CRABV 50 COM 952
CRABV 50 COM 952
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
dinsdag mardi
21-01-2003 21-01-2003
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "loonbeslag door werkgevers" (nr. A302)
1
Question de Mme Karine Lalieux à la vice-
première ministre et ministe de l'Emploi sur "les
saisies sur salaires opérées par des employeurs"
(n° A302)
1
Sprekers: Karine Lalieux, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Karine Lalieux, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de startbanen en effecten naar
migrantenjongeren" (nr. A664)
1
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
premiers emplois et leurs conséquences pour les
jeunes immigrés" (n° A664)
1
Sprekers: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het gerechtelijk akkoord voor
ondernemingen" (nr. A665)
3
Question de Mme Greta D'hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
concordat judiciaire concernant les entreprises"
(n° A665)
3
Sprekers: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de uitgaven voor opleiding" (nr. A666)
4
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
dépenses réservées à la formation" (n° A666)
4
Sprekers: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de arbeidsduurvermindering" (nr. A667)
5
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
diminution du temps de travail" (n° A667)
5
Sprekers: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het brugpensioen" (nr. A723)
7
Question de Mme Greta D'hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
prépension" (n° A723)
7
Sprekers: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de personeelsproblematiek van de
Arbeidsrechtbank van Brugge" (nr. A735)
8
Question de M. Yves Leterme à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "le problème du
personnel du tribunal du travail de Bruges"
(n° A735)
8
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de wet betreffende de
bescherming tegen pesterijen" (nr. A754)
9
Question de M. Jean-Jacques Viseur à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la loi
sur le harcèlement moral" (n° A754)
9
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Laurette
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Laurette
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
ii
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "zwakke RVA-controles inzake
werkonwilligheid" (nr. A775)
9
Question de M. Filip Anthuenis à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "le laxisme des
contrôles ONEm concernant la réticence à
accepter du travail" (n° A775)
9
Sprekers:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de erkenning van de externe diensten voor
preventie en bescherming" (nr. A694)
13
Question de M. Roel Deseyn à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "la
reconnaissance des services externes pour la
prévention et la protection" (n° A694)
13
Sprekers: Roel Deseyn, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Roel Deseyn, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan
de vice-eerste minister van Werkgelegenheid over
"de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het
Instituut voor de gelijkheid van mannen en
vrouwen" (nr. A771)
14
Question de Mme Marie-Thérèse Coenen à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la mise en oeuvre de l'Institut de l'égalité entre les
hommes et les femmes" (n° A771)
14
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen aan
de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de evenwichtige
aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen
met adviserende bevoegdheid" (nr. A772)
15
Question de Mme Marie-Thérèse Coenen à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la présence équilibrée des hommes et des
femmes dans les organes possédant une
compétence d'avis" (n° A772)
15
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
DINSDAG
21
JANUARI
2003
14:30 uur
______
du
MARDI
21
JANVIER
2003
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 14 h.30 par M. Joos
Wauters, président.
01 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "loonbeslag door
werkgevers" (nr. A302)
01 Question de Mme Karine Lalieux à la vice-
première ministre et ministe de l'Emploi sur "les
saisies sur salaires opérées par des employeurs"
(n° A302)
01.01 Karine Lalieux (PS): Is het u ter ore
gekomen dat bepaalde openbare en particuliere
werkgevers in het kader van loonbeslag en ten
laste van werknemers die kampen met zware
schuldenlast, administratieve kosten zouden
afhouden waarin het Gerechtelijk Wetboek niet
voorziet.
Voert de arbeidsinspectie hierop controles uit?
01.01 Karine Lalieux (PS): Avez-vous eu écho du
fait que certains employeurs publics ou privés
prélèveraient, dans le cadre de saisies sur salaire,
des frais administratifs non prévus au Code
judiciaire à charge de travailleurs surendettés?
Des contrôles sont-ils exercés par les inspecteurs
de l'emploi et du travail ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
Inspectie van de sociale wetten, die toezicht
uitoefent op de toepassing van de wet van 12 april
1965 en waaraan de klachten in dat verband
worden gericht, heeft geen weet van dergelijke
praktijken.
Indien die praktijken bestaan, moet klacht worden
ingediend bij de Inspectie, die in eerste instantie
een bemiddelingspoging zal doen en het dossier,
indien nodig, aan de gerechtelijke overheid zal
overzenden.
01.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
L'Inspection des lois sociales, qui surveille
l'application de la loi du 12 avril 1965 et reçoit les
plaintes y afférentes, n'a aucune connaissance de
ces pratiques.
Si ces dernières existent, il y a lieu de porter plainte
auprès de l'Inspection qui agira dans un premier
temps par la négociation et ensuite, le cas échéant,
transmettra aux autorités judiciaires.
01.03 Karine Lalieux (PS): Ik zal de
schuldbemiddelaars de raad geven op die manier
te werk te gaan. We moeten er vooral voor zorgen
dat dergelijke praktijken niet de regel worden.
01.03 Karine Lalieux (PS) : Je conseillerai donc
aux médiateurs de dettes d'agir de la sorte. Le plus
important est que ces pratiques ne soient pas
généralisées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
vice-eerste minister en minister van
02 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
2
Werkgelegenheid over "de startbanen en effecten
naar migrantenjongeren" (nr. A664)
premiers emplois et leurs conséquences pour les
jeunes immigrés" (n° A664)
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Het aantal
startbanen is de laatste tijd haast geruisloos
teruggelopen. Aan de migrantenjongeren zijn de
startbanen zelfs bijna volledig voorbijgegaan. Van
de 86.000 startbanen die er sinds april 2000
werden gecreëerd, ging er slechts 1,5 percent naar
migrantenjongeren. Van alle jongeren die in
augustus 2002 een startbaan hadden, was 0,6
percent van Marokkaanse en 0,7 percent van
Turkse afkomst. Hierbij zijn wel de Belgische
jongeren van Marokkaanse of Turkse afkomst niet
meegerekend. Indien we die erbij tellen, komen we
nog maar aan 2,5 à 3 percent van de
migrantenjongeren die een startbaan hebben. Dit
staat in schril contrast met hun aandeel in de
statistieken inzake jeugdwerkloosheid.
Deze vaststelling bewijst dat de startbanen en de
financiële stimuli die ermee gepaard gaan, op de
eerste plaats de "normale" tewerkstelling en
indienstneming gefinancierd hebben. Het
interprofessioneel akkoord 2003-2004 bepaalt dat
de bedrijven de werving van een allochtoon dubbel
mogen aanrekenen om te voldoen aan de
verplichting van 3 percent aanwervingen in
startbanen.
02.01 Greta D'hondt (CD&V) : Ces derniers
temps, le nombre de premiers emplois a diminué
de manière presque inaperçue. Les jeunes
immigrés n'en ont pour ainsi dire pas bénéficié. Sur
les 86.000 premiers emplois créés depuis avril
2000, 1,5 % seulement ont été attribués à de
jeunes immigrés. En août 2002, on dénombrait
0,6 % de jeunes d'origine marocaine et 0,7 % de
jeunes d'origine turque sur l'ensemble des jeunes
travaillant dans le cadre d'un premier emploi. Ces
chiffres ne tiennent toutefois pas compte des
jeunes Belges d'origine turque ou marocaine.
Même si on les prend en considération, on
n'obtient toutefois qu'un pourcentage de 2,5 à 3 %,
ce qui contraste singulièrement avec la proportion
de jeunes immigrés dans les statistiques du
chômage chez les jeunes.
Ce constat montre que les premiers emplois et les
incitants financiers qui les accompagnent ont
essentiellement servi à financer l'emploi et les
recrutements
« normaux ».
L'accord
interprofessionnel 2003-2004 permet aux
entreprises de comptabiliser doublement le
recrutement d'un travailleur allochtone dans le
cadre de l'obligation de recruter 3 % de travailleurs
sous le régime du premier emploi.
De vraag is wie als allochtoon zal beschouwd
worden? Zijn dit alle jongeren die afkomstig zijn uit
een niet-EU-land? Dat betekent dat bijvoorbeeld
ook Poolse en Roemeense jongeren in aanmerking
komen. Wat is het statuut van Belgische jongeren
van Turkse of Noord-Afrikaanse afkomst? Hoe zal
het 'allochtoon zijn' bewezen moeten worden?
Volstaat een eenvoudige verklaring? Zal hiervoor
een speciale rubriek in de startbaanovereenkomst
opgenomen worden? Wanneer wordt het
wetsontwerp dat deze bepaling uit het
interprofessioneel akkoord kracht van wet moet
geven, ingediend bij de Kamer? Hoeveel
startbaancontracten zijn er op dit ogenblik
afgesloten?
La question est de savoir qui sera considéré
comme étranger ? S'agit-il de tous les jeunes
originaires de pays extérieurs à l'UE ? Cela signifie
par exemple que les jeunes polonais et roumains
entrent également en ligne de compte. Quel est le
statut de jeunes Belges d'origine turque ou nord-
africaine ? Comment faudra-il prouver sa condition
"d'étranger" ? Une simple déclaration suffira-t-elle ?
La convention de premier emploi comprendra-t-elle
une rubrique spéciale à ce sujet? Quand le projet
de loi qui doit conférer force de loi à cette
disposition de l'accord interprofessionnel sera-t-il
déposé à la Chambre ? Combien de conventions
de premier emploi ont-elles été conclues jusqu'à
présent?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In het
kader van de startbaanovereenkomsten wordt in
het wetsontwerp houdende het interprofessioneel
akkoord 2003-2004 dat vrijdag door de
ministerraad is goedgekeurd, de persoon van
buitenlandse oorsprong omschreven als een
persoon die niet de nationaliteit van één van de
EU-lidstaten heeft of van wie één van de ouders die
nationaliteit niet heeft of niet had toen hij of zij
overleed, of van wie twee van de grootouders die
02.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Le projet de loi portant l'accord interprofessionnel
2003-2004, adopté vendredi par le Conseil des
ministres, définit, dans le cadre des conventions
premier emploi, la personne d'origine étrangère
comme une personne n'ayant pas la nationalité
d'un des États membres de l'Union européenne, ou
dont l'un des parents n'a pas cette nationalité ou ne
l'avait pas au moment de son décès, ou dont deux
des grands-parents n'ont pas cette nationalité ou
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
3
nationaliteit niet hebben of niet hadden toen zij
overleden, waardoor de betrokken bepaling op de
jonge Belgen van buitenlandse oorsprong kan
worden toegepast.
ne l'avaient pas au moment de leur décès, ce qui
ouvre l'application de la disposition aux jeunes
Belges d'origine étrangère.
Men moet geen formeel bewijs leveren van het feit
dat men van buitenlandse oorsprong is, een
verklaring op erewoord volstaat.
Er werden 116.000 startbaanovereenkomsten
gesloten, waarvan 33 of 34.000 in 2002. Er bestaan
geen statistieken over het aantal jongeren dat van
die maatregel gebruik heeft gemaakt. Aan de hand
van de specifieke aangifte die voortaan deel zal
uitmaken van de multifunctionele aangifte zullen in
de toekomst wel statistieken kunnen worden
opgemaakt.
De beslissing van de sociale partners zou het
aantal startbaanovereenkomsten kunnen doen
afnemen, maar zij biedt ook een stimulans - die zal
moeten worden geëvalueerd - voor de
indienstneming van een bevolkingsgroep die thans
echt wordt gediscrimineerd.
Il ne faut pas apporter de preuve formelle de son
origine étrangère, une déclaration sur l'honneur
suffit.
Il y a 116.000 conventions premier emploi
conclues, 33 ou 34.000 l'ont été en 2002. La
proportion de jeunes entrant dans le champ de
cette mesure ne fait encore l'objet d'aucune
statistique, laquelle sera rendue possible par la
déclaration spécifique qui figurera désormais dans
la déclaration multifonctionnelle.
La décision des partenaires sociaux risque de faire
diminuer le nombre des conventions premier emploi
mais offre un incitant, qu'il faudra évaluer, à
l'embauche d'une population qui fait l'objet d'une
discrimination réelle.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Iemand die al Belg
is kan zijn etnische afkomst dus bewijzen door naar
zijn grootouders te verwijzen. Een verklaring op eer
volstaat, zonder al te veel documenten. Hoeveel
jongeren precies tot de categorie
`migrantenjongeren' behoren is nog onduidelijk. De
bekommernis van de vakbonden is ook wel
begrijpelijk. In tijden van recessie kan de ene
categorie werkzoekenden de andere uit de markt
duwen. Ik ben in elk geval benieuwd of deze
maatregel positief zal werken.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Une personne qui
est déjà belge peut donc prouver son origine
ethnique en mentionnant ses grands-parents. Une
déclaration sur l'honneur suffit, sans documents en
trop grand nombre. On ignore encore le nombre
précis de personnes qui appartiennent à la
catégorie des « jeunes migrants ». L'inquiétude des
syndicats est également compréhensible. En
période de récession, une catégorie de
demandeurs d'emploi peut en exclure une autre du
marché de l'emploi. Quoi qu'il en soit, je suis
curieuse de voir si cette mesure aura un effet
positif.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "het gerechtelijk akkoord
voor ondernemingen" (nr. A665)
03 Question de Mme Greta D'hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
concordat judiciaire concernant les entreprises"
(n° A665)
03.01 Greta D'hondt (CD&V): Ik heb deze vraag
ook al aan de ministers Verwilghen en Picqué
gesteld. Het gerechtelijk akkoord, een toestand
waarin bedrijven tijdelijk beschermd worden tegen
schuldeisers om een nieuwe start mogelijk te
maken, boet aan populariteit in.
03.01 Greta D'hondt (CD&V): J'ai déjà posé cette
question aux ministres Verwilghen et Picqué
également. Le concordat judiciaire, qui met
temporairement les sociétés à l'abri des créanciers
pour permettre un nouveau départ, perd de sa
popularité.
Dat er minder worden uitgesproken is vreemd,
omdat het aantal faillissementen stijgt. Verder
blijken de slaagkansen van het gerechtelijk akkoord
heel laag te blijven. Slechts 6 percent van de
On peut s'étonner que le recours à cette procédure
diminue car le nombre de faillites est en
augmentation. Il apparaît en outre que les chances
de réussite du concordat judiciaire restent très
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
4
bedrijven ronden de procedure met succes af.
Kan de minister het dalende aantal gerechtelijke
akkoorden verklaren? Waarom zijn de slaagkansen
zo laag? Volgt de minister de suggestie van
minister Verwilghen dat het gerechtelijk akkoord
moet worden herzien?
faibles. Six pour cent seulement des entreprises
clôturent la procédure avec succès.
La ministre peut-elle expliquer la diminution du
nombre de concordats judiciaires? Pourquoi les
chances de réussite sont-elles si faibles? La
ministre adhère-t-elle à la suggestion du ministre
Verwilghen de revoir la procédure de concordat
judiciaire?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Die
vraag werd inderdaad reeds aan de heer
Verwilghen gesteld en door hem op 13 januari
beantwoord. Ik verwijs dan ook integraal naar dat
antwoord. Om de wetgeving te beoordelen zal op
initiatief van de heer Verwilghen een werkgroep
worden opgericht, waaraan mijn diensten actief
zullen meewerken.
03.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
La question a, en effet, déjà été posée à M.
Verwilghen, qui y a répondu le 13 janvier. Je me
réfère totalement à cette réponse. Un groupe de
travail, auquel mes services participeront
activement, sera donc créé à l'initiative de M.
Verwilghen en vue d'évaluer la législation.
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Deze problematiek
heeft ook met tewerkstelling te maken en is dus ook
gedeeltelijk de bevoegdheid van deze minister. Ik
zal de werkgroep opvolgen.
03.03 Greta D'hondt (CD&V): Cette question a
trait à l'emploi et relève, dès lors, en partie des
compétences de la ministre. Je suivrai les travaux
du groupe de travail.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de uitgaven voor
opleiding" (nr. A666)
04 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
dépenses réservées à la formation" (n° A666)
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Volgens een
sociaal akkoord moeten de uitgaven voor opleiding
tegen 2004 stijgen tot 1,9 percent van de
personeelskosten. Uit een analyse van de sociale
balansen door de Nationale Bank blijkt dat de
budgetten voor opleiding dalen. Dat is jammer,
want het werkt in de hand dat ouderen voortijdig
van de markt worden geduwd en dat
laaggeschoolden nog moeilijker aan werk raken.
Bevestigt de minister de analyse van de Nationale
Bank? Hoe evolueerde de situatie in 2002? Moeten
er extra maatregelen worden genomen om de
vooropgezette 1,9 percent te halen?
04.01 Greta D'hondt (CD&V): Aux termes d'un
accord social, les dépenses destinées à la
formation devront augmenter d'ici à 2004 pour
représenter 1,9% des frais de personnel. Il ressort
d'une analyse des bilans sociaux réalisée par la
Banque nationale que les budgets réservés à la
formation sont en baisse. C'est regrettable car cela
entraîne l'éviction prématurée des travailleurs âgés
du marché de l'emploi et complique encore la tâche
des travailleurs peu qualifiés qui sont à la
recherche d'un emploi.
La ministre confirme-t-elle l'analyse de la Banque
nationale? Comment la situation a-t-elle évolué en
2002 ? Des mesures supplémentaires devront-elles
être prises pour atteindre l'objectif des 1,9 %?
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Voor de
sociale balans van 2001 maakt de Nationale Bank
wel degelijk gewag van opleidingskosten, uitgedrukt
in een percentage van de personeelskosten, ten
belope van 1,48% voor 2000 en 1,35% voor 2001.
Voor 2002 zijn er geen schattingen. Het
tussentijdse streefcijfer, 1,4% voor 2000, werd
daarmee dus gehaald. Het interprofessioneel
akkoord 2003-2004 bepaalt dat de sociale partners
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
La Banque nationale, pour le bilan social 2001, a
bien fait état d'un coût de formation en pourcentage
de frais de personnel de 1,48% pour 2000 et de
1,35% pour 2001. On n'a aucune estimation pour
2002. Les objectifs intermédiaires fixés à 1,4% pour
l'année 2000 étaient donc atteints. L'accord
interprofessionnel 2003-2004 prévoit que les
interlocuteurs sociaux confirment leurs
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
5
hun belofte om een extra inspanning te doen op het
stuk van permanente vorming moeten nakomen
teneinde uit te komen op het gemiddelde van de
drie buurlanden, namelijk 1,9% van de loonkosten.
Wat het werkloosheidscijfer betreft, is er een
duidelijk verschil tussen houders van een diploma
hoger secundair onderwijs en mensen die dat
diploma niet hebben. Bij de laaggeschoolden levert
een voortgezette opleiding geen afgetekende
verschillen op. Dat kan erop wijzen dat er wat
schort aan de kwaliteit of aangepastheid van de
opleidingen.
De bevoegdheid voor deze materie ligt
hoofdzakelijk bij de Gewesten en de
Gemeenschappen. Wij hebben onze bekommernis
hieromtrent geuit in het kader van de toepassing
van het interprofessioneel akkoord en op Europees
niveau. Wij hebben immers het levenslang leren
ingevoerd als een van de kwaliteitscriteria voor de
werkgelegenheid. Bij de opmaak van het volgende
nationale werkgelegenheidsplan zal wat dat betreft
nagegaan moeten worden wat de stand van zaken
is en welke toekomstperspectieven er zijn.
engagements de consentir des efforts
supplémentaires au niveau de la formation
permanente dans le but d'arriver au niveau moyen
des trois pays voisins, à savoir 1,9% du coût
salarial.
Au sujet des chiffres de chômage, il y a une
différence nette entre les titulaires d'un diplôme
secondaire supérieur et ceux qui n'en ont pas. Par
contre, pour les moins qualifiés, la poursuite d'une
formation ne produit pas de nette différence. Cela
peut mettre en question la qualité ou l'adaptation
des formations.
Il s'agit principalement d'une compétence régionale
et communautaire. Cependant, nous nous en
sommes inquiétés, dans le cadre de l'application de
l'accord interprofessionnel et au niveau européen.
En effet, nous avons introduit dans les critères de
qualité de l'emploi la formation tout au long de la
vie. Il faudra vérifier à cet égard, lors du prochain
Plan national pour l'Emploi, quels sont les constats
et les perspectives en la matière.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): Helaas bevestigt de
minister de cijfers. De overheid zal een tandje
moeten bijsteken. Rapporten maken alleen volstaat
niet.
De Gemeenschappen en Gewesten moeten samen
met de federale overheid een ernstig gesprek
voeren over de bijsturing van de opleiding en
vorming. Bieden deze nog de nodige toegevoegde
waarde om laaggeschoolden opnieuw aan de slag
te krijgen? Dit moet een van de belangrijke
onderwerpen zijn voor de toekomst.
04.03 Greta D'hondt (CD&V): La ministre
confirme hélas les chiffres. Les pouvoirs publics
vont devoir consentir un effort supplémentaire. Il ne
suffit pas de rédiger des rapports.
Les Communautés et les Régions doivent discuter
sérieusement avec le pouvoir fédéral des correctifs
à apporter aux formations. Apportent-elles encore
la plus-value nécessaire pour permettre aux
personnes peu scolarisées de trouver du travail?
Ce thème devra constituer l'un des sujets de
discussion majeurs dans le futur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de
arbeidsduurvermindering" (nr. A667)
05 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
diminution du temps de travail" (n° A667)
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Op 1 januari 2003
moesten alle privé-bedrijven overgeschakeld zijn
naar de achtendertigurenweek.
De regering trok twintig miljoen uit voor extra
lastenverlagingen voor bedrijven die dat doel al
voor de einddatum zouden realiseren. Einde
november 2002 moesten echter nog 3.555 KMO's,
goed voor 13.505 werknemers, hun werktijd
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Au 1
er
janvier 2003,
toutes les entreprises privées devaient être
passées à la semaine de 38 heures.
Le gouvernement a dégagé 20 millions afin que les
entreprises s'étant déjà conformées à cet objectif
avant la date butoir puissent bénéficier d'une
réduction complémentaire des charges. Fin
novembre 2002, 3.555 PME employant 13.505
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
6
verlagen.
Daarnaast moedigde de regering de
ondernemingen aan via een eenmalige
aanpassingspremie per werknemer en per uur
arbeidsduurvermindering en via een structurele
bijdragevermindering per werknemer en per
kwartaal bij een overstap naar 37 uur. De
vermindering stijgt indien wordt overgeschakeld op
36 of 35 uur.
Kan de minister bevestigen dat alle ondernemingen
in ons land op dit ogenblik de
achtendertigurenweek toepassen zonder
loonverlies voor de werknemers? Hoeveel
ondernemingen deden dit vervroegd en kregen een
extra lastenverlaging? Hoeveel bedroeg die per
werknemer en hoeveel werd uitgegeven van de
uitgetrokken twintig miljoen? Hoeveel
ondernemingen deden beroep op de eenmalige
aanpassingspremie en op de structurele
bijdrageverlaging? Welk bedrag werd in totaal
toegekend voor hoeveel werknemers?
travailleurs devaient cependant encore réduire le
temps de travail.
Par ailleurs, le gouvernement a encouragé les
entreprises par le biais d'une prime d'adaptation
unique par travailleur et par heure de réduction du
temps de travail ainsi que par le bais d'une
réduction structurelle des cotisations par travailleur
et par trimestre lorsque les entreprises passent aux
37 heures. La réduction s'accentue en cas de
passage aux 36 ou aux 35 heures.
La ministre peut-elle confirmer que toutes les
entreprises appliquent, aujourd'hui, en Belgique la
semaine des 38 heures sans perte de salaire pour
les employés? Combien d'entreprises ont-elles
procédé à cette adaptation avant la date butoir et
ont-elles bénéficié d'une réduction supplémentaire
des charges? A combien cette réduction s'élevait-
elle par travailleur et qu'a-t-on dépensé sur les 20
millions dégagés ? Combien d'entreprises ont-elles
demandé à bénéficier de la prime d'adaptation
unique et de la réduction structurelle des charges ?
Quel montant a-t-il été globalement octroyé et pour
combien de travailleurs ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Ondernemingen die niet voor 1 januari 2003 een
vermindering van de wekelijkse arbeidsduur tot
gemiddeld of effectief 38 uur hadden doorgevoerd
zijn daarna verplicht overgeschakeld op het
systeem. Dit mag inderdaad geen loonsverlaging
tot gevolg hebben. De inspectie van de sociale
wetten zal daarop toezien.
De cijfers van mevrouw D'hondt over het aantal
KMO's dat in november 2002 de stap naar de
achtendertigurenweek nog niet gezet had, kloppen
niet. De vermelde aantallen hebben betrekking op
de bedrijven en de werknemers die deze overstap
al gemaakt hadden voor het einde van november
2002 en die genoten van de daaraan verbonden
financiële aanmoediging.
Het is nog te vroeg voor cijfermateriaal met
betrekking tot de omvang van de
bijdrageverminderingen die werden toegekend. De
bijdragevermindering wordt immers toegekend in
het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin het
stelsel van arbeidsduurvermindering werd
ingevoerd. Bovendien vergt het inzamelen van de
gegevens en het verwerken ervan tot statistieken
enige tijd.
De gegevens betreffende de maatregelen van
collectieve arbeidsduurvermindering tot beneden 38
uur per week en betreffende de vierdagenweek
dateren van einde november 2002. De
05.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): Les entreprises qui n'auront pas
réduit l'horaire hebdomadaire moyen ou effectif à
38 heures au 1
er
janvier 2003 devront d'appliquer
ce système après cette date. Le nouveau régime
ne peut en effet se traduire par une réduction de la
rémunération. L'Inspection des lois sociales y sera
attentive
Les chiffres avancés par Mme D'Hondt au sujet du
nombre de PME qui sont passées à la semaine des
trente-huit heures en novembre 2002 sont inexacts.
Les nombres cités concernent les entreprises et les
employeurs qui avaient déjà franchi le pas, avant la
fin novembre 2002, et qui ont bénéficié des
incitants fiscaux inhérents à la mesure.
Il est encore trop tôt pour pouvoir disposer de
données chiffrées concernant l'ampleur des
réductions de cotisations octroyées. Celles-ci sont
en effet allouées au cours du trimestre qui suit le
trimestre au cours duquel le régime de réduction du
temps de travail a été instauré. En outre, la collecte
de données et leur conversion en statistiques
demandent un certain temps.
Les données relatives aux mesures de réduction
collective du temps de travail à moins de 38 heures
par semaine et à la semaine de quatre jours datent
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
7
arbeidsduurvermindering tot 37 uur per week werd
toegepast door 80 bedrijven en geldt voor 3.829
werknemers. De arbeidsduurvermindering tot 36
uur per week werd toegepast door 53 bedrijven en
geldt voor 1.517 werknemers.
de fin novembre 2002. La réduction du temps de
travail à 37 heures par semaine a été appliquée par
80 entreprises et concerne 3.829 travailleurs. La
réduction du temps de travail à 36 heures par
semaine a été appliquée par 53 entreprises et
concerne 1.517 travailleurs.
De arbeidsduurvermindering tot 35 uur per week of
minder is van toepassing op vijfenveertig bedrijven
en 2.763 werknemers. De vierdagenweek zonder
arbeidsduurvermindering is van toepassing op
negen bedrijven en 607 werknemers.
La réduction du temps de travail à 35 heures par
semaine ou moins s'applique à 45 entreprises et
2.763 travailleurs. La semaine de quatre jours sans
réduction du temps de travail s'applique à 9
entreprises et 607 travailleurs.
(Frans) Er zijn bovendien acht bedrijven en een
honderdtal werknemers overgestapt op de
vierdagenweek.
Het is te vroeg om nu al uitspraken te doen over het
bedrag van de premies die tot op heden werden
toegekend.
(En français) En plus, il y a eu huit entreprises et
une bonne centaine de travailleurs qui sont passés
à la semaine des quatre jours.
Il est trop tôt pour se prononcer sur les montants
des primes accordées jusqu'à présent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "het brugpensioen"
(nr. A723)
06 Question de Mme Greta D'hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
prépension" (n° A723)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Het gerucht doet de
ronde dat code 58 voor toekomstige
bruggepensioneerden wordt gereduceerd tot
maximaal code 54. Dat moet een maandelijkse
besparing van vijftig euro per bruggepensioneerde
opleveren. Kan de minister dit hardnekkige gerucht
ontkennen?
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Selon certaines
rumeurs, le code 58 pour les futurs prépensionnés
serait ramené au code 54 maximum. Cette mesure
devrait permettre une économie mensuelle de
cinquante euros par prépensionné. La ministre est-
elle en mesure de démentir cette rumeur
persistante?
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Deze
aangelegenheid is niet eenvoudig. Sinds 1 januari
2002 wordt het bedrag van de
werkloosheidsuitkering bepaald op basis van een
geplafonneerd loon van 1.624 euro per maand,
ongeveer 85 euro meer dan vroeger, wat neerkomt
op een uitkering die ongeveer 50 euro hoger ligt.
Dat geldt ook voor de bruggepensioneerden, die
trouwens altijd 60 percent van het laatste loon
krijgen. Aangezien de uitkering en het bedrag dat
de werkgever uitkeert echter als communicerende
vaten zijn, komt de verhoging van de uitkering
vooral die laatste ten goede.
Er werd beslist nog eens na te gaan op welke
manier het systeem van de bruggepensioneerden
zou moeten worden aangepast om te voorkomen
dat de verplichtingen van de werkgever deels
worden overgenomen door een hogere sociale
uitkering, terwijl de bruggepensioneerden toch de
rechten die ze nu hebben behouden.
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
C'est un problème délicat. Depuis le 1er janvier
2002, le plafond salarial sur lequel sont fixées les
allocations de chômage s'élève à 1.624 euros par
mois, soit environ 85 euros de plus qu'avant, ce qui
représente, en termes d'allocations, quelque 50
euros supplémentaires.
Cela vaut aussi pour les prépensionnés qui, par
ailleurs, obtiennent toujours 60% du dernier salaire
perçu. Mais, étant donné le lien de vases
communicants entre l'allocation et le montant versé
par l'employeur, l'augmentation de l'allocation
profite principalement à ce dernier.
Il a été décidé de réexaminer la manière dont le
système devrait être réadapté pour les
prépensionnés, afin d'éviter que l'obligation de
l'employeur soit partiellement reprise par une
allocation sociale plus élevée et tout en permettant
aux prépensionnés de garder leurs avantages
acquis.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
8
Eens de studie over de beste technische methode
is beëindigd, zal ik de RVA een concreet voorstel
overmaken voor advies.
Une fois l'étude sur la meilleure méthode technique
terminée, je soumettrai une proposition concrète à
l'avis de l'ONEm.
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Ik blijf achter de
logica van het brugpensioen staan, namelijk dat de
helft van het verschil tussen het vroegere loon en
het brugpensioen ten laste valt van de werkgever.
Het zou onaanvaardbaar zijn dat de
regeringsbeslissing ten laste valt van de
bruggepensioneerden. Kan de minister mij
verzekeren dat geen enkele nieuwe
bruggepensioneerde een lagere vergoeding zal
krijgen vooraleer er een oplossing wordt
gevonden?
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Je persiste à
soutenir la logique de la prépension, dans le cadre
de laquelle la moitié de la différence entre la
rémunération et le montant de la prépension est à
charge de l'employeur. Il serait inacceptable que
les prépensionnés fassent les frais de cette
décision du gouvernement. La ministre peut-elle
m'assurer que les rémunérations accordées aux
nouveaux prépensionnés ne seront en aucun cas
réduites avant qu'une solution ait été trouvée ?
06.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Inderdaad.
06.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Absolument.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de personeelsproblematiek van de
Arbeidsrechtbank van Brugge" (nr. A735)
07 Question de M. Yves Leterme à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
problème du personnel du tribunal du travail de
Bruges" (n° A735)
07.01 Yves Leterme (CD&V): De
personeelstoestand bij de arbeidsrechtbank te
Brugge is heel slecht. Er zijn momenteel vacatures
voor beambte, opsteller en griffier. Bovendien is
een aantal personeelsleden voor langere tijd
afwezig. Het kader bleef sinds de oprichting van de
arbeidsrechtbank ongewijzigd. De werklast is
dermate gestegen dat een uitbreiding van het kader
nodig is.
Hoe schat de minister de situatie in? Wanneer
worden de vacatures ingevuld en wanneer worden
eventueel contractuelen aangeworven? Welke
andere oplossingen zijn mogelijk?
07.01 Yves Leterme (CD&V): La situation du
personnel est des plus mauvaises au tribunal du
travail de Bruges où il y a actuellement des
vacances d'emplois pour des postes d'employé, de
rédacteur et de greffier. En outre, un certain
nombre de membres du personnel sont absents
pour longtemps. Or le cadre est resté inchangé
depuis la création du tribunal. Le volume de travail
a augmenté à tel point qu'une extension de cadre
est indispensable.
Comment le ministre apprécie-t-elle la situation au
tribunal du travail de Bruges ? Quand ces emplois
vacants seront-ils conférés et quand des
contractuels seront-ils le cas échéant recrutés ?
Quelles autres solutions sont envisageables selon
elle?
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
Arbeidsrechtbank van Brugge heeft problemen.
Werden benoemd: een beambte, een opsteller en
een hulpbeambte. Een personeelslid is met
pensioen gegaan, een heeft loopbaanonderbreking,
een is met ziekteverlof van korte duur (een maand
op grond van een doktersbriefje) en een ander is
met ziekteverlof van heel korte duur (een week met
doktersbriefje). Er is een gebrek aan kandidaten en
er wordt naar vervanging gezocht. Het is een
moeilijke situatie.
07.02 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
La situation du tribunal du travail de Bruges est
difficile. Ont été nommés
: un employé, un
rédacteur et un employé complémentaire. Un
membre du personnel a pris sa pension, l'un est en
interruption de carrière, l'un est en congé de
maladie de courte durée (un mois sur base d'un
certificat médical) et un autre en congé de maladie
de très courte durée (une semaine avec certificat
médical). Devant l'absence de candidats, des
recherches sont effectuées pour les
remplacements. C'est une situation complexe.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
9
Wat de griffier betreft, zijn er op mijn departement
geen hangende dossiers. Ik kan u geregeld van de
evolutie van de situatie op de hoogte houden.
Concernant le greffier, mon département ne
possède pas de dossier en attente. Je peux vous
informer régulièrement de l'évolution de la situation.
07.03 Yves Leterme (CD&V): De minister erkent
dat de toestand onhoudbaar is. Er is een begin van
oplossing voor drie functies. Men zoekt nog
oplossingen voor vervangingen bij pensionering en
zwangerschapsrust. Ik hoop dat men in de
toekomst wat vlugger op de bal speelt, maar ik
dank de minister voor deze eerste stappen.
07.03 Yves Leterme (CD&V): La ministre admet
que la situation est intenable. Un début de solution
est avancé pour trois fonctions. L'administration
cherche encore des solutions pour les
remplacements, pour les départs à la retraite et les
congés de maternité. J'espère que la réaction sera
plus rapide à l'avenir, mais je remercie la ministre
pour ces premières initiatives.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan
de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de wet betreffende de
bescherming tegen pesterijen" (nr. A754)
08 Question de M. Jean-Jacques Viseur à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
loi sur le harcèlement moral" (n° A754)
08.01 Jean-Jacques Viseur (cdH) Verschillende
scholen ontvangen klachten die uitgaan van
leerlingen of ouders en die gebaseerd zijn op de
wet betreffende de bescherming tegen pesterijen.
Er is in deze gevallen geen sprake van
bedrijfsovereenkomsten en op het eerste gezicht
heb ik dus de indruk dat de wet niet van toepassing
is op die gevallen. Wat is uw interpretatie?
08.01 Jean-Jacques Viseur (cdH) Plusieurs
établissements scolaires sont confrontés à des
plaintes déposées par des élèves ou par des
parents, fondées sur la loi sur le harcèlement
moral. Il ne s'agit pas ici de contrats d'entreprises,
ma première analyse est donc de dire que, dans
ces cas-ci, la loi ne s'applique pas. Quelle est votre
interprétation ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
toepassingsgebied van de wet van 11 juni 2002 valt
samen met dat van de wet van 4 augustus 1996
betreffende het welzijn van de werknemers. In
artikel 2 § 1 bepaalt die laatste dat met werknemers
worden gelijkgesteld de leerlingen en studenten die
een studierichting volgen waarvan het
opleidingsprogramma voorziet in een vorm van
arbeid die in de onderwijsinstelling wordt verricht.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Le champ d'application de la loi du 11 juin 2002 est
semblable à celui de la loi du 4 août 1996 relative
au bien-être du travailleur. En son article 2 § 1
er
, on
précise que sont assimilés aux travailleurs les
élèves et étudiants pour lesquels le programme
d'études prévoit une forme de travail effectuée
dans l'établissement.
Die wet is dus ook van toepassing op studenten,
maar dekt niet alle schoolactiviteiten. Zij geldt voor
de activiteiten in het kader van de praktijkvakken in
het technisch en beroepsonderwijs, wanneer
studenten en leraars zich op dezelfde werkplek
bevinden en een identieke bescherming krijgen.
Cette loi s'applique donc aux étudiants mais sans
couvrir toutes les activités scolaires. Elle concerne
les activités pratiques rencontrées dans
l'enseignement technique et professionnel, quand
étudiants et professeurs se trouvent sur un même
lieu de travail et reçoivent une protection identique.
08.03 Jean-Jacques Viseur (cdH): Die wet geldt
dus niet voor pesterijen tijdens de turnles!
08.03 Jean-Jacques Viseur (cdH): Cette loi exclut
donc les persécutions rencontrées au cours de
gymnastique !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "zwakke RVA-controles
inzake werkonwilligheid" (nr. A775)
09 Question de M. Filip Anthuenis à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
laxisme des contrôles ONEm concernant la
réticence à accepter du travail" (n° A775)
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
10
09.01 Filip Anthuenis (VLD): Het artikel "Borinage
Blues" in De Standaard van 13 mei 2001 lokte
destijds veel verontwaardiging uit. De kern van de
zaak blijft actueel: gedegen controles op de
werkbereidheid van werklozen blijven zowel in
Vlaanderen als in Wallonië uit. Het recentste
OESO-rapport spoort België aan om meer
controles te doen. Zelfs RVA-administrateur-
generaal Baecke geeft toe dat de controle op de
werkbereidheid nauwelijks iets voorstelt. De
economisch slechtere situatie in Wallonië is geen
excuus voor het uitblijven van ernstige controles.
De cijfers spreken boekdelen: 30 procent van de
werklozen zou niet naar een job zoeken; het aantal
straffen uitgesproken wegens werkonwilligheid zou
in België lager liggen dan waar ook. Het probleem
werd al herhaaldelijk aan de kaak gesteld, maar
blijkbaar slaagt men er niet in om via overleg
tussen de federale overheid en de deelgebieden tot
een oplossing te komen. Het comité onder leiding
van minister Onkelinx dat er moet voor zorgen dat
de deelstaatdiensten en de RVA goed
samenwerken, heeft sinds december 2002 niet
meer vergaderd. Uit een RVA-studie is bovendien
gebleken dat amper 2,6 procent van de
uitkeringsgerechtigde volledig werklozen een
beroepsopleiding volgt en dat er ook op dit vlak
intergewestelijke verschillen zijn.
09.01 Filip Anthuenis (VLD): L'article Borinage
Blues paru dans le journal De Standaard du 13 mai
2001 avait, à l'époque, soulevé une profonde
indignation. Le fond de cette affaire reste
d'actualité : tant en Flandre qu'en Wallonie, il n'y a
pas de contrôle sérieux de la volonté de travailler
des chômeurs. Dans son dernier rapport, l'OCDE
invite la Belgique à augmenter le nombre de
contrôles. M. Baecke, l'administrateur général de
l'ONEm, a lui-même concédé que les contrôles de
la volonté de travailler sont tout à fait insuffisants.
La situation économique moins favorable en
Wallonie n'excuse en rien l'absence de contrôles
sérieux.
Les chiffres en disent long : 30 % des chômeurs ne
chercheraient pas d'emploi. En Belgique, le nombre
de sanctions prononcées pour refus de travailler
serait moins élevé que dans n'importe quel autre
pays. Ce problème a déjà été dénoncé à maintes
reprises, mais il semble impossible par le biais
d'une concertation entre les autorités fédérales et
les entités fédérées d'aboutir à une solution. Le
comité chargé de veiller à la bonne collaboration
entre les services des différentes entités et l'ONEm,
et qui travaille sous la direction de Mme Onkelinx,
ne s'est plus réuni depuis décembre 2002. Il ressort
par ailleurs d'une étude réalisée par l'ONEm qu'à
peine 2,6 % des chômeurs complets indemnisés
suivent une formation professionnelle et qu'à ce
niveau également il y a des différences entre les
Régions.
Voorzitter: de heer Jean-Marc Delizée
Président: Jean-Marc Delizée
Deze politiek is allerminst bevorderlijk voor de in
het regeerakkoord vooropgestelde doelstelling om
werklozen te activeren. De problemen moeten dus
dringend worden aangepakt.
Voorzitter: Joos Wauters
Klopt het dat de minister het comité dat ervoor moet
zorgen dat de deelstaten en de RVA goed
samenwerken, niet meer bijeengeroepen heeft
sinds eind 2002? Welke initiatieven neemt zij om in
overleg met de deelgebieden tot een uniforme
regeling voor het hele land te komen? Klopt het dat
de RVA nog maar 0,2 procent van de
transmissiedossiers mag bekijken, terwijl er vroeger
een minimum van 0,6 procent gold? Zal de minister
samen met de deelstaten kordater ingrijpen tegen
werklozen die weigeren een beroepsopleiding te
volgen of die hun opleiding vroegtijdig stopzetten?
Cette politique ne favorise nullement l'objectif mis
en avant dans l'accord de gouvernement en ce qui
concerne l'activation des chômeurs. Il convient
donc de s'attaquer rapidement aux problèmes.
Président: Joos Wauters
Est-il exact que la ministre n'a plus convoqué le
comité chargé d'assurer une bonne collaboration
entre les entités fédérées et l'ONEm depuis la fin
2002? Quelles initiatives la ministre prend-elle afin
d'élaborer une réglementation uniforme pour tout le
pays, et ce, en concertation avec les entités
fédérées? Est-il exact que l'ONEm ne peut plus
examiner que 0,2% des dossiers de transmission
alors qu'il en examinait au moins 0,6% par le
passé? En collaboration avec les Régions, la
ministre interviendra-t-elle plus fermement à l'égard
des chômeurs qui refusent de suivre une formation
ou qui y mettent fin prématurément ?
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
11
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Zoals in alle domeinen van het maatschappelijk
leven, bestaan er ook in de werkloosheid
misbruiken. Ze moeten worden bestraft, want ze
ondermijnen de sector. Het is echter
onaanvaardbaar dat men zich baseert op een
kleine frauderende minderheid om alle
werkzoekenden in diskrediet te brengen. Vergeten
we niet dat de werklozen niet de oorzaak, maar het
slachtoffer van de werkloosheid zijn. Dit geldt nog
meer in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen.
Eind december 2002 was de administratieve
werkloosheidsgraad in Vlaanderen 7,6 procent, in
Wallonië 16,7 procent en in Brussel 20,3 procent.
Betekent dit dat de Brusselse werklozen massaal
werk weigeren?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Comme tous les domaines de la vie
sociale, le régime du chômage est entaché d'abus
qui minent le secteur et qu'il s'agit bien sûr de
sanctionner. Toutefois, on ne peut se focaliser sur
une petite minorité de fraudeurs pour discréditer
tous les demandeurs d'emploi. Il ne faut jamais
oublier que les chômeurs ne sont pas la cause du
chômage, mais les victimes, plus encore en
Wallonie et à Bruxelles qu'en Flandre. Fin
décembre 2002, le taux de chômage administratif
était de 7,6 pour cent en Flandre, de 16,7 pour cent
en Wallonie et de 20,3 pour cent à Bruxelles. Cela
signifierait-il que les chômeurs bruxellois refusent
en masse tout emploi qui leur serait présenté?
(Frans): Laten we de cijfers van de RVA over de
controle van de beschikbaarheid opnieuw in hun
context plaatsen.
In absolute cijfers verschilt het aantal
gegevensoverdrachten van Gewest tot Gewest. Dat
aantal is in Vlaanderen hoger dan in Wallonië, maar
volgens de werkgeversorganisaties zijn er geen
gewestelijke verschillen als het aantal overdrachten
wordt uitgedrukt in percentage van het aantal
vacante betrekkingen dat door de
plaatsingsdiensten wordt behandeld. Er is dus geen
communautaire scheeftrekking.
We zouden kunnen veronderstellen dat de
overdrachten die de RVA ontvangt niet de
weerspiegeling zijn van het werkelijk gedrag van de
werkloze bij een werkaanbieding en dat de
Gewesten een groot gedeelte van de weigeringen
niet aan de RVA meedelen. Deze veronderstelling
stoelt op het laag aantal gegevensoverdrachten en
het feit dat de Gewestelijke instellingen zelf
beslissen of ze deze gegevens al dan niet
doorsturen.
Deze hypothese wordt grotendeels ontkracht door
de cijfers van de RVA, die het recht heeft de
dossiers van werkzoekenden bij de Gewestelijke
plaatsingsdiensten in te zien. Tot 1996 gaf amper
2,5 % van de dossiers van 6 pro mille van het
aantal uitkeringsgerechtigde werklozen aanleiding
tot een sanctie van de RVA. Na 1996 werd
hetzelfde cijfer gehaald voor de dossier van 2 pro
mille van het aantal uitkeringsgerechtigde
werklozen. Men kan zich dan ook afvragen of het
wel zin heeft die procedure voort te zetten.
Dat onze wetgeving de onbeschikbaarheid van de
werklozen voor de arbeidsmarkt in de hand zou
werken of onvoldoende zou bestraffen klopt niet.
Artikel 58 van het koninklijk besluit van 25
november 1991 bepaalt dat een werkloze
werkzoekende moet zijn en als dusdanig
(En français) : Replaçons les chiffres ONEm sur le
contrôle de la disponibilité dans leur contexte.
En chiffres absolus, le nombre de transmissions
diffère en fonction de la Région; ce nombre est plus
élevé en Flandre qu'en Wallonie mais, selon les
organisations patronales, il n'y a pas de différences
régionales lorsque ce nombre de transmissions est
exprimé en pourcentage du nombre de postes
vacants traités par les services de placement. Il n'y
a donc pas de distorsion communautaire.
On pourrait supposer que les transmissions que
l'ONEm reçoit ne sont pas le reflet du
comportement réel du chômeur en cas d'offre
d'emploi et que les Régions ne communiquent pas
une grande partie des refus à l'ONEm. Il s'agit
d'une supposition basée sur le faible nombre de
transmissions, la décision relative à la transmission
ou non de cette information étant prise par les
institutions régionales.
Cette hypothèse est, en grande partie, infirmée par
les chiffres de l'ONEm qui a le droit de compulser
les dossiers des demandeurs d'emploi auprès des
services de placement des Régions. Ainsi, jusqu'en
1996, après consultation des dossiers de six pour
mille du nombre de chômeurs indemnisés, seuls
2,5% de ceux-ci donnaient lieu à sanction de la part
de l'ONEm. Après cette date, le même résultat était
obtenu après examen des dossiers de deux pour
mille du nombre de chômeurs indemnisés. Se
pose, dès lors, la question de savoir si la poursuite
de cette procédure a bien un sens.
Ceci dit, il n'est pas correct de dire que notre
législation encouragerait l'indisponibilité du
chômeur ou ne la sanctionnerait pas suffisamment.
L'article 58 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991
stipule que le chômeur, pour bénéficier
d'allocations, doit être demandeur d'emploi et être
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
12
ingeschreven moet blijven om een uitkering te
genieten. De inschrijving op zich volstaat dus niet;
de werkloze moet kunnen aantonen dat hij,
gedurende de hele periode waarin hij werkloos
was, een uitzonderlijke en onafgebroken
inspanning heeft geleverd om werk te vinden.
De reactie van een werkloze op een
werkaanbieding is een tweede aanwijzing voor de
beschikbaarheid van de werkloze voor de
arbeidsmarkt. Wie een geschikte betrekking
weigert, loopt het risico zijn uitkering gedurende
maximaal 52 weken te verliezen. Een werkloze die
niet bereid is elke passende betrekking te
aanvaarden, omdat hij voorwaarden stelt aan zijn
herinschakeling op de arbeidsmarkt wordt
bovendien beschouwd als onbeschikbaar voor de
arbeidsmarkt. Ook al wordt hem dus geen baan
aangeboden, toch kan een werkloze worden
geschorst wegens onbeschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt.
Het is mijns inziens dan ook overbodig om in
nieuwe instrumenten of een nieuwe reglementering
te voorzien en ook van een herziening van de
taakverdeling tussen de federale overheid, de
Gewesten en de Gemeenschappen zie ik het nut
niet in. Het protocol tot regeling van de
betrekkingen tussen de instellingen omvat
uitdrukkelijk verscheidene verplichtingen. Zo zijn de
gewestelijke organen gehouden de objectief
vastgestelde weigeringen van een passende
betrekking mee te delen, evenals de objectief
vastgestelde gevallen van onbeschikbaarheid voor
de arbeidsmarkt en de objectief vastgestelde
weigeringen om een beroepsopleiding te volgen.
De gemeenschapsorganen zijn dan weer verplicht
de federale instelling de objectief vastgestelde
weigeringen om een beroepsopleiding te volgen
mee te delen.
d'allocations, doit être demandeur d'emploi et être
et rester inscrit comme tel. L'inscription en soi ne
suffit donc pas, le chômeur devant prouver avoir
accompli des efforts exceptionnels et continus
pendant toute la période de son chômage en vue
de trouver du travail.
Une seconde manière de tester la disponibilité
consiste en la réaction du chômeur vis-à-vis d'une
offre d'emploi. Refuser un emploi approprié peut
entraîner la perte du bénéfice des allocations
pendant un maximum de 52 semaines et, de plus,
le chômeur qui n'est pas disposé à accepter tout
emploi convenable du fait qu'il soumet sa remise au
travail à des réserves, est considéré comme
indisponible pour le marché de l'emploi. Donc,
même sans offre d'emploi, le chômeur peut être
suspendu pour indisponibilité pour le marché de
l'emploi.
De nouveaux instruments ou une nouvelle
réglementation sont donc, selon moi, inutiles, tout
comme la révision de la répartition des tâches entre
l'autorité fédérale, les Régions et Communautés.
Le Protocole de règlement des relations entre les
institutions prévoit explicitement plusieurs
obligations. Ainsi, les organismes régionaux sont
tenus de communiquer les refus constatés
objectivement d'emploi convenable, les cas
constatés objectivement d'indisponibilité pour le
marché de l'emploi ainsi que les refus constatés
objectivement de formation professionnelle. Quant
aux organismes communautaires, ils sont tenus de
communiquer à l'institution nationale les refus
constatés objectivement de formation
professionnelle.
Het evaluatiecomité is op 19 december 2002
bijeengekomen. De gewestelijke instellingen
kampen met een gebrek aan middelen en dat heeft
hen ertoe aangezet voor een grondige follow-up te
kiezen, die echter tot de laagst geschoolde
werklozen beperkt blijft. De RVA heeft erop
gewezen dat wanneer inschakelingsparcoursen
worden afgebroken, dat meestal te maken heeft
met vrijstellingen.
Uit de door de RVA gepubliceerde studie over
werklozen die een beroepsopleiding volgen kan
niet worden geconcludeerd dat men nalaat
werkweigeringen aan de RVA mee te delen ; zij
werpt eveneens de vraag op - zonder ze evenwel te
beantwoorden - of de stimuli voor langdurig
werklozen om een opleiding te volgen volstaan dan
wel of de prioriteit wordt gegeven aan
werkzoekenden die nog maar sinds kort werkloos
Le comité d'évaluation s'est réuni le 19 décembre
2002. Les organismes régionaux souffrent d'un
manque de moyens qui les a poussés à opter pour
un suivi en profondeur, mais limité aux chômeurs
les moins qualifiés. L'ONEm a signalé que les
cessations anticipées de parcours d'insertion
comportent en général des motifs de dispense.
L'étude publiée par l'ONEm sur les chômeurs en
formation professionnelle ne permet pas de
conclure à un manque de transmission de refus à
l'ONEm; elle pose, en outre, sans y répondre la
question de savoir si les incitants à suivre une
formation sont suffisants pour les chômeurs de
longue durée ou si la priorité est donnée aux
demandeurs d'emploi au chômage depuis peu de
temps.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
13
zijn.
09.03 Filip Anthuenis (VLD): Blijkbaar is er toch
wel een verschil tussen FOREM en VDAB inzake
transmissies. Ik ben blij dat de minister erkent dat
er zich misbruiken voordoen en dat ze bereid is er
iets aan te doen. Ik ga niet akkoord met de stelling
van de minister dat de kritische kanttekeningen die
ikzelf en een aantal collega's maken bij bepaalde
uitwassen in de werkloosheidsregeling, elke
werkloze in diskrediet brengt.
Minister Onkelinx verklaart dat zij de maatregelen
die eertijds door minister Smet waren genomen,
uitvoert. Dat klopt, maar die maatregelen voldoen
niet langer, er zijn bijkomende maatregelen nodig.
Het staat buiten kijf dat wij niet blind mogen zijn
voor de objectieve cijfers en vaststellingen inzake
werkloosheid, die in een aantal objectieve
rapporten worden vermeld. De regering moet de
maatregelen nemen die noodzakelijk zijn.
09.03 Filip Anthuenis (VLD): Manifestement, il
subsiste une différence entre le Forem et le VDAB
en matière de transmissions. Je me réjouis que la
ministre admette que des abus sont commis et soit
disposée à y remédier. Cela dit, je ne suis pas
d'accord avec elle lorsqu'elle affirme que les
critiques émises par moi-même et quelques-uns de
mes collègues pour dénoncer certains abus dont
fait l'objet la réglementation du chômage
discréditent tous les chômeurs.
Mme Onkelinx déclare qu'elle exécute les mesures
que Mme Smet avait prises en son temps. C'est
vrai, mais ces mesures ne suffisent plus. Des
mesures supplémentaires sont nécessaires. Il est
incontestable que nous ne devons pas fermer les
yeux devant les chiffres et constats objectifs que
l'on trouve dans toute une série de rapports
objectifs. Le gouvernement se doit de prendre les
dispositions qui s'imposent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de erkenning van de externe diensten voor
preventie en bescherming" (nr. A694)
10 Question de M. Roel Deseyn à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
reconnaissance des services externes pour la
prévention et la protection" (n° A694)
10.01 Roel Deseyn (CD&V): Het koninklijk besluit
van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten
voor preventie en bescherming op het werk legt die
diensten een officiële erkenning op vanwege de
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Bij wijze van overgangsmaatregel ontving een
aantal diensten een voorlopige erkenning, die door
het KB van 12 juni 2001 werd verlengd tot 31
december 2002. Alle externe diensten die een
verlenging van hun erkenning wensten, moesten
voor 31 december 2001 hiertoe een aanvraag
indienen. De overgrote meerderheid heeft dit tijdig
gedaan.
Niettegenstaande de uitdrukkelijke vraag van de
sector om het koninklijk besluit dat de verlenging
van de erkenning regelt, nog voor het einde van
2002 te publiceren, is dit niet gebeurd. Op 3 januari
2003 was er nog altijd niets verschenen. De
externe diensten werken dus vanaf 1 januari 2003
in een juridisch vacuüm. Dit geldt zelfs voor de
bedrijven waarvoor ze werken, omdat het KB van
27 maart 1998 bepaalt dat de overeenkomst tussen
de bedrijven en de externe diensten beëindigd
wordt wanneer de dienst niet langer erkend is. Er is
nog altijd geen externe dienst officieel erkend.
10.01 Roel Deseyn (CD&V): L'arrêté royal du 27
mars 1998 relatif aux services externes pour la
prévention et la protection au travail impose à ces
services une reconnaissance officielle du SPF
Emploi, Travail et Concertation sociale. A titre de
mesure de transition, plusieurs services ont
bénéficié d'un agrément provisoire qui a été
prolongé jusqu'au 31 décembre 2002 par arrêté
royal du 12 juin 2001. Tous les services externes
qui souhaitaient une prolongation de leur agrément
devaient introduire une demande à cet effet pour le
31 décembre 2001. Une très grande majorité l'ont
fait à temps.
Le secteur avait expressément demandé que
l'arrêté royal qui règle la prolongation de l'agrément
soit publié avant la fin 2002, mais il n'en a rien été.
Rien n'avait encore été publié à la date du 3 janvier
2003. Depuis le premier janvier 2003, les services
externes travaillent donc dans un vide juridique. Ce
problème affecte également les entreprises pour
lesquelles ils travaillent, car l'arrêté royal du 27
mars 1998 prévoit que l'accord conclu entre les
entreprises et les services externes prend fin
lorsque le service n'est plus agréé. A ce jour, aucun
service n'est officiellement agréé.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
14
Wat is de reden van de vertraging inzake de
verlenging van de erkenning? Welke maatregelen
zal de minister nemen om aan dit juridisch vacuüm
een einde te maken?
Quelle est la raison du retard en ce qui concerne la
prolongation de l'agrément? Quelles mesures la
ministre prendra-t-elle pour combler ce vide
juridique?
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De Commissie van opvolging van mijn administratie
verstrekte op 20 november 2002 de vereiste
adviezen. Van de externe diensten voor preventie
en bescherming op het werk die een positief advies
kregen werd de erkenning bij MB van 3 januari
2003 verlengd voor een periode van vijf jaar, met
ingang van 1 januari 2003. De betrokken diensten
werden per aangetekend schrijven van 13 januari
2003 op de hoogte gebracht. Hierdoor ontstond
geen juridisch vacuüm dat nadelig is voor die
diensten of hun leden. Bijzondere maatregelen zijn
niet vereist.
10.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): La Commission de suivi de mon
administration a rendu les avis requis le 20
novembre 2002. L'agrément des services externes
pour la prévention et la protection au travail qui ont
fait l'objet d'un avis positif a été prolongé, par un
arrêté ministériel du 3 janvier 2003, pour une
période de 5 ans à compter du 1
er
janvier 2003. Les
services concernés ont été informés par envoi
recommandé du 13 janvier 2003. Cette mesure a
permis d'éviter un vide juridique préjudiciable à ces
services ou à leurs membres. Aucune mesure
spéciale n'est requise.
(Frans) Er werd een eenvoudig besluit met de lijst
van de erkende diensten gepubliceerd.
(En français) C'est un arrêté simple reprenant la
liste des services agréés qui a été publié.
10.03 Roel Deseyn (CD&V): Kan de minister mij
bevestigen dat alle aanvragen tot verlenging tijdig
werden ingediend? Om hoeveel aanvragen gaat
het in totaal?
10.03 Roel Deseyn (CD&V): La ministre peut-elle
me confirmer que toutes les demandes de
prolongation ont été introduites dans les délais ?
De combien de demandes s'agit-il au total ?
10.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Alle
diensten werden erkend, behalve één.
10.04 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Tous les services ont été agréés, sauf un.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen
aan de vice-eerste minister van Werkgelegenheid
over "de uitvoeringsbepalingen met betrekking
tot het Instituut voor de gelijkheid van mannen
en vrouwen" (nr. A771)
11 Question de Mme Marie-Thérèse Coenen à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la mise en oeuvre de l'Institut de l'égalité entre
les hommes et les femmes" (n° A771)
11.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Hoe staat het met de koninklijke besluiten tot
uitvoering van de wet tot oprichting van een
Instituut voor gelijke kansen voor mannen en
vrouwen? Waar en wanneer komt dit instituut er?
Welke juridische vorm zal het aannemen en wat
wordt zijn samenstelling? Hoe zal zijn begroting
eruit zien? Op welke manier worden de diensten
bevoegd voor gelijke kansen van het ministerie van
Werkgelegenheid en Arbeid daarin opgenomen?
Blijft de adviesraad bestaan?
11.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Qu'en est-il des arrêtés royaux d'exécution de la loi
créant un Institut pour l'égalité entre les hommes et
les femmes? Où et quand sera-t-il installé? Quelle
en sera la forme juridique et la composition? Quel
sera son budget? Comment les services de l'égalité
du ministère de l'Emploi et du Travail y seront-ils
intégrés? Le Conseil d'avis sera-t-il maintenu?
11.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Aanvankelijk zal het Instituut zijn intrek nemen in de
lokalen van de Federale Overheidsdienst
Werkgelegenheid, in de Belliardstraat. Er wordt op
dit ogenblik een overzicht van de noden
opgemaakt. Het Instituut wordt, zoals de wet
voorschrijft, een parastatale B met
11.02 Laurette Onkelinx , ministre: (en français)
Dans un premier temps, l'Institut sera installé dans
les locaux du Service public fédéral de l'Emploi, rue
Belliard. Un programme des besoins est en cours
d'établissement. Il aura, selon la loi, la forme d'un
parastatal B doté de la personnalité juridique.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 952
21/01/2003
15
rechtspersoonlijkheid.
De Ministerraad beslist wie er zitting heeft in de
raad van bestuur. De directie wordt aangesteld
door de Koning.
Het Instituut wordt ingesteld zodra de
uitvoeringsbesluiten aangenomen zijn. Het zal
gefinancierd worden uit de begroting voor het
gelijkekansenbeleid (3,2 miljoen euro in 2003), zal
kunnen werken met overgeheveld personeel
(volgens door de Koning vastgestelde regels) en
krijgt een krediet van de Nationale Loterij.
De oprichting van het Instituut verandert niets aan
de opdracht van de Raad van de gelijke kansen
voor mannen en vrouwen. De vraag is of de huidige
samenstelling van die Raad wel optimaal
beantwoordt aan de vereisten van zijn opdracht.
La composition du conseil d'administration sera
décidée par le Conseil des ministres, la direction
sera désignée par le Roi.
L'Institut sera installé dès adoption des arrêtés
d'exécution; il bénéficiera du budget de l'égalité des
chances (3,2 millions d'euros en 2003), du transfert
du personnel (dont les modalités seront fixées par
le Roi) et d'un crédit de la Loterie nationale.
En ce qui concerne le Conseil pour l'égalité des
chances, sa mission ne se trouve pas modifiée par
l'arrivée de l'Institut. La question est de savoir si sa
composition actuelle est optimale compte tenu de
sa mission.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Marie-Thérèse Coenen
aan de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de evenwichtige
aanwezigheid van mannen en vrouwen in
organen met adviserende bevoegdheid"
(nr. A772)
12 Question de Mme Marie-Thérèse Coenen à la
vice-première ministre et ministre de l'Emploi sur
"la présence équilibrée des hommes et des
femmes dans les organes possédant une
compétence d'avis" (n° A772)
12.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
U heeft een nieuwe afwijking toegestaan op de
toepassing van artikel 2 van de wet van 20 juli 1990
betreffende de evenwichtige aanwezigheid van
mannen en vrouwen in de adviesorganen.
Hoeveel organen hebben in 2001-2002 een
afwijking gekregen en hoeveel in 2003? Hoeveel
organen hebben sinds 2000 het nodige gedaan om
zich naar de wet te schikken? Verlenen uw
diensten steun aan de beleidsmensen om hen te
helpen bij de naleving van de regel dat een derde
van de leden van het andere geslacht moet zijn?
Bestaat er binnen uw bestuur een cel die waakt
over de naleving van de wet en van de opgelegde
quota? Staat u de nieuwe adviescomités die
worden opgericht een afwijking toe?
12.01 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Vous avez accordé une nouvelle dérogation à
l'application de l'article 2 de la loi du 20 juillet 1990
concernant la présence équilibrée des hommes et
des femmes dans les organes possédant une
compétence d'avis.
Combien d'organes ont-ils obtenu cette dérogation
en 2001-2002 et pour 2003 ? Quel est le nombre
d'organes qui se sont mis en conformité depuis
2000 ? Vos services apportent-ils un soutien aux
responsables politiques pour les aider à respecter
la règle du tiers des personnes de sexe différent ?
Existe-t-il une cellule de vigilance au sein de votre
administration pour attirer l'attention sur le respect
de la loi et par rapport à la conformité des quotas
avec la loi ? Accordez-vous une dérogation aux
nouveaux comités d'avis qui sont créés ?
12.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
verslag van juli 2001 vermeldt 301 organen,
waarvan 133 voldoen aan de wetgeving, 130 een
afwijkende regeling genieten en 38 worden
gereorganiseerd. Het rapport van december 2002
vermeldt 275 organen, waarvan 133 voldoen, 115
een afwijking genieten en 31 worden
gereorganiseerd. In 2002 worden 26 organen, die
in 2001 nog voorkwamen op de lijst, niet langer
12.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Le rapport de juillet 2001 répertorie 301 organes,
dont 133 conformes, 130 disposant d'une
dérogation et 38 en réorganisation. Le rapport de
décembre 2002 recense 275 organes, dont 133
conformes, 115 disposant d'une dérogation et 31
en réorganisation. Entre 2001 et 2002, 26 organes
n'ont plus été signalés par leur ministre de tutelle.
Des explications leur sont demandées.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21/01/2003
CRABV 50
COM 952
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2003
2004
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
vermeld door de bevoegde minister. Er werd hun
om uitleg gevraagd.
In 1999 werden 259 organen vermeld, waarvan 26
voldeden aan de vereiste quota. In 2001 werd dus
vooruitgang geboekt, maar sindsdien is er nog
maar weinig evolutie, omdat in bepaalde sectoren
nood is aan technische en wetenschappelijke
experts.
Het volgende verslag is voor zomer 2003.
Mijn diensten kunnen niet helpen bij het vinden van
bekwame vrouwen, maar zij proberen wel alle
departementen te sensibiliseren.
De opvolging van de wet vergt heel wat
administratief werk. Het probleem is dat de wet
geen lijst heeft vastgesteld met de organen waarop
zij van toepassing is en dat de adviesorganen niet
systematisch worden geregistreerd. Daarom heb ik
een ontwerp tot hervorming van de wet ingediend,
dat in de Senaat al werd goedgekeurd en dat het
toezicht op de naleving van de verplichtingen wil
verbeteren.
Afwijkingen die worden gevraagd door
adviesorganen die nog maar net zijn opgericht,
worden toegestaan voor zoverre zij in
overeenstemming zijn met de wettelijke
voorschriften.
En 1999, 259 organes étaient signalés dont 26
remplissaient le quota retenu. Il y a donc eu
progrès enregistré en 2001 mais, depuis, la
situation n'évolue pas énormément, ce qui
s'explique par le fait que certains secteurs exigent
des experts techniques et scientifiques.
Le prochain rapport doit intervenir en été 2003.
Mes services n'ont pas les capacités d'aider à
trouver des femmes compétentes mais ils
cherchent à responsabiliser chaque département.
Le «suivi» de la loi requiert un travail administratif
important. La difficulté est que la loi n'a pas fixé de
liste d'organes concernés et qu'il n'existe pas de
procédure d'enregistrement systématique des
organes d'avis. C'est pourquoi j'ai déposé un projet
réformant la loi, voté au Sénat, qui vise à améliorer
le contrôle des obligations.
Les dérogations demandées par des organes
nouvellement créés ne sont accordées que si elles
sont conformes aux termes de la loi.
12.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Het zou fijn zijn als uw wetsontwerp nog voor het
einde van de zittingsperiode zou worden
goedgekeurd. Wat de afwijkingen betreft, pleit ik
voor een strengere houding ten aanzien van de
nieuwe adviesorganen. Ik hoop dat die afwijkingen
hun niet worden toegestaan.
12.03 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Il serait intéressant que votre projet de loi aboutisse
avant la fin de cette législature. En ce qui concerne
les dérogations, je plaide en faveur d'une plus
grande sévérité à l'égard des nouveaux organes
d'avis. J'espère qu'on les leur refuse.
12.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat is
niet altijd mogelijk.
12.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Ce n'est pas toujours possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.08 uur.
La séance publique est levée à 16.08 heures.