CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1292
CRABV 51 COM 1292
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
25-04-2007
25-04-2007
Après-midi
Namiddag
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
observations de la Cour des comptes relatives au
deuxième ajustement du budget 2007 en matière
de sécurité sociale" (n° 15069)
1
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
opmerkingen van het Rekenhof over de tweede
aanpassing van de begroting 2007 inzake de
sociale zekerheid" (nr. 15069)
1
Orateurs: Benoît Drèze, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Benoît Drèze, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de M. Roel Deseyn au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des interventions dentaires
nécessaires sur le plan médical" (n° 15140)
2
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling
van
medisch
noodzakelijke
tandheelkundige ingrepen" (nr. 15140)
2
Orateurs: Roel Deseyn, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Roel Deseyn, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de Mme Greet van Gool au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'exercice d'une activité en tant que volontaire par
une personne en incapacité de travail" (n° 15176)
3
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de uitoefening van een activiteit als
vrijwilliger door iemand die arbeidsongeschikt is"
(nr. 15176)
3
Orateurs: Greet van Gool, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Greet van Gool, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la demande de remboursement du Gardasil
auprès de la Commission de remboursement des
médicaments" (n° 15150)
4
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de vraag om terugbetaling van Gardasil bij
de
Commissie
Tegemoetkoming
Geneesmiddelen" (nr. 15150)
4
Orateurs: Colette Burgeon, Gisèle Mandaila
Malamba, secrétaire d'État aux Familles et
aux Personnes handicapées
Sprekers: Colette Burgeon, Gisèle Mandaila
Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "les
régularisations de pensions" (n° 14869)
5
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
over
"pensioenregularisaties"
(nr. 14869)
5
Orateurs: Greta D'hondt, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Greta D'hondt, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
droit à une pension de survie en faveur des
veuves de prêtres mariés" (n° 15170)
7
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"het recht op een overlevingspensioen voor
weduwen van gehuwde priesters" (nr. 15170)
7
Orateurs: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
pension de survie de certaines veuves de pilotes"
(n° 15106)
9
Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het overlevingspensioen van
sommige weduwen van piloten" (nr. 15106)
9
Orateurs:
Theo
Kelchtermans,
Bruno
Tobback, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers:
Theo
Kelchtermans,
Bruno
Tobback, minister van Leefmilieu en minister
van Pensioenen
25/04/2007
CRABV 51
COM 1292
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de Mme Véronique Salvi au ministre de
l'Emploi sur "la preuve de l'envoi des avis et
convocations de l'ONEm" (n° 15125)
9
Vraag van mevrouw Véronique Salvi aan de
minister van Werk over "het bewijs van
verzending
van
de
waarschuwingen
en
oproepingen van de RVA" (nr. 15125)
9
Orateurs: Véronique Salvi, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Véronique Salvi, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les filières de faux chômeurs"
(n° 15171)
11
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "netwerken van nepwerklozen"
(nr. 15171)
11
Orateurs: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le service minimum dans les
services au public" (n° 15177)
12
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de minimumdienst bij de
dienstverlening aan het publiek" (nr. 15177)
12
Orateurs: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
25
AVRIL
2007
Après-midi
______
van
WOENSDAG
25
APRIL
2007
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14 h 06 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 14.06 uur en
voorgezeten door de heer Hans Bonte.
01 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
observations de la Cour des comptes relatives au
deuxième ajustement du budget 2007 en matière
de sécurité sociale" (n° 15069)
01 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de opmerkingen van het Rekenhof over de
tweede aanpassing van de begroting 2007 inzake
de sociale zekerheid" (nr. 15069)
01.01 Benoît Drèze (cdH) : Dans le cadre de son
examen des comptes de l'ajustement du budget
général des dépenses 2007, la Cour des comptes
observe que les crédits inscrits à l'allocation de
base 55.22.34.06 (paiement des allocations aux
handicapés) passent de 1.388,4 millions d'euros à
1.391,1 millions d'euros, sur la base de prévisions
basées sur la croissance observée en 2006, et que
cette approche historique doit être complétée par la
prise en compte des évolutions récentes en matière
de flux de dossiers et de délais de traitement des
demandes. Les retards ne peuvent être absorbés
par cette seule augmentation.
Comment réagissez-vos à ces observations ?
Comptez-vous prendre des dispositions afin de
résorber l'arriéré et améliorer le délai de traitement
des demandes ? Sinon, faut-il y voir une volonté
politique de réaliser ainsi des économies
budgétaires ?
01.01 Benoit Drèze (cdH): In het kader van zijn
onderzoek naar de rekeningen van de aanpassing
van de algemene uitgavenbegroting 2007 merkt het
Rekenhof op dat de kredieten die op de
basisallocatie 55.22.34.06 (tegemoetkomingen aan
personen met een handicap) staan ingeschreven,
van 1.388,4 miljoen euro naar 1.391,1 miljoen euro
gaan, op basis van vooruitzichten die stoelen op de
groei die in 2006 werd vastgesteld. Het Rekenhof
merkt ook op dat deze historische aanpak moet
worden vervolledigd door rekening te houden met
de recente evoluties inzake de stroom van dossiers
en de behandelingstermijnen van de aanvragen. De
vertragingen kunnen niet worden weggewerkt enkel
en alleen door deze stijging.
Wat is uw reactie op deze opmerkingen? Bent u
van plan maatregelen te nemen om de achterstand
weg te werken en de behandelingstermijn van de
aanvragen te verbeteren? Zo niet, moet hier een
politieke wil achter worden gezien om op deze
manier budgettaire besparingen te realiseren?
01.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État
(en français) : La Cour a fait la même observation
en novembre 2006. Cependant, le nombre élevé de
demandes, dont s'inquiète la Cour, ne préjuge en
rien de leur bien-fondé ni de leur importance
financière. De plus, les nouvelles procédures
permettent un meilleur contrôle, qui se traduit par
un plus grand nombre de réductions ou de rejets.
En outre, les crédits de 2006 qui, n'ayant pas été
01.02 Staatssecretaris Gisèle Mandaila Malamba
(Frans): Het Rekenhof heeft dezelfde opmerking
gemaakt in november 2006. Toch zegt het hoge
aantal aanvragen, een bron van ongerustheid voor
het Rekenhof, nog niets over hun gegrondheid of
over hun financiële omvang. Bovendien is er dankzij
de nieuwe procedures een betere controle mogelijk,
wat zich vertaalt in een hoger aantal inkrimpingen of
afwijzingen. Voorts is het zo dat de niet gebruikte
25/04/2007
CRABV 51
COM 1292
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
utilisés, ont été reportés à 2007, se chiffrent à 65
millions d'euros.
J'ai pu exposer au Sénat le 21 mars dernier les
mesures mises en place pour réduire le délai de
traitement
des
dossiers :
modernisation et
simplification des démarches via Communit-e et
décision médicale sur pièces, notamment. Par un
amendement que j'ai proposé à la loi du 27 février
1987, relative aux allocations aux personnes
handicapées, au 1
er
janvier 2008, le délai légal
d'instruction sera réduit à sept mois et au 1
er
janvier
2009, à six mois. Il n'y a pas de volonté d'économie
budgétaire, car tout dépassement du délai légal
entraîne le paiement d'intérêts moratoires.
kredieten in 2006, die bijgevolg zijn doorgeschoven
naar 2007, begroot worden op 65 miljoen euro.
Ik heb op 21 maart jongstleden aan de Senaat de
maatregelen uiteengezet die we genomen hebben
om de behandelingstermijn van de dossiers te
verkorten: met name een modernisering en
vereenvoudiging van de werkwijze via Communit-e,
en een medische beslissing op basis van stukken.
Door een amendement dat ik heb voorgesteld bij de
wet van 27 februari 1987 over de tegemoetkoming
aan personen met een handicap, zal de wettelijke
onderzoekstermijn teruggebracht worden op zeven
maanden vanaf 1 januari 2008 en op zes maanden
vanaf 1 januari 2009. Hier steekt geen budgettaire
besparingslogica achter, want elke keer dat de
wettelijke termijn overschreden wordt, moeten er
nalatigheidintresten betaald worden.
01.03 Benoît Drèze (cdH) : Si je vous ai bien
compris, quand les dossiers sont traités plus
rapidement, on résorbe un peu l'arriéré et cela
coûte plus cher mais, en même temps, il y a
davantage de rejets et de réductions, ce qui coûte
moins cher.
01.03 Benoît Drèze (cdH): Als ik u goed begrepen
heb, zit het zo: wanneer de dossiers sneller worden
behandeld, wordt de achterstand licht ingelopen en
lopen de kosten op, maar zijn er tegelijkertijd ook
meer verwerpingen en verminderingen, wat de
kosten dan weer drukt.
01.04 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État
(en français) : Une chose est sûre : nous mettons
tous les moyens en place pour pouvoir réduire le
délai de traitement des dossiers avec un contrôle et
des moyens plus accrus en termes de traitement
des dossiers. Il ne s'agit pas d'un problème de
financement.
01.04 Staatssecretaris Gisèle Mandaila Malamba
(Frans): Een ding is zeker : we doen al het nodige
om de afhandelingstermijn van de dossiers te
beperken, dankzij een grondige controle en het
inzetten van meer middelen voor de behandeling
van de dossiers. Het gaat hier niet om een
financieringsprobleem.
01.05 Benoît Drèze (cdH) : Nous resterons
vigilants quant au traitement aussi rapide que
possible des dossiers.
01.05 Benoît Drèze (cdH): We zullen er blijven op
toezien dat de dossiers zo snel mogelijk worden
afgewerkt.
L'incident est clos.
Le président : La question n° 14824 de Mme
D'hondt a été retirée. La question n° 15118 de Mme
Galant a été transformée en question écrite.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 14824 van mevrouw
D'hondt werd ingetrokken. Vraag nr. 15118 van
mevrouw Galant werd omgezet in een schriftelijke
vraag.
02 Question de M. Roel Deseyn au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement des interventions dentaires
nécessaires sur le plan médical" (n° 15140)
02 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over
"de
terugbetaling
van
medisch
noodzakelijke
tandheelkundige
ingrepen"
(nr. 15140)
02.01 Roel Deseyn (CD&V) : Lorsqu'il est
impossible de procéder au remplacement d'une
dent par une intervention de chirurgie dentaire ou
d'orthodontie, il convient de recourir aux implants.
02.01 Roel Deseyn (CD&V): Indien het niet
mogelijk is om een tand te vervangen door een
tandheelkundige ingreep of de orthodontie, moet
men een beroep doen op implantaten.
La pose d'un implant n'est pas remboursée parce
qu'on considère que les opérations de chirurgie
Het plaatsen van een implantaat wordt niet
terugbetaald omdat men ervan uitgaat dat
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
esthétique ne sont pas nécessaires. Toutefois, il
arrive qu'elles le soient pour des raisons médicales.
Malgré des soins de qualité et un suivi des avis de
prévention, il peut y avoir une perte osseuse
extrêmement importante de sorte que la pose d'une
prothèse est impossible. Pour les patients se
trouvant dans ce cas, il conviendrait de rembourser
les prothèses implanto-portées amovibles, comme
c'est déjà le cas aux Pays-Bas.
Le ministre est-il informé de cette situation ? Les
implants pourraient-ils être remboursés s'ils
constituent l'unique solution médicale ? Le ministre
est-il disposé à s'engager à faire en sorte que ces
implants soient remboursables ?
esthetische ingrepen niet noodzakelijk zijn. Soms is
het plaatsen van een implantaat echter medisch
noodzakelijk. Ondanks een goede verzorging en
opvolging van preventieadvies kan er extreem
botverlies optreden waardoor een prothese niet
mogelijk is. Voor dergelijke patiënten zouden
implantaatgedragen uitneembare prothesen moeten
worden terugbetaald, zoals nu reeds in Nederland
gebeurt.
Is de minister op de hoogte van deze situatie?
Kunnen implantaten worden terugbetaald indien zij
de enige medische oplossing vormen? Wil de
minister zich engageren om dit terugbetaalbaar te
maken?
02.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État
(en néerlandais) : Actuellement, une intervention est
déjà prévue pour les implants dentaires posés par
un stomatologiste mais uniquement sous des
conditions médicales présentant un certain degré
de gravité. Seuls les patients affectés d'une
malformation congénitale ou d'une mutilation grave
résultant d'un traumatisme ou d'une tumeur entrent
en considération. Pour les prothèses amovibles,
aucune intervention n'est prévue provisoirement.
Dès 2003, d'aucuns avaient préconisé de prévoir
une intervention pour la pose d'implants dans la
région du menton afin d'ancrer une prothèse totale
amovible. Ce traitement a été retenu dans la liste de
besoins de 2008 mais tout dépendra des
possibilités budgétaires offertes par le budget de
2008.
02.02 Staatssecretaris Gisèle Mandaila Malamba
(Nederlands): Momenteel wordt er reeds voorzien
in een tussenkomst voor tandimplantaten geplaatst
door een stomatoloog, maar enkel onder zware,
medische voorwaarden. Enkel patiënten met een
aangeboren misvorming of met een ernstige
verminking ten gevolge van een trauma of een
tumor komen hiervoor in aanmerking. Voor de
uitneembare prothese bestaat er voorlopig geen
tussenkomst. Reeds in 2003 werd ervoor gepleit om
in een tussenkomst te voorzien voor de plaatsing
van implantaten in de kinregio om een uitneembare,
volledige prothese te verankeren. Deze behandeling
werd weerhouden in de behoeftelijst voor 2008,
maar de uitvoering hangt af van de budgettaire
mogelijkheden in de begroting van 2008.
02.03 Roel Deseyn (CD&V) : Une partie des frais
pourrait déjà être récupérée pour les tumeurs et les
malformations congénitales. Les patients atteints de
perte osseuse extrême sont confrontés à des
lourdes contraintes physiques et sociales. Vu la
modicité de l'incidence budgétaire et le fait que les
praticiens de l'art dentaire ont eux-mêmes placé
cette opération sur la liste des besoins, je préconise
d'octroyer une intervention, éventuellement encore
cette année.
02.03 Roel Deseyn (CD&V): Bij tumoren en
aangeboren afwijkingen zou een deel van de kosten
al kunnen worden teruggevorderd. Patiënten met
een extreem botverlies kampen met zware fysieke
en sociale beperkingen. Gezien de minieme
budgettaire weerslag en het feit dat de
tandheelkundigen dit zelf op de behoeftelijst
plaatsten, pleit ik voor een tegemoetkoming,
eventueel nog dit jaar.
L'incident est clos.
Le président : La question n° 15154 de
Mme Taelman est transformée en question écrite.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De vraag nr. 15154 van mevrouw
Taelman wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
03 Question de Mme Greet van Gool au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'exercice d'une activité en tant que volontaire
par une personne en incapacité de travail"
(n° 15176)
03 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de uitoefening van een activiteit als
vrijwilliger door iemand die arbeidsongeschikt is"
(nr. 15176)
03.01 Greet van Gool (sp.a-spirit) : En vertu de la
modification apportée par la loi du 3 juillet 2005
er
03.01
Greet
van
Gool
(sp.a-spirit):
Overeenkomstig de aanpassing die door de
25/04/2007
CRABV 51
COM 1292
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
relative aux droits des volontaires à l'article 100 §1
er
de la loi du 14 juillet 1994 relative à l'assurance
obligatoire soins de santé et indemnités, le
volontariat n'est pas considéré comme un travail et
peut donc être cumulé avec des indemnités pour
incapacité de travail, à tout le moins pour autant
que le médecin-conseil constate que l'activité
volontaire est compatible avec l'état de santé
général de l'intéressé. La question se pose toutefois
de savoir si les volontaires peuvent également
percevoir un défraiement.
Le défraiement octroyé à un volontaire peut-il être
cumulé ou non avec le droit aux indemnités pour
incapacité de travail ?
vrijwilligerswet van 3 juli 2005 werd aangebracht
aan artikel 100 § 1 van de wet van 14 juli 1994
betreffende
de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorgingen en uitkeringen, wordt
vrijwilligerswerk niet beschouwd als werk en is het
dus cumuleerbaar met uitkeringen wegens
arbeidsongeschiktheid - althans voor zover de
adviserende
geneesheer
vaststelt
dat
de
vrijwilligersactiviteit verenigbaar is met de algemene
gezondheidstoestand van de betrokkene. Het is
echter
onduidelijk
of
zij
ook
een
onkostenvergoeding mogen ontvangen.
Is de onkostenvergoeding als vrijwilliger al dan niet
cumuleerbaar met het recht op uitkeringen wegens
arbeidsongeschiktheid?
03.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État
(en néerlandais) : En effet, la loi sur les prestations
d'assurances n'assimile pas les activités de
volontariat à du travail. Si le médecin-conseil estime
que l'exercice d'une activité de volontariat ne
comporte aucun risque pour la santé, une personne
en incapacité de travail peut l'effectuer et bénéficier
de la compensation prévue par la loi, sans que cela
ait une quelconque influence sur son indemnité.
Je demande au Service indemnités de l'INAMI de
vérifier si cette disposition va effectivement être
appliquée.
03.02 Staatssecretaris Gisèle Mandaila Malamba
(Nederlands): Vrijwilligerswerk wordt inderdaad niet
beschouwd als werk volgens de wet op de
verzekeringsuitkeringen. Wanneer de raadgevend
geneesheer het vrijwilligerswerk als verenigbaar
met de gezondheidstoestand beschouwt, mag een
werkonbekwame dit uitoefenen en de in de wet
voorziene compensatie ontvangen zonder dat dit
zijn vergoeding beïnvloedt.
Ik vraag aan de dienst uitkeringen van het Riziv om
na te gaan of deze bepaling wel degelijk wordt
toegepast.
03.03 Greet van Gool (sp.a-spirit) : La ministre
confirme la compatibilité moyennant l'accord du
médecin-conseil. L'octroi d'une indemnité empêche-
t-il la personne déclarée en incapacité de travail
d'exercer un travail comme volontaire ? La ministre
peut-elle me faire savoir ce qu'il en est exactement
par écrit, vu l'imminence de la fin de la législature ?
Le sujet suscite de très nombreuses questions sur
le terrain.
03.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): De minister
bevestigt de verenigbaarheid mits toestemming van
de adviserend geneesheer. Vormt het feit dat men
een
vergoeding
krijgt
een
beletsel
om
vrijwilligerswerk
uit
te
oefenen
als
men
arbeidsongeschikt is? Kan de minister, gezien het
einde van de regeerperiode in zicht is, mij schriftelijk
verduidelijken hoe de vork aan de steel zit? Er
worden daarover heel wat vragen gesteld op het
terrein.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la demande de remboursement du Gardasil
auprès de la Commission de remboursement des
médicaments" (n° 15150)
04 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de vraag om terugbetaling van Gardasil bij
de
Commissie
Tegemoetkoming
Geneesmiddelen" (nr. 15150)
04.01 Colette Burgeon (PS) : Le Gardasil, vaccin
préventif contre le virus du papillome humain ou
HPV, mis au point par les laboratoires Sanofi et
Merck, a démontré en essais cliniques toute son
efficacité.
Le 5 avril une demande de remboursement a été
introduite par la firme auprès de l'INAMI.
04.01 Colette Burgeon (PS): De laboratoria
Sanofi & Merck hebben een vaccin tegen het
humaan papillomavirus (HPV) ontwikkeld dat zijn
doeltreffendheid heeft bewezen in een aantal
klinische tests.
Op 5 april diende het bedrijf een aanvraag tot
terugbetaling in bij het Riziv.
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Le 25 avril, cette même firme a introduit une
demande auprès du ministère des Affaires
économiques afin de fixer le prix du médicament.
On attend l'avis du Conseil supérieur d'hygiène pour
le mois de mai.
Dans quel délai la CRM statuera-t-elle pour le
Gardasil ? Un remboursement à 100 % est-il
envisageable pour les jeunes filles âgées de 9 à 26
ans, soit environ 553.000 personnes, sachant que
le vaccin, pris en trois étapes, coûte 412,20 euros.
Op 25 april diende hetzelfde bedrijf een aanvraag in
bij het ministerie van Economische Zaken teneinde
de prijs van het geneesmiddel te bepalen. Het
advies van de Hoge Gezondheidsraad wordt tegen
de maand mei verwacht.
Binnen welke termijn zal de CTG zich over Gardasil
uitspreken? Is een terugbetaling aan honderd
procent mogelijk voor meisjes van 9 tot 26 jaar
(ongeveer 553.000 personen), wetende dat het
vaccin, waarvan drie dosissen moeten worden
toegediend, 412,20 euro kost?
04.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'État
(en français) : M. Demotte répond que le délai légal
maximum entre l'introduction d'une demande
d'accès au remboursement et la notification au
demandeur est de 180 jours. Je ne peux pas
préjuger des décisions qui seront prises par la
CRM. Habituellement, le taux de remboursement
accepté est de 75 %. La prise en charge du vaccin
sera à discuter aussi avec les Communautés et les
Régions, en charge des aspects de prévention.
04.02 Staatssecretaris Gisèle Mandaila Malamba
(Frans): De heer Demotte antwoordt dat de
maximale wettelijke termijn tussen de indiening van
een aanvraag tot terugbetaling en de kennisgeving
aan de aanvrager 180 dagen bedraagt. Ik kan niet
vooruitlopen op de beslissingen van de CTG.
Gewoonlijk wordt een terugbetalingspercentage van
75
procent
toegestaan.
De
terugbetalingsvoorwaarden voor het vaccin dienen
tevens met de Gemeenschappen en de Gewesten
te worden besproken
daar zij voor de
gezondheidspreventie bevoegd zijn.
04.03 Colette Burgeon (PS) : Il est important que
les jeunes filles puissent avoir accès à ce vaccin qui
représentera, à terme, une économie pour la
sécurité sociale;
04.03 Colette Burgeon (PS): Dat vaccin moet
beschikbaar worden voor jonge meisjes omdat het
op termijn tot besparingen in de sociale
zekerheidssector kan leiden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"les régularisations de pensions" (n° 14869)
05 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
over
"pensioenregularisaties"
(nr. 14869)
05.01 Greta D'hondt (CD&V) : La question des
pensions complémentaires des contractuels n'a
manifestement
pas
été
résolue
sous
ce
gouvernement.
05.01 Greta D'hondt (CD&V): De kwestie van de
aanvullende pensioenen voor contractuelen is
blijkbaar niet geregeld geraakt tijdens deze
regering.
05.02 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Des accords ont été conclus lors du Comité de
concertation de ce matin en vue du lancement de la
procédure de négociation.
05.02 Minister Bruno Tobback (Nederlands): Op
het Overlegcomité vanmorgen werden afspraken
gemaakt om de onderhandelingsprocedure te
starten.
05.03 Greta D'hondt (CD&V) : Le problème des
régularisations en matière de pensions ne date pas
d'hier. Certaines personnes constatent à la fin de
leur carrière, lorsqu'elles reçoivent le calcul de leur
pension, que les périodes qu'elles ont régularisées
antérieurement par le paiement de cotisations
propres ne leur ouvrent pas de droits de pension
parce que leur carrière est, par exemple, déjà
complète. Elles ont donc payé ces cotisations
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Het probleem van
de pensioenregularisaties is een oud zeer.
Sommige mensen stellen op het einde van hun
loopbaan,
bij
het
ontvangen
van
hun
pensioenberekening, vast dat uit de periodes die zij
vroeger hebben geregulariseerd door het betalen
van eigen bijdragen, geen pensioenrechten
voortvloeien omdat hun loopbaan bijvoorbeeld al
volledig is. Zij hebben die bijdragen dus voor niets
25/04/2007
CRABV 51
COM 1292
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
inutilement, ce qui n'est pas toujours bien accueilli.
Le Service de médiation Pensions estime que ces
cotisations doivent être remboursées mais
l'administration adopte une attitude hésitante à cet
égard.
Sur quel fondement juridique est basée la
contestation entre l'administration et le service de
médiation ? Le ministre peut-il accepter l'idée que
les cotisations versées en trop soient reversées à
l'ayant droit ?
betaald, wat niet altijd goed valt. De ombudsdienst
Pensioenen is van mening dat deze bijdragen
terugbetaald moeten worden. De administratie
neemt echter een aarzelende houding aan.
Op welke rechtsgrond is de betwisting tussen de
administratie en de ombudsdienst gebaseerd? Vindt
de minister het aanvaardbaar dat de te veel
gestorte bijdragen opnieuw aan de rechthebbende
worden overgemaakt?
05.04 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
L'article 7 de l'arrêté royal du 21 décembre 1967 ne
prévoit aucunement la possibilité de rembourser les
cotisations de régularisation. Dans son rapport
annuel 2005, le service de médiation Pensions
recommande dès lors d'éventuellement adapter la
réglementation en ce sens.
L'absence de fondement juridique de ce
remboursement est probablement due au fait que
les régularisations sont parfois effectuées jusqu'à
trente ans avant l'âge normal de la pension. Il est,
selon moi, quasi-impossible de procéder à une
régularisation réaliste trente ans après sa date. Il
n'est pas non plus possible de tenir compte des
avantages fiscaux découlant de cette situation au fil
de toutes ces années. Ces aspects fiscaux doivent
en tout cas être examinés par le ministre des
Finances.
Quiconque introduit une demande de régularisation
est expressément averti que la régularisation
n'entraînera pas forcément une augmentation du
montant de la pension. Tout intéressé est donc
informé qu'il s'agit d'un risque calculé lié au fait que
les règles de calcul, les règles de cumul et l'unité de
carrière ne permettent pas de prédire le résultat de
cette opération à l'avance.
Je suis éventuellement prêt à remonter jusqu'au
moment où la communication sur ce point était
encore peu claire, mais dans ce cas, il faut d'abord
résoudre les problèmes fiscaux.
05.04 Minister Bruno Tobback (Nederlands):
Artikel 7 van het KB van 21 december 1967 voorziet
nergens in de mogelijkheid tot terugbetaling van de
regularisatiebijdragen.
De
ombudsdienst
Pensioenen doet daarom in zijn jaarverslag van
2005 de aanbeveling de reglementering eventueel
aan te passen.
De reden voor het ontbreken van deze rechtsgrond
voor terugbetaling is waarschijnlijk dat regularisaties
soms gebeuren tot dertig jaar voor de normale
pensioenleeftijd. Een realistische regularisatie dertig
jaar na datum is in de praktijk volgens mij haast
onuitvoerbaar.
Bovendien
zijn
de
belastingvoordelen die hierdoor in die tijd werden
genoten, niet meer te verrekenen. Deze fiscale
aspecten moeten in elk geval worden onderzocht
door de minister van Financiën.
Iedereen die een aanvraag tot regularisatie doet,
wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat het
pensioenbedrag
door
de
regularisatie
niet
noodzakelijk hoger zal worden. Zo weet elke
betrokkene dat het om een berekend risico gaat,
aangezien het door de berekeningsregels, de
cumulatieregels en de eenheid van loopbaan niet
vaststaat wat het resultaat zal zijn.
Ik wil eventueel nog terugkijken tot het moment
waarop de communicatie hierover niet zo duidelijk
was, maar dan moet er in de eerste plaats een
oplossing komen voor de fiscale knelpunten.
05.05 Greta D'hondt (CD&V) : La régularisation
n'est donc pas toujours synonyme de pension plus
avantageuse mais, auparavant, ce n'était pas
toujours aussi évident. Il convient d'examiner cette
question.
Voici un autre exemple. Les personnes qui
cumulent plusieurs carrières et qui paient donc
plusieurs cotisations de pension, constatent
ultérieurement que le montant qu'elles perçoivent
est nettement inférieur à celui qu'elles prévoyaient.
05.05 Greta D'hondt (CD&V): Regularisaties
leiden dus niet altijd tot een voordeliger pensioen,
maar dat was vroeger niet altijd zo duidelijk. Dit
moet worden bekeken.
Ik geef nog een ander voorbeeld. Mensen die
loopbanen cumuleren, en die dus meerdere
pensioenbijdragen betalen, stellen dan later vast dat
ze in verhouding veel minder krijgen dan ze
verwacht hadden.
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Voici des défis de taille, eu égard au vieillissement
de la population. Les gens ne doivent pas avoir
l'impression que les cotisations de pension sont une
sorte de loterie à laquelle il arrive parfois que l'on
gagne. Pour inciter les gens à rester actifs
longtemps, il faudra qu'ils aient des certitudes quant
aux droits différés dont, ce faisant, ils pourront
bénéficier.
Dit zijn in het licht van de vergrijzing grote
uitdagingen. Mensen mogen niet het gevoel krijgen
dat pensioenbijdragen een soort lotto zijn, waarmee
men misschien ooit iets wint. Als men mensen wil
aanzetten om lang actief te blijven, zullen ze toch
zekerheid moeten hebben over de uitgestelde
rechten die ze daaruit puren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations est
suspendu de 14 h 35 à 15 h 23.
De behandeling van de vragen en interpellaties
wordt geschorst van 14.35 uur tot 15.23 uur.
06 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
droit à une pension de survie en faveur des
veuves de prêtres mariés" (n° 15170)
06 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
over
"het
recht
op
een
overlevingspensioen
voor
weduwen
van
gehuwde priesters" (nr. 15170)
06.01 Benoît Drèze (cdH) : Les veuves et enfants
éventuels de prêtres catholiques bénéficiant d'un
traitement à charge du Trésor public sont exclus du
champ d'application des pensions de survie,
puisque le mariage leur est interdit par le droit
canon, et leur fait quitter leur état de prêtre. Bien
que légale, cette situation semble discriminatoire en
comparaison avec d'autres cultes. Vous répondiez
à M. Bacquelaine, le 17 mai 2005, que vous ne
voyiez aucune objection à la reconnaissance d'un
droit à une pension de survie en faveur des
conjoints survivants et des orphelins de ceux qui se
seraient mariés et décèderaient après la date
d'entrée en vigueur d'une modification législative.
Une telle modification aurait pour conséquence que
le traitement des ministres du culte serait soumis à
la retenue de 7,5 %, de la même manière que les
traitements des fonctionnaires visés par la loi du 15
mai 1984. On pouvait difficilement concevoir que
les services rendus en qualité de ministre du culte
soient d'office pris en compte pour l'établissement
de la pension de survie.
Une égalité de traitement entre tous les ministres
des cultes actifs et pensionnés nécessiterait une
intervention des autorités religieuses concernées,
avec lesquelles vous vous proposiez de prendre
contact.
Ce contact a-t-il eu lieu et quelles en sont les
suites ?
06.01 Benoît Drèze (cdH): De weduwen en
eventuele wezen van katholieke priesters die een
wedde ten laste van de Schatkist ontvingen, hebben
geen recht op een overlevingspensioen, omdat ze
volgens het canoniek recht niet mogen huwen en
als dat toch gebeurt, hun priesterschap moeten
opgeven. Hoewel die toestand wettelijk in orde is,
lijkt die toch ten opzichte van de andere erediensten
een discriminatie in te houden. Op 17 mei 2005
heeft u de heer Bacquelaine geantwoord dat u er
geen bezwaar tegen had om de langstlevende
echtgenoten en de wezen van de priesters die
gehuwd zouden zijn en zouden overlijden na de
datum
van
de
inwerkingtreding van
een
wetswijziging, het recht op een overlevingspensioen
toe te kennen. Door een dergelijke wijziging zou er
van de wedde van de bedienaars van de eredienst
7,5 procent worden afgehouden, zoals dat het geval
is voor de ambtenarenwedden bedoeld in de wet
van 15 mei 1984. Men kon zich moeilijk voorstellen
dat de diensten van bedienaar van de eredienst
ambtshalve in aanmerking zouden worden
genomen
voor
de
vaststelling
van
het
overlevingspensioen.
Om alle werkende en gepensioneerde bedienaren
van de erediensten op dezelfde wijze te behandelen
zouden de betrokken religieuze overheden een
initiatief moeten nemen. U had voorgesteld dat u
daarover met hen contact zou opnemen.
Is dat ondertussen gebeurd en tot wat heeft het
overleg geleid?
06.02 Bruno Tobback, ministre (en français) : Il n'y
a aucune objection à reconnaître un droit à une
pension de survie en faveur du conjoint survivant,
mais dans ce cas le traitement de ministre des
06.02 Minister Bruno Tobback (Frans): Er is
geen enkel bezwaar tegen het toekennen van een
overlevingspensioen
aan
de
overlevende
echtgenoot, maar in dat geval moet het loon van de
25/04/2007
CRABV 51
COM 1292
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
cultes doit être soumis à la retenue de 7,5 %,
comme pour les fonctionnaires. On encaisserait
donc une retenue dès le début de la carrière d'un
curé qui, en principe, ne peut pas se marier, pour
payer une pension de survie à sa veuve en principe
inexistante.
Ne pouvant déterminer quel curé se mariera, on
devrait effectuer cette retenue pour tous les curés,
comme cela se fait dans les autres religions, -- ou
pour aucun. Les autorités religieuses estiment cette
situation délicate, et on les comprend.
En tous cas, le prélèvement de cette cotisation ne
serait possible que pour l'avenir et pour les services
antérieurs à l'introduction de la retenue qui ne serait
pas prise en compte pour la pension de survie.
Si l'on regarde la moyenne d'âge des curés
actuellement en activité, la solution de retenir 7,5 %
ne semble pas être la bonne.
Les autorités religieuses envisagent de trouver une
solution dans le cadre de la conférence épiscopale.
La création d'un fonds auprès de l'église catholique
serait une alternative adéquate et éviterait de devoir
modifier la loi.
bedienaar van de eredienst onderworpen worden
aan een voorheffing van 7,5 procent, zoals bij de
ambtenaren. We zouden dus een voorheffing
instellen vanaf het begin van de loopbaan van de
geestelijke, die, in principe, niet kan trouwen, om
een overlevingspensioen te betalen aan een in
principe onbestaande weduwe.
Aangezien we niet kunnen uitmaken welke priester
zal trouwen, zouden we die inhouding moeten
toepassen voor alle priesters, net zoals dat gebeurt
voor de andere godsdiensten, - of voor geen
enkele. De kerkelijke overheden beschouwen die
oplossing als erg delicaat en wij kunnen dat
begrijpen.
In ieder geval zou de heffing van die bijdrage
slechts mogelijk zijn voor de toekomst en voor de
diensten voorafgaand aan de invoering van de
bijdrage, die niet in aanmerking zou worden
genomen voor het overlevingspensioen.
Als we naar de gemiddelde leeftijd kijken van de
priesters die op dit moment actief zijn, lijkt de
oplossing om 7,5 procent in te houden niet de juiste
oplossing.
De kerkelijke overheden streven ernaar om een
oplossing te vinden in het kader van de
bisschopsconferentie. De oprichting van een fonds
bij de katholieke kerk zou een aangepaste
oplossing kunnen zijn waardoor een wetswijziging
bovendien overbodig wordt.
06.03 Benoît Drèze (cdH) : Les personnes
concernées savent maintenant à qui s'adresser.
06.03 Benoît Drèze (cdH): De betrokken personen
weten nu tot wie ze zich moeten wenden.
06.04 Bruno Tobback, ministre (en français) :À
l'Église.
06.04 Minister Bruno Tobback (Frans): Tot de
Kerk.
06.05 Benoît Drèze (cdH) : Il est effectivement
délicat de faire voeu de chasteté tout en sachant
que d'autres cotisent pour vous en cas de
nécessité ! Il ne faut pas non plus cotiser pour tous
les prêtres. Une autre piste consisterait, quand le
problème apparaît, à cotiser avec effet rétroactif
depuis le début de la carrière.
Les autorités religieuses accepteraient-elles, dans
le cas d'un prêtre marié, de cotiser avec effet
rétroactif depuis le début de sa carrière ?
06.05 Benoît Drèze (cdH): Het is inderdaad
delicaat de kuisheidsgelofte af te leggen in de
wetenschap dat anderen voor u bijdragen betalen in
geval van nood! Men moet ook geen bijdrage
betalen voor alle priesters. Een ander denkspoor
zou erin bestaan, wanneer het probleem zich
voordoet, een retroactieve bijdrage vanaf het begin
van de loopbaan te betalen.
Zouden de kerkelijke overheden, in het geval van
een gehuwde priester, erin toestemmen retroactief
bij te dragen vanaf het begin van zijn loopbaan?
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
06.06 Bruno Tobback, ministre (en français) : Je
me suis dévotement incliné devant la sagesse
consistant à créer un fonds.
06.06 Minister Bruno Tobback (Frans): Ik heb
devoot gebogen voor de wijsheid een fonds op te
richten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Theo Kelchtermans au
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions sur "la pension de survie de certaines
veuves de pilotes" (n° 15106)
07 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het overlevingspensioen van
sommige weduwen van piloten" (nr. 15106)
07.01 Theo Kelchtermans (CD&V) : Le ministre
est au courant du problème des pensions de survie
de certaines veuves de pilotes. J'ai déjà posé des
questions à ce sujet à plusieurs reprises et j'espère
aujourd'hui, en fin de législature, au moins obtenir
une réponse positive ou un engagement pour
l'avenir. Le ministre de la Défense a d'ailleurs, lui
aussi, constaté qu'un certain nombre de pilotes
auxquels il avait été demandé de mettre fin à leur
carrière l'ont fait bien plus sous la contrainte que
par libre choix.
Le ministre des Pensions est-il entre-temps arrivé à
une conclusion sur l'injustice de cette situation pour
les veuves de quelques pilotes dont la pension est
jusqu'à 60 % inférieure à celle de tous les autres
pilotes ?
07.01 Theo Kelchtermans (CD&V): De minister is
op de hoogte van de problematiek van de
overlevingspensioenen van sommige weduwen van
piloten. Ik heb hierover meermaals vragen gesteld
en hoop nu, op het einde van deze regeerperiode,
uiteindelijk toch een positief antwoord te krijgen of
een engagement voor de toekomst. Ook de minister
van Defensie kwam trouwens tot de vaststelling dat
een aantal piloten aan wie werd gevraagd hun
loopbaan te beëindigen, dit veeleer deden onder
dwang dan uit vrije wil.
Is de minister van Pensioenen inmiddels tot een
conclusies gekomen over de onrechtvaardigheid
tegenover de weduwen van enkele piloten die
daardoor tot 60 procent minder pensioen krijgen
dan alle andere piloten?
07.02 Bruno Tobback, ministre (en néerlandais) :
Ce problème ne date en effet pas d'hier. La
Défense nationale devait nous fournir une
confirmation de la situation passée réelle. La
concertation a mené à un accord. Des mesures de
correction seront prises pour les pilotes sous-
officiers qui ont en fait été contraints de prendre une
retraite anticipée entre le 1er janvier 1976 et le 31
décembre 1978.
Les modalités exactes de l'accord feront l'objet d'un
projet de loi qui devra être déposé au cours de la
prochaine législature. La reconnaissance de la
situation réelle par la Défense et son acceptation
par le département des Pensions est donc
désormais sans équivoque.
07.02 Minister Bruno Tobback (Nederlands): De
problematiek dateert inderdaad niet van gisteren. Er
moest vanwege Landsverdediging een bevestiging
komen over de reële situatie in het verleden. Het
overleg leidde tot een akkoord. Er zullen
correctiemaatregelen worden genomen voor de
onderofficieren-piloten die tussen 1 januari 1976 en
31 december 1978 eigenlijk werden gedwongen om
hun pensioen vervroegd op te nemen.
De juiste modaliteiten van het akkoord en de
uitwerking ervan zullen het voorwerp uitmaken van
een wetsontwerp dat tijdens de volgende
regeerperiode moet worden ingediend. De
erkenning
van
de
reële
situatie
door
Landsverdediging en het accepteren ervan door
Pensioenen staat nu dus ondubbelzinnig vast.
07.03 Theo Kelchtermans (CD&V) : Je remercie
le ministre pour cette réponse positive.
07.03 Theo Kelchtermans (CD&V): Dit is een
positief antwoord waarvoor ik de minister dank.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Véronique Salvi au ministre
de l'Emploi sur "la preuve de l'envoi des avis et
convocations de l'ONEm" (n° 15125)
08 Vraag van mevrouw Véronique Salvi aan de
minister van Werk over "het bewijs van
verzending
van
de
waarschuwingen
en
oproepingen van de RVA" (nr. 15125)
25/04/2007
CRABV 51
COM 1292
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
08.01 Véronique Salvi (cdH) : L'ONEm convoque
régulièrement les chômeurs de longue durée pour
vérifier l'activation de recherche d'emploi. S'il ne
donne pas suite à une première et à une deuxième
convocation (envoyée par recommandé), le
paiement de ses allocations est suspendu, et il se
tourne généralement vers le CPAS pour obtenir un
revenu d'intégration. Dans certains cas, il semble
cependant que le chômeur n'ait jamais reçu de
lettre recommandée.
Pour introduire une réclamation, La Poste réclame
une copie du bordereau de dépôt de la lettre
recommandée. Mais l'ONEm refuse apparemment
systématiquement de donner ce bordereau et
aucune réclamation ni aucun recours ne peuvent
donc être introduits vis-à-vis de sa décision.
Estime-t-on que tous les chômeurs sanctionnés
sont des fraudeurs ? Pourquoi l'ONEm ne fournit-
elle pas les éléments nécessaires à la
réclamation ? Cela lui permettrait de prouver que la
sanction est justifiée, mais aussi au CPAS de
récupérer les revenus d'intégration versés en cas
de régularisation du chômage.
08.01 Véronique Salvi (cdH): De RVA roept
regelmatig langdurige werklozen op om na te gaan
of ze actief werk zoeken. Indien de werkloze noch
op de eerste, noch op de tweede oproepingsbrief
reageert (die hem per aangetekend schrijven
worden toegestuurd), wordt de uitbetaling van de
werkloosheidsuitkeringen geschorst en wendt hij
zich doorgaans tot het OCMW om een leefloon te
vragen. Soms heeft de werkloze echter nooit enig
aangetekend schrijven ontvangen.
Aan wie een klacht wenst in te dienen, vraagt De
Post een kopie van het afgifteborderel van de
aangetekende zending. De RVA blijkt dat echter
systematisch te weigeren en tegen zijn beslissing
kan dus geen klacht of beroep worden ingediend.
Gaat men ervan uit dat alle gestrafte werklozen
fraudeurs zijn? Waarom bezorgt de RVA de
werkloze niet de voor zijn klacht noodzakelijke
stukken? Zo zou de RVA enerzijds kunnen bewijzen
dat de sanctie gegrond was, maar zou het OCMW
ook het leefloon kunnen terugvorderen indien de
werkloosheidsuitkeringen achteraf zouden worden
geregulariseerd.
08.02 Bruno Tobback, ministre (en français) : Il
est exact que dans le cadre de l'activation du
comportement de recherche d'un emploi, le
chômeur qui ne donne pas suite à la deuxième
convocation sans motif voit le paiement de ses
allocations suspendu. Il va de soi que lorsqu'il
invoque la non réception de l'envoi recommandé, il
est en droit d'obtenir de l'ONEm la copie du
bordereau du dépôt de l'envoi réclamé par La
Poste.
Le ministre n'a pas connaissance de cas de refus
par l'ONEm de délivrer ce document et il vous
invite, si vous êtes informée de cas concrets, à les
lui communiquer.
En tout cas le chômeur peut obtenir la levée de la
suspension en se présentant au bureau de
chômage de l'ONEm (avec effet rétroactif si le
chômeur se présente au bureau dans les 30 jours
ouvrables et s'il accepte de souscrire un contrat
avec le facilitateur de l'ONEm).
08.02 Minister Bruno Tobback (Frans): Het klopt
dat in het kader van de activering van werklozen om
op zoek te gaan naar een baan, de uitbetaling van
werkloosheidvergoedingen van werklozen die
zonder geldige reden weigeren gevolg te geven aan
de tweede convocatie kan worden geschorst. Het
spreekt vanzelf dat wanneer de betrokkene beweert
de aangetekende brief niet te hebben ontvangen, hij
het recht heeft de RVA te vragen hem een kopie te
bezorgen van het door De Post opgemaakte
borderel van indiening van de verzending.
De minister heeft geen kennis van gevallen van
weigering van de RVA om dat document af te geven
en verzoekt u, indien u op de hoogte bent van
concrete gevallen, hem die te melden.
De werkloze kan hoe dan ook de opheffing van de
schorsing vragen door zich aan te melden bij het
werklozenbureau van de RVA (met terugwerkende
kracht wanneer de werkloze zich in het bureau
aanmeldt binnen dertig werkdagen en hij ermee
instemt een contract met de RVA-facilitator te
ondertekenen).
08.03 Véronique Salvi (cdH) : Nous avons reçu
des réclamations de ce type dans l'arrondissement
de Charleroi. Les CPAS sont de plus en plus
confrontés à ce type de situation, chacun se
renvoyant la balle : le chômeur estimant une chose
08.03 Véronique Salvi (cdH): Wij hebben
dergeliijke
klachten
ontvangen
in
het
arrondissement Charleroi. De OCMW's worden
almaar
vaker
met
dat
soort
situaties
geconfronteerd, waarbij eenieder de bal naar elkaar
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
et l'ONEm, une autre. Je ne manquerai pas de le
signaler de manière précise.
Il faudrait que le ministre intervienne pour donner
une information claire à l'ONEm en la matière.
terugkaatst: de werkloze heeft een welbepaalde
mening en de RVA een andere. Ik zal niet nalaten
om precieze gegevens door te spelen.
De minister moet actie ondernemen en de RVA
duidelijk informeren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les filières de faux chômeurs"
(n° 15171)
09 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "netwerken van
nepwerklozen" (nr. 15171)
09.01 Benoît Drèze (cdH) : La presse du 18 avril
évoque une enquête portant sur environ 4.000
personnes ayant obtenu le bénéfice d'allocations de
chômage suite à des prestations de travail fictives.
La justice bruxelloise enquêterait sur trois filières de
faux chômeurs. L'auditorat du travail aurait
demandé au service anti-fraude de l'ONEm de
procéder à l'audition de 400 personnes. A la suite
d'informations dénonçant d'éventuelles complicités
en milieu judiciaire, le juge aurait fait perquisitionner
le greffe du tribunal de Bruxelles. La fraude porterait
sur plusieurs millions d'euros, durerait depuis des
années et impliquerait une centaine de sociétés.
Confirmez-vous ces informations ? À combien
estimez-vous le nombre de faux chômeurs et le
préjudice pour la sécurité sociale ? Que comptez-
vous faire pour mettre fin à ces pratiques ?
09.01 Benoît Drèze (cdH): In de kranten van 18
april wordt er verwezen naar een onderzoek naar
ongeveer vierduizend mensen die op grond van
nepprestaties
een
werkloosheidsvergoeding
ontvingen. Het Brusselse gerecht zou drie
netwerken van nepwerklozen in het vizier hebben.
Het
arbeidsauditoraat
zou
aan
de
fraudebestrijdingsdienst van de RVA gevraagd
hebben om vierhonderd personen te verhoren.
Wegens
de
mogelijke
betrokkenheid
van
gerechtelijke
milieus zou de rechter een
huiszoeking bij de griffie van de rechtbank te
Brussel bevolen hebben. De fraude zou meerdere
miljoenen euro bedragen, al verscheidene jaren aan
de gang zijn en er zouden een honderdtal bedrijven
in verwikkeld zijn.
Kan u die informatie bevestigen? Hoeveel
nepwerklozen zijn er volgens u? Hoeveel schade
heeft de sociale zekerheid opgelopen? Wat zal u
doen om een einde te stellen aan die praktijken?
09.02 Bruno Tobback, ministre (en français) :
L'ONEm n'a pas attendu un signal de la Justice
pour prendre, en juillet 2006, l'initiative d'une
enquête. Celle-ci a permis de détecter 591 firmes à
examiner, qui occupent 6.565 travailleurs.
Les dossiers des travailleurs concernés sont
actuellement
analysés.
Vu
l'investissement
important que nécessitent ces enquêtes, 217
dossiers de travailleurs doivent faire l'objet pour
l'instant d'investigations supplémentaires. S'il
s'avère que de faux chômeurs ont été utilisés,
l'ONEm procèdera à la récupération des allocations
et infligera des sanctions administratives.
L'enquête en cours durera encore au moins un an.
Contrairement aux informations parues dans la
presse, jusqu'à présent, aucun fonctionnaire de
l'ONEm n'est suspecté de corruption et aucune
perquisition n'a eu lieu en son sein.
09.02 Minister Bruno Tobback (Frans): De RVA
heeft niet op een teken van Justitie moeten wachten
om in juli 2006 een onderzoek te starten. In het
kader van dat onderzoek werden er 591 bedrijven
met 6.565 werknemers voor verder onderzoek
geïdentificeerd.
De dossiers van de betrokken werknemers worden
momenteel onderzocht. Omdat die onderzoeken
veel inzet vergen, wordt er thans in 217 dossiers
van werknemers nog bijkomend onderzoek verricht.
Als blijkt dat er nepwerklozen aan het werk werden
gezet, zal de RVA de uitkeringen terugeisen en
administratieve straffen opleggen.
Het lopende onderzoek zal minstens nog een jaar
duren. In tegenstelling tot wat in de pers werd
beweerd, werd er tot heden geen enkele RVA-
ambtenaar van corruptie verdacht en vond er bij de
RVA geen huiszoeking plaats.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
25/04/2007
CRABV 51
COM 1292
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
10 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le service minimum dans les
services au public" (n° 15177)
10 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de minimumdienst bij de
dienstverlening aan het publiek" (nr. 15177)
10.01 Benoît Drèze (cdH) : Interrogés par mes
soins en 2005, les ministres Van den Bossche et
Vanvelthoven
m'avaient
répondu
qu'ils
examineraient l'opportunité d'actualiser la loi de
1948, relative aux prestations d'intérêt public en
temps de paix, et demanderaient aux commissions
paritaires qu'elles fassent leur travail ou l'actualisent
par rapport à cette loi. Depuis lors, de nouvelles
grèves ont eu lieu aux TEC sans service minimum.
Quel est l'état d'avancement de la réflexion au sein
des commissions paritaires concernées ? Quelle
serait votre attitude en cas de refus d'une
commission paritaire de se mettre en régularité
avec la loi de 1948 ? Cette loi doit-elle être
actualisée ? Dans quel sens ?
10.01 Benoît Drèze (cdH): Toen ik hen in 2005
ondervroeg, antwoordden de ministers Van den
Bossche en Vanvelthoven me dat ze zouden
nagaan of het opportuun was om de wet van 1948
betreffende de prestaties van algemeen belang in
vredestijd te updaten. Ze zouden er tevens bij de
paritaire comités op aandringen dat ze hun werk
zouden doen of hun werkmethode aan die wet
zouden aanpassen. Sindsdien zijn bij de TEC
echter nieuwe stakingen uitgebroken zonder dat er
een minimale dienstverlening werd verzekerd.
Hoe staat het met het overleg binnen de betrokken
paritaire comités? Hoe zou u reageren mocht een
paritair comité weigeren om zijn werkmethode met
de wet van 1948 in overeenstemming te brengen?
Moet die wet worden geüpdatet? Zo ja, in welke
zin?
10.02 Bruno Tobback, ministre (en français) : Le
ministre Vanvelthoven a été très actif, mais la
complexité et la sensibilité du thème amènent à
fixer des priorités.
Ainsi, en ce qui concerne le milieu hospitalier, on a
pu conclure avec les organisations syndicales ainsi
qu'avec les employeurs et les gouverneurs de
province un accord qui devrait éviter des scénarios
de réquisition surréalistes et la surcharge des
services de police. Il y a de sérieuses chances que
la négociation au sein de la commission paritaire
sur l'actualisation de l'accord de 1951 relatif aux
prestations minimales aboutisse.
En ce qui concerne les transports publics, la
commission compétente pour la Région flamande
progresse.
Une intervention unilatérale du ministre après six
mois d'inaction de la commission paritaire n'aurait
pas de sens, ni politiquement ni sans doute
juridiquement.
Le ministre est d'ailleurs convaincu que nous
devons poursuivre au maximum nos efforts pour
parvenir à un accord par consensus.
10.02 Minister Bruno Tobback (Frans): Minister
Vanvelthoven heeft hard gewerkt, maar de
complexiteit en de gevoeligheid van het onderwerp
nopen tot het vastleggen van bepaalde prioriteiten.
Wat betreft de ziekenhuiswereld, hebben we met de
vakbondsorganisaties en met de werkgevers en de
provinciegouverneurs een akkoord kunnen afsluiten
waardoor we absurde opvorderingscenario's en de
overbelasting van de politiediensten zullen kunnen
vermijden. Er is veel kans dat de onderhandelingen
binnen het paritair comité over de vernieuwing van
het akkoord van 1951 over de minimumprestaties
met succes zullen worden afgerond.
Inzake het openbaar vervoer boekt de commissie
bevoegd voor
het Vlaams
Gewest goed
vooruitgang.
Een éénzijdige tussenkomst van de minister na zes
maanden van inactiviteit in het paritair comité zou
zinloos zijn, zowel politiek als juridisch wellicht.
De minister is er trouwens van overtuigd dat we ons
verder maximaal moeten inspannen om via
consensus een akkoord te kunnen afsluiten.
10.03 Benoît Drèze (cdH) : C'est à juste titre que le
ministre fait référence au milieu hospitalier, où une
solution a pu être trouvée par le biais de la
commission paritaire, ce qui est de loin la meilleure
solution. Nous nous opposons d'ailleurs à la
10.03 Benoît Drèze (cdH): De minister verwijst
terecht naar de ziekenhuizen waar een oplossing
kon worden gevonden via het paritair comité, wat
veruit de beste oplossing is. Wij verzetten ons
trouwens tegen het voorstel van de MR dat het
CRABV 51
COM 1292
25/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
proposition du MR, qui court-circuite la concertation
sociale.
Le risque existe, par ailleurs, si le ministre
n'intervient pas au bout de six mois, de voir les
usagers soutenir une privatisation du service public,
qui n'est pas toujours fondée pour la bonne gestion
du service. J'insiste pour que le ministre mette un
peu de pression dans cette matière.
sociaal overleg buitenspel zet.
Bovendien bestaat het risico, indien de minister na
zes maanden niet optreedt, dat de gebruikers een
privatisering van de openbare dienst gaan steunen,
die niet altijd gegrond is voor het goed beheer van
de dienst. Ik dring erop aan dat de minister een
beetje druk zet in deze.
L'incident est clos.
Le président : Mmes Lahaye-Battheu et Lanjri et
MM. Tommelein et T'Sjien sont apparemment
absents.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De dames Lahaye-Battheu en Lanjri,
en de heren Tommelein en T'Sijen zijn blijkbaar
afwezig.
La réunion publique de commission est levée à
15 h 48.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.48 uur.