CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1187
CRABV 51 COM 1187
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
06-02-2007
06-02-2007
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Véronique Ghenne au ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Égalité
des chances sur "le respect par la Belgique des
engagements pris dans le cadre de la
CEDAW" (n° 13955)
1
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het nakomen door België van de beloften
die werden gedaan in het kader van het CEDAW-
verdrag" (nr. 13955)
1
Orateurs: Véronique Ghenne, Christian
Dupont
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Véronique Ghenne, Christian
Dupont
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Égalité
des
chances
sur
"l'octroi
de
moyens
supplémentaires
pour
la
violence
intrafamiliale" (n° 13725)
2
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "extra middelen voor intrafamiliaal geweld"
(nr. 13725)
2
Orateurs: Magda De Meyer, Christian
Dupont
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Égalité des chances
Sprekers: Magda De Meyer, Christian
Dupont
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke
Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Joseph Arens au ministre de
l'Emploi
sur
"le
droit
au
congé
parental" (n° 13854)
3
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Werk over "het recht op ouderschapsverlof"
(nr. 13854)
3
Orateurs:
Joseph
Arens,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Joseph
Arens,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt au ministre de
l'Emploi sur "l'activation des demandeurs
d'emploi" (n° 13923)
4
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de activering van
werkzoekenden" (nr. 13923)
4
Orateurs:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Greta
D'hondt,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les retards de paiement du Maribel
social" (n° 14021)
6
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de achterstallige betaling van de
sociale Maribel" (nr. 14021)
6
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Guy D'haeseleer au ministre de
l'Emploi sur "le cumul d'allocations d'interruption
et de revenus provenant d'un mandat de
conseiller provincial" (n° 14000)
7
Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de
minister van Werk over "de cumulatie van
onderbrekingsuitkeringen met inkomsten die
voortvloeien
uit
een
mandaat
van
provincieraadslid" (nr. 14000)
7
Orateurs:
Guy
D'haeseleer,
Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers:
Guy
D'haeseleer,
Peter
Vanvelthoven, minister van Werk
Question
de
Mme Annemie Turtelboom
au
ministre de l'Emploi sur "la responsabilité solidaire
des maîtres d'ouvrage en cas d'infractions
flagrantes
commises
par
les
sous-
traitants" (n° 14010)
8
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de hoofdelijke
aansprakelijkheid van opdrachtgevers in geval
van flagrante overtredingen bij onderaannemers"
(nr. 14010)
8
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de M. Luc Goutry au ministre de l'Emploi
sur "la préservation du système du Maribel social"
10
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Werk over "de vrijwaring van het systeem van
10
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(n° 13998)
de sociale Maribel" (nr. 13998)
Orateurs: Luc Goutry, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Luc Goutry, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'harmonisation des statuts ouvriers
et employés" (n° 14022)
11
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de harmonisering van de statuten
van arbeiders en bedienden" (nr. 14022)
11
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la présence en Belgique de
travailleurs indiens sous-payés" (n° 14025)
13
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van
Werk
over
"onderbetaalde
Indische
werknemers in België" (nr. 14025)
13
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la prise en charge par les Régions
des chômeurs de longue durée" (n° 14026)
14
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de financiële tenlasteneming van
de
langdurig
werklozen
door
de
Gewesten" (nr. 14026)
14
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la pénurie croissante sur
le marché du travail" (n° 14032)
15
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de toenemende krapte
op de arbeidsmarkt" (nr. 14032)
15
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Peter
Vanvelthoven
, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la conclusion d'un contrat de travail
et l'envoi de documents sociaux par voie
électronique" (n° 14056)
17
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "het afsluiten van een
arbeidscontract en het versturen van sociale
documenten langs elektronische weg" (nr. 14056)
17
Orateurs: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
06
FEVRIER
2007
Matin
______
van
DINSDAG
06
FEBRUARI
2007
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 10 h 07 par M.
Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.07 uur en
voorgezeten door de heer Hans Bonte.
01 Question de Mme Véronique Ghenne au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Égalité des chances sur "le respect par la
Belgique des engagements pris dans le cadre de
la CEDAW" (n° 13955)
01 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het nakomen door België van de beloften
die werden gedaan in het kader van het CEDAW-
verdrag" (nr. 13955)
01.01 Véronique Ghenne (PS) : Les États
signataires de la Convention relative à l'élimination
de toutes les formes de discrimination à l'égard des
femmes (CEDAW) se sont engagés à présenter
tous les quatre ans un rapport sur les progrès
accomplis dans la mise en oeuvre de cette
convention. Or, depuis qu'elle a rentré son
quatrième rapport en 1998, la Belgique semble
manquer à ses engagements. Est-ce exact et, dans
l'affirmative, pour quelles raisons ?
01.01 Véronique Ghenne (PS): De verdragsstaten
van het Verdrag inzake de uitbanning van alle
vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW)
hebben zich ertoe verbonden een vierjaarlijks
verslag op te stellen over de voortgang die bij de
uitvoering van dat verdrag werd geboekt. Sinds ons
land in 1998 zijn vierde verslag heeft ingediend,
schijnt het zijn verplichtingen niet meer na te
komen. Klopt dat? Zo ja, wat is daarvoor de reden?
01.02 Christian Dupont, ministre (en français) : Il
existe un double rapport pour les années 1989-
1997, suivi d'une note de défense déposée en 2002
et couvrant la période 1998-2002. Quant au rapport
couvrant la période juin 2002-2006, il sera transmis
à l'ONU pour l'été 2007.
01.02 Minister Christian Dupont (Frans): Voor de
periode 1989-1997 werd een dubbel verslag
opgesteld, dat in 2002 werd gevolgd door een
verdedigingsnota met betrekking tot de periode
1998-2002. Het verslag met betrekking tot de
periode van juni 2002 tot 2006 zal tegen de zomer
van 2007 aan de VN worden overgezonden.
01.03 Véronique Ghenne (PS) : Il demeure des
inégalités. Le nouveau rapport nous sera-t-il
transmis ?
01.03 Véronique Ghenne (PS): Toch blijft er
ongelijkheid bestaan. Zal het nieuwe rapport ons
worden bezorgd?
01.04 Christian Dupont, ministre (en français) :
Vous avez raison d'être vigilante. Nous vous
transmettrons tous les documents dont nous
disposons. Si la Belgique tarde parfois à remettre
certains rapports internationaux, c'est dû dans
certains cas à la difficulté de rassembler certains
partenaires.
01.04 Minister Christian Dupont (Frans): U bent
terecht waakzaam. We zullen u alle documenten
bezorgen waarover we beschikken. Als België er
soms niet in slaagt om bepaalde internationale
rapporten op tijd voor te leggen, dan is dat omdat
de diverse partners soms moeilijk bijeen kunnen
worden gebracht.
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Magda De Meyer au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Égalité des chances sur "l'octroi de moyens
supplémentaires
pour
la
violence
intrafamiliale" (n° 13725)
02 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "extra middelen voor intrafamiliaal geweld"
(nr. 13725)
02.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : Avant les
vacances de Noël, il était question de réaliser des
économies dans le secteur traitant du problème de
la violence intrafamiliale. La Chambre avait pourtant
adopté une résolution demandant qu'une plus
grande attention politique soit prêtée à ce secteur et
que du personnel et des moyens supplémentaires
lui soient attribués. Le ministre avait alors promis de
mettre davantage de moyens à la disposition des
Centres d'aide sociale générale (CASG).
Tiendra-t-il cette promesse ? Comment seront
répartis ces moyens supplémentaires ? Quand de
nouveaux membres du personnel seront-ils
recrutés ?
02.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Voor de
kerstvakantie was er sprake van besparingen in de
sector die zich bezighoudt met de problematiek van
het intrafamiliaal geweld. Nochtans werd er in de
Kamer een resolutie goedgekeurd, waarin meer
beleidsaandacht, personeel en middelen voor deze
sector wordt gevraagd. De minister beloofde toen
om meer middelen ter beschikking te stellen aan de
Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW's).
Zal hij deze belofte nakomen? Hoe worden de extra
middelen verdeeld? Wanneer komt er nieuw
personeel?
02.02
Christian
Dupont,
ministre
(en
néerlandais) : En 2007, le Fonds Maribel social
recevra 26 millions d'euros de plus qu'en 2006. Ce
montant sera destiné à embaucher du personnel
supplémentaire dans le secteur local (communes,
provinces, CPAS et intercommunales).
En concertation avec le ministre Demotte, une
partie des moyens supplémentaires sera consacrée
à financer des projets d'interprètes sociaux, à
améliorer l'accessibilité des soins de santé mentale
pour les immigrés, à assurer le suivi des auteurs de
violence entre partenaires et à lutter contre la
mendicité enfantine.
02.02 Minister Christian Dupont (Nederlands): In
2007 zal het sectoraal fonds Sociale Maribel 26
miljoen euro meer krijgen dan in 2006. Dit bedrag is
bestemd voor extra personeel in de lokale sector,
gemeenten,
provincies,
OCMW's
en
intercommunales.
In overleg met minister Demotte zal een deel van de
extra middelen besteed worden aan projecten voor
sociale tolken, de toegankelijkheid van de
geestelijke gezondheidszorg voor migranten, de
begeleiding van daders van partnergeweld en de
strijd tegen kinderbedelarij.
Les partenaires locaux avaient jusqu'au 17 janvier
pour introduire une demande. Lors de l'attribution
des moyens au mois de février, nous accorderons
la priorité aux projets déjà subventionnés par
l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes.
Nous veillerons à assurer une répartition équilibrée
entre les provinces, compte tenu des demandes
reçues.
Rien n'a encore été décidé mais vingt-cinq emplois
supplémentaires au moins seront créés dans le
cadre des Maribels sociaux qui s'occupent de la
lutte contre la violence entre partenaires. Nous
répondrons aux demandeurs avant la fin du mois et
ils auront jusqu'au 31 juillet pour recruter du
personnel.
Lokale partners konden tot 17 januari een aanvraag
indienen. Bij de toekenning in februari zal voorrang
worden gegeven aan projecten die reeds
gesubsidieerd worden door het Instituut voor de
Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Er zal worden
gewaakt over een evenwichtige verdeling over de
provincies, rekening houdend met de ontvangen
aanvragen.
Er werd nog niets beslist, maar het zal gaan over
minstens 25 bijkomende jobs in de sociale maribels
die zich bezighouden met de strijd tegen
partnergeweld. De aanvragers krijgen deze maand
nog een antwoord en hebben tot 31 juli de tijd om
personeel te werven.
02.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : Donc, il 02.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Het zal dus
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
faudra attendre fin février pour savoir combien de
membres du personnel supplémentaires pourront
être recrutés par chaque province.
pas eind februari duidelijk worden hoeveel extra
personeel de verschillende provincies krijgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La séance est suspendue à 10 h 16.
De vergadering wordt geschorst om 10.16 uur.
Elle est reprise à 11 h 03.
De vergadering wordt hervat om 11.03 uur.
03 Question de M. Joseph Arens au ministre de
l'Emploi
sur
"le
droit
au
congé
parental" (n° 13854)
03 Vraag van de heer Joseph Arens aan de
minister van Werk over "het recht op
ouderschapsverlof" (nr. 13854)
03.01 Joseph Arens (cdH) : Le droit au congé
parental a été étendu aux personnes rétribuées par
la Communauté française, notamment aux
universités. Il me revient toutefois que toutes les
universités ne peuvent actuellement pas bénéficier
des dispositions applicables dans le secteur privé
en matière de congé parental. Pouvez-vous
m'informer des dispositions applicables au
personnel des universités ? Qu'en est-il des
personnes engagées pour un contrat à durée
déterminée ?
03.01 Joseph Arens (cdH): Het recht op
ouderschapsverlof werd uitgebreid tot het personeel
van de Franse Gemeenschap, meer bepaald van
de universiteiten. Naar verluidt genieten echter niet
alle
universiteiten
de
voorwaarden
inzake
ouderschapsverlof die in de privésector van
toepassing zijn. Kan u mij meedelen welke
bepalingen voor het universiteitspersoneel gelden,
met name wat personen met een arbeidscontract
van bepaalde duur betreft?
03.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Les dispositions en matière de congé parental
diffèrent en fonction du type d'université et de la
région.
Les universités libres relèvent du règlement du
secteur privé et ont droit à des congés thématiques.
Les universités communautaires relèvent du champ
d'application de l'arrêté-cadre du 7 mai 1999 qui
détermine le cadre dans lequel les pouvoirs non
fédéraux peuvent rendre l'interruption de carrière et
les congés thématiques applicables à leurs
travailleurs.
Il appartient aux pouvoirs régionaux, par le biais
d'un arrêté et après accord préalable du Conseil
des ministres fédéral, de prévoir le droit au congé
parental.
Pour les universités communautaires flamandes, le
personnel technique statutaire et contractuel a
adhéré à l'arrêté cadre le 1
er
mai 2003 et a droit au
congé
parental. Le personnel académique
indépendant et assistant n'y a pas adhéré. Il n'a pas
droit au congé parental.
Pour les universités communautaires wallonnes, le
personnel technique statutaire contractuel et le
03.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
bepalingen inzake ouderschapsverlof variëren
afhankelijk van het soort universiteit en het Gewest.
Voor de vrije universiteiten geldt de regeling voor de
privésector; zij hebben recht op thematische
verloven.
De
universiteiten
van
het
gemeenschapsonderwijs
vallen
onder
het
kaderbesluit van 7 mei 1999 betreffende de
onderbreking van de beroepsloopbaan van het
personeel van de besturen, waarbij het kader
vastgelegd wordt waarin de niet-federale besturen
loopbaanonderbreking en thematische verloven
kunnen organiseren voor hun werknemers.
Het recht op ouderschapsverlof moet op gewestelijk
niveau worden ingevoerd, via een besluit en na
voorafgaande goedkeuring door de federale
ministerraad.
In Vlaanderen heeft het statutair en contractueel
technisch personeel van de universiteiten van het
gemeenschapsonderwijs het kaderbesluit van 1 mei
2003 onderschreven, waardoor het aanspraak kan
maken op ouderschapsverlof. Het zelfstandig
academisch personeel en de assistenten hebben
dat niet, en hebben dus geen recht op
ouderschapsverlof.
Aan
de
universiteiten
van
het
gemeenschapsonderwijs
in
het
Waalse
landsgedeelte hebben noch het statutair en
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
personnel académique indépendant n'ont pas
adhéré à l'arrêté cadre. Ils n'ont donc pas droit au
congé parental.
Un arrêté royal sera publié sous peu visant à
assouplir le congé parental par analogie au
règlement en vigueur dans le secteur privé. La
transition entre les différents régimes est possible et
de nouvelles périodes minimum pour prendre le
congé en question seront installées.
Les travailleurs temporaires bénéficient des mêmes
droits que les travailleurs permanents. Seule la
condition d'ancienneté peut avoir un certain effet.
Dans le secteur privé et donc également dans les
universités libres, une condition d'ancienneté est
d'application.
Pour le secteur public, tout travailleur en service a
droit au congé parental. Au terme du contrat, le
congé parental prend fin lui aussi.
contractueel technisch personeel, noch het
zelfstandig academisch personeel het kaderbesluit
onderschreven. Zij kunnen dus evenmin aanspraak
maken op ouderschapsverlof.
Eerdaags wordt een koninklijk besluit gepubliceerd
waarbij
de
regels
voor
ouderschapsverlof
versoepeld worden, naar analogie van de regeling
voor de privésector. Er kan van de ene regeling
overgestapt worden naar de andere, en er zullen
nieuwe minimumperioden voor het verlof worden
vastgesteld.
Tijdelijke werknemers hebben dezelfde rechten als
voltijdse
werknemers.
Alleen
de
anciënniteitsvoorwaarde kan bepaalde gevolgen
hebben. Aan een dergelijke voorwaarde moet
voldaan worden in de privésector, en dus ook aan
de vrije universiteiten.
Bij de overheid hebben alle werknemers recht op
ouderschapsverlof. Dat verlof loopt af als de
arbeidsovereenkomst beëindigd wordt.
03.03 Joseph Arens (cdH) : L'arrêté royal qui
assouplira les conditions d'accessibilité au congé
parental sera-t-il publié avant la fin de la législature
?
03.03 Joseph Arens (cdH): Zal het koninklijk
besluit dat de toegangsvoorwaarden voor het
ouderschapsverlof versoepelt, nog voor het einde
van de regeerperiode worden gepubliceerd?
03.04 Peter Vanvelthoven , ministre (en français)
: Oui.
03.04 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Ja.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Greta D'hondt au ministre
de l'Emploi sur "l'activation des demandeurs
d'emploi" (n° 13923)
04 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de activering van
werkzoekenden" (nr. 13923)
04.01 Greta D'hondt (CD&V) : Il ressort d'un
rapport de l'Institut de recherches économiques et
sociales (IRES) de l'UCL sur les effets de la lettre
dite d'avertissement de l'ONEm concernant le
comportement de recherche d'emploi des jeunes
demandeurs d'emploi que cette lettre ne produit des
effets concrets que lorsque les Régions et les
Communautés s'occupent également de ces jeunes
et que les résultats diffèrent considérablement
selon le groupe cible. Par ailleurs, les jeunes
demandeurs d'emploi flamands accepteraient plus
facilement un emploi temporaire moins bien
rémunéré que les demandeurs d'emploi wallons ou
bruxellois.
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Uit een rapport van
het Institut de Recherches économiques et sociales
(IRES) van de UCL over de effecten van de
zogenaamde verwittigingsbrief van de RVA op het
zoekgedrag van werkzoekende jongeren, blijkt dat
de brief van de RVA pas concrete effecten heeft
wanneer de diensten van de Gewesten en
Gemeenschappen zich eveneens bezighouden met
deze jongeren en dat de effecten erg verschillend
zijn naargelang van de doelgroep. Daarnaast
zouden Vlaamse werkzoekenden gemakkelijker een
minder betaalde deeltijdse job aanvaarden dan
Waalse of Brusselse werkzoekenden.
Quand
pourrons-nous,
au
sein
de
cette
commission, discuter à nouveau des résultats de la
politique d'activation, de manière à ne plus devoir
nous baser uniquement sur l'étude de l'IRES ? Par
Wanneer zullen wij in deze commissie de resultaten
van
het
activeringsbeleid
opnieuw
kunnen
bespreken, zodat we ons niet enkel moeten
baseren op de studie van IRES? In de studie wordt
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
ailleurs, cette étude soulève la question de savoir
comment il convient d'interpréter la notion
d'« emploi convenable ». Ne devrions-nous pas
mieux définir cette notion ?
de vraag gesteld hoe we het begrip 'passende
dienstbetrekking' moeten interpreteren. Moeten we
dat begrip niet beter op punt stellen?
04.02
Peter
Vanvelthoven,
ministre
(en
néerlandais) : Réalisée à la demande du SPF
Politique scientifique, cette étude avait pour objectif
de procéder à une première évaluation. Le SPF
Emploi en avait introduit le projet mais n'était pas
représenté
au
sein
de
la
commission
d'accompagnement. L'effet de la première lettre
d'accompagnement a, par ailleurs, déjà été étudié
directement par l'ONEm et les résultats de cette
étude ont été présentés dans le cadre de la
commission du 22 novembre 2005. L'étude de
l'UCL confirme ces résultats. Cette étude - qui ne
traite que du premier avertissement signifiant à une
personne qu'elle appartient au groupe cible du plan
d'activation - ne permet évidemment pas de tirer de
conclusions sur l'ensemble de la politique
d'activation.
L'accord intervenu entre les autorités fédérales, les
Régions et les Communautés stipule que le plan
d'activation doit être évalué avec les partenaires
sociaux tous les six mois. Une évaluation globale
est prévue mi-2007. À ce moment, il sera décidé de
l'éventuelle suppression définitive de la suspension
pour chômage de longue durée. Il a été convenu
avec les partenaires sociaux qu'il n'y aurait aucune
adaptation du plan d'activation et qu'aucune
procédure ne serait entamée avant cette évaluation
globale. Pendant cette évaluation, nous pourrons
également déterminer s'il s'avère utile ou non de
redéfinir la notion d'"emploi convenable".
L'échange d'informations entre les organismes
régionaux et l'ONEm est de plus en plus fluide. Et
contrairement à ce que prétend l'étude de l'UCL,
l'ONEm prend tous les jours des sanctions pour
refus de travail ou de formation.
Mes services préparent activement cette évaluation
globale, qui aura peut-être lieu juste après les
élections. Ce n'est peut-être pas le moment idéal
mais cela nous permettra de tenir compte des
résultats de cette évaluation dans le nouvel accord
de gouvernement.
04.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De studie werd uitgevoerd in opdracht van de FOD
Wetenschapsbeleid en had als doel een eerste
evaluatie te maken. De FOD Werkgelegenheid
heeft dit project aangereikt, maar was niet
vertegenwoordigd in de begeleidingscommissie. Het
effect van de eerste begeleidingsbrief werd
trouwens al onderzocht door de RVA zelf en de
resultaten werden voorgesteld tijdens de commissie
van 22 november 2005. Het onderzoek van de UCL
bevestigt die resultaten. Uiteraard kunnen we uit
deze studie ­ die enkel gaat over de eerste
verwittiging dat iemand tot de doelgroep van het
activeringsbeleid behoort ­ geen conclusies trekken
over het volledige activeringsbeleid.
Het akkoord tussen de federale overheid, de
Gewesten en de Gemeenschappen bepaalt dat het
activeringsbeleid om de zes maanden geëvalueerd
moet worden met de sociale partners. In de helft
van 2007 zal er een globale evaluatie zijn. Dan zal
er beslist moeten worden of de schorsing wegens
langdurige werkloosheid definitief verdwijnt. Met de
sociale partners werd afgesproken dat er vóór deze
globale evaluatie geen aanpassingen aan het
activeringsplan of aan de procedure zouden
gebeuren. Tijdens deze evaluatie kunnen we ook
nagaan
of
we
het
begrip
`passende
dienstbetrekking' moeten herdefiniëren.
De
informatie-uitwisseling
tussen
de
gewestinstellingen en de RVA verloopt steeds
vlotter. De RVA treft wel degelijk sancties wegens
het weigeren van werk of opleiding, in tegenstelling
tot wat de studie van de UCL beweert.
Mijn
diensten
zijn
volop bezig
met
de
voorbereidingen voor de globale evaluatie, die
misschien net na de verkiezingen zal plaatsvinden.
Dat is misschien niet het meest geschikte moment,
maar op die manier kunnen we in het nieuwe
regeerakkoord rekening houden met de resultaten.
04.03 Greta D'hondt (CD&V) : Je reste
convaincue que nous devons suivre plus
rapidement et plus régulièrement l'évolution de la
politique d'activation. J'estime qu'il n'appartient pas
aux partenaires sociaux de déterminer le moment
où nous évaluons cette politique.
Le ministre évoque une évaluation dans quelques
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Ik blijf ervan
overtuigd dat wij het activeringsbeleid sneller en
regelmatiger moeten opvolgen. Ik vind niet dat de
sociale partners moeten bepalen wanneer wij het
beleid evalueren.
De minister heeft het over een evaluatie binnen
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
mois, mais il est probable que la politique
d'activation ne sera examinée à la Chambre que fin
2007. Selon le ministre, il sera tenu compte de cet
examen lors de l'élaboration de la déclaration
gouvernementale, mais je crains que cette dernière
intervienne plus rapidement que la discussion au
Parlement. Pourquoi ne pourrions-nous pas
examiner en fin de législature, c'est-à-dire sous
peu, la politique qui a été menée ?
enkele maanden, maar waarschijnlijk zal het
activeringsbeleid pas eind 2007 in de Kamer
worden besproken. Volgens de minister zou er
rekening gehouden worden met deze bespreking bij
het opstellen van de regeringsverklaring, maar ik
vrees dat de regeringsverklaring er sneller zal zijn
dan de bespreking in het Parlement. Waarom
kunnen we op het einde van de regeerperiode,
binnenkort dus, het gevoerde beleid niet
bespreken?
04.04
Peter
Vanvelthoven,
ministre
(en
néerlandais) : Ni les partenaires sociaux, ni le
gouvernement fédéral ou les gouvernements
régionaux ne décident des matières évaluées au
sein de ce Parlement. Les résultats des évaluations
semestrielles ont été présentés au sein de cette
commission. Je ne vois aucune objection à discuter
ici de la politique menée.
L'accord de coopération intervenu en 2004 entre les
divers gouvernements et le VDAB, le FOREM,
l'ORBEm et les partenaires sociaux prévoyait une
évaluation de la politique d'activation après trois
ans. Les différents groupes cibles ont été
progressivement associés au plan d'activation et
une évaluation globale n'a de sens que si le dernier
groupe cible est également associé à la procédure.
À l'époque, on a peut-être considéré que l'actuel
gouvernement ne tiendrait pas quatre ans. Le
moment est peut-être un peu mal choisi mais il me
paraît important de procéder tout de même à cette
évaluation et d'en tenir compte. Les résultats seront
bien sûr examinés au Parlement. Je me tiens à la
disposition de la commission pour une discussion.
04.04 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Noch de sociale partners, noch de federale of
regionale regering bepalen wat hier in dit Parlement
geëvalueerd wordt. In deze commissie werden de
resultaten van de zesmaandelijkse evaluaties
gepresenteerd. Ik heb er geen enkel probleem mee
om het beleid hier te bespreken.
In het samenwerkingsakkoord uit 2004 tussen de
diverse regeringen en de VDAB, FOREM, ORBEM
en de sociale partners werd bepaald dat het
activeringsbeleid na drie jaar geëvalueerd zou
worden. De verschillende doelgroepen werden
namelijk geleidelijk aan betrokken bij het
activeringsplan en een globale evaluatie is pas
zinvol als ook de laatste doelgroep betrokken is bij
de procedure. Misschien werd er toen vanuit
gegaan dat de huidige regering het geen vier jaar
zou uitzingen. Het moment van de evaluatie is een
beetje ongelukkig, maar ik vind het belangrijk dat ze
toch gebeurt en dat er rekening mee wordt
gehouden. De resultaten zullen uiteraard in het
Parlement besproken worden. Ik sta steeds ter
beschikking van de commissie voor een
bespreking.
04.05 Greta D'hondt (CD&V) : La situation se
précise un peu. Je ne tiens certainement pas à
hypothéquer l'évaluation globale. Cette commission
peut-elle entre-temps suivre la question ?
04.05 Greta D'hondt (CD&V): De zaken worden
nu al iets duidelijker. Ik wil die globale evaluatie
zeker niet in het gedrang brengen. Kan deze
commissie de zaken tussentijds opvolgen?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "les retards de paiement du Maribel
social" (n° 14021)
05 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de achterstallige
betaling van de sociale Maribel" (nr. 14021)
05.01 Benoît Drèze (cdH) : La réglementation
prévoit le paiement d'avances régulières dans les
différents fonds relatifs à chacune des commissions
paritaires du secteur non-marchand privé. Or,
l'avance qui était attendue pour le 15 janvier n'était
toujours pas arrivée à la fin de la semaine passée.
Cette avance a-t-elle été payée entre-temps ?
05.01 Benoît Drèze (cdH): De regelgeving bepaalt
dat er op regelmatige tijdstippen voorschotten
worden gestort in de verschillende fondsen van elk
van de paritaire comités van de private non-
profitsector. Welnu, het voorschot dat voor 15
januari werd verwacht was op het einde van vorige
week nog altijd niet toegekomen.
Werd dit voorschot ondertussen al betaald? Kan u
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Pouvez-vous nous expliquer les raisons du retard
d'au moins une quinzaine de jours ? Pouvez-vous
nous rassurer sur le fait que cette situation ne se
reproduira plus ? Ne pensez-vous pas que les
modalités d'exécution, qui sont manifestement de
plus en plus contraignantes au niveau du Maribel
social,
augmentent
les
risques
de
dysfonctionnements ?
ons de redenen geven van deze vertraging van ten
minste veertien dagen? Kan u ons bevestigen dat
deze situatie zich niet opnieuw zal voordoen? Denkt
u niet dat de uitvoeringsmodaliteiten, die duidelijk
steeds dwingender zijn op het vlak van de sociale
Maribel, het gevaar voor disfuncties doen
toenemen?
05.02 Peter Vanvelthoven , ministre (en français)
: L'arrêté royal du 18 juillet 2002, portant exécution
de la mesure Maribel social, prévoit en effet le
paiement en tranches trimestrielles des dotations
annuelles. Le premier paiement n'a pas encore été
effectué parce que l'arrêté d'exécution précité subit
un certain nombre de modifications pour l'année
2007.
Le règlement 2007 prévoit que l'accroissement du
nombre de travailleurs est à nouveau pris en
compte dans le montant de la dotation.
Je viens de recevoir l'avis provisoire du Conseil
d'État relatif à l'arrêté modificatif. L'administration
apporte à présent les dernières adaptations
techniques à l'arrêté qui pourra ensuite être signé
en même temps que l'arrêté royal fixant les
dotations 2007. Les paiements auront sans aucun
doute lieu dans le courant de ce mois-ci.
Nous avons demandé à l'Office national de sécurité
sociale de procéder déjà à un paiement égal à
2/12
èmes
du montant de la dotation prévue pour
l'année 2006. L'ONSS a effectué ce paiement le
2 février dernier, ce qui devrait permettre au secteur
d'honorer ses obligations pour ces premiers mois.
Votre suggestion concernant les modalités
d'exécution du Maribel social me semble par
ailleurs très intéressante.
05.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Het
koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende
uitvoering van de Sociale Maribel, voorziet
inderdaad in een trimestriële uitbetaling van de
jaardotaties. De eerste betaling is nog niet
uitgevoerd, omdat het voormelde koninklijk besluit
voor 2007 een aantal wijzigingen ondergaat.
In 2007 wordt voor het vaststellen van het bedrag
van de dotatie opnieuw rekening gehouden met de
toename van het aantal werknemers.
Ik heb zonet het voorlopig advies van de Raad van
State over het wijzigingsbesluit ontvangen. De
administratie brengt op dit ogenblik de laatste
technische wijzigingen aan aan het koninklijk
besluit, dat vervolgens kan worden ondertekend,
samen met het koninklijk besluit tot vaststelling van
de dotaties voor 2007. De betalingen zullen
ongetwijfeld nog deze maand kunnen gebeuren.
We hebben de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
gevraagd al een bedrag gelijk aan twee twaalfde
van de voor 2006 vooropgestelde dotatie uit te
betalen. De RSZ heeft die betaling op 2 februari
jongstleden uitgevoerd, zodat de sector voor de
eerstkomende maanden zijn verplichtingen zou
moeten kunnen nakomen.
Uw suggestie met betrekking tot de nadere regels
voor de uitvoering van de Sociale Maribel lijkt me
overigens erg interessant.
05.03 Benoît Drèze (cdH) : Je suis rassuré de
savoir que les paiements sont partis le 2 février.
Force est toutefois de constater un décalage de
plus de quinze jours par rapport à la date prévue.
Ce sont surtout les employeurs concernés qui ne
reçoivent pas leur dû alors qu'ils sont, eux,
contraints de payer les salaires et les cotisations
sociales et fiscales en temps et en heure.
05.03 Benoît Drèze (cdH): Het nieuws dat de
betalingen op 2 februari werden uitgevoerd, stelt me
gerust. We kunnen er echter niet omheen dat alles
met meer dan twee weken is opgeschoven. Het zijn
vooral de betrokken werkgevers die hun geld niet
zien, terwijl ze zelf verplicht zijn de lonen en de
sociale en fiscale bijdragen tijdig te betalen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Guy D'haeseleer au ministre
de l'Emploi sur "le cumul d'allocations
d'interruption et de revenus provenant d'un
mandat de conseiller provincial" (n° 14000)
06 Vraag van de heer Guy D'haeseleer aan de
minister van Werk over "de cumulatie van
onderbrekingsuitkeringen met inkomsten die
voortvloeien
uit
een
mandaat
van
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
provincieraadslid" (nr. 14000)
06.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) : Quand
paraîtra l'arrêté royal destiné à résoudre le
problème du cumul des allocations pour interruption
de carrière et du mandat de conseiller provincial ?
Des accords informels ont-ils déjà été conclus avec
l'ONEm pour qu'aucune décision ne soit prise dans
des dossiers individuels avant l'entrée en vigueur de
l'arrêté royal ?
06.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang):
Wanneer wordt het KB gepubliceerd dat het
probleem moet oplossen van de cumulatie van
uitkeringen voor loopbaanonderbreking met het
mandaat van provincieraadslid? Werden er reeds
informele afspraken gemaakt met de RVA om in
afwachting van het KB geen beslissingen te nemen
in individuele dossiers?
06.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en
néerlandais) : L'arrêté royal sera finalisé cette
semaine et ensuite soumis pour avis urgent au
Conseil national du travail et au comité de gestion
de l'ONEm. Après publication, l'arrêté royal entrera
en vigueur avec effet rétroactif au 1
er
décembre
2006. L'ONEm est étroitement associé à la
rédaction de cet arrêté royal et est donc informé de
toutes les modifications. Les demandes qui ont déjà
fait l'objet d'une décision seront modifiées. Pour les
nouvelles demandes, une décision sera prise à la
lumière de la nouvelle réglementation.
06.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
Het KB zal deze week afgewerkt worden en zal
daarna voor spoedadvies worden voorgelegd aan
de Nationale Arbeidsraad en het beheerscomité van
de RVA. Na publicatie zal het KB retroactief van
kracht worden op 1 december 2006. De RVA is
nauw betrokken bij het opstellen van dit KB en is
dus op de hoogte van alle wijzigingen. De
aanvragen waarin reeds een beslissing werd
genomen, zullen worden gewijzigd. Over de
aanvragen die nu binnenkomen, zal in het licht van
de nieuwe reglementering worden beslist.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la responsabilité
solidaire des maîtres d'ouvrage en cas
d'infractions flagrantes commises par les sous-
traitants" (n° 14010)
07 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "de hoofdelijke
aansprakelijkheid van opdrachtgevers in geval
van flagrante overtredingen bij onderaannemers"
(nr. 14010)
07.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Dernièrement,
l'Inspection sociale a relevé des dizaines
d'infractions à la législation sur l'emploi lors de
contrôles effectués dans des toilettes le long des
autoroutes. Profitant de ces contrôles, le ministre a
annoncé un projet de loi qui instaurerait la
responsabilité solidaire pour les commettants en
cas d'infractions flagrantes commises par les sous-
traitants. Le secteur de la construction n'a pas réagi
de façon très enthousiaste à cette annonce.
À l'avenir, les résultats des contrôles de l'Inspection
sociale seront-ils communiqués plus rapidement
aux commettants ? Les contrôles seront-ils
renforcés ? L'Inspection sociale dispose-t-elle pour
ce faire de suffisamment de moyens et d'effectifs ?
Le Service d'information et de recherche sociale se
verra-t-il confier un rôle accru dans la lutte contre
les abus ? Au demeurant, pourquoi le ministre a-t-il
lancé cette proposition alors que les travaux de la
table ronde sur le travail au noir étaient encore en
cours ? Que pense le ministre de l'argument du
secteur de la construction selon lequel le contrôle
est une mission qui incombe aux autorités ?
07.01 Annemie Turtelboom (VLD): Onlangs
tekende de Sociale Inspectie tientallen inbreuken op
tijdens controles op de tewerkstelling in toiletten
langs de autosnelweg. Daarom kondigde de
minister een wetsontwerp aan dat de hoofdelijke
aansprakelijkheid zou invoeren voor opdrachtgevers
bij flagrante overtredingen van onderaannemers. De
bouwsector reageerde niet erg enthousiast.
Zullen de bevindingen van de Sociale Inspectie in
de toekomst sneller worden meegedeeld aan de
opdrachtgevers? Zullen de controles worden
opgedreven? Beschikt de Sociale Inspectie ter zake
over voldoende middelen en manschappen? Zal de
Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst een
intensievere rol krijgen in de bestrijding van de
uitwassen? Waarom heeft de minister dit voorstel
trouwens
gelanceerd
terwijl
de
rondetafelbesprekingen over het zwartwerk nog
bezig waren? Hoe staat de minister tegenover het
argument van de bouwsector dat controle een taak
is voor de overheid?
07.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en 07.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
néerlandais) : Le contenu des procès-verbaux
concrets ne peut évidemment être communiqué à
des tiers. Après un contrôle, des informations plus
précises ne peuvent être obtenues que par
l'intermédiaire de l'auditeur du travail ou du
procureur du Roi.
Les contrôles d'abus par le biais de la sous-
traitance constituent l'une des priorités du SIRS.
L'objectif consiste à rendre les contrôles plus
efficaces et plus ciblés. À l'avenir, il sera également
recouru de plus en plus souvent au croisement de
données sur la base des nouvelles obligations
Limosa et des banques de données existantes
telles que la banque de données Limosa et la
banque de données de l'ONEm en matière de
chômage temporaire. Un forum permanent entre les
services d'inspection et les secteurs sera
également mis en place.
Le principe de la responsabilité solidaire est une
décision gouvernementale d'avril 2006 qui est
actuellement mise en oeuvre. La responsabilité
solidaire ne sera appliquée qu'en l'absence de la
mise en place de certains éléments tels que le
registre des présences. L'inspection, le commettant
et le secteur sont responsables en matière de
respect des lois sociales. Nul n'attend la création
d'un État policier au sein duquel le respect des lois
sociales ne pourrait être imposé qu'au moyen de
contrôles.
De inhoud van de concrete processen-verbaal kan
uiteraard niet aan derden worden meegedeeld. Na
een controle kan alleen via de arbeidsauditeur of de
procureur des Konings nadere informatie bekomen
worden.
De controles op misbruiken via onderaanneming
zijn een van de prioriteiten van de SIOD. Het is de
bedoeling dat deze controles efficiënter en gerichter
worden. In de toekomst zal er ook steeds meer
gebruik worden gemaakt van het kruisen van
gegevens aan de hand van de nieuwe Limosa-
verplichtingen en bestaande databanken zoals de
Dimona-databank en de RVA-databank inzake
tijdelijke werkloosheid. Ook zal er een permanent
forum
worden
gecreëerd
tussen
de
inspectiediensten en de sectoren.
Het principe van de hoofdelijke aansprakelijkheid is
een regeringsbeslissing van april 2006 die nu
uitgevoerd wordt. De hoofdelijke aansprakelijkheid
zal echter enkel gelden wanneer werd nagelaten
een aantal zaken op punt te zetten, zoals het
aanwezigheidsregister.
De
inspectie,
de
opdrachtgever
en
de
sector
dragen
verantwoordelijkheid inzake de naleving van de
sociale wetten. Niemand zit te wachten op een
politiestaat waarin alleen door controles de naleving
van wetten kan worden afgedwongen.
Le respect des lois sociales participe donc à mon
sens d'une responsabilité conjointe et le
commettant joue, à cet égard, un rôle essentiel. Il
peut en effet détecter un prix anormalement bas et
présumer de ce fait l'existence d'un abus. Il ne
s'agit toutefois pas d'une responsabilité illimitée ou
inéluctable. Par ailleurs, plusieurs secteurs, comme
celui du nettoyage, plaident pour l'instauration d'une
responsabilité solidaire. Pour le surplus, les tables
rondes du secteur de la construction ne sont pas
terminées. À l'ordre du jour figure précisément,
entre autres points, la conclusion d'un accord de
partenariat prévoyant un forum permanent pour la
concertation avec les services d'inspection.
De naleving van de sociale wetten is mijns inziens
dus een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
waarin de opdrachtgever een essentiële rol speelt.
Hij kan immers merken dat een prijszetting verdacht
laag is en daardoor vermoeden dat er misbruik in
het spel is. Het gaat echter niet om een
aansprakelijkheid die onbeperkt is of waaraan men
niet kan ontsnappen. Overigens zijn er meerdere
sectoren vragende partij inzake de invoering van de
hoofdelijke aansprakelijkheid, zoals bijvoorbeeld de
schoonmaaksector.
Verder
zijn
de
rondetafelgesprekken in de bouwsector nog niet
afgerond. Een van de onderwerpen op de agenda is
precies
het
sluiten
van
een
partnerschapsovereenkomst waarin een permanent
forum zal worden georganiseerd voor overleg met
de inspectiediensten.
07.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Il s'agit en
tout état de cause d'un projet de loi utile car il faut
rapidement
sévir
contre
les
entreprises
malhonnêtes qui génèrent une concurrence
déloyale. La méfiance du secteur de la construction
s'explique principalement par la complexité
croissante du processus de construction ces
dernières années.
07.03 Annemie Turtelboom (VLD): Het is
alleszins een nuttig wetsontwerp, want er moet
dringend afgerekend worden met malafide
ondernemingen die voor oneerlijke concurrentie
zorgen. De bouwsector reageert vooral argwanend,
omdat het bouwproces de laatste jaren al zoveel
complexer is geworden.
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Pour le surplus, l'amélioration et le ciblage des
contrôles, qui ne se multiplieront pas pour autant,
constituent une bonne chose.
Aux Pays-Bas, le SIRS est ainsi parvenu à mettre
au jour des dossiers très complexes à l'origine de
distorsions de concurrence.
Het is verder positief dat de controles efficiënter en
gerichter zullen worden, zonder daarom in aantal
toe te nemen.
De SIOD in Nederland slaagde er op die manier in
om heel complexe en concurrentievervalsende
dossiers op te sporen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Luc Goutry au ministre de
l'Emploi sur "la préservation du système du
Maribel social" (n° 13998)
08 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Werk over "de vrijwaring van het systeem
van de sociale Maribel" (nr. 13998)
08.01 Luc Goutry (CD&V) : Contrairement à M.
Drèze, qui a posé des questions sur le paiement
tardif, je voudrais quant à moi soumettre au ministre
une question concernant le système du Maribel
social pour le secteur non marchand privé. En 1997,
le gouvernement et les partenaires sociaux ont
décidé de concevoir un système tendant à la
promotion de l'emploi dans ce secteur grâce à une
réduction
des
cotisations
patronales.
Ces
cotisations ont été versées dans un fonds pour la
création d'emplois nouveaux.
L'emploi dans ce secteur a augmenté de 12 %
entre 1999 et 2002 alors que l'emploi général n'a
augmenté que de 6 %. Le système du Maribel
social a permis la création de milliers d'emplois et
c'est la raison pour laquelle il convient d'en garantir
la pérennité financière et structurelle.
Toutefois, les dotations sont de moins en moins
suffisantes et elles ne sont pas indexées de sorte
qu'elles ne peuvent suivre l'évolution des salaires.
Les employeurs qui doivent faire face à une
augmentation des salaires due à l'ancienneté
croissante de leurs travailleurs ne bénéficient
d'aucune compensation.
Un
problème
structurel
se
pose
tout
particulièrement aux petits organismes qui relèvent
du secteur non marchand privé. Je songe à cet
égard aux centres de revalidation autonomes qui
sont touchés par les économies réalisées à l'INAMI,
qui ont des coûts salariaux élevés et qui souffrent le
plus du fait que le Maribel social n'est plus
actualisé.
08.01 Luc Goutry (CD&V): In tegenstelling tot de
heer Drèze, die vragen stelde over laattijdige
betaling, heb ik een vraag over het systeem van de
sociale Maribel voor de private non-profitsectoren.
In 1997 besloten de regering en de sociale partners
om een systeem te ontwerpen ter bevordering van
de werkgelegenheid in de sector op basis van een
vermindering van de werkgeversbijdragen. Die
bijdragen werden in een fonds gebracht voor de
creatie van nieuwe werkgelegenheid.
De tewerkstelling in die sector steeg tussen 1999 en
2002 met 12 procent, terwijl de algemene
tewerkstelling slechts met 6 procent toenam. Het
systeem van de sociale Maribel zorgde voor de
creatie van duizenden effectieve arbeidsplaatsen en
moet daarom financieel en structureel worden
gewaarborgd.
De dotaties zijn echter hoe langer hoe minder
toereikend en worden niet geïndexeerd, waardoor
men de evolutie van de lonen niet kan bijhouden.
Werkgevers worden niet gecompenseerd voor
lonen die stijgen ten gevolge van de stijgende
anciënniteit van de werknemers.
Er is een structureel probleem dat vooral kleinere
private non-profitorganisaties treft. Ik denk daarbij
aan de autonome revalidatiecentra, die worden
getroffen door besparingen bij het Riziv, die hoge
loonkosten hebben en die het meest lijden onder de
niet meer actuele sociale Maribel.
Le gouvernement a-t-il l'intention de garantir l'avenir
des dotations et de les adapter à l'ancienneté ? Les
dotations seront-elles indexées ? Le ministre est-il
au courant des problèmes rencontrés par les petits
secteurs et qu'a-t-il l'intention de faire à ce propos ?
Zal de regering de dotaties in de toekomst
waarborgen en ze aanpassen aan de anciënniteit?
Zullen de dotaties worden geïndexeerd? Kent de
minister het probleem dat de kleinere sectoren
hebben en wat zal hij daaraan doen?
08.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en 08.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
néerlandais): J'ai bien conscience du fait que le
Maribel social a créé de nombreux emplois dans le
secteur non marchand. Je sais aussi que le secteur
demande l'indexation des dotations aux fonds
sociaux. Nous voulons préserver le système et
supprimer toutes les imprécisions et les incertitudes
relatives au calcul des dotations. Nous avons veillé
à ce que les dotations de 2006 restent au moins
équivalentes à celles de 2005. En 2007, la
croissance de l'emploi se traduira par une
augmentation des dotations qui assurera la viabilité
du système à l'avenir.
Les fonds sectoriels bénéficient d'une dotation
annuelle qui peut être utilisée pour financer
l'ensemble du coût salarial des nouveaux
travailleurs. Ce financement est plafonné mais les
partenaires sociaux de chacun des secteurs
peuvent adapter ce plafond dans le cadre d'une
CCT.
La question de l'indexation sera réexaminée dans le
cadre des discussions entre les partenaires sociaux
concernant les dotations de 2008. Je n'ai aucune
objection à une éventuelle indexation mais elle doit
rester
réaliste
sur
le
plan
budgétaire.
L'augmentation linéaire actuelle pourrait, par
exemple, être remplacée par une différenciation
basée sur l'âge ou l'ancienneté mais ce point doit
encore être discuté par les partenaires sociaux.
Ik ben mij ervan bewust dat de sociale Maribel heel
wat tewerkstelling creëerde in de non-profitsector.
Ik weet dat de sector vraagt om de dotaties aan de
sociale fondsen te indexeren. Wij willen het
systeem
vrijwaren
en
onduidelijkheid
en
onzekerheid aangaande de berekening van de
dotaties wegnemen. Er werd voor gezorgd dat de
dotaties voor 2006 ten minste op het niveau van
2005 bleven. In 2007 zal een aangroei van de
tewerkstelling worden vertaald in een aangroei van
de dotaties. Daardoor wordt de leefbaarheid van het
systeem in de toekomst verzekerd.
De sectorale fondsen krijgen jaarlijks een dotatie
die kan worden gebruikt voor de financiering van de
volledige loonkosten van nieuwe werknemers. De
financiering wordt geplafonneerd, maar de sociale
partners van elke sector kunnen die plafonds
aanpassen door het afsluiten van een cao.
De indexering zal opnieuw worden besproken
wanneer met de sociale partners de dotaties voor
2008 worden behandeld. Ik heb geen bezwaar
tegen zo'n indexaanpassing, maar het moet
budgettair haalbaar zijn. Er kan bijvoorbeeld een
differentiëring van de plafonds op basis van leeftijd
of anciënniteit komen in plaats van een lineaire
verhoging, maar dat moet door de sociale partners
worden bepaald.
08.03 Luc Goutry (CD&V) : La sauvegarde du
système constitue la priorité. Il a été décidé que la
dotation de 2007 serait égale à celle de 2006 - plus
l'accroissement - et nous nous en réjouissons. À
présent que les emplois ont été créés, il convient
soit de subventionner les institutions sur une base
structurelle, soit de laisser le système fonctionner
normalement. Il faudra toutefois décider si l'on
utilise le système à des fins d'accroissement ou de
consolidation.
Il conviendra de discuter de l'indexation, mais les
coûts salariaux réels doivent être pris en compte. Si
l'on opte pour une différentiation par le biais de
l'ancienneté, je crains que le fossé devienne difficile
à franchir pour les petits secteurs, dans lesquels
l'emploi est basé structurellement sur le Maribel
social.
08.03 Luc Goutry (CD&V): Het vrijwaren van het
systeem heeft prioriteit. Gelukkig werd er bepaald
dat de dotatie van 2007 gelijk is aan die van 2006,
plus de aangroei. Nu de arbeidsplaatsen er zijn,
moet men ofwel de instellingen structureel
subsidiëren, ofwel het systeem zijn werk laten doen.
Men zal moeten beslissen of het systeem wordt
gebruikt voor aangroei of voor consolidatie.
Er moet worden gediscussieerd over de indexering,
maar de reële loonkosten moeten worden gevolgd.
Indien er wordt gekozen voor differentiatie via
anciënniteit, vrees ik dat de kloof voor de kleinere
sectoren, waar de werkgelegenheid structureel op
de sociale Maribel is gebaseerd, groot wordt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "l'harmonisation des statuts ouvriers
et employés" (n° 14022)
09 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "de harmonisering van de
statuten van arbeiders en bedienden" (nr. 14022)
09.01
Benoît
Drèze
(cdH) :
L'accord 09.01 Benoît Drèze (cdH): In het zopas gesloten
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
interprofessionnel qui vient d'être conclu mentionne
qu'un groupe d'experts dirigé par le professeur
Vanachter
a
étudié
la
problématique
de
l'harmonisation des statuts ouvriers et employés et
qu'il a rendu un rapport intermédiaire aux
partenaires sociaux du groupe des Dix. Ces
derniers ont décidé de consacrer plusieurs réunions
à cette problématique. Pourriez-vous nous remettre
une copie de ce rapport ? Confirmez-vous que les
partenaires sociaux travaillent sur la question de
l'harmonisation des statuts sur la base de ce
rapport ? Pouvez-vous préciser le timing et les
objectifs de ce travail, ainsi que les modalités de
concertation et de « suivi » au niveau du
gouvernement ? Où en sont les relations entre les
instances européennes et la Belgique à propos de
cette harmonisation de statuts ?
La Belgique est, avec la Grèce, le seul pays
européen où subsiste une distinction entre ouvriers
et employés. Cette distinction a été considérée à
deux reprises comme une discrimination par la
Cour d'arbitrage. Ce point figurait dans la
déclaration gouvernementale mais peu de progrès
ont été réalisés. Nous attendons une avancée de la
part du gouvernement.
centraal akkoord wordt vermeld dat een stuurgroep
onder leiding van professor Vanachter de kwestie
van de gelijkschakeling van het arbeiders- en het
bediendenstatuut heeft onderzocht en de sociale
partners van de groep van Tien een tussentijds
verslag heeft bezorgd. Laatstgenoemde hebben
beslist verscheidene vergaderingen aan dat
probleem te wijden. Kan u ons een kopie van dat
verslag bezorgen? Bevestigt u dat de sociale
partners de kwestie van de gelijkschakelijking van
het
arbeiders-
en
het
bediendenstatuut
onderzoeken?
Kan
u
meer
toelichtingen
verstrekken
over
het
tijdschema
en
de
doelstellingen dienaangaande, alsook over de
overlegmodaliteiten en de follow-up op het niveau
van de regering? Hoe zit het met de betrekkingen
tussen de Europese Unie en België in verband met
de gelijkschakeling van die statuten?
België is samen met Griekenland het enige land
waar er nog altijd een dergelijk onderscheid tussen
arbeiders en bedienden bestaat. Het Arbitragehof
heeft al tweemaal geoordeeld dat dat onderscheid
een discriminatie inhoudt. Dat punt stond in de
regeringsverklaring, maar op dat vlak werd nog
maar weinig vooruitgang geboekt. Wij verwachten
dat de regering ter zake een stap voorwaarts zet.
09.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
Les partenaires sociaux m'ont indiqué fin octobre
qu'ils continueraient à travailler en janvier sur la
base du rapport intermédiaire du professeur
Vanachter.
09.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): De
sociale partners hebben mij eind oktober gemeld
dat zij daaraan in januari zouden voortwerken,
uitgaand van het tussentijds verslag van professor
Vanachter.
Je ne peux pas vous le transmettre car je n'en
dispose pas moi-même.
Les partenaires sociaux ont pris la question du
rapprochement des statuts ouvriers et employés
comme point d'ancrage. Je souhaite leur permettre
de poursuivre le débat en toute sérénité.
À ma connaissance, il n'y a pas de contact entre la
Belgique et les instances européennes à ce propos.
Ik kan u dat verslag niet bezorgen, aangezien ik het
niet in mijn bezit heb.
De sociale partners vertrekken van de toenadering
tussen het arbeiders- en het bediendestatuut. Ik wil
hun de kans geven het debat op een serene manier
voort te zetten.
Bij mijn weten bestaan hierover geen contacten
tussen België en de Europese instanties.
09.03 Benoît Drèze (cdH) : J'aimerais que vous
demandiez ce rapport et que vous nous le
transmettiez. Il s'agit d'une étude pouvant alimenter
la réflexion. Même si les partenaires sociaux sont
les premiers concernés, une aide du gouvernement
et,
éventuellement,
du
Parlement
paraît
indispensable.
La Belgique n'a pas de difficultés avec la
Commission européenne à ce stade, mais elle en
aura si la Cour de Justice européenne est saisie.
09.03 Benoît Drèze (cdH): Ik zou willen dat u dat
verslag opvraagt en het ons bezorgt. Die studie kan
de reflectie immers verrijken. Ook al zijn de sociale
partners de eerste betrokkenen, toch lijkt de hulp
van de regering en, desgevallend, van het
Parlement onontbeerlijk.
In dit stadium heeft België nog geen problemen met
de Europese Commissie, maar die komen er wel
indien het dossier bij het Europees Hof van Justitie
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Même si le sujet est délicat, il est temps que ce
dossier progresse.
aanhangig wordt gemaakt. Ook al gaat het om een
delicate oefening, het wordt tijd dat er schot in de
zaak komt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la présence en Belgique de
travailleurs indiens sous-payés" (n° 14025)
10 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "onderbetaalde Indische
werknemers in België" (nr. 14025)
10.01 Benoît Drèze (cdH) : La FGTB s'est indignée
de la présence en Belgique de travailleurs indiens
sous-payés. Le SPF Emploi, Travail et Concertation
sociale serait au courant de ce genre de pratique
depuis un certain temps déjà, en tout cas pour
certaines entreprises comme Mobistar, Hewlett
Packard et Telenet.
Ces faits sont-ils exacts ? Quelle est l'ampleur de
ce phénomène ? Touche-t-il d'autres secteurs et
d'autres nationalités ? Quelles actions avez-vous
entreprises ou comptez-vous entreprendre ? La
répartition actuelle des compétences en matière
d'emploi vous empêche-t-elle d'agir dans ce
dossier ?
10.01 Benoît Drèze (cdH): De FGTB heeft
verontwaardigd gereageerd op het aantreffen in
België van onderbetaalde Indische werknemers. De
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
zou al geruime tijd op de hoogte zijn van dit soort
praktijken, tenminste voor sommige bedrijven zoals
Mobistar, Hewlett Packard en Telenet.
Zijn deze feiten correct? Wat is de omvang van het
fenomeen? Zijn er ook andere sectoren en andere
nationaliteiten bij betrokken? Welke acties heeft u
ondernomen of bent u van plan te ondernemen?
Vormt de huidige verdeling van de bevoegdheden
inzake werkgelegenheid een obstakel om op te
treden in dit dossier?
10.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
De nombreux problèmes se sont effectivement
posés en 1999 et en 2000. En février 2006, à la
suite de la parution d'un article dans la presse, une
vaste enquête a été menée par les services
d'inspection concernant les abus à l'égard de
travailleurs dans certaines des entreprises que vous
citez. Il ressort de cette enquête que l'on travaille
davantage avec des travailleurs qui opèrent à partir
de leur propre pays (l'Inde) et sont en ligne avec les
entreprises situées en Belgique. Il va sans dire que
les conditions de rémunération et de travail belges
ne leur sont pas applicables.
À la suite de ces nouveaux faits, j'ai transmis les
informations à mes services d'inspection en vue
d'examiner la situation de plus près. S'il existe des
abus au niveau des conditions salariales et des
conditions de travail, les services d'inspection
fédéraux sont pleinement compétents pour
procéder aux enquêtes et dresser, le cas échéant,
des procès-verbaux.
10.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): In
1999 en in 2000 deden zich inderdaad talrijke
problemen voor. In februari 2006 werd er, ten
gevolge van een artikel dat in de pers was
verschenen, een uitgebreid onderzoek ingesteld
door de inspectiediensten naar misbruiken ten
aanzien van werknemers in sommige van de door u
genoemde bedrijven. Uit dit onderzoek blijkt dat
men meer werkt met werknemers die vanuit hun
eigen land (India) opereren en die on line zijn met
de bedrijven in België. Vanzelfsprekend zijn de
Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden niet van
toepassing op hen.
Na deze nieuwe feiten heb ik de informatie
doorgespeeld naar mijn inspectiediensten om de
situatie van naderbij te bekijken. Indien er
misbruiken zijn op het vlak van de loon- en
arbeidsvoorwaarden,
zijn
de
federale
inspectiediensten ten volle bevoegd om een
onderzoek in te stellen en desgevallend processen-
verbaal op te stellen.
10.03 Benoît Drèze (cdH) : Il me semble paradoxal
de vouloir dresser des procès-verbaux le cas
échéant tout en admettant que le phénomène est
connu de longue date et que les événements sont
relatés par la presse.
J'aimerais connaître l'évolution du dossier dans les
prochaines semaines pour voir si l'État de droit est
10.03 Benoît Drèze (cdH): Het lijkt me nogal
vreemd dat men zo nodig processen-verbaal wil
opmaken en tegelijk toegeeft dat het verschijnsel al
lang gekend is en de kranten over die toestand
bericht hebben.
Ik zou graag dat dossier in de komende weken op
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
respecté dans ce pays. La réglementation du travail
doit être intégralement appliquée, quelle que soit la
nationalité des membres du personnel.
de voet willen blijven volgen om na te gaan of de
rechtsstaat in ons land gerespecteerd wordt. De
arbeidsreglementering
moet
ongeacht
de
nationaliteit van de personeelsleden integraal
worden toegepast.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la prise en charge par les Régions
des chômeurs de longue durée" (n° 14026)
11 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister
van
Werk over "de financiële
tenlasteneming van de langdurig werklozen door
de Gewesten" (nr. 14026)
11.01 Benoît Drèze (cdH) : Le sp.a s'est prononcé
en son temps pour une régionalisation accrue des
matières qui relèvent encore du fédéral au niveau
de l'emploi. Le CD&V s'est aussi prononcé sur le
même sujet et, ce week-end, le VLD en remet une
couche concernant la prise en charge des
chômeurs de longue durée par les Régions. De fait,
l'accompagnement des chômeurs est déjà une
compétence régionale depuis 1989. Toutefois, la
question de savoir si le coût financier est du ressort
de l'État fédéral ou du niveau local n'est pas neutre
du tout.
Cette idée du premier ministre et de son parti a-t-
elle été débattue au sein du gouvernement ? Quelle
est votre position ? Quelles en seraient les
modalités pratiques ? Existe-t-il une alternative?
11.01 Benoît Drèze (cdH): De sp.a heeft zich
uitgesproken voor een verdere regionalisering van
de aangelegenheden inzake werkgelegenheid die
nu nog federaal zijn. Ook CD&V heeft hierover een
standpunt ingenomen, en afgelopen weekend deed
de VLD er nog een schepje bovenop door te stellen
dat de Gewesten de financiële verantwoordelijkheid
moeten krijgen voor langdurig werklozen. Sinds
1989 zijn de Gewesten al bevoegd voor de
begeleiding van werklozen. De vraag of de federale
overheid dan wel het lokale bestuursniveau moet
opdraaien voor de kosten is echter allesbehalve een
neutrale vraag.
Werd dat door de premier en zijn partij opgelaten
ballonnetje in de regering besproken? Wat is uw
standpunt hierover? Hoe zou een en ander in de
praktijk handen en voeten krijgen? Is er een
alternatief?
11.02 Peter Vanvelthoven, ministre (en français) :
L'idée lancée par le premier ministre et son parti n'a
pas fait l'objet d'une discussion au sein du
gouvernement.
Je respecte les engagements pris à ce propos lors
de la formation du gouvernement. Nous essayons
d'exécuter au mieux l'accord de coopération relatif à
l'accompagnement et au « suivi » actif des
chômeurs.
Lors de l'évaluation de cet accord à la mi-2007, une
décision sera prise par rapport aux dispositions de
la réglementation qui concerne le chômage de
longue durée.
11.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Dat
idee van de premier en zijn partij werd in de
regering niet besproken.
Ik kom de verbintenissen na die in dat verband
werden aangegaan bij de regeringsformatie. Wij
doen ons best om het samenwerkingsakkoord met
betrekking tot de begeleiding en de actieve "follow-
up" van de werklozen zo goed mogelijk uit te
voeren.
Naar aanleiding van de evaluatie van dat akkoord
medio 2007 zal dan een beslissing genomen
worden over de bepalingen van de reglementering
betreffende de langdurige werkloosheid.
11.03 Benoît Drèze (cdH) : Manifestement, depuis
que M. Vandenbroucke a quitté le gouvernement
fédéral, le régime de croisière est relativement bas
en matière de politique de l'emploi. Cela avait bien
commencé en octobre 2003, avec la Conférence
nationale pour l'emploi qui ambitionnait de créer
60.000 emplois en plus des 200.000 promis par le
gouvernement. Ensuite, à part le Pacte de solidarité
11.03 Benoît Drèze (cdH): Sinds de heer
Vandenbroucke uit de federale regering is
verdwenen, staat het werkgelegenheidsbeleid
blijkbaar op een laag pitje. In oktober 2003 zag het
er nog veelbelovend uit, met de Nationale
Werkgelegenheidsconferentie, die 60.000 jobs in
het vooruitzicht stelde boven op de 200.000 jobs die
de regering al had beloofd. Buiten het
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
entre les générations, on n'a rien vu de tangible.
Les ministres qui se sont succédé après le ministre
Vandenbroucke semblent avoir eu pour mot d'ordre
de ne pas trop en faire.
Si le sp.a avait laissé M. Vandenbroucke au niveau
fédéral, nous aurions une campagne électorale plus
sereine en matière d'emploi. C'est donc à raison
que les syndicats et les employeurs, tant flamands
que francophones, en tout cas au niveau
interprofessionnel, prennent position en faveur du
maintien d'une sécurité sociale fédérale et du
maintien des compétences en matière d'emploi au
niveau fédéral.
Generatiepact volgde nadien echter nog weinig
tastbaars.
De
opeenvolgende
ministers
na
minister
Vandenbroucke namen blijkbaar tot stelregel dat
minder beter is dan meer.
Indien de sp.a de heer Vandenbroucke in de
federale regering had gehouden, had het
werkgelegenheidsthema in de kiescampagne op
een serenere manier aan bod kunnen komen. De
vakbonden en de werkgevers, zowel aan Vlaamse
als aan Franstalige kant ­ althans in het raam van
het interprofessioneel overleg ­ pleiten dus terecht
voor het behoud van een federale sociale zekerheid
en
voor
het
behoud
van
de
werkgelegenheidsbevoegdheden op het federale
niveau.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Emploi sur "la pénurie croissante
sur le marché du travail" (n° 14032)
12 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Werk over "de toenemende
krapte op de arbeidsmarkt" (nr. 14032)
12.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Pour le
premier trimestre 2007, Manpower prévoit une
hausse de l'emploi de l'ordre de 21 % à Bruxelles,
de 12 % en Flandre et de 6 % en Wallonie. Les
prévisions sont particulièrement bonnes dans les
secteurs des transports, de l'entreposage, de la
communication, de la finance, de l'immobilier, des
assurances et des services aux entreprises. Une
enquête réalisée par le périodique Bizz révèle
pourtant que 50 grandes entreprises ont encore
12.000 emplois à pourvoir. Si cette situation
s'explique par la bonne santé de l'économie et le
départ à la retraite de la génération du babyboom,
elle est également due aux pièges à l'emploi. Des
demandeurs d'emploi refusent des emplois parce
qu'ils ne sont pas suffisamment rémunérateurs ou
que leurs avantages sociaux sont menacés. Le
régime souple mis en place pour attirer des
travailleurs étrangers dans les professions critiques
ne suffit manifestement pas à pourvoir tous les
emplois vacants. La politique d'activation axée sur
les jeunes peu qualifiés est insuffisante. Les
problèmes ne feront que croître avec le
vieillissement de la population.
Quel est l'état de la question ? Le ministre va-t-il
encore proposer de nouveaux remèdes durant cette
législature ? Comment compte-t-il optimiser les
plans d'activation axés sur les jeunes peu
qualifiés ? Va-t-il arrêter un plan d'action assorti
d'objectifs quantifiables en collaboration avec les
ministres compétents des Communautés et des
Régions et les partenaires sociaux afin d'améliorer
l'accompagnement au bénéfice des professions
critiques ?
12.01 Annemie Turtelboom (VLD): Manpower
verwacht dat de werkgelegenheid in het eerste
kwartaal van 2007 met 21 procent zal stijgen in
Brussel, met 12 procent in Vlaanderen en met 6
procent in Wallonië. Vooral voor de sectoren
transport, opslag, communicatie, financiewezen,
vastgoed, verzekeringen en diensten aan bedrijven
zijn de prognoses gunstig. Toch blijkt uit een
onderzoek van het blad Bizz dat vijftig grote
bedrijven 12.000 openstaande vacatures hebben.
Dat heeft te maken met de goed draaiende
economie en met de uittreding van de
babyboomgeneratie,
maar
ook
met
de
werkloosheidsvallen. Sommige werkzoekenden
aanvaarden een baan niet omdat die onvoldoende
loont of sociale voordelen op de helling zet. Het
soepele regime om voor knelpuntberoepen
buitenlandse werknemers aan te trekken, blijkt niet
te volstaan om alle vacatures in te vullen. Ook het
activeringsbeleid voor laaggeschoolde jongeren is
onvoldoende. Naarmate de vergrijzing toeneemt,
zullen de problemen alleen maar groter worden.
Wat is de stand van zaken? Zal de minister nog in
deze regeerperiode nieuwe remedies voorstellen?
Hoe
zal
hij
de
activeringsplannen
voor
laaggeschoolde jongeren optimaliseren? Zal hij
samen
met
de
bevoegde
gewest-
en
gemeenschapsministers en de sociale partners een
actieplan met kwantificeerbare doelstellingen
opstellen om de begeleiding naar knelpuntberoepen
op te drijven?
06/02/2007
CRABV 51
COM 1187
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
12.02
Peter
Vanvelthoven,
ministre
(en
néerlandais) : Le gouvernement a déjà pris de
nombreuses mesures pour réduire les pièges à
l'emploi. Ainsi, l'allocation de garantie de revenu est
désormais calculée différemment. Nous mettrons
en oeuvre les propositions des partenaires sociaux
tendant à l'exécution du chapitre relatif à la liaison
au bien-être qui figure dans le Pacte de solidarité
entre les générations. Avant même la fin de cette
législature,
nous
entendons
concrétiser
le
développement de l'accueil des enfants et la
prolongation du versement des allocations
familiales majorées pendant deux ans.
À l'approche des élections, il ne serait pas honnête
de prendre des engagements importants sur des
dossiers qui devraient encore être finalisés sous
cette législature. Par ailleurs, l'initiative n'appartient
pas au ministre de l'Emploi uniquement. Les
ministres régionaux doivent guider les demandeurs
d'emploi vers les professions critiques. Si les
chômeurs qui bénéficient d'une allocation refusent
un emploi ou un parcours adéquat, l'ONEm prend
les mesures qui s'imposent. J'applaudis à toutes les
initiatives prises par d'autres ministres de l'Emploi
en ce qui concerne les professions critiques et
lorsque je serai en mesure de collaborer à leurs
initiatives, je le ferai.
Le montant et le champ d'application du bonus à
l'emploi ont été élargis plus d'une fois sous cette
législature. En matière fiscale, un forfait de frais
professionnels plus élevé est d'application grâce à
la ristourne à l'emploi, surtout pour les revenus
inférieurs. L'avantage sera encore doublé cette
année.
12.02 Minister Peter Vanvelthoven (Nederlands):
De regering heeft al heel wat gedaan om de
werkloosheidsvallen te verminderen. Zo wordt de
inkomensgarantie-uitkering op een nieuwe manier
berekend. De voorstellen van de sociale partners tot
uitvoering van het hoofdstuk welvaartsvastheid van
het Generatiepact, zullen we uitvoeren. We willen
nog in deze regeerperiode werk maken van de
uitbouw van de kinderopvang en van doorbetaling
met twee jaar van de verhoogde kinderbijslag.
Het zou niet eerlijk zijn in de aanloop naar de
verkiezingen nog grote beloften te doen over zaken
die nog in deze regeerperiode zouden moeten
worden gerealiseerd. Bovendien is niet enkel de
minister van Werk aan zet. De gewestministers
moeten werkzoekenden naar knelpuntberoepen
begeleiden. Weigeren werklozen met een uitkering
een passende baan of traject, dan geeft de RVA
daar het nodige gevolg aan. Elk initiatief van andere
ministers van Werk inzake de knelpuntberoepen
juich ik toe en waar het kan zullen ze mijn
medewerking krijgen.
Het bedrag en de toepassingsgebied van de
werkbonus
werden
in
deze
regeerperiode
meermaals uitgebreid. Op fiscaal vlak geldt dankzij
de jobkorting een sterker beroepskostenforfait,
vooral voor de lagere inkomens. Dit jaar zal het
voordeel nog verdubbelen.
Dans le cadre de l'accord interprofessionnel, les
partenaires
sociaux
ont en outre
décidé
d'augmenter le revenu mensuel minimum garanti en
deux tranches de 25 euros par mois.
Toutes ces mesures sont destinées à réduire le
piège du chômage. Le gouvernement a en outre
dégagé un montant important pour compenser
l'incidence de la réduction structurelle des charges
sur la composante bas salaires ­ pour les
employeurs ­ et sur le bonus à l'emploi ­ pour les
travailleurs. Le bonus à l'emploi pourrait également
être augmenté pour un certain nombre de
travailleurs qui ne bénéficient pas du salaire
mensuel garanti. L'ONSS examine actuellement les
possibilités dans le cadre du budget.
In het kader van het interprofessionele akkoord
hebben de sociale partners bovendien beslist het
gewaarborgd minimummaandinkomen te verhogen
in twee stappen van telkens 25 euro per maand.
Al die maatregelen moeten de werkloosheidsval
verkleinen. De regering heeft bovendien een
belangrijk bedrag uitgetrokken om de impact op de
lagelooncomponent
van
de
structurele
lastenverlaging ­ dat is voor de werkgevers - en op
de werkbonus ­ dat is voor de werknemers ­ te
compenseren. Ook voor een aantal werknemers dat
niet op het niveau van het gewaarborgd
maandinkomen zit, zou de werkbonus kunnen
verhogen. De RSZ bekijkt momenteel wat mogelijk
is binnen het budget.
12.03 Annemie Turtelboom (VLD) : J'interrogerai
les autres ministres compétents à propos des
suggestions des partenaires sociaux. En ce qui
12.03 Annemie Turtelboom (VLD): Ik zal de
andere bevoegde ministers ondervragen inzake de
suggesties van de sociale partners. Wat het
CRABV 51
COM 1187
06/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
concerne le plan échelonné pour les emplois
vacants dans les professions critiques, le
gouvernement pourrait, à mon estime, bel et bien
intervenir par le biais de sanctions.
stappenplan voor knelpuntvacatures betreft, kan de
federale regering volgens mij wel een en ander
doen via sancties.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Emploi sur "la conclusion d'un contrat de travail
et l'envoi de documents sociaux par voie
électronique" (n° 14056)
13 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Werk over "het afsluiten van een
arbeidscontract en het versturen van sociale
documenten langs elektronische weg" (nr. 14056)
13.01 Benoît Drèze (cdH) : La FEB se félicite de
l'approbation par le Conseil des ministres d'un
projet de loi devant permettre la conclusion d'un
contrat de travail et l'envoi de documents sociaux
par voie électronique. Confirmez-vous l'existence
de ce projet ? Quels documents vise-t-il ? A-t-il
suscité un avis des partenaires sociaux ? Pourra-t-il
encore être adopté sous la présente législature ?
Les modalités prévues apportent-elles des
garanties au moins équivalentes aux procédures
actuelles ? Envisagez-vous à terme de rendre
obligatoire l'usage du support électronique ?
13.01 Benoît Drèze (cdH): Het VBO is opgetogen
over het feit dat de ministerraad een wetsontwerp
heeft
goedgekeurd dat het afsluiten van
arbeidscontracten en het versturen van sociale
documenten langs elektronische weg mogelijk
maakt. Bevestigt u het bestaan van dat ontwerp?
Over welke documenten gaat het? Hebben de
sociale partners zich erover uitgesproken? Kan het
nog
tijdens
deze
zittingsperiode
worden
goedgekeurd? Bieden de bepalingen van het
ontwerp minstens dezelfde waarborgen als de
huidige procedures? Zal u die elektronische formule
op termijn verplicht maken?
13.02 Peter Vanvelthoven , ministre (en
français) : Ce projet de loi a en effet été approuvé
par le Conseil des ministres le 26 janvier. Il permet
de conclure un contrat de travail au moyen d'une
signature électronique et de transmettre par voie
électronique le compte individuel, l'état mensuel des
prestations de travail en cas d'horaire flexible ou
variable, la fiche salariale mensuelle et d'autres
documents introduits par conventions collectives de
travail.
Approuvé à l'unanimité par les partenaires sociaux,
ce projet ne modifie en rien les obligations de
l'employeur.
13.02 Minister Peter Vanvelthoven (Frans): Dat
wetsontwerp werd inderdaad op 26 januari door de
ministerraad aangenomen. Het maakt het mogelijk
een arbeidscontract te sluiten middels een
elektronische handtekening en de individuele
rekening,
de
maandelijkse
staat
van
de
arbeidsprestaties in geval van een flexibele of
variabele dienstregeling, de maandelijkse loonfiche
en andere bij CAO bepaalde documenten
elektronisch te versturen.
Het werd unaniem door de sociale partners
goedgekeurd en wijzigt de plichten van de
werkgever geenszins.
Les documents trop sensibles pour les travailleurs ­
notamment au sujet du licenciement ­ ont été
retirés du projet. Celui-ci sera déposé au Parlement
dans les deux mois.
De voor de werknemers te gevoelige documenten ­
meer bepaald met betrekking tot de afdankingen ­
werden uit het ontwerp gelicht dat binnen de twee
maanden bij het Parlement zal worden ingediend.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions se termine à 12 h 13.
De bespreking van de vragen eindigt om 12.13 uur.