CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1293
CRABV 51 COM 1293
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
25-04-2007
25-04-2007
Après-midi
Namiddag
CRABV 51
COM 1293
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Dirk Claes au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la détermination du 'capital maladie'
des fonctionnaires" (n° 14951)
1
Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het
bepalen van het 'ziektekapitaal' voor ambtenaren"
(nr. 14951)
1
Orateurs: Dirk Claes, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Dirk Claes, Christian Dupont,
minister
van
Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "l'effectif global des services publics
fédéraux" (n° 15109)
2
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de totale personeelsbezetting van de
federale overheid" (nr. 15109)
2
Orateurs: Patrick De Groote, Christian
Dupont
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Patrick De Groote, Christian
Dupont
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Greet van Gool au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "l'exercice d'une activité en tant que
volontaire par un fonctionnaire" (n° 15175)
3
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de uitoefening van een activiteit als
vrijwilliger door een ambtenaar" (nr. 15175)
3
Orateurs: Greet van Gool, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Greet van Gool, Christian Dupont,
minister
van
Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les plans
d'urgence et d'intervention" (n° 15194)
4
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de nood- en interventieplannen"
(nr. 15194)
4
Orateurs:
Dirk
Claes,
Vincent
Van
Quickenborne, secrétaire
d'État à la
Simplification administrative
Sprekers:
Dirk
Claes,
Vincent
Van
Quickenborne,
staatssecretaris
voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'obligation des bourgmestres d'inscrire un
citoyen dans un logement" (n° 14913)
6
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken
over
"de
verplichting
voor
de
burgemeesters om een burger op een adres in te
schrijven" (nr. 14913)
6
Orateurs: Jacqueline Galant, Vincent Van
Quickenborne
, secrétaire
d'État à la
Simplification administrative
Sprekers: Jacqueline Galant, Vincent Van
Quickenborne
,
staatssecretaris
voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
conditions liées au permis de travail B et à la
déclaration d'arrivée" (n° 15153)
8
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de voorwaarden verbonden aan de
arbeidskaart B en de aankomstverklaring"
(nr. 15153)
8
Orateurs: Nahima Lanjri, Vincent Van
Quickenborne
, secrétaire
d'État à la
Simplification administrative
Sprekers: Nahima Lanjri, Vincent Van
Quickenborne
,
staatssecretaris
voor
Administratieve Vereenvoudiging
CRABV 51
COM 1293
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
25
AVRIL
2007
Après-midi
______
van
WOENSDAG
25
APRIL
2007
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 15 h 23 par
M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 15.23 uur en
voorgezeten door de heer André Frédéric.
01 Question de M. Dirk Claes au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "la détermination du 'capital
maladie' des fonctionnaires" (n° 14951)
01 Vraag van de heer Dirk Claes aan de minister
van
Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het bepalen van het 'ziektekapitaal' voor
ambtenaren" (nr. 14951)
01.01 Dirk Claes (CD&V) : Un fonctionnaire a droit
à maximum 21 jours ouvrables de congé de
maladie par douze mois d'ancienneté de service.
Pour les fonctionnaires ayant moins de trois années
d'ancienneté, le traitement est garanti durant 63
jours ouvrables.
Les 21 jours de capital maladie sont-ils attribués au
début de la période de douze mois ou à l'issue des
prestations ?
01.01 Dirk Claes (CD&V): Een ambtenaar kan
maximaal 21 werkdagen ziekteverlof krijgen per
twaalf
maanden
dienstanciënniteit.
Voor
ambtenaren die nog geen drie jaar in dienst zijn
wordt de wedde gedurende 63 werkdagen
gewaarborgd.
Worden de 21 dagen ziektekapitaal toegekend bij
aanvang van de periode van twaalf maanden of na
levering van de prestaties?
01.02
Christian
Dupont,
ministre
(en
néerlandais) : Le capital maladie de 21 jours est
ajouté au capital restant à la fin de l'année de
travail. En début de carrière, un capital maladie de
63 jours est accordé pour qu'un membre du
personnel ne soit pas mis en disponibilité si un
accident de travail devait se produire. Le capital
maladie est recalculé trois années après l'entrée en
service. A la fin de la quatrième année, 21 jours
sont ajoutés.
01.02 Minister Christian Dupont (Nederlands): Het
ziektekapitaal van 21 dagen wordt op het einde van
het werkjaar bij het resterende kapitaal gevoegd. Bij
aanvang van een loopbaan wordt een ziektekapitaal
van 63 dagen toegekend opdat een personeelslid
niet in disponibel wordt gesteld indien er zich een
werkongeval
voordoet.
Drie
jaar
na
de
indiensttreding
wordt
het
ziektekapitaal
herberekend. Aan het einde van het vierde jaar
worden er 21 dagen toegevoegd.
01.03 Dirk Claes (CD&V) : Donc, si on a été
malade 63 jours ouvrables pendant ses trois
premières années de travail, on peut être mis en
disponibilité le premier jour du mois suivant la
troisième année.
01.03 Dirk Claes (CD&V): Indien men dus
gedurende de eerste drie werkjaren 63 gedurende
werkdagen ziek was, kan men disponibel worden
gesteld op de eerste dag na het derde jaar.
25/04/2007
CRABV 51
COM 1293
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Patrick De Groote au ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Égalité
des chances sur "l'effectif global des services
publics fédéraux" (n° 15109)
02 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de totale personeelsbezetting van de
federale overheid" (nr. 15109)
02.01 Patrick De Groote (N-VA) : Dans le contexte
préélectoral actuel, on assiste à une surenchère sur
le plan de la création d'emplois nouveaux, d'aucuns
affirmant que les 200.000 emplois promis sous la
présente législature ont effectivement été créés. À
cet égard, la distinction entre emplois nets et bruts
ne peut évidemment être perdue de vue. La
consommation et la création d'emplois ont par
ailleurs surtout été le fait des pouvoirs publics.
Un tableau présentant des chiffres relatifs au
nombre de fonctionnaires au service de l'État
fédéral est publié sur le site internet belgium.be. Ce
tableau comprend également une colonne intitulée
« données erronées », avec une marge d'erreur par
rapport au nombre total de fonctionnaires variant de
6,6 % en 2003 à 16,5 % en 2007. Pourquoi ces
données sont-elles erronées et pourquoi n'ont-elles
pas été comptabilisées ?
Quel était le nombre total de fonctionnaires à la fin
de la précédente législature et quel est ce nombre à
la fin de l'actuelle législature ? Pourquoi le tableau
fait-il état d'une diminution de 9.000 fonctionnaires
entre juin 2006 et janvier 2007 ?
02.01 Patrick De Groote (N-VA): In de
campagnestrijd is er een opbod op het vlak van de
creatie van nieuwe jobs. Er wordt beweerd dat de
beloofde tweehonderdduizend jobs tijdens deze
regeerperiode wel degelijk werden verwezenlijkt,
maar men mag hierbij natuurlijk het verschil tussen
netto- en brutojobs niet uit het oog verliezen.
Consumptie en jobcreatie gingen bovendien veelal
uit van de overheid.
Op de website belgium.be worden cijfers gegeven
over het aantal ambtenaren in dienst van de
federale overheid. Er is ook een kolom met
zogenaamde `foute records', met een foutenmarge
ten opzichte van het totale aantal ambtenaren van
6,6 procent in 2003 tot 16,5 procent in 2007.
Waarom zijn die gegevens fout en waarom worden
zij niet meegeteld?
Wat was het totale aantal ambtenaren aan het
einde van de vorige regeerperiode en wat is dat aan
het einde van de huidige? Waarom is er in de tabel
een vermindering met negenduizend ambtenaren
tussen juni 2006 en januari 2007?
02.02
Christian
Dupont,
ministre
(en
néerlandais) : Chaque organe public fédéral est
tenu de transmettre tous les six mois au SPF P&O
des données relatives au personnel. La qualité des
données recueillies dépend des informations
communiquées par les administrations concernées.
Les « données erronées » concernent des données
incomplètes ou fausses transmises par les
administrations.
02.02 Minister Christian Dupont (Nederlands):
Elk federaal openbaar orgaan moet om de zes
maanden personeelsgegevens overmaken aan de
FOD P&O. De kwaliteit van de ingewonnen
gegevens is afhankelijk van wat de betrokken
administraties meedelen. Foute records hebben
betrekking op onvolledige of foutieve gegevens die
door de administraties werden overgemaakt.
Je ne puis communiquer aucun chiffre concernant
juin 2002 car des données n'ont à nouveau été
collectées qu'au début de la présente législature.
Les premières données provenant de la base de
données Pdata datent de juin 2003.
On ne dispose pas encore des données relatives à
la situation de l'effectif de personnel en
janvier 2007. Il faudra attendre la fin juin 2007 pour
que les données soient plus précises, ce qui
explique la différence de neuf mille fonctionnaires
par rapport à 2006.
Ik kan geen cijfers geven voor juni 2002, want pas
bij aanvang van deze legislatuur werden er weer
gegevens verzameld. De eerste gegevens van de
databank Pdata dateren van juni 2003.
Momenteel ontbreken er nog gegevens over het
personeelsbestand in januari 2007. De gegevens
zullen pas tegen eind juni 2007 meer accuraat zijn,
wat verklaart waarom er momenteel negenduizend
ambtenaren ontbreken ten opzichte van 2006.
CRABV 51
COM 1293
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
La collecte des données est rendue difficile par
l'absence d'un système uniforme au sein de la
fonction publique fédérale. Sous la présente
législature, mes services ont collaboré à
l'instauration d'un système tendant à la mise en
place d'une base de données unique pour la
fonction publique. Cette base de données devra
contenir toutes les informations relatives aux
fonctionnaires. Une fois que le système sera
opérationnel, il ne faudra plus attendre les
informations fournies par les différents services.
Het verzamelen van gegevens wordt bemoeilijkt
doordat er geen uniform systeem is binnen het
federaal openbaar ambt. Tijdens deze legislatuur
werkten mijn diensten aan de invoering van een
systeem waardoor er één gegevensbank voor het
openbaar ambt zal komen. Deze databank moet
dan alle informatie over de ambtenaren bevatten.
Wanneer het systeem werkzaam is, zal men niet
meer moeten wachten op informatie die door de
verschillende diensten wordt gegeven.
02.03 Patrick De Groote (N-VA) : En attendant,
des informations présentant une grande marge
d'erreur sont publiées sur un site internet officiel. Ne
peut-on corriger les données fournies par les
administrations ? Ne doit-on pas accorder la priorité
à la communication de ces données ? Pourquoi
n'exerce-t-on pas un contrôle plus strict ? Comment
peut-on mener une politique efficace en l'absence
de données précises sur les fonctionnaires
disponibles ?
02.03 Patrick De Groote (N-VA): Ondertussen
wordt er wel informatie met een grote foutenmarge
gepubliceerd op een officiële website. Kunnen er
geen correcties worden aangebracht aan gegevens
die door de administraties worden verstrekt? Moet
men geen prioriteit maken van het verstrekken van
die gegevens? Waarom is er geen strengere
controle? Hoe kan men een efficiënt beleid voeren
indien er geen accurate gegevens zijn over de
beschikbare ambtenaren?
02.04
Christian
Dupont,
ministre
(en
néerlandais) :
Actuellement,
les
systèmes
informatiques des différents services ne sont pas
compatibles. Avant de mettre au point un nouveau
système, il convient de prendre les précautions
requises pour empêcher que ne se posent des
problèmes analogues à ceux qui se sont posés
avec le projet Phénix. Aujourd'hui, les services ne
jugent pas prioritaire la communication de ces
chiffres.
02.04 Minister Christian Dupont (Nederlands): De
informaticasystemen van de verschillende diensten
zijn momenteel niet compatibel. Vooraleer er een
nieuw systeem wordt uitgewerkt moeten de nodige
voorzorgsmaatregelen worden genomen om te
voorkomen dat er problemen ontstaan zoals bij het
Phenix-project. De diensten maken momenteel
geen prioriteit van het verstrekken van deze cijfers.
02.05 Patrick De Groote (N-VA) : L'absence d'un
système uniforme à l'heure actuelle est affligeant
mais je me réjouis de ce que les services
compétents s'en occupent.
02.05 Patrick De Groote (N-VA): Het is
bedroevend dat er nog geen uniform systeem is,
maar ik ben blij dat er alsnog werk van wordt
gemaakt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Greet van Gool au ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Égalité
des chances sur "l'exercice d'une activité en tant
que volontaire par un fonctionnaire" (n° 15175)
03 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de uitoefening van een activiteit als
vrijwilliger door een ambtenaar" (nr. 15175)
03.01 Greet van Gool (sp.a-spirit) : Le rapport
annuel 2006 du service de médiation fédéral aborde
deux problèmes en ce qui concerne les
fonctionnaires désireux de mener une activité
comme volontaire. Ceux-ci doivent-ils demander
une autorisation préalable à leur administration, y
compris pour pouvoir exercer une telle activité ? Et,
ensuite, un fonctionnaire déclaré en incapacité de
travail peut-il exercer une telle activité ?
03.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): In het
jaarverslag 2006 van de federale ombudsdienst
worden twee problemen aangekaart betreffende
ambtenaren die als vrijwilliger actief willen zijn. Moet
een ambtenaar ook voor een vrijwillige activiteit
voorafgaandelijk toestemming vragen aan zijn
administratie? En vervolgens, mag een ambtenaar
die als arbeidsongeschikt werd erkend, een activiteit
als vrijwilliger uitoefenen?
03.02
Christian
Dupont,
ministre
(en 03.02 Minister Christian Dupont (Nederlands):
25/04/2007
CRABV 51
COM 1293
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
néerlandais) : La réforme des droits, des obligations
et du régime de cumul des fonctionnaires a été
adoptée le 29 mars dernier et l'arrêté royal en
question est soumis à l'avis du Conseil d'État pour
l'instant.
Désormais, tout fonctionnaire devra demander
l'autorisation d'exercer une activité rémunérée,
quelle qu'elle soit, en plus de sa fonction. Il doit
éviter tout comportement contraire à la dignité de sa
fonction, y compris dans l'exercice d'une activité de
volontaire, ainsi que tout conflit d'intérêts. Il doit
avertir sa hiérarchie préalablement.
La question relative aux fonctionnaires en
incapacité de travail est à l'examen auprès de
Medex.
Op 29 maart jongstleden werd de hervorming van
de rechten, de plichten en de cumulregeling voor
ambtenaren goedgekeurd en het betrokken KB
wordt momenteel onderzocht door de Raad van
State.
Voortaan zal een machtiging moeten aangevraagd
worden om buiten het ambt van ambtenaar gelijk
welke bezoldigde activiteit uit te oefenen. Ook bij
een activiteit als vrijwilliger moet een ambtenaar elk
gedrag vermijden dat in strijd is met de waardigheid
van zijn ambt. Dit geldt ook voor elk mogelijk
belangenconflict. Hij moet zijn hiërarchisch overste
hiervan verwittigen.
De vraag betreffende de arbeidsongeschikte
ambtenaren wordt momenteel onderzocht door
Medex.
03.03 Greet van Gool (sp.a-spirit) : J'attends une
réponse écrite à ma deuxième question, lorsque
Medex l'aura traitée. Il est clair, par ailleurs, qu'une
autorisation doit être requise pour les activités
rémunérées. Selon toute évidence, toutefois, c'est
aussi le cas pour les activités de volontaire, qui sont
donc non rémunérées ?
03.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik verwacht
een schriftelijk antwoord op mijn tweede vraag
wanneer het onderzoek door Medex afgerond is.
Verder is het duidelijk dat er toestemming moet
worden gevraagd voor bezoldigde activiteiten, maar
het moet dus blijkbaar ook voor vrijwillige en dus
onbezoldigde activiteiten?
03.04
Christian
Dupont,
ministre
(en
néerlandais) : Une autorisation est effectivement
requise pour exercer toute activité, rémunérée ou
non rémunérée.
03.04 Minister Christian Dupont (Nederlands): Er
is inderdaad toestemming nodig voor elke
bezoldigde en onbezoldigde activiteit.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les plans
d'urgence et d'intervention" (n° 15194)
04 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de nood- en interventieplannen"
(nr. 15194)
04.01 Dirk Claes (CD&V) : L'arrêté royal du 16
février 2006 fixe le cadre des plans d'urgence et
d'intervention aux différents niveaux administratifs.
La circulaire NPU-1 du 26 octobre 2006 comporte
également d'autres dispositions.
Le ministre a déjà répondu par le passé que le
centre de crise arrêterait une structure type pour les
provinces. Cette structure type existe-t-elle et les
provinces en disposent-elles? Le ministre a-t-il une
idée de la manière dont les gouverneurs de
province définiront et harmoniseront ces mesures
au niveau communal ? Quelle est la situation ?
Un fonctionnaire responsable de la planification
d'urgence doit être affecté à chaque cellule de
04.01 Dirk Claes (CD&V): Het KB van 16 februari
2006 legt het kader vast voor de nood- en
interventieplannen
op
de
verschillende
bestuursniveaus. Verdere bepalingen werden
opgenomen in de omzendbrief NPU-1 van 26
oktober 2006.
De minister antwoordde reeds eerder dat op het
niveau van de provincies een typestructuur zou
worden uitgewerkt door het crisiscentrum. Is deze
typestructuur reeds uitgewerkt en ter beschikking
gesteld van de provincies? Heeft de minister zicht
op de verdere uitwerking en harmonisatie op
gemeentelijk vlak door de provinciegouverneurs?
Wat is hier de stand van zaken?
Bij elke veiligheidscel die per gemeente moet
worden opgericht hoort ook een ambtenaar die
CRABV 51
COM 1293
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
sécurité à créer par commune. Ce fonctionnaire
peut-il agir pour le compte de plusieurs communes
faisant partie d'une structure de coopération, telle
une zone de police, une zone de secours ou un
groupe de services d'incendie régional ? Pourrait-on
prévoir une contribution financière plus importante
pour couvrir cette charge de travail supplémentaire
pour les communes ? Pour l'instant, une seule des
circulaires annoncées a été envoyée. Les autres
sont-elles en préparation ?
verantwoordelijk is voor de noodplanning. Kan
dezelfde ambtenaar optreden voor verschillende
gemeenten
die
deel
uitmaken
van
een
samenwerkingsverband, zoals een politiezone,
hulpverleningszone
of
gewestelijke
brandweergroep? Is het mogelijk om in meer
financiële ondersteuning te voorzien voor deze extra
werklast voor de gemeenten? Voorlopig is er ook
nog
maar
één
van
de
beloofde
drie
rondzendbrieven verstuurd. Zijn de andere in
voorbereiding?
04.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire
d'État (en néerlandais) : Je répondrai au nom du
ministre de l'Intérieur qui représente actuellement
notre gouvernement aux obsèques de M. Boris
Eltsine à Moscou.
Consécutivement à l'arrêté royal du 16 février 2006,
le centre de coordination et de crise du
gouvernement prépare actuellement la structure
type d'un plan général d'urgence et d'intervention au
niveau provincial.
04.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Ik antwoord namens de minister van
Binnenlandse Zaken die momenteel in Moskou
onze regering vertegenwoordigt bij de begrafenis
van de heer Boris Jeltsin.
In opvolging van het KB van 16 februari 2006 werkt
het coördinatie- en crisiscentrum van de regering
inderdaad aan een typestructuur voor een
algemeen nood- en interventieplan op provinciaal
niveau.
La structure est développée par un groupe de
travail présidé par le centre de crise et constitué de
représentants des gouverneurs de province et des
diverses disciplines. Le groupe de travail se base
sur l'arrêté royal mais également sur ce qui existe
déjà ainsi que sur les initiatives provinciales en
cours.
Les plans d'urgence locaux ne doivent pas être
uniformisés mais harmonisés. Cette harmonisation
incombe aux autorités fédérales mais il appartient
aux gouverneurs de province de décider en tant que
coordinateurs de mettre ou non cette structure à la
disposition des communes. Cette transposition au
niveau communal s'effectuera toutefois sans
problème. Pour le surplus, l'arrêté royal prévoit que
chaque bourgmestre doit désigner un fonctionnaire
chargé du plan d'urgence. L'objectif ne consiste pas
à ce que cette fonction soit partagée par plusieurs
communes, ce qui n'est d'ailleurs pas envisageable
parce qu'elle s'accompagne d'une certaine charge
de travail. En outre, le fonctionnaire concerné doit
faire fonction de personne de contact dans le cadre
du plan d'urgence de sa commune et, en cas de
situation d'urgence, il doit siéger au comité de
coordination et assister le bourgmestre. Il est
toutefois souhaitable que les fonctionnaires chargés
des plans d'urgence dans les différentes
communes collaborent efficacement.
De structuur wordt ontwikkeld door een werkgroep
die door het crisiscentrum wordt voorgezeten en die
is samengesteld uit vertegenwoordigers van de
provinciegouverneurs en van de diverse disciplines.
De werkgroep baseert zich op het KB, maar
evenzeer op hetgeen reeds bestaat en op de
lopende initiatieven van de provincies.
De lokale noodplanning moet niet 'geüniformiseerd'
worden,
maar
wel
geharmoniseerd.
Die
harmonisatie is een taak voor de federale overheid,
maar het zijn de provinciegouverneurs die als
coördinator beslissen of zij deze structuur ter
beschikking van de gemeenten zullen stellen. Deze
omzetting op gemeentelijk niveau zal echter
probleemloos verlopen. Verder bepaalt het KB dat
elke burgemeester een ambtenaar moet aanduiden
die belast is met de noodplanning. Het is niet de
bedoeling dat deze functie gedeeld wordt over
verschillende gemeenten. Dat kan niet omdat er
toch wel een zekere werklast gepaard gaat met
deze functie, verder moet de betrokken ambtenaar
de contactpersoon zijn bij de noodplanning in zijn
gemeente en uiteindelijk moet hij bij een
noodsituatie zetelen in het coördinatiecomité en de
burgemeester bijstaan. Het is echter aanbevolen
dat de ambtenaren die bij de verschillende
gemeenten instaan voor de noodplanning, goed met
elkaar samenwerken.
04.03 Dirk Claes (CD&V) : Le chef de cabinet du
ministre viendra-t-il fournir une réponse à un certain
nombre de questions ?
04.03 Dirk Claes (CD&V): Komt de kabinetschef
van de minister ook nog langs voor een antwoord
op een aantal vragen?
25/04/2007
CRABV 51
COM 1293
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
04.04 Vincent Van Quickenborne, secrétaire
d'État (en néerlandais) : Je vais lui transmettre par
téléphone les questions qu'il vous reste à poser.
04.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Ik zal hem telefonisch uw nog
resterende vragen doorgeven.
04.05 Dirk Claes (CD&V) : Certaines communes
attendent les deuxième et troisième circulaires.
04.05 Dirk Claes (CD&V): Bepaalde gemeenten
zitten echt wel te wachten op de tweede en de
derde circulaire.
04.06 Vincent Van Quickenborne, secrétaire
d'État (en néerlandais) : Je ferai transmettre la
réponse par écrit.
04.06 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Ik zal het antwoord schriftelijk laten
overmaken.
04.07 Dirk Claes (CD&V) : Par ailleurs, l'arrêté
royal ne précise pas clairement dans quelles
circonstances un plan particulier d'urgence et
d'intervention doit être établi. Un tel plan sera
obligatoire lors de grandes manifestations telles que
Rock Werchter, mais on ne décrit pas cette
obligation. En outre, il est regrettable que chaque
commune doive désigner son propre fonctionnaire
pour la gestion des catastrophes. Une telle
obligation vient en effet contrecarrer une série
d'accords déjà conclus entre les communes.
04.07 Dirk Claes (CD&V): Verder is het niet
duidelijk in het KB wanneer er een bijzonder nood-
en interventieplan moet komen. Bij grote
manifestaties zoals Rock Werchter zal het wel
verplicht zijn, maar de noodzaak wordt niet
omschreven. Verder is het jammer dat elke
gemeente zijn eigen rampenambtenaar moet
hebben, want dat gaat in tegen een aantal reeds
gemaakte afspraken tussen gemeenten.
04.08 Vincent Van Quickenborne, secrétaire
d'Etat (en néerlandais) : Les deuxième et troisième
circulaires sont actuellement en préparation et
seront publiées à l'automne 2007. Quant à la
question de savoir quand précisément un plan
spécial d'urgence et d'intervention est nécessaire,
elle recevra réponse dans quelques minutes.
04.08 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne
(Nederlands):
De
tweede
en
de
derde
rondzendbrief zijn momenteel in voorbereiding en
zullen in het najaar van 2007 worden gepubliceerd.
Op uw vraag wanneer er precies een bijzonder
nood- en interventieplan nodig is, zal u binnen
enkele minuten antwoord krijgen.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 14899 de M.
Vandeurzen est retirée.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De vraag nr. 14899 van de heer
Vandeurzen wordt ingetrokken.
05 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'obligation des bourgmestres d'inscrire un
citoyen dans un logement" (n° 14913)
05 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken
over
"de
verplichting
voor
de
burgemeesters om een burger op een adres in te
schrijven" (nr. 14913)
05.01 Jacqueline Galant (MR) : Selon la Région
wallonne, un logement qui ne respecte pas les
critères minimaux de salubrité et dont l'occupation
met en péril la santé et la sécurité des habitants, est
inhabitable. Le bourgmestre peut alors prendre
différentes mesures, allant jusqu'à l'interdiction
d'occuper les lieux. Au niveau fédéral, par contre,
aucun refus d'inscription à titre de résidence
principale ne peut être opposé pour des motifs de
sécurité,
de
salubrité,
d'urbanisme
ou
d'aménagement du territoire.
Face à ces deux réglementations contradictoires,
05.01 Jacqueline Galant (MR): Volgens het
Waals Gewest is een woning die de minimale
gezondheidsvoorschriften niet naleeft en waarvan
de bewoning de gezondheid en de veiligheid van de
bewoners in gevaar brengt, onbewoonbaar. De
burgemeester kan in zo'n geval een aantal
maatregelen nemen, tot en met het uitvaardigen
van een verbod de woning te betrekken. Op het
federale niveau echter kan de inschrijving als
hoofdverblijfplaats niet worden geweigerd om
redenen van veiligheid en gezondheid, om
stedenbouwkundige motieven of om redenen van
ruimtelijke ordening.
De burgemeesters, die met twee tegenstrijdige
CRABV 51
COM 1293
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
les bourgmestres ne savent plus à quel saint se
vouer, et la circulaire du ministre de l'Intérieur du 15
mars 2006 ne rend pas les choses plus claires.
Pouvez-vous nous apporter des éclaircissements
en la matière ? Une concertation entre les autorités
fédérales et régionales pourrait s'avérer utile.
regelgevingen worden geconfronteerd, weten niet
meer wat hun te doen staat. De circulaire van de
minister van Binnenlandse Zaken van 15 maart
2006 heeft een en ander er niet duidelijker op
gemaakt.
Kan u hieromtrent klaarheid scheppen? Overleg
tussen de federale en de gewestelijke overheden
zou zijn nut kunnen hebben.
05.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire
d'État (en français) : La détermination de la
résidence principale se fonde sur une constatation
de fait : le séjour effectif dans une commune durant
la plus grande partie de l'année. Cependant une
inscription provisoire peut intervenir dans le cas où
un ménage sollicite son inscription dans un
logement dont l'occupation permanente n'est pas
autorisée pour des motifs de sécurité, de salubrité,
d'urbanisme ou d'aménagement du territoire. Cette
inscription devient définitive si l'autorité communale
n'a pas entamé la procédure prévue par la loi dans
les trois mois (art. 16 de l'arrêté royal du 16 juillet
1992, relatif au registre de la population et au
registre des étrangers).
Cette procédure d'inscription provisoire, mieux
décrite dans la circulaire du 15 mars 2006,
rencontre les deux législations, fédérale et
régionale : d'une part, elle évite au citoyen de se
retrouver sans inscription dans une commune tout
en y ayant établi sa résidence principale et, d'autre
part, elle permet au bourgmestre de prendre les
mesures nécessaires en vue de mettre fin au séjour
de personnes qui résident à titre permanent dans
des logements où un tel séjour est prohibé pour un
des motifs indiqués.
Le ministre de l'Intérieur estime qu'un refus
d'inscription ne résout rien et que le problème ne
peut être résolu que si les instances compétentes
mettent fin aux situations irrégulières en appliquant
les procédures appropriées, par exemple en
déclarant le logement insalubre ou en faisant
appliquer
les
décrets
pris
en
matière
d'aménagement du territoire.
La législation relative au registre de la population ne
peut être contournée pour conduire une politique en
matière de logement ou en matière sanitaire.
05.02
Staatssecretaris
Vincent
Van
Quickenborne (Frans): De bepaling van de
hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een feitelijke
vaststelling: een effectief verblijf in een gemeente
gedurende het grootste deel van het jaar. Toch kan
men soms te maken hebben met een voorlopige
inschrijving in het geval dat een gezin zijn
inschrijving verzoekt in een gebouw waar
permanente bewoning niet is toegestaan wegens de
veiligheid, de gezondheid, stedenbouw of de
ruimtelijke ordening. Deze inschrijving wordt
definitief wanneer de gemeentelijke overheid binnen
de drie maanden de bij de wet bepaalde procedure
niet heeft ingezet (art. 16 van het koninklijk besluit
van 16 juli 1992, betreffende de bevolkingsregisters
en het vreemdelingenregister).
Deze voorlopige inschrijvingsprocedure, die beter
omschreven is in de circulaire van 15 maart 2006,
moet rekening houden met zowel de federale als de
gewestelijke wetgeving: enerzijds zorgt ze ervoor
dat de burger in een gemeente niet zonder
inschrijving komt te zitten terwijl hij er wel zijn
hoofdverblijfplaats heeft, en anderzijds biedt ze aan
de burgemeester de mogelijkheid om de nodige
maatregelen te treffen om het verblijf te beëindigen
van die mensen die permanent in een gebouw
wonen
waarvan
de
bewoning
wegens
bovenvermelde redenen niet is toegestaan.
De minister van Binnenlandse Zaken is de mening
toegedaan dat de weigering van een inschrijving
niets oplost en dat het probleem slechts kan worden
opgelost indien de bevoegde instanties via de
toepassing van de gepaste procedures een einde
maken aan de onregelmatige toestanden, bij
voorbeeld door een gebouw onbewoonbaar te
verklaren of door decreten die op vlak van
ruimtelijke ordening genomen werden te laten
toepassen.
De wetgeving betreffende het bevolkingsregister
kan niet omzeild worden om een huisvestings- of
gezondheidsbeleid te voeren.
L'incident est clos.
Le président : La question n°15132 de M.
Vandeurzen est retirée.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr.15132 van de heer Jo
Vandeurzen wordt ingetrokken.
25/04/2007
CRABV 51
COM 1293
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
06 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
conditions liées au permis de travail B et à la
déclaration d'arrivée" (n° 15153)
06 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de voorwaarden verbonden aan de
arbeidskaart B en de aankomstverklaring"
(nr. 15153)
06.01 Nahima Lanjri (CD&V) : Les mesures
transitoires en matière d'accès au marché de
l'emploi pour les travailleurs issus des nouveaux
États membres de l'Union européenne ont été
prolongées l'an dernier. Il existe une procédure
permettant d'obtenir plus rapidement une carte de
travail pour exercer un certain nombre de
professions critiques. Seules les personnes qui
séjournent légalement en Belgique ou ont introduit
une demande depuis l'étranger peuvent se voir
attribuer une telle carte. Nombreux sont ceux qui
régularisent leur situation avant de faire cette
demande mais ils doivent pour cela faire une
déclaration d'arrivée auprès de l'administration
communale.
06.01 Nahima Lanjri (CD&V): Vorig jaar werden
de overgangsmaatregelen verlengd inzake het
verstrekken van toegang tot onze arbeidsmarkt aan
werknemers uit nieuwe lidstaten van de Europese
Unie. Er is een procedure om voor enkele
knelpuntberoepen sneller een arbeidskaart te
krijgen. Enkel wie legaal in het land verblijft of vanuit
het buitenland een aanvraag indient kan een
dergelijke kaart bekomen. Velen regulariseren hun
verblijf vooraleer een aanvraag in te dienen, maar
zij moeten daartoe een aankomstverklaring
indienen bij het gemeentebestuur.
Certaines communes demandent un justificatif
avant d'accepter la déclaration d'arrivée. Or, les
intéressés sont dans l'impossibilité de le leur fournir
s'ils sont arrivés en voiture ou en autocar. Les
personnes qui n'obtiennent pas de permis de travail
B parce qu'elles ne peuvent régulariser leur séjour
font souvent le choix de travailler au noir.
Le ministre confirme-t-il qu'il existe des différences
d'une commune à l'autre pour ce qui regarde la
délivrance d'une déclaration d'arrivée ? A Anvers,
chaque district est, par exemple, compétent lui-
même, ce qui explique qu'il y ait plusieurs
interprétations.
Ce point a-t-il été l'objet d'une concertation avec le
ministre du Travail ? Lorsque j'ai abordé ce
problème avec lui, il m'a dit que les déclarations
d'arrivée sont de la compétence du ministre de
l'Intérieur.
Très prochainement, les frontières seront ouvertes
à la libre circulation des travailleurs. Comment
pourrait-on résoudre les problèmes liés au permis
de travail B afin que les travailleurs originaires
d'autres Etats membres qui travaillent encore
illégalement chez nous puissent demander leur
permis de travail B ? Il est illogique de supprimer
d'abord les frontières et de demander ensuite un
cachet frontalier aux fins de contrôle.
Sommige gemeenten vragen een bewijsstuk
vooraleer de aankomstverklaring te aanvaarden,
wat onmogelijk te leveren is indien de betrokkene
per rijvoertuig toekwam. Mensen die geen
arbeidskaart B krijgen omdat zij hun verblijf niet
kunnen regulariseren, kiezen er vaak voor om
zwartwerk te leveren.
Bevestigt de minister dat er verschillen bestaan
tussen de gemeenten inzake de toekenning van
een
aankomstverklaring?
In
Antwerpen
is
bijvoorbeeld elk district zelf bevoegd, waardoor er
verschillende interpretaties zijn.
Werd hierover overlegd met de minister van Werk?
Toen ik bij hem het probleem aankaartte, zei hij dat
aankomstverklaringen tot de bevoegdheid van de
minister van Binnenlandse Zaken behoren.
Binnenkort
worden
de
grenzen
voor
werknemersverkeer opengesteld. Hoe kunnen
problemen met de aankomstverklaring worden
opgelost, opdat werknemers uit andere lidstaten die
nu nog illegaal werken, hun arbeidskaart B kunnen
aanvragen? Het is niet logisch dat de grenzen eerst
worden afgeschaft, waarna er alsnog een
grensstempel ter controle wordt gevraagd.
06.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire
d'État (en néerlandais): Les services du ministre
ignorent que certaines communes n'appliqueraient
pas correctement la déclaration d'arrivée. Tout
06.02
Staatssecretaris
Vincent
Van
Quickenborne (Nederlands): De diensten van de
minister zijn er niet van op de hoogte dat bepaalde
gemeenten de aangifte van de aankomstverklaring
CRABV 51
COM 1293
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
problème à ce sujet peut être signalé à l'Office des
étrangers.
Le ministre ne s'est pas concerté à ce propos avec
le ministre du Travail. Une carte de travail de type B
peut être demandée par l'entremise de la
représentation diplomatique belge dans le pays
d'origine d'un salarié. Normalement, un étranger en
possession d'une carte B obtiendra assez
facilement un permis de séjour. Le ministre estime
que l'étranger désireux d'exercer chez nous une
profession critique n'éprouvera en général pas de
grandes difficultés.
niet correct zouden toepassen. Problemen
dienaangaande kunnen worden gemeld bij de
dienst Vreemdelingenzaken.
De minister had hierover nog geen overleg met de
minister voor Werk. Een arbeidskaart B kan worden
aangevraagd via de Belgische diplomatieke
vertegenwoordiging in het land van herkomst van
een werknemer. Een vreemdeling met een
arbeidskaart B krijgt doorgaans gemakkelijk een
verblijfsvergunning.
De
minister
ziet
geen
onoverkomelijke problemen voor vreemdelingen die
hier een knelpuntberoep willen komen uitoefenen.
06.03 Nahima Lanjri (CD&V) : On constate d'ores
et déjà que les communes traitent différemment la
déclaration d'arrivée. J'en informerai l'Office des
étrangers. Le ministre pourrait leur envoyer une
circulaire précisant les modalités d'application de la
loi.
Il est absurde de demander dans un espace sans
frontières d'apporter la preuve que l'on est arrivé en
voiture. Il ressort de mes contacts que le cas est
fréquent. Que cet aspect n'ait pas encore été
examiné avec le ministre de l'Emploi est pour moi
un sujet de déception.
J'estime qu'il y a lieu de supprimer la déclaration
d'arrivée puisqu'une déclaration sur l'honneur
suffirait. Le secrétaire d'État est compétent à cet
effet.
06.03 Nahima Lanjri (CD&V): Men kan nu al
vaststellen dat de aankomstverklaring door
gemeenten verschillend wordt behandeld. Ik zal dat
melden aan de dienst Vreemdelingenzaken. De
minister zou de gemeenten een rondzendbrief
kunnen sturen om te verduidelijken hoe de wet
moet worden geïnterpreteerd.
Het is absurd om in een ruimte met open grenzen
toch te vragen om aan te tonen dat men per wagen
naar het land kwam. Uit mijn contacten blijkt dat dit
veelvuldig voorkomt. Ik ben teleurgesteld dat dit nog
niet werd besproken met de minister voor Werk.
Ik denk dat de aankomstverklaring moet worden
afgeschaft, aangezien een verklaring op eer zou
volstaan. De staatssecretaris is daartoe bevoegd.
Le président : Mme Turtelboom semble s'être
contentée de prendre le texte de la réponse à sa
question n° 15162 pour repartir aussitôt. Mme
Genot étant absente, sa question n° 15062 est
supprimée.
De voorzitter: Blijkbaar heeft mevrouw Turtelboom
het antwoord op haar vraag nr. 15162 gewoon
opgehaald. Dat is nieuw. De vraag nr. 15062 van
mevrouw Genot wordt geschrapt.
06.04 Vincent Van Quickenborne, secrétaire
d'Etat (en néerlandais) : Je vais compléter la
réponse à la question n° 15194 de M. Claes.
Se fondant sur une analyse des risques, le
bourgmestre peut juger si le plan d'urgence et
d'intervention suffit à couvrir les risques. Il peut
arrêter un plan d'urgence et d'intervention particulier
en recourant aux données du Centre de crise. Le
projet Glimmer a été mis en place pour procéder à
l'inventaire des risques et à leur évaluation.
06.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne
(Nederlands): Ik geef een aanvulling bij het
antwoord op vraag nr. 15194 van de heer Claes.
Op basis van een risico-evaluatie kan de
burgemeester inschatten of de risico's voldoende
worden gedekt door het algemeen nood- en
interventieplan. Hij kan een bijzonder nood- en
interventieplan opstellen met gebruikmaking van de
kennis van het Crisiscentrum. Het project Glimmer
werd opgestart voor het inventariseren en evalueren
van risico's.
La réunion publique de commission est levée à
16 h 06.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.06 uur.