CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1273
CRABV 51 COM 1273
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
17-04-2007
17-04-2007
Matin
Voormiddag
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions de M. Melchior Wathelet au ministre de
l'Emploi sur "le paiement des primes ACTIVA"
(nos 14994 et 15015)
1
Vragen van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Werk over "de betaling van de
ACTIVA-premies" (nrs. 14994 en 15015)
1
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Peter Vanvelthoven, ministre de
l'Emploi
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Peter Vanvelthoven, minister
van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le détachement de personnel
communal dans une fondation" (n° 14946)
2
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van
Werk
over
"de
detachering
van
gemeentepersoneel
naar
een
stichting"
(nr. 14946)
2
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
sécurité des travailleurs oeuvrant sur les
antennes GSM" (n° 14937)
3
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de veiligheid van de mensen die aan gsm-
antennes werken" (nr. 14937)
3
Orateurs:
Muriel
Gerkens,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Muriel
Gerkens,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Greet van Gool au ministre de
l'Emploi sur "les conséquences de la suspension
de chômeurs" (n° 15089)
4
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Werk over "de gevolgen van de
schorsing van werklozen" (nr. 15089)
4
Orateurs:
Greet
van
Gool,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greet
van
Gool,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la possibilité de prendre
une partie du congé de maternité à temps partiel"
(n° 14997)
5
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "het deeltijds opnemen
van een deel van het bevallingsverlof" (nr. 14997)
5
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "le reclassement
professionnel et la reprise du travail après la mise
à la prépension" (n° 14998)
7
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "outplacement en
werkhervatting na brugpensionering" (nr. 14998)
7
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Emploi sur "le maintien des statuts
SINE ou ACTIVA dans le cadre de la nouvelle
structure juridique d'une entreprise de services"
(n° 15007)
9
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Werk over "het behoud van het
SINE- of ACTIVA-statuut bij de nieuwe juridische
structuur
van
een
dienstenonderneming"
(nr. 15007)
9
Orateurs: Servais Verherstraeten, Peter
Vanvelthoven
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Servais Verherstraeten, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de
l'Emploi et au vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur sur "les conditions liées au permis de
travail B et à la déclaration d'arrivée" (n° 15094)
10
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk en aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
voorwaarden verbonden aan de arbeidskaart B en
de aankomstverklaring" (nr. 15094)
10
Orateurs:
Nahima
Lanjri,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Nahima
Lanjri,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre de
11
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
11
17/04/2007
CRABV 51
COM 1273
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
l'Emploi sur "les inspections des maisons de
repos en Wallonie par la Direction dutroisième
âge" (n° 14995)
minister van Werk over "de inspecties van de
rusthuizen in Wallonië door de 'Direction du
Troisième âge'" (nr. 14995)
Orateurs: Peter Vanvelthoven, ministre de
l'Emploi, Jean-Marc Delizée
Sprekers: Peter Vanvelthoven, minister van
Werk, Jean-Marc Delizée
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
17
AVRIL
2007
Matin
______
van
DINSDAG
17
APRIL
2007
Voormiddag
______
La discussion des questions est ouverte à 10 h 32
sous la présidence de M. Jean-Marc Delizée.
De behandeling van de vragen vangt aan om 10.32
uur. De vergadering wordt voorgezeten door de
heer Jean-Marc Delizée.
01 Questions de M. Melchior Wathelet au
ministre de l'Emploi sur "le paiement des primes
ACTIVA" (n
os
14994 et 15015)
01 Vragen van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Werk over "de betaling van de
ACTIVA-premies" (nrs. 14994 en 15015)
01.01 Melchior Wathelet (cdH) : La mesure
ACTIVA prévoit qu'un employeur qui embauche un
demandeur
d'emploi
peut,
sous
certaines
conditions, déduire de la rémunération une
allocation de travail. On m'informe que plusieurs
travailleurs reçoivent avec un retard important leur
allocation de travail de l'ONEm. Au niveau de
l'ONm, on indique que l'allocation de travail est
versée dans la semaine qui suit la réception du
formulaire ACTIVA introduit par le travailleur. Êtes-
vous au courant de ces retards ? Combien de
temps les travailleurs doivent-ils attendre en
moyenne ? À quel niveau le retard se produit-il ? Ne
conviendrait-il pas d'agir et de remédier à cette
situation ?
01.01 Melchior Wathelet (cdH): In het kader van
de ACTIVA-maatregel kan een werkgever die een
werkzoekende in dienst neemt onder bepaalde
voorwaarden een werkuitkering in mindering
brengen op diens loon. Naar verluidt hebben
diverse werknemers die werkuitkering met heel wat
vertraging van de RVA ontvangen. Volgens de RVA
wordt de werkuitkering gestort tijdens de week
volgend op de ontvangst van het door de
werknemer ingediende ACTIVA-formulier. Bent u op
de hoogte van die vertraging? Hoe lang moeten de
werknemers gemiddeld op hun geld wachten?
Waar doet de vertraging zich voor? Moet er niet
worden ingegrepen teneinde die toestand te
verhelpen?
01.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
La procédure aboutissant au paiement de
l'allocation de travail se déroule en deux étapes.
Premièrement le travailleur doit introduire une
demande en produisant une copie de son contrat de
travail auprès de son organisme de paiement qui
transmet la demande à l'ONEm. Ensuite, le
travailleur reçoit mensuellement de son employeur
un formulaire qu'il transmet à son organisme de
paiement. Quatre acteurs peuvent influencer les
délais de traitement et de paiement : l'employeur, le
travailleur, l'organisme de paiement et l'ONEm.
L'Office a finalisé 95 % des demandes complètes
d'allocations reçues dans les sept jours calendrier.
01.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
procedure voor de uitbetaling van de werkuitkering
verloopt in twee fases. Eerst en vooral moet de
werknemer een aanvraag indienen door een kopie
van zijn arbeidscontract in te dienen bij zijn
betalingsinstelling, die de aanvraag naar de RVA
doorstuurt. Vervolgens ontvangt de werknemer
maandelijks een formulier van zijn werkgever dat hij
aan zijn betalingsinstelling moet bezorgen. Vier
actoren kunnen dus de termijnen voor de
behandeling van de aanvraag en de uitbetaling van
de uitkering beïnvloeden: de werkgever, de
werknemer, de betalingsinstelling en de RVA. Die
laatste heeft 95 procent van de volledige aanvragen
binnen de zeven kalenderdagen behandeld.
01.03 Melchior Wathelet (cdH) : Vous ne 01.03 Melchior Wathelet (cdH): U beschikt dus
17/04/2007
CRABV 51
COM 1273
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
disposez donc pas de l'information selon laquelle
les personnes sont payées en retard. Dans le
système C78 ACTIVA, il n'y a plus que l'ONEm et
l'organisme de paiement qui interviennent. Que
doivent faire les personnes qui se trouvent dans
cette situation ? Qui est responsable du paiement
dans un délai déterminé ?
niet over informatie volgens dewelke er vertraging
optreedt bij de betaling. Bij het systeem C78
ACTIVA zijn alleen nog de RVA en de
betalingsinstelling betrokken. Wat moeten de
betrokkenen
ondernemen?
Wie
is
ervoor
verantwoordelijk dat de betaling binnen een
vastgelegde termijn geschiedt?
01.04 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
C'est l'organisme de paiement. Si vous disposez de
dossiers, vous pouvez me les transmettre.
01.04 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
betalingsinstelling. Als u over dossiers beschikt,
mag u me ze overmaken.
01.05 Melchior Wathelet (cdH) : Je vous
communiquerai le témoignage précis.
01.05 Melchior Wathelet (cdH): Ik zal u de
concrete getuigenis overmaken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "le détachement de personnel
communal dans une fondation" (n° 14946)
02 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de detachering van
gemeentepersoneel
naar
een
stichting"
(nr. 14946)
02.01 Benoît Drèze (cdH) : Une association
internationale sans but lucratif, une fondation privée
ou une fondation d'utilité publique peut-elle être
considérée comme un utilisateur autorisé à
bénéficier de travailleurs détachés par une
administration communale au même titre et aux
mêmes conditions qu'un CPAS, une société de
logement social ou une association sans but
lucratif ?
02.01 Benoît Drèze (cdH): Kunnen een
internationale vereniging zonder winstoogmerk, een
privéstichting of een stichting van openbaar nut
beschouwd worden als een gebruiker die mag
beschikken
over
door
een
gemeente
gedetacheerde werknemers, net zoals dat geldt (en
tegen dezelfde voorwaarden) voor een OCMW, een
sociale huisvestingsmaatschappij of een vereniging
zonder winstoogmerk?
02.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
L'article 144bis de la nouvelle loi communale
dispose que, compte tenu de la défense des
intérêts
communaux,
les
administrations
communales peuvent détacher des travailleurs à un
CPAS, une société de logement social ou une
association sans but lucratif. Seuls les membres du
personnel contractuels entrent en ligne de compte.
02.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Artikel
144bis van de nieuwe gemeentewet bepaalt dat
gemeentebesturen,
ter
behartiging
van
gemeentebelangen, werknemers ter beschikking
kunnen stellen van een OCMW, een sociale
huisvestingsmaatschappij of een vereniging zonder
winstoogmerk. Enkel contractuele personeelsleden
komen daarvoor in aanmerking.
La mission du détachement doit être en rapport
direct avec un intérêt communal. Les utilisateurs,
exclusivement CPAS, sociétés de logement social
ou associations sans but lucratif, doivent avoir dans
leur organe d'administration au moins un membre
désigné par le conseil communal. Les conditions de
la mise à disposition doivent être constatées dans
un document approuvé par le conseil communal et
signé par toutes les parties. L'utilisateur aurait pu
engager le travailleur aux mêmes conditions que la
commune.
Les associations internationales sans but lucratif,
fondations privées ou établissements d'utilité
publique sont à distinguer clairement des ASBL
De
detacheringsopdracht
moet
rechtstreeks
verband houden met een gemeentelijk belang. De
gebruikers, en dat zijn uitsluitend de OCMW's, de
sociale
huisvestingsmaatschappijen
of
de
verenigingen zonder winstoogmerk, moeten in hun
bestuursorgaan
minstens
één
door
de
gemeenteraad
aangewezen
lid
tellen.
De
voorwaarden van de terbeschikkingstelling moeten
worden vastgesteld in een door de gemeenteraad
goedgekeurd en door alle partijen ondertekend
document. De gebruiker had de werknemer in
dienst kunnen nemen onder dezelfde voorwaarden
als de gemeente.
De
internationale
verenigingen
zonder
winstoogmerk, private stichtingen of instellingen van
openbaar nut moeten duidelijk van de gewone vzw's
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
ordinaires. C'est au ministre de la Justice qu'il
revient d'interpréter la loi du 2 mai 2002. À mon
sens, ces organisations n'entrent pas en ligne de
compte pour l'utilisation de ce détachement.
worden onderscheiden. Het komt de minister van
Justitie toe de wet van 2 mei 2002 te interpreteren.
Volgens mij komen die organisaties niet in
aanmerking om van die vorm van detachering
gebruik te maken.
02.03 Benoît Drèze (cdH) : Je consulterai les
travaux parlementaires de l'époque pour voir si c'est
à dessein ou non que le législateur n'a pas
mentionné les trois statuts. Mais il nous reste peu
de temps.
02.03 Benoît Drèze (cdH): Ik zal de toenmalige
parlementaire werkzaamheden erop naslaan om na
te gaan of de wetgever al dan niet bewust de drie
statuten niet heeft vermeld. Er rest ons echter
weinig tijd.
J'espère qu'il s'agit d'un oubli, je vais interroger la
ministre de la Justice à ce sujet, mais j'espère que
vous ferez preuve d'ouverture par rapport à toute
décision qu'elle pourrait prendre en la matière.
Ik hoop dat het een vergetelheid betreft, en zal de
minister van Justitie daarover ondervragen. Ik hoop
echter dat u blijk zal geven van openheid met
betrekking tot iedere beslissing die zij ter zake zou
kunnen nemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions est suspendue de
10 h 43 heures à 11 h 59.
De behandeling van de vragen wordt geschorst van
10.43 uur tot 11.59 uur.
03 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la sécurité des travailleurs oeuvrant sur les
antennes GSM" (n° 14937)
03 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de veiligheid van de mensen die aan gsm-
antennes werken" (nr. 14937)
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO) : Il semblerait que
l'on ne coupe pas les antennes émettrices lorsque
les techniciens doivent y opérer, ce qui expose ces
personnes à des niveaux de rayonnement
électromagnétique très élevés.
Quelles sont les mesures de protection prévues ?
La médecine du travail a-t-elle déjà mené des
actions
de
prévention
vis-à-vis
de
cette
problématique ?
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Naar ik verneem
zou men de uitzendmasten niet uitschakelen,
wanneer de technici eraan moeten werken,
waardoor
ze
aan
erg
hoge
dosissen
elektromagnetische straling worden blootgesteld.
Welke
beschermingsmaatregelen
zijn
er
voorhanden? Heeft de arbeidsgeneeskunde ter
zake reeds preventiecampagnes opgezet?
03.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Ces techniciens sont confrontés aux risques
d'exposition électromagnétique mais également à
d'autres risques liés aux travaux en hauteur, à
l'ergonomie et aux conditions météorologiques.
Il convient de prendre des mesures de prévention
contre tous ces risques, même s'il n'existe aucune
réglementation spécifique comme c'est le cas pour
une exposition aux champs électromagnétiques.
Le SPF Emploi, Travail et Concertation sociale a
publié sur son site internet un manuel de sécurité,
actualisé en 2006, pour les travaux à proximité
d'une infrastructure GSM. Les opérateurs sont de
facto tenus de respecter ce manuel, sauf s'ils
développent une alternative qui offre au moins le
même niveau de protection, ce qui n'est pas le cas.
03.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Het
gevaar bestaat dat die technici niet alleen aan
elektromagnetische straling maar ook aan andere
risico's verbonden aan werkzaamheden op grote
hoogte, de ergonomie en de weersomstandigheden
worden blootgesteld.
We moeten preventieve maatregelen tegen al die
risico's nemen, ook al bestaat er geen specifieke
regelgeving ter zake, zoals bijvoorbeeld voor de
blootstelling aan elektromagnetische velden.
De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
Overleg heeft op zijn website een in 2006 bijgewerkt
veiligheidshandboek voor werkzaamheden in de
nabijheid van gsm-netwerkinfrastructuur geplaatst.
De operatoren moeten dat handboek de facto
naleven, tenzij ze een alternatief ontwikkelen dat
tenminste hetzelfde beschermingsniveau biedt, wat
17/04/2007
CRABV 51
COM 1273
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
On travaille actuellement sur la transposition de la
directive 2004/40/CE concernant les prescriptions
minimales de sécurité et de santé relatives à
l'exposition des travailleurs aux risques dus aux
agents physiques.
thans niet het geval is.
We werken momenteel aan de omzetting van de
richtlijn
2004/40/EG
betreffende
de
minimumvoorschriften
inzake
gezondheid en
veiligheid met betrekking tot de blootstelling van
werknemers aan de risico's van fysische agentia.
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO) : Des contrôles
sont-ils effectués pour vérifier que les dispositions
relatives aux ondes sont respectées ?
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Worden er
controles uitgevoerd teneinde na te gaan of de
bepalingen inzake de straling worden nageleefd?
03.04
Peter
Vanvelthoven,
ministre
(en
néerlandais) : Ce sont précisément les contrôles ­
qui sont donc bel et bien effectués ­ qui ont donné
lieu à la révision du manuel. Et il va de soi que les
contrôles se poursuivent sur la base du manuel mis
à jour.
03.04 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Het zijn precies de controles, die dus wel degelijk
plaatsvinden, die aanleiding hebben gegeven tot de
herziening van de handleiding. En men blijft
uiteraard
controleren
op
basis
van
de
geactualiseerde handleiding.
03.05 Muriel Gerkens (ECOLO) : J'irai voir sur le
site ce que contient le manuel au sujet de la
coupure des émissions quand un travailleur
s'approche de la zone. Si cette disposition est
mentionnée, je signalerai aux travailleurs qu'ils sont
tenus de le faire et qu'ils s'adressent à qui de droit
en cas de manquement.
03.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Ik zal nagaan
welke informatie de handleiding op de website
bevat over de onderbreking van de straling indien
een werknemer de zone nadert. Als die bepalingen
zijn vermeld, zal ik de werknemers laten weten dat
ze zich daaraan moeten houden en dat ze zich tot
de bevoegde personen of instanties moeten
wenden indien die bepalingen niet worden
nageleefd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Greet van Gool au ministre
de l'Emploi sur "les conséquences de la
suspension de chômeurs" (n° 15089)
04 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Werk over "de gevolgen van de
schorsing van werklozen" (nr. 15089)
04.01 Greet van Gool (sp.a-spirit) : Selon la
presse, un tiers des chômeurs suspendus à la suite
de la politique d'activation ont disparu, aussi bien au
niveau de l'ONEm qu'au niveau de la sécurité
sociale. Je trouve cela inquiétant. Où se retrouvent
donc ces chômeurs suspendus ? Le ministre avait
annoncé qu'une enquête serait effectuée au sein de
SPF Intégration sociale.
Cette étude est-elle terminée ? Quels en sont les
résultats ? L'échange des données entre les
diverses banques de données ne permet-il pas de
se faire une idée plus précise de la situation ?
04.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Volgens de
pers verdwijnt een derde van de ten gevolge van
het activeringsbeleid geschorste werklozen volledig
uit beeld, bij de RVA én bij de sociale zekerheid. Ik
vind dat verontrustend. Waar belanden die mensen
uiteindelijk? De minister kondigde hierover een
onderzoek aan bij de POD Sociale Integratie.
Is die studie afgerond? Wat zijn de resultaten? Kan
men via gegevensuitwisseling tussen de diverse
databanken geen duidelijker beeld krijgen?
04.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : L'étude du SPF Intégration sociale
portait sur les suspensions pour la période
d'octobre à décembre 2003, donc avant l'accord
relatif à l'activation de juillet 2004. Quant à l'étude
de l'IRES, elle ne concernait que les premières
lettres d'avertissement, et non les sanctions et leurs
conséquences. On ne dispose donc pas de
données récentes fiables à ce sujet.
04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De studie van de POD Sociale Integratie sloeg op
schorsingen in de periode oktober tot december
2003. Dat gaat dus vooraf aan het akkoord over de
activering van juli 2004. De studie van het IRES
ging
dan
weer
enkel
over
de
eerste
verwittigingsbrieven, niet over de sancties en hun
gevolgen. Er bestaan dus geen recente en
betrouwbare gegevens over dit onderwerp.
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Une étude destinée à préparer l'évaluation globale
de l'accord de coopération est actuellement en
cours. Cette étude se penchera aussi sur ces
sanctions et leurs conséquences. Les données
issues de différentes banques de données seront
comparées pour vérifier où se trouvent les disparus
des statistiques. Les Régions seront impliquées
dans ce rapport annoncé dans la deuxième moitié
de 2007. L'accord sera ensuite adapté si
nécessaire.
Momenteel loopt wel een studie die de globale
evaluatie van het samenwerkingsakkoord moet
voorbereiden. Daarin zullen de sancties en hun
gevolgen wel aan bod komen. Gegevens uit de
verschillende databanken zullen daarbij worden
gekruist om na te gaan waar de mensen zich
bevinden die uit de statistieken zijn verdwenen. De
Gewesten worden betrokken bij dit rapport, dat in
de tweede helft van 2007 moet verschijnen. Daarna
wordt het akkoord dan desgevallend bijgestuurd.
04.03 Greet van Gool (sp.a-spirit) : Il est dommage
qu'il n'existe toujours pas de données fiables
concernant
cette
matière
délicate.
Fort
heureusement, le ministre a connaissance du
problème et une étude est en cours. Le prochain
gouvernement ne devra en aucun cas perdre ce
dossier de vue.
04.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Het is jammer
dat er nog steeds geen betrouwbare gegevens
voorhanden zijn over dit toch wel gevoelige
onderwerp. Gelukkig kent de minister het probleem
en loopt er nu een studie. De volgende regering
mag dit zeker niet uit het oog verliezen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la possibilité de prendre
une partie du congé de maternité à temps partiel"
(n° 14997)
05 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "het deeltijds
opnemen van een deel van het bevallingsverlof"
(nr. 14997)
05.01 Annemie Turtelboom (VLD) : À l'époque où
elle siégeait à la Chambre, l'actuelle vice-présidente
de la Région flamande, Mme Fientje Moerman,
avait lancé l'idée de permettre de prendre à temps
partiel la partie du congé de maternité non
obligatoire. Il s'agit de six semaines que l'on peut
prendre avant comme après l'accouchement.
Prises à temps partiel, ces semaines offriraient aux
mères isolées une solution à leur problème qui
serait également financièrement plus appropriée.
Les précédents ministres des Affaires sociales,
Mme Onkelinx et M. Vandenbroucke, s'étaient
montrés favorables à cette idée.
L'instauration du congé de maternité à temps partiel
est-elle
juridiquement
et
techniquement
envisageable, compte tenu des dispositions de la
directive européenne et des traités OIT concernant
le congé de maternité minimum. La loi de 1971 sur
le travail devrait-elle être modifiée. L'avis du Conseil
pour l'égalité des chances a-t-il déjà été recueilli ?
05.01 Annemie Turtelboom (VLD): Toen huidig
Vlaams viceminister-president Fientje Moerman nog
in de Kamer zat, lanceerde zij het idee om een deel
van het bevallingsverlof dat niet verplicht moet
worden opgenomen, deeltijds te laten opnemen.
Het gaat om de zes weken die men zowel voor als
na de bevalling kan opnemen.
Door die weken deeltijds op te nemen, kan men
alleenstaande moeders een oplossing bieden die
het hen ook financieel gemakkelijker maakt. De
vorige ministers van sociale zaken Onkelinx en
Vandenbroucke stonden positief tegenover het idee.
Is de invoering van halftijds bevallingsverlof
juridisch-technisch mogelijk, rekening houdend met
de bepalingen van de Europese richtlijnen en van
de IAO-verdragen met betrekking tot de minimale
bevallingsrust? Is een aanpassing van de
arbeidswet van 1971 noodzakelijk? Werd het advies
van de Raad voor Gelijke Kansen al gevraagd?
05.02
Peter
Vanvelthoven,
ministre
(en
néerlandais) : La ministre de l'Emploi de l'époque,
Mme Onkelinx, avait réservé un accueil positif à
cette proposition mais elle n'avait pas été plus loin
parce qu'à ce moment, des discussions étaient en
cours entre les partenaires sociaux sur la protection
de la maternité et que ce point n'y avait pas sa
place.
05.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Indertijd heeft de toenmalige minister van Werk
Onkelinx het voorstel positief onthaald, maar er
werd toen niet op ingegaan omdat er op dat
ogenblik tussen de sociale partners besprekingen
aan
de
gang
waren
over
de
moederschapsbescherming. Dit punt kwam daar als
dusdanig niet aan bod.
17/04/2007
CRABV 51
COM 1273
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Depuis 2002, des mesures ont été prises pour
faciliter la conciliation entre le travail et la famille.
Outre la possibilité de bénéficier d'un congé
parental à temps plein ou à mi-temps, on peut aussi
désormais travailler à quatre cinquièmes temps,
scinder les périodes concernées et passer d'une
formule à l'autre. Les interventions ont aussi été
augmentées. Le congé parental est déjà souvent
pris juste après le congé de maternité.
Contrairement au congé parental, l'introduction d'un
congé de maternité à temps partiel s'avère
discriminatoire en termes d'égalité entre les
hommes et les femmes. Les améliorations
apportées au congé parental depuis 2002 ont
toutefois réduit la pertinence de ce problème.
Le but premier du congé de maternité n'est pas de
faciliter la conciliation entre le travail et la famille
mais bien de protéger la santé de la mère et de
l'enfant. La directive européenne 92/85/CEE
garantit aux travailleuses le droit à un congé de
maternité de minimum quatorze semaines
ininterrompues. Si nous autorisons la prise de cinq
semaines de congé prénatal non obligatoire à
temps partiel en congé postnatal, la législation
belge ne sera plus conforme à cette directive.
La réalisation de cette proposition exigerait en tout
cas une modification de la loi sur le travail. Aucun
avis n'a été demandé au Conseil de l'Egalité des
chances. Je pense aussi que ce n'est pas
nécessaire dans l'immédiat, d'autant plus que nous
avons déjà amélioré le congé parental. De
nombreux travailleurs recourent aux possibilités
offertes par ce dernier.
Sinds 2002 zijn er maatregelen doorgevoerd om de
combinatie van arbeid en gezin gemakkelijker te
maken. Naast de mogelijkheid om volledig of
halftijds ouderschapsverlof te nemen, kan men nu
ook vier-vijfde gaan werken, de betrokken periodes
opsplitsen en van de ene naar de andere formule
overstappen. Ook werden de uitkeringen verhoogd.
Ouderschapsverlof wordt nu reeds vaak genomen
aansluitend op het zwangerschapsverlof.
In tegenstelling tot het ouderschapsverlof zou de
invoering van deeltijds moederschapsverlof wel
afbreuk doen aan de gelijkheid tussen mannen en
vrouwen. Door de verbeteringen aan het
ouderschapsverlof sinds 2002 heeft deze vraag
trouwens aan belang ingeboet.
Het moederschapsverlof is ook niet in de eerste
plaats gericht op het gemakkelijker maken van de
combinatie werk en gezin, maar op de bescherming
van de gezondheid van moeder en kind. De
Europese
richtlijn
92/85/EEG
garandeert
werkneemsters een recht op zwangerschapsverlof
van minstens veertien aansluitende weken. Indien
wij toelaten om vijf weken niet-verplicht prenataal
verlof deeltijds op te nemen als postnataal verlof,
dan voldoet de Belgische wetgeving niet meer aan
dat voorschrift.
Om dit voorstel te realiseren zou de arbeidswet in
elk geval aangepast moeten worden. Er werd geen
advies gevraagd aan de Raad voor Gelijke Kansen.
Ik denk dat het niet meteen nodig is om dat nog te
doen, vooral omdat we het ouderschapsverlof al
verbeterd hebben. Van de mogelijkheden die het
ouderschapsverlof biedt, wordt dan ook ruim
gebruik gemaakt.
05.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Des mesures
ont certes été prises pour permettre de combiner
plus facilement vie professionnelle et vie de famille
mais je ne suis absolument pas d'avis qu'elles aient
rendue sans objet la question du congé de
maternité à temps partiel. Car prennent avant tout
un congé parental les personnes qui peuvent faire
face, sur le plan financier, à une baisse de revenus
pendant une période donnée. S'il est exact que le
congé de maternité a pour but de protéger la santé
de la mère et de l'enfant, sa mise en oeuvre sur une
base plus flexible permettrait d'offrir une solution
aux personnes qui, pour des motifs d'ordre
financier, ne peuvent toujours pas se permettre un
congé parental. Peut-être les partis qui ont formulé
l'idée pourraient-ils la réitérer sous la prochaine
législature.
05.03 Annemie Turtelboom (VLD): Er zijn
inderdaad maatregelen genomen om de combinatie
werk en gezin gemakkelijker te maken, maar ik ben
het er niet helemaal mee eens dat de vraag naar
deeltijds bevallingsverlof daardoor aan belang heeft
ingeboet. Ouderschapsverlof wordt immers vooral
opgenomen door mensen die het zich financieel
kunnen permitteren om gedurende een bepaalde
periode minder te verdienen. Het is juist dat het
bevallingsverlof erop gericht is de gezondheid van
moeder en kind te beschermen, maar een
flexibelere invulling van het bevallingsverlof zou een
oplossing kunnen bieden voor mensen voor wie het
ouderschapsverlof financieel nog steeds niet
haalbaar is. Het idee kan misschien door de partijen
die het gelanceerd hebben naar de volgende
regeerperiode meegenomen worden.
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "le reclassement
professionnel et la reprise du travail après la
mise à la prépension" (n° 14998)
06 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "outplacement en
werkhervatting na brugpensionering" (nr. 14998)
06.01 Annemie Turtelboom (VLD) : En 2006,
4.670 travailleurs licenciés ont bénéficié d'un
accompagnement par le biais de l'outplacement
dans le cadre de leur recherche d'un nouvel emploi,
soit une augmentation de 62 % par rapport à 2005.
Quelque 80 % de ces travailleurs ont retrouvé du
travail. Par ailleurs, le groupe des 45 ans qui a eu
recours à l'outplacement a triplé. Ces chiffres
encourageants
justifient
l'élargissement
de
l'outplacement à l'ensemble des travailleurs.
L'outplacement continue néanmoins à présenter
quelques problèmes de rodage. Ainsi, les
travailleurs licenciés qui ont quasiment atteint l'âge
de la prépension ne sont pas désireux de participer
à un outplacement pour six mois. La question est
de savoir dans quelle mesure les employeurs
doivent être tenus de financer un outplacement pour
des travailleurs non motivés.
En ce qui concerne la reprise du travail après le
départ à la prépension, la situation n'est pas claire
quant au code 59. Selon certaines sources, les
personnes concernées peuvent ensuite à nouveau
bénéficier de leur allocation initiale ; selon d'autres,
leur allocation sera inférieure parce qu'elle sera
calculée sur la base d'un salaire inférieur. Un autre
problème se pose en ce qui concerne les
travailleurs âgés qui ont travaillé à quatre
cinquièmes temps avant leur départ à la prépension
dans le cadre d'un crédit-temps, mais qui, s'ils
reprennent le travail, doivent à nouveau travailler à
temps plein. Un autre piège financier à l'emploi
existe par ailleurs dans le secteur métallurgique.
Le ministre est-il d'accord d'élargir l'outplacement à
l'ensemble des travailleurs ? Si un tel élargissement
est instauré, les employeurs n'hésiteront-ils pas
davantage à engager des personnes peu
scolarisées ou défavorisées ? Le ministre est-il
informé du manque de motivation des travailleurs
qui ont bientôt atteint l'âge de la prépension ? De
quelle manière les efforts financiers des employeurs
peuvent-ils être mieux valorisés pour ces personnes
également ?
06.01 Annemie Turtelboom (VLD): In 2006 lieten
4.670 ontslagen werknemers zich via outplacement
begeleiden bij hun zoektocht naar een nieuwe job.
Dat is een stijging met 62 procent in vergelijking
met 2005. Liefst 80 procent van deze werknemers
kon opnieuw aan de slag. Verder is het aantal 45-
jarigen
dat
zich
tot
outplacement
wendt
verdrievoudigd. Deze bemoedigende cijfers zijn
voldoende reden om outplacement open te trekken
naar alle werknemers.
Toch
vertoont
outplacement
nog
enkele
kinderziektes. Zo zijn ontslagen werknemers die
bijna in aanmerking komen voor brugpensioen, niet
gemotiveerd om nog zes maanden outplacement te
doorlopen. Het is de vraag in welke mate
werkgevers
verplicht
moeten
worden
om
outplacement te betalen voor werknemers die niet
gemotiveerd zijn.
Betreffende de werkhervatting na brugpensionering
bestaat er ook onduidelijkheid over de code 59. De
ene bron beweert dat deze mensen later kunnen
terugvallen op hun oorspronkelijke uitkering, de
andere bron zegt dat hun uitkering lager zal zijn
omdat die berekend zal worden op een lager loon.
Een ander probleem doet zich voor bij oudere
werknemers die voor hun brugpensionering vier
vijfde werkten op basis van tijdskrediet, maar die bij
werkhervatting opnieuw voltijds moeten gaan
werken. Daarbij bestaat er in de metaalsector nog
een andere financiële werkloosheidsval.
Gaat de minister ermee akkoord om outplacement
uit te breiden naar alle werknemers? Zal een
dergelijke uitbreiding niet resulteren in een grotere
aarzeling bij werkgevers om laaggeschoolden of
kansengroepen aan te werven? Is de minister op de
hoogte van het motivatieprobleem bij werknemers
die bijna in aanmerking komen voor brugpensioen?
Op
welke
manier
kunnen
de
financiële
inspanningen van de werkgevers ook voor deze
mensen beter gevaloriseerd worden?
Le ministre peut-il expliciter le code 59 ? Est-il
disposé à chercher une solution pour les travailleurs
ayant été actifs selon un régime de quatre
cinquièmes temps avant leur préretraite ? Est-il
exact qu'un travailleur du secteur sidérurgique perd
Kan de minister de code 59 toelichten? Is de
minister bereid om een oplossing te zoeken voor de
werknemers die voor hun brugpensionering vier
vijfde werkten? Klopt het dat in de metaalsector,
wanneer een werknemer binnen het jaar na zijn
17/04/2007
CRABV 51
COM 1273
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
35 % de son supplément de 125 euros s'il accepte
un nouvel emploi dans l'année suivant son
licenciement ?
ontslag een nieuwe job aanvaardt, het supplement
van 125 euro wordt verminderd met 35 procent?
06.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Je suis favorable à une situation où
un maximum de travailleurs licenciés se verraient
offrir un service de reclassement professionnel. Une
obligation générale comme celle en vigueur pour les
travailleurs de plus de 45 ans ne paraît cependant
pas indiquée. Dans le cadre de l'accord
interprofessionnel, les partenaires sociaux se sont
penchés sur les maladies de jeunesse du
reclassement. Les efforts limités fournis par les
candidats à la préretraite et les travailleurs âgés
constituent le principal problème à cet égard. C'est
pourquoi les partenaires sociaux ont décidé de
prévoir des exemptions pour certains groupes de
travailleurs. Les employeurs de ces groupes ne sont
dès lors pas tenus de leur offrir des services de
reclassement et les travailleurs ne sont pas obligés
de s'inscrire dans ce processus. Ces groupes de
travailleurs ne sont pas non plus tenus d'être
disponibles sur le marché du travail.
06.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Ik ben er voorstander van dat zoveel mogelijk
ontslagen werknemers outplacement aangeboden
krijgen. Een algemene verplichting, zoals voor 45-
plussers, lijkt echter niet aangewezen. In het kader
van het interprofessioneel akkoord hebben de
sociale
partners
zich
over
de
vermelde
kinderziektes van outplacement gebogen. Het
belangrijkste probleem was de beperkte inzet van
kandidaat-bruggepensioneerden
en
oudere
werknemers. Daarom hebben de sociale partners
beslist om in vrijstellingen te voorzien voor bepaalde
groepen van werknemers. De werkgevers van deze
groepen zijn dus niet verplicht om outplacement aan
te bieden en de werknemers zijn niet verplicht om
outplacement te doorlopen. Daarbij worden deze
groepen ook vrijgesteld van beschikbaarheid voor
de arbeidsmarkt.
J'ai entre temps déposé auprès du CNT un projet
d'arrêté royal prévoyant l'exonération de l'article 13
pour certains prépensionnés. Mais il semble
inopportun d'abaisser la condition d'âge à 57 ans. Il
a également été précisé dans le cadre de l'AIP que
les partenaires sociaux souhaitent tendre vers la
solidarisation du coût du replacement.
Par ailleurs, je tiens à relativiser le manque
d'enthousiasme manifesté par les travailleurs âgés
dans la recherche d'un emploi. Les chiffres sont
bons et montrent que, dans la plupart des cas, le
replacement est très utile dans la recherche d'un
emploi.
La base de calcul de l'indemnité est maintenue, à
moins que la rémunération afférente au nouvel
emploi donne lieu à un montant supérieur. Après la
remise au travail, le montant de l'indemnité ne sera
donc jamais inférieur à ce qu'il était auparavant.
Inmiddels heb ik een ontwerp van KB voor advies
ingediend bij de NAR, dat voorziet in een vrijstelling
van
artikel
13
voor
een
aantal
bruggepensioneerden.
Het
lijkt
echter
niet
aangewezen om de leeftijdsvoorwaarde te verlagen
tot 57 jaar. Er werd binnen het IPA ook afgesproken
dat de sociale partners via de sectorale structuur
willen komen tot een solidarisering van de
outplacementkosten.
Verder
wil
ik
het
zogenaamde
beperkte
enthousiasme van oudere werknemers bij het
zoeken naar en andere job toch relativeren. De zeer
goede uitstroompercentages tonen immers aan dat
voor de overgrote meerderheid outplacement zeer
nuttig is bij het zoeken naar werk.
De berekeningsbasis voor de uitkering blijft
behouden, tenzij het loon in een nieuwe job tot een
hoger bedrag zou leiden. Er zal dus nooit een lager
uitkeringsbedrag worden uitgekeerd na een
werkhervatting.
Le droit au crédit-temps a entre-temps été consacré
dans une CCT, à savoir la CCT n° 77 quater, dans
laquelle les conditions d'ancienneté présidant à
l'octroi du crédit-temps ont été assouplies.
Het recht op tijdskrediet werd intussen bij cao
vastgelegd, met name in CAO77quater, waarin de
anciënniteitsvoorwaarden voor het toekennen van
tijdskrediet versoepeld worden.
06.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Je
souhaiterais simplement encore ajouter que sur le
terrain, on s'interroge sur la question de savoir si les
travailleurs qui exercent une fonction plus
faiblement rémunérée conservent ou non leur droit
06.03 Annemie Turtelboom (VLD): Ik wil er enkel
nog aan toevoegen dat er op het terrein
onduidelijkheid is over de kwestie of werknemers in
een lager betaalde job hun recht op een
werkloosheidstoeslag behouden of niet.
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
à un complément chômage.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Emploi sur "le maintien des statuts
SINE ou ACTIVA dans le cadre de la nouvelle
structure juridique d'une entreprise de services"
(n° 15007)
07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de minister van Werk over "het behoud van het
SINE- of ACTIVA-statuut bij de nieuwe juridische
structuur
van
een
dienstenonderneming"
(nr. 15007)
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : En février
déjà, j'avais souligné les problèmes concernant la
structure juridique d'une entreprise de services et
les conséquences qui en découlent pour le statut
SINE ou ACTIVA des travailleurs. L'ALE qui adhère
à une nouvelle structure risque de perdre son statut.
Le ministre s'était engagé à examiner la question et
à se pencher sur un dossier concret de Mol. Quel
est l'état de la situation ?
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): In februari
wees ik al op de problemen rond de juridische
structuur van een dienstenonderneming en de
gevolgen daarvan voor het SINE- of ACTIVA-statuut
van de werknemers. Als de PWA toetreedt tot een
nieuwe structuur, dan dreigen zij hun statuut te
verliezen. De minister beloofde de problematiek en
een concreet dossier uit Mol te onderzoeken. Wat is
de stand van zaken?
07.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : J'ai examiné la nécessité d'adapter
l'actuelle réglementation. Une réduction des
charges ONSS ne peut être accordée qu'à
l'employeur qui a procédé au recrutement. L'article
353ter de la loi-programme du 24 décembre 2002
définit un certain nombre d'exceptions à cette règle.
Il y a par ailleurs aussi d'autres cas à propos
desquels on peut se demander si la suppression de
la réduction des charges est bien opportune pour le
seul motif que l'employeur n'est plus le même. La
liste des exceptions peut être étendue mais il faudra
être attentif à prévenir les abus et à préserver
strictement l'équilibre entre les sociétés et les asbl.
07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Ik heb nagekeken of de huidige regeling moet
worden aangepast. Een RSZ-lastenverlaging voor
doelgroepwerknemers kan enkel worden toegekend
aan de werkgever die hen heeft aangeworven.
Artikel 353ter van de programmawet van 24
december 2002 voert een aantal uitzonderingen op
deze regel in. Daarnaast bestaan er echter nog
andere gevallen waarbij men zich kan afvragen of
het wel opportuun is dat de lastenverlaging wegvalt
gewoon omdat de werkgever verandert. Het is
mogelijk om de lijst van uitzonderingen uit te
breiden, maar dan moeten we misbruiken
voorkomen
en
het
evenwicht
tussen
vennootschappen en vzw's strikt handhaven.
Pour éviter une pléthore d'exceptions, je pense qu'il
serait préférable de changer le principe général de
façon à ce que les baisses de charges pour les
travailleurs des groupes cibles soient octroyées
pour toute la période, quel que soit l'employeur. Le
travailleur s'en trouverait également mieux.
Si nous adaptions le système dans ce sens, les
procédures et les permis de travail devraient être
modifiés, chantier qui ne pourra être accompli que
sous la prochaine législature.
Un de mes collaborateurs se mettra en rapport
directement avec les personnes concernées par le
dossier spécifique de l'ALE de Mol.
Om niet te veel uitzonderingsregels te krijgen, denk
ik dat het beter is om het algemene principe te
veranderen, zodat de lastenverminderingen voor
doelgroepwerknemers worden toegekend voor de
volledige duurtijd, ongeacht de werkgever. Dat zou
ook beter zijn voor de werknemer.
Als we het systeem in deze richting zouden
aanpassen, dan zullen de procedures en
werkkaarten gewijzigd moeten worden. Uiteraard
zal dat iets zijn voor de volgende regeerperiode.
Een van mijn medewerkers zal rechtstreeks contact
opnemen met de betrokken mensen over het
concrete dossier van de PWA in Mol.
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : La
proposition du ministre me paraît raisonnable.
Élaborer des règles et prévoir ensuite une kyrielle
d'exceptions me semble être dénué de sens. Je
présume que cette proposition devra être l'objet
d'une concertation avec le CNT. Je suis tout à fait
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Het
voostel van de minister lijkt mij redelijk. Het heeft
geen zin om regels te maken en om dan vervolgens
ontelbare uitzonderingen toe te laten. Ik neem aan
dat er over dit voorstel overlegd moet worden met
de NAR. Ik ben zeker bereid om hier in de toekomst
17/04/2007
CRABV 51
COM 1273
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
disposé à y participer dans le futur.
aan mee te werken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre
de l'Emploi et au vice-premier ministre et ministre
de l'Intérieur sur "les conditions liées au permis
de travail B et à la déclaration d'arrivée"
(n° 15094)
08 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk en aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
voorwaarden verbonden aan de arbeidskaart B
en de aankomstverklaring" (nr. 15094)
08.01 Nahima Lanjri (CD&V) : L'an dernier, le
gouvernement a prolongé la validité de la mesure
transitoire concernant l'accès à notre marché de
l'emploi pour les travailleurs issus des nouveaux
États membres européens. Le régime actuel
permet, pour un certain nombre de professions
critiques faisant l'objet d'une liste, d'obtenir une
carte B par le biais d'une procédure accélérée et
simplifiée. Cette carte de travail doit être demandée
auprès de l'administration communale. La loi ne
permet à la commune de délivrer la carte de travail
que sur présentation par le demandeur d'une
déclaration d'arrivée et c'est là que le bât blesse.
L'interprétation de la notion de déclaration d'arrivé
varie en effet selon les communes. C'est ainsi que
sont exigés des billets d'avion ou de train. Mais
après la disparition des frontières intérieures,
quiconque entre dans le pays en voiture ne dispose
évidemment pas d'une telle déclaration d'arrivée, de
sorte qu'il ne peut lui être délivré de carte de travail.
Le ministre a-t-il connaissance de cette situation
kafkaïenne ? S'est-il déjà concerté à ce propos
avec le ministre de l'Intérieur ? J'espère qu'il admet
que l'octroi ou non d'une carte de travail par le biais
de la procédure accélérée ne peut dépendre du lieu
où on en fait la demande.
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Vorig jaar verlengde
de regering de overgangsmaatregelen inzake de
toegang van werknemers uit de nieuwe Europese
lidstaten tot onze arbeidsmarkt. De huidige regeling
laat toe dat voor een lijst van knelpuntberoepen een
arbeidskaart B kan worden verkregen via een
versnelde
en
eenvoudige
procedure.
Die
arbeidskaart moet worden aangevraagd bij de
gemeente. De wet vereist dat de gemeente de
arbeidskaart pas kan verschaffen na voorlegging
door de aanvrager van een aankomstverklaring.
Daar nijpt het schoentje. De interpretatie van de
notie 'aankomstverklaring' verschilt immers van
gemeente tot gemeente. Zo worden onder meer
trein- of vliegtuigtickets gevraagd. Na het wegvallen
van de binnengrenzen beschikt echter wie met de
wagen aankomt, natuurlijk niet over een
aankomstverklaring, zodat er geen arbeidskaart kan
worden uitgereikt.
Is de minister op de hoogte van deze kafkaiaanse
situatie? Heeft hij hierover al overleg gepleegd met
de minister van Binnenlandse zaken? Ik hoop dat
de minister inziet dat het ontvangen van een
arbeidskaart via de versnelde procedure toch niet
mag afhangen van de plaats waar men toevallig
deze kaart gaat aanvragen?
Le ministre devinera facilement ce à quoi cette
situation conduit dans la pratique. Les personnes
concernées optent alors rapidement pour le travail
au noir. Ce n'est certainement pas l'objectif que les
pouvoirs publics souhaitent atteindre par cette
nouvelle réglementation.
De minister kan al raden wat er door deze situatie in
de praktijk gebeurt. Berokkenen opteren al snel
voor zwartwerk. Dat is toch niet wat de overheid wil
met de nieuwe regeling.
08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : En tant que ministre fédéral du
travail, je n'ai évidemment aucun pouvoir de
contrôle sur la manière dont les communes
appliquent la réglementation en matière de
déclarations d'arrivée. La déclaration d'arrivée et la
réglementation relative au séjour légal relèvent de
la compétence du ministre de l'Intérieur.
Je reçois cependant de temps en temps des
plaintes et des observations concernant l'accès au
08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Ik heb als federale minister van Werk geen
controlebevoegdheid inzake de wijze waarop de
gemeenten de regelgeving op het vlak van
aankomstverklaringen toepassen. Bovendien zijn de
aankomstverklaring en de regeling van het wettelijk
verblijf bevoegdheden van de minister van
Binnenlandse zaken.
Af en toe ontvang ik wel klachten en opmerkingen
met betrekking tot de toegang tot het grondgebied.
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
territoire. Je les transmets au département de
l'Intérieur. Je ne puis donc pas juger moi-même de
l'existence
d'éventuelles
divergences
d'interprétation en ce qui concerne la déclaration
d'arrivée.
La procédure accélérée d'obtention d'un permis de
travail B relève par contre bien évidemment de ma
compétence. Il ressort en tout état de cause des
informations que les Régions mettent à ma
disposition que le délai de cinq jours dans lequel les
permis de travail doivent être délivrés est toujours
respecté.
Ik stuur ze door naar Binnenlandse Zaken. Ikzelf
kan bijgevolg niet oordelen of er verschillen bestaan
inzake de interpretatie van de aankomstverklaring.
De procedure om via een versnelde procedure aan
een arbeidskaart B te geraken, is natuurlijk wel mijn
bevoegdheid. Uit informatie die de Gewesten mij ter
beschikking stellen, blijkt alleszins dat de
vastgestelde termijn van vijf dagen waarbinnen de
arbeidskaarten moeten worden uitgereikt, steeds
wordt gerespecteerd.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V) : J'ai demandé
explicitement si le ministre se concertait avec le
ministre Dewael à propos de cette matière. Une
telle concertation existe déjà avec le ministre
Dupont concernant la mise au travail de personnes
dont la procédure d'asile est en cours. Je ne vois
pas pourquoi cela ne serait pas possible avec le
département de l'Intérieur.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Ik heb expliciet
gevraagd of de minister overleg pleegt met minister
Dewael over deze aangelegenheid. Zo een overleg
is er al met minister Dupont met betrekking tot de
tewerkstelling
van
wie
een
asielprocedure
doorloopt. Ik zie echt niet in waarom dat met
Binnenlandse Zaken niet zou kunnen.
08.04 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Une concertation est bel et bien en
cours à propos de la procédure. La question de la
déclaration d'arrivée y sera certainement abordée.
Je ne puis pas vous en dire plus à ce sujet pour
l'heure.
08.04 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Er is wel degelijk overleg opgestart omtrent de
procedure.
De
problematiek
van
de
aankomstverklaring zal bij die gelegenheid zeker
aan bod komen. Meer kan ik vandaag daarover niet
zeggen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre
de l'Emploi sur "les inspections des maisons de
repos en Wallonie par la Direction dutroisième
âge" (n° 14995)
09 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
minister van Werk over "de inspecties van de
rusthuizen in Wallonië door de 'Direction du
Troisième âge'" (nr. 14995)
En vertu du décret wallon du 5 juin 1997, les
fonctionnaires chargés par le gouvernement de
veiller au respect des règles sont revêtus de la
qualité d'officiers de police judiciaire auxiliaire du
procureur du Roi et tenus de prêter serment devant
le juge de paix de leur domicile. Ils peuvent
procéder à tout examen et recueillir toute
information qu'ils estiment nécessaire, se faire
produire tout document utile à l'accomplissement de
leur mission. Ils peuvent dresser des procès-
verbaux de constatation qui font foi jusqu'à preuve
du contraire.
Le comportement de certains inspecteurs en
Wallonie, qui interrogent le personnel sur la nature
de leurs prestations, le caractère pénible de leurs
tâches, leur répartition ou leur rémunération,
s'apparente étrangement à la mission première et
prioritaire de l'inspection sociale fédérale, qui
consiste à contrôler l'application correcte des lois
Krachtens het Waalse decreet van 5 juni 1997
hebben de ambtenaren die door de regering belast
worden met het toezicht op de naleving van de
regels, de hoedanigheid van officier van
gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur
des Konings. Zij leggen de eed af tegenover de
vrederechter van hun woonplaats. Zij kunnen
steeds wanneer zij dat noodzakelijk achten een
onderzoek instellen of informatie inwinnen, en alle
documenten opvragen die nuttig kunnen zijn voor
de uitvoering van hun opdracht. Ze kunnen proces-
verbaal van vaststelling opmaken dat geldt tot
bewijs van het tegendeel.
Wat bepaalde inspecteurs in Wallonië doen - het
personeel ondervragen naar de aard van hun
prestaties, naar de lastige aspecten van hun taken,
hun verspreiding of bezoldiging - vertoont
merkwaardige gelijkenissen met het werk van de
federale sociale inspectie, wier belangrijkste en
prioritaire taak erin bestaat toe te zien op de
17/04/2007
CRABV 51
COM 1273
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
relatives à la sécurité sociale. Ceci inquiète le
personnel, fragilise la confiance entre l'employeur et
le travailleur et porte atteinte à la paix sociale au
sein de l'établissement.
Si les inspecteurs wallons de la Direction du
troisième âge sont habilités à opérer de tels
contrôles relevant de la compétence fédérale, les
services fédéraux d'inspection du travail sont-ils
informés de ce type d'inspection, les autorisent-ils
et en reçoivent-ils procès-verbal ? Si les avis
divergent
entre
services
d'inspection
de
compétences différentes, n'est-ce pas de nature à
semer le trouble tant chez les employeurs que chez
les travailleurs ?
correcte toepassing van de wetten betreffende de
sociale zekerheid. Dat verontrust het personeel, zet
de vertrouwensrelatie tussen werkgever en
werknemer op de helling en schaadt de sociale
vrede in het bedrijf.
Als de inspecteurs van de Waalse Direction du
Troisième Age effectief gemachtigd zijn tot
dergelijke controles die tot de federale bevoegdheid
behoren,
worden
de
federale
arbeidsinspectiediensten dan ingelicht over deze
inspecties, verlenen ze daar hun toestemming voor
en ontvangen ze een proces-verbaal? Als
inspectiediensten met verschillende bevoegdheden
er een verschillende mening op na houden, brengt
dat dan geen onrust teweeg zowel bij de
werkgevers als bij de werknemers?
09.01 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Je ne souhaite pas intervenir dans la façon dont la
Région wallonne gère sa mission de contrôle des
soins aux personnes du troisième âge.
Les missions de la Direction du troisième âge de la
Région wallonne lient directement la compétence
de ces inspecteurs à l'agrément des maisons de
repos et des résidences-services, à l'agrément et
au subventionnement des services d'aide aux
familles et aux personnes âgées, des centres de
planning et de consultation familiale et conjugale,
des centres d'accueil pour adultes et des maisons
maternelles ainsi que des centres d'accueil ou de
jour pour personnes âgées.
Les fonctionnaires de la Direction du troisième âge,
revêtus de la qualité d'officiers de police auxiliaire
du procureur du Roi, veillent au respect des règles
fixées par les décrets. Le fait d'interroger le
personnel ne me semble pas contradictoire à cette
mission. Les services fédéraux n'ont pas reçu de
procès-verbaux de ce service récemment.
En cas de conflit suite à une enquête dans le cadre
d'une procédure d'agrément, ils sont suivis de la
manière habituelle par les conciliateurs sociaux de
la Direction générale des conventions collectives du
SPF Emploi.
09.01 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ik
wens me niet te mengen in de manier waarop het
Waals Gewest haar toezichtsopdracht met
betrekking tot de bejaardenzorg vervult.
De opdrachten van de Direction du troisième âge
van het Waals Gewest leggen een rechtstreeks
verband tussen de bevoegdheid van die inspecteurs
en de erkenning van de rusthuizen en de
servicewoningen, de erkenning en de subsidiëring
van de ondersteunende diensten aan gezinnen en
bejaarden, van de centra voor gezinsplanning en
voor informatie over huwelijk en gezin, van de
opvangcentra voor volwassenen en de tehuizen
voor moeders, alsook van de opvang- en de
dagcentra voor bejaarden.
De ambtenaren van de Direction du troisième âge,
die de hoedanigheid van hulppolitieofficier van de
procureur des Konings hebben, waken over de
naleving van de door de decreten vastgestelde
regels. Dat personeelsleden worden ondervraagd,
lijkt me niet haaks te staan op die opdracht. De
federale
diensten
hebben
recentelijk
geen
processen-verbaal meer ontvangen van die dienst.
Wanneer zich, na een onderzoek in het kader van
een erkenningsprocedure, een conflict voordoet,
wordt dit op de gewone manier gevolgd door de
sociaal bemiddelaars van de Algemene Directie
collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD
Werkgelegenheid.
09.02 Jean-Marc Delizée (PS) : Il y a donc une
intersection possible entre les inspections fédérale
et régionale. L'article 20 parle de la protection des
personnes âgées au sens large.
09.02 Jean-Marc Delizée (PS): Het is dus mogelijk
dat de federale en de gewestelijke inspectie zich op
hetzelfde terrein begeven. Artikel 20 heeft het over
de bescherming van de bejaarden in de ruime zin
van het woord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRABV 51
COM 1273
17/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
La réunion publique de commission est levée à
12 h 48.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.48 uur.