CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1235
CRABV 51 COM 1235
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
13-03-2007
13-03-2007
Matin
Voormiddag
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
nombre important de dossiers de viol classés
sans suite" (n° 14531)
1
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
hoge aantal verkrachtingszaken zonder gevolg"
(nr. 14531)
1
Orateurs:
Hilde
Vautmans,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Hilde
Vautmans,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
réquisition d'un médecin pour effectuer un test
sanguin chez un conducteur sous l'influence de
l'alcool" (n° 14360)
2
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de opvordering van een arts voor een bloedproef
bij alcoholgeïntoxiceerde bestuurders in het
verkeer" (nr. 14360)
2
Orateurs: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'instauration du 'trans-pv'" (n° 14476)
4
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de invoering van het 'trans-pv' " (nr. 14476)
4
Orateurs: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la détention
préventive" (n° 14485)
5
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
voorlopige hechtenis" (nr. 14485)
5
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
collaboration avec le gouvernement flamand dans
le cadre de la mise en oeuvre du Plan stratégique
en matière d'aide et de service et de la loi
Dupont" (n° 14486)
7
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
samenwerking met de Vlaamse regering inzake
het uitvoeren van het Strategisch Plan hulp- en
dienstverlening en de wet-Dupont" (nr. 14486)
7
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
destination de terrains pollués lors de la clôture
d'une faillite" (n° 14523)
8
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de bestemming van vervuilde gronden bij de
sluiting van een faillissement" (nr. 14523)
8
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Valérie Déom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
tolérance zéro pour les agressions dans les
trains" (n° 14525)
8
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
nultolerantie voor agressie op de trein" (nr. 14525)
8
Orateurs: Valérie Déom, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Valérie Déom, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
règlement collectif de dettes" (n° 14595)
9
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
collectieve schuldenregeling" (nr. 14595)
9
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
rançon payée après l'enlèvement de l'ex-premier
ministre, M. Vanden Boeynants" (n° 14601)
11
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "het
losgeld voor de ontvoering van ex-premier
Vanden Boeynants" (nr. 14601)
11
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la peine de
travail prononcée par le tribunal correctionnel de
Hasselt à l'égard d'un supporter de football
condamné pour avoir incité à l'antisémitisme"
(n° 14606)
11
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
uitspraak van de correctionele rechtbank te
Hasselt
van
een
werkstraf
voor
een
voetbalsupporter die veroordeeld werd wegens
het aanzetten tot Jodenhaat" (nr. 14606)
11
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la musique
nazie" (n° 14613)
13
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over
"nazistische muziek" (nr. 14613)
13
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
manque de magistrats néerlandophones à
Bruxelles" (n° 14617)
13
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
tekort aan Nederlandstalige magistraten in
Brussel" (nr. 14617)
13
Orateurs:
Bart
Laeremans,
Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart
Laeremans,
Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
13
MARS
2007
Matin
______
van
DINSDAG
13
MAART
2007
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 34 sous la
présidence de M. Tony Van Parys.
De vergadering wordt geopend om 10.34 uur en
voorgezeten door de heer Tony Van Parys.
01 Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
nombre important de dossiers de viol classés
sans suite" (n° 14531)
01 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het hoge aantal verkrachtingszaken zonder
gevolg" (nr. 14531)
01.01 Hilde Vautmans (VLD) : À l'heure actuelle,
43 % de l'ensemble des dossiers de viol sont
classés sans suite à défaut de preuves ou parce
que l'auteur est inconnu. Seulement 17 % des
dossiers sont renvoyés devant le juge pénal. Le
traumatisme est ainsi plus lourd encore à assimiler
pour les victimes.
Pourquoi les dossiers de viol sont-ils classés sans
suite aussi fréquemment ? Quelle est la priorité
accordée aux dossiers de viol ? Comment les
victimes sont-elles informées et accompagnées
lorsque le dossier est classé sans suite ? Où en est
le projet pilote annoncé relatif à la castration
chimique ?
01.01 Hilde Vautmans (VLD): Momenteel wordt
43
procent
van
alle
verkrachtingszaken
geseponeerd bij gebrek aan bewijzen of omdat de
dader onbekend blijft. Slechts 17 procent wordt naar
de strafrechter verwezen. Dit maakt de verwerking
van het trauma voor de slachtoffers nog eens zo
zwaar.
Waarom worden verkrachtingszaken zo vaak
geseponeerd? Welke prioriteit wordt verleend aan
verkrachtingsdossiers? Hoe worden de slachtoffers
bij sepot geïnformeerd en begeleid? Hoever staat
het met het beloofde proefproject inzake chemische
castratie?
01.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais) : De nombreux dossiers de viol font
l'objet d'un classement sans suite, parce qu'il
s'avère impossible de trouver l'auteur des faits,
malgré tous les efforts d'investigation. Il s'agit
cependant d'un classement sans suite provisoire,
qui peut être levé lorsque de nouveaux éléments
apparaissent. Par ailleurs, 86 % des dossiers de
viol sont classés sans suite pour des raisons
techniques, donc à défaut d'éléments à charge.
Tous les parquets accordent la priorité absolue aux
dossiers de viol. Dans tout dossier de viol, le
parquet informe la victime de l'existence du service
d'aide aux victimes. Les victimes sont informées
d'un classement sans suite par le parquet lui-même
ou par le service d'aide aux victimes, qui se charge
le cas échéant de l'accompagnement ultérieur de la
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Veel verkrachtingszaken worden geseponeerd
omdat
er
ondanks
de
geleverde
onderzoeksinspanningen geen dader kan worden
gevonden. Het betreft uiteraard een voorlopig sepot,
dat kan worden opgeheven wanneer er nieuwe
elementen opduiken. Verder wordt 86 procent van
de verkrachtingszaken geseponeerd om technische
redenen, dus een gebrek aan bezwarende
elementen.
Alle parketten geven absolute prioriteit aan
verkrachtingszaken. Bij elke verkrachtingszaak
informeert het parket het slachtoffer over het
bestaan van de dienst slachtofferhulp. De
slachtoffers worden geïnformeerd over het
seponeren door het parket zelf of door de dienst
slachtofferhulp, die desgewenst ook voor de
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
victime.
verdere begeleiding instaat.
(En français) Une information de qualité et des
mesures en faveur de la victime sont absolument
nécessaires.
Je n'ai jamais parlé d'un projet-pilote « castration
chimique ». La castration chimique se pratique en
Belgique mais en liberté thérapeutique, et ses
résultats restent sujets à caution. En outre, elle
n'empêche nullement d'autres types de violence.
L'injonction thérapeutique de la castration chimique
est un problème beaucoup plus délicat dont il faut
discuter avec le Comité national de bioéthique. La
difficulté vient à la fois de la liberté thérapeutique et
des effets extrêmement incertains sur le risque de
récidive.
Quant aux projets-pilotes, ils concernent le
traitement en prison des délinquants sexuels et
débuteront prochainement à Marneffe, Paifve,
Merksplas et Bruges. Dans ce cadre, les médecins
conservent leur liberté thérapeutique. Ce qui est
particulier, c'est que nous commençons un travail
en prison avant d'aborder le processus de
réinsertion.
Bien entendu, dès que je disposerai des données
sur les projets-pilotes, je ne manquerai pas de
revenir vers vous.
(Frans) Het is absoluut noodzakelijk het slachtoffer
goed te informeren en te begeleiden.
Ik had het nooit over een proefproject inzake
chemische castratie. Van chemische castratie wordt
in ons land enkel gebruik gemaakt in het kader van
de therapeutische vrijheid en de resultaten blijven
twijfelachtig. Bovendien voorkomt chemische
castratie geen andere vormen van geweld.
Gebruik maken van chemische castratie bij wijze
van therapeutische dwangmaatregel is een veel
delicater probleem, dat met het nationaal comité
voor bio-ethiek moet worden besproken. Dat heeft
zowel te maken met de therapeutische vrijheid als
met de volstrekt onzekere resultaten wat het risico
op herhaling betreft.
De proefprojecten betreffen de behandeling van
seksuele delinquenten in de gevangenis en zullen
binnenkort van start gaan in Marneffe, Paifve,
Merksplas en Brugge. De artsen zullen in het kader
van die projecten hun therapeutische vrijheid
behouden. Het bijzondere is dat al met de
behandeling wordt gestart in de gevangenis, voor
het re-integratieproces van start gaat.
Zodra ik over meer informatie beschik met
betrekking tot de proefprojecten, zal ik u die
uiteraard bezorgen.
01.03 Hilde Vautmans (VLD) : Le pourcentage
d'affaires de viol classées sans suite demeure
honteusement élevé. Il convient de consentir
davantage d'efforts pour retrouver les auteurs et
pour qu'ils soient effectivement condamnés.
Je continue à insister pour que soit mené un projet
pilote spécifique de castration chimique. En
Belgique, la méthode n'est appliquée que très
occasionnellement et uniquement dans un cadre
thérapeutique, avec l'accord de l'auteur. Dans les
pays voisins, la castration chimique est appliquée
de manière bien plus régulière, avec des résultats
encourageants.
01.03 Hilde Vautmans (VLD): Het blijft schrijnend
dat
het
percentage
geseponeerde
verkrachtingszaken zo hoog ligt. Er moeten meer
inspanningen worden geleverd om de daders te
vinden en ook effectief te veroordelen.
Ik blijf aandringen op een specifiek proefproject
inzake chemische castratie. In België wordt dit
slechts
occasioneel
toegepast
en
enkel
therapeutisch, na instemming van de dader. In de
buurlanden wordt chemische castratie veel vaker en
in veel meer gevallen toegepast en de resultaten
zijn veelbelovend.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
réquisition d'un médecin pour effectuer un test
sanguin chez un conducteur sous l'influence de
l'alcool" (n° 14360)
02 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de opvordering van een arts voor een
bloedproef bij alcoholgeïntoxiceerde bestuurders
in het verkeer" (nr. 14360)
02.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : La réquisition 02.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Vooral 's
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
d'un médecin pour effectuer un test sanguin chez
un conducteur sous l'influence de l'alcool pose
souvent des problèmes, surtout la nuit et les week-
ends. En cause, non seulement la préférence
affichée par les médecins pour la prise en charge
de patients malades par opposition aux chauffeurs
sains en état d'ébriété, mais également, le retard
avec lequel les médecins sont payés pour ces
interventions. De plus, depuis l'abrogation de la loi
du 1
er
juin 1849 par la loi-programme du 27
décembre 2006, les services de police ne
disposeraient semble-t-il plus d'aucune base
juridique pour réquisitionner des médecins.
La ministre a-t-elle connaissance de ces
problèmes ? Quelles mesures prendra-t-on pour
accélérer le paiement des médecins ? Les services
de police peuvent-ils se fonder sur une autre base
juridique
lorsqu'un
médecin
n'entend
pas
intervenir ?
nachts en tijdens het weekend zijn er vaak
problemen als een arts moet opgevorderd worden
voor het afnemen van een bloedproef bij een
dronken bestuurder. De reden hiervoor is niet alleen
dat artsen zich liever bezighouden met zieke
patiënten dan met gezonde, dronken bestuurders,
maar ook dat zij bijzonder laat uitbetaald worden
voor deze interventies. Daarbij zouden de
politiediensten sinds de opheffing van de wet van 1
juni 1849 door de programmawet van 27 december
2006 geen juridische basis meer hebben om artsen
op te vorderen.
Is de minister op de hoogte van deze problemen?
Welke maatregelen zullen er worden genomen om
de uitbetaling van de artsen te versnellen? Bestaat
er een alternatieve juridische basis waarop
politiediensten zich kunnen beroepen wanneer een
arts niet wil komen?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Je n'avais pas connaissance de ce
problème. Le collège des procureurs généraux m'a
indiqué que la réquisition de médecins pour
l'exécution d'analyses de sang ne pose pas de
problème. Je puis également comprendre que les
médecins préfèrent se pencher sur le cas de leurs
patients malades que procéder à une analyse de
sang chez un conducteur ivre mais leur présence
est requise à ce test et est par ailleurs socialement
utile.
La réquisition est légalement basée sur les articles
63 et 64 de la loi relative à la police de la circulation
routière.
Il n'est pas question d'un arriéré dans le cadre du
paiement des notes de frais mais il est vrai que la
procédure est relativement longue dans son
ensemble. Les parquets envoient une fois par mois
les notes de frais au Service des frais de justice, qui
ne peut donner l'ordre de paiement au
SPF Finances qu'après avoir effectué un contrôle
interne. Cette procédure de contrôle est toutefois
nécessaire à une gestion efficace des finances
publiques.
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Deze problematiek was me niet bekend. Het
College van procureurs-generaal heeft me laten
weten dat er geen problemen zijn met het
opvorderen van artsen om een bloedonderzoek uit
te voeren. Ik begrijp ook wel dat artsen zich liever
buigen over hun zieke patiënten dan een bloedproef
te doen bij een dronken autobestuurder, maar hun
aanwezigheid bij die proef is nu eenmaal
noodzakelijk en bovendien maatschappelijk nuttig.
De wettelijke basis voor de opvordering zijn de
artikelen 63 en 64 van de wegverkeerswet.
Bij de uitbetaling van de onkostennota's is er geen
sprake van een achterstand. Wel is het zo dat de
hele procedure vrij veel tijd in beslag neemt. De
parketten sturen één maal per maand de
onkostennota's
door
naar
de
dienst
Gerechtskosten, die pas na een interne controle de
betalingsopdracht kan geven aan de FOD
Financiën. Deze controleprocedure is echter nodig
voor een goed beheer van de openbare financiën.
02.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : Ma question
est manifestement un peu prématurée et la ministre
et le collège des procureurs généraux n'ont pas
encore pris conscience de l'importance du
problème, ce qu'ils feront prochainement, j'en suis
convaincu. La lutte contre l'intoxication alcoolique
au volant faisait d'ailleurs partie des priorités des
précédents états généraux des victimes de la route.
Les problèmes rencontrés par les agents lors de la
02.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Blijkbaar kom
ik iets te vroeg met deze vraag en is de ernst van dit
probleem nog niet doorgedrongen tot de minister en
het College van procureurs-generaal. Ik ben ervan
overtuigd dat dit in de nabije toekomst zeker zal
gebeuren. De strijd tegen alcoholintoxicatie bij
verkeersdeelnemers was trouwens een van de
prioriteiten van de voorbije staten-generaal van de
verkeersslachtoffers. De problemen die agenten
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
réquisition de médecins pour l'exécution d'une
analyse de sang pourraient avoir un effet
démotivant, ce que nous devons éviter.
ervaren bij het opvorderen van artsen voor het
uitvoeren van een bloedproef, zouden wel eens
kunnen knabbelen aan hun motivatie en dat moeten
we vermijden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'instauration du 'trans-pv'" (n° 14476)
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de invoering van het 'trans-pv' " (nr. 14476)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : Les
compagnies d'assurances restent confrontées à
des problèmes pour indemniser rapidement les
dommages corporels et matériels des victimes
d'accidents de la route et de leurs familles. Les
magistrats tardent en effet à transmettre les
données des procès-verbaux et se montrent même
souvent très récalcitrants en la matière. La Justice
refuse de surcroît l'introduction du système trans-pv
alors que le collège des procureurs généraux et la
Commission pour la protection de la vie privée n'y
voient aucune objection et qu'un projet de loi aurait
même déjà été élaboré.
Si l'on en croit le secteur des assurances, la
transposition de la cinquième directive européenne
en droit belge prévue d'ici le 21 juin 2007 devrait
entraîner l'introduction du système trans-pv. Ce
système est déjà appliqué depuis plusieurs années
avec succès notamment en France, aux Pays-Bas
et en Allemagne.
Pourquoi la Justice se montre-t-elle aussi réticente
vis-à-vis de l'introduction d'un système trans-pv, qui
permettrait d'indemniser beaucoup plus rapidement
les victimes des accidents de la route et leurs
proches ? Si la ministre devait donner à la
cinquième directive une autre interprétation que le
secteur des assurances, serait-elle disposée, dans
ce cas, à introduire le système trans-pv par le biais
d'une loi ?
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): De
verzekeringen kampen nog altijd met problemen om
verkeersslachtoffers en hun families snel te
vergoeden voor de geleden lichamelijke en
stoffelijke schade. De gegevens van het proces-
verbaal worden namelijk bijzonder traag ter
beschikking gesteld door de magistraten, die hierbij
bovendien al te vaak een weigerachtige houding
aannemen. Op de koop toe wil Justitie niet ingaan
op de invoering van een zogenaamd trans-pv, terwijl
zowel het College van procureurs-generaal als de
Commissie voor de Bescherming van de
persoonlijke levenssfeer hierin geen graten zien en
er zelfs al een ontwerp van wet zou zijn opgesteld.
Volgens de verzekeringssector zou de tegen 21 juni
2007 in nationaal recht om te zetten vijfde Europese
richtlijn de invoering van een trans-pv impliceren.
Het systeem wordt trouwens al jaren met succes
gehanteerd in onder meer Frankrijk, Nederland en
Duitsland.
Waarom neemt Justitie een weigerachtige houding
aan ten aanzien van de invoering van een trans-pv,
dat verkeersslachtoffers en hun nabestaanden veel
sneller dan nu zou laten vergoeden? Als de minister
de vijfde Europese richtlijn anders zou interpreteren
dan de verzekeringssector, is zij dan alsnog bereid
het trans-pv bij wet in te voeren?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le 23 juillet 1999, la Commission de
la protection de la vie privée a rendu un avis
défavorable à propos du projet « trans-pv » de
l'époque.
Ses
objections
concernaient
la
compétence des signataires du projet et
l'incompatibilité de ce dernier avec la législation sur
la protection de la vie privée. Le projet de loi auquel
M. Van den Bergh fait allusion n'était d'ailleurs pas
conforme non plus à cet avis.
Il va de soi que je suis en faveur d'un règlement
rapide des indemnités dues aux victimes des
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De Commissie voor de Bescherming van de
persoonlijke levenssfeer heeft op 23 juli 1999 een
ongunstig advies uitgebracht over het toenmalig
project trans-pv. Ze formuleerde bezwaren met
betrekking
tot
de
bevoegdheid
van
de
ondertekenaars ervan en de onverzoenbaarheid
met de privacywetgeving. Het wetsontwerp waarop
de heer Van den Bergh alludeert, zat trouwens
evenmin op de lijn van dat advies.
Het spreekt vanzelf dat ook ik voorstander ben van
een vlotte uitbetaling van schadevergoedingen voor
verkeersslachtoffers. Dat dit nu niet zo is, heeft
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
accidents de la route. Le fait qu'il n'en soit pas ainsi
actuellement n'a rien à voir avec une quelconque
forme de lenteur ou de réticence de la part de la
magistrature pour transmettre des données
contenues dans le procès-verbal, comme le prétend
M. Van den Bergh. Le fait est que, conformément à
l'article
28quinquies
du
Code
d'instruction
criminelle, l'information judiciaire est secrète. Même
l'introduction d'un « trans-pv » ne permettra jamais
d'éviter que les compagnies d'assurance aient
tendance à attendre le résultat définitif de
l'information avant de procéder au paiement
d'indemnités qui sortent du cadre de la
responsabilité objective. Déjà maintenant, une fois
que l'information est clôturée, le parquet
communique sa décision aux assureurs, pour
autant que ceux-ci se soient signalés au parquet.
Quoi qu'il en soit, l'impact d'un éventuel « trans-pv »
dans des dossiers où des assureurs refusent, pour
une raison ou une autre, de payer des indemnités,
restera marginal.
Le 28 septembre 2006, on a demandé à la
Commission européenne comment il convenait
d'interpréter la cinquième directive européenne et
l'article 6bis en particulier , mais la Commission
n'a pas encore réagi. Quand nous aurons cette
réponse, il faudra donner une certaine orientation
au projet « trans-pv ». À ce stade, il n'est pas
encore possible de fixer un calendrier.
niets te maken met enige vorm van traagheid en
weigerachtigheid vanwege de magistratuur om
gegevens uit het proces-verbaal ter beschikking te
stellen, zoals de heer Van den Bergh beweert.
Artikel 28quinquies van het Wetboek van
strafvordering bepaalt nu eenmaal dat het
opsporingsonderzoek geheim is. Zelfs de invoering
van een trans-pv zal nooit kunnen vermijden dat
verzekeringsmaatschappijen geneigd zullen zijn het
definitief resultaat van het onderzoek af te wachten
voor zij overgaan tot de uitbetaling van
schadevergoedingen die niet ressorteren onder de
objectieve aansprakelijkheidsregeling. Vandaag is
het al zo dat het parket bij afsluiting van het
onderzoek zijn beslissing meedeelt aan de
verzekeraars, ten minste voor zover deze zich bij
het parket hebben gemeld. De impact van een
eventueel trans-pv op dossiers waarin de
verzekeraars om een of andere reden weigeren te
betalen, zal hoe dan ook marginaal blijven.
Op 28 september 2006 werd er aan de Europese
Commissie gevraagd hoe de vijfde Europese
richtlijn - en dan in het bijzonder artikel 6bis - moest
worden geïnterpreteerd, maar de Commissie heeft
op deze vraag nog niet gereageerd. Wanneer dit
antwoord er is, zal een bepaalde invulling moeten
worden gegeven aan het project trans-pv. Er kan
nog geen timing voorop worden gesteld.
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : Je constate
que la ministre n'est pas très favorable au système
de « trans-pv », qui a pourtant déjà fait ses preuves
à l'étranger. Je sais bien que le problème ne
concerne qu'un nombre limité d'accidents, mais il
s'agit généralement des accidents les plus graves
et les plus dramatiques, qui font l'objet de longues
enquêtes.
J'appelle la ministre à se pencher, avec M.
Verwilghen, sur cette question et à envisager
l'instauration du trans-pv, conformément aux
recommandations des derniers états généraux.
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik stel vast dat
de minister geen grote voorstander is van het
systeem van het trans-pv. In het buitenland heeft
het zijn nut nochtans al ruimschoots bewezen. Ik
besef wel dat het probleem maar bestaat bij een
klein aantal ongevallen, maar het zijn dan wel vaak
de zwaarste en de meest dramatische, waarbij het
onderzoek heel lang aansleept.
Ik roep de minister op om zich, samen met minister
Verwilghen, te buigen over deze problematiek en de
invoering van een trans-pv te overwegen, conform
de aanbevelingen van de voorbije staten-generaal.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Dylan Casaer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
détention préventive" (n° 14485)
04 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
voorlopige hechtenis" (nr. 14485)
04.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : Environ 35 %
des personnes détenues dans les prisons de notre
pays sont en détention préventive. Comparé aux
pays voisins, ce pourcentage est assez élevé. Bien
que la détention préventive soit par définition une
mesure d'exception, cette caractéristique ne se
reflète pas dans les chiffres. Le gouvernement s'est
04.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Circa 35 procent
van wie in ons land in de gevangenis verblijft, zit in
voorlopige hechtenis. Dat cijfer ligt vrij hoog in
vergelijking met de buurlanden. Voorlopige
hechtenis
is
per
definitie
een
uitzonderingsmaatregel, maar dit weerspiegelt zich
zeker niet in de cijfers. De regering heeft zich in
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
penché sur le problème en 2005 et en 2006 et a
apporté plusieurs modifications à la procédure.
Ainsi, le SPF Justice doit désormais envoyer aux
juges d'instruction et chambres du conseil un
rapport mensuel sur les mandats d'arrêt.
Ce feed-back a-t-il lieu ?
Respecte-t-on l'obligation d'achever dans le mois
les enquêtes sociales sur lesquelles les magistrats
fondent leur décision ?
Les modifications apportées à la procédure font-
elles l'objet d'une évaluation ? Ces adaptations ont-
elles un impact positif ?
La ministre peut-elle donner un aperçu du nombre
de mandats d'arrêt délivrés par arrondissement ?
Combien de personnes en détention préventive
sont-elles incarcérées pendant une période
dépassant six mois ?
2005 en 2006 over deze problematiek gebogen en
een aantal wijzigingen aan de procedure
aangebracht. Zo moet de FOD Justitie voortaan een
maandelijks verslag inzake de aanhoudingsbevelen
sturen naar de onderzoeksrechters en raadkamers.
Wordt deze feedback gegeven?
Wordt de eis gerespecteerd dat de sociale
onderzoeken waarop de magistraten hun beslissing
baseren, binnen de maand moeten zijn afgerond?
Worden de aanpassingen aan de procedure
geëvalueerd? Hebben de aanpassingen een
positieve impact?
Kan de minister een overzicht geven van het aantal
aanhoudingsbevelen per arrondissement?
Hoeveel personen die in voorlopige hechtenis zitten,
worden langer dan zes maanden vastgehouden?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Les données mensuelles relatives
aux mandats d'arrêt sont transmises aux autorités
judiciaires depuis octobre 2006. La loi du 28
décembre 2006 sur le " business process
reengineering " (BPR) des maisons de justice
modifie la loi relative à la détention préventive et
insère la possibilité d'ordonner une enquête sociale
aux maisons de justice, ces dernières devant
toujours donner la priorité à ces enquêtes de
manière à pouvoir les achever dans le mois. Dans
les prochains mois, le personnel dirigeant des
maisons de justice suivra une formation à
l'utilisation d'instruments de gestion de façon à
pouvoir assurer un suivi minutieux de l'exécution
des missions.
L'impact de la loi de mai 2005 sur les mandats
d'arrêt n'a pas encore été étudié. Les premières
analyses laissent apparaître une diminution du
nombre de mandats d'arrêt au cours des premiers
mois suivant la publication de la loi. Le nombre de
mandats d'arrêt est passé de 1024 unités en
octobre 2006 à 866 en janvier 2007. Ces données
sont purement indicatives. Il ne sera possible de
tirer de réelles conclusions qu'à la suite d'une
analyse portant sur plusieurs années.
La dernière analyse réalisée à grande échelle sur la
détention préventive a été effectuée par l'lnstitut
National de Criminalistique et de Criminologie
(INCC) et a été achevée le 31 mars 2005. En 2003,
la durée moyenne de la détention préventive ne
dépassait pas 63 jours et, dans la moitié des cas,
48 jours. La durée maximale était de 446 jours. Une
enquête actualisée nécessite plusieurs mois de
travail.
Mon
administration
donnera
aussi
rapidement que possible un état des lieux actualisé
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De maandelijkse cijfers van de aanhoudingsbevelen
worden sinds oktober 2006 aan de gerechtelijke
autoriteiten bezorgd. De wet business process
reengineering (BPR) van de justitiehuizen van 28
december 2006 wijzigt de wet op de voorlopige
hechtenis en voert de mogelijkheid in om een
maatschappelijk onderzoek te vragen aan de
justitiehuizen, die er steeds voorrang aan moeten
geven, zodat het onderzoek afgerond kan worden
binnen de termijn van één maand. In de komende
maanden krijgen de leidinggevenden van de
justitiehuizen een opleiding in het gebruik van
beheersinstrumenten, waardoor ze de uitvoering
van de opdrachten op de voet moeten kunnen
volgen.
De impact van de wet van mei 2005 over de
aanhoudingsbevelen werd nog niet onderzocht. Uit
de eerste analyses blijkt dat het aantal
aanhoudingsbevelen is afgenomen in de eerste
maanden na de publicatie. Sinds oktober 2006 is
het aantal aanhoudingsbevelen afgenomen van
1024 tot 866 in januari 2007. Deze cijfers vormen
slechts een indicatie. Er kunnen pas echte
conclusies worden getrokken na een analyse over
meerdere jaren.
De laatste grootschalige analyse over de voorlopige
hechtenis werd uitgevoerd door het Nationaal
Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC)
en werd afgerond op 31 maart 2005. In 2003
bedroeg de gemiddelde duur van de voorlopige
hechtenis niet meer dan 63 dagen en in de helft van
de gevallen niet meer dan 48 dagen. De
maximumduur
bedroeg
446
dagen.
Een
geactualiseerd
onderzoek
vergt
meerdere
maanden. Naar aanleiding van drie schriftelijke
vragen zal mijn administratie zo snel mogelijk een
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
en réponse à trois questions écrites.
geactualiseerde stand van zaken geven.
04.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : J'espère que
l'enquête sera clôturée rapidement. Il est important
de lancer un signal à la magistrature indiquant que
la détention préventive doit être une exception et
qu'elle ne peut être utilisée à d'autres fins. A l'heure
actuelle, 35 % des détenus sont en détention
préventive. Si ce taux diminuait, la capacité des
prisons augmenterait.
04.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Ik hoop dat het
onderzoek snel zal worden afgerond. Het is
belangrijk dat er een signaal wordt gegeven aan de
magistratuur dat de voorlopige hechtenis een
uitzondering moet zijn en dat het niet gebruikt mag
worden voor andere doeleinden. Op dit moment zit
35 procent van de gevangenen in voorlopige
hechtenis. Als dat zou verminderen, dan zal er meer
capaciteit in de gevangenissen zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Dylan Casaer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
collaboration avec le gouvernement flamand
dans le cadre de la mise en oeuvre du Plan
stratégique en matière d'aide et de service et de
la loi Dupont" (n° 14486)
05 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
samenwerking met de Vlaamse regering inzake
het uitvoeren van het Strategisch Plan hulp- en
dienstverlening en de wet-Dupont" (nr. 14486)
05.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : En décembre
2000 le gouvernement flamand a approuvé un plan
stratégique visant à améliorer l'assistance et le
service aux détenus. Il s'agit en l'occurrence de
compétences flamandes telles que le bien-être,
l'enseignement, le sport et la détente. Une bonne
collaboration avec la Justice est importante pour la
réussite de ce plan. La Ligue des Droits de
l'Homme a également insisté sur ce point à la suite
des incidents survenus à Merksplas. Plusieurs
aspects de la loi Dupont concernent également les
compétences régionales.
Une concertation a-t-elle déjà été organisée avec
les Régions ? La collaboration entre la Justice et la
Communauté flamande en ce qui concerne le plan
stratégique est-elle évaluée ? Comment se déroule
la mise en oeuvre du plan stratégique ?
05.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): In december
2000 keurde de Vlaamse regering een strategisch
plan goed om de hulp- en dienstverlening aan
gevangenen te verbeteren. Het gaat hier over
Vlaamse bevoegdheden zoals welzijn, onderwijs,
sport en ontspanning. Een goede samenwerking
met Justitie is belangrijk om hierin te slagen. De
Liga voor de Mensenrechten heeft daar naar
aanleiding van de incidenten in Merksplas ook op
aangedrongen. Ook een aantal aspecten van de
wet-Dupont heeft een verband met de regionale
bevoegdheden.
Werd daarover al overlegd met de regio's? Wordt
de samenwerking tussen Justitie en de Vlaamse
Gemeenschap
over
het
strategisch
plan
geëvalueerd? Hoe verloopt de implementatie van
het strategisch plan?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Une concertation a eu lieu avec les
Régions sur l'élargissement du plan stratégique aux
prisons de Gand et d'Hasselt. La ministre flamande
Mme Vervotte a été consultée en ce qui concerne la
collaboration en matière d'assistance et de service
dans les prisons. L'application du plan stratégique
est systématiquement contrôlée par le groupe de
travail supralocal, composé de représentants de la
Justice et de la Communauté flamande. Un rapport
d'évaluation est établi chaque année.
Le plan stratégique a déjà été mis en oeuvre dans
huit prisons. Les missions de chacun doivent être
définies clairement et la Justice et la Communauté
flamande doivent se concerter régulièrement. Il faut
par ailleurs que l'offre corresponde à la demande
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Er werd met de Gewesten overlegd over de
uitbreiding van het strategisch plan naar de
gevangenissen van Gent en Hasselt. Met Vlaams
minister Vervotte werd overlegd over de
samenwerking in verband met het hulp- en
dienstverleningsaanbod in de gevangenissen. De
toepassing van het strategisch plan wordt
regelmatig opgevolgd door de bovenlokale
werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers
van Justitie en van de Vlaamse Gemeenschap.
Jaarlijks wordt er een evaluatierapport opgesteld.
Het strategisch plan werd al in acht gevangenissen
geïmplementeerd. Het is belangrijk dat er een
duidelijke taakafbakening is en dat er regelmatig
overleg is tussen Justitie en de Vlaamse
Gemeenschap. Ook is het belangrijk dat het aanbod
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
des détenus.
aansluit op de vraag van de gedetineerden.
05.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : La ministre a
raison de dire que chacun doit faire son travail sur
le terrain qui est le sien. L'offre de distractions, de
possibilités sportives et culturelles dans les prisons
peut être améliorée et est importante pour la
cohabitation au sein des prisons.
05.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): De minister heeft
gelijk dat ieder op zijn terrein zijn werk moet doen.
Het aanbod van onder meer ontspanning, sport en
cultuur in de gevangenissen kan verbeterd worden
en is belangrijk voor het samenleven in de
gevangenissen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Servais Verherstraeten à la
vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "la destination de terrains pollués lors de la
clôture d'une faillite" (n° 14523)
06 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de vice-eersteminister en minister van Justitie
over "de bestemming van vervuilde gronden bij
de sluiting van een faillissement" (nr. 14523)
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : La loi sur
les faillites prévoit qu'après une faillite, le tribunal
peut prononcer la clôture, si les frais de gestion et
de liquidation ne peuvent être couverts. Cette
décision entraîne la dissolution de la personne
morale.
Qui devient dans ce cas de figure le propriétaire des
terrains pollués qui ne peuvent être vendus ? Quelle
est la base juridique de cette procédure et comment
doit-elle être menée ?
06.01 Servais Verherstraeten (CD&V): De
faillissementswet bepaalt dat de rechtbank na een
faillissement de sluiting kan uitspreken als de
kosten van beheer en vereffening niet gedekt
kunnen worden. Hierdoor wordt de rechtspersoon
ontbonden.
Wie wordt dan de eigenaar van vervuilde gronden
die niet kunnen worden verkocht? Wat is de
juridische grondslag daarvan en hoe moet de
procedure worden afgehandeld?
06.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais) : La procédure de clôture de la faillite
vise à rétablir, dans les plus brefs délais, les
conditions de compétitivité normales sur le marché.
Conformément à la loi de 1997, la personne morale
est alors dissoute. Le problème des terrains pollués
d'une société faillie qui ne peuvent être mis en
vente, devrait être réglé par la réglementation
régionale relative à l'assainissement de terrains. Il
ne m'appartient pas de me prononcer à ce sujet.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Via de procedure van sluiting van het faillissement
is het de bedoeling om zo snel mogelijk de normale
concurrentievoorwaarden op de markt te herstellen.
Volgens de wet van 1997 wordt dan de
rechtspersoon ontbonden. Het probleem van
vervuilde gronden van een failliete onderneming die
niet kunnen worden verkocht, zou geregeld moeten
worden door de gewestelijke reglementering inzake
de sanering van gronden. Het is niet aan mij om mij
daarover uit te spreken.
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : Cela ne
résout pas le problème. La Région flamande me
signale qu'il y a un problème. Le décret sur
l'assainissement du sol ne permet pas de
déterminer qui est le propriétaire d'un terrain après
la dissolution d'une société. Cette question devrait
être réglée dans le cadre du droit de propriété. Il
s'agit d'un problème juridique, qui requiert une
solution fédérale et non régionale.
06.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Hiermee
wordt het probleem niet opgelost. Ik heb signalen
ontvangen van het Vlaamse Gewest dat er een
probleem is. Het decreet bodemsanering kan niet
bepalen wie de eigenaar is na de ontbinding van
een vennootschap. Dat moet bepaald worden in het
eigendomsrecht. Dit is een juridisch probleem, dat
federaal moet worden opgelost en niet regionaal.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Valérie Déom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
tolérance zéro pour les agressions dans les
trains" (n° 14525)
07 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
nultolerantie voor agressie op de trein"
(nr. 14525)
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
07.01 Valérie Déom (PS) : Les accompagnateurs
de trains ont mené des actions, le 20 février dernier,
sur les lignes du Sud du pays, pour dénoncer les
agressions dont ils sont régulièrement victimes, et
dont les usagers peuvent aussi être victimes.
Le procureur du Roi, interpellé à cette occasion, a
indiqué que le parquet appliquerait désormais la
tolérance zéro. De plus, le parquet de Namur allait
demander aux zones de police que ces dernières
avertissent systématiquement le parquet à chaque
agression d'un accompagnateur de train.
Vous avez invité les parquets à appliquer la
tolérance zéro pour les violences conjugales. La
même mesure pourrait-elle être prise pour les
agressions envers les accompagnateurs de train ?
07.01 Valérie Déom (PS): Op 20 februari
jongstleden voerden de treinbegeleiders actie op de
lijnen in het zuiden des lands om te protesteren
tegen het geweld waarvan zij regelmatig het
slachtoffer zijn, en waarvan ook de reizigers het
slachtoffer kunnen zijn.
De
procureur
des
Konings,
die
hierover
geïnterpelleerd werd, liet weten dat het parket
voortaan een nultolerantie aan de dag zou leggen.
Bovendien zou het parket van Namen de
politiezones vragen het parket systematisch in te
lichten in geval van geweldpleging tegen een
treinbegeleider.
U heeft de parketten verzocht een nultolerantie te
hanteren voor partnergeweld. Kan er geen
soortgelijke maatregel worden genomen voor
geweld tegen treinbegeleiders?
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) : Il
faut être extrêmement proactif pour empêcher des
agressions dans les transports. Sur ma proposition,
fut prise une initiative législative qui permet
d'aggraver les peines pour des faits de violence
commises sur des personnes qui travaillent dans le
transport public.
D'autre part, le collège des procureurs généraux
étudie actuellement l'opportunité d'édicter des
directives générales pour tous les parquets.
Je viendrai vers vous dès que nous aurons les
conclusions de cette réflexion.
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Om
geweld in vervoermiddelen tegen te gaan moet
uiterst proactief te werk gegaan worden. Op mijn
voorstel heeft de wetgever een initiatief genomen
teneinde zwaardere straffen te kunnen uitspreken
voor geweldpleging tegen personen die werkzaam
zijn in het openbaar vervoer.
Het college van procureurs-generaal onderzoekt
momenteel of het opportuun is algemene richtlijnen
uit te vaardigen voor alle parketten.
Zodra we de conclusies van dat onderzoek hebben,
kom ik u op de hoogte brengen.
07.03 Valérie Déom (PS) : Je ne manquerai pas
de
relayer
votre
réponse
auprès
des
accompagnateurs de trains, qui s'en féliciteront
certainement.
07.03 Valérie Déom (PS): Ik zal de
treinbegeleiders inlichten over uw antwoord, waar
ze stellig zeer blij mee zullen zijn.
Président: Servais Verherstraeten, président.
Voorzitter: Servais Verherstraeten, voorzitter.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
règlement collectif de dettes" (n° 14595)
08 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"de collectieve schuldenregeling" (nr. 14595)
08.01 Tony Van Parys (CD&V) : Le gouvernement
a résilié le contrat conclu avec la société qui devait
mener à bien le projet d'informatisation de la
Justice. Or, le 1
er
septembre, le règlement collectif
de dettes sera transféré du juge des saisies aux
juridictions du travail. Si les tribunaux du travail ne
sont pas informatisés à cette date, ils risquent d'être
submergés par la paperasse. C'est ainsi que le
greffe du tribunal du travail de Gand envoie
actuellement 4.000 plis judiciaires par an. Après le
08.01 Tony Van Parys (CD&V): De regering heeft
het contract opgezegd met het bedrijf dat het
informatiseringsproject van Justitie tot een goed
einde moest brengen. Op 1 september wordt echter
de collectieve schuldenregeling overgeheveld van
de beslagrechter naar het arbeidsgerecht. Indien de
arbeidsrechtbanken
tegen
die
datum
niet
geïnformatiseerd zijn, dreigen zij in een papierberg
te verdrinken. Op dit ogenblik worden er
bijvoorbeeld 4.000 gerechtsbrieven per jaar
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
transfert de compétences, ce chiffre serait porté à
quelque 34.000 !
Quelles sont les conséquences de l'échec du projet
Phenix pour le transfert du règlement collectif de
dettes aux tribunaux du travail ?
verstuurd door de griffie van de arbeidsrechtbank
van Gent. Na de overheveling zou dat aantal stijgen
tot liefst 34.000!
Wat zijn de gevolgen van de mislukking van het
Phenix-project voor de overheveling van de
collectieve
schuldenregeling
naar
de
arbeidsrechtbanken?
08.02
Laurette
Onkelinx,
ministre
(en
néerlandais) : Le gouvernement s'est engagé à ce
que le transfert soit effectué au moment où Phénix
serait opérationnel dans les tribunaux du travail. Le
calendrier de mise en oeuvre de Phénix avait été
adapté en ce sens.
La rupture du contrat avec Unisys exige dès lors de
prendre des mesures urgentes.
Les tribunaux du travail disposent déjà du matériel
nécessaire. J'ai demandé à mon administration de
donner la priorité, en collaboration avec Fedict, au
développement de l'application, soit en interne soit
en faisant appel à une entreprise externe.
Le transfert des dossiers aux tribunaux du travail
prévu pour le 1
er
septembre ne concerne que les
nouveaux dossiers, ce qui ne devrait entraîner
qu'une charge de travail relativement minime au
cours des premières semaines. Tout est néanmoins
mis en oeuvre pour être prêt le plus rapidement
possible, y compris en ce qui concerne les autres
mesures que nécessite ce transfert, notamment au
niveau des adaptations du cadre et de l'examen des
besoins en espace et bâtiments pour les différents
tribunaux du travail.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De regering heeft er zich toe verbonden dat de
overdracht zou gebeuren op het ogenblik dat
Phenix operationeel is in de arbeidsrechtbanken.
De agenda voor de uitwerking van Phenix werd ook
in die zin aangepast.
De verbreking van het contract met Unisys vereist
dan ook dringende maatregelen.
De arbeidsrechtbanken beschikken reeds over de
nodige hardware. Ik heb mijn administratie de
opdracht gegeven om, in samenwerking met Fedict,
voorrang te geven aan de ontwikkeling van de
applicatie, intern of door een beroep te doen op een
extern bedrijf.
Op 1 september worden overigens enkel de nieuwe
dossiers aan de arbeidsrechtbanken overgedragen,
zodat de werklast die dit in de eerste weken zal
veroorzaken, relatief gering zal zijn. Niettemin wordt
alles in het werk gesteld om zo snel mogelijk klaar
te zijn, ook met de overige maatregelen die voor
deze overdracht nodig zijn, zoals de aanpassingen
van het kader en het onderzoek naar de behoeften
aan ruimte en gebouwen van de verschillende
arbeidsrechtbanken.
08.03 Tony Van Parys (CD&V) : J'estime
personnellement qu'il est impossible d'être prêt pour
le 1
er
septembre. Et ce ne sont pas des paroles en
l'air. Cette affirmation repose sur un rapport
d'évaluation du projet datant d'il y a 15 jours dans
lequel on peut lire que l'application n'est même pas
encore prête pour une première phase de test. Les
droits intellectuels de ce projet appartiennent de
plus à Unisys et ne peuvent être transférés
purement et simplement à un nouveau contractant.
Nous sommes déjà à la mi-mars et les mois de
juillet et d'août ne se prêtent guère à la conduite de
tests. Je demande donc avec insistance à la
ministre de ne pas transférer le règlement collectif
de dettes tant que l'application ne sera pas prête,
ceci pour ne pas aggraver encore la situation des
personnes déjà en butte à des difficultés
financières.
08.03 Tony Van Parys (CD&V): Volgens mij is het
niet haalbaar om tegen 1 september klaar te zijn. Ik
zeg dat niet zomaar, ik baseer mij op een
evaluatierapport over het project van 14 dagen
geleden. Daarin staat dat de applicatie zelfs nog
niet klaar is voor een eerste testfase. Bovendien
beschikt Unisys over de intellectuele rechten en
kunnen die niet zomaar overgedragen worden aan
een nieuwe contractant. We zijn nu al half maart en
de maanden juli en augustus zijn ook een moeilijke
periode om tests uit te voeren. Ik vraag de minister
dan ook met aandrang om de collectieve
schuldenregeling niet over te hevelen zolang de
toepassing niet klaar is. Anders zullen mensen met
financiële moeilijkheden hiervan het slachtoffer
worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
09 Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
rançon payée après l'enlèvement de l'ex-premier
ministre, M. Vanden Boeynants" (n° 14601)
09 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
vice-eersteminister en minister van Justitie over
"het losgeld voor de ontvoering van ex-premier
Vanden Boeynants" (nr. 14601)
09.01 Tony Van Parys (CD&V) : Il semblerait que
la veuve de M. Patrick Haemers recevra une partie
de la rançon versée pour la libération de l'ancien
premier ministre M. Vanden Boeynants. Cette
situation heurte le sens de l'équité.
Cet argent ne peut-il - ou ne pouvait-il - être saisi ?
Il s'agit en fin de compte du produit d'un délit. L'État
belge
a-t-il
réclamé
cette
somme
en
dédommagement des préjudices subis à la suite
des délits commis par M. Haemers, notamment les
dégâts provoqués par l'explosion du véhicule de
transport de fonds GICM ?
09.01 Tony Van Parys (CD&V): De weduwe van
Patrick Haemers zou een deel krijgen van het
losgeld voor oud-premier Vanden Boeynants. Dit
botst natuurlijk met het rechtvaardigheidsgevoel.
Kunnen of konden deze geldsommen dan niet
verbeurdverklaard worden? Het gaat tenslotte om
de opbrengst van een misdrijf. Heeft de Belgische
Staat aanspraak gemaakt op deze geldsommen ter
vergoeding van de schade die hij geleden heeft ten
gevolge van Haemers' misdrijven, zoals de schade
aangericht bij de ontploffing van het GICM-
geldtransport?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
M. Van Parys, en tant qu'un ancien ministre de la
Justice, sait mieux que quiconque que je ne
dispose d'aucun pouvoir d'injonction relatif à une
confiscation ou à une saisie.
J'ai appris, comme lui, que le tribunal civil de
Bruxelles avait accordé à Denise Tyack une somme
d'argent qui proviendrait de l'enlèvement de M.
Vanden Boeynants. Je n'ai aucune possibilité
d'intervention en la matière mais j'ai demandé au
procureur du Roi de Bruxelles de me faire rapport et
de prendre toutes mesures utiles pour que les
victimes puissent être indemnisées. J'attends son
rapport.
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Als
voormalig minister van Justitie weet de heer Van
Parys beter dan wie ook dat ik over geen enkel
injunctierecht beschik met betrekking tot een
verbeurdverklaring of een beslag.
Ik heb net als hij vernomen dat de burgerlijke
rechtbank Denise Tyack een geldsom had
toegekend die afkomstig zou zijn van de ontvoering
van de heer Vanden Boeynants. Ik heb geen enkele
mogelijkheid om ter zake tussenbeide te komen,
maar heb de procureur des Konings van Brussel
gevraagd mij verslag uit te brengen en alle nodige
maatregelen te treffen met het oog op de
schadeloosstelling van de slachtoffers. Ik wacht op
zijn verslag.
09.03 Tony Van Parys (CD&V) : Je reviendrai sur
ce dossier, lorsque la ministre aura obtenu les
informations demandées. Le ministère public doit
épuiser toutes les possibilités pour confisquer cette
somme. Nous ne pouvons tout de même pas
accepter que les victimes ne seraient pas
dédommagées,
alors
que
les
coauteurs
s'approprieraient une partie du butin ?
09.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik zal hierop
terugkomen wanneer de minister de gevraagde
informatie ontvangen heeft. Het openbaar ministerie
moet de mogelijkheden om dit geld verbeurd te
laten verklaren, uitputten. We kunnen toch niet
aanvaarden dat de slachtoffers niet zouden vergoed
worden, terwijl mededaders met een deel van de
buit gaan lopen?
L'incident est clos.
Président : M. Tony Van Parys
Het incident is gesloten.
Voorzitter: Tony Van Parys
10 Question de M. Bert Schoofs à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
peine de travail prononcée par le tribunal
correctionnel de Hasselt à l'égard d'un supporter
de football condamné pour avoir incité à
l'antisémitisme" (n° 14606)
10 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over "de
uitspraak van de correctionele rechtbank te
Hasselt
van
een
werkstraf
voor
een
voetbalsupporter die veroordeeld werd wegens
het aanzetten tot Jodenhaat" (nr. 14606)
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
10.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : J'ai déjà
posé des questions écrites sur le cas d'un supporter
de football qui avait crié des slogans antisémites le
28 janvier 2004 à Hasselt lors d'un match
international de football en salle entre Israël et le
Maroc et incité d'autres supporters à faire de
même. L'enquête qui a été menée était limitée mais
il a pourtant fallu plus de trois ans pour qu'un
jugement soit prononcé. L'intéressé a été
condamné à une peine de travail de cent heures.
Quelle était la réquisition prononcée par le parquet
du procureur du Roi de Hasselt ? Quelle est la
nature exacte de la peine de travail ? Comment une
condamnation aussi clémente peut-elle se justifier
alors que de nombreuses menaces pèsent sur le
territoire belge ?
10.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Ik stelde
eerder al schriftelijke vragen over de zaak van een
voetbalsupporter die op 28 januari 2004 te Hasselt
tijdens een zaalvoetbalinterland tussen Israël en
Marokko anti-Joodse leuzen had geroepen en
anderen aanzette om hetzelfde te doen. Ondanks
het feit dat er slechts een klein onderzoek nodig
was, duurde het toch meer dan drie jaar om een
vonnis te vellen. De betrokkene wordt veroordeeld
tot een werkstraf van honderd uur.
Wat was de vordering van het parket van de
procureur des Konings te Hasselt? Wat is de
precieze inhoud van de werkstraf? Hoe kadert deze
lichte veroordeling in het beleid tegenover het
geheel van dreigingen die zich voordoen op
Belgisch grondgebied?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais) : Le jugement n'ayant pas encore été
coulé en force de chose jugée, il n'est pas opportun
que la ministre de la Justice le commente. La
maison de justice ne détermine le contenu d'une
peine de travail que lorsque la condamnation est
définitive.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Omdat de zaak nog geen kracht van gewijsde heeft,
is het niet gepast dat de minister van Justitie
commentaar geeft op het vonnis. Het justitiehuis
bepaalt de inhoud van een werkstraf pas nadat de
veroordeling definitief is geworden.
10.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Il est
étrange que la ministre ne précise même pas la
nature de l'action criminelle intentée par le
procureur du Roi. Cette action est prononcée
publiquement. La ministre se retranche derrière `la
force de chose jugée'. Je redéposerai ma question
ultérieurement si nécessaire. Le politiquement
correct empêchera quiconque d'aller en appel du
jugement.
10.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Het is
eigenaardig dat de minister niet eens zegt wat de
strafvordering van de procureur des Konings was.
Die vordering wordt in het publiek uitgesproken. De
minister schermt met `kracht van gewijsde'. Ik zal
mijn vraag desnoods later nog eens indienen.
Omwille van het politiek correcte denken zal
niemand tegen het vonnis in beroep gaan.
10.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Le procureur n'a pas agi sur injonction positive et je
ne suis pas censée savoir ce que disent tous les
procureurs du Roi dans tous les arrondissements
du Royaume.
10.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
procureur is niet na positieve injunctie opgetreden
en ik word niet geacht te weten wat alle procureurs
des Konings in alle arrondissementen van het
Koninkrijk verklaren.
10.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Il est très
inhabituel qu'en l'espèce, la ministre affirme ne pas
avoir usé de son droit d'injonction positive.
10.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Het is zeer
ongebruikelijk dat de minister er zich op beroept dat
ze in deze zaak geen gebruik heeft gemaakt van
haar positief injunctierecht.
10.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
C'est assez habituel !
10.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat is
tamelijk gebruikelijk!
10.07 Bert Schoofs (Vlaams Belang) : Je dois
accepter cette réponse en tant que député, mais la
ministre va particulièrement vite en besogne. Cette
affaire a bénéficié d'une large couverture
médiatique. L'intéressé a importé le conflit du
Proche-Orient à la tribune du stade de football en
incitant à la violence et en criant des slogans pro-
terroristes et rappelant l'Holocauste. Il est frappant
10.07 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Ik moet dit
antwoord als parlementslid aanvaarden, maar de
minister gaat wel zeer kort door de bocht. Deze
zaak kreeg heel veel media-aandacht. De
betrokkene importeerde het conflict in het Midden-
Oosten naar de voetbaltribune, schreeuwde leuzen
die gaan in de richting van terrorisme en herinneren
aan de Holocaust en zette aan tot geweld. Het is
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
de constater que la ministre est incapable de me
donner le contenu du réquisitoire du procureur.
sterk dat de minister mij niet kan zeggen wat de
vordering van de procureur inhield.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Dylan Casaer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
musique nazie" (n° 14613)
11 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eersteminister en minister van Justitie over
"nazistische muziek" (nr. 14613)
11.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : Il ressort d'un
reportage diffusé sur la chaîne de télévision
flamande Canvas qu'une organisation ou entreprise
établie en Flandre ferait de la publicité pour des CD
d'organisations nazies. Les textes font l'éloge d'une
certaine époque de notre histoire et incitent à la
haine et à la violence contre certains groupes de la
société. Selon le reportage, cette organisation
déploie ses activités en Belgique, parce que
d'autres pays, comme l'Allemagne, font preuve
d'une extrême fermeté en la matière. Les
instruments permettant de réagir contre ce type
d'organisations existent, mais il semblerait que
l'organisation concernée n'ait pas encore été
inquiétée.
La ministre a-t-elle connaissance de ces pratiques ?
Pourquoi les pouvoirs publics ne réagissent-ils
pas ? Quelles initiatives pourraient encore être
prises ?
11.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Uit een reportage
op Canvas is gebleken dat een organisatie of
bedrijfje, dat in Vlaanderen gevestigd is, reclame
maakt voor cd's van nazistische organisaties. De
teksten verheerlijken een bepaald verleden en
zetten aan tot haat en geweld tegen bepaalde
groepen in de samenleving. Volgens de reportage is
men in België, omdat Duitsland, bijvoorbeeld, heel
streng optreedt. Men heeft mogelijkheden om op te
treden, maar dat is blijkbaar nog niet gebeurd tegen
deze organisatie.
Heeft de minister weet van de praktijken? Waarom
werd er nog niet opgetreden? Welke initiatieven kan
men eventueel nog nemen?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
J'ai reçu un rapport relatif au reportage de « Ter
Zake » du 9 mars.
Nous avons mis au point un plan « Radicalisme »
avec l'ensemble des services de police et de
renseignement. Pour chaque secteur, un organisme
a été désigné responsable.
J'ai demandé une analyse du comité du
renseignement et de la sécurité sur « Pure
Impact ».
Le cas échéant, le dossier sera dénoncé aux
autorités judiciaires.
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
een rapport gekregen over de reportage die op 9
maart in Terzake werd uitgezonden.
Samen met alle politie- en inlichtingendiensten
hebben we een actieplan Radicalisme uitgewerkt.
Voor elke sector werd een verantwoordelijk orgaan
aangewezen.
Ik heb gevraagd dat het ministerieel comité voor
Inlichtingen en Veiligheid de activiteiten van Pure
Impact zou analyseren.
Het dossier zal in voorkomend geval overgelegd
worden aan de gerechtelijke autoriteiten.
11.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit) : Cette réponse
me satisfait. J'espère qu'on pourra rapidement
passer à l'action.
11.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Ik ben tevreden
met dit antwoord. Ik hoop dat men snel tot de actie
kan overgaan.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 14621 de M. Maingain
est reportée.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag 14621 van de heer Maingain
wordt uitgesteld.
12 Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
manque de magistrats néerlandophones à
12 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het tekort aan Nederlandstalige magistraten in
13/03/2007
CRABV 51
COM 1235
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Brussel" (nr. 14617)
12.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Le
président en partance du tribunal de première
instance de Bruxelles a indiqué que la section
néerlandophone est confrontée à une grave pénurie
de magistrats. Dans la pratique, seulement 27
magistrats sont en fonction, alors que le cadre
prévoit 36 fonctions. L'arriéré judiciaire croît
rapidement.
La ministre peut-elle donner un aperçu du nombre
de
dossiers
entrants
néerlandophones
et
francophones, du nombre de jugements prononcés
en 2005 et 2006 et de l'arriéré actuel en ce qui
concerne les dossiers néerlandophones et
francophones? Quel est le cadre actuel des
magistrats francophones et néerlandophones?
Comment la situation se présente-t-elle dans la
pratique, y compris pour les juges de complément?
La ministre avait-elle connaissance de ces
doléances? Des mesures ont-elles déjà été prises?
12.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De
afscheidnemende voorzitter van de Brusselse
rechtbank van eerste aanleg gaf aan dat de
Nederlandstalige afdeling een ernstig tekort heeft
aan magistraten. In de praktijk zijn slechts 27
magistraten in functie, terwijl er een kader is van 36.
De gerechtelijke achterstand neemt snel toe.
Kan de minister een overzicht geven van het aantal
inkomende
Nederlandstalige
en
Franstalige
dossiers, het aantal gevelde vonnissen in 2005 en
2006 en de actuele achterstand bij de
Nederlandstalige en Franstalige zaken? Wat is het
actuele kader van Franstalige en Nederlandstalige
magistraten? Hoe is het in de praktijk ingevuld, met
inbegrip van de toegevoegde rechters? Kende de
minister deze klacht? Heeft men reeds initiatieven
genomen?
12.02
Laurette
Onkelinx,
ministre (en
néerlandais) : Le cadre est de 105 magistrats. Il y a
70 francophones en fonction pour 70 places et 31
néerlandophones pour 35 places. Les procédures
de nomination ont déjà débuté pour les quatre
fonctions vacantes. Chez les juges de complément,
32 magistrats francophones et 4 magistrats
néerlandophones exercent leur fonction au tribunal
de première instance de Bruxelles. Aucune plainte
n'avait encore été déposée le 12 mars, date à
laquelle cette question a été introduite. J'examinerai
le dossier mais aucune extension du cadre du
personnel n'est possible en raison de la fin de la
législature.
L'article 122b du Règlement de la Chambre dispose
que les questions tendant à obtenir exclusivement
des renseignements d'ordre statistique sont
irrecevables.
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Op een kader van 105 magistraten zijn 70
Franstaligen in dienst voor 70 plaatsen en 31
Nederlandstaligen voor 35 plaatsen. Voor de vier
ontbrekende
plaatsen
zijn
de
benoemingsprocedures reeds gestart. Bij de
toegevoegde rechters oefenen 32 Franstalige en
vier Nederlandstalige magistraten hun functie uit in
de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Op 12
maart - de dag dat deze vraag werd ingediend - was
er nog geen klacht binnengekomen. Ik onderzoek
de zaak, maar omwille van het einde van de
regeerperiode is geen enkele uitbreiding van het
personeelskader mogelijk.
Volgens artikel 122b van het Reglement van de
Kamer zijn vragen die uitsluitend statistische
gegevens willen verkrijgen onontvankelijk.
12.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Selon la
ministre,
il
manque
quatre
magistrats
néerlandophones. Je suis plus enclin à croire le
président en partance; d'après lui, il manque neuf
magistrats sur 36. La ministre ne tient pas compte,
semble-t-il, d'un certain nombre de transferts vers
d'autres départements comme la nouvelle section
du tribunal de l'application des peines. Il
conviendrait que la ministre se penche plus
sérieusement sur la question, de manière à ce
qu'un plus grand nombre de fonctions puissent être
déclarées vacantes.
12.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Volgens
de minister ontbreken er vier Nederlandstalige
magistraten. Ik ben meer geneigd om de
afscheidnemende voorzitter te geloven. Hij zegt dat
er op 36 magistraten negen ontbreken. De minister
houdt er blijkbaar geen rekening mee dat er een
aantal overplaatsingen zijn naar andere afdelingen
zoals
de
nieuwe
sectie
van
de
strafuitvoeringsrechtbank. De minister moet dit
beter onderzoeken, zodat een groter aantal
plaatsen vacant kan worden verklaard.
Le nombre de magistrats de complément
néerlandophones représente moins d'un septième.
Het
aantal
Nederlandstalige
toegevoegde
magistraten bedraagt minder dan een zevende. We
CRABV 51
COM 1235
13/03/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Nous avions prévenu que les magistrats de
complément serviraient à contourner les cadres et
rapports
linguistiques
au
moins
un
néerlandophone sur trois à Bruxelles.
Le travail supplémentaire est énorme. Je n'ai pas
obtenu de réponses aux questions que j'ai posées à
ce sujet. Il n'a pas non plus été répondu à une
question écrite déposée par un de mes collègues.
Ce problème doit être clarifié, les chiffres indiquant
des disproportions au profit des francophones.
hebben ervoor gewaarschuwd dat de toegevoegde
magistraten zouden dienen om de taalkaders en
taalverhoudingen - minstens één Nederlandstalige
op drie - te omzeilen in Brussel.
De bijkomende werklast is enorm. Ik krijg geen
antwoorden op mijn vragen over de werklast. Ook
een collega die de vraag schriftelijk stelde, kreeg
geen antwoord. Er moet duidelijkheid komen, want
de cijfers bewijzen scheeftrekkingen in het voordeel
van de Franstaligen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 44.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.44 uur.