CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51 COM 1184
CRABV 51 COM 1184
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
05-02-2007
05-02-2007
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
la Mobilité sur "l'harmonisation des règles
européennes pour le transport des marchandises
dangereuses" (n° 13623)
1
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Mobiliteit over "de harmonisatie van
de Europese regelgeving inzake het vervoer van
gevaarlijke goederen" (nr. 13623)
1
Orateurs: Colette Burgeon, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Colette Burgeon, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
la Mobilité sur "les dimensions et la disposition
des signaux routiers" (n° 13739)
2
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Mobiliteit over "de afmetingen en de
plaatsing van de verkeersborden" (nr. 13739)
2
Orateurs: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Talbia Belhouari, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Mobilité sur "l'aéroport de Courtrai-Wevelgem"
(n° 13731)
3
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Mobiliteit over "de luchthaven van Kortrijk-
Wevelgem" (nr. 13731)
3
Orateurs: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Roel Deseyn, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Bart Laeremans au ministre de la
Mobilité sur "la dispersion inégale des vols de nuit
au cours de l'année écoulée" (n° 13803)
5
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Mobiliteit over "de onevenredige
wijze waarop de nachtvluchten het afgelopen jaar
werden gespreid" (nr. 13803)
5
Orateurs: Bart Laeremans, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Bart Laeremans, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Valérie De Bue au ministre de
la Mobilité sur "le plan Octopus" (n° 13805)
6
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit over "het octopusplan"
(nr. 13805)
6
Orateurs: Valérie De Bue, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Valérie De Bue, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Valérie De Bue au ministre de
la Mobilité sur "l'obligation pour les entreprises et
institutions
d'établir
un
diagnostic
des
déplacements des travailleurs entre leur domicile
et leur lieu de travail" (n° 13809)
7
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit over "de verplichting voor
de ondernemingen en de instellingen tot het
opstellen van een diagnose inzake het woon-
werkverkeer van de werknemers" (nr. 13809)
7
Orateurs: Valérie De Bue, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Valérie De Bue, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "les immatriculations fictives de
véhicules" (n° 13816)
8
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de fictieve inschrijvingen van
voertuigen" (nr. 13816)
8
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "un meilleur étalement dans le temps
du transport routier de marchandises" (n° 13963)
10
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "een betere spreiding van het
vrachtverkeer in de tijd" (nr. 13963)
10
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Olivier Maingain au ministre de la
Mobilité sur "la désignation d'un nouveau
directeur général au sein de la Direction générale
Transport Aérien du SPF Mobilité et Transports"
(n° 13801)
11
Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Mobiliteit over "de benoeming van
een nieuwe directeur-generaal bij het Directoraat-
generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en
Vervoer" (nr. 13801)
11
Orateurs: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
Sprekers: Olivier Maingain, Renaat Landuyt,
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre de la Mobilité
minister van Mobiliteit
Interpellation et question jointes de
12
Samengevoegde interpellatie en vraag van
12
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "la mise en oeuvre de la résolution relative au
gilet de sécurité réfléchissant adoptée par la
Chambre" (n° 1015)
12
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van
Mobiliteit
over
"de
uitvoering
van
de
Kamerresolutie over het fluovestje" (nr. 1015)
12
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Mobilité
sur "l'arrêté royal relatif à la veste de sécurité
rétroréfléchissante" (n° 13899)
12
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Mobiliteit over "het koninklijk besluit betreffende
de retro-reflecterende veiligheidsvest" (nr. 13899)
12
Orateurs: Jef Van den Bergh, Hilde
Vautmans, Renaat Landuyt, ministre de la
Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Hilde
Vautmans, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit
Motions
16
Motie
16
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "l'éventuelle affectation aux
Régions de moyens du fonds de sécurité routière"
(n° 13884)
16
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "middelen uit het
verkeersveiligheidsfonds voor de Gewesten"
(nr. 13884)
16
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Interpellation de Mme Muriel Gerkens au ministre
de la Mobilité sur "l'arrêté royal autorisant les
cyclomoteurs de catégorie B à emprunter les
pistes cyclables à partir du 1er mars 2007"
(n° 1011)
17
Interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens tot de
minister van Mobiliteit over "het koninklijk besluit
dat bromfietsen van categorie B toestaat vanaf
1 maart 2007 de fietspaden te gebruiken"
(nr. 1011)
17
Orateurs: Muriel Gerkens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité, Jef Van den Bergh
Sprekers: Muriel Gerkens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit, Jef Van den Bergh
Motions
19
Motie
19
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Mobilité sur "les plaques
d'immatriculation
diplomatiques
françaises
utilisées par le prince Laurent" (n° 13747)
20
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Mobiliteit over "Franse diplomatieke
nummerplaten van prins Laurent" (nr. 13747)
20
Orateurs: Francis Van den Eynde, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Francis Van den Eynde, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
05
FEVRIER
2007
Après-midi
______
van
MAANDAG
05
FEBRUARI
2007
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14 h 19 par
M. Francis Van den Eynde, président.
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en
voorgezeten door de heer Francis Van den Eynde.
01 Question de Mme Colette Burgeon au ministre
de la Mobilité sur "l'harmonisation des règles
européennes pour le transport des marchandises
dangereuses" (n° 13623)
01 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Mobiliteit over "de harmonisatie van
de Europese regelgeving inzake het vervoer van
gevaarlijke goederen" (nr. 13623)
01.01 Colette Burgeon (PS) : La Commission
européenne souhaite harmoniser en un seul acte de
droit communautaire les règles concernant le
transport de marchandises dangereuses par route,
par chemin de fer et par voies de navigation
intérieures sur le territoire de l'Union européenne.
Dans le contexte actuel du transport multimodal, la
Convention relative aux transports internationaux
ferroviaires (COTIF) ratifiée par la Belgique vous
semble-t-elle suffisamment contraignante pour
gérer le transport des marchandises dangereuses ?
L'harmonisation des règles européennes est
nécessaire pour garantir la sécurité, mais le droit
communautaire ne risque-t-il pas d'être moins
restrictif que la législation actuellement en vigueur ?
Quel bilan tirez-vous de la mise en oeuvre de la
directive européenne relative au rapprochement des
législations
concernant
le
transport
des
marchandises dangereuses par route ?
La législation belge peut-elle servir de référence
dans l'élaboration d'un règlement communautaire
concernant le transport des marchandises par voies
d'eau intérieures ?
01.01 Colette Burgeon (PS): De Europese
Commissie wil de regels betreffende het vervoer
van gevaarlijke goederen langs de weg, het spoor
en de binnenwateren op het grondgebied van de
Europese Unie in een enkele handeling van
gemeenschapsrecht harmoniseren.
Lijkt het door ons land bekrachtigde Verdrag
betreffende het internationale spoorwegvervoer
(COTIF) u in de huidige context van multimodaal
vervoer voldoende bindend om het vervoer van
gevaarlijke goederen te beheren?
De harmonisering van de Europese regels is nodig
om de veiligheid te waarborgen. Toch vraag ik me
af of het gemeenschapsrecht in dit geval niet
minder restrictief zal zijn dan de huidige wetgeving.
Hoe beoordeelt u de toepassing tot nu toe van de
Europese richtlijn betreffende de onderlinge
aanpassing van de wetgevingen van de Europese
lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke
goederen langs de weg?
Kan de Belgische wetgeving als referentie dienen bij
het opstellen van een Europese verordening
betreffende het vervoer van goederen langs de
binnenwateren?
01.02 Renaat Landuyt, ministre (en français) : Le 01.02 Minister Renaat Landuyt (Frans): Het
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
règlement concernant le transport international de
marchandises dangereuses par chemin de fer
(RID), en vigueur dans tous les États membres de
l'Union européenne, garantit un haut niveau de
sécurité, notamment dans le contexte du transport
multimodal. Ce règlement s'est aligné depuis 2001
sur le règlement modèle de l'ONU en la matière,
garantissant une grande possibilité d'harmonisation
avec les dispositions concernant les autres modes
de transport de marchandises dangereuses.
Les réglementations internationales actuellement en
vigueur - ADR et RID - sont appliquées en transport
intra-communautaire via les directives 1994/55/CE
et 1996/49/CE, transposées en droit belge par deux
arrêtés
royaux
concernant
ces
types
de
marchandises,
à
l'exception
des
matières
explosives et radioactives. Ces réglementations
sont mises à jour tous les deux ans. Ces deux
directives vont être remplacées par une seule,
basée sur les réglementations internationales en
vigueur, y compris l'Accord européen relatif au
transport
international
de
marchandises
dangereuses par voies navigables (ADN).
reglement
betreffende
het
internationale
spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID),
dat in alle EU-lidstaten van toepassing is, waarborgt
een hoog veiligheidsniveau, inzonderheid bij
multimodale transporten. Sinds 2001 is dat
reglement afgestemd op het VN-modelreglement op
dat gebied, wat veel ruimte biedt voor een
harmonisatie met de voorschriften betreffende de
andere vervoersmodi voor het transport van
gevaarlijke goederen.
De vigerende internationale reglementeringen -
ADR en RID - gelden voor het intracommunautaire
vervoer via de richtlijnen 94/55/EG en 96/49/EG, die
in Belgisch recht omgezet werden bij twee
koninklijke besluiten met betrekking tot dit type van
goederen, met uitzondering van springstoffen en
radioactieve stoffen. Die reglementeringen worden
om de twee jaar geüpdatet. Beide richtlijnen zullen
nu vervangen worden door één enkele richtlijn, die
gestoeld zal zijn op de vigerende internationale
reglementeringen, met inbegrip van de Europese
Overeenkomst betreffende het internationaal
vervoer van gevaarlijke goederen over de
binnenwateren (ADN).
La directive 94/55/CE a uniformisé les règles dans
l'UE, en particulier concernant le transport national
de marchandises dangereuses.
La Belgique dispose de prescriptions générales
dans le « Règlement général de police pour la
navigation sur les eaux intérieures » et d'un ancien
règlement relatif au transport de liquides
inflammables sur les voies navigables.
Richtlijn 94/55/EG heeft de regels in de Europese
Unie eenvormig gemaakt, meer bepaald wat het
nationaal vervoer van gevaarlijke goederen betreft.
België beschikt over algemene voorschriften in het
"Algemeen politiereglement voor de scheepvaart op
de binnenwateren" en in een oud reglement
betreffende het vervoer van brandbare vloeistoffen
op de binnenwateren.
01.03 Colette Burgeon (PS) : Concernant les
matières explosives et radioactives, existe-t-il
d'autres arrêtés ou réglementations ? Concernant le
transport de marchandises dangereuses par voies
navigables, vous avez parlé de prescriptions
générales et d'un ancien règlement. Comptez-vous
actualiser cette réglementation ?
01.03 Colette Burgeon (PS): Zijn er andere
besluiten of regelgevingen inzake ontplofbare en
radioactieve stoffen? Inzake het vervoer van
gevaarlijke goederen over de binnenwateren heeft u
het gehad over algemene voorschriften en een
oude regeling. Bent u van plan deze regelgeving te
actualiseren?
01.04 Renaat Landuyt, ministre (en français) : Les
matières explosives et radioactives font l'objet
d'arrêtés royaux distincts. Quant aux règlements en
vigueur, nous attendons le résultat des débats au
niveau européen.
01.04 Minister Renaat Landuyt
(Frans):
Ontplofbare en radioactieve stoffen zijn het
voorwerp van aparte koninklijke besluiten. Wat nu
de in voege zijnde regelingen betreft, willen wij
afwachten hoe de besprekingen op Europees
niveau aflopen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre
de la Mobilité sur "les dimensions et la
disposition des signaux routiers" (n° 13739)
02 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Mobiliteit over "de afmetingen en de
plaatsing van de verkeersborden" (nr. 13739)
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.01 Talbia Belhouari (PS) : Des signaux routiers
peu visibles, mal placés ou mal entretenus mettent
en danger les usagers de la route. Quels sont les
critères qui ont servi à la réglementation des
signaux routiers ? Ces normes ont-elles été
récemment évaluées ?
L'arrêté ministériel du 11 octobre 1976 précise, en
son article 6.3, que les signaux routiers doivent être
maintenus dans un état de propreté tel qu'ils restent
identifiables pour les usagers. Quelle démarche
conseillez-vous à l'usager lambda qui estimerait
que des panneaux ne sont manifestement pas
entretenus ?
Une uniformisation à l'échelle européenne ne serait-
elle pas nécessaire pour améliorer l'entretien et la
gestion des signaux routiers ?
02.01 Talbia Belhouari (PS): Weinig zichtbare,
slecht
geplaatste
of
slecht
onderhouden
verkeerstekens brengen de weggebruikers in
gevaar. Welke criteria liggen aan de basis van de
reglementering betreffende de verkeerstekens?
Werden die normen recentelijk nog geëvalueerd?
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976
bepaalt, in artikel 6.3, dat de verkeersborden zuiver
moeten worden gehouden zodanig dat zij voor de
weggebruikers identificeerbaar blijven. Hoe luidt uw
raad aan het adres van de gemiddelde
weggebruiker die van oordeel zou zijn dat de
verkeerstekens duidelijk niet onderhouden zijn?
Meent u niet dat meer Europese eenvormigheid
nodig is om het onderhoud en het beheer van de
verkeerstekens te verbeteren?
02.02 Renaat Landuyt, ministre (en français) : Les
critères qui servent à la réglementation des signaux
routiers sont ceux de la Convention de Vienne sur
la signalisation routière.
C'est un avis juridique que vous me demandez
dans votre deuxième question. Je conseillerais au
conducteur qui constate que des panneaux ne sont
manifestement pas entretenus et peu visibles de se
diriger vers les communes ou les Régions.
Cependant, je pourrais l'aider davantage s'il se
rendait à mon cabinet d'avocat !
Nous devons effectivement tenter d'uniformiser les
règles à l'échelle européenne. De plus en plus, les
ministres des Transports se concertent sur les
règles de sécurité routière.
02.02 Minister Renaat Landuyt (Frans): De criteria
die aan de basis liggen van de reglementering
betreffende de verkeerstekens zijn de criteria van
het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens.
In uw tweede vraag vraagt u me om juridisch
advies. Ik zou de chauffeur die vaststelt dat de
verkeerstekens duidelijk niet onderhouden en slecht
zichtbaar zijn, de raad geven zich tot de gemeente
of het Gewest te richten. Indien hij naar mijn
advocatenpraktijk zou komen, zou ik hem nog beter
van dienst kunnen zijn!
We moeten inderdaad streven naar een
uniformering op Europese schaal. De ministers van
Verkeer overleggen overigens meer en meer over
de regels inzake verkeersveiligheid.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 13703 de Mme
Yolande Avontroodt est reportée, de même que la
question n° 13990 de Mme Valérie Déom. La
question n° 13793 de M. Miguel Chevalier est
transformée en question écrite
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 13703 van mevrouw
Yoalnde Avontroodt wordt uitgesteld, evenals vraag
nr. 13990 van mevrouw Valérie Déom. Vraag nr.
13793 van de heer Miguel Chevalier wordt omgezet
in een schriftelijke vraag.
03 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Mobilité sur "l'aéroport de Courtrai-Wevelgem"
(n° 13731)
03 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de
minister van Mobiliteit over "de luchthaven van
Kortrijk-Wevelgem" (nr. 13731)
03.01 Roel Deseyn (CD&V) : L`aéroport de
Courtrai-Wevelgem ne dispose pas d'aiguilleurs du
ciel de Belgocontrol parce qu'il ne figure pas dans
l'accord de coopération entre les autorités fédérales
et les régions. Des initiatives législatives ont été
prises dans ce parlement pour normaliser cette
situation et fournir à l'aéroport un appui fédéral. La
commune
concernée,
la
province
et
le
gouvernement flamand ont entre temps dégagé des
03.01 Roel Deseyn (CD&V): De luchthaven van
Kortrijk-Wevelgem
beschikt
niet
over
verkeersleiders van Belgocontrol omdat ze niet is
opgenomen in het samenwerkingsakkoord tussen
de federale overheid en de Gewesten. In dit
Parlement zijn al verschillende wetgevende
initiatieven genomen om deze toestand te
normaliseren en de luchthaven federale steun te
geven. De betrokken gemeente, de provincie en de
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
moyens pour le développement ultérieur de
l'aéroport. Il appartient à présent aussi au pouvoir
fédéral de prendre ses responsabilités.
Des mesures seront-elles prises ultérieurement en
faveur de l'aéroport de Courtrai-Wevelgem?
L'accord de gestion a-t-il déjà été adapté? Quand
l'aéroport disposera-t-il d'aiguilleurs du ciel de
Belgocontrol? Cela dépendra-il de certaines
conditions?
Vlaamse regering hebben ondertussen middelen
uitgetrokken voor de verdere uitbouw van de
luchthaven. De federale overheid moet nu ook haar
verantwoordelijkheid opnemen.
Zullen er binnenkort maatregelen worden genomen
ten voordele van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem?
Is het beheersakkoord al aangepast? Wanneer zal
de luchthaven verkeersleiders van Belgocontrol
krijgen?
Is
dit
afhankelijk
van
bepaalde
voorwaarden?
03.02 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Le prolongement des services de navigation par
Belgocontrol à l'aéroport de Courtrai ne figure pas
dans l'accord de coopération entre le pouvoir
fédéral et les régions. Cet aéroport est en effet
exploité par une intercommunale et non par la
région flamande.
Le règlement CE 1794/2006 du 6 décembre 2006
requiert l'adaptation de l'accord de coopération. Il
faudra une concertation entre le pouvoir fédéral et
les régions pour modifier l'accord de coopération.
La question se posera alors de savoir si la Région
flamande souhaite qu'un règlement applicable à
l'aéroport de Courtrai soit inséré dans le nouvel
accord de coopération.
03.02 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): De
verlenging van de luchtnavigatiediensten door
Belgocontrol op de luchthaven van Kortrijk is niet
opgenomen in het samenwerkingsakkoord tussen
de federale overheid en de Gewesten. Deze
luchthaven wordt immers uitgebaat door een
intercommunale en niet door het Vlaams Gewest.
De EG-verordening 1794/2006 van 6 december
2006
maakt
een
aanpassing
van
het
samenwerkingsakkoord noodzakelijk. Er zal overleg
nodig zijn tussen de federale overheid en de
Gewesten om het samenwerkingsakkoord te
wijzigen. De vraag is dan of het Vlaams Gewest een
regeling van de luchthaven van Kortrijk opgenomen
wil zien in het nieuwe samenwerkingsakkoord.
03.03 Roel Deseyn (CD&V) : L'intercommunale est
terminale. L'aéroport a donc besoin d'une nouvelle
structure de gestion. Il est grand temps,
particulièrement à la lumière du règlement CE, de
promulguer un arrêté royal modifiant l'arrêté royal
afin que la situation soit régularisée dans les
meilleurs délais. Plusieurs partis politiques de la
région soulignent le rôle joué par l'aéroport dans le
développement économique de la région. J'espère
dès lors que le ministre s'attellera rapidement à ce
dossier.
03.03 Roel Deseyn (CD&V): De intercommunale is
terminaal. De luchthaven heeft dus een nieuwe
beheersstructuur nodig. Zeker gelet op de EG-
verordening is het hoog tijd voor een wetsontwerp
tot wijziging van het KB, opdat de situatie binnen de
kortste keren zou worden geregulariseerd. Diverse
politieke partijen uit de streek wijzen op de rol van
de luchthaven voor de economische ontwikkeling
van de regio. Ik hoop dan ook dat de minister snel
werk zal maken van dit dossier.
03.04 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
L'arrêté royal ne peut être modifié sans respecter
certaines
conditions
puisqu'il
s'agit
d'une
compétence commune. Nous dépendons, pour les
modifications de l'accord de coopération, de la
Région flamande. Tant qu'elle n'aura pas fait savoir
qu'elle souhaite que l'aéroport figure dans l'accord
de coopération, nous sommes impuissants
03.04 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Het
KB kan niet zomaar worden gewijzigd, aangezien
het om een gezamenlijke bevoegdheid gaat. Wij zijn
voor aanpassingen aan het samenwerkingsakkoord
afhankelijk van de vragen van het Vlaams Gewest.
Zolang dat niet meedeelt dat men de luchthaven
van Kortrijk opgenomen wil zien in het
samenwerkingsakkoord, kunnen wij niets doen.
03.05 Roel Deseyn (CD&V) : Nous devrons donc
aussi interroger le Parlement flamand. On s'accorde
en effet pour dire, au-delà des partis, que cet
aéroport sert les intérêts régionaux. Il ne doit donc
pas y avoir de blocages, à quelque niveau que ce
soit.
03.05 Roel Deseyn (CD&V): We zullen dus ook de
Vlaamse regering moeten ondervragen. Over de
partijgrenzen heen is men het er immers over eens
dat deze luchthaven het streekbelang dient. Er
mogen dus geen blokkeringen zijn op een of ander
niveau.
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Bart Laeremans au ministre de
la Mobilité sur "la dispersion inégale des vols de
nuit au cours de l'année écoulée" (n° 13803)
04 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Mobiliteit over "de onevenredige
wijze waarop de nachtvluchten het afgelopen jaar
werden gespreid" (nr. 13803)
04.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Actie
Noordrand diffuse des statistiques qui font état
d'une nouvelle augmentation du nombre de vols
nocturnes en 2006 ainsi que d'une concentration
accrue des vols au-dessus de la périphérie Nord. La
piste 25R a reçu 5,5 % de vols en plus qu'en 2004.
En revanche, on note une diminution de l'utilisation
des pistes 20 et 25L, de l'ordre de 8,3 et 3,5 %.
Cette tendance s'est poursuivie en janvier 2007.
Cette situation bafoue les accords qui ont été
conclus. Au lieu d'arriver à une plus grande
dispersion, on observe une concentration accrue.
Comment le ministre explique-t-il cette évolution ?
La politique en matière de dispersion ne fait-elle
l'objet d'aucune évaluation ? Comment le ministre
entend-il respecter la promesse d'une meilleure
dispersion ? Comment va-t-il veiller à ce que les
vols de nuit à destination de l'est décollent le moins
souvent possible au-dessus de la périphérie Nord ?
04.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Actie
Noordrand verspreidt cijfers waaruit blijkt dat het
aantal nachtvluchten in 2006 weer maar eens
toenam en dat er een grotere concentratie was
boven de Noordrand. Baan 25R kreeg 5,5 procent
meer vluchten te verwerken dan in 2004.
Daartegenover staat een daling van het gebruik van
de banen 20 en 25L met 8,3 en 3,5 procent. Die
tendens heeft zich in januari 2007 alvast doorgezet.
Dat was toch niet de afspraak? In plaats van meer
spreiding komt er meer concentratie. Hoe verklaart
de minister dat? Wordt het spreidingsbeleid dan niet
geëvalueerd? Hoe wil de minister tot de beloofde
betere spreiding komen? Hoe zal hij ervoor zorgen
dat nachtvluchten met een oostelijke bestemming
zo weinig mogelijk over de Noordrand opstijgen?
04.02 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Je pars du principe qu'Actie Noordrand diffuse des
données fiables.
Le choix des pistes de l'aéroport de Bruxelles ne
dépend pas uniquement du système préférentiel
d'utilisation des pistes, qui constitue un modèle
théorique pour les décollages et atterrissages, mais
est également lié aux conditions météorologiques
ainsi qu'à la disponibilité pratique des pistes. Cette
réalité signifie que même si le système est
maintenu en l'état, l'utilisation effective des pistes
n'est pas chaque année identique.
04.02 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Ik ga
ervanuit dat Actie Noordrand betrouwbare cijfers
lanceert.
Het gebruik van de banen op Brussels Airport hangt
niet alleen af van het systeem van preferentieel
baangebruik, dat een theoretisch model voor de
opstijgingen en de landingen is, maar ook van de
weersomstandigheden
en
de
praktische
beschikbaarheid van de banen. Dat heeft tot gevolg
dat, zelfs wanneer het systeem onveranderlijk blijft
gelden, het effectieve gebruik van de banen niet alle
jaren gelijk is.
Les négociations avec les Régions tendant à fixer
un cadre d'exploitation opérationnel pour l'aéroport
national concernant les nuisances sonores sont
encore en cours.
De besprekingen met de Gewesten om voor de
nationale luchthaven een werkbaar uitbatingkader
vast
te
leggen
met
betrekking
tot
de
geluidsproblematiek, lopen nog.
04.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Cette
réponse était très vague et générale. Le ministre ne
met toutefois nullement en doute les chiffres de
l'association Actie Noordrand.
Nous savons par ailleurs que les conditions
atmosphériques et la disponibilité constituent aussi
des facteurs déterminants pour l'utilisation des
pistes et, par conséquent, des routes. C'est
également la raison pour laquelle nous examinons
les chiffres à plus long terme et sommes obligés de
04.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dit was
een zeer vaag en algemeen antwoord. De minister
trekt echter nergens de cijfers van Actie Noordrand
in twijfel.
Wij weten ook dat weersomstandigheden en
beschikbaarheid het gebruik van de banen en dus
de routes mee bepalen. Daarom ook bekijken we
de cijfers over langere termijn en dan zien we dat
het de verkeerde richting uitgaat: de onder minister
Anciaux ingezette spreiding werd tijdens minister
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
constater que les choses n'évoluent pas dans la
bonne direction : la dispersion instaurée par
M. Anciaux a été transformée en concentration par
M. Landuyt. Ce dernier, qui procède tout de même
régulièrement à des évaluations, pourrait cependant
exercer une influence positive à cet égard, ce qu'il
ne fait manifestement pas. Il poursuit ainsi sur la
voie de la politique de concentration de Mme
Durant.
Landuyt omgebogen tot meer concentratie. De
minister, die alles toch geregeld evalueert, kan daar
nochtans een gunstige invloed op uitoefenen, maar
dat doet hij duidelijk niet. Hij treedt daarmee in de
voetsporen van concentratieminister Durant.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Valérie De Bue au ministre
05 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit over "het octopusplan"
(nr. 13805)
05.01 Valérie De Bue (MR) : Le plan Octopus a
pour objectif d'améliorer la sécurité aux abords des
écoles primaires. Il propose aux écoles, aux parents
d'élèves et à l'administration communale de
réfléchir à des moyens et à des actions.
L'ASBL "Empreintes" conduit le plan pour la partie
wallonne du pays. Ses publications mentionnent
l'existence de divers modes de subsides à
l'intention des communes afin de financer le plan.
Disposez-vous des moyens spécifiques pour aider
les communes à réaliser leur plan ?
Est-il envisageable de se coordonner entre pouvoirs
locaux, régionaux et fédéraux pour lier l'octroi de
subsides à la participation au plan Octopus, voire
d'octroyer une aide financière directe du fédéral
pour une réalisation concrète du plan ?
05.01 Valérie De Bue (MR): Met het Octopusplan
wil men de veiligheid in de buurt van lagere scholen
verbeteren. Het plan stelt de scholen, de ouders en
het gemeentebestuur voor na te denken over de
middelen en de acties die daartoe kunnen
bijdragen.
De vzw "Empreintes" leidt het plan in het Waalse
landsgedeelte. In de publicaties van die vzw wordt
gewag gemaakt van verscheidene soorten
subsidies aan de gemeenten om het plan te
financieren.
Beschikt u over specifieke middelen om de
gemeenten bij de verwezenlijking van hun plan te
helpen?
Kan worden gedacht aan een coördinatie tussen de
plaatselijke, de gewestelijke en de federale
besturen om de toekenning van subsidies
afhankelijk te maken van de deelname aan het
Octopusplan of met het oog op de toekenning van
rechtstreekse financiële steun voor de concrete
verwezenlijking van een van de doelstellingen van
het plan?
05.02 Renaat Landuyt, ministre (en français) :
Ces subsides ne relèvent pas de mes
compétences. Il s'agit de différents subsides que
les
associations
"Empreintes"
et
"Voetvangersbeweging" veulent porter à l'attention
des communes. En tant que ministre fédéral de la
Mobilité, je ne dispose pas de moyens financiers à
cet effet.
Mais, par le biais du Fonds de sécurité routière, les
zones de police locales peuvent obtenir des moyens
pour acheter et installer la signalisation fixe ou
variable nécessaire afin de délimiter les abords des
écoles.
05.02 Minister Renaat Landuyt (Frans): De
subsidies waarover u het heeft, vallen niet onder
mijn bevoegdheid. Het gaat om een aantal
subsidies waarop de verenigingen "Empreintes" en
"Voetgangersbeweging" de aandacht van de
gemeenten willen vestigen. Als federaal minister
van Mobiliteit beschik ik niet over financiële
middelen in dat verband.
Via het Verkeersveiligheidsfonds kunnen de lokale
politiezones echter wel middelen krijgen voor het
aankopen en plaatsen van de nodige vaste of
variabele signalisatie om de schoolomgeving af te
bakenen.
De lokale politie kan ook middelen vrijmaken voor
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Les forces de police locales peuvent aussi accorder
des budgets à la sensibilisation et au contrôle.
Les Régions peuvent décider de lier éventuellement
l'octroi de certains subsides à l'élaboration d'un plan
Octopus.
En Région wallonne, le plan Octopus peut être
intégré dans le plan de déplacement scolaire.
N'oublions pas que le plan Octopus n'est applicable
que pour les écoles primaires.
sensibilisatie en handhaving.
De Gewesten kunnen beslissen de toekenning van
bepaalde subsidies desgewenst afhankelijk te
maken van de opstelling van een Octopusplan.
In het Waals Gewest kan het Octopusplan
opgenomen
worden
in
het
plan
inzake
schoolverplaatsingen.
We mogen niet vergeten dat het Octopusplan alleen
op de lagere scholen betrekking heeft.
Une aide directe du fédéral n'est pas envisageable
dans le contexte actuel de la répartition des
compétences.
Gelet op de huidige bevoegdheidsverdeling is een
rechtstreekse hulp van de federale overheid zogoed
als uitgesloten.
05.03 Valérie De Bue (MR) : J'ai l'intention de me
tourner vers la police locale. J'approuve l'idée de
donner la priorité à l'accès aux subsides. De plus,
j'estime que lier cet accès au plan des
déplacements scolaires constitue une avancée.
05.03 Valérie De Bue (MR): Ik ben van plan mij tot
de plaatselijke politie te richten. Het lijkt mij
verantwoord om de toegang tot de subsidies als
een prioriteit te beschouwen. Bovendien ben ik de
mening toegedaan dat men een stap in de goede
richting zet als men die toegang koppelt aan de
plannen inzake schoolverplaatsingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Valérie De Bue au ministre
de la Mobilité sur "l'obligation pour les
entreprises et institutions d'établir un diagnostic
des déplacements des travailleurs entre leur
domicile et leur lieu de travail" (n° 13809)
06 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
minister van Mobiliteit over "de verplichting voor
de ondernemingen en de instellingen tot het
opstellen van een diagnose inzake het woon-
werkverkeer van de werknemers" (nr. 13809)
06.01 Valérie De Bue (MR) : Tous les employeurs
de plus de cent travailleurs et leurs unités
d'établissement de trente personnes ont l'obligation
d'établir, tous les trois ans, un diagnostic des
déplacements du personnel entre le domicile et le
travail.
Au départ, les diagnostics de mobilité devaient être
effectués pour le 30 avril 2004. La date a été
reportée au 30 juin 2005 et les entreprises
pouvaient transmettre les données jusqu'au 30 avril
2006.
Le SPF a établi un rapport sur cette enquête. Il
apparaît que 80% des établissements auraient
répondu. Qu'adviendra-t-il de toutes ces données ?
Il semble que les entreprises n'aient eu en retour
qu'un rapport statistique de leurs propres données.
L'évaluation de cette enquête devrait être achevée
le 30 juin 2007. Où en est-elle ?
06.01 Valérie De Bue (MR): Werkgevers met
meer dan honderd werknemers moeten om de drie
jaar een diagnose opstellen van het woon-
werkverkeer van hun personeel. De werkgevers
moeten dat ook doen voor elk van hun vestigingen
met minstens dertig werknemers.
Aanvankelijk moesten de mobiliteitsdiagnosen klaar
zijn tegen 30 april 2004. Die deadline werd later
opgeschoven naar 30 juni 2005, en de bedrijven
kregen tot 30 april 2006 de tijd om de gegevens
mee te delen.
De FOD heeft een rapport geschreven over die
enquête. Naar verluidt zou 80 procent van de
vestigingen geantwoord hebben. Wat gaat men met
al die gegevens doen? Blijkbaar hebben de
bedrijven als enige terugkoppeling een statistisch
verslag van hun eigen gegevens gekregen.
De toetsing van die enquêteresultaten moet tegen
30 juni 2007 afgerond zijn. Wat is de stand van
zaken?
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Les entreprises ont consacré un nombre
considérable d'heures de travail à la collecte de ces
données. La pertinence de l'enquête semble
diversement appréciée. Ne doit-on pas l'étaler dans
le temps et la prévoir tous les cinq ans ? Ne doit-on
pas la limiter aux entreprises de cent travailleurs et
supprimer
l'obligation
imposée
aux
unités
d'établissements de trente personnes ?
Het inzamelen van de gevraagde gegevens heeft
de bedrijven zeer veel werkuren gekost. Over de
relevantie van de enquête zijn de meningen
verdeeld. Moet de bevraging niet over een ruimere
tijdsperiode gebeuren, en om de vijf jaar worden
uitgevoerd? Zou men zich niet beter gewoon
beperken tot bedrijven met meer dan honderd
werknemers en de bijkomende verplichting ten
aanzien van vestigingen met minstens dertig
werknemers laten vallen?
06.02 Renaat Landuyt, ministre (en français) :
Mon administration peaufine une communication au
sujet du rapport lui-même. Le taux de participation
est de 88%. J'espère avoir une vue globale pour la
mi-février.
Chaque établissement a reçu une fiche de site
d'entreprise résumant sa situation en matière de
mobilité dans le contexte régional. L'évaluation de
ce rapport doit être soumise au CNT et au CCE en
février, ainsi qu'au comité A du secteur public. Ce
rapport doit servir de base à la discussion des
partenaires sociaux au sujet de la mobilité.
Il faut continuer à organiser cette enquête tous les
trois ans afin de bien suivre l'évolution de la mobilité
de chaque firme, de chaque région ou de tout le
pays.
On hésite quant à la possibilité d'élargir l'enquête
aux entreprises de plus de trente personnes car
cela doit rester faisable pour l'administration. En
outre, les problèmes sont plus importants dans les
entreprises de plus de cent travailleurs et, si celles-
ci font évoluer la situation de la mobilité dans leur
région, cela peut entraîner un mieux pour les
entreprises plus petites.
06.02 Minister Renaat Landuyt (Frans): Mijn
administratie legt de laatste hand aan een
mededeling over het eigenlijke verslag. De
antwoordratio bedraagt 88 procent. Ik hoop tegen
half februari een globale kijk op de zaken te
hebben.
Elke vestiging heeft een overzicht gekregen van de
mobiliteitstoestand van de bedrijfssite in de
regionale context. De evaluatie van het verslag
moet in februari aan de NAR en aan de CRB
worden voorgelegd, evenals aan het comité A van
de overheidssector. Dat verslag moet de grondslag
vormen voor het overleg van de sociale partners
met betrekking tot de mobiliteit.
Dat onderzoek zal voortaan om de drie jaar moeten
worden gehouden om de evolutie van de mobiliteit
van elk bedrijf, in elk Gewest en in het gehele land
te volgen.
We zijn niet helemaal zeker dat de uitbreiding van
het onderzoek tot de bedrijven die meer dan dertig
werknemers tewerkstellen, voor de administratie
een haalbare kaart is. Bovendien worden de
bedrijven met meer dan honderd werknemers met
grotere problemen geconfronteerd. Indien zij de
mobiliteitstoestand in hun Gewest bijsturen, kan
zulks positieve gevolgen hebben voor de kleinere
bedrijven.
06.03 Valérie De Bue (MR) : Il serait intéressant
de tenir compte de ce qui a bien marché et de ce
qui n'a pas bien marché lors de l'enquête. Il se
posait par exemple à Bruxelles un problème de
formulaires différents à harmoniser.
L'enquête devrait déboucher sur des dispositions
concrètes.
06.03 Valérie De Bue (MR): Het zou interessant
zijn om met de positieve en de minder positieve
aspecten van het onderzoek rekening te houden. Zo
was er in Brussel bijvoorbeeld een probleem
wegens de verschillende formulieren die op elkaar
afgestemd dienden te worden.
Het onderzoek zou tot concrete maatregelen
moeten leiden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Guido De Padt au ministre de
la Mobilité sur "les immatriculations fictives de
véhicules" (n° 13816)
07 Vraag van de heer Guido De Padt aan de
minister van Mobiliteit over "de fictieve
inschrijvingen van voertuigen" (nr. 13816)
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
07.01 Guido De Padt (VLD) : Près de 5 % de
l'ensemble des voitures immatriculées en Belgique
en 2006 ont disparu de notre pays dans le mois.
Quelques importateurs principalement Fiat, Alfa
Romeo et Renault tentent ainsi de gonfler
artificiellement leur part de marché. La Direction
pour l'Immatriculation des Véhicules (DIV) est dès
lors abusivement et inutilement mise à contribution
et, en définitive, tous ces frais supplémentaires sont
supportés par le contribuable.
Le ministre nous a déjà assurés fin décembre que
des actions étaient entreprises pour mettre un
terme à ces pratiques. Ainsi, la taxe de mise en
circulation (TMC) doit à présent être réglée dès le
premier jour et non plus à partir d'un délai d'un
mois, comme c'était le cas auparavant. Le ministre
oublie toutefois que cette taxe peut être récupérée
lorsqu'un véhicule immatriculé dans notre pays fait
l'objet d'une nouvelle immatriculation à l'étranger
dans les six mois. Lorsque le véhicule est rayé des
registres dans le mois, aucune taxe de circulation
n'est par ailleurs due.
07.01 Guido De Padt (VLD): Bijna 5 procent van
alle auto's die in 2006 in België werden
ingeschreven, verdwenen binnen de maand weer
uit ons land. Een paar invoerders - vooral Fiat, Alfa
Romeo en Renault - proberen op die manier
kunstmatig hun marktaandeel op te krikken. De
Dienst voor Inschrijving van Voertuigen (DIV) wordt
op die manier misbruikt en onnodig belast.
Uiteindelijk is het de belastingbetaler die voor al die
extra kosten opdraait.
Eind december verzekerde de minister reeds dat er
acties worden ondernomen om deze praktijken een
halt toe te roepen. Zo moet de belasting op de
inverkeerstelling (BIV) nu vanaf dag één betaald
worden, en niet meer pas vanaf een maand, zoals
vroeger. Maar de minister vergeet dat die belasting
gerecupereerd kan worden wanneer een in ons land
ingeschreven voertuig binnen zes maanden
opnieuw wordt ingeschreven in het buitenland.
Wanneer het voertuig binnen de maand wordt
uitgeschreven,
is
overigens
ook
geen
verkeersbelasting verschuldigd.
Le ministre entend aussi mettre le holà aux
pratiques de certains assureurs qui proposent des
assurances fictives pour de très courtes périodes,
en les obligeant à conclure des contrats d'une
durée de six mois minimum. Je crains toutefois que
ce ne soit pas réalisable, ni souhaitable. Il me paraît
plus judicieux de prévoir une taxe spéciale sur les
immatriculations de courte durée et de faire en
sorte que cette taxe soit assez importante pour
empêcher les abus, mais sans que les personnes
de bonne foi soient dupées pour autant.
Quelles initiatives le ministre a-t-il prises, entre-
temps, pour faire cesser ces pratiques ? Est-il
partisan d'une taxe sur les immatriculations de
courte durée ? Dans combien de cas la TMC a-t-
elle été remboursée, en 2005 et en 2006, pour
cause d'immatriculation à l'étranger dans les six
mois ? Combien de demandes de plaques « essai »
ont été introduites en 2005 et en 2006 ?
De minister wil ook een halt toeroepen aan de
praktijken van sommige verzekeraars, die fictieve
verzekeringen aanbieden voor heel korte periodes,
door hen te verplichten alleen nog verzekeringen
voor minstens een half jaar af te sluiten. Ik vrees
echter dat zoiets niet haalbaar of wenselijk is. Het
lijkt mij zinvoller om een speciale taks te heffen op
de korte inschrijvingen, taks die hoog genoeg is om
misbruiken uit de wereld te helpen, maar zonder dat
mensen die te goeder trouw handelen, ook de dupe
zijn.
Welke initiatieven heeft de minister inmiddels
genomen om deze praktijken een halt toe te
roepen? Is hij voorstander van een taks voor korte
inschrijvingen? In hoeveel gevallen werd de BIV in
2005 en 2006 terugbetaald wegens een inschrijving
in het buitenland binnen de zes maanden? Hoeveel
inschrijvingen voor proefritnummerplaten werden er
in 2005 en 2006 aangevraagd?
07.02 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Un groupe de travail spécial étudie actuellement
tous les aspects techniques relatifs à la question
des immatriculations de courte durée. Les
conclusions de cette étude ne sont pas encore
connues.
En ce qui concerne la Belgique elle-même je veux
parler des immatriculations de courte durée par des
garagistes qui utilisaient le véhicule eux-mêmes, qui
l'immatriculaient de nouveau après la nouvelle
immatriculation et le laissaient à l'étranger - cette
porte de sortie a été condamnée. Il est plus difficile
07.02 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Alle
technische aspecten van de problematiek van de
daginschrijvingen worden op dit moment door een
speciale werkgroep bestudeerd. De resultaten van
die studie zijn nog niet beschikbaar.
De poort voor het binnenland is al gesloten,
daarmee bedoel ik de korte inschrijvingen door
garagihouders die de wagen zelf gebruikten en na
de nieuwe inschrijving weer inschreven en in het
binnenland lieten. De poort voor het buitenland is
moeilijker te sluiten, zoals ook de problematiek van
de 4x4 bewijst. Het is niet gemakkelijk iedereen
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de fermer la porte de sortie vers l'étranger, comme
la question des véhicules tout terrain le prouve
aussi. Il n'est pas simple de convaincre tout le
monde qu'il est inéquitable de laisser se poursuivre
des situations malhonnêtes. Ce dossier ne restera
certainement pas sans suite.
J'ai transmis la question relative à la taxe de mise
en circulation au ministre des Finances, mais je n'ai
pas encore reçu de réponse.
À propos des plaques « essai », il y a eu 1.789
immatriculations en 2005 et 1.855 en 2006. De
nombreux véhicules à l'essai circulent d'ailleurs à
Knokke.
ervan te overtuigen dat het niet eerlijk is om
oneerlijke toestanden te laten voortbestaan. Dit
wordt zeker vervolgd.
De vragen in verband met de belasting op de
inverkeerstelling heb ik aan de minister van
Financiën bezorgd, maar ik ontving nog geen
antwoord.
Wat de inschrijving van proefritplaten betreft: er
waren 1.789 inschrijvingen in 2005 en 1.855 in
2006. Vele wagens op proef rijden overigens in
Knokke rond.
07.03 Guido De Padt (VLD) : Nous n'avons donc
guère progressé depuis décembre. La DIV est
inutilement chargée d'environ 20.000 inscriptions et
désinscriptions, chaque année, alors que ce service
est déjà surchargé sans cela. J'espère que le
ministre nous informera lorsqu'il disposera des
résultats du groupe de travail.
07.03 Guido De Padt (VLD): We staan dus nog
niet veel verder dan in december. De DIV wordt
onnodig belast met jaarlijks ongeveer 20.000 in- en
uitschrijvingen, terwijl die dienst ook daarzonder al
overbelast is. Ik hoop dat de minister ons zal
informeren wanneer hij over de resultaten van de
werkgroep beschikt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Guido De Padt au ministre de
la Mobilité sur "un meilleur étalement dans le
temps du transport routier de marchandises"
(n° 13963)
08 Vraag van de heer Guido De Padt aan de
minister van Mobiliteit over "een betere spreiding
van het vrachtverkeer in de tijd" (nr. 13963)
08.01 Guido De Padt (VLD) : Une analyse récente
a montré que la Flandre pourrait mieux exploiter les
atouts dont elle dispose. La congestion croissante
des routes, plus particulièrement aux heures de
pointe, constitue la principale menace. Une solution
consisterait à éviter de faire circuler les camions
aux heures de pointe en assouplissant les plages
de chargement et de déchargement, ce qui se
traduirait par un désengorgement et permettrait au
secteur du transport d'offrir un service plus efficace
pour le secteur du transport. En ce qui concerne la
sécurité routière, l'IBSR ne voit aucune objection à
faire circuler davantage de camions le soir.
Le ministre soutient-il le principe de l'étalement des
heures de chargement et de déchargement et y lie-
t-il des conditions périphériques ? Le groupe de
travail pour la sécurité du transport de
marchandises a-t-il examiné cette proposition ?
Quelles ont été ses conclusions ? Des entraves
doivent-elles être levées ?
08.01 Guido De Padt (VLD): Uit een recente
analyse blijkt dat Vlaanderen zijn logistieke troeven
beter kan uitspelen. De voornaamste bedreiging
voor deze sector is de toenemende congestie op de
wegen, vooral tijdens de spitsuren. Dit zou kunnen
worden verholpen door het vrachtvervoer uit de
spits te halen door de laad- en losuren te
versoepelen. Dit zorgt niet alleen voor minder files,
maar ook voor een efficiëntere dienstverlening voor
de transportsector. Wat de verkeersveiligheid
aangaat is er volgens het BIVV niets tegen in te
brengen om meer vrachtwagens 's avonds te laten
rijden.
Steunt de minister de idee voor de verruiming van
de laad- en losuren en koppelt hij hieraan
randvoorwaarden? Kwam dit voorstel aan bod in de
werkgroep Veilig Vrachtverkeer? Wat waren de
conclusies? Zijn er knelpunten die moeten worden
weggewerkt?
08.02 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
La répartition dans le temps du transport de
marchandises et l'étalement des heures de
chargement et de déchargement ne relèvent pas de
08.02 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): De
spreiding in de tijd van het vrachtvervoer en de
verruiming van de laad- en losuren vallen niet onder
mijn bevoegdheid. Wat de randvoorwaarden betreft,
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
ma compétence. En ce qui concerne les conditions
périphériques, le respect des temps de conduite et
de repos constitue pour moi un sujet de
préoccupation. Pour le reste, je suppose que
chaque secteur organisera une concertation
sociale.
Tous les membres du groupe de travail fédéral pour
la sécurité du transport de marchandises ont été
informés de la nouvelle de l'accident de bus
nocturne, ainsi que des propositions formulées
ensuite par le ministre flamand, M. Peeters,
relatives à l'augmentation de la conduite la nuit.
Il n'y a pas d'entraves, seulement des règles à
respecter.
gaat mijn bezorgdheid uit naar de naleving van de
rij- en rusttijden. Voor de rest veronderstel ik dat er
in iedere sector sociaal overleg volgt.
Alle leden van de federale werkgroep Veilig
Vrachtverkeer hebben het nieuws over het
nachtelijke busongeval kunnen vernemen, evenals
meteen daaropvolgend de voorstellen van Vlaams
minister Peeters om nog meer 's nachts te rijden.
Er zijn geen knelpunten, er zijn alleen regels die
moeten worden nageleefd.
08.03 Guido De Padt (VLD) : Quelle est la position
personnelle du ministre? Je suppose qu'il n'est pas
un fervent partisan de la proposition. Il se réfère en
effet à la fois à l'accident de bus nocturne et à la
proposition de M. Peeters.
08.03 Guido De Padt (VLD): Wat is het eigen
standpunt van de minister? Ik vermoed dat hij geen
groot voorstander is? Hij verwijst immers in één
adem naar het nachtelijke busongeval en het
voorstel-Peeters?
08.04 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Il est louable que nous nous efforcions d'éviter les
embouteillages par tous les moyens mais en tant
que ministre responsable pour les vols de nuit, je
n'estime pas devoir me prononcer sur le transport
de nuit.
08.04 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Het
is goed dat we files op alle mogelijke manieren
trachten te vermijden, maar als minister van de
nachtvluchten voel ik mij niet geroepen om
uitspraken te doen over de nachtvrachten.
08.05 Guido De Padt (VLD) : Et en votre qualité
de ministre responsable de l'IBSR ?
08.05 Guido De Padt (VLD): En als minister van
het BIVV?
08.06 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Je réitère ma préoccupation en ce qui concerne les
temps de conduite et de repos.
08.06 Minister Renaat Landuyt (Nederlands):
Herhaal ik mijn bezorgdheid aangaande de rij- en
rusttijden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Olivier Maingain au ministre
de la Mobilité sur "la désignation d'un nouveau
directeur général au sein de la Direction générale
Transport Aérien du SPF Mobilité et Transports"
(n° 13801)
09 Vraag van de heer Olivier Maingain aan de
minister van Mobiliteit over "de benoeming van
een nieuwe directeur-generaal bij het Directoraat-
generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en
Vervoer" (nr. 13801)
09.01 Olivier Maingain (MR) : M. Jules
Kneepkens, qui vient d'être nommé à la tête de la
Direction générale du transport aérien, est un
ancien fonctionnaire néerlandais qui aurait figuré
parmi les directeurs les moins susceptibles d'être
promus à des fonctions supérieures, qui aurait un
passé au sein du Partij van de Arbeid et qui ne
maîtriserait que fort peu le français. Il aurait été en
outre nommé à cette fonction en attendant de l'être
au sein de l'un ou l'autre organisme international.
Quels ont été les critères et conditions du
09.01 Olivier Maingain (MR): De heer Jules
Kneepkens, die onlangs als hoofd van het
directoraat-generaal Luchtvaart werd aangesteld, is
een voormalig Nederlands ambtenaar die één van
de directeurs zou zijn geweest die het minst voor
een bevordering tot een hogere functie in
aanmerking kwamen. Bovendien zou hij lid zijn
geweest van de Partij van de Arbeid en zou zijn
kennis van het Frans erg beperkt zijn. Ten slotte
zou hij in dit ambt zijn benoemd in afwachting van
zijn aanstelling bij een of andere internationale
organisatie.
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
recrutement de M. Kneepkens ? Pourra-t-il faire
face à ses obligations linguistiques ? Sa nomination
est-elle envisagée dans la durée ou en attendant de
pouvoir nommer d'autres candidats qui ne sont pas
en mesure de postuler à ce jour ?
Welke criteria en voorwaarden hebben een rol
gespeeld bij de aanwerving van de heer
Kneepkens? Zal hij aan de taalkundige eisen van
zijn functie kunnen voldoen? Is hij voor lange tijd
benoemd of zal hij de functie tijdelijk waarnemen in
afwachting van de aanstelling van een andere
persoon die vandaag niet in aanmerking komt om
zich kandidaat te stellen?
09.02 Renaat Landuyt, ministre (en français) : La
procédure de recrutement, qui est fixée par l'arrêté
royal du 29 octobre 2001, a été suivie. M.
Kneepkens parle néerlandais, français et anglais,
ce qui est intéressant pour les contacts
internationaux.
09.02 Minister Renaat Landuyt (Frans): De
aanwervingsprocedure, die bij koninklijk besluit van
29 oktober 2001 is vastgelegd, werd gevolgd. De
heer Kneepkens spreekt Nederlands, Frans en
Engels, wat nuttig kan zijn voor internationale
contacten.
09.03 Olivier Maingain (MR) : Votre réponse, très
courte, ne me renseigne pas sur les critères
appliqués, ni sur les autres candidats retenus.
09.03 Olivier Maingain (MR): In uw antwoord, dat
bijzonder kort is, zegt u niets over de toegepaste
criteria noch over de andere geselecteerde
kandidaten.
09.04 Renaat Landuyt, ministre (en français) : Il y
avait trois néerlandophones dans le dernier groupe :
deux Flamands et un Néerlandais, qui était, selon
moi, le plus fort. Il est bon que les fonctionnaires
aient une mobilité européenne.
09.04 Minister Renaat Landuyt (Frans): In de
laatste groep bevonden zich drie Nederlandstaligen:
twee Vlamingen en één Nederlander die volgens mij
de sterkste was. Het is goed dat ambtenaren van
een Europese mobiliteit blijk kunnen geven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Interpellation et question jointes de
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "la mise en oeuvre de la résolution relative au
gilet de sécurité réfléchissant adoptée par la
Chambre" (n° 1015)<br>- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Mobilité
sur "l'arrêté royal relatif à la veste de sécurité
rétroréfléchissante" (n° 13899)
10 Samengevoegde interpellatie en vraag van
- de heer Jef Van den Bergh tot de minister van
Mobiliteit
over
"de
uitvoering
van
de
Kamerresolutie over het fluovestje" (nr. 1015)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Mobiliteit over "het koninklijk besluit betreffende
de retro-reflecterende veiligheidsvest" (nr. 13899)
10.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : La Chambre a
adopté à l'unanimité une proposition de résolution
relative à l'obligation de disposer d'un gilet de
sécurité réfléchissant. Cette résolution dépasse de
loin le cadre des dispositions contenues dans
l'arrêté royal. Ce dernier n'évoque qu'un gilet de
sécurité rétroréfléchissant et non un gilet
fluorescent. L'obligation du port de ce gilet ne
concerne que le conducteur et non le ou les
passager(s). Le gilet ne figure pas sur la liste des
accessoires devant obligatoirement faire partie du
kit de sécurité de la voiture et n'est obligatoire que
sur les autoroutes. Pourquoi avoir opté pour une
transposition minimaliste de la résolution ?
10.01 Jef Van den Bergh (CD&V): De Kamer
keurde unaniem een voorstel van resolutie goed
over het verplichte fluorescerende veiligheidsvestje.
Deze resolutie gaat veel verder dan wat in het KB
staat. Het KB heeft het enkel over een
retroreflecterend vestje, niet over een fluorescerend
vestje. De verplichting tot het dragen ervan heeft
alleen betrekking op de bestuurder, niet op de
passagier(s). Het vestje werd niet opgenomen in de
verplichte veiligheidskit van de wagen en het vestje
wordt alleen verplicht op de snelwegen. De
omzetting van de resolutie is dus minimaal.
Waarom?
10.02 Hilde Vautmans (VLD) : La résolution du 20
avril 2006 relative aux gilets de sécurité a été
adoptée à l'unanimité. Je me félicite que le ministre
y ait donné suite rapidement, car le port d'un gilet
de sécurité augmente la sécurité. Ces gilets font de
10.02 Hilde Vautmans (VLD): De resolutie van 20
april 2006 over het veiligheidsvestjes werd unaniem
aangenomen. Ik ben blij dat de minister er snel
gevolg aan gaf, want het reflecterende vestje
verhoogt de veiligheid. Het duikt ook steeds vaker
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
plus en plus leur apparition dans nos rues. Je me
demande toutefois pourquoi le ministre n'a pas
inclus le gilet dans la liste des accessoires devant
obligatoirement être présents dans le véhicule, alors
que la résolution le demandait. La présence dans le
véhicule me paraît une condition essentielle au port
du gilet. La raison pour laquelle le ministre n'aurait
pas inclus le gilet résiderait, semble-t-il, dans le fait
que la liste prévue par l'arrêté royal du 15 mars
1968 ne s'applique qu'aux voitures immatriculées
en Belgique. Pourtant, il s'agirait déjà d'un grand
nombre de véhicules. La règle pourrait simplement
être signifiée aux autres utilisateurs de véhicules.
Il est également étrange que le gilet ne doive être
porté que sur certaines routes. Cette disposition
sème la confusion. Une obligation générale
constituerait un bon exemple de simplification
réglementaire.
op in het straatbeeld. Toch vraag ik me af waarom
de minister het vestje niet heeft laten opnemen in
de lijst van voorwerpen die in het voertuig aanwezig
moeten zijn, zoals nochtans in de resolutie was
gevraagd. De aanwezigheid in de wagen lijkt me
een essentiële voorwaarde om het vestje te kunnen
dragen. De minister zou dat naar verluidt niet
gedaan hebben omdat de lijst in het KB van 15
maart 1968 enkel geldt voor in België ingeschreven
wagens, maar dat is toch al heel wat? Bij andere
wagengebruikers zou de regel dan gewoon
bekendgemaakt kunnen worden.
Ik vind het ook vreemd dat het vestje enkel op
bepaalde wegen moet worden gedragen. Dat zorgt
voor verwarring. Een algemene verplichting zou een
goed
voorbeeld
zijn
van
vereenvoudigde
regelgeving.
10.03 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Je vais au-delà de ce que demandait la résolution.
Je me sens conforté dans mes convictions depuis
que le VAB a fait réaliser une étude dont les
conclusions font apparaître que la méthode
consistant à intégrer obligatoirement certains
accessoires dans l'arrêté royal de 1968 manque sa
cible. Les boîtes de pansements sont en effet
offertes gratuitement par les constructeurs
automobiles et elles ne contiennent pas toujours les
choses essentielles. L'extincteur obligatoire donne,
lui aussi, une fausse impression de sécurité car il
ne fonctionne pas toujours. Nous sommes en train
d'exploiter l'étude menée par le VAB pour
déterminer quels objets devraient être réellement
obligatoires dans les voitures belges.
En ce qui concerne la veste de sécurité rétro-
réfléchissante, j'entends appliquer la même
méthode que pour l'éclairage des vélos. Un vélo ne
doit pas être muni d'un éclairage fixe mais le
cycliste doit rouler avec un éclairage quand c'est
nécessaire. De même, les automobilistes doivent
porter la veste de sécurité quand son port répond à
une nécessité. Il s'agit là, à mon sens, d'une
mesure plus sévère qu'une obligation purement
statique. Et c'est ce qui rend d'ailleurs impraticables
des contrôles qui porteraient uniquement sur la
présence de la veste dans le véhicule et qui
seraient
ressentis
comme
gênants
par
l'automobiliste contrôlé.
Je me réjouis qu'une sensibilisation à grande
échelle ait lieu car l'étude du VAB démontre que les
gens acceptent la veste de sécurité à la fois comme
une obligation et comme une mesure judicieuse. Le
prix de cet accessoire évolue en outre
favorablement.
10.03 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Ik
doe meer dan wat in de resolutie gevraagd werd. Ik
voel me gesterkt door de studie van de VAB, waarin
staat dat de techniek om verplicht toebehoren in het
KB van 1968 op te nemen, zijn doel voorbijschiet.
De
verbandkistjes
worden
immers
gratis
meegegeven en bevatten niet altijd het essentiële.
Ook het verplichte brandblusapparaat zorgt voor
een vals gevoel van veiligheid, want het werkt niet
altijd. Aan de hand van de VAB-studie bekijken we
welke voorwerpen echt verplicht zouden moeten zijn
in Belgische wagens.
Wat het veiligheidsvestje betreft, volg ik dezelfde
werkwijze als bij fietsverlichting. Een fiets hoeft
geen vaste verlichting te hebben, maar de fietser
moet wel met verlichting rijden als dat nodig is. Ook
het vestje moet men kunnen dragen als het nodig
is. Dat is een strengere maatregel dan een louter
statische verplichting. Een en ander betekent
trouwens dat controles op de loutere aanwezigheid
van het vestje, die als ongemakkelijk worden
aangevoeld, niet zomaar kunnen.
Ik ben blij dat de sensibilisatie groot is, want uit de
VAB-studie blijkt dat het vestje aanvaard wordt als
verplichting en als verantwoorde maatregel. Ook de
prijsevolutie is gunstig.
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
10.04 Jef Van den Bergh (CD&V) : Les arguments
du ministre ne me convainquent pas. Il ne dit pas
clairement à quelles routes la réglementation est
applicable. J'estime par ailleurs étonnant que le
passager puisse quitter le véhicule sans gilet. La
résolution n'a pas été transposée dans une
réglementation alors que la Chambre s'était
prononcée unanimement à ce sujet.
À la suite de l'étude du VAB, il va être procédé à un
nouvel examen du contenu de l'arrêté royal de
1968. Lorsque l'arrêté royal relatif au gilet de
sécurité a été annoncé, l'étude du VAB n'avait pas
encore été publiée ou venait de l'être. L'argument
du ministre n'était donc pas valable au moment de
la rédaction de la résolution.
10.04 Jef Van den Bergh (CD&V): De
argumentatie van de minister overtuigt me niet
helemaal. Zo maakt hij niet duidelijk op welke
wegen de regel geldt. Bovendien vind ik het vreemd
dat de passagier wel uit de wagen mag stappen
zonder vestje. De resolutie werd niet in een
regelgeving omgezet die men zou mogen
verwachten na unanimiteit in de Kamer.
Ten gevolge van de VAB-studie wil men de invulling
van het KB van 1968 opnieuw bekijken. Toen het
KB inzake het veiligheidsvestje werd aangekondigd,
was het onderzoek van de VAB nog niet of nog
maar pas bekend. Het argument van de minister
gold dus niet toen de resolutie werd geschreven.
Une panne de voiture n'est pas prévisible. À défaut
de disposer d'un gilet, on doit rester à bord de son
véhicule, ce qui est très dangereux.
Wie autopech heeft, kan dat niet voorspellen. Heeft
men geen vestje bij, dan moet men in de wagen
blijven zitten. Dat is uiterst gevaarlijk.
10.05 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Il est interdit de rester à bord du véhicule sur la
bande d'arrêt d'urgence.
10.05 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Op
de pechstrook in de wagen blijven zitten, is
verboden.
10.06 Jef Van den Bergh (CD&V) : En tout état de
cause, le ministre contraint donc le conducteur à un
acte interdit, puisqu'il n'impose pas la présence du
gilet dans le véhicule.
10.06 Jef Van den Bergh (CD&V): De minister
dwingt de bestuurder dus sowieso tot een verboden
handeling, aangezien hij de aanwezigheid van het
vest in de auto niet oplegt.
10.07 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
On ne réalise manifestement pas que je suis allé
au-delà de ce qui était demandé dans la résolution.
On peut par contre se demander pourquoi
l'obligation ne s'applique que sur les autoroutes. En
Belgique, il est toutefois difficile de se déplacer sans
emprunter une autoroute.
10.07 Minister Renaat Landuyt (Nederlands):
Blijkbaar beseft men niet dat ik meer heb gedaan
dan wat gevraagd werd in de resolutie. Wel kan hij
zich afvragen waarom de verplichting enkel op
autowegen geldt. In België is het echter moeilijk
rijden zonder de autoweg te gebruiken.
10.08 Jef Van den Bergh (CD&V) : C'est tout à
fait inexact. Prévoit-on encore une campagne de
sensibilisation, comme le demande le VAB ?
10.08 Jef Van den Bergh (CD&V): Dat klopt
helemaal niet. Komt er nog een sensibiliserende
campagne, zoals de VAB vraagt?
10.09 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
L'annonce de l'entrée en vigueur de l'arrêté royal a
déjà produit un effet de sensibilisation important.
10.09 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): De
aankondiging van de inwerkingtreding van het KB
had al een enorm sensibiliserend effect.
10.10 Jef Van den Bergh (CD&V) : Je dépose une
motion. Étant donné que je me borne à solliciter la
mise en oeuvre d'une résolution, je présume que la
majorité ne déposera pas de motion pure et simple.
10.10 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik dien een
motie in. Aangezien ik enkel de uitvoering van een
resolutie vraag, neem ik aan dat de meerderheid
geen eenvoudige motie zal indienen.
10.11 Hilde Vautmans (VLD) : Il n'est pas exact
que le ministre fait davantage que ce qui lui était
demandé. Dans la résolution, nous demandions à la
fois que le code de la route soit modifié et que le
gilet figure sur la liste des accessoires obligatoires.
Des contrôles peuvent être effectués pour veiller au
10.11 Hilde Vautmans (VLD): Het klopt niet dat de
minister meer doet dan gevraagd werd. In de
resolutie vroegen we zowel een wijziging van het
verkeersreglement als een opname in de lijst van
verplicht toebehoren. Op de werking van dat
toebehoren kan men via controles toezien. Ik blijf
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
fonctionnement de cet accessoire. Je maintiens que
le gilet doit être présent dans le véhicule dès l'achat
de ce dernier.
Le ministre n'a pas précisé à quelles routes
l'obligation est applicable.
vinden dat het vestje al van bij de aankoop van de
wagen aanwezig moet zijn.
De minister zei niet op welke wegen de verplichting
geldt.
10.12 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Il s'agit des voies rapides et des autoroutes. Les
petites routes ne sont pas concernées.
10.12 Minister Renaat Landuyt : Het gaat om
snelwegen en autowegen. Kleine wegen vallen daar
niet onder.
10.13 Hilde Vautmans (VLD) : Je le déplore.
10.13 Hilde Vautmans (VLD): Dat betreur ik.
10.14 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Sur les petites routes, le véhicule qui entrave le
passage doit être écarté le plus rapidement
possible. Un gilet de sécurité ne suffit dès lors pas.
Je ne vais pas aussi loin que le VAB qui demande
la suppression à la liste des accessoires
obligatoires mais j'accède néanmoins à la demande
de Mme Vautmans qui me demande d'utiliser une
méthode non valable juridiquement. En effet, je suis
juriste.
10.14 Minister Renaat Landuyt (Nederlands)-: Op
kleine wegen moet het voertuig dat midden op de
weg staat zo snel mogelijk worden verwijderd.
Een vestje volstaat dan niet.
Ik ga niet zo ver als de VAB, die de afschaffing
vraagt van de lijst met verplicht toebehoren. Maar
evenmin ga ik in op het verzoek van mevrouw
Vautmans, die me vraagt een juridisch slechte
methode te gebruiken. Daarvoor ben ik te veel een
jurist gebleven.
10.15 Hilde Vautmans (VLD) : J'espère que nous
pourrons rouvrir ce débat au moment de
l'adaptation de l'arrêté royal relatif aux accessoires
obligatoires. Je préconise une liste minimale.
10.15 Hilde Vautmans (VLD): Ik hoop dat we dit
debat nog eens kunnen voeren bij de aanpassing
van het KB inzake verplicht toebehoren. Ik pleit voor
een minimale lijst.
10.16 Jef Van den Bergh (CD&V) : Il n'est pas
exact que le VAB demanderait la suppression de la
liste obligatoire, comme le prétend le ministre.
10.16 Jef Van den Bergh (CD&V): Dat de VAB de
afschaffing zou vragen van de verplichte lijst, zoals
de minister beweert, klopt niet.
10.17 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
J'ai reçu les représentants du VAB et je leur ai
expliqué que je ne pouvais me permettre de
supprimer cette obligation qui, selon eux, a des
effets néfastes : lorsqu'il vend un véhicule, le
vendeur offre une trousse de secours, un triangle et
un extincteur mais généralement de moindre
qualité. Au lieu de supprimer l'obligation, il me
paraît préférable de la détailler et d'y inclure la
veste.
10.17 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): De
VAB is bij mij geweest en ik heb hen gezegd dat ik
het mij niet kan permitteren de verplichting af te
schaffen. Zij vinden dat de verplichting een nefaste
bijwerking heeft: de verkoper geeft bij de aankoop
van een wagen wel een verbanddoosje, een
driehoek en een brandblusapparaat mee, maar
doorgaans allemaal van inferieure kwaliteit. In
plaats van de verplichting af te schaffen, lijkt het mij
echter beter ze preciezer te omschrijven en het
vestje erin op te nemen.
10.18 Hilde Vautmans (VLD) : Je suis d'accord sur
ce point, le port du gilet de sécurité est plus
important que sa présence obligatoire dans la
voiture.
10.18 Hilde Vautmans (VLD): Daarmee ga ik
akkoord, het dragen van het vestje is belangrijker
dan dat het verplicht aanwezig is in de auto.
10.19 Jef Van den Bergh (CD&V): Le VAB
évoque deux possibilités: supprimer l'interdiction ou
modifier la normalisation. C'est autre chose que de
dire que le VAB est pour la suppression pure et
simple.
10.19 Jef Van den Bergh (CD&V): De VAB ziet
twee mogelijkheden: de verplichting afschaffen of
de normering aanpassen. Dat is wel wat anders dan
zeggen dat de VAB zonder meer voor een
afschaffing is.
Het herbekijken van het KB van 1968 is een
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Le réexamen de l'arrêté royal de 1968 sera
l'occasion
rêvée
pour
transposer
les
recommandations de ma motion dans des règles
légales. J'invite Mme Vautmans à cosigner cette
motion.
uitstekende gelegenheid om de aanbevelingen van
mijn motie om te zetten in wettelijke regels. Ik nodig
mevrouw Vautmans uit die motie mee te
ondertekenen.
10.20 Hilde Vautmans (VLD): Je n'ai encore
jamais cosigné de motion, pas même une motion
pure etsimple.
10.20 Hilde Vautmans (VLD): Ik heb nog nooit
een motie ondertekend, zelfs geen eenvoudige.
Motions
Motie
En conclusion de cette discussion, une motion de
recommandation a été déposée par M. Jef Van den
Bergh. Elle est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Jef Van den
Bergh
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
d'exécuter la résolution "visant à inclure le gilet de
sécurité réfléchissant dans la liste des accessoires
de sécurité obligatoires et à rendre obligatoire le
port de ce gilet par le conducteur à la suite d'un
accident ou d'une panne", adoptée à l'unanimité au
sein du Parlement."
Tot besluit van deze bespreking werd een motie van
aanbeveling ingediend door de heer Jef Van den
Bergh. Ze luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Jef Van den
Bergh
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
om de unaniem door het Parlement goedgekeurde
resolutie "teneinde het reflecterend veiligheidsvest
op te nemen in de lijst van verplicht
veiligheidstoebehoren alsmede bestuurders te
verplichten dat vest te dragen na een ongeval of bij
motorpech" uit te voeren."
Le vote sur la motion aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Over de motie zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
11 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre
de la Mobilité sur "l'éventuelle affectation aux
Régions de moyens du fonds de sécurité
routière" (n° 13884)
11 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "middelen uit het
verkeersveiligheidsfonds voor de Gewesten"
(nr. 13884)
11.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : Il y a quelque
temps, Flor Koninckx a proposé de suspendre le
péage du tunnel du Liefkenshoek aux heures de
pointe pour les poids lourds. Cette mesure serait de
nature à désengorger le tunnel Kennedy en
attendant la nouvelle liaison de l'Oosterweel. Le
ministre a déclaré dans la presse que les coûts
pourraient être supportés par le fonds pour la
sécurité routière. Cette idée est étrange, car le
ministre s'est toujours opposé à l'octroi aux Régions
de moyens provenant du fonds pour la sécurité
routière.
Le ministre maintient-il son point de vue selon
lequel le fonds pour la sécurité routière peut
prendre en charge les coûts générés par la
suspension du péage du tunnel du Liefkenshoek ?
11.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Een tijdje
geleden stelde Flor Koninckx voor om de
Liefkenshoektunnel
tolvrij
te
maken
voor
vrachtwagens tijdens de spitsuren. Dat zou de
Kennedytunnel ontlasten in afwachting van de
nieuwe
Oosterweelverbinding.
De
minister
verklaarde in de krant dat de kosten kunnen worden
gedragen door het Verkeersveiligheidsfonds. Dat is
vreemd, want de minister heeft zich er altijd tegen
verzet om middelen uit het Verkeersveiligheidsfonds
toe te kennen aan de Gewesten.
Blijft de minister bij zijn uitspraak dat het
Verkeersveiligheidsfonds kan instaan voor de
kosten
van
het
tolvrij
maken
van
de
Liefkenshoektunnel?
11.02 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Le fonds pour la sécurité routière peut être sollicité
pour tous les projets que les zones de police
peuvent financer.
11.02 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Het
Verkeersveiligheidsfonds
kan
worden
aangesproken voor alles wat door de politiezones
kan worden betaald.
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
11.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : La suspension
du péage du tunnel du Liefkenshoek et la
perception d'un péage virtuel ne relèvent pas, à
mes yeux, de la compétence de la police.
11.03 Jef Van den Bergh (CD&V): De politie lijkt
mij niet bevoegd voor het tolvrij maken van de
Liefkenshoektunnel en het innen van een
schaduwtol.
11.04 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Il convient d'examiner cette question.
11.04 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Dat
moet worden onderzocht.
11.05 Jef Van den Bergh (CD&V) : Puis-je
conclure de votre réponse que le fonds pour la
sécurité routière peut servir au payement d'un
péage virtuel aux heures de pointe ?
11.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Kan ik
concluderen dat het Verkeersveiligheidsfonds kan
instaan voor de betaling van een schaduwtol tijdens
de spitsuren?
11.06 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Le fonds pour la sécurité routière effectue des
payements au bénéfice des zones de police sur la
base de conventions. Une convention peut donner
lieu à une prestation du fonds si elle est adoptée
par les ministres de l'Intérieur et de la Mobilité.
11.06 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): Het
verkeersveiligheidsfonds doet uitgaven op basis van
de convenants aan de politiezones. Als de
convenant goedgekeurd is door de minister van
Binnenlandse Zaken en de minister van Mobiliteit, is
dat de basis voor de uitbetaling.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Interpellation de Mme Muriel Gerkens au
ministre de la Mobilité sur "l'arrêté royal
autorisant les cyclomoteurs de catégorie B à
emprunter les pistes cyclables à partir du
1er mars 2007" (n° 1011)</b>
12 Interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens tot
de minister van Mobiliteit over "het koninklijk
besluit dat bromfietsen van categorie B toestaat
vanaf 1 maart 2007 de fietspaden te gebruiken"
(nr. 1011)
12.01 Muriel Gerkens (ECOLO) : Un arrêté royal
du 28 décembre 2006, publié au Moniteur belge le
10 janvier dernier, oblige les cyclomoteurs à
emprunter les pistes cyclables lorsque la vitesse
autorisée est supérieure à 50 km/h, et les y autorise
si elle est limitée à 50 km/h.
Vous avez déjà été interrogé au Sénat sur ce sujet,
mais vos réponses sont lacunaires. Ainsi, vous
indiquez que vous avez tenu compte de la
protection du cyclomotoriste vis-à-vis des voitures
et de l'adaptation aux situations locales de certaines
communes qui autorisent des vitesses supérieures
à 50 km/h. Vous indiquez aussi que les Régions et
les communes avaient demandé cette disposition.
Vous ne pensez donc pas à la sécurité des usagers
les plus faibles, tels les cyclistes et les piétons. La
vitesse d'un cycliste excepté les professionnels
comme vous, puisque vous affirmez rouler à 50
km/h ! est généralement inférieure à celle d'un
cyclomoteur (70 km/h, que le conducteur doit limiter
à 45 km/h, ce qui est rare !).
A quoi sert-il de prendre, depuis des années, des
dispositions en faveur de ces usagers les plus
faibles pour, ensuite, adopter des mesures en
faveur des cyclomoteurs qui annihilent l'effet
12.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Een koninklijk
besluit van 28 december 2006, dat op 10 januari
jongstleden in het Belgisch Staatsblad is
verschenen, verplicht bromfietsers het fietspad te
gebruiken wanneer de toegelaten snelheid meer
dan 50 kilometer per uur bedraagt en laat ze toe op
het fietspad te rijden wanneer de snelheid tot 50
kilometer per uur beperkt is.
U kreeg daarover al vragen in de Senaat, maar uw
antwoorden vertonen een aantal leemten. Zo zei u
dat u de bromfietsers tegen de auto's hebt willen
beschermen en dat u rekening heeft gehouden met
de plaatselijke toestand in bepaalde gemeenten,
waar snelheden van meer dan 50 kilometer per uur
zijn toegelaten. U wees er bovendien op dat de
Gewesten en de gemeenten vragende partij waren
voor zo'n maatregel.
De veiligheid van de zwakste weggebruikers,
namelijk de fietsers en de voetgangers, verliest u
echter uit het oog. De snelheid die een fietser haalt
met uitzondering van beroeps zoals u, die, naar
eigen zeggen, 50 kilometer per uur haalt! ligt
gewoonlijk lager dan die van een bromfietser
(namelijk 70 kilometer per uur, snelheid die de
bestuurder tot 45 kilometer per uur zou moeten
beperken, wat echter zelden gebeurt).
Waartoe dient het eerst gedurende jaren
maatregelen
te
nemen
om
die
zwakste
weggebruikers te beschermen, om vervolgens
maatregelen ten gunste van de bromfietsers goed
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
sécuritaire précédent ?
te keuren, die dat beschermend effect volledig
tenietdoen?
Aux Pays-Bas, les cyclomoteurs doivent emprunter
les pistes cyclables, si la vitesse autorisée est de 70
et non 50km/h. Depuis 1999, ces mesures y ont
diminué le nombre des victimes de la route de plus
de 30% tant pour les cyclistes que pour les piétons.
Quels sont vos objectifs, si ce n'est de détricoter
des mesures en faveur des usagers faibles et le
Code de la rue élaboré par Isabelle Durant ?
Vous dites que les communes doivent aménager
les espaces et prendre les dispositions pour
autoriser ou non l'utilisation des pistes cyclables par
les cyclomoteurs. Mais il ne faudrait rendre
obligatoire l'utilisation de certains espaces par les
cyclomoteurs qu'avec la garantie d'une protection
individualisée du cycliste puis du piéton.
In Nederland moeten bromfietsers op het fietspad
rijden als de toegelaten snelheid 70 en niet 50 km/u
bedraagt.
Sinds
1999
is
het
aantal
verkeersslachtoffers
zowel
fietsers
als
voetgangers er dankzij dergelijke maatregelen
met meer dan dertig procent gedaald.
Wat is uw bedoeling, naast het terugschroeven van
de maatregelen ten gunste van de zwakke
weggebruikers en het verkeersreglement dat door
Isabelle Durant in het leven werd geroepen?
U zegt dat de gemeenten de openbare weg moeten
inrichten en de nodige bepalingen moeten nemen
om het gebruik van fietspaden door bromfietsers al
of niet toe te laten. Het gebruik van sommige
plaatsen op de openbare weg door bromfietsers
mag echter slechts verplicht worden gemaakt indien
tegelijkertijd de individuele bescherming van de
fietsers en vervolgens van de voetgangers wordt
verzekerd.
De plus, les associations de cyclistes (Fietserbond
et GRACQ) n'ont apparemment pas été consultées,
et la commission fédérale pour la sécurité routière
n'a pas mis ce point à l'ordre du jour, alors qu'elle
travaille sur la simplification du Code de la route.
Pourquoi n'y a-t-il pas eu cette consultation ?
Comment mettre en application cet arrêté royal,
sans cette consultation et une évaluation des
risques ? Pourquoi concluez-vous que le cycliste
n'est pas menacé par cette mesure et comment la
justifiez-vous dans l'intérêt des différents usagers
de la route ?
Il fallait certes prendre des mesures pour protéger
les cyclomoteurs, mais le faire autrement !
Bovendien
werden
de
fietsersverenigingen
(Fietsersbond en GRACQ) niet om advies
gevraagd, en de Federale Commissie voor de
verkeersveiligheid, die zich nochtans momenteel
over
een
vereenvoudiging
van
het
Verkeersreglement buigt, heeft dit punt niet
geagendeerd.
Waarom werden de fietsersorganisaties hier niet in
gekend? Hoe kan dit koninklijk besluit worden
toegepast zonder een dergelijk overleg en zonder
risico-evaluatie? Hoe komt u tot de conclusie dat die
maatregel niet gevaarlijk is voor fietsers, en hoe
verantwoordt u de maatregel in het licht van het
belang van alle weggebruikers?
Maatregelen ter bescherming van de bromfietsers
waren zeker nodig, maar niet op die manier!
12.02 Renaat Landuyt, ministre (en français) : J'ai
été surpris par les réactions suscitées par cet arrêté
royal, car nous avons respecté les pistes
traditionnelles de concertation. Ce travail a été
lancé, il y a un an déjà. Nous souhaitons l'équilibre
entre tous les usagers de la route. Nous avons
voulu permettre aux communes de mieux adapter
les règles à leur situation spécifique. Ce n'est pas
pour annuler un règlement de Mme Durant !
12.02 Minister Renaat Landuyt (Frans): Ik ben
verrast door de reacties die het koninklijk besluit
heeft veroorzaakt, omdat we het gebruikelijke
overleg hebben gepleegd. Die werkzaamheden
werden al een jaar geleden opgestart. We willen
een
evenwicht
tussen
alle
weggebruikers
bewerkstelligen. We hebben de gemeenten de kans
willen bieden om de regels beter op hun specifieke
situatie af te stemmen. Het is geenszins onze
bedoeling geweest om een regelgeving van
mevrouw Durant te vernietigen!
12.03 Muriel Gerkens (ECOLO) : Les différents
interlocuteurs disent pourtant ne pas avoir été
consultés !
Je me suis renseignée auprès des Régions : le
12.03 Muriel Gerkens (ECOLO): De diverse
gesprekspartners zeggen nochtans dat ze niet
werden gehoord!
Ik heb inlichtingen ingewonnen bij de Gewesten: de
CRABV 51
COM 1184
05/02/2007
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
ministre de la Mobilité de la Région bruxelloise - de
votre parti ! - n'est pas au courant. Peut-être que
cela se trouvait dans la liste des 200 arrêtés ou
dispositions qui sont passés en même temps. Il est,
en tout cas, opposé à cette disposition.
minister van Mobiliteit van het Brussels Gewest
die tot uw partij behoort! is niet op de hoogte.
Misschien stond het besluit in de lijst van
tweehonderd besluiten en bepalingen die in één
keer werden behandeld. Hij is in ieder geval tegen
die bepaling gekant.
Cette consultation, si elle a eu lieu, n'a pas été
réalisée correctement : ni les cyclistes ni les
membres de la commission fédérale ni un ministre
régional au moins n'ont été consultés. Il vaudrait
mieux retirer cet arrêté pour consulter une nouvelle
fois tous les partenaires et réexaminer la mesure
dans son ensemble. Il faudrait sans doute faire
passer à 70 km/h la vitesse que vous aviez fixée à
50 km/h.
Par ailleurs, laisser la liberté aux communes en la
matière ne serait possible que s'il y a, au préalable,
des conditions de protection des différents usagers,
et notamment les plus faibles.
Je dépose donc une motion demandant le report de
cet arrêté pour organiser une consultation des
cyclistes, reprendre la discussion dans la
commission fédérale de la Sécurité routière et
évaluer ces mesures, pour la sécurité tant du
cyclomotoriste que du cycliste.
Als er al om advies gevraagd werd, dan is dat niet
correct gebeurd: noch de fietsers, noch de leden
van de Federale Commissie werden in deze zaak
gekend, en men heeft niet één gewestminister om
zijn mening gevraagd. Men zou dit besluit beter
intrekken, alle partners opnieuw consulteren en de
maatregel in zijn geheel opnieuw bekijken. Wellicht
zal de snelheid, die u op 50 km/h vastgelegd heeft,
opgetrokken moeten worden tot 70 km/h.
De gemeenten kunnen op dat vlak enkel de nodige
vrijheid krijgen als er vooraf voorwaarden opgelegd
worden ter bescherming van alle weggebruikers, en
inzonderheid van de zwakke weggebruikers.
Ik dien derhalve een motie in waarin ik vraag de
inwerkingtreding van dit besluit uit te stellen
teneinde de fietsers in deze maatregel te kennen,
de discussie in de Federale Commissie voor de
Verkeersveiligheid voort te zetten en deze
maatregelen te evalueren, met het oog op de
veiligheid van de bromfietser én van de fietser.
12.04 Jef Van den Bergh (CD&V) : Nous
soutiendrons volontiers la motion déposée par Mme
Gerkens. J'avais déjà interrogé le ministre à ce
sujet en séance plénière. Le ministre affirme que
les communes pourront toujours tenir compte de la
situation particulière de la circulation sur leur
territoire. Beaucoup d'argent a été investi ces
dernières années dans la mise en place de bandes
de décélération, entre la piste cyclable et la
chaussée. Pourquoi le ministre revoit-il donc dès à
présent un arrête royal qui n'est en vigueur que
depuis le 1
er
janvier 2005, alors que les effets
positifs de la mesure prévue par cet arrêté sont mis
en exergue dans un rapport néerlandais et dans
l'avis de l'IBSR ? Pour nous, il est incompréhensible
que l'on fasse marche arrière sur ce point.
12.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Wij steunen
graag de motie van mevrouw Gerkens. Ik heb de
minister
hierover
al
in
plenumvergadering
ondervraagd. De minister zegt de gemeenten altijd
rekening kunnen houden met de specifieke
verkeerssituatie op hun grondgebied. Er is de
voorbije jaren duchtig geïnvesteerd in de aanleg
van afslagstroken, tussen fietspad en rijweg.
Waarom herziet de minister dan nu al, en zonder
een grondige evaluatie, een KB dat pas sinds 1
januari 2005 van kracht is, terwijl een Nederlands
rapport en het advies van het BIVV de positieve
effecten van de erin besloten maatregel
benadrukken? We vinden het onbegrijpelijk dat
deze maatregel nu teruggeschroefd wordt.
Motions
Motie
En conclusion de cette discussion, une motion de
recommandation a été déposée par Mme Muriel
Gerkens. Elle est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Muriel
Gerkens
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
de retirer et reporter l'entrée en vigueur de cet
Tot besluit van deze bespreking werd een motie van
aanbeveling ingediend door mevrouw Muriel
Gerkens. Ze luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Muriel
Gerkens
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
om de inwerkingtreding van dat koninklijk besluit in
05/02/2007
CRABV 51
COM 1184
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
arrêté royal
- afin d'organiser une véritable consultation des
associations de cyclistes;
- afin de faire examiner cette proposition par la
Commission fédérale pour la Sécurité routière;
- afin de réaliser une évaluation globale des
mesures modifiées dans le code de la route en
faveur "de la protection d'usagers spécifiques" sans
cohérence entre les différents usagers."
te trekken en uit te stellen
- teneinde een daadwerkelijk overleg met de
fietsersverenigingen op gang te brengen;
- dat voorstel door de Federale Commissie voor de
Verkeersveiligheid te laten onderzoeken;
- en een algemene beoordeling uit te voeren van de
maatregelen in de wegcode die "ten gunste van
specifieke
weggebruikers"
werden gewijzigd,
waarbij echter geen rekening werd gehouden met
de andere weggebruikers."
Le vote sur la motion aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Over de motie zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
13 Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Mobilité sur "les plaques
d'immatriculation
diplomatiques
françaises
13 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan
de minister van Mobiliteit over "Franse
diplomatieke nummerplaten van prins Laurent"
(nr. 13747)
13.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) :
Le programme télévisé Ter Zake a diffusé des
images du prince Laurent à bord d'un véhicule de
luxe
équipé
de
plaques
d'immatriculation
diplomatiques françaises. Il a par ailleurs été
précisé qu'il ne s'agissait pas d'un cas isolé. Il est
curieux qu'un membre de la famille royale belge se
déplace dans un véhicule pourvu de plaques
étrangères
et,
de
surcroît,
de
plaques
diplomatiques.
Est-ce
autorisé ?
Comment
expliquez-vous cette situation ?
13.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang):
In het televisieprogramma Ter Zake waren beelden
te zien van prins Laurent achter het stuur van een
klassewagen
met
Franse
diplomatieke
nummerplaten. Er werd bijgezegd dat dit geen
geïsoleerd voorval was. Ik vind het vreemd dat een
lid van het Belgische koningshuis zich verplaatst
met een auto voorzien van buitenlandse
nummerplaten, en nog meer dat het dan om
diplomatieke nummerplaten gaat. Kan dit? Wat is
de verklaring hiervoor?
13.02 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
La Direction de l'immatriculation des véhicules n'a
pas octroyé de numéro de plaque diplomatique à
des membres de la famille royale belge. Je ne puis
formuler de réponse qui ne ressortit pas à mes
compétences.
13.02 Minister Renaat Landuyt (Nederlands): De
Dienst
Inschrijving
Voertuigen
heeft
geen
diplomatieke nummerplaten uitgereikt aan leden
van het Belgische koningshuis. Ik kan niet buiten
mijn bevoegdheden antwoorden.
13.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) :
J'interrogerai peut-être le ministre des Finances sur
l'aspect fiscal.
13.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang):
Ik zal misschien de minister van Financiën eens
aan de tand voelen over het fiscale aspect.
13.04 Renaat Landuyt, ministre (en néerlandais) :
Peut-être s'agit-il davantage d'une question pour le
ministre des Affaires étrangères.
13.04 Minister Renaat Landuyt (Nederlands):
Misschien is dit eerder een vraag voor Buitenlandse
Zaken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
15 h 52.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.52 uur.