KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 021
CRABV 52 COM 021
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag
mardi
13-11-2007
13-11-2007
Voormiddag
Matin
CRABV 52
COM 021
13/11/2007
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
aanwerving van cipiers en agenten bij de
Staatsveiligheid die niet over de Belgische
nationaliteit beschikken" (nr. 240)
1
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le recrutement de
gardiens de prison et d'agents de la Sûreté de
l'État qui ne disposent pas de la nationalité belge"
(n° 240)
1
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
aanwerving van niet-Belgen bij de FOD Justitie"
(nr. 245)
1
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le
recrutement par le SPF Justice de personnes ne
disposant pas de la nationalité belge" (n° 245)
1
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
nationaliteitsvoorwaarde bij de aanwerving van
penitentiair beambten" (nr. 265)
1
- Mme Els De Rammelaere à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la condition
de nationalité lors du recrutement d'agents
pénitentiaires" (n° 265)
1
Sprekers:
Bart
Laeremans,
Els
De
Rammelaere, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Orateurs:
Bart
Laeremans,
Els
De
Rammelaere, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
afficheringsplicht in huurzaken" (nr. 275)
3
Question de M. Raf Terwingen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'obligation
d'affichage en matière locative" (n° 275)
3
Sprekers: Raf Terwingen, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Orateurs: Raf Terwingen, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eersteminister en minister van Justitie
over "de toepassing van de wet tot bestrijding van
de gerechtelijke achterstand" (nr. 326)
4
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'application de la loi tendant à lutter contre
l'arriéré judiciaire" (n° 326)
4
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
CRABV 52
COM 021
13/11/2007
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
13
NOVEMBER
2007
Voormiddag
______
du
MARDI
13
NOVEMBRE
2007
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.15 uur en
voorgezeten door de heer Renaat Landuyt.
La réunion publique est ouverte à 10 h 15 sous la
présidence de M. Renaat Landuyt.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
aanwerving van cipiers en agenten bij de
Staatsveiligheid die niet over de Belgische
nationaliteit beschikken" (nr. 240)
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
aanwerving van niet-Belgen bij de FOD Justitie"
(nr. 245)
- mevrouw Els De Rammelaere aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
nationaliteitsvoorwaarde bij de aanwerving van
penitentiair beambten" (nr. 265)
01 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le recrutement de
gardiens de prison et d'agents de la Sûreté de
l'État qui ne disposent pas de la nationalité
belge" (n° 240)
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le
recrutement par le SPF Justice de personnes ne
disposant pas de la nationalité belge" (n° 245)
- Mme Els De Rammelaere à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la condition
de nationalité lors du recrutement d'agents
pénitentiaires" (n° 265)b>
De voorzitter: Vraag nr. 245 van de heer Servais
Verherstraeten werd ingetrokken.
Le président : La question n° 245 de M. Servais
Verherstraeten a été retirée.
01.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Volgens
verklaringen van personeelsdirecteur Jan Bogaert in
De Morgen zal de Belgische nationaliteit niet langer
vereist zijn om penitentiair beambte te kunnen
worden. Dit druist kennelijk in tegen het principe dat
functies met staatsbelang voorbehouden moeten
blijven aan mensen met onze nationaliteit. Uit
hetzelfde artikel leid ik af dat men er zelfs bij de
Staatsveiligheid aan denkt om niet-Belgen aan te
nemen. Een en ander past in het diversiteitsbeleid
dat aan de nieuwe minister van Justitie zou worden
gepresenteerd.
Bevestigt de minister de uitspraken van de heer
Bogaert? Hoeveel buitenlanders zijn er op basis van
deze `brede interpretatie' al in dienst genomen als
cipier of in een gelijkaardige functie? Gaat het om
contractuele of statutaire wervingen?
01.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Selon
les déclarations de M. Jan Bogaert, directeur du
personnel, publiées dans le quotidien De Morgen, la
nationalité belge ne sera plus requise pour pouvoir
exercer la fonction d'agent pénitentiaire, ce qui est
manifestement contraire au principe qui veut que
les fonctions touchant à l'intérêt de l'État soient
réservées aux personnes possédant notre
nationalité. J'en conclus également que la Sûreté
de l'État envisagerait même d'engager des non-
Belges. Tout cela s'inscrirait dans la politique de
diversité qui devrait être présentée au nouveau
ministre de la Justice.
La ministre confirme-t-elle les propos de
M. Bogaert ? Combien d'étrangers ont déjà été
engagés en qualité de gardien de prison ou dans
une fonction similaire sur la base de cette
« interprétation large »? S'agit-il d'engagements
contractuels ou statutaires ?
13/11/2007
CRABV 52
COM 021
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Hoe valt deze beslissing te rijmen met de vereiste
dat functies met staatsbelang voorbehouden
moeten worden aan Belgen? Is het bewaken van
gevangenen
dan
geen
zaak
meer
van
staatsbelang?
Welke functies werden er nog opengesteld voor
niet-Belgen? Zijn er al mensen zonder de
nationaliteit aangenomen bij de Staatsveiligheid?
Wanneer werd er beslist om een diversiteitsbeleid
te voeren bij Justitie en hoe komt het dat daar nu
reeds uitvoering aan wordt gegeven?
Comment cette décision est-elle conciliable avec
l'exigence selon laquelle il convient de réserver aux
Belges les fonctions touchant à l'intérêt de l'État ?
La surveillance des détenus ne concerne-t-elle plus
l'intérêt de l'État ?
Quelles autres fonctions ont été ouvertes aux non-
Belges ? La Sûreté de l'État a-t-elle déjà engagé
des personnes ne possédant pas la nationalité
belge ?
Quand a-t-on décidé de mener une politique de
diversité au département de la Justice et comment
se fait-il qu'elle soit déjà mise en oeuvre ?
01.02 Els De Rammelaere (CD&V - N-VA): Ik
vraag me ook af hoe het werven van niet-Belgen als
penitentiaire beambten te verenigen is met artikel
10 van de Grondwet, dat bepaalt dat alleen Belgen
benoembaar zijn tot de burgerlijke en militaire
bedieningen.
Bovendien zou het werven van anderstalig
personeel bijkomende communicatieproblemen
kunnen opleveren tussen de cipiers en andere
diensten. Klopt het overigens dat cipiers die zich
kandidaat stellen voor taalcursussen, steevast op
een weigering botsen?
Zou er niet beter meer geïnvesteerd worden in de
verbetering van de opleidingen voor het
gevangenispersoneel in plaats van de werving van
niet-Belgen als een oplossing voor te stellen?
De basiswet op de rechtspositie van de
gedetineerden voorziet in de invoering van een
uniek meertalig huishoudelijk reglement. Dit
reglement zou ondertussen klaar moeten zijn. Is dat
het geval?
01.02 Els De Rammelaere (CD&V - N-VA) : Je me
demande également si le recrutement de non-
Belges à des fonctions d'agents pénitentiaires est
compatible avec l'article 10 de la Constitution, qui
dispose que seuls les Belges sont admissibles aux
emplois civils et militaires.
Par ailleurs, l'engagement à ces postes de
personnes
parlant
d'autres
langues
serait
susceptible
de
poser
des
problèmes
de
communication supplémentaires entre les gardiens
et d'autres services. Est-il exact, par ailleurs, que
les gardiens qui se portent candidat pour suivre des
cours de langues se heurtent automatiquement à
un refus ?
Ne serait-il pas plus judicieux d'investir d'avantage
dans l'amélioration des formations dispensées au
personnel pénitentiaire que de proposer comme
solution le recrutement de non-Belges ?
La loi de principes concernant le statut juridique des
détenus prévoit l'instauration d'un règlement d'ordre
intérieur unique multilingue. Ce règlement devrait
déjà être prêt. Qu'en est-il ?
01.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Artikel 10 van de Grondwet moet in samenhang
gelezen worden met artikel 39 van het EG-Verdrag
dat het vrij verkeer van werknemers binnen de
Europese Unie vooropstelt. Dit principe moet in alle
omstandigheden worden toegepast, tenzij men
hiervan om redenen van openbare orde en
veiligheid kan afwijken. Dit betekent dat EU-burgers
in dienst genomen kunnen worden als statutaire
ambtenaren, behalve wanneer het functies betreft
die verband houden met de uitoefening van de
openbare macht.
Er bestaat echter geen enkel wettelijk of
01.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : L'article 10 de la Constitution doit être
lu en fonction de l'article 39 du traité CE qui
consacre le principe de la libre circulation des
travailleurs dans l'Union européenne. Ce principe
doit être appliqué en toutes circonstances sauf si
l'on doit y déroger pour des raisons de sécurité et
d'ordre publics. Cela signifie que des citoyens UE
peuvent être recrutés en tant que fonctionnaires
statutaires, sauf pour des fonctions liées à
l'exercice de la force publique.
CRABV 52
COM 021
13/11/2007
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
reglementair kader dat invulling geeft aan het begrip
`openbare macht'. Een werkgroep zal zich over
deze vraag buigen en haar conclusies bezorgen
aan de volgende minister. Er werden nog geen niet-
Belgen statutair benoemd als penitentiair beambte.
Voor indiensttreding bij de Staatsveiligheid blijft de
nationaliteitsvereiste gelden. Het zou misschien wel
zeer adequaat zijn om Belgen van vreemde origine
te werven als inspecteurs.
Toutefois, aucun cadre légal ou réglementaire ne
confère de portée concrète à la notion de « force
publique ». Un groupe de travail se penchera sur
cette question et communiquera ses conclusions au
prochain ministre. Aucun non-Belge n'a encore été
nommé en qualité d'agent pénitentiaire statutaire.
Pour l'entrée en service à la Sûreté de l'Etat, la
condition de nationalité subsiste. Il serait peut-être
tout à fait adéquat de recruter des Belges d'origine
étrangère comme inspecteurs.
01.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dat er
nog geen niet-Belgen daadwerkelijk werden
aangenomen, is alvast een geruststelling. Nochtans
laat de personeelsdirecteur in het geciteerde artikel
duidelijk verstaan dat de nationaliteitsvereiste
verlaten wordt. Dat is in flagrante tegenspraak met
wat de minister hier nu verklaart.
01.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Il est
déjà rassurant qu'aucun non-Belge n'ait encore été
effectivement recruté. Le directeur du personnel
laisse pourtant clairement entendre, dans l'article
cité, que la condition de nationalité est abandonnée,
ce qui est en flagrante contradiction avec les
explications fournies aujourd'hui par la ministre.
01.05 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Neen, u hebt het niet begrepen!
01.05 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Non, vous ne m'avez pas comprise !
01.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De
juridische inhoud van het begrip `openbare macht'
moet nog onderzocht worden. Wij hopen dan ook
dat er geen niet-Belgen in dienst zullen worden
genomen en dat deze kwestie overgelaten wordt
aan de volgende regering. Dit kan in geen geval
beschouwd worden als een lopende zaak. Er kan
geen uitvoering gegeven worden aan een
diversiteitsbeleid waarover noch binnen, noch
buiten de regering een consensus bestaat.
01.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : La
portée juridique de la notion de « force publique »
doit encore être examinée. Nous espérons dès lors
qu'aucun non-Belge ne sera recruté et que cette
question ­ qui ne relève en aucun cas des affaires
courantes
­
sera
laissée
au
prochain
gouvernement. L'on ne saurait mettre en oeuvre une
politique de diversité qui ne recueille un consensus
ni au sein ni en dehors du gouvernement.
01.07 Els De Rammelaere (CD&V - N-VA): Zijn er
ook geen niet-Belgen contractueel aangenomen als
cipiers of slaat het antwoord van de minister enkel
op de statutaire wervingen?
01.07 Els De Rammelaere (CD&V - N-VA) : Le fait
qu'aucun non-Belge n'ait été engagé comme
gardien concerne-t-il également ceux qui ont été
engagés contractuellement, ou la réponse de la
ministre ne concerne-t-elle que les recrutements
statutaires ?
01.08 Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik heb de
informatie gegeven die ik van de FOD Justitie
gekregen heb. Ik denk dat er ook geen
contractuelen in dienst zijn genomen, maar ik zal dit
laten navragen.
01.08
Minister
Laurette
Onkelinx
(en
néerlandais) : Je vous ai communiqué les
informations que j'ai obtenues du SPF Justice. Je
pense qu'il n'y pas eu non plus d'engagements
contractuels, mais je m'en informerai.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
afficheringsplicht in huurzaken" (nr. 275)
02 Question de M. Raf Terwingen à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'obligation d'affichage en matière locative"
(n° 275)b>
02.01 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): De
programmawet van 25 april 2007 heeft de verplichte
affichering van de huurprijs en huurlasten
ingevoerd. De gemeentebesturen moeten instaan
02.01 Raf Terwingen (CD&V - N-VA) : La loi-
programme du 25 avril 2007 a instauré l'obligation
d'affichage du loyer et des charges locatives. Les
administrations communales doivent veiller au
13/11/2007
CRABV 52
COM 021
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
voor de handhaving van deze afficheringsplicht,
maar daar knelt het schoentje.
Hoeveel gemeentebesturen hebben reeds hun
gemeentereglement
aangepast?
Werden
de
gemeentebesturen voldoende ingelicht over de
nieuwe maatregel? Bestaan er rondzendbrieven of
andere instructies voor de gemeentebesturen?
respect de cette obligation d'affichage, mais c'est
précisément là que le bât blesse.
Combien d'administrations communales ont déjà
adapté leur réglementation communale ? Les
administrations
communales
ont-elles
été
suffisamment informées de la nouvelle mesure ?
Les administrations communales ont-elles reçu des
circulaires ou d'autres instructions en la matière ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De wet van 25 april 2007 werd goedgekeurd enkele
dagen voordat de periode van voorzichtige zaken
begon. Er zijn toen contacten gelegd met de steden
en gemeenten. De affichering is hoe dan ook
verplicht, wat de gemeenten ook doen. De
gemeenten moeten wel de handhaving verzekeren
door administratieve boetes in te voeren in hun
reglement.
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : La loi du 25 avril 2007 a été adoptée
quelques jours avant le début de la période
d'affaires prudentes. Des contacts ont été établis
avec les villes et communes. En tout état de cause,
l'affichage est obligatoire, quoi que fassent les
communes. Les communes doivent toutefois
assurer le respect de l'obligation en prévoyant des
amendes administratives dans le cadre de leur
règlement.
(Frans) Verscheidene gemeenten doen het nodige
om die bepaling in hun gemeentereglement op te
nemen.
Dat is onder meer het geval in Brussel, waar
verschillende gemeenten werk willen maken van die
afficheringsplicht.
(En français) Plusieurs communes se disposent à
l'inscrire dans leur règlement.
L'exemple de Bruxelles illustre bien la démarche :
plusieurs de ses communes veulent rendre effective
cette obligation d'affichage.
02.03 Raf Terwingen (CD&V - N-VA): De
gemeenten moeten initiatieven ontwikkelen, maar
ze moeten daarvoor over de nodige middelen
kunnen beschikken. Misschien moet de nieuwe
regering daarin voorzien opdat de controle op de
afficheringsplicht zou kunnen worden gerealiseerd.
02.03 Raf Terwingen (CD&V - N-VA) : Les
communes doivent prendre des initiatives mais
doivent pour cela disposer des moyens requis.
Peut-être le nouveau gouvernement devra-t-il y
veiller afin que l'obligation d'affichage puisse faire
l'objet d'un contrôle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Claude Eerdekens, voorzitter.
Président : M. Claude Eerdekens, président.
De voorzitter: Vraag nr. 294 van mevrouw Jadin
wordt uitgesteld. Vraag nr. 309 van de heer
Verherstraeten wordt ingetrokken.
Le président : La question n° 294 de M. Jadin est
reportée. La question n° 309 de M. Verherstraeten
est retirée.
De behandeling van de vragen wordt geschorst van
10.33 uur tot 10.41 uur.
La discussion des questions est suspendue de
10 h 33 à 10 h 41.
03 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de vice-eersteminister en minister van
Justitie over "de toepassing van de wet tot
bestrijding van de gerechtelijke achterstand"
(nr. 326)
03 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "l'application de la loi tendant à lutter contre
l'arriéré judiciaire" (n° 326)b>
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): De wet
van 26 april 2007 ter bestrijding van de gerechtelijke
achterstand beoogt onder meer het vereenvoudigen
van artikel 747 § 2 van het Gerechtelijk Wetboek.
Men wil de twee periodes van de rechtspleging
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Un
des objectifs de la loi du 26 avril 2007 visant à lutter
contre l'arriéré judiciaire est la simplification de
l'article 747, § 2, du Code judiciaire, le but étant de
mieux combiner les deux périodes de la procédure :
CRABV 52
COM 021
13/11/2007
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
beter op elkaar afstemmen: de voorbereidende fase
waarin de stukken en conclusies worden
uitgewisseld tussen de partijen en de vaststelling
van de rechtsdag. Door die termijn tot het minimum
te beperken, kan de gerechtelijke achterstand in
burgerlijke zaken worden weggewerkt. Het nieuwe
stelsel voorziet erin dat uiterlijk binnen zes weken
na de inleidingszitting door de rechter een
nauwkeurig tijdschema van de rechtspleging aan de
partijen wordt bezorgd, waarin de uiterste data
worden bepaald voor het neerleggen van conclusies
ter griffie en het toezenden ervan aan de
tegenpartij. Het oude artikel 747 blijft echter van
toepassing op alle zaken waarin vóór 1 september
2007 een conclusiekalender of rechtsdag werd
aangevraagd of vastgesteld.
Deze regeling heeft uiteraard gevolgen voor het
grote aantal slapende zaken waarin nog geen
kalender is bepaald en voor de werklast bij de
hoven en rechtbanken. Bestaan hierover cijfers per
ressort en arrondissement? Voor Brussel zou het
gaan om tienduizend zaken. Klopt dit?
la phase préparatoire pendant laquelle les pièces et
les conclusions sont échangées entre les parties, et
la fixation. En réduisant au minimum le délai entre
ces deux périodes, il sera possible de résorber
l'arriéré judiciaire en matière civile. Le nouveau
système prévoit que le juge adresse aux parties un
calendrier précis de la procédure au plus tard dans
les six semaines après l'audience introductive
d'instance, calendrier précisant les dates ultimes
pour le dépôt des conclusions au greffe et leur
envoi à la partie adverse. L'ancien article 747 reste
toutefois applicable à toutes les causes dans
lesquelles une fixation ou un calendrier de
conclusions a été demandé ou arrêté avant le 1
er
septembre 2007.
Ce règlement aura évidemment des répercussions
sur le grand nombre d'affaires dormantes dans
lesquelles aucun calendrier n'a encore été fixé et
sur la charge de travail dans les cours et tribunaux.
Existe-t-il des données chiffrées à ce sujet par
ressort et par arrondissement ? Pour Bruxelles, il
s'agirait de dix mille causes. Est-ce exact ?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Gezien de korte termijn om op een mondelinge
vraag te antwoorden, beschik ik niet over de
gevraagde cijfers.
Volgens artikel 31 van de wet is het nieuwe artikel
747 in elke aanleg van toepassing op de zaken
waarvoor op 1 september 2007 geen rechtsdag of
kalender werd bepaald en waarvoor geen enkel
verzoek tot vaststelling werd ingediend. Er dient
bovendien om latere instaatstelling en vaststelling
van rechtsdag te worden verzocht overeenkomstig
de bepalingen van deze wet.
Deze bepaling heeft niet de gelijktijdige en
onmiddellijke vaststelling van alle zaken die op 1
september 2007 op de rol stonden tot gevolg.
Sedert 1 september 2007 gebeurt dat gewoon in
overeenstemming met de nieuwe bepalingen
wanneer de partijen of een van de partijen een
kalender of een rechtsdag vraagt.
De nieuwe procedure brengt geen nieuwe
administratieve last mee en heeft dus geen
weerslag op de werklast voor het vaststellen van de
oude zaken.
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Compte tenu de la brièveté du délai
qui m'est imparti pour répondre à une question
orale, je ne dispose pas des données chiffrées
demandées.
Aux termes de l'article 31 de la loi, l'article 747
nouveau est applicable, à tous les degrés
d'instance, aux causes pour lesquelles aucune
fixation ni calendrier n'a été arrêté à la date du 1
er
septembre 2007 et pour lesquelles aucune
demande de fixation n'a été introduite. En outre, il
est requis de demander une mise en état et une
fixation ultérieures conformément aux dispositions
de la loi.
Cette mesure n'a pas pour conséquence la fixation
simultanée et immédiate de toutes les causes
inscrites au rôle à la date du 1
er
septembre 2007.
Depuis cette date, il est simplement procédé à cette
fixation en conformité avec les nouvelles
dispositions si une fixation ou un calendrier est
demandé par les parties ou l'une des parties.
La nouvelle procédure n'entraîne aucune nouvelle
charge administrative et n'a donc aucune incidence
sur la charge de travail nécessitée par la fixation
d'anciennes causes.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Een
kalender wordt pas bepaald wanneer de partijen
erom verzoeken. Dat is een belangrijke precisering
voor de hangende zaken. Het zijn dus niet de hoven
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld) : Un
calendrier n'est fixé que si les parties en font la
demande. Il s'agit là d'une précision essentielle
pour les causes pendantes. Ce ne sont donc pas
13/11/2007
CRABV 52
COM 021
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2007
2008
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
en rechtbanken die aan zet zijn.
les cours et tribunaux qui ont l'initiative.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Gerkens is niet
opgedaagd. Haar vraag nr. 311 wordt uitgesteld tot
de volgende vergadering.
Le président : Mme Gerkens ne nous a pas
rejoints. Sa question n° 311 est reportée à la
prochaine réunion.
De behandeling van de vragen eindigt om 10.46
uur.
La discussion des questions est close à 10 h 46.