CRABV 51 COM 855
CRABV 51 COM 855
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi dinsdag
14-02-2006 14-02-2006
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 855
14/02/2006
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Tony Van Parys à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les mesures
visant à permettre la protection de témoins"
(n° 10277)
1
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
maatregelen om de bescherming van getuigen
mogelijk te maken" (nr. 10277)
1
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
avocats qui siègent en tant que membre du
ministère public" (n° 10308)
2
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de advocaten die zetelen als lid van het openbaar
ministerie" (nr. 10308)
2
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'utilisation abusive de l'immunité diplomatique
dans le cadre des infractions au code de la route"
(n° 10348)
4
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het misbruik van de diplomatieke
onschendbaarheid om de verkeersregels met de
voeten te treden" (nr. 10348)
4
Orateurs: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les avis des parquets et leur actualisation"
(n° 10228)
6
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de adviezen van de parketten en de
actualisering ervan" (nr. 10228)
6
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
documents à remettre lors de la déclaration de
mariage" (n° 10281)
7
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
documenten die bij de huwelijksaangifte moeten
worden overgelegd" (nr. 10281)
7
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Annemie Turtelboom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
recours à des travailleurs intérimaires lors de la
préparation des élections de l'Exécutif des
musulmans" (n° 10341)
8
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het inschakelen van uitzendkrachten bij de
voorbereiding van de verkiezingen van de
Moslimexecutieve" (nr. 10341)
8
Orateurs: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Annemie Turtelboom, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 855
14/02/2006
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
14
FÉVRIER
2006
Matin
______
van
DINSDAG
14
FEBRUARI
2006
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 22 par
Mme Martine Taelman, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door
mevrouw Martine Taelman, voorzitter.
01 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les mesures visant à permettre la protection de
témoins" (n° 10277)
01 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de maatregelen om de bescherming van
getuigen mogelijk te maken" (nr. 10277)
01.01 Tony Van Parys (CD&V) : En vertu de la loi
du 7 juillet 2002, les ministres de la Justice et de
l'Intérieur doivent prendre les mesures
organisationnelles spécifiques nécessaires en vue
de rendre possible la protection des témoins. De
plus, ils doivent prévoir les moyens financiers
nécessaires à cet effet. Ces mesures ont-elles été
prises ? Quel budget a-t-il été prévu à cet effet en
2005 et 2006 ? Dans combien de dossiers, dans
quelles matières et à la demande de qui a-t-on déjà
pris des mesures de protection ? Pourquoi ne
prévoit-on pas la possibilité de protéger un témoin
menacé lorsqu'il est lui-même accusé ?
01.01 Tony Van Parys (CD&V): Volgens de wet
van 7 juli 2002 moeten de ministers van
Binnenlandse Zaken en Justitie de noodzakelijke
organisatorische maatregelen treffen om de
bescherming van getuigen mogelijk te maken en in
de nodige financiële middelen voorzien. Werden
deze maatregelen genomen? Welke budget werd
ter beschikking gesteld in 2005 en 2006? In
hoeveel dossiers, in welke materies en op wiens
verzoek werden al beschermingsmaatregelen
genomen? Waarom wordt niet in de mogelijkheid
voorzien om een bedreigde getuige die zelf
beschuldigd wordt, te beschermen?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Différentes initiatives ont déjà été
prises, sur le plan organisationnel, en matière de
protection des témoins. La police fédérale a conclu
des accords de collaboration avec divers services
publics et administrations. Les moyens nécessaires
pour couvrir le coût des dossiers belges ont été
prévus au budget Justice pour l'année 2006. Les
frais engagés à la demande d'instances judiciaires
étrangères sont à charge de ces instances
étrangères. Le service de police responsable de la
protection des témoins assure également
l'organisation de vidéoconférences et joue un rôle
de conseiller en cas de menaces à l'encontre de
magistrats et de policiers. Vingt-deux dossiers de
ce type ont été traités en 2003, 16 en 2004 et 31 en
2005.
Depuis 2003, sept dossiers belges de protection
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Er
werden op organisatorisch vlak al verschillende
initiatieven genomen rond getuigenbescherming.
De federale politie sloot met diverse
overheidsdiensten en administraties
samenwerkingsakkoorden af. Voor het jaar 2006
werd in de nodige middelen voorzien in de
begroting Justitie om de kosten te dekken voor de
Belgische dossiers. De kosten die worden gemaakt
op verzoek van buitenlandse gerechtelijke
instanties, zijn ten laste van deze buitenlandse
instanties. De politiedienst die verantwoordelijk is
voor de getuigenbescherming, zorgt ook voor de
organisatie van videoconferenties en geeft advies
bij bedreigingen van magistraten en politiemensen.
In 2003 werden zo 22 dossiers behandeld, in 2004
en 2005 respectievelijk zestien en 31.
Sinds 2003 werden zeven Belgische echte
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/02/2006
CRABV 51
COM 855
2
effective de témoins ont été traités, ainsi que neuf
dossiers à la demande d'instances étrangères et
quatre à la demande de la Cour pénale
internationale. Ces derniers concernaient des faits
de génocide. Les dossiers belges avaient trait à
des meurtres, de multiples hold-up, la traite d'êtres
humains et des organisations criminelles. Les
dossiers étrangers, enfin, se rapportaient à des
meurtres et des organisations criminelles, au trafic
et au commerce international de drogues ainsi
qu'au terrorisme.
En ce qui concerne la dernière question : une
décision a été prise en 2002 pour protéger les
témoins qui sont eux-mêmes accusés. Les raisons
qui ont présidé à cette décision n'ont pas changé ;
j'estime donc qu'il n'est pas nécessaire de modifier
la loi.
getuigenbeschermingsdossiers behandeld, alsook
negen dossiers op vraag van buitenlandse
instanties en vier op vraag van het Internationaal
Strafhof. Die laatste dossiers gaan over genocide;
de Belgische gaan over moord, meervoudige hold-
ups, mensenhandel en criminele organisatie; de
buitenlandse dossiers ten slotte gaan over moord,
criminele organisatie, internationale drughandel- en
trafiek en terrorisme.
Wat de laatste vraag betreft: in 2002 werd over het
beschermen van getuigen die zelf beschuldigd
worden, een politieke beslissing genomen. De
redenen die bij die beslissing de doorslag gaven,
zijn ongewijzigd en ik vind het dan ook niet nodig
de wet te wijzigen.
01.03 Tony Van Parys (CD&V) : Un budget sera
donc prévu au moins à partir de 2006. Il était temps
pour une loi datant de 2002.
Un problème juridique empêche toutefois les
commissions de protection des témoins de se
réunir valablement. La version néerlandaise de
l'arrêté royal du 8 décembre 2003 prévoit que tous
les membres doivent être présents à la réunion
alors que la version française prévoit seulement
qu'une majorité des membres doivent l'être. Cette
différence entre les textes néerlandais et français
du règlement d'ordre intérieur est source de
confusion et a des répercussions sur la protection
des témoins. Il s'agit là du énième exemple de la
négligence avec laquelle le SPF Justice applique
les lois. La ministre doit absolument aborder ce
problème avec les instances responsables et
mettre fin à la discordance entre les deux versions.
01.03 Tony Van Parys (CD&V): Minstens vanaf
2006 wordt dan toch in een budget voorzien. Dat is
niets te vroeg voor een wet die dateert van 2002.
Een juridisch probleem belet echter dat de
getuigenbeschermingscommissies geldig kunnen
vergaderen. Volgens de Nederlandstalige versie
van het KB van 8 december 2003 moeten daartoe
alle leden aanwezig zijn, volgens de Franstalige
versie moet slechts een meerderheid van de leden
aanwezig zijn. Dit verschil tussen de Nederlandse
en de Franse tekst van het huishoudelijk reglement
zorgt voor verwarring, met de repercussies op de
bescherming van getuigen. Dit is een zoveelste
staaltje van de slordigheid waarmee de FOD
Justitie wetten uitvoert. De minister moet dit
absoluut aankaarten bij wie hiervoor
verantwoordelijk is en zo snel mogelijk de
discrepantie tussen beide versies uit de wereld
helpen.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je n'ai jamais été interpellée à propos de cette
difficulté, mais cette différence n'est pas justifiable.
01.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Men
heeft me nooit op die moeilijkheid gewezen, maar
dat verschil kan niet worden verantwoord.
01.05 Tony Van Parys (CD&V) : La différence
entre les deux versions du règlement a déjà été
signalée dans le rapport annuel 2004 du parquet
fédéral. La ministre ne peut donc pas agir comme si
elle n'était au courant de rien.
01.05 Tony Van Parys (CD&V): Het verschil
tussen beide versies van het reglement werd al
vermeld in het jaarverslag 2004 van het federaal
parket. De minister kan dus niet doen alsof ze
vandaag uit de lucht valt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Servais Verherstraeten à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "les avocats qui siègent en tant que membre
du ministère public" (n° 10308)
02 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de advocaten die zetelen als lid van het
openbaar ministerie" (nr. 10308)
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 855
14/02/2006
3
02.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : Les
avocats peuvent être mis à contribution pour le
remplacement de juges ou de fonctionnaires du
ministère public. Il s'agit toutefois d'une mesure
temporaire qui ne peut être appliquée que pour le
remplacement de juges légitimement empêchés et
de juges suppléants. La pratique montre que les
remplacements par un avocat sont de plus en plus
fréquents. À Bruxelles, le ministère public est
pratiquement toujours assuré par un avocat
suppléant dans le cadre de procédures de référé
en langue française.
L'ordre des barreaux néerlandophones (Orde van
Vlaamse Balies ou OVB) a indiqué récemment
encore être opposé à un tel recours systématique
aux avocats pour remédier aux problèmes
structurels de personnel au sein de la justice.
L'OVB plaide à cet égard pour la création d'un pool
de juges de complément qui pourrait être appelé en
renfort en cas d'empêchement de magistrats.
À combien de reprises des avocats ont-ils été mis à
contribution en 2005 pour le remplacement de
juges empêchés et de fonctionnaires du ministère
public
? Ce phénomène se présente-t-il
principalement à Bruxelles ou également dans
d'autres arrondissements judiciaires ? Comment la
ministre compte-t-elle réagir à cette tendance
frappante
? Approuve-t-elle la suggestion de
l'OVB ?
02.01 Servais Verherstraeten (CD&V):
Advocaten kunnen worden opgeroepen om
rechters of ambtenaren van het openbaar ministerie
te vervangen. Dit is echter een tijdelijke maatregel
die uitsluitend mag worden toegepast om wettig
verhinderde rechters en plaatsvervangende
rechters te vervangen. De praktijk wijst uit dat een
vervanging door een advocaat alsmaar vaker
gebeurt. In Brussel wordt bij een Franstalig kort
geding het openbaar ministerie bijna steeds
waargenomen door een plaatsvervangend
advocaat.
De Orde van Vlaamse Balies (OVB) stelde onlangs
nog dat ze zich verzet tegen een dergelijke
systematische inschakeling van advocaten om de
structurele personeelsproblemen bij het gerecht op
te vangen. De Orde pleit in dit verband voor de
oprichting van een pool van toegevoegde rechters
die kan aangesproken worden in geval van
verhinderde magistraten.
Hoe vaak werden er in 2005 advocaten
ingeschakeld om verhinderde rechters en
ambtenaren van het openbaar ministerie te
vervangen? Doet dit fenomeen zich vooral in
Brussel voor of ook in andere gerechtelijke
arrondissementen? Hoe zal de minister inspelen op
deze opvallende trend? Gaat zij akkoord met de
suggestie van de OVB?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Il n'existe pas de statistiques
concernant le recours aux juges suppléants. Par
conséquent, il n'est pas davantage possible
d'établir une comparaison entre les différents
arrondissements judiciaires.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Er bestaan geen statistieken inzake het inzetten
van plaatsvervangende rechters. Een vergelijking
maken tussen de verschillende gerechtelijke
arrondissementen is bijgevolg evenmin mogelijk.
Je ne suis pas persuadée que le problème soit
aussi sérieux que ne l'affirme M. Verherstraeten.
Plusieurs candidats se présentent chaque fois pour
les postes vacants de juge suppléant. J'en déduis
donc que la charge de travail associée à cette
fonction n'est pas si excessive.
Je pense toutefois, comme M. Verherstraeten, que
la justice ne peut recourir aux juges suppléants
qu'à titre exceptionnel. La création d'un pool,
comme le suggère l'OVB, constitue l'une des
options possibles. Je pense toutefois que la
solution réside principalement dans une mobilité
accrue des magistrats : ceux-ci pourraient, par
exemple, en vertu de l'article 100 du Code
judiciaire, être nommés simultanément dans
plusieurs arrondissements judiciaires de manière à
être mobilisables plus rapidement et plus souvent.
Ik betwijfel of het probleem wel zo acuut is als de
heer Verherstraeten het voorstelt. Voor vacatures
voor het ambt van plaatsvervangend rechter
melden zich telkens meerdere kandidaten. Ik ga er
dus van uit dat de hieraan gekoppelde werklast niet
zo overdreven is.
Ik ben het wel eens met de heer Verherstraeten dat
het gerecht slechts bij uitzondering een beroep mag
doen op plaatsvervangende rechters. De oprichting
van een pool, zoals de OVB voorstelt, is een van de
mogelijke oplossingen. Ik zie echter vooral heil in
een grotere mobiliteit van de magistraten,
bijvoorbeeld door hen, op basis van artikel 100 van
het Gerechtelijk wetboek, gelijktijdig in meerdere
gerechtelijke arrondissementen te benoemen,
zodat zij sneller en vaker inzetbaar zijn. Deze
oplossing zal het snelst tot concrete resultaten
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/02/2006
CRABV 51
COM 855
4
Cette solution conduira le plus rapidement à des
résultats concrets.
leiden.
02.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : S'il
n'existe pas de statistiques en la matière, la
ministre pourrait veiller à ce que celles-ci soient
désormais tenues. Lors d'une réunion récente de la
commission Droits de la famille de la Chambre,
l'OVB ainsi qu'un magistrat ont explicitement
soulevé le problème. Le fait que le phénomène se
présente presque systématiquement à Bruxelles
démontre une fois de plus qu'il y existe un sérieux
problème de personnel qu'il convient de résoudre
dans les plus brefs délais.
02.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Als er ter
zake geen statistieken bestaan, moet de minister er
maar voor zorgen dat die voortaan wel worden
bijgehouden. Op een recente vergadering van de
kamercommissie Familierecht hebben de OVB en
een magistraat het probleem expliciet aangekaart.
Dat het fenomeen zich haast systematisch voordoet
in Brussel, wijst er nogmaals op dat daar een acuut
personeelsprobleem is dat zo snel mogelijk een
oplossing moet krijgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'utilisation abusive de l'immunité diplomatique
dans le cadre des infractions au code de la
route" (n° 10348)
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het misbruik van de diplomatieke
onschendbaarheid om de verkeersregels met de
voeten te treden" (nr. 10348)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): En mai 2005,
j'ai interrogé le ministre De Gucht sur le fait que
certains auteurs d'infractions au code de la route
commises dans notre pays invoquent l'immunité
diplomatique pour se soustraire à toute sanction. A
cette occasion, il a défini ce phénomène comme
« un acte inamical envers le pays hôte ». Une
émission récente de télévision a révélé que le
pourcentage d'amendes effectivement payées par
des diplomates étrangers était passée de 44 % en
2002 à 32 % aujourd'hui. Or, il est permis de
considérer ces chiffres surprenants comme un
signal on ne peut plus négatif adressé à la
population belge dans la mesure où ils sont de
nature à la conforter dans sa conviction qu'il existe
une certaine « caste bruxelloise » qui s'estime au-
dessus des lois.
Les diplomates jouissent-ils vraiment d'une
immunité lorsqu'ils sont responsables d'un accident
de la circulation ayant entraîné des conséquences
fatales ? Comment la collaboration entre la Justice
et les Affaires étrangères se déroule-t-elle dans les
cas de ce genre ? Les diplomates concernés
peuvent-ils être considérés persona non grata ?
Ces deux départements prennent-ils certaines
initiatives coordonnées en cas d'autres
infractions commises par des diplomates ?
Les ambassades auxquelles est lié le personnel
diplomatique concerné sont-elles informées
systématiquement des infractions commises et des
amendes qui n'ont pas été payées ?
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): In mei 2005
ondervroeg ik minister De Gucht over het zich
beroepen op de diplomatieke onschendbaarheid bij
het begaan van verkeersovertredingen. Hij
omschreef dit fenomeen als "een onvriendelijke
daad jegens het gastland". Volgens een recent tv-
programma is het aantal door buitenlandse
diplomaten effectief betaalde verkeersboetes van
44 procent in 2002 gedaald tot 32 procent. Deze
cijfers geven de Belgische bevolking een bijzonder
negatief signaal en sterken haar in de overtuiging
dat er een bepaalde 'Brusselse kaste' bestaat die
zich boven de wet waant.
Zijn diplomaten echt onschendbaar als ze een
verkeersongeval met dodelijke afloop veroorzaken?
Hoe verloopt de samenwerking tussen Justitie en
Buitenlandse Zaken in dergelijke gevallen? Kan de
verantwoordelijke diplomaat hierdoor de stempel
van persona non grata krijgen? Bestaan er
gecoördineerde initiatieven van beide
departementen in geval van andere
wetsovertredingen?
Worden de ambassades waaraan het betrokken
diplomatieke personeel is verbonden, systematisch
ingelicht over de overtredingen en de niet-betaalde
boetes?
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 855
14/02/2006
5
Les infractions aux règles de stationnement
relèvent-elles aussi de l'immunité diplomatique ? Il
ne s'agit pas ici, en effet, d'amendes mais de
redevances dues du fait de l'utilisation d'espaces
publics de parcage.
Les infractions au code de la route commises par
des diplomates étrangers dans un cadre privé
ressortissent-elles également à l'immunité
diplomatique ? Les parquets peuvent-ils réellement
faire la distinction entre ces deux catégories de
délits ?
Vallen parkeerovertredingen ook onder de
diplomatieke onschendbaarheid? Hier gaat het
immers niet om boetes, maar om retributies voor
het gebruik van openbare parkeerruimte.
Vallen verkeersovertredingen begaan buiten het
diplomatieke dienstverband ook onder de
onschendbaarheid? Kunnen de parketten dit
onderscheid daadwerkelijk maken?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je vais vous exposer la situation juridique actuelle,
que je n'approuve pas nécessairement.
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal u
een beeld schetsen van de bestaande juridische
toestand, wat niet noodzakelijk betekent dat ik er
achter sta.
(En néerlandais) La situation des fonctionnaires
diplomatiques est réglée par le Traité de Vienne du
18 avril 1961, qui était en fait une codification du
droit coutumier international en vigueur.
L'immunité diplomatique est liée à la fonction
diplomatique. Le diplomate doit être accrédité dans
l'État d'accueil. L'immunité est limitée dans le
temps. Elle n'est valable que pendant la période de
la mission diplomatique. Les diplomates en transit
bénéficient de l'immunité à condition qu'ils soient
admis sur le territoire ou qu'ils soient présents pour
des cas de force majeure. L'immunité diplomatique
s'étend, dans une mesure limitée, aux membres de
famille cohabitants, au personnel administratif et
technique de l'ambassade et aux membres du
personnel de service, à condition qu'ils ne soient
pas ressortissants de l'État d'accueil.
(Nederlands) De toestand van diplomatieke
ambtenaren wordt geregeld door het Verdrag van
Wenen van 18 april 1961, dat eigenlijk een
codificatie was van het vigerende internationale
gewoonterecht.
De diplomatieke immuniteit is verbonden aan de
diplomatieke functie en ze is begrensd in tijd: ze
geldt slechts gedurende de periode van de
diplomatieke taak. De diplomaat moet in de
ontvangststaat geaccrediteerd zijn. Diplomaten in
transit beschikken over immuniteit op voorwaarde
dat zij toegelaten zijn tot het grondgebied of er door
overmacht aanwezig zijn. De diplomatieke
immuniteit strekt zich, in beperktere mate, uit tot de
inwonende familieleden, het administratieve en
technische personeel van de ambassade en het
dienstpersoneel, voor zover zij geen onderdanen
zijn van de ontvangststaat.
Les diplomates bénéficient d'une immunité illimitée.
Ils ne peuvent être poursuivis dans le pays
d'accueil, même s'ils abusent de leur statut
diplomatique pour se livrer à des infractions. Cet
État peut cependant leur demander de quitter le
pays, mais cela se produit rarement. L'immunité
diplomatique peut être levée par l'État accréditant.
L'immunité des fonctionnaires consulaires est régie
par la Convention de Vienne du 24 avril 1963. Ces
fonctionnaires ne jouissent que d'une immunité
fonctionnelle, qui n'a donc trait qu'aux infractions
commises dans le cadre de leur fonction.
L'immunité de fonctionnaires d'organisations
internationales est régie par des conventions
spécifiques. Les hauts fonctionnaires bénéficient
généralement d'une immunité diplomatique et les
fonctionnaires de rangs inférieurs, d'une immunité
Diplomaten genieten een onbeperkte immuniteit.
Zelfs als ze hun diplomatieke status misbruiken om
misdrijven te plegen, kunnen ze niet worden
vervolgd in de ontvangststaat. Die kan hen wel
vragen om het land te verlaten, maar dat gebeurt
zelden. Diplomatieke onschendbaarheid is een
machtigingsimmuniteit: de zendstaat kan deze dus
wel opheffen.
De immuniteit van consulaire ambtenaren wordt
geregeld door het Verdrag van Wenen van 24 april
1963. Deze ambtenaren hebben slechts een
functionele immuniteit, die dus enkel betrekking
heeft op misdrijven gepleegd binnen hun functie.
De immuniteit van ambtenaren van internationale
organisaties wordt geregeld door specifieke
verdragen. Meestal genieten de hogere
ambtenaren diplomatieke immuniteit en de lagere
functionele immuniteit.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/02/2006
CRABV 51
COM 855
6
fonctionnelle.
Mes services ne disposent que de statistiques
globales. En 2005, 674 diplomates ont payé une
amende. Un diplomate qui cause un accident de
circulation mortel en Belgique ne peut être
poursuivi que si l'État accréditant lève l'immunité du
diplomate. Le diplomate concerné peut
éventuellement faire l'objet de poursuites dans son
propre pays. L'immunité diplomatique s'applique
également aux contraventions qui concernent le
stationnement.
Mijn diensten beschikken enkel over de totale
cijfers. In 2005 hebben 674 diplomaten een boete
betaald. Een diplomaat die een dodelijk
verkeersongeval veroorzaakt in België, kan alleen
worden vervolgd als de zendstaat de
onschendbaarheid van de diplomaat opheft. De
betrokken diplomaat kan eventueel wel in zijn eigen
land worden vervolgd. Ook voor parkeerboetes
geldt de diplomatieke onschendbaarheid.
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : La ministre
reconnaît le problème, mais elle ne peut
manifestement y remédier. Ne pourrait-elle insister
auprès des diplomates pour qu'ils respectent
également le code de la route ?
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): De minister
erkent het probleem, maar kan er blijkbaar niets
aan doen. Kan ze er niet op aandringen dat ook
diplomaten meer respect zouden betonen voor de
verkeersregels?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "les avis des parquets et leur actualisation"
(n° 10228)
04 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu
aan de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "de adviezen van de parketten en de
actualisering ervan" (nr. 10228)
04.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Les avis
demandés par le service des Naturalisations aux
parquets soulèvent souvent des problèmes. Si la
qualité des avis varie fortement selon le parquet
saisi, certains avis se font aussi longuement
attendre. Au moment où la commission des
Naturalisations de la Chambre se penche sur le
dossier, de nombreux avis datent déjà d'il y a deux
voire trois ans.
La ministre est-elle au courant de ces problèmes?
Est-elle disposée à faire les démarches
nécessaires, en concertation avec le Collège des
procureurs généraux, pour que les avis soient
complets, actualisés et rendus en temps utile ?
04.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Er rijzen
vaak problemen met de adviezen die de dienst
Naturalisaties vraagt aan de parketten. Niet alleen
verschilt de kwaliteit van de adviezen sterk per
parket, sommige adviezen laten ook lang op zich
wachten. Op het ogenblik dat de Kamercommissie
Naturalisaties de dossiers behandelt, zijn heel wat
adviezen bovendien al twee tot drie jaar oud.
Is de minister op de hoogte van de problemen? Is
ze bereid initiatieven te nemen om in samenspraak
met het college van procureurs-generaal te ijveren
voor tijdige, volledige en geactualiseerde adviezen?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : En vertu de l'article 24bis du Code de
la nationalité belge, le ministre détermine les
modalités selon lesquelles les parquets formulent
un avis, tandis que le collège des procureurs
généraux exerce une mission de contrôle à cet
égard. Mon prédécesseur a, dans un courrier du 17
décembre 2001, rappelé les critères généraux fixés
par la commission des naturalisations auxquels
doivent satisfaire les avis rendus par les parquets.
Le président de la commission m'a informée des
problèmes fin février 2005 et j'ai transmis ses
observations au collège des procureurs généraux.
Je n'ai toujours pas obtenu de réponse. Je ne
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Volgens artikel 24bis van het Wetboek van de
Belgische nationaliteit bepaalt de minister de wijze
waarop de parketten adviezen verlenen. Het
college van procureurs-generaal houdt hier toezicht
op. Mijn voorganger wees in een schrijven van 17
december 2001 op de door de
naturalisatiecommissie vastgestelde algemene
criteria waaraan de adviezen van de parketten
moeten voldoen.
De voorzitter van de commissie bracht mij eind
februari 2005 op de hoogte van de problemen en ik
speelde zijn opmerkingen door aan het college van
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 855
14/02/2006
7
manquerai pas d'aborder la question lors de la
réunion qui aura lieu avec le collège au mois de
mars.
procureurs-generaal. Ik ontving nog steeds geen
antwoord. Ik zal dit zeker aankaarten op de
vergadering met het college in maart.
04.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD) : Il est positif
que la ministre reconnaisse les problèmes. Il
convient d'agir rapidement.
04.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Het is
positief dat de minister de problemen erkent. Er
moet dringend iets gebeuren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Marie Nagy à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les documents à remettre lors de la déclaration
de mariage" (n° 10281)
05 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
documenten die bij de huwelijksaangifte moeten
worden overgelegd" (nr. 10281)
05.01 Marie Nagy (ECOLO) Certaines personnes
adoptées ont des difficultés à constituer leur
dossier administratif en vue du mariage,
notamment de fournir leur acte de naissance. Selon
l'article 70 du Code civil, elles peuvent y suppléer
par un acte de notoriété. Pour éviter cette
procédure longue et coûteuse, les officiers de l'état
civil peuvent accepter une copie de l'acte de
légitimation par adoption.
J'ai déposé une proposition de modification de cet
article 70, prévoyant que cet acte de légitimation
faisait foi dans tous les cas, mais cela n'a pas
encore été examiné en commission.
Le 18 mai 2005, je vous ai suggéré une circulaire
pour remédier à cette situation, en attendant la
modification législative. Vous aviez trouvé cela
intéressant mais, à ce jour, certaines personnes ont
encore des problèmes.
Avez-vous donc pris une circulaire et sinon
pourquoi ? Une solution urgente est-elle envisagée
et laquelle ?
05.01 Marie Nagy (ECOLO): Sommige mensen
die in hun jeugd geadopteerd werden, ondervinden
moeilijkheden om hun administratief dossier samen
te stellen wanneer ze in het huwelijk willen treden.
Ze zijn meestal niet in staat een geboorteakte voor
te leggen. Volgens artikel 70 van het Burgerlijk
Wetboek kunnen ze die vervangen door een akte
van bekendheid. Om die lange en dure procedure
te vermijden kunnen de ambtenaren van de
burgerlijke stand een afschrift van de akte van
wettiging door adoptie aanvaarden.
Ik heb een wetsvoorstel tot wijziging van dat artikel
70 ingediend waarmee ik in alle gevallen aan die
akte van wettiging door adoptie bewijskracht wil
verlenen. Mijn voorstel werd echter nog niet in de
commissie besproken.
Op 18 mei 2005 heb ik u voorgesteld een
rondzendbrief op te stellen om die situatie in
afwachting van een wetswijziging voorlopig te
regelen. U vond dat een interessant voorstel, maar
tot heden ondervinden een aantal mensen nog
steeds problemen.
Heeft u een rondzendbrief opgesteld en zo niet,
waarom niet? Stelt u een snelle oplossing in het
vooruitzicht en wat houdt die in?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Normalement, le Sénat doit examiner le dossier
d'ici une semaine ou deux. Si ce n'est pas le cas, je
prendrai une circulaire. Mais si c'est le cas, je
déposerai des amendements visant à ce que toute
personne dont l'adoption fut prononcée ou
reconnue en Belgique et qui ne peut se procurer
son acte de naissance produise la transcription du
jugement d'adoption. Si les données de l'acte de
transcription ne suffisent pas, l'autorité procédera à
une enquête complémentaire ou demandera à
l'intéressé toute autre preuve étayant ces données.
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Normaliter buigt de Senaat zich binnen een à twee
weken over dit dossier. Als dat niet het geval is, zal
ik een omzendbrief uitvaardigen. Als dat echter wel
het geval is, zal ik amendementen indienen. Die
strekken ertoe eenieder wiens adoptie in België
werd uitgesproken of erkend en die er niet in slaagt
zijn geboorteakte te verkrijgen, de mogelijkheid te
bieden om de akte van overschrijving van het
adoptievonnis voor te leggen. Indien de gegevens
in de akte van overschrijving niet volstaan, zal de
verzoekende overheid een bijkomend onderzoek
instellen of de betrokkene verzoeken om een ander
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14/02/2006
CRABV 51
COM 855
8
Le jugement déclaratif d'état civil pourra également
être produit si nécessaire. Ici, il s'agit des actes de
naissance, de mariage et de décès. Enfin, on
pourra produire un acte équivalent des autorités
diplomatiques ou consulaires du pays de
naissance. En outre, toute personne ayant un acte
de notoriété ou autorisée à faire une déclaration
sous serment pourra le suppléer devant l'autorité
requérante pour autant que l'exactitude des
données ne soit pas réfutée.
bewijsstuk voor te leggen dat die gegevens staaft.
Indien nodig mag tevens het vonnis tot aanwijzing
van burgerlijke staat worden voorgelegd. In dit
geval gaat het om geboorte-, huwelijks- en
overlijdensaktes. Ten slotte mag ook een
gelijkwaardige akte van de diplomatieke of
consulaire overheden van het geboorteland worden
voorgelegd. Bovendien mag eenieder die een akte
van bekendheid bezit of die gemachtigd werd een
verklaring onder ede af te leggen, dat document in
de plaats van zijn geboorteakte bij de verzoekende
overheid voorleggen, op voorwaarde dat de
juistheid van de gegevens niet wordt betwist.
05.03 Marie Nagy (ECOLO) : Vu les travaux au
Sénat, on peut espérer que la loi sera rapidement
modifiée. En fait, la question est traitée aujourd'hui
différemment d'une commune à l'autre, ce qui crée
des désagréments administratifs injustifiés.
05.03 Marie Nagy (ECOLO): Mede in het licht van
de werkzaamheden in de Senaat kunnen we hopen
dat de wet snel zal worden gewijzigd. In de huidige
stand van zaken behandelen alle gemeenten de
kwestie op hun eigen manier, wat dan weer tot
ongegronde administratieve moeilijkheden leidt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Annemie Turtelboom à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "le recours à des travailleurs intérimaires lors
de la préparation des élections de l'Exécutif des
musulmans" (n° 10341)
06 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het inschakelen van uitzendkrachten bij de
voorbereiding van de verkiezingen van de
Moslimexecutieve" (nr. 10341)
06.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Les services
publics ont rarement recours à des intérimaires.
Est-il exact que le SPF Justice a fait appel à des
intérimaires pour préparer les élections de l'Exécutif
des Musulmans ? Pour quelle durée ont-ils été
engagés en moyenne ? De combien d'intérimaires
s'est-il agi ? Sur la base de quels articles de la loi
du 24 juillet 1987 ces intérimaires ont-ils pu être
engagés
? Pourquoi cette solution a-t-elle été
retenue
? Le coût afférent à l'engagement
d'intérimaires est-il supérieur au coût afférent à
l'engagement de salariés dans le cadre d'un contrat
à durée déterminée ?
06.01 Annemie Turtelboom (VLD): In
overheidsdiensten wordt erg weinig gebruik
gemaakt van uitzendkrachten. Klopt het dat de
FOD Justitie uitzendkrachten heeft ingeschakeld
tijdens de voorbereiding van de verkiezingen van
de Moslimexecutieve? Hoelang werden ze
gemiddeld ingeschakeld? Om hoeveel mensen ging
het? Op basis van welke verantwoording uit de wet
van 24 juli 1987 werden de uitzendkrachten
ingeschakeld? Waarom werd de voorkeur gegeven
aan uitzendkrachten? Hebben de uitzendkrachten
meer gekost dan werknemers met een contract van
bepaalde duur zouden hebben gekost?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Comme il n'y avait pas de
précédents, la commission chargée d'organiser le
renouvellement des organes du culte musulman
n'était pas en mesure d'évaluer la charge de travail
administratif. Des problèmes ont, en outre,
également surgi lors de l'organisation des élections.
Les délais pour engager du personnel contractuel
étaient trop longs et les contrats de travail devaient
être d'une durée minimale de six mois. La charge
de travail variait également en fonction du
processus électoral. Il était donc indispensable
d'opter en faveur de personnel intérimaire.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De commissie die de hernieuwing van de organen
van de islamitische eredienst moet organiseren,
kon de administratieve werklast niet inschatten bij
gebrek aan een precedent. Bovendien doken ook
nog obstakels op bij de organisatie van de
verkiezingen. De termijnen om contractueel
personeel aan te werven waren te lang en de
arbeidscontracten moesten minstens zes maanden
lopen. De werklast was ook veranderlijk volgens het
verkiezingsproces. Het was dus noodzakelijk om
voor uitzendkrachten te kiezen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 855
14/02/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
06.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Je me réjouis
d'entendre que le SPF Justice se rend également
compte que le recours aux intérimaires peut offrir
une solution dans des situations où la souplesse
est de mise. D'autres ministres répondent
invariablement qu'ils n'estiment pas opportun de
faire appel à des intérimaires. J'ai déposé une
proposition de loi à ce sujet et j'espère que les
parlementaires socialistes la soutiendront.
06.03 Annemie Turtelboom (VLD): Ik ben blij dat
de FOD Justitie ook beseft dat uitzendkrachten een
oplossing kunnen bieden in situaties die soepelheid
vergen. Andere ministers antwoorden altijd dat
werken met uitzendkrachten in de overheidssector
hun niet opportuun lijkt. Ik heb daarover een
wetsvoorstel ingediend en ik hoop op steun vanuit
socialistische hoek.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 06.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.06 uur.
Document Outline