D:\wwwroot\Documents\CCRA\html\51\ac1259

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
régime fiscal applicable aux plans de pension"
(n° 14740)

Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
fiscale regeling van pensioenplanning" (nr. 14740)

Orateurs: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
avantages fiscaux des dirigeants d'entreprise, des
cadres et des travailleurs" (n° 14741)

Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over
"fiscale voordelen van bedrijfsleiders, kaderleden
en werknemers" (nr. 14741)

Orateurs: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'organisation pratique des impôts sur les
revenus" (n° 14742)

Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
praktische

organisatie

van

inkomstenbelastingen" (nr. 14742)

Orateurs: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
taxation de provisions fiscales exonérées admises
antérieurement" (n° 14743)

Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
taxatie van voorheen aangenomen vrijgestelde
fiscale voorzieningen of provisies" (nr. 14743)

Orateurs: Annemie Roppe

Sprekers: Annemie Roppe

Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
problème des numéros de TVA non valables"
(n° 14775)

Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "het
probleem van de ongeldige btw-nummers"
(nr. 14775)

Orateurs: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Annemie Roppe, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déduction fiscale des frais de logement des
étudiants" (n° 14755)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
fiscale aftrekbaarheid van de verblijfkosten voor
studenten" (nr. 14755)

Orateurs: Joseph Arens, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Joseph Arens, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'application du taux de TVA réduit aux bâtiments
scolaires" (n° 14774)

Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de toepassing van het verlaagde btw-tarief
op schoolgebouwen" (nr. 14774)

Orateurs: Servais Verherstraeten, Hervé
Jamar, secrétaire d'État à la Modernisation
des finances et à la Lutte contre la fraude
fiscale

Sprekers: Servais Verherstraeten, Hervé
Jamar, staatssecretaris voor Modernisering
van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale
fraude

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et

- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ministre des Finances sur "le remboursement de
la taxe boursière aux investisseurs" (n° 14782)

eersteminister en minister van Financiën over "de
terugbetaling van de beurstaks aan beleggers"
(nr. 14782)

- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le remboursement de
la taxe boursière" (n° 14795)

- de heer Carl Devlies aan de vice-eersteminister
en minister van Financiën over "de terugbetaling
van de beurstaks" (nr. 14795)

Orateurs: Hagen Goyvaerts, Carl Devlies,
Hervé Jamar, secrétaire d'État à la
Modernisation des finances et à la Lutte
contre la fraude fiscale

Sprekers: Hagen Goyvaerts, Carl Devlies,
Hervé

Jamar,

staatssecretaris

voor

Modernisering van de Financiën en de Strijd
tegen de fiscale fraude

Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre

ministre

des

Finances

sur

"l'introduction de l'unité TVA et la révision de la
déduction de la TVA" (n° 14787)

Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
invoering van de btw-eenheid en de herziening
van de btw-aftrek" (nr. 14787)

Orateurs: Carl Devlies, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Carl Devlies, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
centre administratif à Geel" (n° 14801)

Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eersteminister en minister van Financiën
over "het administratief centrum te Geel"
(nr. 14801)

Orateurs: Servais Verherstraeten, Hervé
Jamar, secrétaire d'État à la Modernisation
des finances et à la Lutte contre la fraude
fiscale

Sprekers: Servais Verherstraeten, Hervé
Jamar, staatssecretaris voor Modernisering
van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale
fraude

Question de M. Carl Devlies au secrétaire d'État à
la Modernisation des Finances et à la Lutte contre
la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
sur "les informations correctes relatives aux
enrôlements d'office en application des minima
imposables (art. 342 § 3 CIR)" (n° 14870)

Vraag van de heer Carl Devlies aan de
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën over
"de juiste toedracht betreffende de ambtshalve
inkohieringen in toepassing van de minimum
forfaitaire

belastingen

(art. 342 § 3 WIB)"

(nr. 14870)

Orateurs: Carl Devlies, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Carl Devlies, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
pouvoirs d'investigation en matière d'impôt sur les
revenus et de TVA" (n° 14872)

Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over "de
onderzoeksbevoegdheden

inkomstenbelasting en de btw" (nr. 14872)

Orateurs: Carl Devlies, Hervé Jamar,
secrétaire d'État à la Modernisation des
finances et à la Lutte contre la fraude fiscale

Sprekers: Carl Devlies, Hervé Jamar,
staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DES FINANCES ET

DU BUDGET

COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN

EN DE BEGROTING

MERCREDI

MARS

2007

Matin

______

van

WOENSDAG

MAART

2007

Voormiddag

______

La discussion des questions est ouverte à 11 h 36
par M. François-Xavier de Donnea, président.

De behandeling van de vragen vangt aan om
11.36 uur. De vergadering wordt voorgezeten door
de heer François-Xavier de Donnea.

01 Question de Mme Annemie Roppe au vice-

premier ministre et ministre des Finances sur "le
régime fiscal applicable aux plans de pension"
(n° 14740)

01 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de fiscale regeling van pensioenplanning"
(nr. 14740)

01.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Selon l'article

59 du CIR 1992, les cotisations patronales
d'assurance complémentaire "vieillesse" et "décès
prématuré" peuvent être considérées, sous
certaines

conditions,

comme

des

frais

professionnels. Une des conditions est que les
prestations légales et extralégales en cas de
retraite, exprimées en rentes annuelles, ne
dépassent pas 80 % de la dernière rémunération
brute annuelle normale, et qu'elles soient calculées
en tenant compte d'une durée normale d'activité
professionnelle. Conformément à l'article 195 du
CIR 1992, la même limitation s'applique aux primes
liées à des polices d'assurance-vie contractées au
profit des chefs d'entreprise. Ce principe est connu
sous le nom de "règle des 80 %".

Cependant, dans la pratique, les grosses sociétés
contractent tant des assurances pour chefs
d'entreprise que des assurances de groupe et des
engagements individuels de pension, et elles
constituent en outre des provisions internes de
pension. Comment convient-il alors de calculer le
dépassement annuel de la limite des 80 % ? Doit-on
dans pareil cas appliquer chaque année une règle
de couverture fiscale ou faut-il procéder chaque fois
à une imputation proportionnelle ? Faut-il d'abord
appliquer la limite au plus ancien de ces divers
plans de pension dans l'exercice le plus ancien ?

01.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Volgens

artikel

van

het

WIB

1992

worden

werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering
tegen ouderdom en vroegtijdige dood onder
bepaalde

voorwaarden

als

beroepskosten

beschouwd. Een voorwaarde is dat de wettelijke en
extrawettelijke toekenningen naar aanleiding van de
pensioenregeling, uitgedrukt in jaarlijkse renten, niet
meer bedragen dan 80 procent van de laatste
normale brutojaarbezoldiging en dat ze worden
berekend op basis van de normale duur van de
beroepswerkzaamheid. Krachtens artikel 195 van
het WIB 1992 is dezelfde beperking van toepassing
op premies van levensverzekeringen die voor
bedrijfsleiders

van vennootschappen worden

afgesloten. Dit principe staat bekend als de 80-
procentregel.

In de praktijk sluiten grote vennootschappen voor
de

bedrijfsleiders

echter

zowel

bedrijfsleidersverzekeringen, groepsverzekeringen
als individuele pensioentoezeggingen af en leggen
ze interne pensioenvoorzieningen aan. Hoe moet de
jaarlijkse overschrijding van de 80-procentgrens
worden aangerekend? Moet in zulke gevallen elk
jaar een fiscale opvulregel worden toegepast of
moet er telkens een proportionele aanrekening
gebeuren? Moet van al de pensioenplannen eerst
het oudste worden beperkt in het oudste boekjaar?

01.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : Si au cours d'une période imposable

01.02

Staatssecretaris

Hervé

Jamar

(Nederlands): Als een vennootschap tijdens een

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

donnée, une société conclut un nouvel engagement
de pension ou un contrat d'assurance qui, compte
tenu d'autres contrats, entraîne le dépassement de
la limite des 80 % visée à l'article 59 CIR 1992, ce
dépassement n'aura une incidence fiscale que pour
l'exercice d'imposition concerné et la situation
fiscale des exercices précédents ne doit dès lors
pas être revue.

bepaald

belastbaar

tijdperk

een

nieuwe

pensioentoezegging of verzekeringsovereenkomst
afsluit waardoor, rekening houdend met andere
contracten, de grens van 80 procent uit artikel 59
WIB

1992

overschreden

wordt,

zal

die

overschrijding enkel een fiscaal gevolg hebben voor
het bedoelde aanslagjaar, zodat de fiscale toestand
van de vorige aanslagjaren niet hoeft te worden
herzien.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Annemie Roppe au vice-

premier ministre et ministre des Finances sur
"les

avantages

fiscaux

des

dirigeants

d'entreprise, des cadres et des travailleurs"
(n° 14741)

02 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën
over "fiscale voordelen van bedrijfsleiders,
kaderleden en werknemers" (nr. 14741)

02.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Lorsque le

fonctionnaire fiscal propose de majorer le chiffre
d'affaires et les avantages de toute nature
imposables chez les chefs d'entreprise, les cadres
et les travailleurs d'une société et que cette dernière
refuse cette proposition, elle reçoit généralement un
avis de modification de la déclaration avec
application de l'imposition spéciale de 300 %, d'un
impôt de crise et d'un redressement. Par ailleurs,
les

bénéficiaires

sont

parfois

imposés

immédiatement et simultanément à l'impôt
progressif des personnes physiques.

Cette cotisation spéciale à l'impôt des sociétés est
appliquée immédiatement parce que les personnes
morales n'auraient pas satisfait en temps voulu aux
dispositions visées à l'article 57, 1 CIR 1992,
notamment. Les fiscalistes considèrent toutefois
que l'article 57, 1 ne concerne que d'autres
contribuables tels que les commerçants et les
titulaires de professions libérales.

Ces cotisations spéciales ne doivent-elles pas être
supprimées pour cause d'arbitraire, de nullité ou
d'erreur de droit ? Le ministre est-il partisan de
l'application stricte et immédiate des dispositions de
l'article 219 CIR 1992 et éventuellement d'une
double imposition à l'impôt des personnes
physiques ? Peut-il communiquer son point de vue
tant à la lumière des dispositions légales que dans
le cadre d'une bonne administration au service des
contribuables ?

02.01

Annemie

Roppe

(sp.a-spirit):

Vennootschappen die niet akkoord gaan met de
door

belastingambtenaar

voorgestelde

omzetverhogingen en voordelen van alle aard,
belastbaar in hoofde van hun bedrijfsleiders,
kaderleden en werknemers, ontvangen meestal
meteen een bericht van wijziging van aangifte,
waarin de bijzondere aanslag van 300 procent, een
crisisbelasting en een belastingverhoging worden
toegepast. Bovendien worden de genieters soms
onmiddellijk gelijktijdig progressief belast in de
personenbelasting.

Die

bijzondere

aanslag

vennootschapsbelasting

wordt

onmiddellijk

toegepast omdat de rechtspersonen niet tijdig
zouden hebben voldaan aan de bepalingen
waarvan sprake in onder meer artikel 57, 1 van het
WIB 1992. Fiscalisten zijn echter van mening dat
artikel 57, 1 enkel betrekking heeft op andere
belastingplichtigen

zoals

handelaars

beoefenaars van vrije beroepen.

Moeten dergelijke bijzondere aanslagen niet worden
afgevoerd ingevolge willekeurigheid, nietigheid of
rechtsdwaling? Is de minister voorstander van de
onmiddellijke en strenge toepassing van de
bepalingen van artikel 219 WIB 1992 en eventueel
van

een

dubbele

belasting

inzake

personenbelasting? Kan de minister zijn zienswijze
meedelen zowel in het licht van de wettelijke
bepalingen als in het kader van behoorlijk en
klantvriendelijk bestuur?

02.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : L'article 219 CIR 1992, tel que
modifié par l'article 20 de la loi-programme du 27
décembre 2006, prévoit qu'une cotisation distincte
est établie à raison des dépenses visées à l'article
57, CIR 1992, ainsi qu'à raison des avantages de

02.02

Staatssecretaris

Hervé

Jamar

(Nederlands): Artikel 219 WIB 1992, zoals het werd
gewijzigd door artikel 20 van de programmawet van
27 december 2006, bepaalt dat een afzonderlijke
aanslag wordt gevestigd op kosten als bedoeld in
artikel 57, WIB 92, en op voordelen van alle aard

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

toute nature visés aux article 31, deuxième alinéa,
2°, et article 32, deuxième alinéa, 2°, CIR 192 qui
ne sont pas justifiés par la production de fiches
individuelles et d'un relevé récapitulatif.

Toutefois, en vertu de l'article 219, quatrième
alinéa, CIR 1992, cette cotisation distincte n'est pas
d'application si le contribuable démontre que le
montant des frais ou des avantages de toute nature
est compris dans une déclaration introduite par le
bénéficiaire conformément à l'article 305 CIR 1992.

Se référer à l'article 57, 1°, CIR 1992 au lieu de
faire référence à l'article 55, 2°, du même Code est
une erreur qui n'a pas pour effet de mettre en péril
la cotisation distincte visée à l'article 219 car la
pratique administrative actuelle est entérinée depuis
l'année d'imposition 2007.

La tolérance décrite dans les commentaires
administratifs

l'article 219 est toujours

d'application.

als bedoeld in de artikelen 31, tweede lid, 2°, en
artikel 32, tweede lid, 2° WIB 92, die niet worden
verantwoord door individuele fiches en een
samenvattende opgave.

Evenwel is ingevolge artikel 219, vierde lid, WIB 92
deze afzonderlijke aanslag niet van toepassing
indien de belastingplichtige aantoont dat het bedrag
van de kosten of van de voordelen van alle aard
begrepen

een

door

genieter,

overeenkomstig artikel 305, WIB 92 ingediende
aangifte.

Een verwijzing naar artikel 57, 1°, WIB 92 in plaats
van artikel 55, 2°, van hetzelfde Wetboek, is een
vergissing, die niet tot gevolg heeft dat de
afzonderlijke aanslag, zoals bedoeld in artikel 219,
in het gedrang zou komen. De huidige
administratieve praktijk werd immers vanaf het
aanslagjaar 2007 bevestigd.

De in de administratieve commentaar op artikel 219
beschreven tolerantie is nog steeds van toepassing.

02.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : J'espère que

cela permettra de résoudre les problèmes qui se
posent aujourd'hui.

02.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Ik hoop dat de

problemen hiermee opgelost zullen zijn.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

03 Question de Mme Annemie Roppe au vice-

premier ministre et ministre des Finances sur
"l'organisation pratique des impôts sur les
revenus" (n° 14742)

03 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de praktische organisatie van de
inkomstenbelastingen" (nr. 14742)

03.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Selon une

instruction nationale relative à l'application pratique
de l'article 379 du CIR 1992, les agents taxateurs
doivent organiser eux-mêmes la représentation en
justice de l'État belge en ce qui concerne les impôts
sur les revenus. L'instruction a déjà suscité de
nombreux problèmes sur le terrain. Dans l'intérêt de
chaque citoyen justiciable, elle devrait être
appliquée uniformément et linéairement.

Les fonctionnaires suivent-ils strictement cette
instruction ? Qui contrôle le respect de cette
dernière ? Un agent de niveau A peut-il être tenu de
signer des conclusions en réponse qu'il n'approuve
pas ? Peut-il être appelé à se justifier ou faire l'objet
de sanctions ? Chaque agent taxateur ou du
contentieux des niveaux A et B est-il obligé
d'accepter sans plus un remplacement qui lui est
imposé ?

03.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Volgens een

nationale instructie over de praktische toepassing
van artikel 379 van het WIB 1992 moeten
taxatieambtenaren de vertegenwoordiging in rechte
van

Belgische

Staat

inzake

inkomstenbelastingen

zelf

organiseren.

Die

instructie heeft op de werkvloer al veel problemen
veroorzaakt. In het belang van alle rechtzoekende
burgers moet er een uniforme en rechtlijnige
toepassing van de instructie komen.

Wordt de instructie door alle ambtenaren strikt en
stipt opgevolgd en wie controleert dat? Kan een
ambtenaar van niveau A worden verplicht
antwoordconclusies te ondertekenen waar hij niet of
niet meer achterstaat? Kan hij daarover dan ter
verantwoording worden geroepen of sancties
krijgen?

iedere

taxatieambtenaar

geschillenambtenaar van de niveaus A en B
verplicht om de hem of haar opgelegde
plaatsvervanging zonder meer te aanvaarden?

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Est-il nécessaire et financièrement justifié que
l'agent taxateur soit toujours accompagné d'un
agent du contentieux lorsqu'il se rend au tribunal ?
En quoi consiste la responsabilité des directeurs
régionaux à cet égard ?

Is het nodig en financieel verantwoord dat een
geschillenambtenaar

alle

gevallen

taxatieambtenaar vergezelt naar de rechtbank? Wat
is de verantwoordelijkheid van de gewestelijke
directeurs in dit kader?

03.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : L'instruction n'est qu'une précision
d'une circulaire et doit être considérée comme un fil
conducteur pour toutes les situations qui peuvent se
produire.

On part toujours du principe que les fonctionnaires
taxateurs sont généralement les plus aptes à
défendre en droit leurs taxations. L'instruction
souligne que l'assistance d'un avocat reste toujours
possible pour les dossiers de principe et
complexes, que le rôle d'assistance attribué à la
cellule du contentieux judiciaire implique une
intervention active dans le dossier et que le rôle du
fonctionnaire taxateur se termine dès que l'affaire a
été plaidée en première instance et qu'elle est à
l'examen.

L'instruction doit être respectée et l'inspection
générale doit y veiller. Les taxations doivent être
opérées conformément à la loi et lorsque les
fonctionnaires les défendent, ils ne se défendent
pas eux-mêmes mais représentent l'État.

Un fonctionnaire estimé compétent par son
supérieur peut donc être chargé de défendre en
droit une taxation déterminée. Normalement, la
décision est prise en concertation avec le directeur
régional et le fonctionnaire peut être déchargé de sa
mission s'il invoque des arguments fondés à cet
égard. Si un fonctionnaire peut se faire
accompagner par un fonctionnaire du contentieux, il
en résultera une représentation en justice plus
efficace.

L'objectif

n'est

pas

d'envoyer

systématiquement

deux

fonctionnaires.

deuxième fonctionnaire a surtout pour mission
assister les fonctionnaires débutants.

03.02 Staatssecretaris Hervé Jamar (Nederlands):

De instructie is enkel een verduidelijking van een
circulaire en moet als een leidraad worden
beschouwd voor alle situaties die zich kunnen
voordoen.

Het uitgangspunt blijft dat taxatieambtenaren
meestal het best geplaatst zijn om hun taxaties in
rechte te verdedigen. De instructie wijst erop dat de
bijstand van een advocaat altijd mogelijk blijft voor
principiële en complexe dossiers, dat de
bijstandsrol die is toebedeeld aan de cel
gerechtelijke geschillen een actieve tussenkomst in
het dossier impliceert en dat de rol van de
taxatieambtenaar ophoudt eens de zaak in eerste
aanleg is gepleit en in behandeling is genomen.

De instructie moet worden nageleefd en de
algemene inspectie moet daarop toezien. Taxaties
moeten volgens de wet gebeuren en als
ambtenaren ze verdedigen, verdedigen ze niet
zichzelf, maar vertegenwoordigen ze de Staat.

Een ambtenaar die bekwaam wordt geacht door zijn
meerdere kan dus de opdracht krijgen een
bepaalde taxatie in rechte te verdedigen. Normaal
gebeurt dat in overleg met de gewestelijk directeur
en kan de ambtenaar van deze taak ontslagen
worden als hij daar gegronde redenen voor
aanvoert. Kan een ambtenaar zich door een
geschillenambtenaar

laten

vergezellen,

dan

verhoogt

dat

efficiëntie

van

procesvertegenwoordiging. Het is niet de bedoeling
om systematisch twee ambtenaren te sturen. De
tweede dient vooral om beginnende ambtenaren bij
te staan.

03.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Je prends

note du rôle du fonctionnaire taxateur et du
fonctionnaire du contentieux. J'espère que la
situation se clarifiera également sur le terrain.

03.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Ik neem nota

van de rol van de taxatieambtenaar en van de
geschillenambtenaar. Hopelijk komt er nu ook meer
duidelijkheid op de werkvloer.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

04 Question de Mme Annemie Roppe au vice-

premier ministre et ministre des Finances sur "la
taxation de provisions fiscales exonérées
admises antérieurement" (n° 14743)

04 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de taxatie van voorheen aangenomen
vrijgestelde fiscale voorzieningen of provisies"
(nr. 14743)

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

04.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Pour des

raisons organisationnelles, les provisions fiscales
ou d'autres provisions exonérées visées à l'article
48 CIR '92 ne sont pas contrôlées annuellement par
l'administration fiscale alors que celle-ci tente
pourtant de les imposer entièrement par la suite.
Les fonctionnaires invoquent à cet effet l'article 361
qui concerne la `surestimation d'éléments du passif'
et non le caractère imposable proprement dit au
sens de l'article 25. Ces éléments du passif des
comptes annuels ne sont surestimés ni d'un point
de vue comptable, ni d'un point de vue fiscal. Le
degré

d'exonération

fiscale

des

réserves

constituées continue dès lors à susciter des
discussions.

En vertu de quelles dispositions légales et
réglementaires ces provisions constituées peuvent-
elles quand même devenir imposables en tout ou
en partie ultérieurement et dans quelles proportions,
alors qu'elles avaient d'abord été exonérées par
l'une des trois administrations fiscales ? Le ministre
peut-il confirmer que cette situation ne correspond
absolument pas aux intentions du législateur ? Que
pense le ministre de telles impositions ?

04.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Om

organisatorische redenen worden fiscale provisies
of andere vrijgestelde voorzieningen, waarvan
sprake is in artikel 48 WIB 1992, niet jaarlijks
onderzocht door de belastingadministratie, maar er
wordt wel geprobeerd om ze later toch volledig
belastbaar te stellen. De ambtenaren roepen
daartoe artikel 361 in, dat het wel heeft over de
`overschatting van het passief', doch niet over een
eigenlijke belastbaarheid in de zin van artikel 25.
Deze passiefelementen van de jaarrekeningen zijn
noch boekhoudkundig, noch fiscaal overschat. Er
blijft dus discussie over de mate van fiscale
vrijstelling van de aangelegde reserves.

Op basis van welke wettelijke en reglementaire
beschikkingen en in welke mate kunnen deze
aangelegde voorzieningen later toch geheel of
gedeeltelijk belastbaar worden gesteld, terwijl ze
eerst door een van de drie belastingadministraties
fiscaal werden vrijgesteld? Kan de minister
bevestigen dat zulks volstrekt niet de bedoeling was
van de wetgever? Hoe beoordeelt de minister
dergelijke aanslagen?

04.02 Hervé Jama , secrétaire d'État (en

néerlandais) : Je me réfère aux articles 25,5° et 48
CIR 92 et aux articles 24 à 27 de l'arrêté royal
portant exécution du CIR 92. L'article 27 de l'arrêté
royal dispose que l'exonération de chacune des
provisions visées aux articles 24 à 26 de cet arrêté
est maintenue aussi longtemps que le contribuable
est en mesure d'établir la vraisemblance de cette
provision. À défaut de justification au terme d'une
période imposable, la provision est considérée
comme un bénéfice afférant à cette période.

Si Mme Roppe songe à un dossier en particulier, je
peux en demander l'examen.

04.02 Staatssecretaris Hervé Jamar (Nederlands):

Ik verwijs naar de artikelen 25,5° en 48 van het WIB
1992 en naar de artikelen 24 tot 27 van het KB tot
uitvoering van het WIB 1992. Artikel 27 van het KB
bepaalt dat de vrijstelling van elke in de artikelen 24
tot 26 van het KB vermelde voorziening behouden
blijft zolang de belastingplichtige aantoont dat de
kosten waaraan die voorziening beantwoordt,
waarschijnlijk blijven. Bij gebrek aan verantwoording
bij het verstrijken van een belastbaar tijdperk wordt
de voorziening beschouwd als een winst van dat
tijdperk.

Indien mevrouw Rogge een concreet dossier op het
oog heeft, kan ik dat laten onderzoeken.

04.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Je ne songe à

aucun dossier en particulier. Si un tel dossier devait
surgir après cette réponse, je ne manquerais pas
de le signaler.

04.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Er is mij geen

concreet dossier bekend. Als na dit antwoord zo'n
dossier mocht opduiken, dan zal ik het signaleren.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

05 Question de Mme Annemie Roppe au vice-

premier ministre et ministre des Finances sur "le
problème des numéros de TVA non valables"
(n° 14775)

05 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de

vice-eersteminister en minister van Financiën
over "het probleem van de ongeldige btw-
nummers" (nr. 14775)

05.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Pour chaque

trimestre, les sociétés exportatrices doivent déposer
une liste intracommunautaire où figurent les
livraisons réalisées au cours du trimestre écoulé à

05.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Een

exportbedrijf

moet

ieder

kwartaal

een

intracommunautaire lijst indienen met de leveringen
van het voorbije kwartaal aan andere Europese

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'autres entreprises européennes ainsi que le
numéro de TVA de ces entreprises. Les sociétés
exportatrices sont responsables en matière de TVA.
S'il s'avère qu'un numéro de TVA n'est pas valable,
la TVA est effectivement récupérée. L'utilisation de
numéros de TVA non valables pose de nombreux
problèmes aux sociétés exportatrices. Celles-ci
vérifient ces numéros sur le site officiel de l'Union
européenne. Ce site pourrait être amélioré par
l'association du nom de l'entreprise au numéro de
TVA demandé ainsi que l'indication de la période de
validité de ce numéro.

Le ministre est-il conscient de ces difficultés ?
Tiendra-t-il compte de nos suggestions ?

bedrijven, met opgave van het btw-nummer. Het
exporterende bedrijf is verantwoordelijk voor de btw.
Als blijkt dat een btw-nummer niet geldig is, dan
wordt de btw effectief teruggevorderd. Veel
exportbedrijven ondervinden moeilijkheden wegens
het gebruik van ongeldige btw-nummers. Zij
controleren die nummers via de officiële EU-
webstek. Die site zou kunnen worden verbeterd
door de naam van het bedrijf te koppelen aan het
opgevraagde btw-nummer en door ook de
geldigheidsperiode van het nummer te vermelden.

Is de minister zich bewust van deze moeilijkheden?
Zal hij onze suggesties ter harte nemen?

05.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : Ce problème a déjà été développé
dans la réponse du 13 mars 2006 à la question
écrite n° 1180 de M. Nollet. Il y était expliqué
pourquoi les informations du site officiel de la
Commission diffèrent sensiblement d'un État
membre à l'autre. Chaque pays suit sa propre
législation en matière de protection de la vie privée.

Les fournisseurs peuvent vérifier la concordance
entre le numéro de TVA et le nom et l'adresse d'un
client auprès du CLO, l'unité centrale de la TVA.
Celui-ci peut délivrer une attestation relative à la
validité du numéro de TVA. Les informations du
CLO et du site de la Commission proviennent de la
même banque de données, VIES, alimentée par
tous les États membres. Il est recommandé de
procéder au contrôle au moment de la livraison. En
effet, lorsque VIES indique que le numéro de TVA
n'est pas valable, le fournisseur doit facturer la TVA
à son client. Les contrôles effectués par
l'administration démontrent que, dans la grande
majorité des cas, tous les problèmes proviennent
du fait que le fournisseur n'a pas procédé à ce
contrôle lors de la livraison.

Néanmoins, il n'est pas tout à fait exclu que VIES
signale un numéro de TVA comme étant valable au
moment où le fournisseur belge procède au
contrôle en principe, lors de la livraison- et comme
non valable au moment où l'administration vérifie la
liste intracommunautaire. Ce problème peut
s'expliquer par le fait que le numéro de TVA a
entre-temps été radié de la banque de données de
l'État membre du client. Dans cette situation
exceptionnelle, le fournisseur belge peut démontrer
à l'administration que les conditions d'exemption
étaient pourtant remplies. Cette preuve peut être
apportée au moyen d'une attestation de
l'administration de l'État membre de destination,
confirmant que le client était assujetti à la TVA au
moment de la livraison.

05.02 Staatssecretaris Hervé Jamar (Nederlands):

Deze problematiek werd reeds behandeld in het
antwoord van 13 maart 2006 op de schriftelijke
vraag nr. 1180 van de heer Nollet. Hierin werd
uitgelegd waarom de informatie op de officiële site
van de Commissie sterk verschilt van lidstaat tot
lidstaat. Elk land volgt zijn eigen privacywetgeving.

De leveranciers kunnen de overeenstemming
tussen het btw-nummer en de naam en adres van
een klant checken bij het de centrale btw-eenheid
CLO. Die kan een attest afleveren nopens de
geldigheid van het btw-nummer. De informatie op
de site van de Commissie en bij de CLO zijn
afkomstig van dezelfde gegevensbank VIES, die
door iedere lidstaat wordt gevoed. Er wordt
aangeraden de controle uit te voeren op het
moment van de levering. Wanneer VIES het btw-
nummer als ongeldig aanduidt, dient de leverancier
immers btw aan te rekenen aan zijn klant. Controle
door de administratie toont aan dat nagenoeg alle
problemen ontstonden doordat de leverancier deze
controle niet uitvoerde bij de levering.

Toch is het niet helemaal uitgesloten dat VIES een
btw-nummer als geldig aanduidt op het ogenblik
waarop de Belgische leverancier de controle
uitvoert in principe op het ogenblik van de levering
en als niet geldig op het ogenblik waarop de
administratie de intracommunautaire listing nakijkt.
Dat is dan te wijten doordat op de gegevensbank
van de lidstaat van de klant het btw-nummer
ondertussen werd geschrapt. In deze uitzonderlijke
situatie mag de Belgische leverancier aan de
administratie

aantonen

dat

toch

aan

voorwaarden voor de vrijstelling werd voldaan. Dit
bewijs kan worden geleverd door middel van een
attest van de administratie van de lidstaat van
bestemming waarin wordt bevestigd dat de afnemer
op het ogenblik van de levering btw-plichtig was.

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit) : Cette situation

pose de nombreux problèmes aux entreprises
exportatrices. Lors de la livraison, elles doivent
vérifier les données de la TVA, mais elles ne
peuvent jamais se fier entièrement aux informations
qui figurent sur les sites. Une solution devra être
trouvée au niveau européen pour que les
entreprises n'aient plus à subir cette charge
administrative.

05.03

Annemie

Roppe

(sp.a-spirit):

Exportbedrijven

ondervinden

hierdoor

veel

moeilijkheden. Zij moeten bij de levering de btw-
gegevens controleren, maar ze kunnen nooit zeker
zijn van de informatie op de sites. Er moet een
Europese oplossing worden gezocht opdat deze
administratieve last wegvalt voor de bedrijven.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

06 Question de M. Joseph Arens au vice-premier

ministre et ministre des Finances sur "la
déduction fiscale des frais de logement des
étudiants" (n° 14755)

06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-

eersteminister en minister van Financiën over
"de fiscale aftrekbaarheid van de verblijfkosten
voor studenten" (nr. 14755)

06.01 Joseph Arens (cdH) : En réponse à mon

interpellation relative à la déductibilité fiscale des
frais de logement des étudiants, le ministre
Reynders indiquait que si la Communauté française
faisait une proposition visant à augmenter les
bourses d'études et les conditions de prêts, il
pourrait compléter cette mesure par un dispositif
fiscal favorable.

Dans les budgets initiaux 2004 et 2007, pour les
montants consacrés à la justice sociale et l'accès à
l'enseignement, la Communauté française a réalisé
une augmentation de 13,74 %.

Le VLD a déposé une proposition similaire à la
mienne, mais qui porte directement sur la
déductibilité fiscale alors que la mienne s'intéresse
à la déductibilité fiscale via la quotité exemptée
d'impôts.

Face à l'augmentation des moyens par la
Communauté française, envisage-t-on, comme
promis, au niveau fédéral, de compléter cette
mesure par un dispositif fiscal ? Dans l'affirmative,
avons-nous encore la capacité de le concrétiser
avant la fin de cette législature ? En Communauté
française, le MR s'est également dit favorable à la
mesure.

06.01 Joseph Arens (cdH): In antwoord op mijn

interpellatie betreffende de fiscale aftrekbaarheid
van

huisvestingskosten

van

studenten,

antwoordde minister Reynders dat, indien de
Franse Gemeenschap een voorstel zou doen om de
studiebeurzen

trekken

leningsvoorwaarden te versoepelen, hij die
maatregel met een gunstige belastingregeling zou
kunnen aanvullen.

In de aanvankelijke begrotingen 2004 en 2007 van
de Franse Gemeenschap stegen de middelen voor
sociale rechtvaardigheid en toegang tot het
onderwijs met 13,74 procent.

De VLD heeft een voorstel ingediend dat
vergelijkbaar is met het mijne, maar dat de
rechtstreekse fiscale aftrekbaarheid nastreeft,
terwijl mijn voorstel ertoe strekt daartoe te komen
via de belastingvrije som.

Is het federale niveau bereid, nu de Franse
Gemeenschap de financiële middelen in dat
verband heeft opgetrokken, zoals beloofd die
maatregel met een fiscale regeling aan te vullen?
Zo ja, kan dat nog voor het einde van de
regeerperiode? In de Franse Gemeenschap heeft
de MR zich eveneens voor die maatregel
uitgesproken.

06.02 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat (en français) :

Je ne sais pas à quand remonte la question posée
à M. Reynders.

06.02 Staatssecretaris Hervé Jamar (Frans): Ik

weet niet wanneer de vraag aan de heer Reynders
werd gesteld.

06.03 Joseph Arens (cdH) : C'était il y a deux ou

trois mois.

06.03 Joseph Arens (cdH): Zij dateert van twee of

drie maanden geleden.

06.04

Hervé Jamar, secrétaire d'Etat (en

français) : Cela me permet de bien évaluer la
situation.

06.04 Staatssecretaris Hervé Jamar (Frans): Op

deze manier kan ik de situatie goed inschatten.
Wij hebben gevraagd dat alle gegevens met

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Nous avons demandé confirmation de toutes les
données en termes de budget. Il ne faudrait pas
qu'une Communauté fasse beaucoup plus d'efforts
qu'une autre et que le même avantage fiscal soit
accordé à toutes.

Logiquement, ce dossier devrait être examiné lors
du prochain comité de concertation.
Évidemment, l'échéance du mois de juin approche.
Ce n'est que récemment que nous avons pris
connaissance de ces chiffres.

betrekking tot de begroting zouden worden
bevestigd. Het mag niet zo zijn dat een
Gemeenschap veel meer inspanningen zou leveren
dan een andere of dat hetzelfde fiscaal voordeel
aan alle Gemeenschappen zou worden toegekend.
Logischerwijs wordt dit dossier tijdens het volgende
overlegcomité besproken.
De deadline van de maand juni komt er natuurlijk
aan. Pas onlangs hebben wij kennis genomen van
de cijfers.

06.05 Joseph Arens (cdH) : Je reste très positif

dans mon appréciation de ce dossier.
Monsieur le Président, vous avez enseigné dans
une université et je suis déçu que vous n'ayez pas
proposé à nouveau la discussion de ce dossier en
commission des Finances. L'administration des
Finances avait évalué le coût de cette mesure à 96
millions d'euros. Ensuite, la Cour des comptes a
« dérapé » en indexant ma proposition et en y
ajoutant

des

considérations

ayant

pour

conséquence de quadrupler l'estimation. Je suis
sensible aussi au fait que nos amis socialistes aient
déclaré ne pouvoir soutenir ma proposition en
avançant à tort qu'elle ne concernait pas les
revenus faibles.
Cependant, je compte encore sur vous, monsieur le
secrétaire d'État.

06.05 Joseph Arens (cdH): Ik blijf zeer positief wat

mijn inschatting van het dossier betreft.
Mijnheer de voorzitter, u heeft gedoceerd aan de
universiteit en ik ben ontgoocheld dat u niet heeft
voorgesteld dat dossier opnieuw in de commissie
voor de Financiën te bespreken. De administratie
van Financiën heeft het kostenplaatje van die
maatregel op 96 miljoen euro geraamd. Vervolgens
heeft het Rekenhof een uitschuiver gemaakt door
mijn voorstel te indexeren en er beschouwingen aan
toe te voegen die tot een verviervoudiging van de
raming hebben geleid. Ik ben ook gevoelig voor het
feit dat onze socialistische vrienden verklaard
hebben dat zij mijn voorstel niet kunnen steunen
omdat zij er ten onrechte van uitgaan dat het niet
geldt voor de lage inkomens.
Ik reken echter op u, mijnheer de staatssecretaris.

06.06 Hervé Jamar, secrétaire d'Etat (en

français) : Qui ne dit mot, consent. Les socialistes
ne disent rien...

06.06 Staatssecretaris Hervé Jamar (Frans): Wie

zwijgt, stemt toe. De socialisten zwijgen...

Pour ce qui est de l'impact budgétaire, votre chiffre
est plus réaliste, mais des vérifications sont
nécessaires. En outre, ce texte important est à
discuter avec les deux Communautés dans le cadre
d'un accord gouvernemental.

Le président : La proposition a été retardée par des
contraintes budgétaires. Je souhaite qu'elle soit
votée sous la prochaine législature. Ce projet sera
prioritaire pour le cdH et je le soutiendrai même si je
suis dans l'opposition.

Wat de budgettaire weerslag betreft, is uw cijfer
realistischer, maar een en ander moet nog gecheckt
worden. Bovendien moet die tekst in het kader van
een regeerakkoord met de twee Gemeenschappen
besproken worden.

De voorzitter: Het voorstel heeft om budgettaire
redenen vertraging opgelopen. Ik hoop dat het in de
volgende zittingsperiode wordt aangenomen. Dit
project blijft voor het cdH van prioritair belang en ik
zal het zelfs vanuit de oppositie steunen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

Le président : Monsieur Arens, avec votre
assentiment, votre question n° 14860 est
transformée en question écrite.

De voorzitter: Mijnheer Arens, als u geen bezwaar
heeft, wordt uw vraag nr. 14860 in een schriftelijke
vraag omgezet.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

07 Question de M. Servais Verherstraeten au

vice-premier ministre et ministre des Finances
sur "l'application du taux de TVA réduit aux
bâtiments scolaires" (n° 14774)

07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan

de vice-eersteminister en minister van Financiën
over "de toepassing van het verlaagde btw-tarief
op schoolgebouwen" (nr. 14774)

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

07.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : L'accord

de gouvernement prévoit que le gouvernement
s'efforcera dans le cadre d'une révision des tarifs
de la TVA d'obtenir au sein de l'UE une réduction
notamment pour la construction, en accordant une
attention particulière au logement social et aux
bâtiments scolaires. Quelles sont les perspectives
en la matière ?

07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Het

regeerakkoord bepaalt dat de regering in het kader
van een herziening van de btw-tarieven binnen de
EU een vermindering zal trachten te bekomen voor
onder meer de bouw, met een bijzondere aandacht
voor de sociale huisvesting en de schoolgebouwen.
Wat zijn ter zake de vooruitzichten?

07.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : La Commission européenne a
élaboré le 23 juillet 2003 une proposition de
directive visant à simplifier et à rationaliser la liste
limitée de catégories de biens et de services sur
lesquelles les États membres peuvent appliquer un
taux de TVA réduit. Cette proposition étend
notamment le champ d'application du taux de TVA
réduit en matière de travaux immobiliers.

Le Conseil Écofin du 14 février 2006 a reconnu que
la demande de marge de manoeuvre accrue pour
les États membres en matière de taux de TVA
réduits méritait d'être considérée. Le Conseil a
demandé à la Commission d'établir pour la fin juin
2007 au plus tard un rapport évaluant l'incidence
des taux réduits sur les services locaux. Un groupe
de réflexion indépendant doit examiner la question
du point de vue des emplois complémentaires, de la
croissance économique et du marché intérieur.

Nous devons attendre la reprise formelle des
négociations au sein du Conseil. Je continuerai en
tout cas à plaider en faveur d'un taux de TVA réduit
pour les travaux immobiliers relatifs à des bâtiments
scolaires et publics.

07.02 Staatssecretaris Hervé Jamar (Nederlands):

De Europese Commissie heeft op 23 juli 2003 een
voorstel van richtlijn uitgewerkt om de beperkte lijst
met categorieën van goederen en diensten waarop
de lidstaten een verlaagd btw-tarief mogen
toepassen, te vereenvoudigen en te rationaliseren.
Het

voorstel

breidt

onder

meer

het

toepassingsgebied van het verlaagde btw-tarief
inzake werk in onroerende staat uit.

Tijdens de Ecofinraad van 14 februari 2006 werd
erkend dat de vraag naar meer bewegingsruimte
voor de lidstaten inzake verlaagde btw-tarieven
overweging verdiende. De Raad heeft de
Commissie verzocht tegen uiterlijk eind juni 2007
een verslag voor te leggen waarin het effect wordt
beoordeeld van verlaagde tarieven op lokale
diensten. Een onafhankelijke reflectiegroep moet dit
bekijken vanuit het oogpunt van aanvullende
werkgelegenheid, economische groei en de interne
markt.

We moeten de formele hervatting van de
onderhandelingen in de Raad afwachten. Ik zal
alvast blijven pleiten voor een verlaagd btw-tarief op
werk in onroerende staat inzake schoolgebouwen
en openbare gebouwen.

07.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : Il est

regrettable que ce point de l'accord de
gouvernement ne puisse être exécuté. Sa
réalisation incombera donc également au prochain
gouvernement. La réduction de la TVA profiterait
non seulement au patrimoine et à l'emploi, mais elle
permettrait également la rénovation accélérée des
bâtiments scolaires avec une isolation adéquate, ce
qui nous rapprocherait davantage de la réalisation
de la norme Kyoto.

07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Het is

jammer dat dit punt van het regeerakkoord niet kan
worden uitgevoerd. Dit wordt dus ook een opdracht
voor de volgende regering. De verlaagde btw zou
niet enkel ten goede komen van het patrimonium en
de

werkgelegenheid,

maar

schoolgebouwen

versneld heropbouwen met voldoende isolatie zou
ook de realisatie van de Kyotonorm dichterbij
brengen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

08 Questions jointes de

- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le remboursement de
la taxe boursière aux investisseurs" (n° 14782)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le remboursement de
la taxe boursière" (n° 14795)

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eersteminister en minister van Financiën over
"de terugbetaling van de beurstaks aan
beleggers" (nr. 14782)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eersteminister
en minister van Financiën over "de terugbetaling

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

van de beurstaks" (nr. 14795)

08.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang) :

L'actuel gouvernement avait décidé que les
détenteurs de fonds de capitalisation comprenant
au moins 40 % d'obligations devaient s'acquitter à
partir de 2006 d'un précompte mobilier de 15 % sur
le produit des intérêts. La taxe est perçue au
moment de la vente du fonds. Depuis le début de
l'année 2006, les investisseurs paient également
1,1 au lieu de 0,5 % de taxe boursière lors de la
vente de leurs fonds.

08.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Deze

regering

besliste

dat

houders

van

kapitalisatiefondsen met minstens 40 procent
obligaties vanaf 2006 15 procent roerende
voorheffing betalen op de renteopbrengst. De
belasting wordt geheven bij de verkoop van het
fonds. Sinds begin 2006 betalen beleggers ook 1,1
in plaats van 0,5 procent beurstaks bij de verkoop
van hun fondsen.

Un régime fiscal favorable était accordé aux
investisseurs qui ont vendu leur fonds en janvier ou
en février 2006 pour passer à un fonds de
distribution. L'investisseur devait payer la taxe,
certes, mais il la récupèrerait auprès du fisc à
condition de garder le fonds pendant douze mois.
En principe, les investisseurs auraient dû pouvoir
récupérer leur argent à la fin du mois dernier

Pourquoi n'a-t-il pas encore été procédé au
remboursement ? Les banques rembourseront-elles
les montants dus ou cela se fera-t-il directement par
le biais du fisc ? De quels montants s'agit-il ?

Wie in januari of februari 2006 zijn fonds verkocht
en overstapte naar een distributiefonds, genoot een
fiscaal gunstregime. De belegger moest de taks
weliswaar betalen, maar zou hem kunnen
recupereren bij de fiscus op voorwaarde dat het
fonds twaalf maanden zou worden bijgehouden. In
principe hadden de beleggers eind vorige maand
hun geld moeten kunnen recupereren.

Waarom is de terugbetaling nog niet gebeurd?
Zullen de banken het verschuldigde bedrag
terugbetalen

verloopt

terugbetaling

rechtstreeks via de fiscus? Over welk bedrag aan
terugbetalingen gaat het?

08.02 Carl Devlies (CD&V) : L'histoire nous a déjà

appris que l'État belge se fait plutôt prier lorsqu'il
s'agit de rembourser, comme ce fut le cas pour
d'autres taxes boursières. Il nous avait semblé
qu'en l'occurrence les banques devaient régler le
remboursement

mais,

d'après

Febelfin,

l'administration fiscale n'a pris aucune initiative, à
ce jour, pour leur fournir de plus amples
informations.

Comment sera-t-il procédé au remboursement de la
taxe boursière ? Dans quels délais ? Quel est le
montant estimé ? De combien de dossiers s'agit-il ?

08.02 Carl Devlies (CD&V): Bij andere

beurstaksen uit het verleden hebben we reeds
gezien dat de Belgische Staat het erg moeilijk heeft
als het op terugbetalen aankomt. Wij dachten dat
het de opzet was dat de banken in deze de
terugbetaling zouden regelen, maar volgens
Febelfin heeft de fiscale administratie nog geen
enkel initiatief genomen om de banken meer
toelichting te verschaffen.

Hoe zal de terugbetaling van de beurstaks worden
georganiseerd? Binnen welke termijnen zullen de
terugbetalingen plaatsvinden? Wat is het geraamde
bedrag? Over hoeveel terugbetalingdossiers gaat
het?

08.03 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : Dans le courant de l'année 2006,
mon administration et Febelfin ont consacré
plusieurs réunions à la question du remboursement
de la taxe sur les opérations boursières. Il a
finalement été opté pour la méthode de travail
contenue dans le projet d'arrêté royal.

La procédure de remboursement ayant débuté
après le 28 février 2007, le secteur bancaire
dispose d'un aperçu complet de toutes les
conversions effectuées par les investisseurs entre
le 1er janvier 2006 et le 28 février 2006, dans le

08.03 Staatssecretaris Hervé Jamar (Nederlands):

In de loop van 2006 hebben mijn administratie en
Febelfin een aantal keren vergaderd over de
terugbetaling van de taks op de beursverrichtingen.
Men heeft uiteindelijk gekozen voor de werkwijze
die opgenomen is in het ontwerp van KB.

Doordat de procedure van terugbetaling na 28
februari 2007 werd opgestart, beschikt de
banksector over het totale overzicht van de
omzettingen die elke belegger van 1 januari 2006
tot 28 februari 2006 deed met naleving van de

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

respect des conditions de remboursement. Il est
ainsi possible de simplifier grandement les
demandes de remboursement par investisseur.
Lorsque l'investisseur doit introduire auprès de la
banque une demande de remboursement, il peut
mentionner toutes ses conversions sur le même
formulaire et n'est donc pas tenu d'introduire une
demande par conversion. Si aucune demande de
remboursement ne doit être introduite, la banque
peut verser au client le montant total des sommes à
rembourser.

L'avis du Conseil d'État sur le projet d'arrêté royal
devrait nous parvenir très prochainement. Il pourra
ensuite être procédé aux remboursements. Le
remboursement doit être effectué par la banque qui
a appliqué la taxe et qui la comptabilisera dans sa
déclaration mensuelle relative à la taxe. Je ne puis
pas encore vous dire pour l'instant à combien
s'élèvera le montant des remboursements.

voorwaarden tot terugbetaling. Zo kan men de
aanvragen tot terugbetaling per belegger sterk
vereenvoudigen. Wanneer de belegger een
aanvraag tot terugbetaling bij de bank moet
indienen, kan hij al zijn omzettingen in hetzelfde
formulier vermelden en hoeft hij dus geen aanvraag
per omzetting te doen. Als er geen aanvraag tot
terugbetaling moet worden ingediend, dan kan de
bank de terug te betalen sommen in hun geheel
aan de klant overmaken.

Wij verwachten spoedig het advies van de Raad
van State over het ontwerp-KB. Daarna kunnen de
terugbetalingen

worden

uitgevoerd.

terugbetaling moet verricht worden door de bank die
de taks heeft toegepast en die ze dan zal
verrekenen in haar maandelijkse aangifte inzake de
taks. Ik kan nog niet meedelen hoeveel er
terugbetaald zal worden.

08.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang) : Je puis

me satisfaire de la réponse du secrétaire d'État
mais je déplore que la procédure ait pris du retard.
La situation pourra manifestement évoluer plus vite
à présent que les banques vont rassembler tous les
placements clôturés et vérifier si toutes les
conditions de remboursement sont remplies. Je
déplore les problèmes qui se posent chaque fois
dans le cadre des remboursements.

08.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Ik heb

niet echt een probleem met het antwoord van de
staatssecretaris, maar ik betreur het dat de
procedure vertraging heeft opgelopen. Blijkbaar zal
het nu toch wat sneller kunnen gaan, omdat de
banken

alle

afgesloten

beleggingen

zullen

verzamelen en zullen nagaan of alle voorwaarden
voor de terugbetaling vervuld zijn. Ik betreur het dat
terugbetalingen steeds gebrekkig moeten verlopen.

08.05

Carl Devlies (CD&V) : La réponse du

secrétaire d'État me pose davantage problème. Le
gouvernement disposait en effet d'un délai d'un an
pour se préparer mais il a attendu jusqu'après le
28 février, soit après l'expiration du délai, pour
préparer l'arrêté royal. Je suis surpris que le
secrétaire d'État ne puisse encore préciser le
montant des remboursements à effectuer. Voilà qui
confirme une fois de plus la vulnérabilité du budget
2007.

08.05 Carl Devlies (CD&V): Ik heb toch wat meer

problemen

met

het

antwoord

van

staatssecretaris. De regering beschikte immers
over een jaar om dit voor te bereiden, maar ze heeft
gewacht tot na 28 februari, toen de termijn
verstreken was, om te starten met de voorbereiding
van het KB. Het verwondert mij dat de
staatssecretaris nog niet kan zeggen over welk
bedrag aan terugbetalingen het zal gaan. Dit is
nogmaals een bevestiging dat de begroting voor het
jaar 2007 op drijfzand gebouwd is.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

09 Question de M. Carl Devlies au vice-premier

ministre

des

Finances

sur

"l'introduction de l'unité TVA et la révision de la
déduction de la TVA" (n° 14787)

09 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-

eersteminister en minister van Financiën over
"de invoering van de btw-eenheid en de
herziening van de btw-aftrek" (nr. 14787)

09.01 Carl Devlies (CD&V) : L'arrêté royal n° 55 du

9 mars 2007 relatif au régime des assujettis formant
une unité TVA a été publié au Moniteur belge du 15
mars dernier. L'article 7 dispose qu'à partir du
moment où l'administration l'admet, l'unité TVA
remplace les membres par rapport à tous les droits
qu'elle octroie et à toutes les obligations qui leur
sont imposées. L'arrêté royal entrera en vigueur le

09.01 Carl Devlies (CD&V): In het Belgisch

Staatsblad van 15 maart 2007 werd het KB
gepubliceerd van 9 maart 2007 nr. 55, met
betrekking tot de regeling voor belastingplichtigen
die een btw-eenheid vormen. Artikel 7 bepaalt dat
vanaf de aanvaarding door de administratie de btw-
eenheid in de plaats wordt gesteld van de leden ten
aanzien van alle rechten die zijn verleend of van alle

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

avril 2007, sans période de transition. Il est

précisé au point 13 du rapport au Roi que les règles
relatives aux révisions de la TVA déduite sont
également d'application en l'occurrence.

Selon la doctrine, les assujettis à la TVA qui font
partie d'une unité TVA peuvent procéder à une
révision à leur avantage si l'utilisation finale donne
droit à la déduction de la TVA.

Lors de sa constitution, l'unité TVA pourrait semble-
t-il procéder à une révision pour les exercices non
écoulés de la période de révision. Le secrétaire
d'État peut-il le confirmer ? Quelle est l'incidence
budgétaire unique de cette mesure ? Quel est le
coût budgétaire estimé de l'unité TVA pour 2007 et
2008 ?

verplichtingen die hen zijn opgelegd. Het KB treedt
in werking op 1 april 2007. Er komt geen
overgangsperiode. Randnummer 13 van het verslag
aan de Koning vermeldt, dat ook de regeling met
betrekking tot de herziening van de btw-aftrek hier
van toepassing is.

Volgens de rechtsleer kunnen btw-plichtigen die
deel uitmaken van een btw-eenheid, overgaan tot
een herziening in hun voordeel, als de uiteindelijke
bestemming recht geeft op btw-aftrek.

Bij de oprichting ervan zou de btw-eenheid blijkbaar
tot een herziening kunnen overgaan voor de nog
niet verstreken jaren van de herzieningstermijn. Kan
de staatssecretaris dat bevestigen? Wat is de
eenmalige budgettaire impact van deze maatregel?
Wat is de geraamde budgettaire kostprijs van de
btw-eenheid voor 2007 en 2008?

09.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : Le contribuable qui devient membre
d'une unité TVA doit opérer en faveur du Trésor une
révision de la TVA initialement portée en déduction
et relative aux biens d'investissement qu'il possède
encore, pour autant que la période de révision ne
soit expirée.

D'autre part, l'unité TVA peut opérer en sa faveur
une révision de l'impôt remboursé par le nouveau
membre, en tenant compte de l'utilisation qu'elle
fera de ces biens d'investissement et du régime du
droit à déduction qui lui est applicable.

Les révisions peuvent générer un important
préfinancement de la TVA et c'est pourquoi il est
possible de les compenser. La révision de la TVA
ne produira dès lors qu'un effet restreint lors de
l'instauration de l'unité TVA. Une modification de
l'arrêté royal numéro 3 relatif à la déduction de la
TVA est actuellement en préparation. Cette mesure
coûtera annuellement 5,5 millions d'euros aux
banques et aux assureurs. D'un point de vue
macro-économique, il n'y a aucun coût budgétaire.

09.02

Staatssecretaris

Hervé

Jamar

(Nederlands): De belastingplichtige die toetreedt tot
een btw-eenheid moet een herziening verrichten in
het voordeel van de Schatkist van de door hem
oorspronkelijk in aftrek gebrachte btw met
betrekking tot de investeringsgoederen die hij nog
bezit, voor zover het herzieningstijdvak niet is
verstreken.

Anderzijds kan de btw-eenheid een herziening in
haar voordeel verrichten van de belasting die door
het toetredend lid wordt teruggestort, rekening
houdend met het gebruik dat de btw-eenheid zal
maken van die investeringsgoederen en van het
stelsel van recht op aftrek dat op die btw-eenheid
van toepassing is.

herzieningen

kunnen

een

belangrijke

voorfinanciering van de btw genereren en daarom is
er een mogelijkheid om de herzieningen te
compenseren. Daardoor zal de herziening van de
btw bij de invoering van de btw-eenheid slechts een
beperkt effect hebben. Een wijziging van het KB
nummer 3 inzake aftrek van btw wordt momenteel
voorbereid. Deze maatregel zal per jaar 5,5 miljoen
euro kosten aan de banken en de verzekeraars.
Vanuit macro-economisch standpunt is er geen
budgettaire kostprijs.

09.03 Carl Devlies (CD&V) : Le secrétaire d'État

fait preuve d'une grande désinvolture en ce qui
concerne l'impact budgétaire.

09.03 Carl Devlies (CD&V): De staatssecretaris

gaat wel heel licht over de budgettaire gevolgen
heen.

09.04 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en français) :

Je rappelle que la simplification administrative est la
meilleure façon de lutter contre la fraude fiscale
puisqu'un seul numéro de TVA vaut pour plusieurs
entreprises au sein d'un même groupe. Si une

09.04 Staatssecretaris Hervé Jamar (Frans): Ik

herinner

eraan

dat

administratieve

vereenvoudiging de beste manier is om de fiscale
fraude tegen te gaan vermits verschillende
bedrijven binnen eenzelfde groep een enkel btw-

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

entreprise ne respecte pas ses obligations, la
solidarité de l'ensemble du groupe joue. Il y a
également des effets macro-économiques quasi
immédiats.

nummer

hebben.

Indien

een

bedrijf

zijn

verplichtingen niet naleeft, speelt de solidariteit van
de ganse groep. Er zijn ook bijna onmiddellijk
macro-economische gevolgen.

L'incident est clos.

Le président: M. Marinower étant absent, sa
question n° 14790 est reportée. MM. Bogaert et Van
Biesen ont demandé que leurs questions n° 14796
et n° 14819 soient reportées.

Het incident is gesloten.

De voorzitter: De heer Marinower is afwezig. Vraag
14790 wordt dus uitgesteld. De heren Bogaert en
Van Biesen vroegen uitstel voor hun vragen 14796
en 14819.

Président: M. Hagen Goyvaerts.

Voorzitter : de heer Hagen Goyvaerts.

10 Question de M. Servais Verherstraeten au

vice-premier ministre et ministre des Finances
sur "le centre administratif à Geel" (n° 14801)

10 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan

de vice-eersteminister en minister van Financiën
over "het administratief centrum te Geel"
(nr. 14801)

10.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : Dans le

cadre de la réforme Coperfin, il était prévu d'élargir
le centre administratif de Geel à l'ancien bâtiment
de la gendarmerie. Cette extension permettrait
d'héberger à Geel les services des Finances, qui
occupent à ce jour un immeuble loué à Herentals.
Or, ce centre figure également sur le projet de liste
de bâtiments à vendre dans le cadre de l'opération
Fedimmo II.

Le bâtiment sera-t-il vendu ? Ce projet de vente
met-il en danger l'extension prévue?

10.01 Servais Verherstraeten (CD&V): In het

kader van de Coperfinhervorming zou het
administratief centrum in Geel worden uitgebreid
met het voormalige rijkswachtgebouw. Daardoor
zouden de diensten van Financiën die nu in een
huurpand in Herentals zetelen, in Geel kunnen
worden gehuisvest. Het centrum staat echter ook
op de ontwerplijst van te verkopen gebouwen in het
kader van operatie Fedimmo II.

Zal het gebouw worden verkocht? Komt daardoor
de geplande uitbreiding niet in het gedrang?

10.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : La Régie des bâtiments entamera
prochainement des pourparlers avec le conseiller
immobilier et le conseiller juridique qui assisteront
l'Etat dans la vente de bâtiments. Ensuite, une liste
définitive des bâtiments à vendre sera établie sur la
base de la présélection opérée par le Conseil des
ministres du 19 janvier 2007. Dans ce cadre, il sera
tenu compte de la possibilité d'intégrer les
bâtiments dans la société à créer, ainsi que des
besoins des occupants des bâtiments.

Le SPF Finances dispose d'un programme
approuvé des besoins en ce qui concerne
l'extension à Geel. Une extension sur le site de
l'ancien bâtiment de la gendarmerie est une option.

10.02

Staatssecretaris

Hervé

Jamar

(Nederlands): De Regie der Gebouwen zal
eerstdaags gesprekken aanknopen met de
vastgoedadviseur en de juridisch adviseur die de
Staat bijstaan in de verkoop van gebouwen. Daarna
zal op basis van de voorselectie van de
Ministerraad van 19 januari 2007 een definitieve lijst
worden opgesteld van te verkopen gebouwen.
Daarbij wordt rekening gehouden met de
mogelijkheid om de gebouwen in de op te richten
vennootschap in te brengen en met de behoeften
van de betrekkers van de gebouwen.

De FOD Financiën beschikt over een goedgekeurd
behoefteprogramma voor de uitbreiding te Geel.
Een uitbreiding op de site van het voormalige
rijkswachtgebouw is een optie.

10.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : En raison

de l'éventualité d'une vente du bâtiment, les
extensions pourtant nécessaires ne peuvent plus
être réalisées et je le regrette.

10.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Door de

mogelijkheid dat het gebouw wordt verkocht,
kunnen noodzakelijke uitbreidingen niet meer
worden gerealiseerd en dat betreur ik.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

11 Question de M. Carl Devlies au secrétaire 11 Vraag van de heer Carl Devlies aan de

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'État à la Modernisation des Finances et à la
Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre
des Finances sur "les informations correctes
relatives aux enrôlements d'office en application
des

minima

imposables

(art. 342 § 3 CIR)"

(n° 14870)

staatssecretaris voor Modernisering van de
Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude,
toegevoegd aan de minister van Financiën over
"de juiste toedracht betreffende de ambtshalve
inkohieringen in toepassing van de minimum
forfaitaire

belastingen

(art. 342 § 3 WIB)"

(nr. 14870)

11.01 Carl Devlies (CD&V) : La semaine dernière,

j'avais interrogé M. Reynders à propos du nombre
de sociétés n'ayant pas introduit de déclaration pour
l'exercice d'imposition 2005 ou l'ayant introduite
tardivement et qui ont fait l'objet d'une imposition en
application du nouvel article 342 § 3 du CIR. Le
ministre m'a répondu qu'il ne pouvait pas me fournir
de chiffres à ce sujet. À la suite de la publication
tardive de la loi, à savoir le 12 juillet 2005, il n'avait
pas été possible d'adapter les imprimés et les
systèmes

automatisés

pour

cet

exercice

d'imposition. Il m'a par contre promis de vérifier s'il
était possible d'obtenir ces informations pour 2006.

11.01 Carl Devlies (CD&V): Vorige week vroeg ik

aan minister Reynders voor hoeveel van de
ondernemingen die niet of te laat een aangifte
indienden voor het aanslagjaar 2005, er een
aanslag is gevestigd in toepassing van het nieuwe
artikel 342 § 3 van het WIB. De minister zei dat hij
mij daar geen cijfers over kon geven. Hij
antwoordde dat door de late publicatie van de wet
op 12 juli 2005 de drukwerken en de
geautomatiseerde systemen niet meer konden
worden aangepast voor dat aanslagjaar. Hij
beloofde mij wel te zullen nagaan of hij de
informatie voor 2006 kon krijgen.

Cette réponse m'a amené à la conclusion que cet
article n'est pas appliqué, ce que le ministre n'a pas
réfuté. Ensuite, le cabinet du secrétaire d'État, M.
Jamar, a cependant fait savoir que l'affirmation
selon laquelle l'article 342 § 3 CIR n'aurait pas été
appliqué pour l'exercice d'imposition 2005 n'est pas
correcte.

Qui a dit vrai ? Les minima imposables ont-ils été
appliqués en 2005 ? Pourriez-vous me transmettre
les chiffres afférents à l'exercice d'imposition 2006,
répartis par Région, si possible ?

Ik concludeerde uit dat antwoord dat het artikel niet
werd toegepast. De minister weerlegde die
conclusie niet. Nadien deelde het kabinet van
staatssecretaris Jamar evenwel mee dat het onjuist
is te beweren dat artikel 342 § 3 van het WIB niet
werd toegepast voor het aanslagjaar 2005.

Wat is nu de waarheid? Werden de minimale
forfaitaire belastingen toegepast voor het jaar 2005?
Kan ik cijfers krijgen voor het aanslagjaar 2006,
liefst opgedeelde per Gewest?

11.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : Mes services ne disposent pas de
données relatives à l'application de l'article 342, § 3,
du CIR pour l'exercice d'imposition 2005.

En ce qui concerne l'exercice d'imposition 2006,
ces mêmes données sont seulement disponibles
pour l'impôt des sociétés et non pour l'impôt des
personnes physiques. Voici la situation au 27 mars
2007 : l'article a été appliqué dans 104 cas en
Région flamande, dans 43 cas en Région wallonne
et dans 42 cas en Région de Bruxelles-Capitale.

11.02

Staatssecretaris

Hervé

Jamar

(Nederlands): Mijn diensten hebben geen gegevens
over de toepassing van artikel 342 § 3 van het WIB
voor het aanslagjaar 2005.

Voor het aanslagjaar 2006 hebben zij enkel
gegevens over de toepassing van artikel 342 § 3 in
de vennootschapsbelasting en niet in de
personenbelasting. Dit was de toestand op 27 maart
2007: 104 in het Vlaams Gewest, 43 in het Waalse
Gewest en 42 in het Brussels Gewest.

(En français) Pour le reste, nous avons parlé de
contrôles de la TVA. Je ne vois donc pas ce que
vous voulez dire à propos du minimum forfaitaire.

(Frans) Voor het overige hebben we over de btw-
controles gesproken. Ik begrijp dan ook uw
uitlatingen over het forfaitaire minimum niet goed.

11.03 Carl Devlies (CD&V) : Il règne donc une

grande confusion en ce qui concerne l'application
de l'article. 90% des entrepreneurs sont de bonne
foi, et seulement 10% ne respectent pas les règles.
Le système de la base imposable minimum permet
de rappeler à l'ordre les entrepreneurs récalcitrants.

11.03 Carl Devlies (CD&V): Er is dus grote

onduidelijkheid over de toepassing van het artikel.
Van de ondernemers is 90 procent bonafide,
slechts 10 procent respecteert de regels niet. Het
systeem van minimum belastbare basis is een
mogelijkheid om onwillige ondernemers tot de orde

CRABV 51

COM 1259

28/03/2007

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Il est dès lors important de l'appliquer dans la
pratique. Est-ce le cas?

te roepen, dus is het belangrijk om het ook effectief
toe te passen. Gebeurt dit?

11.04 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en français) :

Je suppose qu'il y a un malentendu. Je renvoie à
ma réponse initiale.

11.04 Staatssecretaris Hervé Jamar (Frans):

Volgens mij gaat het om een misverstand. Ik verwijs
naar mijn aanvankelijk antwoord.

11.05 Carl Devlies (CD&V) : Je maintiens ma

conclusion de la semaine dernière : la loi n'est pas
appliquée.

11.05 Carl Devlies (CD&V): Ik blijf bij mijn

conclusie van vorige week: de wet wordt niet
toegepast.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

12 Question de M. Carl Devlies au vice-premier

ministre et ministre des Finances sur "les
pouvoirs d'investigation en matière d'impôt sur
les revenus et de TVA" (n° 14872)

12 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-

eersteminister en minister van Financiën over
"de

onderzoeksbevoegdheden

inkomstenbelasting en de btw" (nr. 14872)

12.01 Carl Devlies (CD&V) : Dernièrement, la cour

d'appel d'Anvers a jugé que les fonctionnaires de
l'administration fiscale ne pouvaient, lors du
contrôle de la bonne application d'un type déterminé
d'impôt, recourir à des méthodes d'enquête
valables uniquement pour un autre type d'impôt. À
défaut, cela constituerait un détournement de
pouvoir. Dans la pratique, toutefois, l'administration
réunit

son

sein

différents

pouvoirs

d'investigation.

cas

demande

renseignements adressée à un contribuable,
l'administration demande à celui-ci d'envoyer une
copie de certains documents. Selon la loi de 1947,
les pièces doivent être examinées sur place, chez le
contribuable, si celui-ci le souhaite, ce qui limite les
possibilités de contrôle du fonctionnaire.

Où en est actuellement le projet relatif à
l'harmonisation des pouvoirs d'investigation ?
Pourquoi cette harmonisation se fait-elle attendre ?
Un

fonctionnaire

doit-il

examiner

certains

documents sur place si le contribuable ne lui en
envoie pas de copie ? L'envoi direct d'un avis de
rectification

constitue-t-il

une

forme

détournement de pouvoir ? Le cas échant, cela
voudrait dire que l'avis de rectification n'a pas été
suffisamment motivé et que la feuille d'impôt qui s'y
rapporte est nulle. Est-il raisonnable, de nos jours,
de se déplacer au domicile d'un contribuable pour y
consulter des documents ?

12.01 Carl Devlies (CD&V): Onlangs oordeelde

het Antwerpse hof van beroep dat bij de controle
van de juiste toepassing van één soort belasting
fiscale ambtenaren geen gebruik mogen maken van
onderzoeksmethoden die slechts voor een andere
soort belasting gelden, want dan is er sprake van
machtsafwending. In de praktijk combineert de
administratie

echter

verschillende

onderzoeksbevoegdheden. Bij het vragen van
inlichtingen aan een belastingplichtige vraagt de
administratie om een kopie van de bescheiden op
te sturen. Volgens de wet van 1947 moeten
bescheiden ter plaatse, bij de belastingplichtige
ingekeken worden als die dat wenst, wat de
controlemogelijkheden van de ambtenaar beperkt.

Hoe ver staat het met het project betreffende de
harmonisering

van

onderzoeksbevoegdheden?

Waarom blijft de harmonisering uit? Moet een
ambtenaar ter plaatse bescheiden inkijken wanneer
een belastingplichtige geen kopie opstuurt? Is het
onmiddellijk versturen van een bericht van wijziging
een vorm van machtsafwending? Dit zou immers
betekenen dat het bericht van wijziging gebrekkig
gemotiveerd is en de daaropvolgende aanslag
nietig. Is een bezoek ter plaatse voor inzage nog
wel van deze tijd?

12.02 Hervé Jamar, secrétaire d'État (en

néerlandais) : Le projet relatif à l'harmonisation des
pouvoirs d'investigation sera mis en oeuvre dans le
cadre de la réforme Coperfin.

En ce qui concerne les autres questions, je fais
référence aux articles 315, 315bis, 316 et 351.
L'article 351 stipule que chaque contribuable doit
pouvoir,

sans

déplacer,

présenter

12.02

Staatssecretaris

Hervé

Jamar

(Nederlands): Het project inzake de harmonisering
van de onderzoeksbevoegdheden zal worden
gerealiseerd

het

kader

van

Coperfinhervorming.

Voor de andere vragen verwijs ik naar de artikelen
315, 315bis, 316 en 351. Artikel 351 bepaalt dat
elke belastingplichtige de administratie alle

28/03/2007

CRABV 51

COM 1259

CHAMBRE

-5

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2006

2007

KAMER

-5

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

l'administration tous les documents possibles pour
vérification. Le fonctionnaire fiscal ne peut exiger
que ces documents (ou une copie de ceux-ci) lui
soient apportés, mais il peut toutefois en être
convenu ainsi d'un commun accord. Cette
disposition s'applique également aux livres et
documents

enregistrés

dans

système

informatique.

mogelijke bescheiden ter verificatie moet kunnen
voorleggen zonder zich te verplaatsen. De fiscale
ambtenaar kan niet eisen dat deze bescheiden of
een kopie ervan tot bij hem worden gebracht, wel
kan dit in onderling akkoord afgesproken worden.
Dit geldt ook voor boeken en bescheiden die op een
computersysteem worden bijgehouden.

Outre le droit de consulter les livres et les
documents sur place, les fonctionnaires peuvent
demander des renseignements oraux ou écrits au
contribuable. Si les livres ne sont pas soumis ou
que les renseignements demandés ne sont pas
communiqués, l'administration peut procéder à la
taxation d'office. Lorsque l'administration estime
qu'il y a lieu de modifier les données figurant dans
une déclaration valable ou reconnue par écrit par le
contribuable, elle peut envoyer un avis de
rectification. Celui-ci doit inclure la motivation de la
modification et offrir au contribuable la possibilité
d'examiner la question et de réagir.

Une visite sur place est en outre utile pour s'assurer
des conditions concrètes dans lesquelles s'exercent
les activités économiques et pour requérir la
présentation des documents. Cette façon de
procéder permet de prévenir la falsification de
documents par le biais de techniques modernes de
scanning et d'impression. Le contribuable, pour sa
part, réalise des économies puisqu'il ne doit plus
photocopier des pans entiers de son administration.

Si la question de M. Devlies vise un dossier concret,
l'administration l'examinera bien volontiers.

Naast het recht om ter plaatse de boeken en
bescheiden in te zien, kunnen de ambtenaren
mondelinge of schriftelijke inlichtingen aan de
belastingplichtige vragen. Indien de boeken niet
voorgelegd worden of de gevraagde inlichtingen niet
worden verstrekt, mag de administratie de aanslag
van ambtswege vestigen. Wanneer de administratie
meent dat de gegevens die in een geldige aangifte
staan of schriftelijk werden erkend door de
belastingplichtige, gewijzigd moeten worden, mag
zij een bericht van wijziging sturen. Dit bericht moet
de motivatie van de wijziging bevatten evenals de
mogelijkheid voor de belastingplichtige om die te
onderzoeken en te beantwoorden.

Een bezoek ter plaatse is bovendien nuttig om zich
te vergewissen van de concrete omstandigheden
van de economische activiteiten en er de
voorlegging van de stukken te vragen. Op die
manier wordt een mogelijke vervalsing van
documenten via moderne scan- en printtechnieken
tegengegaan. Er zit ook nog een besparend effect
aan vast: de belastingplichtige moet geen
fotokopieën maken van grote delen van zijn
administratie.

Indien de heer Devlies met zijn vraag een concreet
dossier op het oog heeft, zal de administratie dit
met plezier onderzoeken.

12.03 Carl Devlies (CD&V) : Ce système est tout

même

particulièrement

archaïque.

Naturellement, une visite sur place est importante
lorsque

l'administration

l'estime

nécessaire.

Toutefois, lorsqu'elle est effectuée de manière
forcée car le contribuable refuse de coopérer et de
fournir de lui-même les documents requis, une telle
visite est souvent synonyme de perte de temps.

Lorsqu'il souhaite obtenir un extrait, une copie ou un
document administratif, le contribuable doit
s'acquitter d'une redevance. Ne serait-il dès lors
pas indiqué qu'à son tour, l'administration fiscale
paie un certain montant au contribuable lorsque
celui-ci doit fournir au fisc une copie d'un document
précis?

12.03 Carl Devlies (CD&V): Het systeem is toch

nog bijzonder archaïsch. Een bezoek ter plaatse is
natuurlijk belangrijk wanneer de administratie het
nuttig acht. Wanneer het verplicht wordt omdat de
belastingplichtige weigert mee te werken en niet uit
eigen bewegen de nodige documenten wil
bezorgen, betekent het bezoek vaak tijdverlies.

Een belastingplichtige die een uittreksel, een kopie
of een bestuursdocument wil ontvangen, moet
hiervoor een retributie betalen. Zou het dan ook niet
aangewezen zijn dat de belastingadministratie op
haar beurt een bedrag betaalt aan de
belastingplichtige wanneer die een kopie van een
bepaald document aan de fiscus moet bezorgen?

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.