CRABV 50 COM 888
CRABV 50 COM 888
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
20-11-2002 20-11-2002
14:04 uur
14:04 heures
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Charles Janssens aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het getuigschrift van
goed zedelijk gedrag" (nr. A320)
1
- M. Charles Janssens au ministre de l'Intérieur
sur "les certificats de bonne conduite, vie et
moeurs" (n° A320)
1
- de heer Paul Tant aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het onderzoek dat de
afgifte van het getuigschrift van goed zedelijk
gedrag voorafgaat voor personeelsleden die in het
onderwijs zijn tewerkgesteld" (nr. A343)
1
- M. Paul Tant au ministre de l'Intérieur sur
"l'enquête préalable à la délivrance du certificat de
bonne vie et moeurs pour les membres du
personnel travaillant dans l'enseignement"
(n° A343)
1
Sprekers: Charles Janssens, Paul Tant,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Charles Janssens, Paul Tant,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
aansprakelijkheid voor schade" (nr. A325)
4
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "la responsabilité en cas de
dommages" (n° A325)
4
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
winteruur" (nr. A326)
4
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "l'heure d'hiver" (n° A326)
4
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
gemeentelijke administratieve boetes" (nr. A327)
5
Question de M. Ludwig Vandenhove au ministre
de l'Intérieur sur "les amendes administratives
communales" (n° A327)
5
Sprekers: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Ludwig Vandenhove, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
6
Questions jointes de
6
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de oprichting van privé-
milities, met name in Antwerpen" (nr. A342)
6
- M. Richard Fournaux au ministre de l'Intérieur
sur "l'organisation de milices privées, notamment
à Anvers" (n° A342)
6
- de heer Marc Van Peel aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de oprichting van
patrouilles door de Arabisch-Europese Liga"
(nr. A355)
6
- M. Marc Van Peel au ministre de l'Intérieur sur
"l'organisation de patrouilles par la Ligue arabe
européenne" (n° A355)
6
Sprekers: Richard Fournaux, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Richard Fournaux, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
9
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de dreiging tot een
aanslag op de basis van Kleine Brogel en Glons"
(nr. A341)
9
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Intérieur
sur "la menace d'un attentat visant les bases de
Kleine Brogel et de Glons" (n° A341)
9
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de rampenplannen
voor de provincie Limburg" (nr. A359)
9
- M. Jo Vandeurzen au ministre de l'Intérieur sur
"les plans catastrophe de la province de
Limbourg" (n° A359)
9
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Frieda Brepoels, président du
groupe VU&ID, Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
12
Question de Mme Leen Laenens au ministre de
l'Intérieur sur "les demandes d'asile introduites par
12
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
ii
"asielaanvragen via Tsjetsjenië" (nr. A350)
des ressortissants tchétchènes" (n° A350)
Sprekers:
Leen Laenens, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
20
NOVEMBER
2002
14:04 uur
______
du
MERCREDI
20
NOVEMBRE
2002
14:04 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.04 uur door
de heer Tony Smets.
La séance est ouverte à 14.04 heures par M. Tony
Smets.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Charles Janssens aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het getuigschrift van
goed zedelijk gedrag" (nr. A320)
- de heer Paul Tant aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het onderzoek dat de
afgifte van het getuigschrift van goed zedelijk
gedrag voorafgaat voor personeelsleden die in
het onderwijs zijn tewerkgesteld" (nr. A343)
01 Questions jointes de
- M. Charles Janssens au ministre de l'Intérieur
sur "les certificats de bonne conduite, vie et
moeurs" (n° A320)
- M. Paul Tant au ministre de l'Intérieur sur
"l'enquête préalable à la délivrance du certificat
de bonne vie et moeurs pour les membres du
personnel travaillant dans l'enseignement"
(n° A343)
01.01 Charles Janssens (PS): Wie in de
jongerensector wil werken, moet een bewijs van
goed zedelijk gedrag kunnen voorleggen. Een
omzendbrief van 1 juli 2002 bepaalt dat de
korpschef of de politieofficier die hij heeft
afgevaardigd een met redenen omkleed advies
moet uitbrengen over de persoonlijkheid van de
aanvrager, maar de omzendbrief verduidelijkt niet
of de agent wel degelijk de graad van politieofficier
moet hebben of alleen maar die hoedanigheid,
noch of het advies ook de strafbare feiten die in de
politiedossiers voorkomen mag vermelden, noch of
de wijkagent dit moet onderzoeken.
Als burgemeester moet ik op dit moment een bewijs
afgeven op grond van een advies luidens hetwelk
de betrokken persoon wel een blanco strafblad
heeft, maar ervan wordt verdacht drugs te
verkopen. De politie raadt mij aan het goed zedelijk
gedrag van die persoon niet te bevestigen, terwijl ik
over geen enkel concreet element beschik om
daartoe te besluiten.
01.01 Charles Janssens (PS): La délivrance d'un
certificat de bonne conduite, vie et moeurs est
obligatoire pour l'exercice d'une activité
professionnelle dans le domaine de la jeunesse.
Une circulaire du 1
er
juillet 2002 stipule que le chef
de corps ou l'officier de police qu'il délègue doit
émettre un avis motivé concernant la personnalité
du demandeur mais elle ne précise pas si l'agent
doit être revêtu du grade d'officier de police ou
simplement de cette qualité, ni si cet avis peut
reprendre des faits délictueux qui apparaissent
dans les fichiers de la police, ni si une enquête via
l'agent de quartier doit être réalisée.
Je me trouve actuellement en situation, en tant que
bourgmestre, d'émettre un certificat sur la base
d'un avis qui stipule que la personne concernée est
titulaire d'un casier judiciaire vierge mais qu'elle est
suspectée de s'adonner à la vente de haschish. La
police me conseille de ne pas certifier les bonnes
moeurs de cette personne, alors que je ne dispose
d'aucun élément concret allant en ce sens.
01.02 Paul Tant (CD&V): Ik verwijs naar dezelfde
bronnen als de heer Janssens, namelijk het
01.02 Paul Tant (CD&V): Je renvoie aux mêmes
sources que M. Janssens, à savoir le Moniteur
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
2
Belgisch Staatsblad van 6 juli 2002 en de
rondzendbrief van 6 juni 1962. In de rondzendbrief
worden de twee modellen van getuigschriften
toegelicht. Voor de afgifte van het getuigschrift voor
personeelsleden die in het onderwijs tewerkgesteld
zijn, moet de korpschef een gemotiveerd advies
uitbrengen. Het advies wordt niet in het
getuigschrift opgenomen, maar de burgemeester of
de aangewezen gemeenteambtenaar kan er wel
opmerkingen in plaatsen. Deze opmerkingen
kunnen niet alleen op dit advies gebaseerd zijn,
maar ook uit de eigen beoordeling voortvloeien.
belge du 6 juillet 2002 et la circulaire du 6 juin
1962. Les deux modèles de certificats sont
commentés dans la circulaire. Dans le cas de la
délivrance du certificat aux membres du personnel
travaillant dans l'enseignement, le chef de corps
doit rendre un avis motivé. L'avis n'est pas
mentionné sur le certificat mais le bourgmestre ou
l'employé communal désigné peut y apposer des
observations. Ces observations peuvent non
seulement se fonder sur cet avis, mais aussi
découler de l'appréciation personnelle.
In sommige gemeenten voert de lokale politie een
klein buurtonderzoek uit alvorens een advies te
formuleren. Ik vrees dat dit aanleiding kan geven tot
roddels en vraag me af of buren wel de meest
betrouwbare gegevens kunnen meedelen over het
gedrag van de aanvrager.
Hoe staat de minister tegenover de risico's die door
de heer Janssens en mezelf zijn naar voren
gebracht?
Dans certaines communes, la police locale mène
une petite enquête de voisinage avant d'émettre un
avis. Je crains que cette méthode n'induise des
commérages et je me demande si les voisins sont
bien à même de fournir les informations les plus
fiables au sujet du comportement du demandeur ou
de la demandeuse.
Quelle attitude le ministre adopte-t-il à l'égard des
risques que M. Janssens et moi-même avons
évoqués ?
01.03 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het is
de korpschef of de officier die hij aanwijst die het
advies verstrekt. Er is niets dat de nominatieve
aanwijzing van iemand van het middenkader met
de hoedanigheid van officier van gerechtelijke
politie in de weg staat. De korpschef kan wel een
aantal voorwaarden en beperkingen verbinden aan
die opdracht.
De burgemeester en de korpschef moeten samen
beslissen over inhoud en vorm van het advies. In
sommige gevallen geeft alleen het strafregister een
onjuist beeld van de betrokken persoon. Volgens
de rondzendbrief van 12 juli kan het advies ook
opmerkingen bevatten over het gedrag van de
betrokkene. Meestal beperkt de politie er zich toe te
vermelden dat de opsomming van de
veroordelingen of het ontbreken ervan volstaat. In
andere gevallen beschikt de politie over gegevens
die aantonen dat het strafregister de persoon in een
mooier of een minder mooi daglicht stelt dan hij
verdient. De politie mag in dat advies alle informatie
verwerken waarover zij beschikt, ook de gegevens
van de wijkagent.
Die bronnen moeten echter kritisch worden
benaderd. Indien nodig kan men op zoek gaan naar
nieuwe elementen, maar dat mag zeker niet de
regel zijn en het moet zo onopvallend mogelijk
gebeuren.
01.03 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
L'avis est délivré par le chef de corps ou par
l'officier qu'il désigne. Rien n'exclut la désignation
nominative d'un membre du cadre moyen revêtu de
la qualité d'officier de police judiciaire. Le chef de
corps peut subordonner cette délégation à
certaines conditions ou limitations.
Il appartient au bourgmestre et au chef de corps de
convenir du contenu et de la forme de l'avis. Dans
certains cas, le seul état du casier judiciaire de la
personne concernée donne une image incorrecte
de celle-ci. La circulaire du 12 juillet prévoit que cet
avis peut comprendre des observations sur la
conduite de l'intéressé. Dans la majorité des cas, la
police se bornera à indiquer que l'énumération des
condamnations ou leur défaut suffit. Dans certains
cas, la police peut disposer d'informations dont il
ressort que le comportement de l'intéressé est plus
ou moins flatteur que ce que son casier judiciaire
laisse penser. La police peut alimenter cet avis à
l'aide de l'ensemble des sources d'information dont
elle dispose, en ce compris les connaissances
acquises par l'agent de quartier.
Ces sources doivent faire l'objet d'une approche
critique. Des éléments nouveaux peuvent être
recherchés si nécessaire mais une telle pratique ne
doit pas devenir un automatisme et doit être
exercée dans la plus grande discrétion.
Er was al in het advies van de korpschef voorzien
voor mijn rondzendbrief van juli 2002. Die circulaire
L'avis du chef de corps était déjà prévu avant ma
circulaire de juillet 2002. Cette dernière l'a rendu
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
3
maakte dat advies facultatief, tenzij voor iemand die
in contact komt met minderjarigen.
Het met redenen omkleed advies komt niet op het
getuigschrift en er is dus geen sprake van een
schending van de persoonlijke levenssfeer van de
burger.
Een getuigschrift van goed zedelijk gedrag is niet
hetzelfde als een uittreksel uit het strafregister. Het
is niet omdat men geen veroordelingen heeft
opgelopen dat het getuigschrift wordt uitgereikt en
omgekeerd is het mogelijk dat bepaalde
veroordelingen de uitreiking van het getuigschrift
niet in de weg staan.
De lokale politie gaat alleen over tot een
buurtonderzoek wanneer ze weet heeft van
bepaalde feiten.
facultatif pour toute autre matière que les activités
en contact avec des mineurs.
L'avis motivé n'est pas mentionné par le certificat et
donc, il n'y a pas, en l'occurrence, violation de la
vie privée du citoyen.
Les certificats de bonne vie et moeurs ne doivent
pas être confondus avec de simples extraits du
casier judiciaire. L'absence de condamnation
n'entraîne pas automatiquement la délivrance du
certificat et, a contrario, la présence de
condamnations peut ne pas être un obstacle à la
délivrance d'un certificat.
La police locale ne procède à une enquête de
quartier que si elle dispose d'informations relatives
à certains faits.
01.04 Charles Janssens (PS): Daar sta ik van te
kijken, dit betekent namelijk dat het kan gebeuren
dat wij een negatief getuigschrift moeten afgeven
op grond van gegevens waarover geen
gerechtelijke uitspraak werd gedaan en die dus
betwistbaar zijn. Ik vraag me dan ook af of de
persoon die een negatief getuigschrift krijgt een
vordering in rechte kan instellen om desondanks
een getuigschrift van goed zedelijk gedrag te
verkrijgen.
01.04 Charles Janssens (PS): Je reste perplexe,
sachant que nous pouvons être amenés à produire
un certificat négatif sur base d'éléments n'ayant
pas fait l'objet d'un jugement et qui pourront encore
être contestés. Je me pose donc la question des
possibilités, pour une personne se voyant décerner
un certificat négatif, d'intenter une action en justice
pour obtenir malgré tout un certificat de bonne vie
et moeurs.
01.05 Paul Tant (CD&V): Ik blijf me zorgen
maken. Het risico van geroddel blijft bestaan en de
deontologische regels waar de officieren zich aan
dienen te houden, waarborgen niets. Iemand die
door een rechter wordt vrijgesproken, riskeert door
roddels alsnog naast het getuigschrift te grijpen.
Beseft de minister dat dit de deur openzet voor
politieke afrekeningen? Zou de minister de
waarborgen die hij hier en nu geeft, niet in de
circulaire zetten? Op grond van welke criteria wordt
de beslissing genomen?
Het wordt mogelijk allerlei beweringen via deze weg
officieel te maken. Dat ruikt naar een politiestaat en
ik kan de minister er niet genoeg voor
waarschuwen.
01.05 Paul Tant (CD&V): Mon inquiétude n'est
pas dissipée. Le risque de ragots persiste et les
règles déontologiques que les officiers doivent
respecter n'offrent aucune garantie. Même si une
personne est acquittée par un juge, elle risque de
ne pas obtenir le certificat si de telles rumeurs
circulent à son sujet.
Le ministre se rend-il compte que cette décision
ouvre la porte aux règlements de compte politiques
? Ne pourrait-il pas inscrire les garanties qu'il vient
d'évoquer dans la circulaire ? Sur la base de quels
critères la décision a-t-elle été prise ?
Les affirmations les plus diverses pourront être
officialisées par ce canal. Tout cela fait craindre
l'Etat policier et je ne saurais trop mettre en garde
le ministre.
01.06 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het
bewijs van goed zedelijk gedrag mag niet met een
eenvoudig uittreksel uit het strafregister worden
verward. Het laat ruimte voor een beoordeling. En
in wie anders dan de burgemeester moeten we nog
vertrouwen hebben? Ik zou willen dat men ophoudt
ze voortdurend te verdenken. De burgemeester
01.06 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Le certificat ne doit pas être confondu avec de
simples extraits du casier judiciaire. Il y a une
marge d'appréciation. Et à qui faire confiance,
sinon au bourgmestre ? Je voudrais que l'on cesse
de les suspecter de manière permanente. Le
bourgmestre doit, bien entendu, assumer sa
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
4
moet natuurlijk zijn verantwoordelijkheid op zich
nemen. Geruchten alleen volstaan niet. Maar
bepaalde feiten moeten wel ter kennis van de
eventuele werkgever worden gebracht.
Het is waar dat de omzendbrief van juli 2002 verder
zou moeten worden uitgewerkt en daar zal ik dan
ook zo snel mogelijk werk van maken.
responsabilité : des rumeurs ne suffisent pas. Mais
certains faits doivent être portés à la connaissance
de l'employeur éventuel.
Il est vrai que la circulaire de juillet 2002 mériterait
d'être précisée, ce à quoi je m'emploierai
incessamment.
01.07 Paul Tant (CD&V): Het blijft delicaat. Hoe zal
het onderscheid worden gemaakt tussen geruchten
en feiten? Louter vertrouwen op het oordeel van
een burgemeester of ambtenaar is te gevaarlijk.
01.07 Paul Tant (CD&V): Le problème reste
délicat. Comment distinguera-t-on les rumeurs des
faits avérés? Il est trop dangereux de se fier au seul
jugement d'un bourgmestre ou d'un fonctionnaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
aansprakelijkheid voor schade" (nr. A325)
02 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "la responsabilité en
cas de dommages" (n° A325)
02.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): De
bestuurlijke politie kan de lokale politie om
versterking vragen. De ministeriële richtlijn van 3
april 2002 bepaalt dat de politiezone die de steun
ontvangt, eventuele schade aan goederen of
personen van de helpende politiezone moet
vergoeden. Op welke manier kan een politiezone
zich hiertegen verzekeren? Is het mogelijk dat de
verzekeringspremie wordt betaald door de federale
overheid?
02.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): La police
administrative peut solliciter des renforts auprès de
la police locale. La directive ministérielle du 3 avril
2002 prévoit que la zone de police qui demande
l'appui prend en charge les dommages que
subiraient des biens ou des personnes de la zone
de police qui lui vient en aide. Comment une zone
de police peut-elle s'assurer contre ces dommages
éventuels? Est-il envisageable que l'autorité
fédérale prenne en charge la prime de l'assurance?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Een politiezone kan personen en goederen bij een
verzekeringsmaatschappij naar keuze verzekeren
tegen schade. In een tussenkomst van de federale
overheid in deze verzekeringskosten is op dit
ogenblik niet voorzien.
02.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Une zone de police peut assurer
personnes et biens auprès d'une compagnie
d'assurances de son choix. A l'heure qu'il est, il
n'est pas prévu d'intervention du pouvoir fédéral
dans ces frais d'assurances.
02.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): De minister
sluit dus niet uit dat de verzekeringspremie in
rekening kan worden gebracht.
02.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Le ministre
n'exclut donc pas que la prime d'assurances puisse
être portée en compte.
02.04 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Wanneer de federale politie optreedt als federale
steun, is ze vanzelfsprekend verzekerd. Dit is
duidelijk een met een zonale verantwoordelijkheid
verbonden last.
02.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Lorsque la police fédérale intervient en appui
fédéral, elle est bien sûr assurée et c'est clairement
une charge liée à une responsabilité zonale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
winteruur" (nr. A326)
03 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "l'heure d'hiver"
(n° A326)
03.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Studies in het
buitenland hebben aangetoond dat er een verband
bestaat tussen de invoering van het winteruur en
03.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): Des études
effectuées à l'étranger indiquent l'existence d'un
lien entre l'instauration de l'heure d'hiver et
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
5
onveiligheid op de weg. Het winteruur zou de kans
op ongevallen verhogen. Is dat al onderzocht?
Werd het aspect veiligheid behandeld in de
discussie die over het zomer- en winteruur op
Europees niveau werd gevoerd? Zo neen, is de
minister dan bereid het aan de orde te stellen?
l'insécurité sur les routes. L'heure d'hiver accroîtrait
les risques d'accident. A-t-on déjà examiné cette
question? L'aspect « sécurité » a-t-il été abordé au
moment où la question de l'heure d'été et d'hiver a
été discutée au niveau européen? Dans la
négative, le ministre est-il disposé à l'évoquer?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De federale politie beschikt niet over cijfers over
deze problematiek. Het is zeker voorbarig om een
band te suggereren tussen de invoering van het
winteruur en eventuele onveiligheid of toegenomen
ongevallen op de weg.
03.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): La police fédérale ne dispose pas de
chiffres à ce propos. Il est tout à fait prématuré de
suggérer qu'il existe un lien entre le passage à
l'heure d'hiver et une éventuelle insécurité ou un
nombre accru d'accidents.
03.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Er zijn
buitenlandse studies die het verband wel degelijk
aantonen.
03.03 Ludwig Vandenhove (SP.A) : Des études
menées à l'étranger permettent toutefois d'établir
un tel lien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
gemeentelijke administratieve boetes" (nr. A327)
04 Question de M. Ludwig Vandenhove au
ministre de l'Intérieur sur "les amendes
administratives communales" (n° A327)
04.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): De wet van 13
mei 1999 moest het de gemeenten mogelijk maken
om zelf boetes op te leggen in de vorm van
administratieve sancties. De wet staat die
administratieve sancties enkel toe als er geen
strafrechterlijke maatregel is vastgelegd. Daardoor
geldt deze wet niet voor allerlei vormen van
overlast.
De minister had laten weten dat hij deze wet zou
aanpassen om het toepassingsgebied te verruimen.
Op welke termijn zal dat gebeuren? Zal bij die
aanpassing rekening worden gehouden met de
suggesties uit het wetsvoorstel dat ik hierover heb
ingediend?
04.01 Ludwig Vandenhove (SP.A): La loi du 13
mai 1999 devait permettre aux communes
d'imposer elles-mêmes des amendes sous la forme
de sanctions administratives. La loi n'autorise de
telles sanctions administratives que si aucune
mesure pénale n'est fixée. De ce fait, cette loi ne
s'applique pas à toute une série de nuisances.
Le ministre avait fait savoir qu'il adapterait cette loi
pour en élargir le champ d'application. Quand cette
adaptation aura-t-elle lieu? Lors de cette
adaptation, sera-t-il tenu compte des suggestions
figurant dans la proposition de loi que j'ai déposée
à ce sujet?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De regering heeft gisterenavond een akkoord
bereikt over vier types maatregelen die het de
gemeenten makkelijker moeten maken om
onwellevend gedrag te bestraffen. In de eerste
plaats worden de bevoegdheden van de
hulpagenten beter afgebakend zodat ze efficiënter
kunnen werken. Ten tweede zullen
bewakingsagenten verslagen over inbreuken
kunnen opstellen. In de derde plaats krijgen de
stadswachten een contractueel statuut en zullen
ook zij inbreuken kunnen melden met een verslag.
Tot slot moet een aanpassing van de gemeentewet
het mogelijk maken om bepaald gedrag
daadwerkelijk te laten bestraffen door de
gemeenten.
04.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Hier soir, le gouvernement est
parvenu à un accord sur quatre types de mesures
qui devraient faciliter la tâche des communes
lorsqu'il s'agit de sanctionner les comportements
inconvenants. En premier lieu, les compétences
des agents auxiliaires seront mieux définies, de
sorte qu'ils puissent travailler plus efficacement.
Deuxièmement, les agents de gardiennage
pourront rédiger des rapports sur des infractions.
Troisièmement, les assistants de prévention et de
sécurité bénéficieront d'un statut contractuel et eux
aussi pourront rapporter des infractions. Enfin, une
adaptation de la loi communale doit permettre aux
communes de sanctionner effectivement certains
comportements.
04.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Het vierde 04.03 Ludwig Vandenhove (SP.A): Le quatrième
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
6
element van het akkoord lost de problemen op. Dat
is een goede zaak.
élément de l'accord résout les problèmes. Voilà qui
est positif.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de oprichting van
privé-milities, met name in Antwerpen" (nr. A342)
- de heer Marc Van Peel aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de oprichting van
patrouilles door de Arabisch-Europese Liga"
(nr. A355)
05 Questions jointes de
- M. Richard Fournaux au ministre de l'Intérieur
sur "l'organisation de milices privées,
notamment à Anvers" (n° A342)
- M. Marc Van Peel au ministre de l'Intérieur sur
"l'organisation de patrouilles par la Ligue arabe
européenne" (n° A355)
05.01 Richard Fournaux (cdH): Ik wilde de vraag
vandaag opnieuw stellen omdat er de jongste week
een aantal nieuwe ontwikkelingen hebben
plaatsgevonden. U heeft terzake uitleg gegeven in
de commissie, de gemeente Antwerpen heeft
gereageerd, de minister heeft een antwoord
gegeven in de media. Ik heb ook gehoord dat dat
"Antwerps idee" naar andere steden zou kunnen
overwaaien. Het nut van een mondelinge vraag
bestaat erin na te gaan hoe een of meer
parlementsleden en ook de bevolking kunnen
reageren. Ik vind dat wij op democratisch vlak alles
in het werk moeten stellen om binnen de kortste
keren een einde aan die praktijken te maken. De
vrees die een van de parlementsleden heeft geuit is
immers bewaarheid geworden. De personen die
aldus in Antwerpen patrouilleren, stellen zeer
duidelijk dat zij enkel een burgertaak uitvoeren die
erin bestaat de politie te controleren. Ik stel mij
vragen over het effect van dergelijke verklaringen
bij het grote publiek. Ik vind tevens dat men op die
manier het Vlaams Blok in de kaart speelt. Het is
onrustwekkend dat dergelijke groeperingen, die
zich voordoen als een burgerbeweging, uiteindelijk
soms geïnfiltreerd blijken te zijn door bepaalde
kringen die wij op democratische manier moeten
bestrijden.
Ik begrijp wel degelijk dat het uit het oogpunt van
de wet misschien moeilijk is om een middel te
vinden om dergelijke activiteiten te verbieden, maar
ik blijf ervan overtuigd dat wij samen naar
oplossingen moeten zoeken. Ik zie niet in waarom
wij niet snel wetten kunnen goedkeuren om
dergelijke fundamenteel antidemocratische
praktijken te verbieden.
Ik moet ook zeggen dat de reactie van de
Antwerpse burgemeester mij ten zeerste
verwondert.
Tot slot wil ik nog twee vragen stellen. Hoe kan het
dat men niet verwijst naar het comité P dat door de
Kamers wordt geïnstalleerd en gecontroleerd en
dat tot taak heeft de politiediensten te controleren?
05.01 Richard Fournaux (cdH):J'ai voulu reposer
la question aujourd'hui car, depuis une semaine, il y
a eu quelques développements. Vous vous êtes
expliqué en commission, la commune d'Anvers a
réagi, la ministre a répondu sur les ondes. J'ai
aussi entendu que cette «
idée anversoise
»
pourrait faire tache d'huile vers d'autres villes.
L'utilité d'une question orale est de voir comment
peuvent réagir un ou des parlementaires, ainsi que
la population. Pour ma part, je trouve que nous
devrions tout mettre en oeuvre sur le plan
démocratique pour mettre fin à cette situation dans
les plus brefs délais. En effet, la crainte qui avait
été émise par l'un des parlementaires s'est
concrétisée. Les personnes qui patrouillent ainsi à
Anvers précisent de manière très claire qu'ils
n'accomplissent qu'une tâche civique, qui consiste
à contrôler la police. Je m'interroge sur l'impact de
telles déclarations dans le grand public. Je pense
en outre que, pour faire un cadeau au Vlaams Blok,
on ne s'y prendrait pas autrement. Pour terminer, il
est inquiétant de constater que de tels groupes, qui
se présentent avec une étiquette civique, sont
finalement des gens parfois infiltrés par des milieux
que nous devons combattre au niveau
démocratique.
Je comprends bien qu'aux yeux de la loi il est peut-
être difficile de trouver un moyen légal d'empêcher
la poursuite d'une telle activité, mais je reste
convaincu que nous devons chercher des solutions
ensemble. Je ne vois pas pourquoi on ne pourrait
pas faire voter très rapidement des lois pour contrer
un tel système, fondamentalement anti-
démocratique.
Je dois aussi dire que la réaction de la bourgmestre
d'Anvers m'étonne au plus haut point.
Je voudrais clôturer en posant deux questions:
Comment se fait-il que l'on ne fasse pas référence
au comité P qui est installé et contrôlé par les
Chambres et dont le rôle est de contrôler les
polices?
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
7
Wat is de regering van plan met onze steun
concreet te doen om aan die machinaties een einde
te maken?
Qu'est-ce que le gouvernement compte faire
concrètement avec notre soutien pour mettre fin à
ces agissements?
05.02 Pieter De Crem (CD&V): Sinds dit weekend
stuurt de Arabisch-Europese Liga patrouilles op
pad om de werking van de Antwerpse politie te
controleren.
De controle op de politiediensten is echter een taak
voor de overheid waarvoor specifieke organen
bestaan. Hoe reageert de minister op dit initiatief
van de AEL?
De AEL heeft ook een uitbreiding van dit initiatief
naar andere Vlaamse steden aangekondigd. Moet
de minister hier geen einde aan maken?
Deze acties van het AEL zullen de spanningen
tussen de bevolkingsgroepen opdrijven. Welke
maatregelen zal de minister nemen?
Volgens de AEL zijn de acties geïnspireerd door
het racistische optreden van de politiediensten.
Hoeveel klachten inzake racisme behandelde het
Comité P vorig jaar en dit jaar?
De minister heeft eerder verklaard dat hij privé-
milities onmiddellijk zou aangeven bij het gerecht.
Zal hij dat nu dus doen? Het gaat hier immers
overduidelijk om een privé-militie die zich in de
plaats van de ordediensten stelt. Het gaat om
gestructureerde groepen met militaire
aanspreektitels en publieke acties. Heeft de
minister al maatregelen overwogen, hetzij via de
gouverneur, hetzij via de Antwerpse burgemeester?
De voorgangers van de minister zwaaiden al met
de wet op de privé-milities bij simpele buurtcomités
en burgerwachten, dus is er nu geen enkel excuus
om te talmen.
05.02 Pieter De Crem (CD&V): Depuis ce week-
end, la Ligue arabe européenne envoie des
patrouilles pour contrôler le fonctionnement de la
police anversoise.
Le contrôle des services de police incombe
cependant aux pouvoirs publics qui l'exercent par le
biais d'organes spécifiques. Comment le ministre
réagit-il à cette initiative de la LAE?
Par ailleurs, la LAE a annoncé son intention
d'étendre cette initiative à d'autres villes flamandes.
Le ministre ne doit-il pas mettre un terme à cette
situation?
Ces actions de la LAE ne vont-elles pas attiser les
tensions entre les franges de la population?
Quelles mesures le ministre entend-il prendre?
Selon la LAE, ces actions sont la conséquence
d'interventions racistes des services de police.
Combien de plaintes en matière de racisme le
comité P a-il traitées l'an dernier et cette année?
Le ministre a autrefois déclaré son intention de
dénoncer immédiatement les milices privées à la
justice. Va-t-il le faire en l'occurrence? En effet, on
est manifestement en présence ici d'une milice
privée qui se substitue aux services d'ordre. Il s'agit
de groupes structurés qui utilisent des titres
militaires et mènent des actions publiques. Le
ministre a-t-il déjà envisagé des mesures par
l'entremise du gouverneur ou de la bourgmestre
d'Anvers? Les prédécesseurs du ministre
n'hésitaient pas à brandir la loi sur les milices
privées pour de simples comités de quartier et des
gardes civiques. Il n'y a donc aucune excuse pour
tergiverser en l'espèce.
05.03 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De organisatie van burgerpatrouilles die
politietaken uitvoeren, is uiteraard verboden. Maar
iedere burger mag zijn mening hebben over de
manier waarop politiediensten hun taken uitvoeren
en mag dus eventuele fouten aanklagen bij de
politieoverheden en gerechtelijke overheden. Ook
het Comité P en de Algemene Inspectie van de
federale en de lokale politie zijn belast met de
controle op de politie-interventies.
05.03 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): Il est évidemment interdit d'organiser
des patrouilles civiles accomplissant des tâches
policières. Cela dit, chaque citoyen peut penser ce
qu'il veut de la manière dont les services de police
remplissent leurs missions et, le cas échéant,
dénoncer les fautes qu'ils commettent auprès des
autorités policières et judiciaires. Le Comité P et
l'Inspection générale des polices fédérale et locale
sont eux aussi chargés de contrôler les
interventions policières.
(Frans) Als burgers zich organiseren om
systematische controles uit te voeren, is er sprake
van een onwettige situatie die inderdaad tot
militievorming kan leiden. Dergelijke initiatieven zijn
provocerend en betwisten het gezag van de staat;
(En français) Si des personnes s'organisent pour
procéder à des contrôles systématiques, il s'agit
d'une situation en marge de la légalité et qui risque
de mener effectivement à la constitution d'une
milice. De telles initiatives constituent des actes de
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
8
voorts hebben ze de bedoeling de plaats van de
overheid in te nemen. Zij moeten dus worden
bestreden, want zij zaaien onterecht twijfel over de
correcte werking van de rechtsstaat en de
politiediensten. Bovendien gaan zij uit van een
radicale minderheid die de hele gemeenschap die
zij pretendeert te vertegenwoordigen, benadeelt.
Ik heb contact opgenomen met de minister van
Justitie die zijn positief injunctierecht heeft
aangewend om het parket van Antwerpen te
belasten met een gerechtelijk onderzoek tegen
deze patrouilles met het oog op de wet op de privé-
milities en rekening houdend met andere mogelijke
overtredingen. De regering onderzoekt ook welke
maatregelen kunnen worden genomen om te
voorkomen dat dergelijke initiatieven zich herhalen.
Betreffende klachten voor racistische feiten en
xenofobie gepleegd door de politie, heeft het comité
P in 2000 25 klachten, in 2001 52 en dit jaar reeds
68 klachten genoteerd. Deze cijfers zeggen echter
niets over de gegrondheid van de klacht. Minder
dan 10 % van de klachten blijkt echter ontvankelijk
te zijn zonder dat ze daarom ook gegrond zijn, wat
verwaarloosbaar is vergeleken met de 38.000
politieagenten die ons land telt.
Ik heb mij niet laten leiden door mijn gevoelens,
maar heb de wet nageleefd voor wat het werkelijke
doel van deze beweging betreft, die onze
rechtsstaat wil veranderen. Over de politieke
veroordeling bestaat geen twijfel.
provocation et de contestation de l'autorité de l'État
et s'accompagnent d'une volonté de se substituer à
lui. Elles doivent donc être combattues car elles
font peser un doute injustifié sur le fonctionnement
correct de l'État de droit et des services de police.
En outre, elles émanent d'un groupement
minoritaire et radical qui porte préjudice à
l'ensemble de cette communauté en prétendant la
représenter.
J'ai contacté le ministre de la Justice qui a fait
usage de son droit d'injonction positive pour
requérir du parquet d'Anvers qu'une information
judiciaire soit diligentée à l'égard de ces patrouilles
au regard de la loi sur les milices privées et compte
tenu d'autres infractions qui pourraient être
commises. Nous examinons aussi, avec le
gouvernement, les mesures qui pourraient être
prises pour empêcher la répétition de telles
initiatives. En matière de plaintes pour des faits de
racisme et de xénophobie lors d'interventions de la
police, 25 plaintes ont été enregistrées par le
comité "P"pour l'année 2000, 52 pour l'année 2001
et 68 pour l'année en cours. Ces chiffres ne
donnent cependant aucun renseignement quant au
bien fondé de la plainte. Il appert toutefois que
moins de 10% seulement des plaintes sont
recevables sans pour autant être fondées, ce qui
est dérisoire par rapport aux 38.000 policiers que
compte notre pays.
J'ai réagi sans état d'âme mais dans le respect de
la loi à l'égard de l'objectif véritable de ce groupe
qui est la modification de notre État de droit. La
condamnation politique est donc sans équivoque.
05.04 Richard Fournaux (cdH): Het zou goed zijn
indien de zienswijze van de minister en de
krachtdadige beslissing van de regering door de
hele politieke klasse zouden worden gedeeld en
gesteund.
05.04 Richard Fournaux (cdH): Il serait bon que
l'avis du ministre et la décision ferme du
gouvernement soient partagés par l'ensemble de la
classe politique.
05.05 Pieter De Crem (CD&V): Heeft de minister
de procureur-generaal van Antwerpen om een
onderzoek verzocht? Welke stappen heeft de
minister effectief ondernomen?
05.05 Pieter De Crem (CD&V): Le ministre a-t-il
demandé au procureur général d'Anvers de faire
procéder à une enquête ? Quelles démarches a-t-il
réellement entreprises ?
05.06 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
minister van Justitie heeft de procureur-generaal bij
het hof van beroep van Antwerpen een schrijven
gericht met de vraag een gerechtelijk onderzoek in
te stellen.
05.06 Antoine Duquesne, ministre(en français):
Le ministre de la justice a adressé un courrier au
Procureur général près de la Cour d'Appel d'Anvers
pour demander l'ouverture d'une enquête judiciaire.
05.07 Pieter De Crem (CD&V): Past de minister
de wet op de privé-milities toe? Zijn deze patrouilles
volgens de minister een privé-militie of niet? Wij
vinden in elk geval dat dit initiatief onder de wet
valt.
05.07 Pieter De Crem (CD&V): Le ministre
applique-t-il la loi sur les milices privées ? A son
estime, ces patrouilles peuvent-elles être
assimilées à une milice privée ? Nous considérons
en tout état de cause que cette initiative tombe
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
9
sous l'application de la loi.
05.08 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het
gerechtelijk onderzoek zal moeten uitwijzen of het
al dan niet om een privé-militie gaat. Ik ben van
oordeel dat dat soort optreden op het bestaan van
een militie wijst.
Het incident is gesloten.
05.08 Antoine Duquesne , ministre, (en français):
Ce sera à l'instruction judiciaire de déterminer s'il
s'agit d'une milice privée ou non. J'estime, pour ma
part, que ce sont des comportements qui relèvent
de la milice.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Frieda Brepoels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de dreiging tot een
aanslag op de basis van Kleine Brogel en Glons"
(nr. A341)
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de rampenplannen
voor de provincie Limburg" (nr. A359)
06 Questions jointes de
- Mme Frieda Brepoels au ministre de l'Intérieur
sur "la menace d'un attentat visant les bases de
Kleine Brogel et de Glons" (n° A341)
- M. Jo Vandeurzen au ministre de l'Intérieur sur
"les plans catastrophe de la province de
Limbourg" (n° A359)
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID) : De basis van
Kleine Brogel werd, nadat bleek dat de Tunesische
terrorist Trabelsi er wel degelijk een aanslag
beraamde, sedert 15 november in een eerste fase
van verhoogde paraatheid gebracht: de zogeheten
toestand-Bravo. De Hasseltse
brandweercommandant, ook verantwoordelijk voor
de dienst 100, geeft echter te kennen dat Limburg
niet is voorbereid op een eventuele terroristische
aanslag. Hij is niet op de hoogte van enig noodplan.
De brandweercommandant van Lommel heeft
kennis van een noodplan voor een gewone ramp
maar niet voor een nucleaire catastrofe. België is
niet klaar voor een eventueel rampscenario in
Kleine Brogel.
Bevestigt de minister de verhoogde paraatheid?
Wat moet hieronder worden verstaan? Bedoelt de
burgerlijke overheid daar iets anders mee dan de
militaire overheid? Hoe bereidt de regering zich
voor op een mogelijke terroristische aanslag?
Welke diensten zijn daar, naast het leger, bij
betrokken? Hoe worden de hulpdiensten
voorbereid op hun taak? Hoe gebeurt de
communicatie met de bevolking in het algemeen en
met Limburg in het bijzonder?
06.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Après qu'il s'est
avéré que le terroriste tunisien Trabelsi préparait
bien un attentat contre la base de Kleine Brogel,
celle-ci est entrée, dès le 15 novembre, dans une
première phase de vigilance accrue correspondant
au degré d'alerte « Bravo ». Le commandant des
pompiers de Hasselt, également responsable du
service 100, a toutefois indiqué que le Limbourg
n'était pas préparé à un éventuel attentat terroriste.
Il n'a connaissance d'aucun plan d'urgence. Le
commandant des pompiers de Lommel est informé
de l'existence d'un plan d'urgence pour les
catastrophes ordinaires, mais pas pour les
catastrophes nucléaires. La Belgique n'est pas
prête à faire face à un scénario catastrophe à
Kleine Brogel.
Le ministre confirme-t-il cet état d'alerte renforcée ?
Que faut-il en conclure ? Les autorités civiles
envisagent-elles en l'occurrence autre chose que
les autorités militaires ? Comment le gouvernement
se prépare-t-il à un éventuel attentat terroriste ?
Quels services, autres que l'armée, sont-ils
impliqués dans cette préparation ? Comment les
services de secours sont-ils préparés à l'exécution
de leur mission
? Comment se déroule la
communication à l'intention de la population en
général et des habitants du Limbourg en
particulier ?
06.02 Jo Vandeurzen (CD&V): Een aantal mensen
die verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de
hulpverlening in geval van een ramp verklaren dat
ze niet zijn voorbereid op een mogelijke
terroristische aanslag op de militaire basis van
Kleine Brogel. De bevolking heeft nochtans recht
op een goed voorbereide en gecoördineerde
hulpverlening bij zulke aanslagen.
06.02 Jo Vandeurzen (CD&V): Certains
responsables de la coordination des secours en
cas de catastrophe affirment ne pas être préparés
pour faire face à un attentat terroriste qui viserait la
base militaire de Kleine Brogel. Or, dans
l'hypothèse d'un tel attentat, nos concitoyens ont
droit à des secours dûment préparés et
coordonnés.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
10
Kan de minister een overzicht geven van de
rampenplannen die in werking treden bij een
terroristische aanslag of andere ramp op de basis
van Kleine Brogel?
Welke niet-militaire overheden worden daarbij
ingeschakeld? Op welke brandweerkorpsen en
korpsen van de civiele bescherming wordt een
beroep gedaan? Zijn zij op de hoogte van de aard
en omvang van de wapens die op de basis zijn
opgeslagen? Hebben zij de expertise om adequaat
op te treden?
Le ministre pourrait-il nous donner un aperçu des
plans catastrophe qui seraient déclenchés en cas
d'attentat terroriste contre la base de Kleine Brogel
ou en cas de catastrophe d'un autre type survenant
sur le site de cette base ?
Quelles autorités non militaires seraient associées
à l'exécution de ces plans ? A quels services
d'incendie et à quels corps de la protection civile
serait-il fait appel dans cette éventualité ? Seraient-
ils informés de la nature et de la quantité des armes
entreposées dans cette base ? Disposeraient-ils du
savoir-faire requis pour intervenir adéquatement ?
06.03 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Voor de omschrijving van het alarmniveau van de
militaire installaties verwijs ik naar de minister van
Landsverdediging.
06.03 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): Pour la définition du niveau d'alerte
en vigueur au sein des installations militaires, je
vous invite à vous adresser au ministre de la
Défense nationale.
(Frans) Bij de voorbereiding door mijn departement
op een mogelijke terroristische aanval wordt
uitgegaan van een evaluatie van de bedreiging en
van het vaststellen van een reeks maatregelen.
De evaluatie van de bedreiging is een permanent
gegeven. Daartoe worden regelmatig
vergaderingen georganiseerd met de politie- en
inlichtingendiensten.
De genomen maatregelen hebben enerzijds
betrekking op het opzoeken, het uitwisselen en het
gebruik van informatie en inlichtingen, zowel op het
nationale als op het internationale niveau.
Anderzijds nemen de politiediensten maatregelen
ter bescherming van personen en goederen,
waarbij voor ad hoc diensten wordt gezorgd.
Wat het inzetten van de diensten betreft, moet de
niet-militaire overheid rekening houden met drie
mogelijkheden. Of het gaat louter om een
bedreiging en in dat geval treden de politieoverheid
en de verwante diensten op zoals hoger vermeld.
Of er werd een aanslag gepleegd, maar met
beperkte materiële en lichamelijke schade; in dat
geval komt er een politieonderzoek en treden de
niet-politionele hulpdiensten op zoals bij een
gewone tussenkomst. Of er werd een aanslag
gepleegd met zware materiële en lichamelijke
gevolgen. De politionele overheid volgt in dat geval
het tweede scenario. Voor de niet-politionele
hulpdiensten gelden de regels van het noodplan.
Afhankelijk van de ernst van de schade en van de
middelen die moeten worden ingezet, wordt een
bepaalde fase van het rampenplan afgekondigd en
worden de rampenplannen van kracht.
De vijf bestaande diensten zullen, elk binnen hun
bevoegdheden, het nodige doen.
(En français) En ce qui concerne mon département,
la préparation à une éventuelle attaque terroriste
implique un processus d'évaluation de la menace et
la définition d'une série de mesures.
L'évaluation de la menace est une activité
permanente. Des réunions spécifiques sont
organisées régulièrement avec les services de
police et de renseignement.
Les mesures prises concernent, d'une part, la
recherche, l'échange et l'exploitation d'informations
et de renseignements, tant au niveau national
qu'international. D'autre part, des mesures de
protection de personnes et de biens sont prises par
les services de police, avec la mise en place de
services ad hoc.
En ce qui concerne l'engagement des services, les
autorités non militaires doivent prendre en compte
trois situations. Soit il n'y a qu'une simple menace
et les autorités policières et les services connexes
interviennent comme stipulé supra. Soit un attentat
a été commis mais les dégâts matériels et le
nombre de victimes sont limités. Outre l'enquête qui
sera menée par les autorités policières, les secours
non policiers traiteront l'attentat comme une simple
intervention. Voyons le cas où un attentat a été
commis et les dégâts matériels et le nombre de
victimes sont importants. Pour les autorités
policières, les activités sont réalisées comme
évoqué dans la deuxième hypothèse. Pour les
secours non policiers, les règles de la planification
d'urgence prévalent. En fonction de la nature des
dégâts et des moyens nécessaires, une phase
catastrophe sera décrétée et les plans catastrophe
entreront en vigueur.
Les cinq disciplines prévues feront le nécessaire,
chacune pour les tâches qui les concernent.
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
11
Om de nationale structuren die een antwoord
moeten bieden op uiteenlopende crisissituaties te
versterken, heb ik een ontwerp-KB voorbereid
houdende vaststelling van een noodplan voor
crisisgebeurtenissen en crisissituaties die een
coördinatie of een beheer op nationaal niveau
vereisen. Dat KB bevindt zich voor advies bij de
Raad van State.
Voor het eerste deel van vraag drie van mevrouw
Brepoels verwijs ik naar mijn collega van
Landsverdediging.
Voor wat de rol van de nationale en de provinciale
hulpdiensten betreft, verwijs ik naar het antwoord
op de voorgaande vraag.
Bovendien wil ik er op wijzen dat er op de basis van
Kleine Brogel tweemaal per jaar een grote
rampenoefening wordt georganiseerd. De
brandweerkorpsen van Bree, Lommel en
Leopoldsburg zijn daarbij betrokken en ook de 100-
centrale van Hasselt speelt een rol. Er werd een
noodplan opgesteld voor de brandweerdienst van
Bree naar aanleiding van verscheidene luchtshows
op de basis. Die dienst beschikt over een document
met de toegangswegen tot en de gevaarlijke
plaatsen op de basis.
De brandweerdiensten van Luik hebben de
installaties te Glons bezocht om de toestand ter
plaatse van nabij te leren kennen, zodat ze, op het
ogenblik dat de militaire overheid om versterking
zou vragen, zo efficiënt mogelijk zouden kunnen
optreden.
Pour renforcer les structures nationales de réponse
à diverses situations de crise, j'ai préparé un projet
d'arrêté royal portant fixation du plan d'urgence
pour les événements et situations de crise
nécessitant une coordination ou une gestion à
l'échelon national. Cet arrêté est actuellement au
Conseil d'Etat pour avis.
Pour la première partie de la troisième question de
Mme Brepoels, je vous renvoie à mon collègue de
la Défense nationale.
En ce qui concerne la contribution des services de
secours nationaux et provinciaux, je vous renvoie à
la réponse à la question précédente.
Je tiens à vous informer que pour la base de Kleine
Brogel un exercice catastrophe de grande
envergure a lieu deux fois par an sur la base. Les
corps d'incendie de Bree, Lommel et Bourg-
Léopold y contribuent et la centrale 100 de Hasselt
y joue également un rôle. Suite à plusieurs shows
aériens sur la base, un plan d'urgence a été dressé
pour le service incendie de Bree. Celui-ci dispose
d'un document mentionnant tous les accès et
points dangereux de la base.
En ce qui concerne Glons, les services incendie de
Liège ont également visité les installations afin
d'être au courant de la situation locale de sorte
qu'en cas de demande de renfort de la part des
autorités militaires, ils puissent réaliser leur
intervention de façon optimale.
(Nederlands) De communicatie met de bevolking
verloopt via de bestuurlijke overheden. De
plaatselijke bestuurlijke overheden worden
betrokken bij de voorbereiding van de diverse
interventieplannen en bijgevolg zijn zij perfect in
staat de bevolking te informeren.
(En néerlandais) Les autorités administratives sont
chargées de la communication avec la population.
Les autorités administratives locales participent à la
préparation des différents plans d'intervention. Elles
sont dès lors parfaitement en mesure d'informer la
population.
(Frans) De heer Vandeurzen vraagt of de niet-
militaire overheid op de hoogte is van de aard en
van het aantal wapens in Kleine Brogel. Die vraag
doet niet ter zake. Er bestaat een rampenplan voor
het geval zich een ongeval of een ramp voordoet.
Dat plan werd aan de burgerlijke overheid
overgemaakt.
Mijn collega van Landsverdediging deelt voorts
mee dat er een verbindingsofficier wordt
aangewezen om de hulpdiensten te informeren en
te leiden wanneer deze tussenbeide moeten komen
op de basis.
(En français) M. Vandeurzen demande si les
autorités non militaires sont informées de la sorte et
du nombre d'armes présentes à Kleine Brogel.
Cette question n'est pas relevante. En cas
d'accident ou de catastrophe, il existe un plan
catastrophe. Ce plan a été transmis aux autorités
civiles.
Mon collègue de la Défense me fait savoir, en
outre, qu'en cas d'intervention sur la base, un
officier de liaison est désigné afin d'informer et de
guider les services de secours.
06.04 Frieda Brepoels (VU&ID): Ik heb de indruk
dat de minister niet goed beseft dat het hier niet
gaat om zomaar een ramp maar om een eventuele
aanslag op een militaire basis van de Amerikanen
waar kernwapens aanwezig zouden zijn - hoewel
slechts enkele leden van de regering daadwerkelijk
06.04 Frieda Brepoels (VU&ID): J'ai le sentiment
que le ministre ne se rend pas bien compte qu'il ne
s'agit pas en l'espèce d'un quelconque risque de
catastrophe mais d'une attaque éventuelle contre
une base militaire américaine où seraient
entreposées des armes nucléaires, bien que seuls
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
12
op de hoogte zijn van de situatie. De minister heeft
niet gesproken over een noodplan bij een nucleaire
ramp.
Alle betrokkenen, burgemeesters,
brandweercommandanten en verantwoordelijken
van de dienst 100 - slaakten een noodkreet in de
pers om erop te wijzen dat zij niet voldoende
voorbereid zijn op zo een aanslag. Ik had verwacht
dat alle betrokkenen bij de gouverneur zouden
worden samengebracht om hen heel directe
instructies te geven. De minister maakt er zich
echter makkelijk vanaf. Hij zou klaarheid moeten
brengen en zorgen voor een gerust gemoed.
certains membres du gouvernement soient
réellement au courant de la situation. Le ministre
n'a pas évoqué l'existence d'un plan d'urgence en
cas de catastrophe nucléaire.
Toutes les personnes concernées, les
bourgmestres, les commandants des pompiers et
les responsables du service 100 ont exprimé leur
profonde inquiétude dans la presse, soulignant
qu'ils n'étaient pas suffisamment préparés pour
faire face à une telle attaque. J'aurais espéré que
tous ces acteurs soient convoqués chez le
gouverneur pour recevoir des instructions très
directes. Le ministre fuit toutefois ses
responsabilités. Il devrait clarifier la situation et
calmer les esprits.
06.05 Jo Vandeurzen (CD&V): Kleine Brogel is
niet zomaar een militaire basis. Waarschijnlijk
worden er nucleaire wapens opgeslagen. Er wordt
nu openlijk toegegeven dat we niet voorbereid zijn
op of opgewassen tegen mogelijke catastrofes. De
minister moet alle partijen bij elkaar brengen en
controleren of alles operationeel is. Hij moet
duidelijke informatie geven en zo de
geruchtenstroom stoppen.
06.05 Jo Vandeurzen (CD&V): Kleine Brogel n'est
pas une simple base militaire. Des armes
nucléaires y sont probablement entreposées. Or, il
est admis sans détour que nous ne sommes pas
prêts à faire face à d'éventuelles catastrophes. Le
ministre doit réunir toutes les parties et vérifier que
tout est opérationnel. Il doit fournir des informations
claires pour faire taire les rumeurs.
06.06 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik zal
de gouverneurs vragen de verantwoordelijke
personen te herinneren aan de bestaande
bepalingen en de te nemen maatregelen.
06.06 Antoine Duquesne, ministre: (en français)
Je demanderai aux gouverneurs de rappeler aux
responsables les dispositions existantes et les
mesures à prendre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
"asielaanvragen via Tsjetsjenië" (nr. A350)
07 Question de Mme Leen Laenens au ministre
de l'Intérieur sur "les demandes d'asile
introduites par des ressortissants tchétchènes"
(n° A350)
07.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): In België
verblijven ongeveer 2000 Tsjetsjeense
vluchtelingen van wie het merendeel politiek asiel
heeft aangevraagd. Amper 0,1 procent zou reeds
een antwoord hebben gekregen.
Hoeveel asielaanvragen uit Tsjetsjenië ontving
België tijdens deze regeerperiode? Hoeveel
aanvragen werden intussen gunstig of ongunstig
geëvalueerd? Hoeveel kregen nog geen uitsluitsel?
Hoe vaak werd bij een weigering uitgegaan van de
stelling dat de asielaanvragers kunnen worden
opgevangen in de vluchtelingenkampen in de
buurlanden van Tsjetsjenië? Welke andere redenen
werden eventueel aangehaald om weigeringen te
motiveren? Welke algemene beleidslijn hanteert de
minister?
07.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Environ
2000 réfugiés tchétchènes, dont la plupart ont
demandé l'asile politique, séjournent actuellement
en Belgique. A peine 0,1% d'entre eux ont déjà
reçu une réponse.
Combien de demandes d'asile provenant de
Tchétchénie ont-elles été adressées à la Belgique
au cours de cette législature ? Combien de
demandes ont-elles obtenu un avis positif ou
négatif? Combien de réfugiés attendent-ils encore
une réponse ? En ce qui concerne les demandes
rejetées, combien de fois a-t-on estimé que les
demandeurs d'asile pouvaient être accueillis dans
des camps de réfugiés situés dans les pays voisins
de la Tchétchénie ? Quels autres motifs ont-ils
éventuellement été invoqués pour justifier un
refus? Quelle est la ligne de conduite générale
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50
COM 888
20/11/2002
13
adoptée par le ministre?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Conform het Verdrag van Genève komen de
Tsjetsjeense asielaanvragers in de statistieken voor
als Russen. De procedure vergt immers dat men de
vrees van asielaanvragers ten aanzien van het land
waarvan ze de nationaliteit hebben, tracht in te
schatten.
07.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): Conformément à la Convention de
Genève, les demandeurs d'asile tchétchènes sont
assimilés dans les statistiques à des Russes. La
procédure exige en effet que l'on tente d'évaluer les
craintes des demandeurs d'asile par rapport au
pays dont ils ont la nationalité.
(Frans) Bij het onderzoek van hun aanvraag wordt
er rekening mee gehouden dat zij Tsjetsjenen zijn.
Het aantal aanvragen van Tsjetsjenen kan op 800
voor 1999, 1.155 voor 2000, 780 voor 2001 en 570
voor 2002 worden geraamd ; dat vertegenwoordigt
65% van de Russische aanvragen voor 2002, tegen
35% de vorige jaren. 40% van de in 2000
ingediende Russische asielaanvragen werden
ontvankelijk verklaard. In 2001 was dat 30% en
voor 2002 is dat 40%. Het erkenningspercentage
ten gronde beloopt 4,43% voor het CGVS en 5,7%
voor de Vaste Beroepscommissie voor
Vluchtelingen.
Men zegt mij dat geen enkele negatieve beslissing
werd genomen uitsluitend op grond van het feit dat
de betrokkene kon worden opgevangen in een
vluchtelingenkamp vlakbij Tsjetsjenië.
Als wordt aangetoond dat de vluchteling
rechtstreeks uit Tsjetsjenië komt, wordt de
aanvraag in principe ontvankelijk verklaard, maar
wordt de behandeling ten gronde door het CGVS in
afwachting van aanvullende inlichtingen
opgeschort, behalve voor aanvragen die kennelijk
onder de Conventie van Genève vallen.
De dossiers van de Tsjetsjenen die de tweede
oorlog ontvluchten en niet rechtstreeks uit de regio
komen, worden geval per geval onderzocht.
Er wordt tot onontvankelijkheid beslist wanneer de
aanvrager bedrog heeft gepleegd, wanneer de
aangevoerde gronden niet onder de Conventie van
Genève vallen of wanneer de aanvragers niet meer
reageren op de verzoeken om inlichtingen of de
oproepen. In 2002 toonden 15% van de
Tsjetsjeense aanvragers geen interesse meer voor
hun aanvraag of verlieten zij België.
Telkens wanneer de terugkeer naar Tsjetsjenië de
betrokkenen zou blootstellen aan onmenselijke of
vernederende behandelingen, past het CGVS op
de aanvragen die volgens de Conventie van
Genève onontvankelijk zijn een niet-
terugleidingsclausule toe.
Ik heb geen enkele richtlijn betreffende de
(En français) C'est néanmoins en tant que
Tchétchènes que leurs demandes sont évaluées.
On peut évaluer le nombre de demandes émanant
de Tchétchènes à 800 pour 1999, 1.155 pour 2000,
à 780 pour 2001 et à 570 pour 2002 ; cela
représente 65% des demandes russes pour 2002
contre 35% les années précédentes. Il y a eu
décision de recevabilité pour 40% des demandes
d'asile russes introduites en 2000, 30% en 2001 et
40% en 2002. Le taux de reconnaissance au fond
est de 4,43% pour le CGRA et de 5,37% pour la
Commission permanente de recours des réfugiés.
On me dit cependant qu'aucune décision négative
n'a été prise au seul motif que l'intéressé pouvait
être accueilli dans un camp de réfugiés proche de
la Tchétchénie.
S'il est démontré que le réfugié provient
directement de Tchétchénie, la demande est
déclarée en principe recevable, mais, dans l'attente
d'informations complémentaires, le traitement de
fond est suspendu par le CGRA, sauf pour les
demandes cadrant manifestement avec la
Convention de Genève.
Les Tchétchènes fuyant la deuxième guerre et ne
venant pas directement de la région font l'objet
d'une étude au cas par cas.
Une décision d'irrecevabilité est prise après
confrontation avec le candidat en cas de fraude,
quand les craintes évoquées sont contraires à la
Convention de Genève ou que les candidats ne
répondent plus aux demandes de renseignements
ou aux convocations. En 2002, 15% des
demandeurs tchétchènes se sont désintéressés de
leur demande ou ont quitté la Belgique.
Cependant le CGRA oppose une clause de non
reconduite aux demandes irrecevables aux termes
de la Convention de Genève chaque fois que le
retour en Tchétchénie exposerait l'intéressé à des
traitements inhumains ou dégradants.
Je n'ai édicté aucune directive concernant le
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20/11/2002
CRABV 50
COM 888
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2002
2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
behandeling van die asielaanvragers of hun
verwijdering uitgevaardigd. De dienst
Vreemdelingenzaken en het CGVS voeren hun
werk correct uit.
traitement de ces demandeurs d'asile ni leur
éloignement. L'Office des étrangers et le CGRA
font correctement leur travail.
07.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ik ga
ervan uit dat de niet-terugleidingsclausule voor
deze Tsjetsjenen van toepassing zal zijn. Sinds 11
september 2001 is dit immers een probleem
geworden dat kadert in de strijd tegen het
internationale terrorisme.
07.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Je
suppose que la clause de non reconduite sera
d'application pour ces Tchétchènes. Depuis le 11
septembre 2001, ce problème s'inscrit en effet dans
le cadre de la lutte contre le terrorisme
international.
07.04 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Telkens als hij het nodig acht, brengt de
commissaris-generaal de clausule van niet-
terugleiding aan, die slechts met zijn instemming
ingetrokken kan worden.
07.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Chaque fois qu'il l'estime nécessaire, le
commissaire général oppose la clause de non
reconduite, qui ne peut être relevée que de son
avis conforme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.30 heures.