CRABV 50 COM 928
CRABV 50 COM 928
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
dinsdag mardi
17-12-2002 17-12-2002
14:15 uur
14:15 heures

KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de brief
van een directeur-generaal van de federale politie
met betrekking tot de criminaliteitscijfers"
(nr. A438)
1
Question de M. Geert Bourgeois au ministre de
l'Intérieur sur "le courrier d'un directeur général de
la police fédérale concernant les chiffres de la
criminalité" (n° A438)
1
Sprekers:
Geert Bourgeois, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Geert Bourgeois, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
ophelderingsgraad van de aangegeven misdrijven
en het veiligheidsbeleid van de regering"
(nr. A485)
2
Question de M. Geert Bourgeois au ministre de
l'Intérieur sur "le taux d'élucidation des délits
déclarés et la politique de sécurité du
gouvernement" (n° A485)
2
Sprekers:
Geert Bourgeois, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Geert Bourgeois, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiestatistieken inzake drugsdelicten in de
grensstreekgemeenten" (nr. A477)
3
Question de Mme Joke Schauvliege au ministre
de l'Intérieur sur "les statistiques des services de
police relatives aux délits liés à la drogue dans les
communes frontalières" (n° A477)
3
Sprekers:
Joke Schauvliege, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Joke Schauvliege, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
aangekondigde bijkomende middelen voor de
politiehervorming" (nr. A533)
5
Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre de
l'Intérieur sur "les moyens supplémentaires
annoncés dans le cadre de la réforme des polices"
(n° A533)
5
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventiecontracten" (nr. A547)
6
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "les contrats de prévention"
(n° A547)
6
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de zonale
veiligheidsplannen" (nr. A548)
6
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "les plans de sécurité par zones"
(n° A548)
6
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek rond de levering van
gehypothekeerde capaciteit" (nr. A549)
7
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "le problème lié à la mise à
disposition de la capacité hypothéquée" (n° A549)
7
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitgewerkte regeling voor de politie in Brussel"
(nr. A482)
8
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Intérieur sur "la réglementation élaborée pour la
police à Bruxelles" (n° A482)
8
Sprekers:
Simonne Creyf, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Simonne Creyf, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de uitvoering van
10
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Intérieur sur "la mise en oeuvre de l'article 64 du
10
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
ii
artikel 64 van het Veldwetboek" (nr. A530)
Code rural" (n° A530)
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
gezagfuncties binnen de federale politie"
(nr. A538)
10
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "les fonctions d'autorité au sein
de la police fédérale" (n° A538)
10
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de onterechte
gelijkschakeling van brandweeropleidingen"
(nr. A540)
11
Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Intérieur sur "l'assimilation injustifiée de
formations de pompiers" (n° A540)
11
Sprekers: Roel Deseyn, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Roel Deseyn, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de anciënniteit van
de beroepsbrandweermannen" (nr. A541)
13
Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Intérieur sur "l'ancienneté des pompiers
professionnels" (n° A541)
13
Sprekers: Roel Deseyn, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Roel Deseyn, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
1

COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DINSDAG
17
DECEMBER
2002
14:15 uur
______
du
MARDI
17
DECEMBRE
2002
14:15 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de brief
van een directeur-generaal van de federale politie
met betrekking tot de criminaliteitscijfers"
(nr. A438)
01 Question de M. Geert Bourgeois au ministre
de l'Intérieur sur "le courrier d'un directeur
général de la police fédérale concernant les
chiffres de la criminalité" (n° A438)
01.01 Geert Bourgeois (VU&ID): In de commissie
Justitie raakte gisteren bekend dat een van de
directeurs-generaal van de federale politie een brief
aan ondergeschikten zou hebben gegeven waarin
hij ze verzoekt geen misdaadcijfers door te geven
die vorige statistieken tegenspreken. De minister
van Justitie ontkent daartoe instructies te hebben
gegeven. Geldt dat ook voor de minister van
Binnenlandse Zaken? In elk geval hoort een
dergelijke praktijk niet thuis in een democratie.
Bevestigt de minister het bestaan van de brief? Wie
nam het initiatief? Welke conclusies trekt de
minister uit dit incident?
01.01 Geert Bourgeois (VU&ID): La commission
de la Justice a appris hier que l'un des directeurs
généraux de la police fédérale aurait transmis à un
certain nombre de ses subordonnés une lettre dans
laquelle il leur demande de ne plus transmettre de
chiffres en matière de criminalité qui seraient en
contradiction avec les statistiques précédentes. Le
ministre de la Justice nie avoir donné des
instructions en ce sens. En va-t-il de même pour le
ministre de l'Intérieur? De telles pratiques sont à
proscrire dans une démocratie. Le ministre
confirme-t-il l'existence de cette lettre? Qui a pris
l'initiative en la matière? Quelles conclusions le
ministre tire-t-il de cet incident?
01.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De nota waarnaar u verwijst, bestaat. Het is een
initiatief van de directeur-generaal van de
gerechtelijke politie. Het gaat om een interne nota,
gericht aan de leden van de algemene directie.

De minister van Justitie heeft de federale politie
onlangs om misdaadstatistieken gevraagd om het
nationaal veiligheidsplan te kunnen evalueren.
Daarop heeft de directeur-generaal de nota
gemaakt. Hij wilde alleen vermijden dat er
onvolledige gegevens zouden worden overgemaakt
of dat er cijfers uit verschillende bronnen met elkaar
vergeleken zouden worden.

(Frans) De cijfers zijn correct. Ik heb u uitgelegd
01.02 Antoine Duquesne, ministre (en néerlandais
): La note à laquelle vous faites référence existe bel
et bien. Il s'agit d'une initiative du directeur général
de la police judiciaire. Il s'agit d'une note interne,
adressée aux membres de la direction générale.

Le ministre de la Justice a demandé récemment à
la police fédérale de lui fournir des statistiques en
matière de criminalité afin qu'il puisse évaluer le
plan national de sécurité. Le directeur général a
alors rédigé cette note. Il voulait simplement éviter
que des données incomplètes ne soient transmises
ou que soient comparés des chiffres provenant de
différentes sources.

(En français) Les chiffres sont corrects. Je vous ai
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
2
welke methodologische knelpunten een en ander
meebrengt en welke moeilijkheden zich in de
overgangsperiode voordoen.

Noch de minister van Justitie noch ikzelf hebben
terzake richtlijnen gegeven.

De directeur-generaal wil methodologische
vergissingen die tot misverstanden zouden kunnen
leiden, vermijden. Ik begrijp dan ook niet goed
waarom u zo argwanend bent.

Ik heb maatregelen genomen om ervoor te zorgen
dat wij vanaf volgend jaar over betrouwbare
gegevens zouden kunnen beschikken die "on line"
en op het niveau van alle diensten kunnen worden
geraadpleegd.

Wij bevinden ons momenteel in een
aanpassingsperiode en het is nooit mijn bedoeling
geweest de statistieken anders te interpreteren.
déjà expliqué toutes les contraintes
méthodologiques de l'exercice et les difficultés de
la période transitoire.

Ni le ministre de la Justice, ni moi-même n'avons
donné aucune instruction.

Le directeur général veut éviter les erreurs
méthodologiques qui engendreraient des
malentendus. Dès lors, je comprends très mal votre
suspicion.

J'ai pris des initiatives pour avoir, à partir de l'année
prochaine, des données fiables, examinables "on
line" et à tous les niveaux de services.



Nous traversons actuellement une période
d'adaptation et je n'ai jamais voulu faire dire aux
statistiques autre chose que ce qu'elles
contiennent.
01.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Is het mogelijk
de nota in te kijken? Zijn er al criminaliteitscijfers
beschikbaar?
01.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Est-il possible de
prendre connaissance de la note? Des chiffres sur
la criminalité sont-ils déjà disponibles?
01.04 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Daarop kan alleen de minister van Justitie
antwoorden.


Het incident is gesloten.
01.04 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Seul le ministre de la Justice peut
répondre à cette question.

L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
ophelderingsgraad van de aangegeven
misdrijven en het veiligheidsbeleid van de
regering" (nr. A485)
02 Question de M. Geert Bourgeois au ministre
de l'Intérieur sur "le taux d'élucidation des délits
déclarés et la politique de sécurité du
gouvernement" (n° A485)
02.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Er was onlangs
nogal wat te doen rond de criminaliteitscijfers. De
premier had het over een daling van 8 procent, de
minister van Binnenlandse Zaken hield het bij 4
procent. De aangiftepercentages - vooral voor
gewelddelicten - zouden dalen. Gegevens over de
ophelderingsgraad zijn nergens terug te vinden.


Kan de minister de percentages van de
opgehelderde misdrijven geven voor de jaren 1998
tot en met 2001? Wanneer wordt het nieuwe
nationale veiligheidsplan aan de Kamer
voorgelegd? Is de minister bereid tot een
gezamenlijke bespreking met de commissie Justitie
en Binnenlandse Zaken en met de minister van
Justitie, van de criminaliteitsstatistieken, het nieuwe
veiligheidsplan, de evaluatie van het vorige
02.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Il a été beaucoup
question récemment des chiffres en matière de
criminalité. Le premier ministre a évoqué une
diminution de 8% alors que le ministre de l'Intérieur
s'en tenait pour sa part à 4%. Les pourcentages de
déclaration de délits - surtout pour les délits avec
violences - seraient en baisse. Il est impossible
d'obtenir des données sur le taux d'élucidation.

Le ministre pourrait-il nous communiquer les
pourcentages de délits élucidés pour les années
1998 à 2001? Quand le nouveau plan national de
sécurité sera-t-il présenté à la Chambre? Le
ministre est-il disposé à discuter lors d'une réunion
commune des commissions de l'Intérieur et de la
Justice - et en présence également du ministre de
la Justice - des statistiques en matière de
criminalité, du nouveau plan de sécurité, de
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
3
veiligheidsplan en de veiligheidsmonitor?
l'évaluation de l'ancien plan de sécurité et du
moniteur de la sécurité?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands): In
België worden geen statistieken gepubliceerd
inzake de ophelderingsgraad. De algemene directie
van de operationele ondersteuning van de federale
politie zal in 2003 de middelen bestuderen om deze
gegevens te laten inzamelen door al de diensten
van de geïntegreerde politie in de algemene
nationale gegevensbank.

De krachtlijnen van het veiligheidsplan 2003-2004
zullen in de loop van de volgende weken kenbaar
worden gemaakt aan het Parlement.

Het is aan het Parlement om te beslissen over een
verenigde commissie. Ik zal me naar die beslissing
schikken.
02.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : La Belgique ne publie pas de
statistiques en matière de taux d'élucidation. La
direction générale de l'appui opérationnel de la
police fédérale examinera en 2003 quelle méthode
adopter pour faire collecter ces données par tous
les services de la police intégrée afin de les
enregistrer dans la banque de données générale
nationale.

Les lignes de force du plan de sécurité 2003-2004
seront présentées au Parlement dans les semaines
à venir.

Il appartient au Parlement de décider de la
convocation de commissions réunies. Je
respecterai cette décision.
02.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Ik richt mijn
vraag naar een gezamenlijke vergadering tot de
voorzitter. Er moet een uitvoerig debat over het
veiligheidsplan worden gehouden.

Inzake de gegevens over de ophelderingsgraad
maan ik de minister aan tot snelheid, want ik vrees
dat het tot 2006-2007 zal duren vooraleer we zicht
krijgen op de hele ketting.
02.03 Geert Bourgeois (VU&ID): J'adresse ma
demande de convocation de commissions réunies
au président. Le plan de sécurité doit faire l'objet
d'un débat approfondi.

En ce qui concerne les données sur le taux
d'élucidation, je demande au ministre de faire
preuve de célérité. Je crains en effet qu'il ne faille
attendre 2006-2007 avant d'avoir une idée globale
de la situation.
02.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
politiehervorming betekent een ware revolutie en
als alles eenmaal zal zijn geregeld zullen zelfs de
Nederlanders jaloers zijn op ons systeem.

Het incident is gesloten.
02.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
La réforme des police est une véritable révolution
et, quand tout sera en place, même les Hollandais
seront jaloux de notre système.

L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiestatistieken inzake drugsdelicten in de
grensstreekgemeenten" (nr. A477)
03 Question de Mme Joke Schauvliege au
ministre de l'Intérieur sur "les statistiques des
services de police relatives aux délits liés à la
drogue dans les communes frontalières"
(n° A477)
03.01 Joke Schauvliege (CD&V): Algemeen wordt
aangenomen dat in grensgemeenten de
criminaliteit hoger is dan in het binnenland. Minister
Verwilghen toonde vorige week aan de hand van
cijfermateriaal van de parketten aan dat dit bericht
klopt. Kan ook minister Duquesne het bevestigen?


Worden in Zelzate, Wachtebeke, Maldegem, Sint-
Laureins en Assenede meer drugsdelicten
vastgesteld?
03.01 Joke Schauvliege (CD&V): Il est
généralement admis que la criminalité est plus
importante dans les communes frontalières qu'à
l'intérieur du pays. Le ministre Verwilghen a montré
la semaine dernière à l'aide de chiffres provenant
des parquets qu'il s'agit d'une constatation bien
réelle. Le ministre Duquesne peut-il également le
confirmer?

Constate-t-on davantage de délits liés à la drogue à
Zelzate, Wachtebeke, Maldegem, Sint-Laureins et
Assenede?
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
4
Hoeveel van deze delicten werden overgemaakt
aan het parket? Hoeveel drugsdelicten zijn er per
gemeente? Wat is de verhouding in vergelijking met
andere delicten?

Wat is de verhouding tussen drugsdelicten in
Zelzate, Wachtebeke, Maldegem, Sint-Laureins en
Assenede en die in andere Oost-Vlaamse
gemeenten, bovendien opgesplitst tussen grens- en
niet-grensgemeenten?



Is in extra middelen voorzien voor de aanpak van
grenscriminaliteit?

Wordt bij de berekeningen met behulp van de KUL-
norm wel rekening gehouden met de specifieke
kenmerken van grensgemeenten?

Combien de ces délits ont-ils été signalés au
parquet? Combien dénombre-t-on de délits liés à la
drogue par commune? Comment se présente ce
chiffre par rapport aux autres délits?

Comment se présentent les chiffres en matière de
délits liés à la drogue commis à Zelzate,
Wachtebeke, Maldegem, Sint-Laureins et
Assenede par rapport aux chiffres d'autres
communes de Flandre orientale, en faisant la
distinction entre communes frontalières et
communes non-frontalières?

A-t-on prévu des moyens supplémentaires pour
lutter contre la criminalité frontalière?

Est-il tenu compte, dans le cadre des calculs
effectués sur la base de la norme KUL, des
caractéristiques particulières des communes
frontalières?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Wij hebben een analyse gemaakt door een groep
grensgemeenten te vergelijken met niet-
grensgemeenten. Ik overhandig u de gedetailleerde
resultaten schriftelijk, maar wil het volgende hier
wel kwijt.

(Frans) In de gemeente Zelzate worden 2,3 maal
meer feiten geregistreerd dan in de gemeente
Melle. Het totaal aantal drugsdelicten ligt tien maal
hoger in Zelzate dan in Melle.


In de gemeente Maldegem worden 1,4 maal meer
feiten geregistreerd dan in Lochristi. Het aantal
drugsdelicten is statistisch van dezelfde orde in
beide gemeenten.

In de gemeente Wachtebeke worden 2,3 maal
meer feiten geregistreerd dan in Wortegem-
Petegem. Het aantal drugsdelicten ligt heel laag in
Wachtebeke en is onbestaande in Wortegem-
Petegem.


De criminaliteitscijfers voor Sint-Laureins en
Maarkedal zijn van dezelfde orde van grootte maar
het aandeel van de drugsdelicten ligt hoger in Sint-
Laureins.

Terwijl er iets minder criminaliteit geregistreerd
wordt in Assenede dan in Berlare ligt het aantal
drugsdelicten in Assenede twee maal zo hoog als
in Berlare.

(Nederlands) Ook hier verwijs ik naar de
03.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Nous avons procédé à une analyse
en comparant une série de communes frontalières
à des communes non-frontalières. Je vous
communique les résultats détaillés par écrit mais je
voudrais tout de même apporter les précisions
suivantes.

(En français) La commune de Zelzate enregistre
2,3 fois plus de faits que la commune de Melle. En
ce qui concerne le nombre d'infractions en matière
de stupéfiants, le total des faits est dix fois plus
élevé à Zelzate qu'à Melle.

La commune de Maldegem enregistre 1,4 fois plus
de faits que Lochristi. Les infractions liées aux
stupéfiants sont statistiquement du même ordre
dans les deux communes.

La commune de Wachtebeke enregistre 2,3 fois
plus de faits que Wortegem-Petegem. Le nombre
d' infractions liées aux stupéfiants est faible à
Wachtebeke et nul à Wortegem-Petegem.

Les chiffres de criminalité pour Sint-Laureins et
Maarkedal se situent dans le même ordre de
grandeur mais la part des infractions liées aux
stupéfiants est plus importante à Saint-Laureins.

Alors que la criminalité enregistrée à Assenede est
un peu moins élevée qu'à Berlare, le nombre
d'infractions en matière de drogues est deux fois
plus élevé à Assenede qu'à Berlare.

(En néerlandais) Je renvoie ici également aux
graphiques. Pour Assenede, le pourcentage est de
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
5
schriftelijke grafieken. Voor Assenede bedraagt het
percentage 8,38, voor Maldegem 4,81, voor Sint-
Laureins 12,45, voor Wachtebeke 4,24, voor
Zelzate 24,98.

Sinds een zestal jaar werkt België inzake
grenscriminaliteit samen met de buurlanden. De
meeste Oost-Vlaamse politiezones nemen deel
aan de gezamenlijke acties. Onlangs was er nog
een grootscheepse operatie, waarbij een aantal
drugsdelicten werden vastgesteld bij de controle
van voertuigen.


De KUL-norm is een algemene berekening. Het is
mogelijk dat de parameters, waarin de specifieke
kenmerken van grensgemeenten tot uitdrukking
kunnen komen, onvoldoende doorwegen bij de
berekening. Deze anomalie zal worden verbeterd.
8,38, pour Maldegem il est de 4,81, pour Sint-
Laureins de 12,45, pour Wachtebeke de 4,24 et
pour Zelzate de 24,98.

Depuis six ans environ, la Belgique coopère avec
les pays voisins en matière de criminalité
frontalière. La majorité des zones de police de
Flandre orientale participent aux actions
communes. Une opération de grande envergure a
encore été menée récemment et dans ce cadre un
certain nombre de délits liés à la drogue ont été
constatés lors du contrôle des véhicules.

La norme de la KUL est une norme de calcul
générale. Il est possible que les paramètres liés
aux caractéristiques spécifiques des communes
frontalières ne pèsent pas d'un poids suffisant dans
le cadre du calcul. Il sera porté remède à cette
anomalie.
03.03 Joke Schauvliege (CD&V): Het is dus
bewezen dat de grenscriminaliteit hoger is. Het is
jammer dat de Oost-Vlaamse politiezones die aan
extra acties deelnemen, daar niet meer middelen
voor krijgen. De minister erkent dat. Ik hoop op een
oplossing op korte termijn.


Het incident is gesloten.
Joke Schauvliege (CD&V): Il est donc prouvé que
la criminalité est plus importante aux frontières. Il
est dommage que les zones de police de Flandre
orientale qui participent à des actions spéciales ne
reçoivent pas davantage de moyens à cet effet. Le
ministre reconnaît cette situation. J'espère qu'une
solution pourra être trouvée à court terme.

L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
aangekondigde bijkomende middelen voor de
politiehervorming" (nr. A533)
04 Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre
de l'Intérieur sur "les moyens supplémentaires
annoncés dans le cadre de la réforme des
polices" (n° A533)
04.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): Na de
Ministerraad van 6 december 2002 verklaarde de
premier dat er 39,8 miljoen euro extra ter
beschikking zou worden gesteld aan de
politiezones. Nergens is er van die beslissing een
officieel bericht te vinden. Kan de minister daarover
meer duidelijkheid geven? Zijn het nieuwe middelen
of is de 28 miljoen euro, die in juli werd beloofd,
erin begrepen? Kunnen de gemeenten nog in 2002
over dit geld beschikken of moeten de middelen op
de begroting van 2003 worden ingeschreven? Is de
verdeling per politiezone al duidelijk? Is de
verhoging van het budget voor de politie terug te
vinden in de derde begrotingsaanpassing?
04.01 Daniël Vanpoucke (CD&V): A l'issue du
Conseil des ministres du 6 décembre 2002, le
premier ministre a déclaré qu'un montant
supplémentaire de 39,8 millions d'euros sera mis à
la disposition des zones de police. Cette décision
n'a jamais été confirmée officiellement. Le ministre
pourrait-il fournir des précisions à ce sujet? S'agit-il
de moyens nouveaux ou les 28 millions d'euros
promis en juillet sont-ils compris dans ce montant?
Les communes pourront-elles encore disposer de
cet argent en 2002 ou ces moyens doivent-ils être
inscrits au budget 2003? La répartition par zone de
police a-t-elle déjà été clairement définie?
L'augmentation du budget de la police figure-t-elle
dans le troisième ajustement budgétaire?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De 39,8 miljoen euro komt boven op de 28 miljoen
die in juli zijn beloofd. Een koninklijk besluit dat de
middelen verdeelt, wordt aan de Ministerraad
voorgelegd op 20 december. Om de middelen te
begroten, werd een amendement ingediend dat de
04.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Les 39,8 millions d'euros viennent
s'ajouter aux 28 millions d'euros qui avaient été
promis en juillet. Un arrêté royal précisant la
répartition des moyens sera soumis au Conseil des
ministres le 20 décembre. Un amendement a été
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
6
begroting moet aanpassen. Zodra de
begrotingswijziging is goedgekeurd, worden de
middelen aan de politiezones gestort, meer bepaald
in het begin van 2003.
déposé afin d'inscrire les moyens au budget. Dès
que la modification budgétaire sera approuvée, les
moyens seront versés aux zones de police. Cela
devrait se faire début 2003.
04.03 Daniël Vanpoucke (CD&V): De extra
middelen worden dus via een amendement in de
begroting van 2003 opgenomen.
04.03 Daniël Vanpoucke (CD&V): Les moyens
supplémentaires seront donc inscrits au budget de
2003 par le biais d'un amendement.
04.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
kabinetschef van de minister van Begroting heeft
mij vanmorgen gezegd dat een amendement was
ingediend.

Er zal hoe dan ook een koninklijk besluit in het
Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd.

Het incident is gesloten.
04.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Le chef de cabinet du ministre du Budget m'a dit, ce
matin, qu'un amendement était déposé.


De toute façon, un arrêté royal sera publié au
Moniteur.

L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventiecontracten" (nr. A547)
05 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "les contrats de
prévention" (n° A547)
05.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): De
preventiecontracten zijn goedgekeurd voor 2002 en
2003. Deze contracten zouden voor 2003
stilzwijgend verlengd worden.

Stel dat de verkiezingen effectief in juni
plaatsvinden, wat zal er dan met de contracten
gebeuren? Zijn er overgangsmaatregelen gepland?

05.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Les contrats
de prévention pour 2002 et 2003 ont été adoptés.
Ils seraient tacitement reconduits pour 2003.


Si les élections ont effectivement lieu en juin,
qu'adviendra-t-il des contrats? Des mesures
transitoires sont-elles prévues?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De veiligheids- en preventiecontracten 2002
werden in de Ministerraad van 19 december 2001
goedgekeurd met de mogelijkheid tot stilzwijgende
verlenging voor 2003, binnen de beschikbare
kredieten. De steden en gemeenten werden van
deze beslissing op de hoogte gebracht. Momenteel
wordt het eerste contractjaar geëvalueerd. Deze
evaluatie zal overwegend positief zijn.


De onderhandelingen van de contracten vinden
steeds in de maanden oktober en november plaats
en worden gevoerd door de minister van
Binnenlandse Zaken. Mijn administratie zal,
bijgestaan door externe universitaire
onderzoeksequipes de huidige evaluatie
voortzetten teneinde de volgende regering in staat
te stellen de nodige voorstellen te formuleren.

Het incident is gesloten.
05.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Les contrats de sécurité et de
prévention pour 2002 ont été approuvés par le
Conseil des ministres du 19 décembre 2001, avec
la possibilité d'une reconduction tacite pour 2003,
dans les limites des crédits disponibles. Les villes
et communes ont été informées de cette décision.
La première année de fonctionnement des contrats
de prévention est actuellement soumise à une
évaluation. Cette évaluation devrait être
globalement positive.

Les négociations relatives aux contrats ont toujours
lieu au cours des mois d'octobre et de novembre et
sont menées par le ministre de l'Intérieur. Mon
administration, aidée par des équipes externes de
chercheurs universitaires, poursuivra l'actuelle
évaluation en vue de permettre au prochain
gouvernement de formuler les propositions
nécessaires.

L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan 06 Question de M. Ludwig Vandenhove au
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
7
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
zonale veiligheidsplannen" (nr. A548)
ministre de l'Intérieur sur "les plans de sécurité
par zones" (n° A548)
06.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): De zonale
veiligheidsplannen moeten jaarlijks worden
opgesteld, de federale slechts om de twee jaar.
Moet niet voor beide dezelfde termijn gelden? Een
termijn van twee jaar is het meest aangewezen.
06.01 Ludwig Vandenhove (SP.A) : Des plans de
sécurité zonaux doivent être élaborés chaque
année alors que les plans de sécurité fédéraux ne
doivent être élaborés que tous les deux ans. Ne
serait-il pas préférable d'harmoniser ces délais ?
Un délai de deux ans me paraît préférable.
06.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De termijnen zijn bepaald door de wet van 2 april
2001.
Bijna alle zonale veiligheidsraden hebben laten
weten dat één jaar te kort is. Ik zal elk parlementair
initiatief in die zin steunen.


Het incident is gesloten.
06.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Les délais sont fixés par la loi du 2
avril 2001. Pratiquement tous les conseils de
sécurité zonaux ont laissé entendre qu'un délai d'un
an était trop court. J'appuierai toute initiative
parlementaire en ce sens.

L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek rond de levering van
gehypothekeerde capaciteit" (nr. A549)
07 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "le problème lié à la
mise à disposition de la capacité hypothéquée"
(n° A549)
07.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Dit weekend
liet de versterking uit een andere politiezone vlak
voor een risicowedstrijd voetbal in Sint-Truiden het
afweten, door getouwtrek tussen de federale en de
lokale politie over de taakverdeling. Het was niet
duidelijk wie de speciale voertuigen van de federale
politie moest voltanken en federale en lokale politie
schoven de hete aardappel naar elkaar door. Het
gevolg was dat de ordehandhaving alleen kon
worden gegarandeerd doordat de minister op mijn
vraag politiemensen heeft opgevorderd. Het kan
niet dat een schimmige taakverdeling de veiligheid
van evenementen op de helling zet. Het kan ook
niet dat een burgemeester telkens de minister van
Binnenlandse Zaken moet vragen om
politiemensen op te vorderen. Hoe gaat de minister
dit probleem ten gronde aanpakken?
07.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Ce week-end,
les renforts qui devaient être fournis par une autre
zone de police pour un match à risques à Saint-
Trond ont fait défaut au dernier moment en raison
de discussions entre la police fédérale et la police
locale à propos de la répartition des tâches. Il y
avait notamment discussion sur la question de
savoir qui devait faire le plein de carburant des
véhicules spéciaux de la police fédérale. Celle-ci et
la police locale se sont ainsi renvoyé la balle. Le
maintien de l'ordre n'a dès lors pu être garanti que
parce que le ministre a réquisitionné des policiers à
ma demande. Une répartition peu claire des tâches
ne peut compromettre la sécurité lors
d'événements. Il n'est pas davantage normal qu'un
bourgmestre doive à chaque fois demander au
ministre de l'Intérieur de réquisitionner des
policiers. Quelles mesures le ministre a-t-il
l'intention de prendre pour régler définitivement ce
problème?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Bij de
uitvoering van de federale taken geldt als principe
dat de lokale politie op haar kosten de nodige
middelen moet inzetten. De zones krijgen jaarlijks
een subsidie voor de brandstofkosten van de
dienstvoertuigen die in het kader van de
gehypothekeerde capaciteit worden gebruikt. Dat
principe doet geen grote problemen rijzen.

Volgens het akkoord dat werd gesloten, mogen de
politiezones gebruik maken van federale voertuigen
07.02 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Lors des missions fédérales, le principe est que les
polices locales mettent en oeuvre, à leurs frais, les
moyens nécessaires. Une subvention est allouée
chaque année aux zones, qui ont en charge les
coûts de carburant liés aux déplacements dans le
cadre de la capacité hypothéquée. Ce principe ne
pose pas de problèmes majeurs.

Selon l'accord conclu, les zones de police peuvent
utiliser les véhicules fédéraux mais elles doivent en
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
8
maar moeten zij de brandstofkosten betalen.
Jammer genoeg grijpen bepaalde zones de
financiering van die brandstofkosten als
voorwendsel aan om hun verplichtingen bepaald bij
de circulaire MF02 niet langer na te komen.

In antwoord op de verzoeken van bepaalde zones
zal ik mijn diensten opdragen naar een praktischer
oplossing te zoeken.

De dwingende richtlijnen met betrekking tot de
gehypothekeerde capaciteit zullen worden
aangepast teneinde voor een doeltreffender
ondersteuning te kunnen zorgen en de last voor de
zones waarop een beroep wordt gedaan te
verminderen.

Ik heb daartoe een nieuwe circulaire ondertekend
die op 1 januari 2003 van kracht zal worden. Zij
geeft een nadere omschrijving van de opdrachten
waarbij een bovenlokale versterking kan worden
geboden, preciseert de werkuren en het niveau van
beschikbaarheid waarbij een voorafgaande
kennisgeving van 24 uur geldt.

Voor de uitvoering van bepaalde taken in de eigen
zone zal een beroep kunnen worden gedaan op de
kredietlijn voor de gehypothekeerde capaciteit.

Ten slotte ben ik zinnens een tweede circulaire uit
te vaardigen om beter in te spelen op de terechte
opmerkingen die hier werden geformuleerd.
supporter les frais de carburant. Malheureusement,
certaines zones utilisent le financement du
carburant comme prétexte pour ne plus honorer
leurs obligations inscrites dans la circulaire MF02.


Pour répondre aux demandes de certaines zones,
je chargerai mes services de rechercher une
solution plus pratique.

Les directives contraignantes concernant la
capacité hypothéquée seront adaptées afin de
pouvoir fournir un appui plus efficace tout en
représentant une charge moins lourde pour les
zones sollicitées.


A cette fin, j'ai signé une nouvelle circulaire qui sera
d'application à partir du 1er janvier 2003. Elle
précise les missions susceptibles de fournir un
renfort supra local, les heures de prestation et le
niveau de disponibilité garantissant un préavis de
24 heures.


Certaines missions au sein de sa propre zone
pourront être imputées à la ligne de crédit des
capacités hypothéquées.

Enfin, je compte prendre une deuxième circulaire
qui vise à mieux répondre aux remarques qui m'ont
été adressées à juste titre.
07.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): De minister
heeft het probleem inderdaad voortreffelijk
opgelost, maar dit kan toch niet de normale
procedure zijn. Als een rondzendbrief niet kan,
moeten we dan maar de wet veranderen? Er is
behoefte aan een systeem om zones die hun
engagement niet nakomen op de een of andere
manier te straffen.
07.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Le ministre a
en effet réglé le problème d'excellente manière,
mais je ne crois pas qu'il puisse s'agir là de la
procédure normale. Si les choses ne peuvent être
réglées par une circulaire, ne faudrait-il pas
changer la loi? Il conviendrait d'élaborer un
système dans le cadre duquel les zones qui ne
respectent pas leurs engagements seraient
sanctionnées d'une manière ou d'une autre.
07.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Zo
nodig zal ik niet aarzelen om te vorderen, maar ik
wilde tegemoetkomen aan bepaalde terechte
bezwaren van de zones. In de nieuwe regeling
wordt met die bezwaren rekening gehouden
zodanig dat de politiezones geen enkel excuus
meer hebben om hun verplichtingen op het stuk
van de gehypothekeerde capaciteit niet na te
komen.

Het incident is gesloten.
07.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Je n'hésite pas, si besoin, à procéder à des
réquisitions, mais j'ai voulu répondre à certaines
objections fondées provenant des zones. Le
nouveau système répond à ces objections et, ce
faisant, ôte toute excuse aux zones de police pour
faire leur devoir en matière de capacité
hypothéquée.

L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
08 Question de Mme Simonne Creyf au ministre
de l'Intérieur sur "la réglementation élaborée
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
9
uitgewerkte regeling voor de politie in Brussel"
(nr. A482)
pour la police à Bruxelles" (n° A482)
08.01 Simonne Creyf (CD&V): Ik heb de minister
bij vroegere gelegenheden reeds meer inlichtingen
gevraagd inzake het akkoord tussen de federale
regering en de zes Brusselse politiezones over het
veiligheidsbeleid in Brussel. Bepaalde zaken blijven
echter onduidelijk.


In de eerste plaats is er de Brusselpremie. Klopt het
dat er verschillende soorten zijn? Wie komt ervoor
in aanmerking? Hoe wordt de premie toegekend?
Wordt er een onderscheid gemaakt tussen de
personeelsleden die nu al in dienst zijn en de
mensen die na 1 januari 2003 worden
aangeworven?

Personeelsleden die op 1 april 2001 in dienst
waren, krijgen een overgangsperiode van vijf jaar
om aan de tweetaligheidsvereiste te voldoen.
Moeten nieuwe mensen daaraan al bij hun
aanwerving voldoen? Kunnen hulpagenten naar
Brussel komen zonder vast benoemd te zijn? Indien
ja, wat zijn dan de taalvereisten?
08.01 Simonne Creyf (CD&V): J'ai déjà demandé
précédemment des précisions au ministre en ce qui
concerne l'accord conclu entre le gouvernement
fédéral et les six zones de police bruxelloises à
propos de la politique de sécurité à Bruxelles. Un
certain nombre d'éléments demeurent cependant
obscurs.

Il y a d'abord la question de la prime allouée à
Bruxelles. Est-il exact qu'il existe différents types de
primes? Qui entre en ligne de compte pour ces
primes? Comment la prime est-elle allouée? Une
distinction est-elle faite entre les membres du
personnel déjà en service et ceux qui seront
engagés après le 1
er
janvier 2003?

Les membres du personnel en service au 1
er
avril
2001 bénéficient d'une période transitoire de cinq
ans pour satisfaire aux exigences en matière de
bilinguisme. Les nouveaux membres du personnel
doivent-ils y satisfaire dès leur engagement? Des
agents auxiliaires peuvent-ils venir à Bruxelles sans
être nommés? Dans l'affirmative, quelles sont alors
les exigences sur le plan linguistique?
Minister Antoine Duquesne (Nederlands): Het
gaat om een aanpassing van één enkele toelage.
Deze toelage zal onmiddellijk worden toegekend
aan alle leden van het operationeel kader binnen
de korpsen van de deficitaire zones van de lokale
politie in het Brussels Gewest. Bovendien wordt het
bedrag verhoogd voor de leden van het basiskader.
De inspecteurs krijgen jaarlijks 1338,63 euro meer
op voorwaarde dat ze zich engageren om minstens
vijf jaar in het deficitaire korps te blijven. Onder
dezelfde voorwaarde kan nogmaals een verlenging
van vijf jaar worden verkregen.

Al wie van de lokale politie in Brussel-hoofdstad het
wettelijk bewijs levert van een bepaald
kennisniveau van de tweede taal zal daarna de
tweetaligheidstoelage krijgen. Om dit bewijs te
leveren, bestaat voor bepaalde categorieën een
overgangsfase van vijf jaar. De politiehervorming
heeft sommige personeelsleden aan een strengere
taalregeling onderworpen dan onder de vroegere
wetgeving.

We zoeken momenteel naar een rechtsgeldig
mechanisme waardoor de personeelsleden de
gelegenheid krijgen om hun kennis van de tweede
taal te verbeteren en het vereiste niveau binnen
een redelijke termijn te bereiken.
08.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Il s'agit de l'adaptation d'une seule
allocation. Cette allocation sera accordée
immédiatement à tous les membres du cadre
opérationnel des zones déficitaires de la police
locale dans la Région bruxelloise. Le montant sera
en outre majoré pour les membres du cadre de
base. Les inspecteurs reçoivent 1338,63 euros de
plus à condition de s'engager à rester au moins
cinq années dans le corps déficitaire. Une
prolongation de cinq ans peut être obtenue aux
mêmes conditions.


Tous les membres de la police locale de Bruxelles
capitale qui apportent la preuve légale d'un certain
niveau de connaissance de la deuxième langue
recevront ensuite l'allocation de bilinguisme. Pour
apporter cette preuve, certaines catégories
bénéficient d'une période transitoire de cinq ans.
En raison de la réforme des polices, certains
membres du personnel sont soumis à une
réglementation linguistique plus sévère
qu'auparavant.

Nous sommes actuellement à la recherche d'un
mécanisme valide permettant aux membres du
personnel de parfaire leur connaissance de la
deuxième langue et d'atteindre le niveau exigé
dans un délai raisonnable.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
10
08.03 Simonne Creyf (CD&V): Moeten mensen die
overgeplaatst worden naar Brussel zonder vast
benoemd te zijn over een tweetaligheidsbrevet
beschikken?
08.03 Simonne Creyf (CD&V): Les personnes
mutées à Bruxelles et qui ne sont pas nommées
doivent-elles disposer d'un brevet de bilinguisme?
08.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Wij
vinden dat men de betrokkenen gedurende een
overgangsperiode de nodige tijd moet laten om het
bewijs te leveren van hun kennis van de tweede
landstaal.

Het incident is gesloten.
08.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Nous pensons que, pendant une période
transitoire, il faut pouvoir laisser aux personnes
concernées le temps de fournir la preuve de leur
connaissance de la deuxième langue nationale.

L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitvoering van artikel 64 van het Veldwetboek"
(nr. A530)
09 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Intérieur sur "la mise en oeuvre de l'article 64 du
Code rural" (n° A530)
09.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Midden 2001
stuurde een Limburgse werkgroep die zich
bezighoudt met het statuut van de bijzondere
veldwachters, een voorbeeldstatuut naar de
algemene rijkspolitie op. Zij suggereerden aldus
hun zienswijze over de uitvoering van artikel 64 van
het Veldwetboek. De minister had al eens gezegd
dat hij de intentie had het artikel te implementeren
en maakte gewag van een ontwerp-KB. Het feit dat
de werkgroep nog geen antwoord heeft gekregen,
is demotiverend. De veldwachters zijn erg bezorgd.


Wanneer zal de minister dit in orde brengen?
09.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Un groupe de
travail limbourgeois chargé du statut des gardes
champêtres spéciaux a envoyé à la mi-2001 un
statut-type à la police générale du royaume. Le
groupe de travail faisait ainsi connaître son point de
vue sur l'exécution de l'article 64 du Code rural. Le
ministre avait déjà déclaré précédemment qu'il
avait l'intention de mettre en oeuvre cet article et il
faisait alors état d'un projet d'arrêté royal. Le fait
que le groupe de travail n'ait pas encore reçu de
réponse est plutôt démotivant. Les gardes
champêtres sont très inquiets.

Quand le ministre va-t-il s'occuper de ce problème?
09.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands): In
de tweede helft van 2001 werd een ontwerpstatuut
voor bijzondere veldwachters uitgewerkt door de
Vlaamse provincies. Ook de sector zelf stuurde ook
een ontwerp op. Daarna ging echter alle aandacht
naar de politiehervorming.


Momenteel moet de haalbaarheid van de
voorstellen worden onderzocht, maar de hele
procedure nog deze regeerperiode afhandelen, lijkt
me niet haalbaar.

(Frans) Ik zal mijn administratie vragen geen
rekening met de verkiezingen te houden en ervoor
te blijven ijveren opdat de volgende minister van
Binnenlandse Zaken snel een beslissing zou
kunnen nemen, omdat de mensen die ernstig werk
leveren recht op een volwaardig statuut hebben.

Het incident is gesloten.
09.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Les provinces flamandes ont élaboré
au cours de la deuxième moitié de 2001 un projet
de statut pour les gardes champêtres spéciaux. Le
secteur lui-même a également transmis un projet.
Ensuite, toute l'attention s'est cependant focalisée
sur la réforme des polices.

Il faut encore examiner la faisabilité des
propositions mais il ne sera probablement plus
possible d'encore achever la procédure au cours de
la présente législature.

(En français) Je vais demander à mon
administration de ne pas tenir compte des élections
et de continuer à oeuvrer pour que le prochain
ministre de l'Intérieur puisse rapidement prendre
une décision, car les gens qui travaillent
sérieusement sont en droit d'obtenir un vrai statut.

L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
10 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "les fonctions
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
11
gezagfuncties binnen de federale politie"
(nr. A538)
d'autorité au sein de la police fédérale" (n° A538)
10.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Sinds juni
2002 is op het kabinet van de minister een lijst
aanwezig met de kandidaten die in aanmerking
komen voor een benoeming in een hogere graad
conform de proportionele verdeling van
gezagsfuncties binnen de federale politie, met
name de gerechtelijke zuil.


Het zou in politiekringen een publiek geheim zijn
dat vroegere rijkswachtofficieren de voordrachten
niet gunstig gezind zijn, ondanks de wettelijke basis
ervan. Het is vreemd dat de diensten al in
september 2001 kandidaten moesten voordragen
en dat er na meer dan een jaar nog geen uitsluitsel
over bestaat. Daar komt nog bij dat de lijsten van
de diensten zijn opgesplitst naar individuele
dossiers, tegen de gewoonte in.

Wordt er met de aanstellingen getalmd om
bepaalde hogere officieren niet voor het hoofd te
stoten? Wat gaat de minister doen als er een
verschil bestaat tussen de oorspronkelijk
voorgedragen lijst en de huidige individuele
dossiers? Wanneer kunnen de aanstellingen
eindelijk gebeuren?
10.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Depuis juin
2002, le cabinet du ministre est en possession
d'une liste de candidats entrant en ligne de compte
pour une nomination dans un grade supérieur,
conformément à la répartition proportionnelle des
fonctions d'autorité au sein de la police fédérale, à
savoir le pilier judiciaire.

Dans les milieux de la police, ce ne serait plus un
secret que les anciens officiers de la gendarmerie
ne sont pas satisfaits des présentations, alors
qu'elles sont légalement fondées. Il est étrange que
les services devaient déjà présenter des candidats
en septembre 2001 et que plus d'un an après on ne
sache toujours pas à quoi s'en tenir. En outre,
contrairement aux habitudes, les listes des services
sont scindées en fonction des dossiers individuels.

Retarde-t-on les désignations pour ne pas
mécontenter certains officiers supérieurs? Que fera
le ministre s'il y a des différences entre la liste
initiale et les actuels dossiers individuels? Quand
sera-t-il enfin procédé aux désignations?
10.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het voorstel van de commissaris-generaal van de
federale politie heeft mijn diensten bereikt in
november 2002. Begin december werden wat
vormfouten rechtgezet. Het uiteindelijke akkoord
heb ik goedgekeurd en aan de minister van Justitie
overgemaakt, die het ook moet ondertekenen. Het
uiteindelijke voorstel is volledig gebaseerd op de
voorstellen die de gedeconcentreerde diensten aan
de directeur-generaal hebben overgemaakt.
Personeelsleden die zich benadeeld voelen,
hebben wettelijke kanalen om beroep aan te
tekenen. Dat de aanstellingen op zich laten
wachten, heeft te maken met de zware procedure.
Uiteindelijk zullen de aanwijzingen in
gezagsambten met terugwerkende kracht gebeuren
op 1 januari 2001. De aanstellingen in een hogere
graad die eruit voortvloeien zullen gebeuren met
terugwerkende kracht op 1 april 2001.
10.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais) : Mes services ont reçu la proposition
du commissaire général de la police fédérale en
novembre 2002. Un certain nombre d'erreurs sur le
plan de la forme ont été corrigées début décembre.
J'ai approuvé l'accord final et je l'ai transmis au
ministre de la Justice qui doit également le signer.
La proposition finale est entièrement basée sur les
propositions transmises au directeur général par
les services déconcentrés. Les membres du
personnel qui se sentiraient lésés, disposent de
moyens de recours légaux. Les retards dans les
désignations résultent de la lourdeur de la
procédure. Les désignations dans les fonctions
d'autorité auront lieu avec effet rétroactif au 1
er
janvier 2001. Les désignations à un grade
supérieur qui en découlent auront lieu avec effet
rétroactif au 1
er
avril 2001.
10.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Volgens de
minister ligt er niets bijzonders aan de oorsprong
van de vertraging.
10.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Selon le
ministre, le retard n'a donc pas de cause
particulière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
onterechte
gelijkschakeling van
11 Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Intérieur sur "l'assimilation injustifiée de
formations de pompiers" (n° A540)
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
12
brandweeropleidingen" (nr. A540)
11.01 Roel Deseyn (CD&V): Er is een opvolger in
de maak voor het KB van 19 maart 1997
betreffende de opleiding, de brevetten en de
loopbaan van de leden van de brandweer. Dit KB
maakte een duidelijk onderscheid tussen
vrijwilligers en beroepsbrandweermannen. In het
nieuwe KB worden de vroegere brevetten A, B en C
voor de brandweerlui gelijkgesteld met het door een
erkend opleidingscentrum uitgereikt brevet van
onderluitenant.

Kan de minister een overzicht geven van de
geplande gelijkschakelingen met een gefundeerde
verantwoording? Wordt er een voorrangsregeling
ingevoerd voor gelijkgeschakelde brevetten waar
meer inspanning moest voor worden geleverd? In
1997 kon een vrijwilliger met een A- en B-brevet
officier worden, een beroepsbrandweerman niet.
Met de nieuwe regeling kan dit wel. Waarom? In
welke timing wordt voorzien voor het KB?
11.01 Roel Deseyn (CD&V): Vos services
préparent un arrêté royal remplaçant l'arrêté royal
du 19 mars 1997 relatif à la formation, aux brevets
et à la carrière des membres des services
d'incendie. Ce dernier établissait une nette
distinction entre les sapeurs-pompiers volontaires
et les professionnels. Le nouvel arrêté assimile les
anciens brevets A, B et C pour les membres des
services d'incendie au brevet de sous-lieutenant
délivré par un centre de formation agréé.

Le ministre peut-il fournir des précisions au sujet
des assimilations prévues et les justifier? Compte-t-
il instaurer un système de priorités pour les brevets
assimilés ayant requis des efforts plus importants?
En 1997, un volontaire pouvait devenir officier
grâce à un brevet A ou B, un sapeur-pompier
professionnel, non. La nouvelle réglementation le
permet à présent. Pourquoi? Quel échéancier est-il
prévu pour l'arrêté royal?
11.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Het
ontwerp-koninklijk besluit betreffende de opleiding
van de leden van de openbare hulpdiensten neemt
de gelijkstellingen over waarin het koninklijk besluit
van 19 maart 1993 betreffende de opleiding, de
brevetten en de loopbaan van de leden van de
openbare brandweerdiensten voorziet. Het bepaalt
tevens dat de door de Staat uitgereikte brevetten A,
B en C gelijkgesteld worden met het brevet van
officier, en dat zowel voor de vrijwillige leden als
voor de beroepsleden. Ten slotte bepaalt het ook
dat het brevet van onderluitenant gelijkgesteld
wordt met het brevet van officier en met de
brevetten van brandweerman, korporaal, sergeant
en adjudant.

Wat uw tweede vraag betreft, worden alle brevetten
die gelijkgesteld worden met het referentiebrevet op
gelijke voet behandeld.

Het ontwerp-koninklijk besluit betreffende de
opleiding van de leden van de openbare
hulpdiensten maakt niet langer een onderscheid
tussen de vrijwillige leden en de beroepsleden van
de openbare hulpdiensten voor wat de
gelijkstellingen van de brevetten betreft. Dat
betekent dat de brevetten A, B en C gelijkgesteld
worden met het brevet van officier, zowel voor de
vrijwillige leden als voor de beroepsleden.

De laatste brevetten A, B en C werden in 1986
uitgereikt. De houders ervan hebben dus ten minste
vijftien jaar beroepservaring. Die ervaring zal
worden gevaloriseerd.
11.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Le projet d'arrêté relatif à la formation des membres
des services publics de secours reprend les
assimilations déjà prévues par l'arrêté royal du 19
mars 1993 relatif à la formation, aux brevets et à la
carrière des membres des services publics
d'incendie. Il prévoit, en outre, que les brevets A, B
et C, délivrés par l'Etat, sont assimilés au brevet
d'officier, tant pour les membres volontaires que
pour les membres professionnels. Il dispose, enfin,
que le brevet de sous-lieutenant est assimilé au
brevet d'officier et aux brevets de sapeur-pompier,
caporal, sergent et adjudant.



Quant à votre deuxième question, tous les brevets
assimilés au brevet de référence sont placés sur un
pied d'égalité.

Le projet d'arrêté relatif à la formation des membres
des services publics de secours ne fait plus de
distinction entre les membres volontaires et les
membres professionnels des services publics
d'incendie en ce qui concerne les assimilations de
brevet. Cela signifie que les brevets A, B et C sont
assimilés au brevet d'officier, tant pour les
membres volontaires que pour les membres
professionnels.


Les derniers brevets A, B ou C ont été délivrés en
1986. Leurs titulaires ont donc une expérience
professionnelle d'au moins 15 ans. Cette
expérience sera valorisée.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
13
Het ontwerp-koninklijk besluit betreffende de
benoemings- en bevorderingsvoorwaarden van de
officieren van de openbare hulpdiensten verplicht
alle houders van het brevet van officier of van een
daarmee gelijkgesteld brevet die tot de graad van
onderluitenant willen worden bevorderd, ertoe te
slagen voor een bekwaamheidsproef alvorens zij
die functie kunnen uitoefenen. Aldus zullen meer
gegadigden via een bevordering toegang tot die
graad hebben.

Het ontwerp-koninklijk besluit betreffende de
opleiding van de leden van de openbare
hulpdiensten moet nog aan diverse instanties
worden voorgelegd. Ik denk dat het voor het einde
van de zittingsperiode zal worden goedgekeurd.

Le projet d'arrêté royal sur les conditions de
nomination et de promotion des officiers des
services publics d'incendie impose à tous les
titulaires de brevet d'officier ou assimilé, qui
souhaitent être promus au grade de sous-
lieutenant, de réussir une épreuve d'aptitude à
occuper cette fonction. L'accessibilité à ce grade
par promotion est dès lors ouverte à plus de
candidats.


Le projet d'arrêté royal relatif à la formation des
membres des services publics de secours doit
encore être soumis à diverses instances. Je pense
qu'il sera adopté avant la fin de la législature.
11.03 Roel Deseyn (CD&V): Het is jammer dat er
geen bijsturing van de honorering komt. Bijscholing
is mijns inziens zeer belangrijk. Beroepservaring
kan dit niet volledig compenseren, wat de minister
onterecht beweert.
11.03 Roel Deseyn (CD&V): Il est dommage que
la rémunération ne soit pas adaptée. A mon estime,
la formation complémentaire revêt une grande
importance. Elle ne peut être compensée
intégralement par l'expérience professionnelle,
contrairement à ce qu'affirme erronément le
ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
anciënniteit van de beroepsbrandweermannen"
(nr. A541)
12 Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Intérieur sur "l'ancienneté des pompiers
professionnels" (n° A541)
12.01 Roel Deseyn (CD&V): Het KB van 20 maart
2002 bepaalt dat de anciënniteit van vrijwillige
brandweerlui bij hun indiensttreding als
beroepsbrandweerman gewoon doorloopt. Dat is
goed. Het KB geldt echter pas vanaf 2002,
waardoor op het terrein heel wat stuitende
ongelijkheid bestaat. Rond dit probleem werden
tevergeefs al heel wat brieven gestuurd.



Bijvoorbeeld: iemand die eerst vrijwilliger was en in
1997 als beroepsbrandweerman in dienst is
getreden, heeft minder rechten dan iemand die
evenveel jaren als vrijwilliger heeft gewerkt en in
2002 als beroepsbrandweerman in dienst is
getreden. De eerste lijdt daardoor jaarlijks 4000
euro verlies.

Gezien de schrijnende onrechtvaardigheid, is de
vraag is dus niet meer óf de minister hier iets aan
zal doen, maar wanneer.
12.01 Roel Deseyn (CD&V): L'arrêté royal du 20
mars 2002 précise que l'ancienneté des pompiers
volontaires continue tout simplement à courir lors
de leur entrée en service en tant que pompiers
professionnels. J'estime qu'il s'agit là d'une bonne
mesure. Cet arrêté n'est toutefois d'application qu'à
partir de 2002, ce qui entraîne des inégalités
frappantes sur le terrain. D'innombrables courriers
dénonçant cette situation ont déjà été expédiés,
mais en vain.

Permettez-moi d'illustrer mon propos par un
exemple : un pompier volontaire entré en service
comme pompier professionnel en 1997 a moins de
droits qu'un pompier volontaire ayant travaillé le
même nombre d'années et entrant en service en
tant que pompier professionnel en 2002. Le premier
subit donc une perte annuelle de 4.000 euros.

Considérant cette injustice criante, la question qui
se pose maintenant n'est plus celle de savoir si le
ministre va prendre des mesures à cet égard, mais
quand.
12.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): 12.02 Antoine Duquesne, ministre (en français):
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17/12/2002
CRABV 50
COM 928
14
Volgens artikel 1 van het koninklijk besluit van 20
maart 2002 krijgt het vrijwillig brandweerpersoneel
dat na de inwerkingtreding van dat koninklijk besluit
als beroeps wordt aangeworven in één van de
aanwervingsgraden, een bezoldiging die
overeenstemt met de graad waarin het
aangeworven is.

Daarnaast wordt hen een loonanciënniteit
toegekend die gelijk is aan de dienstjaren die zij
gepresteerd hebben als vrijwilliger bij een openbare
brandweerdienst.
Selon l'article 1er de l'arrêté royal du 20 mars 2002,
les agents volontaires des services publics
d'incendie, recrutés après la date d'entrée en
vigueur de cet arrêté en tant que professionnels
dans un des grades de recrutement, bénéficient de
la rémunération correspondant au grade dans
lequel ils sont recrutés.

En outre, il leur est accordé une ancienneté
pécuniaire équivalente au nombre d'années de
service prestées en tant que volontaires dans un
service public d'incendie.
(Nederlands) Het KB werd destijds opgesteld na
ruim overleg, formeel en informeel. Het KB gold
toen als maatregel om het vrijwilligerschap te
promoten. De door u aangehaalde problemen
werden daar nooit naar voren gebracht.

Om deze problematiek goed te begrijpen, moet
men de regels die het pecuniair statuut van de
brandweer regelen, kennen.
(En néerlandais): A l'époque, l'arrêté royal a été
élaboré au terme d'une large concertation formelle
et informelle. Il s'agissait d'une mesure destinée à
promouvoir le volontariat. Les problèmes que vous
évoquez n'ont jamais été soulevés à cette
occasion.

Pour bien comprendre ce problème, il faut
connaître les règles qui régissent le statut
pécuniaire des sapeurs-pompiers.
(Frans) Met toepassing van het koninklijk besluit
van 20 juni 1994 betreffende de bezoldiging van het
personeel van de brandweerdiensten, worden per
graad minima en maxima vastgesteld.

(Nederlands) Het is de bevoegdheid van de
gemeentes om de evolutie van de pecuniaire
loopbaan vast te stellen. Er zijn verschillen mogelijk
tussen gemeenten.
(En français) En application de l'arrêté royal du 20
juin 1994 sur la rémunération du personnel des
services d'incendie, des minima et des maxima
sont fixés pour chaque grade.

(En néerlandais) Il appartient aux communes de
déterminer l'évolution de la carrière pécuniaire. Il
peut y avoir des différences entre les communes.
(Frans) Er bestaan ook premies voor nacht- en
weekendwerk, alsook een eventuele
diplomatoelage, zonder de uitbetaling van de
overuren te vergeten.

De toeslagen lopen makkelijk op tot 35 procent of
zelfs 50 procent van het brutoloon.

Tussen 1997 en 2002 was het statuut veel minder
voordelig, maar als men met al die elementen
rekening houdt, moet het door u geciteerde bedrag
van 4.000 euro sterk worden gerelativeerd.
(En français) Des primes pour travail de nuit et de
week-end existent également, de même qu'une
éventuelle allocation de diplôme, sans compter le
paiement des heures supplémentaires.

Les suppléments s'élèvent facilement à 35% du
salaire brut, voire à 50%.

Entre 1997 et 2002, le statut a été beaucoup moins
favorable, mais tous ces éléments pris en compte,
votre chiffre de 4.000 euros doit être fortement
relativisé.
12.03 Roel Deseyn (CD&V): Misschien dat er
indertijd geen opmerkingen waren over het KB, in
elk geval nu duidelijk wel.
12.03 Roel Deseyn (CD&V): Peut-être qu'à
l'époque il n'y a pas eu d'observations par rapport à
l'arrêté royal, mais aujourd'hui il est évident qu'il y
en a.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: De interpellatie nr. 1414 van de heer
Pacque wordt uitgesteld. De interpellatie nr. 1469
van de heer Pinxten en de vraag nr. A546 worden
geschrapt.
L'incident est clos.

Le président : L'interpellation n° 1414 de
M.Pacque est reportée. L'interpellation n° 1469 de
M. Pinxten et la question n° A546 sont supprimés.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 928
17/12/2002
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15

De vergadering wordt gesloten om 15.39 uur.
La séance est levée à 15.39 heures.