KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 102
CRABV 52 COM 102
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag
mercredi
13-02-2008
13-02-2008
Avond
Soir
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Begroting,
Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over "de
uitspraken van de heer Leterme inzake het
overschrijden van de eigen grenzen door Brussel"
(nr. 1550)
1
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de la Mobilité et
des
Réformes
institutionnelles
sur
"les
déclarations de M. Leterme concernant la
possibilité pour Bruxelles de dépasser ses
frontières" (n° 1550)
1
Sprekers: Bart Laeremans, Yves Leterme,
vice-eerste minister en minister van Begroting,
van
Mobiliteit
en
van
Institutionele
Hervormingen
Orateurs: Bart Laeremans, Yves Leterme,
vice-premier ministre et ministre du Budget, de
la Mobilité et des Réformes institutionnelles
Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek van de Sevesobedrijven en meer
bepaald
de
vereiste
chemische
beschermingsuitrusting in geval van brand"
(nr. 1646)
3
Question de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre de l'Intérieur sur "la problématique des
usines Seveso et en particulier l'équipement de
protection chimique de rigueur en cas d'incendie"
(n° 1646)
3
Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Patrick
Dewael, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Patrick
Dewael, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
technopreventieadviseurs" (nr. 1687)
3
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
de l'Intérieur sur "les conseillers en techno-
prévention" (n° 1687)
3
Sprekers:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
grensoverschrijdende
samenwerking
inzake
crematies" (nr. 1688)
4
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
de l'Intérieur sur "la coopération transfrontalière
en matière de crémation" (n° 1688)
4
Sprekers:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het tekort aan jonge
opgeleide politieagenten" (nr. 1690)
5
- M. Jean-Luc Crucke au ministre de l'Intérieur sur
"le manque de jeunes policiers formés" (n° 1690)
5
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de onderbezetting van
de politie" (nr. 1818)
5
- M. Jean-Luc Crucke au ministre de l'Intérieur sur
"le sous-effectif policier" (n° 1818)
5
- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het politieambt"
(nr. 1872)
6
- Mme Valérie De Bue au ministre de l'Intérieur
sur "la fonction de police" (n° 1872)
5
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Valérie De Bue,
Patrick Dewael, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Valérie De Bue,
Patrick Dewael, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
groeiende invloed van het islamisme in sommige
Brusselse wijken" (nr. 1819)
8
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de
l'Intérieur sur "l'influence grandissante de
l'islamisme dans certains quartiers bruxellois"
(n° 1819)
8
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
9
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
9
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
van Binnenlandse Zaken over "de uitspraken van
de
directeur-generaal
van
de
Dienst
Vreemdelingenzaken" (nr. 1843)
l'Intérieur sur "les déclarations du directeur
général de l'Office des étrangers" (n° 1843)
Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jan Jambon aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het materiaal en
personeel van de FOD Binnenlandse Zaken dat
ter beschikking staat van de Koninklijke Familie"
(nr. 1813)
10
Question de M. Jan Jambon au ministre de
l'Intérieur sur "le matériel et le personnel du SPF
Intérieur mis à la disposition de la Famille royale"
(n° 1813)
10
Sprekers: Jan Jambon, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jan Jambon, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
alarmcentrale voor artsen" (nr. 1850)
11
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de
l'Intérieur sur "la centrale d'alarme des médecins"
(n° 1850)
11
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatie van 1999-2000" (nr. 1855)
12
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
de l'Intérieur sur "la régularisation de 1999-2000"
(n° 1855)
12
Sprekers:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
13
- de heer Jan Jambon aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de tweetaligheid van
de Brusselse politie" (nr. 1869)
13
- M. Jan Jambon au ministre de l'Intérieur sur "le
bilinguisme au sein de la police bruxelloise"
(n° 1869)
13
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de taalsituatie bij de
Brusselse politie na het arrest van het
Grondwettelijk Hof" (nr. 1970)
13
- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"la situation linguistique à la police de Bruxelles
après l'arrêt de la Cour constitutionnelle"
(n° 1970)
13
Sprekers: Jan Jambon, Bart Laeremans,
Patrick Dewael, minister van Binnenlandse
Zaken
Orateurs: Jan Jambon, Bart Laeremans,
Patrick Dewael, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheid in en rond megadancings" (nr. 1875)
15
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de
l'Intérieur sur "la sécurité dans et aux abords des
mégadancings" (n° 1875)
15
Sprekers: Jean-Luc Crucke, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Jean-Luc Crucke, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
16
Questions jointes de
16
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de zichtbaarheid van
politiemensen" (nr. 1890)
16
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"la visibilité des policiers" (n° 1890)
16
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het dragen van niet-
erkende kledij door politiemensen in functie"
(nr. 1891)
16
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"le port de vêtements non agréés par des policiers
en fonction" (n° 1891)
16
- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de zichtbaarheid
van motoragenten die het verkeer regelen"
(nr. 1928)
16
- M. Bruno Stevenheydens au ministre de
l'Intérieur sur "la visibilité des agents motorisés
qui règlent la circulation" (n° 1928)
16
Sprekers:
Michel
Doomst,
Bruno
Orateurs:
Michel
Doomst,
Bruno
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Stevenheydens, Patrick Dewael, minister
van Binnenlandse Zaken
Stevenheydens, Patrick Dewael, ministre de
l'Intérieur
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de talrijke
ongegronde aanklachten tegen de politie"
(nr. 1892)
18
Question de Mme Katrien Schryvers au ministre
de l'Intérieur sur "les nombreuses plaintes non
fondées contre la police" (n° 1892)
18
Sprekers: , Patrick Dewael, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: , Patrick Dewael, ministre de
l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
19
Questions jointes de
19
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de inzet van
reddingshonden" (nr. 1906)
19
- M. Luk Van Biesen au ministre de l'Intérieur sur
"le recours aux chiens de sauvetage" (n° 1906)
19
- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de procedure voor de
oprichting van de kynologenhulpverleningsteams"
(nr. 2046)
19
- M. Pierre-Yves Jeholet au ministre de l'Intérieur
sur "la procédure de mise en place des équipes
de secours cynophiles" (n° 2046)
19
Sprekers: Luk Van Biesen, Pierre-Yves
Jeholet, Patrick Dewael, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Luk Van Biesen, Pierre-Yves
Jeholet, Patrick Dewael, ministre de
l'Intérieur
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
brandweerbediening in de gemeente Lens"
(nr. 1941)
20
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
de l'Intérieur sur "la couverture de la commune de
Lens en matière de lutte contre l'incendie"
(n° 1941)
20
Sprekers:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacqueline
Galant,
Patrick
Dewael, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
banalisering en herstriping van politievoertuigen"
(nr. 1950)
21
Question de Mme Katrien Schryvers au ministre
de l'Intérieur sur "la banalisation et le nouveau
stripping des véhicules de police" (n° 1950)
21
Sprekers: , Patrick Dewael, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: , Patrick Dewael, ministre de
l'Intérieur
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
toepassing van artikel 11, § 2 laatste lid van de
Vreemdelingenwet (slachtoffers van familiaal
geweld in de gezinsherenigingsprocedure)"
(nr. 1968)
22
Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre de l'Intérieur sur "l'application de
l'article 11, § 2, dernier alinéa, de la loi sur les
étrangers (victimes de violences familiales dans la
procédure de regroupement familial)" (n° 1968)
22
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Patrick
Dewael, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Patrick
Dewael, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
statuut van de erkende instellingen voor nucleaire
veiligheidscontrole" (nr. 1964)
24
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Intérieur sur "le statut des organismes agréés en
contrôle de sécurité nucléaire" (n° 1964)
24
Sprekers: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de samenstelling
van de selectiecommissie voor de aanstelling van
de zonechef" (nr. 2011)
26
Question de M. Éric Thiébaut au ministre de
l'Intérieur sur "la composition de la commission de
sélection pour la désignation du chef de zone"
(n° 2011)
26
Sprekers: Eric Thiébaut, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Eric Thiébaut, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
27
Question de M. Denis Ducarme au ministre de
27
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
minister van Binnenlandse Zaken over "afwijkend
seksueel gedrag dat in de brandweerkazerne van
Thuin werd gefilmd" (nr. 2019)
l'Intérieur sur "les dérives sexuelles filmées au
sein de la caserne des pompiers de Thuin"
(n° 2019)
Sprekers: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
zelfmoord van een afgewezen asielzoeker in het
station van Namen" (nr. 2036)
28
Question de M. Georges Gilkinet au ministre de
l'Intérieur sur "le suicide d'un demandeur d'asile
débouté en gare de Namur" (n° 2036)
28
Sprekers: Georges Gilkinet, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Georges Gilkinet, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
rekrutering van een Belg door het terreurnetwerk
Al-Qaeda" (nr. 2047)
29
Question de M. Denis Ducarme au ministre de
l'Intérieur sur "le recrutement d'un Belge par le
réseau terroriste d'Al Quaïda" (n° 2047)
29
Sprekers: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de kritiek van de
Vaste Begeleidingscommissie van de lokale
politie
op
het
contract
van
de
ademanalysetoestellen" (nr. 2051)
29
Question de M. Guido De Padt au ministre de
l'Intérieur sur "la critique émise par la Commission
d'accompagnement permanente de la police
locale au sujet du contrat relatif aux éthylomètres"
(n° 2051)
29
Sprekers: Guido De Padt, Patrick Dewael,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido De Padt, Patrick Dewael,
ministre de l'Intérieur
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
13
FEBRUARI
2008
Avond
______
du
MERCREDI
13
FÉVRIER
2008
Soir
______
De vergadering wordt geopend om 10.17 uur door
de heer André Frédéric, voorzitter.
La réunion publique est ouverte à 10 h 17 par
M. André Frédéric, président.
01 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
vice-eersteminister en minister van Begroting,
Mobiliteit en Institutionele Hervormingen over
"de uitspraken van de heer Leterme inzake het
overschrijden van de eigen grenzen door
Brussel" (nr. 1550)
01 Question de M. Bart Laeremans au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de la
Mobilité et des Réformes institutionnelles sur
"les déclarations de M. Leterme concernant la
possibilité pour Bruxelles de dépasser ses
frontières" (n° 1550)</b>
01.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijn
vraag dateert van 22 januari, maar staat nu pas op
de agenda. Dat ligt misschien niet aan de minister,
maar aan zijn diensten.
01.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Ma
question date du 22 janvier, mais vient seulement
d'être inscrite à l'ordre du jour. Peut-être n'est-ce
pas la faute du ministre, mais bien de ses services.
01.02 Minister Yves Leterme (Nederlands): In de
Senaat antwoordde ik op identiek dezelfde vraag
van de heer Van Hauthem. Ik was hier vorige week
en er kon dus iedere dag op mij een beroep worden
gedaan.
01.02 Yves Leterme, ministre (en néerlandais) :
Au Sénat, j'ai répondu à une question tout à fait
identique venant de M. Van Hauthem. J'étais
présent ici la semaine dernière et il était donc
possible de faire appel à moi chaque jour.
01.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Toen de
heren Duchâtelet en Verhofstadt hun alarmerende
uitspraken deden over de uitbreiding van Brussel,
hadden we grondig verzet verwacht van CD&V. Tot
onze verbijstering verklaarde de minister op 21
januari 2008 echter in Le Soir dat Brussel de
mogelijkheid moet krijgen om op economisch en
financieel vlak en ook inzake arbeidsmarktbeleid
zijn grenzen te overstijgen. Hij gaat verder dan de
samenwerking tussen de Gewesten, maar creëert
als het ware een nieuw beslissingsniveau, een soort
supergewest. Op die manier bereidt de minister de
verbrusseling van de Rand en de inlijving van een
deel van Vlaams-Brabant bij Brussel voor.
Wat bedoelt de minister met het `hinterland van
Brussel'? Hoe moet de relatie tussen Brussel en dat
01.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Nous
pensions
que
le
CD&V
s'opposerait
catégoriquement aux propos alarmants de MM.
Duchâtelet et Verhofstadt concernant l'extension de
Bruxelles. À notre grande stupéfaction, le ministre a
cependant déclaré le 21 janvier 2008 dans le
quotidien Le Soir que Bruxelles devait être en
mesure de dépasser ses frontières au niveau
économique et financier ainsi que sur le plan du
marché du travail. Il va ainsi au-delà de la
coopération entre les Régions et crée en quelque
sorte un nouveau niveau de décision, voire une
sorte de super-région. Le ministre prépare ainsi la
bruxellisation de la périphérie et l'incorporation
d'une partie du Brabant flamand à Bruxelles.
Qu'entend le ministre par " l'hinterland " de
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
hinterland worden gewijzigd? Wat bedoelt de
minister precies met het `overstijgen van de
grenzen' op verschillende vlakken? Hoe staat de
minister tegenover het idee van een stadsgewest,
zoals verwoord in de nota van de premier? Wat
houdt het idee volgens hem concreet in?
Volgens nieuws van de laatste dagen zou er al een
akkoord zijn over de bijkomende financiering van
Brussel, los van BHV. Klopt dat?
Bruxelles ? Comment convient-il de modifier les
relations entre Bruxelles et cet hinterland ? Que
faut-il entendre par " dépasser ses frontières " en
différents domaines ? Quelle est la position du
ministre quant à l'idée d'une communauté urbaine
telle que proposée dans la note du premier
ministre ? Que signifie concrètement cette idée à
ses yeux ?
Les informations entendues ces derniers jours,
selon lesquelles le financement complémentaire de
Bruxelles aurait déjà fait l'objet d'un consensus
indépendamment du dossier BHV, sont-elles
exactes ?
01.04 Minister Yves Leterme (Nederlands): Dat er
al een akkoord zou zijn over bijkomende
financiering van Brussel is onzin.
Men moet ziende blind zijn om niet te zien dat het
functioneren van de overheidsinstellingen, maar ook
van het dagelijkse leven in Brussel, beter zou
kunnen worden georganiseerd. De bestaande
instrumenten waarover we beschikken om de
pendel- en fileproblematiek, de woon- en
mobiliteitsproblematiek in en rond Brussel en de
krapte op de arbeidsmarkt in Vlaams-Brabant aan
te pakken, moeten anno 2008 geëvalueerd worden.
Ikzelf
ben
voorstander
van
een
betere
samenwerking en interactie tussen Brussel en zijn
hinterland. Wat dat hinterland precies is, hangt af
van de materie.
We moeten openstaan en zelfs pleitbezorger zijn
voor van het verbeteren en versterken van de
bestuurlijke interacties tussen Brussel en de
omgeving. Dat komt de inwoners van Brussel en
van de Rand ten goede. De bestuurlijke inrichting
en omschrijving van Brussel zijn echter niet aan de
orde is.
01.04 Yves Leterme, ministre (en néerlandais) :
L'idée selon laquelle il y aurait déjà un accord à
propos d'un financement supplémentaire pour
Bruxelles ne repose sur rien.
Il faudrait être aveugle pour ne pas voir que le
fonctionnement des institutions publiques, mais
également de la vie quotidienne à Bruxelles,
pourrait être mieux organisé. Les instruments
existants dont nous disposons pour gérer les
problèmes de navette et de congestion du trafic, la
problématique de l'habitat et de la mobilité à et
autour de Bruxelles, ainsi que la pénurie sur le
marché de l'emploi dans le Brabant flamand,
doivent être évalués en 2008.
Je suis moi-même partisan d'une meilleure
collaboration et d'une meilleure interaction entre
Bruxelles et son hinterland. La définition précise de
cet hinterland dépend de la matière concernée.
Nous devons être ouverts et même partisans d'une
amélioration et d'un renforcement des interactions
administratives entre Bruxelles et ses environs. Une
telle évolution serait bénéfique pour les habitants de
Bruxelles et de la périphérie. L'organisation
administrative de Bruxelles et l'élaboration de ses
structures ne sont toutefois pas à l'ordre du jour.
01.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het
antwoord van de minister is naar goede gewoonte
wollig. Alle sporen blijven open. De samenwerking
tussen Brussel en de Rand is evident. In Le Soir
wilde de minister echter veel verder gaan. Dit
complexe land hoeft niet nog een extra
bevoegdheidsniveau. De minister zal protest over
zich heen krijgen. Hij heeft de greep op de realiteit
verloren en ik raad hem aan eens te gaan praten
met de mensen uit de Rand en mijn boek
Verbrusseling tegengaan of ondergaan eens te
lezen.
01.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Comme
de coutume, le ministre répond évasivement.
Toutes les pistes restent ouvertes. La collaboration
entre Bruxelles et la périphérie apparaît comme une
évidence. Dans Le Soir, le ministre a toutefois
exprimé le souhait d'aller beaucoup plus loin. Ce
pays complexe n'a pas besoin d'un niveau de
compétence
supplémentaire.
Le
ministre
déclenchera un tollé. Il a perdu le sens des réalités
et je lui conseille de s'entretenir avec les habitants
de la périphérie et de lire mon livre « Verbrusseling
tegengaan of ondergaan ».
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
02 Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek van de Sevesobedrijven en meer
bepaald
de
vereiste
chemische
beschermingsuitrusting in geval van brand"
(nr. 1646)
02 Question de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre de l'Intérieur sur "la problématique des
usines Seveso et en particulier l'équipement de
protection chimique de rigueur en cas
d'incendie" (n° 1646)</b>
02.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): Het
verheugt mij dat de veiligheid in de chemische
industrie er op vooruit is gegaan, dankzij de
inspanningen van de sector zelf en dankzij de
"Seveso" informatiecampagne die de federale
overheid in 2007 heeft gevoerd.
Ik
stel
me
toch
nog
vragen
bij
de
beschermingsmaatregelen
voor
de
brandweerdiensten en de politie. Naar het schijnt
moet men, naargelang van de vervuilingsbron,
verschillende uitrustingen gebruiken, anders is men
niet goed beschermd.
Zou men in dat geval niet beter aan sommige
diensten van de civiele bescherming een
gespecialiseerde opleiding geven, zodat zij
doeltreffend kunnen optreden tegen de bijzondere
gevaren die de chemische en petrochemische
industrie met zich brengen?
Zou men de betrokken bedrijven er niet toe kunnen
verplichten de brandweer- en politiediensten, die
gemachtigd zijn om op die industrieterreinen op te
treden, ook met aangepast materiaal uitrusten?
02.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS) : Je me
réjouis des progrès accomplis en matière de
sécurité par l'industrie chimique ainsi que de la
campagne d'information « Seveso » lancée en 2007
par les autorités fédérales.
Pour autant, je m'interroge sur les mesures de
protection offertes aux services de pompiers et de
police. Il semble que, pour être efficaces, certains
équipements devraient être différents en fonction de
la source polluante.
Ne faudrait-il pas, dès lors, spécialiser certaines
composantes de la protection civile qui seraient
ainsi directement efficaces contre les risques
propres au secteur chimique et pétrochimique ?
Ne pourrait-on pas imposer aux entreprises
concernées d'équiper en matériel adéquat les
services intervenants tels que les pompiers et les
policiers habilités à être présents sur ces sites
industriels ?
02.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De
basisuitrusting tegen de gevolgen van chemische
incidenten is in elk van de operationele eenheden
beschikbaar. De Seveso II-bedrijven betalen
jaarlijks een retributie die wordt aangewend om
beschermingsmateriaal en -uitrusting voor de
brandweer, de politie en de civiele bescherming aan
te kopen.
Mijn diensten doen voorstellen met betrekking tot
de aankopen voor de civiele bescherming; de politie
en de gouverneurs doen hetzelfde voor hun
diensten. Die voorstellen worden opgenomen in een
programma waaraan ik mijn goedkeuring moet
hechten.
02.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
L'équipement de base pour la lutte contre les
conséquences des incidents chimiques est
disponible
dans
chacune
des
unités
opérationnelles. Les entreprises Seveso II paient
annuellement une redevance utilisée pour acheter
du matériel et des équipements de protection en
faveur des services d'incendie, de la police et de la
protection civile.
Mes services font des propositions pour les
acquisitions en faveur de la protection civile ; la
police et les gouverneurs font de même pour ce qui
concerne leurs services. Ces propositions sont
reprises dans un programme soumis à mon
approbation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
03 Question de Mme Jacqueline Galant au
ministre de l'Intérieur sur "les conseillers en
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
technopreventieadviseurs" (nr. 1687)
03.01 Jacqueline Galant (MR): Zoals bekend zijn
de technopreventieadviseurs bijzonder efficiënt. Ze
geven de burgers beveiligingsadvies op maat van
hun woning. De resultaten zijn overtuigend, maar er
zijn onvoldoende adviseurs per politiezone. Mijn
zone telt slechts één adviseur voor 70.000 inwoners
en soms moet men een beroep doen op de
adviseur van Aat.
Zou
de
personeelsformatie
van
de
technopreventieadviseurs in de diverse politiezones
niet kunnen worden uitgebreid? Misschien zouden
sommige agenten die specifieke opleiding kunnen
volgen. Door het aantal adviseurs te verhogen zou
men het aantal inbraken kunnen doen afnemen en
zouden de politiemensen minder administratieve
taken (zoals de registratie van klachten) moeten
uitvoeren.
03.01 Jacqueline Galant (MR) : On connaît
l'efficacité des conseillers en techno-prévention, qui
conseillent les citoyens pour sécuriser leurs
habitations. Les résultats sont probants mais il n'y a
pas assez de conseillers par zone de police. Dans
ma zone, il n'y en a qu'un pour 70.000 habitants, et
l'on doit parfois faire appel à celui de la ville d'Ath.
Ne pourrait-on augmenter les effectifs de techno-
prévention dans les différentes zones de police ?
Peut-être certains agents pourraient-ils suivre la
formation spécifique ? L'augmentation du nombre
de ces conseillers pourrait diminuer le nombre de
vols et limiter les tâches administratives des
policiers, comme l'enregistrement des plaintes.
03.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Inbraak is
één van de belangrijkste criminaliteitsfenomenen
die ons land teisteren. De strijd ertegen behoort dan
ook tot de prioriteiten van het nationaal
veiligheidsplan.
In
dat
kader
verstrekken
de
technopreventieadviseurs raadgevingen aan de
bevolking. Mijn administratie ondersteunt ze door
middel van logistieke begeleiding, gespecialiseerde
opleidingen en infodagen. De korpschefs en de
burgemeesters
moeten
ertoe
worden
aangemoedigd in de opleiding van hun personeel
voor die opdracht te investeren.
Voorts wordt het preventiebeleid inzake inbraak
middels federale projecten bevorderd: zo hebben
burgers die hun woning beveiligen recht op een
belastingvermindering van 170 euro; ze kunnen
ook advies inwinnen op de website van mijn
administratie; ten slotte blijven we nationale en
Europese initiatieven met betrekking tot de
certificatie
van
technopreventiemateriaal
ondersteunen en opvolgen.
De federale dotatie volstaat om basispolitiediensten
te verzekeren en we zullen ons overleg voortzetten
zonder het budget te verhogen.
03.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Le
cambriolage est un des phénomènes de criminalité
les plus importants dans notre pays. C'est pourquoi
la lutte contre celui-ci est une des priorités du plan
national de sécurité.
Dans ce cadre, on compte les conseils donnés à la
population par les conseillers en techno-prévention.
Mon administration les soutient par un encadrement
logistique,
des
formations
spécialisées
et
l'organisation de journées d'information. Il faut
convaincre les chefs de corps et les bourgmestres
pour qu'ils investissent dans la formation de leur
personnel à cette mission.
Des projets fédéraux appuient aussi la politique de
prévention contre le cambriolage : une réduction
d'impôts de 170 euros indexés est offerte aux
citoyens pour la sécurisation de leur habitation ; les
citoyens peuvent aussi solliciter un avis sur le site
web de mon administration ; enfin, on poursuit
l'appui et le « suivi » d`initiatives nationales et
européennes quant à la certification de matériel de
techno-prévention.
La dotation fédérale suffit pour garantir un service
policier fondamental, et nous comptons poursuivre
nos efforts de concertation, sans augmenter les
budgets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
grensoverschrijdende
samenwerking
inzake
crematies" (nr. 1688)
04 Question de Mme Jacqueline Galant au
ministre de l'Intérieur sur "la coopération
transfrontalière en matière de crémation"
(n° 1688)</b>
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
04.01 Jacqueline Galant (MR): Mijn vraag gaat
over het cremeren van bewoners uit de grensstreek
Frankrijk-België.
Bij het plan om in de gemeente Frasnes een
crematorium te openen is er een probleem ontstaan
rond het soort doodskisten dat zal gebruikt worden:
in België moeten die hermetisch afgesloten zijn,
terwijl in Frankrijk alleen houten doodskisten
toegelaten zijn. Bovendien is het zo dat er een
bijzondere machtiging vereist is om een lichaam
van de ene naar de andere doodskist over te
brengen.
In Wallonië past men altijd de wet van 1971 over de
begraafplaatsen en de lijkbezorging toe. Denkt men
er momenteel aan om deze materie op Europees
niveau te harmoniseren, zodat men bij de crematie
overal gelijkaardige doodskisten zou gebruiken en
men vermijdt dat het lichaam moet worden
verplaatst?
04.01 Jacqueline Galant (MR) : Ma question porte
sur les crémations de transfrontaliers entre la
France et la Belgique.
Un projet de crématorium sur la commune de
Frasnes pose le problème des cercueils utilisés :
chez nous, ils doivent être hermétiques alors que la
France autorise uniquement les cercueils en bois.
Par ailleurs, changer un corps d'un cercueil à un
autre requiert des autorisations spécifiques.
En Wallonie, on applique toujours la loi de 1971 sur
les funérailles et sépultures. Des projets
d'harmonisation sont-ils prévus au niveau européen
pour que les cercueils destinés aux crémations
soient de même nature et qu'on évite des transferts
de corps ?
04.02 Minister Patrick Dewael
(Frans): De
bevoegdheid over de intercommunales en de
wetgeving
op
de
begraafplaatsen
en de
lijkbezorging werden op 1 januari 2002 datum van
de inwerkingtreding van de bijzondere wet van 13
juli 2001 naar de Gewesten overgeheveld.
Overeenkomstig artikel 167 van de Grondwet zijn
de Gemeenschappen en de Gewesten bevoegd om
de internationale samenwerking te regelen, met
inbegrip van het sluiten van verdragen voor de
aangelegenheden waarvoor zij bevoegd zijn. Het
Waals en het Vlaams Gewesten zouden dus
overleg moeten plegen om ter zake een
samenwerkingsakkoord
te
sluiten
met
de
Communauté
urbaine
de
Lille
Métropole
(stadsgewest Rijsel Metropool).
04.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
Depuis l'entrée en vigueur, au 1
er
janvier 2002, de la
loi spéciale du 13 juillet 2001, la matière des
intercommunales et la législation sur les funérailles
et sépultures relèvent des Régions.
Selon l'article 167 de la Constitution, les
Communautés et les Régions sont compétentes
pour la coopération internationale, y compris les
traités pour les matières relevant de leurs
attributions. Il conviendrait donc que les Régions
wallonne et flamande se concertent pour conclure
un accord de coopération en la matière avec la
communauté urbaine de Lille métropole.
04.03 Jacqueline Galant (MR): De Fédération
wallonne des pompes funèbres (Waalse Federatie
van begrafenisondernemers) baseert zich nog op
de wet van 1971!
04.03 Jacqueline Galant (MR) : La Fédération
wallonne des pompes funèbres se base encore sur
la loi de 1971 !
04.04 Minister Patrick Dewael (Frans): We zullen
deze discussie voortzetten, zodra deze toestand u
bevestigd wordt.
04.04 Patrick Dewael, ministre (en français) :
Nous poursuivrons cette discussion dès que vous
aurez obtenu une confirmation de cette situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het tekort aan jonge
opgeleide politieagenten" (nr. 1690)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de onderbezetting van
de politie" (nr. 1818)
05 Questions jointes de
- M. Jean-Luc Crucke au ministre de l'Intérieur
sur "le manque de jeunes policiers formés"
(n° 1690)<br>- M. Jean-Luc Crucke au ministre de l'Intérieur
sur "le sous-effectif policier" (n° 1818)<br>- Mme Valérie De Bue au ministre de l'Intérieur
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het politieambt"
(nr. 1872)
05.01 Jean-Luc Crucke (MR): De korpschef van
de
politiezone
La
Louvière
heeft
een
personeelstekort vastgesteld. Volgens hem zijn er in
Henegouwen 314 vacante betrekkingen, terwijl er
jaarlijks slechts dertig politieagenten aan de
academie afstuderen. Hij wijst erop dat men op het
niveau van de politiezone wel degelijk mensen in
dienst wil nemen, maar dat zulks gewoon
onmogelijk is door de vele vacante betrekkingen en
het klein aantal kandidaten.
Het VSOA heeft een soortgelijke verklaring
afgelegd
over
wat
het
de
'chronische'
onderbezetting noemt. De vakbond voegt eraan toe
dat dit fenomeen op sommige plaatsen tot het
ontstaan van rechteloze zones leidt, waar
politieagenten niet meer durven in te grijpen omdat
ze weten dat ze in geval van moeilijkheden op geen
enkele versterking zullen kunnen rekenen.
Wat is de ware toedracht? Is er een tekort aan
kandidaten? Is er sprake van een gebrek aan
motivatie of zijn de kandidaten gewoon niet geschikt
voor het politieambt?
05.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Le chef de la zone
de police de La Louvière a constaté que sa zone
n'avait pas assez d'effectifs. Selon lui, il y a, pour le
Hainaut, 314 places vacantes alors que seuls 30
policiers sortent annuellement de l'académie. Il
précise qu'il ne s'agit pas d'une volonté du pouvoir
zonal de ne pas engager mais d'une impossibilité
de recruter vu le nombre important de places
vacantes et le faible nombre de candidats.
Le SLFP a également fait une déclaration similaire
sur ce qu'il appelle un sous-effectif « chronique ».
Ce syndicat ajoute que ce phénomène créerait en
certains endroits des zones de non-droit, où les
policiers n'interviennent plus sachant qu'en cas de
difficultés, ils devraient appeler à la rescousse des
renforts inexistants.
Qu'en est-il réellement ? Y a-t-il un manque de
candidatures ? Est-ce une question de démotivation
ou de manque de qualités des candidats à la
fonction de policier ?
05.02 Valérie De Bue (MR): Mijn vraag gaat in
dezelfde richting. De politiehervorming had tot doel
een buurtpolitie in het leven te roepen teneinde de
preventie te verbeteren en de conflicten via dialoog
te beslechten. Anderzijds vervult de politie ook een
repressieve functie en soms kunnen beide
opdrachten maar moeilijk met elkaar worden
verzoend.
Die malaise vindt misschien haar oorsprong in een
tekort aan beschikbaar personeel. Volgens de
vakbond zouden 1.500 inspecteurs en 150
gespecialiseerde eerstaanwezende inspecteurs
nodig zijn. Ook is er sprake van de indienstneming
van
personen
met
een
specifiek
hogeronderwijsdiploma (informatici, boekhouders,
economen of criminologen). En dan heb ik het nog
niet over de ontoereikende begrotingskredieten voor
de vervanging van degenen die het korps verlaten.
Wat kan men aan die malaise doen ? Welke
maatregelen denkt men inzake indienstneming en
opleiding van personeel te nemen om dat probleem
te verhelpen ?
05.02 Valérie De Bue (MR) : Ma question va dans
le même sens. La réforme des polices a voulu une
police de proximité pour permettre une meilleure
prévention et le règlement des conflits par le
dialogue ; d'un autre côté, la police joue aussi un
rôle de répression et il est parfois difficile de
conjuguer les deux.
Ce malaise serait peut-être lié à un manque de
personnel disponible. D'après le syndicat, 1.500
inspecteurs
et
150
inspecteurs
principaux
spécialisés seraient nécessaires. Il est également
question de recrutement de diplômés supérieurs
spécifiques
(informaticiens,
comptables,
économistes ou criminologues). Sans compter un
manque de moyens budgétaires pour le
remplacement des départs.
Comment répondre à ce malaise ? Quelles
dispositions sont envisagées en matière de
recrutement et de formation du personnel pour
pallier ce problème ?
05.03 Minister Patrick Dewael (Frans): Het beleid
voor de indienstneming van de politiemensen is
afhankelijk van de noden van de verschillende
korpsen, en houdt rekening met verschillende
05.03 Patrick Dewael, ministre (en français) : La
politique de recrutement des fonctionnaires de
police dépend des besoins des différents corps, en
fonction d'éléments tels que les départs à la
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
elementen, zoals de oppensioenstellingen, het
vrijwillig
vertrek,
de
uitbreiding
van
de
personeelsformaties, enz. Om beter te kunnen
inspelen op die noden, werd er een plan voor de
indienstneming
van
personeel
voor
de
geïntegreerde politie opgesteld. Uit de vergelijking
met de evolutie van het personeelsbestand is
gebleken dat er een tekort is aan inspecteurs en
eerstaanwezend inspecteurs, dat momenteel wel
geleidelijk aan wordt weggewerkt (in 2006 en 2007
werden respectievelijk 2.204 en 2.000 personen in
dienst
genomen).
Om
de
uitstroom
te
compenseren,
zullen
wij
er
bij
de
begrotingsbesprekingen van 2008 voor pleiten om
het aantal aanwervingen van 1.150 op te trekken tot
1.350 voltijdsen.
Naast politieambtenaren zullen we ook andere
mensen in dienst blijven nemen om de
administratieve functies in te vullen. Het koninklijk
besluit van 2 maart 2007 betreffende de
politiezones met een deficitair saldo moet het
mogelijk maken aan de meeste noden tegemoet te
komen. Ieder jaar nemen er 10.000 kandidaten deel
aan de selectieproeven, maar we moeten ook
bepaalde eisen blijven stellen.
Het is volstrekt ontoelaatbaar dat er zou gedoogd
worden dat er rechteloze zones ontstaan. De
indienstnemingen moeten worden voortgezet en het
personeel moet volgens de werkelijke noden
verdeeld worden. De basisopleiding en de
voortgezette opleidingen moeten de mensen in
staat stellen om zich te wapenen tegen de gevaren
en de risico's van het vak.
Indien driekwart van de klachten die bij het Comité
P worden ingediend onterecht blijken te zijn, dan
kan dit erop wijzen dat de maatschappelijke
onvrede waar u op wijst niet in een handomdraai zal
kunnen worden opgelost.
Willen wij in een politiestaat leven met een
politieagent op elke hoek van de straat? Zouden de
mensen zich hierdoor veiliger voelen? Wij zijn een
andere richting ingeslagen en we hebben ervoor
gekozen de politiediensten te laten samenwerken
met andere spelers, zoals de particuliere
bewakingsfirma's, de veiligheidsdiensten van het
openbaar vervoer, de straathoekwerkers en de
scholen.
pension, les départs volontaires, l'augmentation des
cadres du personnel, etc. Pour mieux cibler ces
besoins, un plan de recrutement du personnel de la
police intégrée a été établi. Sa comparaison avec
l'évolution des effectifs permet de constater un
déficit en inspecteurs et en inspecteurs principaux,
qui néanmoins se résorbe progressivement (2.204
et 2.000 recrutements respectifs ont été opérés en
2006 et 2007). Pour compenser les départs, nous
défendrons une augmentation du recrutement de
1.150 à 1.350 temps plein lors des discussions
budgétaires 2008.
Nous continuerons aussi d'engager du personnel
non policier appelé pour les tâches administratives.
L'arrêté royal du 2 mars 2007 pour les zones de
police déficitaires devrait permettre de combler la
plupart des déficits. Chaque année, 10.000
candidats présentent les épreuves de sélection,
mais nous devons rester exigeants.
Il n'est pas question de tolérer des zones de non-
droit, le recrutement doit se poursuivre et le
personnel doit être réparti selon les besoins réels.
La formation de base et les formations continuées
doivent permettre de se prémunir contre les
menaces et les dangers du métier.
Si les trois quarts des plaintes dont a été saisi le
Comité P se révèlent injustes, cela pourrait indiquer
que le malaise sociétal auquel vous faites allusion
n'est pas près d'être résolu.
Voulons-nous vivre dans un État policier avec un
agent à chaque coin de rue ? Cela augmenterait-il
le sentiment de sécurité ? Nous avons adopté une
direction différente et opté pour un partenariat entre
les services de police et d'autres acteurs comme
les entreprises de gardiennage privées, les services
de sécurité des transports en commun, les
intervenants de la rue ou les écoles.
05.04 Jean-Luc Crucke (MR): Ik dank u voor dit
volledige antwoord, met name over de rechteloze
zones. Het is juist dat wat de vooruitzichten betreft,
er marges kunnen blijven bestaan. Uit de cijfers
voor Henegouwen blijkt dat er een groot verschil is
tussen het aantal vacatures en kandidaten. Ik deel
05.04 Jean-Luc Crucke (MR) : Merci pour cette
réponse complète, notamment sur les zones de
non-droit. Il est vrai qu'en matière de prévisions,
des marges peuvent persister. Cela dit, les chiffres
pour le Hainaut manifestent une grande différence
entre le nombre de postes vacants et les
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
uw mening over de noodzaak om de kwaliteit van
de indienstnemingen te garanderen.
candidatures. Je vous rejoins sur la nécessité de
garantir la qualité de recrutement.
05.05 Valérie De Bue (MR): Ik dank u voor uw
volledige antwoord. Ik ben eveneens verbaasd u te
horen zeggen dat u over 10.000 kandidaten
beschikt. In mijn zone, die van Nijvel-Genepiën,
klaagt men dat ze niet makkelijk te vinden zijn.
05.05 Valérie De Bue (MR) : Merci pour votre
réponse complète. Je suis également étonnée de
vous entendre dire avoir 10.000 candidats. Dans
ma zone, celle de Nivelles-Genappe, on se plaint de
ne pas en trouver facilement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
groeiende invloed van het islamisme in sommige
Brusselse wijken" (nr. 1819)
06 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de l'Intérieur sur "l'influence grandissante de
l'islamisme dans certains quartiers bruxellois"
(n° 1819)</b>
06.01 Jean-Luc Crucke (MR): Ik was ontzet door
een reportage die op het internet circuleert en door
een recent boek van mevrouw Hind Fraihi waaruit
blijkt dat op bepaalde plaatsen, voornamelijk in
Molenbeek, radicaal islamistische discours worden
gehouden.
In de reportage zien we dat een Amerikaanse
journaliste filmopnames maakt van een Brusselse
markt en om die reden hard wordt aangepakt. Twee
politieagenten die op dat moment in de buurt waren,
kwamen niet tussenbeide. Pas na het incident
gingen ze naar de vrouw toe en raadden haar aan
de plaats in kwestie voortaan te mijden. Wij leven
nochtans in een vrij land.
Bevestigt u de aanwezigheid van religieuze
fundamentalisten in bepaalde wijken? Worden er in
dat verband maatregelen getroffen?
06.01 Jean-Luc Crucke (MR) : J'ai été interpellé
par un reportage qui circule sur internet et par un
livre récent de Mme Hind Fraihi qui explique que,
principalement à Molenbeek, certains endroits
accueillent des discours islamistes radicaux.
Le reportage nous montre quant à lui une
journaliste américaine qui filme un marché
bruxellois et qui se fait ensuite apostropher pour
cette raison. Deux policiers qui se trouvent à
proximité n'interviennent pas au moment même
mais vont la trouver après l'incident pour lui
recommander de ne plus venir. Nous vivons
pourtant encore dans un pays libre.
Confirmez-vous la présence de fondamentalistes
religieux dans certains quartiers ? Des mesures
sont-elles prises à cet égard ?
06.02 Minister Patrick Dewael
(Frans): De
gespecialiseerde diensten die het radicalisme
nauwlettend in het oog houden, hebben weet van
de reportage van mevrouw Fraihi en zijn ook op de
hoogte van de inhoud van haar boek en haar video.
Het gevaar bestaat dat bepaalde jongeren uit de
allochtone gemeenschap van België radicaliseren.
Toch is het niet omdat zij gefrustreerd zijn, dat zij
daarom ook tot actie zullen overgaan. Slechts een
zeer klein percentage van het publiek dat gevoelig
is voor een dergelijk discours, zou zich aan dat
soort acties schuldig kunnen maken. Vermits dat
zeer klein percentage toch een gevaar voor de
veiligheid vormt, hebben de overheid en de diensten
een actieplan 'Radicalisme' uitgewerkt. Dit plan
biedt de mogelijkheid alle aspecten van het
islamisme maar ook alle vormen van extremisme in
kaart te brengen, die verschijnselen op te volgen en
gepaste maatregelen te nemen. Dit plan
veronderstelt een samenwerking van alle diensten
die belast zijn met de bestrijding van terreur: de
06.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Le
reportage de Mme Fraihi ainsi que son livre et sa
vidéo sont connus des services spécialisés qui
suivent le phénomène du radicalisme. On risque
d'assister à une forme de radicalisation parmi
certains jeunes de la communauté allochtone en
Belgique.
Il existe cependant une marge entre le sentiment de
frustration et le passage à l'acte, qui ne concerne
qu'un très faible pourcentage du public sensible à
ces discours. Ce faible pourcentage constituant
quand même un danger pour la sécurité, les
autorités et les services ont développé le plan
"Radicalisme" qui permet d'identifier les différents
aspects non seulement de l'islamisme, mais aussi
de toute forme d'extrémisme, de suivre ces
phénomènes et de prendre les mesures adéquates.
Ce plan implique une collaboration de tous les
services chargés de la lutte contre le terrorisme : la
police fédérale, la Sûreté de l'État et le
renseignement militaire, tant au niveau fédéral que
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
federale politie, de Staatsveiligheid en de militaire
inlichtingendienst, zowel op federaal als op lokaal
vlak. In 2004 heb ik een rondzendbrief aan de
plaatselijke politiediensten gericht teneinde ze
bewust te maken van de gevaren van die
radicalisering.
local. En 2004, j'ai adressé une circulaire aux
services de police locaux afin de les sensibiliser aux
dangers de cette radicalisation.
06.03 Jean-Luc Crucke (MR): Het feit dat de
diverse overheden en bevoegde instanties elkaar
aanvullen vormt wellicht één van de sleutelfactoren
voor de oplossing van dat probleem. Ook moet
worden benadrukt dat het onderwijs in de scholen
en in de opleidingsinstellingen daarbij van groot
belang is.
06.03
Jean-Luc
Crucke
(MR) :
La
complémentarité entre les différents pouvoirs et
autorités compétentes constitue sans doute une
des clefs majeures de la solution. Il faut également
souligner
l'importance
à
cet
égard
de
l'enseignement à l'école et dans les institutions de
formation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitspraken van de directeur-generaal van de
Dienst Vreemdelingenzaken" (nr. 1843)
07 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Intérieur sur "les déclarations du directeur
général de l'Office des étrangers" (n° 1843)</b>
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): In De Morgen
van 14 januari jongstleden stelt de heer Roosemont,
de
directeur-generaal
van
de
Dienst
Vreemdelingenzaken, de oprichting van een nieuw
centrum voor ex-gedetineerden, drugsverslaafden
en psychiatrische gevallen in het vooruitzicht.
In 2005 richtte de Dienst Vreemdelingenzaken een
cel op die de betrokken gedetineerden moest
opsporen en hun repatriëring moest voorbereiden
tijdens de laatste periode van hun opsluiting. Dat
vonden wij een goed voorstel. Waarom ervoor
kiezen dat voorbereidingswerk te verschuiven naar
een periode van verblijf in een gesloten centrum,
terwijl het al kon gebeuren tijdens de eindperiode
van de gevangenschap?
Bovendien is het onaanvaardbaar dat geesteszieke
personen worden opgesloten. Zij horen thuis in een
ziekenhuisinstelling, al dan niet gesloten, waar ze
een passende medische verzorging krijgen.
Bevestigt u de verklaringen van de heer
Roosemont? Kan u ons meer informatie bezorgen?
De voorzitter: Mevrouw Genot, de inhoud van de
vraag die u heeft gesteld lijkt me ruimer dan die van
de vraag die u heeft ingediend en die aan de
minister werd overgezonden. Indien u duidelijke
antwoorden wenst, moet u proberen u aan de
inhoud van uw vraag te houden.
07.01 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : Dans le
quotidien De Morgen du 14 janvier dernier, M.
Roosemont, le directeur général de l'Office des
étrangers, a fait une déclaration annonçant la
création d'un nouveau centre pour les ex-détenus,
les toxicomanes et les cas psychiatriques.
En 2005, l'Office a créé une cellule pour détecter
les détenus concernés et travailler à leur
rapatriement pendant la fin de leur période
d'emprisonnement.
Cette
proposition
nous
paraissait fondée. Pourquoi un travail pouvant être
réalisé pendant la fin de la période de prison serait-
il mieux accompli en centre fermé ?
En outre, il est inacceptable d'enfermer des
personnes souffrant de problèmes de santé
mentale. Le seul lieu adéquat pour elles serait un
établissement hospitalier, ouvert et fermé, avec un
accompagnement médical de qualité. Confirmez-
vous les déclarations précitées ? Pouvez-vous
donner des précisions à ce sujet ?
Le président : Madame Genot, le contenu de la
question posée me semble plus large que celui de
la question déposée et transmise au ministre. Il faut
essayer de garder le même contenu si l'on veut
obtenir des réponses précises.
07.02 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): Ik ben niet van
het onderwerp afgeweken.
07.02 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : Je suis restée
parfaitement dans le sujet.
07.03 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik zal me 07.03 Patrick Dewael, ministre (en français) : Je
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
tot de gestelde vraag beperken. De heer
Roosemont heeft inderdaad een aantal verklaringen
in De Morgen afgelegd. Uitgaande van de
vaststelling dat de bevolking van de gesloten centra
erg gediversifieerd is, heeft de heer Roosement de
regering gevraagd een nieuw centrum op te richten
dat beter aansluit op de behoeften van bepaalde
mensen die een specifieke begeleiding nodig
hebben. Hij dacht daarbij inderdaad aan mensen
die criminele feiten hebben gepleegd, maar ook aan
drugsverslaafden
en
aan
mensen
met
psychiatrische aandoeningen.
Dit voorstel is het onderzoeken waard, want de
toestand van de mensen in de gesloten centra moet
voortdurend verbeterd worden teneinde spanningen
in de centra te voorkomen. Dat komt niet alleen de
bewoners, maar ook de personeelsleden ten goede.
Om een dergelijk project te realiseren moet men
echter over voldoende middelen beschikken. De
nieuwe regering zal moeten uitmaken of het in het
licht van haar programma om een prioriteit gaat.
me limiterai à répondre à la question posée.
M. Roosemont a effectivement fait des déclarations
publiées dans De Morgen. Partant du constat que la
population en centre fermé est très diversifiée,
M. Roosemont a demandé au gouvernement la
création d'un nouveau centre mieux adapté aux
besoins de certaines personnes qui nécessitent un
accompagnement spécifique. Il visait effectivement
les personnes qui ont commis des faits criminels
mais également les toxicomanes et les personnes
atteintes de troubles psychiatriques.
Cette idée mérite d'être creusée car il faut continuer
à améliorer la situation des personnes dans les
centres fermés afin d'éviter des tensions à l'intérieur
des centres. C'est tout bénéfice pour les occupants
mais également pour les membres du personnel.
La réalisation d'un tel projet nécessite cependant
des moyens importants. Il reviendra au nouveau
gouvernement de déterminer s'il s'agit d'une priorité
compte tenu de son programme.
07.04 Zoé Genot (Ecolo-Groen!): De enig
mogelijke verbetering die men ter zake kan
aanbrengen, bestaat erin mensen met een
psychiatrische aandoening door een gepaste
medische dienst te laten begeleiden. Die mensen
horen niet in een gesloten centrum.
07.04 Zoé Genot (Ecolo-Groen!) : La seule
amélioration possible en la matière est un
accompagnement des personnes atteintes de
troubles psychiatriques par un service médical
adéquat. Ces gens n'ont rien à faire dans des
centres fermés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jan Jambon aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
materiaal en personeel van de FOD Binnenlandse
Zaken dat ter beschikking staat van de
Koninklijke Familie" (nr. 1813)
08 Question de M. Jan Jambon au ministre de
l'Intérieur sur "le matériel et le personnel du SPF
Intérieur mis à la disposition de la Famille royale"
(n° 1813)</b>
08.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA):
Maandagavond maakte het Paleis bekend waaraan
oud-koningin Fabiola haar ruime dotatie besteedt.
Die bedraagt 1,472 miljoen euro, exclusief de
uitgaven voor veiligheid en begeleiding door de
politie.
Welke diensten verleent de FOD Binnenlandse
Zaken aan de koninklijke familie en hoeveel
personeel staat hiervoor ter beschikking? Hoeveel
keer deed zij daarop een beroep in 2007 en voor
welk bedrag? Worden die uitgaven doorgerekend
op de civiele lijst of op de respectieve dotaties? Zal
de minister deze uitgaven in de toekomst aan het
Paleis doorfactureren?
08.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Lundi soir, le
Palais a fait savoir à quoi l'ex-reine Fabiola comptait
affecter la généreuse dotation dont elle bénéficie.
Cette dotation s'élève à 1,472 million d'euros, sans
compter
les
dépenses
de
sécurité
et
d'accompagnement par la police.
Quels services le SPF Intérieur fournit-il à la famille
royale et combien de personnes sont mobilisées à
cet effet ? Combien de fois la famille royale a-t-elle
eu recours à ces services en 2007 et pour quel
montant ? Ces dépenses sont-elles imputées à la
liste civile ou aux dotations respectives ? Le
ministre facturera-t-il ces dépenses au Palais à
l'avenir ?
08.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Er zijn
momenteel 234 federale politiemensen toegewezen
voor de bescherming van de koninklijke familie en
08.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Actuellement, 234 policiers fédéraux sont affectés à
la protection de la famille royale et à la surveillance
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
voor de bewaking van de koninklijke paleizen en
domeinen. De jaarlijkse kostprijs voor deze
opdracht wordt geraamd op 14 miljoen euro. Deze
uitgaven worden niet doorgerekend aan het Paleis,
maar ingeschreven op de begroting van de federale
politie. Dit systeem dateert al van voor de
politiehervorming. Het idee om deze uitgaven aan te
rekenen op de civiele lijst maakt deel uit van een
ruimer debat dat niet in het kader van deze
commissie gevoerd moet worden.
des palais et domaines royaux. Le coût annuel de
cette mission est estimé à 14 millions d'euros. Ces
dépenses ne sont pas facturées au Palais mais
inscrites au budget de la police fédérale. Ce
système est antérieur à la réforme des polices.
L'idée d'imputer ces dépenses à la liste civile
s'inscrit dans un débat plus large qui ne doit pas
être mené au sein de cette commission.
08.03 Jan Jambon (CD&V - N-VA): Ik denk dat we
initiatieven moeten nemen om de uitgaven voor
deze geprivilegieerde familie binnen de perken te
houden. Wij zullen hierover een wetsvoorstel
indienen.
08.03 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Je pense que
nous devons prendre des initiatives pour limiter les
dépenses consacrées à cette famille privilégiée.
Nous déposerons une proposition de loi à cet effet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
alarmcentrale voor artsen" (nr. 1850)
09 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de l'Intérieur sur "la centrale d'alarme des
médecins" (n° 1850)</b>
09.01 Jean-Luc Crucke (MR): Als reactie op het
geweld
waarmee
artsen
soms
worden
geconfronteerd,
heeft
de
Nederlandstalige
artsenvakbond drie eisen gesteld. De eerste eis is
de ontwikkeling van een alarmsysteem via gsm
voor de artsen, gefinancierd door de federale
overheid. De tweede eis bestaat in de mogelijkheid
van begeleiding of minstens follow-up door de
politie voor artsen die worden opgeroepen om in
een risicovolle situatie te interveniëren. De derde
eis, die veeleer tot de minister van Volksgezondheid
is
gericht,
is
de
uitbreiding
van
de
derdebetalersregeling opdat artsen niet zouden
moeten rondlopen met grote sommen geld die de
ogen kunnen uitsteken.
Hebt u hieromtrent een onderhoud gehad met het
medisch korps? Zijn er raakpunten? Bestaat er een
consensus over sommige dossiers?
09.01 Jean-Luc Crucke (MR) : En réaction aux
actes de violence auxquels les médecins sont
parfois confrontés, le syndicat des médecins
généralistes néerlandophones a lancé trois
revendications. La première est un système de
GSM d'alerte pour les médecins, financé par
l'autorité fédérale. La deuxième est la possibilité
pour les médecins appelés à intervenir dans une
situation
risquée
de
bénéficier
d'un
accompagnement ou du moins d'un suivi policier.
La troisième, qui s'adresse davantage à la ministre
de la Santé, est l'extension du système du tiers
payant afin que les médecins ne doivent pas
transporter des sommes d'argent susceptibles de
susciter la convoitise.
Avez-vous eu des rencontres à ce sujet avec le
corps
médical ?
Y a-t-il des
points de
rapprochement ? Existe-t-il un consensus à propos
de certains dossiers ?
09.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Hoewel de
veiligheid van de artsen me na aan het hart ligt, kan
mijn departement geen alarmsysteem financieren.
Het spreekt voor zich dat elke arts zich op eigen
kosten zo'n systeem kan aanschaffen. Op fiscaal
niveau genieten zelfstandigen, beoefenaars van
vrije beroepen en kmo's sinds 2003 een verhoogde
belastingaftrek voor beveiliging. In het kader van de
begrotingsbesprekingen zal ik voorstellen om die
regeling uit te breiden tot de diensten van
gespecialiseerde
bewakingsfirma's,
zoals
de
aansluiting op een alarmcentrale.
09.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Bien
que la sécurité des médecins me tienne
particulièrement à coeur, le financement d'un
système d'alarme par mon département n'est pas
possible. Bien entendu, chaque médecin est libre
de se procurer, à sa charge, un tel système. Au
niveau fiscal, une déduction relevée en matière de
sécurisation est d'application depuis 2003 pour les
indépendants, les professions libérales et les PME.
Dans le cadre des discussions budgétaires, je
proposerai de l'élargir aux prestations de service
d'entreprises de gardiennage spécialisées, par
exemple le raccordement à une centrale d'alarme.
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Eventuele
politiebegeleiding
tijdens
de
wachtdiensten valt onder de bevoegdheid van de
burgemeester. De kostprijs van een dergelijke
maatregel is voor de rekening van het lokale
bestuursniveau.
Teneinde ten slotte het risico op diefstal te
verminderen door ervoor te zorgen dat de artsen
minder cashgeld bij zich hebben, ben ik voorstander
van
de
gevraagde
uitbreiding
van
de
derdebetalersregeling.
L'accompagnement policier éventuel pendant les
services de garde relève de la compétence du
bourgmestre et le coût d'une telle mesure devrait
être assumé à l'échelon local.
Enfin, pour réduire le risque de vol en limitant
l'argent liquide transporté par les médecins, je suis
favorable à l'élargissement demandé du système
du tiers payant.
09.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ook ik ben die
mening toegedaan en ik zal niet nalaten u te
steunen als het gaat om de derdebetalersregeling.
09.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Je partage votre
point de vue et ne manquerai pas de vous appuyer
quant au tiers payant.
09.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Om de
aftrekbaarheid te verhogen, zal ik de steun van de
minister van Financiën nodig hebben.
09.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : Pour
augmenter la déductibilité, j'aurai besoin du soutien
du ministre des Finances.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatie van 1999-2000" (nr. 1855)
10 Question de Mme Jacqueline Galant au
ministre de l'Intérieur sur "la régularisation de
1999-2000" (n° 1855)</b>
10.01 Jacqueline Galant (MR): De jongste weken
is er veel te doen geweest rond de economische
immigratie. Om daar nog verder op in te kunnen
gaan, zou het nuttig zijn om te weten wat er van de
mensen die in 1999 geregulariseerd werden,
geworden is. Kan u ons het verslag bezorgen over
hun kansen op de arbeidsmarkt op lange termijn?
Beschikt u over cijfers? Hoeveel van die mensen
zijn er momenteel aan de slag? Hoeveel ontvangen
er een sociale uitkering? Ten slotte, hoeveel
personen werden er in het kader van de operatie
van 1999 geregulariseerd?
10.01 Jacqueline Galant (MR) : L'immigration
économique fait couler beaucoup d'encre ces
dernières semaines. Afin de poursuivre la réflexion,
il serait intéressant de savoir ce que sont devenues
les personnes qui ont été régularisées en 1999.
Pouvez-vous
nous
fournir
le rapport
sur
l'employabilité de ces personnes à long terme ?
Disposez-vous de chiffres ? Combien de ces
personnes
travaillent
aujourd'hui ?
Combien
bénéficient d'allocations sociales ? Enfin, combien
de régularisations ont eu lieu suite à l'opération de
1999 ?
10.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Ingevolge
de wet van 22 december 1999 werden er 37.172
dossiers ingeleid. In 25.786 gevallen werd er een
positieve beslissing getroffen en in 6.348 een
negatieve. 4.018 dossiers werden geseponeerd en
in 817 dossiers werd om redenen van openbare
orde tot uitsluiting beslist. 203 dossiers moeten nog
behandeld worden. Naar schatting werden er meer
dan 50.000 mensen geregulariseerd.
Wat het verslag betreft, veronderstel ik dat u
zinspeelt op de studie over het sociaaleconomisch
profiel van de personen die in uitvoering van de wet
van 1999 geregulariseerd werden, en die door het
Centrum voor de gelijkheid van kansen bij twee
universiteiten werd besteld. Die studie is nog niet af.
De andere vragen over het aantal geregulariseerde
personen die werken of een sociale uitkering
10.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
Suite à la loi du 22 décembre 1999, 37.172 dossiers
ont été introduits. 25.786 ont fait l'objet d'une
décision positive et 6.348, d'une réponse négative ;
4.018 ont été classés sans objet et 817 dossiers ont
abouti à une décision d'exclusion pour des motifs
d'ordre public. Il reste 203 dossiers à traiter. On
peut estimer que plus de cinquante mille personnes
ont été régularisées.
Pour ce qui est du rapport, je suppose que vous
faites allusion à l'étude sur le profil socio-
économique des personnes régularisées en
exécution de la loi de 1999 que le Centre pour
l'égalité des chances a demandé à deux
universités. Cette étude est toujours en cours.
Par ailleurs, les questions concernant le nombre de
personnes régularisées qui travaillent ou bénéficient
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
ontvangen, behoren niet tot mijn bevoegdheid.
d'allocations sociales ne relèvent pas de ma
compétence.
10.03 Jacqueline Galant (MR): Tegen wanneer
zal de studie afgerond zijn?
10.03 Jacqueline Galant (MR) : Quand l'étude
sera-t-elle terminée ?
10.04 Minister Patrick Dewael
(Frans): De
resultaten worden tegen het eind van de maand
verwacht. Ik zal u verwittigen, zodra ze beschikbaar
zijn.
10.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : Les
résultats sont attendus pour la fin du mois. Je ne
manquerai pas de vous avertir quand ils seront
disponibles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Jan Jambon aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de tweetaligheid van
de Brusselse politie" (nr. 1869)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de taalsituatie bij de
Brusselse politie na het arrest van het
Grondwettelijk Hof" (nr. 1970)
11 Questions jointes de
- M. Jan Jambon au ministre de l'Intérieur sur "le
bilinguisme au sein de la police bruxelloise"
(n° 1869)<br>- M. Bart Laeremans au ministre de l'Intérieur sur
"la situation linguistique à la police de Bruxelles
après l'arrêt de la Cour constitutionnelle"
(n° 1970)</b>
11.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA): Na de
politiehervorming kreeg de Brusselse politie vijf jaar
de tijd om de tweede taal onder de knie te krijgen.
Maar bij het verstrijken van die periode bleek dat
amper de helft van de politiemensen over een
tweetaligheidsattest beschikte. Zij kregen daarom
wat extra tijd, tot 31 december 2007.
Vorig jaar vernietigde het Grondwettelijk Hof echter
deze overgangsmaatregel. Hierdoor is het oude
artikel 69 van de Taalwet opnieuw van kracht
geworden. Als gevolg daarvan komt de betrekking
van de politiemensen die niet aan de taalvereisten
voldoen, op de helling te staan.
Kan de minister, zoals beloofd, meedelen hoeveel
van de operationele personeelsleden van de zes
Brusselse
politiezones
die
aan
de
tweetaligheidsvereiste voldoen? Wat gebeurt er nu
met de personeelsleden die niet aan de vereisten
voldoen? Welke instructies werden er na het arrest
van het Grondwettelijk Hof gegeven aan de
korpsoversten? Werden er maatregelen genomen
om de tweetaligheid van de politieagenten te
bevorderen, in het bijzonder tijdens hun opleiding?
11.01 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Après la
réforme des polices, les policiers bruxellois ont
disposé d'un délai de cinq ans pour acquérir la
maîtrise de la seconde langue. Or, à la fin du délai il
s'est avéré qu'à peine la moitié des policiers
disposaient de l'attestation de bilinguisme. Le délai
a dès lors été prolongé jusqu'au 31 décembre 2007.
Or, la Cour constitutionnelle a annulé cette mesure
transitoire l'année dernière. L'ancien article 69 des
lois linguistiques est ainsi redevenu applicable.
L'emploi des policiers qui ne répondent pas aux
exigences linguistiques s'en trouve dès lors
menacé.
Combien de membres du personnel opérationnels
des six zones de police de Bruxelles satisfont-ils à
l'exigence de bilinguisme ? Qu'adviendra-t-il à
présent des membres du personnel qui n'y satisfont
pas ? Quelles instructions ont été données aux
chefs de corps après l'arrêt de la Cour
constitutionnelle ? Des mesures ont-elles été prises
pour promouvoir le bilinguisme des agents de
police, en particulier au cours de leur formation?
11.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): In
december vorig jaar beloofde de minister cijfers
over de taalkennis bij de Brusselse politie. Kan de
minister een overzicht geven van de situatie op 1
januari 2008 wat betreft de gewezen rijkswachters
en de nieuw aangeworven (hulp)agenten? Kan hij
een overzicht geven van de taalkennis van de
inspecteurs en agenten die in de afgelopen zeven
jaar in dienst traden in Brussel en er nog steeds
werken? Kan hij per jaar een overzicht geven van
11.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : En
décembre de l'année dernière, le ministre avait
promis de donner des chiffres sur l'état des
connaissances linguistiques auprès de la police
bruxelloise. Le ministre pourrait-il donner un aperçu
de la situation au 1er janvier 2008 en ce qui
concerne les anciens gendarmes et les agents
(auxiliaires) nouvellement recrutés ? Pourrait-il par
ailleurs donner un aperçu des connaissances
linguistiques des inspecteurs et agents entrés en
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
het aantal Brusselse inspecteurs dat deelnam aan
de
taalexamens
van
Selor
en
van
de
slaagpercentages bij deze examens?
Welke gevolgen heeft het arrest van het
Grondwettelijk Hof? Welke inspanningen werden er
sinds dit arrest geleverd om de taalverplichtingen te
respecteren? Hoe worden de eentalige inspecteurs
aangezet om aan de taalexamens deel te nemen en
welke gevolgen worden er verbonden aan een
weigering of aan herhaald mislukken?
service à la police de Bruxelles au cours des sept
dernières années et qui y sont toujours actifs ?
Pourrait-il fournir un aperçu, par année, du nombre
d'inspecteurs de la police de Bruxelles qui ont
participé aux examens linguistiques organisés par
le Selor et des pourcentages de réussite lors de ces
examens ?
Quelles sont les conséquences de l'arrêt de la Cour
constitutionnelle ? Quels efforts ont été fournis
depuis cet arrêt pour que les obligations
linguistiques soient respectées ? Comment incite-t-
on les inspecteurs unilingues à participer aux
examens linguistiques et quelles sont les
conséquences d'un refus ou d'échecs à répétition ?
11.03 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Deze
problematiek wordt onder de aandacht gebracht ten
gevolge van het recente arrest van het
Grondwettelijk Hof. Het gaat hierbij echter om meer
dan louter een aangelegenheid van de Brusselse
politie. De problematiek moet dan ook in het
ruimere kader van de discussies over de
staatshervorming en meer bepaald over de
Brusselse instellingen en het vigerende taalregime
worden bekeken. Het heeft geen zin om nu, onder
druk van het arrest, allerlei precieze richtlijnen uit te
vaardigen. Het is verkieselijk de debatten in het
kader van het Octopusoverleg af te wachten. Er zijn
dan ook geen specifieke instructies gegeven aan de
rekruteringsdiensten van de federale politie.
De toepassing van het arrest slaat uitsluitend op
nieuwe rekruteringen. Ik zie geen juridische basis
om
maatregelen
te
treffen
tegen
het
politiepersoneel dat momenteel in Brussel werkt en
daar benoemd werd op basis van akten die niet
meer vatbaar zijn voor schorsing of vernietiging. Ik
denk er niet aan politiepersoneel uit Brussel weg te
sturen nadat er zoveel inspanningen geleverd
werden om hen daar te krijgen. Er kan geen sanctie
worden opgelegd aan het betrokken personeel. De
federaal gesteunde lopende initiatieven inzake
taalopleidingen worden onverkort voortgezet.
Voor het detail van de cijfergegevens inzake
tweetaligheid verwijs ik naar het overzicht dat werd
gegeven bij de behandeling van het wetsontwerp
dat nu door het arrest werd vernietigd. Ik beschik
niet over een geactualiseerd totaaloverzicht. Er
bestaat immers geen centrale gegevensbank die
deze gegevens automatisch verstrekt. De cijfers
zouden bovendien enkel een gekende situatie
bevestigen:
niet
alle
in
Brussel
actieve
politieagenten bezitten het door de taalwetten
vereiste brevet van tweetaligheid.
11.03 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
L'attention est attirée sur ce problème à la suite du
récent arrêt de la Cour constitutionnelle. Il s'agit
toutefois d'un problème qui ne concerne pas que la
police de Bruxelles. Il doit dès lors être examiné
dans le cadre plus large des discussions sur la
réforme de l'État, et plus précisément sur les
institutions bruxelloises et le régime linguistique en
vigueur. Édicter diverses directives précises sous la
pression de l'arrêt ne présente actuellement aucun
intérêt. Il est préférable d'attendre les débats dans
le cadre de la concertation Octopus. Aucune
instruction spécifique n'a dès lors été donnée aux
services de recrutement de la police fédérale.
L'application de l'arrêt ne porte que sur les
nouveaux recrutements. Je ne vois aucune base
juridique permettant de prendre des mesures contre
le personnel de police actuellement en service à
Bruxelles et qui y a été nommé sur la base d'actes
qui ne sont plus susceptibles de suspension ou
d'annulation. Je n'ai nullement l'intention de
renvoyer du personnel de police à Bruxelles, après
avoir fourni tant d'efforts pour les y engager. Le
personnel concerné ne peut pas être sanctionné.
Les initiatives en cours en matière de formations
linguistiques soutenues par le pouvoir fédéral seront
intégralement poursuivies.
Pour les chiffres détaillés en matière de bilinguisme,
je me réfère à l'aperçu fourni lors de l'examen du
projet de loi annulé à présent par l'arrêt. Je ne
dispose pas d'un aperçu global actualisé. Il n'existe
effectivement aucune banque centrale de données
où ces données sont automatiquement disponibles.
Les chiffres ne confirmeraient en outre qu'une
situation connue, à savoir que les agents de police
en service à Bruxelles ne possèdent pas tous le
brevet de bilinguisme exigé par les lois
linguistiques.
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
11.04 Jan Jambon (CD&V - N-VA): Dit antwoord
heeft me niet veel wijzer gemaakt. De minister
verlengt eigenlijk een toestand van onwettelijkheid
tot er witte rook verschijnt uit het Octopusoverleg.
Welke burger kan zich veroorloven in een toestand
van onwettelijkheid te blijven leven?
11.04 Jan Jambon (CD&V - N-VA) : Cette réponse
ne m'a pas réellement éclairé. Le ministre prolonge
en fait une situation illégale jusqu'à ce que le
groupe Octopus arrive à un accord. Quel citoyen
peut se permettre de rester dans une situation
illégale ?
11.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dit
antwoord is eigenlijk hallucinant. De minister
weigert gevolg te geven aan de duidelijke
bepalingen van een arrest van het Grondwettelijk
Hof. Hij verkiest het Octopusoverleg af te wachten.
Het standpunt van de Franstaligen in deze
aangelegenheid is echter maar al te bekend: ze
willen elke verplichting tot tweetaligheid in Brussel
onderuithalen. Minister Dewael helpt hen hierbij nu
een handje.
Ik ontken met klem dat het arrest uitsluitend op
nieuwe rekruteringen van toepassing zou zijn.
De minister heeft eens te meer geen cijfers
gegeven over de tweetaligheid van de Brusselse
politie. Hij moet die toch maar gewoon opvragen bij
de zes politiezones. Het is duidelijk dat hij die cijfers
liever helemaal niet wil geven.
Kan de minister bevestigen of ontkennen dat er
sinds het arrest niet-tweetalige agenten werden
gerekruteerd bij de Brusselse politie? (Rumoer)
11.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Cette
réponse est hallucinante. Le ministre refuse de
donner suite aux dispositions sans équivoque d'un
arrêt de la Cour constitutionnelle, préférant attendre
les résultats des discussions au sein de l'Octopus.
Dans ce dossier, il est de notoriété publique que les
francophones entendent torpiller toute obligation de
bilinguisme à Bruxelles. M. Dewael leur apporte à
présent son appui.
Je démens fermement l'assertion selon laquelle
l'arrêt serait exclusivement applicable aux nouveaux
recrutements.
Une fois de plus, le ministre ne présente aucune
statistique concernant le bilinguisme à la police de
Bruxelles. Qu'il s'en enquière auprès des six zones
de police concernées. Il est clair qu'il préfère ne pas
divulguer ces chiffres.
Le ministre peut-il confirmer ou infirmer que des
agents non bilingues auraient été recrutés à la
police de Bruxelles depuis cet arrêt ? (Tumulte)
De voorzitter: U hebt recht op een repliek van twee
minuten. Het incident is gesloten.
U denkt wellicht met heimwee terug aan bepaalde
regimes, maar ik niet.
Le président : Vous avez droit à une réplique de
deux minutes. L'incident est clos.
Vous avez peut-être la nostalgie de certains
régimes, moi pas.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheid in en rond megadancings" (nr. 1875)
12 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre
de l'Intérieur sur "la sécurité dans et aux abords
des mégadancings" (n° 1875)</b>
12.01 Jean-Luc Crucke (MR): Nog net geen
veertien dagen geleden werd een Fransman door
drie wagens overreden in de buurt van een
megadancing. Geen enkele bestuurder stopte maar
even. Dit weekend nog werden vijf dealers in de
streek van Doornik aangehouden, ook nabij die
megadancings.
Zijn er bijzondere maatregelen genomen om de
criminaliteit die te maken heeft met die plaatsen
waar zogezegd feest wordt gevierd, te beperken?
De betrokken burgemeesters hebben gevraagd dat
de zones en het parket zouden samenwerken. Wat
12.01 Jean-Luc Crucke (MR) : Il y a moins de
quinze jours, aux abords d'un mégadancing, un
Français s'est fait écraser par trois voitures. Aucun
conducteur ne s'est arrêté. Ce week-end encore, on
a interpellé cinq dealers dans le Tournaisis, toujours
aux abords de ces mégadancings !
Des moyens spécifiques sont-ils développés pour
maîtriser la délinquance liée à ces endroits censés
être festifs ?
Les bourgmestres concernés ont déposé une
demande de collaboration entre les zones et avec le
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
is de stand van zaken?
parquet. Où cela en est-il ?
12.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De zaak in
verband met dat ongeval wordt onderzocht door het
parket van Doornik. De problemen met drugs zijn
weliswaar één van de prioriteiten van het nieuwe
nationaal veiligheidsplan, maar de problematiek van
de megadancings is ingewikkelder vermits het
verkeer ook wordt gestoord en er bovendien sprake
is van vandalisme. De plaatselijke overheid moet
dan ook een coördinatie bedenken om de openings-
en sluitingsuren op elkaar af te stemmen op een
groot grondgebied. De politiediensten nemen hun
verantwoordelijkheid onder meer op via een
samenwerking tussen plaatselijke politie, federale
politie en het parket van Doornik. In 2007 werden
negen FIPA (Full Integrated Police Action)-acties
gevoerd.
12.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
L'affaire concernant cet accident a été mise à
l'instruction du parquet de Tournai. Le problème lié
à la drogue est une des priorités du nouveau plan
national de sécurité, celui des mégadancings est
plus complexe puisqu'il implique aussi des
dérangements de circulation et du vandalisme. Les
autorités locales doivent envisager une coordination
pour harmoniser les heures d'ouverture et de
fermeture sur un large territoire. Les services de
police assument leur responsabilité entre autres par
une collaboration entre police locale, fédérale et
parquet de Tournai. En 2007, neuf actions FIPA
(Full Integrated Police Action) ont été menées.
12.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik zal u en uw
collega van Justitie schriftelijk uitnodigen u ter
plaatse te vergewissen van de specifieke
moeilijkheden met de megadancings. Ik hoop dat u
daarop zal ingaan.
12.03 Jean-Luc Crucke (MR) : Je vais vous écrire
pour vous inviter, vous et votre collègue de la
Justice, à venir constater sur place les difficultés
spécifiques liées aux mégadancings. J'espère une
réponse positive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Samengevoegde vragen van
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de zichtbaarheid van
politiemensen" (nr. 1890)
- de heer Michel Doomst aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het dragen van niet-
erkende kledij door politiemensen in functie"
(nr. 1891)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de zichtbaarheid
van motoragenten die het verkeer regelen"
(nr. 1928)
13 Questions jointes de
- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"la visibilité des policiers" (n° 1890)<br>- M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur
"le port de vêtements non agréés par des
policiers en fonction" (n° 1891)<br>- M. Bruno Stevenheydens au ministre de
l'Intérieur sur "la visibilité des agents motorisés
qui règlent la circulation" (n° 1928)</b>
13.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA): De
hulpdiensten binnen de Europese Unie moeten
kledij dragen die de Europese normering
respecteert. Er werd afgesproken dat de kleur voor
de politiediensten geel moet zijn. In ons land werd
voorheen geopteerd voor oranje. Deze kleur is
echter
niet
wettelijk
beschermd:
gewone
motorrijders mogen vandaag evengoed zo een
oranje hesje dragen.
Zal ons land de Europese afspraak volgen? Indien
voor een bepaalde kleur wordt geopteerd, zou men
dan best geen wettelijke maatregelen treffen om die
kleur te beschermen, zodat ze exclusief voor de
politie gereserveerd wordt?
Sommige politiemensen dragen momenteel, met
13.01 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : Au sein de
l'Union européenne, les services de secours doivent
porter des tenues respectant les normes
européennes. Il a été convenu que la couleur des
services de police doit être le jaune. Dans notre
pays, on avait opté auparavant pour l'orange. Cette
couleur n'est toutefois pas protégée légalement : les
motards n'appartenant pas à la police peuvent aussi
porter une veste orange.
Notre pays respectera-t-il les accords européens ?
Si l'on opte en faveur d'une couleur déterminée, ne
serait-il pas opportun de légiférer afin de protéger
cette couleur en la réservant exclusivement à la
police ?
Aujourd'hui, avec l'accord de leur hiérarchie,
certains policiers portent régulièrement des
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
akkoord
van
hun
korpsleiding,
geregeld
tweekleurige kledij. Ook dit zorgt voor de nodige
verwarring. Wat vindt de minister van deze
kledijkeuze? Worden de agenten bij ongevallen en
andere
incidenten
gedekt
door
de
arbeidsongevallenverzekering?
vêtements bicolores. Cette situation constitue
également une source de confusion. Que pense le
ministre de ce choix de couleur vestimentaire ? En
cas d'accidents, ou d'autres incidents, les agents
sont-ils couverts par l'assurance accidents du
travail ?
13.02 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang):
Politieagenten die het verkeer regelen, moeten
fluorescerende en reflecterende kledij dragen.
Motoragenten die sporadisch worden ingezet, zijn
vaak onvoldoende zichtbaar. Ze beschikken over
een fluorescerende overgooier, maar dragen hem
niet altijd. Moeten motoragenten die overgooier bij
zich hebben en moeten ze hem ook aantrekken?
Kan de minister maatregelen nemen om de
zichtbaarheid van agenten die het verkeer regelen
te verhogen?
13.02 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang) :
Les agents de police qui règlent la circulation
doivent porter des vêtements fluorescents et
réfléchissants. Les policiers-motards aux services
desquels il est fait appel sporadiquement manquent
souvent de visibilité. Ils disposent d'une chasuble
fluorescente mais ils ne la portent pas toujours. Les
policiers-motards doivent-ils avoir sur eux cette
chasuble et doivent-ils s'en vêtir ? Le ministre peut-
il prendre des mesures de nature à accroître la
visibilité des agents qui règlent la circulation ?
13.03 Minister Patrick Dewael (Nederlands):
Strijdkrachten en ordehandhavers vallen niet onder
de
Europese
norm
EN
471
over
waarschuwingskledij. De federale politie streeft naar
een zo hoog mogelijk beschermingsniveau van de
politiebeambten. Geel is niet de officiële kleur van
de politiebeambten.
De uniformcommissie heeft de kleuren van de
waarschuwingskledij in een normenboek gegoten.
Die kleuren wettelijk beschermen is moeilijk, omdat
talrijke andere instellingen rode, gele of oranje
waarschuwingskledij gebruiken.
In afwachting van de publicatie van de normen
hebben politiezones zelf naar oplossingen gezocht,
waardoor er nu uniformstukken circuleren die niet
conform zijn aan het KB van 10 juni 2006. De Vaste
Commissie heeft er midden 2007 op gewezen dat
de herkenbaarheid een probleem is. Het resultaat
van de studie daarover komt er binnenkort. Het is
aan de gouverneurs om de naleving van de
reglementering in verband met kleding te
controleren.
13.03 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Le personnel des forces armées et celui chargé du
maintien de l'ordre ne tombent pas sous
l'application de la norme européenne EN 471
relative aux vêtements de signalisation. La police
fédérale souhaite que ses fonctionnaires bénéficient
d'un niveau de protection optimal. Le jaune n'est
pas la couleur officielle des policiers.
La commission des uniformes a coulé dans un
cahier des normes les couleurs des vêtements de
signalisation. Protéger légalement ces couleurs
n'est pas chose aisée parce que beaucoup d'autres
institutions utilisent des vêtements de signalisation
rouges, jaunes ou oranges.
En attendant la publication des normes, les zones
de police ont recherché elles-mêmes des solutions
de sorte que circulent actuellement des pièces
d'uniforme non conformes à l'arrêté royal du 10 juin
2006. Vers le milieu de 2007, la Commission
permanente a attiré l'attention des pouvoirs publics
sur l'insuffisance du caractère reconnaissable des
vêtements concernés. Les résultats de l'étude
consacrée à ce problème seront disponibles
prochainement. Il appartient aux gouverneurs de
veiller au respect de la réglementation ayant trait à
ces vêtements.
13.04 Michel Doomst (CD&V - N-VA): Het is
wachten op de resultaten van de studie. Opteren
voor één kleur zou niet slecht zijn.
13.04 Michel Doomst (CD&V - N-VA) : Il ne reste
plus qu'à attendre les résultats de cette étude. Mais
opter pour une seule couleur ne serait pas une
mauvaise solution.
13.05 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Ik
weet nu nog steeds niet of de motoragenten hun
overgooier moeten meenemen en dragen of niet.
De minister zou de kledingvoorschriften moeten
rondsturen.
13.05 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang) :
Et je ne sais toujours pas si les policiers-motards
doivent emporter et enfiler leur survêtement ou non.
Le ministre devrait diffuser les règles à respecter en
matière vestimentaire.
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
talrijke ongegronde aanklachten tegen de politie"
(nr. 1892)
14 Question de Mme Katrien Schryvers au
ministre de l'Intérieur sur "les nombreuses
plaintes non fondées contre la police" (n° 1892)</b>
14.01 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA): Het
Comité P klaagt het grote aantal ongegronde en
valse aanklachten tegen de politie aan. Het aantal
klachten is opgelopen tot 2.500 en daarvan is nog
geen 30 procent gegrond. Er is sprake van
onwetendheid bij de burger, maar ook van kwaad
opzet.
Is dezelfde trend merkbaar bij de Algemene
Inspectie van de federale en de lokale politie? In
hoeveel gevallen draagt het Comité de afhandeling
van de klacht over aan het hoofd van een andere
politiedienst? Wat zal de minister doen om tegen te
gaan dat burgers ongegronde klachten indienen,
zonder evenwel terechte klagers af te schrikken?
Denkt de minister aan een systeem van boetes?
14.01 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA) : Le
Comité P dénonce le nombre important de plaintes
infondées et de dénonciations malveillantes dont la
police est l'objet. Le nombre de plaintes s'est élevé
à 2.500, dont moins de 30% sont fondées.
L'ignorance
des
citoyens,
mais
aussi
la
malveillance, sont évoquées en l'espèce.
L'Inspection générale de la police fédérale et locale
observe-t-elle la même tendance ? Dans combien
de cas le Comité délègue-t-il le traitement de la
plainte au chef d'un autre service de police ?
Quelles initiatives le ministre prendra-t-il pour éviter
que des citoyens introduisent des plaintes
infondées, sans pour autant décourager les
personnes dont les plaintes sont fondées ?
Envisage-t-il un système d'amendes ?
14.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Een
klacht indienen is een individueel recht van de
burger dat onderschreven wordt door de
politiediensten. Het klopt dat het aantal klachten
stijgt en dat veel van die klachten ongegrond zijn.
De stijging is niet per definitie een slechte zaak,
maar het is natuurlijk wel kwalijk dat bepaalde
burgers klachten gebruiken als manoeuvre om
vaststellende politieambtenaren in een slecht
daglicht te plaatsen om zichzelf te verschonen.
De mogelijkheid om een klacht in te dienen is een
van de garanties op de democratische, legitieme
werking van de politie. Daarom vind ik het een
gevaarlijke idee om maatregelen te nemen die het
indienen van ongegronde klachten zouden
tegengaan. Administratief beboeten lijkt me daarom
geen goed idee.
Uiteraard kunnen we moeilijk aanvaarden dat louter
kwaadwillige klachten de werking van de politie
bemoeilijken of besmeuren. Daarom moeten de
instanties die de klachten onderzoeken, snel de
ongegronde klachten van de gegronde scheiden.
De Algemene inspectie en het Comité P geven
geen gevolg aan klachten die duidelijk zonder
voorwerp zijn of niet voldoende elementen bevatten.
Anonieme klachten worden evenmin in aanmerking
genomen,
tenzij
de
aangeklaagde
feiten
zwaarwichtig zijn. Die beslissing moet telkens
gemotiveerd aan de indiener worden meegedeeld.
14.02
Patrick
Dewael,
ministre (en
néerlandais) : Le dépôt d'une plainte est un droit
individuel du citoyen, auquel les services de police
souscrivent. Il est exact que le nombre de plaintes
augmente et que, parmi celles-ci, beaucoup sont
infondées. Cette hausse n'est pas négative en soi
mais il est fâcheux, par contre, que citoyens se
servent de la plainte pour discréditer les agents
verbalisants et s'exonérer eux-mêmes.
La possibilité d'introduire une plainte constitue l'une
des garanties du fonctionnement démocratique et
légitime de la police. C'est pourquoi l'idée de
prendre des mesures contre les auteurs de plaintes
infondées me paraît dangereuse, au même titre que
les amendes administratives.
Il nous est évidemment difficile de tolérer que des
plaintes
déposées
par
pure
malveillance
compliquent ou ternissent le travail de la police.
C'est pourquoi les autorités qui examinent les
plaintes doivent distinguer rapidement, parmi celles-
ci, celles qui sont fondées ou non. L'Inspection
générale et le Comité P ne réservent pas de suites
aux plaintes qui sont manifestement sans objet ou
qui ne comportent pas assez d'éléments. De même,
les plaintes anonymes ne sont pas prises en
considération, sauf si les faits incriminés sont
graves. La décision et sa motivation doivent être
communiquées à chaque fois au plaignant.
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
In 2007 opende de Algemene Inspectie 1.109
klachtendossiers. Wat er met elke klacht gebeurde,
bezorg ik de vraagstellers schriftelijk. Het Vast
Comité P ontving vorig jaar 2.314 klachten tegen
politiemensen. In 57 gevallen werd de afhandeling
van de klacht overgedragen aan de federale politie
en in 494 aan de lokale politie.
Een politieambtenaar tegen wie een ongegronde
klacht werd ingediend, kan onder bepaalde
voorwaarden een klacht indienen wegens laster,
eerroof, lasterlijke aangifte of smaad. Rechtshulp
kan dan geboden worden ten laste van de
werkgever.
En 2007, l'Inspection générale a ouvert 1.109
dossiers de plaintes. J'informerai les auteurs des
questions par écrit de la suite réservée à chaque
plainte. Le Comité permanent P a reçu l'an dernier
2.314 plaintes contre des policiers. Le traitement de
la plainte a été transféré à la police fédérale dans
57 cas et à la police locale dans 494 cas.
Un agent de police qui fait l'objet d'une plainte non
fondée peut, sous certaines conditions, déposer
une plainte pour calomnie, diffamation, dénonciation
calomnieuse ou outrage. Une aide juridique peut
alors être offerte à charge de l'employeur.
14.03 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA): Er
zijn
uiteraard
garanties
nodig
voor
een
democratische, legitieme werking van de politie.
Klagen is een recht, dus de minister wil geen
beperkingen invoeren. Misschien moet er wel een
onderscheid worden gemaakt tussen ongegronde
klachten die steunen op onwetendheid en klachten
die steunen op kwaadwilligheid. Misschien moeten
we voor die laatste groep de strafrechterlijke toer
opgaan, want ze zijn niet te tolereren.
14.03 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA) : Des
garanties sont évidemment nécessaires en vue d'un
fonctionnement démocratique et légitime de la
police. La possibilité de porter plainte constitue un
droit et le ministre refuse donc de prévoir des
limitations.
Peut-être
faudrait-il
établir
une
distinction entre les plaintes non fondées déposées
par ignorance et les plaintes malveillantes. Peut-
être devrions-nous emprunter la voie pénale pour
ce dernier groupe de plaintes, qui ne sont pas
tolérables.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Luk Van Biesen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de inzet van
reddingshonden" (nr. 1906)
- de heer Pierre-Yves Jeholet aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de procedure voor de
oprichting
van
de
kynologenhulpverleningsteams" (nr. 2046)
15 Questions jointes de
- M. Luk Van Biesen au ministre de l'Intérieur sur
"le recours aux chiens de sauvetage" (n° 1906)<br>- M. Pierre-Yves Jeholet au ministre de l'Intérieur
sur "la procédure de mise en place des équipes
de secours cynophiles" (n° 2046)</b>
15.01 Luk Van Biesen (Open Vld): De inzet van
reddingshonden is geregeld bij KB van 18 oktober
2002 en een ministeriële rondzendbrief van 18
januari 2005.
Toch is er geen duidelijke wetgeving over training
en examens, waardoor er geen accreditaties meer
worden uitgereikt voor nieuwe honden. De eisen
voor deelname aan het korps van Belgische
reddingshonden zouden bovendien onvoldoende
uniform zijn en het oproepingssysteem zou ook niet
duidelijk zijn.
Ondanks een akkoord met de politie zou de
hulpverlening
de
reddingshonden
van
kynologenhulpteams te weinig inzetten.
Erkent de minister de problemen? Is de minister
bereid de examens wettelijk te regelen zodat
duidelijk is aan welke eisen een reddingshond hoort
15.01 Luk Van Biesen (Open Vld) : L'utilisation de
chiens de secours est régie par l'arrêté royal du 18
octobre 2002 et par une circulaire ministérielle du
18 janvier 2005.
Il n'existe toutefois pas de législation claire relative
à la formation et aux examens, si bien que l'on ne
peut plus accorder d'accréditations pour de
nouveaux chiens. Par ailleurs, les conditions pour
faire partie du corps des chiens de secours belges
seraient insuffisamment uniformisées et le système
d'appel manquerait de clarté.
En dépit d'un accord passé avec la police, les
services de secours feraient trop peu appel aux
chiens des équipes de secours cynophiles.
Le ministre admet-il la réalité de ces problèmes ?
Est-il disposé à réglementer les examens sur le
plan juridique, afin que l'on sache précisément à
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
te voldoen?
quelles exigences doit satisfaire un chien de
secours?
15.02 Pierre-Yves Jeholet (MR): Het ministerieel
besluit tot verduidelijking van het koninklijk besluit
van 11 oktober 2002 tot organisatie van
kynologenhulpverleningsteams bestaat wel degelijk
maar is nog niet ondertekend. Alleen tijdelijke
teams konden bijgevolg worden samengesteld.
Vrijwilligers vatten bovendien hun opleidingsproces
aan. Volgens uw administratie zou dat ministerieel
besluit pas in september aanstaande ondertekend
moeten worden.
Zal dat echt gebeuren en zal het besluit in het
Belgisch Staatsblad verschijnen, waardoor de
opleidingen van hulphondengeleiders officieel van
start kunnen gaan?
15.02 Pierre-Yves Jeholet (MR) : L'arrêté
ministériel précisant l'arrêté royal du 11 octobre
2002 portant sur l'organisation des équipes de
secours cynophiles existe bel et bien, mais n'est
pas encore signé. Seules des équipes provisoires
ont donc été mises en place et des personnes
volontaires entament le processus de formation.
D'après votre administration, cet arrêté ministériel
ne devrait être signé qu'en septembre prochain.
Le sera-t-il effectivement et sera-t-il publié au
Moniteur, ce qui permettrait aux formations de
maîtres-chiens de débuter officiellement ?
15.03 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Het
is inderdaad zo dat de voorwaarden voor de training
en examens niet duidelijk gereglementeerd zijn. Er
wordt dan ook gewerkt aan een ministerieel besluit
om hierin duidelijkheid te scheppen.
De accreditaties worden nog altijd uitgereikt volgens
het koninklijk besluit van 11 oktober 2002 op basis
van relevante ervaring of een eventuele opleiding.
De toelatingsvoorwaarden voor dit korps worden
duidelijk vermeld in artikelen 3, 5 en 6.
De oproepen voor inzet verlopen via een
Nederlandstalige en een Franstalige coördinator,
verantwoordelijk voor het opstellen van een
maandelijkse lijst met de beschikbaarheid van de
kynologenteams.
15.03 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Les modalités de dressage et d'examen ne sont
effectivement pas réglementées clairement. Aussi
nous attelons-nous à l'élaboration d'un arrêté
ministériel clarifiant ces modalités.
Les accréditations sont toujours délivrées sur la
base de l'arrêté royal du 11 octobre 2002 en
fonction d'une expérience pertinente ou d'une
formation éventuelle. Les conditions d'accès à ce
corps sont mentionnées clairement aux articles 3, 5
et 6.
Les appels en vue d'une intervention sont lancés
par un coordinateur néerlandophone et un
coordinateur francophone qui assument la
responsabilité de dresser une liste mensuelle qui
permet de connaître les disponibilités des équipes
de cynologues.
(Frans) Mijnheer Jeholet, het ministerieel besluit dat
het koninklijk besluit van 11 oktober 2002
verduidelijkt, zou in september 2008 in het Belgisch
Staatsblad moeten verschijnen. Zodra het in
werking treedt, zullen de opleidingen van
hondengeleiders van start kunnen gaan.
(En français) Monsieur Jeholet, l'arrêté ministériel
précisant l'arrêté royal du 11 octobre 2002 devrait
paraître au Moniteur belge en septembre 2008. Dès
son entrée en vigueur, les formations de maîtres-
chiens pourront commencer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
brandweerbediening in de gemeente Lens"
(nr. 1941)
16 Question de Mme Jacqueline Galant au
ministre de l'Intérieur sur "la couverture de la
commune de Lens en matière de lutte contre
l'incendie" (n° 1941)</b>
16.01 Jacqueline Galant (MR): De gemeente Lens
hing af van de brandweerdienst van Aat. Sinds
1 januari
2008,
heeft
de
gemeente,
na
beraadslaging van de gemeenteraad, besloten dat
de brandweerdienst van Chièvres voortaan bevoegd
zou zijn.
16.01 Jacqueline Galant (MR) : La commune de
Lens dépendait du service d'incendie d'Ath. Depuis
le 1
er
janvier 2008, la commune a décidé, après
délibération du conseil communal, de dépendre de
celui de Chièvres.
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
In het kader van de alternatieve financiering, heeft
het Waalse Gewest beloofd sommige projecten van
kazernes te subsidiëren. De gemeente Chièvres
heeft een project ingediend maar het is niet zeker
dat het in aanmerking zal worden genomen.
Werd er over dit dossier overleg gepleegd tussen
de provincie, het Gewest en de federale overheid?
Is de gemeente Chièvres in staat om de veiligheid
te garanderen van een tweede gemeente zonder
wijziging van de structuren
en van de
personeelsbezetting? Zou men niet beter wachten
op de hervorming van de civiele bescherming die
nog steeds uitblijft? Kan een gemeente bij gewone
beslissing van de gemeenteraad besluiten om van
brandweerdienst te veranderen?
Dans le cadre du financement alternatif, la Région
wallonne a promis de subventionner certains projets
de casernes. La commune de Chièvres a rentré un
projet mais il n'est pas certain qu'il soit retenu.
Une concertation a-t-elle eu lieu entre la province, la
Région et le fédéral dans ce dossier ? La commune
de Chièvres est-elle capable d'assurer la sécurité
d'une deuxième commune sans changement des
structures et des effectifs ? Ne vaut-il pas mieux
attendre la réforme de la sécurité civile qui n'est
toujours pas effective ? Une commune peut-elle
décider par simple délibération au conseil
communal de changer de centre d'incendie ?
16.02 Minister Patrick Dewael
(Frans):
Overeenkomstig de wet van 31 december 1963 is
de gouverneur ertoe gemachtigd de gewestelijke
brandweerdiensten aan te passen nadat hij of zij de
betrokken gemeenteraden heeft geraadpleegd. De
drie betrokken gemeenteraden (Aat, Chièvres en
Lens) hebben de opgeroepen aanpassing gunstig
geadviseerd. Het goedkeuringsbesluit van de
gouverneur volgt binnenkort.
Nu staat de brandweerdienst van Aat nog altijd in
voor Lens. Ondertussen is het beginsel van de
snelste aangewezen hulp dat in de wet van 15 mei
2007 is ingeschreven, in voege getreden. Voor
dringende opdrachten in Lens wordt het principe
van het dubbel vertrek toegepast: Aat en Chièvres
treden op.
16.02 Patrick Dewael , ministre (en français) :
Conformément à la loi du 31 décembre 1963, le
gouverneur peut modifier les groupes régionaux
d'incendie, après consultation des conseils
communaux
intéressés.
Les
trois
conseils
communaux concernés (Ath, Chièvres et Lens) ont
émis un avis favorable à la modification évoquée.
L'arrêté d'approbation du gouverneur devrait
intervenir d'ici peu.
Actuellement, c'est toujours le service incendie
d'Ath qui est responsable pour Lens. Entre-temps,
le principe de l'aide adéquate la plus rapide prévu
par la loi du 15 mai 2007 est entré en vigueur. Pour
les missions urgentes à Lens, le principe du double
départ est appliqué : Ath et Chièvres interviennent.
16.03 Jacqueline Galant (MR): U beweert dat
Lens nog altijd van Aat afhangt maar volgens de
beraadslaging van de gemeenteraad hangt Lens
vanaf 1 januari van Chièvres af. Bovendien maakt
men in een huis-aan-huisfolder de inwoners wijs dat
het gebouw klaar is en dat de veiligheid optimaal is.
De burgers worden dus verkeerd ingelicht over hun
veiligheid.
16.03 Jacqueline Galant (MR) : Vous affirmez
que Lens dépend toujours d'Ath, mais la
délibération du conseil communal dit que depuis le
1
er
janvier, Lens dépend de Chièvres. En outre,
dans un toute-boîtes, on fait croire aux habitants
que le bâtiment est prêt et que la sécurité est
assurée de manière optimale. De fausses
informations sont donc transmises aux citoyens au
sujet de leur sécurité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
banalisering en herstriping van politievoertuigen"
(nr. 1950)
17 Question de Mme Katrien Schryvers au
ministre de l'Intérieur sur "la banalisation et le
nouveau stripping des véhicules de police"
(n° 1950)</b>
17.01 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA): Als
gevolg van de politiehervorming moeten de
voertuigen van de politiediensten op een eenduidige
manier 'gestriped' worden. In de rondzendbrief GPI
17.01 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA) : A la
suite de la réforme des services de police, les
véhicules de ces services doivent être dotés d'un
« stripping » uniforme. La circulaire GPI 13 du 16
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
13 van 16 januari 2002 van minister Duquesne staat
dat dit voor alle voertuigen definitief moet gebeurd
zijn op 1 januari 2007.
Wanneer een voertuig niet meer gebruikt wordt
door de politiediensten, is het maar logisch dat dit
voertuig eerst gebanaliseerd dient te worden voor
het elders kan gebruikt worden. De situatie ligt
echter anders in het geval van oude voertuigen,
voorzien van de oude streep, die de politie zelf nog
wenst te gebruiken voor logistieke inzet.
De kostprijs voor banalisering en herstriping loopt al
gauw op tot meer dan 1.000 euro.
Is de herstriping van alle voertuigen verplicht en de
moeite waard? Geldt een eventuele verplichting ook
indien het oude voertuig niet wordt gebruikt als
interventievoertuig?
janvier 2002 du ministre Duquesne dispose que
cela doit être définitivement chose faite pour tous
les véhicules avant le 1
er
janvier 2007.
Lorsqu'un véhicule n'est plus utilisé par les services
de police, il est tout à fait logique que ce véhicule
doive d'abord être banalisé avant de pouvoir être
utilisé ailleurs. Il n'en va toutefois pas de même
pour les anciens véhicules, munis de l'ancienne
bande, dont la police elle-même souhaite encore se
servir à des fins logistiques.
Le coût de la banalisation et du « restripping »
dépasse vite les 1.000 euros.
Le « restripping » de tous les véhicules est-il
obligatoire ? Vaut-il la peine ? Une obligation
éventuelle est-elle d'application si l'ancien véhicule
n'est pas utilisé comme véhicule d'intervention ?
17.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De
rondzendbrief bepaalt inderdaad dat vanaf 1 januari
2007 alle interventievoertuigen met de nieuwe
striping rondrijden. In de vijf jaar sinds de circulaire
werden de oudste voertuigen uit het verkeer
genomen en werden de overige aangepast, al kan
het zijn dat, gedurende nog een jaar of twee,
uitzonderlijk enkele voertuigen rondrijden die niet
voorzien zijn van de nieuwe striping.
Een voertuig echter dat niet wordt ingezet voor
operationele doeleinden, hoeft geen nieuwe striping
te hebben.
17.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
La circulaire dispose en effet qu'à compter du 1
er
janvier 2007, tous les véhicules d'intervention
doivent circuler avec le nouveau « stripping ». Au
cours des cinq années qui se sont écoulées depuis
la circulaire, les véhicules les plus anciens ont été
retirés de la circulation et les autres ont été adaptés
quoiqu'il se peuve que pendant un ou deux ans,
quelques véhicules non pourvus du nouveau
« stripping » circulent encore à titre exceptionnel.
Toutefois, un véhicule qui n'est pas utilisé à des fins
opérationnelles ne doit pas obligatoirement avoir un
nouveau « stripping ».
17.03 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA): Ik zal
dit met plezier melden aan de korpsen.
17.03 Katharina Schryvers (CD&V - N-VA) : Je
me ferai un plaisir de communiquer ces
informations aux corps.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
toepassing van artikel 11, § 2 laatste lid van de
Vreemdelingenwet (slachtoffers van familiaal
geweld in de gezinsherenigingsprocedure)"
(nr. 1968)
18 Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre de l'Intérieur sur "l'application de
l'article 11, § 2, dernier alinéa, de la loi sur les
étrangers (victimes de violences familiales dans
la procédure de regroupement familial)" (n° 1968)</b>
18.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Op
1 juni 2007 trad de nieuwe verblijfswet in werking.
Deze wet wijzigde onder meer grondig de regels
inzake
gezinshereniging
met
een
niet-EU
onderdaan. Wanneer een familielid op deze manier
naar België komt, is deze persoon gedurende een
periode van drie jaar afhankelijk van de
vreemdeling die hij of zij komt vervoegen. Zo geldt
er een samenwoningsverplichting en moet er
sprake zijn van een werkelijk gezinsleven. Deze
18.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : La
nouvelle loi sur le séjour est entrée en vigueur le
1er
juin
2007.
Cette
loi
a
notamment
fondamentalement modifié les dispositions relatives
au regroupement familial avec un ressortissant non
européen. Lorsqu'un membre de la famille arrive en
Belgique en vertu de ces dispositions, cette
personne dépend de l'étranger qu'il ou elle vient
rejoindre pendant une période de trois ans. Une
obligation de cohabitation est ainsi d'application et
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
potentiële machtspositie kan in sommige gevallen
tot misbruiken leiden.
Positief is dat artikel 11 §2 laatste lid bepaalt dat de
minister in het bijzonder rekening houdt met de
situatie van personen die het slachtoffer zijn van
geweld in de familie, die het huishouden verlaten
hebben en bescherming nodig hebben. Deze
regeling is echter erg onduidelijk: de procedure is
nergens specifiek bepaald.
Bovendien lijkt het mij aangewezen dat de
gemeenten betrokken worden bij de toepassing van
artikel 11 §2 laatste lid. De gemeenten onderzoeken
immers het samenwonen via de wijkagent en het is
op basis van hun verslag dat DVZ een beslissing
neemt.
Momenteel bestaat er ook geen regeling voor het
betekenen van beslissingen aan vrouwen die in een
vluchthuis verblijven. Hun adres wordt per definitie
niet in het rijksregister opgenomen.
Welke concrete richtlijnen zijn er over hoe en
wanneer men een beroep kan doen op artikel 11 §2
laatste lid van de vreemdelingenwet? Welke
bewijsstukken moeten de slachtoffers voorleggen?
Op welke manier kunnen de gemeenten bij de
procedure betrokken worden? Kunnen deze
richtlijnen bekend worden gemaakt aan alle
betrokken
partijen,
bijvoorbeeld
via
een
rondzendbrief?
Welk adres kunnen slachtoffers in een vluchthuis
opgeven en op welk adres moeten de beslissingen
betekend worden? Wat met slachtoffers die niet
verblijven in een vluchthuis?
Kunnen familieleden die nog niet zijn toegelaten tot
een verblijf genieten van de bescherming van artikel
11 §2 laatste lid? Kunnen familieleden met een
beperkt
verblijfsrecht
genieten
van
deze
bescherming? Bestaat er een gelijkaardige regeling
voor buitenlandse familieleden van Belgen en EU-
burgers?
la vie de famille doit être réelle. Cette position de
force potentielle peut aboutir à des abus dans
certains cas.
Heureusement, l'article 11 §2 dernier alinéa stipule
que le ministre tient avant tout compte de la
situation de personnes victimes de violences
intrafamiliales, qui ont quitté la maison et ont besoin
d'une protection. Cette réglementation est toutefois
très imprécise : la procédure n'est spécifiée nulle
part.
Il me semble par ailleurs indiqué que les communes
soient associées à l'application de l'article 11§2
dernier alinéa. Les communes vérifient en effet la
cohabitation par l'intermédiaire de l'agent de
quartier. Celui-ci établit un rapport sur la base
duquel l'Office des étrangers tranche.
Il n'existe actuellement aucune réglementation
relative à la communication de décisions à des
femmes qui résident dans un centre d'accueil. Par
définition, leur adresse ne figure pas au registre
national.
Quelles sont les directives concrètes en ce qui
concerne le recours à l'article 11 § 2 dernier alinéa
de la loi sur les étrangers ? Quand et comment
peut-il être invoqué ? Quelles pièces justificatives
les victimes doivent-elles présenter ? De quelle
manière
les
communes
peuvent-elles
être
associées à la procédure ? Ces directives peuvent-
elles être annoncées à toutes les parties
concernées, par exemple par le biais d'une
circulaire ?
Quelle adresse les victimes placées en maison
d'accueil peuvent-elles préciser et à quelle adresse
les décisions doivent-elles être signifiées ? Qu'en
est-il des victimes qui ne résident pas en maison
d'accueil ?
Les membres d'une famille dont le séjour n'est pas
encore autorisé peuvent-ils bénéficier de la
protection de l'article 11 § 2 dernier alinéa ? Les
membres de la famille dont le droit de séjour est
limité peuvent-ils bénéficier de cette protection ?
Existe-t-il une réglementation équivalente pour les
membres étrangers d'une famille de Belges et de
ressortissants de l'Union européenne ?
18.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands):
Artikel 11 § 2, laatste lid, van de vreemdelingenwet
is gebaseerd op de Europese richtlijn over de
gezinshereniging. Die bepaalt dat in 'buitengewoon
moeilijke
omstandigheden'
een
autonome
verblijfstitel wordt afgeleverd. Er staat geen
limitatieve opsomming in de wet, er wordt geval per
geval geoordeeld. Volgens de memorie van
toelichting kan seksueel misbruik beschouwd
18.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
L'article 11, § 2, dernier alinéa, de la loi sur les
étrangers est basé sur la directive européenne
relative au regroupement familial, qui prévoit l'octroi
d'un titre de séjour autonome « en cas de situation
particulièrement difficile ». La loi ne comprend
aucune énumération limitative, l'appréciation étant
effectuée au cas par cas. Selon l'exposé des motifs,
l'abus sexuel peut être considéré comme une
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
worden als huishoudelijk geweld. De beslissing tot
behoud van verblijf in geval van huishoudelijk
geweld
wordt
uitsluitend
door
de
Dienst
Vreemdelingenzaken genomen.
Het is niet opportuun concrete richtlijnen te geven in
een circulaire. Die zouden immers bepaalde
gevallen per definitie uitsluiten en eigenlijk een
beperking inhouden van de vreemdelingenwet en
de richtlijn over gezinshereniging. Bovendien
zouden bindende criteria kunnen worden misbruikt.
De Dienst Vreemdelingenzaken zal de bepaling
over huishoudelijk geweld niet nodeloos streng
interpreteren. Zelfs als er al een einde werd gesteld
aan de verblijfsvergunning en nadien blijkt dat er
sprake was van huishoudelijk geweld, kan het
verblijf toch nog worden toegekend. Dit ligt in de lijn
van het toekennen van het verblijf om 'prangende
humanitaire redenen'.
De beslissing wordt betekend door de gemeente
van de plaats waar de vreemdeling zich bevindt.
Deze betekening gebeurt persoonlijk in het
gemeentehuis en niet op het domicilieadres. De
mededeling van het verblijfsadres volstaat dus om
de betrokkene te kunnen contacteren.
Artikel 11 § 2, laatste lid, is niet van toepassing op
familieleden die nog geen verblijfsrecht kregen of
enkel een beperkte verblijfsvergunning. Toch kan
het verblijf om 'prangende humanitaire redenen' of
als
slachtoffer
van
mensenhandel
worden
toegekend. Voor familieleden van EU-burgers of
Belgen voorziet het nieuwe artikel 42quater er
eveneens in dat het verblijfsrecht behouden blijft in
bijzonder schrijnende situaties, zoals huishoudelijk
geweld.
violence domestique. La décision relative au
maintien du séjour en cas de violence domestique
appartient exclusivement à l'Office des étrangers.
Il n'est pas opportun de fournir des directives
concrètes dans une circulaire. En effet, celles-ci
excluraient certains cas
par définition et
impliqueraient en fait une limitation de la loi sur les
étrangers et de la directive relative au
regroupement familial. En outre, des critères
contraignants
pourraient
être
invoqués
abusivement.
L'Office des étrangers ne se livrera pas inutilement
à une interprétation stricte de la disposition relative
à la violence domestique. Même s'il a déjà été mis
fin au titre de séjour et qu'il s'avère par la suite qu'il
était question de violence domestique, le séjour
peut néanmoins encore être accordé. Ce principe
s'inscrit dans la ligne de l'octroi du séjour pour des
raisons humanitaires impérieuses.
La décision est notifiée par la commune du lieu où
séjourne l'étranger. Cette notification s'effectue en
personne à l'administration communale et non au
domicile. La communication de l'adresse de
résidence suffit donc pour la prise de contact avec
l'intéressé.
L'article 11, § 2, dernier alinéa, ne s'applique pas
aux membres de la famille qui ne disposent pas
encore d'un droit de séjour ou n'ont obtenu qu'un
permis de séjour limité. Le séjour peut néanmoins
être accordé pour des raisons humanitaires
impérieuses ou encore aux victimes de la traite des
êtres humains. Pour les membres de la famille de
citoyens UE ou belges, le nouvel article 42quater
prévoit également le maintien du droit de séjour
dans des situations particulièrement difficiles, telles
que la violence domestique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
statuut van de erkende instellingen voor
nucleaire veiligheidscontrole" (nr. 1964)
19 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre
de l'Intérieur sur "le statut des organismes
agréés en contrôle de sécurité nucléaire"
(n° 1964)</b>
19.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): De erkende
instellingen die met het Federaal Agentschap voor
nucleaire controle samenwerken, hebben een vzw-
statuut. In een resolutie van april 2007 heeft het
Parlement echter een aanpassing van hun statuut
gevraagd opdat ze dochterondernemingen van
publiekrechtelijke bedrijven zouden worden, die
onder toezicht en controle van het Agentschap
zouden geplaatst worden. In de resolutie werd
19.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : Les
organismes agréés qui travaillent avec l'Agence
fédérale de contrôle nucléaire ont le statut d'ASBL.
Or, dans une résolution d'avril 2007, le Parlement a
demandé que leur statut soit modifié pour qu'ils
deviennent des filiales des sociétés de droit public,
placées sous la tutelle et le contrôle de l'Agence. Il
était également demandé que le rôle de l'Agence
soit plus proactif et plus coercitif par rapport à ces
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
tevens gevraagd dat het Agentschap proactiever en
dwingender zou optreden ten aanzien van die
erkende instellingen.
Volgens informatie waarover ik beschik, zouden de
verschillende erkende instellingen een akkoord
hebben gesloten met het oog op de concrete
uitwerking van een en ander. Hoe ver staat het
daarmee?
organismes agréés.
D'après mes informations, un accord semblait avoir
été conclu entre les différents organismes agréés
pour concrétiser ces dispositions. Où en est-on à
cet égard ?
19.02 Minister Patrick Dewael
(Frans): De
controles in de nucleaire inrichtingen worden door
drie erkende instanties uitgevoerd. Ingevolge de
resolutie die door de Kamer werd aangenomen,
heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle besprekingen opgestart teneinde de
controleopdrachten van de erkende instellingen in
een nieuwe stichting te centraliseren. Die structuur
bestaat vandaag vanuit juridisch oogpunt. Volgens
de oorspronkelijke planning moest die stichting op
31 december 2007 operationeel worden. Het statuut
van de erkende instellingen dient niet te worden
herzien omdat de activiteit op zich en de betrokken
personeelsleden naar de nieuwe structuur zullen
worden overgeheveld.
De drie instellingen hebben positief gereageerd. Ik
heb evenwel gevraagd de lopende besprekingen tot
het aantreden van een nieuwe regering op te
schorten. De overgangsperiode tijdens welke de
erkende
instellingen
hun
controleopdrachten
konden voortzetten, werd tot 31 december van dit
jaar verlengd. Ondertussen heeft het Agentschap
initiatieven genomen om zijn toezicht op de
werkzaamheden van de erkende instellingen te
verscherpen.
19.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Les
contrôles dans les établissements nucléaires sont
exécutés par trois organismes agréés. Suite à la
résolution votée par la Chambre, l'Agence fédérale
de contrôle nucléaire a entamé des discussions en
vue de centraliser les missions de contrôle des
organismes agréés au sein d'une nouvelle
fondation. Cette structure existe aujourd'hui
juridiquement. Selon le planning initialement prévu,
cette fondation devait être opérationnelle le 31
décembre 2007. Une modification du statut des
organismes agréés n'est pas nécessaire puisque
l'activité elle-même et le personnel concerné seront
transférés vers la nouvelle structure.
Les trois organismes ont réagi d'une manière
positive. J'ai toutefois demandé de suspendre les
discussions en cours jusqu'à l'entrée en fonction
d'un nouveau gouvernement. La période transitoire
qui permettait aux organismes agréés de poursuivre
leurs missions de contrôle a été prolongée jusqu'au
31 décembre de cette année. Entre-temps, l'Agence
a pris des initiatives pour renforcer le contrôle
qu'elle exerce sur le travail des organismes agréés.
19.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ik neem er
nota van dat de overgangsperiode tot 31 december
2008 loopt. U zei dat er een stichting in het leven zal
worden geroepen. Bestaat diezelfde structuur al
elders?
19.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : J'ai noté
qu'il y aura une période transitoire jusqu'au 31
décembre 2008. Vous m'avez indiqué qu'une
fondation sera mise en place. La même structure a-
t-elle déjà été mise en place ailleurs ?
19.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Er moet
een
fundamentele
herstructurering
worden
doorgevoerd door een regering die over
volwaardige bevoegdheden beschikt. Daarom heb
ik de regering gevraagd die overgangsperiode tot
het einde van dit jaar te verlengen. Ondertussen
vind ik het een uitstekend idee om de beheerders
van het Agentschap te ontmoeten teneinde na te
gaan hoe de resolutie ten uitvoer kan worden
gelegd. Voor het overige is mijn antwoord wat het
is.
19.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : Une
restructuration fondamentale doit être réalisée par
un gouvernement avec les pleins pouvoirs. C'est la
raison pour laquelle j'ai demandé au gouvernement
de prolonger cette période jusqu'à la fin de cette
année. Entre-temps, je trouve que c'est une
excellente idée de rencontrer les responsables de
l'Agence pour voir comment la résolution peut être
exécutée. Pour le reste, j'ai répondu ce que j'ai
répondu.
19.05 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!): Ik ken het
mechanisme van zo'n stichting niet. Ik zou graag
weten hoe het werkt, want het strookt niet met wat
in de resolutie werd gevraagd.
19.05 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen!) : Je ne
connais pas le mécanisme de la fondation. Cela
m'intéresserait de savoir comment cela fonctionne
car cela ne correspond pas à ce que la résolution
demandait.
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
Ik deel uw standpunt over de overgangsperiode en
het feit dat een regering die over volwaardige
bevoegdheden beschikt, de beslissingen ter zake
moet nemen. Maar doordat de overgangsperiode
tot eind 2008 loopt, kunnen er in het veld problemen
rijzen op het stuk van de personeelsbinding:
specialisten
kunnen
immers
door
andere
organismen zoals Suez worden benaderd. Het ware
verstandig de nodige tijd uit te trekken om die
problematiek te analyseren.
Je partage votre avis concernant la période
transitoire et le fait que ce soit un gouvernement
avec les pleins pouvoirs qui assume les décisions
qui sont prises. Cependant, une période transitoire
qui se prolongerait jusque fin 2008 présente le
risque de créer des difficultés sur le terrain en
matière de fidélisation du personnel spécialisé qui
pourrait être courtisé par d'autres organismes
comme Suez. Il serait judicieux de trouver un
moment pour analyser cela.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Éric Thiébaut aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenstelling van de selectiecommissie voor de
aanstelling van de zonechef" (nr. 2011)
20 Question de M. Éric Thiébaut au ministre de
l'Intérieur sur "la composition de la commission
de sélection pour la désignation du chef de zone"
(n° 2011)</b>
20.01 Eric Thiébaut (PS): De wet op de
geïntegreerde
politie
bepaalt
dat,
in
de
meergemeentezones, de korpschef van de lokale
politie aangewezen wordt uit de kandidaten die door
een selectiecommissie geschikt worden bevonden.
De burgemeesters mogen geen deel uitmaken van
die commissie, tenzij ze over een bijzonder
mandaat beschikken. Volgens de modaliteiten voor
een eerste aanstelling in sommige betrekkingen van
de lokale politie, mogen de burgemeesters van
meergemeentezones
daarentegen
wel
als
raadgevende leden aanwezig zijn.
Me dunkt dat de aanstelling van een zonechef een
belangrijke beslissing is voor een politiezone. Het is
dan ook absoluut noodzakelijk dat de kandidaten
door de selectiecommissie worden gehoord.
Hoewel de politieraad de kandidaten die door de
selectiecommissie geschikt werden bevonden
nadien nog steeds kan horen, lijkt het me toch
absoluut noodzakelijk dat de andere burgemeesters
van de politiezone van bij de aanvang van de
procedure in de selectiecommissie aanwezig
mogen zijn. Waarom kan de regel van de
facultatieve aanwezigheid van de burgemeesters in
de selectiecommissies voor een eerste aanstelling
niet uitgebreid worden tot de daaropvolgende
aanstellingen?
20.01 Éric Thiébaut (PS) : La loi sur la police
intégrée
prévoit
que,
dans
les
zones
pluricommunales, le chef de corps de la police
locale est désigné parmi les candidats jugés aptes
par
une
commission
de
sélection.
Les
bourgmestres ne peuvent participer à cette
commission sauf s'ils sont porteurs d'un mandat
particulier. En revanche, les modalités de la
première désignation à certains emplois de la police
locale autorisent la présence des bourgmestres des
zones pluricommunales à titre consultatif.
Il me semble que la désignation d'un chef de zone
constitue un moment important dans la vie d'une
zone. Les auditions des candidats par la
commission de sélection représentent un préalable
essentiel. Même si le conseil de police peut toujours
auditionner les candidats déclarés aptes par celle-
ci, il me paraît indispensable que les autres
bourgmestres de la zone puissent être présents dès
le stade de la commission de sélection. Dès lors,
pourquoi ne pas étendre la règle de la présence
facultative des bourgmestres à la commission de
sélection prévue pour les primo-désignations aux
désignations suivantes ?
20.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Zowel om
praktische het aantal waarnemers moet
beheersbaar blijven als om principiële redenen
stel
ik
me
terughoudend
op.
Sommige
politieraadsleden pleiten inderdaad voor de
aanwezigheid van waarnemers uit de fracties.
Men mag de procedures van de commissie niet
verwarren met die van de politieraad of de
gemeenteraad. In mijn ogen is de aanwezigheid van
de burgemeesters in de commissie niet nodig. Maar
ik zal me daar niet tegen verzetten, indien een grote
20.02 Patrick Dewael , ministre (en français) : Je
suis réticent, pour des raisons tant pratiques le
nombre d'observateurs doit rester gérable que de
principe. En effet, des conseillers de police plaident
en faveur de la présence d'observateurs issus des
groupes.
Il ne faut pas faire l'amalgame entre les procédures
au niveau de la commission et au niveau du conseil
de police ou du conseil communal. La présence des
bourgmestres à la commission ne me paraît pas
nécessaire. Toutefois, je ne m'y opposerai pas si
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
meerderheid van plaatselijke besturen uit alle
provincies daar voorstander van is.
Gelet op de informatie waarover ik beschik, ben ik
trouwens van oordeel dat er eerst zou moeten
worden
nagedacht
over
de
selectie-
en
evaluatieprocedures voor de mandatarissen van de
geïntegreerde politie.
une forte majorité d'autorités locales y est favorable
dans toutes les provinces.
Vu les informations que j'ai reçues, j'estime par
ailleurs qu'il faudrait d'abord mener une réflexion
sur les méthodes de sélection et d'évaluation des
mandataires de la police intégrée.
20.03 Eric Thiébaut (PS): Ik neem er nota van dat
u mijn voorstel niet volledig van de hand wijst. Als
men de burgemeesters de toestemming zou
verlenen om die commissies bij te wonen, zou dat
niet voor meer problemen zorgen dan wanneer de
Kamerleden de vergaderingen van alle commissies
zelfs zonder er vast lid van te zijn zouden
kunnen bijwonen.
20.03 Eric Thiébaut (PS) : Je note que vous
n'êtes pas tout à fait fermé à ma proposition. Cette
autorisation donnée aux bourgmestres ne serait pas
moins gérable que l'autorisation pour tout député de
notre
assemblée
d'assister
à
toutes
les
commissions, même sans en être membre effectif.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "afwijkend
seksueel gedrag dat in de brandweerkazerne van
Thuin werd gefilmd" (nr. 2019)
21 Question de M. Denis Ducarme au ministre de
l'Intérieur sur "les dérives sexuelles filmées au
sein de la caserne des pompiers de Thuin"
(n° 2019)</b>
21.01
Denis
Ducarme
(MR):
Vier
brandweermannen van de kazerne van Thuin
zouden tijdens hun diensturen afwijkend seksueel
gedrag vertoond hebben en hun daden vervolgens
gefilmd hebben.
Het parket heeft een onderzoek ingesteld, maar de
gemeente achtte het niet nodig de betrokkenen te
schorsen. In de kazerne van Thuin is evenwel nog
maar pas een kadettenschool ondergebracht, waar
voornamelijk minderjarigen, onder wie ook jonge
meisjes, school lopen. Omdat een reactie van de
gemeente uitbleef, heb ik uw departement en de
inspectiediensten op de hoogte gebracht van de
bezorgdheid van enkele ouders en heb ik hen
gevraagd toe te zien op de bescherming van de
minderjarigen.
Mag ik ervan op aan dat al uw aandacht naar dit
dossier zal uitgaan?
21.01 Denis Ducarme (MR) : Quatre pompiers de
la
caserne
de
Thuin
auraient
eu
des
comportements sexuels déviants durant leurs
heures de service et auraient filmé leurs actes.
Une enquête a été ouverte par le parquet mais
l'autorité communale n'a pas jugé utile de
suspendre les auteurs. Or, la caserne de Thuin
abrite depuis peu une école de cadets,
principalement composée de mineurs d'âge, dont
des jeunes filles. Vu l'absence de réaction de la
commune, j'ai fait part à votre département et aux
services de l'inspection de l'inquiétude de certains
parents et je leur ai demandé de veiller à la
protection des mineurs.
Accorderez-vous toute votre attention à ce dossier ?
21.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik heb de
Inspectie van de Brandweerdiensten gevraagd om
er bij het gemeentebestuur van Thuin op aan te
dringen dat er maatregelen zouden worden
genomen.
21.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : J'ai
chargé l'inspection des services d'incendie d'insister
auprès des autorités communales de Thuin pour
que des mesures soient prises.
21.03 Denis Ducarme (MR): Drie jaar geleden had
u de Inspectie reeds naar de betrokken kazerne
gestuurd maar blijkbaar blijven de problemen
aanslepen. Ikzelf hou alle informatie waarover ik
beschik en die zou kunnen bijdragen tot het goede
verloop van de administratieve en gerechtelijke
21.03 Denis Ducarme (MR) : Vous aviez déjà
envoyé l'inspection dans cette caserne il y a trois
ans, mais il semble que les problèmes persistent.
Pour ma part, je tiens à la disposition de vos
services et du parquet toutes les informations en
ma possession qui pourraient contribuer au bon
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
onderzoeken, ter beschikking van uw diensten en
van het parket.
déroulement des enquêtes administratives et
judiciaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
zelfmoord van een afgewezen asielzoeker in het
station van Namen" (nr. 2036)
22 Question de M. Georges Gilkinet au ministre
de l'Intérieur sur "le suicide d'un demandeur
d'asile débouté en gare de Namur" (n° 2036)</b>
22.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Op 5
februari gooide een asielzoeker, die pas een bevel
om het grondgebied te verlaten had gekregen, zich
voor een trein. Aangezien de opvangregels
binnenkort misschien versoepeld zouden kunnen
worden, had een moratorium van enkele maanden
dit
tragisch
overlijden
misschien
kunnen
voorkomen. Dit specifiek geval is tekenend voor de
situatie zoals die door tal van asielzoekers wordt
ervaren.
Heeft u weet van dit drama? Welke conclusies trekt
u daaruit voor het asielbeleid? Beschikt u over
statistieken betreffende het aantal zelfmoorden
onder asielzoekers? Zal dit drama het asielbeleid
tenminste tijdelijk doen evolueren, door middel van
een moratorium?
22.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Le 5
février, un demandeur d'asile qui venait de recevoir
un ordre de quitter le territoire s'est jeté sous un
train. Puisqu'il semble que les règles d'accueil
pourraient être assouplies sous peu, un moratoire
de quelques mois aurait peut-être permis d'éviter
cette fin tragique. Ce cas précis est symptomatique
de la situation vécue par de nombreux demandeurs
d'asile.
Avez-vous été informé de ce drame ? Quelles
conclusions en tirez-vous pour la politique d'asile ?
Disposez-vous de statistiques sur le nombre de
suicides de demandeurs d'asile ? Ce drame fera-t-il
évoluer la politique d'asile, au moins de manière
temporaire par le biais d'un moratoire ?
22.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik vind het
Parlement niet de geschikte plaats om individuele
gevallen te bespreken. Ik kan u evenwel meedelen
dat mijn diensten van een zelfmoordpoging op de
hoogte werden gebracht.
Wat de statistieken betreffende het aantal
zelfmoorden van (voormalige) asielzoekers betreft,
verwijs ik u door naar mijn collega die bevoegd is
voor Fedasil. Tot op heden werd er slechts één
zelfmoord in de gesloten centra geregistreerd en die
dateert al van 2004.
Een rechtsstaat kan geen moratorium instellen dat
de rechtszekerheid in het gedrang zou brengen en
onrechtvaardig en discriminerend zou zijn ten
aanzien van uitgeprocedeerden die gevolg hebben
gegeven aan een verwijderingsmaatregel.
22.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
J'estime que le Parlement n'est pas l'endroit pour
discuter de cas individuels. Je peux cependant
communiquer que mes services ont été avertis
d'une tentative de suicide.
En ce qui concerne les statistiques relatives au
nombre de suicides de demandeurs ou d'ex-
demandeurs d'asile, je vous renvoie à mon collègue
compétent pour Fedasil. À ce jour, un seul suicide a
été répertorié dans les centres fermés, en 2004.
Un état de droit ne peut pas prévoir un moratoire
qui mettrait à mal la sécurité juridique et serait
injuste et discriminatoire à l'égard des déboutés qui
ont donné suite à une mesure d'éloignement.
22.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Ik ken uw
standpunt en het verandert niet echt. En ik kan u
meedelen dat de zelfmoordpoging van Omar
jammer genoeg gelukt is.
Ik zal bijkomende informatie verzamelen over het
aantal zelfmoorden bij asielzoekers.
Ik wil u er tevens aan herinneren dat op enkele
22.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!) : Je
connais votre position, elle n'évolue pas beaucoup.
Et je vous informe que la tentative de suicide
d'Omar a malheureusement réussi.
Je chercherai des informations complémentaires en
ce qui concerne le nombre de suicides parmi les
demandeurs d'asile.
Je vous rappelle que cent cinquante personnes sont
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
honderden meters hiervandaan 150 personen in
hongerstaking zijn. Onze fractie zal ervoor zorgen
dat hun noodkreet niet zonder gevolg blijft, ondanks
uw onbuigzame houding. Die mensen negeren is
een rechtsstaat onwaardig.
en grève de la faim à quelques centaines de mètres
d'ici. Notre groupe fera en sorte que leur cri de
détresse ne reste pas sans effet malgré votre
inflexibilité. L'ignorer serait indigne d'un état de
droit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
23 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
rekrutering van een Belg door het terreurnetwerk
Al-Qaeda" (nr. 2047)
23 Question de M. Denis Ducarme au ministre de
l'Intérieur sur "le recrutement d'un Belge par le
réseau terroriste d'Al Quaïda" (n° 2047)</b>
23.01 Denis Ducarme (MR): In het Iraakse Sinjar
heeft men een lijst ontdekt waarop de namen
stonden van 600 door Al-Qaida gerekruteerde
personen. Die lijst maakt dus duidelijk dat er naast
het rekruteringsnetwerk van Degauque ook nog
andere netwerken bestaan.
Werd er naar aanleiding van deze bevindingen een
onderzoek gestart? Volgens onze informatie was de
jonge Belg die op de lijst stond, Hafid genaamd, nog
student. Ondervraagt uw departement studenten op
de campussen over rekruteringen voor de jihad?
Werden er rekruteringspogingen vastgesteld?
Werd er van start gegaan met een Europese
coördinatie wat dit dossier betreft?
23.01 Denis Ducarme (MR) : Une liste de six
cents personnes recrutées par Al-Qaida, dont des
Européens et un Belge, a été découverte à Sinjar.
Cette liste révèle l'existence d'autres filières de
recrutement que la filière Degauque.
Une enquête a-t-elle été ouverte à ce sujet ? Que
pouvez-vous en dire ? Selon nos informations, le
jeune Belge qui figure sur la liste, M. Hafid, était
étudiant. Votre département enquête-t-il sur les
campus à propos des relais djihadistes ? Des
tentatives de recrutement ont-elles été observées ?
Une coordination européenne a-t-elle été initiée sur
ce dossier ?
23.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Uw vraag
heeft betrekking op zaken die behoren tot de
bevoegdheid van de diensten van Justitie. De
minister van Binnenlandse Zaken vraagt de
politiediensten om bijzondere aandacht te besteden
aan het toezicht over organisaties die een risico
inhouden voor de openbare orde.
23.02 Patrick Dewael , ministre (en français) :
Votre question relève des compétences des
services de la Justice. Le ministre de l'Intérieur
demande aux services de police d'accorder une
attention particulière au suivi des groupements
représentant un risque pour l'ordre public.
23.03 Denis Ducarme (MR): U heeft mijn vraag
over de Europese coördinatie niet beantwoord.
23.03 Denis Ducarme (MR) : Vous ne m'avez pas
répondu au sujet de la coordination européenne.
23.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Mijn
collega van Justitie kan u zeggen of er al dan niet
een gerechtelijk onderzoek ingesteld is.
23.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : Le
ministre de la Justice peut vous dire s'il y a une
enquête judiciaire ou non.
23.05 Denis Ducarme (MR): Ik heb goed
begrepen dat u geen minister van Justitie bent maar
toch wil ik weten of een coördinatie bestaat tussen
uw departement en de Europese equivalenten wat
betreft de netwerken voor de rekrutering van
terroristen in België, in Frankrijk en in Italië.
Ik zal uw hierover een schriftelijke vraag stellen.
23.05 Denis Ducarme (MR) : J'ai bien compris
que vous n'êtes pas ministre de la Justice mais
j'aimerais savoir s'il existe une coordination entre
votre département et vos équivalents européens
concernant les filières de recrutement terroriste en
Belgique, en France et en Italie.
Je me permettrai de vous reposer une question
écrite à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Guido De Padt aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de kritiek
24 Question de M. Guido De Padt au ministre de
l'Intérieur sur "la critique émise par la
13/02/2008
CRABV 52
COM 102
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
van de Vaste Begeleidingscommissie van de
lokale politie op het contract van de
ademanalysetoestellen" (nr. 2051)
Commission d'accompagnement permanente de
la police locale au sujet du contrat relatif aux
éthylomètres" (n° 2051)</b>
24.01 Guido De Padt (Open Vld): De vaste
begeleidingscommissie voor de lokale politie levert
pittige kritiek op het tienjarig contract dat werd
gesloten met een privébedrijf met het oog op de
levering
en
het
onderhoud
van
de
ademanalysetoestellen voor alcoholcontroles. De
begeleidingscommissie eist zelfs een nieuw
contract. Er wordt op gewezen dat het bedrijf thans
een monopoliepositie bekleedt met alle financiële
implicaties van dien.
Hoe werd dit contract afgesloten? Wat vindt de
minister van de ongezouten kritiek van de vaste
begeleidingscommissie?
24.01 Guido De Padt (Open Vld) : La Commission
permanente d'accompagnement de la police locale
émet de sévères critiques à l'encontre du contrat
décennal conclu avec une entreprise privée en vue
de la livraison et de l'entretien des éthylomètres
destinés
aux
contrôles
d'alcoolémie.
La
Commission d'accompagnement exige même un
nouveau contrat. Il est à remarquer que l'entreprise
occupe actuellement une position de monopole
avec toutes les implications financières que cela
suppose.
Comment ce contrat a-t-il été conclu ? Que pense
le ministre des vives critiques émises par la
Commission permanente d'accompagnement ?
24.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De
wetgeving werd bij het afsluiten van het
raamcontract helemaal gerespecteerd. Het contract
is zo opgesteld dat elk politiekorps, indien gewenst,
er modulair kan van gebruik maken.
Het contract werd afgesloten met het bedrijf Dräger
Safety Belgium nv en behelst volgende zaken: de
aankoop en het onderhoud van de toestellen
inclusief
het
door
de
leverancier
zelf
voorgeschreven
jaarlijkse
kalibreren;
de
driejaarlijkse vervanging van het kristalonderdeel;
de verificatie door een geaccrediteerd laboratorium
met het oog op een modelgoedkeuring door de
dienst Metrologie van de FOD Economie. Deze
laatste opdracht werd toevertrouwd voor de firma
Alcometrics bvba.
Een politiekorps mag andere toestellen aankopen,
maar er wordt gestreefd naar een zo groot
mogelijke standaardisering.
Het contract loopt tot 2009 voor de aankoop van
nieuwe toestellen, tot 2012 voor de bijhorende
verbruiksproducten en tot 2013 voor het onderhoud,
het kalibreren en het aanbieden voor verificatie.
De kosten voor onderhoud en verificatie worden
gedragen door de lokale korpsen, maar worden,
mits bepaalde voorwaarden inzake standaardisering
worden
gerespecteerd,
vergoed
door
het
verkeersveiligheidfonds.
Ik begrijp dat sommige korpsen de indruk hebben
gekregen dat het raamcontract en de nagestreefde
standaardisering hun vrijheid kortwieken. Een
heldere communicatie met de politiekorpsen zou
24.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Le contrat-cadre est parfaitement conforme à la
législation. Il a été rédigé de telle manière que
chaque corps de police puisse y recourir de façon
modulaire s'il le désire.
Le contrat a été signé avec l'entreprise Dräger
Safety Belgium sa et comprend l'achat et l'entretien
des appareils, le calibrage annuel prescrit par le
fournisseur, le remplacement d'un élément
essentiel tous les trois ans ainsi que la vérification
par un laboratoire agréé, en l'espèce la société
Alcometrics bvba, en vue de l'approbation de
modèle par le service de Métrologie du SPF
Économie.
Les corps de police peuvent acquérir d'autres
appareils, mais l'objectif est d'arriver à une
standardisation maximale.
Le contrat prend fin en 2009 pour l'achat de
nouveaux appareils, en 2012 en ce qui concerne les
produits de consommation et en 2013 pour
l'entretien, le calibrage et la présentation à la
vérification.
Les coûts d'entretien et de vérification sont
supportés par les corps de police locale mais sont
indemnisés par le fonds pour la sécurité routière
moyennant le respect de certaines conditions en
matière de standardisation.
Je conçois que certains corps ont ressenti ce
contrat-cadre ainsi que l'objectif de standardisation
comme une entrave à leur liberté. Une
communication transparente avec les corps de
CRABV 52
COM 102
13/02/2008
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
hier al heel veel kunnen oplossen.
police pourrait cependant résoudre de nombreux
problèmes de cet ordre.
24.03 Guido De Padt (Open Vld): Goede
communicatie juich ik alleszins toe.
24.03 Guido De Padt (Open Vld) : J'applaudis, en
tout cas, à toute communication de qualité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De bespreking van de vragen eindigt om 12.38 uur.
La discussion des questions se termine à 12 h 38.