CRABV 50 COM 913
CRABV 50 COM 913
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
04-12-2002 04-12-2002
16:08 uur
16:08 heures

KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Pierrette Cahay-André aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
toepassing van artikel 298 WIB met betrekking tot
de gemeentebelastingen" (nr. A395)
1
Question de Mme Pierrette Cahay-André au
ministre de l'Intérieur sur "l'application de l'article
298 CIR aux taxes communales" (n° A395)
1
Sprekers: Pierrette Cahay-André, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Pierrette Cahay-André, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiediensten te Brussel" (nr. A400)
2
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Intérieur sur "les services de police à Bruxelles"
(n° A400)
2
Sprekers:
Simonne Creyf, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Simonne Creyf, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het rapport
betreffende de nucleaire veiligheid van de militaire
basis van Kleine Brogel" (nr. A420)
4
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Intérieur sur "le rapport concernant la sécurité
nucléaire à la base militaire de Kleine Brogel"
(n° A420)
4
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
implementatie van een éénvormig
communicatienetwerk voor de brandweer"
(nr. A450)
5
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "la mise en oeuvre d'un réseau
de communication uniforme pour les services
d'incendie" (n° A450)
5
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
wisselwerking tussen de civiele bescherming en
de brandweer" (nr. A451)
6
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "la coopération entre la protection
civile et les services d'incendie" (n° A451)
6
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het al dan
niet gratis karakter van de dienstverlening door de
brandweer" (nr. A452)
7
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "le caractère de gratuité ou non
des services d'incendie" (n° A452)
7
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek van de erkende huisarts" (nr. A429)
9
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Intérieur sur "la question du médecin généraliste
agréé" (n° A429)
9
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het statuut
van de vrijwillige brandweerman" (nr. A446)
10
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Intérieur sur "le statut des pompiers volontaires"
(n° A446)
10
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
koninklijk besluit van 14
december
2000 met
betrekking tot de arbeidstijd" (nr. A447)
10
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Intérieur sur "l'arrêté royal du 14 décembre 2000
concernant le temps de travail" (n° A447)
10
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
ii
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
vakantiegeld van de brandweer" (nr. A448)
12
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Intérieur sur "le pécule de vacances du personnel
des services d'incendie" (n° A448)
12
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
zonevorming" (nr. A449)
12
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre de
l'Intérieur sur "la constitution des zones" (n° A449)
12
Sprekers: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanvelthoven, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "het politie-optreden
in de Universele Ambassade" (nr. A466)
13
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Intérieur sur "l'intervention policière à
l'Ambassade universelle" (n° A466)
13
Sprekers: Zoé Genot, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Zoé Genot, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
1

COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
04
DECEMBER
2002
16:08 uur
______
du
MERCREDI
04
DECEMBRE
2002
16:08 heures
______



De vergadering wordt geopend om 16.08 uur door
mevrouw Simonne Creyf.
La séance est ouverte à 16.08 heures par Mme
Simonne Creyf.
01 Vraag van mevrouw Pierrette Cahay-André
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"de toepassing van artikel 298 WIB met
betrekking tot de gemeentebelastingen" (nr.
A395)
01 Question de Mme Pierrette Cahay-André au
ministre de l'Intérieur sur "l'application de
l'article 298 CIR aux taxes communales" (n°
A395)
01.01 Pierrette Cahay-André (MR): Artikel 12 § 1
van de wet van 24 december 1996 betreffende de
vestiging en invordering van de provincie- en
gemeentebelastingen maakt alle bepalingen
betreffende de invordering van belastingen, en
meer bepaald artikel 298 WIB, zoals gewijzigd bij
wet van 5 februari 2001, van toepassing op de
gemeentebelastingen.
Het gewijzigde artikel 298 WIB wordt door de
gemeenteontvangers op uiteenlopende manieren
geïnterpreteerd. Sommigen volgen de interpretatie
van de Vereniging van Steden en Gemeenten en
menen dat dat artikel niet van toepassing is .
Anderen zijn van oordeel dat het artikel van
toepassing is, ook al schijnen de voorbereidende
werkzaamheden van het nieuwe artikel 298 WIB
erop te wijzen dat dit artikel vooral over de
opcentiemen gaat. Zij zijn die mening toegedaan
omdat, krachtens artikel 12 van de wet van 24
december 1996 betreffende de invordering van de
gemeentebelastingen, titel VII van het WIB van
toepassing is.
Is artikel 298 van toepassing op de invordering van
gemeentebelastingen?
01.01 Pierrette Cahay-André (MR): L'article 12 §
1
er
de la loi du 24 décembre 1996, relative à
l'établissement et au recouvrement des taxes
provinciales et communales, rend applicable aux
taxes communales toutes les dispositions relatives
au recouvrement des impôts et notamment l'article
298 du CIR, modifié par la loi du 5 février 2001.

Cet article 298 du CIR, tel que modifié, suscite
parmi les receveurs communaux des divergences
d'interprétation. En effet, certains estiment que cet
article n'est pas applicable selon une interprétation
donnée par l'Union des Villes et Communes.
D'autres considèrent que, même si les travaux
préparatoires relatifs à l'adoption du nouvel article
298 du CIR semblent essentiellement viser la
perception d'additionnels, il convient d'appliquer
l'article précité puisque l'article 12 de la loi du 24
décembre 1996 relative au recouvrement des taxes
communales rend applicable le titre VII du CIR.


L'article 298 est-il applicable en matière de
recouvrement de taxes communales?
01.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : De
Gewesten zijn bevoegd inzake de organisatie van
de gemeentelijke en provinciale structuren waarop
zij het toezicht uitoefenen. De bevoegdheid met
01.02 Antoine Duquesne, ministre (en français) :
Les Régions sont compétentes pour l'organisation
des structures communales et provinciales dont
elles assurent la tutelle. La compétence pour la
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
2
betrekking tot de organieke wetgeving betreffende
de gemeenten en de provincies wordt dus naar de
Gewesten overgeheveld.
Die organieke wetgeving omvat onder meer de
regelgeving betreffende de gemeentelijke en
provinciale instellingen en het beleid en de
organisatie inzake de financiën en de
personeelszaken.
Bijgevolg valt de wet van 24 december 1996 onder
de bevoegdheid van de Gewesten. Artikel 298 van
het WIB, waarnaar artikel 12 van de wet van 24
december 1996 verwijst, ressorteert dus onder de
Gewesten.
Inhoudelijk lijkt artikel 298 mij in casu van
toepassing te zijn ; het maakt immers deel uit van
hoofstuk 1 van titel VII van het WIB. Krachtens
artikel 12 van de wet van 24 december 1996
betreffende de vestiging en de invordering van de
provincie- en gemeentebelastingen zijn de
bepalingen van de hoofdstukken 1, 3, 4 en 7 tot 10
van titel VII van het Wetboek van toepassing op de
provincie- en gemeentebelastingen voor zover zij
met name niet de belastingen op de inkomsten
betreffen.

Voorzitter : Jan Peeters.
législation organique en matière de communes et
de provinces est donc transférée aux Régions.

Cette législation organique comprend, entre autres,
la réglementation des institutions communales et
provinciales et la politique et l'organisation relatives
aux Finances et aux matières du personnel.

En conséquence, la loi du 24 décembre 1996
appartient aux compétences des Régions. L'article
298 du CIR, auquel se réfère l'article 12 de la loi du
24 décembre 1996, tombe donc sous la
compétence des Régions.
Quant au fond, il me paraît que l'article 298 est
applicable en l'occurrence; il fait, en effet, partie du
chapitre 1
er
du titre VII du CIR. Or, en application de
l'article 12 de la loi du 24 décembre 1996 relative à
l'établissement et au recouvrement des taxes
provinciales et communales, les dispositions des
chapitres 1
er
, 3, 4, et 7 à 10 du titre VII du Code
sont applicables aux taxes provinciales et
communales pour autant qu'elles ne concernent
pas spécialement les impôts sur les revenus.


Présidente: Jan Peeters.
01.03 Pierrette Cahay-André (MR): Ik dank de
minister en zal zijn antwoord aan de betrokken
gemeenteambtenaren meedelen.
01.03 Pierrette Cahay-André (MR): Je remercie
le ministre et transmettrai sa réponse aux
fonctionnaires communaux intéressés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiediensten te Brussel" (nr. A400)
02 Question de Mme Simonne Creyf au ministre
de l'Intérieur sur "les services de police à
Bruxelles" (n° A400)
02.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijn eerste vraag
betreft het premiestelsel voor het Brusselse
politiepersoneel. Blijkbaar zijn er twee soorten
premiestelsels, waarbij de nieuwe personeelsleden
een extra premie krijgen, in tegenstelling tot de
agenten met anciënniteit. Klopt dit bericht? Kan de
minister het premiestelsel gedetailleerd toelichten?



Verder heb ik vragen bij de verplichte tweetaligheid
voor Brusselse agenten. Zo moeten nieuwe
agenten van bij de indienstneming tweetalig zijn,
maar krijgen agenten met anciënniteit vijf jaar de
tijd om een tweetaligheidsbrevet te behalen. Kan de
minister ook hier het geldende systeem toelichten?


Ook het sanctiemechanisme zorgt voor
misverstanden op het terrein. Zo kunnen
02.01 Simonne Creyf (CD&V): Ma première
question porte sur le système de primes pour le
personnel de la police bruxelloise. Il existe semble-
t-il deux types de système grâce auxquels les
nouveaux membres du personnel bénéficient d'une
prime supplémentaire, contrairement aux agents
qui ont de l'ancienneté. Cette information est-elle
exacte? Le ministre est-il en mesure de préciser le
système de primes?

Je m'interroge en outre sur le bilinguisme
obligatoire des agents bruxellois. Ce principe
implique que les nouveaux agents soient bilingues
dès leur entrée en service alors que les agents
ayant de l'ancienneté disposent de cinq ans pour
obtenir un brevet de bilinguisme. Le ministre peut-il
également expliquer le système en vigueur?

Le mécanisme de sanction est également à la base
de malentendus sur le terrain. Ainsi, les membres
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
3
personeelsleden die geen vijf jaar in Brussel blijven
of die geen tweetaligheidsbrevet kunnen
voorleggen hun premie verliezen of moeten ze hun
premie zelfs terugbetalen. Kan de minister hier
meer uitleg geven?


Ten slotte wil ik de minister wijzen op de klachten
van de Brusselse korpschefs over het grote
personeelstekort en de schrijnende overbevraging
van het korps inzake extra politietaken.
Ordehandhaving bij voetbalwedstrijden, bewaking
aan het Justitiepaleis of een Europese top: voor de
gewone politietaken blijft er uiteindelijk weinig tijd
en ruimte over. Aan welke oplossingen denkt de
minister?
du personnel qui restent moins de cinq ans à
Bruxelles ou qui ne sont pas en mesure de produire
un brevet de bilinguisme risquent de perdre leur
prime, voire même de devoir la rembourser. Le
ministre peut-il fournir de plus amples informations
à cet égard?

Pour terminer, je souhaiterais attirer l'attention du
ministre sur les plaintes des chefs de corps
bruxellois concernant la grave pénurie de
personnel et la sollicitation excessive du corps pour
des tâches policières supplémentaires. Le maintien
de l'ordre lors de rencontres de football, la
surveillance au palais de justice ou dans le cadre
d'un sommet européen: en définitive, il reste peu de
temps et de marge de manoeuvre pour les missions
de police classiques. Quelles solutions le ministre
envisage-t-il?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Zowel de personeelsleden van het basiskader die
al in dienst zijn, als zij die nog in dienst zullen
komen van de politiezone Brussel, zullen de
toelage krijgen, mits ze natuurlijk voldoen aan de
voorwaarden.

Op het einde van hun basisopleiding solliciteren de
aspiranten voor vacante plaatsen bij de lokale of
federale politie. Wie geen benoeming heeft
gekregen wordt ambtshalve toegewezen aan de
federale politie, zonder dat zij echter gebonden zijn
door de verplichting om minstens drie jaar te
wachten vooraleer te solliciteren voor een andere
betrekking. Velen van hen die nog geen andere
betrekking hebben, worden tijdelijk gedetacheerd
naar een zone met personeelsdeficit, vooral in het
Brussels Gewest.

Er moet absoluut een oplossing worden gezocht
voor het rekruteringsprobleem in de Brusselse
zones. De bevoegde overheid moet het de
politiemensen mogelijk maken het vereiste
kennisniveau van de andere landstaal binnen een
redelijke termijn te bereiken. Over de juridische
middelen die hiervoor nodig zijn, wordt nog volop
nagedacht.

Het is niet alleen de bedoeling nieuwe inspecteurs
naar de Brusselse zones te halen, ze moeten ook
daar willen blijven. Daarom wordt de verhoging van
de Brussel-toelage gekoppeld aan de verplichting
om vijf jaar ter plaatse te blijven. Wie die
getrouwheidsvoorwaarde niet nakomt, moet het
bedrag van de verhoging terugbetalen.
02.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): La prime sera octroyée tant aux
membres du personnel du cadre de base déjà en
service qu'à ceux qui doivent encore entrer en
service dans la zone de police de Bruxelles, pour
autant bien évidemment qu'ils satisfassent aux
conditions.

Au terme de leur formation de base, les aspirants
postulent à des postes vacants dans les services
de la police locale ou fédérale. Les candidats qui ne
sont pas nommés sont affectés d'office à la police
fédérale, sans toutefois être tenus d'attendre au
moins trois ans avant de poser leur candidature à
une autre fonction. Bon nombre d'entre eux, qui ne
sont pas encore entrés en fonction, sont
temporairement détachés vers des zones affectées
par une pénurie de personnel, en particulier dans la
Région de Bruxelles.

Il est indispensable de résoudre le problème du
recrutement dans les zones bruxelloises. Les
autorités compétentes doivent permettre aux
officiers de police d'acquérir la connaissance
requise de l'autre langue nationale dans un délai
raisonnable. Les moyens juridiques nécessaires à
cet effet sont encore à l'examen.


L'objectif n'est pas seulement d'inciter de nouveaux
inspecteurs à travailler dans les zones bruxelloises
mais encore de les encourager à y rester. C'est
pourquoi l'augmentation de la prime octroyée aux
policiers bruxellois a été liée à l'obligation de rester
à son poste pendant cinq ans. Celui qui ne
respecte pas cette condition de fidélité devra
rembourser le montant de l'augmentation.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
4
02.03 Simonne Creyf (CD&V): Ik heb vandaag
een paar vragen gesteld die niet in de ingediende
tekst stonden. Daarop heb ik geen antwoord
gekregen
02.03 Simonne Creyf (CD&V): J'ai posé quelques
questions qui ne figuraient pas dans le texte que
j'avais déposé et qui sont restées sans réponse.
02.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Mijn
antwoorden hebben betrekking op de premie die de
toelage Brussel-Hoofdstad aanvult en niet op de
tweetaligheidspremie.
02.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Mes réponses concernent la prime venant
compléter l'allocation Bruxelles-Capitale et non la
prime de bilinguisme.
02.05 Simonne Creyf (CD&V): Gaat het nu om
twee verschillende premies, naargelang van het
moment van indiensttreding?
02.05 Simonne Creyf (CD&V): S'agit-il de deux
primes différentes, en fonction du moment de
l'entrée en service?
02.06 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik
herhaal dat zij die in Brussel gevestigd zijn deze
premie zullen krijgen op voorwaarde dat ze vijf jaar
in Brussel blijven.
02.06 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je répète que ceux qui sont à Bruxelles
bénéficieront de cette prime pour autant qu'ils
restent pendant cinq ans à Bruxelles.
02.07 Simonne Creyf (CD&V): Hoe wordt de
premie concreet toegekend?
02.07 Simonne Creyf (CD&V): Concrètement,
comment la prime est-elle accordée ?
02.08 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik
moet nagaan hoe de betaling gebeurt.
02.08 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je dois vérifier la manière dont le paiement est
assuré.
02.09 Simonne Creyf (CD&V): Het blijft
onduidelijk of er nu al dan niet een onderscheid
wordt gemaakt tussen de personeelsleden die al in
dienst waren op 1 januari 2001 en degenen die nu
worden aangeworven. De rondzendbrief gaat in
een andere richting dan wat de minister heeft
gezegd. Ik zal hierover binnenkort een nieuwe
vraag stellen.
02.09 Simonne Creyf (CD&V): Je ne sais toujours
pas si une distinction est établie entre les membres
du personnel qui étaient déjà en service au 1
er
janvier 2001 et ceux qui sont engagés
actuellement. La circulaire et les propos du
ministre sont contradictoires. Je poserai
prochainement une nouvelle question à ce sujet.
02.10 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
tweetaligheidspremie wordt toegekend aan
diegenen die aan de voorwaarden beantwoorden.
02.10 Antoine Duquesne ministre (en français):
On accorde la prime de bilinguisme à ceux qui
remplissent les conditions pour l'obtenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
rapport betreffende de nucleaire veiligheid van
de militaire basis van Kleine Brogel" (nr. A420)
03 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Intérieur sur "le rapport concernant la sécurité
nucléaire à la base militaire de Kleine Brogel"
(n° A420)
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V): De pers heeft
melding gemaakt van een geheim rapport van de
Amerikaanse basis van Kleine Brogel, waarin wordt
vastgesteld dat de beveiliging van het nucleair
materiaal op de basis ontoereikend is en dat de
manschappen onvoldoende getraind zijn om
adequaat te reageren op nucleaire incidenten. In
een reactie wees minister Duquesne erop dat dit de
bevoegdheid is van het Amerikaanse leger. De
opleiding van het personeel van brandweer en de
civiele bescherming, die bij een ramp op de basis
03.01 Jo Vandeurzen (CD&V): La presse a fait
état d'un rapport secret provenant de la base
américaine de Kleine Brogel. Selon ce rapport, le
matériel nucléaire de la base bénéficierait d'une
protection insuffisante et le niveau d'entraînement
des troupes ne permettrait pas de garantir une
réaction adéquate en cas d'accident nucléaire.
Dans une réponse, le ministre Duquesne a
souligné que ces points relèvent de la compétence
de l'armée américaine. Toutefois, la formation du
personnel des services d'incendie et de la
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
5
worden ingeschakeld, behoort wél tot de
bevoegdheid van de minister van Binnenlandse
Zaken.

Is de brandweer van Bree op de hoogte van alle
gevaarlijke punten op de basis en van alle
mogelijke nucleaire gevaren? Zijn alle bevoegde
hulpdiensten voldoende uitgerust en getraind om in
geval van een nucleaire ramp deskundig op te
treden?


Moeten voor de omliggende gemeenten niet
dezelfde veiligheidsmaatregelen worden getroffen
als voor gemeenten die liggen in de buurt van een
kerncentrale?
protection civile, à qui il est fait appel en cas de
catastrophe, relève de la compétence du ministre
de l'Intérieur.


Le service d'incendie de Bree a-t-il connaissance
de tous les points dangereux de la base et de tous
les dangers nucléaires à prendre en considération?
Tous les services de secours compétents
disposent-ils d'un équipement suffisant et sont-ils
entraînés pour intervenir adéquatement en cas de
catastrophe nucléaire ?

Ne conviendrait-il pas d'appliquer aux communes
environnantes les mêmes mesures de sécurité
qu'aux communes proches d'une centrale
nucléaire ?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Op 26 november heeft de gouverneur van Limburg
op mijn verzoek een informatievergadering
georganiseerd met betrekking tot de veiligheid op
de basis van Kleine Brogel. Aanwezig waren de
commandanten van de brandweer van Bree en
Lommel, de verantwoordelijke van het 100-centrum
in Hasselt, de civiele bescherming van Brasschaat,
de zonechef van de lokale politie, de
arrondissementscommissarissen, de provinciale
commandant en de commandant van de basis zelf.
Alle betrokkenen hadden al voordien contact
gehad, wat uitgemond was in een de opstelling van
een bijzonder urgentieplan voor de civiele
hulpdiensten. Tijdens de vergadering van 26
november werden de civiele hulpdiensten duidelijk
ingelicht over de militaire veiligheidsmaatregelen op
de basis. Op de basis geldt een bijzonder hoog
beveiligingsniveau, dat ook bescherming biedt
tegen de impact van een mogelijke terroristische
aanslag.

Bij een ongeval op een militaire site is de militaire
overheid verantwoordelijk voor het onder controle
brengen van het ongeval en dus ook voor de
efficiëntie en de veiligheid van de interventie van de
civiele hulpdiensten. Als er zich een ongeval
voordoet, moet de militaire overheid de burgerlijke
overheid onmiddellijk inlichten over de militaire
tuigen, over het ontploffingsgevaar van bepaalde
bestanddelen en over eventuele
besmettingsrisico's. De militairen moeten ook de
bijzondere veiligheidsmaatregelen nemen die
aangepast zijn aan de specifieke risico's van het
ongeval. Ik ben ervan overtuigd dat de militaire
overheid van Kleine Brogel de bepalingen van het
urgentieplan strikt zal naleven.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Le 26 novembre, le gouverneur du
Limbourg a organisé, à ma demande, une réunion
d'information sur la sécurité à la base de Kleine
Brogel. Les commandants des services d'incendie
de Bree et Lommel, le responsable du service 100
de Hasselt, la protection civile de Brasschaat, le
chef de zone de la police locale, les commissaires
d'arrondissement, le commandant provincial et le
commandant de la base lui-même y ont assisté.
Tous les intéressés avaient déjà eu préalablement
des contacts qui ont permis d'élaborer un plan
d'urgence spécifique pour les services de secours
civils. Au cours de la réunion du 26 novembre, les
services de secours civils ont été clairement
informés des mesures de sécurité militaires en
vigueur sur la base. La base elle-même dispose
d'un dispositif de sécurité de haut niveau, qui la
protège également contre les effets d'une
éventuelle attaque terroriste.

En cas d'accident sur un site militaire, c'est
l'autorité militaire qui est chargée de contrôler la
situation et c'est donc elle qui est notamment
responsable de l'efficacité et de la sécurité de
l'intervention des services de secours civils. Si un
accident se produisait, l'autorité militaire devrait
immédiatement informer l'autorité civile de la nature
du matériel militaire, du risque d'explosion de
certaines composantes et des éventuels risques de
contamination. Les militaires doivent également
prendre les mesures de sécurité particulières
adaptées aux risques spécifiques de l'accident. Je
suis convaincu que l'autorité militaire de Kleine
Brogel respectera à la lettre les dispositions du plan
d'urgence.
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Ik dank de minister
voor dit antwoord en voor zijn initiatief.
03.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Je remercie le
ministre pour sa réponse et pour son initiative.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
6
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
implementatie van een éénvormig
communicatienetwerk voor de brandweer"
(nr. A450)
04 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "la mise en oeuvre d'un
réseau de communication uniforme pour les
services d'incendie" (n° A450)
04.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Er zijn
tegenstrijdige berichten over het invoeren van een
eenvormig communicatienetwerk voor de
brandweer.


Zal het inderdaad worden ingevoerd? Zo ja, binnen
welke timing? Wordt het systeem van de nv Astrid
aangepast aan de communicatievereisten van een
brandweerdienst?
04.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Des
informations contradictoires circulent à propos de la
mise en service d'un réseau de communication
uniforme pour les services d'incendie.

Un tel système va-t-il voir le jour ? Dans
l'affirmative, dans quels délais ? Le système de la
SA Astrid sera-t-il adapté aux exigences des
services d'incendie en matière de communications?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Op grond van de beheersovereenkomst tussen de
Belgische Staat en de nv Astrid kunnen de
brandweerdiensten gebruikmaken van de diensten
van de nv Astrid.

Ik heb ervoor gezorgd dat de brandweer haar
behoeften inzake communicatiemogelijkheden aan
de nv Astrid kan duidelijk maken. Mijn administratie
stelde een gemeenschappelijk communicatiemodel
op dat interdisciplinaire samenwerking mogelijk
maakt en door de brandweer werd goedgekeurd.
04.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Aux termes d'une convention de
gestion conclue entre l'Etat belge et la SA Astrid,
les services d'incendie peuvent utiliser les services
de la SA Astrid.

J'ai veillé à ce que les services d'incendie puissent
clairement informer la SA Astrid de leurs besoins
en matière de possibilités de communication. Mon
administration a défini un modèle de
communication commun permettant une
collaboration interdisciplinaire. Les services
d'incendie l'ont approuvé.
(Frans): Tot ieders tevredenheid hebben de
brandweerdiensten van Oost-Vlaanderen hun
medewerking al bevestigd. Zelzate is hiervan een
mooi voorbeeld. We moeten dit principe
veralgemenen.
(En français) En Flandre orientale, des services de
pompiers ont déjà assuré leur participation, à la
satisfaction générale. Voyez l'exemple donné par
Zelzate. Il faut généraliser ce principe.
Eerst moet Astrid in alle provincies worden
geïmplementeerd, wat voor begin 2004 gepland is.
Op dat ogenblik zullen we de gemeentediensten er
kunnen van overtuigen dat hun deelname een
haalbare kaart is. Het staat al vast dat de federale
politie en de civiele bescherming meewerken.
Il faut d'abord terminer l'implantation d'Astrid dans
toutes les provinces, ce qui est prévu pour le début
2004. On pourra alors convaincre les services
communaux de la faisabilité de leur participation.
La participation de la police fédérale et de la
protection civile est déjà acquise.
Als dit nog niet is gebeurd, zal ik Astrid eraan
herinneren het gepaste bericht door te sturen.
Je vais rappeler à Astrid l'envoi de la
communication adéquate, si cela n'a pas encore
été fait.
04.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Ik ben graag
bereid dat te geloven. Een goede communicatie
vanuit het beleid of de nv Astrid naar de brandweer
is dan wel vereist.
04.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Je veux bien
le croire. Mais, dans ce cas, une communication
adéquate entre le niveau politique ou la SA Astrid
et les services d'incendie est indispensable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
7
05 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
wisselwerking tussen de civiele bescherming en
de brandweer" (nr. A451)
05 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "la coopération entre la
protection civile et les services d'incendie"
(n° A451)
05.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Civiele
bescherming en brandweer zijn gescheiden
entiteiten zonder duidelijke taakafbakening.

Is de minister de idee van een duidelijke
taakafbakening genegen? Zal hij initiatieven in die
zin nemen? Binnen welke termijn?
05.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): La protection
civile et les services d'incendie sont des entités
distinctes dont les missions ne sont pas clairement
définies.

Le ministre est-il partisan d'une délimitation précise
des tâches de ces services? Prendra-t-il des
initiatives en ce sens? Dans l'affirmative, dans quel
délai?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De wet van 31 december 1963 en andere
wetsbepalingen organiseren een zekere
samenwerking tussen civiele bescherming en
brandweer. Er bestaat echter nood aan een
duidelijker taakomschrijving van beide
hulpdiensten. Mijn diensten bereiden een
wetsontwerp voor dat de Koning de bevoegdheid
verleent om de federale en de gemeentelijke
opdrachten van de hulpdiensten vast te leggen. Het
ontwerp wordt eerstdaags ingediend in het
Parlement. De werkgroep die samenkwam over de
taakverdeling, is klaar. Er wordt ook een ontwerp
van KB opgesteld dat van kracht wordt zodra
voornoemd wetsontwerp is goedgekeurd.
05.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): La loi du 31 décembre 1963 et
d'autres dispositions légales organisent une
certaine collaboration entre la protection civile et les
services d'incendie. Il faut toutefois délimiter plus
clairement les tâches de ces deux services de
secours. Mes services préparent un projet de loi qui
confère au Roi la compétence de déterminer les
missions des services de secours aux niveaux
fédéral et communal. Le projet sera déposé sous
peu au Parlement. Le groupe de travail qui s'est
réuni au sujet de la répartition des tâches est prêt.
Un projet d'arrêté royal, qui entrera en vigueur dès
l'adoption du projet de loi précité, est également en
préparation.
05.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Het ontwerp
zal dus nog dit jaar worden ingediend?
05.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Le projet
sera-t-il encore déposé cette année?
05.04 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Ik hoop volgende week.
05.04 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): J'espère qu'il le sera la semaine
prochaine.
05.05 Ludwig Vandenhove (SP.A): Dat is een erg
positief antwoord.
05.05 Ludwig Vandenhove (SP.A): Voilà une
réponse très positive.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "het al
dan niet gratis karakter van de dienstverlening
door de brandweer" (nr. A452)
06 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "le caractère de
gratuité ou non des services d'incendie"
(n° A452)
06.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): In sommige
gemeenten worden alle diensten van de brandweer
gratis aangeboden, zoals trouwens wettelijk is
voorgeschreven, maar in andere gebeurt dat niet.
Er is geen eenvormig beleid, zeker op het vlak van
de preventie.

Overweegt de minister initiatieven om tot meer
06.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Dans
certaines communes, tous les services des
pompiers sont offerts gratuitement, comme la loi le
prévoit du reste, mais ce n'est pas le cas partout. Il
n'y a pas de politique uniforme, en particulier dans
le domaine de la prévention.

Le ministre envisage-t-il de prendre des initiatives
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
8
eenvormigheid te komen?
en vue d'une plus grande harmonisation ?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) :
Krachtens de wet van 24 december 1976
betreffende de budgettaire voorstellen 1976-1977
moeten de kosten van de prestaties die door de
diensten van de civiele bescherming en de
brandweerdiensten worden verricht buiten de hun
door de wetten en reglementen opgelegde
interventies op de begunstigden van die prestaties
worden verhaald.

De wetgeving bevat echter geen bepalingen met
betrekking tot de kosten van de prestaties die door
die diensten worden verricht in het kader van de
hun door de wetten en reglementen opgelegde
interventies.

Er moet dus worden uitgemaakt welke interventies
al dan niet door de wetten en reglementen worden
opgelegd.

In de rechtsleer en de rechtspraak worden
volgende taken beschouwd als zijnde opgelegd
door de wetten en de reglementen :
brandbestrijding, brandpreventie, de controle van
de toepassing van de door de wetten en
reglementen opgelegde maatregelen inzake
brandpreventie en de opdrachten vermeld in het
organiek reglement van de brandweer.

Ik hoop volgende week een wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 31 december 1963
betreffende de civiele bescherming te kunnen
indienen dat het mogelijk moet maken de taken van
de brandweerdiensten en de civiele bescherming
vast te stellen.
Dat ontwerp strekt ertoe een duidelijke
taakverdeling tussen beide hulpdiensten tot stand
te brengen.

Voor alle opdrachten die niet in de teksten worden
vermeld zal mijns inziens moeten betaald worden.


De door de wetten en reglementen opgelegde
taken zullen al dan niet kunnen worden
aangerekend naargelang van de beslissing van de
gemeenteraad.

De taken van de civiele bescherming worden
gedeeltelijk vastgesteld bij het koninklijk besluit van
23 juni 1971, maar momenteel omschrijft geen
enkele federale regelgeving de precieze taken van
de openbare brandweerdiensten (met uitzondering
van brandbestrijding en brandpreventie).

Zodra de wet zal zijn aangenomen, zal een besluit
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Selon la loi du 24 décembre 1976 relative aux
propositions budgétaires 1976-1977, les frais
occasionnés lors des missions non légales ou non
réglementaires doivent être facturés aux
bénéficiaires des prestations.



Le sort à réserver aux frais occasionnés lors
d'interventions légales ou réglementaires n'est pas
défini par la législation.



Il est donc nécessaire de savoir quelles sont les
missions légales ou réglementaires et celles qui ne
le sont pas.

La doctrine et la jurisprudence considèrent comme
missions légales et réglementaires la lutte contre
l'incendie, la prévention des incendies, le contrôle
de l'application des mesures prescrites par les lois
et règlements relatifs à la prévention des incendies,
et les missions indiquées dans le règlement
organique du service incendie.


Un projet de loi portant modification de la loi du 31
décembre 1963 sur la protection civile, qui permet
de déterminer les missions des services publics
d'incendie et de la protection civile, va être déposé,
j'espère, la semaine prochaine.

Ce projet visera à effectuer une répartition
incontestable entre les deux services de secours.


Toutes les missions qui ne seront pas énumérées
dans des textes seront, à mon sens,
nécessairement payantes.

Quant aux missions réglementaires, elles pourront
ou non être facturées en fonction de la décision du
conseil communal.


Les missions de la protection civile sont en partie
fixées dans l'arrêté royal du 23 juin 1971, mais
actuellement aucune disposition réglementaire
fédérale ne précise les missions exactes des
services publics d'incendie (à l'exception de la
prévention et de la lutte contre l'incendie).

Dès que la loi sera votée, un arrêté répartira les
tâches réglementaires et légales entre les différents
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
9
worden uitgevaardigd tot verdeling tussen de
diverse diensten van de bij de wetten en
reglementen vastgestelde taken en zal duidelijk
worden welke al dan niet eventueel kunnen worden
aangerekend.
services et l'on saura celles qui peuvent être
payantes et celles qui ne le sont pas.
06.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Ik wacht het
wetsontwerp af en kom hier later eventueel op
terug. De preventieve functie van de brandweer is
belangrijker geworden en ligt ook gevoelig bij de
bevolking.
06.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): J'attendrai le
projet de loi pour revenir éventuellement sur ce
point. La fonction préventive des services
d'incendie a acquis une importance accrue et la
population s'en préoccupe.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
problematiek van de erkende huisarts" (nr. A429)
07 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre de l'Intérieur sur "la question du
médecin généraliste agréé" (n° A429)
07.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Naar
aanleiding van de politiehervorming werd beslist dat
alle politiemensen gratis een beroep kunnen doen
op een erkende huisarts. Ook de specialisten naar
wie deze huisarts doorverwijst, zijn gratis.



Veel huisartsen deden dan ook een aanvraag om
als erkend huisarts te mogen werken. Nog steeds
werden zij echter niet op de hoogte gebracht van
enige beslissing van de minister. Intussen ontstaat
een toestand van oneerlijke concurrentie.

Wanneer zal de minister beslissen over de
erkenning van de huisartsen? Op grond van welke
criteria?
07.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Dans le cadre
de la réforme des polices, il a été décidé de
permettre à tous les membres du personnel des
services de police de consulter gratuitement un
médecin généraliste agréé. Les consultations chez
tous les spécialistes à qui ce médecin adresse les
patients sont également gratuites.

De nombreux médecins généralistes ont introduit
une demande d'agrément mais n'ont toujours pas
été informés d'une quelconque décision du
ministre. Une situation de concurrence déloyale est
née entre temps.

Quand le ministre rendra-t-il une décision à propos
de l'agrément des médecins généralistes ? Sur
quels critères se fondera-t-il ?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Op 29
november 2002 werd in het Belgisch Staatsblad
een rondzendbrief (GPI28) en een nieuwe oproep
aan de kandidaten gepubliceerd.
Voortaan zal elke arts die om de erkenning
verzoekt die ook krijgen, behalve in de
overduidelijke gevallen waarin ze moet worden
geweigerd.
De aanvragen die nog in behandeling zijn blijven
geldig en er kunnen nog steeds nieuwe aanvragen
worden ingediend.
De erkenningscriteria worden opgesomd in de
rondzendbrief GPI28 en zijn werkelijk niet zo
bijzonder. Zij hebben te maken met de bijkomende
opleiding van de arts, met de manier waarop de
dossiers moeten worden beheerd, met de
tweetaligheid in de tweetalige zones en met de
beschikbaarheid van de arts.
Voor elke aanvraag zal een beslissing worden
genomen en wanneer de erkenning wordt
geweigerd, zullen de redenen daarvoor worden
07.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Une circulaire (GPI28), ainsi qu'un nouvel appel
aux candidats, ont été publiés au Moniteur belge du
29 novembre 2002.
Dorénavant, chaque médecin sollicitant l'agrément
le recevra, sauf pour les cas évidents dans lesquels
il doit être refusé.
Les demandes étant encore en cours de traitement
conservent leur validité et les nouvelles demandes
pourront continuer à être introduites.
Les critères d'agrément sont énumérés dans la
circulaire GPI28 et n'ont rien d'extravagant. Ils ont
trait en particulier à l'étendue du recyclage du
médecin, à la façon dont les dossiers doivent être
gérés, au bilinguisme dans les zones bilingues
ainsi qu'à la disponibilité du médecin.

Une décision sera prise pour chaque demande et
les motivations d'un éventuel refus seront
communiquées au médecin ayant sollicité
l'agrément.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
10
meegedeeld aan de arts die de aanvraag had
ingediend.
07.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Er komt dus
schot in de zaak. Wanneer worden de erkenningen
toegestaan voor de aanvragen die al zijn
ingediend?
07.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Je constate
donc que cette affaire progresse. Quand les
agréments concernant les demandes déjà
introduites seront-ils accordés ?
07.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Dat
zal zeer snel gebeuren.
07.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Cela va aller très vite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
statuut van de vrijwillige brandweerman"
(nr. A446)
08 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre de l'Intérieur sur "le statut des pompiers
volontaires" (n° A446)
08.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Op 20 maart
2002 drong ik bij de minister aan op een
verbetering van het statuut van de vrijwillige
brandweerman. De minister antwoordde dat het
ministerie van Binnenlandse Zaken bezig was aan
een studie over dat statuut en dat hij een wijziging
van het desbetreffende KB voorbereidde.
Ondertussen zijn we acht maanden verder. Zal de
minister nog tijdens deze regeerperiode werk
maken van een degelijk statuut voor de vrijwillige
brandweerman?
08.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Le 20 mars
2002, j'ai insisté auprès du ministre pour que l'on
améliore le statut des pompiers volontaires. Le
ministre a répondu que le ministère de l'Intérieur
menait une étude à ce sujet et qu'il préparait une
modification de l'arrêté royal. Huit mois se sont
écoulés depuis lors. Le ministre s'attachera-t-il à
élaborer, durant cette législature encore, un
véritable statut pour les pompiers volontaires ?
08.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Er werd inderdaad opdracht gegeven het statuut
van de vrijwillige brandweerlui aan te passen,
omdat het huidige statuut in het KB van 6 mei 1971
voor verbetering vatbaar is. De wijzigingen zullen
betrekking hebben op de aanwervingvoorwaarden,
het tuchtreglement voor de vrijwilligers, de regeling
bij arbeidsongevallen en de levens- en
overlijdensverzekeringen. De teksten zijn klaar. Ze
worden begin januari besproken met de
brandweerfederaties. Ik ben van plan dit voor het
einde van deze regeerperiode af te werken.


Een en ander liet lang op zich wachten omdat ik
eerst de conclusies van de werkgroep wilde lezen.
Sommige conclusies impliceerden een radicale
hervorming van de brandweerdiensten en een
restrictie van de gemeentelijke autonomie.
Dergelijke hervorming was moeilijk binnen een kort
tijdsbestek te realiseren. Daarom heb ik geopteerd
voor minder structurele wijzigingen.
08.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Il a, en effet, été demandé d'adapter
le statut des pompiers volontaires, le statut actuel
contenu dans l'arrêté royal du 6 mai 1971 s'étant
avéré perfectible. Les modifications porteront
notamment sur les conditions de recrutement, sur
le règlement disciplinaire pour les volontaires, sur le
règlement en matière d'accidents de travail et sur
les assurances vie et les assurances décès. Les
textes sont prêts et feront l'objet de discussions
avec les fédérations de pompiers au début du mois
de janvier. J'entends mener ce dossier à son terme
avant la fin de la législature.

L'attente a été aussi longue parce que je tenais à
connaître d'abord les conclusions du groupe de
travail. Certaines de ces conclusions impliquaient
une réforme radicale des services d'incendie et une
restriction de l'autonomie communale. Or, pareille
réforme pouvait difficilement être mise en oeuvre
dans un délai aussi court. C'est la raison pour
laquelle j'ai opté pour des modifications moins
structurelles.
08.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): In januari komt
er dus enige beweging in dit dossier. Wij hopen dat
het nieuwe KB vlug van kracht wordt.
08.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Le dossier
devrait donc commencer à prendre tournure en
janvier. Nous espérons que le nouvel arrêté royal
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
11
entrera rapidement en vigueur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
koninklijk besluit van 14
december
2000 met
betrekking tot de arbeidstijd" (nr. A447)
09 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre de l'Intérieur sur "l'arrêté royal du
14 décembre 2000 concernant le temps de
travail" (n° A447)
09.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): Het KB van 14
december 2000 kan gevolgen hebben voor de
brandweerlui. Het gaat meer bepaald over de 38-
urige werkweek. Voor de politiediensten werd
hierop een uitzondering gemaakt, voor de
brandweerlui niet. Indien een brandweerman nog
voor een andere werkgever werkt, is het dus
mogelijk dat hij onwettelijk handelt.



Moet de uitzondering die voor de politie werd
gemaakt niet worden uitgebreid tot de
brandweerlui? Is het KB van 14 december 2000
van toepassing op de vrijwillige en de professionele
brandweer? Zijn er vrijstellingen en zo ja, voor wie?
09.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): L'arrêté royal
du 14 décembre 2000 pourrait avoir des
conséquences pour les membres du personnel des
services d'incendie. Il s'agit plus précisément de la
semaine de travail de 38 heures. Une dérogation a
été prévue dans ce cadre pour les services de
police, ce qui n'a pas été le cas pour les services
d'incendie. Si un pompier travaille encore pour un
autre employeur, il se pourrait qu'il contrevienne à
la loi.

La dérogation prévue pour les services de police ne
devrait-elle pas être étendue aux pompiers ?
L'arrêté royal du 14 décembre 2000 s'applique-t-il
aux pompiers volontaires et professionnels ? Des
dispenses existent-elles ? Dans l'affirmative, qui
peut en bénéficier ?
09.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Bij
toepassing van artikel 3 van de wet die bepaalde
aspecten van de werktijdregeling in de openbare
sector bepaalt, kunnen wij bevestigen dat het
personeel van de brandweerdiensten onder het
toepassingsgebied van de desbetreffende wet valt.
Er kan ook naar artikel 4 van de voornoemde wet
worden verwezen. Bijgevolg geldt er dus geen
enkele uitzondering voor het (operationeel)
personeel van de brandweerdiensten. In principe
bepaalt artikel 4 van de genoemde wet dat het
toepassingsgebied alle werknemers uit de
openbare sector evenals hun werkgevers omvat.
Toch werd voorzien in enkele uitzonderingen, zoals
bij voorbeeld voor de contractuele werknemers die
voor werk in het buitenland werden aangeworven.
Voornoemde wet bevat vrijstellingen voor de
werknemers die een leidinggevende functie
uitoefenen of die over een autonome
beslissingsbevoegdheid beschikken. Artikel 5, §2
voorziet bijvoorbeeld in een eventuele afwijking van
het principe volgens hetwelk de werknemers
binnen elke periode van vierentwintig uur tussen
het einde en het begin van de prestaties, recht
hebben op een ononderbroken rustperiode van elf
uur. Tevens bepaalt artikel 7 dat een afwijking van
het verbod op zondagwerk kan worden toegestaan.
Ook artikel 11 voorziet in een soortgelijke afwijking
(afwijking van het verbod op nachtwerk). In verband
met de vrijstellingen wordt geen enkele graad
09.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Suite à l'application de l'article 3 de la loi
déterminant certains aspects de l'organisation du
temps de travail dans le secteur public, on peut
affirmer que le personnel des services d'incendie
relève du champ d'application de la loi en question.
Il peut également être fait référence à l'article 4 de
la loi précitée. Dès lors, aucune exception n'est
prévue pour le personnel (opérationnel) des
services d'incendie. En principe, l'article 4 de ladite
loi dispose que le champ d'application s'étend à
tous les travailleurs employés dans le secteur
public ainsi qu'à leurs employeurs. Quelques
exceptions sont néanmoins prévues comme par
exemple pour les travailleurs contractuels engagés
pour les besoins à l'étranger.
Ladite loi prévoit des dispenses pour les travailleurs
exerçant une fonction dirigeante ou disposant d'un
pouvoir de décision autonome. L'article 5, §2
prévoit par exemple une éventuelle dérogation au
principe selon lequel les travailleurs ont droit à au
moins onze heures de repos consécutives, dans
chaque période de vingt-quatre heures entre la fin
et le début du travail. En outre, l'article 7 prévoit
qu'une dérogation est également possible au
principe d'interdiction de travailler les dimanches.
Une semblable dérogation est aussi prévue à
l'article 11 (dérogation à l'interdiction du travail de
nuit). Aucun grade spécifique n'est mentionné par
rapport aux dispenses.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
12
vermeld.
Ik heb minister Van den Bossche op 11 juni 2002
een brief gestuurd om te vragen of de wet ook geldt
voor de vrijwilligers. Ik wacht op zijn antwoord.
Zodra ik dat antwoord ontvangen heb, zal ik de
nodige maatregelen treffen.
Le 11 juin 2002, j'ai adressé un courrier au ministre
Van den Bossche afin de savoir si la loi est
applicable aux volontaires. J'attends sa réponse.
Sitôt que sa réponse me parviendra, je ne
manquerai pas de prendre les mesures
nécessaires.
09.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Er is zo snel
mogelijk duidelijkheid nodig. Ook ik zal bij minister
Van den Bossche aandringen op verduidelijking.
09.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Il faut clarifier
la situation le plus rapidement possible. J'insisterai
également auprès du ministre Van den Bossche
pour qu'il fournisse des précisions.
09.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Wij
hebben gisteren de laatste hand gelegd aan het
akkoord met de vakbonden voor wat de
eindejaarspremie betreft.
09.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Nous avons finalisé hier l'accord avec les syndicats
quant à la prime de fin d'année.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
vakantiegeld van de brandweer" (nr. A448)
10 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre de l'Intérieur sur "le pécule de vacances
du personnel des services d'incendie" (n° A448)
10.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): In het voorjaar
ondervroeg ik de minister over de regeling voor het
vakantiegeld van de brandweerlui. Hij antwoordde
dat hij een definitieve regeling zou uitwerken. Toen
die belofte in oktober niet was ingevuld, leidde dat
tot vakbondsacties.


Wanneer komt er een regeling inzake vakantiegeld
en inzake eindejaarspremie? Een aantal
gemeenten weigert bij gebrek aan wettelijke
regeling de hogere eindejaarspremie van het
gemeentepersoneel ook aan de brandweer uit te
betalen. Welke initiatieven zal de minister nemen?
10.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): J'avais déjà
interrogé le ministre au printemps sur le régime du
pécule de vacances des pompiers. Il avait exprimé
son intention d'arrêter une réglementation
définitive. Comme il n'avait toujours pas respecté
ses engagements au mois d'octobre, des actions
syndicales ont été menées.

A quand une réglementation relative au pécule de
vacances et à la prime de fin d'année? Faute de
réglementation légale, certaines communes
refusent d'accorder aux pompiers la prime de fin
d'année majorée qui est octroyée au personnel
communal. Quelles initiatives le ministre compte-t-il
prendre ?
10.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De Koning is bevoegd voor het vaststellen van de
algemene regels van de organisatie van de
openbare brandweerdiensten. Artikel 9, § 1 van de
wet van 31 december 1963 schrijft voor dat de
Koning de algemene bepalingen vastlegt binnen de
perken waarvan de weddenschalen, de toelagen en
de vergoedingen worden vastgesteld voor het
personeel van de openbare brandweerdiensten
door de gemeenten en de
brandweerintercommunale van Luik.

Wat de eindejaarspremie betreft werd een ontwerp-
KB met de minimum- en maximumbedragen
opgesteld. Het werd gisteren aan de vakbonden en
de betrokken instanties voorgelegd. Wat het
vakantiegeld betreft bereiden mijn diensten de
nodige maatregelen voor opdat de brandweer
10.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Le Roi est compétent pour définir les
règles d'organisation générale des services publics
d'incendie. L'article 9, § 1
er
, de la loi du 31
décembre 1963 prévoit que le Roi arrête les
dispositions générales dans les limites desquelles
les communes et l'Intercommunale d'incendie de
Liège fixent les échelles barémiques, les allocations
et les indemnités des membres des services
publics d'incendie.


En ce qui concerne la prime de fin d'année, nous
avons élaboré un projet d'arrêté royal fixant les
montants minimums et maximums. Ce projet a été
soumis hier aux syndicats et aux instances
concernées. En ce qui concerne le pécule de
vacances, mes services préparent actuellement les
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
13
aanspraak kan maken op gelijkaardig vakantiegeld
als het gemeentepersoneel.
mesures qui permettront d'octroyer au personnel
des services d'incendie bénéficiera pécule
similaire à celui octroyé au personnel communal.
10.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Wij hopen op
een snelle definitieve regeling.
10.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Nous espérons
un règlement rapide et définitif.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
zonevorming" (nr. A449)
11 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre de l'Intérieur sur "la constitution des
zones" (n° A449)
11.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): De volgende
stap in de zonevorming is de toekenning van de
rechtspersoonlijkheid aan de zones. Op 20 maart
2002 zei de minister daar voorstander van te zijn,
maar dat het principe nog niet door de regering was
goedgekeurd.

Wat is ondertussen de stand van zaken?
11.01 Peter Vanvelthoven (SP.A): La prochaine
étape dans le processus de constitution des zones
est l'octroi de la personnalité morale. Le 20 mars
2002, le ministre s'est prononcé en faveur d'une
telle évolution, tout en précisant que le
gouvernement n'en avait pas encore adopté le
principe.

Entre-temps, où en est le dossier?
11.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het wetsontwerp tot het verlenen van de
rechtspersoonlijkheid aan de zones werd niet
goedgekeurd door de regering. Die toekenning
impliceert een grote autonomie en
aansprakelijkheid en zou voor gevolg kunnen
hebben dat de zone bevoegdheden kon overnemen
van de gemeenten die over een brandweerdienst
beschikken, met alle financiële gevolgen van dien.
Daarom achtte de regering het wenselijk deze
belangrijke hervorming niet meer in deze
regeerperiode te starten.

Ik blijf er echter van overtuigd dat de toekenning
van de rechtspersoonlijkheid aan de zones een
onontbeerlijke fase in de hervorming van de civiele
bescherming betekent.
11.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Le gouvernement n'a pas approuvé le
projet de loi octroyant la personnalité juridique aux
zones. Cet octroi implique une large autonomie et
une grande responsabilité et pourrait avoir pour
conséquence que la zone se voie octroyer des
compétences appartenant aux communes qui
disposent d'un service d'incendie, avec tout ce que
cela implique sur le plan financier.
C'est pourquoi le gouvernement a estimé ne plus
pouvoir entamer cette importante réforme sous
cette législature.

Je reste toutefois convaincu que l'octroi de la
personnalité juridique aux zones constitue une
phase essentielle de la réforme de la protection
civile.
(Frans) Ik blijf ervan overtuigd dat we de zones
rechtspersoonlijkheid moeten toekennen. U zal de
andere leden van de regering daarvan moeten
overtuigen tegen de volgende regeerperiode.
(En français) Je persiste à croire qu'il faut les doter
de la personnalité juridique. Vous devez contribuer
à la conviction de tous les autres membres du
gouvernement pour la prochaine législature.
11.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Het kan
misschien bij de volgende
regeringsonderhandelingen aan bod komen, als we
daarop tenminste uitgenodigd worden.
11.03 Peter Vanvelthoven (SP.A): Nous pourrons
peut-être aborder ce point lors des prochaines
négociations gouvernementales, si toutefois nous y
sommes conviés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
politie-optreden in de Universele Ambassade"
(nr. A466)
12 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Intérieur sur "l'intervention policière à
l'Ambassade universelle" (n° A466)
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
14
12.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Op 30
november heeft de federale politie een inval
gedaan in de Universele Ambassade en is daarbij
bijzonder hardhandig te werk gegaan : zo beukte zij
deuren in, dwong zij bepaalde personen op de
knieën te gaan zitten en richtte zij daarbij wapens
op hun hoofd, bracht zij merktekens aan met
viltstiften, enz.

Wie beslist over de aanpak van dergelijke
interventies?

De politie was blijkbaar op zoek naar een
geregulariseerd persoon die in een andere
gemeente is gedomicilieerd. Betreft het bijgevolg
een poging tot intimidatie of een gebrek aan
efficiëntie?

Hoe kan het dat documenten betreffende de
activiteiten van de betrokken vereniging, en
inzonderheid met betrekking tot een voor 15
december geplande mobilisatie, werden
meegenomen?
12.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Les moyens
utilisés par la police fédérale lors de son
intervention à l'Ambassade universelle le 30
novembre étaient particulièrement durs : portes
défoncées, personnes forcées à s'agenouiller,
armes pointées sur des têtes, marquage au crayon
feutre...

Comment et par qui les modalités de ces
interventions sont-elles décidées ?

La police semblait rechercher une personne
régularisée domiciliée dans une autre commune.
S'agit-il dès lors d'une tentative d'intimidation ou
d'inefficacité ?


Comment se fait-il que des documents relatifs à
l'activité de l'association, et en particulier à une
mobilisation prévue pour le 15 décembre, ont été
emportés ?
12.02 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Volgens de minister van Buitenlandse Zaken, die
bevoegd is voor het gebouw, werd dit op
onrechtmatige wijze bezet.

Zes politiemannen hebben zich naar het adres
begeven waar, volgens het rijksregister, een
persoon was ingeschreven die het voorwerp was
van een apostille in het kader van een zaak van
diefstal. Er is dan ook geen sprake van intimidatie
of inefficiëntie.

Nadat ze zonder resultaat aan de ­ open ­
garagepoort hadden gebeld en aangeklopt, zijn ze
om 7.30 uur langs die weg het gebouw
binnengegaan. Aangezien de drie
bovenverdiepingen niet verlicht waren, hebben zij
hun huiszoeking verricht met hun dienstpistool en
met een zaklantaarn in de hand. Toen ze op de
deuren van de gelijkvloerse verdieping klopten, zijn
er plots mensen opgedoken op de niet-verlichte
verdiepingen. Daarbij werd inderdaad het
dienstwapen gericht gedurende de tijd die nodig
was om de toestand in te schatten; dit gebeurde
vanop afstand en er werd niet gericht op het hoofd
van wie dan ook.

De mensen die plots te voorschijn kwamen uit de
kamers kregen handboeien om, en ook wie geen
geldig identiteitsbewijs kon voorleggen werd
geboeid. Er werd hen gevraagd te gaan zitten op
de benedenverdieping. Sommigen onder hen zijn
spontaan op de knieën gaan zitten, om enkele
12.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
D'après le ministre des Affaires étrangères,
compétent pour le bâtiment concerné, ce dernier
était occupé sans titre ni droit.

Six policiers se sont rendus à l'adresse où, d'après
le Registre national, était inscrite la personne
faisant l'objet d'une apostille dans le cadre d'une
affaire de vol. Ce n'est donc ni de l'intimidation ni
de l'inefficacité.


A 7 heures 30, après avoir, sans résultat, sonné et
frappé à la porte, ouverte, du garage, ils sont entrés
dans le bâtiment par ce dernier accès. Les trois
derniers étages n'étant pas éclairés, les policiers
ont mené leur perquisition en tenant leur pistolet de
service et une lampe torche. Comme ils frappaient
aux portes du rez-de-chaussée, des personnes
sont brusquement sorties des étages non éclairés.
L'arme de service a en effet été pointée le temps
d'évaluer la situation et à distance, et non sur la
tête de qui que ce soit.




Les personnes sorties précipitamment des
chambres ont été menottées, de même que celles
qui ne pouvaient présenter un document d'identité
valable. Il leur a été demandé de s'asseoir au rez-
de-chaussée. Certaines se sont spontanément
agenouillées quelques minutes, puis se sont
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 913
04/12/2002
15
minuten later gewoon te gaan zitten. Zij werden
tussen 9 en 10 uur overgebracht naar een
politiebureau.

Twee gezinnen met jonge kinderen, die geldige
documenten konden voorleggen, werden niet
verder lastig gevallen. De deur van een ongebruikt
lokaal, waar de politie geluid meende te horen,
werd ingebeukt.

Er werd met viltstift een nummer op de hand van de
mensen geschreven om later de persoonlijke
bezittingen, die in genummerde plastic zakken
werden verzameld, terug te kunnen bezorgen. Uit
een eerste evaluatie blijkt dat het geen goede
methode was. In de toekomst zal voor een
pragmatischer oplossing worden gekozen.

De andere inbeslagnames maken deel uit van het
gerechtelijk onderzoek. Tegen twee personen werd
een bevel tot medebrenging uitgevaardigd en ten
aanzien van twee anderen heeft de dienst
Vreemdelingenzaken administratieve maatregelen
genomen.
assises. Le transfert vers un bureau de police a eu
lieu entre 9 et 10 heures.


Deux familles avec enfants en bas âge, ayant pu
présenter des documents en ordre, n'ont plus été
inquiétées. La porte d'un local inoccupé où la police
avait cru entendre du bruit a été défoncée.


Un numéro a été inscrit au crayon feutre sur la
main des gens, afin qu'on puisse identifier à qui
appartenaient les effets personnels rassemblés
dans des sacs en plastique numérotés. Une
première évaluation a montré que cette pratique
était à proscrire. Une solution plus pragmatique
sera adoptée à l'avenir.

Toute autre saisie relève de l'instruction judiciaire.
Deux personnes ont fait l'objet d'un mandat
d'amener et deux autres de mesures
administratives prises par l'Office des Étrangers.
12.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Het
betrokken gebouw staat al een tiental jaar leeg.


Als het Rijksregister heeft meegedeeld dat op dat
adres een persoon verblijft die in een andere
gemeente gedomicilieerd is en daar
maatschappelijke bijstand geniet, moet een
onderzoek worden gevoerd.

Het feit dat die nieuwkomers de handboeien
worden aangedaan, dat zij op hun knieën moeten
blijven zitten, dat zij hun geneesmiddelen niet
mogen nemen en dat zij niet naar de wc mogen
gaan, heeft tot gevolg dat zij de politie beginnen te
wantrouwen. Ik hoop dat zij bij het Comité P klacht
zullen indienen.
12.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): L'immeuble
en question est abandonné depuis une dizaine
d'années.

Si le Registre national a renseigné à cette adresse
une personne domiciliée dans une autre commune
et y recevant l'aide sociale, il faut investiguer.



Le fait de menotter les personnes, de les forcer à
rester agenouillées, de les priver de leurs
médicaments et de les empêcher de se rendre aux
toilettes induit un rapport de méfiance à l'égard de
la police chez ces nouveaux arrivants. J'espère
qu'ils porteront plainte auprès du Comité P.
12.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik heb
nooit gezegd dat politiemannen zich steeds goed
gedragen maar ik hecht niet minder geloof aan hun
verklaringen dan aan die van personen die het
voorwerp van een bevel tot medebrenging zijn
geweest of die in een illegale situatie verkeren. Ik
heb de omstandigheden van de interventie
geschetst en volgens mij rechtvaardigen die het
defensief optreden van de politie.

Ik zou ook willen weten waarom mensen die in een
onwettelijke toestand verkeren, zich in dat gebouw
bevonden.
12.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je n'ai jamais dit que les policiers se comportaient
toujours bien, mais je ne les crois pas moins que
des personnes ayant fait l'objet d'un mandat
d'amener ou en situation illégale. J'ai rappelé les
circonstances de l'intervention, qui justifient à mes
yeux les attitudes de défense des policiers.



J'aimerais aussi savoir pourquoi des gens en
situation illégale se trouvaient dans cet immeuble.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
04/12/2002
CRABV 50
COM 913
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
12.05 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Als men bij
mij om 7 uur 's ochtends komt aanbellen, kom ik
ook plots naar buiten in het donker.

Waarom werden in het kader van een zaak van
diefstal documenten in beslag genomen die
verband houden met de activiteiten van de
vereniging ?
12.05 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Moi aussi,
quand on sonne chez moi à 7 heures du matin, je
sors précipitamment dans le noir.

Pourquoi, dans le cadre d'une affaire de vol, des
documents relatifs à l'activité associative ont-ils été
saisis ?
12.06 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Daarvoor verwijs ik u naar de minister van Justitie.
12.06 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je vous renvoie au ministre de la Justice.
Het incident is gesloten.

De openbare commissievergadering is gesloten om
15.30 uur.
L'incident est clos.

La réunion publique de commission est levée à
15 h 30.