KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 128
CRABV 52 COM 128
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag
mardi
04-03-2008
04-03-2008
Avond
Soir
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de
minister van Justitie over "het Belgisch
diplomatiek offensief tegen de Maastrichtse
coffeeshops aan de grens" (nr. 2131)
1
Question de M. Renaat Landuyt au ministre de la
Justice sur "l'offensive diplomatique belge contre
les coffee shops maestrichtois qui seraient
installés à proximité de la frontière" (n° 2131)
1
Sprekers: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de
minister van Justitie over "de huurwaarborg"
(nr. 2132)
3
Question de M. Renaat Landuyt au ministre de la
Justice sur "la garantie locative" (n° 2132)
3
Sprekers: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Renaat Landuyt, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Samengevoegde interpellaties en vragen van
4
Interpellations et questions jointes de
4
- de heer Renaat Landuyt tot de minister van
Justitie over "vraag aan de Hoge Raad van
Justitie om te helpen bij het niet uitvoeren van een
wet" (nr. 31)
4
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur
"la demande adressée par le ministre au Conseil
supérieur de la Justice afin qu'il l'aide à ne pas
exécuter une loi" (n° 31)
4
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Justitie over "het Instituut voor gerechtelijke
opleiding" (nr. 2283)
4
- M. Jean-Luc Crucke au ministre de la Justice sur
"l'Institut de formation judiciaire" (n° 2283)
4
- de heer Bart Laeremans tot de minister van
Justitie over "het Instituut voor de gerechtelijke
opleiding" (nr. 32)
4
- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"l'institut de formation judiciaire" (n° 32)
4
- de heer Thierry Giet aan de minister van Justitie
over
"de
uitvoering
van
de
wet
van
31 januari 2007 tot oprichting van het Instituut
voor gerechtelijke opleiding" (nr. 2318)
4
- M. Thierry Giet au ministre de la Justice sur
"l'exécution de la loi du 31 janvier 2007 relative à
la création de l'Institut de formation judiciaire"
(n° 2318)
4
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de
minister van Justitie over "het Instituut voor
gerechtelijke opleiding" (nr. 2430)
4
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la
Justice sur "l'Institut de formation judiciaire"
(n° 2430)
4
- de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van
Justitie over "het uitstel van de installatie van het
Instituut voor gerechtelijke opleiding" (nr. 2472)
4
- M. Stefaan Van Hecke au ministre de la Justice
sur "le report de la mise en place de l'Institut de
formation judiciaire" (n° 2472)
4
Sprekers:
Renaat
Landuyt,
Jean-Luc
Crucke, Bart Laeremans, Stefaan Van
Hecke, Jo Vandeurzen, minister van Justitie
Orateurs:
Renaat
Landuyt,
Jean-Luc
Crucke, Bart Laeremans, Stefaan Van
Hecke, Jo Vandeurzen, ministre de la Justice
Moties
11
Motions
11
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
gevaren van de verkoop van verboden wapens
voor
de
politiediensten
en
voor
de
bevolking" (nr. 2334)
11
Question de Mme Valérie De Bue au ministre de
l'Intérieur sur "les risques pour les forces de
police et pour la population liés à la vente d'armes
prohibées" (n° 2334)
11
Sprekers: Valérie De Bue, Kattrin Jadin, Jo
Vandeurzen, minister van Justitie
Orateurs: Valérie De Bue, Kattrin Jadin, Jo
Vandeurzen, ministre de la Justice
Interpellatie van de heer Peter Logghe tot de
minister van Justitie over "de objectieve meting
van de werklast bij Justitie" (nr. 34)
13
Interpellation de M. Peter Logghe au ministre de
la Justice sur "la mesure objective de la charge
de travail à la Justice" (n° 34)
13
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Peter Logghe, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Peter Logghe, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Moties
14
Motions
14
Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de minister
van Justitie over "verkeersovertreders die een
gevangenisstraf verkiezen maar vrijuit gaan"
(nr. 2346)
14
Question de M. Éric Thiébaut au ministre de la
Justice sur "la non-application des séjours en
prison pour les automobilistes contrevenants"
(n° 2346)
14
Sprekers: Eric Thiébaut, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Eric Thiébaut, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de
minister van Justitie over "de resultaten van het
autopsieverslag na het overlijden van een in het
centrum 127bis opgesloten persoon" (nr. 2423)
16
Question de M. Fouad Lahssaini au ministre de la
Justice sur "les résultats du rapport d'autopsie
suite au décès d'une personne enfermée dans le
centre 127bis" (n° 2423)
16
Sprekers: Fouad Lahssaini, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Fouad Lahssaini, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Samengevoegde vragen van
16
Questions jointes de
16
- de heer Robert Van de Velde aan de minister
van Justitie over "de Moslimexecutieve" (nr. 2501)
16
- M. Robert Van de Velde au ministre de la Justice
sur "l'Exécutif des Musulmans" (n° 2501)
16
- mevrouw Mia De Schamphelaere aan de
minister van Justitie over "de Moslimexecutieve"
(nr. 2558)
16
- Mme Mia De Schamphelaere au ministre de la
Justice sur "l'Exécutif des Musulmans" (n° 2558)
16
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Justitie
over
"de
crisis
binnen
de
Moslimexecutieve van België" (nr. 2629)
17
- M. Denis Ducarme au ministre de la Justice sur
"la crise rencontrée par l'Exécutif des Musulmans
de Belgique" (n° 2629)
16
Sprekers: Robert Van de Velde, Mia De
Schamphelaere,
Denis
Ducarme,
Jo
Vandeurzen, minister van Justitie
Orateurs: Robert Van de Velde, Mia De
Schamphelaere,
Denis
Ducarme,
Jo
Vandeurzen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Justitie over "de verschillende
'adviesorganen' van de rechterlijke orde"
(nr. 2531)
20
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de la
Justice sur "les différents organismes consultatifs
de l'ordre judiciaire" (n° 2531)
20
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Bruno Stevenheydens aan de
minister van Justitie over "de vrijlating van een 17-
jarige recidivist door de Brusselse jeugdrechter"
(nr. 2544)
22
Question de M. Bruno Stevenheydens au ministre
de la Justice sur "la libération d'un récidiviste de
dix-sept ans par le juge de la jeunesse de
Bruxelles" (n° 2544)
22
Sprekers:
Bruno
Stevenheydens,
Jo
Vandeurzen, minister van Justitie
Orateurs:
Bruno
Stevenheydens,
Jo
Vandeurzen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister
van
Justitie
over
"de
rechtsbijstandsverzekering" (nr. 2549)
23
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de la
Justice sur "l'assurance défense en justice"
(n° 2549)
23
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Justitie over "het gerechtsgebouw
van Doornik" (nr. 2573)
24
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de la
Justice sur "le palais de justice de Tournai"
(n° 2573)
24
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
25
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de la
25
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
minister van Justitie over "de overbevolkte
gevangenissen" (nr. 2574)
Justice sur "la surpopulation carcérale" (n° 2574)
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de
minister van Justitie over "de veroordeling van de
gemeente
Lens
tot
betaling
van
een
schadevergoeding voor een brand die dateert van
augustus 1978" (nr. 2577)
26
Question de Mme Juliette Boulet au ministre de la
Justice sur "la condamnation de la commune de
Lens à payer un dédommagement pour un
incendie survenu en août 1978" (n° 2577)
26
Sprekers: Juliette Boulet, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Juliette Boulet, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
minister van Justitie over "de nieuwe wet inzake
rechtsplegingsvergoedingen" (nr. 2581)
27
Question de M. Luk Van Biesen au ministre de la
Justice sur "la nouvelle loi relative aux indemnités
de procédure" (n° 2581)
27
Sprekers: Luk Van Biesen, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Luk Van Biesen, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de minister
van Justitie over "cybercriminaliteit en de
problematiek van online gaming" (nr. 2607)
28
Question de M. Éric Thiébaut au ministre de la
Justice sur "la cybercriminalité et la problématique
des jeux en ligne" (n° 2607)
28
Sprekers: Eric Thiébaut, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Eric Thiébaut, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de minister
van Justitie over "de vrijlating van jonge
delinquenten wegens plaatsgebrek in de
openbare instellingen voor jeugdbescherming
(OIJB)" (nr. 2609)
30
Question de M. Éric Thiébaut au ministre de la
Justice sur "la relaxation de jeunes délinquants en
raison d'un manque de places dans les
institutions publiques de protection de la jeunesse
(IPPJ)" (n° 2609)
30
Sprekers: Eric Thiébaut, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Eric Thiébaut, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
Samengevoegde vragen van
31
Questions jointes de
31
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Justitie over "de nieuwe berichten rond Belliraj"
(nr. 2612)
31
- M. Michel Doomst au ministre de la Justice sur
"les nouvelles informations relatives à Belliraj"
(n° 2612)
31
- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van
Justitie
over
"de
informantenstatus
van
Abdelkader Belliraj" (nr. 2613)
31
- Mme Sarah Smeyers au ministre de la Justice
sur "le statut d'informateur d'Abdelkader Belliraj"
(n° 2613)
31
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Justitie over "de rol van Belliraj bij de
Staatsveiligheid" (nr. 2614)
31
- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"le rôle de Belliraj auprès de la Sûreté de l'État"
(n° 2614)
31
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van
Justitie over "de werking van de Staatsveiligheid
en meer in het bijzonder de samenwerking met de
federale regering, met het OCAD en met
informanten" (nr. 2653)
31
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur
"le fonctionnement de la Sûreté de l'État, en
particulier sa collaboration avec le gouvernement
fédéral, avec l'OCAM et avec les informateurs"
(n° 2653)
31
Sprekers: Michel Doomst, Sarah Smeyers,
Bart Laeremans, Renaat Landuyt, Jo
Vandeurzen, minister van Justitie
Orateurs: Michel Doomst, Sarah Smeyers,
Bart Laeremans, Renaat Landuyt, Jo
Vandeurzen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Justitie over "de gerechtspsychiatrie binnen
het gerechtelijk apparaat in het algemeen en de
wet op de internering in het bijzonder" (nr. 2622)
38
Question de M. Bert Schoofs au ministre de la
Justice sur "la psychiatrie judiciaire au sein de
l'appareil judiciaire en général et dans le cadre de
la loi sur l'internement en particulier" (n° 2622)
38
Sprekers: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
minister van Justitie
Orateurs: Bert Schoofs, Jo Vandeurzen,
ministre de la Justice
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
04
MAART
2008
Avond
______
du
MARDI
04
MARS
2008
Soir
______
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur en
voorgezeten door mevrouw Mia De Schamphelaere.
La réunion publique est ouverte à 10 h 22 par
Mme Mia De Schamphelaere, présidente.
01 Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de
minister van Justitie over "het Belgisch
diplomatiek offensief tegen de Maastrichtse
coffeeshops aan de grens" (nr. 2131)
01 Question de M. Renaat Landuyt au ministre de
la Justice sur "l'offensive diplomatique belge
contre les coffee shops maestrichtois qui
seraient installés à proximité de la frontière"
(n° 2131)</b>
01.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Ik ben
verbaasd
over
de
Belgische
diplomatieke
initiatieven tegen de Maastrichtse coffeeshops aan
de grens met Nederland. Zijn er dan echt geen
andere middelen dan diplomatieke? De lokale
politiezone voerde bijvoorbeeld al een aantal acties
aan de grens.
Hoe zal die diplomatieke zending worden
aangepakt? Welk soort procedure voor het Hof van
Justitie heeft de minister op het oog? Is er sprake
van
een
werkelijke
toename
van
het
drugsprobleem? Zijn er bijzondere richtlijnen
gegeven aan het openbaar ministerie? Zo ja,
worden die opgeschort in afwachting van het
overleg?
01.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Je m'étonne
des initiatives diplomatiques que la Belgique
développe pour contrer les problèmes relatifs aux
coffee shops de Maastricht, à la frontière belgo-
néerlandaise. La voie diplomatique constitue-t-elle
vraiment la seule solution? Je pense notamment
aux actions qui ont déjà été menées par la zone de
police locale à proximité de la frontière.
Selon quelles modalités cette mission diplomatique
sera-t-elle mise en oeuvre ? Quel type de procédure
devant la Cour de Justice le ministre envisage-t-il ?
Les problèmes liés à la drogue ont-ils effectivement
pris de l'ampleur? Des directives particulières ont-
elles été adressées au ministère public ? Dans
l'affirmative, seront-elles suspendues en attendant
une concertation ?
01.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): In
de marge van de informele EU-ministerraad op 25
januari 2008 in Ljubljana hadden minster Dewael en
ikzelf een gesprek met onze Nederlandse collega's
van Justitie en Binnenlandse Zaken. Zij bevestigden
dat zij bereid zijn nieuw overleg op te starten met de
lokale bestuursverantwoordelijken om na te gaan
hoe de inplanting van de coffeeshops aan de grens
kan vermeden worden.
Het onderzoek naar een mogelijke gerechtelijke
procedure is aan de gang. Daarnaast werden door
01.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
En marge du conseil informel des ministres
européens qui s'est tenu le 25 janvier 2008 à
Ljubljana, le ministre Dewael et moi-même nous
sommes entretenus avec nos homologues
néerlandais. Ils nous ont confirmé qu'ils étaient
disposés à entamer une nouvelle concertation avec
les responsables politiques locaux afin d'essayer de
voir comment l'implantation de coffee shops à la
frontière belgo-néerlandaise pourrait être évitée.
Nous étudions actuellement la possibilité d'engager
une procédure judiciaire. En outre, les pouvoirs
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
de lokale besturen van de grensgemeenten
initiatieven genomen in verband met vergunningen
inzake ruimtelijke ordening en planning. Het
federale niveau heeft van zijn kant nog geen keuze
gemaakt. Als er een gerechtelijke actie komt, dan
zal die zich toespitsen op het uitvoeren van de
verplichtingen
inzake
goed
nabuurschap
overeenkomstig het Schengen-akkoord.
locaux des communes frontalières ont pris des
initiatives sur le plan des autorisations relevant de
l'aménagement du territoire et de l'urbanisme. De
son côté, l'Etat fédéral n'a pas encore choisi. Si une
action judiciaire était engagée, elle porterait sur
l'exécution des obligations en matière de bon
voisinage qu'imposent les accords de Schengen.
Het drugprobleem neemt inderdaad toe in de
Belgische gemeenten in de buurt van Maastricht en
het gaat ook lang niet alleen meer over
cannabisproducten. Ook Nederlandse gemeenten
stellen dat vast en zijn gekant tegen het
coffeeshopbeleid van de burgemeester van
Maastricht omdat het ook bij hen tot overlast zal
leiden. De burgemeester van Maastricht wil liefst
dat wij samenwerken in de bestrijding van de
drugoverlast van de coffeeshops, maar de
Belgische grensgemeenten willen helemaal zo geen
coffeeshops aan de grens. Dat is voor ons prioritair.
Het is natuurlijk evident dat wij via het parket onze
normale acties tegen drugtoerisme en drugtrafiek
voortzetten.
Wij hadden al verschillende vergaderingen met de
Belgische burgemeesters in de grensstreek. Men
opteert daar absoluut voor overleg in plaats van
voor justitiële en politionele actie, wat echter niet
betekent dat we helemaal geen maatregelen
nemen.
België is de afgelopen weken herhaaldelijk in de
media ter sprake gekomen met betrekking tot de
drugsproblematiek. Deze materie zal van mij dan
ook de nodige aandacht krijgen en ik wil in de mate
van het mogelijk via overleg met de Nederlandse
collega's tot oplossingen komen.
Les problèmes de drogue prennent en effet de
l'importance dans les communes belges proches de
Maastricht, et cela fait longtemps qu'il ne s'agit plus
seulement de cannabis. Certaines communes
néerlandaises font le même constat et sont
opposées à la politique menée par le bourgmestre
de Maastricht vis-à-vis des coffee shops en raison
des nuisances qu'elle risque d'entraîner. Le
bourgmestre de Maastricht prône une collaboration
mais les communes frontalières belges ne veulent
pas entendre parler du tout de l'établissement de
coffee shops à proximité de la frontière. Il s'agit
pour nous d'une priorité. Par ailleurs, il va de soi
que nous poursuivons nos actions classiques, par
l'entremise du parquet, contre le tourisme de la
drogue et le trafic de drogue.
Nous avons déjà eu plusieurs réunions avec les
bourgmestres belges dans la région frontalière. La
priorité absolue y est donnée à la concertation,
plutôt qu'aux actions policières et judiciaires, ce qui
ne signifie pas pour autant que nous ne prenions
pas de mesures du tout.
Ces dernières semaines, la Belgique a été citée à
plusieurs reprises dans les médias dans le contexte
du trafic de drogue. Je compte bien accorder toute
l'attention nécessaire à cette problématique et je
désire, dans la mesure du possible, passer par la
concertation avec nos collègues néerlandais afin
d'arriver à des solutions.
01.03 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Ik hoop dat de
minister met cijfers komt die het drugprobleem in
ons land in beeld brengen. Voorts moet hij terdege
beseffen dat hij, bij overleg met zijn Nederlandse
collega's, het risico loopt verzeild te raken in het
gedoogbeleid dat zij voorstaan. Daarom verbaast
het mij toch dat hij nu alles zet op overleg.
01.03 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : J'espère que
le ministre pourra nous présenter des chiffres afin
que nous puissions avoir une idée précise de
l'étendue du problème de la drogue dans notre
pays. Par ailleurs, il devrait être conscient, dans le
cadre de la concertation avec nos collègues
néerlandais, du risque de nous retrouver entraînés
dans la politique de tolérance qu'ils préconisent.
C'est pourquoi je m'étonne qu'il mise uniquement
sur la concertation.
01.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Wij
overleggen niet met Nederland over de manier
waarop zij intern hun drugbeleid voeren, maar wel
over de gevolgen daarvan voor ons land en die zijn
voor ons zeker niet positief.
01.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La concertation avec les Pays-Bas porte non pas
sur la manière dont ils gèrent le problème de la
drogue, mais bien sur les retombées de leur
politique pour notre pays, dès lors que ces
retombées ne sont assurément pas positives.
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de
minister van Justitie over "de huurwaarborg"
(nr. 2132)
02 Question de M. Renaat Landuyt au ministre de
la Justice sur "la garantie locative" (n° 2132)</b>
02.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Eind 2007
signaleerde de Vereniging van Vlaamse Steden en
Gemeenten dat de banken de nieuwe huurwet,
waarbij zij verplicht worden om de huurwaarborg
voor te schieten, niet altijd naleven. Ofwel worden
er torenhoge dossierkosten aangerekend of worden
eventuele belangstellenden haast automatisch
doorverwezen naar de OCMW's. Uw voorgangster
zou hierover in december 2007 overleg hebben
gepleegd met de banksector en de OCMW's. Heeft
er een dergelijk overleg plaatsgevonden en zo ja,
wordt daarop verder gewerkt? Gaat de minister de
banken aanzetten om hun verplichting na te
komen?
02.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Fin 2007,
l'association des villes et communes flamandes
faisait savoir que les banques ne respectaient pas
toujours la nouvelle loi sur les baux à loyer qui les
oblige à avancer la garantie locative. Soit elles
facturent de très importants frais de dossier, soit
elles renvoient pour ainsi dire automatiquement les
demandeurs vers les CPAS. Votre prédécesseur
aurait mené une concertation à ce sujet en
décembre 2007 avec le secteur bancaire et les
CPAS. Une telle concertation a-t-elle effectivement
eu lieu et, dans l'affirmative, quelle suite y est à
présent donnée ? Le ministre invitera-t-il fermement
les banques à respecter leurs obligations ?
02.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Mijn
voorgangster op Justitie heeft me over dit overleg
niet ingelicht en ik ga er dus vanuit dat het ook niet
heeft
plaatsgevonden.
Verschillende
banken
hebben een geding ingespannen met betrekking tot
de huurwaarborg. De aanpassing van de huurwet
behoort echter niet tot de taak van de interim-
regering, maar bij een ongrondwettige regeling
zullen wij dit toch ter harte moeten nemen.
02.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
L'ancienne ministre de la Justice ne m'a pas
informé de cette concertation et le suppose donc
qu'elle n'a pas eu lieu. Plusieurs banques ont
intenté une action concernant la garantie locative.
L'adaptation de la loi sur les baux à loyer n'est pas
inscrite au programme du gouvernement intérimaire
mais s'il devait apparaître que la réglementation est
contraire à la Constitution, il nous faudrait nous
pencher sur la question.
Er zijn drie verschillende systemen in voege: de
geïndividualiseerde rekening op naam van de
huurder, de progressieve bankwaarborg en de
bankwaarborg op basis van het standaardcontract
tussen het OCMW en de bank. Het kan inderdaad
gebeuren dat een bank een huurder met een
twijfelachtige solvabiliteit snel doorverwijst naar het
OCMW. De wet zelf voorziet in de mogelijkheid van
een evaluatie, vermits men heeft ingezien dat het
systeem mogelijk niet waterdicht zou zijn. Gezien de
behandelingstermijnen voor het Grondwettelijk Hof,
kan een uitspraak samenvallen met de evaluatie.
Een evaluatie kan via een parlementair initiatief
aanleiding geven tot het beëindigen van een
ongrondwettige situatie, tot verbetering van het
bestaande systeem en zelfs tot andere bepalingen
in de huurwet.
Het is niet onmogelijk dat de federale overheid
hierover in de toekomst niet meer voor bevoegd zal
zijn. Ik stel voor dat we eerst de evaluatie van april
afwachten.
Trois systèmes sont en vigueur : le compte
individualisé au nom du locataire, la garantie
bancaire progressive et la garantie bancaire basée
sur le contrat type entre le CPAS et la banque. Il
peut en effet arriver qu'une banque oriente
rapidement vers le CPAS un locataire à la
solvabilité douteuse. La loi elle-même prévoit la
possibilité d'une évaluation, puisqu'on a constaté
que le système ne serait peut-être pas sans faille.
Etant donné les délais de traitement devant la Cour
constitutionnelle, un jugement peut coïncider avec
une évaluation. Une évaluation peut, par le biais
d'une initiative parlementaire, donner lieu à la
cessation d'une situation inconstitutionnelle, à
l'amélioration du système existant et même à
d'autres dispositions dans la loi sur les baux à loyer.
Il n'est pas impossible que les autorités fédérales
ne soient plus compétentes en la matière à l'avenir.
Je propose que nous attendions d'abord l'évaluation
d'avril.
02.03 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): De minister
haalt een aantal redenen aan om om niet te moeten
02.03 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Le ministre
invoque toute une série de raisons pour ne pas
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
optreden. Er is de procedure voor het
Grondwettelijk Hof, wat blijkbaar al volstaat om de
wet niet uit te voeren. Het is bovendien de plicht van
een regering ook van een interim-regering - om
de wet toe te passen. Wachten op de
staathervorming om iets te doen aan de
huurwetgeving is mijns inziens een cynisch
uitgangspunt, vermits die nog lang op zich zou
kunnen laten wachten.
devoir intervenir. Il y a la procédure devant la Cour
constitutionnelle, qui suffit déjà manifestement pour
ne pas exécuter la loi. Le gouvernement est en
outre tenu - même s'il s'agit d'un gouvernement
intérimaire - d'appliquer la loi. Attendre la réforme
de l'État pour agir au niveau de la législation relative
aux baux à loyer est à mon sens une attitude
cynique, étant donné que celle-ci risque de se faire
attendre encore longtemps.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Renaat Landuyt tot de minister van
Justitie over "vraag aan de Hoge Raad van
Justitie om te helpen bij het niet uitvoeren van
een wet" (nr. 31)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Justitie over "het Instituut voor gerechtelijke
opleiding" (nr. 2283)
- de heer Bart Laeremans tot de minister van
Justitie over "het Instituut voor de gerechtelijke
opleiding" (nr. 32)
- de heer Thierry Giet aan de minister van Justitie
over
"de
uitvoering
van
de
wet van
31 januari 2007 tot oprichting van het Instituut
voor gerechtelijke opleiding" (nr. 2318)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de
minister van Justitie over "het Instituut voor
gerechtelijke opleiding" (nr. 2430)
- de heer Stefaan Van Hecke aan de minister van
Justitie over "het uitstel van de installatie van het
Instituut voor gerechtelijke opleiding" (nr. 2472)
03 Interpellations et questions jointes de
- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur
"la demande adressée par le ministre au Conseil
supérieur de la Justice afin qu'il l'aide à ne pas
exécuter une loi" (n° 31)
- M. Jean-Luc Crucke au ministre de la Justice
sur "l'Institut de formation judiciaire" (n° 2283)<br>- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"l'institut de formation judiciaire" (n° 32)
- M. Thierry Giet au ministre de la Justice sur
"l'exécution de la loi du 31 janvier 2007 relative à
la création de l'Institut de formation judiciaire"
(n° 2318)<br>- Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la
Justice sur "l'Institut de formation judiciaire"
(n° 2430)<br>- M. Stefaan Van Hecke au ministre de la Justice
sur "le report de la mise en place de l'Institut de
formation judiciaire" (n° 2472)</b>
03.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Ik opteer voor
een interpellatie over deze aangelegenheid wegens
de zwaarwichtigheid van het onderwerp.
Ik weet dat de minister geen voorstander is van de
wet van 31 januari 2007 waarbij de Hoge Raad voor
de Justitie - in zijn grondwettelijke bevoegdheid van
vorming en opleiding van rechters en ambtenaren
van het openbaar ministerie - richtlijnen geeft aan
een op te richten instituut voor gerechtelijke
opleiding. Door de wet niet uit te voeren, brengt de
minister niet alleen alle benoemingen van rechters
en procureurs via een gerechtelijke stage, maar ook
de gerechtelijke onderzoeken zelf in het gedrang.
Een onderzoeksrechter kan immers niet meer
voldoen aan de wettelijke voorwaarden om geldig te
functioneren. De minister wenst dit instituut niet op
te richten omdat deze opleidingen volgens hem een
bevoegdheid van de Gemeenschappen zijn.
03.01 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Eu égard à
l'importance de la matière, j'opte pour une
interpellation.
Je sais que le ministre n'est pas partisan de la loi du
31 janvier 2007 par laquelle le Conseil supérieur de
la Justice dans le cadre de sa compétence
constitutionnelle de formation des juges et officiers
du ministère public donne des directives à un
institut de formation judiciaire qui est à créer. En
n'exécutant pas la loi, le ministre compromet non
seulement toutes les nominations des juges et des
procureurs par le biais d'un stage judiciaire, mais
également les instructions elles-mêmes. Un juge
d'instruction ne peut en effet plus satisfaire aux
conditions légales pour fonctionner valablement. Le
ministre s'oppose à la création de cet institut car il
estime que l'organisation de ces formations relève
de la compétence des Communautés.
Ik ga met dat standpunt van de minister akkoord,
maar we hebben ons destijds moeten neerleggen
bij de consensus dat de Hoge Raad tegen de
logica van een federaal land in bevoegd is voor dit
Je souscris au point de vue du ministre mais, à
l'époque, nous avons dû nous plier au consensus
aux termes duquel le Conseil supérieur contre la
logique d'un État fédéral est compétent pour cet
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
bepaald aspect van de vorming. Het is echter
onaanvaardbaar dat de minister van Justitie de
Hoge Raad verzoekt om voorlopig alles bij het oude
te laten, wat de Raad trouwens ook diplomatisch
heeft toegezegd tot 23 maart. We worden eigenlijk
geconfronteerd met een situatie waarbij de minister
van Justitie vaststelt dat hij de wet zelf niet toepast.
aspect déterminé de la formation. Il est toutefois
inacceptable que le ministre de la Justice demande
au Conseil supérieur de maintenir provisoirement le
statu quo, ce que le Conseil s'est d'ailleurs
diplomatiquement engagé à faire jusqu'au 23 mars.
Nous sommes en fait confrontés à une situation où
le ministre de la Justice constate qu'il n'applique
pas lui-même la loi.
03.02 Jean-Luc Crucke (MR): Over het Instituut
voor gerechtelijke opleiding zou vandaag eigenlijk
niet meer mogen worden gedebatteerd. De Hoge
Raad voor de Justitie heeft ons echter laten weten
dat de regeling niet zou worden toegepast. Er
zouden al een directeur en een adjunct-directrice
zijn benoemd. Er is evenwel nog steeds geen raad
van bestuur, noch een wetenschappelijk comité. De
twee regeringscommissarissen werden nog niet
aangewezen. De werkingsmiddelen waarin de wet
voorziet, worden niet ter beschikking gesteld.
Net als de heer Landuyt denk ik dat men
twistpunten zoekt: sommigen zouden van dat
instituut een soort school onder de bevoegdheid
van de Gemeenschappen willen maken. Het gaat
hier echter om een voortgezette opleiding, en dat is
een bevoegdheid van de federale overheid
Wanneer zal u de wet daaromtrent doen
toepassen? Wanneer zullen de nodige middelen
worden toegekend? Wanneer zal u op de uitlatingen
van de Hoge Raad voor de Justitie reageren?
De werking van het gerecht is een van de pijlers
van de democratie. Om communautaire redenen
dreigt dat beginsel te worden uitgehold. Het spreekt
vanzelf dat de continuïteit van de dienstverlening
moet worden verzekerd, maar de beste waarborg
daarvoor is de toepassing van de wet, ook al is niet
iedereen daar gelukkig mee en wensen sommigen
een wetswijziging.
03.02 Jean-Luc Crucke (MR) : A l'heure où on
vous parle, l'Institut de formation judiciaire ne
devrait plus faire l'objet de débats. Cependant, le
Conseil supérieur de la Justice nous a informé que
le système ne serait pas appliqué. Un directeur et
une directrice-adjointe ont déjà été nommés. En
revanche, il n'existe toujours pas de conseil
d'administration, ni de comité scientifique. Les deux
commissaires du gouvernement ne sont pas
désignés. Les moyens de fonctionnement prévus
par la loi ne sont pas mis à disposition.
Comme M. Landuyt, je pense que cette situation est
la conséquence d'une "mauvaise querelle" : certains
voudraient tenter de faire de cet institut une sorte
d'école relevant des Communautés. Or, il est
question ici de formation continue qui relève du
pouvoir fédéral.
Quand comptez-vous faire appliquer la loi en la
matière ? Quand les moyens nécessaires seront-ils
alloués ? Quand allez-vous répondre aux propos
publiés par le Conseil supérieur de la Justice ?
Le fonctionnement judiciaire est l'une des bases
d'un système démocratique. Et, pour des raisons
d'ordre communautaire, ce principe risque d'être
mis à mal. La continuité du service public doit
certes être assurée mais la meilleure garantie est
celle qui consiste à appliquer la loi, même si la loi
ne plaît pas toujours à tout le monde et que certains
souhaitent qu'elle soit modifiée.
03.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De
houding van de minister is de logica zelve. Het is
toch niet meer dan normaal dat een wet die niet
wordt 'gedragen' door het Parlement, ook niet wordt
uitgevoerd. Er moet een nieuwe wet komen,
daarover is iedereen het eens. In afwachting
daarvan toch nog met een ander systeem beginnen,
zorgt alleen maar voor meer onduidelijkheid.
De huidige regeling voor het federale instituut voor
de gerechtelijke opleiding overschrijdt de federale
bevoegdheden en herleidt de Gemeenschappen,
die nochtans bevoegd zijn voor onderwijs en
opleiding, tot marginale adviesverstrekkers. De sp.a
werpt zich hier met andere woorden op als de grote
behoeder van het oude, reactionaire België. Ik
03.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) :
L'attitude du ministre procède de la logique même.
Il n'est que normal qu'une loi qui n'est pas `portée'
par le Parlement ne soit pas davantage mise en
oeuvre. Tout le monde s'accorde pour dire qu'une
nouvelle loi doit être élaborée. Et commencer à
appliquer un autre système dans l'intervalle ne ferait
qu'ajouter à la confusion.
Le régime actuel de l'Institut fédéral de formation
judiciaire outrepasse les compétences fédérales et
réduit les Communautés, pourtant compétentes
pour l'enseignement et la formation, au rang de
conseillères marginales. En d'autres termes, le sp.a
s'érige ici en grand gardien de l'ancienne Belgique
réactionnaire. Je me souviens pourtant que
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
herinner me nochtans dat de heer Landuyts
partijgenoot, Frank Vandenbroucke, op Vlaams
niveau pleitte voor een samenwerking, maar zeker
niet in de huidige vorm. Blijkbaar is de sp.a hierover
sterk verdeeld.
Kan de minister meedelen welke beslissingen hij
heeft
genomen
inzake
dit
federale
opleidingsinstituut? Wat heeft hij juist gevraagd aan
de Hoge Raad? Welke initiatieven nam de minister
al om de wet te vervangen? Hoe ziet de minister de
opleiding en vorming van magistraten en
gerechtelijk personeel in de toekomst? Het oranje-
blauwe deelakkoord is hierover heel vaag: welke rol
wil de minister geven aan de Gemeenschappen?
Tegen wanneer zouden de Gemeenschappen,
zoals afgesproken binnen de Octopusgroep,
kunnen starten met hun magistratenschool?
Ik herinner de minister aan de woorden van zijn
partijgenoot Tony Van Parys in het commissiedebat
hierover op 25 januari 2007: hij voorspelde toen dat,
wat zijn partij betreft, een goedkeuring van
betrokken wetsontwerp zou moeten worden gevolgd
door de afschaffing van deze ouderwetse
parastatale.
M. Frank Vandenbroucke, collègue de parti de M.
Landuyt, a plaidé pour une collaboration au niveau
flamand, mais certainement pas dans la forme
actuelle. Le sp.a est manifestement très partagé sur
la question.
Le ministre pourrait-il nous informer sur les
décisions qu'il a prises en ce qui concerne cet
Institut fédéral de formation ? Qu'a-t-il demandé
exactement au Conseil supérieur ? Quelles
initiatives a-t-il déjà prises pour remplacer la loi ?
Comment envisage-t-il la formation des magistrats
et du personnel judiciaire à l'avenir ? L'accord
partiel de l'orange bleue est très vague à cet égard :
quel rôle le ministre entend-il conférer aux
Communautés ? Quand ces dernières pourraient-
elles, comme convenu au sein du groupe Octopus,
concrétiser leur projet d'école de la magistrature ?
Je me permets de rappeler au ministre les propos
tenus par son collègue de parti, M. Tony Van Parys,
lors du débat mené à ce sujet en commission le 25
janvier 2007. Ce dernier avait en effet annoncé
qu'en ce qui concerne son parti, l'adoption du projet
de loi concerné devrait se traduire par la
suppression de ce vieux parastatal.
03.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Ik sluit
me volledig aan bij de woorden van de heer
Landuyt. De minister beslist uitdrukkelijk om een
wet niet uit te voeren. Is dat het voorbeeld dat hij wil
geven aan de magistraten?
Waarom heeft de minister de Hoge Raad voor
Justitie gevraagd de opleidingsprogramma's te
blijven verzorgen? Waarom heeft de minister beslist
om niet alle middelen voor de installatie van het
instituut voor gerechtelijke opleiding ter beschikking
te stellen? Wil de minister de opleiding van de
magistraten op een andere manier organiseren dan
bepaald in de wet van 31 januari 2007? Wil hij deze
opleiding, wellicht onder druk van zijn kartelpartner,
overdragen aan de Gemeenschappen? Zal de
minister hierover een beslissing nemen voor 23
maart 2008? Wat gebeurt er als de beslissing
uitblijft? Meent de minister dat hij correct handelt als
hij weigert om de wet toe te passen?
03.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Je me
rallie entièrement aux propos de M. Landuyt. Le
ministre décide expressément de ne pas exécuter
une loi. S'agit-il là de l'exemple qu'il souhaite
donner aux magistrats ?
Pourquoi le ministre a-t-il demandé au Conseil
supérieur de la Justice de continuer à assurer les
programmes de formation ? Pourquoi a-t-il décidé
de ne pas mettre à disposition l'intégralité des
moyens pour la mise en place de l'institut de
formation judiciaire ? Souhaite-t-il organiser la
formation des magistrats d'une autre manière qu'en
vertu de la loi du 31 janvier 2007 ? Souhaite-t-il,
probablement sous la pression de son partenaire de
cartel,
transférer
cette
formation
aux
Communautés ? Prendra-t-il une décision à cet
égard avant le 23 mars 2008 ? Qu'adviendra-t-il si
la décision se fait attendre ? Estime-t-il qu'il agit
correctement lorsqu'il refuse d'appliquer la loi ?
03.05 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Als
minister moet ik natuurlijk de wet uitvoeren, maar in
dit dossier was mijn eerste prioriteit om de
continuïteit van de opleidingen te garanderen. Ik
ben tot de vaststelling gekomen dat het instituut
voor gerechtelijke opleiding nog lang niet
operationeel is en dat het nog niet over de nodige
budgettaire middelen beschikt: artikel 38 van de wet
van 31 januari 2007 is nog niet in werking getreden,
in tegenstelling tot wat hier door sommige sprekers
03.05 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
En ma qualité de ministre, je suis évidemment tenu
d'appliquer la loi mais en ce qui concerne ce
dossier, ma première priorité consistait à assurer la
continuité des formations. J'ai constaté que l'Institut
de formation judiciaire est loin d'être opérationnel et
qu'il ne dispose pas encore des moyens
budgétaires nécessaires : l'article 38 de la loi du
31 janvier 2007 n'est pas encore entré en vigueur,
contrairement à ce que certains orateurs ont affirmé
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
wordt beweerd. Bovendien kreeg het voorstel van
samenwerkingsprotocol een negatief advies van de
Inspectie van Financiën.
Ik heb daarom gezorgd voor de nodige
ondersteuning in mijn departement en de Hoge
Raad voor Justitie gevraagd om de voorbereidingen
voor de opleidingen voort te zetten. Deze beslissing
tast de onafhankelijkheid van de Hoge Raad voor
Justitie geenszins aan. Het is natuurlijk evident dat
deze situatie niet kan blijven duren.
ici. En outre, l'Inspection des Finances a rendu un
avis négatif sur la proposition de protocole de
coopération.
C'est la raison pour laquelle j'ai veillé au soutien
nécessaire au sein de mon département et
demandé au Conseil supérieur de la Justice de
poursuivre la préparation des formations. Cette
décision
ne
porte
nullement
atteinte
à
l'indépendance du Conseil supérieur de la Justice. Il
est bien sûr évident que cette situation ne peut
perdurer.
(Frans) Ik wil op de eerste plaats de continuïteit van
de opleiding waarborgen. Het Instituut is nog niet
operationeel. Artikel 38 van de wet is in 2007 niet in
werking getreden, waardoor het Instituut nog niet
over alle budgettaire middelen beschikt. Om de
continuïteit van de opleiding te waarborgen, heb ik
een aantal maatregelen getroffen om daartoe
binnen het departement over de nodige steun te
kunnen beschikken. In die context werd er aan de
Hoge Raad voor de Justitie gevraagd de
voorbereiding van de opleidingen voor de
magistraten en de gerechtelijk stagiairs voort te
zetten.
De Grondwet bepaalt duidelijk dat de Hoge Raad
voor de Justitie zijn bevoegdheden onder meer
uitoefent in de vorming van de rechters en de
ambtenaren van het openbaar ministerie. Ik heb
dus enkel gevraagd dat de Hoge Raad voor de
Justitie zijn opdracht zou blijven uitoefenen, zoals
vermeld in de Grondwet. Het feit dat de Raad die
taak blijft uitoefenen, is dus niet in strijd met de wet.
Die toestand kan evenwel niet blijven duren. Het is
hoog tijd dat we weten hoe de wet zal worden
gewijzigd en toegepast. Tijdens de oranje-blauwe
onderhandelingen was men tot een akkoord
gekomen over een wetswijziging teneinde de
samenwerking met de Gemeenschappen vlotter te
laten verlopen. Het is niet mijn bedoeling om een
nieuw groot debat te openen, maar om de
continuïteit voor de komende weken te waarborgen.
(En français) Ma priorité consiste à garantir la
continuité de la formation. L'Institut n'est pas encore
opérationnel. L'article 38 de la loi n'est pas entré en
vigueur en 2007, ce qui fait que l'Institut ne possède
pas la totalité des moyens budgétaires. Pour
garantir la continuité de la formation, j'ai pris des
dispositions afin de recueillir l'appui nécessaire au
sein du département. Dans ce contexte, il a été
demandé au Conseil supérieur de la Justice de
poursuivre la préparation des formations pour les
magistrats et les stagiaires judiciaires.
La Constitution dispose clairement que le Conseil
supérieur de la Justice exerce ses compétences
dans la formation des juges et des officiers du
ministère public. J'ai donc uniquement demandé
que le Conseil supérieur de la Justice continue à
exercer sa mission telle que définie dans la
Constitution. Le fait que ce dernier continue à
exécuter cette tâche n'est donc pas illégal.
Cette situation ne peut pas durer. Il est temps de
savoir comment on va adapter et appliquer la loi.
Lors des négociations de l'orange bleue, il existait
un accord sur une modification de la loi pour une
meilleure coopération avec les Communautés. Mon
but n'est pas une nouvelle grande discussion, mais
la continuité dans les semaines qui viennent.
Ik stel vast dat het Instituut niet operationeel is, dat
de Inspectie van Financiën een negatief advies
heeft verstrekt en dat de nodige kredieten
ontbreken. Het zal enige tijd vergen om tot een
gefundeerde vaststelling van de begrotingsmiddelen
te komen. We zullen ook moeten zien of de nieuwe
regering binnen twee weken bereid zal zijn de wet
aan te passen. Daarom heb ik gezegd dat men de
opleidingen alvast moet voorbereiden. Er mag geen
tijd verloren gaan. Ik moet de middelen
bijeenbrengen en ik probeer te kijken hoe hierover
in de volgende weken een consensus kan worden
Je constate que l'Institut n'est pas opérationnel, qu'il
y a un avis négatif de l'Inspection des finances et
que les budgets nécessaires font défaut. Il faudra
du temps pour constituer de façon raisonnable le
budget. Il faudra également voir dans deux
semaines si la volonté du gouvernement est
d'adapter la loi. C'est la raison pour laquelle je me
suis exprimé en indiquant qu'on doit assurer la
préparation des formations. Il ne faut pas perdre de
temps. Je dois regrouper les moyens et j'essaie de
voir comment aboutir, dans les prochaines
semaines, à un consensus.
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
bereikt.
(Nederlands) Een aantal kritische vragen is
inderdaad terecht. Er moet inderdaad snel
duidelijkheid komen, maar het is een realiteit dat het
instituut helemaal niet klaar was om te starten op
het ogenblik dat het volgens de wet moest. Ik kan
mij niet permitteren dat de opleiding van
magistraten en van griffie- en parketpersoneel
vertraging oploopt. We gaan dus voor een
continuïteit van de dienst. Er komt een
hergroepering van de middelen. Dit vraagt overleg
met meerdere partners die een deel van het budget
beheren. In de tijd die nog rest voor de nieuwe
regering aantreedt, zullen we kijken of er een
politieke consensus kan bereikt worden over de
wijze waarop het instituut zijn taken zal vervullen.
Als dat niet lukt zal ik de herschikking van dat
budget en de organisatie van de opleidingen
consequent binnen de lijnen van de wet volgen.
(En néerlandais) Certaines questions critiques se
justifient effectivement. Il convient, certes, de faire
rapidement la clarté, mais la réalité est que l'Institut
n'était absolument pas prêt à démarrer dans le délai
prévu par la loi. Je ne puis tolérer un retard dans la
formation des magistrats et du personnel des
greffes et des parquets. Nous devons donc assurer
la continuité du service. Les moyens seront
regroupés, ce qui nécessitera une concertation
avec plusieurs partenaires qui gèrent une partie du
budget. Dans le délai qui subsiste avant l'entrée en
fonction
du
nouveau
gouvernement,
nous
examinerons la possibilité de trouver un consensus
politique sur la manière dont l'institut s'acquittera de
sa mission. En cas d'échec, je restructurerai ce
budget et j'organiserai les formations en totale
conformité avec la loi.
03.06 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): De minister
van Justitie moet een onderscheid maken tussen
zijn eigen opvatting en het bestaan van de
rechtsstaat inclusief Grondwet en wetgeving. Als de
minister vindt dat hij de wet niet moet uitvoeren,
moet hij maar heel vlug een wetje maken dat de
uitvoering opschort. De minister is de hoeder van de
rechtsstaat. Hij zegt nu dat er geen uitvoering en
geen
budget
is,
terwijl
men
pas
een
budgetdiscussie achter de rug heeft. De minister
heeft bijgevolg niet gedaan wat moet. Continuïteit
van de openbare dienst betekent in de
rechtspraktijk dat omstandigheden buiten de wil van
de verantwoordelijke zulks kunnen verantwoorden.
Hier gaat het evenwel om onwil. De minister zal
problemen krijgen in het gerechtelijk onderzoek
omdat hij bestaande wetgeving niet uitvoert.
Vandaar dat ik een motie indien om de wet en de
Grondwet te laten respecteren.
03.06 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Le ministre de
la Justice doit établir une distinction entre sa propre
conception et l'existence de l'État de droit, doté
d'une Constitution et d'une législation. S'il estime ne
pas devoir appliquer la loi, qu'il élabore rapidement
une petite loi qui suspend la mise en oeuvre de la
première. Le ministre est le gardien de l'État de
droit. Il affirme aujourd'hui qu'il n'y a ni budget, ni
mise en oeuvre, alors qu'on vient de clôturer une
discussion budgétaire. Il a par conséquent manqué
à ses obligations. Dans la pratique juridique, la
continuité du service public signifie que des
circonstances indépendantes de la volonté du
responsable peuvent expliquer une telle situation.
En l'espèce, il est toutefois question de mauvaise
volonté. Le ministre rencontrera des problèmes sur
le plan des enquêtes judiciaires parce qu'il
n'exécute pas la législation existante. Je dépose
dès lors une motion en vue de faire respecter la loi
et la Constitution.
03.07 Jean-Luc Crucke (MR): Ik neem er nota van
dat het standpunt van de minister en het CD&V-
standpunt niet gelijklopend zijn.
Aangezien artikel 38 in 2007 niet in werking is
getreden, moet slechts een gedeelte van de
begroting in 2008 ter beschikking worden gesteld,
maar er is een resultaatsverbintenis. Het baart me
zorgen dat de directie geen contact met uw kabinet
heeft gehad. De wetgeving moet worden toegepast
om ervoor te zorgen dat die instelling goed werkt
ten dienste van alle justitiële actoren.
Er kan geen kwaliteitsvolle gerechtelijke opleiding
plaatsvinden zonder inbreng van de universiteiten,
die
onder
de
bevoegdheid
van
de
03.07 Jean-Luc Crucke (MR) : Je note que
l'opinion du ministre et celle du CD&V ne coïncident
pas.
Puisque l'article 38 n'est pas entré en application en
2007, une partie seulement du budget doit être mise
à disposition en 2008, mais il y a obligation de
résultats. Je m'inquiète que la direction n'ait eu
aucun contact avec votre cabinet. Il faut appliquer la
législation pour que cette institution fonctionne au
service de tous les opérateurs de la justice.
Il ne peut y avoir de formation judiciaire de qualité
sans l'apport d'universités, qui relèvent des
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
Gemeenschappen vallen. Dat is iets anders dan
een regionalisering van de materie. Ik vestig er uw
aandacht op dat de Europese instanties onlangs
kritiek op het Italiaans geregionaliseerd systeem
hebben geuit.
De MR zal erop aandringen dat de wetgeving
zonder uitstel zou worden toegepast en dat de
nodige middelen zouden worden toegekend opdat
het instituut degelijk kan werken.
Communautés. C'est autre chose que de
communautariser la matière. J'attire votre attention
sur le fait que l'Europe vient de critiquer le système
régionalisé italien.
Le MR insistera pour que la législation soit
appliquée rapidement et que les moyens
nécessaires soient attribués afin que l'institution
fonctionne.
03.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het
antwoord van de minister toont aan dat de vorige
minister van Justitie haar werk niet heeft gedaan.
Omdat er van voorbereiding geen enkele sprake is,
is het logisch dat de huidige minister ervoor kiest
om de bestaande opleiding te blijven verzekeren.
De Hoge Raad voor de Justitie heeft de middelen
en de mensen. Ik houd wel mijn hart vast wanneer
de minister zegt dat men opnieuw zal moeten
onderhandelen. Het deelakkoord was al heel vaag
en de MR wil terug naar een unitair systeem. De
minister moet vechten voor een veel betere
oplossing en hierbij de woorden van de heer Van
Parys gestand doen.
Om de minister tegemoet te komen dienen we een
motie in die vraagt om werk te maken van een
magistratenschool per Gemeenschap, zoals dit
altijd al gepland was. De heer Landuyt
ondersteunde dat destijds, maar laat die idee
vandaag op onduidelijke gronden vallen. Dit debat
heeft in elk geval duidelijkheid geschapen over de
unitaire standpunten van sp.a en de uitermate
weinig Vlaamse standpunten van Groen!.
03.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : La
réponse du ministre démontre que le précédent
ministre de la Justice n'a pas fait son travail. Étant
donné que rien n'a été préparé, il est logique que le
ministre actuel choisisse de continuer à assurer la
formation existante. Le Conseil supérieur de la
Justice dispose des moyens matériels et humains
nécessaires. Je frémis par contre lorsque j'entends
le ministre déclarer qu'il faudra négocier à nouveau.
L'accord partiel était déjà très vague et le MR
souhaite un retour au système unitaire. Le ministre
doit se battre pour dégager une bien meilleure
solution et pour que les paroles de M. Van Parys se
concrétisent.
Pour aider le ministre, nous déposons une motion
visant la mise en place d'une école de la
magistrature par Communauté, comme cela avait
toujours été prévu. À l'époque, M. Landuyt soutenait
cette idée, mais il la laisse choir à présent pour
d'obscurs motifs. En tout cas, ce débat a clarifié les
choses en ce qui concerne les prises de position
unitaires du sp.a et celles, bien peu flamandes, de
Groen !
03.09 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): De
uitleg van de minister is weinig overtuigend. Er
kunnen best wel praktische problemen zijn om
vandaag over te gaan naar het geplande nieuwe
systeem, maar zoals bij vele wetten het geval is,
zou men de inwerkingtreding met enkele maanden
kunnen uitstellen. Met die wettelijke basis zou men
de eerder geschetste risico's kunnen vermijden.
03.09 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!) : Les
explications du ministre sont peu convaincantes. Il
est parfaitement possible que des problèmes
pratiques empêchent aujourd'hui de passer au
nouveau système tel qu'il a été prévu. Toutefois,
comme c'est le cas pour de nombreuses lois, l'on
aurait très bien pu reporter de quelques mois sa
mise en oeuvre. Grâce à cette base légale, il serait
possible d'éviter les risques déjà évoqués
précédemment.
De minister zegt dat men niet gezorgd heeft voor
budgetten. Bij de voorstelling van de begroting
vorige week in de commissie is er met geen woord
gerept over budgetten voor de opleiding van
magistraten. Men moet blijkbaar nog steeds op
zoek naar een consensus, terwijl er al een akkoord
bestaat over de begroting. Gesteld dat men op 23
maart binnen de interim-regering een consensus
heeft om de wet te behouden en uit te voeren, heeft
men dan plots wel budgetten vanaf 24 maart? Het is
Le ministre affirme que les budgets n'ont pas été
prévus. Lors de la présentation du budget en
commission la semaine dernière, rien n'a été dit à
propos des budgets pour la formation des
magistrats. Il faut manifestement encore trouver un
consensus, alors qu'il existe déjà un accord sur le
budget. Dans l'hypothèse où un consensus serait
trouvé pour le 23 mars au sein du gouvernement
intérimaire pour maintenir et exécuter la loi, des
budgets seront-ils soudainement disponibles à partir
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
allemaal onduidelijk. CD&V stond voor de
verkiezingen voor goed bestuur, maar dit is een
voorbeeld van wat goed bestuur absoluut niet is.
du 24 mars ? La situation n'est pas claire. Avant les
élections, le CD&V ne parlait que de bonne
administration mais ceci est un bel exemple de
mauvaise administration.
03.10 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik
heb de verantwoordelijken uiteraard ontvangen en
hun gezegd dat we een grote consensus moeten
bereiken rond het instituut. Ik heb vastgesteld dat bij
de Hoge Raad budgetten en personeel beschikbaar
zijn voor de opleiding van magistraten en dat bij de
FOD Justitie er middelen en personeel beschikbaar
zijn voor de opleidingen. In het kader van het nieuw
statuut van de parketsecretariaten en het
griffiepersoneel zijn we verplicht om dringend een
aantal opleidingen te organiseren. Dit kan niet
wachten. Er is blijkbaar geen overleg geweest om
de middelen van de Hoge Raad en de FOD te
hergroeperen in het instituut op het ogenblik dat het
operationeel zou moeten worden.
03.10 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
J'ai évidemment reçu les responsables et je leur ai
dit que nous devons aboutir à un large consensus à
propos de l'institut. J'ai constaté que des budgets et
du personnel sont disponibles auprès du Conseil
supérieur pour la formation des magistrats et que
des moyens et du personnel sont disponibles
auprès du SPF Justice pour les formations. Dans le
cadre du nouveau statut des secrétariats de parquet
et du personnel des greffes, nous sommes
contraints d'organiser d'urgence un certain nombre
de formations. Il est impossible d'attendre. Il n'y a
manifestement pas eu de concertation en vue d'un
regroupement des moyens du Conseil supérieur et
du SPF au sein de l'Institut alors que celui-ci devait
devenir opérationnel.
Er is met andere woorden geen overleg gepleegd
over de overheveling van de middelen naar het
instituut. Ik heb aan de regering tijd gevraagd voor
de samenstelling van dat budget. Bij de
begrotingsopmaak zijn er natuurlijk middelen
vrijgemaakt voor de opleidingen de we bij constant
beleid hebben. Het probleem is dus niet dat er geen
middelen zijn, maar dat die middelen moeten
gehergroepeerd worden en overgeheveld worden
naar het nieuwe instituut.
Ik kan alleen maar vaststellen dat het instituut niet
operationeel kon worden op het door de wet
voorziene tijdstip, als gevolg van de lange periode
van lopende zaken. Ik moet er nu voor zorgen dat
de opleidingen niet stilvallen omdat er niemand is
om de fakkel over te nemen. Ik moet de continuïteit
van de dienst waarborgen, rekening houdende met
het
feit
dat
de
partijen
die
aan
de
onderhandelingstafel zitten, wellicht nog wijzigingen
zullen aanbrengen en bijvoorbeeld de deelstaten
een grotere rol zouden kunnen geven in dat
instituut. Ik moet dus ook vermijden initiatieven te
nemen die dat debat zouden hypothekeren.
Autrement dit, la question du transfert de moyens à
l'Institut n'a été l'objet d'aucune concertation. J'ai
demandé au gouvernement de me laisser le temps
de constituer ce budget. Lors de la confection du
budget, des moyens ont été bien sûr dégagés pour
les formations que nous organisons à politique
constante. Le problème n'est donc pas l'absence de
moyens. La difficulté à laquelle nous devons faire
face est que ces moyens doivent être regroupés
puis transférés au nouvel Institut.
Je ne puis que constater qu'en raison de la longue
période d'affaires courantes, l'Institut n'a pu être
opérationnel à la date prévue par la loi. Il
m'incombe maintenant de veiller à ce que les
formations ne soient pas interrompues parce qu'il
n'y a personne pour reprendre le flambeau. Je dois
garantir la continuité du service en tenant compte
du fait que les parties qui sont à la table des
négociations apporteront sans doute d'autres
modifications et pourraient par exemple attribuer
aux entités fédérées un rôle plus important au sein
de l'Institut. Je dois donc aussi éviter de prendre
des initiatives de nature à faire peser une
hypothèque sur ce débat.
03.11 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): Ik heb begrip
voor de situatie, maar de minister moet wel goed
oppassen. De theorie van de continuïteit van het
bestuur is ontwikkeld voor de taken van de
uitvoerende macht, niet voor de rechterlijke macht.
We staan nu voor de situatie dat een wet van kracht
is, maar niet uitgevoerd kan worden. De minister
kan dit eenvoudig oplossen door een wetsontwerp
in te dienen met één artikel, dat bepaalt dat de wet
niet van kracht is zolang het probleem niet opgelost
03.11 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Je comprends
la situation mais le ministre doit prendre garde. La
théorie de la continuité de l'administration a été
conçue pour les missions du pouvoir exécutif, non
pour celles du pouvoir judiciaire. Nous sommes
confrontés aujourd'hui au fait qu'une loi est en
vigueur mais ne peut être exécutée. Le ministre
pourrait remédier aisément à ce problème en
déposant un projet de loi comportant un seul et
unique article prévoyant que la loi ne sera pas en
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
is. Ik waarschuw de minister dat hij problemen gaat
krijgen als hij dat niet doet.
vigueur tant que le problème n'aura pas été résolu.
J'avertis le ministre. Il va au devant de difficultés s'il
ne procède pas de la sorte.
03.12 Jean-Luc Crucke (MR): Ik neem met
tevredenheid nota van die politieke bereidheid om
alles in het werk te stellen teneinde de werking van
het Instituut voor gerechtelijke opleiding te
verzekeren. Elk ander beleid, dat erop zou
neerkomen dat men zijn kop in het zand steekt, zou
in een regelrechte ramp uitmonden.
03.12 Jean-Luc Crucke (MR) : Je prends
positivement acte de cette volonté politique de
mettre
tout
en
oeuvre
pour
assurer
le
fonctionnement de l'Institut de formation judiciaire.
Toute autre politique, qui serait une politique de
l'autruche, nous mènerait droit vers la catastrophe.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Bart Laeremans, Peter Logghe en
Bruno Stevenheydens en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Renaat
Landuyt en Bart Laeremans
en het antwoord van de minister van Justitie,
vraagt de regering
alles in het werk te stellen opdat er zo spoedig
mogelijk per Gemeenschap een magistratenschool
zou worden opgericht."
Une première motion de recommandation a été
déposée par MM. Bart Laeremans, Peter Logghe et
Bruno Stevenheydens et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Renaat
Landuyt et Bart Laeremans
et la réponse du ministre de la Justice,
prie le gouvernement
de mettre tout en oeuvre pour qu'une école de la
magistrature soit créée dans les meilleurs délais
dans chaque Communauté."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Renaat Landuyt en Stefaan
Van Hecke en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Renaat
Landuyt en Bart Laeremans
en het antwoord van de minister van Justitie,
gelet in bijzonder op het gevaar voor de geldigheid
van benoemingen van rechters en het gerechtelijk
onderzoek van onderzoeksrechters
vraagt de regering
dringend
de
hoger
genoemde
wet
van
31 januari 2007 uit te voeren."
Une deuxième motion de recommandation a été
déposée par MM. Renaat Landuyt et Stefaan
Van Hecke et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Renaat
Landuyt et Bart Laeremans
et la réponse du ministre de la Justice,
vu en particulier la menace que fait peser cette
inexécution sur la validité de la nomination des
juges et sur la validité de l'instruction menée par les
juges d'instruction
demande au gouvernement
d'exécuter d'urgence la loi du 31 janvier 2007
susmentionnée."
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Mia De Schamphelaere en door de heer
Michel Doomst.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Mia De Schamphelaere et par M. Michel Doomst.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
04 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
gevaren van de verkoop van verboden wapens
voor
de
politiediensten
en
voor
de
bevolking" (nr. 2334)
04 Question de Mme Valérie De Bue au ministre
de l'Intérieur sur "les risques pour les forces de
police et pour la population liés à la vente
d'armes prohibées" (n° 2334)</b>
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
04.01 Valérie De Bue (MR): Ik heb
kennisgenomen van een artikel waarin uitvoerig
beschreven wordt hoe makkelijk het is om zich in
Brussel illegaal een wapen aan te schaffen. Het
bestaande wettelijke kader in verband met
wapenbezit kreeg op grond van een nieuwe
wetgeving nochtans een veel striktere interpretatie.
Die wetgeving zal ongetwijfeld nog evolueren. Werd
dit artikel volgens u ingegeven door een hang naar
sensatie van de journalisten of gaat het om realiteit
die uw diensten bekend is? Heeft de politie de
jongste tijd meer beslagleggingen uitgevoerd?
Welke maatregelen zullen er worden getroffen om
een einde te maken aan die illegale en makkelijke
wapenverkoop in België? Wil u ons geheugen wat
opfrissen en zeggen wat men riskeert indien men
zich illegaal een wapen aanschaft of in het bezit is
van dat soort wapens?
04.01 Valérie De Bue (MR) : J'ai pris
connaissance d'un article qui évoque avec détails la
facilité avec laquelle on peut se procurer une arme
en toute illégalité à Bruxelles. Une nouvelle
législation a par ailleurs rendu le cadre légal pour la
détention d'armes beaucoup plus restrictif. Cette
législation est certes amenée à évoluer. Selon vous,
cet article s'inspire-t-il de sensationnalisme
journalistique ou révèle-t-il une réalité bien connue
de vos services ? La police a-t-elle davantage
procédé à des saisies ces derniers temps ? Quelles
sont les dispositions envisagées pour mettre fin à
ces ventes illégales et faciles en Belgique ? Voulez-
vous nous rappeler ce que risquent ceux qui se
procurent illégalement ou qui détiennent ce type
d'armes ?
04.02 Kattrin Jadin (MR): Neemt de illegale
verkoop van die wapens toe? Welke aannemelijke
beleidsmaatregelen zijn er voorhanden om dat
probleem aan te pakken? Gelet op de wapenwet,
wordt het hoofddoel niet voorbijgeschoten door de
feiten die ons vandaag ter ore zijn gekomen?
04.02 Kattrin Jadin (MR) : Y a-t-il une
multiplication de la vente illégale de ces armes ?
Quelles sont les politiques crédibles pour y faire
fac ? Eu égard à la loi sur les armes, l'objectif
principal n'est-il pas dépassé par les faits que nous
entendons aujourd'hui ?
04.03 Minister Jo Vandeurzen
(Frans): De
wapenwet is vooral preventief bedoeld. Natuurlijk
bepaalt de wet ook wat illegaal en strafbaar is, maar
de strijd tegen de verboden wapenhandel is vooral
zaak van de politiediensten. De wapenwet is
noodzakelijk maar volstaat niet om de criminaliteit
tegen te gaan. De persberichten die al jarenlang
over de illegale wapenverkoop in Brussel worden
gepubliceerd,
zijn
niet
relevant.
Sommige
tegenstanders van de wet trachten vaak een
versoepeling van de modaliteiten van de legale
handel te bekomen door naar de illegale
wapenhandel te verwijzen. Volgens de informatie
waarover ik beschik, valt er in de illegale
wapenverkoop echter geen stijgende trend waar te
nemen.
Wie een wapen koopt of verkoopt op de zwarte
markt, riskeert zware straffen. Inbreuken op de wet
worden immers bestraft met een gevangenisstraf
van een maand tot vijf jaar en een boete van 100 tot
25.000 euro te vermenigvuldigen met 25,5. De
minimumstraf wordt verdubbeld wanneer de
overtreding ten aanzien van een minderjarige wordt
begaan. Als een wapenhandelaar wegens recidive
wordt veroordeeld, kan bovendien de sluiting van
zijn winkel worden bevolen.
04.03 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
L'objectif de la loi sur les armes est surtout
préventif. Bien entendu, la loi précise aussi ce qui
est illégal et punissable, mais la lutte contre le trafic
d'armes relève avant tout des services de police. La
loi sur les armes est nécessaire mais pas suffisante
pour combattre la criminalité. Les articles publiés
depuis des années sur le trafic d'armes à Bruxelles
ne sont pas pertinents. Certains détracteurs de
cette
loi
essayent
souvent
d'obtenir
un
assouplissement des modalités du commerce légal
en faisant référence au trafic d'armes. Selon mes
informations, aucune tendance à la hausse n'est
observée au niveau de la vente illégale d'armes.
Quiconque se procure ou vend illégalement une
arme s'expose à de lourdes peines. En effet, les
infractions à la loi sont sanctionnées d'un
emprisonnement d'un mois à cinq ans et d'une
amende allant de 100 à 25.000 euros à multiplier
par 25,5. Le minimum de la peine est doublé si
l'infraction a été commise à l'égard d'un mineur.
Lorsqu'un armurier est condamné dans le cadre
d'une récidive, la fermeture de son commerce peut,
en outre, être ordonnée.
04.04 Valérie De Bue (MR): Ik onthoud dat de
statistieken geen toename van de illegale
wapenhandel aangeven. Het artikel in kwestie was
evenwel verontrustend omdat de protagonisten zelf
gewag maakten van een afglijden naar de
04.04 Valérie De Bue (MR) : Je prends bonne
note du fait que les statistiques ne semblent pas
avoir
enregistré
d'augmentation
du
trafic.
Néanmoins, l'article avait de quoi nous inquiéter
dans la mesure où ce sont les protagonistes eux-
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
illegaliteit. Er werd gewezen op twee fenomenen
de toename van het aantal wapens en de
"democratisering" van de wapenmarkt die onze
bijzondere aandacht verdienen.
mêmes qui ont dénoncé un commerce en voie
d'illégalité. Deux phénomènes ont été mis en
évidence : la multiplication d'armes et la
"démocratisation" de leur marché. Il conviendrait
donc d'y prêter attention.
04.05 Kattrin Jadin (MR): We willen de wapenwet
niet begraven, al weten we dat bepaalde aspecten
van de tenuitvoerlegging ervan voor verbetering
vatbaar zijn. Net als mevrouw De Bue wil ik de
minister van Binnenlandse Zaken ondervragen over
de beleidslijnen die hij zal ontwikkelen om een en
ander bij te sturen. Het verheugt me dat de
toename van het aantal wapens en de
democratisering van de wapenmarkt niet door de
statistieken worden bevestigd, maar ik zal me
hierna tot uw collega van Binnenlandse Zaken
wenden om meer informatie te verkrijgen.
04.05 Kattrin Jadin (MR) : Nous ne souhaitons
pas enterrer la loi sur les armes, bien que nous
sachions qu'il faudrait rectifier certains aspects de
sa mise en application. Je partage le souhait de
Mme De Bue d'interroger le ministre de l'Intérieur
sur les politiques à développer pour corriger ce
phénomène. Je me réjouis que cette multiplication
et cette démocratisation ne se vérifient pas
statistiquement, mais je reviendrai ultérieurement
vers votre collègue de l'Intérieur pour en savoir plus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van de heer Peter Logghe tot de
minister van Justitie over "de objectieve meting
van de werklast bij Justitie" (nr. 34)
05 Interpellation de M. Peter Logghe au ministre
de la Justice sur "la mesure objective de la
charge de travail à la Justice" (n° 34)
05.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): In
september vorig jaar kreeg ik van de FOD Justitie
officiële cijfers over de verdeling van de werklast
tussen de Nederlandstalige en de Franstalige
magistraten van het Hof van Cassatie. Daaruit blijkt
dat de Nederlandstalige magistraten in 2005
ongeveer 40 procent meer civiele en ongeveer 30
procent meer penale zaken hebben behandeld.
Het verkiezingsprogramma van CD&V pleitte voor
een objectieve werklastmeting bij de hoven en
rechtbanken om zo te komen tot een eerlijke
verdeling van de middelen. Deze werklastmeting
zou een einde moeten maken aan de eenzijdige
bevoordeling van de Franstaligen inzake de
toebedeling van parketjuristen en referendarissen.
Wat gaat de minister in het licht van die
verkiezingsbelofte
nu
aanvangen
met
de
werklastmeting van het Hof van Cassatie?
05.01 Peter Logghe (Vlaams Belang) : En
septembre de l'année passée, le SPF Justice m'a
communiqué des chiffres officiels sur la répartition
de la charge de travail entre les magistrats
néerlandophones et francophones à la Cour de
cassation. Il ressort de ces chiffres qu'en 2005, les
magistrats néerlandophones ont traité environ 40 %
de plus d'affaires civiles et environ 30 % de plus
d'affaires
pénales
que
leurs
homologues
francophones.
Le programme électoral du CD&V plaidait en faveur
d'une mesure objective de la charge de travail dans
les cours et les tribunaux afin de parvenir à une
répartition équitable des ressources. Une telle
mesure devrait mettre un terme à une situation
dans laquelle les francophones sont avantagés
unilatéralement pour ce qui concerne l'attribution
des juristes de parquet et des référendaires.
Que compte faire le ministre, à la lumière de cette
promesse électorale, en matière de mesure de la
charge de travail à la Cour de cassation ?
05.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Aan
het Hof van Cassatie zijn evenveel Franstalige als
Nederlandstalige magistraten verbonden, maar er
zijn vijftien Nederlandstalige en tien Franstalige
referendarissen die de dossiers juridisch voor hen
voorbereiden.
Er
worden
inderdaad
meer
Nederlandstalige
dan
Franstalige
dossiers
afgewerkt, maar er zijn ook meer Nederlandstalige
referendarissen werkzaam.
05.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Il y a autant de magistrats néerlandophones que de
magistrats francophones liés à la Cour de
cassation, mais il y a 15 référendaires
néerlandophones et 10 référendaires francophones
qui leur préparent les dossiers au niveau juridique.
On traite effectivement plus de dossiers en
néerlandais que de dossiers en français, mais il faut
mettre cela en rapport avec le nombre supérieur de
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
Om tot een evenwichtige verdeling tussen het
beschikbare personeel en de te behandelen
dossiers te komen is de ontwikkeling van een
systeem van werklastmeting voor de zetel nodig.
Dat is voor Justitie een prioriteit en daarom werd er
ook
een
specialist
inzake
werklastmeting
opgenomen in mijn beleidscel. Er zijn gesprekken
bezig met de zetelende magistratuur over de manier
waarop de werklastmeting best wordt ontwikkeld.
Dit dient immers in overleg met de betrokken
actoren goed te worden voorbereid en vereist
bovendien een wetgevend initiatief en de nodige
financiële ondersteuning. Het is dus nog te vroeg
om daarover verdere informatie te verstrekken.
référendaires néerlandophones.
Si l'on veut arriver à un bon équilibre entre le
personnel disponible et les dossiers à traiter, il est
effectivement nécessaire de développer un système
de mesure de la charge de travail. Il s'agit là d'une
priorité pour le département de la Justice, et c'est la
raison pour laquelle un spécialiste en la matière a
été engagé au sein de ma cellule stratégique. Des
discussions sont en cours avec la magistrature
assise sur la meilleure façon de mesurer cette
charge de travail. La mise en oeuvre du système
doit en effet être bien préparée en concertation
avec les acteurs concernés. Elle nécessite en outre
une initiative législative ainsi qu'un soutien financier
adéquat. Il est donc encore trop tôt pour donner de
plus amples informations à ce sujet.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Peter Logghe en Bruno Stevenheydens en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Peter Logghe
en het antwoord van de minister van Justitie,
roept de regering op
- op korte termijn de instrumenten te creëren om
over te gaan tot een objectieve meting van de
werklast van de Vlaamse en Franstalige
magistraten in de verschillende rechtbanken en
hoven;
- magistraten op een gelijk peil te brengen;
- om hiervoor een strikt schema te voorzien."
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Peter Logghe et Bruno Stevenheydens et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Peter Logghe
et la réponse du ministre de la Justice,
demande au gouvernement
- de mettre au point dans les meilleurs délais les
instruments permettant de mesurer objectivement
la charge de travail des magistrats francophones et
néerlandophones auprès des différents cours et
tribunaux;
- de prendre à court terme les mesures nécessaires
pour équilibrer la charge de travail des magistrats
francophones et néerlandophones;
- de prévoir à cet effet un calendrier strict."
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Mia De Schamphelaere en door de heer
Michel Doomst.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Mia De Schamphelaere et par M. Michel Doomst.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
06 Vraag van de heer Eric Thiébaut aan de
minister van Justitie over "verkeersovertreders
die een gevangenisstraf verkiezen maar vrijuit
gaan" (nr. 2346)
06 Question de M. Éric Thiébaut au ministre de la
Justice sur "la non-application des séjours en
prison pour les automobilistes contrevenants"
(n° 2346)</b>
06.01 Eric Thiébaut (PS): Uit cijfers die in de krant
La Dernière Heure zijn verschenen, blijkt dat tal van
verkeersovertreders een gevangenisstraf verkiezen
boven een geldboete.
Van de 23.245 verkeersovertreders die door de
06.01 Éric Thiébaut (PS) : Selon des chiffres
publiés par La Dernière Heure, de nombreux
automobilistes préféreraient la peine de prison
plutôt que l'amende qui leur est réclamée pour une
infraction routière.
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
rechtbank
tot een gevangenisstraf
werden
veroordeeld, zijn er, wegens plaatsgebrek in de
gevangenissen, slechts 104 daadwerkelijk achter
de tralies beland. Steeds meer verkeersovertreders
gaan dus vrijuit.
In het licht van die vaststelling kan men zich terecht
afvragen
of
het
nog
opportuun
is
om
verkeersovertreders de mogelijkheid te bieden een
boete tegen een gevangenisstraf in te ruilen.
Kan u die cijfers bevestigen? Zal u maatregelen
nemen om te voorkomen dat in de toekomst te veel
verkeersovertreders een geldboete trachten te
ontlopen?
Sur 23.245 affaires où une peine de prison a été
prononcée par un tribunal, seulement 104
conducteurs ont réellement effectué un séjour
derrière les barreaux, faute de place. Ainsi, de plus
en plus de contrevenants repartent alors en toute
impunité.
Face à ce constat, on peut légitimement se
demander s'il est encore opportun de laisser
l'opportunité aux automobilistes contrevenants de
brader une amende contre une peine de prison.
Confirmez-vous ces chiffres ? Envisagez-vous de
prendre des dispositions pour éviter qu'à l'avenir un
trop grand nombre d'automobilistes contrevenants
choisissent de ne pas payer leurs amendes ?
06.02 Minister Jo Vandeurzen
(Frans): Uw
interpretatie van de gegevens is niet correct.
De journalist van La Dernière Heure heeft zich
gebaseerd op voorlopige statistieken van de
rechtbank en het politieparket van Brussel, die nog
niet zijn bijgewerkt of gecorrigeerd.
Bovendien heeft de veroordeelde helemaal niet het
recht om te kiezen of hij een geldboete zal betalen
dan wel een gevangenisstraf zal uitzitten. De
vervangende straf wordt slechts toegepast indien
het onmogelijk is om een geldboete van de
veroordeelde te vorderen.
Op basis van de voorlopige gegevens werden in
2007 23.244 verkeersovertreders veroordeeld tot
een
vervangende
gevangenisstraf
of
een
vervangend verval van het recht tot sturen omdat
het niet mogelijk was een geldboete te innen. Het
gaat over een globaal cijfer dat nog moet worden
opgesplitst.
Bovendien
zaten
104
personen
een
hoofdgevangenisstraf uit.
06.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
Cette interprétation des données n'est pas exacte.
Le journaliste de La Dernière Heure s'appuie sur
des statistiques provisoires du tribunal et du parquet
de police de Bruxelles, non affinées ni corrigées.
Par ailleurs, le condamné ne dispose pas du tout du
droit de choisir s'il va payer l'amende ou purger une
peine d'emprisonnement. La sanction subsidiaire
n'est exécutée que dans la mesure où il a été
impossible de percevoir l'amende auprès du
condamné.
Sur la base des chiffres provisoires, 23.244
condamnés se seraient vu imposer une peine
d'emprisonnement subsidiaire ou une déchéance
subsidiaire du droit de conduire en 2007 parce qu'il
n'a pas été possible de percevoir l'amende. Il s'agit
d'un chiffre global qui doit encore être scindé .
En outre, une peine d'emprisonnement principal a
été exécutée pour 104 personnes.
06.03 Eric Thiébaut (PS): Ik zal de officiële cijfers
afwachten. Men heeft inderdaad vaak de neiging
om cijfers die in de pers worden bekendgemaakt
als officiële gegevens te beschouwen. Dat blijkt hier
echter
niet
het
geval te
zijn.
Als
de
verkeersovertreder beslist om de geldboete niet te
betalen,
wordt
ze
vervangen
door
een
gevangenisstraf. Eigenlijk houdt die regeling wel
een keuzemogelijkheid in.
Zou het bovendien niet gepast zijn andere straffen
dan opsluiting voor te stellen? Misschien bekomt
men dan wel heel andere resultaten.
06.03 Éric Thiébaut (PS) : J'attends les chiffres
officiels. Il est vrai qu'on a souvent tendance à
considérer que les chiffres publiés par la presse ont
un caractère officiel. Or, ce n'est pas le cas. Si le
contrevenant décide de ne pas payer, il aura la
peine d'emprisonnement. Cela revient à poser un
choix.
Par ailleurs, ne pensez-vous pas qu'il serait
opportun de proposer des peines alternatives autres
que des peines d'emprisonnement ? On obtiendrait
des résultats très différents.
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de
minister van Justitie over "de resultaten van het
autopsieverslag na het overlijden van een in het
centrum 127bis opgesloten persoon" (nr. 2423)
07 Question de M. Fouad Lahssaini au ministre
de la Justice sur "les résultats du rapport
d'autopsie suite au décès d'une personne
enfermée dans le centre 127bis" (n° 2423)</b>
07.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Enkele
maanden geleden ondervroeg ik uw voorganger
mevrouw Onkelinx over de resultaten van het
autopsieverslag na het overlijden van een in het
centrum 127bis opgesloten persoon op 29
september 2007. Mevrouw Onkelinx antwoordde
dat de doodsoorzaak van toxicologische aard was,
wat de betrokkenheid van een derde bij het
overlijden lijkt uit te sluiten. De onderzoeksrechter
heeft evenwel een bijkomend toxicologisch
onderzoek bevolen.
Wat zijn de resultaten van dat bijkomend
onderzoek? Kan het gerecht de toxicologische
oorzaak van het overlijden bevestigen? Zo ja, hoe
heeft die persoon toegang gekregen tot die
middelen?
07.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) : Il y a
quelques mois, j'avais interrogé votre prédécesseur,
Mme Onkelinx, sur les résultats du rapport
d'autopsie d'une personne détenue dans le centre
127bis et décédée le 29 septembre 2007. Mme
Onkelinx a invoqué une cause toxicologique au
décès, paraissant exclure toute intervention d'un
tiers dans le décès de cette personne. Toutefois, le
juge d'instruction a demandé un examen
toxicologique complémentaire.
Quels sont les résultats de cette enquête
complémentaire ? Les autorités judiciaires sont-
elles en mesure de confirmer la cause toxicologique
du décès ? Dans l'affirmative, comment cette
personne a-t-elle pu avoir accès à ces substances ?
07.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Ik ben niet
op de hoogte van het feit of mevrouw Onkelinx al
dan niet in het onderzoek tussenbeide is gekomen.
Ik ken evenmin de resultaten van het eventuele
onderzoek dat nog werd uitgevoerd. Ik kan u dan
ook geen antwoord geven.
07.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Je
n'ai pas connaissance du fait que Mme Onkelinx
serait intervenue dans l'instruction. Je n'ai pas non
pus connaissance des résultats de l'éventuel
examen qui aurait été réalisé. Je ne peux dès lors
pas vous fournir de réponse.
07.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Hoe kan
men de resultaten van dat autopsieverslag
bekomen, teneinde een beter zicht te krijgen op het
geneesmiddelenbeheer in die centra en de manier
waarop men er de gezondheid van de bewoners
controleert en beschermt? Hoe garandeert de
overheid de bewoners van die centra dat dergelijke
ongevallen zich niet meer zullen voordoen?
07.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!) :
Comment peut-on connaître les résultats de cette
autopsie pour essayer de comprendre comment on
gère l'administration des médicaments dans les
centres et comment on contrôle et on y protège la
santé des résidents ? Quelle garanties le service
public donne-t-il aux personnes enfermées dans
ces centres pour que ce type d'accidents ne
survienne plus ?
07.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De vragen
met betrekking tot het beleid van die centra moeten
tot de bevoegde minister worden gericht. U zou toch
moeten weten dat ik u geen inlichtingen kan
verschaffen over een autopsie die in het kader van
een gerechtelijk onderzoek werd uitgevoerd.
07.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Les
questions sur la politique menée dans les centres
doivent être adressées au ministre compétent. Vous
devriez savoir que je ne peux pas vous donner de
renseignements sur une autopsie réalisée dans le
cadre d'une enquête judiciaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: de heer Renaat Landuyt.
Président : M. Renaat Landuyt.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Robert Van de Velde aan de minister
van Justitie over "de Moslimexecutieve"
(nr. 2501)
- mevrouw Mia De Schamphelaere aan de
08 Questions jointes de
- M. Robert Van de Velde au ministre de la Justice
sur "l'Exécutif des Musulmans" (n° 2501)<br>- Mme Mia De Schamphelaere au ministre de la
Justice sur "l'Exécutif des Musulmans" (n° 2558)</b>
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
minister van Justitie over "de Moslimexecutieve"
(nr. 2558)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Justitie
over
"de
crisis
binnen
de
Moslimexecutieve van België" (nr. 2629)
- M. Denis Ducarme au ministre de la Justice sur
"la crise rencontrée par l'Exécutif des Musulmans
de Belgique" (n° 2629)</b>
08.01 Robert Van de Velde (LDD): De
Moslimexecutieve is uiteindelijk door interne fouten
ten val gekomen, zodat er niet veel politieke moed
voor nodig was om de zaak op te doeken. Hoeveel
geld heeft de overheid besteedt aan deze instelling
sinds diens oprichting? Hoe werden die uitgaven
gecontroleerd? Is er een onderzoek lopende naar
de verduisterde subsidies? Hoe zal de overheid het
frauduleus verloren geld recupereren? Wat is het
huidige statuut van de secretarissen-generaal, die
momenteel blijkbaar nog steeds op de loonlijst van
Justitie staan en wat zijn hun taken?
08.01 Robert Van de Velde (LDD) : L'Exécutif des
Musulmans a fini par succomber à des erreurs
internes de sorte qu'il n'a pas été nécessaire de
faire preuve de beaucoup de courage politique pour
dissoudre l'institution. Combien de ressources
financières ont été consacrées par les pouvoirs
publics à cette institution depuis qu'elle a été
créée ? Comment ces dépenses ont-elles été
contrôlées ? Une enquête portant sur le
détournement de subsides est-elle en cours ?
Comment l'autorité publique compte-t-elle récupérer
cet argent perdu à cause de pratiques
frauduleuses ? Quel statut ont aujourd'hui les
secrétaires généraux qui apparemment sont
toujours rémunérés par le département de la
Justice et quelles sont leurs missions ?
08.02 Mia De Schamphelaere (CD&V - N-VA):
Voorlopig zijn de nieuwe leden voor de
Moslimexecutieve nog niet gekozen. Volgens
verklaringen in de media blijkt dat de verschillende
vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap
pleiten
voor
uiteenlopende
systemen
van
vertegenwoordiging. Er is inderdaad sprake van
verschillende
talen,
afkomsten
en
belevingsnuances van de godsdienst. In andere
landen hanteert men een systeem van aanduiding
in plaats van verkiezing. Komen er nu nog nieuwe
verkiezingen? Is er al overleg geweest met de
vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap?
08.02 Mia De Schamphelaere (CD&V - N-VA) : A
l'heure où nous parlons, les nouveaux membres de
l'Exécutif des Musulmans n'ont pas encore été
choisis. Selon certaines déclarations dont les
médias se sont fait l'écho, les différents
représentants de la communauté musulmane
plaident en faveur d'une pluralité de systèmes de
représentation. En son sein coexistent en effet toute
une mosaïque de langues, d'origines et de vécus
religieux. Dans d'autres pays, c'est un système de
désignation et non d'élection qui est en vigueur. De
nouvelles élections seront-elles organisées pour la
énième fois ? S'est-on déjà concerté avec les
représentants de la communauté musulmane ?
08.03 Denis Ducarme (MR): Ikzelf had uw
voorganger in dit verband al herhaaldelijk
gewaarschuwd. Na de gerechtelijke onthoofding
van de Moslimexecutieve, kan men vandaag niet
anders dan vaststellen dat de institutionele
integratie van de islam mislukt is. De diverse
structuren voor de vertegenwoordiging van die
religieuze gemeenschap werden met tal van
moeilijkheden geconfronteerd, zodat er duidelijk
sprake is van enige politieke onvolwassenheid in
haar hoofde.
De MR heeft zich voor een reflectie over de werking
van die instelling uitgesproken. Het komt in de
eerste plaats de moslims toe zelf te bepalen welk
proces zij in het kader van die vertegenwoordiging
willen opzetten.
Ik sta achter de strekking van uw beslissing met
betrekking tot de opschorting van de aan de
08.03 Denis Ducarme (MR) : J'avais pour ma part
également alerté à maintes reprises votre
prédécesseur. Après la décapitation judiciaire de
cet Exécutif, le constat à poser est aujourd'hui sans
appel : l'intégration institutionnelle de l'islam est
actuellement un échec. De multiples difficultés ont
été rencontrées par les diverses formes de
représentation de cette communauté religieuse qui
ont conduit au constat d'une forme d'immaturité
politique en son chef.
Le MR s'est officiellement prononcé en faveur d'une
réflexion relative au fonctionnement de cette
institution. C'est d'abord aux musulmans eux-
mêmes de voir le processus qu'ils veulent lancer
dans le cadre de cette représentation.
Je partage le sens de votre décision relative à la
suspension de la subvention octroyée à l'EMB mais
j'estime cependant qu'au-delà, il est impératif de
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Moslimexecutieve van België toegekende subsidie,
maar ik vind dat het afgezien daarvan noodzakelijk
is dat er toegezien wordt op de vrijwaring van dat
vertegenwoordigings- en beheersorgaan. De
huidige crisis mag er niet toe leiden dat de
integratie-inspanningen die al meer dan twintig jaar
lang worden geleverd op de helling komen te staan.
Wij moeten derhalve toezien op de vrijwaring van
de dossiers inzake de erkenning van de moskeeën,
de erkenning van de opleiding van de imams, de
aalmoezeniers, de godsdienstleraars en de dossiers
over de taken in verband met de eredienst, het
halallabel, de betrekkingen met de buitenlandse
islamvertegenwoordigers, alsook met de vrijwaring
van de deskundigheid van een deel van de
personeelsleden
van
de
Belgische
Moslimexecutieve.
Vindt u dat in dit dossier een voorlopig bewind kan
worden overwogen? Bent u van oordeel dat een
financiering, die niet de vorm heeft van een
subsidie, maar die tot nader order onder de
verantwoordelijkheid en de rechtstreekse controle
van de overheid zou worden toegekend, tot de
mogelijkheden kan behoren? Zal u de diverse
nodige maatregelen trefffen om dat orgaan te
vrijwaren? Zo ja, welke en wanneer?
veiller à la sauvegarde de cet outil de gestion et de
représentation. La crise actuelle ne doit pas
remettre en question ce travail d'intégration de plus
de vingt ans.
Aussi, il nous faut veiller à la sauvegarde des
dossiers sur la reconnaissance des mosquées, la
reconnaissance et la formation des imams, des
aumôniers, des professeurs de religion et ceux
portant sur les missions concédées au culte, sur le
label halal, les relations avec l'islam étranger, ainsi
qu'à la sauvegarde de l'expertise portée par une
partie du personnel de l'EMB.
Estimez-vous qu'une administration provisoire
pourrait être envisageable dans ce dossier ?
Estimez-vous qu'un financement, non pas organisé
sous forme d'une subvention mais opéré jusqu'à
nouvel ordre sous la responsabilité et le contrôle
direct des pouvoirs publics, est envisageable ?
Comptez-vous prendre les différentes mesures
utiles visant à la sauvegarde de cet outil tel que
détaillé plus haut ? Lesquels et dans quels délais ?
08.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
federale overheid heeft de Moslimexecutieve sedert
de oprichting effectief betoelaagd voor een bedrag
van 7.311.000 euro. Sedert 2006 werd 200.000
euro uitgetrokken voor de betaling van twee
secretarissen-generaal. Deze subsidies worden
steeds onderworpen aan een gunstig advies van de
Inspectie van Financiën en voorgelegd aan het
Rekenhof. Er is een gerechtelijk onderzoek lopende
naar de besteding van de subsidies. De wedden
van de secretarissen-generaal worden geregeld bij
KB. Zij hebben administratieve functies en blijven
aan om de continuïteit van de dienst te verzekeren.
Er circuleren inderdaad verschillende voorstellen
met betrekking tot de samenstelling van de
Executieve. Zo is er het voorstel van een federatie,
waarbij elke gemeenschap zijn vertegenwoordiger
heeft. Een andere mogelijkheid is de opsplitsing in
een
Vlaamse,
Brusselse
en
Waalse
vertegenwoordiging. Deze voorstellen worden
allemaal ernstig bestudeerd, maar helaas lijkt de
moslimgemeenschap zelf geen eenduidig standpunt
in te nemen. Op 14 maart 2008 komt de
vergadering opnieuw bijeen en inmiddels plegen
mijn medewerkers overleg met de belanghebbende
partijen.
Mijn medewerkers hebben de voorbije weken
08.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Depuis sa création, l'Exécutif des Musulmans a été
subventionné par l'Etat fédéral pour un montant de
7.311.000 euros. Depuis 2006, 200.000 euros ont
été réservés au budget pour rémunérer deux
secrétaires
généraux.
Ces
subsides
sont
systématiquement conditionnés à un avis favorable
de l'Inspection des Finances et soumis à la Cour
des Comptes. La manière dont ces subsides ont été
utilisés est actuellement l'objet d'une instruction.
Les traitements des secrétaires généraux sont régis
par arrêté royal. Ces secrétaires généraux
remplissent des fonctions administratives et restent
en fonction pour assurer la continuité du service. Il
est exact que diverses propositions concernant la
composition de l'Exécutif circulent. Il y a ainsi la
suggestion
d'une
fédération
où
chaque
communauté aurait son propre représentant. Une
autre option consisterait à scinder l'Exécutif en trois
représentations: l'une flamande, l'autre bruxelloise,
la troisième wallonne. Ces propositions sont
examinées avec le sérieux requis mais il semble
malheureusement que la communauté musulmane
elle-même n'adopte pas une position univoque.
L'assemblée se réunira de nouveau le 14 mars
2008 et entre-temps, mes collaborateurs se
concerteront avec les parties concernées.
Ces dernières semaines, mes collaborateurs se
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
intensief gewerkt aan dit dossier en zullen dat de
volgende weken blijven doen. Dit blijft echter een
interne
aangelegenheid
van
de
moslimgemeenschap, die dringend nood heeft aan
een zelfde vertegenwoordiging als de andere
erkende godsdiensten.
Ik blijf intussen natuurlijk openstaan voor alle
suggesties, zoals die van een voorlopig bestuur.
Zodra daarover een consensus bestaat, zal ik
onderzoeken onder welke voorwaarden we dit
kunnen organiseren.
sont beaucoup investis dans ce dossier et ils
continueront au cours des prochaines semaines.
Toutefois, le problème qui se pose aujourd'hui
demeure une affaire interne à la communauté
musulmane qui a besoin d'urgence d'une
représentation identique à celle des autres cultes
reconnus.
Il va sans dire que je reste ouvert à toute
suggestion comme celle d'une administration
provisoire. Sitôt qu'un consensus se sera dégagé à
ce sujet, j'examinerai les conditions sous lesquelles
nous pourrions mettre en oeuvre cette solution dans
la pratique.
08.05 Robert Van de Velde (LDD): Het falen van
de financiële controle op overheidsdiensten is niet
nieuw. Het is niet voldoende dat er regels zijn, maar
de verantwoordelijken die de regels moeten
opvolgen, moeten ook duidelijk worden aangeduid.
Zo niet, krijgt men laksheid en een gebrek aan
respect.
Het is hoog tijd dat we werken aan de financiële
verzelfstandiging van de godsdiensten. De overheid
heeft zich niet te mengen in de interne
aangelegenheden van de individuele keuze die
godsdienst nog altijd is.
08.05 Robert Van de Velde (LDD) : Le problème
du contrôle financier déficient sur les services
publics n'est pas nouveau. Les règles ne suffisant
pas. Il convient d'identifier clairement les
responsables du bon suivi de ces règles. A défaut,
un manque de respect et de rigueur s'installe.
Il est plus que temps de veiller à l'indépendance
financière des cultes. Les autorités n'ont pas à
s'immiscer dans une affaire interne tel que le choix
de pratiquer tel ou tel culte.
08.06 Mia De Schamphelaere (CD&V - N-VA): Ik
ben het niet eens met de vorige spreker. Een
positieve ondersteuning van religie in de
samenleving bevordert de sociale samenhang. We
hebben daarvoor wel goed werkende instellingen
nodig.
08.06 Mia De Schamphelaere (CD&V - N-VA) : Je
ne suis pas d'accord avec ce qui vient d'être dit. Un
soutien positif des cultes est de nature à renforcer
la cohésion sociale. Il faut cependant pour cela que
les institutions fonctionnent convenablement.
08.07 Denis Ducarme (MR): U heeft aangegeven
dat de controle betrekking had op de rekeningen
van de Moslimexecutieve van België. De Belgische
Staat heeft zich burgerlijke partij gesteld. Ik
veronderstel dat indien de controles met betrekking
tot de rekeningen van de Moslimexecutieve van
België onbehoorlijk werden uitgevoerd, dat aspect
zal moeten worden uitgeklaard.
U had het over de scheiding tussen Kerk en Staat,
maar uw medewerkers hebben regelmatig contact
met
de
vertegenwoordigers
van
de
moslimgemeenschap. Er is bij ons geen
lekensysteem maar wel een neutraal systeem.
U stelt dat u open staat voor een aantal suggesties.
U heeft het eveneens over een voorlopig
bewindvoerder. Ik denk dan ook dat u de politieke
wil heeft om dat orgaan te vrijwaren.
08.07 Denis Ducarme (MR) : Vous avez indiqué
que le contrôle était opéré sur les comptes de
l'exécutif des musulmans de Belgique. L'État belge
s'est porté partie civile. J'imagine que si les
contrôles sur les comptes de l'exécutif des
musulmans de Belgique ont été bâclés, il faudra
faire la clarté sur cet aspect des choses.
Vous avez parlé de la séparation entre l'Église et
l'État mais vos collaborateurs ont des contacts
réguliers avec les représentants de la communauté
musulmane. Nous sommes dans un système qui
n'est pas laïc mais neutre.
Vous indiquez que vous êtes ouvert à un certain
nombre de suggestions. Vous parlez également
d'un administrateur provisoire. J'estime donc que
vous avez la volonté politique de sauvegarder l'outil.
Voorzitter: mevrouw Mia De Schamphelaere.
Présidente : Mme Mia De Schamphelaere.
08.08 Minister Jo Vandeurzen:(Frans): Er moet 08.08 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Il
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
een consensus worden gevonden. Er moet voor die
gemeenschap een geloofwaardige regelgeving
worden uitgewerkt en de regering moet daar een
partner in zijn. Er moet dus een representatief
orgaan zijn.
faut trouver un consensus. Cette communauté doit
être réglementée d'une façon crédible et le
gouvernement doit en être un partenaire. Il faut
donc un organe représentatif.
08.09 Denis Ducarme (MR): Het zou wel eens
kunnen dat er niet snel een consensus kan worden
bereikt. Wat zal er gebeuren met de gebouwen als
er geen subsidies meer worden toegekend? De
eigenaar zal de gebouwen laten leeghalen. Wat zal
er
gebeuren
met
de
dossiers
en
de
personeelsleden die niet langer zullen worden
uitbetaald? Wij hebben hun deskundigheid nodig.
Ik vind dat het van verantwoordelijkheidszin zou
getuigen om die elementen te vrijwaren, zoniet
dreigen we opnieuw jaren te verliezen op het stuk
van de institutionele integratie van de islam in ons
land.
Het ware interessant dat de voormalige voorzitters
van de Moslimexecutieve van België in de bres
zouden springen en die vrij disparate groepen
zouden bijeenbrengen
08.09 Denis Ducarme (MR) : On risque de ne pas
obtenir de consensus rapidement. Que vont devenir
ces bâtiments si la subvention n'est plus allouée ?
Le propriétaire va faire vider les lieux. Que vont
devenir ces dossiers, ces membres du personnel
qui ne seront plus payés ? Nous avons besoin de
leur expertise.
J'estime qu'il serait responsable de sauvegarder
ces éléments, à défaut de quoi nous risquons de
perdre à nouveau des années en termes
d'intégration institutionnelle de l'Islam au sein de
notre pays.
Il serait intéressant que les anciens présidents de
l'exécutif des musulmans de Belgique montent au
créneau et rassemblent ces groupes assez
disparates.
08.10 Minister Jo Vandeurzen :(Frans): U heeft
volkomen gelijk. Ik heb al gezegd dat de twee
secretarissen-generaal in functie blijven. Alles wat
in de dossiers zit zal niet verloren gaan. Wij zullen
de nodige voorzorgsmaatregelen in dat verband
nemen.
08.10 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
Vous avez tout à fait raison. J'ai déjà dit que les
deux secrétaires généraux restaient en place. Tout
ce qui se trouve dans les dossiers ne sera pas
perdu. Nous allons prendre des précautions.
08.11 Denis Ducarme (MR): Men zal er dus op
toezien dat de huur van de lokalen niet wordt
opgezegd?
08.11 Denis Ducarme (MR) : On veillera donc à
maintenir la location des locaux ?
08.12 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Als ik me
goed herinner, is het huurcontract stopgezet. Er
worden maatregelen getroffen om de documenten
veilig te stellen.
08.12 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Si
mes souvenirs sont bons, le bail est rompu. Des
mesures sont prises pour sauvegarder les
documents.
08.13 Robert Van de Velde (LDD): We moeten
het duidelijke signaal geven dat het hier vooral om
de
verantwoordelijkheid
van
de
moslimgemeenschap zelf gaat, en niet zozeer om
die van de minister. De verschillende groepen
binnen deze gemeenschap moeten eerst zelf
uitmaken in welke richting ze willen evolueren en
hoe ze de middelen die ze krijgen, efficiënt zullen
besteden.
08.13 Robert Van de Velde (LDD) : Nous devons
clairement faire savoir que les responsabilités dans
cette affaire incombent surtout à la communauté
musulmane elle-même et non pas tant au ministre.
Les différents groupes au sein de cette
communauté doivent d'abord se mettre d'accord sur
la direction à emprunter et sur une utilisation
efficace des moyens octroyés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Justitie over "de verschillende
'adviesorganen' van de rechterlijke orde"
(nr. 2531)
09 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de la Justice sur "les différents organismes
consultatifs de l'ordre judiciaire" (n° 2531)</b>
09.01 Jean-Luc Crucke (MR): Er bestaan tal van 09.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Nombreuses sont
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
adviescommissies inzake justitie en soms heeft
men de indruk dat dit de duidelijkheid niet ten goede
komt.
Het
is
alsof
er
bij
elk
nieuw
moderniseringsvoorstel een nieuwe commissie
wordt opgericht. Wat is de meerwaarde van al die
organen? Bestaat er een globale evaluatie van het
systeem? Kan men rationalisering en transparantie
niet laten samengaan?
les commissions d'avis en matière de justice et l'on
a parfois l'impression qu'en termes de lisibilité, ce
n'est pas toujours ce qui a de plus simple ; on a
l'impression que chaque fois qu'il y a une nouvelle
envie de moderniser, on crée une nouvelle
commission. Quelle est la plus-value de cet
ensemble d'organismes ? Existe-t-il une évaluation
globale du système ? Ne pourrait-on faire rimer
rationalisation avec transparence ?
09.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Er bestaat
inderdaad enige verwarring rond de vraag welk
orgaan welk moderniseringsinitiatief van het
gerechtelijk apparaat nastreeft. Daarom werken we
aan een "helikoptervisie" om ieders taken vast te
leggen en een zicht te krijgen op de onuitgevoerde
initiatieven en de initiatieven die elkaar overlappen.
In dit kader tracht ik een coördinerende en sturende
rol te spelen en tot concrete afspraken met de
betrokken organen te komen.
De commissie voor de Modernisering is een van die
wetgevende organen waarover de grootste
onduidelijkheid bestaat. Ik heb met die commissie
bijzonder duidelijke afspraken gemaakt in verband
met haar opdrachten. Ten eerste werd er met de
commissie voor de Modernisering overeengekomen
dat ze moet meewerken aan de ontwikkeling van
een instrument voor de meting van de werklast bij
de zittende magistratuur. Ten tweede zal die
commissie moeten meewerken aan het opstellen
van de functiebeschrijvingen en profielen van de
niet-magistraten van de gerechtelijke organisaties.
Ten derde werd er overeengekomen dat de
commissie de producten van de rechterlijke orde
transparant zou maken. En ten vierde zal ze haar
steun verlenen bij het aanpakken van de
problematiek van de gerechtskosten.
09.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Il
règne en effet une certaine confusion quant à savoir
quel
organe
poursuit
quelle
initiative
de
modernisation de l'appareil judiciaire. C'est la raison
pour laquelle nous réalisons une « vision
hélicoptère » visant à définir les tâches de chacun,
les initiatives non exécutées et celles qui font
double emploi.
Je tâcherai de jouer dans ce cadre un rôle
coordinateur et directeur, en concluant des
dispositions concrètes avec les organismes
concernés.
La Commission de modernisation est l'un des
organes législatifs à propos duquel règne la plus
grande incertitude. J'ai pris des dispositions très
claires avec cette commission concernant ses
missions. Premièrement, il a été convenu avec la
Commission de modernisation qu'elle est chargée
de participer au développement d'un instrument de
mesure de la charge de travail auprès du siège.
Deuxièmement, cette commission sera chargée de
collaborer au développement des descriptions de
fonction et des profils de fonction du personnel non
magistrats
des
organisations
judiciaires.
Troisièmement,
il
a
été
convenu
qu'elle
s'appliquerait à rendre transparents les produits de
l'Ordre judiciaire. Quatrièmement, elle apportera
son appui en vue de s'atteler à la problématique des
frais de justice.
09.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik sta volledig
achter uw analyse en de manier waarop de
principes worden toegepast.
09.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Je souscris
entièrement à votre analyse et à la manière dont les
principes sont appliqués.
09.04 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De wil om
de dingen te veranderen is duidelijk aanwezig in de
gerechtelijke wereld. Volgens mij gaat het om een
kans om te onderzoeken hoe we iedereen op één
lijn kunnen krijgen. Dat is volgens mij de juiste
benadering.
09.04 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
volonté d'améliorer les choses est clairement
présente dans le monde judiciaire. Pour moi, il s'agit
d'une opportunité de voir comment leur donner à
tous la même direction. Selon moi, c'est la bonne
philosophie.
09.05 Jean-Luc Crucke (MR): Men merkt dat het
aan ideeën niet ontbreekt en dat de wil aanwezig is
om aan een betere organisatie mee te werken. Ik
denk dat u de juiste richting heeft gekozen.
09.05 Jean-Luc Crucke (MR) : On sent un
foisonnement d'idées et une volonté de participer à
une meilleure organisation. Je crois que vous avez
pris la bonne direction.
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Bruno Stevenheydens aan
de minister van Justitie over "de vrijlating van
een 17-jarige recidivist door de Brusselse
jeugdrechter" (nr. 2544)
10 Question de M. Bruno Stevenheydens au
ministre de la Justice sur "la libération d'un
récidiviste de dix-sept ans par le juge de la
jeunesse de Bruxelles" (n° 2544)</b>
10.01 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang):
Onlangs werd een zeventienjarige dief, die volgens
krantenberichten
ongeveer
vijftig
misdrijven
pleegde, omwille van plaatsgebrek in de
jeugdinstellingen vrijgelaten.
Bij zijn laatste aanhouding na een gewapende
overval beloofde hij de agenten taartjes wanneer de
jeugdrechter hem zou vrijlaten. Hij heeft woord
gehouden.
Bij de achtervolging voor zijn arrestatie werd een
van de agenten gewond. De agenten zijn
gedemotiveerd na zijn vrijlating en hebben een
klacht ingediend wegens smaad.
De dief komt in aanmerking voor plaatsing in een
gesloten gemeenschapsinstelling of Everberg.
Enkele maanden geleden kreeg ik na een vraag te
horen
dat
Everberg
niet
systematisch
geconfronteerd wordt met plaatsgebrek. Ik betwijfel
dit sterk.
Is de minister op de hoogte van de vrijlating van
deze recidivist? Beseft hij dat dergelijke zaken het
vertrouwen in Justitie doen afnemen? Heeft de
Brusselse jeugdrechter getracht om hem in
Everberg te plaatsen? Klopt het dat de betrokkene
ongeveer vijftig misdrijven pleegde?
10.01 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang):
Récemment, un voleur âgé de dix-sept ans et qui -
selon la presse - aurait quelque cinquante délits à
son actif a été remis en liberté en raison d'un
manque de place dans les institutions pour jeunes
délinquants. Le juge de la jeunesse bruxellois ne lui
aurait pas trouvé de place.
Lors de sa dernière arrestation après une attaque à
main armée il avait promis aux policiers de leur
apporter des gâteaux après sa libération par le juge
de la jeunesse. Il a tenu parole!
Un agent a été blessé lors de la poursuite qui a
précédé son arrestation. Les agents de police sont
démotivés après l'annonce de sa libération et on
déposé plainte pour outrage.
Le voleur remplit les conditions pour être placé dans
un centre fermé communautaire ou à Everberg. Il y
a quelques mois, il m'a été répondu à une question
que
l'institution
d'Everberg
n'était
pas
systématiquement confrontée à un manque de
place. J'en doute fort.
Le ministre est-il au courant de la libération de ce
voleur récidiviste ? Se rend-il compte du fait que de
telles affaires portent atteinte à la confiance des
citoyens dans la justice ? Le juge de la jeunesse
bruxellois a-t-il réellement tenté de placer l'intéressé
à Everberg ? Est-il exact que celui-ci a déjà commis
une cinquantaine de délits ?
10.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Deze minderjarige is inderdaad vrijgelaten. Ik
begrijp dat dit ergernis kan wekken als men van
buitenaf naar de feiten kijkt. Ik kan mij evenwel niet
mengen in de beslissingsbevoegdheid van de
jeugdrechter.
Ik heb al herhaaldelijk verklaard dat het niet correct
is dat men aan criminele minderjarigen geen
maatregelen oplegt als er geen plaatsing mogelijk is
in een gemeenschapsinstelling of in centrum De
Grubbe. De jeugdwet van 2006 heeft juist gezorgd
voor een uitbreiding van het pakket alternatieve
maatregelen met het oog op herstel van
toegebrachte schade en het aanscherpen van het
normbesef van minderjarigen. Er wordt zeer
binnenkort
een
overleg
gepland
met
de
Gemeenschappen en de jeugdmagistraten waarbij
men onder meer het geheel aan middelen tot
10.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
J'ai constaté que ce mineur d'âge a effectivement
été libéré. Je comprends que cette situation puisse
à priori susciter une certaine exaspération. Je ne
puis toutefois m'immiscer dans la compétence
décisionnelle du juge de la jeunesse.
J'ai déjà répété à plusieurs reprises qu'il n'est pas
exact qu'aucune mesure n'est imposée à un jeune
criminel lorsqu'il n'est pas possible de le placer
dans une institution communautaire ou dans le
centre De Grubbe. La loi sur la protection de la
jeunesse de 2006 a justement élargi l'éventail de
mesures alternatives destinées à réparer les
dommages causés et à renforcer le sens de la
norme auprès des mineurs d'âge. Une concertation
est prévue à très court terme avec les
Communautés et les magistrats de la jeunesse afin
de revoir l'ensemble des mesures d'encadrement
des criminels mineurs d'âge. Une plus grande
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
omkadering van criminele minderjarigen zal
herbekijken. Een grotere beschikbaarheid van
maatregelen zou ongetwijfeld leiden tot een
inkorting van de perioden van plaatsing en ervoor
zorgen dat er opnieuw meer plaatsen beschikbaar
zijn. In het kader van het debat over de
gevangeniscapaciteit zal ik wellicht ook een
hoofdstuk aan de jeugdgevangenissen moeten
wijden.
De jeugdrechter heeft de betrokken minderjarige in
een gemeenschapsinstelling of in De Grubbe willen
plaatsen, maar heeft hem bij gebrek aan plaats
toevertrouwd aan zijn thuismilieu. De procureur des
Konings heeft gereageerd en heeft het nodige
gedaan om te dagvaarden met het oog op een
uithandengeving.
Ik spreek mij niet over de inhoud van het dossier of
de lijst van feiten, gelet op de rechten van
verdediging en om te vermijden dat hiervan
misbruik zou worden gemaakt tijdens de verdere
rechtsgang.
disponibilité
des
mesures
permettrait
très
certainement de réduire les périodes de placement
et ainsi de libérer un plus grand nombre de places.
Il s'agira probablement de consacrer une discussion
à la question des prisons pour jeunes dans le débat
sur la capacité carcérale.
Le juge de la jeunesse a voulu placer le mineur
d'âge concerné dans une institution communautaire
ou dans le centre De Grubbe mais, en raison d'un
manque de place, il l'a confié à son milieu familial.
Le procureur du Roi a réagi et a pris toutes les
dispositions nécessaires pour convoquer l'intéressé
dans
les
meilleurs
délais
en
vue
d'un
dessaisissement.
Je ne me prononce pas sur le contenu du dossier ni
sur la liste des délits commis, compte tenu des
droits de la défense et pour éviter tout problème
ultérieur dans le cadre de la procédure judiciaire.
10.03 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Ik
begrijp dat er een scheiding der machten is en dat
de minister niet tussenbeide kan komen bij de
jeugdrechter, maar hij kan wel een aantal zaken
nagaan.
We hebben te maken met het ergste soort van
criminele boefjes. Kan men niet meer doen? De
politie van de zone Brussel-Noord is alvast van plan
om alle onopgeloste misdrijven van de laatste
maanden nog eens na te gaan. Heeft de
jeugdrechter wel alle moeite gedaan om deze
hardnekkige recidivist te plaatsen?
10.03 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Je
connais bien le principe de la séparation des
pouvoirs et je comprends que le ministre ne peut
intervenir auprès du juge de la jeunesse mais il peut
tout de même vérifier un certain nombre de choses.
Nous sommes ici confrontés à un petit délinquant
de la pire espèce. N'est-il vraiment pas possible de
prendre d'autres mesures ? La police de la Zone
Bruxelles Nord est en tout état de cause décidée à
procéder à de nouvelles vérifications pour tous les
délits non élucidés commis au cours des derniers
mois. Je demande au ministre si le juge de la
jeunesse a vraiment fait tout ce qui était en son
pouvoir pour placer ce récidiviste impénitent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister
van
Justitie
over
"de
rechtsbijstandsverzekering" (nr. 2549)
11 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de la Justice sur "l'assurance défense en justice"
(n° 2549)</b>
11.01 Jean-Luc Crucke (MR): Iedereen kan op
een dag met het gerechtelijk apparaat in aanraking
komen, en zal op dat moment beseffen hoeveel een
en ander de individuele rechtzoekende wel kost.
Wie een proces verliest, wordt met steeds hogere
kosten
opgezadeld.
Toch
schijnt
de
rechtsbijstandsverzekering niet het verhoopte
succes te hebben.
Wijzen uw statistieken hier eveneens op?
11.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Tout le monde
peut se trouver un jour confronté à la machine
judiciaire et se rendre compte, alors, du coût
individuel pour le justiciable. Les charges pesant sur
celui qui perd un procès sont de plus en plus
importantes. Pourtant, l'assurance défense en
justice ne semble pas rencontrer le succès espéré.
Vos statistiques confirment-elles ce manque
d'engouement pour l'assurance défense en justice ?
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Hoe kan die verzekering aantrekkelijker worden
gemaakt?
Comment renforcer, selon vous, l'attrait de ce
système ?
11.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De Ordre
des Barreaux Francophones et Germanophone
(OBFG), de Ordre français des avocats du Barreau
de Bruxelles (OBB) en Assuralia moeten me
eerlang een evaluatieverslag over de toepassing
van het koninklijk besluit van 15 januari 2007
bezorgen. Ik heb dat verslag nog niet ontvangen,
maar het zou voorstellen en suggesties moeten
bevatten om het gerecht voor de burgers
toegankelijker te maken.
In artikel 9 van het koninklijk besluit van 15 januari
2007 worden de voorwaarden vastgesteld waaraan
een verzekeringsovereenkomst rechtsbijstand moet
voldoen opdat de verzekeringspremie zou worden
vrijgesteld van de jaarlijkse taks op de
verzekeringsverrichtingen. Zodra ze het verslag
ontvangen hebben, zullen de betrokken ministeries
nagaan welke impact de verzekeringsovereenkomst
rechtsbijstand heeft op de toegang tot het gerecht
en zullen ze onderzoeken welke mechanismen het
meest geschikt zijn om de drempel tot het gerecht
te verlagen.
11.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) :
L'Ordre
des
Barreaux
Francophones
et
Germanophone (OBFG), l'Ordre français des
avocats du Barreau de Bruxelles (OBB) et Assuralia
doivent
fournir
prochainement
un
rapport
d'évaluation relatif à l'application de l'arrêté royal du
15 janvier 2007. Ce rapport ne m'est pas encore
parvenu, mais il doit contenir des propositions et
des suggestions relatives à un meilleur accès à la
justice pour le citoyen.
L'article 9 de l'arrêté royal du 15 janvier 2007
reprend les conditions auxquelles doit répondre un
contrat d'assurance « protection juridique » pour
être exempté de la taxe annuelle sur les opérations
d'assurance. Dès réception du rapport, les
ministères concernés évalueront les impacts du
contrat d'assurance « protection juridique » sur
l'accès à la justice et réfléchiront aux mécanismes
les plus adéquats à mettre en place pour favoriser
l'accès à la justice.
11.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik dacht dat dat
verslag u al was overgezonden.
11.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Je pensais que le
rapport était arrivé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Justitie over "het gerechtsgebouw
van Doornik" (nr. 2573)
12 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de la Justice sur "le palais de justice de Tournai"
(n° 2573)</b>
12.01
Jean-Luc
Crucke
(MR):
Het
gerechtsgebouw van Doornik is vervallen en weinig
functioneel. Bovendien liggen de verschillende
diensten van Justitie verspreid over de stad.
Daarnaast zouden de gebouwen onvoldoende
ruimte bieden. Bevestigt u deze tekortkoming en het
belang dat men erbij zou hebben om alle diensten
onder te brengen in één enkel functioneel en
modern gebouw?
12.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Le palais de justice
de Tournai est vétuste et peu fonctionnel et les
différents services de la justice sont dispersés dans
la ville. Il y aurait par ailleurs des besoins non
rencontrés en termes de disponibilité de bâtiments.
Confirmez-vous ce déficit et l'intérêt porté à réunir
l'ensemble des services en un seul bâtiment
fonctionnel et moderne ?
12.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De FOD
Justitie heeft een programma opgesteld voor de
lokalen, dat op 28 oktober 2002 goedgekeurd werd
door zijn inspectie van financiën. Dat programma
voorziet in de renovatie van het gerechtsgebouw en
in de bouw van een permanent bijgebouw. In het
nieuwe complex zullen de rechtbank van eerste
aanleg, het parket van de Procureur des Konings,
alsook de balie, de lokale politiepost en een
conciërge ondergebracht worden.
In juni 2005 stelde de Regie der Gebouwen een
12.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : Le
SPF Justice a établi un programme des locaux
accepté par son inspection des finances le
28 octobre 2002. Ce programme prévoit de rénover
le palais de justice, d'y construire une extension
permanente et d'abriter dans ce nouvel ensemble le
tribunal de première instance et le parquet du
procureur du Roi, ainsi que le Barreau, le poste de
police locale et une conciergerie.
En juin 2005, la Régie des Bâtiments a présenté
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
schets voor van het gerenoveerde en uitgebouwde
justitiepaleis, maar dat stootte op een njet van de
stad Doornik. In 2006 werd door de FOD Justitie
een nieuw programma voor de lokalen opgesteld
voor alle rechtscolleges van Doornik met het oog op
de oprichting van een enkel gerechtsgebouw. Er
werd echter geen geschikt én beschikbaar terrein
gevonden. Over de bouw van een nieuw
justitiepaleis beslist de Regie der Gebouwen. Het is
een definitieve langetermijnoplossing.
une esquisse du palais rénové et agrandi mais a
essuyé un refus catégorique de la part de la ville de
Tournai. Un nouveau programme des locaux a été
élaboré par le SPF Justice en 2006 pour l'ensemble
des juridictions tournaisiennes avec pour but la
construction d'un seul centre judiciaire. Aucun
terrain propice n'a été trouvé ou n'est disponible. La
construction d'un nouveau palais relève de la
décision de la Régie des Bâtiments et constitue une
solution définitive à long terme.
Ondertussen heeft de Regie der Gebouwen te
Bergen de situatie in haar geheel opnieuw onder de
loep genomen en ze heeft een oplossing op
middellange termijn voorgesteld: de gerechtelijke
diensten zouden verspreid worden over vijf sites.
Het programma van 18 oktober 2007 voorziet in een
totale oppervlakte van 11.491 m². Dat betekent dat
er dus bijna 4.500 m² te kort is. We zullen actief
naar
een
gepaste
oplossing
zoeken
in
samenwerking met de onderscheiden gerechtelijke
autoriteiten en de Regie der Gebouwen. Wat betreft
het schaalvoordeel dat één enkel gebouw opbrengt
ten opzichte van verschillende gebouwen, dient u
zich te wenden tot mijn collega die bevoegd is voor
de Regie der Gebouwen.
Entre-temps, la Régie des Bâtiments de Mons a
réexaminé la situation dans sa globalité et elle a
proposé une solution à moyen terme, à savoir une
répartition des services judiciaires sur cinq sites. Le
programme du 18 octobre 2007 prévoit une surface
totale de 11.491m
2
. Le déficit se monte donc à
presque 4.500 m
2
. Nous chercherons activement
une solution adéquate en collaboration avec les
différentes autorités judiciaires et la Régie des
Bâtiments. En ce qui concerne l'économie d'échelle
d'un seul immeuble par rapport à plusieurs
bâtiments, je dois vous renvoyer à mon collègue
compétent pour la Régie des Bâtiments.
12.03 Jean-Luc Crucke (MR): U heeft bevestigd
dat er bijna 5.000 m² aan kantoorruimte te kort is.
Het is wenselijk dat de oplossing op middellange
termijn die u naar voren schoof, zo snel mogelijk
gerealiseerd wordt.
12.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Vous avez
confirmé le déficit en termes de bureaux qui s'élève
à presque 5.000 m
2
. Il est souhaitable que le moyen
terme que vous avez évoqué soit le plus bref
possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Justitie over "de overbevolkte
gevangenissen" (nr. 2574)
13 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de la Justice sur "la surpopulation carcérale"
(n° 2574)</b>
13.01 Jean-Luc Crucke (MR): U onderstreepte dat
naast het probleem van het tekort aan plaatsen, dat
tot een overbevolking in de gevangenissen leidt, het
ook zo is dat 30 procent van de gedetineerden er
niet thuishoren omdat ze geestesziek of aan drugs
verslaafd zijn. Hoever staan uw onderhandelingen
met
de
minister
van
Volksgezondheid
dienaangaande en in welke richting evolueren ze?
Welke conclusies trekt u uit het proefproject in
Gent?
13.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Vous avez
souligné qu'en dehors du problème de déficit de
places, ce qui amène une surpopulation carcérale,
c'est en particulier le fait que 30 % des détenus n'y
ont pas leur place parce qu'atteints de troubles
mentaux ou victimes de la drogue. Où en sont vos
négociations avec la ministre de la Santé à ce
sujet et quelle direction prennent-elles ? Quelles
conclusions tirez-vous du projet-pilote mené à
Gand ?
13.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Op 29
februari 2008 waren er in de Belgische
gevangenissen 9.862 gevangenen opgesloten,
terwijl er 8.422 beschikbare plaatsen zijn. Er is dus
een structureel tekort van 1.500 cellen, tevens zijn
nog
380
cellen
onbruikbaar
wegens
renovatiewerken. Ik wil het aantal plaatsen per
gevangenis opvoeren, zeker niet uit repressieve
13.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : À la
date du 29 février 2008, la population carcérale
s'élève à 9.862 détenus pour 8.422 places. Il y a
donc un manque structurel de 1.500 cellules
auxquelles j'en ajoute 380 inutilisables en raison de
travaux de rénovation. Si je veux augmenter le
nombre de places en prison, ce n'est absolument
pas dans une visée répressive mais pour que
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
overwegingen, maar om ervoor te zorgen dat elke
gedetineerde er in menswaardige en veilige
omstandigheden kan verblijven. De oorzaken van
de overbevolking zijn zeer talrijk. Het komt mij niet
toe te stellen dat er sprake zou zijn van misbruiken
op het stuk van de toepassing van de voorlopige
hechtenis of de opgelegde straffen.
chaque détenu puisse être hébergé dans des
conditions dignes et sûres. Les origines de la
surpopulation sont multiples. Il ne m'appartient pas
de considérer qu'il y aurait abus dans l'utilisation de
la détention préventive ou dans le prononcé des
peines.
Momenteel
verblijven
meer
dan
duizend
geïnterneerden in de gevangenis. In Gent en
Antwerpen
zullen
twee
instellingen
voor
geïnterneerden gebouwd worden, die samen aan
390 mensen plaats zullen bieden. Verschillende
psychiatrischezorgcentra
willen
geïnterneerden
opnemen in het klassieke zorgsysteem. We blijven
onderhandelen met de sector.
De drugs in de gevangenis zijn een groot probleem.
Diverseprojecten werden op het getouw gezet en
zullen dit jaar voortgezet worden. Met het
pilootprojet in Gent wordt getracht het probleem
dichter bij de bron aan te pakken. De maatregel
bestaat erin druggebruikers toegang te verschaffen
tot hulpdiensten. Om dat initiatief te kunnen
uitbreiden naar alle arrondissementen, dient een
juridisch kader opgezet te worden en moeten
voldoende middelen ter beschikking gesteld
worden.
Actuellement, plus de mille internés se trouvent
dans les prisons. Deux établissements pour
internés vont être construits à Gand et à Anvers,
pour une capacité totale de 390 places. Différents
établissements de soins psychiatriques acceptent
de prendre en charge des internés dans le secteur
des soins classiques. Nous poursuivons la
discussion avec le secteur.
La drogue en milieu carcéral représente un grand
problème. Différents projets ont été initiés et se
poursuivront cette année. Le projet-pilote de Gand
tente de prendre le problème en amont. Il s'agit
d'une mesure destinée aux consommateurs de
drogues afin de leur donner accès à des services
d'aide.
Avant
de
l'étendre
à
tous
les
arrondissements, il faudra lui conférer un cadre
juridique et dégager les moyens nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Juliette Boulet aan de
minister van Justitie over "de veroordeling van
de gemeente Lens tot betaling van een
schadevergoeding voor een brand die dateert
van augustus 1978" (nr. 2577)
14 Question de Mme Juliette Boulet au ministre
de la Justice sur "la condamnation de la
commune de Lens à payer un dédommagement
pour un incendie survenu en août 1978" (n° 2577)</b>
14.01
Juliette
Boulet
(Ecolo-Groen!):
De
gemeente Lens en de stad Aat werden tot een
geldboete van 144.000 veroordeeld voor een brand
die in 1978 heeft plaatsgevonden. Tussen de feiten
en de veroordeling is er wel erg veel tijd verlopen.
Welke gemiddelde termijn is er normaliter nodig om
over soortgelijke feiten uitspraak te doen? Zal u
bijkomende middelen inzetten om die gerechtelijke
achterstand weg te werken?
14.01 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!) : La
commune de Lens et la ville d'Ath ont été
condamnées à payer une somme de 144.000 euros
pour un incendie survenu en 1978. Le délai écoulé
depuis les faits me semble particulièrement long.
Quels sont les délais moyens nécessités pour des
faits similaires ? Envisagez-vous des moyens
supplémentaires pour résorber ces arriérés
judiciaires ?
14.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): Gelet op
de termijn waarover ik beschikte om op deze
mondelinge vraag te antwoorden, heb ik niet
kunnen achterhalen wanneer het dossier bij de
rechtbank van eerste aanleg te Bergen aanhangig
werd gemaakt. Op 13 mei 1996 heeft dat
rechtsorgaan zijn vonnis geveld. Op 10 oktober
1996 werd er hoger beroep aangetekend bij het hof
van beroep, dat zich op 3 mei 2007 in een arrest
over de grond van de zaak uitsprak.
14.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français): Il ne
m'a pas été possible, en raison du délai dont je
disposais pour répondre à une question orale, de
connaître la date à laquelle le tribunal de première
instance de Mons a été saisi du dossier. Cette
juridiction a prononcé son jugement le 13 mai 1996.
La cour d'appel a été saisie par une requête d'appel
le 10 octobre 1996 et a rendu son arrêt sur le fond
des choses le 3 mai 2007.
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
In burgerlijke procedures is het proces een zaak
van de betrokken partijen. Het is pas wanneer de
partijen het dossier in staat van wijzen hebben
gebracht dat de rechtbank het dossier onderzoekt
en uitspraak doet. Zo niet kan het dossier jarenlang
op de rol blijven staan zonder dat er iets gebeurt en
zonder dat de geadieerde rechtbank iets te
verwijten valt.
En matière civile, le procès est l'affaire des parties.
Ce n'est que lorsque les parties ont mis le dossier
en état que la juridiction examine le dossier et
prononce une décision. À défaut, le dossier peut
rester inscrit au rôle pendant des années sans que
rien ne se passe et sans qu'aucun reproche ne
puisse être adressé à la juridiction saisie.
Op basis van die elementen kan ik niet nagaan of
men werkelijk 31 jaar nodig heeft gehad om in die
zaak uitspraak te doen. Ingevolge het protocol dat
met de gerechtelijke autoriteiten van het hof van
beroep te Bergen werd gesloten om de
gerechtelijke achterstand weg te werken, heeft dat
rechtsorgaan
tot tweemaal
toe versterking
gekregen. Op mijn verzoek werd de werking van de
aanvullende kamers bij het hof, die de achterstand
mee moeten aanpakken, onlangs verlengd bij een
koninklijk besluit van 26 februari 2008 dat begin
maart zal worden gepubliceerd.
Ces éléments ne me permettent pas de vérifier s'il a
véritablement fallu trente et un ans pour juger cette
affaire. Suite au protocole conclu avec les autorités
judiciaires de la Cour d'appel de Mons, visant à
renforcer la lutte contre l'arriéré judiciaire, la Cour
d'appel de Mons a été renforcée à deux reprises. À
ma demande, le fonctionnement des chambres
supplémentaires au sein de la Cour, qui visent à
résorber l'arriéré judiciaire, vient d'être prolongé par
un arrêté royal du 26 février 2008 qui sera publié
début mars.
In de hoven van beroep bedroeg de gemiddelde
duur 947 dagen in 2006, tegen 1.078 in 1999. Voor
de rechtbanken van eerste aanleg is deze
informatie niet beschikbaar.
Dans les cours d'appel, la durée moyenne était de
947 jours en 2006 contre 1.078 jours en 1999. De
telles données ne sont pas disponibles pour les
tribunaux de première instance.
14.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!): De
rechtspleging duurt lang, is ingewikkeld en verloopt
in verschillende fases die niet altijd uitgaan van het
gerechtelijke apparaat, aangezien de burgerlijke
partijen evenzeer hun taken moeten volbrengen. De
instrumenten die werden gecreëerd om de
gerechtelijke achterstand weg te werken, zouden
ook geëvalueerd moeten worden. Men zal er niet
mee kunnen volstaan meer personeel in dienst te
nemen. Er zijn nog andere middelen, zoals de
computerisering, die de zaken kunnen versnellen.
14.03 Juliette Boulet (Ecolo-Groen!) : Les
procédures sont longues, compliquées, elles
nécessitent de nombreuses étapes qui ne
ressortissent pas uniquement du pouvoir judiciaire
puisque les parties civiles ont aussi leur travail à
accomplir. Il faudrait également songer à évaluer
les outils mis en place pour résorber l'arriéré
judiciaire. Il ne suffit pas d'augmenter le personnel
de la justice. Il y a d'autres outils comme
l'informatisation qui permettraient d'avancer un peu
plus vite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
minister van Justitie over "de nieuwe wet inzake
rechtsplegingsvergoedingen" (nr. 2581)
15 Question de M. Luk Van Biesen au ministre de
la Justice sur "la nouvelle loi relative aux
indemnités de procédure" (n° 2581)</b>
15.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Door de nieuwe
wet inzake rechtsplegingvergoedingen kan de
winnende partij in een rechtzaak een deel van zijn
of haar advocatenkosten terugvorderen van de
verliezende partij. Ik sta achter die maatregel, maar
er is een probleem met de hangende zaken. Is het
niet aangewezen de wet aan te passen zodat alleen
de zaken die na 1 januari 2008 werden ingeleid,
onder de toepassing van de nieuwe wet te laten
vallen en zaken die voor die datum werden ingeleid,
terug onder het oude regime te laten vallen?
15.01 Luk Van Biesen (Open Vld) : En vertu de la
nouvelle loi relative aux indemnités de procédure, la
partie gagnante peut se tourner vers la partie
perdante pour récupérer une partie de ses frais
d'avocat dans le cadre d'une action en justice. Je
suis partisan de la mesure mais un problème se
pose pour les affaires pendantes. N'est-il pas
indiqué d'adapter la loi de telle sorte qu'elle ne soit
applicable qu'aux affaires introduites après le 1
er
janvier 2008 et non aux affaires introduites avant
cette date, qui devraient à nouveau relever de
l'ancien système ?
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
15.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
directe toepassing van de wet van 21 april 2007 op
de hangende zaken volgt uit artikel 13 van de wet
en is gebaseerd op artikel 3 van het Gerechtelijk
Wetboek. Daarover werd gediscussieerd bij de
voorbereiding van de wet. Vraag was of het hier
procedureregels of materieel recht betreft. In het
laatste geval zouden de oude regels blijven gelden
voor de al hangende zaken. Omwille van de
rechtszekerheid werd beslist de regel op alle
hangende zaken toe te passen. Om niet te
discrimineren wilde de wetgever snel een einde
maken aan de rechtsonzekerheid die ontstond naar
aanleiding van een arrest van het Hof van Cassatie
en aan de ongelijke behandeling van zaken die eruit
voortvloeide. Deze overgangsmaatregelen werden
bekritiseerd, maar evenzeer verdedigd door de
rechtsleer. Volgens professor Van Droogenbroeck
wilde de wetgever de wet zo breed mogelijk
toepassen.
Het voorstel van de heer Van Biesen zou nieuwe
problemen creëren wegens de terugwerkende
kracht en zou bovendien opnieuw tot ongelijkheid
leiden in de behandeling, precies wat men met de
overgangsmaatregel in de wet wilde vermijden.
Voor een overzicht van de mogelijke oplossingen bij
het toepassen van de nieuwe wet op de hangende
zaken verwijs ik naar een recent artikel in het
Rechtskundig Weekblad. Ik nam vorige week al het
standpunt in dat de rechter ook ambtshalve de
rechtsplegingvergoeding zou moeten kunnen
wijzigen, gebruik makend van de reeds bestaande
criteria die opgenomen zijn in artikel 1022 van het
Gerechtelijk Wetboek en binnen de minimum- en
maximumgrens zoals bepaald in het KB van 26
oktober 2007. Daaromtrent werden al voorstellen
ingediend die in de commissie zullen worden
behandeld.
15.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
L'application directe de la loi du 21 avril 2007 aux
affaires en cours résulte de l'article 13 de la loi et
est basée sur l'article 3 du Code judiciaire. Il en a
été discuté lors des travaux préparatoires. La
question était de savoir s'il s'agissait de règles de
procédure ou de droit matériel. Dans ce dernier cas,
les anciennes règles resteraient d'application pour
les affaires en cours. Aux fins de la sécurité
juridique, il a été décidé que la loi serait appliquée à
toutes les affaires en cours. Pour éviter toute
discrimination, le législateur a voulu mettre
rapidement un terme à l'insécurité juridique créée
par un arrêt de la Cour de cassation et à l'inégalité
de traitement qui en a résulté. Ces mesures
transitoires ont été critiquées mais également
défendues par la doctrine. Selon le professeur Van
Droogenbroeck, le législateur a voulu appliquer la
loi au sens le plus large possible.
La proposition de M. Van Biesen donnerait lieu à de
nouveaux problèmes à cause de l'effet rétroactif et
à de nouvelles inégalités de traitement, ce que la
mesure transitoire inscrite dans la loi avait
précisément pour but d'éviter.
Un aperçu des solutions possibles dans le cadre de
l'application de la nouvelle loi sur les affaires en
cours figure dans un article paru récemment dans le
Rechtskundig Weekblad. J'étais déjà d'avis la
semaine dernière que le juge devrait pouvoir
modifier d'office l'indemnité de procédure en se
basant sur les critères qui figurent déjà à l'article
1022 du Code judiciaire et dans les limites minimum
et maximum fixées par l'arrêté royal du 26 octobre
2007. Des propositions à ce sujet ont déjà été
introduites et seront examinées en commission.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De vragen nr.2586 van mevrouw
Lalieux en nr.2591 van mevrouw Vautmans worden
uitgesteld.
L'incident est clos.
Le président: Les questions n° 2586 de Mme
Lalieux et n° 2591 de Mme Vautmans sont
reportées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de
minister van Justitie over "cybercriminaliteit en
de problematiek van online gaming" (nr. 2607)
16 Question de M. Éric Thiébaut au ministre de la
Justice
sur
"la
cybercriminalité
et
la
16.01 Eric Thiébaut (PS): Cybercriminaliteit is in
enkele jaren tijd een ware plaag geworden. Dat
begrip omvat een heel brede waaier van misdrijven,
waarvan één misdrijf blijft groeien: online gaming.
16.01 Éric Thiébaut (PS) : La cybercriminalité est
devenue en l'espace de quelques années un
véritable fléau. Cette appellation recouvre des délits
extrêmement variés, dont un ne cesse de se
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
Velen vragen de wetgever om grondig na te denken
over het fenomeen van de illegale content op het
internet en over de manier waarop dit bestreden
kan worden.
De juridische situatie is ingewikkeld en het is geen
sinecure om betrouwbare technische maatregelen
te treffen.
Bent u van plan een initiatief op het getouw te
zetten om komaf te maken met deze plaag? Kan
men een betere medewerking eisen van de
providers om onwettige sites te blokkeren? Kunnen
vennootschappen die illegale gokspellen op
Belgische sites promoten niet vervolgd worden?
Over
welke
middelen
beschikt
de
Kansspelcommissie om illegale gokspellen op het
internet te bestrijden? Denkt men aan een
uitbreiding van de bevoegdheden van deze
commissie?
développer : le jeu en ligne.
De nombreuses voix demandent au législateur
d'initier une réflexion approfondie sur le phénomène
des contenus illégaux sur internet et sur la façon
dont ils peuvent être combattus.
La situation juridique est complexe et il n'est guère
aisé de prendre des mesures techniques fiables.
Comptez-vous prendre une initiative afin d'éradiquer
ce fléau ? Peut-on exiger une plus grande
collaboration des fournisseurs d'accès pour bloquer
les sites illicites ? Ne peut-on envisager des
poursuites judiciaires contre les sociétés faisant la
promotion de jeux d'argent illégaux sur des sites
web belges? Quels sont les moyens à disposition
de la commission des jeux de hasard face aux jeux
d'argent illicites sur le net ? Pense-t-on élargir les
compétences de ladite commission ?
16.02 Minister Jo Vandeurzen (Frans): De wet van
11 maart 2003 met betrekking tot de e-commerce
bepaalt dat het gerecht kan vragen om een site te
blokkeren die zich op het grondgebied van de EU
bevindt.
Het is evenwel niet gemakkelijk om die procedure
toe te passen.
De Federal Computer Crime Unit (FCCU) ontdekt
elk jaar ongeveer 800 tot 1000 illegale sites.
Momenteel worden de buitenlandse politiediensten
ingelicht, maar vaak blijven de sites toch online.
De Kansspelcommissie is zich terdege bewust van
de problematiek van de cybercriminaliteit in het
kader van gokspellen. In België is de exploitatie van
soortgelijke spellen verboden krachtens de wet van
7 mei 1999 op de kansspelen. Het wordt een stuk
lastiger als de exploitant zich in het buitenland
bevindt.
16.02 Jo Vandeurzen, ministre (en français) : La
loi sur le e-commerce du 11 mars 2003 prévoit que
des autorités judiciaires peuvent demander le
blocage d'un site web se trouvant sur le territoire de
l'UE.
Cette procédure est difficile à appliquer.
Le Federal Computer Crime Unit (FCCU) détecte
environ huit cents à mille sites illégaux par an. Pour
l'instant, les services policiers étrangers sont avertis
mais, souvent, les sites restent malgré tout sur la
toile.
La problématique de la cybercriminalité en matière
de jeux de hasard est bien connue au sein de la
commission des jeux de hasard. Les jeux exploités
en Belgique sont interdits en vertu de la loi du 7 mai
1999 sur les jeux de hasard. Cela devient plus
contraignant si l'exploitant se trouve en dehors des
frontières.
De FCCU meldt ons dat de samenwerking met de
internetproviders efficiënt verloopt, indien de server
in ons land staat. Maar in veel gevallen bevinden de
sites zich in het buitenland, en zelfs buiten de EU.
We zijn nu een systeem aan het testen waarbij de
politie de toegang tot bepaalde sites kan blokkeren.
Vermits het hier om strafprocedures gaat, zijn de
artikelen met betrekking tot de mededaders en
Le FCCU nous signale que la collaboration avec les
fournisseurs d'accès est efficace si le serveur se
trouve dans notre pays. Toutefois, dans beaucoup
de cas, les sites se trouvent hors de nos frontières
et même hors de l'Union européenne.
On est en train de tester un système de blocage de
l'accès à des sites par les autorités policières.
Étant donné qu'il s'agit, en l'espèce, de procédures
pénales, les articles relatifs aux co-auteurs et
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
medeplichtigen van toepassing. We zouden de
vennootschappen die dergelijke spellen promoten
of de toegang ertoe vergemakkelijken, als zodanig
kunnen beschouwen.
Voorts is het verspreiden van reclame voor die sites
een strafbaar feit. In 2006 werden er zeventien
processen-verbaal
opgemaakt
tegen diverse
exploitanten van goksites. In 2007 werden er 14
dossiers geopend. We voeren dus wel degelijk een
actief beleid tegen de onlinegames. We stellen
echter vast dat er bij de vervolging geen prioriteit
aan wordt gegeven.
De Kansspelcommissie pleit ervoor om in de
wettelijke mogelijkheid te voorzien om volgens
strikte criteria kansspelen op het internet te
organiseren. Een voorstel tot wijziging van de wet
van 7 mei 1999 werd in de Kamer ingediend.
complices sont d'application. Nous pourrions
considérer les sociétés qui promeuvent ces jeux ou
ceux qui facilitent l'accès à ceux-ci comme tels.
Par ailleurs, la publicité pour ces sites est
pénalement répréhensible. Dix-sept procès-verbaux
ont été établis en 2006 à charge de différents
exploitants de sites de jeux sur internet. En 2007,
quatorze dossiers ont été enregistrés. Il existe donc
bien une politique active contre les jeux en ligne.
Nous constatons cependant que cela ne constitue
pas une priorité de poursuite.
La Commission des jeux de hasard plaide pour
introduire la possibilité légale d'exploiter, selon des
critères bien stricts, des jeux via internet. Une
modification de la loi du 7 mai 1999 a été introduit à
la Chambre.
16.03 Eric Thiébaut (PS): Er moeten middelen
worden uitgetrokken om dat probleem aan te
pakken.
16.03 Éric Thiébaut (PS) : Il importe de dégager
les moyens afin de résoudre ce problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de
minister van Justitie over "de vrijlating van jonge
delinquenten wegens plaatsgebrek in de
openbare instellingen voor jeugdbescherming
(OIJB)" (nr. 2609)
17 Question de M. Éric Thiébaut au ministre de la
Justice sur "la relaxation de jeunes délinquants
en raison d'un manque de places dans les
institutions publiques de protection de la
jeunesse (IPPJ)" (n° 2609)</b>
17.01
Eric
Thiébaut
(PS):
Hoewel
de
jeugdbescherming en de uitvoering van straffen die
door een rechter aan minderjarigen worden
opgelegd onder de bevoegdheid vallen van de
Franse Gemeenschap, kan de federale regering
niet werkeloos blijven toezien hoe het aantal
misdrijven van jeugdcriminaliteit almaar toeneemt
en onbestraft blijft wegens plaatsgebrek in de
Openbare Instellingen voor Jeugdbescherming
(OIJB's).
Zo werd er onlangs een bende van vijf minderjarige
delinquenten opgerold in Quaregnon. Alleen de
leider van de bende kreeg een maatregel van
plaatsing in de OIJB van Fraipont opgelegd, terwijl
zijn vier medeplichtigen in vrijheid werden gesteld
"bij gebrek aan plaats".
Ingevolge de moord op Joe Van Holsbeeck in 2006
heeft de Franse Gemeenschap een Plan voor
jeugdzorg goedgekeurd.
Daarin wordt een
beschermingssysteem gehandhaafd en worden een
aantal elementen met betrekking tot herstel en
strafmaatregelen opgenomen. Nu zou de Franse
Gemeenschap echter nog de nodige financiële
middelen moeten krijgen voor de uitvoering van dat
17.01 Éric Thiébaut (PS) : Bien que les
compétences en matière de protection de la
jeunesse et d'exécution des mesures prononcées
par un juge à l'égard d'un mineur relèvent de la
Communauté française, le gouvernement fédéral ne
peut rester immobile face à la multiplication des
faits de délinquance juvénile qui restent impunis par
manque de place dans les Institutions publiques de
protection de la jeunesse (IPPJ).
Ainsi, sur une bande de cinq mineurs délinquants
récemment démantelée à Quaregnon, seul le
leader de la bande a fait l'objet d'une ordonnance
de placement à l'IPPJ de Fraipont, ses quatre
complices étant relaxés « faute de place ».
Suite à l'affaire du meurtre de Joe en 2006, la
Communauté française a adopté un Plan pour l'aide
à la jeunesse, qui maintient un système
protectionnel en y incorporant des éléments de
réparation et de sanction. Mais il faudrait encore
accorder à la Communauté française les budgets
nécessaires à la mise en oeuvre de ce plan.
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
plan.
Moet men de jeugdbescherming volgens u
herfederaliseren om, via een budgettaire inbreng
van het ministerie van Justitie, het plaatsgebrek in
de OIJB's te ondervangen?
Faut-il selon vous refédéraliser la protection de la
jeunesse pour pallier, par un apport budgétaire du
ministère de la Justice, le manque de places en
IPPJ ?
17.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Deze discussie wordt blijkbaar door sommigen
graag gevoerd op budgettaire gronden, maar het
jeugdsanctierecht
en
de
wet
op
de
jeugdbescherming zijn een zaak en een
verantwoordelijkheid van heel wat overheden, niet
alleen van de federale.
Het klopt dat er inderdaad sprake is van een
capaciteitsgebrek. We moeten bekijken op welke
manier we dit kunnen oplossen. Ik zal hierover zeer
binnenkort
overleg
plegen
met
de
Gemeenschappen
en
de
Unie
van
de
Jeugdrechters. Het gaat daarbij niet alleen om een
uitbreiding van het aantal plaatsen, maar ook van
de middelen en de omkadering.
17.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Visiblement, d'aucuns abordent volontiers ce débat
sous l'angle budgétaire mais le droit pénal de la
jeunesse et la loi sur la protection de la jeunesse
sont une matière qui relève de nombreuses
autorités, pas uniquement de l'autorité fédérale.
Il est exact qu'un problème de capacité insuffisante
se pose effectivement. Nous devons essayer de
voir comment nous pourrions le résoudre. Je me
concerterai très prochainement à ce sujet avec les
Communautés et l'Union des juges de la jeunesse.
Il s'agit d'augmenter le nombre de places mais
aussi les moyens et l'encadrement.
17.03 Eric Thiébaut (PS): U bent niet erg
gewonnen voor een herfederalisering van de
jeugdzorg. Ik neem er nota van dat u zich bewust
bent van het probleem dat in de Franse
Gemeenschap rijst en dat u ter zake initiatieven zal
nemen.
17.03 Éric Thiébaut (PS) : Vous n'êtes pas très
favorable à une refédéralisation de l'aide à la
jeunesse. J'entends que vous êtes conscient du
problème qui se pose en Communauté française et
que vous allez prendre des initiatives.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Justitie over "de nieuwe berichten rond Belliraj"
(nr. 2612)
- mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van
Justitie
over
"de
informantenstatus
van
Abdelkader Belliraj" (nr. 2613)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Justitie over "de rol van Belliraj bij de
Staatsveiligheid" (nr. 2614)
- de heer Renaat Landuyt aan de minister van
Justitie over "de werking van de Staatsveiligheid
en meer in het bijzonder de samenwerking met
de federale regering, met het OCAD en met
informanten" (nr. 2653)
18 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au ministre de la Justice sur
"les nouvelles informations relatives à Belliraj"
(n° 2612)<br>- Mme Sarah Smeyers au ministre de la Justice
sur "le statut d'informateur d'Abdelkader Belliraj"
(n° 2613)<br>- M. Bart Laeremans au ministre de la Justice sur
"le rôle de Belliraj auprès de la Sûreté de l'État"
(n° 2614)<br>- M. Renaat Landuyt au ministre de la Justice sur
"le fonctionnement de la Sûreté de l'État, en
particulier sa collaboration avec le gouvernement
fédéral, avec l'OCAM et avec les informateurs"
(n° 2653)</b>
18.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Er komt
gelukkig steeds meer duidelijkheid in de zaak van
de Marokkaanse Belg Belliraj. Zo is er sprake van
belangrijke connecties met een terreurnetwerk. De
man zou ook jarenlang informant geweest zijn van
de Staatsveiligheid. Vandaag nog is gebleken dat hij
contacten heeft gehad met de man achter Bin
Laden, met andere woorden met een spilfiguur
binnen Al-Qaida.
18.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : Les
choses se précisent heureusement dans l'affaire du
Belge marocain M. Belliraj. Il est notamment
question de connexions importantes avec un
réseau terroriste. L'homme aurait également été
informateur de la Sûreté de l'État pendant plusieurs
années. Il s'est avéré aujourd'hui même qu'il a
entretenu des contacts avec l'homme de main de
Ben Laden, autrement dit une figure-clé d'Al-Qaida.
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
Uiteraard bevinden we ons hier op de grens tussen
de geheimhoudingsplicht en het recht op informatie,
maar toch wil ik weten of alle berichtgeving in de
media over deze man klopt? Hoe lang was de
betrokkene informant en is er hier sprake van
dubbel spel? Wist de Staatsveiligheid van de
plannen van Belliraj? Werd er ooit informatie over
de betrokkene doorgespeeld aan de gerechtelijke
autoriteiten?
Nous nous trouvons ici à la limite entre le devoir de
discrétion et le droit à l'information, mais je souhaite
néanmoins savoir si toutes les informations
diffusées dans les médias sur cet homme sont
exactes. Combien de temps l'intéressé a-t-il été
informateur et a-t-il joué un double jeu ? La Sûreté
de l'État était-elle informée des intentions de M.
Belliraj ? Des informations sur l'intéressé ont-elles
été transmises aux autorités judiciaires ?
18.02 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Er valt
inderdaad steeds meer te leren over deze man.
Vandaag vernemen we bijvoorbeeld dat hij zijn
orders rechtstreeks van Al-Qaida zou gekregen
hebben. Ook zou hij een informant geweest zijn van
de Franse én van de Amerikaanse geheime
diensten. Het gaat hier dus blijkbaar om een
gevaarlijke man!
18.02 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA) : Nous en
apprenons en effet de plus en plus sur cet homme.
Ainsi, nous apprenons aujourd'hui qu'il aurait reçu
ses ordres directement d'Al-Qaida. Il aurait
également été informateur des services secrets
français et américains. Il s'agit donc manifestement
d'un homme dangereux !
Kan de minister deze informatie bevestigen? Hoe
lang en waarom is betrokkene informant geweest?
Werd hij in de tussentijd gecontroleerd? Had onze
Staatsveiligheid al dan niet zicht op zijn plannen?
Indien ja, waarom werd dit dan niet gemeld aan de
gerechtelijke autoriteiten? Hoe wil de minister de
Staatsveiligheid er toe aanzetten om voortaan
dergelijke informatie in voldoende mate te delen
met andere politie- en inlichtingendiensten?
Le ministre peut-il confirmer cette information ?
Pendant combien de temps l'intéressé a-t-il été
informateur et pourquoi ? A-t-il été contrôlé depuis ?
La Sûreté de l'État belge était-elle informée de ses
projets ? Dans l'affirmative, pourquoi les autorités
judiciaires n'en ont-elles pas été avisées ?
Comment le ministre compte-t-il amener à l'avenir
la Sûreté de l'État à partager suffisamment ce type
d'information avec d'autres services de police et de
renseignement ?
18.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): In
tegenstelling tot wat men lange tijd heeft gedacht, is
België blijkbaar al een hele tijd een draaischijf van
zware islamterreur. Betrokkene heeft niet alleen zes
politieke moorden gepleegd in België, maar ook
sterke banden gesmeed met een Marokkaans
terreurnetwerk. Hij onderhield bovendien contacten
met Al-Qaida en hij ging naar trainingskampen in
Afghanistan. Meer nog, deze terrorist slaagde er
zelfs in om te infiltreren in onze Staatsveiligheid. Dit
staaltje van amateurisme van deze dienst vereist
dringend een nader onderzoek.
Kan de minister ons meedelen gedurende welke
jaren de man informant is geweest? Werd hij
daarvoor betaald door de Staatsveiligheid en zo ja,
hoeveel? Welke informatie in welke dossiers bracht
hij aan? Waarom begon de man te werken voor
Staatsveiligheid? Gebeurde dit in ruil voor een
buitenvervolgingstelling? Zo ja, voor welke
misdrijven?
18.03
Bart
Laeremans
(Vlaams
Belang): Contrairement à ce qu'on a longtemps cru,
il semble que la Belgique soit, depuis un certain
temps déjà, une plaque tournante du terrorisme
islamiste de grande envergure. L'intéressé n'a pas
seulement commis six assassinats politiques en
Belgique, il a aussi tissé des liens étroits avec un
réseau terroriste marocain. De plus, il entretenait
des contacts avec Al-Qaïda et s'est rendu dans des
camps d'entraînement en Afghanistan. Pire :
l'homme a même réussi à infiltrer la Sûreté de
l'État. Voilà qui illustre l'amateurisme de ce service
qui doit d'urgence faire l'objet d'une enquête
approfondie.
Le ministre peut-il nous communiquer les années
au cours desquelles cet individu a été informateur ?
A-t-il été rémunéré pour cela par la Sûreté de l'État
et, dans l'affirmative, à hauteur de quel montant ?
Quelles informations a-t-il fournies, et dans quel
dossier ? Pourquoi a-t-il commencé à travailler pour
la Sûreté de l'État ? Était-ce en échange d'un non-
lieu ? Dans l'affirmative, pour quels délits ?
Verleent
de
Staatsveiligheid
in
ruil
voor
medewerking soms gunstige adviezen met het oog
op naturalisatie? Was dat hier het geval? Werkte de
La Sûreté de l'État rend-elle parfois des avis
favorables en vue de la naturalisation en échange
d'une
collaboration ?
Était-ce
le
cas
en
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
man ook voor de politie en voor buitenlandse
inlichtingendiensten? Was men daarvan op de
hoogte? Wat is de reden van de laattijdige
huiszoeking bij de betrokkene? Was dit het gevolg
van een bescherming of van een trage reactie van
het gerecht? Hoe komt het dat de informantenrol
van de man pas verleden vrijdag bekend raakte?
Werd deze informatie bewust achtergehouden? Is
de heer Raes als voormalig hoofd van de
Staatsveiligheid betrokken bij dit dossier? Is er niet
dringend een wettelijke regeling nodig met
betrekking tot informanten? Wat weet de minister
over het onderzoek in Marokko en over de hier
gepleegde moorden: men kon tot nu toe slechts vier
moorden thuisbrengen?
l'occurrence ? Cet homme travaillait-il également
pour la police et des services de renseignements
étrangers ? Était-on au courant de ces activités ?
Quelle est la raison de la perquisition tardive chez la
personne
concernée ?
Résultait-elle
d'une
protection ou d'une réaction trop lente de la
justice ? Pourquoi le rôle d'informateur de cette
personne n'est-il connu que depuis vendredi
dernier ? Cette information a-t-elle été dissimulée
sciemment ? M. Raes, ancien chef de la Sûreté de
l'État, est-il impliqué dans ce dossier ? Une
réglementation légale relative aux informateurs ne
s'impose-t-elle pas d'urgence ? De quelles
informations le ministre dispose-t-il à propos de
l'enquête au Maroc et des meurtres perpétrés dans
notre pays ? il s'agit jusqu'à présent de quatre
meurtres.
18.04 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): De media
worden in dit dossier goed 'gevoed'. Dit wijst op een
strijd tussen verschillende diensten. Ik hoop dat de
minister de informatie niet laat kanaliseren via
gerichte en goed geïnformeerde lekken. Verder is
het storend en onrustwekkend dat er geen officieel
wederwoord is vanwege het hoofd van onze
Staatsveiligheid. Nochtans is er een wettelijke
verplichting
om
de
directeur
van
het
coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, OCAD,
de juiste informatie te geven.
Het recht op informatie is in heel de maatschappij
gemeengoed, maar de Staatsveiligheid is blijkbaar
het laatste bastion van geheimhouding.
18.04 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Les médias
sont bien informés sur ce dossier, ce qui indique
qu'il existe une lutte entre différents services.
J'espère que le ministre ne canalise pas les
informations par le biais de fuites ciblées et bien
informées. Il est en outre dérangeant et inquiétant
qu'il n'y ait aucune réaction officielle de la part du
chef de notre Sûreté de l'État. Il existe pourtant une
obligation légale d'informer correctement le
directeur de l'Organe de coordination pour l'analyse
de la menace (OCAM).
Le droit à l'information est une évidence dans la
société mais la Sûreté de l'État constitue
manifestement le dernier bastion du secret.
De partijgenoot van de minister, senator
Vandenberghe, wordt 'vooruitgeschoven' om olie op
het vuur te gooien, maar dat volstaat niet: er moet
een officieel antwoord komen. Ook met een
onderzoek door het Comité I - waarover we verder
niets mogen vragen - gaan wij niet akkoord.
Het zou verkieslijk zijn mocht de minister hier
kunnen verklaren dat een dergelijk figuur nooit een
informant van de Staatsveiligheid is geweest. Als hij
dan toch een informant was, was hij dan uitsluitend
een informant van een medewerker in het Gentse
en was de nationale leiding op de hoogte van deze
samenwerking? Zoniet, is het normaal dat de
nationale leiding in dergelijk geval van niets weet?
Waarom heeft de leiding van de Staatsveiligheid dat
niet meegedeeld aan het OCAD, waar alle
informatie
betreffende
terrorismebestrijding
gecoördineerd wordt? Werden er reeds gegevens
overgemaakt aan het federaal parket of moeten zij
wachten op informatie uit Marokko? Was de
persoon die de betrokkene als informant heeft
M. Vandenberghe, sénateur et membre du parti du
ministre, a été désigné pour calmer le jeu. Son
intervention ne nous satisfait cependant pas, car il
nous faut une réponse officielle. Nous nous
opposons également à une enquête du Comité R,
une solution qui ne nous permettrait pas de poser la
moindre question.
Il serait préférable que le ministre soit en mesure de
nous affirmer que ce personnage n'a jamais été un
informateur de la Sûreté de l'État. Dans le cas
contraire, nous souhaiterions savoir s'il a été
exclusivement l'informateur d'un collaborateur de la
région de Gand et si la direction nationale avait
connaissance de cette collaboration. Dans la
négative, est-il normal que la direction nationale ne
soit pas avertie dans un cas tel que celui qui nous
occupe ? Pourquoi la direction de la Sûreté de l'État
n'a-t-elle pas communiqué cette information à
l'OCAM, puisque cet organe coordonne l'ensemble
des informations relatives à la lutte contre le
terrorisme ? A-t-on déjà transmis certaines données
au parquet fédéral ou ce dernier devra-t-il aller les
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
geëngageerd, op de hoogte van diens activiteiten?
Welke regels worden er gehanteerd bij het
aantrekken van informanten en is het volgens die
regels mogelijk dat een dergelijk figuur als
informant wordt aangesteld en ook betaald? Zoniet,
wie is dan verantwoordelijk voor het overtreden van
de
regels?
Hoe
ver
reikt
hier
de
verantwoordelijkheid van de hiërarchie? Moeten de
regels uiteindelijk niet worden aangepast?
chercher au Maroc ? La personne qui a engagé
l'intéressé
comme
informateur
avait-elle
connaissance des activités de ce dernier ? Quelles
règles doit-on respecter lorsqu'on recrute des
informateurs ? Ces règles permettent-elles qu'un tel
individu soit pressenti comme informateur et
rétribué à ce titre ? Dans la négative, qui a enfreint
ces règles ? Dans quelle mesure la hiérarchie est-
elle responsable en l'espèce ? Ne conviendrait-il
pas de modifier les règles ?
Gaat de minister er in deze zaak vanuit dat hij
gewoon kan overgaan tot de orde van de dag?
Le ministre considère-t-il dans cette affaire qu'il
peut simplement passer à l'ordre du jour ?
18.05 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands):
Uiteraard kunnen wij niet zomaar overgaan tot de
orde van de dag. Het gaat hier over zeer ernstige
feiten, het gaat over de veiligheid in onze
samenleving, over het functioneren van de
diensten. Het Parlement moet zijn recht op controle
kunnen uitoefenen. Het is de taak van de minister
van Justitie om na te gaan wat er is misgegaan en
welke conclusies daaruit kunnen worden getrokken.
In mijn benadering van deze problematiek zal ik mij
scrupuleus binnen de mij toegestane wettelijke
grenzen houden. Ik zal de fundamenten van de
rechtstaat niet ondermijnen. Dat is geen
gemakkelijke taak. Enerzijds moeten wij klaarheid
scheppen over deze situatie, anderzijds mag de
efficiëntie van onze diensten niet in het gedrang
komen. Aangezien het hier gaat over een situatie
waarin de geheimhoudingsplicht geldt, zijn die twee
zaken niet zo eenvoudig te verzoenen.
18.05 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Il va de soi que nous ne pouvons nous contenter de
passer à l'ordre du jour. Il s'agit en l'espèce de faits
très graves, qui touchent à la sécurité de notre
société et au fonctionnement des services. Le
Parlement doit pouvoir exercer son droit de
contrôle. Il incombe au ministre de la Justice de
vérifier où le bât a blessé et d'en tirer les
conclusions qui s'imposent.
Dans mon approche du problème, je respecterai
scrupuleusement les limites légales qui sont les
miennes. Je ne vais pas ébranler les fondements
de l'État de droit. La tâche est ardue. D'une part,
nous devons faire la clarté sur cette situation et,
d'autre part, nous ne pouvons compromettre
l'efficacité de nos services, deux objectifs difficiles à
concilier dans une situation où nous sommes tenus
à un devoir de confidentialité.
Uit de informatie-uitwisseling met Marokko blijkt dat
de gearresteerde personen in het verleden reeds de
aandacht hebben getrokken van de Belgische
inlichtingendiensten vanwege hun activiteiten in pro-
Iraanse en Algerijnse islamitische middens.
Om informatie te bekomen over de rol van bepaalde
personen binnen dergelijke groeperingen een van
de wettelijke opdrachten van de inlichtingendiensten
wordt bijna uitsluitend een beroep gedaan op
menselijke bronnen. Dat is mogelijk door de
organieke wet van 30 november 1998. Dit soort
inlichtingen krijgen ingevolge de wet van 18
december 1998 de classificatie `zeer geheim'. Op
vragen over informanten van de Veiligheid van de
Staat kan er, volgens artikel 43 §3 van de wet van
30 november 1998, een ontkennend noch
bevestigend antwoord worden gegeven. Zodra aan
deze regels afbreuk wordt gedaan, komt het leven
van de informanten in gevaar en is het functioneren
van de diensten niet meer mogelijk. Op dat vlak kan
er dus geen informatie worden verstrekt. Ik vermeld
Il ressort des échanges d'informations avec le
Maroc que les personnes arrêtées avaient déjà
attiré l'attention des services de renseignements
belges par le passé en raison de leurs activités au
sein de mouvements islamistes algériens et pro-
iraniens.
Pour obtenir des informations sur le rôle de
certaines personnes au sein de tels groupements
ce qui constitue l'une des missions légales des
services de renseignements , il est presque
exclusivement recouru à des sources humaines, ce
que permet la loi organique du 30 novembre 1998.
Conformément à la loi du 18 décembre 1998, on
attribue à ce type d'informations la mention de
classification « très secret ». En vertu de l'article
43, §3 de la loi du 30 novembre 1998, on ne peut
répondre ni affirmativement, ni négativement à des
questions portant sur des informateurs de la Sûreté
de l'État. Ignorer ces règles revient à mettre en
danger la vie des informateurs et à compromettre le
bon
fonctionnement
des
services
de
renseignements. Aucune information ne peut donc
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
tevens dat informanten geen vrijstelling van
vervolging kunnen krijgen in ruil voor de informatie
die zij leveren. Er bestaan strenge interne regels
voor het rekruteren van informanten en er gebeuren
regelmatige evaluaties.
Op de uitzonderlijke vergadering van 20 februari
2008 van het College voor Inlichtingen en Veiligheid
waren enkel die diensten aanwezig die rechtstreeks
met deze zaak te maken hebben en enkel mensen
met een veiligheidsmachtiging. De Veiligheid van de
Staat heeft een overzicht gegeven van de gegevens
waarover zij beschikt. Uiteraard gebeurde dit binnen
de wettelijke restricties: zo mag de identiteit van een
informant die verzoekt om anonimiteit, niet worden
vrijgegeven.
être donnée sur ce plan-là. Je signale par ailleurs
que les informateurs ne peuvent obtenir l'immunité
de poursuites en échange des informations qu'ils
fournissent. Il existe des règles internes strictes en
matière de recrutement d'informateurs, et des
évaluations ont lieu à intervalles réguliers.
Lors de la réunion exceptionnelle du Collège du
renseignement et de la sécurité du 20 février 2008,
seuls les services directement concernés par cette
affaire étaient présents. De plus, les personnes
présentes étaient toutes titulaires d'une habilitation
de sécurité. La Sûreté de l'État a donné un aperçu
des données dont elle dispose. Les restrictions
légales d'usage étaient évidemment d'application,
dont la non-divulgation de l'identité des informateurs
qui demandent l'anonymat.
De wet bepaalt immers dat de identiteit van een
informant niet mag worden vrijgegeven als die om
anonimiteit verzoekt.
Het staat niet vast dat de Staatsveiligheid tijdens de
terrorismedreiging in 2007 informatie heeft
achtergehouden. Het Comité I voert daarnaar
momenteel
een
onderzoek,
waaraan
de
Staatsveiligheid echter volledig meewerkt.
De gerechtelijke autoriteiten werden op 19 februari
2008 op de hoogte gebracht van de aanhoudingen
in Marokko. Het hoofd van de Staatsveiligheid, de
heer Winants, heeft elke bevoegde dienst en
persoon onmiddellijk op de hoogte gebracht volgens
het principe `need to know'.
De modus operandi van een inlichtingendienst mag
niet
besproken
worden
in
een
commissievergadering of een plenaire vergadering.
De controle erop gebeurt door het Comité I, dat
onder de wetgevende macht valt. Het Comité wordt
op zijn beurt gecontroleerd door een parlementaire
commissie. Op die manier worden de goede
werking van de inlichtingendiensten èn het recht op
parlementaire controle met elkaar verzoend. Op
basis van de verontrustende berichten in Marokko
en de activiteiten van Belliraj, heb ik het Comité I
naar een diepgaand onderzoek gevraagd. Het
Parlement zal rechtstreeks door het Comité worden
ingelicht.
De eventuele betrokkenheid van Belliraj in een
terroristisch netwerk berust tot op heden op
verklaringen van de Marokkaanse autoriteiten. De
Veiligheid van de Staat beschikt over geen enkele
aanwijzing dat Belliraj zich inliet met politiek-
terroristische activiteiten in Marokko. Toen
betrokkene in 2000 Belg werd, heeft de
Aux termes de la loi, l'identité d'un informateur ne
peut en effet être communiquée si celui-ci demande
l'anonymat.
Il n'est pas démontré que la Sûreté de l'État a tu
des informations lors de la menace terroriste de
2007. Le Comité R mène actuellement une enquête
à ce sujet avec la collaboration active de la Sûreté
de l'État.
Le 19 février 2008, les autorités judiciaires ont été
informées des arrestations au Maroc. Le
responsable de la Sûreté de l'État, M. Winants, a
immédiatement informé chaque personne et
chaque service compétents en vertu du principe
`need to know'.
Le modus operandi d'un service de renseignements
ne peut être l'objet d'une réunion de commission ou
d'une séance plénière. Le contrôle d'un tel service
est assuré par le Comité R, qui ressortit au pouvoir
législatif. Le Comité R est contrôlé à son tour par
une
commission
parlementaire.
Le
bon
fonctionnement des services de renseignements et
le droit de contrôle parlementaire sont ainsi
conciliés. Sur la base des communiqués inquiétants
diffusés au Maroc et des activités de M. Belliraj, j'ai
demandé une enquête approfondie au Comité R. Le
Parlement sera informé directement par ce Comité.
L'implication éventuelle de M. Belliraj dans un
réseau terroriste repose actuellement sur des
déclarations des autorités marocaines. La Sûreté
de l'État ne dispose d'aucun élément qui indiquerait
que M. Belliraj a été impliqué dans des activités
politico-terroristes au Maroc. Lorsque l'intéressé a
acquis la nationalité belge en 2000, la Sûreté de
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
Staatsveiligheid de procureur des Konings laten
weten dat hij bij de diensten bekend stond door zijn
activiteiten
binnen
Algerijns-Marokkaanse
islamitische bewegingen en binnen pro-Iraanse
Marokkaanse milieus. Ook ik stel me daarover de
nodige vragen, maar er zijn geen aanwijzingen dat
Belliraj bescherming genoot.
De huiszoeking kwam er op vraag van het federaal
parket én met toestemming van de echtgenote van
Belliraj. Een team van de federale politie bevindt
zich in Marokko om gegevens te vergelijken. Het is
wachten op de terugkeer van dat team.
Volgens mijn informatie is de heer Albert Raes niet
betrokken bij deze zaak.
l'État a informé le procureur du Roi qu'il était connu
des services pour ses activités au sein de
mouvements islamistes algériens-marocains et
dans les milieux marocains pro-iraniens. Ces
éléments m'interpellent également mais rien
n'indique que M. Belliraj a bénéficié de protections.
La perquisition a été effectuée à la demande du
parquet fédéral et avec l'accord de l'épouse de M.
Belliraj. Une équipe de la police fédérale se trouve
actuellement au Maroc pour comparer des
informations. Nous devons attendre le retour de
cette équipe.
Selon mes informations, M. Albert Raes n'est pas
impliqué dans cette affaire.
Ik ben van oordeel dat een grondige evaluatie en
bijsturing van de inlichtingendienst noodzakelijk zijn.
Ik heb onmiddellijk na mijn aantreden het ontwerp
van
BIM-wetgeving
aan
verbeteringen
onderworpen. Het ontwerp zal binnenkort aan het
Parlement worden voorgelegd.
Verder wil ik een rapportagemodel uitwerken op
basis waarvan het toezicht op de noodzakelijke
informatie-uitwisseling kan worden verbeterd. Dat
zal nog belangrijker worden wanneer de BIM-wet
wordt geïmplementeerd.
De vraag op welk moment de verschillende
diensten informatie moeten doorgeven aan de
gerechtelijke autoriteiten, is pertinent. Daarvoor
moet een sluitend systeem worden ontwikkeld.
Je suis d'avis qu'une évaluation approfondie et une
réorganisation du service de renseignements sont
indispensables. Immédiatement après mon entrée
en fonction, j'ai apporté des améliorations au projet
relatif aux méthodes spéciales de renseignement.
Ce projet sera prochainement soumis au
Parlement.
J'ai aussi l'intention d'élaborer un modèle de
rapportage qui permettra d'améliorer le contrôle des
échanges d'informations indispensables. Ceci sera
encore plus important quand la loi sur les méthodes
spéciales de renseignement sera mise en oeuvre.
La question de savoir à quel moment les différents
services doivent transmettre des informations aux
autorités judiciaires est une question pertinente.
Nous devons à cet effet développer un système
adéquat.
Over het huidige terrorismedossier heb ik mij
uitgebreid schriftelijk en mondeling laten inlichten
door de Staatsveiligheid en heb ik samen met
minister De Crem het Comité I de opdracht
gegeven een toezichtonderzoek te voeren bij de
inlichtingendiensten. Ik wacht de resultaten van het
onderzoek af en zal niet nalaten hieruit conclusies
te trekken. Op die manier hebben we mij dunkt de
beste weg gekozen om ook het Parlement zijn
controlerecht op het dossier te laten uitoefenen.
En ce qui concerne ce dossier, je me suis
largement fait informer tant par écrit qu'oralement
par la Sûreté de l'État et avec le ministre De Crem,
j'ai confié au Comité R la mission de mener une
enquête auprès des services de renseignements.
J'attends les résultats de l'enquête et je ne
manquerai pas d'en tirer des conclusions qui
s'imposent. Ce faisant, je pense que nous avons
opté pour la meilleure façon de procéder, afin que le
Parlement puisse également exercer son droit de
contrôle sur ce dossier.
18.06 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Het is
positief dat dit dossier tot op de bodem wordt
uitgespit en dat de minister vastberaden is om er de
nodige conclusies uit te trekken. Er moet ernstig
nagedacht worden over de manier van werken en
het interne huishouden van de Staatsveiligheid. Wij
wachten ongeduldig op het gedetailleerde rapport
dat de minister zal laten opstellen.
18.06 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : Il est
positif que ce dossier fasse l'objet d'une enquête
approfondie et que le ministre soit résolument
décidé à en tirer les conclusions qui s'imposent. Il
faut sérieusement réfléchir à la manière de travailler
et à la gestion interne de la Sûreté de l'État. Nous
attendons avec impatience le rapport détaillé que
fera rédiger le ministre.
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
18.07 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA): Het
evenwicht tussen de geheimhoudingsplicht en de
plicht om de bevolking te informeren is inderdaad
zeer wankel. Wij wachten intussen het verslag van
het Comité I af.
18.07 Sarah Smeyers (CD&V - N-VA) : L'équilibre
entre le devoir de confidentialité et l'obligation
d'informer la population est effectivement très
instable. Entre-temps, nous attendrons le rapport du
comité R.
18.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang):
Mevrouw Smeyers beseft blijkbaar nog niet dat ze
nooit informatie zal krijgen van het Comité I.
De antwoorden van de minister zijn absoluut
onbevredigend.
De
oppositiepartijen
worden
gewoon uitgesloten van deze informatie en dat is
onaanvaardbaar. Het is net essentieel dat alle
partijen bij dit verhaal worden betrokken, desnoods
achter gesloten deuren. Daarom eisen wij de
oprichting van een onderzoekscommissie die deze
zaak tot op de bodem moet uitspitten.
18.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mme
Smeyers ne se rend manifestement pas compte
qu'elle n'obtiendra jamais d'informations du Comité
R.
Les réponses fournies par le ministre ne sont
absolument pas satisfaisantes. Les partis de
l'opposition sont tout bonnement exclus de ces
informations, ce qui est inadmissible, alors qu'il est
fondamental que tous les partis soient associés à
cette question, au besoin à huis clos. C'est la raison
pour laquelle nous réclamons la création d'une
commission parlementaire d'enquête qui devra aller
jusqu'au bout dans l'analyse de ce dossier.
De oppositie geen informatie willen verschaffen, is
een ondemocratische daad.
Refuser de fournir des informations à l'opposition
est un acte antidémocratique.
18.09 Renaat Landuyt (sp.a-spirit): De minister
verwees
op
creatieve
wijze
naar
de
geheimhoudingsplicht, die natuurlijk niet geldt voor
een minister. Hij geeft toe dat er veel lekken zijn en
eigenlijk geeft hij dus ook toe dat de informatie die
gelekt wordt, correct is. Wij maken ons daarover
zorgen. De wet op het OCAD vermeldt heel duidelijk
een mededelingsplicht. We krijgen echter meer
informatie via allerlei lekken dan via de officiële
weg. We kunnen dat niet zomaar negeren. De
Staatsveiligheid moet gereorganiseerd worden. De
geheimhoudingsplicht staat meer en meer onder
druk. Ik zal de minister steunen als hij initiatieven
neemt om de inlichtingendienst te hervormen, maar
zal mij niet laten afremmen wat mijn controlerecht
betreft.
18.09 Renaat Landuyt (sp.a-spirit) : Le ministre
faisait allusion, dans un esprit créatif, à l'obligation
de secret, qui ne s'applique bien sûr pas à un
ministre. Il admet que les fuites sont nombreuses et
donc aussi que les informations qui ont filtré sont
exactes. Cela nous préoccupe. La loi sur l'OCAM
parle très clairement d'une obligation de
communication. Nous recevons toutefois plus
d'informations par des fuites en tout genre que par
la voie officielle. On ne peut pas le nier. La Sûreté
de l'État doit être réorganisée. L'obligation de secret
est de plus en plus mis en question. Je soutiendrai
le ministre s'il prend des initiatives pour réformer le
service de renseignement, mais je ne me laisserai
pas freiner en ce qui concerne mon droit de
contrôle.
18.10 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Ik
herhaal dat ik deze zaak zeer ernstig neem. Ik ben
het eens met de algemene benadering van de heer
Landuyt: de Staatsveiligheid moet de informatie
doorgeven aan de OCAD en de gerechtelijke
autoriteiten, net zoals andere diensten als de
douane.
De vraag of dit systeem functioneert is pertinent.
Het heeft volgens mij echter weinig zin om nu een
wet op de bijzondere inlichtingenmethoden te
maken zonder over een systeem te beschikken
waarbij de uitvoerende en wetgevende macht zeker
zijn dat de informatie op een correcte manier wordt
meegedeeld.
18.10 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
Je répète que je prends cette affaire très au
sérieux. Je suis d'accord avec l'approche générale
de M. Landuyt : la Sûreté de l'État doit transmettre
l'information à l'OCAM et aux autorités judiciaires,
exactement comme les autres services et
notamment la douane.
La question de savoir si ce système fonctionne est
une question pertinente. A mon estime, il serait vain
de légiférer sur les méthodes spéciales de
renseignement en l'absence d'un système où le
pouvoir exécutif comme le pouvoir législatif soient
certains que les informations sont communiquées
correctement.
04/03/2008
CRABV 52
COM 128
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
Het heeft natuurlijk geen zin om de methoden voor
het verzamelen van inlichtingen te verbeteren als
we niet vastleggen hoe er met die inlichtingen moet
worden omgesprongen.
Er bestaat regelgeving voor de parlementaire
controle op het werk van de inlichtingendiensten.
Het controlerecht mag echter de veiligheid en de
goede werking van de diensten niet in gevaar
brengen. Overal in de wereld bestaat er ter zake
een aantal principes van geheimhouding.
De werking van de inlichtingendiensten zal
gecontroleerd worden. Wij zullen meewerken aan
een parlementair onderzoek. We moeten de
resultaten daarvan afwachten, maar ondertussen
zal ik mij al bezighouden met de implementatie van
een BIM-net en de doorstroming van informatie
naar de gerechtelijke autoriteiten. Uiteraard zal
daarover gedebatteerd worden in het Parlement.
Il ne sert évidemment à rien d'améliorer les
méthodes de collecte des informations sans définir
préalablement le traitement qu'il convient de
réserver à ces informations.
Une réglementation régit le contrôle parlementaire
exercé sur les activités des services de
renseignements. Toutefois, ce droit de contrôle ne
peut pas menacer la sécurité et le bon
fonctionnement des services. Des principes de
discrétion sont en vigueur en la matière partout
dans le monde.
Le fonctionnement des services de renseignements
sera contrôlé. Nous coopérerons à une enquête
parlementaire. Il convient d'en attendre les résultats
mais, en attendant, je m'occuperai de la mise en
place d'un réseau MSR et de la transmission des
informations vers les autorités judiciaires. Il en sera
bien sûr débattu au Parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de
minister van Justitie over "de gerechtspsychiatrie
binnen het gerechtelijk apparaat in het algemeen
en de wet op de internering in het bijzonder"
(nr. 2622)
19 Question de M. Bert Schoofs au ministre de la
Justice sur "la psychiatrie judiciaire au sein de
l'appareil judiciaire en général et dans le cadre de
la loi sur l'internement en particulier" (n° 2622)</b>
19.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): In De
Juristenkrant beklaagt een gerechtspsychiater zich
over de positie van de gerechtspsychiatrie binnen
het gerechtelijk apparaat, vermits er geen
specifieke opleiding is en de vergoedingen in
vergelijking met het buitenland erg laag zijn. Dat
werd aangetoond in een aantal recente en
spraakmakende gerechtszaken waar soms totaal
tegenstrijdige
adviezen
inzake
toerekeningsvatbaarheid werden gegeven door
verschillende
psychiaters.
Vaak
staat
de
gerechtspsychiater met zijn visie lijnrecht tegenover
een andere psychiater die door een van de partijen
werd aangesteld.
Welke maatregelen zal de minister nemen om aan
de gerechtspsychiatrie een volwaardig statuut toe te
kennen?
Hoe
ziet
hij
de
rol
van
de
gerechtspsychiater in het kader van de wet op de
internering en zal hij die wet aanpassen?
19.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Dans De
Juristenkrant, un psychiatre judiciaire se plaint du
statut de la psychiatrie judiciaire au sein de
l'appareil judiciaire étant donné qu'il n'existe pas de
formation spécifique et que les rémunérations sont
très basses en comparaison de celles existant à
l'étranger. Ces faits ont été démontrés dans une
série d'affaires judiciaires qui ont défrayé la
chronique récemment et dans lesquelles différents
psychiatres ont émis des avis quelquefois
diamétralement opposés au sujet de la question de
savoir si l'intéressé était ou non responsable de ses
actes. Il n'est pas rare qu'un psychiatre judiciaire ait
sur un cas donné un point de vue qui se situe aux
antipodes de celui d'un collègue désigné par une
des parties en cause.
Quelles mesures compte prendre le ministre afin
d'accorder à la psychiatrie judiciaire un statut digne
de ce nom ? Comment conçoit-il le rôle du
psychiatre judiciaire dans le cadre de la loi sur
l'internement ? Envisage-t-il d'adapter cette loi ?
19.02 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): De
wet op de internering van 21 april 2007 - die nog
niet in werking is getreden bepaalt dat een
gerechtspsychiater erkent moet worden door de
19.02 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) :
La loi du 21 avril 2007 relative à l'internement, qui
n'est pas encore entrée en vigueur, prévoit qu'un
psychiatre judiciaire doit être reconnu par le ministre
CRABV 52
COM 128
04/03/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
minister van Volksgezondheid. Er moet echter nog
een KB worden uitgevaardigd dat de voorwaarden
en de procedure daarvoor regelt. De uitwerking van
dit KB zal de komende weken gebeuren in overleg
met de minister van Volksgezondheid. Er zullen
dan
ook
duidelijkere
criteria
voor
gerechtspsychiaters worden vastgelegd.
Op dit moment is de gerechtspsychiatrie geen
aparte discipline en er bestaat ook geen specifieke
opleiding. Ik zal de behoeften onderzoeken naar
een postacademische opleiding. In het kader van
een algemene analyse van de gerechtskosten wordt
momenteel de problematiek van de honorering van
gerechtspsychiaters onderzocht. Er zal in de
toekomst dus wel degelijk werk gemaakt worden
van het statuut voor gerechtspsychiaters, maar dit is
niet enkel mijn bevoegdheid.
De wet van 2007 inzake de internering regelt de
erkenning en de opdrachten van de psychiater en
bepaalt dat een nieuw psychiatrisch onderzoek
verplicht is vooraleer de strafuitvoeringsrechtbank
kan beslissen tot een definitieve vrijlating. Op een
aantal punten worden aanpassingen overwogen.
de la Santé publique. Les conditions et la procédure
doivent toutefois encore être réglés par un arrêté
royal, lequel sera élaboré au cours des prochaines
semaines, en concertation avec la ministre de la
Santé publique. Des critères clairs seront donc fixés
en ce qui concerne les psychiatres judiciaires.
Actuellement, la psychiatrie judiciaire ne constitue
pas une discipline distincte et ne fait pas l'objet
d'une formation spécifique. J'étudierai les besoins
en termes de formation postuniversitaire. Le
problème de la rémunération des psychiatres
judiciaires est actuellement examiné dans le cadre
d'une analyse générale des frais de justice. Nous
allons donc bien nous atteler, à l'avenir, au statut
des psychiatres judiciaires mais cette matière ne
relève pas de ma seule compétence.
La loi de 2007 relative à l'internement règle
l'agrément et les missions du psychiatre et prévoit
que le tribunal de l'application des peines doit faire
procéder à un nouvel examen psychiatrique avant
de pouvoir se prononcer sur la libération définitive.
Des adaptations sont envisagées pour un certain
nombre de points.
19.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Wij zullen
dus moeten afwachten. Ik ben benieuwd naar de
resultaten van het overleg met de minister van
Volksgezondheid. Wat het statuut van de
gerechtspsychiater
betreft
zouden
we
een
voorbeeld kunnen nemen aan de situatie in
Nederland. In Vlaanderen is al expertise
opgebouwd in de zorgsector bij de behandeling van
geïnterneerden. Dat werk moet worden voortgezet.
19.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Nous
devrons donc patienter. Je suis curieux de
connaître les résultats de la concertation avec la
ministre de la Santé publique. En ce qui concerne le
statut de psychiatre judiciaire, nous pourrions nous
inspirer du modèle néerlandais. En Flandre, une
expertise a déjà été développée en matière de prise
en charge des internés dans le secteur des soins. Il
faut poursuivre ces efforts.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 13.52 uur.
La réunion publique de commission est levée à
13 h 52.