KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 109
CRABV 52 COM 109
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag
mardi
19-02-2008
19-02-2008
Avond
Soir
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het tekort aan huisartsen" (nr. 1731)
1
Question de Mme Jacqueline Galant à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le manque de médecins généralistes" (n° 1731)
1
Sprekers: Jacqueline Galant, Laurette
Onkelinx, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Orateurs: Jacqueline Galant, Laurette
Onkelinx, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over
"de
verkoop
via
internet
van
efedrinehoudende producten" (nr. 1933)
3
Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la vente par internet de produits contenant de
l'éphédrine" (n° 1933)
3
Sprekers:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Orateurs:
Colette
Burgeon,
Laurette
Onkelinx, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
aanbevelingen van de Zwitserse federale
commissie voor de aidsgerelateerde problemen"
(nr. 1938)
4
- Mme Colette Burgeon à la ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
recommandations de la Commission fédérale
suisse pour les problèmes liés au sida" (n° 1938)
4
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
advies inzake aids van de Zwitserse Federale
Aidscommissie" (nr. 2128)
4
- Mme Josée Lejeune à la ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'avis en
matière de sida de la Commission fédérale suisse
pour les problèmes liés au sida" (n° 2128)
4
Sprekers: Colette Burgeon, Josée Lejeune,
Laurette Onkelinx, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Orateurs: Colette Burgeon, Josée Lejeune,
Laurette Onkelinx, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Vraag van de heer David Lavaux aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de First Help Info
card" (nr. 1953)
6
Question de M. David Lavaux au ministre de
l'Intérieur sur "la First Help Info card" (n° 1953)
6
Sprekers: David Lavaux, Laurette Onkelinx,
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: David Lavaux, Laurette Onkelinx,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over
"de
referentiecentra
voor
het
chronischevermoeidheidssyndroom" (nr. 1999)
7
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les centres de référence du syndrome de fatigue
chronique" (n° 1999)
7
Sprekers: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Orateurs: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling voor een verplaatsing naar het
ziekenhuis voor kinderen met een chronische
ziekte en voor hun ouders" (nr. 2022)
8
Question de Mme Sonja Becq à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des frais de déplacement à
l'hôpital des enfants atteints d'une maladie
chronique et de leurs parents" (n° 2022)
8
Sprekers: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Sonja Becq, Laurette Onkelinx,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
pas voor mindervaliden" (nr. 2030)
10
Question de M. Luc Goutry à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "une
carte pour personnes handicapées" (n° 2030)
10
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Luc Goutry, Laurette Onkelinx,
minister
van
Sociale
Zaken
en
Volksgezondheid
Orateurs: Luc Goutry, Laurette Onkelinx,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
opening van zuurstofbars" (nr. 2080)
11
Question de M. Maxime Prévot à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'ouverture de bars à oxygène" (n° 2080)
11
Sprekers:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Orateurs:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Vraag van de heer Maxime Prévot aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
tekort aan geneesheren-diensthoofden voor ieder
van de verschillende diensten van het medisch
departement" (nr. 2081)
12
Question de M. Maxime Prévot à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
déficit de médecins-chefs de service pour chacun
des différents services du département médical"
(n° 2081)
12
Sprekers:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Orateurs:
Maxime
Prévot,
Laurette
Onkelinx, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
19
FEBRUARI
2008
Namiddag
______
du
MARDI
19
FÉVRIER
2008
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.25 uur en
voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
La réunion publique est ouverte à 14 h 25 par
Mme Muriel Gerkens, présidente.
01 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het tekort aan huisartsen" (nr. 1731)
01 Question de Mme Jacqueline Galant à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le manque de médecins
généralistes" (n° 1731)</b>
01.01 Jacqueline Galant (MR): Er moet absoluut
een debat worden gehouden over het artsentekort.
De meeste geneesheren in mijn regio zijn tegen de
numerus clausus gekant, en betreuren dat men de
studenten aanmoedigt om te specialiseren. Er zal
steeds nood zijn aan een wijk- of buurtarts.
Anderzijds stellen we vast dat het door het RIZIV
opgestelde kadaster niet met de werkelijkheid
strookt. Zo werden in mijn gemeente met 10.000
inwoners dertien artsen geteld, terwijl er in
werkelijkheid slechts elf effectief praktiseren.
Welke oplossingen ziet u op korte termijn? Hoe
kunnen de administratieve lasten van de
zorgverleners worden verminderd? Zou aan de
echtgenotes van de artsen niet het statuut van
meewerkende
echtgenoot
kunnen
worden
toegekend? Moet de geografische spreiding van de
artsen niet worden herzien? Welke oplossingen ziet
u, nu een studie van het Federaal Kenniscentrum
heeft aangetoond dat de quota voor huisartsen in
België helemaal niet worden gehaald?
01.01 Jacqueline Galant (MR) : Il est capital
d'organiser un débat sur le problème relatif à la
pénurie de médecins. La plupart des médecins
dans ma région sont opposés au numerus clausus
et regrettent qu'on oriente les étudiants vers les
spécialités. Un médecin de quartier ou de proximité
est toujours nécessaire.
Il faut constater également que le cadastre dressé
par l'INAMI ne correspond pas à la réalité. Ainsi,
dans ma commune de 10.000 habitants, treize
médecins sont recensés alors que onze exercent
réellement.
Quelles solutions envisagez-vous dans l'immédiat ?
Comment alléger les charges administratives des
prestataires de soins ? Ne pourrait-on reconnaître le
statut de conjoint-aidant aux épouses de
médecins ? N'est-il pas indispensable de repenser
la répartition géographique des médecins ? Quelles
solutions envisagez-vous suite à l'étude du Centre
fédéral d'expertise tendant à prouver que le quota
de médecins généralistes est loin d'être atteint en
Belgique ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
planning van het medisch aanbod is een belangrijk
probleem, dat zich niet tot de contingentering
beperkt, maar waarbij vraag en aanbod in onze
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La planification médicale est une problématique
importante. Elle ne se résume pas au
contingentement, mais doit répondre au problème
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
gezondheidszorg op elkaar moeten worden
afgestemd.
Ik zal de resultaten van de studie van het
Kenniscentrum opnemen in een globale reflectie
waarin rekening zal worden gehouden met de
huidige en toekomstige rol die voor de
onderscheiden zorgverleningsniveaus is weggelegd.
In die context wordt het kadaster van de
gezondheidsberoepen een belangrijk instrument.
De huisarts is de spilfiguur van ons systeem en
moet dat ook blijven. De cijfers die erop wijzen dat
de huisartsenquota vooral in het noorden van het
land niet worden gehaald, baren me dan ook
zorgen.
Er werden maatregelen genomen om het beroep te
herwaarderen, zoals de verhoging van de honoraria,
de invoering van het globaal medisch dossier en het
recht op beschikbaarheidshonoraria. Ook de
geografische spreiding houdt ons bezig. In het
kader van het Impulseo I-fonds worden er leningen
van 20.000 euro toegekend aan huisartsen die zich
in gebieden met een lage medische dichtheid
vestigen.
de l'offre et de la demande au sein de notre
système de soins de santé.
J'intégrerai les résultats de l'étude du Centre
d'expertise dans une réflexion globale qui tiendra
compte des rôles attribués actuellement et dans
l'avenir aux diverses lignes de soins.
Dans ce contexte, un instrument important sera le
cadastre des prestataires de soins.
Le médecin généraliste est le pivot central de notre
système et doit le rester. Je suis préoccupée par les
chiffres indiquant que les quotas de généralistes ne
sont pas atteints, essentiellement au nord du pays.
Des mesures ont été prises pour revaloriser la
profession, comme l'augmentation des honoraires,
la mise en place du dossier médical global et la
création des honoraires de disponibilité. La
répartition géographique est aussi un de nos soucis.
Le fonds Impulseo I attribue des prêts de
20.000 euros à l'installation des généralistes dans
les zones à faible densité médicale.
Uit een administratief oogpunt zal het Impulseo II-
fonds de huisartsen die in een huisartsennetwerk
werken de mogelijkheid bieden om aanzienlijke
premies te krijgen voor de indienstneming van
administratieve medewerkers.
Ik
zal
werken
aan
een
administratieve
vereenvoudiging,
meer
bepaald
voor
de
geneesmiddelen waarvoor een voorafgaande
aanvraag van de adviserend geneesheer nodig is.
We zullen ook, samen met de universiteiten, werk
moeten maken van de herwaardering van de
huisarts.
Een planning van het medisch aanbod zal altijd
noodzakelijk zijn en moet rekening houden met de
Europese dimensie. Het is daarentegen te vroeg
om een antwoord te geven op de vraag of een
contingentering nodig blijft. Ik wacht nog op de
informatie in dit verband. Een mogelijk toekomstig
tekort aan huisartsen of aan ziekenhuisapothekers
zal in overleg met de gemeenschapsministers van
Gezondheid en Onderwijs worden bestudeerd.
De echtgenoot of echtgenote van een arts kan het
statuut van meewerkende echtgenoot verkrijgen,
voor zover hij of zij geen andere beroepsactiviteiten
uitoefent en geen vervangingsinkomen geniet.
D'un point de vue administratif, le Fonds Impulseo II
permettra aux généralistes travaillant en réseau
d'obtenir d'importantes primes pour engager des
assistants administratifs.
Je travaillerai au dossier des simplifications
administratives, en particulier pour les médicaments
nécessitant une demande préalable du médecin-
conseil.
Nous devrons aussi travailler avec les universités
sur une revalorisation du généraliste.
Une planification médicale sera toujours nécessaire
et doit intégrer la dimension européenne. Il est en
revanche prématuré de répondre quant au besoin
de maintenir un contingentement. J'attends les
informations en la matière.
Une éventuelle future pénurie de généralistes ou de
pharmaciens
hospitaliers
sera
étudiée
en
concertation avec les ministres communautaires de
la Santé et de l'Enseignement supérieur.
Une épouse ou un époux de médecin peut obtenir
le statut de conjoint aidant, pour autant qu'il
n'exerce pas d'autres activités professionnelles et
ne bénéficie pas de revenus de remplacement.
01.03 Jacqueline Galant (MR): Ook ik ben de 01.03 Jacqueline Galant (MR) : Je pense moi
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
mening toegedaan dat de huisarts de spilfiguur
moet blijven. Misschien kan de commissie hierover
een ruimer debat voeren wanneer u al de informatie
daaromtrent zal hebben ontvangen.
aussi que le médecin généraliste doit rester le pivot
central. Nous pourrons peut-être en débattre plus
largement en commission lorsque vous aurez reçu
toutes les informations sur le sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over
"de
verkoop
via
internet
van
efedrinehoudende producten" (nr. 1933)
02 Question de Mme Colette Burgeon à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la vente par internet de produits
contenant de l'éphédrine" (n° 1933)</b>
02.01 Colette Burgeon (PS): In Denemarken is er
een persoon aan een hartstilstand overleden nadat
hij Therma Power Red & Blue-capsules had
genomen. Die voedingssupplementen, die in
verscheidene Europese landen verboden zijn,
kunnen makkelijk in de vorm van capsules (met 300
mg efedrine per capsule) via het internet worden
aangekocht.
Het FAVV heeft de consumenten tegen de aankoop
van dergelijke supplementen gewaarschuwd. In
België mag efedrine enkel voor strikt medische
doeleinden worden gebruikt en is het product enkel
op
voorschrift
verkrijgbaar
omdat
het
hersenbloedingen,
hartstoornissen
en/of
stoornissen van de bloedsomloop met dodelijke
afloop kan veroorzaken.
Bestaat er een Europese regelgeving inzake de
samenstelling van voedingssupplementen? Zo ja,
hoe is het mogelijk dat een stof die als zeer
gevaarlijk wordt erkend vrij op Europese
internetsites wordt verkocht? Zal u een initiatief
nemen
om
de
samenstelling
van
die
voedingssupplementen strenger te regelen? Bent u
voorts tevreden over de manier waarop het FAVV
de waarschuwing heeft verspreid? Hoe verloopt de
samenwerking van het FAVV met de Administratie
der douane en accijnzen?
02.01 Colette Burgeon (PS) : Au Danemark, un
consommateur est mort par arrêt cardiaque suite à
la consommation de gélules Therma Power Red &
Blue. Ces compléments alimentaires, interdits dans
plusieurs pays européens, peuvent être facilement
achetés sur Internet sous forme de gélules (à 300
mg d'éphédrine par gélule).
L'AFSCA a mis les consommateurs en garde contre
l'achat de tels compléments. En Belgique,
l'éphédrine est réservée à des usages strictement
médicaux et ne peut être délivrée que sous
prescription au risque d'engendrer des hémorragies
cérébrales,
des
troubles
cardiaques
et/ou
circulatoires mortels.
Y a-t-il une législation européenne réglementant la
composition des compléments alimentaires ? Si oui,
comment se fait-il qu'une substance reconnue
comme très dangereuse puisse être vendue
librement sur des sites Internet européens ?
N'envisagez-vous pas une initiative en vue de
réglementer plus sévèrement la composition de ces
compléments alimentaires ? Par ailleurs, êtes-vous
satisfaite de la manière dont l'alerte a été
répercutée par l'AFSCA ? Comment s'effectue la
collaboration de cet organisme avec l'Administration
des douanes et accises ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
voedingssupplementen worden geregeld bij een
Europese kaderrichtlijn van 10 juni 2002, die
voorwaarden oplegt met betrekking tot de reclame
voor en de etikettering van voedingssupplementen
en bepalingen bevat met betrekking tot de
samenstelling van de supplementen die vitaminen
en mineralen bevatten (maar niet voor de planten).
Zodra er passende wetenschappelijke gegevens
beschikbaar
komen,
zullen
er
specifieke
voorschriften worden vastgesteld betreffende
andere nutriënten dan vitaminen of mineralen of
andere stoffen met een nutritioneel effect die als
ingrediënt van voedingssupplementen worden
gebruikt. In afwachting van die regelgeving zijn de
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
L'Europe réglemente les compléments alimentaires
via une directive-cadre du 10 juin 2002 qui prévoit
des exigences pour la publicité et l'étiquetage des
compléments alimentaires, et des dispositions pour
la composition de ces compléments contenant des
vitamines et minéraux (mais pas les plantes).
Lorsque des données scientifiques appropriées
seront disponibles, on adoptera une réglementation
particulière sur les nutriments autres que les
vitamines et minéraux ou d'autres substances,
utilisés comme ingrédients dans les compléments
alimentaires. Dans l'attente de cette réglementation,
les règles nationales sont d'application. En
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
nationale voorschriften van toepassing. In België
wordt het gebruik van planten en plantenextracten
geregeld bij het koninklijk besluit van 29 augustus
1997 betreffende de fabricage van en de handel in
voedingsmiddelen
die
uit
planten
of
plantenbereidingen samengesteld zijn of deze
bevatten. De ephedraplant is bij dat besluit
verboden. Efedrinehoudende producten mogen
enkel voor strikt medische doeleinden worden
gebruikt en het Geneesmiddelenagentschap houdt
toezicht op het gebruik ervan.
Wat de controle door het FAVV en de
samenwerking van dat Agentschap met de
Administratie der douane en accijnzen betreft,
suggereer ik u de toezichthoudende ministers,
mevrouw Laruelle of de heer Reynders, te
ondervragen.
Belgique, l'utilisation des plantes et extraits de
plantes est réglée par l'arrêté royal du 29 août 1997
relatif à la fabrication et au commerce de denrées
alimentaires composées ou contenant des plantes
ou préparations de plantes. La plante éphédra est
interdite par cet arrêté. Les produits contenant la
substance éphédrine sont, eux, réservés à des
usages strictement médicaux et surveillés par
l'Agence du médicament.
Concernant le contrôle par l'AFSCA et sa
collaboration avec l'administration des douanes et
accises, je vous invite à interroger les ministres de
tutelle, Mme Laruelle ou M. Reynders.
02.03 Colette Burgeon (PS): Ik dank u voor uw
antwoorden. Ik zal mevrouw Laruelle en de heer
Reynders daarover dus ondervragen. De Belgische
wetgeving mag dan al toereikend zijn, toch maakt
het internet de zaken er niet gemakkelijker op:
particulieren kunnen er om het even wat bestellen,
en wij moeten waakzaam blijven.
02.03 Colette Burgeon (PS) : Merci de vos
réponses. J'interrogerai donc Mme Laruelle et M.
Reynders. Même si la législation belge est
satisfaisante, Internet ne facilite pas les choses : les
particuliers peuvent y commander n'importe quoi, et
nous devons être vigilants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
aanbevelingen van de Zwitserse federale
commissie voor de aidsgerelateerde problemen"
(nr. 1938)
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
advies inzake aids van de Zwitserse Federale
Aidscommissie" (nr. 2128)
03 Questions jointes de
- Mme Colette Burgeon à la ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
recommandations de la Commission fédérale
suisse pour les problèmes liés au sida" (n° 1938)<br>- Mme Josée Lejeune à la ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'avis en
matière de sida de la Commission fédérale suisse
pour les problèmes liés au sida" (n° 2128)</b>
03.01 Colette Burgeon (PS): De Zwitserse
Federale
Aidscommissie
heeft
een
aantal
aanbevelingen geformuleerd die voor heel wat
beroering zorgen. Volgens de deskundigen van die
commissie zouden stabiele koppels waarvan een
van de partners seropositief is maar geen sporen
van het aidsvirus in zijn bloed meer heeft, zonder
condoom mogen vrijen. Op grond van drie studies
over 548 heteroseksuele serodiscordante koppels
komt de Commissie tot het besluit dat als aan
bepaalde voorwaarden is voldaan, de consequente
toepassing van een antiretrovirale behandeling het
mogelijk maakt om elk belangrijk besmettingsrisico
uit te sluiten.
Worden er in België studies uitgevoerd om de
opvolging van de antivirale behandelingen te
evalueren?
Bevestigen
de
resultaten
de
03.01 Colette Burgeon (PS) : La Commission
fédérale suisse pour les problèmes liés au sida a
émis des recommandations qui font polémique. Ces
experts ont estimé que les couples stables, dont
l'un des partenaires est séropositif mais n'a plus de
virus du sida détectable dans le sang, pourraient se
passer de préservatifs. S'appuyant sur trois études
menées auprès de 548 couples hétérosexuels
sérodifférents, la Commission conclut que, si
certaines conditions sont réunies, « l'application
conséquente d'un traitement antirétroviral permet
d'exclure tout risque important de transmission ».
Des études sont-elles en cours en Belgique afin de
mesurer le suivi des traitements antiviraux ? Les
résultats corroborent-ils les études menées en
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
bevindingen van de Zwitserse studies? Dreigen de
aanbevelingen
van
de
Zwitserse
Federale
Aidscommissie
niet
tot
een
verminderde
waakzaamheid te leiden? Is het niet nodig om in
samenwerking met de Gemeenschappen er in een
op de jongeren gerichte campagne nogmaals op te
wijzen dat aids een dodelijke ziekte is en dat enkel
preventie werkt?
Suisse ? Les recommandations de la Commission
fédérale suisse ne risquent-elles pas de provoquer
une baisse de la vigilance ? Ne serait-il pas
nécessaire,
en
collaboration
avec
les
Communautés, de rappeler par une campagne
ciblée sur les jeunes que le sida est une maladie
potentiellement mortelle et que seules les méthodes
de prévention sont efficaces ?
03.02 Josée Lejeune (MR): In een advies stelt de
Zwitsterse Federale Aidscommissie dat het Human
Immunodeficiency
Virus
(HIV)
niet
wordt
overgedragen door iemand die seropositief is,
tenminste als die aan geen enkele andere seksueel
overdraagbare ziekte lijdt en een antiretrovirale
behandeling volgt waarna blijkt dat er geen sporen
van het aidsvirus meer aanwezig zijn in het bloed.
Naar aanleiding van de publicatie van dat advies
hebben tal van representatieve organisaties een
standpunt ingenomen dat in tegenovergestelde zin
gaat en herhaalden zij het belang van
beschermingsmaatregelen voor serodiscordante
koppels.
Wat vindt u van de verklaringen van de Zwitserse
Federale Aidscomissie, uitgaande van het feit dat
het virus, statistisch gezien, weer in opmars is en
men de neiging heeft het te bagatelliseren? Heeft u
stappen gedaan om die beweringen te checken?
Zal u hierop reageren met maatregelen? Van welke
aard zullen die desgevallend zijn? Is de vzw die
aidspatiënten schadeloosstelt nog steeds actief?
Zou
het
niet
opportuun
zijn
om
haar
maatschappelijk doel uit te breiden?
03.02 Josée Lejeune (MR) : Dans un avis, la
Commission fédérale suisse a estimé que le virus
de l'immunodéficience humaine (VIH) ne sera pas
transmis par une personne séropositive ne souffrant
d'aucune autre maladie sexuellement transmissible
et suivant un traitement antirétroviral avec une
virémie entièrement supprimée. À la suite de cette
publication, nombre d'organes représentatifs ont
pris une position contraire et réitéré l'importance
des mesures de protection au sein des couples
sérodifférents.
Alors que, statistiquement, le virus est en
recrudescence et tend à être banalisé, quel est
votre sentiment sur les déclarations de la
Commission fédérale suisse ? Avez-vous entrepris
une démarche pour vérifier ces affirmations ? Avez-
vous l'intention d'y réagir par des mesures ? De
quelle nature ? L'ASBL qui indemnise les sidéens
est-elle toujours active ? Ne serait-il pas opportun
d'étendre son objet social ?
03.03 Minister Laurette Onkelinx
(Frans):
Onderzoek heeft aangetoond dat de virale belasting
in seksuele secreties en in sperma niet noodzakelijk
evenredig is met de virale belasting in het bloed.
Aangezien de Zwitserse Federale Aidscommissie
zich op een heel klein aantal proefpersonen
baseert, denk ik dat het voorbarig zou zijn om
minder aan preventie te doen. De internationale
wetenschappelijke
gemeenschap
heeft
de
aanbevelingen van de commissie trouwens met de
grootste omzichtigheid onthaald.
Het
organiseren
van
een
eventuele
informatiecampagne ressorteert inderdaad onder de
Gemeenschappen. Ik zal zo nodig de aandacht van
mijn collega's vestigen op de wetenschappelijke
onduidelijkheid van voornoemde aanbevelingen.
De vzw VTHP werd in 2001 opgericht om een
toelage toe te kennen aan mensen die met hiv
besmet werden door een bloedtransfusie of de
toediening van bloedderivaten in België in de
03.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Des études ont montré que la charge virale dans les
sécrétions sexuelles et le sperme n'était pas
nécessairement proportionnelle à la charge virale
sanguine. Dès lors, et étant donné le nombre très
faible de sujets sur lesquels la Commission fédérale
suisse se base, il me semble prématuré de
diminuer la prévention. Les recommandations de la
Commission ont d'ailleurs été accueillies avec une
grande prudence par la communauté scientifique
internationale.
Quant à une éventuelle campagne d'information, il
s'agit
en
effet
d'une
compétence
des
Communautés. Si nécessaire, j'attirerai l'attention
de mes collègues sur l'ambiguïté scientifique de ces
recommandations.
En ce qui concerne l'ASBL AAPS, il s'agit d'une
association créée en 2001 pour l'octroi d'une
allocation aux personnes contaminées par le virus
du sida à la suite d'une transfusion sanguine ou de
l'administration de produits sanguins en Belgique
er
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
periode tussen 1 augustus 1985 en 30 juni 1986.
We zouden moeten nagaan in hoeverre het
maatschappelijk doel van de vzw kan worden
verruimd.
entre le 1
er
août 1985 et le 30 juin 1986. Il faudrait
examiner dans quelle mesure un élargissement de
son objet social serait possible.
03.04 Colette Burgeon (PS): Ik hoop dat de
jongeren die waarschuwing over het belang van
bescherming niet in de wind zullen slaan.
03.04 Colette Burgeon (PS) : J'espère que les
jeunes seront sensibles à la mise en garde relative
à l'importance de la protection.
03.05 Josée Lejeune (MR): Net als u geloof ik dat
het voorbarig zou zijn om nu al minder aan
preventie te doen. De vzw heeft thans bijna alle
aanvragen behandeld. Het maatschappelijk doel
van de vzw zou kunnen worden uitgebreid om de
strijd tegen aids nog op te voeren.
03.05 Josée Lejeune (MR) : Comme vous,
j'estime qu'il serait prématuré de réduire la
prévention. Quant à l'ASBL, elle a aujourd'hui
terminé de traiter la quasi-totalité des demandes.
Son objet social pourrait être étendu afin de lutter
plus vigoureusement encore contre le sida.
03.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Die
vereniging wordt gesubsidieerd in het kader van
een door de Staat begane fout. Als men het
maatschappelijk doel wijzigt, verlaat men het
schadeloosstellingsbeginsel. Ik wijs er trouwens nog
op dat preventie geen bevoegdheid van de federale
overheid is.
03.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Cette association reçoit des subsides dans le cadre
d'une faute de l'État. Si on modifie son objet social,
on n'est plus dans le principe indemnitaire. Je
rappelle également que la prévention n'est pas de la
compétence du fédéral.
03.07 Josée Lejeune (MR): Ik had het niet over
preventie maar over aidsbestrijding.
03.07 Josée Lejeune (MR) : Je ne parlais pas de
prévention mais de lutte contre le sida.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer David Lavaux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de First
Help Info card" (nr. 1953)
04 Question de M. David Lavaux au ministre de
l'Intérieur sur "la First Help Info card" (n° 1953)</b>
04.01 David Lavaux (cdH): De Belgische
gemeenten en OCMW's worden momenteel
gecontacteerd door een firma die hen voorstelt een
betalende `First Help Info Card' onder de burgers te
verspreiden. Dankzij die kaart krijgen spoedartsen
toegang tot medische en andere gegevens van de
betrokkene. Wat de gemeenten echter niet wordt
verteld, is dat de nieuwe kaarthouders vervolgens
verzekeringsproducten worden aangeboden.
Als men dit systeem doeltreffend wil maken, moet
men zorgen dat de hulpdiensten ermee vertrouwd
zijn. Weet u of zij ervan op de hoogte werden
gebracht? Moet er niet snel een onderzoek worden
ingesteld naar die praktijk die een officieel karakter
verschaft aan die kaart, waardoor deze een
lokartikel
voor
de
verkoop
van
verzekeringsproducten wordt? Vindt u dat de
gemeenten moeten worden gewaarschuwd? Welke
maatregelen zal u daartoe nemen?
04.01 David Lavaux (cdH) : Les communes et
CPAS belges sont actuellement sollicités par une
firme qui leur propose de diffuser auprès de leurs
citoyens une carte payante intitulée First help Info,
qui permet aux urgentistes d'accéder aux données
médicales et autres de l'intéressé. Les communes
ne sont pas averties du fait que les nouveaux
détenteurs de la carte se verraient ensuite proposer
des assurances.
Pour être efficace, ce système doit être connu des
services de secours. Avez-vous connaissance du
fait que ceux-ci en auraient été informés ? Ne
conviendrait-il pas de diligenter une enquête sur
cette pratique qui donne à cette carte une allure
officielle
servant
d'accroche
à
la
vente
d'assurances ? Estimez-vous qu'il convient de
mettre en garde les communes ? Quelles mesures
comptez-vous prendre à ces fins ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
`First Help Info Card' lijkt inderdaad erg goed op een
kaart van het Belgische Rode Kruis die al lang
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
D'après votre question, la carte First Help Info
ressemble à une carte connue depuis longtemps
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
ingeburgerd is. De overheid is echter op geen
enkele manier bij dit systeem betrokken. De
hulpdiensten werden dan ook niet geïnformeerd.
Er bestaan nog andere, soortgelijke initiatieven
maar er werd nooit gevolg gegeven aan die vragen.
Aangezien
dit
systeem
in
geen
enkele
rondzendbrief wordt vermeld, valt het te betwijfelen
of het zonder enige ruchtbaarheid in zwang komt.
De keuze om zich bij een of ander systeem aan te
sluiten, is evenwel een privéaangelegenheid
waarover iedereen individueel beslist.
Het spreekt voor zich dat ik dit dossier met
aandacht blijf volgen.
de la Croix-Rouge de Belgique. Toutefois, l'État
n'a aucune participation dans ce système. Les
services de secours n'ont donc pas été informés.
Il existe plusieurs initiatives de ce genre mais il n'a
jamais été donné suite à ces demandes.
Aucune circulaire n'ayant fait état de ce système, il
est douteux qu'il soit mis en pratique en l'absence
de publicité. Toutefois, le choix d'une affiliation est
un choix privé de chaque individu.
Je serai attentive à ce dossier, bien évidemment.
Ik zal tevens contact opnemen met de minister die
bevoegd is voor consumentenbescherming, want
ook die sector is daarbij betrokken.
Men dient zich niet met een commercieel initiatief te
bemoeien, en ik heb vertrouwen in het gezond
verstand van de gemeentelijke autoriteiten.
En outre, je prendrai contact avec mon collègue
compétent en matière de protection des
consommateurs car ce secteur est aussi concerné.
Il n'y a pas lieu de s'immiscer dans une initiative
commerciale et j'ai confiance dans le bon sens des
autorités communales.
04.03 David Lavaux (cdH): Ik bedank u omdat u
oog hebt voor iets wat veel weg heeft van
verzekeringsoplichting.
04.03 David Lavaux (cdH) : Je vous remercie
d'être attentive à ce qui apparaît comme une
arnaque à l'assurance.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over
"de
referentiecentra
voor
het
chronischevermoeidheidssyndroom" (nr. 1999)
05 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les centres de référence du
syndrome de fatigue chronique" (n° 1999)</b>
05.01 Maggie De Block (Open Vld): In 2002 heeft
het
RIZIV
met
vijf
ziekenhuizen
een
revalidatieovereenkomst
afgesloten
over
de
referentiecentra
voor
het
chronischevermoeidheidssyndroom (CVS). Deze
centra staan in voor de behandeling van patiënten
die worden doorverwezen door onder meer
huisartsen, reumatologen en psychiaters.
In 2006 stelde het RIZIV een uitgebreid
evaluatierapport op over de uitvoering van deze
revalidatieovereenkomsten tot december 2004, dit
op basis van statistische analyses en de door de
centra geregistreerde gegevens. Uit het rapport
blijkt dat de gemeten CVS-klachten significant
zouden zijn verbeterd, al blijven de scores nog
steeds beduidend onder die van gezonde mensen.
Voor de volledigheid: er zijn ook patiënten waar de
gemeten klachten weinig verbeterden of zelfs
verslechterden. De maximale zuurstofopname van
de patiënten verbeterde slechts marginaal, terwijl
het
gemiddelde
aantal
betaalde
uren
05.01 Maggie De Block (Open Vld) : En 2002,
l'INAMI a conclu une convention de rééducation
fonctionnelle avec cinq hôpitaux relative aux centres
de référence en ce qui concerne le syndrome de
fatigue chronique (SFC). Ces centres accueillent les
patients envoyés par des médecins généralistes,
des rhumatologues et des psychiatres entre autres.
En 2006, l'INAMI a rédigé un rapport d'évaluation
détaillé sur l'exécution de ces accords de
revalidation jusqu'en décembre 2004, sur la base
d'analyses statistiques et des données enregistrées
par les centres. Selon ce rapport, les plaintes SFC
mesurées auraient diminué significativement,
même si les résultats sont encore largement
inférieurs à ceux enregistrés chez les personnes en
bonne santé. Mais il faut ajouter qu'il y a également
des patients pour lesquels les plaintes mesurées
ont à peine diminué, voire se sont dégradées.
L'oxygénation maximale des patients ne s'est
améliorée que de manière marginale, alors que le
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
beroepsactiviteit daalde van 18,3 procent naar 14,9
procent uren betaald werken per 38 urenweek.
Sommige centra kampten met lange wachtlijsten en
bepaalde regio's werden ook onvoldoende bereikt.
nombre moyen d'heures d'activité professionnelle
payées est passé de 18,3 % à 14,9 % d'heures de
main-d'oeuvre par semaine de 38 heures. Certains
centres sont confrontés à de longues listes d'attente
et certaines régions sont insuffisamment couvertes.
Werden de resultaten sinds het afsluiten van de
nieuwe conventies nog eens geanalyseerd om de
effecten te kennen op langere termijn? Werd er iets
gedaan aan de lange wachtlijsten? Worden alle
regio's voldoende bereikt?
Les résultats ont-ils été analysés à nouveau depuis
la conclusion des nouvelles conventions afin de
connaître les effets à long terme ? Une initiative a-t-
elle été prise en ce qui concerne les longues listes
d'attente ?
Toutes
les
régions
sont-elles
suffisamment atteintes ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
CVS is een ernstige, invaliderende aandoening die
een groot aantal patiënten treft. Aan de Hoge
Gezondheidsraad en het federale Kenniscentrum
werd daarom gevraagd een gezamenlijk advies uit
te brengen over de manier waarop de aanpak van
deze ziekte het best wordt georganiseerd, rekening
houdend met de wetenschappelijke stand van
zaken en de vaststellingen van het Riziv-
evaluatierapport.
In afwachting van dit advies zal ik geen belangrijke
wijzigingen
doorvoeren.
De
bestaande
overeenkomsten werden dan ook verlengd, op
enkele kleine wijzigingen na die de wachtlijsten
moeten verminderen. Er is dus nog altijd één
erkend centrum in de Franse Gemeenschap en vier
in de Vlaamse.
Het Riziv of mijn kabinet beschikt niet over
cijfergegevens van de wachtlijsten.
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le SFC est une maladie grave et
invalidante qui touche un grand nombre de patients.
Aussi, le Conseil supérieur de la santé et le Centre
fédéral d'expertise ont-ils été invités à émettre un
avis conjoint sur la manière d'organiser au mieux
l'approche de cette maladie, en tenant compte de
l'état des connaissances scientifiques et des
constatations reprises dans le rapport d'évaluation
de l'Inami.
Dans l'attente de cet avis, je ne procéderai à
aucune modification majeure. A quelques petites
modifications près destinées à raccourcir les listes
d'attente, les conventions existantes ont dès lors
été prolongées. Il reste donc toujours un centre
agréé pour la Communauté française et quatre pour
la Communauté flamande.
L'Inami et mon cabinet ne disposent pas des
données chiffrées concernant les listes d'attente.
05.03 Maggie De Block (Open Vld): Ik kijk uit naar
het rapport van het Kenniscentrum en de Hoge
Gezondheidsraad. Zal de minister dit bezorgen aan
de commissie?
De ervaring leert ons dat de wachtlijsten nog altijd
toenemen, wat voor patiënten vaak een harde
dobber is.
05.03 Maggie De Block (Open Vld) : J'attends
avec impatience le rapport du Centre fédéral
d'expertise et du Conseil supérieur de la santé. La
ministre le communiquera-t-elle à la Commission ?
Nous constatons que les listes d'attente continuent
à s'allonger, ce que les patients vivent très
difficilement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling voor een verplaatsing naar
het ziekenhuis voor kinderen met een chronische
ziekte en voor hun ouders" (nr. 2022)
06 Question de Mme Sonja Becq à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le remboursement des frais de déplacement à
l'hôpital des enfants atteints d'une maladie
chronique et de leurs parents" (n° 2022)</b>
06.01 Sonja Becq (CD&V - N-VA): Ouders van
kankerpatiëntjes die zich regelmatig naar het
ziekenhuis moeten verplaatsen, krijgen die
reiskosten gedeeltelijk terugbetaald. Voor de ouders
van andere chronische patiëntjes geldt dat niet.
Daar is de nood aan frequent bezoek van de ouders
06.01 Sonja Becq (CD&V - N-VA) : Les parents
d'enfants souffrant d'un cancer qui doivent se
rendre fréquemment à l'hôpital bénéficient d'un
remboursement
partiel
de
leurs
frais
de
déplacement. Pour les parents d'enfants souffrant
d'autres maladies chroniques, cette règle n'est pas
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
nochtans even groot.
Hetzelfde geldt voor de zieke kinderen zelf.
Patiënten die voor bestraling vaak naar het
ziekenhuis moeten, genieten een gedeeltelijke
tussenkomst in de reiskosten. Andere kinderen met
een ambulante behandeling zijn dan weer minder
gunstig bedeeld.
Is de minister het ermee eens dat zulke
discriminaties zouden moeten verdwijnen? Hoe wil
ze
de
terugbetaling
van
vervoerskosten
veralgemenen?
d'application. La nécessité de visites fréquentes des
parents se fait pourtant tout autant sentir dans ces
cas-là.
Une situation analogue s'applique aux enfants
malades eux-mêmes. Les jeunes patients qui
doivent se rendre fréquemment à l'hôpital pour y
subir
une
radiothérapie
bénéficient
d'un
remboursement
partiel
de
leurs
frais
de
déplacement. D'autres enfants soumis à un
traitement ambulatoire bénéficient d'un régime
moins avantageux.
La ministre est-elle d'accord pour dire que de telles
discriminations devraient disparaître ? Comment
envisage-t-elle de généraliser le remboursement
des frais de déplacement ?
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De
verplichte
ziekteverzekering
kent
een
tegemoetkoming toe voor de reiskosten bij chemo-
of radiotherapie, nierdialyse, revalidatie van
premature kinderen en pasgeborenen. Sinds 2007
wordt ook in een tegemoetkoming voorzien voor de
reiskosten van de ouders of de voogden van
kankerpatiëntjes die in een ziekenhuis zijn
opgenomen. Frequent bezoek komt immers de
gezondheid van de kinderen ten goede.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) :
L'assurance-maladie
obligatoire
octroie
un
remboursement
des
frais
de
déplacement en cas de chimiothérapie et de
radiothérapie, de dialyse rénale et de rééducation
des enfants prématurés ou nouveau-nés. Depuis
2007, un remboursement est également prévu pour
les frais de déplacement des parents ou tuteurs
d'enfants souffrant d'un cancer qui séjournent à
l'hôpital. Des visites fréquentes contribuent en effet
à améliorer la santé des patients.
Het probleem van de reiskosten bestaat natuurlijk
voor alle chronisch zieke kinderen. Artikel 34 van de
wet op de geneeskundige verzorging zegt dat de
Koning in een tegemoetkoming kan voorzien voor
een aantal ziekten die hij kan definiëren. We willen
in de komende programmawet die bepaling
uitbreiden tot andere rechthebbenden.
De Koning kan ook een forfaitaire bijkomende
toelage toekennen aan rechthebbenden met een
chronische ziekte. Op basis daarvan werd het
zorgforfait voor chronisch zieken ingevoerd, dat
wordt
toegekend
aan
wie
zich
in
een
afhankelijkheidssituatie bevindt en die een bepaald
remgeld heeft betaald. Dit forfait moet de kosten
dekken waarvoor de verzekering niet in een
specifieke tegemoetkoming voorziet, zoals de
verplaatsingskosten.
Le problème des frais de déplacement se pose bien
sûr pour tous les enfants atteints de maladies
chroniques. Sur base de l'article 34 de la loi relative
à l'assurance obligatoire soins de santé et
indemnités, le Roi peut déterminer une intervention
pour certaines maladies à déterminer par lui. Nous
voulons étendre cette disposition à d'autres
bénéficiaires dans le cadre de la prochaine loi-
programme.
Le Roi peut également octroyer une allocation
forfaitaire supplémentaire aux bénéficiaires atteints
d'une maladie chronique. Cette disposition a permis
l'instauration du forfait de soins pour les malades
chroniques,
une
intervention
octroyée
aux
personnes se trouvant dans une situation de
dépendance et ayant acquitté un ticket modérateur
déterminé. Ce forfait est destiné à couvrir les frais
pour lesquels l'assurance ne prévoit aucune
intervention spécifique, tels que les frais de
déplacement.
06.03 Sonja Becq (CD&V - N-VA): Niet alleen het
toepassingsgebied van de wet moet worden
uitgebreid, ook de uitvoeringsbesluiten moeten
volgen, en dat binnen een redelijke termijn.
Momenteel
worden
niet
alle
wettelijke
mogelijkheden ten volle benut.
06.03 Sonja Becq (CD&V - N-VA) : Il faut non
seulement étendre le champ d'application de la loi
mais aussi prendre les arrêtés d'exécution, et ce
dans un délai raisonnable. Actuellement, toutes les
possibilités légales ne sont pas exploitées
pleinement.
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "een
pas voor mindervaliden" (nr. 2030)
07 Question de M. Luc Goutry à la ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "une
carte pour personnes handicapées" (n° 2030)</b>
07.01 Luc Goutry (CD&V - N-VA): Personen met
een handicap hebben bij bepaalde activiteiten of
evenementen nogal eens recht op een korting. Het
probleem is dat hen gevraagd wordt om te bewijzen
dat ze in aanmerking komen voor die bewuste
korting. Zij weten echter niet hoe ze dat moeten
doen.
Sommigen
leggen
ter
bewijs
hun
parkeerkaart voort, maar die kaart moet eigenlijk in
de auto blijven liggen om te bewijzen dat ze op een
parking voor personen met een handicap mogen
staan.
Kan de minister er niet voor zorgen dat de mensen
die recht hebben op speciale tarieven, over een
kaart beschikken die dit aantoont? Of is het
mogelijk een bepaalde code hiervoor aan te
brengen op de identiteitskaart?
07.01 Luc Goutry (CD&V - N-VA) : Les personnes
handicapées ont souvent droit à une réduction
lorsqu'elles souhaitent participer à certaines
activités ou à certains événements. Le problème est
qu'on leur demande de prouver qu'elles peuvent
prétendre à cette réduction et qu'elles ignorent
comment elles doivent s'y prendre pour le prouver.
Certains produisent leur carte de stationnement
mais les personnes handicapées doivent laisser
cette carte à l'intérieur du véhicule afin de prouver
qu'elles peuvent stationner sur une aire de parcage
réservée aux handicapés.
La ministre ne pourrait-elle pas veiller à ce que les
personnes qui ont droit à des tarifs spéciaux
disposent d'une carte qui l'atteste ? Ou ne serait-il
pas possible d'apposer un code déterminé sur leur
carte d'identité ?
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Een persoon met een handicap beschikt al over
verschillende documenten die zijn handicap
bewijzen: het algemene attest van de directie-
generaal Personen met een handicap of andere
officiële documenten van andere organisaties. Een
nationale identiteitskaart voor personen met een
handicap is dus niet nodig. Dit zou er immers toe
kunnen leiden dat men het begrip `handicap'
eenduidig gaat definiëren en zo de facto andere
erkenningsbronnen gaat uitsluiten.
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) :
Les
personnes
handicapées
disposent déjà de plusieurs documents attestant
leur handicap : l'attestation générale délivrée par la
Direction Générale Personnes handicapées ou
d'autres documents officiels d'autres organisations.
Une carte d'identité nationale pour les personnes
handicapées n'est donc pas nécessaire. Qui plus
est, il pourrait en découler que l'on donne de la
notion de « handicap » une définition univoque et
que l'on exclue de facto d'autres sources de
reconnaissance.
De Nationale Hoge Raad voor personen met een
handicap heeft deze problematiek aangekaart in
november 2007 en kwam niet tot een unaniem
advies. De Raad vestigde de aandacht op het feit
dat een persoon met een handicap de vrijheid moet
hebben al dan niet zijn statuut van persoon met een
handicap in te roepen. De Raad wees bovendien op
de ruime definitie van het begrip handicap en
benadrukte dat elk officieel erkenningsattest in
aanmerking genomen moet kunnen worden.
Ik ben het ermee eens dat het vermelden van een
handicap op de identiteitskaart een inbreuk is op de
privacy van de personen met een handicap.
Le Conseil supérieur national des personnes
handicapées a abordé cette question en novembre
2007 et n'est pas parvenu à rendre un avis
unanime. Le Conseil a attiré l'attention sur le fait
qu'une personne souffrant d'un handicap doit
disposer de la liberté d'invoquer ou non son statut
de personne handicapée. Le Conseil a en outre mis
l'accent sur l'étendue de la définition de la notion de
handicap et a souligné que chaque attestation
officielle reconnaissant le statut de personne
handicapée devrait être prise en considération.
Je suis d'accord avec le fait que la mention d'un
handicap sur la carte d'identité constitue une
atteinte à la vie privée des personnes souffrant d'un
handicap.
07.03 Luc Goutry (CD&V - N-VA): Ik ben het
ermee eens dat de diverse raden en instanties die
07.03 Luc Goutry (CD&V - N-VA) : Je suis
d'accord pour dire que les divers conseils et
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
personen met een handicap vertegenwoordigen,
hierover tot overeenstemming zouden moeten
komen. Ik zal dit bij hen zeker opvolgen.
De argumentatie over het schenden van de privacy
volg ik minder. Nu moet een persoon met een
handicap die wil gebruikmaken van zijn recht op
een voordelig tarief, een attest voorleggen waarop
in detail staat te lezen om wat voor een handicap
het gaat. Ik dacht aan een eenvoudig pasje dat
duidelijk maakt dat de drager ervan tot een
bepaalde categorie van mensen behoort. Dit kan
alleen maar voor meer duidelijkheid zorgen, want er
is
nu
inderdaad
een
overvloed
aan
erkenningsdocumenten.
instances qui représentent des personnes souffrant
d'un handicap devraient s'entendre sur cette
question. Je ne manquerai pas de suivre ce dossier
auprès de ces derniers.
L'argumentation fondée sur la protection de la vie
privée me convainc moins. Aujourd'hui, une
personne souffrant d'un handicap qui veut
bénéficier de son droit à un tarif avantageux doit
soumettre une attestation décrivant dans le détail
de quel handicap elle souffre. Je pensais pour ma
part à une simple carte indiquant clairement que
son détenteur appartient à une catégorie
particulière. Une telle carte ne pourrait que
contribuer à davantage de clarté, car nous sommes
en effet confrontés aujourd'hui à une multiplicité de
documents d'agrément.
07.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik vind
dat ook onaanvaardbaar op de identiteitskaart. Hun
terughoudendheid met betrekking tot de kaarten
voor "culturele activiteiten" daarentegen begrijp ik
minder goed, aangezien het gebruik daarvan
facultatief is.
De voorzitter: Gepensioneerden en minderjarigen
hebben recht op kortingen. Waarom zou men geen
soortgelijke kaart invoeren?
07.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je trouve cela également inacceptable sur la carte
d'identité. En revanche, je comprends moins leurs
réticences sur les cartes "activités culturelles",
puisque l'utilisation est facultative.
La présidente : Les retraités et les mineurs ont
droit à des réductions. Pourquoi ne pas envisager
une carte semblable ?
07.05 Luc Goutry (CD&V - N-VA): Laten we
samen naar een oplossing zoeken.
De voorzitter: Vraag nr. 2029 van de heer Bonte
over de controle op de goede geneeskundige
praktijk van huisartsen wordt uitgesteld.
07.05 Luc Goutry (CD&V - N-VA) : Cherchons
donc ensemble une solution.
La présidente : La question n° 2029 de M. Bonte
sur le contrôle des bonnes pratiques médicales des
médecins généralistes est reportée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de opening van zuurstofbars" (nr. 2080)
08 Question de M. Maxime Prévot à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'ouverture de bars à oxygène" (n° 2080)</b>
08.01 Maxime Prévot (cdH): Binnenkort wordt er in
België naar verluidt een zuurstofbar geopend.
Langdurige blootstelling aan zuurstof houdt evenwel
risico's in voor de longen en het centraal
zenuwstelsel.
Wat vindt u van dit nieuwe verschijnsel? Welke
maatregelen zal u nemen om de eventuele opening
van dergelijke etablissementen in goede banen te
leiden? Hoe zal u de gebruikers voor de
gezondheidsclaims van die bars waarschuwen? Zal
u studies laten uitvoeren met betrekking tot
risicogroepen zoals allergische personen?
08.01 Maxime Prévot (cdH) : On annonce
l'ouverture en Belgique d'un bar à oxygène. Or, si
l'exposition est prolongée, l'oxygène présente des
risques pour les poumons et le système nerveux
central.
Quelle est votre position par rapport à ce nouveau
phénomène ? Quelles mesures comptez-vous
adopter afin d'encadrer l'ouverture éventuelle de
tels établissements ? Comment comptez-vous
mettre en garde les utilisateurs face aux allégations
« santé » de ces bars ? Comptez-vous demander la
réalisation d'études pour les publics à risque,
notamment les personnes allergiques ?
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): We
hebben nog niet de gelegenheid gehad om dit
nieuwe fenomeen grondig te onderzoeken. Het
statuut van de zuurstof die in die etablissementen
wordt aangeboden, hangt af van de voorstelling van
het product. Als er geen profylactische of
therapeutische werking aan de zuurstof wordt
toegeschreven, valt ze onder de wet van 24 januari
1977 betreffende de bescherming van de
gezondheid van de gebruikers op het stuk van de
voedingsmiddelen en andere producten.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Nous n'avons pas encore eu l'occasion d'examiner
en profondeur ce nouveau phénomène. Le statut de
l'oxygène proposé dans ces établissements dépend
de la présentation du produit. S'il n'est pas associé
à
des
allégations
prophylactiques
ou
thérapeutiques, l'oxygène tombe sous la loi du 24
janvier 1997 relative à la protection de la santé des
consommateurs en ce qui concerne les denrées
alimentaires et les autres produits.
Ik beschik niet over een studie over de gevaren
voor de gezondheid van het inademen van zuurstof
met een hoge concentratie. Ik zal dus het advies
vragen van de Hoge Raad voor de Gezondheid, ook
met betrekking tot de risicogroepen. Ik vind dat
deze problematiek eerst door Europa zou moeten
worden onderzocht. Op grond van het advies van
de Raad en de Europese maatregelen, zal ik
desgevallend de nodige maatregelen nemen om de
volksgezondheid te beschermen.
Je ne dispose d'aucune étude quant aux risques
sanitaires de l'inhalation d'oxygène à haute
concentration. Je solliciterai donc un avis du
Conseil supérieur de la Santé, y compris pour les
publics à risque. Il me semble que cette
problématique devrait également être examinée par
l'Europe. En fonction de l'avis du Conseil et des
mesures européennes, je prendrai, le cas échéant,
les mesures nécessaires pour protéger la santé
publique.
08.03 Maxime Prévot (cdH): Uw reactie verheugt
mij. Het is inderdaad belangrijk dat men terzake op
de gebeurtenissen vooruitloopt.
08.03 Maxime Prévot (cdH) : Je me réjouis de
votre réaction. Effectivement, il est important
d'anticiper en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Maxime Prévot aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het tekort aan geneesheren-diensthoofden
voor ieder van de verschillende diensten van het
medisch departement" (nr. 2081)
09 Question de M. Maxime Prévot à la ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le déficit de médecins-chefs de service pour
chacun des différents services du département
médical" (n° 2081)</b>
09.01 Maxime Prévot (cdH): De wet van 7
augustus 1987 op de ziekenhuizen bepaalt dat er in
ieder ziekenhuis een geneesheer-diensthoofd is
voor ieder van de verschillende diensten van het
medisch departement. In de diensten voor klinische
biologie wordt deze functie evenwel soms door een
apotheker of door een licentiaat in de scheikundige
wetenschappen uitgeoefend.
In zijn arrest nr. 173.407 van juli 2007 heeft de
Raad van State hierop gereageerd en artikel 6.4
van het ministerieel besluit van 30 april 1999 nietig
verklaard.
Wat is uw standpunt in dit dossier? Welke
maatregelen overweegt u? Worden de gebreken
van de numerusclaususregeling met deze toestand
niet nog maar eens in het licht gesteld? Bij gebrek
aan geneesheren wenden de ziekenhuizen zich
immers tot mensen met een ander profiel. Kunnen
deze ziekenhuizen een sanctie oplopen?
09.01 Maxime Prévot (cdH) : La loi du 7 août 1987
sur les hôpitaux dispose que, dans chaque hôpital,
il y a un médecin-chef de service pour chaque
service du département médical. Or, dans les
services de biologie clinique, il arrive que cette
fonction soit assurée par un pharmacien ou un
licencié en sciences chimiques.
Dans son arrêt 173.407 de juillet 2007, le Conseil
d'État réagit à cette question et prononce
l'annulation de l'article 6.4 de l'arrêté ministériel du
30 avril 1999.
Quelle est votre position dans ce dossier ? Quelles
dispositions envisagez-vous ? Cette situation ne
constitue-t-elle pas un nouvel exemple des failles
du système du numerus clausus ? En effet, faute de
médecins, les hôpitaux se tournent vers d'autres
profils. Ces hôpitaux sont-ils passibles de
sanctions ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De 09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
CRABV 52
COM 109
19/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
Raad van State heeft artikel 6.4 van het ministerieel
besluit van 30 april 1999 tot vastlegging van de
algemene
erkenningscriteria
van
huisartsen,
stagemeesters en stagediensten vernietigd wegens
strijdigheid met artikel 13 van de wet van 7
augustus 1987 op de ziekenhuizen. Overigens die
bepaling hoefde de functie van geneesheer-
diensthoofd in het laboratorium voor klinische
biologie, voor de erkenning van de stagedienst,
immers niet te worden uitgeoefend door een
specialist.
Dat arrest tot nietigverklaring heeft in principe
slechts gevolgen in het kader van artikel 6.4 van het
ministerieel besluit van 30 april 1999. Het heeft tot
gevolg dat er aan de voorwaarde met betrekking tot
de aanstelling van de geneesheer-diensthoofd niet
langer voldaan hoeft te worden.
Le Conseil d'État a annulé l'article 6.4 de l'arrêté
ministériel du 30 avril 1999 fixant les critères
généraux d'agrément des médecins spécialistes,
des maîtres de stage, et des services des stages, et
ce pour non-conformité à l'article 13 de la loi du 7
août 1987 sur les hôpitaux. En effet, cette
disposition n'imposait pas, pour l'agrément du
service de stage, que la fonction du médecin-chef
de service dans le laboratoire de biologie clinique
soit exercée par un médecin spécialiste.
Cet arrêt d'annulation n'a en principe d'effet que
dans le cadre de l'article 6.4 de l'arrêté ministériel
du 30 avril 1999. Sa conséquence est que la
condition relative à la désignation du médecin-chef
de service ne doit plus être satisfaite.
Daarom zal ik artikel 6.4 van het ministerieel besluit
van 30 april 1999 opnieuw indienen met
inachtneming van de wet van 7 augustus 1987 op
de ziekenhuizen.
Volgens mij valt het feit dat een apotheker of een
licentiaat chemie met de leiding van het
laboratorium voor klinische biologie van een
ziekenhuis is belast, niet toe te schrijven aan de
toepassing van een numerus clausus maar aan de
beroepsbekwaamheden van de betrokkenen.
Wat de wet op de ziekenhuizen betreft, is de
toestand echter duidelijk: artikel 13, tweede lid, 2°
bepaalt dat er een geneesheer-diensthoofd moet
worden aangeduid voor ieder van de verschillende
diensten van het medisch departement en artikel 8
stelt dat onder geneesheer de beoefenaar van de
geneeskunde bedoeld in het koninklijk besluit nr. 78
wordt verstaan. Wat de laboratoria voor klinische
biologie betreft, bepaalt het koninklijk besluit van 3
december 1999 dat in een ziekenhuis alleen de
diensthoofden bedoeld in artikel 13, tweede lid, van
de wet op de ziekenhuizen als laboratoriumdirecteur
kunnen worden aangeduid.
Ten slotte voorziet de wet op de ziekenhuizen
inderdaad in sancties wegens niet-naleving van
sommige bepalingen, met name wat de erkenning
betreft.
C'est pour cette raison que je vais réintroduire
l'article 6.4 de l'arrêté ministériel du 30 avril 1999
dans le respect de la loi du 7 août 1987 sur les
hôpitaux.
A mon sens, la présence d'un pharmacien ou d'un
licencié en chimie à la tête du laboratoire de
biologie clinique d'un hôpital n'est pas due à
l'application du numerus clausus mais aux
compétences professionnelles de ces personnes.
Toutefois, pour ce qui est de la loi sur les hôpitaux,
la situation est claire : l'article 13, alinéa 2, 2
o
précise qu'un médecin-chef de service doit être
désigné pour chaque service du département
médical et l'article 8 précise qu'un médecin doit être
un praticien de la médecine tel que défini par
l'arrêté royal n
o
78. Dans les cas de laboratoires de
biologie clinique, l'arrêté royal du 3 décembre 1999
précise que dans un hôpital, seuls les chefs de
service visés à l'article 13, 2
o
de la loi sur les
hôpitaux peuvent être désignés comme directeur
d'un laboratoire.
Enfin, la loi sur les hôpitaux prévoit effectivement
des sanctions pour non-respect de certaines
dispositions, notamment en ce qui concerne
l'agrément.
09.03 Maxime Prévot (cdH): Zou me een
schriftelijk antwoord kunnen bezorgen?
09.03 Maxime Prévot (cdH) : Je serais heureux de
disposer d'une réponse écrite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De behandeling van de vragen eindigt om 15.39
uur.
La discussion des questions se termine à 15 h 39.
19/02/2008
CRABV 52
COM 109
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14