CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1214
CRABV 51 COM 1214
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
27-02-2007
27-02-2007
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRABV 51
COM 1214
27/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "le screening de bases de données
relatives aux demandeurs d'emploi" (n° 14345)
1
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de screening van
databanken van werkzoekenden" (nr. 14345)
1
Orateurs:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "les compétences des commissions
paritaires" (n° 14310)
2
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister
van
Werk
over
"de
bevoegdheidsomschrijving
van
de paritaire
comités" (nr. 14310)
2
Orateurs:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi, Roel
Deseyn
Sprekers:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk, Roel
Deseyn
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Emploi sur "le maintien des statuts
SINE ou ACTIVA dans le cadre de la nouvelle
structure juridique d'une entreprise de services"
(n° 14250)
7
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Werk over "het behoud van het
SINE- of ACTIVA-statuut bij de nieuwe juridische
structuur
van
een
dienstenonderneming"
(nr. 14250)
7
Orateurs: Servais Verherstraeten, Peter
Vanvelthoven
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Servais Verherstraeten, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "la distinction selon l'âge en ce qui
concerne l'octroi des primes pour les congés
thématiques" (n° 14290)
8
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "het onderscheid volgens
leeftijd wat de premies van de thematische
verloven betreft" (nr. 14290)
8
Orateurs:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
27/02/2007
CRABV 51
COM 1214
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
CRABV 51
COM 1214
27/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
27
FEVRIER
2007
Matin
______
van
DINSDAG
27
FEBRUARI
2007
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 15 par
M. Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.15 uur en
voorgezeten door de heer Hans Bonte.
01 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Emploi sur "le screening de bases de
données relatives aux demandeurs d'emploi"
(n° 14345)
01 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de screening van
databanken van werkzoekenden" (nr. 14345)
01.01 Greta D'hondt (CD&V) : Le VDAB a étudié
les banques de données relatives aux demandeurs
d'emploi dans le secteur de la construction. Cette
étude a montré que, dans la liste initiale de 16.555
demandeurs d'emploi, 6.066 ne sont plus
enregistrés en tant qu'ouvriers du bâtiment. Les
qualifications de certains ont même totalement
changé.
La Fédération de la construction a réagi à l'étude.
Elle estime que les demandeurs d'emploi qui ont le
profil adéquat sont au nombre de 7.700 dans le
secteur, soit beaucoup moins que le chiffre avancé
par le VDAB.
Le ministre a-t-il l'intention, en concertation avec le
ministre de l'Emploi flamand, le VDAB et la
Fédération de la construction, de faire en sorte que
les emplois vacants soient occupés par des
ouvriers du bâtiment flamands à la recherche d'un
emploi avant qu'il soit fait appel à des travailleurs
étrangers ? Par ailleurs, des mesures sont-elles
prises pour que d'anciens ouvriers du bâtiment qui
ont opté pour une autre orientation professionnelle
soient accompagnés dans cette voie ?
Le VDAB réalisera-t-il une telle étude comparable
pour d'autres catégories professionnelles, surtout
pour les professions critiques ? Les homologues
wallon et bruxellois du VDAB mènent-ils également
de telles études ?
01.01 Greta D'hondt (CD&V): De VDAB heeft een
screening uitgevoerd van de databanken van
werkzoekenden in de bouwsector. Dit onderzoek
heeft uitgewezen dat er van de oorspronkelijke lijst
van 16.555 werkzoekenden 6.066 niet langer als
bouwvakker geregistreerd staan. Sommigen onder
hen hadden zelfs een totaal nieuwe kwalificatie
gekregen.
De Bouwfederatie heeft op de screening
gereageerd. Zij gaat uit van 7.700 geschikte
werkzoekenden voor de sector. Dat cijfer ligt
duidelijk lager dan dat van de VDAB.
Is de minister van plan om, in samenspraak met de
Vlaamse minister van Werk, de VDAB en de
Bouwfederatie, erop toe te zien dat de vacatures
met Vlaamse werkzoekende bouwvakkers ingevuld
worden, vooraleer er een beroep wordt gedaan op
buitenlandse werknemers? Worden er ook
afspraken gemaakt om vroegere bouwvakkers die
nu een andere beroepsoriëntatie kozen, hierbij te
begeleiden?
Zal de VDAB een dergelijke screening ook voor
andere beroepscategorieën uitvoeren, vooral dan
op het vlak van de knelpuntberoepen? Voeren de
Waalse en Brusselse tegenhangers van de VDAB
ook dergelijke screenings uit?
27/02/2007
CRABV 51
COM 1214
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Le screening des banques de
données officielles des demandeurs d'emploi est en
effet une compétence exclusive des ministres
régionaux, responsables du placement des
travailleurs. Les Régions sont compétentes pour
réunir l'offre et la demande sur le marché du travail,
ainsi que pour accompagner les demandeurs
d'emploi enregistrés erronément en tant qu'ouvriers
du bâtiment. Les institutions régionales tentent,
autant que possible, de pourvoir les emplois
vacants en les proposant à des demandeurs
d'emploi pour qui ils sont appropriés. Les intéressés
­ dans la mesure où ils entraient en ligne de
compte à cet égard - ont toujours été convoqués
par l'ONEM et été suivis dans le cadre de
l'activation de la recherche d'un emploi. À ma
connaissance, il ne s'est produit aucune anomalie.
L'ONEM collaborera pleinement avec le VDAB, le
ministre flamand de l'Emploi et la Fédération de la
construction. Les ministres régionaux, le VDAB, le
FOREM et l'ORBEM ne m'ont pas fait part de leur
intention éventuelle de procéder à un screening des
demandeurs d'emploi dans d'autres catégories
professionnelles.
01.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De screening van de officiële databanken voor
werkzoekenden is inderdaad een exclusieve
bevoegdheid van de gewestelijke ministers die
verantwoordelijk zijn voor arbeidsbemiddeling. De
Gewesten zijn bevoegd voor het samenbrengen van
vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, evenals de
begeleiding
van
de
werkzoekenden
die
verkeerdelijk als bouwarbeider zijn geregistreerd.
De gewestinstellingen proberen de openstaande
vacatures
maximaal
in
te
vullen
met
werkzoekenden voor wie de aangeboden betrekking
passend is. De betrokkenen werden - in de mate
dat ze in aanmerking kwamen - steeds opgeroepen
door de RVA en opgevolgd bij het activeren van het
zoekgedrag. Bij mijn weten deden zich geen
anomalieën voor.
De RVA zal voluit meewerken met de VDAB, de
Vlaamse minister van Werk en de Bouwfederatie.
De gewestministers, VDAB, FOREM en ORBEM
hebben mij niet ingelicht over hun eventuele
plannen
om
werkzoekenden
in
andere
beroepscategorieën te screenen.
01.03 Greta D'hondt (CD&V) : L'accompagnement
des demandeurs d'emploi est une compétence
régionale. Mais la mesure dans laquelle cet
accompagnement est effectivement mis en oeuvre
est déterminante pour le calcul du nombre de ces
demandeurs et, en cela, elle constitue une
compétence fédérale.
Or, dans le secteur de la construction, plus d'un
tiers des demandeurs d'emploi ont été intégrés
dans une catégorie inadéquate, ce qui affecte la
durée du chômage et les moyens financiers en jeu.
Il serait étonnant que le même phénomène ne se
manifeste pas dans d'autres secteurs en Flandre.
Et si l'on procédait à un screening à Bruxelles ou en
Wallonie, ce screening aboutirait probablement à
des résultats similaires. Je demande donc
instamment au ministre d'aborder cette question
lors de la concertation
qu'il a programmée avec les
ministres régionaux de l'Emploi. Si l'autorité
publique intègre des chômeurs cinq années durant,
voire davantage, dans une catégorie inadéquate
pour eux, ces chômeurs seront condamnés au
chômage de longue durée, ce qui provoquera de
surcroît l'ire de la collectivité, celle-ci comprenant
mal que des emplois pour lesquels on a le plus
grand mal à trouver des candidats ne soient jamais
pourvus.
01.03 Greta D'hondt (CD&V): De begeleiding van
werkzoekenden is een bevoegdheid van de
Gewesten. De mate waarin men de begeleiding
daadwerkelijk
opneemt
bepaalt
het
aantal
werkzoekenden, en is wél een federale materie.
In de bouw werd ruim een derde in een verkeerde
categorie opgenomen. Dit heeft gevolgen voor de
duurtijd van de werkloosheid en de geldmiddelen.
Het zou verbazen mocht hetzelfde fenomeen niet in
andere sectoren in Vlaanderen opduiken. Als men
zou screenen in Brussel of Wallonië, zou dat ook
soortgelijke resultaten moeten opleveren. Ik dring
erop aan dat de kwestie aan bod komt tijdens het
overleg dat de minister geregeld heeft met de
gewestelijke ministers van Werk. Als de overheid
werklozen vijf jaar en langer opneemt in een
categorie waarvoor ze niet geschikt zijn, leidt dat tot
langdurige werkloosheid en wrevel bij de hele
gemeenschap.
Men
begrijpt
niet
dat
knelpuntberoepen niet ingevuld geraken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRABV 51
COM 1214
27/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Emploi sur "les compétences des
commissions paritaires" (n° 14310)
Le président : M. Roel Deseyn a déposé une
demande de question sur le même sujet (n° 14261)
mais il n'est pas présent.
02 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister
van
Werk
over
"de
bevoegdheidsomschrijving van de paritaire
comités" (nr. 14310)
De voorzitter: Er is een vraag van de heer Roel
Deseyn over hetzelfde onderwerp (nr. 14261), maar
die is niet aanwezig.
02.01 Greta D'hondt (CD&V) : Le problème des
compétences des commissions paritaires perdure
depuis un certain temps déjà. En réponse à
certaines questions, M. Vandenbroucke a déclaré
en 2004-2005 que l'intégration d'activités logistiques
dans le domaine de compétences des commissions
paritaires
résultait
principalement
de
l'autonomisation ou de l'externalisation d'activités de
distribution et du souhait des secteurs de maintenir
ces activités dans leur champ de compétences. Le
ministre a cependant également déclaré à l'époque
que ces domaines de compétences seraient fixés
après consultation des partenaires sociaux et, dans
la mesure du possible, de façon consensuelle.
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Het probleem van
de bevoegdheden van de paritaire comités sleept al
een tijdje aan. Minister Vandenbroucke antwoordde
in 2004-2005 nog dat het opnemen van logistieke
activiteiten in het bevoegdheidsgebied van de
paritaire comités vooral het resultaat is van het
verzelfstandigen
of
outsourcen
van
distributieactiviteiten en de wens van de sectoren
om deze activiteiten binnen hun bevoegdheid te
houden. De minister zei toen echter ook dat het
vastleggen
van
deze
bevoegdheidsgebieden
gebeurt na raadpleging van de sociale partners en
in de mate van het mogelijke bij consensus.
Le ministre Vandenbroucke a instauré un moratoire
de trois ans afin de trouver une solution pour les
quelques entreprises qui en 2004 n'étaient pas
disposées à faire partie de la même commission
paritaire que les autres. Le ministre Vanvelthoven a
récemment déclaré que ce moratoire n'avait pas
permis de régler le problème. Il ressort à mon avis
du texte publié au Moniteur belge que les
entreprises récalcitrantes de 2004 vont
obtenir gain
de cause : toutes les activités logistiques sont
transférées vers la commission paritaire n° 140,
celle-ci y étant effectivement favorable.
Nous sommes tous d'accord pour dire que la
composition d'une commission paritaire doit pouvoir
être modifiée. La nature des activités de nos
entreprises peut en effet changer. Il convient
toutefois d'aboutir à un consensus dans ce cadre.
Or, ce consensus est aujourd'hui absent. La plupart
des commissions paritaires s'opposent à la nouvelle
réglementation, une seule y étant favorable. Peut-
être
certaines
entreprises
attirent-elles
quotidiennement l'attention du ministre sur la
situation mais, quoi qu'il en soit, le modèle de
consensus est ici mis à rude épreuve.
Minister Vandenbroucke riep een stilstand in voor
drie jaar om tot een oplossing te komen voor die
enkele ondernemingen die in 2004 niet bereid
waren om tot hetzelfde paritair comité te behoren
als de andere. Minister Vanvelthoven zei recent dat
deze stilstand niet tot oplossingen heeft geleid. Uit
de publicatie in het Belgisch Staatsblad begrijp ik
dat de hardnekkige ondernemingen uit 2004 gelijk
zouden krijgen: alle logistieke activiteiten worden
doorgeschoven naar paritair comité nr. 140, dat
daar inderdaad vragende partij voor is.
We zijn het er allemaal over eens dat een wijziging
van een paritair comité inderdaad mogelijk moet
zijn. De activiteiten van onze bedrijven staan
immers niet stil. Maar daarbij moet een consensus
worden nagestreefd, en die is er vandaag
hoegenaamd niet. De meeste paritaire comités zijn
tegen de nieuwe regeling, slechts één is voor.
Misschien wijzen sommige ondernemingen de
minister dagelijks op de toestand, maar het
consensusmodel wordt op deze manier toch zwaar
op de proef gesteld.
M. Vandenbroucke a par ailleurs toujours dit qu'une
nouvelle répartition des commissions paritaires ne
peut jamais avoir pour objectif de porter atteinte aux
conditions sociales des travailleurs. Ce principe
risque également de ne plus être respecté. Le
secteur textile m'informe que 40 à 50 % des
emplois sont menacés. Le secteur métallurgique est
également très durement touché. Le financement
Minister Vandenbroucke heeft ook altijd gezegd dat
een herindeling van de paritaire comités nooit de
bedoeling mag hebben om de sociale voorwaarden
voor de werknemers aan te tasten. Ook dat principe
dreigt verloren te gaan. De textielsector meldt mij
dat 40 tot 50 procent van zijn tewerkstelling in het
gedrang komt. Ook de metaalsector wordt heel
zwaar getroffen. Dat betekent dat daardoor de
27/02/2007
CRABV 51
COM 1214
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
des fonds de sécurité d'existence de ces secteurs
posera dès lors problème. Des pertes salariales
seront par ailleurs inévitables, comme l'indiquent les
chiffres qui m'ont été transmis.
Un colloque a été consacré à cette matière mais il
ne s'agit pas d'une concertation avec les
partenaires sociaux. Je demande dès lors
expressément que la situation actuelle reste
inchangée en l'absence de consensus avec les
secteurs concernés, tant ceux qui y gagnent que
ceux qui y perdent. Or il y a aujourd'hui un ou deux
gagnants pour de très nombreux perdants.
financiering van de fondsen voor bestaanszekerheid
van deze sectoren in de problemen komt.
Daarnaast zullen de mensen zelf loonverlies lijden,
zo blijkt uit de cijfers die ze mij bezorgd hebben.
Er vond hierover een colloquium plaats, maar een
colloquium is nog geen overleg met de sociale
partners. Ik vraag daarom uitdrukkelijk om niets te
veranderen zonder de consensus van de betrokken
sectoren, zowel de sectoren die erbij winnen als die
erbij verliezen. En er zijn nu één of twee winnaars,
maar ontzettend veel verliezers.
02.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : Il n'est absolument pas question de
bouleverser complètement le paysage des
commissions paritaires. J'entends seulement
préciser la définition des compétences de ces
commissions en matière d'activités logistiques et
réagir ainsi au fait que la logistique revêt une
importance croissante en Belgique. Dès lors, il
convient de plus en plus de la considérer comme
une activité économique distincte. La logique
demande que les entreprises exerçant la même
activité relèvent de la même commission paritaire.
Cette mise au point offrira aux entreprises la
sécurité juridique dont l'absence, justement, avait
incité le ministre Vandenbroucke à décréter un
moratoire. Qu'il s'agisse de bois ou de métal, la
distribution reste de la distribution.
Le Moniteur belge ne fait pas état de la création
d'une nouvelle commission paritaire pour la
logistique. La description des compétences de la
commission paritaire n°140, dans laquelle les
activités logistiques sont déjà mentionnées
maintenant, sera seulement modifiée. L'on y
trouvera une définition précise de la « logistique » et
le caractère résiduel de la commission sera
supprimé. Ce dernier point fait suite à une demande
unanime de la commission paritaire, et donc des
partenaires sociaux.
Il ne sera donc plus possible à d'autres
commissions paritaires d'étendre tout simplement
leur domaine de compétences aux activités
logistiques menées pour des tiers dans leur propre
secteur, sans consulter la commission paritaire
n°140.
02.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Er is in geen geval sprake van een volledige
hertekening van het landschap van de paritaire
comités. Ik wil alleen de bevoegdheidsomschrijving
van de paritaire comités op het vlak van logistieke
activiteiten verduidelijken en zo inspelen op het feit
dat logistiek in België steeds belangrijker wordt en
steeds meer te beschouwen is als een afzonderlijke
economische activiteit. De logica vraagt dat
bedrijven die dezelfde activiteiten uitoefenen, onder
hetzelfde
paritaire
comité
vallen.
Deze
verduidelijking zal de bedrijven rechtszekerheid
bieden, want het is precies het gebrek daaraan dat
de aanleiding was tot het uitroepen van een
stilstand door minister Vandenbroucke. Distributie is
distributie, of dit nu van hout of van metaal is.
Het bericht in het Belgisch Staatsblad spreekt niet
van de oprichting van een nieuw paritair comité voor
de logistiek. De bevoegdheidsomschrijving van het
paritair comité nr. 140, waarin ook nu al logistieke
activiteiten staan opgenomen, wordt enkel maar
aangepast. Er wordt een duidelijke definitie van
logistiek in opgenomen en het residuaire karakter
van het comité wordt opgeheven. Dit laatste
gebeurde op unanieme vraag van het paritair
comité, en dus van de sociale partners.
Dit betekent dat andere paritaire comités hun
bevoegdheidsgebied niet langer zomaar kunnen
uitbreiden tot logistieke activiteiten voor derden in
hun eigen sector, zonder het paritair comité nr. 140
daarin te kennen.
Les travailleurs qui, à la suite de la modification de
compétence qui a été proposée, passeront à la
commission paritaire n° 140 ­ ou à la 226 pour les
employés ­ découvriront une commission paritaire
qui a déjà fourni de nombreux efforts sur le plan des
conditions salariales et de travail. La loi sur les CCT
Werknemers
die
door
de
voorgestelde
bevoegdheidswijziging overgaan naar paritair
comité nr. 140 ­ voor de bedienden is dat paritair
comité nr. 226 ­ komen terecht in een paritair
comité dat ook al heel wat inspanningen heeft
geleverd
op
het
vlak
van
loon-
en
CRABV 51
COM 1214
27/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
offre en outre des garanties claires en matière de
maintien des droits en cas de transfert d'une
entreprise vers une autre commission paritaire. Les
travailleurs conservent dès lors leur salaire ainsi
que le bénéfice des conventions en vigueur. Par
ailleurs, de nombreuses sociétés concluent
également des CCT distinctes qui restent bien
entendu également en vigueur.
En ce qui concerne la concertation avec les
partenaires sociaux, je tiens à souligner que les
problèmes ne datent pas d'hier et qu'ils ont déjà
débouché précédemment sur un statu quo pour une
période de trois ans prenant fin à la mi-2007.
L'objectif consistait à arriver entre-temps à une
solution avec les partenaires sociaux. J'ai entretenu
l'an passé divers contacts avec ces derniers. Tous
les intéressés ont été invités à donner leur avis au
cours d'un séminaire qui s'est déroulé le 24 mai
2006. Diverses fédérations n'ont pas désiré y
participer. Durant ce séminaire, les participants ont
estimé qu'il convenait de régler la question dans
son
ensemble
avec
des
responsables
interprofessionnels. Depuis lors, plusieurs contacts
informels ont eu lieu avec ces personnes.
arbeidsvoorwaarden. De cao-wet biedt daarnaast
duidelijke waarborgen voor het behoud van rechten
bij overgang van een onderneming naar een ander
paritair comité. Werknemers behouden dus hun
loon en de geldende afspraken. Bovendien sluiten
heel wat ondernemingen nog afzonderlijke cao's,
die uiteraard ook van toepassing blijven.
Wat het overleg met de sociale partners betreft,
benadruk ik dat de problemen niet nieuw zijn en
eerder al hebben geleid tot een stilstand voor een
periode van drie jaar. Die loopt half 2007 af. De
bedoeling was om in tussentijd tot een oplossing te
komen met de sociale partners. Vorig jaar had ik
verschillende contacten met de sociale partners. Op
24 mei 2006 vond een seminarie plaats waarop alle
mogelijke betrokkenen werden uitgenodigd om hun
mening te formuleren. Verschillende federaties zijn
hier niet op in willen gaan. Op het seminarie werd
het signaal gegeven dat de hele kwestie moest
worden
uitgeklaard
met
interprofessionele
verantwoordelijken. Met deze personen vonden
sindsdien al verschillende informele contacten
plaats.
Étant donné que la période de statu quo s'achèvera
prochainement, je souhaite aboutir à une solution
définitive. Prendre une nouvelle décision provisoire
ne ferait que refléter l'incapacité à prendre une
décision. C'est la raison pour laquelle j'ai fait
paraître l'avis au Moniteur belge du 8 février. Les
différents secteurs sont ainsi contraints à adopter
un point de vue officiel. Depuis la publication, nous
menons d'ailleurs une concertation à propos des
éventuelles nuances et adaptations. Le texte paru
au Moniteur belge ne constitue donc certainement
pas la version définitive.
Enfin, tout le monde s'accorde pour dire qu'il ne faut
pas craindre un bouleversement à court terme. Mon
administration a reçu les listes de toutes les
entreprises qui seraient touchées en conséquence
mais ces listes ont déjà pu être considérablement
réduites en concertation avec les partenaires
sociaux. Le nombre d'entreprises qui changeraient
immédiatement de commission paritaire est donc
relativement limité.
Je pense que la vive réaction des syndicats
s'explique par leurs appréhensions face à l'avenir :
ils craignent la filialisation d'entreprises et la sous-
traitance. La pratique nous enseigne toutefois que
ces tendances existent et se maintiennent depuis
un certain temps, indépendamment des décisions
que nous prenons à cet égard. La logistique
constitue toutefois un secteur de plus en plus
Omdat de periode van stilstand binnenkort afloopt,
wil ik tot een definitieve oplossing komen. Nog maar
eens een voorlopig besluit nemen zou alleen maar
wijzen op het onvermogen om tot een besluit te
komen. Daarom liet ik het bericht verschijnen in het
Belgisch Staatsblad op 8 februari. De sectoren
worden op deze manier verplicht een officieel
standpunt in te nemen. Sinds de publicatie plegen
we trouwens al overleg over mogelijke nuances en
aanpassingen. De tekst uit het Belgisch Staatsblad
is dus zeker niet de definitieve tekst.
Ten slotte is iedereen het erover eens dat er op
korte termijn geen dijkbreuk te vrezen valt. Mijn
administratie kreeg lijsten van alle bedrijven die
hierdoor getroffen zouden worden, maar die lijsten
konden in overleg met de sociale partners al flink
gereduceerd worden. Het aantal bedrijven dat
onmiddellijk van paritair comité zou veranderen, is
dus vrij beperkt.
Ik denk dat angst voor de toekomst de vakbonden
hard doet reageren: zij vrezen voor het filialiseren
van bedrijven en voor outsourcing. De praktijk leert
ons echter dat deze trends er al een tijd zijn en ook
aanwezig blijven, los van wat wij hierover beslissen.
Logistiek is echter een steeds belangrijkere sector
en we mogen die boot niet missen.
27/02/2007
CRABV 51
COM 1214
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
important et nous ne pouvons pas manquer cette
occasion.
Tant les commissions paritaires n° 140 que n° 226
ont introduit une demande de modification des
compétences, à laquelle j'étais en tout état de
cause supposé apporter une réponse en tant que
ministre.
Zowel het paritair comité nr. 140 als het paritair
comité
nr.
226
heeft
een
vraag
tot
bevoegdheidswijziging ingediend. Als minister werd
ik in elk geval geacht daar een antwoord op te
bieden.
02.03 Greta D'hondt (CD&V) : C'est tout à
l'honneur du ministre de vouloir résoudre un
problème qui traîne depuis des années, mais
encore faut-il trouver une solution adéquate.
J'espère que l'ensemble de la concertation
débouchera
sur un règlement consensuel. Que le
secteur de la distribution gagne en importance ou
que la commission paritaire n° 140 désire étendre
ses compétences ne me dérange pas. En
revanche, je trouverais gênant que ces mesures
soient prises à la demande d'une minorité
d'intéressés.
Le ministre affirme que les travailleurs qui changent
de commission paritaire conservent leur salaire.
Cette garantie est toute relative, étant donné qu'elle
n'est applicable que tant que les intéressés ne
changent pas de fonction. Les nouveaux travailleurs
sont également confrontés à un problème. Il me
revient déjà que des travailleurs qui passent de la
commission paritaire n° 109 à la 140 subissent une
perte de salaire de l'ordre de 12 à 15 %.
Répondant à une question, le ministre a affirmé le
8 novembre 2005 que le problème des entreprises
et des secteurs concernés avait trait au coût du
travail. L'objectif consiste dès lors à confier les
tâches logistiques à des prestataires relevant du
champ de compétences d'une commission paritaire
où ces coûts sont réellement moindres. Je lance un
appel politique clair pour qu'aucune décision ne soit
prise avant d'avoir atteint un large consensus avec
toutes les parties impliquées. S'il est légitime que
certaines entreprises demandent de pouvoir
abaisser leurs coûts salariaux, d'autres éléments
sont cependant plus importants à mes yeux.
J'espère qu'il ne faudra pas attendre que des
actions soient organisées.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Het strekt de
minister tot eer dat hij een probleem dat al jaren
aansleept, wil oplossen, maar daarom is nog niet
elke oplossing ook een goede. Ik hoop dat al het
overleg uitmondt in een regeling bij consensus. Het
stoort mij niet dat de distributiesector belangrijker
wordt of dat het paritair com
ité nr. 140 vragende
partij is voor een uitbreiding van zijn bevoegdheden,
maar het stoort me wel dat dit op vraag van een
minderheid zou gebeuren.
Werknemers die naar een ander paritair comité
overgaan, behouden hun loon, zegt de minister. Dat
is relatief, want het geldt alleen zolang ze niet van
functie veranderen. Ook nieuwe werknemers zitten
met een probleem. Men zegt mij intussen dat
werknemers die van paritair comité nr. 109 naar
paritair comité nr. 140 gaan, 12 tot 15 procent
loonverlies lijden.
De minister antwoordde op 8 november 2005 dat
het probleem van de betrokken ondernemingen en
sectoren hoofdzakelijk de arbeidskosten betrof.
Men wil de logistieke werkzaamheden daarom laten
verrichten onder de bevoegdheid van het paritair
comité waar deze kosten daadwerkelijk lager zijn. Ik
doe de duidelijke politieke oproep om geen
beslissingen te nemen zonder een ruime consensus
van álle betrokkenen. De vraag van ondernemingen
om tegen lagere loonkosten te kunnen werken, mag
dan legitiem zijn, maar voor mij primeren andere
zaken. Ik hoop dat er geen acties hoeven te komen.
Le président : M. Deseyn est victime du fait
qu'actuellement, nous appliquons strictement les
règles au sein de cette commission. Il ne dispose à
présent d'aucun droit de réplique mais il pourra
toujours revenir sur le sujet après la lecture du
rapport.
De voorzitter: De heer Deseyn is slachtoffer van
het feit dat we de regels in deze commissie
tegenwoordig strikt toepassen.
Hij heeft nu geen
repliekrecht, maar kan na lezing van het verslag
altijd op dit onderwerp terugkomen.
02.04 Roel Deseyn (CD&V) : Je posais une
question dans une autre commission.
02.04 Roel Deseyn (CD&V): Ik was een vraag aan
het stellen in een andere commissie.
CRABV 51
COM 1214
27/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions est suspendue de
10 h 47 à 10 h 51.
De behandeling van de vragen wordt geschorst van
10.47 uur tot 10.51 uur.
03 Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Emploi sur "le maintien des statuts
SINE ou ACTIVA dans le cadre de la nouvelle
structure juridique d'une entreprise de services"
(n° 14250)
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de minister van Werk over "het behoud van het
SINE- of ACTIVA-statuut bij de nieuwe juridische
structuur
van
een
dienstenonderneming"
(nr. 14250)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : La
création de la firme de services BalDeMo,
comprenant une
section titres-services, constituait
l'un des points d'action dans le cadre du
développement de l'économie locale de services
dans la région de Balen-Dessel-Mol. Initialement, la
section titres-services de l'ALE de Mol souhaitait
être incorporée dans cette nouvelle structure mais
ce souhait n'a pu être réalisé en raison de
problèmes de subventionnement du personnel. Si
l'ALE de Mol était incorporée dans la nouvelle
structure, 75 travailleurs perdraient effectivement
leur statut car ils ne rempliraient plus les conditions
en raison de leur emploi. Comment ces services
pourraient-ils être incorporés sans perte de
subventionnement ?
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Een van
de actiepunten bij de ontwikkeling van de lokale
diensteneconomie in de regio Balen-Dessel-Mol
was de oprichting van de dienstenfirma BalDeMo
met een afdeling dienstencheques. Initieel wilde de
dienstenchequeafdeling van PWA Mol opgaan in
deze nieuwe structuur, maar omdat er problemen
waren met de subsidiëring van het personeel
gebeurde dit niet. Als het PWA Mol zou opgaan in
de nieuwe structuur, zouden de 75 werknemers
immers hun statuut verliezen, omdat ze door hun
tewerkstelling niet meer voldoen aan de
voorwaarden. Op welke manier kunnen deze
diensten geïntegreerd worden zonder verlies van
subsidiëring?
03.02
Peter
Vanvelthoven,
ministre
(en
néerlandais) : Une réduction des cotisations ONSS
est en principe accordée à chaque employeur qui
engage
un
travailleur
réunissant
certaines
conditions en tant que demandeur d'emploi. Si le
travailleur change d'employeur, le nouvel employeur
ne pourra plus bénéficier de la réduction des
cotisations parce que le travailleur ne satisfait
plus
aux conditions en matière de chômage. Ce principe
général comportait une exception, prévue aux
articles 671 à 679 de la loi sur les sociétés,
principalement en ce qui concerne la reprise de
personnel en cas de fusion. L'article 9 de la loi-
programme du 27 décembre 2004 a permis une
réduction des charges dans trois cas spécifiques.
La première exception concerne la référence aux
articles 671 à 679 et confirme donc uniquement la
règle. La deuxième exception étend ce régime aux
ASBL, pour autant que l'assemblée générale de
l'ancienne ASBL ait exprimé le souhait d'affecter
son patrimoine à la nouvelle ASBL. La troisième
exception concerne la personne physique qui
attribue son fonds de commerce à une entreprise
existante.
À l'heure actuelle, je puis difficilement me
prononcer sur la situation spécifique de l'ALE de
Mol mais je présume que les problèmes
s'expliquent par les différences entre les législations
03.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Principieel wordt een vermindering van de RSZ-
bijdragen toegekend aan elke werkgever die een
werknemer aanwerft die voldoet aan bepaalde
voorwaarden als werkzoekende. Indien de
werknemer van werkgever wijzigt, zal de nieuwe
werkgever niet langer de bijdragevermindering
kunnen genieten omdat de werknemer niet meer
aan de voorwaarden qua werkloosheid voldoet. Op
dit algemene principe bestond een uitzondering,
bepaald in de artikelen 671 tot 679 van de
vennootschapswet, vooral betreffende de overname
van personeel bij fusies. Door de invoeging van
artikel 9 van de programmawet van 27 december
2004 werd lastenverlaging mogelijk in drie
welbepaalde gevallen. De eerste uitzondering
betreft de verwijzing naar de artikelen 671 tot 679
en bevestigt dus enkel de regel. De tweede
uitzondering breidt deze regeling uit naar vzw's voor
zover de algemene vergadering van de vroegere
vzw de wil heeft uitgedrukt om zijn vermogen aan
de nieuwe vzw te bestemmen. De derde
uitzondering betreft de natuurlijke persoon die zijn
handelsfonds aan een bestaande onderneming
toewijst.
Ik kan mij momenteel moeilijk uitspreken over de
specifieke situatie van PWA Mol, maar ik vermoed
dat de problemen worden veroorzaakt door de
verschillen tussen de vzw-wetgeving en de
27/02/2007
CRABV 51
COM 1214
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
relatives aux ASBL et aux sociétés. Je demanderai
à mon administration de se pencher sur le problème
dans sa globalité ainsi que sur le dossier concret de
l'ALE de Mol.
vennootschapswetgeving. Ik zal de bredere
problematiek en het concrete dossier van PWA Mol
verder laten onderzoeken door mijn administratie.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : Je
reviendrai ultérieurement sur ce vaste problème.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik zal later
op deze problematiek terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Emploi sur "la distinction selon l'âge en ce
qui concerne l'octroi des primes pour les congés
thématiques" (n° 14290)
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "het onderscheid volgens
leeftijd wat de premies van de thematische
verloven betreft" (nr. 14290)
04.01 Greta D'hondt (CD&V) : En matière de
congés thématiques, les plus de 50 ans reçoivent
une allocation nettement supérieure à celle dont
bénéficient
les moins de 50 ans. Dans le système
général du crédit-temps, on peut comprendre que
les primes octroyées aux plus de 50 ans soient
supérieures
dans la mesure où le but visé, dans
leur cas, est leur maintien au travail. Pour les
congés thématiques, en revanche, cette disparité va
beaucoup moins de soi.
Un motif acceptable explique-t-il la différence entre
les plus et les moins de 50 ans sur le plan du
montant de l'allocation versée pour congé
thématique ? J'espère que le ministre estimera
comme moi que cette distinction ne se justifie plus
aujourd'hui et qu'elle pourrait donc être supprimée.
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Bij thematische
verloven krijgen vijftigplussers een aanzienlijk
hogere vergoeding dan mensen jonger dan vijftig. In
het algemene stelsel
van tijdskrediet is het
begrijpelijk dat de premies voor vijftigplussers hoger
liggen, omdat men die mensen aan het werk wil
houden. Voor thematische verloven is het
onderscheid echter heel vreemd.
Is er een aanvaardbare reden voor het verschil
tussen vijftigplussers en mensen die jonger zijn? Ik
hoop dat de minister het onderscheid ook niet meer
actueel vindt en dat we het kunnen wegwerken.
04.02
Peter
Vanvelthoven,
ministre
(en
néerlandais) : La distinction, qui est le résultat d'une
évolution
historique,
entre
les
montants
d'indemnisation pour les formules à temps partiel
des congés thématiques est en fait purement
pragmatique.
En
1991,
les
montants
d'indemnisation pour l'interruption de carrière
partielle ordinaire ont été doublés pour les plus de
50 ans. Lorsque les congés thématiques ont été
instaurés en 1995, cette distinction a simplement
été maintenue. Il était budgétairement impossible
d'accorder à tous les montants octroyés aux plus de
50 ans. Mais en même temps, il était également
difficile d'expliquer pourquoi une personne
de plus
de 50 ans qui prend un simple crédit-temps reçoit
près du double de ce qu'obtient une autre personne
de plus de 50 ans qui prend un congé thématique.
Rien ne motive donc la différence quant au fond
mais il n'est pas simple non plus, pour les raisons
susmentionnées, de la gommer.
04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Het historisch gegroeide onderscheid in de
vergoedingsbedragen voor deeltijdse formules van
themaverloven is eigenlijk zuiver pragmatisch. In
1991
werd
een
verdubbeling
van
de
vergoedingsbedragen voor de gewone deeltijdse
loopbaanonderbreking
ingevoerd
voor
vijftigplussers. Toen vanaf 1995 de themaverloven
werden ingevoerd, werd dat onderscheid gewoon
doorgetrokken. Iedereen de bedragen toekennen
die
vijftigplussers
krijgen,
was
budgettair
onmogelijk. Tegelijkertijd was het ook moeilijk uit te
leggen dat een vijftigplusser die gewoon tijdskrediet,
neemt bijna dubbel zoveel incasseert als een
vijftigplusser die een themaverlof opneemt.
Een inhoudelijke motivering voor het verschil is er
dus niet, maar om bovengenoemde redenen is het
ook niet zo eenvoudig om het uit te wissen.
04.03 Greta D'hondt (CD&V) : S'il n'y a pas de
solution immédiate, la différence reste toutefois un
problème. Il conviendra au besoin de prendre une
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Hoewel het niet
meteen op te lossen valt, blijft het verschil toch
problematisch. Desnoods zal er een politiek initiatief
CRABV 51
COM 1214
27/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
initiative politique. Étendre l'augmentation de
l'allocation à tout qui prend un congé pour soins
palliatifs ne doit tout de même pas coûter si cher. Il
faut éviter à ceux qui partagent avec leur partenaire
ses
dernières
semaines d'existence d'être
confrontés à des soucis financiers ! Je voudrais
demander au ministre de charger ses services de
calculer le coût d'une augmentation des
allocations pour tous.
moeten worden genomen. De budgettaire impact
van een hogere vergoeding voor iedereen die
palliatief verlof opneemt, kan niet zo groot zijn.
Financiële zorgen zijn het laatste wat mensen
tijdens de laatste levensweken van hun partner
nodig hebben. Ik zou de minister willen vragen zijn
diensten aan het werk te zetten om het prijskaartje
van hogere vergoedingen voor iedereen te
berekenen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 06.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.06 uur.