CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1265
CRABV 51 COM 1265
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
11-04-2007
11-04-2007
Matin
Voormiddag
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Patrick De Groote au ministre
de l'Emploi et au secrétaire d'État à la
Simplification administrative, adjoint au premier
ministre, sur "les conseils d'entreprise" (n° 1069)
1
Interpellatie van de heer Patrick De Groote tot de
minister van Werk en tot de staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd
aan
de
eerste
minister,
over
"ondernemingsraden" (nr. 1069)
1
Orateurs:
Patrick
De
Groote,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Patrick
De
Groote,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
au ministre de l'Emploi sur "les offres d'emploi sur
l'internet en fonction du régime linguistique"
(n° 14879)
3
Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Werk over "de
werkaanbiedingen op internet in functie van de
gekozen taal" (nr. 14879)
3
Orateurs: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Peter Vanvelthoven
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Peter Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "les réserves émises par
l'Inspection du travail à l'égard de la permutation
de prestations de service dans les hôpitaux"
(n° 14902)
3
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "het voorbehoud dat de
Arbeidsinspectie maakt ten aanzien van de
onderlinge wissels van diensten in ziekenhuizen"
(nr. 14902)
3
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Danielle Van Lombeek-Jacobs
au ministre de l'Emploi sur "les fausses offres
d'emploi sur l'internet" (n° 14933)
5
Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Werk over
"nepjobaanbiedingen op het internet" (nr. 14933)
5
Orateurs: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Peter Vanvelthoven
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Peter Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la détermination du
salaire en fonction de l'âge" (n° 14960)
5
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de bepaling van het loon
op basis van leeftijd" (nr. 14960)
5
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
l'Emploi sur "le rapport 2007 sur l'écart salarial
entre les femmes et les hommes" (n° 14897)
7
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "het rapport 2007 over de
loonkloof tussen vrouwen en mannen" (nr. 14897)
7
Orateurs:
Talbia
Belhouari,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Talbia
Belhouari,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
l'Emploi sur "la classification analytique de
fonctions dans la lutte contre la discrimination
salariale" (n° 14898)
9
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "de analytische
functieclassificatie
in
de
strijd
tegen
loondiscriminatie" (nr. 14898)
9
Orateurs:
Talbia
Belhouari,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Talbia
Belhouari,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur
"l'activation des chômeurs" (n° 14968)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de activering van werklozen" (nr. 14968)
10
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "les
dispenses dans le cadre de l'article 90" (n° 14969)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de vrijstellingen in het kader van artikel 90"
(nr. 14969)
10
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "les
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
10
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
sanctions à la suite de la politique d'activation des
chômeurs" (n° 14970)
over "de sancties in het licht van het
activeringsbeleid van de werklozen" (nr. 14970)
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "la
création d'emplois dans le cadre de la politique
d'activation des chômeurs" (n° 14971)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de jobcreatie in het licht van het
activeringsbeleid van de werklozen" (nr. 14971)
10
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "les
facilitateurs" (n° 14972)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de facilitatoren" (nr. 14972)
10
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "le
plan d'activation des chômeurs" (n° 14973)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "het activeringsplan voor werklozen"
(nr. 14973)
10
Orateurs: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la pénalisation de la colocation par
des chômeurs" (n° 14974)
15
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk over "het bestraffen van het
gezamenlijk huren van een woonst door
werklozen" (nr. 14974)
15
Orateurs: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
11
AVRIL
2007
Matin
______
van
WOENSDAG
11
APRIL
2007
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 10 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.10 uur en
voorgezeten door de heer Hans Bonte.
01 Interpellation de M. Patrick De Groote au
ministre de l'Emploi et au secrétaire d'État à la
Simplification administrative, adjoint au premier
ministre, sur "les conseils d'entreprise" (n° 1069)</b>
01 Interpellatie van de heer Patrick De Groote tot
de minister van Werk en tot de staatssecretaris
voor
Administratieve
Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister, over
"ondernemingsraden" (nr. 1069)
01.01 Patrick De Groote (N-VA) : Notre pays
accuse déjà deux ans de retard en ce qui concerne
la transposition d'une directive européenne qui
prévoit que tous les travailleurs d'entreprises d'une
certaine envergure ont droit à des informations
socioéconomiques. Syndicats et employeurs se
querellent déjà depuis un certain temps à propos de
la question de savoir dans quelle mesure la
directive européenne contraint notre pays à adapter
sa législation. Je pense que même
le
gouvernement n'est pas totalement unanime à ce
sujet.
Le ministre souhaite encore adapter la législation
avant les élections car il redoute sinon un chaos
juridique, principalement lors des élections sociales
de 2008.
Les syndicats ont mené des actions parce que cela
fait déjà deux ans que la Belgique aurait dû
transposer la directive. Leur interprétation de ce
texte est toutefois en totale contradiction avec celle
des organisations patronales, qui ont exigé lors
d'une conférence de presse commune que la
directive ne se traduise que par une adaptation
limitée de la législation belge.
01.01 Patrick De Groote (N-VA): Ons land is al
twee jaar te laat met de omzetting van een
Europese richtlijn die zegt dat alle werknemers van
bedrijven met een zekere omvang recht hebben op
sociaaleconomische informatie. Vakbonden en
werkgevers ruziën al een tijdje over de vraag in
welke mate de Europese richtlijn ons land tot een
aanpassing van de wetgeving dwingt. Ik denk dat
ook de regering het daarover niet helemaal eens is.
De minister wil nog voor de verkiezingen de
wetgeving aanpassen, omdat hij anders bevreesd is
voor een juridische chaos, vooral tijdens de sociale
verkiezingen in 2008.
De vakbonden hebben actie gevoerd, omdat België
reeds twee jaar over tijd is met de omzetting van de
richtlijn. Hun interpretatie van de richtlijn staat
echter haaks op die van de werkgeversorganisaties.
Die
hebben
op
een
gemeenschappelijke
persconferentie geëist dat de richtlijn slechts tot
beperkte aanpassingen van de Belgische wetgeving
zou leiden.
Par ailleurs, le Conseil d'État a rendu un avis négatif
concernant un arrêté royal tendant à préparer les
élections sociales. La Cour européenne de Justice
a quant à elle condamné notre pays en raison de
l'absence de transposition de cette directive.
Bovendien heeft de Raad van State een negatief
advies afgeleverd over een KB ter voorbereiding
van de sociale verkiezingen en heeft het Europees
Hof van Justitie ons land veroordeeld precies
omwille van het uitblijven van de omzetting van de
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Pourquoi l'Europe impose-t-elle cette directive ?
Estime-t-on que des lacunes subsistent en matière
de concertation sociale au sein des entreprises ? Si
le respect de l'avis du Conseil d'État requiert une
modification de notre législation, a-t-on examiné
toutes les options possibles ? Quelle charge
administrative ces adaptations entraîneraient-elles
pour les entreprises ? Quel est le nombre de
sociétés concernées ?
richtlijn.
Waarom legt Europa deze richtlijn op? Wordt het
sociaal
overleg
binnen
de
bedrijven
als
onvoldoende beschouwd?
Indien de wijziging noodzakelijk is om tegemoet te
komen aan de uitspraak van de Raad van State,
zijn dan alle alternatieven onderzocht? Wat is de
administratieve last die daardoor op de bedrijven
zou worden gelegd? Over hoeveel bedrijven gaat
het?
01.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Ma proposition de compromis a pour
but d'enfin trouver une solution à un problème qui
fait l'objet de dissensions depuis des années déjà.
La proposition de modification est motivée par trois
raisons. En premier lieu, nous devons constater que
la Belgique accuse un certain retard au niveau
européen en ce qui concerne la représentation dans
les petites entreprises. Il y a ensuite bien
évidemment le problème de la directive européenne
relative à l'information des travailleurs, qui n'a
encore été que partiellement transposée en droit
belge. Le Conseil national du travail, invité à donner
un avis à ce sujet en 2002, n'a finalement rendu
qu'un avis partagé trois années plus tard. Depuis
lors, travailleurs et employeurs ne sont pas
parvenus à trouver un terrain d'entente. Le délai de
transposition est écoulé depuis le 3 mars 2005. Une
procédure est en cours depuis et la Cour
européenne a prononcé une condamnation le 29
mars dernier. Nous pouvons donc nous attendre
sous peu à une missive de la Commission
européenne.
Le troisième élément à prendre en considération est
le fait que le Conseil d'Etat a formulé une
observation fondamentale à propos de l'arrêté royal
qui doit régler les élections sociales en 2008. Le
Conseil estime en effet que la disposition de l'arrêté
royal prévoyant la mise en place d'un conseil
d'entreprise à partir de cent travailleurs n'a pas de
fondement juridique étant donné que la loi de 1948
fixe un seuil de cinquante travailleurs.
01.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Met mijn compromisvoorstel tracht ik deze
problematiek, waarover al een aantal jaren
onenigheid bestaat, uit het slop te halen.
Drie redenen liggen aan de grondslag van het
voorstel tot wijziging. In de eerste plaats moeten we
vaststellen dat België wat achteraan hinkt in Europa
wat betreft de vertegenwoordiging in kleine
ondernemingen. Daarnaast is er uiteraard de
Europese
richtlijn
inzake
informatie
aan
werknemers, die in België voor een deel nog niet is
omgezet. De Nationale Arbeidsraad werd daarover
reeds in 2002 om advies gevraagd en heeft pas drie
jaar later een verdeeld advies verstrekt. Sedertdien
zijn de werkgevers en werknemers niet uit de
discussie geraakt. Sinds 3 maart 2005 is de
omzettingstermijn verstreken. Ondertussen loopt de
procedure en op 29 maart heeft het Europees Hof
een veroordeling uitgesproken. Dat betekent dat we
binnenkort een schrijven mogen verwachten van de
Europese Commissie.
Het derde element is dat de Raad van State een
fundamentele opmerking gemaakt heeft over het
KB dat in 2008 de sociale verkiezingen moet
regelen. De Raad zegt dat er geen juridische grond
bestaat om via het KB ondernemingsraden pas op
te richten vanaf honderd werknemers, aangezien de
wet van 1948 het heeft over een drempel van vijftig
werknemers.
La question des seuils doit être résolue d'urgence.
Organiser des élections sociales dans le chaos
juridique ne profiterait à personne. J'ai donc formulé
une série de propositions, au sujet desquelles j'ai
consulté les partenaires sociaux la semaine
dernière. La situation est d'autant plus délicate que
le Parlement ne dispose plus que de trois semaines
pour apporter des modifications à la loi.
J'examinerai dans les prochains jours, avec mon
administration, la possibilité de prendre l'une ou
l'autre initiative pour assurer le bon déroulement
Er moet dringend een oplossing voor het probleem
van de drempels komen. Bij sociale verkiezingen
die in een juridische chaos verlopen, is niemand
gebaat. Ik heb dus een aantal ideeën naar voren
geschoven. Ik heb daarover vorige week met de
sociale partners van gedachten gewisseld.
Bijkomende moeilijkheid is dat het Parlement maar
drie weken de tijd heeft om aanpassingen aan de
wet te doen. De komende dagen zal ik met mijn
administratie bekijken of wij nog een en ander
kunnen doen om de sociale verkiezingen in goede
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
des élections sociales. Il incombera ensuite au
prochain gouvernement d'assurer le suivi du
dossier.
orde te laten verlopen. De volgende regering moet
dan nagaan wat er nog moet gebeuren.
01.03 Patrick De Groote (N-VA) : Le retard de la
Belgique
dans
l'application
des
directives
européennes concerne de très nombreux ministres.
Il est fréquent que les partenaires sociaux
interprètent les directives en sens divers. Je me
réjouis d'entendre que le ministre a amorcé le
dialogue mais l'on a peut-être tardé à agir.
Quant à ma question relative à la surcharge
administrative, elle s'adressait en réalité à M. Van
Quickenborne.
01.03 Patrick De Groote (N-VA): Heel wat van
onze ministers worden geconfronteerd met het
probleem dat België achteraan hinkt in de
toepassing van de Europese richtlijnen. Vaak
worden richtlijnen door de sociale partners zeer
uiteenlopend geïnterpreteerd. Het is mooi dat de
minister de dialoog aanzwengelt, maar misschien is
men wat laat tot actie overgegaan.
Mijn vraag over de administratieve overlast was
eigenlijk voor staatsecretaris Van Quickenborne
bedoeld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Danielle Van Lombeek-
Jacobs au ministre de l'Emploi sur "les offres
d'emploi sur l'internet en fonction du régime
linguistique" (n° 14879)
02 Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Werk over "de
werkaanbiedingen op internet in functie van de
gekozen taal" (nr. 14879)
02.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS) : De
nombreuses entreprises invitent les visiteurs de leur
site internet à choisir la langue dans laquelle ils
souhaitent poursuivre leur visite. Or, en fonction de
ce choix, les offres d'emploi disponibles sur le site
peuvent différer. Cette exclusion d'office ne
constitue-t-elle pas une discrimination basée sur la
langue ? Quels sont les recours pour lutter contre
ce type de situation ?
02.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS): Tal
van bedrijven bieden de bezoekers van hun
webstek de mogelijkheid om de taal aan te vinken
waarin ze de website verder willen raadplegen.
Naargelang van de geselecteerde taal verschillen
de vacatures echter. Houdt die automatische
uitsluiting geen discriminatie op grond van de taal
in?
Hoe
kan
men
dergelijke
toestanden
aanvechten?
02.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
L'emploi des langues sur internet est libre, et il est
irréaliste de vouloir contrôler toutes les offres
d'emploi. Par contre, je peux inviter les partenaires
sociaux à rédiger un code de conduite en la
matière. Je vais soumettre vos observations
pertinentes au président du Conseil national du
travail.
02.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Het
taalgebruik op internet is vrij en het is niet realistisch
alle werkaanbiedingen te willen controleren. Maar ik
kan de sociale partners wel vragen een
gedragscode ter zake op te stellen. Ik zal uw
pertinente opmerkingen aan de voorzitter van de
Nationale Arbeidsraad voorleggen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "les réserves émises par
l'Inspection du travail à l'égard de la permutation
de prestations de service dans les hôpitaux"
(n° 14902)
03 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "het voorbehoud dat
de Arbeidsinspectie maakt ten aanzien van de
onderlinge wissels van diensten in ziekenhuizen"
(nr. 14902)
03.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Certains
hôpitaux ne permettent plus à leur personnel de
procéder à des permutations de prestations de
service, dès lors que l'inspection du travail se
montre très réticente vis-à-vis de cette pratique. Or,
ces échanges permettent une souplesse dans le
travail qui rejaillit positivement sur la vie de famille.
03.01 Annemie Turtelboom (VLD): Sommige
ziekenhuizen staan niet langer toe dat werknemers
diensten
onderling
wisselen
omdat
de
arbeidsinspectie erg terughoudend is tegenover die
praktijk. Nochtans maken de wissels flexibele en
gezinsvriendelijke arbeid mogelijk.
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Quels sont les arguments avancés par l'inspection
du travail ? Le ministre estime-t-il que les
permutations de prestations de service sont
compatibles avec les mesures existantes visant à
permettre de mieux concilier travail et vie de
famille ? A-t-il l'intention d'assouplir la législation
existante ?
Welke argumenten hanteert de arbeidsinspectie?
Vindt de minister dat onderlinge wissels
verzoenbaar zijn met de bestaande maatregelen ter
bevordering van de combinatie van werk en gezin?
Wil hij de bestaande wetgeving soepeler maken?
03.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Les permutations de prestations de
service permettent aux membres du personnel
hospitalier de modifier plus facilement leur horaire
de travail en cas d'événements imprévus. Je
n'entends pas remettre en cause ce système
informel, mais le personnel hospitalier et les
hôpitaux doivent veiller à ce qu'il ne débouche pas
sur des prestations trop longues ou des périodes de
repos trop courtes, ce qui est néfaste tant pour les
patients que pour les travailleurs. Les permutations
de prestations sont permises dans la mesure où le
législateur ne les interdit pas et à condition que la loi
sur le travail soit respectée. L'inspection du travail
n'émet des réserves qu'en cas d'infraction à la loi.
Les lois sociales ont pour objectif de protéger le
travailleur.
L'article 38bis de la loi sur le travail stipule qu'il est
interdit ­ en dehors de quelques exceptions ­ de
travailler en dehors du temps de travail fixé dans le
règlement de travail. L'article en question autorise le
contrôle du respect de cette règle, mais cela ne
signifie pas que les échanges de prestations de
service soient interdits. De tels échanges doivent
toutefois être consignés préalablement par écrit et
faire l'objet d'un accord mutuel entre les parties
concernées.
03.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Via onderlinge wissels kunnen werknemers hun
werkregeling
makkelijker
aanpassen
aan
onverwachte gebeurtenissen. Ik wil dat informele
systeem in geen geval aan banden leggen, maar
werknemers en ziekenhuizen moeten er wel voor
zorgen dat het niet leidt tot te lange prestaties of te
korte rustperiodes. Dat is immers nadelig voor
werknemer en patiënt. Onderlinge wissels zijn
toegelaten in zoverre de wetgever ze niet verbiedt
en in zoverre de arbeidswet wordt gerespecteerd.
De arbeidsinspectie is enkel terughoudend als de
wet wordt overtreden. De sociale wetten hebben tot
doel de werknemer te beschermen.
Artikel 38bis van de arbeidswet bepaalt dat het ­
behoudens enkele uitzonderingen - verboden is te
werken buiten de in het arbeidsreglement
vastgelegde arbeidstijd. Het artikel laat controle toe
op de naleving van die regel, maar dat betekent niet
dat dienstruilen verboden zijn. Die omwisseling
moet wel vooraf schriftelijk en in onderling akkoord
vastgelegd worden.
L'article 38ter stipule que les travailleurs ont droit à
une période minimale de repos de onze heures
consécutives. De plus, il est interdit d'occuper un
travailleur dans deux équipes successives. Il ne
peut être dérogé à ce règlement que dans la
mesure où une CCT rendue obligatoire le permet.
Les partenaires sociaux ne sont pas encore
parvenus à un accord dans le secteur des soins de
santé.
Étant donné que la législation permet déjà un
assouplissement par le biais de concertations
sectorielles, je n'ai pas l'intention d'assouplir la loi
elle-même. Dans l'accord social de 2005, les
partenaires sociaux avaient d'ailleurs exprimé le
souhait de voir la question des horaires réglée par
le biais d'une CCT.
Artikel 38ter bepaalt dat werknemers recht hebben
op minstens elf opeenvolgende uren rust.
Bovendien mag niet in twee opeenvolgende
ploegen worden gewerkt. Van die regelgeving kan
enkel worden afgeweken als een algemeen bindend
verklaarde cao het toelaat. In de gezondheidssector
hebben de sociale partners nog geen akkoord
kunnen bereiken.
Aangezien de wetgeving nu al versoepeling
mogelijk maakt via sectoraal overleg, ben ik niet
van plan de wet zelf te versoepelen. In het sociaal
akkoord van 2005 gaven de sociale partners
trouwens aan dat ze het dossier van de uurroosters
via een cao willen regelen.
03.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Quand il
s'agit de combiner vie familiale et professionnelle,
03.03 Annemie Turtelboom (VLD): Als het erom
gaat gezin en werk te combineren, zijn sommige
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
certaines situations sont à ce point imprévisibles
qu'il n'est pas toujours possible d'en faire part à
l'avance et par écrit. Heureusement, dans certaines
organisations, de nombreuses questions peuvent
être réglées de manière informelle, bien que les
solutions apportées ne soient pas toujours
conformes aux prescriptions de l'inspection du
travail. L'exigence systématique d'une procédure
écrite rend difficile l'élaboration de solutions dans
des situations particulières.
situaties zo onvoorspelbaar dat men ze niet altijd op
voorhand en schriftelijk kan melden. In sommige
organisaties kan gelukkig heel veel informeel
geregeld worden, ook al is dat misschien niet altijd
in overeenstemming met de voorschriften van de
arbeidsinspectie. Als steeds een schriftelijke
procedure nodig is, kunnen ad-hocsituaties moeilijk
worden opgelost.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Danielle Van Lombeek-
Jacobs au ministre de l'Emploi sur "les fausses
offres d'emploi sur l'internet" (n° 14933)
04 Vraag van mevrouw Danielle Van Lombeek-
Jacobs aan de minister van Werk over
"nepjobaanbiedingen op het internet" (nr. 14933)
04.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS) : Les
offres d'emploi diffusées sur internet par des
entreprises, alors qu'il n'y a pas de poste vacant ne
devraient-elles pas être considérées comme de la
publicité ? Des mesures concrètes existent-elles
pour éviter que ces annonces ne parviennent aux
demandeurs d'emploi ?
04.01 Danielle Van Lombeek-Jacobs (PS):
Moeten de vacatures die door bedrijven via internet
worden bekendgemaakt, terwijl er eigenlijk geen
betrekkingen vacant zijn, niet als reclame worden
beschouwd? Werden er concrete maatregelen
getroffen om te voorkomen dat de werkzoekenden
die advertenties te zien krijgen?
04.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Des conventions collectives règlent la matière. J'ai
donc informé le président du Conseil national du
travail des remarques que plusieurs de vos
collègues m'ont faites concernant des annonces
parues dans la presse écrite. J'insisterai pour qu'il
prenne également en compte l'internet dans les
nouvelles initiatives que je lui ai demandé de
prendre en la matière.
04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Die
materie
wordt
geregeld
in
collectieve
overeenkomsten. Ik heb de voorzitter van de
Nationale Arbeidsraad op de hoogte gebracht van
de opmerkingen die ik van verscheidene van uw
collega's heb gekregen over de aankondigingen in
de geschreven pers. Ik zal erop aandringen dat hij,
naar aanleiding van de nieuwe initiatieven die ik
hem gevraagd heb te nemen, ook rekening houdt
met internet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la détermination du
salaire en fonction de l'âge" (n° 14960)
05 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "de bepaling van het
loon op basis van leeftijd" (nr. 14960)
05.01 Annemie Turtelboom (VLD) : La Cour
européenne de Justice a estimé qu'en matière de
droit du travail, la discrimination fondée sur l'âge est
interdite sans raison motivée objective ou neutre.
J'ai déjà interrogé le ministre à ce sujet la veille de
l'approbation du Pacte de solidarité entre
générations. Tout comme le Conseil d'État, j'ai
pensé que les mesures relatives aux travailleurs
âgés pourraient bien être contraires à ce jugement
européen.
Le problème n'est pas nouveau. M. Vandenbroucke
a précédemment déjà demandé à l'Europe un
report de trois ans pour permettre d'adapter toutes
les CCT belges pour fin 2006. L'article 6 de la loi
portant des dispositions diverses tend à satisfaire
05.01 Annemie Turtelboom (VLD): Het Europese
Hof
van
Justitie
heeft
geoordeeld
dat
leeftijdsdiscriminatie in het arbeidsrecht niet kan
zonder objectieve of neutrale, gemotiveerde reden.
Ik ondervroeg de minister hier al over aan de
vooravond
van
de
goedkeuring
van
het
Generatiepact. Net als de Raad van State was ik
van mening dat de maatregelen voor oudere
werknemers wel eens in tegenspraak met deze
Europese uitspraak konden zijn.
Deze problematiek is niet nieuw. Minister
Vandenbroucke vroeg Europa eerder al om drie jaar
uitstel om alle Belgische cao's tegen eind 2006 te
kunnen aanpassen. Artikel 6 van de wet houdende
diverse bepalingen probeert aan de Europese
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
aux souhaits européens. Les partenaires sociaux
ont entre-temps été invités à ne plus conclure de
CCT où l'âge constituerait le seul élément de la
formation des salaires. Une feuille de route devra
également veiller à ce qu'à partir de 2009, l'âge ne
soit plus le seul élément à déterminer le montant du
salaire.
Qu'entend-on exactement par « salaire » ? Quelles
peuvent être les conséquences des dispositions
européennes si des travailleurs entament une
action en justice ? Toutes les CCT existantes ont-
elles déjà été analysées ? Quel est le résultat de
cette étude ? Le projet de loi relatif au Pacte de
solidarité entre générations pourrait-il poser des
problèmes ? Quel sera l'objectif exact de la feuille
de route ? Va-t-on évoluer vers un salaire
davantage lié aux prestations ?
wensen tegemoet te komen. De sociale partners
werden intussen ook verzocht om geen cao's meer
af te sluiten waarin leeftijd het enige element in de
loonvorming vormt. Een stappenplan moet er ook
voor zorgen dat vanaf 2009 de leeftijd niet langer
het enige element is dat de omvang van het loon
bepaalt.
Wat wordt precies verstaan onder de term `loon'?
Welke gevolgen kunnen de Europese bepalingen
hebben als werknemers naar de rechtbank
stappen? Werden alle bestaande cao's al
doorgelicht? Wat is daarvan het resultaat? Zijn er
problemen te verwachten met het wetsontwerp over
het Generatiepact? Wat zal het stappenplan precies
inhouden? Zullen wij evolueren naar een meer
prestatiegebonden loon?
05.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : La définition de la notion de
« salaire » n'est pas pertinente. La directive
européenne 2000/78/CE interdit en effet la
discrimination en ce qui concerne le droit du travail
et l'ensemble des conditions de travail, ce qui
dépasse largement la seule notion de salaire.
05.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De definitie van het begrip `loon' is niet relevant. De
Europese richtlijn 2000/78/EG verbiedt immers
discriminatie op het gebied van werkgelegenheid en
op het vlak van alle arbeidsvoorwaarden, wat veel
ruimer is dan het loon alleen.
L'âge constitue l'un des critères protégés de la
directive. Tant la directive européenne que la loi
belge de transposition du 20 juillet 2006 et la future
loi anti-discrimination prévoient toutefois la
possibilité de justifier un traitement différent sur la
base de l'âge.
Si un travailleur belge saisit le juge en vertu de la loi
belge anti-discrimination parce qu'il estime être
discriminé sur la base de son âge, le juge peut
estimer soit que la distinction établie est objective et
raisonnablement justifiée, soit que ce n'est pas le
cas, et attribuer alors au plaignant les meilleures
conditions de travail d'un collègue dont le travail
répond totalement aux mêmes critères. Toutefois,
le juge peut également décider d'adresser une
question préjudicielle à la Cour européenne de
Justice.
Les négociations sectorielles 2007-2008 viennent à
peine de débuter. Il a été décidé de soumettre à un
contrôle de légalité plus rigoureux l'ensemble des
nouvelles CCT et des CCT prolongées à durée
indéterminée qui établissent une distinction d'âge.
Les conditions afférentes à ce contrôle sont définies
dans le courrier que j'ai adressé aux partenaires
sociaux le 16 février 2007. L'interdiction de toute
discrimination fondée sur l'âge figure également sur
la check-list interne utilisée par mon administration
pour apprécier la légalité des CCT sectorielles.
Een van de beschermde criteria uit de richtlijn is de
leeftijd. Zowel de Europese richtlijn, de Belgische
omzettingswet van 20 juli 2006 als de toekomstige
antidiscriminatiewet
voorzien
echter
in
de
mogelijkheid om een verschillende behandeling op
grond van leeftijd te rechtvaardigen.
Als een Belgische werknemer op basis van de
Belgische antidiscriminatiewet naar de rechter stapt
omdat hij meent op grond van zijn leeftijd te worden
gediscrimineerd, kan de rechter of oordelen dat het
gemaakte onderscheid objectief en redelijk
gerechtvaardigd is, of hij kan oordelen dat zulks niet
het geval is
en de klager
de betere
arbeidsvoorwaarden toekennen van een collega
wiens werk volledig beantwoordt aan dezelfde
criteria. De rechter kan er echter ook voor kiezen
een prejudiciële vraag te stellen aan het Europese
Hof van Justitie.
De sectorale onderhandelingsronde 2007-2008 is
pas opgestart. Er werd voor geopteerd om alle
nieuwe cao's en voortgezette cao's van onbepaalde
duur waarin een leeftijdsonderscheid wordt
gemaakt, aan een verscherpte wettigheidscontrole
te onderwerpen. De voorwaarden voor deze
controle staan in mijn brief aan de sociale partners
van
16
februari
2007.
Het
verbod
op
leeftijdsdiscriminatie staat ook op de interne
checklist die mijn administratie hanteert om de
wettigheid van sectorale cao's te onderzoeken.
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Avec le CNT, il est également procédé à un contrôle
de toutes les conditions de travail des CCT
influencées de manière inadmissible par le critère
de l'âge.
Aucun problème n'a été signalé à ce jour. Le cas
échéant, mon administration offre tout d'abord aux
partenaires sociaux la possibilité d'adapter les
dispositions.
Samen met de NAR gebeurt ook een onderzoek
naar alle arbeidsvoorwaarden uit cao's die door het
leeftijdscriterium op een ongeoorloofde manier
worden beïnvloed.
Voorlopig zijn er nog geen problemen gesignaleerd.
Bij eventuele problemen geeft mijn administratie de
sociale partners eerst de kans de bepalingen aan te
passen.
La directive européenne comprend des exemples
de cas dans lesquels une différenciation en fonction
de l'âge est possible pour des raisons objectives et
raisonnables, comme la fixation d'objectifs en
matière d'emploi ou de fonctionnement du marché
du travail. À mes yeux, les mesures prévues par le
Contrat de solidarité entre générations supporteront
parfaitement ce test.
La feuille de route qui figure dans ma note du 16
février 2007 a pour but principal d'éviter que les
partenaires sectoriels attendent le début de l'année
2009 pour apporter les modifications nécessaires à
leurs CCT. C'est pourquoi j'ai fait savoir aux
partenaires sociaux que je ne rendrais plus
obligatoire une CCT comportant une différenciation
en fonction de l'âge qu'à la condition que la
convention réponde aux critères énoncés dans mon
courrier du 16 février 2007. Je transmettrai une
copie de cette lettre à la commission.
À l'avenir, le statut pécuniaire ne sera pas
nécessairement lié aux prestations. Ce statut fait en
effet souvent référence à l'âge. Il me paraît plus
aisé de définir des règles collectives en matière de
détermination du salaire fondées sur des critères
objectifs et non discriminatoires. Par ailleurs, des
systèmes de classification analytique des fonctions
peuvent également offrir une solution à cet égard.
De Europese richtlijn geeft zelf voorbeelden van
wanneer een leeftijdsonderscheid om objectieve en
redelijke redenen wel kan, zoals doelstellingen
inzake de werking van de arbeidsmarkt of de
werkgelegenheid. Ik denk dat de maatregelen uit
het Generatiepact die toets zeker zullen doorstaan.
Het stappenplan uit mijn nota van 16 februari 2007
heeft vooral tot doel te vermijden dat de sectorale
partners de noodzakelijke aanpassingen aan hun
cao's laten liggen tot begin 2009. Ik heb daarom
aangekondigd aan de sociale partners dat ik een
cao die een leeftijdsonderscheid bevat, alleen nog
algemeen bindend verklaar als de overeenkomst
beantwoordt aan de criteria uit mijn brief van 16
februari 2007. Ik zal de commissie een kopie van
deze brief bezorgen.
Het zal in de toekomst niet noodzakelijk om een
prestatiegebonden bezoldigingsregel gaan. Ook die
regel bevat immers vaak een referentie naar leeftijd.
Collectieve
loonvormingregelingen
lijken
gemakkelijker op objectieve, niet-discriminerende
criteria gebaseerd te kunnen worden, maar ook
analytische functieclassificatieregelingen kunnen
een oplossing bieden.
05.03 Annemie Turtelboom (VLD) : La question
se posera dès lors de savoir à partir de quel âge
certaines mesures seront justifiées. S'il est vrai que
le replacement offre une solution pour les
travailleurs âgés qui éprouvent davantage de
difficultés à décrocher un emploi, comment
déterminera-t-on l'âge à partir duquel cette mesure
se
justifie
objectivement ?
Cette
question
constituera la difficulté majeure. Nous ne disposons
pas d'études scientifiques permettant de répondre
de manière satisfaisante à ce type de questions. Il
convient dès lors de bien cerner le problème.
05.03 Annemie Turtelboom (VLD): De vraag zal
zijn vanaf welke leeftijd bepaalde maatregelen al
dan niet gerechtvaardigd zullen zijn. Voor ouderen
die moeilijker aan een job geraken, kan
outplacement inderdaad een oplossing bieden,
maar hoe zal men de leeftijd bepalen waarop dit
objectief gerechtvaardigd is? Dat zal de grote
moeilijkheid
worden.
Wetenschappelijke
onderzoeken die op dergelijke vragen een sluitend
antwoord kunnen bieden, zijn niet voorhanden.
Deze problematiek moet daarom goed worden
opgevolgd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre
de l'Emploi sur "le rapport 2007 sur l'écart salarial
entre les femmes et les hommes" (n° 14897)
06 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "het rapport 2007 over de
loonkloof
tussen
vrouwen
en
mannen"
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
(nr. 14897)
06.01 Talbia Belhouari (PS) : Il y a un an, le
gouvernement s'est engagé à combattre l'inégalité
salariale entre les femmes et les hommes.
Pourquoi le rapport commandé à l'Institut pour
l'égalité des femmes et des hommes et au SPF
Emploi, qui vient d'être publié, ne prend-il pas en
considération le secteur primaire, le secteur public,
celui de l'enseignement, celui des soins de santé ni
le secteur socioculturel ?
Comment expliquer, comme en témoigne le
rapport, que, malgré les engagements politiques
pris en la matière, l'écart salarial reste stable ?
Comment allez-vous réagir ?
Le temps partiel, de plus en plus fréquent, demeure
l'apanage des femmes à 82,8 %. Faut-il parler de
temps partiel choisi ou subi ?
06.01 Talbia Belhouari (PS): Een jaar geleden
heeft de regering zich ertoe verbonden de strijd aan
te binden tegen de loonkloof tussen mannen en
vrouwen.
Waarom worden in het bij het Instituut voor de
gelijkheid van mannen en vrouwen en bij de FOD
Werkgelegenheid bestelde onderzoek, dat onlangs
werd gepubliceerd, de primaire sector, de openbare
sector, het onderwijs, de sector van de
gezondheidszorg en de sociaal-culturele sector
buiten beschouwing gelaten?
Hoe valt te verklaren, zoals uit het rapport blijkt, dat
de loonkloof ongewijzigd blijft, in weerwil van de
politieke verbintenissen die dienaangaande werden
aangegaan? Hoe zal u reageren?
Deeltijdwerk, dat almaar meer ingang vindt, blijft
voor 82,8 procent een vrouwenzaak. Moet men
gewagen van gekozen of noodgedwongen
deeltijdwerk?
06.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Ce rapport repose sur l'enquête annuelle portant
sur la structure et la répartition des salaires de la
Direction générale de la statistique et de
l'information économique du SPF Économie. Les
questionnaires envoyés aux entreprises sont
recoupés avec les données ONSS.
06.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Dat
rapport stoelt op het jaarlijks onderzoek met
betrekking tot de structuur en de verdeling van de
lonen van de directie-generaal Statistiek en
Economische Informatie van de FOD Economie. De
aan de bedrijven toegestuurde vragenlijsten worden
getoetst aan de RSZ-gegevens.
Les calculs portent sur 101.672 salariés, mais ne
reprennent pas le secteur public, le secteur
primaire, l'enseignement, les soins de santé ni le
secteur socioculturel. Ces secteurs ne seront repris
que dans l'enquête de 2006 et ces informations ne
seront disponibles que pour le rapport sur l'écart
salarial de 2009. Le secteur public sera repris
lorsqu'on sera prêt.
L'écart salarial baisse tout de même légèrement.
Les plus jeunes générations de femmes se forgent
plus d'ancienneté au travail et ont un niveau de
formation égal ou supérieur à celui des hommes.
Un changement des mentalités est nécessaire. La
suppression de l'écart est lente car elle résulte de la
carrière des individus.
Selon l'Eurostat Structure of Earnings Survey, la
Belgique devance la France, l'Italie et la Finlande.
Les pays qui nous précèdent -- Pologne, Hongrie et
Slovénie -- ne se situent pas à un niveau salarial
comparable.
De berekeningen hebben betrekking op 101.672
werknemers, maar slaan niet op de openbare
sector, de primaire sector, het onderwijs, de
gezondheidszorg, noch op de sociaal-culturele
sector. Die sectoren werden pas opgenomen in het
onderzoek van 2006 en die gegevens zullen pas
beschikbaar zijn voor het verslag over het
loonverschil van 2009. De openbare sector zal
worden opgenomen wanneer men er klaar voor is.
Het loonverschil is toch licht gedaald. De jongere
generaties vrouwen bouwen meer anciënniteit op
op de werkvloer en hebben een gelijkwaardig of
hoger opleidingsniveau dan de mannen. Er is zeker
nood aan een mentaliteitswijziging. Het wegwerken
van het verschil is een traag proces want het moet
voortvloeien uit de loopbaan van de individuele
werknemers.
Volgens de Eurostat Structure of Earnings Survey
laat België landen als Frankrijk, Italië en Finland
achter zich. De landen die ons vooraf gaan ­ Polen,
Hongarije en Slovenië ­ hebben een salarisniveau
dat niet vergelijkbaar is met het onze.
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Le travail à temps partiel, en humanisant la
combinaison
travail/famille,
a
certaines
conséquences négatives pour le travailleur à temps
partiel.
Selon la brochure « Femmes et hommes en
Belgique », édition 2006, seulement 11,2 % des
femmes et 9,6 % des hommes ne souhaitent pas
travailler à temps plein.
Il vaut mieux encourager les femmes à travailler à
temps partiel qu'à ne pas travailler, mais il faut
aussi encourager le travail à temps partiel et autres
congés chez les hommes. Le nombre d'hommes en
congé parental a augmenté l'année dernière de
30 %, alors que cela ne représente que 11 % chez
les femmes.
Hoewel deeltijds werken de combinatie van gezin
en werk heeft veraangenaamd, heeft het toch een
aantal negatieve gevolgen voor de betrokken
werknemer.
Volgens de brochure `Vrouwen en mannen in
België' (uitgave 2006) wil slechts 11,2 procent van
de vrouwen en 9,6 procent van de mannen niet
voltijds werken.
Het ware interessanter vrouwen ertoe aan te sporen
deeltijds te werken in plaats van helemaal niet te
werken. Daarnaast moeten deeltijds werken en
andere verlofformules echter ook bij mannen
worden aangemoedigd. Het aantal mannen dat
ouderschapsverlof neemt, is vorig jaar met dertig
procent toegenomen, terwijl slechts elf procent van
de vrouwen daarvoor opteert.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre
de l'Emploi sur "la classification analytique de
fonctions dans la lutte contre la discrimination
salariale" (n° 14898)
07 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "de analytische
functieclassificatie
in
de
strijd
tegen
loondiscriminatie" (nr. 14898)
07.01 Talbia Belhouari (PS) : L'automne dernier, a
été élaboré un guide pratique pour un système
d'évaluation de fonctions neutre en termes de
genre, évitant donc les techniques de pondération
de fonctions pour le calcul des rémunérations, qui
valorisent les fonctions occupées majoritairement
par les hommes. La check-list pour une
classification neutre élaborée par l'Institut pour
l'égalité des femmes et des hommes est aujourd'hui
finalisée, sera bientôt disponible et est très
facilement utilisable par les employeurs et les
partenaires sociaux.
Est-il exact qu'elle ait été élaborée sans la
collaboration des employeurs ? Pourquoi ? Le
Conseil national du travail et le Conseil central de
l'économie ont-ils été associés à cette démarche ?
07.01 Talbia Belhouari (PS): De voorbije herfst
werd een praktische handleiding opgesteld voor een
genderneutraal functiewaarderingssysteem. Het is
de bedoeling te voorkomen dat bepaalde
technieken worden toegepast om functies in te
delen voor het bepalen van de bezoldiging en dat
functies die vooral door mannen worden
uitgeoefend worden gevaloriseerd. De checklist
voor een neutrale functieclassificatie die door het
Instituut van de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen
werd uitgewerkt is klaar en zal weldra beschikbaar
zijn. Zowel de werkgevers als de sociale partners
kunnen er gemakkelijk gebruik van maken.
Klopt het dat de werkgevers niet bij het opstellen
van die checklist werden betrokken? Waarom
gebeurde dat niet? Hebben de Nationale
Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven er wel aan meegewerkt?
07.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Nous tentons de détecter les discriminations
fondées sur le sexe et de réduire davantage le
traitement inégal des femmes et des hommes.
Le groupe de travail mis sur pied pour élaborer la
check-list était composé d'experts délégués par les
partenaires sociaux et de représentants de l'Institut
pour l'égalité des femmes et des hommes. La FEB,
qui n'a pu déléguer personne aux dates convenues,
souscrit pourtant à la check-list.
07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Wij
trachten discriminaties op grond van het geslacht op
te sporen en doen er alles aan om de ongelijke
behandeling van mannen en vrouwen verder te
beperken.
De werkgroep die de checklist heeft opgesteld
bestond uit door de sociale partners afgevaardigde
experts en vertegenwoordigers van het Instituut van
de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Het VBO
dat op de afgesproken data niemand kon
afvaardigen stemt wel in met de checklist.
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Ni le Conseil national du travail ni le Conseil central
de l'économie n'ont été associés à l'élaboration de
cette check-list.
Noch de Nationale Arbeidsraad, noch de Centrale
Raad voor het Bedrijfsleven werden bij het opstellen
van de checklist betrokken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur
"l'activation des chômeurs" (n° 14968)
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "les
dispenses dans le cadre de l'article 90" (n° 14969)
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "les
sanctions à la suite de la politique d'activation
des chômeurs" (n° 14970)
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "la
création d'emplois dans le cadre de la politique
d'activation des chômeurs" (n° 14971)
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "les
facilitateurs" (n° 14972)
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Emploi sur "le
plan d'activation des chômeurs" (n° 14973)
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de activering van werklozen" (nr. 14968)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de vrijstellingen in het kader van artikel 90"
(nr. 14969)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de sancties in het licht van het
activeringsbeleid van de werklozen" (nr. 14970)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de jobcreatie in het licht van het
activeringsbeleid van de werklozen" (nr. 14971)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "de facilitatoren" (nr. 14972)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk
over "het activeringsplan voor werklozen"
(nr. 14973)
08.01 Zoé Genot (ECOLO) : En 2003, votre
gouvernement avait été particulièrement réceptif à
la demande commune de la FEB, de l'Union
wallonne des entreprises, du VEV et de l'Union des
entreprises concernant le contrôle de la disponibilité
des chômeurs. La déclaration gouvernementale
« violette » transformait la lutte contre le chômage
en lutte contre les chômeurs. Le secrétaire d'État à
la
simplification
administrative,
M.
Van
Quickenborne, décodait ce message, en juillet 2003
dans le Financieel Economische Tijd, en affirmant
que la pratique moyenâgeuse du pointage au
chômage serait changée en obligation de recherche
active : au lieu d'aller chercher un cachet, chaque
personne devrait se rendre au VDAB deux fois par
mois. Les personnes ne souhaitant pas travailler
seraient ainsi exclues du droit au chômage. Le droit
objectif à l'allocation, fondé sur la disponibilité sur le
marché du travail, se voyait donc transformé en un
droit arbitrairement maintenu ou retiré en fonction
d'une évaluation des efforts de recherche d'emploi,
culpabilisant les chômeurs par rapport à la pénurie
d'emploi, faisant pression pour qu'ils acceptent des
conditions de travail au rabais.
Les trois ministres de l'Emploi sp.a qui se sont
succédé à cette tribune ont présenté cette
magnifique avancée pour le monde du travail, qui
08.01 Zoé Genot (ECOLO): In 2003 stond uw
regering bijzonder positief ten opzichte van de
gemeenschappelijke vraag van het VBO, de Union
wallonne des entreprises
, het VEV en de Union des
entreprises
inzake
het
toezicht
op
de
beschikbaarheid van de werklozen. De "paarse"
regeringsverklaring veranderde de strijd tegen de
werkloosheid in een strijd tegen de werklozen. In juli
2003 decodeerde de heer Van Quickenborne,
staatssecretaris
voor
Administratieve
Vereenvoudiging, deze boodschap in de Financieel
Economische Tijd
met de verklaring dat de
middeleeuwse praktijk van het stempelen op het
werkloosheidsbureau zou worden omgevormd tot
een verplichting actief naar werk te zoeken: in
plaats van een stempel te gaan halen zou iedereen
zich tweemaal per maand naar de VDAB moeten
begeven. Diegenen die niet wensten te werken
zouden zo worden uitgesloten van het recht op
werkloosheid. Het objectief recht op de uitkering dat
gebaseerd is op de beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt, werd zodoende omgevormd tot een
recht dat willekeurig werd behouden of ingetrokken
op grond van een beoordeling van de geleverde
inspanningen bij het zoeken naar werk. De
werklozen werden verantwoordelijk gesteld voor de
schaarste op de arbeidsmarkt en er werd druk
uitgeoefend
om
hen
minder
goede
arbeidsomstandigheden te doen aanvaarden.
De drie sp.a-ministers van Werk die elkaar hier op
deze tribune hebben opgevolgd, hebben deze
geweldige vooruitgang voor de arbeidswereld
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
aidait les chômeurs à trouver un emploi et
préservait le système de la sécurité sociale en
luttant contre les rares abus et en supprimant
l'article 80 qui pesait majoritairement sur les
femmes.
Bizarrement, tant les organisations syndicales que
les organisations féministes ou celles qui luttent
contre la pauvreté continuent à s'opposer à votre
plan. Bizarrement aussi, les communications du
gouvernement sur les effets de ce plan se font de
plus en plus rares à la veille des échéances
électorales.
voorgesteld, waarbij de werklozen werden geholpen
om een baan te vinden en het systeem van de
sociale zekerheid werd gevrijwaard door de
zeldzame misbruiken te bestrijden en door het
artikel 80 dat voornamelijk vrouwen betrof, te
schrappen.
Raar genoeg blijven zowel de vakbonden als de
feministische bewegingen of de bewegingen die de
armoede bestrijden, zich tegen uw plan verzetten.
Raar genoeg ook worden er op de vooravond van
de verkiezingen steeds minder mededelingen
gedaan door de regering over de gevolgen van dit
plan.
Monsieur le ministre, quelle est l'évolution du
nombre de chômeurs sanctionnés ?
De 2005 à 2006, le nombre de sanctions serait
passé de 980 à 3.242 pour les suspensions après
évaluation négative au second entretien; de 81 à
966 pour les suspensions définitives après un
troisième entretien négatif; de 6.645 à 11.053 pour
les exclusions après la transmission des litiges par
les organismes régionaux; de 2.151 à 4.577 pour
les suspensions « article 70 » en cours; de 3.961 à
1.271 pour les exclusions « article 80 ». Cela donne
un total de 21.109 sanctions en 2006 contre 13.818
en 2005. Rien que pour les sanctions à durée
indéterminée, l'on dénombre 6.814 exclus en 2006,
alors qu'il n'y en avait « que » 6.193 l'année
précédente. La situation est, en conséquence,
particulièrement préoccupante.
Le plan est encore loin de montrer ses pleins effets
en termes d'exclusion, puisque ce n'est que
progressivement qu'il atteint les différentes classes
d'âge et que ce n'est qu'au troisième entretien que
les sanctions deviennent définitives.
Combien y a-t-il eu de sanctions et de litiges traités
directement par l'ONEm ?
Pour l'ensemble des sanctions et litiges, combien y
a-t-il eu de semaines d'exclusion pour 2006 ?
En ce qui concerne les dispenses « article 90 »
pour raisons sociales, beaucoup de femmes ayant
charge de famille risquent d'être exclues si elles ne
consentent pas à renoncer au bénéfice plein des
allocations de chômage en vue de solliciter une
dispense pour raisons familiales -- soit une
allocation réduite à 10 euros par jour. On a
dénombré 5.234 dispenses « article 90 » en 2006
Meneer de minister, hoe evolueert het aantal
gesanctioneerde werklozen?
Van 2005 tot 2006 zou het aantal gesanctioneerde
werklozen gestegen zijn van 980 tot 3.242 voor het
aantal schorsingen na een negatieve evaluatie
tijdens het tweede gesprek; van 81 tot 966 voor het
aantal definitieve schorsingen na een derde
negatieve gesprek; van 6.645 tot 11.053 voor het
aantal uitsluitingen na het doorgeven van de
geschillen door de gewestelijke organisaties; van
2.151 tot 4.577 voor het aantal lopende schorsingen
op basis van "artikel 70"; en zou het gedaald zijn
van 3.961 naar 1.271 voor het aantal uisluitingen op
basis van "artikel 80". Dit brengt ons op een totaal
van 21.109 sancties in 2006 tegen 13.818 sancties
in 2005. Enkel en alleen al voor de sancties van
onbepaalde duur tellen we 6.814 uitgesloten
werkzoekenden in 2006, terwijl er "slechts" 6.193
waren het jaar voordien. De toestand is bijgevolg
bijzonder zorgwekkend.
Wat het aantal uitsluitingen betreft weten we
vandaag nog niet wat de volle uitwerking van het
plan zal zijn, omdat het plan slechts geleidelijk de
verschillende leeftijdscategorieën bereikt en dat het
pas bij het derde gesprek is dat de sancties
definitief worden.
Hoeveel sancties en geschillen zijn er rechtstreeks
door de RVA behandeld?
Hoeveel weken uitsluiting zijn er in 2006 geweest
voor het totaal aantal sancties en geschillen?
Wat betreft de vrijstelling op basis van "artikel 90"
wegens sociale redenen, zijn er veel vrouwen met
gezinslast die dreigen uit de boot te vallen als ze
weigeren
niet
langer
een
volledige
werkloosheidsuitkering te genieten, om zo een
vrijstelling wegens van familiale redenen te kunnen
aanvragen, hetzij een uitkering van nauwelijks 10
euro per dag. Er werden 5.234 vrijstellingen op
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
contre 4.357 en 2005 et 3.831 en 2004. Confirmez-
vous ces chiffres et analyses ?
basis van "artikel 90" geteld in 2006 tegen 4.357 in
2005 en 3.831 in 2004. Kan u deze cijfers en
analyses bevestigen?
Quelle évolution du nombre de sanctions prévoyez-
vous pour 2007 et les années suivantes ?
Quel est le profil social des personnes sanctionnées
et que deviennent-elles ? Le pourcentage des
personnes issues de l'enseignement supérieur
serait de 3%, pour 58% de personnes ayant un titre
d'enseignement secondaire. Un accompagnement
spécifique est-il mis en place pour les personnes
sanctionnées ? Certaines atterrissent au CPAS,
mais beaucoup vivront de la débrouille, sans filet
social.
L'ONEm a-t-il défini de façon précise et écrite ce
que constituent les efforts de recherche d'emploi
suffisants qui peuvent être imposés aux
chômeurs ?
Un facilitateur de l'ONEm a reproché à une dame
de Charleroi de consacrer trois jours et demi par
semaine à des cours d'alphabétisation, ce qui ne la
rendait pas assez disponible sur le marché de
l'emploi ! Selon moi, une telle démarche est au
contraire favorable à une recherche d'emploi. Ce
type de pratiques est-il soutenu par l'ONEm ?
Selon la récente analyse de l'IRES, commandée par
le SPF Emploi, les résultats en matière de création
d'emplois pourraient être surévalués en raison de
phénomènes de substitution. Les demandeurs
d'emploi indemnisés de moins de 30 ans se
positionneraient mieux que les autres sur le marché
du travail et occuperaient plus rapidement les
emplois ou les formations disponibles au détriment
des chômeurs non éligibles.
Welke evolutie van het aantal sancties voorziet u
voor 2007 en de daaropvolgende jaren?
Wat is het sociaal profiel van de personen die een
sanctie hebben gekregen en wat gebeurt er met
hen? Het aantal personen met een diploma van het
hoger onderwijs zou 3 procent bedragen, tegen 58
procent personen met een diploma middelbaar
onderwijs. Wordt in een specifieke begeleiding
voorzien voor de personen die een sanctie hebben
opgelopen? Sommigen gaan aankloppen bij het
OCMW, maar velen onder hen trachten zo goed en
zo kwaad mogelijk te overleven, zonder sociaal
vangnet.
Heeft de RVA duidelijk omschreven en op papier
gezet wat er moet worden verstaan onder
voldoende inspanningen voor het vinden van werk
die aan de werklozen kunnen worden opgelegd?
Een RVA-facilitator heeft een vrouw uit Charleroi
verweten dat zij gedurende drieëneenhalve dag per
week alfabetiseringscursussen volgt, waardoor ze
onvoldoende beschikbaar is voor de arbeidsmarkt!
Volgens mij is een dergelijke demarche integendeel
wel bevorderlijk voor het vinden van een baan.
Wordt dat soort praktijken door de RVA
aangemoedigd?
Volgens de recente analyse van het IRES, die door
de FOD Werkgelegenheid werd besteld, zouden de
resultaten inzake het scheppen van banen
overschat
kunnen
zijn
ten
gevolge
van
substitutieverschijnselen. De uitkeringsgerechtigde
werkzoekenden die jonger zijn dan 30 jaar zouden
een betere positie op de arbeidsmarkt bekleden dan
de anderen en sneller de beschikbare banen en
opleidingsplaatsen "wegkapen" ten nadele van de
werklozen die daarvoor niet in aanmerking komen.
Avez-vous évalué cet effet de substitution ? Quelle
est l'évolution depuis 2004 du taux de transition
vers l'emploi des chômeurs de plus de 50 ans ?
Avez-vous évalué les types d'emploi occupés par
les personnes soumises au plan ? Ces dernières
années, on assiste à une création massive
d'emplois à temps partiel, de contrats à durée
déterminée, de statuts atypiques, d'emplois
intérimaires et autres.
Quelle est la position actuelle des partenaires
sociaux, qui s'étaient opposés à l'adoption du plan ?
Hebt u dat vervangingseffect beoordeeld? Hoe is
het aantal werkzoekenden ouder dan vijftig dat zijn
weg vindt naar de arbeidsmarkt sinds 2004
geëvolueerd?
Hebt u onderzocht welk soort werk die personen in
het kader van het plan vinden? De voorbije jaren
zijn er immers massaal deeltijdse banen gecreëerd,
evenals contracten van bepaalde duur, atypische
statuten, uitzendbanen en dergelijke.
Welk standpunt nemen de sociale partners, die
tegen de goedkeuring van het plan waren,
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
La poursuite du plan est-elle uniquement une
demande patronale ?
Pourquoi tant de facilitateurs quittent-ils leur
fonction ? Combien de postes de facilitateurs ont-ils
été créés et à combien d'engagements et de
désengagements a-t-il été procédé ? Existe-t-il pour
ces personnes une possibilité de témoigner sur le
processus de chasse aux chômeurs qu'ils mettent
en oeuvre? Existe-t-il un code de bonne conduite
des facilitateurs ? Existe-t-il pour les personnes
contrôlées une possibilité de porter plainte par
rapport à la façon dont les entretiens sont
conduits ?
Le gouvernement est-il prêt à retirer son plan ?
L'idée que le plan de contrôle vise à mieux
accompagner les chômeurs est démentie par les
faits. L'étude de l'IRES l'établit clairement. Le
ministère qui avait commandé cette étude
recommande de modifier le système et de
supprimer le contrôle arbitraire des efforts de
recherche d'emploi pour faire porter le contrôle
uniquement sur le refus des offres d'emploi. Cette
recommandation rejoint d'ailleurs la proposition de
loi modifiant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944
concernant la sécurité sociale des travailleurs en
vue de prémunir le chômeur contre une sanction
arbitraire, que j'avais déposée en 2004.
Ce type de politique suscite chez les personnes
concernées l'impression que l'appareil d'État rejette
les plus démunis et le lit de l'extrême droite semble
là bien creusé. Votre gouvernement en porte la
lourde responsabilité. J'espère que vous réfléchirez
à un autre système pour le futur.
momenteel in? Zijn alleen de werkgevers vragende
partij voor een voortzetting van het plan?
Waarom geven zoveel facilitatoren er de brui aan?
Hoeveel functies werden er in het leven geroepen,
hoeveel personen werden er aangenomen en
hoeveel gingen er uit dienst? Kunnen die personen
getuigenissen afleggen over hun `werklozenjacht'?
Bestaat er een gedragscode voor die facilitatoren?
Kan men als werkzoekende klacht indienen over de
manier waarop de controles worden uitgevoerd?
Is de regering bereid haar plan te herzien? Uit de
studie van het IRES blijkt duidelijk dat de
doelstelling van het controleplan ­ een betere
begeleiding van de werkzoekenden ­ door de feiten
wordt tegengesproken. Het ministerie dat die studie
bestelde, raadt aan het systeem aan te passen door
de willekeurige controle van de inspanningen van
werkzoekenden om werk te vinden, af te schaffen
en alleen nog de weigering van jobaanbiedingen na
te gaan. Die aanbeveling sluit trouwens aan bij mijn
wetsvoorstel van 2004 tot wijziging van de
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, dat ertoe
strekte de werkzoekende voor willekeurige sancties
te behoeden.
Dit soort beleid wekt bij de betrokkenen de indruk
dat het overheidsapparaat de allerzwaksten in de
kou laat staan. Het hoeft dan ook niet te
verwonderen dat die groep een makkelijke prooi
vormt voor extreem rechts. Uw regering draagt die
zware verantwoordelijkheid. Ik hoop dat u in de
toekomst een ander systeem zal ontwikkelen.
08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Si la commission le souhaite, le dernier rapport
d'évaluation peut lui être présenté.
Il est logique que le nombre de sanctions ait
augmenté, puisque beaucoup plus de demandeurs
d'emplois sont concernés. Mais le nombre de
sanctions pour chômage de longue durée a diminué
pour arriver à zéro en 2006. En majorité, les
évaluations sont positives, ce qui prouve que les
chômeurs, en majorité, font suffisamment d'efforts
et que les facilitateurs n'ont pas changé d'attitude.
Ces derniers acquièrent plus d'expérience et
participent à des réunions et à des ateliers où ils
s'échangent leurs expériences.
Les données, encore incomplètes toutefois,
montent que les chômeurs suivis dans le cadre de
l'activation trouvent un emploi ou entament une
08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Als
de commissie dat wenst, kan haar het jongste
evalutieverslag worden bezorgd.
Het is logisch dat het aantal sancties gestegen is,
aangezien het om veel meer werkzoekenden gaat.
Het
aantal
sancties
wegens
langdurige
werkloosheid is echter teruggevallen tot nul in 2006.
De meeste evaluaties zijn gunstig, wat bewijst dat
het gros van de werklozen genoeg inspanningen
levert en dat de aanpak van de facilitatoren niet is
veranderd. Laatstgenoemden hebben intussen
meer ervaring en nemen deel aan vergaderingen en
workshops waar zij hun ervaringen uitwisselen.
Uit de ­ weliswaar nog onvolledige ­ gegevens blijkt
dat werklozen die in het kader van de activering
worden gevolgd, makkelijker een baan vinden of
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
formation plus facilement.
zich sneller voor een opleiding inschrijven.
Il est davantage que par le passé fait appel à
l'article 90, qui permet, pendant septante-deux
mois, de maintenir une allocation réduite en cas
d'impossibilité de chercher du travail pour des
raisons familiales ou sociales. Sa suppression
serait une mesure d'économie.
Je ne puis anticiper sur le rapport d'évaluation en
préparation, qui sera évalué avec tous les
partenaires à la mi-2007. Les facilitateurs tiennent
compte à la fois du profil du demandeur et du
marché de l'emploi. Les contacts qu'ils ont entre
eux garantissent l'application correcte et équitable
de la loi.
Meer dan in het verleden beroept men zich op
artikel 90, dat het mogelijk maakt gedurende 72
maanden een beperkte uitkering te behouden als
men om familiale of sociale redenen in de
onmogelijkheid verkeert om werk te zoeken. De
afschaffing ervan zou een bezuinigingsmaatregel
zijn.
Ik kan niet vooruitlopen op het evaluatieverslag dat
thans wordt voorbereid; een en ander zal medio
2007 samen met alle partners worden geëvalueerd.
De facilitatoren houden zowel rekening met het
profiel van de werkzoekende als met de situatie op
de arbeidsmarkt. De contacten die zij met elkaar
onderhouden, garanderen een correcte en billijke
toepassing van de wet.
L'accord de coopération vise à aiguiller les
demandeurs d'emploi relevant du groupe cible vers
les 150.000 nouveaux emplois créés sous cette
législature.
Le type d'emplois obtenus sera également révélé
par le rapport d'évaluation en préparation. Le
comité d'évaluation concorde pour dire que les
résultats
sont
encourageants.
D'éventuelles
adaptations seront définies en fonction du rapport
d'évaluation globale.
Du 1
er
septembre 2004 au 1
er
janvier 2007, l'ONEm
comptait 185 facilitateurs et coordinateurs. En deux
ans et quatre mois, 25 % des facilitateurs ont quitté
le
service
(23%
francophones
et
31%
néerlandophones). Les facilitateurs reçoivent une
formation comprenant un module de déontologie.
Des instructions écrites sont à leur disposition.
Het samenwerkingsakkoord heeft als bedoeling om
de werkzoekenden uit de doelgroep te begeleiden in
de richting van de 150.000 nieuwe jobs die tijdens
deze legislatuur gecreëerd zijn.
Het soort verkregen jobs zal ook verduidelijkt
worden in het evaluatieverslag waaraan op dit
moment gewerkt wordt. Het evaluatiecomité stelt
unaniem dat de resultaten veelbelovend zijn.
Eventuele aanpassingen zullen we in functie van
het globale evaluatieverslag uitwerken.
Van 1 september 2004 tot 1 januari 2007 telde de
RVA 185 facilitatoren en coördinatoren. In twee jaar
en vier maanden heeft 25 % van de facilitatoren de
dienst verlaten (23 % Franstaligen en 31 %
Nederlandstaligen). De facilitatoren krijgen een
opleiding die ook een module 'deontologie' bevat.
Ze beschikken ook over schriftelijke instructies.
Le chômeur invité peut se faire accompagner par
une personne de confiance, un représentant
syndical, par exemple. Ni le comité de gestion ni les
médiateurs
fédéraux
ni
la
commission
administrative nationale ni le tribunal du travail,
instances compétentes pour les recours, n'ont eu à
connaître de plaintes relatives à la manière dont se
déroulent les entretiens.
Tous les chiffres jusqu'à fin 2006 figurent sur le site
de l'ONEm, dans son rapport annuel. L'étude de
l'IRES que vous mentionnez ne porte que sur
l'impact de l'envoi de la lettre d'avertissement et
non sur la procédure proprement dite. On ne peut
donc tirer de conclusions relatives à cette dernière.
J'attends les résultats du débat sur le rapport global
pour me prononcer sur la direction à prendre à
De werkloze die wordt uitgenodigd kan zich laten
vergezellen
door
een
vertrouwenspersoon,
bijvoorbeeld een vakbondsvertegenwoordiger. Het
heheerscomité, de federale bemiddelaars, de
nationale administratieve commissie noch de
arbeidsrechtbank,
die
de
bevoegde
beroepsinstanties zijn, werden al gevat door
klachten over de manier waarop de gesprekken
verlopen.
Alle cijfers tot eind 2006 staan op de site van de
RVA, in zijn jaarverslag. De IRES-studie waarnaar u
verwijst slaat enkel op de impact van het versturen
van de waarschuwingsbrief en niet op de eigenlijke
procedure. Over deze laatste kunnen dus geen
conclusies worden getrokken.
Ik wacht op de resultaten van het debat over het
globaal verslag vooraleer me uit te spreken over de
CRABV 51
COM 1265
11/04/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
l'avenir.
richting die we in de toekomst moeten inslaan.
08.03 Zoé Genot (ECOLO) : Je suis choquée de
ce que le ministre trouve normal qu'il y ait
davantage d'exclusions. C'est cynique et inquiétant.
Et il avoue ne pas savoir ce que sont devenus ces
gens. Dans l'ensemble, le nombre des exclusions a
terriblement augmenté sous ce gouvernement.
C'est un échec.
Le fait que de nombreuses femmes décident pour
des raisons familiales de ne plus être chômeuses et
de s'écarter du système ne me paraît pas
rassurant. C'est au contraire le signe qu'elles ne
trouvent pas de solution de garde pour être
disponibles sur le marché de l'emploi.
Pourquoi le gouvernement demande-t-il une étude à
l'IRES s'il ne peut rien en faire ?
08.03 Zoé Genot (ECOLO): Het is schandalig dat
de minister het hoger aantal uitsluitingen normaal
vindt. Dat getuigt van cynisme en het verontrust mij.
Bovendien geeft hij toe niet te weten wat er van die
mensen geworden is. Globaal genomen is het
aantal uitsluitingen onder deze regering enorm
gestegen. Het beleid heeft gefaald.
Ik vind het alles behalve geruststellend dat veel
vrouwen om familiale redenen beslissen niet langer
werkloos te zijn en uit het systeem stappen. Het
betekent integendeel dat ze geen opvang voor hun
kinderen vinden om beschikbaar te zijn op de
arbeidsmarkt.
Waarom vraagt de regering IRES een studie te
maken als ze er achteraf niets mee doet?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Emploi sur "la pénalisation de la colocation par
des chômeurs" (n° 14974)
09 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Werk over "het bestraffen van het
gezamenlijk huren van een woonst door
werklozen" (nr. 14974)
09.01 Zoé Genot (ECOLO) : La colocation est un
phénomène qui prend de l'ampleur suite à
l'émergence d'une nouvelle culture urbaine mais
aussi en raison de la hausse des loyers. Or, les
allocataires sociaux y ont difficilement accès car,
selon l'ONEm, ils doivent passer au statut de
cohabitant s'ils partagent un logement qui ne
disposent pas d'autant de salles de bains et de
cuisines qu'il y a de locataires.
09.01 Zoé Genot (ECOLO): Het gezamenlijk huren
van een woonst is een verschijnsel dat uitbreiding
neemt ten gevolge van het onstaan van een nieuwe
stadscultuur, maar ook wegens de stijgende
huurprijzen. Dat ligt echter moeilijk voor sociale
uitkeringstrekkers, omdat zij volgens de RVA
moeten
opteren
voor
het
statuut
van
samenwonende wanneer zij een woonst delen die
niet evenveel badkamers en keukens telt als er
huurders zijn.
Les demandeurs d'emploi indemnisés doivent donc
sacrifier une partie de leur revenu s'ils ne veulent
pas se mettre en situation d'infraction en donnant
une adresse fictive ou devenir les victimes des
marchands de sommeil.
Combien de personnes ont été sanctionnées en
2006 parce ce qu'elles s'étaient déclarées comme
chômeur isolé, mais ont finalement été considérées
comme cohabitant ? Envisagez-vous de permettre
la colocation, notamment en appartement, avec
maintien des droits d'isolé ? Les loueurs de boîtes
aux lettres font-ils l'objet de plaintes ?
De uitkeringsgerechtigde werkzoekenden moeten
dus een deel van hun inkomen opgeven als ze geen
overtreding willen begaan door een fictief adres op
te geven, ofwel het slachtoffer worden van
huisjesmelkers.
Hoeveel
personen
werden
er
in
2006
gesanctioneerd omdat ze zich hadden aangegeven
als alleenstaande werkzoekende, maar die
uiteindelijk beschouwd werden als samenwonende?
Overweegt U om het samenwonen toe te staan,
met name in een appartement, met behoud van de
rechten van de alleenstaande? Werden er klachten
ingediend tegen de brievenbushuurders?
09.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
En 2006, il y a eu 1.324 sanctions sans délai, 169
sanctions avec délai partiel et 84 sanctions avec
délai complet à la suite d'une déclaration de
09.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): In
2006 werden er naar aanleiding van een onjuiste
aangifte van de gezinstoestand 1.324 sancties
zonder termijn uitgevaardigd, 169 sancties met een
11/04/2007
CRABV 51
COM 1265
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
situation familiale incorrecte. Nous ne disposons
pas de données spécifiques pour les isolés.
Selon la réglementation du chômage, un cohabitant
est en principe une personne qui vit avec une ou
plusieurs personnes sous le même toit et qui règle
les affaires ménagères principalement de manière
collective. Afin de déterminer la catégorie familiale
d'un chômeur, l'ONEm s'appuie en principe sur la
situation déclarée par l'intéressé. Un chômeur qui
cohabite sans l'avoir déclaré ne sera considéré
comme isolé que s'il peut démontrer qu'il ne
partage pas de ménage commun.
Les instructions réglementaires de l'ONEm
prévoient que lorsque l'intéressé s'occupe de son
propre ménage sans partager de frais et sans avoir
l'intention de cohabiter, il est considéré comme isolé
même s'il existe des installations communes. En
revanche, si des personnes partagent les frais du
loyer, les équipements d'utilité publique, les impôts
communaux, la télédistribution, et s'occupent en
commun du ménage, il s'agit de cohabitation.
La constatation de la résidence principale et la
surveillance des bâtiments où le logement
permanent n'est pas autorisé relèvent en premier
lieu de la responsabilité de l'autorité communale.
gedeeltelijke termijn en 84 sancties met een
volledige termijn. We hebben geen specifieke
gegevens voor alleenstaanden.
Krachtens de werkloosheidsreglementering is een
samenwonende in principe iemand die met één of
meer personen onder hetzelfde dak samenleeft en
die
de
huishoudelijke
aangelegenheden
voornamelijk samen met hen regelt. Teneinde de
gezinscategorie van een werkzoekende te bepalen,
baseert de RVA zich in principe op de
gezinstoestand die door de betrokkene wordt
meegedeeld. Een werkzoekende die samenwoont
zonder daarvan kennis te hebben gegeven, wordt
pas als alleenstaande beschouwd wanneer hij kan
aantonen
dat
hij
geen
gemeenschappelijk
huishouden voert.
Volgens de reglementaire instructies van de RVA
wordt iemand die zelf zijn huishouden voert zonder
kosten te delen en zonder dat hij de bedoeling
samen
te
wonen,
beschouwd
als
een
alleenstaande, zelfs wanneer er sprake is van
gemeenschappelijke installaties. Als verscheidene
personen echter de kosten voor de huur, de
openbare nutsvoorzieningen, de gemeentebelasting
en de kabelaansluiting delen en samen het
huishouden voeren, worden ze wel degelijk
beschouwd als samenwonenden.
De vaststelling van de hoofdverblijfplaats en het
toezicht op gebouwen waar permanent verblijf niet
is toegestaan, is in eerste instantie een
gemeentelijke bevoegdheid.
09.03 Zoé Genot (ECOLO) : Des personnes qui
occupent un logement sans partager l'ensemble
des frais pourraient être considérées comme
isolées, même si des installations sont communes.
Ce n'est toutefois pas possible si elles partagent les
charges comme c'est nécessairement le cas dans
un appartement. Cette réponse me paraît peu claire
et en contradiction avec les déclarations de
l'ONEm. Une clarification est nécessaire.
09.03 Zoé Genot (ECOLO): Personen die onder
hetzelfde dak wonen zonder alle kosten te delen,
zouden als alleenstaanden kunnen worden
beschouwd,
zelfs
al
is
er
sprake
van
gemeenschappelijke installaties. Dat is echter niet
mogelijk als ze bepaalde kosten delen, zoals
bijvoorbeeld in een appartement noodzakelijk is. Uw
antwoord lijkt me nogal onduidelijk en stemt niet
overeen met de verklaringen van de RVA. Een en
ander moet verder worden toegelicht.
L'incident est clos.
Le président : Les questions restantes sont
reportées à la demande de leurs auteurs.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De resterende vragen worden op
vraag van de indieners uitgesteld.
La discussion de l'interpellation et des questions se
termine à 11 h 33.
De behandeling van de vragen en interpellatie
eindigt om 11.33 uur.