KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 150
CRABV 52 COM 150
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag
mardi
08-04-2008
08-04-2008
Voormiddag
Matin
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
vredegerecht van het elfde kanton Antwerpen"
(nr. 4001)
1
Question de Mme Maya Detiège au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la justice de paix du onzième
canton d'Anvers" (n° 4001)
1
Sprekers: Maya Detiège, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Maya Detiège, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de
2
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de Hoge Raad
voor Justitie" (nr. 4004)
2
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le Conseil supérieur de la
justice" (n° 4004)
2
- de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de opleiding
van magistraten" (nr. 4337)
2
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la formation des magistrats"
(n° 4337)
2
Sprekers: Renaat Landuyt, Bart Laeremans,
Jo Vandeurzen, vice-eerste minister en
minister
van
Justitie
en
Institutionele
Hervormingen
Orateurs: Renaat Landuyt, Bart Laeremans,
Jo Vandeurzen, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de toename van
het geweld tegen MIVB-personeel" (nr. 4032)
5
- M. Jean-Jacques Flahaux au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la recrudescence des
agressions contre des agents de la STIB"
(n° 4032)
5
- de heer Bruno Stevenheydens aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het strenger
bestraffen van geweldplegers op het openbaar
vervoer" (nr. 4322)
5
- M. Bruno Stevenheydens au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le renforcement des
sanctions contre les auteurs d'actes de violence
commis dans les transports en commun"
(n° 4322)
5
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Bruno
Stevenheydens, Jo Vandeurzen, vice-eerste
minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Bruno
Stevenheydens, Jo Vandeurzen, vice-
premier ministre et ministre de la Justice et
des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
8
Questions jointes de
8
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de geplande loketfuncties
voor het hof van beroep te Antwerpen bij de
griffies van de rechtbanken van eerste aanleg te
Hasselt en te Tongeren" (nr. 4043)
8
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet d'installation de
fonctions de guichet pour la cour d'appel d'Anvers
auprès des greffes des tribunaux de première
instance de Hasselt et de Tongres" (n° 4043)
8
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het hof van
beroep in Hasselt" (nr. 4288)
8
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la cour d'appel à Hasselt"
(n° 4288)
8
Sprekers: Bert Schoofs, Renaat Landuyt, Jo
Orateurs: Bert Schoofs, Renaat Landuyt, Jo
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Vandeurzen, vice-eerste minister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de plannen voor
experimenten met het oog op rechtsbedeling via
videoconferenties" (nr. 4044)
11
Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les expériences prévues
concernant l'administration de la justice par
vidéoconférence" (n° 4044)
11
Sprekers: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de uitvoering
van de alternatieve gerechtelijke maatregelen"
(nr. 4049)
13
Question de M. Maxime Prévot au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'exécution des mesures
judiciaires alternatives" (n° 4049)
13
Sprekers: Maxime Prévot, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Maxime Prévot, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de begeleiding
van de Belgische burgerlijke partijen tijdens het
proces-Fourniret" (nr. 4052)
14
Question de M. Xavier Baeselen au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'accompagnement des
parties civiles belges lors du procès Fourniret"
(n° 4052)
14
Sprekers: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-eerste minister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen
Orateurs: Xavier Baeselen, Jo Vandeurzen,
vice-premier ministre et ministre de la Justice
et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de opvordering
van artsen voor een bloedproef in het kader van
een alcohol- of drugstest in het verkeer" (nr. 4069)
16
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la réquisition de
médecins pour effectuer un prélèvement sanguin
dans le cadre d'un contrôle de la conduite
automobile sous l'influence de drogues ou
d'alcool" (n° 4069)
16
Sprekers:
Jef
Van
den
Bergh,
Jo
Vandeurzen, vice-eerste minister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Jef
Van
den
Bergh,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
17
Questions jointes de
17
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het Gentse
proefproject voor drugsverslaafden" (nr. 4093)
17
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote de Gand
concernant les toxicomanes" (n° 4093)
17
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de preventieve
aanpak van de druggelateerde criminaliteit"
(nr. 4110)
17
- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'approche préventive de la
criminalité liée à l'usage de stupéfiants" (n° 4110)
17
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het pilootproject
'Proefzorg' voor druggebruikers" (nr. 4237)
17
- M. Daniel Bacquelaine au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote 'Soins
probatoires' pour toxicomanes" (n° 4237)
17
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het pilootproject
17
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote de soins
17
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
'Proefzorg' in Gent voor drugsverslaafden"
(nr. 4289)
probatoires pour toxicomanes mené à Gand"
(n° 4289)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het Gentse
proefzorgproject
voor
drugsverslaafden"
(nr. 4342)
17
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote de soins
probatoires pour toxicomanes mené à Gand"
(n° 4342)
17
Sprekers: Josée Lejeune, Jean-Luc Crucke,
Renaat Landuyt, Sabien Lahaye-Battheu, Jo
Vandeurzen, vice-eerste minister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs: Josée Lejeune, Jean-Luc Crucke,
Renaat Landuyt, Sabien Lahaye-Battheu, Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
Samengevoegde vragen van
22
Questions jointes de
22
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
Slachtofferfonds" (nr. 4100)
22
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le Fonds d'aide aux victimes"
(n° 4100)
22
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
Slachtofferfonds
en
het
aandeel
van
veroordelingen voor verkeersovertredingen hierin"
(nr. 4283)
22
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le Fonds d'aide aux victimes
et la part qu'y représentent les condamnations
pour infractions de roulage" (n° 4283)
22
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Renaat
Landuyt, Jo Vandeurzen, vice-eerste minister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Renaat
Landuyt, Jo Vandeurzen, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de te nemen
maatregelen na het verzet van de banken inzake
de huurwaarborg" (nr. 4101)
24
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
vice-premier ministre et ministre de la Justice et
des Réformes institutionnelles sur "les mesures à
prendre face à la résistance bancaire à l'égard de
la garantie locative" (n° 4101)
24
Sprekers:
Sabien
Lahaye-Battheu,
Jo
Vandeurzen, vice-eerste minister en minister
van Justitie en Institutionele Hervormingen
Orateurs:
Sabien
Lahaye-Battheu,
Jo
Vandeurzen, vice-premier ministre et ministre
de la Justice et des Réformes institutionnelles
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
08
APRIL
2008
Avond
______
du
MARDI
08
AVRIL
2008
Soir
______
De behandeling van de vragen vangt aan om
10.36 uur. De vergadering wordt voorgezeten door
mevrouw Mia De Schamphelaere.
La discussion des questions est ouverte à 10 h 36
par Mme Mia De Schamphelaere, présidente.
01 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
vredegerecht van het elfde kanton Antwerpen"
(nr. 4001)
01 Question de Mme Maya Detiège au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la justice de paix
du onzième canton d'Anvers" (n° 4001)</b>
01.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Het elfde
gerechtelijke kanton Antwerpen bestaat uit de
gemeente Stabroek en de voormalige gemeenten
Berendrecht, Lillo, Ekeren en Zandvliet, die nu alle
tot Antwerpen behoren. De zetel van het
vredegerecht is gevestigd in de Hof van Delftlaan in
Ekeren. Deze locatie wordt gehuurd. De stad
Antwerpen - die verantwoordelijk is voor de
huisvesting van het vredegerecht - heeft geen
verlenging van de huur aangevraagd. De eigenaar
dringt aan op een vrijgave van het pand uiterlijk
einde van dit jaar. Het spreekt vanzelf dat er zo
spoedig mogelijk een oplossing moet komen voor
de huisvesting van dit vredegerecht om de
rechtszekerheid niet in het gedrang te brengen.
Onder meer de deurwaarders, notarissen en de
advocatuur, die geregeld met dit vredegerecht
werken, hebben ondertussen al hun ongerustheid
laten kennen.
Wat zijn de concrete plannen voor de huisvesting
van het vredegerecht van het elfde kanton
Antwerpen?
01.01 Maya Detiège (sp.a-spirit) : Le onzième
canton judiciaire d'Anvers se compose de la
commune de Stabroek et des anciennes
communes de Berendrecht, Lillo, Ekeren et
Zandvliet, qui font aujourd'hui toutes partie
d'Anvers. Le siège de la justice de paix est installé
dans la Hof van Delftlaan, à Ekeren. Cet endroit est
loué. La ville d'Anvers - responsable de
l'hébergement de la justice de paix - n'a pas
demandé de prolongation du bail. Le propriétaire
insiste pour obtenir la libération du bâtiment au plus
tard à la fin de cette année. Il va de soi que pour ne
pas risquer de mettre en péril la sécurité juridique, il
faut qu'une solution d'hébergement de la justice de
paix soit trouvée le plus rapidement possible. Les
huissiers, les notaires et le barreau qui travaillent
régulièrement avec ce tribunal ont entre-temps déjà
exprimé leur inquiétude face à cette situation.
Quels sont les projets concrets en matière
d'hébergement de la justice de paix du onzième
canton d'Anvers ?
01.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
elfde kanton Antwerpen werd in maart 1999
gehuisvest in een door de stad in bruikleen gegeven
gebouw dat eigendom is van de vzw Algemeen
Ziekenhuis KLINA. De stad betaalt hiervoor een
gebruiksvergoeding. De eigenaar gaf vorig jaar te
kennen de huurovereenkomst niet meer te willen
01.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
En mars 1999, le onzième canton d'Anvers s'est
installé dans un bâtiment qui lui a été donné en prêt
à usage et qui appartient à la vzw Algemeen
Ziekenhuis KLINA. La ville paie à cet effet une
indemnité d'usage. L'année dernière, le propriétaire
a fait savoir qu'il ne voulait plus prolonger le bail
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
verlengen na 31 januari 2008.
Op 21 september 2007 werd de stad verzocht
dringend op zoek te gaan naar een oplossing voor
het huisvestingsprobleem. Er bestaat immers een
huisvestingsplicht voor het stadsbestuur. Op 27
november 2007 werd een vergadering belegd op
het kabinet van Justitie en werd er een oplossing in
het vooruitzicht gesteld. Op 21 december 2007
deelde de stad Antwerpen echter mee dat er geen
oplossing kon worden gevonden voor de periode na
31 januari 2008. In januari heeft Justitie de stad
opnieuw verzocht dringend op zoek te gaan naar
een oplossing.
après le 31 janvier 2008.
L'administration communale étant tenue par une
obligation d'hébergement, il lui a été demandé, le 21
septembre 2007, de chercher d'urgence une
solution à ce problème d'hébergement. Le 27
novembre 2007, une réunion a été convoquée au
cabinet de la Justice et une solution a été promise.
Le 21 décembre 2007, la ville d'Anvers a toutefois
communiqué qu'aucune solution n'avait pu être
trouvée pour la période après le 31 janvier 2008. En
janvier, la Justice a une nouvelle fois insisté auprès
de la ville pour quelle trouve d'urgence une solution.
In maart 2008 werd Justitie ervan op de hoogte
gebracht dat het stadsbestuur een verlenging van
de huur tot 31 december 2008 wil bekomen, op
voorwaarde echter dat Justitie aanvaardt een boete
te betalen mocht het pand na 31 december nog niet
ontruimd zijn. Ik heb de stad geschreven niet
akkoord te gaan met die boeteclausule. Ik heb de
stad bij dezelfde gelegenheid nogmaals gewezen
op de huisvestingsplicht en heb erop aangedrongen
zeer snel met een oplossing voor de dag te komen.
En mars 2008, le département de la Justice a été
informé du souhait de l'administration de la ville
d'obtenir une prolongation du loyer jusqu'au 31
décembre 2008, à la condition toutefois que la
Justice accepte d'acquitter une amende au cas où
l'immeuble ne serait pas encore évacué au 31
décembre. J'ai fait part dans un courrier à la ville de
mon désaccord sur cette clause de pénalité. Par la
même occasion, je lui ai rappelé l'obligation
d'hébergement et j'ai insisté sur la nécessité de
trouver très rapidement une solution.
01.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): Er is blijkbaar
een pingpongspel bezig: wie is er nu verplicht voor
huisvesting van het vredegerecht te zorgen?
01.03 Maya Detiège (sp.a-spirit) : On assiste
manifestement à une partie de ping-pong : à qui
incombe finalement l'obligation d'héberger la justice
de paix ?
01.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Er
bestaat geen twijfel over wie voor de huisvesting
moet zorgen: het stadsbestuur. De eigenaar wil
alleen maar de overeenkomst verlengen als er ook
een boeteclausule wordt vastgelegd met betrekking
tot een niet tijdige ontruiming.
01.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
C'est clairement l'administration de la ville qui est
responsable de l'hébergement. Le propriétaire n'est
disposé à prolonger le contrat qu'à la condition
qu'une clause de pénalité soit prévue en cas
d'évacuation tardive.
01.05 Maya Detiège (sp.a-spirit): Er is vandaag
dus nog altijd geen oplossing.
01.05 Maya Detiège (sp.a-spirit) : Aucune solution
n'a donc encore été trouvée à ce jour.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de Hoge Raad
voor Justitie" (nr. 4004)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de opleiding
van magistraten" (nr. 4337)
02 Questions jointes de
- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le Conseil supérieur de la
justice" (n° 4004)<br>- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles
sur
"la
formation
des
02.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): De minister
heeft in januari 2008 de Hoge Raad voor de Justitie
verzocht
om
de
ontwikkeling
van
opleidingsprogramma's voor de gerechtelijke
02.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : En janvier
2008, le ministre a invité le Conseil supérieur de la
justice à poursuivre le développement des
programmes de formation des stagiaires judiciaires
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
stagiairs en magistraten voort te zetten. Dit druist in
tegen de wet inzake de gerechtelijke opleiding, die
de oprichting van een Instituut voor de Gerechtelijke
Opleiding oplegt. De Hoge Raad heeft op 1 februari
2008 de minister laten weten dat hij bereid is om de
opleiding voorlopig voort te zetten, maar dat hij wel
verwacht dat er tegen 23 maart knopen worden
doorgehakt.
Wat heeft de minister in deze aangelegenheid
besloten?
et des magistrats, ce qui est contraire à la loi sur la
formation judiciaire imposant la création d'un Institut
de formation judiciaire. Le Conseil supérieur a fait
savoir au ministre, le 1
er
février 2008, qu'il est
disposé à poursuivre provisoirement la formation
mais qu'il espère en revanche que des décisions
seront prises pour le 23 mars.
Quelles décisions le ministre a-t-il prises en
l'occurrence ?
02.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): In het
regeerakkoord wordt aangekondigd dat de
gerechtelijke opleiding in de toekomst zou gebeuren
in samenwerking met de Gemeenschappen. In de
beleidsnota van de minister wordt hoogstens nog
gesproken
over
een
samenwerking
met
onderwijsinstellingen. Dit is in tegenspraak met
eerdere uitspraken van de heer Vandeurzen dat hij
de oprichting van een Vlaamse Magistratenschool
wilde. Eens minister bevestigt de heer Vandeurzen
de unitaire recuperatiebeweging die door zijn
voorgangster op het departement werd ingezet.
Wat wordt in de beleidsnota met de zinsnede over
de
samenwerking
bedoeld?
Zal
er
een
wetsaanpassing
komen
zodat
er
een
opleidingsinstituut
per
Gemeenschap
wordt
opgericht? Werd hierover al overleg gepleegd met
de Gemeenschappen? Wat is de verdere timing?
Wat blijft in tussentijd de taak van de Hoge Raad
voor de Justitie?
02.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : La
déclaration gouvernementale stipule qu'à l'avenir la
formation judiciaire s'effectuerait en collaboration
avec les Communautés. Dans la note de politique
générale du ministre, il est encore tout au plus
question
d'une
collaboration
avec
les
établissements d'enseignement, ce qui est en
contradiction avec d'anciennes déclarations de
M. Vandeurzen selon lesquelles il souhaitait la
création d'une école de magistrats flamande. À
présent qu'il est ministre, M. Vandeurzen confirme
le mouvement de récupération unitaire entamé par
son prédécesseur au département.
Quelle est la signification du membre de phrase
relatif à la collaboration dans la note de politique
générale ? La loi sera-t-elle adaptée pour permettre
la création d'un institut de formation par
Communauté ? Des concertations ont-elles déjà été
organisées à cet effet avec les Communautés ?
Quel est le calendrier prévu pour les prochaines
étapes ? Dans l'intervalle, quelle tâche restera
réservée au Conseil supérieur de la justice ?
02.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
opleidingen worden op dit ogenblik nog steeds
georganiseerd zoals voorheen het geval was, met
name door de Hoge Raad voor de Justitie. De Hoge
Raad beperkt zich tot de voorbereiding van de
opleiding. De concrete organisatie en uitvoering van
de opleiding gebeuren door de bevoegde diensten
van Justitie. Wat dat voorbereidend werk inhoudt,
staat beschreven in een brochure van de Hoge
Raad. Het opleidingsprogramma ligt vast voor het
hele jaar 2008. Er is dus geen probleem van
continuïteit.
Er is voor mij geen probleem van onwettelijkheid.
Artikel 151, paragraaf 3 van de Grondwet beschrijft
expliciet de taken van de Hoge Raad inclusief de
vorming van rechters en ambtenaren van het
openbaar ministerie.
02.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Les formations sont encore organisées aujourd'hui
de la même manière que par le passé, à savoir par
le Conseil supérieur de la justice. Celui-ci se limite à
la préparation de la formation. Les services
compétents du département de la Justice sont
chargés de l'organisation et de la mise en oeuvre
concrètes de la formation. Le contenu du travail
préparatoire est décrit dans une brochure du
Conseil supérieur. Le programme de formation est
établi pour toute l'année 2008. Il n'existe donc
aucun problème de continuité.
À mon estime, il n'y a aucun problème d'illégalité.
L'article 151, § 3, de la Constitution décrit
explicitement les tâches du Conseil supérieur, y
compris la formation des juges et des
fonctionnaires du ministère public.
Om de continuïteit te waarborgen gebeurt de
gerechtelijke opleiding zoals vroeger. Er komt
inderdaad een wijziging, dit is een dringende zaak.
Dans un souci de continuité, la formation judiciaire
se déroule comme avant. Ceci dit, une modification
à introduire d'urgence est effectivement prévue.
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
De vraag is niet of de opleiding nu een
gemeenschapsmaterie is of niet. Waar het om gaat,
is dat we de kennis, expertise en ervaring die de
laatste
jaren
opgebouwd
zijn
door
de
onderwijsinstellingen die afhangen of erkend zijn
door de Gemeenschappen, moeten behouden.
We hebben geen nood aan een parallelle instelling
die opleidingen gaat organiseren die er al zijn in
door de Gemeenschappen erkende instellingen.
Het gaat hier ook niet om een magistratenschool,
maar om de voortgezette opleiding van magistraten,
griffiers en parketmagistraten, vergelijkbaar met de
permanente vorming bij de politie en andere grote
administraties.
In het regeerakkoord is opgenomen dat het instituut
moet samenwerken met de Gemeenschappen. Het
is de bedoeling dat het samen met de
onderwijsinstituten van de Gemeenschappen
opleidingen organiseert.
Meerdere onderwijsinstellingen bieden al een aantal
jaren beroepsopleidingen en programma's aan
gericht op gerechtelijk personeel. Die expertise kan
men beter bewaren. Als er geen aanbod is, kan het
instituut zelf een initiatief nemen.
De hervorming van de wet zal dus gericht zijn op
een grotere rol van de Gemeenschappen. Er komt
een instituut dat als centraal orgaan een
coördinerende rol zal hebben
Hierdoor
kan
op
grote
schaal
worden
samengewerkt met de Gemeenschappen, maar
kunnen ook de noden en behoeften centraal worden
onderzocht en verwerkt. Er is ook een
overlegmethode gepland.
Ondertussen blijven de opleidingen lopen en zijn ze
via de brochure van de Hoge Raad voor het hele
jaar geregeld.
La question n'est pas de savoir si la formation est
une matière communautaire ou non. Ce qui est
important, c'est de conserver les connaissances,
l'expertise et l'expérience accumulées par les
établissements d'enseignement agréés par les
Communautés ou qui en dépendent directement.
Nous n'avons pas besoin d'une institution parallèle
qui organiserait des formations déjà proposées par
les établissements reconnus par les Communautés.
Par ailleurs, il n'est pas question ici d'une école de
magistrats, mais bien de la formation continuée de
magistrats, de greffiers et de magistrats du parquet,
ce que l'on pourrait comparer à la formation
permanente au sein de la police et des grandes
administrations.
L'accord de gouvernement prévoit que l'institut
travaillera en partenariat avec les Communautés.
L'idée est qu'il organise des formations en
collaboration avec les instituts d'enseignement des
Communautés.
Plusieurs instituts d'enseignement proposent déjà
depuis un certain nombre d'années des formations
professionnelles et des programmes destinés au
personnel judiciaire. Le mieux que l'on puisse faire,
c'est de conserver cette expertise. S'il y a des
lacunes en matière de formation, l'institut pourra
prendre des initiatives.
La réforme de la loi sera donc axée sur un rôle
renforcé des Communautés. L'institut à venir sera
un organe central doté d'un rôle de coordination.
De cette manière, on pourra collaborer à grande
échelle avec les Communautés, mais il sera
également possible d'examiner et de traiter les
besoins de façon centralisée. Il est également prévu
d'établir une méthode de concertation.
Entre-temps, les formations continuent, et le
programme, qui a été fixé pour toute l'année, se
trouve dans la brochure du Conseil supérieur.
02.04 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Volgens de
minister moest de Hoge Raad voor de Justitie enkel
de brochure van de opleidingen opstellen. Ik denk
dat de taak ruimer was. De Hoge Raad heeft erop
gewezen dat de hele verantwoordelijkheid bij de
minister ligt en dat hij de taak maar tot 23 maart kon
uitoefenen. Er is momenteel dus een lacune.
Er is een wet die de gerechtelijke opleiding regelt,
maar die regelt ook de benoemingsvoorwaarden en
de functioneringsvoorwaarden van bijvoorbeeld een
onderzoeksrechter. Dat zal de komende maanden
problemen geven, want het Gerechtelijk Wetboek
vermeldt
uitdrukkelijk
dat
men
aan
de
02.04 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Selon le
ministre, le Conseil Supérieur de la Justice devait
seulement élaborer la brochure relative aux
formations. Je pense que sa mission était plus
vaste. Le Conseil Supérieur a indiqué que la
responsabilité globale incombe au ministre et qu'il
pouvait exécuter cette tâche jusqu'au 23 mars
seulement. Il y a donc une lacune à l'heure actuelle.
Une loi régit la formation judiciaire, mais aussi les
conditions de nomination et de travail des juges
d'instruction, par exemple. Voilà qui fera surgir des
difficultés au cours des prochains mois, parce que
l'obligation de répondre aux exigences de l'institut
en matière de formation est explicitement
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
opleidingsvereisten van het instituut moet voldoen.
Alleen is dat instituut nog niet opgericht.
Mijn bezorgdheid is dat er een groot gevaar is voor
de geldigheid van gerechtelijke onderzoeken en de
benoemingen. Over negen maanden krijgt de
minister daar problemen mee.
mentionnée dans le Code judiciaire. L'ennui, c'est
que cet institut n'existe pas encore.
Ce qui me préoccupe, c'est que la validité
d'instructions judiciaires et de nominations est
sérieusement menacée. Le ministre devra affronter
ces problèmes dans neuf mois.
02.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik had
het in mijn vraag niet over een magistratenschool,
maar over een opleidingsinstituut.
Dat blijft dus een unitair orgaan. De minister vindt
het
niet
zo
belangrijk
of
het
een
gemeenschapsbevoegdheid wordt of unitair blijft,
als de onderwijsinstellingen maar meewerken.
De vraag is in welke mate de Gemeenschappen
betrokken zullen worden en of de zwakke,
adviserende rol die ze nu spelen kan worden
versterkt.
De minister vindt het de taak van het instituut om
met de Gemeenschappen te onderhandelen, terwijl
het de taak van de minister is om in samenspraak
met de Gemeenschappen te bepalen hoe de
voortgezette opleiding van de magistraten en het
gerechtelijk
personeel
in
de
toekomst
georganiseerd moet worden. De minister blijft erg
vaag.
Wij vrezen dat het een exclusief unitaire zaak zal
blijven en dat de Gemeenschappen daarin opnieuw
stiefmoederlijk behandeld zullen worden. Wij hopen
dat de minister alsnog contact zal opnemen met de
ministers van de Gemeenschappen om de wet
grondig te wijzigen in plaats van ze wat op te
smukken.
02.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Ma
question ne portait pas sur une école de magistrats,
mais sur un institut de formation.
Celui-ci restera donc un organe unitaire. Pour le
ministre, il n'est pas si important de savoir si cette
compétence devient communautaire ou si elle reste
unitaire,
pourvu
que
les
établissements
d'enseignement coopèrent.
Il reste à savoir dans quelle mesure les
Communautés seront associées au débat et si le
rôle consultatif mineur qu'elles jouent actuellement
peut être renforcé.
Pour le ministre, il incombe à l'institut de négocier
avec les Communautés tandis qu'il lui appartient, en
sa qualité de ministre et en accord avec les
Communautés, de déterminer comment la
formation continuée des magistrats et du personnel
judiciaire doit être organisée dans le futur. Le
ministre est particulièrement vague.
Nous craignons que cette question reste
exclusivement unitaire et qu'une fois encore les
Communautés seront traitées en parents pauvres.
Nous espérons que le ministre finira par se mettre
en relation avec ses collègues des Communautés
pour réformer la loi en profondeur au lieu de
seulement l'enjoliver.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Jacques Flahaux aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de toename
van het geweld tegen MIVB-personeel" (nr. 4032)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het strenger
bestraffen van geweldplegers op het openbaar
vervoer" (nr. 4322)
03 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Flahaux au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la recrudescence des
agressions contre des agents de la STIB"
(n° 4032)<br>- M. Bruno Stevenheydens au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le renforcement des
sanctions contre les auteurs d'actes de violence
commis dans les transports en commun"
(n° 4322)</b>
03.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Veiligheid is
een van de hoofdbekommernissen van de burgers.
De recente gevallen van agressie op het openbaar
vervoer en meer bepaald de gebeurtenissen van
maart jongstleden bij de MIVB, hebben ons doen
terugdenken aan de feiten die zich op 27 april 2007
03.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : La sécurité
figure parmi les préoccupations majeures des
citoyens. Les agressions récentes dans les
transports publics et plus particulièrement celles du
mois de mars à la STIB nous ont rappelé les faits
survenus le 27 avril 2007 à la station de métro Delta
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
in het metrostation Delta hebben voorgedaan. Toen
hebben vier dronken jongeren een personeelslid
van de MIVB aangevallen, dat als gevolg daarvan
maandenlang in een diepe coma heeft gelegen en
vandaag nog altijd niet kan lopen en niet meer
zelfredzaam is. Drie van de vier betrokken jongeren
hebben echter alleen maar gevangenisstraffen met
uitstel gekregen en de vierde werd veroordeeld tot
honderdvijftig uur dienstverlening wegens het niet
verlenen van bijstand aan in gevaar verkerende
personen. Welke initiatieven zal u nemen om
dergelijke onrechtvaardigheden te verhelpen en om
de rust en de veiligheid waarop zowel de
personeelsleden als de gebruikers van het
openbaar vervoer recht hebben, te garanderen?
au cours desquels quatre jeunes pris de boisson
ont agressé un membre du personnel de la STIB.
Celui-ci est resté plusieurs mois dans un coma
profond et ne peut, aujourd'hui, plus marcher ni
survivre seul. Or seules des peines de prison avec
sursis ont été infligées à trois des quatre
agresseurs, le dernier étant condamné à cent
cinquante heures de travaux pour non-assistance à
personne en danger. Quelles initiatives comptez-
vous prendre pour mettre un terme à de telles
injustices et pour que les personnels comme les
usagers des transports publics puissent retrouver la
tranquillité et la sécurité auxquelles ils ont droit ?
03.02 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Uit
verschillende bronnen blijkt dat het geweld op het
openbaar vervoer is toegenomen, zowel ten
aanzien van reizigers als van bestuurders en
veiligheidspersoneel. Binnenlandse Zaken heeft
opdracht gegeven een studie uit te voeren naar
incidenten waarbij jongeren betrokken zijn.
De onderzoekers hebben een aantal aanbevelingen
geformuleerd op het beleidsdomein van de minister
van Binnenlandse Zaken. Is de minister op de
hoogte van de resultaten van die studie en werden
er aanbevelingen voor Justitie gemaakt?
De recente voorbeelden van agressie op het
openbaar vervoer zorgen ervoor dat niet alleen de
publieke opinie, maar ook mensen uit gerechtelijke
kringen nultolerantie willen invoeren op het
openbaar vervoer. Werd de bestraffing van jonge
amokmakers op het openbaar vervoer de laatste
jaren geëvalueerd? Wordt het geen tijd om de te
lakse
straffen
te
vervangen?
De
jeugdbeschermingswet schiet tekort.
Welke maatregelen plant de minister om zowel
minderjarige als meerderjarige geweldplegers op
het openbaar vervoer effectief en strenger te
bestraffen?
03.02 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang) :
Selon différentes sources, la violence dans les
transports en commun est en augmentation, tant
vis-à-vis des passagers que vis-à-vis des
conducteurs et du personnel de sécurité. Le
ministère de l'Intérieur a demandé la réalisation
d'une étude relative aux incidents impliquant des
jeunes.
Les
enquêteurs
ont
formulé
quelques
recommandations relatives au domaine de
compétences du ministre de l'Intérieur. Le ministre
est-il informé des résultats de cette enquête et des
recommandations ont-elles été formulées pour la
Justice ?
À la suite des récentes agressions dans les
transports en commun, l'opinion publique et les
milieux judiciaires veulent instaurer la tolérance
zéro dans les transports en commun. Les sanctions
à l'égard des jeunes fauteurs de troubles dans les
transports en commun ont-elles été évaluées au
cours des dernières années ? Le moment n'est-il
pas venu de renforcer les sanctions trop laxistes ?
La loi sur la protection de la jeunesse n'est pas
efficace.
Quelles mesures le ministre envisage-t-il de
prendre pour sanctionner efficacement et plus
sévèrement les perturbateurs mineurs et majeurs
dans les transports en commun ?
03.03 Minister Jo Vandeurzen
(Frans): Het
toenemend aantal gevallen van agressie in het
openbaar vervoer is een verontrustend verschijnsel
dat een globale en geïntegreerde, op preventie,
begeleiding, bestraffing en resocialisatie gestoelde
aanpak vergt.
Uit een studie blijkt dat de daders van dergelijke
feiten meestal zestien- tot negentienjarigen zijn. Ze
gaan in groepjes te werk, zijn schoolmoe of kampen
met een leerachterstand. Vaak is de gezinssituatie
03.03 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
recrudescence des agressions dans les transports
en commun est un phénomène inquiétant qui
requiert une approche globale et intégrée, axée sur
la prévention, l'accompagnement, la sanction et la
resocialisation.
Une étude montre que les auteurs de tels faits ont
généralement entre seize et dix-neuf ans ; ils
opèrent en petits groupes, sont en décrochage ou
en retard scolaire, leur situation familiale est tendue,
leur éducation présente des lacunes et ils ont déjà
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
gespannen, hebben ze een gebrekkige opvoeding
gehad en reeds strafbare feiten gepleegd.
De jeugddelinquentie is een van de prioriteiten van
het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011. Op de
begroting van de NMBS werd er voor
veiligheidsmaatregelen een bijkomend bedrag van
10 miljoen euro uitgetrokken.
Wat de bestraffing betreft, werd de wet in 2006
gewijzigd teneinde strengere straffen in te voeren
voor het toebrengen van slagen aan ambtenaren
van een openbare dienst.
commis des faits punissables.
La criminalité juvénile est une des priorités du plan
national de sécurité 2008-2011. Dix millions d'euros
supplémentaires ont déjà été dégagés du budget de
la SNCB pour des mesures de sécurité.
En ce qui concerne la sanction, la loi a été modifiée
en 2006 pour prévoir des peines plus sévères en
cas de coups portés à des agents d'un service
public.
(Nederlands) De jeugdwet van 2006 voorzag in een
uitbreiding van alternatieve maatregelen voor
criminele minderjarigen, met het oog op het herstel
van toegebrachte schade en het aanscherpen van
het normbesef. Het Grondwettelijk Hof heeft een
aantal van die bepalingen vernietigd. Het
regeerakkoord wil dit arrest aanwenden om na te
gaan of de wet ons de mogelijkheid geeft om
adequaat te reageren op steeds jongere
delinquenten.
Onlangs was er overleg met de jeugdmagistratuur
en de Gemeenschappen om te bekijken hoe
jeugdrechters
gepast
kunnen
reageren
op
dergelijke feiten. In de afgelopen dagen heb ik ook
contact gehad met de ministers van de
verschillende Gemeenschappen om na te gaan wat
wij nodig hebben op het vlak van capaciteit en van
wetgevende initiatieven. Doel is om op korte termijn
te komen tot wijzigingen en/of aanpassingen van de
bestaande
wetgeving.
In
het
nationale
veiligheidsplan wordt trouwens ook uitdrukkelijk
gesproken over de prioritaire aanpak van overlast
en geweld, ook in het openbaar vervoer. Zowel het
federale niveau als de andere actoren zullen
initiatieven nemen.
Het regeerakkoord heeft het duidelijk over de
versterking
van
de
middelen
van
de
jeugdmagistratuur. Er zal dus overleg zijn met alle
actoren en we zullen hierover nog in de loop van dit
jaar verslag uitbrengen.
(En néerlandais) La loi sur la protection de la
jeunesse de 2006 prévoyait une extension des
mesures de substitution destinées aux mineurs
criminels, en vue de la réparation du dommage
causé et d'une prise de conscience plus aiguë
quant au respect des normes. La Cour
constitutionnelle a toutefois annulé un certain
nombre de ces dispositions. L'accord de
gouvernement stipule que l'on examinera, sur la
base de cet arrêt, si la loi nous offre les instruments
nécessaires pour réagir contre une criminalité dont
les auteurs sont de plus en plus jeunes.
Récemment, une concertation a eu lieu entre la
magistrature de la jeunesse et les Communautés
pour déterminer de quels moyens d'action
disposent les juges de la jeunesse vis-à-vis de tels
faits. Au cours des derniers jours, j'ai également eu
des contacts avec les ministres des différentes
Communautés pour examiner de quelle capacité
nous avons besoin et quelles initiatives législatives
s'imposent. L'objectif est d'apporter à bref délai des
modifications ou des adaptations à la législation
existante. Le plan national de sécurité cite d'ailleurs
expressément parmi les priorités la lutte contre les
nuisances et les agressions, y compris dans les
transports en commun. Tant le niveau fédéral que
les autres acteurs prendront des initiatives.
L'accord de gouvernement est très précis en ce qui
concerne le renforcement des moyens mis à la
disposition de la magistrature de la jeunesse. Une
concertation avec tous les acteurs sera dès lors
organisée, dont les résultats seront portés à votre
connaissance avant la fin de l'année en cours.
03.04 Jean-Jacques Flahaux (MR): Ik vind het
goed dat de jeugdcriminaliteit en het overleg met de
Gemeenschappen een prioriteit vormen. Preventie
is evenwel niet alleenzaligmakend; we moeten ook
een duidelijk signaal geven aan een minderheid van
jongeren die zich door niets laat tegenhouden en
die lak heeft aan bewakingscamera's. Het zou
overigens interessant zijn een parallel te trekken
03.04 Jean-Jacques Flahaux (MR) : J'approuve la
priorité accordée à la criminalité juvénile et la
concertation avec les Communautés. La prévention
n'est cependant pas tout, il faut aussi envoyer des
signaux forts à la minorité de jeunes que rien
n'arrête et qui ignore les caméras de surveillance. Il
serait d'ailleurs intéressant d'établir un parallèle
entre ces faits de violence et des débordements
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
tussen die gewelddaden en andere uitwassen zoals
het snuiven van aanstekergas.
comme l'inhalation de gaz pour briquet.
03.05 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang):
De jeugdwet van 2006 voldoet niet. Ik ben benieuwd
hoe de minister zal reageren op het arrest van het
Grondwettelijk Hof. Ik kijk ook uit naar zijn
voorstellen inzake wijzigingen van de jeugdwet.
03.05 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang) :
La loi de 2006 relative à la protection de la jeunesse
ne donne pas entière satisfaction. Je suis impatient
de connaître la réaction du ministre concernant
l'arrêt de la Cour constitutionnelle et de prendre
connaissance de ses propositions de modification
relatives à cette loi.
03.06 Minister Jo Vandeurzen: (Nederlands): Deze
discussie moeten we in de komende maanden
afronden. Bepaalde zaken zijn gelukkig reeds
gepland. In het Nationaal Veiligheidsplan werd
reeds een aantal prioriteiten vastgelegd. Bovendien
is er een uitzonderlijk krediet van 10 miljoen euro
voor de NMBS ingeschreven in de begroting van
2008. De federale overheid heeft reeds budgetten
uitgetrokken voor het openbaar vervoer. Zo kunnen
wij snel reageren.
Het overleg met de Gemeenschappen is gestart.
Het regeerakkoord voorziet in een debat over
wetgevende initiatieven naar aanleiding van het
arrest van het Grondwettelijk Hof. We moeten
komen tot een coherent systeem dat toelaat om
adequaat te reageren op alle situaties. Daarbij
dienen
we
te
vermijden
dat
bevoegdheidsverdelingen
verlammend
zouden
werken.
03.06 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Nous devrons mener cette discussion à son terme
dans les mois à venir, mais certains éléments sont
fort heureusement déjà planifiés. Ainsi, plusieurs
priorités ont déjà été fixées dans le cadre du plan
national de sécurité, un crédit exceptionnel de 10
millions d'euros a été inscrit au budget 2008 pour la
SNCB et l'État fédéral a déjà dégagé des budgets
pour les transports en commun. Nous sommes dès
lors en mesure de réagir promptement.
La concertation avec les Communautés a débuté.
Dans le sillage de l'arrêt de la Cour
constitutionnelle, l'accord de gouvernement prévoit
un débat sur l'opportunité de nouvelles initiatives
législatives. Nous devons mettre en place un
système cohérent qui permette une réaction
adéquate à toutes les situations en évitant que la
répartition
des
compétences
ne
paralyse
l'ensemble.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 4041 van mevrouw Leen
Dierick over het nulrendement van overvallen op
geldtransporten is ingetrokken.
L'incident est clos.
La présidente : La question n° 4041 de Mme Leen
Dierick sur la rentabilité nulle des attaques de
transports de fonds pour les criminels est retirée.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister
en minister van Justitie en Institutionele
Hervormingen over "de geplande loketfuncties
voor het hof van beroep te Antwerpen bij de
griffies van de rechtbanken van eerste aanleg te
Hasselt en te Tongeren" (nr. 4043)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het hof van
beroep in Hasselt" (nr. 4288)
04 Questions jointes de
- M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet d'installation de
fonctions de guichet pour la cour d'appel
d'Anvers auprès des greffes des tribunaux de
première instance de Hasselt et de Tongres"
(n° 4043)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "la cour d'appel à Hasselt"
(n° 4288)</b>
04.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Onlangs
kondigde de minister aan dat er een loketfunctie
voor het hof van beroep van Antwerpen zal worden
geïnstalleerd bij de griffies van de rechtbanken van
Hasselt en Tongeren.
Vanwaar komt dit idee, vermits er steeds werd
04.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Le ministre
avait récemment annoncé l'installation pour la Cour
d'appel d'Anvers d'une fonction de guichet auprès
des greffes des tribunaux de Hasselt et de Tongres.
Je m'interroge sur l'origine de cette idée, attendu
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
gesproken over de installatie van een volwaardige
afdeling? Werd hierover overleg gepleegd met de
magistratuur en de balies? Hoe staan zij hier
tegenover? Is dit een eerste stap naar een
volwaardige afdeling? Welke som wordt hiervoor
ingeschreven in de begroting? Gaat men bijkomend
griffiepersoneel in dienst nemen, rekening houdend
met de verhoging van de werklast? Hoe ziet de
minister de praktische en concrete uitwerking van
dit alles? Wat houdt zo een loket precies in?
que l'installation d'une section à part entière faisait
encore l'objet de discussions. Y a-t-il eu
concertation à ce sujet avec la magistrature et le
barreau ? Quelle est leur opinion à cet égard ?
S'agit-il d'un premier pas en direction d'une section
à part entière ? Quelle somme est inscrite au
budget à cet effet ? Compte tenu de l'augmentation
de
la
charge
de
travail,
du
personnel
supplémentaire va-t-il être engagé pour les
greffes ? Comment le ministre envisage-t-il
l'élaboration pratique et concrète de tous ces
éléments? Qu'est-ce qu'un tel guichet implique
exactement ?
04.02 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): In oktober
werd er in het oranjeblauwe deelakkoord Justitie
nog melding gemaakt van de installatie van een
afdeling van het hof van beroep in een beperkt
aantal ressorten en voor bepaalde gevallen. In het
regeerakkoord van 20 maart wordt daar niet meer
over
gesproken.
Wel
heeft
de
minister
aangekondigd dat er voor het hof van beroep van
Antwerpen een loketfunctie zal worden geïnstalleerd
op de rechtbanken van Tongeren en Hasselt. Er is
dus sprake van enige verwarring.
Plant de minister enkel een loketfunctie in de
provincie Limburg of ook in West-Vlaanderen? Wat
met de belofte in verband met een hof van beroep
in Hasselt en Brugge? Brugge blijkt nu immers toch
geen hof van beroep te krijgen.
04.02 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : En octobre,
l'accord partiel de l'orange bleue sur la Justice
mentionnait encore l'installation dans un nombre
limité de ressorts d'une section de la Cour d'appel
appelée à connaître de certains cas déterminés. Il
n'en est plus question dans l'accord de
gouvernement du 20 mars. Le ministre a toutefois
annoncé pour la cour d'appel d'Anvers l'installation
d'une fonction de guichet dans les tribunaux de
Tongres et de Hasselt. Une certaine confusion
règne donc.
Le ministre ne prévoit-il une fonction de guichet que
dans la province de Limbourg ou également en
Flandre occidentale ? Qu'en est-il de l'engagement
relatif à l'installation d'une cour d'appel à Hasselt et
à Bruges ? Il s'avère à présent que Bruges
n'obtiendra quand même pas de cour d'appel.
04.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Een
aantal zaken is in het regeerakkoord niet meer
uitdrukkelijk vermeld. De decentralisatie van het hof
van beroep van Antwerpen is voor mij een
onderdeel van de passages over de hervorming en
de modernisering van de gerechtelijke orde en de
verbetering van de toegankelijkheid van het
gerecht.
Om alvast een eerste stap te kunnen zetten, ben ik
ingegaan op de vragen en suggesties vanuit de
provincie Limburg. De installatie van een
loketfunctie van het hof van beroep van Antwerpen
in Limburg kadert in de plannen van de regering om
de gerechtelijke orde te hervormen en te
moderniseren en de toegankelijkheid van het
gerecht te verbeteren. Dit proefproject omvat de
installatie van een bemande en uitgeruste griffie
met een beperkt aantal personeelsleden in de
provincie Limburg, als voorpost van de griffie van
het hof van beroep te Antwerpen voor de Limburgse
dossiers. Er is overleg gepleegd met de
betrokkenen en iedereen heeft zich akkoord
verklaard met het project. In de komende dagen is
04.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Certains éléments ne sont plus mentionnés
explicitement dans l'accord de gouvernement. La
décentralisation de la Cour d'appel d'Anvers fait à
mes yeux partie des passages relatifs à la réforme
et à la modernisation de l'ordre judiciaire, ainsi qu'à
l'amélioration de l'accessibilité de la justice.
Pour pouvoir déjà franchir un premier pas, j'ai réagi
aux questions et aux suggestions formulées par la
province de Limbourg. L'installation d'une fonction
de guichet de la Cour d'appel d'Anvers au Limbourg
s'inscrit dans le cadre des projets gouvernementaux
de réforme et de modernisation de l'ordre judiciaire
et d'amélioration de l'accessibilité de la justice. Ce
projet pilote inclut l'installation d'un greffe équipé
pourvu d'un nombre limité de membres du
personnel dans la province de Limbourg en tant
qu'avant-poste du greffe de la Cour d'appel
d'Anvers pour les dossiers limbourgeois. Une
concertation a été menée avec les intéressés et
tous ont marqué leur accord sur le projet, qui
devrait être concrétisé dans le cadre d'une
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
er overleg gepland om het concreet uit te werken.
Dan is er het project van de videoconferenties.
concertation organisée au cours des prochains
jours.
J'en viens au projet relatif aux visioconférences.
04.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Die vraag
zal ik zo meteen stellen.
04.04 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Je
m'apprêtais à poser cette question.
04.05 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Dan
zal ik die vraag afwachten.
De kosten van het proefproject kunnen gefinancierd
worden via de algemene middelen van het
directoraat-generaal Rechterlijke Orde. Het is nu
nog niet uitgemaakt of men personeel zal
verplaatsen of dat er nieuwe wervingen komen. Ik
geef het project alle kansen en het zal na een
redelijke termijn grondig worden geëvalueerd. Bij
een mogelijke positieve evaluatie kan het project
navolging vinden in andere provincies. Het is
eigenlijk ook de eerste stap in de realisatie van de
gevraagde decentralisatie van het hof van beroep
04.05 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je vais donc attendre que vous la posiez.
Les coûts liés au projet pilote peuvent être financés
par le biais des moyens généraux de la Direction
générale de l'Organisation judiciaire. Il n'a pas
encore été décidé s'il serait opté pour un transfert
de personnel ou pour de nouveaux recrutements.
J'entends donner au projet toutes ses chances et le
soumettre à une évaluation approfondie à l'issue
d'un délai raisonnable. En cas d'évaluation positive,
il pourra être étendu à d'autres provinces. En fait, il
constitue également la première étape dans le
cadre de la décentralisation souhaitée de la Cour
d'appel.
04.06 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Over de
loketfuncties maakte ik mij aanvankelijk niet
ongerust, maar de minister komt nu zelf terug op de
beleidsverklaring die ik nog niet in extenso heb
kunnen doornemen. Dit mag geen surrogaat
worden, met enkel een voorpostfunctie voor de
griffie. In Limburg wil men een volwaardig hof van
beroep. We zullen het er bij de beleidsverklaring
over hebben, want dit was een persoonlijke prioriteit
van de minister. Over de middelen zal het
directoraat-generaal oordelen. Het verbaast mij dat
er geen concrete regeling is voor bijkomend
griffiepersoneel. Alvorens met de maatregel naar
buiten te komen, zou men toch moeten weten of er
al dan niet bijkomend personeel nodig is.
04.06 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Je dois dire
que je ne me suis pas trop inquiété au début à
propos des fonctions de guichet, mais le ministre
revient lui-même sur la déclaration de politique que
je n'ai pas encore eu l'occasion de lire in extenso. Il
ne peut s'agir d'un succédané dont la seule fonction
serait de servir d'avant-poste au greffe. Au
Limbourg, on veut une cour d'appel digne de ce
nom. Nous en discuterons dans le cadre de la
déclaration de politique, car il s'agissait-là d'une
priorité personnelle du ministre. En ce qui concerne
les moyens, ce sera à la direction générale de s'en
occuper. Je suis étonné qu'il n'existe aucune
réglementation concrète à propos du personnel
supplémentaire du greffe. Avant de proposer une
mesure, il faudrait quand même savoir s'il faut ou
non du personnel supplémentaire.
04.07 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Ik ben
verontrust, want een zin als 'een hof van beroep in
Brugge en Hasselt' zou toch weinig plaats innemen
in een regeerakkoord. Ik ben er niet zeker van of de
huidige tekst door alle ministers noodzakelijkerwijs
in die zin zal geïnterpreteerd worden. Hetzelfde
voorbehoud geldt voor de begroting, want we
moeten de financiering zoeken bij de begrotingspost
'directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie', een
post waar alles inzit. We zitten nog altijd met
beloftes.
04.07 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Je suis
inquiet, car une phrase du genre "une cour d'appel
à Bruges et à Hasselt" ne devrait à mon sens pas
représenter grand-chose dans un accord de
gouvernement. Je ne suis pas certain que le texte
actuel sera nécessairement interprété en ce sens
par tous les ministres. La même réserve que celle
qui vaut pour le budget s'applique donc ici aussi, car
nous devons chercher le financement au niveau du
poste budgétaire "direction générale Organisation
judiciaire", un poste qui englobe tout. Nous en
sommes donc toujours au stade des promesses.
04.08 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Dit
verbaast mij, want ik heb de bereidheid om een
aantal zaken te organiseren en heb de kans met
04.08 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Cela m'étonne, car je suis disposé à organiser une
série de choses et j'ai sauté à pieds joints sur
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
beide
handen
gegrepen.
Wij
zullen
de
besluitvorming rond het organiseren van een
decentralisatie van de hoven van beroep en het hof
van beroep in Limburg doorzetten. We zullen het
dossier evalueren en nadien kijken of een
uitbreiding kan naar het hele land. Eerder dan een
tijdrovend groot debat te houden, heb ik gekozen
voor het geven van concrete antwoorden op
concrete vragen.
l'occasion. Nous poursuivrons le processus
décisionnel
relatif
à
l'organisation
d'une
décentralisation des cours d'appel et de la cour
d'appel du Limbourg. Nous évaluerons le dossier et
ensuite nous examinerons s'il peut être étendu à
tout le pays. Plutôt que de mener un grand débat
qui nous prendrait beaucoup de temps, j'ai préféré
donner des réponses concrètes à des questions
concrètes.
04.09 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Ik apprecieer
decentralisatie, ook als ze in Limburg gebeurt. De
minister verwijst naar het algemeen budget, maar
op die manier kan het Parlement de zaak moeilijk
opvolgen.
04.09 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : J'apprécie la
décentralisation, même au Limbourg. Mais, le
ministre fait référence au budget général, ce qui
rend le suivi de l'affaire très difficile au niveau du
Parlement.
04.10 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Als het plan
gewoon een tussenstap is, ga ik akkoord.
04.10 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Si ce projet
ne représente qu'une étape intermédiaire, je suis
d'accord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de plannen
voor
experimenten
met
het
oog
op
rechtsbedeling via videoconferenties" (nr. 4044)
05 Question de M. Bert Schoofs au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "les expériences prévues
concernant l'administration de la justice par
vidéoconférence" (n° 4044)</b>
05.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Vlak voor
Pasen heeft de minister aangekondigd dat men op
korte
termijn
zou
experimenteren
met
videoconferenties waarbij advocaten niet langer
fysiek op de rechtbank aanwezig zijn. Het is een vrij
revolutionair idee dat wij verwelkomen. Ik vermoed
dat dit een voorlopige oplossing is voor de hoge
werkdruk, een oplossing waarover nog overleg
moet worden gepleegd.
Hoeveel middelen steekt men in dit experiment?
Heeft men berekend hoeveel een sessie kost? Wat
zijn de eventuele bevindingen in het buitenland?
Voor welke rechtbanken en welke zaken geldt het
experiment? Wat zijn de garanties voor een vlotte
en veilige rechtsbedeling?
05.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Peu avant
Pâques, le ministre a annoncé l'organisation, à bref
délai,
d'expériences
impliquant
des
vidéoconférences, dans le cadre desquelles les
avocats ne seraient plus physiquement présents au
tribunal. Il s'agit d'une idée assez révolutionnaire,
que nous accueillons positivement. Je suppose qu'il
s'agit d'une solution provisoire pour remédier à la
charge de travail élevée et qui devra encore faire
l'objet d'une concertation.
Quels
moyens
seront
libérés
pour
ces
expériences ? Le coût par session a-t-il été estimé?
Quels ont été, le cas échéant, les résultats de ce
type d'expériences à l'étranger ? Devant quels
tribunaux et pour quel type d'affaires les
vidéoconférences seront-elles organisées ? De
quelles garanties dispose-t-on pour assurer une
administration rapide et sûre de la justice ?
05.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
idee voor een proefproject met videoconferenties
werd gelanceerd door de eerste voorzitter van het
hof van beroep te Antwerpen in overleg met de
stafhouders van de orde van advocaten te Hasselt
en Tongeren. Over de praktische uitwerking van het
project is er eerstdaags overleg met alle
betrokkenen.
05.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
L'idée d'un projet pilote de vidéo conférences a été
lancée par le premier président de la cour d'appel
d'Anvers, en concertation avec les bâtonniers de
l'ordre des avocats de Hasselt et de Tongres. La
mise en oeuvre pratique du projet fera l'objet dans
les prochains jours d'une concertation avec toutes
les parties concernées.
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Het project kan gefinancierd worden via de
algemene middelen van het directoraat-generaal
van de gerechtelijke orde. In de huidige stand van
zaken kunnen we nog geen concrete kostprijs
bepalen voor één zitting via een videoconferentie.
Begin 2002 kocht de toenmalige minister
videoconferentieapparatuur
aan
voor
een
proefproject voor de raadkamerzittingen te Leuven
en Charleroi. De apparatuur is nog volledig intact is
en haast onmiddellijk inzetbaar voor het nieuwe
project. Het is onontbeerlijk om voorafgaandelijk
voldoende proefsessies te organiseren.
Le projet pourrait être financé par le biais des
moyens généraux du directorat général de l'ordre
judiciaire. Dans l'état actuel des choses, nous ne
pouvons pas encore évaluer le coût exact d'une
séance par vidéo conférence.
Début 2002, la ministre de l'époque avait acheté un
équipement de vidéo conférence pour un projet
pilote pour les séances de la chambre du conseil à
Louvain et à Charleroi. Cet équipement pourrait
largement servir pour le nouveau projet. Il est
cependant indispensable de procéder au préalable
à des tests en nombre suffisant.
De wet van 2 augustus 2002 maakt het gebruik van
videoconferentie mogelijk voor het opsporings- en
gerechtelijk onderzoek wat het verhoor op afstand
betreft van bedreigde of in het buitenland
verblijvende getuigen, deskundigen of verdachten.
Dat moet de efficiëntie van de rechtspleging
substantieel vergroten.
Het project zal van start gaan tussen het hof van
beroep te Antwerpen en de rechtbanken van eerste
aanleg en van koophandel te Hasselt en Tongeren.
De videoconferentie zal enkel toegepast worden in
burgerlijke zaken en handelszaken.
Ik wil het project alle kansen geven en binnen een
redelijke termijn grondig evalueren. Pas dan kan ik
vragen over verdere stappen beantwoorden. Ik blijf
hierbij focussen op de decentralisatie van een
aantal van de zittingen van het hof van beroep. Er
zullen
minimale
technische
eisen
worden
vooropgesteld. De betrokkenen bij het proefproject
te Leuven en te Charleroi bevestigden dat zij een
optimale rechtsgang konden garanderen. De
formele toestemming van alle betrokkenen is een
conditio sine qua non. Aan het tegensprekelijke
debat wordt niet getornd. Ook de openbaarheid van
de zittingen blijft verzekerd.
La loi du 2 août 2002 permet l'utilisation de la
vidéoconférence au stade de l'information et de
l'instruction pour l'interrogatoire à distance de
témoins, d'experts ou de suspects menacés ou
résidant à l'étranger. L `idée est d'accroître
sensiblement l'efficacité de la procédure.
Le projet de vidéoconférence sera mis en place
entre la cour d'appel d'Anvers et les tribunaux de
première instance et de commerce de Hasselt et de
Tongres. La vidéoconférence ne sera utilisée que
dans les affaires civiles et commerciales.
Je veux donner toutes les chances de réussite à ce
projet et procéder à une évaluation approfondie
dans un délai raisonnable. Ce n'est qu'alors que je
pourrai répondre à des questions sur les étapes
ultérieures. Ce qui continue à m'intéresser
prioritairement
dans
ce
dossier,
c'est
la
décentralisation d'un certain nombre d'audiences de
la cour d'appel. Quelques exigences techniques
minimales seront posées. Les personnes ayant
participé au projet pilote à Louvain et à Charleroi ont
confirmé qu'elles avaient pu assurer une
administration optimale de la justice. Quoi qu'il en
soit, le consentement formel de tous les intéressés
est une condition sine qua non du recours à la
vidéoconférence. Il n'est pas question de toucher au
débat contradictoire. De même, le caractère public
des audiences reste garanti.
05.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Er kan dan
toch nog iets gerecycleerd worden uit de periode-
Verwilghen. Ik geef de minister krediet.
05.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Il semble
donc que l'on pourra quand même recycler certains
éléments de l'ère Verwilghen. Le ministre a ma
confiance.
Ik vraag mij wel af of het Gerechtelijk Wetboek een
technisch mankement zal kunnen opvangen.
Wanneer wordt er voorzien in de eerste
ingebruikname? We zouden met de leden van deze
commissie de eerste zitting kunnen bijwonen, want
het gaat om een kleine revolutie in het gerechtelijke
landschap.
Je me demande si le Code judiciaire comporte des
dispositions relatives aux procédures à suivre en
cas de problèmes techniques. Quand prévoit-on la
première mise en service de ce dispositif ? Étant
donné le caractère quelque peu révolutionnaire de
ces techniques dans le paysage judiciaire, les
membres de notre commission pourraient-ils
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
assister à la première séance organisée de la
sorte ?
05.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
heer Schoofs heeft natuurlijk het volste recht om
vragen te stellen, maar als het experiment een
succes wordt, hoop ik dat men zal erkennen dat dit
systeem kan bijdragen tot een betere werking van
Justitie. We hebben hier een kans om Justitie
dichter bij de burger te brengen zonder dat het de
begroting iets kost, aangezien we bestaande
apparatuur kunnen recycleren. De eerste voorzitter
van de rechtbank van eerste aanleg is bovendien
bereid om mee te werken en ook bij de Limburgse
advocaten bestaat die bereidheid, ook al benadrukt
men daar dat dit geen excuus mag zijn om geen
werk te maken van een decentralisatie van het Hof
van Beroep. Laten we dit experiment dus alle
kansen geven. Het gaat tenslotte niet om een nieuw
systeem, maar om een technologie die elders al zijn
nut bewezen heeft. Uiteraard ben ik graag bereid
om samen met de leden van de commissie de
eerste zitting bij te wonen.
05.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Il est bien entendu tout à fait loisible à M. Schoofs
de poser des questions. Toutefois, j'ose espérer
que si l'expérience est concluante, d'aucuns
admettront que ce système est de nature à
améliorer le fonctionnement de la Justice. Nous
avons ici la possibilité de rapprocher le citoyen de la
Justice sans pour autant grever le budget, puisque
nous disposons déjà d'appareils que nous pourrons
réutiliser. Par ailleurs, le premier président du
tribunal de première instance ainsi que les avocats
limbourgeois sont disposés à collaborer à cette
initiative, même s'ils martèlent que cette dernière ne
doit pas constituer un prétexte pour enterrer la
question d'une décentralisation de la cour d'appel.
Donnons dès lors toutes ses chances à cette
expérience qui, loin de se fonder sur un nouveau
système, fera appel à une technologie qui a déjà
prouvé son utilité dans d'autres domaines. Je suis
bien évidemment disposé à assister à la première
séance avec les membres de la commission.
05.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Ik wil het
experiment inderdaad een goede kans geven en
daarom spaar ik ook voorlopig mijn kritiek. Ik zeg
alleen dat het geen lapmiddel mag worden om de
oprichting van een volwaardige afdeling van het Hof
van Beroep in Limburg uit te stellen. Ik neem dus
een kritisch afwachtende houding aan.
05.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Même si je
mets
provisoirement
mes
critiques
entre
parenthèses afin de laisser à l'expérience le temps
de prouver son utilité, je voudrais signaler que cette
initiative ne doit pas constituer une simple rustine
destinée à reporter la création d'une section à part
entière de la cour d'appel dans le Limbourg.
J'adopte dès lors une attitude attentiste mais
néanmoins critique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de uitvoering
van de alternatieve gerechtelijke maatregelen"
(nr. 4049)
06 Question de M. Maxime Prévot au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "l'exécution des
mesures judiciaires alternatives" (n° 4049)</b>
06.01 Maxime Prévot (cdH): In 2006 besliste de
ministerraad dat de uitgaven in verband met de
uitvoering
van
alternatieve
gerechtelijke
maatregelen door de FOD Justitie zouden worden
gedragen. Die zou daartoe middelen uit het
verkeersboetefonds putten. Het koninklijk besluit
van 23 maart 2007 voorziet, met terugwerkende
kracht tot 1 januari 2007, in een terugbetaling door
de FOD Justitie van de kosten in het kader van de
uitvoering van de werkstraf en de dienstverlening.
Die terugbetaling is echter niet meer dan een
mogelijkheid die aan het oordeel van de minister
wordt overgelaten. Tot op heden werd er blijkbaar
nog geen gebruik van gemaakt.
Verenigingen (zoals `RED' en `Option') die
06.01 Maxime Prévot (cdH) : En 2006, le Conseil
des ministres avait convenu que les dépenses liées
à la prestation de mesures judiciaires alternatives
seraient assumées par le SPF Justice, qui puiserait
dans le Fonds des amendes routières. L'arrêté royal
du 23 mars 2007 prévoit, avec effet rétroactif au 1
er
janvier 2007, le remboursement par le SPF Justice
des frais exposés dans le cadre de l'exécution de la
peine de travail et du travail d'intérêt général. Ce
remboursement est cependant une faculté laissée à
l'appréciation du ministre, faculté dont il me semble
qu'il n'a pas été fait usage.
Les associations (comme « RED » ou « Option »)
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
verkeersovertreders die tot een alternatieve straf
werden veroordeeld, begeleiden, vinden erg moeilijk
geschikte prestatieplaatsen. Deze moeten als
werkgever immers opdraaien voor de kosten die
aan de uitvoering van de straf zijn verbonden.
Kan u bevestigen dat het koninklijk besluit van 23
maart 2007 niet ten uitvoer wordt gelegd? Is die
toestand algemeen? Vanwaar die blokkering?
Hoe en wanneer zal u een en ander vlot trekken?
Moet de mogelijkheid die thans aan de FOD Justitie
wordt gelaten, niet tot een verplichting worden
omgevormd?
Welke middelen zijn er in het verkeersboetefonds
voorhanden om die kosten te dekken?
qui encadrent et accompagnent les personnes
condamnées dans le cadre des mesures
alternatives en matière de roulage rencontrent
d'énormes difficultés pour trouver des lieux de
prestation, car ceux-ci sont, en tant qu'employeurs,
tenus de prendre en charge les coûts connexes liés
à ces prestations.
Confirmez-vous que l'arrêté royal du 23 mars 2007
n'est pas exécuté ? Cette situation est-elle
générale ? Pourquoi un tel blocage ?
Comment et quand débloquer la situation ?
Ne conviendrait-il pas de transformer en obligation
la faculté laissée au SPF Justice ?
Quels sont les montants disponibles au Fonds des
amendes routières pour couvrir ces dépenses ?
06.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Hoewel er
in het koninklijk besluit van 23 maart 2007 wordt
voorzien in een financiële tegemoetkoming die een
antwoord moet bieden op de richtlijnen inzake
welzijn op het werk, wordt die tegemoetkoming niet
toegekend. Dat is een algemene vaststelling, maar
sommige verenigingen vinden daar wel iets op.
Ik heb bij de VUB een studie besteld om na te gaan
of de reglementering betreffende het welzijn op het
werk van toepassing is op personen die veroordeeld
zijn tot een werkstraf, en om uit te maken wie
beschouwd moet worden als werkgever en dus de
kosten op zich moet nemen. De resultaten van die
studie worden eind juni 2008 verwacht.
06.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Bien
que prévues dans l'arrêté royal du 23 mars 2007,
les indemnités destinées à répondre aux directives
en matière de bien-être au travail ne sont pas
attribuées. Il s'agit d'une constatation générale,
mais certaines associations trouvent des solutions.
J'ai commandé une étude à la VUB pour déterminer
si la réglementation sur le bien-être au travail
s'applique au condamné à une peine de travail et
qui doit être considéré comme employeur et donc
supporter les frais. Les résultats de cette étude sont
attendus pour fin juin 2008.
Voor 2008 is er in de begroting een bedrag van
947.000 euro ingeschreven voor drie organisaties
(FEDEMOT, BIVV en Pro Velo).
Wat het welzijn op het werk betreft, wordt er voor
2008 momenteel niet in een specifiek budget
voorzien.
Pour 2008, 947.000 euros ont été prévus pour trois
organisations (FEDEMOT, IBSR et Pro Vélo).
Concernant le bien-être au travail, aucun budget
spécifique n'est actuellement prévu pour 2008.
06.03 Maxime Prévot (cdH): Die studie moet de
respectieve lasten en plichten in kaart brengen. Het
is een studie waar de mensen in het veld die
inderdaad erg creatief zijn inzake het vinden van
alternatieve oplossingen erg naar uitkijken.
Het is moeilijk om prestatieplaatsen te vinden,
terwijl de rechtbanken steeds vaker alternatieve
gerechtelijke maatregelen opleggen.
Ik hoop dat er tegen juni klaarheid zal komen, zodat
er dringende maatregelen getroffen kunnen worden.
Ik betreur dat het koninklijk besluit van 23 maart
2007 nog geen uitwerking heeft en dat er voor 2008
geen bedrag is vastgelegd om in voorkomend geval
de werkgevers te vergoeden.
06.03 Maxime Prévot (cdH) : Cette étude visant à
faire le point sur les charges et obligations
respectives sera très attendue par le milieu, qui est
effectivement très créatif pour trouver des solutions
alternatives.
Il est difficile de trouver des lieux de prestation alors
que les tribunaux appliquent de plus en plus
régulièrement des mesures judiciaires alternatives.
J'espère que la situation sera claire en juin, pour
pouvoir prendre des mesures urgentes.
Je regrette que l'arrêté royal du 23 mars 2007 n'ait
pas encore produit ses effets et qu'il n'y ait pas de
montant prévu en 2008 pour, le cas échéant,
rembourser les employeurs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
07 Vraag van de heer Xavier Baeselen aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de begeleiding
van de Belgische burgerlijke partijen tijdens het
proces-Fourniret" (nr. 4052)
07 Question de M. Xavier Baeselen au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes
institutionnelles
sur
"l'accompagnement des parties civiles belges
lors du procès Fourniret" (n° 4052)</b>
07.01 Xavier Baeselen (MR): In het kader van het
proces-Fourniret hebben de Belgische slachtoffers
ingestemd met een samenwerking met de Franse
Staat teneinde de verjaring van een aantal feiten te
voorkomen.
De honoraria van de advocaten van de slachtoffers
kunnen kennelijk niet rechtstreeks door de Franse
rechtshulp ten laste worden genomen indien de
slachtoffers geen beroep doen op de diensten van
een Franse advocaat. De verblijfskosten van de
slachtoffers worden door de Franse Staat betaald,
maar dat is niet geval voor de kosten van het verblijf
van de Belgische advocaten in Frankrijk. In het
kader van het proces in Aarlen was de door ons
land uitgewerkte regeling een stuk guller voor alle
slachtoffers.
Welke verzoeken hebben de Belgische slachtoffers
bij het departement Justitie in maart 2006
ingediend? In welke mate werd daarop ingegaan?
07.01 Xavier Baeselen (MR) : Dans le cadre du
procès Fourniret, les victimes belges ont accepté
une collaboration avec l'État français pour éviter la
prescription d'un certain nombre de faits.
Les frais d'avocats de ces victimes semblent ne pas
pouvoir être pris en charge directement par l'aide
juridique française si elles ne passent pas par un
avocat français. L'hébergement des victimes est
pris en charge par l'État français mais
l'hébergement des avocats belges en France ne
l'est pas. Dans le cadre du procès d'Arlon, la
Belgique avait été plus généreuse avec l'ensemble
des victimes.
Quelles sont les demandes formulées par les
victimes belges auprès du département de la
Justice en mars 2006 ? Quelle suite a-t-on réservé
à ces demandes ?
07.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Sinds april
2006 staat de dienst slachtofferonthaal niet langer
in contact met die slachtoffers en hun families
omdat het gerechtelijk dossier naar Frankrijk werd
overgeheveld. In het kader van de voorbereiding
van het proces heeft het Directoraat-Generaal
Justitiehuizen contacten onderhouden met het
Franse Institut national d'aide aux victimes et de
médiation en met Forhom, de vereniging voor
slachtofferhulp
van Charleville-Mézières.
Die
verenigingen hebben samen met een andere
vereniging de voorzieningen voor de begeleiding
van de families van de slachtoffers uitgewerkt.
Die verenigingen werden belast met een evaluatie
van de behoeften van de families en staan in voor
hun begeleiding tijdens het proces. Via hun
advocaat werd hen een vragenlijst bezorgd teneinde
die verenigingen in staat te stellen alle materiële
zaken (kamers, maaltijden, enz.) voor hen te
regelen.
07.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français):
Depuis avril 2006, le service d'accueil des victimes
n'est plus en contact avec ces victimes et leurs
familles en raison du transfert du dossier judiciaire
vers la France. Dans le cadre de la préparation du
procès, la direction générale des Maisons de justice
a entretenu des contacts avec l'Inavem (Institut
national d'aide aux victimes et de médiation) ainsi
qu'avec l'association Forhom, association d'aide
aux
victimes
de
Charleville-Mézières.
Ces
associations, ainsi qu'une autre, ont mis en place le
dispositif d'accompagnement des familles des
victimes.
Ces associations ont été chargées d'évaluer les
besoins
des
familles
et
d'assurer
leur
accompagnement au cours du procès. Un
questionnaire leur a été transmis par l'intermédiaire
de leur avocat pour permettre aux associations
d'organiser pour elles les questions matérielles
(chambres, repas, etc.).
Het Directoraat-generaal Justitiehuizen heeft via de
advocaten de betrekkingen met de organisatie
Forhom verzekerd. De Belgische slachtoffers en
hun families werden door de Franse diensten op de
hoogte gebracht van de mogelijkheden waarover ze
beschikken. Ze zullen door de twee Franse
verenigingen voor slachtofferhulp worden begeleid.
Indien er andere specifieke vragen rijzen of indien
er zich problemen met de Franse diensten
voordoen, stel ik voor dat er hiermee contact wordt
La direction générale Maisons de justice a assuré le
relais avec l'association Forhom, via les avocats.
Les victimes et les familles belges ont été informées
par les services français des possibilités qui leur
étaient
offertes.
Elles
bénéficieront
de
l'accompagnement par les deux associations d'aide
aux victimes françaises.
Si d'autres demandes particulières ou des
problèmes avec les services français surviennent, il
faudra prendre contact.
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
opgenomen.
07.03 Xavier Baeselen (MR): Ik wil u bedanken
voor uw antwoord en voor de faciliteiten die de
Belgische families ginds worden verleend. Er zijn
nog een aantal problemen, onder andere wat de
verblijfkosten van de advocaten betreft.
In maart 2006 heeft mevrouw Onkelinx de families
gecontacteerd en heeft ze zich ertoe verbonden
concrete oplossingen aan te dragen. Daar is verder
echter niets meer mee gebeurd. Uit een Europees
oogpunt valt te verhopen dat de slachtoffers, waar
ze zich ook bevinden, een gelijke behandeling
zullen krijgen. Ook op het stuk van de
slachtofferbejegening moeten we tot een echte
Europese aanpak komen!
07.03 Xavier Baeselen (MR) : Merci pour la
réponse et l'ouverture envers les familles belges
présentes là-bas. Il y a encore certains problèmes,
notamment pour les frais d'hébergement des
avocats.
Cela dit, en mars 2006, Mme Onkelinx avait pris
contact avec les familles, s'engageant à trouver des
solutions concrètes, mais aucune suite n'a été
donnée. D'un point de vue européen, on peut
espérer que les victimes, où qu'elles se trouvent,
seront traitées sur un pied d'égalité. Il faut arriver à
une véritable Europe des victimes !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
opvordering van artsen voor een bloedproef in
het kader van een alcohol- of drugstest in het
verkeer" (nr. 4069)
08 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre de la Justice et des
Réformes institutionnelles sur "la réquisition de
médecins pour effectuer un prélèvement sanguin
dans le cadre d'un contrôle de la conduite
automobile sous l'influence de drogues ou
d'alcool" (n° 4069)</b>
08.01 Jef Van den Bergh (CD&V - N-VA): Volgens
de verkeerswet kunnen artsen opgevorderd worden
om een bloedproef af te nemen in het kader van
een alcohol-of drugscontrole in het verkeer. Het is
echter niet mogelijk om artsen te straffen die dit
weigeren.
Is de minister op de hoogte van deze juridische
lacune? Zal hij een initiatief nemen? Hoeveel artsen
werden opgevorderd en hoeveel weigerden?
Hoeveel werd in 2005 en 2006 betaald aan artsen
die werden opgevorderd? Hoeveel bedraagt het
verschil tussen de vergoeding die een arts krijgt
voor een bloedproef en voor een huisbezoek? Moet
dat verschil niet worden weggewerkt?
08.01 Jef Van den Bergh (CD&V - N-VA) : La loi
relative à la police de la circulation routière prévoit
qu'un médecin peut être appelé à effectuer une
prise de sang dans le cadre d'un contrôle routier
d'alcoolémie ou antidrogue. Il n'est toutefois pas
possible de pénaliser les médecins qui refusent de
s'exécuter.
Le ministre est-il au fait de cette lacune juridique ?
Prendra-t-il une initiative ? Combien de médecins
ont été réquisitionnés et combien ont opposé un
refus ? Quels montants a-t-on consacrés en 2005 et
en 2006 à la rémunération des médecins
réquisitionnés ? À combien s'élève la différence
entre le montant perçu par un médecin pour une
prise de sang et pour une visite à domicile ? Ne
conviendrait-il pas de gommer cette différence ?
08.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik
ben mij ervan bewust dat het weigeren van een
opvordering voor de afname van een bloedproef
niet langer strafbaar is, omdat de programmawet
van 2006 de wet van 1849 heeft opgeheven. Zodra
ik minister van Justitie werd, heb ik het nodige
gedaan om de weigering opnieuw strafbaar te
maken. In de nieuwe programmawet zal deze
lacune in de wetgeving worden weggewerkt.
Jaarlijks wordt er bijna twaalfduizend keer een
beroep gedaan op een arts om een bloedproef af te
nemen in verkeerszaken. In 2005 koste dit 485.000
08.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
J'ai conscience du fait que le refus d'accéder à une
réquisition en vue d'effectuer un prélèvement
sanguin n'est plus punissable, dès lors que la loi-
programme de 2006 a abrogé la loi de 1849. Dès
mon entrée en fonction au ministère de la Justice,
j'ai pris les mesures nécessaires pour repénaliser
les refus. La nouvelle loi-programme remédiera à
cette lacune législative.
Chaque année, on recourt près de douze mille fois
à un médecin en vue d'effectuer un prélèvement
sanguin dans des affaires de roulage. Ces frais de
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
euro, in 2006 441.000 euro en in 2007 liepen deze
gerechtskosten al op tot 541.000 euro. De arts zelf
krijgt een lagere vergoeding dan wat hij ontvangt bij
een huisbezoek. Volgens mij moeten we dus ook de
vergoeding voor de artsen verhogen. We
onderzoeken welke nieuwe tarieven vastgelegd
kunnen worden voor alle deskundigen in strafzaken.
Ik hoop deze nieuwe tarieven binnen enkele
maanden te kunnen voorstellen.
justice ont représenté 485.000 euros en 2005,
441.000 euros en 2006 et pas moins de 541.000
euros en 2007. Le médecin perçoit un montant
inférieur aux honoraires perçus lors d'une visite à
domicile. Je pense donc que nous devons
augmenter le montant de la prestation des
médecins. Nous nous penchons actuellement sur
les nouveaux tarifs à fixer pour l'ensemble des
experts qui interviennent dans des affaires pénales.
J'espère pouvoir présenter ces nouveaux tarifs
dans quelques mois.
08.03 Jef Van den Bergh (CD&V - N-VA): Het
antwoord van de minister is positief. Hij erkent de
problematiek en werkt aan een oplossing via de
programmawet. Ik ben blij dat de lage vergoeding,
die toch veel weigeringen verklaart, in de toekomst
zal worden aangepast.
08.03 Jef Van den Bergh (CD&V - N-VA) : Je me
réjouis de la réponse du ministre. Il reconnaît qu'il
existe un problème et il oeuvre à une solution dans
le cadre de la loi-programme. Je me réjouis que la
rémunération peu élevée, qui est à la base de
nombreux refus, soit augmentée à l'avenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het Gentse
proefproject voor drugsverslaafden" (nr. 4093)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "de preventieve
aanpak van de druggelateerde criminaliteit"
(nr. 4110)
- de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
pilootproject 'Proefzorg' voor druggebruikers"
(nr. 4237)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
pilootproject
'Proefzorg'
in
Gent
voor
drugsverslaafden" (nr. 4289)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele Hervormingen over "het Gentse
proefzorgproject
voor
drugsverslaafden"
(nr. 4342)
09 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote de Gand
concernant les toxicomanes" (n° 4093)<br>- M. Jean-Luc Crucke au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "l'approche préventive de la
criminalité liée à l'usage de stupéfiants" (n° 4110)<br>- M. Daniel Bacquelaine au vice-premier ministre
et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote 'Soins
probatoires' pour toxicomanes" (n° 4237)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote de soins
probatoires pour toxicomanes mené à Gand"
(n° 4289)<br>- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le projet pilote de soins
probatoires pour toxicomanes mené à Gand"
(n° 4342)</b>
09.01 Josée Lejeune (MR): In het gerechtelijk
arrondissement Gent loopt er sinds 2005 een
pilotproject waarbij het gerecht samenwerkt met de
drughulpcentra. De resultaten ervan zijn heel
positief.
In de eerste fase van dat project kreeg het
openbaar ministerie de mogelijkheid om de
drugsverslaafde delinquent een zorgtraject in plaats
van een gevangenisstraf voor te stellen.
Aangezien deze fase tot goede resultaten leidde,
09.01 Josée Lejeune (MR) : Un projet pilote né en
2005 dans l'arrondissement judiciaire de Gand,
consistant à créer une passerelle entre la Justice et
le service d'aide aux toxicomanes, connaît de très
bons résultats.
La première phase de ce projet consiste en une
possibilité pour le ministère public de proposer au
délinquant toxicomane un plan de soins au lieu
d'une peine d'emprisonnement.
Cette phase s'étant avérée positive, les acteurs de
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
willen de actoren van dit vernieuwend project nu
met de tweede fase starten, waarin er bij de
correctionele rechtbank een "kamer" zal worden
ingesteld
die
gespecialiseerd
is
in
de
drugsproblematiek. In de pers staat ook te lezen dat
er hierover een samenwerkingsprotocol werd
ondertekend.
Welke positieve punten worden er vermeld in de
evaluatie van de eerste fase van dit project? Heeft
u,
wat
de
tweede
fase
betreft,
dit
samenwerkingsprotocol getekend, en wat staat er
precies in? Zal u dit project uitbreiden tot andere
arrondissementen, en zo ja, hoe, met welke
middelen en binnen welke termijn? Welk bedrag
vertegenwoordigt dit project voor uw ministerie,
zowel wat het pilotproject in Gent als wat de
mogelijke uitbreiding tot het hele land betreft?
cette innovation souhaitent se tourner vers la
seconde phase consistant à instaurer une
« chambre » spécialisée dans les stupéfiants au
sein du tribunal correctionnel. La presse relate aussi
la signature d'un protocole de coopération sur le
sujet.
Quels sont les points positifs relevés à la suite de
l'évaluation de la première étape de ce projet ?
Concernant la seconde phase, avez-vous signé
ledit protocole de coopération et quel en est le
contenu ? Envisagez-vous un élargissement de ce
projet ailleurs et, si oui, de quelle manière, avec
quels moyens et dans quels délais ? Quel montant
représente ce projet pour votre ministère, tant
concernant le projet pilote de Gand que la possible
mise en oeuvre au niveau national ?
09.02 Jean-Luc Crucke (MR): Iedere jurist in het
veld heeft zich wel al afgevraagd of het wel zinvol is
om personen die in de eerste plaats een
drugsprobleem hebben, op te sluiten in de
gevangenis. Als advocaat wist ik soms dat mijn
cliënt op grond van de wetgeving opgesloten zou
worden, terwijl hij beter in een gespecialiseerd
opvangcentrum was opgenomen.
De opsluiting van drugsverslaafden is een van de
oorzaken
van
de
overbevolking
van
de
gevangenissen.
09.02 Jean-Luc Crucke (MR) : Tout praticien du
droit s'est déjà interrogé sur l'utilité de maintenir en
prison des personnes dont le problème est avant
tout lié à la consommation de drogue. En tant
qu'avocat, il m'est arrivé de savoir que, sur base de
la législation, mon client serait incarcéré alors qu'il
serait préférable de l'envoyer dans un centre
spécialisé.
Une des causes de la surpopulation est la présence
en prison de toxicomanes.
Ik zeg niet dat sommigen niet in de gevangenis
thuishoren - met name de zwaarste gevallen horen
daar zeker wel thuis - maar een aantal mensen
zitten er niet op hun plaats, en daarvoor verwijs ik
naar het Gentse project dat, volgens wat er hier
gezegd is, een redelijk groot succes is voor de
softdrugs haalt men zelfs een succespercentage
van meer dan 90 procent!
Maakt dit pilotproject de verwachtingen waar? In
verschillende interviews heeft u gezegd dat het
project zou worden uitgebreid tot andere
arrondissementen. Over welke arrondissementen
gaat het, en volgens welk tijdpad zou er worden
gewerkt?
Wat is het prijskaartje van deze procedure?
Heeft de proefzorgmanager werkelijk een specifiek
profiel? Bestaat er daar een studie over? Welke
bevoegdheden heeft hij precies ten opzichte van het
gerecht, de rechtzoekende of de magistraat?
Heeft dit experiment ervoor gezorgd dat de
gevangenissen in het arrondissement Gent nu
minder vol zitten, omdat mensen die voor
drugsgerelateerde feiten worden opgepakt, niet
langer worden opgesloten?
Je ne dis pas que certains ne doivent pas s'y
trouver, notamment les cas les plus lourds, mais un
certain nombre n'y ont pas leur place et c'est là
qu'intervient l'expérience gantoise dont, d'après ce
qui a été dit, le taux de réussite serait assez
important - pour les drogues « douces », ce taux
atteint plus de 90 % !
Cette expérience-pilote confirme-t-elle les espoirs
qu'elle représentait ? Dans plusieurs interviews,
vous avez parlé d'une extension à d'autres
arrondissements.
Lesquels
et
selon
quel
calendrier ?
Quels sont les coûts liés à cette procédure ?
Le proefzorgmanager a-t-il réellement un profil
particulier ? Est-il concerné par une étude ? Quelles
sont les limites de son action par rapport à la
Justice, par rapport au justiciable ou au magistrat ?
Enfin, a-t-on constaté sur la base de cette
expérience, une diminution de la population
carcérale dans l'arrondissement de Gand, en raison
du non-emprisonnement de prévenus concernés
par des faits de drogue ?
09.03 De voorzitter : De heer Bacquelaine is
verhinderd.
09.03 La présidente : M. Bacquelaine est excusé.
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
09.04 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Zal dit project
worden uitgebreid naar alle rechtbanken en hoe zal
dat gebeuren? Ik veronderstel dat de richtlijnen
inzake het sepotbeleid dan moeten worden
aangepast.
Hoe zit de regeling voor de rechtbank van Gent
precies in elkaar? Tussen welke partijen werd er
een protocol afgesloten? Wat moeten we verstaan
onder een drugsbehandelingskamer? Hoe wordt dit
formeel georganiseerd?
09.04 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Ce projet
sera-t-il élargi à tous les tribunaux et de quelle
manière ? Je suppose que les directives relatives à
la politique de classement sans suite doivent dès
lors être adaptées.
Qu'en est-il de la réglementation appliquée au
tribunal de Gand ? Entre quelles parties un
protocole a-t-il été conclu ? Que faut-il entendre par
chambre spécialisée en matière de stupéfiants ?
Comment est-elle organisée formellement ?
09.05 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): De
vele vragen over het onderwerp bewijzen de
bezorgdheid over de drugsgerelateerde criminaliteit.
Veel gevangenen kampen met een drugsprobleem
en zijn na hun straf niet eens beter af.
Het project in Gent kan echter positieve cijfers
voorleggen: 88 procent van de verdachten die de
drugwet overtraden, liet zich behandelen; in het
korte traject slaagde 97 procent en in het lange
traject 64 procent.
In Gent zal nu een drugsbehandelingskamer
worden opgericht. Hulpverleners zullen aanwezig
zijn ter zitting. Hoe zal dat precies worden
georganiseerd? Spelen zij een rol tijdens het
proces? Wordt dit systeem uitgebreid naar andere
rechtbanken en wat is daarbij de timing?
09.05 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Les
nombreuses questions à ce sujet prouvent que la
criminalité liée à la drogue fait l'objet d'une grande
préoccupation. De nombreux détenus sont
confrontés à un problème de drogue et leur
situation n'est pas meilleure à l'issue de leur
incarcération.
Le projet de Gand présente néanmoins des chiffres
positifs : 88 % des détenus qui ont enfreint la loi sur
les drogues ont accepté de suivre un traitement ;
les soins de courte durée sont concluants dans
97 % des cas et ceux de longue durée, dans 64 %
des cas.
À Gand, une chambre spécialisée en matière de
stupéfiants sera créée. Les thérapeutes seront
présents à l'audience. Comment la procédure sera-
t-elle concrètement organisée ? Joueront-ils un rôle
pendant le procès ? Ce système sera-t-il élargi à
d'autres tribunaux et selon quel calendrier ?
09.06 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
parlementaire werkgroep Drugs heeft in 1996-1997
een reeks aanbevelingen geformuleerd waarin
meer aandacht werd gevraagd voor de oriëntatie
naar de hulpverlening wanneer een problematische
druggebruiker in aanraking komt met Justitie. De
visie en doelstellingen van deze aanbevelingen
konden rekenen op een zeer brede consensus,
maar vele maatregelen geraakten niet verder dan
de projectfase. In 2000 of 2001 werd vervolgens
door dit Parlement een samenwerkingsakkoord
goedgekeurd
dat
de
noodzaak
aan
een
geïntegreerde aanpak onderstreept en werd een
algemene beleidscel Drugbeleid opgericht. Jammer
genoeg heeft Brussel dit samenwerkingsakkoord
nooit goedgekeurd.
09.06 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Le groupe de travail parlementaire `drogues' a
formulé une série de recommandations en 1996-
1997, dans lesquelles une attention accrue avait été
demandée pour l'orientation vers le secteur de
l'aide lorsqu'un toxicomane problématique entre en
contact avec la justice. Si la portée et les objectifs
de ces recommandations faisaient l'objet d'un large
consensus, de nombreuses mesures n'ont jamais
dépassé le stade du projet. Ensuite, en 2000 ou
2001, un accord de coopération a été approuvé par
de Parlement, qui souligne la nécessité d'une
approche intégrée, et une cellule générale Politique
en
matière
de
drogues
a
été
créée.
Malheureusement, cet accord de coopération n'a
jamais été approuvé par la Région bruxelloise.
Ook andere elementen uit de aanbevelingen - zoals
de casemanager - moeten dringend in het
justitiebeleid
worden
opgenomen.
Het
proefzorgproject in Gent past in dat kader. Bij het
parket van Gent werd een lacune vastgesteld wat
betreft het doorverwijzen van druggebruikers naar
de hulpverlening. Daarom werd op 1 augustus 2005
een samenwerkingsakkoord ondertekend tussen de
D'autres éléments encore mis en avant dans les
recommandations - notamment le case manager -
doivent être d'urgence intégrés dans la politique en
matière de justice. Le projet pilote « soins
probatoires », mis en oeuvre à Gand, s'inscrit dans
ce cadre. Une lacune a été constatée au parquet de
Gand en ce qui concerne l'orientation des
toxicomanes vers une aide appropriée. Pour cette
er
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
minister van Justitie, de procureur des Konings te
Gent en het Netwerk Zorgcircuit Vlaanderen. Het
samenwerkingsakkoord bestreek twee jaar en had
tot doel meerderjarige delinquenten met een
drugverslaving al op het niveau van het parket door
te verwijzen naar de hulpverlening.
Als het parket alleen de doorverwijzing noodzakelijk
acht, dan volgt men het zogenaamde korte traject.
Bij het lange traject kiest het parket niet alleen voor
doorverwijzing, maar ook voor opvolging van het
hulpverleningstraject en is er een proefperiode van
zes maanden. Wanneer een parketmagistraat kiest
voor proefzorg, stelt hij een proefzorgmanager aan
die een dossier op maat van de verdachte opstelt,
als tussenpersoon tussen Justitie en hulpverlening
fungeert en controleert of de afspraken correct
worden opgevolgd. Zo is een adequate opvang snel
na de feiten mogelijk, wordt recidive voorkomen en
re-integratie bevorderd. Hier speelt de zogenaamde
pretoriaanse probatie - dit is een tussenstap tussen
sepot en dagvaarding - die nog niet wettelijk
geregeld is. Als de proefzorg slaagt, dan wordt het
dossier geseponeerd. Bij een mislukking komt de
zaak toch voor de rechtbank. De resultaten van de
evaluatiestudie door de dienst Strafrechtelijk Beleid
en de Universiteit Gent zijn positief en worden
binnenkort gepubliceerd.
raison, le 1
er
août 2005, un accord de coopération a
été conclu entre le ministre de la Justice, le
procureur du Roi de Gand et le Netwerk Zorgcircuit
Vlaanderen. Cet accord couvrait une période de
deux ans et avait pour objectif d'orienter les
délinquants majeurs toxicomanes vers une aide
appropriée dès le niveau du parquet.
Si le parquet estime que seule cette orientation est
nécessaire, le toxicomane suit ce qu'on appelle le
trajet court. S'il est opté pour le long trajet, le
parquet choisit non seulement d'orienter le
délinquant vers une aide appropriée mais aussi de
suivre le trajet d'aide, et impose une période
probatoire de six mois. Lorsqu'un magistrat du
parquet opte pour les soins probatoires, il désigne
un responsable de projet de soins probatoires qui
établit un dossier « sur mesure » du suspect, fait
office d'intermédiaire entre la Justice et l'aide et
contrôle si les accords sont respectés. Cette prise
en charge adéquate rapidement après les faits
permet d'éviter la récidive et favorise la
réintégration. Cette procédure repose sur ce qu'on
appelle la probation prétorienne - c'est-à-dire une
étape intermédiaire entre le classement sans suite
et la citation - qui n'est pas encore réglée par la loi.
Si les soins probatoires s'avèrent efficaces, le
dossier est classé sans suite. En cas d'échec,
l'affaire est portée devant le tribunal. Les résultats
de l'étude d'évaluation par le Service de la politique
criminelle et de l'Université de Gand sont positifs et
seront bientôt publiés.
(Frans) Van de 464 dossiers werd 97 procent
succesvol opgevolgd in het korte proefzorgtraject en
64 procent in het lange proefzorgtraject. De diverse
actoren hebben hun tevredenheid geuit. De
samenwerking tussen de gerechtelijke diensten en
de hulpverleningssector is verbeterd.
Er werd beslist het pilotproject naar het nationale
niveau te tillen. Er werd evenwel op gewezen dat
een aantal factoren eigen zijn aan Gent en dat dit
model niet zonder aanpassingen naar andere
arrondissementen kan worden overgeplant.
(En français) Sur les 464 dossiers suivis, 97 % l'ont
été avec succès dans le plan de soins de courte
durée et 64 % dans le plan de soins de longue
durée. Les différents acteurs ont marqué leur
satisfaction. On note une amélioration de la
collaboration entre la justice et les services d'aide.
Il a été décidé de transposer ce projet au niveau
national. Il a cependant été souligné que certains
facteurs étaient spécifiques à Gand et que ce
modèle ne pourrait être appliqué tel quel dans
d'autres arrondissements sans adaptations.
(Nederlands) Alvorens tot implementatie over te
gaan moeten verschillende randvoorwaarden
worden vervuld. De hulpverlening moet voldoende
uitgebouwd
zijn
en
over
een
voldoende
opvangcapaciteit beschikken. Er moeten genoeg
goodwill, overleg- en communicatiebereidheid
aanwezig zijn zowel bij Justitie als bij de
hulpverleningssector.
De
hulpverleningscentra
moeten eerst financieel op punt staan en het
strafrechtelijke beleid moet eenvormig zijn, zodat de
dossiers proefzorg overal een gelijke behandeling
krijgen. Er is zeker een nieuwe studie nodig van de
dienst
Strafrechtelijk
Beleid
om
deze
(En néerlandais) Différentes conditions connexes
devront être remplies avant de passer à la mise en
oeuvre. Ainsi, les structures d'aide, ainsi que leur
capacité d'accueil, devront être suffisamment
développées. Tant à la Justice que du côté du
secteur de l'aide, la bonne volonté, mais aussi la
disposition à communiquer et à se concerter,
devront être suffisantes. Les centres d'aide devront
être financièrement en ordre et la politique
criminelle doit être appliquée de manière uniforme,
de sorte que les dossiers de "soins probatoires"
soient traités partout de la même manière. Le
service « Politique criminelle » devra certainement
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
randvoorwaarden te onderzoeken, oplossingen aan
te reiken en te onderzoeken hoe proefzorg wettelijk
kan worden ingekaderd. Die studie moet over een
jaar klaar zijn. (Frans)
mener une nouvelle étude afin d'analyser ces
conditions connexes, de proposer des solutions et
d'examiner
l'encadrement
légal
des
soins
probatoires. Cette étude devra être terminée d'ici un
an.
(Frans) Bij het parket van Luik werd met een
soortgelijk pilotproject gestart. Dat zal tegen 6 mei
geëvalueerd worden.
(En français) Un projet pilote similaire a été lancé
au parquet de Liège. Une évaluation de celui-ci est
prévue pour le 6 mai prochain.
(Nederlands) De drugsbehandelingskamer is een
initiatief van het gerechtelijk arrondissement Gent.
Men wil de verdachten al op de inleidingszitting
doorverwijzen naar de hulpverlening, die een traject
van zes tot tien maanden helpt uit te stippelen,
waarna de zaak opnieuw voor de rechtbank komt
voor vonnis. Het betreft een gewone zitting, maar
met
een
gespecialiseerde
rechter
en
parketmagistraat. Uiteraard blijven alle gewone
regels inzake rechtspleging en procedure gelden.
Uiteindelijk zal het gevolgde traject worden
geëvalueerd en kunnen probatievoorwaarden
worden opgelegd. Essentieel daarbij is dat
eventuele slachtoffers worden vergoed. In de loop
van
het
behandelingstraject
kan
ook
herstelbemiddeling tussenbeide komen.
Met betrekking tot dit project werd op 27 maart
2008 een samenwerkingsprotocol afgesloten voor
een periode van twee jaar met ingang op 1 mei
2008. Justitie zal hiervoor de nodige financiële
middelen ter beschikking stellen. Ook dit project zal
door de dienst Strafrechtelijk Beleid worden
geëvalueerd met het oog op eventuele verdere
implementatie.
(En néerlandais) : La chambre spécialisée dans les
stupéfiants est une initiative de l'arrondissement
judiciaire de Gand. L'on souhaite, dès l'audience
d'introduction, orienter les prévenus vers des
services d'aide, qui contribuent à définir un parcours
de six à dix mois. Au terme de cette période,
l'affaire est de nouveau portée devant le tribunal
pour être jugée. Il s'agit d'une audience ordinaire,
mais en présence d'un juge et d'un magistrat du
parquet spécialisés. Naturellement, toutes les
règles ordinaires de procédure restent applicables.
Le parcours suivi fait enfin l'objet d'une évaluation
et des conditions probatoires peuvent être
imposées. Un élément essentiel à cet égard est
l'indemnisation des victimes éventuelles. Ce
parcours de traitement peut également faire
intervenir une médiation en réparation.
En ce qui concerne ce projet, un protocole de
collaboration a été conclu le 27 mars 2008 pour une
période de deux ans, à compter du 1
er
mai 2008. La
Justice affectera à ce projet les moyens financiers
nécessaires. Il sera également évalué par le service
de la Politique criminelle en vue de l'éventuelle
poursuite de sa mise en oeuvre.
09.07 Jean-Luc Crucke (MR): Ik begrijp dat
dankzij de specifieke situatie in Gent de optimale
voorwaarden kunnen worden gecreëerd voor die
oplossing. Alle gerechtelijke arrondissementen van
het land hebben evenwel te maken met dat
fenomeen, en de filosofie die hierover wordt
ontwikkeld, is aanlokkelijk. Er moet een sanctie
worden opgelegd, maar indien de druggebruiker
geen oplossing vindt voor zijn persoonlijke
probleem, omdat hij dreigt te recidiveren, is er ook
een tweede, maatschappelijke sanctie.
Het zou interessant zijn als onze commissie in
Gent, en waarom ook niet in Luik, een kijkje kan
gaan nemen. Als we erin zouden slagen gedurende
deze zittingsperiode vooruitgang te boeken in dit
dossier, dan zouden we een grote stap gezet
hebben op het stuk van justitie.
09.07 Jean-Luc Crucke (MR) : Je comprends que
Gand
dispose
d'éléments
spécifiques
qui
permettent de réunir les conditions optimales à la
solution. Tous les arrondissements judiciaires du
pays sont cependant touchés par le phénomène et
la philosophie développée est attirante. Une
sanction doit intervenir mais une double sanction
intervient ensuite au niveau de la société si le
toxicomane ne trouve pas de solution personnelle
puisqu'il risque de récidiver.
Il serait intéressant que notre commission puisse se
déplacer à Gand et pourquoi pas à Liège. Si nous
réussissons à avancer dans ce dossier pendant
cette législature, nous aurons accompli un grand
pas en matière de justice.
09.08 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Ik wacht nu op
een project in Brugge.
09.08 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : J'attends à
présent un projet pour Bruges.
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
09.09 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Zal
een mogelijke uitbreiding van dit project naar
andere steden afhangen van de evaluatie van de
ervaringen in Gent?
09.09 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Un
éventuel élargissement de ce projet à d'autres villes
dépendra-t-il de l'évaluation de l'expérience à
Gand ?
09.10 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het
eindrapport van het project in Gent is wel degelijk
positief, maar een uitbreiding naar andere steden is
niet zo evident. De voorwaarden waaronder dit
project succesvol kan worden overgeheveld naar
andere steden, worden momenteel bestudeerd door
de dienst Strafrechtelijk Beleid. De principiële
beslissing om door te gaan met dit project werd
genomen naar aanleiding van de positieve
ervaringen in Gent.
Het andere project, de drugbehandelingskamer, zal
helemaal volgens hetzelfde stramien verlopen.
09.10 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Le rapport final du projet à Gand est effectivement
positif mais un élargissement à d'autres villes n'est
pas si évident. Le service de la Politique criminelle
examine
actuellement
les
conditions
dans
lesquelles ce projet peut être transféré avec succès
dans d'autres villes. La décision de principe de
poursuivre ce projet a été prise à la suite de
l'expérience positive à Gand.
L'autre projet, la chambre de traitement en matière
de drogues, se déroulera entièrement selon le
même schéma.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
Slachtofferfonds" (nr. 4100)
- de heer Renaat Landuyt aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Institutionele
Hervormingen
over
"het
Slachtofferfonds
en
het
aandeel
van
veroordelingen
voor
verkeersovertredingen
hierin" (nr. 4283)
10 Questions jointes de
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier
ministre et ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le Fonds d'aide aux
victimes" (n° 4100)<br>- M. Renaat Landuyt au vice-premier ministre et
ministre de la Justice et des Réformes
institutionnelles sur "le Fonds d'aide aux
victimes et la part qu'y représentent les
condamnations pour infractions de roulage"
(n° 4283)</b>
10.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Sinds
1985 kan de Staat een financiële bijdrage
toekennen aan slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden en hun verwanten. De Commissie
voor Financiële Hulp aan Slachtoffers is een
administratief rechtscollege dat toeziet op de
toekenning van de bijdrage. Het aantal verzoeken
tot steun uit het Slachtofferfonds stijgt jaar na jaar.
Vorig jaar werd 12,57 miljoen euro uitgekeerd. Het
Slachtofferfonds wordt gefinancierd met de
bijdragen die veroordeelden moeten betalen en de
bedragen die worden teruggevorderd van de daders
van
de
gewelddaden
of
hun
burgerlijk
verantwoordelijken. Omdat er een structureel tekort
dreigde, werd de bijdrage van de veroordeelden in
2005 opgetrokken van 55 euro tot 137,5 euro.
Hoe staat het Slachtofferfonds er vandaag voor?
Wat is de impact van de verhoging van de
10.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) :
Depuis 1985, l'État peut accorder une aide
financière aux victimes d'actes intentionnels de
violence et à leurs parents. La Commission d'aide
financière aux victimes est une juridiction
administrative qui contrôle l'octroi de cette aide aux
victimes. Le nombre de demandes d'indemnisation
adressées au Fonds d'aide aux victimes augmente
chaque année. L'année passée, l'intervention du
Fonds s'est montée à 12,57 millions d'euros. Le
Fonds d'aide aux victimes est financé par les
contributions
payées
par
les
personnes
condamnées et par les montants récupérés auprès
des auteurs des actes de violence ou des
personnes civilement responsables pour ceux-ci.
En raison du risque d'un déficit structurel, la
contribution des personnes condamnées a été
portée en 2005 de 55 à 137,5 euros.
Quelle est à ce jour la situation financière du Fonds
d'aide aux victimes ? Quelle a été l'incidence de
l'augmentation des contributions obligatoires ? Le
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
verplichte bijdragen? Zal het bedrag van die
bijdrage aan een evaluatie worden onderworpen?
Er is her en der namelijk nogal wat kritiek op die
bijdrage. Overweegt de minister een uitbreiding van
het toepassingsgebied van het fonds?
montant de cette contribution fera-t-il l'objet d'une
évaluation, la contribution faisant l'objet de critiques
diverses ? Le ministre envisage-t-il d'étendre le
champ d'application de ce Fonds ?
10.02 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): De bijdrage die
veroordeelden aan het Slachtofferfonds moeten
betalen, is inderdaad in 2005 opgetrokken. In de
praktijk stel ik vast dat er in de politierechtbanken
waar heel wat veroordelingen worden uitgesproken
bijzonder pittige boetes worden opgelegd. Ik
begrijp steeds beter de aversie van de modale
autobestuurder
tegen
die
boetes.
Het
Slachtofferfonds wordt bijgevolg goed gespekt door
de veroordeelde verkeersovertreders, maar er is
geen
wisselwerking:
slachtoffers
van
verkeersovertredingen kunnen geen beroep doen
op het Slachtofferfonds, maar uitsluitend op het veel
beperktere Motorwaarborgfonds.
Hoeveel
geld
zit
er
momenteel
in
het
Slachtofferfonds? Hoe groot is de bijdrage van
verkeersovertreders? Overweegt de minister een
uitbreiding van de werking van het Slachtofferfonds
ten
voordele
van
de
slachtoffers
van
verkeersovertredingen en dit voor de schade die
niet wordt vergoed door het Motorwaarborgfonds?
10.02 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : La
contribution des condamnés au Fonds d'aide aux
victimes a effectivement été augmentée en 2005.
Dans la pratique, je constate qu'au sein des
tribunaux de police où de nombreuses
condamnations sont prononcées des amendes
particulièrement
élevées
sont
infligées.
Je
comprends
toujours
mieux
l'aversion
de
l'automobiliste moyen pour ces amendes. Le Fonds
d'aide aux victimes est par conséquent bien
alimenté par les contrevenants condamnés. En
revanche, il n'y a pas d'interaction : les victimes
d'infractions routières ne peuvent pas faire appel au
Fonds d'aide aux victimes, mais seulement au
Fonds de garantie automobile beaucoup plus limité.
Combien d'argent possède actuellement le Fonds
d'aide aux victimes ? A combien s'élève la
contribution des contrevenants condamnés ? Le
ministre
envisage-t-il
une
extension
du
fonctionnement dudit Fonds au profit des victimes
d'infractions routières, et ce pour le préjudice qui
n'est pas indemnisé par le Fonds de garantie
automobile ?
10.03 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik
zal het cijfermateriaal over de middelen waarvoor
het Fonds beschikt, schriftelijk overhandigen.
De analyse van de evolutie van inkomsten en
uitgaven zal meer duidelijkheid kunnen bieden over
de werking van het Fonds. De evaluatie van de
bijdrageplicht kan gebeuren in het kader van een
algemene evaluatie van de invorderingen van
geldboetes door de ontvangers van de FOD
Financiën.
Van een uitbreiding van de werking van het Fonds
is er vandaag geen sprake, wel van een aantal
wettechnische aanpassingen.
Er bestaan geen systematische statistieken van
betalingen van boetes volgens de aard van het
misdrijf. Het Slachtofferfonds betaalt alleen maar uit
aan slachtoffers van een opzettelijke gewelddaad.
Dit
betekent
dat
het
Gemeenschappelijk
Waarborgfonds bevoegd blijft voor uitbetalingen
aan verkeerslachtoffers.
10.03 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je transmettrai par écrit les chiffres concernant les
moyens dont dispose le Fonds.
L'analyse de l'évolution des recettes et des
dépenses permettra d'apporter davantage de
précisions sur le fonctionnement du Fonds.
L'évaluation de l'obligation de contribution peut être
effectuée dans le cadre de l'évaluation générale du
recouvrement des amendes par les receveurs du
SPF Finances.
Il n'est pas question aujourd'hui d'un élargissement
du fonctionnement du Fonds mais d'un certain
nombre d'adaptations d'ordre légistique.
Il n'existe pas de statistiques systématiques des
paiements des amendes en fonction de la nature du
délit. Le Fonds d'aide aux victimes ne rembourse
que les victimes d'un acte intentionnel de violence,
ce qui signifie que le Fonds commun de garantie
reste compétent pour les remboursements aux
victimes d'accidents de la circulation.
10.04 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): De
gevolgen van het optrekken van de verplichte
bijdrage is dus nog niet bestudeerd.
10.04 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Les
conséquences de l'augmentation de la cotisation
obligatoire n'ont donc pas encore été examinées.
08/04/2008
CRABV 52
COM 150
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Dat heel wat boetes in praktijk nooit worden
betaald, is een rechtsstaat onwaardig. Ik ben dan
ook verheugd dat er werk zal worden gemaakt van
het verbeteren van het innen van boetes.
Il est indigne d'un État de droit que bon nombre
d'amendes restent impayées dans la pratique. Je
me félicite dès lors de ce que l'on s'attellera à
l'amélioration du système de perception des
amendes.
10.05 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Daarover
moet men zich niet te veel illusies maken: in de
officieuze beleidsnota staat dat men het zal
bestuderen.
10.05 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Il ne faut pas
se faire trop d'illusions à ce sujet. La note de
politique générale officieuse indique que le
problème sera examiné.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de vice-eersteminister en minister van
Justitie en Institutionele Hervormingen over "de
te nemen maatregelen na het verzet van de
banken inzake de huurwaarborg" (nr. 4101)
11 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
vice-premier ministre et ministre de la Justice et
des Réformes institutionnelles sur "les mesures
à prendre face à la résistance bancaire à l'égard
de la garantie locative" (n° 4101)</b>
11.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): De
bepalingen van de nieuwe huurwet worden door
heel wat banken met voeten getreden. Zij weigeren
de verplichte huurwaarborg van twee jaar voor te
schieten en verwijzen de huurders door naar de
OCMW's. Voormalig minister van Justitie Onkelinx
verklaarde eind vorig jaar dat ze overleg met de
banksector en de OCMW's wou laten uitmonden in
een herenakkoord. Is dit overleg ondertussen al
georganiseerd? Met welk resultaat?
11.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Les
dispositions de la nouvelle loi sur les baux sont
bafouées par de nombreuses banques qui refusent
d'avancer la garantie locative obligatoire de deux
mois et orientent les locataires vers les CPAS. A la
fin de l'année dernière, l'ancienne ministre de la
Justice avait déclaré qu'elle souhaitait que la
concertation avec le secteur bancaire et les CPAS
conduise à un gentlemen's agreement. Cette
concertation a-t-elle déjà eu lieu ? Et dans
l'affirmative, quels en ont été les résultats ?
11.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
wet van 25 april 2007 zegt dat de Koning een jaar
na het van kracht worden van het systeem van
huurwaarborgen een openbare waarborg kan
invoeren om de waarborgen te dekken die door de
financiële instellingen toegekend werden aan
bepaalde categorieën huurders. Begin mei vervalt
die termijn van één jaar. Een evaluatie in mei is dus
door de wetgever zelf vooropgesteld.
Verder moet rekening worden gehouden met het
vernietigingsverzoek bij het Grondwettelijk Hof
inzake de ongrondwettigheid ven een bepaalde
passage in de wet. Het is wellicht verstandig op dat
arrest te wachten.
In de commissie voor de Justitie van de Senaat
start de bespreking van de bijzondere wet waardoor
dit Parlement na de staatshervorming niet meer
bevoegd zal zijn voor deze materie.
11.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La loi du 25 avril 2007 stipule qu'un an après
l'entrée en vigueur du système des garanties
locatives, le Roi peut introduire une garantie
publique pour couvrir les garanties accordées par
les institutions financières à certaines catégories de
locataires. Ce délai d'un an arrive à expiration début
mai. Le législateur part donc lui-même du principe
d'une évaluation dans le courant du mois de mai.
Il convient également de tenir compte de la requête
en
annulation
introduite
devant
la
Cour
constitutionnelle pour inconstitutionnalité d'un
certain passage de la loi. Il serait donc
probablement plus sage d'attendre cet arrêt.
La discussion de la loi spéciale a commencé en
Commission de la Justice du Sénat, ce qui signifie
qu'après la réforme de l'État, cette matière ne
ressortira plus à la compétence du parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12 h 33.
CRABV 52
COM 150
08/04/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25