CRABV 52
COM 105
13/02/2008
1
GEMEENSCHAPPELIJKE
VERGADERING VAN DE
COMMISSIES VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT, EN VOOR DE
JUSTITIE
RÉUNION COMMUNE DES
COMMISSIONS DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE, ET
DE LA JUSTICE
van
WOENSDAG
13
FEBRUARI
2008
Avond
______
du
MERCREDI
13
FÉVRIER
2008
Soir
______
De behandeling van de vraag en interpellatie vangt aan om 14.53 uur. De vergadering wordt voorgezeten
door mevrouw Mia De Schamphelaere en de heer André Frédéric.
01 Samengevoegde interpellatie en vraag van
- de heer Filip De Man tot de minister van Binnenlandse Zaken over "het Nationaal Veiligheidsplan en de
aanwervingen en opleidingen bij de politie" (nr. 27)
- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Justitie en aan de minister van Binnenlandse Zaken
over "de opvolging van opgelegde voorwaarden" (nr. 1979)
01.01 Filip De Man (Vlaams Belang): Volgens het unanieme advies van de Federale Politieraad in verband
met het Veiligheidsplan 2008-2001 kampt de geïntegreerde politie nog altijd met personeelstekorten. De raad
stelt een cijfer van 1.450 nieuwe aanwervingen per jaar voorop, dat is honderd meer dan het Nationaal
Veiligheidsplan.
Uit het advies blijkt duidelijk dat er capaciteit te kort is voor het bestrijden van de meest ernstige vormen van
misdaad, zoals terrorisme. Dat kan op zich al tellen als blamage, maar bovendien blijkt dat de regering
eigenlijk een chronisch personeelstekort in de hand werkt door te weinig aanwervingen te plannen. Ook het
OCAD zou trouwens 20 à 30 personeelsleden te kort hebben.
Hoeveel politiemensen hebben sedert 2000 om welke reden dan ook het korps verlaten? Hoeveel zijn er
sedertdien jaarlijks in dienst getreden? Welke schattingen hanteert de federale politie voor de aanwervingen
in de komende vijf jaar? Gaat men akkoord met het voorgestelde cijfer van 1.350 aanwervingen per jaar?
Waarom ziet de Federale Politieraad dat anders? Zijn er soms te weinig middelen om jaarlijks 1.450 mensen
aan te werven?
Van lesgevers in de politiescholen hoor ik dat de druk om kandidaten te laten slagen zo groot is, dat de
kwaliteit van de opleiding eronder lijdt. Heeft de minister ook signalen in die zin gekregen? Officieus zou er
ook op aangedrongen worden om een bepaald percentage allochtonen aan te werven, zodat het korps een
betere weergave vormt van de samenstelling van de maatschappij. Wordt er inderdaad met quota gewerkt?
Hoeveel allochtonen volgden de speciale voorbereidende cursussen die het hun gemakkelijker moeten
maken om te slagen als aspirant-inspecteur? Kan de minister cijfers geven voor de voorbije vijf jaar?
01.02 Carina Van Cauter (Open Vld): Uit recente gebeurtenissen is opnieuw gebleken dat de strafuitvoering
de zwakste schakel is van de strafrechtketen. Het Nationaal Veiligheidsplan besteedt bijzondere aandacht
aan dit pijnpunt, door te zeggen dat de politiediensten de naleving van de voorwaarden nauwgezetter moeten
13/02/2008
CRABV 52
COM 105
2
opvolgen.
Kan de minister verduidelijken hoe de parketten, de justitieassistenten en de politiediensten zich concreet
zullen organiseren om deze strengere controle waar te maken?
01.03 Minister Patrick Dewael
(Nederlands): Er zijn al inspanningen geleverd om het aantal
terrorismespeurders te verhogen en die inspanningen zullen voortgezet worden. Het advies van de Federale
Politieraad is geen blamage, maar een aanmoediging voor de regering om haar inspanningen verder te
zetten.
De Raad sluit zich aan bij het standpunt dat de commissaris-generaal van de federale politie en de voorzitter
van de Vaste Commissie van de lokale politie reeds verdedigden in hun nota aan informateur Reynders.
Daarin werd ook al het streefcijfer van 1.450 aanwervingen per jaar vooropgesteld. Dit is begrijpelijk, onder
meer omdat ten gevolge van de leeftijdspiramide de uitstroom in de komende jaren sterk zal toenemen. De
regering heeft niettemin gemeend dat cijfer tot 1.350 te moeten beperken. Het is trouwens zeer de vraag of
de huidige toestand op de arbeidsmarkt ons toelaat om de lat hoger te leggen.
Er zijn elk jaar ongeveer 1.200 personen die de politie verlaten wegens pensionering of om andere redenen.
Sinds 2001 werden er gemiddeld 1.150 mensen per jaar gerekruteerd. De bedoeling van de regering is dus
om dat cijfer met 200 eenheden per jaar op te trekken. Die extra personeelsleden zijn nodig om aan drie
behoeften te voldoen: voorzien in de vervanging van de toenemende uitstroom, de tekorten die zich hier en
daar voordoen opvangen en voldoen aan de ambities van het NVP.
De instroom van 1.350 eenheden per jaar moet zo verstandig mogelijk over de geïntegreerde politie verdeeld
worden, wat niet evident is aangezien de politiemensen in ruime mate hun werkplek zelf kiezen en de
politiezones onderling én met de federale politie moeten concurreren op een krimpende arbeidsmarkt.
De rekruteringen gebeuren binnen de beschikbare budgettaire ruimte en zonder toegevingen op het vlak van
de kwaliteit.
De politie vraagt trouwens niet alleen lineaire verhogingen, maar ook en vooral een verhoging van het aantal
operationele personeelsleden door een afbouw van de administratieve taken. Hiermee sluit zij aan bij mijn
vaste beleidslijn van de voorbije jaren: niet zozeer het totale effectief maar de operationele capaciteit
verhogen.
De politie heeft meer dan 10.000 kandidaten per jaar, maar slechts 15 procent van de kandidaten slaagt. Met
een dergelijk slaagpercentage kan men moeilijk volhouden dat men de lat te laag legt. Binnen de organisatie
moeten de rekruten trouwens nog slagen in de basisopleiding, wat doorgaans geen probleem is. Dat de
kwaliteit in het algemeen achteruit zou gaan, is zeker onjuist.
Het is duidelijk dat de politie een afspiegeling moet zijn van de maatschappij. Het aantal allochtone
kandidaten dat aangeworven wordt, bedraagt jaarlijks rond de 4 procent. Dat is een verrijking en op sommige
plaatsen zelfs een noodzaak.
Met mijn instemming heeft de federale politie akkoorden gesloten met een aantal instituten die kandidaten
die minder kansen hebben gehad in het algemene onderwijs, voorbereiden op de selectie-examens. Het gaat
daarbij niet alleen om allochtonen. In het Brusselse Gewest is slechts drie vierde van de betrokkenen
allochtoon, elders is dat minder. Zoals er echter nooit quota zijn geweest voor de aanwerving van vrouwen,
zo bestaan er ook geen quota voor allochtonen. In de periode 2001-2005 zijn 189 personen die van de
mogelijkheid gebruik hebben gemaakt om zo een voorbereidende opleiding te volgen, daarna effectief tot de
politie toegetreden. Onder hen was 26 procent allochtonen. De anderen hebben er hun kansen op de
arbeidsmarkt mee verbeterd.
CRABV 52
COM 105
13/02/2008
3
01.04 Minister Jo Vandeurzen (Nederlands): Het NVP bepaalt dat de politiediensten een performante
controle moeten uitvoeren op de naleving van de voorwaarden die opgelegd zijn in het kader van de wet op
de voorlopige hechtenis, de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling en de wet betreffende de probatie.
Deze bepaling is ingeschreven onder de titel "een moderne en kwaliteitsvolle politie" en niet onder de titel
"een resultaatgerichte aanpak van prioritaire veiligheidsfenomenen". Het gaat met andere woorden om een
onderdeel van de basispolitiezorg en niet om een te bestrijden crimineel fenomeen.
Ik heb de procureur-generaal van Antwerpen de opdracht gegeven om een samenwerkingsmodel uit te
werken tussen het parket, de plaatselijke politie en de lokale politie met betrekking tot de opvolging van de
politioneel controleerbare voorwaarden. Belangrijk is dat niet alleen de voorwaarden in het kader van de
voorwaardelijke invrijheidstelling worden geviseerd, maar op dezelfde uniforme manier ook de voorwaarden
naar aanleiding van een vrijheid onder voorwaarden, alsook probatievoorwaarden bij een straf met uitstel of
een opschorting van straf.
In dit samenwerkingsmodel zullen naast de politie ook andere partners opgenomen worden, zoals de
justitiehuizen en de gevangenissen.
Dit model, uitgewerkt op de werkvloer, zal vervolgens geëvalueerd worden om het ten slotte nationaal toe te
passen. Deze bottom-up werkwijze, waarbij best practices ontwikkeld bij de plaatselijke parketten en
politiediensten vervolgens op nationaal niveau worden geïmplementeerd, is een werkwijze die ik ook op
andere gebieden wil toepassen.
01.05 Filip De Man (Vlaams Belang): Ik vroeg precieze cijfers over de uittredingen en aanwervingen sedert
2000. De minister van Binnenlandse Zaken gaf alleen gemiddelden. Ik kan daaruit alleen maar afleiden dat
het korps gedurende vijf jaar kleiner werd en dat pas sinds twee jaar het deficit enigszins weer wordt
aangevuld. Ik dien een motie van aanbeveling in voor meer middelen en mensen voor de politiediensten.
01.06 Carina Van Cauter (Open Vld): Het initiatief dat nu wordt genomen is positief. De wet op de
voorwaardelijke invrijheidstelling is bijna twee jaar oud. Beter laat dan nooit.
Moties
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bart Laeremans en mevrouw Linda Vissers en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Filip De Man
en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken,
dringt er op aan dat jaarlijks 1.450 politiemensen worden aangeworven, zoals gevraagd door de Federale
Politieraad."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Corinne De Permentier, Jacqueline Galant en Marie-
Christine Marghem en door de heren Michel Doomst, Bruno Steegen en Eric Thiébaut.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 15.14 uur.
La discussion de la question et de l'interpellation est ouverte à 14 h 53 par Mme Mia De Schampelaere et
M. André Frédéric.
01 Interpellation et question jointes de
- M. Filip De Man au ministre de l'Intérieur sur "le Plan national de sécurité et les recrutements et les
13/02/2008
CRABV 52
COM 105
4
formations à la police" (n° 27)
- Mme Carina Van Cauter au ministre de la Justice et au ministre de l'Intérieur sur "le suivi des
conditions imposées" (n° 1979)
01.01 Filip De Man (Vlaams Belang): Selon l'avis unanime du Conseil fédéral de police relatif au Plan de
sécurité 2008-2001, la police intégrée est toujours confrontée à des manques d'effectifs. Le Conseil se base
sur un chiffre de 1 450 nouveaux recrutements par an, soit cent de plus que le Plan national de sécurité.
Il ressort clairement de cet avis que la capacité est insuffisante pour lutter contre les formes de criminalité les
plus graves, telles que le terrorisme. Cette situation est déjà, en soi, une honte, mais il apparaît en outre que
le gouvernement, en ne prévoyant pas suffisamment de recrutements, est en fait partiellement responsable
du manque chronique d'effectifs. L'OCAM souffrirait d'ailleurs également d'un manque de 20 à 30 personnes.
Combien de policiers ont quitté le corps depuis 2000, et pour quels motifs ? Combien d'entrées en service
par an a-t-on dénombrées depuis ? De quelles estimations la police fédérale se sert-elle pour les
recrutements des cinq prochaines années ? Souscrit-on au chiffre avancé de 1 350 recrutements par an ?
Pourquoi la vision du Conseil fédéral de police est-elle différente ? Les moyens seraient-ils insuffisants pour
pouvoir recruter 1 450 personnes par an ?
Des instructeurs d'écoles de police m'ont confié que la pression pour faire réussir des candidats était à ce
point forte que la qualité de la formation s'en ressentait. Le ministre a-t-il également reçu des signaux dans le
même sens ? Officieusement, l'on insisterait également sur le recrutement d'un certain pourcentage de
candidats allochtones afin que le corps de police reflète mieux la composition de la société. Applique-t-on
effectivement des quotas ? Combien de candidats allochtones ont suivi les cours préparatoires spéciaux
devant leur permettre de réussir plus facilement et de devenir aspirants inspecteurs ? Le ministre peut-il
fournir des chiffres pour les cinq années écoulées ?
01.02 Carina Van Cauter (Open Vld) : Certains événements récents ont montré une fois de plus que
l'exécution des peines était le maillon le plus faible de la chaîne du droit pénal. Le plan national de sécurité
consacre une attention particulière à cette question épineuse, en disant que les services de police doivent
exercer un contrôle plus rigoureux des différentes conditions.
Le ministre peut-il expliquer comment les parquets, les assistants de justice et les services de police vont
concrètement s'organiser pour mettre effectivement en oeuvre ces contrôles plus stricts ?
01.03 Patrick Dewael , ministre (en néerlandais) : Des efforts ont déjà été consentis afin d'accroître le
nombre d'enquêteurs affectés à la lutte antiterroriste. Ces efforts seront poursuivis. L'avis du Conseil fédéral
de police ne constitue pas un déshonneur, mais plutôt un encouragement adressé au gouvernement pour
qu'il poursuive ses efforts.
Le Conseil se rallie à l'avis déjà défendu par le commissaire général de la police fédérale et par le président
de la Commission permanente de la police locale dans leur note à l'informateur Reynders. Cette note
contenait déjà l'objectif chiffré de 1 450 engagements par an. Un tel objectif est compréhensible, notamment
au regard du fait qu'en raison de l'évolution de la pyramide des âges, les départs vont fortement augmenter
dans les prochaines années. Le gouvernement a néanmoins estimé devoir limiter le nombre d'engagements
à 1 350 par an. La question est d'ailleurs de savoir si la situation actuelle sur le marché de l'emploi nous
permettrait de mettre la barre plus haut.
Environ 1 200 personnes quittent la police chaque année, que ce soit pour cause de départ à la retraite ou
pour d'autres motifs.
Depuis 2001, 1.150 personnes ont été recrutées par an en moyenne. L'intention du gouvernement est donc
d'augmenter ce nombre de 200 unités par an. Ces recrutements supplémentaires sont nécessaires afin de
répondre à trois besoins : assurer le remplacement des départs en hausse, pallier les manques de personnel
qui se présentent çà et là, et répondre aux ambitions du PNS.
L'afflux de 1.350 unités par an doit être réparti le plus judicieusement possible sur l'ensemble de la police
intégrée, ce qui n'est pas évident, étant donné que les agents de police choisissent dans une large mesure
eux-mêmes leur lieu de travail, et que les zones de police sont en concurrence à la fois entre elles et avec la
CRABV 52
COM 105
13/02/2008
5
police fédérale sur un marché du travail marqué par la pénurie.
Les recrutements se font dans le cadre des marges budgétaires disponibles et sans concessions au plan
qualitatif.
La police ne réclame pas seulement des augmentations linéaires, mais aussi et surtout une augmentation du
nombre de ses membres opérationnels, et ce, grâce à une diminution des tâches administratives. Elle rejoint
ainsi ma ligne politique de ces dernières années, à savoir un renforcement de la capacité opérationnelle de la
police, et pas nécessairement de ses effectifs.
La police reçoit chaque année plus de 10.000 candidatures, mais le taux de réussite est de 15 % à peine. Ce
chiffre vient contredire ceux qui prétendent que l'on ne mettrait pas la barre assez haut. Par ailleurs, une fois
entrées dans l'organisation, les recrues doivent encore réussir la formation de base, ce qui, au demeurant,
ne pose généralement pas de problème. Je m'inscris donc résolument en faux contre les critiques dénonçant
une baisse générale de la qualité.
Il est clair que la police doit être le miroir de la société. Le nombre de candidats d'origine étrangère recrutés
oscille chaque année autour des 4 %. A certains endroits, ces recrutements constituent un enrichissement,
voire une nécessité.
Avec mon assentiment, la police fédérale a conclu des accords avec plusieurs instituts qui préparent aux
épreuves de sélection des candidats qui se sont vu offrir moins de chances dans l'enseignement général. Et
il ne s'agit pas uniquement de personnes d'origine étrangère, Ainsi, à Bruxelles, elles ne représentent que
trois quarts des candidats concernés, ailleurs ce chiffre est même inférieur. Au même titre qu'il n'y a jamais
eu de quotas pour les femmes, il n'y a pas de quota pour les personnes d'origine étrangère. Au cours de la
période 2001-2005, 189 personnes ont saisi cette opportunité : elles ont suivi une formation préparatoire et
sont ensuite entrées effectivement dans la police. Vingt-six pour cent étaient d'origine étrangère. Les
candidats malheureux ont malgré tout vu renforcées leurs chances sur le marché de l'emploi.
01.04 Jo Vandeurzen, ministre (en néerlandais) : Le PNS prévoit que les services de police doivent exercer
un contrôle performant du respect des conditions imposées dans le cadre de la loi sur la détention
préventive, de la loi relative à la liberté conditionnelle et de la loi sur la probation.
Cette disposition apparaît sous le titre "une police moderne et de qualité", et pas dans la section intitulée
"approche des phénomènes de sécurité prioritaires orientée vers les résultats". Autrement dit, cette mission
s'inscrit non pas dans le cadre de la lutte contre un phénomène criminel, mais bien dans celui de la fonction
de police de base.
J'ai demandé au procureur général d'Anvers d'élaborer un modèle de coopération entre le parquet, la police
fédérale et la police locale axé sur le suivi des conditions contrôlables par la police. Ce qui est important,
c'est que ce projet vise non seulement les conditions applicables dans le cadre de la liberté conditionnelle,
mais également et de manière uniforme, celles qui s'appliquent à une libération sous conditions, ainsi que les
conditions de probation en cas de peine avec sursis ou de suspension de la peine.
Ce modèle de coopération intégrera également d'autres partenaires que la police, comme les maisons de
justice et les prisons.
Ce modèle, élaboré sur le terrain, sera ensuite évalué avant d'être finalement appliqué au plan national.
Cette approche bottom-up, dans laquelle les meilleures pratiques mises au point au niveau des parquets et
des services de police locaux sont ensuite mises en oeuvre à l'échelon national, constitue une méthode de
travail que j'entends appliquer également dans d'autres domaines.
01.05 Filip De Man (Vlaams Belang): J'ai demandé des chiffres précis concernant les départs et les
recrutements depuis 2000. Le ministre de l'Intérieur s'est borné à citer des moyennes. Je ne puis qu'en
conclure que pendant cinq ans, le corps a vu réduire ses effectifs, déficit qui ne serait quelque peu comblé
que depuis deux ans à peine. Je dépose une motion de recommandation réclamant davantage de moyens et
de personnel pour la police.
13/02/2008
CRABV 52
COM 105
6
01.06 Carina Van Cauter (Open Vld): L'initiative qui est prise aujourd'hui est positive. La loi sur la libération
conditionnelle date d'il y a presque deux ans. Mieux vaut tard que jamais.
Motions
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Une motion de recommandation a été déposée par M. Bart Laeremans et Mme Linda Vissers et est libellée
comme suit :
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Filip De Man
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
insiste pour que 1.450 agents de police soient recrutés chaque année, comme demandé par le Conseil
fédéral de police."
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Corinne De Permentier, Jacqueline Galant et Marie-
Christine Marghem et par MM. Michel Doomst, Bruno Steegen et Eric Thiébaut.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
La discussion de la question et de l'interpellation est close à 15 h 14.
Document Outline