KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 143
CRABV 52 COM 143
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
11-03-2008
11-03-2008
Avond
Soir
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V - N-VA
Christen-Democratisch en Vlaams Nieuw-Vlaamse Alliantie
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
tekort aan eiceldonoren" (nr. 2230)
1
Question de M. Yvan Mayeur à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
pénurie de dons d'ovocytes" (n° 2230)
1
Sprekers: Yvan Mayeur, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Yvan Mayeur, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de tarifering van de derdebetalersregeling in
het kader van het akkoord tandheelkundigen-
ziekenfondsen" (nr. 2356)
3
Question de M. Joseph George à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
tarification du tiers payant dans le cadre de la
convention dento-mutualiste" (n° 2356)
3
Sprekers:
Joseph
George,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Joseph
George,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de dienst cardiologie" (nr. 2357)
4
Question de M. Joseph George à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
service de cardiologie" (n° 2357)
4
Sprekers:
Joseph
George,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Joseph
George,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het zoutgehalte in de voeding" (nr. 2505)
5
Question de Mme Maya Detiège à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
teneur en sel des produits alimentaires" (n° 2505)
5
Sprekers: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maya Detiège, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Linda Vissers aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
organisatie van de permanente vorming in de
ambulanciersscholen" (nr. 2538)
6
Question de Mme Linda Vissers à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'organisation de la formation permanente dans
les écoles pour ambulanciers" (n° 2538)
6
Sprekers: Linda Vissers, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Linda Vissers, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
behoud van het universitair karakter van de
openbare ziekenhuizen van Charleroi" (nr. 2547)
7
Question de M. Olivier Chastel à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
maintien du caractère universitaire des institutions
hospitalières publiques de Charleroi" (n° 2547)
7
Sprekers: Olivier Chastel, staatssecretaris
belast met de Voorbereiding van het Europese
Voorzitterschap, Laurette Onkelinx, vice-
eerste minister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid
Orateurs: Olivier Chastel, secrétaire d'État
chargé de la Préparation de la Présidence
européenne,
Laurette
Onkelinx,
vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "myelodysplasie" (nr. 2710)
9
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la myélodysplasie" (n° 2710)
9
Sprekers: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Véronique Salvi aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het aanrekenen van te hoge kosten voor
10
Question de Mme Véronique Salvi à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la
surfacturation
en
cas
d'assurance
10
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
patiënten met een hospitalisatieverzekering"
(nr. 2714)
hospitalisation" (n° 2714)
Sprekers:
Véronique
Salvi,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Véronique
Salvi,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "chronisch nierlijden" (nr. 2760)
11
Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les affections rénales chroniques"
(n° 2760)
11
Sprekers: Yolande Avontroodt, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Yolande Avontroodt, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "inspanningen die kunnen bijdragen aan de
goedkeuring van het zogenaamde Gaborone-
amendement" (nr. 2562)
13
Question de Mme Meyrem Almaci à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les efforts susceptibles de contribuer à
l'approbation de l'amendement dit de Gaborone"
(n° 2562)
13
Sprekers:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Meyrem
Almaci,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de HIV-thuistests" (nr. 2728)
14
Question de Mme Sarah Smeyers à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les tests HIV à effectuer soi-même" (n° 2728)
14
Sprekers:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Sarah
Smeyers,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het risico op onvruchtbaarheid door het
gebruik van Viagra" (nr. 2763)
15
Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les risques d'infertilité liés à
l'utilisation du Viagra" (n° 2763)
15
Sprekers: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Jean-Jacques Flahaux, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer Bruno Steegen aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
stijgend aantal gevallen van darmkanker"
(nr. 2783)
16
Question de M. Bruno Steegen à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
nombre croissant de cas de cancer de l'intestin"
(n° 2783)
16
Sprekers:
Bruno
Steegen,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Orateurs:
Bruno
Steegen,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
11
MAART
2008
Avond
______
du
MARDI
11
MARS
2008
Soir
______
De behandeling van de vragen en interpellaties
vangt aan om 14.50 uur. De vergadering wordt
voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
La discussion des questions est ouverte à 14 h 50
par Mme Muriel Gerkens, présidente.
01 Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het tekort aan eiceldonoren" (nr. 2230)
01 Question de M. Yvan Mayeur à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
pénurie de dons d'ovocytes" (n° 2230)</b>
01.01 Yvan Mayeur (PS): Op het stuk van de
medische begeleiding bij de voortplanting doen zich
een aantal problemen voor, met name met
betrekking tot de donatie van gameten.
01.01 Yvan Mayeur (PS) : L'assistance médicale à
la procréation présente des difficultés, notamment
en matière de dons de gamètes.
Vandaag kampt ongeveer één op zes Belgische
koppels met vruchtbaarheidsproblemen. Jaarlijks
doen meer dan 15.000 koppels een beroep op
vruchtbaarheidshormonen met het oog op een in-
vitrofertilisatie. Spermadonatie mag dan wel
wijdverbreid zijn, eiceldonatie blijft zeldzaam.
Sommige Europese landen kennen eiceldonoren
een vergoeding toe teneinde die praktijk te
bevorderen.
Dat
voorbeeld
heeft
blijkbaar
sommigen in ons land op ideeën gebracht. Een
vruchtbaarheidskliniek in Leuven was blijkbaar
voornemens
via
een
doorgedreven
communicatiecampagne studentes te ronselen om
tegen een vergoeding van 750 euro eicellen af te
staan. De meningen over die kwestie zijn verdeeld.
Er werden ernstige bezwaren geuit met betrekking
tot deze praktijken, met name wegens de
lichamelijke en psychologische gevolgen die ze
vooral voor deze jonge, kwetsbare doelgroep
kunnen hebben.
U hebt duidelijk gesteld dat de wet dergelijke
praktijken niet toeliet. Wat is thans de gemiddelde
wachttijd om voor eiceldonatie in aanmerking te
Environ un couple belge sur six est aujourd'hui
confronté à une infertilité. Chaque année, plus de
quinze mille couples ont ainsi recours à des
hormones de la fertilité pour une fécondation in
vitro. Si le don de spermatozoïdes est répandu, le
don d'ovocytes reste rare. Certains pays européens
indemnisent les donneuses pour encourager ces
dons. Cette pratique semble donner des idées à
certains dans notre pays. Une clinique de la fertilité
à Louvain s'apprêtait à mener une active campagne
de communication afin de recruter des étudiantes et
les inciter à faire don de leurs ovocytes moyennant
750 euros. Les avis sur la question sont partagés.
De sérieuses réserves ont été émises quant à ce
type de pratiques, notamment en raison des
conséquences physiques et psychologiques qu'elles
induisent, encore accentuées par l'âge des
donneuses ciblées.
Vous avez clairement indiqué que la loi n'autorisait
pas ce type de pratique. Quel est actuellement le
délai moyen d'attente pour pouvoir bénéficier d'un
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
komen en hoe kan die termijn worden ingekort?
Acht u het momenteel noodzakelijk dat de federale
overheid een nationale informatiecampagne op
touw zet inzake de medisch begeleide voortplanting
en de donatie van gameten? Zal er gerechtelijk
worden opgetreden tegen de mercantiele aanpak
van die Leuvense vruchtbaarheidskliniek die niet
met de geest van de wet strookt? Wat vindt u over
het algemeen van de praktijken die in onze
buurlanden worden toegepast?
don d'ovocytes et que peut-on envisager pour
réduire ce délai ? Estimez-vous qu'une campagne
d'information fédérale, nationale, sur l'assistance
médicale à la procréation et sur les dons de
gamètes soit aujourd'hui une nécessité ? Une
action judiciaire est-elle envisageable contre la
démarche mercantile de la clinique de la fertilité de
Louvain qui s'éloigne de la philosophie de la loi ?
Que pensez-vous, globalement, des pratiques
utilisées dans nos pays voisins ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: De gemiddelde
wachttijd om voor een eiceldonatie in aanmerking te
komen, schommelt tussen 1 en 2 jaar. Dat heeft
alles te maken met het feit dat de eicelpunctie en de
hormoonstimulatie zeer zwaar zijn voor de
eiceldonor, en met de almaar toenemende vraag.
Om die termijn in te korten, moet er nagedacht
worden over de mogelijkheden om meer vrouwen
ertoe aan te zetten eicellen te doneren. U heeft het
gehad over sensibiliseringscampagnes. Men zal
moeten nagaan wat de mogelijkheden in dat
verband zijn. Voorts moeten de oorzaken van de
verhoogde vraag achterhaald worden en moet die
vraag gecontroleerd worden. Wat de naleving van
de wet van 6 juli 2007 betreft, mag men geen
handel drijven. Men mag echter wel de kosten ten
laste nemen die verbonden zijn aan de donatie van
gameten. Deze wet voorziet niet in een bepaling op
grond waarvan de uitvoerende macht inspecteurs
kan aanstellen die ertoe gemachtigd zijn de
naleving van de wet te controleren en om de
vastgestelde overtredingen te verbaliseren. Ik zal de
nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat
deze bevoegdheid wordt toegekend aan de
inspectiedienst van het Federaal Agentschap voor
Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. In
Frankrijk zijn de donaties gratis. Er is wél een
vergoeding voor gemaakte kosten. In Duitsland zijn
dergelijke donaties verboden. In Nederland gebeurt
het doneren van eicellen anoniem en zijn de
donaties ook gratis en wordt er ook een
kostenvergoeding betaald.
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le délai moyen d'attente pour bénéficier d'un don
d'ovocytes se situe entre un et deux ans. Ce délai
est expliqué parce que le prélèvement d'un ovocyte
ainsi que la stimulation hormonale sont très lourds
pour la femme donneuse et que la demande croît
régulièrement. Pour réduire ce délai, il faut réfléchir
sur la possibilité d'augmenter le don d'ovocytes.
Vous avez parlé de campagnes de sensibilisation, il
faudra examiner la chose. Il faut aussi identifier les
causes de l'augmentation de la demande et la
contrôler. En ce qui concerne le respect de la loi du
6 juillet 2007, on ne peut pas faire de commerce
mais on peut prendre en charge les frais inhérents
au don de gamètes. Cette loi ne prévoit pas de
disposition qui permette au pouvoir exécutif de
désigner les inspecteurs qui sont habilités à
contrôler le respect de cette loi ainsi qu'à verbaliser
les infractions. Je vais prendre les mesures
nécessaires pour que cette compétence soit
attribuée au service d'inspection de l'Agence
fédérale des médicaments et des produits de santé.
En France, les dons sont gratuits mais il y a une
indemnité pour les frais encourus. En Allemagne, ils
sont interdits. Aux Pays-Bas, ils ne sont pas
anonymes, ils sont gratuits mais il y a une indemnité
pour les frais encourus.
01.03 Yvan Mayeur (PS): Indien er maatregelen
worden genomen om overtredingen van de wet te
strafrechtelijk te vervolgen, is dat een goede zaak.
De voorzitter: Wij mogen verwachten dat deze
materie aan bod zal komen in het toekomstige
ontwerp van programmawet.
01.03 Yvan Mayeur (PS) : Si une initiative est
prise pour qu'il y ait des poursuites en cas de
transgression de la loi, ce sera une bonne chose.
La présidente : Nous pouvons nous attendre à
trouver cette matière dans le futur projet de loi-
programme.
01.05 01.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
De materie zal normaal worden geregeld bij een
wetsontwerp houdende diverse bepalingen.
De voorzitter : Wij zullen u daaraan herinneren en,
indien nodig, een amendement indienen.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Elle se trouvera normalement dans un projet de loi
portant des dispositions diverses.
La présidente : Nous serons là pour vous le
rappeler et introduire un amendement si
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
nécessaire.
01.05 Yvan Mayeur (PS): Inderdaad.
01.05 Yvan Mayeur (PS) : En effet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de tarifering van de derdebetalersregeling
in het kader van het akkoord tandheelkundigen-
ziekenfondsen" (nr. 2356)
02 Question de M. Joseph George à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la tarification du tiers payant dans le cadre de la
convention dento-mutualiste" (n° 2356)</b>
02.01
Joseph
George
(cdH):
De
derdebetalersregeling wordt door veel tandartsen
toegepast, met name in kansarme buurten. Kan dat
niet bestempeld worden als medische preventie en
als middel om de strijd aan te binden tegen
bepaalde vormen van sociale uitsluiting?
In
het
kader
van
de
overeenkomsten
tandheelkundigen - ziekenfondsen 2007 2008, is
er sprake van een beperking van de toegang tot dat
systeem. Wat is uw mening over de huidige
situatie?
02.01 Joseph George (cdH) : Le tiers-payant est
pratiqué par de nombreux dentistes, notamment
dans les quartiers défavorisés. N'est-ce pas là une
forme de médecine préventive et, aussi, un moyen
de lutter contre certaines exclusions sociales ?
Dans le cadre des conventions dento-mutualistes
2007-2008, il est question de limiter les cas où l'on
peut avoir recours à ce système. Quel est votre avis
sur la situation actuelle ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Zoals ik
al had aangegeven in mijn antwoord op dezelfde
vraag van mevrouw Gerkens, vloeit het ontwerp van
koninklijk
besluit
ter
beperking
van
de
derdebetalersregeling bij tandartsen voort uit de
overeenkomst tandheelkundigen - ziekenfondsen
die sinds 1 januari 2007 van kracht is. Ik ben door
deze beslissing aan handen en voeten gebonden.
Door die beperking wensen de ondertekenaars van
de overeenkomst misbruik tegen te gaan met
betrekking tot het begrip "financiële nood".
Wat het dossier ten gronde betreft, wordt het
principe van de derde betaler niet in twijfel
getrokken, wel integendeel. De voorgestelde
oplossing voorziet, zodra een bepaald percentage
overschreden wordt, in een procedure voor een
commissie die belast is met het onderzoek naar de
redenen van de overschrijding. Indien de
derdebetalersregeling wordt toegepast, zal de
tandarts geen sanctie worden opgelegd.
Ik herhaal eveneens dat dit systeem in het leven
werd geroepen op verzoek van de ziekenfondsen,
die trouwens de meest fervente voorstanders van
de derdebetalersregeling zijn.
In het licht van het voorafgaande zie ik geen enkele
geldige reden om de overeenkomst niet toe te
passen. Ik zal de toepassing van dat besluit
nauwgezet volgen.
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Comme je l'avais déjà indiqué en réponse à la
question identique de Mme Gerkens, le projet
d'arrêté royal visant à limiter le recours au tiers-
payant chez les dentistes découle de l'accord
dento-mutualiste en cours depuis le 1
er
janvier
2007. Je suis pieds et mains liés par cette décision.
Les partenaires de la dento-mut souhaitaient, par
l'intermédiaire de cette limitation, lutter contre des
abus dans le recours à la notion de détresse
financière.
Sur le fond du dossier, il ne s'agit pas de remettre
en question le principe du tiers-payant, bien au
contraire. La solution proposée prévoit, passé un
certain pourcentage, une procédure devant une
commission chargée d'examiner les raisons du
dépassement. Si le tiers-payant a été appliqué de
manière correcte, le dentiste ne se verra infligé
aucune sanction.
Je rappelle également que ce système est instauré
à la demande des mutuelles qui sont les premières
à défendre par ailleurs le système du tiers-payant.
Au vu de ce qui précède, je ne vois pas de raison
valable de remettre en cause l'application de
l'accord. Ceci dit, je suivrai de très près l'application
de cet arrêté.
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Joseph George aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de dienst cardiologie" (nr. 2357)
03 Question de M. Joseph George à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le service de cardiologie" (n° 2357)</b>
03.01 Joseph George (cdH): Uw voorganger werd
ertoe gebracht maatregelen te treffen met
betrekking tot de hervorming van de centra voor
ziekenhuiscardiologie. Er werd bepaald dat de
activiteiten B2 en B3 die de zware chirurgie inzake
cardiologie beogen, zouden worden samengebracht
op een dertigtal locaties. Dat betekende dat hoewel
de patiënten dan wel hun gebruikelijke cardioloog
verder konden blijven raadplegen op de andere
sites, in die ziekenhuizen ten gevolge van die
maatregelen mogelijk geen zwaardere operaties
meer zouden worden uitgevoerd. De Raad van
State heeft deze besluiten tweemaal vernietigd,
zodat wij niet weten hoe de toekomst eruit ziet voor
de beheerders van de ziekenhuizen, voor de
patiënten
en
voor
iedereen
die
gezondheidsproblemen heeft. Bent u van plan dit
dossier ernstig aan te pakken? Welke oplossingen
overweegt u? Het evenwicht tussen de door de
regionale ziekenhuizen verzekerde diensten en de
grote ziekenhuiscentra staat op het spel.
03.01 Joseph George (cdH) : Votre prédécesseur
avait été amené à prendre des dispositions quant à
la réforme des centres de cardiologie hospitalière. Il
était prévu que l'activité B2 et B3, qui visait la
chirurgie lourde en matière de cardiologie, serait
recentrée sur une trentaine de sites. Cela signifiait
que, si les patients pouvaient continuer à consulter
leur cardiologue habituel dans les autres sites, ces
mesures risquaient de priver ces hôpitaux
d'effectuer des opérations à caractère plus lourd. Le
Conseil d'État a annulé deux fois ces arrêtés, de
sorte que nous ignorons l'avenir pour les
gestionnaires d'hôpitaux, pour les patients, pour
tous ceux qui ont des problèmes de santé.
Entendez-vous prendre le dossier à bras-le-corps?
Quelles solutions envisagez-vous? L'équilibre entre
les services assurés par les hôpitaux régionaux et
les grands centres hospitaliers est en question.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): U volgt
dit dossier op de voet, en dat begrijp ik want het is
moeilijk. De Raad van State heeft beslissingen
vernietigd die door mijn voorganger werden
genomen. Ik ga de tijd nemen om de zaken
degelijk te doen. Er wordt mij op dit ogenblik
voorgesteld een wijziging aan te brengen in artikel
24 dat de exploitatie regelt van het programma
"cardiale pathologie B" op verschillende sites. Deze
wijziging zou tot doel hebben de verwarring weg te
nemen die bestaat tussen dit artikel 24 en artikel 76
sexies van de wet op de ziekenhuizen die ook de
programmatie en de erkenning beoogt in geval van
exploitatie op verschillende sites. Het is zaak de
mogelijkheid te beogen om associaties op te zetten
tussen programma's op verschillende sites, op
voorwaarde dat elke site alle bepalingen naleeft.
We werken er op dit ogenblik aan. Ik wacht op de
voorstellen, maar voor de meer globale hervorming
zal ik mijn tijd nemen!
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Vous suivez ce dossier de très près et je le
comprends car il est difficile. Le Conseil d'État a
annulé des décisions qui ont été prises par mon
prédécesseur. Je vais prendre le temps pour bien
faire les choses. On me propose pour le moment
d'apporter une modification à l'article 24 qui règle
l'exploitation du programme de soins "pathologie
cardiaque B" sur plusieurs sites. Cette modification
aurait pour objectif de supprimer la confusion qui
existe entre cet article 24 et l'article 76sexies de la
loi sur les hôpitaux qui vise également la
programmation et l'agréation en cas d'exploitation
sur plusieurs sites. Il s'agit de viser la possibilité de
faire des associations entre programmes sur
plusieurs sites, à condition que chaque site
respecte l'ensemble des dispositions. Nous y
travaillons actuellement. J'attends les propositions
mais, pour la réforme plus globale, je prendrai le
temps!
03.03 Joseph George (cdH): U heeft gelijk dat u
er de tijd voor neemt. We zitten nog altijd in de
onzekerheid en dat is een nadelig voor de
verschillende actoren. Het is dus de moeite waard
om de nodige tijd uit te trekken voor het nemen van
de juiste beslissing.
03.03 Joseph George (cdH) : Vous avez raison de
prendre le temps. Ce que l'on a connu est toujours
une situation d'insécurité et est pénalisant pour les
acteurs. Il vaut dès lors prendre le temps pour
choisir la bonne décision.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
04 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het zoutgehalte in de voeding" (nr. 2505)
04 Question de Mme Maya Detiège à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la teneur en sel des produits alimentaires"
(n° 2505)</b>
04.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Zout is een stille
vijand van ons allemaal. Een volwassene in goede
gezondheid mag per dag maximum 8,75 gram zout
eten.
Mochten
we
de
Wereldgezondheidsorganisatie volgen, zou dit maar
6 gram zijn. Het dagelijkse zoutgebruik in België
schommelt rond de 8 à 9 gram. De meeste mensen
hebben geen idee van de hoeveelheid zout die ze
dagelijks innemen. Er worden bijvoorbeeld steeds
meer kant-en-klare maaltijden geconsumeerd. Het
zoutgehalte wordt heel vaak onvoldoende duidelijk
aangegeven.
Grote hoeveelheden natrium in het lichaam kunnen
op lange termijn nadelige gevolgen hebben, zoals
hypertensie. De hoge zoutwaarde in brood- en
bakkerijproducten,
gezonde
ontbijtgranen en
kaasproducten is verontrustend.
In de EU engageerden verschillende landen zich
om het zoutgehalte terug te dringen tot een
aanvaardbaar niveau. Van het zout dat wij innemen
is 80 procent toegevoegd aan producten.
Hoe denkt de minister een oplossing te kunnen
bieden die producenten duidelijk maakt dat dit niet
kan?
04.01 Maya Detiège (sp.a-spirit) : Sans le savoir,
nous consommons tous trop de sel. Or un adulte en
bonne santé peut en consommer au maximum 8,75
grammes par jour. Et si nous mettions en pratique
les recommandations de l'Organisation Mondiale de
la Santé, nous ne devrions en consommer que 6
grammes.
En
Belgique,
la
consommation
journalière moyenne oscille entre 8 et 9 grammes.
La plupart des gens n'ont aucune notion de la
quantité de sel qu'ils absorbent chaque jour en
mangeant par exemple des plats préparés qui
connaissent un succès croissant et dont la teneur
en sel est très souvent mentionnée de façon
insuffisamment intelligible.
De grandes quantités de natrium dans le corps
humain sont susceptibles de produire à long terme
des effets nuisibles comme l'hypertension. La
teneur élevée en sel dans le pain et les produits de
boulangerie, ainsi que dans les céréales à
consommer au petit déjeuner et les produits
fromagers est préoccupante. Au sein de l'UE,
plusieurs pays se sont engagés à ramener la
teneur en sel à un niveau acceptable. 80 % du sel
que nous ingérons consistent en additifs présents
dans nos produits alimentaires.
Comment la ministre compte-t-elle s'y prendre pour
faire comprendre aux fabricants de ces produits
qu'ils doivent remédier à ce problème ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
deel de bezorgdheid over het zoutgehalte in voeding
en
het
zoutverbruik
in
België.
De
voedingsaanbevelingen
van
de
Hoge
Gezondheidsraad worden momenteel herzien. De
maximale zoutinname zou moeten worden verlaagd
in overeenstemming met de internationale
aanbevelingen. Mijn voorganger heeft in 2006 het
voedings- en gezondheidsplan gelanceerd. De
vermindering van de zoutinname is daarin
opgenomen
als
een
van
de
zes
voedingsdoelstellingen.
In juli 2007 werd een werkgroep zoutreductie in de
voedselketen opgericht. Tegen einde maart
verwachten wij concrete maatregelen van alle
betrokken sectoren. Als deze vrijwillige aanpak niet
het gewenste resultaat oplevert, worden andere
strategieën uitgewerkt, waaronder reglementerende
maatregelen. Deze aanpak ligt volledig in de lijn van
de aanbevelingen van internationale instanties.
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je partage l'inquiétude à propos de la
teneur en sel des produits alimentaires et de la
consommation
de
sel
en
Belgique.
Les
recommandations alimentaires du Conseil supérieur
de l'hygiène sont actuellement revues. L'absorption
maximale de sel devrait être réduite conformément
aux
recommandations
internationales.
Mon
prédécesseur a lancé le Plan national nutrition et
santé en 2006. La réduction de l'absorption de sel y
figure comme un des six objectifs alimentaires.
Le groupe de travail réduction du sel dans la chaîne
alimentaire a été créé en juillet 2007. Nous
attendons des mesures concrètes de tous les
secteurs concernés pour fin mars. Si cette
approche sur une base volontaire ne produit pas le
résultat escompté, d'autres stratégies seront
élaborées,
parmi
lesquelles
des
mesures
réglementaires.
Cette
approche
se
situe
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
Uit gegevens van de voedselconsumptiepeiling die
in 2004 werd uitgevoerd bij de bevolking ouder dan
15 jaar, blijkt dat 80 procent van de personen boven
de aanbeveling van de WGO zit. Bovendien is dit
cijfer nog onderschat omdat er geen rekening werd
gehouden met het zout dat toegevoegd wordt door
het individu thuis of op restaurant.
In het kader van het Nationaal Voedings- en
Gezondheidsplan 2008 zal een studie worden
uitgevoerd waarbij de totale zoutinname exact kan
worden
gekwantificeerd.
De
voedselconsumptiepeiling geeft ook aan welke
voedingsmiddelen het meest bijdragen tot de
zoutinname.
entièrement
dans
la
continuité
des
recommandations des instances internationales.
Il ressort des données de l'enquête de
consommation alimentaire menée en 2004 auprès
des plus de 15 ans que 80 % des personnes
dépasse le seuil de la recommandation de l'OMS.
En outre, ce chiffre est encore sous-estimé parce
qu'il n'a pas été tenu compte du sel ajouté par
l'individu à la maison ou au restaurant. Dans le
cadre du Plan national nutrition et santé 2008, une
étude permettant de quantifier exactement
l'absorption totale de sel sera mise en oeuvre.
L'enquête de consommation alimentaire indique
également quels produits alimentaires contribuent le
plus à l'absorption de sel.
Sinds 1985 is het zoutgehalte in brood beperkt tot
maximum 2 procent op de hoeveelheid droge stof.
De resultaten van de controles van het FAVV wijzen
echter uit dat de realiteit van de norm afwijkt. De
beroepsfederaties hebben in de werkgroep
zoutreductie aangegeven dit probleem direct
proactief aan te pakken. Het is een goede zaak dat
de Europese commissie zoutreductie als prioriteit
naar voren heeft geschoven in het raam van haar
witboek inzake voeding en gezondheid. België
neemt eveneens deel aan het onlangs opgezette
zoutactienetwerk van WGO Europa.
Depuis 1985, la teneur en sel du pain est limitée à 2
% maximum de la matière sèche. Cependant, les
résultats des contrôles de l'AFSCA indiquent que la
réalité diverge de la norme. Au sein du groupe de
travail « réduction de la teneur en sel », les
fédérations professionnelles se sont engagées à
s'attaquer directement à ce problème en suivant
une approche proactive. Le fait que la Commission
européenne ait fait de la réduction de la teneur en
sel une de ses priorités dans le cadre de son Livre
Blanc « Alimentation et Santé » est une bonne
chose. La Belgique participe également au réseau
« opération sel » récemment mis en place par
l'OMS Europe.
04.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): Dit klinkt heel
positief. Komt er een evaluatie als men niet vrijwillig
meewerkt? Is er al voorzien in een planning? Omdat
heel wat mensen hun brood graag lekker hebben,
zijn bakkers geneigd om het zoutgehalte hoog te
houden. Ik zou graag de garantie hebben dat ze
zich aan hun woord zullen houden.
04.03 Maya Detiège (sp.a-spirit) : Tout cela est
très positif. Sera-t-il procédé à une évaluation si on
ne coopère pas volontairement ? Une planification
a-t-elle
déjà
été
prévue ?
Beaucoup
de
consommateurs étant friands de pain savoureux,
les boulangers ont souvent tendance à y mettre
beaucoup de sel. J'aimerais avoir la garantie qu'ils
tiendront parole.
04.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
wacht op de resultaten van de werkgroep. Als er
geen concrete beslissingen zijn, zal ik zelf nieuwe
normen voorstellen.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : J'attends les résultats du groupe de
travail. Si celui-ci ne prend aucune décision
concrète, je proposerai moi-même de nouvelles
normes.
04.05 De voorzitter : De zoutkwestie kwam ook
aan bod in het rapport dat we opgesteld hebben in
verband met het Nationaal Voedings- en
Gezondheidsplan. We hebben nog heel wat werk
voor de boeg.
04.05 La présidente : La question du sel a
également été abordée dans le rapport que nous
avions rédigé au sujet du Plan national nutrition
santé. Il reste beaucoup de travail à accomplir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Linda Vissers aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
05 Question de Mme Linda Vissers à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
over "de organisatie van de permanente vorming
in de ambulanciersscholen" (nr. 2538)
"l'organisation de la formation permanente dans
les écoles pour ambulanciers" (n° 2538)</b>
05.01 Linda Vissers (Vlaams Belang): Het
koninklijk besluit van 13 februari 1998 bepaalt dat
een hulpverlener-ambulancier jaarlijks 24 uur
permanente vorming moet volgen en een
vijfjaarlijkse evaluatie moet ondergaan om zijn 100-
badge te behouden. De permanente vorming staat
open voor kandidaat-hulpverleners die werken bij
een 100-erkende ziekenwagendienst of kan worden
gevolgd met toestemming van de provinciale
gezondheidsinspecteur. Elke ambulancierschool
biedt
ook
een
eigen,
door
de
gezondheidsinspecteur goedgekeurd programma
aan.
Op 14 juni 2007 vond op de FOD Volksgezondheid
een
overlegvergadering
plaats
met
alle
ambulancierscholen, waarop een nieuw voorstel
voor de organisatie van de permanente vorming
werd besproken. De afspraak was dat de FOD op 1
januari 2008 een rondzendbrief zou versturen om
het nieuwe systeem toe te lichten.
Staat de inhoud van deze rondzendbrief al vast?
Wanneer zullen de scholen de brief ontvangen? Is
er al een nieuwe ingangsdatum bepaald? Kan de
minister de richtlijnen van de brief toelichten?
05.01 Linda Vissers (Vlaams Belang) : L'arrêté
royal du 13 février 1998 stipule qu'un secouriste-
ambulancier doit suivre chaque année 24 heures de
formation permanente et qu'il doit faire l'objet d'une
évaluation tous les cinq ans pour garder son badge
100. La formation permanente est accessible aux
candidats secouristes qui travaillent auprès d'un
service d'ambulance 100 agréé. Elle peut être
également suivie moyennant une autorisation
délivrée par l'inspecteur provincial d'hygiène.
Chaque école d'ambulancier propose par ailleurs
son propre programme, approuvé par l'inspecteur
d'hygiène.
Le 14 juin 2007, une réunion de concertation
réunissant toutes les écoles d'ambulancier a eu lieu
au SPF Santé publique. Lors de cette réunion, il a
été question d'une nouvelle proposition relative à
l'organisation de la formation permanente. Il y a été
été convenu que le SPF enverrait une circulaire le
1
er
janvier 2008 afin d'expliquer le nouveau
système.
Le contenu de cette circulaire est-il déjà fixé ?
Quand les écoles la recevront-elles ? La date
d'entrée en vigueur du nouveau système a-t-elle
déjà été fixée ? La ministre peut-elle expliquer
quelles sont les grandes lignes contenues dans
cette circulaire ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): De
hervorming die de opleiding van de hulpverleners-
ambulanciers wil verbeteren, werd voor advies
voorgelegd aan de Nationale Raad voor Dringende
Geneeskundige Hulpverlening. De evaluatie van de
kostprijs moet nog worden afgerond en moet
samengaan met een planning voor een bruikbare
aanwending.
Het versturen van de rondzendbrief vóór het einde
van het eerste semester van 2008 valt zeker te
overwegen, net als het van start laten gaan van de
opleiding volgens de nieuwe principes vóór 1 januari
2009. Die nieuwe principes hebben betrekking op
de lijst van verplichte onderwerpen, op de evaluatie
en op het gebruik van simulatiepoppen.
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : La réforme destinée à améliorer la
formation des secouristes-ambulanciers a été
soumise pour avis au Conseil National de l'Aide
Médicale Urgente. L'évaluation de son coût n'est
pas encore terminée et devra aller de pair avec une
planification d'utilisation rationnelle.
L'envoi de la circulaire avant la fin du premier
semestre 2008 est certainement à envisager, tout
comme le lancement de la formation sur la base
des nouveaux principes avant le 1
er
janvier 2009.
Les nouveaux principes concernent la liste des
sujets obligatoires, l'évaluation et l'utilisation des
mannequins de simulation.
05.03 Linda Vissers (Vlaams Belang): De scholen
zullen deze rondzendbrief zeker toejuichen. Zo zal
er uniformiteit zijn.
05.03 Linda Vissers (Vlaams Belang) : Les écoles
applaudiront certainement cette circulaire. Elle
permettra de garantir une uniformité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
06 Question de M. Olivier Chastel à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
over "het behoud van het universitair karakter
van de openbare ziekenhuizen van Charleroi"
(nr. 2547)
"le maintien du caractère universitaire des
institutions hospitalières publiques de Charleroi"
(n° 2547)</b>
06.01 Olivier Chastel (MR): Het koninklijk besluit
van 7 juni 2004 heeft geen gevolgen voor de
ziekenhuizen (waaronder dat van Charleroi) die op
grond van de voorwaarden van het koninklijk besluit
van 14 november 1978 tot universitair ziekenhuis of
universitaire ziekenhuisdienst werden aangewezen.
Niettemin vreest de sector dat het onderscheid
tussen universitaire bedden van de universitaire
ziekenhuisdiensten,
ziekenhuisfuncties
en
universitaire ziekenhuiszorgprogramma's op termijn
onhoudbaar wordt. Het verlies van die benaming
zou dramatische gevolgen hebben, zowel voor het
medische korps als voor het imago van het CHU
van Charleroi bij de bevolking.
Kan u de interpretatie van die twee besluiten
bevestigen en heeft de regering het voornemen om
de aanwijzingen tot universitair ziekenhuis of
universitaire ziekenhuisdienst op grond van het
koninklijk besluit van 1978 te behouden? Wordt er
onderzocht of er door een wetswijziging meer
rechtszekerheid kan worden geschapen en zo ja,
wat houdt die precies in? Zal er eerlang met de
diverse actoren overleg worden gepleegd teneinde
de sector gerust te stellen?
06.01 Olivier Chastel (MR) : L'arrêté royal du 7
juin 2004 n'affecte nullement les désignations en
qualité d'hôpital universitaire ou de service
hospitalier universitaire qui ont été effectuées sur la
base des conditions énoncées dans l'arrêté royal du
14 novembre 1978, dont celle de Charleroi.
Cependant, le secteur craint qu'à l'avenir, il ne
devienne
intenable
de
distinguer
les
lits
universitaires des services hospitaliers, fonctions
hospitalières ou programmes de soins hospitaliers
universitaires. La perte de cette qualification serait
dramatique, tant pour le corps médical que pour
l'image de marque du CHU de Charleroi auprès de
la population.
Confirmez-vous l'interprétation de ces deux
législations et la volonté du gouvernement de
maintenir les désignations en qualité d'hôpital
universitaire ou de service hospitalier universitaire
effectuées sur la base de l'arrêté royal de 1978 ?
Une modification de la législation visant une plus
grande sécurité juridique est-elle à l'étude ? Dans
quel sens ? Une concertation avec les différents
acteurs est-elle prévue dans un proche avenir pour
rassurer le secteur ?
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
koninklijk besluit van 7 juni 2004 heeft voorrang op
het koninklijk besluit van 14 november 1978, maar
alle universitaire diensten die op grond van dat
koninklijk besluit zijn aangewezen, behouden hun
benaming van universitaire ziekenhuisbedden. Dat
is steeds de bedoeling van de regering geweest.
Alvorens een wetswijziging te kunnen overwegen,
moet men het resultaat afwachten van het beroep
dat bij de Raad van State werd ingesteld tegen het
koninklijk besluit van 17 november 2006 tot
wijziging van het koninklijk besluit van 7 juni 2004.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'arrêté royal du 7 juin 2004 prime sur l'arrêté royal
du 14 novembre 1978, mais tous les services
universitaires désignés sur la base de cet arrêté
royal gardent leur désignation de lits universitaires.
Cela a toujours été la volonté du gouvernement.
Avant d'envisager une modification de la législation,
il faudra attendre le résultat du recours au Conseil
d'État contre l'arrêté royal du 17 novembre 2006,
modifiant l'arrêté royal du 7 juin 2004.
06.03 Olivier Chastel (MR): Met uw antwoord
bevestigt u het standpunt van uw voorganger. Het
verheugt me dat de tweehonderd universitaire
ziekenhuisbedden van de ULB in de provincie
Henegouwen behouden blijven.
06.03 Olivier Chastel (MR) : Votre réponse
confirme la position de votre prédécesseur. Je me
réjouis du maintien des deux cents lits universitaires
de l'ULB en province de Hainaut.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. 2595 van de heer
Goutry over de evaluatie van het kiwimodel werd
ingetrokken en de vraag nr. 2630 van mevrouw
Muylle
over
de
provinciale geneeskundige
commissies wordt naar volgende week verschoven.
La présidente : La question n° 2595 de M. Goutry
sur l'évaluation du modèle kiwi a été retirée et la
question n° 2630 de Mme Muylle sur les
commissions médicales provinciales est reportée à
la semaine prochaine.
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "myelodysplasie" (nr. 2710)
07 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la myélodysplasie" (n° 2710)</b>
07.01 Maggie De Block (Open Vld): Ongeveer
300.000
mensen
ter
wereld
lijden
aan
myelodysplasie.
Bij
deze
hematologische
aandoening ontwikkelen de bloedcellen in het
beendermerg zich niet tot rijpe cellen, maar blijven
steken in het blaststadium. Daardoor wordt de
gewone celontwikkeling onderdrukt. Elk jaar komen
er 10.000 tot 20.000 nieuwe gevallen van
myelodysplasie bij. De overlevingskansen lopen
uiteen van zes maanden tot zes jaar. De patiënten
zijn aangewezen op bloedtransfusies, waardoor zij
dan weer ijzertoxiciteit kunnen ontwikkelen.
Er worden momenteel studies verricht met een
nieuw geneesmiddel, Revlimid. Dat medicijn wordt
echter nog niet terugbetaald. De patiënten worden
behandeld met de doses die gratis ter beschikking
worden gesteld van oncologen.
Is de minister op de hoogte van het bestaan van
deze therapie? Kan het geneesmiddelen worden
opgenomen
in
de
lijst
van
vergoedbare
farmaceutische specialiteiten?
07.01 Maggie De Block (Open Vld) : Environ
300.000 personnes souffrent de myélodysplasie
dans le monde. Cette affection hématologique se
caractérise par le défaut de maturation des cellules
sanguines de la moelle osseuse, qui en restent au
stade
de
blastes.
En
conséquence,
le
développement ordinaire des cellules est entravé.
On dénombre chaque année 10.000 à 20.000
nouveaux cas de myélodysplasie. Les chances de
survie s'étendent de six mois à six ans. Les patients
doivent subir des transfusions sanguines et risquent
de ce fait de développer une intoxication au fer.
Un nouveau médicament, le Revlimid, fait
actuellement l'objet d'études. Ce traitement n'est
toutefois pas encore remboursé. Les patients sont
traités avec les doses mises gratuitement à la
disposition des oncologues.
La ministre a-t-elle connaissance de cette
thérapie ? Le médicament pourrait-il être ajouté à la
liste
des
spécialités
pharmaceutiques
remboursables ?
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De Amerikaanse Food and Drug Administration
heeft Revlimid op 28 december 2005 geregistreerd
voor de behandeling van myelodysplasie karyotype
5q. Het European Medicines Agency (EMEA) heeft
toegestaan dat Revlimid op de markt kwam voor de
behandeling van myelomen, maar nog niet voor
myelodysplasie. Het Committee Medicinal Products
for Human Use bestudeert momenteel de toelating
voor de behandeling van myelodysplasie.
Zolang er geen toelating is van het EMEA kan er
geen terugbetalingsaanvraag worden ingediend en
kan
de
commissie
Tegemoetkoming
Geneesmiddelen geen terugbetalingsprocedure
opstarten. Er werd trouwens nog geen dossier
ingediend.
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Aux Etats-Unis, la Food and Drug
Administration a homologué le Revlimid pour le
traitement de la myélodysplasie karyotype 5q le 28
décembre 2005. La European Medicines Agency
(EMEA) a avalisé la commercialisation du Revlimid
pour le traitement des myélomes mais elle ne l'a
pas encore autorisée pour le traitement de la
myélodysplasie. Le Committee Medicinal Products
for Human Use examine actuellement la possibilité
d'autoriser la vente de ce produit pour soigner la
myélodysplasie.
Tant que l'EMEA ne donnera pas son feu vert,
aucune demande de remboursement ne pourra être
introduite et la commission de remboursement des
médicaments ne pourra entamer de procédure de
remboursement. D'ailleurs, aucun dossier n'a
encore été ouvert.
07.03 Maggie De Block (Open Vld): Dit antwoord
verklaart een en ander. Het was voor de patiënten
en oncologen immers niet duidelijk waarom het
medicijn niet werd terugbetaald.
07.03 Maggie De Block (Open Vld) : Tout s'éclaire
à la lumière de cette réponse ministérielle. Jusqu'ici,
en effet, ni les oncologues ni leurs patients ne
comprenaient pourquoi ce médicament n'était pas
remboursé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
De voorzitter: De heer Arens heeft mij
meegedeeld dat hij zijn vraag nr. 2713 betreffende
het medisch aanbod vandaag niet zal stellen.
La présidente : M. Arens m'a signalé qu'il ne
poserait pas aujourd'hui sa question n° 2713 sur
l'offre médicale.
07.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat is
een interessante vraag, maar ze werd mij al vijf
maal gesteld. Ik probeer coherent te zijn en elke
keer hetzelfde antwoord te geven.
07.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
C'est une question est intéressante mais on me l'a
déjà posée cinq fois. J'essaie d'être cohérente et de
donner à chaque fois la même réponse.
08 Vraag van mevrouw Véronique Salvi aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het aanrekenen van te hoge kosten voor
patiënten met een hospitalisatieverzekering"
(nr. 2714)
08 Question de Mme Véronique Salvi à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la surfacturation en cas
d'assurance hospitalisation" (n° 2714)</b>
08.01 Véronique Salvi (cdH): Volgens
verscheidene kranten hebben personen die in het
ziekenhuis moeten worden opgenomen, er belang
bij te zeggen dat ze geen hospitalisatieverzekering
hebben. Bepaalde ziekenhuizen rekenen immers
supplementen aan wanneer ze weten dat de patiënt
daarvoor verzekerd is. Die praktijken werden in het
verleden al aan de kaak gesteld.
Het lijkt me interessant uw standpunt daarover te
kennen. Werden er al maatregelen genomen om
paal en perk te stellen aan dat soort praktijken, en
met welk resultaat? Hebben patiënten die in het
ziekenhuis worden opgenomen, de mogelijkheid
niet op zo een vraag te antwoorden?
08.01 Véronique Salvi (cdH) : Différents journaux
ont relaté que les personnes qui devaient être
hospitalisées avaient intérêt à dire qu'elles ne
bénéficiaient pas d'une assurance hospitalisation.
En effet, certains hôpitaux facturent des
suppléments lorsqu'ils savent que le patient
possède une couverture. Ces pratiques ont déjà été
dénoncées.
Je trouvais intéressant de vous entendre sur ce
sujet. Des dispositions sont-elles en vigueur pour
mettre fin à cette pratique et avec quels résultats ?
Les personnes hospitalisées peuvent-elles ne pas
répondre à une telle question ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
probleem werd al meermaals aan de kaak gesteld.
De getuigenissen in dat verband zijn één ding, maar
een duidelijk verband leggen tussen het bestaan
van een particuliere hospitalisatieverzekering en het
aanrekenen van supplementen is nog een andere
zaak. Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, om dat
verband te leggen. Heel wat ziekenhuizen stellen
die vraag op het ogenblik van de opname, met als
doel in te kunnen schatten of de patiënt de factuur
zal kunnen betalen, waarvan het bedrag sterk wordt
beïnvloed door, bijvoorbeeld, de keuze voor een
individuele kamer.
Ik kan echter niet bevestigen dat die praktijk tot het
systematisch opdrijven van het factuurbedrag leidt,
aangezien ik niet over de nodige objectieve en
kwantificeerbare elementen beschik en daarover
ook in de toekomst niet zal kunnen beschikken.
Bovendien kan ik in deze geen dwingende
maatregelen nemen, aangezien deze praktijken de
ziekteverzekering geen nadeel berokkenen, tenzij er
natuurlijk onnodige onderzoeken en verstrekkingen
plaatsvinden, maar in dat verband bestaan er al ad-
hoccontrolemechanismen.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Ce problème a déjà été maintes fois dénoncé. Les
témoignages sur cette question sont une chose
mais établir un lien clair entre une assurance
hospitalisation privée et la facturation de
suppléments en est une autre. Il est très difficile,
voire impossible, d'établir ce lien. De nombreux
hôpitaux s'informent auprès du patient sur ce point
lors de l'admission mais cette demande a pour but
d'évaluer si le patient pourra honorer sa facture, qui
peut être influencée fortement par le choix d'une
chambre individuelle, par exemple.
Mais je ne peux affirmer que cette pratique conduit
à de la surfacturation systématique, faute
d'éléments objectifs et quantifiables à ma
disposition et surtout faute de perspective de
pouvoir en disposer un jour.
En outre, je ne peux intervenir de manière coercitive
dans cette matière car ces pratiques ne causent
pas de préjudice pour l'assurance maladie, hormis
sans doute dans le cas d'examens ou de
prestations non justifiés, pour lesquels des
mécanismes de contrôle ad hoc existent déjà.
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Het is dringender regelgevend op te treden met
betrekking tot de honorariumsupplementen.
Il est plus urgent d'encadrer les suppléments
d'honoraires.
Verzekerden
en
niet-verzekerden
moeten
daarentegen de best mogelijke behandeling krijgen
met een minimum aan honorariumsupplementen.
Er werden reeds initiatieven genomen met
betrekking tot de reglementering voor de patiënten
in een gemeenschappelijke of tweepersoonskamer,
en
zelfs,
in bepaalde gevallen, in een
eenpersoonskamer. Maar het lijkt me belangrijk om
nog verder te gaan.
Het akkoord artsen-ziekenfondsen bevat ter zake
een aantal interessante bepalingen, wat bewijst dat
men zich van het probleem bewust is geworden. Ik
wil het overleg dus alle kansen geven, maar blijf
niettemin waakzaam.
Assurés et non-assurés doivent en revanche
bénéficier du meilleur traitement possible avec un
minimum de suppléments d'honoraires. Des
initiatives ont déjà été prises en matière de
réglementation pour les patients en chambre
commune ou double, et même en chambre
individuelle dans certains cas. Il me semble
important d'aller plus loin.
L'accord médicomut contient des dispositions
intéressantes sur ces sujets, signe qu'une prise de
conscience a eu lieu. Je souhaite donc laisser
pleinement jouer le jeu de la concertation tout en
restant très attentive.
08.04 08.03 Véronique Salvi (cdH): Ik ben ook
van oordeel dat men de problemen via overleg zal
kunnen oplossen.
Het zou interessant zijn om na te denken over de
informatie die dadelijk bij de opname van de
patiënten in het ziekenhuis wordt verstrekt. Uit
Europese studies blijkt dat die informatie in ons land
te wensen overlaat.
De voorzitter: Het zou interessant zijn om te
onderzoeken welke documenten de patiënten in
verband met de facturatie, de prijzen, enz. bij hun
opname ontvangen.
08.03 Véronique Salvi (cdH) : Je crois également
que c'est par la concertation qu'on résoudra les
problèmes.
Il serait intéressant de réfléchir sur l'information
donnée au patient dès l'entrée en clinique. Des
études européennes montrent que cet aspect
informatif est mauvais dans notre pays.
La présidente : Il serait intéressant d'examiner les
documents remis aux entrants concernant les
facturations, les prix, etc.
08.05 08.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
De heer Gilkinet stelt een vraag over deze
problematiek.
De voorzitter: Die vraag nr. 2726 van de heer
Gilkinet over de honoraria van geneesheren wordt
naar het einde van de vergadering of naar volgende
week verschoven. Dat geldt ook voor vraag nr. 2728
van mevrouw Smeyers. Vraag nr. 2724 van de heer
Brotcorne wordt in een schriftelijke vraag omgezet
en vraag nr. 2759 van mevrouw Avontroodt over
radioactief staal zal in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken worden gesteld.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
M. Gilkinet
pose
une
question
sur
cette
problématique.
La présidente : Cette question n° 2726 de
M. Gilkinet à propos des honoraires médicaux est
reportée en fin de réunion ou à la semaine
prochaine. Même chose pour la question n° 2728
de Mme Smeyers. La question n° 2724 de
M. Brotcorne a été transformée en question écrite
et la question n° 2759 de Mme Avontroodt
concernant l'acier radioactif sera posée en
commission de l'Intérieur.
09 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid over "chronisch nierlijden"
(nr. 2760)
09 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les affections rénales chroniques"
(n° 2760)</b>
09.01 Yolande Avontroodt (Open Vld): In het
Europees Parlement werd aandacht gevraagd voor
chronische nierlijders. Tot mijn verbazing blijkt 10
09.01 Yolande Avontroodt (Open Vld) : Au
Parlement européen, des voix se sont élevées pour
demander que l'on se préoccupe des personnes
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
procent van de Europese bevolking aan een of
andere nierkwaal te lijden. Weer worden we
geconfronteerd met onvoldoende informatie en
preventie, te trage diagnose en tegelijk een aantal
maatregelen om de problemen aan te pakken.
Aangezien de minister zal werken met een aantal
gezondheidsdoelstellingen, vraag ik haar om ook
een nationale gezondheidsdoelstelling te formuleren
met betrekking tot chronische nierkwalen. Het
Verenigd Koninkrijk besteedt momenteel 2 procent
van zijn volksgezondheidsbudget aan nierdialyse en
men vreest een verdubbeling. Er zijn dus echt
argumenten
om
de
toegang
tot
de
niertransplantatiezorg en de vroegdiagnose te
verbeteren.
Kan de minister het probleem van de chronische
nierkwalen en nierdialyse en transplantaties
schematisch of cijfermatig weergeven? Weet zij
hoeveel
nierpatiënten
wachten
op
een
transplantatie? Kan zij reeds resultaten meedelen
van de recente federale voorlichtingscampagne?
Ondersteunt zij de oproep van de European Kidney
Health Alliance om dit probleem op Europees
niveau aan te kaarten? Zal zij in overleg met de
Gemeenschappen maatregelen kunnen nemen
inzake snelle diagnose en registratie?
atteintes d'affections rénales chroniques. A mon
grand étonnement, 10 % de la population
européenne souffrent de l'une ou l'autre affection
rénale. Une fois de plus, nous sommes confrontés
à une information et à une prévention insuffisantes
ainsi qu'à des diagnostics trop lents mais aussi à un
arsenal de mesures prises dans tous ces
domaines.
Etant donné que la ministre semble mettre en
oeuvre sa politique en se fixant une série d'objectifs,
je voudrais lui demander de se fixer également un
objectif national dans le domaine des affections
rénales chroniques. Le Royaume-Uni consacre
actuellement 2 % de son budget de santé publique
à la dialyse et un doublement de ce pourcentage
est à craindre. Par conséquent, les arguments qui
militent en faveur de l'accès à la transplantation
rénale et au diagnostic précoce sont solides.
La ministre pourrait-elle dresser un tableau
schématique et chiffré du problème posé par les
affections rénales chroniques, la dialyse rénale et la
transplantation rénale ? Sait-elle combien de
patients attendent une transplantation ? Pourrait-
elle d'ores et déjà communiquer les résultats de la
campagne
d'information
fédérale
menée
récemment ? Apporte-t-elle son soutien à la
European Kidney Health Alliance qui vient de lancer
un appel pour que ce problème soit abordé à
l'échelon européen ? Sera-t-elle à même de
prendre des mesures en concertation avec les
Communautés afin d'accélérer le diagnostic et
l'enregistrement ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Recente studies tonen aan dat nierlijden op
wereldniveau voorkomt bij een op tien volwassenen.
In België hebben 500.000 mensen een nierziekte, in
2006 waren 10.000 mensen in behandeling voor het
eindstadium van nierfalen door middel van dialyse
of niertransplantatie. Het aantal nieuwe gevallen
stijgt jaarlijks met 6 procent. Er wachten momenteel
807 mensen op een niertransplantatie.
Er hebben zich 80.468 Belgen geregistreerd als
potentiële
orgaandonor
dankzij
de
overheidscampagne Beldonor. Dit jaar volgt een
nieuwe Beldonor-campagne.
Er
wordt een
didactische
kit
ontwikkeld
voor
speciale
doelgroepen en wij ondersteunen nadrukkelijk de
oproep van de European Kidney Health Alliance.
Het
college
van
geneesheren
van
het
behandelingscentrum
voor
chronische
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Des études récentes indiquent que
les affections rénales touchent un adulte sur dix à
l'échelle mondiale. En Belgique, 500.000 personnes
souffrent d'une maladie rénale ; en 2006, 10.000
personnes étaient en traitement pour une
insuffisance rénale en phase terminale par le biais
d'une dialyse ou d'une transplantation rénale. Le
nombre de cas nouveaux augmente de 6 % chaque
année. Actuellement, 807 personnes sont en
attente d'une transplantation rénale.
80.468 Belges sont enregistrés comme candidats
donneurs d'organes dans le cadre de la campagne
Beldonor menée par les pouvoirs publics. Une
nouvelle campagne Beldonor sera organisée cette
année. Un coffret didactique sera mis au point pour
des groupes cibles particuliers et nous soutenons
explicitement l'appel lancé par la European Kidney
Health Alliance.
Le collège des médecins du centre de traitement
pour les insuffisances rénales chroniques doit fixer
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
nierinsufficiëntie moet het kwaliteitsniveau in dit
vakgebied vastleggen, meer bepaald door de
externe evaluatie van de verzorging van chronische
nierinsufficiëntie. Met het diabetesplan werden al
heel wat inspanningen geleverd.
Wij zijn ons bewust van de noodzaak om een
verhoogde kans op nierproblemen vroeger te
detecteren, maar dit behoort tot de preventie en
moet dus gebeuren in overleg met de
Gemeenschappen.
le niveau de qualité en la matière, notamment par le
biais de l'évaluation externe des soins aux
personnes souffrant de ce type d'insuffisances. De
nombreux efforts ont déjà été fournis dans le cadre
du plan diabète.
Nous sommes conscients de la nécessité de
détecter le risque accru de problème rénal de
manière plus précoce, mais cette détection relève
de la prévention et doit donc être réalisée en
concertation avec les Communautés.
09.03 Yolande Avontroodt (Open Vld): Ik was er
mij niet van bewust dat er zoveel patiënten zijn met
chronisch nierlijden. Dat aantal maakt het volgens
mij
noodzakelijk
om
concrete
gezondheidsdoelstellingen te formuleren.
De colleges van nefrologen moeten, net als de
andere colleges, logistiek ondersteund worden. Zo
zullen zij meer ruimte en zuurstof krijgen om aan
een kwaliteitsbewaking te kunnen doen.
09.03 Yolande Avontroodt (Open Vld) : J'ignorais
que les patients souffrant d'affections rénales
chroniques sont si nombreux. Ce chiffre justifie à
mon sens de formuler des objectifs de santé
concrets.
Les collèges de néphrologues doivent recevoir un
appui logistique tout comme les autres collèges.
Ainsi, ils bénéficieront d'une plus grande marge de
manoeuvre et de moyens accrus pour surveiller la
qualité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Meyrem Almaci aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "inspanningen die kunnen bijdragen aan de
goedkeuring van het zogenaamde Gaborone-
amendement" (nr. 2562)
10 Question de Mme Meyrem Almaci à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les efforts susceptibles de contribuer à
l'approbation de l'amendement dit de Gaborone"
(n° 2562)</b>
10.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): CITES is
een internationale overeenkomst tussen regeringen
over de internationale handel in bedreigde, in het
wild levende dier- en plantensoorten. Via het
Gaborone-amendement zou onder meer De
Europese Unie als één partij kunnen optreden
binnen CITES. Het amendement moet daarvoor
echter worden goedgekeurd door 54 partijen. Het
werd al geratificeerd door 47 landen, België heeft dit
nog niet gedaan.
Erkent de minister het belang van de ratificatie van
dit amendement? Heeft de minister al inspanningen
geleverd om dit amendement te ratificeren? Wat zal
de minister hier in de toekomst nog aan doen?
10.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!) : La CITES
est une convention internationale conclue entre les
gouvernements
à
propos
du
commerce
international des espèces de la faune et de la flore
sauvages menacées d'extinction. L'amendement dit
de Gaborone permettrait à l'Union européenne,
entre autres, d'adhérer à la CITES en tant que
partie à la convention. À cet effet, cet amendement
doit être adopté par 54 des parties. Il l'a déjà été par
47 pays, mais pas par la Belgique.
La ministre reconnaît-elle l'opportunité d'adopter cet
amendement ? A-t-elle déjà déployé des efforts à
cet effet ? Quelles initiatives prendra-t-elle encore à
l'avenir ?
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): België
heeft het amendement van Gaborone geratificeerd.
Het probleem is dat onvoldoende staten dat al
gedaan hebben. De Europese Commissie poogt
momenteel minstens zeven van de drieëndertig
staten te overtuigen die CITES op 30 april 1983
hebben ondertekend maar die het amendement nog
niet geratificeerd hebben.
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La Belgique a ratifié l'amendement de Gaborone.
Le problème, c'est qu'il n'y a pas suffisamment
d'États qui l'ont ratifié. La Commission européenne
tente actuellement de convaincre au moins sept des
trente-trois États qui étaient parties à la CITES le 30
avril 1983 mais qui n'ont pas encore ratifié
l'amendement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
11 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de HIV-thuistests" (nr. 2728)
11 Question de Mme Sarah Smeyers à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les tests HIV à effectuer soi-même" (n° 2728)</b>
11.01 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Via internet
kan
men
probleemloos
een
HIV-zelftest
aanschaffen waarmee men thuis kan nagaan of
men al dan niet besmet is met het virus. In nogal
wat Europese landen woedt volop het debat over de
wenselijkheid van deze internetverkoop omdat er
helemaal geen zekerheid bestaat over de
betrouwbaarheid van dit soort zelftests.
Een positieve HIV-test afleggen, grijpt grondig in in
het leven van de geteste persoon. Onmiddellijke
opvang door een zorgverlener is dus een absolute
noodzaak. Bij een zelftest is hiervan geen sprake.
Heeft de minister zicht op de markt van HIV-zelftest
in ons land? Wat is de visie van de professionele
medische en hulpverleningssector over het gebruik
van dergelijke tests? Overweegt de minister een
eventueel verbod ervan?
11.01 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA) : Sur
Internet, on peut sans aucune difficulté se procurer
des autotests de dépistage du VIH qui permettent
de vérifier soi-même, chez soi, si on est ou non
contaminé par le virus. De nombreux pays
européens sont actuellement en plein débat sur la
question de savoir s'il est souhaitable de vendre ce
type de test sur Internet, c'est-à-dire par un canal de
distribution qui n'offre aucune garantie quant à la
fiabilité de ces autotests.
Un test de dépistage du VIH positif influence
profondément la vie de la personne concernée. La
prise en charge d'une personne diagnostiquée
séropositive par un prestataire de soins est une
nécessité absolue. La réalisation d'un autotest ne
permet pas cette prise en charge.
La ministre a-t-elle une idée du marché des
autotests de dépistage du VIH en Belgique ?
Quelle est l'opinion du secteur médical et du
secteur de l'aide professionnels sur l'utilisation de
ces
tests
?
La
ministre
envisage-t-elle
d'éventuellement les interdire ?
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
wordt momenteel geen enkele HIV-thuistest via de
officiële kanalen verdeeld op de Belgische markt.
Via internet kan men zich zo een test echter
gemakkelijk aanschaffen.
Uit contacten met gespecialiseerde hulpverlening,
zoals bijvoorbeeld de Aidstelefoon, is gebleken dat
men daar tot dusver nog geen ervaring heeft men
personen die een thuistest hebben aangeschaft.
Toch is het belangrijk het grote publiek in te lichten
over het beperkte en weinig betrouwbare karakter
van dit soort thuistests. Een dergelijke campagne
zou kunnen ingebed worden in de traditionele
preventiecampagnes van de Gemeenschappen. Ik
zal dit aankaarten op de volgende interministeriële
conferentie Volksgezondheid.
In Duitsland is de verkoop via internet van de HIV-
thuistest niet verboden. In Nederland is uitsluitend
verkoop via apotheken toegelaten.
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Actuellement, aucun auto-test HIV
n'est encore distribué par les canaux officiels sur le
marché belge. Il est cependant aisé d'en acquérir
sur internet.
Contacts pris auprès de lignes d'aide telles que
Aidstelefoon, il apparaît que ces dernières n'ont pas
encore été confrontées à des personnes ayant
acquis un auto-test HIV. Il est cependant essentiel
d'informer le grand public du caractère limité et du
manque de fiabilité de ces tests. Un message en ce
sens pourrait se greffer sur les campagnes de
prévention traditionnelles des Communautés.
J'aborderai cet aspect lors de la prochaine
conférence interministérielle Santé publique.
L'Allemagne n'interdit pas la vente par internet
d'auto-tests HIV. Aux Pays-Bas, la vente de ces
tests n'est autorisée qu'en pharmacie.
11.03 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Misschien
kan het Nederlandse voorbeeld worden gevolgd,
waarbij dan de apotheker voor de nodige duiding
kan instaan.
11.03 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA) : Nous
pourrions peut-être suivre l'exemple néerlandais, où
le pharmacien peut donner toutes les explications
nécessaires.
11.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In België 11.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
werd er geen enkele aanvraag ingediend. Er is dus
geen distributiekanaal.
En Belgique, aucune demande n'a été introduite. Il
n'y a donc pas de canal de distribution.
Als we het moeten toestaan, dan kan dat het best
via kanalen zoals de apotheken, wat bijvoorbeeld
ook in Nederland het geval is. Dan is er toch een
controle en wordt er informatie verstrekt.
S'il faut l'admettre, le mieux est de le faire via des
canaux tels que les pharmaciens, comme aux
Pays-Bas. Il y aura au moins un contrôle, et une
information sera donnée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.05 De voorzitter: De samengevoegde vragen
nrs 2764 en 2818 van de heer Flahaux en mevrouw
Burgeon
over
de
antidepressiva
en
de
samengevoegde vragen nrs 2765 en 2772 van de
heren Flahaux en Deseyn over de blootstelling aan
elektromagnetische stralen worden uitgesteld.
11.05 La présidente : Les questions jointes n
os
2764 et 2818 de M. Flahaux et de Mme Burgeon
sur les antidépresseurs ainsi que les questions
jointes n
os
2765 et 2772 de MM. Flahaux et Deseyn
sur les rayonnements sont reportées.
12 Vraag van de heer Jean-Jacques Flahaux aan
de
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
over
"het
risico
op
onvruchtbaarheid door het gebruik van Viagra"
(nr. 2763)
12 Question de M. Jean-Jacques Flahaux à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les risques d'infertilité liés à
l'utilisation du Viagra" (n° 2763)</b>
12.01 Jean-Jacques Flahaux (MR): Uit een
commercieel oogpunt is Viagra een waar
succesverhaal. Het blauwe pilletje zou de
spermakwaliteit echter aantasten en bijgevolg als
tal van mannen er te vaak te grote hoeveelheden
van innemen de generatievernieuwing in het
gedrang brengen. Het gebruik van de erectiepil
wordt mijns inziens dan ook al te zeer
gebanaliseerd.
In principe wordt Viagra uitsluitend op medisch
voorschrift en in het kader van een aangepaste
behandeling verstrekt. De pilletjes zijn echter vlot
verkrijgbaar op het internet, en dit tegen bijzonder
aantrekkelijke prijzen.
Kan u me bevestigen dat Viagra onschadelijk is? Zo
niet, moet er geen informatief onderzoek naar de
risico's van het overmatig of langdurig gebruik van
Viagra worden gevoerd, zowel ten aanzien van de
artsen als van de publieke opinie?
12.01 Jean-Jacques Flahaux (MR) : On a
tendance à banaliser le recours au Viagra qui, en
termes commerciaux, est une success story mais
qui aurait des effets négatifs sur la qualité du
sperme, et partant, représenterait un souci en
termes de renouvellement des générations si
nombre de concitoyens recourent au Viagra de
manière trop fréquente et importante.
En principe, ces médicaments ne sont délivrés que
sur prescription médicale et avec un encadrement
approprié. Mais ces pilules s'achètent sans aucun
problème sur internet et à un prix très concurrentiel.
Pouvez-vous me communiquer des informations
rassurantes quant à l'innocuité du Viagra ? Si non,
une étude d'information sur les risques d'un usage
trop important ou prolongé du Viagra ne serait-elle
pas nécessaire, tant vis-à-vis des médecins que
vis-à-vis de l'opinion publique ?
Ik zal ook al het onderwerp van een van mijn
volgende vragen aanstippen: we merken dat steeds
meer clubbers een mengsel van cocaïne en Viagra,
"Coconut Poke" genaamd, tot zich nemen. De
cocaïne vernauwt de kransslagaders, wat in
sommige gevallen leidt tot een hartaanval, terwijl
Viagra net het omgekeerde effect teweegbrengt en
dus kan gebruikt worden voor de behandeling van
cocaïneverslaafden. Vandaag zal ik het houden bij
mijn eerste vraag.
De voorzitter: Het lijkt nodig om de samenstelling
op het etiket weer te geven!
Je vais aussi évoquer déjà ce qui fera l'objet d'une
prochaine question : on observe de plus en plus
chez des clubbers l'utilisation de mélanges cocaïne-
Viagra, appelé "Coconut Poke". La cocaïne
contracte les artères coronaires, entraînant parfois
des crises cardiaques, tandis que le Viagra a des
effets inverses et peut donc soigner un
cocaïnomane. Aujourd'hui, je me limiterai à ma
première question.
La présidente : Un étiquetage sur les compositions
s'avère nécessaire !
11/03/2008
CRABV 52
COM 143
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik wil
eraan herinneren dat Viagra een geneesmiddel is
dat zowel voordelen als risico's inhoudt voor de
patiënt. Een van de opdrachten van de federale en
Europese geneesmiddelenagentschappen bestaat
erin het baten-risicoprofiel van de geneesmiddelen
op regelmatige basis te herbekijken in het licht van
de nieuwe wetenschappelijke gegevens.
De publicatie van David Glenn is een studie die
werd uitgevoerd in een laboratoriumomgeving. De
conclusies van een laboratoriumstudie doortrekken
naar de klinische werkelijkheid is een hachelijke
onderneming.
Anderzijds
publiceerde
een
wetenschappelijk tijdschrift in februari 2008 een
onderzoek naar de invloed van Viagra op de
vruchtbaarheid van een groep vrijwilligers. Viagra
zou volgens die studie een veeleer positieve invloed
uitoefenen. Tot op heden heeft het agentschap nog
geen meldingen ontvangen over ongewenste
bijwerkingen waaruit kan afgeleid worden dat het
gebruik
van
Viagra
leidt
tot
vruchtbaarheidsproblemen.
Het Agentschap en EMEA blijven Viagra permanent
opvolgen
in
het
kader
van
geneesmiddelenbewaking.
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je tiens à rappeler que le Viagra est un
médicament avec des bénéfices pour le patient
mais aussi des risques. Une des missions des
agences fédérale et européenne des médicaments
est de réévaluer régulièrement le profil bénéfices-
risques de ceux-ci à la lumière des données
scientifiques nouvelles.
La publication de David Glenn est une étude basée
sur des conditions de laboratoire. La transposition
des conclusions d'une étude de laboratoire à la
réalité clinique est délicate. D'autre part, une revue
scientifique récente, parue en février 2008, a
examiné l'influence du Viagra sur la fertilité de
volontaires. Les conclusions indiquent un effet
plutôt positif du Viagra. Jusqu'à présent, l'agence
n'a pas reçu de notification d'effets indésirables
indiquant des problèmes d'infertilité liés à l'usage du
Viagra.
L'Agence et l'EMEA continueront à assurer le
« suivi » permanent du Viagra dans le cadre de la
pharmacovigilance.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Bruno Steegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het stijgend aantal gevallen van
darmkanker" (nr. 2783)
13 Question de M. Bruno Steegen à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le nombre croissant de cas de cancer de
l'intestin" (n° 2783)</b>
13.01 Bruno Steegen (Open Vld): Met 4000
nieuwe gevallen per jaar is darmkanker na
longkanker de meest voorkomende kanker in ons
land. Wanneer de ziekte in een vroeg stadium wordt
ontdekt, is er evenwel een grote kans op genezing.
Omdat 75 procent van de mensen met darmkanker
niet in een risicogroep vallen, is er nood aan goede
preventie.
Is de minister van plan om preventieprojecten op te
starten in verband met darmanker? Zijn er plannen
om de bevolking te sensibiliseren over de gevaren
van de ziekte?
13.01 Bruno Steegen (Open Vld) : Avec 4.000
nouveaux cas par an, le cancer de l'intestin est,
dans notre pays, le deuxième cancer le plus
fréquent après le cancer des poumons. Lorsque la
maladie est détectée à un stade précoce, les
chances de survie sont toutefois grandes. Étant
donné que 75 % des personnes atteintes d'un
cancer de l'intestin ne font pas partie d'un groupe à
risque, une bonne prévention est importante.
La ministre compte-t-elle lancer des projets de
prévention en rapport avec le cancer de l'intestin ?
Prévoit-on de sensibiliser la population aux dangers
de la maladie ?
13.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Preventie is een gemeenschapsbevoegdheid, maar
het is natuurlijk wel zo dat een goede
samenwerking tussen alle beleidsniveaus die
betrokken zijn bij de volksgezondheid, de efficiëntie
13.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) :
La
prévention
ressortit
aux
Communautés mais il va de soi qu'une
collaboration fructueuse entre tous les niveaux de
pouvoir compétents en matière de santé publique
CRABV 52
COM 143
11/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
van het beleid ten goede komt. Een mooi voorbeeld
in dat kader is het voedings- en gezondheidsplan
van mijn voorganger.
ne peut que contribuer à l'efficacité de la politique
menée. Un bel exemple à cet égard est le plan
Nutrition Santé de mon prédécesseur.
Voor de vroegtijdige opsporing van borstkanker
hebben de Gemeenschapen en de federale
overheid
reeds
een
samenwerkingsakkoord
afgesloten. Dat akkoord moet model staan voor een
akkoord over de systematische opsporing van
baarmoederhalskanker en colorectale kanker.
In het kader van het Kankerplan heb ik binnen de
interministeriële conferentie Volksgezondheid een
dialoog opgestart over het voorkomen en vroegtijdig
opsporen van kanker. Ik hoop op een snel akkoord
in verband met baarmoederhalskanker.
Voor de opsporing van colorectale kanker starten
de Vlaamse en de Franse Gemeenschap
momenteel een proefcampagne. Wij ondersteunen
deze campagne door het terugbetalen van de
stoelganganalyse en de colonoscopie. Na de
evaluatie van het proefproject hoop ik binnen de
interministeriële conferentie tot een protocolakkoord
voor de systematische opsporing van colorectale
kanker te komen.
Pour le dépistage précoce du cancer du sein, les
Communautés et l'État fédéral ont déjà conclu un
accord de coopération. Cet accord doit servir de
modèle de convention pour le dépistage
systématique du cancer du col de l'utérus et du
cancer colorectal.
Dans le cadre du Plan cancer, j'ai lancé un dialogue
au sein de la Conférence interministérielle Santé
publique sur la prévention et le dépistage précoce
du cancer. J'espère que l'on parviendra rapidement
à un accord en ce qui concerne le cancer du col de
l'utérus.
Pour ce qui est du cancer colorectal, la
Communauté flamande et la Communauté
française lancent en ce moment une campagne
pilote. Nous soutenons cette campagne en
remboursant l'analyse des selles et la colonoscopie.
Après l'évaluation du projet pilote, j'espère parvenir,
au sein de la Conférence interministérielle, à un
protocole d'accord sur le dépistage systématique du
cancer colorectal.
13.03 Bruno Steegen (Open Vld): Ik hoop dat al
deze inspanningen worden voortgezet. Wij volgen
dit op.
13.03 Bruno Steegen (Open Vld) : J'espère que
tous ces efforts seront poursuivis. Nous suivrons
l'évolution de ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.11 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16 h 11.