. Il s'agit de préserver la liberté de fumer et la
convivialité dans les bars, mais aussi la santé de
nos concitoyens.
Pourquoi ne pas demander aux bars de choisir
entre être totalement non-fumeur ou être totalement
fumeur en payant une taxe additionnelle ?
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
rookverbod in restaurants, dat sinds 1 januari 2007
van kracht is, werd niet uitgebreid tot bars en cafés.
De bevolking lijkt hier echter steeds meer
voorstander van te zijn. Volgens de Stichting tegen
Kanker was 85 procent van de bevolking in 2007
voorstander van rookvrije restaurants, tegen 58
procent in 2004. In 2007 was 61 procent gewonnen
voor rookvrije cafés, tegen 49 procent in 2004. In de
landen waar er een volledig verbod geldt, stijgt de
tevredenheidsgraad nog na de invoering van de
maatregel.
België heeft een kaderovereenkomst van de WGO
geratificeerd waarvan de krachtlijnen pleiten voor
een volledig rookverbod op openbare plaatsen, dus
ook in bars en cafés. Voor de eventuele uitbreiding
tot de cafés zal de wetgeving betreffende het
rookverbod op openbare plaatsen in het Parlement
worden geëvalueeerd in samenwerking met de
verenigingen ter bestrijding van het tabaksgebruik
en de horecasector. De gegevens die u aanreikt
zullen tijdens de gedachtewisseling in aanmerking
worden genomen.
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'interdiction de fumer dans les restaurants, en
vigueur depuis le 1
er
janvier 2007, n'a pas été
étendue aux bars et aux cafés. La population
semble cependant y être de plus en plus favorable.
Selon la Fondation contre le cancer, le pourcentage
de personnes favorables aux restaurants sans
tabac est passé de 58 % en 2004 à 85 % en 2007.
Le nombre de personnes favorables à des cafés
sans tabac est passé de 49 % en 2004 à 61 % en
2007. Dans les pays qui pratiquent l'interdiction
totale, le taux de satisfaction augmente encore
après son entrée en vigueur.
La Belgique a ratifié une convention cadre de l'OMS
dont les lignes directrices prônent l'interdiction
totale du tabagisme dans les lieux publics, donc y
compris dans les bars et cafés. Avant son éventuel
élargissement aux cafés, la législation interdisant le
tabagisme dans les lieux publics sera évaluée au
Parlement en collaboration avec les associations de
lutte contre le tabagisme et avec le secteur horeca.
Les éléments que vous apportez viendront nourrir
cette réflexion.
10.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik sta open
voor elke andere suggestie die ertoe strekt te
stimuleren veeleer dan te dwingen.
10.03 Jean-Jacques Flahaux (MR) : Je suis
ouvert à toute autre suggestion visant à inciter
plutôt que contraindre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Flor Van Noppen aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de aanwezigheid van
de zwarte rat in Vlaanderen" (nr. 4053)
11 Question de M. Flor Van Noppen à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la présence
du rat noir en Flandre" (n° 4053)</b>
11.01 Flor Van Noppen (CD&V - N-VA): Het
Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid
maakt zich zorgen over het oprukken van de zwarte
rat in de provincies Noord-Brabant en Limburg. De
zwarte rat vormt wel degelijk een bedreiging voor de
volksgezondheid, want veel van die diertjes zijn
dragers van het hantavirus, een zeer agressief virus
dat bij de mens ernstige nierschade kan toebrengen
en zelfs dodelijk kan zijn. Daarnaast is de zwarte rat
ook een belangrijke verspreider van dierenziekten
11.01 Flor Van Noppen (CD&V - N-VA) :
L'apparition du rat noir dans les provinces du
Brabant septentrional et du Limbourg préoccupe
l'institut néerlandais de la santé publique car il ne
fait aucun doute que le rat noir fait peser une
menace sur la santé publique, nombre de ces petits
rongeurs étant porteurs du virus Hanta. Ce virus est
en effet très agressif dans la mesure où il peut
occasionner chez l'homme des lésions rénales
graves, voire lui être fatal. De plus, le rat noir est un
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
zoals varkenspest en mond- en klauwzeer. De
Nederlandse overheid neemt dan ook maatregelen
om de plaag in te dijken.
Heeft de minister weet van de aanwezigheid van de
zwarte rat in Vlaanderen? Is er, net als in
Nederland, ook een stijging van de populatie vast te
stellen? Heeft de minister gegevens over het aantal
besmettingen met het hantavirus? Is dit aantal zoals
in Nederland de laatste jaren drastisch gestegen?
Welke maatregelen zal de minister nemen als blijkt
dat de zwarte rat ook in ons land oprukt?
vecteur important de transmission de maladies
animales telles que la peste porcine et la fièvre
aphteuse. Aussi les autorités néerlandaises
prennent-elles les mesures qui s'imposent pour
endiguer ce fléau.
La ministre est-elle informée de la présence du rat
noir en Flandre ? Un accroissement de sa
population y est-elle observable comme aux Pays-
Bas ? Dispose-t-elle de données relatives au
nombre de contaminations par le virus Hanta ? Ce
nombre a-t-il augmenté très sensiblement au cours
des dernières années en Flandre comme on l'a
constaté chez nos voisins du nord ? Quelles
mesures compte prendre la ministre si le rat noir a
effectivement fait son apparition dans notre pays ?
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De zwarte rat was vroeger de meest voorkomende
soort, maar wordt tegenwoordig door de bruine rat
verdrongen. Het is moeilijk om de omvang van de
populatie te evalueren, aangezien de diertjes zich
doorgaans in de riolen ophouden en deze slechts
verlaten bij overstromingen.
De voornaamste overbrenger van het hantavirus is
de rosse woelmuis of chlethrionomys glareolus. De
zwarte rat speelt wat dat betreft geen enkele rol.
Hoewel dit in de praktijk niet gemakkelijk is, moet
evolutie van de rattenpopulatie goed opgevolgd
worden. Bij de contacten met de Nederlandse
gezondheidsdiensten zal hier speciale aandacht
aan besteed worden. Via de gezondheidsinspecties
van de Gemeenschappen zal ook contact
opgenomen worden met de diensten voor hygiëne
van de grote steden, aangezien rattenplagen zich
vooral in steden voordoen.
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le rat noir était autrefois l'espèce la
plus répandue mais aujourd'hui, il est supplanté par
le rat brun. Evaluer l'ampleur de la population de
ces petits rongeurs qui vivent généralement dans
les égouts et ne quittent leur habitat qu'en cas
d'inondations n'est pas chose aisée.
L'animal qui est principalement responsable de la
transmission du virus Hanta est le campagnol
roussâtre (chlethrionomys glareolus). Le rat noir ne
joue à cet égard aucun rôle.
Quoique ce ne soit pas facile en pratique, il est
impératif d'assurer un bon suivi de l'évolution de la
population des rats. Nous y prêterons une attention
toute particulière dans le cadre de nos contacts
avec les services de santé néerlandais. Nous nous
mettrons aussi en rapport, par le biais des
inspections sanitaires des Communautés, avec les
services d'hygiène des grandes villes étant donné
que le problème posé par la prolifération des rats se
pose essentiellement en milieu urbain.
11.03 De voorzitter: Wij gaan over tot de vraag nr.
4072 van de heer Flor Van Noppen.
11.03 La présidente : Nous passons à la question
n°4072 de M. Flor Van Noppen.
11.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Alles
wat verband houdt met het FAVV valt onder de
bevoegdheid van mevrouw Laruelle. Wat de dieren
betreft, ben ik enkel bevoegd voor het dierenwelzijn.
11.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Tout ce qui concerne l'AFSCA relève de la
compétence de Mme Laruelle. Concernant les
animaux, je ne suis compétente que pour le bien-
être animal.
11.05 De voorzitter: Wij zullen de vraag dus
opnieuw agenderen voor een volgende vergadering.
De heer Gilkinet is er niet.
La présidente : Nous remettrons donc la question
à l'ordre du jour d'une prochaine séance.
Par ailleurs, M. Gilkinet est absent.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de naleving van het KB
12 Questions jointes de
- M. Ludwig Vandenhove à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le respect de l'arrêté royal du
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
van 26 april 2007 inzake het welzijn van dieren
van circussen en dergelijke" (nr. 4128)
- de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-
eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de naleving van het KB
van 26 april 2007 inzake het welzijn van dieren
van circussen en dergelijke" (nr. 4130)
26 avril 2007 relatif au bien-être des animaux
utilisés dans les cirques et autres spectacles
itinérants" (n° 4128)<br>- M. Ludwig Vandenhove à la vice-première
ministre et ministre des Affaires sociales et de la
Santé publique sur "le respect de l'arrêté royal du
26 avril 2007 relatif au bien-être des animaux
utilisés dans les cirques et autres spectacles
itinérants" (n° 4130)</b>
12.01 Ludwig Vandenhove (sp.a-spirit): In welke
mate
heeft
de
FOD
Volksgezondheid
al
overtredingen vastgesteld op het KB van 26 april
2007 inzake het welzijn van dieren van circussen en
dergelijke. Zo ja, wat waren dan die overtredingen?
Welk gevolg heeft men desgevallend aan die
vaststellingen gegeven? In de dierentuinen heeft
men in 2007 zeventien controles uitgevoerd. Er
werden hierop acht waarschuwingen en een
proces-verbaal uitgeschreven. In de praktijk bestaat
er echter een de facto gedoogbeleid.
Welk beleid heeft de minister op het oog met
betrekking tot dit KB?
12.01 Ludwig Vandenhove (sp.a-spirit) : Dans
quelle mesure le SPF Santé publique a-t-il déjà
constaté des infractions à l'arrêté royal du 26 avril
2007 relatif au bien-être des animaux de cirque, etc.
Dans l'affirmative, de quelle nature étaient ces
infractions ? Quelle suite a été réservée, le cas
échéant, à ces constatations ? En 2007, dix-sept
contrôles ont été effectués dans des zoos. A l'issue
de ces inspections, huit avertissements ont été
adressés et un procès-verbal a été dressé. Mais en
pratique, une politique de tolérance est de facto en
vigueur.
Quelle politique la ministre envisage-t-elle de mener
en ce qui concerne l'application de cet arrêté royal
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De Inspectie heeft sinds de inwerkingtreding van de
circuswetgeving al talrijke controles uitgevoerd. Ik
kan echter geen totaalbeeld schetsen van de
resultaten, want ook de lokale politie voert een groot
aantal controles uit. De Inspectie heeft verschillende
overtredingen vastgesteld. Bijna altijd ging het om
de niet-naleving van de minimumnormen inzake de
huisvesting van de dieren. Er werd ofwel een
proces-verbaal van waarschuwing of een proces-
verbaal opgesteld. In alle gevallen werden
maatregelen opgelegd. Zoals de dierenwelzijnwet
oplegt werden de processen-verbaal doorgestuurd
naar de leidende ambtenaar van de juridische
dienst die -afhankelijk van het geval- een
administratieve boete oplegt of het dossier verder
doorstuurt naar het parket.
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : L'Inspection a déjà procédé à de
nombreux contrôles depuis l'entrée en vigueur de la
législation relative aux cirques. Toutefois, je ne puis
brosser un tableau global des résultats car la police
locale réalise aussi un grand nombre de
vérifications. L'Inspection a constaté différentes
infractions. Dans la quasi-totalité des cas, il
s'agissait du non-respect des normes minimales en
matière d'hébergement des animaux. Des procès-
verbaux, parfois de simple avertissement, ont été
dressés. Dans tous les cas, des mesures ont été
imposées. Conformément à la loi sur le bien-être
des animaux, les procès-verbaux ont été transmis
au fonctionnaire dirigeant du service juridique qui,
en fonction des cas, inflige une amende
administrative ou communique le dossier au
parquet.
Bij controles in dierentuinen heeft de dienst
Dierenwelzijn
en
CITES
vorig
jaar
acht
waarschuwingen
uitgeschreven.
Deze
waarschuwingen hadden wel degelijk gevolgen voor
de betrokken dierentuinen. Er is geenszins sprake
van
een
gedoogbeleid.
Telkens
werden
maatregelen opgelegd, waaronder een strikte timing
voor het wegwerken van de overtredingen. Dit wordt
verder opgevolgd door de dienst Dierenwelzijn. Als
de
opgelegde
maatregelen
niet
worden
gerespecteerd wordt een proces-verbaal opgesteld
en geldt de eerder beschreven procedure. Indien
dieren
aangetroffen
zouden
worden
in
Lors de contrôles dans les parcs zoologiques, le
service Bien-être animal et CITES ont formulé huit
avertissements l'an passé. Ces avertissements ont
bel et bien eu des répercussions pour les parcs
zoologiques concernés. Il n'est nullement question
d'une politique de tolérance. Des mesures ont
systématiquement été imposées, assorties d'un
calendrier strict pour mettre un terme aux
infractions. Le service Bien-être animal assure le
suivi des mesures imposées. Si celles-ci ne sont
pas respectées, un procès-verbal est rédigé et la
procédure décrite précédemment est d'application.
Si on découvre des animaux dans des conditions
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
omstandigheden
die
pijn,
lijden
of
letsel
veroorzaken kan men onmiddellijk maatregelen
nemen. De dienst Dierenwelzijn volgt alle dossiers
en rapporteert aan de Dierentuincommissie die mij
vervolgens adviseert.
Het is momenteel niet nodig om andere acties te
ondernemen.
provoquant douleur, souffrances ou lésions, des
mesures immédiates peuvent être prises. Le
service Bien-être animal suit l'ensemble des
dossiers et fait rapport à la commission des parcs
zoologiques qui me transmet ensuite un avis.
Il n'est actuellement pas nécessaire d'entreprendre
d'autres actions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het voorstel van
resolutie over de relatie tussen mens en dier en
de gunstige invloed daarvan op de gezondheid
van de mens" (nr. 4129)
13 Question de M. Ludwig Vandenhove à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
proposition de résolution sur la relation entre
êtres humains et animaux et l'influence bénéfique
de cette relation sur la santé humaine" (n° 4129)</b>
13.01 Ludwig Vandenhove (sp.a-spirit): Een
resolutie uit 2006 over de verhouding tussen
mensen en dieren gaat vooral over het toelaten van
gezelschapsdieren in bejaardentehuizen en andere
instellingen.
Is de minister van plan om in deze materie iets te
ondernemen of vindt zij dat dit een aangelegenheid
is voor het Parlement eerder dan voor de regering?
13.01 Ludwig Vandenhove (sp.a-spirit) : Une
résolution de 2006 sur les rapports entre les
personnes et les animaux concerne surtout
l'admission d'animaux de compagnie dans les
maisons de repos et d'autres établissements.
La ministre a-t-elle l'intention de prendre des
mesures dans ce dossier ou estime-t-elle que cette
matière concerne davantage le Parlement que le
gouvernement ?
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het advies van de Hoge Gezondheidsraad spreekt
de stelling niet tegen dat de aanwezigheid van
gezelschapsdieren heilzame effecten kan hebben
op bewoners van rust- en verzorgingstehuizen en
patiënten van ziekenhuizen. De Raad heeft geen
bezwaren
tegen
de
aanwezigheid
van
gezelschapsdieren in rust- en verzorgingstehuizen,
in psychiatrische instellingen en instellingen voor
chronische zorgverstrekking zoals revalidatie en
palliatieve zorg. Zij wil echter de toegang van
gezelschapsdieren tot instellingen voor acute
zorgverstrekking ontzeggen om
risico's op
infectieziekten te vermijden en omwille van
hygiënische redenen. Er is alleszins nog bijkomend
onderzoek nodig over de voor- en de nadelen van
de aanwezigheid van gezelschapsdieren.
Een niet onbelangrijk gedeelte van deze materie is
een bevoegdheid van de Gemeenschappen. Ik stel
voor dat de aangelegenheid op de agenda van de
interkabinettenwerkgroepen wordt geplaatst en dat
er hierover een verslag wordt gemaakt voor de
interministeriële conferentie Volksgezondheid. Het
lijkt mij ook aangewezen om te overleggen met
vertegenwoordigers van de sector.
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Dans son avis, le Conseil supérieur
de la Santé ne réfute pas la thèse selon laquelle la
présence d'animaux de compagnie peut avoir des
effets bénéfiques sur les pensionnaires de maisons
de repos et de soins et sur les patients hospitalisés.
Si le Conseil ne voit pas d'objection à la présence
d'animaux de compagnie dans les maisons de
repos et de soins, dans les institutions
psychiatriques et les établissements de soins
chroniques tels que revalidation et soins palliatifs, il
entend toutefois interdire l'accès de ces animaux
aux institutions de soins aigus afin d'éviter tout
risque de transmission de maladies infectieuses
ainsi que pour des raisons d'hygiène. Il est en tout
état de cause nécessaire de réaliser des études
complémentaires
sur
les
avantages
et
inconvénients de la présence d'animaux de
compagnie dans ces différents lieux.
Un volet non négligeable de cette question relevant
de la compétence des Communautés, je propose
de porter cette matière à l'ordre du jour des groupes
de travail intercabinets et de rédiger un rapport à
l'intention de la conférence interministérielle Santé
publique. Il me semble également opportun de se
concerter avec des représentants du secteur.
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
13.03 Ludwig Vandenhove (sp.a-spirit): Het
verheugt mij dat de minister van plan is om
concrete stappen te zetten.
13.03 Ludwig Vandenhove (sp.a-spirit) : Je me
félicite de l'intention de la ministre d'entreprendre
des démarches concrètes en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.04 De voorzitter : Daar de andere vragen
uitgesteld of ingetrokken zijn, blijven er nog drie
vragen van mevrouw Burgeon.
13.04 La présidente : Les autres questions étant
reportées ou retirées, il reste l trois questions de
Mme Burgeon.
14 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de oprichting van een
netwerk van biomedische databanken in Europa"
(nr. 4218)
14 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la création
d'un
réseau
de
banques
de
données
14.01 Colette Burgeon (PS): De Europese Unie
wil de biomedische databanken op het Europese
niveau centraliseren. Honderdenvier databanken uit
21 Europese landen hebben zich bij dat project
aangesloten.
De
meerderheid
daarvan
is
gespecialiseerd in het verzamelen van stalen
(bloed, serum, weefsel, cellen, DNA, enz.) in
samenhang met een bepaald ziektebeeld.
Het gaat om een enorme uitdaging, omdat de
verschillen tussen de partners erg groot zijn. Indien
dit project succesvol blijkt, zullen de Europese
onderzoekers een beter inzicht krijgen in de
mechanismen die aan de basis liggen van het
ontstaan van een ziekte en in de reactie op de
behandelingen.
De oprichting van zo een netwerk mag dan wel een
droom zijn voor de wetenschappers, maar de
verdedigers van de individuele vrijheden maken
zich zorgen over dat initiatief; zij vrezen bijvoorbeeld
dat
die
gegevens
niet
enkel
voor
onderzoeksdoeleinden zullen worden gebruikt,
maar uiteindelijk bij de verzekeringsmaatschappijen
terecht zouden komen. De Europese landen die aan
dat project deelnemen, beschikken niet over
hetzelfde wetgevend kader inzake medische ethiek.
Wat wordt de juridische grondslag van dat netwerk
van databanken? Welke Belgische universiteiten,
ziekenhuizen en onderzoekscentra zullen aan dat
project deelnemen? De oprichting van dat netwerk
en de werking ervan zullen handenvol geld kosten.
Hoe zal de financiering ervan op het Europese
niveau worden verzekerd?
14.01 Colette Burgeon (PS) : L'Union européenne
veut fédérer les banques de données biomédicales.
Cent quatre banques issues de 21 pays européens
se sont associées au projet et une majorité d'entre
elles
est
spécialisée
dans
la
collection
d'échantillons (sang, sérum, tissus, cellules, ADN,
etc.) liés à des pathologies spécifiques.
Le défi est énorme tant les différences sont grandes
entre les partenaires mais si ce projet aboutit, les
chercheurs européens pourront mieux comprendre
les mécanismes d'apparition d'une maladie et les
réactions aux traitements.
Si la mise en place d'un tel réseau constitue un rêve
pour les scientifiques, elle inquiète les défenseurs
des libertés individuelles ; ces données ne risquent-
elles pas de quitter le domaine de la recherche pour
aboutir,
par
exemple,
chez
les
sociétés
d'assurances ? Sachant que les pays européens
qui participent à ce projet ne disposent pas du
même corpus juridique en matière d'éthique
médicale, sur quelles bases va reposer ce réseau
de banques de données ? Quels universités,
hôpitaux et centres de recherche belges
participeront à ce projet ? Enfin, la mise en place de
ce réseau et son fonctionnement vont coûter très
cher. Comment le financement sera-t-il assuré au
niveau européen ?
14.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
klopt dat de Europese Unie een project ontwikkelt
om
de
biomedische
databanken
van de
verschillende lidstaten te doen samenwerken.
Er bestaan verschillende soorten orgaan- en
weefselbanken:
er
zijn
databanken
met
therapeutische doeleinden en databanken met
onderzoeksdoeleinden. In België zijn die biobanken
niet gecentraliseerd, maar zijn ze aanwezig in de
14.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Effectivement, l'Union européenne développe un
projet de fédération des banques de données
biomédicales des différents États membres.
Il existe différentes sortes de banques d'organes et
de tissus : celles destinées à des fins
thérapeutiques et celles destinées à la recherche.
En Belgique, il n'y a pas de centralisation de ces
bio-banques mais elles existent dans les hôpitaux
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
universitaire ziekenhuizen, dankzij de financiering
van de Stichting tegen kanker.
In die biobanken worden biologische stalen en de
bijhorende informatie bijeengebracht met het oog
op de verbetering van de biotechnologie, de
gezondheid en het onderzoek. De gegevens van de
biomedische orgaan- en weefselbanken worden
gebruikt om het verband tussen verschillende
ziekten, de genetische factoren en de invloed van
het leefmilieu en van de levensstijl te bestuderen.
académiques, grâce notamment à un financement
par la Fondation contre le cancer.
Dans ces bio-banques, on rassemble des
échantillons biologiques et l'information qui leur est
associée pour améliorer la biotechnologie, la santé
et la recherche. Les données des bio-banques
d'organes et de tissus pathologiques servent à
étudier les relations entre pathologies, facteurs
génétiques, environnement et style de vie.
Die resultaten kunnen via een grensoverschrijdende
samenwerking tussen biomedische databanken
benaderd worden.
België neemt niet aan dat project deel. Het beheer
van
de
biomedische
databanken
voor
onderzoeksdoeleinden veronderstelt een strenge
kwaliteitscontrole
en
dure
informatieverwerkingstechnieken. Bovendien zijn de
ethische verplichtingen inzake dat beheer gestoeld
op Europese aanbevelingen. Ter zake is er
regelgevend werk nodig.
Die verplichtingen vormen meer bepaald een
uitdaging door het heterogeen karakter van de
reglementeringen en de uiteenlopende ethische
opvattingen in de diverse lidstaten. De bescherming
van persoonsgegevens is een permanente
bekommernis van de Europese Unie. Een richtlijn
legt de strikte grenzen voor het gebruik van die
gegevens vast en verplicht elke lidstaat een
onafhankelijke nationale instelling op te richten die
over de bescherming van die gegevens moet
waken.
België neemt niet deel aan het project. Nochtans
gaat het niet om de oprichting maar om de
onderlinge aansluiting van bestaande databanken.
De kosten zouden beperkt blijven tot de
gegevensverwerking en het op het netwerk plaatsen
van die gegevens. Een en ander zou dus minder
moeten kosten dan de oprichting van biomedische
databanken.
Ces résultats peuvent être approchés par la
collaboration de bio-banques à un niveau
transnational.
La Belgique ne participe pas à ce projet. La gestion
des bio-banques de recherche implique un contrôle
de qualité sévère et de techniques de traitement de
l'information coûteuses. De plus, les exigences
éthiques relatives à cette gestion s'inspirent de
recommandations européennes. À cet égard, une
réglementation doit se développer.
Le défi que représentent ces exigences réside
notamment dans le caractère hétérogène des
réglementations et le paysage éthique des divers
pays. La protection des données à caractère
personnel est une préoccupation constante de
l'Union européenne. Une directive fixe les limites
strictes à l'utilisation de ces données et impose la
création dans chaque Etat membre d'un organisme
national indépendant chargé de la protection de ces
données.
La Belgique ne participe pas au projet. Il ne s'agit
cependant pas de créer mais de mettre en réseau
des banques de données existantes. Les coûts ne
devraient plus concerner que le traitement des
données et la mise en réseau de celles-ci. Ils
devraient dès lors être moins élevés que ceux
encourus pour la constitution de bio-banques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "het aantal gevallen
van multiresistente tuberculose" (nr. 4219)
15 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les taux de
tuberculose à bacilles multirésistants" (n° 4219)</b>
15.01 Colette Burgeon (PS): Volgens een nieuw
WGO-rapport zijn er nog nooit zo'n hoge
percentages
multiresistente
(MR)
tuberculosebacillen vastgesteld als nu. In 45 landen
werden er ook ultraresistente (UR) tbc-bacillen
geconstateerd. De hoogste percentages worden
vastgesteld in gebieden die niet zo ver van hier
liggen: 19,4 procent in Moldavië, 16 procent in het
Donetsbekken, 15 procent in de oblast Tomsk in
15.01 Colette Burgeon (PS) : Un nouveau rapport
de l'OMS mentionne des taux de tuberculose à
bacille multi-résistant (MR) qui n'ont jamais été
aussi élevés. On a également constaté des cas de
tuberculose à bacille ultra-résistant (UR) dans 45
pays. Les taux les plus élevés sont enregistrés à
nos portes : 19,4% en Moldavie, 16% dans le
Donetz, 15% dans l'Oblast de Tomsk en Russie et
14,8% à Tachkent en Ouzbékistan.
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
Rusland en 14,8 procent in Tasjkent in
Oezbekistan.
Werden er gevallen van multiresistente en
ultrarsistente tbc in België vastgesteld? Zo ja, welke
sanitaire en curatieve maatregelen werden
genomen? Er bestaat een correlatie tussen
multiresistente en ultraresitente tbc en het aidsvirus.
Zou men niet beter een voorlichtingscampagne op
touw zetten over de uitbreiding van beide bijzonder
gevaarlijke
tbc-vormen?
Welke
budgettaire
middelen is België bereid uit te trekken voor het
uitwerken van programma's ter bestrijding van
resistente tbc-vormen op wereldschaal en voor het
vinden van nieuwe diagnoseproducten, nieuwe,
efficiënte geneesmiddelen om de strijd tegen de
resistente stammen aan te gaan en een efficiënt
vaccin tegen deze aandoening?
Des cas de tuberculose MR et UR ont-ils été
diagnostiqués en Belgique ? Dans l'affirmative,
quelles sont les mesures sanitaires et curatives qui
ont été prises ? Il existe une corrélation entre les
tuberculoses MR et UR et le virus du sida. Une
campagne d'information relative à la propagation de
ces deux formes particulièrement dangereuses de
tuberculose ne devrait-elle pas être entreprise ?
Quels sont dès lors les moyens budgétaires que la
Belgique est prête à consacrer à la mise en place
de programmes mondiaux de lutte contre la
tuberculose à bacille résistant et à la recherche
pour trouver de nouveaux produits de diagnostics et
de nouveaux médicaments efficaces contre les
souches résistantes ainsi qu'un vaccin efficace
contre la maladie ?
15.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
tbc-toezicht wordt in België via een in 1993 in het
leven
geroepen
netwerk
van
laboratoria
georganiseerd. Bovendien wordt de controle
uitgeoefend via het tuberculoseregister dat
gebaseerd is op de verplichte aangifte van de
ziekte.
15.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La surveillance de la tuberculose en Belgique est
organisée via un réseau de laboratoires créé en
1993 et via le registre de la tuberculose basé sur la
déclaration obligatoire de la maladie.
Tussen 2001 en 2007 werden er 107 nieuwe
gevallen
van
multiresistente
tuberculose
geregistreerd. Bij drie patiënten werd ultraresistente
tuberculose vastgesteld.
De vroegtijdige diagnose van personen met
multiresistente
tbc
is
een
belangrijke
gezondheidsmaatregel, omdat hij het risico van
overdracht kan beperken. De resistentie wordt
systematisch
onderzocht
bij
alle
tuberculosepatiënten. De algemene zorgverlening
aan multiresistente tbc-patiënten omvat de
afzondering in het ziekenhuis, de toegang tot een
aangepaste behandeling, het toezicht op de
behandeling en de screening van de contacten. Alle
multiresistente tbc-patiënten in België hebben sinds
december 2005 recht op een kosteloze behandeling
en een passende follow-up. De verwanten van alle
patiënten met besmettelijke tuberculose, ongeacht
of zij al dan niet aan multiresistente tbc lijden,
worden onderworpen aan een screening teneinde
er de personen uit te pikken die eventueel reeds
door de bacil zijn besmet of ziek zijn. Het is de
bedoeling hen te verzorgen en te behandelen om
het risico te beperken dat ze op hun beurt anderen
zouden besmetten.
Tuberculose en aids worden als een "duivels
koppel" beschouwd. In 2006 waren in België 4,5
procent van de 1.127 tuberculosepatiënten die in
het register zijn opgenomen seropositief.
Entre 2001 et 2007, 107 nouveaux cas de MR ont
été enregistrés. Des UR ont été diagnostiquées
chez trois d'entre eux.
Le diagnostic précoce des personnes atteintes
d'une MR est une mesure sanitaire importante car
elle permet de limiter le risque de transmission. Elle
passe par une recherche systématique de la
résistance chez tous les tuberculeux. La prise en
charge globale des patients MR comprend
l'isolement en milieu hospitalier, l'accès à un
traitement adéquat, la supervision du traitement et
le dépistage des contacts. L'accès à un traitement
gratuit et à un suivi adéquat est possible en
Belgique pour tous les patients atteints d'une MR
depuis décembre 2005. L'entourage de tout patient
tuberculeux contagieux, atteint de MR ou non, est
soumis à un dépistage afin de mettre en évidence
d'éventuelles personnes affectées par le bacille ou
déjà malades. L'objectif est de prendre en charge
ces personnes et de les traiter pour limiter le risque
qu'elles ne soient à leur tour des sources de
contamination.
Tuberculose et sida sont considérés comme un
couple maudit. En Belgique, 4,5% des 1 127
tuberculeux répertoriés dans le registre en 2006
étaient séropositifs.
Er werd echter geen specifieke correlatie in het licht
gesteld tussen aids en multiresistente tuberculose
Une corrélation spécifique entre sida et tuberculose
MR n'a toutefois pas été mise en évidence dans
CRABV 52
COM 152
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
in België. Een campagne op touw zetten voor de
bevolking in het algemeen vind ik niet verantwoord.
Men zou wel het medisch korps moeten
bewustmaken van en informeren over het belang
van
een
vroege
diagnose
voor
tuberculosepatiënten,
van
een
adequate
behandeling van de patiënten, van het correct
innemen van de medicijnen, van de screening van
de verwanten van de patiënt en van de verplichte
aangifte van nieuwe gevallen.
Ten slotte neemt ons land, via het departement
Ontwikkelingssamenwerking, actief deel aan de
inspanningen die wereldwijd worden geleverd tegen
tuberculose.
notre pays. Une campagne d'information pour la
population en général ne se justifie pas à mon sens.
Par contre, il conviendrait de sensibiliser le corps
médical et de l'informer sur l'importance du
diagnostic précoce des malades tuberculeux, du
traitement adéquat des malades, de la prise
correcte des médicaments par le patient, du
dépistage de l'entourage et de la déclaration
obligatoire de nouveaux cas.
Enfin, la Belgique collabore activement, via le
département de la Coopération au Développement,
à l'effort mondial de lutte contre la tuberculose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de gevaren van
synthetische 'transvetzuren' voor de gezondheid
van de consument" (nr. 4245)
16 Question de Mme Colette Burgeon à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les dangers
des acides gras 'trans' pour la santé du
consommateur" (n° 4245)</b>
16.01 Colette Burgeon (PS): Tot voor kort
beweerden diëtisten en artsen dat men, om het
risico op kanker en hart- en vaatziekten te
beperken, de consumptie van verzadigde vetzuren
in bepaalde voedingsstoffen moest verminderen en
andere
producten
moest
gebruiken
(zoals
bijvoorbeeld margarine in plaats van boter). Tijdens
de voorbije vier tot vijf decennia hebben
gehydrogeneerde margarines die transvetzuren
bevatten geleidelijk de plaats ingenomen van boter,
reuzel, dierlijke vetten en ganzen- of eendenvet. Nu
blijkt evenwel dat transvetzuren net als verzadigde
vetzuren de slechte LDL-cholesterol in het bloed
doen toenemen en de goede HDL-cholesterol doen
dalen.
Consumentenorganisaties
zoals
Test-Aankoop
trekken aan de alarmbel omdat de negatieve
effecten van transvetzuren reeds bij een beperkte
consumptie waarneembaar zijn.
16.01 Colette Burgeon (PS) : Jusqu'il y a peu, les
diététiciens et les médecins proclamaient que pour
réduire le risque de maladies cardiovasculaires et
de cancers, il convenait de réduire la consommation
d'acides gras saturés présents dans certains
aliments et d'utiliser des substituts tels que la
margarine à la place du beurre. Au cours de ces
quatre ou cinq dernières décennies, les margarines
hydrogénées contenant des acides gras « trans »
ont progressivement remplacé le beurre, les
saindoux, suifs et graisses d'oie ou de canard. Or, il
apparaît que, tout comme les acides gras saturés,
les acides gras « trans » font augmenter les taux
sanguins de LDL, le mauvais cholestérol, tout en
abaissant les taux de HDL, le bon cholestérol.
Les associations de consommateurs comme Test-
Achats tirent la sonnette d'alarme car il apparaît que
les effets négatifs des acides gras « trans » sont
observés même à des niveaux faibles de
consommation.
Reeds in 2005 werd in het Nationaal Voedings- en
Gezondheidsplan de aanbeveling geformuleerd om
het transvetzuurgehalte in smeer- of bakvetten te
verminderen, en werden de door de fabrikanten
geleverde inspanningen onderstreept. Zou men
vandaag het gebruik van gehydrogeneerde of
gedeeltelijk gehydrogeneerde plantaardige oliën niet
moeten verbieden? Zou men de verplichting om het
transvetzuurgehalte op voorverpakte producten te
vermelden, niet algemeen kunnen invoeren in de
hele Europese Unie?
Le plan national Nutrition Santé recommandait déjà
en 2005 de réduire la teneur en acides gras
« trans » dans la production des matières grasses à
tartiner ou de cuisson et soulignait les efforts fournis
par les fabricants. Ne faudrait-il pas aujourd'hui
interdire l'usage d'huiles végétales hydrogénées ou
partiellement hydrogénées ? Ne pourrait-on pas
généraliser l'obligation d'indiquer la teneur en
acides gras « trans » sur les produits préemballés
à l'ensemble de l'Union européenne ?
16.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik deel
uw bezorgdheid met betrekking tot de beperking
16.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je partage votre souci de limiter la consommation
08/04/2008
CRABV 52
COM 152
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
van het verbruik van industriële transvetzuren, zoals
aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad. Om
technologische redenen brengt een vermindering
van het verbruik van transvetzuren echter vaak een
verhoogd verbruik van verzadigde vetzuren mee,
die evenmin gezond zijn. Het vraagstuk met
betrekking tot de transvetzuren moet dus met
omzichtigheid benaderd worden.
d'acides gras trans industriels, comme le
recommande le Conseil supérieur de la Santé. Pour
des raisons d'ordre technologique, une diminution
des acides gras trans entraîne toutefois souvent
une augmentation des acides gras saturés, qui ne
sont pas sains non plus. La question des trans doit
donc être considérée avec circonspection.
De Europese industrie neemt een maximumgehalte
van
transvetzuren
van
1
procent
in
consumptiemargarine en van 5 procent in
industriële producten in acht. In België nemen de
fastfoodketens een norm van 5 procent in hun oliën
in acht.
Ik denk dat het debat over het verbod op de
aanwezigheid van gedeeltelijk gehydrogeneerde
oliën in voedingswaren op Europees niveau moet
worden gevoerd. De Europese Commissie diende
onlangs een voorstel voor een regelgeving inzake
etikettering in. De systematische vermelding van
transvetzuren werd echter niet in aanmerking
genomen omdat de uitwerking van die zuren
afhankelijk is van hun herkomst: transvetzuren van
dierlijke origine hebben niet dezelfde schadelijke
uitwerking als industriële transvetzuren. Dit
vraagstuk wordt zeker besproken tijdens Europese
vergaderingen. Een etikettering van transvetzuren
voor producten die gedeeltelijk gehydrogeneerde
oliën bevatten kan overwogen worden.
L'industrie européenne respecte un taux maximum
d'acides gras trans de 1 % dans la margarine de
consommation et de 5 % dans les produits
industriels. En Belgique, les chaînes de restauration
rapide respectent une norme de 5 % dans leurs
huiles.
Je pense que le débat relatif à l'interdiction des
huiles partiellement hydrogénées dans les produits
alimentaires doit être mené au niveau européen. La
Commission européenne a déposé récemment une
proposition de réglementation de l'étiquetage. La
mention systématique des acides gras trans n'a
toutefois pas été retenue car les effets de ces
acides dépendent de leur origine : les acides gras
trans d'origine animale n'ont pas les effets néfastes
de leurs équivalents industriels. La question sera
certainement
débattue
lors
de
réunions
européennes. Un étiquetage des acides gras trans
pour les produits contenant des huiles partiellement
hydrogénées pourrait être envisageable.
16.03 Colette Burgeon (PS): In het licht van de
gevaren van de transvetzuren voor de gezondheid,
kan ik u er alleen maar toe aanzetten dat punt,
alsook het punt betreffende de samenstelling van
de voedingsproducten in het algemeen, opnieuw op
de Europese agenda te plaatsen.
Ik wil er voorts op wijzen dat een systematische
etikettering
niets
uithaalt
voor
onverpakte
producten, zoals bijvoorbeeld brioches.
16.03 Colette Burgeon (PS) : Vu le problème de
santé que constituent les acides gras trans, je ne
peux que vous encourager à remettre cette
question ainsi que celle de la composition des
produits alimentaires en général à l'ordre du jour
européen.
J'attire également votre attention sur le fait qu'un
étiquetage systématique ne sera d'aucune utilité
pour les produits non emballés, par exemple les
viennoiseries.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.49 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17 h 49.